Opening De Lommer kijk op pag. 4
V I TAAL I S EEN UI TG AV E VA N V I V RE E N V E RS C HI J N T V I E R K E E R PE R J A A R
Kus me nog eens wakker kijk op pagina 8
september 2011 NR.
411
2
Vier miljoen
| vitaal
vitaal |
Vier miljoen
Inhoud 03 )
Voorwoord Dik Mol
04 )
Stralende opening van De Lommer
06 )
Verzorgingshuis Amby sluit deuren
Betrekkelijk bedrag
‘Vivre houdt vier miljoen euro over’, kopte Dagblad De Limburger deze zomer. Een vier met zes nullen, dat is
07 )
't Bloemetje ING schenkt kunst aan Vivre
08 )
Kus me nog eens wakker
een hoop geld. Hoe valt dat te rijmen met verhalen over een sector waarin woorden als pyjamadagen, personeelskrapte en bezuinigen aan de orde van de dag zijn?
10 )
Medewerkers Hagerpoort lopen Vierdaagse
11 )
9 vragen
12 )
Bouw verpleeghuis Gulpen van start
13 )
Opperste concentratie tijdens kookworkshop
14 )
de Mins in gebruik genomen
16 )
Interim-directeur stroopt mouwen op
17 )
Het Vrijthof op Klevarie
18 )
Een logopedist helpt niet alleen
Hoeveel vier miljoen euro ook is, je moet er tegelijkertijd de betrekkelijkheid van inzien. Zo is het alleen al het bedrag dat Vivre in twee weken uitkeert aan salarissen. Oftewel: vier miljoen euro is maar vier procent van onze jaaromzet. Verder bouwen we voor dat geld nog geen halve locatie van de achttien locaties die ons voor ogen staan. Kortom, voor een grote speler als Vivre is het maar een klein deel van de totale geldstroom die omgaat in onze organisatie.
Reserve opbouwen Daarnaast hadden zorgorganisaties nog niet zo lang geleden nauwelijks een reservepotje. Dat was ook niet nodig, omdat de overheid steun verleende bij financiële tegenslag. Sinds enkele jaren hebben we echter te maken met een ‘terugtrekkende’ overheid: een overheid die regels stelt en toeziet, maar die niet meer oplost. Als Vivre nu een tegenvaller heeft, bijvoorbeeld onverwachte leegstand, dan moeten we zelf opdraaien voor de kosten. Met een reserve van 20 à 25 miljoen euro denkt Vivre ‘veilig te zitten’. Door ons resultaat over 2010 hebben we dat bedrag ongeveer bereikt. Extra voordeel: een financieel gezonde organisatie kan gemakkelijker partners vinden voor nieuwe (zorg)projecten en goedkoper geld lenen.
Lage overhead Vivre is op het ogenblik dus financieel redelijk gezond. Dat heeft ook te maken met onze lage overhead. Overheadkosten zijn kosten die niet direct te maken hebben met onze cliënten. Het is het geld dat we bijvoorbeeld besteden aan kantoorfuncties, zoals de dienst HR, de EAD en aan onze managers. Uit een onderzoek van Actiz, de brancheorganisatie van Verzorging, Verpleging en Thuiszorg (VVT), blijkt dat er naar
verhouding voldoende geld terechtkomt bij onze cliënten. De gemiddelde VVT-organisatie besteedt van elke binnenkomende euro ongeveer twaalf tot vijftien eurocent aan overhead. Bij Vivre is dat maar acht eurocent!
Discipline en collegialiteit Verder maken we voor iedere locatiemanager inzichtelijk welk bedrag hij kan uitgeven. Dat bedrag is gebaseerd op de opgetelde zorgvragen van de bewoners van een locatie. Deze manier van werken leidt ertoe dat de locaties in feite ongeveer gelijke middelen hebben voor vergelijkbaar werk. Ook houden we onze locatiemanagers aan een bepaald financieel resultaat. Door de ZZP-systematiek kunnen we bovendien precies zien welk bedrag een locatie kan spenderen. Locaties die meer uitgeven, worden daarop aangesproken. Dit is een vorm van discipline en collegialiteit die we met elkaar hebben ingevoerd en die goed werkt.
Scherp blijven Mede dankzij het gevoerde beleid en de inzet van velen kan Vivre inmiddels tegen een financieel stootje. Tegelijkertijd blijven we niet vanzelf gezond. De discipline die we de afgelopen jaren hebben getoond, moeten we volhouden. Scherp blijven op de uitgaven is een opdracht die geldt voor ons allemaal, elke dag opnieuw. Het geld dat we daardoor in eigen huis houden, vindt vervolgens weer zijn weg naar de mensen waar het bij Vivre uiteindelijk om draait: onze medewerkers en onze bewoners.
•
Dik Mol Raad van Bestuur
kinderen die slissen 19 )
Diploma-uitreiking Vivre Gewoon Beter
1 t/m 8 oktober
Week van de ouderen Mis het niet!
3
4
|
vitaal
vitaal
Stralende opening van
|
De Lommer Zondag 26 juni was een zonovergoten dag; perfect voor de opening van De Lommer in Margraten. Deze nieuwe Vivre-locatie is een vrijstaand onderdeel van Appelgaard en telt 24 appartementen voor mensen die een lichamelijke beperking hebben en over een verpleeghuisindicatie beschikken.
D
e officiële opening werd groots gevierd. Met de bloem als centraal thema beloofde het een kleurrijke middag te worden. En dat werd het. Voor het gebouw, aan het Burgemeester Ronckersplein, vond de openingsceremonie plaats en natuurlijk mochten de bewoners op de eerste rij. Een aantal steltlopers, verkleed als bloem, voerde een spectaculaire act op, waarna een zangeres het van hen overnam met een mooie aria. Na de inzegening, die werd verzorgd door geestelijk verzorger Iwan Blaschek, klonk opeens een knal en dwarrelden er honderden bloemen in allerlei kleuren uit de lucht. En daarmee was De Lommer officieel geopend. Daarna was er een pleinfeest op het Burgemeester Ronckersplein. Met muziek, diverse standjes met lekkere hapjes en drankjes en leuke activiteiten genoten jong en oud nog van een gezellige middag.
•
5
6
| vitaal
vitaal |
V. l . n . r. : J o h n B o s , S u l y R o n d a , G a b b y S c h u t t e n b e l t , Chantalle Lubbering en Ineke Jamin
ING schenkt kunst aan Vivre m e v r. Wa t r i n e n d h r. S l a a t s
D
it voorjaar ontving Vivre maar liefst veertig schilderijen van de ING bank. Al jaren is Vivre klant bij deze bank en vorig jaar besloot die een deel van de eigen kunstcollectie te doneren aan een aantal Nederlandse zorginstellingen, waaronder Vivre.
Verzorgingshuis Amby sluit haar deuren
N
a 41 jaar sloot verzorgingshuis Amby op 1 september haar deuren. Een memorabel moment, zowel voor de laatste bewoners en de medewerkers als voor de organisatie. In het voorjaar van 2012 wordt het gebouw gesloopt, waarna gestart wordt met fase 2 van de nieuwbouw van Hagerpoort.
Een lach en een traan
De uitdaging
Op de laatste dag stonden de laatste zeven bewoners in de startblokken om te verhuizen naar andere Vivre-locaties. Maar voordat de sleutel definitief in het slot ging, werd er op gepaste wijze afscheid genomen. Met een heerlijk ontbijt, waar ook familieleden voor waren uitgenodigd, konden de bewoners samen met de medewerkers afscheid nemen van elkaar èn van het huis. Er werden herinneringen opgehaald, en uiteraard gingen die gepaard met een lach en een traan.
De afbouw van Amby ging echter niet zonder slag of stoot. In mei vorig jaar woonden er nog 80 bewoners, die allemaal moesten worden overgeplaatst. Met een opnamestop enkele maanden later en een toegepast voorrangsrecht om te verhuizen naar een andere Vivre-locatie ging het sneller dan gedacht. Niet twee jaar, maar slechts acht maanden heeft het geduurd om voor alle bewoners een andere woonbestemming te vinden. Een unieke prestatie van de medewerkers en vrijwilligers, maar ook van Gabby Schuttenbelt. Als ervaren afdelingsmanager werd zij tijdelijk overgeplaatst naar Amby. Gabby: “Ik mocht de afbouw begeleiden, een mooie uitdaging. Ik volg op dit moment ook een opleiding en het was heel fijn dat ik het geleerde meteen in de praktijk kon brengen.” Toen iedereen te horen kreeg dat Amby ging sluiten, was het even onrustig. Gabby: “Dat klopt, maar dat is ook begrijpelijk. Bewoners moeten op latere leeftijd nog een keer gaan verhuizen en medewerkers moeten op zoek gaan naar een andere werkplek. Gelukkig werden wij hierbij goed ondersteund door onze collega’s van Via Vivre en de dienst HR.”
t Bloemetje voor ...
't bloemetje voor ... Gabby Schuttenbelt Een mooie tijd en een geweldige ervaring
T
wee collega’s van het eerste uur EVV-er Suly Ronda en afdelingsmanager Ineke Jamin hebben het werk van Gabby erg gewaardeerd. En daarom kreeg ze van hen ’t bloemetje. Suly Ronda: “Gabby heeft de afgelopen maanden fantastisch werk geleverd. Ze was een fijne collega, ze bleef altijd rustig en samen zorgden we tot op het laatst voor een goede sfeer. Ineke Jamin: “Bovendien was er veel saamhorigheid en weinig verloop. Deze afbouw is perfect verlopen.” Uiteraard is Gabby erg blij met de bloemen: “We verdienen allemaal bloemen. We hebben goed samengewerkt. Suly gaat nu naar locatie Molenhof en Ineke gaat met flexpensioen. En ik ga nu eerst op huwelijksreis en daarna terug naar De Zeven Bronnen. Het was een mooie tijd en een geweldige ervaring. Dank jullie wel.”
Gaston van den Biggelaar, relatiemanager bij ING, bood de schilderijen aan. “Wij willen dat meer mensen van onze kunst kunnen genieten. Zie het als een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen.” Bij de presentatie was behalve Dik Mol ook René Freens, de financiële man – de controller -- van Vivre aanwezig. Dik Mol was blij met de gift: “Onze dank is groot. De veertig schilderijen krijgen een mooie bestemming. We zullen ze verdelen over onze locaties. Zo kunnen niet alleen onze bewoners, maar ook de bezoekers en medewerkers ervan genieten.”
Croonenhoff Locatie Croonenhoff kreeg vier schilderijen. Bewoners mevrouw Watrin en de heer Slaats mochten ze in ontvangst nemen en zelfs ophangen. Mevrouw Watrin: “Het zijn prachtige schilderijen en ze passen goed op onze locatie. We hangen ze in de gang van het restaurant, omdat hier de meeste mensen langskomen.”
•
•
Wil jij ook een collega, cliënt of vrijwilliger een hart onder de riem steken of in het zonnetje zetten? Geef hem of haar dan op voor 't bloemetje. Stuur een e-mail naar:
[email protected]. V. l . n . r. : R e n é F r e e n s ( V i v r e ) , D i k M o l ( V i v r e ) e n Gaston van den Biggelaar (ING)
7
8
| vitaal
vitaal |
Kus me nog eens wakker Fotograaf Bert Verhoeff dook samen met de Maastrichtse dichter Gerrit Molenaar anderhalf jaar onder in de wereld van dementie. Zij verbleven soms letterlijk dag en nacht in diverse verpleeghuizen in Zuid-Limburg en trokken intensief op met dementerende mensen en hun families. Hun ervaringen legden zij neer in een boek en in een presentatie onder de titel “Kus me nog eens wakker”.
G
errit Molenaar (43) legt uit wat hij met dit boek wil bereiken. “De meeste mensen vinden dat demente mensen een gemankeerd bestaan leiden. Ze leven in een eigen wereld waarin we nauwelijks binnen kunnen komen. Ik wilde proberen toegang tot hen te krijgen. Tot mijn verbazing lukte dat in een aantal gevallen.” Dat leidde tot sfeervolle foto’s en spectaculaire teksten uit een onbekende realiteit, deels geschreven of gedicteerd door de demente hoofdpersonen in het boek zelf.
Gerrino Mulder alias Gerrit Molenaar
Niet vanzelfsprekend Ik vertel u alles wat eerlijk is. Ik woon hier in een tehuis. Ik vind het hier fijn. Ik vind het hier geweldig. Bert woont hier niet. Bert mag hier niet slapen. Dan ga ik hier weg. Dit is hier een huis voor ouden van dagen. Ik wil hier uit. Ik wil bij jou zijn. Jij bent een schat. Ik moet me goed gedragen, dan kom ik er misschien uit. Ik hou heel veel van u. Ik vind u geweldig. Met dit potlood schrijf ik aan deze tafel. Het is half 10. Tas koffie. De klopper is geweest. Geen sigaret. Dank u. Ik heb een mooie pyjama aan. Ik weet niet wat ik moet schrijven.
Dat Gerrit Molenaar zich zo intensief bezig houdt met dementie is niet vanzelfsprekend. Hij studeerde economie in Maastricht en journalistiek in Rotterdam en was daarna onder meer persvoorlichter van NOC*NSF en buitenlandcorrespondent van het Algemeen Dagblad en het ANP in Australië. Terug in Maastricht was hij onder meer actief in bewegingsprojecten als ‘Maastrichts Mooiste’. “Twee jaar geleden kwam ik in een stevige persoonlijke crisis terecht. Ik zag het helemaal niet meer zitten. Dat was behoorlijk ingrijpend. Ik vroeg me af wie ik nu eigenlijk was. Tot dan toe was ik iemand die vooral zijn verstand gebruikte. Nu ontdekte ik hoe belangrijk gevoel en intuïtie waren.”
Schuilnaam Tijdens deze zwarte periode begon hij nietsvermoedend teksten te schrijven. Het bleken gedichten te zijn. Een onbekend terrein. Vrienden zeiden dat het de moeite waard was. Hij stuurde er een paar op naar een gedichtenwedstrijd en ze werden prompt gepubliceerd. “Ik stuurde ze op onder een schuilnaam. Gerrit Molenaar is niet mijn echte naam. In het gewone leven heet ik Gerrino Mulder. Maar een schuilnaam geeft me voor mijn gevoel meer vrijheid om te zoeken naar wie ik nu eigenlijk ben.” Tijdens die zoektocht kwam hij min of meer toevallig in contact met mensen uit de bejaardenzorg. En dus ook met de wonderlijke wereld van dementie. “Misschien is het een kwestie van intuïtie geweest, om juist bij hen op zoek te gaan naar mijzelf.”
Project Samen met de bevriende fotograaf Bert Verhoeff begon Gerrino Mulder een project. “We wilden een boek maken waarin demente mensen centraal zouden staan. Maar waartoe dat zou leiden, wisten we niet.” Ze zochten contact met de bestuurders van diverse Zuid-Limburgse verpleeghuizen, Sevagram, Mosae Zorggroep en Vivre. “En die vertrouwden ons. We kregen alle ruimte om ons werk te doen.”
In het boek “Kus me nog eens wakker” doen ze verslag van hun bevindingen. In verpleeghuis Grubbeveld ontmoet Gerrit Molenaar een hele speciale mevrouw: Anneke Boer. “In de verte zie ik een schim die dichterbij komt. Ik ontwaar een vrouw in een nachtgewaad. Ze schrijdt op mij af. Ze kijkt me doordringend en een tikje ondeugend aan. Ik kijk terug, recht in haar ogen en probeer mijn verlegenheid niet te laten zien. Mevrouw moet eens een hele mooie, sterke vrouw zijn geweest, schiet door mijn hoofd. Als ze me blijft aankijken, merk ik dat ik me heb vergist. Ze is nog steeds die mooie, sterke vrouw; ze is nooit weg geweest. Tergend langzaam komt haar gezicht dichterbij het mijne als zij haar voorhoofd wat naar voren laat kantelen. Het spel lijkt minutenlang te duren voordat onze voorhoofden elkaar heel voorzichtig raken en we bij elkaar naar binnen kijken. Een magische glimlach krult haar lippen. Als er woorden zijn om te beschrijven wat ik nu voel, is God niet meer nodig."
Binnen Ik ben bij haar binnen. We zitten aan tafel en schrijven voortaan het leven op zoals het op ons af komt. Het blijkt spannender, avontuurlijker, grappiger en ontroerender dan om het even welke schrijver ooit zou kunnen verzinnen.
Mijn ouders hebben niet bestaan, want ze zijn nooit dood gegaan. Als mijn ouders nooit bestaan hebben, kan ik ook niet bestaan. Dag vader, dag moeder, heel fijn. Heel fijn als ik nog wat mag leven. Bert is een lieve man. Joop, Bert, Paul en Hans zijn de allerliefste kinderen. An wil Bert nooit meer kwijt. Omdat hij heel erg veel van me houdt. Lieve zuster, overgegeven. Vaker doet. Ja, ik doe het vaker. Ik vind het jammer dat ik doodga, maar doodgaan doen we allemaal. Ik wil nog goeiedag zeggen tegen Bert. Ik wil u wat vragen, meneer. U schrijft toch wel alles op, hè? En dat heb ik toen maar gedaan. We hebben vooral veel gelachen en geroddeld over iedereen…
Confronterend Gerrino Mulder: “Bert en ik hebben anderhalf jaar geleefd en gewerkt in een aantal verpleeghuizen. Dat was heel confronterend. Aanvankelijk viel het vooral op dat demente mensen anders zijn. Je zou kunnen zeggen dat we een beetje bang waren. Het kostte moeite om onze vooroordelen, onze manier van denken van ons af te zetten. Het heeft me zeker zeven maanden gekost voordat ik dat kon. Pas toen kon ik echt naar hen luisteren. En hun wereld binnen gaan.”
Andere wereld “Ik heb ontdekt dat er meer werkelijkheden en meer waarheden bestaan dan we zelf willen of kunnen zien. Demente mensen leven in een andere werkelijkheid en hebben een andere waarheid. Het is de wereld waarin niet het hoofd, het denken centraal staat, maar het gevoel. Dat is geen mindere wereld, het is een andere wereld.” “In die andere wereld kunnen dromen een realiteit worden. Kan een prachtige zomerdag ontelbare malen worden herbeleefd. Kunnen rozen bloeien uit vuilnishopen. Maar er is ook veel pijn, er is verdriet, onbegrip, wanhoop, angst voor het onbekende. Het is tegelijkertijd verschrikkelijk en mooi. Het is leven onder een vergrootglas.”
Rijke wereld “Er schuilt zoveel rijkdom in mensen met dementie. Als je het maar wilt zien. Als je het maar wilt voelen. De hoofdpersonen in het boek houden ons een spiegel voor. Zij leren ons om op een meer gevoelsmatige manier naar de werkelijkheid - en daarmee ook naar onszelf - te kijken. Demente mensen kunnen ons leren dat alles dat we om ons heen opbouwen instabiel is. De enige stabiele factor in ons leven is onszelf. Je zou in zekere zin kunnen zeggen dat mensen die dement zijn, uiteindelijk aangekomen zijn bij hun diepste kern. Alle schillen zijn afgepeld. Alleen de kern is overgebleven.”
lees verder op pagina 10 >
9
10
| vitaal
vitaal |
9 vragen
< vervolg van pagina 9
vandaag scheen de
zon
ik heb gewandeld in
de zon
en iedereen was blij
Kus me nog eens wakker
met mijn geliefde
ik woon hier in een
Zoektocht Gerrino Mulder:”Toen ik met dit project begon, wilde ik ook meer helderheid krijgen over mijzelf. Waar ligt de kern van mijn bestaan? Ik heb er veel van geleerd. Het diepe contact met deze mensen veranderde de manier waarop ik in het leven sta. Ik ben minder cynisch geworden en klamp me minder vast aan ‘schijnzekerheden’, zoals werk, familie, een huis, een auto, een goede lichamelijke gezondheid.”
Bekroond Eén van de teksten van Anneke Boer werd eind vorig jaar ingestuurd om mee te doen aan de Turing Foundation Nationale Gedichtenwedstrijd. Het gedicht ”domino is leuk” haalde de finale. Dat is precies wat de auteurs van “Kus me nog eens wakker” willen bereiken: aantonen wat een rijkdom er schuilt in mensen met dementie. Als je het maar wilt zien. Daarvoor is tijd, ruimte en stilte nodig, elementen waar in de huidige samenleving nog maar weinig plek voor is. Demente mensen kunnen niet anders. Ze hebben alle tijd van de wereld. Het project “Kus me nog eens wakker” bestaat uit een boekpublicatie en een multimediale, reizende presentatie, die vanaf eind september 2011 door Nederland toert. Het project wordt financieel ondersteund door de Stichting Elisabeth Strouven.
•
Medewerkers Hagerpoort lopen Vierdaagse Verzorgenden Marion Mes en Ciska Peeters hebben in juli een enorme prestatie geleverd. In Nijmegen liepen zij de Vierdaagse. En met een duidelijk doel. Met het opgehaalde sponsorgeld hebben ze namelijk een robotzeehond Paro gekocht voor de bewoners van locatie Hagerpoort. Chapeau dames!
tehuis
ik vind het hier heel
ik vind het hier gew
bewonerslijsten, menukaarten en ontspanningabonnementen. Na een paar maanden weet ik, dat ik af en toe wat gas moet terugnemen. Met mijn trombose moet ik ook ruimte vinden om nu en dan kalmer aan te doen. Dat mag en kan ook.
fijn
eldig
ik hou ervan om hier
ik hoor hier thuis
domino is een leuk
te zijn
spel
het is hier heel gezel
lig
ik doe alleen niks go
ed
goed, duidelijk, fijn
ja, fijn, fijn, heel fijn
ook
ik kan niet meer
het is middenin de
ik ben dood, moe
nacht
en kan niet meer op
het is klaar Voor meer informatie over het boek en de presentatie kun je terecht op www.kus-me-nog-eens-wakker.nl.
over het leven van Linda de Vos
ik ga dood
staan
Wie ben je? Ik ben Linda de Vos (51). Wat is je functie binnen Vivre? Ik ben sinds april van dit jaar gastvrouw in de nieuwe locatie Hagerpoort en nog voor een klein deel van de tijd receptioniste in zorgcentrum Amby. Hoe lang werk je al bij Vivre? Al bijna 31 jaar werk ik bij Vivre. In 1980 ben ik begonnen als voedingsassistente in Klevarie, na twee jaar kwam een functie vrij als instellingskok. Dat wilde ik graag. Later heb ik een cursus gevolgd en werd ik dieetkok in de centrale keuken van Klevarie. Dat heb ik achttien jaar gedaan. In 1994 kreeg ik een trombose in mijn been. Na 6 jaar, in 2000, werd ik voor negentig procent afgekeurd in mijn functie. Via het re-integratieproject kon ik, na een paar maanden, tijdelijk aan de slag als receptioniste in Sonneville. Na een half jaar kwam er een soortelijke functie vrij in zorgcentrum Amby. Daar ben ik aangenomen. Na tien jaar, met veel plezier gewerkt te hebben in het oude zorgcentrum, moet dat nu wijken voor de nieuwe locatie Hagerpoort. De receptioniste wordt nu “gastvrouw”. Ik vind het een echte uitdaging. Wat doet een gastvrouw eigenlijk? We waren er al enigszins op voorbereid door de BBL training. Als receptioniste zit je voornamelijk achter een bureau. Nu beweeg je je door het hele gebouw. Meestal in de omgeving van het restaurant en de hoofdingang, maar ook bij de zorgwoningen van Vivre. Ik wijs bezoekers de weg in het gebouw en probeer antwoord te geven op hun vragen. En dat zijn er heel wat. Gelukkig weet je na 31 jaar Vivre de weg in de organisatie. Het helpt ook dat ik eerst verantwoordelijke ben voor het facilitair bedrijf (EVF-er) binnen Hagerpoort. Ik ben gastvrouw voor de bewoners, maar ook voor leveranciers en bezoekers. Als gastvrouw bepaal je ook de sfeer mee in het gebouw. Een gastvrouw probeert, samen met de andere collega’s, gezelligheid en huiselijkheid te creëren en vriendelijkheid uit te stralen. Deze nieuwe functie begin ik me steeds meer eigen te maken en ik doe het met veel plezier. Ik ben aanwezig ter ondersteuning in het restaurant tijdens de maaltijden en activiteiten die georganiseerd worden. Zo nodig help ik een handje mee. Je maakt een praatje en schenkt een kopje koffie in. Tussendoor doe ik nog wat administratieve taken, zoals de
Amby loopt leeg… Ja, het zorgcentrum Amby is bijna verleden tijd. Het is een tijd van afscheid nemen. Een jaar geleden woonden er nog 120 mensen, nu nog maar tien. Binnen enkele maanden zal de laatste groep vertrokken zijn. Dat doet me wel wat. Je neemt afscheid van collega’s die elders binnen Vivre opnieuw beginnen. En vooral, je laat bewoners los die op hun oude dag een nieuwe start moeten maken. Van de 120 bewoners verhuisden er 24 naar zorgwoningen in het aanpalende nieuwe centrum Hagerpoort. Tien anderen gingen naar aanleunwoningen met een volledig zorgpakket binnen het complex. En voor het grootste deel van de overblijvende 75 bewoners is een nieuwe plek gevonden binnen de andere locaties van Vivre. Wat doe je graag in je vrije tijd? Van nature ben ik geen ochtendmens, dus slaap ik op mijn vrije dag graag een beetje uit. Ik ga vaak met vriendinnen lekker winkelen of met vrienden een dagje uit een beetje cultuur opsnuiven. Elke avond loop ik drie kwartier. Van een avondje alleen thuis naar een goeie film kijken, kan ik echt genieten. Ik houd erg van dieren. Ik heb een paard en een hond gehad. Ze zijn alle twee kort na elkaar dood gegaan en ik mis ze nog dagelijks. Maar ja, op een flat kun je geen dieren houden, en zeker niet als je de hele dag werkt. Mijn zus heeft twee honden, twee pony’s en een kat. Daar ben ik dan ook dikwijls te vinden. We wandelen dan samen met de honden. Wat is het mooiste moment in je leven? Nou ja, het mooiste moment, er zijn zo veel mooie momenten in mijn leven. Mijn mooiste momenten heb ik vooral beleefd met mijn hond. Zij was mijn alles. Met haar kon ik lezen en schrijven. Het was alsof zij alles begreep. Maar ook nu kan ik heel gelukkig zijn. Als ik ’s avonds, met mooi weer, na mijn wandeling, op het balkon zit met een glaasje wijn en de gierzwaluwen af en aan zie vliegen om hun jongen te voeren bij mij onder de dakgoot, dan geniet ik daar echt van. Wat zou je graag nog eens doen in je leven? Als ik heel veel geld zou hebben, zou ik meteen een huisje aan de zee kopen aan de Nederlandse kust met die prachtige duinen. Als kind ging ik altijd al met mijn ouders naar zee en dat vond ik heerlijk. Wat is je lijfspreuk? Zonder dromen is het leven saai.
•
11
12
| vitaal
13
Opperste concentratie tijdens kookworkshop
Bouw verpleeghuis 'Klein Gulpen' van start
K o k A n s V r e u l s e n m e v r. B a s t i n g s
D
e komende maanden start in Gulpen de bouw van een nieuw verpleeghuis van Vivre. Deze centrumplaats in het Heuvelland is voor Vivre onbekend terrein en locatiemanager Miranda van Glabbeeck is vast van plan er iets moois van te maken. “Het wordt een huis met een uitstraling van gastvrijheid”.
de locatie blijven wonen en hoeven ze niet te verhuizen. We zijn dus geen concurrenten van elkaar. Integendeel, ik hoop dat we tot goede afspraken kunnen komen en collegiaal kunnen samenwerken.”
Nummer zes Vivre heeft de laatste jaren flink gebouwd: Het verpleeghuis La Valence in Heugem, het zorgcentrum Croonenhoff in Heer, het zorgcentrum annex verpleeghuis De Bron in Eijsden, zorgwoningen en een klein verpleeghuis in Amby en verpleeghuis de Mins in Malberg. Je zou denken dat de bouw van nummer zes, het verpleeghuis in Gulpen een fluitje van een cent is. Daar denkt Miranda van Glabbeeck toch heel anders over. “Natuurlijk heeft Vivre veel ervaring opgedaan met de vorige bouwprojecten. Maar Gulpen is toch weer heel anders. En dat mag ook. Natuurlijk neem ik een aantal zaken van de vorige projecten mee. Maar om een voorbeeld te noemen: de Mins in Malberg, is net als wij vooral een huis voor somatische bewoners, heeft een heel eigen karakter. Er is veel aandacht voor technische ontwikkelingen. Die nemen we niet allemaal over. De bewoners in Gulpen krijgen geen aanraakscherm, maar wel tilliften aan de rail. Malberg heeft ook de verpleegfunctie en de horecafunctie van elkaar gescheiden. Bij ons zal dat veel meer in elkaar overlopen.“
Eigen karakter ck randa van Glabbee Locatiemanager Mi
Het nieuwe verpleeghuis 'Klein Gulpen' ligt aan de voet van de Gulperberg, telt twee verdiepingen en biedt plaats aan 52 bewoners. Veertig bewoners met een somatische indicatie en 12 met een psychogeriatrische indicatie. Naast het verpleeghuis bouwt de woningstichting Maasvallei een complex met 21 woningen, vooral bedoeld voor ouderen die zelfstandig kunnen wonen. De bedoeling is dat het verpleeg huis in de loop van 2013 in gebruik kan worden genomen.
Concurrentie Miranda van Glabbeeck (43) schetst de situatie. “In het centrum van Gulpen ligt het dr. Ackenshuis, een onderdeel van Sevagram. Dit woonzorgcomplex is vooral een verzorgingshuis en biedt daarnaast zorg aan met name dementerende bewoners. Wij voegen daar iets aan toe: Uit onderzoek is gebleken dat er behoefte is aan een verpleeghuis in de buurt die zorg biedt aan mensen met een lichamelijke beperking. Bewoners hoeven dan niet te verhuizen naar Maastricht of Heerlen. Ik verwacht dat onze afdeling voor dementerenden vooral bewoond zal worden door onze eigen bewoners. Wanneer bewoners cognitief achteruit gaan kunnen ze toch in
"De bewoners hebben allemaal een eigen kamer met badkamer en pantry. De maaltijden vinden plaats in het restaurant. We gaan met de individuele bewoner in dialoog om gezamenlijk te kijken hoe we zijn of haar verblijf zo aangenaam mogelijk kunnen maken. Samen kijken we naar mogelijkheden om dit te realiseren. De psychogeriatrische bewoners hebben ook een eigen kamer, maar hebben ook nog een gezamenlijke woonkamer. Door belevingsgericht te werken willen we de bewoner meer plezier en tevredenheid bieden. In Gulpen wordt een reminiscentiekamer gemaakt. In deze kamer wordt door de aankleding en inrichting getracht om herinneringen op te halen van de dementerenden. Ons huis krijgt een eigen karakter. Dat komt vooral omdat onze bewoners uit een andere omgeving zullen komen. Het belangrijkste is dat ze zich hier thuis gaan voelen. Dat betekent dat ons huis moet passen in de sfeer van Gulpen: een landelijk gebied met veel aandacht voor ambiance en gastvrijheid Dat past dan weer mooi in Vivre gewoon beter, het grote verbeterproject dat veel aandacht geeft aan gastvrijheid." De nieuwe locatiemanager heeft daar uitgesproken ideeën over. “We zullen veel met plaatselijke leveranciers en verenigingen werken. De vlaai komt niet uit Maastricht, maar van een Gulpense bakker. We gaan ook veel aandacht besteden aan streekgerechten. En wat misschien nog belangrijker is. We gaan
E
nu al actief werven naar medewerkers en vrijwilligers uit het Heuvelland zelf. Dat zal overigens niet eenvoudig zijn gedurende de tijd die we in Klevarie verblijven. Daarom hebben we een recruiter aangetrokken die speciaal voor Gulpen medewerkers gaat werven”.
en aantal keer per jaar worden op verschillende locaties kookworkshops gegeven. Onder leiding van de ‘eigen’ kok kunnen bewoners hieraan deelnemen. Samen worden dan de heerlijkste gerechten bereid, die vaak aan vroeger doen denken. Eén van de deelnemende locaties is Appelgaard. Ans Vreuls is hier al een aantal jaren kok. Met veel plezier staat ze elke dag in de keuken. Ans: “Zelfs op zo’n warme voorjaarsdag als vandaag vind ik ’t geweldig om samen met deze dames aan de slag te gaan.” Voor haar zitten, keurig op een rij, vier bewoonsters met de schort voor te wachten op het startsein.
Proeftuin Net zoals bij de andere nieuwe locaties is er sinds enige tijd een afdeling Gulpen in het verzamelgebouw Klevarie. Op deze afdeling oefenen medewerkers en bewoners het Gulpense model in. Dat wil zeggen een model met veel aandacht voor gastvrijheid en individuele zorg. Dat heeft overigens haken en ogen. “Het duurt nog twee jaar voor we in Gulpen zitten en uit de ervaring met andere nieuwe huizen weten we dat niet alle medewerkers en bewoners over twee jaar meeverhuizen naar Gulpen. Van de andere kant is het van groot belang dat we al in Maastricht ervaring op doen met het Gulpense model.”
Andere eind Aan Miranda van Glabbeeck zal het niet liggen. Enthousiast vertelt ze over de vele plannen en problemen. “Voor veel collega’s in Maastricht is Gulpen het andere eind van de wereld. Maar dat is natuurlijk onzin. Het is een nieuw gebied waar we onze eigen plek moeten vinden. Daar verheug ik me op.”
•
Linzenvlaai
gs m e v r. B a s t i n
m e v r. H u y n en
“Vandaag gaan we linzenvlaaien maken met heerlijke abrikozengelei”; zegt Ans. Mevrouw Huynen glundert. Ze heeft vroeger in de bakkerij gewerkt en veel vlaaien gebakken. Een feest van herkenning dus. Het deeg had Ans vooraf al gemaakt, want dit moet een dag rijzen. Mevrouw Huynen weet het nog precies. “Je hebt 425 gram deeg nodig voor één linzenvlaai”; zegt ze pienter. De dames Jahae, Reumers en Bastings volgen het allemaal op de voet. Zij hebben immers wat minder ervaring. Eén voor één mogen ze naar voren komen om het deeg uit te rollen of om de abrikozengelei uit te smeren. In opperste concentratie wordt er gewerkt. Het bakken van linzenvlaai is namelijk een secuur werkje.
Goudbruin Maar het eindresultaat mag er zijn. Na enige tijd komen er een paar goudbruine vlaaien uit de oven; klaar om gegeten te worden. Ans: “Eigenlijk mag dat niet. Linzenvlaai is het lekkerst als die 2 à 3 dagen in de kelder heeft gestaan. Maar ik geloof niet dat wij zo lang kunnen wachten.”
•
14
|
vitaal
vitaal
de Mins
in gebruik genomen
de bewoner de hele dag op z’n kamer blijft. Hij gaat in ieder geval al drie keer per dag eten in het restaurant en er is een bibliotheek, tuinkamer en lobby. Maar clusterdirecteur Henk Verheesen geeft het ronduit toe: “Nee, een echte woonkamer is het niet. Het is een stap vooruit, maar ik denk dat de ontwikkeling niet stil blijft staan. Ik verwacht dat over een jaar of tien iedere bewoner een eigen appartement heeft. En dat is heel wat meer dan de huidige kamer.”
|
De toiletten zijn voorzien van een sproei- en föhninstallatie. Dat tekent de grondigheid waarmee Verheesen en de zijnen het hele gebeuren in een verpleeghuis onder de loep genomen hebben.
Proefdraaien Een ander voorbeeld: Twee dagen voor de eerste bewoners naar de Mins gingen, kwamen twintig medewerkers van Vivre proefdraaien. Ze verbleven er 24 uur, lang genoeg om een
Op woensdag 27 juli hebben 46 bewoners bezit genomen van de Mins, het nieuwste verpleeghuis van Vivre, gelegen aan de zuidkant van de Maastrichtse wijk Malberg. Het is de vierde nieuwbouw die Vivre sinds begin 2010 in gebruik genomen heeft. de Mins is een huis waar zes jaar grondig over is nagedacht. Vol uitgekiende technische snufjes, maar tegelijk een huis waarin de nieuwe filosofie van Vivre (gastvrijheid) volop vorm moet kunnen krijgen. De verslaggever keek er rond, met de ogen van een kritische oudere die zich afvraagt of hij hier wil wonen.
L
ocatiemanager Harry Heykens die tot dusver de handen vol had aan de afbouw van Klevarie kan goed uitleggen wat het verschil maakt in de nieuwe locatie. “Dat is in ieder geval de ruimte. Als je naar Klevarie kijkt, is er nu vier keer zoveel ruimte per bewoner beschikbaar. “Privacy kost ruimte en daagt ons uit om binnen het beschikbare budget effectief en efficiënt te organiseren. Iedere bewoner heeft nu een ruime eigen kamer, standaard voorzien van een til-lift, tv, koelkast, magnetron en eigen sanitair.” De til-lift kan de cliënt uit bed tillen en in één beweging naar het toilet en/of douche brengen. “Door dit systeem is het aantal til-handelingen vergeleken bij Klevarie met veertig procent afgenomen", zegt Heykens met enige trots. Het mes snijdt dus aan twee kanten. De geavanceerde techniek, de grotere ruimte kost geld. Maar van de andere kant zorgt die techniek er ook voor dat er uiteindelijk minder mensen nodig zijn om te helpen.
Aanraakscherm Dat wordt ook zichtbaar in het schermpje naast het bed. Door een aanraking van de afbeeldingen op dit aanraakscherm kan de bewoner niet alleen tv kijken en de gordijnen sluiten en openen, maar hij kan ook zien welke bezoeker er voor hem aan de buitendeur staat. Hij kan desgewenst ook contact maken met het thuisfront en niet alleen horen, maar ook zien hoe het daarmee gaat. En uiteraard de verzorging oproepen.
Camera Minder zichtbaar, maar heel efficiënt is een groter scherm opgesteld op 7 strategische plaatsen in het gebouw die een virtuele rondgang mogelijk maken. Daarmee kan tijdens de nachtdiensten, maar ook overdag via een camera in de kamer
bekeken worden wat er aan de hand is. Maar ook alle gangen, voordeur en parkeergarage.
Camerabewaking? Zo wil Heykens het dus niet noemen. De bewoners wordt nadrukkelijk gevraagd of zij toestemming geven voor de camera. Ze kunnen ook weigeren. Op dit moment hebben in ieder geval drie bewoners deze toestemming niet gegeven. “Bij hen blijft dus de camera uit. Als er hulp nodig is, gaan we kijken. Dat doen we ook bij andere bewoners die hulp nodig hebben. De camera is een hulpmiddel om snel een situatie in te schatten. Het is ook niet zo dat er de hele tijd iemand achter het scherm zit om de toestand te bekijken. Het is met name een hulpmiddel om onnodig lopen te voorkomen."
Kamer de Mins is een verpleeghuis voor mensen met somatische beperkingen. Ook in het recente verleden ging men ervan uit dat zij in de kamer sliepen en overdag in de huiskamer verbleven. De ervaring leerde dat juist somatische cliënten behoefte hadden aan een eigen persoonlijke ruimte, ook overdag. Daar speelt de Mins op in. Op de website van Vivre wordt gemeld dat iedere bewoner een grote woonkamer krijgt met veel privacy. Inderdaad is de kamer, vergeleken bij de andere nieuwe locaties van Vivre, weer iets groter geworden. Er is ook ruimte genoeg om naast het bed een aantal zaken neer te zetten. De kamer kan een persoonlijke uistraling krijgen. Maar een echte wóónkamer kun je het niet noemen, denkt de verslaggever. Harry Heykens: “Het blijft een kamer in het verpleeghuis. Er moet een bed staan en er moet genoeg ruimte zijn om de bewoner te verzorgen en te behandelen. Ik denk ook niet dat
Gezellig Terug naar het heden. Is de Mins ook gezellig en gastvrij? We kijken zelf rond in het restaurant. Dat is stijlvol en royaal opgezet. Je denkt geen moment dat je in een verpleeghuis bent. Het ziet er natuurlijk anders uit dan de nieuwe restaurants in Croonenhoff en Koepelhof, waar de bewoners nog mobieler zijn. Er wordt nadrukkelijk rekening mee gehouden dat een groot aantal bewoners een rolstoel nodig heeft. “En als je weet dat er meer dan honderd soorten rolstoelen in Nederland in omloop zijn, kun je nagaan dat er heel wat pas en meetwerk aan vooraf ging voor we bijvoorbeeld de juiste hoogte van de tafels uitgedokterd hadden,” zegt Henk Verheesen. Eén van de simpelste oplossingen bleek het blokje hout onder de poten. “Het hoeft niet allemaal duur te zijn”. In de Mins is een volwaardige keuken. “Wij bieden hier sous vide plus”, zegt Harry Heykens. “Je kunt hier twee keer per dag een à la carte menu krijgen dat ook op een sfeervolle wijze wordt geserveerd. Net zoals in een restaurant.”
Emmer Een heel ander voorbeeld van gezelligheid is de wijze waarop men in de Mins omgaat met de gevolgen van incontinentie. Henk Verheesen. “Laten we er geen doekjes om winden: in de meeste verpleeghuizen ruik je die lucht. Wij hebben lang gezocht naar een goede oplossing.” Uit België haalden ze uiteindelijk een emmer met een schroefdeksel die alle stank en vocht grondig isoleert. “Wij leren nu onze medewerkers dat ze meteen de luier in de emmer moeten doen en de deksel moeten dichtdraaien. We hopen daarmee het probleem opgelost te hebben.”
aantal situaties uit te testen. Ze aten er, sliepen er en gebruikten alle apparaten en knopjes. En verbaasden zich over de goede kwaliteit van het eten en de vele mogelijkheden van de techniek. Vooral het aanraakscherm oogstte bewondering. “Daarmee krijg je als bewoner een stuk zelfstandigheid terug.” Wat de medewerkers ook deugd deed, is dat hun collega’s van de Mins ook zelf ideeën konden aandragen. Een deel daarvan is ook uitgevoerd. Ook de ondernemingsraad en de leden van de cliëntenraad waren in een eerder bezoek die ochtend positief verrast over het resultaat en de wijze waarop aan medewerkers en personeel is gedacht.
Verschil Komend vanuit Klevarie, maakt de Mins een wereld van verschil. Van een vierpersoonskamer naar een eigen kamer. Van een verouderd gebouw naar uitgekiende nieuwbouw. En naar een omgeving waarin gastvrijheid vanzelfsprekend kan zijn.
•
15
16
|
vitaal
Interim
Interim-directeur stroopt de mouwen op Medio augustus werd Roel Kramer benoemd tot interim-directeur Operationele Zaken bij Vivre. De nieuwe man ondersteunt bestuurder Dik Mol. Voor velen een verrassende ontwikkeling. Alle reden dus voor een gesprek met Roel Kramer.
W
aarom bent u bij Vivre binnengehaald? Roel Kramer: “Na het overlijden van Jan Meijers, de voorzitter van de Raad van Bestuur, heeft bestuurder Dik Mol de twee functies een half jaar gecombineerd. Ontwikkelingen binnen en buiten Vivre staan echter niet stil en vragen voldoende aandacht. Daarom is gekozen voor een voorlopige oplossing in de vorm van een interim-directeur, die zolang een deel van de taken van Dik Mol overneemt. Ik ondersteun bij de operationele aansturing van de zorg, het facilitair bedrijf en bij het vastgoed. Daarnaast pak ik het proces van Vivre Voortvarend verder op.”
nog directeur van het revalidatiecentrum. In die jaren heb ik veel aandacht gegeven aan inhoud van zorg verbinden met goed organiseren. In 2008 ben ik als zelfstandig adviseur verder gegaan. Ik had intussen heel wat ervaring opgedaan in crisissituaties. Brandjes geblust, verbeterplannen opgesteld en mensen tot rust gebracht of juist in beweging gezet. Ik ben nu mede-eigenaar van een adviesbureau dat zich richt op ontwikkeling van mensen en organisaties, met de nadruk op leiderschap. En daarnaast heb ik als interim-manager en adviseur gewerkt onder meer bij een aantal gezondheidsinstellingen in Zuid-Limburg. “
Brandjes Moeten er bij Vivre brandjes worden geblust? Roel Kramer lacht. “Die indruk heb ik niet. Vivre is een gezonde organisatie, waar de afgelopen jaren in snel tempo een aantal noodzakelijke veranderingen tot stand is gebracht. Maar het is nog niet af, sterker het is nooit af. We moeten blijven verbeteren, vooral omdat de ontwikkelingen buiten Vivre dóórgaan. Dat is ook het aantrekkelijke van de nieuwe strategienota Vivre Voortvarend. Dik Mol heeft samen met anderen een eerste versie geschreven. Mijn taak wordt het die nota handen en voeten te geven, in samenspraak met de hele organisatie.”
Vivre Voortvarend
er Interim-directeur Roel Kram
Bioloog Roel Kramer (48) is een Brabander, geboren en getogen in Eindhoven. Hij studeerde biologie in Utrecht en trad daarna in 1989 als onderzoeker in dienst van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. “Na een aantal jaren verschoof mijn aandacht van onderzoek naar management. De belangen van onderzoekers verbinden met die van het beleid om inhoud en proces goed te organiseren beviel me uitstekend. In 1998 verhuisde ik naar Rijkswaterstaat in Maastricht. Daar heb ik door de hele organisatie heen een aantal managementfuncties gehad. In 2005 ben ik gevraagd de Stichting Revalidatie Limburg, zeg maar de oude Lucaskliniek in Hoensbroek, te helpen bij problemen in het Hoensbroeck Centrum voor Arbeidsperspectief. Een half jaar later werd ik ook
Hij gaat er even voor zitten. “Je mag zeggen dat de eerste strategienota ‘Nieuwe Bakens’ in grote lijnen is uitgevoerd. Vivre heeft de omslag gemaakt van grote huizen naar kleinschalige vormen van zorg. En is ook flink gevorderd op de weg van aanbodgerichte zorg naar klantgerichte zorg. Maar we worden de komende jaren geconfronteerd met nieuwe uitdagingen. Zo blijven mensen langer thuis. Dat betekent concreet dat mensen met een zorgpakket 1 en 2 nauwelijks meer opgenomen worden. Er valt een hele groep weg en daarmee ook een deel van de inkomsten. Als ze bij ons binnen komen, hebben ze meer zorg nodig. Dat stelt ook andere eisen aan de verzorging. Daar komt bij dat we door de vergrijzing en ontgroening moeilijker aan personeel kunnen komen. Er zijn gewoon te weinig mensen om de toekomstige ouderen goed te verzorgen. Dat betekent dat we op een andere manier moeten gaan werven en werken. Medewerkers moeten bereid zijn flexibel te werken op verschillende locaties. Goed gebruikmaken van technische mogelijkheden zonder de menselijke maat te verliezen is daarbij ook een interessante kwestie. We zullen er verder ook rekening mee moeten houden dat nieuwe
vitaal
generaties kiezen voor een leuke baan en niet meer voor een loopbaan bij één organisatie."
Organische groei Maak de borst maar nat… Roel Kramer: “Inderdaad, er staat ons nog veel te wachten in de komende jaren. Dat wil niet zeggen dat we overhaast te werk moeten gaan. Als bioloog kijk ik toch op een bepaalde manier naar al die ontwikkelingen. Duurzame veranderingen gaan via een geleidelijk proces, een evolutie, geen revolutie. Veel zaken hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar. Ik ben daarom ook een groot voorstander van organische ontwikkeling. Dat betekent dat ik kijk naar wat al die uitdagingen in de praktijk betekenen. De strategie moet in de praktijk omgezet worden. En dat doe je door de dagelijkse werkzaamheden en vraagstukken te verbinden met de strategische ontwikkelingen en de visie. En waar mogelijk dan wel met noodzakelijke acties te werken aan verbeteringen.”
Mouwen opstropen De interim-directeur stroopt de mouwen op: “Ik ben aangenomen om de organisatie verder te helpen. Dat betekent dat er wat mij betreft voor het eind van het jaar een plan van aanpak ligt om Vivre Voortvarend verder van de grond te krijgen.” Roel Kramer houdt zich overigens niet alleen met de strategienota bezig. Hij stuurt ook de clusterdirectie, de manager Facilitair Bedrijf en de manager Bouwzaken aan. “En dat is mooi want dan kan ik goed strategie en uitvoering met elkaar verbinden. Daarin ligt zoals al eerder gezegd de sleutel tot succes van een ontwikkelingsproces in een organisatie. Door aandacht te hebben voor de samenhang tussen primair proces en ondersteunende processen en in te spelen op problemen of te verbeteren zaken. Maar ook aandacht voor de samenhang tussen standaardisering en maatwerk, tussen verandering waar nodig en het goede behouden en zo verder. Veranderen is geen doel op zich, maar het middel om Vivre nog beter in te richten voor de nabije toekomst. Als ik daar mijn steentje aan kan bijdragen, zou ik dat heel mooi vinden.”
•
|
Het Vrijthof op Klevarie Lucas Odding
H
oe geef je Maastrichtse bewoners en bezoekers van Klevarie een thuisgevoel? Jules à Campo, de man van de activiteitenbegeleiding, wist het: “We brengen het Vrijthof naar Klevarie.” En inderdaad: Op één van de wanden van de royale ontvangsthal hangt sinds augustus een metersbreed schilderwerk van Lucas Odding dat het hart van Maastricht uitbeeldt: het Vrijthof. Lucas Odding (57) is er best trots op. Hij heeft er bijna vier maanden aan gewerkt en het grote tableau heeft al heel wat positieve reacties opgeleverd. “Ik wilde een realistisch beeld geven van een deel van het Vrijthof.” Hij koos voor de kant van de Servaaskerk en die van het Spaans Gouvernement. “Ik heb eerst de hele zaak en detail gefotografeerd en aan de hand daarvan heb ik geschilderd.” Lucas Odding is geen schilder van beroep. “Mijn vader tekende veel en daar heb ik kennelijk de aanleg van gekregen. Pas de laatste jaren heb ik dat echt in praktijk gebracht.” In zijn gewone leven deed hij heel wat anders. Hij was beroeps bij de marine, 26 jaar ijzervlechter in de bouw en rijinstructeur. Toen sloeg het noodlot toe. Na een scheiding raakte hij grondig in de versukkeling en toen hij na een aantal jaren weer overeind krabbelde, vond hij een nieuwe basis als vrijwilliger bij de activiteitenbegeleiding op Klevarie. “Dat is mijn redding geweest. Ik kwam weer onder de mensen en langzamerhand kreeg ik er weer zin in.” Jules à Campo die van zijn tekentalent wist, stimuleerde hem om daarin verder te gaan. “Dat was een gouden tip. In het tekenen en schilderen vond ik mezelf terug.” Hij kreeg weer meer zelfvertrouwen. Jules bracht hem ook op het idee van de wandschildering. En Lucas nam de uitdaging aan. Het resultaat mag er zijn. De ontvangstruimte heeft een ziel gekregen. En Lucas gaf zijn visitekaartje af. “Ik ben er weer.”
•
17
18
| vitaal
R ianne van Sloun en Anjo Franssen
vitaal |
19
Een logopedist helpt niet alleen kinderen die slissen
A
njo Franssen en Rianne van Sloun werken binnen de dienst Behandeling en Begeleiding van Vivre als logopedisten. Dat veel mensen niet precies weten wat ze doen, blijkt onder meer op feestjes. Als ze daar vertellen wat hun beroep is, krijgen ze vaak als antwoord: "O, dan moet ik nu zeker duidelijk gaan articuleren." Anjo Franssen: "En dat terwijl spraakproblemen maar een klein onderdeel vormen van onze werkzaamheden."
Erkend specialisme Anjo Franssen: "Logopedie is nu een erkend en volwassen specialisme binnen de gezondheidszorg. Het beroep heeft zich volop ontwikkeld. Twintig jaar geleden stond bijvoorbeeld de aandacht voor eet- en drinkproblemen nog in de kinderschoenen." Net als Anjo Franssen heeft Rianne van Sloun de hbo-opleiding Logopedie gevolgd. Anjo in Hoensbroek en Rianne in Heerlen. Naast de genoemde spraak-, eet- en drinkproblemen houden ze zich bezig met taal- en gehoorstoornissen. Rianne van Sloun: "Een logopedist helpt dus echt niet alleen maar jonge kinderen die slissen."
Afasie Anjo Franssen is dagelijks te vinden op de revalidatieafdeling van verpleeghuis Klevarie in Maastricht. Heel af en toe maakt ze een uitstapje naar de afdeling Herstelzorg van het azM. "Cliënten die een hersenbloeding of een herseninfarct hebben gehad, komen gemiddeld een week daarna naar de revalidatieafdeling van Klevarie. Daar worden ze onderzocht. Een deel van onze cliënten blijkt dan last te hebben van afasie. Dit is een taalstoornis waardoor mensen plotseling niet meer gewoon kunnen spreken, schrijven, lezen of begrijpen wat anderen zeggen. De klachten variëren van lichte woordvindproblemen tot en met het complete verlies van taal."
Oefenprogramma’s "Behalve afasie komt ook dysartrie voor. Dysartrie is een spraakstoornis die wordt veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel. Hierdoor werken onder andere de spieren die nodig zijn voor de uitspraak van woorden, onvoldoende.
Ook hebben onze cliënten vaker last van slikproblemen. Als die niet al te erg zijn, dikken we bijvoorbeeld dranken licht in, zodat een cliënt zich niet verslikt. In de zwaardere gevallen ontvangen cliënten volledige sondevoeding. Parkinson, multiple sclerose (MS) en amyotrofe laterale sclerose (ALS) zijn andere aandoeningen waardoor cliënten hulp nodig kunnen hebben van een logopedist. Dat geldt ook voor cliënten met tumoren in het hoofd-halsgebied. De logopedisten binnen Vivre maken gebruik van oefenprogramma’s voor cliënten met afasie en dysartrie. Als iemand bijvoorbeeld niet meer in staat is om woorden te vormen, maken we gebruik van visuele hulpmiddelen zoals een communicatiebord. Daarop plaatsen we foto’s of pictogrammen. Een voorbeeld is de afbeelding van een kop koffie, zodat de cliënt kan aanwijzen waaraan hij op een bepaald moment behoefte heeft."
Altijd praten Rianne van Sloun werkt op de psychogeriatrische afdelingen (PG-afdelingen) van vijf verschillende Vivrelocaties. Daarnaast is ze actief binnen de eerstelijnszorg. Zo helpt ze bijvoorbeeld ook bewoners van de aanleunwoningen bij Vivrelocatie Croonenhoff. "Op de PG-afdelingen verblijven relatief veel demente cliënten die logopedische klachten hebben. Slikproblemen maken daar vaak deel van uit. Het komt zelfs geregeld voor dat cliënten helemaal niet meer weten wat eten en drinken inhouden. Ik doe er alles aan om hun dementieproces zo aangenaam mogelijk te laten verlopen, ook al gaan ze daarin alleen maar achteruit. Daartoe verzorg ik bijvoorbeeld een eetobservatie op de afdeling. En al kunnen sommige cliënten niet meer praten tegen mij, ik praat altijd
tegen hen. Daarnaast heb ik veel contact met de familie van cliënten om hen op de hoogte te houden van de stand van zaken. Als zij vinden dat hun familielid goed wordt verzorgd, haal ik daar veel voldoening uit. Sinds een half jaar houden we bij de opname ook standaard een vraaggesprek met de cliënt en/of zijn familieleden en de verzorging. Vragen die daarbij naar voren komen, hebben te maken met communicatie, eten, drinken en gehoor. Dat doen we om meteen een duidelijk beeld te krijgen van een cliënt."
Nieuwe ontwikkelingen
Diploma-uitreiking Vivre Gewoon Beter Ook dit jaar hebben drie locaties de training Vivre Gewoon Beter succesvol afgerond. In Molenhof, Croonenhoff en La Valence ontvingen alle medewerkers het welverdiende diploma. Uit handen van projectleider Anke Huppertz kregen de locatiemanagers bovendien een waardecheque. Met deze cheque kunnen zij iets organiseren of aanschaffen dat de gastvrijheid op hun locatie bevordert.
"Als logopedisten binnen Vivre nemen we ook regelmatig gehoortesten af bij onze cliënten. In lijn daarmee willen we op korte termijn een structureel gehoorspreekuur introduceren in alle verpleeghuizen van Vivre. We zorgen voor aanvullend advies en controleren of repareren de hoorapparaten. Daarnaast heb ik samen met een collega de Afasiesoos Maastricht opgezet in Vivrelocatie La Valence. Eén maandag per maand houden we een bijeenkomst voor afasiecliënten en hun partner. Lotgenoten ontmoeten in een ontspannen sfeer is daarbij de centrale gedachte. Gemiddeld zijn zo’n tien tot twaalf mensen aanwezig op een bijeenkomst. We starten altijd met een kop koffie of thee, waarna een groepsactiviteit plaatsvindt. We lezen bijvoorbeeld samen de krant. Een andere keer gaan we schilderen of kaarten. Daarnaast organiseren we in kleine groepjes activiteiten rondom communicatie en taalgebruik."
•
gewoon beter gewoon beter gewoon beter gewoon beter
C olo f on
Het instellingsblad van Vivre verschijnt vier maal per jaar en wordt gratis verspreid onder medewerkers, cliënten en externe relaties van de onder de stichting ressorterende instellingen. R edactieadres Marc Kentgens, Staffunctionaris Communicatie, tel.: (043) 631 41 87,
[email protected], Postbus 241, 6200 AE Maastricht. RedactieLEDEN Marlies van Bun, Ber Crouzen, Carla Janssen, Marc Kentgens, Karina Louwe, Chantalle Lubbering, Yvonne Stallinga, Gerdie Winckelmolen. EINDRedactie Ber Crouzen. Foto's Marc Kentgens, Pierre Defesche. Ontwerp Advance Communications, Geleen. Drukwerkverzorging Profeeling, Beringen (BE). Oplage 3.000 exemplaren.
Tips voor de redactie Heeft u tips of suggesties, stuur deze dan naar het bovenstaand redactieadres.