.3
Q
4
— 4
""mwvw Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland
Bibliotheek
Nr. Pw—VM.95003 OH
1579579
/
1
ci- 1/7 -J 3CJ
Berenschot
VOORSTEL ONDERZOEK WERKBELASTING VERKEERSPOST NIJMEGEN RIJKSWATERSTAAT
Drs. E.J.T. van den Berg Drs. L.M.J. Fiers Ing. G.A.M. Mathijssen
Utrecht, 10 juli 1995
B2204 - juli 1995
0' 129
D
Partner o THEEUROPEAN INDEPENDENTS
Berenschot
VOORSTEL ONDERZOEK WERKBELASTING VERKEERSPOST NIJMEGEN RIJKSWATERSTAAT
INHOUD
Blz.
VOORWOORD ..........................................1 UITGANGSSITUATIE ................................2 OPDRACHTFORMULERING ...........................4 WERKBELASTINGSONDERZOEK .......................6 VOORGESTELDE AANPAK ............................7 4.1 INTRODUCrIE EN INFORMATIE VERZAMELEN ..............7 4.2 WERKLASTMETING ................................9 4.3 ERGONOMISCH ONDERZOEK ..........................10 4.4 ONTWIKKELEN SCENARIO'S ..........................11 4.5 RAPPORTAGE EN PRESENTATIE ........................11 OPDRACHTGEVER, BEGELEIDING EN OVERLEG ..........13 BEMENSING, PLANNING EN KOSTEN ...................14 6.1 BEMENSING .....................................14 6.2 PLANNING ......................................15 6.3 KOSTEN .......................................15
Bijlagen: Beschrijving huidige situatie. Curricula vitae. Algemene voorwaarden.
B2204 - juli 1995
cD
Partner cl THE EOPEAN INDEPENDENTS
Berenschot
VOORWOORD
De directie Oost-Nederland van Rijkswaterstaat heeft aan Berenschot gevraagd een voorstel te formuleren. Het voorstel heeft betrekking op een onderzoek naar de werkbelasting bij de verkeerspost Nijmegen. Hierna volgt de tekst van ons voorstel. Achtereenvolgens komen aan de orde: • De uitgangssituatie (hoofdstuk 1). • De opdracht (hoofdstuk 2). • Het werkbelastingsonderzoek (hoofdstuk 3). • Het plan van aanpak (hoofdstuk 4). • De onderzoeksbegeleiding (hoofdstuk 5). • De bemensing, planning en kosten (hoofdstuk 6). Ons voorstel is opgesteld op basis van een tweetal notities die wij op 20 juni jl. hebben ontvangen van de heer Stuurman.
B2204 - juli 1995
'2
D
Partner ot THE EUROPEAN INDEPENDENTS
1
Berenschot
1. UITGANGSSITUATIE
In 1993 heeft de toenmalige directie Gelderland van Rijkswaterstaat de eindrapportage gepresenteerd betreffende de "Toekomstvisie Waal Hoofdtransportas". Naar aanleiding van deze nota heeft de minister van Verkeer en Waterstaat de verbetering van de Waal overeenkomstig variant Hb van dit rapport opgedragen aan Rijkswaterstaat. Eén van de deelopdrachten die voortvloeien uit de opdracht aan de directie Oost-Nederland, betreft het realiseren van verkeersbegeleiding in de Waal-bochten boven Nijmegen. Het ligt in de bedoeling hier een aantal Remote Radarstations op te richten, waarvan de beelden worden gepresenteerd op de reeds bestaande verkeerspost Nijmegen. Volgens de momenteel voorliggende planning dient het project in de tweede helft van 1997 te zijn afgerond. Tevens zullen voorzieningen worden getroffen voor het onderhouden van de communicatie met vaarweggebruikers in het Waal-bochtengebied. Het is de bedoeling ook deze apparatuur te bedienen vanaf de verkeerspost Nijmegen. De voorgestane uitbreiding heeft als doel te komen tot een vorm van actieve verkeersbegeleiding in het gebied. De vraag die zich nu voordoet, is of de voorgenomen uitbreidingen zijn in te passen in de huidige operationele werkwijze van de verkeerspost. Daarbij dient ondermeer rekening te worden gehouden met de volgende punten: Momenteel loopt er een MER-procedure als voorbereiding voor de bouw en inrichting van een overnachtingshaven te Weurt. In deze procedure wordt tevens de nieuwbouw van de verkeerspost meegewogen. Evenals dit nu het geval is met de overnachtingshaven Lobith, zullen de verkeersleiders van Nijmegen worden belast met het handhaven van het ligplaatsbeleid in deze haven. Gelet op de complexiteit van dit proces, is het niet bekend wanneer tot realisatie zal worden overgegaan. Op 1 januari 1990 is een koppeling gerealiseerd tussen een gelijksoortig Duits systeem (MIE) en het systeem [VS 90. Bij een goed functioneren zal het aantal inwin- en invoerhandelingen aanmerkelijk worden gereduceerd. Hier staat echter tegenover dat door het openstellen van de Westeuropese binnengrenzen de douaneformaliteiten te Lobith tot een minimum zijn beperkt. Hierdoor zijn onder andere het CBS en Rijkswaterstaat verstoken geraakt van de nodige statistische gegevens.
B2204 - juli 1995
(D
Prtncr o THE EUROPEAN NDEPENDENrTS
2
Bererischot
Om tot een afgewogen oordeel te komen, acht de directie Oost-Nederland van de Rijkswaterstaat het noodzakelijk een nader onderzoek in te stellen naar de huidige werkbelasting in relatie met de voorgestane uitbreiding. Bij het onderzoek heeft de Rijkswaterstaat aangegeven behoefte te hebben aan externe ondersteuning. Berenschot is gevraagd daarvoor een offerte uit te brengen.
B2204 - juli 1995
J: ?9a
Partner of THE EUROPEAN INDEPENDENTS
3
Berenschot
2. OPDRACHTFORMULERING
De opdracht voor het uit te voeren onderzoek formuleren wij als volgt: Voer een onderzoek uit naar de huidige en toekomstige werkbelasting en de kwaliteit van de dienstverlening van de verkeerspost Nijmegen. Deze opdracht valt uiteen in de volgende vragen: Verschaf inzicht in de huidige situatie door het uitvoeren van een taakanalyse, het onderzoeken van de taakbelasting en het vaststellen van het huidige niveau van de dienstverlening. Bepaal de werkbelasting van de verkeersleiders uit het piekaanbod en de duur daarvan, alsmede van het gemiddelde aanbod. Bepaal de gevraagde activiteiten per tijdseenheid. Onderscheid daarbij uitstelbare activiteiten, beperkt-uitstelbare activiteiten en niet-uitstelbare activiteiten. Bepaal de kwaliteit van het geleverde produkt. Voer daartoe onder andere gesprekken met vaarweggebruikers, alle verkeersleiders en de dienstleiding. Geef aan wat de kwaliteit zou kunnen verhogen. Bepaal op basis van de genoemde taakbelasting, de gewenste personele bezetting, de gewenste functionele taakverdeling en de effecten op de produktkwaliteit bij de integratie van de toekomstige taken van de ver keerspost Nijmegen. Bepaal of de huidige opstelling van de apparatuur aanpassing behoeft, daarbij rekening houdend met de voorgestane uitbreidingen, danwel op welke wijze de uitbreiding van de apparatuur in de huidige ruimte kan worden geïntegreerd. Wij plaatsen bij de opdrachtformulering de volgende kanttekeningen: Kort na de aanvang van het onderzoek dient wederzijds duidelijkheid te bestaan over begrippen zoals "taakbelasting", "dienstverlening", "piek- en dalbelasting" en "kwaliteit".
B2204 - juli 1995
I)
Partner of TElE EUROPEAN INDEPENDENTS
4i •1
Berenschot
De onderzoeksresultaten van het door de Adviesdienst Verkeer en Vervoer uit te voeren onderzoek naar de effectiviteit van de verkeersleiding in de Waal-bochten dienen uiterlijk kort na de aanvang van dit onderzoek daadwerkelijk aanwezig le zijn. In het verleden is enig onderzoek verricht voor het inwinnen van gegevens ten behoeve van de grensstatistiek. Deze gegevens zijn beschikbaar voor het werkbelastingsonderzoek. Toekomstige werkbelasting is ondermeer afhankelijk van toekomstig te implementeren systemen en de ontwikkeling van verkeersbewegingen. De invloed daarvan op de toekomstige werkbelasting is uiteraard niet nauwkeurig vast te stellen. Wel achten wij het mogelijk schattingen te maken in de vorm van toekomstscenario's.
B2204 - juli 1995 Partner of ( THE EUROPEAN INDEPENDENTS
5
Berenschot
3. WERKBELASTINGSONDERZOEK
In dit hoofdstuk beschrijven wij onze visie op het vraagstuk van de werkbelasting. De werkbelasting kent drie dimensies:
De eerste dimensie heeft betrekking op de produktie. Dit zijn de aantallen (deel)produkten die in één bepaald jaar of periode gerealiseerd (moeten) worden. In het geval van de verkeersbegeleiding betreft het in hoofdlijn het begeleiden en coördineren van een x aantal schepen per jaar, seizoen, dienst of periode van de dag. De begeleiding van een schip kan in beginsel worden afgebakend in een aantal activiteiten die een bepaalde produktietijd in beslag nemen. Deze dimensie noemen wij ook wel de "werklastnorm". De tweede dimensie is de beschikbare capaciteit, dat wil zeggen, de bezetting die aanwezig is voor een (normale) uitvoering rondom een (deel)produkt. De derde dimensie betreft de correctiefactoren die zijn gedefinieerd voor het tot stand brengen van de produktie en het vaststellen van de noodzakelijke capaciteit. Het kan hierbij om zowel positieve als negatieve correctiefactoren gaan. Voorbeelden van positieve correctiefactoren zijn de "l00%-beschikbaarheidseis" alsmede de "55-plus-richtlijn", en ingeschatte extra arbeidstijd in verband met eventuele verkeersgroei en taakuitbreiding. Een voorbeeld van een negatieve correctiefactor is een voorstel voor verbetering van de doelmatigheid van werken. In onze onderzoeken worden deze drie dimensies beschreven of gemeten. Vervolgens bepalen wij aan de hand van deze gegevens hoeveel formatie noodzakelijk is voor de te realiseren produktie. Met behulp van de beschreven beschikbare capaciteit kan worden nagegaan in welke mate de capaciteit aansluit bij de te realiseren produktie. Correctie op deze vergelijking vindt plaats door het toepassen van de gestelde correctiefactoren.
B2204 - juli 1995
Ei
E)
PorEnEr of
THE EUROPEAN INDEPENDENTS
Berenschot
4. VOORGESTELDE AANPAK
Wij onderscheiden in het adviestraject 5 fases, die, waar nodig, zijn opgebouwd uit verschillende stappen. Wij starten het onderzoek met een introductie en de informatieverzarneling ten behoeve van vragen- en activiteitenhijsten en begripsdefiniëring. In de volgende fase doen wij de daadwerkelijke werklastmetingen. In de daaropvolgende fase wordt het ergonomisch onderzoek uitgevoerd. In de voorlaatste fase worden enkele toekomstscenario's ontwikkeld. De afrondende fase bestaat uit het schrijven en presenteren van het eindrapport. In het volgende schema zijn de verschillende fases van het onderzoek opgenomen. Introductie en informatie verzamelen. Werklastmeting. Ergonomisch onderzoek. Toekomstscenario' s. Eindrapportage.
Elke paragraaf van dit hoofdstuk behandelt de verschillende stappen en activiteiten van deze fases. 4.1
INTR0DUcrIE EN INFORMATIE VERZAMELEN
Doel Introductie bij de te onderzoeken verkeerspost en het ontwikkelen van de gestructureerde vragenlijsten, activiteitenlijsten en afbakening van enkele onderzoeksbegrippen. Onderzoeksstappen Tijdens deze fase worden de onderzoekers geïntroduceerd bij de verkeersleiders en de begeleidingscommissie. De onderzoekers lichten het onderzoek toe en krijgen de beschikking over alle relevante documenten. In overleg met de begeleidingscommissie wordt vastgesteld welke respondenten in het onderzoek worden betrokken. Deze worden geïnformeerd over de aard van het onderzoek en de wijze waarop zij daarbij worden betrokken.
B2204 - juli 1995
(D
Urtncr ot THE EUROPEAN NDEPENDENTS
7
Berenschot
Relevante documenten zijn in elk geval: • Toekomstvisie Waal Hoofdtransportas. • Scheepvaartverkeerswetla.m.v.b. van 15 april 1992. • Beeldschermbesluit. • TNO-rapport naar werk- en rusttijden van radaroperators in de Schelde Radarketen van november 1982. • Rapport werkgroep Wervepo. • Functie-informatieformulier verkeersleider. • Rapport werkbelasting verkeerspost Tiel. Relevante respondenten zijn in elk geval: • Het hoofd van de afdeling Scheepvaart. • De dagelijkse leiding van de verkeersdienst Boven-Rijn en Waal. • De projectadviseur van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer. • Een lid van de dienstleiding van de directie Oost-Nederland • De verkeersleiders van de post Nijmegen. • Binnenvaartschippers die regelmatig gebruikmaken van de diensten van de verkeerspost Nijmegen. Van interviews bij andere verkeersposten kunnen we afzien, omdat we daarover reeds relevante informatie ter beschilddng hebben. De onderzoekers analyseren de ter beschikking gestelde documenten en stellen op basis daarvan gestructureerde vragenlijsten op ten behoeve van de tijdens fase 2 te houden interviews en de tijdmeting. Ter voorbereiding van de tijdmeting worden enkele proefinterviews gehouden. Resultaten daarvan zijn activiteitenlijsten met werkzaamheden gecategoriseerd naar uitstelbare, beperkt-uitstelbare en niet-uitstelbare activiteiten. Wij gaan ervan uit dat de voor de verkeersPost Tiel ontwikkelde activiteitenljst kan worden gebruikt. Wij toetsen deze op bruikbaarheid voor de verkeerspost Nijmegen. Tevens ontwikkelen wij een voorstel ter afbakening van begrippen zoals "acceptabel werkbelastingsniveau", "taakbelasting", "dienstverlening", "piekbelasting" en "kwaliteit". De activiteitenlijsten en de definities van begrippen worden besproken met de begeleidingscommissie en met alle verkeersleiders.
B2204 - juli 1995
)
Partner o THE EUROPEAN INDEPENDENTS
8
Berenschot
Resultaat Het resultaat van deze fase is een afbakening van enkele onderzoeksbegrippen, gestructureerde vragenhijsten en een goedgekeurde activiteitenhijst, die zal worden gebruikt tijdens de werklastmetingen. Aantal benodigde adviesdagen: 3. 4.2 WERKLASTMETIr'G
Doel Het op basis van waarneming en registratie verkrijgen van inzicht in de werkbelasting van de verkeersleiders. Alsmede het op basis van interviews verkrijgen van inzicht in de kwaliteit van de dienstverlening. Onderzoeks stappen Tijdens deze fase vindt het eigenlijke onderzoek plaats. De fase krijgt vorm in twee stappen. Stap 1 betreft de tijdmeting. De tijdmeting vindt op diverse momenten plaats aan de hand van interviews en het registreren van de werkelijke tijdsbesteding op basis van waarneming (representatief). De registratie geschiedt op de vooraf opgestelde activiteitenljsten. Tijdens de interviews worden vragen gesteld omtrent de huidige en verwachte taakbelasting en het niveau van dienstverlening. In overleg met de begeleidingscommissie bepalen wij wat representatieve meetmomenten zijn. Op voorhand achten wij het denkbaar deze te bepalen in relatie tot wisselingen in de verkeersdrukte. Stap 2 betreft de beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening door de verkeersleiders. Deze beoordeling vindt plaats aan de hand van gestructureerde interviews met vaarweggebruikers en de verkeersleiders. We houden rekening met ongeveer 15 interviews met vaarweggebruikers verdeeld over relevante categorieën. Stap 2 van deze fase wordt grotendeels parallel aan stap 1 uitgevoerd.
B2204 - juli 1995 Partner ot THE EUROPEAN INDEPENDEHES
9
Berenschot
Resultaat Een kwantitatief opgebouwd inzicht in de werkbelasting van de verkeersleiders, uitgesplitst naar gemiddelde belasting, piekbelasting en dalbelasting, alsmede een inzicht in de kwaliteit van dienstverlening. Aantal benodigde adviesdagen: 7. 4.3 ERGONOMISCH ONDERZOEK Doel Het bepalen of de huidige opstelling van de apparatuur aanpassing behoeft. Een en ander op basis van algemeen geaccepteerde inrichtingsprincipes. Onderzoeksstappen Voor het foutloos kunnen uitvoeren van de taken van de verkeersleiders is de directe inrichting van de werkplek van essentieel belang. De volgende aspecten kunnen hierbij van belang zijn: • Verlichting(sniveau), luminatie en daglichttoetreding. • Visuele capaciteiten voor de beoordeling van de radarschermen. • Geluidsniveau en binnenidimaat. Door het wijzigen van de gebruikte apparatuur zullen wij voor de nieuwe ruimte een programma van eisen opstellen, op basis waarvan een voorstel wordt geformuleerd voor de inrichting van de nieuwe werkplekken. Hierbij wordt gekeken naar een optimale opstelling van de apparatuur en op welke wijze de uitbreiding van de apparatuur in de huidige ruimte kan worden geïntegreerd. Resultaat Het resultaat van deze fase is inzicht in de vraag of de huidige opstelling van de apparatuur aanpassing behoeft en op welke wijze dit kan geschieden. Aantal benodigde adviesdagen: 2.
B2204 - juli 1995
D
Partner of
THE ELROPEAN INDEPENDENTS
10
Berenschot
4.4 ONTWIKKELEN SCENARIO'S
Doel Het ontwikkelen van aannamen en een model op basis waarvan de toekomstige taakbelasting, de personele bezetting en de gewenste functionele taakverdeling kan worden geschat.
Onderzoeksstappen Wij zullen de toekomstige ontwikkelingen beschrijven. Eerst bakenen wij de periode af waarover wordt gesproken (2000 of 2010). De mate waarin de ontwikkelingen zich in deze toekomstige periode voordoen, laten wij zodanig variëren, dat de effecten op de taakbelasting en personele bezetting duidelijk zichtbaar worden. De aannamen die daarvoor worden gedaan, ontwikkelen wij in overleg met de verkeersleiders en de Adviesdienst Verkeer en Vervoer. De resultaten worden besproken met de begeleidingscommissie.
Resultaat Geaccepteerde aannamen en een model op basis waarvan de toekomstige taakbelasting, de personele bezetting en de gewenste functionele taakverdeling kan worden geschat. Aantal benodigde adviesdagen: 2. 4.5 RAPPORTAGE EN PRESENTATIE
Doel Het schrijven van een eindrapport waarin de resultaten van de verschillende onderzoeksstappen helder worden verwoord. De eindrapportage betreft derhalve het verantwoorden en vastleggen van de resultaten.
Onderzoeksstappen • Schrijven concept-eindrapport. • Concept voorleggen aan en bespreken met begeleidingscommissie. • Concept presenteren aan verkeersleiders verkeerspost Nijmegen.
B2204-juli 1995 Partner 0r THE E1JOPEAN INDEPENDENTS
11
Berenschot
• Concept presenteren aan dienstleiding directie Oost-Nederland. • Verwerking kwaliteitstoets, • Definitief afronden eindrapport. Resultaat Het eindrapport met conclusies en aanbevelingen, op basis waarvan de opdrachtgever op verantwoorde wijze beslissingen kan nemen met betrekking tot de gewenste personele bezetting en de indeling van de operationele ruimte. Aantal benodigde adviesdagen: 6.
B2204 - juli 1995
1p
D
Partner ei THE EROPEAH INDEPENDENTS
12
Berenschot
5.
OPDRACHTGEVER, BEGELEIDING EN OVERLEG
Wij beschouwen de heer ir. P.M. Stuurman als opdrachtgever. De heer A. de With en de heer ing. C. Willems zullen optreden als het dagelijks aanspreekpunt voor de adviseurs. Daarnaast stellen wij voor een begeleidingscommissie in het leven te roepen, waarin zitting zullen hebben: • De heer A. de With, Verkeersdienst Boven-Rijn en Waal. • De heer C. Willems, projectadviseur Adviesdienst Verkeer en Vervoer. • De heer P.M. Stuurman. • Een afgevaardigde uit de medezeggenschapscommissie. • Twee afgevaardigden van de verkeerspost. De heer Stuurman zal optreden als voorzitter van de begeleidingscommissie. Wij zien de taken van de begeleidingscommissie als volgt: • Introductie van Berenschot. • Kwaliteitsbewaking van het onderzoek (ldankbordfunctie). • Openstellen van informatie en het aanreiken van documenten. • Bemiddelen in de interviews. • Beoordelen van concepten op feitelijke juistheid, volledigheid en duidelijkheid. De begeleidingscommissie komt eens in de drie weken bijeen. Dat betekent concreet: • Aan het begin van fase 1, ter bespreking van de activiteitenljsten en de definities van begrippen. • Aan het eind van fase 3, ter bespreking van de resultaten van het ergonomisch onderzoek en de meetresultaten van fase 2. • Aan het einde van fase 4, ter bespreking van de scenario's. • Aan het einde van fase 5, ter bespreking van de concept-eindrapportage. Uit oogpunt van draagvlak voor de implementatie van de aanbevelingen uit het onderzoek is het van belang de verkeersleiders nadrukkelijk bij het onderzoek te betrekken. Wij willen dit vormgeven door een gesprek met alle verkeersleiders vooraf, participatie aan het onderzoek, representatie in de begeleidingscommissie en bespreking van de concept-resultaten in fase 5.
B2204 - juli 1995
(EI)
Partner of THE EUROPEAN INDEPENDEETS
13
Berenschot
6. BEMENSING, PLANNING EN KOSTEN
6.1
BEMENSING
Voor de uitvoering van dit project stellen wij een kernteam van adviseurs beschikbaar, dat als volgt is samengesteld: • Drs. L.M.J. Fiers • Drs. E.J.T. van den Berg. • Ing. G.A.M. Mathijssen. De eerstgenoemde zal optreden als projectleider. De heer Fiers is bestuurskundige bij de adviesgroep Bedrijfsvoering Openbare Sector en heeft ondermeer diverse opdrachten uitgevoerd rond de kwantificering van werkbelasting en de kwaliteit van dienstverlening. De heer Van den Berg is bedrijfskundig adviseur bij de adviesgroep Bedrijfsvoering Openbare Sector. Hij is reeds vele jaren werkzaam op het gebied van werkpianning en formatiemodellering. De heer Mathijssen is arbeids- en organisatiekundige. Hij heeft ruime onderzoeks- en advieservaring ten aanzien van ondermeer produktiviteitsonderzoeken. Berenschot heeft diverse andere werkbelastingsonderzoeken verricht, ondermeer bij alarmcentrales die gekenmerkt worden door een beschikbaarheidsfunctie. Eerder heeft Berenschot een gelijksoortig onderzoek uitgevoerd naar de werkbelasting en de kwaliteit van dienstverlening van de verkeerspost Dordrecht en recentelijk Tiel. Definitieve medewerkersinzet en taakverdeling worden bepaald op het moment van opdrachtverstrekking. Indien nodig kan voor bepaalde onderzoeksonderdelen gebruik worden gemaakt van de deskundigheid van andere adviseurs van ons bureau. Voor het onderzoek naar de opstelling van de apparatuur zullen wij gebruikmaken het Raadgevend Adviesbureau Ergovision. Ergovision is een adviesbureau dat zich richt op arbeidsomstandigheden en ergonomie. Daar zal de heer ir. D.H.A. Zegers, register Ergonoom, zich buigen over de eerder aangegeven vraagstelling op dit gebied.
B2204 - juli 1995
I)
'Partncr ot THE EUROPEAN INDEPENDEN1N
14
Berenschot
6.2
PLANNING
Uitgaande van opdrachtverlening voor 1 augustus kunnen wij het onderzoek afronden voor 1 december. De eerste resultaten kunnen wij voor 15 oktober presenteren. Resumerend ramen wij voor de uitvoering van de verschillende onderdelen van het onderzoek het volgende aantal adviesdagen: Introductie en informatie verzamelen 3 adviesdagen 7 adviesdagen Werldastmeting 2 adviesdagen Ergonomisch onderzoek 2 adviesdagen Toekomstscenario's 6 adviesdagen Eindrapportage Totaal
6.3
20 adviesdagen
KOSTEN
Het adviesdagtarief dat wij hanteren, bedraagt voor de projectleider f 2.550,-(5 dagen) en voor de projectmedewerkers f 2.150,-- (15 dagen) exclusief BTW. De totale kosten komen hiermee op f 45.000,-- exclusief BTW. Dit is f 52.875,-- inclusief 17,5% BTW. Deze bedragen zullen niet worden overschreden dan na overleg met en goedkeuring van de opdrachtgever. Bedragen zijn inclusief reis- en verblijfkosten. Bij het verstrekken van de opdracht brengen wij bij wijze van voorschot de helft van het budget in rekening. Eindafrekening vindt plaats na afronding van de opdracht.
B2204 - juli 1995
29
D
Partner of THE EL1fOPEAN INDEPENDENTS
15
Berenschot
BULAGE 1 BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE
B2204 - juli 1995 Partner nt THE EUROPEAN INDEPENDENTS
Berenschot
BESCHRUVING HUIDIGE SITUATIE
De verkeerspost Nijmegen ressorteert onder de Verkeersdienst van de dienstkring Boven-Rijn en Waal. Het aandachtsgebied van de verkeerspost strekt zich uit tussen kmr 858.000 en kmr 903.000 van de Boven-Rijn en de Waal. De totale bezetting van de verkeerspost bestaat uit 15 verkeersleiders. De verkeerspost wordt continu bemand door 2 verkeersleiders. Tijdens drukke uren is een derde verkeersleider aanwezig. Ingevolge overheidsrichtlijnen mag 1 persoon geen nachtdiensten verrichten, omdat hij de leeftijd van 55 jaar heeft overschreden. De verkeersleiders kennen in hoofdlijnen 3 taken: Het verzorgen van verkeersbegeleidende taken binnen het rad ardekkingsgebied Nijmegen. Het verzorgen van verkeersbegeleidende taken binnen het radardekkingsgebied Millingen. Taken verband houdend met het nautisch beheer. Het verzorgen van verkeersbegeleidende taken is geregeld in artikel 9 van de Scheepvaartverkeerswet en de a.m.v.b. van 15 april 1992. Op basis van deze regelgeving hebben de verkeersleiders de bevoegdheid tot het geven van verkeersinformatie danwel verkeersaanwij zingen. De regelgeving stelt ook eisen aan de bevoegde personen. Taakuitvoering op het terrein van nautisch beheer heeft betrekking op: - het geven van informatie, adviezen en aanwijzingen aan vaarweggebruikers en walorganisaties op divers gebied - het houden van toezicht op de vigerende wetgeving - het functioneren als aanspreekpunt van de directie Oost-Nederland. - het coördineren van de inzet van vaartuigen van de scheepvaartdienst met betrekking tot bijzondere omstandigheden - het toepassen van diverse samenwerkings- en alarmeringsregelingen
B2204 - juli 1995
D
Partner of THE EUROPEAN INDEPENDENTS
1
Berenschot
- het inwinnen, invoeren, actualiseren en analyseren van gegevens ten behoeve van het systeem IVS-90 - het handhaven van het overnachtingsbeleid in de overnachtingshaven Lobith. Voor het uitvoeren van de beide taken staan de volgende hulpmiddelen ter beschikking: -
-
-
-
-
-
-
-
-
drie radarbeelden voor de bewaking van het radardekkingsgebied Nijmegen één radarbeeld voor de bewaking van het radardekkingsgebied Millingen drie IVS-90-terminals marifoonapparatuur voor de communicatie met de vaarweggebruikers drie PC's ten behoeve van speciale programma's en tekstverwerking meeleestelex telefoon fax diverse registratie- en meetapparatuur.
B2204 - juli 1995 Partner of THE EUROPEAN INT)EPENDENTS
2
Bererischot
BIJLAGE 2 CURRICULA VITAE
B2204 - juli 1995
D
THE EUROPEAN IPÇDEPENDENTS
Berenschot
CURRICULUM VITAE
Drs. E.J.T. van den Berg
Geboortejaar : 1964
OPLEIDING
Rijksuniversiteit Leiden - bestuurskunde. Indiana University - School of Public and Environmental Affairs. H.e.a.o. - bedrijfseconomie. Diverse cursussen gericht op beleidskunde, management en openbare financiën. ERVARING
Februari 1994 - heden Berenschot B.V. Financiële en personele onderzoeken: Financieel-economische managementonderzoeken, waaronder opstellen budgetramingen en activity-based costing: - opstellen jaarbegroting bij Recherche Amsterdam - opstellen fmanciële voortgangsrapportages - opstellen financieel jaarverslag - opstellen onderhandelingsdossier inzake verzelfstandigingsbalans. • Cursusleider openbare financiën. • Doorlichten centrale financiële functie bij gemeente. • Beleidsondersteuning in financiële trajecten, waaronder interimhoofd Financiële Administratie. • Werkbelasting- en formatieonderzoeken: - Verkeerspost van Rijkswaterstaat - GEB Rotterdam (inmiddels ENECO) - dienst Gemeentewerken, Welzijn en Economie van gemeente Weert - Regionale Inspectie Milieuhygiëne (VROM).
B2204 - juli 1995
D
Partncr o
THE EUROPEAN [NDEPENDENTS
1
Berenschot
Curriculum vitae drs. E.J.T. van den Berg (vervolg)
Ontwikkelen prioriteringsmethodiek voor huisvesting bij Belastingdienst. Organisatorische onderzoeken: • Second-opinion bij een bestuursforum. • Beleidsontwikkeling op het gebied van crisismanagement, waaronder opstellen crisisoefening. • Ontwikkeling kernministerie. • Voorstellen inzake arbeidsvoorziening op lokaal niveau. Beleidsmatige onderzoeken: • Vooronderzoek Innovatief Onderzoeksprogramma (Virtual Reality), ministerie van Economische Zaken. • Advisering bij ontwikkelen additionele arbeid bij de regio Tilburg. • Ontwikkelingen in het maatschappelijk middenveld. • Vergelijkend onderzoek Vercommercialisering Verkeersinformatie bij KNMI. September 1990 februari 1994 -
Financieel beleidsmedewerker, directie Financieel-Economische Zaken, hoofdafdeling Beleidsadvisering en Control, ministerie van Verkeer en Waterstaat, 38 uur per week. • Dienstgerichte advisering op fmanciële aangelegenheden, waaronder ao/ic en budgettering. • Speciale onderwerpen verzelfstandiging KNMI en Luchtverkeersbeveiliging, geluidsisolatie rondom Schiphol, infrastructuurfonds. • Ontwerpen van managementinformatie-instrumenten. Beleidsmedewerker, directoraat-generaal Rijksluchtvaartdienst, directie Vervoer en Infrastructuur, ministerie van Verkeer en Waterstaat, 38 uur per week. • Interimondersteuning beleidsontwikkeling geluidsisolatieproject Schiphol. • Integraal verkeer en vervoer; evaluatie SVV-2. • Kwaliteitszorg. • Luchtvracht.
B2204 - juli 1995 Partner cl THE EUROPEAN INDEPENDENTS
2
Berenschot
Curriculum vitae drs. E.J.T. van den Berg (vervolg)
Mei 1987 - augustus 1990 • Student-assistent vakgroep Bestuurskunde, 19 uur per week, mei 1987 - augustus 1989. Werkomschrijving: - Speciaal assistentie bij statistisch onderzoek. - Coördinatie ambtenarenenquête. - Algemene dienst. • Indianapolis Mayor's Office, herfst 1989, onderzoeksstage: naar downtown revitalization in het kader van Public-Private-Partnerships. PUBLIKATIE
Het ministerie van Binnenlandse Zaken iii: ministeries van Algemeen Bestuur (herziene versie, mei 1993). Formatiemodellering in sociale diensten (juni 1994, Sociaal Bestek).
B2204 - juli 1995
D
Partner cl THE EUROPEAN IN DE PENDENT
3
Berenschot
CURR1CULUM VITAE
Drs. L.M.J. Fiers
Functie : Senior-adviseur, adviesgroep Bedrijfsvoering Openbare Sector. Geboortejaar : 1960
OPLEIDING
• Politicologie, in het bijzonder bestuurskunde (Katholieke Universiteit Nijmegen). • Cursussen: manager binnen de rijksoverheid, onderhandelen en administratieve organisatie. VORIGE WERKKRINGEN
• Ministerie van WVC, Den Haag (financieel beleidsmedewerker centrale directie Financieel-Economische Zaken). • Ministerie van WVC, Den Haag (hoofd taakgroep Financieel-Economisch Beleid en plaatsvervangend hoofd bureau Financieel-Economische Aangelegenheden van de directie Vluchtelingen, Minderheden en Asielzoekers). WERKERVARING
Financiële analyse: - Financiële coördinatie bij diverse projecten binnen het ministerie van WVC. - Financieel-economische advisering. - Onderzoek naar beheersing van onderwijsfinanciën bij een gemeente. - Auditing van de exploitatieopzet van een nieuwe schouwburg. - Vaststellen van frictiekosten als gevolg van een grootschalige reorganisatie van instellingen voor sociale werkvoorziening.
B2204 - juli 1995
i2
Partncr ot THE EUROPEAN INDEPENDENTS
1
Berenschot
Drs. L.M.J. Fiers (vervolg)
Evaluatieonderzoek: - Doorlichting van en advisering omtrent subsidievaststelling voor een steunfunctie-instelling op het terrein van voorlichting omtrent ontwikkelingssamenwerking. - Auditing van het geluidsisolatieproject Schiphol. - Toetsing van een instrument voor functiewaardering. - Analyse van het functioneren van consulenten bij een uitvoeringsorgaan van de sociale zekerheid. - Haalbaarheidsstudie naar plannen voor een kunststoffencentrum. - Evaluatie van het welzijnsbeleid bij een gemeente. - Second opinion betreffende de inventarisatie van problemen als gevolg van de invoering van een onderwijswet. - Doorlichten van een welzijnsdienst in een grote gemeente. Beleidsonderzoek/beleidsontwikkeling: - Oriënterend onderzoek naar structuurversterkende maatregelen in wijken en buurten in een middelgrote stad. - Evaluatie van het EG-landbouwbeleid en vaststellen van mogelijkheden voor natuurontwikkeling met behulp van het instrumentarium van dat beleid. Administratieve organisatie: - Doorlichting van de administratieve procedures van een registratiecommissie. Verzelfstandiging: - Adviseren omtrent een PPP-constructie rond een schouwburg. - Projectleider verzelfstandiging bij een directoraat van een ministerie. - Opstellen exploitatieopzet en startbalans van een te verzelfstandigen schouwburg. - Vaststellen van de gevolgen voor uit te voeren taken en organisatie op een ministerie na de totstandkoming van een zelfstandig bestuursorgaan. - Uitvoeren audit op voorstel voor fusie en verzelfstandiging van instellingen voor sociale werkvoorziening.
B2204 - juli 1995
D
Partner ot
THE EUROPEAN INDEPENDENT
2
Berenschot
Drs. L.M.J. Fiers (vervolg)
Reorganisatie en organisatieontwikkeling: - Advisering omtrent de inpassing van een instelling voor kunstzinnige vorming in een cultureel centrum. - Projectleider ondersteuning reorganisatie bij een uitvoerend onderdeel van een ministerie. - Opzetten steunpunt voor milieuschade. - Impuls geven aan projectmatig werken bij een nutsbedrijf, - Advisering omtrent de organisatiestructurering van een vuilstort. - Toetsing formatierapport en beoordeling bedrijfsvoering van het secretariaat van een adviesorgaan. - Advisering omtrent de taakstelling, werkstructurering en onderlinge verhoudingen van een technische dienst. - Advisering omtrent de positiebepaling van technische diensten naar aanleiding van gemeentelijke herindeling. - Doorlichting van instellingen voor sociale werkvoorziening. - Opzetten systeem van opvang asielzoekers. - Opstelling van een Organisatie- en formatierapport bij een produktschap en begeleiden van de implementatie van een reorganisatie. - Doorlichting van de financiële functie van de bestuursdienst van een grote gemeente. - Opstelling projectplan voor de verbetering van het functioneren van een administratiekantoor. - Vaststellen werkbelasting en noodzakelijke formatie bij een verkeerspost. - Onderzoek naar vaststelling van de structuur en noodzakelijke omvang van de ambtelijke Organisatie van een stadsdeel. Kemtakendiscussie: - Ondersteunen en begeleiden van een gemeente bij het voeren van een kerntakendiscussie. Opleidingen en trainingen: - Opzetten en verzorgen van een training interne budgettering voor zorgmanagers in verpleeghuizen. - Verzorgen trainingen projectmanagement.
B2204 - juli 1995
D
Partner THE FJROPEAN INDEPENDENTS
ki
Bererischot
Drs. L.M.J. Fiers (vervolg)
Overige: - Lîd directieraad. - Lid van diverse (inter)departementale commissies, project- en werkgroepen. - Diverse bestuurlijke functies. - Projectleider informatieplanning. - Doorlichting van een stadsgewest en ondersteuning bij het tot stand brengen van een outputbegroting. - Opstellen projectplan voor Gericht Verkeerstoezicht-projecten.
B2204 - juli 1995
D
Partner of TI-IE EUROPEAN INL)EPENDENTS
4
Berenschot
CURRICULUM VITAE
Naam Geboortejaar Nationaliteit
G.A.M. Mathijssen 1968 Nederlandse
OPLEIDING M.a.v.o. te Breda (1980 - 1984). H.a.v.o. te Breda (1984 - 1986). 5 v.w.o. te Breda (1986 - 1987). H.b.o. - technische vervoerkunde/logistiek, met als examenvakken: distributiemanagement, produktiebeheersing, recht, bedrijfskunde, Organisatie en personeelsbeleid (1987 - 1991). RELEVANTE PROJECTERVARING • Uitvoeren van een bedrijfsdoorlichting in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken op het gebied van kwaliteit en logistiek. • Verschillende projecten op het gebied van planning in onder andere de verzekeringsbranche, de metaalindustrie, de chemische industrie, de transport- en distributiesector en veilingbedrijven. • Een project op het gebied van routing en lay-out in een industrieel bedrijf. • Verrichten van meerdere arbeidskundige onderzoeken op het gebied van normering en werkmethodeverbetering in verschillende branches. • Deelname aan diverse produktiviteitsonderzoeken in produktiebedrijven, laboratoria en bank- en verzekeringsbedrijven. • Ruime ervaring met verscheidene ondersteunende softwarepakketten, met name op het gebied van modelbouw bij het ontwikkelen van planningsystemen. • Ontwikkelen van een planningmodel voor de interne goederenstroom en verzorgen van intensieve ondersteuning van de operationele planningactiviteiten. • Optimalisatie van de inkoopfunctie bij een grootwinkelbedrijf. • Ontwikkelen van een nieuw automatiseringssysteem voor een internationaal opererende alarmcentrale binnen de verzekeringsbranche. • Participatie in een portfolio-onderzoek bij een grote verzekeringsmaatschappij.
B2204 - juli 1995
D
Partner THE WROPEAN INDEPENDENTS
1
Berenschot
Curriculum vitae G.A.M. Mathijssen (vervolg)
Vervullen van een interimdirectiefunctie bij een klein cosmeticahuis en daarbij verantwoordelijk voor het vernieuwen van het complete produkten assortiment. Ontwerpen van een nieuwe logistieke organisatie bij een luchtvrachtafhandelaar.
B2204 - juli 1995
D
Partiier ot
THE EUROPEAN NDEPENT)ENTS
2
Berenschot
CURRICULUM VITAE
Naam Geboortejaar Nationaliteit
Ir. D.H.A. Zegers R.e. 1955 Nederlandse
OPLEIDING
H.a.v.o.-b. Atheneum b. Landbouwuniversiteit te Wageningen. Afstudeerrichting landbouwtechniek, specialisatie ergonomie, bedrijfskunde, marktkunde en marktonderzoek. ERVARING
1993 - heden Ergo-Vision, Raadgevend ingenieursbureau. Directeur, zelfstandige, senior-adviseur.
Wetenschappelijk hoofdonderzoeker. 1987 - 1992 Afdelingshoofd.
Wetenschappelijk onderzoeker. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer & Visserij. Afdeling Arbeid te Wageningen. VAARDIGHEDEN
• Het innoveren en uitwerken van speciale, nieuwe projecten (onderzoekmethodieken en -apparatuur), waarbij in teamverband (als projectleider) verschillende vakspecialisten zijn betrokken. • Speciale vakkennis op het terrein van de visueel perceptieve en mentale (werk)belasting.
B2204 - juli 1995 Parmr of THE EUROPEAN INDEPENDENTS
1
Berenschot
Curriculum vitae ir. D.H.A. Zegers R.e.
• Organiseren van studiedagenlsymposia e.d. • Het houden van voordrachten en lezingen op verschillende (internationale) congressen. CURSUSSEN • Projectmatig werken. • Deelname aan verschillende studiedagen, bedrijfsbezoeken, themadagen, symposia, congressen van de Nederlandse Vereniging voor Ergonomie. OVERIG • Registerergonoom. • Lid van de Raad voor Registratie van Ergonomen (vanaf januari 1992). • Voorzitter vakgroep Arbeidsomstandigheden van de VOA (vanaf februari 1994). • Lid van het Stichtingsbestuur voor Certificering A&O-deskundigen i.o. (vanaf maart 1994). • Lid van de werkgroep Examencommissie "Opleiding VOA 3/A&O-deskundige". • Secretaris van de ondernemersvereniging Dodewaard. • Lid van het bestuur stichting Registratie Ergonomen (1991 - 1992). • Secretaris/vice-voorzitter Nederlandse Vereniging voor Ergonomie (1988 - 1992).
B2204 - juli 1995
D
Partner of THE EUROPEAN INDEPENDENVS
2
Berenschot
ALGEMENE VOORWAARDEN
B2204 - juli 1995
mmm
D
Partner ot THE EUROPEAN INI)EPENDENTS
10Raad vais Organisatie-Adviesbureaus
ALGEMENE VOORWAARDEN BIJ DE UITVOERING VAN ADVIESOPDRACHTEN 1 Algemeen De algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen, werkzaamheden, offertes en overeenkomsten voor organisatieadvisering tussen het organisatie-adviesbureau en opdrachtgevers, respectievelijk hun rechrsopvolgers. 2 Grondslag offertes Offertes van het organisatie_adviesbureau zijn gebaseerd op de informatie die door de opdrachtgever is verstrekt. De opdrachtgever staat ervoor in, dat hij naar beste weten daarbij alle essentiële informatie voor de opzet en uitvoering van het onderzoek heeft verstrekt. Het organisatie-adviesbureau zal de door hem te verrichten adviesdiensten naar beste inzicht en vermogen, eis overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap uitvoeren. Deze verplichting heeft het karakter van een "inspanningsverplichting". omdat het bereiken van het beoogde resultaat niet kan worden gegarandeerd. 3 Terbeschikkingstelling van informatie, medewerkers en werkruimte door de opdrachtgever Om de uitvoering van de opdracht goed en zoveel mogelijk volgens tijdschema te laten verlopen, verstrekt de opdrachtgever tijdig alle documenten en gegevens die het bureau nodig heeft. Dit geldt ook voor de terbeschikkingstelling van medewerkers van de eigen Organisatie van de opdrachtgever, die bij de werkzaamheden van het bureau betrokken (zullen) zijn. Als het bureau daarom veizoekt, verschaft de opdrachtgever op zijn locatie het bureau kosteloos een eigen werkruimte niet telefoonaansluiting en, desgewenst, een fax- en/of Datanetaansluiting. 4 Het betrekken van derden bij de opdrachtuitvoering Het betrekken of inschakelen van derden bij de opdrachtuitvoering door de opdrachtgever of door het organisatie-adviesbureau geschiedt uirsltutend in onderling overleg. 5 Personeel 5.1. Wijziging adviesteam Het organisatie_adviesbureau kan in overleg met de opdrachtgever de samenstelling van het adviesteam wijzigen, indien het meent dat dit voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijk is. De wijziging mag de kwaliteit van de te verrichten adviesdiensten niet verminderen, noch de continuïteit van de opdracht ongunstig beïnvloeden. Een wijziging van het adviesteam kan ook op verzoek van de opdrachtgever in overleg met het organisatie_adviesbureau plaatsvinden.
5.2 Het aantrekken of in dienst nemen van wederzijds personeel Geen van de partijen mag tijdens de uitvoering van de opdracht en binnen één jaar na beëindiging van de opdracht personeei van de wederpartij in dienst nemen of met dit personeel over indiensttreding onderhandelen, dan in overleg met de wederpartij. 6 Tarieven en kosten van de opdracht Met betrekking tot de tarieven en de daarop gebaseerde kostenramingen staat in de offerte aangegeven, of daarin zijn begrepen de sekretariaatskosten, reisuren, reis- en verblijfkosten eis andere opdraehtgebonden kosten. Voorzover deze kosten niet zijn inbegrepen, kunnen ze afzonderlijk worden berekend. Een tussentijdse verandering van het niveau van de lonen en kosten die het organisatie-adviesbureau noodzaakt tot tariefaanpassing of aanpassing van andere hiervoor genoemde kostenvergoedingen, zal worden doorberekend. In liet honorarium zijn geen rentekosten opgenomen, tenzij in de offerte anders is aangegeven.
7 Betalingsvoorwaarden Het Isonorarium en de kosten zoals in artikel 6 genoemd, welke nier in de taiieven zijn inbegrepen, worden maandelijks hij (voorschot-) declaratie in rekening gebracht. Betaling dient te geschieden binnen 30 dagen na declaratiedatum. Na die vervaldag wordt de wettelijke rente in rekening gebracht, zonder dat ingebrekestelling is vereist. Indien betaling achterwege blijft, kan liet bureau met een beroep op dc onzeker!ieidsexceptie de uitvoering van de opdracht opschorten. Is de opdrachtgever in verzuim of schiet hij op een andere wijze tekort in het nakomen van één of meer van zijn verplichtingen, dan konien alle redelijke kosten ter verkrijging van voldoening voor zijn rekening, zowel de gerechtelijke als de buitengcrechtelijke. Indien de opdracht is verstrekt door meer dan één opdrachtgever, zijn alle opdrachtgevers hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen zoals in dit artikel aangegeven (ongeacht de tenaamstelling van dc declaratïe). 8 Wijziging van de opdracht, c.q. ineerwerk De opdrachtgever aanvaardt dat de tijdsplanning van de opdracht kan worden beïnvloed, indien partijen tussentijds overeenkomen de aanpak, werkwijze of omvang van de opdracht en/of de daaruit voortvloeiende werkzaamheden uit te breiden of te wijzigen. Indien de tussentijdse wijziging liet overeengekomen honorarium of de kostenvergoedingen beïnvloedt, zal het bureau dit dc opdrachtgever zo spoedig mogelijk melden. Indien een tussentijdse wijziging in de opdracht of opdrachtuirvoering ontstaat door toedoen van de opdrachtgever, zal liet organisatie_adviesbureau de noodzakelijke aanpassingen aanbrengen, indien de kwaliteit van de dienstverlening dit vergt. Indien zon aanpassing leidt tot nieerwerk, zal dit als een aanvullende opdracht aan de opdrachtgever worden bevestigd. 9 Duur en afsluiting van de opdracht De duur van de opdracht kan behalve door de inspanning van het adviesteani worden beïnvloed door allerlei factoren, zoals de kwaliteit van de informatie die liet organisatie_adviesbureau verkrijgt en de medewerking die wordt verleend. Het organisatie_adviesbureau kan dan ook niet van tevoren exact aangeven hoe lang de doorlooptijd voor het uitvoeren van dc opdracht zal zijn. In financiële zin is de opdracht afgesloten, zodra de eindafrekening door de opdrachtgever is goedgekeurd. Binnen een termijn van 30 dagen na dagtekening daarvan dient de opdrachtgever het bureau hierover te berichten. Indien de opdrachtgever niet binnen deze terniijn reageert, wordt de eindafrekening geacht te zijn goedgekeurd. Indien de opdrachtgever een controle wenst van een registeraccountant op de declaratie van het organisatie_adviesbureau, dan zal daaraan medewerking worden verleend. De kosten van een dergelijke controle zijn voor rekening van de opdrachtgever. 10 Tussentijdse beëindiging van de opdracht Partijen kunnen de overeenkomst voortijdig eenzijdig beëindigen, indien een van hen van mening is dat de opdraclituitvoering niet meer kan plaatshebben conform de bevestigde offerte eis eventuele latere additionele opdraclitspecificaties. Dit dient gemotiveerd en schriftelijk aan de wederpartij te worden bekendgemaakt. Indien tot voortijdige beëindiging is overgegaan door de opdrachtgever, heeft het bureau vanwege liet ontstane en aannemelijk te niaken heiettiiigsverlies recht op compensatie, waarbij liet tot dan toe gemiddelde maandelijkse declaratiehedrag als uitgangspunt wordt gehanteerd.
Het bureau mag van zijn bevoegdheid rot voortijdige beëindiging slechts gebruik maken als tengevolge van feiten en omstandigheden die zich aan zijn invloed onttrekken of hem niet zijn toe te rekenen, voltooiing van de opdracht in redelijkheid niet kan worden gevergd. Het bureau behoudt daarbij aanspraak op betaling van de declaraties voor tot dan toe verrichte werkzaamheden, waarbij aan de opdrachtgever onder voorbehoud de voorlopige resultaten van het tot dan toe verrichte werk ter beschikking zullen worden gesteld. Voorzover dit extra kosten met zich meebrengt, worden deze in rekening gebracht. Ingeval een van beide partijen in staat van faillissement geraakt, surséance van betaling aanvraagt of de bedrijfsvoering staakt, heeft de andere partij het recht de opdracht zonder inachtneming van een opzegtermijn te beëindigen, een en ander onder voorbehoud van rechten.
11 Vertrouwenscommissie
11.1 Counselling-rol Indien de opdrachtgever tijdens de opdracht stuit op essentiële vragen over de uirvoering ervan en het organisatie_adviesbureau daarover naar zijn oordeel niet voldoende opheldering kan geven, staat het de opdrachtgever vrij een beroep te doen op de Vertrouwenscommissie van de ROA om zijn probleem aan te horen en de situatie vakmatig te verduidelijken. Evenzo staat het het adviesbureau vrij om de Vertrouwenscommissie in te schakelen om over een probleem van professionele aard, gerezen in de uitvoering van een opdracht, te adviseren.
De opdrachtgever heeft uiteraard het recht stukken ie vermenigvuldigen voor gebruik in zijn eigen organisatie, vuur/over passend binnen het doel van de opdracht. Ingeval van tussentijdse beëindiging van de opdracht, is het voorgaande van overeenkomstigc toepassing.
13 Vertrouwelijkheid Het organisatie-adviesbureau is verplicht rot geheimhouding van alle informatie en gegevens van de opdrachtgever jegens derden. Het bureau zal in het kader van de opdracht alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen ter bescherming van de belangen van de opdrachtgever. De opdrachtgever zal zonder toestemming van het bureau aan derden geen mededeling doen over de aanpak van het bureau, zijn werkwijze en dergelijke, dan wel zijn rapportage ter beschikking stellen.
14 Aansprakelijkheid Het organisatie-adviesbureau is aansprakelijk voor tekortkomingen in de Lurvoering van de opdracht, voorzover deze het gevolg zijn van her niet in acht nemen door het bureau van de zorgvuldigheid, deskundigheid en het vakmanschap waarop hij het uitbrengen van adviezen in her kader van de hetrokken opdracht mag worden vertrouwd. De aansprakelijkheid voor de schade veroorzaakt door de tekortkomingen wordt beperkt tot het bedrag van het honorarium dat het bureau voor zijn werkzaamheden in het kader van die opdracht heeft ontvangen. Bij opdrachten die een langere doorlooptijd dan een halfjaar hebben, geldt een verdere beperking van de hier bedoelde aansprakelijkheid rot maximaal het declaratiebedrag over de laatste zes maanden.
11.2 Bemida'elingsrol Indien er sprake is van een geschil tussen de partijen bij een opdracht kan de Vertrouwenscommissie formeel om bemiddeling worden gevraagd om te assisteren hij het tot stand brengen van een regeling van het geschil. Een opdracht daartoe dient door heide partijen gezamenlijk aan de Vertrouwenscommissie te worden verstrekt en heeft het uitdrukkelijke doel om partijen tot een overeenkomst te brengen. De besluitvorming om tot zon overeenkomst te komen ligt evenwel in handen van partijen.
Eventuele aanspraken van de opdrachtgever in hier bedoelde zin dienen binnen één jaar na het ontdekken van de schade te zijn ingediend, bij gebreke waarvan de opdrachtgever zijn rechten heeft verwerkt.
15 Toepasselijk recht Op deze overeenkomst is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.
11.3 Inschakeling Vertrouwenscommissie Een aanvraag tot inschakeling van de Vertrouwenscommissie dient bij het secretariaat van de ROA te worden ingediend. De tussenkomst van de leden van de Vertrouwenscommissie geschiedt op persoonlijke titel.
11.4 Kosten van inschakeling De kosten van dc inschakeling van de Vertrouwenscommissie komen in het geval van bemiddeling gelijkelijk voor rekening van partijen; in het geval van counselling worden de kosten van inschakeling van de Vertrouwenscommissie niet in rekening gebracht indien de opdrachtgever daarom heeft verzocht.
12 Intellectuele eigendom Modellen, technieken, instrumenten, waaronder ook sofrware, die zijn gebruikt voor de uitvoering van de opdracht en in het advies of onderzoeksresultaat zijn opgenomen, zijn en blijven het eigendom van het bureau. Openbaarmaking kan derhalve alleen geschieden na verkreg en toesteming m van het bureau.
16 Geschillenregeling
161 Alle geschillen welke mochten ontstaan naar aanleiding van de uitvoering van de onderhavige overeenkomst dan wel van nadere overeenkomsten, die daarvan het gevolg mochten zijn, worden beslecht overeenkomstig het Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut te Rotterdam.
16.2 Het organisatie-adviesbureau is lid van de Raad van OrganisatieAdvieshureaus (ROA) en houdt zich aan de professionele gedragsregels van de ROA. De naleving van deze professionele gedragsregels wordt door de ROA bevorderd, doordat kiachten worden onderzocht en, indien inbreuken worden geconstateerd, disciplinaire maatregelen kunnen worden getroffen. Indien de opdrachtgever van mening is dat het organisatie_adviesbureau de professionele gedragsregels van de Raad van OrganisatieAdviesbureaus niet naleeft, dan zal de opdrachtgever deze klacht kunnen voorleggen aan de ROA-Commissie van Toezicht op de naleving van de gedragscode, waarbij de daarvoor geldende procedureregels van toepassing zijn. augustus 1994
Raad van Organisatie-Adviesbureaus