Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 1: Communiceren en sociaal contact onderhouden Praktijkkern e: Vriendschappen en relaties onderhouden Thema 1 Praktijkkern e

Communiceren en sociaal contact onderhouden Vriendschappen en relaties onderhouden

Overkoepelend doel

Ik kan vriendschappen en relaties onderhouden.

Soort les

Lesdoel (in waarneembaar leerlinggedrag)

Bron Lesdoel

De leerling benoemt positieve en minder positieve elementen in een vriendschap

VSO Kerndoelen Leergebiedoverstijgend, kd 9

1. Introles

VOx Sociale competentie: 2. Sociaal gedrag; 2.3. Omgaan met ruzie

Lessuggesties Voor de docent

Voor de leerling In les 11 kun je de positieve eigenschappen van een goede vriend benoemen. Je durft/kunt deze ook tegen hem of haar zeggen.

Bereid de leerlingen voor op les 11. Tijdens deze les moeten ze vrienden ‘beoordelen’. Leg ook de nadruk op het feit dat het meestal zo is dat je niet alles kunt vinden in een 'relatie'. Het is geven en nemen.

2. Doeles

De leerling benoemt een aantal eigen capaciteiten (wat kun je goed) en kenmerken (wat vind je belangrijk) over zichzelf.


Hoe zit je zelf in elkaar? Hoe omschrijf jij jezelf en wat vind je belangrijk in een vriendschap? Kun je vooral goed omgaan met mensen die op je lijken of heb je vrienden die totaal anders zijn?

De leerlingen praten in tweetallen over zichzelf en wat voor type personen zij bestempelen als hun vriend. Iemand die hetzelfde is of iemand die anders is?

3. Infoles

De leerling kan met roddels omgaan (met behulp van eventueel een pestprotocol)


Denk na over de volgende vragen: Hoe ontstaan roddels? Hoe schadelijk zijn roddels? Hoe ga je om met roddels?

Vraag de leerlingen naar hun ervaringen met roddels en hoe zij daarmee zijn omgegaan.

VOx Sociale competentie:

VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep

1

Thema 1 Praktijkkern e


Overkoepelend doel


Soort les


Bron Lesdoel Voor de leerling 2. Sociaal gedrag; 2.3. Omgaan met ruzie

4. Sociale competentieles

De leerling herkent pesten op film en kan aangeven wat voor emoties dit bij hem oproept

VSO Kerndoel Leergebiedoverstijgend kd 8 en 9 VOx Sociale competentie: 2. Sociaal gedrag; 2.3. Omgaan met ruzie

5. Engelse Taalles

De leerling kan de betekenis opzoeken van een Engels woord in een woordenboek en kiest bij

VSO Kerndoel Engels, kd 2


Lessuggesties Voor de docent Vertel daarna de verschillende strategieën die je kunt gebruiken om om te gaan met roddels. Wanneer laat je iemand praten en wanneer kom je in actie?

De leerlingen bespreken de getoonde film na aan de hand van de volgende vragen: Had jij net zo gehandeld als het personage? Welke vorm van pesten is gezien? Hebben de leerlingen tips hoe de personages anders met het pesten hadden kunnen omgaan? Zoek woorden op in een Engels woordenboek. Zie je verschillen tussen de manier waarop in het

2

Aan de hand van de les over roddels kunnen de leerlingen een ‘pestprotocol’ opstellen. Zorg voor een film over pesten om te tonen aan de leerlingen: Radeloos Afblijven Films van YouTube of andere website

Laat leerlingen woorden opzoeken die in verband staan met vriendschap en relaties die meerdere



Overkoepelend doel


Soort les

Lesdoel (in waarneembaar leerlinggedrag) meerdere betekenissen van een woord de juiste betekenis aan de hand van de context (friend/love).

Bron Lesdoel

De leerling luistert globaal, precies en selectief (herhaalt het tekstgedeelte dat voor hem relevant is)

VSO Kerndoelen Nederlands, kd1

De leerling zoekt data op een kalender op en berekent met behulp van de kalender hoeveel dagen, weken, maanden iets nog duurt.

VSO Kerndoelen Rekenen/wiskunde, kd 7

6. Taalgebruiksituaties

7. Rekenles

VOx Nederlands 1.2.1 Luisteren

VOx Rekenen onderdeel 8, meten van tijd 8.2.3


Lessuggesties Voor de leerling Voor de docent Engels de woorden ‘friend’ en ‘love’ betekenissen hebben of synoniemen gebruikt worden en de manier waarop zijn. je in het Nederlands het woord ‘vriend’ en ‘liefde’ gebruikt? Laat leerlingen verschillende ‘standaard’ zinnen in het Nederlands Ken je voorbeelden van zinnen vertalen, waarin vriendschap en/of waarin het woord ‘friend’ en ‘love’ liefde centraal staan. voorkomen. Wanneer gebruiken mensen deze zinnen? Thema: relaties Waaruit kun je opmaken om welke Lees vier korte teksten voor. Uit elke soort relatie of vriendschap het gaat? tekst blijkt een soort relatie Schrijf de sleutelwoorden of – (bijvoorbeeld vader-zoon, vrienduitdrukkingen die je hebt gehoord op. vriendin, klasgenoten, collega-baas) Uit de uitdrukkingen en woordkeuze Extra vragen: Wat vind je duidelijk? En wat vind je blijkt de soort relatie. lastig te onderscheiden? Welke woorden brengen je in verwarring en welke juist niet? Bereken hoelang het nog duurt Verschil tussen maandsoorten voordat je beste vriend/vriendin jarig (28/30/31 dagen) is. Schrikkeljaar Hoe schrijf je dit op in je agenda, Rekenen met weken versus maanden zodat je het niet vergeet? (één maand is niet 4 weken)

3



Overkoepelend doel


Soort les

Lesdoel (in waarneembaar leerlinggedrag) De leerling breidt zijn woordenschat uit

8. Woordenschatles

Bron Lesdoel VSO kerndoelen Nederlands, kd 7

VOx Nederlands 4.3 woordenschat en woordenschatstrategieën


Lessuggesties Voor de leerling Voor de docent Streep aan welke woorden je al goed Aardig kent. Asociaal Bespreek met elkaar welk woord jij Attent nog niet kent en een ander misschien Avontuurlijk al wel. Komen jullie er samen niet uit, Betrouwbaar gebruik dan je woordenboek. Creatief Daten Eenzaamheid Extravert Grappig Gierig Goed kunnen luisteren Handig Liefdevol Loyaal Mooi Muzikaal Netwerken Onzeker Openhartig Relatie Slim Sociaal Sportief

4



Overkoepelend doel


Soort les


Bron Lesdoel

De leerling maakt een eigen woordenlijst/woordkaartjes om woorden te onthouden.

VSO kerndoelen

9. Doeles

Nederlands, kd 7

VOx Nederlands 4.3 woordenschat en woordenschatstrategieën

10. Taalles

De leerling maakt een gedicht met een eenvoudig rijmschema De leerling maakt een gedicht in de vorm van een ‘elfje’

VSO Kerndoelen Nederlands, kd 5

VOx Nederlands 3.1 Schrijven 11. Sociale competentieles

De leerling schrijft een bepaalde karaktereigenschap toe aan een vriend

VSO Kerndoel Leergebiedoverstijgend 8


Lessuggesties Voor de leerling Voor de docent Vergevingsgezind Vriendelijk Vrijgevig Wederzijds respect Positief: loyaal, lief, aardig, humor, Maak een woordspin met enkele speels, vrijgevig, gul, openhartig, woorden uit de woordenschatles. Gebruik de volgende woorden: Negatief: bedriegen, liegen, buiten relatie, sociaal, respect, sluiten, chaotisch, gemeen, eigenwijs. eigenschappen. Teken of schrijf om het woord bijpassende woorden/begrippen. Je kunt ook schrijven wat het juist niet is. (gebruik dan in de lijst het ‘ongelijk teken’ ≠ Welke woorden horen bij elkaar? Kun je groepjes van woorden maken? De leerling maken twee gedichten Een gedicht maken gaat over je eigen over vriendschap. Een gedicht heeft gevoelens, dus is niet persé goed of eindrijm en een ander gedicht is slecht. opgebouwd in de vorm van een 'elfje' Maak duidelijk wat een ‘elfje’ is aan de leerlingen. 1. Welke eigenschappen vind ik belangrijk? 2. Welke eigenschappen horen

5

Gebruik de woorden uit de woordenschatles.



Overkoepelend doel


Soort les


Bron Lesdoel VOx Sociale competentie: 2. Sociaal gedrag; 2.2. Aardig doen

12. Sociale competentieles

De leerling geeft aan waar hij goed of minder goed in is.

VSO Kerndoel Leergebiedoverstijgend, kd 8 VOx Sociale Competentie 4.4 Jezelf ontwikkelen op je werkplek

13. Assessment/nabes preking

De leerling maakt een mindmap met overzicht van familie, vrienden en kennissen


Lessuggesties Voor de leerling Voor de docent bij mijn vrienden? Op 1 kaartje staat 1 woord. Dus ook maar 1 keer weg te geven! Leg de kaartjes die bij je vrienden horen bij diegene neer. Ook de minder positieve karaktereigenschappen moeten worden neergelegd. Vind je het makkelijk om complimenten te geven? Kun je over de relatie met de mensen om je heen praten? Kun je zaken bespreken als iets niet goed gaat?

Kan je iets positiefs en negatiefs zeggen over jezelf op de werkplek?

De leerling maakt geheel zelfstandig de assessmentopdracht

Geef de leerlingen de gelegenheid om de opdracht goed te kunnen maken (tijdstip, ruimte, benodigdheden)

6

Leerjaar 2: Bewijzenblad voor leerroute A Thema 1: Communiceren en sociaal contact onderhouden Praktijkkern e: Vriendschappen en relaties onderhouden De prestatie:

Ik kan vriendschappen en relaties onderhouden

Naam leerling:

Klas/groep: Datum beoordeling: Beoordeeld door:

Totaal beoordeling: (plaats X in juiste vak) G(oed) 4 ++

V(oldoende) 3 +

M(atig) 2 -

Opmerking leerling

O(nvoldoende) 1 Opmerking leraar --


7

Opdracht 1 De leraar maakt hier een passende opdracht waarin de leerling aan de hand van beoordelingspunten kan laten zien welke vaardigheden hij beheerst.

Opdracht 2 Bewijzenblad invullen Kijk naar de beoordelingspunten die de leraar voor je heeft uitgekozen. Hoe heb je het gedaan? Wat vind je er zelf van? Kruis aan. Je kan kiezen tussen: g = goed v = voldoende m = matig o = onvoldoende


8

Leerling Weten (=Kennis)

g

Ik kan verschillende relaties benoemen Ik kan zeggen wat de volgende woorden betekenen: karaktereigenschap, roddels, belofte, asociaal, extravert Ik kan mijn eigen karaktereigenschappen benoemen Voorbereiden en plannen Ik kan benoemen wat ik belangrijk vind in een vriendschap Uitvoeren Ik kan omgaan met roddels Ik spreek mijn vrienden erop aan als zij beloftes niet nakomen Werk-, leerhouding Ik houd rekening met de gevoelens van vrienden Ik kan aangeven wat vrienden goed kunnen Ik durf aan te geven wat vrienden minder goed kunnen Het resultaat Ik heb een bewijzenblad ingevuld en op tijd ingeleverd. Ik weet de positieve elementen in mijn vriendschappen Ik weet de negatieve elementen in mijn vriendschappen Ik weet wat respect betekent


9

v

Leraar m

o

g

v

m

o

Opdracht 3 Eindgesprek Het eindgesprek met mijn leraar is gepland op ______________ (datum) Tijdens het eindgesprek gaat je leraar het bewijzenblad ook invullen en met je bespreken. Hij zal ook met jou bespreken wat je leuk en niet leuk vond en wat erg goed ging en wat minder goed. Uiteindelijk geeft je leraar jou een totaal beoordeling. Deze informatie wordt toegevoegd aan je portfolio.


10

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Recommend Documents