Vivre FiveLive kijk op pag. 14 - 15
V I TAAL I S EEN UI TG AV E VA N V I V RE E N V E RS C HI J N T V I J F K E E R PE R J A A R
DEC. 2010 NR.
Jeanke steelt de harten van afdeling Sonne kijk op pagina 20
408
2
|
vitaal
Inhoud 02 )
Bloemetje voor ...
03 )
Voorwoord
04 )
Officiële opening De Bron
05 )
CZ-verwenprijs
06 )
B en B timmert aan de weg
08 )
Gastvrijheid verankeren in organisatie
09 )
Uitnodiging nieuwjaarsreceptie
10 )
De 100.000 ste
11 )
Ook de was verandert
12 )
Eerste Lustrum WVDO
13 )
8 vragen
14 )
Vivre FiveLive
16 )
Klevarie is nu verzamelgebouw
18 )
Geld zoeken voor kunst
20 )
Jeanke steelt de harten van afdeling Sonne
21 )
Toine van Oirschot, “Ik ben een bouwman”
22 )
Van veranderpotentie naar veranderkracht
23 )
Gewoon Beter verlaagt de drempel
25 )
Gewoon Beter in Koepelhof
26 )
Initiatief 'Make their day’ voor herhaling vatbaar
't bloemetje voor ... de vrijwilligers van de Drei Leliën
H
et was een speciale dag. De bewoners van de afdeling de Drei Leliën op Croonenhoff hadden al in de gaten dat er iets ging gebeuren. De tafel werd extra schoongeveegd en er werd een mooi tafellaken opgelegd. In de gezamenlijke huiskamer van de afdeling werd de kerstboom opgetuigd en werd er feestelijk versierd. De bewoners begonnen aan Fini Kuras en Elvira Sahetapy, medewerkers van de afdeling, te vragen of er misschien iemand jarig was. “Nee,” zeiden ze. “Jullie moeten maar even afwachten.” Iets later kwamen ook de vrijwilligers van de afdeling één voor één de huiskamer binnen. Onder het genot van een kopje koffie nam Elvira het woord. “We hebben een leuke verrassing voor alle vrijwilligers. Jullie zijn al sinds het begin van Croonenhoff een trouwe vrijwilliger waar de afdeling veel steun aan heeft. Wekelijks komen jullie met veel plezier onze bewoners verzorgen en jullie ondernemen met hen allerlei activiteiten. Daarom verdienen jullie ’t Bloemetje.” In de Drei Leliën woont een aantal Molukse cliënten. Zij hebben door hun andere taal en cultuur vaak moeite om hun boodschap over te brengen. De vrijwilligsters, die voor een deel dezelfde achtergrond hebben, hebben daar minder moeite mee. Daarna bood Elvira onder luid applaus Saar Lewerissa, Annie Thans, Ans Borsboom, Jolanda Savelberg, Lenie Tatipata en Nettie Paays ’t Bloemetje aan. “Bedankt voor jullie inzet en we hopen jullie nog lang hier te mogen verwelkomen op Croonenhoff.” De onverwachte bijeenkomst werd afgesloten met koffie en een heerlijk stukje Limburgse vlaai.
•
Wil jij ook een collega, cliënt of vrijwilliger een hart onder de riem steken of in het zonnetje zetten? Geef hem of haar dan op voor 't bloemetje. Stuur een e-mail naar:
[email protected].
vitaal
|
Daarheen en weer terug… Beste lezer,
H
et leven is vol verrassingen en bij tijd en wijle grillig. Ik vermoed dat velen van u, zeker na lange levensjaren, hierover uitgebreid mee kunnen praten. We worden allemaal opgeslokt door onze dagelijkse besognes en zijn bezig met onze toekomst. Plannen maken en nadenken over later hoort bij ons leven. Plotseling gebeurt er iets, zo onverwacht en intens, waardoor het er allemaal even minder toe doet.
Voorlopig zal ik ook het schrijven van dit cursiefje op moeten schorten. Immers; als je niet vol in de dagelijkse werkelijkheid van Vivre staat, is het niet goed mogelijk actueel en puntig te blijven in je column. De redactie zal met wijsheid wel een alternatief bedenken. Ik blijf uit de coulissen de zaken volgen, en beloof u dat ik, als de toekomst mij dat toestaat, de draad op enig moment weer op zal pakken.
Lijdzaam Ik mocht dit recent ook ervaren. Zo ben je in de kracht van je leven, een dag later realiseer je je dat je erg ziek bent. Sinds enkele weken ben ik patiënt en beleef ik de gezondheidszorg van binnen uit. Dat is ook wel weer een leerrijke ervaring. Als directeur tracht je invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van je organisatie en de kwaliteit van zorg. Je probeert te “leiden”. Nu ben ik in een rol gedrongen, waarin ik lijdzaam moet zijn en moet volgen, loslaten. Niet gemakkelijk voor een “baasje”. Een nieuwe les die het leven van me vraagt en waar ik me goed door heen zal proberen te slaan.
Gas terug Helaas betekent het ook dat ik voorlopig gas terug zal moeten nemen in Vivre. Mijn ziekte eist nu alle energie op. Abrupt alles loslaten is niet gemakkelijk. We zijn met zoveel goede dingen bezig. Gelukkig weet ik dat ze bij Dik Mol, het management en al onze collega’s in goede handen zijn. De koers is duidelijk. Het is een kwestie van dagelijks stap voor stap doorzetten en goed bewaken. Ik heb er veel vertrouwen in dat Vivre door zal gaan op de ingeslagen weg.
Terug naar mijzelf Bij dit alles moet ik onwillekeurig denken aan De Hobbit uit de sprookjesverhalen van Tolkien. Een klein manneke, weinig avontuurlijk, dat toch op pad moet om een queeste te vervullen. De auteur gaf het boek de ondertitel “Daarheen en Weer Terug” mee. Wat de Hobbit overkomt, gebeurt mij ook. Ik was op weg, daarheen, naar de toekomst, maar het lot besliste dat ik weer terug moet, naar mijzelf, mijn ziek zijn.
Gelukkig gaat ondertussen het gewone leven door. Kerstmis en Nieuwjaar maken hun opwachting. Graag wens ik u en de uwen zalige feestdagen en een goede jaarwisseling toe. Ik hoop dat 2011 u veel goeds zal brengen.
•
Jan Meijers voorzitter Raad van Bestuur Vivre
3
4
|
vitaal
De Bron
Officiële opening De Bron
Z
aterdag 9 oktober was een mooie nazomerdag. Ideaal voor de officiële opening van het nieuwe zorgcentrum De Bron in Eijsden. De opkomst was overweldigend. Meer dan 400 gasten waren gekomen om deze nieuwe Vivre-locatie te bezichtigen. Na de toespraken van de bestuurders van Servatius Woningstichting en Vivre trad het toneelgezelschap VET (Vereniging Eijsdens Toneel) op. De hoofdrolspelers hadden zich allemaal als ouderen van de gemeente Eijsden verkleed. In een sketch namen ze niet alleen de nieuwe locatie onder de loep. Ook de perikelen rondom de komende fusie tussen de gemeenten Eijsden en Margraten kwamen aan de orde.
Bronwater De officiële opening was toevertrouwd aan de oudste bewoners, meneer Wolfs en mevrouw Wolfs-Franck, van De Bron. Met speciale gietertjes goten zij bronwater in de vijver van De Bron; een mooie symbolische handeling. Daarna begon een open dag, georganiseerd door de GGD Limburg, gemeente Eijsden, Servatius en Vivre. Ook diverse lokale ondernemers hadden een stand en presenteerden hun waar. Er waren bovendien verschillende muzikale optredens, rondleidingen door de gebouwen en workshops van Meer Bewegen Voor Ouderen. De dag werd afgesloten met een heerlijk buffet voor de bewoners.
•
en m e n e e r Wo l f s s-Franck f l Wo w u o r v e m
vitaal
|
5
Fo t o b o v e n : Ricardo Geijselaers(links) en Desirée van Mook (rechts)
CZ verwenprijs voor Croonenhoff en Beukeloord Jaarlijks looft zorgverzekeraar CZ diverse prijzen uit aan zorg instellingen die een goed ‘verwenzorg-idee’ hebben. Ook dit jaar was de prijsuitreiking in het mooie Chateau St.Gerlach in Houthem. Daarvoor waren de locaties Croonenhoff en Beukeloord uitgenodigd. Activiteitenbegeleidster Desirée van Mook van locatie Croonenhoff ontving een cheque voor de nostalgische kermis die op 1 oktober, met de start van de Week van de Ouderen, werd georganiseerd. Ricardo Geijselaers, activiteitenbegeleider van locatie Beukeloord, kreeg een cheque voor de theatervoorstelling ‘Ja zuster Nee zuster’. Deze voorstelling werd eind september opgevoerd door een professioneel theatergezelschap. Vooraf werden de bewoners getrakteerd op een Mestreechs buffet. De voorstelling was een groot succes.
•
6
|
vitaal
M o n i q u e D u r l i n g e r, J o s S c h o l s e n G i l d y H e r t o g s
B en B timmert aan de weg De dienst B en B oftewel Behandeling en Begeleiding bestaat nu twee jaar. Zij omvat de artsen en psychologen plus de paramedische professionals van Vivre. In totaal zo’n 80 personen. Zij treden weinig voor het voetlicht. Ten onrechte, vindt prof. Jos Schols, de manager van de dienst. Daarom komen in de komende nummers van Vitaal de verschillende groepen aan het woord.
O
m te beginnen een gesprek met Jos Schols, Monique Durlinger, hoofd medische en psychologische zorg en Gildy Hertogs, hoofd paramedische zorg. Waarom deze serie? Jos Schols: “Omdat de behandelaars veel deskundigheid in huis hebben, die nauwelijks bekend is. Ook binnen Vivre niet. Door de disciplines in een serie artikelen te presenteren, wordt het voor de andere medewerkers van Vivre eenvoudiger daar een beroep op te doen. En ook aan de buitenwacht willen we graag onze deskundigheid laten zien.”
Geen status aparte Maar eerst moet er een vuiltje weggewerkt worden. Aandacht vragen voor deze groep wil niet zeggen dat ze een aparte groep wil zijn. Monique Durlinger: “De dienst B en B wil integraal meedraaien binnen Vivre. We bundelen onze deskundigheid weliswaar in een eigen dienst, maar ons dagelijkse werk ligt vooral op de locaties. Dat zijn onze werkplekken. En daar vragen we geen status aparte, geen positie zoals in het verre verleden de arts had. Integendeel: wij
vitaal
|
B en B timmert aan de weg werken samen met verplegenden en verzorgenden. Samen zorgen wij ervoor dat onze cliënten zich veilig voelen en een goede kwaliteit van zorg en behandeling krijgen.” Natuurlijk weet Jos Schols dat er in Nederland ook verpleeghuisorganisaties zijn waar de dienst B en B zich soms lijnrecht tegenover de managers opstellen, net zoals specialisten in een ziekenhuis die zich van oudsher organiseren in maatschappen en vanuit die posities hun eigen belangen behartigen. “Dat willen wij in Vivre absoluut niet. Wij willen een onderdeel van de organisatie zijn, niet er tegenover staan.”
Bundelen Als dat gezegd is, kan Jos Schols duidelijk maken waarom hij twee jaar geleden de artsen, psychologen en de paramedische medewerkers samenbracht in één Dienst. “Dit om de kwaliteit van deze groep medewerkers te bewaken en te bevorderen. Voor een deel spelen hier dezelfde argumenten als bij het Facilitair Bedrijf. In het verleden had bijna elke locatie zijn eigen regelingen, ook op het gebied van behandeling en begeleiding. Nu is het zorgproces gestroomlijnd en werken de medewerkers op alle locaties volgens dezelfde kaders. Gildy Hertogs: “Het kan niet zo zijn dat artsen en psychologen, maar ook fysiotherapeuten en andere paramedische medewerkers in elke locatie hun eigen regels stellen.”
Kwaliteit De bundeling moet ook leiden tot meer kwaliteit. “Ho, ho” zegt Schols. “Ik wil absoluut niet gezegd hebben dat er in het verleden geen kwaliteit geleverd werd. Integendeel. Maar op deze wijze kun je dat wel beter bewaken en aansturen. En je kunt ook gerichter werken aan specialisaties en andere ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg.” Monique Durlinger: “Naast de reguliere somatische en psychogeriatrische zorg, hebben we binnen Vivre vier aandachtsgebieden waar we speciaal op inzetten. “Ze somt ze op: de jong-dementerenden, de ouderen met een psychiatrisch verleden, de palliatieve zorg en de revalidatie. Jos Schols: “Op die gebieden hebben we inmiddels flink wat deskundigheid in huis, die we graag laten zien, niet alleen binnen de eigen organisatie, maar ook naar buiten toe.” In één adem voegt hij eraan toe dat de dienst B en B veel energie steekt in de verdere opleiding van zijn medewerkers. Dat leidt in een aantal gevallen op termijn ook tot het schrijven van een proefschrift. Niet zo vreemd als je weet dat Schols naast zijn functie als manager van B en B ook
hoogleraar aan de Universiteit Maastricht is. “Het gaat mij er overigens niet om zoveel mogelijk universitaire promoties te verzamelen, maar je moet mensen die daarvoor de capaciteiten hebben, wél de kans geven. En gelukkig biedt de Raad van Bestuur daar ook faciliteiten voor.”
Paramedisch Dokters en psychologen vormen binnen B en B een minderheid. Het merendeel van de medewerkers behoort tot de paramedische dienst. Gildy Hertogs somt op wie daartoe horen: “Dat zijn fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten en diëtisten. Ook voor deze groepen geldt dat we veel aandacht besteden aan verdere scholing en specialisatie en dat we er ook voor waken dat zij te geïsoleerd optreden. Alleen als we samenwerken, ook met de verzorgenden, bereiken we goede resultaten.”
Naar buiten De dienst B en B werkt van oudsher vooral in de verpleeg huizen. Maar het is duidelijk dat ook de bewoners van de zorgcentra baat kunnen hebben bij de gespecialiseerde deskundigheid van B en B. Zo verschijnen fysiotherapeuten en diëtisten, maar ook psychologen steeds vaker in de zorgcentra. “Met artsen ligt dat wat ingewikkelder”, zegt Jos Schols. “Bewoners van zorgcentra houden in principe de huisarts die ze ook thuis hadden, maar we werken eraan dat die vaker een beroep zal doen op de deskundigheid van de specialisten ouderengeneeskunde, - de nieuwe naam van de 'oude'verpleeghuisarts.” Een volgende stap kan zijn dat de groep op verzoek ook adviezen en behandelingen aanbiedt aan mensen die nog thuis wonen. Daar wordt al wel voorzichtig over gepraat. Hoe dan ook, de hoofdtaken zullen altijd binnen Vivre liggen.
Beweging Het is duidelijk dat de Dienst B en B volop in beweging is en bijna popelt om haar deskundigheid te laten zien. Of zoals Jos Schols het zegt: “Wij hebben kwaliteiten in huis, die nauwelijks bekend zijn. Dat is jammer. Daar zouden veel meer cliënten en medewerkers hun voordeel mee kunnen doen.”
•
7
8
|
vitaal
De trainingen van Vivre Gewoon Beter zijn nog in volle gang. Maar intussen wordt al gewerkt aan de volgende fase. “Als medewerkers enthousiast zijn over de nieuwe aanpak, moet je er voor zorgen dat het enthousiasme ook verankerd wordt in de organisatie. Dat betekent onder meer dat je de 130 bestaande functieomschrijvingen die binnen Vivre gelden, aanvult met gewenste gedragskenmerken of competenties.”
Gastvrijheid verankeren in organisatie
'D
at is een omvangrijk, maar tegelijk heel inspirerend project,” zeggen Yvonne Stallinga en Peter Maessen. Zij zijn de kartrekkers van het project dat vanaf begin januari van start gaat en tegen medio 2012 afgerond moet zijn. “Het is omvangrijk omdat alle groepen medewerkers binnen Vivre erbij betrokken worden. En het is inspirerend omdat die een actieve rol hebben bij de invulling van de nieuwe profielen.”
Route Hoe gaat dat dan? Yvonne Stallinga: “We beginnen met een informatieronde in alle 15 locaties van Vivre. Daarin leggen we uit wat we gaan doen en waarom we dat doen. Die informatieronde moet eind februari 2011 achter de rug zijn. Daarna starten we met workshops, waarbij medewerkers de kans krijgen hun functie opnieuw in te kleuren. Die tweede ronde zal medio 2012 afgerond zijn. Dan beschikken we over competentieprofielen die passen bij de koers die Vivre de laatste jaren ingeslagen is.”
De manier waarop
Yv o n n e S t a l l i n g a
Peter Maessen
Wat verandert er dan? Peter Maessen: “De oude functieomschrijving is vooral gericht op vakbekwaamheid. Er staat in wat je moet kunnen, om je functie goed uit te voeren. De functieomschrijving geeft in feite een antwoord op de vraag wátWAT je moet doen. In het stuk dat erbij komt – in vaktermen: het competentieprofiel - ligt de nadruk op de manier waarop je werkt, op de mentaliteit van waaruit je je werk doet. Daarbij moet je denken aan zaken als enthousiasme, inlevingsvermogen en aandacht voor service en vraaggerichtheid. Het competentieprofiel geeft een antwoord op de vraag HOEhoe je het moet doen”.
Gemeenschappelijk En nu concreet… Yvonne Stallinga: “Voor alle medewerkers van Vivre gelden dezelfde uitgangspunten. Dat betekent dat in de 130 competentieprofielen een stuk gemeenschappelijk is, zeg maar de basis; die geldt voor iedereen. Wij noemen dat de vier kerncompetenties.” Die vier zijn: gedrevenheid, inlevingsvermogen, service- en vraaggerichtheid en vakkundigheid. Van elke kerncompetentie worden een paar praktische voorbeelden gegeven. Die voorbeelden noemen we gedragsankers. Zoals ‘heeft een goed humeur in zijn benadering en houding naar de klant’. Indien een medewerker een goed humeur heeft, de werkzaamheden met plezier verricht en problemen op een positieve manier probeert op te lossen dan ziet de leidinggevende een enthousiaste medewerker die werkzaamheden zo goed mogelijk probeert uit te voeren. Op deze wijze kan de leidinggevende zien dat de medewerker aan de competentie “gedrevenheid” voldoet en weet de medewerker welk gedrag van hem wordt verwacht. Een ander voorbeeld van een ‘gedragsanker’: ‘komt uit zichzelf met voorstellen om de service aan de klant te verbeteren’. Van de medewerker wordt dus een proactieve en inlevende opstelling verwacht. Ook dat is feitelijk zichtbaar. Met de gedragsankers kunnen we zien en meten in hoeverre het feitelijk gedrag past bij de nieuwe aanpak. Aan de hand van de ankervoorbeelden kunnen we dus zien of medewerkers zich echt kunnen inleven of echt vraaggericht werken. Die vier kerncompetenties komen uit de koker van Vivre Gewoon Beter. Zij belichamen de ideeën die daar ingeoefend zijn.
vitaal
|
9
Niet allemaal over één kam Peter Maessen: “We gaan niet iedereen over één kam scheren. Daarvoor lopen de werkzaamheden van de medewerkers te ver uiteen. Naast de vier gemeenschappelijke competenties zijn er ook nog drie competenties die meer passen bij specifieke groepen. Die aanvullende nieuwe ‘beroepseisen’ - eigenlijk zijn het gedragseisen - zijn nog nauwelijks ingevuld. Dat gebeurt in de workshops. We nemen aan dat daar ter plekke ook concrete voorbeelden van gegeven worden. Met die drie eigen competenties en de voorbeelden kunnen de deelnemers hun eigen functie een eigen kleur geven. Bij die gesprekken zijn overigens ook leidinggevenden aanwezig. Zij zullen erop letten dat de competenties en de voorbeelden realistisch en uitvoerbaar zijn.”
2011
NIEUWJAAR
Niet iedereen praat mee
Nieuwjaarsreceptie
Yvonne Stallinga: “We hebben 130 functiebeschrijvingen, die komen allemaal aan de orde. Maar er is ook een grote groep medewerkers die dezelfde functie hebben. Ik denk daarbij aan de verzorgenden. Als die allemaal naar de workshop zouden moeten, moeten we daar een paar jaar voor uittrekken. Die tijd hebben we niet. Daarom werken we daar met vertegenwoordigers, die aangewezen zijn door de (locatie) manager.”
Graag nodigt Vivre u uit voor de nieuwjaarsreceptie op maandag 3 januari 2011.
Afronding De verschillende profielen worden uiteindelijk nog eens besproken door de manager en de deelnemers aan de workshop. Daar moet het definitieve profiel uitrollen dat een plaats krijgt in het eigen personeelsdossier. En uiteraard krijgen ook de medewerkers die niet hebben deelgenomen aan de workshops alle informatie over het nieuwe profiel dat bij hen past. Als het profiel er eenmaal is, dan is het de bedoeling dat dit als richtsnoer gebruikt wordt bij de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden. Spraken we tot nu toe vaak in de trant van wat de medewerker moet doen; de benoemde competenties en hierbij behorende gedragsvoorbeelden maken concreet hoe medewerkers het werk moeten doen. Er leefden allerlei beelden. Want het begrip enthousiasme kun je op zeer veel verschillende manieren invullen. Door nu aan te geven wat concreet bedoeld wordt met enthousiasme wordt het voor zowel de leidinggevende als de medewerker concreter en tastbaarder. Ook medewerkers onderling kunnen elkaar gemakkelijker aanspreken op dit wenselijke en concrete gedrag. Verder worden de competenties van elke medewerker besproken tijdens het jaarlijkse functioneringsgesprek tussen leidinggevende en medewerker. Indien leidinggevende en medewerker samen tot de conclusie komen dat de medewerker zich een bepaalde competentie meer eigen moet maken, maken zij daarover samen ontwikkelingsafspraken, bijvoorbeeld op het gebied van bijscholing. Omdat de nadruk tijdens het gesprek ligt op de verdere ontwikkeling van de medewerker in zijn functie, zullen de functioneringsgesprekken in de toekomst ontwikkelingsgesprekken gaan heten.
•
Dit keer is gekozen voor locatie Koepelhof. U bent vanaf 15.30 uur van harte welkom. We heffen dan samen het glas op het nieuwe jaar. Adres: Koepelstraat 84 6224 LW MAASTRICHT Telefoon 043 631 48 00
10
|
vitaal
Ook de was verandert Sinds dit jaar heeft Vivre een nieuw wasgoedsysteem opgestart, in nauwe samenwerking met een nieuwe wasserij Rentex Awé uit Hoensbroek. Het nieuwe systeem zorgt voor flink wat veranderingen en onwennigheid. Directeur Luuk de Win van Rentex Awé legt het uit.
Tr u u s S p a a n s , m e d e w e r k s t e r v a n h e t F S M , e n A l b e r t Ve r m e i j , E V V ’ e r
De 100.000 ste Begin november kwam op het Facilitair Service Meldpunt (FSM) de 100.000 ste melding binnen, sinds de opstart op 1 maart 2007. Albert Vermeij, EVV’er op La Valence meldde dat er een afstandsbediening defect was. Voor het FSM was deze mijlpaal aanleiding om de melder in het zonnetje te zetten. Truus Spaans, medewerkster van het FSM, die de melding in behandeling nam, mocht namens het FSM een klein presentje overhandigen aan Albert. Albert: “Ik ben zeer vereerd dat ik degene ben die de 100.000 ste melding gemaakt had. Ik had dit zelf niet in de gaten en was daarom verrast. Ik werk al jaren voor Vivre en maak altijd gebruik van de service van het FSM. Als je een klacht, wens, informatie of storing meldt bij het FSM, weet je dat het goed behandeld wordt.” Het FSM is een meldpunt waar medewerkers van Vivre terecht kunnen voor al hun facilitaire klachten, wensen, informatie en storingen. U kunt contact opnemen met het Facilitair Service Meldpunt door middel van e-mail: fsm@ vivre.nl of telefoon 043 631 41 11 of via FacilityNet.
•
Hoe was de situatie eerder? In het verleden was de situatie van locatie tot locatie anders: De zes verpleeghuizen van Vivre maakten tot voor kort gebruik van een andere wasserij die de persoonlijke was verzorgde van de cliënten. De zorgcentra hadden contacten met verschillende wasserijen. Cliënten konden ook altijd zelf een andere wasserij uitzoeken of hun was laten verzorgen door hun familie. Waarom deze veranderingen? De financiering rondom het verzorgen van de was – die geregeld wordt door de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) - is vorig jaar gewijzigd. Daardoor was Vivre genoodzaakt het verzorgen van de was opnieuw te bekijken. Na een aanbestedingstraject koos Vivre voor een andere wasserij en een nieuw wasgoedsysteem. Ook dit nieuwe aanbod, dat geldt voor alle cliënten van Vivre, is niet verplichtend. Cliënten kunnen ook nu een andere wasserij kiezen of hun was door hun familie laten verzorgen. Zij moeten dan wel het volle pond betalen en kunnen dan echter geen gebruik maken van de Vivre-regeling. Daarover later meer.
Persoonlijk Hoe werkt dat nieuwe systeem? Luuk de Win: “We werken met het zogenaamde persoonlijk wasgoedsysteem, waarbij er een rechtstreekse relatie is tussen de bewoner en Rentex Awé. In het verleden moest alle kleding op de locatie nog uitgesorteerd worden op afdeling en persoon. Nu ontvangt men een hangend en gevouwen kledingpakket op naam gesorteerd, zodat de kleding direct in de kast van de bewoner gehangen kan worden. Daarnaast moest men vroeger eerst de ongecodeerde
D i r e c t e u r L u u k d e W i n v a n R e n t e x Aw é
kleding naar de linnenkamer brengen, om ze te laten coderen. Dit duurde vaak lang en de kans op vermissingen was hierdoor ook groot. Nu kan men door het gebruik van de persoonlijke waszak direct de (vuile) kleding inleveren en wordt deze kleding, vóór het wassen door Rentex, eerst gecodeerd. Er zijn dus veel minder handelingen nodig en dit vermindert de kans op vermissingen sterk.”
Animo Hoeveel bewoners doen er nu mee? De Win: “Op dit moment doen zo’n 600 bewoners van Vivre mee aan het nieuwe systeem. Dat aantal stijgt, omdat men gewend en vertrouwd raakt aan het systeem en er de voordelen van ziet. Het aantal klachten valt ook relatief mee.”
De kosten Vivre wil een controleerbaar en transparant afrekensysteem, zodat de bewoner zelf een goed overzicht heeft over de kosten. Vivre heeft ervoor gekozen om de bewoner niet alles te laten betalen, zoals de AWBZ wil, maar een plafondbedrag van € 57,23 in te voeren. Dit is een belangrijke meevaller voor de bewoner van Vivre. De kosten voor het wassen van de kleding bedragen dus maximaal € 57,23 per vier weken. Wanneer de feitelijke kosten hoger zijn, worden de meerkosten in rekening gebracht bij Vivre. We gaan er dan vanuit dat er dan meer gewassen moet worden in verband met een lichamelijke aandoening. Wanneer men de kleding laat wassen door een andere wasserij of door de familie krijgt men de € 57,23 niet; dan moet men alles zelf betalen. De bewoners die op 31 december 2008 al bij Vivre in een verzorgingshuis woonden, hebben recht op een vergoeding voor de was. Zij ontvangen € 21,09 per maand zolang ze bewoner zijn van een Vivre-locatie. Ook voor hen geldt de plafondregeling van € 57,23 maar alleen wanneer zij hun kleding laten verzorgen door Rentex Awé. Het platgoed en badgoed (lakens, dekbed, washandjes,
vitaal
|
baddoeken etc.) worden door Vivre gratis aan de bewoner verstrekt. Wil iemand liever zijn eigen beddengoed gebruiken, dan wordt dit niet door Rentex gewassen. De bewoner kan dit beddengoed bij een andere wasserij of door een familielid laten wassen en betaalt hier dan de kosten voor.
Vivre Proper Hoe is de invoering van het nieuwe wasproces verlopen? Luuk de Win: “De opstart is op een constructieve wijze verlopen door de goede samenwerking met zowel het Facilitair Bedrijf als de locaties van Vivre. Met name de ondersteuning van Vivre Proper was heel belangrijk. De medewerkers van Vivre Proper kregen er een aantal belangrijke taken bij. Vroeger waren zij vooral de mensen bij wie men de ongecodeerde kleding inleverde om naamcodes erin te zetten. Nu heeft Proper rondom de was meer een service- en beheertaak naar de bewoner toe. Het is voor de wasserij een groot voordeel om op alle locaties een centraal aanspreekpunt te hebben. En Vivre Proper vervult deze taak uitstekend.”
Rentex Awé Tot slot: Wie is nu eigenlijk Rentex Awé? Rentex Awé is in de jaren vijftig ontstaan als kleine wasserij in Hoensbroek. In de beginjaren richtte de wasserij zich vooral op particuliere klanten. Tegenwoordig beschikt het bedrijf over drie grote productielocaties en levert het een integrale dienstverlening op het gebied van textielverzorging en linnenverhuur ten behoeve van gezondheidszorg, horeca en industrie in Zuid Limburg.
Infoboekje Rentex Awé heeft overigens een infoboekje gemaakt dat helemaal afgestemd is op de situatie bij Vivre. In de maand december krijgen alle deelnemers aan het persoonlijke wasgoedsysteem dit boekje. Ook op locatie wordt het verspreid voor diegenen die er interesse in hebben.
•
11
12
|
vitaal
Week van de ouderen Eerste lustrum In de eerste week van oktober viert Vivre traditiegetrouw de Week van Ouderen. In deze feestweek worden op alle locaties verschillende gezellige activiteiten georganiseerd die voor iedereen gratis toegankelijk zijn. Dit jaar had de Week een extra feestelijk tintje, want hij werd voor de vijfde keer georganiseerd. Het eerste lustrum dus. Locatie Croonenhoff startte op 1 oktober, de Dag van de Ouderen, met een nostalgische kermis. Bewoners en bezoekers werden getrakteerd op ouderwets suikergoed, zoals zuur- en kaneelstokken, noga en suikerspinnen. Natuurlijk waren er ook allerlei attracties. Op het binnenterrein stond onder meer een draaimolen en een kop van jut en binnen konden de mensen blikgooien, touwtje trekken en vishengelen. Sommige locaties, zoals Klevarie en La Valence, hadden zelfs een heel weekprogramma samengesteld met Limburgse avonden, een preuvenemint en een Oktoberfest. Het was weer een geslaagde week, waarin jong en oud samen genoten van de activiteiten en gezelligheid. Volgend jaar weer!
•
vitaal
13
8 vragen
> vervolg van pagina 5
over het leven van Monique Middendorp
Wie ben je? Ik ben Monique Middendorp (50). Ik ben getrouwd met André Steenhoff en we hebben twee dochters. Een dochter woont nog thuis. We werken alle vier in de zorg. We wonen in Echt. Wat is je functie binnen Vivre? Ik ben zorgcoördinator op afdeling ’t Brook in verpleeghuis La Valence in Heugem. De afdeling heeft 48 cliënten. Zestien ervan zijn dementerend, 32 hebben lichamelijke beperkingen. Hoe lang werk je al bij Vivre? Sinds september 2009. Daarvoor heb ik vele jaren gewerkt bij Orbis in Geleen, in de verpleeghuizen Sint Jansgeleen en Odilia. Ik ben naar Heugem gegaan, omdat ik daar zorgcoördinator kon worden. Die functie bestond op dat moment nog niet bij Orbis. Nu wel, maar dat is geen reden om terug te gaan. Het werk in Heugem bevalt me uitstekend. Wat zijn je dagelijkse bezigheden? Ik coördineer de zorg op ’t Brook. Dat betekent dat je verantwoordelijk bent voor de kwaliteit van de zorg die geleverd wordt. Dat houdt onder meer in dat ik het werk op de afdeling plan en de vervanging regel als een medewerker uitvalt. Verder controleer ik of de afspraken over de behandeling van cliënten uitgevoerd worden en stuur ik de EVV’ers aan. Ik ben trouwens – zoals bij Vivre gebruikelijk is – ook EVV’er van vier cliënten. Met deze baan heb ik de handen vol. Vooral omdat je niets op de automatische piloot kunt doen; je moet steeds alert blijven. Wat doe je graag in je vrije tijd? Wij zijn echte dierenmensen. We hebben thuis katten en honden en pony’s. Daar zorgen mijn man en ik voor. En als we op vakantie zijn, doet onze jongste dochter dat. Want vakantie, dat hoort erbij. Altijd naar Spanje. En natuurlijk vind ik het heerlijk lekker thuis te zijn, zonder veel verplichtingen. Wat is het mooiste moment in je leven? Het klinkt traditioneel, maar ook voor mij geldt dat de geboorte van onze dochters echt het mooiste moment van mijn leven is. Ik vind overigens dat er elke dag wel een mooi moment is. Daar geniet ik ook van. Wat zou je graag nog eens doen in je leven? Tja, als ik er over nadenk: misschien wil ik later, samen met mijn man, wel een deel van het jaar in Spanje wonen. Ik zou er niet het hele jaar willen zitten. Maar een deel van het jaar, dat zou prima zijn. Wat is je lijfspreuk? Kort en krachtig: Niet zeuren, maar doen.
|
•
14
|
0 1 0 2 r e b m e v o n 3 1
vitaal
olen; Polferm rs e d in raf rke t dak e edewe .000 m ging he 2 r t e elkaar s b f t e e m mm aar li nove o M 3 d . 1 s g ig r g d u a erd enb t ieder geno Op zat in Valk eest da ner uit f t ie r t ir a a la p c u t lo c st me cta een fee samen en spe waren t was e e e r H . iv n V e van te vier r Vivre vijf jaa ertrof. ting ov h c a w r ve den is jaar gele f ij v r a ens de r, ma wa re. Volg el lange n iv e V a v v l m a k a t j na Bli bestaa der de or alle nisatie gaan on feest vo e t t o r De orga o e r d g r ’s inzet. een n om ve erse DJ en voor oor hun v d e g beslote r r est. Div in mans, r u u fe e u o e t d s r R t rg a e b e o a B s o h o n n nw art er d n in Bruijn, R Raad va het leve blijk va Huiswa te uurtjes werd en ten gehore e (Bep de werd in kers als ) r ie s e s e n t t is w la e t e la s g m e d t p e d fe al. me ans Ken estcom Tot in ot Vivre jk gesch beste d n Marc aarts. ciale fe een gro dt. En Boon e og vroli en hun t ie n m h n huisw h b t Een spe o k e c a s t n a n il s r M a a lo , b w a s k g t n g a e fé ij t in s a w e t c e g S me r elk itda ppen Wilbert bij de den de ere dat voo ing de u smartla dereen ee keer r meerd ramma ie en en g w e . g t g p v a o e r lf o in m o a p t v Live. De r e t h ik e n g en th et ee Rond re Five ing on besch ig s m e iv s n V a n n r le e e r n r o e e a e v erm aal ste v organis fles wijn De Polf ze allem Als laat og een gelukt. adden n s h a e d b w n o t r o a e d ie av gard slaagd! len en d was ge Dik d r feestza n e o d v r a u tu n r st aal. Bes het fee de vloe de grote feestz ankwoord uit aa n a rs v e reen op n v e d j n in e d i e t n l t n ie e r e e ij b a t r z s o t o i d s V nie vo rak on van Thu eg kon n de av egeven m en sp st ging ben er geno werd g rkers va n welko azy m Het fee e r e in e C w m e . Zij heb r s e a e n e t J d r e d d e a k t r n ie s M a e . e t v t w n e t n ij e h n ig z aar rna nlijke woo trede Mol he aanwez en, waa persoo omen. N sten ge oots op e n r ig n z e o e g un e e g m n , w s e t ik r n s e ien lige ebru wat t voor h Met alle aa nachtd e vrijwil bedank avond. die van een in g d t e n n e ls e h e a c m d n t r r is e e e t o e d w lo ,n ieg fantas of naar p los. D e dansv daarom . Ook zij werd d jazzcafé een ero ekregen t t ig g e e n h h e ie r t k . a t m n Piano’s o a e z nn ar o atte gde eid en in n st swin , konde rad. Ma ezonge hartelu rokkenh nes opt houden g t o e e k ’J e b ie o z m M u d den re m big ban on wor rustige waar de t. Hier k l h a c a o z z . r s e e e b Billi theat d druk e en de afé wer an Willi v n Amstelc e p p smartla e met de ht. In d s gedac n e werden m r e ie en endig t teld. H w e s e s in r g e e p d t o aan lades, Oes bars as ook pastasa ten en w t e e s jk ff n li r a u a u b Itali werrem Natu erse rd, zoals roodjes aren div e b e w n v r n e e e s s r g ste gan hten ge wse oe cokar. e gerec ar en ijs ok Zeeu b o o r s a heerlijk s a e r ,m sp e tapas eciale e Spaans s een sp lf e z s a w sjink. Er
g arderin
•
vitaal
|
15
16
|
vitaal
Klevarie is nu verzamelgebouw S
inds de opening van La Valence loopt het oude verpleeghuis langzaam maar zeker leeg. De bedoeling is dat alle bewoners over pakweg vier jaar een andere plek buiten Klevarie gevonden hebben. Om aan dat idee te wennen is Klevarie omgevormd tot een ‘verzamelgebouw’. Daarover praten we met Harry Heykens, Josine Vendrik, Ed Mannens en Miranda van Glabbeeck. Harry Heykens die al een aantal jaren locatiemanager van Klevarie is, legt uit wat met dat woord ‘verzamelgebouw’ bedoeld wordt. In 2004 heeft Vivre beslist dat de capaciteit van Klevarie in de loop van de jaren gespreid wordt over de regio. Uiteindelijk verdwijnt Klevarie en vertrekken de bewoners naar nieuwe, kleinschalige woonvormen. Dat is een proces van jaren. Het begon met de verhuizing van een flink aantal bewoners naar La Valence in Heugem, daarna volgde een kleinere groep naar Croonenhoff in Heer en Appelgaard in Margraten. In de eerste helft van 2011 volgen verhuizingen naar Margraten en Malberg, en in 2012 verhuizingen naar Gulpen en Borgharen.
Aparte groepen Harry Heykens: “Om duidelijk te maken dat Klevarie in een proces van afbouw zit, worden de bewoners van Klevarie binnen het bestaande gebouw verdeeld in groepen. Die groepen krijgen de naam van een toekomstige locatie. En die groepen krijgen ook organisatorisch een grote mate van zelfstandigheid. Zo is er binnen Klevarie een zelfstandige afdeling de Mins, genoemd naar het verpleeghuis met dezelfde naam dat op dit moment gebouwd wordt in Malberg. En zo is er ook een groep De Lommer, genoemd naar het kleine verpleeghuis De Lommer in Margraten, dat medio volgend jaar in gebruik genomen wordt. En zo komt er begin volgend jaar een groep Gulpen, verwijzend naar een nieuwe locatie in Gulpen. Met de bouw daarvan zal volgend jaar begonnen worden.”
Oefenplaatsen Harry Heykens: “Zoals gezegd, die groepen hebben een grote mate van zelfstandigheid. De bedoeling is dat daar oefen plaatsen ontstaan, waar de manier van werken van de nieuwe locaties wordt geoefend, zodat de huidige bewoners op tijd kunnen aangeven of zij mee willen verhuizen naar de nieuwe locatie of liever naar een ander locatie van Vivre gaan. Mijn rol als locatiemanager van Klevarie is daarbij heel beperkt. Je zou kunnen zeggen dat ik de gastheer ben, de huisbaas. Ik zorg ervoor dat het gebouw in goede staat blijft en de onderlinge samenwerking goed verloopt.”
Ed Mannens
Bezetting Hoe ziet Klevarie er nu uit? Harry Heykens geeft een overzicht: - Op de eerste verdieping zijn drie afdelingen waar 68 cliënten dementerende bewoners verblijven. De afdelingen zijn de laatste jaren opgeknapt. “Voor de bewoners van deze verdieping ben ik als locatiemanager verantwoordelijk.” - Op de tweede verdieping zit de groep De Lommer met dertig cliënten en de eigen herstelkliniek van Klevarie voor mensen die een hersenbloeding of een herseninfarct hebben gehad. Als De Lommer in Margraten klaar is, starten we daar met de groep Borgharen. - Op de derde verdieping zit de groep de Mins met 52 personen en maken we een bescheiden begin met de groep Gulpen. - En op de bovenste verdieping zit de zelfstandige herstelkliniek van het azM.
De Lommer Hoe gaat het met die verschillende groepen? We beginnen met De Lommer. Ed Mannens is de afdelingsmanager van het Maastrichtse De Lommer. Daar verblijven op dit moment dertig cliënten. Ed wordt ook afdelingsmanager van het echte De Lommer in Margraten. Dat wordt een klein verpleeghuis voor 24 cliënten die vooral lichamelijke verzorging nodig hebben. Het is bijna klaar. Verwacht wordt dat het nog voor de zomer van 2011 in gebruik kan worden genomen. Verhuizen die allemaal naar Margraten? Ed Mannens: “Op dit moment zijn binnen De Lommer vier cliënten die zelf naar Margraten willen. Mogelijk zijn er op andere locaties van Vivre nog kandidaten. En ik sluit niet uit dat er ook mensen van andere zorgorganisaties interesse hebben. We zullen reclame moeten maken voor De Lommer. Samen met Via Vivre werken we er hard aan om bij de opening met 24 cliënten te verhuizen naar de nieuwbouw. Daar ben ik overigens niet somber over. De Lommer zet nadrukkelijk in op kleinschalige zorg in een huiselijke sfeer. Dat zal mensen aantrekken.”
Achterblijven Het is duidelijk dat er een flink aantal bewoners van De Lommer in Maastricht achterblijven. “Mensen worden niet tegen hun zin verplaatst. Maar zij krijgen wel een aanbod voor een andere locatie van Vivre. Ze zouden ook kunnen kiezen voor Gulpen. Dan blijven ze nog wat langer in Klevarie.” Ed verwacht wel dat de meeste verzorgenden die nu op de
vitaal
|
17
33 van de huidige bewoners van de Mins in Klevarie hebben aangegeven graag mee te verhuizen naar de Mins. “In samenwerking met Via Vivre worden er nu bewoners opgenomen die meegaan naar de Mins. De ‘nieuwe’ bewoners krijgen vooraf uitgebreid informatie en een rondleiding op de afdeling”, zegt Josine Vendrik. Het is overigens niet zo dat de meeste bewoners van de Mins uit Malberg komen. “Belangrijker is dat ze het concept omarmen.”
Gulpen
J o s i n e Ve n d r i k
Maastrichtse afdeling De Lommer werken, meeverhuizen naar Margraten.”
de Mins Bij de Mins is Josine Vendrik manager hoteldiensten. “Er wordt bij ons al stevig geoefend”, zegt ze. De medewerkers, die meeverhuizen naar de Mins, worden al ruim een jaar getraind in gastgericht en anders werken. Eén van de meest aansprekende voorbeelden daarvan is de ‘ochtendroute’. In nauw overleg met de bewoner wordt afgesproken hoe laat en hoe elke bewoner de dag wil beginnen. Dat wordt dan ingepland en uitgevoerd. de Mins in Malberg wordt een verpleeghuis voor 52 somatische bewoners en zal, ijs en weder dienende, in de loop van 2011, in gebruik worden genomen. Over het eigen karakter is al eerder geschreven. “Het is een verpleeghuis, zeker, maar het zal niet de uitstraling daarvan hebben.”
Eigen regie Er wordt veel gebruik gemaakt van nieuwe technische ontwikkelingen. “We oefenen nu al met aanraakschermen. En dat gaat verrassend goed”. Maar belangrijker nog dan die snufjes is de grondgedachte van de Mins. “Bewoners houden hun leven zo veel mogelijk in eigen regie. En dat betekent dat ze de mogelijkheid hebben om de dag op hun eigen wijze in te vullen. “ Ook hier zullen niet alle 52 huidige bewoners meeverhuizen naar de Mins. De animo is beduidend groter dan bij De Lommer:
In het gebied Gulpen - Wittem wordt een nieuwe locatie van Vivre gebouwd. Miranda van Glabbeeck is per 1 november benoemd tot locatiemanager. In het nieuwe verpleeghuis is plaats voor veertig somatische bewoners en 12 dementerenden. Ze verwacht dat de eerste schop in het voorjaar de grond in gaat. Miranda van Glabbeeck: “Mijn eerste zorg is hier in Klevarie een eigen afdeling Gulpen van de grond te krijgen. Ik hoop in februari op afdeling C3 te kunnen starten met een kleine groep van twaalf dementerenden. Die komen uit het huidige bestand van Klevarie. Pas als de Mins naar Malberg is verhuisd, krijgt Gulpen meer ruimte en kan de afdeling uitgebreid worden tot 52 bewoners.” Ze windt er geen doekjes om: “Ik zal de komende tijd veel in Gulpen zijn. We moeten onze nieuwe locatie stevig in de markt zetten. ”
•
Miranda van G labbeeck
18
|
vitaal
Geld zoeken voor kunst De Limburgse Kunstkring zoekt geld voor de kunstwerken die haar leden ontworpen en deels al gemaakt hebben voor tien Vivrelocaties. Volgens de voorzitter van de Kunstkring Willem Jansen is er in totaal nog € 65.000,- nodig.
De Limburgse Kunstkring, een groep van dertig professionele kunstenaars, bestaat dit jaar honderd jaar en wilde daarom iets bijzonders doen. 19 Leden ontwierpen kunstwerken die een plaats krijgen binnen tien Vivrelocaties. In november van dit jaar werden de maquettes en modellen gepresenteerd op een tentoonstelling in de Maastrichtse Timmerfabriek. Willem Jansen: “Een deel van de kunstwerken is al klaar, een groter deel moet nog uitgevoerd worden.”
Geld Maar ook kunst kost geld, hoewel de deelnemende kunstenaars een groot deel van hun gage hebben afgestaan. Willem Jansen schat dat er nog € 65.000,- nodig is. “Wij hoopten dat de expositie met name het bedrijfsleven zou stimuleren geld in het project te steken. Dat is geen succes geworden. We hebben ongeveer € 5.000,- binnen gekregen. Dat betekent dat we het komende jaar met verdubbelde inspanning op zoek moeten naar geld.”
Willem Jansen
vitaal
|
Bewoners en familie
Klimaat
Willem Jansen: “In eerste instantie proberen we de bewoners van de tien Vivrelocaties enthousiast te maken voor een bijdrage in de kosten. “Het zal hen aanspreken dat hun gedachtenis in ere gehouden wordt in de vorm van een kunstwerk. Ik kan me voorstellen dat de namen van degenen die een bijdrage geven op een of andere manier bewaard blijven in de directe omgeving van het kunstwerk.” Het project voorziet in de mogelijkheid financieel te participeren voor een bedrag van € 25,-. “Wanneer dat voor bewoners te veel gevraagd is, willen misschien hun kinderen of andere familieleden bijspringen”, hoopt Jansen.
“Een paar jaar geleden was het gemakkelijker subsidie van de overheid te krijgen voor kunstprojecten. Maar het klimaat is veranderd. De overheid treedt terug en wijst naar het bedrijfsleven en particuliere geldschieters. En die houden in deze tijden van economische crisis de knip op de beurs”, constateert de voorzitter van de Limburgse Kunstkring. Toch gaat hij de komende tijd ook bij de overheid langs. “Wie weet of zij nog mogelijkheden zien een bijdrage te leveren.”
Serviceclubs De Limburgse Kunstkring gaat ook zelf actief op zoek naar fondsen. “Mijn eerste ervaringen met serviceclubs, zoals de Rotaryclubs, de Lions of Probus, geven aanleiding tot optimisme.” En verder is Willem Jansen altijd bereid voor welke groep dan ook voordrachten te houden en de film te vertonen die TV-Limburg onlangs heeft gemaakt over het project.
Expositie De expositie in de Timmerfabriek werd bezocht door zo’n 800 bezoekers. “Dat is een mooi resultaat”, zegt Willem Janssen. Onder hen waren opvallend veel medewerkers van Vivre, die wel eens wilden zien wat de kunstenaars voor hen in petto hadden. Het is overigens de bedoeling dat de maquettes en de modellen - of in sommige gevallen al het kunstwerk zelf - naar de verschillende locaties verhuizen. “Dan zien de bewoners, de medewerkers en de bezoekers waaraan ze hun geld kunnen geven.”
•
19
20
|
vitaal
vitaal
|
20
Jeanke steelt de harten van afdeling Sonne
A ana met afdelingsm Echtpaar Tillie
kes ger Gerard Rep
fdeling Sonne in Klevarie heeft sinds kort een heel bijzonder huisdier. Zijn naam is Jeanke; een elektronische zeehond. Hij is vernoemd naar de gulle gever Jean Tillie. Hij komt regelmatig zijn dementerende vrouw opzoeken. In een artikel van Dagblad de Limburger had hij over de zeehond gelezen en na overleg met afdelingsmanager Gerard Repkes bedacht hij zich geen moment. Hij kocht de zeehond voor alle mensen van afdeling 1.
Geliefd kameraadje Jeanke is een wonder van technisch vernuft in een zacht pluizig velletje. In zijn thuisland Japan is het diertje al een geliefde kameraad in menig verpleeghuis. Hij vrolijkt mensen op, stimuleert de communicatie, heeft een kalmerend effect en verlaagt daarmee de bloeddruk van bewoners. Jeanke reageert op aanrakingen en kan zelfs stemmen herkennen. Als hij aangeraakt wordt, kwispelt hij - via zijn sensoren - met zijn staart en gaan zijn ogen open en dicht. Het beestje toont zelfs emoties, zoals verbazing, blijdschap en boosheid en hij maakt geluidjes die lijken op die van een echte babyzeehond.
Kostbaar In Nederland zijn nog maar weinig zorginstellingen die zo’n zeehond hebben. Want Jeanke is duur. Voor zo’n E 5.500,- komt hij over uit Japan. Gerard Repkes: “Ja; dat is veel geld. Maar ik denk dat onze bewoners er veel plezier aan zullen beleven. Jeanke is, zoals ze dat noemen, een sociale robot. Hij geeft de bewoners extra aandacht. Bovendien roept hij emoties op; soms ook bij dementerenden die heel erg in zichzelf zijn gekeerd. Het is geweldig om te zien hoe ze op een gegeven moment contact maken.”
Proef op de som Verzorgende Magda Spees neemt de proef op de som. Ze neemt Jeanke mee op de arm en gaat naar de huiskamer waar een aantal bewoners zitten. Ze loopt naar meneer Kuiper en ze legt Jeanke op het plankje van zijn rolstoel. Hij reageert in eerste instantie wat verbaasd en terughoudend, maar een aai kan er wel van af. Jeanke opent zijn grote zwarte ogen en piept. Meneer Kuiper lacht en aait opnieuw. Jeanke reageert opnieuw, hij opent zijn ogen en piept weer. Op dat moment heeft hij het hart van meneer gestolen. Magda: “Het is mooi om te zien hoe de bewoners reageren. De meeste mensen vinden ‘m leuk en ontroerend. Bij een enkeling wekt hij ook irritatie op. Dat heb ik zojuist gemerkt bij een bewoonster. Zij moest er niet veel van hebben en schoof ‘m weg.”
Ve r z o r g e n d e M a g d a S p e e s m e t m e n e e r K u i p e r
Niet alleen de bewoners hechten zich aan Jeanke. Ook medewerkers en bezoekers zijn enthousiast. Ze zeggen vaak: “hij is zo lief” of “zo’n beestje wil ik ook wel hebben; hij is net echt”. Gerard Repkes is merkbaar trots: “Uiteraard zullen we hem goed verzorgen.”
Robotdieren Naast sociale robots, zoals Jeanke, komen er ook steeds meer robots die ouderen helpen met dingen die ze zelf niet meer goed kunnen. Zo zijn er robotdieren die hun baasje eraan herinneren dat ze een pilletje moeten innemen of een afspraak met de dokter hebben. Andere robots helpen bij het optillen of uit de koelkast pakken. In Japan worden dit soort hulpmiddelen al veel meer gebruikt dan in Nederland. Dat heeft voornamelijk te maken met een cultuurverschil. Hier is bij veel ouderen de drempel te groot om technologie te gebruiken. Van de ene kant maar goed. Robots zijn heel handig, maar zijn voornamelijk ter ondersteuning. Een sociale robot als Jeanke is met name vertederend en daarom staat hij ook als beste welzijnsrobot ter wereld in het Guinness Book of World Records.
•
“Ik ben een bouwman” Toine van Oirschot
Het bouwteam van Hagerpoort
Toine van Oirschot is sinds 1 september coördinator huisvesting en techniek. Een nieuwe functie waarin hij een aantal taken overneemt van Rob Sprokel, manager Bouwzaken van Vivre. Hij legt uit wat hij doet.
Bouwprojecten Toine van Oirschot (36) zegt het ronduit: “Ik ben een bouwman.” Na een opleiding HTS Bouwkunde, had hij eerst een eigen bouwkundig ingenieursbureau samen met een studiegenoot. Na een paar jaar stapte hij over naar een architectenbureau, eerst in Oirschot, later in Boxtel. “Bij dat laatste bedrijf kregen we veel opdrachten voor zorginstellingen. Dat vond ik boeiend werk. Zorginstellingen hebben hun eigen uitdagingen. Maar ik wilde ook wel eens aan de andere kant zitten, aan de kant van de opdrachtgevers.” De nieuwe baan bij Vivre sprak hem aan. Een grote zorginstelling met een aantal bouwprojecten daar kan hij de ervaringen van het verleden goed gebruiken.
Facilitair Bedrijf Organisatorisch valt hij onder het Facilitair Bedrijf. Dat maakt ook meteen duidelijk dat hij zich niet alleen bezighoudt met de grote bouwprojecten, maar ook met zaken als het vervangen van keukenkastjes en de installatie van nieuwe zonneschermen op Molenhof. (“Heb je enig idee hoe je daar steigers moet plaatsen boven de Jeker? Dat is een kostbare klus.”) Hij vindt dat wel leuk, die afwisseling: “Ik hou ervan praktische oplossingen te bedenken, wat dat betreft ben ik echt een techneut”. Eén van zijn opdrachten voor de komende tijd is het uitwerken van het lange termijn onderhoudsplan voor de verschillende locaties van Vivre. Daarnaast is hij in zijn rol als coördinator het aanspreekpunt voor de medewerkers van Techniek. Hij stelt samen met hen de inzet en prioriteiten vast. Planmatig werken is daarbij een voorwaarde om alle grote en kleine klussen in het vizier te houden. "Wanneer ik dat niet zou doen, worden de mannen overspoeld met allerlei zaken en al gauw kunnen ze door de bomen het beruchte bos niet meer zien." Daarom overlegt Toine op frequente basis met zijn mensen en op die manier informeren zij elkaar over lopende en nieuwe ontwikkelingen. Een aandachtspunt voor Toine is ook het garanderen van de continuïteit van de processen. De medewerkers van Techniek zijn specialisten en ‘elkaar kunnen vervangen’ is een belangrijk item voor het garanderen van de kwaliteit. ‘Maar’, zegt Toine: "de jongens hebben dat al goed op orde. Een compliment voor hen is hier zeker op zijn plaats."
Maar de echte bouwprojecten zullen voorlopig veel aandacht vragen. “Op dit moment ben ik actief op Hagerpoort. De woningen zijn klaar, ik ben op dit moment druk met de sleuteloverdracht en er moet nog een restaurant en kantoren voor Via Vivre opgezet worden. Dat is een leuke klus.” Toine van Oirschot is een groot voorstander van een overleg waarbij alle partijen aan tafel zitten. “Dan kun je alle deskundigheid bundelen. Zo kun je samen bouwtekeningen invullen en precies aangeven wat waar moet worden geïnstalleerd.” Het volgende project heeft zich al aangediend: het verpleeghuis in Gulpen. Hij verheugt zich erop. “Dat kan ik helemaal van het begin af meemaken."
Leren van de fouten In de drie maanden dat Van Oirschot nu bij Vivre rondloopt, heeft hij ook al een beeld van de fouten die gemaakt zijn bij de laatste bouwprojecten. “Dat hoor je gauw genoeg van de gebruikers. Soms gaat het om serieuze fouten die grote consequenties hebben voor het welzijn van de bewoners. Het is duidelijk dat we die in de toekomst moeten voorkomen.”
Goed bevallen De eerste maanden bij Vivre zijn hem goed bevallen. “Het leuke van deze job is dat je met zoveel verschillende mensen in aanraking komt. De ene dag sta je op de bouwplaats, de andere dag zit je achter je bureau. Ik hou van die afwisseling. En ik voel me goed thuis in het team waarin ik werk, vooral de medewerkers techniek, dat zijn echt de mensen waar ik heel veel van leer.” ‘En uiteraard mag de humor niet ontbreken op je werkplek. We voelen elkaar goed aan en er wordt ook regelmatig eens goed gelachen’. De filosofie van Vivre spreekt hem aan. “Ik herken veel dingen die ik belangrijk vind.” Hij geeft een voorbeeld. “Ik vind dat je in een verpleeghuis of zorgcentrum contact moet kunnen houden met de buitenwereld en dat je zoveel mogelijk de regie in eigen hand kan houden. En natuurlijk dat er goede zorg aangeboden wordt, als je dat nodig hebt."
•
22
|
vitaal
Van veranderpotentie naar veranderkracht
H
oi, ik ben Anke Huppertz. Behalve clusterdirecteur bij Vivre en projectleider van ‘Vivre Gewoon Beter’, ben ik ook ‘gewoon’ de dochter van één van onze cliënten. Tja, dat is wel eens lastig: de zaken door twee brillen bekijken. Uiteindelijk is er natuurlijk maar één Anke, die in verschillende rollen kruipt. Ik verwonder mij over vele zaken, zowel in mijn functie als cluster directeur als in mijn dagelijks leven. Verwondering over hoe sommige zaken zo in de soep kunnen lopen en verwondering over de vele zaken die zo goed geregeld zijn. Fijn nu dat ik mijn ervaringen met u, de lezer, kan delen. Hoe ziet de ouderenzorg van de toekomst eruit? Een interessante vraag, waarop de meesten het antwoord schuldig moeten blijven. Binnenkort krijgen we onvermijdelijk te maken met de gevolgen van vergrijzing en ontgroening. Het aantal zorgbe hoevenden neemt toe en het aantal mensen dat voor hen kan zorgen neemt af; het probleem is tweeledig. De zorgsector staat voor de uitdaging hier een antwoord op te vinden.
De ouderenzorg staat aan de vooravond van grote veranderingen. Uit onderzoek blijkt dat lang niet elke organisatie hierop voorbereid is. Dat is geen ramp, maar wel een duidelijk signaal. Veranderen… Dat is lastig voor veel mensen en ergo organisaties. Mensen houden vast aan zekerheden en willen liever niet veranderen. De wellicht grootste uitdaging waar Vivre voor staat, is het vergroten van het vermogen om te veranderen. Verandervermogen is voor elke organisatie van cruciaal belang om te overleven, ook voor zorgorganisaties. Vivre behoort tot het selecte gezelschap dat redelijk op de toekomst berekend is. Dat betekent niet dat we ons doel al bereikt hebben, maar wel dat we een eind op weg zijn. Een ‘gewoon beter’ Vivre, is vooral een Vivre dat toekomst-‘proof’ is.
•
Anke Huppertz Clusterdirecteur en projectleider 'Vivre Gewoon Beter'
gewoon bet
In veel culturen is het normaal dat (groot) ouders verzorgd worden door kinderen en kleinkinderen. In onze Westerse samenleving is dat verre van normaal. Opa en oma mogen blij zijn met een zondags bezoekje. Toch ligt de oplossing voor het probleem dat de vergrijzing schept ten dele in de familiesfeer. Het andere deel ligt in de professionele zorg. Ook de aard van de zorg verandert. De vraag naar bepaalde producten en diensten zal toenemen, en private zorg wint aan terrein. De wetgeving verandert, wat onvermijdelijk zijn weerslag heeft op de zorgvraag, maar niet op de zorgbehoefte. De omzet van min of meer traditionele ouderenorganisaties komt onder druk te staan en er zal kostenefficiënter gewerkt moeten worden. ICT kan hierbij helpen en zal een steeds grotere rol gaan spelen.
gewoon bet
gewoon be gewoon b
Volgende keer meer over Anke's belevenissen als directeur, projectleider én dochter.
vitaal
|
23
gew
gew
gew
“Gewoon Beter verlaagt de drempel naar de maatschappij” erman Cartoon Henk Kemp
Als voorzitter van de Cliëntenraad van De Bron en plaatsvervangend voorzitter van de de Centrale Cliëntenraad heeft Hub Philippens de cultuurveranderingen binnen Vivre op de voet gevolgd. Zijn conclusie is helder: “Gewoon Beter verlaagt de drempel naar de maatschappij.” “Het verschil tussen locaties die wel of niet het Gewoon Beterproject achter de rug hebben, zit, zoals vaak, in kleine, subtiele dingen. Een voorbeeld: als hier mensen binnenkomen, worden ze aangesproken door een receptioniste. “Goedemorgen mevrouw, waarmee kan ik u helpen?” Welkom in De Bron. Als het nodig is, wordt de bezoeker vervolgens persoonlijk wegwijs gemaakt."
Echte aandacht “Ander voorbeeld: een bewoner wordt ’s morgens gewassen, vroeger kwam je als verzorger dan niet veel verder dan: “hoe gaat het mevrouw?” Nu weet men veel meer van de achtergronden van de bewoners. Bijvoorbeeld dat haar dochter ziek is. Als je dan vraagt: “hoe is het nu met uw dochter Tiny?” dan doe je mensen daar een enorm plezier mee. Aandacht, echte aandacht, daar draait het allemaal om. Dat is tekenend voor dit cultuurveranderings proces. Het zich bewust zijn van de beleving en de achtergronden van de bewoners.”
Beter af dan thuis Hij vervolgt: “Vroeger kreeg je gewoon je gesmeerde boterham op je bord, of je dat nu lekker vond of niet. Hier kunnen mensen kiezen uit een uitgebreid ontbijtbuffet, met alles erop en eraan: harde en zachte broodjes, beschuit croissantjes, thee, koffie, krentenmik, sjuutje. Bij de lunch kunnen ze kiezen uit twee soorten soep, vis of vlees, drie soorten aardappelen en groenten, plus een toetje. Een beetje zoals in een goed hotel. Met dit verschil dat je, als je niet meer goed ter been bent, door vrijwilligers wordt geholpen.
lees verder op pagina 24 >
gew
24
|
vitaal
gewoon beter gewoon beter gewoon beter
< vervolg van pagina 25
gewoon beter
Ze vragen wat je op de boterham wil, brengen de mensen eventueel terug naar hun kamers. In feite zijn bewoners, zeker als ze meer hulp nodig hebben, hier beter af dan thuis.”
Open deur naar de maatschappij “Vroeger was de situatie vaak zo, dat als je eenmaal binnen was, je al snel het contact met de maatschappij verloor. Het dagelijkse praatje bij de slager, de bakker, de supermarkt, het café, de wekelijkse gang naar de kerk. De vertrouwde rituelen. We proberen de centrumfunctie die De Bron had, weer een beetje terug te geven. Ik kan me nog goed herinneren, dat ik me als jong jochie bij de bron kwam wassen. Wij hadden immers thuis geen bad noch douche en het bronwater had een constante temperatuur van plus dertig graden. De Bron, als bron van leven, de centrale ontmoetingsplek. Dat willen we eigenlijk opnieuw creëren. De gemeenschap betrekken bij het reilen en zeilen binnen De Bron en vice versa. De drempel verlagen naar de maatschappij buiten. Voorbeeld: elke donderdag nodigen we bewoners uit om mee te gaan naar de weekmarkt in het dorp. Gewoon even ertussen uit, een stukje kaas kopen, een visje. Pilsje drinken in de plaatselijke kroeg. Kwaliteit van leven. De kleine dingen.”
Buurtbewoners “Andersom vinden we het ook belangrijk dat buurtbewoners de weg naar De Bron weten te vinden. Zo zie je steeds meer mensen van buiten aan de tafels van ons restaurant aanschuiven. Het
Hub Philipp ens bij de b ron in Eijsd en
kerkkinderkoor de Torenhaantjes komt hier wekelijks repeteren, net zoals amateurtoneelgroep Vet. Vrijwilligers van het Rode Kruis brengen bewoners, als zij dit willen, 's zondags naar de kerk. De plaatselijke harmonie komt regelmatig een stukje spelen. De jaarlijkse Bronk van Eijsden doet De Bron aan. Zo geef je de bewoners het gevoel dat ze nog steeds midden in de gemeenschap staan. En voorkom je dat mensen verpieteren en vereenzamen. Kwaliteit van leven, de kleine dingen van alledag. Daar gaat het om.”
Minpuntjes Geen minpuntjes? ‘Nou ja, natuurlijk zijn die er ook. Net nog klaagde een bewoner over het feit, dat hij het te koud vond in de kamer. Elk nieuw gebouw heeft last van kinderziektes. Het gaat erom dat je mensen serieus neemt en op korte termijn naar oplossingen zoekt. Een ander punt is dat door de veel grotere kamers en dito lange gangen de bewoners langere afstanden moeten afleggen naar het centrale ontmoetingspunt, het restaurant. Vroeger liep je je kamertje uit, langs de lokale zusterspost naar de ontmoetingsruimte. Die post bevindt zich nu centraal in een ander deel van het gebouw. Dat vinden mensen wel eens lastig. Begrijpelijk. Van de andere kant krijgen ze er een stuk kwaliteit van leven voor terug. Ruim bemeten kamers, eigen meubeltjes, een prachtig uitzicht op de bron en de binnentuin. Bewoners zijn unaniem in hun nopjes met de nieuwe locatie en de luxe accommodatie. Ze zouden niet meer terug willen.”
vitaal
f in Koepelho chter de tap Vic Gense a
Gewoon Beter in Koepelhof Vic Gense is sinds 13 jaar secretaris van de Cliëntenraad Koepelhof en lid van de Centrale Cliëntenraad, Ine Budé is vrijwilligster en lid van de Cliëntenraad. Wat is hun persoonlijke kijk op het Gewoon Beter concept?
Dertien jaar geleden Vic: "Ja, toen was hier eerlijk gezegd niet veel eer te behalen. Ik vond het vreselijk. Net een veredelde biljartzaal, doods, donker, kleurloos, sfeerloos. Nergens een hoekje, een zitje, waarvan je dacht, daar ga ik nou eens even lekker zitten. En als je dan nu om je heen kijkt, dan geloof je je ogen niet. Fantastisch. Een complete metamorfose. De warmte, het licht, de lees- en tv-corner, de biljart, jukebox, de bar à la de Bobbel. De open keuken, een restaurant waar je u tegen zegt. Een ontbijtbuffet, zoals je het in menig hotel niet voorgeschoteld krijgt. De grootste verandering echter is het gevoel van gastvrijheid. Het gevoel van welkom zijn. Goedemorgen mevrouw Jansen, hoe gaat het? Een hard of zacht broodje, welke thee vindt u lekker? Zal ik u even naar uw tafel brengen? U ziet er goed uit.
|
Kwaliteit, een glimlach, een praatje, aandacht." Ine: "Eten wordt ervaren als een echt uitje. Mensen komen er graag voor van hun kamer af. Blijven hangen. Aan de bar, bij de biljart, of gewoon om een boek te lezen, een kaartje te leggen, samen naar tv te kijken. Het nieuwe concept is ook door de buitenwacht, familie en buurtbewoners met lof ontvangen. Zo zie je steeds meer mensen van buiten in het restaurant." Natuurlijk is er ook kritiek: het eten valt bijvoorbeeld niet altijd in goede aarde. Dit wordt onmiddellijk opgepakt en besproken, of direct met het Facilitair Bedrijf of het wordt een aandachtspunt op de volgende vergadering van de Cliëntenraad.
Drie sterren Vic: "Eén van de momenten die ik nooit zal vergeten, was de middag dat we samen een lunch gebruikten met de inspecteurs van de Sterrengids Gastvrijheid in de zorg. Wat een professionele bediening. “Heeft het gesmaakt, is het genoeg?” Nadat de inspecteurs vertrokken waren, heb ik tegen locatiemanager Mia van Roosmalen gezegd: Het leek wel of studenten van de Hogere Hotelschool aan het bedienen waren in plaats van ons eigen personeel. Toen besefte ik pas hoe ver Vivre Gewoon Beter al gevorderd was. Die drie sterren waren mijns inziens dan ook helemaal verdiend, moeten we zien vast te houden. Ja, en dan zijn we meteen aanbeland bij een heikel punt: hoe houd je het nieuwe gedachtengoed vast. Hoe zorg je dat het niet verwatert, hoe blijf je mensen prikkelen en hoe communiceer je dit naar nieuwe instromers?" Ine: "Een belangrijke taak voor de kerngroep, een club van mensen uit alle geledingen van Koepelhof die gezamenlijk het beleid en de aanpak ten aanzien van Gewoon Beter bepalen. Het gaat hierbij vaak om op het eerste oog simpele zaken. Als de entree er niet uitziet, pak dan gewoon even de zwabber, weet je niet waar die staat, vraag het aan de gastvrouw. Het lijkt een kleinigheid, maar als niemand het oppakt, dan heb je wel een probleem. Het gaat erom dat we met zijn allen verantwoordelijk zijn voor het welzijn en de kwaliteit van leven van de bewoners. Uiteindelijk zijn zij onze gasten. Het gaat
lees verder op pagina 26 >
25
26
|
vitaal
gewoon beter gewoon beter gewoon beter gewoon beter < vervolg van pagina 25
meestal om kleine dingen. Zometeen ga ik met een ander lid van de Cliëntenraad twee nieuwe bewoners verwelkomen. Om de drempel te verlagen, bieden we ze namens Koepelhof een cadeautje aan, plus een cadeaubon van €5,- te besteden in ons winkeltje. Kleine dingen, maar zó belangrijk."
De puntjes op de i Vic: "Een ander tastbaar gevolg van het Gewoon Beter project is de samenwerking tussen de verschillende geledingen binnen Koepelhof. Er is meer begrip voor elkaar, meer empathie, meer overleg, een betere onderlinge communicatie. Je voelt dat het gedachtengoed bedrijfsbreed gedragen wordt. Van hoog tot laag. Dat moeten we vasthouden. Samenvattend kun je beslist stellen dat het Gewoon Beter traject heeft geleid tot een aanzienlijke verbetering van de kwaliteit van leven van bewoners en medewerkers. Minpuntje als afsluiting: het telefonisch contact van buiten verloopt niet altijd vlekkeloos, soms word je van het kastje naar de muur gestuurd. En ook het ontbreken van een fysieke balie bij de ingang is niet altijd even handig. Dat wordt een volgend punt van aandacht. We blijven de puntjes op de i zetten.’
•
Bijzonder initiatief ‘Make their day’ voor herhaling vatbaar ‘Ze gaf me het gevoel, dat zij de dag van haar leven had’ Tijdens een gezamenlijke brainstormsessie van een aantal medewerkers in de Polvertoren bleek dat men steeds minder weet wat zich op de werkvloer van bewoners en verzorgenden afspeelt. "Jammer dat velen van ons hier zo druk doende zijn dat we nauwelijks nog in contact komen met onze bewoners", vonden Roos Hoenen, coördinator Gewoon Beter Punt, beleidsmedewerker Nienke van Galen en toenmalig voorzitter OR Dave Mobers. Zo werd het idee van Make their Day geboren.
M
ake their day is bedoeld voor Polvertoren medewerkers die tijdens hun gewone werkzaamheden niet of nauwelijks met cliënten in aanraking komen. Door mee te doen aan Make their day krijgen deelnemers een meer realistisch beeld van de cliënt. Daarnaast leren zij collega’s in het veld, op locatie, beter te begrijpen. Door middel van een tot de verbeelding sprekende werving werd een zevental mensen bereid gevonden om zich aan te melden. Eén ervan was financieel en economisch administrateur Theo Niesten. Samen met collega’s René Freens en Roy Schiepers nam hij de uitdaging aan. Activiteit: op vrijdagmiddag 1 oktober gingen de heren met een aantal bewoners van Koepelhof naar de nostalgische kermis in locatie Croonenhoff. Een andere groep bestaande uit Roos Hoenen, Vico Dreesen, Veron Schrijnemaekers en Nienke van Galen schreven zich in voor een viersluizen boottocht op de Maas op maandag 4 oktober. Theo Niesten en Roos Hoenen doen verslag van hun ervaringen.
Levensverhalen Theo: "We hebben meegedaan om twee redenen, een: we waren benieuwd hoe het er tegenwoordig op de werkvloer aan toegaat. Er is de laatste tijd in de organisatie zoveel veranderd, met name door het Gewoon Beter project, dat ik dit aan den lijve wilde ervaren. Daarnaast willen we de EAD (Economische Administratieve Dienst) anders profileren. Door te laten zien dat we niet alleen met cijfers bezig zijn, maar wel degelijk belangstelling hebben voor hetgeen er in de rest van de organisatie gebeurt. Ik ben een aantal jaren werkzaam geweest in De Zeven Bronnen. Daar zat ik wat dichter bij de mensen, wist wat zich
vitaal
er op de locatie afspeelde, tenminste binnen mijn eigen vakgebied. Dit project was voor mij een persoonlijke uitdaging. Dus toog ik vrijdagmiddag naar Koepelhof, zeer benieuwd naar wat die middag voor me in petto zou hebben. Mijn taak was om mevrouw Pergens, die nog vrij vitaal was, te begeleiden tijdens de nostalgische kermis in locatie Croonenhoff. Nadat we kennis met elkaar hadden gemaakt, begon ze te vertellen. Eerst aarzelend, maar toen het ijs eenmaal gebroken was, vertelde ze haar hele levensverhaal. In geuren en kleuren. Fantastisch, ik heb genoten. Daarnaast kostte het me veel energie om goed te luisteren. Immers in mijn vak draai je voor een groot deel op expertise en routine en opeens zit je tegenover iemand die alle aandacht van je vraagt. Dezelfde middag won ik tot mijn verbazing de hoofdprijs in de tombola. Ik wilde háár de prijs geven, maar ze weigerde resoluut. Na lang aandringen nam ze hem toch aan met de opmerking dat ze hem aan haar kinderen of kleinkinderen zou geven. Toen ik haar later naar haar kamer terugbracht en afscheid van haar nam, straalde ze helemaal. Ik had het gevoel dat ik haar de dag van haar leven had gegeven. Dat heeft me geraakt. ‘s Avonds kwam ik moe, maar voldaan thuis. Ik voelde me verrijkt. Mijn collega’s hadden dezelfde ervaring. De foto, die tijdens de kermis van ons gemaakt is, heeft een ereplaatsje bij mij thuis gekregen."
|
Mevrouw Pergens en Theo N iesten
Intens genieten Roos: "In feite hebben we op de boot maar heel weinig gedaan. Een beetje geluisterd, een beetje gepraat, gewoon er zijn voor de mensen. We hadden het gevoel dat we niets hadden gedaan, maar uit de reactie van de bewoners bleek dat ze intens van de boottocht genoten hebben. Ze hebben hun verhaal kunnen doen, er is geluisterd, er was interactie. Ik moest hierbij direct denken aan de trainingen van Gewoon Beter, waarbij medewerkers vaak aangeven het idee te hebben dat ze niet aan het werk zijn als ze tijd nemen om samen met de mensen een kopje koffie te drinken. Dat knopje moet om. Vijf minuten persoonlijke aandacht is vaak belangrijker dan dat je iemand de haren wast. Vraag maar eens aan een willekeurige bewoner wat hij belangrijk vindt. Dus terwijl je het gevoel hebt dat je zit te niksen, doe je eigenlijk heel veel. De boottocht was iets anders van opzet dan de kermis. Mensen hadden geen persoonlijke begeleiders, maar we verdeelden onze aandacht over de tafels. Zo was er een demente dame die mij haar herinneringen van vroeger vertelde en die telkens bleef herhalen. Toen ik haar vijf minuten later weer opzocht, zei ze: "wie bent u?" Dat doet je toch wel wat. Ook al blijven dingen dan misschien niet altijd hangen, ik ben er zeker van dat ze hebben genoten. Ik herinner
me een vrouw van Koepelhof, die ondanks dat ze constant pijn had, heel positief in het leven stond. Elke dag dronk ze haar glaasje wijn. Daar kon ze intens van genieten. Zo had iedere bewoner zijn eigen verhaal. Daardoor besef je dat “de cliënt” niet bestaat. Elk mens is een individu met zijn eigen verhaal. Voor bewoners, begeleiding en vrijwilligers was het een dag om nog heel lang op terug te kijken. Voor herhaling vatbaar."
•
Make their day
27
C olo f on Het instellingsblad van Vivre verschijnt vijf maal per jaar en wordt gratis verspreid onder medewerkers, cliënten en externe relaties van de onder de stichting ressorterende instellingen. Redactieadres Marc Kentgens, Staffunctionaris Communicatie, tel.: (043) 631 41 87,
[email protected], Postbus 241, 6200 AE Maastricht. RedactieLEDEN Ber Crouzen, Jules à Campo, Carla Janssen, Marc Kentgens, Bas Korsten, Paul Logister, Karina Louwe, Chantalle Lubbering, Carina Sotgiu, Yvonne Stallinga. EINDRedactie Ber Crouzen. Foto's Marcel van Hoorn, Marc Kentgens, Bas Korsten. C AR TOONIST Henk Kemperman Ontwerp Advance Communications, Geleen. Drukwerkverzorging Profeeling, Beringen (BE). Oplage 3.000 exemplaren.
Tips voor de redactie Heeft u tips of suggesties, stuur deze dan naar het bovenstaand redactieadres.