Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A, B, C

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A, B, C Vak: Engels

Thema 14: Games and the internet Vak

Engels

Thema 14

Games and the Internet

Overkoepelend doel

De leerling leert een kort gesprek te voeren in standaardzinnen, over internet en spelletjes.

Les / task

Lesdoel (in waarneembaar leerlinggedrag, zie doelenlijst Do you have internet? Do you have e-mail? Yes, I do Are you on facebook? Yes, I am

1 Taak 1 Taak 2 Taak 3

Bron Lesdoel Voor de leerling Taak 1:

VSO Kerndoelen Engels: KD 1, 2, 3

- Luisteren naar de leraar die iets vertelt over haar hoe ze internet gebruikt mbv een standaardzin

Vertel iets over hoe ze internet gebruikt mbv een standaardzin: eerst in het Nederlands, daarna in het Engels.

Taak 2:

Do you have internet? Do you have e-mail? Yes, I do

- Opdracht: voer in tweetallen een klein gesprekje mbv 2 standaardzinnen; vraag en antwoord.

Leerroute A: 3 taaltaken per les (van max. 15 minuten) Leerroute B: 2 taaltaken per les Leerroute C: 1 taaltaak per les

Lessuggesties Voor de leraar Bij taak 1:

Schrijf de zinnen op het (white-)bord.

Taak 3:

Vraag enkele leerlingen

Opdracht: lees 2 standaardzinnen;

Do you have internet? Do you have e-mail? Yes, I do

Zoek de Verdwenen Woorden in de standaardzinnen. Oefen de standaardzinnen in wrts.

Bij taak 2: Vraag leerlingen te vragen en te antwoorden: Geef instructie en doe voor, hoe je een kort

VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep

1

Vak

Engels

Thema 14


Overkoepelend doel


Les / task

Lesdoel (in waarneembaar leerlinggedrag, zie doelenlijst

Bron Lesdoel Voor de leerling

Lessuggesties Voor de leraar gesprekje kan starten. NB ze mogen zeggen: I have .. of I've got ... Is allebei correct. Bij taak 3: Veeg woorden weg uit de standaardzinnen op het bord. Zet ze eronder. Lees de zinnen voor aan de klas. Geef opdracht om de zinnen (individueel) te lezen en de verdwenen woorden op de goede plek te zetten. Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage) 1


. Uitbreiding van vorige les met nieuwe standaardzinnen: Are you on facebook? Yes, I am No, I'm not Is your grandma on facebook?

1

Taak 4:

Bij taak 4:

- Luisteren naar de leraar die vertelt over haar facebook pagina mbv een standaardzin: Are you on facebook? Yes, I am No, I'm not Is your grandma on facebook? Yes, she is

De leraar toont haar facebookpagina op het (white)board. Leraar zegt: Are you on facebook? Yes, I am No, I'm not Is your grandma on facebook? Yes, she is

Standaardoefeningen, voor uitleg zie bijlage: Flashcards groepswerk 1, Flashcards groepswerk 2, Flashcards individueel, Flashcards tweetallen,Verdwenen woorden, Verloren woorden, Sorteren, Odd one out, Find the mistake, Jumbled letters, Jumbled words, Jigsaw, Zinnenfabriek


2

Vak

Engels

Thema 14


Overkoepelend doel


Les / task

Lesdoel (in waarneembaar leerlinggedrag, zie doelenlijst Yes, she is No, she's not

Bron Lesdoel Voor de leerling No, she's not - Opdracht: Vraag en antwoord mbv een standaardzin. Taak 5: - Opdracht: voer in tweetallen een klein gesprekje mbv 2 standaardzinnen; vraag en antwoord. Taak 6: Opdracht: lees 2 standaardzinnen; zoek de verdwenen woorden in de standaardzinnen. Zoek de verloren woorden in de standaardzinnen Oefen de standaardzinnen in wrts.

Lessuggesties Voor de leraar No, she's not Demonstreer (lees de zinnen voor) Schrijf de zinnen op het (white-)bord Bij taak 5: Laat ze vragen; Are you on facebook? Yes, I am No, I'm not Is your grandma on facebook Yes, she is No, she's not Tips: kan met kaartjes (spiekbriefje) waarop ze het zinnetje hebben geschreven Geef instructie en doe voor, hoe je een kort gesprekje kan starten. Bij taak 6: Zie taak 3. Verloren woorden Schrijf alle standaardzinnen tot nu toe op het bord, maar laat woorden weg. Laat leerlingen samen de verloren woorden


3

Vak

Engels

Thema 14


Overkoepelend doel


Les / task



Lessuggesties Voor de leraar bedenken en invullen Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage)


Taak 7 - Luisteren naar de leraar die iets vertelt over wanneer je internet gebruikt When do you use the internet?

Uitbreiding met nieuwe zinnen: When do you use the internet?

Taak 8: Opdracht: voer in tweetallen een klein gesprekje mbv 2 standaardzinnen; vraag en antwoord - When do you use the internet? Taak 9: Hoe wordt internet het meest door jullie gebruikt?

Bij taak 7: When do you use the internet? to buy something to book a trip to find something to watch a film enz vraag leerlingen waar ze het voor gebruiken, eerst in t Ned dan in t Engels Schrijf de zinnen op het (white-)bord Bij taak 8: Vraag een leerling when do you use the internet? Laat ze in tweetallen vragen en antwoorden. Geef instructie en doe voor, hoe je een kort gesprekje kan starten. Bij taak 9:

Oefen de standaardzinnen in wrts.


4

Maak een overzicht op het whiteboard met 2 kolommen links de namen, rechts ways to use internet. Welke manier wordt het meest door de

Vak

Engels

Thema 14


Overkoepelend doel


Les / task



Lessuggesties Voor de leraar groep gebruikt? Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage)


. Uitbreiding met nieuwe zinnen: Should you give your address/phone number on the internet? No, better not. Don't put your address on the internet

Taak 10 - Luisteren naar de leraar die 3 dingen die je wel en niet moet doen op internet mbv een standaardzin. Should you give your address/phone number on the internet? No, better not. Don't put your address on the internet Taak 11: Opdracht: voer in tweetallen een klein gesprekje mbv 2 standaardzinnen; vraag en antwoord - Vraag Should you.. Antwoord: no, don't .. Taak 12:


5

Bij taak 10: Zeg: Should you give your address/phone number on the internet? No, better not. Don't put your address on the internet Don't put your phone number on the internet Schrijf de zinnen op het (white-)bord. Zijn er nog meer dingen die je niet moet doen op internet? Vraag leerlingen, bijv: niet je emailadres opgeven op websites , Zeg het in het Engels: don't write your email address on websites don't do things people ask you to do if you don't want to don't believe everything on the internet don't believe everybody on the internet

De leraar vraagt je twee dingen die je niet moet doen op internet.

Bij taak 11:


Vraag een leerling should you…? Laat ze in

Vak

Engels

Thema 14


Overkoepelend doel


Les / task



Lessuggesties Voor de leraar tweetallen vragen en antwoorden. Geef instructie en doe voor, hoe je een kort gesprekje kan starten. Doe net of je het niet verstaat en zeg: Pardon? Doe net of je het niet verstaat en zeg: Can your repeat that? Bij taak 12: Vraag 5 leerlingen 2 dingen die je niet moet doen op internet Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage)


Taak 13 - Luisteren naar de leraar vertelt wat soms fout gaat op internet mbv een standaardzin: Sometimes people on internet are not telling the truth.

Sometimes people on internet are not telling the truth.

Taak14: - op het bord staat wat mis kan gaan op internet Schrijf de zinnen op.


6

Bij taak 13: Vertel: . Sometimes people on internet are not telling the truth. They say they are young when they are old. They say they are a girl when they are a boy. Bij taak 14: Laat leerlingen vertellen wat er volgens hen nog meer mis kan zijn op internet, en noteer het in het Engels. (max drie dingen)

Vak

Engels

Thema 14


Overkoepelend doel


Les / task



Lessuggesties Voor de leraar Schrijf het op in het Ned en in het Engels.

Taak 15: Beantwoord de vragen van de leraar Oefen de standaardzinnen in wrts.

Bij taak 15: Quiz: herhaal de do's and don'ts en de dingen die mis zijn met internet. Zeg onderstaande zinnen snel en laat leerlingen Yes of No beantwoorden: They say they are young when they are old. They say they are a girl when they are a boy. write your email address on websites don't do things people ask you to do if you don't want to believe everything on the internet don't believe everybody on the internet Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage)


Taak 16 - Luisteren naar de leraar die de standaardzinnen van dit thema zegt. Aanwijzen op een lijst zinnen op het bord welke zin hij zegt

Do you have internet? Do you have e-mail? Are you on facebook? When do you use the internet?


7

Bij taak 16: Leraar leest de zinnen door elkaar voor. Niet elke zin die hij voorleest staat op het bord.

Vak

Engels

Thema 14


Overkoepelend doel


Les / task

Lesdoel (in waarneembaar leerlinggedrag, zie doelenlijst Should you give your address/phone number on the internet? No, better not. Don't put your address on the internet Sometimes people on internet are not telling the truth.

Bron Lesdoel Voor de leerling Taak17: Elke leerling heeft een blad met 5 standaardzinnen. Luister naar de leraar en zet het juiste nummer bij de juiste zin.

zoek de verdwenen woorden in de standaardzinnen.

Klein assessment: De leerling kan een eenvoudig gesprek voeren waarbij hij vertelt wat je wel en niet moet doen op internet

Maak werkbladen met per werkblad twee standaardzinnen met verdwenen woorden eronder, van alle standaardzinnen tot nu toe. Idem met verloren woorden.

Zoek de verloren woorden in de standaardzinnen

Laat leerlingen individueel zoveel werkbladen maken als ze kunnen.


Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage)

Taak 19 - Zinnen bij elkaar zoeken, de vraag en het antwoord.

Bij taak 19: Leraar zet van alle standaardzinnen de vraag op het bord. De leerlingen moeten het antwoord geven.

Taak 20: De vragen en antwoorden staan op aparte kaartjes. Zoek de vragen en antwoorden bij elkaar


Lees de zinnen op maar niet in de volgorde zoals ze op papier staan. Zeg: number 1: en lees dan de zin. De leerling moet dan de 1 bij de juiste zin zetten.

Bij taak 18: Taak 18: Opdracht: lees 2 standaardzinnen;


Lessuggesties Voor de leraar Bij taak 17:

8

Bij taak 20: Laat leerlingen dit samen doen aan een grote

Vak

Engels

Thema 14


Overkoepelend doel


Les / task



Lessuggesties Voor de leraar tafel.

Taak 21: Zoek nu alleen de vragen en antwoorden bij elkaar

Maak de werkbladen. Oefen de standaardzinnen in wrts.

Bij taak 21: Zet de vragen en antwoorden op een werkblad, 1 kolom vragen en 1 kolom antwoorden (door elkaar). De leerling zoekt ze bij elkaar door ze met een lijn te verbinden. Gebruik opnieuw de werkbladen met verdwenen woorden en verloren woorden. Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningen (bijlage)


9

Bijlage: Standaardoefeningen Online oefenen van chunks in Wrts (nb de standaardzinnen = chunks worden als gehele uitdrukking aangeleerd) In het online gratis woordenschat oefen programma www.wrts.nl moeten de chunks worden ingevoerd. Daarbij de uitspraakoptie aanzetten, zodat de leerling elke chunk kan beluisteren. De leerling kan individueel, op school of thuis, met de chunklijsten in wrts oefenen. De docent kan wrts ook als toets gebruiken. Flashcards Elke chunk op een kaartje met op de achterkant het nederlandse equivalent, als het kan ook een plaatje dat de betekenis illustreert. Dit kunnen kartonnen kaartjes zijn, maar het kan ook digitaal, voordeel is dat de leerling daarmee individueel kan oefenen én de uitspraak kan horen. Voorbeeld van dit soort flashcards(in dit voorbeeld gaat het om Engelsen die Spaans leren, maar het gaat om het principe) Flashcards groepswerk 1: docent toont flashcard, leest de zin en daarna de betekenis. Flashcards groepswerk 2: de docent toont de nederlandse kant, leest de zin, en de leerlingen moeten de Engelse zin zeggen. Flashcards individueel: de leerling heeft een stapeltje flashcards, leest de ene kant en de andere kant hardop. Daarna alleen de nederlandse kant oplezen en de Engelse zelf zeggen. Flashcards tweetallen: beide leerlingen een stapeltje flashcards. De een leest op, de ander luistert. Daarna overhoren ze elkaar: door de nederlandse tekst voor te lezen de Engels zelf te zeggen. Verdwenen woorden Standaardzinnen (minstens 2) waaruit één woord is verwijderd; het woord staat onderaan en moet worden ingevuld op de goede plek. Verloren woorden Standaardzinnen (minstens 2) waaruit één woord is verwijderd; het woord staat nergens, de leerling moet er zelf opkomen en het moet worden ingevuld op de goede plek. Sorteren Om losse woorden te oefenen geeft de docent woorden uit minstens 2 groepen, bijv Family en Clothes en zet dez in een lege tabel met 2 kolommen: Leerlingen krijgen een rij van ongeveer 15 woorden die ze in de juiste kolom moeten sorteren: father, trousers, shirt, sister, shoes, enz Odd one out Docent maakt rijtjes van 3 dingen (woorden of chunks) waarvan er een er niet bij thuishoort. Bijvoorbeeld: Ice cream, apple, tea. VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep

10

Toe, foot, apple Leerlingen moeten zeggen welk woord niet pas en waarom (it's a drink, not food; it's food, not a body part) Find the mistake De docent toont een afbeelding, bijvoorbeeld van een restaurant waar van alles gebeurt. Ze vertelt er dingen bij die niet allemaal kloppen. There are three girls in the restaurant. They eat a snack. Jumbled letters Oefenen met woorden: de docent geeft de (al eerder geoefende) woorden met de letters door elkaar. Leerlingen raden het goede woord. Jumbled words Oefenen met woorden/zinnen: de docent geeft de (al eerder geoefende) zinnen met de woorden door elkaar. Leerlingen raden de goede zin. Jigsaw Docent zoekt setjes flashcards die bij elkaar horen, een vraag en een antwoord. Bijv. Hello! What's your name? My name is.. Elke leerling krijgt een kaartje, een vraag of een antwoord. De vragers moeten gaan lopen om te kijken wie het antwoord op hun vraag heeft. Als ze elkaar gevonden hebben lezen ze/zeggen ze de vraag en het antwoord hardop (voor). Zinnenfabriek Tabel die als spiekbriefje bij het praten kan dienen, omdat hij allemaal goede zinnen oplevert. Bijvoorbeeld: What is

your his her

name?

De docent demonstreert eerst hoe je de tabel gebruikt, door de zinnen te zeggen en woord voor woord aan te wijzen. My His Her

name is

... ... ...

Als leerlingen er aan wennen, kunnen ze het gebruiken als spiekbriefje in een gesprekje.


11

Leerjaar 3: Bewijzenblad voor leerroute A, B, C Vak: Engels Thema 14: Games and the internet De prestatie:

Ik kan een gesprek voeren over internet en spelletjes op internet.

Naam leerling: Datum beoordeling: Beoordeeld door:

Mijn prestatie : (neem hier het verslag op, of ander bewijs) Deze standaardzinnen zijn in thema 14 aan de orde geweest:

Do you have internet? Do you have e-mail? Are you on facebook? When do you use the internet? Should you give your address/phone number on the internet? No, better not. Don't put your address on the internet Sometimes people on internet are not telling the truth.

Totaal beoordeling: (plaats X in juiste vak) G(oed) V(oldoende) M(atig) O(nvoldoende) 4 3 2 1 ++ + --


12

Opdracht 1 De leraar maakt hier een passende opdracht waarin de leerling aan de hand van beoordelingspunten kan laten zien welke vaardigheden hij beheerst.

Opdracht 2 Bewijzenblad invullen Kijk naar de beoordelingspunten die de leraar voor je heeft uitgekozen. Hoe heb je het gedaan? Wat vind je er zelf van? Kruis aan. Je kan kiezen tussen: g = goed v = voldoende m = matig o = onvoldoende


13

Leerling Weten (=Kennis

g

v

Leraar m

Ik kan woorden herkennen en begrijpen die te maken hebben met veilig internetten. Ik kan reageren op vragen over veilig internetten.(mondeling) Ik kan op een werkblad vragen en antwoorden bij elkaar zoeken (schriftelijk) Uitvoeren

Ik kan een gesprek voeren over wat je wel/niet moet doen voor veilig internetten. Ik begrijp informatie over veilig internetten in luisterteksten (luisteren) . Ik begrijp informatie over veilig internetten in (korte) leesteksten. (schriftelijk, lezen). Ik kan een formulier invullen op internet. Werkhouding Ik heb de Engelse themawoorden geoefend (geleerd?) Ik heb samengewerkt met bij het oefenen voor de gesprekken. Het resultaat Ik heb een bewijs ingevuld en op tijd ingeleverd.


14

o

g

v

m

o

Opdracht 3 Eindgesprek Het eindgesprek met mijn leraar is gepland op ______________ (datum) Tijdens het eindgesprek gaat je leraar het bewijzenblad ook invullen en met je bespreken. Hij zal ook met jou bespreken wat je leuk en niet leuk vond en wat erg goed ging en wat minder goed. Uiteindelijk geeft je leraar jou een totaal beoordeling. Deze informatie wordt toegevoegd aan je portfolio.


15

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A, B, C

Recommend Documents