LOKAAL BESTUUR
Jaargang 36 nummer 9 September 2012
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
WinDmolens, ja! maaR niet te veel De worsteling van de provincies
Fryslân & Brabant
4
bus moet blijven
Oproep van Diederik Samsom
3
op campagne
Wat vinden we ervan?
veRkiezingspRogRamma
Het belang van scouten
nu al beginnen!
8
10 Henk van der Pols
6
ouDe gloRie
12
Kalk
REGEREN OVER JE GRAf hEEN Foto Bert Beelen
Foto WFA
Kabinet en Tweede Kamer hebben de stadsdelen en deelgemeenten al bij het vuil gezet.
JACqUELINE KALK
LOKAAL BESTUUR
Het demissionaire kabinet wil het aantal volksvertegen woordigers verminderen met 25 procent. Zowel in de gemeenteraden, Provinciale Staten, waterschappen als de Eerste en Tweede Kamer. Waarom? Volgens het kabinet om te komen tot een kleine en slagvaardige overheid. Minder bestuurders en minder volksvertegenwoordigers hebben minder ambtenaren nodig en daardoor zal alles efficiënter worden. Een onzinnige aanname, niet alleen omdat minder volksvertegenwoordigers en bestuurders niet vanzelf zal leiden tot minder ambtenaren, maar vooral omdat het veel andere, ongewenste neveneffecten zal hebben. Neveneffecten die schadelijk zijn voor het functioneren van onze democratische rechtsorde, voor het draagvlak van onze democratie en voor de betrokkenheid van burgers bij politiek en bestuur. Bovendien wordt vergeten dat het aantal Statenleden in de vorige periode al is verkleind en dat de deelgemeenten al worden afgeschaft, al moet de Eerste Kamer zich daar nog over uitspreken. Zo maar even een streep halen door 25 procent van de volksvertegenwoordigers is respectloos. Een gemiddeld raadslid besteedt per week ruim 10 tot meer dan 20 uur aan het raadswerk, afhankelijk van de grootte van de gemeente. Alsof dat vele werk zinloos is! Maar los van tijdsdruk kleven er nog heel andere bezwaren aan het zo maar verkleinen van het aantal raadsleden. Kleinere raden betekent minder diversiteit. Niet alleen neemt het aantal partijen af, ook de diversiteit binnen de partijen (man, vrouw, allochtoon, autochtoon, jong, oud) wordt minder. Met deze kleinere en eenzijdiger samengestelde raden zullen dezelfde taken moeten worden uitgevoerd. Nu al klagen alle volksvertegenwoordigers over een gebrek aan tijd voor directe contacten met bewoners. Dat zal dan alleen nog maar erger worden. Meer tijdsdruk maakt het
niet leuker maar is wel een extra belemmering voor mensen die werken en/of zorgtaken vervullen. Een kans voor ‘oud goud’, maar de samenleving bestaat uit meer dan alleen deze doelgroep. Onze volksvertegenwoordiging moet toch onze gehele samenleving weerspiegelen? Als het aantal raadsleden daalt maar het aantal taken niet, zullen er ongetwijfeld nog meer hulpconstructies worden bedacht zoals het werken met burgerraadsleden, burgercommissieleden, fractieassistenten, externe voorzitters enzovoorts. Op zich natuurlijk prima, bijvoorbeeld als kweekvijver voor nieuwe talenten, maar niet omdat men het snijden in het aantal volksvertegenwoordigers hiermee wil opvangen. De afstand die burgers tot de politiek ervaren, zal alleen maar groter worden. Wie kent er dan nog een volksvertegen woordiger in zijn omgeving? En wat te denken van het grotere gevaar van uitglijders, fouten en misstanden? Volksvertegenwoordigers hebben straks minder tijd voor hun controlerende taak maar ook zal het interne correctie mechanisme binnen een raad extra onder druk komen te staan door kleinere en minder fracties. Het demissionaire kabinet meent dat minder volksvertegen woordigers leidt tot een slagvaardigere overheid. Is de overheid nu dan niet slagvaardig, zijn de volksvertegenwoordigers de belemmerende factor hiervoor? Het lijkt mij niet dat tussen deze twee zaken een oorzakelijk verband te vinden is. En wat levert het nu voor kostenbesparing op? Volgens berekeningen niet meer dan 72 miljoen euro. Gelet op de omvang van de bezuinigingen die dit kabinet zich ten doel had gesteld, is dat niet meer dan een speldenprik. Het weegt in ieder geval niet op tegen het verlies aan democratie. Democratie kost nu eenmaal wat.
colofon
Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na toestemming.
BASISLAYOUT
ABONNEMENTEN
Stan Wagter / Ronald Koopmans
Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur.
REDACTIE
VORMGEVING
Hans Alberse (voorzitter), Ruud Fokkens, Cathrijn Haubrich, Pierre Heijnen, Aukelien Jellema, Fanida Kadra, Jacqueline Kalk, Nico Portegijs, Kim Putters, Nicole Teeuwen, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut.
Jos B. Koene, Amsterdam
Jaargang 36 nummer 9 September 2012
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
LOKAAL BESTUUR WinDmolens, ja! maaR niet te veel De worsteling van de provincies
bus moet blijven
Oproep van Diederik Samsom
3
op campagne
8 Wat vinden we ervan?
veRkiezingspRogRamma
Het belang van scouten
nu al beginnen!
Maandblad voor PvdA-politici in gemeente, provincie en waterschap. Verschijnt tien keer per jaar.
Fryslân & Brabant
4
10 Henk van der Pols
6
ouDe gloRie
12
Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
Windmolens zorgen voor veel emoties. Foto Nationale Beeldbank
UITGAVE
Centrum voor Lokaal Bestuur van de Partij van de Arbeid, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. ISSN: 0167-0980 36e jaargang no. 9
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER
Jan de Roos
Jan Chris de Boer, Harriët van Domselaar, Jacqueline Kalk (Column), Ömer Kaya, Ton Langenhuyzen (Uit de kamer), Diederik Samsom, Kirsten Verdel.
SECRETARIAAT
PRODUCTIE EN DRUK
Leonie Wildeman Postbus 1310 1000 BH Amsterdam Tel. 0900-9553, e-mail:
[email protected]
Opmeer Drukkerij, Den Haag
EINDREDACTIE
Omslagfoto
2
secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur
Voor niet-leden € 30,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 0900-9553. INTERNET
Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl KOPIJ
Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
ALLE POLITIEK IS LOKAAL Foto WFA
Diederik Samsom in juli op bezoek in winkelcentrum De Ganzenhof in Coevorden tijdens de ‘Zo komt NL uit de crisis’- tour.
‘All politics is local’. Met die beroemde woorden vatte de voormalige voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden Tip O’Neill zijn kijk op politiek samen. Simpel gezegd: het succes van een Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 12 september aanstaande zal dit niet anders zijn. In de maanden tot de verkiezingsdag zullen mooie vergezichten de kroon spannen. Vergezichten over de toekomst en die van onze kinderen. Deze vergezichten doen ertoe. Omdat ze inspireren, hoop geven en tot de verbeelding spreken. Maar die vergezichten zijn niets waard als een politicus of een politieke partij zeker in deze moeilijke tijden van crisis en bezuinigingen niet snapt wat er in het hier en nu speelt en leeft. Mijn bijdrage in Lokaal Bestuur kan daarom niet op een beter moment komen. Met nog ruim twee weken tot de verkiezingen zullen onze kandidaatKamerleden, raadsleden, burgemeesters, wethouders, Statenleden en gedeputeerden laten zien dat de PvdA snapt dat alle politiek lokaal is. Dat de recessie waarin we door het kabinet Rutte in de afgelopen twee jaar verzeild zijn geraakt, niet gaat om miljarden meer of minder, om een financieringsschuif of een dekkingsgraad. Nee, die recessie gaat over de banen van de mensen in jullie gemeenten die iedere dag op het spel staan, over hun spaargeld dat op Spaanse banken op de tocht staat en over de kwaliteit van de school van hun kinderen. Dat is hoe de crisis een gezicht krijgt.
politicus is niet alleen afhankelijk van zijn mooie vergezichten, maar van de mate waarin hij de zorgen, de hoop en de onvrede van mensen in zijn buurt of dorp snapt en hiernaar weet te handelen. Investeringsklimaat En dat is ook het moment waarop de PvdA het verschil kan maken: wanneer lokaal en landelijk de handen ineen slaan. Neem een willekeurig plan uit ons verkiezingsprogramma: een Nationale Investeringsbank voor het Midden en Kleinbedrijf. Een prachtig idee en absoluut noodzakelijk voor groei en banen. Maar zonder lokale politici die zorgen voor een goed investeringsklimaat voor nieuwe bedrijven, is de investering van een Nationale Investeringsbank stukken minder effectief. Een actieve overheid is in deze tijden daarom belangrijker dan ooit. Gelukkig heb ik bij mijn tour langs succesvolle bedrijven gezien dat juist onze mensen dit heel goed snappen. In mijn thuisstad Leiden bijvoorbeeld, waar burgemeester Henri Lenferink alle zeilen bijzet om bedrijven in het Bio Science Park op te starten en te laten groeien. Of in Eindhoven, waar wethouder Staf Depla en burgemeester Rob van Gijzel met het onderwijs en de ondernemers de handen ineen slaan en via Brainport de lokale economie doen groeien. Dit zijn maar twee voorbeelden van PvdA’ers die snappen dat alle politiek lokaal is. Groei en banen zijn vreselijk hard nodig, maar komen er niet door alleen mooie vergezichten en vrijblijvende woorden. Die komen er door hard werken, samenwerken en een actieve overheid. Een overheid die je niet laat dromen over werk, maar je werk laat maken van je droom. Het is tijd om die weg in te slaan met Nederland. Sterker en Socialer. Op naar 12 september!
DIEDERIK SAMSOM Politiek leider PvdA LOKAAL BESTUUR / SePteMBer 2012
3
PROVINCIES WORSTELEN MET EMOTIES ROND WINDM Foto Nationale Beeldbank
Demonstratie bij de Tweede Kamer tegen de komst van windturbines.
Even leek het erop dat vooral de provincies Groningen en Drenthe overspoeld zouden worden met windmolenparken. Het ging hierbij om parken met (veel) meer dan 100 megawatt (MW) opgesteld vermogen, waardoor deze plannen onder verantwoordelijkheid van het Rijk vielen en de provincies er niets over te vertellen hadden. Onder de bevolking ontstond veel onrust en de lokale politici zaten met hun handen in het haar. Maar vlak voor het zomerreces kwam er opluchting: een meerderheid van de Tweede Kamer nam een motie aan van PvdA Kamerlid Sjoera Dikkers, waardoor de provincies nu weer het heft in handen hebben. Tot eind dit jaar hebben ze de tijd om plannen te maken voor in totaal 6.000 MW opgesteld vermogen. Lukt dat? ‘Dat moet!’ In 2020 moeten de EUlidstaten minimaal 20 procent van hun energie duurzaam opwekken. Voor Nederland is dit inmiddels bijgesteld naar 14 procent. Het Rijk heeft besloten dat er, als onderdeel van deze inspanning, minimaal 6.000 MW aan wind energie moet komen. Op 1 maart 2009 is de Elektrici teitswet dusdanig veranderd, dat windenergieprojecten vanaf 100 MW onder de rijkscoördi natieregeling (RCR) zijn gaan vallen. De RCR geeft de rijks overheid de mogelijkheid om bij projecten van nationaal belang de besluitvorming te coördine ren. Daardoor worden de pro cedures verkort en kunnen projecten sneller worden uitge voerd. Begin 2010 werd deze proce dure aangepast. De Groninger
JAN ChRIS DE BOER FreelANCe JoUrNAliSt
4
PvdAgedeputeerde William Moorlag: ‘In een overleg tussen toenmalig demis sionair minister Huizinga en de provincies is afgesproken dat de provincies de ruimtelijke regie zouden krijgen en dat het Rijk rustig aan zou doen met de rijks coördinatieregeling. Met andere woorden: als wij als provincies die 6.000 MW zouden verdelen en natuurlijk ook realiseren, dan zou de rijksoverheid zich er ver der niet mee bemoeien.’ Een jaar later kwamen de pro vincies met, zoals Moorlag dat noemt, een hard bod: ‘We hadden toen 3.800 MW verdeeld en had den daarnaast afspraken over nog eens 1.200 MW op voorwaar de dat bepaalde belemmeringen werden weggenomen. Dan moet
je denken aan de plaatsing van molens binnen een bepaalde cirkel rondom de radarinstallaties van Defensie en de bouw van molens in waterkeringen. Het derde deel van het bod was dat we ons zouden inspannen om ook tot een akkoord te komen over de verdeling van de reste rende 1.000 MW.’ Desondanks besloot het nieuwe ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie in de loop van 2011 het RCRloket open te stellen voor plannen voor windmolenparken. Moorlag: ‘Bij het ministerie was weinig geloof dat het de provincies zou lukken om de 6.000 MW te realiseren. Daar heerste een sfeer van niet zeuren, maar meters maken. Ver volgens kwam er een stroom van aanvragen op gang. De windmo lenparken werden als hagelslag over de provincies gestrooid. En dan vooral in Groningen en Dren the. Op een gegeven moment hadden wij als provincie er alleen al voor 2.000 MW aan aanvragen liggen. Dat is een derde van het totaal voor Nederland.’ Moorlag maakte zich grote zorgen. ‘Ja, natuurlijk! Ik heb ook meteen gerefereerd aan de afspraken die we met Huizinga hadden gemaakt. Maar overleg was moeilijk en taai.’
Druk op de ketel houden
TweedeKamerlid Sjoera Dikkers dook in de problematiek en bezocht onder andere de Drentse Veenkoloniën. Met name in de gemeenten Borger Odoorn en Aa en Hunze wilden boeren de veenkoloniale gron den vol zetten met windmolens. ‘Geen wonder’, zegt Moorlag. ‘Ze krijgen in windrijke gebieden tot 15.000 euro per MW per jaar
zonder dat ze enige investering hoeven te doen. De markt is bereid dit te betalen door een schaarste aan geschikte locaties. Laat je twee molens op je land plaatsen van elk 6 MW, dan krijg je 180.000 euro per jaar. Zonder enige inspanning! Wind is de nieuwe gold rush.’ Dikkers: ‘In het gebied wonen mensen die niet alleen achter hun huis windmolens zouden krijgen, maar ook aan beide
Voor boeren zijn windmolens goud maar je moet ook aan de inwoners denken zijkanten én aan de voorkant. Er was sprake van een totale wildgroei.’ Heeft Dikkers er een verklaring voor dat er alleen in de pro vincies Groningen en Drenthe sprake was van deze wildgroei? ‘Ja, we hebben het over een gebied waar veel fabrieksaardap pelen worden geteeld. De Euro pese subsidies hiervoor worden afgebouwd en dus zijn de boeren op zoek naar nieuwe inkomsten. Het is dan logisch dat ze ook gaan kijken naar windmolens.’ Om de boel weer een beetje te normaliseren, diende Dikkers een motie in. Tot eind dit jaar krijgen de provincies het weer voor het zeggen. Maar eind dit jaar moe ten ze er ook uit zijn: dan moeten die 6.000 MW zijn verdeeld. Is een half jaar niet een beetje kort? ‘Nee, dat moet kunnen. Bovendien moeten we de druk er ook een beetje op houden.’ Wat betreft Dikkers hoeven de wind parkplannen van de boeren niet van tafel: ‘Als de molens passen
in de omgeving en de provincie is akkoord, dan vind ik dat prima.’
Beren op de weg
Het Drentse PvdAStatenlid Hans Hornstra ziet echter nog de nodige beren op de weg. Volgens het provincieakkoord van 2011 moet Drenthe 280 MW realiseren. Op dit moment staan er in de hele provincie slechts vier molens van elk 3 MW. ‘Wij vinden het niet terecht dat alleen de boeren geld verdienen aan de molens. De mensen in de omgeving van de windparken moeten ook profite ren. Verder vindt de PvdA dat er in Drenthe alleen maar molens van 3 MW mogen komen. We praten dan over een hoogte van 120 tot 130 meter. Meer MW’s betekent hogere molens en dat willen we niet. En in de vergun ningen moet vastgelegd worden dat de molens er maximaal dertig jaar staan. Daarna moeten we terug naar het Drentse land schap van nu en moeten nieuwe energieinnovaties het verlies aan windenergie maar compen seren.’ Maar, en dat weet Hornstra ook, daarmee wordt nog geen breed draagvlak gecreëerd onder de bevolking. Naast technische en planologische aspecten hebben de politici ook te maken met de emoties onder de bevolking. Die spelen een grote rol, zo maakt Hornstra duidelijk. ‘De plannen van de boeren zijn een splijtzwam gebleken in saam horige gemeenschappen. Er zijn spanningen ontstaan in dorpen. Tussen boeren enerzijds en de overige bevolking anderzijds. Maar ook tussen boeren die windmolens willen en boeren die als nevenactiviteit een camping
uit de kamer
TON LANGENhUYzEN
drANk- eN horeCAwet
t
MOLENS exploiteren. Daar moeten wij als politici ook oog voor hebben. Al met al is het een heel lastig onderwerp; het is erg moeilijk om afwegingen te maken. Wij hebben een ongelooflijke op dracht voor ons nageslacht. We moeten kiezen voor duurzaam heid. Dat in Nederland nu nog maar 3 procent van alle energie duurzaam wordt opgewekt, daar moeten we ons diep en diep voor schamen! In Duitsland zitten ze al op 20 procent.
Overlast
De provincie Drenthe zal over enkele maanden een gebiedsvi sie presenteren waarin ruimte is gemaakt voor 280 megawatt aan windmolens. En dan zullen er ongetwijfeld weer veel mensen boos zijn. Het is moeilijk die boosheid te kwalificeren. Want windmolens geven objectieve overlast en subjectieve overlast. Met objectieve overlast kun je nog uit de voeten. Wij stellen dan ook als voorwaarde dat bij de keuze van de plekken waar windmolens moeten komen, nie mand met die objectieve overlast mag worden geconfronteerd. En mocht het in een bepaald gebied toch om enkele huizen gaan die objectieve overlast hebben, dan moeten de bewoners schadeloos worden gesteld. Subjectieve overlast is veel moei lijker. Windmolens maken geluid. Als je voor windenergie bent, dan hoor je dat geluid niet of het stoort je niet. Maar ben je tegen, dan kun je je kapot ergeren aan dat geluid. Dat is het moeilijke. Ik respecteer alle mensen die iets vinden van windmolens en wind energie. En wij als politici moeten ons realiseren dat we niet over de belangen van mensen en de gezondheid van mensen heen kunnen walsen. We zullen
rekening moeten houden met de emoties van onze inwoners, want die zitten heel diep.’
Volwassen
De provincie Groningen moet zorgen voor in totaal 750 MW op gewekt vermogen. Daarvan is in de Eemshaven en rond Delfzijl al 360 MW gerealiseerd. Daarnaast is er nog 72 MW gegund. Die mo lens gaan volgend jaar draaien. ‘We zijn na Flevoland de tweede
Je kunt beter zaken doen met William Moorlag dan met Maxime Verhagen provincie in Nederland.’ In de Eemshaven worden momenteel windmolens van 6 MW gebouwd. ‘Hoger dan 150 meter’, zegt Moorlag. ‘De kraan, de één na grootste in Europa, werd in tach tig vrachtwagens aangevoerd.’ Windenergie is volwassen geworden. In de Eemshaven is nauwelijks protest geweest tegen de bouw van de molen. Elders in de provincie ligt dat anders. De gemeenten Veendam en Menterwolde zijn tegen wind molens langs de N33, de weg van Assen richting Delfzijl. Het is wel een plek die de provincie op het oog heeft om te kunnen voldoen aan haar verplichtingen. ‘Wij kiezen voor windmolens bij grootschalige industrieparken, dus Eemshaven en Delfzijl, of langs bestaande infrastructuur. Daarbij willen we best rekening houden met de bezwaren door overlast te verminderen, maar ik weet ook dat 100 procent draagvlak een illusie is. Op dit moment, en ik zeg het met pijn
in m’n hart, zijn meer mensen tegen windenergie dan tegen de kolencentrale in de Eemshaven. We moeten windenergie daarom aantrekkelijker maken. Dat kan onder meer door een betere verdeling van de baten en de lasten. Mensen, die in de buurt van windmolenparken wonen, moeten goedkoper stroom kun nen krijgen en gecompenseerd worden als hun woning minder waard wordt door die molens.’ Moorlag heeft nog enkele maan den om met plannen te komen waar in de provincie het resteren de deel van de 318 MW aan wind molens moet komen. Gaat dat lukken? ‘Dat moet! We hebben de ruimte daarvoor al planologisch gereserveerd. Nu de provincies weer de regie hebben, moeten we gezamenlijk ook daadwerkelijk gaan presteren en tot een verde ling van de resterende 1.000 MW komen. Ik vind het logisch dat vooral de kustprovincies die voor hun rekening nemen.’ Een zeer groot deel van de bevolking wil die grote windmo lens niet. Moorlag en Hornstra realiseren zich dat. Ook dat een groot deel van de eigen politieke achterban ze niet wil. ‘Het is allemaal nimby en dat kan ik wel begrijpen’, verzucht Horn stra. Niemand wil windmolens in de achtertuin. Ook Moorlag zegt dat hij het er moeilijk mee heeft. ‘Het is geen gemakkelijke discussie. Maar ik zoek liever zelf een plaats voor die molens en ga liever zelf de dialoog aan met de bevolking in Groningen dan dat ik dat aan het Rijk overlaat. En de inwoners van onze provincie moeten zich ook realiseren dat ze beter zaken kunnen doen met William Moorlag dan met Maxime Verhagen.’
ijdens het zomerreces ligt het reguliere Kamerwerk zo goed als stil. Wat wel altijd blijft doorgaan is het stellen van schriftelijke Kamervragen. Zo stelde Lea Bouwmeester vragen aan minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) over de hand having van de gewijzigde Drank en horecawet. De aangepaste wet maakt gemeenten vanaf 1 januari 2013 verantwoordelijk voor toezicht en handhaving. Een jaar later moeten de gemeenten een verorde ning hebben voor ‘paracommercie’ waarmee de verkoop van alcohol buiten de reguliere ‘echte’ horeca moet zijn gereguleerd. Bijvoorbeeld voor sportkantines en buurthuizen moet geregeld worden wanneer er drank mag worden geschonken. Volgens een bericht op de site van Binnenlands Bestuur zouden gemeenten nog onvoldoende voorbereid zijn ‘op de taken die op ze afkomen met de nieuwe Drank en horeca wet’, en zouden ‘veel gemeenten geen idee hebben wat ze over een halfjaar moeten gaan doen’. Minister Schippers ziet het allemaal niet zo somber in. Na de aanvaarding van de wet in mei jl. hebben ge meenten tot 1 januari a.s. ruim de tijd om zich voor te bereiden op de nieuwe taken en bevoegdheden. De minister acht dit voldoende. Ver der ging zij niet inhoudelijk in op de vrees dat gemeenten misschien toch niet allemaal op tijd klaar zouden zijn. Met een verwijzing naar een handleiding over de nieuwe wet (die gemeenten nog moeten krijgen) en de website www.handhavingdhw.nl gaf de minister aan dat het allemaal wel goed zou komen. Op de vraag hoeveel gemeen ten er over een facultatieve verordening beschikken, waarin bijvoor beeld bepalingen staan over toelatingstijden in de horeca, prijsacties in supermarkten of een tijdelijk verbod op alcoholverkoop bij verkoop aan te jonge kinderen’’ kwam geen antwoord. Wel was de minister het met Bouwmeester eens dat dergelijke verordeningen belangrijk zijn in het tegengaan van alcoholmisbruik.
woNiNgiNbrAkeN
A
hmed Marcouch stelde schriftelijke vragen aan minister Op stelten (Veiligheid en Justitie) naar aanleiding van een bericht dat het aantal woninginbraken dit jaar met 7 procent is geste gen. De minister bevestigde dit cijfer, maar wist er meteen bij te vermelden dat het aantal woningbraken vorig jaar met 9 procent nog harder was gestegen. Die 7 procent stijging valt dus volgens hem nog mee. Verder verwijst de minister naar de toegenomen pak kans van woninginbraak. Dat dat laatste zich desondanks niet heeft weten te vertalen in een daling van het aantal woninginbraken lijkt niet verontrustend te zijn. Opstelten wijst ook op de afspraken die zijn gemaakt met de politie om tussen 2011 en 2014 de pakkans met 25 procent te verhogen. De minister heeft veel vertrouwen in een plan van aanpak dat inzet ‘op preventie, toezicht en handhaving, opsporing en repressie’. Marcouch vroeg verder naar het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Uit de antwoorden blijkt dat de kans op een geslaagde inbraak met maar liefst 50 procent afneemt als een woning is voorzien van dat keur merk. In Nederland beschikken 645.000 woningen over dat keurmerk. Gezien de effectiviteit van dit keurmerk ligt het voor de hand dat juist hier veel winst te behalen is bij het terugdringen van het aantal wo ninginbraken. Maar voor een financiële stimulans, zoals een subsidie, voor het aanschaffen van deugdelijk hang en sluitwerk verwees de minister naar de verantwoordelijkheid van gemeenten.
PloFkiPPeN
t
jeerd van Dekken en Lutz Jacobi stelden staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) vragen over plofkippen en zijn inspanningen om concreet wat te doen aan het terugdringen van de plofkip ten gunste van kippen die onder betere omstandigheden leven. De staatssecretaris lijkt niet van plan zelf initiatieven te nemen om de consument ‘te beïnvloeden in zijn voedselkeuze in de winkel’. Voor de bewustwording van de consument en beïnvloeding van de publieke opinie wees de staats secretaris in zijn antwoorden vooral naar de rol en ‘de invloed van kritische maatschappelijke organisaties’ (zoals Wakker Dier). Ook ziet de staatssecretaris niets in de mogelijkheid om door middel van etikettering op kipproducten aandacht te besteden aan het extreem en onverantwoord hoge antibioticagebruik van plofkippen. Er is geen Europese richtlijn die daartoe verplicht. Dat de staatssecretaris ook zonder een Europese verplichting daartoe meer aan consumenten voorlichting op dit punt zou kunnen gaan doen, is blijkbaar niet aan de orde. Zelfs als het gaat om het weren van plofkippen uit overheids kantines, toont de staatssecretaris zich weinig proactief. Cateraars moeten minimaal 40 procent van de producten die zij aan overheids kantines leveren duurzaam inkopen. Hoe zij dit doen moeten ze zelf weten. De staatssecretaris lijkt niet van plan specifieke eisen ten aanzien van plofkippen op te leggen.
LOKAAL BESTUUR / SePteMBer 2012
5
SCOUTEN: JE KUNT ER NIET VROEG GENOEG M Foto Nationale Beeldbank
Het ontdekken van nieuw talent is niet alleen in het voetbal maar ook in de politiek erg belangrijk.
We zijn alweer over de helft van de raadsperiode 2010 2014. Dus wordt het tijd voor lokale afdelingen om het scouten van raadsleden voor de volgende verkiezingen op te tuigen, voor zover dat nog niet is gebeurd. Maar hoe pak je het aan? Lokaal Bestuur sprak met drie ervaren rotten en vroeg hun naar de do’s en don’ts van scouten.
Marianne Witvoet-Swierstra oud-vicevoorzitter afdeling Enschede Wanneer zijn jullie met het scouten van nieuwe raadsleden begonnen? ‘Wij hebben voor de raadsverkie zingen in 2010 een commissie samengesteld die heeft gezocht naar potentiële kandidaatraads leden. Het tijdsbestek waarin we dit deden was kort. We zijn afgegaan op adviezen van een aantal personen in het netwerk van de afdeling. Je kunt dat geen écht scouten noemen vind ik.’ Hebben jullie dat met voorgaande verkiezingen ook al in een vroeg stadium gedaan? ‘In de jaren ’90 is er een paar keer een scoutcommissie geweest die al een jaar voor de kandidaatstelling actief na ging welke personen in diverse netwerken benaderd zouden kunnen worden om zich eventu eel kandidaat te stellen. Er zijn toen onder andere voorzitters van diverse wijkraden bezocht. Binnen de afdeling is er toen
KISTEN VERDEL FreelANCe JoUrNAliSt
6
ook iets aan bijscholing gedaan. Na de eeuwwisseling zijn deze acties helaas niet meer opgepakt tot in 2010.’ Hoe is het scouten georganiseerd? ‘Ik heb sinds 2005 een aantal jaren in het afdelingsbestuur ge zeten en van daaruit een periode in de landelijke adviesraad. In die periode was er contact met Martijn Brandenburg van het PvdApartijbureau. Men was toen landelijk weer bezig om het scouten vorm te geven. In het afdelingsbestuur in Enschede stond men positief tegenover deze ontwikkeling. Een lid van de afdeling die als afgevaar digde naar het gewest actief is, is ook als scout werkzaam. Hij richt zich meer op het gewest en ik ben meer bezig met de plaatselijke afdeling. Samen met nog twee andere leden van de afdeling vormen wij een scout commissie. Ons doel is om al dan
niet bewezen politiek talent te mobiliseren voor uiteenlopende volksvertegenwoordigende en bestuurlijke functies. De scout heeft in onze situatie met name een signaleringsfunctie. Je be langrijkste taak is aan te geven of iemand de kwaliteiten bezit om als volksvertegenwoordiger te functioneren. De commissie valt onder verantwoordelijkheid van het afdelingsbestuur.’ Maken jullie gebruik van faciliteiten die door het partijbureau worden aangeboden? ‘Ik ga meestal wel naar de landelijk bijeenkomsten en de ondersteuning van Martijn hierin is goed en plezierig. Verder adviseer ik altijd aan leden die een politieke loopbaan ambiëren om gebruik te maken van scho ling en training die aangeboden wordt door het partijbureau. Maar ook zittende bestuurs en raadsleden worden hier op gewezen.’ Wat zijn de do’s en don’ts bij het scouten? Welke lessen hebben jullie daar over geleerd? ‘Er zijn mensen die je zelf tegen komt of die via iemand anders met je in gesprek gaan over een mogelijke politieke carrière. Iemand die nog niet zo actief is in de afdeling adviseer ik altijd dat eerst te doen, of om fractie vergaderingen te volgen zodat je een beeld krijgt van wat daar gebeurt. Het allerbelangrijkste is dat je eerlijk bent. Verwachtin gen en realiteit lopen soms ver uiteen. Volksvertegenwoordiger zijn is één maar het blijven is een tweede. Tegen mensen die den ken dat ze het wel kunnen terwijl ze naar jouw oordeel toch niet geschikt zijn, moet je dat ook eerlijk durven zeggen. Ik probeer
mensen dan ook tegen zichzelf te beschermen. Ik geef ook geen garantie dat iemand die ik goed vind het ook gaat redden. Poli tiek is tenslotte een hard vak. Je moet het niet alleen willen maar ook kunnen.’ Waar zoeken jullie precies naar? Mensen met inhoudelijke kennis, ervaring, of meer een bepaald type personen? ‘Het belangrijkste vind ik dat mensen de beginselen van de so ciaaldemocratie onderschrijven. Dat ze weten wat dat betekent en daar naar handelen. Verder vind ik dat een raadsfractie moet bestaan uit mensen met ervaring en dat je moet kunnen samen werken. Je bent tenslotte samen een team. Ook diversiteit en ken nis op maatschappelijk gebied is nodig. Kandidaten moeten weten wat er in hun stad leeft, wat de inwoners bezig houdt. Belangrijk is ook dat je zoekt naar personen die financiële en/of economische kennis hebben.’ Straks kan iedereen weer reageren op de open sollicitatieprocedure voor raadsleden. Hoe zorg je ervoor dat de
gescoute mensen zo in dat proces meedraaien dat het ook werkelijk verschil maakt dát ze gescout zijn, of maken ze evenveel kans als reguliere sollicitanten? ‘Iedereen die zich in Enschede aanmeldt als kandidaatraadslid wordt op dezelfde manier be handeld. Er wordt altijd voor de raadsverkiezingen een kandi daatstellingscommissie gevormd, onder verantwoordelijkheid van het afdelingsbestuur, dat de lijst samenstelt. Mensen die zich via een scout melden, doen net als ieder ander mee aan deze procedure. Zij moeten zich ook bij de commissie presenteren. Je hebt daar dus geen streepje voor.’ Hoeveel mensen zijn in de raad gekomen naar aanleiding van acties van scouts? ‘Bij de vorige raadsverkiezing was er geen sprake van ac tief scouten. Wel is een aantal personen actief benaderd op aangeven van het netwerk in de partij. Hun is gevraagd zich kandidaat te stellen. Er zijn via die actie wel kandidaten in de raad gekomen.’
Jos Fleskes Afdelingsscout in Deventer Waar zoek je naar met scouten? ‘Als je gaat scouten dan ben je in algemene zin aan het zoeken naar talent. Vooraf moet je de vraag stellen: wat zoek ik en welke eigenschappen/welk pro fiel moet iemand hebben? Zo is het begonnen in de sportwereld,
met name bij het professionele voetbal, en langzamerhand zijn scoutingmethoden doorgesijpeld naar de politiek. Zijn daar professionele Hrmensen voor nodig? ‘Het is wel handig om gebruik te maken van mensen binnen
in de keuken van
öMER KAYA StAteNlid iN FrySlâN
ProviNCie UtreCht
MEE BEGINNEN de partij die affiniteit hebben met personeelswerk en in het bijzonder met scouten. Denk hierbij ook aan oudraadsleden, wethouders, campagneleiders en afdelingsbestuurders.’ Hoe gaan scouts te werk? ‘Het afdelingsbestuur en de fractie gaan rond de tafel om met elkaar vast te stellen wat nodig is binnen de afdeling. Vervolgens worden de daarbij behorende functieprofielen vast
Scouten is een onderdeel van het personeelsbeleid en daarmee een continu proces gesteld. Potentiële kandidaten die direct aan de eisen voldoen kun je het beste persoonlijk be naderen. Actief werven dus. Als zij zelf nog niet een bijdrage kunnen/willen leveren vraag dan of zij in hun netwerk willen zoeken, ook naar nietleden van de partij. De praktijk leert dat daardoor ook een nieuwe aan was ontstaat.’ Wat zijn do’s en don’ts van het scouten? ‘Het is verstandig om scouten permanent op te zetten, niet al leen voor de komende verkiezin gen. Want als je dat doet kan ruis ontstaan. Ik bedoel daarmee dat fractieleden strategisch gedrag vertonen omdat zij belangen hebben bij hun (toekomstige) positie. Ook is het belangrijk om de werkwijze regelmatig te evalueren, iets wat er nog wel eens bij inschiet. Scouten is zoals ik altijd zeg een onderdeel van het personeelsbeleid en daarmee
een continu proces zoals bij instellingen en bedrijven ook het geval is.’ Wat is belangrijk bij de omgang met kandidaten? ‘Wees transparant tegenover potentiële kandidaten en doe aan verwachtingsmanagement. Leg
dus goed uit wat de spelregels zijn die bepalen wie uiteindelijk de kandidaat wordt. Als dat in orde is, begint de volgende fase: regelen dat potentiële kandida ten worden opgevangen, bege leid en nazorg krijgen. Als je het goed op de rails zet, is scouten echt leuk om te doen.’
We kunnen veel van elkaar leren als politici. Daarom is het goed als raads en Statenleden af en toe bij elkaar in de keuken kijken. Want zoals mijn vader vroeger altijd al zei: ‘Üzüm üzüme bakarak karar – Een druif wordt rijp door naar een rijpe druif te kijken.’ Ik liep daarom mee met mijn Utrechtse collega Pauline van Viegen. Een bijzonder genoegen. Ik ben zelf iemand die veel reist, in binnen en buitenland. Maar in Utrecht voel ik me een beetje als een Crocodile Dundee die voor het eerst in de grote stad is. Net als Crocodile Dundee voel ik me wel thuis in de ‘grote stad’. Na drie uur reizen de Randstad is met het openbaar vervoer slecht bereikbaar vanuit het noorden stap ik de nieuwe statenzaal van Utrecht binnen, waar in plaats van een schil derij een prachtig bronzen beeld van de koningin prijkt. Wat me direct opvalt bij binnenkomst is dat GroenLinks en PvdA de enige twee fracties zijn met een positieve uitstraling. De rest van de zaal is gevuld met chagrijnige gezichten en hautain ogende politici. De PvdAfractie in Utrecht telt zeven leden en is een oppositiepartij. Dit betekent dat op een heel andere manier politiek gevoerd wordt dan bij ons in de provincie. In Fryslân is de PvdA namelijk de grootste partij en maken we deel uit van het college. De kans dat onze ideeën worden gerealiseerd is dan ook groot. In Utrecht is de PvdAfractie meer bezig met het verleiden van de coalitie om PvdAstandpunten en accenten over te nemen. Politiek gezien is dat laatste natuurlijk spannender. Wat Utrecht en Fryslân gemeen hebben is dat zij beide een stad kandideren voor de verkiezing van Culturele Hoofdstad van Europa in 2018. Als Statenfracties van Utrecht en Fryslân zijn wij het er over eens dat Leeuwarden culturele hoofdstad mag worden. Wij vinden namelijk dat het provinciale geld van Utrecht in andere culturele basisactiviteiten mag worden geïnvesteerd. Of Leeuwarden ook daadwerkelijk culturele hoofdstad wordt, zal de komende tijd blijken. Daarnaast zijn we beide ontzettend begaan met het onderwerp jeugdzorg. Wat ik tijdens mijn dag meelopen met Pauline heb geleerd is dat je je een onderwerp het beste eigen kunt maken door je er 100 procent op te focussen. Een duidelijk en ambitieus doel stellen helpt daarbij. In Paulines geval was dat ‘in een half jaar tijd 100 mensen spreken over jeugdzorg om zicht te krijgen op wat er daadwerkelijk speelt in de praktijk’.
Vergadercultuur
Conny Beenders Fractievoorzitter in Weert Waaruit bestaan jouw activiteiten op het gebied van scouting? ‘Ik ben al ruim een jaar bezig met het scouten van mensen in mijn netwerk. We hebben nu brain stormavonden, als een vervolg op de gesprekken die ik met diverse belangstellenden heb gevoerd. Mensen laten meedenken en ze daardoor weten te enthousias meren is mijn doel. Vernieuwen van de structuur is nodig. Ik heb de indruk dat er partijgenoten zijn die bang zijn om kandidaten aan te dragen omdat dan de eigen positie in het gedrang kan komen. Waar zoeken jullie precies naar? Mensen met inhoudelijke kennis en ervaring, of meer een bepaald type personen? ‘Wij zoeken naar mensen die gedreven zijn en trots zijn op de stad waar ze wonen. Inhoude lijke kennis en ervaring zijn zeer welkom, maar de manier waarop mensen in de stad en politiek staan is nog belangrijker.’ Wat heeft het scouten bij eerdere verkiezingen opgeleverd?
‘Zes jaar geleden zijn twee sol licitanten met voorkeurstemmen in de raad gekomen. Eentje is helaas afgehaakt, de tweede kan didaat was ik. Over het algemeen is het moeilijk om mensen te vinden die politiek actief willen zijn. Het kost ook veel tijd. De oude garde is niet in beweging te krijgen. Daarnaast wordt altijd gezegd dat jongeren niet willen. Maar je moet jongeren kansen en vertrouwen geven. Dat is de re den waarom ik per 1 september terugtreed als fractievoorzitter. Fanida Kadra wordt mijn opvolg ster. Coaching on the job wordt dan mijn taak. Mijn advies aan jongeren: als de trein stopt en de deur gaat voor je open, stap dan in want deze kans krijg je maar één keer!’
Pauline en ik besteden ieder ongeveer 20 uur per week aan politieke activiteiten. Hartstikke leuk, maar we vinden wel dat het vergaderen best een onsje minder kan. Provinciale Staten zijn door het hele land namelijk hetzelfde. Er wordt veelal van ’s ochtends tot ’s avonds vergaderd, terwijl het met hetzelfde gemak in één avond kan worden afgerond. Ik ben van mening dat je je verhaal in drie minuten moet kunnen vertellen. Als je dat niet kunt dan is het een slecht verhaal. Wil je meer over een onderwerp vertellen? Dat kan! Er zijn genoeg mogelijkheden, denk aan ingezonden stukken in de krant, columns, YouTube, Facebook, websites enzovoorts. Het is eigenlijk ook verwonderlijk dat in de Staten zo lang vergaderd wordt, terwijl de standpunten daarvoor al zijn uitgekauwd. Er zijn maar zelden momenten waarop een fractie van standpunt verandert. Desondanks presteren we het om uren over een uitgekauwd onderwerp te praten. Van Einstein hebben wij als provincies dus nooit gehoord. Einstein zei immers: ‘Krankzinnigheid is voortdurend hetzelfde doen en verschillende resultaten verwachten.’ Een groot nadeel voor parttime politici is dat je lang niet altijd vrijuit je mening kunt geven op Twitter en Facebook, omdat het je werk direct of indirect kan raken. Pauline heeft voor dat laatste een oplossing. Ze heeft op haar twitteraccount bij haar bio ‘Tweets op persoonlijke titel’ staan. ‘Dat helpt’, zegt ze. ‘Ik wil bijvoorbeeld niet dat iemand van de VVD denkt dat ik namens Platform31 Nicis (daar werkt ze, red.) spreek als ik een partijstandpunt verkondig of me negatief uitlaat over het kabinetsbeleid.’ Jonge politici zijn vaak ongeduldig. Dat is bij Pauline en mij niet anders. We zijn echter tot de conclusie gekomen dat als je op een nieuwe politiek functie zit, je jezelf de tijd moet gunnen om er in te groeien. Het eerste jaar gebruik je om alles te leren, het tweede jaar is de herhaling, het derde jaar is knallen en het vierde jaar is de campagne. Kortom: kennis knallen campagne. Daarnaast is het goed om af en toe met een andere politicus of politica mee te lopen. Want een druif wordt rijp door naar een andere druif te kijken. Vind jij het ook leuk om een kijkje te nemen in de politieke keuken van een andere gemeente, provincie of waterschap (groot of klein, dichtbij of verder weg) en wil je daarover een column in Lokaal Bestuur schrijven? Stuur dan een mailtje naar de eindredactie,
[email protected] LOKAAL BESTUUR / SePteMBer 2012
7
OP DE BRES VOOR DE BU Foto Nationale Beeldbank
Zonder de bus zouden veel mensen in een isolement terecht komen.
Het busvervoer staat in veel provincies onder druk. De twee financiers van het openbaar vervoer, het Rijk en de provincie, zien zich gedwongen flink te korten op hun bijdragen aan het OV. Maar het schrappen van lijnen botst met het leefbaar houden van het platteland. Hoe dan ook, bezuinigingen op het OV zijn onafwendbaar. Hoe staan de PvdAStatenfracties in deze discussie? Lokaal Bestuur peilde in Noord Brabant en Friesland. ‘Een bijna lege bus geeft het openbaar vervoer een slechte uitstraling.’ In Noord-Brabant gaat op 1 januari 2015 de nieuwe concessie voor het busvervoer in. Nu al wordt volop gediscussieerd over hoe het openbaar vervoer er dan uit moet zien. De PvdA-Statenfractie heeft inmiddels een eigen visie ontwikkeld. Woordvoerder is Stijn Smeulders. ‘Wij zitten in de oppositie en staan recht tegenover coalitiepartij VVD. Die partij vindt openbaar vervoer iets voor ouderen en arme en zielige mensen. En de VVD vindt vooral dat het veel te veel geld kost en staat dus op het stand punt dat er fors op bezuinigd moet worden. Wij daarentegen vinden het OV erg belangrijk. Het maakt mobiliteit mogelijk en is waardevol. Dat betekent niet dat wij vinden dat alles moet blijven zoals het nu is. De PvdA staat op
JAN ChRIS DE BOER FreelANCe JoUrNAliSt
8
het standpunt dat het openbaar vervoer nóg waardevoller moet worden gemaakt. Dat kan door de ontwikkeling van vraaggericht OV.’ ‘Vraaggericht OV betekent re guliere busdiensten op de routes waar de vraag groot is. Om meer mensen warm te maken voor de bus in plaats van de auto is het volgens ons belangrijk dat je een betere kwaliteit gaat leveren op die drukke trajecten. En met betere kwaliteit bedoelen we een betere dienstregeling en een be tere kwaliteit van de bussen. In NoordBrabant hebben we ste
den met 30.000 tot 50.000 inwo ners zonder NSstation. Dus daar hebben we al drukke buslijnen. Wij pleiten ervoor op die lijnen de frequentie te verhogen en zo nieuwe reizigers te trekken.’ Maar een hogere frequentie kan ook leiden tot een lagere bezetting per bus. er is toch meer nodig om mensen uit de auto en in de bus te krijgen? ‘Neem Eindhoven. Daar zijn ze al een tijdje geleden begonnen met
Laat een buurtbus rijden in plaats van een lege lijnbus een netwerk van snelle bussen. Rond de stad zijn aparte bus stroken aangelegd, zodat nu de bussen langs de files zoeven. Eén voor één worden die buslijnen nu uitgerold en ze zijn een succes. In die regio is het aantal buspas sagiers gegroeid. Maar alleen daarmee ben je er niet. Een goede aansluiting van bus op trein is ook heel belangrijk. Het is een uitdaging dat voor elkaar te krijgen, want overleg met de NS is moeilijk. De Tweede Kamer zou ons wat dat betreft wel kunnen helpen door druk uit te oefenen op de NS, zodat dat bedrijf meer oog krijgt voor het busnetwerk. Tegenwoordig willen mensen geen 30 minuten meer wachten om van de bus in de trein te stap pen of andersom. Op het traject HelmondDeurne is het wel gelukt een goede regeling op te zetten. Tussen die plaatsen reed zowel de trein als de bus. De bus dienst is geschrapt en de bussen die rondom Deurne rijden, komen nu vijf minuten voor vertrek van de trein aan op het NSstation.’
Het lijkt er op dat de PvdA alleen maar wil investeren, terwijl er feitelijk een bezuinigingsopdracht ligt. ‘Nee, dat is niet zo. Via inves teringen moet je het openbaar vervoer toekomstbestendig maken én aantrekkelijker voor nieuwe reizigers. Meer reizigers betekenen meer inkomsten. Maar we zullen ook moeten schrappen in de bestaande lijnen. Helmond, bijvoorbeeld, blijkt te klein te zijn voor stadsdiensten. Die plaats is zo compact dat mensen eerder de fiets pakken dan de bus. Daarnaast moet je ook naar het basisvoorzieningenniveau kijken. Er rijden nu te veel bus sen met heel weinig passagiers. Dat is zonde van het gemeen schapsgeld en bovendien geeft een bijna lege bus het openbaar vervoer een slechte uitstraling. Dergelijke lijnen mogen wat ons betreft worden geschrapt, maar daar moet dan wel een maat werkoplossing tegenover staan. In NoordBrabant rijden al zo’n honderd buurtbussen. De men sen hier zijn er bekend mee. Dat aantal kan worden uitgebreid en dat levert veel geld op. Want een buurtbus is significant goedkoper dan een lijnbus. Een andere optie is de regiotaxi, een netwerk van OVtaxi’s. Wij stellen daarbij wel als voorwaarde dat deze taxi’s alleen mogen worden ingezet op plekken waar geen lijnbus en geen buurtbus rijden.’ ‘Het is overigens wel zo dat wij de hervorming van het OV niet in de eerste plaats zien als een bezuinigingsoperatie. Als het goedkoper kan met behoud van het huidige voorzieningenniveau is dat prima. Maar voor ons is het geen doel op zich om minder geld aan het OV uit te geven. Je moet je heel goed realiseren dat het openbaar vervoer voor veel
mensen een voorwaarde is om een werkzaam en sociaal leven te kunnen leiden.’ De PvdA in Noord-Brabant vindt ook dat de vervoerders meer verantwoordelijkheid moeten krijgen. ‘Ja. Nu is het zo dat het geld van de passagiers naar het OV bureau van de provincie gaat. Het maakt de vervoerder dus eigenlijk niets uit of er twee of vijftig mensen in de bus zitten.
Goed OV is nodig om het platteland leefbaar te houden Daardoor zijn de vervoerders niet altijd even initiatiefrijk. Sterker nog, ze zijn nogal passief. Terwijl er bij die vervoerders wel een schat aan kennis aanwezig is. Daarom vinden wij dat we de vervoerders een prikkel moeten geven. Maar ze moeten natuur lijk niet de mogelijkheid krijgen onrendabele lijnen te schrappen. Er moeten goede afspraken wor den vastgelegd in het bestek en tussentijdse bijsturing mag wat ons betreft alleen als de provin cie toestemming geeft.’ ‘Verder vinden wij ook dat de gemeenten meer invloed moeten krijgen. Met name op het gebied van het ontwikkelen van nieuwe lijnen en marketingacties. Nu worden de gemeenten te weinig gehoord, terwijl ook daar de nodige kennis ligt. Wij willen de gemeenten juist stimuleren om actief mee te denken.’
stelling
Dertig minuten sneller naar Amsterdam/Schiphol De Statenfractie van de PvdA in Friesland zet zich niet alleen in voor goed provinciaal openbaar vervoer, maar heeft ook oog voor de spoorverbindingen vanuit Friesland naar andere delen in het land. Vlak voor de zomervakantie heeft de PvdA in de Statenvergadering ervoor gepleit om de reistijd op het treintraject Leeuwarden – Amsterdam/Schiphol met een half uur te verkorten. Jouke van der Zee: ‘Die verbinding moet veel sneller. Vlak buiten mijn woonplaats Sneek staat naast de autosnelweg een bord met de aanduiding ‘Amsterdam 111’. Met de trein is die afstand veel groter en de reistijd zeker twee keer zo lang. Ik heb daarom de oproep gedaan maatregelen te treffen om de reistijd vanuit Leeuwarden en Groningen naar Amsterdam/Schiphol met een half uur te bekorten en Gedeputeerde Staten gevraagd daartoe samenwerking te zoeken met de andere provincies in NoordoostNederland.’
rol ProviNCie De stelling van de maand luidde:
Provincies moeten terug naar hun core business: beleid maken en toezicht houden. Uitvoerende taken moeten ze afstoten. We kregen de volgende reacties:
Mark Versteeg, Statenlid Noord-Holland: Oneens. Provincies moeten zich hoofd zakelijk bezighouden met het maken van goed beleid en het houden van toezicht. Maar ze kunnen ook prima taken uitvoe ren. Door de decentralisatie waanzin van het Rijk zie ik juist een toekomstige provincie die méér uitvoerende taken doet om dat gemeenten deze niet meer zelfstandig kunnen uitvoeren. De lappendeken van gemeen schappelijke regelingen is niet toekomstbestendig. Als lokaal volksvertegenwoordiger verlies je greep op het bepalen van beleid, tenzij je opschaalt naar een hogere bestuurslaag zoals de provincie. Je verliest greep omdat je in een gemeenschap pelijke regeling één van velen bent en daardoor te weinig eigen accenten kunt aanbrengen. De provincie biedt uitkomst! Yasemin Cegerek, Statenlid Gelderland en kandidaatTweede Kamerlid
US
De landelijke discus sies over de bezuinigingen dwin gen provincies tot het maken van nieuwe keuzes en dus ook voor
Friesland telt twee concessiegebieden. Noord- en Zuidwest-Friesland (onder andere Leeuwarden en Sneek) is het ene, Zuidoost-Friesland (Heerenveen, Drachten) het andere. Voor het eerste gebied gaat eind dit jaar de nieuwe concessie in, die afloopt in 2020. Dan lopen ook de concessies voor Zuidoost-Friesland en het provinciale treinverkeer af. Ook in Friesland is al geruime tijd een discussie gaande over de toekomst van het openbaar vervoer. toen begin 2010 de provincie een forse financiële meevaller bleek te hebben, was de PvdA-fractie er als de kippen bij om via een amendement 15 miljoen euro te claimen voor de ontwikkeling van een nieuw en duurzaam OV-systeem in de provincie. Het voorstel kreeg een Statenbrede steun. Met het binnenhalen van die 15 miljoen zijn de problemen natuurlijk niet opgelost. De PvdA blijft dan ook waakzaam , ‘want wij vinden het openbaar vervoer op het platteland één van de belangrijke voorzieningen om dat platteland leefbaar te houden’’, zegt OV-woordvoerder Jouke van der Zee van de Statenfractie. Wat is er inmiddels met die 15 miljoen gebeurd? ‘We zitten nog in de fase van plan nenmakerij. Wel zijn er pilots gestart op het gebied van combivervoer voor leerlingen en mensen die gebruik maken van de WMO. Verder wordt er gekeken naar alterna tieven voor de dunne lijnen, dus buslijndiensten met maar weinig passagiers. Een mogelijkheid is de bus te vervangen door zoiets als een buurtbus, maar dan wel georganiseerd door de vervoer der.’ In Noord- en Zuidwest-Friesland is de nieuwe concessie naar Arriva gegaan. Nu rijdt Connexxion er nog. Is er bij die overgang al iets te merken van een verschraling van het openbaar vervoer? ‘Ja, het openbaar vervoer in dat gebied gaat minder wor den en ook nog duurder. Maar dat kon ook bijna niet anders, want Connexxion heeft wel een heel royale dienstregeling gehanteerd; het was duidelijk dat dát niet te handhaven was. Het aantal dienstregelingsuren ligt straks aanzienlijk lager. Er wordt vooral minder frequent gereden op de lijnen, met name
in de weekenden. Het is niet zo dat er rigoureus is geschrapt in lijnen. Bij ons doet Arriva het treinvervoer al, dus is het straks gemakkelijker de bussen te laten aansluiten op de treinen. Alle drie concessies lopen per 2020 af en wij zijn er voorstander van dat we dan van het totale openbaar vervoer in Friesland één conces sie maken.’ Hoe reageerden de passagiers op de nieuwe dienstregeling? ‘Er waren natuurlijk wel reac ties, maar het is niet zo dat je kon spreken van een storm van protest. De verminderingen zijn redelijk goed gekozen en over het algemeen hadden de mensen er wel begrip voor. Maar we moeten wel alert blijven. Wat ons betreft komen we wel in de buurt van de ondergrens. Voor het plat teland is het openbaar vervoer enorm belangrijk. Daarom moe ten we creatief zijn. We moeten een antwoord geven op de vraag hoe we fatsoenlijk openbaar vervoer in stand kunnen houden zonder dat de kosten uit de hand lopen. Dat is een hele puzzel. Die 15 miljoen euro is vooral bedoeld om antwoord te krijgen op die vraag en om nieuwe vormen van openbaar vervoer op het platte land te introduceren.’
In de debatten over het openbaar vervoer heeft de PvdA onder meer naar voren gebracht dat onderzocht moet worden of de verschillende vormen van publiek vervoer niet kunnen worden samengebracht. We hebben het dan onder meer over het leerlingenvervoer, het WMOvervoer, het sociaal-recreatief vervoer van zorginstellingen, het vervoer van sportclubs en het medicijnenvervoer. Het lijkt wel of die nu in een lange rij achter elkaar aanrijden over het Friese platteland. ‘Nou, in een lange rij achter elkaar aan…, dat is wat gechar geerd. Maar het klopt dat er heel wat verschillende vormen van publiek vervoer zijn. Daarom is het nodig na te gaan of al deze vervoersvormen in elkaar te vlechten zijn. Het betekent ook dat alle verschillende geldstro men dus die van bijvoorbeeld WMO, AWBZ, verzekeringsmaat schappijen, de provincie bij elkaar moeten worden gebracht. Ook dat is weer een hele puzzel. Maar als dat lukt, dan kunnen we een enorme winst boeken. De provincie is in elk geval bereid mee te doen.
verandering. Provincies moeten zich wel focussen op hun kernta ken en taken zoals de jeugdzorg aan de gemeente overdragen. Sociale taken moeten naar de gemeente, omdat de lokale over heid dichter bij de burgers staat en die taken daardoor beter kun nen uitvoeren. Wel vind ik dat bij dergelijke veranderingen er spra ke moet zijn van een warme en zorgvuldige overdracht. Ik ben overigens niet voor al te strikte regels. Met een beetje creativiteit en door samenwerking te zoeken met verschillende partijen kun je toch nog veel doen. Regionale economie en arbeidsmarktbeleid, waarbij ondernemers, gemeen ten en onderwijsinstellingen de samenwerking zoeken, is hier een goed voorbeeld van. Kasper Driehuijs, Statenlid Utrecht, oud-fractievoorzitter in de stad Utrecht, gemeenteambtenaar Het is als provincie niet voldoen de om er te zijn, het gaat erom wat je betekent voor je inwoners. Provincies slagen er onvoldoende in dat duidelijk te maken. Afkom stig uit gemeenteland kijk ik nog dagelijks mijn ogen uit: uren en dagenlang met 47 Statenleden vergaderen en met 900(!) amb tenaren een peperduur en veel te groot voormalig hoofdkantoor van Fortis betrekken. Dit terwijl de VVDCDAD66Groenlinks coalitie heeft besloten dat de provincie Utrecht alleen nog gaat over verkeer, ruintelijke orde ning en een beetje economische zaken. Dit is koren op de molen van de landelijke rekenmeesters die na 12 september miljarden moeten vinden. Een bestuurslaag zonder duidelijke ambities of taken, maar wèl met veel kosten en opgepotte reserves van hon derden miljoenen is dan slechts een pennestreek verwijderd van afroming of zelfs opheffing. Marieke Tetteroo, Statenlid Noord-Brabant De provincie vormt de schakel tussen de gemeenten en het Rijk. Mijn overtuiging is dat deze rol in het middenbestuur alleen maar goed kan worden uitgevoerd wanneer je de relatie tot taken en verant woordelijkheden van gemeente en rijk scherp in het vizier hebt. Daarnaast moet je als provincie ook de durf hebbeen om over uitvoerende taken op zijn minst regie te voeren. Er zijn overwe gingen om zeker tot strategische uitvoering over te gaan. Denk aan de mogelijkheden die een provincie heeft om daadwerkelijk te interveniëren op het gebied van arbeidsmarktbeleid. En ook al is het geen core business, een provincie kan vooral in deze tijd samen met onderwijs en onder nemers binnen een regio écht
verschil maken. Als je als provin cie een nieuwe, meer innovatieve rol wilt vervullen, waarbij je agen deert, partijen bij elkaar brengt en slimme verbindingen legt, dan zijn er uitvoeringsaangelegenhe den die tot je taak behoren. Dit vraagt van de politiek een uiter mate kritische houding, want we vinden heel veel, maar we gaan er vaak niet over. Ron de Kort, Statenlid in Zeeland Net als bij de ‘terug naar de gulden’ discussie gaat het er bij deze stelling om naar welke provin cie en welke ‘core business’ wordt terugverlangd. De tijd dat Zeeland een eigen marine had is al lang voorbij en dat is gelet op het gehakketak over de Hedwigepolder met onze zuiderburen maar goed ook. Om alle uitvoerende taken van de provincies af te stoten gaat te ver. Zeker voor een provincie als Zeeland, waar het ontbreekt aan een grote gemeente die organi satorisch, uitvoerend en finan cieel het voortouw kan nemen, blijft provinciale bemoeienis, ook in de uitvoering, nodig en gewenst. De ontmanteling van de provinciale bestuurslaag uit bezuinigingswaan is al volledig doorgeschoten. De kerntaken zijn al tot een tranentrekkend minimum beperkt. Petra Smits, Statenlid Zuid-Holland Juist de uitvoering raakt inwoners in hun bestaan. Dat moet je dus goed (laten) oppakken om maatschap pelijk toegevoegde waarde te kunnen leveren. Hoe die uitvoe ring eruit ziet kan per onderwerp verschillen. De provincie draagt voor de hele keten verantwoor delijkheid. Zie Odfjell. Het is een illusie om te denken dat het ‘afstoten’ van uitvoering daar verandering in brengt of altijd goedkoper is (een gemakkelijke reflex in tijden van bezuinigin gen). Wel is het verstandig om regelmatig kritisch na te gaan of je nog de goede dingen doet en of je ze ook goed doet. De uit komst kan dan ook zijn dat je de uitvoering ‘terughaalt’ of andere inhoudelijke keuzes moet maken. Dick Buursink, Statenlid Overijssel Een autonome overheid met direct gekozen volksvertegenwoordi gers moet zich niet door anderen laten voorschrijven wat ze nodig vindt. Dat is vastgelegd in het Europees Handvest voor lagere overheden. Om te voorkomen dat alleen kleine gemeenten (die ge bruiken provincies graag) profite ren van provinciaal geld steunen we ook grote gemeenten, meer onder regie van die gemeenten zelf. Voorkom dubbel werk maar gebruik de kwaliteit en de (finan ciële) mogelijkheden van de pro vincies optimaal. Het Rijk doet er goed aan de ruimte voor beleid en regie bij die medeoverheid te leggen. Haagse detailbemoeienis is veel irritanter.
Volgende maand dit dilemma: Tijdens de vorige raadsperiode heb je als raadslid geheimhouding opgelegd gekregen over de toekomstige verkoop van een pand waarvan de gemeente eigenaar is. Inmiddels ben je geen raadslid meer. Een goede vriend vraagt je of je weet of het betreffende pand ooit door de gemeente verkocht gaat worden. Wat doe je? Stuur je reactie (maximaal 200 woorden) en foto naar:
[email protected] LOKAAL BESTUUR / SePteMBer 2012
9
VERKIEzINGS PROGRAMMA ONDER DE LOEP
Foto Nationale Beeldbank
Eind juni heeft het PvdAcongres het verkiezingsprogramma vastgesteld. Lokaal Bestuur was benieuwd wat onze bestuurders en volks vertegenwoordigers in gemeente en provincie ervan vinden. We vroegen daarom aan vier politici om vier belangrijke onderdelen onder de loep te leggen: veiligheid, zorg, wonen en regionale economie/werkgelegenheid.
Peter van Heemst
Marijke van Hees
Raadslid in Rotterdam
Wethouder in Enschede
Hoofdstuk: Veiligheid ‘Door de sociale media komt politieoptreden steeds vaker in de openbaarheid. Iedereen heeft er meteen een mening over, met alle gevolgen van dien. Dat escaleert niet zelden in rare misverstanden. Ik wil graag breed geïnformeerd worden. In het najaar komt in onze gemeen teraad dan ook de vraag aan de orde ‘moeten onderzoeken naar politiegeweld in de openbaar heid komen?’ Momenteel is alles in handen van het Openbaar Ministerie, maar als raad weten we niets. Kijk, bij strafrechtelijke onderzoeken is dat heel normaal, maar als het om politieoptreden gaat willen wij als raad graag weten ‘had het ook anders ge kund?’ Dan kunnen we daar iets mee. Nu blijft alles uit ons zicht.’ ‘Maar nu even naar ons partijpro gramma. Ik ben over het hoofd stuk ‘veiligheid’ eerlijk gezegd niet erg enthousiast. Voor een groot deel is het namelijk een herhaling van zetten, zoals bu reaucratie terugdringen, pakkans vergroten, harder optreden tegen geweld tegen hulpverleners. Dat verhaal kennen we ondertussen wel. Ook de hooligans komen in elk verkiezingsprogramma weer terug. Op zichzelf niet verkeerd natuurlijk, maar er is ondertussen nog weinig veranderd, zullen ook onze kiezers denken.’ ‘Maar er staan ook tegenstrijdig heden in. Je wilt meer specialis tisch politiewerk én meer politie op straat. Dat kan niet zonder extra geld en menskracht, dus zeg duidelijk waar je prioriteiten liggen. Wil je meer grote crimi nelen oppakken of liever meer buurtagenten die het leven van alledag in goede banen proberen te leiden, meer preventie dus. Maar mijn grootste teleurstel
hARRIëT VAN DOMSELAAR FreelANCe JoUrNAliSt
10
ling ligt bij het niet terug willen draaien van de nationale politie. Onze fractie in de Eerste Kamer heeft geprobeerd het tegen te houden en daar hadden we hen in moeten ondersteunen. Als te rugdraaien niet kan, probeer het dan op zijn minst om te buigen. Er staat nu in ons programma dat gemeenten inspraak moeten hebben bij politieinzet. Ik vind dat een belediging. Wij willen niet alleen inspraak, we willen er volledig bij betrokken worden.’ ‘Wat wel een sterke tekst is, is dat er tijdens de detentie meer aandacht moet zijn voor het voorkomen van herhaling. Er
Alleen inspraak voor gemeenten bij politieinzet vind ik een belediging moet echt veel meer aandacht komen voor het heropvoeden van gedetineerden. Als hun straf er op zit, moeten ze een nieuwe start kunnen maken. Dát is pas een links standpunt. Help hen aan scholing, werk, huisvesting. Geef hen houvast. Dat is niet alleen goed voor henzelf, maar ook voor de samenleving. Dat kost geld ja, maar dat verdient zich uiteindelijk weer terug. Daarbij moet ook de kwaliteit en opleiding van mensen die met hen werken onder de loep gelegd worden. Zij hebben rechtstreeks invloed op de gestraften en zodoende een grote verantwoor delijkheid.’ ‘Ik mis ook nog wel wat dingen. Hoe denken we als PvdA over andersoortige straffen? En wat vinden we over het verhalen van schade op derden? En waar halen we het benodigde geld vandaan? Ik vind op veel vragen geen antwoord. Dus om nou te zeggen dat dit programma me lokaal een eind op weg helpt… nee. Helaas.’
Hoofdstuk: Zorg ‘Even voor de duidelijkheid: ik ben geen zorgwethouder, maar wel bezig met innovatie in de zorg. Dat gemeenten een grotere rol gaan spelen in de zorg vind ik prima. Het PvdAprogramma geeft daar voldoende ruimte voor, maar roept ook vragen op. Want hoe moeten we bepaalde standpunten interpreteren? Zoals de voorgenomen decentralisatie van de AWBZ en de jeugdzorg; welke ruimte krijgen gemeenten voor eigen beleid? Ik had graag meer aandacht voor preventie willen zien. Er moet een balans zijn tussen eigen verantwoor delijkheid en een aanzet tot een bewust gezonde leefstijl. De zorg moet voor iedereen betaalbaar blijven.’ ‘Het klinkt erg sociaaldemocra tisch dat we allemaal hetzelfde moeten kunnen krijgen, maar het is nu eenmaal zo dat er verschil len zijn, in mensen en in situa ties. Zo moet je een pgb kunnen inzetten waar maatwerk nodig is, passend bij een persoonlijke leefsituatie. Maar een deel van de huidige pgb’ers kan lokaal een oplossing in natura worden geboden. Laat gemeenten de vrijheid om die situaties zelf te beoordelen. Laat hen zelf over het zorgbudget beslissen.’ In onze regio Twente telt circa 650.000 inwoners is het nu zo dat ziekenhuizen moeten concurreren. De PvdA wil deze marktwerking afschaffen, de zorg uit het onderhandelingsproces halen en meer regionale samen werking. Dat is best ingewik keld, want het aanbod aan zorg in samenwerking met veertien gemeenten en alle spelers in de regionale zorg op één lijn krijgen valt niet mee. Op dit moment wordt er te veel aan het toeval overgelaten en is het aanbod niet optimaal; innovaties in de zorg komen zo onvoldoende snel op gang.’ ‘Het ontschotten van de bud getten en het verminderen van de zorgconsumptie is complex,
maar we moeten dit probleem aanpakken. Vergeet daarbij vooral de eigen rol van de patiënt niet! Mijn stokpaardje is: maak meer gebruik van moderne technologie om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten. Daar vind ik weinig van terug in
het programma. Ik snap dat dit een cultuurverandering vereist. Maar in buurten en bij mensen thuis is veel mogelijk. Speel in op die energie en geef professionals hun autonomie terug. Het is een kwestie van durven, maar het is haalbaar.’
Jan Batting Statenlid Groningen Hoofdstuk: Werk/economie ‘Vanuit economisch oogpunt ge zien is het een aardig program ma, maar ik mis de uitwerking van sommige punten. Begrijp me goed: in grote lijnen leest het lekker weg en ik was met name onder de indruk van de inleiding van Diederik. Ik lees ook veel aanknopingspunten waar ik me als PvdA’er in kan vinden. Maar het valt me als regionaal staten lid op, dat er veel geschreven is vanuit het randstedelijk denken. Ik snap dat een landelijk pro gramma niet regionaal is, maar er wordt bijvoorbeeld niet gespro ken over een gemeenschappelijk strategisch kader, van belang voor de investeringsprioriteiten van de Europese Unie gericht op het cohesie, plattelands en visserijbeleid. Wij zijn hier, in NoordNederland, bovendien al veel meer gericht op Europa. Onze contacten liggen niet al leen in Den Haag, maar ook in Brussel. Je kunt dus wel zeg gen dat we eigenlijk al een stap verder zijn. Wij zijn hier volop bezig met het stimuleren van de bovenregionale ontwikke ling. Vooral qua arbeidsmarkt en economie.’ ‘In het programma wordt werk loosheid vanuit economische structuurfondsen bestreden en betaald. Maar ik zeg altijd: het is geen flappentap. Je moet daar natuurlijk wel projecten en programma’s voor bedenken,
cofinancieringsmiddelen vinden en fondsen aan elkaar koppelen. Voor wie geïnteresseerd is: goo gle maar eens op Kompas van het Noorden, KoersNoord of Eu ropa 2020. Daar is veel te vinden over innovatie, duurzaamheid en sociale ontwikkeling.’ ‘Bij ons is het met de werkgele genheid slechter gesteld dan in de rest van Nederland. Tot april 2011 waren we wat ingelopen, maar toen de recessie intrad zakten we weer terug. Het aantal jeugdwerklozen in onze provin cie liep in korte tijd op van 2900 naar 3300. In sommige gemeen ten is het zelfs 12 procent. Er zijn ook plaatsen in OostGroningen waar meer dan 20 procent van de mensen een beroep doet op een uitkering. Daarom zetten wij onze eigen ontwikkeling voorop. We hebben om die reden gevochten voor GreenDeal en EnergyPort. En altijd met als drijfveer om in Europa een sterke economische speler te zijn. Het Samenwerkingsverband Noord Nederland heeft geleerd dat kenniseconomie niet te breed moet worden ingezet, maar slechts op één of twee sectoren. Anders krijg je Europa niet mee. Er is in het programma dan ook veel te weinig aandacht voor het midden en kleinbedrijf. Met name voor het fiscale element. De paragraaf ‘vreemd vermogen’ behoeft meer uitleg en duidelijk heid.’
initiatief vd maand
nieuws
ArNhem kieSt voor SoCiAAl AANbeStedeN
Jelmer StAAl wiNt thorbeCke SCriPtiePriJS
Dit zijn drie Arnhemse vuilnismannen: Minus, Toon en Nol. Minus is 61 jaar en al 41 jaar werkzaam bij de reiniging. Hij is altijd huisvuilbelader geweest, maar werkt nu op het brengstation. Toon is 52 jaar en al 30 jaar veger. Hij werd ziek maar kan nu toch ’s middags een paar uur werken op hetzelfde brengstation. Nol is 45 jaar en 11 jaar bij de reiniging. Hij komt uit een werklozenproject en heeft door zijn inzet een vaste baan gekregen. Dankzij het sociaal aanbestedingsbeleid van de gemeente hoeven deze drie mannen niet thuis te zitten. Ze kunnen nuttig werk blijven doen en dat scheelt de maatschappij ook nog eens een hoop uitkeringsgeld. Sociaal aanbesteden is hot. Vlak voor de zomervakantie nam de gemeenteraad van Arnhem een initiatiefvoorstel aan dat was ingediend door de PvdA. Die wilde daarmee bereiken, dat bedrijven die sociale aspecten prioriteit geven in hun bedrijfsvoering, de meeste kans maken om opdrachten van de gemeente te krijgen. ‘Door de aanbestedingen op een sociale manier in te richten, kan zo’n bedrijf de opdracht eerder winnen’, aldus Niels Springeling van de PvdAfractie in Arnhem. ‘Zo voorkom je dat opdrachten gaan naar bedrijven die intern de marges weten te knijpen door bijvoorbeeld de werkdruk te verhogen’. Samen met FNVBondgenoten heeft de PvdA een leidraad voor sociaal aanbesteden opgesteld, die is verspreid onder PvdAwethouders en raadsleden. Van elke vijf euro die in ons land worden uitgegeven gaat er één naar overheidscontracten. Voor een gemeente als Arnhem is hiermee 250 miljoen euro per jaar gemoeid, voor Rotterdam zelfs 1 miljard euro. Daarmee hebben gemeenten een belangrijk sturingsinstrument in handen, waarmee ze branches kunnen verleiden of dwingen om sociaal onwenselijk gedrag aan te passen. Dat is in lijn met het standpunt van de Tweede Kamer. Die nam een motie aan van Mariëtte Hamer om gemeenten en provincies te stimuleren meer sociaal aan te besteden. Hamer: ‘Wij willen geen verschraling van de arbeidsomstandigheden.’ Wie meer over het Arnhemse initiatief wil weten, kan contact opnemen met Niels Springeling, 0618319658,
[email protected].
‘Een positief punt is het ver ruimen van het innovatiefonds. Dat is heel goed. De weg van het laboratorium naar de markt is namelijk een lange. Er zijn
prima ideeën die tot uitstekende producten of diensten kun nen leiden. Daarbij moet je van expertise gebruik kunnen maken om knelpunten op te heffen.’
Anita engbers Raadslid Gouda Hoofdstuk: Wonen ‘Eerlijk gezegd heb ik een historische rol gespeeld in het woonverhaal van de PvdA. Dat klinkt misschien wat opde borstklopperig, maar met name het huurbeleid heeft me nu eenmaal vanaf het begin van mijn politieke carrière geboeid. Het kan te maken hebben met het feit dat ik zelf in een huurhuis woon, maar het komt vooral van uit mijn drang tot rechtvaardig heid. Al in 2002 deed ik op een voorcongres na partijgenoten die het allemaal over hypotheek rente hadden een voorstel om de huursubsidie te fiscaliseren. In die tijd deed het ministerie van VROM namelijk nog de uitvoering; ik wilde het naar de Belastingdienst overhevelen. Dat heeft een tijd geduurd, maar inmiddels is het dan toch zover: de huursubsidie is afgeschaft en vervangen door een huurtoeslag. In 2006 vond Wouter Bos aanvan kelijk nog dat huren de lonen moeten volgen, maar dat werd geamendeerd van loonvolgend naar inflatievolgend. Toen is het bij de onderhandelingen over een regeerakkoord uitgeruild tegen een ongemoeid laten van de hy potheekrenteaftrek. Ik ben daar, als bedenker van het amende ment, best trots op.’ In een preadvies stond nu dat het optrekken van de liberali
satiegrens niet zal gebeuren ‘omdat we de consequenties niet kunnen overzien’. Laat ik eerlijk zijn: dat vind ik gewoon dom. Want dan zorg je er toch gewoon voor dat die consequenties wél helder worden. Vraag advies. Dat ben je als PvdA verplicht aan je hurende kiezers. Door de grens niet op te trekken verliezen te veel woningen hun huurprijsbe scherming. Huurders en corpo raties worden nu op één hoop gegooid, maar iedere huurder heeft een individueel contract.’ Al meer dan dertig jaar doen we mee om huurprijzen op te drijven. Ik vind dat we die juist moeten afremmen. De prijzen blijven maar stijgen, terwijl de producten hetzelfde blijven. Bij ieder ander product werkt dat juist andersom: hetzelfde model wordt geleidelijk aan goedkoper. Meegaan met een stijging van de inflatie is logisch, maar als het aan Den Haag ligt komt daar bij huurprijzen nog eens 5 procent bovenop. Ik kan daar echt boos om worden. En dan heb ik het nog niet eens over het verschil in behandeling tussen huurders en kopers. De vervolgstap op de fiscalisering van de huurtoeslag is volgens mij: schaf alle fiscale ‘losse’ maatregelen af en maak één woontoeslag: of je nou huurt of koopt. Er is met vrijwel alle betrokken organisaties nu een
baanbrekend woonakkoord gesloten. Ik hoop dat de PvdA daarin meegaat.’ ‘Wat betreft het woonhoofdstuk zou ik dus zeggen: schrap de eer ste vijf punten en durf stelling te nemen. Op die manier voorkom je dat makelaars en corporaties ook maar iets te maken krijgen met iemands inkomen. Dat is privé. Bij de slager of de NS wordt toch ook niet gevraagd hoeveel je verdient? Het uitvoe ren van inkomenspolitiek moet voorbehouden blijven aan de
Laat mensen met een goed inkomen toch zelf uitmaken waar ze willen wonen Belastingdienst. Die kan uitre kenen of je recht hebt op een woontoeslag, zowel bij huur als bij koopwoningen. Scheefwo nen bestaat niet. Het beboeten daarvan past niet bij een partij die individuele vrijheid belangrijk vindt. Laat mensen met een goed inkomen toch zelf uitmaken waar ze willen wonen. Als er voldoen de aanbod van huizen is, stroomt men vanzelf wel door.’ ‘Gemeenteraden mogen niet aan inkomenspolitiek doen; waarom corporaties wel? Er bestaat toch zoiets als bescherming van persoonsgegevens? Laten we daar als sociaaldemocraten zuinig op zijn. En laten we toch vooral toekomstgericht denken. Stop met dat technocratische gedraai aan knoppen; een beetje naar rechts, een beetje naar links. Durf keuzes te maken. Dan kan volkshuisvesting een belangrijke rol gaan spelen in de campagne.’
Jelmer Staal (25), PvdAraadslid in Leeuwarden, heeft de Thor becke scriptieprijs 2012 gewon nen. Zijn scriptie heet Het kapi taal van Súdwest Fryslân en gaat over burgerparticipatie bij het onderhoud van kapitaalgoederen in deze fusiegemeente. Súdwest Fryslân ontstond in 2011 door het samengaan van vijf gemeenten in het zuidwestelijk deel van de provincie. De nieuwe gemeente is in oppervlakte de grootste van Nederland. Het streven van de fusiegemeente is om, net als in de gemeenten waaruit zij voort komt, de Mienskip (gemeen schap) centraal te stellen met behulp van een wijk en dorps gerichte aanpak. De scriptie van Jelmer kan ook andere gemeenten helpen die op zoek zijn naar een nieuwe verhouding tussen gemeente en gemeenschap. Concreet gaat het bijvoorbeeld om het geven van inspraak aan de bevolking bij onderhoudsprojecten. Verschillende gemeenten heb ben al belangstelling voor zijn onderzoek en de daarbij gehanteerde methode getoond. Juryvoorzitter Marga Waanders roemde bij de uitreiking van de prijs (een legpenning, 250 euro en de mogelijkheid om bij de gemeenten Zwolle, Leeuwarden en Den Helder een trai neeprogramma te volgen) de gedegenheid van Jelmers onderzoek. Lof was er ook voor de kwaliteit van de rapportage. ‘Het plezier en de nieuwsgierigheid waarmee het stuk is geschreven straalde er haast letterlijk van af’, aldus de jury. De scriptie betekende voor Jelmer de afsluiting van zijn studie be stuurskunde en overheidsmanagement aan de Thorbecke Academie in Leeuwarden. Sinds 2006 zit hij in de gemeenteraad van Leeu warden, waar hij onder andere woordvoerder jeugd & onderwijs en leefbaarheid is. Jelmer zit op Twitter (@JelmerStaal) en zijn scriptie is te vinden via zijn website (www.JelmerStaal.nl).
AUtomAtiSCh betAleN Als je nog per acceptgiro betaalt, maar de PvdA wilt machtigen door middel van een automatische incasso, stuur dan een email aan leden
[email protected], of bel even even: 09009553, vragen naar le denadministratie. Je krijgt dan een machtigingsformulier toegestuurd.
medewerker Clb Mijn naam is Rian van Dam en tot het eind van het jaar werk ik bij het CLB. Een van de speerpunten van het CLB zijn de netwerken. Mijn activiteiten zullen zich de komende periode vooral richten op ondersteuning van een aantal inhoudelijke net werken. Mijn kennis en ervaring als (voormalig) wethouder sluiten hierop prima aan. In de partij ben ik nu actief als voorzitter van het gewest NoordHolland en als voorzitter van het netwerk oudbestuurders. Juist in deze economisch onzekere tijden is een sterke sociaaldemocrati sche boodschap van belang. Het netwerken en onderling verbinden van onze politici en bestuurders op lokaal, provinciaal en landelijk niveau is dan waardevol. Ik wil de komende maanden daar graag een bijdrage aan leveren. Rian van Dam, tel. 0205512279, email:
[email protected]
reACtieS welkom Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk maandag 10 september in ons bezit is, dan kunnen wij het in het oktobernummer plaatsen. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 3 september ons bezit zijn. Je kunt je bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, email:
[email protected] De sluitingsdatum voor het novembernummer is maandag 1 oktober.
wiJzigiNgeN iN de FrACtie? De PvdA ontvangt graag bericht over wijzigingen in raads, staten en waterschapsfracties. De volgende gegevens zijn van belang: naam en adresgegevens, telefoonnummer, emailadres, zowel van het nieuwe als van het ver trekkende raads of statenlid of waterschapper, plus de datum waarop de verandering is ingegaan. Ook als er een nieuwe PvdAwethouder (al dan niet ‘van buiten’), gedeputeerde, dijkgraaf of db’er in het waterschap aantreedt, hoort de ledenadministratie dat graag. Mail je gegevens naar: ledenadministra
[email protected]. Als je nog vragen hebt, mail dan of bel 09009553.
LOKAAL BESTUUR / SePteMBer 2012
11
de achterkant
< Oude Glorie Jong Talent > hENK VAN DER POLS (89) Als hij eenmaal op zijn praatstoel zit, kan hij uren doorvertellen. Dat weet ook zijn vrouw Henny, die na een half uur binnenkomt om nog wat thee in te schenken en constateert dat die van Henk onaangeroerd is. ‘Je moet minder praten en meer drinken, Henk’, zegt ze lachend. Henk van der Pols, oudwethouder van Rotterdam, is één en al energie. Ik had me, toen ik hem belde voor een afspraak, al voorbereid op een wandeling vanaf het metrostation naar zijn huis in de wijk Pendrecht, maar daar wilde hij niets van weten. ‘Ik kom je ophalen met de auto’, klonk het gedecideerd. Want de medische keuring heeft hij ook dit keer glansrijk doorstaan. Crisisjaren ‘Ik ben getekend door de crisis van de jaren dertig’, begint hij zijn levensverhaal. ‘Mijn vader Gerrit, scheepstimmermansbaas bij Wilton Fijenoord, was voor de oorlog een bekend figuur in de Rotterdamse partijafdeling en in de moderne arbeidersbeweging. In 1935, midden in de crisistijd, werd hij ontslagen. Een uitkering was er niet, een ramp voor een gezin met nog vijf kinderen thuis. Voor mij is dat een drijfveer geweest om politiek actief te worden. Als jongen van 16 liep ik al met het blad Vrijheid, Arbeid, Brood van de SDAP te colporteren, de partij waar mijn vader zich, al kwam hij uit een christelijk milieu, eerder bij had aangesloten. Volgens de familieoverlevering heeft hij op zijn trouwdag de Internationale gezongen en heeft hij sindsdien nooit meer een poot in de kerk gezet.’ Henk doorloopt in Rotterdam de mulo en de middelbare handelsschool. Daarna zal hij tien jaar via avondstudies een reeks diploma’s behalen en nog een mostudie boekhouden en economie volgen. Hij gaat werken als boekhouder en later administrateur bij scheepvaartmaatschappij Van Nievelt, Goudriaan & Co, dat zoals hij het zelf verwoordt eind jaren zestig ‘in de octopus van de Steenkolen Handels Vereeniging (SHV) is vermorzeld.’ Antimilitarist, geheelonthouder, niet-roker In augustus 1945, drie maanden na de bevrijding, sluit Van der Pols zich aan bij de SDAP. Hij is dan 21 jaar en maakt in het voorjaar van 1946 de overgang naar de PvdA mee, waarvan hij nu al ruim 65 jaar lid is. Henk behoort in die tijd tot de linkervleugel, die zich verzet tegen de politionele acties, het militaire optreden van Nederland tegen het Indonesische onafhankelijkheidsstreven. ‘Ik was in die tijd actief in de Vlamgroep. Daar heb ik later, toen ik namens de partij volksvertegenwoordiger in Rotterdam wilde worden, nog wel last van gehad.’ Henk bekleedt bestuursfuncties in de afdeling Charlois en wordt daar lid van de Wijkraad. ‘Die kun je beschouwen als de voorloper van de deelgemeenteraad.’ Daarnaast is hij als goed sociaaldemocraat actief in de vakbeweging. In 1967 komt hij tussentijds in de gemeenteraad van Rotterdam. Drie jaar later wordt hij wethouder Sport, Recreatie en Wijkaangelegenheden. De nieuwkomer
12
Gesprekken met voormalige PvdAbestuurders uit gemeente en provincie over toen en nu, en met jonge PvdA’ers over politiek en toekomst. TEKST EN fOTO: JAN DE ROOS
laat meteen zijn visitekaartje achter op het stadhuis aan de Coolsingel. Als de kamerbewaarder op zijn kamer sigaren en sigaretten neer wil zetten (‘dat is hier gebruikelijk voor als u gasten krijgt’) krijgt hij van de wethouder te horen: ‘Neem dat maar weer mee, en zorg dat er een bordje verboden te roken op de deur komt.’ Ook van alcoholica moet Henk van der Pols niets hebben. Hij is, een oude traditie in de socialistische beweging, geheelonthouder. ‘Bij mijn eerste collegediner in 1970 stonden er allerlei wijnen op tafel. Ik heb toen gezegd dat ik dat onzin vond. Wim Thomassen, de burgemeester, zei toen tegen mij: ‘Henk, je weet niet wat je mist.’ Waarop ik antwoordde: ‘Ik weet wel wat jíj mist, Wim, de idealen.’ Sindsdien kwamen er ook alcoholvrije dranken op tafel.’ Deelgemeenteraden Als hoogtepunt van zijn eerste wethoudersperiode beschouwt hij de komst van de gekozen deelgemeenteraden. ‘Daar heb ik nog wel voor moeten knokken want mijn collega Jan van der Ploeg, die een sterke positie in het college had, was tegen.
B&W van Rotterdam in 1976. Elizabeth Schmitz was de enige vrouw in het college. Rechts achter haar Henk van der Pols. Verder onder meer burgemeester André van der Louw met zijn onafscheidelijke pijp.
We zijn met vier deelgemeenteraden begonnen, later is dat uitgebreid.’ Op mijn vraag wat hij vindt van het feit dat de deelgemeenteraden (en in Amsterdam de stadsdelen) waarschijnlijk verdwijnen: ‘Ik ben te oud om me aan verdriet over te geven, maar ik heb wel gevloekt toen ik dat hoorde. Ik kan me niet voorstellen dat deze vorm van decentralisatie werkelijk verdwijnt, dat zou idioot zijn. Je denkt toch niet dat je voor zo’n grote stad alles vanaf de Coolsingel kunt regelen? In 1974 prolongeert Henk van der Pols zijn wethouderschap. Nu krijgt hij Haven en Economische ontwikkeling in zijn portefeuille. Hij maakt havenpromotiereizen over de hele wereld. ‘Ik zorgde ervoor dat ook vertegenwoordigers van de vakbeweging mee konden.’ Als hij in 1976 na een van die wereldreizen thuis komt, blijkt zijn portefeuille te zijn uitgebreid. Voortaan houdt hij zich ook bezig met Bedrijven en Openbare Werken.
Van der Pols vindt nog altijd dat nutsbedrijven (gas, water, elektriciteit en dergelijke) niet moeten worden ‘vermarkt’. ‘Ik vind het verschrikkelijk dat zoveel gemeenten en provincies hun drinkwater en energiebedrijven hebben verkocht. Zelf heb ik destijds veel moeite gedaan om de Afval Verwerking Rijnmond (AVR) van de ondergang te redden. Helaas is de AVR later voor ruim één miljard afgestoten en in handen gekomen van een stel ‘parasieten’. De AVR kampt nu met enorme schulden. Het verkwanselen van nutsbedrijven is voor mij een enorme teleurstelling geweest.’ Lotsverbondenheid Ook nadat in 1986 een einde is gekomen aan zijn wethouderschap, blijft Henk van der Pols maatschappelijk actief. Hij bekleedt allerlei bestuursfuncties. Sinds 1998 is hij voorzitter van de Commissie Herdenking 4 mei Rotterdam Linker Maasoever. De oorlog heeft hij zelf ook aan den lijve ondervonden. In 1943 werd hij opgeroepen voor de Arbeitseinsatz, maar hij weigerde te gaan en dook onder. Tijdens een treincontrole werd hij opgepakt omdat zijn papieren niet in orde waren en naar kamp Amersfoort overgebracht. Daar werd hij doodziek. Na tien dagen volgde zijn vrijlating, waarschijnlijk door toedoen van zijn zwager. Nog altijd is Henk van der Pols verknocht aan de Partij van de Arbeid. ‘Ik voel een diepe lotsverbondenheid met de partij, ik weet ook wat ik aan de PvdA te danken heb. Maar het is wel jammer dat we in de jaren negentig onze rode veren hebben afgeschud. Die zijn bij de SP terecht gekomen. Gelukkig beginnen we dat in te zien en laten we de laatste tijd een ander geluid horen.’ Een fusie van linkse partijen, zoals onlangs door oudPvdA fractievoorzitter Job Cohen bepleit, ziet Van der Pols niet in het verschiet. ‘Je zult dan eerst in een kabinet moeten samenwerken. Ik geloof dat voor een fusie de verschillen tussen de linkse partijen gewoon te groot zijn. Denk alleen maar aan Europa’.
Hendrik (Henk) van der Pols Geboren te Rotterdam op 28 april 1923 School en studie: mulo, middelbare handelsschool, tien jaar avondstudies, spd, mo boekhouden en economie Baan: boekhouder/administrateur bij Van Nievelt, Goudriaan & Co van 1947 tot eind 1978 (in verband met wethouderschap sinds 1970 op nonactief) Politiek: lid wijkraad Charlois, raadslid Rotterdam vanaf 1967, wethouder Rotterdam van 19701986 Overige functies: o.a. bestuurslid van Vervoersbond NVV, Diergaarde Blijdorp, wbv. Onze Woongemeenschap en Humanitas. Sinds 1998 voorzitter Commissie Herdenking 4 mei Rotterdam LinkerMaasoever