Memorandum Ouderenbeleid van OuderenAdviesRaad Kalmthout.
INLEIDING De Vlaamse Ouderenraad heeft met het oog op de komende gemeenteraadsverkiezingen een memorandum over ouderenbeleid opgesteld. De OAR, OuderenAdviesRaad van Kalmthout onderschrijft dat Vlaams memorandum. Het wordt in bijlage toegevoegd 1. Op een aantal punten heeft de Ouderenadviesraad van Kalmthout het Vlaams memorandum tegen het licht gehouden van de situatie in onze gemeente. In een aantal vergaderingen evalueerden we het gemeentelijk ouderenbeleid van de aflopende legislatuur. De gemeente heeft inzake ouderenbeleid de afgelopen jaren op een aantal punten goed gescoord. •
Er is een inhaalbeweging in gang gezet om het bindend sociaal objectief inzake sociale huisvesting te halen tegen 2020/2025. Vooral het engagement om in verkavelingen de norm voor sociale huisvesting op te trekken tot 50 % verdient waardering. • Er is een huisvestingsambtenaar aangesteld, die in haar taakomschrijving heeft: het woonbeleid vorm geven, de lokale reglementering monitoren, een woonloket inrichten en initiatieven over woonkwaliteit ontwikkelen. • Er is een dienstencentrum opgericht met een sociaal restaurant. • Met opstarten van het sociaal info-punt is een stap gezet naar een echt sociaal huis. • De gemeente heeft doorgangswoningen voor tijdelijke huisvesting van mensen in nood. • Er werden energiescanners ingezet. • Op advies van de OAR werd gratis ICT-initiatie geïntroduceerd. • BIN-netwerken versterken het veiligheidsgevoel van de buurtbewoners. De lijst van realisaties is zeker niet volledig en kan verder uitgebreid worden. Deze beleidslijnen in het ouderenbeleid dienen verder gezet en versterkt te worden. Toch stelden we vast dat er nog werk aan de winkel is. Voor het onderzoek naar de score van onze gemeente op gebied van woonbeleid maakten we gebruik van de checklist die de Vlaamse Ouderenraad daarvoor heeft ontwikkeld. Het resultaat was niet goed: op 10 vragen werd slechts tweemaal positief gescoord. Het resultaat wordt bijgevoegd. 2 Intussen zijn er al wel maatregelen genomen, zoals het opstarten van een woonloket. De OAR adviseert het Lokaal Sociaal Beleidsplan te actualiseren en verder uitvoering te geven aan onderwerpen die bij de tussentijdse analyse nog niet uitgevoerd waren. Met name denken we aan uitbreiding van het sociaal info-punt tot een echt Sociaal Huis, uitbreiding van het aantal crisiswoningen, serviceflats en alternatieve woonvormen, regionale projecten autisme, opvang personen met een handicap… De gemeentelijke ouderenadviesraad heeft enkele punten uit het Vlaamse memorandum geëxpliciteerd en vertaald naar de situatie in onze gemeente, wat resulteerde in adviezen voor het lokaal ouderenbeleid in de volgende jaren. De OAR zet daarvoor een aantal prioritaire beleidsopties en maatregelen in de verf. Waarbij het zwaartepunt ongetwijfeld ligt op wonen, zorg, welzijn. Het memorandum werd voorbereid door een OAR-werkgroep en door de ouderenadviesraad goedgekeurd in vergadering van 1 juni 2012. Het wordt op 15 juni voorgesteld in een open vergadering, waarop alle 55-plussers worden uitgenodigd.
1 2
Bijlage 1:Memorandum van de Vlaamse Ouderenraad n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen 2012 Bijlage 2: Checklist woonbeleid
OAR Kalmthout
Memorandum Ouderenbeleid 01-06-2012
1
Woonbeleid De gemeente heeft een coördinerende en uitvoerende rol inzake woon- en ouderenbeleid. Om dit beleid te realiseren kan ze samenwerken met anderen instanties (OCMW, op te richten Sociaal Huis, sociale huisvestingsmaatschappij, sociaal verhuurkantoor, welzijnsorganisaties). Het is de rol van de gemeente om alle initiatieven van verschillende groepen op elkaar af te stemmen. De OAR wil als volwaardige actor betrokken worden bij de verdere ontwikkeling van het woonbeleid! Omwille van de kennis van de mogelijke problematieken van ouderen moet de OAR betrokken worden bij het lokaal woonbeleid en de opmaak van het woonbeleidsplan. Dat vergt vertegenwoordiging in o.a. in woonraden (= lokaal woonoverleg), gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (Gecoro) alsook bij het overleg met de sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren. Ook reële bewonersparticipatie is noodzakelijk (bv. in het kader van woonzorgcentra en sociale huisvestingsprojecten).
Wat kan de gemeente voor ouderen doen in het woonbeleid? Voldoende woningen: aangepast, aanpasbaar en betaalbaar! •
Steun voor renovatie en aanpassing van de woning. Ongeveer 90% van onze 60-plussers woont in een eigen huis, maar de gemiddelde ouderdom van de woningen ligt rond de 40 jaar. Ruim 33 % van de senioren ervaart daarin ernstige “onaangepastheid”, 52 % ervaart zijn woning als licht tot matig onaangepast. Het onderhoud van oudere en verouderde woningen kan echter zwaar drukken op de financiële draagkracht van de bewoners. Het lokaal beleid kan de renovatie van woningen stimuleren door middel van o het promoten van bestaande premies, o het invoeren van een eigen aanpassingspremie, o het uitwerken van alternatieve financieringswijzen zoals renteloze leningen, o een sociaal fonds om energiebesparende renovaties mee te dragen.
•
Om het Bindend Sociaal Objectief te behalen, dient Kalmthout tegen 2020 nog 113 sociale huurwoningen en 53 sociale koopwoningen te realiseren; tegen 2025 komt daar nog een inhaalbeweging van 49 sociale huurwoningen bovenop. Met een aantal gerealiseerde en in uitvoering zijnde projecten zit de gemeente goed op spoor. De OAR adviseert het gemeentebestuur de realisatie van de nog te plannen 58 sociale huurwoningen in de volgende legislatuur in gang te zetten.
•
Een pro-actief lokaal beleid. Levenslang wonen, levensbestendig (ver)bouwen en meegroeiwonen moeten gestimuleerd worden om later zware aanpassingskosten aan de woning te vermijden. Daarom zal de gemeente als regisseur van het lokaal woonbeleid sociale huisvestingsmaatschappijen en de commerciële ontwikkelaars aanraden om zoveel mogelijk meegroeiwoningen en levensbestendige woningen te bouwen en deze principes ook te gebruiken bij het verbouwen. Het verdient dan ook aanbeveling het “meegroeiwonen” mee op te nemen in bouwvoorschriften.
•
Wanneer woningen onbewoonbaar worden verklaard, moet er voldoende crisisopvang voorzien worden voor de inwoners van het pand. Er moet een degelijk en betaalbaar alternatief zijn voor hen.
•
Het lokaal bestuur zou ouderen in woningnood kunnen helpen met o een aanvullende gemeentelijke aanpassingspremie speciaal voor ouderen met een beperkt inkomen of een handicap,
OAR Kalmthout
Memorandum Ouderenbeleid 01-06-2012
2
o
een eenmalige toelage om extra woonkost te drukken (bv. een installatie- of een verhuispremie wanneer mensen naar een nieuwe woning verhuizen, een tegemoetkoming in de huurwaarborg).
Kwetsbaarheid van huurders •
Er dienen voldoende betaalbare huurwoningen te zijn. Om het aanbod van betaalbare woningen op de private huurmarkt te helpen verruimen zal de gemeente verder samenwerken met sociale verhuurkantoren (zoals Sociaal Verhuurkantoor Voorkempen).
•
Er is vooral ook behoefte aan aangepaste en aanpasbare sociale huurwoningen ! Een pro-actief beleid is nodig om de aangroeiende vergrijzing op te vangen. Op maat van de gemeente werd een doelgroepenplan uitgewerkt, nl. ouderen en personen met een handicap. Momenteel wachten 25 zestigplussers op zo’n woning; in het toewijzingsreglement zijn er van het beschikbare patrimonium slechts 4 voorbehouden voor ouderen. Via het lokaal toewijzingsreglement dient men meer sociale huurwoningen vrij te houden voor kwetsbare ouderen. (Gecoro volgde daarin het advies van de OAR: “het minimaal voor te behouden aantal woningen voor ouderen moet meer zijn dan het huidige voorziene aantal”. Er is echter een groeiende groep oudere personen met een handicap waarvoor voorzieningen in de toekomst absoluut nodig zullen zijn. In 2009 waren er in Kalmthout al 156 rechthebbenden op een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. “Momenteel wordt er nog weinig kenbaarheid gegeven aan de mogelijkheid tot begeleid en geïntegreerd wonen omdat er nog niet genoeg beschikbare woongelegenheden zijn”.3
•
Het lokale bestuur zou een aanvullende gemeentelijke huurtoelage kunnen aanbieden aan private huurders onder een bepaalde inkomensgrens.
Adviezen inzake energiearmoede
3
•
Gerichte sensibiliseringscampagnes zijn nodig om meer ouderen aan te zetten tot energiebesparingen. Proefondervindelijk stelde de OAR vast dat er bij ouderen weinig interesse is. De investeringskosten schrikken af, terwijl de opportuniteiten niet gekend zijn.
•
De Lokale Advies Commissie fungeert nauwelijks of niet als detectieapparaat voor energiearmoede. Het remedieert wanneer tekortkomingen zijn vastgesteld, maar voorkomt niet. Daarom wordt aanbevolen dat het OCMW sterk en gestructureerd inzet op het zoeken naar ouderen in energiearmoede. De OAR steunt projecten voor dat doel. Ook het netwerk van seniorenverenigingen en welzijnsorganisaties moet daarin erkend worden.
•
Verder energiesnoeiers bij kwetsbare doelgroepen (ouderen in armoede) inzetten.
•
Sociale projecten ondersteunen die de energiekosten doen dalen bij eigenaars en huurders. Bijvoorbeeld een sociaal fonds oprichten om de energiebesparende renovatie via een derde-betalerssysteem te regelen.
•
Aanvullende premies voor energiebesparende maatregelen.
Woonbeleidsplan 2012-2013:
OAR Kalmthout
2.2.5 Woonbehoeften personen met een handicap. Memorandum Ouderenbeleid 01-06-2012
3
Informatie • Ouderen hebben vaak onvoldoende kennis van wetgeving en reglementeringen. Een goed functionerende huisvestigingsdienst, met één woonloket, zal huurders en eigenaars o informeren over hun rechten en plichten, over bestaande verbeterings- en aanpassingspremies voor de veranderende woonbehoeften van ouderen, o sensibiliseren en stimuleren om de kwaliteit van de woning te verbeteren, o daadwerkelijk ondersteunen bij formaliteiten. •
Mensen willen niet naar verschillende instanties doorverwezen worden. Een mobiele huisvestingsambtenaar kan periodiek zitdagen houden in de wijken, om zoveel mogelijk mensen - ook de meest kwetsbare - te bereiken.
Zorg en welzijn Wat kan de gemeente doen in haar zorgbeleid voor ouderen? Voldoende zorgplaatsen “Bij constant beleid zouden er in Vlaanderen elke maand drie nieuwe woonzorgcentra moeten open gaan om onze almaar ouder wordende bevolking te verzorgen. Dit is niet wenselijk, niet haalbaar en niet betaalbaar!” • Onze gemeente heeft momenteel twee “rusthuizen”: St.-Vincentius (Kapellensteenweg 81) met 155 bedden Beukenhof (Heidestatiestraat 32) met 115 bedden. In St.-Vincentius wordt het aantal bedden tegen 2015 beperkt tot 140, waarvan 81 RVT-plaatsen voor zwaar zorgbehoevende ouderen, die intensieve verzorging krijgen. Daarnaast komen er serviceflats; de eerste zijn sinds 2011 al bewoond. De “rusthuizen” evolueerden tot “woonzorgcentra” met ook in St.-Vincentius in Beukenhof dagverzorgingscentra: 15 0 plaatsen voor kortverblijf: 10 6 Voor kortverblijf en dagverzorging is er nu reeds massale vraag. •
Uit een studie van de provincie Antwerpen4 blijkt de aangroeiende omvang van de nood. De zorgnood in Kalmthout zou tegen 2020 toenemen met 43%! Er gaan dan meer dan 5.000 zestigplussers in onze gemeente leven, 28 % van de bevolking. Meer dan 1.800 mensen zullen ouder zijn dan 75 jaar. De provincie berekende dat ca 680 mensen hulp zullen nodig hebben, waarvan een kleine 300 in een woonzorgcentrum. ***
Overlegstructuur De toewijzing van plaatsen in een woonzorgcentrum wordt bij de huidige reglementering steeds doorkruist door de zorgvraag. Of een oudere al dan niet wordt opgenomen in een rusthuis, hangt niet in de eerste plaats af van af van zijn leeftijd en woonplaats, maar van zijn zorgbehoevendheid. Die wordt gemeten in een Katz-schaal en is mee bepalend voor de financiering van het rusthuis. Wie niet hoogt scoort in de Katz-schaal, blijft lang op een wachtlijst staan. Dat kan in Kalmthout tot 10 jaar en langer zijn. Voor de WZC’s betekent dat een haast ondraaglijke verantwoordelijkheid om mensen in nood te moeten weigeren. 4
Lokale demografie. Migratie, vergrijzing en beleid. Evolutie en prognose: gemeenten in de provincie Antwerpen. 2011 OAR Kalmthout
Memorandum Ouderenbeleid 01-06-2012
4
(Wie snel kans op een plaats in een rusthuis wil maken, schrijft zich dan ook in op meer dan één WZC. Senioren krijgen bij ziekenhuisopname advies zich op minstens 3, bij voorkeur 5 wachtlijsten in te schrijven.) Het behoort mede tot de verantwoordelijkheid van de lokale overheid (gemeente, OCMW) dat alle inwoners van de gemeente ook effectief de residentiële zorg krijgen die ze behoeven. Ze moet daarom het initiatief nemen om een meer geordend en ordenend systeem tot stand te brengen in de toewijzing van zorg. Dat houdt o.a. in: - in kaart brengen van reële zorgnoden van de inwoners, - onderzoek naar de context (financieel, sociaal, familiaal...), - vragen en advies geven aan de zorgbehoevende, - inventariseren van beschikbare mogelijkheden (aantal beschikbare bedden, aantal koppelkamers…), - monitoren van bestaande wachtlijsten, - afspraken en procedures voor opname in WZC’s of alternatieve zorgverlening. Absoluut noodzakelijk is een overlegstructuur waarin alle betrokken actoren participeren: gemeente, Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, WZC’s, OCMW, Welzijnsraad, OAR … Een gemeentelijke ouderenconsulent 5 kan daarin een coördinerende en faciliterende functie vervullen. Woonzorgteam. Het klassieke “rusthuis” is intussen wel sterk geëvolueerd. Maar dat het gestart is vanuit een biomedisch model, is nog te zien aan de gebouwen: mensen wonen er samen in een grotere groep. Wat toch groot verschil met “thuis” betekent. De stap van de eigen woning in de vertrouwde omgeving naar een “rusthuis” ergens anders is vaak dramatisch groot. “De oudste ouderen willen vaker verhuizen naar een woonzorgcentrum. Bij ouderen jonger dan 70 jaar is dit percentage 3,7%, bij 80-plussers bijna 7,0%. Op vlak van inkomen blijkt dat ouderen uit de lagere inkomsensklassen iets vaker willen verhuizen naar een woonzorgcentrum: één op 20 onder hen ziet dat wel zitten.. Naarmate het inkomen toeneemt, daalt dit langzaam.” 8 Verhuizen is voor naar een “rusthuis” is voor iedereen lastig, maar des te meer voor iemand met een zware fysieke en/of psychische zorgbehoefte. In dat kader is de rol van ambulante verzorging en pleegdiensten van groot belang. Zij kunnen als ‘woonzorgteam’ 9 een belangrijke rol spelen bij het voorbereiden van ouderen in de overgang naar een WZC. Zij kunnen - als er niet direct plaats is in een WZC - ook een tijdje de zorg bufferen in de thuissituatie. Onderhoudsplicht voor ouders in WZC In Kalmthout vordert het OCMW de rusthuiskosten terug van onderhoudsplichtige kinderen. Het kan wel individuele uitzonderingen toestaan om billijkheidsredenen. Essen heeft die onderhoudsplicht afgeschaft. Met de Vlaamse Ouderenraad pleit de OAR er voor dat de onderhoudsplicht in alle gemeenten identiek wordt toegepast. Zolang de onderhoudsplicht gehandhaafd wordt, dient het grensbedrag fors verhoogd te worden, zodat de onderhoudsplicht niet van toepassing zou zijn op de doorsnee-inkomens. Aangepaste woonvormen Hulpbehoevende senioren horen niet per definitie thuis in een woonzorgcentrum! Alle ouderen die dit wensen, moeten zo lang mogelijk veilig thuis kunnen blijven wonen. Dat vereist dat men kan beschikken over een woning van een minimale kwaliteit en met een 5
Zie ook verder bij “Voltijdse ouderenconsulent” “Een huis? Een thuis” prof. D. Verthe e.a. 2012 9 OCMW Brasschaat ontwikkelt een project woonzorgteams i.s.m. lokale actoren 8
OAR Kalmthout
Memorandum Ouderenbeleid 01-06-2012
5
bruikbaar basiscomfort, aangepast aan de behoeften. Daarom moeten de principes van levenslang wonen, levensbestendig (ver)bouwen en meegroeiwonen gestimuleerd worden en noodzakelijke aanpassingen aan de woning mogelijk gemaakt worden. Wanneer voortgezet verblijf in de eigen woning niet langer mogelijk is, moet uitgekeken worden naar alternatieve woonvormen, die individueel wonen mogelijk maken in een gemeenschappelijk en sociaal veiliger kader. Ze voorzien in een aantal gemeenschappelijke functies zoals ontmoetingsruimte, wassalon, cafetaria, … waarbij de overige facultatieve dienstverlening (zorg, onderhoud…) op individuele vraag aan huis wordt geleverd. Voortgezet verblijf in de eigen vertrouwde wijkomgeving kan mensen aanzetten om zo lang mogelijk zelfstandig een kwaliteitsvol leven te leiden De OAR vraagt meer aandacht voor aangepaste woonvormen. De gemeente heeft hierin een begeleidende en/of interveniërende rol, complementair aan het beleid van andere overheidsniveaus. Ze kan een aantal initiatieven ontwikkelen en (laten) uitwerken. We geven hieronder een aantal mogelijkheden. •
Kangoeroewoningen/duplexwoningen Hier woont een oudere of een ouder echtpaar op de gelijkvloerse verdieping van de woning en betrekt een jong echtpaar de bovenverdieping. Deze woonvorm kan deel uitmaken van een woonproject of een sociale woonwijk, maar het kan ook eveneens in privé-bezit. Men spreekt van duplexwonen als er een familiale band tussen de gezinnen is.
•
Satellietwoningen Individuele woningen die iets verder verwijderd liggen van een residentiële voorziening, maar waarvan de bewoners er voor de zorg- en dienstverlening toch beroep op kunnen doen.
•
Abbeyfield huizen Bij Abbeyfield-wonen heeft elke oudere zijn eigen kamer of studio, maar er is minstens ook één gemeenschappelijke ruimte. In de huurprijs zijn schoonmaak, herstellingen en een dagelijkse maaltijdvoorziening inbegrepen. Deze woning kan ofwel verhuurd worden uit privé-patrimonium of via interventie van sociale verhuurkantoren ofwel via het gemeentelijk echelon en sociale huisvestingsmaatschappijen. Deze projecten voorzien bijzondere aandacht om eenzaamheid te voorkomen bij de bewoners. Wie er in het huis komt, wordt in de eerste plaats beslist door de bewoners zelf. De kandidaten komen zich voorstellen of kunnen een tijdje op proef komen wonen.
•
Serviceflat/assistentiewoning Assistentiewoningen kunnen beschouwd worden als de opvolgers van de serviceflats. Het zijn individueel aangepaste wooneenheden, waar gebruikers van 65 jaar of ouder zelfstandig wonen en waar ze facultatief een beroep kunnen doen op ouderenzorg. In een groep van assistentiewoningen is een woningassistent aanwezig. Die verzorgt de sociale netwerkvorming en is aanspreekbaar voor de bewoners. In St.-Vincentius komen er 46 serviceflats. De eerste zijn sinds 2011 bewoond. De uitdaging is om de dagprijs voor serviceflats betaalbaar te houden! Ouderen die er niet de nodige middelen voor hebben, mogen niet per definitie uitgesloten worden. Er moet creatief naar oplossingen gezocht worden. In buurgemeente Essen bijvoorbeeld past het OCMW bij in de dagprijs van serviceflatbewoners.10 Een andere mogelijkheid bestaat erin dat de gemeente of OCMW enkele serviceflats huurt en ze aan minder begoeden doorverhuurt tegen betaalbare prijs.
• 10
Aanleunwoningen
OCM-voorzitter J. Van Loon in “Het Nieuwsblad” van 17.01.2009
OAR Kalmthout
Memorandum Ouderenbeleid 01-06-2012
6
Een vorm van ondersteunend wonen. De woningen zijn gebouwd in de onmiddellijke omgeving van een rusthuis of een verzorgingstehuis. De bewoners kunnen genieten van deze service die door de voorziening wordt aangeboden. Dit gaat van warme maaltijden en/of badinfrastructuur tot verpleging en/of een oproepsysteem. Deze woningen worden gezien als de voorlopers van de assistentiewoningen. •
KGW: “kleinschalig genormaliseerd wonen” Een woon- en zorgvorm voor personen met dementie. Minimaal 6 en maximaal 16 dementerende personen vormen samen een huishouden, in een voor de bewoner herkenbare woon- en zorgomgeving die zo nauw mogelijk aansluit bij zijn of haar thuissituatie. Met professionele ondersteuning, begeleiding en verzorging (waar mogelijk aangevuld met de hulp van mantelzorgers en/of vrijwilligers. Het KWG staat niet los van de onmiddellijke woon- en leefomgeving. Het is bouwkundig en/of sociaal aantoonbaar geïntegreerd in de omringende wijk of gemeente. 11
Ondersteunende maatregelen Zolang er nog geen aangepaste woonvormen ter beschikking staan, kan de gemeente verder ondersteunende maatregelen nemen: • serviceflats huren en die voorbehouden voor oudere inwoners in nood die op wachtlijsten blijven staan, • incentives toekennen aan WZC’s die zorgbehoevende inwoners opnemen waarvoor geen of onvoldoende financiering toegekend wordt. Woonservicezones. In de klassieke residentiële ouderenzorg worden welzijn en zorg als een geïntegreerd pakket aangeboden; in het concept woonservicezone wordt dat uit elkaar getrokken. Een woonservicezone kenmerkt zich door de combinatie van: - levensloopbestendige woningen en aangepaste woonvormen in functie van zorgbehoeften, - de beschikbaarheid van diensten en voorzieningen voor het dagelijks leven binnen loopafstand, - een zorgknooppunt waar informatie en coördinatie van deze zorg verzekerd wordt, - een goed bereikbaar activiteitencentrum, - dit alles binnen een veilige, aangename en obstakelvrije wijk Het zelfstandig wonen wordt zoveel mogelijk aangemoedigd door voor de minst ingrijpende vorm van zorg te kiezen en mensen meer zeggenschap te geven over de wijze waarop dit georganiseerd wordt. 12 De gemeente moet onderzoeken of op termijn de ontwikkeling van woonzorgzones haalbaar is. De ouderenconsulent kan daar een beleidsvoorbereidende studie voor opmaken. Leeftijdsvriendelijke woonomgeving Leeftijdsvriendelijke buurten zijn vooral belangrijk voor kinderen en ouderen, omdat ze minder toegang tot diensten en middelen hebben. Daarom moet de gemeente de uitdagingen aangaan van een 'meergeneratiesamenleving' en de sociale cohesie tussen haar inwoners stimuleren. Werken aan een gemeente voor mensen van alle leeftijden, waarbinnen iedere generatie gewaardeerd wordt en naar draagkracht haar inbreng doet, is een zaak die binnen het gemeentelijk beleid extra aandacht verdient. Daarbij moeten de intergenerationele contacten verhoogd worden. Activiteiten voor jongere en oudere inwoners samen kunnen uitgewerkt en/of bekend gemaakt worden. We stellen daarvoor enkele actiepunten voorop. 11 12
Prof. Dr. A. Declercq: Nieuwe trends in de ouderenzorg, 21.04.2012 Prof. D. Verthe e.a. “Een huis? Een thuis” p. 169 e.v.
OAR Kalmthout
Memorandum Ouderenbeleid 01-06-2012
7
•
Dorpshuis/mobiel gemeentekantoor. De oprichting van een dorpshuis in afgelegen wijken is een middel om het bestuur midden de mensen te brengen. Vooral senioren zullen geholpen zijn met een centrum waar behalve andere diensten ook een serviceloket van de gemeente fungeert. De OAR wenst geregelde aanwezigheid van een mobiel gemeentekantoor in wijken waar zich niet meteen de opportuniteit van een dorpshuis aanbiedt.
•
Een sociaal huis. In het “lokaal sociaal beleidsplan” werd de oprichting van sociaal huis voorzien om “maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger en een optimaal bereik van de beoogde doelgroep” te verzekeren. Het moet minimaal een informatie-, loket- en doorverwijsfunctie hebben. Het “sociaal info-punt” op de website van de gemeente is een stap in de goede richting. Het wordt vooral bezocht door bezoekers tot 45 jaar. Ondanks de vele ICTcursussen maken ouderen er weinig gebruik van. Uit proefondervindelijk onderzoek bleek ook dat de meeste ouderen op het internet nauwelijks of niet hun weg vinden in de doolhof van premies en rechten. Digitale informatie is dus niet voldoende om deze doelgroep te bereiken. Daarom vraagt de OAR de effectieve oprichting van een Sociaal Huis met een éénloketfunctie. “De loketfunctie van het Sociaal Huis wordt gerealiseerd door het minimaal tot stand brengen van een gezamenlijk loket dat op een geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening”. Je kunt dan aan één loket terecht voor alle informatie rond de vijf sociale grondrechten: wonen, werken, individuele maatschappelijke dienstverlening, zorg en gezondheid, kinderopvang en culturele en maatschappelijke ontplooiing. Het fysieke loket kan ondergebracht worden bij één of meerde laagdrempelige organisaties (mutualiteiten, bibliotheek, werkwinkel, dienstencentrum…) Ook de “integratie van een Woonwinkel in het Sociaal Huis” is in het beleidsplan voorzien.
•
13
Een voltijdse ouderenconsulent14, competent en gekwalificeerd. De toenemende vergrijzing maakt een ouderen-consulent onontbeerlijk om een adequaat ouderenbeleid op termijn te verzekeren! Er is al jaren een jeugdconsulent. Er is ook een welzijnscoördinator, waarvan de opdracht zo breed werd uitgetekend, dat de taaklast in overleg moest beperkt worden. De OAR is van mening dat er niet minder, maar juist meer overleg moet zijn over ouderenbeleid. De problemen die ouderen ervaren in hun zoektocht naar bv. residentiële zorg – met lange wachttijden en inschrijving op verschillende plaatsen – moeten snel opgelost geraken. Een ouderenconsulent (of ouderenadviseur, zoals de functie ook genoemd wordt) kan daarin een verkennende en bemiddelende rol spelen. De opdracht is echter veel ruimer in te vullen dan het zoeken naar praktische oplossingen voor acute problemen. Het veldwerk van seniorenverenigingen en andere organisaties voor ouderen (als bv. ziekenzorg) moet gerespecteerd en begeleid worden. De ouderenconsulent kan als schakelfiguur zorgen voor de coördinatie van hun diverse acties en projecten. In de strijd tegen de vereenzaming heeft hij een belangrijke taak. In Kalmthout lijdt 16,6% van de zestigplussers onder “serieuze eenzaamheidsgevoelens”. 15 Hij zal senioren die niet bij een vereniging zijn aangesloten, aanmoedigen deel te nemen aan sociaal-cultureel leven.
13
Lokaal Sociaal Beleidsplan, art. 8, 9 en 10. De functie wordt ook “ouderenadviseur” genoemd. 15 Behoefteonderzoek Verte, 2006. 14
OAR Kalmthout
Memorandum Ouderenbeleid 01-06-2012
8
In overleg met alle betrokken actoren zal hij uitgewerkte ideeën aandragen als beleidsvoorbereiding. Op die manier wordt het lokale bestuur in staat gesteld gepaste maatregelen nemen, op korte en langere termijn. Binnen de organisatie (van gemeente of OCMW) moet de consulent onafhankelijk kunnen opereren. Een ouderenconsulent heeft dus verschillende kerntaken. Een profiel- en functiebeschrijving van het Nederlandse FNV zou als leidraad kunnen dienen. 16
16
-
Cliëntgebonden taken o Contacten leggen met ouderen o Hulpvragen samen met ouderen opstellen o Stappen bepalen voor het beiden van ondersteuning o Voorlichting, informatie en advies geven o Praktische administratieve werkzaamheden o Begeleiding en ondersteuning van ouderen o Ondersteuning van familieleden of mantelzorgers o Evaluatie van de geboden ondersteuning o Vraag en aanbod inventariseren, afstemmen en bemiddelen bij plaatsing
-
Professionele taken o Eigen deskundigheid bevorderen en zich profileren als ouderenconsulent o Overleg met seniorenverenigingen, activiteiten coördineren
-
Organisatiegebonden kerntaken o Samenwerken met collega’s en begeleiding van medewerkers/vrijwilligers o Knelpunten binnen de organisatie van de zorg melden o Bijdragen aan de ontwikkeling van het beleid o.a.in voorbereidend onderzoek naar de ontwikkeling van woonzorgzones
•
“Ageing well in place”. De gemeente moet de buurtwerking verder stimuleren. De jaarlijkse ontmoetingen rond de “gemeentekoffie” zijn daarvan een goed voorbeeld. Door het betrekken van sleutelfiguren, vrijwilligers en verenigingen die actief zijn in hun wijk, kan men de bestaande zorgbehoeften bij kwetsbaren groepen beter opsporen en aanpakken. Ook seniorenverenigingen en welzijnsorganisaties spelen een belangrijke rol in het detecteren van armoede en vereenzaming. Daarom adviseert de OAR de werkingstoelagen van de seniorenverenigingen en andere welzijnsorganisaties op te trekken.
•
Samen eten is een buffer tegen vereenzaming. Dat leert ook de ervaring in het Dienstencentrum. De voortschrijdende vergrijzing en verzilvering maken sociale eetgelegenheden in de buurten noodzakelijk. Het succes van vrijwilligersinitiatieven als Soep op de Stoep, Smaandagse Kost … vraagt om structurele verankering. Het lokaal bestuur dient er voor te zorgen dat er sociale restaurants komen in buurten/wijken waar mensen op redelijke afstand terecht kunnen voor goedkope en gezonde maaltijden, ook tijdens de weekends.
•
Steun aan mantelzorg. Bijna 30% van de 60-plussers verleent hulp (aan zieke, gehandicapte, bejaarde familieleden, kennissen of buren). Ruim 42 % staat in voor opvang van kleine kinderen. Daarbovenop doet ruim 17 % vrijwilligerswerk; nog eens 24% zou bereid zijn dat te doen. Een doordacht systeem van zorgtoelage betekent waardering voor de mantelzorgers en moet nieuwe vrijwilligers aanzetten tot zorgverlening.
Een profiel- en functiebeschrijving op www.abvakabofnv.nl/docs/faq/bcp%20ouderenadviseur.pdf
OAR Kalmthout
Memorandum Ouderenbeleid 01-06-2012
9
Andere aandachtspunten voor een eigentijds ouderenbeleid. Zoals in de inleiding reeds gesteld onderschrijft de gemeentelijke OAR ten volle het memorandum van de Vlaamse Ouderenraad, waarin aandacht wordt gevraagd voor de volgende thema’s: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Het lokaal ouderenbeleid Gelijke kansen: strijd tegen armoedebeleid ook op het platteland Zorg en welzijn Huisvesting en energie Veiligheid Mobiliteit en toegankelijkheid Sport en bewegen Cultuur en verenigingsleven Communicatie en informatie
Daarin wordt voor enkele onderwerpen nog bijzondere aandacht gevraagd. • • • • • • • •
Zorg voor goed openbaar vervoer naar regionale ziekenhuizen, woonzorgcentra, dienstencentra... Slechte, niet goed aansluitende verbindingen maken ze voor senioren moeilijk bereikbaar. Uitbreiding van de belbus naar afgelegen wijken waar geen gewone lijnen passeren, om ouderen meer kansen te bieden uit isolement te geraken. Verdere steun aan diensten voor aangepast vervoer, zoals MMC en Handicar. Ruim cultureel aanbod in namiddag voor specifieke doelgroep ouderen. 25 % van de 60plussers komt ’s avonds niet of nauwelijks buiten; ze zijn dan grotendeels afgesloten van socio-culturele evenementen. Verbeteren van verkeersveiligheid door aanleggen van een rond punt op gevaarlijke kruispunten, zoals Blik - Maatjesstraat. Functionele toegankelijkheid o van publieke gebouwen o van overheidswebsites voor blinden en slechtzienden. Voortzetting van gratis ICT-initiatie en –begeleiding Oprichting en onderhoud van openbare toiletten in het publiek domein.
De OAR dankt voor hun gewaardeerde medewerking aan het memorandum: de directies van de WZC’s St.-Vincentius en Beukenhof, de huisvestingsambtenaar, de welzijnscoördinator.
De vergrijzing wordt vaak en vooral geproblematiseerd.
18
Maar ze is in de eerste plaats een succes!
18
http://www.youtube.com/watch?v=YX1DavTrLS8
OAR Kalmthout
Memorandum Ouderenbeleid 01-06-2012
10