Registratie code : 11b.00914
Nota ouderenbeleid gemeente Veere 2011-2015.
2
Inhoudsopgave. Hoofdstuk.
Pagina.
Hoofdstuk 1. Inleiding. Hoofdstuk 2. Het Veerse beleid voor de komende jaren 2.1. Veerse visie ouderenbeleid 2.2. Doelgroepen Veers ouderenbeleid 2.3. Uitgangspunten Veers ouderenbeleid 2.4. Thema’s en speerpunten Veers ouderenbeleid Hoofdstuk 3. Vrije tijd/welzijnsactiviteiten Hoofdstuk 4. Leefstijl en gezondheid Hoofdstuk 5. Hulp en ondersteuning Hoofdstuk 6. Wonen en woonomgeving Hoofdstuk 7. Mobiliteit en connecties Hoofdstuk 8. De speerpunten en actiepunten op een rij Hoofdstuk 9. Financiële consequenties
3 4 4 4 5 5 6 8 10 12 14 16 19
3
Hoofdstuk 1. Inleiding. Voor u ligt de nota ouderenbeleid. Deze nota beschrijft de activiteiten die de gemeente de komende jaren gaat ondernemen voor de oudere inwoners. De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 30 september 2010 de startnotitie Ouderenbeleid vastgesteld. Hierin worden de ontwikkelingen geschetst die aanleiding geven voor een nieuwe visie op ouderenbeleid. Het betreft: - vergrijzing; - aandachtspunten ouderen in de gemeentelijke Woonvisie 2010-2015; - pakketmaatregelen AWBZ; - de benoeming van de doelgroep in het beleidsplan Wmo, met name in relatie met stille sociale armoede; - inwerkingtreding artikel 5a Wet publieke gezondheidszorg; - project ketenzorg ouderen Walcheren. Daarnaast blijkt uit onderzoek en trendstudies dat de groep ouderen verandert. Er is geen sprake (meer) van een homogene groep, die alleen al vanwege haar leeftijd het stempel “kwetsbaar” mag hebben. Enkele kenmerken van de “nieuwe ouderen” zijn: - het opleidingsniveau is gestegen; - de inkomenspositie is gestegen; - zij zijn mondiger, regelen zelf hun zaakjes en willen zelf uitmaken hoe zij leven; - zij zijn gericht op transparantie, hebben behoefte aan goede informatie; - zij zijn betrokken individualistisch. Aan de andere kant komt er door de vergrijzing een steeds grotere groep kwetsbare ouderen. Kwetsbaar door specifieke ouderdomsziekten als dementie of door vereenzaming. Daarnaast speelt bij de “oudere ouderen” (vanaf 75 jaar) ook een laag inkomen soms een rol. Het gemeentelijk beleid en het aanbod van voorzieningen moet afgestemd worden op de ontwikkelingen en op de wensen en behoeften van de nieuwe generatie ouderen. De gemeenteraad van Veere heeft daarom besloten het ouderenbeleid te vernieuwen. Op 3 maart heeft de raad de Kadernota Ouderenbeleid gemeente Veere vastgesteld. Hierin staan de speerpunten voor de komende jaren. De speerpunten uit de kadernota worden uitgewerkt in voorliggende beleidsnota. Hoofdstuk 2 beschrijft het beleid voor de komende jaren op hoofdlijnen. Doel, doelgroep, thema’s en speerpunten komen hierin aan de orde. In hoofdstuk 3 tot en met 7 worden de thema’s uitgewerkt. Van ieder thema wordt aangegeven welke relevante ontwikkelingen er zijn, wat het huidige beleid/de huidige voorzieningen zijn en wat de actiepunten voor de komende jaren zijn. Hoofdstuk 8 geeft een overzicht van de actiepunten gerangschikt naar speerpunt. Hoofdstuk 9 gaat globaal in op de financiële consequenties. De beleidsvoornemens die in deze nota worden beschreven, kunnen slechts slagen als zij samen met uitvoerende organisaties worden ontwikkeld en uitgevoerd. Ook de betrokkenheid van burgers is onmisbaar voor het welslagen van beleid. De activiteiten zullen dan ook samen met organisaties en burgers vormgegeven worden. Deze beleidsnota heeft enige overlap met de kadernota. Daar waar nodig zullen teksten of gegevens uit de kadernota dan ook in de beleidsnota herhaald worden. Wij zullen beleid en activiteiten continu evalueren. Daar waar nodig zullen activiteiten aangepast of toegevoegd worden. Na 2 jaar wordt de raad een tussenrapportage voorgelegd.
4
Hoofdstuk 2. Het Veerse beleid voor de komende jaren: doel, doelgroep, thema’s en speerpunten. In de reeks startnotitie, kadernota, beleidsnota staan de volgende vragen centraal: 1. welke bestaande voorzieningen worden op dit moment aan ouderen aangeboden? 2. in welke mate zijn deze voorzieningen doeltreffend en complementair aan elkaar? 3. welke ontbrekende voorzieningen zijn er die ter aanvulling door de gemeente gestimuleerd moeten worden? De eerste twee vragen zijn grotendeels in de kadernota beantwoord. Deze beleidsnota geeft antwoord op de tweede (deels) en derde vraag. 2.1. Veerse visie ouderenbeleid. De gemeente Veere wil dat al haar inwoners gezond blijven en actief aan de samenleving deelnemen. Daarnaast wil de gemeente dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Allereerst wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid of zelfredzaamheid van ouderen en de zorg voor elkaar. Het is van belang om te kijken wat de oudere nog wel kan. Waar dit niet meer mogelijk is en ouderen kwetsbaar worden, wordt ondersteuning geboden. Daarnaast wil de gemeente zo lang mogelijk voorkomen dat mensen van de ondersteuning gebruik moeten maken door in te zetten op preventie. 2.2. Doelgroepen Veers ouderenbeleid. De manier waarop mensen ouder worden, verschilt van persoon tot persoon. Dit, gecombineerd met steeds grotere differentiatie in leefstijlen maakt dat het nodig is ook in het beleid te differentiëren. Toch is het voor de uitvoering handig om in een beleidsnota een doelgroep te definiëren. Meer uitgaande van de vragen/behoeften van de ouderen zelf en de conclusie dat de doelgroep ouderen geen homogene groep betreft, kan deze grote groep ouderen grofweg worden ingedeeld in vitale en minder vitale (kwetsbare) ouderen. Kenmerken van vitale ouderen zijn: - kunnen zelfstandig functioneren en participeren in de samenleving; - zijn gezond; - hebben veelal voldoende inkomen om in het levensonderhoud en het onderhouden van sociale contacten te kunnen voorzien. Kenmerken van minder vitale (kwetsbare) ouderen zijn: - een zwakkere positie in de samenleving; - hebben meerdere ziekten/gebreken (een minder goede gezondheid); - hebben vaak minder inkomen; - hebben vaak minder sociale contacten. In onderstaande tabel is het aantal Veerse ouderen per 1 januari 2011 opgenomen. Absoluut aantal 55 60 65 70 75 80
– 59 jaar – 64 jaar – 69 jaar – 74 jaar – 80 jaar jaar en ouder
1685 1892 1393 1098 850 1126
% van totaal aantal inwoners 7,7% 8,6% 6,4% 5,0% 3,9% 5,1%
Uit deze tabel blijkt dat 9% van de Veerse inwoners 75 jaar of ouder is. 36,7% van de Veerse inwoners is 55 jaar of ouder. Geschat wordt dat ongeveer 27% van de mensen van 65 jaar en ouder kwetsbaar genoemd kan worden ¹. Vertaald naar Veere zouden dat ongeveer 1.206 mensen zijn. 1Kwetsbare ouderen, SCP, februari 2011.
5
2.3. Uitgangspunten Veers ouderenbeleid. Bovenstaande visie en doelgroepenbepaling leiden tot de volgende uitgangspunten voor het ouderenbeleid voor de komende jaren: - acties voor de doelgroep kwetsbare ouderen richten zich vooral op het bieden van concrete ondersteuning; - acties voor de doelgroep vitale ouderen richten zich op het realiseren van de randvoorwaarden voor het behouden van de zelfredzaamheid (preventie). Vooral het informeren van deze ouderen over hun mogelijkheden speelt een rol; - beleid wordt uitgevoerd in samenspraak met de doelgroepen (uitvoeren met ipv voor inwoners. Deze uitgangspunten zijn mede gestoeld op “welzijn nieuwe stijl” en komen ook terug in het bestuursakkoord tussen rijksoverheid en gemeenten. 2.4. thema’s en speerpunten Veers ouderenbeleid. In de kadernota worden kaders gesteld rondom een vijftal thema’s, te weten:vrije tijd/welzijnsactiviteiten, leefstijl en gezondheid, hulp en ondersteuning, wonen en woonomgeving en mobiliteit en connecties. Per thema is één speerpunt voor kwetsbare en één speerpunt voor vitale ouderen geformuleerd. In de volgende hoofdstukken worden de thema’s en speerpunten verder uitgewerkt. In de kadernota zijn de volgende speerpunten per thema opgenomen: Thema
Speerpunt vitale ouderen
Vrije tijd
Creëren van samenhang in regulier (commercieel) aanbod
Leefstijl en gezondheid
Ontwikkeling van initiatieven ten behoeve van preventief onderzoek in relatie tot gezondheid Stimuleren van inzet van actieve ouderen ten goede aan de ondersteuning van kwetsbare ouderen
Hulp en ondersteuning
Wonen en woonomgeving
Mobiliteit en connecties
Continuering van de opplusregeling en ontwikkeling van informatievoorziening ter bevordering van nemen van eigen verantwoording ten aanzien van huisvesting Mogelijk maken dat sociale netwerken kunnen worden onderhouden
Speerpunt kwetsbare ouderen Ter ondersteuning van het doel dat inwoners langer zelfstandig blijven wonen, het bestaande aanbod vernieuwen en afstemmen op de behoefte van de doelgroep Ontwikkeling van nieuw aanbod van activiteiten voor mensen met specifieke ziektes/aandoeningen Ontwikkelen van activiteiten ten behoeve van dagopvang en dagbesteding in samenhang met intramurale activiteiten Om langer zelfstandig wonen mogelijk te maken ondersteunende thuisactiviteiten ontwikkelen die aansluiten op de behoefte Optimalisering van een goede bereikbaarheid van voorzieningen met behulp van inzet van vrijwilligers
6
Hoofdstuk 3. Vrije tijd/welzijnsactiviteiten. Speerpunten: Kwetsbare ouderen: ter ondersteuning van het doel dat inwoners langer zelfstandig blijven wonen, het bestaande aanbod vernieuwen en afstemmen op de behoefte van de doelgroep. Vitale ouderen: creëren van samenhang in regulier (commercieel) aanbod. Met het ouder worden, wordt vaak ook de vrije tijd groter. Ouderen bouwen langzaam hun arbeidsleven af en zoeken naar een invulling van de vrije tijd die dan ontstaat. Het invullen van de vrije tijd heeft naast recreatieve doeleinden ook andere functies, zoals zelfontplooiing en ontmoeting. Actieve en sociale activiteiten blijken een positief effect op de geestelijke en fysieke gezondheid te hebben. Het aanbod van mogelijke vrijetijdsinvullingen is binnen onze gemeente ruim en divers. Het gaat onder meer om: - activiteiten binnen de zorgcentra (kaartmiddag, zang, bloemschikken, spel, modeshow etc.); - activiteiten via de Stichting Welzijn Veere en daarbij behorende commissies welzijn ouderen (reizen, biljarten, koersbal, cursussen, open tafels, soos etc.); - activiteiten via ouderenbonden (o.a. reizen); - activiteiten via kerken; Daarnaast zijn ouderen ook lid van verenigingen die niet specifiek op ouderen zijn gericht. Uit gesprekken met deskundigen en uit onderzoeksgegevens is gebleken dat: - het aantal inwoners dat nooit deelneemt aan groepsactiviteiten toeneemt naarmate men ouder wordt; - er een terugloop in deelname aan bestaande ouderenactiviteiten waarneembaar is; - de nieuwe generatie ouderen weinig gebruik maakt van klassieke ouderenactiviteiten; - het huidige aanbod versnipperd is; - een deel van de inwoners niet weet waar zij terecht kan voor activiteiten. Duidelijk is dat de behoeften veranderen. Activiteiten als uitgaan, lekker eten, fotografie, theater en reizen zullen de traditionele activiteiten meer en meer gaan vervangen. Ook zullen de activiteiten met wekelijkse verplichtingen plaats maken voor éénmalige of thematische/projectmatige activiteiten. En tenslotte zullen activiteiten via nieuwe sociale media als internet belangrijker worden. Gelet op de speerpunten en de onderzoeksgegevens, zullen wij de komende periode de volgende acties inzetten: 1. Wij ontwikkelen samen met de Stichting Welzijn Veere, SVRZ, Zorgstroom en Woonburg een activiteitenplan voor de gehele gemeente. Hiertoe is reeds een “overleg welzijnsactiviteiten” ingericht. Dit overleg zal gevraagd worden een plan te ontwikkelen, waarbij rekening gehouden moet worden met de volgende uitgangspunten: - de activiteiten moeten aansluiten bij de veranderende behoeften. Scoop voert in opdracht van de provincie momenteel een onderzoek uit naar de leefwijze van toekomstige senioren. Dit rapport komt in de tweede helft van 2011 uit en kan gebruikt worden bij de ontwikkeling van activiteiten; - er moet aandacht zijn voor nieuwe media als internet, maar ook omgang met mobiele telefoons en andere apparatuur; - de nadruk moet liggen op activiteiten voor kwetsbare ouderen; - het uitgangspunt blijft dat de gemeente initiatieven faciliteert van ouderen zelf (vraaggericht). Ouderen worden betrokken bij de vormgeving van het aanbod; - onderzocht moet worden welke eigen bijdrage ouderen aan activiteiten kunnen leveren;
7
-
het plan dient per kern de activiteiten weer te geven, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke structuur van de kern en de netwerken daarbinnen; - landelijke subsidiebronnen dienen waar mogelijk aangeboord te worden; - geprobeerd moet worden activiteiten aan te bieden die de dagbehandeling en de dagopvang kunnen vervangen en die een gestructureerd dagritme bieden; - er moet zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van bestaande gebouwen (dorpshuizen enz.). Het plan zal uiteindelijk in een omvorming moeten voorzien: huidige activiteiten die onvoldoende aan de behoefte voldoen, maken plaats voor nieuwe activiteiten. 2. Wij zullen ouderen informeren over de bestaande mogelijkheden in het vrije tijdsaanbod. Het bestaande aanbod wordt inzichtelijk gemaakt. Zo kunnen ouderen, maar ook (commerciële) aanbieders zien welke activiteiten aangeboden worden. Aanbieders kunnen hun aanbod op elkaar en de markt afstemmen. Met uitvoerende organisaties en burgers overleggen wij over de wijze waarop dit het beste vorm kan krijgen. Gedacht kan worden aan een gidsje, het linken van websites, internet (bijv. digitale nieuwsbrief) e.d.
8
Hoofdstuk 4. Leefstijl en gezondheid. Speerpunten: Kwetsbare ouderen: ontwikkeling van nieuw aanbod aan activiteiten voor mensen met specifieke ziektes/aandoeningen. Vitale ouderen: ontwikkeling van initiatieven ten behoeve van preventief onderzoek in relatie tot gezondheid. Gezond zijn – en vooral gezond blijven – is voor ouderen een belangrijke voorwaarde om aan de samenleving deel te nemen. Ouderdom komt met gebreken en een ziekte of beperking overkomt mensen. Toch kan gezondheid ook deels beïnvloed worden door factoren zoals overgewicht, ongezonde voeding en te weinig beweging. Ook andere persoonlijke factoren zoals vaardigheden in het omgaan met ziekte en de motivatie om sociaal te blijven functioneren, spelen een rol. Omdat deze factoren zo’n sterke invloed hebben op de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van mensen, juist wanneer zij chronisch ziek zijn of beperkingen hebben, is het van belang om hier aandacht aan te besteden. In onze gemeente wordt een aantal sport- en beweegactiviteiten aangeboden, bijvoorbeeld fietsen, Meer bewegen voor Ouderen, GALM, gymnastiek, jeu de boules, volksdansen, badminton, volleybal, zwemmen, tafeltennis, tai chi, koersbal en Nordic Walking. Het exacte aanbod gericht op ouderen met een chronische ziekte of beperking is niet bekend. Ook op andere terreinen dan sport en bewegen is in onze gemeente aandacht voor gezondheid. Zo is er op Walcheren de ketenzorg dementie. Hierin werken verschillende zorgaanbieders samen om de benodigde ondersteuning van de dementerende en zijn/haar omgeving zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Iedere cliënt krijgt een vaste “casemanager”. Deze is ervaren op het gebied van dementie en geeft informatie en advies. De case-manager coördineert de zorg- en hulpverlening. Ook voor mensen die een beroerte hebben gehad bestaat een soortgelijke ketenzorg. De Stichting Welzijn Veere organiseert samen met de ouderenbonden voorlichtingsbijeenkomsten over gezondheid, bijvoorbeeld over alcohol of slaapmiddelen. Op 1 juli 2010 is artikel 5a van de Wet publieke gezondheid in werking getreden. Hierin zijn vijf taken geformuleerd voor gemeenten. De wettekst luidt: 1. het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de ouderengezondheidszorg. 2. ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college in ieder geval zorg voor: a. het systematisch volgen en signaleren van de gezondheid van ouderen en gezondheidsbevorderende en –bedreigende factoren; b. het ramen van de behoeften aan zorg; c. vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen; d. het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding; e. het formuleren van maatregelen om gezondheidsbedreigingen te beïnvloeden. De gemeenten in Zeeland hebben de GGD gevraagd onderzoek te doen naar de huidige uitvoering van dit artikel. Verder heeft de GGD speerpunten voor de gemeenten geformuleerd, waar de komende jaren het accent op zal liggen. Ouderenzorg is zo’n speerpunt. Werkgroepen met deelnemers vanuit gemeenten en de GGD gaan de speerpunten concreet uitwerken. Daarnaast voert de GGD momenteel een onderzoek uit naar het preventieve beleid wat gemeenten voeren en waar accenten voor de toekomst kunnen liggen. Uit gesprekken met deskundigen en uit onderzoeksgegevens is gebleken dat: - 1/3 van de inwoners tussen de 60 en 80 en 2/3 van de inwoners ouder dan 80 jaar last heeft van 1 of meerdere langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps; - het beweegaanbod voor ouderen met een chronische aandoening gering is;
9
-
30% van de inwoners in de leeftijd van 71 t/m 80 jaar niet aan de norm voor gezond bewegen voldoet; de helft van de inwoners van 65 jaar en ouder te kampen heeft met overgewicht.
Als gemeente willen wij de komende jaren inzetten op het bieden van een aanbod voor mensen met een beperking/chronische ziekte en op preventie. Gelet op de wettelijke verplichting, de speerpunten en de onderzoeksgegevens, zullen wij de komende periode de volgende acties inzetten: 1. Wij brengen de behoeften en het huidige sport- en beweegaanbod voor mensen met een beperking/chronische ziekte in kaart. 2. Vervolgens overleggen wij met verenigingen de mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuw aanbod. 3. Wij passen De sportwijzer aan zodat er geselecteerd kan worden op senioren of doelgroepen (bijv. mensen met een speciale aandoening). Op de website van de gemeente Veere staat de sportwijzer. Hier kunnen inwoners zien welk sportaanbod er in de diverse kernen is. Wij kijken of de sportwijzer aangepast kan worden, zodat ouderen in één oogopslag kunnen zien welk aanbod er voor hun is. 4. Wij onderzoeken de mogelijkheden van een sportpas voor ouderen. Met een sportpas kunnen ouderen kennismaken met diverse sporten. 5. Samen met uitvoerende organisaties voeren we de beweegkuur in. Diabetes is de vierde meest voorkomende ziekte onder ouderen. De helft van de Veerse inwoners van 65 jaar en ouder heeft overgewicht. Het ministerie van VWS heeft in 2006 gepleit voor effectief gezondheidsbeleid door middel van ketenaanpak op lokaal niveau. Hierop heeft het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen de beweegkuur ontwikkeld. De beweegkuur houdt een jaar lang individuele leefstijladvisering in (op het gebied van voeding, bewegen en gedrag). Bij de uitvoering werken diverse organisaties samen, zoals de GGD, gemeente en welzijnsorganisaties. Doel is dat de beweegkuur per 1 januari 2012 wordt opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering. Voor de uitvoering in Veere zoeken we aansluiting bij bestaande activiteiten en structuren op het gebied van leefstijl. 6. Wij volgen het project ketenzorg ouderen en brengen daarin wensen vanuit gemeentelijk beleid in. De Walcherse huisartsen hebben een werkwijze ontworpen waardoor kwetsbaarheid en achteruitgang bij 75+ers eerder opgemerkt en behandeld kunnen worden. Huisartsen sturen een vragenlijst naar hun patiënten om hun kwetsbaarheid in beeld te brengen. Gebleken is dat 80% de vragenlijst terugstuurt. De vragenlijsten worden geanalyseerd. Ouderen met een bepaalde score krijgen een bezoekje van een casemanager. Gekeken wordt welke hulp mensen nodig hebben. De casemanager en de huisarts maken vervolgens een behandelplan. Ouderen kunnen met al hun vragen over gezondheid of bv. aanvragen van thuiszorg of Wmo-voorzieningen terecht bij hun huisarts. De ketenzorg heeft nu nog de vorm van een project. In onze gemeente draait dit project in Westkapelle. Wij willen onderzoeken in hoeverre dit project succesvol is (resultaten zijn eind 2011 bekend) en of dit project en het vraagpunt Veere elkaar kunnen versterken. 7. In de gemeente worden een aantal bijeenkomsten georganiseerd waar ouderen gedurende een dagdeel een gezondheidscheck en voorlichting over gezondheid krijgen. Actie 1 tot en met 5 komen overeen met de accenten in de sportnota.
10
Hoofdstuk 5. Hulp en ondersteuning. Speerpunten: Kwetsbare ouderen: ontwikkelen van activiteiten ten behoeve van dagopvang en dagbesteding in afstemming en samenhang met intramurale activiteiten. Vitale ouderen: stimuleren van inzet van actieve ouderen ten goede aan de ondersteuning van kwetsbare ouderen. Vanaf 1 januari 2013 zal de AWBZ-functie begeleiding in twee fasen naar gemeenten worden overgeheveld. Onder de functie begeleiding gaan vele activiteiten schuil. In het kader van het ouderenbeleid gaat het vooral om de dagopvang. Dit is opvang gedurende een dag in de week. De oudere verlaat dan die dag het huis om samen met andere ouderen de dag door te brengen. Enerzijds wordt zo de thuissituatie ontlast, anderzijds wordt door het samenzijn het hebben van sociale contacten bevorderd. Tijdens de dagopvang worden diverse activiteiten aangeboden. De rijksoverheid is van mening dat dergelijke activiteiten beter op gemeentelijk niveau, zo dicht mogelijk bij de burger, kunnen worden vormgegeven. Voor de vormgeving van de dagopvang is op Zeeuws niveau een werkgroep ingesteld. De uitgangspunten die uit deze werkgroep naar voren komen, zullen input zijn voor de werkgroep welzijnsactiviteiten voor ouderen. Daar waar de gemeente op goede wijze dagopvang voor kwetsbare ouderen vorm moet geven, is er aan de andere kant een steeds grotere groep vitale ouderen die iets voor anderen kunnen en willen betekenen. Om dit vrijwilligerspotentieel te kunnen benutten, moet er op een andere wijze naar vrijwilligers gekeken worden. Op dit moment gaan organisaties en verenigingen er vaak vanuit dat de vrijwilliger in dienst staat van de cliënt, betrokken is bij de organisatie en een verbintenis voor langere tijd aan gaat. De huidige en toekomstige vrijwilligers hebben echter andere wensen. Zij willen persoonlijke ontplooiing, hun eigen tijd kunnen indelen en ze verlangen erkenning en waardering voor hun werk. Om toekomstige ouderen te binden, moeten zij gerichter worden aangesproken op hun persoonlijke overtuiging en belangen. In Veere is er een aanbod aan activiteiten in het kader van de dagopvang. Naast de intramurale voorzieningen is er gezamenlijk eten, de open tafels (hiervan maakten in 2010 1081 mensen gebruik) de welzijnsbezoeken door de welzijnsadviseurs, mantelzorgondersteuning, maaltijdvoorziening en de steunpunten vrijwillige thuishulp (eenzaamheidsbezoeken). Mensen met een bijstandsuitkering worden jaarlijks geattendeerd op de mogelijkheden die het minimabeleid biedt. Ook voor ouderen die vrijwilligerswerk willen doen, zijn er legio mogelijkheden. Vrijwel alle verenigingen hebben gebrek aan vrijwilligers. Daarnaast kunnen zij zich via de Stichting Welzijn Veere inzetten als welzijnsadviseur of als organisator van activiteiten. Uit gesprekken met deskundigen en uit onderzoeksgegevens is gebleken dat: - 25% van de inwoners tussen de 70 en 80 jaar behoefte heeft aan dagopvang of dagactiviteiten; - inwoners van 80 jaar en ouder behoefte hebben aan hulp bij sociale contacten; - het aanbod van intra- en extramurale activiteiten geen op elkaar afgestemd geheel vormt; - de Stichting Welzijn Veere steeds meer signalen over eenzaamheid en depressie onder ouderen krijgt; - ouderen niet altijd de weg weten naar voorzieningen; - 40% van de Veerse ouderen vindt dat zij een lokaal geïntegreerd netwerk heeft (nauw contact familie en buurt, wonen jaren in dezelfde gemeenschap, elkaar helpen staat hoog in het vaandel); - vooral mensen met alleen een AOW-uitkering weinig gebruik maken van de minimaregelingen van de gemeente. Als gemeente willen wij de behoeften van kwetsbare ouderen koppelen aan het potentieel van vitale ouderen. Op deze wijze moet een samenhangende ondersteuningsstructuur ontstaan.
11
Gelet op de speerpunten en de onderzoeksgegevens, zullen wij de komende periode de volgende acties inzetten: 1. Wij doen onderzoek om zo de behoefte aan dagopvang te meten. Om de AWBZ-taak begeleiding over te kunnen nemen, is het noodzakelijk dat de behoefte aan dagopvangvoorzieningen en –activiteiten in beeld is. Wij zullen in beeld brengen hoe groot de (toekomstige) doelgroep is en aan welke activiteiten zij behoefte heeft. Voor het aanbod van activiteiten zie ook onder hoofdstuk 3, actiepunt 1. 2. Voor de overgang van de AWBZ-taak naar gemeenten zoeken wij afstemming met de andere Zeeuwse gemeenten. 3. Via de reguliere en nieuwe informatiekanalen geven wij extra bekendheid aan de activiteiten die er voor ouderen zijn. 4. Mensen met alleen een AOW-uitkering maken wij persoonlijk attent op de minimaregelingen. Mensen met een chronische ziekte en een inkomen tot maximaal 110% van de bijstandsnorm, kunnen per jaar € 250 krijgen ter compensatie van de extra kosten die men in verband met een chronische ziekte moet maken. Daarnaast kunnen mensen met een minimuminkomen in aanmerking komen voor een sociaal-culturele bijdrage. Deze bedraagt € 115 per jaar. Het is ons niet bekend waarom mensen met een AOW-uitkering zo weinig gebruik maken van deze regelingen. Wij zullen dit in kaart brengen en vervolgens gerichte informatie verstrekken. 5. Met de Stichting Welzijn Veere, ouderenbonden/belangenverenigingen en Manteling overleggen wij over mogelijkheden mensen met elkaar te verbinden. Mensen ervaren in onze gemeente vaak een hechte gemeenschap. Wij willen randvoorwaarden scheppen om dit te behouden. Daarnaast is het belangrijk een netwerk te creëren voor mensen die hier niet over beschikken. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan educatie voor en door ouderen, koffiemaatjes. Cursussen en activiteiten worden gekoppeld aan eigen initiatieven van senioren. Uitvoerende senioreninitiatieven moeten worden ondersteund. De jeugdraad Veere heeft ook aangegeven dat jongeren bereid te zijn hulp aan ouderen te bieden. Dit zullen wij verder met de jeugdraad vormgeven. Doel is een samenhangende ondersteuningsstructuur te creëren. Veel organisaties vullen nu een stukje van de puzzel in (Gilde, SWV, Manteling enz.). Afstemming ontbreekt echter en soms is de benadering nog sterk aanbodgericht. Dit staat haaks op de wens van vrijwilligers zich flexibel en tijdelijk in te zetten. Het potentieel van ouderen moet gekoppeld worden aan de vraag. Wij zullen per kern een aantal vitale ouderen benaderen om te verkennen hoe vitale ouderen ingezet kunnen worden ter ondersteuning van minder vitale ouderen. 6. Met de Stichting Welzijn Veere voeren we het project “Voor elkaar, in de buurt” in. Het project “Voor elkaar, in de buurt” is een preventieprogramma waarbij vitale ouderen worden uitgenodigd en in staat worden gesteld om een activiteit voor minder vitale ouderen te organiseren. De initiatiefnemer bepaalt zelf wie en op welke manier hij ouderen uit de buurt betrekt bij een activiteit. De initiatiefnemer krijgt, indien noodzakelijk, ondersteuning op praktisch gebied en een financiële bijdrage.
12
Hoofdstuk 6. Wonen en woonomgeving. Speerpunten: Kwetsbare ouderen: om langer zelfstandig wonen mogelijk te maken ondersteunende (thuis)activiteiten ontwikkelen die aansluiten op de behoefte. Vitale ouderen: continuering van opplusregeling en ontwikkeling van informatievoorziening ter bevordering van nemen van eigen verantwoording ten aanzien van huisvesting. Ouderen wonen steeds langer thuis. Deels komt dit door ontwikkelingen als extramuralisering, maar deels ook omdat ouderen zelf graag zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven wonen. En dit het liefst in het dorp waar ze altijd hebben gewoond. Om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen, moeten, waar nodig, aanvullende ondersteuning of voorzieningen worden aangeboden. Niet alleen de geschiktheid van de woning, maar ook het veilig kunnen bewegen in en om het huis, maakt dat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Voor het geschikt maken van de woning kent onze gemeente de opplusregeling. Bij de opplusregeling krijgen inwoners advies en informatie over het aanpassen van de huidige woning. Daarnaast kunnen zij voor deze aanpassingen een stimuleringsbijdrage ontvangen van maximaal € 1.200. Deze regeling wordt samen met Woonburg uitgevoerd. Mensen die ondersteunende thuisactiviteiten nodig hebben, kunnen een beroep doen op de Stichting Welzijn Veere of Manteling. Vrijwilligers bieden via deze organisaties hulp als boodschappen doen, klusjes in en om het huis en afleggen gezelligheidsbezoekjes. De Stichting Welzijn Veere geeft de cursus valpreventie. Hier krijgen deelnemers inzicht in de oorzaken van vallen, de gevaren in huis en leren zij te voorkomen dat ze vallen. Uit gesprekken met deskundigen en uit onderzoeksgegevens is gebleken dat: - het merendeel van de zelfstandig wonende ouderen in de reguliere woningvoorraad woont; - ouderen langer zelfstandig wonen, maar ook langer wonen in een woning die niet (meer) geschikt is voor ouderen; - tweederde deel van de inwoners ouder dan 60 jaar een woning zoekt die bestemd is voor senioren; - een klein deel van de inwoners ouder dan 60 jaar (4%) geeft aan van plan te zijn in de komende twee jaar de woning te laten verbouwen, zodat deze geschikt is om er ook met (ouderdoms)beperkingen te kunnen blijven wonen. Duidelijk is dat er in onze gemeente niet voldoende speciaal voor ouderen geschikte woningen zijn. Daarom zetten wij in op aanpassing van de reguliere woningvoorraad als gevolg waarvan mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Gelet op de speerpunten en de onderzoeksgegevens, zullen wij de komende periode de volgende acties inzetten: 1. Wij zetten de opplusregeling voort. In de diverse media zullen wij deze regeling onder de aandacht brengen. 2. Wij onderzoeken of het mogelijk is de voorwaarden voor mantelzorgwoningen en generatiewoningen te verruimen. In de gemeentelijke regelgeving is het momenteel mogelijk om ten behoeve van mantelzorg 40 vierkante meter bij of aan een bestaande woning te bouwen. Voorwaarde is dat er een verklaring van het CIZ is dat er zorg nodig is. Wij gaan na of deze mogelijkheden verruimd kunnen worden, zodat bijvoorbeeld ook ouderen bij hun familie kunnen wonen.
13
3. Samen met Woonburg, SVRZ, Zorgstroom en de Stichting Welzijn Veere geven we voorlichting over veiligheid. Dit behelst niet alleen de valpreventie. Bewoners zullen voorlichting krijgen over veiligheid in en om het huis. 4. We oriënteren ons samen met veldpartijen op domotica. Domotica houdt gebruik van techniek in. Hierbij kan gedacht worden aan alarmering, nachtoriëntatieverlichting op de looproute van bed naar toilet, zorg op afstand via de tv of computer, maar ook bijvoorbeeld aan het aanbod van welzijnsdiensten via de computer. Wij willen onderzoeken in hoeverre het gebruik van domotica bijdraagt aan het langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Het speerpunt voor kwetsbare ouderen hangt samen met het speerpunt bij hulp en ondersteuning. De daar genoemde acties zullen dan ook bijdragen aan de realisatie van het speerpunt uit dit hoofdstuk. Een andere optie die in dit kader genoemd kan worden, is het concept “Florida aan de kust”. Dit betekent het realiseren van zorghotels, het aantrekkelijk maken voor de oudere toerist om hier zijn vakantie door te brengen. Maar ook het binnenhalen van zorgvoorzieningen, particuliere klinieken enz. om het voor ouderen aantrekkelijk te maken zich in onze gemeente te vestigen. Het ouderenbeleid kan hieraan een bijdrage leveren. Wij zijn echter van mening dat een dergelijk concept keuzes op strategisch niveau vergt. Dit zal dus aan de orde moeten komen in de structuurvisie en/of woonvisie.
14
Hoofdstuk 7. Mobiliteit en connecties. Speerpunten: Kwetsbare ouderen: optimalisering van een goede bereikbaarheid van voorzieningen met behulp van inzet van vrijwilligers. Vitale ouderen: mogelijk maken dat sociale netwerken kunnen worden onderhouden. Dit thema gaat enerzijds over het bereiken van voorzieningen (vervoer) en anderzijds over de mogelijkheid contacten te onderhouden (voorkoming eenzaamheid). Omdat het onderhouden en creëren van sociale netwerken al in hoofdstuk 5 aan de orde is gekomen en hier ook acties op geformuleerd zijn, beperken wij ons in dit hoofdstuk voornamelijk tot het mobiliteitsaspect. Voor deelname aan de samenleving en het behouden van de zelfredzaamheid is het van belang dat mensen zich kunnen verplaatsen. Ouderen blijven tegenwoordig langer autorijden en fietsen. Zij zijn echter wel kwetsbaar in het verkeer. Daarnaast zijn er ouderen die gebruik maken van een scootmobiel Dit vergt vaardigheden om met de specifieke kenmerken van de scootmobiel om te gaan. In onze gemeente hebben ouderen een beperkt aantal vervoersmogelijkheden tot hun beschikking. Het openbaar vervoer is niet in alle kernen optimaal. Naast het openbaar vervoer kunnen ouderen gebruik maken van de Regeling aanvullend ouderenvervoer. Inwoners van 60 jaar en ouder kunnen gebruik maken van een collectief systeem van aanvullend vervoer voor het gebied Walcheren, Noord- en Zuid Beveland. Ritten worden zoveel mogelijk gecombineerd. De reiziger betaalt € 2,50 per zone. De Stichting Welzijn Veere biedt een scootmobielcursus en een verkeersopfriscursus aan. Uit gesprekken met deskundigen en uit onderzoeksgegevens is gebleken dat: - inwoners ouder dan 80 jaar behoefte hebben aan vervoer naar voorzieningen; - van de regeling aanvullend ouderenvervoer weinig gebruik wordt gemaakt (geen inwoners tussen 60 en 65 jaar en 0,2% van de inwoners ouder dan 65 jaar). Hier moet bij aangetekend worden dat waarschijnlijk meer ouderen van het collectief Wmovervoer gebruik maken, vanwege een beperking; - niet alle benodigde voorzieningen in alle kernen aanwezig zijn; - een aantal ouderen het openbaar vervoer niet optimaal kan gebruiken; Gelet op de speerpunten en de onderzoeksgegevens, zullen wij de komende periode de volgende acties inzetten: 1. Om ouderen in staat te stellen sociale contacten te (blijven) onderhouden, zorgen we dat er in iedere kern een ontmoetingsplek blijft. 2. Het onderhouden van sociale contacten kan ook via nieuwe media als internet en de mobiele telefoon. Met de Stichting Welzijn Veere overleggen we over een cursusaanbod hiervoor. 3. Wij maken het project OV-ambassadeurs meer bekend. In de provincie is er een project OV-ambassadeurs. Dit project heeft ten doel de drempel voor het gebruik van het openbaar vervoer voor senioren te verlagen. Dit gebeurt door Zeeuwse vrijwilligers ouder dan 55 jaar, die ervaren zijn in het openbaar vervoer en graag hun leeftijdsgenoten op weg helpen. Dat op weg helpen gebeurt op een aantal manieren: - een instapdag (voorjaar 2011); - proefreizen met een Ov-ambassadeur; - voorlichtingsbijeenkomsten. Wij willen OV-ambassadeurs in onze gemeente werven.
15
4. Wij zoeken aansluiting bij het landelijke programma Blijf Veilig Mobiel. Een aantal landelijke partijen heeft op verzoek van het ministerie het programma Blijf Veilig Mobiel ontwikkeld. Dit programma richt zich op de verkeersveiligheid van senioren. Wij willen hierbij aansluiten door het accent te leggen op voorlichting en ondersteuning. Voor senioren die aan het verkeer deelnemen is het belangrijk dat zij er zelf van bewust zijn hoe zij langer op een veilige en verantwoorde manier mobiel kunnen blijven. Dat betekent: - regelmatig toetsen van hun verkeersgedrag en gebruik van hun vervoermiddel; - het kritisch bezien van de keuze van vervoerwijze of het vervoermiddel zelf. Wij zullen de Stichting Welzijn Veere vragen dit op te pakken. De welzijnsadviseurs kunnen een rol hierin spelen. 5. Wij geven meer bekendheid aan de regeling aanvullend ouderenvervoer. 6. Wij onderzoeken de mogelijkheid een vervoerpool van vrijwilligers op te zetten. Daarnaast zal bij de aanschaf van een busje voor het jongerenwerk gekeken worden of deze breder ingezet kan worden.
16
Hoofdstuk 8. De speerpunten en actiepunten op een rij. In de toekomst doen zich een tweetal ontwikkelingen voor: - de vergrijzing. De groep ouderen in onze gemeente wordt groter; - het decentraliseren van rijkstaken vanuit de AWBZ naar de Wet maatschappelijke ondersteuning. Beide ontwikkelingen maken het noodzakelijk beleid voor ouderen vast te leggen. Hoewel deze ontwikkelingen zich veelal na de looptijd van voorliggende nota voordoen, willen we nu al voorsorteren en inspelen op de veranderingen die komen gaan. Dit betekent geen ommezwaai in beleid, maar stapsgewijs voorbereiden op beleid voor een nieuwe generatie ouderen. De komende jaren gaan wij vooral inzetten op: - een verschuiving van ondersteuning van de gehele groep ouderen naar een ondersteuning van de groep kwetsbare ouderen; - het inzetten van vitale ouderen ten behoeve van kwetsbare ouderen; - het creëren van een netwerk zodat mensen langer zelfstandig kunnen blijven functioneren en pas later een beroep doen op individuele voorzieningen; - preventie, zowel op gebied van gezondheid als op gebied van wonen en veiligheid; - de voorbereiding op de overgang van dagopvang naar de Wmo. Dit geven wij gestalte door een algemeen activiteitenaanbod gericht op kwetsbare ouderen; - het bieden van algemene voorzieningen om later de druk op de individuele voorzieningen in de Wmo beheersbaar te houden. Onderstaand overzicht geeft de actiepunten voor de komende vijf jaar weer. De actiepunten zijn geordend per thema, speerpunt en doelgroep. Thema Vrije tijd/welzijnsactiviteiten. Speerpunt kwetsbare ouderen: ter ondersteuning van het doel dat inwoners langer thuis wonen, het bestaande aanbod vernieuwen en afstemmen op de behoefte van de doelgroep Acties: Activiteitenplan ontwikkelen per kern (vraaggericht), met inachtneming van genoemde randvoorwaarden. Ouderen informeren over de bestaande mogelijkheden in het vrijetijdsaanbod. Speerpunt vitale ouderen: creëren van samenhang in regulier (commercieel) aanbod Acties: Ouderen informeren over de bestaande mogelijkheden in het vrijetijdsaanbod. Thema leefstijl en gezondheid. Speerpunt kwetsbare ouderen: ontwikkeling van nieuw aanbod aan activiteiten voor mensen met specifieke ziektes/aandoeningen Acties: Behoeften en huidige aanbod sport- en beweegactiviteiten voor mensen met een chronische ziekte/beperking in kaart brengen. Met verenigingen de mogelijkheden bespreken voor ontwikkeling nieuw aanbod. Aanpassen sportwijzer zodat er geselecteerd kan worden op doelgroepen (bv. speciale aandoening). Sportpas voor ouderen. Invoeren beweegkuur.
17
Speerpunt vitale ouderen: ontwikkeling van initiatieven ten behoeve van preventief onderzoek in relatie tot gezondheid Acties: Project ketenzorg afstemmen op Vraagpunt Veere. Aanpassen sportwijzer zodat geselecteerd kan worden op senioren. Organiseren van bijeenkomsten waar ouderen gezondheidscheck en voorlichting krijgen. Thema Hulp en ondersteuning. Speerpunt kwetsbare ouderen: ontwikkelen van activiteiten ten behoeve van dagopvang en dagbesteding in samenhang met intramurale activiteiten. Acties: Onderzoek naar de behoefte aan dagopvang. Afstemming zoeken met andere gemeenten. Extra bekendheid geven aan bestaande activiteiten. Met veldpartijen mogelijkheden scheppen om mensen met elkaar te verbinden: educatie voor en door ouderen, koffiemaatjes. Deelname aan project Voor elkaar in de buurt stimuleren. Activiteitenplan per kern ontwikkelen. Mensen met AOW uitkering persoonlijk wijzen op minimaregelingen. Speerpunt vitale ouderen: stimuleren van inzet van actieve ouderen ten goede aan de ondersteuning van kwetsbare ouderen. Acties: Met veldpartijen mogelijkheden scheppen mensen met elkaar te verbinden: educatie door ouderen, vrijwilligers werven voor koffiemaatjes. Bekendheid geven aan bestaande activiteiten. Ontwikkelen project Voor elkaar in de buurt. Thema Wonen en woonomgeving. Speerpunt kwetsbare ouderen: om langer zelfstandig wonen mogelijk te maken ondersteunende (thuis)activiteiten ontwikkelen die aansluiten op de behoefte. Acties: Onderzoeken mogelijkheden mantelzorgwoningen verruimen. Activiteitenplan per kern ontwikkelen. Koffiemaatjes. Mogelijkheden domotica onderzoeken. Speerpunt vitale ouderen: continuering opplusregeling en ontwikkeling van informatievoorziening ter bevordering van nemen van eigen verantwoording ten aanzien van huisvesting. Acties: Voortzetten opplusregeling. Onderzoeken verruimen mogelijkheden generatiewoningen. Voorlichting geven over veiligheid. Thema Mobiliteit en connecties. Speerpunt kwetsbare ouderen: optimalisering van een goede bereikbaarheid van voorzieningen met behulp van inzet vrijwilligers. Acties: In iedere kern ontmoetingsplaats behouden. Ontwikkelen cursusaanbod nieuwe media. Bekendheid geven aan project OV-ambassadeurs. Vervoerspool vrijwilligers.
18
Speerpunt vitale ouderen: mogelijk maken dat sociale netwerken kunnen worden onderhouden. Acties: In iedere kern ontmoetingsplaats behouden. Ontwikkelen cursusaanbod nieuwe media. Werven vrijwilligers OV-ambassadeurs. Uitvoeren Blijf Veilig Mobiel Meer bekendheid geven aan regeling aanvullend ouderenvervoer. Werven vrijwilligers vervoerspool.
19
Hoofdstuk 9. De financiële consequenties. In dit laatste hoofdstuk geven wij een overzicht van de financiële consequenties. Een deel van de actiepunten kan uit bestaande middelen gefinancierd worden. Een aantal activiteiten vragen echter een extra investering. Onderstaand schema geeft per actiepunt aan of extra middelen nodig zijn. Actiepunt Activiteitenplan hele gemeente ontwikkelen.
Ouderen informeren over de bestaande mogelijkheden in het vrije tijdsaanbod. Behoefte en huidig sportaanbod mensen met beperking/chronische ziekte in beeld brengen. Overleggen met verenigingen over nieuw activiteitenaanbod. Sportwijzer aanpassen, zodat geselecteerd kan worden op senioren of doelgroepen. Onderzoeken mogelijkheden sportpas senioren.
Extra bedrag nodig? 2012: € 40.000 2013: € 30.000 2014: € 20.000 Structureel: PM, hangt af van de mate waarin de activiteiten de behoefte aan dagopvang kunnen opvangen. Doel is afbouw oude activiteiten ten gunste van nieuwe activiteiten, hiervoor is het traject “welzijn nieuwe stijl” ingezet. PM.
Deels uit Wmo ivm dagopvang, deels uit reserve maatschappelijke zorg. Daarnaast zullen de organisaties zelf middelen in moeten zetten.
Nee.
Nee. Nee. PM.
Beweegkuur invoeren.
PM.
Organiseren bijeenkomsten gezondheidscheck
€ 10.000 totaal voor 3 jaar.
Volgend project ketenzorg ouderen. Behoeftemeting dagopvang.
PM. PM. Heeft relatie met eerste actiepunt.
Afstemming overgang AWBZ naar gemeenten met andere Zeeuwse gemeenten. Extra bekendheid geven aan activiteiten ouderen. Bekend maken minimaregelingen.
Nee.
Mensen met elkaar verbinden:
Dekking
Bestaande middelen sport (uitvoering sportnota). Bestaande middelen sport (uitvoering sportnota). Reserve maatschappelijke zorg Wmo. Wmo, uit de middelen die van het rijk overkomen voor dagopvang.
Nee. € 1.000 I totaal voor 3 jaar € 10.000 I totaal
Reserve Sociaal Beleid. Reserve
20
netwerkvorming.
voor 3 jaar
Invoering project “voor elkaar in de Buurt”.
13 kernen x € 500 = € 6.500 totaal voor 3 jaar Nee. Nee.
Voortzetten opplusregeling. Onderzoek verruimen mogelijkheden mantelzorgwoningen/generatiewoningen. Voorlichting geven over veiligheid.
€ 1.500 I totaal voor 3 jaar
Onderzoek domotica
€ 5.000. I totaal voor 3 jaar
In iedere kern een ontmoetingsplek. Cursusaanbod nieuwe media.
Nee. Nee.
Bekendheid project OV-ambassadeurs. Aansluiting landelijk programma Blijf Mobiel.
PM. € 3.000 S
Bekendheid regeling aanvullend ouderenvervoer. Vrijwilligerspool vervoer.
Nee. Nee.
maatschappelijke zorg. Reserve maatschappelijke zorg
Reserve maatschappelijke zorg Reserve maatschappelijke zorg Wanneer samenwerking met ROC, kan bijdrage uit participatiebudget geleverd worden. Wmo voorzieningen (structureel budget prioriteitenplanning begroting 2011)