Opening Klein Gulpen kijk op pag. 13
V I TAAL I S EEN UI TGAV E VA N V I V RE E N V E RS C HI J N T V I E R K E E R PE R J A A R
Week van de Ouderen kijk op pagina 16 &17
NOV 2013 NR.
419
2
| vitaal
Inhoud 03 )
Voorwoord Dik Mol
04 )
Envida: onze fusieorganisatie komt tot leven
06 )
Jubileumfeest De Zeven Bronnen
07 )
't Bloemetje voor ...
07 )
Peter Houben: De beginjaren waren het leukst!
08 )
Nieuwe ouderenzorg is niet zo slecht
10 )
8 vragen
11 )
Guus Schenk is een gelukkig mens
12 )
SPP: personeelsplanning op de lange termijn
13 )
Officiële opening Klein Gulpen
13 )
De Vitaliteitsagenda
14 )
Vivre, gewoon beter: waardigheid voor het individu
15 )
La Valence en Grubbeveld ontvangen certificaat SNIV
16 )
Week van de Ouderen groot succes
18 )
40 jaar Beukeloord
19 )
VITAAL: Spiegel van een nieuwe tijd
vitaal |
gevoelens
Gemengde
gevoelens
L
aat ik van mijn hart maar geen moordkuil maken: vandaag zit ik met gemengde gevoelens voor mijn beeldscherm. Aan de ene kant is er de melancholie. Immers, vandaag ziet u de laatste editie van de Vitaal. Onze Vitaal, dat kleurige, feestelijke, informatieve blad dat u al vele jaren alle wetenswaardigheden van Vivre brengt. Een fijn blad, gevarieerd, gerund door een enthousiaste redactie. U mag wel weten, een blad waar ik trots op ben. Over enkele dagen moet ik zeggen: waar ik trots op was.
Kabinetsbeleid Tegelijk wordt het steeds duidelijker welke gevolgen het kabinetsbeleid heeft voor de nieuwe organisatie. Met name de afbouw van de verzorgingshuizen in de komende vier, vijf jaren zal zijn sporen gaan nalaten. De komende weken hopen we u daarover concrete informatie te kunnen geven. Veel van onze cliënten zullen in de toekomst thuis blijven wonen. Ook in dat opzicht komt de fusie op een gunstig moment. Zo kan ook Vivre de komende jaren meer aandacht geven aan de thuissituatie en aan thuiszorg.
Nieuw tijdperk Toen Vitaal voor het eerst uitkwam in 2005 nummerden wij gewoon door waar de voorganger, de BA-gezet, op dat moment was. Daarmee werd aangegeven dat er weliswaar wat veranderde in de organisatie, maar er werd tegelijk heel erg voortgebouwd op de intramurale organisatie van toen. Nu houden we op bij nummer 419. Het blad van de nieuwe organisatie, dat ontstaat als gevolg van de fusie, zal met nummer 1 gaan beginnen.
In deze situatie van krimp en nieuwe uitdagingen vieren we ook dit jaar het kerstfeest en oud en nieuw. Met gemengde gevoelens. Niettemin hoop ik dat de komende feestdagen u goed zullen doen.
•
Daarmee wordt duidelijk gemarkeerd dat het dit keer niet alleen om een verandering van ‘het jasje’ gaat. Nee, het geeft aan dat met de fusie tussen Vivre en GroenekruisDomicura een nieuw tijdperk ingeluid wordt. En dat is dan iets waar ik wel weer vrolijk van word. Al snel na het besluit tot samengaan, is er in beide organisaties een breed gedragen beweging ontstaan die zijn weerga niet kent. Dat elan bevestigt voor mij des te meer dat deze fusie voor beide organisaties de juiste weg is.
Dik Mol Raad van Bestuur Vivre
3
4
|
vitaal
P r o c e s m a n a g e r G a b b y S c h u t t e n b e l t m e t b e w o n e r d h r. R i n g s
Bestuurders Dik Mol ( Vivre) en Jan Maarten Nuijens (GroenekruisDomicura)
H
et is bijna zover. Vanaf 1 januari gaan Vivre en GroenekruisDomicura officieel verder als één organisatie. Inmiddels is ook de naam van onze nieuwe organisatie bekend: Envida. Het is voor iedereen even wennen natuurlijk, maar de eerste reacties zijn alvast positief. Aan de vooravond van 2014 spreken we bestuurders Jan Maarten Nuijens (GroenekruisDomicura) en Dik Mol (Vivre) over de nieuwe naam, het verloop van de fusie en de toekomst van Envida.
Keuze voor eenheid Envida is een samenvoeging van de Spaanse woorden ‘en’ (middenin) en ‘vida’ (leven). Dik Mol: “Het is een fantasienaam, geen bestaand woord, maar toch klinkt het al meteen vertrouwd. Dat is belangrijk en bovendien past de betekenis goed bij ons: we staan midden in het leven en willen er zijn voor onze cliënten.” Jan Maarten Nuijens: “Envida heeft ook iets van ‘inviteren’; mensen moeten zich uitgenodigd voelen om van onze diensten gebruik te maken. Onder de nieuwe naam staat ‘zorgthuis’, nog zo’n nieuw begrip waarmee we de brug slaan tussen de thuiszorg van GroenekruisDomicura en de zorgtehuizen van Vivre. Daarmee is in twee woorden het verhaal rond.” Nu de naam er is lijkt het allemaal zo vanzelfsprekend, toch heeft de naamgeving nog wel wat hoofdbrekends gekost. De eerste vraag die de bestuurders elkaar stelden, was: ‘Hebben we eigenlijk wel een nieuwe naam
nodig?’ Dik Mol: “We hebben er bewust voor gekozen onder een compleet andere naam verder te gaan. Daarmee willen we uiting geven aan het feit dat we samen aan iets nieuws beginnen, we zijn allemaal onderdeel van de nieuwe familie. Eén krachtige nieuwe naam straalt direct meer eenheid uit dan namen die voortborduren op het verleden. Dat is ook om praktische redenen van belang. Zo kiezen we voor een gezamenlijke frontoffice waarin de zorgcentrale van GroenekruisDomicura en Vivre worden geïntegreerd. Dit wordt het gezicht naar buiten toe; voor cliënten en potentiële cliënten, maar ook voor verwijzers en andere stakeholders. Voor iedereen is er straks één frontoffice als het loket voor de nieuwe organisatie, met één duidelijke naam: Envida.”
Groot groeien om kleinschalig te organiseren Een nieuwe naam is belangrijk, maar beide bestuurders haasten zich om het belang ervan voor de cliënten te nuanceren. Jan Maarten Nuijens: “In onze contacten met andere organisaties en ketenpartners zullen wij duidelijk voor Envida staan, maar we zijn ons er terdege van bewust dat onze cliënten zich vooral verbonden voelen met hun locatie of hun thuiszorgteam. Envida is slechts ondersteunend of dienend daaraan. Het concern regelt de zaken die op de achtergrond geregeld moeten worden. Daarom is de huisstijlkleur ook blauw en niet warm rood of oranje, zoals je misschien zou verwachten. De warmte en het accent van de organisatie liggen in de wijken. Ter plaatse zal de locatieaanduiding ook veel prominenter zijn dan de naam Envida.” Dik Mol: “We moeten groot groeien om kleinschalig te organiseren. De herkenbaarheid van de wijkteams en de locaties is essentieel, Envida is er om de kwaliteit en continuïteit te waarborgen.”
Het beste van twee werelden Cliënten maken sinds kort kennis met de nieuwe naam en uitstraling, maar merken verder weinig verandering in de praktijk van hun dagelijkse zorg. De vertrouwde gezichten en contactpersonen blijven. Jan Maarten Nuijens: “Een klant in de wijk Malpertuis behoudt zijn eigen wijkteam, een bewoner van Grubbeveld ziet dezelfde verzorgers door de gangen lopen. Achter de coulissen wordt er echter gigantisch veel werk verzet om de ondersteunende diensten te integreren. Daarbij leren we veel van elkaar. Onze organisaties hebben de afgelopen jaren afzonderlijk van elkaar een sterke ontwikkeling doorgemaakt.
vitaal |
Onze fusieorganisatie komt tot leven Zo zoeken we bij alles naar de ideale oplossing, maar uiteindelijk zal veel van de synergie niet op managementniveau ontstaan, maar juist tussen medewerkers onderling. Nu we beide naast elkaar leggen, zien we dat Vivre sommige dingen slimmer heeft geregeld dan GroenekruisDomicura en vice versa. Zo heeft Vivre als intramurale instelling een sterk
ondergebracht op een locatie van Vivre. Hier ontmoeten de verschillende medewerkers elkaar regelmatig en ze komen nu al spontaan met ideeën hoe we de dienstverlening beter op elkaar kunnen afstemmen en de organisatie kunnen verbeteren. Dat er zo spontaan ideeën ontstaan bij de mensen zelf, vind ik heel inspirerend.” Dik Mol: “Daar ben ik het helemaal mee eens. Uiteindelijk moeten vanuit de chemie tussen Vivre en GroenkruisDomicura mooie dingen tot stand komen. Wat dat betreft staan we nog aan het begin. Als het regelwerk is gedaan, zal de echte kruisbestuiving ontstaan. Nu we allemaal onder de Envida-vlag werken, komt dat zeker op gang.”
Samen de uitdaging aangaan Het gevoel dat momenteel overheerst is gezonde nieuwsgierigheid. Hoe zal het allemaal verlopen, wat gaat het opleveren? Jan Maarten Nuijens: “Eventuele onrust onder cliënten en medewerkers wordt niet door deze fusie veroorzaakt, maar veel meer door de plannen van Rutte 2. Iedereen voelt dat de aankomende bezuinigingen een grote impact zullen hebben. Nu de fusie in bestuurlijke zin grotendeels is uitgewerkt, gaan we daar veel van onze aandacht
ontwikkeld facilitair bedrijf. De wijze waarop zij gebouwbeheer aanpakken nemen we natuurlijk over, daarmee kunnen we echt een slag maken.” Dik Mol: “GroenekruisDomicura heeft digitaal archiveren dan weer heel goed op orde, dus dat gaan wij overnemen. Overigens heeft vrijwel alles wat we tegenwoordig doen belangrijke ICT-aspecten. Op dit punt zie je dat Vivre en GroenekruisDomicura wezenlijk anders zijn georganiseerd. Vivre heeft ICT volledig in eigen huis, GroenekruisDomicura heeft het grootste deel uitbesteed. Hier zijn we op een soort hybride vorm uitgekomen. De hardware gaan we outsourcen, de ondersteuning houden we in huis. Ik durf best te zeggen dat we zo het beste van twee werelden krijgen. We profiteren van de voordelen van cloud computing, maar hebben wél eigen helpdeskmedewerkers.” Jan Maarten Nuijens vult aan: “Zo zoeken we bij alles naar de ideale oplossing, maar uiteindelijk zal veel van de synergie niet op managementniveau ontstaan, maar juist tussen medewerkers onderling. We roepen al meer dan een half jaar dat er geen Vivre-belang of GroenekruisDomicura-belang meer is, alleen nog een gezamenlijk belang. Dat gevoel begint stilaan te leven. Zo hebben we een nachtteam van GroenkruisDomicura
op richten.” Dik Mol: “Zo’n fusie dwingt je toch om langere periode vooral naar binnen te kijken, maar we moeten nu eenmaal eerst door dit fusieproces heen. We zijn ervan overtuigd dat we samen beter in staat zijn om de krapte die op ons afkomt aan te kunnen. Maar nu gaat onze blik ook weer meer naar buiten en daar kijken we ook wel naar uit.” Jan Maarten Nuijens besluit: “Als één Envida gaan we de uitdaging aan; samen met cliënten, medewerkers, gemeentelijke overheden en ketenpartners. Springlevend, midden in het leven.”
•
5
6
|
vitaal
Jubileumfeest
M e v r. B o t t e r en Locatie man
De Zeven Bronnen
ager Jos va n Hoof
De Zeven Bronnen bestaat dit jaar 25 jaar. Het verpleeghuis in Amby is nog altijd in ontwikkeling. Naast een compleet nieuwe woonvleugel, die pas is opgeleverd, vindt er de komende jaren een grootschalige renovatie plaats. De entree, het restaurant en de aangrenzende winkel hebben inmiddels al een metamorfose ondergaan.
Receptie en rondleiding Op donderdag 3 oktober was het grote jubileumfeest met onder meer een receptie in het vernieuwde restaurant. Net als de bewoners werden ook de gasten op een high tea getrakteerd. Na afloop kon men deelnemen aan de rondleiding door de nieuwbouw. Hierbij werd ook de nieuw aangelegde binnentuin met het kunstwerk van kunstenares Monique Lipsch bezocht.
TV Limburg Op de feestdag werd tevens de reportage van TV Limburg getoond. Zij waren enkele dagen ervoor een kijkje komen nemen. Hierbij brachten ze ook een bezoek aan bewoonster mevrouw Botter. Zij woont in de nieuwe woonvleugel. Met trots heeft ze de cameraploeg haar appartement en de locatie laten zien.
•
25jaar Het verpleeghuis in Amby is nog altijd in ontwikkeling.
vitaal |
7
't bloemetje voor ... Het laatste bloemetje van Vitaal is voor Charlotte Simons
Peter Houben:
J
arenlang heeft Charlotte Simons in de thuiszorg van GroenekruisDomicura gewerkt. Vijf jaar geleden, sinds de opening van Croonenhoff, werkt ze als helpende op de afdeling d’n Duuker. Hier heeft ze helemaal haar draai gevonden. De collega’s van de afdeling hadden een e-mail naar de redactie gestuurd, want als iemand het laatste bloemetje verdient, dan is Charlotte het wel. Collega Angelique Vehoeven: “Charlotte is een geweldige vrouw. Ze is heel attent en collegiaal. Als iemand van ons ziek is, is ze altijd bereid om in te vallen. Daarnaast doet ze veel voor de bewoners.” Charlotte: “Wat een verrassing; echt leuk. Het werk is, naast koken, mijn passie. Een tijdje terug had ik ontzettend veel tomaten in de tuin. Ik heb toen lekkere tomatensoep gemaakt en meegenomen naar het werk. De bewoners hebben ervan genoten.” Het team bestaat uit veertien medewerkers. EVV-er Carmen Wellens: “Wij zijn echt een team. We zijn allemaal oprecht en betrokken. Als er iets is, staan we voor elkaar klaar. Dat is in de loop der jaren gegroeid. In de beginfase, bij de start van deze kleinschalige woonvorm, moesten we veel zelf doen en ontdekken. Gaandeweg hebben we allemaal onze draai gevonden." Charlotte: “We zijn allemaal allround en helpen elkaar waar nodig. Ik ga hier nooit meer weg.” Dat de bewoners ook een zwak voor Charlotte hebben, bleek wel toen de heer Kluten haar ook nog even persoonlijk kwam feliciteren. ”Je verdient het echt”, zegt hij stellig en kust haar vervolgens stevig op de wang. Charlotte glundert.
De beginjaren waren het leukst! Peter Houben (61) werkt al 43 jaar bij Vivre. “Eigenlijk nog langer. Ik was zestien toen ik ging werken bij het toenmalige Burgerlijk Armbestuur. Te jong om officiëel in dienst te komen. Ik was toen vakantiekracht.” Hij is desondanks één van de medewerkers met de meeste dienstjaren.
E
en écht vak heeft hij nooit geleerd. Maar dat was in die jaren geen probleem. In de grote keuken van Klevarie konden ze hem goed gebruiken als één van de vele hulpkrachten die meehielpen om de grote voorraden groenten die dagelijks binnen kwamen klaar te maken voor de koks. Hij heeft zijn fotoalbum meegebracht. En daar ontdek ik de jonge Peter bij enorme koffiekannen. “Dat was in het begin.” In de eerste jaren werkte hij in het magazijn van de oude keuken van Calvariënberg. Daar zette hij elke morgen de koffie voor de bewoners en het personeel. Twee grote koffiemachines van 75 liter. "Ik begon om half acht en een half uur later kwamen de medewerkers de verse koffie ophalen. Op die manier leerde ik veel mensen kennen. Dat vond ik leuk.”
Leukste jaren Hij werkte in die jaren ook in het magazijn. Daar stond de drankvoorraad. “In het weekend kreeg elke bewoner een flesje bier van De Leeuw. En elke vrijdagmiddag konden bewoners er ook gewoon drank kopen. Niet alleen bier, ook limonade en jenever en zelfs Vieux. Hij herinnert zich een bewoonster van het Elisabethhuis,
Lees verder op pagina 8 >
8
| vitaal
< Vervolg van pagina 7 waar toen mensen verbleven die welvarend waren. Mevrouw Slagter, “een heel aardige en knappe oudere dame” belde elke week haar bestelling door: een kruikje jenever en 16 flesjes oud bier. “Die ging ik dan bij haar bezorgen. En dan maakte ik een praatje.” “Die beginjaren waren het leukst”, zegt Peter. “Juist omdat je toen veel contact had met de bewoners en verpleegsters. Dat gaf het werk kleur.”
Groente Toen in 1976 het nieuwe Klevarie in gebruik genomen werd, vroeg het hoofd van de keuken hem of hij niet bij hem wilde werken. Zo kwam hij in de nieuwe keuken terecht. Het contact met de andere afdelingen verdween. Hij werd een man op de achtergrond. “Toch was ook dat prettig werk. Er hing een goede sfeer in de keuken. Er werd veel gezongen.” Hij had er zijn vaste werk. Elke morgen sneed hij de groente voor de koks. Daarna waste hij af. Soms hielp hij mee met het klaarmaken van de toetjes. In een grote keuken – Klevarie telde rond de 400 bewoners – is er altijd wel wat te doen. De fotoalbums tonen gedekte tafels en grote taarten. Daar kan Peter met smaak over vertellen.
Veel veranderd In de loop van de jaren is er veel veranderd. De grote keuken van Klevarie werd gerenoveerd. Er kwamen nieuwe koks en nieuwe bereidingswijzen. Het sousvidesysteem werd ingevoerd. Enkele jaren geleden verhuisde de grote productiekeuken naar Heerlen; er bleef een kleinere satelietkeuken over. Het grote Klevarie liep leeg. Maar Peter bleef. En hij werkt er nog steeds.
"Een kruikje jenever en 16 flesjes oud bier“ Die ging ik dan bij haar bezorgen en dan maakte ik een praatje.
J
os Schols: “Ik zit nu bijna dertig jaar in de ouderenzorg en al die jaren werd er gehamerd op de noodzaak de kosten in de hand te houden. Het kabinet Rutte 2 heeft nu eindelijk gekozen voor een grondige aanpak. De tijd is er ook rijp voor. Praktisch alle politieke partijen erkennen de noodzaak daartoe.”
Uit de hand Hij geeft wat cijfers: De kosten voor de gezondheidszorg in het algemeen en de ouderenzorg in het bijzonder dreigen uit de hand te lopen. De reële zorguitgaven stijgen sinds het begin van deze eeuw met circa 4,3% per jaar. Dat is bijna drie keer zoveel als de structurele economische groei. Door de voorgestelde hervormingen hoopt de overheid een structurele verlaging van dit groeipad te realiseren. Het kabinet wil binnen de ouderenzorg in een periode van vier jaar zeker 2,5-3,0 miljard bezuinigen.
Remedie De remedie die het kabinet voor ogen staat, is inmiddels bekend. Jos Schols: “ De overheid die zorgt van de wieg tot het graf is voorbij; het kabinet wil dat de burgers weer zelf de regie in handen nemen. De zorg en dienstverlening moeten zoveel mogelijk geschieden in de eigen woonomgeving van de zorgvrager en liefst niet in een verzorgingshuis of verpleeghuis. De dagen van het verzorgingshuis lijken geteld en de mantelzorg zal een nog prominentere rol moeten gaan spelen.”
Sängerknaben
Negatief
Hij is zijn hele leven ongetrouwd gebleven. Toen zijn ouders nog leefden, woonde hij thuis. Sinds een aantal jaren heeft hij een flatje, niet zover van zijn oudere broer Ferdy. De ene helft van de week kookt hij zelf. Dan komt zijn broer bij hem eten. De andere helft geniet hij van de kookkunsten van zijn broer. Met hem deelt hij zijn grote hobby: de Wiener Sängerknaben. Van dat beroemde Weense jongenskoor weet hij alles. En hij heeft er ook zowat alle opnamen. Samen met zijn broer heeft hij de afgelopen jaren een boek gemaakt over het koor. Een discografie. “Daar zijn ze in Wenen jaloers op.” Elk jaar gaat hij met zijn broer naar Wenen. Om bij te praten, om gegevens uit te wisselen. “Ze zijn daar altijd heel blij als we weer oude foto’s of platen ontdekt hebben, die ze zelf niet hebben.” Nee, het leven van Peter Houben draait niet alleen om de keuken.
De plannen hebben veel negatieve reacties opgeroepen. Veel ouderen realiseren zich geleidelijk aan dat er straks minder geld en zorg beschikbaar is en dat zij straks hun eigen zorg moeten regelen en daar ook financieel meer aan moeten bijdragen. Zorgaanbieders ervaren inmiddels duidelijk dat de aanstaande sluiting van veel verzorgingshuizen ook gevolgen hebben voor hun medewerkers. Zij vrezen de ontslagen die ze moeten aankondigen.
•
Positief Toch pleit Jos Schols ervoor om de voorgestane en onontkoombare veranderingen te zien als een uitdaging en er dus niet alleen negatief tegenover te staan. Hij wijst op een aantal positieve ontwikkelingen in de samenleving. “Vaak wordt beweerd dat er steeds meer ouderen komen die veel zorg nodig hebben. Maar wij vergeten dat de meeste mensen in ons land veel langer gezond zijn dan vroeger. En
Nieuwe ouderenzorg is niet zo slecht
vitaal |
Jos Schols, hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Universiteit Maastricht en manager Behandeling&Begeleiding in Vivre, is dezer dagen een drukbezet man. Nu het kabinet begonnen is aan een forse bezuiniging op de kosten van de ouderenzorg is hij bijna dag en nacht bezig het nieuwe beleid uit te leggen. En zo nodig van kritische kanttekeningen te voorzien.
zelfs als mensen tegenwoordig door betere diagnostiek veel eerder horen dat ze een chronische ziekte hebben, kunnen ze veel langer zelfstandig blijven en aan de maatschappij deelnemen dan vroeger. Veel potentieel kwetsbare mensen voelen en willen zich daadwerkelijk ook niet ziek voelen. Dit fenomeen verschaft ons een groot extra maatschappelijk kapitaal. Mensen kunnen immers langer doorwerken en zelf over hun toekomstige zorg nadenken en tijdig maatregelen nemen. Dat gebeurt ook al. We zullen dan ook steeds vaker merken dat ouderen zelf het heft in handen nemen en met eigen creatieve zorgoplossingen komen.”
Verschuiving “De verschuiving naar meer zorg thuis heeft echter zeker consequenties. Zorgaanbieders en zorgverleners moeten zich sterk maken voor fatsoenlijke zorgverlening thuis, die sámen met de zorgvrager en diens sociale netwerk georganiseerd wordt.”
Wij vergeten vaak, dat de meeste mensen in ons land veel langer gezond zijn dan vroeger.
gastvrije intensive care waar de meest complexe zorg geboden zal worden aan ouderen met de zwaarste zorgvragen. Hij verwacht ook dat in de toekomst mensen met somatische beperkingen steeds minder in het verpleeghuis zullen komen. “De ontwikkeling van technische hulpmiddelen zal ervoor zorgen dat zij veel langer thuis kunnen blijven. De meerderheid van de verpleeghuisbewoners zullen mensen met dementie zijn.”
Te snel? “Het kabinetsbeleid is dus nog niet zo slecht en in ieder geval uitdagend.” Wel heeft Jos Schols vragen over de snelheid waarmee de veranderingen nu doorgevoerd worden. “Deze veranderingen vereisen gewoonweg tijd, omdat iedereen moet wennen aan zijn of haar nieuwe rol. Die tijd zouden we eigenlijk moeten krijgen om tot duurzame verandering en op termijn duurzame kostenbeheersing te komen. Ik voorzie dat we de komende twee jaar geconfronteerd worden met veel problemen. We beginnen aan een verschuiving waar nog niet iedereen klaar voor is. Met name op het gebied van de zorg dicht bij huis moet nog veel gebeuren. En ook de verantwoorde afbouw van de verzorgingshuizen zal nog veel denkkracht, energie en creativiteit vereisen.”
Huisarts
Verzorgingshuizen
“Daarbij krijgt de huisarts een sleutelrol om de zorg in de toekomst betaalbaar te houden. Hij zal meer medische en zorgproblemen zelf moeten oplossen in de thuissituatie van de zorgvragers. Zo kan en moet het aantal verwijzingen naar ziekenhuizen en andere zorginstellingen, zoals verpleeghuizen, omlaag. Dat vraagt van de huisarts dat hij meer en nauwer gaat samenwerken met andere zorgprofessionals, zoals wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten, diëtisten en psychologen.” Schols pleit er voor om aan elke huisartsvoorziening ook een vaste specialist ouderengeneeskunde als consulent te verbinden die de huisarts kan ondersteunen bij complexe (zorg) problemen van fragiele ouderen en chronisch zieken. “De specialist ouderengeneeskunde wordt dan als het ware ook de poortwachter van het verpleeghuis, die mede bewaakt dat alleen de meest zorgbehoevende ouderen in het verpleeghuis worden opgenomen. In de toekomst dient het eigen netwerk van de huisarts ook nadrukkelijk geïntegreerd te raken met de sociale wijk- en buurtteams die overal opbloeien, want daarmee wordt nieuwe fragmentatie van de zorg voorkomen en continuïteit van zorg en dienstverlening dichtbij de zorgvragers gewaarborgd.”
Hij benadrukt overigens dat de huidige bewoners van de verzorgingshuizen zich geen zorgen hoeven te maken. “Zij zullen tot het einde van hun leven goed verzorgd worden. Maar nieuwe bewoners komen er nauwelijks meer bij.” Wat er met de leeggekomen zorgcentra gaat gebeuren is nog onduidelijk. Jos Schols denkt dat vele ervan omgevormd kunnen worden tot ‘complexen met zorgappartementen, zoals de van oudsher bestaande aanleunwoningen’ waar bewoners woonruimte huren en zelf de nodige zorg inkopen.
Verpleeghuis Pas als de zorgvrager echt niet meer thuis kan blijven, komt het verpleeghuis in zicht. Jos Schols ziet het verpleeghuis van de toekomst als de “intensive care” van de ouderenzorg: een
Cijfers Hij voorziet binnen enkele jaren getalsmatig grote veranderingen. Op dit moment wonen er in de Nederlandse verzorgingshuizen 100.000 mensen, tegen 60.000 in de verpleeghuizen. “Ik verwacht dat er in de toekomst zeker 70.000 verzorgingshuisplaatsen gaan verdwijnen en dat er 30.000 omgevormd zullen worden tot verpleeghuisplaatsen. Dat betekent dat er in plaats van de 160.000 mensen die nu intramuraal verzorgd worden in de toekomst nog maar 90.000 mensen intramuraal zorg zullen ontvangen.” Maar grosso modo blijft Jos Schols optimistisch. “Ik blijf hopen op een overheid die daadwerkelijk de regie voert over het moderniseringsproces in de ouderenzorg en die het veranderproces gestaag, maar met een verantwoorde snelheid stimuleert, in plaats van frustreert. Dan komt uiteindelijk iedereen er sterker uit!”
•
9
10
| vitaal
8 vragen e acht vragen over het leven D van Annita Hellenbrand
Wie ben je? Annita Hellenbrand (55). Ik ben geboren en getogen in Meerssen en woon er nog steeds, samen met mijn zus Lilian in het huis van onze ouders. Wat is je functie binnen Vivre? Sinds anderhalf jaar werk ik in Hagerpoort als EVV-er en ben daar nauw betrokken bij de zorg voor mensen in de aanleunwoningen. Dat werk bevalt me heel goed, het is heel afwisselend en elke dag opnieuw een uitdaging. Hoe lang werk je al bij Vivre? Al heel lang. Ik ben in 1975 begonnen bij het toenmalige Burgerlijk Armbestuur met de opleiding ziekenverzorgende. Na mijn diploma heb ik dertig jaar gewerkt op een afdeling voor somatisch zieken. Daarna heb ik de overstap gemaakt naar het verzorgingshuis, eerst naar Koepelhof, daarna naar Croonenhoff en sinds vorig jaar zit ik in Hagerpoort. Dat was een hele overgang, maar ook een nieuwe uitdaging. Het past ook heel goed binnen de veranderingen in de zorg die nu op gang komen. Wat zijn je dagelijkse bezigheden? Ik ben verantwoordelijk voor een klein aantal bewoners van de zorgwoningen in Hagerpoort, maar ben vooral actief in de aanleunwoningen van Hagerpoort. Sinds een paar maanden bieden we deze bewoners zorg op maat in het Zia-project, Zorg In Aanleunwoningen. Daar maken steeds meer bewoners gebruik van. Zoiets moet je goed organiseren. Daarom vormen we nu samen met verzorgenden van de zorgwoningen en de verzorgenden van Vivre Thuis één team. We werken met looproutes. Daarin staat de vraag van de cliënt centraal. Dat geeft veel afwisseling in je dagelijks werk, iedere dag is anders. Werken in aanleunwoningen heeft een heel eigen karakter. Het is mooi om als ‘gast’ een woning binnen te gaan en zorg te kunnen bieden die mensen vragen. Door het Ziaproject hebben de bewoners de
mogelijkheid om zo lang mogelijk in hun eigen omgeving te blijven. Wat doe je graag in je vrije tijd? Voor mij is mijn familie heel belangrijk. Mijn zus en ik eten elke dag warm in het gezin van een andere zus, Trudie. Dat is eigenlijk heel uitzonderlijk en heel fijn. Daardoor ben je ook nauw betrokken bij het gezin en vooral bij de twee kinderen. Dat is een verrijking van mijn leven. Natuurlijk hebben we ook een eigen huis. Daar leven we. We hebben alle twee een fulltime baan en onze eigen hobby’s. Maar we houden het huis samen schoon. Mijn hobby is de computer. Als er iets aan mankeert, of als ik iets niet kan vinden, zoek ik net zolang tot ik het gevonden heb. Dat gaat ver. Ik heb de computer al een paar keer helemaal uit elkaar gehaald. Ja, daar kan ik me helemaal in uitleven. En we hebben een hond Mogly. Die moet ook regelmatig verzorgd en uitgelaten worden. Wat is het mooiste moment in je leven? Daar heb ik over nagedacht. Eigenlijk is er niet één moment dat er uitspringt. In mijn privéleven zijn meerdere mooie momenten geweest en nog steeds. En ook in mijn werk zijn er momenten, die mij steeds weer doen beseffen waarom ik dit werk zo graag doe. Deze momenten koester ik. Wat zou je graag nog eens doen in je leven? Ik zou heel graag nog eens een rondreis door Amerika willen maken. Dat lijkt me fantastisch. Wat is je lijfspreuk? Voor mij is plezier in het werk belangrijk. En daarbij heb ik een duidelijke lijfspreuk: Wees eerlijk en oprecht. En blijf vooral dicht bij jezelf.
•
Guus Schenk
vitaal
|
11
is een gelukkig mens Guus Schenk (56) woont dit jaar vijftig jaar bij Vivre. Daarmee is hij zonder twijfel de bewoner die het langst onder de hoede van het Burgerlijk Armbestuur en Vivre verkeert. De meeste jaren woonde hij in Klevarie. Sinds twee jaar in de Mins. Hij is een opmerkelijk opgeruimd mens. Sterker nog, hij zegt het zelf met nadruk: “Ik ben een gelukkig mens.”
Entertainer Vincent Hollewijn en Guus Schenk
A
ls ik op een zonnige middag aanbel bij zijn appartement, komt hij me tegemoet in zijn rolstoel. Hij lacht breeduit. Geeft een stevige hand. En steekt van wal. Al snel wordt het duidelijk dat hij serieus genomen wil worden. “Ik zit dan wel in een rolstoel, dat wil niet zeggen dat ik zielig ben. Ik kan nog heel wat.” In de vele jaren dat hij bij Vivre woont, heeft hij geleerd vooruit te kijken. “Ik wil niet terugkijken naar het verleden, ik wil leven met de mogelijkheden die ik nog heb”.
Beeld Zijn appartement geeft een beeld van zijn leven. Er staat een computer, een grote tv en een aanraakscherm waarmee hij contact maakt met de mensen buiten de deur. Aan de ene kant van zijn kamer ligt een grote verzameling cd’s. “Geen André Hazes, daar vind ik niks aan. Ik hou van de muziek van vijftig jaar geleden.” Van Que sera, sera, en van Kom van het dak af. En van Duitse Schlagers uit de periode toen hij zelf nog een kleine jongen was. Aan de andere kant staan vele rijen mini-autootjes. Hij heeft geen idee hoeveel het er zijn. Aan de wanden veel foto’s van katten en honden. Zijn bed is bezaaid met mooie pluche dieren. “Ja ik heb iets met dieren, vooral poezen.” Die vindt hij fijn, “die kun je pakken en aaien.”
een tijdje in een pleeggezin. Uiteindelijk vond hij onderdak in de Nieuwenhof, een kindertehuis in de Maastrichtse binnenstad. Maar omdat ze daar geen plaats hadden voor gehandicapte kinderen, verhuisde hij zo’n vijftig jaar geleden, “op de dag na Sinterklaas” naar Calvariënberg. In dat grote complex aan de Abtstraat was toen ook een klein kinderrevalidatiehuis. “Ik woonde waar nu het Hospice is ondergebracht.” Overdag ging hij naar de Mytylschool. Toen hij twintig was, gingen zijn klasgenoten naar wat nu Huize Maasveld is. “Maar dat was niets voor mij. Ik was dan wel lichamelijk beperkt, maar met mijn hoofd is niks mis.” Hij bleef op Klevarie. “Ik kon niet alleen zelfstandig wonen.”
Knop omgedraaid In die jaren moet hij een knop omgedraaid hebben. “Toen ik jong was ben ik vaak opstandig geweest. Ik zag andere kinderen spelen en ik zat maar in die rotstoel. Maar uiteindelijk realiseerde ik me dat dit mijn leven was.” Hij vond er zijn weg: “Ik heb altijd een eigen kamer gehad. Natuurlijk niet zo groot als nu, maar ik had een eigen plek. En al waren de andere bewoners oud, er liepen en lopen toch veel jonge mensen rond in Klevarie.” Daar praatte hij mee en zij trokken zich ook zijn lot aan. Gelukkig had hij een opgeruimd karakter. “Ik ben geen man die altijd maar klaagt over de kansen die ik niet gekregen heb. Ik probeerde er het beste van te maken.”
de Mins Zou je graag zelf een dier willen hebben? Guus, opgetogen, “Ja, maar dat kan hier niet. Ik kan hem niet zelf verzorgen.” Hij heeft er een oplossing voor gevonden. Een vriend heeft een hond en die neemt hem mee als ie op bezoek komt. “Maar dat beestje durft niet binnen te komen. Ik denk dat hij bang is voor de pluche beesten. Maar mijn vriend grijpt hem in zijn nekvel en zo komt ie toch binnen.”
Vrienden Hoe heb je je vrienden leren kennen? Guus: “Dat zijn meestal kinderen van andere bewoners. Die ontdekken dat hier niet alleen oude mensen wonen en in de loop van de tijd ontstaat er vriendschap. Kijk, ik ben iemand die heel goed op zichzelf kan zijn, maar ik maak ook gemakkelijk contact met anderen.” Hij heeft ook een vriendin, vertelt hij. “Dat is wel fijn.”
Geen vrolijk verhaal Hoe ben je hier terecht gekomen? Hij aarzelt. Dan bedenkt hij zich. Het verhaal van zijn eerste jaren is geen vrolijk verhaal. “Ik moet als baby door mijn moeder ernstig mishandeld zijn.” Hij werd uit huis geplaatst en verbleef
Het leven in het verpleeghuis was en is natuurlijk een beperkt leven. Daarom is hij ook zo tevreden over zijn verhuizing naar de Mins. “Op Klevarie moest je om twaalf uur warm eten, nu kan ik zelf kiezen. En mijn kamer is natuurlijk een stuk groter. Ik heb nu echt een eigen appartement. Ik zou niet meer terug willen naar Klevarie. En hier wil ik niet meer weg. Hier ben ik gelukkig.” Hij kan verbaasd zijn als hij zijn medebewoners hoort klagen. “Ze kijken alleen maar terug naar vroeger, toen ze nog alles konden. Dan denk ik: kijk vooruit. Het verleden komt niet meer terug. Accepteer dat nou maar. Maar ja, dat is niet zo gemakkelijk, dat weet ik ook wel.” Kom je veel buiten de deur? “Eigenlijk niet. Ik ga niet alleen naar buiten. Als ik naar buiten wil, moet er altijd iemand mee. Meestal is dat een vaste man: Op dit moment is dat Vincent, een opgewekte jonge man, die zich voorstelt als ‘entertainer’ een eigentijdse variant op de klassieke activiteitenbegeleider. Hij is zijn praatpaal. Samen bedenken ze leuke dingen en zoeken ze naar oplossingen voor praktische problemen. Vincent zegt: “Soms hoor ik Guus dingen zeggen waar ik verbaasd over ben. Hij denkt na over de dingen. Ik leer ook van hem.”
•
12
|
vitaal
SPP:
personeelsplanning op de lange termijn Wat is de invloed van de vergrijzing in Zuid-Limburg op de werkgelegenheid in de zorg? Hoe vul je als zorgorganisatie het gat op dat ontstaat doordat ervaren medewerkers met pensioen gaan? En hoe zorg je ervoor dat de juiste medewerkers op de juiste plek terechtkomen? Op deze en nog veel meer vragen geeft Strategische Personeels Planning of SPP een antwoord. Goed en lang vooruitkijken is daarbij de boodschap. Olaf Haagmans en John Bos leggen het uit.
O
mans r Olaf Haag HR-adviseu n Bos h o J r e anag en Locatiem
Strategische Personeels Planning heeft altijd toegevoegde waarde, maar zeker nu het roerige tijden zijn in de zorgsector.
laf Haagmans is HR-adviseur bij Vivre. “Projectleider Yvonne Stallinga en ik zijn in 2010 begonnen met een SPP-pilot in de Vivre-locaties Beukeloord en De Wilgenhof. Daar hebben we onderzocht hoe we de in-, door- en uitstroom van medewerkers zo goed mogelijk kunnen afstemmen op de wens van Vivre om de best mogelijke zorg te bieden aan zijn cliënten. Daartoe hebben we geïnvesteerd in een – overigens goedkoop – softwareprogramma. In de jaren daarna zijn steeds meer Vivrelocaties betrokken bij SPP. Die waren ook meteen enthousiast. Nu staan we op het punt om SPP te introduceren bij de (regio) managers. Wat daarbij van belang is: net als veel andere organisaties, legt Vivre een grote hoeveelheid gegevens vast. Maar wat doe je daarmee in de praktijk? Dat is de centrale vraag. De begeleidende software van SPP helpt om precies die gegevens uit het systeem te halen die je nodig hebt voor een evenwichtig onderbouwd personeelsbeleid op de lange termijn. Daar gaat het om. En het opsporen van die gegevens klinkt misschien eenvoudig, maar dat is het niet.”
Intelligente speurhond Dat maakt de SPP-software tot een intelligente speurhond die de basis vormt om daadwerkelijk aan de slag te gaan met SPP. Wat zijn vervolgens de mogelijkheden? Je kunt met SPP onder meer de gemiddelde leeftijd achterhalen van medewerkers en deze vergelijken met die van medewerkers in andere locaties, of zelfs in de hele branche. Daarnaast levert SPP op een snelle manier feitelijke informatie over aannames rond vergrijzing en over een tekort of teveel aan personeel. Ook krijg je bijvoorbeeld meteen inzicht in verloopcijfers en in de verhouding tussen tijdelijke en vaste contracten.
Roerige tijden John Bos, locatiemanager van Beukeloord, De Wilgenhof, Grubbeveld en Zorgboerderij De Vreugdehoeve: “SPP heeft altijd toegevoegde waarde, maar zeker nu het roerige tijden zijn in de zorgsector. Vroeger bestond de taak van onze dienst Human Resources er hoofdzakelijk uit om actief mensen te
werven voor een bepaalde functie of opleidingsplek. Nu moeten we – ook binnen Vivre – rekening houden met bouwplannen die niet doorgaan en dus met afbouwscenario’s. Een heldere uitstroomprognose is daardoor soms even belangrijk als een duidelijk inzicht in je personeelsbestand. SPP steunt Vivre in de wil om uiterst nauwgezet om te gaan met de belangen van zijn medewerkers. Zo willen we bijvoorbeeld per se voorkomen dat er onnodig mensen uitstromen. Of, omgekeerd: dat talentvolle nieuwe krachten juist niet worden aangenomen.”
Basisinstrument Ook binnen de nieuwe fusieorganisatie van Vivre en GroenekruisDomicura speelt SPP op korte termijn een belangrijke rol als basisinstrument. Olaf Haagmans: “We hebben nog geen vastomlijnde strategische planning ontwikkeld. Maar één ding is zeker: net zoals nu het geval is op locatieniveau binnen Vivre, zal SPP ook op uitgebreidere schaal zijn toegevoegde waarde bewijzen binnen de nieuwe zorgorganisatie. Niet alleen om inzichten te krijgen in het cijfermateriaal en deze met elkaar te combineren, maar SPP nodigt ook uit tot het stellen van vragen die toekomst gerelateerd zijn. Met behulp van SPP kun je dan antwoorden proberen te vinden op deze vragen. Ook andere organisaties werken reeds succesvol met SPP, zoals het azM, het UWV, Daelzicht en Orbis. Op dit ogenblik lezen we de gegevens van de Vivre-locaties een keer per jaar aandachtig in. We richten ons dus op een volledig kalenderjaar en niet op kortere tijdsperioden. Dat heeft trouwens ook geen enkele zin. Als je de gegevens namelijk te vaak inleest, mis je het totaaloverzicht. Dan zie je bijvoorbeeld het ontstaan van een trend in de zorg over het hoofd en kun je daar niet tijdig op inspelen.” John Bos: “En het gaat nu juist om een snellere besluitvorming. Dit in combinatie met het vermogen om eventuele onzekerheden in ons HR-beleid op te vangen en tegen te gaan. Dat willen we bereiken met SPP.”
•
vitaal
|
13
Vitaliteit
De Vitaliteitsagenda Officiële opening
Klein Gulpen
Aan de Oude Rijksweg in Gulpen hebben Vivre en woningstichting Maasvallei Maastricht het verpleeghuis en appartementencomplex Klein Gulpen gerealiseerd. Op zondag 22 september werden beide voorzieningen in het bijzijn van de burgemeester van Gulpen-Wittem, de heer Van den Tillaar, officieel geopend.
Opening De officiële opening vond plaats op het binnenterrein van het verpleeghuis. Na de toespraken van de bestuurders van beide organisaties (de heer Mol van Vivre en de heer Crijns van Maasvallei) werd de openingshandeling verricht door schutterij St. Hubertus-Gilde Gulpen. Er werden drie schoten gelost vanaf het dak. Eén voor het verpleeghuis van Vivre, één voor het appartementencomplex van Maasvallei en één voor gemeente Gulpen. Aansluitend was er voor alle bewoners en gasten een braderie met demonstraties van oude ambachten. Tevens trad zanger Frans Croonenberg op. Hij bracht enkele nummers uit zijn bekende repertoire ten gehore.
•
De dienst HR organiseert elke maand een bijeenkomst om de vitaliteit van medewerkers te verhogen, zodat ze op een plezierige en goede manier hun werk kunnen doen. Deze workshops zijn gratis.
Voor de maand december wordt de volgende workshop aangeboden: Workshop: Mindfulness Mindfulness is de kunst van het aanwezig zijn in het hier en nu. Het gaat over bewustwording waar je mee bezig bent. In de workshop komen thema’s als hoe verminder je stress, hoe kun je het piekeren verminderen, hoe kun je beter omgaan met emoties aan bod. Een therapeut van GkD met een erkende opleiding verzorgt de workshop. 16 december van 19.30 uur tot uiterlijk 21.30 uur in de Polvertorenflat. Inschrijven via de IZZ link op intranet vanaf 1 juli.
Oproep Ook volgend jaar willen wij weer thema’s aanbieden die jullie interesse hebben. Heb je zelf een interessant idee in het kader van vitaliteit geef ons dit door via e-mail of telefoon. Ben jezelf in staat of weet je iemand die een interessante workshop wil verzorgen, laat ons dat dan ook weten.
Yvonne Stallinga
Chantalle Clairbois
06 250 401 66
[email protected]
06 558 666 24
[email protected]
14
|
vitaal
Vivre, gewoon beter:
waardigheid voor
Na vijf jaar is volgens planning een eind gekomen aan het verbetertraject Vivre, gewoon beter. Welke resultaten heeft het traject opgeleverd? Anke Huppertz, clusterdirecteur en projectleider van Vivre, gewoon beter kijkt terug.
D
e Zeven Bronnen was de eerste locatie, Hagerpoort en Appelgaard sloten de rij. Inmiddels hebben alle Vivrelocaties deelgenomen aan Vivre, gewoon beter.
ondersteunend onderwijsprogramma dat aansloot op de verbetercultuur binnen Vivre.”
Andere tijden Sonneville Anke Huppertz: “De kiem voor het gedachtegoed van Vivre, gewoon beter is gelegd in 2007. Residence Sonneville – een appartementencomplex voor ouderen aan de Avenue Céramique in Maastricht – was toen nog in exploitatie bij Vivre. We wilden daar een geïntegreerd zorg- en dienstenpakket aanbieden en vooral een cultuur scheppen waarbinnen alle betrokken partijen elkaar aanvullen en met elkaar samenwerken. Meer gastvrijheid en welzijn bieden aan de bewoners stond daarbij voorop. In Sonneville heb ik Paul Rinkens en Erik Rosier ontmoet, twee Maastrichtse hoteliers en ondernemers. Met hen is Vivre gaan broeden op de toepasbaarheid van het hospitality concept in de zorgsector. Zo ontstond een project dat heeft gezorgd voor het samengaan van wonen, zorg en omringende dienstverlening, tot aan het facilitair bedrijf en de schoonmaak toe. Na onze ervaringen binnen Sonneville hebben we een Vivre breed plan van aanpak gepresenteerd. Dat is vervolgens goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vivre.”
Hardware en software In de totaalaanpak van Vivre, gewoon beter is sprake van een hardwarekant en een softwarekant. De hardware omvat de gebouwen van Vivre. Die moeten onder meer architectonisch een gastvrije uitstraling hebben, fris ruiken en op interieurgebied cliënten de mogelijkheid bieden om – al naargelang het tijdstip van de dag – te variëren van (zit) plek. Ook moeten de gebouwen voldoende ruimte bieden voor diverse activiteiten en waar mogelijk toegankelijk zijn voor bewoners uit de wijk. Denk bij die activiteiten aan een winkeltje, een kapper en horecavoorzieningen.
“Die verbetercultuur is natuurlijk niet zomaar uit de lucht komen vallen. In de jaren negentig al begon de Nederlandse maatschappij te individualiseren en verkleinde de politieke omgeving haar verzorgende taak ten aanzien van de burgers. Ook onze bewoners zijn in de loop der jaren veranderd. Ze hebben meer kennis en stellen meer vragen. Bovendien hebben ze behoefte aan meer keuzevrijheid, aan maatwerk en aan mogelijkheden om individueel te wonen binnen de beschermende muren van Vivre. Op al deze zaken heeft Vivre, gewoon beter ingespeeld door een verblijfsomgeving te creëren waarin privacy, uitstraling, sfeer, ambiance en gastvrijheid vooropstaan. Zodat onze bewoners nog meer in staat zijn om het leven te leiden dat hun voor ogen staat. Natuurlijk hebben ze onze zorg en ondersteuning nodig, maar vergeet niet dat er per dag dan altijd nog zo’n achttien à twintig uur overblijven waarop ze voornamelijk bij ons wonen.”
Sterren “In de vijf jaar van het verbetertraject is veel ten goede gekeerd. Dat blijkt uit de enthousiaste reacties die we hebben gekregen van de verschillende cliëntenraden. Daarnaast is de tevredenheid van de medewerkers binnen Vivre in die periode aanzienlijk gestegen. Datzelfde geldt voor de tevredenheidscijfers van onze cliënten. Bovendien is Vivre uitgeroepen tot meest gastvrije zorgorganisatie van Nederland. Daarbij zijn vier van onze locaties via het landelijke waarderingssysteem Gastvrijheidszorg met Sterren bekroond met vier sterren en hebben de locaties Croonenhoff en Koepelhof respectievelijk een eerste en tweede prijs in de wacht gesleept.”
Dochter Gedrag De softwarekant richt zich op het gedrag van alle Vivremedewerkers. Daartoe hebben zij binnen Vivre, gewoon beter trainingen en (bij)scholingen gevolgd die inspelen op gastvrijheid, inlevingsvermogen, betrokkenheid en samenwerking. Maar ook op een creatieve, flexibele en oplossingsgerichte manier van denken. En op de wil om net dat stapje extra te doen voor bewoners en hun familie. Anke Huppertz: “Elk jaar hebben we voor twee tot drie locaties twee- à driehonderd medewerkers getraind. Tijdens een deel van het traject hebben we aanvullend gebruikgemaakt van de diensten van het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) in Maastricht. Dat voorzag in een op maat gemaakt,
Anke Huppertz heeft tijdens het Vivre, gewoon beter-traject niet alleen in haar functies van clusterdirecteur en projectleider meegewerkt aan een gastvrijere organisatie. Als dochter van een Vivrecliënt – haar vader is inmiddels overleden – zit ze op een avond met hem te kaarten in het restaurant van verpleeghuis La Valence. “Dan doet een receptioniste om half zes hartje winter ineens het licht uit en zitten we in het pikkedonker. En dat terwijl ik als lid van het managementteam tijdens een eerdere vergadering zelf had ingestemd met het voorstel om receptionistes tegen die tijd naar huis te laten gaan. In het belang van onze bewoners en bezoekers hebben we hun taken rond het in- en uitschakelen van het licht meteen
15
het individu
aangepast. Ik heb dat voorval aangehaald in een van mijn columns die ik schreef voor Vitaal toen mijn vader nog leefde. Zo zie je dat je als professional soms een besluit neemt dat in de dagelijkse praktijk anders uitpakt dan je in eerste instantie denkt. Daarvan heb ik geleerd dat er altijd ruimte moet zijn voor uitzonderingen op de regel. Ook dat inzicht hoort bij een verbetertraject.”
Positieve energie Afgebakende plannen zijn er nog niet. Maar nu het traject Vivre, gewoon beter is afgesloten, denkt Anke Huppertz er alvast over na hoe het daaraan gekoppelde gedachtegoed in stand kan worden gehouden. Zeker nu Vivre en GroenekruisDomicura hard op weg zijn om één nieuwe organisatie te worden. En vooral nu de regering zoveel nadruk legt op budgetbeheersing binnen de zorg. “We gaan in elk geval samen met GroenekruisDomicura strategisch bepalen hoe we binnen de actuele wet- en regelgeving en de huidige financieringsmogelijkheden een verantwoord en vooral cliëntvriendelijk beleid kunnen neerzetten. Vanwege de overheidsbezuinigingen is daarbij sprake van grote spanning als het gaat om het overeind houden van alles wat we in de afgelopen jaren hebben opgebouwd. De verdere uitbouw van onze gastvrijheid is dan nog een ander verhaal. Toch ben ik ervan overtuigd dat onze medewerkers de afgelopen vijf jaar zoveel goede ervaringen hebben opgedaan dat ze de positieve energie van Vivre, gewoon beter per se willen vasthouden. Ook in de komende tijd zal blijken dat de diepere waarde daarvan niet zozeer schuilt in het succes van de verbeteracties, maar in de waardigheid die het traject aan het individu verschaft.”
La Valence en Grubbeveld ontvangen certificaat SNIV Op 7 oktober jl. heeft het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) aan de verpleeghuizen La Valence en Grubbeveld het certificaat van deelname aan het “Surveilaance Netwerk Infectieziekten Verpleeghuizen” (SNIV) uitgereikt. Verpleeghuizen die deelnemen aan dit netwerk laten zien dat ze zich inzetten om infecties onder de bewoners van hun verpleeghuizen te voorkomen. La Valence en Grubbeveld doen al enkele jaren hieraan mee. Het registreren van infecties geeft inzicht hoe vaak deze optreden en geeft handvatten om te zoeken naar verbetermaatregelen. Ieder jaar krijgen de deelnemende verpleeghuizen een rapportage waarin ze het aantal infecties van de eigen organisatie kunnen vergelijken met de collega-organisaties. De Inspectie voor de gezondheidszorg geeft aan dat het registreren van infecties en daarmee inzicht krijgen in eventuele verbeterpunten noodzakelijk is voor het voeren van een goed kwaliteitsbeleid. Met trots namen de specialisten ouderengeneeskunde, Sandra Lardenoije en Margot Veraart, de certificaten in ontvangst van Anja Haenen (RIVM).
•
•
gewoon beter gewoon beter gewoon beter gewoon beter
16
|
vitaal
"Jong voor oud, oud voor jong” was dit jaar het thema van de Week van de Ouderen.
Van 1 tot en met 8 oktober vonden er weer allerlei gezellige activiteiten plaats bij Vivre. Voor het eerst deden ook de gemeente Maastricht en collega-instelling Mosae Zorggroep mee. De gezamenlijke campagne heeft ervoor gezorgd dat dit jaarlijks terugkerende evenement is gegroeid.
vitaal
Week van de Ouderen
groot succes
Alle Vivrelocaties hadden weer hun best gedaan om de bewoners en de bezoekers een aantal leuke dagen te bezorgen. Op het programma stond onder andere een kermismatinee in Croonenhoff, een mini-preuvenemint in Klevarie, een modeshow in La Valence en een poppentheater in Koepelhof.
Oma’s keukengeheimen Nieuw dit jaar was de zoektocht naar oma’s keukengeheimen. Leerlingen van Maastrichtse basisscholen werden aangespoord op zoek te gaan naar het favoriete recept van hun oma. Het aantal aanmeldingen was overweldigend. De lekkerste recepten hebben een plekje gekregen in het boekje ‘Het lekkerste van toen’. Onder de inzendingen werd bovendien een aantal kinderkookworkshops verloot.
•
|
17
18
| vitaal
40 jaar
Beukeloord Wa a r n e m e n d b u r g e m e e s t e r v a n Meerssen de heer Schmidt
In september zijn de bewoners van verzorgingshuis Beukeloord in Meerssen uitgebreid in de watten gelegd. Vanwege het 40 jarig bestaan waren er allerlei festiviteiten voor hen georganiseerd. Het afsluitende feestweekend was voor velen het hoogtepunt.
O
p vrijdag 27 september was er een receptie in de recreatiezaal het Gasthoes. Voor deze gelegenheid was ook waarnemend burgemeester de heer Schmidt langsgekomen. In zijn speech benadrukte hij onder meer hoe belangrijk het zorgcentrum voor Meerssen is. De dag erna was er een feestavond voor bewoners en medewerkers in gemeenschapshuis de Stip. Naast een warm en koud buffet werd de avond muzikaal opgeluisterd door een swingend dansorkest. Er werd meegezongen en sommigen waagden zich zelfs op de dansvloer.
•
VITAAL:
Opening Kle in Gulpen kijk op pag . 13
Spiegel van een nieuwe tijd
In het laatste nummer van Vitaal hoort een terugblik. Yvonne Stallinga en Carla Janssen, die beide al een kleine twintig jaar in de redactie van de BA-gezet en diens opvolger Vitaal zitten, laten er geen twijfel over bestaan. “Twintig jaar geleden was de BA-gezet vooral een blad van het bestuur, eigenlijk een regentenblad, nu is het een kritisch, transparant en veelkleurig tijdschrift.”
VITAAL IS EEN UITGAVE VAN VIVRE EN VERSCH IJNT
VIER KEER PER JAAR
NOV 2013 NR.
Week van de Oudere
n kijk op pagina
Yvonne Stallinga: “Er is de afgelopen jaren veel gebeurd bij Vivre en dat zie je in het blad terug. Vitaal weerspiegelt de ontwikkelingen binnen de organisatie. In de laatste jaren van het Burgerlijk Armbestuur was alles eigenlijk heel stabiel. Er werd nauwelijks ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen. Met de komst van het nieuwe bestuursduo Jan Meijers en Dik Mol veranderde de situatie ingrijpend. Zij braken de gesloten organisatie open en haalden de buitenwereld binnen. Zo werd ook duidelijk dat er veel moest veranderen binnen de organisatie.”
16 &17
Uitdagend Yvonne Stallinga: “Er ontstond in de loop van de jaren een open sfeer in het blad. Dat was mogelijk omdat ook de organisatie zelf zich in die richting ontwikkelde. Bij trainingen als Vivre gewoon beter leerden medewerkers op de werkvloer hun eigen meningen op tafel te leggen en kritische vragen te stellen aan elkaar. Dat zag je in Vitaal terug. Zo werden managers en bestuurders uitgedaagd om hun beleid in eenvoudige woorden uit te leggen én zo nodig bij te stellen. Dat is een heel goede ontwikkeling. Het voorkomt dat leiding en medewerkers tegenover elkaar komen te staan.”
Andere sfeer En dat is de afgelopen jaren ook volop gebeurd. Carla Janssen: “Er is veel gebouwd. De nieuwe huizen zoals La Valence, Croonenhoff en de Mins hebben een heel andere sfeer dan het oude Klevarie. En ook de medewerkers veranderden. De royale aandacht voor gastvrijheid en de persoonlijke eigenheid van de bewoners zorgden ervoor dat Vivre een kwaliteitsslag kon maken.” In die ontwikkeling past ook Vitaal. Een blad in kleur met veel foto's. Met veel reportages vanaf de werkvloer en dwars door de hele organisatie. Daar was ruimte voor traditionele activiteiten, maar ook voor nieuwe ontwikkelingen binnen Vivre. Zo raakten medewerkers ermee vertrouwd. Vooral ook omdat niet alleen de bestuurders, maar ook de medewerkers zelf aan het woord kwamen. Die van hun hart geen moordkuil maakten en vrijmoedig kritische kanttekeningen plaatsten. Dat was binnen de organisatie iets nieuws.”
Niet vanzelfsprekend Marc Kentgens die als staffunctionaris communicatie deelneemt aan het gesprek, beaamt dat. “Vitaal is een bedrijfsblad. En bedrijven staan meestal niet te springen om kritiek. Maar als medewerkers kritische vragen stellen, mogen die gehoord worden, vonden en vinden de bestuurders van Vivre. Daar wordt het bedrijf alleen maar beter van.” En het blad zelf ook. Kentgens: “Ik wil graag dat medewerkers zich herkennen in het blad. Daarom laten we ze ook vaak aan het woord. Rubrieken als “de Acht Vragen” en het “Bloemetje” zijn de meest gelezen stukken in het blad. En pagina 3 waar vroeger Jan Meijers en nu Dik Mol hun visie geven op recente ontwikkelingen binnen en buiten Vivre. Ze slagen erin daar de juiste toon te treffen. “ Die menselijke toon, daar zijn de Vitaallezers aan gewend geraakt. Maar Carla Janssen weet dat het vroeger onbestaanbaar was dat bestuurders twijfelden en dat ook ronduit opschreven.
Vivre-gevoel “En het versterkt het Vivre-gevoel,” zegt Carla Janssen. “Vroeger zei ik: Ik ben van B2 van Klevarie, nu zeg ik, ik werk bij Vivre. Dat is echt iets van de laatste jaren. En dat is een goede ontwikkeling. Wij staan allemaal voor dezelfde taak: Ervoor te zorgen dat bewoners zich bij Vivre thuis voelen. In die zin is het jammer dat we afscheid moeten nemen van de naam Vivre. We komen nu in een grotere organisatie en voor een deel op onbekend terrein. Het zal wel weer een paar jaar duren voor we ons daar weer thuis voelen.”
Toekomst Wat er in plaats van Vitaal komt is nog niet duidelijk. Carla Janssen en Yvonne Stallinga hopen op een nieuw blad dat de verworvenheden van Vitaal kan voortzetten. Kleurrijk, een beetje uitdagend, niet alleen de stem van de bestuurders, maar vooral die van de medewerkers en de cliënten. Maar, ja het moet natuurlijk ook passen bij GroenekruisDomicura. We wachten met spanning af. De toekomst zal het leren.”
•
V. l . n . r. : L o t t i e B u rgmans, Carla Ja n s s e n , Yv o n n e S t Marc Kentgens, S allinga, a n d r a M a s s i e r e r, Ber Crouzen en M Op de foto ontbr arlies van Bun. eken Chantalle L u b b e r i n g e n Tr u d y Dolmans.
419
C olo f on Het instellingsblad van Vivre verschijnt vier maal per jaar en wordt gratis verspreid onder medewerkers, cliënten en externe relaties van de onder de stichting ressorterende instellingen. Redactieadres Marc Kentgens, Staffunctionaris Communicatie, tel.: (043) 631 41 87,
[email protected], Postbus 241, 6200 AE Maastricht. RedactieLEDEN Marlies van Bun, Lottie Burgmans, Ber Crouzen, Trudy Dolmans, Carla Janssen, Marc Kentgens, Chantalle Lubbering, Sandra Massierer, Yvonne Stallinga. EINDRedactie Ber Crouzen. Foto's Marc Kentgens, Moniek Wegdam, Rob Biesmans, Marcel van Hoorn. Ontwerp Advance Communications, Geleen. Drukwerkverzorging Profeeling, Beringen (BE). Oplage 3.000 exemplaren.
Tips voor de redactie Heeft u tips of suggesties, stuur deze dan naar het bovenstaand redactieadres.