Boomfeestdag i n L a Va l e n c e Kijk op pagina 6 en 7
V I TAAL I S EEN UI TG AV E VA N V I V RE E N V E RS C HI J N T V I J F K E E R PE R J A A R
Wii, spelletje of therapie kijk op pagina 10
mei 2010 NR.
405
2
|
vitaal
Inhoud 02 )
Bloemetje voor ...
03 )
Voorwoord
04 )
Vind jij jouw werk nog leuk?
06 )
Boomfeestdag in La Valence
08 )
7 vragen
09 )
Mobiliteit: een dag heel wat anders
10 )
De Wii: spelletje of therapie
11 )
Tweede lustrum De Wilgenhof
12 )
Hulp in de nacht
13 )
BHV: "Gelukkig zijn we zelden écht nodig."
14 )
Vivre gewoon beter: Stoom afblazen
15 )
Geluk zit in een klein hoekje
17 )
Kijken naar mogelijkheden, niet naar beperkingen
't bloemetje voor ... 500 dekens voor het goede doel
Z
e is niet te stoppen. Al bijna twintig jaar breit mevrouw Janssen-Deliège, bewoonster van De Bron, warme dekens voor arme mensen in Polen en Roemenië. Inmiddels heeft ze er al zo'n 500 stuks op haar naam staan. Ze maakt ze van resten wol of katoen die ze van particulieren krijgt. Mevrouw Janssen: "Ik doe ongeveer vijftig uur over een deken. Na het ontbijt zet ik de radio of televisie aan en dan begin ik te breien. Als er geen activiteiten in huis zijn dan brei ik 's middags verder. En na het avondeten ga ik gewoon door." Ze breit verschillende vierkante lappen die ze vervolgens aan elkaar naait. Heel precies werk, want de lappen moeten even groot zijn en bovendien moet ze iedere keer weer uitkomen met de wol. Mevrouw Janssen: "Ja, het is soms echt puzzelen. Ik krijg natuurlijk verschillende soorten wol; dik en dun, gemêleerd en effen en dan is het soms lastig om er één lap van te maken." Maar ze slaagt er iedere keer weer in. Naast haar liggen al een paar dekens klaar voor transport. Op de vraag of ze nooit iets anders breit, antwoordt ze: "Vroeger wel; voor mijn kinderen en later kleinkinderen breide ik truien en vesten. Nu maak ik soms nog sokjes voor baby'tjes of poppenkleertjes. Maar dekens hebben mijn voorkeur en dat blijf ik ook gewoon doen. Ik heb er plezier in en bovendien is het een goede vingeroefening." Een aantal medewerkers van De Bron, waaronder Annemie Beckers, overhandigde haar daarom een mooi boeket bloemen. Annemie: "Ze verdient het echt; ze is een schat. Het is geweldig wat ze allemaal voor de mensen doet. Af en toe ontvangt ze post met een bedankje en dat doet haar heel goed. Met dit bloemetje willen wij ook onze waardering voor haar uitspreken."
•
Wil jij ook een collega, cliënt of vrijwilliger een hart onder de riem steken of in het zonnetje zetten? Geef hem of haar dan op voor 't bloemetje. Stuur een e-mail naar:
[email protected].
Enkele dagen nadat mevrouw Janssen-Deliège het bloemetje kreeg, is ze geheel onverwacht op 9 april jl. overleden. Ter nagedachtenis aan haar heeft de familie verzocht om het artikel toch te plaatsen.
vitaal
Drukte H
et heeft nooit mijn voorkeur om in dit stukje in te gaan op de politieke actualiteit. Ik hou het liever dicht bij huis. Bij wat binnen Vivre groeit en bloeit. Dit keer maak ik een uitzondering. Het moment is er ook naar. In de politiek gaan geluiden op om in de gezondheidszorg miljarden te bezuinigen. Alleen al binnen de AWBZ, het domein van Vivre, meer dan vier miljard euro. Een ongekend hoog bedrag dat natuurlijk verre van realistisch is.
Waarom eigenlijk? Een eerste vraag die opkomt is waarom er eigenlijk bezuinigd moet worden. De overheid heeft door de banken- en kredietcrisis zoveel geld uitgegeven aan het overeind houden van de banken dat ze haar tekorten moet terugdringen. Dat begrijp ik wel. Vreemd dat het geld voor een groot deel uit de gezondheidszorg moet komen. Zou het omgekeerde ook gebeuren? De organisaties binnen de gezondheidszorg dreigen om te vallen, de overheid redt ze met miljardeninjecties en de banken worden belast en moeten bezuinigen. Ik denk niet dat het zo zou gaan.
|
Je snapt dan niet meer wat nu het probleem is. De Nederlander wil goede gezondheidszorg en betaalt er zelf en voldoende voor. Veel geld "lekt" weg. Waarom stelt de politiek dit ter discussie?
Bloeiende bedrijfstak De gezondheidszorg wordt te veel gezien als een kostenpost en te weinig als een bedrijfstak die bloeit. Als de omzet in de toeristenindustrie of autobranche toeneemt, is economisch Nederland enthousiast. Als de omzet in de gezondheidszorg toeneemt, hebben we kennelijk een probleem. Het ligt er maar aan hoe je tegen de zaken aankijkt. Met de bezuinigingsdiscussie maakt men veel drukte over noodzakelijke en ingrijpende stelselherzieningen. Ik hoop het toch niet. Aan het onderwijs hebben we kunnen zien waar jarenlange beleidsdrukte en stelselwijzigingen toe kunnen leiden. Met kwaliteit en betaalbaarheid heeft dat in elk geval niets te maken.
Niet afdwingen Vergrijzing Men vindt ook dat de gezondheidszorg veel te duur wordt. De oorzaak van de groei ligt in de vergrijzing en in de medische ontwikkeling, waardoor de vraag toeneemt. Deze oorzaak is niet te veranderen. We moeten leven met de consequenties van de naoorlogse bevolkingsgroei, de omgekeerde bevolkingsopbouw met veel ouderen en weinig jongeren. Overigens een tijdelijk fenomeen dat over pakweg veertig jaar weer voorbij is. Als je de kosten van de Nederlandse gezondheidszorg vergelijkt met die van andere rijke westerse landen zitten we in de middenmoot. Veel drukte over bezuinigen in de zorg heb ik uit die andere landen nog niet vernomen. In tegendeel. In de Verenigde Staten gaan ze nog aanzienlijk meer uitgeven.
Verdwijnt Als je de Nederlander vraagt waar het geld het best aan besteed kan worden, noemt hij altijd twee zaken: onderwijs en gezondheidszorg. En de Nederlander betaalt al goed voor de zorg. De totale AWBZ-premie die de bevolking uit de loonheffing zelf opbrengt, is naar schatting 29 miljard euro. Na aftrek van de kosten blijft er ruim 9 miljard over. Die wordt niet aan zorg uitgegeven, maar verdwijnt ergens in de overheidshuishouding.
3
Natuurlijk kunnen er dingen veranderen in de zorg: meer efficiency, beter samenwerken, doelmatigheid, meer patiënt gericht enzovoort. De organisaties zijn daar allemaal mee bezig. Veranderingen komen ook hier van onder op en kunnen in dit precaire systeem niet van boven afgedwongen worden. Het systeem verandert en vernieuwt zichzelf wel. Er is wat mij betreft geen reden tot overdreven politieke drukte. Kalm naar de toekomst toe en vertrouwen hebben in de sector is ook wat waard.
•
Jan Meijers voorzitter Raad van Bestuur Vivre
4
|
vitaal
P r o j e c t g r o e p WA I / D I X v l n r b o v e n : S a n d r a M a s s i e r e r, Gabrielle Dols, Anouk van Ditmars, Yv o n n e S t a l l i n g a e n R o n C o l a r i s vlnr beneden: Marjolijn Heuvelman en Kelly Genders
Vind jij jouw werk nog leuk? Op Grubbeveld krijgen alle werkers in de zorg deze maand een uitnodiging om deel te nemen aan een grondig onderzoek naar hun eigen werkvermogen. Dat doen ze door een vragenlijst in te vullen over hun gezondheid en hun plezier in het werk en hoe ze denken over hun werk in de toekomst. Yvonne Stallinga legt uit waar het om gaat.
Y
vonne Stallinga: "Je zou het een dieptescan kunnen noemen van de manier waarop je nu, op dit moment, in je werk staat en wat dat betekent voor de nabije toekomst. Het geeft een beeld van je sterke kanten en zwakke kanten. Aan de hand van de uitkomsten kun je beter gaan werken aan je toekomst. Het is voor het eerst dat er bij Vivre zo'n diepgaand onderzoek wordt uitgevoerd naar de ervaringen van de medewerkers op de werkvloer." Het is dus niet zomaar een vragenlijst? "Nee bepaald niet. De vragenlijst bestaat uit twee delen. Het ene is een vragenlijst, die ontwikkeld is in Finland en inmiddels wordt toegepast in 30 landen en ook in Nederland wordt gebruikt in de bouw, in ziekenhuizen en het onderwijs. Hij staat bekend als de
WAI, de Work Ability Index. Deze lijst bevat vooral vragen over je gezondheid. De tweede lijst is ontwikkeld door het bureau Lifeguard samen met de universiteit in Nijmegen en bevat vooral vragen over factoren die bepalen of je ook over vijf tot tien jaar met plezier je werk kunt doen. Die lijst heet in vaktermen de DIX, de Duurzame Inzetbaarheid indeX. Omdat beide vragenlijsten wetenschappelijk onderbouwd en beproefd zijn, hebben ze een voorspellende waarde. Met name van risico's en verzuim."
Zelfonderzoek Waarom doet Vivre dit onderzoek? "Wij denken dat dit onderzoek een stimulans kan zijn om eens kritisch naar je eigen werk te kijken en te zoeken naar mogelijkheden om ook in de toekomst met plezier in deze sector actief te blijven. In dit onderzoek krijgt elke medewerker de kans een goed beeld te krijgen van zijn sterke en zwakke kanten en zich de vraag te stellen of hij of zij nog steeds met plezier werkt. En als dat niet zo is, waar dat aan ligt. De bedoeling is ook dat je naar de toekomst kijkt. Wil je dit werk blijven doen, of wil je wat anders. En wat moet je doen om daarvoor in aanmerking te komen. Maar Vivre heeft toch al het tevredenheidsonderzoek? "Dat is zo, maar dat onderzoek geeft een globaal beeld verwoord in een algemene rapportage. Het nieuwe onderzoek gaat dieper en is helemaal toegesneden op jouw individuele situatie. Hier staat de individuele werknemer voorop, niet de organisatie als zodanig." De uitkomsten van het onderzoek zijn persoonlijk en kunnen alleen door de eigen medewerker worden ingezien, via zijn eigen "portal". Wil de medewerker iets gaan ondernemen dan ligt het initiatief bij hemzelf en niet bij de leiding of organisatie.
vitaal
Landelijk project Yvonne Stallinga legt uit dat dit onderzoek een onderdeel is van een groot landelijk project, geïnitieerd door het sectorfonds A+O VVT (Arbeidsmarkt en Opleidingsbeleid Verpleeg- Verzorgingshuizen en Thuiszorg). Dat project bestaat uit vijf pilots die het duurzaam werken in de verpleging, de verzorging en de thuiszorg willen stimu leren. Eén van die projecten gaat over het toepassen van de vragenlijst om het werkvermogen van de medewerker te meten. Bij dat laatste project is Vivre geselecteerd, evenals trouwens de Heerlense collega Sevagram. "Daar zijn wij heel trots op, omdat er landelijk maar twee organi saties aan dit (behoorlijk gesubsidieerde) project mochten meedoen." Vivre voert dat project uit in Grubbeveld. Akelig woord is dat: het werkvermogen.. "Dat is ook een vreemd woord, als het om mensen gaat. Maar je kunt het ook anders zien. Sommige mensen hebben werk waarbij ze op hun tenen moeten lopen, ze worden te zwaar belast. Dan is het zinvol naar ander of aangepast werk te zoeken. Een ander voorbeeld: oudere medewerkers zoeken naar lichter werk, ze kunnen het gewone werk niet meer aan. Hun werkvermogen neemt af. Of een medewerker heeft het gevoel dat het huidige werk niet meer bij haar of hem past. De vragenlijst geeft de medewerker hier meer inzicht in en kan hem of haar over de drempel heen helpen om actie te ondernemen."
Beveiligd Hoe verloopt het onderzoek? "Iedere medewerker in de zorg op Grubbeveld, dat zijn er zo'n honderd, krijgt een uitnodiging. En een vragenlijst op je computer. Om bij de vragenlijst te komen, moet de deelnemer gebruikmaken van een persoonlijke inlogcode. Na het invullen kan de medewerker meteen over de eigen uitkomsten beschikken. Deze uitkomst, soms weergegeven in een score, is voor niemand anders toegankelijk."
Eigen initiatief Op het eind van het onderzoek dat ongeveer een half uur duurt, kan de deelnemer direct via de computer aangeven of hij een advies wil over de uitkomsten. "Wij raden alle medewerkers aan dat te doen, omdat je van een gesprek altijd wijzer wordt. Maar verplicht is het niet. De deelnemer
|
mag zelf beslissen." Maakt de medewerker de keuze om verder te gaan, kan hij meteen via de computer, dus zonder tussenkomst van de leiding, een adviesgesprek aanvragen met een HR-adviseur.
Gesprek De HR-adviseur die hiervoor een training heeft gehad, zal in de meeste gevallen aan de hand van de uitkomsten in een gesprek de medewerker een advies meegeven. Dat is helemaal toegesneden op de persoonlijke situatie. Bij de één is dat een advies hoe je om moet gaan met fysieke belasting of met stress, bij de ander kan de adviseur de suggestie geven een nieuwe uitdaging aan te gaan. "Met dat advies kan de deelnemer naar zijn eigen leiding gevende gaan. Ook dit is vrijblijvend. Als de medewerker naar de leiding gaat, wordt daar het advies besproken en wordt afgesproken wat de mogelijkheden zijn." Er zijn uiteraard ook adviezen die de medewerker zelf kan opvolgen, zonder tussenkomst van de leiding. Bijvoor beeld als men wil stoppen met roken of meer wil bewegen. De HR-adviseur blijft vervolgens op de achter grond. Af en toe zal hij de medewerker benaderen met de vraag of er al actie is ondernomen. Het doel hiervan is om het eigen initiatief van de medewerker te blijven stimuleren.
Portal De vragenlijst en de uitkomsten staan op de eigen "portal" van de medewerker. Dit is uniek voor Vivre. Met de persoonlijke inlogcode kan de medewerker op zijn eigen portal komen. Op deze portal staat niet alleen de vragenlijst, de uitslag en het advies uit het gesprek met de HR-adviseur, maar er is ook algemene informatie te vinden over gezondheid en welzijn. De portal is van de medewerker zelf, niemand anders kan erin komen. Je kunt het een beetje vergelijken met thuisbankieren.
Medewerker centraal Het meest opvallende van dit onderzoek is, zegt Yvonne Stallinga, dat het eigenlijk geen rapport voor de leiding van Vivre is. "Het gaat er op de eerste plaats om dat de medewerker er beter van wordt. Hij of zij krijgt als het ware een spiegel voor gehouden en mag daar zelf zijn conclusies uit trekken." Het onderzoek levert overigens wel wat algemene informatie op voor de leiding van Grubbeveld. Maar dat is dan uitsluitend informatie die niet naar individuele personen is te herleiden. Een voorbeeld:
lees verder op pagina 6 >
5
6
|
vitaal
Boomfeestdag in La Valence Mikkel Hofstee van het bureau Lifeguard
< vervolg van pagina 5 uit het onderzoek kan de conclusie komen dat vijf procent van de medewerkers het werk niet uitdagend genoeg vindt. Daaraan kan de leiding van Grubbeveld samen met de dienst HR dan iets doen.
Voorspellen Yvonne Stallinga is erg enthousiast over de vragenlijst. "Juist omdat hij al zo vaak beproefd is, weten we dat je uit de antwoorden ook conclusies kunt trekken over de toekomst. Je kunt op basis van de scores over je gezondheid voorspellen hoe je er over twee jaar aan toe bent, als je er niets aan doet. Dan kun je maatregelen treffen om dat te voorkomen." Uit de antwoorden wordt ook duidelijk hoe lang een medewerker zijn huidige job wil en kan voort zetten en kunnen ook alternatieven aangedragen worden.
Veel animo Op het eind van het gesprek schuift Marjolijn Heuvelman aan. Ze is als medewerkster van Grubbeveld en lid van de OR nauw betrokken bij dit project. "Voor ons is het erg belangrijk dat dit onderzoek de privacy van de mede werker garandeert. Je legt nu in zekere zin veel meer bloot dan in een doorsnee-onderzoek. Daarom is het van belang dat de gegevens niet gaan rondzwerven, dat je zelf kunt beslissen wat ermee gebeurt." Ze merkt dat er binnen Grubbeveld veel animo is om aan dit onderzoek mee te doen. "We willen graag een hoge score halen. Na het invullen van de vragenlijst in april vindt na de zomer een evaluatie plaats. De resultaten worden eind van dit jaar beschikbaar en als de pilot in Grubbeveld slaagt, willen we ook de overige locaties van Vivre er enthousiast voor maken." Ten slotte: De aanpak van het project op Grubbeveld (en Sevagram) wordt achteraf ook geëvalueerd door het onderzoeksbureau AStri. Die uitkomsten worden verwerkt in een handboek en aangeboden aan alle VVT-instellingen in Nederland. Nu al is duidelijk dat ook andere zorg instellingen daar interesse voor hebben. Want natuurlijk zijn ook zij erbij gebaat dat de medewerker goed in zijn vel zit en werk doet waar hij zich prettig bij voelt."
•
Op 17 maart vierde verpleeghuis La Valence op een bijzondere wijze de jaarlijkse Nationale Boomfeestdag. Op die dag ging daar het project 'Bomenpad Heugem' van start. Een wandelroute waarin bomen centraal staan.
D
e eerste boom van het pad werd geplant in de voortuin van La Valence. Dat gebeurde door een aantal bewoners, kinderen van de Anne Frank Basisschool en wethouder Wim Hazeu. In totaal gingen ruim zestig bomen de grond in. Het project 'Bomenpad Heugem' is een initiatief van IVN Maastricht; de vereniging voor natuur- en milieueducatie. Initiatiefnemer Chrit Merckelbagh is inwoner van Heugem en actief bij het IVN. Hij is zo enthousiast dat hij volgend jaar een boekje wil uitbrengen. Daarin wordt de wandelroute omlijst met verhalen, foto's en gedichten over bomen.
vitaal
|
Leerlingen van de Anne Frank Basisschool
Gedicht Wellicht ook het gedicht van mevrouw Yvonne Stassar. Zij is een bewoonster van het verpleeghuis. Bomen zijn de longen van de stad. Hun bladeren zijn voor de mens de grootste schat. Ze veranderen koolzuur, stikstof en vieze verbruikte lucht in kostbaar zuurstof en jagen 't ongezonde weer op de vlucht. De bewoners van Heugem zijn erg verrast en vinden dat dit op hun plein goed past. Bomen maken de buurt, de mensen zijn blij en zetten hun milieuzorgen opzij.
Prachtige binnentuinen Activiteitenbegeleidster Petra Jeukens was betrokken bij de organisatie en is ook erg enthousiast over dit project. "Je ziet alleen maar lachende gezichten. Onze bewoners genieten hiervan. Door het slechte weer zijn de mensen de afgelopen maanden veel binnen geweest. Nu het voorjaar is begonnen, gaan we meer naar buiten en kunnen we genieten van de nieuwe bomen om ons heen. Door deze aanplant kleurt deze wijk een stuk groener." Mocht het weer overigens tegenzitten dan kunnen de bewoners en bezoekers van La Valence genieten van de nieuw aangelegde binnentuinen. Deze zijn onlangs goed onder handen genomen. Nieuwe bomen en perken, maar ook een volière met kleurrijke vogels zorgen voor een mooi aanzicht. Ook de fontein van kunstenaar Caius Spronken is een echte blikvanger.
•
e t s i o o M s t h c Maastri g aan?
ga jij (weer) de uitdagin
Op zondag 13 juni is de Maastrichts Mooiste Bedrijvenloop. Uiteraard is Vivre weer van de partij. Ook dit jaar gaan we ons beste beentje voor zetten op de 5 of de 15 kilometer. Vorig jaar namen 45 collega's deel aan dit gezellige hardloopevenement. Gezien het grote enthousiasme rekent de organisatie dit jaar op nog meer deelnemers. Heb jij interesse om samen met je collega's deel te nemen, aarzel dan niet en meld je aan voor één van de loopafstanden via het speciale e-mailadres:
[email protected]. Na aanmelding krijg je een ontvangstbevestiging en nadere informatie. Het inschrijfgeld
wordt door Vivre betaald. Daarnaast ontvang je een professioneel renshirt. Aanmelden kan tot 15 mei 2010. Je hoeft overigens geen geoefende hardloper te zijn om mee te doen aan Maastrichts Mooiste. Starters kunnen zelf trainen of gezamenlijk met een professionele trainer. John Nypels van Qsport geeft al jaren groepstrainingen en advies. Je kunt direct contact met hem opnemen via telefoonnummer: 06-47071694 of e-mail:
[email protected].
7
8
|
vitaal
> vervolg van pagina 5
7 vragen over het leven van Peter Houben
Wie ben je? Peter Houben (58). Wat is je functie binnen Vivre? Ik ben medewerker in de spoelkeuken van Klevarie. Soms maak ik ook de toetjes klaar. Hoe lang werk je al bij Vivre? Al bijna veertig jaar. Ik begon via mijn zus die op de administratie werkte als vakantiekracht in de linnenkamer. Toen ik achttien werd kreeg ik een echte baan. Ik heb eerst zeven jaar in het magazijn gewerkt. En de rest van de tijd in de keuken. Dat was een heel plezierige tijd. Ik moest er vooral groenten klaarmaken, snijden en dergelijke. Maar ik moest ook de koffie en melk zetten die vroeger elke morgen door alle afdelingen in de keuken werd opgehaald. Op die manier leerde je veel medewerkers kennen. Ik heb ook nog een poos in de bierkelder gewerkt. Nee, wij brouwden geen eigen bier. Dat werd geleverd door De Leeuw in Valkenburg. In het weekend kregen alle patiënten bier. En elke vrijdag konden patiënten bij ons sterke drank kopen. Ja; dat waren andere tijden. Na de reorganisatie van de keuken, vier jaar geleden, is het allemaal veranderd. Het werd allemaal strakker georganiseerd. Ik kon kiezen: weg gaan of gaan werken in de spoelkeuken. Ik koos voor het laatste. Wat doe je graag in je vrije tijd? Ik heb altijd bij mijn ouders gewoond. Toen zij gestorven waren, ben ik na verloop van tijd verhuisd naar een appartement. Het bevalt me daar goed. Ik heb in de loop van de jaren een grote verzameling langspeelplaten verzameld, meer dan drieduizend stuks. Daar zit van alles tussen, maar vooral veel operamuziek. Ik kom uit een muzikale familie. Mijn vader zong 33 jaar bij de Staar. Zelf kan ik niet zingen. Maar ik mag er graag naar luisteren. En via mijn broer Ferdy ben ik helemaal in de ban geraakt van de Wiener Sängerknaben. Ik heb daar een groot aantal platen van. Mijn broer bezit trouwens een heel uitgebreid archief over deze zangertjes; dat is groter dan ze in Wenen hebben. Elk jaar gaan we samen naar Wenen om de ontbrekende gegevens bijeen te sprokkelen. Dat is altijd heel leuk en ze zijn altijd heel blij als hij weer oude foto's of platen gevonden heeft, die ze zelf niet hebben. Wat is het mooiste moment in je leven? Dat vind ik een moeilijke vraag. Als ik naar mijn werk kijk, vind ik vooral de eerste jaren heel leuk. Daar heb ik ook de meeste leuke verhalen over. Je zag toen via de drankwinkel een groot aantal patiënten. Nu zie je die niet meer. Dat is jammer. Wat zou je graag nog eens doen in je leven? Ik zou het niet weten. Ik zou nog wel eens broodjes en slaatjes willen klaarmaken in de toko, de winkel bij de ingang van Klevarie. Misschien ook wel omdat je dan contact hebt met andere mensen. Wat is je lijfspreuk? Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd.
•
Tijdens de Week van de Mobiliteit van 15 tot en met 19 maart 2010 hebben 25 medewerkers van andere organisaties een dag meegelopen binnen Vivre.
T
wee medewerkers kwamen nog een keer terug om na te praten. Dat zijn Dennis Deckers, die al 26 jaar bij de Belastingdienst werkt en Peter Boonen, programmaleider Jeugdzorg bij de Provincie Limburg. Ook hun begeleiders kwamen mee: Annemie Vrencken, verzorgende op de Zorgboerderij De Vreugdehoeve in Ulestraten en Jos van Hoof, locatie manager van De Zeven Bronnen.
Belastingdienst Dennis Deckers: "Ik werk al 26 jaar bij de Belastingdienst en zie op dit moment geen reden om weg te gaan. Ook binnen de Belastingdienst zijn er genoeg mogelijkheden om na een paar jaar iets anders te doen. Maar nu de gelegenheid zich voordeed, wilde ik eens iets héél anders." Hij liep een dag mee op De Vreugdehoeve in Ulestraten. "Wat me het meest opgevallen is: je hebt op zo'n dag heel persoonlijk contact met mensen. Je ervaart dat je echt iets voor ze kunt betekenen. In mijn werk heb je dat minder." Hij heeft er allerlei taken verricht die de vrijwilligers normaal gesproken ook doen, zoals het voeren van gesprekken, actief bezig zijn met spelletjes, wandelen en uiteraard ook samen een kopje
vitaal
|
9
Dennis Deckers schenkt graag een glaasje water in voor de cliënten en medewerkers van De Vreugdehoeve.
Mobiliteit: een dag heel wat anders koffie drinken met de bezoekers van de dagopvang op De Vreugdehoeve. "Het was even wennen, want de wereld van demente ouderen is mij vreemd." Heel opvallend was dat de mensen helemaal opleefden als ze de stal binnengingen waar de koeien stonden. "Mooi om te zien welke reactie dat teweegbrengt." Nee, hij heeft geen plannen om zijn werk bij de Belastingdienst op te geven. Maar misschien komt hij nog eens terug als vrijwilliger. "Zo'n dag boort heel andere mogelijkheden bij een mens aan en laat je beseffen dat het niet verkeerd is om eens over de schutting bij een ander te kijken". Annemie Vrencken, die een oogje in het zeil hield, zegt: "Ik zag dat hij er echt wat van wilde maken. Hij zocht contact met de mensen en stak de handen uit de mouwen."
Jeugdzorg Peter Boonen is tien jaar programmaleider Jeugdzorg bij de Provincie Limburg. "Ik had nog nooit van de Week van Mobiliteit gehoord, maar ik vind het belangrijk dat je ook over de schutting van je eigen tuin kijkt. Daarom koos ik voor de ouderenzorg. Daar weet ik nauwelijks iets vanaf." Hij liep een morgen mee met Jos van Hoof op De Zeven Bronnen, die een compact programma voor hem had opgesteld. Een vergadering en een uitgebreide rondleiding, met veel mogelijkheden voor contact. "Wat me meteen opviel, was het enthousiasme waarmee de medewerkers van De Zeven Bronnen hun werk deden. Ze waren ook heel professioneel bezig." Hem trof de vasthoudendheid waarmee iedereen uitging van de vraag van de cliënten. "Ik denk dat de ouderenzorg daarmee een voorsprong heeft op de jeugdzorg. Daar gaat men nog lang niet altijd uit van de vragen en behoeften van de klantenkring." Hij zag er ook veel overeenkomsten: "Overal wordt bezuinigd, bij jullie en bij ons. En dan is telkens de vraag hoe je met minder inkomsten toch de kwaliteit in stand houdt en
hoe je dat proces bewaakt." Peter Boonen constateerde dat er vlak bij De Zeven Bronnen een grote instelling voor jeugdzorg ligt. "Ik heb me afgevraagd of we geen verbinding tussen beide groepen tot stand kunnen brengen. Ook voor de bewoners van Xonar kan het heel zinvol zijn contact te maken met ouderen." Hij gaat er zeker over nadenken als hij weer terug is in het Gouvernement. Jos van Hoof: "Ik vind het altijd leuk als buitenstaanders bij ons komen kijken. En het viel me op dat Peter echt geïnteresseerd was. Hij had veel vragen, wilde veel weten. Daar leren ook wij van."
Veel lof Judith de Kwaadsteniet, die de Week voor de Mobiliteit binnen Vivre coördineerde is uiteraard blij met de positieve reacties van het tweetal. "Uit de verslagen van de deelnemers klinkt veel waardering voor wat wij hier bij Vivre doen. Zij somt nog een paar reacties op: "Zondermeer positief was de prettige omgang tussen de medewerkers onderling. Daarnaast leek men vrij ontspannen, terwijl de problematiek die in mijn aanwezigheid werd besproken allerminst onderschat mag worden. De doelmatige en praktische manier waarop naar oplossingen werd gezocht, sprak me erg aan." "Het beeld dat ik had van zorginstellingen komt niet overeen met het beeld dat ik gevormd heb na deze dag. Ik heb het beeld in positieve zin moeten bijstellen. Ik kan me vinden in hetgeen Vivre wil uitstralen. Het lijkt me een leuke organisatie om voor te werken."
•
Peter Boonen met H R-adviseur Judith d e Kwaadsteniet en locatiemanager Jos van Hoof
10
|
vitaal
De Wii: spelletje of therapie
S i m o n v a n G e n d e r e n s a m e n m e t e e n a a n t a l b e w o n e r s v a n C r o o n e n h o f f.
H
et is nog steeds een rage op computergebied: de Nintendo Wii. In een eerdere Vitaal berichtten we al over deze spelcomputer die niet alleen geschikt is voor recreatief gebruik, maar ook door therapeuten in de ouderen zorg wordt ingezet. Bijvoorbeeld om meer conditie, coördina tie en balans te ontwikkelen. Student Simon van Genderen onderzocht op de locatie Croonenhoff of Wii echt helpt. Simon van Genderen (24) volgde een CIOS-opleiding (Centraal Instituut Opleiding Sportleiders) en de HBOopleiding Sport Gezondheid en Management. In het kader van zijn eenjarige masteropleiding Sport en Bewegingsinterventies zocht hij een geschikt onderzoek. Zijn docent, dr. Huibert Tange van de Universiteit Maastricht, kwam met het idee van de Wii voor ouderen. Simon: "Voor veel mensen, met name jongeren, is de Wii een fantastische spelcomputer waar ze dagelijks mee spelen. Maar wordt het ook al door professionals, zoals fysiotherapeuten ingezet om bij ouderen bepaalde verbeteringen te realiseren? Ik wilde onderzoeken of dat inderdaad het geval is."
diverse aanmeldingen. Uiteindelijk ben ik gestart met 39 bewoners. Deze heb ik verdeeld in twee groepen; een testgroep en controlegroep. Op deze manier kon ik een vergelijking maken. De eerste week ben ik rustig begonnen. Ik heb uitleg gegeven over de Wii en de bijbehorende attributen, zoals het balance board. Dit is een soort weegschaal die de beweging van het lichaam waarneemt en waarmee je een spel kunt sturen. Het balance board speelde een belangrijke rol in het onderzoek, omdat je met het spel Wii fit speciale oefeningen voor de spierkracht en balans kunt spelen."
Enthousiast In het begin waren de bewoners voorzichtig en zelfs een beetje bang, maar naarmate de weken verstreken en er twee keer per week werd getraind, steeg het vertrouwen en de behendigheid. Simon: "Ik zag ook het enthousiasme toenemen. Bovendien werden de bewoners zekerder, waardoor ze vaker wilden spelen. Gelukkig waren veel medewerkers in Croonenhoff bereid om af en toe in te springen; ook zij raakten enthousiast."
Vallen Wat is daar het voordeel van?
Te kort Is dit terug te zien in de resultaten?
Simon: "De gezondheidszorg in Nederland staat onder druk, met name de ouderenzorg. We hebben te maken met vergrijzing; mensen worden steeds ouder. De zorgkosten nemen alleen maar toe. Om deze kosten te drukken, stimuleert de overheid preventieve maatregelen die ervoor zorgen dat mensen langer zelfstandig en gezond blijven. Een voorbeeld: veel ouderen vallen snel. Dit heeft te maken met een afnemende spierkracht en balans. Door tussenkomst (interventie) van de Wii kan dit wellicht worden verbeterd."
Simon: "Ik zag natuurlijk verbeteringen in het spel. De bewoners haalden hogere scores, omdat ze het spel onder de knie kregen. Maar als je me vraagt of het gebruik van de Wii een positieve uitwerking heeft gehad op de balans en spierkracht van de bewoners moet ik nee zeggen. De scores zijn namelijk licht gestegen, maar niet genoeg om te zeggen dat het echt heeft geholpen. Wellicht als het onderzoek langer had geduurd, dat er dan wel veranderingen zouden zijn, maar dat kan ik nu niet hard maken. In Schotland is een soortgelijk onderzoek geweest en zij hadden wel aantoonbare verbeteringen in de balans gemeten. Natuurlijk; de Wii is voor jongeren en ouderen geschikt. Iedereen kan er plezier aan beleven. Daarnaast zorgen de spellen toch voor enige beweging en variatie. Ik adviseer Vivre dan ook om meerdere spelcomputers aan te schaffen. Let maar op; naast sjoelen en kienen, gaan straks steeds meer ouderen wiiën."
Balance board Simon had maar zes weken de tijd voor het onderzoek. Simon: "Tja, dat is erg kort. Maar goed, ik kreeg gelukkig alle medewerking van het personeel. Ik had naar de bewoners van het zorgcentrum en de dagverzorging een brief gestuurd met het verzoek of ze wilden meewerken. De meesten van hen kunnen namelijk nog redelijk bewegen en hebben balansgevoel. Ik ontving al gauw
•
E e n t r o t s e w e r k g r o e p : Yv o n n e C u s t e r s , M a r i e - J o s é F r i s s e n , P i e r r e L e m e e r, M i c h e l P i n x t e n M e v r o u w B o s c h .
Tweede lustrum De Wilgenhof Dit jaar bestaat locatie De Wilgenhof in Bunde tien jaar. Dit tweede lustrum werd groots gevierd tijdens het eerste weekend van maart. Het huis weerspiegelde die dagen de sfeer van de Middeleeuwen. Zo waren alle medewerkers verkleed als jonkvrouw, hofdame of ridder en was het restaurant fraai gedecoreerd met afbeeldingen, fakkels en vaandels.
H
et feest werd vrijdag 5 maart geopend met een Heilige Mis met gregoriaanse zang. Na de officiële opening werden de bewoners getrakteerd op een Pieter Breugelbuffet, compleet met heerlijke boerenbroden en diverse vleesgerechten. Het was echt Bourgondisch tafelen. Zaterdag 6 maart was er een open dag met allerlei Middeleeuwse activiteiten. Zo vertoonden een houtbewerker, een mandenvlechter en een bijenhouder hun vakmanschap. Op het terras was een spectaculaire roofvogelshow. Een enkele bewoner durfde het zelfs aan om een grote vogel op de arm te nemen. Ook de barbecue trok veel bezoekers en geheel in de sfeer kon met dukaten worden betaald. Het feestweekend werd zondag 7 maart afgesloten met onder meer een Middeleeuwse modeshow. Op de catwalk showden medewerkers de mooiste kostuums. Uiteraard zorgde dit voor de nodige hilariteit.
•
12
|
vitaal
F i e n v a n L a a r, g de 'nachtzuster' van afdelin Jardin op Klevarie
Hulp in de nacht Vivre biedt 7 maal 24 uur service aan zijn locaties. Maar hoe gaat dat dan? Een gesprek met drie medewerkers die 's nachts klaar staan. Aan het woord komen Fien van Laar, de 'nachtzuster' van afdeling Jardin op Klevarie, Teun Kruijntjens van het Facilitair Bedrijf en Steven Goossens van IM&ICT.
Teun Kruijntjens "Ik werk al jaren bij het Facilitair Bedrijf en conform een opgesteld rooster met mijn twee collega's, heb ik om de twee weken dienst in het weekend en in de avond en de nacht. Dan kan ik dus thuis gebeld worden voor alle mogelijke technische storingen. In het weekend is er altijd wel ergens iets aan de hand. Door de week ligt de piek altijd rond elf uur 's avonds. Dan begint in de huizen de nachtdienst en je merkt dat de nachtverpleging liever geen risico loopt. Dat is begrijpelijk want die staat er alleen voor. Het is niet zo dat ik bij elke melding in de auto spring. Ik probeer eerst per telefoon zo veel mogelijk informatie te verzamelen. Dan overleg ik samen met de melder of men zelf het probleem kan oplossen, dan wel of de oplossing tot de volgende ochtend kan wachten. Maar lukt dat niet, dan kom ik zo snel mogelijk. Wat voor meldingen dat zijn? Van alles. Soms valt de bediening van een hoog-laagbed uit; een andere keer gaat de deur niet open of dicht. Soms zijn er overstromingen als gevolg van een gesprongen waterleiding. We zorgen er niet alleen voor dat de leiding wordt gerepareerd, maar ook dat de gevolgschade zo veel mogelijk meteen wordt weggewerkt. Deuren en bedden, dat lijkt allemaal simpel, maar vaak is er sprake van geavanceerde apparatuur. Op een deur bijvoorbeeld kan de brandmeldinginstallatie, dwaaldetectie, toegangstechniek, aandrijving en de beveiligingen van de deur aangesloten zijn. Wanneer zich een storing voordoet in één van deze onderdelen, sluit of opent de deur niet meer! Dit zijn dus situaties waar je best je bed voor uit kunt komen. En weet je, wanneer ik, na met de melder te hebben gesproken, besluit om niet zelf ter plekke polshoogte te gaan nemen, dan kan ik vaak moeilijk in slaap komen. Dan begint het te malen in mijn hoofd. Heb ik het goede advies gegeven? Had ik toch niet beter even kunnen gaan kijken? Maar tot nu toe heb ik blijkbaar de juiste rijf n h e t Fa c i l i t a i r B e d Te u n K r u i j n t j e n s v a
beslissing genomen. En weet je wat zo gek is? Het gaat echt met pieken en dalen. Het kan een poos rustig zijn, maar soms kun je de meldingen niet bijhouden. Met name in de wintermaanden is regelmatig sprake van uitval van de centrale verwarming of bevriezing van leidingen. Als er op één plaats iets verkeerd gaat, kun je er vergif op innemen dat er die nacht meer meldingen komen. En dan kom ik helemaal niet meer aan slapen toe."
Fien van Laar "Ik doe al vijftien jaar alleen maar nachtdienst in Klevarie. Vijf nachten werken, negen nachten vrij. Dat ik zoveel dagen vrij heb, komt omdat ik maar een parttime baan heb. Ik werk van elf tot zeven uur. Het is natuurlijk eenzaam werk, je staat er alleen voor en soms mis ik het gezellige contact met mijn collega's. Maar van de andere kant, ik ben eigen baas en heb van niemand last. Dat spreekt me wel aan. Natuurlijk kan ik altijd een beroep doen op de hoofdwacht. Dat doe ik vooral als er apparatuur niet in orde is. Maar als ik hulp nodig heb bij bewoners, sommige dingen moet je met z'n tweeën doen, vraag ik even mijn nachtcollega van de naburige afdeling. Ik werk op Jardin, een afdeling met 33 vooral dementerende bewoners. De nachtdienst is natuurlijk rustiger dan overdag. De mensen slapen. Maar soms is het onrustig, als er één begint te schreeuwen, worden de anderen wakker en ja, die beginnen dan ook. Dementerenden hebben geen bel om hulp te vragen, er is wel een valalarm. Dat betekent dus dat je toch extra alert moet zijn. Meestal is het rustig. Dan doe ik vaak wat klusjes, zaken waar de dagdienst niet aan toegekomen is. Ik ruim op, vul de voorraden aan en dek de tafel voor het ontbijt. Nee, ik lees geen boek, dan val ik in slaap. Ik probeer dus altijd wat om handen te hebben. Soms is het druk. Bijvoorbeeld als er iemand erg ziek is, of op sterven ligt en de familie gewaarschuwd moet worden. Maar dat hoort erbij."
Steven Goossens "Ik ben teamleider infrastructuur van de afdeling IM&ICT. Het werkgebied betreft telefonie, zusteroproep en ICT (automatisering). Ik werk niet buiten de normale werktijden, maar ik fungeer als achterwacht voor mijn drie collega's die in wisseldienst in het weekend en 's avonds en 's nachts beschikbaar zijn voor incidenten. Zo'n dienst loopt van maandag tot en met zondag. In principe werk je vanuit thuis. Gemiddeld worden de nachtwerkers enkele keren per nacht gebeld. Soms kunnen ze het telefonisch afwikkelen, maar drie
vitaal
|
13
BHV: "Gelukkig zijn wij zelden écht nodig" Vivre telt op dit moment 480 BHV'ers, bedrijfshulpverleners. Dit jaar komen er nog 66 bij. Zij komen in actie wanneer het brandalarm afgaat en verlenen ook EHBO. Drie van hen, Alex Crolla, Alihsan Aydin en Karina Louwe maken duidelijk waar het om gaat.
Steven Goossens va n IM&ICT
keer per week moeten ze naar de locatie toe. Ook wij merken dat er periodes zijn waarop het druk is. Mijn collega's hebben globaal met drie soorten problemen te maken. Het vaakst zijn het piepers die niet meer functioneren. In een organisatie als Vivre zijn goedwerkende piepers letterlijk van levensbelang. Vooral omdat een moderne pieper (DECT toestellen) – die overigens nog niet in alle locaties is ingevoerd – een groot aantal functies combineert. Zo'n apparaat verwerkt ook een heleboel informatie, zoals technische storingen en calamiteiten. We hebben de afspraak dat we bij een storing altijd reageren en indien noodzakelijk er op af gaan of escaleren naar de storingsdienst van een externe leverancier. Daarnaast is er wel eens een storing met één van de vele servers. Vaak kun je die op afstand verhelpen, soms moet je erop af. En tenslotte is er nog een groep problemen met andere communicatieapparatuur, zoals gewone telefoons. Het klinkt allemaal niet dramatisch, we zijn er ook niet altijd de hele nacht mee bezig, maar je kunt het je niet veroorloven alles op zijn beloop te laten tot de volgende morgen. Zoals gezegd: er kan een mensenleven mee gemoeid zijn. Dat maakt ons nachtwerk zinvol en noodzakelijk."
•
Alex Crolla, die zorgcoördinator is in De Zeven Bronnen: "Het lijkt allemaal klein bier wat wij doen. Een brandalarm binnen Vivre is vaak loos alarm. Maar iedere keer als het alarm afgaat, realiseer ik me dat het ernst kan zijn. Dat er echt brand is en dat bewoners gevaar lopen. En dat snel handelen van levensbelang kan zijn."
Onveilige situaties Gelukkig hebben ze het alle drie nog nooit meegemaakt, een échte brand. "Gelukkig zijn wij zelden écht nodig." Maar hij heeft wel een scherp oog gekregen voor onveilige situaties. "Medewerkers zijn vaak slordig in dat soort zaken. Als er echt iets aan de hand is, moet er heel snel heel veel gebeuren. Dan moeten er geen rolstoelen en dergelijke in de gangen staan bij een vluchtweg of voor de noodverlichting. Alle communicatieapparatuur moet in orde zijn, de brandblussers functioneren en noem maar op. Ja, daar let ik altijd op." Karina Louwe, activiteitenbegeleidster in Croonenhoff: "Je moet steeds alert zijn. Ik vergelijk het wel eens met een hotel. Als je daar voor het eerst komt, kijk je waar de liften zijn, de brandblussers, de nooduitgangen. En je kijkt of je overal snel bij kunt komen, of er geen blokkades zijn. Zo loop ik ook door Croonenhoff. "
Trainingen Een BHV'er is op het ergste voorbereid. En de opleidingen en de jaarlijkse oefeningen zijn daarop ingericht. "Ik zou eigenlijk vaker van die oefeningen willen", zegt Alex Crolla. "Dan weet je waar je het voor doet, die trainingen houden je scherp." Daar is Alihsan Aydin, zorgcoördinator in Amby het helemaal mee eens. "Mensen doen soms wat lacherig tijdens een oefening. Het lijkt een spel: zo'n brandalarm. Maar Vivre kan het zich niet veroorloven geen grote groep goed getrainde mensen te hebben als er echt een calamiteit plaatsvindt." lees verder op pagina 14 > Alihsan Aydin
Alex Crolla, Alihsan Aydin en Karina Louwe
14
|
vitaal
Stoom afblazen.
H
< vervolg van pagina 13
Veiligheid In een notitie schrijft Carla Janssen, veiligheidscoördinator binnen Vivre: "Vooral sinds de cafébrand in Volendam en de brand in het vluchtelingen centrum op Schiphol heeft de overheid meer oog gekregen voor veiligheid op plekken waar veel mensen bijeen zijn." Dat geldt ook en misschien nog wel meer in zorgcentra en verpleeghuizen, waar mensen zich vaak moeilijk zelf kunnen redden. Dus wordt er de laatste jaren ook bij Vivre veel werk gemaakt van Bedrijfshulpverlening en zijn er duidelijke protocollen hoe te handelen wanneer er een brandalarm afgaat.
Alledag Maar in de praktijk van alledag komen de BHV'ers vooral in actie als EHBO'er en brandwacht. In dat laatste geval gaat het meestal om rokende tostiapparaten en brandjes in prullenbakken. "Maar we zijn ook wel eens gealarmeerd, toen iemand een forse sigaar aan het roken was", zegt Alex Crolla. Inderdaad: Gelukkig alleen maar 'klein bier'.
•
Karina Louwe
oi, ik ben Anke Huppertz. Behalve clusterdirecteur bij Vivre en projectleider van 'Vivre Gewoon Beter', ben ik ook 'gewoon' de dochter van één van onze cliënten. Tja, dat is wel eens lastig: de zaken door twee brillen bekijken. Uiteindelijk is er natuurlijk maar één Anke, die in verschillende rollen kruipt. Ik verwonder mij over vele zaken, zowel in mijn functie als clusterdirecteur als in mijn dagelijks leven. Verwondering over hoe sommige zaken zo in de soep kunnen lopen en verwondering over de vele zaken die zo goed geregeld zijn. Fijn nu dat ik mijn ervaringen met u, de lezer, kan delen. Vroeger reden treinen op stoom. Water in een ketel werd verhit en er ontstond stoom. Deze kwam in een cilinder terecht en veroorzaakte daar druk op een klep, die via vernuftige mechanica de wielen aandrijft. De moraal van dit verhaal is dat druk de trein aandrijft. De druk in de ketel moet gereguleerd worden, zodat die niet te hoog wordt. Als dit wél gebeurt, moet de trein stoom afblazen. Hetzelfde principe dat de trein aandrijft, kan hem dus vernietigen. Druk is een ambivalent iets, dat, mits gereguleerd, een drijvende kracht kan zijn. Ik heb eigenlijk helemaal niets met treinen, maar des te meer met metaforen.
halten: Molenhof, La Valence en Croonenhoff. Als projectleider van Vivre Gewoon Beter ben ik vooral machinist van die trein, en dus moet ik regelmatig de druk van de ketel halen. Zoals ik al zei: de druk die de trein voortbeweegt, is dezelfde druk die hem de das kan omdoen. Het gaat goed met Vivre Gewoon Beter. Hoewel soms met enige argwaan, is iedereen ingestapt en we rijden intussen met een flinke vaart verder. Eenmaal op stoom, is er geen weg meer terug en ook uitstappen is lastig.
Gekraak en gepiep Tussen de legio positieve geluiden, hoor ik ook menig gekraak en gepiep, soms duidelijk op de voorgrond, soms als geroezemoes op de achtergrond. Over het spoor waarop we beland zijn en de kant die we op gaan. Dat is allemaal olie op het vuur en zorgt voor enige druk op de ketel. Iedereen heeft z'n eigen kleine keteltje en iedereen moet wel eens stoom afblazen en onvrede uiten. Er loopt echter een dunne lijn tussen constructieve kritiek en gezeur; van dat eerste kan er nooit genoeg zijn, maar ook het tweede is onvermijdelijk en óók die geluiden moeten gehoord worden. Als machinist van de Vivre Gewoon Beter-trein ben ik de aangewezen persoon om de druk van de ketel te halen.
Flinke vaart Nu wil ik deze metafoor niet te ver door drijven, maar we zijn een tijdje terug allemaal op de Vivre Gewoon Beter-trein gestapt, met als eindpunt een beter Vivre. De trein is inmiddels de stations De Zeven Bronnen, Koepelhof, Klein Rijckholt en De Bron gepasseerd. Volgende
Postbus Daarom heb ik besloten twee postbussen in het leven te roepen: de Ideeënbus en de Zeurbus. Beide bussen zullen regelmatig gelicht worden. En als u niet weet in welk 'postcodegebied' uw briefje thuis hoort, kunt u mij altijd persoonlijk aanspreken.
•
Anke Huppertz Clusterdirecteur en projectleider 'Vivre Gewoon Beter'
gewoon beter gewoon beter
Volgende keer meer over Anke's belevenissen als directeur, projectleider én dochter.
gewoon beter gewoon beter
vitaal
Roos Hoenen werkte vier jaar als cliëntadviseur bij Vivre en is sinds 1 april coördinator van het Gewoon Beter Punt in de Polvertoren. Het Vivre Gewoon Beter Punt is een ontmoetings- en informatiecentrum, waar ideeën worden uitgewisseld en ervaringen gedeeld over het Gewoon Beter project.
an nk Kemperm Cartoon He
|
15
"Geluk zit in een klein hoekje."
W
aarom wil je zo graag dit werk doen? "Vanaf de start van het project draag ik het Gewoon Beter concept een warm hart toe. Vanuit deze nieuwe functie kan ik persoonlijk bijdragen aan de kern van het Gewoon Beter traject: het welzijn en de kwaliteit van leven van de bewoner. Om goed voorbereid aan mijn taak te beginnen, heb ik al een trainingsdag meegemaakt. Daarbij lag het accent op het ontwikkelen van vaardigheden om je in te leven in de belevingswereld van de bewoner. Heel leerzaam. Het heeft me gesterkt in de gedachte dat ik de juiste jobswitch heb gemaakt."
Kruisbestuiving Wat houdt je nieuwe baan in? "Resultaten van acties, veranderingen en initiatieven, geïnitieerd en georganiseerd door verander coördinatoren en management van de verschillende Vivre locaties moeten gedocumenteerd en gecommuniceerd worden. Met andere woorden ze moeten zichtbaar en tastbaar zijn voor iedereen die daar interesse in heeft: bewoners, familieleden, medewerkers, vrijwilligers, buurtbewoners, maar ook huisartsen, zorgverzekeraars en overheid. Eén van de voordelen is, dat je niet telkens opnieuw het wiel hoeft uit te vinden en kunt leren van al eerder gerealiseerde projecten. Dat maakt het mogelijk dat je als coördinator van het Gewoon Beter Punt heel actief dingen kunt aanbieden aan andere locaties, zodat iedereen op de hoogte is van wat er speelt. Een soort kruisbestuiving zeg maar. Ik fungeer daarbij als een spider in the web, regeltante en aanjager."
lees verder op pagina 16 >
16
|
vitaal
< vervolg van pagina 15
"Geluk zit in een klein hoekje."
gewoon beter gewoon beter gewoon beter Buitenwacht "Daarnaast ondersteun ik de verandercoaches op de locaties, kijken we samen hoe we het verandertraject vorm kunnen geven. Hoe leg je de link tussen het gastvrijheidconcept en de praktijk van alledag? Dat hoeft niet altijd moeilijk te zijn. Het gaat vaak om heel kleine dingen. Een luisterend oor, samen een frisse neus halen, aandacht, échte aandacht. Geluk zit in een klein hoekje. Welke tools moet je gebruiken en inzetten om dat doel te bereiken? Betrek de buitenwacht, de buren, de wijkbewoners bij je activiteiten. Verlaag de drempels. Laat zien dat een verpleeg- of verzorgingshuis helemaal niet 'eng' is. We moeten er samen voor zorgen dat het Gewoon Beter Punt en elke Vivre locatie een bruisend centrum in de wijk wordt. Maak het onderdeel van het hele maatschappelijke gebeuren. Maak het aantrekkelijk voor bewoners, bezoekers, medewerkers en vrijwilligers. Dat is in het kort mijn persoonlijke doelstelling. Stap voor stap uiteraard, want ik ben pas begonnen." Waarom een apart Gewoon Beter Punt? "Door de fysieke aanwezigheid blijft het gedachtegoed tastbaar en zichtbaar in de organisatie. Ook in de toekomst. Er komen nieuwe mensen, nieuwe medewerkers die moeten ingroeien, mensen worden geconfronteerd met vernieuwingen.
gewoon beter Roos Hoenen
Het Gewoon Beter Punt heeft tevens een aanjaagfunctie voor nieuwe initiatieven. En een borgfunctie, hoe houd je het gedachtegoed levend? De afronding van het project betekent niet dat je klaar bent. Het is nooit helemaal af, het is altijd in beweging."
Tweede natuur Denk je dat het Gewoon Beter project zal beklijven? "In feite moet gastvrijheid een soort tweede natuur worden. Je hoeft er niet meer over na te denken. Het zit als het ware opgesloten in je DNA. Ik geloof er sterk in dat dit ook gaat gebeuren. Als je eenmaal dit pad bent ingeslagen is er geen weg meer terug. Daarnaast geeft het zoveel meer voldoening en arbeidsvreugde, als je ziet dat bewoners zich thuis en geborgen voelen. Maar het zal onderhoud vergen. Het moet een vast agendapunt worden, dat overal meegenomen wordt in het veld, alsook op beleidsniveau. We moeten samen die kar blijven trekken. Cruciaal bij dit alles is het welzijn van de bewoner. Wat weten we eigenlijk van de mensen die we verzorgen? Wie is mevrouw Willems? Wat denkt ze, wat voelt ze, hoe beleeft ze de dingen? Als afsluiting wil ik graag een fragment uit een gedicht van Phillis Mc Cormack laten zien, dat me in mijn ziel heeft geraakt."
•
Kijk nog eens go
ed
Wat zie je nu, zust er, als je zo naar m e kijkt? Een kribbig oud m ens, wiens verstand langzaam wijkt? Onzeker, verdwaa sd, in 't verleden ge vangen, Morsend met eten , bekruimelde wan gen. En het enige cont act dat mij nog re st, Is als je zegt: 'Doe nou eens je best.' Ik houd van dit le ven en beleef het steeds weer. Ik proef nog de vr eugde, maar ook vaak het zeer. Ik denk aan de jare n die zijn weggedr even. Probeer me te schi kken in wat is gebl ev en. Dus open je ogen en kijk nog eens go ed. Besef dat de tijd oo k met jou straks di t doet. Kijk in mijn hart zu ster, maak me wee r blij. Kijk nog wat bete r, kijk en zie ...MIJ
Roos Hoenen is bereikbaar op maandag, dinsdag en donderdag op 06 558 666 25 of via mail:
[email protected]
•
"Kijken naar mogelijkheden, niet naar beperkingen"
vitaal
|
17
Tweeënhalf jaar geleden startte in De Zeven Bronnen het Gewoon Beter traject. Daarna volgden Klein Rijckholt, De Bron en Koepelhof, die als vierde in de rij onlangs het Gastvrijheid Certificaat verwierf. Tijd voor een evaluatie. Agny Rossel, verandercoördinator bij De Zeven Bronnen en Michel Frijns, afdelingsmanager van Koepelhof praten samen met projectleider Vivre Gewoon Beter, Anke Huppertz over hun ervaringen.
Weerstand Agny Rossel: "In het begin was er binnen De Zeven Bronnen heel wat weerstand. Gaandeweg de trainingen en bijeen komsten zag je dat de gelederen zich steeds meer sloten. Het feit dat iedere medewerker, van hoog tot laag in de organisatie, betrokken werd in de trainingen, heeft het gevoel van saamhorigheid versterkt. De heersende eilandencultuur binnen De Zeven Bronnen brokkelde steeds verder af. Het enthousiasme, de collectieve gedachte zeg maar, is nog steeds voelbaar. Om dit vast te houden zetten managers, ambassadeurs en kartrekkers zich dagelijks in om het vlammetje brandend te houden. Dat gaat uiteraard niet vanzelf. We hebben inmiddels een aantal initiatieven opgestart, zoals "de pluim van de maand", de "wensboom", "aan tafel met", waarbij zowel bewoners als medewerkers betrokken worden. Nieuwe initiatieven worden kenbaar gemaakt door middel van nieuwsbrieven. Er zijn een aantal kartrekkers op elke afdeling die in overleg met de manager drie items hebben benoemd als speerpunten voor 2010, met betrekking tot het gastvrijheidproject."
Buitenkant Anke Huppertz: "Allemaal prima initiatieven, wordt ook zeer gewaardeerd, maar als ik het even in mijn eigen woorden mag zeggen, dan zijn dat toch allemaal dingen die met het jasje te maken hebben, met de buitenkant, de uiterlijke vorm van gastvrijheid. Het gedachtegoed van Vivre Gewoon Beter is met name gericht op het welbevinden, de persoonlijke t café pertz toosten in he e t e r. Rossel en Anke Hup an Vivre Gewoon B v Michel Frijns, Agny n e s s e c c u s e d p o s van Koepelhof trot
aandacht van de bewoner in de verzorging van alledag. De kwaliteit van de aandacht. Kijken naar wat mogelijk is, binnen de beschikbare tijd. Het heeft niets met ZZP of uren te maken. Je kunt een douchebeurt bijvoorbeeld inruilen voor een gesprek, als je voelt dat dat de behoefte van de bewoner is. Je moet er wel voor open staan om die signalen op te pikken. Kernpunt is: hoe beklijft het resultaat van de trainingen in het dagelijkse doen van de verzorgende, de manager, van iedereen die verantwoordelijk is voor het welbevinden van de bewoner. Ik realiseer me dat dit ook het moeilijkste aspect van deze cultuurverandering is."
Wortel schieten Agny Rossel: "Ik begrijp wat je bedoelt. Het is zeker een belangrijk punt van aandacht. Het heeft voor mij als verandercoördinator ook de hoogste prioriteit. Tegelijkertijd is het niet eenvoudig om daar de vinger op te leggen, omdat ik niet altijd zicht heb op wat er op de afdelingen gebeurt. Anke Huppertz: "Het is ook geen punt van kritiek, maar meer van wat kunnen we ervan leren. En daar kunnen jij als verandercoördinator en Michel als afdelingsmanager een belangrijke rol in spelen. Wat ik voel in de praktijk is: weerstand. Die heeft te maken met productiviteit aan de ene kant en Vivre Gewoon Beter aan de andere kant. Ik stel ze nu als twee partijen tegenover elkaar, terwijl dat in mijn beleving niet zo is. Vivre Gewoon Beter leidt uiteindelijk tot een betere productiviteit. Dat wordt mijns inziens (nog) niet door iedereen zo gezien. Ik denk dat het Gewoon Beter gedachtegoed in zijn algemeenheid nog niet voldoende heeft wortel geschoten." Ze geeft een voorbeeld: "Voorheen werd er altijd met zes mensen met een afdeling gestart. Nu is dat soms met drie personen. Dat leidt per definitie al tot stress en weerstand. Je kunt ook zeggen: 'Jongens we zijn met zijn drieën, gewéldig. Wat moet er vandaag gebeuren, hoe gaan we dat doen, wie doet wat, en wat doen we eventueel niet vandaag, omdat we maar met zijn drieën zijn? Ik denk dat dat onvoldoende tot uiting komt."
lees verder op pagina 18 > lees verder op pagina 18 >
18
|
vitaal
< vervolg van pagina 17
"Kijken naar mogelijkheden, niet naar beperkingen" Aansturing Agny Rossel: "Ik denk dat sommigen het van nature meer in zich hebben en daardoor dingen sneller oppikken. Als ik zie met welke rust het eten bij ons nu geserveerd wordt, ondanks een lagere bezetting, terwijl er anderhalf jaar geleden veel onrust en chaos was, dan zie ik een aanzienlijke vooruitgang." Anke Huppertz: "Dan zeg je dus eigenlijk dat het te maken heeft met de vaardigheid van de individuele personen, dat niet iedereen het op dezelfde manier oppikt, dus dat een stukje constante aansturing noodzakelijk is. Wat vind jij Michel?" Michel Frijns: "Ik denk dat sturing ontzettend belangrijk is. Een dag bestaat uit acht uur, je kunt de werkzaamheden over acht uur verdelen. Daar moet je met enige creativiteit mee omgaan. Niet denken in beperkingen, maar in mogelijkheden, continu de vinger aan de pols houden. En vooral de rust bewaren, geen paniekerig gedrag. Koester de collectieve gedachte, je moet mensen durven aanspreken op niet "Gewoon Beter conform" gedrag. Wat ik merk is dat men dan niet per definitie in de verdediging schiet, maar de boodschap sneller oppikt en actie onderneemt. Ik heb nog niet zoveel ervaring, maar ik voel dat het Gewoon Beter gedachtegoed wel degelijk leeft."
Toegevoegde waarde Anke Huppertz: "Mooi, maar dat was altijd al jouw manier van werken, jouw stijl. Maar welke toegevoegde waarde heeft het Gewoon Beter traject voor jouw persoonlijk in je functie als manager?" Michel: "Ik word bevestigd in mijn manier van denken. Verschillende mensen in mijn omgeving hebben de boodschap opgepikt en zijn daadwerkelijk anders gaan denken."
Agny: "Gewoon Beter is een visie met betrekking tot gastvrijheid en welbevinden van de bewoners, waarbij iedereen de ruimte krijgt om hieraan zijn persoonlijke invulling te geven. Ik zie dat mensen met meer plezier hun werk doen, dat er meer overleg is met andere afdelingen, meer begrip voor elkaar. Dat is voor mij de toegevoegde waarde." Anke: "Ik mag het misschien anders verwoorden door te zeggen dat we altijd deze visie hebben gehad. We hebben nu nieuwe bakens, de drie kernen van het strategisch beleid: de verbetering van het werkgebied, de humanisering van de zorg en de optimalisering van het bedrijfsproces. Wat je eigenlijk al impliciet had in je visie maak je nu expliciet. In feite creëer je een begrippenkaart, die helder maakt welke zaken al dan niet "Gastvrijheidcertificaat-proof" zijn. Daarnaast reik je mensen concrete tools aan om dit te realiseren."
Hoe nu verder? Anke: "Over tweeënhalf jaar zijn alle trainingen afgerond. In feite heft het project zich dan als het ware op. Belangrijk is dat je de cultuurveranderingen die wortel geschoten hebben ook borgt voor de toekomst, wellicht zorgt voor een stukje nascholing. Hoe kun je dat het beste doen? Hoe schatten jullie dit als coördinator en als lijnverantwoordelijke in? Is het Gewoon Beter traject een lang leven beschoren of is het een illusie?" Agny Rossel: "Het is zeker haalbaar, ik geloof erin, hier zaten veel mensen al lang op te wachten. Belangrijk is dat je als coördinator, maar ook als manager zoveel mogelijk zichtbaar bent op de werkvloer. Dat je de koers die je hebt ingezet blijft volgen, ondanks alle beren die je tegen komt. Constant blijven prikkelen, alert zijn en enthousiasme uitdragen. Dit laten we ons niet meer afnemen. Er is geen weg terug." Michel Frijns: "Ik sluit me daar volledig bij aan. Als je niet regelmatig aanwezig bent op de werkvloer, weet je niet wat er speelt, kun je mensen niet adequaat aansturen. Ik geloof in coaching on the job. Het is een proces van lange adem, een doorlopend proces. Als we samen, met de hele club, van hoog tot laag, de kar blijven trekken, gaat dat zeker lukken! Als je kijkt wat hier in Koepelhof in relatief korte tijd al gerealiseerd is, hoe mooi soft- en hardware in elkaar overlopen, hoe positief bewoners, familie en bezoekers erop reageren, dan heb ik daar alle vertrouwen in."
•
TIP VOOR MEDEWERKERS MET EEN GEWOON BETER SPELDJE: Met het behalen van het Gastvrijheid Certificaat ontvangt elke medewerker een Gewoon Beter speldje. Het is natuurlijk de bedoeling dat iedereen het speldje tijdens het werk draagt. Ter voorkoming van kleine gaatjes in de kleding en zoekraken, kwam Dory Tossaint (receptie/gastvrouw Koepelhof ) met het volgende idee: Prik met een hete naald twee gaatjes in de badge en schuif het speldje erdoor. Met de twee bevestigingsknopjes aan de achterzijde zit het speldje goed vast.
vitaal
Klein Rijckholt, De Bron en Koepelhof ontvangen Gewoon Beter certificaat
|
19
Op 22 maart was op de locaties Klein Rijckholt, De Bron en Koepelhof de certificaatuitreiking van Gewoon Beter. Van Helma Verhagen (Beteor) en de locatiemanager ontving elke medewerker een certificaat en een Gewoon Beter-speldje. Bovendien kregen de locatiemanagers uit handen van projectleider Anke Huppertz een cheque ter waarde van € 1.500,-. Dit bedrag mag naar eigen inzicht worden uitgegeven om het gastvrijheidsgevoel te vergroten. Na het officiële gedeelte was het een gezellig samenzijn; met lekkere hapjes en drankjes.
Colofon Het instellingsblad van Vivre verschijnt vijf maal per jaar en wordt gratis verspreid onder medewerkers, cliënten en externe relaties van de onder de stichting ressorterende instellingen. Redactieadres Marc Kentgens, Staffunctionaris Communicatie, tel.: (043) 631 41 87,
[email protected], Postbus 241, 6200 AE Maastricht. RedactieLEDEN Ber Crouzen, Jules à Campo, Carla Janssen, Marc Kentgens, Paul Logister, Karina Louwe, Chantalle Lubbering, Carina Sotgiu, Yvonne Stallinga. EINDRedactie Ber Crouzen. Foto's Marcel van Hoorn, Marc Kentgens. C AR TOONIST Henk Kemperman Ontwerp Advance Communications, Geleen. Drukwerkverzorging Profeeling, Beringen (BE). Oplage 3.000 exemplaren.
Tips voor de redactie Heeft u tips of suggesties, stuur deze dan naar het bovenstaand redactieadres.