fvnobulletin Periodiek voor de Federatie van Nederlandse officieren en middelbaar en hoger burgerpersoneel bij Defensie (FVNO/MHB)
2
Defensie heeft het economisch tij mee
4
Een goed (pensioen)gesprek
10
Verhouding burgersmilitairen uit balans?
En verder: 2 Arbeidsvoorwaarden 2010 e.v. | 13 Juridische zaken | 16 Terugblik MOND 2009
nummer 4 | juni 2009
column
Goede en slechte tijden Op 28 mei jl. is voor de tweede keer de “Ontwikkeling en Netwerkdag” voor officieren en middelbaar en hoger burgerpersoneel van de Koninklijke Marechaussee gehouden. Dit initiatief van de FVNO/MHB is van het begin af aan gesteund door de Commandant van de Koninklijke Marechaussee. De Plaatsvervangend Commandant opende deze bijeenkomst met een pakkende persoonlijke inleiding. Hij verving de Commandant omdat deze plotseling bij de minister van Defensie moest verschijnen in verband met de opgelegde bezuinigingen. Deze dag werd georganiseerd door vijf officieren van de Koninklijke Marechaussee met als coördinator de secretaris van de FVNO/MHB. De deelnemers konden kiezen uit een aantal workshops en “denktanks”. De workshops lagen allemaal op het gebied van persoonlijke ontwikkeling, in de “denktanks” werd gediscussieerd over actuele onderwerpen uit de wereld van de marechaussee. De dag werd afgesloten met een sessie “Lagerhuis”, waar aan de hand van een aantal stellingen heel betrokken werd gediscussieerd.
Enthousiasme Uit de evaluatie bleek dat het interactieve karakter van de dag erg werd gewaardeerd. Vrijwel alle deelnemers waren van mening dat er elk jaar zo’n dag moet worden georganiseerd, een groot compliment voor de organisatoren! Wat mij opviel was dat er heel open werd gediscussieerd over de bestaande knelpunten bij het wapen. Het accent lag dan niet op “waar ligt de schuld” maar op “wat voor oplossingen kunnen wij bedenken”. Het enthousiasme van zoveel professionals was hartverwarmend!
Bezuinigingen Niet alleen de Koninklijke Marechaussee, maar de hele defensieorganisatie krijgt te maken met een forse bezuiniging. In de vertaalslag van de bezuinigingen van de regering in verband met de recessie wordt Defensie hard geraakt. Alle activiteiten worden op dit moment onderzocht om te zien waar geknepen kan worden. Heilige huisjes zijn er niet. Op 6 juni jl. diende de invulling van de opgelegde bezuiniging gereed te zijn. Opnieuw moeten bezuinigen is natuurlijk heel zuur omdat we allemaal weten dat er eigenlijk geld bij moet, in plaats van dat er bezuinigd kan worden. Maar het heeft geen zin om daar over te blijven griepen, de recessie is er nu eenmaal. Wij dienen nu loyaal en zo goed mogelijk met deze crisis om te gaan! H.A. Couzy voorzitter FVNO/MHB
Deelnemers aan de Marechaussee Ontwikkeling en Netwerkdag 2009
Als ik het huidige functioneren van het wapen vergelijk met het eerste rapport Staal, dan zijn er hele grote stappen gemaakt. Het is een compliment waard om te zien hoe een bureaucratische organisatie in zo’n korte tijd de koers zo goed heeft weten te verleggen!
1
|
FVNO bulletin, juni 2009
achtergronden
DOOR M. DE NATRIS
Defensie heeft het economisch tij mee Defensie heeft aangegeven dat de werving over de eerste vier maanden van 2009 succesvol is gebleken. De kortetermijnmaatregelen die voortvloeien uit het actieplan Werving en Behoud hebben meetbaar resultaat opgeleverd.
De FVNO/MHB is niet verrast dat de werving bij Defensie goed verloopt en het verloop bij Defensie minder is geworden. In tijden van oplopende (jeugd)werkeloosheid is Defensie voor veel jongeren een aantrekkelijke werkgever. De uitdaging voor Defensie wordt om deze jongeren de komende jaren te behouden voor Defensie. Immers, zij krijgen allen een FPSaanstelling en na hun dienverplichting (Fase 1) zijn zij vrij om Defensie te verlaten. Voor het behoud van het middenkader geldt hetzelfde. Door de krapte op de arbeidsmarkt is het logisch dat er minder Fase 3 militairen Defensie verlaten. Echter, voor hen geldt ook dat op het moment dat de economie aantrekt zij door de vergrijzing en ontgroening gemakkelijker een baan zullen vinden op de arbeidsmarkt. De FVNO/MHB is blij dat het met de werving en het behoud beter gaat. De werk- en uitzenddruk zullen hierdoor verminderen. Echter, hier staat een grote uitdaging tegenover. De centrales van overheidspersoneel en Defensie dienen de aantrekkelijkheid van Defensie meer conjunctuurproof te maken. Dit om te voorkomen dat, als de conjunctuur zich verbetert, Defensie weer wordt geconfronteerd met duizenden vacatures.
In de onlangs afgesloten CAO is afgesproken dat het personeelsbeleid binnen Defensie zich nadrukkelijker dient te richten op maatwerk. Met maatwerk kan Defensie meer inspelen op de wensen van haar personeel. U dient dan te denken aan thuiswerken dan wel op een defensielocatie, niet
‘de FVNO/MHB is niet verrast dat de werving bij Defensie goed verloopt’
zijnde de standplaats, nabij het thuisadres werken, meer keuzemogelijkheden ten aanzien van werk en privé of de flexibilisering van de arbeidsvoorwaarden. Als het de sociale partners lukt om de komende tijd hierover nadere afspraken te maken dan zal Defensie een modernere en aantrekkelijke werkgever kunnen worden die ook tijdens hoogconjunctuur concurrerend kan zijn met de markt en andere overheidsinstellingen.
arbeidsvoorwaarden Ideeën Arbeidsvoorwaarden 2010 e.v. De huidige CAO heeft een looptijd van 1 jaar. De komende maanden moet de FVNO/MHB zich gaan beraden op haar inzet voor de CAO 2010 e.v. Deze CAO dient voor 1 maart 2010 te worden overeengekomen. Dit houdt in dat de FVNO/MHB na het zomerverlof, in september, haar inzet gereed wil hebben. De FVNO/MHB zal zich blijven inzetten voor een verdere flexibilisering van de arbeidsvoorwaarden. Dit is hard nodig als Defensie een moderne en aantrekkelijke werkgever wil worden. Als u goede ideeën heeft dan kunt u deze via
[email protected] kenbaar maken. Als u wilt meedenken over uw eigen arbeidsvoorwaarden dan kan dit ook. Meldt u zich dan via bovenstaand emailadres aan voor de Werkgroep Arbeidsvoorwaarden.
FVNO bulletin, juni 2009
|
2
pensioenen
DOOR: M. WEUSTHUIS
Het militaire pensioenoverzicht op MijnABP.nl Veel militairen waren gewend aan een pensioenoverzicht waarop alle specifiek voor de militair geldende bestanddelen werden getoond. Met de overgang naar het ABP in 2001 is daar een eind aan gekomen omdat het ABP al deze elementen niet kende en het pensioenreglement deze ook niet toeliet. Zo komt bijv. de tropenverhoging niet apart meer op het pensioenoverzicht terug, omdat de waarde van dat pensioendeel is opgeteld bij het reguliere ouderdomspensioen en daar één bedrag mee vormt. De laatste jaren kwam daar nog een onhandigheid bij en dat is het uniform pensioenoverzicht, het UPO. Door heel Nederland wordt door alle pensioenfondsen en alle pensioenverzekeraars hetzelfde pensioenoverzicht gebruikt in de communicatie betreffende het overzicht van de opgebouwde pensioenrechten. Dat verhoogt de leesbaarheid en de vergelijkbaarheid. Echter, hierdoor kunnen bepaalde eigenheden van een
pensioenregeling ook niet meer op dat uniforme overzicht worden afgedrukt. Op aanvraag van militairen die hun dubbel tellende pensioentijd bij uitzendingen nergens op hun pensioenoverzicht terug konden vinden, heeft Defensie het ABP gevraagd op de internettoepassing MijnABP.nl daar inzicht in te geven. Op MijnABP.nl is nu ook de meetellingsfactor meegenomen op het digitale pensioenoverzicht. Die meetellingsfactor staat op 200% (normaliter 100%) over de periode(s) dat sprake is van dubbeltellende diensttijd vanwege uitzending.
MijnABP.nl
Evaluatie van Dag voor dienstslachtoffers De militaire vakbonden hebben zich in het overleg sterk gemaakt om naast de jaarlijkse Veteranendag een aparte dag te houden voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers. Dit vanwege de aparte problematiek die bij deze groep speelt. Iedere veteraan is immers nog geen oorlogs- of dienstslachtoffer. Defensie heeft dat opgepakt en heeft de eerste regionale en in 2008 de landelijke Dag voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers georganiseerd. Op 13 september 2008 is de landelijke dag gehouden in het World Forum Convention Center te Den Haag.
algemeen een 7,5 als beoordeling en op inhoudelijke punten liggen de punten tussen 7,5 en 8. Dat is dus een goede beoordeling. 85% van de ondervraagden ziet graag een herhaling van de landelijke dag. Op de vraag over contactdagen in de regio antwoordt 87% die te zullen gaan bijwonen.
Er zijn zo’n 14.000 militaire oorlogs- en dienstslachtoffers met een militair invaliditeitspensioen geregistreerd bij Defensie en die hebben allemaal een uitnodiging voor deze dag gehad. Daarvan hebben er 1.400 bevestigend op de uitnodiging gereageerd. Dat is 10% en dus niet zo’n hoog aantal. Het is vooralsnog onbekend waarom dit percentage zo laag ligt. Wel is het duidelijk dat het voornamelijk ouderen zijn die hebben gereageerd. Doelstelling van de dag was erkenning, voorlichting en ontspanning. Op de dag zelf waren 1.100 belangstellenden aanwezig. De aanwezigen geven de dag in het
Defensie geeft aan door te willen gaan met regionale bijeenkomsten. Deze zijn ook gemakkelijker te bezoeken door ouderen. Er wordt daarbij uitgegaan van drie regio’s waarbij in iedere regio drie bijeenkomsten worden gehouden. Er is veel behoefte aan voorlichting over pensioenzaken, met name het militair invaliditeitspensioen (MIP) en aan lotgenotencontact. In een regionale setting met minder aanwezigen is dat beter te realiseren. Via een telefonische enquête zullen jongeren worden geïnterviewd met de bedoeling de regionale bijeenkomsten ook aantrekkelijker te maken voor deze groep.
3
|
FVNO bulletin, juni 2009
een goed (pensioen)gesprek
Solidariteit tussen jongeren en ouderen Hieronder volgt een goed gesprek tussen M. (Martin) Weusthuis, beleidsmedewerker Pensioenen en Sociale Zekerheid bij de FVNO/MHB, en T. (Tom) Kofman, voorzitter van de VMHB, over het vermeende gebrek aan solidariteit tussen jong en oud in de huidige ABP-pensioenregeling voor de burgers. De Pensioenkamer gaat nog in 2009 besluiten nemen over aanpassing van de pensioenregeling in verband met de kredietcrisis. Daarin speelt die solidariteit een grote rol.
ABP
Heeft het AVV (Alternatief Voor Vakbond) gelijk met de stelling dat er in de ABP-pensioenregeling sprake is van verboden leeftijdsdiscriminatie omdat jongeren onevenredig bijdragen aan de pensioenen van de ouderen? Martin Weusthuis: ‘Op basis van de feiten die voortvloeien uit de ABP pensioenregeling (zie kader) kan ik niet anders concluderen dan dat het AVV gelijk heeft met de kritiek dat hier sprake is van een onevenredige bijdrage van jongeren. Het meest in het oog springende is dat de jonge ambtenaar meebetaalt aan regelingen waarvan hij zelf nooit zal genieten. Zo gaat naast de 20% pensioenpremie voor het eigen ouderdomspensioen ook nog eens 5% naar de FPU-uitkeringen. Dat is ook meteen de hardste noot in het generatiedispuut. Daarnaast zie je dat aanspraken in omvang geleidelijk afnemen naarmate de ABP-deelnemer jonger wordt, terwijl de kosten voor die jongere niet afnemen. Integendeel, hij begeleidt zijn voorgangers tot de deur en moet vervolgens voor zichzelf zorgen. Of dat ook verboden leeftijdsdiscriminatie is weet ik niet. Dat is aan de rechter om te bepalen. De kantonrechter vond eerder van niet. Op 24 juni a.s. speelt het hoger beroep van AVV voor het Gerechtshof in Den Bosch.’
Tom Kofman: ‘Het was inderdaad een hard gelag in 2005 toen de “echte jongeren” en de “oudere jongeren” hun rechten op FPU/vervroegd pensioen kwijtraakten. Je zult maar in 1950 geboren zijn….Toch ben ik niet de idee toegedaan dat de generatie van voor 1950 louter profiteert. Ook deze generatie levert een bijdrage in het kader van de intergenerationele solidariteit. Deze generatie betaalt pensioenpremie vanaf een lagere franchise en bouwt pas pensioen op vanaf een hogere franchise (over het verschil bouwen zij dus voor zichzelf geen pensioenpremie op, hetgeen aangemerkt dient te worden als solidariteit van oud naar jong). Bovendien kennen de “echte oudjes” ook nog eens een lager pensioenopbouwpercentage (1,75% tegen 2,05%). Daarbij mag opgeteld worden dat de voor 1950 geborenen 2 (1947) of 3 (1948/1949) maanden langer moeten doorwerken dan voor 2005/2006 en dat alles tegen dezelfde uitkering. Voorwaar, toch een stevige solidariteitsbijdrage. Je kunt daar nog aan toevoegen de bijdragen die deze generatie heeft betaald voor de generaties die vóór ons met VUT, FPU, of OP zijn gegaan. Ook denk ik aan al die werknemers die prettig zijn uitgetreden middels een WAO-uitkering. Ook de pot met aardgasbaten was er goed voor om de hoge werkloosheidcijfers te maskeren. Ik heb “echte oudjes” nooit horen morren over deze aanslag op hun besteedbaar inkomen. De generatie van na WO II die nu richting AOW-leeftijd schrijdt, is op relatief jonge leeftijd de arbeidsmarkt opgegaan. Het opleidingsniveau was niet om over naar huis te schrijven.
FVNO bulletin, juni 2009
|
4
Een HBS diploma en eventueel een universitaire studie waren alleen voor de beter gesitueerden weggelegd. Ook het niveau van welvaart haalde het niet ten opzichte van de jongeren van nu die vaak hoog, goed opgeleid en op latere leeftijd hun intrede doen op de arbeidsmarkt. Wat is nu eigenlijk de meest ideale uitgangssituatie!! Jammer dat er blijkbaar een dusdanige vertrouwensbreuk is tussen jong en oud dat de rechter gevraagd wordt om een oordeel. Situatie anno 2009: De “echte” jongeren zullen straks een kapitaalgedekt pensioen hebben opgebouwd. Een groot goed! En... volgens mij is na 2015 die 5% FPU-premiebetaling ook de wereld uit, want dan is een ieder die er recht op had naar mijn bescheiden mening met ouderdomspensioen.’
Het Alternatief Voor Vakbond (AVV) is een belangenvereniging van (jonge) ambtenaren die naar eigen zeggen opkomt voor werkenden die nu niet of nauwelijks vertegenwoordigd zijn in de overlegorganen. Het AVV is opgericht in 2005 tijdens de discussie over de aanpassing van de ABP pensioenregeling per 1 januari 2006 (VPL-deal) ten gevolge van de wet VUT, Vroegpensioen en Levensloop (VPL). Het AVV keert zich in rechtszaken tegen de onrechtvaardige behandeling van jongeren en de verboden leeftijdsdiscriminatie die volgens het AVV in die VPL-deal ingebakken zit. Hieronder volgt een beschrijving van aanspraken en kosten van de ABP VPL-deal voor verschillende leeftijdsgroepen, zoals die in het ABPpensioenreglement zijn opgenomen. Er kunnen grofweg vier geledingen van pensioenbelanghebbenden worden onderscheiden in volgorde van afnemende aanspraken: 1. De nu (FPU-)gepensioneerden die hun volledige ouderdomspensioen steeds volledig loongeïndexeerd hebben opgebouwd in een eindloonsysteem. Deze oud overheidswerknemers konden gebruik maken van de FPU die werd ingevoerd in 1997. De FPU is bij het ABP voor het leeuwendeel een omslaggedekte regeling. Dat betekent dat de kosten voor die FPUuitkering zijn gedragen door het fonds en de bijdragen van jongere ambtenaren en voor een klein deel door de betreffende ambtenaar zelf. 2. De oudere ambtenaren die vallen onder het FPU-overgangsrecht. Dat zijn werknemers geboren vóór 1950 die nog met FPU kunnen. Toen in 2006 de FPU kwam te vervallen hielden deze mensen de mogelijkheid van een FPU dat drie maanden later ingaat op 62 jaar en drie maanden. Bovendien bouwen ze iets minder ouderdomspensioen op waarvoor ze ook iets meer moeten betalen. Deze groep kan gebruik maken van de zgn. Vendrikmaatregel, d.w.z. dat alle FPU-uitkeringen die bij doorwerken gedurende de FPU-tijd niet worden genoten (70% laatste loon), bij het ouderdomspensioen worden opgeteld. Als wordt doorgewerkt tot 65 gaat het al gauw om vele duizenden euro’s verhoging van het ouderdomspensioen. 3. De oudere ambtenaren (oudere jongeren) geboren in de jaren na 1949 die geen FPU meer krijgen. Deze werknemers hebben het grootste deel van
hun carrière opgebouwd in een eindloonsysteem en nu voor de meesten de top is bereikt, bouwen ze in het ABP middelloonsysteem meer pensioen op dan ze in het eindloonsysteem deden (in een middelloonsysteem gaan alleen CAO-loonstijgingen mee in de pensioenopbouw, in een eindloonsysteem ook individuele loonstijgingen). Bovendien wordt voor deze mensen als compensatiemaatregel met terugwerkende kracht meer pensioen ingekocht over hun oude dienstjaren, waarin in de ABP pensioenregeling niet fiscaal maximaal werd opgebouwd. Inkoop geschiedt d.m.v. het rentedekkingsstelsel. Het gaat al gauw om duizenden euro’s pensioenverhoging per jaar. 4. De jongere ambtenaren (echte jongeren) geboren na 1949 zonder FPUrechten, met weinig of geen oude dienstjaren en opbouw in een middelloonsysteem. Deze jongere ambtenaren betalen de premie voor de huidige FPU-ers en de FPU-overgangsgroep, alsook de premie voor de inkoopregeling oude dienstjaren voor de oudere ambtenaren. Deze groep kan zelf geen gebruik maken van de FPU en de inkoopregeling heeft nauwelijks effect. Voor de ambtenaren die ABP-deelnemer zijn geworden ná 1 januari 2006 geldt de inkoopregeling niet. Deze jongere ambtenaren bouwen alleen een met het eerdere eindloonpensioen te vergelijken middelloonpensioen op, als hun carrière zich afspeelt binnen maximaal twee loonschalen.
Is het ABP pensioenreglement in overeenstemming met de doelstelling van de wet VUT, Prepensioen en Levensloop (VPL)? Martin Weusthuis: ‘De doelstelling van de Wet VPL is het afschaffen van VUT en vroegpensioen, en daarmee het bevorderen van langer doorwerken. Diegene die dat wil krijgt de mogelijkheid om individueel toch een voorziening voor
vervroegd ontslag op te bouwen door middel van de levensloopregeling. Dat er overgangsrecht is gemaakt voor de oudere generatie vind ik terecht. Dat is een goede usance in de Nederlandse rechtsstaat. Echter, dat overgangsrecht is op meerdere punten ten faveure van de oudere generatie wel ruim bemeten. Ten eerste levert de vertaling van het Vendrik-amendement in het ABP-pensioenreglement een dermate grote verhoging van het ouderdomspensioen van de FPU-gerechtigde op, dat ik dat
‘dat er overgangsrecht is gemaakt voor de oudere generatie vind ik terecht. Dat is een goede usance in de Nederlandse rechtsstaat’ onrechtvaardig vind. Al het geld dat een FPU-gerechtigde niet opneemt als FPU-uitkering wordt bij zijn ouderdomspensioen opgezet, te betalen door alle deelnemers. In die jaren bouwt hij ook gewoon meer ouderdomspensioen op. Ik vind dat we terug moeten naar de voor 2006 geldende regeling dat alleen het door de betreffende FPU-gerechtigde zelf opgebouwde en zelf betaalde, maar niet opgenomen FPU bij het ouderdomspensioen kan worden opgezet. Het tweede punt is de inkoopregeling oude dienstjaren. Die regeling geldt alleen voor werknemers die op 1 januari 2006 reeds ABP-deelnemer waren. De ambtenaren geboren na 1949 met veel oude dienstjaren die, nu ze op hun carrièretop zitten, in de huidige middelloonregeling meer pensioen opbouwen
Cartoon
5
|
FVNO bulletin, juni 2009
pensioenen pensioenopbouw van een zestigjarige een veelvoud is van die van een dertigjarige. Ook daar wil de AVV van af vanwege juist die rigiditeit. Die jongere denkt: Waarom onevenredig meebetalen als de pensioenregeling van het ABP misschien niet meer bestaat als ik ouder ben? Persoonlijk vind ik deelnameverplichting en de doorsneepremie een gewenste vorm van solidariteit. Met deze verplichte vormen van solidariteit in pensioen en zorg is de welvaartstaat en rechtstaat Nederland opgebouwd. Ervaringen in veel landen waar verplichte collectieve pensioenopbouw niet bestaat (VS) of (deels) is afgeschaft (VK, Zweden), tonen een dramatische (achteruitgang van) pensioenopbouw en koopkracht van ouderen. Een overtuigend bewijs is overigens onze eigen levenslooprekening. Daar is nauwelijks animo voor. Pensioen opbouwen zonder verplichting? Daar komt weinig van terecht. dan eerder in de eindloonregeling, krijgen er nog een plus bovenop. En de inkoop van die rechten gebeurt d.m.v. het rentedekkingstelsel. Dat wil zeggen dat in het jaar dat de rechten ontstaan, het jaar van pensionering, deze rechten voor dat jaar worden afgefinancierd. Het gevolg is dat de jongere deelnemers in deze groep door de jaren heen meer bijdragen aan de inkoop dan de ouderen. Bovendien is de inkoop voorwaardelijk: alleen als je werknemer bent, d.w.z. tot pensionering bij het ABP deelnemer blijft, wordt deze inkoop gerealiseerd. Ga je vooraf aan pensionering bij een andere werkgever buiten het ABP-gebied werken of word je arbeidsongeschikt of wachtgelder, dan loop je deze pensioenplus mis. Ook hier dus jongere werknemers die meer betalen dan oudere werknemers en sommige groepen betalen mee aan een voorziening die ze zelf niet krijgen. Vanuit deze ongelijke behandeling en de kosten naar de toekomst toe, mag wat mij betreft de inkoopregeling oude dienstjaren komen te vervallen. Zowel de Vendrik-regeling als de regeling inkoop oude dienstjaren passen binnen de doelstelling van de wet VPL, maar zijn m.i. te ruim bemeten.’ Tom Kofman: ‘Met je eens dat de motie van Kees Vendrik een niet bedoeld neveneffect heeft gehad. Deze motie is overigens pas een rol gaan spelen toen het “akkoord” in de Tweede Kamer werd behandeld. Kees Vendrik vond het belangrijk dat ook de nog FPU-gerechtigden een stimulans zouden krijgen om langer door te werken, het liefst tot 65 jaar. Dat heeft inderdaad als effect gehad dat je een hoger OP ontvangt, als je stopt met 64 jaar en 11 maanden i.p.v. op 65-jarige leeftijd. Dit is door Kees Vendrik nooit beoogd. Hieraan wil men iets doen. Zelfs Xander den Uijl (vice-vz van het ABP-bestuur) vindt dit neveneffect een niet te rechtvaardigen zaak. Kan ik mij wel bij aansluiten. Aanpassing of evt. zelfs afschaffing van die FPU-doorwerkbonus valt te billijken. Wij als FVNO|MHB zitten in deze discussie met de intentie om de belangen van al degenen die wij vertegenwoordigen op gelijke wijze te behandelen.’ Is er in de huidige ABP pensioenregeling sprake van solidariteit tussen de generaties? Martin Weusthuis: ‘In een bedrijfstakpensioenfonds, dus ook in het ABP, is er altijd sprake van verplichting van deelname en daarmee intergenerationele solidariteit. Dat komt door de ‘doorsneepremie’ die voor iedere deelnemer een gelijk percentage van het inkomen is, terwijl de kosten van de jaarlijkse
FVNO bulletin, juni 2009
|
6
De huidige generatie vroeg- en bijna gepensioneerden zong in de jaren zestig mee met nummers als ‘My generation’ en ‘Won’t get fooled again’ van The Who. Daar moet ik aan denken en dan vooral aan de regel ‘Meet the new boss, same as the old boss’, als ik van een pensioenvergadering terug kom. Dat geldt natuurlijk evenzeer voor het AVV. Het verschil is dat het bij die zestiger jaren jongeren niet om pensioenbelangen ging. De geschiedenis herhaalt zich in een hedendaagse vorm. De angry young (wo)men van de AVV zien hun pensioenbe-
‘de huidige ouderen vinden dat zij ook altijd zonder morren hun deel hebben bijgedragen aan de regelingen voor de ouderen’ langen wel scherp en bemerken m.i. inderdaad terecht dat er teveel van de solidariteit van de jongeren wordt gevraagd. Zij stellen de vertrouwenskwestie. De huidige ouderen vinden dat zij ook altijd zonder morren hun deel hebben bijgedragen aan de regelingen voor de ouderen, inclusief de VUT, ontstaan in de jaren tachtig. Dat is terecht en ze zouden ook de solidariteit van de jongeren mogen verwachten als het niet zo zou zijn dat sommige regelingen waarvoor de jongeren meebetalen, nooit door die jongeren zullen worden genoten. Naast het structurele probleem dat veel jongeren het Nederlandse pensioensysteem flexibeler willen maken omdat zij heel anders in de arbeidsmarkt staan en zich niet meer kunnen vinden in een in hun ogen rigide pensioensysteem dat rekening houdt met een levenslange carrière bij één baas, is dit de crux van de zaak. Juist op dit punt begint de solidariteit te kraken. In pensioenland zijn er vele knoppen om aan te draaien om (de solidariteit binnen) een pensioenregeling vorm te geven. De ABP-regeling zou er als volgt uit kunnen zien: • niet of gedeeltelijke indexatie van de pensioenen, ook de reeds ingegane pensioenen, zolang de dekkingsgraad dat volgens het reglement niet toelaat; • premieverhoging voor de actieve werknemer zolang de actuariële voorschriften van het ABP (de ABTN) dat voorschrijft, waarbij de premieverhoging in koopkracht gemeten in relatie moet staan tot de indexatie van de ingegane pensioenen;
• afschaffing van de Vendrik-maatregel voor de FPU-overgangsgroep; • ophoging van de FPU-leeftijd naar 63 jaar voor de FPU-overgangsgroep; • afschaffing van de inkoopregeling oude dienstjaren die vnl. gevolgen heeft voor de oudere jongere; • financiering door alle deelnemers van het fonds d.m.v. de doorsneepremie. De ratio achter deze bezuinigingsmaatregelen voor alle leeftijdsgroepen is het gelijkelijk meedragen in de lasten. Als dergelijke maatregelen niet worden genomen zal de financiering van het herstel van de fondspositie van het ABP en de omslaggedekte aanspraken voornamelijk op het bord van de jongere ABP-deelnemer terecht komen. Overigens, er is door jongeren in 2004 reeds een portie solidariteit betoond toen de ABP pensioenregeling een middelloonregeling werd. Steeds zie je dat in ABP bestuurskringen de neiging bestaat de lasten naar de toekomst te verschuiven. Uiteindelijk zal dat vorm krijgen in het omlaag brengen van het ambitieniveau van de regeling, d.w.z. dat er minder pensioen wordt opgebouwd en dus de kosten ook omlaag gaan. De jongere wordt dan tweezijdig getroffen. Enerzijds betaalt hij mee aan de nog bestaande omslaggedekte aanspraken van de ouderen. Anderzijds bouwt hij voor zichzelf minder pensioen op. Endogene ontwikkelingen zoals het steeds groter wordende percentage oudere ABP-deelnemers en de stijgende levensverwachting hebben al een opdrukkend effect op de premie die de komende jaren alleen daarom al gaat stijgen met ruim 2%punt. En de premie ligt al boven de 20%.’
naar 63 jaar lijkt mij een brug te ver. Eerst + drie maanden en er nu nog eens drie x drie maanden bijdoen valt niet te verkopen. Vrijwillig doorwerken, prima, maar om nu in relatief korte tijd de uittreeddatum nog verder op te schuiven gaat mij te ver. Maak doorwerken (nog) aantrekkelijker zou ik willen zeggen. Kan mij overigens vinden in de “doorsneepremie” en de verplichte deelname. Solidariteit in optima forma.’ Is het terecht dat de ABP pensioenpremie wordt verhoogd? Martin Weusthuis: ‘Mijn wedervraag luidt meteen: “Is het terecht dat de indexatie van de ABP-pensioenen is gestopt?” In beide gevallen zeg ik ja. Als je in een pensioenfonds in tijden van crisis de intergenerationele solidariteit gestalte wilt geven, moeten alle partijen hun deel van de lasten dragen. De werkenden worden geconfronteerd met een indexatie van nihil van hun op te bouwen pensioenen én met verhoging van hun pensioenpremie. Hun pensioenen worden in de toekomst misschien weer rechtgetrokken, de verhoogde pensioenpremie tast direct de koopkracht aan. In die situatie vind ik het ook geen probleem dat de gepensioneerden hun deel bijdragen door hun pensioenen niet te indexeren en het geld dat in enig jaar van gedeeltelijke indexatie niet wordt uitgekeerd, ook inderdaad niet uit te keren zoals nu het geval is. Afstempeling van de pensioenen moet voorkomen worden, dan zie ik liever een langere periode van niet of gedeeltelijke indexatie.’
ABP
Tom Kofman: ‘L’histoire se répète, een maatschappij die voor 100% rechtvaardig de lusten en de lasten verdeelt is een utopie. Ik kan niet anders oordelen dan dat het ABP in redelijkheid en billijkheid alle deelnemers gelijk behandelt. Ook de kantonrechter heeft in de AVV zaak (VPL-deal) de opvatting onderschreven dat onderscheid op grond van leeftijd geen verdacht criterium is. Voor ons allen geldt dat hij of zij die jong is, oud hoopt te worden en hij of zij die oud is ooit jong is geweest. Een principe waarop ons pensioenstelsel is gefundeerd. Het vonnis van de rechter stelt dat er van een eenzijdige benadeling van jongeren geen sprake is. Uit berekeningen van zowel ABP en AVV blijkt dat er binnen de regeling in de praktijk slechts marginale verschillen bestaan tussen jong en oud. Het behoeft geen nadere uitleg dat in een overgangsregeling marginale verschillen zijn toegestaan. De AVV moet bij de verdeling van de lasten van de pensioenregeling niet uitsluitend kijken naar de toekomstige lasten, maar dient er terdege rekening mee te houden dat de huidige “oudjes” al een groot aantal jaren hebben bijgedragen aan de regelingen ten behoeve van de ouderen van toen. Elke ABP-regeling dient te zijn gebaseerd op solidariteit. Dit impliceert tevens dat een regeling bij welke vergelijking tussen leeftijdsgroepen dan ook, in al haar aspecten over een langere periode dient te worden bekeken. Last but not least: de deelnemersraad en de werknemersvertegenwoordigers in het bestuur hebben met de VPL-deal ingestemd. De lusten en lasten smaken zoals wij deze kraken… Om de uittreedleeftijd van de nog FPU-gerechtigden op te trekken
Tom Kofman: ‘Dat er tijdelijk niet wordt geïndexeerd valt inderdaad te billijken. De afstempelgedachte die Piet-Hein Donner onlangs poneerde, moeten wij ten koste van alles zien te voorkomen. Begrepen dat de premieverhoging van tijdelijke aard is. Dat lijkt mij een goede zaak. Ik acht overigens de kans dat het ABP op (korte) termijn niet meer aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen niet zo groot. Er komt tot op de dag van vandaag, voor zover ik weet, meer binnen dan er uit gaat. Tegen de tijd dat de baby-boomers in grote getale gaan “genieten” van hun Aabéépéétje mag worden aangenomen dat de grootste gevolgen van de mondiale economische crisis achter ons liggen. Jammer is dat de verhoging van de pensioenpremie ten koste van de loonruimte en het besteedbaar inkomen zal gaan. Wég hefboom effect. Linksom of rechtsom moet de economie op gang komen. Consumentenbestedingen zijn daartoe een goed middel. Voorts mag de kredietverlening wel weer eens op gang komen. Door de bomen zou je toch die Bosbank-miljarden moeten terugzien. Het zal toch niet zo zijn dat China de mallemolen van de mondiale economie in haar eentje moet aanslingeren.’
Afsluitend De huidige economische recessie die zoals het er naar uitziet nog wel enige tijd voortduurt, noopt tot ingrepen. Hoe langer de recessie duurt hoe ingrijpender die besluiten zullen zijn. Bovenstaande discussie zal zeker lopende die recessie blijven voortduren en vermoedelijk wel zolang de FPU bestaat. Schrijvers zijn van mening dat met het voortduren van de crisis de intergenerationele solidariteit en daarmee het voortbestaan van het ABP zoals wij dat nu kennen, steeds verder onder druk zal komen te staan. Het is daarom goed nu reeds elkaars standpunten te kennen. Heeft de discussie u geraakt en wilt u meepraten dan kunt u zich allereerst richten tot het VMHB-bestuur. U kunt ook emailen met
[email protected].
7
|
FVNO bulletin, juni 2009
UKW
DOOR M. DE NATRIS
ABP bijna klaar met inregelen nieuwe regelgeving anticumulatie UKW’ers In de huidige CAO is afgesproken dat de anticumulatie bepaling met ingang van 1 maart jl. niet meer van toepassing is op UKW’ers die nog onder de oude UKW-regeling met leeftijdontslag zijn gegaan. Het betreft hier hoofd- en vlag officieren van de Koninklijke Marine die nog geen twee jaar met leeftijdontslag zijn. Immers al het overige personeel valt reeds onder het nieuwe UKWregiem of is reeds twee jaar met UKW en valt alsdan ook niet meer onder het anticumulatiebeding. De FVNO/MHB heeft contact opgenomen met het ABP en de werkgever omdat vanuit het veld wordt vernomen dat de uitvoeringsorganisatie APG (Algemene Pensioengroep) nog
steeds neveninkomsten anticumuleert. Navraag heeft geleerd dat het ABP de nieuwe regelgeving nog aan het inregelen is. Hoogstwaarschijnlijk wordt in de eerste week van juni 2009 alles afgerond. Dit houdt dus in dat er vanaf juni 2009 geen anticumulatie meer plaatsvindt op neveninkomsten zolang het totaalinkomen onder de Balkenende-norm blijft en dat met terugwerkende kracht naar 1 maart jl. de ge-anticumuleerde neveninkomsten worden teruggestort.
WIA
sociale zekerheid
DOOR: M. WEUSTHUIS
Berekening wachtperiode WIA
Voordat bij arbeidsongeschiktheid de WIA-uitkering (Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) tot uitkering komt, verloopt er eerst een wachtperiode van twee jaar waarin Defensie verplicht het loon of minimaal 70% van dat loon moet doorbetalen.
Ziekteperiodes in die 2 jaar wachttijd die elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen worden daarbij bij elkaar geteld. Defensie ging echter zo ver om ook de dagen gedurende die 4 weken waarin de defensiemedewerker in Peoplesoft weer hersteld was gemeld en werkte, mee te tellen als wachttijd. Een van onze leden waarbij op die manier de wachttijd was berekend, meldde zich bij de FVNO/MHB. De FVNO/MHB heeft vervolgens Defensie gewezen op deze foute handelwijze. Defensie erkende dat het inderdaad niet correct is om kortdurende herstelperiodes mee te rekenen voor het bepalen van de wachttijd en zal ervoor zorgen dat er wordt gehandeld zoals de regelgeving aangeeft. Ook daar waar de wachttijd reeds op de verkeerde wijze is vastgesteld, wordt dat hersteld. Zit u dus in die 2-jaars wachtperiode en heeft u zich tussentijds weer hersteld gemeld, ga dan na of Defensie de wachtperiode wel op de juiste wijze heeft berekend. U kunt hierover contact opnemen met het DCHR (Dienstencentrum Human Resources).
FVNO bulletin, juni 2009
|
8
A D V E R T O R I A L
Samenwonen zonder zorgen
Regel het goed, regel het op zeker Veel mensen kiezen er tegenwoordig voor om samen te wonen zonder een wettelijke verbintenis aan te gaan in de vorm van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. De overheid heeft er de laatste jaren voor gezorgd ook voor die mensen zoveel mogelijk dezelfde rechten en voorzieningen te treffen als voor mensen, die er voor gekozen hebben in het huwelijksbootje te stappen. Belangrijk daarbij is wel, dat de samenwoning kenbaar wordt gemaakt. Dat doet u door het aangaan van een samenlevingscontract bij de notaris. Hij zorgt er voor dat alle belangrijke zaken geregeld worden. We noemen: de zekerheid dat u elkaars erfgenaam bent bij overlijden (familie blijft buiten de deur); geen of zo min mogelijk successiebelasting (belasting in een erfenis); de mogelijkheid voor elkaar een partnerpensioen af te sluiten; een regeling bij eventueel uit elkaar gaan; sluitende afspraken met betrekking tot de eigendomsverhouding van bijvoorbeeld het woonhuis, bankrekeningen of andere bezittingen; verdeling van de kosten van de huishouding; en aanspraken op mogelijke voorzieningen van de werkgever zoals een ziektekostenverzekering, een verhuiskostenvergoeding, een buitenlandtoelage, vergoeding voor huisvesting en voeding en buitengewoon verlof bij persoonlijke- of familie-omstandigheden. Actus Notarissen heeft er voor gekozen haar dienstverlening op dit terrein aan te bieden onder het motto: als u het regelt, regel het dan goed en volledig! Dit kan onder omstandigheden bijvoorbeeld betekenen dat u behalve een samenlevingscontract ook een testament nodig hebt. Actus Notarissen heeft bij haar werkzaamheden inbegrepen dat u hierover vooraf een eerlijk en duidelijk advies krijgt aangereikt. Omdat Actus Notarissen veel ervaring op het gebied van het familierecht heeft en de nieuwste rechtsontwikkelingen centraal bijhoudt, kunt u er zeker van zijn dat een éénmaal afgesloten samenlevingscontract een lange houdbaarheidsdatum heeft. Dat is prettig en geeft ook rust. Als de stukken voor elkaar zijn, laten we u niet los. We geven namelijk altijd het advies mee de zaken na verloop van tijd te laten nakijken. Als er iets in uw persoonlijke omstandigheden verandert (bijvoorbeeld gezinsuitbreiding) kan het van belang zijn de documenten te vernieuwen of aan te vullen. Mocht u geïnteresseerd zijn geraakt in de mogelijkheden, schroom dan niet onze speciale brochure over een samenlevingscontract en testamenten aan te vragen. Hierin staan alle relevante wetenswaardigheden vermeld. We hebben in de praktijk gemerkt dat onze cliënten het prettig vinden om op een voor hen passend moment met ons in contact te treden. Elke werkdag van 9.00 - 12.00 uur zit er een team van (kandidaat-) notarissen voor u klaar om uw vragen te beantwoorden via 0909 - 999 55 55. Ook 's avonds is de notaris voor u bereikbaar. Van maandag tot en met donderdag van 19.30 uur - 21.30 uur kunt u rechtstreeks chatten met een (kandidaat-)notaris. Maak gebruik van die mogelijkheden zodat we u adequaat van dienst kunnen zijn. Meer informatie vindt u op www.fvno.nl onder het kopje "ledenvoordeel". Hier treft u het Actus dienstenpakket aan, speciaal opgesteld voor u als lid van FNVO/MHB. Mr F.M. de Vries notaris te Langedijk
WWW.ACTUSNOTARISSEN.NL 9
|
FVNO bulletin, juni 2009
overlegzaken sectoroverleg
DOOR M. DE NATRIS
Aandacht voor onpersoonlijk SBK-ontslag De FVNO/MHB heeft onlangs in het overleg aandacht gevraagd voor de handelswijze van Defensie bij SBK-ontslag. Dit omdat zij onlangs door een lid was benaderd met een vraag over de ontslagprocedure. De inmiddels ex-defensiemedewerker had aan het einde van de externe SBK periode een brief van het DCHR ontvangen dat hij per datum x met ontslag zou gaan. De brief was hem niet persoonlijk overhandigd maar naar het thuisadres toegestuurd. Daarnaast was de brief niet ondertekend omdat deze automatisch was gegenereerd door het DCHR.
De FVNO/MHB heeft in het overleg aangegeven dat zij deze onpersoonlijke handelswijze zeer betreurt. De medewerkers die in het externe SBK-traject zitten zijn veelal medewerkers met zeer veel dienstjaren. Het verliezen van de baan wordt door velen als niet prettig ervaren. Als de werkgever dan óók nog eens vergeet om op een nette wijze afscheid te nemen van de ex-medewerker dan wordt het proces nog pijnlijker. De werkgever heeft aangegeven de handelswijze van het SBKontslag te bezien.
Verhouding burgers versus militairen uit balans? In het overleg is naar aanleiding van een brief van een collega-centrale gesproken over de verhouding burger versus militaire functies. In deze bief werd aangegeven dat er binnen paarse organisaties militaire functies worden geblokkeerd met als doel deze functies om te kunnen zetten in burgerfuncties. Vooral het CDC zou zich schuldig maken aan deze praktijk. De werkgever heeft door middel van een overzicht van het aantal militaire en burgerfuncties inzicht gegeven in de stand van zaken van december 2007 en december 2008. Uit deze overzichten blijkt dat zowel het aantal militaire als burgerfuncties in 2008 ten opzichte van 2007 is toegenomen. De verhouding tussen beide categorieën is echter hetzelfde gebleven namelijk 77:23%. Dit houdt ongeveer in dat tegenover drie militaire functies er één burger functie staat. Dit is in overeenstemming met de afspraak die bij aanvang van de Reorganisatie zonder weerga is gemaakt. Uit de cijfers valt dus niet te concluderen dat er binnen Defensie een toename is van het aantal burgermedewerkers. Dit laatste wil niet zeggen dat dit niet het geval zou kunnen zijn. De rapportage betreft namelijk de organieke functies. Hieruit valt niet af te leiden of de functie door een militair of burger wordt vervuld. Dit moet blijken uit de P-component van O:P:F (Organisatie:Personeel:Financiën). Sinds 30 juni 2007, de laatste migratiepadenbrief , wordt er geen inzicht meer verschaft in de formatie van Defensie. Sinds oktober 2007 wordt namelijk een FPS-rapportage aan de Tweede Kamer gestuurd. In deze rapportage wordt alleen nog maar over de militaire P-component gesproken. Uit de FPSrapportage van december 2008 blijkt dat er 7600 militaire vacatures zijn.
‘Verburgerlijking’ Als het aantal militairen en burger functies op basis van de daadwerkelijke aantallen (P) wordt bezien dan wijzigt de verhouding tussen militairen en burgermedewerkers aanzienlijk, namelijk 60:40. Dit geeft de werkelijke verhouding binnen Defensie weer. De plannen van de staatssecretaris om ongeveer 1500 militaire functies te laten vervullen door burgerper-
FVNO bulletin, juni 2009
|
10
soneel heeft tot gevolg dat de verhouding M:B nog verder verslechtert. Dit zou tot gevolg hebben dat Defensie steeds verder ‘verburgerlijkt’. Dit lijkt in eerste instantie een logische stap. Immers, als leidinggevende ben je blij als een lang openstaande vacature kan worden vervuld door een burgermedewerker. Het werk wordt weer gedaan en dit ontlast de collega’s die de werkzaamheden tijdelijk in hun pakket erbij hadden gekregen. Echter, een ‘verburgerlijking’ binnen Defensie heeft ook twee belangrijke nadelen: 1. De uitzenddruk op het, steeds verder inkrimpende, militaire bestand neemt toe; 2. Een burgermedewerker valt niet onder het militaire functieroulatieproces en kan gedurende een zeer lange tijd de functie bezet houden. Bovenstaande problemen kunnen alleen worden opgelost door het aantal militaire vacatures te verminderen. Alle andere oplossingen zijn tijdelijk en hebben tot gevolg dat de druk op het militaire bestand niet zal afnemen maar eerder zal toenemen, met als resultaat dat na de huidige crisis het aantal vacatures weer snel zal toenemen. Het signaal in de brief is duidelijk. De defensieorganisatie kraakt en piept als gevolg van de vele (militaire) vacatures. Dit is echter niet het burgerpersoneel te verwijten. Het heeft op dit moment daarom geen enkele nut om over een wijziging van de verhouding militair/burger (3:1) ten faveure van de militair te spreken. Dit kan eventueel door de “regeling Criteria Militaire en burgerfuncties’ aan te passen. Laten we er eerst met zijn allen proberen er voor te zorgen dat het aantal militaire vacatures sterk wordt verminderd voordat we nog meer militaire functies gaan creëren met als gevolg nog meer militaire vacatures.
Burgerpersoneel tijdens oefeningen
Geen oefentoelage maar overwerk In het overleg wordt al enige tijd gesproken over de vraag of het burgerpersoneel dat ondersteunende werkzaamheden verricht bij oefeningen een oefentoelage dient te ontvangen of een overwerkvergoeding. De centrales van overheidspersoneel hebben het standpunt ingenomen dat als burgermedewerkers ondersteunende werkzaamheden verrichten zij in aanmerking komen voor een overwerkvergoeding en niet voor een oefentoelage. Immers de definitie van een oefening is: “elk door defensiepersoneel in de praktijk brengen van onderwezen bekwaamheden teneinde aldus de bedrevenheid in het voeren van aan de krijgsmacht opgedragen operationele taken te verwerven, te vergroten of te onderhouden” Daarnaast heeft het wel of niet ontvangen van een oefentoelage gevolgen voor de Arbeidstijdenwet (ATW). Immers op het
moment dat iemand een oefentoelage ontvangt, is de ATW niet van toepassing op hen en kan de commandant in dit geval het burgerpersoneel, indien gewenst, 24 uur per dag inzetten. In het overleg is overeengekomen dat met ingang van 20 mei 2009 burgermedewerkers bij ondersteunende inzet bij oefeningen een overwerkvergoeding ontvangen. Daarnaast zal met terugwerkende kracht tot 01-01-2008 worden bekeken of het burgerpersoneel juist is beloond voor haar werkzaamheden tijdens oefeningen (oefentoelage versus overwerkvergoeding). Voor alle duidelijkheid: voor burgerpersoneel blijft de ATW dus van toepassing tijdens ondersteunende inzet bij een oefening.
Verlof in combinatie met dienstreis Naar aanleiding van een administratieve aanwijzing van een commandant is in het overleg gesproken over de mogelijkheid van het koppelen van verlof aan een dienstreis. In de aanwijzing was namelijk aangegeven dat er slechts drie additionele verlofdagen in combinatie met een dienstreis mogelijk zijn. In de aanwijzing werd verwezen naar een regeling die op medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken van toepassing is. Het is dus zonder meer vreemd te noemen dat defensiepersoneel dat niet via Buitenlandse Zaken is geplaatst onder een regeling van Buitenlandse Zaken valt. De werkgever heeft aangegeven dat de restrictie is ingegeven door de Belastingdienst. De Belastingdienst geeft aan dat op
het moment dat het aantal dagen verlof ten opzichte van de dienstreis bovenmatig is (niet overwegend) er sprake is van een verlofreis. Aan het aantal verlofreizen is afhankelijk van waar men is geplaatst een maximum gesteld. Op het moment dat men meer verlofreizen maakt dienen deze uit de eigen portemonnee te worden betaald. De werkgever heeft aangegeven dat door middel van een FAQlijst het personeel geïnformeerd zal worden als er sprake is van ‘niet overwegend’ en de reis dus zelf betaald moet worden.
medezeggenschap De volgende medezeggenschapsverkiezingen zijn gepland: Defensieonderdeel
Eenheid
Uiterste datum indienen kandidatenlijst
Kiesdatum
CDC
Programmaorganisatie SPEER
30-06-2009
02-07-2009
CDC
11 Pantsergeniebataljon
13-07-2009
16-09-2009
CDC
DPD/Juridische Dienstverlening
20-07-2009
31-08-2009
CLAS
OTCGenie
23-09-2009
04-11-2009
Zijn er binnenkort bij uw eenheid MC-verkiezingen en heeft u belangstelling om zitting te nemen in een MC, meldt u zich dan ook aan bij Peter van Sprang, medewerker Medezeggenschap en ARBO van de FVNO/MHB: 070-3839504. U kunt ook contact opnemen met Piet Glas, aanspreekpunt FVNO/MHB bij het Marinebedrijf, 0223-651913.
11
|
FVNO bulletin, juni 2009
veiligheid
DOOR P. VAN SPRANG
‘Mission First, Safety Always’ Symposium Veiligheidsmanagementsysteem Defensie Op 11 mei 2009 werd bij het Instituut Defensie Leergangen de aftrap gegeven voor de introductie van het Veiligheidsmanagementsysteem Defensie. Deze eerste bijeenkomst was gericht om de leidinggevenden binnen Defensie op hun verantwoordelijkheid op dit gebied te wijzen; daarna komt in juni een vervolgbijeenkomst voor het meer uitvoerende gedeelte van de organisatie. De Secretaris-Generaal, drs. A.C. Annink stelde in zijn welkomstwoord: “De taken van onze organisatie brengen risico’s voor de veiligheid en gezondheid van ons personeel met zich mee, maar ook kans op schade aan materieel, infrastructuur en omgeving. “Safety always” vergt waakzaamheid van ons allemaal om vroegtijdig na te denken over risico’s en de manier waarop we daarmee om willen gaan. Veiligheid
vereist supervisie en discipline, maar ook de bereidheid tot het leren van (bijna)ongevallen. Dat zijn de kernpunten van het programma Veiligheidsmanagement bij Defensie.” Een scala van sprekers, onder wie de Hoofddirecteur Personeel, Luitenant-Generaal J.G.A. Leijh, de Commandant der Strijdkrachten, Generaal P.J.M. van Ulm en Luitenant-Generaal J.H.M.P. Jansen, Commandant Luchtstrijdkrachten, benadrukten – ieder vanuit hun eigen perceptie – het belang van dit onderwerp. Deze middag werd afgesloten met de ondertekening van de beleidsverklaring door de Secretaris-Generaal en de commandanten/directeuren van de Defensieonderdelen.
postactieven
DOOR: P. VAN SPRANG
Uit de Werkgroep Postactieven Op 18 mei jl. vond weer een bijeenkomst plaats van de Werkgroep Postactieven, waarbij het positief was te kunnen constateren dat er een aantal (kandidaat) leden aanwezig waren.
Na het einde van de vergadering mochten we Magda Langbroek (KVMO) en Dick Mannak (VMHB) als nieuwe leden van de Werkgroep verwelkomen. Daarnaast heeft ook Aad van Gils (helaas deze keer verhinderd) zich bereid verklaard zitting te nemen in de Werkgroep (mede namens de afdeling Noord van de KVMO).
De heer Weusthuis, beleidsmedewerker Pensioenen en Sociale Zekerheid, gaf op zijn bekende heldere wijze vervolgens de stand van zaken weer op het gebied van LOM/UKW/pensioenen, waarbij hij en passant opmerkte dat in de toekomst er ongetwijfeld werk aan de winkel voor de leden van de Werkgroep zal zijn.
Een ander positief punt in deze vergadering was het definitief “afzegenen” van de conceptbrief die door de voorzitter van de KVMO wordt verzonden aan marineofficieren die met leeftijdsontslag gaan. Dus vanaf heden wordt deze brief, vergezeld van de flyer “Werkgroep Postactieven KVMO” en de meest recente versie van collectieve voordelen voor de leden, toegezonden.
KVMO Veteranendag 2009
Een belangrijk onderdeel van de vergadering bestond uit de introductie van de nieuwe voorzitter van de KVMO, tevens vice-voorzitter FVNO/MHB, KLTZA R.C. Hunnego. Naast een toelichting op zijn verleden, ging hij in op de (nabije) toekomst van de KVMO en de samenwerking daarbij binnen de FVNO/MHB.
FVNO bulletin, juni 2009
|
12
Daarop inhakend kunnen we terugzien op een uiterst succesvolle door de werkgroep georganiseerde eerste KVMO-Veteranendag (het resultaat van de evaluatie volgt, maar nu al kan gesteld worden dat dit in zijn algemeenheid zeer positief was). Vervolgens richten we ons in de tweede helft van dit jaar op het Maritiem Evenement voor de afdeling Zuid (8 september 2009) en de 64-jarigendag op 21 oktober a.s. waarvoor de uitnodigingen nu de deur uit zullen gaan. Tot slot: uiteraard staat deelname aan de Werkgroep en de diverse activiteiten ook open voor leden van de FVNO/MHB!
juridische zaken
DOOR O.W. BORGELD
In het FVNO bulletin staat geregeld een column van een van de juridisch adviseurs van de FVNO/MHB.
Hoe betrouwbaar is Defensie? Luitenant Esther Bakker heeft een rekest ingediend. Het onderwerp van het verzoek is hier nu niet van belang. Namens de staatssecretaris moet er een antwoord worden gegeven op dit rekest. Conform de Algemene wet bestuursrecht dient dit binnen 8 weken te gebeuren. Maar Esther krijgt geen antwoord binnen deze tijd en ook niet binnen 10 weken. Via de FVNO/MHB heeft zij om hulp gevraagd en gekregen. Er is een bezwaarprocedure tegen de staatssecretaris gestart en bij de rechtbank is verzocht de staatssecretaris op te dragen binnen korte tijd een beslissing te nemen. Dit verzoek wijst de rechtbank toe. Vervolgens wordt er net binnen de termijn die door de rechtbank is toegewezen een positieve beslissing op het rekest gegeven. Vanuit Defensie wordt nu gedacht dat alles afgerond is maar dat is niet juist. Er staat immers nog een bezwaarprocedure open. Defensie meent dat Esther haar bezwaar maar moet intrekken. Als namens Esther wordt aangegeven dat zij graag zou zien dat Defensie de fout van de staatssecretaris zou erkennen en het bezwaar wordt afgerond, gebeurt dat inderdaad. Het antwoord dat gegeven wordt luidt als volgt: “Bij navraag is mij gebleken dat u inmiddels een primair besluit hebt mogen ontvangen waarmee tegemoet wordt gekomen aan uw verzoek. Gelet op het vorenstaande ben ik van oordeel dat aan uw bezwaar tegemoet is gekomen en dat u geen belang meer heeft bij verdere afhandeling van uw bezwaarschrift. Uw bezwaar is niet ontvankelijk.” Esther is in het geheel niet blij met dit besluit. De staatssecretaris was toch immers te laat met de beslissing op het verzoek? Waarom willen de juristen dat niet helder erkennen door het bezwaar gegrond te verklaren? Zowel Esther als de FVNO/MHB achten dit antwoord niet eerlijk en transparant. Zou dit de nieuwe stijl van de staatssecretaris zijn, mede gezien in het licht van zijn aanvankelijke weigering de CAO direct te ondertekenen?
De casus Johanna Maria Petru Nadat de staatssecretaris zijn ‘exercitie’ met de CAO had gepresteerd heeft hij recent een bevestiging laten geven door een van zijn krijgsmacht (deel)commandanten. Deze casus was als volgt. Johanna Maria Pretu studeert af aan een universiteit in een vak dat veel kansen biedt in de burgermaatschappij. Toch besluit zij bij Defensie te solliciteren, want zij stelt belang in het Bachelordiploma van de NLDA.
Vanwege haar kennis uit haar studie wordt Johanna Maria bij de staf van het krijgsmachtdeel geplaatst en werkt daar gedurende een maand of acht. Tussendoor wordt aan wat cursussen meegedaan. Hierna volgt een vrij lange detachering op een mogelijke operationele startfunctie. Na deze detachering kan
‘wat gaat Defensie toch goed met zijn personeel om!’
de initiële opleiding afgerond worden, waarna Johanna Maria op haar startfunctie wordt geplaatst. Deze functie komt overeen met de functie tijdens de detachering. Johanna Maria is van mening dat, omdat zij al een jaar nuttige werkzaamheden heeft verricht op een regulier regelnummer, zij niet de volle twee jaar op de startfunctie hoeft te blijven. Zij dient hiervoor een rekest in en dat wordt afgewezen. Tijdens de bezwaarprocedure wordt een verweerschrift namens de krijgsmachtdeelcommandant ingestuurd waarin gedeeltelijk tegemoetgekomen wordt aan de grieven van Johanna Maria. Tijdens de hoorzitting geeft zij aan dat hiermee het bezwaar niet is afgehandeld. In de beslissing op het bezwaar wordt aangegeven dat Johanna Maria geen bezwaar had gemaakt tegen de gewijzigde opleiding en de tussentijdse tewerkstelling en detachering. Daarom stonden deze zaken nu in rechte vast en het bezwaar werd daarom afgewezen. De lezer zal begrijpen dat Johanna Maria het hier niet bij zal laten zitten en dat het vertrouwen in ‘De Baas’ een geweldige deuk heeft opgelopen. Wat gaat Defensie toch goed met zijn personeel om!
Tijdens haar opleiding besluit de commandant van het krijgsmachtdeel dat zij en andere intelligente studenten niet de volle opleiding bij de NLDA nodig hebben en de opleiding wordt zonder waarschuwing plotsklaps gewijzigd. Hierdoor vallen Johanna Maria en haar collegae in een gat, want de vervolgopleidingen zijn niet op deze situatie aangepast.
13
|
FVNO bulletin, juni 2009
fvno.nl
DOOR: T. TIMMERMAN
Het FVNO Bulletin besteedt ook aandacht aan de betekenis van internet voor de gemeenschap van officieren en middelbaar en hoger burgerpersoneel bij Defensie. Zowel algemene informatie als specifieke ontwikkelingen bij de FVNO/MHB zult u hier kunnen vinden. En natuurlijk is het verstandig om geregeld de website van de FVNO/MHB in de gaten te houden: www.fvno.nl of www.officieren.nl
ProDef: het Social Network van Professionals bij Defensie In eerdere FVNO-bulletins van 2009 heeft u kunnen lezen over het social network ProDef. Prodef is de samentrekking van de woorden “Professionals” en “Defensie” en de naam vat de intentie samen van de beroepsvereniging FVNO/MHB en de aangesloten verenigingen. openbare deel op www.prodef.nl is inmiddels online. Dit betreft het publiek toegankelijke deel van het social network. Het deel achter de schermen is de afgelopen periode getest en komt op korte termijn beschikbaar voor de klankbordgroep. Deze groep bestaat uit circa 50 enthousiaste jonge, middelbare en oudere FVNO/MHB-leden die gaan helpen bij de verdere vulling en het testen van de functionaliteit van het systeem. In juni/juli 2009 worden twee bijeenkomsten belegd met de klankbordgroep (lead-users), waarbij verder zal worden gesproken over de mogelijkheden van het social network en het vervolgtraject. In het najaar van 2009 komt het systeem beschikbaar voor een groter aantal gebruikers.
In de afgelopen tijd is er enige vertraging opgelopen door omstandigheden, maar er is wel het een en ander gebeurd. Het
ProDef wordt een netwerk van, voor en door de leden. Heeft u interesse om mee te denken of te helpen? Mail dan naar
[email protected]
Nieuw ledenvoordeel!
Een lekker weekendje weg met korting!! Vanaf heden bestaat voor FVNO/MHB-leden de mogelijkheid om met korting gebruik te maken van Weekendjeweg.nl. Met de code die u kunt opvragen via het secretariaat van de FVNO/MHB kunt u snel via de site www.weekendje.nl en eenvoudig een accommodatie voor een weekendje weg reserveren.
Uw voordeel Er zijn geregeld actieaanbiedingen met extra voordeel te vinden op de actiesite van www.weekendjeweg.nl/select.php?select=cmhf Daarnaast ontvangt u bij alle reserveringen via deze site, voor een hotelverblijf van minimaal twee nachten, maximaal € 28,50 korting.
[email protected] of 070-3839504
FVNO bulletin, juni 2009
|
14
Column VMHB Een nieuwe lente, een nieuw geluid Op het moment dat deze column u onder ogen komt heeft de VMHB haar 15e Algemene Ledenvergadering (ALV) achter de rug. Het zal zonder twijfel een vergadering zijn geworden die niet emotieloos voorbij is gegaan.
reorganisaties bij Defensie hebben hun tol geëist. Steeds meer werk kwam te rusten op de schouders van steeds minder mensen.
Het thema was er dan ook naar: “Ontbinding van de VMHB en integratie in de FVNO/MHB”. Een niet alledaags thema in belangenbehartigingsland.
Ik durf te stellen dat van werkgeverszijde de meeste VMHBbestuurders de afgelopen jaren geen strobreed in de weg is gelegd wanneer zij in diensttijd verenigingsactiviteiten dienden te ontplooien. Wél kan ik stellen dat ik geen bestuurder ken waarvan het takenpakket is verlicht vanwege zijn of haar bestuursfunctie bij de VMHB. En toch zou dit wel het geval moeten zijn.
VMHB
Opmerkelijk gegeven is dat het precies een decennium geleden is dat de VMHB werd opgericht (juni 1999 - juni 2009). De VMHB is indertijd ontstaan uit de Defensie verenigingen:
Inzet
• VID – Vereniging van Ingenieurs van Defensie • VHPD – Vereniging van Hoger Personeel bij Defensie • Vereniging van Hoger Burgerpersoneel aan de KMA • Vereniging van Middelbare en Hogere Burgerambtenaren bij het KIM • Vereniging 10
Het gegeven dat wij het dagelijks werk in handen leggen van de professionele staf van de FVNO/MHB op het hoofdkwartier aan de Wassenaarseweg 2 te Den Haag, betekent zeker niet dat u, leden van de VMHB, nu op uw lauweren kunt gaan rusten. Zonder uw inzet zijn wij kansloos in het dagelijks gevecht met de wereld om ons heen.
Exact tien jaar later staan wij aan de vooravond van de onontkoombare vervolgstap.
Er zal beslist een beroep op u worden gedaan om bij te dragen aan de groei en bloei van de geherstructureerde federatie. Hierbij mag gedacht worden aan het zitting nemen in een of meer werkgroepen of commissies. Dit behelst activiteiten met een beperkte tijdsduur. Een mindere belasting dan een bestuursfunctie.
Ontbinding… In een keer kan dit veranderingsproces niet worden afgezegend. In eerste aanleg is er een tweederde meerderheid van de leden nodig die voor ontbinden en integreren zal moeten stemmen. Ik heb niet de illusie dat er zoveel leden tijdens de ALV zijn komen opdraven. Dit betekent dat er een tweede ALV staat gepland voor woensdag 1 juli 2009. Bij die gelegenheid volstaat een meerderheid van stemmen.
En aansluiting Moeten wij treuren om de ontbinding en de aansluitende integratie van de VMHB in de FVNO/MHB? In mijn perceptie is daar geen enkele reden voor, want wij leggen onze belangen in handen van een federatie die gedreven wordt door en voor professionals. De facto is er in mijn beleving sprake van een mijlpaal. Met nieuw elan bouwen wij verder. Wij werpen de ballast van het vergaderen om het vergaderen van ons af, de administratie en het innen van de contributie gaan over naar de FVNO/MHB. Wij kunnen ons storten op zaken die er echt toe doen.
De burger blijft overigens zelve verantwoordelijk voor de borging van zijn belang op de langere termijn. Het is nu eenmaal zo dat als wij bij het vrijkomen, c.q. invullen van een bestuurszetel of plaats in de Algemene Ledenraad (nieuw fenomeen: model dat is afgeleid van de structuur van de RABObank, de Algemene Ledenraad komt in de plaats van de Algemene Ledenvergadering/ALV) van de FVNO/MHB, niet met een geschikte kandidaat op de proppen komen, wij de fundamenten van onze belangenbehartiging direct aantasten. Wel iets meer dan een inspanningsverplichting! Desalniettemin ben ik er van overtuigd dat alles in kannen en kruiken komt. Ik reken op uw betrokkenheid en inzet. Voor mij is dit een nieuwe lente, met een nieuw en fris geluid! Tom Kofman Voorzitter VMHB
De afgelopen jaren is gebleken dat het steeds moeilijker is geworden om gekwalificeerde bestuurders met voldoende tijd te vinden. De wil was bij velen wel aanwezig, maar de tijd om naast de dagelijkse werkzaamheden ook nog eens het burgerbelang te dienen was in onvoldoende mate beschikbaar. De
15
|
FVNO bulletin, juni 2009
MOND 2009
DOOR T. TIMMERMAN
Marechaussee Ontwikkeling en Netwerkdag 2009
Workshops en denktanks voorzien in behoefte Op 28 mei jl. werd voor de tweede keer de Marechaussee Ontwikkeling en Netwerkdag (MOND) georganiseerd door de FVNO/MHB, in samenwerking met de Koninklijke Marechaussee (KMar).
woord voor de officiële opening aan Plaatsvervangend Commandant van de KMar, generaal Van de Water, die veel waardering voor het initiatief en de organisatie van de MOND uitsprak. Hij deelde op persoonlijke wijze zijn ervaringen als PCKMar en ging kort in op de verschillen tussen “vroeger” en nu.
De MOND 2009 vond plaats in het evenementencentrum van het Marine Etablissement Amsterdam en werd bijgewoond door enthousiaste KMar officieren, middelbare en hogere burgermedewerkers bij de KMar en een aantal politiefunctionarissen. De dag stond in het teken van “netwerken” en persoonlijke ontwikkeling en had het motto: “voor, door en met professionals”.
Persoonlijke ervaringen Het programma werd ingeleid door de dagvoorzitter, Max Daniel, werkzaam bij de korpsleiding van de politie Friesland. Op een enthousiaste, humoristische en interactieve wijze met korte interviews met de deelnemers in de zaal, slaagde hij erin een ontspannen en open sfeer te creëren. Vervolgens gaf hij het
Vervolgens schetste hij in het kort de activiteiten waar de KMar op dit moment mee bezig is op het gebied van onder meer persoonlijke ontwikkeling, loopbaanbeleid en competentiemanagement. Daarnaast benadrukte hij dat het van groot belang is voor de KMar om gebruik te maken van de inspiratie vanaf de werkvloer en door goed te luisteren wat er speelt naast top-down gericht meer bottum-up te opereren. Na de plenaire opening gingen de deelnemers zelf aan de slag. Tijdens vijf verschillende workshops werd kennis uitgewisseld op het gebied van coaching, neuroleiderschap, competenties, netwerken en het effectief gebruik van de eigen communicatie-
‘de MOND heeft in een behoefte voorzien en er is veel interesse in een vervolg’ stijl. Daarnaast werd in denktanks gediscussieerd over onderwerpen als “jong en leidinggevend”, motivatie en teamspirit, ervaringen tijdens operationele uitzendingen, horizontale uitwisseling met de politie en de laatste ontwikkelingen op het gebied van competentiemanagement in relatie tot loopbaanbegeleiders. De deelnemers participeerden actief en leverden een waardevolle bijdrage aan de discussies.
Lagerhuisdebat Tijdens de luxe broodjeslunch werd een voorlichting gegeven door de Open Universiteit en werden de mogelijke studierichtingen en de toekomstige samenwerking tussen de FVNO/MHB en de Open Universiteit toegelicht. Na de lunch startte de tweede ronde met workshops en denktanks en werd opnieuw enthousiast en open gediscussieerd en werden ervaringen uitgewisseld. Het middagprogramma stond daarna in het teken van een interactief lagerhuisdebat dat werd geleid door Peter Kiestra. Er werd aan de hand van prikkelende stellingen leuk en zinnig gedebatteerd over onder andere de implementatie van competentiemanagement binnen de KMar, het behoud van officieren voor de KMar en de oplossing voor de Schipholproblematiek. Na afloop van de discussie vond een afsluitende borrel plaats, waarbij kon worden geconstateerd dat de deelnemers enthousiast waren over het programma. Een eerste blik op de evaluatie heeft laten zien dat de MOND in een behoefte heeft voorzien en dat er veel interesse is voor een vervolg. To be continued!
FVNO bulletin, juni 2009
|
16
dienstenpakket
DOOR T. TIMMERMAN
CareerScan: een loopbaaninstrument, ook iets voor u? De FVNO/MHB biedt u een uniek loopbaaninstrument aan. Stelt u zichzelf wel eens de vragen: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik? Met de CareerScan, een online en interactief loopbaaninstrument, krijgt u antwoord op deze vragen en kunt u vervolgens eenvoudig beoordelen of u op de juiste loopbaankoers zit.
De CareerScan is een ideaal instrument als voorbereiding op een loopbaan- of functioneringsgesprek of een persoonlijke heroriëntatie. In zeven stappen verzamelt u alle informatie die u nodig heeft om zelf een concreet ontwikkelplan te maken en de keuze voor een aanvullende cursus of opleiding te vergemakkelijken. De CareerScan maakt met een uitgebreide vragenlijst uw persoonlijkheid inzichtelijk. Daarnaast geeft de scan een objectief beeld van uw competenties en wordt duidelijk gemaakt op welke gebieden er ontwikkelingsmogelijkheden zijn. U krijgt een helder beeld in welke competentie het slim is om te investeren en in welke er misschien minder energie moet worden gestoken. Met de uitkomsten van dit instrument kunt u direct zelf aan de slag. Het biedt u concrete handvatten om aan uw eigen persoonlijke ontwikkeling te werken.
Ervaringen van Gert-Jan, een enthousiaste gebruiker van de CareerScan: Wat was voor jou de reden om de CareerScan te gaan doen? ‘Ik vroeg mij af of de weg die ik in was geslagen wel bij me past, of ik ook andere paden en functiegebieden moest overwegen en zo ja, welke dat dan zouden zijn. Het was niet alleen een beoordeling van wat ik nu doe, maar ook een oriëntatie van mijn mogelijkheden voor de toekomst.’ Hoe was het om de CareerScan in te vullen? ‘Het invullen van de CareerScan was niet ingewikkeld. Je beantwoordt een serie vragen waarbij je op gevoel antwoord moet geven; met een goed uur ben je daar wel mee klaar. Eigenlijk vond ik het wel prettig en was het voor mij een reden om later nog eens bij bepaalde vragen stil te staan waarom ik dat zo ervaar. Gelukkig waren mijn leidinggevende en collega’s bereid om mee te werken aan de CareerScan. Ik vond het prettig om te zien dat ze dat graag voor me deden.’ In hoeverre helpt het je bij de sturing van je ontwikkeling? ‘Ik zou willen dat ik het instrument eerder had gedaan, rond mijn 25ste30ste. Zodat ik in een eerder stadium een helder beeld had gekregen van welke richting bij mij past en me daar eerder op kon richten. Bij Defensie is het simpelweg zo dat niet iedereen commandant, admiraal of generaal kan worden. In de 1e helft van je carrière binnen Defensie ben je vooral operationeel aan het werk. Daarna doe je een aantal managementopleidingen (MDV), maar de vraag blijft in welk gebied je het best functioneert èn waar je de meeste aanleg voor hebt. Nu de looptijden bij Defensie toenemen en ik zo’n 20 - 25 jaar te gaan heb wordt het steeds belangrijker om je te richten op die functies die ècht bij je passen.’ Welk inzicht heeft instrument je geboden? ‘Direct inzicht was de feedback van de leidinggevende en collega’s over mijn competenties. Verder vooral welke aspecten van functies die ik ambieer, waar ze matchen en waar hem dat in zit. Zoals gezegd, niet iedereen kan admiraal of generaal worden, dus het is goed dat je in de eerste helft van je carrière bij Defensie alvast kijkt en je voorbereidt op de tweede helft wanneer blijkt dat je bijvoorbeeld geen commandant wordt. Je kunt dit doen door zo’n gestructureerd onderzoek als de CareerScan. Zo ontdek je waar je objectieve kwaliteiten liggen en hoe je die het best tot zijn recht kunt laten komen. Of dit nu binnen Defensie is of daarbuiten.’
Wat zijn je volgende stappen? ‘Mijn volgende stappen zijn het afmaken van mijn opleiding waar het niet bij zal blijven. Ik zat immers al op de goede weg. In mijn werk zal ik een aantal dingen anders inrichten. Mijn functie zal ik vol energie blijven vervullen, maar daarbinnen zal ik die aspecten van mijn werk die minder goed bij me passen afwisselen met die waar ik me helemaal in thuis voel. Zo kan ik de functie energiek blijven uitvoeren.’ Zijn er zaken die je minder goed vond? ‘Het stukje in de rapportage achterin over kennis en opleiding. Gaf in tegenstelling tot de rest weinig concrete handvatten en veel discussie.’ Wat heeft je positief verrast? ‘De herkenbaarheid van het rapport, het stuk persoonlijkheid en normen sluiten aan bij hoe ik ben. Verder verrassend hoe normaal het is om te kijken naar wat niet goed gaat en dat te ontwikkelen zonder te kijken of het wel bij je past. Met het inzicht uit deze lijst vervolgens ook te kijken naar je sterke punten en hierop kapitaliseren. Dat lijkt heel helder, maar daar helpt het rapport juist bij.’ Wat heb je gemist? ‘De vertaalslag naar functies en richtingen bij Defensie in de loopbaanvelden. Deze zijn vanuit de vragenlijst algemeen en ook op het bedrijfsleven ingestoken, en je moet er even goed bij stil staan om deze vertaalslag zelf te maken. Dit toevoegen zou het makkelijker leesbaar maken.’ Zou je andere mensen de CareerScan aanraden? ‘Ja, absoluut. Voor mensen tussen de 20-30 jaar is dit een heel goed instrument om te kijken naar de 2e helft van je carrière. Als je kijkt binnen of buiten Defensie is een richting en voorbereiding essentieel. Om op deze manier inhoud te geven aan wat bij je past en hoe je jezelf het best kunt ontwikkelen. Op verzoek van betrokkene is de naam gefingeerd.
Heeft u interesse in de CareerScan en wilt u meer weten over de mogelijkheden en de kosten? Stuur dan een mail naar:
[email protected] of bel naar 070-3839504.
17
|
FVNO bulletin, juni 2009
dienstenpakket
DOOR R. JANSEN
Terugkoppeling
Workshop Coachend Leiderschap bij de FVNO/MHB Coaching & leidinggeven zijn twee onderwerpen die in de huidige tijd hand in hand gaan. Wat houdt coaching eigenlijk precies in en in hoeverre is een leidinggevende daadwerkelijk geëquipeerd om gedragspatronen van medewerkers inzichtelijk te maken en vervolgens mee te helpen bij het doorbreken, indien ze belemmerend werken?
Tijdens de workshop op 27 mei jl. is veel gediscussieerd over medewerkers die in meer of mindere mate zelf betrokken zijn bij hun eigen ontwikkeling. Voorbijgangers, zoekers, kopers en co-experts lijken bij alle onderdelen van het Ministerie van Defensie aanwezig te zijn. Opvallend was echter dat voorbijgangers als zodanig worden beschouwd, omdat medewerkers niet aan hun ontwikkeling willen werken. Toen we bij het volgende blok het leerproces bespraken, hebben we langer stilgestaan bij de fase ‘onbewust onbekwaam’. Hier kwam expliciet aan bod dat leidinggevenden en collega’s in deze fase een cruciale rol vervullen om de betreffende medewerker uit zijn of haar ‘blinde vlek’ te helpen. Een voorbijganger wil misschien heel graag, maar heeft alleen een ‘handje’ hulp nodig van een oplettende leidinggevende.
Luisteren en vragen waren volgens de deelnemers essentiële vaardigheden van de coachend leidinggevende. Hiermee zijn de deelnemers druk aan de slag gegaan en tijdens deze coachingsgesprekken zijn interessante doelen aan bod gekomen. Bij het onderwerp feedback hebben we behandeld dat het voor een coach belangrijk is om aan te sluiten bij de belevingswereld van de medewerker. Wat beweegt de medewerker? Wat maakt dat oplossingen niet binnen handbereik lijken te liggen? Het risico bestaat dat de leidinggevende de oplossing wel weet en aandraagt, maar vervolgens de medewerker geen steek verder helpt… Tijdens de evaluatie gaven de meeste deelnemers aan dat een avond te kort is en dat een volledige dag prima te vullen is. Dat hoor ik als trainer graag!
Succes in uw ontwikkeling wordt bepaald door van fouten te blijven leren zonder enthousiasme te verliezen…
reünies 40 jaar Beproeven Huijbergen Datum
: donderdag 17 september 2009
Locatie
: Afdeling MBLA Huijbergen
Bijzonderheden : ontvangst is vanaf 10.00 uur en de officiële afsluiting is voorzien om 15.30 uur Info/aanmelden : email
[email protected] of tel. 0164-645519
FVNO bulletin, juni 2009
|
18
A D V E R T E N T I E
Collectieve autoverzekering FVNO/MHB Prinsenland Adviseurs werkt samen met meer dan 20 gerenommeerde autoverzekeraars. Hierdoor kunnen wij u in de meeste gevallen de voordeligste autoverzekering aanbieden. Als lid van de FVNO/MHB krijgt u bovendien een hoge collectiviteitkorting. • Zeer scherpe premies • Hoge inschalingkorting startende rijders • Uw premie zelf online berekenen • Extra collectiviteitkorting • Hulp bij het afhandelen van schades
www.prinsenland-adviseurs.nl
Surf naar www.prinsenland-adviseurs.nl en bereken zelf de premie voor uw autoverzekering. Hulp nodig? Neem dan even telefonisch contact met ons op; 010-4552500. I: www.prinsenland-adviseurs.nl E:
[email protected] T: 010-4552500 | F: 010-2204969
Doorgeven wijzigingen persoonsgegevens Gelieve wijzigingen in uw persoonsgegevens, rang en e-mailadres te melden aan het secretariaat van de FVNO/MHB via telefoonnummer 070-3839504 of e-mail:
[email protected]
colofon Het FVNO bulletin is een uitgave van de Federatie van Nederlandse Officieren en middelbaar en hoger burgerpersoneel bij Defensie (FVNO/MHB). Het verschijnt 8 keer per jaar.
Redactie H.A. Couzy, R.C. Hunnego, T. Kofman, drs. T.R. Timmerman, ing. M.E.M. de Natris, W. van der Kooij, drs. M.A.M. Weusthuis, P.J.G. van Sprang, K.G. Spaans, mw. drs. M.L.G. Lijmbach (eindredactie) en H. Boomstra (illustraties)
Adres secretariaat FVNO/MHB en redactie FVNO bulletin Adres Tel Fax Website E-mail
Wassenaarseweg 2, 2596 CH Den Haag 070-3839504 070-3835911 www.fvno.nl • secretariaat
[email protected] • redactie
[email protected]
Kopij Kopij voor nummer 5, 2009 van het FVNO bulletin dient uiterlijk op 29 juni 2009 per e-mail of op CD-ROM bij de redactie te zijn.
Voor arbeidsgerelateerde vragen en/of conflicten beschikt de FVNO/MHB over twee juridische adviseurs. De procedure loopt in aanvang via de coördinator R.C. Hunnego (vice-voorzitter FVNO/MHB) tel. 070-3839504. In spoedeisende gevallen kan onder goedkeuring achteraf rechtstreeks contact worden opgenomen met één van de juridische adviseurs: mr D. van Zoelen, Tel.: 0182-617446, Faxmail: 0842138245 E-mail:
[email protected] mr O.W. Borgeld, Tel.: 023-5241524, Fax.: 084-7412185 E-mail:
[email protected]
19
|
FVNO bulletin, juni 2009
ledenvoordeel De FVNO/MHB heeft met diverse bedrijven collectieve voorzieningen afgesloten, die u extra voordeel kunnen opleveren! Voor meer informatie over de bedrijven, de kortingen en de voorwaarden: zie www.fvno.nl . Bellen kan ook: 070-3839504.
• De FVNO/MHB coach biedt onafhankelijke en discrete begeleiding bij uw persoonlijke ontwikkeling en zoekt samen met u naar oplossingsmogelijkheden voor uw specifieke probleem • Bij OHRA ontvangt u onder meer 20% korting op de autoverzekering • FVNO/MHB-leden kunnen gebruik maken van verschillende voordelen bij Actus Notarissen • De korting van American Express hangt af van de soort kaart
• De kortingen bij FBTO kunnen voor FVNO/MHB-leden oplopen tot 25% (op de autoverzekering)! • InterPolis geeft onder meer 10% korting op haar schadeverzekeringen • Als lid kunt u de Mastercard creditkaart tegen een bijzonder tarief verkrijgen • FVNO/MHB-leden krijgen 100% korting op een NRC Handelsblad webabonnement bij afnemen van het weekendabonnement
• FVNO/MHB-leden krijgen 12% korting op de standaard webtarieven autohuur van Avis binnen- en buitenland.
• Speciaal voor leden heeft Prinsenland Adviseurs een pakket aan benefits op het gebied van hypotheken en verzekeringen
• Speciaal voor leden die naar de west worden uitgezonden heeft de FVNO/MHB een contract afgesloten bij Inter Assure
• Als lid profiteert u bij de Rabobank van de gunstige hypotheekvoorwaarden
C O A C H
Federatie van Nederlandse officieren en middelbaar en hoger burgerpersoneel bij Defensie
Ja ik word lid! Het lidmaatschap van de FVNO/MHB staat open voor: (postactieve) officieren van de Nederlandse krijgsmacht (postactief) middelbaar en hoger burgerpersoneel bij Defensie militairen in opleiding tot officier Meld u aan op www.fvno.nl