LOKAAL BESTUUR
Jaargang 39 nummer 2 Zomer 2015
Magazine van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
ZOMERVAKANTIE? NIET IN DEZE GEMEENTEN
6
Een jaar na de catastrofe
GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN
Over lantaarnpalen en depolitisering
RONALD PLASTERK
4
Niet lullen maar poetsen
WE GAAN LINKSAF
Jan de Roos
OUDE GLORIE
14
18 Joris Weemaes
10
JONG TALENT
20 LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
1
Kalk
TRAPLIFT Foto: Bert Beelen
Foto: Hollandse Hoogte
JACQUELINE KALK
secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur
In de zomer van 2013 deed wethouder De Jager uit Deventer de uitspraak dat werklozen en vrijwilligers in Deventer ingezet zouden worden voor de persoonlijke verzorging van hulpbehoevenden en ouderen. Een schok ging door het land. Dit was ongewenst, niet de bedoeling en mocht zeker niet de toekomst zijn van hoe wij in Nederland, lokaal, de hulp bij het huishouden zouden organiseren. Bijna twee jaar later is er wederom een wethouder De Jager die een uitspraak doet die voor veel ophef zorgt: een 90-jarige bewoner uit Alphen aan den Rijn krijgt geen traplift, maar moet verhuizen. Zit het in de naam De Jager of is dat slechts een bijkomstigheid? Feit is dat beide wethouders voor ophef zorgen door hun uitspraken over de nieuwe werkelijkheid van de gedecentraliseerde zorg. Waar liggen de grenzen van wat kan en mag in de gedecentraliseerde verzorgingsstaat en wanneer breekt het moment aan dat we moeten ingrijpen? De opschudding die beide wethouders veroorzaakten was groot. In het ene geval kwam dit door het idee dat ongeschoolde, onwelwillende werklozen 's ochtends bij je op de stoep zouden staan om je steunkousen aan te trekken of je billen te wassen. In het andere geval door het gevoel dat het onrechtvaardig is om een 90-jarige een traplift te weigeren, waardoor deze persoon moet verhuizen. Sterker nog, de gemeente verweet betrokkene zelfs dat hij nog niet was verhuisd. Hun redenatie: u had kunnen voorzien dat het traplopen op termijn moeilijker zou worden en had hier tijdig op kunnen anticiperen door te verhuizen naar een gelijkvloerse woning. Oftewel eigen schuld, dikke bult. En die redenatie is op zich ook weer niet zo vreemd. Als je gaat studeren, ga je op kamers. Studentenhuisvesting
LOKAAL BESTUUR
Jaargang 39 nummer 2 Zomer 2015
colofon
Magazine van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
LOKAAL BESTUUR ZOMERVAKANTIE? NIET IN DEZE GEMEENTEN
6
Een jaar na de catastrofe
GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN
Over lantaarnpalen en depolitisering
RONALD PLASTERK
4
WE GAAN LINKSAF
18 Joris Weemaes
10
Magazine voor PvdA-politici in gemeente, provincie en waterschap. Verschijnt vier keer per jaar.
14 Niet lullen maar poetsen
Jan de Roos
OUDE GLORIE
JONG TALENT
20 LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
1
Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
Omslagfoto Jongeren feesten tijdens het jaarlijkse Zwarte Cross festival in Oost Gelre. Foto: Hollandse Hoogte
Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na toestemming.
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER
Aukelien Jellema (voorzitter), Maarten Divendal, Manon Fokke, Ruud Fokkens, Cathrijn Haubrich, Jacqueline Kalk, Antoine van Lune, Ingrid Wolsing, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut.
Els Boers, Paul Bordewijk, Harriët van Domselaar, Jaqueline Dorenbos-de Hen, Duco Hoogland (Afgevaardigde), Jacqueline Kalk (column), Martien Louwers, Timothy Schelhaas (illustratie), Jurjen Sietsema, Kirsten Verdel, Leonie Wildeman (Tweets), Ingrid Wolsing, Naomi Woltring
EINDREDACTIE
BASISLAYOUT
Leonie Wildeman en Jan de Roos
Stan Wagter / Ronald Koopmans
SECRETARIAAT
VORMGEVING
Leonie Wildeman Postbus 1310 1000 BH Amsterdam Tel. 020-55 12 205 e-mail:
[email protected]
Jos B. Koene, Amsterdam
REDACTIE
UITGAVE
Centrum voor Lokaal Bestuur van de Partij van de Arbeid, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. ISSN: 0167-0980 39e jaargang no. 2
2
is tijdelijk, daarna stroom je door. Als er kinderen komen, wordt er vaak weer verhuisd. Dit keer naar een groter huis. En deze huizen worden weer verlaten voor een appartement met meer gemakken wanneer de leeftijd zich aandient dat het met de mobiliteit wat minder wordt. Er is niets mis met deze wooncarrière van veel mensen. Waarom ontstaat er dan zo’n ophef als een gemeente een traplift weigert te bekostigen? De toon van de weigering was niet goed zoals wethouder De Jager inmiddels heeft erkend. De spelregels zijn veranderd, niet iedereen krijgt meer precies datgene wat hij of zij aanvraagt en uiteindelijk kan een gemeente besluiten iets in het geheel niet te vergoeden. En, zoals het onderzoek in de Volkskrant laat zien, voert de gemeente Alphen geen schrikbewind. De ophef zit ergens anders in. Die wordt veroorzaakt doordat een 90-jarige iets is geweigerd. In onze samenleving leren we respect te hebben voor ouderen. We staan voor ouderen op in de bus of trein en geven waardering voor een leven lang hard werken. Ze zijn niet zielig, maar we willen ze wel graag ontzien. En dat deed de gemeente Alphen niet. Ongeacht de leeftijd werd de lift geweigerd. En daar schrokken we massaal van. Want wie dwingt een 90-jarige om te verhuizen en wie wijst een 90-jarige op zijn of haar eigen verantwoordelijkheid in deze? Is het dan De Jager die moedig is of is hij, net als zijn naamgenoot uit Deventer, overmoedig? De man uit Alphen is inmiddels geholpen. Een bedrijf heeft hem een traplift geschonken. Maar ook mét een traplift zal er een tijd komen dat verhuizen naar een woning met meer gemakken een gegeven is. En dat lot wacht ons allen. Laten we er maar vast aan wennen.
ABONNEMENTEN
Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 30,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 020-55 12 205. INTERNET
Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op internet: http://www.lokaalbestuur.nl twitter.com/lokaalbestuur KOPIJ
PRODUCTIE EN DRUK
Opmeer Drukkerij Den Haag
Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
VAN WAARDE-PROOF DECENTRALISEREN Foto: Hollandse Hoogte
Aan de slag bij de Diamant-groep, een leerwerkbedrijf in Tilburg.
Sociaaldemocratisch decentraliseren, hoe doe je dat eigenlijk? Met die vraag ging CLB-medewerker Naomi Woltring op stap. In 2014 volgde ze drie gemeenten - Alblasserdam, Leeuwarden en Oude IJsselstreek - en keek hoe raad en college voorbereidingen troffen op de decentralisaties. Haar belangrijkste aanbevelingen: politiseer, blijf de decentralisaties volgen en zoek nieuwe politieke instrumenten voor raadsleden. De zorg dichtbij, de cliënt centraal. Eén gezin, één plan, één hulpverlener. Dat waren voor de PvdA de beloften van de decentralisaties. Hoe de decentralisaties in de praktijk uitpakken zien we de komende jaren pas. Maar het afgelopen jaar was het aan raadsleden en wethouders om de regels, verordeningen en beleidsplannen - het kader waarbinnen de praktijk moet gaan werken vorm te geven. De keuzes die ze daarbij maakten, zijn van groot belang voor de manier waarop de gedecentraliseerde verzorgingsstaat er de komende jaren uit gaat zien. In het onderzoek is daarom gekeken of de gemeenten de beloften van de decentralisaties nakwamen op waarden die voor de PvdA belangrijk zijn: bestaanszekerheid, goed werk, binding, verheffing en zeggenschap. Lokaal werk creëren Bij de meest inspirerende voorbeelden van ‘Van Waarde-proof decentraliseren’ wordt een van de bovenstaande waarden in de praktijk gebracht, zonder dat dit ten koste gaat van de andere waarden. Een mooi voorbeeld
is Lumeco uit Hendrik-IdoAmbacht. Dit bedrijf helpt grote eindverbruikers van energie zoals scholen, sporthallen en parkeergarages met energiebesparende maatregelen. Zo bouwen ze bijvoorbeeld de armaturen van tl-buizen om naar energiezuinige varianten. Daarbij worden mensen uit de sociale werkplaats ingezet. Wouter Plomp (directeur Lumeco): ‘We hebben het hele arbeidsproces uitgesplitst in kleine stapjes. De armatuur van tl-buizen wordt op locatie omgebouwd, dus werken de SW’ers op locatie. Ik heb zes monteurs in dienst. Aan elke monteur koppelen we één of twee SW'ers. Het maakt ons flexibel en we kunnen in één keer opschalen. Binnen ons bedrijf is het goed voor de sfeer. We brengen de SW’ers langzaam richting de praktijk. En de monteurs vinden het super, al waren ze er in het begin huiverig voor. Ze zijn nu ook coach en ze hoeven dat repeterende werk zelf minder te doen. De SW’ers leveren meer op dan wanneer ik een 'gewone' monteur datzelfde werk laat doen. Ze zijn altijd gemotiveerd. Wij hebben een social return van 50 procent.’
NAOMI WOLTRING PROJECTMEDEWERKER SOCIAALDEMOCRATISCH DECENTRALISEREN
Lumeco is een inspirerend bedrijf omdat het laat zien dat het mogelijk is om SW'ers in te zetten zonder dat dit leidt tot verdringing op de arbeidsmarkt. Plomp: ‘De overheid kan ook werk creëren voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door een bedrijf als Lumeco in te schakelen om de verlichting in panden van de gemeente duurzamer te maken.’ Die energiebesparing levert ook nog eens geld op, waarmee het ombouwen van de armaturen wordt terugverdiend. Door alle bezuinigingen en door de structurele veranderingen in de economie is het onwaarschijnlijk dat er vanzelf geschikte banen ontstaan voor de SWpopulatie die ‘niet zo slim, slank en snel’ is (woorden die Marleen Barth gebruikte tijdens haar congresspeech in januari) als in de moderne economie - onterecht - steeds meer gevraagd wordt. Als lokale overheid kun je voor deze inwoners verantwoordelijkheid nemen door de lokale economie te stimuleren en banen te creëren. Politiseer Wie de decentralisaties langs de meetlat van Van Waarde legt, maakt ze politiek. Gemeenten zijn niet (of in ieder geval niet alleen) een uitvoeringsloket van het landelijk beleid, ze maken
hun eigen afwegingen. Of je SW'ers in vaste dienst neemt of de ‘Participatiewet in stuurt’, is een politieke keuze. Net als het heffen van een eigen bijdrage in de jeugdzorg, het garanderen van een bestaansminimum, het eisen van een tegenprestatie voor een uitkering, het soort tegenprestatie enzovoort. Raadsleden zijn controleurs en volksverte-
ons opstellen als de hoeder van waarden, niet als moeder van maatregelen. Als een maatregel niet werkt, pas je hem aan.
We moeten ons opstellen als hoeder van waarden, niet als moeder van maatregelen
Politieke instrumenten Momenteel zijn raadsleden vaak ontevreden over de politieke instrumenten die ze tot hun beschikking hebben. Het wegstoppen van onder andere de decentralisaties in gemeenschappelijke regelingen is velen een doorn in het oog. De politieke instrumenten van raadsleden moeten daarom aangepast worden aan hun nieuwe verantwoordelijkheden. Die taak is in de eerste plaats aan raadsleden zelf. De politiek gaat immers over haar eigen instrumenten.
genwoordigers. Zij moeten de politieke keuzes herkennen die onder ambtelijke stukken liggen en deze in de openbaarheid bespreken. Ook wanneer raadsleden participeren in een ambtelijke werkgroep houden zij hun verantwoordelijkheid als raadslid mét een eigen politieke kleur.
Laten we deze decentralisaties daarom eerst goed evalueren voor we ons nieuwe decentralisaties (zoals een eventuele uitbreiding van het lokaal belastinggebied) op de hals halen. Dat kost een paar jaar. Maar dat is de lokale democratie ons toch wel waard?
Blijf de decentralisaties volgen De effecten van sommige keuzes worden de komende jaren pas duidelijk. Het is daarom van groot belang om de decentralisaties te blijven volgen en ongewenste effecten aan de kaak te stellen. Als PvdA'ers moeten we
Op 10 mei verscheen de CLB- brochure Sociaaldemocratisch decentraliseren. Je kunt de brochure op de CLB-website downloaden. Ga daarvoor naar lokaalbestuur.nl
LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
3
‘Door mijn raadslidmaatschap in de jaren '80 realiseer ik mij altijd hoe belangrijk het werk is dat al onze mensen lokaal en regionaal doen’
Foto: Hollandse Hoogte
OVER LANTAARNPALEN, DEPOL VAN HET LOKAAL BESTUUR EN Met de coördinatie van de decentralisaties in zijn portefeuille is hij politiek verantwoordelijk voor de grootste wijziging van het afgelopen decennium in het binnenlands bestuur. 'Iets wat wij als PvdA altijd al wilden en waar we trots op mogen zijn'. Toch gaat zijn ministerschap niet altijd over rozen. De fusie van drie provincies tot de Noordvleugel mislukte en hij werd onlangs een stadsregent genoemd toen zijn agenda voor het stedelijk gebied naar buiten kwam. Lokaal Bestuur legde minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties twaalf trefwoorden voor die betrekking hebben op zijn tijd als raadslid in Leiden, zijn agenda voor het lokaal bestuur en de lage opkomst bij de laatste Statenverkiezingen.
LEONIE WILDEMAN REDACTEUR LOKAAL BESTUUR
4
Lantaarnpalen 'Dan denk ik aan mijn periode als gemeenteraadslid in Leiden van 1982 tot 1984. In die tijd kwamen er vanuit het Rijk vooral doeluitkeringen naar de gemeente. Als je zomaar geld in het gemeentefonds zou stoppen kopen gemeenten daar alleen maar lantaarnpalen van, zeiden ze in Den Haag. Een van de doeluitkeringen was destijds bestemd voor emancipatie. Het verzoek aan de Leidse gemeenteraad was om het betreffende geld uit te geven aan lantaarnpalen, zodat het 's avonds op straat veiliger was voor vrouwen. Waarop wij zeiden: "Als je dat geld bij ons gelaten had, dan hadden wij er al lang lantaarnpalen van gekocht." Voor mij een goed voorbeeld dat de gemeenteraad prima weet wat het beste is voor zijn burgers, maar dan moet je hem wel de ruimte geven. Ik geloof daar heel erg in. Met de decentralisaties proberen we dit natuurlijk ook volop in de praktijk te brengen. Door mijn raadslidmaat-
zijn als we diezelfde burgers ook eigenaar kunnen maken van de punten waar ze mee komen. Dat is de volgende uitdaging.' Lokaal belastinggebied 'Dat is een van mijn andere pijlers om de lokale democratie te versterken. Staatssecretaris Wiebes en ik zijn met de gemeenten in gesprek om het vergroten van het lokaal belastinggebied onderdeel te maken van de herzieningen van het belastingstelsel. Belangrijke randvoorwaarden zijn dat de belastingdruk niet mag toenemen en dat de rekening niet eenzijdig bij bepaalde groepen in de samenleving komt te liggen. Ik denk dat de interesse van burgers in de politiek door deze verandering zal toenemen. Burgers zien dan dat die eerste bestuurslaag ook echt iets te zeggen heeft, omdat ze meer dan nu - haar eigen budget heeft. Ook worden de verschillen tussen de partijen duidelijker. In gemeenten met een rechtse coalitie zal de vlag omhoog gaan voor lagere lasten, terwijl linksgeoriënteerde gemeenten meer de nadruk zullen leggen op de inzet van middelen voor bijvoorbeeld zorg en volkshuisvesting. Voor sociaaldemocraten interessant omdat ze hiermee de nadruk kunnen leggen op een kwalitatief goede publieke sector.' Democratic Challenge 'Dat is een project dat we onlangs gestart zijn. We dagen burgers uit om suggesties te doen hoe we tot meer en nieuwe vormen van democratie kunnen komen. Het klopt dat je hierbij altijd het risico loopt dat vooral hoger opgeleide en beter gebekte mensen deelnemen. Dat is niet iets van deze tijd. Ook de SDAP werd plagend wel de partij van schoolmeesters, dominees en advocaten genoemd. Of die groep alleen haar eigen doelen zal dienen? Ik ben daar optimistisch over en denk dat dit niet zo zal zijn. Natuurlijk moet je als gemeente blijven opletten. En als er alleen voor gepleit wordt om kunstgras aan te leggen op de hockeyvelden dan moet er misschien nog eens gekeken worden of dat wel de juiste methode is. Zeker als sociaal-
LITISERING DE PLATWORM schap realiseer ik mij altijd hoe belangrijk het werk is dat al onze mensen lokaal en regionaal doen. Ik heb een groot respect voor het lokaal bestuur. En het is de basis geweest voor mijn lidmaatschap van de Tweede Kamer en mijn huidige functie als minister. Als ik niet in de gemeenteraad had gezeten was ik, denk ik, nooit in de landelijke politiek beland.' 49 procent 'Dat heeft vast te maken met de opkomst bij verkiezingen. Bij landelijke verkiezingen ligt de opkomst gelukkig rond de 75 tot 80 procent. Dat is al jaren relatief stabiel. Maar bij de verkiezingen voor de gemeenteraad en, in het geval van dit percentage, de Statenverkiezingen werkt het anders. Daarbij is de betrokkenheid vaak toch minder. Ondanks dat er niets verandert als de opkomst onder de 50 procent komt, wordt de democratische legitimatie wel erg mager en dat is verontrustend. Wat ik daaraan ga doen? Ik heb verschillende pijlers om de
lokale democratie te verbeteren. Eén daarvan is het versterken van wat ik de 'informele democratie' noem. Buurtrechten en buurtbudgetten spelen hierin een belangrijke rol. Ik pleit er in mijn Agenda Lokale Democratie dan ook voor om burgers meer vrijheid te geven. Experimenten hiermee geven positieve effecten. Dit werkt dus heel anders dan bij een referendum. Daarbij vraag je eigenlijk wat mensen denken als ze niet nadenken. Als je ze bijvoorbeeld vraagt naar hun mening over windmolens, dan denken ze: windmolens vinden we lelijk, dus we zijn tegen. Maar wanneer je burgers met elkaar in gesprek laat gaan over een bepaalde kwestie zonder daar verder richting aan te geven, gaan ze vaak veel genuanceerder denken. Het is dus niet goed om eindeloos op mensen in te praten, je moet ze vooral met elkaar in gesprek laten gaan. Laat burgers zelf nadenken over wat er in de gemeente moet gebeuren. Het zou vervolgens mooi
democraten moeten we blijven proberen een brede representatie te realiseren. Maar ik ben ook realistisch. We kunnen wel een aselecte steekproef willen doen via een lotingsysteem zoals Van Reybrouck (auteur van o.a. Tegen Verkiezingen) voorstelt, maar dan moet je wel voldoende mensen hebben waar je uit kunt kiezen. En zoveel interesse is er meestal ook weer niet voor dergelijke initiatieven.' Gemeenschappelijke regeling 'Ik denk dat het heel verstandig is dat gemeenten de vuilophaaldienst met een aantal gemeenten samen organiseren. Het is dan ook onzin om op zichzelf tegen de gemeenschappelijke regeling te zijn. Maar wanneer een wethouder terugkomt met de mededeling "Ik heb mijn best gedaan, maar het is niet gelukt", dan begrijp ik dat dat frustrerend is. Je kunt niet meer met de volksvertegenwoordigers in één sessie de koppen bij elkaar steken en een
beslissing nemen. Dat kunnen we helaas ook niet helemaal oplossen. We hebben de wet nu wel zo veranderd dat bijvoorbeeld de begroting eerder in de gemeenteraad komt, zodat raadsleden tijdig hun vragen kunnen stellen en dus meer invloed hebben. En zo kan er binnen het stelsel van de gemeenschappelijke regeling nog meer gedaan worden om het democratischer te maken. Bovendien hoeven gemeenten niet in een gemeenschappelijke regeling te gaan. Er zijn ook andere mogelijkheden, dat moeten raadsleden zich goed realiseren.' Aanzien van de politiek 'Er wordt tegenwoordig met veel dedain over politici gesproken. Hoe minder, hoe beter lijkt, zelfs bij sommige politieke partijen, het ideaal te zijn. Dat idee deel ik helemaal niet. Er zijn ongelooflijk veel goede mensen actief in provincie en gemeente. Zij zetten zich met veel warmte, energie en
Aan het bashen van politici moet een einde komen kundigheid in voor de publieke zaak en hebben het beste voor met de burgers in hun gemeente. Het is door al die kanjers dat de decentralisaties nu beginnen te landen. Zonder goede bestuurders en raadsleden zou deze klus nooit geklaard kunnen worden. Dat moet je niet onderschatten, dat moet je waarderen. Aan het bashen van politici moet dan ook zo snel mogelijk een einde komen.' Depolitisering 'Ik hoop dat dat niet optreedt. We hebben veel taken bij de gemeente neergelegd met het idee dat dit, net als het Rijk, een bestuurslaag is waar burgers invloed op uit kunnen oefenen. Deze decentralisaties kunnen er echt aan bijdragen dat burgers iets te kiezen hebben bij de verkiezingen. Dat vraagt natuurlijk wel van mensen in het lokaal en regionaal bestuur dat ze niet alleen technische maar ook politieke keuzes maken. Dat bestuurders en volksvertegenwoordigers de politieke dimensie zoeken in de keuzes die ze maken. Als sociaaldemocraten moeten we altijd actief blijven politiseren. Het is natuurlijk niet nodig om overal tegenaan te schoppen, maar het moet wel duidelijk zijn dat de keuzes die we maken niet vanzelfsprekend zijn.' Stadsregent 'Ik associeer dit met de vele sterke wethouders die wij in de steden hebben gehad en die vaak dit verwijt kregen, maar ik begrijp dat ik zo genoemd ben door iemand die zegt dat mijn Agenda Stad ten koste gaat van het platteland. Veel van de creativiteit, economische groei en nieuwe ontdekkingen komen tot stand doordat mensen elkaar opzoeken in de stad. Ik zie geen conflicterende belangen als ik zeg dat we de steden ruimte moeten bieden. Daar heeft toch iedereen profijt van? Mensen die op het platteland wonen laten hun kinderen bijvoorbeeld ook naar het middelbaar onderwijs in de stad gaan. En andersom geldt natuurlijk ook dat stedelingen profijt hebben van een vitaal platteland voor bijvoorbeeld natuur en recreatie. Dat ik de financiering voor de Agenda Stad bij landbouw weg zou halen klopt gewoon niet. Al vind ik wel dat we over een paar jaar opnieuw de discussie moeten voeren over de besteding van Europese fondsen. Er gaat nu heel veel
geld naar inkomenssteun in de landbouw, terwijl de steden ook samen met de regio’s plannen kunnen maken.' Zeperd 'De fusie van de drie provincies in de Noordvleugel is niet gelukt. D66, de partij die altijd voorstander van bestuurlijke vernieuwing is, hebben we tot drie keer toe in het torentje gehad, maar toen puntje bij paaltje kwam steunden zij het voorstel niet. Daardoor was er geen meerderheid in de Eerste Kamer. Ze waren erg duidelijk in hun standpunt, dus ik denk niet dat we dit nogmaals gaan proberen. Ik kan natuurlijk geen meerderheden creëren als ze er niet zijn.' Politiek testament 'Mij werd eens gezegd dat je aan het begin van je ministerschap twee of drie dingen moet opschrijven die je in je termijn voor elkaar wilt krijgen. Maar toen ik minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap was, kwam ik erachter dat je dit niet zo makkelijk kunt plannen: het gaat vaak om wat zich onvoorzien voordoet. Als ik toch iets moet noemen: met de overheveling van taken naar de gemeenten hebben we een van de grootste veranderingen van de afgelopen decennia gerealiseerd in het binnenlands bestuur. Iets wat wij als PvdA altijd al wilden en waar we trots op mogen zijn. Ik zou zeer tevreden zijn als we, ondanks de nodige strubbelingen, over twee jaar kunnen zeggen dat dit goed gegaan is. Ook wil ik de topinkomens nog verder terugbrengen. We hebben al een nieuwe norm gesteld voor inkomens in de publieke sector en dat willen we uitbreiden naar niet-bestuurders. Zonder de PvdA in het kabinet was dit nooit tot stand gekomen. En ik hoop dat we over een paar jaar kunnen zeggen dat we de lokale democratie hebben kunnen versterken. Dat gaat natuurlijk niet in één keer, maar ik wil daar zeker de nodige stappen in zetten.' Platworm 'Dat slaat op mijn wetenschappelijke carrière. Ik heb jarenlang genetisch onderzoek gedaan naar de platworm. Of ik na mijn ministerschap weer terug zou willen naar de wetenschap? Ik ben natuurlijk vijfentwintig jaar werkzaam geweest in de wetenschappelijke wereld. Maar ik vind het ministerschap zo'n hoog ambt, dat het niet past om ondertussen ook na te denken over wat ik hierna zou willen doen. Zie het alsof je met je ski's op een steile helling staat en door een bocht wilt. Je moet je alleen focussen op deze bocht en niet nadenken over waar je vandaar kwam of wat je hierna gaat doen.' Ibiza of Scheveningen 'Scheveningen natuurlijk, daar ben ik geboren. Als minister voor OCW was ik eens te gast bij een nieuw praatprogramma van PowNed op Ibiza. We hebben daar natuurlijk ook inhoudelijke gesprekken gevoerd, maar daar was niet zo heel veel van terug te zien in de uiteindelijke uitzending. Maar ik hou wel van een zonnetje, dus Ibiza is voor mij ook helemaal top.'
LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
5
ZOMERVAKANTIE? NIET IN DEZE GEMEENTEN Illustratie Timothy Schelhaas
In de meeste gemeenten heerst tijdens de zomermaanden een rust passend bij de vakantiesfeer. Het is reces en iedereen is op vakantie. Maar er zijn ook gemeenten waar de zomer juist een hectische periode is. Waar grote en kleine toeristische evenementen de gemoederen volop bezig houden en het in de zomer drukker is dan in de winter. Zoals bijvoorbeeld in de gemeenten Súdwest-Fryslân, Schiermonnikoog en Oost Gelre.
Sjoerd Tolsma Wethouder Súdwest-Fryslân (per 1 juli directeur Wonen, Welzijn, Zorg bij Kwadrantgroep) Het college van herindelinggemeente Súdwest-Fryslân is de hele zomer alert, aldus Sjoerd Tolsma en ‘zijn’ burgemeester Hayo Apotheker. Er vinden namelijk een aantal grote evenementen plaats. 'Alleen al het feit dat zes van de Friese elf steden in onze gemeente liggen, geeft aan dat er heel wat trekpleisters te vinden zijn. Bovendien rij je vanaf de Afsluitdijk zo Súdwest-Fryslân binnen. Sterker nog: tweederde van de dijk behoort tot onze gemeente. Qua oppervlakte zijn we met 841 vierkante meter, zes steden en 68 kernen de grootste HARRIËT VAN DOMSELAAR FREELANCE JOURNALIST
6
gemeente van Nederland. En in 2018 - als een deel van de gemeente Littenseradiel bij ons wordt gevoegd - komen daar nog eens vijftien kernen bij. Allemaal hebben ze hun eigen aantrekkingskracht. Denk aan de dorpen en steden rond het IJsselmeer zoals Makkum, Hindeloopen, Workum en Stavoren. Die zijn er - uiteraard samen met ons water-
rijke gebied vol bruggetjes, pontjes, sluizen en havens - mede de oorzaak van dat we tot een van de twaalf toeristische topgebieden van Nederland behoren. Daar zijn we erg trots op.' Waterrecreatie 'Zoals bij iedereen bekend is, moet Friesland - en dus ook Súdwest-Fryslân - het vooral hebben van waterrecreatie. Toch zijn ook onze steden steeds meer in trek. Het een heeft natuurlijk te maken met het ander, want de tijd dat de waterrecreant na het varen lekker in het riet wilde liggen, is voorbij. Toeristen gaan op zoek naar musea, hotels, gezellige terrasjes en goede restaurants. Bolsward boekt daarmee grote vooruitgang. Samen met de gemeente De Friese Meren organiseren we een scala aan grote en kleinere evenementen. Ook vormen we samen één robuust politieteam met 140fte. En bij speciale evenementen krijgen
we hulp van teams uit andere gemeenten in Noord-Nederland. Vaarroutes houden natuurlijk niet op bij de gemeentegrenzen, en evenementen zoals bijvoorbeeld het Skûtsjesilen dus ook niet. Vandaar dat er zogeheten gebiedsagenten te water zijn. Zij varen in sloepen en letten op het gedrag van de waterrecreant. Met name jongeren kunnen nog wel eens voor overlast zorgen. Het handhaven van het alcoholbeleid en het bestrijden van geluidsoverlast proberen we tactisch te doen. We hebben een
In de zomer komen er 30.000 toeristen naar SúdwestFryslân. Dat vraagt om goede draaiboeken gezamenlijke verantwoordelijkheid. Súdwest-Fryslân heeft normaal gesproken ruim 86.000 inwoners, maar in de zomermaanden komen daar nog eens 30.000 toeristen bij. Dat vraagt dus om goede draaiboeken.' Sneekweek 'Deze zomer vindt van 31 juli tot en met 9 augustus de tachtigste editie van de Sneekweek plaats. Met als nieuw motto Sneek is Meer gaat het niet alleen om zeilen, maar is er in en om de stad dermate veel te doen dat er ook veel extra toezicht is. Crowd-control noemen we dat. Met onder meer een flink aantal agenten op citybikes (speciale fietsen waarmee je snel een
achtervolging in kunt zetten, red.), met op hun spiegels kleine cameraatjes. Het aantal bezoekers aan de binnenstad groeide namelijk dermate hard, dat die toenemende drukte vrijwel niet meer te overzien was. Om dat te voorkomen worden er dit jaar op meer pleinen in de stad podia gebouwd. Zo kunnen er steeds meer ondernemers van de Sneekweek profiteren. Niet alleen de horeca maar het hele winkelgebied.' Zorg 'Door de enorme toestroom van toeristen en dagjesmensen is het ook van groot belang dat er voldoende capaciteit is in de zorg. Er is extra personeel bij huisartsenposten en het ziekenhuis van Sneek heeft zelfs een ambulanceboot. Dit mag overigens niet verhullen dat de zorg voor onze eigen inwoners – ook buiten de zomerperiode – alle aandacht verdient. Wij hebben een totaal van 100 dorpen en wijken. De bezuinigingen op de huishoudelijke hulp en de dagbesteding maken het er voor ons als gemeente niet makkelijker op. Want het mag dan mooi zijn dat onze gemeente in de top staat van het toerisme, dat mag niet verbloemen dat de zwakkeren in onze samenleving het soms moeilijk hebben.' Naast de Sneekweek (eerste week augustus) en het daaraan voorafgaande Skûtsjesilen staan in Súdwest-Fryslân ook Lekker Sneek (4 juli) en een Shantifestival (19 september) op het programma.
Sjon Stellinga Burgemeester Schiermonnikoog Op Schiermonnikoog weten ze wat zomerdrukte is. Al is dit op een andere manier dan op het vasteland. Op het Waddeneiland komen vooral vakantiegangers die op zoek zijn naar rust. 'Ik hoef voor mijn gemeente geen reclamespotje in te spreken. Het eiland verkoopt zichzelf. Qua ingeschreven inwoners, een kleine duizend, mogen we dan de kleinste gemeente van Nederland zijn, we hebben hier wel het grootste strand, waar je echt kunt ontspannen. Al lopen daar duizend mensen, je hebt het amper in de gaten omdat het zó groot is. Samen met een rustig, uitgestrekt duingebied biedt ons eiland – van 4 bij 18 kilometer – mogelijkheden tot bezinning. Het is bovendien autoluw, alleen bewoners mogen hun auto meenemen. En, de overtocht vanuit Lauwersoog duurt slechts drie kwartier, terwijl de oversteek naar bijvoorbeeld Vlieland minimaal anderhalf uur duurt. Dat is voor veel toeristen en dagjesmensen toch een groot nadeel.' Stilte 'Schiermonnikoog is vooral geliefd bij mensen die rust en ruimte zoeken. Mensen die optimaal willen ontspannen. Ze kunnen wandelen, fietsen of meedoen aan vogel- of foto-excursies. Hier
zijn geen pretparken, kabelbanen of grootschalige evenementen. Natuurlijk zijn er, met name in de zomerperiode, ook vaak groepen studenten, sportverenigingen etcetera die hier het seizoen beginnen of afsluiten. Maar alhoewel dat niet altijd in stilte gebeurt, is er gelukkig nauwelijks sprake van overlast door geweld of vandalisme.'
Ik hoef voor mijn gemeente geen reclamespotje in te spreken. Het eiland verkoopt zichzelf
Schoonheid 'Het enige gevaar dat een beetje op de loer ligt, is dat steeds meer ‘gegoede’ mensen een huis willen kopen op het eiland. We worden het slachtoffer van onze eigen schoonheid. De mooiste huisjes kosten al gauw meer dan een ton en dat kan de plaatselijke bevolking niet betalen. Er komen daardoor steeds meer welgestelde pensionado's deze kant op. Dit zou ten koste kunnen gaan van het aantal jongeren en dus de basisscholen en sportclubs.'
vertrouwd. We laten ons niet zo snel gek maken. Alhoewel er weken zijn dat we zes keer zoveel mensen op het eiland hebben dan dat er bewoners zijn, loopt alles vrijwel altijd op
Schiermonnikoog, sinds 1989 Nationaal Park, verheugt zich op een geslaagd zomerseizoen waarin musea, huifkartochten en excursies een vaste waarde vertegenwoordigen.
Korte lijnen 'De mentaliteit is hier ook anders dan aan de wal. Relaxed en
Annette Bronsvoort Burgemeester Oost Gelre Oost Gelre gaat een paar drukke maanden tegemoet. De gemeente heeft misschien geen bekende naam, er worden in de zomer wel degelijk veel grote evenementen georganiseerd. 'De meeste mensen kennen Oost Gelre van de Zwarte Cross in Lichtenvoorde, maar we zijn een gemeente met heel veel evenementen. Alle acht kernen hebben bijvoorbeeld een eigen kermis en dorpsfeest. We zijn er de hele zomer mee bezig om dit allemaal in goede banen te leiden. Vergunningen, brandweer, politie… al in een vroeg stadium wordt alles besproken en worden draaiboeken waar nodig aangepast of uitgebreid.' Logo ‘In het logo van Oost Gelre (een vlinder met pictogrammen die diverse activiteiten uitbeelden, red.) is al te zien hoeveel er georganiseerd wordt. Niet alleen voor en door de circa 30.000 inwoners, maar van heinde en verre komen er toeristen deze kant op. Dat vraagt de nodige maatregelen met betrekking tot openbare orde en veiligheid. We proberen dat zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de gemoedelijke sfeer van onze gemeente.' Vriendenclub 'Alom bekend is het meerdaagse muziek- en crossfestival Zwarte Cross. Vergeet niet dat dit het grootste betaalde muziekfestival van Nederland is, met de
rolletjes. Dat is - ook bestuurlijk gezien - prettig werken. Niet dat de raadsvergaderingen bij mij aan de keukentafel plaatsvinden, maar het heeft toch iets gemoedelijks. Gedurende de ruim drie jaar dat ik nu burgemeester ben, merk ik dat het dankzij de korte lijnen organisatorisch altijd vlot loopt. Maar uiteraard hebben wij hier met dezelfde regels en wetten te maken als in een grote gemeente. Tachtig procent van onze bewoners leeft van het toerisme. Soms zijn ze elkaars concurrenten, maar ze kennen ook dezelfde moeilijkheden. Bijna niemand kan op vakantie in de zomer. Gelukkig zijn de schoolvakanties in het voor- en najaar daar zo veel mogelijk op afgestemd.'
grootste motorcross ter wereld. Tientallen jaren geleden is dit festival klein begonnen, als een soort vriendenclub. In 2006 vond het voor het eerst plaats in Lichtenvoorde. De gemeente verleent de evenementenvergunning, leidt het verkeer in goede banen en zorgt voor de aan- en afvoer van
De Zwarte Cross trekt 185.000 bezoekers. Dat vergt de nodige inspanning van de gemeente het - schrik niet - ruim 185.000 mensen tellende publiek. Daarnaast zijn er ook nog eens 20.000 mensen van donderdag tot en met maandag op de speciale camping te gast. Je snapt vast wel dat dit de nodig inspanning vergt van een gemeente. Het vraagt om een duidelijk beleid. Maar ook flexibiliteit, samenwerking en wederzijds vertrouwen zijn erg belangrijk. Het moet een ongedwongen feest zijn en blijven, voor jong en oud. En de ervaring is dat de strafbare feiten op één hand te tellen zijn.'
Dahlia’s 'De organisatie van ons bloemencorso is van een andere categorie. Toch trekt ook dat tienduizenden bezoekers, want het is het op één na grootste corso van Nederland. Op de tweede zondag van september trekken de mooiste praalwagens met dahlia’s door de straten. Vervolgens vindt in oktober nog een ander groot evenement plaats in Groenlo: de Slag om Grolle. Meer dan 1000 zogenaamde re-enactors komen vanuit de hele wereld naar Groenlo om de historische slag tot in detail na te spelen. Dit jaar zijn er zelfs nog extra festiviteiten omdat het 400 jaar geleden is dat in Groenlo het eerste Grolschbier gebrouwen werd. Hun brouwerij is tegenwoordig gevestigd in Enschede, maar in april werd in Groenlo een museum geopend. Inclusief allemaal bijbehorende activiteiten.'
De Zwarte Cross (met twintig podia en diverse themaweiden) kan bezocht worden op 24, 25 en 26 juli. Het bloemencorso is 13 september. De Slag om Grolle vindt plaats op 23, 24 en 25 oktober.
afgevaardigde
DUCO HOOGLAND LID TWEEDE KAMERFRACTIE PVDA
[email protected]
SPITSUUR Velen van ons staan er wel eens in: de spits. Het spitsuur duurt tegenwoordig bijna de hele dag. Althans zo voelt het. Het gevolg van dit dagelijkse spitsuur: stress. Je komt niet waar je moet zijn en voelt je onmachtig, omdat je er niets aan kunt doen. De vraag is vervolgens of je je neer kunt leggen bij het in de file staan. Dat hangt er natuurlijk vanaf. Hoeveel haast heb je? En ben je de onder- of bovenliggende partij bij de afspraak waar je te laat komt? AIs je te laat komt om je kind van de crèche te halen is er meer ongemak dan wanneer je alleen even naar de supermarkt wilde. We staan niet alleen met de auto in de file, we slapen er in, we lopen erin en we leven erin. Nederland staat permanent in de spits. We hebben het te druk om alle schaakborden tegelijk te bedienen en als je jezelf tekort voelt schieten heb je door de stress te weinig ruimte om rekening met anderen te houden. Om je om andere dingen dan het uit de file komen te bekommeren. Zo schreef een mevrouw, die al een tijd in de spits stond, mij eens dat ze een eigen bijdrage moest betalen toen haar zoon aan een blindedarmontsteking geopereerd werd. Dat is vreemd, want die eigen bijdrage is ooit bedacht om mensen bewust te maken van de zorgkosten. Alsof je op het moment van een operatie een keuze hebt. De ouders van deze mevrouw zijn op leeftijd en hebben zorg nodig. Bij de aanvraag voor huishoudelijke hulp kreeg ze het advies om iemand zwart in te huren. Dat is goedkoper, omdat ook voor huishoudelijke hulp een eigen bijdrage geldt. Haar andere zoon gaat een tweejarige master volgen op een technische universiteit. Hoewel de overheid wil voorkomen dat studenten schulden maken, nemen de lasten toe door de studielening die hij hiervoor moet afsluiten. Het krimpgebied waar ze woont gaat achteruit, het openbaar vervoer verdwijnt, de bank is weg, er zijn nog maar een paar politieauto’s en internetten moet over een koperkabel uit 1935. En dan volgt de klap op de vuurpijl: ze geeft volmondig aan enorm gefrustreerd te zijn. Ze twijfelt er voor het eerst in haar leven over of ze nog moet gaan stemmen. Gezond verstand verliest het in de politiek van termen als groei, marktwerking en herstructurering. Haar conclusie was dat het niet allemaal door de PvdA komt. Ik voelde me als een bouwvakker die net de garage geverfd heeft en er dan achter komt dat het de opdracht was om de slaapkamer te verven. Niet alles wat ze schreef klopte, maar gelijk heeft ze wel. Ze schreef over grip, houvast en oneerlijkheid. Eigenlijk voerden we in het klein het debat over het rendementsdenken. Rendementsdenken De tegenstelling in de huidige maatschappij gaat niet over staat en markt of over communisme en kapitalisme, maar over de strijd tussen rendementsdenken en zaken die we echt van waarde vinden voor ons bestaan. Het is de opdracht van de sociaaldemocratie om door te denken over een alternatief voor dit rendementsdenken. De ontwikkeling van Nederland na de wederopbouw, van ontzuiling naar de digitale revolutie, is gepaard gegaan met de erosie van ons politieke bestel. Dat is geen nieuws. Maar wel reden tot zorg voor een partij die als missie heeft mensen te verbinden. Het slechtste dat wij kunnen doen is met de rug naar de samenleving gaan staan. Of vervallen in discussies waarmee we vooral onszelf bezighouden. Onze partij bestaat bij gratie en steun van de middenklasse. Gewone mensen die iedere dag bezig zijn hun kinderen op te voeden en de huur te betalen en die hopen dat de auto niet stukgaat omdat er dan geen vakantie in zit dit jaar. Zij worden nu door de VVD verleid met een belofte van lagere lasten. Om uit het rendementsdenken te komen moeten wij hier niet tegenop bieden. Ja, lagere lasten zijn prima, maar het is nog beter als het niet om geld gaat, maar om het oplossen van de spits, de onmacht en de stress. Daarvoor is zekerheid en grip nodig. Houvast. Om het concreet te maken: wij moeten zorgen voor lucht en ruimte in het drukke bestaan. Door na te denken over het basisinkomen, ouderschapsverlof, veilige buurten en goed onderwijs. Wij moeten ons niet verzetten tegen flexibel werken, maar tegen uitbuiting. We moeten de deeleconomie als kans zien en haar ten dienst stellen van iedereen.
REACTIES WELKOM Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk maandag 10 augustus in ons bezit is, dan kunnen wij dat in het volgende nummer plaatsen. Ook alle andere kopij voor dat nummer moet maandag 10 augustus binnen zijn. Je kunt je bijdrage sturen naar Leonie Wildeman, email:
[email protected]
LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
7
Foto: IStock
NEEM IN GEMEENSCHAPPELIJKE NIET ALLES VOOR ZOETE KOEK A De gemeenschappelijke regeling zou voor middelgrote en kleine gemeenten hét instrument zijn om de decentralisaties goed te kunnen uitvoeren. Per definitie zouden die gemeenten dat niet zelfstandig kunnen. Maar klopt dit wel? Zijn gemeenschappelijke regelingen onmisbaar? Of zijn ze in de praktijk vooral een blok aan het been? En wat zijn dan de alternatieven? Een handreiking aan raadsleden en wethouders. Kleine gemeenten laten zich wellicht aanpraten dat zij niet veel zelfstandig kunnen. Provincies adviseren deze gemeenten om vooral mee te doen met een gemeenschappelijke regeling. Maar wat als de provincie vervolgens zelf ook meedoet aan die regelingen? Dan wordt de rolverdeling
tussen provincie en gemeente een stuk minder helder. Wie gaat dan precies waarover? Wat ligt bij de regeling, wat ligt bij de gemeente zelf en waar gaat de provincie over? Vragen en onduidelijkheid alom! Een recent voorbeeld laat zien waartoe deze onduidelijkheid
kan leiden. Bij de Drechtsteden hadden de diverse gemeenten van de gemeenschappelijke regeling een verschillend idee over de verplichte ouderbijdrage voor de jeugd-ggz. De gemeenschappelijke regeling dacht met een meerderheid te kunnen bepalen wat alle deelnemende gemeen-
ELS BOERS AUTEUR VAN DE WET GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN HELDER UITGELEGD
8
ten moesten doen. Gelukkig kwam iemand op het idee om zich eens te verdiepen in het hoe en wat van de regeling. Toen bleek dat dit besluit niet binnen de gemeenschappelijke regeling, maar door alle afzonderlijke gemeenten gemaakt kon worden. Minister Plasterk gelooft dat politici weten waar zij het over hebben. Volgens hem kennen zij de Wet gemeenschappelijke regelingen. De praktijk blijkt een stuk weerbarstiger. Niet alle raadsleden en wethouders hebben precies op het netvlies hoe deze wet in elkaar zit en, zoals uit het voorbeeld blijkt, is het vaak ook niet helemaal duidelijk welke verantwoordelijkheid waar ligt. Vaak zijn gemeenschappelijke regelingen erg omvangrijk, met tientallen deelnemers. De vraag is of het oorspronkelijke doel daarmee bereikt wordt. Zijn gemeenschappelijke regelingen van beperktere omvang niet beter om kwaliteit en efficiency te behalen? Of, nog een stap verder, is het voor een kleine gemeente zelfs beter om helemaal niet deel te nemen aan een gemeenschappelijke regeling? Juist omdat we meer gebruik willen maken van de kennis en kunde van de eigen inwoners. Dichtbij de inwoners betekent toch ook dat er korte lijnen moeten zijn? Hoe verhoudt dit zich tot omvangrijke gemeenschappelijke regelingen?
Mogelijkheden Wat nu als je raadslid of wethouder bent en je gemeente neemt al deel aan verschillende gemeenschappelijke regelingen? Het gevoel dat je niets meer kunt, zal overheersen. Maar dat is niet nodig. Er zijn verschillende mogelijkheden om het anders te doen. Houd alle gemeenschappelijke regelingen eens tegen het licht en bedenk welk doel deze regelingen precies dienen. En dan niet een algemeen doel, maar het specifieke doel voor jouw gemeente. Het vraagt op zich al even bezinning om dat helder te krijgen. Formuleer daarnaast nog een aantal subdoelen die voor jouw gemeente belangrijk zijn. Breng vervolgens in kaart of er voldoende kennis en kunde in de gemeentelijke organisatie zit en of er een mogelijkheid is om iemand in te huren. Een deskundige kan bijvoorbeeld tijdelijk of parttime bij twee of drie gemeenten in dienst genomen worden. Soms zijn er verschillende deskundigheden nodig, die onmogelijk allemaal in dienst kunnen zijn van de gemeente, maar die wel geregeld nodig zijn. Het dienstverband kan dan in een gemeenschappelijk orgaan gegoten worden. Dat is de meest simpele vorm van een gemeenschappelijke regeling. Ambtenaren worden dan uitgewisseld. Het is belangrijk om in het gemeenschappelijk orgaan
duidelijke afspraken te maken. Wie doet wat in de regeling en hoe worden de financiële en personele bijdragen verdeeld? Het is echt geen must dat iedere deelnemer hetzelfde levert of afneemt. Binnen een regeling kunnen afzonderlijke afspraken gemaakt worden met de deelnemers, dit geldt voor zowel de rechten als de plichten. Dus ga niet klakkeloos akkoord met het voorstel dat vanuit de regeling komt, maar maak een goede afweging voor de situatie in jouw gemeente. Het college is gebaat bij een kritische raad die hem dwingt om vooral op de belangen van de eigen gemeente te letten en niet teveel mee te gaan met de andere deelnemers. Vergeet tot slot ook niet te kijken naar wat er precies in de regeling staat. Is alles helder geregeld? Wat wordt er bijvoorbeeld gedaan als een van de deelnemende gemeenten besluit uit de regeling te stappen of als de regeling opgeheven wordt? Is daar ook over nagedacht? Dit is uiteraard voor alle deelnemers belangrijk. Is het niet geregeld, dien er dan een voorstel voor in.
Pijn
De pijn bij raadsleden en wethouders zit vooral bij de gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam met een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Het zogenaamde verlengde bestuur. Vooral als er veel deelnemers zijn, kunnen politici zich overruled voelen. De praktijk laat zien dat de gemeenteraden de besluitvorming vooral overlaten aan het college en dat de verantwoordelijke wethouder denkt dat er toch niet geluisterd zal worden als hij met kritiek komt. 'De meerderheid heeft beslist, daar zullen we ons bij neer moeten leggen'. Voor veel
eens bij andere deelnemers of zij dezelfde vraagtekens hebben. Misschien is het zelfs mogelijk om jullie inbreng te bundelen. Dit geldt zowel voor de collegeleden als de gemeenteraden. Laat je voldoende voorlichten, door de gemeenschappelijke regeling, een ambtenaar en de wethouder. Wellicht kun je als gemeenteraad een werkgroep vormen en contact zoeken met de gemeenteraden van andere deelnemers.
Fijn advies
Je zult wel denken, wat een fijn advies, alsof ik niet genoeg te doen heb! En er zijn zoveel gemeenschappelijke regelingen dat het voor onze gemeenteraad niet haalbaar is om ze allemaal grondig te bestuderen. Dat hoeft
Houd altijd in je achterhoofd of het doel spoort met jullie eigen gemeentelijk belang uiteraard ook niet en je hoeft ze zeker niet allemaal in één keer te onderzoeken. Maak allereerst een schifting tussen regelingen waarvan je al weet dat daar niets mis mee is, regelingen die niet omvangrijk zijn en grote gemeenschappelijke regelingen. Bij de laatste twee categorieën kun je nog een onderscheid maken tussen de gemeenschappelijke organen (uitwisseling van ambtenaren) en de openbare lichamen (de regelingen met een AB en DB). Daarnaast zou je ook nog een verzoek tot onderzoek door de rekenkamer of rekenkamercommissie kunnen indienen. Of je kunt met de gemeenteraden van andere deelnemers afspraken maken.
E REGELING AAN raadsleden een bekende zin als er verantwoording in de raad wordt afgelegd. Maar klopt dit wel? Uit het voorbeeld van de Drechtsteden bleek al dat dit niet altijd opgaat. En, ook al gaat een gemeente er niet meer zelf over, er kan altijd ingezet worden op een uitzondering. Ook bij een regeling in de vorm van een openbaar lichaam kan er een onderscheid gemaakt worden tussen de rechten en plichten van de verschillende deelnemers. Meestal draait het om de geldelijke bijdrage. Juist bij grote gemeenschappelijke regelingen laat de praktijk zien dat er vaak extra geld nodig is, terwijl het waarschijnlijk voor menig deelnemer een subdoel is dat de geleverde diensten goedkoper moeten zijn in de regeling dan wanneer de gemeente het zelf doet. Het moet in ieder geval duidelijk zijn welke kwaliteit voor welke prijs geleverd wordt, zodat er een goede afweging gemaakt kan worden.
Vraagtekens
Wees als wethouder en raadslid dus kritisch en neem niet alles voor zoete koek aan. Het gaat tenslotte om jullie eigen begroting, die momenteel voor een groot deel naar gemeenschappelijke regelingen gaat. Het kan zijn dat de verschillende deelnemers andere zaken belangrijk vinden, maar je staat vast niet alleen met je kritiek. Informeer
in de keuken van
Kritisch blijven
Is de gemeenschappelijke regeling altijd de oplossing? Wellicht minder vaak dan we denken. In ieder geval is het aan jou als raadslid of wethouder om zeer kritisch te zijn en te blijven en je niet van alles aan te laten praten. Houd altijd in je achterhoofd wat het doel is en wat jullie als gemeente of raad echt belangrijk vinden. Leg je niet neer bij de meerderheid maar bepaal zelf wat jullie voor elkaar willen krijgen en zorg dat je daar medestanders voor vindt. Er is dus zeker winst te behalen door onderling contact tussen de gemeenteraden. En dan natuurlijk wel rechtstreeks en niet via allerlei tussenkanalen, want dat geeft alleen maar ruis.
Els Boers is eigenaar van Krachtig Lokaal Bestuur; www.krachtiglokaalbestuur.nl en auteur van onder andere De wet gemeenschappelijke regelingen helder uitgelegd (ISBN 978 90 12 39424 6).
MARTIEN LOUWERS FRACTIEVOORZITTER ARNHEM
ROTTERDAM Op donderdag 30 april opent burgemeester Aboutaleb om 10.10 uur de raadsvergadering. Ik ga er eens goed voor zitten op het ietwat ongemakkelijke houten stoeltje op de ambtenarentribune van de prachtige Rotterdamse raadzaal. Er staan vier onderwerpen op de agenda: parkeerbeleid op Koningsdag, parkeren & milieueisen, nachtvergunningen voor de horeca en bed, bad, brood. ‘We hebben twee uur spreektijd en volgen de groene tabel die kan worden opgeplust’, aldus de burgemeester. Juist, ik ben minimaal twee uur onder de pannen en misschien zelfs langer. We beginnen met een debat over parkeren. Veel mensen denken dat Koningsdag een feestdag is en dat je dan gratis kunt parkeren in Rotterdam. Het is natuurlijk ook een feestelijke dag maar geen feestdag bezien vanuit het parkeerbeleid, zegt de wethouder. Veel mensen hebben een boete gekregen omdat ze geen parkeerkaartje hebben gekocht. Wanneer is het dan betaald parkeren in Rotterdam vragen raadsleden zich af. Als er schaarste is aan parkeerplaatsen omdat er veel bezoekers naar de stad komen. En er is wel schaarste op Koningsdag maar niet op tweede paasdag. Gemeentelijke logica die mij heel bekend voorkomt, maar een bezoeker van Rotterdam natuurlijk niet. Gelukkig komt het college met een voorstel bij de parkeernota om beleid te ontwikkelen voor het parkeren op feestdagen. Na een kort debat over een communicatieprobleem rond oude auto’s die uit de binnenstad geweerd worden, wordt het weer levendig in de raadzaal als het over getreuzel met nieuwe nachtvergunningen gaat. Nieuwe initiatieven krijgen maar moeilijk vergunningen zegt GroenLinks. CDA vraagt zich af waarom feesten pas na 02.00 uur op gang komen. Volgens GroenLinks zijn dat de betere feestjes. De burgemeester rekent voor dat er 109 plekken zijn in Rotterdam waar je tot diep in de nacht uit kunt gaan. In goed overleg met ondernemers en bewoners gaat hij kijken of daar nog plekken aan kunnen worden toegevoegd. Ik bedenk dat je de gelegenheden waar je in Arnhem tot diep in de nacht uit kunt gaan op twee handen kunt tellen en krijg spontaan zin in een avondje stappen in Rotterdam! En dan is het gedaan met de luchtige toon. Leefbaar Rotterdam heeft het onderwerp bed, bad, brood geagendeerd en krijgt als eerste het woord. Ik moet even slikken als ik de woordvoerder hoor zeggen dat de Pauluskerk een lokdoos is voor illegalen en dat zij zorgen voor overlast en overbewoning. 'Ze parasiteren op de samenleving', aldus Van Elck namens Leefbaar Rotterdam. Zo gaat dat dus met een partij als Leefbaar in de raad. In Arnhem kennen we zo’n geluid niet. Trots ben ik als partijgenoot Fatima Talbi aan het woord komt. Zij heeft het over mensen en spreekt vanuit haar hart. Ze maakt glashelder waarom niemand op straat hoeft te slapen in Rotterdam. De PvdA kiest voor een aanpak die oog en hart heeft voor mensen. We willen maatwerk en perspectief bieden. Rechts tegenover links. Hup Fatima! Wat doet ze het goed. Ze blijft rustig en gaat met prima argumenten het debat aan met Leefbaar Rotterdam. De burgemeester noemt het in zijn termijn een kwestie van humaniteit om mensen op te vangen. 'De gemeente heeft een zorgplicht. Dat we bijstand moeten verlenen staat in de Grondwet.' Hij maakt op een indringende manier duidelijk dat hij niet doorrijdt als hij iemand op straat ziet slapen. 'Desnoods haal ik hem zélf uit dat portiek.' Ook maakt de burgemeester een opmerking terug naar Leefbaar. 'Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is maar de Pauluskerk wegzetten als een lokdoos, daar heb ik moeite mee.' Leefbaar Rotterdam dient een motie in om illegalen op te vangen in de vreemdelingenbewaring van Rotterdam Airport en ze dan terug te sturen naar het land van herkomst. Ze zijn zelf de enige die voorstemt. De motie die de Rotterdamse bed, bad, brood-opvang voort wil zetten en hem wil verdedigen in de onderhandelingen met het Rijk haalt het wel. De burgemeester kan op pad met een opdracht. Dankzij NIDA Rotterdam (een Rotterdamse partij met islamitische achtergrond, red.) ga ik rond 13.30 uur naar huis met een liedje in mijn hoofd: ‘iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen.'
Vind jij het ook leuk om een kijkje te nemen in de politieke keuken van een andere gemeente, provincie of waterschap (groot of klein, dichtbij of verder weg) en wil je daarover een column in Lokaal Bestuur schrijven? Stuur dan een mailtje naar de eindredactie,
[email protected]
LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
9
< Oude Glorie Jong Talent > JAN DE ROOS (65)
Gesprekken met voormalige PvdA-bestuurders uit gemeente en provincie over toen en nu, en met jonge PvdA’ers over politiek en toekomst. TEKST EN FOTO: JAN DE ROOS
‘Het is niet mijn eigen idee hoor, om hier als Oude Glorie te worden vereeuwigd’, zegt hij. ‘Marinka Mulder, een jong talent uit Culemborg dat ik een paar jaar geleden interviewde, bracht me ertoe. We zaten op een CLB-bijeenkomst in Amersfoort aan de lunch toen ze me onverhoeds vroeg hoe oud ik eigenlijk was. “Drieënzestig”, antwoordde ik. Waarop ze minzaam lachte en zei: “O, dan kom je straks zelf als Oude Glorie in het blad!” Dat vond ik eigenlijk wel een aardig idee, voor bij mijn afscheid. Al ben ik geen ex-bestuurder en eigenlijk ook véél te jong. Volgens mijn eigen strenge maatstaven moet je voor Oude Glorie toch dik in de zeventig zijn.’ Vijfentwintig jaar was Jan de Roos eindredacteur van Lokaal Bestuur, het huisorgaan voor sociaaldemocraten in gemeenten, provincies en waterschappen.Per 1 juli 2015 stopt hij ermee. ‘Het pensioen komt eraan, tijd voor een wisseling van de wacht,’ vertelt hij in deze journalistieke selfie. Aardig maar links We praten met Jan bij hem thuis in Haarlem, waar in zijn werkkamer de predikantsocialist-anarchist Ferdinand Domela Nieuwenhuis en de Tilburgse volksheilige Peerke Donders broederlijk naast elkaar aan de muur hangen. In de boekenkasten veel over de geschiedenis van het socialisme. Maar sinds kort staan er ook bedjes. ‘Ik heb met genoegen ruimte gemaakt voor mijn drie kleindochters. Als opa ben ik daar erg trots op. Ze komen hier één dag in de week logeren. Wij hebben zelf twee dochters, dus ik zit altijd tussen de meiden. Op het werk is dat ook wel eens geweest. Ach, dat went wel hoor.’ Jan groeide op in een rooms-katholiek arbeidersgezin in Tilburg waarin de politiek afwezig leek. ‘Mijn ouders hadden hun handen vol aan het opvoeden van acht kinderen. Mijn vader was achtereenvolgens fabrieksarbeider op een wollenstoffenfabriek, doodgraver in dienst van de pastoor en plantsoenarbeider bij de gemeente. Moeder was een hardwerkende huisvrouw. Twee oudere broers moesten gaan werken om het gezinsinkomen - 52 gulden per week - aan te vullen. Als nummer drie had ik geluk, ik mocht “doorleren”. Uit mijn HBS-tijd dateert mijn belangstelling voor politiek. Het waren de roerige jaren zestig, waarin de rector me nog een keer naar huis heeft gestuurd omdat ik te lang haar had. “Jan is een aardige jongen, maar zo links”, kreeg mijn vader op de ouderavond te horen. Ik ging toen al naar politieke bijeenkomsten van onder andere de PSP en nam met Kerstmis deel aan een tweedaagse hongerstaking tegen het oorlogsgeweld in Vietnam. Mijn ouders kwamen nog even kijken of ‘onze Jan’ het wel redde in die tent in de vrieskou.’
10
Roos op het balkon Nadat hij zijn studie geschiedenis in Groningen had afgemaakt en was erkend als gewetensbezwaarde militaire dienst, ging Jan aan de slag als leraar in het middelbaar onderwijs. ‘Maar dat gaf me toch niet genoeg bevrediging. Ik hield van schrijven, de journalistiek lonkte. Bij het Haarlems Dagblad kon ik helemaal onderaan de ladder beginnen, als leerling-B. Mijn salaris halveerde, maar dat had ik er wel voor over. In die tijd woonde ik in Heemskerk. Mijn vrouw Thea, een Hillegomse die ik tijdens mijn studie in Groningen had leren kennen, werd vroeger thuis ‘Pietje Politiek’ genoemd, dus je begrijpt: never a dull moment. Op een avond zei ik tegen haar: “Waarom ga je niet eens naar de afdelingsvergadering van de PvdA?”
PvdA-partijraad gaat Lokaal Bestuur waarschijnlijk opheffen.” Welkom bij het CLB! Gelukkig stuitte dat onzalige plan op verzet.’ ‘Mijn eerste werkplek was op de Nicolaas Witsenkade. Nu zitten we al weer heel wat jaren op de Herengracht. Alles bij elkaar ben ik wel een keer of zeven, acht intern verhuisd. Omdat ik parttime werkte en weinig op kantoor was, hebben ze me bij één van die verhuizingen uit het oog verloren. Toen ik me op maandagochtend meldde op mijn nieuwe plek, bleek er geen bureau voor me te zijn. Willy Monnikendam van de receptie heeft dat toen bliksemsnel in orde gemaakt en een fraaie bos bloemen voor me neergezet. Schattig toch?’
Toen heeft ze de fiets gepakt. Ze werd raadslid en vervolgens wethouder. Op het balkon van onze flat schilderde ik een grote PvdA-roos. Heel Heemskerk mocht weten dat wij van de PvdA waren! Thea was al lid geworden in 1973,bij het aantreden van het kabinet-Den Uyl. Zelf vond ik de PvdA eigenlijk te rechts, maar toen zij in 1986 lijsttrekker werd bij de gemeenteraadsverkiezingen heb ik me toch aangemeld.’
Duiventil Jan zag in een kwart eeuw heel wat mensen komen en gaan bij de PvdA en het CLB. ‘Het partijkantoor is de leukste duiventil van ons land, als je het mij vraagt. Tussen de zelfstandige bestuurdersorganisatie en de partij heb je altijd wat spanning, maar ik vind dat gezond. We hebben goede contacten met de andere mensen op het partijkantoor. Er werken veel jongeren, dat geeft energie en frisse ideeën.’ ‘Na Anton Schuurman, Jacques Monasch, Roos Vermeij, Roeland Kreeft en Jan Jaap van den Berg is Jacqueline Kalk de zesde CLB-secretaris die ik meemaak. De CLB-staf is gekrompen van zeven naar vier/vijf, terwijl we méér dan ooit doen voor onze leden. Mijn collega’s zijn harde werkers. Elk jaar organiseren we meer dan vijftig bijeenkomsten en de ene na de andere publicatie is de afgelopen jaren van de pers gerold. Geen wonder dat mensen wel eens denken dat we in omvang een soort VNG zijn!’ ‘Lokaal Bestuur is natuurlijk een beetje mijn kindje geworden. Het blad is de voortzetting van De Gemeente, in 1907 opgericht door de grote sociaaldemocratische voormannen Floor Wibaut en Pieter Lodewijk Tak. We hebben een enthousiaste redactie, ooit door iemand omschreven als “de leukste club binnen de PvdA”. Ik ben er trots op dat ik daar vijfentwintig jaar mijn steentje aan heb mogen bijdragen. Het zomernummer 2015 dat nu van de pers rolt, is mijn 256ste nummer, bij elkaar gaat het om vele duizenden pagina’s.’
Bijna opgeheven ‘Toen Thea in 1990 burgemeester werd van Millingen aan de Rijn, een dorpje achter Nijmegen tegen de Duitse grens, moest ik mijn baan bij de krant opgeven. Ik solliciteerde naar de (parttime) functie van eindredacteur Lokaal Bestuur bij het CLB. Op 1 juli 1990 trad ik in dienst. Mijn eerste werkdag zal ik niet gauw vergeten. Onze secretaresse, Erika Versteeg, zei tegen me: “Ik heb een vervelende mededeling voor je, Jan. De
Knip- en plakwerk ‘Toen ik in 1990 aantrad, werd het blad nog met een pot lijm en een schaar opgemaakt door Jan Boelhouwers uit Rotterdam, een krantenman die uit het loodtijdperk stamde. Ik werkte in Word Perfect 4.2. Je had nog geen e-mail. Foto’s en teksten gingen via de post. Als er haast bij was, moest ik soms een floppy disk (later diskette) met teksten zelf ergens ophalen en ze na bewerking naar de drukker in Utrecht brengen. Toen Boelhouwers er in 2000
Jan en Thea in 1982 met de PvdA-roos op het balkon van hun flat in Heemskerk.
mee stopte, hebben we Jos Koene aangetrokken. Vanaf dat moment werd het blad met de computer vormgegeven. Jos is een echte vakman, en voor mij een vriend. Hij heeft Lokaal Bestuur altijd met hart en ziel gemaakt. In 2006 zijn we overgestapt van A4 zwart-wit naar A3 kleur.’ ‘Deadlines zijn heilig voor me, dat heb ik bij de krant geleerd. Eén keer dreigde ik in de problemen te komen. Dat was in januari 1995, toen ik op last van de burgemeester - mijn vrouw dus - samen met alle andere inwoners van Millingen moest evacueren wegens hoogwater. Ik ben toen met mijn dochters, kippen en computer afgereisd naar mijn moeder in Tilburg. Net in die week moest ik het blad af hebben. Dat is met kunsten vliegwerk gelukt. Ik ben dankbaar dat mijn ‘bazen’ bij het CLB me altijd zoveel vrijheid hebben gegeven bij het invullen van mijn werk. Ik mocht zelfs twee boeken schrijven: één over de pioniers van het lokale bestuur en één over de geschiedenis van onze bestuurdersorganisatie. Daar ben ik trots op.’ Hoogte- en dieptepunten ‘Van de talloze CLB-bijeenkomsten waarvan ik verslag deed, staan er drie in mijn geheugen gegrift. In februari 2002 hadden we een fantastisch tweedaags CLB-jubileumcongres in Arnhem. Het CLB bestond toen 100 jaar. Aan het feest namen 1.000 mensen deel. Geert Mak hield de Wibautlezing, er was een optreden van Bløf en een slangenact. Wel eng om zo’n kronkelend geval om je nek te krijgen! Een maand later kwam het dieptepunt. Op een treurige uitslagenavond in het Thialfstadion in Heerenveen vierde de PvdA verkrampt de schaarse positieve lichtpuntjes, zoals de 1,8 procent winst op Texel, terwijl Pim Fortuyn even later op televisie gehakt maakte van Ad Melkert. Wouter Bos, die in Heerenveen de binnenkomende uitslagen presenteerde, was in die tijd nog een tamelijk onbekend Tweede Kamerlid. Vier jaar later was hij de gevierde partijleider, die zorgde voor een prachtige uitslag bij de gemeenteraadsverkiezingen. Hij werd toen als politieke heiland toegejuicht in een afgeladen Club Monza in Utrecht. Nu hebben we in maart weer slecht gescoord bij de Statenverkiezingen. Je ziet, met de PvdA gaat het op en neer, maar wat er ook gebeurt, de sfeer op het partijbureau is altijd prima. Ik heb fijne collega’s en ben ervan overtuigd dat er toekomst is voor het CLB, net als voor Lokaal Bestuur. Dit jaar zijn we een kwartaalmagazine geworden, met tussendoor actuele digitale artikelen via onze nieuwsbrief CLBNieuws. Die verandering was nodig omdat de inkomsten fors waren gedaald na de bitter slechte uitslag van maart 2014, maar ook wenselijk omdat je moet meegaan met de digitalisering. Vooral jongere lezers willen liever digitaal lezen. Ik ben blij dat we met de mengvorm waarvoor nu is gekozen, de erfenis van Tak en Wibaut in stand kunnen houden.’ Mooiste verhaal ‘Een paar dingen zijn me uit de afgelopen kwart eeuw bijgebleven. Zoals de rumoerige bijeenkomst in Utrecht in 2000 na het aftreden van partijvoorzitter Marijke van Hees. Zij is op een schandalige manier belasterd en aan de kant geschoven. Dat leidde tot veel rumoer, maar het PvdA-ledenblad en de PvdA-website deden er het zwijgen toe. Voor mij reden om er juist wél aandacht aan te besteden. Daar heb ik later nog een compliment voor gekregen van journalist Gerard van Westerloo, die dat moedig vond. Bijzonder vond ik zelf ook de ontmoeting met de historicusfilosoof Ger Harmsen. We hadden hem uitgenodigd om op een CLB-festival te komen praten over de geschiedenis van de sociaaldemocratie. Nou, dat deed hij met genoegen, ondanks het feit
dat hij 82 was en bijna niet meer kon zien en lopen. Hij schroomde niet de grote Willem Drees als oorlogsmisdadiger weg te zetten, omdat hij als premier de eerstverantwoordelijke was voor de politionele acties tegen Indonesië na de Tweede Wereldoorlog. Harmsen woonde in een grote boerderij in De Knipe, een dorpje vlakbij Heerenveen. Ik ben diverse keren bij hem op bezoek geweest. Na zijn overlijden heb ik hem in mei 2005 geportretteerd. Ik vind het zelf het mooiste verhaal dat ik in Lokaal Bestuur heb gepubliceerd.’
De CLB-staf eind 1998. Naast Jan zitten Roos Vermeij (secretaris) en Renske Keur (projectmedewerker). Daarachter Trees Haverkort (secretaresse) en Evelien Meijer (stagiaire). Foto: United Photos De Boer.
Oude Glorie Jong Talent ‘En ja, dan is er natuurlijk de serie Oude Glorie Jong Talent, waarin ik nu zelf figureer. Die heb ik met ontzettend veel plezier gemaakt. Het idee voor de serie ontstond eind 2011, toen ik mezelf een nieuwe impuls wilde geven, maar niet goed wist wat. “Is het niet leuk om eens wat lokale bestuurders te interviewen over vroeger?” opperde mijn vrouw. Dat leek me wel wat. Ik legde het idee voor aan de redactie. “Prima, maar ga dan ook praten met jonge mensen”, was de reactie, “anders kom je
Op het PvdA-congres in Breda in 2014.
al gauw terecht in het gezeur van oude mannen die vinden dat vroeger alles beter was.” Het bleek heel inspirerend om met jonge talenten te praten over wat ze beweegt en wat hun plannen zijn. Ik werkte de interviews meestal uit op zaterdagochtend, met een Nespresso onder handbereik. Erg leuk dat Leonie Wildeman, mijn opvolger als eindredacteur, de serie nu voortzet.’ Gedoe Heel positief allemaal, maar als je een blad maakt is er toch ook wel eens gedoe? Jan glimlacht. ‘Zeker, je hebt ook mensen die vinden dat we vooral in de pas moeten lopen. Kritische noten worden al gauw als bevuiling van het eigen nest gezien. Dat bleek geregeld bij de rubriek De Estafette, waarin we niet-PvdA’ers een oordeel lieten geven over hun PvdA-collega’s in de gemeenteraad en in de Staten. Heel leerzaam om jezelf in de spiegel te zien, maar het leverde vaak boze reacties op. Eigenlijk
zou het mooi zijn als die rubriek terugkeerde, als tegenwicht tegen navelstaarderij. Ik herinner me ook een voorval uit de jaren negentig, toen een van de freelancers, Gert van Engelen, een serie verhalen over PvdA-fracties schreef. In Alkmaar sprak hij behalve met de fractievoorzitter ook met enkele andere fractieleden. Eén van hen liep leeg en etaleerde uitgebreid haar frustraties over de gang van zaken in de fractie. Dat was tegen het zere been van de fractievoorzitter, die tot twee keer toe eiste dat het verhaal compleet herschreven zou worden. ‘Op naar de derde versie’, liet hij weten. Dat heb ik geweigerd. We zijn weliswaar een verenigingsblad, maar dat betekent nog niet dat een ander bepaalt wat je schrijft. En ook niet wat voor foto’s je plaatst. Van een VVD-burgemeester kreeg ik ooit een venijnig mailtje omdat ik hem op de cover had gezet als deelnemer aan de Nijmeegse Vierdaagse. Hij vond dat een schending van het portretrecht. Onzin natuurlijk. Van een ingewijde hoorde ik, dat hij op het gemeentehuis juist apetrots liep rond te bazuinen dat hij op de voorpagina van een PvdA-blad stond! Ik herinner me ook woede op het partijbureau over het feit dat we in 2002 een foto publiceerden die CLBsecretaris Roeland Kreeft had gemaakt. Daarop zag je een container met weggegooide affiches van partijleider Ad Melkert, die net een zware verkiezingsnederlaag had geleden en was opgestapt. En nog niet zo lang geleden reageerde een PvdA-minister ontstemd na een kritische column van onze secretaris Jacqueline Kalk. De PvdA positioneert zichzelf graag als de partij van het debat, maar er zijn dus heel wat lange tenen. Gelukkig zijn dit allemaal incidenten, stofjes in het heelal. Uit enquêtes blijkt keer op keer dat de lezers het blad erg waarderen. Dat is wat telt voor mij.’ Slapeloze nachten Politiek speelt een belangrijke rol in het leven van Jan, en dus ligt de vraag voor de hand of hij zelf nooit ambities heeft gehad om bijvoorbeeld raadslid te worden. Hij schudt het hoofd. ‘Nee, voor de praktische politiek acht ik mezelf niet geschikt. Ik ben er te ongeduldig voor en zou er, vrees ik, slapeloze nachten van hebben. Ik zet dingen niet zo gemakkelijk van me af. Grappig is, dat me op bijeenkomsten diverse keren is gevraagd waar ik burgemeester of wethouder was. Blijkbaar zagen mensen me daarvoor aan. Ik heb veel bewondering voor politici, die zoveel van hun vrije tijd en energie willen steken in wat Joop den Uyl ooit omschreef als “de smalle marges van de politiek”. Want het gaat in de politiek per definitie om kleine stappen en veel geduld. Zelf houd ik liever wat afstand. Een rol achter de schermen, daar heb ik me altijd het prettigst bij gevoeld.’
Johannes Wilhelmus Christianus (Jan) de Roos Geboren op 19 april 1950 te Hilvarenbeek (N-Br.) Opleiding en studie: St. Paulus HBS/Lyceum te Tilburg (1962-1968), Geschiedenis Rijksuniversiteit Groningen 1968-1977 (akte MO in 1973, doctoraal in 1977) Werk: Docent geschiedenis Pius X-college te Beverwijk (1975-1978), journalist bij Haarlems Dagblad (1978-1990), eindredacteur Lokaal Bestuur (1990-2015) Publicaties: ca. 15 boeken over lokale en regionale geschiedenis; Met enige schroom. Pioniers van het lokaal bestuur (2000, uitg. CLB/WBS), Besturen als kunst. Lokale sociaal-democraten 100 jaar verenigd (2002, uitg. CLB/WBS) Hobby’s: Muziek (vooral J.S. Bach en blaasmuziek), schrijven, Italiaans (taal en eten). Gek op Sicilië. E-mail:
[email protected]
LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
11
HOMO-EMANCIPATIE HEEFT ONDERHOUD NODIG Foto: Nationale Beeldbank
Een op de drie LHBT'ers voelt zich wel eens onveilig. Ondanks veel initiatieven, zoals bijvoorbeeld de koplopergemeenten en regenboogprovincies, is er nog steeds een wereld te winnen.
In maart ondertekenden alle PvdA-lijsttrekkers voor Provinciale Staten het plan voor een regenboogcoalitie op provinciaal niveau. Doel van deze coalitie: de acceptatie van mensen met een andere seksuele geaardheid verbeteren. Een soortgelijke coalitie bestond al op gemeentelijk gebied. Lokaal Bestuur sprak met Hans Nooter, Mohamed el Mokaddem en Jet Bussemaker. Welke stappen hebben zij al gezet en wat kan er beter? Hans Nooter Statenlid Overijssel Hoe is Overijssel bezig met het verbeteren van de acceptatie van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LHBT)? 'In de campagne zijn we actief geweest met gayvote.nl, een stemwijzer die informeert over de 'roze' standpunten van partijen. Van alle partijen kreeg de PvdA de beste score, dus dat is mooi. Onze hoofdstelling is uiteraard dat niemand buitengesloten mag worden. Als PvdA vinden we dat daar ook nadrukkelijk een rol ligt voor het provinciaal bestuur. Maar als nieuwkomer in de Staten zie ik dat er nauwelijks LHBT-beleid is.' KIRSTEN VERDEL FREELANCE JOURNALIST
12
Wat ga je daaraan doen? 'Ik ben bezig met het formuleren van een aantal vragen aan Gedeputeerde Staten om er achter te komen waar we nu staan. Door de kerntakendiscussie is het volgens mij wat ondergesneeuwd, dus het moet opnieuw op de agenda.' Welke concrete plannen liggen er? 'We zien dat een aantal gemeenten zelf iets doet. Maar vooral veel kleinere gemeenten zijn niet actief bezig met LHBT-beleid. Sterker nog: soms doen ze zelfs het tegenovergestelde van wat je zou willen. Er zijn bibliotheken
die nieuwsbrieven met informatie over LHBT gewoon retour sturen! De provincie moet zelf ook het goede voorbeeld geven. Bij aanbestedingen en bij het verstrekken van subsidies kunnen we inclusie als voorwaarde opnemen.' Het plan van de regenboogcoalitie heeft het over een LHBT-eis van 20 procent bij alle culturele subsidies. Is dat realistisch? 'Diversiteit is vooral een mentaliteitskwestie. Dat vang je niet op door allemaal regels in te stellen. Maar ik vind het helemaal niet gek om aan een organisatie te vragen wat zij doen aan diversiteitsbeleid wanneer wij als provincie een subsidie verstrekken. Ik vind daarbij overigens wel dat je inclusie en diversiteit breder moet zien. Dat het niet alleen maar over de LHBTdoelgroep moet gaan. En ja, het is natuurlijk altijd de vraag in hoeverre het wordt opgepakt. Je hebt ook weinig pressiemiddelen. Maar een provincie kan
in ieder geval kijken naar het eigen beleid. Denk bijvoorbeeld aan een vrijwilligersprijs. Aan wie ken je die toe? Als je een waarderend beleid wilt voeren, zou je de prijs kunnen uitreiken aan een persoon of organisatie die een voorbeeldfunctie vervult
Als nieuwkomer in de staten zie ik dat er nog nauwelijks LHBT-beleid is op gebied van diversiteit. Dat geldt ook voor de koppeling met subsidies, daar kun je een aantal voorwaarden in opnemen. Bijvoorbeeld dat je wilt dat diversiteit in de uitingen van deze organisatie naar buiten komt.'
Wat zijn de workplace pride netwerken die in het plan worden genoemd? 'Leuk dat je daarnaar vraagt! Dat is een landelijk netwerk van organisaties die de doelstellingen onderschrijven van ‘roze op de werkvloer’. Het gaat vooral om bedrijven die zijn verzameld in Workplace Pride Nederland, maar er zijn ook internationale verbanden. De NS zit er bij, de provincie Zuid-Holland, grotere gemeenten als Amsterdam en Nijmegen en ook mijn eigen werkgever, Alliander. Binnen het netwerk wordt vooral kennis uitgewisseld over hoe je diversiteit op de werkvloer vormgeeft, hoe je als organisatie een waarderend beleid voert en hoe je omgaat met dilemma’s. Ze organiseren ook een jaarlijkse conferentie. Kijk dus vooral eens op workplacepride.org. '
Mohamed el Mokaddem Wethouder Westland De gemeente Westland doet veel aan LHBT-beleid. Recentelijk hebben jullie het beleid geëvalueerd. Wat kwam daar uit? 'We hebben onder andere trainingen gegeven aan politieagenten, ouderen en jongerenwerkers. De agenten geven aan nu alerter te zijn op het herkennen van LHBT-problemen. Ook binnen de zorg wordt bewuster omgegaan met LHBT. Bijvoorbeeld door bij de intake te vragen naar de partner, in plaats van: “wie is/ was uw man?”. Daarnaast hebben we voorlichtingscampagnes georganiseerd op scholen en zijn
er jongerenwerkers getraind. Aan 280 organisaties hebben we gevraagd op een specifieke dag de regenboogvlag te hijsen, 90 organisaties hebben dat ook daadwerkelijk gedaan.' Dat klinkt positief. Zijn er ook dingen die minder goed gaan? 'Ja, instellingen voor ouderen geven aan te weinig tijd te hebben voor uitgebreide trainingen, daar konden we niet veel extra's voor elkaar krijgen. Ook hebben we LHBT’ers gevraagd mee te doen aan een Monitor Veiligheidsgevoelens, maar daar
boekbespreking Jet Bussemaker Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Het plan van de regenboogprovincies is aan jou overhandigd. Wat vond je van het plan? 'Ik vind het een mooi plan, omdat het heel goed aansluit bij de afspraken over LHBT die in 2008 gemaakt zijn met 18 grote en middelgrote steden, de zogenaamde koplopergemeenten. Die afspraken behelzen een gecombineerde aanpak van landelijk en lokaal beleid om te komen tot verbetering van sociale acceptatie en sociale veiligheid. Mooi dat we nu niet alleen iets hebben op gemeentelijk maar ook op provinciaal niveau.' Waarom is het plan eigenlijk aan jou aangeboden? 'Omdat ik als minister over emancipatiezaken ga, dus ook over die koploperafspraken met de gemeenten. Een van de aanbevelingen uit de evaluatie van de koplopergemeenten was dat het goed volgen van lokale ontwikkelingen beter kan, evenals de samenwerking met de regio. Die handschoen wordt hiermee meteen opgepakt door de PvdA.' Welke lessen zijn de afgelopen jaren geleerd? Wat werkt niet? 'Gemeenten moeten beter in kaart brengen of sociale veiligheid en acceptatie toenemen en wat de oorzaken zijn. Er is veel beleid, maar er wordt nog onvoldoende gemonitord op de resultaten. Wat ook beter kan is de gemeentelijke regie in zijn algemeenheid en het formuleren van een samenhangende visie op het lokale beleid. LHBT-beleid moet geen incidentenbeleid worden.' kwamen slechts 200 reacties op. Onvoldoende om een representatieve steekproef te vormen. Inhoudelijk kwamen de reacties overeen met een landelijke monitor naar veiligheidsgevoelens bij LHBT'ers. Eén op de drie personen voelt zich wel eens onveilig in de buurt, vooral bij het hand in hand lopen en in uitgaansgelegenheden, maar ook in de openbare ruimte en in de eigen buurt.' Dat is toch verontrustend? 'Zeker. Op het moment dat we mensen trainen om LHBT beter bespreekbaar te maken en de acceptatie te verhogen ben ik van mening dat dat werkt. Maar we kunnen dat onvoldoende monitoren. We weten niet hoeveel LHBT'ers er zijn in onze gemeente, dat registreren we uiteraard niet. Maar een goede monitor is van belang om de voortgang te meten: werken de door ons ingezette instrumenten? Dat politieagenten aangeven problemen beter te herkennen is mooi, maar merken LHBT'ers daar in de praktijk ook iets van? Voelen ze zich nu veiliger? Dat is natuurlijk de belangrijkste vraag.' Komt er een vervolg op de monitor? 'In de evaluatie staat dat het herhalen van de monitor in de huidige vorm weinig zinvol is en dat we misschien beter kunnen inzetten op kwalitatief onderzoek of een mix van kwantitatief en kwalitatief. Want je hebt wel een betrouwbare nulmeting nodig om te voorkomen dat je allerlei beleidsinstrumenten ontwikkelt zonder dat je weet of die effect sorteren. Dat is denk ik de grote valkuil van LHBT-beleid.'
En wat werkt wel? 'Wat goed werkt zijn keurmerken en convenanten met maatschappelijke organisaties zoals sportverenigingen. Zo is er de roze loper voor samenwerking met professionals binnen de ouderenzorg. Een ander voorbeeld: in Enschede is het voor transgenders eenvoudiger gemaakt om hun geslachtsregistratie aan te passen. De gemeente werkte samen met organisaties als het COC om dit te regelen. En in Nijmegen zijn afspraken gemaakt met COC en GGD om seksuele diversiteit in het onderwijs te bespreken. Samenwerking is dus echt essentieel.' Wat kun je als minister bijdragen? 'Ik ondersteun goede initiatieven via samenwerking met bijvoorbeeld het COC. Ik maak afspraken over integraal beleid, zoals dat met de koplopergemeenten en regenboogprovincies, en ik trek op met andere collega's, om de problemen bij hen onder de aandacht te brengen.' Wat vind je van het idee om bij aanbestedingen de eis te stellen dat organisaties en bedrijven voor minimaal 20 procent uit de LHBT-doelgroep moeten bestaan? 'Ik kan me voorstellen dat je dat van geval tot geval moet bekijken. In zijn algemeenheid ben ik er voorstander van om sociale voorwaarden te stellen bij aanbestedingen. Dat kun je doen voor LHBT, maar bijvoorbeeld ook voor jongeren of vrouwen. Ik snap dat je niet alles op alles kunt stapelen, maar het creëert wel bewustzijn omdat je erover na moet denken.'
Je hebt zelf dit jaar de Roze Bril 2015 gekregen. Waar kreeg je die voor? 'Klopt, dat was een lokaal initiatief uit Haarlem. Ze vonden dat ik erg voortvarend bezig was met het bevorderen van LHBTemancipatie. Als kabinet hebben we het roze stembusakkoord in zijn geheel uitgevoerd, waardoor bijvoorbeeld lesbisch moederschap makkelijker wordt, evenals het aanpassen van de geslachtsregistratie voor transgenders.' Hoe gaat het eigenlijk met homoacceptatie binnen het onderwijs? Is dat de laatste jaren verschoven? 'Er is veel gebeurd, er zijn bijvoorbeeld coming-out dagen geïntroduceerd en seksuele diversiteit is sinds kort een kerndoel op scholen. Dat wordt dit jaar door de inspectie geëvalueerd. Maar wat ik heel zorgelijk vind is dat 'homo' op middelbare scholen tegenwoordig het meest gebruikte scheldwoord is. Daar kun je je schouders over ophalen, je kunt denken: dat is puberaal gedrag. Maar het is ook veelzeggend. We weten ook dat in grote steden, met name onder allochtonen en zwaar christelijke ouders ongeveer de helft het vreselijk zou vinden als hun zoon of dochter homo of lesbisch zou zijn.
LHBT-beleid moet geen incidentenbeleid worden Samen met Lodewijk Asscher ben ik er nu mee bezig om, via mensenrechtenambassadeurs, in die gemeenschappen het gesprek aan te gaan. Niet alleen over LHBT, maar ook over zaken als eerwraak en uithuwelijking. Er is nog een wereld te winnen. Ik zeg ook altijd: emancipatie heeft onderhoud nodig. Het is nooit voltooid.' Wat kunnen lokale PvdA'ers het beste doen om LHBTacceptatie te bevorderen? 'Gebruik de aanbestedingen, probeer te verbinden en zoek samenwerking, bijvoorbeeld met sportverenigingen. Er zijn Kamervragen gesteld door VVD-Kamerlid Van Ark met het verzoek om op de IDAHOdag (International Day Against Homofobia & Transfobia, red.) in mei alle organisaties die actief zijn op het gebied van LHBT op hetzelfde moment een statement te laten maken. De voetbalclub, een vrijwilligersorganisatie, een partij die iets met ouderen doet, de politie. Op die manier zorg je voor een collectieve inzet en verleid je mensen om actief mee te doen. Probeer als politicus de momenten aan te pakken, bijvoorbeeld bij de coming-out dag op scholen. Help mee met de organisatie daarvan. En leer van elkaar. De Roze Gemeentegids laat zien wat gemeenten doen, welke resultaten ze halen en wat succes- en faalfactoren zijn. Lees die gids vooral ook. Dat kan je erg op weg helpen.'
INGRID WOLSING WETHOUDER MONTFERLAND
EEN VERSLAVEND LEUKE HONDENBAAN Partijgenoot Edo Haan was gedurende twaalf jaar wethouder van onder meer Sociale Zaken en Financiën in de gemeente Zoetermeer. Inmiddels is hij voorgedragen als burgemeester van Maassluis, maar in het boek Schaken op meerdere borden vertelt hij over zijn ervaringen als wethouder. Dat is vrij uitzonderlijk. Er zijn maar weinig politici, zeker lokaal, die hun ervaringen in een boek vastleggen. Edo Haan beschrijft zijn belevenissen maar ook de lessen die hij als wethouder geleerd heeft. Zijn boek heeft dan ook als ondertitel Twaalf lessen uit twaalf jaar wethouderschap. Dat hij in al die jaren veel geleerd heeft, wordt wel duidelijk. Ik herkende vooral les drie: hoe kleiner het bedrag, hoe groter het gezeur. Verrassend en komisch om te lezen dat dit in Zoetermeer ook zo werkt. Aan grote bedragen wordt ten tijde van bezuinigingen relatief weinig tijd besteed door college en raad, terwijl de kleinere bedragen zorgen voor enorme discussies. Volgens de schrijver komt dit doordat grote bedragen veel te abstract zijn. Politici en zeker burgers kunnen zich er niets bij voorstellen. Schaken op meerdere borden is een prettig leesbaar boek vol grappige en herkenbare situaties. De schrijver spaart zichzelf niet en beschikt over een gezonde dosis zelfreflectie. Hij schrijft openhartig en toch kreeg ik af en toe het gevoel dat hij zich inhield. Ik wilde soms net iets meer weten dan het boek mij kon bieden. Tegelijkertijd begrijp ik ook dat je vanuit privacy overwegingen misschien niet altijd het achterste van je tong laat zien. Er staan veel bruikbare tips in het boek, zowel voor zittende als beginnende wethouders. Het boek geeft bovendien een goed beeld van het wethouderschap. De dilemma’s, de hectiek, de bevlogenheid en de politieke spelletjes. Kortom, de veelzijdigheid van het beroep. Haan verwoordt het wethouderschap in zijn boek heel treffend als een ‘verslavend leuke hondenbaan’. Een hondenbaan waar je als wethouder af en toe even bij stil moet staan om er voldoende van te genieten. Maar heeft hij dat zelf in die twaalf jaar ook gedaan? Tussen de regels door lees ik dat de realiteit, ook voor hem, soms anders was.
Auteur: Edo Haan, 108 blz., €14,95, Uitgeverij Van Gennep Amsterdam ISBN: 9789461643650
LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
13
‘HOU HET KLEIN. LAAT ZIEN WAT DE PVDA LOKAAL KAN BETEKENEN’ Foto: Hollandse Hoogte
Teleurstelling overheerst tijdens de PvdA-uitslagenavond voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 kreeg de PvdA een enorme optater. Er gingen bijna 400 zetels verloren en een maand later moesten zo’n 100 wethouders het veld ruimen. Hoe is het, ruim een jaar na die catastrofale gebeurtenissen, gesteld met de lokale PvdA? Heeft ze hinder van de malaise waarin de partij landelijk verkeert, en hoe gaat ze daarmee om? Lokaal Bestuur legde het oor te luisteren bij partijgenoten in Culemborg, Gouda en Cuijk. We spraken ook met PvdA’ers in Rotterdam en Amsterdam, waar bestuurs- en gebiedscommissies in de plaats kwamen van de stadsdelen en deelgemeenten.
JURJEN SIETSEMA FREELANCE JOURNALIST
14
Culemborg In Culemborg was het nieuwe college geen lang leven beschoren. Het sneuvelde kort nadat het gevormd was, een twijfelachtige primeur. De PvdA, tot dan toe in de oppositie, schoof aan bij de collegeonderhandelingen. Haar wethouderskandidaat: Fouad Sidali. Een buitenstaander met een passend profiel voor Culemborg, waar al lange tijd conflicten zijn tussen jongeren van Marokkaanse en Molukse afkomst en waar in het sociale domein veel uitdagingen liggen. ‘De PvdA had al laten weten na de verkiezingen wederom in de oppositiebanken te willen plaatsnemen, maar VVD en D66 vroegen ons om aan de nieuwe coalitie mee te doen’, vertelt Fouad. ‘Wij worden hier gezien als een stabiele partij waarmee je afspraken kunt maken. Een partij die goed weet hoe je een stad bestuurt en door samenwerking toch aan de voor de PvdA belangrijke punten weet te werken. Wij weten hoe ver we kunnen gaan en wat we anderen moeten bieden om met ons samen te willen werken. Het vertrekpunt, ook van het college, is de Culemborger. In het sociaal domein hebben we in het afgelopen jaar al veel binnengehaald voor de stad.’ ‘Culemborg is een kleine stad met grootstedelijke problemen. Jeugdcriminaliteit, schoolverlating, jeugdwerkloosheid, jeugdzorg, jongeren met een licht verstandelijke beperking en multiprobleemgezinnen zijn thema’s die hier gemiddeld een grotere rol spelen dan in andere gemeenten in de omgeving. Er is, na de clashes tussen de Marok-
kaanse en Molukse jongeren (2010–2012, red.), al flink beleid op gevoerd, maar het kan nog beter. Mijn doel is om echt het verschil te maken, om jongeren een plek te bieden in de gemeente. Met name als het gaat om het ontwikkelen van hun talenten, ondanks de omgeving waarin ze moeten opgroeien. Daarnaast willen we de jeugd die ontspoort en niet meer thuis kan wonen, om welke reden dan ook, een thuis geven.’ Wat merkt Fouad in Culemborg van de landelijke dip van de PvdA? ‘Erg weinig. We worden hier heel serieus genomen. De PvdA-kiezer is blij dat we weer meedoen in Culemborg. De afgelopen vier jaar was dat niet zo. Met alleen VVD en D66 heb je een heel ander geluid in het sociaal domein.’
In het sociale domein hebben we in Culemborg al veel binnen gehaald Van het landelijke beeld dat er van de PvdA heerst, trekt Fouad zich niet zo veel aan. ‘Lokaal heb je mensen nodig waarmee burgers zich kunnen identificeren. Dat is nu het geval. Ik probeer de mensen altijd zo dicht mogelijk bij me te houden. Wat landelijk gebeurt is misschien heel pijnlijk, maar laten we nu eens kijken wat we lokaal voor elkaar kunnen betekenen. Er komen allerlei nieuwe regels op ons af en wij moeten het met elkaar zien te rooien. Ik houd het daarom heel klein. Mensen die alleen maar naar Den Haag wijzen of naar de
INTUSSEN IN ROTTERDAM EN AMSTERDAM…
eigen partij, missen volgens mij een kans om juist te laten zien wat de PvdA lokaal kan betekenen.’ Gouda In Gouda werd de PvdA, na jarenlang de eerste te zijn geweest, de tweede partij. Zij ging van zeven naar vijf zetels. Grote winnaar was D66. Marion Suijker,tot aan de verkiezingen wethouder, is nu fractievoorzitter. ‘Mijn eigen keuze, want er zit nog steeds een PvdAwethouder in het college. Ik ben acht jaar wethouder geweest en heb altijd gezegd dat je dat niet langer moet doen. Nu zit ik in de raad.’ ‘De PvdA doet mee in Gouda maar de onderhandelingen waren moeizaam. Op een gegeven moment ging een van de partijen met de oppositie praten om te zien of er een gelegenheidscoalitie mogelijk was. Een coup die op niets uitliep. Uiteindelijk kwam er een college van vijf partijen. We zijn tevreden met het collegeakkoord. De PvdA heeft de portefeuilles sociale zaken en wonen. We wilden niet bezuinigen op het armoedebeleid en op de aanpak van de jeugdwerkloosheid, en dat is gelukt.’ Het landelijk beleid raakt Marion wel, zegt ze. ‘Als ik hier in Gouda bij mensen aan de deur sta gaat het wel, maar in de media of op straat? Waar wij als partij staan in die bed, bad, brood discussie bijvoorbeeld, komt niet echt uit de verf in de media. Dat maakt het ook op lokaal niveau ingewikkeld. De zorg is een knelpunt, vooral de problemen met de pgb’s en de jeugdzorg. We ne-
men best wel iets af van mensen. We leggen als PvdA niet voldoende uit waarom we bepaalde beslissingen nemen en daardoor haken mensen af.’ Cuijk In Cuijk verloor de PvdA in 2014 een van de twee zetels. Toch bleek al na de eerste verkenningsronde voor het vormen van een coalitie, dat PvdA, CDA, VVD en de lokale partij Algemeen Belang Cuijk zoveel vertrouwen in elkaar hadden dat ze er snel uit waren. Rob Poel werd wethouder voor de PvdA. ‘Een van de grote winnaars in Cuijk was nieuwkomer SP. Een partij waarmee prima te praten valt. Ze zijn bijzonder constructief, maar hebben een informatieachterstand. Wij als PvdA hebben zoveel kennis, ervaring en een goede verstandhouding met de andere partijen dat wij, denk ik, een logischer keuze waren. Voor een meerderheid hadden ze ons namelijk niet hoeven vragen.’ Silvia Derks is het enige PvdA-raadslid in Cuijk. Zij is blij met de gang van zaken in het eerste jaar na de verkiezingen. ‘Wij worden als een volwaardige partner gezien, in het college én in de raad. Bovendien zijn veel van de elementen uit ons verkiezingsprogramma overgenomen in het coalitieakkoord. Rob is kritisch en weet feilloos (juridische) mazen te duiden en die krachtig te verwoorden. Altijd lastig als je zo iemand in de oppositie hebt zitten, maar in de coalitie is die kritische blik juist een belangrijk voordeel: je
blijft scherp, kunt betere kwaliteit leveren en de oppositie vóór zijn.’ Heeft Rob last van het landelijke beleid? ‘Niet echt. We voeren lokaal beleid uit met oog voor de menselijke maat. Vooral in het sociale domein is dat belangrijk. Toch is het jammer dat we als PvdA landelijk maar niet goed over het voetlicht krijgen dat we moeilijke beslissingen nemen
Het is jammer dat mensen vinden dat de PvdA landelijk teveel weggeeft voor de lange termijn. Beslissingen die nu misschien niet altijd even prettig zijn. Mensen vergeten dat er een regering zit van twee partijen die na de verkiezingen tot elkaar veroordeeld waren. Dan is het geven en nemen en is het jammer dat mensen vinden dat de PvdA, met name in het sociale domein, teveel weggeeft.’ Hoe zien Rob en Silvia de komende periode in Cuijk? Silvia: ‘Het lukt ons op dit moment prima om ons geluid te laten horen. Zowel in het college als in de raad.’ Rob: ‘Ik probeer op alle beleidsterreinen, en met name op de portefeuilles waar ik zelf verantwoordelijk voor ben, hard te werken, helder en consequent te zijn en de menselijke maat te hanteren. Op die manier werken we eraan om in elk geval die tweede zetel in 2018 weer terug te krijgen.’
Met de komst van de nieuwe gemeenteraden na de verkiezingen in 2014 verdwenen de stadsdelen in Amsterdam en de deelgemeenten in Rotterdam. In Amsterdam kwamen er bestuurscommissies voor in de plaats, in Rotterdam gebiedscommissies. Wat zijn de verschillen met een jaar geleden en is het er beter op geworden? ‘Wat mij betreft niet’, zegt Paulette Verbist, vicevoorzitter van de Rotterdamse gebiedscommissie Kralingen/Crooswijk. Twee wijken met verschillende gezichten: Kralingen met zijn hogere inkomens, het Kralingse Bos en de mooie statige huizen, Crooswijk met zijn hoge werkloosheid, armoede en sociale isolatie. ‘Wij waren een bestuurslaag en zijn nu een adviesorgaan. Dat is heel iets anders. Als deelgemeente hadden we een budget van zo’n 30 miljoen euro waarover we zelf mochten beslissen. Nu adviseren wij het gemeentebestuur, organiseren we participatie bij adviesaanvragen en verdelen we een budget van een half miljoen euro voor bewonersinitiatieven.’ Toch is de gebiedscommissie volgens Paulette een achteruit gang. ‘Als deelgemeente wisten we precies wat er in de wijk of de buurt gebeurde. Dat kan de gemeenteraad niet. De deelgemeente was actief en had contacten tot in de haarvaten van de samenleving. Daardoor was het mogelijk om exact te analyseren wat de behoeften van een wijk of buurt waren. Dat is nu een stuk moeilijker.’ Hoe ver gaat de adviesbevoegdheid van de gebiedscommissie in Rotterdam? ‘Dat is vastgelegd in een verordening. Wat wij nu, na een jaar, al zien, is dat met name het college probeert om dat wat er in de verordening staat, af te zwakken. Een voorbeeld: er staat in de verordening dat de gebiedscommissie bevoegd is om gekwalificeerd advies te geven. Daar mag alleen van afgeweken worden op grond van heel heldere argumenten. Daarnaast mag ongevraagd geadviseerd worden. Dat betekent dat we op elk terrein in ons gebied tegen de gemeenteraad mogen zeggen wat we ervan vinden. Op zich kunnen wij daar als gebiedscommissie prima mee leven, maar wij merken dat het gemeentebestuur dit nogal lastig vindt. Er worden veel gekwalificeerde adviezen uitgebracht waar ze iets mee moeten, en dat 14 keer, want zoveel gebiedscommissies zijn er. Ze vragen daarom steeds vaker niet om advies, maar om ‘een reactie’ of om ‘suggesties’. Op die manier proberen ze onder de verordening uit te komen.’ Wat kun je dan nog doen als gebiedscommissie? ‘Zorgen dat je heel veel kennis hebt van je buurt of wijk. Alle partijen kennen en in kaart brengen wat het probleem is. We kunnen niet veel meer dan lobbyen en zaken bij raadsleden en wethouders onder de aandacht brengen. Zo proberen wij om ons adviesrecht om te zetten in concrete activiteiten.’ Zoeken ‘Het is nog wel zoeken’, zegt Marijn van Ballegooijen, lid van het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Zuid in Amsterdam. ‘Amsterdam heeft het heel anders aangepakt dan Rotterdam. De bestuurscommissies hier hebben vergaande bevoegdheden, een groot budget (200 miljoen euro per commissie) en een groot ambtenarenapparaat (600 per stadsdeel). Er is wel gecentraliseerd, maar toch nog heel veel kracht en ambtelijke kwaliteit in de stadsdelen. Wij kunnen via lokale procedures nog steeds snel handelen. Daarvoor hoeven wij niet te lobbyen bij het college of bij de raad.’ Waarin is het dan nog zoeken? ‘In advies op formele stukken. Het is nog zoeken naar een goede manier om als bestuurscommissie input te leveren zonder het log te maken, maar ik heb er vertrouwen in dat het goed komt.’ Komen de uitgangspunten van de PvdA nog goed uit de verf in de bestuurscommissies? ‘Zeker. Bestuurscommissies hebben de opdracht om met bewoners te praten. Daardoor ontstaat er een soort lente: er komen nieuwe vormen van bewonersparticipatie. We zijn echt in gesprek met de bewoners. Die nieuwe aandacht voor het samen met de bewoners maken van de buurt en de wijk, is ons op het lijf geschreven.’
INITIATIEF VAN DE MAAND Voor de rubriek Initiatief van de Maand zijn we op zoek naar nieuwe inspirerende praktijkverhalen. Voor welke plannen en initiatieven heeft jouw fractie zich de afgelopen maanden hard gemaakt? Wat hebben jullie in een succes weten om te zetten? In eerdere edities van Lokaal Bestuur kwamen de Speelgoedbank uit Dronten, het Geldkompas uit Den Helder en de inzet van Gelderland voor het omscholen van 45-plussers aan bod. Stuur jullie initiatief uiterlijk maandag 10 augustus naar
[email protected]
LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
15
VERRUIMING LOKAAL BELASTINGGEBIED: JA OF NEE
Foto: Nationale Beeldbank
Moeten gemeenten, in lijn met de decentralisaties, meer eigen belastingen kunnen heffen?
JAQUELINE DORENBOS-DE HEN WETHOUDER BEVERWIJK
Gemeenten hebben sinds het begin van dit jaar een groot aantal taken van het Rijk overgenomen. Steeds vaker klinkt de roep dat gemeenten, in lijn met de decentralisaties, ook meer eigen belastingen moeten kunnen heffen. Lokaal Bestuur vroeg twee PvdA'ers die daar verschillend over denken om hun argumenten op een rijtje te zetten.
ls wethouder financiën van de gemeente Beverwijk, een stad in de regio IJmond A met 40.000 inwoners, ben ik voorstander van de verruiming van het lokaal belastinggebied. Ik denk dat het positief is dat gemeenten een grotere rol krijgen bij
het verwerven van inkomsten. Beleidskeuzes kunnen doelmatiger gemaakt worden en college, gemeenteraad en burgers kunnen makkelijker een vinger aan de pols houden bij de balans tussen inkomsten en uitgaven. De begroting is hierdoor minder aan schommelingen onderhevig. Tot nu toe is een gemeente voor een belangrijk deel van haar inkomsten afhankelijk van uitkeringen van het Rijk. Deze zijn niet van een constante omvang, maar worden enkele keren per jaar bijgesteld. Als het Rijk de meicirculaire uitbrengt, houdt de gemeente in de begroting voor de komende jaren rekening met de inkomsten die in deze circulaire opgegeven worden. Maar een circulaire later, in september, moet de begroting alweer bijgesteld worden. En in december nog een keer. Het kan echt tonnen schelen voor een gemeente met de omvang en het aantal inwoners van Beverwijk. Positief of negatief. Dit moet dan weer verwerkt worden in de begroting. Hierdoor wordt het steeds moeilijker voor een gemeente om de controle te houden op het evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. College en raad krijgen steeds weer wijzigingen voor hun neus. College en raad krijgen Je weet eigenlijk nooit echt waar je aan toe bent. steeds weer wijzigingen De laatste jaren worden gemeenvoor hun neus. Je weet ten bovendien geconfronteerd met veel nieuwe taken, maar eigenlijk nooit echt waar de bijbehorende zak met geld is je aan toe bent veel kleiner dan de Rijksoverheid zelf nodig had. De filosofie is dat gemeenten deze taken goedkoper kunnen uitvoeren, omdat ze dichter bij de burger staan en dus efficiënter werken. Maar dit lukt niet meteen in het eerste jaar. Er moet eerst een efficiencyslag gemaakt worden. Daarvoor heeft het Rijk echter geen financiële ruimte meegegeven. Een eigen belastinggebied van voldoende omvang maakt het voor de gemeente mogelijk om de vele taken die we hebben goed uit te voeren. Dit is in het belang van onze inwoners. De gemeenteraad krijgt bovendien een betere mogelijkheid om keuzes te maken en daarover in gesprek te gaan met en verantwoording af te leggen aan de inwoners. Het lokaal bestuur wordt voor burgers transparanter, omdat er een duidelijke link is tussen de voorzieningen en wat ze daarvoor betalen. Ik vind het heel belangrijk dat een verruiming van het gemeentelijk belastinggebied (via de ozb op woningen of door een ingezetenenheffing) niet leidt tot hogere lasten voor de inwoners. Landelijk opgelegde belastingen, zoals de loon- en inkomstenbelasting, moeten dus omlaag. De transparantie neemt toe als een verlaging van de eerste twee schijftarieven in de loon- en inkomstenbelasting gekoppeld wordt aan een verhoging van de ozb op woningen. Als dan ook het gebruikersdeel van de ozb weer ingevoerd wordt, kan de gemeente aan haar inwoners een duidelijke koppeling laten zien tussen het voorzieningenniveau en de kosten hiervan. De gemeenteraad kan met de inwoners in gesprek gaan als beleidskeuzes voor een verhoging of verlaging van de ozb zorgen. De betrokkenheid van de inwoners bij de lokale politiek en de beslissingen die in het stadhuis genomen worden zal hierdoor toenemen.
PAUL BORDEWIJK OUD-WETHOUDER LEIDEN
u er door de drie decentralisaties veel meer geld omgaat bij gemeenten, wordt N vaak geopperd dat de gemeente ook meer eigen belastingen moeten kunnen heffen. Maar of dat een goed idee is, hangt helemaal af van de uitvoering.
Op dit moment mag de gemeente slechts een beperkt aantal belastingen heffen. Voor zover het om echte belastingen gaat - niet om leges of afvalstoffenheffing - zijn gemeenten vrij in de vaststelling van het tarief. Voor de ozb is er wel een afspraak gemaakt tussen VNG en Rijk. Gemeenten mogen de belasting (gezamenlijk) maar een bepaald percentage per jaar laten stijgen, de zogenaamde macronorm. Bij overschrijding kan het Rijk besluiten minder geld af te dragen aan het gemeentefonds. Alle gemeenten worden dan gekort. Ook de gemeenten die hun tarief verlaagd hebben. Dit is nog nooit voorgekomen. Gemeenten zouden er ter compensatie namelijk voor kunnen kiezen om hun eigen ozb-tarief te verhogen. Ik pleit er daarom voor om de macronorm af te schaffen en gemeenten vrij te laten bij de vaststelling van hun tarieven. Vinden de burgers van een gemeente de eigen belasting te hoog, dan kan dit opgelost worden door extra te bezuinigen. Vinden ze het voorzieningenniveau te laag, dan kan er extra belasting geheven worden. Het huidige systeem biedt daarvoor genoeg ruimte: geen gemeente heeft de ozb teruggebracht naar nul. Er komt meer druk Tweede Kamerleden zijn vaak bang dat gemeenteraden onop de gemeenteraad geremd belasting gaan heffen om te bezuinigen op zonder macronorm, maar juist de hoogte van de eigen heffingen voorzieningen voor de is een belangrijk thema in de sociaal zwaksten gemeentepolitiek. Bovendien is het vreemd dat Kamerleden het volste vertrouwen hebben in gemeenteraden bij de bezuinigingen op de zorg, maar niet bij de vaststelling van hun eigen belastingtarieven. Hogere gemeentelijke belastingen geven gemeenten meer vrijheid en maken hen minder afhankelijkheid van het gemeentefonds, zo is de gedachte. Gemeenten compenseren een lagere uitkering uit het gemeentefonds vervolgens door de belastingtarieven te verhogen. De rijksbelastingen kunnen dan, bijvoorbeeld in het kader van het nieuwe belastingplan, omlaag. Dat soort plannen zijn er eerder geweest. De gedachte is dat de gemeentelijke belastingen veel zichtbaarder zijn dan de rijksbelastingen die het gemeentefonds voeden. Hierdoor zou er meer druk op gemeentebesturen liggen om te bezuinigen. Een rapport uit 1992 waarin dat bepleit werd heette dan ook Belastingen omlaag. Zoiets valt goed te verdedigen wanneer de mensen die de belasting betalen daar ook van profiteren en daarover beslissen. Maar door de decentralisaties gaat een belangrijk deel van het gemeentelijk budget nu naar een beperkte groep zorgafhankelijke inwoners. Zij zitten vaak niet in de gemeenteraad, net als hun mantelzorgers. Die hebben het daar namelijk te druk voor. Je vindt in de gemeenteraad wel de bewoners van koophuizen, die de ozb betalen. Wanneer gemeenten afhankelijker worden van eigen belastingheffing, komt er meer druk op de gemeenteraad om te bezuinigen op voorzieningen waarvan mensen afhankelijk zijn die niet in de raad zitten. Een regime ontdaan van de macronorm geeft gemeenten volgens mij voldoende afwegingsruimte, terwijl een lagere uitkering uit het gemeentefonds vooral aanzet tot nieuwe bezuinigingen die ten koste gaan van de zwaksten in de samenleving. Niet doen dus. Een uitgebreidere versie van dit artikel stond in B&G jaargang 42, nummer 2.
16
INTUSSEN OP Verzameld door Leonie Wildeman
dilemma Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling of dilemma aan je voor. Vorige keer was dat:
SCHOOLVERLATERS In jouw gemeente volgen 25 leerlingen praktijkonderwijs. Tot nu toe stroomde 40 procent van deze leerlingen door naar de sociale werkvoorziening. Geen ideale oplossing, maar het zorgde er wel voor dat deze mensen zelfstandig konden worden. Sinds 1 januari mogen er geen nieuwe mensen meer instromen bij de sociale werkvoorziening. Het college verwijst naar de regeling voor dagopvang in het kader van de WMO en naar de bijstand. Hun argument: ‘Er is door het grote gebrek aan laag geschoold werk voor deze groep op dit moment helaas geen alternatief’. Wat is jouw reactie hierop? We kregen de volgende reacties:
Annelies Lichtenberg, fractievoorzitter Bronckhorst Wat jammer dat de gemeente er niet voor kiest deze jongeren te ondersteunen in hun zoektocht naar werk, want er zijn wél kansen. Het doel van de Participatiewet is dat iedereen die kan werken meedoet. Ook deze jongeren. Via de 'banenafspraak' uit het Sociaal Akkoord hebben de sociale partners afgesproken dat er 125.000 banen komen (100.000 in het bedrijfsleven en 25.000 bij de overheid) speciaal voor mensen die voorheen in de sociale werkvoorziening en de wajong terecht kwamen; mensen met een beperking én arbeidsvermogen. Voor werkgevers zijn er allerlei mogelijkheden voor subsidie en ondersteuning en voor de jongeren zelf is er ook hulp en begeleiding. Deze gemeente zou het werkgeversservicepunt of een andere organisatie die contacten heeft met werkgevers in de regio in moeten schakelen om ervoor te zorgen dat deze jongeren werk krijgen en op termijn zelfstandig kunnen worden. Bellinda van den Helm, raadslid Bernheze Het kan en mag niet zo zijn dat leerlingen uit het praktijkonderwijs worden opgeleid voor de bijstand. Als deze jongeren van school komen zijn zij prima in staat om te werken. In het begin zal daarvoor wellicht extra begeleiding nodig zijn, maar dat is ook bij veel leerlingen die stages lopen in het kader van hun MBO-opleiding het geval. Ik vind dat een ontwikkeld land als
Nederland het niet kan maken om deze mensen als het ware af te schrijven. Investeren in deze groep verdient zichzelf bovendien terug omdat de uitkeringen die ze anders voor lange tijd zullen ontvangen, teruggedrongen kunnen worden. Bovendien houden de mensen die hen begeleiden op deze manier ook hun baan, dat is dus een win-win situatie. Leer-werkplekken binnen bedrijven kunnen mogelijk een alternatief bieden voor de werkzaamheden die deze jongeren anders in de sociale werkplaats zouden doen. Ingrid Wojtal, raaslid Terneuzen In Terneuzen wordt dit argument zeker niet gebruikt. Meedoen in de maatschappij staat bij het college hoog in het vaandel. De WMO , Jeugdwet, Participatiewet en extra geld van het Europees Sociaal Fonds geven genoeg ruimte om, bijvoorbeeld door maatwerk in de vorm van coaching, arrangementen te creëren en de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Dit gebeurt in overleg met diverse partijen, o.a. de gemeente (een jobhunter, een reïntegratieconsulent, regionaal bureau leerplicht en het Centrum voor Jeugd en Gezin), werkgevers en het sociale werkbedrijf in de regio. Ook het voortgezet speciaal onderwijs en de praktijkscholen zijn hier nauw bij betrokken. Nico Bulter, raadslid Boxtel In september wordt pas duidelijk wat het effect is van de nieuwe situatie. Jongeren die
mogelijk geen startkwalificatie halen zijn al in beeld bij het zogenaamde schoolverlatersoverleg. De gemeente Boxtel neemt daarin uitdrukkelijk haar verantwoordelijkheid. Hoe kunnen we voorkomen dat jongeren straks thuis op de bank zitten? Natuurlijk bestaat de weg van dagopvang en bijstand, maar die weg mag pas ingeslagen worden als er echt geen andere mogelijkheden zijn. Vervolgonderwijs heeft de voorkeur. Dan komt reguliere arbeid, mogelijk met loonkostensubsidie vanuit de gemeente. Lukt dat niet, dan is er dagbesteding. Belangrijkste is dat de uiteindelijke keuze bij de jongere past. Werk heeft de voorkeur boven dagbesteding, omdat het de eigenwaarde vergroot en het gevoel geeft van betekenis te zijn. Een mooi voorbeeld: kringloopwinkel het Goed biedt werk en werkervaring aan mensen die vervolgens doorstromen naar andere banen. Zo’n voorbeeld kan andere bedrijven tot eenzelfde constructie aanzetten. Een goede en begaanbare weg.
Commentaar van Gert-Jan Leerink, medewerker CLB We zijn het eens: de nieuwe Wet Werk en Bijstand mag voor de leerlingen uit het praktijkonderwijs geen enkele reis richting de bijstand worden. En er zijn ook genoeg alternatieven.‘De sociale partners hebben getekend voor 125.000 banen’, schrijft Annelies Lichtenberg. En Bellinda van den Helm heeft natuurlijk gelijk als ze zegt ‘investeren in deze groep verdient zichzelf terug’. In theorie weten we precies hoe het moet. Helaas geldt dit in veel gemeenten nog niet voor de praktijk. Hoewel de leerlingen sinds januari niet meer kunnen doorstromen naar de sociale werkvoorziening, is de afspraak over passende banen binnen het bedrijfsleven bij lange na nog niet geëffectueerd. En zelfs als alle bedrijven in de provincie Groningen 5 procent van hun banen reserveren voor mensen met een arbeidshandicap, valt er in deze provincie nog een flinke groep mensen buiten de boot. Vinger aan de pols dus en er samen voor knokken dat deze wet, die op papier zoveel kansen biedt, in de praktijk ook echt gaat werken.
EINDREDACTIE LOKAAL BESTUUR
CLBNIEUWS Sinds enkele maanden ontvang je ook in onze tweewekelijkse nieuwsbrief CLBNieuws artikelen met de signatuur van Lokaal Bestuur. Een selectie van de meest gelezen artikelen uit de nieuwsbrief: > > > > >
GR,weg ermee! Verwarring en willekeur bij ouderbijdragen jeugd-ggz Luxe-discussie over legaliseren wietteelt Hard, hard, hard... (analyse van de verkiezingsuitslag) Hoofdbrekens over Participatiewet
De artikelen die in CLBNieuws verschijnen, zijn te allen tijde te raadplegen op onze website lokaalbestuur.nl
In het oktobernummer van Lokaal Bestuur heb je misschien al gelezen dat ik de redactie van ons magazine vanaf dat moment ging versterken. Heb je dit gemist, dan zal ik mij nogmaals voorstellen: mijn naam is Leonie Wildeman en ik werk sinds vier jaar bij het Centrum voor Lokaal Bestuur als office- en communicatiemedewerker. In de afgelopen maanden ben ik, met vallen en opstaan, en onder het toeziend oog van eindredacteur Jan de Roos klaargestoomd om zijn werkzaamheden op termijn over te nemen. Nu Jan zijn afscheidsinterview in dit blad staat, is die tijd dan echt aangebroken. Ik wil mijzelf dan ook graag introduceren als de nieuwe eindredacteur van ons mooie magazine Lokaal Bestuur. Vanaf juli 2015 zal ik zowel de eindredactie van ons gedrukte blad, als ook van de artikelen die tweewekelijks in CLBNieuws verschijnen, gaan verzorgen. Ik heb er erg veel zin in om hier hard mee aan de slag te gaan en Jan zijn werk op een goede en mooie manier voort te zetten. Heb je suggesties hoe we het blad nog beter kunnen maken, schroom dan niet om contact met mij op te nemen via
[email protected], 020-5512205.
LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
17
NIET LULLEN MAAR POETSEN Foto: Nationale Beeldbank
In de PvdA leeft breed het gevoel dat de partij linksaf moet en een duidelijker profiel moet krijgen. Denk aan het manifest Met vertrouwen linksom van Sander Terphuis en Gerard Bosman, dat onder meer de steun kreeg van de Tweede Kamerleden Lutz Jacobi en Mei Li Vos. Op de Politieke Ledenraad kreeg de motie Niet lullen maar poetsen, ingediend door Paul Smit van de afdeling Groningen, brede instemming. En in Den Haag kwam PvdA’er Wimar Bolhuis met Het Positief Pamflet, waarin hij 17 ideeën aandraagt voor een nieuwe, moderne koers van de PvdA. Ideeën genoeg, maar wat kunnen PvdA’ers in de gemeenten en provincies ermee, vroeg Lokaal Bestuur aan Wimar Bolhuis, Paul Smit en vier wethouders.
JAN DE ROOS EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
18
‘Het zoemt in de PvdA’, luidt de verpletterend mooie openingszin van Het Positief Pamflet, dat het Haagse steunfractielid Wimar Bolhuis vorige maand publiceerde (wbs.nl/opinie/all/het-positief-pamflet). ‘Naast onvrede over het kabinetsbeleid heerst het gevoel dat de partij achterhaalde verhalen vertelt, terwijl ontwikkelingen als individualisering, toegenomen educatie, ontkerkelijking, emancipatie, digitalisering, globalisering en migratie juist om nieuwe ideeën vragen’, constateert hij. Zelfstandigheid, vrijheid, vooruitgang en solidariteit zijn de rode draad in het pamflet. Er zitten verfrissende en opmerkelijke ideeën bij, zoals maatregelen om werkende ouders te ontlasten in het spitsuur van hun leven, invoering van een basisinkomen voor iedereen, een beloning voor excellente studenten en gelijke behandeling van straatcriminelen en kapitaalcriminelen. Veel gaat over landelijk beleid, maar het pamflet bevat her en der ook ideeën waar lokale en provinciale politici mee aan de slag kunnen. Wimar werkte ze op ons verzoek uit tot een handzaam lijstje: Economische maatregelen > Zet je in voor het terughalen van werk dat van jouw regio is verplaatst naar lage lonenlanden (re-shoring); > Maak regelvrije of regelluwe zones voor ondernemers in jouw dorp, stad of provincie om de wijk- of regio-economie te ondersteunen; > Investeer in (bij)scholing van werkzoekenden via de gemeentelijke sociale dienst, waardoor de arbeidsproductiviteit en baankans op middellange termijn toeneemt. Duurzaam > Zet breed in op de overgang naar elektrisch (privé)vervoer: ons kleine land is hiervoor perfect. Maak het mogelijk dat benzinestations worden omgebouwd tot elektrische oplaadpunten; > Voer betaald parkeren ook in rustigere, rijke wijken in. Dat leidt tot een betere volksgezondheid en minder milieuvervuiling. Vaste parkeerlasten drukken nu onevenredig hard op de midden- en lagere inkomens die in de drukkere wijken wonen. Geef elektrische auto’s ontheffing van betaald parkeren; > Stimuleer afvalscheiding (papier, plastic, glas en gft) en het gebruik van biologisch plastic. Meedoen > Geef leraren op scholen met veel achterstandsleerlingen een ‘achterstandstoeslag’ als waardering voor hun belangrijke werk; > Geef wijkagenten die werken in wijken waar veel problemen zijn een ‘buitentoeslag’. Daarmee benadruk je het belang en de zwaarte van hun werkzaamheden en compenseer je hen voor onregelmatige, late werktijden;
> Pleit voor een leeftijdsonafhankelijke taalplicht: iedereen moet, onafhankelijk van zijn of haar geboorteplek, op een basisniveau Nederlands kunnen spreken. De overheid betaalt de taalcursus, zodat deze toegankelijk is voor iedereen. Wonen > Geef elk blok van huurwoningen (analoog aan een VVE) een bewonerscommissie, die overlegt met de woningcorporatie en de gemeente, om huurders een krachtigere stem en meer invloed te geven; > Woningcorporaties mogen in overleg met de lokale overheid aan spreidingsbeleid gaan doen, gebaseerd op sociaaleconomische en culturele kenmerken als opleidingsniveau, inkomensniveau en religie, zodat wijken meer gemengd worden.
Meer linksbuitens Paul Smit, voorzitter van de afdeling Groningen, zag de bui al hangen: wéér een onderzoek naar de oorzaak van de verkiezingsnederlaag, wéér een extra congres vol zelfkastijding, en vervolgens blijft alles toch weer bij het oude. Navelstaren leek hem de verkeerde weg, de PvdA kan beter laten zien dat ze het ánders gaat doen. Daarover diende hij vorige maand op de Politieke Ledenraad een motie in namens de afdeling Groningen, mede ondersteund door Arnhem, Haarlem, Rotterdam, de JS en Friesland. ‘Niet lullen maar poetsen’ was het motto (rtvnoord.nl/artikel/artikel.asp?p=147693). Kern van de motie: verlies je niet in ‘herbronning’(overigens een echt CDA-begrip) en analyse, maar scherp de politieke koers op basis van onze idealen aan en zorg voor een herkenbaar geluid, ook als je daarmee niet direct resultaat boekt. ‘Ik wil in de PvdA meer linksbuitens’, aldus Paul Smit in een toelichting. ‘En we moeten de randen van de met de VVD gemaakte afspraken opzoeken.’ Maar hoe ziet die scherpere koers er op lokaal en provinciaal niveau uit, en wat moet er dan veranderen? Als Partij van de Arbeid zijn we, ondanks een paar pijnlijke nederlagen, nog in veel colleges vertegenwoordigd. Gelukkig maar. Hoe maak je nou het verschil binnen een college waar je in zit? Hoe houd je kleur op de wangen en zorg je ervoor dat mensen bij de volgende verkiezingen weten dat de PvdA in het college zat? Of, als je er niet in zat, waarom de PvdA de volgende ronde overduidelijk niet gemist kan worden? Paul vat het antwoord op die vragen in vijf vuistregels samen: 1. Je gaat er niet over, maar je bent er wel van Als politicus heb je een unieke positie: je bent gekozen volksvertegenwoordiger. Als mensen zich zorgen maken, dan kijken ze vaak naar de politiek. In de afgelopen decennia zijn er veel taken weggeorganiseerd bij de overheid. Dat betekent niet dat je er als politicus niets meer van mag vinden. Je mag, nee moet proberen oplossingen te bieden. Ook als je zelf niet verantwoordelijk bent, kun je onderwijsinstellingen, woningcorporaties, zorginstellingen of werkgevers uitnodigen, met ze in gesprek te gaan, ze om de tafel zetten en ze aanspreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. 2. Het college maakt het ritme, maar jij maakt de muziek Onderwijs, werk, wonen en zorg zijn nog steeds belangrijke thema’s voor mensen. Daar wil ik mijn partij over horen. Wat organiseer je als PvdA op die thema’s? Hoe zorg je ervoor dat de PvdA de plek is waar gepraat en gediscussieerd wordt over dit onderwerp? Organiseer bijeenkomsten, zorg dat je zichtbaar bent in de wijken waar het gebeurt. Alleen zo houd je bestuurders scherp. Stuur de bestuurder aan de voorkant weg met duidelijke kaders en houd hem/haar daaraan. Hoofdlijnen zijn goed maar the devil is in the details. En laat je alsjeblieft niet het bos in sturen met opmerkingen als: ‘De Staten/de raad gaan over het wat en het college gaat over het hoe.’ Wie is er hier nou de gekozen volksvertegenwoordiger? Jij toch? Nou dan. 3. Wij zijn geen amendement op het neoliberalisme Als PvdA zien wij een andere samenleving voor ons dan bijvoorbeeld de VVD. Maar als je mensen spreekt, lijkt het soms alsof het niet uitmaakt welke partij het voor het zeggen heeft. ‘Of je nou door de hond of door de kat gebeten wordt.’ Benadruk continu welk verschil je maakt door mee te besturen. Op welke gebieden maken we het beter voor mensen? Wat haal je binnen? Het kan helpen om jezelf af en toe de vraag te stellen: ‘wat is er sociaaldemocratisch aan dit plan?’, ‘wat schrijft de krant er morgen over’ en ‘hoe wordt dit een trending topic?’ 4. Afspraken komen we na, waar ruimte zit pak je die Aan de onderhandelingstafel heb je goede afspraken gemaakt. Die afspraken kom je na en daar sta je voor. Je maakt vuile handen en daarvoor heb je ook wat teruggekregen. Dat betekent natuurlijk niet dat je niet de maximale ruimte op moet zoeken die binnen het akkoord geboden wordt. Zoek die ruimte en zorg dat gemaakte afspraken zo links mogelijk ingevuld worden. 5. Rode kleur op de wangen krijg je niet zonder inspanning Vergaderschema’s, stukken, overleggen. Je zou bijna vergeten dat politiek niet gemaakt wordt in het gemeente- of provinciehuis, maar op straat, bij de voetbalclub, in het dorpshuis, bij de toneelvereniging. Zorg dat je dáár bent. Ervaringen daar helpen je om andere politiek te maken, maar vooral ook om herkend te worden als ‘een van ons’ en niet als de politicus die in het gemeente- of provinciehuis zetelt. Ieder raadslid heeft zijn eigen expertise. Die moeten we goed benutten, maar je politieke kleur wordt gemaakt door het profiel van de fractie als geheel. Kies vooraf een belangrijk lokaal of provinciaal thema waarop je herkend wilt worden als PvdA. Hou dat thema vast bij wat je doet in de fractie, als je het woord voert of als je een werkbezoek brengt. Beter een paar goede resultaten dan veel inzet op alle terreinen waar je niets bereikt. Door te kiezen krijg je een sterk profiel, ben je effectief en zul je herkend worden.
LINKSE POLITIEK IN DE PRAKTIJK Deel je de mening dat de PvdA een linksere koers moet gaan varen, zoals het manifest Met vertrouwen linksom (metvertrouwenlinksom.wordpress.com/manifest/) bepleit? En zo ja, hoe zou jij dat als PvdA-wethouder in jouw gemeente in deze raadsperiode concreet willen invullen? Op die vragen kregen we de volgende antwoorden:
Jelle Zoetendal Wethouder in Heerenveen Portefeuille: Wmo, sport, wijk- en dorpsvernieuwing, financiën ‘Politiek van nabijheid nodig’ ‘Kreten als “linkser” en “socialer” laat ik graag aan de politicologen onder ons. Als wethouder sta je dagelijks met je laarzen in de klei. Het verhaal van de zorg dichtbij mensen organiseren, persoonlijk en gebiedsgericht, is volgens mij een verhaal dat uitstekend bij de PvdA past. Maar het beroep op eigen kracht van onze inwoners kan met gemak omslaan naar een gevoel van: zoek het zelf maar uit. Om dat te voorkomen hebben we PvdA-wethouders en -raadsleden hard nodig. In de dorpen rondom Heerenveen ontstaan collectieve initiatieven in de zorg. Eigen netwerken van mantelzorgers en vrijwilligers. Maar dat initiatief stimuleren is ongelooflijk ingewikkeld. Het vraagt een andere manier van denken en doen van de bestuurder en de professional. Het vraagt een politiek van de nabijheid. Die het verband tussen de problemen van mensen ziet en hen helpt deze samen en in samenhang aan te pakken. Met de website www.heerenveenhelpt.nl ontsluiten we informatie en brengen we vraag en aanbod met elkaar in contact. Waar nodig steken we zelf onze handen uit de mouwen om initiatieven verder te helpen. Zo’n soort oplossing is sterker en als het meezit, is het nog goedkoper ook.’ Marleen Damen Wethouder in Leiden Portefeuille: Werk en inkomen, wijken, financiën ‘Kiezen voor solidariteit’ ‘Ik vind dat de PvdA moet kiezen voor solidariteit. In Leiden zijn we er voor iedereen. Met veel mensen in onze stad gaat het goed en dat houden we graag zo. De PvdA maakt het verschil door er voor te zorgen dat ook de mensen die niet goed kunnen meekomen een fatsoenlijk bestaan hebben en de kans krijgen mee te doen en hun talent te benutten. Liefst door werk en als dat niet lukt via andere vormen van participatie. Dat doen we in Leiden door het verruimen van het minimabeleid. De declaratieregelingen gelden sinds de PvdA weer in het college zit tot 120 procent van de bijstandsnorm en via ons jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds maken we het voor alle kinderen mogelijk mee te doen in onze stad. Ook zetten we in Leiden in op structurele ondersteuning voor mensen die anders niet mee kunnen doen op de arbeidsmarkt. Via beschut werk en sociaal ondernemerschap. Deze mensen krijgen een dienstbetrekking en een fatsoenlijk salaris. Andere inzet van de PvdA in Leiden is de leefbaarheid in de wijken. We investeren fors in drie speerpuntwijken en stimuleren betrokkenheid en inzet van al onze inwoners bij hun eigen wijk. Samen maken we in Leiden een sociale stad!’ Fleur Imming Wethouder in Amersfoort Portefeuille: Zorg, wonen, wijken ‘Laat het maar gewoon zien’ ‘Om eerlijk te zijn heb ik steeds minder met termen als ‘links’ en ‘rechts’. Ik voel als sociaaldemocraat een intrinsieke motivatie om onze samenleving te willen verbeteren, en dan vooral voor de mensen die daar zelf minder goed toe Foto: Mets Julianus in staat zijn. Maar wel op een pragmatische manier. Blijven roepen dat we terug moeten naar de oude tijd of oude idealen of dat we onderzoek moeten doen naar waar het fout ging of gaat juich ik niet toe. Laat het maar gewoon zien! Het huidige kabinet vind ik daarom wel buitengewoon ingewikkeld, op lokaal niveau raak ik soms echt in de spagaat door de poldercompromissen die landelijk moeten worden gesloten. Ik probeer bij de veranderingen in de zorg de meest kwetsbaren zoveel mogelijk te ontzien. Dat doen we door een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid, verschillende tegemoetkomingen voor mensen met een laag inkomen, en ik voer de bezuinigingen op de huishoudelijke hulp niet meteen door. En maatwerk is bij ons echt leidend. Wie het niet heeft of niet kan, mag op ons rekenen. In het wonendeel van mijn portefeuille wil ik hardere afspraken met de corporaties. Hoeveel gaan jullie bouwen en voor wie? Want we mogen ons wel weer wat meer als volkshuisvesters gaan gedragen.’ Margo Mulder wethouder in Heusden Portefeuille: Arbeidsmarkt, gezondheidszorg, sociale zaken ‘Zorg voor inwoners staat centraal’ ‘Welke koers de PvdA de komende tijd moet varen? Er is wat mij betreft maar één koers, en dat is: zorg voor en ondersteuning en werk van de inwoner staan centraal! Als eerste overheid zijn we de laatste die de risico’s voor mensen kunnen opvangen. Of het nu gaat om het tijdelijk betalen van pgb’s omdat er elders uitvoeringsproblemen zijn of om het direct voorschieten van de huur omdat de geëigende weg via de instituties en de overlegtafels echt te lang duurt. Wanneer nog niet bekend is wie de rekening gaat betalen, beginnen we alvast gewoon met zorg. En we bieden iemand een plek bij een werkgever ook als niet duidelijk is of hij/zij het ‘juiste label’ heeft. Voor mij als PvdA-wethouder is dit de houding die noodzakelijk is om wat we met de mond belijden (‘de inwoner centraal en zorg op maat’) in de praktijk waar te kunnen maken. Ook de sterkte en mogelijkheden van de netwerken van inwoners zelf gebruiken hoort tot deze koers. In Heusden hebben we met een maatjesproject drie kwart van de mensen met afstand tot werk aan werk geholpen. Ondernemers, werkgevers, ondernemende inwoners met een groot netwerk, raadsleden en bestuurders helpen een half jaar lang werkzoekenden. Elk half jaar verdubbelen we de groep. Zo maak je gebruik van de re-integratiekracht van je eigen lokale samenleving.’
LOKAAL BESTUUR / ZOMER 2015
19
de achterkant
< Oude Glorie Jong Talent > Gesprekken met voormalige PvdA-bestuurders uit gemeente en provincie over toen en nu, en met jonge PvdA’ers over politiek en toekomst. TEKST EN FOTO: LEONIE WILDEMAN
JORIS WEEMAES (23)
Lokaal Bestuur goes Europe! De snelste route vanuit de Randstad naar het Zeeuwse Hulst loopt via België. Eenmaal van de snelweg rond Antwerpen voelt Hulst heerlijk rustig, dorps ook. Maar daar blijk ik mij in te vergissen. Hulst is een oude vestingstad, vertelt de 23-jarige Joris me trots bij binnenkomst. Als echte Zeeuw kwam hij, ondanks zijn studie bouwtechnisch ontwerpen in Tilburg, met liefde terug naar Hulst toen hij bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 met voorkeurstemmen werd gekozen.
mensen waren enthousiast en vonden het leuk dat ik mij als jongere kandideerde voor de gemeenteraad. Uiteindelijk resulteerde dit erin dat ik met voorkeurstemmen gekozen werd. Spannend natuurlijk, want ik had het niet verwacht. Ik stond op plek negen en dan moet je toch erg veel stemmen winnen om in de raad te komen.' Was de PvdA een vanzelfsprekende keuze? 'Het is zeker een bewuste keuze geweest. Ik vind het heel belangrijk dat iedereen in deze samenleving mee kan doen en dat zie je vooral terug bij de PvdA.'
Huize Weemaes Het politieke bloed heeft Joris van zijn vader Paul, die 24 jaar wethouder is geweest in Hulst. In 2007 stopte hij omdat zijn werk als hypotheekadviseur en het wethouderschap niet meer te combineren waren. Maar de politiek liet hem niet los. Hij is net herkozen als algemeen bestuurslid van het waterschap Scheldestromen én voorzitter van de afdeling Hulst. Joris’ moeder heeft niets met politiek en dat geldt ook voor zijn tweelingbroer. Twee PvdA'ers in één huis, dat moet toch de nodige discussies opleveren... 'Dat valt eigenlijk mee. Het waterschap is een heel andere tak van sport en staat bovendien ver van mij af. Daarover hebben we dan ook geen discussies. En als het over lokale vraagstukken gaat dan kan ik natuurlijk wel bij mijn vader aankloppen als ik vragen heb, maar verder laat hij mij vooral mijn eigen koers varen. Als ik echt iets moet noemen waarover we het oneens zijn, dan zijn dat de tolwegen. Veel Zeeuwen rijden dagelijks via een tolweg naar hun werk, ofwel via België en de Liefkenshoektunnel of via de Westerscheldetunnel. Dat kost je ongeveer een tiende van je inkomen. Dat wringt. Mijn vader vindt dat we hier helemaal vanaf moeten. Ik zie dat anders. De gelden die ze hiermee ophalen worden gebruikt om weer andere tunnels te bouwen. Tunnels die Zeeuws-Vlaanderen beter verbinden met 'de overkant', zoals Zeeuwen Walcheren en het gebied daarboven noemen, wat ook weer gunstig is voor de industrie.’
Zweethandjes ‘Bij de eerste raadsvergadering had ik wel zweethandjes hoor! Het is toch erg indrukwekkend allemaal, maar ik kijk positief terug op mijn eerste jaar als gemeenteraadslid. We zijn met een leuke club mensen, ik krijg de ruimte en het geeft een goed gevoel dat ik steun heb van de fractie. Ik zit in de commissie ruimte en met een van
Voorkeurstemmen Niet zijn vader stimuleerde Joris om politiek actief te worden, maar de huidige PvdA-wethouder Diana van Damme-Fassaert.‘Zij zag het aantal leden binnen de afdeling steeds verder teruglopen en ging op zoek naar nieuwe, jonge mensen die ook op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen zouden willen staan. Met acht andere jongeren ben ik toen bij een afdelingsvergadering gaan kijken. Na afloop van die bijeenkomst besloten wij ons allemaal kandidaat te stellen. Eerst twijfelde ik wel een beetje. Moet ik dit op mijn 22ste wel gaan doen? Ik had natuurlijk helemaal geen ervaring in de politiek en ik woonde nog in Tilburg. Gelukkig hoef je pas in de gemeente te wonen waarvoor je je kandidaat hebt gesteld als je ook daadwerkelijk gekozen wordt. Maar toen ik eenmaal besloten had om me te kandideren voor de gemeenteraad ben ik er ook vol voor gegaan. In mijn campagne heb ik alle mogelijke middelen ingezet: YouTube, Facebook en natuurlijk veel de straat op en langs de deuren om met mensen te spreken. Veel
20
De fractie van Hulst en enkele kandidaten op campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2014.
de commissieleden bereid ik de raadsvergaderingen altijd uitvoerig voor. Het afgelopen jaar heb ik mij vooral ingezet voor starterswoningen. Omdat onze raad redelijk vergrijsd is, werd hier weinig aandacht aan besteed. Maar als jongere ervaar ik zelf ook hoe moeilijk het is om aan een woning te komen. In onze nieuwe woonvisie is dit onderwerp wél opgenomen. Maar het meest trots ben ik op het behoud van buslijn 10’, zegt hij met een glunderend gezicht. ‘We zijn in Zeeuws-Vlaanderen afhankelijk van het busvervoer. Treinen rijden hier niet. Toen de provincie besloot om ook nog eens buslijnen te schrappen, waaronder lijn 10 die veel door scholieren wordt gebruikt, heb ik mij er echt hard voor gemaakt dat dit niet zou gebeuren. Niet alleen voor de scholieren, maar ook voor ouderen. De bus zorgt ervoor dat zij nog buiten komen en hun sociale contacten kunnen onderhouden. Dat moeten we toch juist stimuleren?’ Zijn er ook zaken waar hij in de raad minder tevreden over is? ‘Wij zijn natuurlijk een coalitiepartij en krijgen voldoende informatie binnen via onze wethouder, maar dat geldt niet voor de oppositiepartijen. Hierdoor wordt hun deskundigheid denk ik soms te weinig benut. Daarin is nog wel een slag te maken. Het zou goed zijn als alle partijen vanaf het begin
mee kunnen denken over nieuwe plannen en betrokken zijn bij het opstellen hiervan.’ Veertien dorpen ‘In de komende jaren wil ik mij vooral richten op de levendigheid. De gemeente Hulst bestaat uit de stad Hulst en veertien dorpen met gemiddeld ongeveer 1000 inwoners per dorp. Deze dorpen draaien op de basisschool en de sportkantine. Ik vind het belangrijk om ervoor te zorgen dat deze basisvoorzieningen behouden blijven. We moeten banen creëren in Zeeuws-Vlaanderen. Zeker nadat postorderbedrijf Neckermann vorig jaar zijn deuren heeft gesloten. 250 mensen uit deze omgeving kwamen toen op straat te staan.’ Kennen de bewoners van al deze veertien dorpen Joris Weemaes ook? ‘Dat is een goede vraag. Ze kennen mij vooral van de sportkantine. In de weekenden speel ik met een recreatief team graag een potje voetbal, zodoende kom ik in alle sportkantines. Ook help ik regelmatig in de sportkantine van mijn eigen voetbalclub. Gezellig en erg goed voor mijn contacten in de gemeente. Je weet wat er speelt en mensen spreken je makkelijk aan. Ik word ook wel eens om hulp gevraagd. Bijvoorbeeld door mensen die niet veel geld hebben en hun kinderen toch graag willen laten sporten. Ik vertel ze dan over de mogelijkheden en hoe ze zich hiervoor kunnen aanmelden.’ Ronaldo Wanneer ik vraag naar Joris’ inspiratiebronnen binnen de politiek hoeft hij niet lang na te denken: ‘Frans Timmermans vind ik geniaal. Hij is mijn grote voorbeeld. Zijn uitstraling en de menselijkheid waarmee hij dingen kan brengen...machtig! Hij weet mensen echt te raken als hij spreekt.’ Ook buiten de politiek heeft Joris een groot voorbeeld: Cristiano Ronaldo. ‘Hij is een fantastische voetballer en weet zijn team altijd op sleeptouw te nemen. En qua uiterlijk lijk ik ook wel een beetje op hem.’ Dat Joris een trotse Hulstenaar is blijkt als ik hem vraag waar toeristen de komende zomermaanden zeker naartoe moeten in Zeeland. ‘Begin juni vindt er een groot driedaags festival met muziek plaats in Hulst: Vestrock. Zeker de moeite waard. Ook de oude vestingstad zelf met smalle vaarwatertjes, een gezellig winkelgebied en veel terrassen kan ik alle toeristen aanraden.’ Joris Danny Desiree Weemaes Geboren op 18 november 1991 te Terneuzen Opleiding en studie: Bouwtechnisch ontwerpen aan Avans Hogeschool Bouwkunde in Tilburg (2009-2014), vwo, havo Reynaert college in Hulst (2004-1009) Werk: Inspecteur en adviseur bij Ingenieursbureau Westenberg (sinds 2014), inspecteur en adviseur bij Solid Services B.V. (2012), logistiek medewerker Morres Wonen (2010-2014) Politiek: Raadslid Hulst (sinds 2014) Hobby’s:Voetbal, hardlopen, muziek, koken, reizen Twitter: @WeemaesHulst