P r o g r a m m a We e k v a n d e O u d e r e n kijk op pag. 7
V I TAAL I S EEN UI TGAV E VA N V I V RE E N V E RS C HI J N T V I E R K E E R PE R J A A R
Even slikken: een gedragsverpleegkundige kijk op pagina 8
SEPT. 2012 NR.
415
2
| vitaal
Inhoud 03 )
Voorwoord Dik Mol
04 )
25 jaar in Molenhof
05 )
Eerste lustrum De Vreugdehoeve Vijf jaar De Koffiepot
06 )
Zestig mensen van de bank over de vloer
07 )
Programma Week van de Ouderen
08 )
Even slikken: een gedragsverpleegkundige
10 )
't Bloemetje voor ...
11 )
De eigen kleur van Appelgaard
12 )
Wat merk je nou van een OR?
14 )
Kijken naar ‘nieuwe’ historische filmbeelden
15 )
8 vragen
vitaal |
De zorg komt thuis Het is woensdagavond 12 september. Terwijl ik dit schrijf, kijk ik met een schuin oog naar de televisie. Daarop rollen de eerste uitslagen van de verkiezingen voor de Tweede Kamer over het scherm. Een volgende aardverschuiving in het politieke landschap tekent zich af. De burger lijkt te kiezen voor ‘grote blokken’ en voor rust en stabiliteit. Het is nog onduidelijk (en ik vrees dat het nog wel even
onduidelijk zal blijven) of dit ook rust of stabiliteit zal betekenen voor de gezondheidszorg. Want: “Er valt wat te kiezen deze verkiezingen”, zo werd er gezegd. En inderdaad, de verkiezingsprogramma’s lieten grote verschillen zien. Ook voor wat betreft de zorg. Grote verschillen in visie op bijvoorbeeld eigen bijdragen, op marktwerking en bezuinigingen.
Onzekerheden
sneller invoeren, maar dit is wel de richting. Voor Vivre zal het nog een hele kluif zijn om haar beleid aan te passen aan deze nieuwe werkelijkheid.
Ik heb het in deze column al eens eerder gehad over de onzekerheden waar zorgorganisaties als Vivre mee te maken hebben. Wel, deze verkiezingen creëren in zekere zin nieuwe onzekerheden. Vivre is nu al bezig met haar begroting voor 2013 en kijkt daarbij vaak al verder als dat jaar. Tegelijkertijd weten we niet welke partijen de regeringscoalitie zullen gaan vormen en wat hun beleid voor de zorg zal zijn. Beleidsvorming voor Vivre lijkt zo op het maken van een trektocht, waarbij het vinden van de weg flink bemoeilijkt wordt, doordat het mist.
Zelfstandig Met het grotere accent op “zorg thuis”, woont straks een groot deel van de cliënten die in het verleden in onze intramurale instellingen woonden, zelfstandig. Daar is dan wel behoefte aan de inzet van de expertise die wij intramuraal opgebouwd hebben. Het verpleeg- en verzorgingshuis wordt ‘gedwongen’ naar buiten te gaan.
Minder plaatsen Tegelijkertijd is het zo dat we natuurlijk niet alleen maar afhankelijk zijn van politiek en regeringscoalities. Wie goed oplet, kan tussen de flarden mist soms aanwijzingen zien van waar het pad vermoedelijk naartoe loopt. Zo lijkt het waarschijnlijk dat de intramurale budgetten niet (meer) zullen groeien, eerder zullen afnemen. De samenleving lijkt nu ècht werk te willen gaan maken van meer zorg thuis. Vermoedelijk komt daarmee het aantal verzorgingshuisplaatsen onder druk te staan. In elk geval voor de lagere zorgindicaties zal er een scheiding gaan plaatsvinden tussen wonen en zorg. Daar waar deze cliënten nu zorg en wonen als het ware als één pakket ontvangen, zal men in de toekomst apart huur gaan betalen. De vraag is hoe dit de keuzes van cliënten gaat beïnvloeden. Zeker omdat in algemene zin cliënten ook meer zelf zullen moeten gaan betalen voor de zorg.
Laat dat nou net het traditionele werkterrein zijn van onze fusiepartner GroenekruisDomicura. De te verwachten politieke keuzes voor de zorg zijn een bevestiging van de juistheid van onze keuze voor deze fusiepartner. Samen zijn Vivre en GroenekruisDomicura beter opgewassen tegen de veranderingen in de zorg. Nee, laat ik dat minder defensief formuleren: samen zijn wij veel beter in staat om de cliënten de goede zorgarrangementen te leveren waar zij behoefte aan hebben. Of dat nu in de intramurale instelling is, of daar waar een steeds groter deel van onze cliënten te vinden zal zijn: in de wijk, thuis!
Dik Mol Raad van Bestuur
Los van de politieke voorkeur, zijn dit de belangrijkste bewegingen. Een regeringscoalitie van een of andere kleur, zal de bewegingen smaller of breder maken, zal ze langzamer of
In de prijzen gevallen Ook dit jaar heeft zorgverzekeraar CZ diverse prijzen uitgereikt aan zorginstellingen met een goed “verwenzorgidee”. Wederom vielen twee Vivre-locaties in de prijzen. Medewerkers en bewoners van Lenculenhof en La Valence trokken onlangs naar de Rodahal in Kerkrade voor de prijsuitreiking. Activiteitenbegeleidster Vivian Heugen van Lenculenhof had, voordat ze het idee voor haar locatie indiende, eerst de mening van een aantal bewoners van afdeling Olivijn gepeild. Daaruit kwam naar voren dat ze graag een muzikale activiteit wilden samen met het zorgpersoneel. Na lang beraad is voor een gezellige middag in buurtcafé Abrahams Look gekozen. Daar gaf Tiny Feij een voordracht van echte ‘mestreechse leedsjes’
van voor 1946. Voor velen pure nostalgie. Er werd gezongen en gedanst en ‘s middags werd iedereen op friet met mayonaise getrakteerd. Het verwen-idee van La Valence vindt plaats in de Week van de Ouderen; de eerste week van oktober. Activiteitenbegeleidster Edith Magermans huurt dan drie elektrische driewielerfietsen. Met deze fietsen kunnen medewerkers samen met bewoners de vrije natuur in. Verschillende bewoners staan te popelen en hebben zich al aangemeld.
•
3
4
25 jaar
| vitaal
wonen in Molenhof Een niet alledaags jubileum: Mevrouw Liza Leenaerts (89) woont al 25 jaar in het Maastrichtse zorgcentrum Molenhof. En dus kreeg ze een mooie bos bloemen en een paar bonnen voor een feestelijke maaltijd, samen met haar familie.
nooit iets, “Ik wist er niets van, maar het was spannend, een andere wereld.” Na de dood van haar moeder bleef Liza in het pension wonen. Toen dat 25 jaar geleden opgeheven werd, verhuisde mevrouw Leenaerts naar het nieuwe bejaardenhuis Molenhof. “Toen was ik 64, ik was nog heel gezond. Maar ik moest ergens aan onderdak zien te komen. En in die tijd kon je nog gemakkelijk terecht in een bejaardenhuis.” s za Leenaert Mevrouw Li
K
ijk, dat vindt ze nou aardig. “Wat een mooie bos”, zegt ze tegen afdelingsmanager Petra van der Linden. “Daar had ik niet op gerekend.” Want eigenlijk vindt ze het heel gewoon dat ze al zolang in Molenhof woont, 25 jaar op dezelfde kamer. Maar een beetje ongewoon is het wel. En dus mag er een artikeltje komen in Vitaal, vindt Petra van der Linden. We raken aan de praat. Dat gaat nog heel goed. “Ja, ik ben gelukkig nog goed bij mijn hoofd”, zegt ze. En zo ontvouwt zich op een kalme maandagmiddag het ongewone leven van Liza Leenaerts. Als jong meisje woonde ze met haar ouders boven een antiekwinkel in de Papenstraat, in het hartje van Maastricht. Als kind heeft ze vaker in het ziekenhuis gelegen, maar dat heeft ze goed doorstaan. Haar vader werkte op de mijn, bovengronds. Na de schooltijd had ze eigenlijk best willen gaan werken. In een winkel bijvoorbeeld. Maar haar moeder hield haar thuis. En zo is het altijd gebleven. “Mijn vader zei vaker: “Waarom laat je Liza niet in betrekking gaan? Maar daar wilde mijn moeder niets van weten. Ik was enig kind en zij wilde mij om haar heen hebben.”
Raar Eigenlijk vindt ze het jammer dat het zo gelopen is. “Het is raar”, zegt ze. Ongewoon. Want door dat besloten leven kreeg ze nauwelijks vriendinnen en heeft ze ook nooit serieus gedacht over een huwelijk. Ze is haar hele leven ongetrouwd gebleven. Toen haar vader gestorven was, bleef ze achter bij haar moeder. “Ze was niet gemakkelijk, mijn moeder”, zegt ze openhartig. Maar ze heeft nooit overwogen haar in de steek te laten en een eigen leven op te bouwen.
Fitter Dat was wel even wennen. “Ik miste de mensen van pension Vroemen.” Maar na een poosje lukte het. En nu weet ze niet beter. “Toen ik nog goed kon lopen, ging ik er vaak op uit. Wandelen in de stad.” En ze was niet de enige. Want 25 jaar geleden waren de meeste bewoners van het bejaardenhuis een stuk fitter dan de mensen die nu binnenkomen. Ze heeft die verandering aan den lijve meegemaakt. En is zelf ook 25 jaar ouder geworden. Maar: “Echt bejaard ben ik nog niet. Ik kan mezelf nog wassen en aankleden. Ik kan nog zelf uit de voeten.” In de kamer staat een rollator, voor de deur een rolstoel. “Daar maak ik geen gebruik van”, zegt ze resoluut. “Zolang ik kan, gebruik ik mijn eigen benen.”
Roddelen Dat is mevrouw Leenaerts ten voeten uit. Ze heeft zich heel haar leven moeten aanpassen, maar uiteindelijk bepaalt ze haar eigen leven. Ook nu leeft ze teruggetrokken in haar kamer. “Ik heb nog steeds niet veel vriendinnen, maar ik zou het ook niet anders willen. Ik hou niet van roddelen.” Van haar zul je geen kwaad woord horen over Molenhof. Elke middag gaat ze beneden eten aan een vaste tafel, samen met twee andere dames. “Dat is heel gezellig.” Maar meestal zit ze toch op haar kamer. Het uitzicht houdt niet over, maar dat ziet ze niet meer. Ze leest er elke dag haar krant. “Ja, bijna helemaal uit.” Op tafel ligt een romannetje met de verrassende titel ‘Een zee van hartstocht’. Ook al bijna uit. Die boekjes brengt haar trouwe neef Luciën mee als hij op bezoek komt. “Dat is de enige familie die ik nog heb. Hij zorgt goed voor me”. Twee televisies zorgen er voor dat ze op de hoogte blijft van de wereld om haar heen. “Nee, die staan niet de hele dag aan.” Ze kijkt alleen ’s middags en ’s avonds. Tot ze om tien uur naar bed gaat.
Pension Vroemen Later, toen haar moeder ouder werd, verhuisden ze samen naar Pension Vroemen in de Maartenslaan. Daar heeft ze goede herinneringen aan. “Mevrouw Vroemen nam mij vaker ’s avonds mee als ze naar het casino ging.” Nee, gewonnen heeft Liza
Als het gesprek afgelopen is, gaat Liza Leenaerts met gezwinde spoed naar beneden. Daar wacht al een poosje een aantal andere bewoners op haar. En een taart, vanwege haar verjaardag. Daar lust ze wel een stukje van.
•
5
vitaal |
Eerste lustrum
De Vreugdehoeve Het is alweer vijf jaar geleden dat het echtpaar Cordewener samen met Vivre zorgboerderij De Vreugdehoeve opende. Deze bijzondere plek voor dagverzorging in Ulestraten is vanaf de start een groot succes. Thuiswonende ouderen met lichte psychogeriatrische klachten, zoals vergeetachtigheid, en ouderen die behoefte hebben aan sociale contacten kunnen hier vier dagen in de week terecht. Er worden allerlei dagactiviteiten gedaan, zoals het verzorgen van de dieren en de moestuin. En ’s middags wordt er vers gekookt. Op zaterdagmiddag 1 september waren alle bezoekers, samen met hun familieleden, uitgenodigd voor het eerste lustrumfeest.
Vijf jaar
De Koffiepot Op vrijdag 14 september werd het vijfjarig jubileum van De Koffiepot gevierd. Deze ontmoetingsruimte ligt naast De Zeven Bronnen, op een strategische plek naast de aanleunwoningen van woningstichting Maasvallei. Onder de bezielende leiding van de coördinatoren Marjorie Dunning en Patricia Nieman werd De Koffiepot vijf jaar geleden helemaal verbouwd. Inmiddels is deze gezellige ontmoetingsplek vier dagdelen per week geopend. Senioren uit de buurt en van de aanleunwoningen komen hier graag. Er wordt van alles gedaan; van gewoon een kop koffie drinken tot bloemschikken, wandelen en uitstapjes maken. Inmiddels heeft De Koffiepot zo’n 30 vaste bezoekers. Op 14 september werden zij getrakteerd op een gezellige feestavond.
Bezoe kers v an M e v r. Bouwe het eerste u ur: ns en M e v r. Jacob
s
5
6
| vitaal
Zestig mensen
van de bank over de vloer
Maar liefst zestig medewerkers van de Maastrichtse Rabobank staken op zaterdag 1 september de handen uit de mouwen bij Vivre. In het kader van hun jaarlijkse vrijwilligersdag trokken ze naar vijf locaties van Vivre om samen met de medewerkers van Vivre de bewoners een plezierige middag te bezorgen. Drie vrijwilligers van de bank: Ilona Janssen, Pierre Jacobs en Patrick Ohlen doen verslag.
Zeer welkom Ilona ging naar het zorgcentrum Beukeloord in Meerssen en kwam in een voor haar onbekende wereld terecht. Samen met twintig collega’s hielp ze bij de organisatie van een barbecue. “Onze hulp was zeer welkom. De medewerkers van Vivre staken dat niet onder stoelen of banken. Ze hoefden nu niet zo hard te hollen en te rennen, zeiden ze. En wij kregen de gelegenheid een praatje te maken met de bewoners. Na de barbecue trokken we er samen met de rolstoelbehoevende bewoners op uit voor een wandeling door Meerssen. Dat je met zo’n grote stoet tegelijk naar buiten kunt, komt bijna nooit voor. Medewerkers van Vivre hebben ook maar twee handen. Wat mij tot nu toe het meeste is bijgebleven? Een man van 88 die meer dan een kwartier zat te wachten op zijn vriendin. Pas achteraf realiseerde ik me dat de vriendin er misschien helemaal niet meer was.”
Zingen Pierre Jacobs hielp mee op de afdeling Lavendel van Hagerpoort. “Daar wonen dementerende ouderen. Ik heb daar zelf geen enkele ervaring mee. Echt even wennen!” Hij helpt een bewoner bij het eten. “Met veel geduld, kom je ver. Dat is één ding dat zeker is.” Ook zijn ploeg van zes Rabo-medewerkers maakte een rolstoeltocht door de omgeving. Wat hem opviel: zijn wandelmaatje begon spontaan te zingen. “Binnen, aan tafel had
zij nauwelijks gereageerd, maar zo’n tochtje buiten de deur geeft kennelijk andere prikkels. Zij kwam echt tot leven. Dat gaf me een voldaan gevoel. Maar ik realiseer me heel goed dat onze hulp maar een druppel op de gloeiende plaat is. We hebben die middag even iets kunnen betekenen. Maar tegelijk doet het zeer dat die mensen zo afhankelijk zijn van vrijwilligers.”
Kienen Patrick Ohlen, actief in Lenculenhof: “Ik heb niet zoveel ervaring met oude mensen. Op de basisschool ben ik wel eens met de klas naar een bejaardenhuis geweest. Dat vond ik een beetje eng. Maar nu was dat gevoel weg. Gezellig een praatje maken met de mensen. Ik vond dit zelf leuk om te doen en omgekeerd waarderen de bewoners alleen al het feit dat je gewoon een beetje aandacht voor hen hebt. Dat je dan plots komt aanzetten met zelfgebakken wafels, werd als verrassing ontvangen na een middagje ‘hardcore’ kienen. De bewoners zijn echt fanatiek!” Zestig mensen van de bank over de vloer is een prima initiatief. Ze hebben veel bewoners een plezierige middag bezorgd. Maar ze hebben tegelijk ook gezien hoe belangrijk vrijwilligers zijn voor een organisatie als Vivre.
•
vitaal |
7
1 t/m 8 oktober
Week van de ouderen* Zondag 30 september Lenculenhof:
Openingsfeest WVDO met een barbecue en tombola
Maandag 1 oktober Beukeloord: Molenhof: La Valence: Hagerpoort: de Mins:
19.30 uur: Meerssens Mannenkoor Magisch Molenhof met een goochelaar, een buikdanseres en een troubadour Feel Good Day gericht op gezondheid en uiterlijke verzorging 14.30 - 16.00 uur: Der Hossa Prinz 14.30 - 16.30 uur: Gezellige bierproeverij met bijbehorende snacks zoals Frankfurter Wurst in het restaurant.
Dinsdag 2 oktober Grubbeveld: Koepelhof: De Bron: de Mins:
Limburgse middag: Troubadour Jos Meesen Een dag met een lach: met optredens van Pierre Cnoops en Hub Colen Limburgse middag met Gaston, de zingende kapper 14.30 - 16.30 uur: Peter de Muziekman treedt op in het restaurant, vele Deutsche Schlagers en verzoeknummers
01/08-1
Croonenhoff: De Bron: Beukeloord: De 7 Bronnen:
0 ‘12
Donderdag 4 oktober Hondendemonstratie Werelddierendag Bierproeverij met muziek 14.00 - 16.00 uur: das Oktoberfest
GRATISE ENTRE
01/08-1
Appelgaard: Muziekfestijn De Wilgenhof: Muziekmiddag met Con Gerards
0 ‘12
Woensdag 3 oktober
GRATISE ENTRE
Vrijdag 5 oktober De Wilgenhof: ‘Ik houd van Holland’-show: diverse optredens met muziek en magie de Mins: 14.30 - 16.30 uur: film Die grosse Deutsche Hitparade mit Dieter Thomass in het restaurant met Duitse hapjes, bier en wijn. Klevarie: DJ Meachel Belfort en enkele artiesten vanaf 14.00 uur.
Zaterdag 6 oktober Croonenhoff:
Middagmatinée met duo Whoppa
Zondag 7 oktober Klevarie:
A0_vivre_WVDO_2012_fi
nal.indd 1
Najaarsmarkt vanaf 11.00 uur
* www.weekvandeouderen.nl
8
| vitaal
Even slikken:
een gedragsverpleegkundige
P r o c e s m a n a g e r G a b b y S c h u t t e n b e l t m e t b e w o n e r d h r. R i n g s
Gedragsverpleegkundige Harry Scipio
"Ik kijk dan niet alleen naar de individuele persoon, maar ook naar de invloeden van buitenaf. Bijvoorbeeld naar de contacten met medebewoners, personeel en de omgeving waarin men verblijft."
Vivre kent een aantal protocollen voor cliënten die een moeilijk gedrag vertonen. Toch heeft Grubbeveld sinds kort daarnaast nog een ‘gedragsverpleegkundige’. Is dat niet teveel van het goede? Harry Scipio (59) vindt van niet. Een gesprek.
H
arry Scipio (59) is niet verbaasd over die vraag. En hij heeft ook een antwoord. “In de praktijk word ik al een aantal jaren erbij gevraagd als mensen een moeilijk gedrag vertonen. Blijkbaar is een frisse blik van een professional van buitenaf soms heel verhelderend. Dan past een advies op maat. En dat probeer ik dan te geven. Dat is toch prima zo?”
Vijverdal Scipio is geboren in Indonesië, “Waarschijnlijk zit er een Italiaan in mijn voorgeslacht”, zegt hij lachend. Als vierjarig jongetje kwam hij met zijn ouders naar Nederland, “maar op bezoek in Indonesië, voelde ik me thuis”. Hij is jarenlang als psychiatrisch verpleegkundige actief geweest op Vijverdal. Daar kwam hij van lieverlee ook in aanraking met dementerenden met een psychiatrisch verleden. Toen Grubbeveld werd opgericht en deze groep cliënten daar een plaats kreeg, ging hij mee. “In de loop van de jaren heb ik veel ervaring opgedaan met mensen die een moeilijk hanteerbaar gedrag vertoonden. Vaak waren dat inderdaad mensen met een psychiatrisch verleden,
maar ik ontdekte dat ook anderen dat konden hebben.” Zijn deskundigheid raakte bekend en ook buiten Grubbeveld werd zijn advies gevraagd. Tot voor kort combineerde hij dat met zijn gewone werk, maar sinds 1 juli is hij voluit ‘gedragsverpleegkundige’. Werkend binnen Grubbeveld, maar desgewenst geeft hij ook adviezen op andere locaties van Vivre.
Correctie Hij geeft meteen een correctie: “Ook als gedragsverpleegkundige wil ik contact blijven houden met de alledaagse praktijk. Twee morgens in de week werk ik als gedragsverpleegkundige gewoon mee op de unit Gerontopsychiatrie op Grubbeveld. Daar kan ik ook al doende collega’s van dienst zijn.” Want juist al meewerkend krijgt hij een goed beeld van cliënten die moeilijk toegankelijk zijn.
Problemen Voor welke gedragsproblemen roepen ze je hulp in? Hij gaat er even voor zitten: “Dat kunnen mensen zijn, die een afasie hebben. Mensen die niet duidelijk kunnen maken wat ze bedoelen. Of mensen met Parkinson, die hebben vaak last van ‘vertraagd denken’. Ze nemen wel op, maar kunnen niet meteen reageren. Het gaat allemaal wat langzamer. En bij mensen in het beginstadium van dementie zie je vaak,
vitaal |
dat ze zich de ruimte waarin ze leven toe-eigenen. Ze hebben het idee dat ze thuis zijn en dus de baas zijn over de ruimte waarin ze leven. Dat is natuurlijk niet zo en dat kan tot problemen leiden. En dan zijn er ook cliënten, die uiterst achterdochtig en wantrouwig worden en dus anderen van alles beschuldigen. Dat kan zich richten op de verzorgenden, maar ook op de partner. Die worden overladen met verwijten. En tenslotte is er ook een groep die ronduit agressief wordt. Daar kan natuurlijk van alles achter zitten. Maar het is voor de verzorgenden heel bedreigend als ze te maken hebben met een man of vrouw die schreeuwt, scheldt, slaat of trapt.” Wat doe je dan? Harry Scipio: “Vooral rustig blijven, contact maken met de cliënt en goed kijken wat er eigenlijk aan de hand is. Ik wil altijd graag weten waarom mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen. Ik probeer te achterhalen hoe ze denken en wat ze voelen en beleven. En hoe ik hun gedrag kan beïnvloeden. Ik ben er niet voor om het brandje te blussen, maar om ervoor te zorgen dat de cliënt zich weer prettig gaat voelen. En dat betekent voor de verzorgenden vooral dat ze zich veilig voelen.”
Aanpak Scipio werkt in feite langs verschillende lijnen: “Op mijn eigen afdeling vorm ik mij een beeld van het probleem door gewoon mee te werken. Dat is een heel goede methode en zo kun je ook meteen als het nodig is je collega’s adviezen geven. Als ik op andere afdelingen of andere locaties binnen Vivre kom, gebruik ik de methode van observatie of coaching. Bij een observatie zit ik zo’n twee uur bij een cliënt en probeer te achterhalen wat er loos is. Ik kijk dan niet alleen naar de individuele persoon, maar ook naar de invloeden van buitenaf. Bijvoorbeeld naar de contacten met medebewoners, personeel en de omgeving waarin men verblijft. Meestal heb ik dan van te voren al wat informatie gekregen van de EVV-er, de zorgcoördinator, de arts of de psycholoog. Na de observatie zet ik mijn bevindingen en mijn adviezen op papier en bespreek die met de mensen die het aangaat. Bij coaching verzorg ik samen met iemand van de verzorging een bewoner met moeilijk hanteerbaar gedrag. Ik observeer de bewoner en de interactie tussen de bewoner en de verzorgende. En koppel dan wat ik gezien heb terug naar de verzorgende.”
Huisbezoek Harry Scipio wordt ook vaker gevraagd om mee te gaan op huisbezoek bij mensen, die aangemeld zijn als toekomstige bewoners voor de Gerontopsychiatrische unit of de unit Jong Dementerenden. Tijdens zo’n huisbezoek probeert hij een inschatting te maken waar de toekomstige bewoner het best op zijn plaats is. Dat is niet altijd eenvoudig, vooral als het gaat om mensen met een moeilijk hanteerbaar gedrag. “Zo heb ik onlangs op de PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis) een mogelijk toekomstige bewoner verschillende dagdelen geobserveerd, verzorgd en begeleid samen met de psychiatrische verpleegkundigen ter plaatse. Daarbij vraag ik me uiteraard ook af wat dit moeilijk
hanteerbaar gedrag betekent voor de medebewoners, voor het personeel, voor mezelf als hulpverlener en voor de omgeving van de toekomstige unit. Op basis hiervan kan ik dan een conclusie trekken en aandachtspunten opstellen.”
Top en tips “In de terugkoppeling zeg ik altijd wat de verzorgenden nu al goed doen. Die positieve benadering werkt heel goed. Het is altijd fijn te horen wat mensen in zo’n moeilijke situatie toch al voor elkaar krijgen. Ik noem dat ‘top’. Daarna volgen de tips, de adviezen." Noem er eens een paar? Dat vindt hij lastig. “Want iedere cliënt is anders”. Maar eenmaal op dreef komen ze er zonder aarzeling uit. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Begin niet overhaast van alles te doen, maar kijk eerst goed en probeer je in te leven in de man of vrouw tegenover je. Probeer aandachtig te luisteren naar wat de ander zegt. Let niet alleen op de woorden, maar ook op de toon waarop het gezegd wordt en op het gedrag. Zet niet je eigen normen en waarden voorop. Het kan heel goed zijn dat de ander andere normen en waarden heeft. En hou daar rekening mee. Neem tijdens je werk de tijd. Hoe lastig het ook is: kijk niet naar de klok. Als je iets niet kunt, zeg dat dan tegen je collega. Dat is nooit erg. Als een verzorgende of de familie boos wordt, ga dan daarin niet mee. Word niet boos, maar zeg: volgens mij ben jij boos. Dan hou je ze een spiegel voor en geven ze het toe. Op dat moment kun je verder praten en zoeken naar een oplossing.
Het lijken simpele tips. Maar het hoeft allemaal niet zo moeilijk te zijn om toch effect op te leveren. Daar is Harry Scipio heilig van overtuigd.
•
9
10
|
vitaal
't bloemetje voor ... ... Wil Husson
ttenbe Gabby Schu
W
il Husson (63) is een dame met behoorlijk wat schoonmaakervaring. Ze heeft jaren gewerkt in onder meer Campagne van de Mosae Zorggroep en de Universiteit Maastricht. Sinds januari 2011 is zij in dienst van Proper, het schoonmaakbedrijf dat in 2010 is opgericht door Vivre en Hago. Wil werkt op afdeling Klein Gulpen in Klevarie en voelt zich hier helemaal thuis. Onlangs verraste het zorgteam haar met ’t bloemetje. Locatiemanager Miranda van Glabbeeck: “Vanaf het begin hoort Wil bij ons team. Elke dag zorgt zij ervoor dat onze afdeling er piekfijn uitziet. Maar Wil doet meer. Zij heeft altijd oog voor onze bewoners. Ze geeft ze aandacht, drinkt een kopje koffie met ze en maakt een praatje. Wat Wil doet, is een toonbeeld van hoe wonen, welzijn en zorg samenkomen.” Trudy Lousberg is voorwerkster bij Proper en de leidinggevende van Wil. Trudy: “Wil geeft inderdaad het goede voorbeeld. Onze medewerkers zorgen niet alleen voor de schoonmaak; zij bieden ook service en zijn gastvrij. Samen vormen wij één team met de zorg; zo hoort dat.” Wil is ondertussen bekomen van de schrik. Al deze aandacht doet haar zichtbaar goed. “Ik kom hier elke dag met veel plezier werken. Eigenlijk tot half twaalf, maar ’t wordt vaak een uurtje later. Geen probleem hoor; ik doe ’t met plezier”, zegt ze lachend.
Wil jij ook een collega, cliënt of vrijwilliger een hart onder de riem steken of in het zonnetje zetten? Geef hem of haar dan op voor 't bloemetje. Stuur een e-mail naar:
[email protected].
lt
S
inds een paar maanden kijkt Gabby Schuttenbelt op verzoek met “frisse ogen" naar zorgcentrum Appelgaard. En hoewel ze daarmee tot het eind van het jaar acht uur per week bezig is, heeft ze intussen toch al een aantal opmerkelijke verschijnselen ontdekt. Aangespoord door locatiemanager Marcel Wijnants geeft ze haar eerste conclusies.
Appelgaard ligt aan de rand van het verspreidingsgebied van Vivre. En midden in het dorp Margraten. Het huis heeft een eigen kleur. Nauw verbonden met het dorp en ook een beetje gesloten. Men regelde er zelf de zaken. Met de komst van de nieuwe afdeling De Lommer, op enige afstand gelegen van het zorgcentrum, veranderde vorig jaar de situatie. Er kwam vers bloed uit de stad naar het dorp.
Vergelijking Gabby Schuttenbelt: “Dat was een ingrijpende operatie en leverde ook wel problemen op. Ik vergelijk het voor mijzelf wel eens met de problemen die wij in Nederland kennen rond de groeiende stroom buitenlanders. Aanvankelijk vond men dat de vele culturen naast elkaar konden en mochten leven. Later lag het accent veel meer op de aanpassing van de buitenlanders. Zij moesten integreren.
vitaal
|
De eigen kleur
van Appelgaard
Je kunt zeggen dat de cultuur van De Lommer, opgebouwd in Klevarie, anders is dan de sfeer van het oude Appelgaard. Heeft dat invloed op elkaar? Jazeker, daar heeft Appelgaard nu mee te maken. Het is nu de kunst op het goede van beide duidelijk te krijgen en naar boven te halen: ‘best of both worlds’. Daar zijn we nu mee aan de slag.”
Met het dorp leven Wat de situatie bijzonder maakt, is precies die eigen kleur. Schuttenbelt: “Vivre heeft de filosofie dat haar zorgcentra niet op zichzelf moeten staan, maar aansluiting moeten zoeken met de omgeving. Precies op dat vlak had Appelgaard een mooie traditie opgebouwd. Het centrum speelt een rol in het dorpsleven. Bewoners lopen mee met de processie, bij het bejaardenhuis staat dan een rustaltaar. De harmonie speelt regelmatig in huis en kinderen van de stichting Talentino in Margraten dragen er hun steentje bij in de groenvoorziening en andere werkzaamheden. En dan hebben we het nog niet over de vele medewerkers en bewoners die uit de eigen streek komen. Bij de opzet van het nieuwe verpleeghuis in Gulpen wordt nadrukkelijk gewezen op de band met de eigen omgeving. In Margraten is dat allang in praktijk gebracht, bijna vanzelfsprekend.” Die eigen kleur is de kracht van Appelgaard.
Familie Ze geeft nog een ander voorbeeld: “Onlangs pleitte een collegainstelling uit de Randstad ervoor de familie nauwer te betrekken bij de verzorging van bewoners. Dat leidde tot rumoer. Je mag familie niet verplichten zorgtaken over te nemen, was een veelgehoord commentaar. Hier in Margraten is de familie al lang betrokken bij de zorg voor hun ouders in het zorgcentrum. Dat is voor hen geen van buiten opgelegde verplichting, maar de gewoonste zaak van de wereld.”
Integratie Met de komst van De Lommer komen er ook andere gebruiken. De Lommer legt even vanzelfsprekend andere accenten. Dat is logisch. Medewerkers en bewoners komen uit de stad, zijn een andere cultuur gewend. Dat veroorzaakt soms verbazing of frictie. Gabby Schuttenbelt: “Ik denk dat het van belang is dat er een zekere integratie van de verschillende afdelingen tot stand komt. Dat ze meer bij elkaar in de keuken kijken, de goede recepten van elkaar uitproberen en daarbij vooral de typische smaak van Appelgaard proberen te behouden.” Ze zegt het nog eens anders: “Het zou jammer zijn wanneer de verschillen ertoe leiden dat groepen uit elkaar gespeeld worden. Appelgaard en daarmee alle afdelingen zouden hun eigen zegeningen moeten tellen, ieder heeft iets goeds te bieden. We zouden van elkaar kunnen leren.”
"Hier in Margraten is de familie al lang betrokken bij de zorg voor hun ouders in het zorgcentrum. Dat is voor hen geen van buiten opgelegde verplichting, maar de gewoonste zaak van de wereld.” Vergis je niet “Vergis je niet”, zegt Schuttenbelt. “Zo gesloten als het lijkt, is Appelgaard niet. Ook in het zorgcentrum zelf is er veel veranderd. Het huis biedt nu een breed scala aan voorzieningen, inclusief twee verpleegafdelingen. En als ik naar mijn eigen rol kijk: het getuigt toch van openheid wanneer ze mij als relatieve buitenstaander de gelegenheid geven in hun keuken te kijken.”
Flexibel Eigenlijk is Gabby Schuttenbelt zelf een typisch voorbeeld van een flexibele geest, die zich telkens opnieuw aanpast aan nieuwe situaties. Haar vaste stek ligt in het verpleeghuis De Zeven Bronnen. Daar is zij nu tijdelijk afdelingsmanager met bijzondere taken voor 28 uur per week. In 2011 werd ze uitgeleend aan het zorgcentrum Amby dat afgebroken werd en waar een groot aantal bewoners en medewerkers moest verhuizen en een nieuwe plek moest vinden. Voor dat karwei was twee jaar uitgetrokken. Maar ze slaagde erin (samen met anderen uiteraard) binnen negen maanden alle bewoners en medewerkers goed onder dak te brengen.
De Zeven Bronnen Omdat haar plek in De Zeven Bronnen voor twee jaar vergeven was, moest ze tijdelijk andere werkzaamheden vinden. Die vond ze, want De Zeven Bronnen is zich druk aan het voorbereiden op de situatie na de ingrijpende renovatie. Zij begeleidt de managers en medewerkers binnen de locatie naar een andere manier van werken. Nu leven nog veel bewoners in grote groepen van 31 personen, in de toekomst worden die een stuk kleiner: elf bewoners per groep. Een uitdagende klus, want in januari start De Zeven Bronnen ook met het trainen van alle medewerkers om hen zo goed mogelijk voor te bereiden op de veranderingen. Haar klus in Margraten loopt tot eind december. “Ik kan adviezen geven en ondersteunen op allerlei manieren, maar het managementteam van Appelgaard zal het na mijn ‘bemoeienis’ zelf verder moeten oppakken. En met alle goede wil van iedereen ben ik ervan overtuigd dat dat gaat lukken”, zegt Gabby Schuttenbelt.
•
11
12
|
vitaal
S t a a n d v l n r : M a r i a P a u l i s s e n , M a u r i c e v a n K a n , H e r m a n E e r e n s , E r i c Ve u g e n , P e t r a O o s t e r b a a n , T i n o Wo l f s , J e r o e n R o n g e n Z i t t e n d v l n r : E l l i e W i j n e n , G e r d i e W i n c k e l m o l e n , E s t h e r C a r i s , J o s G o r d i j n , E s m e r a l d a L a r d i n o i s , L i l i a n Ve r h a e g e n , M a r j o l i j n H e u v e l m a n Niet op de foto: Ruud van Mulken en Gerard Repkes
Het is het eeuwige dilemma van een Ondernemingsraad. Voorzitter Tino Wolfs, sinds mei van dit jaar voorzitter van de OR van Vivre, windt er geen doekjes om: “Zolang er geen ernstige problemen zijn, merk je weinig van een OR. Pas als het slecht gaat met de organisatie krijgt de OR een gezicht. Maar bij Vivre gaat het goed. En dus schuift de OR naar de achtergrond.”
Wolfs is niet rouwig om die OR op de achtergrond. “Het is natuurlijk spannend als je ernstige problemen tegenkomt. Dan kun je laten zien wat je waard bent. Maar uiteindelijk zijn wij meer gebaat bij een organisatie die goed draait en de belangen van de medewerkers goed behartigt.” Maar ook in rustiger tijden is een goede profilering belangrijk. Daarom willen drie leden van de nieuwe OR, Tino Wolfs, Jos Gordijn en Esther Caris graag praten. Esther Caris, lid van de PR-groep: “We willen in de toekomst meer aandacht besteden aan goede informatie aan onze achterban, daaraan kan nog wel wat verbeterd worden.”
Zorg voor Ouderen Wolfs en Gordijn zijn gepokt en gemazeld in OR-land. “We zaten er al in toen we bij Zorg voor Ouderen (ZvO) werkten. In de aanloop van een fusie met Vivre ontstonden daar zes jaar geleden, los van Vivre, ernstige problemen. Onder druk van de OR moest de ZvO-directie terugtreden. Dat was heftig.” De fusie ging gelukkig door en het tweetal stapte over naar de OR van Vivre.
Goede contacten Tino Wolfs: “Ondanks onze achtergrond zijn er direct goede contacten ontstaan tussen ons en de Raad van Bestuur van Vivre. Dat je in die beginperiode tijd nodig hebt om elkaar wat af te tasten is logisch. Wat natuurlijk ook een belangrijke rol speelde was dat de situatie bij Vivre heel anders was. Bij Vivre draait de zaak goed en Dik Mol geeft royaal ruimte aan de inspraak.”
Grote veranderingen Vivre heeft de afgelopen jaren grote veranderingen
meegemaakt, constateert het tweetal. Om er een paar te noemen. De organisatie kreeg er twee nieuwe partners bij. ZvO was er één van. “Zo’n fusie kost altijd veel energie. Maar je mag constateren dat de nieuwe locaties op een organische manier tot een nieuw geheel zijn samengevoegd. En binnen de nieuwe club niet alleen goed meedraaien, maar ook nieuwe kansen krijgen.” Verder heeft Vivre in de afgelopen jaren stevig gebouwd. Het resultaat mag er zijn. Mooie gebouwen, veel meer ruimte voor cliënten. Toch heeft de OR wel wat kritische kanttekeningen gemaakt. “Wij constateerden dat er bij de nieuwbouw vaak te weinig ruimte is gekomen voor de medewerkers. Zij moeten zich vaker behelpen. Daarom hebben we erop aangedrongen dat de Arbo-adviseurs eerder worden ingeschakeld bij nieuwbouwprojecten, zodat ook medewerkers in de toekomst over voldoende eigen ruimte kunnen beschikken.” En tenslotte vroeg ook de ontmanteling van het Klevariecomplex veel aandacht. Veel bewoners zijn intussen overgebracht naar de nieuwe – vaak kleinere – locaties. Klevarie is veranderd in een verzamelgebouw, waar binnen de mogelijkheden, wordt proefgedraaid voor de nieuwe locaties. “Geconstateerd mag worden dat dit grote project eigenlijk zonder grote problemen verloopt. Dat is niet vanzelfsprekend.” Bij al deze zaken heeft de OR de vinger aan de pols gehouden en waar nodig aan de bel getrokken bij de Raad van Bestuur.
GroenekruisDomicura Intussen is er een nieuwe fusie. Met GroenekruisDomicura wordt begin 2014 juridisch gefuseerd. De OR staat positief tegenover deze ontwikkeling. “Door de fusie krijgt Vivre gemakkelijker toegang tot de wijk. Niet dat wij zelf op grote schaal thuiszorg willen gaan geven, daar ligt onze
vitaal
|
13
Ondernemingsraad Wat merk je nou van een OR? deskundigheid niet”, zegt Jos Gordijn. “Maar wij kunnen cliënten zo wel gemakkelijker begeleiden naar onze zorgcentra en verpleeghuizen.” Beide organisaties vullen elkaar aan. “Maar zowel GroenekruisDomicura als Vivre hebben wel een centrale dienst”, stipt Tino Wolfs aan. “En het is niet uitgesloten dat daar in de toekomst in gesneden moet worden. Wat de fusie voor de medezeggenschap gaat inhouden is nog onbekend. Dat hangt met name af van het organisatiemodel waarvoor gekozen wordt. Blijven het twee werkorganisaties of worden beide samengevoegd. Dat is allemaal nog niet duidelijk. In ieder geval zal de OR dit proces secuur blijven volgen en op de bres staan voor de werkgelegenheid van onze medewerkers.”
Landelijk beleid Maar de grootste bedreiging voor de werkgelegenheid komt uit een andere hoek. Jos Gordijn: “De ouderenzorg kost veel geld. Bijna alle politieke partijen willen de AWBZ-vergoedingen aanpakken. Gesproken wordt onder meer over een hogere drempel voor het zorgcentrum. Dat kan betekenen dat onze zorgcentra over enkele jaren voor een deel leeg komen te liggen. Anderen zeggen dan weer dat er meer ruimte nodig is voor verpleeghuizen. Die zou dan in de leeggekomen zorgcentra ondergebracht kunnen worden. Enfin, er is veel onduidelijkheid en de kans is groot dat ook Vivre door de overheid gedwongen zal worden tot forse ingrepen. Toegegeven; de te verwachten maatregelen passen in een trend. Ouderen die zorg nodig hebben, blijven zo lang mogelijk thuis. Dat betekent enerzijds meer werk voor de thuiszorg, maar anderzijds een zwaardere belasting voor intramurale instellingen als Vivre. Wij krijgen dan alleen nog maar mensen die veel zorg nodig hebben.”
Werkdruk Terug naar Vivre. We pikken twee krenten uit de pap. Werkdruk en de activiteitenbegeleiding. “Ja, er is sprake van een (te) grote werkdruk”, zeggen de drie OR-leden. “In ieder geval krijgen we daar signalen van.” En ze hebben dat aangekaart bij de Raad van Bestuur. Die is bereid daar iets aan te doen. “Maar dan moeten er eerst concrete cijfers op tafel liggen. En dus heeft HR een ‘ontwikkelboog’ ontwikkeld. En daarmee hopen we ook voldoende betrouwbare gegevens boven tafel te krijgen over de werkbelasting.”
Activiteiten En dan is er nog het langslepende dossier over de activiteitenbegeleiding, onlangs in de krant vlotweg omschreven als ‘de animatiedienst’. Jos Gordijn: “Duidelijk is dat de oude dienst
”Ons rapport heeft een jaar liggen sudderen. Dat kun je lang noemen, maar in dat jaar is het ook gerijpt. De Raad van Bestuur heeft onlangs laten weten dat ze nu spijkers met koppen wil slaan.” activiteitenbegeleiding intussen een andere inhoud heeft gekregen. Er wordt veel meer gedaan dan ‘creatief met kurk’. En de afgelopen jaren zijn ook de verzorgenden zich steeds meer met activiteiten bezig gaan houden die vroeger door de ABmensen werden gedaan. Die ontwikkelingen hangen ook samen met de veranderde financiering en regelgeving, waarin minder geld beschikbaar lijkt voor activiteitenbegeleiding. De OR heeft over dit dossier al een jaar geleden een rapport aangeboden aan de Raad van Bestuur.” Esther Caris, die als activiteitenbegeleidster actief is op Molenhof, heeft die ontwikkeling aan den lijve ervaren. “Ja, mijn werk is veranderd. Ik voel me nu vaak een regelaar, een coördinator. En ik vind het helemaal niet erg dat ook verzorgenden zich met ontspanningszaken bezig houden.“ Gordijn: “Ons rapport heeft een jaar liggen sudderen. Dat kun je lang noemen, maar in dat jaar is het ook gerijpt. De Raad van Bestuur heeft onlangs laten weten dat ze nu spijkers met koppen wil slaan.”
Nieuwe OR Sinds mei is er dus een nieuwe OR. En in tegenstelling tot de vorige is deze helemaal bezet. De vijftien OR-leden zijn vastbesloten met z’n allen de vier jaar vol te maken. Ze gaan ervan uit dat dit ook lukt. “Het hangt een beetje af van het organisatiemodel dat uit de fusie rolt. Misschien kiest de Raad van Bestuur voor één nieuwe OR voor beide organisaties. We zullen wel zien. Voorlopig hebben we onze handen vol en gelukkig hebben we een goed contact met onze collega’s van GroenekruisDomicura.”
Boeiend Tot slot een laatste vraag voor de twee OR-veteranen: Waarom doen jullie deze klus nog steeds? Jos Gordijn geeft het antwoord: “Wij zijn eigenlijk alle twee altijd al geïnteresseerd in de vraag hoe dingen tot stand komen binnen een organisatie. En ja, daar willen wij bij zijn.” Hij grijpt voor het laatst terug op zijn ervaringen uit de ZvO-tijd. “Als je daar een klacht hoorde over te hoge werkdruk, stapte je de afdeling op en probeerde je ter plekke het probleem op te lossen. Dat kan nu niet meer. Daarvoor is Vivre te groot. Hier moet er eerst een strategie ontwikkeld worden. Maar ook en juist dan is het spannend om te zien of en hoe dat werkt.”
•
14
| vitaal
Kijken naar ‘nieuwe’
historische filmbeelden
Oudere mensen kijken vaak naar filmbeelden. Ook mensen met dementie. Wat gaat er in deze mensen om en wat gebeurt er? Dat vroegen vier wetenschappers van de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen, Universiteit Maastricht, zich af. Hun project past in een groter onderzoek op het gebied van dementie: ‘Voorbij Autonomie en Taal’. Aagje Swinnen, Annette Hendrikx en stagiaire Desirée Coenen leggen uit wat de bedoeling is.
H
et Limburgs Museum in Venlo heeft een grote collectie historische films. Een tijd geleden kreeg het museum het idee om deze films ter beschikking te stellen aan zorginstellingen die bewoners met dementie verzorgen. In eerste instantie werd contact opgenomen met het Alzheimer Centrum Limburg, die op haar beurt aansluiting zocht bij de onderzoekers van ‘Voorbij Autonomie en Taal’. Vanuit deze samenwerking is een project opgezet dat enkele maanden geleden van start is gegaan op de eerste etage van Klevarie.
Stem laten horen Wat is de achtergrond van het filmproject: kijken naar ‘nieuwe’ historische filmbeelden? Aagje Swinnen: “We waren heel blij dat het Limburgs Museum hun films, toch ons cultureel erfgoed, ter beschikking wilden stellen aan zorginstellingen met bewoners met dementie. Het idee sloot aan bij onze visie op dementie. Wij zijn vooral geïnteresseerd in de belevingswereld van mensen met dementie, hoe zij als persoon deel uit kunnen blijven maken van onze samenleving. Hierbij speelt beeldvorming een grote rol. Dementie alleen te zien als een ‘proces van verlies’ beïnvloedt de beeldvorming negatief en
daarmee ook de omgang met mensen met dementie. Vanuit de beleving van mensen onderzoeken we mogelijkheden die een persoon heeft om zijn of haar stem te laten horen. Er is aandacht voor verschillen, immers elke persoon, met of zonder dementie, is uniek en reageert anders. Met het onderzoek beogen we een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van samenleven.” Wat roepen de filmbeelden op? Annette Hendrikx legt uit dat in de dementiezorg vaak wordt gewerkt met reminiscentie. Hierbij worden methodieken gebruikt om herinneringen op te halen, denk aan het levensboek. Met deze filmbeelden uit het erfgoed gaat het hen niet primair om het geheugen van de persoon aan te spreken. Zij hebben vooral gekeken in hoeverre de filmbeelden tot de verbeelding spreken en wat de beelden voor emotie, verhaal, gedrag op het moment van kijken oproepen. Hoe doen jullie dat? Aagje Swinnen: “We hebben eerst een literatuurstudie gedaan. Er zijn verschillende wetenschappers, met name uit de Verenigde Staten, die onderzoek hebben gedaan naar de rol van kunst en verbeelding bij dementie, echter onderzoek naar wat filmbeelden bij mensen met dementie kunnen doen, is er nog weinig.” Vervolgens zijn twee stagiaires, onder wie Desirée Coenen, aan de slag gegaan met het filmmateriaal. Desirée Coenen: “We hebben met name gezocht naar geschikte beelden die tot de verbeelding kunnen spreken. Ze hoeven in principe geen verhaal te vertellen. Een filmstudent is ze vervolgens gaan monteren. Hierbij is gelet op het ritme, het tempo en het kleurgebruik.” Na overleg met locatiemanager Harry Heykens besloten de onderzoekers de beelden te tonen aan de 75 dementerende bewoners van de woongroepen Aqua, Sonne
We t e n s c h a p p e r A a g j e S w i n n e n
vitaal |
8 vragen De acht vragen over het leven van Marie-Paule Beerts
We te n s c h a p per Annette Hendrikx en stagiaire Desirée Coe nen
en Jardin. Drie verschillende en bewerkte films werden daar tweemaal per week getoond. In de zitjes op de gang was een kleine bioscoop ingericht. Om zoveel mogelijk zintuigen te prikkelen werden de filmbeelden op verschillende soorten doeken geprojecteerd, zoals een koeienvel, schapenvacht en een zeildoek.
Verschillende reacties Aagje Swinnen: “De onderzoekers zijn bij de bewoners gaan zitten en observeerden hoe een bewoner de beelden in zich opnam. Af en toe stelden ze vragen naar aanleiding van de bewegende beelden." Annette Hendrikx: “Het beeld en het samenzijn riepen verschillende reacties op bij de bewoners. Daarbij hebben we niet alleen gekeken naar wel of geen reactie in woorden, maar ook in emotie en op lichamelijke reacties.” Het onderzoek heeft een aantal weken geduurd. De observaties hebben veel informatie opgeleverd. De komende maanden worden de uitkomsten uitgewerkt en vastgelegd. Aagje Swinnen verwacht dat de wetenschappelijke resultaten van het onderzoek ‘Voorbij Autonomie en Taal’, waarvan het filmproject een onderdeel is, begin volgend jaar gepresenteerd kunnen worden. In een volgende Vitaal leest u meer hierover.
•
Wie ben je? Ik ben Marie-Paule Beerts (48) en ben getrouwd met Raimundo Cabistan (51) een Franstalige Luikenaar van Spaanse afkomst, die intussen goed Nederlands spreekt. Wij wonen met onze drie zonen Frédéric (16), Julian en Maxim, een tweeling van 14 in Millen, Riemst, net over de grens. Wat is je functie binnen Vivre? Ik ben helpende op de afdeling Amber in het Maastrichtse zorgcentrum Lenculenhof, midden in de stad. Ik werk op een somatische afdeling, waar dus mensen verblijven met lichamelijke beperkingen. Sinds een paar jaar begeleid ik ook leerlingen; dat vind ik heel leuk. Hoe lang werk je al bij Vivre? In mei werkte ik 25 jaar bij Vivre. Ik ben dus in mei 1987 begonnen, in de poetsdienst op Klevarie, net zoals veel meisjes uit mijn dorp. Het was één van de weinige beroepen waar je zonder diploma’s aan de slag kon. Na twee jaar ben ik overgeplaatst naar de linnenkamer. Daar heb ik tot 2005 met veel plezier gewerkt. Toen werd de dienst opgeheven. Ik wilde graag de verzorging in. Ik kon in september 2006 een opleiding volgen voor niveau 2. Een jaar later kreeg ik dankzij afdelingsmanager Jan Bressers een baan als verzorgende op de afdeling Amber. Dat werk doe ik nog steeds. En ik hoop dat nog lang te kunnen doen. Ik werk hier graag. Weet je, met deze mensen kun je nog leuke gesprekken voeren. Ik heb ontdekt dat er achter iedere deur een nieuw verhaal wacht. Het leest gelijk een boek. Wat zijn je dagelijkse bezigheden? Ik werk 24 uur per week, meestal ’s morgens. Ik verzorg er bewoners en help ook bij de maaltijdvoorziening. Ik praat ook graag met hen. En sinds drie jaar begeleid ik leerlingen. Die kunnen zestien zijn, maar ook 47. Je kunt je voorstellen dat oudere leerlingen, die vaak zelf al kinderen hebben meer ervaring meebrengen dan de jonge leerlingen van zestien. Er zit dus veel variatie in. Die begeleiding bestaat vooral in het aanleren van het werk. Wat doe je graag in je vrije tijd? Ik ben een fervent lezer. Op dit moment lees ik voor de tweede keer het boek van Geert Mak, In Europa. Ik hou van geschiedenis. Verder lees ik graag psychologische thrillers, vooral de Deense. Verder wandel ik graag en maak samen met mijn man citytrips naar steden als Barcelona, Londen en Parijs. Verder hebben we een siertuin waar ik graag in werk en houd ik vijf kippen. En ik kook graag Spaanse gerechten. Wat is het mooiste moment in je leven? Dat is natuurlijk de geboorte van onze drie kinderen. Wat zou je graag nog eens doen in je leven? Ik zou graag nog eens grotere reizen maken naar wereldsteden als New York en Sint Petersburg. En hoewel wij vaak in Spanje komen, waar de meeste familie van mijn man woont, wil ik graag nog eens naar het Alhambra, een middeleeuws paleis en fort van de Arabische heersers in Granada met prachtige islamitische kunst. Wat is je lijfspreuk? Leven en laten leven. We zijn allemaal anders en al hebben we het daar wel eens moeilijk mee, laten we het vooral van de positieve kant bekijken. En ieder in zijn waarde laten.
15
C olofon Het instellingsblad van Vivre verschijnt vier maal per jaar en wordt gratis verspreid onder medewerkers, cliënten en externe relaties van de onder de stichting ressorterende instellingen. Redactieadres Marc Kentgens, Staffunctionaris Communicatie, tel.: (043) 631 41 87,
[email protected], Postbus 241, 6200 AE Maastricht. RedactieLEDEN Marlies van Bun, Ber Crouzen, Carla Janssen, Marc Kentgens, Chantalle Lubbering, Sandra Massierer, Yvonne Stallinga. EINDRedactie Ber Crouzen. Foto's Marc Kentgens, Luc Hommes. Ontwerp Advance Communications, Geleen. Drukwerkverzorging Profeeling, Beringen (BE). Oplage 3.000 exemplaren.
Tips voor de redactie Heeft u tips of suggesties, stuur deze dan naar het bovenstaand redactieadres.