LOKAAL BESTUUR
Jaargang 37 nummer 12 December 2013
Jaargang 38 nummer 1 Januari 2014
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
LEEUWARDEN INSPIREERT…
4
Verslag en fotoreportage
CLB-FESTIVAL
Gevolgen bezuinigingen
WATERSCHAPPEN
De PvdA is de VNG niet
3
KLEUR BEKENNEN
Wie heeft de regie?
SCHOOLGEBOUWEN
8
13 Britt Hendrix
6
JONG TALENT
16
Kalk
Foto Bert Beelen
… STERK EN SOCIAAL Foto Nationale Beeldbank
JACQUELINE KALK
LOKAAL BESTUUR
Taal is o zo belangrijk in de politiek. Met taal en woordkeuze kun je een discussie inkleuren, domineren, naar je hand zetten of juist verliezen. Eén van de mooiste of, zo je wilt, slechtste voorbeelden daarvan is natuurlijk het gebruik van het begrip participatiemaatschappij. De uitleg die Rutte er aan gaf, was een geheel andere dan wat Plasterk had bedoeld. Maar ondanks herstelwerkzaamheden leek het begrip al zó beladen te zijn dat het niet meer gebruikt kan worden. Althans niet om onze eigen bedoelingen voor het voetlicht te krijgen. Eenzelfde gevoel bekruipt mij bij het lezen van de voorstellen voor het aanpassen van de Wet Werk en Bijstand en de teksten die daarbij horen. Is dit nog wel ons verhaal? Het gaat dan om de toon en misschien nog niet eens zozeer om de woorden. Als je bijstand aanvraagt moet je eerst vier weken wachten (tenzij je uit de WW komt). Het Rijk gaat gemeenten verplichten om een tegenprestatie te vragen van mensen die een bijstandsuitkering aanvragen of ontvangen. Het idee ‘voor wat, hoort wat’ is de basis voor hoe we mensen benaderen die hulp nodig hebben. Mij bekruipt dan een naar gevoel. Namelijk het idee dat een diep geworteld wantrouwen de basis is voor de toonzetting en de maatregelen voor mensen die hulp vragen, die het niet op eigen kracht redden, wier netwerken niet sterk genoeg zijn om als hulpbron te kunnen functioneren. Wantrouwen ten opzichte van degene die een uitkering aanvraagt: heb jij dat wel echt nodig, heb je wel genoeg je best gedaan om te voorkomen dat…, is het niet je eigen schuld dat je in de bijstand komt? En wantrouwen ten opzichte van andere overheden. De tegenprestatie wordt een verplichting voor de gemeente. De verplichting tot onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden moet worden vastgelegd in een gemeentelijke
verordening. Dat is een geheel andere benadering dan voorheen, toen de lokale overheid de bevoegdheid had om een tegenprestatie te vragen. Iets verplichten gaat uit van een negatief mensbeeld, je gaat er dan immers vanuit dat als het niet verplicht is, het ook niet wordt gedaan of niet wordt gedaan zoals jij dat zou willen. Het idee van de bijstand als laatste vangnet voor diegenen die niet zonder (tijdelijke) hulp van de overheid in hun inkomen kunnen voorzien, lijkt bijna een strafexercitie te worden. Wat gebeurt er met je als mens als je geen inkomen hebt en je vier weken moet wachten? Dat dit beleid bedoeld is om mensen aan te moedigen om op zoek te gaan naar werk, begrijp ik. Maar het effect kan ook zijn dat mensen daardoor juist ontmoedigd worden. Het leidt tot grijze circuits om aan geld te komen voor je eerste levensbehoeften. En door een groter beroep te doen op je familie ontstaan afhankelijkheidsrelaties die een toekomstperspectief eerder belemmeren dan bevorderen. Waarom niet starten met een keukentafelgesprek om te kijken welke ideeën mensen zelf hebben over een zinvolle tegenprestatie die bijdraagt aan hun toekomstperspectief, die perspectief biedt op de participatieladder, ook als dit maar één stapje is. Als vrijwilliger actief zijn bij een vereniging is echt iets anders dan door de gemeente gestuurd te worden. Ook hier is het belangrijk dat we blijven werken vanuit eigen kracht en mogelijkheden. Wij vinden het toch beter dat een werkloze leerkracht een zwakke school kan helpen in plaats van dat hij verplicht wordt papier te prikken? Dat klinkt zoveel anders en toch werk je aan dezelfde doelen. Maar dan vanuit een houding die past bij sterk en sociaal, woorden die passen bij een partij waar het om de mensen gaat en die weg blijft van de linkse flinkheid die rechts wil horen.
colofon
Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na toestemming.
BASISLAYOUT
ABONNEMENTEN
Stan Wagter / Ronald Koopmans
REDACTIE
VORMGEVING
Manon Fokke, Ruud Fokkens, Cathrijn Haubrich, Aukelien Jellema, Jacqueline Kalk, Antoine van Lune, Martijn Smit, Ingrid Wolsing, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut.
Jos B. Koene, Amsterdam
Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 30,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 020-55 12 205.
Jaargang 37 nummer 12 December 2013
Jaargang 38 nummer 1 Januari 2014
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
LOKAAL BESTUUR LEEUWARDEN INSPIREERT…
4
8 De PvdA is de VNG niet
3
KLEUR BEKENNEN
Wie heeft de regie?
SCHOOLGEBOUWEN
Maandblad voor PvdA-politici in gemeente, provincie en waterschap. Verschijnt tien keer per jaar.
Verslag en fotoreportage
CLB-FESTIVAL
Gevolgen bezuinigingen
WATERSCHAPPEN
13 Britt Hendrix
6
JONG TALENT
16
Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
Dolle vreugde in Leeuwarden als de uitslag bekend wordt. Lijsttrekker Henk Deinum gaat op de schouders. Foto Jan de Roos
EINDREDACTIE
Jan de Roos
Omslagfoto UITGAVE
Centrum voor Lokaal Bestuur van de Partij van de Arbeid, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. ISSN: 0167-0980 37e jaargang no. 12 / 38e jaargang no. 1
2
secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur
SECRETARIAAT
Leonie Wildeman Postbus 1310 1000 BH Amsterdam Tel. 020-55 12 205 e-mail:
[email protected]
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER
Leo Jongen, Marjan van Giezen en Roel Vogelzang (Dagboeken Lijsttrekkers), Jacqueline Kalk (Column), Ton Langenhuyzen (Uit de Kamer), Gert-Jan Leerink (Dilemma), Marijke Linthorst (Afgevaardigde), Timothy Schelhaas (Cartoon), Kirsten Verdel, Leonie Wildeman (CLB-tweets) PRODUCTIE EN DRUK
Opmeer Drukkerij, Den Haag
INTERNET
Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl twitter.com/lokaalbestuur KOPIJ
Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
OOK WATERSCHAPPEN VOELEN HAAGSE BEZUINIGINGEN Foto Nationale Beeldbank
Wateroverlast in Deventer in april dit jaar.
Wat betekent de Rijksbegroting voor jouw gemeente, provincie of waterschap, vroegen we in het vorige nummer van Lokaal Bestuur aan drie PvdA’ers. Waterschapsbestuurder Aad Wiegman van hoogheemraadschap Delfland zei ‘in grote lijnen tevreden’ te zijn over de Haagse plannen en cijfers. ‘Er is veel inzet voor goed waterbeheer. Financieel worden we niet erg getroffen. Wij hebben natuurlijk ook relatief minder last van bezuinigingseffecten dan gemeenten, doordat het grootste deel van onze inkomsten uit onze eigen heffingen komt.’ Het artikel leverde de volgende reacties op. We zijn het eens met Aad Wiegman van hoogheemraadschap Delfland, die in Lokaal Bestuur zegt dat de waterschappen worden ontzien bij de Rijksbegroting voor 2014. En dat is maar goed ook! Het beeld dat de waterschappen in een luxepositie zitten met deze minister en de eigen belastingheffing is een zeer onvolledig beeld en dat willen we hierbij rechtzetten. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) met het Rijk is afgesproken dat de waterschappen fors gaan bijdragen aan de investeringen voor het hoogwaterbeschermingsprogramma. De bijdrage loopt op van 80 miljoen euro dit jaar tot 180 miljoen euro in 2015. Voor een waterschap als Rivierenland betekent dit een jaarlijkse extra last van 10 miljoen euro! Verder is de rijksbijdrage aan de muskusrattenbestrijding vervallen en hebben we als waterschap uiteraard ook last van de financiële crisis. Volgens Europese richtlijnen moeten de banken hun financiële positie versterken. Dat geldt ook voor de Waterschapsbank. Het gevolg is dat de jaarlijkse dividenduitkering van enkele miljoenen euro’s per waterschap is komen te vervallen. Kwijtscheldingsbeleid Gelukkig hebben we een actief kwijtscheldingsbeleid, waardoor
de financieel minder draagkrachtigen worden ontzien. Zoals Aad Wiegman in het interview ook zegt, betekent dit echter een toenemende lastenverzwaring voor de rest van de bevolking. Natuurlijk blijven wij ons ervoor inzetten dat aan het kwijtscheldingsbeleid niet wordt getornd. Een schone taak voor de PvdAbestuurder, maar je kunt niet om de financiële gevolgen heen. In het genoemde bestuursakkoord is afgesproken dat we de lasten niet afwimpelen op de belastingbetaler en dat de tariefstijging beperkt dient te blijven. Onder de hierboven beschreven omstandigheden is dat een grote opgave. De waterschappen staan voor verantwoord waterbeheer en veiligheid onder moeilijke financiële omstandigheden. Dat is het echte beeld van de waterschappen. Els Rutting DB-lid waterschap Rijn en IJssel Gerard Nieuwenhuis AB-lid waterschap Rivierenland
Op het interview met Aad Wiegman in het artikel ‘Haagse cijfers lokaal vertaald’ willen we graag een aanvulling geven, want de waterschappen zijn nog steeds bezig met de invulling van eerdere rijksbezuinigingen. Wat Aad niet heeft gezegd, maar wat een forse rol speelt, is de uitvoering van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), waarbij is afgesproken dat de waterschappen een taak hebben bij het aanpakken van zeespiegelstijging, bodemdaling en veranderend klimaat. De waterschappen storten daarvoor in het Deltafonds een bedrag van 100 miljoen euro over de jaren 2011-2013, verhoogd met 50 miljoen euro voor 2014 en vanaf 2015 totaal 200 miljoen euro per jaar. Daarbij komt de overdracht van de muskusrattenbestrijding, die werd gefinancierd uit het Provinciefonds, maar nu geheel door de waterschappen moet worden opgebracht. Voor het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) betekent dit een stijging van de kosten met 7,2 miljoen euro in 2013, voor 2014 11,7 miljoen euro en vanaf 2015 zelfs 16,2 miljoen euro. Voor de muskusrattenbestrijding is dan nog eens 1,7 miljoen euro begroot. Het kan niet anders of dit gaat zich vertalen in de tarieven, want ook de eigen wettelijke taken moeten wor-
den uitgevoerd. Dat de Tweede Kamer daarbij dan uitspreekt dat de tarieven niet mogen stijgen, is wel erg gratuit. Kostbare verplichting En dan zijn er ook nog nieuwe beleidsmatige ontwikkelingen. De eerste is de Kaderrichtlijn Water. Dit is een op zich zelf goede, maar kostbare door Europa opgelegde verplichting om te zorgen dat het water schoner wordt. In het NBW is vervolgens afgesproken dat de waterschappen een grotere rol krijgen in de grondwaterbescherming en het vaarwegbeheer, terwijl er ook een grote hoeveelheid rijkswateren door de waterschappen overgenomen zullen worden. De in het NBW afgesproken ontschotting tussen de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing is helaas niet wettelijk verankerd! De hierboven genoemde meerkosten voor de watersysteemheffing kunnen dus niet worden opgevangen met verwachte mindere uitgaven voor de zuivering via efficiencyvoordelen in de samenwerking tussen gemeenten en waterschap in de afvalwaterketen. Wat voor de burger mede een rol speelt is, dat de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing niet inkomensafhankelijk worden geïnd. Gelukkig hebben we het instrument van kwijtschelding,
dat ook in ons AGV-coalitieakkoord is verankerd, maar enkele partijen beginnen al te mopperen dat dit nu al 10 procent minder inkomsten gaat opleveren. Nog een maatregel waar we ook last van zullen hebben is het feit dat uit het Deltafonds de primaire dijken (de dijken van de zee, het IJsselmeer en de grote rivieren) worden opgehoogd en onderhouden. Dat is primair een taak van het Rijk, maar de waterschappen moeten wel uit hun eigen budget 10 procent van die kosten bijdragen. Een waterschap met veel primaire dijken zal dus óf moeten bezuinigen op andere taken óf de watersysteemheffing moeten laten stijgen. Terwijl er toch al een forse bijdrage in het Deltafonds wordt geleverd. Dubbel betalen, heet zoiets. Kortom, misschien is de directe invloed van de huidige Rijksbegroting niet zo heel groot, maar de waterschappen voelen wel degelijk de bezuinigingen van Den Haag. Reinie Kaas duo-AB-lid hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). Jan Reerink AB-lid hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Leny van Vliet-Smit fractievoorzitter AGV Els Gasseling-Boone AB-lid AGV Manfred van der Heijde DB-lid AGV
Zie ook pagina 12, 14 en 15
LOKAAL BESTUUR / DECEMBER 2013 / JANUARI 2014
3
HET WONDER VAN LEEUWARDEN Foto Jan de Roos
Het campagneteam in de startblokken voor de laatste uurtjes.
De landelijke prognoses voorspelden weinig goeds. Het zou een klap worden voor de PvdA, dachten velen. Maar bij de herindelingsverkiezingen van 13 november jl. kwam de PvdA goed uit de strijd tevoorschijn. In twee van de vier gemeenten, Heerenveen en Leeuwarden, was er zelfs winst. Lokaal Bestuur toog op de dag van de verkiezingen naar de Friese hoofdstad, zag hoe de PvdA-campaigners probeerden de laatste twijfelaars over de streep te trekken, en proefde het zoet van de overwinning. Een sfeerbeeld ter inspiratie voor 19 maart 2014! Cambuurplein, 15.00 uur Er stopt een wit busje voor het Cambuurstadion, met aan het stuur Henk Oosterhuis van het landelijk partijbureau. Aan boord campagnevrijwilligers en natuurlijk veel rozen. Henk moet nog even naar de wc, maar waar? Hij gaat bij het stadion naar binnen. Alles is daar dicht. ‘Jullie zijn toch voor Cambuur?’ vraagt een mevrouw van de receptie. Dat kan Henk bevestigen. De PvdA is voor de bouw van een nieuw stadion voor de Friese club, die sinds kort in de Eredivisie speelt. Glimlachend wordt hem de weg naar het toilet gewezen. 15.20 uur Diederik Samsom stapt uit de auto. Hij wordt begroet door Henk Deinum, de lijsttrekker. Eerst even een groepsfoto van JAN DE ROOS EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
4
het campagneteam, dan met rozen de wijk in. We steken over en lopen de Lombokstraat in. De huizen daar zijn wel toe aan een opknapbeurt. Diederik belt aan. Een vrouw doet open. Ze vertelt dat ze na 33 jaar werken in de horeca en in de zorg onlangs werkloos is geworden. Op wie ze gaat stemmen, wil ze niet zeggen, ‘maar mag ik wel met u op de foto?’ Even verderop zegt een vrouw: ‘Ik moet hard werken voor mijn centen. Weet u waar ik moeite mee heb? Dat er mensen met een uitkering zijn die meer op vakantie gaan dan wij.’ Diederik legt uit dat ‘wij best wel streng zijn’ en van mensen met een uitkering ook iets terugvragen. Even verderop vraagt hij aan een jongen wat hij belangrijk vindt. ‘Ik wil dat het goed gaat met het geld en zo.’ Hij volgt
speciaal onderwijs. ‘Moet ik op de PvdA stemmen?’, vraagt hij vertwijfeld. Antwoord: ‘Je moet niks, al zou ik het natuurlijk wel fijn vinden. Maar misschien moet je eerst gewoon nog even op internet kijken, daar vind je heel veel informatie.’ Een man die een roos in zijn hand gedrukt krijgt, zegt verontschuldigend: ‘Maar ik héb al gestemd hoor.’ ‘Mag ik vragen op wie?’ ‘Op Henk Deinum, want de SP doet hier niet mee. Het zit me wel een beetje dwars dat jullie met de VVD regeren.’ Een vrouw bonst op het raam en gebaart dat ze even wil praten met Diederik en Hein de Haan, de nummer acht op de lijst die de PvdA-leider vergezelt. Natúúrlijk stemt ze PvdA. Een medewerker van Samsom: ‘Wat ís dit voor een wijk? Ze stemmen hier blijkbaar allemaal op ons.’ ‘Héééé, meneer Samsom’, roepen twee meiden die net op weg zijn naar een lesauto. ‘Mogen we met u op de foto?’ Als Diederik
voorzichtig informeert op wie ze gaan stemmen, blijft het stil. Gegiechel. Dan: ‘Eh, dat is mijn private moment.’ Terug op het Cambuurplein. Een man zegt: ‘Die Samsom moet nog wel wat veranderen, want hij lacht als Zalm en die heeft de DSB naar de klote geholpen.’ Een mevrouw wil van Andries Ekhart, wethouder sociale zaken en nummer vier op de lijst, precies weten wat hij doet voor mensen met een smalle beurs. ‘Geen algemene verhalen over Eigen Kracht en zo’, waarschuwt ze, ‘die kennen we nou wel.’ Andries legt het geduldig uit. Ze lijkt nog te aarzelen op wie ze zal stemmen. Op weg terug naar het partijkantoor, bereidt de nummer zeven op de lijst, Britt Hendrix, zich in de auto voor op een televisieoptreden bij Omrop Fryslân. ‘Wat doen wij ook weer voor ondernemers?’ Hein de Haan reikt haar wat belangrijke punten aan. Wat zal de uitslag worden? ‘Als we straks negen zetels halen, ga ik huilen.’ Partijkantoor, 18.00 uur Na nog een half uurtje flyeren bij het station gaan de vrijwilligers naar het partijkantoor aan de Eewal, waar de nummer negen op de lijst, Mohammed Benmhammed, heeft gezorgd voor een warm buffet. Henk Deinum neemt het woord. Hij heeft ‘een positief gevoel’ en dankt de meer dan honderd vrijwilligers voor hun geweldige inzet. ‘Dit was de meest zichtbare campagne ooit.’ Diederik Samsom, die zijn gezicht in Leeuwarden de afgelopen periode veel heeft laten zien: ‘Ik hou erg van campagnevoeren en jullie hebben me drie ontzettend leuke weken bezorgd. Wat de uitslag ook wordt,
we hebben echt álles gedaan en er de laatste stem uitgetrokken.’ Stadskantoor, 22.00 uur Als ik op de uitslagenavond van de gemeente bij binnenkomst het Friese Tweede Kamerlid Jacques Monasch tegen het lijf loop, vertelt hij glunderend dat zojuist de eerste resultaten bekend zijn geworden. Die voorspellen een winst van zes procent voor de PvdA. ‘Een goede keus van je om vandaag naar Leeuwarden te komen. Het is hier nog zo’n beetje als in Rotterdam 30, 40 jaar geleden. Een echt PvdA-bolwerk. En de PvdA is hier gewoon links.’ 22.45 uur Er komen steeds meer uitslagen binnen. Henk Deinum zegt tegen me: ‘It sjocht der goed út. As it sa bliuwt soe dat in wûnder wêze.’ 23.20 uur Een uur eerder dan verwacht kan (PvdA-)burgemeester Ferd Crone de definitieve uitslag bekendmaken. De PvdA gaat van elf naar twaalf zetels. Dolle vreugde. Henk Deinum en Britt Hendrix gaan op de schouders. Deinum: ‘Als je volgens de prognoses misschien wel op acht zetels uitkomt en het worden er twaalf, dan is dat natuurlijk een fantas-tisch resultaat.’ En Diederik Samsom? Die spreekt later van ‘een mooie avond.’ Het wonder van Leeuwarden is werkelijkheid geworden… Op de pagina hiernaast een beeldverslag. Op de achterpagina een portret van Jong Talent Britt Hendrix.
1
4
2
5
3
6 7
8 Foto’s Jan de Roos 1. Elf partijen vechten om de gunst van de kiezer. 2. Wethouder Andries Ekhart op pad met een fikse bos rozen. 3. Kind en hond wachten geduldig af… 4. Veel mensen willen graag met Diederik op de foto. 5. Lijsttrekker Henk Deinum probeert een buurtbewoner te overtuigen. 6. Grote vreugde als de PvdA blijkt te hebben gewonnen. 7. De nummer zeven, Britt Hendrix, gaat op de schouders. 8. De PvdA blijft veruit de grootste…
LOKAAL BESTUUR / DECEMBER 2013 / JANUARI 2014
5
GEMEENTEN WORSTELEN MET REGIE OP SCHOLEN Het gloednieuwe Stedelijk Gymnasium in Breda, dat enkele weken geleden de deuren opende.
Eind oktober meldde de NOS een onderzoek in handen te hebben waaruit bleek dat scholen maar liefst 6,9 miljard euro nodig hebben voor achterstallig onderhoud van hun gebouwen. Scholen krijgen momenteel geld voor onderhoud van het Rijk, via hun gemeente. In 2015 komt het buitenonderhoud in handen van de schoolbesturen. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor onder meer nieuwbouw, vervangende nieuwbouw, uitbreiding en tijdelijke huisvesting van een school. De kosten die daarmee zijn gemoeid, blijven voor rekening van de gemeente. Lokaal Bestuur sprak met enkele PvdA-politici over de voor- en nadelen van wat in bestuurdersjargon ‘doordecentralisatie’ heet.
Richard Blankenstein Raadslid in Breda Hoe is de financiering van onderwijshuisvesting in Breda geregeld? ‘In 2006 was de situatie in Breda zo dat scholen individueel een plan konden inleveren om in aanmerking te komen voor een renovatie van een school. Over dat systeem was veel onvrede, het was onduidelijk waarom de ene school wel en de andere geen geld kreeg. We werkten met een vrij starre verordening: alles moest precies binnen een KIRSTEN VERDEL FREELANCE JOURNALIST
6
hokje passen en dan kregen scholen daar een bedrag voor. Een speciaal technieklokaal moest bijvoorbeeld binnen bepaalde maatstaven passen, om het zo eerlijk mogelijk te doen. Een aanvraag doen kostte veel energie en werd vaak afgewezen omdat er te weinig geld was. Daardoor ontstonden veel noodlokalen, waarvan sommige er wel tien jaar stonden. Daar kwam nog bij dat elke school een beetje hetzelfde profiel had, dus voor scholieren was weinig te kiezen. Er moest dus iets gebeuren.’
Wat hebben jullie toen gedaan? ‘De gemeente heeft de scholen gevraagd om het idee van doordecentralisatie te onderzoeken. Voorwaarden waren dat scholen een duidelijk profiel moesten krijgen, dat er een zorgstructuur om alle scholen heen moest komen, dat huisvesting meer was dan alleen onderwijs en dat er een goede aansluiting van het VMBO op het MBO moest komen. Er werd besloten om een coöperatie te vormen, waar alle gemeentelijke middelen aan zouden worden overgedragen.’ Breda startte dus in feite al vóór de nieuwe wet met doordecentralisatie. Wat was het voordeel van zo’n coöperatie? ‘Die maakt het mogelijk om makkelijker een groot bedrag te lenen waardoor in één keer een groot
investeringsbedrag beschikbaar komt. Individuele scholen zouden dat niet voor elkaar kunnen krijgen. We werken nu vier jaar met het nieuwe systeem en alle noodlokalen zijn weg en scholen hebben een duidelijk profiel gekregen. Ook is het nu mogelijk om dat eerdergenoemde technieklokaal veel specifieker aan
We werken met een coöperatievorm, dat levert goede resultaten op te kleden. We zijn heel tevreden over hoe het nu werkt. We krijgen zelfs mensen uit andere steden op bezoek die komen kijken hoe wij het geregeld hebben.’ Van wie leent de coöperatie dat geld? ‘Van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Daar kan dat heel goedkoop.’ Is in deze organisatiestructuur helder bij wie de risico’s liggen? ‘De gemeente houdt toezicht of het financieringsmodel wel klopt, om te voorkomen dat er niet teveel geld wordt geleend wat de scholen niet terug kunnen betalen uit hun jaarlijkse subsi-
dies. Het risico ligt uiteindelijk toch bij ons, want als er iets mis gaat wordt de gemeente er op aangesproken dat kinderen niet in goed onderhouden gebouwen naar school kunnen.’ Wat zijn de do’s en don’ts van het Bredase systeem? ‘Heel belangrijk is, dat je iemand vanuit het scholenveld hebt die heel goed kan verbinden, die het scholenveld bij elkaar kan houden en het algemene belang van de stad naar voren kan brengen en daar iedereen in kan meenemen. Zo iemand heb je echt nodig, omdat er toch veel concurrentiestrijd is tussen de scholen. Verder moet je in het begin goed duidelijk maken dat het puur om huisvesting gaat en dat je je als gemeente niet inhoudelijk met het onderwijs gaat bemoeien. Daar waren veel medezeggenschapsraden bang voor. En we hebben ook geleerd dat er goede financiële afspraken moeten worden gemaakt aan het begin van het proces. In de eerste jaren hebben we veel vrijheid aan de coöperatie gegeven, maar daardoor raakte het ambtelijk zicht op de coöperatie vertroebeld, en daarmee ook het zicht op mogelijke risico’s. Dat is nu ook opgelost, er is een reglement opgesteld waarin alle wederzijdse afspraken staan. Dat is in feite een soort contract.’
Jan Nieuwenburg Wethouder in Haarlem In Haarlem is het onderhoud van schoolgebouwen al een tijd geleden bij schoolbesturen neergelegd. De financie-
ring loopt tot nu toe nog wel via de gemeente. Wat verwachten jullie van de nieuwe wet?
Cartoon Timothy Schelhaas
‘Wij zijn als gemeente nu nog eindverantwoordelijke voor het onderhoud, dat verandert met de komst van de nieuwe wet natuurlijk deels. Ook zullen we minder inkomsten uit het Gemeentefonds krijgen doordat budgetten rechtstreeks naar schoolbesturen zullen gaan. We weten op dit moment nog niet wat dat voor consequenties heeft
Ik vraag me af of met de nieuwe wet het probleem wordt opgelost voor schoolbesturen. Voor ons als gemeente betekent het in ieder geval minder geld en minder verantwoordelijkheden.’ Verwacht je dat de nieuwe wet een positief effect zal hebben? ‘Er zijn hier 15 schoolbesturen met een wisselend aantal scholen onder zich. Er zitten eenpitters tussen, maar er zijn ook besturen met 10 tot 15 scholen. Die laatste categorie zal organisatorisch beter in staat zijn om het financiële beheer te regelen dan de eerste, die hebben daar minder slagkracht voor.’ Wat als dat hen niet lukt, kan de gemeente dan ingrijpen? ‘De gemeente blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van onderwijshuisvesting op zich, we proberen daarom zoveel mogelijk af te stemmen met de scholen. Daartoe wordt al jarenlang een strategisch huisvestingplan opgesteld waarin per jaar wordt afgestemd waar de middelen naartoe zullen gaan. Daar gaan we ook onder de nieuwe wet mee door.’
Zijn er onderhoudsachterstanden in Haarlem? ‘Er zijn nog wel achterstanden op bepaalde plekken, die zijn allemaal in kaart gebracht en in het huisvestingplan is daar rekening mee gehouden. Grote onderhoudsachterstand doet zich niet voor. En op korte termijn komt er nieuwbouw.’ Verandert er veel met de nieuwe wet? ‘Dat weten we nog niet goed. De verdeling van de budgetten is nog niet duidelijk. We proberen hier via de G32 duidelijkheid over te krijgen. En we kijken hoe we de kleine scholen het beste kunnen gaan ondersteunen. We hebben goed overleg met de
scholen, onder andere over hun omvang. Het is belangrijk dat er voldoende diversiteit is zodat ouders en kinderen ook echt wat te kiezen hebben. Daar wordt met de huisvestingsplannen ook rekening mee gehouden.’ Wat zie je als belangrijkste voor- en nadelen van de nieuwe wet? ‘De centrale regie verdwijnt. Sommige scholen zullen de verantwoordelijkheid goed over kunnen nemen, voor kleinere scholen is dat nog wat onduidelijk. Heel eerlijk gezegd vind ik niet echt dat er een probleem wordt opgelost, ik zou het prima vinden als het blijft zoals het is.’
Hannie Kunst Wethouder in Nijmegen Is er ook in Nijmegen achterstallig onderhoud aan schoolgebouwen? ‘Veel scholen zijn verouderd. Vaak gaat het om gebouwen die in de jaren ’50, ’60 en ’70 met veel te weinig geld zijn gebouwd. De problemen betreffen dan vaak niet zozeer zaken als het schilderwerk, maar meer kwesties met betrekking tot duurzaamheid, energiebesparing, luchtkwaliteit en inrichting.’ Nijmegen is toch al vroeg gestart met de doordecentralisatie? ‘Vanaf 2001 hebben we het geld dat beschikbaar is voor buitenonderhoud al doorgedecentraliseerd. Er was toen een ingewikkelde discussie over hoeveel budget dat dan zou zijn en wie
hoeveel zou krijgen. Uiteindelijk zijn de afspraken die daaruit zijn voortgekomen een stuk efficiënter en effectiever gebleken dan hoe het daarvoor ging. Op het geld dat voorheen voor overleg en discussies nodig was, kon nu worden bespaard. We hoeven nu niet meer voortdurend om tafel en scholen maken zelf planningen voor hun onderhoud.’ Hoe ging dat voorheen, wat ging er dan mis? ‘Elke school vroeg eigenlijk structureel meer dan er beschikbaar was. Als gemeente had je de neiging om iedereen in elk geval maar iets te geven. Er waren twee kapiteins op één schip voor een gebouw en dat werkte gewoon niet.’
Het budget voor huisvesting is dus doorgeschoven naar de scholen, maar de verantwoordelijkheid voor goede huisvesting blijft toch bij de gemeente? ‘We zijn nog verder gegaan dan alleen het doordecentraliseren van de budgetten. In 2010 hebben we met bijna alle schoolbesturen afgesproken dat zij zowel economisch als juridisch eigenaar worden van hun scholen. Daar zitten wel haken en ogen aan, want gemeentelijke regie is nu natuurlijk een beetje een zoektocht. Maar iedereen lijkt tevreden met deze manier van regelen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen naar kwalitatief goede scholen kunnen gaan, die duurzaam zijn, waar het klimaat goed is en waar flexibiliteit mogelijk is.’ Welke regie heeft de gemeente nog? En wat zijn de resultaten tot dusverre? ‘We hebben afspraken met de schoolbesturen over welk aantal scholen in welk stadsdeel of zelfs welke wijk kan komen. Het type aanbod wordt goed besproken, zodat spreiding van soorten onderwijs goed geregeld is. Ook zijn er privaatrechtelijke afspraken over controle op de besteding van huisvestingsgelden. Als dat eventueel niet goed gaat, heeft de gemeente bijvoorbeeld het recht om een school terug te kopen. Al met al zijn er van de 44 scholen inmiddels al 10 vernieuwd.’ Jullie hebben de ambitie om in 40 jaar alle scholen te renoveren. Is dat niet een wat erg lange periode? ‘Vergis je niet: er zitten ook scholen tussen die in de jaren ’90 zijn gebouwd en dus voorlopig niet aan renovatie toe zijn. Vandaar die termijn. Het gaat vooral om
de kwaliteit. Zo hebben we er in de plannen ook voor gekozen om niet per se nieuwbouw te doen als grootschalige renovatie van een monumentaal gebouw ook mogelijk is.’
Er waren twee kapiteins op één schip, dat werkte gewoon niet’ Wat vind je van het idee van een coöperatie zoals in Breda? ‘Ik vind dat wij het nog handiger doen. Scholen kunnen nu rechtstreeks schatkistbankieren. Ze kunnen erg goedkope leningen bij de overheid krijgen, dus die coöperatieve vorm is niet nodig.’ Wat zijn de voor- en nadelen van doordecentralisatie zoals die in Nijmegen georganiseerd is? ‘Voordelen zijn dat geld voor onderwijshuisvesting ook echt daar naartoe gaat. Tevens voorkomt het jaarlijks overleg en gedoe. Maar het belangrijkste is dat het zorgt door een kwaliteitsimpuls. Nadeel is dat je als gemeente verlies kunt lijden als je een school moet terugkopen. Je moet ook erg alert zijn op de spreiding van de verschillende types scholen over de stad en op de verantwoording van de bestede budgetten.’ Hoeveel geld heeft Nijmegen nog nodig voor achterstallig onderhoud? ‘Dat weten we nog niet precies. Er komen nog bezuinigingen aan, dan is er nog minder geld beschikbaar. Wij vinden het schrijnend dat er 256 miljoen euro op onderwijshuisvesting wordt bezuinigd vanaf 2015. Hou daar eerst maar eens mee op!’
LOKAAL BESTUUR / DECEMBER 2013 / JANUARI 2014
7
1
1
DE CAMPAGNE IS AL BEGO De officiële aftrap van de campagne voor 19 maart 2014 moet nog komen, maar op het CLB-Festival van het Binnenlands Bestuur in Utrecht leek de verkiezingsstrijd al op 23 november jl. ontbrand. De Refter van het Centraal Museum was op de jaarlijkse ontmoetingsdag voor lokale, provinciale en waterschapspolitici van de PvdA tot de laatste stoel bezet. De Wibautlezing van Kim Putters over ‘De verzorgingsstad’, drie Lagerhuisdebatten en een debat met vier lokale lijsttrekkers hadden 140 CLB’ers naar de Domstad gelokt. In de programmafolder waren ze aangekondigd als ‘inspirerende lokale lijsttrekkers’ en daar stonden ze dan, achter roodgedekte tafels: Auke Blaauwbroek (Tilburg), Taco Kuiper (Zoetermeer), Martien Louwers (Arnhem) en Wouter Struijk (Spijkenisse, waar de verkiezingen overigens pas in november 2014 plaatsvinden). Zijn jullie er klaar voor, was de vraag van discussieleider Martijn de Greve. Deze generale repetitie moest het uitwijzen. De Greve vroeg de aanwezigen om als ‘zure journalisten’ het viertal met vragen te bestoken. Dat was voor Peter van Heemst, raadslid in Rotterdam, het sein om helemaal los te gaan. Hij onderbrak de lijsttrekkers voortdurend met
JAN DE ROOS EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
8
vragen als ‘En wat zeg je tegen de SP?’ en zette een uitspraak van één van de lijsttrekkers gelijk ook op Twitter, met zijn commentaar erbij: ‘We zijn bezig met kadernota’s over de kanteling. Jawel’. Zo werd Auke, Taco, Martien en Wouter het vuur behoorlijk aan de schenen gelegd. De belangrijkste speerpunten in hun gemeente wisten ze uiteraard wel te noemen, maar lastiger werd het bij vragen als ‘Waar willen jullie eigenlijk zelf op bezuinigen?’ Het leverde nogal vage teksten op, wat de discussieleider op een gegeven moment de opmerking ontlokte: ‘Ik stel voor dat u nu met een antwoord komt’. Een mooie generale, inderdaad.
Wibautlezing De gemeenteraadsverkiezingen speelden ook in de Wibautlezing van Kim Putters (directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau en oud-senator en raadslid voor de PvdA) een rol. Hij sprak over de ‘verzorgingsstad’, die hij positioneert tussen de verzorgingsstaat en de participatiesamenleving. Zorg, arbeid, onderwijs, huisvesting en welzijn komen steeds nadrukkelijker op het bordje van gemeenten, maatschappelijke organisaties en de burgers zelf te liggen. De decentralisaties versterken dat proces. Volgens Putters is lokaal ‘een morele agenda’ nodig over wat goede zorg en kwaliteit van leven is, en hoe je dat beoordeelt. Hij waarschuwde voor ‘rijdende treinen met modelverordeningen die ambtelijk al in de startblokken staan.’ Ook is lokaal ‘een stevige democratiseringsagenda’ nodig. Democratie, burgermacht en solidariteit zijn volgens Put-
ters voorwaarden voor de participatiemaatschappij. Er werd enthousiast gereageerd op de Wibautlezing. De suggestie van Putters om de verzorgingsstad meer ruimte voor eigen belastingen te bieden, kreeg uiteraard bijval. Eén van de aanwezigen vond het verhaal van Putters zó inspirerend dat hij een leidende rol van het Sociaal en Cultureel Planbureau ten opzichte van soortgelijke bureaus wenste. Een suggestie die Putters glimlachend in ontvangst nam. Lagerhuisdebatten In drie Lagerhuisdebatten werd 's middags met passie gedebatteerd over actuele thema’s. Onder leiding van Carlos Gonçalves (voorzitter Rotterdam Delfshaven) was er een debat tussen oud-‘bouwwethouder’Adri Duivesteijn en het Groningse oud-raadslid Randy Martens over ‘grote projecten’. Daar ging het onder meer over de vraag of PvdA-bestuurders zich wel moe-
Ik stel voor dat u nu met een antwoord komt ten verbinden aan prestigeobjecten. Jet de Ranitz (voorzitter Kunsten ’92) en kunsteconoom Pim van Klink kruisten onder leiding van wethouder Nieske Ketelaar de degens over kunst en cultuur. De deelnemers verschilden nogal met elkaar van mening over de vraag of bezuinigingen op kunst en cultuur de creativiteit bevorderen. De meeste Festivalbezoekers woonden het debat over gesubsidieerde arbeid bij tussen voormalig FNV-voorzitter Agnes Jongerius en de Rotterdamse wethouder Marco Florijn. Een meerderheid van de deelne-
mers was voor een meer activerend beleid. ‘We mogen mensen meer achter de broek zitten, maar wél met het perspectief op volwaardige en betaalde arbeid’, zo vatte discussieleider Berent Daan (wethouder in Purmerend) het samen. Zelfbewuste campagne Bert Cremers, die CLB-voorzitter Leen Verbeek verving, zei dat de PvdA ‘vol goede moed en goed voorbereid’ de gemeenteraadsverkiezingen ingaat, ‘met een steuntje in de rug van Friesland’. Partijvoorzitter Hans Spekman riep de lokale PvdA’ers in zijn slottoespraak op om zelfbewust campagne te gaan voeren. ‘Begin daar nú al mee. Dat werkt, kijk maar naar de herindelingsverkiezingen in Alphen aan den Rijn en in Friesland. Ga vooral veel canvassen. Als je praat met mensen gaan ze ook eerder op ons stemmen. Dat is de opgave voor jullie als voorhoede. We kunnen goede resultaten behalen als we mensen zekerheid bieden op het gebied van zorg en arbeidsmarkt. Zorg dat je je lokale successen goed uitvent. Ik ben zelf bijvoorbeeld trots op Venlo waar onze wethouder (Ramond Testroote, red.) de marktwerking uit de zorg heeft gehaald. De mensen zijn daardoor tevredener én ze zijn goedkoper uit.’ Alle leden van het CLB ontvangen bij dit nummer de Wibaut lezing van Kim Putters.
2 3
ONNEN! 4
9
1 Applaus voor de Wibautlezing. 2 Hans Spekman tijdens zijn slottoespraak. 3 Discussie over kunst en cultuur met Pim van Klink, Nieske Ketelaar en Jet de Ranitz. 4 Bert Cremers bedankt iedereen namens het CLB. 5 Het lijsttrekkersdebat. 6 Presentator Martijn de Greve laat de zaal aan het woord. 7 Fries overleg. 8 Berent Daan ondervraagt Marco Florijn en Agnes Jongerius. 9 Kim Putters spreekt over ‘De verzorgingsstad’. 10 De gebroeders Wim en Peter van Heemst uit Rotterdam.
5
6
Foto’s Jan de Roos
7 8 10
LOKAAL BESTUUR / NOVEMBER 2013
9
Over drie maanden gaat Nederland naar de stembus om nieuwe gemeenteraden te kiezen. Hoe bereiden we ons als PvdA voor op die verkiezingen? Wat gaan we doen om straks een mooie uitslag te krijgen? Drie lijsttrekkers uit verschillende windstreken houden voor Lokaal Bestuur tot en met de verkiezingen een dagboek bij.
Raa
dsve
rkie
zing
en 2
014
UIT HET DAGBOEK VAN EEN LIJSTTREKKER
Foto Pieter Lagas
MARJAN VAN GIEZEN, LIJSTTRE
LEO JONGEN, LIJSTTREKKER PVDA KERKRADE
VUUR KIRCHROA Al sinds 8 jaar houdt de fractie elke maand spreekuur in een wijk in Kerkrade. Dit wijkspreekuur houden wij vóór het tweede fractieoverleg in de maand. Het wordt bekend gemaakt in het plaatselijke weekblad én we flyeren in de wijk waar het spreekuur plaatsvindt. Los van de vraag hoe het spreekuur wordt bezocht, zien de mensen dat de PvdA in hun wijk aanwezig is en wordt de gelegenheid geboden om met de fractieleden in gesprek te gaan. Door de continuïteit van deze aanpak is en blijft de PvdA Kerkrade herkenbaar, niet alleen in verkiezingstijd. Daarnaast bezoeken wij recepties van verenigingen en maatschappelijke instellingen. Wij vinden het belangrijk dat wij bij verenigingen en instellingen ons ‘PvdA-gezicht’ laten zien. De PvdA-fractie is één van de weinige die in Kerkrade zichtbaar is bij deze recepties, waar veel inwoners aanwezig zijn. Ook legt de fractie bij de dodenherdenking op 4 mei altijd een krans en wordt op 1 mei traditioneel een bezoek gebracht aan een zorginstelling, waar de fractie trakteert op vlaai en koffie. Dit alles in verband met de permanente campagne. Het continu aanwezig én herkenbaar zijn is één van de speerpunten van de PvdA in Kerkrade. Net als bij de verkiezingen in 2010, gaan we de komende gemeenteraadsverkiezingen in met het motto ‘PvdA Kerkrade, vuur Kirchroa’. We geven dus een lokale invulling/touch aan de aanpak. De ervaring heeft geleerd dat dit werkt, zeker als je moet concurreren met vier plaatselijke lijsten. Begin dit jaar hebben het bestuur en de fractie ingezet op het werven van nieuwe leden en personen die zich kandidaat willen stellen voor de lijst. De landelijke wervingsactie heeft ons daarbij prima geholpen. Sinds februari is onze afdeling gegroeid van 100 leden naar maar liefst 150 leden dit najaar. Een resultaat waar wij allemaal trots op zijn. Tijdens de druk bezochte ledenvergadering in oktober zijn de eerste twintig kandidaten van de lijst vastgesteld en heeft het bestuur mandaat gekregen voor de verdere invulling. Daar waar het in het verleden moeilijk was om 30 kandidaten op de lijst te plaatsen, gaan we nu al richting 45 personen en zal waarschijnlijk het maximale aantal van 50 worden gehaald. Wij gaan ervoor! www.pvdakerkrade.nl
10
ROEL VOGELZANG,
afgevaardigde HET INTERBELLUM Hebben jullie dat ook? Die rare periode tussen de laatste raadsvergaderingen en de gemeenteraadsverkiezingen? De grote dossiers zijn langzamerhand allemaal afgerond of in de finale fase van besluitvorming. De meeste partijen hebben hun kandidatenlijsten rond, waardoor sommige raadsleden al weten dat ze niet terugkomen. En dat is soms te merken. Er rest ons nog één begrotingsbehandeling. Daarin staat weinig nieuw beleid. Veel extra geld is er niet, over de drie D’s is nog weinig duidelijkheid. Het gevecht in de arena dooft langzamerhand uit. De strijd verplaatst zich naar buiten. Veel organisaties nodigen ons uit om langs te komen. Inwoners klagen over wat niet bereikt is. Partijen roepen trots wat wel bereikt is. Kortom, de spanning van de naderende campagne. Ook de werkzaamheden van onze fractie verplaatsen zich naar buiten. Zo zijn we laatst op bezoek geweest bij een kinderopvangorganisatie. We waren ook bij het Offerfeest in het wijkcentrum, bij een groot judotoernooi met onze eigen WKkampioen junioren Do Velema, en bij het hospice, dat met inzet van sponsors een prachtige nieuwe huisvesting heeft gerealiseerd. Op een staf van vier mensen werken hier 80 vrijwilligers. Over de inzet van vrijwilligers heeft onze gemeente niets te klagen. Veel organisaties weten heel veel vrijwilligers aan zich te binden, een knappe prestatie! Onze welzijnsorganisatie, Woej, werkt zelfs met 600 vrijwilligers. Met de komende decentralisatie van de zorg moeten we deze mensen meer dan koesteren! Ons campagneteam bestaat uit de huidige fractie en de nieuwe kandidaten. We hebben een leuke startbijeenkomst gehad, om elkaar beter te leren kennen. Je merkt gelijk het verschil. De sfeer is er, er is nieuwe deskundigheid bij gekomen en de energie spat ervan af! We hebben ook veel publiciteit gehad, met eerst de nieuwe lijst en mijn lijsttrekkerschap. Had ik vorige keer al verteld dat ik ook parttime-gymjuf ben? Afgelopen week kwam Jens, een heerlijke knul van 5, in de gymles trots naar me toe met in zijn knuistjes een verfomfaaid krantenknipsel. ‘Juf, je staat in de krant’. Hij trots, maar ik ook. Dan voel je echt dat je midden in de maatschappij staat. Ook veel publiciteit voor onze wethouder, Gregor Rensen, die heeft aangekondigd na maart 2014 te zullen stoppen. Acht jaar wethouder is genoeg, vindt hij. We zullen hem missen! Het betekent ook dat we de campagne ingaan zonder ‘het’ gezicht van onze wethouder van onder andere sociale zaken en sport. Onderwerpen die goed zijn voor de bekendheid onder de inwoners. Een goede tip voor de collegeonderhandelaars straks: zorg voor een portefeuille met tenminste één publiekstrekkend onderwerp! Iets waar je regelmatig voor buiten op de velden loopt, overwinningen viert en mooie momenten mag meemaken. Maar we lopen vooruit. Eerst de campagne in, dan goede verkiezingen en daarna pas kijken of we een bijdrage kunnen leveren aan coalitieonderhandelingen. De campagne is begonnen! leidschendamvoorburg.pvda.nl
EKKER PVDA LEIDSCHENDAM-VOORBURG LIJSTTREKKER PVDA OPSTERLAND
(B)ROODNODIG Onze ledenvergadering stelde op 4 september jl. niet alleen de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen vast, maar ook ons verkiezingsprogramma 2014-2018. Ik maakte deel uit van de commissie verkiezingsprogramma. De voorbereiding deden we al vóór de zomervakantie in een aantal interactieve bijeenkomsten, waar ook niet-PvdA-leden mochten meepraten. De opdracht van het bestuur was: maak een kort maar krachtig programma. Geen oneindige wensenlijst, maar een soort lokaal manifest, waarin we onze belangrijkste punten benoemen, maar vooral ook een kompas dat we kunnen gebruiken bij het dagelijkse politieke handwerk. Volgens mij (en onze ledenvergadering) zijn we daar goed in geslaagd. Het verkiezingsprogramma heeft als titel (B)roodnodig. Daarmee geven we aan dat het nodig is dat we de nieuwe raadsperiode weer mee gaan doen in het dagelijks bestuur. De PvdA heeft sinds de Tweede Wereldoorlog onafgebroken deel uitgemaakt van het college van B&W. Bij de vorige raadsverkiezingen verloren we twee zetels (van 7 naar 5). We waren daarmee niet meer de grootste partij en er ontstond een coalitie van drie partijen (Opsterlands Belang, CDA en ChristenUnie). Dat was wel even slikken, maar de fractie heeft zich de afgelopen jaren gedragen als een constructieve oppositiepartij. Dat is ook niet zo moeilijk in onze gemeente want over 80 procent van alle zaken zijn we het hier gewoon eens. De titel geeft ook aan dat mensen die slachtoffer zijn of worden van de recessie (onzekerheid, geen werk, minder inkomen) wel recht hebben op een fatsoenlijk bestaan. Daarom is onze sociale paragraaf (samenredzaam) ook de kern van ons programma. Als er ergens in Nederland mensen zijn die weten wat onderdrukking en uitbuiting is, dan is dat hier wel. Ons programma kent naast de sociale paragraaf maar twee andere hoofdstukken: Vitaal platteland en Modern besturen. Het programma telt slechts acht bladzijden en een bijlage. In die bijlage hebben we een aantal mensen aan het woord gelaten. Twee verhalen zijn ontleend aan de voettocht van Jan Schuurman Hess door Nederland. Ons programma kun je vinden op onze website. Onze campagnecommissie staat onder leiding van Wim Buding. We zijn druk bezig met het draaiboek. We spitsen de campagne toe op de periode 1 januari 2014 tot aan de dag van de verkiezingen. Ik heb de top 10 van onze lijst uitgenodigd voor een nadere kennismaking en het ‘ophalen’ van campagne-ideeën. Daarnaast hebben we ook een inhoudelijk thema gekozen. In november hebben we gepraat met Lutz Jacobi en collega’s uit onze buurgemeente Heerenveen over het opzetten van een zorgcoöperatie in Fryslân. Ook heeft de huidige fractie overlegd met werkers en gebruikers van dagbesteding in de zorg over de toekomstige ontwikkelingen. Ook bij deze bijeenkomst was Lutz Jacobi aanwezig. Lutz is een icoon in deze streek (met een column in onze plaatselijke krant) en we maken graag gebruik van haar deskundigheid en haar vermogen mensen enthousiast te maken voor sociaaldemocratische idealen.
MARIJKE LINTHORST LID EERSTE KAMER
STOK ACHTER DE DEUR Met een zekere regelmaat komt de vraag op of de bevoegdheden van de Eerste Kamer niet aan herziening toe zijn. De keuze die de senaat heeft, een wetsvoorstel aannemen of verwerpen, zou te beperkt zijn.
E
én van de voorstellen is om de Eerste Kamer een ‘terugzendrecht’ te geven. De Eerste Kamer zou wetsvoorstellen waarvan zij vindt dat ze de toets der kritiek niet kunnen doorstaan dan mogen terugsturen naar de Tweede Kamer. In sommige varianten houdt dit in dat het eindoordeel over het teruggestuurde wetsvoorstel bij de Tweede Kamer komt te liggen. Anderen, zoals de Nationale Conventie van 2006 (een adviescollege dat door het kabinet Balkenende-2 werd ingesteld) zijn van mening dat het, al dan niet gewijzigde, wetsvoorstel opnieuw aan de Eerste Kamer moet worden voorgelegd. Maar ook zij verwachten dat de Eerste Kamer dan in principe het besluit van de Tweede Kamer zal volgen. Het politieke primaat ligt immers bij de Tweede Kamer. Als dit de consequentie zou zijn van het terugzendrecht, dan ben ik een voorstander van de bestaande situatie. De keuze is inderdaad beperkt en in sommige gevallen is de afweging lastig. Maar achter deze beperkte keuze ligt een wereld aan mogelijkheden. De Eerste Kamer toetst wetsvoorstellen met name aan een aantal criteria: rechtmatigheid, uitvoerbaarheid, proportionaliteit, handhaafbaarheid en consistentie met andere wetgeving. Als er op één of meer van deze punten twijfel bestaat, heeft de senaat een aantal opties. Zij kan op de eerste plaats proberen meer duidelijkheid te krijgen. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij het wetsvoorstel passend onderwijs. Bij de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer stond vooral de met het wetsvoorstel gepaard gaande bezuiniging van 300 miljoen euro centraal. Tegen de tijd dat het wetsvoorstel de Eerste Kamer bereikte, was deze bezuiniging gelukkig van tafel. Toch waren we er niet helemaal gerust op. Er bereikten ons signalen dat de bekostiging van het reguliere onderwijs inmiddels zo minimaal was geworden, dat de invoering van passend onderwijs alsnog een hels karwei zou worden. Verdere bezuinigingen zouden alleen nog gevonden kunnen worden in de personele bezetting. En dan wordt het natuurlijk wel erg moeilijk om kinderen die extra aandacht vragen op een goede manier op te nemen in het reguliere onderwijs. De Eerste Kamer heeft de regering toen gevraagd om de Algemene Rekenkamer onderzoek te laten doen naar de financiële positie van het reguliere onderwijs. Vlak voor de zomer kwam de Algemene Rekenkamer met de resultaten. De rek is er inderdaad nu wel uit bij het reguliere onderwijs. Met dit onderzoek heeft de Eerste Kamer méér duidelijkheid gecreëerd over de uitvoerbaarheid van de wet. Vervolgens ligt de bal bij de Tweede Kamer. Op de tweede plaats kan de senaat proberen verbeteringen in het wetsvoorstel te realiseren. Formeel heeft de Eerste Kamer geen recht van amendement, maar als de twijfels zó groot zijn dat een wetsvoorstel dreigt te sneuvelen is de regering vaak wel bereid om tegemoet te komen aan de kritiek. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de prostitutiewet. Met deze wet wordt geprobeerd de positie van prostituees te versterken en mensenhandel tegen te gaan. Eén van de voorgestelde maatregelen was de zogenoemde ‘vergewisplicht’: klanten moesten zich ervan vergewissen dat de betrokken prostituee haar werkzaamheden vrijwillig verrichtte en was wie zij zei te zijn. Een naar het oordeel van de Eerste Kamer volstrekt onuitvoerbare maatregel. De minister heeft het wetsvoorstel teruggenomen. En tenslotte kan de senaat een wetsvoorstel verwerpen. Dat is bijvoorbeeld gebeurd bij het Elektronisch Patiënten Dossier dat door de gehele Eerste Kamer werd gezien als risicovol, technisch onveilig en privacy-onvriendelijk. De Eerste Kamer is uiterst terughoudend in het verwerpen van wetsvoorstellen. In de periode 1995-2012 werden er van de meer dan 2000 ingediende wetsvoorstellen slechts 15 verworpen. Als een wetsvoorstel ondeugdelijk is, zal de senaat in eerste instantie haar overtuigingskracht gebruiken. Maar als dat niet helpt is de mogelijkheid van verwerpen een belangrijke stok achter de deur. In het nieuwe jaar komen de Tweede Kamerleden aan het woord.
opsterland.pvda.nl LOKAAL BESTUUR / DECEMBER 2013 / JANUARI 2014
11
dilemma Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling of dilemma aan je voor. Vorige keer was dat:
JEUGDZORG Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling of dilemma aan je voor. Vorige keer was dat: De jeugdzorg wordt een verantwoordelijkheid van de gemeente. Een hele operatie. Omdat de nieuwe taken alleen goed kunnen worden uitgevoerd als er wordt samengewerkt met andere gemeenten is regionale samenwerking niet alleen gewenst maar op sommige onderdelen zelfs verplicht. Jullie PvdA-wethouder is daarom samen met bestuurders uit omliggende gemeenten voortvarend aan de slag gegaan. Dit heeft geleid tot een regionaal akkoord dat aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Volgens de wethouder kan het akkoord niet zomaar gewijzigd worden. ‘Ik zal de opmerkingen van de raad meenemen naar ons regio overleg, maar daarin vertegenwoordig ik natuurlijk maar 1 van de 15 stemmen.’ Inhoudelijk vind je dat de wethouder een goede klus geklaard heeft, maar de oppositie voelt zich buitenspel gezet. Geef je de wethouder groen licht?
Theo van Ekerschot, fractievoorzitter in Nederweert De drie decentralisaties zijn een belangrijk onderwerp bij de manier waarop wij ons als PvdA lokaal manifesteren. Het sociale domein is in de raad door onze betrokkenheid en kennis ‘ons’ domein. Maar wij zijn ook de kleinste gemeente in het Midden-Limburgse en moeten door samenwerking onze doelstellingen realiseren. Dat betekent dat de wethouder zich maximaal moet inzetten voor een goed resultaat voor onze gemeente. Vanuit haar inhoudelijke kennis is zij daartoe uitstekend in staat. In de samenwerking met de overige gemeenten gaan wij die drie decentralisaties realiseren. Als fractie volgen wij deze ontwikkelingen zeer kritisch, ook om onze wethouder te steunen bij de verdere uitwerking ervan.
iJoke van Boxtel, raadslid voor Progressief Nieuwkoop in Nieuwkoop Voor bovengenoemde regionale samenwerking geldt: ‘regionaal voorgebakken en lokaal afgebakken’. Ook een verplichte samenwerking houdt in dat de raad kaders dient te stellen voor de lokale inkleuring. Om kaderstellend te werken binnen dit nieuwe domein van de jeugdzorg vind ik dat de gehele raad moet worden gehoord, dat de raad en het college alle argumenten van zowel coalitie als oppositie moeten afwegen om tot een lokale inkleuring van de jeugdzorg te komen. Want dit is ook de basis voor de controlerende taak van de raad. Met dit afgewogen besluit van de raad gaat onze PvdA-wethouder naar het regio-overleg. Niet 1 van de 15 stemmen is
het uitgangspunt, maar zoeken naar overeenkomsten in reacties binnen de 15 deelnemers als eerste stap. Vervolgens moet er een debat zijn over afwijkende reacties. Volgens mij kan een genomen besluit op grond van lokale behoeften worden bijgesteld. De wethouder brengt onze raad een gemotiveerde uitslag van het overleg. Tjeerd Cuperus, raadslid in Menaldumadeel Politieke bestuurders weten dat zij te allen tijde democratische verantwoording moeten afleggen aan de raad. Voor een goede jeugdzorg is het van groot belang dat dit gecheckt wordt met een vertegenwoordiging van de lokale burgers. De raadsleden zijn hiervoor de aangewezen personen. Belanghebbende burgers kunnen bij een raadsvergadering hun mening nog weergeven om de besluitvorming te beïnvloeden. Een PvdA-wethouder zal deze democratische rechtsgang willen doorlopen om tot een afgewogen besluit te komen. De wethouder krijgt dus na de gang naar de gemeenteraad groen licht! Jeroen Adolfs, raadslid in Purmerend Ook voor de gemeente Purmerend is dat het dilemma bij uitstek rond de transitie jeugdzorg. Het aansturen door de raad van gemeenschappelijke regelingen gaat zeer moeizaam. Als voorzitter van de sessie (commissie) jeugdzorg van de Stadsregio Amsterdam en als raadslid in Purmerend ben ik samen met onze regionale partners (omliggende gemeenten) naar een vorm aan het zoeken die de voordelen van regionaal samenwerken in zich heeft en tevens de ‘eigen’ wensen van Purmerend waarborgt. Onze bestuurders, ook onze eigen PvdA-wethouder, zijn daar
initiatief vd maand
SPEELGOEDBANK IN DRONTEN
druk mee doende. Wij hebben de vorm dus nog niet geconcretiseerd en zullen onze PvdA-wethouder zeer scherp houden wat betreft de ‘couleur locale’. Daar hebben we geen oppositie voor nodig, dat kunnen we zelf wel. Rond de jaarwisseling weten we meer in Purmerend. Commentaar van Gert-Jan Leerink ‘Het gebeurt steeds vaker. Besluitvorming die ‘regionaal wordt voorgebakken en lokaal wordt afgebakken’. Joke van Boxtel verwoordt het
mooi. Maar met die werkwijze trekt de raad, de oppositiepartijen voorop, meestal aan het kortste eind. Hoe eerder de raad betrokken wordt, hoe groter zijn invloed. Vraag daarom als raad, vóór de wethouder naar zijn collega’s afreist, een notitie met uitgangspunten. Stel heldere kaders, formuleer een goede opdracht. Als vijftien wethouders het eens moeten worden zal er vervolgens ongetwijfeld water bij de wijn moeten. Maar het is en blijft de raad die de inzet bepaalt en beoordeelt of het resultaat hier voldoende aan tegemoet komt. Keer het proces om: bak lokaal voor, bak regionaal af.
Volgende maand een nieuwe stelling:
Gemeenten en provincies moeten zelf weer schoonmakers en beveiligers in dienst nemen, in plaats van dit uit te besteden. De maand daarop dit dilemma:
De afgelopen jaren heeft jullie fractie geworsteld met een lastig besluit. Het openluchtbad staat op de nominatie om gesloten te worden. Hoewel het bad maar matig wordt bezocht, heeft de aangekondigde sluiting een storm van protest veroorzaakt. Bewoners hebben duizenden handtekeningen opgehaald en een plan opgesteld om het bad zelf te gaan exploiteren. Het college heeft toegezegd dit plan op haalbaarheid te willen toetsen. Informeel heeft jullie wethouder inmiddels aan de fractie laten weten dat het bewonersinitiatief helaas geen haalbare kaart is. De technische installatie van het bad is zo goed als afgeschreven. Openhouden kan alleen als er de komende jaren fors wordt geïnvesteerd en dat geld is er simpelweg niet, ook niet in de plannen van de bewoners. Om gedoe tijdens de verkiezingen te voorkomen oppert hij om, hoewel het onderzoek eigenlijk klaar is, de raad extra tijd te vragen om het bewonersplan goed te kunnen beoordelen. Hiermee wordt het besluit over de verkiezingen getild. Goed idee? Stuur je reactie (maximaal 150 woorden) en foto naar:
[email protected]
Ze zijn er: mensen die dit jaar geen Sinterklaas hebben gevierd en ook de Kerst en verjaardagen stilletjes voorbij laten gaan. Niet omdat ze die feestjes niet leuk vinden, maar omdat ze geen geld hebben om een cadeautje te kopen voor hun kinderen. ‘Er zijn kinderen die de dag na pakjesavond op school komen en niets hebben gekregen van Sinterklaas’, zegt Suzanne Stoop, fractievoorzitter van de PvdA in Dronten. ‘Je hoort ook dat kinderen niet worden uitgenodigd voor een verjaarsfeestje omdat ze geen geld hebben om een cadeautje mee te nemen. Daarom ben ik een speelgoedbank begonnen. Want wat de situatie ook is van de ouders en hoe ze daarin ook zijn terechtgekomen, de kinderen zijn daarvoor niet verantwoordelijk en verdienen altijd een cadeautje.’ Suzanne kwam op de gedachte van de speelgoedbank toen ze drie jaar geleden als moeder van vier kinderen Sinterklaasaankopen aan het doen was. ‘Ik liep met tassen te sjouwen en zag mijn saldo slinken. Ik vroeg me af hoe ouders die niets extra’s te besteden hebben dat doen. Daar wilde ik wat aan doen door speelgoed in te zamelen. Het begon in mijn eigen garage, maar na één inzameldag moest ik al uitwijken naar een grote opslagruimte. Toen maakte ik de speelgoedpakketten nog zelf, omdat ik wilde dat de gezinnen voor wie het bedoeld was anoniem zouden blijven. Er konden 46 pakketten met vijf speeltjes worden uitgedeeld. Maar later dacht ik ‘jeetje, straks gaf ik een Barbie aan een meisje dat absoluut geen poppenkind is.’ Dus vorig jaar hebben we het anders aangepakt. Toen konden de ouders zelf speelgoed uitkiezen om cadeau te geven aan hun kinderen. Ook opa’s en oma’s met een klein AOW’tje zijn welkom als ze iets willen uitzoeken voor hun kleinkinderen. We hebben vorig jaar op die manier 120 kinderen blij kunnen maken. Voor de opslag kreeg ik tijdelijk een locatie van de gemeente. Het is handig dat ik gemeenteraadslid ben en dat ik een netwerk heb en goede contacten met de pers. Over publiciteit had ik niet te klagen en daarom werd het ook zo’n succes. Ik kreeg zoveel speelgoed dat ik vorig jaar helemaal niet opnieuw hoefde in te zamelen.’ Dit jaar gebeurde dat weer wel. Op een andere locatie, weer tijdelijk beschikbaar gesteld door de gemeente Dronten. ‘De reacties, het aanbod, de hulp het was weer overweldigend. Op Faceboek zie je wat we op dit moment aan het doen zijn: https://www.facebook.com/SpeelgoedbankDronten.’ Suzannes droom is dat de speelgoedbank een permanente plek krijgt, maar daarvoor moet het een stichting worden en dat kost geld. ‘Als stichting kunnen we namelijk ook in aanmerking komen voor subsidies en actief aan fondsenwerving gaan doen.’ In Heerenveen heeft het Ombudsteam van de PvdA inmiddels iets soortgelijks opgezet. ‘Ze zijn bij me op bezoek geweest en raakten meteen enthousiast. Ook daar gaat het als een speer!’ Meer info bij Suzanne Stoop,
[email protected], 06-28529295
12
‘WE ZIJN VERDOMME DE VNG NIET’ ‘Waarom ligt er nou een kleurenpotloodje op mijn stoel?’ vroegen velen zich af die op zaterdag 2 november naar Amersfoort waren gekomen voor de presentatie van de brochure De politiek terug in de lokale politiek. Pas aan het einde van de bijeenkomst, toen het boekje werd uitgereikt, viel het kwartje. Achterop de brochure staat een kleurplaat van een man die een mensenmassa toespreekt. Het is de legendarische Amsterdamse SDAP-wethouder F.M. Wibaut (1859-1936), het boegbeeld van het wethouderssocialisme. Wibaut stond bekend om zijn uitgesproken opvattingen en durfde buiten de gebaande paden te treden om zijn idealen te verwezenlijken. ‘Dat moeten wij ook doen. Als PvdA’ers moeten we vooral buiten de lijntjes durven te kleuren’, aldus Gert-Jan Leerink van het CLB aan het slot van de bijeenkomst. De politiek terug in de lokale politiek is een coproductie van WBS (Menno Hurenkamp en Michiel Emmelkamp) en CLB (Gert-Jan Leerink en Jacqueline Kalk). Het is de lokale invulling van het Van Waarde-project van de WBS. De publicatie komt als geroepen. JAN DE ROOS EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
Nu de verzorgingsstaat op de schop gaat en de lokale overheid zich intensief gaat bezig houden met zorg en (arbeids)participatie, is het immers belangrijk te weten en uit te dragen hoe sociaaldemocraten hierover denken. De schrijvers van de brochure hebben daarvoor een ‘waardenvolle’ politiek geformuleerd. Ze schoven aan bij een reeks burgerinitiatieven, hielden enquêtes onder PvdA-politici en organiseerden bijeenkomsten met PvdA’ers in het land. Dit resulteerde onder meer in een profiel van de ‘waardengedreven politicus’. Die politicus ‘legt zich niet op voorhand neer bij blauwdrukken maar blijft altijd nadenken over de vraag wat dit beleid betekent voor de mensen in zijn stad of dorp, en neemt hier zonodig zelfstandig positie in.’ Hij markeert ook helder ‘wat in
de gemeente het gegarandeerde minimum aan voorzieningen, inkomen en huisvesting is waar hij voor staat. Een minimum dat niet bij elk zuchtje tegenwind ter discussie wordt gesteld.’ Afgegleden CLB-voorzitter Leen Verbeek noemde het verschijnen van het boekje ‘een moment om trots op te zijn’. De brochure zou volgens hem ‘leidend moeten zijn voor sociaaldemocraten in deze periode van transitie van de verzorgingsstaat naar de verzorgingsstad. Ik vind dat wij als PvdA’ers de randen van het mogelijke moeten opzoeken, mensen als Wibaut deden dat ook.’ PvdA-voorzitter Hans Spekman, die het eerste exemplaar kreeg, zei dat De politiek terug in de lokale politiek vol mooie lokale initiatieven staat en laat zien hoe PvdA’ers hun verantwoordelijkheid op lokaal niveau nemen. ‘We zijn afgegleden naar een samenleving waarin mensen
eisen stellen in plaats van dat ze zich afvragen wat ze echt nodig hebben.’ Spekman vindt dat we ons als PvdA’ers ‘niet te snel moeten overgeven aan wat de VNG wil, maar onze eigen lijn moeten trekken. Durf ook goede ideeën te jatten van elkaar. Zo brengen we ook lokaal de PvdAkleur weer terug’. Spekman vindt het een goede suggestie van WBS/CLB om als het even kan te stoppen met voor burgers ongrijpbare stichtingen en NV’s en in plaats daarvan weer terug te gaan naar ‘oude’ vormen als de vereniging en de corporatie. Menno Hurenkamp vroeg zich na het betoog van Spekman af of We zijn verdomme de VNG niet misschien wel een betere titel voor het boekje was geweest. Radicale democratisering Minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken), die ook een exemplaar in ontvangst nam, vertelde dat hij de brochure ‘met veel herkenning’ had gelezen. Hij
INTUSSEN OP
vond het tijd voor een ‘radicale democratisering’ waarbij initiatieven van onderop de ruimte krijgen. Als voorbeeld noemde hij bewoners die zelf de speeltuin runnen of energiebesparing aanpakken. ‘Dat soort initiatieven moeten we niet als een bedreiging zien. Het moet weer onderdeel worden van de sociaaldemocratie.’ Plasterk vindt verder dat de (lokale) overheid veel meer stukken openbaar moet maken. Bezorgd toonde hij zich over het verdwijnen van de lokale pers, waardoor de democratische controle minder wordt. Alle leden en buitengewone leden van het CLB hebben de brochure inmiddels per post ontvangen. Een digitale versie staat op www.lokaalbestuur.nl, zie publicaties.
Verzameld door Leonie Wildeman
LOKAAL BESTUUR / DECEMBER 2013 / JANUARI 2014
13
WATERVEILIGHEID CENTRAAL OP CLB-BIJEENKOMST Foto Jan de Roos
Martijn van Dam in discussie met de provincie- en waterschapsbestuurders
Houdt u van woordspelletjes? Dan heb ik nog een mooi woord voor u, waarmee u flink kunt scoren: meerlaagsveiligheidsrisicodenken. Mocht uw tegenspeler een waterschapsbestuurder zijn, dan zal hij of zij u niet verbaasd aankijken, want in de waterschapswereld bestáát dat woord. Ik noteerde het tijdens de discussie over waterveiligheid op de Provincie- en waterschapsmiddag van het CLB, die 30 oktober werd gehouden in de Tweede Kamer. Op de bijeenkomst werd het begrip niet uitgelegd. Voor de meeste aanwezigen, zeker de waterschapsbestuurders, is het immers gesneden koek. Ik googelde even en vond in Waar gaat dat
heen, een nota over waterveiligheid, de volgende toelichting: ‘In de Waterveiligheid is de aandacht verlegd van een éénlaagsveiligheidsprincipe (gericht op preventie), naar een meerlaagsvei-
JAN DE ROOS EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
REACTIES WELKOM Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk maandag 6 januari in ons bezit is, dan kunnen wij het in het februarinummer plaatsen. Alle andere kopij voor dat nummer moet ook op die datum ons bezit zijn. Je kunt je bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, email:
[email protected] De sluitingsdatum voor het maartnummer is maandag 3 februari.
14
ligheidsdenken, waarin naast de primaire actoren zoals ingenieurs en bestuurders ook planologen, hulpverleningsdiensten, burgers en milieu- en andere belangengroeperingen een rol spelen.’ Geen taal waarmee je in 2015 bij de waterschapsverkiezingen kunt aankomen bij de kiezer, lijkt me. Maar waterveiligheid is wel een hot issue. Zeker in de lager gelegen delen van ons land hebben ze er de handen vol aan. Er moeten nog vele honderden kilometers dijken worden verstevigd - alleen bij waterschap Groot Salland bijvoorbeeld al 110 kilometer - en er moet ook nog veel worden gedaan aan waterberging, zo bleek uit een rondje langs de 40 aanwezige provincieen waterschapsvertegenwoordigers. Die waren gekomen om met elkaar en met een vijftal PvdAKamerleden ideeën en ervaringen uit te wisselen.
Lampedusa en Europa Maar eerst stond vicefractievoorzitter Martijn van Dam uitvoerig stil bij actuele politieke kwesties. Dat leverde een heel brede discussie met de provincie- en waterschapsbestuurders op over het kabinetsbeleid, participatie, het ‘gedoe’ in de partij en de komende gemeenteraadsverkiezingen. Waterschappers kijken misschien wat gemakkelijker over de landsgrens omdat water zich daar immers ook niet aan stoort. Vandaar dat werd stilgestaan bij een drama dat zich óók op het water afspeelt: de enorme vluchtelingenstroom naar het Italiaanse eiland Lampedusa. Een tragedie die volgens Tweede Kamerlid Marit Maij niet zo gemakkelijk is op te lossen in Europees verband, al wil eigenlijk iedereen dat. Het woord Europa viel nóg een keer: tot verbazing van de waterschappers wordt
er in Voor een Europa dat werkt, het Europese conceptverkiezingsprogramma van de PvdA, geen aandacht besteed aan water en waterveiligheid, terwijl dit bij uitstek een Europees thema zou moeten zijn. Besloten werd om de opstellers van het programma daarover te benaderen. Water is, merkte Martijn van Dam op, een economische kracht geworden waarmee ons land groot internationaal aanzien geniet. Water kan ook zorgen voor meer banen. De PvdA’ers in de waterschappen willen daarom de beoogde waterveiligheid ook aangrijpen voor het scheppen van banen. Daarmee kan de partij zich profileren, benadrukte Lutz Jacobi, die de discussie leidde. In een andere bijeenkomst op deze dag werd nog doorgepraat over de regionale economie en de arbeidsmarkt.
STUUR ONS JE MOOISTE CAMPAGNEMATERIAAL
CLB-PAMFLET KRIMP EN DE VERKIEZINGEN
In Lokaal Bestuur willen we laten zien welke posters, flyers en ander campagnedrukwerk de PvdAafdelingen hebben gemaakt om de kiezer op 19 maart te verleiden. Hoe origineler en hoe fraaier, hoe meer kans dat je het straks in dit blad terugvindt. Ook leuke foto’s van de campagne, het canvassen, plakken en andere verkiezingsactiviteiten zijn welkom! Maximaal twee items per afdeling. Graag digitaal aanleveren in hoge resolutie. Bestanden boven 6 MB graag via WeTransfer. Stuur je materiaal naar eindredacteur Jan de Roos,
[email protected]. Alvast dank voor je medewerking!
Krimp is aan de orde van de dag. Grote delen van Nederland hebben ermee te maken. Hoe ga je daar als PvdA-politicus mee om? In het pamflet Krimp en de verkiezingen geeft het CLB vijftien concrete tips. Lees ze, want ook bij de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen is het belangrijk een helder standpunt over krimp en de gevolgen te hebben. Het pamflet is inmiddels per e-mail verzonden aan alle fractievoorzitters en afdelingen. Het is ook te downloaden via onze website www.lokaalbestuur.nl, zie publicaties.
reactie Jong Talent
uit de kamer de achterkant
Wat een ontzettend leuk interview van Jan de Roos met jong waterschapstalent Jikke Balkema op de < Oude Glorie achterpagina van de vorige Lokaal Jong Talent > Bestuur. Naar aanleiding van dat interview ging ik meteen associëGesprekken met voormalige PvdA-bestuurders ren. Jikke is AB-lid van hoogheemuit gemeente en provincie over toen en nu, en met JIKKE jonge PvdA’ers over politiek en toekomst. raadschap De Stichtse Rijnlanden. BALKEMA (32) Ze vertelt dat ze, toen ze voor haar werk tijdelijk in Frankrijk verbleef, een brief van de stadsregio Lyon kreeg dat ze in een overstromingsgebied woonde. Ik heb ons eigen bestuur (hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht) onlangs vragen gesteld over het verticaal evacueren bij overstromingen, dit naar aanleiding van het recente proefschrift van Bas Kolen uit Nijmegen. Want evacueren in de Randstad over de weg gaat in chaos eindigen. Hoe wil je immers door al die tunnels rijden, die dan volstaan met water? Verder doordenkend daarover: zou het bij nieuwbouw in laaggelegen gebieden niet zinvol zijn om op de hoogste etage (duidelijk boven NAP) van flatgebouwen een gemeenschappelijke ruimte voor te schrijven, waar de bewoners in nood kunnen bivakkeren? Jikke vertelt in het interview dat de waterschappen nu ook moeten bijdragen aan de financiering van het nieuwe Hoogwaterbescher16 mingsprogramma. Door de bezuinigingen van het Rijk kunnen daarom de waterschapsheffingen snel stijgen. Daar zijn wij als PvdA niet voor. Terecht pleit Jikke voor meer contacten tussen raadsleden en waterschappers. Als we (het CLB?) niets doen, gebeurt er ook niets. Samenwerking in de afvalwaterketen zou een mooi thema kunnen zijn, al kun je je afvragen of raadsleden hier wel zoveel belangstelling voor hebben als de partij blijkens het verkiezingsprogramma van 2012 vindt dat de waterschappen uitvoeringsorganisaties onder het bestuur van de provincie moeten worden. Ik denk dat het goed zou zijn als raadsleden en waterschappers wat meer gaan samenwerken wat betreft de ruimtelijke ordening. Vooral in het laaggelegen westelijk deel van ons land is water nu eenmaal hét ordenend principe. TEKST EN FOTO: JAN DE ROOS
Eigenlijk mag je voor ‘Jong Talent’ niet ouder zijn dan 30. Maar voor de waterschappen maken we een uitzondering. De gemiddelde leeftijd van de PvdA-vertegenwoordigers in deze bestuurslaag is 60 jaar, en dus is het met een kaarsje zoeken naar talentvolle jonge vertegenwoordigers. Jikke Balkema is er zo één. Ze is als 32-jarige veruit de jongste van dit gezelschap, en waarschijnlijk zelfs de jongste waterschapsbestuurder van heel Nederland. Jikke is een echte ‘watervrouw’, zo laat haar cv zien. Als adviseur waterbeheer en ruimtelijke ordening bij adviesbureau Tauw houdt ze zich beroepsmatig met water bezig. Daarnaast heeft ze sinds januari 2009 zitting in het Algemeen Bestuur van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. En in haar vrije tijd is ze ook graag op het water te vinden, als lid van roeivereniging Viking. ‘Vroeger ging ik vaak zeilen met mijn ouders. Misschien komt daar die belangstelling wel vandaan. Of water mijn passie is? Dat vind ik zo’n groot woord, ik zou het eerder de rode draad in mijn leven willen noemen.’ Boven NAP Jikke woont op de eerste etage van een modern appartement in de Utrechtse wijk Hoograven. ‘Toen ik hier vier jaar geleden kwam wonen, heb ik wel even gekeken hoeveel ik boven NAP zit’, lacht ze. ‘Ongeveer een meter, dus ik hoef me geen zorgen te maken. Maar het zijn toch dingen die me opvallen. Vorig jaar was ik voor mijn werk een paar maanden in Frankrijk gedetacheerd bij de stadsregio Grand Lyon. Toen ik daar woonruimte huurde, kreeg ik een briefje met de mededeling ‘U woont in een overstromingsgebied’. Omdat ik vier hoog ging wonen, kon ik me sowieso safe voelen, maar ik heb wel genoten van dat briefje. Het maakt je bewust van de aanwezigheid van het water. In Nederland zouden mensen die een huis huren of kopen ook zo’n briefje moeten krijgen. Al is het maar voor het bewustzijn. Want als het in ons land mis gaat, zijn de gevolgen niet te overzien. Zeker voor de Randstad. Eigenlijk zou er wel wat voor te zeggen zijn om met z’n allen te gaan wonen in het oosten van het land. Dat zou vanuit het oogpunt van duurzaamheid en veiligheid veel beter zijn. Maar ja, dat is natuurlijk heel moeilijk te realiseren. Je kunt bijvoorbeeld de haven van Rotterdam niet naar de Veluwe verplaatsen.’ Tijdens haar studie fysische geografie aan de Universiteit Utrecht koos Jikke als specialisatie waterbeheer. Sinds vijf jaar is ze als adviseur en beleidsmedewerker bij Tauw betrokken bij projecten op de grens van water, ruimte en watergovernance. Ze doet werk voor lokale, regionale en landelijke overheden. ‘Ik zit ook af en toe in het buitenland. Afgelopen voorjaar bijvoorbeeld in Sofia, in het kader van een Europees project over water in de stad. Dat is een onderwerp waar we ons als PvdAfractie ook voor inzetten: het recreatief medegebruik van water, zoals een wandelpad over een dijk of natuurvriendelijke oevers. In Sofia kregen we een rondleiding bij een opgeknapte ‘rivier’: het water wordt door een diepe betonnen bak door de stad heen geleid. Technisch waarschijnlijk een prima oplossing. Maar misschien had er met iets meer inspanning wel iets veel mooiers van gemaakt
kunnen worden. Door kennis uit te wisselen en voorbeelden te laten zien, proberen we elkaar verder te helpen.’ Sterkste schouders Zes jaar geleden sloot Jikke zich aan bij de PvdA. ‘Ik kom niet uit een echt rood nest maar voel me wel aangetrokken tot de gedachte dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Toen de lijsten voor de waterschapsverkiezingen moesten worden vastgesteld, heb ik me kandidaat gesteld. Ik kwam als tweede op de lijst en behaalde ruim 3100 voorkeurstemmen. Het feit dat ik jong en vrouw ben, zal daarbij wel een rol gespeeld hebben.’ De PvdA-fractie bestaat naast Jikke uit Jan Reerink en Riet van der Nat. Reerink trad een half jaar geleden uit het Dagelijks Bestuur. Er was in die periode
veel onrust na een kritisch onderzoeksrapport. Aanleiding voor het onderzoek waren aanzienlijke kostenoverschrijdingen bij grote projecten, overigens niet in Jans portefeuille. Het bestuur was niet voldoende ‘in control’. ‘Sindsdien zitten we in de oppositie. Jammer natuurlijk, maar de huidige coalitie heeft ons nodig om een meerderheid te halen, dus we hebben wel invloed. Financiën is op het ogenblik hét thema. Mensen beseffen vaak niet hoeveel geld het kost om droge voeten en schoon water te houden. Er moeten forse investeringen worden gedaan. Tot voor kort werd het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma door het Rijk gefinancierd maar nu moeten ook de waterschappen daaraan meebetalen. Grote investeringen zijn noodzakelijk maar je wilt natuurlijk niet dat de waterschapsbelasting de hoogte in schiet. Voor ons als PvdA is dat een belangrijk punt. Daarnaast maken we ons sterk voor typische PvdAonderwerpen als water in de stad, maar ook voor duurzame en innovatieve oplossingen. Bijvoorbeeld het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater.’ Politieker geworden Doordat het oude personenstelsel in 2008 plaats maakte voor een lijstenstelsel, veranderden de waterschappen. ‘Ze zijn politieker en daardoor dynamischer geworden, en de controle is toegenomen. Dat vind ik winst. Natuurlijk is het bij de waterschappen niet zo politiek als bij de
gemeente. Dat komt doordat waterschappen vooral beheers- en uitvoeringsorganisaties zijn. Bij waterschappen zijn de keuzes ook beperkter. Je móet gewoon goede rioolwaterzuiveringsinstallaties en veilige dijken hebben, daar kun je niet onderuit. Het zijn randvoorwaarden voor het bestaan van Nederland. Goed waterbeheer is zó belangrijk, dat daar eigenlijk niet op beknibbeld kan worden. Elk waterschap haalt via eigen belastingen zijn geld op bij de burger. Daardoor is er altijd budget voor (alle aspecten van) waterbeheer en wordt dit niet afgewogen tegen andere belangen. Dat is een grote meerwaarde van de waterschappen als aparte bestuurslaag. Ik geloof niet dat het allemaal effectiever zou gaan als je de waterschapstaken elders onderbrengt.’ De waterschappen bestuurlijk onthoofden om zo de bestuurlijke drukte tegen te gaan? ‘Dat is me te populistisch. Er komt bij de waterschapsverkiezingen geen kip naar de stembus, hoor je zeggen. Inderdaad is de opkomst maar zo’n 20 procent. Maar als dat het argument is, zou je de verkiezingen voor Europa ook wel kunnen afschaffen.’
Stoffig imago Voorlopig telt Jikke de zegeningen die het (voort)bestaan van de waterschappen oplevert. ‘Veel landen zijn jaloers dat wij het hier zo goed geregeld hebben.’ Hoeft er dan helemaal niets te veranderen? ‘Het CLBwaternetwerk draagt bij aan goede contacten tussen de waterschapsbestuurders, maar de contacten met de andere bestuurslagen kunnen beter. Raadsleden zijn van harte welkom om eens een kijkje bij ons waterschap te komen nemen.’ Waterschapsbesturen mogen van Jikke best wat kleiner worden. ‘De waterschappen zijn eigenlijk onzichtbaar, behalve tijdens hoogwater. En onbekend maakt vaak onbemind. Overstromingen, zoals dit voorjaar in grote delen van Duitsland, zetten alles weer op scherp. Er kan nog veel meer worden gedaan aan educatie, het betrekken van de jeugd bij de waterschappen. Tegenwoordig hebben alle waterschappen een jeugddijkgraaf. Dat is hartstikke leuk en waardevol. En ja, er mogen van mij zeker meer jongeren en vrouwen in de waterschapsbesturen. Nu bestaan ze vooral uit oudere mannen. Het zegt niks over de kwaliteit van de bestuurders, maar een gemiddelde leeftijd van 60 is echt te hoog. Als er meer vrouwen en jongeren meedoen komen de waterschappen misschien ook een beetje van dat stoffige imago af.’ Jikke Anna Balkema Geboren op 27 maart 1981 te Arnhem Opleiding: Montessorischool in Wageningen, Dorenweerd College in Doorwerth. Fysische geografie Universiteit Utrecht (1999-2006, doctoraal) Werk: projectmedewerker Rijkswaterstaat (2006-2007), Trainee DG Landbouw Europese Commissie Brussel (2008), Adviseur waterbeheer en ruimtelijke ordening bij Adviesbureau Tauw (2007-heden). Politiek: lid Algemeen Bestuur hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (2009-heden)
Reinie Kaas duo-AB-lid hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht
JA, IK BEN BEKEERD Op 8 november jl. was er in Nijmegen-Lent een bijeenkomst van de CLB-waterschapsbestuurders met partijvoorzitter Hans Spekman. Leny van Vliet-Smit, fractievoorzitter hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) vertelde daar het volgende: Voorafgaand aan de verkiezingen van 2008 gaf ik een interview in Lokaal Bestuur (32e jaargang nr. 10). Ik had toen als opvatting dat de waterschappen niet zouden hoeven blijven bestaan. Ik was het van harte eens met de partijopvatting dat de waterschappen best bij een van de andere overheden zouden kunnen worden ondergebracht. De gemeente Amsterdam had toch ook heel lang haar eigen waterschapstaken behartigd. Ik had destijds (in de jaren ’90) een grote bijdrage geleverd aan de totstandkoming van AGV en het oprichten van één integrale uitvoeringsorganisatie voor de rioleringstaken van de gemeente samen met de taken van het waterschap. Maar zolang de waterschappen nog bestonden, moesten de taken goed worden uitgevoerd, vond ik in 2008. Ik heb de hele discussie over het opheffen van de waterschappen nauwlettend gevolgd. Mijn grootste punt van kritiek op alle bestuurlijke plannen, met name op het niveau van het Rijk en de Tweede Kamer, is dat er nooit gesproken is (en wordt) over de inhoud van het werk, maar alleen maar over de bestuurlijke plaatjes. En over de inhoud maak ik mij steeds meer zorgen. De bescherming tegen wateroverlast, het behoud van de droge voeten tot dieptes van -7m. NAP, wordt kennelijk zó vanzelfsprekend gevonden dat men niet meer beseft dat daarvoor grote inspanningen moeten worden verricht met grote financiële consequenties. Ditzelfde geldt voor het bevorderen c.q. het behoud van een goede waterkwaliteit. Het gegeven dat de waterschappen als apolitiek worden ervaren, als iets puur technisch dat ‘vanzelf’ wel goed gaat, doet groot onrecht aan de primaire taak van de waterschappen. Anderzijds is het gemak waarmee het Rijk de waterschappen opzadelde met de kosten van het Hoogwaterbeschermingsprogramma, typerend voor de houding van het Rijk. ‘De kosten leggen wij elders neer, die waterschappen hebben toch geld genoeg, maar zelf willen we natuurlijk wel de zeggenschap houden. En, waterschappen, denk erom, de tarieven mogen niet teveel omhoog!’ Tegelijkertijd dreigde een ander ministerie, niet gehinderd door enig besef wat deze lastenverzwaring voor de waterschappen betekent, dat het aandeel van de waterschappen in het EMU-saldo streng gelimiteerd moet worden. Er is heel wat lobbywerk voor nodig geweest om de Wet op de Houdbare Overheidsfinanciën op een acceptabele wijze te laten doorgaan. De gevolgen van dit onbeargumenteerde kortzichtige rijksbeleid kunnen gigantisch zijn. Als wij niet meer in staat zijn om de zorg voor de dijken te waarborgen en de gevolgen van hevige regenval op te vangen, kunnen wij over een paar jaar ook voor Nederland berichten op CNN verwachten over dijkdoorbraken en overstromingen, met alle gevolgen van dien. Daar kan geen innovatietechnologie tegenop! Wij voeren in de partij al lang een discussie over het opheffen van de Eerste Kamer. Het standpunt van de voorstanders is altijd geweest: we heffen hem op, maar zolang hij nog bestaat zullen wij daarin ons partijtje meeblazen. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de waterschappen, juist de PvdA behartigt het algemeen maatschappelijk belang, tegen alle boerenlobby’s in. Overigens: niet voor niets heeft het PvdA-congres in 2012 de zinsnede over het opheffen van de waterschappen in het verkiezingsprogramma geschrapt. Mijn afdeling, Amsterdam/Binnenstad, heeft voor schrappen gestemd.
Foto Jan de Roos
TON LANGENHUYZEN BELEIDSMEDEWERKER TWEEDE KAMERFRACTIE TEL. 070-3182792,
[email protected]
MANTELZORG / VRIJWILLIGERSWERK
O
nlangs sprak Grace Tanamal in een algemeen overleg met staatssecretaris Van Rijn van VWS over mantelzorg. Zoals bekend gaat er veel veranderen in de langdurige zorg. Het kabinet zet in op meer betrokkenheid voor elkaar en meer samenredzaamheid. Dit zal ook invloed hebben op mantelzorgers, de inzet van vrijwilligers en op de verbindingen tussen formele en informele zorg. Tanamal wees er op dat noodzakelijk is om mantelzorgers te ondersteunen zodat zij arbeid, zorg en gezin kunnen combineren. Hoewel zij in grote lijnen tevreden was met de inzet van de staatssecretaris, brak zij een lans voor met name de jonge mantelzorgers. Er zijn in Nederland kinderen en jongeren die achter de voordeur heel veel zorg en ondersteuning geven aan een ziek familielid of een familielid met een beperking of verslavingsprobleem. Dat dit ingrijpende gevolgen in het leven van deze jonge mensen heeft is duidelijk. Voor hen dreigt schoolverzuim, een te zware psychische belasting of gewoon het gevaar dat je als kind niet de dingen kunnen doen die je als kind normaal doet. Tanamal stelde een aantal punten voor om deze jonge mantelzorgers beter te ondersteunen. Te beginnen met het punt dat jonge mantelzorgers bij het keukentafelgesprek in de WMO betrokken worden. Via die gesprekken wordt bekeken wat er aan zorg en ondersteuning nodig is voor iemand thuis. In het gesprek moet ook de jonge mantelzorger aanschuiven en daarbij moet aandacht zijn voor de effecten van het mantelzorgen op de jongere. Daarnaast gaat het om het geven van bekendheid, begrip en erkenning voor wat zij doen. Daarmee kunnen bijvoorbeeld scholen of huisartsen vroegtijdig problemen signaleren of schoolverzuim en achterstand voorkomen. Gemeenten moeten daarvoor actief jonge mantelzorgers in hun gemeente benaderen en inlichten. Daarnaast zouden gemeenten jonge mantelzorgers met elkaar in contact moeten brengen door lotgenotengroepen op te starten. Tenslotte is het van belang dat de jonge mantelzorger af en toe ontlast moet kunnen worden, zodat ook zij kind kunnen zijn. De meeste van deze punten moeten worden uitgevoerd door de gemeente. Tanamal wil van de staatssecretaris weten hoe hij gemeenten kan stimuleren om meer aandacht voor deze groep te realiseren. De staatssecretaris zegde toe dat hij zich ging inzetten bij de VNG zodat de positie van jonge mantelzorgers standaard wordt betrokken bij de gemeentelijke beleidsvorming.
GRONDPOLITIEK GEMEENTEN
D
oor de economische crisis van de afgelopen jaren is ook de woningmarkt verslechterd. Veel gemeenten die grond hadden gekocht in de hoop daar woningen op te kunnen bouwen, komen er nu achter dat de uitgaven die zij gedaan hebben, te hoog zijn gebleken. Het gevolg is dat de dure grond onbebouwd blijft en de betreffende gemeenten in totaal miljarden euro’s verlies oplevert. Dat bedrag wordt niet vanuit het Rijk aangevuld en moet dus door de gemeente zelf opgevangen worden. Gemeenten in financiële problemen kunnen als zij daarvoor nog de ruimte hebben de ozb verhogen of bezuinigingen doorvoeren. In beide gevallen zijn de inwoners de dupe. Albert de Vries heeft in een algemeen overleg met de minister van Infrastructuur en Milieu gevraagd mee te denken met oplossingen die de getroffen gemeenten kunnen helpen om de druk enigszins te verlichten, zodat daarmee draconische bezuinigingen beperkt kunnen worden. De Vries gaf de minister alvast wat ideeën mee. Die heeft hij ook in schriftelijke kamervragen voorgelegd. Zo wil hij van de minister van Infrastructuur en Milieu en de minister van BZK weten of zij bereid zijn om gemeenten met een relatief zeer hoge afschrijvingstaakstelling meer ruimte te geven om de problemen op te lossen? De Vries wil gemeenten meer tijd geven voor het afschrijven van de te hoge boekwaarden, hen toestaan om aandelen in energiebedrijven die nu voor een te laag bedrag op de balans staan op te waarderen en de mogelijkheid bieden om bij andere overheden leningen af te sluiten om daarmee de rentelasten te kunnen beperken. Verder wil De Vries weten of provincies gemeenten te hulp mogen schieten bij het afschrijven op hun grondposities in een periode langer dan vier jaar. De antwoorden op deze vragen volgen later. Maar het lijkt er niet op dat de minister tegemoet gaat komen aan de wensen van De Vries. Samen met de SP diende hij een motie in waarin de regering werd verzocht “oplossingen aan te dragen die gemeenten in staat stellen de ontstane problemen het hoofd te bieden op een manier die de burger zo veel mogelijk ontziet”. Minister Schultz van Haegen ontraadde deze motie. “Het is aan gemeenten om te bepalen hoe zij eventuele verliezen in hun grondbedrijf willen opvangen”.
Ik ben van Saulus tot Paulus geworden. Ja, ik ben bekeerd. Leny van Vliet-Smit fractievoorzitter Amstel, Gooi en Vecht
LOKAAL BESTUUR / DECEMBER 2013 / JANUARI 2014
15
de achterkant
< Oude Glorie Jong Talent > Gesprekken met voormalige PvdA-bestuurders uit gemeente en provincie over toen en nu, en met jonge PvdA’ers over politiek en toekomst. TEKST EN FOTO: JAN DE ROOS
Het is woensdag 13 november, half drie ’s middags. Leeuwarden koestert zich in een najaarszonnetje. Vandaag is het D-Day voor de PvdA. Ruim 86.000 Liwwadders mogen hun stem uitbrengen in verband met een gemeentelijke herindeling, maar van verkiezingskoorts is niets te merken. Op het Gouverneursplein, vlakbij het stadhuis, kun je een kanon afschieten. Met Britt Hendrix, de nummer zeven op de PvdA-kandidatenlijst, ga ik naar het stembureau. Het is stil in het stemlokaal, er is maar één andere kiezer op dat moment. Britt is gisteren 18 jaar geworden, en dus mag ze voor het eerst stemmen. ‘Ik heb nog even geïnformeerd hoe het er precies aan toegaat, want eerlijk gezegd wist ik dat niet. Ik dacht dat er een gordijntje voor het stemhokje hing, maar dat blijkt dus niet het geval.’ Als het biljet in de bus is verdwenen, vraag ik of ze op zichzelf gestemd heeft. ‘Nee hoor, mijn stem is naar Hein de Haan gegaan, de nummer acht op onze lijst. We hebben afgesproken dat we op elkaar zouden stemmen. Ik heb ook geen campagne voor mezelf gevoerd, dat vind ik niet sociaal.’ Niet je afkomst maar je toekomst Het is tijd voor een late lunch. We strijken neer op een terras. Na een paar minuten duikt Henk Deinum op, de lijsttrekker. ‘Heb jij al gestemd, Henk?’ ‘Ja, op jou’. Britt glundert. Op weg naar het partijpand aan de Eewal checkt ze haar telefoon. ‘Allemaal berichten van mensen die op me gestemd hebben. Ook van het vriendje dat ik had toen ik twaalf was.’ Lachend: ‘Van mijn huidige vriend weet ik het nog niet. Hij is bij de VVD actief in de campagne!’ We arriveren in het verlaten partijkantoortje. Overal liggen flyers en verkiezingsmagazines. Aan de wand een imposante poster van ‘Henk werkt.’ Op tafel staat tussen al het rode verkiezingsmateriaal een leeggedronken jusflesje van de VVD met de tekst ‘Goedemorgen! Vergeet u niet om vandaag VVD te stemmen?’ Britt: ‘Ja, dat is nou een beetje jammer.’ Ze vertelt hoe haar belangstelling voor politiek is ontstaan. ‘Mijn vader was directeur van een asielzoekerscentrum in Sneek. Je zag daar gezinnen met kinderen uit een heel andere leefomgeving die in mijn ogen onrecht werd aangedaan. Dat heeft mij de ogen geopend. Ik ben politiek actief geworden omdat ik denk dat je als individu wel degelijk het verschil kunt maken. Waarom ik heb gekozen voor de PvdA? Omdat bij ons niet je afkomst maar je toekomst telt. Gelijke kansen voor iedereen, spreiding van kennis en macht, een vangnet voor mensen die het niet redden, dat zijn ideeën die me aanspreken. Ik was vijftien toen ik naar Den Haag ben afgereisd naar een congres van de Jonge Socialisten. De JS is een perfecte leerschool, een opleiding voor jongeren die politiek actief willen worden. In 2012 ben ik vicevoorzitter van de JS Fryslân geworden, sinds kort ben ik voorzitter.’ Britt komt niet uit het bekende ‘rode nest’. ‘Mijn vader stemt VVD, mijn moeder, een juriste, is van het CDA. Ik woon samen met mijn jongere zus nog thuis bij mijn moeder. Begin volgend jaar wil
16
BRITT HENDRIX (18)
ik op mezelf gaan wonen, de afgelopen tijd was het door alle campagnedrukte gewoon te druk om te gaan verhuizen. Ik merk wel dat mijn moeder de laatste tijd meer naar de PvdA neigt. Ze heeft vandaag ook op me gestemd hoor.’ Als ik later op de uitslagenavond Britts moeder vraag of dat klopt, bevestigt ze dat. ‘We hebben thuis regelmatig een groep JS’ers te logeren. Geweldig leuke mensen zijn dat, ik vind het altijd heerlijk om een ontbijt voor ze te maken.’ Opkomen voor jongeren Over de vraag waarom ze eigenlijk in de gemeenteraad wil, hoeft Britt geen seconde na te denken. ‘De gemiddelde leeftijd van de raadsleden ligt nu op 53 jaar. We hebben in Leeuwarden meer
Britt voor het eerst naar de stembus.
dan 20.000 jongeren in het mbo, hbo en vwo. Die groep wordt niet vertegenwoordigd. Ik vind dat dat niet kan en wil graag een aanspreekpunt voor hen zijn.’ Daarnaast wil Britt opkomen voor de positie van prostituees. ‘Die vrouwen worden onmenselijk behandeld, en ik vind dat de gemeente daar te weinig tegen doet.’ Verder wil ze zich inzetten voor goede voorzieningen, waaronder busverbindingen, voor de negen dorpen die nu bij Leeuwarden komen. ‘Er moet niet worden bezuinigd op het wijk- en dorpsbeleid’. Trots is ze op het feit dat, mede door de inspanningen van de PvdA, Leeuwarden in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa wordt. ‘Wij zijn als PvdA hier de enige echte lokale partij. De afgelopen periode hebben we goed gepresteerd. Zo is er een bonus ingevoerd voor werkgevers die werkloze jongeren aannemen. Onze wethouder Andries Ekhart voert een prima armoedebeleid.’ Leukste campagnemoment Op de campagne kijkt ze met veel plezier terug. ‘We hebben een half jaar met een hele groep vrijwilligers heel hard gewerkt. Ik heb erg veel opgestoken van de gesprekken met mensen op straat. Maar ik ben ook drie keer ‘achtervolgd’ door PowNews. Rutger Castricum vroeg me om ‘sensueel in de camera
te kijken.’ Een andere keer zoomden ze in op mijn panty met strikje en vroegen me of ik ‘wel vaker netpanty’s of latexjurkjes draag’. Ik heb geprobeerd het over de politiek te hebben en te vertellen waar we mee bezig zijn, maar daar hebben ze natuurlijk geen belangstelling voor. Er kwam ook commentaar van het CDA, die zeiden ‘Een kind van 17 hoort toch niet op de lijst?’ Ik kreeg veel aandacht in de lokale pers, daar hebben ze nog een formeel protest tegen ingediend.’ Het leukste campagnemoment? ‘Dat was gisteren, toen ik jarig was. Dat hebben we gevierd hier op het partijkantoor. Er werd een grote taart bezorgd en iedereen heeft keihard voor me gezongen. Al die vrijwilligers die zich dag en nacht inzetten, zijn mijn boegbeelden. Zij geven me enorm veel energie, ik heb de hele dag geknald. We hebben ook een keer een polonaise gedaan. Politiek hoeft toch niet altijd zo serieus te zijn?’ Op de schouders Op de vraag ‘Ik wil nog eens naar…’ antwoordt Britt in de speciale PvdAverkiezingskrant: ‘Prinsjesdag in de Grote Kerk in Den Haag. Leuk hoedje op…’ Mijn vraag of dat wellicht duidt op belangstelling voor de landspolitiek, beantwoordt ze ontkennend. ‘Nee hoor, ik wil me de komende periode gewoon met Leeuwarden bezighouden. Ik vind het moeilijker om verder te kijken dan de komende vier jaar. Ik ben nu eerstejaars bestuurskunde en overheidsmanagement aan de Thorbecke Academie. Het zal nog een hele toer worden om dat te combineren met mijn raadslidmaatschap. Misschien wil ik in de toekomst wel iets over de grens gaan doen, bij voorbeeld bij Amnesty of bij de VN. Ik interesseer me erg voor het Midden-Oosten, met name voor de positie van vrouwen daar. Maar eerst maar eens hier in Leeuwarden aan de slag!’ ’s Avonds kijken we in het Stadskantoor naar de uitslagen en zien dat de PvdA twaalf zetels heeft behaald, een winst van één. Britt is gekozen en gaat op de schouders. Een dag later blijkt dat 354 Liwwadders haar hokje op het stembiljet hebben roodgekleurd. Op 2 januari 2014 wordt ze als jongste raadslid van Nederland geïnstalleerd.
Britt Liwi Augusta Quirina Hendrix Geboren op 12 november 1995 in Zoetermeer Opleiding: HAVO CSG Comenius Mariënburg (2011-2012), volwassenenonderwijs aan het Friesland College (2012-2013) , sinds september 2013 student bestuurskunde en overheidsmanagement aan de Thorbecke Academie in Leeuwarden. Politiek: lid JS sinds 2010, vicevoorzitter JS Fryslân sinds 2012, voorzitter sinds 2013. Raadslid Leeuwarden vanaf 2 januari 2014. Hobby’s: hardlopen, kickboksen, lezen. Twitter: @_BrittHendrix