Butlers ver wennen bewoners De Zeven Bronnen kijk op pag. 7
V I TAAL I S EEN UI TG AV E VA N V I V RE E N V E RS C HI J N T V I E R K E E R PE R J A A R
Bestuurlijke fusie GroenekruisDomicura en Vivre kijk op pagina 4
APRIL 2012 NR.
413
2
| vitaal
Inhoud 03 )
Voorwoord Dik Mol
04 )
Bestuurlijke fusie GroenekruisDomicura en Vivre
07 )
Butlers verwennen bewoners De Zeven Bronnen
08 )
Open dag goed bezocht
10 )
Medewerkers gaan met plezier naar het werk
11 )
't Bloemetje voor ...
12 )
Anje Olaerts: bedrijfsfysiotherapeut
14 )
Nieuwe medewerkers en leerlingen gezocht
16 )
Psychologen: Het welzijn van cliënten wordt steeds meer hoofdzaak
18 )
9 vragen
19 )
De Wilgenhof en Beukeloord Gewoon Beter
vitaal |
3
Koorddansen
Koorddansen zonder vangnet
Keuzes maken. Dat is een onderdeel van ons dagelijks leven. We nemen elk uur vele beslissingen en maken dus vele keuzes, soms bewust, vaak onbewust. In het verkeer: ga ik links- of rechtsaf. Op het werk of thuis: neem ik een stukje vla bij de koffie of sla ik dat over.
B
esturen van een gezondheidszorgorganisatie vergt ook iedere dag het maken van vele keuzes. Daarbij is het zo dat de keuzes die je als bestuurder maakt niet zo zeer alleen van invloed zijn op jezelf, maar vooral ook op anderen. Op onze cliënten, onze medewerkers of andere zorgorganisaties. Reden genoeg om niet te snel of te ondoordacht te beslissen. Maar beslissen wordt niet altijd gemakkelijk gemaakt ...
Meer partijen Complicerend is bijvoorbeeld dat je vaak rekening moet houden met andere partijen, soms partijen buiten Vivre. En die hebben nog al eens andere opvattingen en andere belangen. Zo wordt een besluit om bijvoorbeeld een nieuw zorgproduct te ontwikkelen beïnvloed door wet- en regelgeving van de landelijke overheid. Die propageert op dit moment marktwerking en concurrentie. Voor controle op ontduiking van de marktregels is zelfs een speciaal instituut ingesteld, de NMa. Tegelijkertijd verkeren we in een omgeving waarin bijvoorbeeld gemeentes juist de meerwaarde van plaatselijke samenwerking benadrukken en erop aandringen dat Vivre meer samenwerkt met andere zorgpartijen.
Maar als burger (zeker in de gezondheidszorg) willen we graag parttime werken. Er zijn dan voor ons ook nog andere dingen in het leven die belangrijk zijn: vrije tijd, zorg voor de kinderen, eventueel zorg voor de ouders.
Wikken en wegen Vaak heb ik het gevoel als bestuurder in een arena te staan. Elke dag moet ik keuzes maken. Wikken en wegen. Je moet beslissen wat het beste is, wat haalbaar is, soms wat het minst slechte is. En dat in de wetenschap dat je meestal nooit iedereen tevreden kunt stellen.
Heerlijk Van de ene kant vind ik dat heerlijk. Het telkens praten met verschillende partijen, het wegen van de keuzemogelijkheden, de optimale oplossing trachten te vinden, het onderhandelen met belanghebbenden; ik geniet er elke dag van. Een enkele keer moet ik denken aan de typering die professor Jan Moen aan de positie van bestuurders gaf: “Koorddansen zonder vangnet." Het went hoor, die positie, maar soms zou je willen dat kiezen wat eenvoudiger was.
Twee dingen tegelijk Soms willen we twee dingen tegelijk, die haaks op elkaar staan. Zo vinden wij bij Vivre dat onze locaties open en gastvrij moeten zijn. We laten graag mensen van buiten binnen. Voor wat gezelligheid bij een kopje koffie in het restaurant, voor een bezoek aan één van onze bewoners. Dan moet je gemakkelijk in en uit kunnen gaan. Als je te veel drempels opwerpt, bestaat het gevaar dat onze locaties ontoegankelijk worden voor familie en wijkbewoners. Maar tegelijkertijd willen onze cliënten zich veilig voelen. Na een inbraak of diefstal vragen bewoners terecht om extra veiligheidsmaatregelen. Maar het is moeilijk de vraag naar meer veiligheid in te vullen, zonder afbreuk te doen aan onze gastvrijheid.
Verschillende rollen Een aantal van dit soort strijdigheden komt voort uit de verschillende rollen die een burger kan innemen. In de ene rol zijn we cliënt of consument, in een andere rol zijn we soms producent. Als consument van gezondheidszorg wil de burger graag zo veel mogelijk dezelfde gezichten zien die hen zorg verlenen. Dan hoef je niet telkens opnieuw informatie te verschaffen, de cliënt kent na een tijdje de zorgverleners. Dat geeft vertrouwen.
Dik Mol Raad van Bestuur
4
| vitaal
Dik Mol ( Vivre) en Jan Maar ten Nuijens (GroenekruisDomicura)
GroenekruisDomicura (GkD) en Vivre zijn bestuurlijk gefuseerd. Na een op het laatste moment afgeblazen fusie in 2008 nam de nieuwe bestuurder van GkD, Jan Maarten Nuijens, in de laatste maanden van 2010 het initiatief tot een nieuwe fusiepoging. Op vrijdag 30 maart was de ondertekening van de bestuurlijke fusie.
S
amen met Dik Mol, de bestuurder van Vivre, legt hij uit waarom hij een nieuwe poging waagt. “Toen ik in februari 2009 als bestuurder bij GkD binnenkwam, was mij al snel duidelijk dat een fusie uiteindelijk de enige weg was om vooruit te komen. De bedrijfsrisico’s in de thuiszorg nemen door externe druk toe, de continuïteit ervan kan het beste gegarandeerd worden bij een vergaande samenwerking tussen de intramurale en de extramurale zorg. Vivre is voor GroenekruisDomicura een natuurlijke partner.”
Meer hulpvragen Hij legt dat uit: “Onze organisatie is sterk in de thuiszorg, maar wij zien steeds meer dat onze klanten méér hulpvragen hebben. Vragen die wij niet alleen kunnen beantwoorden. Veel ouderen raken verstrikt in de vele instanties waar ze mee te maken krijgen. Ze zien door de bomen het bos niet meer. Alleen daarom al is het belangrijk dat wij de krachten bundelen met een stevige partij die aanvullend is ten opzichte van wat wij doen. Zo kwamen we weer terug bij Vivre die veel ervaring heeft in de zorg- en verpleeghuissector en die haar deskundigheid ook op wijkniveau wil aanbieden.”
Laten liggen Dik Mol: “Vanaf 2003 is Vivre bezig met een ambitieus programma. Wij wilden af van de grote verpleeg- en
verzorgingshuizen. Wij bouwden de afgelopen jaren kleinere huizen, die dichter bij de mensen liggen. Dichter bij de wijk waarin ze gewoond hadden. En wij wilden onze faciliteiten ook beschikbaar stellen voor de wijk. Dat is ook gebeurd, maar eigenlijk willen we meer. Wij willen echt een rol spelen in de wijk. Dat hebben we tot dusver eigenlijk laten liggen. Samen met GkD kunnen we daar nu echt werk van maken.”
Mislukt Waarom lukte de fusie in 2008 niet? Dik Mol: “Dat had vooral te maken met het feit dat GkD in die tijd flink in de rode cijfers zat. Bij een juridische fusie was dat eenvoudig te risicovol voor beide partijen.”
Nu goede resultaten Jan Maarten Nuijens: “Toen ik een half jaar later binnenkwam bij GkD zag ik dat de financiële situatie inderdaad niet rooskleurig was. We hebben er hard aan gewerkt die te verbeteren. Zo hebben we vanaf dat moment besloten te stoppen met dure interim-krachten en zoveel mogelijk met eigen mensen te werken. We hebben fors ingezet op vermindering van het ziekteverzuim. Bovendien konden we met de gemeenten aanvullende afspraken maken over de tariefstelling rond de huishoudelijke hulp, waardoor we meer kostendekkend waren. Op dit moment zijn we inderdaad uit de rode cijfers en bouwen
vitaal |
Bestuurlijke fusie GroenekruisDomicura en Vivre we weer eigen vermogen op. We zijn er nog niet, maar we zitten intussen op de goede weg.” Dik Mol vertelt dat beide partijen al in het begin van het fusieproces een onderzoek naar de financiële situatie van de toekomstige partners hebben laten uitvoeren. “Dat is ongewoon, meestal gebeurt dat als de zaak al een eind op streek is. Maar wij wilden beiden een herhaling van de vorige keer voorkomen. Het resultaat van het onderzoek was gunstig. De financiële situatie van beide partners was positief.”
Reorganisatie Jan Maarten Nuijens deed meer. “Ik ontdekte dat de organisatie van GkD heel sterk centraal werd aangestuurd en leed onder een sterke bureaucratie. Er was een zware centrale dienst waar alle beslissingen langs moesten. Ik vond dat geen goede situatie. Ik heb dus ingegrepen en de organisatie open gegooid. Het zwaartepunt van het bedrijf ligt nu bij de wijkteams die zelf een groot aantal zaken kunnen regelen. Dat is wennen voor de medewerkers. Ze waren het niet meer gewend zelf beslissingen te nemen. Maar het leidt wel tot een nieuw elan. Medewerkers krijgen meer zelfvertrouwen, meer plezier in het werk. En het hoge ziekteverzuim daalt flink. De nieuwe aanpak leidde ook tot een ontmanteling van de centrale dienst. Er zijn een aantal mensen uitgestapt.” Hij wil maar zeggen: Het GkD anno 2012 is heel anders dan de fusiepartner van 2008.
hij talloze keren hetzelfde verhaal moest vertellen. Door de fusie is dat niet meer nodig. De klant die vanuit een thuis(zorg) situatie verhuist naar een verzorgingshuis en kiest voor een Vivrelocatie neemt zijn dossier mee. Wij kennen die klant al. Dat is eigenlijk de kern van onze relatie met onze klanten in de wijk: de klant kent ons, en wij kennen de klant.” Jan Maarten Nuijens: “Beide organisaties sluiten goed op elkaar aan. Er zijn nauwelijks overlappingen. Onder één dak zal het straks veel gemakkelijker worden een beroep te doen op elkaars deskundigheid. Omdat wij al jaren in de wijk werken, hebben we daar veel contacten en vormen van samenwerking. Wanneer Vivre haar deskundigheid en service naar de wijk wil brengen, is het handig van onze contacten gebruik te maken.” Dik Mol: “Het gaat er niet om dat GkD en Vivre in de wijk de koek gaan verdelen. Het gaat er veel meer om dat Vivre en GkD samen op een organische manier het wijkgebeuren vormgeven. Zo kunnen wij in onze 15 centra bijvoorbeeld onderdak bieden aan de wijkteams, die nu vaak ruimtes moeten huren. “
Ontslagen Bij de fusiepoging van 2008 bestond onder de medewerkers de vrees dat er vroeg of laat ontslagen zouden vallen. Vier jaar later hebben beide bestuurders bij de presentatie voor de media met evenveel woorden gezegd dat dit nu niet aan de orde is. “Wij hebben in de toekomst eerder meer dan minder mensen nodig.”
Wat verandert er? Dik Mol: “Voor de medewerkers verandert er op korte termijn niet zoveel. In de bestuurlijke sfeer wel een en ander. Jan Maarten Nuijens blijft GkD aansturen en ik blijf verantwoordelijk voor Vivre. Per 1 april is er wel een nieuwe ‘werkmaatschappij’ onder de voorlopige naam Zorggroep Groenekruis-Vivre. Daarin zitten de beide bestuurders. Zij zullen samen de feitelijke fusie voorbereiden. Er komt één nieuwe Raad van Toezicht voor GkD, Vivre en de nieuwe werkmaatschappij; de zeven toezichthouders komen voort uit de Raden van Toezicht van Vivre en GroenekruisDomicura. Uiteraard krijgen ook medewerkers gelegenheid mee te denken over de praktische uitwerking van de fusie. “
Richting Al pratend wordt toch al duidelijk in welke richting Dik Mol en Jan Maarten Nuijens denken. Jan Maarten Nuijens: “In onze 25 wijkteams heeft iedere klant een vaste contactpersoon. Die regelt voor de klant de verschillende soorten van zorg. Centraal staat wat die klant wil. Daar proberen wij aan te voldoen.” Dik Mol: “Je zou kunnen zeggen dat elke oudere in de loop van de jaren een zorgcarrière opbouwt. Tot dusver hield dat in dat
Beide organisaties sluiten goed op elkaar aan. Er zijn nauwelijks overlappingen.
Is alles nu rond? Jan Maarten Nuijens antwoordt: “We hebben het plan tot fusie voorgelegd bij de NMa, een overheidsorgaan dat toeziet op marktconcentraties, en die heeft onlangs ingestemd. En ook hebben beide ondernemingsraden en cliëntenraden hun goedkeuring gegeven. Dik Mol vult aan: “De komende tijd zitten we natuurlijk niet stil. Was de fusie tot op heden vooral een aangelegenheid van twee bestuurders, het is hoog tijd dat we medewerkers van Vivre en GkD gaan betrekken bij het fusieproces. We willen immers per 1 januari 2014 juridisch fuseren. Het wordt een interessante en opwindende periode.”
> lees verder op pagina 6
5
6
|
vitaal
> vervolg van pagina 5
EVEN VOORSTELLEN: Wie is Jan Maarten Nuijens? Jan Maarten Nuijens (51) is sinds februari 2009 bestuurder van GroenekruisDomicura. Hij is psycholoog van zijn vak. Hij heeft in zijn loopbaan verschillende functies vervuld in de ouderenzorg. Voor hij naar Maastricht kwam werkte hij onder meer als bestuurder bij TriviumMeulenbeltZorg in Twente, een intramurale aanbieder die ook werkt binnen de thuiszorg. Hij is in de ouderenzorg een groot voorstander van het verbinden van mensen en organisaties, niet alleen omdat dit de kwaliteit van de zorg ten goede komt, maar ook omdat de sector werkt met schaarse middelen die doelmatig moeten worden ingezet. Jan Maarten Nuijens is getrouwd met Marga Leijtens, heeft een zoon en een dochter en woont in Maastricht.
Wie is Dik Mol? Sinds 2003 is Dik Mol (55) bestuurder bij Vivre. Van huis uit is hij fysiotherapeut en bedrijfskundige. Zijn hele werkzame leven heeft hij doorgebracht in de gezondheidszorg. Eerst als fysiotherapeut, later als consultant en manager. Sinds 1997 vervult hij directie- en bestuursfuncties in de zorg. Voordat hij de bestuursfunctie bij Vivre aanvaardde, was hij bestuurder bij Vierstroom in Gouda, een zorgorganisatie waarbinnen thuiszorg en intramurale zorg samengevoegd waren. Hij is van opvatting dat zeker de kwetsbare oudere cliënt eerder gebaat is bij een open en constructieve samenwerking tussen zorgaanbieders, dan bij eigen belang en korte termijn gewin. Hij woont in Eys met zijn vrouw Lilian Rippe. Zij hebben samen twee dochters.
W
vitaal
|
Butlers verwennen bewoners
De Zeven Bronnen Het was voor veel bewoners van verpleeghuis De Zeven Bronnen een hele belevenis. Op donderdag 9 februari werden zij getrakteerd op een high tea, die geheel in stijl werd geserveerd door echte butlers. De butlers zijn van The International Butler Academy in Valkenburg. Zij waren met tien man sterk op deze gewone doordeweekse dag naar het verpleeghuis gekomen om de bewoners eens extra in de watten te leggen. Strak in het pak en met witte handschoenen aan werd iedereen met alle egards bediend. In eerste instantie moesten de bewoners wennen aan al die extra aandacht. Want wie heeft nou een butler in huis? Dat is toch alleen weggelegd voor de echte welgestelden. Maar het ijs was gauw gebroken toen alle hartige en zoete lekkernijen werden gepresenteerd. Met natuurlijk een kopje thee of zelfs een glas champagne was het zichtbaar genieten die middag. Deze high tea had zowel op de bewoners als de butlers veel indruk gemaakt.
•
Strak in het pak en met witte handschoenen aan werd iedereen met alle egards bediend.
7
8
|
vitaal
vitaal
Open dag goed bezocht Landelijke Open Dag van de Zorg
Zaterdag 17 maart was de landelijke Open Dag van de Zorg. Ook de deuren van vijf Vivrelocaties, te weten Appelgaard, Beukeloord, De Bron, Grubbeveld en Lenculenhof, waren ‘s middags voor publiek geopend.
Regionale primeur Locatie Lenculenhof had de regionale primeur. Hier was de officiële aftrap van de Open Dag. Babette van Veen kwam als hoofdgast op bezoek. Deze sympathieke actrice en zangeres is vooral bekend geworden door haar rol in GTST en van het vroegere zangtrio Linda, Roos en Jessica. Bij binnenkomst herkende een aantal bewoners haar meteen. En uiteraard moest er een foto worden gemaakt.
Demonstraties en activiteiten De deelnemende locaties hadden alles uit de kast gehaald om de bezoekers een warm welkom te geven. Naast diverse lekkere hapjes en gezellige muziek waren er rondleidingen en verschillende demonstraties en activiteiten. Zo konden bezoekers zich laten masseren, de nagels laten verzorgen of zien hoe een tillift werkt. Verder waren er kraampjes waar iedereen meer informatie over de verschillende diensten van Vivre kon krijgen. Zo konden werkzoekenden en toekomstige leerlingen terecht bij een HR-adviseur. En nieuwe cliënten en hun familie bij een cliëntadviseur van Via Vivre. De Open Dag was geslaagd, want de opkomst was groter dan verwacht. Bovendien hadden de bezoekers, zo blijkt uit de vragenlijsten, een goede en plezierige indruk gekregen.
Voor herhaling vatbaar dus!
|
9
10
| vitaal
Medewerkers gaan met plezier naar het werk V
ivre meet al een aantal jaren de tevredenheid van haar medewerkers. Uit de meest recente meting van 2011 blijkt dat veel medewerkers met plezier naar het werk gaan. Arbocoördinator Anouk van Ditmars geeft een toelichting.
9dZbZZbZi ]ZibZYZlZg` iZkgZYZc]Z^Yh Zg" dcYZgodZ`!lV" ci###
Arbocoördinator Anouk van Ditmars
“Het gaat om een uitgebreid onderzoek van 98 vragen. Op de stelling ‘ik ga met plezier naar het werk’ scoort Vivre 8,5. Dat is toch een heel mooi resultaat. Het is overigens niet zo eenvoudig die tevredenheid goed te meten. Daarbij spelen onder meer twee vragen een rol. Is de tevredenheid onder de medewerkers bij Vivre toegenomen of juist verminderd? En: hoe scoort Vivre ten opzichte van andere instellingen in de zorg? Met name die laatste vraag is voor de leiding van Vivre belangrijk. Daarom besloot zij in 2011 deel te nemen aan de landelijke meting, een onderdeel van de zogenoemde Benchmark in de Zorg. Nadeel daarvan is dat er geen vergelijkbare cijfers zijn van de Vivre-resultaten uit vroegere jaren. Dat is pas mogelijk als Vivre volgend jaar opnieuw deelneemt aan de volgende meting van de Benchmark.”
Richting Ze geeft eerst wat algemene informatie. Het onderzoek is uitgezet bij 1.681 medewerkers. In totaal hebben 776 medewerkers de vragenlijst ingevuld. Met een respons van 46,2 procent ligt Vivre boven het landelijk gemiddelde van 40,8. “Dat is mooi, maar ik hou een slag om de arm. Wil een onderzoek echt representatief zijn, dan zou dat percentage eigenlijk rond de zestig procent moeten liggen. Maar goed, het geeft toch al een richting aan.”
:^cYbVVgidci kVc\_Z bZZg^c[dgbVi ^Zde_Z]j^hVYg Zh#
Hoger dan gemiddeld Uit een algemene analyse van de resultaten blijkt dat Vivre als geheel boven het landelijke gemiddelde ligt. Uitgesplitst naar de verschillende locaties zijn er flinke verschillen. Zo bleek Molenhof in 2011 slechter te scoren als het gaat om werkbeleving en veranderbereidheid met respectievelijk 7,0 en 6,6. Croonenhoff haalde de beste resultaten met 8,5 resp. 8,1 en behoort daarmee tot de absolute top van Nederland. De gegevens daarvan zijn inmiddels doorgegeven aan de verantwoordelijke managers en zo nodig onderwerp van een verbeterprogramma geworden.
vitaal |
"Uit een algemene analyse van de resultaten blijkt dat Vivre als geheel boven het landelijk gemiddelde ligt."
Veranderingen Terug naar de vergelijking met andere instellingen. Vivre blijkt vooral zeer gunstig te scoren op de onderdelen die samenhangen met veranderbereidheid. Aangenomen mag worden dat dit resultaat onder meer te danken is aan projecten als Vivre Gewoon Beter en het doelbewuste beleid van Nieuwe BAkens. Het onderwerp waar Vivre als geheel het slechtste scoort is het ‘borgen’ van verandering. Maar het lage cijfer van 6,5 ligt toch nog een punt hoger dan dat van het landelijk gemiddelde (5,4 – 5,7). Kennelijk is het een probleem voor de hele sector ingezette veranderingen vast te houden.
•
't bloemetje voor ... ... Tilly Gilissen
T
illy Gilissen werkte als administratief medewerker binnen de afdeling Opleidingen. Na 25 dienstjaren ging zij onlangs met pensioen. Haar collega’s boden haar ’t Bloemetje aan. Even was zij het stralende middelpunt van de afdeling. Praktijkopleider Joyce Ritzen legt uit waarom zij in de bloemen wordt gezet: “Onze grote steun en toeverlaat gaat na 25 dienstjaren met pensioen. Met dit bloemetje willen wij haar bedanken. Dianne Derks, ook praktijkopleider, vult aan: “Naast de geweldige ondersteuning is Tilly ook het zonnetje op de afdeling. Ze is altijd opgewekt en vrolijk. We gaan haar missen.” Tilly is een beetje beduusd van al die onverwachte aandacht, maar ook zichtbaar blij. “Dit doet me wel wat; wat een mooie afsluiting. Over een week maak ik m’n laatste werkdag en dan ga ik genieten. Mijn man Wiel is al met pensioen. We gaan eerst op vakantie naar Portugal. En daarna heb ik veel tijd voor mijn hobby’s, zoals mountainbiken en leuke dingen doen met de kleinkinderen. Daar kan ik me echt op verheugen.” “Nee, ik vind ’t niet moeilijk om te stoppen met werken. Ik heb ’t gevoel dat ik binnenkort heel lang vakantie heb.”
Wil jij ook een collega, cliënt of vrijwilliger een hart onder de riem steken of in het zonnetje zetten? Geef hem of haar dan op voor 't bloemetje. Stuur een e-mail naar:
[email protected].
11
12
|
vitaal
Anje Olaerts samen met verzorgende en ergocoach P a u l a Vo s s e n
bedri
Anje Olaerts:
Anje Olaerts is als bedrijfsfysiotherapeut gespecialiseerd in het geven van adviezen aan medewerkers. “Ik behandel ze niet, daarvoor moeten ze naar hun eigen fysiotherapeut. Maar de ervaring leert dat veel rug- en schouderklachten samenhangen met het werk en daarvoor kan ik adviezen geven.”
bedrijfsfysiotherapeut Het is even schrikken als Anje Olaerts aan komt rijden in een rolstoel. Enkele maanden geleden werd ze overvallen door een forse reuma-aanval. “Ik kon nauwelijks meer lopen. Maar ik kan nog wel werken, en dat wil ik ook. ”Intussen is de tegenaanval ingezet en ze hoopt dat die succes oplevert. Ze heeft al heel wat te horen gekregen: ‘Ah, ge hebt uw eigen tips niet opgevolgd.’“Maar dat is het niet, dit is me gewoon in de schoot geworpen.” Ze oogt ongebroken. “Ik weet wat ik moet doen, en ik heb in deze situatie ook veel nieuwe tips ontdekt.”
thuis meespelen. Maar niet altijd is het zo ingewikkeld. Vaak is het vooral een kwestie van bewegingen en activiteiten die niet goed lopen. Mensen zijn zich daar zelden van bewust. Daarom ga ik ook altijd naar de werkplek. Kijken hoe de man of vrouw werkt. En ja, dan zie ik al gauw wat er aan schort. Soms maak ik foto’s, zodat de medewerker zelf kan zien wat hij doet. Dan maak ik een advies, geïllustreerd met foto’s hoe het beter kan. En ik hou bij hoe het verder gaat. Na zes weken ga ik weer naar de werkplek. Een half jaar later nog eens.”
Goed resultaat
Tilliften
In 2011 heeft ze rond de tachtig medewerkers geadviseerd. Ze kwamen bij haar terecht via de bedrijfsarts of de afdelingsmanager. Of gewoon uit zichzelf. Meestal klaagden ze over de zwaarte van het werk, ze hadden langdurig rugpijn of pijn in de schouders. Een aantal werkte nog, een deel zat ziek thuis. Ze is heel tevreden over het effect van haar adviezen. Bijna allemaal - op 7 mensen na - zijn ze allemaal weer aan het werk in hun oude job.
Toen Anje Olaerts twintig jaar geleden als jonge Belgische fysiotherapeut naar Klevarie kwam, waren er veel klachten over de zware belasting van medewerkers. Vaak moesten ze toen nog bewoners met eigen handen uit bed tillen. “Maar er waren toen al tilliften en dat is in de loop van de jaren gelukkig alleen maar toegenomen. Toch bleven medewerkers klagen over overbelasting.”
Hoe komt dat? Praten en kijken “Het eerste wat ik doe is dat we samen praten over de situatie. Dan komt er van alles naar boven. Soms zitten mensen helemaal in de kreukels. Dan kan ook de situatie op het werk of
Anje Olaerts: “Medewerkers kregen trainingen hoe ze met tilliften en andere hulpmiddelen moesten omgaan. Maar ja, hoe gaat dat: de ene is secuurder dan de ander en na verloop van tijd slijt het ook een beetje weg. Mijn ervaring is dat de meeste
vitaal
|
13
ijfsfysiotherapeut
"Mijn ervaring is dat de meeste klachten nu veroorzaakt worden door ‘gewone’ houdingen en bewegingen, die je bijna automatisch en niet bewust doet."
klachten nu veroorzaakt worden door ‘gewone’ houdingen en bewegingen, die je bijna automatisch en niet bewust doet. Het is van belang dat je je daarvan bewust wordt en ze corrigeert.”
Preventief
Ergocoach
Even later zegt ze: “Daarom is het belangrijk dat je mensen daarop kunt wijzen, voordat ze pijnklachten krijgen.” Soms vragen afdelingsmanagers haar of ze niet een paar dagen mee kan lopen op een afdeling. “Dat is heel zinvol. Je haalt er altijd wel een aantal uit die onbewust zichzelf overbelasten door verkeerde houdingen aan te nemen en bewegingen te maken. Als je hen daarop wijst, zijn ze vaak heel verbaasd. Ze wisten het niet van zichzelf. Als je er op tijd bij bent, kun je veel problemen voorkomen.” Naast dit alles wordt Anje Olaerts ook ingeschakeld bij de plannen voor nieuwe locaties. Zij kijkt daarbij vooral naar het gemak van de inrichting, zowel voor de medewerkers als voor de bewoners.
In de twintig jaar dat Anje Olaerts bij Vivre werkt, is er veel verbeterd qua lichamelijke overbelasting. Zo zijn er de afgelopen jaren, na een proefperiode op de afdelingen, bijvoorbeeld nieuwe tilliften (zelfs voor mensen tot 270 kg), elektrische in hoogte verstelbare douchestoelen, elektrische hoog-laag bedden en baden aangeschaft waardoor de medewerkers gezonder kunnen werken. Ook is er veel meer aandacht gekomen voor de wijze waarop je met bewoners omgaat. En dan vooral voor het alledaagse, basale werk. Hoe help je iemand op een prettige manier uit bed, hoe zet je iemand goed in een rolstoel. En dan liefst ook nog zo dat je jezelf niet overbelast. Dat vereist vakmanschap en aanvoelingsvermogen. Toen jaren geleden de ergocoaches, gespecialiseerd in het aanleren van de juiste ‘aanpak’, op het toneel verschenen, was Anje Olaerts erbij. Nog steeds is ze erbij betrokken. “Ik leid ze op en geef adviezen over nieuwe ontwikkelingen op dit gebied. De ergocoaches zijn mijn ogen op de werkvloer. Zij weten als geen ander waar op hun afdeling de problemen op het gebied van lichamelijke belasting zijn. Samen met het team van de ergocoach, fysiotherapeut, ergotherapeut en afdelingsmanager zoek ik naar een passende oplossing. Om de situatie voor zowel de bewoner als de medewerker te verbeteren. “
Streng En al rondkijkend valt het haar ook op dat er nog een wereld te winnen is. Niet alleen voor de medewerkers, ook voor de bewoners. Die zeggen wel eens tegen mij dat ik streng ben. Ik probeer altijd uit wat ze zelf nog kunnen. En spoor ze aan dat dan ook te doen. Medewerkers kijken dan verbaasd. Maar ja, dat heb ik in me. Ik kijk altijd positief naar de mensen: niet wat ze niet meer kunnen, maar wat ze nog wel kunnen. Daar gaat het om.”
Hart van goud! Op Valentijnsdag kwamen twee meiden uit Bunde, Marit Frantzen en Belice van den Hout, geheel onverwacht naar locatie De Wilgenhof. Op de dag van de liefde verrasten zij de bewoners met eigengemaakte cadeautjes. Deze werden uiteraard dankbaar in ontvangst genomen. Marit en Belice; hartelijk bedankt namens alle bewoners van De Wilgenhof.
•
14
| vitaal
Nieuwe medewerkers en leerlingen gezocht
medewerkers en
Vivre is op zoek naar nieuwe medewerkers en leerlingen voor in de zorg. En daarom starten in april nieuwe wervingscampagnes in Nederland én België. HR-adviseurs José Claessens en Gabriëlle Dols zijn enthousiast en hopen veel reacties te ontvangen. Vanaf het begin zijn zij betrokken bij de ontwikkeling. Waarom de campagnes nodig zijn, leggen ze eerst uit.
Campagne België
Geen dringend tekort Volgens beide dames heeft Vivre nog geen dringend tekort aan personeel, maar met het oog op de toekomst is het toch goed om nu al te beginnen met werven. Gabriëlle Dols: “Door de toenemende vergrijzing en vraag naar zorg ontstaat ook steeds meer vraag naar personeel. Op dit moment krijgen we vrijwel alle vacatures gevuld, maar dat kan gauw veranderen. Het wordt steeds lastiger om verzorgenden van bijvoorbeeld niveau 3 te vinden.” Ondanks de goede contacten met opleidingsinstituten blijft het lastig om jongeren te enthousiasmeren voor de zorg. De sector kampt met imagoproblemen. Voor velen is de zorg niet aantrekkelijk. Daarnaast zijn ‘slecht betaald krijgen’ en hoge werkdruk veel gehoorde kreten. We proberen deze vooroordelen uit de weg te helpen en gaan de uitdaging aan om nieuwe collega’s te zoeken.”
Extra geld
Mariette zoekt helpende hand.
Mariette helpt je aan een job op www.vivrejobs.be
Mariette zoekt helpende hand.
Mariette helpt je aan een job op www.vivrejobs.be
De laatste tijd heeft Vivre gemiddeld zo’n acht vacatures openstaan. Het gaat dan vooral om de functie verzorgende. Dat het aantal vacatures binnenkort sterk toeneemt, heeft te maken met het extra geld dat Vivre van de overheid heeft gekregen voor het aantrekken en opleiden van personeel. Gabriëlle Dols: “Het gaat hierbij om een totaalbedrag van E 3,4 miljoen. Deze zogenoemde intensiveringsgelden worden vooral gebruikt om meer handen aan het bed te krijgen. Zodoende zijn wij op zoek naar nieuwe medewerkers; zo’n 30 fulltimers. De nieuwe wervingscampagnes moeten ons daarbij helpen. Daarnaast willen we intern medewerkers opleiden van niveau 2 naar niveau 3 en de medewerkers niveau 3 bijscholen.”
Mariette trakteert je...
Kijk voor meer informatie op www.vivrejobs.be
vitaal |
leerlingen
Eva Zvoorgt o
Nieuwe koers Het werving- en selectiebeleid van Vivre wordt momenteel geactualiseerd. Hierop vooruitlopend is de werving gemoderniseerd. De nieuwe wervingscampagnes laten dat zien. Gabriëlle Dols: “De afgelopen jaren gingen wij vrij traditioneel te werk. Zo waren onze vacatureteksten bijvoorbeeld niet meer van deze tijd.” José Claessens: “We zoeken meer aansluiting met onze doelgroepen. Vandaar dat nu ook is gekozen voor een Nederlandse èn een Belgische campagne.”
aandr acht! L^ _o ^_c de od
Z` cV Vg b ZY Zl Zg `Z gh bZ i] Zi K^ kg Z"\ Zk dZ a
Nederlandse campagne De Nederlandse campagne moet vooral een breed publiek aanspreken. José Claessens: “Ja, in deze fotoreeks staat het individu centraal. We hebben zes hoofdrolspelers die hun leeftijdsgenoten moeten bereiken. Zo hebben wij een jonge meid die net van school komt, maar ook een vrouw met jarenlange ervaring in de zorg. Hiermee willen we laten zien dat iedereen die in ons geïnteresseerd is van harte welkom is.” Naast een uitgebreide TV campagne op L1 worden in verschillende huis-aan-huisbladen advertenties geplaatst. De campagne duurt tot eind april.
]i ie /$$ l l l#k
^k gZ #c a$l Zg `Z
cW ^_ k^ kg Z
Campagne Nederland
Belgische leerlingen Waarom een Belgische campagne? Gabriëlle Dols: “In België zoeken we vooral leerlingen, want in Nederland loopt de aanwas terug. Voor Belgische leerlingen hebben wij een groot voordeel. Zij worden bij ons opgeleid tot verzorgende. Dit niveau tussen helpende en verpleegkundige is in België niet bekend. Bovendien krijgen BBL- leerlingen bij ons betaald. In België krijgen leerlingen niets.”Om de jongeren in Belgisch Limburg te bereiken, heeft een Belgisch reclamebureau een campagne ontwikkeld. De campagne is verrassend met pakkende beelden en teksten. Gabriëlle Dols: “Naast een uitgebreide printcampagne met grote reclameborden langs de weg, hebben we ook bioscoopspots gemaakt. Daarnaast zijn we te zien in de jeugdhuizen en er is een aparte website gebouwd www.vivrejobs.be.”
15
Kim
Hugo
Zorgt voor
Zorgt voor
enthousiasme! L^_o^_cdeodZ`cVVgbZYZlZg`Zgh bZi]ZiK^kgZ"\ZkdZa
]iie/$$lll#k^kgZ#ca$lZg`ZcW^_k^kgZ
uitdagingen! L^_o^_cdeodZ`cVVgbZYZlZg`Zgh bZi]ZiK^kgZ"\ZkdZa
Karin
Marij
Zorgt voor
Zorgt voor
betrokkenheid! L^_o^_cdeodZ`cVVgbZYZlZg`Zgh bZi]ZiK^kgZ"\ZkdZa
]iie/$$lll#k^kgZ#ca$lZg`ZcW^_k^kgZ
]iie/$$lll#k^kgZ#ca$lZg`ZcW^_k^kgZ
ervaring!
L^_o^_cdeodZ`cVVgbZYZlZg`Zgh bZi]ZiK^kgZ"\ZkdZa
]iie/$$lll#k^kgZ#ca$lZg`ZcW^_k^kgZ
Esther
Zorgt voor
evenwicht! L^_o^_cdeodZ`cVVgbZYZlZg`Zgh bZi]ZiK^kgZ"\ZkdZa
]iie/$$lll#k^kgZ#ca$lZg`ZcW^_k^kgZ
•
Kijk voor meer informatie op www.vivre.nl/werkenbijvivre
16
| vitaal
Binnen de dienst Behandeling en Begeleiding van Vivre zijn op het ogenblik negen psychologen actief. Verspreid over diverse locaties en afdelingen stellen ze hun kennis in dienst van het innerlijk leven en het daaruit voortvloeiende gedrag van cliënten. Marina van Schoubroeck en Claudy Linssen vertellen in locatie Grubbeveld over hun werk en ervaringen als verpleeghuispsycholoog.
H Binnen de dienst Behandeling en Begeleiding van Vivre zijn op het ogenblik negen psychologen actief. Verspreid over diverse locaties en afdelingen stellen ze hun kennis in dienst van het innerlijk leven en het daaruit voortvloeiende gedrag van cliënten. Marina van Schoubroeck en Claudy Linssen vertellen in locatie Grubbeveld over hun werk en ervaringen als verpleeghuispsycholoog.
Psychologen: Het welzijn van cliënten wordt steeds meer hoofdzaak
T
wee zaken vallen op. In de eerste plaats ligt de nadruk sterker dan ooit op het welzijn van cliënten. Daarnaast is de directe samenwerking tussen psychologen en verzorgenden van doorslaggevend belang om tot goede resultaten te komen.
Psychosociaal model De huidige ontwikkelingen in de Nederlandse gezondheidszorg richten zich sterk op de terugdringing van vrijheidsbeperkende maatregelen. Zo mogen bewoners niet langer ‘zomaar’ worden vastgebonden. Ook het in groten getale voorschrijven van rustgevende medicatie is duidelijk op de weg terug. Marina van Schoubroeck: “We zijn bezig om de omslag te maken van het medische model – mensen een pil geven en vervolgens in een stoel zetten – naar een psychosociaal model.” Claudy Linssen: “Daartoe verdiepen we ons zo goed mogelijk in wat er speelt en leeft onder onze bewoners. Naast geestelijke aandoeningen hebben ook lichamelijke kwalen vaak een grote weerslag op hun welzijn. Daarom leveren we onze bijdrage zowel op de psychogeriatrische als somatische afdelingen. Daarnaast werken we voor bijzondere doelgroepen, zoals revaliderenden, jong dementerenden en gerontopsychiatrische bewoners.”
Werk Marina van Schoubroeck: “Ons werk bestaat onder meer uit dossieronderzoek, psychologisch onderzoek, observaties en advisering in de omgang. Ook maken we gebruik van testen die ons duidelijkheid geven over de geheugenfunctie, het oriëntatievermogen en de mate waarin iemand in staat is om bepaalde handelingen te verrichten. En we maken een algemene analyse van de sterke en zwakke punten van een cliënt. Als er sprake is van probleemgedrag of als er behoefte is aan een persoonlijk behandelplan vindt vaak een gedragsanalyse plaats via de zogenoemde ABC-methode. Op deze manier kunnen we achterhalen wat de uitlokkende factoren zijn die iemands gedrag bepalen. Vervolgens proberen we die factoren positief te beïnvloeden.” Marina van Schoubroeck
vitaal |
Welzijn van cliënten Samen met verzorgenden
Eén-op-ééngesprekken
Bij vrijwel alle activiteiten van de psychologen staat teamwork voorop. Claudy Linssen: “Tijdens een omgangsoverleg bijvoorbeeld stippelen we in samenspraak met de verzorgenden een behandellijn uit voor de betreffende bewoner. De ABC-methode speelt hierbij een belangrijke rol, evenals de interactie met de verzorgenden op de werkvloer. Zij zijn onze extra ogen en oren. Zonder hun deskundigheid en observaties zouden we nooit een goed inzicht krijgen in een cliënt. Dat geldt ook voor de kennis die familieleden ons kunnen aanreiken over de achtergrond van een cliënt. Van die informatie willen we in de toekomst nog meer gebruikmaken.”
“Dat is onder meer het geval bij hevige agressie, een depressie of rouwverwerking na het verlies van een dierbare. Het is mooi als je dan toegevoegde waarde kunt leveren tijdens één-opééngesprekken met cliënten. Of als je samen met een team het welzijn van een bewoner een positieve wending kunt geven.” Claudy Linssen: “Het is trouwens ook mooi als Vivremedewerkers enthousiasme uitstralen en zelf initiatieven nemen. Ik denk aan de huismeester die een bewoner met geestelijke problemen uitnodigde om samen met hem klusjes te gaan doen. Je zag hoe die cliënt per dag aan zelfvertrouwen won doordat hij gelijkwaardig werd behandeld. Geweldig!”
Reëel zijn De hulp van de psychologen wordt bijvoorbeeld ingeroepen als verzorgenden geen uitweg meer zien, als de indruk ontstaat dat een bewoner lijdt onder zijn situatie of als de overige bewoners last hebben van het gedrag van een cliënt. Het gaat dan vaker om aanhoudend en repeterend roepgedrag, zoekgedrag, agressie of dwalen over de afdeling. Marina van Schoubroeck: “Door onze overkoepelende kennis van verschillende ziektebeelden proberen we te achterhalen waar bepaald gedrag vandaan komt en hoe we daarop kunnen inspelen. Meestal lukt dat, maar niet altijd. Daar moeten we reëel in zijn.”
Kennis delen
Claudy Linssen
Geen toverstaf Soms bevindt zich de oplossing van een probleem heel dichtbij. Claudy Linssen: “Een tijd geleden reageerde een bewoner nogal agressief op een andere bewoner, omdat deze - onbewust en onbedoeld - op diens vaste plaats was gaan zitten tijdens het eten. Nadat het voorval was geanalyseerd, bleek dit problematische gedrag relatief eenvoudig op te lossen door één van de twee bewoners net iets eerder zijn maaltijd aan te bieden.” Marina van Schoubroeck: “Zo eenvoudig kan het soms zijn. Dan weer is gedrag meer complex, spelen er verschillende factoren mee en zou je willen dat je als psycholoog een toverstaf tot je beschikking had.”
Claudy Linssen: “We delen onze kennis graag met de verzorgenden. Dat maakt hun draagkracht groter, met als gevolg dat ook de bewoners er wel bij varen. Daarnaast willen we steeds bijleren. Onlangs nog hebben we een symposium bijgewoond over jong dementerenden en de woonvormen die het beste bij hen passen. Verder bezoeken we collegainstellingen waar belevingsgerichte zorg centraal staat. Net als bij Vivre, maar dan vanuit een ietwat andere invalshoek. Het is belangrijk dat we ons blijven verdiepen in de mogelijkheden van onze bewoners. En dat we rekening houden met de levensloop en gewoonten van al onze cliënten. Daar gaat het uiteindelijk allemaal om.”
•
17
18
| vitaal
9 vragen De negen vragen over het leven van Pierre Defesche
Wie ben je? Pierre Defesche (55). Ik woon met mijn vrouw Yvonne en tweelingzonen Bas en Jorrit in Wylre. Dochter Nadine woont in Maastricht samen met haar vriend Gaston. Wat is je functie binnen Vivre? Ik ben huismeester in Hagerpoort en lette tot voor kort nog een beetje op het nu lege oude zorgcentrum Amby. Hoe lang werk je al bij Vivre? Sinds oktober 2009. Daarvóór heb ik 32 jaar bij de technische dienst van KPN gewerkt. En bevalt het? Zonder overdrijven heb ik nu de baan van mijn leven. Had veel eerder moeten overstappen. De laatste tien jaar bij KPN was een tijd vol onzekerheid. Het was er ook allemaal heel zakelijk. In het kader van een grote reorganisatie ben ik ontslagen en heb toen tien maanden thuis gezeten. Dat was geen pretje. Bij Vivre heb ik me vanaf de eerste dag thuis gevoeld. Hier zijn mensen nog belangrijk. Ik heb het dan ook ontzettend naar mijn zin. Wat zijn je dagelijkse bezigheden? Ik kan natuurlijk een aantal dingen noemen, zoals de dagelijkse planmatige taken. Maar ik voel mij ook iemand die in dienst staat voor de bewoners en de medewerkers. Ik probeer het hen naar de zin te maken bij het oplossen van technische problemen, maar zeker ook met het luisterend oor. Ik probeer zoveel mogelijk zaken zelf of samen met collega’s op te lossen. Ik vind het leuk dat je iets kunt betekenen voor oudere mensen. Dat geeft me veel voldoening. En de mensen vinden het fijn dat je echt aandacht voor hen hebt. Op die manier ontstaat er ook een goede sfeer in huis. Dat kan natuurlijk alleen als het goed klikt met je collega’s op de werkvloer en het facilitair bedrijf. Ik was dan ook verrast met de uitverkiezing facilitair medewerker van het jaar. Geweldig!! Hagerpoort is een nieuw complex met op dit moment 24 zorgwoningen, 11 zelfstandige woningen met Volledig Pakket Thuis, en 30 bewoners die kleinschalig in groepsverband wonen. Binnen enkele maanden begint de sloop van het oude zorgcentrum Amby, en kan er begonnen worden met fase 2 van de nieuwbouw. Wat doe je graag in je vrije tijd? Ik ga in mijn vrije tijd graag mountainbiken en ik ben een enthousiaste hobbyfotograaf. Ga ook graag samen met Yvonne naar de stad. En ’s avonds laten wij onze hond Boyke uit, zo blijven we samen in beweging. Wat is het mooiste moment in je leven? Ach, elke dag heeft zijn mooie momenten. Weet je, ik tel mijn zegeningen: ik heb een baan die me echt bevalt, en zolang wij gezond zijn en als thuis alles goed gaat, wat mag je dan als mens nog meer wensen? Wat zou je graag nog eens doen in je leven? De Staatsloterij winnen. Wat is je lijfspreuk? Laat je door niemand wijs maken dat je iets niet kunt.
•
vitaal |
Om het gastvrijheidgevoel te vergroten ontvingen de managers van beide locaties een cheque ter waarde van E 1.500,-
De Wilgenhof en Beukeloord
Gewoon Beter Op 9 februari kregen meer dan 100 medewerkers van De Wilgenhof en Beukeloord ook hun langverwachte certificaat van Vivre Gewoon Beter. Een jaar geleden waren zij van start gegaan met het trainingstraject; en met goed resultaat. De medewerkers hadden een avondvullend programma georganiseerd. Daarin gaf elke werkgroep een korte presentatie over hun ervaringen. Er was ook een humoristische sketch die werd ingeleid met een eigengemaakte film. De avond werd afgesloten met de overhandiging van het certificaat en het bekende Gewoon Beterspeldje.
19
C olo f on
Het instellingsblad van Vivre verschijnt vier maal per jaar en wordt gratis verspreid onder medewerkers, cliënten en externe relaties van de onder de stichting ressorterende instellingen. R edactieadres Marc Kentgens, Staffunctionaris Communicatie, tel.: (043) 631 41 87,
[email protected], Postbus 241, 6200 AE Maastricht. RedactieLEDEN Marlies van Bun, Ber Crouzen, Carla Janssen, Marc Kentgens, Karina Louwe, Chantalle Lubbering, Yvonne Stallinga, Gerdie Winckelmolen. EINDRedactie Ber Crouzen. Foto's Marc Kentgens, Laurens Bouvrie (coverfoto). Ontwerp Advance Communications, Geleen. Drukwerkverzorging Profeeling, Beringen (BE). Oplage 3.000 exemplaren.
Tips voor de redactie Heeft u tips of suggesties, stuur deze dan naar het bovenstaand redactieadres.