fvnobulletin Periodiek voor de Federatie van Nederlandse officieren en middelbaar en hoger burgerpersoneel bij Defensie (FVNO/MHB)
2
11
De persoonlijke CAO heeft de toekomst
FVNO/MHB reikt teamspirit-prijs uit bij C en A-wedstrijden
En verder: 8 Vakbondscontributie
|
15 Column voorzitter VMHB
14
Insigne optreden onder gevechtsomstandigheden
|
16 ALV FVNO/MHB
nummer 3 | mei 2008
column
Grote tekorten bij het personeel van de krijgsmacht De staatssecretaris van Defensie heeft bekend gemaakt dat er een groot personeelstekort is bij de krijgsmacht: in januari van dit jaar waren er ca. 6.000 vacatures en op dit moment is dat opgelopen tot ca. 6.500 vacatures. Echt nieuws is dat niet maar zijn voorganger heeft dit probleem steeds gebagatelliseerd. En als er niet een echt probleem is, worden er ook geen maatregelen genomen om het probleem op te lossen. Hulde dus voor de nieuwe bewindsman, die dit nijpende probleem in de openbaarheid bracht!
Denken in oplossingen Gelukkig heeft hij meer gedaan dan alleen het probleem te verwoorden, hij heeft ook in oplossingen gedacht en een actieplan “Werving en Behoud” laten opstellen. Opvallend nieuw bij de wervingsplannen is dat 30+ers actief benaderd zullen worden voor toetreding bij de krijgsmacht. Het gaat hierbij niet alleen om oud-defensiemedewerkers, maar ook om mensen met relevante kennis en ervaring. Ook nieuw is de wervingsbonus voor defensiemedewerkers. Als men een kandidaat aanbrengt en deze voltooit zijn initiële opleiding, ontvangt de aanbrenger een bonus van € 1.000,00. Dit systeem is afgekeken van enkele andere landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast zal worden geprobeerd om het sollicitatie- en wervingsproces te versnellen maar dat hebben we al vele jaren gehoord en het valt te betwijfelen of daar nog veel winst te behalen valt.
Vertrekredenen In het kader van behoud van het personeel is er onderzoek gedaan naar de vertrekredenen van medewerkers en dissatisfiers die worden ervaren. Hierbij komen aan de orde het gebrek aan loopbaanperspectief, gebrek aan invloed op de loopbaan, de onevenwichtige verhouding tussen werk en privé-leven en de afnemende baanzekerheid. Ook is er teleurstelling over aspecten van de werkomgeving, zoals gebrek aan reservedelen en uitrusting en aan oefen- en trainingsmogelijkheden. In dit rijtje
ontbreekt de bureaucratie nog. Met het te krappe defensiebudget zie ik weinig mogelijkheden om hier veel verbetering te verwachten. Interessant is het voornemen, dat al jaren door de KVNRO en de FVNO/MHB wordt bepleit, om opengevallen plaatsen in de organisatie door individuele uitzendingen tijdelijk te vullen met reservisten. Jammer dat dit als een langetermijnoplossing wordt gezien, het zou voor de korte termijn een verlichting van de hoge werklast kunnen zijn. Al vele jaren wordt gesteld dat het opleidingsverloop erg hoog is en dat dit verlaagd zou moeten worden. Ook nu ontbreekt dit aspect niet in de lange lijst van verbeterpunten. Ik ben van mening dat hier veel winst kan worden behaald maar dan zal er echt uit een ander vaatje moeten worden getapt. Niet nog eens een keer als selectiemedewerker optreden! Commandanten van opleidingseenheden zullen verantwoordelijk moeten worden gesteld voor een hoog percentage opgeleiden. Het streefcijfer van niet meer dan 30% opleidingsverloop in 2010 en 25% in 2013 moet gewoon worden gehaald! Hiermee zou een belangrijke bijdrage aan het verminderen van de tekorten kunnen worden geleverd. Het FPS, oorspronkelijk ontworpen om een grote bezuiniging te behalen op het personeelsbudget, wordt gewijzigd in een echt flexibel personeelssysteem. Het begin is er, maar er is nog een lange weg te gaan! H.A. Couzy Voorzitter FVNO/MHB
1
|
FVNO bulletin, mei 2008
achtergrond
DOOR P. VAN MAURIK
Effect inflatie op defensiebegroting lijkt rampzalig Recent vroeg de Eerste Kamer informatie over het verloop van de defensiebegroting in de afgelopen 10 jaar. Uit de cijfers in de antwoordbrief van 4 april jl. blijkt dat tussen 1998 en 2007 de jaarlijkse begroting nominaal van 6,35 naar 8,39 miljard steeg.
De senatoren vroegen echter ook om de inflatie in die periode. Immers de 2,2031 gulden in 1998 (er was toen nog geen euro) is niet gelijk aan een euro in 2007. In totaal is de euro uit 1998 nu bijna 20 procent minder waard. Als je dan de waarde van de defensiebegroting vergelijkt zie je dat de stijging ten opzichte van 1998 tien jaar later een waarde oplevert van slechts 6,86 miljard. Met deze correctie op de omvang van de defensiebegroting ontstaat een bijna rechte lijn die slechts in de laatste 2 jaar een kleine stijging vertoont. Toch lijkt dat, bij een kleiner geworden krijgsmacht, nog steeds een begrijpelijk cijfer. De praktijk is echter dramatischer. Dat blijkt als men beseft dat de inflatiecijfers het gemiddelde over de gehele Nederlandse economie weergeven. Het gebruiken van statistische gegevens van een dataset met grote omvang voor een subset van veel kleinere omvang is namelijk onjuist. Zo’n verkeerde vorm van gebruik zou bijvoorbeeld betekenen dat de gemiddelde lengte van de Nederlandse man (1.84) ook zou gelden voor de gemiddelde lengte van de Nederlandse basketballers. De kleding en schoenen zouden dan erg krap uitvallen. Zo is het ook met de defensiebegroting. Deze beslaat slechts 1,5 à 2 procent van de Nederlandse economie. De kosten van het opbouwen, inzetbaar houden en inzetten van de krijgsmacht stijgen sneller dan het gemiddelde in alle drie de processen. Zo stijgen de lonen van het personeel sneller dan de algemene inflatie. Daar is niet zoveel aan te doen want de krijgsmacht blijft arbeidsintensief. De opbouw en investerings-
kosten stijgen eveneens sneller door de noodzaak om steeds meer hoogwaardige technologie te gebruiken. Deels uit operationele noodzaak en deels om een deel van het personeel te vervangen. En sinds 1998 is sprake van een steeds hogere, complexere inzet van de krijgsmacht op steeds grotere afstanden van Nederland. In de grafiek is dus ook aangegeven wat het effect zou zijn bij een inflatie die 1, 2 of 3 procent hoger uitvalt. Al bij 1 procent is sprake van een feitelijke daling. Bij een extra inflatie van 3 procent of hoger, percentages die door specialisten als reëel worden beschouwd, is sprake van een daling van meer dan 1 miljard. Het is verbazingwekkend dat de directie Financial Control dit beeld nooit zichtbaar heeft gemaakt. Temeer omdat het een verklaring is voor de steeds terugkerende tekorten. Na 10 jaar lijkt dit een rampzalige ontwikkeling. Of de doelmatigheid van bestuur en ondersteuning nu wel of niet verbeterd is lijkt in dat licht niet eens meer relevant.
DOOR M. DE NATRIS
De ‘persoonlijke CAO’ heeft de toekomst De individualisering van de maatschappij heeft tot gevolg dat collectief denken snel in belang en bruikbaarheid afneemt en meer maatwerk de toekomst heeft. Het gevolg van deze constatering is dat de CAO en het formele arbeidscontract een andere invulling moeten krijgen. De werkgever en de centrales van overheidspersoneel zullen, als zij aan deze tendens invulling willen geven, in de toekomst alleen nog maar afspraken moeten willen maken over een CAO-raamwerk. Waarom zouden we de huidige systematiek willen veranderen? Is het uitvoerbaar en wat zijn de voordelen hier dan
FVNO bulletin, mei 2008
|
2FVNO bulletin,
CAO
van? Om bij het laatste te beginnen, de ‘persoonlijke CAO’ heeft vier belangrijke voordelen: 1. u kunt zelf binnen afgesproken kaders invulling geven aan uw wensen en belangen. Daarmee wordt het afstemmen van zorg en arbeid of persoonlijke ontwikkeling minder belast door beperkende regeltjes;
2. harmonisatie van arbeidsvoorwaarden binnen Defensie wordt mogelijk. Er hoeft immers alleen over de extremen van het raamwerk gesproken te worden; 3. de bureaucratie wordt aanzienlijk verminderd.1 Daarmee nemen zowel de kosten af als de beperkingen voor gebruik. Op een indirecte wijze daalt echter ook de werkdruk voor leidinggevenden en administratief en juridisch personeel; 4. de CAO-besprekingen worden veel minder belastend.2 Het kan vervolgens meer gaan over hoofdlijnen van beleid en uitvoering en veel minder over details in regelgeving en eventuele uitzonderingen die weer tot nieuwe regels moeten leiden.
succesvol een vorm van een ‘persoonlijke CAO’ ingevoerd. In de paragraaf over de uitvoerbaarheid wordt hier verder op ingaan. Terug naar de eerste vraag: waarom de huidige systematiek veranderen? Waarom overgaan naar een arbeidsovereenkomst ‘op maat’ of, zoals het in dit artikel wordt genoemd, een ‘persoonlijke CAO’?
Aangezien binnen Defensie weinig of geen expertise bestaat over de uitvoerbaarheid van een ‘persoonlijke CAO’ is er contact gezocht met Jeroen Krosse van het bureau Tasper. Het bureau waar hij werkzaam is heeft bij veel bedrijven reeds
1
Dit is de opening van het artikel ‘De persoonlijke CAO heeft de toekomst’ dat in het Marineblad van mei is geplaatst. Ontvangt u geen Marineblad maar wilt u wel het hele artikel lezen? Kijk dan op www.fvno.nl De ervaringen bij de 40 bedrijven en instellingen die dit al hebben ingevoerd leren dat deze kosten met 50 tot 75% kunnen dalen. 2 Zo zijn Defensie en de vakcentrales op dit moment, een jaar later, nog steeds bezig met het uitwerken van het CAO-akkoord van 2007 en zelfs nog met aspecten van het CAO-akkoord dat in 2006 werd afgesloten.
DOOR M. WEUSTHUIS
Verzekerd voor groot molest bij uitzending De FVNO/MHB wordt benaderd door leden met vragen over de dekking van individuele verzekeringen tijdens uitzendingen. Hier speelt het begrip “groot molest”. Onder groot molest wordt verstaan: gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. Verzekeringsmaatschappijen kunnen failliet gaan aan schadeverzekeringen die schade, voortkomend uit groot molest dekken. Daarom heeft de Nederlandse overheid verzekeraars (behalve reis- en transportverzekeraars) bij wet verboden schadeverzekeringen op de markt te brengen die uitkeren bij groot molest. Maar daar komt verandering in. Levensverzekeringen die groot molest dekken zijn wél mogelijk.
Groot molest
Schadeverzekeringen
Voor verzekeringen waar het overlijdensrisico gedekt is, geldt voorts nog de volgende bepaling: Indien de verzekerde overlijdt als direct gevolg van gevechtshandelingen als militair of als ambtenaar bij het Ministerie van Defensie in burgerlijke openbare dienst in een gebied buiten Nederland in het kader van operaties uitgevoerd door of onder toezicht van een volkenrechtelijke organisatie, wordt niet de verzekerde uitkering bij overlijden doch de som van de betaalde premies of, indien deze hoger is, de
Naar aanleiding van Kamervragen heeft de toezichthouder op verzekeraars, De Nederlandse Bank (DNB), onlangs bepaald dat de wet zal worden aangepast en dat ook schadeverzekeringen groot molest kunnen gaan dekken. Dat is van belang voor militairen in uitzendgebieden zoals Afghanistan. Het verzekeren van arbeidsongeschiktheid wordt nl. verzekeringstechnisch gezien als een schadeverzekering.
voor pensioen- en levensverzekeringen geldt geen wettelijk verbod op het dekken van groot molest
Vooruitlopend op aanpassing van de wet heeft zich overigens al langer een praktijk van dekking van arbeidsongeschiktheid bij groot molest ontwikkeld, gedoogd door DNB. Meerdere verzekeringsmaatschappijen doen dat al, o.a. Loyalis met de IPAP-verzekering (Invaliditeits Pensioen Aanvullings Plan). IPAP keert ook uit bij letsel door gewapende actie, met en zonder dienstverband.
Levensverzekeringen Voor pensioen- en levensverzekeringen geldt geen wettelijk verbod op het dekken van groot molest. Echter hier kunnen wel uitsluitingsclausules gelden die door de verzekeringsmaatschappijen zelf zijn opgeworpen. In de praktijk zie je verschillende manieren van inperken van het risico voor de maatschappij. Onderstaand een willekeurig voorbeeld uit de voorwaarden bij een verzekeringspolis:
afkoopwaarde uitgekeerd. Indien op het moment van overlijden een bijzondere regeling van kracht is, is bovenstaande niet van toepassing. De laatste zin heeft betrekking op de overeenkomst die Defensie heeft gesloten met het Verbond van Verzekeraars op het punt van de levensverzekeringen die zijn verbonden aan een hypotheek. Afgesproken is dat voor deze levensverzekeringen geen uitsluitingsgronden gelden als het overlijden het gevolg is van gevechtshandelingen in verband met een uitzending in het kader van een operatie, uitgevoerd door of onder toezicht van een volkenrechtelijke organisatie (VN of NAVO). Niet alle uitzendingen vallen daarmee rechtstreeks onder het contract. De uitzendingen naar Afghanistan en Irak wel, maar sommige uitzendingen moeten eerst met het Verbond worden besproken.
3
|
FVNO bulletin, mei 2008
achtergrond reeds een levensverzekering heeft en ook wanneer u de aanschaf ervan overweegt, goed de uitsluitingsclausules te onderzoeken op het punt van groot molest. Loyalis, de verzekeraar speciaal voor overheid (inclusief Defensie) en onderwijs, is een van de verzekeringsmaatschappijen die bij levensverzekeringen geen uitsluitingsclausules bij groot molest kent.
De dekking geldt tot een maximumbedrag van € 400.000,-. Overeengekomen is dat Defensie bij een overlijden als gevolg van groot molest de helft van de verzekerde som betaalt. Voor alle andere levensverzekeringen die niet zijn gebonden aan een hypotheek geldt die afspraak niet. Het is daarmee zaak bij een op handen zijnde uitzending, als u
inspraak Werkgroep Arbeidsvoorwaarden Op 28 februari 2009 verloopt de huidige CAO. Vooruitlopend op de CAO-onderhandelingen zal de FVNO/MHB haar inzet bepalen. Daarna wordt in het overleg met de collega´s van de andere vakbonden bezien of er tot een gezamenlijke CAOinzet van de centrales van overheidspersoneel kan worden gekomen. Wilt u meedenken en -praten over uw eigen CAO? Meldt u zich dan aan via
[email protected].
De werkgroep wordt medio mei ingesteld en de leden staan voornamelijk per email met elkaar in contact. Wilt u niet deelnemen aan de werkgroep maar heeft u wel punten waarvan u vindt dat deze aan de orde gesteld moeten worden dan kunt u deze ook via het nevenstaande emailadres kenbaar maken.
Werkgroep Beloningsachterstand Parallel aan de werkgroep Arbeidsvoorwaarden is er binnen de Vereniging van Middelbare en Hoger Burgerambtenaren (VMHB) een werkgroep opgericht die nader onderzoek gaat doen naar de beloningsachterstand van defensieburgerambtenaren ten opzichte van collega’s bij andere overheidssectoren en de markt. Hoe kan Defensie de komende jaren de vergrijzing en ontgroening succesvol doorstaan? Op welke wijze gaat zij jong, voornamelijk middelbaar en hoger personeel, verleiden om bij
FVNO bulletin, mei 2008
|
4
Defensie te komen werken en hoe kan zij haar huidige personeel behouden? Dit alles in een krappe arbeidsmarkt waarbij de politiek de komende jaren steeds meer de nadruk op zorg en onderwijs zal leggen. De slag om personeel gaat alleen lukken als Defensie haar (toekomstige) medewerkers uitdagend werk, arbeidsvreugde en een goed salaris kan bieden. De werkgroep zal haar bevindingen aan de Hoofddirecteur Personeel aanbieden.
overlegzaken sectoroverleg
DOOR M. DE NATRIS
Eindelijk loon naar werken inzake consignatie thuis De regeling ´consignatie thuis´ wordt met terugwerkende kracht naar 17 oktober 2006 aangepast. Wat was er aan de hand?
In de regeling werd de consignatie thuis, voor militairen, met de herleidingfactor 1/10 afgekocht. Dit ongeacht of de militair daadwerkelijk dienst moest verrichten of niet. Vooral dit laatste was voor velen een doorn in het oog. Het maakte qua beloning namelijk niet uit of men nu daadwerkelijk moest werken of dat men thuis was. Met terugwerkende kracht is nu ingevoerd dat als men tijdens de consignatie werkzaamheden moet verrichten en dit leidt tot
overwerk, de militair conform artikel 8 van het VROB wordt vergoed. Militairen die na 17 oktober 2006 thuis geconsigneerd zijn geweest en daadwerkelijk zijn opgeroepen kunnen bij hun commandant een aanvullende overwerkvergoeding aanvragen. Voor alle duidelijkheid: bovenstaande regeling is al van toepassing op het burgerpersoneel.
Afspraak is afspraak in het ‘paarse’ overlegmodel In december 2007 hebben de bonden na langdurig overleg overeenstemming met Defensie bereikt over de Tijdelijke regeling aanwijzing aanwezigheidsdiensten met afwijkende normering (TRAAMAN). In het FVNO-bulletin van februari 2008 is de regeling nader toegelicht en aangegeven welke defensiemedewerkers bij aanwezigheidsdiensten niet aan de normen van de Arbeidstijdenwet hoeven te voldoen en welke vergoeding daar tegenover staat. Uit dit dossier blijkt eens temeer dat het neerdalen van een ‘paarse’ afspraak bij de Operationele Commando’s (OPCO’s) moeizaam geschiedt. Het is dan ook lastig om iets ‘in de geest van’ gemaakte afspraken in te voeren. Maar als OPCO’s ook nog eens een gat in een regeling proberen te vinden om maar onder de (met terugwerkende kracht) financiële compensatie uit te komen, wordt onder het ‘paarse’ overlegmodel een bom gelegd. In het overleg is daarom onlangs een hartig woordje gesproken over het adagium ‘afspraak is afspraak’. In het kader van de bovengenoemde TRAAMAN-regeling is nogmaals bevestigd dat de compensatie voor niet geruste uren per 1 december 2008 ingaat. De centrales van overheidspersoneel mogen en kunnen namelijk niet op hun verantwoordelijkheid worden aangesproken als OPCO’s de regeling pas maanden na de afspraak invoeren. Dit zou namelijk inhouden
dat een trage invoering van een afspraak wordt beloond. Daarnaast is bevestigd dat een dag verlof, kortdurende ziekte of opleiding, die bij de arbeidstijdenwetgeving als arbeidstijd wordt gerekend óók bij Defensie van toepassing is en niet kan worden gebruikt om onder de terugwerkende kracht van de 48-uurnorm uit te komen. Defensie vraagt veel van haar personeel. Met de centrales worden regelmatig uitzonderingsposities overeengekomen.
in het overleg is onlangs een hartig woordje gesproken over het adagium ‘afspraak is afspraak’
De FVNO/MHB constateert helaas te vaak dat op het moment dat hier een financiële tegemoetkoming tegenover staat Defensie zich in alle bochten manoeuvreert om hier onder uit te komen. Dit is ongepast en niet eerlijk ten opzichte van het personeel dat loyaal zijn werkzaamheden onder verminderde arbeidswetomstandigheden moet uitvoeren.
5
|
FVNO bulletin, mei 2008
overlegzaken sectoroverleg Eindelijk duidelijkheid
UKW-problematiek geestelijke verzorgers De FVNO/MHB heeft met een brief in het overleg aandacht gevraagd voor de inzetbaarheid in relatie tot de UKW-gerechtigde leeftijd van de geestelijke verzorgers (GV’ers). De afgelopen jaren is de UKW-leeftijd verhoogd van 55 jaar naar 60 jaar. Om in aanmerking te komen voor UKW moet men voldoen aan een rendementscriterium van 15 jaar. Door ophoging van de UKW-leeftijd is het aantal jaren dat men hiervan kan ‘genieten’ aanzienlijk verminderd. De FVNO/MHB heeft de werkgever daarom verzocht het rendementscriterium navenant te verminderen.
De werkgever heeft naar aanleiding van de door de centrales aangevoerde argumenten voor de huidige GV’ers een overgangsregime ingesteld.
Overgangsregime Huidige situatie Omdat GV’ers vaak op latere leeftijd in dienst komen en het rendementscriterium, in tegenstelling tot het verleden, strikt
de werkgever heeft voor de huidige geestelijke verzorgers een overgangsregime ingesteld
wordt toegepast komen zij in veel gevallen ruim boven de 60jarige leeftijd pas in aanmerking voor het leeftijdsontslag militairen. Daarnaast wordt óók nog eens van hen geëist dat zij tot hun 60ste uitzendbaar zijn. Dit is in strijd met de afspraken uit de CAO van 2001, waarin is gesteld dat alleen op vrijwillige basis militairen na de voor hen oorspronkelijke UKW-leeftijd (veelal 55 jaar m.u.v. KM-militairen) mogen worden uitgezonden.
Voor GV’ers met een FPS fase 3 (voormalig BOT) of een fase 1 contract van 8 jaar geldt het volgende: zij gaan net als militairen op de voor hen geldende leeftijd met leeftijdsontslag, conform art. 39 en 39a AMAR. Voor hen geldt tevens dat zij net als militairen alleen op vrijwillige basis na hun 55ste kunnen worden uitgezonden. Tot 1 augustus 2008 hebben GV’ers de keuze om gebruik te maken van: • het bovenstaande overgangsregime of • hun huidige contract waarin is aangegeven dat zij moeten voldoen aan het rendementscriterium van 15 jaar en een uitzendbaarheid tot 60 jaar.
Hoe nu verder? Om de hierboven geschetste situatie in de toekomst te voorkomen is het volgende overeengekomen: alleen GV’ers met een leeftijd van 45 jaar of jonger komen in aanmerking voor een fase 3 contract. Mocht een GV’er ouder zijn dan 45 jaar dan behoort alleen een tijdelijk contract van maximaal 5 jaar tot de mogelijkheden.
Burgerpersoneel
Bijhouden van CIMIC-vaardigheden is een dienstactiviteit! De FVNO/MHB heeft in het overleg aandacht gevraagd voor defensieburgerambtenaren die deelnemen aan CIMIC-activiteiten. Wij zijn door betrokken ambtenaren benaderd omdat zij, als zij naar een informatiedag of cursus willen, nergens rechten aan kunnen ontlenen. Hierdoor moeten zij vrije dagen of onbetaald verlof opnemen. De FVNO/MHB vindt dat raar; het is toch mede in het belang van Defensie dat defensieburgerambtenaren hun CIMIC-vaar-
FVNO bulletin, mei 2008
|
6
digheden bijhouden en hun expertise verder vergroten. Vandaar onze opmerkingen hierover in het overleg. De werkgever onderkent dit belang ook en heeft aangegeven dat CIMIC-activiteiten onder dienstactiviteiten vallen. Betrokken medewerkers kunnen hiervoor dus gewoon vrij krijgen. Uit bovenstaande blijkt dat dit bij zowel de lijnmanagers als de CIMIC-burgermedewerkers niet bekend is!
7
|
FVNO bulletin, mei 2008
overlegzaken sectoroverleg Vakbondscontributie niet van invloed op bruto maandsalaris In het FVNO bulletin van maart hebben we bericht dat het bruto maandsalaris door betaling van de contributie KVMO via het brutotraject naar beneden wordt bijgesteld. Verlaging van het bruto maandsalaris heeft negatieve gevolgen voor de berekening van de eindejaars- en de vakantie-uitkering. Een onwenselijk situatie. Gebleken is echter dat de negatieve gevolgen niet nodig zijn. De centrales van overheidspersoneel hebben in het overleg de werkgever gewezen op het feit dat deze negatieve effecten niet aan de orde zijn bij de sector Rijk. In de belastingwetgeving is namelijk vastgelegd dat de werkgever zelf mag bepalen of er sprake is
van het naar beneden bijstellen van het brutoloon. De werkgever heeft navraag gedaan bij de belastingdienst en deze heeft de bovenstaande constatering bevestigd. Daarop heeft de werkgever in het overleg aangegeven dat zij de invulling van de sector Rijk overneemt. Het naar beneden bijstellen van het bruto maandsalaris is hiermee niet (meer) aan de orde.
Prijsverhoging luxe artikelen Paresto houdt gemoederen flink bezig! De FVNO/MHB is meerdere malen benaderd met klachten over de, per 14 april jl., verhoogde prijzen bij Paresto. De leden hebben geen enkel begrip voor de aanzienlijke prijsverhoging van het luxe artikelenassortiment. De centrales hebben na veelvuldig overleg met de HDP over dit voornemen op 2 april jl. de staatssecretaris van Defensie nogmaals opgeroepen af te zien van de prijsverhogingen die zij bestempelen als ‘penny wisepound foolish’.
Dit soort bezuinigen treft personeel rechtstreeks in de portemonnee en zet het personeel dan ook aan het denken op welke wijze Defensie haar bezuinigingen tracht te realiseren. De FVNO/MHB vindt het bovenstaande beleid haaks staan op de nota die de staatssecretaris onlangs heeft geschreven over het behoud van personeel.
DOOR M. WEUSTHUIS
WIA protocollen aanvaard Militairen die medisch worden gekeurd bij arbeidsongeschiktheid worden ook gekeurd voor dienstongeschiktheid. De arbeidsongeschiktheid vindt plaats naar de normen die zijn vastgesteld op basis van de WIA, zoals die voor alle werknemers gelden. De dienstongeschiktheid vindt plaats op basis van interne Defensienormen gebaseerd op de zgn. WPC-schalen. WPC staat voor World Pension Comittee en de schalen geven het percen-
de protocollen zijn tot stand gekomen op basis van huidige inzichten in psychische problematiek tage invaliditeit aan dat een bepaalde aandoening met zich meebrengt. Om de interne keuringspraktijk beter te systematiseren en uniformeren en tegelijkertijd de arbeidsongeschiktheids- en
FVNO bulletin, mei 2008
|
8FVNO bu
invaliditeitskeuring operationeel beter op elkaar aan te laten sluiten door een gelijktijdige keuring, heeft Defensie de zgn. WIA protocollen ontwikkeld. Bovendien zijn er speciale protocollen ontwikkeld voor de omgang met PTSS-klachten (posttraumatische stress stoornis) en LOK-klachten (lichamelijk onverklaarbare klacht). De WPC-schalen en -systematiek van net na de Tweede Wereldoorlog bieden onvoldoende basis voor een goede beoordeling en kwalificatie van psychische klachten. Het PTSS- en LOK-protocol bieden daarvoor een veel betere basis. De protocollen zijn tot stand gekomen op basis van de huidige inzichten in psychische problematiek. Er is door defensiespecialisten samen met externe psychiatrisch deskundigen op dit terrein jarenlang aan gewerkt. Het resultaat mag er dan ook zijn. De bonden zijn tevreden over de inhoudelijke kant van de protocollen.
FVNO/MHB heeft in een brief aan Defensie wel aandacht gevraagd voor de volgende punten: 1. Een populaire weergave van de WIA-protocollen voor artsen die ermee te maken krijgen en voor geïnteresseerden. Defensie laat een verkorte publieke versie opnemen in de ‘Wegwijzer Sociale Zekerheid Defensie’. 2. De militair met een PTSS- of LOK-aandoening die onder het WPC-regime een invaliditeitspercentage is toegekend en die na herbeoordeling op basis van de PTSS- of LOK-protocollen uitkomt op een lager invaliditeitspercentage, komt in aanmerking voor overgangsrecht. Defensie zegt toe dat het invaliditeitspercentage door deze herbeoordeling niet zal dalen.
3. Het moet niet zo zijn dat er een tweedeling ontstaat in beoordeling in het tijdperk voorafgaande aan en ná de WIAprotocollen, tot uiting komend in afwijkende invaliditeitspercentages. Afgesproken wordt dat er na het ervaring opdoen met de nieuwe WIA-systematiek een evaluatiemoment komt om te bezien of de nieuwe systematiek en de invaliditeitspercentages uitpakken zoals afgesproken en bedoeld. Verder wordt afgesproken dat eenieder die vóór inwerkingtreding van de protocollen een aanvraag voor een MIP heeft ingediend wordt beoordeeld volgens de regels van het oude WPC-regime. De inwerkingtreding van de WIA-protocollen is d.m.v. een ministeriële regeling voorzien voor 1 juli 2008.
DOOR M. WEUSTHUIS
200% ziektekostendeclaratie buitenland De Zorgverzekeringswet had o.a. als consequentie dat de vergoeding van ziektekosten van in het buitenland geplaatst personeel op een andere wijze moest worden geregeld. Afgesproken werd dat ziektekosten die uitstijgen boven 200% van het Nederlands prijspeil op declaratiebasis door Defensie worden vergoed. Tegelijkertijd werd afgesproken om ná 2007 in een evaluatie te bezien of dit de goede wijze van afhandeling is en hoe de kostenvergoeding structureel zou moeten worden vormgegeven. Die evaluatie heeft plaatsgevonden en er is een afweging gemaakt tussen het als Defensie zelf dragen van het risico en het verzekeren daarvan.
Defensie constateert na enige jaren ervaring met de declaratiesystematiek dat de verzekeringspremies hoger zullen uitkomen dan de feitelijke uitgaven. Het aantal aanvragen is ook beperkt dus de administratieve belasting door uitvoering van de regeling is geen knelpunt. De bonden gaan akkoord met het structureel maken van de huidige werkwijze op declaratiebasis voor ziektekosten in het buitenland boven 200% Nederlands prijspeil.
DMO
DOOR P. VAN SPRANG
Publiek Private Samenwerking In een informeel overleg op 19 maart 2008 werd door de Directeur Defensie Materieel Organisatie, ir. R.A. Hendrichs, inzicht gegeven in de stand van zaken op het gebied van Publiek Private Samenwerking binnen zijn organisatie.
PPS Marinebedrijf De presentatie werd gegeven door de heer F.P. Merk, Directeur Divisie Speciale Producten van het Marinebedrijf. Allereerst werd ingegaan op de kern van deze materie: waarom Publiek Private Samenwerking (PPS) bij het Marinebedrijf? Hierbij spelen onder meer een rol een doelmatigheids/bedrijfsmatige noodzaak en een focus op beheersing en schaalvergroting van de activiteiten binnen de regio Den Helder. De basis werd gelegd in 2003, waarbij in een toekomstverkenning van het Marinebedrijf een zgn. quickscan PPS werd uitgevoerd, Daarbij werden bij alle Marinebedrijfsactiviteiten “gescoord” op onder andere wel/geen kerncompetentie, marktsituatie (aanbieders), vervlechting in de bedrijfsvoering en al dan niet verwachtbaar kostenvoordeel.
De conclusies uit deze quickscan waren onder meer dat vooral gestreefd moest worden naar een gefaseerde aanpak waarbij het integrale karakter als onderdeel van Defensie behouden moest blijven en het Marinebedrijf zelf de regie moest blijven houden. Last but not least : de PPS-constructie moest goede kansen bieden op behoud van werkgelegenheid in de regio. Daarna werd gekeken naar kansrijke gebieden binnen het Marinebedrijf, waaruit naar voren kwamen de centrale oppervlaktebehandeling (30 functies), het isoleren en stofferen (20 functies) en het test- en tuigagecentrum (15 functies). Binnen het Marinebedrijf werd een projectleider aangesteld die met een kerngroep per deelgebied een plan van aanpak opstelde en voorts rapporteerde aan een stuurgroep binnen de DMO.
9
|
FVNO bulletin, mei 2008
overlegzaken DMO Stand van zaken Op dit moment leidt Publiek Private Samenwerking – ondanks de gigantische effort die daarin door veel partijen is gestoken – door een diversiteit aan redenen niet tot een positief resultaat. Om die reden is gestart met een evaluatie van de PPS trajecten binnen het Marinebedrijf.
PPS Motorenonderhoud vliegende systemen De projectleider, kolonel J.W.E.N. Kaelen, gaf een toelichting op het traject naar de samenwerking op dit gebied en de huidige stand van zaken hiervan. Op 30 juni 2006 werd de Letter of Intent (LOI = intentieverklaring) ondertekend waarin de wens tot mogelijke samenwerking, de doelstellingen alsmede enkele fundamentele randvoorwaarden zijn vastgelegd. Daarin werden onder meer de volgende doelstellingen vastgelegd; borging van F100 motorenonderhoud over de resterende
levensduur en daarbij een significante operationele kostenreductie. Uit een onderzoek naar de haalbaarheid van de samenwerking (de zg. Verdiepingsslag) bleek dat de samenwerking met DutchAero voldeed aan deze doelstellingen en de daarbij gestelde randvoorwaarden. Stand van zaken Het eindrapport is aangeboden aan de stuurgroep met het advies de samenwerking met DutchAero te continueren, de Tweede Kamer is geïnformeerd, de projectorganisatie is ingericht en het beleidsvoornemen is aangeboden aan de secretaris-generaal.
Tenslotte Bij beide projecten blijkt dat de informatieverstrekking naar het (direct) betrokken personeel uitermate belangrijk is. Uit bovengenoemd informeel overleg bleek dat beide projectleiders zich daar terdege van bewust zijn.
KMAR
DOOR P. VAN SPRANG
Foto KMAR Op 27 maart jl. was in het overleg met de Koninklijke Marechaussee een presentatie van de heer drs. R.G. van Egdom over het onderwerp Foto KMAR aan de orde, waarbij het woord ‘foto’ al weergeeft dat het hier een continue update betreft van een aantal facetten, KMAR-breed. Men was begonnen met de ‘foto KMAR 2005’, hetgeen nu geleid heeft tot de ‘foto KMAR 2008’. De foto KMAR 2005 was gekoppeld aan het rapport ‘Staal’ en richtte zich vooral op de inrichting van de KMAR-organisatie (met onder meer veel relatief kleine brigades, ingericht volgens de
in de foto KMAR 2008 zien we de weerslag van een aantal eerder genomen maatregelen, inclusief het rapport ‘Postma’
berekening KMAR ’90) en daarbij een groot aantal geconstateerde knelpunten (onder andere onevenredige werklastverdeling, geen duidelijk onderscheid tussen primaire en secundaire taakuren, geen prioritering, weinig of geen flexibiliteit etc.). Daarop zijn de maatregelen gekomen zoals verwoord in het beleidsplan KMAR 2010: reorganisatie van districten en brigades, werk in kaart brengen en personeel daarop inzetten, flexibiliteit
FVNO bulletin, mei 2008
|
10
van de organisatie vergroten, werklast evenredig verdelen en leegloop verminderen etc.. In de foto KMAR 2008 zien we de weerslag van een aantal eerder genomen maatregelen, inclusief het rapport ‘Postma’ met de wens van meer transparantie in de bedrijfsvoering, de wens om de koppeling te maken van doelen en middelen en vanuit de prioriteitenbrief 2008 de wens tot offertesystematiek.
Foto’s Ook in de foto KMAR 2008 zijn verbeterpunten te melden, zoals de wens voor een goede onderbouwing van verplichte afspraken, de onderlinge vergelijkbaarheid van berekeningen zichtbaarder maken, de keuzes zichtbaarder maken (benodigd versus gepland) en de relatie uren-producten (“offerte”). Al met al geven de opeenvolgende foto’s een goed beeld, waarbij we hopen dat het beeld steeds scherper wordt, zowel voor het management als voor het bij de KMAR werkzame personeel.
Postactievenbeleid KMAR De centrales hadden gevraagd naar het postactievenbeleid van de KMAR. Per brief van 18 maart 2008 werd aan deze vraag voldaan en tijdens de vergadering van 27 maart kwam het aan de orde. De vraag of er binnen de KMAR beleid is, specifiek gericht op postactieven moet, volgens deze brief, ontkennend worden beantwoord. De mogelijkheden en faciliteiten voor postactieve medewerkers moeten worden gevonden in regelingen vanuit de centrale defensieorganisatie. Wel is het zo dat door middel van de Regeling reüniefaciliteiten middelen ter beschikking worden gesteld, waarvan een reünieorganisatie voor veteranen en postactieven periodiek gebruik kan maken. De Stichting Marechaussee Contact is een dergelijke organisatie. Deze
stichting staat formeel los van de KMAR maar voelt zich wel sterk verbonden. Uit de gedachtewisseling die volgde werd van beide zijden geconstateerd dat van de zijde van de centrale defensieorganisatie tot op heden op dit terrein geen (nadere) invulling aan dit toch zo belangrijke onderwerp is gegeven. Dit is de reden dat wij dit op het centraal niveau hebben aangekaart en het onderwerp op de agenda van het (centrale) overleg hebben geplaatst.
medezeggenschap De volgende medezeggenschapsverkiezingen zijn gepland: Defensie-onderdeel
Eenheid
Uiterste datum indienen kandidatenlijst
Kiesdatum
CLAS
Defensie Inlichtingen en Veiligheids Instituut (DIVI)
23-05-2008
05-06-2008
DMO
Command & Control Support Centre (C2SC)
28-05-2008
11-06-2008
CLAS
De A-cie en de B-cie van 101 CISBat
21-05-2008
02-07-2008
Zijn er binnenkort bij uw eenheid MC-verkiezingen en heeft u belangstelling om zitting te nemen in een MC, meldt u zich dan ook aan bij Peter van Sprang, medewerker Medezeggenschap en ARBO van de FVNO/MHB: 070-3839504. U kunt ook contact opnemen met Piet Glas, aanspreekpunt FVNO/MHB bij het Marinebedrijf, 0223-651913 of met Jacques Huijbregts, aanspreekpunt vliegbasis Woensdrecht, 0164-693560.
NLDA FVNO/MHB reikt teamspirit-prijs uit In het weekend van 4 tot en met 6 april vonden wederom de Cadettenen & Adelborstenwedstrijden plaats. Ditmaal waren de cadetten de gastheren (en dames) op de Koninklijke Militaire Academie te Breda. Na een uitputtende en zeer sportieve strijd waren de cadetten dit jaar het sterkst. Bij de prijsuitreiking werd stilgestaan bij de diverse uitmuntende individuele sportprestaties. Tevens werd er conform traditie de prijs uitgereikt door de secretaris van de FVNO/MHB, de luitenant ter zee Annema. De teamspiritbokaal van de FVNO/MHB staat symbool voor het sportteam met de beste teamspirit gedurende het wedstrijdweekend. Deze jaarlijks op de C en A-wedstrijden uit te reiken teamspiritbokaal ging dit keer naar het dames-adelborstenspeedmarsteam toe die een uitzonderlijk hechte teamprestatie leverde. De prijs werd namens het dames-speedmarsteam in ontvangst genomen door luitenant ter zee Van Run. Na een door de Sportcommissie (SPOCO) en het Centraal Sportbestuur (CSB) bijzonder professioneel georganiseerd wedstrijdweekend stond na de sportieve broederstrijd het weekend
verder in het teken van de goede samenwerking tussen de collega-studenten en vaste staf van de NLDA. De jaarlijkse C en A-wedstrijden staan naast de sportieve 'broederstrijd' in het teken van de goede samenwerking tussen de studenten en vaste staf van de NLDA.
11
|
FVNO bulletin, mei 2008
NLDA Bachelor Scripties NLDA, voorjaar 2008 In de periode januari tot en met maart van elk jaar produceren de cadetten en adelborsten op de NLDA hun Bachelorscripties. Velen zijn al meer dan een jaar bezig met het lezen van relevante artikelen en wetenschappelijke boeken. Gedurende de momenten (een sessie) met hun begeleiders trachten zij hun scriptie zo goed mogelijk te maken. Daarbij is het zaak om leesbaar te zijn en de scriptie militaire relevantie mee te geven.
Uiteindelijk mogen de aanstaande militaire leiders hun scriptie verdedigen. Het FVNO bulletin geeft twee cadetten hierbij de gelegenheid hun scriptie kort te presenteren. Beide scripties werden als zeer goed beoordeeld door de commissie.
Situation Awareness bij moderne gevechtsoperaties
Een onderzoek naar een analysemiddel voor gevechtsoperaties Het analyseren van gevechtsoperaties is vandaag de dag erg belangrijk. Het ’friendly fire’ incident van januari jl. in Uruzgan roept bij velen vragen op. Om dit soort incidenten in de toekomst te voorkomen en dus van eventuele fouten te leren is het analyseren van dit soort incidenten erg belangrijk. Op dit moment gebeurt het analyseren van gevechtsoperaties nog niet met behulp van een wetenschappelijk onderbouwd model, vaak wordt bij de analysemiddelen van commandovoering teruggegrepen op het OTVOEM. (een afkorting voor Opdracht, Terrein en weer, Vijand, Overige aspecten en groeperingen, Eigen middelen, en Mogelijke wijzen van optreden.) In andere vakgebieden, zoals de luchtvaart, wordt bij het analyseren van incidenten gebruik gemaakt van wetenschappelijke modellen. Daarom is in deze scriptie een model gezocht en getoetst om gevechtoperaties te analyseren. Hierbij is een theorie gevonden waarin, de militair relevante term, situation awareness (S.A.) centraal staat. Vanuit deze theorie, van de Amerikaanse onderzoekster Endsley, is een model ontwikkeld waarin S.A. tijdens moderne gevechtsoperaties centraal staat. In deze scriptie is dit model uiteen gezet en beproefd als analysemiddel. Dit is gedaan door gebruik te maken van de Slag om Chora die in juni 2007 in Uruzgan plaats vond. Hierbij was onder andere een Nederlandse eenheid van bataljonsgrootte betrokken bij gevechten tegen, naar schatting, 1000 Taliban strijders. Bij het analyseren van deze casus met behulp van het S.A. model blijkt hoeveel factoren van invloed zijn op moderne gevechtsoperaties. De mate waarin S.A. wordt verkregen heeft invloed op de besluitvorming van de commandant. Dit wordt beïnvloed door factoren in de omgeving die continu veranderen. Daarnaast worden vanuit het model ook taak- en omgevingsfactoren onderzocht. Zoals de rol die stress heeft op S.A.. Ook wordt aandacht besteed aan individuele factoren, zoals de wijze waarop wordt omgegaan met de beperkingen van het individu op cognitief gebied. In het onderzoek is beperkt ingegaan op alle factoren. Er kan op het gebied van analyse van gevechtsoperaties nog veel meer onderzocht worden. Vanuit de S.A. theorie, die zich in andere vakgebieden heeft bewezen, kunnen gevechtsoperaties prima worden geanalyseerd. Het model is echter erg complex en uitgebreid waardoor het zich op dit moment alleen leent voor een uitgebreide analyse achteraf en niet tijdens de planning van operaties. Daarnaast is in dit onderzoek aan het licht gekomen dat veel aspecten uit het S.A. model nauwelijks in het onderwijs aan bod komen, terwijl alle aspecten uit het model invloed hebben op besluitvorming. Joop van den Heuvel, Cadet-vaandrig van het Wapen der Infanterie
De nieuwe supermacht Wat zijn de gevolgen van de huidige opkomst van China en tegen welke problemen loopt het aan De laatste jaren wordt er wekelijks (soms vrijwel dagelijks) een aantal keer over China geschreven in de krant. China wordt steeds belangrijker in de wereld en de opkomst van het land wordt op verschillende manieren bekeken. Berichten over de Chinese krijgsmacht en de dreiging die China eventueel kan gaan uitstralen en wat China allemaal van plan zou zijn nemen toe. Mijn belangstelling voor dit onderwerp werd gewekt in mijn eerste jaar aan de Koninklijke Militaire Academie, tijdens een college inleiding krijswetenschappen, waar ik in gesprek raakte met de toenmalige Lt. Kol de Geest over de opkomst van China en de eventuele dreiging die uit zou gaan voor de NAVO. Mijn eerste bedoeling was dan ook een scriptie hierover te schrijven, maar aangezien er geen grand-strategy voor China van de NAVO bestaat heb ik, in overleg met mijn begeleiders, besloten het te houden over de opkomst van China, waarin uiteraard ook naar de relatie tussen China en de Navo-landen zou worden gekeken. Het lastigste aan deze scriptie was het verwerken van alle bronnen. Ik heb er een redelijk aantal gebruikt en zo nu en dan was het lastig om de uitspraken die ik deed terug te vinden in de verschillende bronnen, ondanks dat ik het redelijk gecategoriseerd had, of wanneer ik extra bronnen moest zoeken om een uitspraak te onderbouwen. Dit kostte af en toe erg veel tijd.
FVNO bulletin, mei 2008
|
12
Mijn scriptie had tot doelstelling te onderzoeken met welke strategische issues China te maken zou krijgen tijdens haar opkomst. Dit zijn de volgende drie: 1. De Chinese economie is snel aan het groeien. Dit brengt problemen met zich mee die kunnen leiden tot sociale onrust, indien het tempo van de groei niet meer te handhaven is. 2. De interne wijzigingen die plaats vinden binnen het systeem leiden tot (een roep om) veranderingen. Met het stijgende niveau van welvaart komt er ook een roep om meer vrijheden, terwijl ook de corruptie toeneemt. De combinatie hiervan is zeer gevaarlijk en kan fataal worden voor het regime. 3. China is zich aan het ontwikkelen in een richting, waarbij het zichzelf op zowel militair als politiek gebied een koers aanmeet die erop gericht is om in de toekomst een dominante rol op het wereldtoneel te spelen. Deze scriptie geeft een overzicht van waar China op dit moment toe in staat is en naar welke kant het op lijkt te gaan. Het neemt een gedeelte van de spookverhalen over China weg evenals het idee dat er eventueel (op de middellange termijn) een nieuwe Koude Oorlog tussen het Westen en China zal ontstaan. Robbert van Rossum, Cadet-vaandrig van het Wapen der Infanterie
DOOR P. VAN SPRANG
Arbeidsomstandigheden
Uit de Technische Werkgroep Arbo & Milieu Veiligheidsmanagementsysteem Op 11 maart 2008 werd, in vervolg op de introductie van de projectleider (bgen H.G. Oude Lohuis) in de vergadering van 29 januari (zie FVNO-bulletin 2, maart 2008) verder ingegaan op de stand van zaken. In een presentatie werd het heden en een pad naar de toekomst geschetst. In de daarop volgende discussie werd, naar aanleiding van een vraag van FVNO/MHB-zijde, duidelijk dat de beschikbare capaciteit voor het project beduidend minder was geworden ten opzichte van eerdere verstrekte informatie, te weten twee fte’n in plaats van de eerder toegezegde vijf fte’n. Desgevraagd moest de voorzitter erkennen dat de centrales hierover niet waren geïnformeerd
Versterking Arbeidsomstandigheden Stoffen (VASt) De heer E.D.G.A. Hofstede (dossierhouder van het Defensie VASt-project, werkzaam bij de Defensie Materieel Organisatie) verzorgde een presentatie over de stand van zaken van het VASt-project binnen Defensie. In 2005 is het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid begonnen met het programma Versterking Arbeidsomstandigheden Stoffen (VASt). De bedoeling van dit programma was om binnen het Nederlandse bedrijfsleven het werken met gevaarlijke stoffen veiliger te maken. Dat wilde men bereiken door instrumenten te ontwikkelen die ook voor niet-deskundigen gemakkelijk hanteerbaar zouden zijn. Diverse brancheorganisaties hebben aan dit project meegewerkt De doelstellingen van VASt bij Defensie zijn:
de bedoeling van dit programma was om binnen het Nederlandse bedrijfsleven het werken met gevaarlijke stoffen veiliger te maken
Ten aanzien van deze substantiële vermindering zal nauwlettend het plan van aanpak worden afgewacht om te bezien of hiermee de implementatie van het project Veiligheidsmanagementsysteem Defensie al niet van het begin af aan gedoemd is te mislukken. Dit plan van aanpak zal in een volgende vergadering worden gepresenteerd waarbij echter nu al kan worden geconstateerd dat invoering zeer vertraagd is ten opzichte van de voorgenomen planning bij afronding van het onderzoek, medio 2007.
• Verbeteren bestaand instrumentarium op het gebeid van het beoordelen van gevaarlijke stoffen; • Verbeteren kennisinfrastructuur en competenties bij gebruikers en intermediars; • Verbeteren instrumenten en kennisinfrastructuur linken aan het defensiebreed informatiesysteem over stoffen, arbo en milieu (DAMIS). Tijdens de discussie werd uitgebreid ingegaan op de huidige stand van zaken en werd onder meer op internet gedemonstreerd (www.werkplekinstructie.nl) hoe de meetlat werkt. Bij de ontwikkeling van deze meetlat lift Defensie mee met de ontwikkelingen die door het ministerie van Sociale Zaken en TNO zijn geïnitieerd. Tot slot werd de suggestie besproken om dit VASt-project mee te nemen in de nog vast te stellen Arbocatalogus, waarop in een volgende bijeenkomst zal worden teruggekomen.
13
|
FVNO bulletin, mei 2008
postactieven
DOOR
M. WEUSTHUIS
Vergoeding medische reiskosten gewezen defensiepersoneel Voor gewezen defensiepersoneel is een aparte vergoedingsregeling afgesproken voor zogenaamde medische reiskosten. Tot nu toe werden deze kosten afgedaan op basis van meerdere regelingen. De nieuwe regeling heeft dan ook tot doel deze versnippering op te heffen. Op basis van deze nieuwe Regeling Onkostenvergoeding Gewezen Defensiepersoneel (ROGD) kunnen gewezen militairen, gewezen dienstplichtigen en gewezen burgers aanspraak maken op een vergoeding in de reiskosten, verblijfkosten en in de inkomstenderving ten gevolge van de gemaakte reis. Ook de begeleider en de naaste betrekking kunnen in aanmerking komen voor een onkostenvergoeding, als betrokkene niet alleen kan reizen. Niet iedere reis komt in aanmerking voor vergoeding. Het moet bijv. gaan om een militair of burger met arbeidsonge-
schiktheid dan wel invaliditeit met dienstverband die vanwege zijn aandoening een zorgverlenende instelling bezoekt. Het kan ook gaan om een militair of burger die in verband met een aandoening opgeroepen wordt voor een onderzoek door een zorgverlenende instelling. Alleen kosten in verband met reizen naar erkende instellingen of personen binnen Nederland komen voor vergoeding in aanmerking. Vergoeding van kosten van bezoek van een hulpverlener buiten Nederland is ook mogelijk, maar dan moet wel eerst vooraf goedkeuring zijn verleend door Defensie.
Burgerpersoneel
Pensioenopbouw bij 57 plus maatregel De burgerambtenaren die gebruik maakten van de eerste tijdelijke 57 plus maatregel in 2004 in het kader van de reorganisatie, deden dat met de afspraak dat hun pensioenopbouw voor 50% zou voortgaan tot 62 jaar. Zo luidde de afspraak met Defensie. Echter, naar nu blijkt heeft ABP de standaardregeling
gevolgd dat in deze situaties na maximaal 4 jaar de pensioenopbouw stopt. En dat kan vóór 62 jaar zijn. De bonden hebben Defensie op de hoogte gesteld van de inbreuk op de afspraak en Defensie zorgt ervoor dat ABP de pensioenopbouw laat doorlopen tot de leeftijd van 62 jaar.
veteranen Insigne optreden onder gevechtsomstandigheden toch ingesteld Vorig jaar heeft het Veteranen Platform samen met de militaire vakorganisaties VBM/NOV en KVMO gepleit voor een operationeel gevechtsinsigne voor militairen die zijn ingezet in gevechtsomstandigheden. Op 14 april 2008 heeft de (toenmalige) Commandant der Strijdkrachten, Generaal D. Berlijn, het volgende bericht gezonden: “In het kader van operationeel optreden kunnen binnen het huidige decoratiestelsel aan militairen verschillende onderscheidingen worden toegekend. Deze variëren van Herinneringsmedaille Vredesoperaties voor elke militair die gedurende een bepaalde periode aan een operatie heeft deelgenomen tot aan een dapperheidonderscheiding als er sprake is van bijzonder moedig of dapper handelen. Tijdens operationeel optreden kunnen militairen, soms veelvuldig, worden geconfronteerd met het moeten uitvoeren van hun taak onder zeer risicovolle omstandigheden. Ik heb de afgelopen periode veel signalen van militairen ontvangen die binnen het huidige decoratiestelsel onvoldoende erkenning ervaren voor hun functioneren onder dergelijke omstandigheden. Ik erken deze behoefte en heb besloten een insigne in te voeren om deze erkenning zichtbaar te maken. Het gaat hierbij
FVNO bulletin, mei 2008
|
14
niet om een onderscheiding binnen het huidige decoratiestelsel, maar om een zichtbaar “blijk van erkenning en waardering” voor die militairen die in bepaalde risicovolle omstandigheden hebben moeten functioneren. Andere landen kennen vergelijkbare insignes zoals de Combat Infantry Badge en de Combat Action Badge in de Verenigde Staten. Het insigne voor “optreden onder gevechtsomstandigheden”is niet onderscheidend naar operationeel commando, dienst, wapen/dienstvak of vakgebied. Het insigne kan op alle tenues worden gedragen. De komende periode zal in samenspraak met onder meer de Operationele Commando’s criteria worden ontwikkeld die recht doen aan de verschillende wijze van operationeel optreden binnen de krijgsmacht. Daarnaast wordt een praktisch werkbare aanvraag- en toekenningsprocedure vastgesteld. Ik zie dit insigne als een blijk van erkenning, naast het in 2001 vastgestelde decoratiebeleid, waardoor het insigne met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2001 zal worden ingevoerd.”
column Actieplan Werving en Behoud van Militairen – Burgers geen probleem De verhouding tussen aantallen burgers en militairen (B/M) wordt sinds bijna twee decennia in de kern bepaald door de SG aanwijzing1 terzake die bepaalt dat een functie een burgerfunctie is, tenzij die specifieke militaire vaardigheden vereist. Het oplopen van deze aanwijzing heeft destijds veel moeite gekost, maar wordt dezer dagen op twijfelachtige wijze uitgevoerd. De aanwijzing geldt nog onverkort maar daar lijkt het niet op, nu we te maken hebben met vooraf bepaalde verhoudingen B/M, 1 op 3 of anders. Deze op niets gefundeerde “verhoudingsafspraken B-M” zijn in strijd met het vigerende beleid en zijn ook niet uitlegbaar op grond van een anachronisme. Maar ze worden vrolijk toegepast, zelfs op onze ondersteunende diensten, waar geen enkele militaire vaardigheid is vereist, veelal niet eens handig is, integendeel. Zodoende zijn er zeer veel militairen geplaatst op stoelen die volgens de aanwijzing ten onrechte zijn aangemerkt als militaire functie. Burgers zien hun loopbaankansen teruglopen omdat kameraad-deskundige militairen (deels) boven hen worden geplaatst. De ergernis hierover neemt overigens wel wat af wanneer die militairen daadwerkelijk het burger-kunstje machtig zijn, wat in een behoorlijk aantal gevallen ook zo is. De vraag is waarom kunnen ze als militair dat burgerkunstje? De reden – ook op grond van de Aanwijzing geborgd - is dat een militair een “rustfunctie”, een “walplaatsing”, of hoe het verder genoemd wordt moet kunnen krijgen. Een militair kan redelijkerwijs niet continu operationeel ingezet worden. Maar “rust” bestaat bij de gratie van “inspanning”, wat in huidig verband uitzending betekent. Hoeveel van onze M worden er uitgezonden, of is daar in voorbereidende zin o.i.d. mee bezig? Dat rechtvaardigt hooguit een fractie van het aantal militairen dat momenteel is ingezet op burgerfuncties. Naast het aantal uitgezonden militairen, zijn er evenveel die worden opgewerkt en voorbereid voor de missie en nog eens zo veel die bezig zijn met terugkomen daarvan, die dan ook kunnen worden ingezet voor nationale taken, zoals kippen ruimen en dergelijke. Een
behoorlijk aantal is daarnaast in (eerste) opleiding. Tel daar nog een aantal staffunctionarissen bij die de noodzakelijk specifiek militaire input leveren op beleid, management en opleiding. Je komt op een behoorlijk aantal, maar hoe de cijfers ook precies zijn, het is evident dat van de ca. 50.000 militairen die er daadwerkelijk zijn een zeer groot deel kennelijk op functies zit die op welke wijze dan ook NIET als operationeel kunnen worden aangemerkt. Burgerfuncties dus, waarvoor géén op de aanwijzing gebaseerde militaire vulling gerechtvaardigd is, maar die desondanks als “rustfuncties” zijn aangemerkt. Zo bezien raakt het probleem ten aanzien van werving en behoud wel in een enigszins ander daglicht. Iets minder “rust” zou het probleem als sneeuw voor de zon doen oplossen, in elk geval ten dele. Zet de militair in op de militaire functies waar de probleemvulling bestaat. Dáár wordt hij ook voor betaald, aanzienlijk beter immers dan equivalente burgers. Dan is het probleem wellicht wat minder groot dan onze Staatssecretaris in zijn Actieplan Werving en Behoud op 4 april jl. aan de Tweede Kamer heeft geschreven, in elk geval ten aanzien van de militairen. En……, deze nota gaat zo goed als alleen maar over militairen. Ten aanzien van burgers bestaat er geen door hem onderkend probleem in de zin van Werving en Behoud. Dat zal waarschijnlijk komen doordat er zo veel burgerfuncties zijn gevuld door militairen. Timen M. Bousema, voorzitter VMHB 1
"Regeling inzake het aanmerken van functies als organieke militaire of
burgerfuncties" - P90/162/1247.1
ALV VMHB Algemene Ledenvergadering VMHB 2008 e
De 14 Algemene Ledenvergadering van de VMHB wordt gehouden in het restaurant “De Pier” in Scheveningen op donderdag 5 juni 2008 Programma • 12.00 uur • 13.30 uur
• 16.30 uur
: Ontvangst met aansluitend lunchbuffet : Algemene Ledenvergadering met onder meer de volgende agendapunten: • Conceptverslag Algemene Ledenvergadering 31 mei 2007 • Jaarverslag 2007 • Financiën en kascommissie • Bestuurssamenstelling • Actualiteit: inleiding door vertegenwoordiger uit het Georganiseerd Overleg over onder meer het Arbeidsvoorwaardenoverleg 2007 • Paneldiscussie over het hoofdthema “de burger in de defensieorganisatie” i.r.t. Nota werving en behoud, SAMSON en beloningsachterstand : Sluiting, waarna er gelegenheid is voor een hapje en drankje
Tot donderdag 15 mei 2008 kunnen leden die zich kandidaat willen stellen voor het vervullen van (vrijkomende) bestuursvacatures zich melden bij het bestuur of via
[email protected]. Hebt u onderwerpen die u tijdens deze vergadering aan de orde wilt stellen, dan kunt u deze naar hetzelfde e-mailadres mailen.
15
|
FVNO bulletin, mei 2008
ALV FVNO/MHB Algemene Ledenvergadering FVNO/MHB Vrijdag 27 juni 2008 Het bestuur van de FVNO/MHB nodigt haar leden uit voor de 4e Algemene Ledenvergadering op vrijdag 27 juni 2008 in het Evenementencentrum Marinekazerne te Amsterdam. Programma 09.30 uur : Ontvangst 10:00 - 12:00 uur : Besloten deel Algemene Ledenvergadering Na afloop van de ALV zal in het middagprogramma, in samenwerking met de partners van de FVNO/MHB, op een interactieve manier nader aandacht worden geschonken aan de rol van een beroeps-/belangenvereniging bij het ondersteunen van leden in het kader van hun loopbaanontwikkeling binnen de defensieorganisatie. Dit programma begint om 13.30 uur. Zie voor meer informatie www.fvno.nl U wordt verzocht, bij voorkeur via e-mail
[email protected], uiterlijk 10 juni 2007 aan te geven of u deelneemt aan de Algemene Ledenvergadering 2008 in Amsterdam.
dienstenpakket
DOOR
R. ANNEMA
Workshops Coachend Leiderschap en Creatief denken De FVNO/MHB verzorgt in samenwerking met het bureau Markendael workshops die bij kunnen dragen aan uw persoonlijke en professionele ontwikkeling. De workshop Coachend Leiderschap ondersteunt u bij uw professionaliseringsproces en geeft u concrete tips en vaardigheden hoe u uw medewerkers stuurt en coacht en hoe u daarin verbeteringen kunt aanbrengen. U krijgt hierbij veel praktische informatie over communicatie en het geven van feedback. Kortom, u leert hoe u het beste uit uw medewerkers haalt! In de workshop Creatief denken krijgt u een beeld van wat creativiteit inhoudt en op welke wijze het binnen uw werkveld van toepassing is. Daarnaast traint u vaardigheden om creatief denken vorm te geven in de dagelijkse praktijk. Een greep uit de onderwerpen: divergent en convergent denken, adequate vraagstelling, sterktes en zwaktes voor creatieve probleemoplossing, mindmappen. De workshops worden verzorgd door twee trainers van trainingsbureau Markendael. Kijk voor hun website op www.markendael.com
Beide workshops worden op dezelfde data gegeven. De eerstvolgende mogelijkheid is op 3 juli 2008. Het is ook mogelijk om “In Company” training te laten verzorgen door de FVNO/MHB. Hierbij zijn het Koninklijk Instituut voor de Marine, de marinekazerne Amsterdam en de Koninklijke Militaire Academie de meest gebruikte locaties. Tenue Tijden Locatie Kosten
: burger : ontvangst 17.00 uur, duur workshop van 17.30 - 22.00 uur : kantoor FVNO/MHB, Wassenaarseweg 2, Den Haag : € 50,- p/p voor leden (inclusief cursusmateriaal, (avond)maaltijd bij aanvang workshop, koffie/verfrissingen) Niet-leden van de FVNO/ MHB betalen een bijdrage van € 75,-
Bijzonder aanbod voor burgermedewerkers die (nog) geen lid zijn van de VMHB: u verkrijgt, indien u burgerambtenaar bent bij Defensie en u zich inschrijft voor een workshop, een gratis lidmaatschap voor 1 jaar (ter waarde van € 90,-) van de Vereniging van Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie, de VMHB.
FVNO bulletin, mei 2008
|
16
CareerScan en Interactieve Workshop CareerScan Competenties Leden die actief aan de slag willen met hun inzetbaarheid kunnen via de FVNO/MHB binnenkort een online instrument doorlopen, namelijk de CareerScan. zelf mee aan de slag kan. Een echte investering in de toekomst doe je door ook gebruik te maken van de interactieve workshop!
De CareerScan is een online en interactief programma dat een deelnemer helpt om via een zevental stappen de informatie te verzamelen die hij/zij nodig heeft om te beoordelen of hij/zij op de goede loopbaankoers zit. Niet onbelangrijk in het kader van de invoering van FPS waarbij eigen initiatief en loopbaansturing van defensie van u verwacht wordt!! Bij de careerscan wordt rekening gehouden met zijn/haar interesses, werkervaring, persoonseigenschappen, en het gedrag waar hij/zij echt goed in is volgens zijn/haar omgeving en volgens zichzelf. Op basis van die informatie geeft het programma een advies voor loopbaanrichtingen die goed bij de deelnemer passen en het geeft tevens advies welke loopbaanrichtingen juist minder goed passen. Bovendien helpt het de deelnemer om voor zichzelf een ontwikkelplan uit te stippelen: waar is hij/zij goed in, en waar is hij/zij minder goed? En in welke ontwikkeling is het slim om te investeren, en waarin juist niet? Het instrument levert in ieder moment van uw carrière een waardevolle toevoeging en geeft u concreet bruikbare inzichten. Uiteraard helpt dit ook de leidinggevende van de medewerker bij het begeleiden en coachen van hem/haar. In de CareerScan staan zelfs concrete ontwikkeltips waar de medewerker mee aan de slag kan. Doordat de CareerScan niet alleen rekening houdt met het huidige gedrag van de medewerker, maar juist ook met zijn/haar persoonseigenschappen, geeft dat richting voor het coachen. Zo wordt voorkomen dat de medewerker regelmatig gewezen wordt op ontwikkelpunten die niet bij zijn/haar persoonseigenschappen passen en daardoor moeilijk ontwikkelbaar zijn. Dit wekt immers vooral frustratie op. De CareerScan zorgt er juist voor dat de talenten van de medewerker goed inzichtelijk gemaakt worden, waardoor die gecoached en gestimuleerd kan worden om gedrag, dat van nature goed bij hem/haar past, (nog) meer te laten zien. Dat werkt pas motiverend, zowel voor leidinggevende als voor medewerker!
De workshop CareerScan Competenties, geeft inzicht in hoe je optimaal gebruik kunt maken van de uitkomsten van de CareerScan. Als introductie biedt de FVNO/MHB haar leden aan gebruik te maken van de CareerScan en de interactieve workshop van de CareerScan Competenties. Voor de eerste workshop op vrijdag 10 juni a.s. geldt een speciaal tarief van € 250,- (dit is inclusief afname van de CareerScan)! In de markt kost alleen een Careerscan al tussen de € 400,- en € 500,-, afhankelijk van de omvang en begeleiding. Kosten van workshops komen daar nog bij.
Mogelijkheden en kosten: Losse afname CareerScan Interactieve Workshop CareerScan Competenties
€ 175,€ 100,-
Aanbieding geldig voor workshop van 10 juni a.s.: Interactieve Workshop CareerScan Competenties, inclusief afname CareerScan Workshop competentieontwikkeling
€ 250,€ 50,-
Informatie over de workshop competentieontwikkeling vindt u separaat op onze site, www.fvno.nl De volgende data staan gereserveerd voor beide workshops: Workshop competentieontwikkeling Dinsdag 10 juni 2008 Donderdag 11 september 2008 Dinsdag 11 november 2008
van 9:00-12:30 uur van 9:00-12:30 uur van 9:00-12:30 uur
Interactieve Workshop CareerScan Competenties Dinsdag 10 juni 2008 van 13:15-17:00 uur Donderdag 11 september 2008 van 13:15-17:00 uur Dinsdag 11 november 2008 van 13:15-17:00 uur
Locatie workshops: PiCompany B.V., Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Voor routebeschrijving zie www.picompany.nl . De workshops zijn ook Incompany binnen het OPCO te verzorgen.
Aanmelden: Om de mogelijkheden van de CareerScan optimaal te gebruiken is in samenwerking met de FVNO/MHB een interactieve workshop ontwikkeld. Deze workshop heeft als doel om de deelnemers verder te helpen met hun persoonlijke ontwikkeling en/of loopbaan waarbij de uitkomst van de Careerscan als basis dient. Het is mogelijk om een losse CareerScan te doen. Deze geeft een uitgebreide rapportage waar de deelnemer
Voor vragen of aanmelden kunt u mailen naar
[email protected] of bellen met de FVNO/MHB: 070-3839504. Ook niet-leden kunnen gebruik maken van deze dienstverlening. Hiervoor geldt echter geen bijzonder tarief. Voor informatie en tarieven kunt u terecht op bovengenoemde telefoonnummer of e-mailadres.
17
|
FVNO bulletin, mei 2008
Ledenvoordeel Collectief verzekeringspakket Prinsenland Adviseurs / FVNO|MHB
Adelborstenverzekering Als lid van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren kan een adelborst in opleiding gebruik gaan maken van een zeer voordelig verzekeringspakket. De adelborst is bij het afsluiten van de adelborstenverzekering gedurende de gehele opleiding verzekerd voor maar € 5,- per maand!
Dit verzekeringspakket bestaat uit de volgende verzekeringen: • Inboedelverzekering • Doorlopende reisverzekering • Ongevallenverzekering • Aansprakelijkheidsverzekering Deze verzekeringen bezitten een aantal unieke kenmerken en zijn afgestemd op uw werk en leersituatie tijdens de opleiding. Inboedelverzekering. Uw inboedel is verzekerd tegen het risico van brand, diefstal en inbraak. De inboedel is verzekerd op het adres waar de adelborst via Defensie een kamer bewoont. Persoonlijke bezittingen, meegenomen op een schip, vallen ook onder de dekking. Doorlopende reisverzekering. Complete reisverzekering met de volgende kenmerken; werelddekking, wintersportdekking en dekking bij avontuurlijke sporten op reis. Het annuleringsrisico is meeverzekerd tot een bedrag van € 1.134,00 per reis per adelborst. Vooraf geboekte binnenlandse reizen zijn ook meeverzekerd. Ongevallenverzekering. De dekking geldt voor ongevallen die géén dienstongeval zijn. Het betreffen dus ongevallen die ontstaan tijdens privé-situaties. Een uitkering volgt in geval van overlijden of ongeval. Deze verzekering biedt ook dekking voor ongevallen ontstaan tijdens feesten, al dan niet door alcoholgebruik. Daarnaast dekt de verzekering ongevallen ontstaan tijdens het uitoefenen van gevaarlijke sporten zoals bergbeklimmen, survivaltochten en parachutespringen. Indien verzekerde niet meer opleidbaar is voor wapen, dienstvak of functiegroep volgt eveneens een uitkering. Aansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekering dekt schades die aan derden zijn toegebracht. Deze verzekering kent geen eigen risico.
Gereduceerd tarief Door het collectieve karakter bedraagt dit zeer complete verzekeringspakket voor adelborsten € 5,- per maand! De kosten worden automatisch verrekend via uw lidmaatschap bij de KVMO|FVNO/MHB.
FVNO bulletin, mei 2008
|
18
Aanmelding Meldt u zich aan bij de FVNO/MHB! Het e-mailadres is
[email protected]. U wordt dan zo spoedig mogelijk aangemeld bij Prinsenland. Het verzekeringspakket treedt direct in werking. Heeft u inhoudelijke vragen over het verzekeringspakket dan kunt u contact opnemen met Prinsenland Adviseurs,
[email protected]
Prinsenland Adviseurs Inmiddels kan Prinsenland Adviseurs zich expert noemen op het gebied van verzekeringen, hypotheken en financiële producten voor defensiepersoneel. Het cliëntenbestand bestaat voor 95% uit defensiepersoneel. Door zich te specialiseren op deze doelgroep heeft Prinsenland Adviseurs maatwerkverzekeringen ontwikkeld die nauw aansluiten bij de speciale werk- en leeromstandigheden van cadetten, adelborsten en officieren. Voor actief dienende militairen heeft Prinsenland Adviseurs het ‘’Pakket Officier’’ ontwikkeld. Dit pakket biedt naast bovengenoemde voordelen ook dekking tijdens uitzending. Als onafhankelijk intermediair is het de taak van Prinsenland Adviseurs uw belangen te behartigen.
bijeenkomsten Afscheidsreceptie FLO Verbindingsdienst KM In verband met het leeftijdsontslag van een aantal collega’s organiseert de FLO-commissie Verbindingsdienst KM haar halfjaarlijkse afscheidsreceptie die plaatsvindt op donderdag 22 mei 2008, om 15.00 uur in gebouw “de Witte Raaf” Marinekazerne Willemsoord, Nieuwe Haven te Den Helder. De kosten bedragen € 10,00 pp.. Belangstellenden worden verzocht het verschuldigde bedrag over te maken op Postbank
giro 5459748 t.n.v. Commissie Verbindingsdienst KM, Boterzwin 3627, 1788 WL Den Helder Uiteraard mag er ook aan de zaal betaald worden. Meer informatie: LTZ2 L. Oosterbaan, voorz. SMJRODVB bd F.J. Vriends, v-voorz. LTZ2OC bd C. Wouters, pennm AOOODVB A. Kreukniet, secr.
0223-532881 0223-642845 0223-645117 0223-658178/641831
www.bravozulu.nl
Reünie Charlie “Tijger” compagnie Op donderdag 12 juni 2008 organiseert de Charlie “Tijger”compagnie 11 Infanteriebataljon Air Assault Garderegiment Grenadiers en Jagers een reünie voor alle dienende en oud “Tijgers”. Als u een uitnodiging wilt ontvangen kunt u, onder vermelding van uw naam, adres, postcode en woonplaats mailen met
[email protected] of telefonisch via Sergeant-majoor vd Schoot telefoon nr 026-3532820. Voor meer informatie over de reünie kunt u onze website www.charlietijgercie.nl bezoeken. We hopen u op 12 juni 2208 te mogen begroeten en rekenen erop dat u deze informatie onder alle oud “Tijgers” verspreidt.
te koop Nabij Den Helder: half vrijstaande woning met garage. Indeling bgg: woonkamer, eet/woonkeuken, hal met 2e toilet, gang naar garage en achterhuis. In achterhuis: grote badkamer met ligbad en speciale ruimte voor wasmachine en droger. Tuinkamer (slaapkamer/ studeerkamer). 1e verdieping: 2 slaapkamers waarvan één met douche. Diepe tuin en tuinhuisje. Informatie:
[email protected] of telnr: 06 51320824
In Tilburg, nabij vliegbasis GilzeRijen: vrijstaand geschakelde woning met 5 slaapkamers, grote woonkamer, speel/kantoorkamer en veel bergruimte. Veel luxe extra’s, o.a. serre, kunststofkozijnen, luxe keuken en airconditioning. Vraagprijs: € 374.500,00 Informatie bij mevr. K. Prent: 06 41754441
colofon Het FVNO bulletin is een uitgave van de Federatie van Nederlandse Officieren en middelbaar en hoger burgerpersoneel bij Defensie (FVNO/MHB). Het verschijnt 8 keer per jaar.
Redactie H.A. Couzy, P.J. van Maurik, drs. T.M. Bousema, R. Annema, drs. R.W. Mannak, ing. M.E.M. de Natris, drs. M.A.M. Weusthuis, P.J.G. van Sprang, K.G. Spaans, mw. drs. M.L.G. Lijmbach (eindredactie) en H. Boomstra (illustraties)
Adres secretariaat FVNO/MHB en redactie FVNO bulletin Adres Tel Fax Website E-mail
Wassenaarseweg 2, 2596 CH Den Haag 070-3839504 070-3835911 www.fvno.nl • secretariaat
[email protected] • redactie
[email protected]
Kopij Kopij voor nummer 4, 2008 van het FVNO bulletin dient uiterlijk op 26 mei 2008 per e-mail of op CD-ROM bij de redactie te zijn.
Voor arbeidsgerelateerde vragen en/of conflicten beschikt de FVNO/MHB over twee juridische adviseurs. De procedure loopt in aanvang via de coördinator P.J. van Maurik (vice-voorzitter FVNO/MHB) tel. 070-3839504. In spoedeisende gevallen kan onder goedkeuring achteraf rechtstreeks contact worden opgenomen met één van de juridische adviseurs: mr D. van Zoelen, Tel.: 0182-617446, Faxmail: 0842138245 E-mail:
[email protected] mr O.W. Borgeld, Tel.: 023-5241524, Fax.: 084-7412185 E-mail:
[email protected]
19
|
FVNO bulletin, mei 2008
ledenvoordeel De FVNO/MHB heeft met diverse bedrijven collectieve voorzieningen afgesloten, die u extra voordeel kunnen opleveren! Voor meer informatie over de bedrijven, de kortingen en de voorwaarden: zie www.fvno.nl . Bellen kan ook: 070-3839504.
• De FVNO/MHB coach biedt onafhankelijke en discrete begeleiding bij uw persoonlijke ontwikkeling en zoekt samen
• InterPolis geeft onder meer 10% korting op haar schadeverzekeringen
met u naar oplossingsmogelijkheden voor uw specifieke probleem
• FVNO/MHB-leden krijgen 5% korting op gepubliceerde tarieven voor het lidmaatschap op maat van de Koninklijke
• Bij OHRA ontvangt u onder meer 20% korting op de autover-
Nederlandsche Automobiel Club
zekering • Als lid kunt u de Mastercard creditkaart tegen een bijzonder • De korting van American Express hangt af van de soort kaart
• FVNO/MHB-leden krijgen 12% korting op de standaard webtarieven autohuur van Avis binnen- en buitenland.
tarief verkrijgen
• FVNO/MHB-leden krijgen 100% korting op een NRC Handelsblad webabonnement bij afnemen van het weekendabonnement
• De kortingen bij FBTO kunnen voor FVNO/MHB-leden oplopen tot 25% (op de autoverzekering)!
• Speciaal voor leden heeft Prinsenland Adviseurs een pakket aan benefits op het gebied van hypotheken en
• Speciaal voor leden die naar de west worden uitgezonden
verzekeringen
heeft de FVNO/MHB een contract afgesloten bij Inter Assure
• Als lid profiteert u bij de Rabobank van de gunstige hypotheekvoorwaarden
C O A C H
Federatie van Nederlandse officieren en middelbaar en hoger burgerpersoneel bij Defensie
Ja ik word lid! Het lidmaatschap van de FVNO/MHB staat open voor: (postactieve) officieren van de Nederlandse krijgsmacht (postactief) middelbaar en hoger burgerpersoneel bij Defensie militairen in opleiding tot officier Meldt u aan op www.fvno.nl