LOKAAL BESTUUR
Jaargang 37 nummer 4 April 2013
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
THEMANUMMER WOONAKKOORD
Wat zijn de gevolgen lokaal?
De gevolgen van de bouwcrisis
3
MINDER VOORZIENINGEN
Is dit pakket nog wel uit te leggen?
ingewikkeld
3
Investeringsruimte neemt af
CORPORATIES
Woningtekort neemt toe
SOCIALE ONRUST
6
8 Woonbond vindt ze veel te fors
4
HUURVERHOGINGEN
10
Kalk
Foto Bert Beelen
De macht van het getal Foto Nationale Beeldbank
Jacqueline Kalk
LOKAAL BESTUUR
Gooi een getal in een discussie, en je weet zeker dat het vanaf dat moment alleen nog gaat over dat getal. Bijvoorbeeld: we willen vijf gouden medailles bij de Olympische Spelen of we gaan ervan uit dat 5 miljoen euro aan snelheidsboetes wordt ingeboekt. Vanaf dat moment gaat de discussie over de vraag of dat getal wel deugt en niet of het belangrijk is dat iedereen zich houdt aan de snelheid of dat het leuk is om te winnen. Zo gaat het ook met de discussie over de opschaling in het lokale bestuur. De inkt van het regeerakkoord was nog niet droog of premier Rutte nuanceerde al de wens van de regering om op te schalen naar 100.000+ gemeenten. Dat getal moesten we niet zo letterlijk nemen, het ging om de beweging, het was niet meer dan een duiding. Hiermee leek de rust even te zijn hersteld. Met de nadruk op even. De decentralisatiebrief van minister Plasterk zette de discussie weer op scherp. De inmiddels beruchte alinea over het tweede spoor, over de opschaling van gemeenten naar het eindbeeld van de 100.000+ gemeenten en de provincies die de mogelijkheid krijgen om herindelingen te initiëren. Vanaf dat moment is het bal. Burgemeesters, columnisten, deskundigen, de VNG en ook onze partijgenoten reageren op het getal 100.000+. Ze zijn er tegen, gebruiken grote woorden als stalinistisch, zijn vernietigend over het tijdpad en verwijten de minister een gebrek aan realiteitszin. Het zijn voorspelbare reacties en ook reacties die een goede discussie in de kiem smoren, overigens net zoals je dat doet door het centraal stellen van het getal. Wij zijn als PvdA altijd voorstander van de decentralisaties geweest. Want de lokale overheid staat
het dichtst bij de burgers en moet dus taken uitvoeren waarbij die burgers in direct contact met de overheid staan. De lokale overheid kent haar burgers en hun omgeving het beste. Slimme oplossingen voor lastige en complexe vraagstukken in het sociale domein kun je beter bedenken vanuit die lokale overheid. Maar hebben we het daar nog over? Gaat het nog om de bedoeling van de decentralisaties, namelijk de stelselwijzigingen? Nee, het gaat over de 100.000+ en het lijkt alsof wij dat als PvdA er door willen drukken. Terwijl ik nog nooit een partijgenoot heb horen zeggen dat wij alleen geloven in 100.000+. Het lijkt alsof we in dit debat gegijzeld worden door de agenda van een ander. De vraag is of dit een bewuste strategie is. Immers, gooi een getal in de discussie en we hebben het alleen nog maar over dat getal. Wat dat betreft zijn ook onze partijgenoten voorspelbaar. Dreigen met het opzeggen van het partijlidmaatschap in plaats van de discussie met elkaar aangaan, niet naar bijeenkomsten komen waar de discussie wordt gevoerd maar wel op hoge poten mails schrijven, niet mailen naar de mensen die besluiten nemen maar wel voor eigen bühne het hoogste woord voeren. Kortom, we hebben het niet meer over de vraag hoe we met de decentralisaties werken aan ontkokering in het sociale domein, hoe we kwaliteit kunnen borgen ondanks bezuinigingen, hoe we nieuwe vormen van solidariteit kunnen ontwikkelen terwijl dat de kernvragen zijn. De toonzetting over opschaling frustreert dit gesprek, gemeenten en bestuurders zetten de hakken in het zand en risicobeheersing wordt het grootste doel. Dat lijkt me toch niet de bedoeling van onze minister, maar gelukkig heeft hij de escape gevonden.
colofon
Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na toestemming.
BASISLAYOUT
ABONNEMENTEN
Stan Wagter / Ronald Koopmans
REDACTIE
VORMGEVING
Manon Fokke, Ruud Fokkens, Cathrijn Haubrich, Aukelien Jellema, Jacqueline Kalk, Antoine van Lune, Lobke Zandstra.
Jos B. Koene, Amsterdam
Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 30,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 0900-9553.
Jaargang 37 nummer 4 April 2013
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
LOKAAL BESTUUR THEMANUMMER WOONAKKOORD
Wat zijn de gevolgen lokaal?
De gevolgen van de bouwcrisis
3
MINDER VOORZIENINGEN
Is dit pakket nog wel uit te leggen?
INGEWIKKELD
3
CORPORATIES
8 Woonbond vindt ze veel te fors
4
HUURVERHOGINGEN
Maandblad voor PvdA-politici in gemeente, provincie en waterschap. Verschijnt tien keer per jaar.
6 Investeringsruimte neemt af
Woningtekort neemt toe
SOCIALE ONRUST
10
Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
Moderne woningbouw aan de Groningse Reitdiephaven. Foto Nationale Beeldbank
De redactie werkt op basis van een redactiestatuut. EINDREDACTIE
Jan de Roos
Omslagfoto UITGAVE
Centrum voor Lokaal Bestuur van de Partij van de Arbeid, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. ISSN: 0167-0980 37e jaargang no. 4
2
secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur
SECRETARIAAT
Leonie Wildeman Postbus 1310 1000 BH Amsterdam Tel. 0900-9553 e-mail:
[email protected]
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER
Jan Chris de Boer, Ron de Boer, Berent Jan Daan, Harriët van Domselaar, Maarten Dulfer, Guusje ter Horst (Afgevaardigde), Jacqueline Kalk, Ton Langenhuyzen (Uit de Kamer), Jurjen Sietsema, Kirsten Verdel PRODUCTIE EN DRUK
Opmeer Drukkerij, Den Haag
INTERNET
Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl twitter.com/lokaalbestuur KOPIJ
Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
HET WOONAKKOORD: HOE LEG IK HET UIT? Foto Nationale Beeldbank
Dit themanummer van Lokaal Bestuur gaat over het nieuwe woonakkoord. Volgens de één ‘the best deal possible’, volgens de ander leidt het tot niets. Feit is dat de aanpak van de woonsector (huur, koop en financiering) een ingewikkeld verhaal is. Een verhaal dat je niet in oneliners kunt uitleggen. Terwijl je dat wel graag zou willen, zeker met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar. Voor het eerst is beperking van de hypotheekrente bespreekbaar geworden. Dat is winst. Maar is dat voldoende winst om de grote stijging van de huren mee te kunnen verkopen? De huren stijgen op basis van het inflatiepercentage met 2,5 procent. Daarbovenop komt de reguliere huurverhoging van 1,5 procent. Door de inkomensafhankelijke huurverhoging van 2 procent voor inkomens tussen 33.614 en 43.000 euro en 4 procent voor inkomens boven de 43.000 euro kun je echt wel spreken van een forse huurverhoging. Maar laten we ook niet vergeten dat er ook nog een huurtoeslag blijft bestaan. Alle berekeningen en uitleg van minister Blok ten spijt, is het de vraag of en zo ja welke problemen met dit akkoord worden opgelost. In de verschillende bijdragen wordt hier op ingegaan. Wordt het scheefwonen daadwerkelijk aangepakt? Vertrekken bewoners met meer geld uit hun te goedkope woning of gaan zij alleen meer betalen voor die woning en blijven ze wonen waar ze nu zitten? In hoeverre houdt het woonakkoord rekening met de trend dat jonge gezinnen steeds vaker kiezen voor het blijven wonen in de stad waar alle voorzieningen beschikbaar zijn en die te voet of met de fiets bereikbaar zijn. Deze gezinnen verkiezen steeds vaker de stad boven de randgemeenten of Vinex-wijken. Daarnaast is huren veel interessanter geworden nu is gebleken dat het kopen van een woning niet per definitie een goede investering is. Het gaat niet alleen om de vraag hoe de bouwsector weer op gang wordt gebracht, maar ook om de vraag hoe wordt geanticipeerd op de vraagverandering van huurders en kopers. Een belangrijk onderdeel in de aanpak van de woonsector ging over de financiering. Nederland had een te grote hypothecaire schuld, wij waren op dit gebied koploper. Dat blijven we met dit woonakkoord. Voor het afsluiten van een hypotheek kunnen we ook straks lenen. We moeten wel af van de aflossingsvrije hypotheek en over naar hypotheekvormen waarbij daadwerkelijk wordt afgelost. Het wordt mogelijk om met een tweede lening een deel van de annuïtaire lening te financieren, om het makkelijker te maken voor de starters op de koopmarkt. Gelukkig erkent Blok dat twee leningen samen duurder zijn dan één lening. ‘Dit is een belangrijke kanttekening die in de advisering en besluitvorming moet worden meegewogen door aanbieders, adviseurs en klanten,’ schrijft hij. Alsof dit nu niet juist een onderdeel van de huidige problematiek is, banken die tot vijf jaar geleden rücksichtslos de duurste en hoogste hypotheken verkochten en nu de hypotheekverstrekking tot een onneembaar fort hebben gemaakt.
De PvdA is zeer tevreden over het woonakkoord, dat de coalitiepartijen PvdA en VVD medio februari sloten met de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP. ‘Het is goed voor de werknemers in de bouwsector, goed voor kopers en goed voor huurders’, aldus Diederik Samsom en Hans Spekman. Er ligt nu ‘een stevig pakket aan maatregelen dat de woningmarkt weer in beweging brengt. Door het energiebesparingsfonds, het lagere btw-tarief (voor groot onderhoud en verbouwingen, red.) en de extra middelen voor startersleningen krijgt de werkgelegenheid in de bouw een flinke impuls. Ook wordt het scheefwonen aangepakt. Daardoor wordt de huurmarkt eerlijker en blijft de sociale woningvoorraad in stand. De inkomensafhankelijkheid van de huren werkt ook de andere kant op: huurders die hun inkomen bij ontslag of pensioen drastisch zien dalen hebben recht op een huurdaling. Bovendien hebben huizenbezitters meer tijd en ruimte voor de aflossing van hun hypotheek. Chronisch zieken en gehandicapten worden beschermd tegen huurverhoging, zodat zij kunnen blijven wonen waar ze wonen en de mantelzorg goed mogelijk blijft.’ Toch zijn er heel wat kanttekeningen bij het woonakkoord te plaatsen, zoals blijkt uit de artikelenreeks in dit themanummer. Arco Leusink, lid van de landelijke huurdersvereniging van de PvdA, noemt het zelfs ‘het meest waardeloze plan dat ons land ooit gekend heeft op het gebied van de woningmarkt’. Janny Komduur van de Woonbond vindt dat de betaalbaarheid van huren nog te veel wordt bedreigd. Barry Braeken, PvdA-wethouder in Heerlen, vreest dat het woonakkoord de broodnodige sloop van verouderde woningen belemmert. Zijn PvdA-collega Jop Fackeldey van Lelystad vreest dat de leefbaarheid van buurten en wijken zal lijden onder het akkoord en dat verkrotting op de loer ligt. Wethouder Juliette Verbeek van Vaals is dat met hem eens. Eddy Veenstra, corporatiedirecteur en Statenlid in Drenthe, constateert dat de verhuurdersheffing die de corporaties moeten betalen ten koste gaat van de investeringen. Ger Lindeman, wethouder in Hoogezand-Sappemeer vindt dat ook ‘een reëel probleem’, zeker voor de krimpregio’s. Wetenschapper Wouter van Gent (UvA) ziet dat corporaties aan slagkracht verliezen. Optimistischer is wethouder Jacqueline Dorenbos-de Hen van Beverwijk. Volgens haar schept het woonakkoord kansen, vooral doordat er geld beschikbaar is voor startersleningen. Positief gestemd is ook Tweede Kamerlid Jacques Monasch. Hij ziet het woonakkoord als een doorbraak waar de PvdA trots op mag zijn. We kijken in dit themanummer ook naar de gevolgen van de bouwcrisis voor de woningbouw zelf, voor de gemeentekas en voor het voorzieningenniveau. Daarvoor voerden we gesprekken met PvdA-vertegenwoordigers uit drie gemeenten: Aaltje Schouten-Saarloos (Nuenen), Franklin Boon (EijsdenMargraten) en Arjen Hazelebach (Zuidplas). Alle gemeenten kampen met forse problemen door de stagnerende bouw en het oplopende begrotingstekort. De inwoners voelen dat ook. In Nuenen bijvoorbeeld betalen voetballende kinderen nu 400 in plaats van 140 euro contributie. De tekenlessen zijn al wegbezuinigd, speeltuintjes zijn afgebroken en de bibliotheek moet het met een gehalveerd budget doen. En de OZB is met maar liefst 39 procent gestegen. Wij zijn benieuwd naar uw mening en naar uw ervaringen in gemeente of provincie. Mail uw reactie uiterlijk 5 april naar
[email protected], dan drukken we die af in het volgende nummer.
JACQUELINE KALK en JAN DE ROOS CENTRUM VOOR LOKAAL BESTUUR lokaal bestuur / april 2013
3
‘Het woningtekort zal de komende tijd fors toenemen’
In het woonakkoord word de door woningcorporaties gevreesde verhuurdersheffing verlaagd. Ook wordt de aflossingsverplichting voor hypotheken versoepeld en de eerder aangekondigde huurverhoging per 1 juli afgezwakt. Andere maatregelen die sympathie oproepen zijn een fonds voor startersleningen, een btw-verlaging voor renovaties en verbouwingen en het loslaten van de aanvankelijk geplande koppeling van de huren aan de WOZ-waarde. Dat alles zou de onrustige, kopschuw geworden corporaties, huiseigenaren, kopers en huurders het gevoel moeten geven dat de kust een stuk veiliger is. Maar doen ze dat ook? Geeft het woonakkoord wonend en bouwend Nederland voldoende in handen om in beweging te komen?
Als straks de huisuitzettingen echt op gang komen, is de beer los Waardeloos plan ‘Ik denk dat men er in september of oktober achter komt dat dit het meest waardeloze plan is dat ons land ooit gekend heeft op het gebied van de woningmarkt, zegt Arco Leusink. Hij is bestuursadviseur van de Huurdersvereniging Amsterdam en lid van de landelijke huurdersvereniging van de PvdA. ‘Zelf spreek ik vanuit het perspectief van een schaarstegebied. In Amsterdam is er schaarste, maar ook in Utrecht. Wat, denk ik, stiekem wordt onderschat is dat hetzelfde ook geldt voor steden als Nijmegen, Eindhoven en Tilburg, en misschien nog wel voor meer grotere of zelfs kleinere steden.
WOONAKKOORD veroorzaakt sociale onrust Arco Leusink
Voor de één gaat het niet ver genoeg en voor de ander drie bruggen te ver. Het woonakkoord dat de gelegenheidscoalitie PvdA, VVD, D66, CU en SGP op 13 februari presenteerde, zorgde al meteen voor veel onrust. Die commotie zal, naar het lijkt, nog lang aanhouden als het akkoord werkelijk wordt uitgevoerd. Hoe goed is het woonakkoord eigenlijk? Is het misschien het ei van Columbus of betekent het juist het einde van het wonen zoals we dat kennen? Lokaal Bestuur zoekt met twee wethouders en een lid van de landelijke huurdersvereniging van de PvdA naar antwoorden op deze vragen. Een zoektocht naar de sleutel tot een markt die wel erg stevig op slot zit. Jurjen sietsema Freelance journalist
4
Als je echt gaat kijken waar de schaarste zit en daarbij het aantal inwoners optelt, dan zit je toch al snel aan zo’n 40 procent van Nederland waar een echt woningtekort is.’ Leusink ziet die 40 procent in de komende tijd verder oplopen naar misschien wel 50 procent of meer. Nu zijn er nog drie soorten regio’s: de schaarstegebieden, de krimpgebieden (zoals Zuid-Limburg en Oost-Groningen) en de ‘normale’ gebieden. ‘Als we niet oppassen is die laatste categorie straks verdwenen.’ Echte woningnood In Amsterdam, maar ook in Utrecht, is sprake van echte woningnood. ‘Een belangrijk kenmerk van woningnood is dat mensen die een betaalbare woning écht nodig hebben, zoals mishandelde vrouwen, mensen die een ongeluk krijgen en gehandicapt raken, er geen kunnen krijgen. Er zijn op dit moment noodprogramma’s bij de corpora-
ties om woningen in no time aan te passen. Dat zijn zeer tijdelijke oplossingen, waarbij vrouwen met kinderen in een soort asielzoeker-achtige setting voor een half jaartje gehuisvest worden en dan weer verder moeten zoeken. Dat vind ik écht woningnood. Als je voor die groep kwetsbaren in onze samenleving niet meteen voldoende huisvesting beschikbaar hebt, is er sprake van echte woningnood.’ De kernvoorraad zit in Amsterdam helemaal verstopt. ‘Erger nog, hij wordt steeds kleiner, want zodra er een woning vrij komt gaat deze naar de vrije sector of wordt zij verkocht. Corporaties worden gedwongen tot verkopen. Niet alleen door de regering, maar ook door de eigen bedrijfsvoering en de crisis. Aan de bedrijfsvoering kunnen ze iets doen, aan de crisis niet. Bovendien hebben de corporaties in deze stad de laatste jaren wel erg voor ontwikkelaar gespeeld.’ Geen doorstroming ‘In Amsterdam kom je met een modaal tot bovenmodaal inkomen nu al niet meer aan een fatsoenlijke woning. Een woning met 80 vierkante meter woonoppervlak doet qua huur zomaar 1400 tot 1500 euro per maand. En mensen betalen het. Ik ben ervan overtuigd dat als niemand meer een woning met die prijs zou huren, de verhuurders naar 1100 of 1200 euro zouden gaan. Dat is nu niet eens nodig. Als je een woning niet verhuurd krijgt zet je er drie studenten voor ieder 500 euro in en heb je ook je 1500 euro. Expats zijn gewend in Londen of Tokio 3000 euro neer te leggen. Amsterdam is voor hen dus goedkoop en daarmee heb je al één sector waar je de beoogde doorstroming kunt vergeten.’ Faliekant verkeerd Liberalisering van de huurmarkt is een slecht idee, vindt Arco Leusink. ‘Mensen moeten vanaf 950 euro gaan neertellen voor een woning die wat oppervlakte, omgeving en kwaliteit betreft, onder de maat is. Een aanbod van 600 tot 800 euro is hier niet en gaat er door de kabinetsplannen ook niet komen. Er zijn volgens mij twee oplossingen die op voorhand al niet gehaald worden met dit akkoord. Om de koopmarkt op gang te brengen zou je moeten bouwen maar het kabinetsbeleid belemmert dat. Voor de huurmarkt is extra aanbod nodig maar wat doe je? Je laat het allemaal naar de vrije sector gaan of je verkoopt het. Dit is voor zowel de koper als de huurder faliekant verkeerd beleid. De conclusie is dat in Amsterdam iedereen die een woning heeft blijft zitten omdat men daartoe gedwongen wordt. Dit woonakkoord helpt niemand ook maar een millimeter vooruit.’ Krimpregio’s Slopen is het devies in krimpregio Zuid-Limburg, als het tenminste kan. Barry Braeken is wethouder voor de PvdA in Heerlen en ziet met lede ogen aan hoe het woonakkoord roet in het eten gooit. ‘Een woning slopen kost 50.000 euro. Die ruimte is er niet meer met dit woonakkoord, evenmin als bouwen overigens. Er zijn hier complexen die kwalitatief ver onder de maat zijn. Bijvoorbeeld portiekflats zonder lift uit de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw. Die kun je anno 2013 niet meer met goed fatsoen aanbieden en wil je dus het liefst zo snel mogelijk uit het aanbod halen. Als dat niet kan dreigt een toenemende leegstand met alle bijkomende gevolgen. Er is hier
afgevaardigde op dit moment al een tijdelijke leegstand van 4 tot 5 procent, terwijl 2 procent normaal is.’ Huurverhoging Waar Arco Leusink vanuit Amsterdams perspectief geen goed woord over heeft voor het woonakkoord is Barry Braeken in Heerlen in ieder geval blij met het loslaten van de koppeling van de huren aan de WOZwaarde. ‘In een krimpregio als Heerlen zou dat er voor zorgen dat corporaties binnen een paar maanden failliet zouden gaan. In deze regio zijn de WOZ-waarden laag door de bevolkingskrimp. Als de koppeling op grote schaal was ingevoerd dan hadden de corporaties de huren zelfs moeten verlagen. Dat is fijn voor de huurders, maar een ramp voor de corporaties.’ Toch ziet Braeken ook een andere kant. ‘Waar we minder blij mee zijn is dat de verhuurdersheffing dan wel met 400 miljoen is verlaagd maar dat het bedrag dat blijft staan nog steeds een forse aanslag is op de corporaties. De geplande huurverhoging per 1 juli biedt eigenlijk nog maar heel weinig soelaas nu men terugkeert naar het oude puntensysteem. Dat betekent feitelijk dat de investeringen die we nodig hebben om de bevolkingskrimp in goede banen te leiden, niet kunnen worden gedaan. Sloop is hier hard nodig om ervoor te zorgen dat er evenwicht blijft op de woningmarkt en dat de leegstand niet te groot wordt.’
In Heerlen is sloop hard nodig om het evenwicht te handhaven Achterstandswijken Terwijl in krimpgebieden de sloophamer al klaar staat, is in schaarstegebied Amsterdam iets heel anders aan de hand. Arco Leusink: ‘Ik zie overeenkomsten met wat er in Londen is gebeurd. Dat gaat hier ook gebeuren. In Londen koop je onder de 100.000 pond geen goede woning meer. Alleen kleine, slecht onderhouden woningen in achterbuurten. Precies hetzelfde zie je straks hier in Amsterdam en in Utrecht. Binnen de ring A10 kom je binnen vijf jaar onder de 100.000 euro niet meer aan een woning als je dit beleid voortzet. Buiten de ring ligt dan het laatste toevluchtsoord, als je in Amsterdam wilt wonen. Je creëert zo absolute segregatie. Achterstandswijken zoals we die in ons land nog nooit gekend hebben. De Bijlmer is inmiddels ook weer aan het afglijden. Je krijgt straks getto’s met kinderen die volledig kansloos zijn. Links of rechtsom zul je dus over 10 of 15 jaar iets aan die getto’s moeten doen en dat gaat je miljarden kosten. Je legt dus ook nog eens een rekening van hier tot Tokio neer voor de toekomst. Hoe dom kun je zijn?’ Sociale onrust De effecten van dit akkoord zullen, als het wordt uitgevoerd, sociale onrust veroorzaken, voorspelt Arco Leusink. ‘Den Haag is in zijn eigen werkelijkheid stil blijven staan. Ik ben bang dat dit akkoord niets anders is dan de ongelooflijk sterke lobby van huiseigenaren, bouwers, projectontwikkelaars en vastgoedjongens. Het is er gekomen tegen het advies van de ambtenaren in. We zijn een lobbydemocratie geworden met populistische trekjes. Maar ik denk dat de samenleving dit gaat keren. Ik merk het in mijn eigen omgeving: de retoriek, de oneliners, de
soundbites die twee jaar geleden nog werkten, worden niet meer geloofd. En er wordt ook niet meer in autoriteit geloofd. In Griekenland en Spanje zijn ze de straat opgegaan. Dat gaat hier over twee jaar ook zeker gebeuren. Nederland heeft dat nog steeds niet door. Den Haag heeft ook niet door wat de stapeling van allerlei maatregelen voor effecten heeft. Huur, zorg, onderwijs, overal komt een tientje of twintig euro bovenop. Mensen zijn daardoor niet een tientje maar 150 euro meer per maand kwijt. Ik verwacht binnenkort een volkswoede. Al sinds de totstandkoming van het regeerakkoord leg ik in zaaltjes uit wat er staat te gebeuren. Er wordt gescholden in die zaaltjes. Politici, bestuurders van corporaties, het zijn alleen nog maar ‘klootzakken’ en ‘zakkenvullers’. En geloof me, dan heb je het echt over linkse mensen. Ik voorspel dat als straks de ellende echt toeslaat, de huisuitzettingen en executieverkopen echt op gang komen. Dan is de beer los. Hopelijk komt het niet zover en komt Den Haag eerder tot het inzicht dat dit onzalige plan niets oplevert.’ Kansen zien De problemen zijn dus veruit het grootst in de schaarstegebieden en de verwachting is dat vooral die gebieden weinig baat hebben bij het woonakkoord. In krimpgebieden ligt het iets genuanceerder, maar hoe staat het eigenlijk met de ‘normale’ gebieden, de toetsstenen van het Haagse beleid? Jaqueline Dorenbos-de Hen is wethouder in Beverwijk en ziet kansen voor haar gemeente door het woonakkoord. ‘Wij hebben eigenlijk niet veel te klagen. We beschikken over een vrij forse kernvoorraad huurwoningen en een enorm aanbod aan goedkope koopwoningen. Bovendien hebben de corporaties hier een behoorlijke investeringsagenda waar ze ook nog eens aan kunnen voldoen in de komende jaren. Op die manier komt er een flink aantal sociale huurwoningen bij. We hebben een grote variatie aan woningen en zijn al een aantal jaren aan het herstructureren. Ik zie vooral kansen in het geld dat beschikbaar is gesteld voor startersleningen. We zijn op dit moment bezig om hiervoor een regeling op te
Vooral de startersleningen betekenen voor Beverwijk een kans stellen. Als je ziet hoe moeilijk het is om tegenwoordig een hypotheek te krijgen dan kan dit een belangrijke steun in de rug zijn. Bovendien ben ik blij met de btw-verlaging op verbouwingen. We hebben hier in Beverwijk veel bouwbedrijven waarvoor ik kansen zie. Echte knelpunten zie ik niet. Natuurlijk zitten er dingen in waar ik ook niet gelukkig mee ben, maar ons komen de maatregelen erg goed uit. Je kunt wel altijd negatief naar dingen kijken, maar ik zeg: kijk ook eens naar de kansen.’
GUUSJE TER HORST Lid Eerste Kamer
Privatisering De Eerste Kamer heeft recent onderzoek gedaan naar de verzelfstandigingen en privatiseringen van overheidsdiensten in de afgelopen twintig jaar.
D
at heeft niet alleen een rapport met als titel Verbinding verbroken opgeleverd, maar ook een beslismodel dat ambtenaren, bestuurders en volksvertegenwoordigers kunnen gebruiken bij voorgenomen privatiseringen. Het model is ook bruikbaar voor regionale en gemeentelijke diensten. U kunt er dus in uw provincie en gemeente uw voordeel mee doen! Zie www.eerstekamer.nl. Aanleiding voor het onderzoek van de Eerste Kamer was de onvrede die in de samenleving gegroeid is over verzelfstandigingen en privatiseringen van overheidsdiensten. Die onvrede heeft niet altijd bestaan. In de jaren ’80 was er groot vertrouwen dat het afstoten van overheidsbedrijven naar de markt geld en een betere dienstverlening zou opleveren. Het algemene gevoel was dat de overheid zich moest richten op haar kerntaken en daar hoorde het runnen van bedrijven niet bij. Vanaf begin jaren ’80 pakten de kabinetten Lubbers de verzelfstandiging en privatisering voortvarend op. Na het loodswezen en de PTT volgden Fokker, de Postbank en KPN. Vanaf de jaren 2000 kwamen verzelfstandiging en privatisering in een steeds negatiever licht te staan, zowel politiek als publiek. Het mislukte experiment met Lovers, de slechte prestaties van de NS, de falende liberalisering van de taximarkt en het bijna faillissement van het geprivatiseerde KPN leidden daartoe. Toch bleven de kabinetten Balkenende doorgaan met het afstoten van overheidsbezit: Groningen Airport Eelde, de Nederlandsche pijpleidingenindustrie en AVR chemie. Zelfs bestond het voornemen om Schiphol te privatiseren. Het ministerie van Financiën was leading en dus werd er vooral naar het financiële aspect gekeken en niet naar het borgen van het publieke belang. Pas in het kabinet Balkenende IV (2007-2010) werd juist dit borgen van het publieke belang het centrale uitgangspunt. Met andere woorden: als er met een dienst een duidelijk publiek belang werd gediend, werd niet overgegaan tot afstoting. Na een aantal privatiseringen bleek dat de overheid zich niet terug kon trekken als een dienst eenmaal geprivatiseerd was. Er diende richting te worden gegeven en toezicht te worden georganiseerd. De OPTA, AFM en DTE ontstonden. De overheid kreeg de rol van opdrachtgever en stelde allerlei eisen aan de geprivatiseerde bedrijven. Ook de infrastructuur moest in de handen van de overheid blijven. Al met al leidde dit tot veel bureaucratie waar men nu juist vanaf wilde. In het onderzoek van de Eerste Kamer hebben we vier casussen onderzocht: de NS, de telecomsector, de energiesector, en de re-integratie. De onderzoekscommissie trok de volgende conclusies: 1. Het heeft ontbroken aan een samenhangende visie op rijksoverheid en publiek belang. Er is wel efficiencywinst geboekt. Er moeten criteria worden ontwikkeld voor het op afstand plaatsen van overheidsdiensten, de minister van BZK moet een sturende rol hebben en het kabinet moet aan het begin van een periode aangeven welke voornemens er zijn wat betreft het afstoten van overheidsbezit. 2. Als een organisatie eenmaal op afstand is geplaatst, is er geen aandacht meer voor, terwijl het wel een publieke taak betreft Daarom moeten er nieuwe instrumenten ontwikkeld worden voor toezicht, verantwoording en sturing van uitvoeringsorganisaties. 3. Het parlement is zoekende geweest door gebrek aan inzicht in de mogelijke gevolgen van de voorgelegde besluiten, onzekerheid over resterende zeggenschap en late betrokkenheid bij de besluitvorming. Een sterkere informatiepositie van beide Kamers is nodig evenals meer aandacht voor de uitvoering. In het bijzonder de Eerste Kamer zou eerder betrokken moeten worden bij het besluitvormingsproces. Verder is er meer duiding van EU-regelgeving nodig. Nu heerst er vaak onduidelijkheid over de beslisruimte die de lidstaten nog hebben. 4. Het publieke belang is te beperkt opgevat. Er is gekeken naar het belang van de consument, maar niet naar het belang van de burger als citoyen. Het is noodzakelijk het publieke belang vooraf te inventariseren. Het parlement moet eerder worden geïnformeerd. Ook moeten klantenpanels worden ingeschakeld en betere informatie worden gegeven over het indienen van klachten.
lokaal bestuur / april 2013
5
bouwcrisis tast ook Voorzieningen aan Foto Nationale Beeldbank
In het Brabantse Nuenen heeft de gemeente al speeltuintjes moeten afbreken wegens geldgebrek.
De bouwmarkt zit op slot. Er worden nauwelijks meer nieuwe projecten gestart, de stadsvernieuwing staat stil, er wordt vertraagd gebouwd en de bouw start pas als er 70 procent is verkocht. Lokaal Bestuur sprak met PvdA’ers uit drie gemeenten over de gevolgen van de bouwcrisis voor de woningbouw zelf, voor de gemeentekas en voor het voorzieningenniveau. Aaltje Schouten-Saarloos Raadslid in Nuenen (22.00 inwoners). De PvdA maakt geen deel uit van de coalitie. Wat is de situatie in Nuenen? ‘Alles staat stil, zeker wat betreft nieuwbouw. In het verleden hadden we een periode waarin Nuenen gedurende een jaar of tien niet mocht uitbreiden. Toen dat eindelijk wel weer kon, wilde de gemeente een flinke inhaalslag maken waarbij ook een mooie winst gemaakt kon worden. Dat was nodig omdat Nuenen een gemeente is met veel groen, KIRSTEN VERDEL FREELANCE JOURNALIST
6
daardoor krijgen we minder geld uit het Gemeentefonds. Er staan veel grote, luxe vrijstaande huizen in Nuenen, waarbij feitelijk wordt geredeneerd dat je je inkomsten wel uit de OZB kunt halen. Dat gebeurde deels ook en mede daardoor was er een goed voorzieningenniveau. De inkomsten uit een nieuwe wijk met 1600 woningen moesten dat verder versterken.’
Maar die wijk is er niet gekomen.. ‘Inderdaad. We zouden 108 miljoen in dat project steken. Met aanliggende gemeenten waren afspraken gemaakt, iedereen zou meedelen in lusten en lasten. Tegen de tijd dat alle bestemmingsplannen af waren, was het 2009: crisistijd. Dus is er in Nuenen-West nog geen huis gebouwd, maar wel al 12 miljoen uitgegeven. We dachten dat we geld gingen verdienen, maar alleen al op die wijk verwachten we nu een verlies van 14 miljoen. Onze totale gemeentebegroting is 55 miljoen.’
Voetballende kinderen betalen nu 400 euro in plaats van 150 euro Maar dat verlies zou gedeeld worden? ‘Wij bleken het braafste jongetje van de klas, Nuenen was de enige die zich aan de afspraken hield. We bouwden bijvoorbeeld vijf scholen, met appartementen erop en met peuterpeelzalen en kinderopvang erin. Geweldige projecten, maar achteraf gezien hadden we dat nooit moeten doen, want financieel is dat nu erg ongunstig voor ons huishoudboekje. Andere gemeenten bouwden niet volgens de afspraak. Ze betaalden ook de boetes niet die daar eigenlijk tegenover stonden.’ Wat betekent dat nu? ‘We hebben negatieve reserves en moeten enorm bezuinigen.
Ook is er een politieke crisis en lopen we tegen protesten van welzijnsorganisaties aan. Voetbalverenigingen moeten nu eigenlijk kostendekkende huur gaan betalen, wat betekent dat kinderen 400 euro contributie per jaar moeten gaan betalen in plaats van 140 euro nu. Keramiek- en tekenlessen zijn wegbezuinigd, de bibliotheek moet met de helft minder toe, er zijn al speeltuintjes afgebroken omdat we het onderhoud niet meer kunnen betalen en het onveilig is ze zonder onderhoud te laten staan. De OZB is met 39 procent gestegen en groenonderhoud bestaat deels uit het vervangen van struiken en dergelijke voor gras, omdat dat het goedkoopste is. De gevolgen zijn dus groot.’
Waar ging het mis? ‘Uit onderzoek bleek dat wij, ook in vergelijking met andere gemeenten, erg veel geld aan sport en samenwerkingsverbanden uitgaven. Ook zijn we langer dan andere gemeenten doorgegaan met geld steken in bouwplannen, terwijl dat al een bodemloze put was geworden. Maar belangrijker is, dat er uiteindelijk simpelweg geen rekening is gehouden met negatieve scenario’s. Bij alle planningen ging men uit van groei. Groei in aantal inwoners, groei in aantal woningen en dus ook groei in inkomsten. Niemand zag de risico’s. Sterker nog: na die 10-jarige bouwstop dacht iedereen: eindelijk pakken we weer eens aan!’
Franklin Boon Fractievoorzitter in Eijsden-Margraten (25.000 inwoners) De PvdA maakt hier deel uit van de coalitie. Hoe is de situatie in EijsdenMargraten? ‘In 2011 zijn Eijsden en Margraten gefuseerd tot de gemeente Eijsden-Margraten. Bouwplannen waar we nu problemen mee hebben dateren uit de periode 2005-2010. In eerste instantie wilden we die natuurlijk gewoon uitvoeren, maar door de crisis hebben we flink moeten schrappen. In diverse kernen zijn de plannen bevroren, zoals bijvoorbeeld in Sint Geertruid, waar maar 30% van de geplande bouw gerealiseerd kon worden. Andere plannen zijn zelfs volledig geschrapt, wat ook nog weer planschade betekent die aan be-
trokkenen betaald moet worden. Een dubbele kostenpost dus.’ Is er wel sprake van bevolkingsaanwas in de gemeente? ‘Wij hebben duidelijk te maken met krimp aan twee kanten: zowel vergrijzing als ontgroening, er vestigen zich maar weinig nieuwe gezinnen in de gemeente. Nu het kabinet scholen met minder dan 100 kinderen wil opheffen vraag ik me af welke scholen we hier dan nog in stand kunnen houden. De samenhang van de lokale gemeenschap komt zo langzamerhand serieus in gevaar. Dat supermarkten en postkantoren verdwijnen is al slecht,
Arjen Hazelebach
10 tips in crisistijd
Wethouder in Zuidplas (40.000 inwoners)
1. Doe aan scenarioplanning 2. Zorg voor juridische duidelijkheid in samenwerkingsverbanden 3. Bewaar het financiële evenwicht: voorkom waterhoofden in de begroting 4. Dek risicospreiding bij gezamenlijke bouwprojecten juridisch goed af 5. Organiseer meer grip op het grondbedrijf, zet het onder direct toezicht 6. Maak regionale afspraken om woningbouwplannen op elkaar af te stemmen 7. Kies voor inbreiding, omdat daar geen extra infrastructuur voor nodig is 8. Lanceer een fonds met andere buurgemeenten om het aanbod te hervormen 9. Zoek samenwerking met andere gemeenten om winst én verlies te delen 10. Wees flexibel en vooral: vraaggericht
aan maar als ook scholen moeten sluiten en huizen niet meer verkocht worden, dan heb je echt een probleem. In de kern Eijsden, waar ongeveer 3000 mensen wonen, staan 135 woningen te koop, dat is schrikbarend veel.’ Wat zijn de financiële lasten van de woningmarktcrisis? ‘Het terugschalen van de plannen kost ons ongeveer 1,2 tot 1,5 miljoen euro. In een jaar tijd moeten we 4 miljoen euro bezuinigen. We kunnen dat gelukkig nog uit de reserves halen, maar daarmee zijn de problemen verre van opgelost. We hebben er weliswaar voor gezorgd dat verenigingen er niet op achteruit gaan, maar in het wegenprogramma zijn drastische maatregelen genomen. We zijn daarbij naar een lagere veiligheidscategorie gegaan, waarbij we alleen nog incidenteel oplapmaatregelen nemen. Dat betekent dat we pas over 40 jaar aan een totale renovatie van onze wegen beginnen in plaats van al na 20 jaar.’ Waardoor is Eijsden-Margraten in de problemen gekomen? Puur de crisis? ‘Door de crisis en door daar niet op voorbereid te zijn. In alle scenario’s werd rekening gehouden met een groei van de bevolking. Toen in 2008-2009 een Maastrichtse hoogleraar vertelde dat de bevolkingsgroei stagneerde en dat er zelfs rekening gehouden moest worden met krimp werd hij door niemand geloofd. Zeker niet door wethouders die alleen met groei rekening hielden. Ik ben zelf makelaar en merkte vanaf 2000 al dat procedures langer werden. Ook kreeg ik al eerder signalen dat er een einde aan de groei kwam, maar
als wethouders mee te maken hebben is dat je bij wegen en groen reacties krijgt van burgers en bij zaken over sportvelden de verenigingen aan de deur staan.’
het lukte me niet dat over te brengen. Maar bij de fusie vielen de schellen van de ogen. Er moest drastisch worden gesneden in de uitbreidingsplannen. Dat overviel iedereen toen echt, er was geen geleidelijk besef dat schrappen nodig was, het was heel plotseling. Tot die tijd was er nooit over het beperken van woningaanbouw gesproken, hooguit in het kader van natuurbehoud. Maar dat werd altijd opzij geschoven onder het mom: ‘natuur kun je pas behouden bij een gezonde economische situatie, dus we moeten wel bouwen.’’ Ligt alle nieuwbouw nu stil? ‘Nou, het wonderlijke is dat Nieuw Poelveld, een nieuwbouwplan voor 650 woningen weliswaar vertraagd wordt gerealiseerd, maar het loopt wel langzaam vol. Er is vraag naar nieuwe woningen. Het helpt ook dat de helft van die nieuwe huizen uit huurwoningen bestaat, die zijn nu erg populair. We zien dat veel mensen uit Maastricht hierheen komen omdat de woonkansen daar relatief slechter zijn.’ Maar bestaande woningen verkopen dus slecht? ‘Veel bestaande woningen zijn te huisje-boompje-beestje, te klein, te benauwd. De huidige markt vraagt om ruimere koopwoningen. En dus ook om veel meer huurwoningen, omdat zowel starters als ouderen meer gaan huren. Dan heb je immers minder verantwoordelijkheid en minder onzekerheid. Eigendom betekent onvoorspelbaarheid, met als risico een verlies op je investering. Daar heeft niemand zin in. Als het vertrouwen in de huizenmarkt herstelt, dan zal de koopvraag ook terugkeren is mijn verwachting, want een huis kopen blijft voor veel Nederlanders een droom. Maar voorlopig moet de markt dus eerst stabiliseren. Laat het kabinet dus alsjeblieft even stoppen met nieuwe plannen, want anders keert de rust nooit terug.’
Hij is de enige PvdA'er in het college Hoe is de situatie in Zuidplas? ‘Niet best. We hebben te maken met drie zaken die leiden tot financiële zorgen: de groei in de gemeente is gestopt, waardoor de geplande bouw van 30.000 woningen volledig tot stilstand is gekomen. Ten tweede is bij de herindeling in 2010, waarbij Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel en ZevenhuizenMoerkapelle fuseerden, gebleken dat er besluiten waren genomen die financieel niet goed gedekt waren. En ten derde worden we gekort op het Gemeentefonds. Op een totale begroting van 80 miljoen moeten we nu 15 miljoen bezuinigen. De grootste klap was het eerste punt. De begrote groei betekende immers ook meer inkomsten, maar er blijkt nu juist een teruggang in de financiële mogelijkheden te zijn. Niet alleen moeten we veel bezuinigen, ook onze reservepositie komt in de knel. En dat wordt nu politiek uitgespeeld.’ Hoe dan? ‘De coalitiepartijen willen nog wel geld uitgeven in tegenstelling tot de oppositie. En met een meerderheid in de raad van slechts één zetel wordt elke discussie dus op het scherpst van de snede gevoerd. In 2011 is
Laat het kabinet alsjeblieft even stoppen met nieuwe plannen tien miljoen bezuinigd, in 2012 vijf miljoen, in 2013 hoeft even niet bezuinigd te worden. Die 15 miljoen zijn in de organisatie gaan zitten, in de fysieke infrastructuur, het gesubsidieerde middenveld, bouwprojecten en in het aanleggen van nieuwe wegen. Het ergste is, ondanks dat we dit jaar niet hoeven te
bezuinigen, nog niet achter de rug. We verwachten nog meer bezuinigingen om allerlei decentralisaties goed te laten verlopen. Ook neemt het aantal mensen in de bijstand toe en we moeten extra bezuinigen omdat onze beheerplannen anders in meerjarenperspectief niet dekkend te maken zijn.’ Wat betekenden de bezuinigingen concreet voor Zuidplas? ‘Groen, gebouwen, wegen, sportaccommodaties... dat geld moet ergens vandaan komen. Je hebt verschillende veiligheidsniveaus qua beheer van dat soort zaken. Het beste is niveau A. We zijn op een aantal zaken al naar niveau C gedaald, wat nog net acceptabel is. Kom je op niveau D dan moet je uiteindelijk extra kosten maken om de ontstane schade te herstellen. Bezuinigen werkt dan juist averechts. Je bent dan bijvoorbeeld voortdurend bezig met het vullen van gaten in de wegen, terwijl je uiteindelijk toch het volledige wegdek moet vervangen, zodat het je nog meer kost. ’ Gaat die politieke strijd waar je het over had daar ook over? ‘Ja, we zitten nu qua sportaccommodaties en velden op Cniveau. Dat wordt lastig nu, want de NOC-norm om er wedstrijden te mogen spelen komt in gevaar. Er is dus een belangentegenstelling tussen de wethouder sport en mijzelf als wethouder infra: ik wil dat de wegen en het groen in de gemeente niet te ver achteruit gaan, maar hij wil de sportfaciliteiten in stand houden. Je krijgt dan de theoretische situatie dat je op weg naar het voetbalveld je nek kan breken door een slecht onderhouden weg, of anders op het voetbalveld doordat dat één en al hobbels is geworden. Beide situaties zijn natuurlijk onwenselijk. Het verschil waar we
Denk je dat de gemeente structureel zal moeten bezuinigen of dat dit tijdelijk is? ‘We waren er eerst van uit gegaan dat we tijdelijk op Cniveau moesten gaan zitten, maar dat het na 2016 weer beter zou worden. Ik houd er inmiddels rekening mee dat het toch structureel wordt. We hebben binnen de PvdA nu ook een erg lastig dilemma. De fractie wil het sociale gezicht laten zien en zegt: neem tijdelijk genoegen met een lager kwaliteitsniveau van de openbare ruimte om zo de sociale voorzieningen te ontzien. Dat is niet in het belang mijn portefeuille, maar wel van het sociale gezicht van de Zuidplas. Hoe ver ga ik daarin mee, was lang de vraag. Maar de grens is nu bereikt, ik kán niet verder zakken, anders komen we op niveau D uit, dan wordt het fysiek gevaarlijk.’ Is er een oplossing? ‘Je kunt de OZB verhogen, maar daar heerst een taboe op. De organisatie is al uitgemergeld, dus daar valt niks te halen. We werken nu samen met andere gemeenten met het Werkplein, dat Jetta Klijnsma geopend heeft. Daardoor verlagen we kosten en verhogen we de kwaliteit, maar dat is nog onvoldoende om de financiële situatie te verbeteren. We zetten nu toch in op het bouwen van nieuwe woningen, maar dan op een hele andere manier. In plaats van 30.000 woningen zetten we er 15.000 neer. We gaan vraaggericht bouwen, in hele kleine porties, van soms maar 20-30 woningen per project. Dat gaat ten koste van sociale woningbouw, maar we hebben weinig keus. Ook zullen er meer huurwoningen komen, omdat daar nu vraag naar is. We moeten veel flexibeler worden, veel beter inspelen op de huidige markt in plaats van op de vermeende toekomstige vraag.’
initiatief LOKAAL INVESTERINGSFONDS IN EINDHOVEN De PvdA-fractie in Eindhoven heeft, met steun van de VVD, het initiatief genomen om te komen tot de oprichting van een Lokaal Investeringsfonds. Doel van dat fonds is het behoud en de bevordering van de werkgelegenheid. Zoals bekend daalt de werkgelegenheid in Brabant het hardst van alle provincies. Ook in en rond Eindhoven staat de werkgelegenheid onder druk. Concreet komt het initiatief neer op het ondersteunen door middel van kredieten van bedrijven met laag gekwalificeerd personeel in en om Eindhoven. Het gaat om bedrijven die door de crisis worden geraakt maar die wel een gezond toekomstperspectief hebben. Juist werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt zijn het meest kwetsbaar. Denk aan mensen zonder diploma of met een lage opleiding, mensen met een handicap en dergelijke. Deze groep heeft toch al last van de teruglopende reintegratiebudgetten. De bedoeling is dat het krediet wordt verstrekt onder maatschappelijke voorwaarden, naar het model van Start Foundation, een onafhankelijke maatschappelijk investeerder die werk wil creëren, behouden en toegankelijk maken voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Een paar jaar geleden begon Start Foundation met de oprichting van een ´revolving fonds´, dat kwetsbare bedrijven die geen geld meer krijgen van banken en daardoor failliet dreigen te gaan, toch krediet verschaft. De afgelopen jaren heeft Start Foundation veertien bedrijven ondersteund die geld nodig hadden om te kunnen overleven. Directeur Jos Verhoeven van Start Foundation heeft de PvdA geholpen met het initiatief, waarvoor in een raadscommissie brede steun bleek te bestaan. Het Eindhovense college is nu aan het kijken hoe het initiatief kan worden vormgegeven. Start Foundation wil ook in andere steden dergelijke initiatieven graag ondersteunen. Misschien is dit ook iets voor jouw gemeente. Raadslid Frank Depla, een van de indieners van het Eindhovense voorstel, is graag bereid je daarbij te helpen. Hij is te bereiken via
[email protected] of tel. 06-20031574. Wil je meer weten over Start Foundation, kijk dan op startfoundation.nl
lokaal bestuur / april 2013
7
VERKROTTING LIGT OP DE LOER Foto Nationale Beeldbank
De kans op verkrotting neemt toe en dat heeft gevolgen voor de leefbaarheid in buurten.
Het onlangs bereikte woonakkoord heeft veel gevolgen voor de woningcorporaties en in het verlengde daarvan voor de huurders en de ontwikkeling van de lokale woningmarkt. De investeringsruimte van de corporaties neemt af waardoor plannen voor bijvoorbeeld sloop en nieuwbouw op de lange(re) baan worden geschoven. Lokale PvdAbestuurders houden hun hart vast: verkrotting van oude wijken en segregatie liggen op de loer, tenzij de woningmarkt op korte termijn een enorme boost krijgt. Maar niets dat daar op wijst. ‘Ik voorzie echt grote problemen wat betreft het vernieuwen van woningen en de leefbaarheid in wijken.’ Lokaal Bestuur vroeg vier lokale PvdA-politici naar een reactie op het woonakkoord: Eddy Veenstra (voorzitter Statenfractie in Drenthe én directeur van woning-
Jan Chris de Boer FREELANCE JOURNALIST
8
bouwcorporatie SWZ in Zwolle), Jop Fackeldey (wethouder Lelystad), Juliette Verbeek (wethouder Vaals) en Ger Lindeman (wethouder Hoogezand-Sappemeer).
Daarbij ging het met name over de nieuwe rol van de woningbouwcorporaties en de gevolgen daarvan op lokaal niveau. Dat de corporaties terug moeten naar hun primaire taken, daar kan het viertal zich wel in vinden. Die primaire taken zijn de verhuur, het beheer en de bouw van sociale woningen. Maar alle vier vinden ook dat leefbaarheid hiertoe behoort. Veenstra: ‘Leefbaarheid is nauw gekoppeld aan het beheer van de woningen. Toch moeten we onze stinkende best doen om dit onderdeel onder te laten brengen bij de primaire taken.’ Fackeldey: ‘De corporaties spelen een belangrijke rol in de leefbaarheid van buurten en wijken. Je hebt niet alleen buurtregisseurs, maar corporaties betalen ook mee aan zaken als wijkscholen en buurthuizen. Zoals het nu lijkt, sneuvelt dat allemaal en dat zou heel slecht zijn. En dat terwijl je de laatste jaren ziet dat heel veel slechte wijken de goede kant op gaan, mede door de bijdrage van de corporaties aan de leefbaarheid. Als dit plan doorgaat, valt een heel belangrijke partner weg.’ In Vaals is het niet anders. Verbeek: ‘Hier helpt de woningstichting mee met onder andere het opknappen van speeltuintjes en de plaatsing van ondergrondse afvalcontainers. Ook investeert de stichting in groen. Dat zou dus allemaal wegvallen en dat is heel jammer.’ Lindeman: ‘Dat de corporaties terug moeten naar hun primaire taken kan ik begrijpen, alleen behoort leefbaarheid daar ook toe. Als ik het woonakkoord bekijk, dan lijkt het op een afrekening met de sector.
Natuurlijk zijn er misdragingen geweest bij corporaties - veel te hoge salarissen, onverantwoorde vastgoedprojecten en die rare boot in Rotterdam - maar de meeste corporaties doen hun werk prima. Daarom vind ik het onterecht dat deze sector zo hard wordt aangepakt. De investeringen van de corporaties in de leefbaarheid zijn heel essentieel en belangrijk. Voor ons als gemeente in elk geval; wij hebben geen geld om die investeringen zomaar over te nemen.’ Overigens, met ‘die rare boot in Rotterdam’ doelt Lindeman op de SS Rotterdam. Door Woning-
Woonakkoord lijkt op een afrekening met de corporaties corporatie Woonbron gekocht voor 1,75 miljoen euro en vervolgens verbouwd voor een bedrag van 259 miljoen waardoor Woonbron bijna ten onder ging. De Rotterdam staat nu in de verkoop en veel meer dan enkele tientallen miljoenen zal Woonbron er niet voor krijgen. Verhuurdersheffing In het woonakkoord is ook vastgelegd dat de corporaties moeten bijdragen aan de staatskas. Deze zogenaamde verhuurdersheffing, oplopend tot 1,7 miljard euro in 2017, zal volgens onderzoeks- en adviesbureau Atrivé vooral corporaties in de krimpgebieden in gevaar brengen. Want daar liggen de huren over het algemeen laag en kunnen huurverhogingen de bijdrage aan de staatskas niet compenseren. Veenstra: ‘De investeringskracht van SWZ gaat
door de heffing naar beneden. Door deze heffing kunnen we de komende vijf jaar geen 700, maar slechts 500 nieuwe woningen bouwen. Bovendien moeten we 10 procent bezuinigen op onderhoud en nog eens 10 procent op de interne kosten. De heffing heeft dus duidelijke effecten. Maar trekt de economie op korte termijn weer flink aan en kunnen we een deel van ons woningbezit verkopen bij mutatie (als mensen vertrekken, red.) of aan zittende huurders, dan hoeft die heffing geen consequenties te hebben voor onze investeringskracht. Maar ja, dat is koffiedikkijken.’ Fackeldey maakt zich zorgen over die teruglopende investeringsmogelijkheden bij de corporaties. ‘Daar komt nog eens bij dat er vanaf 2014 ook geen geld meer is voor stedelijke vernieuwing. Ik kan niet overzien wat de gevolgen zullen zijn, maar als die verminderde investeringskracht lang aanhoudt, dan sluit ik verkrotting niet uit.’ De wethouder van Lelystad ziet een oplossing in de verkoop van een deel van het bezit van de corporaties: ‘Als pensioenfondsen bereid zouden zijn panden in verhuurde staat over te nemen en dus in de sociale kernvoorraad te houden, dan is dat mogelijk een oplossing. Dat levert geld op voor corporaties en dus ruimte voor renovatie of nieuwbouw.’ Verbeek wijst er op dat de heffing vooral ook slecht nieuws is voor de bouwsector, die het al zo zwaar heeft. ‘Recent zijn in onze gemeente door de woningstichting twee woon-zorgcomplexen opgeleverd en een derde staat in de steigers. Meer zit er voorlopig
uit de kamer Lindeman is niet enthousiast: ‘Als het gaat over, ik noem maar iets, de vervanging van woningen, dan ligt de kennis daarover niet bij de gemeente maar juist bij de corporatie. Ik heb geen enkele behoefte aan een nieuw gemeentelijk woonbedrijf.’
niet in. We hebben hier ook nog een crisiswijkje, woningen die vlak na de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd. In 2016 zouden 46 woningen worden gesloopt en er zouden 24 nieuwe woningen voor terug komen. Ook dat plan is nu in de ijskast gezet.’ ‘Wij hebben gelukkig net op tijd goede afspraken kunnen maken over de herstructurering van de wijk Gorecht-West’, zegt Lindeman. ‘Hierbij gaat het om het vervangen van 350 woningen. We zouden eigenlijk in meer wijken aan de slag willen, maar dat gaat nu mede door het woonakkoord niet gebeuren.’ Huurverhoging In het woonakkoord is ook geregeld dat de corporaties de heffing kunnen compenseren door de huren extra te verhogen. Voor scheefhuurders, mensen die meer dan 43.000 euro per jaar verdienen, mag de huur jaarlijks met maximaal 4 procent bovenop de inflatie worden verhoogd. Voor de groep met een salaris tussen 33.614 en 43.000 euro geldt een maximale huurverhoging van 2 procent en voor de mensen die daaronder zitten een maximum van 1,5 procent, in beide gevallen bovenop de inflatie. Atrivé heeft becijferd dat vooral de corporaties in de Randstad door de extra verhoging van de huren de verhuurdersheffing vrij gemakkelijk kunnen compenseren. Want daar wonen relatief veel scheefhuurders. Maar hoe zit dat met een corporatie als het Zwolse SWZ? Veenstra: ‘Dat gaat niet lukken. We moeten jaarlijks ongeveer vijf miljoen euro aan heffing betalen en we denken dat we door hogere huren zo’n drie miljoen extra binnenhalen. Resteert dus een gat van ongeveer
twee miljoen. Ik heb dan wel zorgen over de financiële positie van onze huurders. Slechts zo’n 10 procent van onze huurders zit boven de grens van 43.000 euro.’ ‘Lelystad wijkt af van het landelijke beeld’, meldt Fackeldey. ‘De woningprijs ligt hier lager en dus zal de huurverhogingsmaatregel minder opleveren.’ Dat geldt ook voor Hoogezand-Sappemeer. Lindeman: ‘Scheefhuren speelt hier niet. Nog geen 5 procent van
Het is voor een belangrijk deel een Randstedelijk akkoord de huurders verdient meer dan 43.000 euro. Dat beeld zie je in bijna heel Noord-Nederland. En dat maakt het voor de corporaties in het Noorden ook moeilijk die verhuurdersheffing te betalen.’ Prestatieafspraken De gemeenten moeten de wooncorporaties gaan aansturen, zo is ook in het woonakkoord vastgelegd. Fackeldey denkt dat er niet veel gaat veranderen. ‘We maken nu prestatieafspraken met de corporaties en dat zal zo blijven. Alleen zullen we veel minder afspraken gaan maken omdat er minder geld is. Dat kan niet anders.’ Ook Veenstra denkt dat deze maatregel niet tot wezenlijke veranderingen leidt: ‘Ik hoop alleen dat dit niet een heleboel bureaucratie gaat opleveren. We hebben een goede verhouding met de gemeente Zwolle, dus ik denk niet dat deze maatregel tot problemen gaat leiden.’
Somber toekomstbeeld Al met al wordt een somber toekomstbeeld geschetst. De investeringen in de leefbaarheid van wijken en buurten lijken weg te vallen, corporaties hebben minder geld voor nieuwbouw en minder geld voor onderhoud. Bovendien is er straks ook geen geld meer voor stads- en dorpsvernieuwing. Waar gaat dat toe leiden? Verpaupering van buurten? Segregatie? ‘In ieder geval tot langere wachtlijsten’, zegt Veenstra. ‘Want er wordt minder bijgebouwd dan de bedoeling was door de lagere investeringskracht. Voor segregatie ben ik niet bang, tenminste niet op de korte termijn. Wat er op de langere termijn gaat gebeuren, weet ik niet. Het is in elk geval wel zaak de ontwikkelingen goed in de gaten te houden.’ Voor Fackeldey geldt hetzelfde: ‘Als dit akkoord lang standhoudt, sluit ik verpaupering niet uit. Niet alleen is er minder geld voor onderhoud, maar ook voor leefbaarheid. En als gemeente kunnen we eigenlijk niets; we hebben het geld er niet voor. Al deze maatregelen dwingen je tot creativiteit. We moeten ons bewust zijn van de risico’s die op ons afkomen en die risico’s tegengaan.’ ‘Verkrotting is natuurlijk niet de bedoeling’, zegt Verbeek. ‘Maar de kans daarop is nu wel groter. Wat ga je dan zien? Dat de zwaksten in de samenleving vanwege de lage huren in een buurtje bij elkaar gaan wonen. Dat is niet goed. Want je buren kunnen je dan niet helpen als het tegenzit, want zij zitten zelf ook in de problemen. Dat zijn ongewenste ontwikkelingen, maar ik sluit ze niet uit. Aan de andere kant: uit crises komen altijd goede ideeën voort, dus wie weet.’ Tot slot Lindeman: ‘Het teruglopen van de investeringskracht van de corporaties vind ik een reëel probleem. Als dat langere tijd aanhoudt, leidt het tot slechtere woningen en slechtere buurten en wijken. Ik voorzie echt grote problemen wat betreft het vernieuwen van woningen en de leefbaarheid in de wijken. Daar gaan dan grote achterstanden ontstaan. De VVD probeert de corporatiesector de nek om te draaien en de PvdA probeert de scherpe kantjes er af te halen. Maar dat lukt maar ten dele. Ik maak me grote zorgen. Dat het niet weer wordt zoals het was, begrijp ik ook wel. Maar een maatregel zoals het schrappen van leefbaarheid als taak voor corporaties begrijp ik absoluut niet. Een corporatie is er juist voor mensen die op de vrije markt geen woning kunnen krijgen. En zeker in deze regio zijn er veel mensen die geen keuze hebben tussen huur of koop. Die zijn aangewezen op de sociale woningbouw. Dus moeten we er voor zorgen dat er voldoende woningen voor deze groep zijn en die woningen moeten ook goed worden onderhouden. Datzelfde geldt voor de buurt. Dat komt nu allemaal in het geding. Het woonakkoord vind ik voor een belangrijk deel een Randstedelijk akkoord. Maatwerk vindt men in Den Haag kennelijk te ingewikkeld of men heeft er geen zin in. Maar maatwerk zou hier wel op zijn plaats zijn.’
Foto Jan de Roos
Ton Langenhuyzen beleidsmedewerker tweedE KAMERfractie
Krimpgebieden
‘D
e rijksoverheid gaat goedkoper, flexibeler en efficiënter werken, met minder bestuurlijke en ambtelijke drukte en regeldruk.’ Aldus een passage uit het regeerakkoord. Minister Blok voor Wonen en Rijksdienst moet dit onder andere invullen door, daar waar mogelijk, de door het hele land gevestigde rijksdiensten te ‘herhuisvesten’. Wat betreft de PvdA-fractie moet hij daarbij krimpgebieden, vooral vanwege de kwetsbare werkgelegenheid daar, ontzien. Eerder diende Pierre Heijnen een motie in om reorganisaties van de rijksoverheid zo veel mogelijk te laten bijdragen aan versterking van de economische structuur en werkgelegenheid in krimpgebieden. Om daar echt goed rekening mee te kunnen houden is het ook van belang dat bij het verdwijnen van rijksdiensten uit dunbevolkte gebieden de diverse departementen hun beleid op elkaar afstemmen. Eind februari vroeg PvdA-Kamerlid Albert de Vries minister Blok daarom bij motie om voor 1 juli 2013 met uitgewerkte plannen per provincie ter komen voor herhuisvesting van rijksdiensten inclusief defensie, politie, justitie, gevangeniswezen, UWV, Kamers van Koophandel, inspecties en andere ZBO’s.’ Blok wordt gevraagd er voor te zorgen dat hij dit met zijn collega’s gaat afstemmen om te voorkomen ‘dat de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Limburg en Zeeland per saldo onevenredig worden getroffen’.
Fouilleerbevoegdheden
E
en nieuw wetsvoorstel moet er voor gaan zorgen dat het middel van preventief fouilleren sneller inzetbaar wordt. Hiervoor worden de Gemeentewet en de Wet Wapens en Munitie gewijzigd. De bedoeling is dat de officier van justitie de mogelijkheid krijgt om mondeling opdracht te geven voor een fouilleeractie, waarna het alsnog op schrift gezet wordt. Ook wordt de burgemeester de mogelijkheid geboden een gebied kortdurend (maximaal 12 uur) aan te wijzen als risicogebied, zonder voorafgaand driehoeksoverleg en, zelfs als de gemeenteraad de burgemeester niet in een verordening de bevoegdheid heeft gegeven, veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen. De burgemeester moet de gemeenteraad hierover wel onmiddellijk inlichten. De kritiek op dit wetsvoorstel richt zich vooral op noodzaak, nut en rendement van preventief fouilleren. Volgens de regering bestaat er vanuit de uitvoeringspraktijk behoefte aan verruiming en versnelling van de mogelijkheden voor preventief fouilleren. Voorbeelden voor situaties om te fouilleren in een niet aangewezen risicogebied zijn bijvoorbeeld ontmoetingen tussen supporters buiten het stadiongebied of de toegangswegen die al als risicogebied aangewezen zijn of een geweldsincident in een verder rustige wijk dat wraakgevoelens losmaakt. Kamerlid Ahmed Marcouch vindt het van belang dat de politie in staat wordt gesteld om de veiligheid van de burgers optimaal te beschermen. Hij steunt de versnelling van de inzet van het middel van preventief fouilleren, omdat daarmee beter gereageerd kan worden op acute veiligheidsproblemen waarbij wapens in het spel zijn.
Waterschapsverkiezingen
D
e waterschappen Regge en Dinkel en het waterschap Velt en Vecht fuseren per 1-1-2014 tot het nieuwe waterschap Vechtstromen. In het najaar van 2013 zijn verkiezingen voor het algemeen bestuur Vechtstromen gepland. Nu wil het geval dat de voor alle waterschappen geplande verkiezingen van 2012 met een wetswijziging tot november 2014 zijn uitgesteld. Wellicht wordt dat zelfs maart 2015, tegelijkertijd met de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Bij die waterschapsverkiezingen zullen wellicht nieuwe regels voor de samenstelling van het waterschapsbestuur gaan gelden. Echter: voor de nog vóór die tijd gefuseerde waterschappen hoeven dan geen nieuwe verkiezingen te worden gehouden. Uit de antwoorden op vragen van Manon Fokke en Lutz Jacobi aan minister Schultz van Infrastructuur en Milieu blijkt dat bij waterschappen die vanwege een fusie verkiezingen hebben gehouden, de besturen van die waterschappen tot 2019 kunnen blijven zitten. Andere waterschappen krijgen dus per 2015 een nieuw bestuur dat mogelijk ook volgens andere regels - bijvoorbeeld ten aanzien van de geborgde leden - wordt samengesteld.
lokaal bestuur / april 2013
9
‘De sociale huursector wordt nog te vaak als armenbouw gezien’
WOONBOND: DWING VERHUURDE TOT INVESTEREN Foto Harriët van Domselaar
Wouter van Gent
Hoe toekomstbestendig is het woonakkoord? Houdt het wel voldoende rekening met demografische ontwikkelingen? Lokaal Bestuur legde die vragen voor aan Wouter van Gent, deskundige op het gebied van stedelijke woningmarkten en verhuisbewegingen en universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam. Ook Jannie Komduur van de Woonbond en Jacques Monasch, ‘onze man’ in de Tweede Kamer als het om wonen gaat, geven hun visie. Wouter van Gent beziet het wonen vanuit een wetenschappelijke visie. ‘Daarbij gaat het om vragen als: wie woont waar en willen ze daar wel (blijven) wonen? Hoe veranderen buurten?’ De woningmarkt in de grote steden verschilt sterk van die op het platteland. ‘Daar zouden dus ook niet dezelfde regels en voorwaar-
HARRIET VAN DOMSELAAR FREELANCE JOURNALIST
10
den voor moeten bestaan’, vindt Van Gent. ‘Niet alleen huur- en koopprijzen zijn sterk verschillend, maar ook de verwachtingspatronen. Ik heb me geruime tijd verdiept in de aanpak van probleemwijken in Europese steden en heb ervaren hoe belangrijk de rol van de Nederlandse sociale woningsector is.’
Krimpgebieden ‘De heffingen op corporaties worden volgens mij te vaak als een soort straf gezien. Op die manier worden de corporaties leeggezogen, terwijl ze juist geld uit moeten geven. Investeren in de woningmarkt: nieuwbouw en renovatie. Op het moment dat zij heffingen moeten betalen en woningen moeten verkopen, is dat een nadeel voor de investeringskant. Daar worden dan vooral krimpgebieden weer de dupe van, omdat daar de woningen voor minder verkocht worden, áls ze al verkocht worden. Want als je minder te besteden hebt, wie gaat daar dan huizen kopen, huren of bouwen? In de jaren ’80, onze vorige crisisperiode, gebeurde dat nog wel. Toen werd er juist extra geïnvesteerd. Het is mij niet duidelijk waarom die deur op slot wordt gegooid.’ ‘Sociale huur moet toegankelijk zijn voor iedereen, maar laat mensen die dat het hardst nodig hebben vóór gaan. Een dak boven je hoofd is een levensbehoefte. Neem de huursector toch vooral serieus. Nu wordt de sociale huursector nog te vaak als ‘armenbouw’ gezien. Zo houd je iets in stand dat doorbroken zou moeten worden. Via wet en overheid zijn corporaties echt wel aan te sturen om in bepaalde wijken iets moois neer te zetten. De steden liggen er goed bij, maar over tien jaar komt er weer een nieuwe vernieuwingsronde.’ ‘Je hoort vaak zeggen dat een grote sociale huursector betekent dat er gesubsidieerd gewoond wordt. Als dat je argument is, moet je ophouden met het subsidiëren van de koopsector. Er wordt ook geschermd met ‘we moeten ons aan de Europese regels houden’, maar dat wordt
me net iets te snel als excuus gebruikt. Als je last hebt van die regels, probeer er dan iets aan te doen!’
Misdadig
‘Het scheefwonen wordt als bijna misdadig betiteld, maar je kunt mensen toch niet dwingen om te verhuizen? Of om hun huurhuis te kopen? In krimpgebieden en op het platteland zie je veel grote woningen voor relatief weinig huur. Dat kan juist mensen naar zo’n gebied toe trekken. Je hoort toch nooit iemand over scheef kópen? Integendeel. Als je een goedkoop huis koopt dat geleidelijk in waarde stijgt, word je zelfs slim genoemd.’
Als je het systeem tóch wilt veranderen, doe dat dan meteen Donnerpunten
Het kabinet wil de zogeheten Donnerpunten, in oktober 2011 ingevoerd, weer afschaffen. Doel van dat systeem was de doorstroming in de schaarstegebieden te bevorderen. Aan de hand van de WOZ-waarde van de huurwoningen werden punten toegekend aan de huurwoning. Dit gebeurde pas als een huurder de woning verliet. Het Donnerpuntensysteem leidde ertoe dat veel huurders besloten niet meer te verhuizen, omdat ze bang waren bij een andere woning veel meer huur te moeten betalen. Daardoor schoot het systeem zijn doel voorbij. De nieuwe regering wil het Donnerpuntensysteem vervangen door een aangepast en vereenvoudigd systeem (zie kader). Maar volgens weten-
schapper Wouter van Gent zouden de Donnerpunten voor de middengroep eigenlijk moeten blijven bestaan. ´Die zijn in de stad te klein voor het tafellaken en te groot voor een servet.´
Corporaties
Van Gent constateert dat de corporaties aan slagkracht verliezen. ´Aan de ene kant zijn het projectontwikkelaars, aan de andere kant staan ze aan de meer sociale kant. Daar moeten keuzes gemaakt worden. Het is tijd voor een interne ommezwaai en een nieuwe blik op de eigen organisatie. Volkshuisvesting moet gebruikt worden om te investeren. Maar daar moeten ze wel de kans voor krijgen, ook in de particuliere markt.’ Vindt Jannie Komduur, beleidsmedewerker belangenbehartiging van de Woonbond, het woonakkoord positief en toekomstbestendig? ‘De scherpe kantjes zijn er af, maar we vinden als Woonbond dat de betaalbaarheid van huren nog te veel wordt bedreigd. Dat geldt ook voor de verhuurdersheffing die op het bordje van de verhuurders komt te liggen. Die is weliswaar gezakt van 2 miljard euro naar 1,7 miljard, maar het is nog veel te veel. Daardoor is er nauwelijks ruimte voor investeringen, terwijl het daar juist om gaat. Er zijn nu al nieuwbouwplannen en energiebesparende maatregelen afgeblazen. Ook het aanpassen en opknappen van woningen is naar de achtergrond geschoven. Ons alternatief is dan ook: leg geen heffingen op, maar verplicht de verhuurder tot investeren. Daardoor krijgt de overheid meer btw, meer
is dat wel uitvoerbaar? Daarover staat niets in het Woonakkoord vermeld. De verhuurders worden opgezadeld met een ingewikkelde administratie en complexe uitvoering.’
Privacy
‘Als Woonbond hebben we moeite met het gegeven dat men in veel situaties veel meer huur moet gaan betalen, terwijl de woning kwalitatief minder is omdat er op onderhoud en renovatie wordt bezuinigd. Het is dankzij het akkoord wel zo, dat je bij bezwaar tegen huurverhoging je inkomen niet meer bij de verhuurder op tafel hoeft te leggen. Dat zou namelijk principieel onjuist zijn. Daar is nog wel bekend in welke inkomensgróep je zit, maar je precieze salaris blijft privé. Dat hoef je toch ook niet vertellen als je een tv gaat kopen of een auto? Privacy staat bij ons hoog in het vaandel. Een voordeel is ook dat je geen extra huurverhoging hoeft te betalen als je in een aangepaste woning
We hebben als PvdA voor een historische doorbraak gezorgd
ERS inkomstenbelasting en minder werklozen, wat op zichzelf ook al een forse besparing is.’ ‘Dat besparen is nu eenmaal het hoofddoel van het kabinet: geld binnen halen om de staatsschuld te verminderen. Wij als Woonbond hebben echter als doel een gezonde woningmarkt. Mede daarom vinden we de huurverhogingen veel te hoog. Er zijn nú al alarmerende onderzoeksresultaten, van onder meer OTB, het onderzoeksinstituut van de Technische Universiteit Delft, waaruit blijkt dat een miljoen huurders nú al moeite hebben om hun huur te betalen. Ook op de huurtoeslag is de laatste tijd al flink bezuinigd. Dus de snel in te voeren verhogingen zijn echt een te zware aanslag op de portemonnee van met name mensen met een gering inkomen of in extra moeilijke omstandigheden. De kwetsbare groepen dus, waar de PvdA altijd voor wil opkomen.’
Huursombenadering
De Woonbond is blij dat de maximale huur uiteindelijk gebaseerd blijft op het woningwaarderingsstelsel en niet op de 4,5 % van de WOZ-waarde (zie kader). ‘Waarom dat pas volgend jaar wordt uitgewerkt weet ik niet. Volgens ons kan dat al meteen in praktijk gebracht worden. Waarom eerst nog twee jaar inkomensafhankelijke huurverhogingen? Als je het systeem tóch wilt veranderen, doe dat dan meteen. Dat schept duidelijkheid. Positief vind ik dat de huren voor de middeninkomens minder stijgen en de mogelijkheid van huurverlaging bij inkomensdaling. Alhoewel aan dat laatste nogal wat onduidelijkheden kleven. Want hoe gaat dat in de praktijk werken? Dat geldt ook voor chronisch zieken en gehandicapten. Het klinkt allemaal erg sociaal om met al die mensen en hun omstandigheden apart rekening te willen houden, maar
woont. Je kunt namelijk niet verplicht verhuizen, omdat het huis speciaal voor jou is aangepast.’ ‘Het kabinet wil de woningmarkt en de bouwsector stimuleren en voor een doorstroming op de koop- en huurmarkt zorgen, maar de vraag is of die doorstroming op gang zal komen. Mensen kiezen er in deze onzekere tijd liever voor om te blijven zitten waar ze zitten. De vraag is bovendien of jongeren – de starters op de woningmarkt – tegenwoordig nog wel een huis willen kopen. Qua werkgelegenheid en flexibiliteit, maar ook in persoonlijke situaties is er nogal wat veranderd de laatste jaren.’
Hervormen
Huur en koop zouden fiscaal eigenlijk gelijk behandeld moeten worden, vindt de Woonbond. ‘Wij hebben vorig jaar met verschillende belangenorganisaties op woongebied een plan gemaakt om de woningmarkt te hervormen (Wonen 4.0), maar daar is niets mee gedaan. Heel jammer. We hebben wel contact met de verantwoordelijke bewindslieden, maar er zijn helaas andere keuzes gemaakt. Als het goed is hebben we allemaal een betere en eerlijkere verdeling van huizen voor ogen. En willen we allemaal de werkgelegenheid een positieve duw geven. Daarom zeg ik nogmaals: vertrouwen in de woningmarkt bereik je vooral door corporaties te laten investeren en huren niet al te drastisch te verhogen.’
EINDE PUNTENSYSTEEM Een van de maatregelen die het kabinet Rutte II voor de huurwoningmarkt in petto heeft, is het afschaffen van het Donnerpuntenstelsel. Met het puntenstelsel (onderdeel van het zogeheten woningwaarderingsstelsel) wordt de kwaliteit van een woning in punten uitgedrukt. Hoe groter, luxer en energiezuiniger, hoe meer punten een woning heeft. Bij ieder puntentotaal hoort een maximale huurprijs. Meer dan die maximale huurprijs mag een verhuurder nooit vragen. Voor woningen die volgens het puntenstelsel meer dan de liberalisatiegrens mogen kosten geldt geen wettelijk bepaalde maximumhuur. Verhuurders die zo’n woning gaan verhuren mogen zelf een huurprijs vaststellen. In 2012 lag de liberalisatiegrens op € 664,66 per maand, in 2013 op € 681,02. In het regeerakkoord van Rutte II staat letterlijk: ´De systematiek met een huurliberalisatiegrens blijft intact. Het systeem voor woningwaardering wordt sterk vereenvoudigd met als grondslag 4,5 procent van de waarde op basis van de Wet waardering Onroerende Zaken, de WOZ. Daarmee komt een einde aan het ingewikkelde puntensysteem. Als het aan het kabinet ligt, wordt de maximale huurprijs dus niet langer bepaald door een systeem dat punten toekent voor woonkwaliteit en vierkante meters, maar door een percentage van de WOZ-waarde. In gebieden met woningnood leidt dat tot (veel) hogere maximumhuren, waarmee het aantal sociale huurwoningen nog verder zal teruglopen. Bron: www.woonbond.nl
Jacques Monasch, PvdA-woordvoerder in de Tweede Kamer als het om wonen gaat, is blij dat de coalitie en de oppositie tot dit woonakkoord zijn gekomen. Vooral omdat de sociale woningvoorraad in stand blijft en huizenbezitters meer tijd en ruimte krijgen voor de aflossing van hun hypotheek. ´Het geeft de consument en de woonsector zekerheid op lange termijn. Doordat er 30 miljoen extra bij is gekomen, bovenop de al beschikbare 20 miljoen, zal dat de bouw en dus de werkgelegenheid stimuleren. Ook voor starters op de woningmarkt, de allerbelangrijkste groep die de vaart er weer in kan zetten, zijn veel voordelen binnengehaald. Het stimuleren van het kopen van een huis zet ook de wachtlijsten voor huurhuizen weer in beweging. Je zult zien dat als die trein eenmaal rijdt, alles in orde komt. Daar heb ik alle vertrouwen in. Dat vertrouwen moeten we als PvdA ook uitstralen.´
Niet opjagen
´Er moet nu eenmaal bezuinigd worden maar ook flink worden doorgestroomd. Dat is de kern van het verhaal. Dat betekent niet dat we huurders moeten gaan opjagen. De voorwaarden om door te stromen moeten worden verbeterd. Er zijn wat dat betreft vooral huurwoningen in het middensegment nodig. Die markt is helemaal vastgelopen. Mensen blijven teveel zitten waar ze zitten. Nu het kopen van huizen weer aantrekkelijker wordt, kan de huursector daar ook van profiteren.´
´Het maken van winst moet niet het belangrijkste motief zijn waarom je een huis koopt. Je koopt een huis om in te kunnen wónen. Dat is punt één. Dat het – nog niet zo heel lang geleden – gaandeweg meer waard werd is gewoon mooi meegenomen.´
Doorbraak
´We hebben met elkaar, als PvdA, voor een historische doorbraak gezorgd: dankzij - of misschien wel ondanks - de vele discussies zijn er op het gebied van de hypotheekrente taboes doorbroken. Daar kunnen we trots op zijn. Ook de tijdelijke btw-maatregel is een positieve ontwikkeling. Het is niet uitgesloten dat er nog een jaar aan vast geplakt wordt, maar als we dat nu al zouden doen, zijn mensen toch weer geneigd om een afwachtende houding aan te nemen. Terwijl het juist erg belangrijk is dat er actie komt: durf te investeren.´ ´Er leven nog wat misverstanden over het akkoord. Met name de berekeningen zorgen nog voor vraagtekens. Het is aan ons als PvdA om daar zo snel mogelijk duidelijkheid in aan te brengen. Het is namelijk echt een sterk akkoord, waarvan elke regio kan en zal profiteren. Over het algemeen zijn we heel tevreden met het stevige pakket aan maatregelen. Het is goed voor kopers en goed voor huurders. Maar misschien dat enkele krimpgebieden in de problemen kunnen komen. Toch weet ik zeker dat er dan voor individuele corporaties een oplossing gevonden zal worden. Geloof me: we laten geen enkele regio in de steek. Het woonakkoord geeft nieuwe kansen.´
Gert-Jan Leerink tijdelijk medewerker CLB Het is topdrukte voor PvdAbestuurders. Dus ook topdrukte bij het CLB. Er woedt een discussie over schaalgrootte en drie decentralisaties zorgen voor een enorme verruiming van taken en budget. Hoe hier vanuit PvdAperspectief op een goede manier vorm aan te geven, is misschien wel de belangrijkste vraag voor het komende jaar. En dan is er ook nog het Van Waarde-project van de WBS dat lokaal handen en voeten moet krijgen. Om deze drukte het hoofd te bieden versterk ik de komende maanden het bureau van het CLB. Mijn naam is Gert-Jan Leerink. Het Centrum voor Lokaal Bestuur ken ik sinds 1990 toen ik, 23 jaar oud, als jongste PvdAraadslid toetrad tot de gemeenteraad van Zwolle. Sindsdien zijn de lokale politiek en ik nooit ver van elkaar weg geweest. Voor het Instituut voor Publiek en Politiek adviseerde ik gemeenten en provincies hoe burgers beter bij besluitvorming te betrekken. Als politiek directeur bij de PvdA-fractie Amsterdam heb ik meegedacht over ‘grotestadspolitiek’ en heb ik verkiezingscampagnes georganiseerd. In Alkmaar heb ik vanuit de wethoudersrol geleerd hoe het is om aan de andere kant van de tafel te zitten. Op dit moment train en coach ik mensen in en rond het lokaal bestuur en werk ik parttime voor de Suze Groenewegschool, het opleidingsinstituut van de PvdA. Er staat een hoop te gebeuren. We komen elkaar vast snel tegen. Ik ben bereikbaar op tel.nr. 06 - 51 10 68 78 en via
[email protected].
Reacties welkom Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk vrijdag 5 april in ons bezit is, dan kunnen wij het in het meinummer plaatsen. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 1 april in ons bezit zijn. Je kunt je bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, email:
[email protected] De sluitingsdatum voor het juninummer is woensdag 1 mei. lokaal bestuur / april 2013
11
VAN WAARDE: DE PvdA op koers Foto Hollandse Hoogte
WBS-directeur Monika Sie Dhian Ho bij de presentatie van het Van Waarde-rapport in Amsterdam.
De Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, publiceerde medio februari het rapport Van Waarde, sociaaldemocratie voor de 21ste eeuw. Daarin staat dat de PvdA de laatste decennia te veel een liberale koers heeft gevaren die alleen uitgaat van economische groei. PvdAvoorzitter Hans Spekman is trots op het rapport. Hij wil afstand nemen van het individualisme en vindt dat de publieke sector weer ‘van ons’ moet worden. Deze nieuwe koers werd vastgelegd in een partijresolutie. Maar volgens Maarten Dulfer, PvdAlid uit het Drentse Noordenveld, komt Van Waarde te laat en levert het na Samen werkt beter uit 2010 niets nieuws op, ook niet voor het lokale bestuur. Bovendien deugt de polarisatie tussen individu en gemeenschap niet.
Maarten Dulfer lid PvdA Noordenveld
12
Wat sloom dat de sociaaldemocratische denktank nu pas met dit Van Waarde-rapport komt. Het is al drie jaar geleden dat PvdA-prominenten als Wouter Bos en Job Cohen soortgelijke geluiden lieten horen. Denk aan de Den Uyl-lezing van Wouter Bos, januari 2010, getiteld De derde weg voorbij, een pleidooi om gedeelde waarden en publieke zaken te benoemen die van de markt afgeschermd zouden moeten worden. Drie jaar geleden! Denk aan onze gedroomde minister-president Job Cohen, die in een lezing in 2010 bij de
presentatie van De Rode Canon stelde dat we aan het neoliberalisme te weinig weerwerk hebben geboden. ‘We zullen moeten zoeken naar een nieuwe collectieve zekerheid’, zei hij. Hij haalde een rapport aan uit 2008, ook van de WBS, dat minder publiciteit meekreeg van de partij dan dit rapport in 2013, maar wel eenzelfde boodschap bevatte. Toen verkondigde de sociaaldemocratische denktank dat de nieuwe flexibiliteit in de economische structuur weliswaar gunstig is, maar onzekerheden vergroot. Vooruitgang lijkt bij ons soms moeilijk te vallen: het gaat
goed, maar die dynamiek is zo eng… Baan en bestaan De nieuwe koers doet de belangrijke vraag rijzen hoe het nu precies zit met de arbeid in de partijbeginselen. Directeur Monika Sie Dhian Ho van de WBS noemt als sociaaldemocratische waarden ‘bestaanszekerheid, goed werk, verheffing en binding’. In de periode waarvan we nu afstand nemen, adviseerde premier en partijleider Wim Kok om minder op ‘baanzekerheid’ in te zetten en die te vervangen door ‘bestaanszekerheid’. Minder passende banen en een onzekere arbeidsmarkt nopen werknemers zelf de verantwoordelijkheid te nemen om via scholing hun inzetbaarheid te vergroten, zo zei hij in 1997. Ad Melkert was tegen, hij vond dat de werkgevers voor scholing van hun employees moesten zorgen. Toch wel erg vorig millennium, niet zelf je ontwikkeling en loopbaan bepalen maar dat door de baas laten doen. Maar tegelijkertijd erg actueel: de huidige FNV wil die verantwoordelijkheid weer, of nog steeds, collectief bij werkgevers en overheid neerleggen. We mogen hopen dat ons wetenschappelijk bureau niet die onzalige koers vaart en de mensen wél als zelfstandige individuen beschouwt. Mensen als groep bejegenen, brengt geen saamhorigheid teweeg. Geen baan en bestaan Algemeen geldt dat voor de PvdA bestaanszekerheid vaak synoniem is met ‘goed werk’. Dat is een goed uitgangspunt. Werk is immers bij uitstek bevestigend, persoonlijk en maatschappelijk. Behalve voor wie geen baan
heeft. De bestaanszekerheid van enkele tientallen procenten van de bevolking tussen de 18 en 65 jaar heeft in de praktijk minder met een baan te maken dan met onze sociale wet- en regelgeving. En gelukkig heeft die de ‘liberale koers’, die we nu verlaten, glansrijk weten te doorstaan. Gebrek aan economische groei kan mensen parten spelen, maar de Nederlandse samenleving laat de onderkant niet vallen. Solidariteit heeft zich ontwikkeld van sociaaldemocratische waarde naar sociaaldemocratisch succes, kun je zeggen. Daarom stond ‘solidariteit’ natuurlijk niet meer in het rijtje… Lokaal Het gelukkige feit dat de bestaanszekerheid in Nederland de laatste jaren niet fundamenteel is aangetast, geldt ook voor de herzieningen op het gebied van werk en bijstand, zorg en welzijn. Steeds meer is het de lokale overheid die de voorzieningen overeind houdt. Zo zijn de decentralisaties van zorgfuncties naar gemeenteniveau geen aantastingen van het bestaan, maar een herschikking die de benodigde solidariteit in de samenleving op peil houdt. Daarbij komen uitvoeringen op te grote afstand en daarmee los van de mensen te staan en worden ze duurder en oncontroleerbaar. Wees dus voorzichtig met kritiek op het efficiencydenken, partijvoorzitter. Efficiencydenken inspireert de samenleving ook om schoon schip te maken binnen bijvoorbeeld woningcorporaties en banken. Nonchalant omspringen met publiek bezit en maatschappelijke taken is juist niet efficiënt! Voor het lokale bestuur heeft
stelling
BALKENENDE-NORM De stelling van de maand luidde:
De gemeente/provincie geeft geen subsidie meer aan instellingen met bestuurders die meer dan de Balkenende-norm verdienen. We kregen de volgende reacties:
koers? Van Waarde van de WBS geen betekenis na het nuttige rapport uit 2010 van de gehele partij, Samen werkt beter, over de toekomst van de publieke sector. Die sector moet weer van de mensen zelf worden, nabij, op maat van het individu(!), sober, doelgericht. Samen werkt beter was zowel diepgaand als breed, sociaaldemocratisch en praktisch. Het bevatte duidelijke doelstellingen en richtlijnen voor PvdA’ers, bestuurders en politici in de verschillende sectoren van de samenleving. Kritische vraag aan de partij: waarom is Samen werkt beter, de sociaaldemocratische handleiding voor de publieke sector, toen niet onze nieuwe koers geworden? Waar was toen de bijpassende partijresolutie en de publiciteit, die ook lokaal de PvdA had kunnen ondersteunen? Samen en zelf Pieter Hilhorst, die meewerkte aan de totstandkoming van Samen werkt beter, hield eind vorig jaar de Wibautlezing, getiteld Wij doen het zelf. Dat was misschien ook omdat lokale PvdA-bestuurders nog niet veel voortgang hadden gezien na Samen werkt beter. Dan doen we het zelf wel. Autonomie, het zelf kunnen, is doel van verheffing. Maar is dat ook waaraan mensen zelf denken? Want het kan namelijk ook uit de geheel andere koker komen van het moralisme van de oude rode zuil. De partijvoorzitter sluit aan bij de opvattingen van nieuw-flinkse wethouders en aanpakkers, dat je je (weer) mag bemoeien met anderen, normen mag opleggen en niveau eisen. Hoe conservatief-links en rechts elkaar kunnen vinden!
Yvonne van Bruggen, raadslid in Zeewolde
Geert Winkel, raadslid in Hattem
Duidelijke stelling. Lekker zwart-wit. Bekt lekker. Vooropgesteld: ik sta achter de afspraken in het regeerakkoord die de Balkenende-norm verder omlaag willen brengen. Meer dan ooit moeten we nu zorgvuldig met publiek geld omgaan. De tijd dat het niet op kon, ligt absoluut achter ons. Als je nu nog denkt dat alles maar kan, ben je niet van deze tijd. Beloning moet in verhouding zijn tot de prestatie die je levert en de verantwoordelijkheid die je draagt. In veel gevallen is die verhouding volkomen zoek en daar moet een eind aan komen. Maar de stelling is wel te kort door de bocht. Er zijn ook situaties die vragen om iemand die grote verantwoordelijkheid draagt of van wie bijzondere prestaties gevraagd worden. Dan mag het van mij wel ietsje meer kosten. Het resultaat telt. Wees daar kritisch op en stel voorwaarden. Het pressiemiddel van intrekking van subsidie kan in elke andere situatie wat mij betreft worden toegepast.
Uitstekend maar dan ook inclusief andere vergoedingen die aangemerkt kunnen worden als loon.
Piet Hamelink, Statenlid in Zeeland
Niet nieuw De WBS en Hans Spekman zetten de nieuwe koers uit: de PvdA moet afstand nemen van individualisme en kiezen voor gemeenschapszin. Nieuw? Wel als polariseren nieuw is. Als je liberaal en individu tegenover sociaal en gemeenschap wilt zetten. Nieuw, als je ouderwets wilt zijn en je de SP nieuw vindt. Wat beperkt, om te doen alsof het nieuw is. En wat huichelachtig, om in een statement dat bewust tegenstellingen verscherpt, te zeggen dat je verbinding van fundamentele waarde acht. De maatschappij moet verbinden, maar jij zelf niet? Wat gemakzuchtig, om de eigenlijke uitdaging uit de weg te gaan: individu en samenleving met elkaar verzoenen. Die uitdaging ligt er al een dikke twee eeuwen, sinds het grondvest van onze samenleving die het individu zonder aanzien des persoons respecteert en er solidair mee is. Gelijkheid, Vrijheid, Broederschap zijn de wortels die we sinds de Franse revolutie delen met die vermaledijde liberalen. Volgens de nieuwe partijkoers moeten we van hen afstand nemen. We regeren wel met ze, maar laten we doen alsof dat niet zo is. Niet op zoek gaan naar wat ons bindt, maar ruzie met hen maken. Dat regeert vast gemakkelijk. Mag ik herinneren aan nog een andere sociaaldemocratische waarde: goed bestuur? De gemeenschap die individualisme verkettert, daar wil geen verstandig mens toch deel van uitmaken? Weg met mezelf, met jou zelf, met haar zelf? Weg met ons? Wat een armoede dan, zo’n PvdA.
Voor! In sommige gevallen kun je drie mensen aanstellen voor het geld dat nu aan één bestuurder wordt uitbetaald. Drie weten vaak meer dan één en er kan 24 uur per dag een bestuurder op zijn/haar post zitten. De praktijk is complexer. Ten eerste beroepen veelverdieners zich met succes op geldende arbeidscontracten. Tellen we ook alle onkostenvergoedingen, auto's van de zaak en bonussen bij dat salaris? In Zeeland verdienen er mensen in de Raden van Bestuur van bijvoorbeeld de Hogeschool Zeeland en Omroep Zeeland meer dan de Balkenende-norm. Per direct geen geld meer naar innovatieve opleidingen bij de Hogeschool Zeeland? Dat wringt. Zorg voor een overgangsregel/termijn, en bij het aanstellen van nieuwe bestuurders voor nieuwe salarisnormen. Tot die tijd moet je telkens benadrukken dat er binnen de organisatie van de subsidieaanvrager nog financiële ruimte zit bij de post personeelkosten. Dan hebben we het niet over de conciërge, maar over het bestuur.
Jeannine Liebrand, statenlid in Gelderland Ik ben het van harte eens met deze stelling. Laten we niet vergeten dat subsidiegelden afkomstig zijn van belastingbetalers. Gewone mensen, (juist) ook onze achterban, betalen het salaris van bestuurders. Natuurlijk dragen bestuurders (grote) verantwoordelijkheid, maar geldt dat niet evengoed voor de buschauffeur en de schooljuffrouw? Als bestuurders een Balkenendenormsalaris te min vinden, kunnen ze hun geluk proberen op de markt. Juist als PvdA moeten we, uit oogpunt van eerlijk delen én uit oogpunt van draagvlak, ook op financieel gebied eisen stellen aan personen die in de gesubsidieerde sector werken. Ik ben ervan overtuigd dat er meer dan genoeg gekwalificeerde mensen zijn die graag voor een Balkenende-salaris aan de slag gaan. Laurens Klappe, wethouder in Ermelo Het is een uitstekend principe dat er in door de overheid gesubsidieerde instellingen aan niemand meer betaald wordt dan de Balkenende-norm. Ze werken immers met gemeenschapsgeld. De
instelling ontvangt geld omdat deze blijkbaar maatschappelijk nuttige taken vervult. Dit vraagt een besef van verantwoordelijkheid van zowel bestuur, directie en medewerkers. Overmatige betaling is uit den boze. Bij betaling boven de Balkenende-norm mag wat mij betreft de instelling gekort worden met het bovenmatige deel van de salarissen. Gesubsidieerde instellingen lopen bij gewoon functioneren bijvoorbeeld geen marktrisico. Stoppen van de hele subsidie aan de instelling straft ook de overige medewerkers die hier waarschijnlijk niets aan kunnen doen. Tevens dupeert het de klanten die gebruik maken of zelfs afhankelijk kunnen zijn van de diensten van de instelling. Bij aanhoudende overbetaling mogen wel hardere sancties volgen. Er zullen genoeg capabele mensen te vinden zijn die het voor dit bedrag willen doen. Romke Visser, Statenlid in Groningen Ik ondersteun de stelling ten volle. De overheid moet zelf echter het goede voorbeeld geven, zoals bij de inhuur van tijdelijk personeel en externe adviseurs. Laatst hebben onze Staten daarom besloten daarbij als plafond de Balkenende-norm te hanteren. Met uitzondering van topspecialisten, zoals advocaten die de provincie bijstaan bij extreem lastige procedures, waarmee grote belangen en veel gemeenschapsgeld gemoeid zijn. Dan gelden de wetten van de vrije markt. Misschien dat de recessie, waardoor het ook in dat vrije beroep meer sappelen wordt, dan leidt tot verlaging van deze soms exorbitant hoge uurtarieven. Hoe dan ook heeft het college van GS toegezegd om hierbij zo sober mogelijk te zijn en ons te informeren over de inzet van deze externe adviseurs. Aan ons de taak om dat te controleren en onze besluiten te voorzien van een stevig draagvlak, waardoor je het risico op ingewikkelde juridische procedures beperkt. Voorkomen is beter dan genezen.
Volgende maand dit dilemma: Je bent Statenlid. Het dorp waar je woont is de laatste maanden meerdere malen getroffen door een aardbeving. Ook jouw huis vertoont aanzienlijke scheuren. Dat de bevingen veroorzaakt worden door gaswinning wordt algemeen erkend. De Commissaris van de Koningin pleit publiekelijk voor een schadevergoeding van tenminste een miljard euro. Jou wordt als woordvoerder van de Statenfractie gevraagd het pleidooi van de commissaris te ondersteunen. Wat ga je zeggen? De maand daarop deze stelling Gemeentelijke herindeling leidt tot méér in plaats van minder bestuurlijke drukte. Mail je reactie (max 150 woorden) en foto naar
[email protected]
reacties Henk, Henk & henk Ik was het eerder niet altijd eens met de column van Jacqueline, maar nu wel 1000 procent. Zeker ook ten aanzien van onze eigen Henk. Ron de Kort Statenlid in Zeeland
lokaal bestuur / april 2013
13
Exit verzorgingsstaat Foto Nationale Beeldbank
Hulp van je vrienden of familie is mooi, maar wat nou als ze daarvoor geen tijd hebben?
Gemeenten staan voor gigantische bezuinigingsopgaven, die vooral het sociale domein hard raken. Lokale politici moeten scherpe keuzes maken. Hoe zorg je ervoor dat mensen met de laagste inkomens worden ontzien? Kan een beroep op ‘eigen kracht’ van burgers, zoals bepleit door Pieter Hilhorst in zijn Wibautlezing, bijdragen aan de oplossing van problemen? Ron de Boer heeft zijn bedenkingen. De Nederlandse verzorgingsstaat staat de laatste 10 jaar sterk onder druk. Die druk is gevoed door misbruik en oneigenlijk gebruik van solidaire landelijke regelingen en het groeiende beroep op de regelingen, waardoor de kosten sterk stegen. Er is dan ook terecht ingezet op handhaving en aanscherping van de regels. Er is hier en daar nog wel wat vet op de botten. Waarom de staat de kosten laten betalen als er sprake is van een groot vermogen dat uiteindelijk ten goede komt aan de kinderen die erven? De hulp was inderdaad aanbodgericht en niet gericht op wat de hulpvrager
Ron de Boer Fractievoorzitter in Weesp
14
echt nodig had, maar op waar hij recht op had. De hulp hield dure hulpverleningsinstanties in stand met een duur topmanagement. De zogenaamde kanteling is terecht en heeft ook in mijn gemeente Weesp al flink kosten bespaard. Twee belangrijke argumenten zijn erbij gekomen. Ten eerste zou de verzorgingsstaat de eigen verantwoordelijkheid van de burger te weinig stimuleren en is de gevoelswaarde bij het begrip solidariteit verslechterd. Eigen verantwoordelijkheid blijkt een krachtig argument om daadwerkelijk in te zetten op een afbouw
van landelijke solidaire regelingen. Daarvoor terug komt dan de eigen inzet van de burger en van het maatschappelijk netwerk van de hulpvrager. Ten tweede zou de verzorgingsstaat onbetaalbaar worden. Daarvoor komt terug dat je het dan maar zelf moet betalen. Ook als je de pech hebt ziek te worden of een handicap te hebben al dan niet veroorzaakt door ouderdom. Leuke voorbeelden De voordelen van eigen kracht worden met allerlei leuke voorbeelden ‘in de wijk’ aan de man gebracht. De Wibautlezing van Pieter Hilhorst doet daaraan mee. Het is natuurlijk heel aardig dat de buurvrouw voor meer mensen in de buurt kookt en de maaltijden tegen een bescheiden vergoeding levert. Ze is zelfs minder depressief geworden door de gezellige aanloop. Niks mis met op elkaars kinderen passen. Prima dat je boodschappen doet voor je oude buurman als je toch al voor jezelf naar de super moest. En natuurlijk zetten we de vuilnisbak buiten, maken we het stoepje ook sneeuwvrij bij de buurman en houden we hem een beetje in de gaten. En de keukentafelgesprekken verlopen altijd in een constructieve sfeer met redelijke hulpvragers en het netwerk erom heen. Toch? Geen woord over mogelijke nadelen. Zijn de burgers er wel direct klaar voor ‘om de publieke taak te heroveren’ en ‘het weer zelf te doen’? Mogen we daar alsjeblieft de tijd voor hebben? Er is niet eens een fatsoenlijke overgangsregeling. Wat nou als die buren niet willen helpen? Wat nou als de kinderen zich niks aantrekken van hun moeder of toch al vinden dat ze te
veel hooi op hun vork hebben. Of als ze te ver weg wonen en zelf het geld niet hebben om te ondersteunen? Gaan we dan als gemeente die zorg toch maar verlenen? Verhalen we de kosten op de kinderen, als er wat te (ver) halen valt? Wat doen we als in je gemeente veel burgers met een laag inkomen wonen? Het uit je eigen budget gaan betalen? Ik denk dat je daaraan niet ontkomt. We gaan straks toch niet de hoogte van de bijstand ook aan de keukentafel bepalen?
Van onze landelijke ver tegenwoordigers verwacht ik een kritische blik Verkiezingsuitslagen zijn grillig. De burger kiest in groeiende mate niet meer op ideologie, maar strategisch, stelt het eigen belang voorop en kiest op een persoon, omdat hij of zij het zo lekker brengt. Politieke debatten worden een soort Voice of Holland-programma. Als integere bestuurders op zoek naar meerderheden er dan vervolgens nog chocola van willen maken dan zijn het draaikonten. Het kabinet Rutte II is daarvan de resultante. Ik ben ervan overtuigd dat de huidige bezuinigingen ons sterk gaan raken. Ik kan niet anders concluderen, dat daarvoor kennelijk een groot draagvlak is bij de (gezonde) burger, die zijn geld liever consumptief besteedt. Worsteling Als sociaaldemocraat zie ik dat met lede ogen aan. Maar ik ben ook realist en dan zie ik dat de situatie nu eenmaal zo is. Ook ik
kan als lokale politicus niet heen om bezuinigingen die gigantisch zijn. En dan niet alleen op het gebied van het sociale domein, maar ook voor de gemeente in zijn algemeenheid. Ik heb sterk geworsteld met de vraag of ik dit nog wel als bestuurder voor mijn rekening wil nemen. Als lokale politicus kan ik niet anders dan de pijn voor mensen met een laag inkomen zo veel mogelijk verzachten en aandringen op coulance als de kinderen niet willen meewerken (het gaat immers volgens de voorstanders van de transitie om een minderheid). En verder vertrouwen op ‘charity’ (familie, buren, de buurt, vrienden, de voedselbank en misschien weer een grotere rol voor de kerk). Ik vind dit toch waard om voor mijn rekening te nemen. Ik verwacht echter van mijn landelijke vertegenwoordigers dat zij oog hebben voor de mogelijke nadelen. Dat zij het nieuwe beleid ingaan met een kritische blik. Een houding van ‘we gaan ervoor’, maar dat zij er tegelijkertijd ook op letten of het wel goed gaat en of we niet moeten bijstellen. Blijft er wel voldoende geld over om zelfs de mensen met het laagste inkomen te ontzien? De hosannaverhalen over eigen kracht heb ik nu wel gehoord. Tenslotte hebben we de VVD ook uit de brand geholpen met de inkomensafhankelijke ziektekostenpremie. De nadelige impact van de transitie zou wel eens veel groter kunnen zijn en dan bij een doelgroep waarvoor de PvdA min of meer is opgericht.
Geef mensen met een arbeidshandicap een kans! Foto Nationale Beeldbank
Ook met een beperkt arbeidsvermogen werk je 100 procent.
PvdA-wethouders die zich bezig houden met sociale zaken willen dat de nieuwe Participatiewet die in voorbereiding is, een succes wordt. Namens 72 PvdA-collega’s schreef Berent Daan daarover op 11 februari een brief aan staatssecretaris Jetta Klijnsma met concrete voorstellen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een betere kans te geven op een baan bij een reguliere werkgever. PvdA-staatssecretaris Jetta Klijnsma staat voor een moeilijke opgave. Zij moet dit jaar met een wetsvoorstel komen voor de in het regeerakkoord afgesproken Participatiewet. De PvdA liep anderhalf jaar geleden nog massaal te hoop tegen de aangekondigde Wet Werken naar Vermogen van VVD-staatssecretaris Paul de Krom. Vooral omdat er veel te weinig geld beschikbaar zou komen om de broodnodige hervormingen in de sociale werkvoorziening mogelijk te maken. Maar het ging niet alleen over geld. Het vorige kabinet wilde geit en kool sparen: de breed onderkende ‘gouden kooi’ van de sociale werkvoorziening werd in stand gehouden en tegelijk was
het plan van De Krom om 80.000 van de 100.000 mensen met een arbeidshandicap aan het werk te krijgen bij reguliere werkgevers. Hij had daarvoor een ingewikkeld instrument bedacht: loondispensatie. Werkgevers betalen loon naar arbeidsvermogen en de gemeente vult dit aan met een uitkering, tot een niveau van tachtig procent van het minimumloon. We waren het op veel punten ook eens, gelukkig. Over de volle breedte onderkennen politieke partijen dat zo veel mogelijk mensen met een arbeidshandicap bij een reguliere werkgever moeten werken. Dat we deze mensen niet binnen de muren van de sociale werkvoorziening moeten wegstoppen. En dat werkgevers een
Berent Daan wethouder in Purmerend en bestuurslid CLB
verantwoordelijkheid hebben om deze mensen een kans te geven. So far, so good. Doorpakken Ergens is het ironisch dat juist een kabinet waar de PvdA aan deelneemt nu wél durft door te pakken. Klijnsma heeft al laten weten dat instroom in de WSW stopt in 2014: weg ‘gouden kooi’. En er komt een quotum. Bij bedrijven met meer dan 25 mensen in dienst moet minimaal vijf procent een arbeidshandicap hebben: weg vrijblijvendheid van verantwoordelijkheid voor werkgevers. Maar daarmee zijn we er nog niet. De Participatiewet kan in het gezicht van dit kabinet ontploffen als we vastlopen in bureaucratie (experimenten met loondispensatie wijzen uit dat dit gebeurt) of als dat dappere quotum een ordinaire boete wordt voor bedrijven die het al moeilijk hebben in deze tijd. Veel kosten, slechte resultaten en - het allerbelangrijkste - een gedesillusioneerde groep mensen die al in een kwetsbare positie zaten en daarbij ook nog hun zekerheden kwijt zijn, is dan het gevolg. Wij hebben ons als PvdA-wethouders gebogen over de vraag: hoe kunnen we dit zo doen, dat het wél lukt? Natuurlijk, meer geld is hard nodig. Daar zullen we om blijven vragen, want een budget van 22.700 euro is gewoon te weinig om het salaris en de begeleiding voor mensen die afhankelijk zijn van een beschutte werkplek te betalen. Maar één ding weten we: dat geld, dat krijgen we nu niet. Daarom concentreren we ons nu op de praktijk: wat werkt? Hoe kunnen we die valkuilen vermijden? Hoe bieden we mensen met talent én een handicap een eerlijke kans?
Daarom schreven we een brief aan Jetta Klijnsma, ondertekend door 72 collega PvdA- wethouders uit het hele land. Samengevat staat daarin het volgende: > Staatssecretaris, laat het aan ons als gemeenten, laat het aan onze lokale professionals, over om het arbeidsvermogen van een cliënt vast te stellen. Geen bureaucratische landelijke instituties die dat volgens rigide protocollen op afstand doen. Geen ingewikkelde en tijdrovende procedures voor werkgevers. Vertrouw op onze expertise, wij zorgen dat we per regio samenwerken om dit op een consistente en professionele wijze te doen, waarbij we de omstandigheden bij de werkgever en de cliënt meewegen. > Laat het inkomen voor deze mensen groeien naar het minimumloon in maximaal twee jaar. Ook met een beperkt arbeidsvermogen werk je honderd procent en dat moet ook lonen. > Maak de drempel om mensen met een beperkt arbeidsvermogen in dienst te nemen voor werkgevers laag. Alleen zo geven we deze mensen echt een kans om te laten zien wat ze waard zijn. Werkgevers zijn veelal van goede wil. Dat merken we als wethouders in onze contacten met hen. Ze willen best investeren in deze doelgroep, maar het risico dat het misgaat kunnen ze niet goed inschatten. Geef werknemer en werkgever daarom de tijd: de eerste twee jaar kunnen zij weer afscheid nemen zonder tussenkomst van de rechter. > Hou het simpel: geen ingewikkelde loondispensatierege-
ling met aparte loonstrookjes van werkgever en gemeente. Laat de fiscus de werkgever compenseren voor het verminderde arbeidsvermogen. De fiscus rekent vervolgens weer af met de gemeente. Eenvoudig voor de werkgever, geen rompslomp. > Bied de mogelijkheid aan werkgevers om elkaar te helpen en afspraken te maken met onze gemeenten. Door diensten af te nemen van bedrijven met veel arbeidsgehandicapten in dienst moet ook aan het quotum voldaan kunnen worden. Of via de inhuur van gedetacheerd personeel. Ga uit van vertrouwen: pas als gemaakte afspraken niet worden nagekomen volgt een heffing. > Bied mensen met een zeer laag arbeidsvermogen een reëel alternatief door ons de vrijheid te bieden slimme combinaties te maken van werk, dagbesteding en uitkering. > Bouw de juiste prikkels in waardoor het loont voor gemeenten om mensen aan werk te helpen met een zo hoog mogelijke arbeidsproductiviteit. En houd er bij de verdeling van het geld rekening mee dat de regio’s verschillen, zowel in aantal arbeidsgehandicapten als in arbeidsmarkt. > Geef ons de ruimte om maatwerk te bieden. We hopen van harte dat Jetta Klijnsma gehoor geeft aan onze oproep en we wensen haar veel sterkte met de uitwerking van die mooie Participatiewet. De volledige brief is te vinden op www.lokaalbestuur.nl
lokaal bestuur / april 2013
15
de achterkant
< Oude Glorie Jong Talent > SANDER VAN SANTEN (96) Trots toont hij mij zijn rijbewijs. ‘Dat is net weer met vijf jaar verlengd. Ik mag nu tot na mijn honderdste nog auto rijden’, lacht hij. Veel is hij niet veranderd sinds ik hem in 2002 zag. Dat was bij de viering van het 100-jarig bestaan van het Centrum voor Lokaal Bestuur in Arnhem. Als oudste PvdA-raadslid mocht hij daar samen met het jongste raadslid, Loes Ypma uit Woerden, het CLB-jubileumboek in ontvangst nemen. Er zijn wat groeven in zijn gezicht bijgekomen en hij heeft nu twee gehoorapparaten, maar verder is Sander van Santen alive and kicking. ‘Ik ben nu in mijn zevenennegentigste levensjaar en ik fiets nog steeds. Alleen als het mooi weer is hoor. Eens in de week heb ik een paar uur hulp, maar verder kan ik alles zelf nog.’ Sander van Santen is het oudste voormalige raadslid van de PvdA in ons land. Veertig jaar bedreef hij hartstochtelijk gemeentepolitiek in Varik-Heesselt, in het Gelderse rivierenland. Sinds 1978 behoort Varik tot de gemeente Neerijnen. In 2002 nam Sander afscheid. Hij kreeg de gouden partijspeld en een brief van Wim Kok. Ad Melkert kwam hem persoonlijk feliciteren. Het was niet voor het eerst dat Sander oog in oog stond met een PvdA-leider. ‘Willem Drees heb ik een paar jaar na de oorlog ook ontmoet, toen hij in onze regio op bezoek kwam.’ Voetbalveld Sander rolde in 1962 eigenlijk een beetje met tegenzin de politiek in. ‘Ik wilde helemaal geen raadslid worden. Maar de plaatselijke voetbalclub De Waalkanters moest een voetbalveld hebben. Ze hadden alleen een weiland en als ze wilden spelen moesten steeds eerst de koeien er af. Ze vroegen mij of ik me kandidaat wilde stellen voor de gemeenteraad, dan zou ik daar kunnen ijveren voor een voetbalveld. Zo is het begonnen.’ Het was overigens niet Sanders eerste contact met de politiek. Al voor de Tweede Wereldoorlog had hij zich aangesloten bij de voorloper van de PvdA, de SDAP. ‘Ik kwam uit een groot gezin. We hadden thuis elf kinderen. Mijn vader werkte op de steenfabriek. Je had in die tijd veel sociale strijd. Bazen en knechts stonden tegenover elkaar. Er was veel werkloosheid en armoede. Als ze wisten dat je bij de vakbond was, vloog je eruit. Meneer Niks, een vakbondsman, mocht niet eens op de steenfabriek komen, hij moest op de dijk blijven staan. De mensen waren zó bang voor ontslag dat ze met een grote boog om hem heen liepen. Een arme drommel die op het gemeentehuis van Zoelen (nu gemeente Buren) om steun kwam vragen, werd door de burgemeester weggesnauwd. “Ga jij maar tegen de muur staan, dan heb je steun.” Manus Zuidam, een fietsenmaker in ons dorp, heeft me lid gemaakt van de SDAP.’
16
Gesprekken met voormalige PvdA-bestuurders uit gemeente en provincie over toen en nu, en met jonge PvdA’ers over politiek en toekomst. TEKST EN FOTO: JAN DE ROOS
Spraakwaterval Sander is een niet te stuiten spraakwaterval. ‘De vrouw zei altijd: als ie zit te praten, heeft ie nergens erg in.’ Het is al weer zes jaar geleden dat Mientje overleed, maar Sander mist haar nog elke dag. ‘Ik leerde haar kennen in 1933. Haar vader heeft in Heesselt de SDAP-afdeling opgericht. We trouwden na de oorlog en zijn meer dan zestig jaar bij elkaar geweest. Nu ben ik mijn vrouwke kwijt.’ Er springen tranen in zijn ogen. ‘We hebben zoveel meegemaakt. Toen ik voor de oorlog in dienst moest, kreeg ik natte pleuritis en ben ik maandenlang in een militair hospitaal en later in een sanatorium verpleegd. Het heeft niet veel gescheeld of ik was eraan overleden. Tijdens de oorlog heeft mijn leven ook een paar keer aan een zijden draad gehangen. Er vielen hier in de buurt zware bommen. Ik zat in het verzet, bij de Waalcommando’s, en hielp mensen ‘s nachts de rivier over te steken. Twee keer ben ik door Nederlandse SS’ers
Ad Melkert feliciteert Sander van Santen en zijn vrouw Mientje.
gevangen genomen, maar ze lieten me uiteindelijk toch weer vrij. Na de bevrijding ben ik hier nog een tijdje commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten geweest.’ Geen dossiervreter Sander heeft voor de oorlog al een opleiding als machinebankwerker gevolgd. Na de oorlog kan hij aan de slag als gereedschaps- en instrumentenmaker, eerst in Den Bosch en later bij de bekende firma Daalderop in Tiel. Vanaf de jaren zestig gaat de politiek zijn leven steeds meer beheersen. Een dossiervreter is hij nooit geweest. ‘Ik hou meer van het ombudswerk. Praten met mensen en kijken of je ze de weg kunt wijzen. Als de dominee en de dokter geen raad meer wisten, stuurden ze de mensen naar mij toe. Ik heb heel wat huilende mensen over de vloer gehad. Als ik ze
dan verder had geholpen en ze hun dankbaarheid toonden, zei ik altijd: “Wel voortaan PvdA stemmen hoor.” In 1974 ben ik wethouder geworden, want ik wilde graag zelf de viool spelen. De burgemeester en de gemeentesecretaris deden in die tijd nog heel veel dingen samen af. Daar verzette ik me tegen, en dat leidde soms tot flinke aanvaringen. Ik herinner me nog dat ik na een woordenwisseling met de secretaris boven op de trap een duw van hem kreeg.’ Na vier jaar wethouderschap neemt Sander weer zitting in de raad, tot hij in 2002 een punt zet achter zijn politieke loopbaan. ‘Vooral omdat de vrouw en de kinderen dat graag wilden. Later hoorde ik bij toeval een koppeltje zeggen: “Nou hebben we ginne Sander meer...”.’ In de zevende hemel Op mijn vraag wat hij van het huidige VVD-PvdAkabinet vindt, antwoordt hij: ‘Wat moet ik daar nou van zeggen? Ik vind dat ze het kapitaal te veel ontzien. Dáár moet je het halen, niet bij de gewone man, niet bij de mensen met een klein pensioentje.’ Met de plaatselijke PvdA heeft hij geen enkel contact meer. ‘Ik hoor nooit iets van ze, zelfs niet op 1 mei’, stelt hij verbitterd vast. Nadat Sander de politiek vaarwel heeft gezegd, richt hij zich volledig op zijn hobby’s: schaken, de moestuin omspitten en accordeon spelen. Dat laatste doet hij nog steeds, al zijn de vingers wat strammer geworden. ‘Mij zien ze niet achter de geraniums zitten, ik probeer te genieten van het leven.’ Op mijn verzoek haalt hij zijn Mengasciniaccordeon tevoorschijn om wat stukjes te spelen. Daarbij zingt hij uit volle borst een liedje van Willy Derby, een populaire zanger van voor de oorlog: ‘Ik dans nu met jou door de Hemelpoort heen, in de zevende hemel der liefde...’. Het is zijn lievelingsliedje, dat hij in 1937 al zong toen hij met verlof uit militaire dienst thuis kwam. ‘Ik zong dat toen voor Mientje. Al kom ik weinig in de kerk en heb ik helemaal niets met christelijke politiek, het geloof is wel het middelpunt van mijn leven. Ik weet zeker dat ik mijn Mientje straks zal terugzien. Daar verlang ik heel erg naar.’
Sander van Santen Geboren op 25 september 1916 in Opijnen Scholing en werk: lager onderwijs, machinebankwerker, gereedschaps- en instrumentenmaker bij Daalderop in Tiel. Politiek: raadslid in Varik-Heesselt (later Neerijnen) van 1962-2002, wethouder in Varik van 1974-1978.