LOKAAL BESTUUR
Jaargang 37 nummer 5 Mei 2013
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
PRIMARIES IN 4 AFDELINGEN
Nico Schrijver
Niet-leden mogen meestemmen
6
AFGEVAARDIGDE
CLB helpt bij lokale invulling
VAN WAARDE
3
Do’s and dont’s
VERKIEZINGSPOSTERS
Discussie met Plasterk
VISIENOTA
5
10 Christel van ’t Pad
4
JONG TALENT
16
Kalk
Foto Bert Beelen
MOEILIJKE TIJDEN Foto Nationale Beeldbank
Jacqueline Kalk
secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur
Het zijn heel lastige tijden. Er moeten ingewikkelde keuzes worden gemaakt. Keuzes die niet met oneliners zijn uit te leggen. Keuzes waar we niet altijd de juiste woorden voor kunnen vinden. Als PvdA’ers richten wij ons altijd eerst op datgene wat we nog willen bereiken in plaats van te benoemen wat we al hebben bereikt. Dat zit ook een beetje in onze genen. Wij zijn nu eenmaal niet zo snel tevreden. En daar hebben we in deze tijd ook alle reden voor. Er wordt immers fors bezuinigd en er komen grote decentralisaties aan. Op de te decentraliseren terreinen willen we ook grote veranderingen in de manier van werken bereiken, de zogeheten transformaties. Doordat deze drie zaken door elkaar lopen is niet meer duidelijk wat aanleiding is en wat gevolg. Als ik weer eens een partijgenoot hoor verzuchten dat hij of zij het niet meer begrijpt, begrijp ik dát wel weer. Want het is ook bijna niet meer te volgen. Aan de ene kant willen we een solidaire samenleving. Solidariteit is voor ons één van onze belangrijkste uitgangspunten. En juist op dat punt wordt nu van alles gedaan wat mensen een ongemakkelijk gevoel geeft. Of het nu gaat om de ideeën over de beperking van de WW-duur, de beperking van de toegang tot de WMO zoals de korting op de huishoudelijke hulp, of om de veranderingen in het beleid voor ontwikkelingssamenwerking. Deels gaat het natuurlijk om botte bezuinigingen, maar deels ook omdat we nieuwe vormen van solidariteit willen. Het lukt ons maar niet om dat goed uit te leggen. LOKAAL BESTUUR
Jaargang 37 nummer 5 Mei 2013
colofon
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
LOKAAL BESTUUR PRIMARIES IN 4 AFDELINGEN
6
AFGEVAARDIGDE
CLB helpt bij lokale invulling
VAN WAARDE
3
5 Do’s and dont’s
VERKIEZINGSPOSTERS
Discussie met Plasterk
VISIENOTA
Maandblad voor PvdA-politici in gemeente, provincie en waterschap. Verschijnt tien keer per jaar.
Nico Schrijver
Niet-leden mogen meestemmen
10 Christel van ’t Pad
4
JONG TALENT
16
Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
Cartoon Timothy Schelhaas
Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na toestemming.
BASISLAYOUT
ABONNEMENTEN
Stan Wagter / Ronald Koopmans
REDACTIE
VORMGEVING
Manon Fokke, Ruud Fokkens, Cathrijn Haubrich, Aukelien Jellema, Jacqueline Kalk, Antoine van Lune, Martijn Smit, Ingrid Wolsing, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut.
Jos B. Koene, Amsterdam
Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 30,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 0900-9553.
EINDREDACTIE
Jan de Roos
Omslagfoto UITGAVE
Centrum voor Lokaal Bestuur van de Partij van de Arbeid, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. ISSN: 0167-0980 37e jaargang no. 5
2
Op papier begrijpen we allemaal wel dat het niet vanzelfsprekend is dat iedereen recht heeft op huishoudelijke hulp. Als er thuiswonende volwassen kinderen zijn, kunnen die ook echt zelf wel de huishouding doen. Dat onwikkelingshulp er niet meer hetzelfde uitziet als twintig jaar geleden is ook begrijpelijk, de wereld ziet er immers ook niet meer hetzelfde uit. En iedereen begrijpt ook dat er, met deze politieke verhoudingen, compromissen moeten worden gesloten. Dat is allemaal niet het punt. Het punt is dat we, ondanks alle goede bedoelingen en de vele bijeenkomsten, en ondanks de bereidheid van onze mensen in het kabinet en in de Kamer om elke keer maar weer aanwezig te zijn en hun verhaal te vertellen, er niet in slagen het gevoel van onbehagen weg te nemen dat wij nu de agenda van een ander aan het uitvoeren zijn. Alleen zeggen dat het anders nog erger zou zijn geweest of geworden is niet voldoende om dit gevoel weg te nemen. Hoe het anders zou zijn geweest, kunnen we ons maar moeilijk indenken. In ieder geval zullen we een beter verhaal moeten hebben. Een verhaal dat uitgaat van wat we willen en gaan bereiken. En als wij de topinkomens in gesubsidieerde instellingen willen aanpakken via de subsidieverordening, moeten we dat ook kunnen doen. Als de rechter zegt dat dat niet mag, dan zorgen we voor een oplossing. Het verhaal is namelijk dat gemeenschapsgeld niet gebruikt mag worden om jezelf te verrijken. Dat is én blijft ons verhaal.
SECRETARIAAT
Leonie Wildeman Postbus 1310 1000 BH Amsterdam Tel. 0900-9553 e-mail:
[email protected]
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER
Harriët van Domselaar, Jacqueline Kalk, Ton Langenhuyzen (Uit de Kamer), Gert-Jan Leerink (Dilemma), Matthijs van Muijen, Co van Schaik, Timothy Schelhaas (cartoon), Nico Schrijver (Afgevaardigde), Jurjen Sietsema, Kirsten Verdel PRODUCTIE EN DRUK
Opmeer Drukkerij, Den Haag
INTERNET
Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl twitter.com/lokaalbestuur KOPIJ
Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
Van Waarde lokaal Foto Hollandse Hoogte
Bij de presentatie van het Van Waarde-rapport verschenen ook enkele andere WBS-publicaties, waaronder Vooruit, de verzwegen politiek van het dagelijks leven. Meer daarover in het volgende nummer van Lokaal Bestuur.
We hebben de afgelopen weken in de PvdA veel gesproken over Esther. Het verhaal van Esther maakt net als dat van Brigitte, Sandra en Joris deel uit van een groot aantal verhalen waarin ‘gewone mensen’ centraal staan. De WBS heeft deze verhalen, dwars door Nederland, dwars door de beroepsgroepen, opgetekend in het kader van het Van Waarde-project.
Naast deze ‘gewone mensen gesprekken’ is er door de WBS ten behoeve van Van Waarde een grote groep wetenschappers uit verschillende disciplines bij elkaar gebracht. Samen hebben deze wetenschappers onderzocht hoe de grote transformaties in respectievelijk de economie, de staat en in de intermenselijke relaties, inwerken op vier grote thema’s die de sociaaldemocratie altijd heeft gekoesterd: bestaanszekerheid, goed werk, verheffing, en binding. Zaterdag 26 april besluit het PvdA-congres of de partij de Van Waarde-agenda zal overnemen. Maar hoe belangrijk ook, met het vaststellen van de ‘Van Waarde-congresresolutie’ zijn we er natuurlijk niet. Van Waarde krijgt pas werkelijk betekenis als we handen en voeten weten te geven aan het project, als we praktijkverhalen en papieren principes weten te koppelen aan de politieke praktijk van alledag. Wat is de kracht van gemeenschappen, grote, kleine, moderne en traditionele, en hoe kunnen we als lokale politici moderne vormen van gemeenschapszin het best faciliteren? Hoe zorgen we ervoor dat mensen weer zeggenschap krijgen over hun eigen leven? Hoe bereiken we dat de alledaagse solidariteit, die de afgelopen dertig jaar uit de samenleving is weggeorganiseerd, weer terugkeert? Maar ook: hoe verhoudt een (lokale) Van Waarde-agenda, waarbinnen verbinden en nabijheid op wijk-, buurt- en keukentafelniveau centrale elementen zijn, zich tot de landelijk ingezette decentralisaties en de daarbij behorende bezuinigingen en bestuurlijke opschaling? Wat betekent dit
voor de organisatie van het lokale bestuur en, in het verlengde daarvan voor de relatie van het lokale bestuur met de nationale politiek en Europa? Symposium De komende maanden zal het CLB samen met de WBS deze en andere vragen van een antwoord proberen te voorzien. We starten op 25 mei met een symposium waarbij niet alleen aandacht voor de vraag hoe we Van Waarde kunnen concretiseren, maar ook voor ‘best practices’ en de politieke methode die in Van Waarde besloten zit: het verbinden van individuele aspiraties met gezamenlijke actie, via politieke initiatieven dan wel via nieuwe binding en maatschappelijk initiatief. Tevens is er tijdens het symposium aandacht voor de lessen die ervaringen in het buitenland ons kunnen leren. Het symposium wordt gevolgd door vier regionale bijeenkomsten (van stad tot platteland) waarbij op locatie praktijkvoorbeelden onder de loep genomen worden. Wat kunnen we leren over de voorsprong die enkele gemeenten in het noorden van het land hebben genomen nu er moet worden nagedacht over het op een eigentijdse wijze vormgeven van sociale voorzieningen. Op basis van de nog altijd aanwezige ‘burenstructuren’ is in deze gemeenten door de bewoners samen met zorgaanbieders een modern maar toch betaalbaar zorgplan ontwikkeld. Welke aanknopingspunten biedt de ontwikkeling van ‘stadsdorpen’ in onder meer Amsterdam en Almere? Nadat we tijdens het eerste deel van de dag op locatie met
initiatiefnemers hebben gesproken, trekken we het voorbeeld samen met experts en betrokken bestuurders breder. We staan stil bij de vraag wat we van een initiatief als dit kunnen leren. Wat zijn succesfactoren? Wat is er nodig van de (lokale) overheid? En welke overheidsbemoeienis kunnen we juist missen als kiespijn? Suggesties welkom Heb je zelf voorbeelden van lokale initiatieven die aansluiten bij de Van Waarde-agenda binnen het thema binding? Heb je ideeën hoe de Van Waarde-agenda op lokaal niveau vertaald kan worden? Of zet je daar juist een groot vraagteken bij? Laat het ons weten. Misschien komen we dan voor één van de vier regionale Van Waarde-bijeenkomsten in jouw gemeente langs. Die bijeenkomsten worden gehouden op 13 en 27 juni, 11 juli en 29 augustus. In het najaar zullen alle lokale ervaringen en vragen worden verwerkt tot een advies aan de partij over de vraag hoe lokaal invulling te geven aan de Van Waarde-agenda en de randvoorwaarden die hiervoor noodzakelijk zijn. Reacties graag naar
[email protected]
Gert-JAN leerink tIJDELIJK MEDEWERKER CLB
lokaal bestuur / mei 2013
3
‘Laat je niet framen in een schaaldiscussie’
Bestuur in samenhang? Foto’s Jan de Roos
Minister Ronald Plasterk vindt dat gemeentelijke fusies van onderop moeten ontstaan.
Zaterdag 6 april werd voor de eerste keer in CLB-verband gesproken over de notitie Bestuur in Samenhang. De bestuurlijke organisatie in Nederland. Een notitie van onze minister Ronald Plasterk (BZK), geschreven nadat de Eerste Kamer de motie-Kox had aangenomen waarin de regering werd verzocht te komen met een integrale visie op de modernisering van de bestuurlijke organisatie van Nederland. Directe aanleiding voor deze motie waren de voorstellen in relatie tot de herstructurering van de Raad van State, voor de fusie van de provincies Noord Holland, Utrecht en Flevoland, de opschaling van gemeenten en de omvang van Provinciale Staten en de gemeenteraden. Een verslag aan de hand van enkele brandende vragen. Bestuur in Samenhang is wisselend ontvangen. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) was er als eerste bij om te zeggen: veel nota, weinig visie. De provincie Brabant gaf aan zelf al de juiste schaal te hebben en de Friezen zien niets in een opschaling van provincies en de manier waarop de minister dit aanpakt. Waar de één zegt: er staat niets nieuws in, zegt de ander dat is nu juist de kracht van de nota. Genoeg redenen om te denken dat het vuurwerk zou worden op deze CLB-bijeenkomst. Zeker ook gelet op eerdere bijeen-
Jacqueline Kalk Secretaris CLB
4
komsten die gingen over de inrichting van het binnenlands bestuur. Maar op zaterdag 6 april ging het anders. De aanwezigen waren mild. De één sprak over een goed en evenwichtig verhaal, een ander roemde het ontbreken van een blauwdruk, net als de uitdaging van de decentralisatie. Maar er waren ook zorgen. De samenhang wordt gemist. Is de nota toekomstbestendig of gaat het over een samenleving van gisteren? Moeten wij als PvdA’ers juist niet waken voor de schaduwzijde van een netwerksamenleving,
namelijk die voor de burgers zónder netwerk. Blijven we deze mensen nog wel zien? ‘Het is zó 1990 om te denken dat je problemen oplost door de schaal te vergroten.’ De schaalvergroting blijft een thema dat ons bezighoudt en waar we het niet altijd over eens zijn. Gaat het om het vergroten van de bestuurskracht van gemeenten waar op een hoger schaalniveau beleid en stellingname steeds abstracter worden, of gaat het nu écht over decentraliseren en loslaten in vertrouwen? Is er een ondergrens voor omvang, slagkracht en robuustheid van gemeenten? Heb je als sociaaldemocraat juist niet de verantwoordelijkheid om deze ondergrens te bewaken? ‘Democratische legitimatie wil niets anders zeggen dan dat de onderlaag bepaalt waar de toplaag over gaat.’ De discussie wordt levendig als het gaat over de kleine gemeenten en de gemeenteraadsverkiezingen. Worden we geframed als de partij van de fusies? Of houden we van onze dorpen? Welk antwoord bieden we de kiezer als weerwoord op het frame dat wij de partij zijn die alleen maar groter wil: grotere instituties, grotere gemeenten, grotere provincies. ‘Jullie’ willen toch onze gemeente opheffen? Hoe weerleg je dit beeld? De lokale partijen krijgen steeds meer handen op elkaar en de VVD zwijgt in alle talen. Wat willen we met ons identiteitsgevoel? Voor een aantal van de aanwezigen is dit identiteitsgevoel afhankelijk van de huidige grenzen en loop je juist het risico dat de burger in grotere entiteiten nog verder van de overheid af komt te staan.
Maar ook daar verschillen de meningen over. Een ander wijst er op dat bij belangrijke taken die mensen direct raken, zoals onderwijs, zorg en wonen, we het allang niet meer hebben over identiteit maar over de vraag: hoe organiseer je iets praktisch. Identiteit als zodanig vindt hij een non-issue in de structuurdiscussie. Het maatschappelijk middenveld is allang op een andere schaal georganiseerd dan de bestuurlijke schaal. Kleine gemeenten zijn geen partner voor de grote zorgorganisaties, maak je geen illusies. ‘Of je Limburger bent of niet, dat kun je alleen maar horen.’ Gevraagd wordt of de voorstellen van de minister tot een betere overheid leiden. Is het denken in een kleinere overheid niet juist een neoliberale denkwijze en niet onze visie op de rol van een nabije overheid, zoals verwoord door Pieter Hilhorst in zijn Wibautlezing? Ook onze PvdAbeginselen spreken over ‘nabij bestuur’: ‘De sociaaldemocratie kiest opnieuw voor een zo lokaal mogelijk bestuur en een zo lokaal mogelijke vertegenwoordiging. De bewijslast voor grootschaliger bestuur en vertegenwoordiging ligt bij de voorstanders.’ Dit citaat uit het beginselprogramma ontmoet warme reacties. De vraag wordt gesteld: als het lokale bestuur uit de gemeenschap verdwijnt, wat gebeurt er dan met die lokale gemeenschap? Het idee van de wijk- en dorpsraden ontmoet weinig enthousiasme. Hoe borg je hun democratische legitimatie? Dit soort verbanden werkt vaak op basis van coöptatie en met een grote rol van de buurt-
burgemeester als de baas van de wijk. En is het niet zo dat de gekozen raadsleden van nu de leden van de dorpsraden in de opgeschaalde gemeente zijn? Wijk- en dorpsraden is ouderwets denken met het gevaar van een nieuwe kneuterigheid. Dat geeft geen antwoord op de vraag hoe je de zwijgende meerderheid bij de (netwerk)samenleving betrekt. ‘Bestuurlijke kwaliteit is ook erkennen dat je niet alle kennis meer hebt of kunt hebben in deze complexe wereld, maar moet weten wanneer je die elders moet gaan halen.’ En onze minister Plasterk? Die vindt het mooi dat de discussie met veel inzet wordt gevoerd maar ook jammer dat het snel gaat over de structuur, terwijl je sociaaldemocratische idealen tot uiting komen door wat je binnen die structuur doet. Daarom is hoofdstuk 1 van de nota Bestuur in Samenhang gewijd aan de burger. De regering wil burgers de ruimte geven. Als zij veel dingen zelf (kunnen) doen, is er weinig overheid nodig. Lukt dat niet, dan pakt de overheid het weer op. Dit vereist een ander type overheid. De decentralisaties gaan over de burger en wat voor hén de beste oplossing is. De decentralisaties zijn de grootste verandering in de laatste decennia. Het sociale domein wordt het grootste taakveld voor de lokale overheid. Als je decentraliseert kunnen er verschillen ontstaan tussen gemeenten en kun je dus ook uitleggen waarom in gemeente A een traplift wel mogelijk is maar in gemeente B misschien niet. De keuze wordt lokaal gemaakt en daar hoort lo-
afgevaardigde Foto Henk Thomas/KNAW
Nico Schrijver Lid Eerste Kamer
Aardbevingen In de afgelopen tijd zijn de inwoners in Groningen opgeschrikt door aardbevingen. Het is begrijpelijk dat deze voor angst en onzekerheid zorgen onder de lokale bevolking, vooral in Noordoost Groningen.
H
? Foto Nationale Beeldbank
Bij de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland, die samen de Noordvleugelprovincie moeten gaan vormen, bestaan zorgen over tempo en taken.
kale verantwoording bij op basis van een ontschot budget. En als hier samenwerkingsverbanden voor nodig zijn, moeten deze zoveel mogelijk gelijkvormig zijn. Maar als er goede redenen zijn om niet op alle terreinen dezelfde samenwerkingsverbanden te hebben, mag dat ook. ‘Samenwerken doen wij probleemafhankelijk met de buurgemeente waar onze jongeren zich lam zuipen of met de grote gemeente waar
onze inwoners met psychiatrische stoornissen worden opgevangen.’ Ronald Plasterk benadrukt nogmaals dat gemeentelijke fusies van onderop moeten ontstaan. Alleen als een enkeling een proces blijft frustreren zal er ingegrepen worden, soms moet je de knoop eens doorhakken. Dat geldt ook voor de provincies die in de Noordvleugel al langer bezig waren met samenwerking. Identiteit is enorm belangrijk
Belangrijke punten uit de nota > De positie van de burger moet worden versterkt. De decentralisaties dragen bij aan een nieuwe relatie tussen burger en bestuur. De instelling van dorps- en wijkraden wordt een serieuze optie. In de paragraaf over de ‘Doe-democratie’ wordt gesteld dat de overheid moet uitgaan van de burger in plaats van te denken voor de burger. > Een open overheid: alle overheidsinstellingen moeten actiever informatie delen en openbaar maken. > Lokaal bestuur: bij de decentralisaties dient de zelfredzaamheid van burgers zoveel mogelijk te worden gestimuleerd. De uitvoeringskracht van de gemeenten moet worden versterkt, via intergemeentelijke samenwerking of gemeentelijke herindeling, zonder blauwdruk of grand design. Voor de intergemeentelijke samenwerking moeten de verbanden zoveel mogelijk gelijkvormig zijn. Het streven is een sobere en dienstbare overheid, verkleining van het aantal Statenleden en gemeenteraadsleden is daar onderdeel van. > Middenbestuur: de overheid wil bevorderen dat de eigen huishouding van de provincie materieel gesloten wordt. De provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland worden het eerste landsdeel De Noordvleugel, het eindbeeld is vijf landsdelen waarin ook de waterschappen zijn opgegaan. De waterschappen schalen op naar 10 tot 12 stuks. > Europa: de voorgestane veranderingen in het binnenlands bestuur bieden de kans om schaalvoordelen te halen ten opzichte van EU-verplichtingen en een steviger positie binnen het Europa van de regio’s. > De burgemeester: de aanstellingswijze van de burgemeester en de Commissaris der Koningin wordt uit de Grondwet gehaald.
maar je moet de discussie hier niet meer vervuilen. De zorgen over het tempo en de taken voor de nieuwe provincie neemt de minister ‘mee’. En in relatie tot de gemeenteraadsverkiezingen waarschuwt Plasterk: laat je niet framen in een schaaldiscussie, laten we onszelf dat ook niet aandoen. Wat hem de tip oplevert om als minister de communicatie vanuit zijn eigen ministerie in toon aan te passen en minder als opdracht van bovenaf te schrijven. ‘Daarmee help je ons’. ‘Voer de discussie zonder verbetenheid maar met lichtvoetigheid.’ Al met al was het een zeer ontspannen en voorzichtige bespreking van een lastig dossier, met veel respect voor een ieders opvatting en inbreng, natuurlijk ook dankzij de gespreksleiding van Co Verdaas. Pas op het eind
Plasterk moet de toon van zijn communicatie aanpassen wordt het even fel als het gaat over de vraag of bewoners en volksvertegenwoordigers wel betrokken zijn bij de discussie over de Noordvleugelprovincie. De meningen daarover zijn verdeeld. Blijft over de vraag: wat is de waarde van de nota Bestuur in Samenhang? De toekomst zal dit uitwijzen maar eerst vragen de decentralisaties onze aandacht.
et staat wel vast dat er een direct verband bestaat tussen de bevingen en de aardgaswinning in het gebied. Zowel het KNMI als het Staatstoezicht op de Mijnen hebben reeds enkele jaren geleden op dit gevaar gewezen; waarschuwingen waar we, met de kennis van nu, meer mee hadden moeten doen. Dat geldt zeker ook voor de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij). Alhoewel er nog veel onduidelijkheid bestaat over de effecten van aardgaswinning, is wel duidelijk dat verdere bodemdaling en zwaardere aardbevingen dan 3,9 op de schaal van Richter zeker niet uitgesloten kunnen worden. Bewoners en bestuurders in het Noorden maken zich dan ook terecht zorgen over de persoonlijke veiligheid, de materiële schade, de mogelijke imagoschade en de economische consequenties van deze situatie. Tegelijkertijd is aardgaswinning in het Noorden één van de kurken waar onze economie op drijft (thans ongeveer 11,5 miljard euro netto per jaar!). Bijna 20 jaar geleden promoveerde ik aan de Rijksuniversiteit te Groningen op het proefschrift Soevereiniteit over Natuurlijke Hulpbronnen: naast rechten ook plichten.* Een belangrijke constatering was dat de beschikkingsmacht over natuurlijke hulpbronnen bij de staat ligt, maar dat deze wel ten bate van nationale economische ontwikkeling en het welzijn van de eigen bevolking aangewend moeten worden. Op grond van de rechtsontwikkeling, veelal in het kader van de Verenigde Naties, leid ik onder meer de volgende vuistregels af: > Veiligheid en welzijn van de bevolking moeten voorop staan; > De lokale bevolking van de wingebieden heeft recht op toegang tot alle relevante informatie, bezwaarprocedures en deelname aan besluitvormingsprocessen; > Grootschalige exploitatie van natuurlijke hulpbronnen moet altijd voorafgegaan worden door een onafhankelijke milieueffectrapportage, waarvan de uitkomsten publiek moeten worden gemaakt; > Op de staat rust een plicht tot zorgvuldig beheer en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen; > Er geldt een zorgplicht voor het milieu, die zich onder meer in het ‘voorzorgsbeginsel’ vertaalt. In 1972 omschreef de VN dit beginsel als volgt: ‘Als er gevaar bestaat voor ernstige of onherstelbare schade, mag gebrek aan volledige wetenschappelijke zekerheid niet worden aangevoerd als reden om kosteneffectieve maatregelen ter voorkoming van milieuschade uit te stellen’; > Ook bestaat er een preventiebeginsel, dat in meer algemene zin stelt dat het beter is om schade te voorkomen dan om achteraf te handelen; > Schade voor de lokale bevolking als gevolg van de winning van natuurlijke hulpbronnen moet volledig worden vergoed. Deze uitgangspunten worden dikwijls ingeroepen op internationaal niveau. In de eerste plaats gebeurt dat in procedures tussen staten, ingeval van grensoverschrijdende effecten van exploitatieprojecten. Denk aan de zaak van de Westlandse tuinders tegen de Franse kalien zoutmijnen. In de tweede plaats gebeurt dat in mensenrechtenprocedures van lokale bevolkingsgroepen tegen hun eigen staat. Ook voor de aanpak van de opgetreden problemen in Groningen vormen deze internationaal-rechtelijke vuistregels nuttige uitgangspunten. Groningen mag niet louter een wingewest van Nederland zijn. Er rust een belangrijke zorgplicht op zowel de NAM als de Nederlandse overheid om na te gaan hoe op een duurzaam verantwoorde wijze aardgas in Groningen of elders kan worden gewonnen zonder ernstige schade en onaanvaardbare risico’s voor de plaatselijke bevolking. Deze heeft immers zowel het recht om een graantje mee te mogen pikken van de bodemexploitatie in ‘hun’ gebied als het recht op veiligheid, bestaanszekerheid, volledige informatie en een correcte afhandeling van schadeclaims. *Handelseditie Sovereignty over Natural Resources. Balancing Rights and Duties, Cambridge University Press, herdruk in paperback 2008.
lokaal bestuur / mei 2013
5
Afdelingen verwachten van primaries Foto Nederlandse Beeldbank
De afdelingen die ook niet-leden laten meestemmen over de lijsttrekker verwachten dat dit meer betrokkenheid en meer leden oplevert.
Hans Spekman beloofde bij zijn verkiezing tot partijvoorzitter van de PvdA dat hij zich zou inzetten voor het realiseren van primaries: interne voorverkiezingen waarbij ook niet-leden nieuwe partijleiders mogen kiezen. Spekman maakte werk van zijn belofte en liet medewerkers onderzoek doen naar primaries in andere landen: wat waren nu precies de voor- en nadelen? Inmiddels is de partij ver genoeg voor een pilot: Amsterdam, Groningen, Zoetermeer en Utrecht organiseren primaries voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014. Lokaal Bestuur sprak met een aantal betrokkenen.
Raa
dsve
KIRSTEN VERDEL FREELANCE JOURNALIST
6
rkie
zing
en 2
014
Jorn Michels Vicevoorzitter Groningen Waarom wilde Groningen meedoen aan de pilot? ‘Een half jaar vóór zijn verkiezing tot voorzitter hadden we al veel contact met Hans Spekman gehad, die vaak bij ons over de vloer kwam. Het idee van primaries is toen een aantal keren besproken. In december hebben we het plan voorgelegd aan onze leden. Er waren toen veel vragen en er was veel kritiek. De sfeer was erg afwachtend en wantrouwig. Veel mensen geloofden er niet in. We hebben toen een commissie ingesteld die alle kritiekpunten moest inventariseren. In die commissie zaten ook de critici, zodat de voor- en tegenargumenten beide goed onderzocht zouden worden. Het rapport van de commissie hebben we aan de afdelingsvergadering voorgelegd.’ Waar bestond de belangrijkste kritiek uit? ‘Het begint natuurlijk met de principiële vraag: geef je nietleden invloed? Dat vang je deels op doordat leden het alleenrecht houden om het verkiezingspro-
gramma samen te stellen. Een ander argument wat je mee kunt wegen is dat uit onderzoek blijkt dat 90 procent van de leden van een politieke partij lid is omdat ze de beginselen van de partij onderschrijven. De belangrijkste motivatie voor het lidmaatschap is dus niet het invloed willen uitoefenen binnen de partij. Er waren ook veel uitvoeringsvragen: hoe voorkom je een kaping van de voorverkiezing? Hoe voorkom je dat een opportunist lijsttrekker wordt? En kun je geld vragen voor primaries?’ Had de commissie daar antwoorden op? ‘Het rapport bleek veel kou uit de lucht te halen. Bij de afdelingsvergadering waar het werd besproken, ging het meteen veel meer over de toegevoegde waarde van primaries: dat betrokkenheid en enthousiasme er door gestimuleerd zouden worden.’ Maar hoe werd de kritiek dan weerlegd? ‘Je kunt een aantal beveiligingsmechanismen inbouwen.
Martijn Kool Voorzitter Amsterdam Vond je het zelf meteen een goed idee om mee te doen met de pilot? ‘Nou, ik zat er dubbel in. Aan de ene kant vroeg ik me af of het geen uitholling van het lidmaatschap is, aan de andere kant zie ik ook de potentie. Een open voorverkiezing van onze lijsttrekker is een geweldig instrument om grotere groepen mensen aan je te binden. Al pratende met bestuur en leden ben ik het een steeds beter idee gaan vinden. Stemmen voor een lijsttrekker kan mensen ertoe aanzetten om lid te worden. Dat is ook de ervaring in Frankrijk, waar het ledenaantal als gevolg van de primary spectaculair steeg. Ook andere mensen in de afdeling waren eerst terughoudend, maar je ziet het enthousiasme groeien. Uiteindelijk stemde zelfs 90 procent van de afdeling vóór. En de tegenargumenten? De tegenstemmers zijn vooral bang dat de partij met een lijsttrekker wordt opgezadeld die het nooit zou hebben gered bij een interne verkiezing. Daarom bouwen we dus zekerheden in: niet-leden die willen stemmen moeten een charter ondertekenen en een kleine bijdrage betalen om de kosten te dekken. Dat is een psychologische drempel. We vinden dat kandidaat-lijsttrekkers minimaal 150 handtekeningen moeten ophalen bij leden voordat ze zich kandidaat mógen stellen.’
Is dat niet erg veel? In Groningen spreken ze over 50 handtekeningen. ‘Als je lijsttrekker wilt worden in een grote stad als Amsterdam, moet je echt kunnen bewijzen dat je geworteld bent in de partij. Je moet bekend zijn bij de leden, of op zijn minst zelf in staat zijn om 150 steunverklaringen op te halen. Als je dát al niet lukt in een stad met meer dan 5000 leden, dan moet je je afvragen of je wel in staat bent om grote aantallen stemmers te trekken bij de gemeenteraadsverkiezingen.
Uiteindelijk stemde 90 procent van de afdeling voor
Waarom wilde Hans Spekman zo graag dat Amsterdam mee deed met de pilot? ‘Dat weet ik niet. Ik denk dat het vertrek van Lodewijk Asscher een nieuwe mogelijkheid geeft om een politiek leider te kiezen. En in een grote stad heb je wat meer leden die zich met de organisatie van de primary bezig kunnen houden, want het vereist natuurlijk nogal wat voorbereiding.’
één stemronde, of meerdere? In dat laatste geval kunnen mensen twee keer stemmen. We weten uit ervaringen in Frankrijk dat dit ertoe leidt dat nóg meer mensen mee willen doen. Daar staan wel hogere organisatiekosten en inzet van vrijwilligers tegenover.’
Margot Kraneveldt Secretaris en campagneleider, Zoetermeer
Kandidaten voor het lijsttrekkerschap moeten bijvoorbeeld minimaal een jaar lid zijn. Ook moet een kandidaat 50 handtekeningen van partijleden ophalen. Uiteraard moeten kandidaten ook aan het profiel voor de lijsttrekker voldoen, dus er zijn minimale eisen. Tevens moet je als kandidaat in de stad wonen. En tja, het feit dat het op papier dan nog steeds mogelijk is dat iemand veel mensen oproept op een bepaalde kandidaat te stemmen, dat hoort er een beetje bij.
In Frankrijk zorgden primaries voor 10 procent meer leden Als je mensen invloed wilt geven, moet je ook echt durven loslaten. Onderzoek naar primaries in Italië leert dat het kapen van verkiezingen eigenlijk niet voor komt. Hooguit dat je ziet dat in voorverkiezingen eerder voor mensen met een wat explicietere mening wordt gekozen dan voor de middenmoot. Maar daar is niets op tegen.’ Hoe gaan de primaries er uitzien, hoe organiseren jullie dat? ‘Er komen drie debatten tussen de kandidaten. Daarmee
hopen we niet alleen kiezers te mobiliseren, maar ook de pers. Alle kandidaten krijgen 500 euro budget voor hun campagne, meer mogen ze niet uitgeven. Zo voorkomen we dat kapitaalkrachtige kandidaten een onevenredige kans hebben om te winnen. De details voor de campagne moeten we nog uitwerken. Het is de bedoeling dat niet-leden die willen stemmen een symbolische bijdrage van 1 of 2 euro betalen, dat is ook een les uit Italië. En we kijken nog naar hoe we de stemmen zullen wegen: 50 procent voor de leden, 50 procent voor niet-leden bijvoorbeeld.’ Waar hopen jullie op? ‘In Italië zie je dat meer mensen participeren in verkiezingen sinds er primaries zijn. In Frankrijk zorgden primaries voor 10 procent meer leden. Het zou mooi zijn als dat hier ook gebeurt. We hebben 1250 leden in Groningen, maar we haalden 42.000 stemmen bij de vorige verkiezingen. Dat gat willen we overbruggen.’
Wat zien jullie verder als voordelen van een primary? ‘Je genereert meer bekendheid voor wat de partij doet, waardoor je campagnetechnisch een voorsprong op andere partijen opbouwt. Ook krijg je extra aandacht voor de nieuwe lijsttrekker. Daarnaast is het mogelijk om progressieve kiezers die nu niet op de PvdA stemmen, binnen te halen. De primary biedt verder kansen op pr-gebied en zorgt voor een vroege activering van vrijwilligers. We hopen Zoetermeerders ook te betrekken bij het bepalen van het verkiezingsprogramma.’ Hebben jullie ook over de nadelen nagedacht? ‘Uiteraard. Een primary kan gekaapt worden bijvoorbeeld. Het kan ook mislukken: wat als het mensen niet interesseert, als er nauwelijks niet-leden mee willen
Verwachten jullie veel mediaaandacht? ‘De Telegraaf en het Parool zijn er al maanden mee bezig, die vinden het een erg interessante ontwikkeling. En doordat de primary voor een deel in de zomervakantie gaat spelen, kan het ook voor andere media wel interessant zijn.’
Wij vinden de drempel dus zeker niet te hoog. Volgens de statuten mag je zelfs nog meer handtekeningen vragen, 10 procent van het ledenaantal, dat zou de limiet voor ons op ongeveer 500 zetten.’
ten veel De afdeling Zoetermeer is erg enthousiast over de pilot? ‘Ja, onze voorzitter had het idee om een primary te organiseren twee jaar geleden al eens geopperd in een gewestelijke vergadering, maar toen keek iedereen hem een beetje raar aan.’ We zien hier echt een kans om meer burgers bij de politiek te betrekken. We willen graag laten zien dat we een open en transparante partij zijn, waarbij je als progressieve kiezer mee mag praten. Ook denken we dat het de afdeling intern erg kan verlevendigen. Dat hoor ik ook terug, mensen vinden het heel spannend.’
Hebben jullie specifieke doelstellingen voor de primary? ‘Officieel nog niet. Maar we hebben zo’n 5000 leden en haalden bij de vorige verkiezingen 90.000 stemmen. Als het ons nu eens lukt om 20.000 mensen te laten stemmen in de voorverkiezing, dan zou ik erg blij zijn. Maar ik weet niet hoe reëel dat is. Laten we eerst eens inzetten op 10.000, daarmee verdubbelen we het aantal betrokkenen. Misschien moeten we ook kijken naar Australië: daar hield een partij in Sydney een primary. Ze hadden 400 leden en hoopten op 2000 deelnemers. Dat werden er 4000. Dat zijn wel fantastische cijfers natuurlijk.’
doen? Verder moet je natuurlijk wel voldoende kandidaten hebben. Als zich maar één persoon meldt voor het lijsttrekkerschap, dan komt er natuurlijk geen primary.’ In Groningen vinden ze dat iemand ten minste een jaar lid moet zijn om mee te mogen doen als lijsttrekkerskandidaat. Is dat bij jullie ook zo? ‘Wij volgen gewoon de statuten: iemand moet zes weken lid zijn om volledige ledenrechten te krijgen. Het is nog wel even zoeken naar wat er wel en niet gevraagd mag worden van kandidaten, de statuten zijn natuurlijk niet ingericht op deze situatie.’
Je moet gewoon ook een beetje lef hebben om de tent open te gooien Het wegen van stemmen is ook een punt waar de meningen over verschillen. Wat doet Zoetermeer? ‘Wij willen geen schijndemocratie. Wij zijn voorstander van het principe one man, one vote. Je moet mensen wel serieus nemen. Maar er zijn wel punten waar we echt nog niet uit zijn. Houd je bijvoorbeeld een interne voorronde als je vier kandidaten hebt, waarna er twee publiekelijk de strijd aangaan, of kies je voor een echt brede, openbare voorverkiezing? En houd je dan
Heeft de partij eigenlijk onderzocht of er wel animo is in Nederland voor primaries? ‘Ja, daaruit bleek dat er landelijk ongeveer 400.000 mensen zijn die het leuk zouden vinden om mee te doen. Maar je moet wel een onderscheid maken tussen lokale en landelijke verkiezingen: lokaal vinden mensen het misschien minder spannend om mee te doen. Wij hebben zelf 400 leden en hopen op 1200 deelnemers.’ Hoe kunnen mensen zich aanmelden om als niet-lid mee te stemmen? ‘Ze moeten in principe in persoon verschijnen om zich aan te melden. Bijvoorbeeld bij onze marktkraam, waar ze zich ook moeten kunnen legitimeren als Zoetermeerder. Details daarover moeten we nog uitwerken.’ Kan een primary geen verdeeldheid binnen de partij veroorzaken? ‘In Italië en Frankrijk bleek juist het tegenovergestelde. Door de interne discussie zo transparant te voeren en een heldere keuze te maken, werden de gelederen juist gesloten. En weet je, je moet ook gewoon een beetje lef hebben om de tent open te gooien.’
lokaal bestuur / mei 2013
7
BURGER DENKT MONDIALE DAN OVERHEID Foto’s COS Gelderland
Wageningse studenten in actie voor millenniumdoelen.
Vroeger was een gemeente verplicht om 1 euro per inwoner te besteden aan ontwikkelingshulp. Hoofddoel was een gedragsverandering tot stand te brengen in de Nederlandse samenleving. Nu is het allemaal vrijblijvender. Door de bezuinigingen lijkt er steeds minder ruimte voor samenwerking over de grens. Toch is er ook met weinig geld heel veel mogelijk. In dit artikel geven we enkele inspirerende voorbeelden. Krijn van der Velden en Moniek Kamm COS Gelderland (‘partner in diversiteit en duurzaamheid’) plaatsen ze in perspectief.
HARRIËT VAn DOMSELAAR FREELANCE JOURNALIST
8
Er wordt nogal denigrerend gedaan over het begrip ‘ontwikkelingshulp’. Volgens de één is het een linkse hobby, een ander zegt dat het uit de tijd is en een derde vindt het ‘in deze crisistijd zonde van het geld’. Het is een uitgavepost die gemakkelijk wordt geschrapt, zonder dat betrokkenen daar tegen protesteren. De ver-van-mijn-bed gedachte viert hoogtij, terwijl de wereld steeds kleiner wordt. Acties op radio of tv kunnen nog wel rekenen op wat tijdelijk mededogen, maar dat is het wel. De huidige recessie wordt maar al te graag als excuus gebruikt. Toch gloort er hoop. Het slinkende en soms zelfs verdwijnende budget leidt tot nieuwe gedachten en initiatieven. Politiek en bedrijfsleven ontdekken nieuwe kansen en invalshoeken. ‘De mondiale burger ziet gelukkig zelf vele mogelijkheden’, zeggen Krijn van der Velden en Moniek Kamm van het COS. Zij vinden dat er lokaal veel kansen worden gemist. ‘Gemeenten zouden moeten samenwerken op het gebied van scholing en fondsenwerving. Er kunnen veel meer mogelijkheden worden benut. Dan hebben we het niet alleen over stedenbanden, maar ook over initiatieven van bedrijven, scholen en particulieren. Geen ontwikkelingshulp, maar internationale samenwerking.’ Afhaken COS, in de jaren zeventig gestart als centrum voor ontwikkelingssamenwerking, steunt deze nieuwe ontwikkelingen van harte. ‘Het gaat om de inhoud. Over het beantwoorden van vragen en
het helpen bij de uitvoering van activiteiten. Wij werkten altijd in opdracht van gemeenten, provincies en van het ministerie van Buitenlandse Zaken. In het verleden begeleidden we ook waterschappen die iets met de mondiale waterproblematiek wilden doen. Door het versmalde overheidsbeleid haken er helaas steeds meer bestuurslagen af. Ons belangrijkste advies is: integreer je activiteiten zo veel mogelijk in het beleid, maar zorg wel dat er iemand verantwoordelijk blijft voor daadwerkelijke verankering en uitvoering. Leuk overigens dat de Partij van de Arbeid - in tegenstelling tot andere partijen - blijkbaar altijd nog in-
De betrokkenheid bij internationale samenwerking is eigenlijk heel groot teresse heeft voor dit onderwerp. We doen onze uiterste best om de politieke belangstelling voor ontwikkelingen in andere landen warm te houden, maar het zakt weg. Of dat louter te maken heeft met minder financiën weten we niet, want daar wordt lokaal geen registratie van bijgehouden; ook niet door de VNG. Waarschijnlijk gaat men ervan uit dat het niet meer nodig is. Het accent bij bestuurlijke uitwisseling ligt nu niet meer zozeer op ‘elkaar willen helpen’ maar op ‘elkaar willen leren kennen’. Op die basis zijn er bijvoorbeeld stedencontacten en worden migrantenorganisa-
ties betrokken bij hun landen van herkomst.’ Faciliteren ‘We zijn een geglobaliseerde samenleving. Inwoners zien dat beter dan politici. De burger is de overheid vóór. Internationale ambities leven wel degelijk. Pas op dat je als overheid niet achterblijft. Heel wat burgerorganisaties hoef je als gemeente eigenlijk alleen maar te faciliteren. Ondersteun activiteiten op scholen en in buurten. Daar zijn al contacten met het buitenland gelegd, dus dat hoeft niet dubbel te gebeuren. Gemeenten kunnen mensen met elkaar in contact brengen.’
uit de kamer Nijmegen en Pskov
De veel gehoorde kreet ‘dat moet het bedrijfsleven maar doen’ wordt achterhaald door het volgende voorbeeld. Nijmegen en de Russische stad Pskov sloten al meer dan 25 jaar geleden een stedenband. In de loop der jaren reisden er veel particulieren naar toe. Zij kregen op die manier een band met de bevolking. Dat had een positief effect op het welzijn van de Russische gemeenschap in Pskov. Het gemeentelijk apparaat is daar veel toegankelijker geworden dan in de rest van Rusland, waar alles nog centraal wordt aangestuurd. Er zijn ook heel wat mensen in Pskov die Nederlands hebben leren spreken. Voor Nederlandse bedrijven die zich daar willen vestigen is dat een positief gegeven.
Wageningen
De gemeente Wageningen doet het weer anders. Daar is onlangs ‘Participant’ van start gegaan. Dit netwerk van internationale studenten, bedrijven en organisaties die werkzaam zijn op het gebied van duurzaamheid, krijgt steun van de Wageningse universiteit. Daar wordt in kaart gebracht welke kennisuitwisseling en samenwerking al bestaat en hoe die kan worden verbeterd. Innoveren in ontwikkelingslanden is namelijk een hoofdstuk apart. Je moet eerst de lokale behoeften en wensen leren kennen. Men denkt en werkt in die landen heel anders en stelt vaak ook minder hoge eisen. Het is de kunst om het vereiste kennisniveau goed in te schatten. En dan sámen aan de slag.
Millenniumgemeente
Het predicaat ‘millenniumgemeente’ kan gebruikt worden om je inwoners te laten weten welke activiteiten in welke samenhang geaccentueerd kunnen worden, geven Krijn van der Velde en Moniek Kamm als tip. ‘Welke rol kun je als gemeente spelen? Liggen je kennis en ervaring bijvoorbeeld bij land- en tuinbouw, huizenbouw of water? Welke millenniumdoelen hebben de voorkeur? Welk budget is haalbaar? Hoe kun je je burgers bereiken en enthousiasmeren?’ Een inspirerend voorbeeld is volgens hen Arnhem. Voordat deze stad in 2009 Millenniumgemeente werd, onderzocht men welke activiteiten er al waren. Het resultaat was indrukwekkend. Het ging om vele honderden vanuit de bevolking georganiseerde acties en campagnes en er was sprake van een grote diversiteit van initiatieven. De conclusie die de gemeenteraad trok was dan ook: we zíjn eigenlijk al een millenniumgemeente. Ook nu nog stelt de stichting Doca jaarlijks een overzicht met activiteiten op. ‘Helaas blijft het in andere gemeenten soms bij het vastspijkeren van het bordje ‘millenniumgemeente’. Dat staat natuurlijk wel goed, maar daar zouden toch echt verplichtingen aan vast moeten zitten. Zo’n titel moet je verdienen’, aldus de COS-medewerkers. Hoorn ontving onlangs uit handen van minister Ploumen de prijs voor meest inspirerende millenniumgemeente. Ook Utrecht is een goed voorbeeld voor andere gemeenten. Daar worden gerichte cursussen en lezingen georganiseerd en is de nieuwe website Team 2015 Utrecht gelanceerd. Ook op diverse andere sites zijn goede initiatieven te vinden, zoals die van Coevorden (textielacties ten bate van Afrika), Gouda (schoolprojecten over eerlijke voeding) en NoordBeveland (zo energiezuinig mogelijk bouwen). Ook de inmiddels circa 30 Fair Trade-gemeenten in ons land (Goes en Groningen waren de eerste) zijn zeer actief.
ER
Haak daarbij aan. Beloon initiatieven met waardering. Neem hen serieus. Je zult zien dat samenwerking tussen gemeente en burgers tot resultaten leidt.’
Moniek Kamm en Krijn van der Velden: ‘Gemeenten laten nog heel wat kansen liggen.’ Uit onderzoek van het COS blijkt dat de betrokkenheid bij internationale samenwerking eigenlijk heel groot is: er zijn in gemeenten gemiddeld tien organisaties op dit gebied actief. ‘Als je dan bedenkt dat bij zo’n groepering acht tot tien vrijwilligers werkzaam zijn, met ieder weer een eigen netwerk, kun je daar als gemeente natuurlijk prachtig bij aansluiten. Maak allereerst eens tijd vrij voor die mensen. Wees niet meteen bang dat het geld gaat kosten. Vrijwilligers hebben veel in hun mars en veel ervaring.
Verbindende factor ‘Internationaal beleid valt in de gemeente helaas meestal onder algemene zaken, terwijl het juist een thema is dat je in het gehele gemeentelijk beleid zou moeten kunnen terugzien. We hebben het wel over ‘goed besturen’ maar laten dat zelf vaak liggen. Gemeenten worden door het Rijk ontmoedigd om internationaal beleid te ontwikkelen. De ene na de andere taak wordt over de schutting van gemeenten gegooid, terwijl de échte taak van een gemeente: het verbinden en steunen van je inwoners, maar al te graag wordt genegeerd. Er zijn migrantenorganisaties die lokale situaties heel goed kennen en die dus een positieve uitwisseling en samenwerking met landen van herkomst zouden kunnen bewerkstelligen. Zij kunnen prima vorm geven aan projecten. Die rol kun je als gemeente ondersteunen. Zij kunnen een verbindende factor zijn tussen dingen die lokaal gebeuren en tegelijkertijd een brug slaan naar het buitenland. Zo zorg je dat onbekend niet onbemind is. Sociaal beleid (het matchen van vrijwilligers) en economisch beleid (de internationale betrekkingen) gaan op die manier hand in hand. Dan gaat het niet om een geïsoleerde beleidsnota, maar om een brede wisselwerking tussen verschillende doelgroepen. Nogmaals: dan hoeft een gemeente alleen maar te faciliteren.’
Lokaal bestuur ‘Het gaat tegenwoordig niet meer om een collectebus-actie voor een waterput in een ver land. Hulp verlenen is veranderd in kennis en ervaring delen. Dat gaat via lokale netwerken en platforms en heeft bijvoorbeeld betrekking op het opwekken en gebruiken van duurzame energie. Nederlandse gemeenten kunnen ook een rol spelen in het versterken van lokale democratie in ontwikkelingslanden. Het lokale bestuur staat dicht bij de burger. Je hoeft ook niet te denken ‘hoe krijgen we onze burgers gemobiliseerd?’, want dat zijn ze al. Alleen weten veel gemeenten dat niet. Daarvan ligt de oorzaak overigens ook bij de vrijwilligers zelf. Zoek elkaar op! Meer info op www.cosgelderland.nl
Foto Jan de Roos
Ton Langenhuyzen beleidsmedewerker tweedE KAMERfractie
Verandering van geslacht
I
emand die van geslacht wil veranderen moet tot nu toe aan een aantal voorwaarden voldoen die niet meer van deze tijd zijn. Ook Astrid Oosenbrug, woordvoerder namens de fractie over dit onderwerp, vindt dat de wet moet worden aangepast. De stand van zaken is nu dat iemand die de vermelding van zijn geslacht in de geboorteakte wil wijzigen dat alleen kan laten doen als hij of zij lichamelijk aan het verlangde geslacht is aangepast, onvruchtbaar is gemaakt en niet getrouwd is. Bovendien moet er een rechterlijke uitspraak liggen. Het wetsvoorstel dat onlangs in de Tweede Kamer werd besproken, regelt dat voor een geslachtswijziging het voortaan voldoende is dat het om een vaste overtuiging gaat. Het wordt een administratieve procedure zonder dat daarvoor de gang naar de rechter hoeft te worden gemaakt. Het is genoeg om een verklaring van een deskundige aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te overleggen. De ambtenaar kan deze wijziging aan de geboorteakte toevoegen. Hierdoor blijft duidelijk dat deze persoon met een ander geslacht is geboren. De wijziging van vermelding van het geslacht in de akte van geboorte gaat doorwerken in alle overheidsadministraties en heeft betekenis voor de vermelding van het geslacht in overheidsdocumenten, zoals het paspoort. Op aandrang van de Kamer, waaronder de PvdA, heeft staatssecretaris Teeven het wetsvoorstel op het punt van de verplichte deskundigenverklaring aangepast. Die deskundige hoeft niet meer iemands gender-identiteit vast te stellen - dat weet alleen de betrokken persoon zelf - maar bevestigen dat de overtuiging tot het andere geslacht te behoren bij de betrokken persoon echt bestaat en dat die persoon wilsbekwaam is (en dus niet gedreven wordt door bijvoorbeeld een psychiatrische stoornis).
Parkeren per minuut
A
ttje Kuiken diende onlangs een initiatiefwet in die ervoor moet gaan zorgen dat automobilisten in gemeentelijke parkeergarages per minuut gaan betalen. Telefoneren betaal je per seconde, benzine betaal je per milliliter, drinkwater per liter. Maar bij parkeren betaal je per tijdvak, vastgesteld door de desbetreffende gemeente. Het komt voor dat automobilisten voor een vol uur betalen ook als ze maar vijf minuten geparkeerd staan. Detailhandel Nederland heeft becijferd dat automobilisten gemiddeld 14 procent te veel betalen doordat de garages hen per uur laten betalen. Kuiken vindt dat oneerlijk en onnodig. Het uitgangspunt van de parkeerverordening is immers dat het belasten van parkeren tot doel moet hebben om de druk op de openbare ruimte te kunnen managen. Een logisch vervolg hierop is dat zo eerlijk mogelijk wordt afgerekend: per minuut. Het wetsvoorstel - dat een wijziging in de Gemeentewet betreft - stelt een overgangsperiode voor zodat apparatuur kan worden aangepast en bestaande contracten kunnen worden uitgediend.
Hennepteelt
O
m de bestrijding van de hennepteelt te verbeteren wil het kabinet de strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen ten behoeve van de hennepteelt verruimen. Het wetsvoorstel wil dat degene die bepaalde voorwerpen in zijn bezit heeft die voor hennepteelt kunnen worden gebruikt, strafbaar wordt. Het kan daarbij om voorwerpen gaan die in het dagelijks leven ook voor andere doeleinden dan hennepteelt kunnen worden gebruikt en die ook in tuincentra of bouwmarkten kunnen worden gekocht. Myrthe Hilkens is tegen deze wet. Op de eerste plaats is het een uiting van ineffectief beleid: aan de ene kant de ‘voordeur’ van de coffeeshops reguleren en de verkoop gedogen en aan de andere kant niet willen erkennen dat coffeeshops toch ergens hun producten vandaan moeten halen. Met het reguleren van de ‘achterdeur’ en het niet doen alsof bij coffeeshops de wiet als manna uit de hemel komt neerdalen, kun je de hele keten decriminaliseren en kun je de politiecapaciteit ergens anders voor gaan inzetten. Bovendien zal het wetsvoorstel nauwelijks bijdragen aan de bestrijding van de bedrijfsmatige grootschalige hennepteelt waar het kabinet zich op zegt te richten. Het is niet eens duidelijk of de growshops wel de leveranciers zijn voor de grootschalige wiettelers. Ondanks de tegenstem van de PvdA heeft het wetsvoorstel wel een meerderheid in de Tweede Kamer gehaald.
lokaal bestuur / mei 2013
9
Verkiezingsaffiches: Doe het eens helemaal anders Verkiezingsaffiches plakken is al sinds mensenheugenis een vast onderdeel van het ambachtelijke campagnevoeren. Een stel affiches, een emmer behangplaksel met kwast, en dan langs de borden in stad of dorp om de partij, de lijsttrekker of die pakkende slogan onder de aandacht te brengen. Met de raadsverkiezingen van volgend jaar in het vizier, kijkt Lokaal Bestuur met een aantal ervaren campagnevoerders naar het affiche. Hoe effectief is het vandaag nog als communicatiemiddel, aan welke eisen moet een goed affiche voldoen en hoeveel vrijheid heb je als lokale afdeling eigenlijk als je wilt afwijken van de landelijke huisstijl van de PvdA? ‘Verkiezingsaffiches worden steeds minder belangrijk’, zegt Dig Istha, wethouder, lid van het partijbestuur en communicatiedeskundige. ‘Er wordt tegenwoordig op een heel andere manier gecommuniceerd tussen politieke partijen en kiezers. Televisieoptredens worden steeds meer de norm, zoals bij de vorige verkiezingen is gebleken. Dat plakken hoort er natuurlijk wel bij, maar om nou te zeggen dat het de doorslag geeft?’ Vertrouwen verzilveren Volgens Jocko Rensen, raadslid in Houten, geldt Dig Istha’s uitspraak meer voor de landelijke dan voor de lokale politiek. ‘Zolang de gemeente verkiezingsborden plaatst, moet je plakken. Als je op die borden niet zichtbaar bent, wordt daar over gepraat.’ Rensen ontwierp voor de vorige raadsverkiezingen samen met PvdAlid Tim van Pelt een systeem van affiches en ansichtkaarten voor de campagne. ‘Een basisontwerp met daarop de kenmerken uit de landelijke huisstijl en onze lijsttrekker Nicole Teeuwen. Nicole is een bekend persoon in Houten. Ze heeft een identiteit opgebouwd. Eerst als raadslid, later als wethouder. Het affiche hing overal in Houten en de ansichtkaarten werden uitgedeeld. De overige kandidaten konden vervolgens voor hun eigen netwerk ansichtkaarten en een affiche van zichzelf laten maken. Mensen vinden iets van wat er landelijk gebeurt, maar zeggen tegen ons: “het geldt niet voor jullie hoor!”. Dat gevoel willen we verzilveren. In de campagne laten we daarom zien dat we vooral PvdA Houten zijn.’ Geen of-of kwestie Ook op het partijbureau is het verdwijnen van verkiezingsaffiches geen onderwerp van gesprek. Michiel Reijnen van de afdeling communicatie verwacht in elk geval niet dat ze op korte termijn zullen verdwijnen ten gunste van andere communicatieplatforms. ‘Het is geen of-of kwestie. Ik ga er vanuit dat affiches zeker een communicatiemiddel zullen blijven, al is het maar, zoals Jocko Rensen ook zegt, om de attentiewaarde die dat op straat heeft. Natuurlijk zitten we niet stil en kijken we naar vele andere middelen en platforms’.
Jurjen Sietsema FREELANCE JOURNALIST
10
Voorbedrukte borden Lobke Zandstra, raadslid in Den Haag, vindt om dezelfde reden dat affiches nog steeds een effectief communicatiemiddel zijn. ‘Er zijn mensen die de verkiezingen niet op hun netvlies hebben en er op die manier op gewezen worden. Zelf kun je je dat, als je zo intensief met zo’n campagne bezig bent, niet voorstellen, maar het gebeurt dat mensen het echt niet weten. Dan hebben die affiches zin.’ Wel is ze van mening dat het traditionele plakken een rommelig straatbeeld oplevert. ‘Ik heb me er in Den Haag sterk voor gemaakt dat de verschillende partijen geen affiches meer hoeven te plakken, maar dat je van die voorbedrukte borden krijgt zoals bij de vorige landelijke verkiezingen. Dat levert hele mooie plaatjes op die door alle media zijn overgenomen. Dan voorkom je dat het al snel een vervallen bende wordt waar de ene partij de andere eruit probeert te plakken. Er zijn mensen die deze borden steriel vinden, maar ik vind ze juist overzichtelijk.’ Volgens Lobke zie je op die manier goed het verschil tussen de affiches. ‘Sommige komen heel krachtig over, terwijl je je bij anderen afvraagt wat ze nu eigenlijk willen zeggen’. Meeste affiches hetzelfde ‘De meeste affiches zien er hetzelfde uit’, zegt Dig Istha. ‘Altijd de kop van de lijsttrekker met een nietszeggende slogan eronder, zoals ‘Doorgaan’ of zoiets. Het zijn zelden dingen die eruit springen. Affiches met kreten als ‘Kies de minister-president, kies Den Uyl’ (PvdA 1977), de posters met Kok zoals ‘Tijd voor een ander beleid’ (PvdA 1989) en ook ‘Laat Lubbers zijn karwei afmaken’ (CDA 1986), waren best goed, maar wat moet je nu met ‘Sterk en sociaal’? ‘Kies Kok’ uit 1994 was het mooiste affiche!’ ‘Het valt niet mee om telkens met iets goeds te komen’, zegt Lobke Zandstra. ‘In Den Haag denken we voor en tijdens de campagne heel goed na over wat we willen. Wil je de lijsttrekker erop zetten of een heel team? De afgelopen twee keer hebben we gekozen voor een heel team. De top 10 tot 15 van de lijst. Toen hebben we geprobeerd om een foto te maken op het Plein, zodat je een herkenbare Haagse achtergrond krijgt. Dan blijkt hoe moeilijk het is om een goede groepsfoto te maken. Je moet er goed over nadenken.’ Dat beaamt Michiel Reijnen. ‘Er wordt altijd een zorgvuldige
afweging gemaakt over wat we willen communiceren en hoe we dat vervolgens omzetten in een herkenbare, effectieve stijl. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de campagneleiding.’ Vernieuwend in 2006 Een groep op een PvdA-verkiezingsaffiche was voor het eerst prominent te zien tijdens de landelijke campagne van 2006. Toen verschenen naast affiches met de afbeelding van lijsttrekker Wouter Bos, ook affiches met daarop Bos als middelpunt, omringd door andere PvdA’ers, Wouters ‘lokale helden’. Vanaf dat moment lijkt het een geaccepteerd verschijnsel, terwijl het volgens de gangbare communicatienormen een bij voorbaat te complexe boodschap is voor de ontvanger (teveel informatie, dat wil zeggen gezichten, kleuren enzovoorts). Toch waren de groepsaffiches volgens Dig Istha een prima zet. ‘Ik geloof dat er iets van vier verschillende ontwerpen tegelijkertijd werden gebruikt. Dat doet me denken aan een popband, ik geloof dat het Guns ’n Roses was, die één album met vier verschillende hoezen uitbracht. Het was vernieuwend en de echte fans kochten gewoon hetzelfde album gewoon vier keer, elk exemplaar met zo’n ander hoesje. Zo voelde dat met Wouter Bos ook. Het was weer eens iets anders. Er werd over gepraat. Dat moet je hebben.’ Wat maakt een affiche goed? Wat maakt een verkiezingsaffiche tot een goed affiche? Wat moet het in de eerste plaats communiceren? ‘Vertrouwen’, zegt Jocko Rensen. ‘De PvdA is lokaal sterk. Je spreekt mensen aan en die vraag je om vertrouwen.’ Dig Istha: ‘En dus krijg je weer zo’n lijsttrekker die met zo’n goedaardige glimlach een beetje glazig in de camera staart? Daar word ik nou niet warm van. Je hebt van die boeken (en een site
Je moet op je affiche geen 100 procent eigen koers gaan varen red.) waarin verkiezingsposters staan. Daarin zie je dat ze allemaal zo’n beetje op elkaar lijken. Je moet ervoor zorgen dat jouw affiche opvalt. Out of the box denken. Weg van het traditionele stramien. Kijk eens naar wat de PSP in 1971 deed. Onvergetelijk, dat affiche met die blote vrouw in dat weiland. Je ziet hem nu, meer dan 40 jaar later, nog steeds zo af en toe ergens voorbijkomen als een goed voorbeeld van hoe je zoiets aanpakt.’
Collage Jos B. Koene
Zo presenteerden PvdA-afdelingen zich tijdens de campagne voor de raad Eigen of landelijke slogan Dat de goedaardig glimlachende lijsttrekker wel degelijk kan werken, blijkt uit het affiche dat in 2010 in Tilburg werd gebruikt voor lijsttrekker Jan Hamming. ‘Een soort Obama affiche’, zegt Lobke Zandstra. ‘Ik vond dat erg mooi, maar om dat te kunnen doen moet je wel iemand hebben die zó bekend is in de stad dat het ook kan.’ De slogan die Hamming gebruikte was kort, krachtig en simpel: ‘Jan, zeker nu.’ Terwijl Dig Istha inmiddels toe is aan een vervanger voor de slogan ‘Nederland sterker en socialer’, kunnen Jocko Rensen en Lobke Zandstra zich er nog steeds goed in vinden. Lobke: ‘Voor mij werkt hij. Ik ben natuurlijk geen onderzoeker, maar ik ga er vanuit dat het partijbureau hem nog steeds zo af en toe loslaat op focusgroepen en checkt of hij nog werkt.’ Jocko: ‘In Houten hebben we overigens
wel gekozen voor een eigen slogan: ‘PvdA, beter voor Houten’. Die gebruikten we samen met ansichtkaarten, waar we tien punten achterop hadden gezet waarvan wij dachten dat die goed zouden zijn voor Houten. We hadden die punten niet zelf bedacht, maar door contacten met de inwoners verzameld. Herkenbaar voor hen, en voor ons.’ Op zoek naar het warme gevoel Herkenbaarheid en dicht bij de kiezer staan zijn cruciale punten in een campagne. De herkenbaarheid van de PvdA op de affiches zit hem in de huisstijl. De roos, het lettertype en de kleurstelling. Hoe dwingend is die huisstijl? ‘Niet’, zegt Michiel Reijnen. ‘We bieden hem aan en de afdelingen kunnen er vervolgens hun eigen invulling aan geven. We leggen hem zeker niet dwingend op. Het is wel verstan-
anders
Raa
dsve
dsverkiezingen van maart 2010 dig dat je op je affiche geen 100 procent eigen koers gaat varen. Je moet wel herkenbaar blijven als PvdA, anders hebben mensen op straat geen ankerpunt.’ Eenheid in verscheidenheid of net andersom, Lobke Zandstra gaat voor het maximale effect en de maximale herkenbaarheid. ‘De landelijke PvdA zou wat mij betreft zó’n goede huisstijl moeten maken dat iedereen er gebruik van wil maken.’ Jocko Rensen houdt het bij de lokale invulling. ‘Ik vergelijk het met een ansichtkaart die je van een goede vriend krijgt. Je kijkt naar de vakantiebestemming waar hij vandaan komt en krijgt er een warm gevoel bij. Dat gevoel, dat vertrouwen, daar moet je denk ik naar op zoek.’
Vijf tips voor een goed affiche > Houd de boodschap in zowel woord als beeld kort, simpel en krachtig > Wek vertrouwen, probeer in je boodschap zo dicht mogelijk bij de ontvanger te komen > Val op, probeer eens iets totaal anders, iets spraakmakends. > Wees niet bang om traditionele communicatieregels te negeren voor iets vernieuwends > Daag de ontvanger uit om er iets van te vinden
rkie
zing
en 2
014
Inspiratie opdoen en nog eens zien hoe de verkiezingsaffiches er in het verleden uitzagen? Kijk dan eens op www.verkiezingsaffiches.nl. Een website van ProDemos, het Huis voor democratie en rechtsstaat, waarop alle verkiezingsaffiches van alle Nederlandse politieke partijen vanaf 1918 zijn samengebracht. De producent van de voorbedrukte verkiezingsborden in Den Haag (en andere steden) heet Trotter (www.trotter.eu) lokaal bestuur / mei 2013
11
PARTICIPATIEWET IS PVDA ONWAARDIG Foto WFA
Demonstratie voor het PvdA-partijkantoor in Amsterdam.
Namens het netwerk Sociale Zaken van het CLB riepen de wethouders Berent Daan (Purmerend) en Edo Haan (Zoetermeer) vorige maand hun collega’s op alert te zijn op de komende Participatiewet en de herstructurering van de Sociale Werkvoorziening. Zij waarschuwden voor ‘een ernstige sociale kaalslag’ als gevolg van het slinkende participatiebudget en voor een dreigend faillissement van SW-bedrijven. Om die gevaren af te wenden, stuurden ze twee voorbeeldmoties mee die PvdA-raadsleden in hun gemeente kunnen indienen. Co van Schaik, wethouder in Terneuzen, stoort zich erg aan de suggestie in de SW-motie om in de gemeente geld uit de algemene reserve te reserveren voor de afbouw van de WSWbedrijven. Raadslid Johan Feenstra uit Súdwest Fryslân vindt dat de landelijke bezuinigingsdrift van de PvdA moet stoppen.
Co van Schaik Wethouder in Terneuzen
12
Als onze PvdA-fracties in het land deze moties indienen, zal dat leiden tot hoongelach van andere partijen. Zij zullen ons er fijntjes op wijzen dat deze problematiek veroorzaakt wordt door onze eigen PvdA-bewindslieden. Heel de Participatiewet is trouwens een onding en de PvdA onwaardig. Uiteraard heb ik deze noodkreet al eerder geuit en zelfs in een persoonlijk gesprek met staatssecretaris Jetta Klijnsma uitgelegd. Ontwijkende antwoorden en algemeenheden overheersten het gesprek. Helaas weet men donders goed waar men mee bezig is, alleen wordt niet het eerlijke verhaal verteld. Vanaf 1januari 2014 zijn het WSW-loket en het Wajongloket grotendeels gesloten. De arbeidsgehandicapte inwoner wordt verwezen naar het WWBloket. Bij dat loket word je pas toegelaten als je geen nagel meer hebt om.... Heb je een partner met werk of een uitkering, een beetje spaargeld, een eigen huis? Ho maar, dan heb je geen kans meer om samen een inkomen te verwerven. Ook geen eerlijke kans op werk, want het verhaal dat werkgevers op deze groep burgers zitten te wachten is absurd, zeker nu ze ook geen ‘rugzakje’ meer meekrijgen. Zelfs bij de gemeenten zelf en bij andere overheden is het aantal arbeidsgehandicapte werknemers minimaal. Zie de ministeries. Die hebben jaren de kans gehad om mensen met een WSW-indicatie een begeleide werkplek aan te bieden, maar zelfs zij gaven niet thuis. Achter de geraniums met deze burger! Heb je wel recht op een bijstandsuitkering dan
kun je ondersteuning krijgen om een baantje te vinden. Je bent dan wel bijstandsafhankelijk en wordt ook nog eens gepakt door de komende huishoudtoets en een verordening waardoor de sociaal rechercheur zó je huis in kan stappen. De tijd dat je ‘normaal’ een bijstandsuitkering kon krijgen als vangnet is voorbij. Alex Onze eigen PvdA jaagt de groep arbeidsgehandicapten zonder inkomen deze bijstand in en biedt geen fatsoenlijk perspectief. Vanuit de afdeling Terneuzen is de beroemde Alex
Het eerlijke verhaal is, dat we er bij de kabinetsformatie ingetrapt zijn uit de verkiezingstoespraak van Samsom (‘Wij laten Alex niet in de steek!’) al maanden bezig zijn verhaal te vertellen. Deze man, zelf werkzaam in de WSW, wordt nog steeds niet verteld waar hij straks aan toe is omdat niemand gewoon tegen hem zegt dat hij en al zijn collega’s straks een baan moeten zoeken in het gewone bedrijfsleven en dat het bedrijf waar hij trots op is een koude sanering tegemoet kan zien. Nu zal Alex het misschien wel redden met zijn netwerk, maar de mensen voor wie hij op de barricaden gaat niet. Zij zijn bang voor de toekomst. Zelfs door het rechtse kabinet Rutte I was een fatsoenlijke regeling voor beschut werken voorzien.
Wij laten deze groep mensen nu in de steek. Vernederend Beste bewindslieden, ook wat mij betreft is het WSW-bedrijf geen doel op zich, maar de manier waarop mijn eigen PvdA nu dit beleid uitvoert is zeer PvdAonwaardig en vernederend voor betrokkenen. Tijdens eerdere kabinetten waarin onze PvdA vertegenwoordigd was, waren we trots op onze inbreng. Ik heb al jaren intensief contact met onze achterban. Ze hebben nu medelijden met de PvdA- vertegenwoordigers in onze gemeente: hoe kunnen jullie dit laten gebeuren, is de algemene opmerking. Absurd Dat er nu vanuit het CLBnetwerk Sociale Zaken ook nog een voorstel ligt om geld uit de algemene reserve te halen om de WSW-tekorten op te vangen, is absurd. De algemene reserve wordt al uitgekleed door het grondbedrijf en de forse bezuinigingen voor de volgende jaren. Ik heb ook de portefeuille financiën en zie geen enkele mogelijkheid hieruit geld te reserveren. Het zal er op neerkomen, dat uit de exploitatiebegroting geld gehaald moet worden en daarmee worden andere beleidsterreinen weer gekort. De herstructurering van de WSW wordt het haasje. Er moet gewoon geld aan Den Haag worden gevraagd om de herstructurering sociaal te laten verlopen. Toen de WWnV werd ingediend hadden we wel een grote mond rond dit onderwerp. Waarom nu niet? Zit Asscher, Klijnsma en Van
dilemma Iedere bestuurder en volksvertegenwoordiger wordt ermee geconfronteerd: lastige kwesties die vragen om een antwoord. Dit keer de volgende casus:
Belanghebbende Je bent Statenlid. Het dorp waar je woont is de laatste maanden meerdere malen getroffen door een aardbeving. Ook jouw huis vertoont aanzienlijke scheuren. Dat de bevingen veroorzaakt worden door gaswinning wordt algemeen erkend. De Commissaris van de Koningin pleit publiekelijk voor een schadevergoeding van tenminste een miljard euro. Jou wordt als woordvoerder van de Statenfractie gevraagd het pleidooi van de commissaris te ondersteunen. Wat ga je zeggen?
Bayram Erbisim, Statenlid in Zeeland Van de mijnstreek in Limburg tot aan de gasvelden in Groningen: We zakken en daar is de mens door het afgraven van veen, delven van steenkool, winnen van gas en onttrekken van grondwater debet aan. Inmiddels ervaren veel inwoners in onze provincie, waaronder ikzelf, de gevolgen van dit verzakken. De winning van bodemschatten levert het geld op waarmee het sociale stelsel, zoals we dat tot op heden kennen, wordt gefinancierd. Onze provincie levert een groot deel van het geld voor onze verzorgingsstaat, dan is het niet meer dan redelijk om de schade die dit aan eigendommen van onze inwoners heeft opgeleverd te vergoeden. Het pleidooi van onze CdK voor een schadefonds van € 1 miljard krijgt daarom de volle steun van de PvdA. Houdt u mij op de hoogte van alle schades aan eigendommen? Zo kan
het dossier dat de PvdA heeft aangelegd over dit onderwerp worden aangevuld. Paul van Liempd, Statenlid in Noord-Brabant Het feit dat mijn huis ook schade heeft is voor mij geen enkel punt van overweging bij het formuleren van een standpunt. Ik ben me er echter wel van bewust dat dit in de beeldvorming heel anders kan uitpakken; ik ben namelijk belanghebbende. Daarom is het beter dat ik het woordvoerderschap hierover overdraag aan een fractiegenoot en niet reageer. In een eventuele discussie binnen de fractie zal ik wel een opmerking maken over de wijze waarop de CdK zich uitlaat. Deze spierballentaal dient enkel zijn profilering. Mijn ervaring is dat mensen liever van hun probleem verlost worden, dan gecompenseerd door een zak geld. Maar ik nodig mijn fractie graag uit in
mijn dorp, om te horen wat de getroffenen daar zelf van vinden. Hetty Janssen, Statenlid in Fryslân Helaas is mijn huis ook getroffen door scheuren die vermoedelijk veroorzaakt worden door de gaswinning. Daarom zal ik mijn woordvoerderschap in deze kwestie overdragen aan de tweede woordvoerder milieu. We werken in onze fractie niet voor niets in duo’s. Juist in kwesties waarin door onvoorziene omstandigheden persoonlijke belangen een rol gaan spelen is het verstandig je niet in het politiek debat te mengen. Muus Groot, fractievoorzitter in Gelderland Wat is erger: een scheur in je huis, of een scheur in je reputatie? Van zo’n dilemma hoeft een lid van Provinciale Staten in Gelderland niet wakker te liggen. Hij onthoudt zich van het woord en van de stemming over aangelegenheden waar hij persoonlijk bij betrokken is. Cameraploegen en persfotografen zijn welkom aan zijn geschonden muren. Mijningenieurs niet minder. Maar aan zijn huis geen zelf-cliëntelisme. Ed Wagemaker, Statenlid in Noord-Holland Dit is voor mij geen dilemma. Mijn woordvoerderschap zou ik overdragen
aan iemand anders van mijn fractie. Ik vind dat ik anders in een ongeloofwaardige dubbelrol verzeild zou raken. Wel zou ik de medebewoners van het dorp adviseren welke wegen bewandeld kunnen worden. Niet zozeer om zo veel mogelijk geld binnen te halen, maar wel om de ontstane problemen zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen. Daar ben ik volksvertegenwoordiger voor. Ursula Blom, Statenlid in Utrecht Het dilemma is voor mij duidelijk: het is niet in orde om op dit onderwerp woordvoerder te zijn. Er is een persoonlijk belang van mij als Statenlid om een hoge schadevergoeding te krijgen. Ik zou dus tegen de fractie zeggen dat ik geen woordvoerder op dit onderwerp kan zijn en ik zou, mocht er een stemming hierover in de Staten komen, niet meestemmen. Bij de stemverklaring zou ik ook zeggen waarom ik niet meestem.
Commentaar van Gert-Jan Leerink: Als getroffen inwoner ben je als geen ander op de hoogte van de geleden schade en de emoties die bij deze schade komen kijken. Goed idee dus van Paul van Liempd om zijn fractie uit te nodigen ter plekke te komen kijken en luisteren wat zijn dorpsgenoten hoog zit. In je rol als Statenlid actief pleiten voor een schadevergoeding waar je als getroffene direct van zult profiteren is daarentegen een vorm van belangenverstrengeling waar je als politicus ver bij uit de buurt moet blijven. Niet alleen omdat belangenverstrengeling volgens artikel 28 van de Gemeente- en Provinciewet verboden is, ook omdat je daarmee je geloofwaardigheid als politicus op het spel zet. Of zoals Muus Groot terecht stelt: Wat is erger, een scheur in je huis, of een scheur in je reputatie? Het woordvoerderschap overdragen aan een niet betrokken fractiegenoot is in dit geval de beste oplossing.
Volgende maand een nieuwe stelling:
Gemeentelijke herindeling leidt tot méér in plaats van minder bestuurlijke drukte. De maand daarop dit dilemma
Je bent de eigenaar van een mooie boekenzaak in de binnenstad. Vier jaar geleden ben je gevraagd raadslid voor de PvdA te worden. ‘We vinden het belangrijk dat er ook een ondernemer in onze fractie zit’. De gemeenteraad beslist deze maand over het autovrij maken van de binnenstad. Je fractie is uit milieuoverwegingen voor. De ondernemers zijn in meerderheid tegen en ook jij maakt je zorgen over je omzet. Wat doe je? Stuur je reactie (maximaal 150 woorden) en foto naar:
[email protected]
Wijzigingen in redactie Lokaal Bestuur Rijn eens achter de vodden! De bezuinigingen op de huishoudelijke zorg worden het volgende debacle. Net is er een afgewogen, gekantelde uitvoering van de WMO opgezet en nu haalt de PvdA die weer helemaal onderuit. Puur VVD- beleid. De inwoners met een goed inkomen kregen sowieso al geen ondersteuning. Die merken niets van deze wijziging. Van mensen die gebruik maken van huishoudelijke zorg zit 80 procent op het minimumloon of net daarboven. De hulp wordt per 1 januari 2015 gewoon afgepakt! Maak nou eens een regeling waarbij het systeem in stand blijft en toch de eigen bijdrage wordt verfijnd. Machoverhaal Ik kan nog lang doorgaan over dit kabinet, dat wil morrelen aan het ontslagrecht, dat de WW
wilde verkorten, een eind wilde maken aan de nabestaandenuitkering, illegalen wil pakken, een eind wil maken aan de dagbesteding en niet afgesproken kortingen op decentralisaties wil doorvoeren, enzovoorts. Onze PvdA-afdeling Terneuzen hoopt op D66, SGP, CU en CDA in de Eerste Kamer. Hoe is dit mogelijk? Het eerlijke verhaal is, dat we er bij de kabinetsformatie regelrecht ingetrapt zijn en het machoverhaal van de VVD nu zelf aan het volk uitleggen als zaligmakend. Ieder voor zich en God voor ons allen. Daar zijn we als PvdA niet voor opgericht. Treurig, diep treurig! Onze PvdA-fractie, de wethouders (ja, we hebben er nog twee) en de afdelingsvergadering in Terneuzen heeft het er heel erg moeilijk mee en snapt het niet meer. Dat is het eerlijke verhaal!
PvdA moet bezuinigingsdrift stoppen Ik ben het volledig eens met de opmerkingen van het netwerk Sociale Zaken van het CLB zoals ‘Dit leidt tot ernstige sociale kaalslag!’ en ‘Er wordt met de botte bijl gehakt en mensen komen thuis op de bank te zitten’. Maar in plaats van dat we onze eigen PvdA’ers in Den Haag die voor dit beleid verantwoordelijk zijn tot andere gedachten en uitvoering brengen, moeten wij als gemeenten achteraf reparatiewerk verrichten. Dit is het paard achter de wagen spannen en het valt aan burgers en onze PvdA-leden niet uit te leggen. Het geld voor het herstructureringsfonds, zoals beloofd door een vorig kabinet, moet uit Den Haag komen! De landelijke PvdA-bezuinigingsdrift moet stoppen. Zelfs het IMF deelt de visie dat extra bezuinigingen (4,5 miljard) niet nodig zijn!
De redactie van dit blad is de afgelopen tijd gewijzigd. Twee redactieleden zijn vertrokken. Fanida Kadra, fractievoorzitter in Weert en sinds februari 2011 redactielid, kon het lidmaatschap van de redactie niet langer combineren met haar politieke werk. Nicole Teeuwen, wethouder in Houten, maakte deel uit van de redactie sinds juni 2007. Zij vond na bijna zes jaar het moment gekomen om plaats te maken voor iemand anders. Fanida en Nicole toonden een grote betrokkenheid bij Lokaal Bestuur en hebben veel ideeën aangedragen. Daarvoor heel veel dank! Onze zoektocht naar opvolgers heeft drie nieuwkomers opgeleverd: Antoine van Lune, raadslid in Maastricht Martijn Smit, burgemeester van Wijdemeren Ingrid Wolsing, wethouder in Montferland
Nicole Teeuwen
Antoine kwam drie maanden geleden bij de redactie, Martijn en Ingrid maken er met ingang van dit nummer deel van uit. Wij hopen op een mooie samenwerking! De redactie bestaat verder uit: Manon Fokke (Tweede Kamerlid), Ruud Fokkens (Statenlid in Drenthe), Cathrijn Haubrich (AB-lid waterschap Rivierenland), Aukelien Jellema (raadslid in Den Helder), Jacqueline Kalk (secretaris CLB), Lobke Zandstra (raadslid in Martijn Smit Ingrid Wolsing Den Haag) en Jan de Roos (eindredacteur).
Fanida Kadra
Antoine van Lune
Johan Feenstra raadslid in Súdwest Fryslân
lokaal bestuur / mei 2013
13
PvdA, Stop de impasse stedelijke vernieuwing! Ed Goverde en Matthijs van Muijen bij de slooppanden van De Velden in Rotterdam Charlois, waar door de crisis in de bouw en het debacle van Vestia de bouw al een paar jaar stil ligt.
De special van Lokaal Bestuur over het Woonakkoord leverde een reactie op vanuit de Rotterdamse deelgemeente Charlois. ‘Het was een interessant nummer. Goed om de lokale effecten van het Woonakkoord in beeld te brengen’, schrijven Ed Goverde en Matthijs van Muijen. Zij roepen de PvdA op het akkoord aan te passen vanwege de dramatische gevolgen die het heeft voor de stedelijke vernieuwing in Rotterdam en alle andere grote steden. De kans is groot dat Rotterdam straks heel veel straten heeft met dichtgespijkerde panden. Door de voorgestelde verhuurdersheffing kunnen de corporaties immers niet voldoende investeren. De Rotterdamse fracties en bestuurders hebben hun zorgen inmiddels onder de aandacht gebracht van de Tweede Kamerfractie en politiek leider Diederik Samsom. De landelijke PvdA lijkt eindelijk wakker geworden. De Tweede Kamerfractie heeft verzuimd de stagnatie in de stadsvernieuwing los te trekken door corporaties in de grote steden te stimuleren tot investeringen. Terecht trok Eerste Kamerlid Adri Duivesteijn aan de bel en twijfelde de sociaaldemocraat openlijk of hij alle onderdelen van het Woonakkoord
moet steunen. ‘Met de verhuurdersheffingen in de huidige vorm ontstaan grote sociale problemen in krimpgebieden en verouderde stadswijken’, aldus de oud-wethouder van Almere. Corporaties worden zo gestraft en financieel uitgekleed en de broodnodige sloop-nieuwbouw om verpaupering tegen te gaan, komt niet van de grond. Bovendien missen
Ed Goverde en Matthijs van Muijen VOORZITTER, RESP. DEELRAADSLID Rotterdam Charlois
14
we zo kansen om de bouw een stimulans te geven en dus de werkloosheid aan te pakken. Laat minister Blok in de praktijk kijken hoe dit uitpakt in de wijken van Charlois (ongeveer 60.000 inwoners), waar al ruim twee jaar de panden zijn dichtgespijkerd van een wijk met enkele duizenden woningen. Verloedering slaat toe, klachten over vuile straten en onveilige buurten nemen toe. Met de bewoners kijkt de deelgemeente machteloos toe en ziet het perspectief door dit Woonakkoord alleen maar verslechteren. Waar bestuurders in Rotter-
dam jarenlang voortvarend zijn opgetrokken mét slagvaardige corporaties om de wijken te verbeteren en intussen met elkaar grote slagen hebben gemaakt, dreigt het kabinet ons ver terug te werpen in de tijd. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting bevestigde onlangs in een rapport wat de gevolgen zijn van de zogenoemde verhuurdersheffing, de ‘Vestia-aanslag’ die daar nog bovenop komt én het aangepaste huurprijsbeleid: juist in Rotterdam wordt de slagkracht van corporaties om te investeren nihil. Met de heffingen dienen zij nog slechts als flappentap voor
de rijksbegroting, om de bezuinigingsopgave af te dekken. Corporaties pakken hun rol De bewoners van de Rotterdamse wijken, maar ook in andere steden met krachtwijken, hebben de voorbije tien jaar op grote schaal ervaren dat juist hún corporatie wel degelijk werk maakte van het vernieuwen van hun wijk. Van renoveren en nieuw bouwen tot en met meebetalen aan sociaal-culturele en economische investeringen. De gevolgen van de crisis waren weliswaar al enige tijd zichtbaar door het vertragen van plannen
Uit het hart gegrepen Naar aanleiding van het themanummer Woonakkoord het volgende: Alweer een tijd geleden werd in mijn provincie Drenthe een rapport uitgebracht over de toekomstige rol van de provincie. Het heeft als titel Amen is geen Amsterdam. Wellicht wat vreemd voor niet-Drenten, maar Amen is een klein Drents dorp. De strekking van dat rapport, maar ook van de discussie over de woningmarkt, is dat elk deel van Nederland weer zijn eigen problematiek en dus ook zijn eigen oplossingen kent. Zelfs binnen één provincie zijn er verschillen. In de kop van Drenthe wordt nog steeds gebouwd, al zijn de aantallen fors naar beneden bijgesteld. En je koopt in Drenthe nog een alleszins acceptabele rijtjeswoning voor net boven de ton. Daarom is het een goede zaak dat de koppeling van WOZ-waarde en de huren is losgelaten. Gemeenten beginnen hun steentje bij te dragen: Emmen stelt 9 miljoen euro beschikbaar en Hoogeveen 5 miljoen. De provincie wil als initiator fungeren voor een bundeling van krachten van bouwers, corporaties, makelaars, notariaat, banken en gemeenten, met de nadruk op verduurzaming. Een discussie die mijn fractie najaar 2012
organiseerde, heeft er onder andere toe geleid dat samen met de leerlingen van de bouwwerkplaats in Ruinen, aannemers, architecten en gemeenten kleinschalige projecten worden gestart voor de bouw van duurzame starterswoningen in kleinere plaatsen. Op veel fronten maatwerk leveren en goed kijken wat de markt, de kopers en de huurders willen, nu en straks. De kreet ‘Laat het kabinet alsjeblieft even stoppen met nieuwe plannen’ van PvdA-fractievoorzitter Franklin Boon uit EijsdenMargraten, is mij dan ook uit het hart gegrepen. Het nieuwe Woonakkoord is niet de zaligmakende oplossing voor alle problemen. Voor Drenthe heeft het akkoord een aantal plussen en de minnen moeten we met elkaar proberen op te lossen. Waarbij vooral dat ‘met elkaar’ serieus moet worden genomen. En als er toch nog iets nieuws uit het Haagse mocht komen: laat dat dan deelname van de pensioenfondsen aan de hypotheekmarkt zijn. Herman Beerda Statenlid PvdA Drenthe woordvoerder wonen
initiatief vd maand MuntMozaÏEK In BoRgER-oDooRn Het Kees Dekkinga Fonds verricht goed werk in het Drentse Borger-Odoorn. Onlangs kreeg een mevrouw van het fonds een paar aangepaste schoenen. Ze had die nodig voor haar baan, maar kon ze niet zelf betalen. Haar werkgever wilde de schoenen niet bekostigen en door de verzekering werd deze aanschaf niet gedekt. Ander voorbeeld: een kind dat naar de middelbare school ging kreeg van het fonds een rugzakje, omdat haar moeder daar geen geld voor had. Het Kees Dekkinga Fonds is een zelfstandige stichting die werkt zonder subsidie. Het fonds is dus afhankelijk van donateurs en acties. Om aan geld te komen is nu een bijzondere actie opgezet, laat Peter Zwiers, de voorzitter van het fonds, ons weten. Peter is Statenlid in Drenthe en woont zelf in in Borger-Odoorn. ‘We willen het grootste kleingeldmozaïek ter wereld maken, niet alleen met eurogeld, maar ook met buitenlands geld en oude dubbeltjes en kwartjes. Het eurogeld gaat rechtstreeks in de kas, de rest zal worden verkocht. Het doel is 256.620 muntjes bij elkaar te brengen. Dat is tien keer zoveel als het aantal inwoners van Borger-Odoorn. Om het gestelde doel te halen, gaan we allerlei acties opzetten en bedrijven benaderen met de vraag of ze ons willen sponsoren. Onze minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans, die veel in het buitenland komt en dus wel eens wat muntjes overhoudt, doet aan de actie mee. Ook komen er bijvoorbeeld inzamelpunten bij de reisbureaus. We hopen op medewerking van PvdA’ers in het hele land. Ook hun overgebleven vakantiemuntjes zijn welkom!’ Zwiers kwam op het idee om het Kees Dekkinga Fonds op te richten toen hij in Lokaal Bestuur las over een soortgelijk fonds, het Melis Bloemsma Fonds in de buurgemeente Stadskanaal. Melis Bloemsma en Kees Dekkinga waren PvdA-raadsleden met een groot sociaal gevoel. Wil jij ook munten bijdragen? Kijk dan op www.muntmozaiek.nl
WoonaKKooRD En puntEnSYStEEM In het themanummer over het Woonakkoord stond op pagina 11 een kadertje over het zogeheten Puntensysteem voor huurwoningen. Die informatie is echter achterhaald. In het regeerakkoord was nog afgesproken dat de maximale huur zou worden bepaald aan de hand van de WOZ-waarde van de woning. Dit bleek niet werkbaar. De grondslag voor de bepaling van de huur wordt nog nader uitgewerkt.
REaCtIES WELKoM Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk maandag 13 mei in ons bezit is, dan kunnen wij het in het juninummer plaatsen. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 6 mei in ons bezit zijn. Je kunt je bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, email:
[email protected] De sluitingsdatum voor het gecombineerde juli-augustusnummer is maandag 3 juni.
INITIATIEf VAN DE MAAND Heb je als PvdA-fractie in je gemeente, provincie of waterschap een leuk voorstel gerealiseerd waar je trots op bent en waar andere partijen misschien wel een beetje jaloers op zijn? Of doe je iets anders wat heel bijzonder is? Meld het ons, zodat wij het kunnen doorgeven in onze rubriek Initiatief van de Maand. Wij zetten je graag in het zonnetje. En op die manier kunnen wellicht ook andere PvdA’ers in het land er hun voordeel mee doen! Stuur een mailtje met info naar eindredacteur Jan de Roos,
[email protected]
reacties OUDE fOUT Complimenten voor het bijzonder aardige interview met Sander van Santen op de achterpagina van Lokaal Bestuur. De man komt echt tot leven en de interviewer maakt dat mogelijk zonder op de voorgrond te treden. Prima! Minder enthousiast was ik over het stuk van Jacqueline Kalk over de ouderenpartij. Ik lees Jacqueline graag en kan me doorgaans goed vinden in haar benadering, maar al lezende kreeg ik ditmaal het hoogst onaangename gevoel dat we weer een oude fout maken: ouderen die vinden dat er reden is tot klagen, wegzetten als kortzichtig, verongelijkt en self centered. Waar hebben we dat eerder gedaan? Precies, bij het integratiedebat. Ik hoop niet dat we nu eerst 10 jaar de verkeerde kant op gaan alvorens te ontdekken dat aan het ongenoegen van ouderen reële klachten ten grondslag liggen die ook in de PvdA onvoldoende weerklank vinden. In elk geval houden we zo geen ouderen vast, laat staan dat we ze aantrekken. Hub van Wersch oud-wethouder Alphen aan den Rijn
en minder bijdragen aan ‘leuke dingen’ in de wijk, maar er was bij alle partners tot voor kort nog wel het geloof dat we na de dip uit het dal zouden klauteren. Maar nu de investeringskracht van de corporaties wordt uitgekleed, komt de vernieuwing van wijken tot stilstand. Het lijkt er op dat met het (overigens terecht) aanpakken van uitwassen in de sector het corporatiekindje met het badwater wordt weggegooid. Het goede werk dat onze ‘grote stad-corporaties’ óók zichtbaar hebben verricht sinds de verzelfstandiging in de jaren negentig wordt niet op waarde geschat door ze op deze wijze ‘investeringsdood’ te maken. Het is doodzonde dat de overheid zelf het begin van herstel in de afgelopen jaren in één klap teniet doet. Verpaupering dreigt Wat nu dreigt is het pappen en nathouden in het onderhoud en het beeld van braakliggende bouwlocaties. Meefinancieren in andere zaken wordt de corporaties zelfs verboden. Het voorstel voor investeringen in krimpgebieden en grote steden door een Leefbaarheidsfonds, onderdeel van het PvdA-verkiezingsprogramma, sneuvelde in de formatie. Met de slecht uitpakkende verhuurdersheffingen in het huidige Woonakkoord dreigt opnieuw een kans gemist te worden om vernieuwing te stimuleren. Een brede oproep van de PvdA Rotterdam aan de Tweede Kamerfractie had geen effect. Hopelijk houdt de woordvoerder van de Senaatsfractie van de PvdA de rug recht en worden de
plannen voor de verhuurdersheffing alsnog aangepast. De bewoners en bestuurders van krimpgebieden en grote steden zullen de senaat dankbaar zijn. Opwaartse spiraal Kom op, partijgenoten! Dring er in de Eerste Kamer op aan dat het geld van de verhuurdersheffing wordt geherinvesteerd in de sector. Het mes snijdt dan aan meerdere kanten en het gaat veel minder ten koste van de rijksbegroting dan wordt gesuggereerd. Investeren betekent bouwen en werk betekent minder uitkeringen, dus meer belastinginkom-
hopelijk houdt de woordvoerder van de PvdASenaatsfractie de rug recht sten enzovoorts. In plaats van de spiraal naar beneden een opwaartse spiraal! En specifiek voor RotterdamZuid: nog onlangs tijdens de Burgertop in het kader van het Nationaal Programma herbevestigde minister Blok dat het Rijk partner blijft van het plan om 35.000 woningen op te knappen en te vernieuwen. Dit kabinet heeft nog amper geld uitgetrokken voor dit programma. Voortgaande investeringen door corporaties vormen het fundament onder het Nationaal Programma. Als je die pijler onderuit trekt door de voorgestelde verhuurdersheffing, stort het bouwwerk in!
tIMotHY SCHELHaaS CaRtoonISt LoKaaL BEStuuR Zijn eerste tekening heeft u al gezien op de cover van Lokaal Bestuur. Timothy Schelhaas is vanaf dit nummer de cartoonist van ons maandblad. Hij is 16 jaar oud en woont in Den Haag. ‘Toen ik 12 jaar was won ik het Nederlands Kampioenschap Striptekenen voor de jeugd. Daarna heb ik van mijn 13de tot mijn 15de gewerkt als cartoonist voor het Jeugdjournaalmagazine, helaas is dat blad inmiddels verdwenen. Ik geef nu een aantal uren per maand striptekenles op de school De Vrije Ruimte. Ook ben ik actief lid van de Jonge Socialisten en de Partij van de Arbeid. Ik ga proberen mijn kijk op de politiek te combineren met mijn tekenwerk. Ik hoop dat u het net zo leuk zult vinden om naar mijn cartoons te kijken als ik het vind om ze te maken!’ LOKAAL BESTUUR / MEI 2013
15
de achterkant
< Oude Glorie Jong Talent > Gesprekken met voormalige PvdA-bestuurders uit gemeente en provincie over toen en nu, en met jonge PvdA’ers over politiek en toekomst. TEKST EN fOTO: JAN DE ROOS
Een jonge PvdA-politica met maar liefst vijf verschillende bijbeledities in de boekenkast, kom je niet elke dag tegen. Het geloof speelt dan ook een belangrijke rol in haar leven. ‘Voor mij betekent het solidariteit en zorg voor de medemens. Diezelfde idealen vind ik ook terug bij de PvdA. Daar wil ik me voor inzetten.’ Christel van ’t Pad is sinds september 2011 fractievoorzitter van de PvdA in het Zuid-Hollandse stadje Leerdam (ruim 20.000 inwoners), dat tot de biblebelt behoort. Ze woont in een moderne flat op steenworp afstand van het station, samen met haar man Huibert, met wie ze vijf jaar geleden trouwde. ‘We behoren beiden tot de Nederlands Gereformeerde Kerk, die in Leerdam 450 lidmaten telt. Mijn man voelt zich politiek aangetrokken tot de ChristenUnie. Hier in Leerdam kunnen we het als PvdA prima vinden met die partij, we denken hetzelfde over veel zaken.’ Lachend: ‘We zeggen wel eens tegen elkaar: waarom gaan we eigenlijk niet samen?’ Op de koffie Belangstelling voor de politiek had Christel al als 17-jarige. Haar vader, Henk van ’t Pad, was van 1986 tot 2006 voor de PvdA actief in de Leerdamse politiek, eerst als fractievoorzitter, vervolgens als wethouder. ‘Toch werd er bij ons thuis niet veel over gemeentepolitiek gesproken. Maar je gaat je door dat werk natuurlijk wel meer interesseren voor de politiek. Het is niet bewust op me overgebracht, je krijgt het mee. Ik ging ook regelmatig op het gemeentehuis een kopje koffie met hem drinken. Mijn moeder is biochemisch researchanalist op de Universiteit van Amsterdam.’ Op haar achttiende werd Christel lid van de PvdA. Een paar jaar later ging ze voor het eerst naar een afdelingsvergadering. ‘Aanleiding was het wegsturen van de PvdA-wethouder die mijn vader was opgevolgd. Ik dacht: wat is dat hier voor puinhoop? Daar wilde ik meer van weten. Ja, en als je dan je neus laat zien, raak je er al snel bij betrokken. Ze vroegen me of ik bestuurslid wilde worden. Dat heb ik gedaan. In 2010 heb ik me kandidaat gesteld voor de gemeenteraad. De PvdA kon best wat jongeren en vrouwen gebruiken, vond ik. De fractie bestond in die tijd nog geheel uit mannen, zes stuks, allemaal boven de vijftig. En die gaan dan zeggen hoe bijvoorbeeld het jeugdbeleid in onze gemeente er uit moet zien? Met mij kwam er in 2010 nog een andere jonge vrouw voor de PvdA in de raad, Roline den Hartog. De fractie bestaat verder uit Ben Boon en Zeynal Tosun. We kunnen het heel goed vinden met elkaar, onze ideeën liggen dicht bij elkaar. Ik ben ook voorzitter van het coalitieoverleg. Het college bestaat uit VVD, CDA, ChristenUnie en PvdA. De persoonlijke verhoudingen zijn in Leerdam prima, maar er is wel een scheidslijn tussen de coalitiepartijen en de oppositie, die bestaat uit Leerdam 2000 en de SGP. Voorstellen van de coalitie worden vaak niet door de oppositie gesteund.’
16
ChRISTEL VAN ’T PAD (26)
Speerpunten Als ik vraag waar de PvdA in Leerdam de raadsverkiezingen van maart 2014 mee denkt te gaan winnen, haalt Christel haar i-Pad tevoorschijn en begint enkele speerpunten op te sommen, zoals zorg en welzijn dicht bij de mensen, wijkgericht werken (‘We willen dat ambtenaren ook echt in overleg gaan met bewonersorganisaties’), één plan van aanpak voor probleemgezinnen en een Plan van de Arbeid om de werkgelegenheid in regionaal verband te stimuleren. Tastbare resultaten zijn er in de achterliggende jaren ook geboekt. ‘We zijn trots op de grandioze opknapbeurt van onze binnenstad, waarvoor onze wethouder Wim van der Leij heeft gezorgd. We krijgen daar complimenten voor van bezoekers die weten hoe het er eerder uitzag.
Turkije-reis van enkele Leerdamse PvdA’ers in 2010. V.l.n.r Berry Verwijmeren (secretaris), Henk van ’t Pad (voorzitter), Wim van der Leij (wethouder) en de raadsleden Christel van ’t Pad en Zeynal Tosun.
Zelf heb ik in de raad brede steun gekregen voor het realiseren van een kinderboerderij, inclusief dagbesteding en educatie, maar helaas komt die door de bezuinigingen waar we nu mee te maken hebben toch niet van de grond.’ Politiek, werk en hobby Als ik haar op vrijdagmiddag spreek, heeft Christel een drukke week achter de rug. ‘Ik heb drie dagen hard gewerkt als oproepkracht op een beurs in de evenementenhal in Gorinchem. En ik heb deze week een assessment gedaan, want ik ben op zoek naar een vaste baan.’ Een half jaar geleden behaalde ze haar master Rechtsgeleerdheid (staats- en bestuursrecht) aan de Vrije Universiteit Amsterdam. ‘Ik wil graag aan de slag als jurist op een advocatenkantoor, bij de overheid of in het bedrijfsleven. Op de bank zitten is niks voor mij.’ Voor dat laatste is trouwens ook weinig tijd, want Christel is naast haar politieke werk actief bij de christelijke muziekvereniging De Bazuin. ‘Ik ben cornettist bij het showkorps, mijn man is er tamboer. Dat betekent dat we elke zaterdag repeteren en regelmatig uitvoeringen geven. Ook ben ik
voorzitter van de ledenwervingscommissie van De Bazuin. We bezoeken eens per jaar de basisscholen om de kinderen kennis te laten maken met muziek, en we organiseren workshops en open dagen. Wat voor mij nog wel eens lastig is, is dat veel landelijke PvdA-activiteiten op zaterdag plaatsvinden, onze repetitiedag.’ Een andere hobby noemt Christel niet, die heb ik zelf ontdekt: het bakken van taarten. Er staan namelijk heel wat foto’s van overheerlijke taarten op haar Twitter-account. Ze moet er vreselijk om lachen. ‘Ja dat klopt. Ik bak vaak taarten. Minstens drie als ik zelf jarig ben!’ Geweldige dag Haar oordeel over het beleid van het PvdA-VVDkabinet is niet zonder meer positief. ‘Ik had vooral moeite met het aanvankelijke plan om de WW-duur te verkorten. Ik heb zelf geen uitkering, maar ik kan me wel heel goed voorstellen wat het betekent als je werkloos bent of wordt. Ik vind dat de PvdA erg aan het meepraten was met de VVD, dat stoort me.’ Desondanks blijft ze zich met energie inzetten voor de partij. In regionaal verband doet ze in het Gelders/ Zuid-Hollandse rivierengebied mee aan een clubje van jonge PvdA-politici dat eens per twee maanden bijeenkomt. ‘Daar beleef ik erg veel plezier aan. In het eerste weekend van juni organiseren we in samenwerking met het CLB het weekend voor jonge politici.’ Onlangs liep ze ook een dagje mee met Carol van Eert, PvdAburgemeester in Beuningen. ‘Een geweldige dag. Je komt in allerlei niet-partijpolitieke settings terecht, overleg op het gemeentehuis maar ook daarbuiten. Carol is heel energiek en betrokken.’ Gevraagd naar haar politieke ambities houdt Christel een slag om de arm. ‘Of ik net als mijn vader misschien ook wethouder wil worden? Daar ben ik nog niet uit. Op grond van wat ik heb gezien in Beuningen denk ik dat het burgemeesterschap misschien meer bij me zou passen. Vooral het procesmatige spreekt me aan.’
Christiane Simone van ’t Pad Geboren in Leerdam op 14 januari 1987 Opleiding en studie: OSG Lek en Linge Culemborg (VWO). Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Amsterdam (master 2012) Politiek: lid afdelingsbestuur PvdA Leerdam 20082010, raadslid sinds april 2010, fractievoorzitter sinds september 2011. Werkervaring: Juridisch medewerker Lamsma, Veldstra & Lobé Advocaten Rotterdam (2009-2011) Overige activiteiten: Leiding catechisatie jongeren (12-16 jaar) Nederlands Gereformeerde Kerk Leerdam. Cornettist sinds 2002 bij het Showkorps van de christelijke muziekvereniging De Bazuin en voorzitter ledenwerfcommissie (sinds 2006). Twitter: @Christelpad