Kandidatuur partnerorganisatie lokaal ouderenbeleid 2015-2019
1. Vlaamse Ouderenraad De Vlaamse Ouderenraad is het overlegplatform van de Vlaamse ouderenorganisaties en de officiële adviesraad van ouderen inzake het ouderenbeleid voor de Vlaamse Regering. De Vlaamse Ouderenraad werd door de Vlaamse Regering erkend in het kader van het decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen. Momenteel telt de Vlaamse Ouderenraad 29 lidorganisaties en 4 onafhankelijke deskundigen.
2. Inhoudelijke achtergrond 2.1. Toenemende vergrijzing als uitdaging voor het lokale beleid Volgens de laatste demografische indicatoren (FOD Economie, 2013) zal het aantal 65-plussers in Vlaanderen doorheen de komende jaren sterk stijgen: van 1 200 965 in 2013 naar 1 654 798 in 2030. Het aandeel van de 65-plussers in de bevolking groeit daarbij van 18,82 procent in 2013 naar 24,38 procent in 2030. Deze evolutie zal zich uiteraard ook op lokaal niveau laten voelen. Uit verwachtingen van de Studiedienst van de Vlaamse Regering (2015) blijkt dat tussen 2014 en 2024 het aantal 65-plussers in alle Vlaamse steden en gemeenten zal stijgen. Voor de grote meerderheid van de gemeenten ligt de stijging van het aantal ouderen tussen 10 en 30 procent. In 50 gemeenten zal het aantal 65-plussers zelfs met meer dan 30 procent toenemen, en slechts in 11 gemeenten ligt de verwachte toename lager dan 10 procent. In elk van deze gemeenten zal dan ook een antwoord gevonden moeten worden op de uitdagingen die deze toename van het aantal ouderen met zich meebrengt. Hoe kan hun actieve deelname aan het maatschappelijk leven gestimuleerd worden? Op welke manier kan het vrijwilligerspotentieel onder ouderen meer benut worden? Hoe kunnen ze zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen? Op welke vlakken kan de fysieke omgeving aangepast en verbeterd worden? Langs welke kanalen kunnen kwetsbare ouderen bereikt en ondersteund worden? Voor deze en andere vragen is de dialoog met ouderen in de gemeente cruciaal. Als ervaringsdeskundigen kan hun inbreng in de voorbereiding, opvolging en evaluatie van het lokale beleid een enorme meerwaarde bieden voor het lokale bestuur.
Kandidatuur partnerorganisatie
11-03-2015
1/13
2.2. Beleidsparticipatie als onderdeel van actief ouder worden en bijdrage aan de legitimiteit van het ouderenbeleid Bij heel wat oudere burgers leeft de interesse om een maatschappelijk engagement op te nemen. Ze wensen actief deel uit te maken van de samenleving en zien het belang in van een actieve participatie in het beleid (Verté et al., 2011). Binnen het bestuur van verenigingen, in politieke partijen, adviesraden en andere organisaties kunnen ze hun stem laten horen en meewerken aan de beleidsvorming en -uitvoering. De lokale leefomgeving is dan ook een van de plaatsen bij uitstek om ouderen te betrekken bij de beleidsuitvoering (Verté et al. 2011). Deelname aan politiek en beleid verhoogt gevoelens van welbevinden, waardering en veiligheid. Een gebrek aan beleidsparticipatie is daarentegen een belangrijke vorm van sociale exclusie (Ogg, 2005). Deze beleidsparticipatie kan bewerkstelligd worden door empowerment (Messelis & Van Assel, 2012). Het stelt individuen of groepen in staat greep te krijgen op hun eigen situatie en omgeving door te focussen op hun (groei)mogelijkheden en competenties. Door te vertrekken vanuit hun eigen krachten ontstaat een bewustzijn van de eigen capaciteiten die ingezet kunnen worden. Het resultaat is een grotere deelname aan besluitvorming en uitvoering van het beleid. Voor de Vlaamse Ouderenraad vormt deelname aan en inspraak in het ouderenbeleid onmiskenbaar een belangrijk aspect van actief ouder worden. Niet alleen worden zo de competenties van ouderen actief ingeschakeld en gewaardeerd, ook kan het samenwerken aan een optimaal ouderenbeleid andere vormen van active ageing stimuleren. Daarnaast draagt beleidsparticipatie van ouderen ook bij tot de legitimiteit van het ouderenbeleid. De betrokkenheid van ouderen als stakeholders van het beleid verhoogt het democratisch gehalte ervan en zorgt voor een grotere gedragenheid bij de burgers. Ook de kwaliteit, haalbaarheid en uitvoerbaarheid van het beleid kunnen door deze participatie worden verbeterd (Fobé et al., 2009). 2.3. Leeftijdsvriendelijke gemeenten als kader voor het lokaal ouderenbeleid De laatste jaren zijn er, onder meer op initiatief van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Europese Commissie, heel wat inspanningen geleverd om de maatschappelijke rol van ouderen positief in de aandacht te brengen. De competenties van ouderen worden benadrukt en ze krijgen een actieve rol in de samenleving toegewezen (Reed, 2008). Een belangrijk concept dat daarbij door de WHO naar voor wordt geschoven, is dat van de leeftijdsvriendelijke gemeente (WHO, 2007). Het creëren van hefbomen voor actief ouder worden begint lokaal, in de eigen omgeving. Daarbij zijn vooral de verschillende determinanten die actief ouder worden mogelijk maken van belang: individuele keuzes, mogelijkheden en beperkingen, economische, fysieke, sociale en omgevingskenmerken, gezin en familie, ... Een leeftijdsvriendelijke gemeente werkt actief op deze factoren in en vormt op die manier een hefboom voor actief ouder worden. De essentie van een leeftijdsvriendelijke gemeente is dat er een beleid wordt gevoerd op maat van alle leeftijdsgroepen, waaronder de ouderen. Een leeftijdsvriendelijke gemeente vormt zo een inclusieve en toegankelijke omgeving die actief ouder worden bevordert en ondersteunt.
Kandidatuur
11-03-2015
2/13
Ook binnen het concept van leeftijdsvriendelijke gemeenten krijgt beleidsparticipatie een belangrijke rol toegekend, als onderdeel van de maatschappelijke participatie van ouderen. Daarbij beklemtoont de WHO (2007) het belang van het ontwikkelen van participatieve organen en kanalen voor de inspraak van ouderen, waaronder adviesraden. 2.4 Lokale ouderenadviesraden als belangrijke schakel tussen ouderen en bestuur Gezien de rechtstreekse politieke participatie van ouderen binnen lokale bestuursorganen en politieke partijen beperkt is (Verté et al., 2011), vormen de lokale ouderenadviesraden in veel gemeenten het voornaamste kanaal voor de participatie van ouderen aan het beleid. 90 procent van de gemeenten in Vlaanderen en Brussel beschikken over een lokale ouderenadviesraad: -
West-Vlaanderen: 58 van de 64 gemeenten; Vlaams-Brabant: 55 van de 65 gemeenten; Limburg: 40 van de 44 gemeenten; Antwerpen: 70 van de 79 gemeenten en districten; Oost-Vlaanderen: 62 van de 65 gemeenten; Brussel: 19 van de 19 gemeenten.
Deze adviesraden spelen een cruciale rol als klankbord en spreekbuis voor ouderen. verlenen advies aan de gemeente, komen op voor de belangen van ouderen en stimuleren volwaardige maatschappelijke participatie van ouderen. Tegelijk spelen deze adviesraden in praktijk vaak ook een belangrijke rol als informatieplatform ten aanzien van ouderen stimuleren ze sociale contacten tussen ouderen.
Ze de de en
Bovendien kunnen deze ouderenadviesraden op hun beurt via participatieve methodieken een essentiële hefboom vormen voor het bereiken, engageren en betrekken van individuele ouderen bij het lokale beleid. Voorbeelden hiervan zijn de Ouderenbehoeftenonderzoeken en Ouderenweekmethodieken, waarbij heel wat individuele ouderen, ouderenadviesraden, verenigingen, professionals en beleidsmakers in co-creatie een ‘evidence-based’ beleid ontwikkelden (Verté et al., 2013). 2.5. Nood aan versterking en ondersteuning voor de lokale ouderenadviesraden Ondanks hun sterk potentieel als inspraakorgaan, blijven de lokale ouderenadviesraden in veel gemeenten evenwel onderbenut binnen het beleidsproces. Onderzoek binnen de opleiding Seniorenconsulentenvorming (Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen) beklemtoont dan ook de nood en het belang van ondersteuning gericht op de verdere versterking van de werking van de ouderenadviesraden. Uit een bevraging bij de voorzitters van 173 lokale ouderenadviesraden (Messelis, 2011) worden de volgende conclusies getrokken: "Het stimuleringsbeleid van de overheid zal niet zozeer moeten geënt worden op de oprichting van nieuwe lokale ouderenadviesraden, maar eerder op de verdere kwaliteitsvolle werking van bestaande ouderenadviesraden en de professionele ondersteuning van de ouderen ter zake."
Kandidatuur
11-03-2015
3/13
"De roep naar vorming is groot, zowel op inhoudelijk (bijblijven, nieuwe thema’s aankaarten, nieuwe tendensen bespreken,…) als op methodisch vlak (opmaken van adviezen, maken van consistente afsprakennota’s, vergadertechnieken, communicatietechnieken,…)." Het begeleiden, vormen en ondersteunen van de lokale ouderenadviesraden, zowel op organisatorisch en inhoudelijk vlak als in het vergroten van de betrokkenheid van de oudere burger vormen dus belangrijke voorwaarden voor de realisatie van een inclusief lokaal ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen.
3. Doelpubliek & doelstellingen Als doelpubliek heeft de Vlaamse Ouderenraad ouderen en de leden van lokale ouderenadviesraden voor ogen. De Vlaamse Ouderenraad streeft als partnerorganisatie volgende doelstellingen na: - bevorderen van de participatie van ouderen in het lokale ouderenbeleid; - ontwikkelen van een gedragen visie op de werking van ouderenraden en de betrokkenheid van ouderen bij het lokale ouderenbeleid; - ondersteunen en aanbieden van vorming aan ouderen in lokale ouderenadviesraden en de ontwikkeling van methodieken en werkinstrumenten; - verbeteren van de kwaliteit van de werking van lokale ouderenadviesraden; - coördinatie, uitwisseling en samenwerking bevorderen rond bestaande initiatieven en praktijkvoorbeelden op vlak van ouderenbeleidsparticipatie; - aanzetten tot initiatieven of acties die de inspraak van ouderen in het beleid versterken.
4. Methodiek 4.1. Verschillende deelaspecten De Vlaamse Ouderenraad biedt een complementaire ondersteuning aan ouderen en lokale adviesraden via diverse stimulerende inhoudelijke en praktijkgerichte instrumenten. Het Overleg van de Ouderenverenigingen heeft een sturende rol en volgt de algemene uitvoering van het project op. De Commissie Ouderenraden speelt in op de concrete uitwerking en stuurt bij waar nodig. Barometer Via een barometer wil de Vlaamse Ouderenraad de noden en de evolutie van de werking van ouderenadviesraden in kaart brengen. De barometer behelst een kleine bevraging die zich jaarlijks herhaalt zodat de evolutie duidelijk zichtbaar wordt. De eerste barometer wordt in 2016 gelanceerd zodat deze gebruikt kan worden voor de verdere bijsturing van het project (bv. invulling studiedagen, …).
Basisbrochure
Kandidatuur
11-03-2015
4/13
De Vlaamse Ouderenraad ontwikkelt een basisbrochure voor ouderen die participeren aan het lokaal ouderenbeleid. Het is een handig, laagdrempelig en beknopt gebruiksinstrument dat de lezer wegwijs maakt in het lokaal ouderenbeleid, de werking van een ouderenadviesraad en participatiekanalen. Verdere informatie verkrijgt de lezer door gerichte doorverwijzing (bv. wetteksten). Via de Commissie Ouderenraden wordt een werkgroep samengesteld die bestaande instrumenten van de provincies, ouderenverenigingen en vormingsinstellingen voor lokale ouderenadviesraden analyseert en stroomlijnt. De analyse bestaat er in te bekijken waar lokale ouderenadviesraden belang aan hechten en welke ingrediënten noodzakelijk zijn voor de basisbrochure. Train-the-trainer programma Het train-the-trainer programma leidt trainers (zestigplussers) op die in de toekomst een aantal lokale ouderenadviesraden uit hun regio op een laagdrempelige manier kunnen stimuleren, vormen en ondersteunen rond ouderenbeleidsparticipatie. De opleiding besteedt aandacht aan de methodiek en didactiek om de overdracht van kennis, kunde en ervaring optimaal te faciliteren voor groepen ouderen. Door een opleiding op maat kunnen vrijwilligers zich ontwikkelen en ontplooien als ‘trainer’ en bovendien wordt er beroep gedaan op hun competenties en expertise om de verworven kennis en vaardigheden te verspreiden bij leeftijdsgenoten in de lokale ouderenadviesraden. Deze vorming heeft een inhoudelijk, organisatorisch en didactisch luik. Inhoudelijk geeft de vorming achtergrond over leeftijdsvriendelijke gemeenten aan de hand van nieuwe thema’s, nieuwe tendensen, ... Het organisatorische luik geeft informatie en training over de werking van een ouderenadviesraad: handvatten voor de opvolging van de beleids- en beheerscyclus (BBC), het opmaken van adviezen, toepassen van vergader- en communicatietechnieken, … Daarnaast geeft de vorming participatieve methodieken mee met als doel meer ouderen te betrekken in het inspraakproces, vb. praatcafé, e-participatie, klankbordgroep, knelpuntenwandeling, enquête, … Didactisch bekijken de ‘cursisten’ hoe je vormingen geeft: omgaan met groepen, enthousiasmeren van groepen, opbouwen van vormingen, overbrengen van inhoud, bewustzijn van zichzelf als trainer, ... Deze vorming wordt doorheen de erkenningsperiode meermaals georganiseerd in verschillende regio’s. De Vlaamse Ouderenraad zal het advies inwinnen van (lid)organisaties met kennis en ervaring inzake train-the-trainer vormingen. Het train-the-trainer programma bestaat uit een getrapt systeem. Er worden via 2 kanalen vrijwilligers gerekruteerd: ouderenverenigingen en lokale ouderenadviesraden. Op die manier beoogt de Vlaamse Ouderenraad zowel georganiseerde als niet-georganiseerde ouderen te bereiken. Trainers uit een vereniging geven de verworven kennis door binnen het regionaal overleg van lokale ouderenraden of aan de leden van hun vereniging. Die nemen op hun beurt de informatie mee naar de lokale ouderenadviesraad waar de vorming in de praktijk wordt toegepast. Geïnteresseerde leden van lokale ouderenadviesraden die niet aangesloten zijn bij een vereniging, kunnen de training ook volgen. Zij geven de informatie door binnen het regionaal overleg en passen de verworven kennis en methodieken toe in de werking van de lokale ouderenadviesraad waaraan zij participeren.
Kandidatuur
11-03-2015
5/13
Het doorgeven van informatie gebeurt via de peer-methodiek. Deze methodiek is gebaseerd op het doorgeven van kennis en informatie door een ‘gelijke’ (bv. dezelfde leeftijd, dezelfde interesses, gelijkaardige ervaringen, deel uitmaken van dezelfde groep, …). Een ‘peer’ die een boodschap overbrengt, staat dichter bij de doelgroep, komt geloofwaardig over en wordt bijgevolg sneller geaccepteerd. Werken in peergroepen geeft tevens een grotere garantie op onderlinge uitwisseling (Penninx & Prinsen, 2000). De Vlaamse Ouderenraad voorziet opvolging en begeleiding voor de trainers en de lokale ouderenadviesraden via jaarlijkse terugkomdagen (zie verder) en een digitaal intervisieplatform (zie verder). Trainers zullen permanent informatie en ervaringen met elkaar kunnen wisselen, alsook beroep kunnen doen op de Vlaamse Ouderenraad. Terugkomdagen Om vanuit de Vlaamse Ouderenraad opvolging voor deze trainers te garanderen, worden er jaarlijks terugkomdagen georganiseerd. Hier kunnen zij elkaar ontmoeten en ervaringen uitwisselen. Ook de agenda van de terugkomdagen wordt hier telkens bepaald. De Vlaamse Ouderenraad zorgt voor een bijsturing en actualisatie van de methodiek vanuit de ervaringen van de deelnemers. Digitaal platform De Vlaamse Ouderenraad ontwikkelt een digitaal platform om het contact met en tussen de lokale ouderenadviesraden te versterken, om vragen te stellen en om uitwisseling te stimuleren. Hiervoor wint hij advies in bij een IT-organisatie die eventueel ook begeleiding voorziet. Het digitaal platform bestaat uit drie luiken: - Een gespecialiseerd informatieluik waar lokale ouderenadviesraden actuele informatie op maat van hun werking verkrijgen van de Vlaamse Ouderenraad (bv. uitrol van de UiTpas); - Een openbaar luik met een databank waarin praktijkvoorbeelden van lokale ouderenbeleidsparticipatie geïnventariseerd worden en waaruit inspiratie kan gehaald worden; - Een afgeschermd intervisieplatform waarin trainers elkaar vragen stellen, ervaringen uitwisselen en signalen geven. Studiedagen Als aanvulling op de basisbrochure en het train-the-trainer programma organiseert de Vlaamse Ouderenraad tijdens de periode van 5 jaar minstens 2 studiedagen. Deze vinden plaats in grote gecentreerde regio's en zijn gekoppeld aan nieuwe methodieken en/of praktische werkinstrumenten. De studiedagen bieden inhoudelijke achtergrond en praktische toepassingen, telkens rond een component van leeftijdsvriendelijke gemeenten en actuele thema’s (bv. beleids- en beheerscyclus (BBC), gemeenteraadsverkiezingen in 2018, …). Deze studiedagen spelen in op de noden van dat moment en zijn bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in het lokaal ouderenbeleid, ongeacht of zij het train-the-trainer programma volgden of niet.
Kandidatuur
11-03-2015
6/13
4.2.
Validering van de methodiek
De Vlaamse Ouderenraad opteert voor de bovenstaande methodiek omdat deze via complementaire kanalen ondersteuning biedt voor een kwaliteitsvolle werking van de lokale ouderenadviesraden en de beleidsparticipatie van ouderen. De bouwstenen die doorheen de verschillende luiken van de empowerende methodiek gehanteerd worden zijn het actief inschakelen van de competenties van ouderen, het stimuleren van peerlearning tussen ouderen, het voorzien van laagdrempelige en actuele informatie aan alle geïnteresseerden en het monitoren en opvolgen van de ouderenbeleidsparticipatie op lokaal niveau. De methodiek bouwt voort op wetenschappelijke inzichten rond het leren bij ouderen. Daarbij wordt allereerst vertrokken vanuit peerlearning, een methode die zeer efficiënt werkt bij ouderen (Penninx & Prinsen, 2000). Daartoe worden onder de ouderen zelf vrijwilligers gerekruteerd die op hun beurt andere ouderen wegwijs maken in de lokale ouderenbeleidsparticipatie en de realisatie van leeftijdsvriendelijke gemeenten. Op deze manier zet het project ouderen aan om actief hun competenties in te schakelen in de realisatie van een inclusief ouderenbeleid. Tevens zorgt deze werkwijze voor de nodige schaalvergroting, waardoor op een kostenefficiënte manier een groot aantal ouderenadviesraden, ouderenverenigingen en ouderen bereikt kan worden. Tegelijk wordt ingezet op niet-formeel en informeel leren: ouderen verwerven immers makkelijker kennis, inzichten en vaardigheden op grond van ervaringen die ze opdoen en via uitwisselingen met anderen en hun omgeving, eerder dan door cursussen te volgen in formeel verband. In het kader van de methodiek streeft de Vlaamse Ouderenraad er daarom naar om diverse vormen van lerende netwerken te creëren: via de opleidings- en terugkomdagen voor de trainers, binnen de studiedagen waar ervaringen en goede praktijken kunnen uitgewisseld worden, langs het digitaal platform waar de deelnemende ouderen kennis en tips met elkaar kunnen uitwisselen, enz. Deze manier van werken versterkt bovendien de uitwisseling met en tussen lokale ouderenadviesraden en dat op zowel een digitale als een niet-digitale manier. Succesvolle beleidsparticipatie vraagt tevens om actuele en laagdrempelige informatie. Hieraan wordt voldaan door op basis van de versnipperde bestaande informatiebronnen een toegankelijke en laagdrempelige brochure met basisinformatie te ontwikkelen. Om bovendien in te spelen op actuele thema’s en de lokale beleids- en beheerscyclus, wordt dit aangevuld met informatieverstrekking via studiedagen en het informatieluik van het digitaal platform, waartoe alle geïnteresseerden vrije toegang krijgen. Tot slot creëert het ontbreken van een systematische en gestructureerde monitoring van de lokale ouderenbeleidsparticipatie momenteel een blinde vlek, die een barrière vormt voor de uitwerking van een doeltreffend en dynamisch Vlaams ondersteuningsbeleid ter zake. Door het uitwerken van een jaarlijkse barometer zullen de evoluties binnen dit domein beter in kaart gebracht kunnen worden en nieuwe noden efficiënter geïdentificeerd worden. Op deze manier draagt deze monitor ertoe bij dat ook op langere termijn een ondersteuningsprogramma op maat geboden kan worden. De voorgestelde werkwijze is dus gericht op het ressorteren van een duurzaam effect, dat bereikt wordt door leden van de doelgroep zelf maximaal in te schakelen en door kennisdeling tussen ouderen en tussen adviesraden uit verschillende gemeenten te stimuleren. Door ouderen de kans te geven actief hun competenties te gebruiken, kunnen ze zich bovendien verder en breder ontplooien en elkaar inspireren, wat bijdraagt tot hun welzijn, kennis,
Kandidatuur
11-03-2015
7/13
zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Op deze manier draagt dit project rechtstreeks bij tot het stimuleren van actief ouder worden en de maatschappelijke participatie van ouderen. 4.3. Beoogde bereik -
-
de barometer wordt verspreid onder alle lokale ouderenadviesraden. De Vlaamse Ouderenraad streeft naar een responsgraad van 60 procent; de basisbrochure wordt verspreid onder alle lokale ouderenadviesraden; tijdens het train-the-trainer programma leidt de Vlaamse Ouderenraad minimum 5 coaches per provincie en minimum 1 coach voor Brussel (vanuit Brussels Ouderenplatform) op, in totaal 26 coaches; het digitale platform wordt bekend gemaakt bij alle lokale ouderenadviesraden; voor de studiedagen streeft de Vlaamse Ouderenraad naar de aanwezigheid van minimum 70 lokale ouderenadviesraden.
4.4. Beoogde resultaat op lange termijn -
gedragen visie op het lokale ouderenbeleid en op de werking van de lokale ouderenadviesraden; competenties van ouderen aanspreken en versterken; uitwisseling en samenwerking tussen lokale ouderenadviesraden; kwaliteit lokale werking stijgt; inspraak in lokaal beleid versterken; leeftijdsvriendelijke gemeenten stimuleren bij lokale ouderenadviesraden.
5. Argumentatie Vlaamse Ouderenraad als partnerorganisatie Door zijn jarenlange werking als adviesorgaan voor het ouderenbeleid en als overlegplatform van de ouderenorganisaties beschikt de Vlaamse Ouderenraad over de nodige ervaring met en deskundigheid in het ondersteunen en stimuleren van de beleidsparticipatie van ouderen. Bij al zijn werkzaamheden vertrekt de Vlaamse Ouderenraad vanuit de expertise, inzichten en ervaringen van de ouderen zelf. Daardoor beschikt de Vlaamse Ouderenraad over een grote algemene expertise in het organiseren van, werken met en sensibiliseren van oudere vrijwilligers. Aansluitend heeft de Vlaamse Ouderenraad dankzij de jaarlijkse Ouderenweekcampagnes specifieke ervaring in het uitwerken van methodieken, brochures en sensibiliseringsinstrumenten gericht op lokale ouderenadviesraden. Naast de vier onafhankelijke deskundigen zijn de effectieve leden van de Vlaamse Ouderenraad de ouderenverenigingen en de ouderenwerkingen binnen ruimere verenigingen. Deze sociaalculturele organisaties zijn sterk vertrouwd met het lokale praktijkwerk met ouderen en zijn ervaren in de professionele en educatieve ondersteuning van hun leden die actief zijn in ouderenadviesraden en het lokaal ouderenbeleid. Binnen de werking van de Vlaamse Ouderenraad vervullen de ouderenverenigingen een cruciale rol als schakel met de individuele ouderen, die actief ingeschakeld wordt in het kader van dit project.
Kandidatuur
11-03-2015
8/13
Rond de ondersteuning van het inclusief lokaal ouderenbeleid worden ook vanuit de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de provinciale besturen inspanningen geleverd. In functie van overleg en afstemming met deze partners zijn VVSG en de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) opgenomen als toegetreden lid van de Vlaamse Ouderenraad en beschikken zij over een raadgevende stem in de bestuursorganen van de Vlaamse Ouderenraad. Voor overleg en informatie-uitwisseling met de verschillende stakeholders rond lokale ouderenbeleidsparticipatie beschikt de Vlaamse Ouderenraad over een Commissie Ouderenraden. Hierin zijn de lokale en provinciale ouderenraden, de ouderenverenigingen, VVSG en VVP vertegenwoordigd. Dit intern orgaan zal actief ingezet worden voor coördinatie en overleg met de partners uit het netwerk bij de uitvoering van dit project. Tot slot werkt de Vlaamse Ouderenraad reeds samen met VVSG en andere stakeholders rond leeftijdsvriendelijke gemeenten (Ouderenweekcampagne 2013 en 2014, het Europees Innovatienetwerk rond leeftijdsvriendelijke omgevingen AFE-INNOVNET, het Vlaamse projectvoorstel voor toetreding tot het WHO Global Network of Age-friendly Cities and Communities, …). Ook in dit kader zijn er voldoende aanknopingspunten voor een complementaire samenwerking met VVSG. Dit garandeert dat er zowel aan de lokale mandatarissen, de ouderenbeleidscoördinatoren als de ouderen ondersteuning geboden wordt voor de realisatie van een inclusief lokaal ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen.
6.
Netwerk
Het netwerk dat de Vlaamse Ouderenraad hiervoor inschakelt bestaat uit: personeelsteam van de Vlaamse Ouderenraad: aanwerven van een personeelslid (master in de Agogische Wetenschappen); vormingsinstelling; IT-instelling; provinciale ouderenwerkingen; lidorganisaties Vlaamse Ouderenraad; Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten als complementaire partner; Vereniging van de Vlaamse Provincies.
voltijds
Zoals hierboven werd toegelicht, beschikken zowel de Vlaamse Ouderenraad als bovengenoemde partners uit het netwerk over uitvoerige deskundigheid in en ervaring met het werken met ouderen en het stimuleren van de participatie van ouderen in het lokale beleid.
7.
Lokale en regionale partners
Op lokaal niveau betrekt de Vlaamse Ouderenraad verschillende partners: lokale ouderenadviesraden; ouderenbeleidscoördinatoren; Brussels Ouderenplatform; regionale werkingen van ouderenverenigingen en de regionale overlegplatformen van lokale ouderenadviesraden (23 kernen in werking).
Kandidatuur
11-03-2015
9/13
De Vlaamse Ouderenraad motiveert hen via diverse kanalen om te participeren en mee vorm te geven aan de verschillende deelaspecten van de methodiek (bv. het invullen van de barometer, deelnemen aan de vorming, mee de inhoud van de basisbrochure bepalen en de databank met praktijkvoorbeelden opbouwen, …). Er wordt dus ingezet op wederkerigheid en onderlinge interactie. Dit gebeurt door de lokale ouderenadviesraden via de provinciale vertegenwoordiging in de Commissie Ouderenraden te betrekken, de ouderenbeleidscoördinatoren in te zetten als schakel naar de lokale ouderenadviesraden, en door samen te werken met de ouderenverenigingen om hun regionale werkingen te betrekken en te stimuleren. Daarnaast informeert, bevraagt en steunt de Vlaamse Ouderenraad deze lokale partners via rechtstreekse communicatie (bv. informatieluik digitaal platform).
8.
Concrete acties & timing
8.1 Concrete acties
-
-
Databank Vlaamse Ouderenraad uitbreiden: gegevens verzamelen van alle lokale ouderenadviesraden om rechtstreekse communicatie mogelijk te maken (e-mailadressen en adresgegevens) Aanwerving voltijds personeelslid secretariaat Vlaamse Ouderenraad: Master in de Agogische wetenschappen Opvolging en bijsturing werkzaamheden door het Overleg van de Ouderenverenigingen Regelmatige terugkoppeling en aftoetsing voorzien met de Commissie Ouderenraden Evaluatie van de werking als partnerorganisatie en vervolgplan voor 2020- 2024
Barometer - Ontwikkelen barometer om evolutie en noden van ouderenraden in kaart te brengen - Barometer jaarlijks lanceren bij lokale ouderenadviesraden - Resultaten barometer jaarlijks verwerken en inhoudelijke noden opvolgen Basisbrochure - Werkgroep samenstellen via de Commissie Ouderenraden - Bestaande instrumenten van provincies en ouderenverenigingen analyseren en noodzakelijke informatie filteren voor opname in de basisbrochure - Basisbrochure opstellen en verspreiden - Actualisatie basisbrochure Train-the-trainer programma - Advies inwinnen bij (lid)organisaties met expertise rond trainer-opleidingen - Werkgroep samenstellen via de Commissie Ouderenraden - Uitwerken opleiding: vorm, inhoud, methodiek en didactiek bepalen - Praktische organisatie - Publiciteit voorzien - Trainers rekruteren uit lidorganisaties en lokale ouderenadviesraden - Opleidingsdagen organiseren - Opvolging trainers aan de hand van digitaal platform en terugkomdag - Praktische organisatie terugkomdag
Kandidatuur
11-03-2015
10/13
Digitaal platform - Advies inwinnen bij (lid)organisaties rond de opbouw van een toegankelijke website/digitaal platform - Werkgroep samenstellen via de Commissie Ouderenraden - Ontwikkelen digitaal platform met 3 luiken: openbaar gedeelte met praktijkvoorbeelden, afgeschermd intervisieplatform voor trainers, actueel infoluik - Publiciteit en bekendmaking website - Signalen opvangen, feedback en ondersteuning bieden waar nodig Studiedagen - Uitwerken studiedagen: vorm, inhoud, methodiek en didactiek bepalen (theoretisch en praktisch gedeelte) - Praktische organisatie - Publiciteit 8.2 Timing TIMING PARTNERORGANISATIE Jaar 1
1. 2. 3. 4. 5.
Aanwerving personeelslid secretariaat Vlaamse Ouderenraad Praktijkbezoeken bij lokale ouderenadviesraden Ontwikkelen barometer Oproep voor trainers Contactgegevens lokale ouderenadviesraden verzamelen
Jaar 2
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Lanceren barometer Verder uitwerken visie op (lokale) beleidsparticipatie van ouderen Basisbrochure opstellen en verspreiden Uitwerken vormingsprogramma Eerste train-the-trainer vormingen Peer-to-peer vormingen Lanceren digitaal platform
Jaar 3
1. 2. 3. 4. 5.
Barometer Terugkomdagen trainers (eind 2017) Studiedag (najaar 2017) Train-the-trainer vormingen Peer-to-peer vormingen
Jaar 4
1. 2. 3. 4.
Barometer Train-the-trainer vormingen Peer-to-peer vormingen Terugkomdagen trainers
Jaar 5
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Barometer Train-the-trainer vormingen Peer-to-peer vormingen Terugkomdagen trainers Studiedag Actualisatie basisbrochure Evaluatie en vervolgplan 2020-2014
Kandidatuur
11-03-2015
11/13
9.
Budget
BEGROTING PARTNERORGANISATIE
kennismaking LOAR barometer brochure selectie trainers train-the-trainer vorming peergroepvorming terugkomdagen trainers 2 studiedagen digitaal platform werklokaal werkmateriaal drukwerk documentatie vorming medewerker verzendingskosten telefoon - internet kosten vergaderingen kosten vrijwilligers en medewerkers lidorganisaties dienstverplaatsingen voorbereiding kandidatuur vacaturekosten/aanwerving Jaarloon voltijdse master externe medewerkers TOTAAL
Kandidatuur
Jaar 1 1 000,00 500,00 0,00 2 000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 500,00 2 500,00 2 500,00 200,00 200,00 300,00 300,00 500,00 500,00
Jaar 2 0,00 150,00 5 000,00 1 000,00 5 000,00 5 000,00 0,00 0,00 200,00 2 750,00 200,00 250,00 100,00 100,00 350,00 520,00 550,00
Jaar 3 0,00 150,00 0,00 1 000,00 5 500,00 5 500,00 2 000,00 7 500,00 250,00 3 000,00 200,00 300,00 100,00 100,00 400,00 540,00 600,00
Jaar 4 0,00 150,00 0,00 1 000,00 5 750,00 6 000,00 2 500,00 0,00 300,00 3 250,00 200,00 350,00 100,00 100,00 450,00 560,00 650,00
Jaar 5 0,00 500,00 3 000,00 0,00 6 000,00 6 000,00 3 000,00 9 500,00 350,00 3 500,00 100,00 400,00 100,00 0,00 500,00 580,00 700,00
TOTAAL 1 000,00 1 450,00 8 000,00 5 000,00 22 250,00 22 500,00 7 500,00 17 000,00 1 600,00 15 000,00 3 200,00 1 500,00 600,00 600,00 2 000,00 2 700,00 3 000,00
3 500,00 5 500,00 250,00 350,00 2 000,00 0,00 2 000,00 0,00 61 590,00 63 200,00 1 000,00 2 200,00 81 340,00 92 420,00
5 500,00 400,00 0,00 0,00 64 560,00 2 200,00 99 800,00
5 500,00 450,00 0,00 0,00 65 930,00 2 200,00 95 440,00
5 500,00 500,00 0,00 0,00 67 290,00 2 200,00 109 720,00
25 500,00 1 950,00 2 000,00 2 000,00 322 570,00 9 800,00 478 720,00
11-03-2015
12/13
10.
Referenties
Buffel, T. (2012). Experiences of place and neighbourhood in later life. Developing age-friendly communities. Fobé, E., Brans, M., Vancoppenolle, D. & Van Damme, J. (2009). Het nieuwe strategische adviesstelsel in Vlaanderen. Een verbeteringsgerichte procesanalyse. Leuven : Steunpunt beleidsrelevant onderzoek. FOD Economie (2013). Demografische indicatoren voor België 2013-2060. http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/bevolking/downloads/demografische_i ndicatoren_2013-2060.jsp Messelis, E. (2011). Lokale ouderenadviesraden anno 2010: de visie van 173 voorzitters. Brussel: Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen. Penninx, K. & Prinsen, B. (2000). De voor- en doormethode. Burgers als helpers en voorlichters. Utrecht: NIZW. Messelis, E. & Van Assel, A. (2012). Leren niet verleren: voor wie ouderen wil ondersteunen bij leren. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. Reed, J., Cook, G., Bolter, V. & Douglas, B. (2008). Older people Involved in Policy and Planning: Factors which support Engagement. Journal of Ageing Studies, 22, 273-281. Schalk, R. (2013). Het Lokaal ouderenbeleid is dood. Leve de Ouderenparticipatie! Geron. Tijdschrift over ouder worden & samenleving. 2(15), 4-8. Studiedienst van de Vlaamse Regering (2015). SVR-projecties van de bevolking en de huishoudens voor Vlaamse steden en gemeenten, 2015-2030. http://www4.vlaanderen.be/sites/svr/Pages/2015-01-29-projecties.aspx Verté, D., Dury, S., De Donder, L., Buffel, T. & De Witte, N. (2011). Doe Mee! Over ouderen en maatschappelijke participatie. Brugge: provinciebestuur West-Vlaanderen. Verté, D., Verté, E., De Donder, L., De Witte, N., Dury, S., Smetcoren, A.S. & Buffel, T. (2013). Participatie van ouderen in lokaal beleid. Geron. Tijdschrift voor ouder worden & samenleving, 2(15), 9 – 12. World Health Organization (2007). Global Age-friendly Cities: A guide. http://www.who.int/ageing/publications/Global_age_friendly_cities_Guide_English.pdf
Kandidatuur
11-03-2015
13/13