Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
1
Inleiding
Inspraakproces In het coalitieprogramma van de gemeente Drimmelen voor 2002-2006, Passende ambities, heeft het gemeentebestuur als voornemen opgenomen om in deze periode een nota integraal ouderenbeleid op te stellen. Als voorbereiding op deze nota heeft de gemeente in het kader van Iglo+adviestraject gebruik gemaakt van een aanbod van het Onderzoeks- en Adviesbureau van de VNG (SGBO) om een eerste aanzet te geven voor een nota integraal beleid voor ouderen in Drimmelen. Tijdens een op 16 februari 2004 gehouden bijenkomst heeft de raadscommissie Inwonerszaken zich met betrekking tot wonen, welzijn en zorg uitgesproken over de kansen en bedreigingen in de toekomst. Zij heeft daarbij tevens aangegeven wat in haar ogen de gewenste, na te streven situatie zou zijn. Tevens zijn uitgangspunten voor gemeentelijk ouderenbeleid geformuleerd met de bedoeling om daarmee de basis voor de visie te formuleren. Op 1 maart 2005 hebben burgemeester en wethouders kennis genomen van de concept-nota Ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005-2008. Tevens is besloten een schriftelijke inspraakronde te houden bij alle belanghebbende partijen en wel gedurende de periode van 7 maart 2005 tot en met 2 mei 2005 (na verlenging). De ingekomen reacties (20 van de 54 aangeschreven organisaties en instellingen) zijn in volgorde van binnenkomst in deze inspraaknota verwerkt. De inspraaknota wordt samen met de nota ouderenbeleid in beeld ter vaststelling aan de gemeenteraad voorgelegd. De inspraaknota In de inspraaknota zijn de inspraakreacties, per onderwerp, in een aantal formulieren gerubriceerd. Per formulier is een korte samenvatting van de reacties en het commentaar van het college gegeven. De codering boven aan ieder formulier correspondeert met de codering op de inspraakreacties in de bijlagen. De reacties hebben per onderwerp een codering meegekregen (bijvoorbeeld A1 voor algemene reacties op de nota). Die codering is weer terug te vinden in de kantlijn van de inspraakreacties zelf. Op die manier is vrij snel de achtergrondinformatie bij de reacties terug te vinden. Op grond van de ontvangen reacties zien wij geen aanleiding om standpunten te wijzigingen in de nota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 – 2008. Wel zijn er diverse toevoegingen en tekstuele aanpassingen geplaatst. Inhoudelijk Met grote waardering is kennisgenomen van de inspraakreacties op de nota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008. De nota is door de insprekers grondig gelezen.
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
2
Hoofdstuk: nr.: A Algemeen Onderwerp: Diversen Reactie (s): 1. Compliment met concept. De nota raakt alle terreinen van de ouderenzorg. De Riethorst wil in de toekomst graag een bijdrage leveren aan het effectueren daarvan. 2. De ouderenbonden van Drimmelen, verenigd in de ‘SDOB’ vinden het een goed plan, omdat daardoor het voorzieningenniveau t.b.v. ouderen in stand kan worden gehouden of waar nodig uitgebreid. 3. Niet erg onderbouwd wordt aangenomen dat zelfstandige en vitale ouderen dezelfde wensen en behoeften hebben als andere inwoners van Drimmelen. Een uitdagende loopbaan- en gezinsopbouw heeft plaatsgemaakt voor een meer rustige levensfase. Met daarbij gewijzigde behoeften. 4. Het gemeentelijk beleid richt zich voornamelijk op ouderen met groeiende afhankelijkheid en op afhankelijke ouderen. Preventief beleid komt zeer beperkt ter sprake. Met een actief en passief preventief beleid zal afhankelijkheid minder snel groeien, waardoor de kosten voor ondersteuning minder zullen groeien. 5. De leefbaarheid in de kleinere kernen krijgt te weinig aandacht. Terwijl leefbaarheid, evenals sociale samenhang, bij de grootste positieve factoren behoren die de afhankelijkheid vertragen. 6. In de tabellen van hoofdstuk 8 ontbreken in de eerste kolom in nogal wat regels het ‘Wat willen we bereiken’’. In plaats daarvan zijn vaak statusbeschrijvingen gegeven. Een redactionele herziening is hier op zijn plaats. 7. Thuiszorg Maasmond stemt in grote lijnen in met de nota. M.n. het wegwerken van de achterstand in geschikte huisvesting, de evolutie van de aanwezige steunpunten, de rol van het welzijn en de samenhang tussen wonen, zorg en welzijn spreekt de thuiszorg bijzonder aan. 8. Geconstateerd wordt dat er in het kader van de beleidsnota Wet Maatschappelijke Ondersteuning binnen afzienbare tijd een herijking van de nota ouderen aan de orde is. Voorgesteld wordt jaarlijks aan de hand van de SMART geformuleerd actieplan ouderen de nieuwe doelstellingen en taakstellingen van het ouderenbeleid door de gemeenteraad te laten vaststellen. 9. In Drimmelen is veel betrokkenheid, deskundigheid en kwaliteit beschikbaar als het gaat om het ouderenbeleid. Derhalve wordt voorgesteld om de nota alvorens hij wordt vastgesteld in een bijeenkomst met direct betrokkenen, bij ouderen betrokken instellingen, organisaties en deskundigen op interactieve wijze verder te vervolmaken. 10. Het belang van het project ‘Blijvend thuis in eigen huis’’ wordt onderstreept. Voorgesteld wordt om het project in samenwerking met de gemeente en de provinciale projectleider uit te voeren. Hierbij wordt verwezen naar de aanvullende offerte, die de instelling bij het productenboek 2005 als specifiek aanbod heeft gedaan. 11. Ervaringen met projecten wonen, welzijn zorg laten zien dat een gecombineerde, brede aanpak tot concrete resultaten leidt. Verheugend daarbij is dat de gemeente in toenemende mate bereid is de regierol op zich te nemen. Voorgesteld wordt om te komen tot één gemeentelijke stuurgroep Wonen Welzijn Zorg Drimmelen met daaraan verbonden een aantal project- en werkgroepen op basis van een territoriale indeling, bijv. gerelateerd aan de voormalige gemeente-indeling. 12. Het is voor de voortgang van projecten wonen welzijn zorg cruciaal dat de gemeente de regierol in alle kernen en voor de hele gemeente op zich neemt en invult. Voorgesteld wordt de nota in die zin aan te passen. 13. SWO speelt een fundamentele rol bij de projecten wonen welzijn zorg. Deze rol komt in de nota niet erg tot uiting. Voorgesteld wordt om de nota meer in lijn te brengen met de werkelijke bijdrage van SWO. 14. De nota maakt helder hoe breed het terrein van wonen zorg welzijn voor ouderen is. Voor een individuele oudere is het vrijwel onmogelijk om een weg te vinden in het woud van voorzieningen. Dit onderstreept het belang van een één loketfunctie voor informatie, advies en zo mogelijk aanvragen voor inwoners van Drimmelen. Het zorgloket vervult deze functie nu deels en wil graag meedenken en meewerken aan het realiseren van een breder loket voor en binnen de gemeente. Geadviseerd wordt de bij het zorgloket opgebouwde deskundigheid en ervaring optimaal in te zetten. 15. Benadrukt wordt dat de meest succesvolle projecten in Drimmelen tot op heden gerealiseerd zijn op basis van een integrale benadering en uitgaande van samenwerking tussen de binnen de gemeente werkzame partijen op het terrein van wonen zorg welzijn. Geadviseerd wordt om deze Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
3
werkwijze te continueren in de toekomst. Surplus is graag bereid om daarin haar steentje bij te dragen, bij voorkeur in samenwerking met de andere partijen in de gemeente. 16. Voorgesteld wordt om in de inleiding te benoemen de rol van de gemeente als vangnet voor die ouderen waar het niet zo goed mee gaat. Zo wordt er ook door ouderen in toenemende mate een beroep gedaan op schuldhulpverlening en op de bijstandswet. Gevraagd wordt naar de toename van het aantal zelfstandige en vitale ouderen. Met betrekking tot ouderen met een groeiende afhankelijkheid wordt opgemerkt, dat ook deze groep zelfstandig kan wonen, dankzij de toegenomen mogelijkheden. Ten aanzien van het voorgenomen ouderenbeleid gericht op afhankelijke ouderen wordt gemist, dat het beleid zich ook zal moeten richten op het voorkomen van die afhankelijkheid (preventie). 17. De onder convenant zorgkantoor gemaakte opmerking over een uitstroom van diverse groepen cliënten uit intramurale instellingen geldt niet voor intramurale instellingen op het terrein van verpleging en verzorging. Wel hebben deze instellingen (op dit moment) te maken met een verminderde instroom van cliënten, omdat deze dankzij de uitbreiding van voorzieningen, zoals bijv. extramurale zorg en dagverzorging langer zelfstandig blijven wonen. Daarnaast spelen ook andere maatregelen hierbij een rol, zoals de verscherpte indicatiestelling. Op termijn zal de instroom van cliënten in intramurale instellingen door de groei van het aantal ouderen naar verwachting weer toenemen. 18. In hoofdstuk 8 is een uitgebreid plan van uitvoering opgenomen. De implementatie hiervan is feitelijk de uitvoering van het beschreven beleid. Geadviseerd wordt om hierbij gebruik te maken van de aanwezige deskundigheid binnen de gemeente. Surplus wil de gemeente graag van dienst zijn om dit plan grondig en zorgvuldig door te spreken en deze op die manier te complementeren. Dit kan bijv. in een brede sessie, waarbij alle relevante partijen vertegenwoordigd zijn. Tevens wordt hiermee het benodigde draagvlak gecreëerd. 19. Zie opmerking onder 3. 20. Zie opmerking onder 4. 21. Zie opmerking onder 5. 22. Zie opmerking onder 6. Ingebracht door: 1. De Riethorst, Centrum voor Wonen, Zorg en Behandeling. 2. SDOB. 3. SDOB. 4. SDOB. 5. SDOB. 6. SDOB. 7. Thuiszorg Maasmond. 8. SWO. 9. SWO. 10. SWO. 11. SWO. 12. SWO. 13. SWO. 14. Coördinator zorgloket. 15. Surplus. 16. Surplus. 17. Surplus. 18. Surplus. 19. Regionaal Patiënten Consumenten Platform (RPCP). 20. RPCP. 21. RPCP. 22. RPCP. Opmerkingen college: 1. Wij nemen deze opmerking voor kennisgeving aan. Het college wil de deelnemende partijen op het gebied van wonen, welzijn zorg zoveel mogelijk betrekken bij het realiseren van toekomstig beleid. 2. Wij nemen deze opmerking voor kennisgeving aan. 3. De opmerking is op zich wel terecht. Het onderscheid is gemaakt vanuit de behoefte aan zorg. Deze groep ouderen kan, ook al is er sprake van een meer rustige levensfase, nog volledig voor zichzelf zorgen en heeft geen behoefte aan hulp van buitenaf. 4. De gemaakte opmerking is i.o. niet helemaal terecht. Er kan altijd meer gedaan worden. Gezien de beperkte financiële middelen hebben we een keuze moeten maken. Geprobeerd is om op alle vier Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
4
de deelterreinen preventief beleid te ontwikkelen. Wij vinden de opmerking over de leefbaarheid niet terecht. M.n. in paragraaf 4.6 wordt vermeld welke ontwikkelingen er in de verschillende kernen zijn op het gebied van wonen en welzijn. Een aantal van deze ontwikkelingen, bijv. omtrent het steunpunt in Wagenberg en het steunpunt in Hooge Zwaluwe moeten nog verder worden ontwikkeld. Ook op het gebied van zorg krijgen de kleinere kernen aandacht in de nota. 6. De opmerking is niet geheel onterecht. In de meeste gevallen gaat het om een eerste aanzet, een nadere uitwerking van datgene wat we willen bereiken. Een hoger doel stellen is wel mogelijk maar gelet op de bestaande mogelijkheden en de afhankelijkheid van andere organisaties niet snel haalbaar. 7. Wij nemen kennis van deze opmerking. 8. De nota ouderenbeleid wordt vastgesteld voor een periode van vier jaar. Wij zijn geen voorstander van een tussentijdse herijking van het beleid. Wel moet er ruimte zijn om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Gezien de algemene formulering van doelstelling en taken is deze ruimte in de nota zeker aanwezig. Daarnaast kan het wenselijk zijn om afhankelijk van ontwikkelingen jaarlijks prioriteiten vast te stellen. 9. Gekozen is voor een schriftelijke inspraakronde. En wel om praktische redenen. In het kader van de Woonvisie zijn er nog niet zo lang geleden bijeenkomsten georganiseerd met betrokken partijen. Daarnaast staan er bijeenkomsten op stapel in verband met de WMO. Ook zijn er regelmatig overleggen met verschillende partners op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Resumerend leek het ons niet nodig om ook in het kader van de nota ouderen een brede bijeenkomst met alle betrokken partijen te beleggen. Het vinden wij het wenselijk om de actiepunten in de nota bijv. jaarlijks met betrokken partijen te evalueren. 10. Wij zijn van mening, dat het project onder regie van de gemeente moet worden uitgevoerd. Dit betekent dat wij het initiatief zullen nemen om te komen tot uitvoering van het project. Uiteraard met inschakeling van alle betrokken partijen. Zodra de nota ouderen is vastgesteld, zullen wij de uitvoering van het initiatief ter hand nemen. 11. Wij zijn geen voorstander van een gemeentelijke stuurgroep wonen welzijn zorg, omdat daarmee een doublure zou ontstaan met het Zorgnetwerk Drimmelen/Moerdijk. De projecten, die tot op heden worden ondernomen vinden plaats in het kader van de samenwerkingsovereenkomst betreffende het zorgnetwerk. Het zorgnetwerk wordt op de hoogte gehouden van de stand van zaken en vindt er de benodigde afstemming plaats. Wij hebben niet het idee dat de instelling van één gemeentelijke stuurgroep de slagvaardigheid van de projectgroepen vergroot. 12. Op zich kunnen wij ons wel vinden in deze opmerking. Dat wil echter niet zeggen, dat de gemeente in staat is om het voortouw te nemen bij ieder initiatief op het gebied van wonen welzijn zorg. Gezien de beschikbare ambtelijke capaciteit willen wij per initiatief bekijken of het mogelijk, zinvol en haalbaar is dat de gemeente de regierol op zich neemt. 13. Uit het overzicht van de producten SWO blijkt o.i. voldoende duidelijk, dat SWO een fundamentele bijdrage levert aan de projecten wwz. Wij zien dan ook geen aanleiding om hierover aanvullende informatie op te nemen. 14. Wij onderschrijven de gemaakte opmerking en maken graag gebruik van de deskundigheid en ervaring bij het zorgloket. 15. Wij onderschrijven de gemaakte opmerkingen. Ook wij zijn van mening, dat samenwerking van wezenlijk belang is bij de realisering van projecten. 16. Wij onderschrijven de gemaakte opmerking over de rol van de gemeente als vangnet. We zullen deze in de nota opnemen. In hoofdstuk 2 hebben wij een prognose opgenomen, waarin staat in welke mate naar verwachting het aantal 65+ers in de komende jaren zal toenemen. Wij onderschrijven de opmerking over het belang van preventief beleid. Op de verschillende deelterreinen wordt daaraan ook aandacht besteed. 17. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerking en zullen deze in de nota opnemen. 18. Wij zullen deze opmerking ter harte nemen. 19. Zie opmerkingen college onder 3. 20. Zie opmerkingen college onder 4. 21. Zie opmerkingen college onder 5. 22. Zie opmerkingen college onder 6. Verwerking in de nota: 1. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 2. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 3. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 4. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 5.
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
5
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. In paragraaf 4.9 alsmede paragraaf 8.2, onder 3 is een tekst aanvulling gedaan in die zin, dat de gemeente in beginsel bereid is om m.b.t. projecten wonen welzijn zorg de regierol op zich te nemen. Uit oogpunt van prioriteitsstelling zal evenwel per project worden beoordeeld of de gemeente in staat is de regiorol van een project op zich te nemen en zo ja wat deze regierol inhoudt. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. In de inleiding is verwoord dat de gemeente een rol heeft als vangnet voor ouderen waar het niet zo goed meegaat. In hoofdstuk 1 onder gemeentelijke ontwikkelingen, convenant zorgkantoor, is de in de reactie gegeven opmerking opgenomen. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Zie verwerking in de nota onder 3. Zie verwerking in de nota onder 4. Zie verwerking in de nota onder 5. Zie verwerking in de nota onder 6.
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
6
Hoofdstuk: nr.: B Bevolkingssamenstelling en prognoses Onderwerp: 1. Analyse 2. Aantal kwetsbare ouderen. 3. Zie onderwerp onder 1. Reactie(s):. 1. De analyse van de huidige situatie lijkt redelijk, maar duidelijke maatregelen worden er nauwelijks genomen. Financieel gezien wordt de grootste aandacht aan SWO Drimmelen besteed. Maar ook daar weinig vernieuwende maatregelen. En dat ondanks de verwachte aanzienlijke groei van het aantal ouderen in Drimmelen. 2. In paragraaf 2.4 wordt vermeld dat het aantal kwetsbare zeer ouderen zal toenemen. Wordt hiermee bedoeld de ouderen met een minimum inkomen? Zo worden zij in de inleiding gedefinieerd. 3. Zie reactie onder 1. Ingebracht door: 1. SDOB. 2. GGD West-Brabant. 3. RPCP. Opmerkingen college: 1. Wij zijn het niet eens met deze opmerking. In onze opvatting bevat de nota wel degelijk een aantal vernieuwende maatregelen, die inspelen op het toenemend aantal ouderen in de gemeente. Of de te nemen maatregelen voldoende zijn, moet de toekomst uitwijzen. De financiële ruimte laat op dit moment echter niet toe dat er meer wordt gedaan. 2. In de inleiding wordt een combinatie van factoren genoemd die maakt dat ouderen kwetsbaar zijn. Als we het hebben over kwetsbare ouderen gaat het dus niet alleen om ouderen met een minimum inkomen, maar ook om ouderen met fysieke beperkingen en weinig sociale contacten. 3. Zie opmerkingen college onder 1. Verwerking in de nota: 1. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 2. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 3. Zie verwerking in de nota onder 1.
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
7
Hoofdstuk: nr.: C Visie ouderenbeleid Onderwerp: 1. Meest gewenste situatie. 2. Behoud van onafhankelijkheid. 3. Zie onderwerp onder 1. Reactie(s):. 1. M.b.t. paragraaf 3.3 (welzijn) zou een betere op de toekomst gerichte formulering zijn:’….die er het meeste behoefte aan krijgen’’. 2. Door de inzet van onze vrijwilligers kunnen ouderen langer thuis blijven wonen en wanneer daar behoefte aan is, kunnen wij vrijwilligers inzetten om het sociale isolement van ouderen te doorbreken. 3. Zie reactie onder 1. Ingebracht door: 1. SDOB 2. SVT Informele Zorg West-Brabant. 3. RPCP. Opmerkingen college: 1. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerkingen en zullen deze in de nota verwerken. 2. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerking. 3. Zie opmerkingen college onder 1. Verwerking in de nota: 1. De gegeven reactie is verwerkt in paragraaf 3.3 (welzijn). 2. Deze opmerking tot niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 3. Zie verwerking in de nota onder 1.
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
8
Hoofdstuk: nr.: D Wonen Onderwerp: 1. Tekort aan ouderenhuisvesting. 2. Samenwerking met woningcorporaties. 3. Onderzoek inbreidingslocaties. 4. Evaluatie woonvisie. 5. Regiefunctie. 6. Bijzondere woonvormen. 7. Woonzorgzones. 8. Investeringen in C kernen. 9. Magere conclusies. 10. Woonservicezones. 11. Wijzigingen WS Volksbelang. 12. Steunpunt Hooge Zwaluwe. 13. Wonen en zorg. 14. Ouderenwoningen verzorgingshuizen. 15. Zorg op maat. 16. Regievoering. 17. 24 uurs zorggarantie. 18. Aanleunwoningen. 19. Steunpuntvoorziening Hooge Zwaluwe. 20. Tijdelijk bijwonen met mantelzorg. 21. Zie onderwerp onder 5. 22. Zie onderwerp onder 6. 23. Zie onderwerp onder 7. 24. Zie onderwerp onder 8. 25. Zie onderwerp onder 9. Reactie(s):. 1. De woon- en woningsituatie ten aanzien van ouderen in de verschillende kernen laat veel te wensen over. Wat is het te verwachten tijdpad m.b.t. het project ‘Blijvend thuis in eigen huis’’. 2. Er dient een betere samenwerking te komen tussen gemeente en woningcorporaties. 3. De mogelijkheden tot ‘inbreiding’ in de diverse kernen te onderzoeken. 4. Bestuurlijk overleg gebruiken om stand van zaken woonvisie te bespreken en te evalueren. 5. Het woningbouwprogramma biedt weinig mogelijkheden om met nieuwbouw te voorzien in de behoeften van ouderen, alhoewel dit segment 60% van het nodige bouwvolume bedraagt. De mogelijke regiefunctie van de gemeente wordt hier onnodig laag ingeschat. 6. De behoefte aan bijzondere woonvormen is gebaseerd op landelijke normgetallen. Jammer dat niet de Drimmelense omstandigheden het uitgangspunt vormen. 7. In paragraaf 4.6 komen woonzorgzones, waar ouderen, mensen met beperkingen, diensten en buurtbewoners samenkomen niet aan de orde. Een definitie van woonservicezones ontbreekt. 8. Geen aanvullende investeringen in C kernen, omdat er geen intramurale voorzieningen zijn. Dit maakt het moeilijk voor ouderen om in deze kernen te blijven. 9. De conclusies in paragraaf 4.9 zijn erg mager. Men verwacht meer actie als het gaat om het wegwerken van de achterstand in ouderenhuisvesting, het aanpassen van bestaande woningen, het bijwonen met mantelzorg en actiepunten in de B/C kernen. 10. Thuiszorg Maasmond neemt deel aan de werkgroep die het woonservicezoneverhaal voor de kern Made uitvoert. Uitgangspunt hierbij is de samenhang tussen de drie onderscheiden beleidsterreinen, vraaggericht werken en zorg op maat. Daarin wordt zoveel mogelijk samenwerking gezocht met lokaal werkende organisaties. 11. Woningstichting Volksbelang stelt met betrekking genoemde aantallen en teksten een aantal concrete aanpassingen voor. 12. Inhoudelijk geen opmerkingen, de nota sluit wat betreft het onderdeel wonen goed aan bij de beleidsontwikkeling van Woningstichting Goed Wonen en is een bevestiging van hetgeen is opgenomen in de Woonvisie2004+. M.b.t. het steunpunt in Hooge Zwaluwe wordt nu gesproken over 20 zorgwoningen, gekoppeld aan het steunpunt. Waarschijnlijk is het aantal van 20 aan de lage kant. Wellicht dat in het ontwerp rekening gehouden moet worden met de mogelijkheid het aantal zorgwoningen uit te breiden. Verder wordt geadviseerd een begrippenlijst op te nemen, m.n. waar het betreft de woningtypen. Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
9
13. In paragraaf 4.4 staat, dat het woningprogramma weinig mogelijkheden biedt om te voorzien in de aanwezige behoefte van ouderen. Dit roept de vraag op of dit niet aangepast kan worden? Bij de levering van de zorg kan de gemeente een initiërende rol vervullen. M.b.t. paragraaf 4.7 wordt de vraag gesteld of men binnen het beleid rekening heeft gehouden met wens om te verhuizen naar een kern met veel voorzieningen. 24 uurszorg in kleine kernen is alleen mogelijk onder bepaalde condities. Dit roept de vraag op of de thuiszorg in haar dienstverlening onderscheid maakt in de kernen. 14. In paragraaf 4.2 is sprake van 133 ouderenwoningen. Dit aantal is niet correct, zeker niet indien in deze aantallen ook de aanleunwoningen en ouderenwoningen bij de verzorgingshuizen zijn betrokken. In paragraaf 4.3 wordt melding gemaakt van nieuwbouwplannen; in deze paragraaf wordt niets vermeld over de bouwplannen van De Ganshoek in Lage Zwaluwe en St. Antonius Abt in Terheijden, waarbij vaak eveneens ouderenwoningen/aanleunwoningen worden gerealiseerd. Dit geldt in ieder geval voor de bouwplannen van De Ganshoek. 15. In paragraaf 4.5 wordt gemeld dat zorg op maat wordt verleend door thuiszorginstellingen. Voorgesteld wordt dit te wijzigen in (thuis) zorginstellingen, omdat ook Circonflex zorg op maat verleent, zowel intramuraal als extramuraal. Dat laatste overigens in samenwerking met De Markenlanden en de andere in Drimmelen actieve thuisorganisaties. 16. In paragraaf 4.6 wordt gesproken over regievoering. Regievoering wordt daarbij min of meer gelijk gesteld met zelfstandig wonen. Ook ouderen die intramuraal verblijven zijn zeer goed in staat om regie te voeren over hun leven, al zal dat naar aller waarschijnlijkheid niet over alle aspecten zijn. Ook in intramurale instellingen is het beleid en de zorgverlening er op gericht om mensen zoveel als mogelijk de regie te laten voeren daar waar mogelijk. 17. In paragraaf 4.7, onder A-kern ontbreekt de toevoeging dat sprake is van 7x24uurs zorggarantie. 18. In paragraaf 4.8 staan zowel onder Terheijden als onder Lage Zwaluwe onjuiste cijfers vermeld. In Terheijden staan momenteel 19 aanleunwoningen bij verzorgingshuis St. Antonius Abt. Er zijn geen plannen om dit aantal uit te breiden. Bij De Ganshoek bevinden zich momenteel 45 aanleunwoningen en 2 inleunwoningen. Bij de nieuwbouw van het verzorgingshuis in Lage Zwaluwe zullen zeker aanleunwoningen worden gerealiseerd. Hoeveel is nog niet duidelijk. 19. In paragraaf 4.8 spreekt men over en steunpuntvoorziening, bestaande uit 20 zorg- of aanleunwoningen met een centrale ruimte. Als zo’n steunpunt er komt, dan is het logisch dat de huisarts en de fysiotherapeut daarheen verhuizen, terwijl ze momenteel een ruimte huren in de Rank. De Rank, ontmoetingsgebouw van de Protestantse Kerk in Hooge Zwaluwe komt daarmee voor een bijna onmogelijke taak te staan haar exploitatierekening sluitend te krijgen. De gemeente wordt gevraagd daar goed over na te denken. Een andere opmerking is dat men bezorgd is over de veiligheid van de kinderen als deze door het dorp moeten reizen wanneer de locatie van de St. Janschool wordt aangehouden als plek voor de fusieschool. De kerkenraad wil haar activiteiten blijven ontplooien in de Rank en voor grote bijeenkomsten uitwijken naar gebouw Concordia. De zondagschool wordt in de Rank gehouden omdat het dicht bij de kerk is gelegen. Tenslotte onderstreept men dat meer ouderenwoningen en een winkelgelegenheid een ‘must’ zijn voor het dorp. 20. Hier mag niet uit het oog worden verloren dat de mantelzorger daardoor overbelast kan raken. Het Steunpunt Mantelzorg kan de mantelzorger ondersteunen en de vrijwilligers van de SVT Informele Zorg West-Brabant kunnen de mantelzorger tijdelijk vervangen zodat de mantelzorger ook kan ontspannen en aan zichzelf kan toekomen. 21. Zie reactie onder 5. 22. Zie reactie onder 6. 23. Zie reactie onder 7. 24. Zie reactie onder 8. 25. Zie reactie onder 9. Ingebracht door: 1. SDOB 2. SDOB 3. SDOB 4. SDOB 5. SDOB 6. SDOB 7. SDOB 8. SDOB 9. SDOB 10. Thuiszorg Maasmond. Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
10
11. Woningstichting Volksbelang. 12. Woningstichting Goed Wonen. 13. GGD West-Brabant. 14. Surplus. 15. Surplus. 16. Surplus. 17. Surplus. 18. Surplus. 19. Kerkenraad Protestantse Kerk te Hooge Zwaluwe. 20. SVT Informele Zorg West-Brabant. 21. RPCP. 22. RPCP. 23. RPCP. 24. RPCP. 25. RPCP. Opmerkingen college: 1. In paragraaf 4.4 /8.2 staat wat wij eraan willen doen om de ontstane achterstand enigszins in te lopen. Er is geen tijdpad gebonden aan het programma: ‘Blijvend thuis in eigen huis’. Het is een doorlopend project, waarbij het initiatief ingeval van een eigen woning moet uitgaan van de eigenaar-bewoner. De corporaties zijn hun woningbestand al aan het doorlichten. Gemeente kan inwoners stimuleren om mee te doen. 2. Met de woningcorporaties zijn inmiddels afspraken gemaakt over de realisatie van het bouwprogramma. Deze afspraken worden jaarlijks worden geëvalueerd. 3. De inbreidingslocaties worden jaarlijks geïnventariseerd. Het hangt van het bestemmingsplan en eigenaar van de grond af of er iets mee gedaan kan worden. De gemeente is veelal geen eigenaar van de grond. Dan ligt het aan een projectontwikkelaar of een particuliere eigenaar of er ook iets mee gebeurt. 4. In paragraaf 8.2 staat dat de gemeente in 2005 structureel overleg wil met zorgvragers en aanbieders over de uitvoering van het woningbouwprogramma. Er wordt nog naar een juiste vorm gezocht. Wij hebben er geen bezwaar tegen om de jaarlijkse actualisering van het bouwprogramma aan de orde te stellen in het periodiek overleg, dat de wethouder ouderenbeleid heeft met de SDOB. 5. Het aantal te bouwen huurwoningen ligt op 40%. Dit percentage is hoger dan in voorgaande jaren omdat er sprake is van een stijgende behoefte aan huurwoningen voor met name ouderen. 6. Companen gaat uit van de landelijke normen, maar heeft deze leeftijdspecifiek gemaakt door rekening te houden met de plaatselijke bevolking en de bevolkingsenquête die in januari 2004 is gehouden. Op die manier is geprobeerd de Drimmelense situatie zo dicht mogelijk te benaderen. 7. Woonservicezones komen aan de orde in paragraaf 4.8 (Aanbod en behoefte ouderenzorg per kern). Aan het slot van deze paragraaf is tevens een definitie opgenomen. 8. Overgenomen uit de Regiovisie Verzorging en Verpleging. De indeling is een hulpmiddel om te laten zien hoe het aanbod van wonen, welzijn en zorg verbeterd kan worden. Bovendien is het voor de inwoners duidelijk waar welke voorzieningen worden geboden. Zij kunnen ervoor kiezen om dichterbij voorzieningen te gaan wonen. 9. Wij vinden de opmerking niet terecht. Uit paragraaf 8.2 blijkt duidelijk wat de gemeente de komende 4 jaar wil bereiken op het gebied van ouderenhuisvesting. Deze acties zijn op dit moment, gelet op de beperkte middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft, het meest haalbare, waartoe de gemeente zich kan verplichten. Achteraf kan men beoordelen of er inderdaad sprake is van een mager resultaat. 10. Wij nemen deze opmerking voor kennisgeving aan. 11. Wij zullen de voorgestelde aanpassingen onverkort overnemen in de nota. 12. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerking. Op dit moment hebben wij geen inzicht in de behoefte aan meer zorgwoningen in Hooge Zwaluwe. Het gaat echter niet alleen om de woningen; er moet ook zorg geleverd kunnen worden. Als mensen veel zorg nodig hebben, die daar niet geleverd kan worden, dan moeten ze toch verhuizen, ook al zijn er voldoende zorgwoningen. Een algemene begrippenlijst zal in de nota worden opgenomen. 13. Het woningprogramma is niet het geëigende middel om het tekort aan ouderenhuisvesting grondig aan te pakken. Het aantal te bouwen huurwoningen is beperkt, terwijl er meerdere doelgroepen zijn. Er moet dus meer gebeuren. De gemeente kan bij het leveren van zorg een initiërende rol vervullen. Uit onderzoek is gebleken, dat mensen in beginsel in de eigen kern willen blijven wonen. Alleen als de fysieke belemmeringen te groot worden, dan is men bereid om naar een andere kern Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
11
te verhuizen. In een kleine kern (C-kern) is 24 uurszorg in beginsel beperkt tot planbare thuiszorg. 14. Bij het aantal genoemde ouderenwoningen zijn niet de aantallen aanleunwoningen en ouderenwoningen bij de verzorgingshuizen betrokken. Het gaat hierbij om de ouderenwoningen van de beide woningcorporaties. Deze zijn niet aangepast aan specifieke bewoning door ouderen. De ouderenwoningen en plannen daaromtrent worden beschreven in hoofdstuk 4.8 aanbod en behoefte ouderenzorg per kern. Bij het opstellen van dit hoofdstuk is de indeling gebruikt zoals die in de Woonvisie 2004+ is gehanteerd. Hetzelfde geldt voor de nieuwbouwplannen. Wij stellen ons voor dat het onderwerp woningvoorraad in een volgende nota in één hoofdstuk wordt ondergebracht. Gezien het feit, dat de nota voor wat betreft het onderdeel wonen nauwgezet is gekoppeld aan de Woonvisie 2004+ zien wij geen aanleiding om nu reeds tot beschrijving in één hoofdstuk over te gaan. 15. Wij kunnen ons vinden in de voorgestelde aanvulling en zullen deze in de nota opnemen. 16. Wij kunnen ons vinden in de voorgestelde aanvulling en zullen deze in de nota opnemen. 17. Wij zullen de voorgestelde toevoeging opnemen in de nota. 18. Wij gaan ervan uit dat de door ons gebruikte gegevens inmiddels verouderd zijn en zullen ze graag aanpassen. 19. Wij zijn met de kerkenraad van mening, dat het een logische stap zou zijn dat als de huisarts en de fysiotherapeut naar het steunpunt verhuizen. Het vergroot niet alleen de haalbaarheid van het project, het betekent ook een meerwaarde voor de bewoners van het steunpunt alsook de overige bewoners van het dorp als gezondheidsvoorzieningen zoveel mogelijk onder één dak worden gebracht. Tegelijkertijd zijn wij ons ervan bewust dat de kerkenraad een probleem heeft. Wij zijn echter van mening, dat het belang van heel Hooge Zwaluwe zwaarder moet wegen en dat wij het om die reden zouden toejuichen indien huisarts en fysiotherapeut zich in het steunpunt zouden willen vestigen. Wij zijn van mening, dat bij een eventuele fusie van de beide scholen ook de schoolroute aan de orde dient te komen. Indien dat nodig is zullen er aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. 20. Wij hebben kennisgenomen van deze opmerking. 21. Zie opmerkingen college onder 5. 22. Zie opmerkingen college onder 6. 23. Zie opmerkingen college onder 7. 24. Zie opmerkingen college onder 8. 25. Zie opmerkingen college onder 9. Verwerking in de nota: 1. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 2. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 3. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 4. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 5. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 6. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 7. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 8. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 9. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 10. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 11. De tekst van de nota als volgt te wijzigen: Volksbelang in Stichting Volksbelang; paragraaf 4.3: Dit plan heeft ook betrekking op ca. 45 verouderde bejaardenwoningen. Het aantal van 30 specifieke zorgwoningen veranderen in 58.Paragraaf 4.4: in de sfeer van nieuwbouw wijzigen in: In de sfeer van nieuwbouw biedt het woningprogramma onvoldoende mogelijkheden om in de totale behoefte te voorzien. Eventuele aanpassingen in de huurwoningen vinden plaats in opdracht van en voor rekening van de betreffende woningcorporatie. In paragraaf 4.6 het aantal van 31 specifieke zorgwoningen wijzigen in 58. In paragraaf 4.8 de laatste 3 zinnen na: De bewoners zullen een aanbod krijgen enz. schrappen, omdat de inhoud niet klopt. In paragraaf 4.8, onder Wagenberg: aanvullen: het gebouw van de Rabobank gaat gebruiken voor jongeren- en seniorenhuisvesting. 12. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 13. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 14. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 15. In paragraaf 4.5 is voornoemde aanvulling opgenomen. 16. In paragraaf 4.6 is voornoemde aanvulling opgenomen. 17. In paragraaf 4.7 onder A kern is de toevoeging over 24 uurs zorggarantie opgenomen. 18. In paragraaf 4.8 zijn de voorgestelde bijstellingen aangebracht. 19. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
12
20. 21. 22. 23. 24. 25.
Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Zie verwerking in de nota onder 5. Zie verwerking in de nota onder 6. Zie verwerking in de nota onder 7. Zie verwerking in de nota onder 8. Zie verwerking in de nota onder 9.
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
13
Hoofdstuk: nr.: E Welzijn Onderwerp: 1. Ledenaantal W-groep. 2. Waarderingssubsidie. 3. Waarderingssubsidie. 4. Financiële bijdrage SDOB 5. MbvO activiteiten. 6. Geestelijke gezondheid. 7. Zelfredzaamheid. 8. Magere conclusies. 9. Programma Maatschappelijke Inzet en Vergrijzing. 10. Visie op SWO. 11. Recreatie en educatie. 12. Subsidie SWO 13. Beleidsgestuurde Contract Financiering. 14. Ouderenadviseurs. 15. Vervoer. 16. Maaltijdvoorziening. 17. Personenalarmering. 18. Steunpunt Mantelzorg. 19. Zie onderwerp onder 4. 20. Zie onderwerp onder 5. 21. Zie onderwerp onder 6. 22. Zie onderwerp onder 7. 23. Zie onderwerp onder 8. Reactie(s): 1. Het ledental van de W-groep is per 1 januari 2005 gestegen naar 500. Er is geen sprake van concurrentie met de ouderenbonden. 2. Het aantal activiteiten van de W-groep is zeer divers, ook is er op sommige onderdelen samenwerking met de ouderenbond Made. Indien de subsidie wordt gelijkgeschakeld met die van de bonden dan betekent dat een aanzienlijk terugval (€ 1.000) voor de W-groep op jaarbasis. 3. Het bestuur vindt de voorgenomen subsidieverlaging van € 1.473,00 naar € 176,00 per jaar nogal rigoureus. Het heeft nl. tot gevolg dat een contributieverhoging moet plaatsvinden van minimaal 50%. Het bestuur kan wel akkoord gaan met een subsidie van € 176 plus de huur van € 855 in totaal € 1.031 per jaar. 4. De financiële ondersteuning van de SDOB is minimaal. Facilitering van de SDOB vraagt om een verhoogde ondersteuning van € 1.000 voor secretariaats- en reiskosten. Gevraagd wordt paragraaf 5.4.5 aan te passen. 5. Subsidie MbvO activiteiten niet afbouwen maar meer ondersteunen en stimuleren. Om de verwachte toenemende zorgkosten te drukken. Gevraagd wordt paragraaf 6.1 in positieve zin bij te stellen. 6. Paragraaf 6.1.1 geeft een analyse van de geestelijke gezondheidsproblemen. Er zijn echter geen maatregelen door de gemeente in het vooruitzicht gesteld. 7. Idem over zelfredzaamheid. 8. De conclusies in 6.5 zijn onthutsend mager. Een actief beleid ontbreekt wat betreft gezondheid/zorg. 9. Door middel van het Programma Maatschappelijke Inzet en Vergrijzing (PON en NIZW) ontstaat de mogelijkheid een extra impuls te geven aan de doelstelling betreffende het versterken van de maatschappelijke participatie van ouderen in Drimmelen. Hiermee zou werk gemaakt kunnen worden van het kwantificeren van de effecten van beleid. Voorgesteld wordt gezamenlijk pro actief in te spelen op dit soort bovenlokale initiatieven om darmee een extra impuls (ook in financiële zin) te geven aan het ouderenbeleid in Drimmelen en m.n. op het punt van de beleidsevaluatie. 10. Uitvoerende activiteiten zijn nodig om het contact met ouderen te behouden en te voorkomen dat Welzijn Ouderen op zeer grote afstand komt te staan. Het bestuur van SWO wil dat SWO in de praktijk functioneert als facilitair bureau, niet als uitvoerder. De vraag is of ouderen beter af zijn als bestaande activiteiten door andere instellingen worden overgenomen. Er zijn ook grenzen aan het tempo, waarin eventueel taken kunnen worden overgedragen. Het is een misverstand om te denken dat er overeenstemming zou bestaan met SWO over het overhevelen van de sociale Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
14
alarmering. Overheveling is wel bespreekbaar maar alleen onder bepaalde randvoorwaarden. Er wordt gewerkt aan een regionaal alternatief. Met de partners op het terrein van wonen welzijn zorg is afgesproken dat deze ontwikkeling wordt afgewacht alvorens over een eventuele overheveling te praten. Voorgesteld wordt het gemeentelijk standpunt de personenalarmering zo spoedig mogelijk af te stoten te heroverwegen. 11. Bij de kerntakendiscussie is niet afgesproken, dat recreatie en educatie geen kerntaken van SWO zijn. Bespreekbaar is wel om onderdelen hiervan over te dragen mits de kwaliteit van de dienstverlening wordt gewaarborgd en de kosten niet al te snel toenemen. SWO werkt geleidelijk aan naar een grotere kostendekkendheid van de activiteiten. Activiteiten hebben een grote preventieve werking. De relatief hoge kosten worden grotendeels veroorzaakt door onevenredig hoge huren. SWO overweegt geen overheveling van activiteiten, doch streeft naar verdergaande samenwerking met organisaties en instellingen. Speerpunt is daarbij de zo noodzakelijke modernisering van het aanbod. Gestreefd wordt naar een inkomensafhankelijke tariefstelling, waarbij de Wet Werk en Bijstand ingezet kan worden in de vorm van gerichte en persoonsgebonden ondersteuning. Voorgesteld wordt inhoudelijke modernisering van de activiteiten tot speerpunt van het nieuwe beleid te maken en partijen op te roepen hier in gezamenlijkheid vorm aan te geven. Hiertoe wordt intensief samengewerkt met andere SWO’s en instanties als NIZW, BOZ en PON. Het plan om te komen tot een Fitness voor Ouderen sluit hierbij naadloos aan. 12. SWO gaat ervan uit dat de nota uitgaat van de huidige subsidie van € 189.114 als basis voor de komende vier jaar. Verder stelt zij voor om één vast bedrag als basisbedrag subsidie SWO af te spreken voor de komende vier jaar. Uitgaande van de nota is daarbij het bedrag van € 189.114 het vertrekpunt. Door het gedeeltelijk achterblijven van indexering en door het invoeren van de Beleidsgestuurde Contractfinanciering heeft SWO te maken met een tekort van ca. € 15.000. Voorgesteld wordt een afspraak te maken over de wijze waarop een voorziening wordt getroffen voor het historisch gegroeide financiële tekort. Daarnaast stelt SWO voor om de landelijke prijsindexcijfers bepalend te laten zijn voor de indexering van de volledige subsidie. Tenslotte stelt ze voor om een invoeringsbudget Beleidsgestuurde Contract Financiering in te stellen. 13. Afgesproken is dat de geprognosticeerde uren en overige prestatie indicatoren nog geen status hebben en niet bindend zijn. 14. Hier en daar komt onvoldoende tot uitdrukking dat ouderenadviseurs een belangrijk SWO-product zijn. 15. In paragraaf 5.4.1 over vervoer wordt geen melding gemaakt van signalen en initiatieven, die in het verleden o.a. door SWO zijn aangegeven met betrekking tot de bereikbaarheid van m.n. Lage Zwaluwe. Momenteel doet SWO onderzoek naar de vraagkant en zal in goed overleg met de gemeente en de betrokken partijen de mogelijkheden inventariseren van eventuele aanvullende voorzieningen. Voorgesteld wordt de nota op dit punt aan te vullen. 16. De in paragraaf 5.4.2 vermelde prijzen van de maaltijdvoorziening zijn niet meer actueel. De prijzen zijn inmiddels geharmoniseerd. Bovendien zijn de prijzen aangepast op basis van kostendekkendheid. Dit is gebeurd in 2 stappen. Momenteel is de prijs voor een volledige maaltijd (soep, hoofdmaaltijd en toetje) vastgesteld op € 5,50. De prijs voor alleen een hoofdmaaltijd bedraagt € 4,60. Per 1 juli 2005 wordt de prijs verhoogd naar € 6,10 voor een volledige maaltijd en € 5,00 voor alleen een hoofdmaaltijd. Soep of een toetje blijft € 0,55 kosten. 17. Bij het onderwerp alarmering wordt geen prijs genoemd. Met betrekking tot de wens om deze taak van SWO over te dragen aan een andere organisatie. Opgemerkt wordt, dat SWO, De Wijngaerd en Surplus op dit moment op een prettige manier samenwerken. Surplus wil deze samenwerking graag verder benutten om te kijken hoe de alarmering op de beste manier kan worden vormgegeven. 18. Helaas wordt in hoofdstuk 5 gemist het Steunpunt Mantelzorg gemeenten Drimmelen/Moerdijk en de vrijwilligers, die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het welzijn van de inwoners van de gemeente. 19. Zie reactie onder 4. 20. Zie reactie onder 5. 21. Zie reactie onder 6. 22. Zie reactie onder 7. 23. Zie reactie onder 8. Ingebracht door: 1. W-groep Made. 2. W-groep Made. 3. W-Creatief. Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
15
4. SDOB. 5. SDOB. 6. SDOB. 7. SDOB. 8. SDOB. 9. SWO. 10. SWO. 11. SWO. 12. SWO. 13. SWO. 14. SWO. 15. SWO. 16. Surplus. 17. Surplus. 18. SVT Informele Zorg West-Brabant. 19. RPCP. 20. RPCP. 21. RPCP. 22. RPCP. 23. RPCP. Opmerkingen college: 1. Wij hechten veel waarde aan de activiteiten van de W-groep. Gezien aard en inhoud van activiteiten zijn wij van mening, dat één lijn getrokken moet worden met de ouderenbonden. Derhalve streven wij naar één beleidsregel op het gebied van subsidieverlening. Hierbij denken wij aan een overgangstermijn van 4 jaar. 2. Wij onderkennen de terugval in subsidie; anderzijds heeft de W-groep jarenlang aanzienlijk meer subsidie ontvangen dan de ouderenbonden. Wellicht is het mogelijk om m.b.t. bepaalde activiteiten de samenwerking met de ouderenbond te vergroten, waardoor er bespaard kan worden op de kosten van o.a. gebruik Mayboom. 3. Zie onze opmerking onder 1. 4. Wij zijn het niet eens met de gemaakte opmerking. De SDOB vertegenwoordigt de ouderenbonden in de contacten met de gemeente. Het lijkt ons derhalve redelijk wanneer de bonden bijdragen in de kosten van de SDOB. 5. Gezien het feit, dat het aantal ouderen met een hoger inkomen stijgt, vinden wij het niet reëel om voor alle ouderen hetzelfde tarief te hanteren. Het lijkt ons beter, om een regeling te treffen op grond waarvan ouderen met een inkomen op bijstandsniveau voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. 6. De opmerking is terecht. Daarentegen wordt in paragraaf 8.4 onder 2 voorgesteld om na te gaan of het wenselijk en haalbaar is een terugkerend preventief huisbezoek vanaf 75+ in te voeren. 7. De opmerking is terecht. Daarentegen wordt in paragraaf 8.4 onder 3 voorgesteld om in overleg met instellingen na te gaan hoe de zelfredzaamheid vergroot kan worden. 8. De onder punt 7 en 8 gegeven opmerkingen zullen nog in de conclusie worden verwerkt. 9. Op 6 april 2005 heeft het gesprek met het PON en het NIZW plaatsgevonden. Naar aanleiding van het gesprek zal het PON een projectaanbod doen, op basis waarvan wij een beslissing zullen nemen. Wij staan in beginsel positief tegenover het project. 10. Wat onze visie op SWO betreft houden wij vast aan hetgeen wij in paragraaf 5.3 hebben verwoord. Het overhevelen van taken behoeft o.i. niet te betekenen dat SWO op grotere afstand van de oudere komt te staan. Het gaat er vooral om dat SWO onderzoekt wat de welzijnsbehoeften van ouderen zijn en die vertaalt naar activiteiten. Vervolgens moeten deze activiteiten zoveel mogelijk bij andere organisaties worden weggelegd. In dit verband vinden wij in beginsel ook niet dat SWO als facilitair bureau moet optreden, omdat daar veel tijd in kan gaan zitten. Wij zijn dan ook niet voornemens om het standpunt over de personenalarmering te heroverwegen. Wij kunnen ons wel voorstellen, dat aansluiting wordt gezocht bij een regionale ontwikkeling en dat het in afwachting daarvan niet gewenst is om tot overheveling over te gaan. De formulering in de nota zo spoedig mogelijk zullen wij veranderen in op termijn. 11. De opmerking over de kerntakendiscussie is juist. Er is destijds echter geen besluit genomen over de kerntaken van SWO. De discussie daaromtrent is uitgesteld in afwachting van de nota ouderenbeleid. Deze nota is nu aan de orde en gaat wat de kerntaken betreft een stukje verder dan de discussienota kerntaken. In onze opvatting horen uitvoerende activiteiten op het gebied van recreatie en educatie vandaag de dag niet langer tot de kerntaken van SWO. Iets anders is dat Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
16
deze taken niet zonder meer kunnen worden overgedragen. Wij zijn blij met uw reactie dat het bespreekbaar is om onderdelen van de activiteiten over te dragen en dat gestreefd wordt naar een inkomensafhankelijke tariefstelling, waarbij de Wet Werk en Bijstand ingezet wordt voor persoonlijke ondersteuning. Wij zijn van mening, dat een verdergaande samenwerking met organisaties en instellingen een eerste stap kan zijn naar overheveling van activiteiten. Wij zien dan ook geen aanleiding om de nota op dit punt te veranderen. Investeren in nieuwe activiteiten vinden wij een prima zaak, echter het budget (formatie) is beperkt. Er zullen derhalve bestaande activiteiten voor ingeruild moeten worden. Na vaststelling van de nota komen wij terug op uw voorstel om SWO opdracht te geven onderzoek te doen naar de haalbaarheid van het project Fitness voor Ouderen in de gemeente. 12. In de begroting 2005 is een subsidiebedrag van € 189.114 opgenomen voor SWO. Dit bedrag is opgebouwd uit verschillende bedragen. Het bedrag van € 189.114 is in beginsel het uitgangspunt voor de komende vier jaar met dien verstande, dat er nog nadere besluitvorming moet plaatsvinden over een bedrag van € 10.750 aan huurkosten Plexat. Dit bedrag is verleend voor een periode van twee jaar (2004 en 2005) na afloop waarvan moet worden bezien in hoeverre het wenselijk is gezien de gebleken behoefte om de activiteit voort te zetten. Het begrotingsbedrag van € 189.114 biedt geen ruimte om het tekort van € 15.000 over 2005 op te vangen. SWO zal daarvoor zelf een oplossing moeten vinden. Wij kunnen niet meegaan met het voorstel om de landelijke prijsindexcijfers bepalend te laten zijn voor de indexering van de subsidie. Daarvoor ontbreken de benodigde financiële middelen. Hetzelfde geldt voor een invoeringsbudget BCF. 13. Wij sluiten ons aan bij deze opmerking, met dien verstande dat er wel naar toe gewerkt dient te worden binnen enkele jaren. 14. Wij delen deze mening niet. Uit paragraaf 5.3.3 blijkt o.i. voldoende duidelijk dat de ouderenadviseurs worden begeleid en ondersteund door de beroepskrachten van SWO. 15. Wij zullen de nota op dit punt aanvullen. 16. Wij zullen de nota op dit punt actualiseren. 17. In het verleden hebben wij nadrukkelijk met SWO gesproken over afstoting van uitvoerende taken waaronder personenalarmering. Hierover hebben wij in principe afspraken gemaakt. Wij houden vast aan deze afspraken omdat wij vinden dat een uitvoerende taak als personenalarmering niet per definitie thuishoort bij een Stichting Welzijn Ouderen en zeker niet bij een kleine organisatie als de onze, omdat er in de uitvoering te veel arbeidsuren gaan zitten, terwijl er ook risico’s zitten aan waarborging continuïteit. Wij hebben er uiteraard geen bezwaar tegen wanneer de huidige samenwerking wordt benut om naar de toekomst toe te kijken hoe de alarmering op de beste manier kan worden benut. 18. Het klopt dat het Steunpunt Mantelzorg niet in hoofdstuk 5 Welzijn wordt vermeld. In hoofdstuk 6 Zorg daarentegen komt het Steunpunt uitgebreid aan de orde. Het is terecht dat de vrijwilligers van SVT een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het welzijn van ouderen. Wij in het hoofdstuk 5 welzijn een passage opnemen over de vrijwilligers van SVT Informele Zorg. 19. Zie opmerkingen college onder 4. 20. Zie opmerkingen college onder 5. 21. Zie opmerkingen college onder 6. 22. Zie opmerkingen college onder 7. 23. Zie opmerkingen college onder 8. Verwerking in de nota: 1. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 2. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 3. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 4. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 5. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 6. In paragraaf 6.1.1 is het in paragraaf 8.4, onder 2 door de gemeente te nemen initiatief omtrent het preventief huisbezoek opgenomen. 7. In paragraaf 6.1.2 is het in paragraaf 8.4, onder 3 door de gemeente te nemen initiatief omtrent het vergroten van de zelfredzaamheid opgenomen. 8. In paragraaf 6.5 (conclusie) zijn de onder punt 6 en 7 genoemde door de gemeente te nemen initiatieven opgenomen. 9. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 10. De in paragraaf 5.4.3 gebruikte formulering zo spoedig is veranderd in op termijn. 11. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 12. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota 13. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
17
14. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 15. Paragraaf 5.4.1 betreffende vervoer is aangevuld met de opmerking dat SWO momenteel onderzoek doet naar de behoefte van aanvullende voorzieningen. 16. In paragraaf 5.4.2 zijn de actuele gegevens van de maaltijdvoorziening opgenomen. 17. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 18. In paragraaf 5.3.4 is een passage opgenomen over SVT Informele Zorg en haar vrijwilligers. SVT is een regionale organisatie voor informele zorg (mantelzorgondersteuning, vrijwillige thuishulp, vrijwillige terminale zorg, buddyzorg), die lokaal mantelzorgondersteuning biedt via gemeentelijke steunpunten mantelzorg en via lokaal werkende vrijwilligers. De kracht van de organisatie ligt o.a.in het regionaal bundelen van deskundigheid en in het lokaal bieden van hulp, zorg en ondersteuning. SVT biedt mantelzorgondersteuning via het Steunpunt Mantelzorg en vrijwillige hulp en zorg door het inzetten van vrijwilligers bij ouderen, dementerenden, chronisch zieken, HIV/Aids cliënten, psychiatrische patiënten, mensen met een beperking, mensen in hun laatste levensfase. Vrijwilligers worden niet alleen ingezet ter ondersteuning van mantelzorgers maar ook bij degenen die door hun ouderdom, ziekte, handicap zelf hulp behoeven. In Drimmelen biedt SVT informele zorg via het Steunpunt Mantelzorg gemeenten Drimmelen/Moerdijk en door het inzetten van vrijwilligers bij hulpbehoevende ouderen, psychogeriatrische patiënten, chronisch zieken, HIV/Aids cliënten, psychiatrische patiënten, mensen met een beperking, mensen in hun laatste levensfase die thuis willen sterven. De buddy’s van de afdeling Buddyzorg worden ingezet bij HIV/Aids cliënten en bij mensen met een chronische levensbedreigende ziekte. 19. Zie verwerking in de nota onder 4. 20. Zie verwerking in de nota onder 5. 21. Zie verwerking in de nota onder 6. 22. Zie verwerking in de nota onder 7. 23. Zie verwerking in de nota onder 8.
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
18
Hoofdstuk: nr.: F Zorg Onderwerp: 1. Mantelzorg. 2. Thuiszorg. 3. Wachtlijst voor geïndiceerde thuiszorg. 4. Thuiszorg. 5. Thuiszorg. 6. Huisartsengroep Drimmelen. 7. Huisartsengroep Drimmelen. 8. Thuiszorg. 9. (Geestelijke) zorg 10. Vrijwilligers. 11. Lokaal loket. 12. Gevoel van onveiligheid in het verkeer. 13. Bewonerscommissies steunpunten. 14. Vrijwilligers SWO. 15. Zorgloket. 16. Onbekendheid zorgloket. 17. Lokaal samenwerkingsverband. 18. Toegankelijkheid eerste lijnszorg. 19. Preventie mantelzorg en gezonde leefstijl. 20. Weinig of geen informatie over thuiszorg. 21. Discussie zorgloket. 22. Lokaal samenwerkingsverband. 23. Aanleunwoningen St. Antonius Abt. 24. Vrijwilligers maaltijdvoorziening. 25. Eerstelijns zorg. 26. Vrijwillige Thuishulp. 27. Steunpunt Mantelzorg. 28. Zorgnetwerk Drimmelen/Moerdijk. 29. Vrijwilligers. Reactie(s):. 1. SVT Stichting Informele Zorg West-Brabant is vanaf 1 januari 2005 ook de werkgever van Steunpunt Mantelzorg.Bij het steunpunt staan op dit moment 119 mantelzorgers uit Drimmelen geregistreerd. De helft daarvan komt uit Made. 2. Inwoners hebben een keuzevrijheid op het gebied van AWBZ-zorg. Deze keuzevrijheid staat niet in de nota beschreven. 3. Deze wachtlijst is met name van toepassing op de huishoudelijke verzorging en is minimaal te noemen. 4. Bij de ontwikkeling van een evenwichtige woonzorginfrastructuur is gezien de ontschotting in de AWBZ en de wens van ouderen om zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te blijven eveneens een rol weggelegd voor de thuiszorgorganisaties. 5. Aandachtspunt is de bekendheid van ouderen met voorzieningen de bereikbaarheid van de eerstelijnszorg. 6. Teleurstellend dat de eerstelijns gezondheidszorg en de huisartsen niet worden genoemd in de nota. Ouderen hebben ook veel medische zorg nodig. 7. Huisartsen ervaren Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en Zorgloket als een bureaucratische drempel, die ze liever kwijt zijn dan rijk. 8. De thuiszorg is onderbelicht gebleven in de nota. Uitgangspunt is dat de cliënt zo lang mogelijk in zijn/haar eigen omgeving kan verblijven. De cliënt gaat niet meer naar de zorg maar de zorg wordt naar de cliënt gebracht. Gevraagd wordt het reeds aanwezige zorgaanbod van de Thuiszorg op te nemen in de nota. Daarnaast wil de thuiszorg meer samen willen werken op het gebied van preventie, o.a. op het gebied van ADL screening, valpreventie, eenzaamheidsproblematiek. 9. Naar de mening van de kerkenraad van de Hervormde Gemeente Lage Zwaluwe blijven de onderdelen wonen en (geestelijke) zorg in de nota onderbelicht. Hij vindt het opmerkelijk dat activiteiten die kerkgenootschappen ontwikkelen voor ouderen niet in de nota worden genoemd. Het gaat hierbij om bezoekjes, kerkdiensten in de ganshoek, autodienst naar de kerk, enz. Gevraagd wordt de nota op deze aspecten aan te vullen. Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
19
10. Behalve vrijwilligers, die actief zijn binnen een specifieke organisatie, kennen we ook veel vrijwilligers, die ‘op persoonlijke titel’ werkzaam zijn voor ouderen. Het blijk geven van waardering voor hun inzet kan zich niet beperken tot een attentie op de verjaardag of een jaarlijks gezellig samenzijn met anderen. Er dient een specifiek vrijwilligersbeleid ontwikkeld te worden. ontwikkelen. 11. Er zijn verschillende varianten denkbaar als het gaat om een gemeentelijk loket. Het is van groot belang dat de deskundigheid en ervaring van het huidige zorgloket voor Drimmelen wordt behouden. 12. In paragraaf 6.1.6 staat dat veel ouderen zich niet veilig voelen in het verkeer.SWO werkt samen met gemeente en provincie aan de realisering van de zgn. BROEM-test op termijn. Voorgesteld wordt de nota op dit punt aan te vullen. 13. In paragraaf 6.3.3 staat een beschrijving van de steunpunten ouderenzorg. Hierbij ontbreekt de rol van de bewonerscommissies. 14. In paragraaf 6.3.6 worden de vrijwilligers van SWO ten onrechte onvermeld gelaten. Voorgesteld wordt de nota op dit punt aan te vullen. 15. In 2004 is het aantal aanvragen en informatievragen gestabiliseerd en in de eerste helft van het jaar zelfs licht afgenomen. Om die reden werkt het zorgloket in 2005 dan ook met een lagere begroting dan voorgaande jaren. 16. Met betrekking tot de onbekendheid van het zorgloket heeft het zorgloket geconstateerd dat zelfstandige en vitale ouderen logischerwijs niet bekend zijn met het zorgloket. Het gericht benaderen van die groep heeft tot op heden niet tot een grotere bekendheid geleid. Het zorgloket richt haar pr-werkzaamheden dan ook met name op die personen waar cliënten met (potentiële)vragen zich in eerste instantie toe richten, zoals huisartsen en ouderenadviseurs. 17. In het lokaal samenwerkingsverband Made heeft ook de woningcorporatie zitting. 18. Toegankelijkheid van de eerste lijnszorg is niet in dit hoofdstuk opgenomen. In de nota volksgezondheid is hierover wel een paragraaf opgenomen. Gezien het feit, dat ouderen zich in toenemende mate zorgen maken over de bereikbaarheid van de eerstelijns zorg wordt voorgesteld deze paragraaf ook op te nemen in de nota ouderen. 19. De GGD kan in samenwerking met diverse andere instellingen activiteiten aanbieden op het gebied van preventie. Hierbij is het van belang dat het niet om een eenmalige activiteit gaat, maar dat er ook een vervolgtraject aan gekoppeld wordt. B.v. de cursus maatjes in de zorg, gericht op mantelzorgers die ondersteuning wensen en Blik op uw gezondheid, zijnde een preventief onderzoek (bloeddruk, gewicht, conditietest e.d.) waarbij ouderen een op maat gesneden advies krijgen over een gezonde levensstijl. 20. In hoofdstuk 6 wordt weinig tot geen informatie gegeven over thuiszorg. In Drimmelen zijn 3 aanbieders actief, te weten De Markenlanden, Maasmond en Mark en Maas. Alleen al aan enkelvoudige huishoudelijke verzorging wordt voor € 29 per inwoner per jaar hulp geboden. Daarbij wordt nergens concreet aangegeven waar senioren behoefte aan hebben als ze langer thuis willen blijven ook al zouden ze een indicatie kunnen krijgen voor het verzorgings- of het verpleeghuis: huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, terminale zorg, nachtzorg of voorliggende voorzieningen, zoals maaltijden, alarmering met achterwacht, klussendienst, ouderenadviseur of voorzieningen op het gebied van mobiliteit. Als bijdrage aan een 7x24 uurszorggarantie zal de thuiszorg binnenkort starten met nachtzorg en met ongeplande zorg. 21. In paragraaf 6.3 wordt ingegaan op het zorgnetwerk en het zorgloket. Het idee van een breed pakket achter één loket functioneert nu ruim 10 jaar en heeft duidelijk in een behoefte bij de inwoners voorzien. Momenteel loopt er een discussie over de taken en het functioneren van het zorgloket. Daarbij wordt aangetekend dat de zorgaanbieders zich beraden over de financiering van het zorgloket. Enerzijds als gevolg van budgetkortingen en het gegeven dat zorginstellingen worden afgerekend op productie, waardoor het ook voor Surplus de vraag is of er budget is om deze voorziening mede te betalen. Daarnaast is het maar de vraag of het zorgloket haar taken en functies in dienst van de zorgaanbieders uitvoert. 22. In paragraaf 6.3.1 wordt het Lokaal samenwerkingsverband genoemd. Hierbij wordt niet vermeld dat ook de verzorgingshuizen deel nemen in dit overleg, terwijl deze een belangrijk aandeel in dit overleg hebben. 23. In paragraaf 6.3.3 staat het aantal aanleunwoningen bij St. Antonius Abt wederom foutief vermeld. Dit moet zijn 19. Verder wordt het aantal verzorgingshuisplaatsen uitgebreid met 17 tot 42. Het aantal aanleunwoningen wordt vooralsnog niet uitgebreid, omdat op de huidige locatie onvoldoende mogelijkheden hiervoor zijn. In Wagenberg wordt de dagverzorging aangeboden, dit staat niet vermeld in de notitie. Ook bij Lage Zwaluwe staat een onjuist aantal aanleunwoningen vermeld; dit moet zijn 45 (of 47 inclusief inleunwoningen). Nog niet bekend is hoeveel woningen op Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
20
de nieuwbouwlocatie worden gerealiseerd. 24. Naast de in paragraaf 6.3.6 genoemde activiteiten zijn er ook veel vrijwilligers actief voor de maaltijdvoorziening; deze vrijwilligers zorgen ervoor dat de maaltijden vanuit de verzorgingshuizen worden vervoerd naar de afnemers van de tafeltje-dek-je maaltijden. 25. In de conclusies wordt voor het eerst melding gemaakt van de stelling dat ouderen zich zorgen maken over de bereikbaarheid van de eerste lijn. Een toelichting hierop is wenselijk omdat de sector thuiszorg van Surplus dit niet tegenkomt in haar eigen klantenonderzoek. Zoals bekend werkt De Markenlanden alleen in de kernen Hooge en Lage Zwaluwe en Terheijden/Wagenberg. Uit een overzichtje gebruik enkelvoudige huishoudelijke verzorging per gemeente 2004 blijkt, dat Drimmelen het minst gebruik maakt van deze vorm van thuiszorg. Als verklaring hiervoor wordt genoemd, - naast een stringente toepassing van het werkdocument gebruikelijke zorg bij het Centrum Indicatiestelling Zorg, die ook voor andere gemeenten geldt, de cultuur in deze dorpen. Het positieve in Drimmelen is dat de bevolking elkaar helpt, buren helpen elkaar, kinderen helpen de ouders en er lijkt overeenstemming te bestaan om vreemden van buiten ook zo lang mogelijk buiten de deur te houden. De keerzijde is dan wel dat als er dan toch hulp nodig is omdat de mantelzorg overbelast raakt er heel veel hulp naar toe moet. Voorts wijst Surplus de gemeente op de mogelijkheid om bestaande voorzieningen in de kernen (verzorgingshuizen, steunpunten) te benutten als informatie- en adviespunt. Deze voorzieningen zijn centraal in de kern gelegen, zijn laagdrempelig en bovendien zitten er momenteel al verschillende organisaties onder één dak. Surplus is voornemens om waar mogelijk met andere samenwerkingspartners dit gegeven verder uit te werken door de bereikbaarheid, aanwezige deskundigheid en informatie op de locaties te verbeteren. Deze zogenaamde front-office functie kan complementair aan het zorgloket of lokaal loket en in overleg met de gemeente een belangrijke rol vervullen bij het informeren en adviseren van ouderen. 26. In paragraaf 6.1.4, bijna onderaan, staat dat er betrekkelijk weinig gebruik wordt gemaakt van o.a. de vrijwillige thuishulp. Per 1 januari 2005 is de vrijwillige thuishulp van de Stichting Vrijwillige Thuishulp Drimmelen ondergebracht bij SVT. Eén van de verschillen tussen de hulpverlening door de Stichting Vrijwillige Thuishulp Drimmelen en onze vrijwillige thuishulp/thuiszorg is dat onze hulp/zorgverlening niet gebonden is aan een maximale duur. Zolang er behoefte is aan de vrijwilliger, zetten wij de vrijwilliger in. Een belangrijk aandachtspunt is om in de gemeente Drimmelen de vrijwillige hulp en zorg beter onder de aandacht te brengen van hulpvragers maar ook van de thuiszorgorganisaties, huisartsen etc. 27. Naar aanleiding van paragraaf 6.2 worden de volgende opmerkingen gemaakt: Kruiswerk Mark en Maas is niet langer de werkgever van het Steunpunt mantelzorg. Met ingang van 1 januari 2005 is de coördinator in dienst van SVT. Met de overgang van het Steunpunt Mantelzorg naar SVT zal ook de functie van de stuurgroep opnieuw worden bekeken. SVT is de budgethouder van de subsidieregeling coördinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg en van de wachtlijstmiddelen t.b.v. de informele zorg. Per 1 januari 2005 wordt het Steunpunt gefinancierd uit het budget van SVT. De hiervoor genoemde subsidieregeling wordt eveneens overgeheveld naar de WMO. Bij het Steunpuntmantelzorg Drimmelen/Moerdijk stonden eind 2004 388 mantelzorgers ingeschreven. In 2004 zijn er 8 cursussen en 7 themabijeenkomsten verzorgd waaraan totaal 454 mantelzorgers hebben deelgenomen en met 630 mantelzorgers is er tevens individueel contact geweest. De werkplek van de coördinator van het Steunpunt is in Zevenbergen op het kantoor van SVT. Voor de mantelzorgers in Drimmelen worden regelmatig bijeenkomsten in Drimmelen georganiseerd. Het voornemen is erop gericht om de coördinator een of twee dagdelen per week aanwezig te laten zijn in de gemeente Drimmelen. 28. SVT Informele Zorg is al jarenlang participant in het Zorgnetwerk voor de mantelzorg en vrijwillige thuishulp/thuiszorg. Idem in de Adviesraad. 29. Paragraaf 6.3.5 gaat alleen maar over vrijwilligers intramuraal. De vrijwilligers die bij mensen thuis hulp en zorg bieden worden niet genoemd. Tevens wordt het Platform Vrijwillige Thuishulp/Thuiszorg Drimmelen gemist dat al ongeveer 10 jaar bestaat. SVT Informele Zorg doet het voorzitterschap, roept de vergaderingen bijeen, verzorgt de verslaglegging e.d. Ingebracht door: 1. Coördinator Mantelzorg Drimmelen/Moerdijk. 2. Huispitaal thuiszorg. 3. Huispitaal thuiszorg. 4. Huispitaal thuiszorg. 5. Huispitaal thuiszorg. 6. Huisartsengroep Drimmelen. 7. Huisartsengroep Drimmelen. Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
21
8. Kruiswerk Mark en Maas. 9. Kerkenraad NH Gemeente Lage Zwaluwe. 10. Vrijwilligers Platform Drimmelen. 11. SWO. 12. SWO. 13. SWO. 14. SWO. 15. Coördinator zorgloket. 16. Coördinator zorgloket. 17. Woningstichting Volksbelang 18. GGD West-Brabant. 19. GGD West-Brabant. 20. Surplus. 21. Surplus. 22. Surplus. 23. Surplus. 24. Surplus. 25. Surplus. 26. SVT Informele Zorg West-Brabant. 27. SVT Informele Zorg West-Brabant. 28. SVT Informele Zorg West-Brabant. 29. SVT Informele Zorg West-Brabant. Opmerkingen college: 1. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerking en zullen deze in de nota verwerken. 2. Wij onderschrijven deze opmerking. Wij zullen een aparte paragraaf opnemen, waarin het zorgaanbod van de thuiszorginstellingen aan bod komt. 3. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerking. 4. Wij onderschrijven deze opmerking en zullen deze in de nota verwerken.. 5. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerking. 6. Er is geen aparte paragraaf gewijd aan de eerstelijns gezondheidszorg en de huisartsen. De problematiek van ouderen: lichamelijke gezondheid en medische consumptie komt daarentegen wel aan de orde. In de nota volksgezondheid is uitgebreid aandacht besteed aan de huisartsenzorg. Geconstateerd is dat Drimmelen op dit moment niet te maken heeft met een huisartsentekort. Om die reden is een actief beleid dan ook niet noodzakelijk. In de nota volksgezondheid is als actiepunt opgenomen om een periodiek overleg met de eerstelijnszorg op te starten met als doel om elkaar op de hoogte te houden van ontwikkelingen en tijdig eventuele maatregelen te formuleren. 7. Wij delen de opvatting van de huisartsengroep niet. Het is waar dat er de afgelopen jaren veel problemen (wachtlijsten, financiering) rond het RIO zijn geweest.. In de kern van de zaak is de cliënt is gebaat bij een onafhankelijke, objectieve en integrale indicatiestelling. Nu de verantwoordelijkheid voor het indiceren is overgegaan naar het centraal geleide CIZ verwachten wij dat eerdergenoemde problemen rond indicering tot het verleden zullen behoren. Het CIZ wil de cliënt zo snel mogelijk helpen. Hiervoor worden eenvoudige, standaard indicaties aan zorgaanbieders gemandateerd. Zorgaanbieders kunnen vanaf 1 mei 2005 zelf indicaties stellen met behulp van standaard indicatieprotocollen (SIP’s). 8. Wij onderschrijven de gemaakte opmerking. Zoals reeds onder 2 vermeld zal er in het hoofdstuk zorg een aparte paragraaf over de thuiszorg worden opgenomen. 9. Het is ons bekend, dat de plaatselijke kerkgenootschappen veel activiteiten ondernemen ten behoeve van ouderen. De kerkgenootschappeen voeren hierin een eigen beleid. Een groot deel van de activiteiten wordt uitgevoerd door vrijwilligers. Het lijkt ons wenselijk om hierover een opmerking te maken in hoofdstuk 6.3.6 onder vrijwilligers. 10. De gemeente beschikt tot op heden niet over een vrijwilligersbeleid. In het najaar van 2005 zal het lopende project vrijwilligerswerk worden geëvalueerd. Op basis daarvan zal worden bezien of en zo ja op welke manier het vrijwilligersbeleid verder zal worden ontwikkeld. 11. Wij onderschrijven de opmerking van SWO. 12. Wij zullen de nota op dit punt aanvullen. 13. Wij zullen een korte beschrijving opnemen. 14. In deze paragraaf gaat het om de vrijwilligers in de zorgcentra. Wij zullen in paragraaf 5.3.1 huidige taken SWO een passage opnemen over de vrijwilligers van SWO. 15. Wij onderschrijven deze opmerking en zullen deze opnemen in de nota. Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
22
16. Wij zullen de gemaakte opmerkingen meenemen. 17. Wij zullen de voorgestelde toevoeging in de nota opnemen. 18. In het plan van uitvoering is hierover reeds een actiepunt opgenomen. Niettemin onderschrijven wij de gemaakte opmerking en zullen wij de betreffende paragraaf ook in de nota ouderen opnemen. 19. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerking. Gezien het beperkte budget zien wij vooralsnog geen mogelijkheden om de preventieve activiteiten op genoemde terreinen uit te breiden. Bovendien kan er o.i. ook op andere manieren worden voorzien in voornoemde activiteiten, bijv. via het steunpunt mantelzorg en de eerstelijns zorg. 20. Zoals al eerder gemeld, onderschrijven wij de gemaakte opmerking over de thuiszorg. Er zal in het hoofdstuk zorg een aparte paragraaf worden opgenomen over de thuiszorg. Met betrekking tot de behoefte aan zorg bij het zelfstandig wonen gaan wij ervan uit, dat die zorgbehoefte voldoende moet blijken uit de indicatiestelling. Als dat niet het geval is, dan vragen wij ons af of de noodzaak tot het verlenen van zorg en/of diensten wel voldoende aanwezig is. Daarbij moet de oudere ook instemmen met de geboden zorg. 21. Wij nemen kennis van deze opmerking. 22. Wij zullen de gemaakte opmerking over de verzorgingshuizen meenemen. 23. Wij zullen de genoemde aantallen in de nota corrigeren. 24. Wij zullen hierover een zinsnede opnemen in de nota. 25. De opmerking, dat ouderen zich zorgen maken over de bereikbaarheid van de eerste lijn heeft voor wat betreft de thuiszorg betrekking op huishoudelijke werkzaamheden en kleine klusjes in huis. Uit het huisbezoekproject Samen is wijs (onder 75+ in de gemeente )is gebleken, dat er een toenemende vraag is naar het schoonmaken van de woning en hulp bij tuinieren. Daarnaast is er in de nota volksgezondheid gemeente Drimmelen 2004 - 2007een paragraaf opgenomen over de situatie m.b.t. de huisartsenzorg in Drimmelen. Hieruit blijkt, dat ook Drimmelen –op wat langere termijn- geconfronteerd kan worden met een eventueel tekort aan huisartsen. Daarnaast is bekend dat m.n. ouderen in Lage Zwaluwe problemen hebben met de bereikbaarheid van de huisartsenpost in Oosterhout ’s avonds en in het weekend. Wij nemen kennis van de verstrekte informatie over het gebruik enkelvoudige huishoudelijke hulp in de gemeente. De suggestie om bestaande voorzieningen in de kernen te gebruiken als informatie-en adviespunt in het kader van het lokaal loket nemen wij graag mee. In de discussie over het lokaal loket zullen wij hier nader op terug komen. Daarnaast blijven wij graag op de hoogte van uw stappen hieromtrent. 26. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerking; wij zien hierin echter geen aanleiding om de nota ouderen aan te passen. 27. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerkingen. Op het punt van het werkgeverschap en het aantal mantelzorgers zullen wij de nota aanpassen. 28. Wij nemen kennis van de gemaakte opmerkingen. 29. Paragraaf 6.3.5 heeft inderdaad alleen betrekking op vrijwilligers, die werkzaam zijn bij een instelling. Zoals al eerder gezegd zullen we in de nota ook een passage opnemen over de vrijwilligers extramuraal.
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
23
Verwerking in de nota: 1. Deze opmerking is in paragraaf 6.2 Steunpunt Mantelzorg Drimmelen/Moerdijk verwerkt. 2. Er is een nieuwe paragraaf 6.4.3 gemaakt, waarin globaal het zorgaanbod van de thuiszorg alsmede keuzevrijheid van de cliënt is opgenomen. De nummering van de overige paragrafen is eveneens aangepast. 3. Wij hebben deze opmerking meegenomen in paragraaf 6.3.4 over wachtlijsten. 4. Wij hebben deze opmerking meegenomen in paragraaf 4.8 over aanbod en behoeften ouderenzorg per kern alsmede in paragraaf 8.2 over wonen. 5. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 6. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 7. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 8. Voor verwerking zie onder 2. 9. In paragraaf 6.4.6 is een opmerking gemaakt over de activiteiten van vrijwilligers binnen het verband van kerkgenootschappen. 10. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 11. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 12. In paragraaf 6.1.6 is melding gemaakt van de zgn. BROEM-test die SWO samen met gemeente en provincie op korte termijn wil realiseren. 13. In paragraaf 6.4.4 is een korte beschrijving opgenomen van de bewonerscommissies. 14. In paragraaf 5.3.1 is vermeld, dat de uitvoerende activiteiten van SWO voor een belangrijk deel door vrijwilligers worden uitgevoerd. Er zijn ongeveer 75 vrijwilligers actief op het gebied van structurele en incidentele activiteiten. Jaarlijks organiseert SWO een dankjewel bijeenkomst, waarbij vrijwilligers extra in het zonnetje worden gezet. SWO zorgt voor de werving en begeleiding van de vrijwilligers. 15. In paragraaf 6.4 is een toevoeging gedaan over het aantal aanvragen en informatievragen in 2004. 16. In paragraaf 6.4 is de opmerking over de onbekendheid met het zorgloket en de prwerkzaamheden opgenomen. 17. In paragraaf 6.4.1 is opgenomen dat in Made ook Woningstichting Volksbelang aan het lokaal samenwerkingsverband deelneemt. 18. In een nieuwe paragraaf 6.3 is de paragraaf over de bereikbaarheid van de eerstelijns zorg opgenomen. Het actiepunt hieromtrent is opgenomen in paragraaf 8.4 onder 1. 19. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 20. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 21. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 22. In paragraaf 6.4.1 is vermeld dat ook de verzorgingshuizen deelnemen aan het lokaal samenwerkingsverband. 23. In paragraaf 6.4.4 zijn de hierboven genoemde aantallen in de nota opgenomen. 24. In paragraaf 6.4.6 zijn ook de voor de maaltijdvoorziening actieve vrijwilligers genoemd. 25. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 26. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 27. In paragraaf 6.2 is het werkgeverschap van het steunpunt gewijzigd. Ook het aantal geregistreerde mantelzorgers is aangepast. 28. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 29. In paragraaf 6.4.6 is een passage opgenomen over de vrijwilligers die bij de mensen thuis hulp en zorg bieden.
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
24
Hoofdstuk: nr.: G Inkomensondersteuning Onderwerp: 1. Vermogensbeoordeling. 2. Voorlichting. 3. Regeling Verlaagd Tarief 4. Reductiepas. 5. Zie onderwerp onder 1. Reactie(s): 1. De vermogensbeoordeling verdient een nadere uitwerking. Om in de vermogensbeoordeling alleen het vermogen in de eigen woning te betrekken is niet erg zuiver dan wel rechtvaardig en zal o.m. leiden tot een grotere vraag naar huurwoningen. 2. SWO stelt voor hier samen te werken met SWO en bijv. gebruik te maken van het SWO informatieboekje. 3. Momenteel bestaan er onduidelijkheden en financiële knelpunten bij organisaties, die de uitvoering van de maaltijddienst van SWO hebben overgenomen. Voorgesteld wordt zo snel mogelijk de nieuwe invulling van deze regeling in het kader van de bijzondere bijstand met betrokkenen nader in te vullen. 4. Ten aanzien van de reductiepas voor ouderen wordt niet duidelijk wat het beleid van de gemeente zal worden. Voorgesteld wordt hierover in de nota meer expliciet te zijn. 5. Zie reactie onder 1. Ingebracht door: 1. SDOB. 2. SWO. 3. SWO. 4. SWO. 5. RPCP. Opmerkingen college: 1. Met ingang van 1 januari 2005 is voor nieuwe deelnemers een vermogenstoets ingevoerd. Voor die tijd werd alleen naar inkomen gekeken. De vermogenstoets heeft niet alleen betrekking op de eigen woning maar op het totale vermogen. Verder is er al langer sprake van een stijgende vraag van ouderen naar huurwoningen. 2. Wij sluiten ons aan bij het voorstel van SWO, in die zin dat SWO gebruik kan maken van de informatie die wordt geboden. 3. De onduidelijkheden en financiële knelpunten zijn ons bekend. Naar aanleiding van de brief van Surplus d.d. 6 april 2005 zullen wij het volgende besluiten: wij stemmen ermee in, dat de uitvoering van de regeling zoals gevraagd per 1 juli 2005 terugkomt naar de gemeente. Vanaf die datum willen wij de regeling tijdelijk, d.w.z. tot 1 januari 2006 op dezelfde manier voortzetten. Op dezelfde manier houdt in: een korting op basis van de oude Regeling Verlaagd Tarief ( = zonder vermogenstoets) voor gebruikers tot 1 januari 2005 en een korting op basis van bijstandsbeleid (= met vermogenstoets) voor de gebruikers vanaf 1 januari 2005. Om deze ongelijkheid ten aanzien van de korting ongedaan te maken willen wij de regeling met ingang van 1 januari 2006 voor alle gebruikers gelijktrekken in die zin, dat alle gebruikers opnieuw worden beoordeeld en wel op basis van het bijstandsbeleid. Uiteraard zullen wij de gebruikers hierover tijdig informeren. Wij zullen deze beleidsverandering opnemen in de nota. 4. In de nota minimabeleid wordt de mogelijkheid van een kortingspas beschreven. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat het de gemeente aan financiële middelen ontbreekt om op dit punt een specifiek beleid te voeren voor ouderen. Besloten is derhalve om geen algemene kortingspas in te voeren. In de nota ouderen wordt voorgesteld om een regeling te treffen op grond waarvan ouderen met een inkomen op bijstandsniveau toch maatschappelijk kunnen participeren in deelname aan sociaal-culturele activiteiten. 5. Zie opmerkingen college onder 1. Verwerking in de nota: 1. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 2. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. 3. Het voornemen m.b.t. de verandering van de Regeling Verlaagd Tarief zoals hierboven vermeld is Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
25
4. 5.
verwoord in paragraaf 7.1.2 van de nota. Deze opmerking leidt niet tot wijzigingen in de tekst van de nota. Zie verwerking in de nota onder 1.
Inspraaknota ouderenbeleid in beeld gemeente Drimmelen 2005 - 2008
26