LOKAAL BESTUUR
Jaargang 39 nummer 4 Winter 2015
Magazine van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
‘DRUK OP RESET!’
FESTIVAL BINNENLANDS BESTUUR
8
Het erfgoed van Joop den Uyl
WAARDENGEDREVEN WETHOUDER
Drie jaar kabinet
DIEDERIK SAMSOM
4
Commissaris als stok achter de deur
VERTREKKENDE BURGEMEESTERS
Blijf van onze politici af
BEDREIGING
10
12 Constantijn Jansen op de Haar
6
JONG TALENT
LOKAAL BESTUUR / WINTER 2015
16 1
Kalk
HARD GRANIET Foto: Bert Beelen
Foto: Nationale Beeldbank
JACQUELINE KALK
secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur
Hard graniet, fase vier, onbemiddelbaar. Verschillende termen die regelmatig in beleidsnotities staan. Je zou het misschien niet zeggen, maar we hebben het hier over mensen. Mensen die het niet lukt om op eigen kracht aan het werk te komen, om welke reden dan ook. Hard graniet is een kille term die aangeeft dat er geen beweging mogelijk is en dat beleidsmakers geen brood meer zien in deze groep mensen. Lange tijd werd er, binnen de gehele groep mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, ingezet op mensen die de meeste kans hadden op succes, die het beste bemiddelbaar waren en de kleinste afstand tot de arbeidsmarkt hadden. Gesubsidieerde arbeid was daarbij een belangrijk middel. Veel mensen gingen aan de slag als conciërge op een school, hulpkracht in de klas, beheerder van het buurthuis of medewerker in het streekhistorisch centrum. Tot grote tevredenheid van henzelf en van de organisaties waarvoor ze werkten. Mensen aan het werk houden op basis van gesubsidieerde arbeid werd niet langer op prijs gesteld. Al snel werden het instroom-, doorstroom- en uiteindelijk ook uitstroombanen. Het liefst naar de reguliere arbeidsmarkt, maar dat was niet voor iedereen weggelegd. Uitstroomcijfers werden steeds belangrijker voor het succes van de wethouder werk en inkomen en dus werd uitstroom naar de sociale werkplaats een acceptabel alternatief voor de reguliere arbeidsmarkt. Met alle gevolgen van dien. Anno 2015 bouwen we het aantal sociale werkplaatsen af. De Wajong is geschiedenis geworden en de Participatiewet en het doelgroepenregister zijn ingevoerd. Zit je in dit register, dan behoor je tot de groep die voorrang krijgt op de 125.000 banen die het bedrijfsleven en de overheid gaan creëren voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het UWV bepaalt of je opgenomen wordt in het doelgroepenregister. Wilde je eerder misschien niet in het hokje arbeidsgehandiLOKAAL BESTUUR
Jaargang 39 nummer 4 Winter 2015
colofon
Magazine van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
LOKAAL BESTUUR
‘DRUK OP RESET!’
FESTIVAL BINNENLANDS BESTUUR
8
Het erfgoed van Joop den Uyl
WAARDENGEDREVEN WETHOUDER
Drie jaar kabinet
DIEDERIK SAMSOM
4
VERTREKKENDE BURGEMEESTERS
12 Constantijn Jansen op de Haar
6
Magazine voor PvdA-politici in gemeente, provincie en waterschap. Verschijnt vier keer per jaar.
10 Commissaris als stok achter de deur
Blijf van onze politici af
BEDREIGING
JONG TALENT
LOKAAL BESTUUR / WINTER 2015
16 1
Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
PvdA-bestuurders en volksvertegenwoordigers tijdens het tweejaarlijkse Festival van het Binnenlands Bestuur. Foto’s: Bert Beelen Foto rechtsonder: Mieke de Wit
Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na toestemming. REDACTIE
Aukelien Jellema (voorzitter), Bea de Buisonjé, Louis de la Combé Maarten Divendal, Manon Fokke, Jacqueline Kalk, Antoine van Lune, Ingrid Wolsing. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut.
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER
Jan Chris de Boer, Bea de Buisonjé, Jacqueline Kalk, Reinie Kaas, Martin Sagel, Timothy Schelhaas, Jurjen Sietsema, Kirsten Verdel, Jan Pieter Vermeulen, Albert de Vries, Agnes Wolbert
Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 30,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 020-55 12 205. INTERNET
Stan Wagter / Ronald Koopmans
Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op internet: http://www.lokaalbestuur.nl twitter.com/lokaalbestuur
VORMGEVING
KOPIJ
Jos B. Koene Amsterdam
Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
BASISLAYOUT EINDREDACTIE
ABONNEMENTEN
Leonie Wildeman
Omslagfoto UITGAVE
Centrum voor Lokaal Bestuur van de Partij van de Arbeid, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. ISSN: 0167-0980 39e jaargang no. 4
2
capte of Wajongere geplaatst worden, nu is het zaak zo snel mogelijk dit label te krijgen om kans te maken op één van die 125.000 banen. De wet was nog maar nauwelijks droog of de discussie over het openbreken van het doelgroepenregister begon. Moeten er niet meer mensen toegang krijgen tot het register? Hierbij duidt de term ‘meer mensen’ vaak vooral op mensen met betere kansen op de arbeidsmarkt. Maar daarmee schieten we het doel natuurlijk voorbij. Tegelijk met deze ontwikkeling zien we gemeenten die op een andere manier erg creatief kijken naar de arbeidsmarkt. Zij stellen vrijwilligerswerk gelijk aan betaald werk. Vrijwilligheid zou het risico op verdringing zelfs verkleinen, zo is de redenering. ‘Een werkgever die uit eigen beweging meer mensen met een beperking in dienst neemt, verdringt niet. Het is zijn eigen keuze. Een uitkeringsgerechtigde die vrijwillig meehelpt bij het vegen van de straat verdringt betaalde krachten niet. Hij is immers vrijwilliger. Als er een vrijwilliger voor te vinden is die het wil doen, dan behoort het betreffende werk niet (meer) tot de betaalde arbeidsmarkt’. Met deze visie is het natuurlijk dweilen met de kraan open. Aan de ene kant creëer je nieuwe banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en aan de andere kant verdwijnen betaalde banen omdat er ook mensen te vinden zijn die dat werk vrijwillig willen doen. Vrijwilligerswerk is zeker zinvol en nuttig, maar in dit geval is er sprake van onbetaalde arbeid en zijn de waarden goed werk en bestaanszekerheid in het geding. Wanneer we het doelgroepenregister verbreden en van betaalde banen vrijwilligerswerk maken, ontnemen we de mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt (de mensen uit het doelgroepenregister) opnieuw de kans op goed werk en bestaanszekerheid. Ongetwijfeld komen we deze mensen dan over een aantal jaar opnieuw tegen in beleidsnotities, wederom als hard graniet.
SECRETARIAAT
Leonie Wildeman Postbus 1310 1000 BH Amsterdam Tel. 020-55 12 205 e-mail:
[email protected]
PRODUCTIE EN DRUK
Opmeer Drukkerij Den Haag
WIN-WIN BIJ SAMENWERKING WATERSCHAP EN GEMEENTEN Illustratie: Timothy Schelhaas
Samen optrekken tegen het water heeft Nederland gemaakt tot wat het is. Door stukken land in te polderen, rivieren te verleggen en zelfs nieuwe duinen te maken. Resultaat is wel dat we hierdoor voortdurend kans hebben op wateroverlast. De dreiging komt niet alleen vanaf zee, maar juist ook vanaf de grote rivieren. Zij kunnen hun water door het stijgen van de zeespiegel steeds moeilijker afvoeren naar zee. En dan is er nog de dreiging van bovenaf als gevolg van de heviger wordende regenbuien. Als gevolg van de klimaatverandering wordt het weer steeds extremer. Tropische buien en lange periodes van droogte wisselen elkaar vaker af. Deze extremen geven in een stedelijke, stenige omgeving andere problemen dan in landelijk gebied. Stenen warmen snel op en koelen maar langzaam af. De temperatuur kan tijdens een hittegolf in de stad tot wel tien graden hoger zijn dan erbuiten. Ook hevige regenval heeft in een stedelijke omgeving veel grotere gevolgen dan in het landelijk gebied. De sponsfunctie van de bodem is verdwenen, het water gutst door de straten. Soms kan het rioolstelsel de afvoer niet meer aan en ontstaat er plaatselijk wateroverlast. Wat zou het mooi zijn als we dat schone zoete regenwater niet langer afvoeren via het riool en de rioolwaterzuivering, maar kunnen opslaan en voor verkoeling kunnen gebruiken als het extreem warm en droog is. Een gescheiden rioolstelsel zou nog beter op z’n plaats zijn, zodat het schone regenwater niet langer via een dure rioolwaterzuiveringsinstallatie op het oppervlaktewater wordt geloosd.
Waterdoorlatende stoeptegels Om deze situatie het hoofd te kunnen bieden, moeten gemeenten, bewoners, bedrijven en waterschappen samen optrekken. Ieder met zijn eigen deskundigheid en mogelijkheden. Gemeenten kunnen dit doen door bij groot onderhoud het regenwater gescheiden op te vangen. Of bij plannen voor verbouw en nieuwbouw in de stad extra waterbergingen te maken. Bijvoorbeeld door wadi’s (een buffergebied voor de opslag van overtollig water) en waterdoorlatende tegels op parkeerplaatsen. Gelukkig zien we deze oplossingen bij nieuwbouwprojecten al steeds vaker. Maar ook bewoners en bedrijven kunnen bijdragen met creatieve oplossingen om water op te vangen en te bergen, bijvoorbeeld door groene daken aan te brengen, zelfs met hele (groente)tuinen. Of heel simpel door tegels in de tuin te vervangen: tegel eruit, plantje erin. Dit komt de grondwater-
BEA DE BUISONJÉ AB-LID HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT REINIE KAAS DUO AB-LID HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT
stand ten goede en daarmee ook het behoud van houten funderingen. Er bestaan al mooie initiatieven en er komen er steeds meer bij, zoals te zien op www.rainproof.nl. Gedeelde verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid voor het verwerken van regenwater (stedelijk waterbeheer) ligt bij de gemeenten, particulieren, projectontwikkelaars en bedrijven. De verantwoordelijkheid voor het
Tegel eruit, plantje erin (onnodig en duur) afvoeren van al dat water ligt bij de waterschappen. Daarom is het belangrijk dat de waterschappen al bij de start van ruimtelijke plannen aanschuiven aan tafel. Door alle waterthema’s (waterkeringen, oppervlaktewater, hemelwater, waterberging, grondwater en afvalwater) direct op een geïntegreerde manier mee te nemen, ontstaat een betere leefomgeving tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Hoe vaak komt het niet voor dat in een bestemmingsplan de waterbeheerzaken onderbelicht blijven? Als
het waterschap pas in een laat stadium de wettelijke watertoets uitvoert, zullen vereiste aanpassingen de plannen altijd duurder maken. RainGain Behalve op het gebied van ruimtelijke ordening werken gemeenten en waterschappen steeds meer samen op onderzoeksgebied. Een mooi voorbeeld laat de gemeente Rotterdam zien met zijn bijdrage in het Europese project RainGain (www.raingain.eu). In dit project werken regionale overheden en universiteiten uit Londen, Parijs, Leuven en de TU Delft samen. Op het dak van het hoogste gebouw, Delftse Poort aan het Weena, is half oktober een zeer geavanceerde regenradar geplaatst. Bijzonder aan deze radar is vooral de nauwkeurigheid. De radar meet tot op een afstand van 30 km hoeveel water er op een oppervlak van 30 bij 30 meter valt. Daarmee kan de regenradar heel lokaal de neerslag voorspellen in de stad en het Rijnmondgebied. Omdat deze radar niet alleen regen, maar ook sneeuw ziet, krijgen gemeente en de provincies zo ook informatie om gladheid te bestrijden en op tijd strooiwagens de weg op te sturen.
De gemeente Rotterdam en de drie Rotterdamse waterschappen (Waterschap Hollandse Delta, het Hoogheemraadschap van Delfland en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard) passen de neerslaggegevens toe voor het slim inzetten van gemalen en waterbergingen, zoals de ondergrondse waterberging onder de Museumparkgarage of het waterplein Benthemplein. Belangrijkste doel is het voorkomen van wateroverlast. Mocht het noodzakelijk zijn, dan kunnen de waterschappen bij deze nauwkeurige voorspellingen hun bijdrage leveren door water uit het gebied te malen voordat de stortbui valt. Op die manier kan veel schoon regenwater worden vastgehouden, wat automatisch leidt tot een betere waterkwaliteit. Deze voortschrijdende kennis maakt het waterschap en het stedelijk waterbeheer robuuster. Zo zijn onze steden beter opgewassen tegen periodes van hevige neerslag en langdurige droogte, met minder wateroverlast en hittestress. Een win-winsituatie.
LOKAAL BESTUUR / WINTER 2015
3
‘We wennen aan het minderheidskabinet en de crisis is minder geworden, maar de VVD is nog net zo rechts...’
DIEDERIK SAMSOM DRIE JAAR Foto: Gerlo Beernink Fotografie / Hollandse Hoogte
Enkele weken na zijn aantreden als partijleider in 2012 sprak Lokaal Bestuur met Diederik Samsom. In september volgden succesvolle verkiezingen. De PvdA kreeg 38 zetels in de Tweede Kamer en werd coalitiepartner in een kabinet met de VVD. Maar er kwam ook kritiek: het linkse geluid wordt te weinig gehoord en van de 38 zetels in de Kamer zijn er in de huidige peilingen nog erg weinig over. Na ruim drie jaar is het tijd om Samsom opnieuw op te zoeken: wat is er terechtgekomen van zijn wensen en dromen van toen? Je verzuchtte in 2012 dat je nieuwe werk weliswaar heel erg leuk was, maar ook extreem druk. Is dat nog steeds zo? ‘Haha, ik kon toen totaal niet overzien dat het nog veel erger zou worden. Hoe je het ook wendt of keert, in een coalitie zitten vereist veel concentratie. We hebben een minderheid in de Eerste Kamer, een rechtse regeringspartner en zaten in een economische crisis. Dat vereist allemaal extra werk.’ Heb je nog vrije tijd? ‘In de weekenden gaat het nog wel. We wennen aan het minderheidskabinet, de crisis is minder geworden, alleen de VVD is nog net zo rechts...’
KIRSTEN VERDEL FREELANCE JOURNALIST
4
Het is een voor de hand liggende vraag, maar ik wil hem toch stellen: hoe vind je het beleidsmatig gaan na drie jaar kabinet? ‘Toen we aan deze kabinetsperiode begonnen, namen we ons voor om in ieder geval alles op alles te zetten om Nederland uit de economische kuil te laten klimmen waarin het gestort was. In de tweede helft van 2012, dus na ons eerste interview, kregen we het in heel Europa erg moeilijk. Ook in Nederland. En in het kabinet zaten we met twee partijen die verschillend dachten over de beste manier om uit die kuil te klimmen. Maar we wilden het wel samen doen. Inmiddels zijn we aan het opkrabbelen en
groeit onze economie harder dan in de andere Europese landen. Dus dat is in ieder geval gelukt. En al die vreselijke cijfers over werkloosheid, ongelijkheid en armoede die toenamen, zijn nu gedraaid. Maar de onderliggende problematiek bestaat nog steeds. We willen immers niet alleen een maatschappij waarin het economisch beter gaat, maar ook een maatschappij waarin de samenhang groter wordt, waarin we wat meer naar elkaar omkijken.’ Bas Heijne schreef onlangs in het NRC dat de huidige politici niet de essentie raken van wat Nederland nu nodig heeft: ‘Samenhang, samenleving, gemeenschap. Wat hebben wij in dit land met elkaar te maken? Wat zijn we elkaar verplicht? Wat zijn we elkaar verschuldigd? Dat zijn de grote vragen die het politieke establishment
stug blijft negeren', stelt hij. Ben je het hiermee eens? ‘Ik voel me niet aangesproken, juist omdát ik dat een van de belangrijkste vragen vind! Maar dat is niet het enige. Ik ben graag bereid de economie als verwaarloosbare factor opzij te zetten, maar dat is niet de realiteit. Als je werkloos raakt en geen vooruitzicht hebt op een baan, dan verstikt dat je bestaan en koop je weinig voor dergelijke ‘grote vragen’. Werk, een betaalbaar huis en goede zorg, dat is de basis. Tegelijkertijd denk ik wel dat we gemakzuchtig zijn geweest door te denken dat de samenhang in de samenleving zich laat betalen door economische groei.’ Het Van Waarde-verhaal gaat ook in op het realiseren van een samenleving waarin iedereen mee kan doen. Hoe breng je de principes en uitgangspunten hiervan zelf in de praktijk? ‘Om dat te kunnen realiseren, moeten we zaken in beweging zetten. De paradox daarbij is dat zodra je dingen in beweging zet, de onzekerheid bij mensen toeneemt. En in een situatie van onzekerheid zijn mensen juist eerder geneigd in zichzelf te kruipen dan de hand uit te steken naar anderen. De reflex van het menselijk lichaam gaat ook op voor een samenleving. Hervorming zorgt bijna de facto voor reacties van onrust en zorg. Daar zitten we nog middenin.’ In 2012 gaf je aan dat het een mogelijke valkuil voor je was om te ver voor de troepen uit te lopen. Terwijl het voor een partijleider toch belangrijk is dat mensen met je mee kunnen komen en achter je aan blijven
lopen. Momenteel lijkt de partij echter veel steun te zijn kwijtgeraakt. ‘De PvdA zelf is natuurlijk niet het doel, maar wel zo'n belangrijk middel dat het zorgen baart als het slecht gaat met de partij. Iedereen is het erover eens dat er, bijvoorbeeld in de zorg, iets moest veranderen. Uit de hand gelopen bureaucratie en zorgconglomeraten als Meavita dreigden ons te overspoelen. Iedereen is het ook wel eens over het eindpunt, de meest wenselijke situatie: kleinere zorgaanbieders die hun wortels in de buurt hebben en mensen waar mogelijk thuis zorg bieden. Maar de brug ertussen is doodeng. Je weet wat je loslaat, maar niet wat je terugkrijgt. Het is een beetje zoals ik was toen ik als klein jongetje over een sloot wilde springen: je weet niet zeker of je de andere oever haalt.’
De economie als verwaarloosbare factor opzij zetten, strookt niet met de realiteit In hoeverre zijn er mensen die de overkant nu niet halen? ‘Die mensen zijn er. Dat probleem zie je bijvoorbeeld bij de problematiek rond het persoonsgebonden budget (pgb). Het is vaak bijsturen, niemand heeft de wijsheid in pacht. Het bruggetje is smal en, eerlijk is eerlijk, dat komt ook omdat politici te lang hebben gewacht met ingrijpen. Deze verandering had tien jaar geleden ingezet moeten worden. Maar er is helaas gewacht tot het laatste moment, tot de motor
R LATER... Foto PvdA Flickr
Diederik Samsom op campagne voor de herindelingsverkiezingen in Den Bosch en Oss.
vastliep. En het werk dat we onder de motorkap verricht hebben, vertaalt zich in de praktijk nog niet altijd in een soepel rijdende auto.’ Is het ook een probleem dat VVD en PvdA beide iets anders willen? Om de vergelijking door te trekken: de VVD wil een snellere auto en de PvdA een milieuvriendelijkere? ‘De VVD is bij de meeste compromissen niet het grootste probleem geweest, de realiteit was dat veel vaker. De VVD wil ook dat de pgb's gewoon overgemaakt worden. We lopen vooral tegen een economische crisis, administratieve problemen en tien jaar achterstallig onderhoud aan. Dat geldt voor alle onderdelen van de verzorgingsstaat. We hebben daardoor meer haast dan comfortabel is. We koesteren de verzorgingsstaat, maar hebben te lang aangenomen dat we die konden blijven betalen met 3% groei. Die groei is sinds het begin van deze eeuw weg. Dus alles liep tegelijk vast: zorg, woningbouw, werkgelegenheid...’ Wat er onder de motorkap gebeurt, is redelijk onzichtbaar. Wat is je grote toekomstvisie voor de samenleving? ‘Ik wil een samenleving waar plek is voor iedereen. Ik snap dat mensen gefrustreerd zijn en ben het ermee eens dat de hervormingen veel praktische problemen opleveren en niet altijd snel genoeg gaan. Maar als ze stellen dat het niet de goede kant op gaat, ben ik het niet met ze eens. Er is straks minder armoede, meer werk en er is economische groei. Vanuit deze basis moeten we werk maken van samenhang in de samenleving.’
Is het niet heel kwetsbaar dat verbetering in die samenhang zo afhangt van de economische situatie? ‘Ja, maar het is wel de werkelijkheid.’ Wat zou je met de kennis van nu anders hebben gedaan bij de coalitie-onderhandelingen? ‘We zijn nu veel akkoorden aan het bijstellen. De realiteit is weerbarstig; soms moet ergens meer geld bij en soms worden doelstellingen gematigd, zoals de huurstijgingen uit het woonakkoord. Dat soort problemen kun je vooraf niet altijd voorzien, want dan hadden we ze natuurlijk toen meteen opgevangen. Maar per saldo zou er geen wezenlijk ander resultaat zijn geweest.’ Nog even terug naar die grote visie: in 2012 gaf je aan dat het creëren van een duurzame economie de belangrijkste opgave is voor de komende decennia. Maar de kolenbelasting wordt afgeschaft, het plaatsen van windmolens is op veel plaatsen lastig en de Nederlandse klimaatdoelstellingen voor 2020 zijn lager dan tussen 195 landen is afgesproken. ‘Met grotere ambities gaan we de eerste honderd meter niet sneller rijden. Wat vooral van belang is, is dat er weer beweging in het beleid komt. Het uitgangspunt voor duurzame energie was in 2012 slechts 4%. We zijn bezig met een inhaalslag. Het energiebeleid was niet zozeer te links of te rechts, het veranderde simpelweg te vaak. Dat is funest voor investeringen. Na jaren stilstand hebben we de zaak in beweging gebracht. We gaan vooruit, en wat mij betreft steeds sneller.’
Zetten ambitieuzere doelstellingen niet juist aan tot de nodige innovatie? ‘Ja, maar op de korte termijn, tot 2020, is dat niet te realiseren. We zetten nu in op het maximaal haalbare tot dat moment. Op wat langere termijn moeten onze kinderen aan de slag. Het is niet voor niets dat de overheidsuitgave op onderwijs de enige is die we fors hebben opgevoerd. Het neerzetten van windmolens is cruciaal. Maar het is nog belangrijker dat we ervoor zorgen dat onze kinderen slimmer worden dan wij, zodat zij nieuwe vormen van duurzame energie kunnen ontwikkelen.’
Het is gemak zuchtig te denken dat samenhang in de samenleving zich laat betalen door economische groei Een andere belangrijke doelstelling waar je in 2012 over sprak, was de wens om mensen te helpen die afhankelijk zijn van de sociale werkplaats, maar de Participatiewet stevent volgens velen af op een mislukking. ‘Als je het hebt over een economie waarin plek is voor iedereen, dan is het niet gek dat we ontzettend trots waren op de sociale werkvoorziening. Dat was ik ook, tot ik in Groningen aan drie jongens vroeg wat ze wilden worden. ‘Brandweerman, politieagent en Wedeka-medewerker', waren de antwoorden. Wedeka is in Stadskanaal de grootste
werkgever. Als je een economie creëert waarin je mensen alleen nog een plek kunt bieden omdat de sociale werkvoorziening de grootste werkgever is, dan doe je iets niet goed. Mensen moeten op de reguliere arbeidsmarkt mee kunnen draaien.’ In de praktijk worden er nog maar weinig participatiebanen gerealiseerd. ‘De cultuur van bedrijven moet veranderen. Dat gaat niet snel. We hebben gezegd: voor elke deur die in de sociale werkvoorziening dichtgaat, moet ergens anders een deur open. Vanuit Den Haag is deze cultuurverandering lastig te realiseren. Wij hebben alleen lompe middelen: een regeling, een wet, een heffing. Dat is niet efficiënt, maar wel effectief. De Quotumwet is daar natuurlijk een voorbeeld van. Maar let wel, veel bedrijven geven al het goede voorbeeld. Dat begint bijvoorbeeld met het in dienst nemen van een familielid met een beperking, maar dit moet nog verder uitgebreid worden. Ook een willekeurig ander iemand zou zo binnen moeten kunnen komen. Maar het kost tijd. En er is soms een dwingende hand voor nodig.’ Wat weinig tijd lijkt te kosten, is het overdragen van taken van het Rijk naar gemeenten. In 2012 gaf je aan dat de dominantie van het Rijk ten opzichte van gemeenten af zou moeten nemen naar gelang het aantal taken dat wordt overgeheveld. In de praktijk gaat dit gepaard met fors minder budget voor de gemeenten. Hoe zit dat? ‘Dat klopt, dat is niet handig maar wel noodzakelijk. De
snelheid en bezuinigingen zijn afgedwongen door de realiteit: we hebben de boel tien jaar laten versloffen en er is simpelweg minder geld beschikbaar.’ Over gemeenten gesproken, je hebt meegelopen met een wijkverpleegkundige. Wat neem je hiervan mee naar Den Haag? ‘Alles wat ik lees en hoor over de veranderingen in de zorg is natuurlijk leuk, maar pas als je zelf meeloopt voel je echt hoe het in elkaar zit. De noodzaak van wat er moest veranderen is pregnanter voor me geworden, maar ook de problemen. Wat ik gezien en gehoord heb, helpt mij om hier in Den Haag bij te sturen.’ Tot slot: je stelde in 2012 dat de PvdA over vijf jaar, dus bij de eerstkomende Kamerverkiezingen, de grootste partij van Nederland zou zijn. Is dat nog haalbaar? ‘Drie weken voor de vorige verkiezingen waren we de zevende partij van het land. Dus alles is mogelijk. Zolang we maar leveren op onze eigen waarden. Mijn grootste zorg op dit moment is dat we een samenleving dreigen te worden waarin niet voor iedereen een plek is. Als we het op zijn beloop laten, zoals onze coalitiepartner zou willen, krijg je een maatschappij waarin steeds minder mensen mee kunnen komen. Dat gaat wat mij betreft niet gebeuren!’
LOKAAL BESTUUR / WINTER 2015
5
BLIJF VAN ONZE POLITICI AF Foto: Nationale Beeldbank
Geweld, agressie en intimidatie aan het adres van lokale politici komt steeds vaker voor.
Autobranden, poederbrieven, fysiek geweld en intimidatie; iedereen heeft de verhalen en beelden op het nieuws voorbij zien komen. Het aantal bedreigde politici in Nederland neemt toe, evenals de zwaarte van de bedreigingen. Hoe ga je daar als volksvertegenwoordiger of bestuurder mee om? ‘Blijf altijd praten en luisteren. Probeer de echte reden van dergelijk gedrag te achterhalen’, zegt Yvonne Hagenaars (raadslid Rijswijk). Ook Marc Witteman (burgemeester Stichtse Vecht) en minister Ronald Plasterk geven hun visie.
Yvonne Hagenaars Raadslid Rijswijk Je bent recentelijk bedreigd, wat is er precies gebeurd? ‘Naar aanleiding van de komst van een azc hier in het dorp kreeg ik een handgeschreven envelop in de bus met daarin een onsmakelijke brief gericht aan mijn dochters. De brief bevatte de mededeling dat ik nog maar eens goed over dat azc moest nadenken, anders zou de briefschrijver mijn dochters een keer een bezoekje op school brengen.’
zelfs een tijdje een stalker gehad die ook wist waar mijn kinderen op school zaten. In de raadszaal ben ik eens doodgewenst en tijdens het flyeren voor een campagne zei iemand op een afstand van twee meter: "Ze moeten jou in de fik steken". De brief die we kregen paste wat dat betreft in het beeld dat kennelijk veel mensen de behoefte hebben dit soort dingen te doen. De buitenwereld was er meer door geschokt.’
Wat was je eerste gedachte? ‘Ik was er eigenlijk best nuchter onder. Weer zo'n gek, dacht ik. Ik ben al vaker bedreigd en ook in mijn omgeving hebben mensen te maken gehad met bedreigingen, zoals Joodse raadsleden in Amsterdam en Adri Duivesteijn die poederbrieven kreeg. Ik heb
Had je dat verwacht? ‘Nou, zo’n hevige storm aan media-aandacht had ik niet voorzien. Maar de brief is natuurlijk erg heftig. Je moet als volksvertegenwoordiger laten zien dat je niet zwicht voor dit soort vreemde bedreigingen. Dat is precies de reden dat ik de
KIRSTEN VERDEL FREELANCE JOURNALIST
6
inhoud publiekelijk bekend heb gemaakt. Ik vind dat het democratisch proces voor iedereen onverstoord en onbelemmerd moet verlopen. Dus bedreigingen moet je altijd melden. Dat wordt tegenwoordig overigens heel serieus opgepakt: er is zelfs een team Bedreigde Politici bij de politie. Zij zijn verantwoordelijk voor dit soort zaken en geven steun.’ Wat kun je collega-politici aanraden? ‘Raak niet in paniek. Probeer nuchter te kijken naar de motivatie van zo iemand. Meestal voelen deze mensen zich ongehoord en onbegrepen. En soms is het een verward persoon. In ieder geval maakt zo'n brief duidelijk dat je niet genoeg kunt blijven praten en luisteren. Zolang het mensen zijn met enige ratio is het behapbaar, als het om verwarde mensen gaat is het een ander verhaal. Maar dat weet je natuurlijk van tevoren niet. Alleen al daarom moet je altijd eerst aangifte doen. Zit bovendien nergens met je vingers aan, bel de politie en stel de burgemeester op de hoogte. Daar zijn overigens in iedere gemeente
Je moet als volksvertegen woordiger laten zien dat je niet zwicht voor dit soort vreemde bedreigingen protocollen voor. Als je die niet hebt, regel dit dan in je gemeente of provincie.’ Zit er verschil tussen beledigingen en bedreigingen? ‘Dat vind ik lastig, de lijn is soms
moeilijk te trekken. Bij duidelijke bedreigingen, ook al komt daar geen geweld aan te pas, moet je in ieder geval aangifte doen. Ook als het jou zelf niet zo heel erg shockeert. We moeten voortdurend duidelijk blijven maken dat bedreigingen niet kunnen. De redenering van dit soort types, dat politici niet luisteren, klopt bovendien niet. We luisteren wel, maar we zijn het niet met iedere boodschap eens. Dat is iets anders. Het mag natuurlijk nooit zo zijn dat degene met de grootste bek, de engste brieven of de grootste branden gelijk krijgt.’
Marc Witteman Burgemeester Stichtse Vecht In 2007, toen je nog wethouder was in Leiden, werd je bedreigd. Hoe ging je daarmee om? ‘Een ondernemer had opgeroepen een steen bij mij door de ramen te gooien. Eventuele boetes zou hij betalen. In eerste
instantie besloot ik geen aangifte te doen. Zijn advocaat verzekerde mij ervan dat de persoon in kwestie verkeerd was geciteerd. Later bleek dat de uitspraken wel degelijk gedaan waren. Toen er opnieuw dreigende uitspraken gedaan werden, heb ik alsnog
afgevaardigde Ronald Plasterk Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Er is recent veel nieuws over bedreigingen en intimidatie van politici. De leidraad Veilig Bestuur is begin november gelanceerd, was er daarvoor ook al beleid omtrent dit soort bedreigingen? ‘Jazeker, dat is het programma Veilige Publieke Taak, dat breder gaat dan alleen politici. Het programma richt zich op allerlei mensen die een publieke functie vervullen waarbij ze met agressie, geweld of bedreiging worden geconfronteerd, dus bijvoorbeeld ook ambulance- en baliemedewerkers. Voor iedereen gelden dezelfde adviezen.’
te doen. Dat zeg ik ook omdat we dat in de hele sector van publieke taken willen aanmoedigen. Als een baliemedewerkster wordt bedreigd, adviseren wij als politici om aangifte te doen. Dan moeten diezelfde politici wel het goede voorbeeld geven. Overigens: het OM stelt bij bedreigingen aan mensen met een publieke taak een hogere strafmaat.’
Als aangifte wordt gedaan, hoe moeten mensen dan omgaan met de mediadruk die kan ontstaan waardoor er eventueel vervolgbedreigingen kunnen komen vanuit een bredere groep? Hoe zien die adviezen eruit? Het is belangrijk ‘Die vraag is nu vooral relevant ‘Het begint ermee dat je binnen vanwege de vluchtelingenstroom. dat bedreigde je organisatie, bijvoorbeeld een Daarom hebben we een hulpeengemeente, van tevoren met elkaar politici zich heid vanuit het ministerie beschikafspreekt wat wel en niet accepta- gesteund voelen baar gesteld om lokale bestuurders bel is. Ook moet je proberen goede bij te staan met het organiseren werkafspraken te maken voor wanvan inspraak en betrokkenheid van neer zich een incident voordoet. En je moet altijd bewoners. Die eenheid helpt ook met de vraag hoe aangifte doen als er sprake is van een strafbaar feit, om te gaan met agressie en geweld. Daar kunnen ook al denk je misschien zelf dat je die bedreiging mensen altijd voor hulp aankloppen.’ niet zo serieus hoeft te nemen. Het is totaal onacceptabel dat mensen worden bedreigd. Iedereen Marc Witteman gaf aan dat pas na 2,5 jaar moet in volle vrijheid zijn of haar werk uit kunnen uitspraak kwam in een zaak die hij in zijn tijd oefenen.’ als wethouder had aangespannen tegen een ondernemer die hem bedreigde. Duurt het nog Wijs je lokale politici zelf ook op de mogelijksteeds zo lang? heden die er zijn voor ondersteuning? ‘De vaste lijn in het programma Veilige Publieke ‘Ik zit hier nu drie jaar en ik wijs elke nieuwe Taak is dat na aangifte informatieverstrekking en burgemeester op zijn of haar wettelijke verantterugkoppeling moet volgen. We zijn een aantal jaar woordelijkheid over integriteitsvraagstukken én op verder dan die casus, dus als het goed is, moet dat de verantwoordelijkheid op het gebied van veilige nu beter zijn. Er zijn ook afspraken gemaakt over publieke taken.’ effectieve en snelle afhandeling van zaken. Het is belangrijk dat bedreigde politici zich gesteund Sommige politici zeggen: ‘Ik besteed liever voelen. Het kan al snel erg dichtbij komen, bedreigeen aandacht aan mijn bedreiging, dan maak gingen raken mensen vaak in de persoonlijke sfeer. ik het alleen maar groter.’ En dat kan niet. Iedereen moet met zijn poten van ‘Dat ontraad ik dus echt. Het risico bestaat dat onze politici afblijven.’ mensen er aan gaan wennen en het normaal gaan vinden. Ik adviseer nadrukkelijk om wél aangifte
aangifte gedaan. Het Openbaar Ministerie en de politie haalden mij daar eigenlijk toe over.’ Hoe serieus nam je de dreigementen? ‘Zolang de agressie zich tegen mij richtte, kon ik er wel mee leven. Maar nu moest ik thuis aan de kinderen vertellen dat ze uit de buurt van de ramen moesten blijven. Dat heeft toch wel impact op je gemoedstoestand. Bovendien ga je je afvragen of je een volgende keer een andere beslissing zou nemen. Ik had en heb nog steeds het gevoel dat ik onafhankelijk ben in mijn beslissingen. Maar wanneer iemand je familie erbij betrekt, is dat wel de meest smerige manier van aandacht vragen en dreigen.’ Hoe serieus gingen de autoriteiten vervolgens met je aangifte om? ‘Het OM en de politie steunden me heel erg tot het moment dat ik aangifte deed. Maar daarna hoorde ik niets meer. Niemand hield me op de hoogte en als ik zelf informeerde, was het OM erg terughoudend. Het werd een slepende zaak. In augustus 2007 deed ik aangifte, ruim een jaar later werd de betreffende ondernemer veroordeeld tot drie maanden voorwaardelijk en 5000 euro geldboete. Hij ging in hoger beroep. Pas in februari 2010 volgde de uitspraak: vrijspraak! Dan voel je je behoorlijk in de steek gelaten.’ Je bent nu burgemeester. Zou je het op dezelfde manier aanpakken? ‘Ja, ik vind het ook echt een standaardprotocol. Zodra er sprake is van bedreiging moet je
aangifte doen. Sinds 2007 is er wel veel veranderd. Vooral in de periode ná een aangifte is er nu betere begeleiding. Maar als ik toen had geweten hoe het proces was verlopen, had ik misschien geen aangifte gedaan. Want kennelijk moest ik toen, gezien de uitspraak van de rechter, maar accepteren dat mensen een oproep mogen doen om je ramen in te gooien. Ik zou er nu in ieder geval niet meer over bloggen, wat ik toentertijd wel deed. Dan voed je de aandacht alleen maar en dat is juist waar dit soort figuren op uit is: publiciteit.’
Merk je aan collega-bestuurders dat ze moeite hebben met de vraag wel of geen aangifte te doen? ‘Zeker. Er zijn ook collega's die geen aangifte doen om ophef te vermijden. De gedachte dat het alleen maar een dreigement is en dat de daad toch niet bij het woord gevoegd zal worden, speelt dan op. Maar dat kun je nooit zeker weten. Als wij van inwoners verwachten dat ze aangifte doen bij bedreigingen, moeten we dat als bestuurders ook doen. In gelijke omstandigheden moet je gelijk acteren.’
Wanneer iemand je familie erbij betrekt, is dat wel de meest smerige manier van aandacht vragen en dreigen
Welke tip zou je collega's mee willen geven? ‘Het helpt als je dicht bij bewoners staat. Zorg dat ze hun verhaal altijd bij je kwijt kunnen, wees open en ga het gesprek aan. Dat kan helpen voorkomen dat mensen hun frustratie op een andere manier gaan uiten. Maar helaas kun je niet alles voorkomen.’
Hoe belangrijk is het dat er nu snellere en zwaardere uitspraken komen? ‘Heel belangrijk. Je moet je als bestuurder of volksvertegenwoordiger gesteund voelen. Het kabinet speelt daarin een belangrijke rol. Zij moeten duidelijk maken dat alle bedreigingen die je nu ziet in het kader van de vluchtelingendiscussie echt niet kunnen! Ik ben wel erg benieuwd of de wet ook werkelijk zo uitpakt dát er sneller en strenger gestraft wordt. Eerst zien dan geloven. En er moet zeker ook iemand zijn die met bedreigde politici meekijkt of zij nog wel een onafhankelijke rol kunnen vervullen. Daar moet je niet alleen voor staan.’
ALBERT DE VRIES LID PVDA-FRACTIE TWEEDE KAMER WOORDVOERDER WONEN, BOUWEN EN KRIMP
BESCHIKBAAR, BETAALBAAR & ZEGGENSCHAP Met de nieuwe Woningwet wordt wonen weer een zaak van gemeenten en bewoners. Maar voor we zover zijn, moeten er nog de nodige stappen gezet worden. Gemeenten moeten een analyse maken van de bestaande situatie en op basis daarvan een woonvisie opstellen. Wat is de kwaliteit en samenstelling van de woningvoorraad? Hoe ontwikkelt zich de vraag naar woonruimte? Hoe staat het met de beschikbaarheid en betaalbaarheid van de voorraad woningen voor mensen met een smalle beurs? Zijn er mogelijkheden voor de middeninkomens om een betaalbare woning te kopen of te verhuizen naar een middeldure huurwoning? Hoe zorg je voor slimme combinaties van wonen en zorg? Hoe regel je energiebesparing? Wat is de investeringscapaciteit van de woningcorporatie? Is er ook bereidheid van particuliere partijen tot investeren? Hoe geef je ruimte aan bewoners die samen verantwoordelijkheid willen nemen voor de bouw en/ of het beheer van woonruimte? Hoe faciliteer je particulier opdrachtgeverschap? Vele vragen die een mooie uitdaging vormen voor onze wethouders en raadsleden. Daarnaast is het belangrijk dat huurders ook echt de positie krijgen die ze in de wet is toebedeeld. Geef bewonerscommissies een plek, werk aan professionalisering van huurdersorganisaties en zorg voor duidelijke keuzes. Op basis daarvan kunnen bindende prestatieafspraken worden gemaakt met de corporaties. De vastgoedcrisis manifesteerde zich al in 2008, maar vorige kabinetten wilden hun handen niet branden aan de problemen op de woningmarkt. Het H-woord mocht niet genoemd worden en kritiek op corporaties was not done, terwijl er bij sommige corporaties heel rare dingen gebeurden. Bovendien waren ze veel te duur geworden. Zo liepen de kosten van de organisatie soms op tot wel 2000 euro per woning. Waar vorige kabinetten om de hete brei heenliepen, heeft dit kabinet doorgepakt en ingrijpend gesleuteld aan de woningmarkt. De hypotheekrenteaftrek wordt stapsgewijs afgebouwd. De corporaties gaan terug naar hun kerntaken en woningen worden weer passend toegewezen, zodat mensen met lagere inkomens niet in te dure woningen zitten. Daarnaast wordt de huurverhoging volgend jaar beperkt door de introductie van de huursombenadering. De basis voor een hernieuwd evenwicht op de woningmarkt is hiermee gelegd. Natuurlijk hebben deze ingrepen ook pijn gedaan. Corporaties klagen over de verhuurderheffing die zij moeten betalen en huurders zijn geconfronteerd met huurverhogingen. Gelukkig staat hier dankzij de Partij van de Arbeid een forse verhoging van de huurtoeslag tegenover én wordt er op steeds grotere schaal gewerkt aan energiebesparing. Hiermee voorkomen we dat woonlasten verder oplopen. 100.000 huurwoningen Het is pas kort geleden dat ik de portefeuille wonen mocht over nemen van Jacques Monasch. Bij de begrotingsbehandeling heb ik een plan gemaakt voor de bouw van 100.000 tijdelijke en betaalbare huurwoningen voor alle mensen die zo'n woning nodig hebben. Zo helpen we iedereen en voorkomen we dat er verdringing ontstaat, omdat statushouders met voorrang worden gehuisvest. Wethouders en raadsleden kunnen met dat plan aan de slag. Met dit plan zet ik ook in op de bouw van woningen voor middeninkomens. Bovendien moeten er voldoende levensloopbestendige woningen komen, zodat mensen die zorg of ondersteuning nodig hebben de regie over hun eigen leven kunnen blijven voeren. De PvdA moet weer bondgenoot worden van de corporaties, huurders en bewoners die zelf initiatieven willen nemen of in de knel zitten in de verenigingen van eigenaren. Beschikbaarheid, betaalbaarheid en zeggenschap, daar wil ik voor strijden!
REACTIES WELKOM Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk maandag 1 februari in ons bezit is, dan kunnen wij dat in het volgende nummer plaatsen. Ook alle andere kopij voor dat nummer moet maandag 1 februari binnen zijn. Je kunt je bijdrage sturen naar Leonie Wildeman, email:
[email protected]
LOKAAL BESTUUR / WINTER 2015
7
DRUK OP DE RESET-KNOP Foto’s: Bert Beelen
Ilco van der Linde: ‘Er zijn genoeg mensen te vangen voor een positief verhaal, mensen die ernaar hunkeren om met je mee te knokken.’
Op zaterdag 14 november was Amersfoort één groot rood bolwerk. Naast de Politieke Ledenraad en het VIP-festival vond hier ons eigen Festival van het Binnenlands Bestuur plaats. Een kleine 100 CLB-leden en andere geïnteresseerden togen naar het Oude Magazijn voor een dag vol inspiratie, hoop en energie. De Wibautlezing werd dit jaar gehouden door Ilco van der Linde. 'Deze openingsspeech wordt anders dan ik gisteren bedacht had', met deze woorden geeft voorzitter Leen Verbeek de aftrap van de negentiende editie van het Festival van het Binnenlands Bestuur. De avond voor het Festival vinden er dramatische aanslagen plaats in Parijs. Hij roept de aanwezige bestuurders en volksvertegenwoordigers op om elkaar vast te houden en moed te geven nu de samenleving steeds verder polariseert. ‘Weet dat je bij een partij hoort en dat je ook op die partij of partijgenoten mag leunen als je het moeilijk hebt. En, kijk om je heen, pak eens de telefoon als je hoort of ziet dat iemand het moeilijk heeft. Dat doen we te weinig, dus daar wil ik jullie echt toe oproepen!' Wibautlezing Er is maar één land, de aarde Er is maar één volk, de mensheid Er is maar één geloof, de liefde Met deze prachtige woorden van Floor Wibaut begint Ilco van der Linde (creator, ontwikkelaar, bedenker van Bevrijdingspop, dance4life en Masterpeace én oud-raadslid van Haarlem) de zestiende Wibautlezing. Woorden die ook in het licht van de gebeurtenissen in Parijs, nog altijd actueel zijn. Zijn verhaal gaat over veranderkracht en beweging. Hoe krijgen we de sociaaldemocratie weer in beweging, hoe moet de toekomstvisie van de PvdA eruit zien en hoe breng je die visie op een aansprekende manier over het voetlicht? Mensen willen geestdrift en verbondenheid voelen als ze op straat met PvdA'ers praten. Maar zijn we nog wel in staat om dit over te brengen? Een kort onderzoekje onder alle aanwezigen wijst
LEONIE WILDEMAN EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
8
uit dat ook zij, de voorhoede van de partij, het grotere, pakkende verhaal missen. Slechts 10% is ervan overtuigd dat de PvdA een overtuigende meerjarenvisie heeft waar mensen mee geraakt worden. De anderen 90% komt met rationele argumenten als hen gevraagd wordt wat zij de belangrijkste reden vinden om op de PvdA te stemmen. ‘Ze geven angst- en regentenargumenten, maar daar win je natuurlijk geen centimeter geestdrift mee.’ Voor ieder goed, pakkend en positief verhaal is ongeveer 50% van de samenleving te vangen. Benut deze mogelijkheden en de mensen die zich willen inzetten voor de positieve zaak. Geef ze een podium en zet ze in de spotlights. ‘Kijk niet langer lijdzaam toe hoe de sociaaldemocratie verbrokkelt. Druk op de reset-knop!' Wat volgt is een staande ovatie. Ilco weet de vinger op de zere plek te leggen, de PvdA is te veel een bestuurderspartij geworden. We moeten weer de straat op, ons aansluiten bij maatschappelijke bewegingen, positief naar de toekomst kijken en met vernieuwende ideeën de verschillende maatschappelijke thema's naar ons toetrekken. ‘We moeten ons verweren tegen passiviteit en het idee dat het ons allemaal maar overkomt', is een van de reacties uit het publiek. Of, zoals Ilco het aan het einde van zijn Wibautlezing zei: ‘Wake-up! Alles wat leeft beweegt.’ Deelsessies Met veel nieuwe inspiratie wordt er ’s middags nagedacht over de toekomstvisies op verschillende onderwerpen. Een van de onderwerpen is arbeid. Hoe ziet arbeid in de toekomst eruit? Is er nog wel genoeg werk? Of moeten we betaalde arbeid niet langer zien als de ultieme vorm van emancipatie? In een oude treinwagon gaat het gesprek over de duurzame gemeente van de toekomst. Moet je je als politiek wel met dergelijke initiatieven bemoeien? De eindconclusie van gespreksleider Martien Louwers (Arnhem) is dat je als gemeente vooral moet faciliteren, maar je niet
te veel moet bemoeien met burgerinitiatieven. En hoe zorg je ervoor dat alle wijken meekomen als het gaat om duurzaamheid? ‘Ook daarover hebben wij voldoende ideeën', zeggen de initiatiefnemers, ‘maar we moeten het wel samen doen. Dus ga het gesprek met ons aan!' In de laatste sessie wordt nagedacht over de sociaal democratische beweging van morgen. Het begint met een ronde waarin alle deelnemers aangeven wat er mee moet in de sociaaldemocratische beweging van morgen en wat er absoluut in de prullenbak mag. De positiviteit vliegt je in deze sessie om de oren. De sociaaldemocratische beweging van morgen moet optimistisch zijn en onderscheidend, mensen verbinden en tot actie aanzetten, maar tegelijkertijd moeten we ook trots zijn op wat we al bereikt hebben. Ook het woord respect komt veelvuldig om de hoek kijken. Wordt dit het centrale woord voor een nieuwe sociaaldemocratische beweging? Ronald Plasterk moet door de gebeurtenissen in Parijs verstek laten gaan. Daarvoor in de plaats wordt er met Ilco van der Linde, Theo Huibers (arbeid), Martien Louwers (duurzaamheid) en Mädi Cleerdin (sociaal democratische beweging van morgen) teruggekeken op de verschillende sessies. Wat is er gedaan, welke conclusies zijn er getrokken en wat kunnen de andere aanwezigen hierover leren? Mädi houdt een gloedvol, fris en inspirerend betoog over respect en hoe wij respect in de praktijk van alledag kunnen tonen. Hou dit optimisme, de inspiratie en frisheid vast! Ook als bestuurdersvereniging gaan we daar onze uiterste best voor doen. Want er is nog een wereld te winnen! De Wibautlezing van Ilco van der Linde ontvang je halverwege december in de brievenbus.
Nieske Ketelaar (Smallingerland) reageert op de Wibautlezing.
Hoe ziet de sociaaldemocratische partij van de toekomst eruit?
Met Mariëtte Hamer (SER) en Turgay Tankir (Nijmegen) in gesprek over arbeid in de toekomst.
CLB-voorzitter Leen Verbeek: ‘Hou optimisme en frisheid vast.’
LOKAAL BESTUUR / WINTER 2015
9
‘Als het om waarden gaat, voel ik mij nog steeds een kleinzoon van Joop den Uyl'
‘In de praktijk vind ik het lastig om handen en voeten te geven aan het begrip verheffing’
HOU DE POLITIEK IN DE WETHOUDER Foto's: Jurjen Sietsema
v.l.n.r. Jan Jaap Kolkman, Johan Kruithof,
Professionalisering van het ambt, depolitisering en waardengedreven wethouder schap. Het Centrum voor Lokaal Bestuur nodigde begin november enkele wethouders uit om over deze onderwerpen met elkaar in gesprek te gaan. Aan tafel zaten Nieske Ketelaar (Smallingerland), Jan Jaap Kolkman (Deventer), Johan Kruithof (Apeldoorn), Ronald Vennik (Velsen) en Jacqueline Kalk (secretaris CLB). Het gesprek vormt de opmaat voor een breder onderzoek naar het onderscheidend vermogen van PvdA-wethouders dat het CLB in 2016 zal uitvoeren. De depolitisering van het wethoudersambt begint steeds duidelijkere vormen aan te nemen. Gemeenten als Hellendoorn en Heerlen hebben wethouders die hun werk doen voor meerdere partijen en in enkele andere gemeenten zijn wethouders actief die niet partijgebonden zijn en soms niet eens in de betreffende gemeente wonen. Er is zelfs nog een derde variant in de maak waarbij één wethouder voor meerdere gemeenten werkt. Maar, kun je eigenlijk wel waardengedreven zijn als je niet lokaal geworteld bent of als je wethouder bent voor meerdere partijen? En hoe ziet de waardengedreven wethouder er eigenlijk uit? Hoe manifesteert hij of zij zich? Twee PvdAwethouders (Ronald Vennik en Hans Adriani) stelden onlangs, op verzoek van het CLB-bestuur, een manifest op waarin ze alle sociaaldemocratische volksvertegenwoordigers en bestuurders oproepen om het idee van de politiek geëngageerde en lokaal verankerde, waardengedreven wethouder te ondersteunen. ‘Hou de politiek in de wethouder!’ JURJEN SIETSEMA FREELANCE JOURNALIST
10
Drijfveren Ronald: ‘Het manifest dat Hans en ik geschreven hebben, sluit aan bij het Van Waarde-verhaal. Dat verhaal moet de rode draad worden in ons handelen. Het is een goed hulpmiddel voor lokale PvdA-politici om voor zichzelf een lijn uit te zetten. Hoe kijk je naar bepaalde zaken en hoe wil je hiermee omgaan? Als je echt in de geest van Van Waarde een gemeente wilt besturen en politiek wilt bedrijven, dan past daar geen bedrijfskundige politicus bij die op een zakelijke manier de boel runt. Soms is het misschien het verwachtingspatroon van de gemeente, maar geef daar niet aan toe! Breng het PvdA-geluid over het voetlicht, zodat de samenleving ziet dat wij op de juiste manier het verschil maken.’ Jan Jaap: ‘Laatst kreeg ik tijdens een discussie de vraag wat nu eigenlijk mijn drijfveren zijn. Ik had een duidelijk antwoord: maatschappelijke participatie, sociale stijging en emancipatie. Als norm vind ik die drie erg belangrijk. In de afgelopen 20 à 30 jaar is het meritocratische karakter van onze samenleving sterk veranderd. De netwerken waarin mensen zich begeven zijn
verstard. Zo’n 70% van de bevolking heeft geen contact meer met de andere 30% en andersom. De doorstroming is voor een deel gestold. Netwerken sluiten niet meer op elkaar aan waardoor er karikatuurbeelden ontstaan van de andere groep. Het organiseren van verbinding vind ik een van onze belangrijkste opdrachten.’ Johan: ‘Jan Jaap heeft het over sociale stijging. Misschien ben ik ouderwets, maar ik noem het toch nog steeds liever verheffing. In de praktijk vind ik het lastig om daar handen en voeten aan te geven.’ Ronald: ‘Daar zitten lokaal inderdaad nogal wat haken en ogen aan. Denk bijvoorbeeld aan de muziekschool of het kunstencentrum. Die heb je om mensen op een laagdrempelige manier de gelegenheid te geven om aan kunst en cultuur te doen. Tegelijkertijd zie je dat er allerlei mensen lessen volgen die dat prima zelf kunnen betalen, terwijl de mensen die je er echt mee wilt bereiken om de een of andere reden op één hand te tellen zijn. De vraag is op een gegeven moment hoeveel geld je nog wilt steken in een organisatie die niet kan waarmaken wat je hoopte te bereiken. Als we het hebben
over de emancipatie van arbeiders en of die is voltooid, dan zie ik tegenwoordig arbeiders die ervoor kiezen om voor 60 euro naar De Toppers te gaan in plaats van naar de schouwburg voor 35 euro. In dat opzicht is het misschien voltooid, maar in ieder tijdsgewricht blijf je natuurlijk mensen houden die overal buiten vallen. Het is onze verantwoordelijkheid om erachter te komen welke mensen dit zijn en wat we kunnen doen. Dat is voor mij een belangrijke drijfveer.’ Nieske: ‘Wat mij betreft moet je constant zoeken naar een evenwicht tussen paternalisme en mensen zelf verantwoordelijkheid geven. Ik vind het belangrijk dat al onze 55.000 inwoners van kunst en cultuur kunnen genieten en het zelf kunnen maken of doen. Net als dat voor sport geldt. Daar investeer je als lokale overheid in. Wat ik dan sociaaldemocratisch van waarde vind, is dat je daarbij kijkt of het niet alleen bereikbaar is voor de happy few. Het moet ook bereikbaar zijn voor die groep inwoners die, als wij er met zijn allen niet een beetje om denken, volledig aan de kant blijft staan. Met name jongeren of kinderen kunnen door deze mogelijkheden op een
goede manier worden aangesproken op het ontwikkelen van hun talenten of kansen.’ PvdA vs. D66 Jacqueline: ‘Wat is op dit moment het meest kenmerkende verschil tussen jou als PvdAwethouder en je collega van bijvoorbeeld D66?’ Nieske: ‘Ik zit er veel meer bovenop dat zaken laagdrempelig blijven. Dat betekent een goed aanbod, een goed vestigingsklimaat maar ook een goed verenigingsleven en stimuleringsregelingen om kinderen in een armoedesituatie toch naar bijvoorbeeld muziekles of sport toe te laten gaan.’ Johan: ‘Rondom minimabeleid heb je de nodige knoppen waar je als wethouder aan kunt draaien. Ik vind dat we dat ook royaal moeten doen. Tegelijkertijd merk ik bij mijzelf de neiging om cultuur met een kleine c een duwtje te geven richting cultuur met een grote C. Ik vind het belangrijk om mijn eigen waarden kritisch te blijven onderzoeken.’ Ronald: ‘Hoe vul je dit concreet in? De gemeentelijke invloed op onderwijs is bijvoorbeeld erg klein. Hoe doe jij dat anders dan de D66-wethouder?’ Johan: ‘Op een paar manieren. Je kunt als wethouder het onderwerp voortdurend agenderen. Daar is best veel ruimte voor. Bijvoorbeeld door te hameren op specifieke vormen van onderwijs zoals techniekonderwijs voor meiden of onderwijs over radicalisering. Bovendien probeer ik elke vrijdagmorgen les te geven op het mbo om de binding met dat onderwijs overeind te houden. Ik vind dat belangrijk voor ons als centrum-
‘Ik zoek mijn professionaliteit niet uitsluitend binnen de partij'
‘Als je echt in de geest van Van Waarde politiek wilt bedrijven, past daar geen bedrijfskundige politicus bij’
Jacqueline Kalk, Ronald Vennik en Nieske Ketelaar
gemeente. Maar ook op een dossier als voortijdig schoolverlaten kun je zichtbaarheid organiseren. Ik vind het heel belangrijk om onderwijs, terwijl dat maar voor een klein deel van ons als gemeente is, toch groot te maken. Het is ons onderwijs, voor onze kinderen en het gaat over onze toekomstverwachtingen voor die kinderen.’ Ronald: ‘Hoe zou die D66’er daar anders in acteren?’ Johan: ‘Die discussie begint al met de keuze die je maakt om vooral energie te steken in excellentie of in het creëren van gelijkheid en gelijkwaardige kansen. Zet je een integraal kindcentrum neer of een nieuw gymnasium? Ik kies voor een integraal kindcentrum. Dat zijn wezenlijk andere keuzes dan een D66-wethouder maakt.’ Technocraat De wethouder die voor meerdere gemeenten of partijen werkt wordt ingebracht. Wat vinden de gespreksdeelnemers van dit voorstel? Johan: ‘Dat vind ik bijna ondenkbaar.’ Ronald: ‘Een gesprek als dit zou dan onmogelijk zijn. Je werkt in een college vanuit verschillende politieke kleuren en vanuit respect. Je politieke waarden moeten naar voren kunnen komen. Een collega-wethouder zal zich altijd afvragen wat ik van een onderwerp vind.’ Johan: ‘Elke lokale binding is weg.’ Ronald: ‘Dan zit er een technocraat tegenover de raad die toch al moeite heeft om zich te profileren.’ Johan: ‘Eigenlijk zou je het als experiment gewoon eens moeten
uitproberen om te laten zien hoe fout het is.’ Jan Jaap: ‘Maar mochten we dit ooit gaan doen, dan moet het Van Waarde-verhaal het uitgangspunt blijven. In de waardengedreven samenleving, moet de PvdAwethouder echt het verschil maken. En omdat we het verschil maken, hebben we er alle belang bij om technocratie te bestrijden. Daar ligt wat mij betreft de essentie. Waarom? Omdat ik geloof in onze aanpak. Wij hebben een visie. Eerst de mens, dan de financiën.’ Ronald: ‘Ik ben wethouder financiën geweest en ik weet dat ik niet altijd zo in die discussie zat. Het is natuurlijk het verdelen van schaarste wat je doet. Je kunt wel zeggen dat het niet financieel gestuurd is, maar het zijn schaarstevraagstukken waar je continu keuzes in moet maken. Vervolgens bepalen je waarden hoe je die schaarste eerlijk verdeelt. Zoals je ook ziet bij de decentralisaties.’ Nieske: ‘Als PvdA zijn we vanaf het begin voor de decentralisaties geweest. We wilden het sociale domein juist naar de lokale politiek verplaatsen, omdat je als lokale politicus je wortels in de samenleving hebt en weet wat er speelt. Dat er nu een wetsvoorstel gemaakt moet worden om bepaalde zaken weer centraal te oormerken, staat hier natuurlijk haaks op!’ Johan: ‘Als je het sociaal domein lokaal regelt dan moet ook de politiek van Den Haag naar de gemeente verschuiven. Anders wordt de politieke discussie in Den Haag gevoerd en zou een technocraat het in een gemeente uitvoeren. Dan wordt het allemaal erg vreemd. Stop dan ook
maar met verkiezingen, zou ik zeggen, en zet maar managers neer.’ Jacqueline: ‘De politieke discussie wordt natuurlijk nog voor het grootste deel in Den Haag gevoerd.’ Johan: ‘Wat mij betreft nog te veel. Als je niet oppast, ben je als gemeente straks niet meer dan een uitvoeringsloket en moet je alleen maar bezuinigingen doorvoeren.’ Jan Jaap: ‘Je kunt je afvragen hoe het dan nog zit met je democratische legitimatie.’ Politiekloos Jacqueline: ‘Als je kijkt naar de ontwikkelingen op het gebied van democratische vernieuwing, dan is dat allemaal vrij politiekloos. Denk bijvoorbeeld aan de Democratic Challenge of de D1000 van het programma Lokale Democratie in Beweging. Hoe kijken jullie daar tegenaan?’ Ronald: ‘Ik geloof niet zo in dat soort bewegingen. Ik denk dat mensen wel in beweging komen als ze het gevoel hebben dat iets betekenisvol voor hen is.’ Jan Jaap: ‘Wij zijn een van de zes gemeenten die met ‘Werkplaats MaakdeBuurt’ van Niesco Dubbelboer (oud-Kamerlid en mede-initiatiefnemer Nieuwe Democratie, red.) in de weer zijn. Het is geïnitieerd door Ronald Plasterk. Die is bezig met een soort bottom-up beweging.’ Jacqueline: ‘Maar dat hebben jullie, met de Deventer wijkaanpak, toch allang?’ Jan Jaap: ‘Ja, maar dit kan nog verbeterd worden. We hebben nu bijvoorbeeld een groep mensen die een stuk grond hebben gekocht met behulp van crowdfunding. Er lag een woonbestem-
ming op vanuit een corporatie maar nu wordt het een speeltuin. Ze hebben 50.000 euro opgehaald en de corporatie doet er de boekwaarde, nog eens 50.000 euro, bij.’ Nieske: ‘Wij zijn bezig met een woonwijk waar mensen zelf meedenken over hoe hun wijk eruit komt te zien. En op een van onze industrieterreinen is een bedrijvenvereniging opgericht die zelf plannen mag maken. Maar dit wil niet zeggen dat wij helemaal niets meer doen. Als overheid hebben we natuurlijk ook ideeën over wat we wel of niet willen toestaan. Je hebt een aantal randvoorwaarden vanuit je maatschappijvisie en vanuit je politieke visie. Daarmee sla je de piketpaaltjes waarbinnen de plannen zich moet bewegen. Daar moet je ook helder over zijn, vind ik. Het is niet: u vraagt, wij draaien.’ Johan: ‘Die maatschappijvisie en die politieke visie is één, maar ik verbeeld mij dat ik ook een soort innerlijke drijfveer heb die past bij de sociaaldemocratie. Ik heb van mijn ouders mee gekregen dat als je één mens redt, je de hele wereld redt. Of dat specifiek sociaaldemocratisch is weet ik niet, maar ik voel me er wel heel goed bij en kan dit in mijn ambt heel goed kwijt.’ Nieske: ‘Wil je waardengedreven wethouder zijn dan moet je dergelijke persoonlijke drijfveren hebben.’ Jan Jaap: ‘Ik heb in Deventer gezegd; als je vindt dat ik niet het verschil kan maken, moet je direct afscheid van me nemen.’ Jacqueline: ‘Vanuit bijvoorbeeld de wethoudersvereniging wordt de nadruk gelegd op het
verder professionaliseren van het wethouderschap. Wat vinden jullie daarvan?’ Nieske: ‘Er is niks mis mee om het wethouderschap te professionaliseren.’ Jacqueline: ‘Zijn jullie dan niet professioneel genoeg?’ Nieske: ‘Ik zoek mijn professionaliteit niet uitsluitend binnen de partij.’ Jan Jaap: ‘Terecht!’ Nieske: ‘Ik vind dat ik een goede bestuurder ben omdat ik niet werk vanuit de gedachte dat ik het allemaal wel weet. Als ik dat zou doen, sta ik via een bananenschil binnen drie jaar weer buiten. Professionaliteit is zeker belangrijk voor bestuurders. Je moet natuurlijk wel wat in je mars hebben om een gemeente te kunnen runnen. Je moet beschikken over een goede portie boerenverstand en gedreven zijn om je partij-idealen in een bestuurlijke omgeving werkelijkheid te maken. Bovendien moet een waardengedreven bestuurder een goede kijk op zichzelf hebben en openstaan voor feedback op zijn of haar handelen.’ Jan Jaap: ‘Wat ook belangrijk is, is dat je weet hoe je het ambtelijke en bestuurlijke spel speelt. Dat is belangrijk om je doel te bereiken. Dat je de mechanismen snel door hebt. Daarbij is een politieke partij verantwoordelijk voor het zoeken en inzetten van de juiste mensen. Een wethoudersvereniging is dan irrelevant, omdat een wethouder per definitie een politiek bestuurder is. En als het om waarden gaat, voel ik mij nog steeds een kleinzoon van Joop den Uyl.’
LOKAAL BESTUUR / WINTER 2015
11
ELF BURGEMEESTERS IN NEGEN MAANDEN Foto: Nationale Beeldbank
Dat er een aantal burgemeesters vroegtijdig zijn vertrokken wil nog niet zeggen dat er iets mis is met de hele beroepsgroep, aldus Leen Verbeek.
In de eerste drie kwartalen van dit jaar zijn elf burgemeesters vroegtijdig vertrokken. Een recordaantal, aldus de Volkskrant. Volgens het bijbehorende artikel ligt de oorzaak veelal bij een verziekte bestuurscultuur in de raad. Die cultuur wordt voornamelijk veroorzaakt door het teruglopen van de kwaliteit van de raadsleden, kleinere raadsfracties en soms meerdere afsplitsingen waardoor de profileringsdrang toeneemt. En er komen steeds meer raadsleden met een kort lontje; raadsleden die niet kunnen verkroppen dat de meerderheid iets anders wil dan zij. Hoe ziet Leen Verbeek, Commissaris van de koning in Flevoland én voorzitter van het Centrum voor Lokaal Bestuur, deze problemen? En hoe kijkt hij aan tegen de ideeën van zijn collega Johan Remkes om de commissarissen meer mogelijkheden te geven tot ingrijpen? Lokaal Bestuur vroeg Verbeek om een reactie.
JAN CHRIS DE BOER FREELANCE JOURNALIST
12
Elf burgemeesters die vroegtijdig opstapten, Leen Verbeek kijkt er niet van op. ‘Nee, ik schrok niet van het getal. Elf op bijna vierhonderd gemeenten; dat betekent dat het in heel veel gevallen gewoon goed gaat. Er is volgens mij niets mis met onze burgemeesters. Als er een journalist wegens plagiaat wordt ontslagen, is die hele beroepsgroep toch ook niet verdacht?’ In Flevoland zijn er geen problemen met burgemeesters, zegt Verbeek. Maar de provincie telt ook maar zes gemeenten, dat scheelt. ‘Maar het burgemeestersambt wordt wel steeds zwaarder. Kijk alleen maar naar het huidige vluchtelingendebat. Voor commissarissen geldt dit ook. Ik heb mij onlangs positief uitgesproken over de komst en de huisvesting van vluchtelingen. Nou, dan krijg je wat over je heen! Gescheld en boze mails. Zo’n standpunt roept een hoop agressie op. De mentale werkdruk van de burgemeester neemt toe en dan kan het zijn dat er een moment komt waarop je je afvraagt: vind ik het nog wel leuk?’ Volle emmer Een verziekte bestuurscultuur wordt veelal genoemd als reden voor het opstappen van de burgemeesters. Aan de basis van zo’n cultuur liggen conflicten. Hoe moeten burgemeesters daarmee omgaan? ‘Je moet eerst achterhalen wat voor soort conflict het is. Er zijn in het algemeen twee mogelijkheden: een variant waarbij beide partijen een beetje gelijk hebben en een variant waarbij één partij duidelijk fout zit. In dat laatste geval is er sprake van een autoriteitsprobleem. Raadsleden erkennen hun minderheid niet
en daarmee erkennen ze dus ook de democratie niet. Er wordt geknaagd aan de wortels van de democratie. Dat zie je bij Wilders ook. Zelfs met 37 zetels in de peilingen vormt hij nog steeds een minderheid in de Tweede Kamer, maar dat erkent hij niet.’
Als commissaris moet je nieuwe raadsverkiezingen kunnen uitschrij ven als je denkt: met deze raad wordt het niets Verbeek schetst de situatie waarin de burgemeesters zich nu bevinden: ‘Een burgemeester moet met spanningen, die er in toenemende mate zijn, kunnen omgaan. Dit zie ik in mijn eigen functie ook. Je moet een nestorrol spelen. Als je dat onvoldoende beheerst, kom je in de problemen. En dan is tegenwoordig de emmer al snel vol. Sterk in je schoenen Maar er is iets dat veel erger is. De infiltratie van criminaliteit in de gemeenteraad, zoals dat bijvoorbeeld in Limburg en Noord-Brabant gebeurt. Controles op mogelijke criminele activiteiten worden daar, onder druk, niet meer altijd uitgevoerd. Dan heb je een ernstig probleem. Als burgemeester moet je heel sterk in je schoenen staan om die controles dan alsnog te laten uitvoeren. En dan loop je ook nog het risico dat de raad de burgemeester wegstuurt. In dit voorbeeld beloon je dan dus het gedrag van de raad. Ik steun het idee van mijn collega
in de keuken van BESTUURDERSVERENIGINGEN Het Centrum voor Lokaal Bestuur maakt zich al langere tijd zorgen over de depolitiseringstrend zoals we die zien in programma’s als Democratic Challenge en Aanzien van het Ambt. Bij dergelijke projecten worden belangengroepen zoals bijvoorbeeld de wethoudersverenging, VNG en Raadslid.Nu wél betrokken, maar politieke partijen niet. Terwijl er steeds gesproken wordt over de noodzaak tot verdere professionalisering van wethouders en raadsleden, zijn de budgetten voor scholing geschrapt en mogen de fractiebudgetten niet langer voor partijpolitieke scholing gebruikt worden. Het CLB heeft daarom, in samenwerking met de ChristenUnie, een overleg met de overige bestuurdersverenigingen geëntameerd. Ook de andere bestuurdersverenigingen vinden dit een ongewenste ontwikkeling. In de agendering hiervan trekken wij daarom samen op. Wil je meer informatie over dit overleg, dan kun je mailen naar
[email protected] JAN PIETER VERMEULEN FRACTIEVOORZITTER SINT-MICHIELSGESTEL
NIEUWE REDACTIELEDEN LOKAAL BESTUUR De redactie van Lokaal Bestuur is de afgelopen tijd gewijzigd. We hebben niet alleen afscheid genomen van eindredacteur Jan de Roos, maar ook van drie gewaardeerde redactieleden. Cathrijn Haubrich en Ruud Fokkens, beiden redactielid sinds 2011, stelden zich bij de verkiezingen voor de waterschappen en Provinciale Staten in maart van dit jaar niet opnieuw verkiesbaar. Lobke Zandstra nam na acht jaar afscheid van de redactie. We willen allen bedanken voor hun ervaringen, verfrissende ideeën en kritische geluiden in de afgelopen jaren. Onze zoektocht naar opvolgers heeft twee nieuwkomers opgeleverd: Bea de Buisonjé, AB-lid waterschap Amstel, Gooi en Vecht
Louis de la Combé, fractievoorzitter Amersfoort We zijn nog op zoek naar een Statenlid die onze redactie wil komen versterken. De redactie bestaat verder uit: Maarten Divendal (burgemeester De Ronde Venen) Manon Fokke (Tweede Kamerlid) Aukelien Jellema (Statenlid Noord-Holland, voorzitter) Jacqueline Kalk (secretaris CLB) Antoine van Lune (burgerraadslid Maastricht) Leonie Wildeman (eindredacteur)
Remkes (Commissaris van de koning in Noord-Holland, red.) dan ook om commissarissen de mogelijkheid te geven de raad te overrulen. Dat zij het raadsbesluit, om de burgemeester weg te sturen, (gemotiveerd) naast zich neer kunnen leggen. Daarnaast vind ik dat je als Commissaris van de koning nieuwe raadsverkiezingen moet kunnen uitschrijven als je denkt: met deze raad wordt het niets. En je hebt natuurlijk de mogelijkheid om een waarnemer, een probleemoplosser, te sturen wanneer je denkt dat de raad de burgemeester ten onrechte heeft weggestuurd. Die moet dan het pad effenen voor een nieuwe burgemeester.’ Grijze compromissen Verbeek voorziet dat de conflicten in de toekomst alleen maar zullen toenemen: ‘De decentralisaties spelen nu nog geen rol bij het opstappen van burgemeesters, maar dat zou in de toekomst best kunnen gebeuren. Vroeger kon je als ambtenaar sociale zaken
bij klachten zeggen: ik voer uit wat het Rijk mij opdraagt. Daar kom je nu niet meer mee weg. De gemeente is nu natuurlijk voor veel meer beleid zelf verantwoordelijk. Daar zouden dus best eens conflicten over kunnen komen. Verder zie je het politieke landschap versnipperen. Er zijn steeds meer partijen nodig om een coalitie te vormen, waardoor je grijze compromissen krijgt. Dat leidt vervolgens bij sommige partijen weer tot profileringsdrang. En je hebt natuurlijk one-issuepartijen, zoals bijvoorbeeld de Partij voor de IJsbaan in Zaanstad in de vorige raadsperiode. Dergelijke partijen kun je misschien maar beter als een gimmick beschouwen. Het heeft iets primitiefs en dat komt de kwaliteit van het raadswerk niet ten goede. Die partijen moeten ook beslissingen nemen over bijvoorbeeld het gemeentelijk grondbedrijf, terwijl ze daar waarschijnlijk nooit over nagedacht hebben.’
’S-HERTOGENBOSCH Het is dinsdag 13 oktober als ik tegen zeven uur ’s avonds van mijn werk naar het Bossche stadhuis fiets. Ik heb hier acht jaar gewoond, maar ben nog nooit in de raadszaal geweest. Waarom zou ik? Maar na vijf jaar raadslidmaatschap in Sint-Michielsgestel (ook wel liefkozend Gestel genoemd) ben ik toch erg nieuwsgierig hoe het er bij de buren aan toegaat. Begin dit jaar werd in onze gemeenteraad besloten dat we vanaf januari 2016 ambtelijk gaan fuseren met Boxtel. De PvdA-fractie wilde een referendum: ambtelijk fuseren met Boxtel óf bestuurlijk fuseren met Den Bosch. De motie die we hiervoor indienden werd met 20 tegen 1 verworpen. Met dit uitstapje naar de gemeenteraad van Den Bosch kan ik me dan toch een voorstelling maken hoe het er vanaf januari 2016 ook uit had kunnen zien. De agenda van deze vergadering blijkt beperkt, een mooie gelegenheid om de vorm te beschouwen. De zaal in Den Bosch is in vergelijking met die van ons groter, massaler en afstandelijker ingericht. Onze raadsleden zitten in twee vleugels gericht naar het publiek en naar elkaar. De burgemeester als voorzitter tussen de vleugels, het college daarachter. In het Bossche stadhuis zitten de raadsleden ook in twee vleugels tegenover elkaar, maar ze richten zich vooral op het college en veel minder op het publiek dat over de volle breedte tegen de achterwand zit. Het grootste deel van het publiek zit trouwens op het balkon. Omdat ik zelf in de zaal zit, zie ik pas wie er boven mij zitten als ik in de rij sta om de hand te schudden van partijgenoot Jeroen Weyers die afscheid neemt als raadslid. Op de tribune boven blijken veel mensen te zitten van de Sociale Werkplaats. Kennelijk zijn ze opgetrommeld door de SP, terwijl het onderwerp niet eens op de agenda staat. Bij de ingekomen stukken vraagt de SP nog wel aandacht voor het CAO-overleg met de SW-bedrijven, maar hiervoor blijkt in deze vergadering geen ruimte. Vreemd dat deze mensen toch aanwezig zijn. Of wil de SP alleen dat de SW’ers gezien worden? Dat kan natuurlijk ook. Het wordt mij niet helemaal duidelijk. Ik vind het bijzonder om te merken dat het publiek tijdens de raadsvergadering geen spreekrecht heeft. Later begrijp ik pas dat er omwille van de tijd voor gekozen is om het inspreken tijdens de commissievergaderingen te laten plaatsvinden. Dat werkt bij ons toch anders. De linkse partijen zijn in Den Bosch rijk bedeeld. Er zijn elf linkse raadsleden. Ze zijn weliswaar verdeeld over vier partijen, maar toch een mooi aantal. Waar ik in de Gestelse raad alleen zit als PvdA’er, hebben we hier vier raadsleden. Er zitten drie lokale partijen in de gemeenteraad die samen dertien zetels hebben, één minder dan de drie lokale partijen in Sint-Michielsgestel. De Bossche VVD, CDA en D66, zijn met ieder vijf zetels de grootste partijen. Wat een versplintering! Al is dit mij ook niet helemaal onbekend. Ook in Gestel hebben we zeven fracties op 21 zetels. Flitsend en snel Het raadsdebat loopt heel anders dan bij ons: flitsender, sneller. In veertien minuten is de lokale omroep afgehandeld, inclusief een motie van de linkse partijen en D66 om de voorkeurskandidaat (er zijn vier kandidaten) voor het commissariaat voor de media een aantal kaders mee te geven. Niet nodig, aldus CDA-wethouder Van Olden: ‘Wij kennen de mensen en hun netwerken', is zijn argument. De motie wordt ontraden en verworpen. Vier kandidaat-omroepen, dat is voor Sint-Michielsgestel überhaupt ondenkbaar. Maar als het zo was, dan zouden alle partijen vast de maximale vier minuten spreektijd in de eerste termijn gebruiken. Maar in ’s-Hertogenbosch voeren ze dergelijke debatten in de commissies. Een amendement op het volgende agendapunt haalt het wel. Mag de Bossche Investeringsmaatschappij ook buiten de gemeentegrenzen investeren? Ja, zegt het amendement, maar alleen als het ’s-Hertogenbosch ten goede komt. Naast de SP en GroenLinks staan drie van de vijf collegepartijen hier achter. Gelukkig denkt de Bossche PvdA regionaler. Wij deden hetzelfde, toen het ging om onze bijdrage aan de Noordoost-Brabantse agrifood regio. De drie euro die dit per inwoner kost, moest volgens sommige raadsleden terugvloeien naar meer Gestelse arbeidsplaatsen, maar in welke gemeente werken alle inwoners nu binnen de gemeentegrenzen? Bestuurskracht en vergaderkwaliteit liggen in ’s-Hertogenbosch op een hoger peil dan bij ons, dat kan ik zeker concluderen na deze avond. De raadsdebatten komen zakelijker over, meer to the point. Wat dat betreft had een bestuurlijke fusie meerwaarde gehad. Maar was er dan nog wel voldoende ruimte geweest voor een publiek debat over lokale Gestelse kwesties? Met onderwerpen als de gemeentelijke bijdrage aan het kunstgrasveld van de voetbalclub of de locatiekeuze van het nieuwe gemeenschapshuis; dat durf ik te betwijfelen. Misschien moeten we toe naar een democratisch gekozen regioraad voor zware, regionale onderwerpen, die nu vaak in een gemeenschappelijke regeling terechtkomen, met daarnaast gekozen dorps- of wijkraden voor lokale kwesties. Zou dat de oplossing zijn? Vind jij het ook leuk om een kijkje te nemen in de politieke keuken van een andere gemeente, provincie of waterschap (groot of klein, dichtbij of verder weg) en wil je daarover een column in Lokaal Bestuur schrijven? Stuur dan een mailtje naar de eindredactie,
[email protected]
LOKAAL BESTUUR / WINTER 2015
13
REKENKAMERCOMMISSIE: JA OF NEE
AGNES WOLBERT PVDA-TWEEDE KAMERLID
Zijn de dagen voor raadsleden in lokale rekenkamers geteld? Minister Plasterk kwam vlak voor het zomerreces met een actieplan om de rekenkamercommissie – de variant met raadsleden in de rekenkamer – af te schaffen. Dit zou de kwaliteit en professionaliteit van de rekenkamers ten goede komen. Daarnaast pleit hij ervoor om de rekenkamer vaker regionaal en dus op meer afstand te organiseren. Geldstroom, samenwerkingsverband en onderzoek zitten dan meer op hetzelfde niveau. De Vereniging voor Rekenkamers schaarde zich achter de plannen van Plasterk, terwijl belangenverenigingen voor raadsleden op de bres sprongen tégen de plannen. Lokaal Bestuur vroeg twee partijgenoten MARTIN SAGEL ALGEMEEN BESTUURSLID RAADSLID.NU naar hun mening. FRACTIEVOORZITTER PVDA ASSEN
nafhankelijke rekenkamers zijn onmisbaar in een integer democratisch stelO sel. Burgers in ons land mogen verwachten dat kritisch wordt gecontroleerd of het beleid dat het college van B&W voert doelmatig, doeltreffend en rechtmatig is.
Om dergelijke controles met voldoende gezag te kunnen uitvoeren is een onafhankelijke en professionele rekenkamer noodzakelijk. Het veelgehoorde argument van de slager die zijn eigen vlees keurt, moet je op voorhand willen vermijden. En dat is precies wat wel gebeurt bij de rekenkamercommissies. Wanneer raadsleden zelf participeren wordt onderzoek en advies bemoeilijkt. Het brengt hen in een onmogelijke situatie waarin ze dubbele petten moeten dragen: als aanvrager en tegelijkertijd beantwoorder van een verzoek. Bij een onafhankelijke rekenkamer kunnen raadsleden - ook als ze niet betrokken zijn - gemakkelijker zélf vragen naar onderzoek over de effectiviteit van beleid en adviezen over bijsturingsmogelijkheden. Niet te onderschatten instrumenten in de gereedschapskist van raadsleden. Los van het feit dat rekenkamers onafhankelijk moeten zijn, is het ook belangrijk ze bovengemeentelijk te gaan organiseren. Gemeenten zoeken bij de uitvoering van hun beleid steeds vaker samenwerking met andere gemeenten. De samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke regelingen die hierdoor ontstaan, laten zich door de lokale rekenkamers niet evalueren. De rekenkamers Het veelgehoorde argument functioneren namelijk niet op hetzelfde niveau als de van de slager die zijn eigen geldstromen. Een groot risico, vlees keurt, moet je op zeker als je bedenkt dat het voorhand willen vermijden gemeentelijk budget door de decentralisaties bijna verdubbeld is. Er is wat mij betreft nóg een argument om de rekenkamers boven het gemeentelijk niveau en meer op afstand te plaatsen. Professionaliteit, snelheid en scherpte zijn ook binnen de gemeenteraad steeds belangrijker. Toezicht op het college moet dan ook van grote kwaliteit zijn. Er wordt immers op weinig andere manieren gecontroleerd en ook de inspectie vanuit het Rijk is niet meer altijd in positie. Een rekenkamer die in een bepaalde regio voor een groep samenwerkende gemeenten actief is, kan het zich veroorloven de vereiste deskundigheid permanent in huis te halen. Daarmee hoeft ze niet noodgedwongen terug te vallen op het inhuren van externe bureaus, zoals de gemeentelijke rekenkamercommissies vaak wel moeten. Dit heeft een groot voordeel: de kwaliteit van de rapporten neemt toe omdat ze minder algemeenheden bevatten en allerlei nadelen aan de publiek-private samenwerking in de rekenkamers verdwijnen. De algemene rekenkamer voegde daar recentelijk nog aan toe, dat gemeentelijke/regionale rekenkamers de processen vervolgens zouden moeten standaardiseren zodat de onderlinge vergelijkbaarheid aan kwaliteit wint. Kortom: burgers hebben er alle belang bij dat gemeenten de rekenkamerfunctie goed op orde hebben. Een gezamenlijke, regionale aanpak is hierbij noodzakelijk: gemeentelijk beleid gaat immers allang verder dan de gemeentegrenzen. Hetzelfde geldt voor de financieringsstromen. De professionaliteit en onafhankelijkheid van de rekenkamer moet onbetwist zijn. Want vergeet niet, voor raadsleden is een rekenkamer met gezag een ontzettend belangrijke partner in het duale bestel.
14
Foto: iStock
et lijkt erop dat minister Plasterk de motie van PvdA-Kamerlid Manon Fokke, H om een actieplan op te stellen voor meer regionale rekenkamers, gebruikt als hefboom om meer te veranderen dan in de motie wordt gevraagd. Zo wordt het
functioneren van de gemeentelijke rekenkamer(commissie) in zijn geheel tot inzet van het actieplan gemaakt en is er zelfs het idee om de rekenkamercommissie uit de Gemeentewet te schrappen. In de ondersteunende brief van de minister wordt gesproken over ‘nogal wat’ gemeenten met een niet of nauwelijks functioneren rekenkamer. Dat verdient enige relativering. Uit het bijbehorende onderzoek blijkt namelijk dat het om slechts 20 gemeenten met zogeheten slapende rekenkamer(commissies) gaat. In hetzelfde onderzoek wordt het verdere functioneren van de rekenkamers positief beoordeeld. De vraag is dan ook of dit onderzoek aanleiding moet zijn voor dergelijke drastische, structurele en zelfs wettelijke bijstellingen. Volgens mij is het veel belangrijker om raadsleden te helpen hun eigen mogelijkheden en hulpmiddelen meer, beter en effectiever in te zetten, waaronder het rekenkameronderzoek. Daarmee voorkom je dat raadsleden te laat ontdekken wat de waarde van goed rekenkameronderzoek is voor de uitvoering van hun werkzaamheden. En laten we niet vergeten dat Het is belangrijk om het fenomeen dualisme, en raadsleden te helpen hun dus ook de rekenkamers nog (relatief) jong zijn. Vanaf de eigen mogelijkheden en invoering van het dualisme hulpmiddelen meer, beter is weliswaar bijna 13 jaar verstreken, maar dat zijn nog en effectiever in te zetten steeds maar drie bestuursperioden. De veronderstelling dat de professionaliteit beter geborgd is als er geen raadsleden in de rekenkamer zitten, is een vreemde redenering. Het zou kunnen, maar garanties hierover kun je niet geven. Je kunt namelijk ook beredeneren dat de betrokkenheid bij de lokale problematiek minder is bij rekenkamers gevuld met deskundigen. Ook dat kan, maar hoeft niet. Het plan om tot meer regionale rekenkamers te komen op hetzelfde niveau als de samenwerkingsverbanden is bovendien erg lastig. De samenstelling van het samenwerkingsverband verschilt immers vaak naar gelang het onderwerp. Op basis van welk samenwerkingsverband worden deze regionale rekenkamers dan samengesteld? Het activeren van de slapende rekenkamer(commissies) is natuurlijk wenselijk maar dit kun je beter vanuit de betrokkenheid van de raadsleden doen dan door ze verder op afstand te plaatsen. De rekenkamer(commissie) is een ontzettend belangrijk instrument in de toolkit van raadsleden. Dergelijke drastische wijzigingen moeten dan ook nooit van bovenaf opgelegd worden, maar altijd in overleg met raadsleden en hun vertegenwoordigers. Ga dus om de tafel met overkoepelende organen waarin raadsleden vertegenwoordigd zijn. Want deze stappen worden wel erg overhaast gezet!
dilemma In iedere editie legt Lokaal Bestuur een dilemma aan je voor. Deze keer is dat:
INTUSSEN OP
HUISVESTING VLUCHTELINGEN Honderdduizenden mensen zijn onder erbarmelijke omstandigheden op de vlucht. Velen vinden tijdelijk onderdak in de regio. Desondanks kloppen tienduizenden vluchtelingen op de deur van Europa en Nederland. Als PvdA willen we mensen in nood helpen. Dus als het COA vraagt of er in jouw gemeente noodopvang gerealiseerd kan worden, is het vanaf moment één duidelijk dat jullie iets willen doen. Maar er is ook al een asielzoekerscentrum (AZC) in jullie gemeente en de wachtlijst voor een sociale huurwoning bedraagt meer dan drie jaar. Bovendien wordt de roep tegen het opnemen van nog eens honderden vluchtelingen steeds groter, zeker nu blijkt dat de potentiële locatie voor de opvang zich in een jonge nieuwbouwwijk bevindt. Wat is de insteek van jullie fractie in dit debat?
Jenine Bijker, raadslid Borger-Odoorn De PvdA-fractie van Borger-Odoorn gaat voor een menswaardige opvang van vluchtelingen binnen onze gemeente. Dat we opvang moeten organiseren is zeker, maar om hoeveel vluchtelingen het gaat en waar we ze gaan huisvesten, is afhankelijk van de (te realiseren) voorzieningen. Om vluchtelingen op een menswaardige manier op te vangen moet niet alleen naar de locatie gekeken worden, maar ook naar belangrijke randvoorwaarden zoals onderwijs, speelmogelijkheden en de bereikbaarheid van openbaar vervoer. Gelukkig is de wachtlijst voor woningen binnen onze gemeente niet groot, al is er de afgelopen jaren vooral gekozen voor de afbraak van verouderde huurwoningen. Het investeren in nieuwbouw staat bovendien haaks op de te verwachten krimp. In onze gemeente moet nieuwbouw dan ook van tijdelijke aard zijn. Opvang kan volgens ons door de realisatie van een azc en/of door het bouwen van bijvoorbeeld woonunits. Maar het is vooral belangrijk dat een goede en weloverwogen beslissing in samenspraak met burgers wordt genomen. Ook moeten er goede afspraken komen over de omvang, locatie en duur van de opvang. Bovendien brengt de komst van vluchtelingen ook kansen met zich mee, denk aan werkgelegenheid en extra kinderen op krimpende scholen. Maaike Jansen, raadslid Rijnwaarden Rijnwaarden is een groene, maar kleine gemeente in het zuidoosten van het land. Hoe klein ook, als PvdA-fractie vinden we dat ook wij ons steentje moeten bijdragen aan het bieden van veiligheid aan mensen die gedwongen zijn huis en haard te verlaten voor oorlog en geweld. We moeten mensen in nood helpen. Nederlanders, maar ook mensen die van elders toevlucht zoeken in ons land. Daar maken wij ons hard voor. Tegelijkertijd willen we onze burgers niet uit het oog verliezen. Angst en onzekerheid (vaak ingegeven door geluiden uit de media) moeten we serieus nemen. Door het gesprek aan te gaan, hoe lastig soms ook, hopen we het benodigde draagvlak te creëren en te behouden. Zo helpen we samen, als gemeenschap. Want samen staan we sterker. Edwin Helvrich, fractievoorzitter Harlingen Het is belangrijk dat we als PvdA ons hoofd koel houden en ons niet laten opjagen door radicale tegengeluiden. De op-
vang van vluchtelingen staat in Harlingen niet ter discussie. De winter komt eraan en de vluchtelingenstroom is groot. Dan past het niet om mensen die gevlucht zijn en wiens hele bestaan onzeker is geworden op straat in de kou te laten staan. Laatst heeft de gemeente zes dagen noodopvang geboden en we staan ervoor open om nogmaals onze bijdrage te leveren. Dan kan het gaan om noodopvang, een azc of het huisvesten van meer statushouders. Als sociaaldemocraten kunnen en moeten we de vluchtelingen helpen. We gaan hierbij het gesprek met onze inwoners niet uit de weg. Mensen in nood moeten altijd op Nederland en de Partij van de Arbeid kunnen rekenen. Wiert Omta, fractievoorzitter Goes De PvdA-Goes heeft zich steeds opgesteld achter de komst van een azc en grootschalige noodopvang in de Zeelandhallen. Ook nieuwe aanvragen van het COA zullen we welwillend beoordelen. De woningstichting in Goes heeft de statushouders tot nu toe kunnen plaatsen zonder dat dit gevolgen heeft voor de wachtlijst, maar ook hier komt de woningmarkt mogelijk onder druk te staan. Wanneer dat het geval is, pleit ik ervoor om woningzoekenden op de wachtlijst ook de mogelijkheid te geven om te verhuizen naar eventuele noodwoningen. Het draagvlak voor noodopvang ook in een jonge nieuwbouwwijk - groeit als het gemeentebestuur de bevolking erbij betrekt en duidelijk is over de omvang en duur van de opvang. Dat kan wat ons betreft ook door inspanningen van omwonenden (zoals bijvoorbeeld taallessen) te vergoeden. Minister Dijsselbloem liet onlangs weten dat er een miljard euro omgaat in de opvang van vluchtelingen. Dat geld hoeft niet alleen naar het COA en vastgoedexploitanten. Laat burgers ook meeprofiteren wanneer ze meewerken aan de inburgering en opvang van COA-burgers. Bea Enting, raadslid Groningen Om draagvlak te houden en ervoor te zorgen dat de druk op de wijken niet te groot wordt, kiest Groningen voor een aantal kleinere opvanglocaties verspreid over de stad. Dit kan dus ook in een jonge nieuwbouwwijk zijn. Een jonge wijk heeft de kracht om zich te ontwikkelen tot een wijk waarin iedereen zich thuis voelt. Een gemêleerde wijk met diversiteit in leeftijd, cultuur en achtergrond lijkt ons een uitstekende kansrijke mix. Betrek de bewoners, schoolhoofden, kinderopvang en ondernemers vooraf om samen een wijk te
creëren waar iedereen zich thuis voelt. Een wijk die een warm nest is voor huidige bewoners en nieuwkomers! Geef daarnaast duidelijk aan hoe omgegaan wordt met het toekomstige tekort aan sociale huurwoningen. Hoeveel woningen worden er gebouwd? Hoeveel hiervan zijn voor huurders die al lang op de wachtlijst staan en hoeveel voor statushouders? Luister daarnaast naar je bewoners en communiceer helder. Duidelijkheid creëert ook draagvlak! Lesley Molhoop, raadslid Steenbergen Medemenselijkheid is niet iets dat je moet laten afhangen van een economische besluit of politieke koers. Het zit in je als mens. Steenbergen is een dunbevolkte gemeente, we houden dan ook rekening met forse weerstand tegen de komst van een azc. Op de langere termijn moeten we meer sociale huurwoningen bouwen, zodat er doorstroming van statushouders uit asielzoekerscentra kan plaatsvinden. Deze sociale huurwoningen worden niet specifiek voor statushouders gebouwd, maar voor iedereen die een woning zoekt. Daarnaast zijn we een lobby gestart om in onze regio, samen met de andere gemeenten, op zoek te gaan naar een aantal geschikte locaties voor kleinschalige azc’s (tussen de 200-350 personen). Bovendien steunen wij onze burgemeester als hij crisisopvang in de gemeente wil onderbrengen. We vinden het belangrijk dat onze gasten vertrouwd gemaakt worden met de regels die hier gelden. Ze moeten Nederlands leren en zo snel mogelijk zin volle bezigheden vinden. Een totaalpakket gericht op menswaardige oplossingen voor de vluchtelingenproblematiek is noodzakelijk. Maarten van Dijk, fractievoorzitter Stichtse Vecht We kunnen onze ogen niet sluiten voor de enorme toestroom van vluchtelingen waar we als samenleving mee geconfronteerd worden. Onze fractie vindt dat de gemeente Stichtse Vecht zijn maatschappelijke en humanitaire verantwoordelijkheid moet nemen. We kijken dan ook serieus naar verzoeken van het COA voor (tijdelijke) huisvesting van vluchtelingen. Daarnaast gaan we als gemeente actief op zoek naar concrete mogelijkheden binnen onze gemeente. Het transformeren van leegstaande kantoren en bedrijfsgebouwen - en daar hebben we er veel van in onze gemeente - tot (tijdelijke) opvanglocaties voor vluchtelingen en het huisvesten van statushouders zou wat ons betreft een goede optie kunnen zijn.
Commentaar van Gert-Jan Leerink, medewerker CLB Zelden in de geschiedenis van deze rubriek hebben we een onderwerp gehad dat in zoveel gemeenten tegelijk zó heftig speelt. Dat we de vluchtelingen op een menswaardige manier moeten opvangen en dat, als het even kan, iedere gemeenten daaraan bijdraagt, is binnen de PvdA geen punt van discussie. Heel veel mensen zijn dat gelukkig met ons eens, maar helaas is er ook de nodige weerstand. In beide gevallen is het belangrijk dat omwonenden tijdig bij de plannen worden betrokken en dat er vanaf het begin duidelijkheid is over de aard en de duur van de opvang. Betreft het noodopvang voor een paar weken of
gaat het om een permanente opvangvoorziening? Daarnaast maakt het voor het draagvlak in de buurt vaak veel uit of er gekozen wordt voor een aantal kleinere opvanglocaties of voor één grote locatie. Daar waar het COA uit kostenoverwegingen voor de laatste variant kiest, heeft Diederik Samsom er in de Tweede Kamer terecht voor gepleit om ook kleinere opvanglocaties mogelijk te maken. Wat je overigens ook doet om de opvang van vluchtelingen in een buurt zo goed mogelijk te laten verlopen, er blijven altijd mensen die een dergelijke voorziening niet in hun buurt willen hebben. Deze mensen kunnen soms flink tekeer gaan en juist dan is het belangrijk dat je er niet alleen voor staat. Hou goedwillende mensen die de volle laag krijgen daarom een beetje in de gaten.
LOKAAL BESTUUR / WINTER 2015
15
de achterkant
< Oude Glorie Jong Talent > Gesprekken met voormalige PvdA-bestuurders uit gemeenten, provincie en waterschap over toen en nu, en met jonge PvdA’ers over politiek en toekomst. TEKST EN FOTO: LEONIE WILDEMAN
Pas na een half uur zie ik ze liggen. Een paar in plastic verpakte laarzen op zijn bureau. ‘Ik moest mijn schoenmaat nog steeds doorgeven, maar met deze laarzen kan ik veilig bij de waterzuiveringen kijken en naar alle werkbezoeken.’ In mei werd Constantijn Jansen op de Haar geïnstalleerd als dagelijks bestuurder van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De jongste waterschapsbestuurder in het waterschap met de oudste geschiedenis van Nederland. Corpsbal Bij het horen van zijn naam denk je misschien niet meteen dat je met een PvdA'er te maken hebt, maar dit beeld verandert zodra Constantijn begint te praten. ‘Ik ben zelfs wel eens op mijn naam afgewezen toen ik solliciteerde als docent geschiedenis bij een middelbare school. Ze wilden geen corpsbal voor de klas hebben. In de Achterhoek, waar ik oorspronkelijk vandaan kom, zijn dit soort samengestelde namen heel gebruikelijk. Maar mocht ik ooit de landelijke politiek in willen, dan moet ik, om onze achterban voldoende aan te spreken, misschien alleen Jansen gebruiken', lacht hij. Op de website van de PvdA Utrecht wordt Constantijn omschreven als iemand met een sterke sociaaldemocratische inslag. ‘Ik heb een heel sociale opvoeding gehad. In het dorpje Tilligte, waar ik opgroeide, stemde iedereen altijd op het CDA. Drie mensen kozen tegendraads: mijn ouders en mijn jongste broer. Zij stemden SP. Met zijn keuze voor linkse politiek wilde mijn vader zich misschien ook afzetten tegen zijn ouders die uit het katholieke zuiden kwamen. ‘Maar de SP is natuurlijk niet hetzelfde als de PvdA. ‘Ik zeg zelf altijd dat ik iets realistischer ben dan mijn ouders. De solidariteit is er nog steeds, maar op een realistische manier en dan kom je uit bij de PvdA.’ Gedreven PvdA’er Ondanks zijn tweeëndertig jaar is het dagelijks bestuur van het waterschap niet Constantijns eerste functie binnen de PvdA. Hij zat al in het landelijk bestuur van de Jonge Socialisten (JS) én in de gemeenteraad van Utrecht. ‘Mijn vriendin (inmiddels zijn vrouw, red.) nam me tijdens mijn studie eens mee naar een bijeenkomst van de JS. Als ik dan toch politiek actief wilde worden, dan bij de PvdA. Zij stimuleerde mij om lid te worden van de JS. Daar bleef het eerst bij. Zelfs toen ik in het JS-bestuur kwam, was ik nog geen PvdA-lid. Ik wilde niet dat de kosten voor alle ledenbladen die ik ontving hoger zouden zijn dan de contributie die ik als arme student betaalde. Pas later kwam ik erachter dat er een hele systematiek achter zit en dat een politieke partij voor ieder lid een subsidie krijgt.’ ‘Parallel aan mijn periode bij de JS liep ik voor mijn docentenopleiding stage op een school in Utrecht. Daar maakte ik kennis met Bart Engbers, schooldirecteur en raadslid voor de PvdA in de gemeenteraad van Utrecht. Een ontzettend inspirerende man. Een gedreven PvdA'er met passie voor het onderwijs en zijn leerlingen. Iedere ochtend stond Bart in de entree van zijn school om elke leerling een hand te geven. Hij wist ook van iedereen zijn naam. Geweldig! Hij ging er helemaal voor en probeerde overal het beste van te maken. Door hem werd ik ook enthousiast gemaakt om me na mijn bestuursjaar bij de JS kandidaat te stellen voor de Utrechtse gemeenteraad.’ Door Leefbaar Utrecht had de PvdA, maar ook de andere Utrechtse partijen, een wake-up call gekregen. ‘We merkten hoe belangrijk het is om als politiek te luisteren naar de bevolking. Tijdens de campagne voor de raadsverkiezingen van 2006 gingen we veel meer canvassen, de straat op en de wijken in. De verkiezingen waren (mede hierdoor) een enorm succes. We gingen van zeven naar
16
CONSTANTIJN JANSEN OP DE HAAR (32)
veertien zetels. Veertien van de vijfenveertig zetels! Veel van de evenementen en culturele activiteiten die we toen in gang hebben gezet, zijn nu te bewonderen in de stad Utrecht. Bijvoorbeeld de Tour de France en de opgravingen die sinds 2014 onder het Domplein te bezichtigen zijn. Erg leuk!' Waterschap volgens Google Constantijn stelt zich na vier jaar niet opnieuw kandidaat voor de gemeenteraad. ‘Ik wilde me focussen op mijn carrière buiten de politiek en ging bij consultancybureau BMC werken en later bij de gemeente Amsterdam.’ In beide gevallen houdt hij zich bezig met infrastructurele projecten. Een kandidaatstelling voor de Staten lijkt dan ook logischer dan voor het waterschap. Waar komt zijn passie voor het waterschap vandaan? ‘Als gemeenteraadslid kreeg ik met het waterschap te maken door de verzakking van de werven langs de oude Utrechtse grachten. Ik vond het werk van de waterschappen interessant, maar heb er verder niets mee gedaan. Toen de oproep voor het
Constantijn tijdens opnames van Ondiep TV over de verbouwing van de zuivering in Utrecht.
schrijven van het verkiezingsprogramma voor de Stichtse Rijnlanden mij onder ogen kwam, werd dit enthousiasme opnieuw aangewakkerd. Samen met Jan Reerink (Algemeen Bestuurslid Stichtse Rijnlanden) heb ik me op het schrijven van een verkiezingsprogramma gestort. In het begin moest ik alles opzoeken op Google, maar ik begon het steeds leuker te vinden. Hier wilde ik meer mee! Toen het programma klaar was, heb ik mij kandidaat gesteld. Tijdens het gesprek met de kandidaatstellingscommissie kwam ook de vraag bovendrijven of ik eventueel geïnteresseerd was in de functie van dagelijks bestuurder. Ik heb daar meteen ja op gezegd. Het was altijd al mijn ambitie om nog eens een bestuurlijke functie uit te oefenen, dus dit was dé mogelijkheid om hier invulling aan te geven.’ Scouten ‘Waterveiligheid is zo’n belangrijke taak! En de politieke keuzes die je in het waterschap kunt maken reiken echt verder dan alleen de kwijtschelding van de waterschapsbelasting. In afvalwater zitten bijvoorbeeld heel veel grondstoffen. Je kunt fosfaat terugwinnen uit afvalwater en medicijnresten eruit halen, maar dat hoeft allemaal niet. Je kunt het water met deze stoffen erin ook lozen. In dergelijke duurzame keuzes maakt de PvdA echt het verschil.’ Maar hoe breng je dit over op de kiezers? ‘Ik vond de campagne eigenlijk ontzettend positief en enthousiast.
Veel mensen weten niets over de waterschappen. Alle informatie die ze krijgen is nieuw. Als je mensen deze informatie geeft, zijn ze vaak best enthousiast en willen ze die roos en dat foldertje over de verkiezingen ook nog wel aannemen. Wat wel een grote zorg is, is het lage aantal vrouwen en jongeren op de kandidatenlijst. In ons waterschap stond de eerste vrouw pas op de zesde plek en ik weet bijna zeker dat ik zelf de jongste waterschapper ben in Nederland. Of in ieder geval de jongste dagelijks bestuurder binnen de waterschappen. Terwijl jonge mensen noodzakelijk zijn om het waterschap toekomstbestendig te houden. We moeten als PvdA de komende jaren dus echt inzetten op scouting. Hoe ik hier zelf aan bijdraag? Ik heb in ieder geval meteen de JS uitgenodigd voor een kennismaking, ik ben begonnen met twitteren en binnenkort komen er twee hogescholen langs die ik ga vertellen over de werkzaamheden van waterschappers. Natuurlijk is er nog veel meer te doen, maar gelukkig heb ik nog minimaal drieënhalf jaar om me daarmee bezig te houden.’ Bangmakerij Tijdens ons gesprek komt de landelijke politiek al verschillende keren kort aan bod. Het zit Constantijn hoog, dat is duidelijk. ‘Nederland is niet meer zo links als we ooit waren.’ Hij pakt de krant erbij en wijst op een bericht over de vluchtelingencrisis.’Als PvdA zijn we niet van de bangmakerij en het hokjesdenken, maar tegen alle uitspraken die momenteel gedaan worden kunnen we niet opboksen. Het blijkt veel makkelijker om angst en haat te zaaien dan de positieve en genuanceerde uitgangspunten van de PvdA over het voetlicht te brengen. Bovendien zijn de leiders in de Tweede Kamer en het kabinet naar mijn mening niet genoeg in staat om mensen met elkaar te verbinden en saamhorigheid te creëren. Mark Rutte is toch niet te vergelijken met Wim Kok! Als politicus moet je je standpunt duidelijk naar voren brengen, maar mensen vooral ook bij elkaar kunnen brengen, zoals Job Cohen dat ook deed. Iedereen deed lacherig over het theedrinken van Cohen na de moord op Theo van Gogh, maar voor een deel gaat het natuurlijk wel om theedrinken en mensen aan tafel krijgen. Een ander voorbeeld voor mij is André van der Louw. Hij wilde dingen veranderen, ging de barricade op, maar wist als burgemeester mensen ook te verbinden. Dat zie je momenteel eigenlijk bij geen enkel kopstuk terug.’ Ziet Constantijn daar in de toekomst ook een rol voor zichzelf? ‘Het Kamerlidmaatschap is geen ambitie voor mij, maar burgemeester of wethouder… daar zeg ik niet meteen nee tegen.’ Constantijn Jansen op de Haar Geboren op 3 juli 1983 te Oldenzaal Opleiding: Lerarenopleiding Geschiedenis en Staatsinrichting aan de Hogeschool Utrecht (20022009), havo aan het Twents Carmel College in Oldenzaal (1995-2002) Werk: Projectleider Infra bij de stadsregio Amsterdam (2014-juni 2015), adviseur & young professional BMC (2010-2014), docent geschiedenis op diverse scholen (2003-2007) Politiek: Lid Dagelijks Bestuur Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (2015-heden), gemeenteraadslid Utrecht (2006-2010), landelijk bestuur Jonge Socialisten (2004-2005)