Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland
Bibliotheek SV ARB019987-1989 ON
ministerie van verkeer en waterstaat
rijkswaterstaat directie gelderland
ARBO-verslag 1987-1989
/A
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland
Postbus 9070 6800 ED Arnhem Tel. 026 - 3688355
Bibliotheek naam
afd.
S.V.P. TIJDIG VERLENGEN
retour
paraaf
R W S Dir. Oost-Nederland Bibiiotheeknr.
Samenstelling: A . E . van Loon Veiligheidsfunctionaris
PIREOA^^.K^
H305HD'C!'AGI3_
bniMU3T3fl3ai>!C
a
~OF!03ULI73-O3fiA . W37l3TfVlT0A-G8RA S* 8WR £
. . . THOI3R3G!/!0 H5 £ tf3T3MOai/!33Ue 3HC . . 83ITOURT8J4I H3 01' M38e3J3c)Ml H388Uc.Ri OvHMSJfiaV*
ARBO-VERSLAG
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
2
BELEIDSINTENTIEVERKLARING
3
VERKLARING GEBRUIKTE AFKORTINGEN
4
ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
5
HET ARBO-BELEID
6
DESKUNDIGE ONDERSTEUNING
9
EXTERN Al NIA INTERN
.
9 9 9 10
SAMENSTELLING A R B O - S T U U R G R O E P
11
UITGEVOERDE ARBO-ACTIVITEITEN
12
GELUIDMETING RWS 42
13
VOORLICHTING EN ONDERRICHT
14
AUDIOMETRISCHE B I J E E N K O M S T E N
16
EHBO-SCHOLING EN INSTRUCTIES
18
EHBO-HERHALINGSLESSEN
19
GEVOLGDE CURSUSSEN
20
BEDRIJFSHULPVERLENING
21
M.S. HAAFTEN
23
1
•
jslsnsv *eh ./>ii;'5su n :s.n nsir? n'os Jam gfii>ty.s£>i: r
"•.•••••:?'.'M-ncC' rtftBD i^ysd
gniD'oowlnsTav HSS n£
"v a^ioJsag ;c .i n - s ns»5joy 'z-\cw 3§iarjgv Jib r j
Sntry.ir, ••/•.* -jj.bon
tsrr
slb sta 30QV l9|vbr 75b ,r:;:?p! ••; •ftoihsw pcm gni ..
V
3SDC
•
•
ARBO-VERSLAG
VOORWOORD
Dit ARBO-meerjarenverslag 1987-1989 is de eerste in zijn soort binnen de directie Gelderland. Getracht is zo volledig mogelijk te rapporteren, zonder de overzichtelijkheid van de rapportage geweld aan te doen. Omdat aan het Arbo-beleid geen Arbo-plan ten grondslag ligt is vergelijking met zo'n plan niet mogelijk. Het verslag heeft dan ook niet het karakter van een verantwoording en bevat geen conclusies. Met de uitgave van dit verslag wordt voldaan aan het gestelde in artikel 10 van de ARBO-wet, zij het met de nodige vertraging. Als verontschuldiging mag wellicht gelden, dat zowel voor de dienst als voor de tijdens het fusieproces Gelderland/ Bovenrivieren benoemde veiligheidsfunctionaris de onderhavige problematiek nieuw was. In dit verslag wordt gerapporteerd over de arbeidsomstandigheden bij de directie Gelderland in de bovengenoemde jaren in de ruimste zin van het woord. De veiligheidsfunctionaris hoopt in enkele jaren te komen tot een doorlopende cyclus van Arbo-plan en Arbo-verslag zoals de Arbo wet aangeeft.
2
ARBO-VERSLAG
BELEIDSINTENTIEVERKLARING
Ondergetekende, hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de directie Gelderland te
Arnhem,
is van
mening
en
verklaart
hierbij in
dit
(eerste)
ARBO-verslag van de jaren 1987-1989, dat een goed arbeidsomstandighedenbeleid een van de doelstellingen is van het ondernemingsbeleid en daarvan een dus niet los te maken onderdeel vormt. Op grond van het bovenstaande verwacht ik, dat alle medewerkers bij hun werkzaamheden streven naar een zo groot mogelijke mate van veiligheid, gezondheid en welzijn in het belang van alle betrokkenen. Voorzover bepaalde risico's onvermijdelijk zijn dienen wij ons te richten op een zodanige organisatie en uitvoering van de werkzaamheden, dat alle onaanvaardbare risico's worden uitgesloten en overige risico's worden geminimaliseerd. Bij alle beslissingen en bij de dagelijkse gang van zaken zal daarom de aandacht voor risicoaspecten prioriteit moeten hebben.
Arnhem, 31 december 1990.
de hoofdingenieur-directeur,
ir. W.H. Barentsen
3
ARBO-VERSLAG
VERKLARING GEBRUIKTE AFKORTINGEN
ABA
: Afdeling Bijzondere Aangelegenheden van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Al
: Arbeidsinspectie
Arbo
: Arbeidsomstandigheden
ARBO-wet
: Arbeidsomstandighedenwet
BHV
: Bedrijfshulpverlening
Dc
: Dienstcommissie
DT
: Directieteam
EHBO
: Eerste Hulp bij Ongelukken
IPP
: Inspectie Plus Pakket
Lotus
: Landelijke Organisatie tot uitbeelding van slachtoffers
Nia
: Nederiands Instituut voor Arbeidsomstandigheden
RBB
: Rijksbedrijfsgezondheids- en Bedrijfsveiligheidsdienst
Soza
: Ministerie van Sociale Zaken
VGW
: Veiligheid, Gezondheid en Welzijn
VI
: Veiligheidsinstituut
ARBO-VERSLAG
ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
De Arbeidsomstandighedenwet
(ARBO-wet) is een nog relatief jonge wet uit
1980, die in een aantal fasen zowel op het bedrijfsleven als bij de overheid van toepassing is verklaard. Het grote kenmerkende verschil met de Veiligheidswet van 1934 is, dat naast veiligheid eveneens begrippen als gezondheid en welzijn in deze wet zijn opgenomen. Voor de Rijkswaterstaat was het begrip veiligheid i.v.m. de aard van de werkzaamheden in de dienst overigens niet geheel nieuw. In 1985 is een aantal artikelen van de wet eveneens van toepassing verklaard op de overheidsdiensten en daarmede dus ook op de Rijkswaterstaat. Op 1 januari 1988 vond de invoering van de z.g. tweede fase van de wet plaats, waarbij o.a. de volgende artikelen uit de wet een rol gingen spelen: -art. 9
: verplichte melding en registratie van ongevallen die ernstig lichamelijk letsel of de dood ten gevolge hebben gehad, van gebeurtenissen met grote materiele schade, waarbij tevens gevaar voor de veiligheid en gezondheid heeft bestaan;
-art. 10
opstellen jaarverslag c.a.;
-art. 19
de minister van Sociale Zaken kan bedrijven aanwijzen en verplichten een veiligheidskundige aan te stellen;
-art. 25
bepaalde arbeid mag slechts worden verricht, nadat werknemers geneeskundig zijn onderzocht;
-art. 30
indien meerdere werkgevers arbeid doen verrichten (b.v. samenwerking met aannemers), moeten zij onderling op doelmatige Jkwt
wijze samenwerken teneinde naleving van de ARBO-wet te verze-art. 31
keren; het opdragen van toezichthoudende taken in het kader van de ARBO-wet, moet gepaard gaan met het toekennen van bevoegdheden en middelen voor een goede uitoefening van die taken.
5
ARBO-VERSLAG
HET ARBO-BELEID
In artikel 4 van de ARBO-wet wordt de werkgever verplicht zijn algemeen ondernemingsbeleid mede te richten op een zo groot mogelijke veiligheid, een zo goed mogelijke bescherming van de gezondheid en het bevorderen van het welzijn van de werknemer binnen het bedrijf. Uitgangspunten bij het opzetten en uitvoeren van het ARBO-beleid bij de directie Gelderland zijn de zelfwerkzaamheid van de medewerkers en het al dan niet in eigen beheer signaleren van tekortkomingen, b.v. met behulp van de veiligheidsinspecties conform het IPP en veiligheidsonderzoeken met medewerking van A B A van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dit garandeert de meeste betrokkenheid van de medewerkers. Het IPP-systeem houdt in, dat aan de hand van periodieke inspectieronden verschillende aspecten successievelijk worden belicht, zoals de: werkplekomgeving, waaronder de toestand van het gebouw, de inrichting ervan, het binnenklimaat, sanitaire voorzieningen enz. de middelen waarmee gewerkt wordt, zoals machines, transportmiddelen, chemicalien enz. P B M ' s (persoonlijke beschermingsmiddelen) oog-, oor-, hoofd-, gelaat- en voetbescherming, reddingsgordels etc. mensen en organisatie, w.o. het overleg over de arbeidsomstandigheden, werkinhoud en werkorganisatie, voorlichting en instructie. de repressiemiddelen, voorzieningen die worden ingezet in geval van brand, ongevallen of andere calamiteiten. Tekortkomingen worden daarbij genoteerd, indien mogelijk spoedig verholpen dan wel doorgespeeld naar het hogere management. Begin 1988 heeft het Nia door middel van cursussen de betrokken medewerkers de betreffende systematiek eigen gemaakt. Naast het hanteren van het IPP zijn voor het realiseren van het ARBO-beleid nog de volgende uitgangspunten c.q. stellingen van belang: 6
ARBO-VERSLAG
1.
De leidinggevenden en uitvoerenden hebben een ander aandeel in het tot stand komen van arbeidsomstandigheden als managers en de deskundigen. Overleg en een gezamenlijke inspanning is daarom noodzakelijk.
2.
Het verkrijgen van de betrokkenheid en medewerking van het personeel om arbeidsomstandigheden te willen verbeteren is minstens zo belangrijk als een goed plan.
3.
Een ARBO-jaarplan zal het personeel slechts dan aanspreken als daarin ook knelpunten van de medewerkers zelf zijn opgenomen.
4.
ARBO-verbeteringsprojecten winnen aan waarde als er behalve inhoudelijke aspecten ook sprake is van verhoging van motivatie, versterking van de interne communicatie en verbetering van de gehanteerde normen in het ARBObeleid.
5.
Het blijkt vaak moeilijk uit te maken of er in praktijksituaties sprake is van een ARBO-probleem of een persoonlijk probleem.
6.
Arbeidsomstandigheden aan de kaak stellen is kritiek op de bestaande situatie. In zulke situaties moet men beschikken over de nodige goodwill, of een andere baan.
7.
Vertrouwen in de bedrijfsleiding, en/of de overtuiging dat ARBO-problemen melden verwacht wordt, is voorwaarde voor het melden van slechte ARBOsituaties.
8.
Als er geen vertrouwensbasis is tussen de groepen die in het kader van de ARBO-zorg met elkaar moeten samenwerken, dan is er genoeg ARBO-muN
nitie" te vinden om op elkaar te schieten. 7
ARBO-VERSLAG
9.
Het opsporen van tekorten door bedrijfsblindheid kan men per definitie niet zelf doen.
10. Voorlichting en onderricht over arbeidsomstandigheden, laten zich goed combineren met het overleg over arbeidsomstandigheden.
8
ARBO-VERSLAG
DESKUNDIGE ONDERSTEUNING
Gezien de breedte van het terrein van de Arbeidsomstandigheden wordt regelmatig een beroep gedaan op in- en externe deskundigen.
EXTERN
De RBB is een rijksoverheidsdienst, die naast de bedrijfsgezondheid ook de bedrijfsveiligheid als werkterrein heeft. Het inschakelen van de RBB kan via diverse wegen plaatsvinden b.v.: via een verzoek van de lijn; via een verzoek van de dienstcommissie; Een andere mogelijkheid is, dat de RBB op eigen initiatief zich van de arbeidsomstandigheden op een werkplek op de hoogte gaat stellen. Aanleiding zou kunnen zijn een landelijk voorval of gegevens die uit ziekte- c.q. ongevallenregistratie e.d. blijken. In dit verband kan ook een Sociaal team, zoals ook onze directie dat kent, van belang zijn.
Al
Hoewel het niet tot de primaire doelstelling van deze dienst behoort om op eigen initiatief uitgebreid te adviseren, is zij wel volgens de wet belast met het toezicht op de naleving van de ARBO-wet.
NIA
De doelstelling van dit instituut is het geven van adviezen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden. De activiteiten omvatten: dienstverlening door onderzoek, het verzorgen van opleidingen, het advi-
9
ARBO-VERSLAG
seren van arbeidsorganisaties en informatieverwerking; ontwikkelen van nieuwe beleidsrelevante activiteiten op het terrein van de arbeidsomstandigheden.
Voorts is in de particuliere sector, zoals bij leveranciers van veiligheidsmiddelen e.d., T N O enz. inmiddels veel deskundigheid opgebouwd sinds de inwerkingtreding van de ARBO-wet.
INTERN
Binnen ons ministerie is de Afd. Bijzondere Aangelegenheden in staat en bereid waar nodig veiligheidsinspecties uit te voeren. De samenwerking met deze afdeling verloopt prettig en succesvol.
Er wordt gevochten om onze opdrachten.
10
ARBO-VERSLAG
SAMENSTELLING A R B O - S T U U R G R O E P
Niet lang nadat bekend werd, dat ook de ARBO-wet voor de Rijksoverheid van kracht zou worden, is gestart met het instellen van de ARBO-stuurgroep. De huidige samenstelling luidt als volgt:
C . F . J . Hofker
wnd. voorzitter;
J . Livius
coordinator droge sector;
C.E.A.M. Polman
: coordinator natte sector;
H.J. Weststrate
: vertegenwoordiger stafafd. PX;
A.M. Schroder
: vertegenwoordiger dienstcommissie;
A.E. van Loon
: veiligheidsfunctionaris, tevens secretaris.
Deze stuurgroep vergadert in principe 1x per maand, uitgezonderd de maanden juli en augustus en is in 1987 6x, in 1988 7x en in 1989 7x bijeen geweest.
11
ARBO-VERSLAG
UITGEVOERDE ARBO-ACTIVITEITEN
Veiligheidsonderzoeken
De Afdeling Bijzondere Aangelegenheden van het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft in 1988 de onderstaande veiligheidsinspecties, z.g. Safety-audits, uitgevoerd. Zowel de droge als de natte sector waren hierbij betrokken.
8 nov. 1988
: verkeerspost Tiel en haven; RWS-vaartuigen 33 en 38.
11 nov. 1988 : stuwcomplex Driel, kantoor, magazijn en werkplaats. 14 nov. 1988 : Waalhavenkantoor Nijmegen, magazijn, werkplaats en buitenterrein; m.s. "De Weurt". 16 nov. 1988
RWS-vaartuig 30.
18 nov. 1988
RWS-vaartuig 36.
21 nov. 1988
Hoofdsteunpunt De Kar en steunpunt Voorst.
22 nov. 1988
Hoofdsteunpunt't Harde en opslagplaats Hierden.
23 nov. 1988
Hoofdsteunpunt Planken-Wambuis.
24 nov. 1988
Hoofdsteunpunt Oosterhout en hoofdsteunpunt Rumpt.
25 nov. 1988
Hoofdsteunpunt Warnsveld.
In eigen beheer uitgevoerd:
28 febr. 1989 : Hoofdsteunpunt Lindenholt. 10 mrt.
1989 : Steunpunt Zevenaar.
12
ARBO-VERSLAG
GELUIDMETING RWS 42
Op dezerzijds verzoek heeft de R B B op 18 mei 1988 geluidmetingen uitgevoerd aan boord van de RWS 42, die gestationee d is in Doesburq r
Geconstateerd werd, dat er geen sprake is van gehoorbeschadigend lawaai. Hoewel voor een schip de geluidsituatie redelijk goed genoemd kan worden is er wel sprake van geluid hinder. Hiervoor zijn geluidreducerende maatregelen aanbevolen om resonanties van toegangsdeur, ramen en radiatoren te verminderen.
Hoe lang n o g ?
13
ARBO-VERSLAG
VOORLICHTING EN ONDERRICHT
De toenmalige stuurgroep heeft in 1988 gekozen voor het hanteren van het IPP-systeem. De huidige IPP'ers per dienstkring: dienstkring APELDOORN
B. Dijkstra H.W. Westerhof
dienstkring DOETINCHEM
G.H. Rutten W.M.W. Holland
dienstkring HARDERWIJK
D. Tukkers
dienstkring NIJMEGEN
G.J. Winterink
dienstkring PL. WAMBUIS
G.A. Jans A. Jansen
dienstkring ZALTBOMMEL
D.A. Klaver M.W. Tukker
dienstkring BOVEN RIJN
W.J. van den Anker
EN WAAL P. Sonneveld dienstkring RIJN/LEK
K.A. Kettelerij L. Molenkamp
dienstkring USSEL
J.A. Smid
Het kiezen voor het werken met het IPP als basis voor het arbeidsomstandighedenbeleid houdt in, dat: de uitvoering van de inspectie-activiteiten bij de leidinggevenden ligt, want het realiseren van verbeterende omstandigheden is een lijnfunctie; de inspecties periodiek worden verricht, waarbij steeds vanuit een andere invalshoek de zaak wordt doorgelicht; in beginsel vaststaat, dat de leiding gesignaleerde tekortkomingen ook zal aanpakken; 14
ARBO-VERSLAG
DT en Dc actief bezig zijn met de hoofdzaken van het ARBO-beleid. Omdat het IPP een doorlichting van het bedrijf voorstaat en het systeem er is om problemen te onderkennen, te benoemen en te analyseren, zijn er voorafgaand aan de cursus op diverse lokaties dia's "geschoten', die benut werden in de cursus. Deze eendagscursussen werden gehouden op: 3 mei, 17 mei en 7 juni 1988; de vervolgdagen op: 12, 13 en 15 december 1988. Aantal deelnemers: resp. 32 en 35.
Wij
zljn dua a k k o o r d ?
15
ARBO-VERSLAG
AUDIOMETRISCHE B I J E E N K O M S T E N
Uit een in 1982 gehouden onderzoek door de R B B is bekend, dat de in de droge sector werkzaam zijnde kantonniers bij hun werk kunnen worden blootgesteld aan gehoorbeschadigend lawaai. Op grond daarvan is door deze instantie onder andere geadviseerd de kantonniers periodiek audiometrisch te onderzoeken. Nagegaan is of er bij de kantonniers van onze directie gehoorbeschadiging optreedt tengevolge van lawaaibelasting tijdens het werk. De belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn:
bij kantonniers die in de periode voor hun huidige werkzaamheden niet aan lawaai zijn blootgesteld, zijn gehoorverliezen geconstateerd die veroorzaakt zijn door de lawaaibelasting tijdens het werk als kantonnier;
in de periode 1981 - 1988 is de gehoortoestand van de onderzochte groep van 20 t/m 45-jarigen aantoonbaar verslechterd ten gevolge van de lawaaibelasting bij het werken als kantonnier;
van de onderzochte groep heeft een groot aantal een dermate groot gehoorverlies, dat zij merkbare problemen hebben met het verstaan van spraak in alledaagse omstandigheden. Naar aanleiding hiervan werden de volgende adviezen gegeven:
kantonniers dienen persoonlijke gehoorbeschermingsmiddelen te gebruiken wanneer zij aan lawaai blootstaan;
er moet een landelijk onderzoek worden gedaan naar die werkzaamheden die de lawaaibelasting bepalen; de audiometrische begeleiding moet worden voortgezet; 16
ARBO-VERSLAG
om kantonniers te motiveren zichzeif tegen lawaai te beschermen is het noodzakelijk voorlichting te geven. De voorlichtingsbijeenkomsten, die zeer goed bezocht werden, vonden plaats op: 24 jan. 1989 : dienstkringen Planken Wambuis en Doetinchem; 8 febr. 1989 : dienstkringen Zaltbommel en Nijmegen; 14 febr. 1989: dienstkringen Harderwijk en Apeldoorn.
Ook al in d« Vul ?
17
ARBO-VERSLAG
EHBO-SCHOLING EN INSTRUCTIES
Eind 1988 is gestart met een EHBO-beginnerscursus. Deze cursus waarvoor het maximaal te onderrichten aantal cursisten (20) waren uitgenodigd, kende op de examendatum 23 maart 1989, een 100% score geslaagden.
De betrokken
cursisten waren: S. Bouwens, H. Frederiksen, J . Haubrich, T. Hendriks, L. Hoogerman, J . v.d. Kamp, G. Kamst, T. Kerhoff, F. de Leeuw van Weenen, mw. W. Michielsen, G. van Oort, R. Reymer, P. van Sandijk, mw. K. Schepers, W. van Steen, T. van Valen, J . van Wegen, W. Willems, H. Wippert, N. Zuidam.
18
ARBO-VERSLAG
EHBO-HERHALINGSLESSEN
Om de verworven kennis op peil te houden en de geldigheid van het EHBO-diploma te continueren, dienen herhalingslessen te worden gevolgd. Op de hiernavolgende dagen werden voor telkens groepen van 20 medewerkers, deze herhalingslessen gegeven.
25 febr. 1988, 24 mei 1989, 26 febr. 1988, 5 mei 1989, 12 jan. 1989, 1 nov. 1989, 19 jan. 1989, 6 dec. 1989, 15 mrt. 1989, 19 dec. 1989. 16 mrt. 1989,
19
ARBO-VERSLAG
GEVOLGDE CURSUSSEN
Door de veiligheidsfunctionaris zijn de onderstaande cursussen en seminars gevolgd.
- Werkomstandigheden in kantoren; - Restgroepenbesluit; - Stress tijdens het werk; - Planmatige aanpak brandveiligheid; - EHBO-organisatie in het bedrijf; - Geluid en lawaaibestrijding; - Safety Audits; - Bedrijfsveiligheidszorg; - Een effectief ARBO-jaarplan; - Persoonlijke beschermingsmiddelen; - Kosten en baten brandveiligheid; - Ziekteverzuim omlaag; - Aids en werk.
20
ARBO-VERSLAG
BEDRIJFSHULPVERLENING
Sinds het vertrek van de Landbouwdiensten medio 1985 uit het rijkskantorengebouw Presikhaaf is de Rijkswaterstaat directie Gelderland hoofdbewoner van dit gebouw. Dit betekent ook de verantwoording voor de bedrijfshulpverlening. Kort hierna vond in 1986-1987 de renovatie van het gebouw plaats, waarbij een groot aantal veiligheidsbevorderende maatregelen konden worden doorgevoerd. Zo werd o.a. de brandmeldinstallatie verbeterd en uitgebreid, werden de etages voorzien van brandslanghaspels en rookpuien en -deuren aangebracht. De brandbare zachtboard plafonds in de gangen werden vervangen door plafonds met brandwerend materiaal. De beide trappehuizen werden voorzien van een aansluiting op een overdrukinstallatie. Bovendien kon een EHBO-kamer worden ingericht en een ruimte worden gecreeerd voor de opslag van BHV-materialen. In de na de renovatie en mede door de fusie dir. Gelderland/Bovenrivieren ontstane huisvestingssituatie bewoont de Rijkswaterstaat het rijkskantorengebouw tot en met de 13e etage. De 14e t/m de 18e etage worden gebruikt door overheidsdiensten met een kleine tot zeer kleine personeelsbezetting, waarbij door de aard van werkzaamheden binnen die diensten er sprake is van een gering aantal "vast" gestationeerde medewerkers. Deze situatie is er de oorzaak van, dat ondanks gevoerd overleg met de betreffende medebewonende diensten, er (nog) geen sprake is van een personele bijdrage aan de samenstelling van de BHV-ploeg, die voorlopig dus nog bestaat uit rijkswaterstaatsmedewerkers. Het beleid blijft er op gericht, zodra dat mogelijk is, de BHV-gelederen te doen versterken door de medebewonende diensten.
Dit betekent overigens niet, dat er bij calamiteiten sprake zou zijn van een onveilige situatie in het gebouw. De bestaande BHV-ploeg houdt bij calamiteiten met de beschreven situatie rekening.
21
ARBO-VERSLAG
De huidige samenstelling van de BHV-ploeg is als volgt:
- 1 hfd. HBZ. - 1 plv. hfd. HBZ. - 1 kaderinstructeur. - 23 bedrijfshulpverleners.
Om de geoefendheid van de BHV-ers op peil te houden wordt, met uitzondering van de (vakantie-)maanden juli en augustus, maandelijks geoefend, telkens op de eerste woensdag van de maand. Dit kan zowel binnen als buiten het gebouw zijn.
Op 5 april 1989 is er een grote oefening compleet met "Lotus slachtoffers" gehouden in het gebouw. Deze oefening was leerzaam, de tijd waarbinnen de slachtoffers behandeld en afgevoerd konden worden was zeer redelijk. De Afdeling Bijzondere Aangelegenheden van ons ministerie beschikt in Deldenerbroek, nabij Almelo, over een oefenterrein, waar op alle denkbare onderdelen van de bedrijfshulpverlening kan worden geoefend. Met een groep van 20 BHV-ers is er op 7 en 8 juni 1989 met succes gebruik gemaakt van de faciliteiten van dit oefenterrein. De geoefendheid van de BHV-ploeg kan dan ook goed worden genoemd. Ter gelegenheid van de BHV-jaarafsluiting werd op 6 dec. 1989 een leerzaam bezoek gebracht aan het Pathologisch Museum te Nijmegen.
22
ARBO-VERSLAG
M.S. HAAFTEN
Het rayon Zaltbommel van de dienstkring Boven-Rijn en Waal is voor het uitvoeren van de controle op de naleving van voorschriften van overeenkomsten, die betrekking hebben op het opruimen van ondiepten in de Waal, uitgerust met het experimentele vaartuig m.s. Haaften. De aard van de werkzaamheden betekenen, dat dikwijls aan zandzuigers moet worden afgemeerd en dat moet worden overgestapt. Op 9 augustus 1988 bevond zich de assistent rayonchef op de kop van het m.s. Haaften met de bedoeling het landvast, waarmee het schip aan een zandzuiger was afgemeerd, los te gooien. Op dat moment reageerde de Haaften onstuimig op door passerende schepen veroorzaakte golfslag. Als gevolg hiervan verloor betrokkene zijn evenwicht en viel op ongelukkige wijze in het laadruim van de Haaften en blesseerde zich daarbij. Na dit ongeval is op verzoek van de rayonchef Zaltbommel en in het bijzijn van een medewerker van de Scheepvaartinspectie, afd. Rijksvaartuigen, en de veiligheidsfunctionaris, een rapport opgemaakt van zaken die aan het m.s. Haaften verbeterd zouden kunnen worden. Dit heeft een lijst opgeleverd van 55 verbeteringssuggesties. Gelet op de omvang van deze lijst is de vraag gerechtvaardigd of in de ontwerp-fase van dit vaartuig het begrip experimenteel niet al te ruim is geTnterpreteerd. Inmiddels is aan de Haaften een aantal verbeteringen aangebracht: - op een aantal plaatsen is relingwerk aangebracht; - een luchtgeveerde stuurstoel is geplaatst; - de ankersluis is verbeterd; - de landingsklep kan vanuit de stuurhut worden bediend; - zowel aan stuur- als aan bakboord zijn traptreden aangebracht; - een zwaardere lier is gemonteerd; - waterballasttanks die in korte tijd kunnen worden gevuld c.q. gepleegd.
23
ZIEKTEVERZUIM DIRECTIE GELDERLAND OVER HET JAAR 1989 1 dag
2-4 da gen
APELDOORN
1 week
2-4 weken
langer dan 4 weken
werknemers
categorie werknemers
tot.aantal werknemers
7
1 3
2 7
1 3
4 32
V M
37
1 1 9
2 21
1 16
5
2 37
V M
39
11
HARDERW1JK
7 6
7 17
5 1
1 16
2 2
6 33
V M
39
NIJMEGEN
4 3
4 23
5 11
1 6
5 29
V M
34
3
5 1
15 20
2 7
3
5 39
V M
44
8
1 3
10
4 8
3 23
V M
26
10
2 5
2 9
11
1 9
3 73
V M
76
3
12
7
2 13
1 5
3 61
V M
64
4 1
1 4
1 5
1
2 28
V M
30
8
20 96
25 178
14 82
12 57
2 21
42 275
V M
317
169
357
176
165
59
DOETINCHEM
PL. WAMBUIS ZALTBOMMEL BOV.RIJN en WAAL RIJN / LEK USSEL DIRECTIE
tot.aantal perioden
Toelichting:
706
Uitgegaan is van de opgave van de natte en droge dienstkringen. Voor het directiekantoor zijn de gegevens afkomstig van de stafafdeling PX. Er is geen vergelijking met voorgaande jaren mogelijk. De veiligheidsfunctionaris heeft een adviserende rol. Het is dus niet aan hem om konkJusies te trekken, of te konstateren of er enig verband bestaat tussen ziekte-verzuim en arbeidsomstandigheden. Niettemin heeft hij wel als taak cijfers in een vergelijkende vorm te presenteren. 2-4 dagen: gerekend met 3 dagen 2-4 weken: gerekend met 3 weken meer dan 4 weken: het exacte aantal verzuimde dagen Verder uitgegaan van 220 werkdagen per jaar.
Ziekteverzuim incl. langdurige zieken in aantallen werknemers.
0
50
100 150 200 250 aantallen werknemers vrouwen
ARBO
BsB m a n n e n
300
350
I
1989
Ziekteverzuim excl. langdurige zieken in aantallen werknemers.
0
50
100 150 200 aantallen werknemers vrouwen
ARBO
1989
mannen
250
300
Ziekteverzuim in aantallen mensjaren inclusief langdurige zieken Apeldoorn Doetinchem Harderwijk Nijmegen
1.97 f
3.48
|f||
1.54
| ^ 1.27
PI. Wambuis
^
Zaltbommel
H 0.85
Bov.rijn + Waal Rijn / L e k Ussel
1.32
^
8 4.47
^ 2 . 8 5 0.71
Directie
18.44 10 15 aantal mensjaren
ARBO
20
25
1989
Ziekteverzuim in aantallen mensjaren exclusief langdurige zieken Apeldoorn J 1.36 Harderwijk Nijmegen PI. Wambuis Zaltbommel
H 0.93
Ussel
0.55 0.96
Directie 0.2 ARBO
1989
0.4
0.6 0.8 1 aantal mensjaren
1.2
1.4
1.6
Ziekteverzuim Rijkswaterstaat Bron: ' P e r s o n e e l s b e l e i d in c i j l e r a ' (Uitgave afd.personeel Min. venw)
procenten
1987 mmm I
1988
V e r z u i m p e r c . alg.
I Verzuimperc.
vrouwen
^WWWt
1989 Verzuimperc.
mannen
Ziekteverzuim incl. langdurige zieken in percentages.
0
2
4 6 percentages
8
10 1
HH vrouwen ARBO
mannen
1989
Ziekteverzuim excl. langdurige zieken in percentages.
0
1
2
3 4 percentages
vrouwen ARBO
1989
5
6
tSma mannen
7
8
Ziekteverzuim incl. langdurige zieken in mensjaren.
0
0.5
1
1.5 2 2.5 a a n t a l l e n mensjaren vrouwen
ARBO
3
t^M! m a n n e n
3.5
4
I
1989
Ziekteverzuim excl. langdurige zieken in mensjaren.
J
0
0.2
0.4
L
0.6 0.8 1 1.2 a a n t a l l e n mensjaren
HH v r o u w e n
ARBO
1989
1.4
i^Ml mannen
1.6
I
1.8