Integraal ouderenbeleid 2008-2010
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
VOORWOORD Voor u ligt de nieuwe nota ouderenbeleid gemeente Gulpen-Wittem. De vorige nota ouderenbeleid dateert uit 2004. De tijd is dus rijp voor een nieuwe nota, ook in het licht van de maatschappelijke veranderingen die zich voordoen op de terreinen welzijn, wonen en zorg en veranderingen in wet en regelgeving. Deze nota moet gezien worden als een actualisatie van het ouderenbeleid in de gemeente Gulpen-Wittem en vormt het kader voor het ouderenbeleid in de komende jaren, rekening houdend met ontwikkelingen op langere termijn. De vorige nota ouderenbeleid wordt niet opzij geschoven. De visie en uitgangspunten zoals verwoord in deze nota worden getoetst aan de maatschappelijke en politieke veranderingen, na het verschijnen van die nota, en die kunnen leiden tot aanpassing ervan. Ook wordt gekeken of en in welke mate de beleidsvoornemens en actieplannen tot uitvoering zijn gebracht. In het bestuurlijk programma 2008-2010 van het College van B&W staat over het ouderenbeleid dat ouderen zo lang mogelijk in de eigen vertrouwde omgeving moeten kunnen blijven wonen, waarbij zowel het ouderenhuisvestingsbeleid als het zorg- en welzijnsbeleid dit ondersteunen. Een dergelijke integrale visie op wonen, welzijn en zorg kan alleen worden ontwikkeld als er sprake is van een optimale afstemming tussen de inzet van de gemeente en de instellingen die zich bezig houden met welzijn, wonen en zorg. Dat begint bij samenhang in de diverse gemeentelijke beleidsterreinen en plannen. Het is zeer belangrijk om te luisteren naar de stem van de oudere. Niemand voelt en begrijpt de problemen die spelen bij ouderen beter dan de oudere zelf. Bij de voorbereiding van deze nota waren de seniorenraad en de klankbordgroep betrokken. Bij de verdere ontwikkeling en uitwerking van de plannen zal de oudere zelf continu betrokken moeten zijn. De nota is tot stand gekomen in samenwerking van de gemeente Gulpen-Wittem met
1
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
OPZET NOTA De voorliggende nota is als volgt opgebouwd: Na een korte inleiding wordt in het tweede hoofdstuk een aantal ontwikkelingen beschreven die van invloed zijn op het toekomstige ouderenbeleid in de gemeente Gulpen-Wittem. Achtereenvolgens kijken we naar de demografische ontwikkeling, ontwikkelingen in het ouderenbeleid, zowel landelijk, regionaal als lokaal, veranderingen in de leefsituatie van ouderen en maatschappelijke trends. Hoofdstuk drie geeft een overzicht van het huidige aanbod voor ouderen op het vlak van wonen, welzijn en zorg in de gemeente Gulpen-Wittem. De evaluatie van de beleidsvoornemens zoals verwoord in de nota ouderenbeleid 2004-2006 wordt in hoofdstuk vier beschreven. In hoofdstuk vijf zetten we de huidige uitgangspunten voor het ouderenbeleid in Gulpen-Wittem af tegen de ontwikkelingen zoals geschetst in het eerste hoofdstuk en tegen de missie van de nieuwe coalitie. Centraal hierbij is de vraag of de geformuleerde uitgangspunten voor het ouderenbeleid in de gemeente Gulpen-Wittem aanpassing behoeven of dat deze nog steeds als basis kunnen dienen voor nieuw te entameren acties. In het laatste hoofdstuk worden de beleidsonderwerpen voor de periode 2008-2010 uitgewerkt. Dit geschiedt in de vorm van een actielijst.
2
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
INHOUD
Voorwoord ......................................................................................................................1 Opzet nota...................................................................................................................... 2 Hoofdstuk 1 Inleiding................................................................................................... 4 Hoofdstuk 2 Ontwikkelingen en trends...................................................................... 5 2.1 Demografische ontwikkelingen ..................................................................... 5 2.2 Ontwikkelingen in het ouderenbeleid............................................................ 8 2.2.1 Rijksbeleid ................................................................................................. 8 2.2.2 Regionale en lokale beleidsontwikkelingen ............................................. 11 2.3 De leefsituatie van ouderen ........................................................................ 14 2.4 Maatschappelijke trends ............................................................................. 19
Hoofdstuk 3 Huidig aanbod....................................................................................... 21 3.1 3.2
Wonen ................................................................................................... 21 Welzijn en zorg...................................................................................... 22
Hoofdstuk 4 Evaluatie beleidskeuzes 2004-2006 .................................................... 30 Hoofdstuk 5 Uitgangspunten voor beleid 2008-2010.............................................. 34 Hoofdstuk 6 Beleid 2008-2010: actielijst .................................................................. 36 Hoofdstuk 7 Matrix ..................................................................................................... 46
Bijlage: Inzet begroting Gulpen-Wittem doelgroep ouderen 2008................................ 50
3
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
HOOFDSTUK 1 INLEIDING Bij het denken over gemeentelijk ouderenbeleid doen zich drie dilemma’s voor: gaan we uit van algemeen of specifiek beleid, spreken we over facetbeleid of integraal beleid en hoe verhoudt zich het gemeentelijk beleid tot het wijk- of kernenbeleid. Algemeen versus specifiek beleid Ouderen moeten net als iedereen zoveel mogelijk een beroep doen op algemene voorzieningen. Aan de andere kant kan er aanleiding zijn een bepaalde groep burgers een aparte status te geven in het gemeentelijk beleid. Dit kan het geval zijn bij kwetsbare ouderen, waarbij een afnemende gezondheid, mobiliteit en sociaal netwerk specifiek beleid rechtvaardigen. Het uitgangspunt blijft dan ook: algemeen waar mogelijk, specifiek waar nodig. Daarmee dient zich tevens de vraag aan of het nog wel van deze tijd is een aparte nota ouderenbeleid te ontwikkelen. Op termijn is het denkbaar om het beleid te ontwikkelen onder een andere noemer. Daarbij kan gedacht worden aan een integraal beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg voor iedereen, ongeacht de leeftijd (denk aan de ontwikkelingen rond de WMO. Begin 2008 heeft de gemeente haar eerste vierjaarlijkse nota WMO vastgesteld. Op dit moment wordt de keuze gemaakt voor een afzonderlijke actualisatie van de nota ouderenbeleid. Er is een aantal ontwikkelingen in de ouderenzorg en het gemeentelijk beleid die een dergelijke aparte nota rechtvaardigen. Daarnaast is het altijd goed om te kijken wat van de eerder gemaakte beleidsvoornemens in de praktijk terecht is gekomen. Facetbeleid versus integraal beleid De gemeentelijke organisatie is niet ingericht naar doelgroepen maar naar beleidsterreinen. Het is voor een samenhangend ouderenbeleid in ieder geval wenselijk dat er directe verbindingen worden gelegd tussen aanpalende beleidsterreinen (bijvoorbeeld het gehandicaptenbeleid, het lokaal gezondheidsbeleid, het sportbeleid en het volkshuisvestingsbeleid). Het zou zo moeten zijn dat bij alle gemeentelijke taken en beleidsvelden automatisch rekening wordt gehouden met de belangen van ouderen. Elementen van deze uitgangspunten zien we terug in een portefeuillehoudend wethouder voor ouderenbeleid, in projectmatig samenwerken van gemeentelijke diensten en in het onderhouden van contacten met burgers over in beginsel alle onderwerpen die te maken hebben met de ouder wordende mens. Het projectmatig werken en het betrekken van burgers bij het ontwikkelen van beleid zou de komende periode verder uitgebreid moeten worden. Gemeentelijk versus kernenbeleid Ouderen wonen allemaal in een van de tien kernen van Gulpen-Wittem en komen daar in meer en mindere mate wijkgerichte dienstverlening en voorzieningen tegen. Veel pleit voor een wijk- en kerngerichte aanpak, zeker gelet op de algemene doelstelling van het ouderenbeleid in de gemeente Gulpen Wittem (ouderen de mogelijkheid bieden zo lang mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving te blijven wonen). Anderzijds zijn overwegingen van schaalgrootte en doelmatigheid in het geding. Ook hier geldt het credo: in de kern wat kan en gemeentelijk wat moet. Centraal in deze nota staat de mondige burger die zo lang mogelijk de regie over het eigen leven wil blijven voeren. De gemeente biedt steun aan ouderen daar waar deze in een kwetsbare positie terechtkomen. De gemeente creëert de voorwaarden en omstandigheden waarmee ouderen hun eigen verantwoordelijkheden inhoud kunnen geven. Hiermee is tevens de missie en de visie van de gemeente Gulpen-Wittem voor de komende vier jaar t.a.v. het ouderenbeleid gegeven.
4
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
HOOFDSTUK 2 ONTWIKKELINGEN EN TRENDS In dit hoofdstuk kijken we naar enkele belangrijke ontwikkelingen en trends die van invloed zijn op het te voeren lokale ouderenbeleid. Achtereenvolgens beschrijven we demografische ontwikkelingen, ontwikkelingen in het Rijks- en Regionale beleid, veranderingen in de leefsituatie van ouderen en maatschappelijke trends. 2.1 Demografische ontwikkelingen Nederland vergrijst. Deze ontwikkeling zien we ook terug in de gemeente Gulpen-Wittem. Het is daarom goed om nogmaals wat cijfers op een rij te zetten. In tabel 1 kijken we naar de leeftijdsopbouw van de bevolking van de gemeente GulpenWittem, uitgesplitst naar de 10 kernen. De peildatum is 1 januari 2008. Tabel 1 Leeftijdsopbouw per 1-1-2008 per kern
Gemeente Gulpen * Epen Eys Mechelen Nijswiller Partij-Wittem Reijmerstok Slenaken Wahlwiller Wijlre ** Bron: GBA
0-54 9.634 2.539 707 1.156 1.319 453 528 401 392 258 1.881 *incl. Ingber
55-64 2.406 618 195 306 286 160 124 90 126 76 425
65-74 1.610 428 135 180 202 72 94 67 75 51 306
75 e.o. 1.066 382 80 104 153 32 46 36 31 30 172
55 e.o. 5.082 1.428 410 590 641 264 264 193 232 157 903
Totaal 14.716 3.967 1.117 1.746 1.960 717 792 594 624 415 2.784
**incl.Elkenrade
In de gemeente Gulpen-Wittem wonen ruim 5.000 55 plussers. Dit is 32,5% van de totale bevolking. Opvallend is dat het percentage ouderen (55 plussers) in de kernen Wahlwiller, Epen en Slenaken aanzienlijk hoger is dan in de andere kernen en in de kern Reijmerstok aanzienlijk lager is dan in de andere kernen. Als we kijken naar de 12000 12000 groep 75 plussers (de hoogbejaarden) dan valt 0-54 0-54 10000 10000 op dat de kern Gulpen re0-54 0-54 8000 latief hoog scoort, het8000 55-64 55-64 geen deels verklaarbaar 6000 65-74 55 6000 65-74 55e.o. e.o. is door de aanwezigheid 75 75e.o. e.o. 4000 van het verzorgings- en 4000 55 e.o. 55 e.o. 55-64 55-64 verpleeghuis (Dr. Ackens65-74 65-74 2000 2000 75 75e.o. e.o. huis). Het percentage 75 plussers in de kernen 00 Gemeente Gemeente Nijswiller en Slenaken is 9634 0-54 9634 0-54 daarentegen een stuk la2406 55-64 2406 55-64 ger dan in de andere ker1610 65-74 1610 65-74 nen. 1066 75 1066 75e.o. e.o. 55 55e.o. e.o.
5082 5082
Figuur 1
5
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
In tabel 2 kijken we naar de demografische ontwikkelingen. Per kern wordt een prognose gegeven van het aantal 55 plussers voor de korte termijn tot 2010. Tabel 2
Bevolkingsprognose 55+ per kern op de korte termijn
Kern
2006
Gulpen*
2010
Toename 55+
abs
%
abs
%
abs
%
1.425
33,9
1.581
37,6
156
3,7
Epen
394
35,1
429
40,3
35
5,2
Eys
564
31,5
634
36,4
70
4,9
Mechelen
614
31
680
35,6
66
4,6
Nijswiller
237
32,4
256
35,5
19
3,1
Party/Wittem
238
30,2
261
33,6
23
3,4
Reijmerstok
164
27,8
183
31,4
19
3,6
Slenaken
221
34,8
240
38,9
19
4,1
Wahlwiller
159
37,9
168
40,4
9
2,5
Wijlre**
841
31,3
904
35,5
63
4,2
Gemeente
4.857
32,5
5.336
36,6
479
4,1
Bron: GBA/ROT WWZ *incl. Ingber
**incl.Elkenrade
De verwachting is dat de omvang van de groep 55 plussers binnen enkele jaren toeneemt van 32,5% naar 36,6% van de totale bevolking, een relatieve stijging van ruim 4%. Deze toename is het sterkst in de kernen Epen en Eys. De relatieve groei van het aantal ouderen in de kern Wahlwiller blijft naar verwachting sterk achter bij de andere kernen. Dat neemt niet weg dat ook in 2010 Wahlwiller relatief gezien de meeste ouderen telt.
In tabel 3 kijken we nogmaals naar de demografische ontwikkelingen, maar dan afgezet naar verschillende leeftijdscategorieën. Tabel 3
Prognose van aantal inwoners van Gulpen-Wittem per leeftijdsgroepen tot 2035
jaar
2010
2015
2020
leeftijd
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
0-54
9.189
62,8
8.141
56,8
7.011
50,3
6.230
46,4
5.692
44,5
5.340
44,6
55-64
2.536
17,3
2.637
18,4
2.817
20,2
2.588
19,3
2.008
15,7
1.525
12,7
65-74
1.729
11,8
2.138
14,9
2.423
17,4
2.537
18,9
2.727
21,3
2.508
20,9
Ouder 75
1.188
8,1
1.420
9,9
1.687
12,1
2.080
15,5
2.367
18,5
2.603
21,7
Totaal
14.643
100,0 14.336
100,0 13.937
2025
100,0 13.435
2030
100,0 12.795
2035
100,0 11.976
100,0
Bron Etil 2007
Ook in Gulpen-Wittem zet de krimp van het inwonersaantal in. Naar verwachting daalt het inwonersaantal, bij ongewijzigd beleid, met 18%, van 14.643 in 2010 naar iets minder dan 12.000 in 2035, een verloop van 2% per 3 jaar. In deze krimpende bevolking neemt de leeftijdsgroep 65-74 jaar tot 2030 absoluut en percentueel toe. Voor de groep 75 jaar en ouder geldt dat zelfs voor de periode tot 2035.
6
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Bevolkingsprognose Gulpen-Wittem op de langere termijn 10.000 9.000 8.000 7.000 0-54
6.000
55-64
5.000
65-74
4.000
75 en ouder
De meerderheid van de ouderen en vooral de alleroudsten, bestaat uit vrouwen. Landelijke cijfers laten zien dat 29% van de 55-plusers alleen woont (in 2005, SCP). Het aandeel eenpersoonshuishou-dens neemt sterk toe met de leeftijd: 16%van de 55-59 jarigen en 88% van de 95-plussers woont alleen.
3.000 2.000 1.000 0 2010
2015
2020
2025
2030
2035
Figuur 2
Opvallend is, tenslotte, de sterke teruggang van de leeftijdsgroepen 0-54 en 55-64 jaar, waarin het overgrote deel van de beroepsbevolking voorkomt.
7
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
2.2
ONTWIKKELINGEN IN HET OUDERENBELEID
In deze paragraaf kijken we naar een aantal landelijke, regionale en lokale beleidsontwikkelingen die haar weerslag hebben op het ouderenbeleid in de gemeente.
2.2.1
RIJKSBELEID
2.2.1.1. AWBZ Kort samengevat is het Rijksbeleid gericht op het handhaven van de zelfstandigheid van ouderen en het bevorderen van een optimale participatie in de samenleving. Modernisering van de ouderenzorg en de AWBZ is de officiële beleidslijn voor de ouderenzorg. Het Rijk ziet daarbij de gemeente als het meest geschikte bestuursniveau om de noodzakelijke samenhang aan te brengen in het plaatselijk ouderenbeleid. De gemeente heeft daarbij verschillende rollen: onder meer de rol van bevoegd gezag, antenne, zorg- en welzijnsaanbieder, dienstverlener via derden of vrijwilligers en als regisseur die partijen bij elkaar brengt. De weerslag van dit gedachtegoed vinden we terug in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) die op 1 januari 2007 van kracht is geworden. Vanwege de grote impact van deze wet op het gemeentelijk (ouderen)beleid en de consequenties voor individuele ouderen staan we hierna wat uitgebreider stil bij de WMO. 2.2.1.2. Koploper Tot 1-1-2009 kent de regio de status van Koploperspilot onder de naam “Ruimte voor resultaat”. In een op 21 december 2005 ondertekende convenant hebben de provincie, gemeenten, woningcorporaties, zorgaanbieders het zorgkantoor Zuid-Limburg en de georganiseerde zorgvragers zich vastgelegd op her realiseren van drie doelstellingen: Het realiseren van 1500 zorgwoningen voor 2010; Het aanbieden van een pakket welzijnsdiensten aan mensen met een indicatie voor verblijf en mensen met onplanbare zorg De verdere afbouw van plaatsen in het verzorgingshuis en de ombouw daarvan in extramurale zorg. Voor de meerkosten van maatregelen in een zorgwoning en het woongebouw is een rijksregeling beschikbaar waarop de woningeigenaar, veelal de woningcorporatie, via een zorgaanbieder van voorkeur, aanspraak kan maken. Voor de kosten van welzijnsdiensten is tot 1-1-2009 de subsidieregeling diensten bij wonen met zorg beschikbaar, jaarlijks met een budget van 856.000 euro. Vrijkomende gelden bij de afbouw van intramurale capaciteit kunnen, volgens afspraak met VWS, als extra middelen in de extramurale zorg worden ingezet. 2.2.1.3. WMO Het maatschappelijke doel van de WMO is: meedoen. Meedoen van álle burgers aan álle facetten van de samenleving, al of niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. En als dat niet kan, is er ondersteuning vanuit de gemeente. Het eindperspectief van de WMO is samenhangend lokaal beleid voor de maatschappelijke ondersteuning en aanpalende terreinen. Voor mensen die langdurige, zware zorg nodig hebben is en blijft er de AWBZ. Het “Leitmotiv” van de WMO is ‘niet leunen maar steunen’. Daarmee wordt bedoeld dat de zelfredzaamheid en participatie van burgers moet worden bevorderd en dat de overheid niet altijd overal automatisch op moet inspringen. Om deze doelstellingen te realiseren kent de WMO de volgende uitgangspunten: Iedere burger is zelf verantwoordelijkheid voor het regelen van de zaken die nodig zijn om te kunnen participeren, in overleg met en met steun van zijn eigen sociale netwerk; 8
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
De burgers zijn niet alleen verantwoordelijk voor hun eigen handelen, maar ook voor elkaar. Waar mogelijk wordt men geacht elkaar te helpen. De gemeentelijke overheid stimuleert en faciliteert dit waar nodig (de zogenaamde civil society); Elke gemeente moet voorzien in een collectief ondersteuningsaanbod waar alle burgers gebruik van kunnen maken (zoals instellingen voor sociaal cultureel werk, algemeen maatschappelijk werk, sport etc); Elke gemeente moet daarnaast voorzien in een persoonsgericht ondersteuningaanbod voor kwetsbare burgers die, ondanks eigen inspanningen en ondersteuning van derden, geen oplossingen kunnen vinden (bijv. woningaanpassingen, huishoudelijke hulp etc); De gemeente is vrij om binnen de aangegeven landelijke kaders te kiezen welke lokale voorzieningen hun bijdrage kunnen leveren en welke zij wil ondersteunen. De gemeente wordt verantwoordelijk voor de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van deze voorzieningen; De gemeente stelt het eigen WMO- beleid vast in samenspraak met de eigen burgers en de lokale politiek. Afspraken worden vastgelegd in verordeningen; De gemeente voert zo veel mogelijk de regie over een samenhangend stelsel van wonen, welzijn en zorg op lokaal niveau.
Bundeling De WMO is op 1 januari 2007 in werking getreden. In de WMO zijn de volgende bestaande wetten opgegaan: Welzijnswet Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) Subsidieregelingen uit de AWBZ (o.a. mantelondersteuning, diensten bij wonen met zorg) De huishoudelijke verzorging uit de AWBZ De Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) Betekenis voor burgers De Wet Maatschappelijke Ondersteuning brengt meer samenhang in de ondersteuning voor de burger. Zo kan iedereen bij één loket terecht met vragen over ondersteuning. Bovendien betrekt de gemeente de burgers bij het ontwikkelen van het gemeentelijke WMO-beleid. Dat maakt ondersteuning op maat mogelijk. Betekenis voor gemeenten Door een bundeling van de wetten is integraal beleid mogelijk. Dit betekent dat gemeenten alle diensten goed op elkaar moeten afstemmen. Het wordt dus belangrijk dat gemeenten alle partijen goed betrekken bij het ontwikkelen van het beleid.
2.2.1.4. Lokaal WMO-beleid en verantwoording Gulpen-Wittem Hoewel de gemeenten straks verantwoording moeten afleggen aan de eigen inwoners, zijn er wel een aantal kaders opgesteld waar de gemeente beleid op moet formuleren. Deze kaders worden de prestatievelden genoemd. De WMO bepaalt dat gemeenten hun beleid op deze prestatievelden moeten vastleggen in een beleidsplan. Dit beleidsplan WMO voor vier jaar is op 6 maart 2008 door de Raad van Gulpen-Wittem vastgesteld. Daarin zijn de volgende prestatievelden beschreven. 1. Bevorderen van sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten; 2. Op preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden; 9
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
3. Geven van informatie, advies en cliëntondersteuning; 4. Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; 5. Bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem; 6. Verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer; 7. Maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en huiselijk geweld 8. Bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen 9. Bevorderen van verslavingsbeleid. Ten aanzien van prestatieveld 6 (verstrekking van individuele voorzieningen) is de Wvgzorgplicht vervangen door het compensatiebeginsel. Dit compensatiebeginsel geeft de gemeente de opdracht voorzieningen te treffen ter compensatie van de beperkingen die hun burgers ondervinden in zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Voor de overige prestatievelden geldt een inspanningsverplichting. De bestaande Wvg-verordening van de gemeente Gulpen-Wittem is overgegaan in de nieuwe WMO-verordening. Daarbij heeft de gemeente Gulpen-Wittem gekozen voor een beleidsarme overgang. Concreet zijn in het kader van de WMO in Gulpen-Wittem in 2007 de volgende zaken aangepakt: Vorming van één loket voor alle WMO aanvragen. Dit loket voorziet in een vast aanspreekpunt in het gemeentehuis en wel op één vast dagdeel per week. Daarnaast zullen we vaste zittingstijden/spreekuren verzorgen in de vier woonzorgcomplexen (Mechelen, Epen, Eys en Wijlre) en in het verzorgingshuis in Gulpen. Bovendien zal er een digitaal loket worden ingericht en gaan we actief naar de mensen toe (outreachend). Voor de bemensing van het loket is, samen met de gemeente Vaals, een externe professionele kracht aangetrokken (inzet Gulpen-Wittem 18 uur per week). De huishoudelijke hulp is Europees aanbesteed. De aanbesteding heeft plaatsgevonden op basis van drie percelen. Gulpen-Wittem heeft gekozen voor deelname in het perceel Heuvelland-Maastricht. De opdracht is voor de looptijd van aanbesteding (2 jaar) gegund aan Groene Kruis/Domicura, Orbis medisch en zorgconcern en de Mosae Zorggroep. De indicatiestelling voor de nieuwe taak (de hulp in de huishouding) is opgedragen aan het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ). De indicatie voor de WVG voorzieningen blijft vooralsnog bij de GGD. In de loop van 2008 wordt bekeken of een eigen indicatieorgaan wenselijk is. Voor de administratieve afhandeling van de nieuwe taak is voor twee jaar een overeenkomst gesloten met het WMO-kantoor. Dat geldt ook voor de administratieve afhandeling van het Persoonsgebonden Budget (PGB). Voor 2009 wordt bezien hoe deze werkzaamheden op de langere termijn verricht zullen worden.
2.2.1.5.
Welke consequenties heeft de komst van de WMO voor ouderen?
Voor ouderen (maar eigenlijk voor alle burgers) brengt de nieuwe wet de nodige gevolgen met zich mee. De meest in het oog springende zijn: Voor het aanvragen van huishoudelijke hulp moeten ouderen zich wenden tot de gemeente. Bestaande indicaties houden een geldigheidsduur van een jaar. Bij de keuze voor hulp in natura kan men kiezen uit drie aanbieders.
10
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Ouderen kunnen met al hun vragen op het gebied van zorg en welzijn terecht bij één loket; zowel centraal, decentraal als digitaal. Daarnaast zullen ouderen actief worden benaderd in hun eigen thuissituatie. De Wvg-zorgplicht is vervallen en heeft plaatsgemaakt voor het compensatiebeginsel. Dit kan betekenen dat adequate voorliggende voorzieningen worden geboden in plaats van individuele voorzieningen (bijvoorbeeld de mogelijkheid om een kookcursus te volgen i.p.v. hulp thuis bij het bereiden van de maaltijd). Ouderen zullen via het WMO-platform Gulpen-Wittem, meer dan voorheen direct worden betrokken bij de evaluatie van het gemeentelijk WMO-beleid.
2.2.2.
Regionale en lokale beleidsontwikkelingen
Bij de regionale en lokale beleidsontwikkelingen kijken we in het bijzonder naar de ontwikkelingen in het kader van het Wonen Welzijn Zorg project Maastricht en Mergelland (WWZ). WWZ wordt gepositioneerd binnen het kader van de leefbaarheid van wijken en kernen op basis van integraal beleid. Binnen dit integrale kader vorm de WWZ een belangrijk speerpunt voor de specifieke doelgroepen ouderen, gehandicapten en (ex) psychiatrische patiënten. De integrale aanpak, waarin WWZ een zeer belangrijke plaats inneemt, krijgt vorm en inhoud op lokaal/gemeentelijk niveau. Omdat het overgrote deel van de totale WWZ doelgroep uit ouderen bestaat wordt in deze paragraaf het WWZ project nader beschreven. 2.2.2.1.
Wonen, Welzijn Zorg project
In de regio Maastricht en Mergelland werken de zeven gemeenten (waaronder GulpenWittem), zorgvragers, woningcorporaties, welzijnsondernemingen en zorgaanbieders samen op het terrein van wonen, welzijn en zorg (WWZ). Door een gezamenlijke inspanning streven zij naar samenhangende voorzieningen, producten en diensten om burgers in staat te stellen om zelfstandig te blijven of te gaan leven en wonen in de omgeving van hun keuze, voor zover zij dit willen en kunnen. De samenwerkende partijen hebben een projectstructuur ingericht met als belangrijkste gremia: de Regionale Overlegtafel WWZ, het Regionaal Zorgvragers Overleg WWZ en de lokale overleggen WWZ. De Regionale Overlegtafel heeft een Uitvoeringsprogramma gepresenteerd (2e editie 2006), waarin de opgave voor de regio op het gebied van wonen, welzijn en zorg tot het jaar 2010 is geschetst. Het Uitvoeringsprogramma is gebaseerd op een inventarisatie van de uitgangssituatie op het vlak van wonen, welzijn en zorg, regionaal en lokaal. Op basis van een cijfermatige onderbouwing wordt de regionale en lokale behoefte op het vlak van WWZ in beeld gebracht. Vanuit deze uitgangspositie is de opgave voor de periode tot 2010 gedestilleerd. Binnen de integrale visie op WWZ vormen geschikte woonvormen het vertrekpunt. Hierbij is sprake van een glijdende schaal van hoge naar lage zorgbehoefte: van intramuraal verblijf via beschermd wonen, verzorgd wonen tot verspreid zelfstandig wonen. Bij welzijn is de bevordering van participatie (“meedoen”) cruciaal. Andere belangrijke functies zijn informatie en advies, activering, hulpverlening alsmede begeleiding en ondersteuning. Wat zorg betreft is sprake van een verschuiving van intramurale naar extramurale zorg. Zorg op afspraak, zorg op afroep en 24-uurs zorg worden doordoor meer en meer belangrijk WWZ en WMO kennen veel overlappingen. Om die reden zullen op enig moment beide in elkaar opgaan. De WWZ benadrukt meer het onderdeel “wonen” en kan zo ook gezien worden als aanvulling op de WMO. In het navolgende kijken we naar de uitwerking van het uitvoeringsprogramma voor de gemeente Gulpen-Wittem.
11
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Uitvoeringsprogramma WWZ Gulpen-Wittem In de gemeente Gulpen-Wittem wonen circa 5.000 mensen die behoren tot de WWZ doelgroep (ouderen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten en (ex) GGZ-cliënten). Dit komt neer op 35,6% van de totale bevolking (in 2004). In de rapportage “De uitgangssituatie WWZ in de regio Maastricht en Mergelland (2006) is het bestaande aanbod van welzijns- en zorgvoorzieningen, de woningvoorraad voor de WWZ-doelgroep, alsmede de (bouw)plannen in beeld gebracht. 2.2.2.1.1.
Uitgangssituatie
De uitgangsituatie in Gulpen-Wittem, het huidig aanbod wonen, welzijn en zorg, is uitvoeriger beschreven in hoofdstuk 3 vanaf pagina 22. Volstaan wordt hier met de beschrijving van de behoefte aan deze voorzieningen en diensten in 2015 en het nog te overbruggen verschil tussen de behoefte in 2015 en het huidig aanbod. 2.2.2.1.2.
Behoefte en opgave
Voor Gulpen-Wittem is in het WWZ project de behoefte en de opgave op het terrein van WWZ onderzocht. Dit geeft het volgende beeld te zien voor Gulpen-Wittem: Wonen In de gemeente Gulpen-Wittem wordt in tegenstelling tot de rest van de regio de capaciteit beschermd wonen tot 2015 niet afgebouwd. Sterker nog, het aantal verzorgingsplaatsen wordt met 3 uitgebreid en het aantal verpleeghuisplaatsen met 41. Deze behoefte kan gedekt worden door de voorgenomen bouw van een verpleeghuis voor chronische somatiek aan de oostelijke entree van Gulpen. De woningbehoefte voor verzorgd wonen in de periode tot 2010 wordt geschat op max. 28 en voor verspreid zelfstandig wonen op max. 149. De totale bouwplannen van de gemeente zijn voldoende om aan deze opgave tegemoet te komen, onder voorwaarde dat deze plannen in het afgesproken tempo worden gerealiseerd. Welzijn Op verzoek van de regionale overlegtafel heeft Trajekt de welzijnsbehoefte in de regio onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat de WWZ doelgroep vooral behoefte heeft aan: Informatie en advies over het lokale activiteiten aanbod, gemeentelijke zaken en specifieke voorzieningen op het vlak van zorg en welzijn voor verstandelijk gehandicapten; Hulpverlening en begeleiding van (ex)GGZ cliënten gericht op (re) integratie in de samenleving; Ondersteuning , begeleiding en facilitering van mantelzorgers en vrijwilligers(organisaties)
12
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
De volgende plannen voor de periode tot 2010 staan op de rol (de opsomming is niet uitputtend; zie hiervoor het uitvoeringsprogramma): Koppelen van het aanbod van maaltijdvoorziening aan WoZoCo’s en multifunctionele accommodaties in de vorm van eetpunten; Realiseren van een schriftelijke en digitale nieuwsvoorziening voor senioren en mensen met beperkingen; Intensiveren/realiseren van het welzijnsaanbod bij renovatie van de gemeenschapshuizen in Reijmerstok en Partij/Wittem.
Zorg Uit onderzoek van ABF Research blijkt dat de behoefte aan extramurale zorg in de periode tot 2010 als gevolg van de vergrijzing aanmerkelijk toeneemt. Per saldo is er sprake van een toename van 117 cliënten. Tabel 4
Type zorg zorg op afroep, onplanbaar zorg op afspraak, planbaar 24-uurs nabije zorg, permanent toezicht
Toename met 48 cliënten 56 cliënten 13 cliënten
Voor het invullen van deze zorgbehoefte zal men in de kern Gulpen vooral moeten terugvallen op de diensten en services die door zorgaanbieders (nu Sevagram en Groene Kruis/Domicura en straks ook Vivre) in de regio worden geleverd. Voor de andere kernen moet de zorgbehoefte worden ingevuld door het netwerk van servicecentra/WoZoCo’s en multifunctionele accommodaties dat over de gemeente is verspreid.
Provinciaal beleid De Regionale Overlegtafel WWZ Maastricht en Mergelland hanteert naast de lokale uitvoeringsprogramma’s, een regionale agenda met projecten die een meerwaarde hebben voor de regiogemeenten. Voor deze projecten wordt gezocht naar partnerschap met de Provincie Limburg, waardoor in beginsel medefinanciering van deze projecten mogelijk wordt. De provinciale programmalijnen waarop door de regiogemeenten kan worden aangesloten zijn ‘Investeren in mensen’ en ‘Investeren in steden en dorpen’.
13
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
2.3.
DE LEEFSITUATIE VAN OUDEREN
In deze paragraaf geven we een overzicht van de leefomstandigheden en maatschappelijke participatie van ouderen. Deze kenmerken zijn mede bepalend voor de vraag van ouderen op het gebied van wonen, welzijn en zorg en daardoor richtinggevend voor het ouderenbeleid. We kijken achtereenvolgens naar het opleidingsniveau, de arbeidsparticipatie, de (vrije)tijdsbesteding, de financiële positie en het eigen woningbezit de gezondheid en lichamelijke beperkingen en zorg. Bijzondere aandacht gaat uit naar ouderen die op het betreffende terrein als kwetsbaar zijn te beschouwen, omdat het ouderenbeleid meer en meer op de kwetsbaren wordt gericht. Het huidige rijksbeleid is, zoals we zagen, gestoeld op de notie dat ouderen volwaardige burgers zijn die door de toegenomen gezonde levensverwachting lang kunnen meedoen in de samenleving en zelf primair verantwoordelijk zijn voor hun doen en laten. Mocht op enig moment in het leven van deze ouderen de gezondheid verslechteren dan moeten zij in eerste instantie een beroep doen op hun eigen hulpbronnen. Alleen kwetsbare ouderen die niet beschikken over dergelijke hulpbronnen krijgen toegang tot collectief gefinancierde hulp. De cijfers die hierna worden gepresenteerd zijn verzameld door het Sociaal Cultureel Planbureau en geven een algemeen landelijk beeld weer. Waar de situatie in Gulpen-Wittem aantoonbaar van het landelijk beeld afwijkt zal dit worden vermeld.
2.3.1. Opleiding Het opleidingsniveau van ouderen is de afgelopen decennia aanzienlijk gestegen. Het opleidingsniveau van oudere vrouwen blijft echter achter bij dat van de mannen. In 2003 hadden nog altijd drie op de tien oudere vrouwen ten hoogste basisonderwijs voltooid. Bij de vrouwen van 75 jaar en ouder liggen de verhoudingen nog schever. Ondanks de stijging in het opleidingsniveau blijkt dat ouderen minder zijn toegerust dan jongere volwassenen. Zo waren in 2003 nogal wat ouderen naar eigen zeggen niet bekend met het gebruik van pin- en kaartautomaten. In de hoogste leeftijdscategorie is één op de zes naar eigen zeggen niet in staat formulieren in te vullen of rekeningen te betalen. Daarnaast zijn moderne informatie- en communicatiemiddelen (mobiele telefoon, pc, internet) voor veel ouderen nog onbekend terrein, ook al nemen het pc-bezit en –gebruik onder ‘jonge ouderen’ sterk toe. De komende decennia zal het opleidingsniveau van ouderen sterk toenemen als gevolg van de “aflossing” van de generaties. De opleidingsachterstand van oudere vrouwen op oudere mannen zal in 2030 grotendeels zijn ingelopen. Ouderen met een gebrekkige kennis en/of vaardigheden kunnen die in principe bijspijkeren door cursussen en opleidingen te volgen. In de praktijk zien we echter dat de groep laagopgeleiden, die het meest gebaat is bij een cursus, het minst deel neemt. Cursussen hebben tegenwoordig een vaste plek gekregen in het vrijetijdsrepertoire van ouderen. De deelname van 75 plussers is weliswaar toegenomen, maar is altijd nog een stuk lager dan die van de jongere leeftijdsgroepen. Kwalificerende opleidingen worden voornamelijk gevolgd door de groep van 55-64 jaar (vaak in het kader van hun werk).
2.3.2. Arbeid Ondanks de ongunstige economische ontwikkelingen nam tussen 2002 en 2007 de arbeidsdeelname van 55-64 jarigen toe. Niettemin ligt het absolute aantal participerende ouderen van 60 t/m 64 jaar nog op een relatief laag niveau: van hen werkt er minder dan één op vijf. 14
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Verwacht mag worden dat door de bemoeilijkte uittrede via alternatieve uittredingsroutes als WAO en VUT en door het stijgende opleidingsniveau van ouderen het percentage werkende 55-plussers in de toekomst verder zal stijgen. De stijging in arbeidsdeelname komt zowel op het conto van mannen als van vrouwen. Voor beide groepen geldt tussen 1992 en 2007 een toename van ongeveer 15%. Maar aangezien het absolute participatiecijfer onder oudere vrouwen nog steeds relatief laag is zit het grootste potentieel voor verhoging bij hen. Twee factoren spelen een belangrijke rol de arbeidsdeelname: opleidingsniveau en de gezondheidstoestand. Laagopgeleide ouderen participeren minder dan hoogopgeleiden, ongezonde ouderen minder dan gezonde. Onder gezonde ouderen nam de arbeidsparticipatie tussen 1992 en 2004 sneller toe dan onder ongezonde ouderen. Dit punt vraag om extra (beleids)aandacht evenals de nog steeds relatief lage arbeidsdeelname van laagopgeleide vrouwen.
2.3.3. Tijdsbesteding In de jaren ‘90 is de groep 55-64 jarigen meer tijd gaan besteden aan verplichtingen (arbeid, onderwijs en huishouden/zorg). Mede als gevolg hiervan is de hoeveelheid vrije tijd afgenomen. Bij de 65-plussers zien we dezelfde ontwikkeling, zij het in afgezwakte vorm. Ondanks deze ontwikkeling beschikken ouderen, met name 65 plussers, nog steeds over meer vrije tijd dan jongeren. Bij de 65 plussers beschikken mannen over aanzienlijk meer vrije tijd dan vrouwen. Dat komt omdat bij mannen van 65 jaar en ouder het wegvallen van betaalde arbeid maar voor een deel wordt gecompenseerd door een toename van de tijd besteed aan het huishouden en zorg. De vrijetijdsbesteding van 65 plussers vertoont in vergelijking met jongere leeftijdsgroepen meer stabiliteit. Desondanks is er ook in deze groep sprake van een toename van het tv-kijken en de tijd doorgebracht achter de pc en van een daling van de tijd besteed aan radio/muziek luisteren en aan lezen. De tijd besteed aan sportieve activiteiten vertoont een duidelijke stijging in deze leeftijdsgroep , evenals de tijd besteed aan vrijwilligerswerk/mantelzorg. Ouderen besteden meer tijd aan vrijwilligerswerk dan jongeren. Wat sportieve activiteiten betreft doen ouderen in 2000 niet meer onder voor de jongere leeftijdsgroep. In verhouding tot de hoeveelheid vrije tijd kijken ouderen niet meer tv dan jongeren.
2.3.4. Financiële positie In het afgelopen decennium is de inkomenspositie van ouderen duidelijk verbeterd. Dit komt vooral op het conto van de verbeterde aanvullende pensioenen. Toch blijft voor velen de AOW de belangrijkste inkomstenbron. In 2003 was dit voor 69% van de ouderen van 65-74 jaar het geval en voor 75% van de 75-plussers. Een belangrijk gevolg van de verbeterde inkomenspositie van 65plussers is dat de armoede onder deze groep in de afgelopen jaren duidelijk is gedaald. In 2003 had 7% een inkomen onder de armoedegrens. De groep 55-65 jarigen is de groep met het hoogste armoede risico. Vooral degenen met een bijstands- of een arbeidsongeschiktheiduitkering zijn relatief vaak arm. Deze groep heeft ook weinig mogelijkheden om hun inkomenspositie te verbeteren. Tegenover deze groep arme huishoudens staat een groep rijke huishoudens in dezelfde leeftijdscategorie. In deze groep ouderen zijn de inkomensverschillen het grootst. Ouderen hebben in het algemeen relatief hoge vaste lasten. Voor een groot deel komt dat doordat hun inkomen relatief laag is waardoor de vaste lasten zwaar op het budget drukken. Toch geeft in 2003 ongeveer 56% van de ouderen aan (zeer) gemakkelijk te kunnen rond15
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
komen (in 1994 was dit 42%). Dit komt deels omdat de bestedingsbehoefte van ouderen lager ligt. Daarnaast hebben zij minder problemen met schulden (eigen huis is vaak vrij van hypotheek).
2.3.5. Gezondheid Het merendeel van de ouderen beoordeelt de eigen gezondheid als goed. In 2003 voelde bijna tweederde van de zelfstandig wonende 55-74 jarigen en ongeveer de helft van de 75plussers zich gezond. Toch heeft ongeveer de helft van de 55-plussers een chronische aandoening (bij de 75-plussers heeft tweederde een chronische aandoening). Bij een kwart van de 65-74 jarigen en een derde van de 75 plussers is sprake van comorbiditeit, hetgeen betekent dat zij last hebben van meer dan één aandoening. Naast de chronische lichamelijke aandoeningen komen ook psychische stoornissen veel voor onder ouderen. De hoge frequentie van comorbiditeit en psychische stoornissen vormen een draaglast voor ouderen. In vergelijking tot jongere volwassenen maken ouderen dan ook vaker gebruik van medische voorzieningen. Maar de medische zorg en behandeling van ouderen is niet optimaal: er is nogal eens sprake van onderbehandeling of van een behandeling die niet passend is voor de leeftijdsgroep. Zo wordt bij veel depressieve en angstige ouderen de problemen niet als zodanig (h)erkend en gediagnosticeerd en wanneer er wel een diagnose is gesteld wordt vaak niet overgegaan tot een passende behandeling. In theorie valt er nog wat gezondheidswinst op oudere leeftijd te behalen bijvoorbeeld door vroegtijdige signalering van gezondheidsproblemen, een gezonde leefstijl, een reductie van het aantal valincidenten of het voorkomen van (verergering) depressies. Een vorm van georganiseerde preventieve gezondheidszorg voor ouderen kan bijdragen aan een vroegtijdige signalering van (latente) gezondheidsproblemen en een gerichte verwijzing naar eerste en tweedelijns gezondheidszorg en zorgverleners. Aan een beter beeld van de gezondheid van de oudere bevolking kan een regionale Volksgezondheids Toekomst Verkenning VTV bijdragen. In de komende periode zal de haalbaarheid daarvan onderzocht moeten worden.
2.3.6. Lichamelijke beperkingen en zorg Van alle 55-plussers heeft in 2003 11% een ernstige lichamelijke beperking. In de leeftijdsgroep 55-64 jaar zegt minder dan de helft te kampen met ten minste een chronische ziekte, onder 64-75 jarigen is dat iets meer dan de helft en onder 75-plussers bijna twee derde. Het beeld is bij vrouwen iets ongunstiger dan bij mannen. Een kwart van de 55-plussers woont in een tehuis. Van de zelfstandig wonende oudere huishoudens met ernstige lichamelijke beperkingen krijgt tweederde verpleging of verzorging. De hulp is meestal afkomstig van professionals (49%) maar ook van informele helpers (23%). Opvallend is dat 10 jaar na de invoering van het persoonsgebonden budget (PGB) 45% van de ouderen met lichamelijke beperkingen niet op de hoogte is van het bestaan van PGB’s. (bron SCP, 2005)
16
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
2.3.7. Eigen woningbezit Het eigen woningbezit maakt in Nederland meer dan de helft (55%) uit van alle woningen. Voor de gemeente Gulpen-Wittem is 69% van alle woningen eigendom en 31% wordt gehuurd. Voor de kernen van Gulpen-Wittem ligt de eigendomsverhouding als volgt: Tabel 5
% Gemeente Gulpen-Wittem Gulpen Reijmerstok Wijlre Eys Partij-Wittem Wahlwiller Nijswiller Mechelen Epen Slenaken
huur 31 40 21 35 21 22 25 25 31 23 15
koop 69 60 80 65 79 78 75 75 69 77 85
bron: CBS 2008
Veel ouderen in Gulpen-Wittem zijn eigenaar van hun woning. Op basis van onderzoeken in vergelijkbare gemeenten ramen wij dat 80% van alle ouderen (65 jaar en ouder) in GulpenWittem eigenaar van hun woning is. Gulpen-Wittem heeft een woningvoorraad van 6.281 woningen (ABF/Primos, 2007). Volgens onze raming zijn 1.340 van deze woningen (21% van alle woningen) in eigendom bij de oudere bewoner. Zie ook tabel 6, hierna. Veel van deze woningen zijn niet gebouwd en ingericht om door ouderen op hoge leeftijd te worden bewoond. De verhuisgeneigdheid, zeker bij oudere eigenaar-bewoners die hun hele leven in een van de kernen hebben gewoond, is laag. Een campagne, om de oudere eigenaar-bewoner bewust te maken van de risico’s die zij op hogere leeftijd in deze woning lopen en om hen aan te zetten op tijd aanpassingen aan de woning aan te brengen, lijkt geen overbodige zaak. Tabel 6 Gulpen-Wittem
2007
Bevolking 1 januari
14.954
Woningvoorraad 1 januari
6.281
Huishoudens 65 en ouder
1.627
80% 65-plusser is eigenaar
1.300 Aandeel van alle woningen 21% Bron: ABF Research/Primos 2007 en Spark Result
2.3.8. Conclusies leefsituatie ouderen Er bestaan in Nederland grofweg twee opvattingen over ouder worden en ouderdom: in de eerste opvatting staat ouder worden gelijk aan een geleidelijke afbouw van de actieve deelname aan de samenleving en het op zoek gaan naar een zekere rust. De tweede meer optimistische visie is gericht op een zo actief mogelijke tijdsbesteding bij ouderen. Het ouderenbeleid is vooral geënt op het tweede gedachtegoed. Zo worden allerlei maatregelen getroffen om ouderen langer te laten werken, hun zelfstandigheid te laten behouden en een grotere 17
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
bijdrage te laten leveren aan de samenleving, bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk of mantelzorg. De meer optimistische visie komt voort uit het idee dat de toekomstige ouderen op een aantal punten wezenlijk verschillen van de generaties ouderen voor hen, bijvoorbeeld in hun (gezondere) levensverwachting en gestegen opleidingsniveau. De toekomstige generatie ouderen is bovendien meer dan de huidige opgegroeid met het idee dat je zelf inhoud kan geven aan je leven, eventueel in de vorm van langer participeren op de arbeidsmarkt. De oudere bestaat niet. Tussen de twee voornoemde visies ligt een scala aan mogelijkheden van ouder zijn. De omstandigheden waarin ouderen verkeren bepalen hun mogelijkheden en beperkingen. Vaak wordt de leeftijdsgrens voor het ouderenbeleid bij 55 jaar gelegd. Het is echter de vraag of het ouderenbeleid zich op een zo breed gedefinieerde groep moet richten. Veel ouderen blijken immers heel lang vitaal en hebben voldoende hulpbronnen tot hun beschikking. Zij wijken op veel punten nauwelijks af van de jongere volwassenen. Dit pleit voor een zo gedifferentieerd mogelijk ouderenbeleid. Als er een reden is voor het voeren van ouderenbeleid is die vooral gelegen in het bestaan van achterstanden op gebieden waar ouderen veel mee te maken hebben . Met andere woorden het ouderenbeleid zal zich in hoofdzaak richten op de groep kwetsbare ouderen. Deze kwetsbaarheid heeft zowel betrekking op een hoge draaglast als op een geringe draagkracht. Voorbeelden van een hoge draaglast zijn ernstige lichamelijke beperkingen, psychische problemen, comorbiditeit. Voorbeelden van een geringe draagkracht zijn een inkomen onder de armoedegrens, een laag opleidingsniveau. Daarnaast zijn er ouderen die niet of nauwelijks deelnemen aan de samenleving terwijl zij dat wel zouden willen. Daarbij kunnen we denken aan ouderen die door toenemende gezondheidsproblemen moeten stoppen met sporten of aan ouderen met een zeer klein netwerk die daardoor in een sociaal isolement terecht komen en niet gemakkelijk een beroep kunnen doen op informele hulp. Behalve op ondersteuning van kwetsbare groepen (WMO) dient het beleid ook gericht te zijn op het voorkomen van het ontstaan van kwetsbaarheid gedurende de levensloop. Denk hierbij bijvoorbeeld aan preventieve maatregelen op het terrein van de gezondheid of het garanderen van een minimuminkomen. Overige aandachtspunten voor beleid zijn: De groep laagopgeleide ouderen, die het meest gebaat is bij een cursus, neemt het minst deel aan cursussen en oudere vrouwen hebben nog steeds een opleidingsachterstand Onder gezonde ouderen nam de arbeidsparticipatie tussen 1992 en 2004 sneller toe dan onder ongezonde ouderen. Dit punt vraagt om extra (beleids)aandacht evenals de nog steeds relatief lage arbeidsdeelname van laagopgeleide vrouwen. De groep 55-65 jarigen is de groep met het hoogste armoederisico. Vooral degenen met een bijstands- of een arbeidsongeschiktheiduitkering zijn relatief vaak arm. Voor driekwart van de 75-plussers vormt de AOW nog steeds de belangrijkste inkomstenbron. Er valt nog wat gezondheidswinst op oudere leeftijd te behalen bijvoorbeeld door vroege signalering van gezondheidsproblemen, een gezonde leefstijl, een reductie van het aantal valincidenten of het voorkomen van (de verergering van) depressies.
18
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
2.4.
MAATSCHAPPELIJKE TRENDS
Er doen zich verschillende maatschappelijke trends voor die hun weerslag (moeten) hebben op het gemeentelijk ouderenbeleid. Zo zal in de komende coalitieperiode het aandeel 55plussers groeien van 32,5% naar 36,6%. Maar er zijn meer ontwikkelingen waar we als gemeente op moeten anticiperen. Deze zullen ook van invloed zijn op het gemeentelijk ouderenbeleid in Gulpen-Wittem. Voor nu geven we een overzicht van de belangrijkste trends op dit moment.
Kritische, mondige, kapitaalskrachtigere consument
De oudere inwoner verandert van een dankbare, afhankelijke zorgvrager naar een kritische, zelfstandige consument/cliënt. M.a.w. ouderen worden steeds mondiger.
Het opleidingsniveau en besteedbaar inkomen van ouderen ontwikkelt zich positief. Daarnaast neemt de gezondere levensverwachting toe.
Scheiden wonen en zorg, extramuralisering, zorghuizen
De scheiding tussen wonen en zorg zal de komende jaren doorzetten. Voor een deel zullen zorginstellingen zich gaan beperken tot de zorg voor de bewoners en voor huisvesting steeds vaker aankloppen bij de woningbouwcorporaties die eigenaar/beheerder van het pand van de zorginstelling zijn. Gelijktijdig zien we ook de tegengestelde beweging dat zorgaanbieders ook eigen vastgoed ontwikkelen en straks, in ontkoppelde zin, zowel zorg als huisvesting gaan bieden. Wetgeving (WTZi) maakt dit laatste vanaf 2010 mogelijk.
Zorgverlening buiten de traditionele zorginstellingen als verzorgings- en verpleeghuizen zet door (extramurale zorg). Dit stelt eisen aan de samenhang tussen zorg- en dienstverlening. Het is immers niet voldoende om alleen zorg aan huis te leveren. Om kwaliteit van bestaan te garanderen zullen ook producten vanuit de sector welzijn bereikbaar moeten zijn en blijven voor ouderen, ook als zij te maken krijgen met functiebeperkingen. De financiële verantwoordelijkheid voor de zorg berust voor een belangrijk deel bij de rijksoverheid en de zorgverzekeraars. De effecten van de bovengenoemde ontwikkeling zullen echter zeker ook binnen het gemeentelijk beleid moeten worden opgevangen, omdat steeds vaker een beroep op de gemeente zal worden gedaan voor zorg- en welzijnsvoorzieningen.
Zelfstandig wonen zal ook in de toekomst zijn grenzen kennen. Er zullen altijd mensen blijven die niet in staat is om thuis te wonen. Ouderen met chronische somatische aandoeningen en mensen met een psychogeriatrische problematiek zullen de hoofdbewoners worden van de verpleeghuizen nieuwe stijl (zorghuizen). Het klassieke verzorgingshuis zal daarin opgaan.
De huisvesting voor ouderen zal de komende jaren voor een groot deel gezocht worden in de bestaande woningvoorraad, die aan de wensen en vooral de functiebeperkingen van deze groep moet worden aangepast. 19
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
We zien steeds meer wijkgeoriënteerde zorgcentra en wijksteunpunten. Dat wil zeggen dat de activiteiten en diensten van een zorgcentrum behalve aan de eigen bewoners ook ten goede komen aan de ouderen in de wijk (denk hierbij aan de WoZoCo’s).
De komende jaren zal de behoefte aan Wmo/Wvg voorzieningen (woningaanpassingen en vervoer) toenemen. Dat geldt ook voor de behoefte aan welzijnsdiensten, zoals maaltijden en alarmering. Daarvoor geldt in toenemende mate het principe van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage van de deelnemer.
Als ouderen steeds vaker en langer thuis blijven wonen zal de vraag naar openbaar vervoer en vervoer van deur tot deur stijgen. Doordat zorgverlening aan huis het ouderen mogelijk maakt thuis te blijven wonen zal de spreiding van oudere inwoners over de stad groter worden. Een bushalte in de nabijheid van de woning zal in de toekomst (dus) niet voor alle ouderen haalbaar zijn.
Allochtone ouderen weten weinig tot niets over de voor hen beschikbare voorzieningen. Huisarts en thuiszorg kennen ze meestal wel, maar andere voorzieningen zijn niet of nauwelijks bekend.
De beperkte mogelijkheden voor nieuwbouw van voor ouderen geschikte huisvesting zal moeten voldoen aan het label Woonkeur.
Met de vergrijzing zal het beroep op de (eerstelijns)gezondheidszorg ook stijgen: ouderdom komt immers vaak met gebreken. Gezien de nu al bestaande wachtlijsten en tekorten in de gezondheidszorg staat ons waarschijnlijk een verdere verschraling van de (gezondheids)zorg te wachten. Ook dreigt het gevaar van de tweedeling in de zorg nu de commercialisering in de zorg zijn intrede heeft gedaan. Mensen die financieel in staat zijn extra voor de zorg te betalen, romen de krappe arbeidsmarkt af ten koste van de minder kapitaalkrachtige groep.
Demografische ontwikkeling, krimp en terugloop
De demografische ontwikkeling laat zien dat er steeds meer ouderen komen en dat er minder jongeren zijn om de kosten van de zorg te dragen.
Het aandeel van de beroepsbevolking op de totale bevolkingspopulatie zal afnemen. Dat zal gevolgen hebben voor de omvang, concentratie en plaats van voorzieningen. Dat geldt ook voor de omvang van de beroepsbevolking die in de zorg werkzaam is. Dit vraagt om inventieve, slimme oplossingen.
Kennis en informatie •
De ontwikkelingen binnen de ICT (informatie- en communicatietechnologie) zullen ook ingezet worden om de kwaliteit van leven voor ouderen te verbeteren. Denk aan domotica (ICT in huis) en de mogelijkheid van winkelen (bijv. inkopen van zorg en gemaksdiensten) via het net.
•
De maatschappij wordt in toenemende mate een kennismaatschappij. Er dreigt echter een tweedeling in de samenleving: mensen die wel weten waar ze de informatie moeten halen en mensen die dit niet weten, waaronder veel ouderen.
20
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
HOOFDSTUK 3 HUIDIG AANBOD In dit hoofdstuk kijken we naar het huidig aanbod aan voorzieningen voor ouderen op het terrein van wonen, welzijn en zorg. Voor zover gegevens voorhanden zijn geven we ook een overzicht van de deelname van ouderen aan verschillende activiteiten en het gebruik van voorzieningen. Het aanbod voor ouderen verdelen we in de categorieën wonen, zorg en welzijn en maatschappelijke participatie.
3.1
WONEN
Thuis blijven wonen Verreweg de meeste ouderen in Gulpen-Wittem wonen zelfstandig in een gewone, niet aangepaste, eengezinswoning die in de meeste gevallen, geschat wordt 80%, hun eigendom is. Intramuraal wonen Binnen de gemeente zijn er straks drie intramurale voorzieningen, te weten het Dr. Ackenshuis in de kern Gulpen (Sevagram), de kleinschalige intramurale woonvorm voor dementerende ouderen in Epen (Meander) en het te realiseren verpleeghuis in Gulpen (Vivre). Binnen deze voorzieningen worden huishoudelijke en persoonlijke verzorging, verpleging en verblijf aangeboden. Het betreft 24-uurs nabije zorg. Daarnaast kent de gemeente de volgende semimurale voorzieningen: Hospice St. Martinus in de kern Mechelen (6 plaatsen) en Zorghotel Heerenhof in de kern Mechelen (17 plaatsen). In het totaal zijn er in de gemeente meer dan 174 plaatsen voor beschermd wonen. Met de komst van het nieuwe verpleeghuis stijgt dit tot boven de 200 plaatsen. Bij al deze woonvormen wordt het wonen en de zorg door de AWBZ gefinancierd, in tegenstelling tot ‘verzorgd wonen’ en ‘verspreid zelfstandig wonen’ waar het principe van scheiding van wonen en zorg van toepassing is (apart woon- en zorgcontract). Verzorgd wonen Naast de plaatsen voor beschermd wonen tellen we in de gemeente 176 wooneenheden voor verzorgd wonen. Hieronder vallen de vier WoZoCo’s in Wijlre (Heiligershook), Eys (Agathahöfke), Mechelen (Vitalishof) en Epen en de seniorenappartementen in de nabijheid van het Dr. Ackenshuis (Gulpenerhof). Een WoZoCo is een complex zelfstandige, voor ouderen geschikte, woningen, gericht op “beschut” wonen, met een complexgewijs overeengekomen zorgen servicearrangement maar wel met een juridische scheiding tussen wonen en zorg. Er bestaan bij Sevagram plannen om in het leegstaande voormalige Dr. Ackenshuis 44 woningen voor ouderen te realiseren
21
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Verspreid zelfstandig wonen in geschikte huisvesting De gemeente telt 900 wooneenheden voor verspreid zelfstandig wonen. Dit zijn gewone nultredenwoningen, woningen die van buitenaf zonder trappen of drempels bereikbaar zijn, waarbij de zogenaamde primaire ruimten (keuken, sanitair, woonkamer en minimaal een slaapkamer) zich op dezelfde woonlaag bevinden. In 2008 komt het complex met 69 woningen aan de Looiersstraat gereed, in 2009 wordt naar verwacht de bouw van 9 nultredenwoningen als koopappartement aan de Dorpstraat afgerond. Aan de Wilhelminastraat in Epen komen in 2008 6 ouderenwoningen beschikbaar, in combinatie met een kleinschalige woonvorm voor dementerenden en een gastenverblijf. Woonpunt heeft plannen voor het realiseren van 18 woningen voor ouderen aan de Elkenraderweg/Valkenburgerweg in Wijlre.
3.2
WELZIJN EN ZORG
3.2.1. WMO-voorzieningen In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning kunnen ouderen, mits geïndiceerd, aanspraak maken op hulpmiddelen (bijvoorbeeld een douchestoel), mobiliteitsvoorzieningen (rolstoel, rollator), woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen en hulp in de huishouding. In het kader van de vervoersvoorzieningen kent de gemeente Gulpen-Wittem het collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV). De administratie van verstrekkingen en voorzieningen wordt op dit moment verzorgd door het WMO-kantoor. Binnenkort zullen eerste cijfers bekend zijn van het gebruik van deze voorzieningen in 2007.
3.2.2. Eerstelijnszorg De eerstelijnszorg (huisartsen, fysiotherapie, eerstelijns psychologen) is in de kernen Gulpen, Wittem, Mechelen en Wijlre gevestigd. De AWBZ-thuiszorg, zoals persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende en activerende begeleiding, wordt door verschillende regionale zorgaanbieders aangeboden. Dagverzorging voor ouderen met een indicatie vindt nu plaats in de kern Gulpen, Dr. Ackenshuis en in het Vitalishof in Mechelen.
22
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
3.2.3.
FLANKERENDE VOORZIENINGEN EN SENIORENPROJECTEN
Onder flankerende voorzieningen verstaan we de maaltijdvoorziening, de sociale alarmering en het Meer Bewegen voor Ouderen. Daarnaast kennen we in onze gemeente het Internetcafé en de seniorenprojecten in de wijksteunpunten (de vier WoZoCo’s). 3.2.3.1. Maaltijdvoorziening In 2006 en 2007 zijn voor het eerst minder warme maaltijden voor minder ouderen verstrekt. In het vorig jaar waren dat 15.243 warme maaltijden aan 55 ouderen, tegen 16.714 maaltijden aan 97 ouderen in 2005. Inwoners van de gemeente Gulpen-Wittem die in aanmerking willen komen voor de maaltijdvoorziening dienen een schriftelijke indicatie van een huisarts, specialist, thuiszorginstelling of maatschappelijk werk te kunnen overleggen. De organisatie van de warme maaltijdvoorziening berust bij Sevagram. Het bezorgen van de maaltijden gebeurt door vrijwilligers. In 2007 waren dat er nog 16. Tot 2005 was er steeds sprake van een groei van het aantal thuisbezorgde maaltijden. Zo bedroeg het aantal thuisbezorgde (warme) maaltijden in 2002 nog 12.049 tegen 3.881 maaltijden in 1991. De daling van het aantal warme maaltijden vanaf 2005 wordt voornamelijk verklaard door het gelijktijdige toename van het aantal verstrekte koelvers maaltijden. In 2006 waren dat nog 650 koelvers maaltijden tegen al 1200 van deze maaltijden in 2007. Het doel van de maaltijdvoorziening is het bezorgen van maaltijden bij zelfstandig wonende ouderen, die zelf niet of niet meer in staat zijn om een maaltijd te bereiden. Een bijkomend doel is de signaalfunctie, doordat de maaltijdgebruikers regelmatig bezocht worden door de vrijwilligers die de maaltijden bezorgen. De groei van het aantal thuisbezorgde maaltijden wordt versterkt doordat ouderen in hun kernen geen dagelijkse inkopen meer kunnen doen en dan op vervoer naar andere (grotere) kernen zijn aangewezen of op familie of vrienden zijn aangewezen. Figuur 3
Voor de komende planperiode staat de warme maaltijdvoorziening in de vorm waarin het nu is georganiseerd onder druk. Het aantal vrijwilligers, betrokken bij de bezorging van de maaltijden, is niet evenredig toegenomen met het gegroeide aantal gebruikers. Daarnaast zal bij een verdere groei van de maaltijdvoorziening de grens van het huidige systeem van warme maaltijdvoorziening worden bereikt (i.c. capaciteit van de keuken van zorgcentrum Langedael).
maaltijdvoorziening maaltijdvoorziening
aantal maaltijden aantal maaltijden
18000 18000 16000 16000 14000 14000 12000 12000 10000 10000 8000 8000 6000 6000 4000 4000 2000 2000 0 0
1991 1991
2002 2005 2002 2005 tijdvak tijdvak
2007 2007
23
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
De eigen bijdrage was in 2007 per maaltijd €5,60. Voor de overige kosten staat de gemeente garant. Sevagram is inmiddels gestart met een ander systeem van maaltijdbereiding en verstrekking, naast het huidige systeem. Dit nieuwe systeem, “Smakelijk”, is bedoeld voor een ieder die zelfstandig thuis woont. Er geldt geen leeftijdsgrens en een indicatie is niet nodig. De gemeente draagt niets in de kosten bij. Op bestelling worden koelverse maaltijdcomponenten en aan huis afgeleverd. De afzonderlijke maaltijdcomponenten vormen gezamenlijk een koelverse maaltijd. De bezorging geschiedt een keer per week door een professionele bezorgdienst. Of de invoering van Sevagram Smakelijk gevolgen heeft voor het aantal versterkte warme maaltijden is nog niet duidelijk. Voor een specifieke groep ouderen vormt dit nieuwe systeem geen goed alternatief. Niet alle zelfstandig wonende ouderen zijn in staat om een magnetron te bedienen. Daarnaast wordt de vrijwilliger die een aantal keer per week aan huis komt vervangen door een professionele bezorgdienst. De sociale component komt daardoor in gevaar. De vrijwilligers die een warme maaltijd aan huis bezorgen hebben immers ook een signalerende functie. Sevagram heeft toegezegd het systeem van de warme maaltijdvoorzieningen in ieder geval voor 2008 overeind te houden. Ondanks deze toezegging zullen we in de nieuwe planperiode alternatieven uitwerken naast of in plaats van het huidige systeem. Zo start nog in 2008 een eerste eetpunt in een van de seniorenprojecten, waar ouderen gezamenlijk een maaltijd kunnen gebruiken. Ook zal aandacht geschonken moeten worden aan het op peil houden van het aantal vrijwilligers dat bereid is de warme maaltijden aan huis te bezorgen.
3.2.3.2.
Sociale alarmering
In 2007 hebben 125 (tegen 109 in 2005) zelfstandig wonende ouderen met een indicatie gebruik gemaakt van de personenalarmering. De organisatie berust bij Sevagram. Het doel van de sociale alarmering is ouderen en gehandicapten zolang mogelijk zelfstandig laten wonen door hun de zekerheid te bieden dat er snel hulp van buitenaf geboden wordt als ze in een noodsituatie terecht komen. De sociale alarmering bestaat uit een alarmeringsapparaat, een kies- en ontvangsteenheid, een instelbaar vooralarm en een draadloze zender, welke om de hals of op de kleding gedragen kan worden. Figuur 4 sociale socialealarmering alarmering
aantal deelnemers aantal deelnemers
Een druk op de knop is voldoende voor een alarmsignaal. Dit signaal wordt via het tele140 140 foonnet doorgegeven aan een centrale 120 120 meldpost (ondergebracht bij de meldkamer 100 100 van Sevagram). De meldpost waarschuwt één van de twee, vooraf door de cliënt aan80 80 gegeven contactpersonen, bijvoorbeeld fa60 60 milie of buren. Mochten deze contactperso40 40 nen niet direct bereikbaar zijn, dan wordt 20 contact opgenomen met de Thuiszorgafde20 ling van Sevagram. Men is dus 24 uur per 00 2002 2005 2007 2002 2005 2007 dag verzekerd van hulp in geval van nood. tijdvak tijdvak De ouderen betalen een eigen bijdrage van € 9,30 per maand (tegen €10,50 in 2005). De overige kosten worden betaald door de gemeente. Door de vergrijzing en de vermaatschappelijking van de zorg mogen we een verdere toename in het gebruik van de personen alarmering verwachten. 24
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Voor de nog nieuw te bouwen zorgwoningen is de eis dat deze, minimaal, zijn voorbereid voor (latere) plaatsing en aansluiting op de centrale meldpost. Ook geldt de voorwaarde dat de voordeur van ouderen die een alarm activeren door een geautoriseerde zorgverlener moet kunnen worden geopend. Daarnaast zullen we alert blijven op de vele nieuwe technische ontwikkelingen die zich op dit terrein voordoen (domotica). Hierbij hebben we oog voor de betaalbaarheid van de nieuwe voorzieningen (en daarmee de bereikbaarheid voor de doelgroep) en het bedieningsgemak.
3.2.3.3. Meer Bewegen voor Ouderen Meer Bewegen voor Ouderen (MBvO) is een verzamelbegrip voor uiteenlopende bewegingsactiviteiten. In de gemeente Gulpen-Wittem wordt door Sevagram in bijna alle kernen bewegingsactiviteiten voor ouderen aangeboden. Sevagram sluit freelance contracten af met docenten die bevoegd zijn een vorm van MBvO te doceren. De bewegingsactiviteiten hebben een duidelijk preventief gezondheidseffect. Daarnaast wordt ruimte geboden voor het leggen van sociale contacten. De doelgroep van de MBvO is iedere inwoner van de gemeente van 55 jaar en ouder. Figuur 5 meer meerbewegen bewegenvoor voorouderen ouderen
Op 1 januari 2008 zijn er 125 (was in 2005 106) ouderen die deelnemen aan de MB120 120 vO activiteiten. Dit aantal is de afgelopen 100 jaren rustig maar gestaag gegroeid. De 100 verwachting is dat deze groei de komende 80 80 planperiode zal doorzetten. 60 60 De eigen bijdrage voor de leden is €5,20 40 per maand. Voor de overige kosten staat 40 de gemeente garant. 20 20 Sevagram onderzoekt regelmatig de wen00 sen voor alternatieve bewegingsactivitei2002 2005 2007 2002 2005 2007 ten. Nieuwe activiteiten worden samen tijdvak tijdvak met ouderen ontwikkeld. Daarnaast zal voldoende aandacht geschonken moeten worden aan promotie en wervingsactiviteiten. aantal deelnemers aantal deelnemers
140 140
3.2.3.4.
Internetcafe’s
Medio 2004 zijn in de grote kernen van Gulpen-Wittem internetcafe’s geopend. Ouderen uit de omgeving kunnen hier gratis kennismaken met de mogelijkheden van de computer en het medium internet. De internetcafe’s zijn gesitueerd in de woonzorgafdeling Karsveld van het Dr. Ackenshuis en in de huiskamers van de vier WoZoCo’s in Wijlre, Eijs, Mechelen en Epen. Sevagram beheert de computers en draag zorg voor het onderhoud. De activiteitenbegeleiding van het Dr. Ackenshuis coördineert het project. Vrijwilligers zijn aanwezig om de ouderen bekend te maken met de computer en hun eventuele vragen te beantwoorden. De computers zijn geschonken. De gemeente draagt bij in de telefoonkosten, printkosten, ontwikkelingskosten ed. De internetcafe’s telden in 2007 circa 70 cursisten tegen 75 in 2005, verdeeld over de vijf locaties. 3.2.3.5. Seniorenprojecten Het seniorenproject is een laagdrempelige zorgvoorziening waar mensen uit een WoZoCo en de directe omgeving twee middagen per week terecht kunnen voor ontspanning, het leggen van sociale contacten en het stellen van (laagcomplexe) zorgvragen. 25
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Ontmoeting en gezelligheid zijn speerpunten binnen het project. De professionele begeleiding van deze huiskamerprojecten vindt plaats onder regie van het Dr. Ackenshuis van Sevagram. Tijdens de bovengenoemde middagen is het huiskamerproject vrij toegankelijk voor bewoners van de vier WoZoCo’s en voor ouderen uit de directe omgeving om gezamenlijk activiteiten te ontplooien. Voorafgaand aan een activiteit bestaat regelmatig de mogelijkheid om een beroep te doen op een ouderenadviseur van de gemeente. Binnen het project worden zowel individueel- als groepsgerichte activiteiten aangeboden. Voorbeelden van individueel gerichte activiteiten zijn: Ondersteuning mantelzorg Spreekuur ouderenadviseur Kennismaking met potentiële cliënten Dienstverlening in crisissituaties Voorbeelden van groepsgerichte activiteiten zijn: Ontspanningsactiviteiten Uitstapjes Ontmoetingscentrum Informatiemiddagen Individueel gerichte zorg in groepsverband (bijv. geheugentraining) De seniorenprojecten bieden gemiddeld plaats aan circa 45 bezoekers. De functie seniorenadviseur, tot 2006 uitgevoerd door Sevagram, is met ingang van 2007 ingevuld in het kader van de WMO. Vanaf 1 januari 2007 is een WMO adviseur in dienst getreden van de gemeente. Deze functionaris houdt ook spreekuur houden in de WoZoCo’s.
26
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
3.2.4. WMO-platform, seniorenraad en ouderenverenigingen Gulpen-Wittem kent een klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van alle 8 seniorenverenigingen uit de kernen van Gulpen-Wittem. Deze klankbordgroep is in het leven geroepen om de samenwerking tussen de seniorenverenigingen onderling en de samenwerking van de toenmalige seniorenraad met de seniorenverenigingen vorm en inhoud te geven. De klankbordgroep vormde de formele achterban van de seniorenraad. De seniorenraad was de schakel tussen de gemeente en de ouderenverenigingen/achterban. Een aantal afspraken waren vastgelegd in een huishoudelijk reglement en een beleidsplan (2005/2006). De klankbord groep is in 2005 en 2006 verschillende keren bijeengeweest. Er is onder meer gesproken over de ontvlechting met de KBO, de samenwerking met Sevagram en de samenwerking bij het organiseren van bindingsactiviteiten. De seniorenraad heeft in samenspraak met de klankbordgroep in 2005 en 2006 een aantal bindingsactiviteiten georganiseerd, waaronder een themabijeenkomst Zorgverzekering , een toneelvoorstelling en een gevarieerd middagprogramma in het kader van de Dag van de ouderen. Deze bindingactiviteiten konden zich verheugen in een grote belangstelling. De seniorenraad is inmiddels met het gehandicaptenplatform opgegaan in het nieuwe WMOplatform, de eigen belangenbehartiger van mensen die zijn aangewezen op de WMO. In de tweede helft van 2008 zullen definitieve afspraken worden gemaakt over de relatie van de gemeente met het WMO-platform en over tijdelijke professionele ondersteuning van dat platform. Figuur 6
Naast het WMO-platform en de klankbordgroep kent de gemeente Gulpen800 800 Wittem 8 seniorenverenigingen (Epen, 700 700 Wahl- Nijswiller, Mechelen, Slenaken, 600 600 Eys, Partij, Wijlre en Gulpen-Reijmerstok). 500 500 In alle kernen zijn gemeenschapsvoorzie400 400 ningen aanwezig waar activiteiten voor 300 300 ouderen worden georganiseerd door de 200 200 seniorenverenigingen. De seniorenvereni100 100 gingen leggen zich toe op het organiseren 00 2001 2005 2007 van activiteiten voor ouderen in de eigen 2001 2005 2007 periode periode kern met een hoofdzakelijk sociaal, recreatief, cultureel karakter. De sociale ontmoeting staat voorop. De seniorenverenigingen tellen naar schatting op dit moment gezamenlijk circa 550 leden. Het ledenaantal van de seniorenverenigingen is de laatste jaren gestaag gedaald. Zo waren op 1 januari 2001 nog circa 750 ouderen lid van een seniorenvereniging. Deze afnemende belangstelling kan voor de deel verklaard worden uit de toename in het aanbod van “concurrerende” organisaties (bijv. activiteiten in de huiskamerprojecten van de WoZoCo’s, sportverenigingen ed). Daarnaast doet zich in toenemende mate de vraag voor in hoeverre het aanbod van de verenigingen nog aansluit bij de wensen van de huidige en toekomstige generatie ouderen. aantal leden aantal leden
Leden Ledenouderenverenigingen ouderenverenigingen
De seniorenverenigingen ontvangen een jaarlijkse gemeentelijke subsidie.
27
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Tabel 8 De ouderenverenigingen en hun leden, stand 2007 Naam ouderenvereniging
leden
Ouderensociëteit Wijlre
50
Ouderensociëteit Reijmerstok-Terlinden
48
Ouderensociëteit Levensvreugd door Vriendschap Mechelen
71
Ouderenvereniging Eendrachtig Samen Eys
50
Ouderenvereniging Onder Ons Epen
48
Ouderenvereniging Wahl-/Nijswiller
46
Seniorenvereniging "Vriendenkring "Partij-Wittem
115
Ouderenvereniging Samen Onderweg Slenaken
54
Seniorenraad Gulpen-Wittem
-
Tot slot heeft de KBO Limburg een eigen afdeling in de gemeente Gulpen-Wittem (afd. Reijmerstok). De KBO houdt zich primair bezig met belangenbehartiging. De afstemming met de seniorenverenigingen en de seniorenraad blijft een punt van bespreking.
Overige voorzieningen /diensten voor ouderen Zonnebloem In alle kernen van de gemeente Gulpen-Wittem is een afdeling van de Zonnebloem gevestigd. Vrijwilligers van de Zonnebloem zijn actief bij het ondersteunen van ouderen en mensen met een handicap en het ontlasten van de mantelzorgers. De Zonnebloem ontvang een jaarlijkse subsidie van de gemeenten. Volwasseneneducatie In het kader van de volwasseneneducatie kunnen ouderen deelnemen aan computercursussen . Deze cursussen worden op locatie verzorgd door Leeuwenborgh Opleidingen. In 2007 hebben 45 inwoners van Gulpen-Wittem, waaronder 8 ouderen, deelgenomen aan dergelijke cursussen. Bibliotheek aan huis “Bibliotheek aan huis” is bestemd voor iedereen die graag leest, maar vanwege leeftijd of gezondheidsomstandigheden niet zelf naar de bibliotheek kan komen. Voor deze service worden geen extra bezorgkosten in rekening gebracht. Het bezorgen gebeurt door een vaste medewerker. Het tijdstip wordt in onderling overleg bepaald. De bezorgdienst wordt door vrijwilligers uitgevoerd. Vrijwillige hulpdienst/algemene hulpdienst De algemene hulpdienst in Gulpen-Wittem houdt zich in hoofdzaak bezig met de bezorging van de warme maaltijden aan zelfstandig wonende ouderen. Daarbij zijn 16 vrijwilligers betrokken. Het blijkt steeds moeilijker te worden om voldoende vrijwilligers te vinden voor deze taak. In 2005 waren er nog 22 vrijwilligers actief. Ouderen die bij de algemene hulpdienst aankloppen voor het laten verrichten van kleine klusjes /onderhoudswerkzaamheden kunnen daarom steeds moeilijker worden tegemoet gekomen.
28
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Trajekt De regionale welzijnsstichting Trajekt levert voor de gemeente Gulpen-Wittem geen directe diensten/voorzieningen op het gebied van het ouderenbeleid. Meer indirect maken ouderen(organisaties) wel gebruik van de door de gemeente ingekochte dienstverlening van Trajekt. Daarbij moeten we denken aan het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) (circa 20 ouderen), het servicepunt vrijwilligers en het opbouwwerk. Op de eerste plaats vinden we ouderen terug bij het Algemeen Maatschappelijk Werk. Daarbij moeten we wel aantekenen dat vooral bij ouderen een zekere mate van gereserveerdheid bestaat wat betreft het hulp zoeken bij het AMW (een gevoel van schaamte; we lossen het zelf wel op). Juist om die reden gaat het AMW steeds meer outreachend werken, d.w.z. gaat naar de mensen toe. Ouderenverenigingen en de vrijwillige hulpdienst kunnen voor advies en ondersteuning aankloppen bij het servicepunt vrijwilligers, gevestigd in de kern Gulpen. In 2007 en 2008 is en wordt de nadruk gelegd op vrijwilligers in de zorg (in het kader van een WMO pilot, deels gefinancierd door de provincie Limburg). De seniorenraad en het gehandicaptenplatform worden ondersteund door een opbouwwerker van de welzijnsstichting Trajekt. Bezien wordt of deze ondersteuning ook na de fusie van beide tot het WMO-platform wordt voortgezet.
Mantelzorg Het regionaal steunpunt mantelzorg en vrijwilligers thuiszorg Maastricht-Mergelland is ondergebracht bij het Rode Kruis in Maastricht. De activiteiten van het steunpunt zijn bedoeld als tijdelijke verlichting van het werk van mantelzorgers, waarmee de druk op deze centrale verzorgers enigszins kan worden weggenomen. In 2007 hebben 38 inwoners uit de gemeente Gulpen-Wittem aangeklopt bij het steunpunt om individuele ondersteuning. Daarnaast krijgen diverse andere mantelzorgers in Gulpen/Wittem tijdens groepsbijeenkomsten, via de Nieuwsbrief van het steunpunt of per telefoon of post ondersteuning. Verder heeft de mantelzorgconsulent van de Heuvellandgemeenten, in het kader van doorverwijzing, regelmatig contact met het Wmo-loket van Gulpen-Wittem, het dr. Ackenshuis, de KBO, Trajekt en Meander. Het steunpunt valt vanaf 2007 onder het WMO regime . Dat betekent dat de financiële middelen overgeheveld zijn naar de gemeenten die vallen onder het werkgebied van het steunpunt. Deze operatie geschiedt in fasen. In aanvang krijgt de gemeente Maastricht waar het steunpunt is gevestigd alle middelen. De middelen moeten echter wel worden ingezet ten behoeve van alle gemeenten in het werkgebied. In de tweede helft van 2008 zal door de gemeente worden onderzocht wat de omvang is van de groep mantelzorgers, welke mantelzorg zij aan partner, familie en bekenden bieden en of zij behoefte hebben aan enige vorm van ondersteuning daarbij.
29
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
HOOFDSTUK 4 EVALUATIE BELEIDSKEUZES 2004-2006
De beleidsvoornemens uit de nota Integraal Ouderenbeleid 2004-2006 zijn in de vorm van een actielijst weergegeven. In dit hoofdstuk zetten we de acties en de beoogde resultaten af tegen de gerealiseerde resultaten. Met andere woorden, wat is er terecht gekomen van de voornemens, welke acties dienen nog gerealiseerd te worden en welke kunnen mogelijk van de actielijst worden geschrapt omdat ze zijn ingehaald door de actualiteit. De voorgenomen acties staan links. Rechts daarvan vermeld welke resultaten in de afgelopen planperiode zijn behaald. 1
2
3
4
5
Voorgenomen actie Product- en resultaatafspraken met VZR (Sevagram) voor het (gesubsidieerde) welzijnspakket van VZR voor burgers van GulpenWittem en afspraken voor 2004-2006 met VZR over instandhouding en uitbreiding van seniorenprojecten /steunpunten.
Resultaat Er is een geaccordeerd productenboek (inclusief financiële paragraaf) voor de producten maaltijdvoorziening, MBVO, sociale alarmering, internetcafé en seniorenprojecten. Het seniorenproject in de WOZOCO Epen is opgestart.
Voorgenomen actie Interne afstemming met de dienst Ruimtelijke Ordening over uitwerking kernenbeleid van lokaal ouderenbeleid; verkenning van de grenzen van de rode contouren; introductie Boekels model.
Resultaat In het jaarlijks prestatieafspraken overleg tussen de gemeente en de woningcorporaties staan de (on)mogelijkheden voor het realiseren van ouderenhuisvesting hoog op de agenda. In het kader van het uitvoeringsprogramma Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) is de lokale uitgangssituatie en de behoefte op het vlak van WWZ in beeld gebracht (dus ook de behoefte aan ouderenhuisvesting). Hierbij is de opgave wat betreft ouderenhuisvesting, maar ook wat betreft welzijn en zorg voor de komende jaren geformuleerd.
Voorgenomen actie Voorbereiden en publiceren van vier artikelen in regionale bladen over wonen (van ouderen) in de kernen van Gulpen-Wittem.
Resultaat De pilot nieuwsvoorziening voor ouderen en mensen met een beperking ‘Thuis en erop uit’ is afgerond. Besloten is deze nieuwsvoorziening voort te zetten voor (voorlopig) de duur van vier jaar, tot 2012.
Voorgenomen actie Interne oriëntatie op toespitsing algemene subsidieverordening voor vrijwilligers ouderenwerk.
Resultaat Er bestaat geen expliciet beleid voor vrijwilligers die zich inzetten voor ouderen. De algemene subsidieverordening zal in 2009 worden herzien en aangepast aan de actualiteit. Vooruitlopend op de ontwikkelingen rond de WMO is de WMO-pilot van start gegaan (medio 2006 tot medio 2008) ‘vrijwilligersondersteuning in het kader van de WMO’. Binnen deze pilot wordt expliciet aandacht geschonken aan het vrijwilligerswerk in de zorg (inclusief de mantelzorg) Resultaat De mogelijkheden voor een bijdrage aan de (kopkosten) zorgwoningen voor ouderen zijn
Voorgenomen actie Interne oriëntatie op bijdrage (kopkosten) zorgwoningen ouderen. 30
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
onderzocht. Dit heeft plaatsgevonden binnen de lokale overlegtafel WWZ. Het gaat hierbij om subsidiemogelijkheden in het kader van het koplopersproject (€15.000 subsidie op de meerkosten per zorgwoning). Feitelijk is deze subsidie nog nergens verstrekt. Bij het project “Looierstraat” is een bijdrage aan de (kopkosten) voor de te realiseren woningen voor ouderen aangevraagd.
6
7
8
9
Voorgenomen actie Ambtelijk voorbereiden van besluiten over vernieuwende voorstellen, voortkomend uit de nota ouderenbeleid
Resultaat Voor 2005, 2006 en 2007 heeft de seniorenraad een projectaanvraag gedaan die door het college van B&W is gehonoreerd. Het project “maatschappelijke participatie” vloeit direct voort uit de nota ouderenbeleid. Door het realiseren van een klankbord, bestaande uit vertegenwoordigers van alle seniorenverenigingen uit GulpenWittem, en het organiseren van zogenaamde bindingsactiviteiten voor senioren beoogt men de maatschappelijke participatie van senioren te bevorderen. De klankbordgroep is een belangrijk overlegorgaan en informatiebron voor de seniorenraad. Het project heeft een vervolg gekregen in 2007.
Voorgenomen actie Oriëntatie op mogelijkheden zorgboerderij
Resultaat De oriëntatie op de mogelijkheden van het starten van een zorgboerderij hebben plaatsgevonden. Dit heeft echter niet geleid tot het opstellen van een interne notitie. Inmiddels zien we dat op een paar plaatsen in de gemeente een dergelijk initiatief van de grond is gekomen en dat er plannen zijn ontwikkeld voor de start van een zorgboerderij voor senioren in Mechelen. Deze initiatieven worden buiten gemeentelijke inspanningen om ontwikkeld. Financiering is vooralsnog een zaak van de AWBZ.
Voorgenomen actie Eén gemeenschappelijke wachtlijst voor alle woningcorporaties in alle kernen van GulpenWittem.
Resultaat Er vindt wel onderlinge afstemming en overleg plaats tussen gemeente en corporaties. Dit heeft echter nog niet geleid tot het samenstellen van een centrale wachtlijst.
Voorgenomen actie Ontwerp protocol gemeente-seniorenraad
Resultaat De seniorenraad heeft na een moeizame periode in 2005 een herstart gekend. De relatie met de gemeente heeft zich in positieve zin ontwikkeld. Er was sprake van een intentieverklaring en de seniorenraad heeft een beleidsplan opgesteld. Er is geen formele samenwerkingsovereenkomst of –protocol. In 2007 is besloten de seniorenraad en het platform gehandicapten te 31
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
fuseren tot het nieuwe WMO-platform. Deze fusie krijgt in 2008 verder zijn beslag.
Voorgenomen actie Verkenning van mogelijkheden voor een lokaal (zorg) loket (ook in relatie tot de WVG, ouderenadviseur en de seniorenprojecten)
Resultaat In het kader van de voorbereidingen op de WMO zijn medio 2006 plannen ontwikkeld voor de vorming van een lokaal (zorg) loket. Er is een WMO loketmedewerker aangesteld (in aanvang voor 1 jaar) die spreekuur houdt in het gemeentehuis, decentraal in de WOZOCO’s en op afspraak naar de mensen toe gaat.
Voorgenomen actie Eerste verkennende beleidsnotitie over collectief vraaggestuurd vervoer (CVV)
Resultaat Er is een beleidsnotitie over het CVV opgesteld. In 2005 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het CVV als alternatief voor de financiële bijdrage aan vervoersgeïndiceerden. Het primaat is komen te liggen bij het CVV. Er heeft inmiddels ook een evaluatie plaatsgevonden van het CVV.
Voorgenomen actie Deelname aan regionaal afstemmingsoverleg WWZ
Resultaat Gulpen-Wittem heeft in de afgelopen planperiode op bestuurlijk niveau geparticipeerd in de regionale overlegtafel WWZ (portefeuillehouder). Op ambtelijk niveau heeft de gemeente GulpenWittem deelgenomen aan het regionaal ambtelijk overleg WWZ. Op lokaal niveau is samengewerkt in de Lokale Overlegtafel WWZ , bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente, de woningcorporaties, Trajekt, Sevagram, Domicura, Groene Kruis, Seniorenraad, gehandicaptenplatform en de vrijwillige hulpdienst. De regionale samenwerking WWZ heeft geleid tot uitvoeringsprogramma’s WWZ (2e editie beslaat de periode 2008-2010), waarin de opgave is geformuleerd op het gebied van wonen, welzijn en zorg voor de komende periode. De gemeente Gulpen-Wittem heeft bij de totstandkoming van het uitvoeringsprogramma de nodige data aangeleverd. De Lokale Overlegtafel WWZ wordt in het licht van de WMO omgevormd tot een WMO klankbordgroep.
13
Voorgenomen actie Verkenning eigen bijdrageproblematiek
Resultaat In de afgelopen planperiode heeft de aandacht voor dit onderwerp nog niet geleid tot een beleidsnotitie met beslispunten. In het kader van de WMO wordt dit onderwerp verder opgepakt.
14
Voorgenomen actie Gebruik subsidiemogelijkheden koploperspi-
Resultaat In 2006 heeft het ministerie van VWS een posi-
10
11
. 12
32
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
15
lot Modernisering AWBZ voor regio Maastricht&Mergelland.
tief besluit genomen over het aanwijzen van de regio’s Parkstad en Maastricht&Mergelland voor de pilot modernisering AWBZ “ruimte voor resultaat” (koploperproject). In de voorliggende plannen worden complexen van zorgwoningen met zorginfrastructuur gepland, waarbij een bedrag van €15.000 ter beschikking wordt gesteld voor de meerjarige dekking van de afschrijvings- en rentekosten voor de noodzakelijke zorginfrastructuur gebonden voorzieningen (de zogenaamde kopkosten). De financiering van de nodige welzijnsdiensten door de doelgroep van de pilot geschiedt ten laste van de subsidieregeling ”diensten bij wonen met zorg” (deze regeling is verbonden met de koploperspilot). In de gemeente Gulpen-Wittem zijn (en zullen) verschillende (geplande) projecten met zorgwoningen (worden) aangemeld voor de koplopersubsidie: Project Looierstraat, Wijlre (woningcorporatie en Radar), Epen (woningcorporatie en Meander) en de nieuwbouwplannen bij het oude Dr. Ackenshuis in de kern Gulpen.
Voorgenomen actie Oriëntatie van het college van B&W op de ontwikkelingen van de WMO en deelname aan bestuurlijk en ambtelijk regionaal overleg Parkstad over de (noodzaak tot) regionale voorbereiding WMO.
Resultaat Gulpen-Wittem is lid van het regionale projectteam Wmo Maastricht en Mergelland.
33
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
HOOFDSTUK 5 UITGANGSPUNTEN OUDERENBELEID 2008-2010 Beeld van de ouder wordende mens We hebben geconstateerd dat het beeld van de oudere inwoner langzaam verandert van een dankbare, afhankelijke zorgvrager in een kritische, zelfstandige consument/cliënt. Daarnaast zien we dat het opleidingsniveau en besteedbaar inkomen van jonge ouderen zich positief ontwikkelt en dat de gezondere levensverwachting toeneemt. Een ontwikkeling die al langer aan de gang is maar de komende jaren nog verder zal doorzetten, is de scheiding tussen wonen en zorg: zorginstellingen zullen zich gaan beperken tot de zorg voor de bewoners, die voor hun huisvesting steeds vaker aankloppen bij de woningbouwcorporaties die eigenaar/beheerder van het pand van de zorginstelling zijn. De belangrijkste conclusie is echter dat ‘de oudere’ niet bestaat. De omstandigheden waarin ouderen verkeren bepalen hun mogelijkheden en beperkingen. Het is daarom de vraag of het ouderenbeleid zich op een zo breed gedefinieerde groep moet richten. Veel ouderen blijven immers heel lang vitaal en hebben voldoende hulpbronnen tot hun beschikking. Zij wijken op veel punten nauwelijks af van de jongere volwassenen. Dit pleit voor een zo gedifferentieerd mogelijk ouderenbeleid. Als er al een reden is voor het voeren van ouderenbeleid is die vooral gelegen in het bestaan van achterstanden op gebieden waar ouderen veel mee te maken hebben. Met andere woorden, het ouderenbeleid zal zich in hoofdzaak richten op de groep kwetsbare ouderen. Wat betekent dit voor het te voeren ouderenbeleid? De toekomstige generatie ouderen is meer dan de huidige opgegroeid met het idee dat je zelf inhoud kan geven aan je leven, eventueel in de vorm van langer participeren op de arbeidsmarkt. Het ouderenbeleid sluit daarop aan door zich veel meer te richten op een zo actief mogelijke tijdsbesteding bij ouderen. Zo kunnen allerlei maatregelen worden getroffen om ouderen langer te laten werken, hun zelfstandigheid te laten behouden en een grotere bijdrage te laten leveren aan de samenleving, bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk of mantelzorg. Meer specifiek zal het ouderenbeleid zich moeten richten op de groep kwetsbare ouderen: ouderen met ernstige lichamelijke beperkingen, psychische problemen, comorbiditeit (voorkomen van twee of meer stoornissen of aandoeningen) en/of een inkomen onder de armoedegrens, een laag opleidingsniveau. Daarnaast zijn er ouderen die niet of nauwelijks deelnemen aan de samenleving terwijl zij dat wel zouden willen. Behalve op ondersteuning van kwetsbare groepen dient het beleid ook gericht te zijn op het voorkomen van het ontstaan van kwetsbaarheid gedurende de levensloop.
Uitgangspunten voor lokaal ouderenbeleid De uitgangspunten voor het ouderenbeleid voor de huidige coalitieperiode 2006-2010 blijven grotendeels ongewijzigd ten opzichte van de voorafgaande coalitieperiode. De bestuurlijke visie van de huidige coalitie en een aantal hiervoor beschreven ontwikkelingen en trends leiden slechts tot een paar accentverschuivingen. Voor het overige blijven de uitgangspunten zoals verwoord in de Nota Ouderenbeleid 2004-2006 actueel. Hieronder noemen we de belangrijkste uitgangspunten voor het ouderenbeleid 2008-2010. Het belangrijkste uitgangspunt voor het ouderenbeleid 2008-2010 is de mondige burger die zo lang mogelijk de regie over het eigen leven wil blijven voeren. De gemeente biedt steun aan ouderen daar waar deze in een kwetsbare positie terechtkomen. De gemeente creëert de voorwaarden en omstandigheden waarmee ouderen hun eigen verantwoordelijkheden inhoud kunnen geven. Hierbij geldt: algemeen waar mogelijk, specifiek waar nodig.
34
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Ouderen moeten zo lang mogelijk in de vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen, waarbij zowel het ouderenhuisvestingsbeleid als het zorg- en welzijnsbeleid dit ondersteunen. Veel pleit dan ook voor een wijk- en kerngerichte aanpak. Anderzijds zijn overwegingen van schaalgrootte en doelmatigheid in het geding. Hier geldt het credo: in de kern wat kan en gemeentelijk wat moet.
De issues die spelen bij het ouderenbeleid vragen om een integrale en vraaggerichte aanpak. Het is voor een samenhangend ouderenbeleid in ieder geval wenselijk dat er directe verbindingen worden gelegd tussen aanpalende beleidsterreinen (bijvoorbeeld het gehandicaptenbeleid, het lokaal gezondheidsbeleid, het sportbeleid en het volkshuisvestingsbeleid). Het zou zo moeten zijn dat bij alle gemeentelijke taken en beleidsvelden automatisch rekening wordt gehouden met de belangen van ouderen.
Steeds meer ouderen worden thuis oud. Intramurale zorg wordt omgezet in zorg buiten de muren. Dat kan alleen maar slagen indien er voldoende voor ouderen geschikte woningen voorhanden zijn. Bij nieuwbouw dient er dan ook gestreefd te worden naar voldoende levensloopbestendige woningen. Daarbij dient ook het aspect van de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid aandacht te krijgen.
Grote aandacht wordt gevraagd voor de aanpassing van de bestaande woningvoorraad. Vooral in een gemeente als Gulpen-Wittem is het aandeel eigen woningbezit onder ouderen erg hoog. De bewoner kiest in de regel om in deze woning te blijven wonen, aanpassingen liggen niet zonder meer voor de hand. Bewustwording van de kwaliteit van de huidige woning lijkt dan gewenst.
Lokaal ouderenbeleid beperkt zich niet tot wonen en zorg. Het bevorderen van het welzijn van burgers, ook als prikkel om aan het maatschappelijke leven te blijven deelnemen, maakt daarvan deel uit. Het welzijnsbeleid moet gericht zijn op het inrichten van duurzaam leefbare kernen, op basis van volwaardige participatie van alle inwoners in relatie tot een krachtige sociale infrastructuur. Door middel van een gericht welzijnsbeleid wordt de binding van burgers aan het beleid en de samenleving bevorderd. Kwalitatieve doelstellingen zijn ondermeer: het opzetten van een breed zorgloket binnen de gemeente (in het kader van de WMO), een gericht minimabeleid en het stimuleren van de inzet van vrijwilligers.
Het lokale ouderenbeleid richt zich in hoofdzaak op een zo actief mogelijke tijdsbesteding bij ouderen. Meer specifiek zal het ouderenbeleid zich moeten richten op de groep kwetsbare ouderen.
Behalve op ondersteuning van kwetsbare groepen dient het beleid ook gericht te zijn op het voorkomen van het ontstaan van kwetsbaarheid gedurende de levensloop door de inzet van preventieve activiteiten (bijv. gezondheidsbevorderende activiteiten).
Een relatie tussen het integraal ouderenbeleid, de WMO en de Wet Werk en Bijstand WWB ligt voor de hand. Onderdeel van de overeenkomst met zorgaanbieders voor het bieden van huishoudelijke verzorging is de zogenaamde 5% Social Return, waarbij tot 5% van het personeel dat voor huishoudelijke verzorging wordt ingezet, vanuit de bijstand via scholing naar de arbeidsmarkt wordt toegeleid.
35
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
HOOFDSTUK 6 BELEID 2008-2010 In dit laatste hoofdstuk vertalen we de beleidsuitgangspunten en –voornemens naar een actielijst voor de huidige coalitieperiode. Deels gaat het hier om een voortzetting van bestaand beleid, deels om nieuw beleid. Bij het nieuw beleid worden ook de al door de raad goedgekeurde initiatieven vermeld. A. Bestaand beleid Bij bestaand beleid gaat het enerzijds om activiteiten die in 2008 worden voortgezet, anderzijds om activiteiten die zijn ‘blijven liggen’. Bedoeld worden activiteiten die zijn opgenomen in de actielijst 2004-2006, maar die nog niet tot uitvoering zijn gebracht. Bij deze laatste activiteiten geldt als voorwaarde dat ze nog steeds actueel zijn en derhalve de moeite waard om uitgevoerd te worden. Voorgenomen actie 1 Productafspraken met SEVAGRAM voor de welzijnsdiensten van SEVAGRAM voor de inwoners van Gulpen Wittem.
Voorgenomen actie 2 Resultaatafspraken Trajekt
Voorgenomen actie 3 Ontwerp protocol samenwerking relatie gemeente seniorenraad: 2007 Voorgenomen actie 4 Oriëntatie op mogelijkheden zorgboerderij en alternatieve vormen van ouderenhuisvesting (inwonen bij kinderen, kangoeroewoning.) Voorgenomen actie 5 Alert blijven op de mogelijke inzet subsidieregeling Koploperspilot en Diensten wonen met Zorg.
6
Voorgenomen actie Overleg met collega’s volkshuisvesting en 36
Resultaat 2008 Voor 2008 worden de volgende producten afgenomen van SEVAGRAM: warme maaltijdvoorziening, sociale alarmering, Meer Bewegen voor Ouderen, Internetcafé, Seniorenprojecten in de WoZoCo’s Voor de periode 2009 – 2010 wordt de inkoop opnieuw bezien in het licht van de WMO prestatievelden. Resultaat 2008 Bij Trajekt is met ingang van 2007 een nieuw systeem van resultaatafspraken geïntroduceerd. In plaats van de inkoop uren maatschappelijk werk of jongerenwerk is zo concreet mogelijk aangegeven welke resultaten we van Trajekt verwachten en met welke indicatoren deze resultaten gemeten dienen te worden. De te behalen resultaten zijn geformuleerd aan de hand van de negen prestatievelden van de WMO. Deze omslag in denken gaat niet van de ene op de andere dag. 2007 was een overgangsjaar, waarin de resultaatbeschrijvingen nog concreter zullen worden gemaakt en wordt bezien op welke wijze de effect metingen het meest effectief kunnen geschieden. In de periode 2008 – 2010 zal de inkoop van welzijnsdiensten bij Trajekt conform de nieuwe systematiek verder worden verfijnd. Resultaat 2008 Voor de relatie van de gemeente met het nieuw opgerichte WMO-platform wordt een samenwerkingsprotocol opgesteld. Resultaat 2008 In 2008 zal interne notitie worden voorbereid.
Resultaat 2008 Met VWS wordt overleg gevoerd over vereenvoudiging van de terugbetaling van kosten voor zorginfrastructuur en over voortzetting van de subsidieregeling Diensten bij Wonen met Zorg. Resultaat 2008 Gemeenschappelijke wachtlijst.
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
woningbouwcorporaties om tot een gemeenschappelijke wachtlijst te komen. Voorgenomen actie 7 Monitoring opgave ouderenhuisvesting
B.
Resultaat 2008 In de gemeente Gulpen-Wittem wordt in tegenstelling tot de rest van de regio de capaciteit beschermd wonen tot 2015 niet afgebouwd. Sterker nog het aantal verzorgingsplaatsen wordt met 3 uitgebreid en het aantal verpleeghuisplaatsen met 41. De woningbehoefte voor verzorgd wonen in de periode tot 2010 wordt geschat op max. 28 en voor verspreid zelfstandig wonen op max. 149. De totale bouwplannen van de gemeente zijn voldoende om aan deze opgave tegemoet te komen. De monitoring zal gedurende de hele planperiode noodzakelijk blijven
Nieuw beleid
Voorgenomen actie 8 WMO
Resultaat 2008 De nieuw te entameren activiteiten in het kader van de WMO zijn niet exclusief bedoeld voor de doelgroep ouderen. Wel is het zo dat de WMO doelgroep voor een groot bestaat uit ouderen, vooral als het gaat om de verstrekking van individuele voorzieningen zoals huishoudelijke verzorging en vervoersvoorzieningen. 2007-2008: invulling geven aan de één loket gedachte (centraal loket, spreekuur op locatie, digitaal loket, telefonische bereikbaarheid, huisbezoek op afspraak), deelname aan bestuurlijk/ambtelijk regionaal overleg (mogelijkheden tot samenwerking en afstemming), instellen van een WMO klankbordgroep, opstellen van de nota WMO Gulpen-Wittem 2008-2011: alle welzijnsvoorzieningen WMOproof maken (het algemene welzijnsbeleid zal aan de negen WMO prestatievelden worden getoetst; dit kan leiden tot een gewijzigde inkoop) Meer hierover in het uitvoeringsprogramma WMO 2008 dat binnenkort zal worden vastgesteld. Resultaat 2008 In het kader van de WMO wensen de Heuvellandgemeenten een beeld te krijgen van de noodzakelijke steunstructuur voor het vrijwilligerswerk in de zorg (inclusief mantelzorg). Hiervoor is het project “Vrijwilligersondersteuning in het kader van de WMO” ontwikkeld. De insteek daarbij is een beeld te krijgen wat een steunstructuur voor vrijwilligerswerk in de zorg behelsd en hoe deze steunstructuur structureel gekoppeld kan worden aan de steunstructuur voor vrijwilligerswerk in het kader van ontmoeting, vrije tijd en sport. De steunstructuur heeft tot doel het vrijwilligerswerk zodanig te ondersteunen dat het bij kan dragen aan een vitale samenleving.
Voorgenomen actie 9 WMO pilot vrijwilligersondersteuning
37
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Voorgenomen actie 10 WMO-adviseur .
Voorgenomen actie 11 Thuis en Eruit
Het project wordt uitgevoerd door de afdeling vrijwilligersondersteuning Trajekt. De vrijwilligersconsulent werkt vanuit een centrale accommodatie en is ambulant aan de slag. Ondersteuningsvragen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties (de zgn. reguliere vrijwilligersondersteuning) zullen, daar waar mogelijk, in het project worden ingebed. Voor dit project is een provinciale subsidie verstrekt. Als cofinanciering zet de gemeente Gulpen-Wittem haar reguliere middelen vrijwilligersondersteuning Trajekt in. Het project loopt van medio 2006 tot medio 2008. Op basis van een grondige evaluatie wordt in de tweede helft van 2008 bezien of voortzetting zinvol en of voor de kosten financiering kan worden gevonden. Resultaat 2008 In een steeds complexer wordende samenleving vervult de WMO-adviseur een belangrijke rol. Hij draagt bij aan het zo lang mogelijk zelfstang kunnen blijven functioneren van ouderen. De gemeente heeft in het kader van de WMO een belangrijke taak op het terrein van het verschaffen van informatie, advies en cliëntondersteuning aan haar burgers. Hieraan kan de WMO-adviseur belangrijk bijdragen. De taak van de WMO-adviseur valt uiteen in: informatie, advies en cliëntondersteuning signaleren, doorverwijzen en actieve bemiddeling begeleiden bij procedure aanvrage WMOvoorzieningen Vanaf 1 januari 2007 beschikt de gemeente over een WMO-frontofficemedewerker die ook als adviseur optreedt. De medewerker zal ook spreekuur houden in de WoZoCo’s. Daarnaast kan hij op afspraak preventieve huisbezoeken afleggen bij hoogbejaarden Resultaat 2008 Dit jaar zullen de volgende activiteiten worden ontplooid: Voortzetten van de redactieraad, bestaande uit vertegenwoordigers van senioren en mensen met een beperking, onder voorzitterschap van een professionele kartrekker, aan te stellen door de gemeente; De redactie verzorgt eenmaal per twee maanden de nieuwskrant ‘Thuis en Eruit, gratis voor alle 65+ers en mensen met een beperking in de gemeente; De nieuwskrant bevat vooral lokaal nieuws, maar bevat ook regionale en/of landelijke ontwikkelingen, ideeën, interviews in het kader van wonen, welzijn en zorg en biedt een platform aan verenigingen en organisaties om zich te presenteren; Het digitaal beschikbaar stellen van de nieuwskrant. 38
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Voor dit project is een provinciale subsidie verstrekt. De gemeente treedt op als cofinancier. Het project loopt tot eind 2008. Overwogen wordt om, bij een positieve evaluatie onder lezers, het blad ook in latere jaren voort te zetten. Voorgenomen actie Resultaat 2008 12 Maatschappelijke stage leerlingen voortgezet Dit project kent de volgende doelstellingen: onderwijs in samenhang met het ouderenbe- Een bijdrage leveren aan het overbruggen leid van de kloof tussen generaties; Een bijdrage leveren aan het zo lang mogelijk zelfstandig wonen van ouderen en hun mogelijkheden te participeren in de samenleving; Vrijwilligersorganisaties helpen aan jonge vrijwilligers en; Het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van jongeren. In 2007 is met succes een proef gehouden met een beperkt aantal leerlingen van de hoogste klassen van HAVO/VWO van Sophianum. De ervaringen uit de pilot worden in 2008 meegenomen in een grootschalige implementatie onder alle leerlingen uit de bovenbouw HAVO/VWO. Scholen kunnen een tegemoetkoming van het Rijk ontvangen in de kosten van coördinatie en organisatie van de maatschappelijke stage. De gemeente zal de kosten dekken van de introductie van het project onder ouderen en ouderenorganisaties en –verenigingen. Daarnaast zijn middelen nodig voor het verzorgen van introductielessen en het geven van voorlichting op de school over het doen van vrijwilligerswerk en actief burgerschap. Ook zijn middelen nodig voor het opzetten en actueel houden van een “bemiddelingspunt” tussen vraag en aanbod. De kosten van deze maatschappelijke stage worden grotendeels gedragen voor het ministerie van O&W. De gemeente kan bijdragen in de niet gedekte kosten die het bezoek aan ouderen en ouderenorganisaties met zich meebrengt. Voorgenomen actie Resultaat 2008 13 Eetpunt Op dit moment krijgen circa 55 ouderen een warme maaltijd of een koelvers maaltijd aan huis bezorgd door vrijwilligers. Eetpunten voor ouderen zijn in Gulpen-Wittem een relatief onbekend fenomeen. Gezamenlijk een maaltijdgebruik kan ouderen uit een sociaal isolement halen. Een groep ouderen vindt het gezellig om met anderen de maaltijd te gebruiken. Daarnaast is het belangrijk dat ouderen minimaal een paar keer per week een gezonde warme maaltijd gebruiken. In 2008 wordt een proef gehouden met een eetpunt in een van de kernen van de gemeente. De proef heeft als doel: Tegengaan van vereenzaming / sociaal isolement, en Bevorderen mogelijkheden voor participatie. 39
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Voorgenomen actie 14 Bouw verpleeghuis Vivre aan oostingang Gulpen
Voorgenomen actie 15 Fusie seniorenraad en gehandicaptenplatform tot WMO-platform.
Voorgenomen actie 16 Proef met inkomensafhankelijke bijdrage bij een van de welzijnsdiensten (maaltijden, alarmering, MBvO, e.d.); tijdens proefperiode handhaven huidige aanbod tegen huidige prijs. Welzijnsdiensten moeten toegankelijk zijn en blijven voor alle burgers. Voorgenomen actie 17 5% social return huishoudelijke verzorging
Voorgenomen actie 18 Internetcafe’s (voor ouderen) in de kernen
Voorgenomen actie 19 Cursussen ouderen gebruik pc en internet, met als doel: Bevorderen maatschappelijke participatie ouderen en; Ouderen leren toegang te krijgen tot een schat aan informatie via het web, waardoor ze zelf antwoorden kunnen zoeken voor een groot aantal vragen. Voorgenomen actie 20 Campagne oudere eigenaar – bewoner door gemeente en lokale campagnevoerende organisatie, met inzet van vrijwilligers. Model en instrumentarium voor campagne is beschikbaar.
40
Eetpunten zijn bestemd voor ouderen die: Niet meer zelf boodschappen kunnen doen; Niet meer zelf kunnen koken, o.a. vanwege slechte gezondheid; Nooit geleerd hebben om een maaltijd te bereiden en het gezellig vinden om met anderen te eten. Als deze proef aanslaat zal in de periode 2009 – 2010 het aantal eetpunten stapsgewijs worden uitgebreid. Resultaat 2010 Kleinschalig verpleeghuis (ca. 50 plaatsen) voor chronische somatiek en eventueel kleine groep zorgwoningen. Past in behoeftemodel zorgkantoor ZL voor uitbreiding verpleeghuisplaatsen. Gemeente wil meewerken aan realiseren van dit verpleeghuis. Resultaat 2008 WMO-platform is het platform voor de belangenorganisatie van burgers die zijn aangewezen op WMO-voorzieningen. Gemeente wil tot 2010 de ontwikkeling en uitbouw van dit platform faciliteren. Resultaat 2008 Systeem van inkomensafhankelijke eigen bijdrage aan kosten van alle welzijnsdiensten per 2009; naar analogie van WMO-voorzieningen.
Resultaat 2009 Inzet van WWB-mensen, via toeleiding en scholing, in de inzet voor huishoudelijke verzorging HHV op grond van artikel 3.14 van het programma van eisen aanbesteding WMO, tot maximaal 5% van alle huishoudelijke hulp. Resultaat 2008 Voortzetting bijdrage in exploitatiekosten; steun voor zoeken naar sponsorgelden voor aanschaf nieuwe configuraties. Resultaat 2008 Bijdrage in de kosten van pc-cursussen van ouderen bij Leeuwenborgh. Optie om op termijn het gebruik via eigen inkomensafhankelijke bijdrage of via participatiefonds te stimuleren.
Resultaat 2008-2009 Bewustwording bij oudere eigenaar – bewoner van risico’s in en om woning en noodzaak tot aanpassing (80% van alle ouderen is eigenaar van woning; 21% van alle woningen in GulpenWittem is eigendom van 65-plusser). Geen ongewenst extra beslag op WMO-voorzieningen.
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Voorgenomen actie 21 Stimuleren cliëntinitiatieven, bindingsactiviteiten Voorgenomen actie 22 Stille armoede en gericht minimabeleid, niet specifiek categoriaal gericht op ouderen, maar functioneel op te onderscheiden doelgroepen. Gemeentelijk beleid vastgelegd in regeling ‘participatiefonds’ en kadernota ‘armoedebeleid’ (beide zijn door de Raad in juli 2008 vastgesteld) Voorgenomen actie 23 Heroriëntatie op gemeentelijk ‘kleine kernenbeleid’ en op gewenst voorzieningenpeil voor (ook) ouderen; ook in relatie tot bevolkingskrimp. Voorgenomen actie 24 Pilot beweegactiviteiten voor mensen met diabetes mellutis (ouderdomssuiker).
Voorgenomen actie 25 Samenhangende zorg kwetsbare ouderen
Voorgenomen actie 26 Ondersteuning mantelzorgers
Voorgenomen actie 27 Onderzoek behoefte lokale ondersteuning mantelzorgers
41
Resultaat 2008-2009 Bijdrage in de kosten van de dag van de oudere 2008, 2009 en 2010; tijdens planperiode bezien of steun na 2010 gewenst blijft. Resultaat 2008-2009 Toegenomen deelname door (ook) ouderen aan maatschappelijke activiteiten.
Resultaat 2008-2009 Pilot levensloopbestendigheid van kernen tot 2020
Resultaat 2008-2009 Bijdrage in de kosten van de pilot ‘cursus bewegen voor mensen met diabetes mellitus’, met methodiekbeschrijving en bekostigingsgrondslag. Resultaat 2008-2009 Vanuit de beleidsverantwoordelijkheid voor lokaal gezondheidsbeleid bevorderen en zo nodig faciliteren dat huisartsen, praktijkondersteuners, wijkverpleegkundigen en paramedici gestructureerd preventief actief zijn voor kwetsbare ouderen. Resultaat 2008-2009 Het regionale steunpunt Mantelzorg biedt aan mantelzorgers in Gulpen-Wittem individuele en groepsgewijze ondersteuning, trainingen en cursussen, bestaande uit informatie en advies, ontlastende begeleiding, belangenbehartiging, praktische hulp en ontspanningsactiviteiten. De activiteiten van het steunpunt worden gefinancierd uit WMO-gelden. Resultaat 2008-2009 Feitelijk inzicht in de behoefte aan steun bij mantelzorgers in Gulpen-Wittem en een concreet voorstel voor lokale organisatie van deze ondersteuning.
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
BELEIDSMATRIX Items Interactie doelgroep
Levensloopbestendig wonen
Beleidsuitgangspunten 2004-2006 Gemeentelijk ouderenbeleid moet tot stand komen door interactie met de doelgroep. De seniorenraad is belangrijk adviesorgaan voor gemeente.
Beleidsplan 2004-2006 Relatie gemeente en senioren krijgt formele basis, bestaande intentieverklaring zal van nadere uitwerking worden voorzien (protocol of samenwerkingsovereenkomst.
Gemeente zet in op levensloopbestendig wonen
Veel wordt verwacht zorgboerderij
Ook zien of ouderen via inwoonregeling op grondgebied eigen kinderen kunnen wonen.
Evaluatie 2004-2006 Seniorenraad kent na moeizame periode in 2005 herstart. Relatie met gemeente heeft zich positief ontwikkeld. Voor 2005-2007 heeft gemeente project ‘maatschappelijke participatie’ van seniorenraad, om klankbordgroep te vormen, bestaande uit vertegenwoordigers van seniorenverenigingen en voor organiseren van zogenaamde bindingsactiviteiten. Oriëntatie op mogelijkheid zorgboerderij leidde niet tot actie. Inmiddels zijn enkele initiatieven van de grond is gekomen en is er een plan voor zorgboerderij senioren in Mechelen. Financiering is zaak van AWBZ Geen actie ondernomen
Bij nieuwbouw wordt minstens het Bouwbesluit 2003 en Woonkeurmerk toegepast. Ook meer woningen in beschutte sfeer (zorgwoningen), die aan strengere eisen voldoen.
Afstemming met afdeling RO over uitwerking kernenbeleid van lokaal ouderenbeleid; verkenning van de grenzen van de ‘rode contouren’
Behoefte aan geschikte woningen voor ouderen wordt geraamd op 210 woningen in 2010. Met bestaande bouw-
In jaarlijks prestatieafspraken overleg gemeente-corporaties staan mogelijkheden van ouderenhuisvesting op agenda. In
42
College 2010
2006-
Ontwikkelingen Komst WMO vraagt om bundeling van categoriale belangenbehartigers tot één platform en dus fusie seniorenraad en gehandicaptenplatform om belangen WMOgebruikers te behartigen.
Beleidsuitgangspunten 2006-2010 Faciliteren WMO-platform
Beleid 20062010 Budget voor ondersteuning WMO-platform tot 2011.
-
-
-
-
-
Het gaat om creëren van mogelijkheid zelfstandige bijwoning door wijziging bestemmingsplannen buitengebied Bijdrage zorgwoningen ouderen. Verwacht wordt dat de woningstichting Gulpen en Sevagram voor hun ouderenwoningen een aanvrage bij rijk doen voor tegemoetkoming in meerkosten voor zorginfrastructuur in de complexen Looiersstraat en voormalig Dr. Ackenshuis Plannen voor geschikte woningen worden trager uitgevoerd dan gepland; uitstel tot 2 jaar (uit regi-
Oriëntatie op zin en nut van deze bestemmingsplanwijziging, in licht nieuwe wet RO op 1-7-2008
College legt accent op betaalbare huisvesting voor ouderen, jongeren en starters. Bij nieuwbouw kiezen voor voldoende levensloopbestendige woningen.
Meer ouderen worden thuis oud. Intramurale zorg wordt omgezet in zorg buiten de muren. Kan alleen slagen als er voldoende voor ouderen geschikte woningen zijn. Bij nieuwbouw kiezen voor Woonkeur. Ook letten op verkeersveiligheid en sociale veiligheid
Realiseren van aantallen geschikte woningen voor ouderen.
Gebruik rijksregeling mogelijk tot 1-1-2009. Bezien of toepassing ISV-3 en BLS mogelijk is.
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Items
Integrale aandacht
Beleidsuitgangspunten 2004-2006
Beleidsplan 2004-2006 en verbouwplannen tot 2010 kunnen we voldoen aan behoefte. In kleine kernen onvoldoende mogelijkheden om voldoende woningen te bouwen. In combinatie met terugloop van voorzieningen, zorgdragen voor goede vervoers- en maaltijdvoorziening. Met corporaties zorgen dat wachtlijsten op elkaar af gestemd worden zodat woningzoekende ouderen beste aanbod kan worden gedaan.
Evaluatie 2004-2006
Vervoer
Onderzoek haalbaarheid collectief vervoer
Integrale aandacht voor ouderen vraagt om coördinatie van inzet partners in de sectoren wonen, welzijn en zorg. De gemeente zal samen met partners de regisserende rol vervullen.
Samenwerkingsverband ouderen (SVOGS) wordt omgevormd tot lokale overlegtafel WWZ.
Er is een beleidsnotitie over het CVV opgesteld. In 2005 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het CVV als alternatief voor de financiële bijdrage aan vervoersgeïndiceerden. Het primaat is komen te liggen bij het CVV. Inmiddels is de CVV voor het eerst geëvalueerd. Op lokaal niveau is samengewerkt in de Lokale Overlegtafel WWZ, bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente, de woningcorporaties, Trajekt, Sevagram, Domicura, Groene Kruis, Seniorenraad, gehandicaptenplatform en de vrijwillige hulpdienst. De Lokale Overlegtafel WWZ wordt in het licht van de WMO omgevormd tot een WMO klankbordgroep.
Lokaal ouderenbeleid is meer dan zorgbeleid. Gemeente moet aandacht hebben voor ook welzijn, bevorderen maatschappelijke participatie en goede
Resultaatafspraken maken met welzijnsorganisaties. Verwachte toename behoefte maaltijdvoorziening, sociale alarmering en meer bewegen voor ouderen.
43
College 2010
2006-
uitvoeringsprogramma WWZ is uitgangssituatie en behoefte aan ouderenhuisvesting beschreven Kleine kernenbeleid gemeente lijkt grenzen te hebben bereikt. In licht van grotere demografische druk en krimp bevolking huidige kleine kernenbeleid heroverwegen.
Ontwikkelingen
Beleid 2010
2006-
onale monitor zorgwoningen Maastricht en Mergelland 2008) Krimp in alle kernen van Gulpen-Wittem. Demografische druk zorgt voor sterke toename van ouderen in alle kernen.
Dit heeft echter nog niet geleid tot samenstellen van centrale wachtlijst.
Product- en resultaatafspraken met Sevagram voor het (gesubsidieerde) welzijnspakket van Sevagram voor burgers van GulpenWittem en afspraken voor 20042006 met Sevagram over in-
Beleidsuitgangspunten 2006-2010
Centraal punt voor woningzoekenden
Collectief vraagafhankelijk vervoer op maat moet mobiliteit ouderen verzekeren.
-
Voortzetting
Bezien of ook nietgeïndiceerden (volledig tarief) ook van CVV gebruik kunnen maken
Sociale infrastructuur wordt in samenhang met andere beleidssectoren onderhouden door doelgroepenbeleid, beleid in deelsectoren en voorzieningen per kern. Vaste overlegstructuur met relevante partners. Ouderen moeten lang in vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen, ondersteund door ouderenhuisves-
WMO-beleid zorgt voor noodzaak ombouw lokaal WWZ-overleg tot WMO-klankbordgroep.
In WMO-klankbordgroep ook aandacht voor ontwikkeling huisvesting doelgroep
Gemeente overlegt regelmatig met logische partners in de WMOklankbordgroep over ontwikkelingen, beleid en samenhang.
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Items
Beleidsuitgangspunten 2004-2006 huisvesting.
Beleidsplan 2004-2006 MBvO activiteiten hebben duidelijk preventief effect. Activiteiten krijgen structurele basis. Uitgangspunt om in geschikte kern wijksteunpunt annex seniorenproject te realiseren.
Uitzien naar verbeteringen warmemaaltijdvoorziening. Vrijwilligers zijn sociale component bij maaltijdbezorging, maar capaciteit neemt af. Onderzoeken of bezorging door professionals via koelversmaaltijd alternatief is. Bij personenalarmering rekenen met prijsverhoging; gelijke tred houden met tarieven omliggende gemeenten. SEVAGRAM is eigenaar van meldkamers, maar niet overal de oproepkracht. In de planperiode 2004-2006 dient de samenwerking tussen de organisaties goede vormen te krijgen, zodat ouderen bij deze voorziening zo min mogelijk met verschillende partijen van doen zullen hebben.
44
Evaluatie 2004-2006 standhouding en uitbreiding van seniorenprojecten/steunpunten. Er is een geaccordeerd productenboek (met financiële paragraaf) voor de producten maaltijdvoorziening, Mbvo, sociale alarmering, internetcafé en seniorenprojecten. Het seniorenproject in de WOZOCO Epen is opgestart
Prijs blijft stabiel
College 20062010 ting en zorg- en welzijnsbeleid. Ouderen moeten zelfstandig keuzes kunnen maken, uitgaande van voldoende voorzieningen voor zorg, woningtoewijzing, vervoer, ed.
Ontwikkelingen
Beleidsuitgangspunten 2006-2010
Het aandeel koelversmaaltijden neemt toe, ten koste van de warme maaltijd thuis. Een eetpunt lijkt een welkome aanvulling op het bestaande aanbod.
De maaltijdvoorziening zal in 2009 worden geëvalueerd. In die evaluatie zullen ook de resultaten met eetpunten en de proef met inkomensafhankelijke bijdrage worden betrokken. Oriëntatie op een regionaal dekkend systeem van alarmering en alarmopvolging.
Beleid 2010
2006-
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Items
Beleidsuitgangspunten 2004-2006
Beleidsplan 2004-2006
Evaluatie 2004-2006
Gemeente stimuleert computergebruik onder ouderen. gemeente zal bijdrage leveren aan internetcafés voor ouderen.
College 2010
2006-
In afgelopen planperiode heeft aandacht voor dit onderwerp niet geleid tot beleidsnotitie met beslispunten. In kader van WMO wordt onderwerp verder opgepakt.
Ontwikkelingen Krimp in alle kernen van Gulpen-Wittem. Demografische druk zorgt voor sterke toename van ouderen in alle kernen.
Gemeente treft maatregelen voor veiligheid burger. Bij inrichting openbare ruimte verdient dit extra aandacht.
Creëer veilige leefomgeving, vooral sociale veiligheid speelt belangrijke rol. Stimuleer inzet vrijwilligers.
inkomenspositie ouderen
Gelet op inkomenspositie van veel ouderen en het niet-gebruik van voorzieningen die kunnen bijdragen aan lastenverlichting zal in planperiode extra aandacht zijn voor voorlichting aan ouderen.
Samenhang in visie en inzet gemeente
Streven naar samenhang in visie en inzet van gemeentelijke diensten en derden, o.a. door één portefeuillehoudend wethouder voor ouderenbeleid en
Voeren van gericht inkomensbeleid via gemeentelijke kadernota armoedebeleid
Kadernota 3 juli vastgesteld
Beleidsuitgangspunten 2006-2010 Lokaal ouderenbeleid beperkt zich niet tot wonen en zorg. Het bevorderen van het welzijn van burgers, ook als prikkel om aan het maatschappelijke leven te blijven deelnemen, maakt daarvan deel uit. Het welzijnsbeleid moet gericht zijn op het inrichten van duurzaam leefbare kernen op basis van volwaardige participatie van alle inwoners in relatie tot een krachtige sociale infrastructuur. Door middel van een gericht welzijnsbeleid wordt de binding van burgers aan het beleid en de samenleving bevorderd. Kwalitatieve doelstellingen zijn ondermeer: het opzetten van een breed zorgloket binnen de gemeente (in het kader van de WMO), een gericht minimabeleid en het stimuleren van de inzet van vrijwilligers.
Beleid 2010
Proef met inkomensafhankelijke bijdrage voor flankerende dienst ouderen
Als proef slaagt dan overwegen om gehele welzijnspakket inkomensafhankelijk te maken, conform WMOvoorzieningen
Integrale en vraaggerichte aanpak, met directe verbindingen tussen aanpalende beleidsterreinen, zoals gehandicaptenbeleid, lokaal gezondheidsbe-
45
2006-
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Items
Informatie advies
en
Beleidsuitgangspunten 2004-2006 projectmatig samenwerken. Goede informatievoorziening voor alle burgers, met belangrijke rol voor centraal loket en steunpunten in de kernen.
Regionale samenwerking
Regionale samenwerking is belangrijk, zie bijvoorbeeld de regionale woonvisie en de WMO.
Voorzieningen in de kernen
De gemeente streeft naar het behoud van een zo hoog mogelijk voorzieningenniveau in zoveel mogelijk kernen. Deze voorzieningen vormen samen een netwerk.
Beleidsplan 2004-2006
Evaluatie 2004-2006
College 2010
2006-
Onderdeel van voorbereiding op de WMO is medio 2006 plan ontwikkeld voor de vorming van een lokaal (zorg) loket. Een WMO loket medewerker aangesteld, die spreekuur houdt in het gemeentehuis, decentraal in de WoZoCo’s en op afspraak naar de mensen toe gaat. Gulpen-Wittem heeft op bestuurlijk niveau geparticipeerd in de regionale overlegtafel WWZ (portefeuillehouder). Op ambtelijk niveau heeft de gemeente Gulpen-Wittem geparticipeerd in het regionaal ambtelijk overleg WWZ. De regionale samenwerking WWZ heeft geleid tot uite voeringsprogramma’s WWZ (2 editie beslaat de periode 20062010), waarin de opgave is geformuleerd op het gebied van wonen, welzijn en zorg voor de komende periode. De gemeente Gulpen-Wittem heeft bij de totstandkoming van het uitvoeringsprogramma de nodige data aangeleverd.
Opzet van een breed zorgloket binnen de gemeente, in het kader van de WMO
Beleidsuitgangspunten 2006-2010 leid, sportbeleid en volkshuisvestingsbeleid.
Beleid 2010
2006-
Voortzetting van een lichte regionale samenwerkingsstructuur WWZ; versterking lokale samenwerking
Cruciaal bij kernenbeleid is het verankeren van de zorg en het welzijn (wonen, welzijn en zorg) in de kernen. Het welzijnsbeleid moet gericht zijn op inrichten van duurzaam leefbare kernen met volwaardige participatie inwoners en sociale infrastruc-
46
Ontwikkelingen
Deelname van ouderen aan activiteiten in wijkaccommodaties komt hier en daar onder druk te staan doordat sommige accommodaties slecht toegankelijk zijn en andere ontmoetingsruimtes worden gesloten.
Ouderen kunnen zo lang mogelijk in vertrouwde omgeving blijven wonen, het ouderenhuisvestingsbeleid als het zorg- en welzijnsbeleid ondersteunen dit. Dit pleit voor wijk- en kerngerichte aanpak. Credo: in de kern wat kan en gemeentelijk wat moet. Bereikbare en toegankelijke wijkvoorzieningen.
In 2010 is bereikbaarheid en toegankelijkheid van wijkaccommodaties gewaarborgd. Mede door inzet van de ruimtes van de steunpunten.
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Items
Subsidie prikkel
Beleidsuitgangspunten 2004-2006
Beleidsplan 2004-2006
Evaluatie 2004-2006
als
College 20062010 tuur Subsidies moeten gebruik ouderen van sport, recreatie en ontspanning bevorderen.
Ontwikkelingen
Gelden voor preventie vrijmaken
Mondige kwetsbare burgers
en
Voorlichting
Voorbereiden en publiceren van vier artikelen in regionale bladen over wonen (van ouderen) in de kernen van Gulpen-Wittem. De publicaties over wonen van ouderen in Gulpen -Wittem zijn niet verschenen. In het kader van het WWZ-project “Opzetten van schriftelijke en digitale nieuwsvoorziening voor senioren en mensen met een beperking” wordt dit onderwerp opnieuw opgepakt. Dit project is op 1 januari 2007 van start gegaan. Inmiddels zijn vier uitgaven verschenen.
47
Lezersonderzoek van ‘Thuis en erop uit’ laat zien dat voortzetting van dit blad gewenst is.
Beleidsuitgangspunten 2006-2010 Het lokale ouderenbeleid richt zich in hoofdzaak op een zo actief mogelijke tijdsbesteding bij ouderen. Meer specifiek zal het ouderenbeleid zich moeten richten op de groep kwetsbare ouderen Behalve op ondersteuning van kwetsbare groepen dient het beleid ook gericht te zijn op het voorkomen van het ontstaan van kwetsbaarheid gedurende de levensloop door de inzet van preventieve activiteiten (bijv. gezondheidsbevorderende activiteiten). De mondige burger wil zo lang mogelijk regie over eigen leven blijven voeren. De gemeente biedt steun aan kwetsbare ouderen en creëert voorwaarden waarmee ouderen hun eigen verantwoordelijkheden inhoud kunnen geven. Periodieke informatie over voor ouderen relevante onderwerpen
Beleid 2010
2006-
Steun aan preventieve maatregelen die ziekte voorkomen of in vroeg stadium opsporen
Vierjaarlijkse verschijning van Thuis en erop uit.
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Items Vrijwilligers
Beleidsuitgangspunten 2004-2006
Beleidsplan 2004-2006 Onderzoek naar extra prikkel voor vrijwilligers (organisaties) die zich voor ouderen inzetten. Door stimuleringsregeling vrijwilligerswerk (TSV) worden tijdelijk mogelijkheden financiële steun vrijwilligersorganisaties vergroot.
48
Evaluatie 2004-2006 Gemeentelijke subsidieverordening is in 2007 herzien en aangepast aan de actualiteit. De TSV is beëindigd.
College 2010
2006-
Ontwikkelingen
Beleidsuitgangspunten 2006-2010
Beleid 20062010 Onderzoek, in kader van WMO, naar vindplaatsen vrijwilligers en hun lokale ondersteuningsbehoefte
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
49
Ouderenbeleid in Gulpen Wittem 2008 – 2010
Bijlage: Inzet begroting Gulpen-Wittem doelgroep ouderen 2008 Alleen die zaken zijn genoemd die rechtstreeks ten goede komen aan de doelgroep ouderen.
Begroting 2008 Uitgave
Budget begroting incidenteel 2008 uit reservefonds 7.000
Maatschappelijke stage en ouderen Eetpunten
4.000
Stimuleren cliëntinitiatieven
4.000
Stimuleren PC gebruik
4.000
Welzijnsproducten SEVAGRAM 1 Subsidies WMO-platform
156.656
2
680
Algemene hulpdienst
1.851
Zonnebloem
4.378
Nieuwe Projecten ouderenwerk (o.a. campagne oudere eigenaar – bewoner Project maatschappelijke participatie (extra uren opbouwwerk Trajekt) Ondersteuning Trajekt WMO-platform 3 Thuis en erop uit Totaal
8.000 2.500 5.639 25.000 215.704
1 = maaltijdvoorziening, sociale alarmering, MBvO, internetcafe’s, seniorenprojecten in de WoZoCo’s, bijdrage exploitatielasten gemeenschappelijke ruimtes WoZoCo’s 2= bedrag dat eerder begroot was voor de seniorenraad. Een nieuwe bijdrage voor het WMOplatform moet nog worden vastgesteld 3 = maakt deel uit van de totale opdracht aan Trajekt van € 359.000 in 2008
50
8.000