Jaarverslag Zorg van A tot Z. Jaarverslag OCMW Leuven

Jaarverslag 2013 Zorg van A tot Z

13 Jaarverslag 2013 - OCMW Leuven

1

Jaarverslag 2013 Zorg van A tot Z

Inhoud

Voorwoord

6

1 Over OCMW Leuven

7

1.1 Dienstverlening: drie pijlers

8

1.1.1 Sociale Dienst

9

Welzijnsbureaus Wonen Werken Schuldhulpverlening

1.1.2 Ouderenzorg Woonzorgcentra Centrum voor Kortverblijf Serviceflatgebouwen Lokale dienstencentra

1.1.3 Thuiszorg Gezinszorg Poetsdienst Maaltijden aan huis Klusjesdienst

1.2 Visie

10 10 10 10 10

11 11 11 11 11

12

2 Drie pijlers 2.1 Sociale dienstverlening 2.1.1 Focus: kinderarmoede Leuvens Fonds ter Bestrijding van Kinderarmoede Netwerk

2.1.2 Thematische dossiers Charter dialoogmoment Belgian Homeless Cup Rekening in het groen Professionele activering

2.1.3 Cijfers 2.2 Ouderenzorg 2.2.1 Focus: nieuwe infrastructuur voor woonzorgcentrum Edouard Remy Leefgroepen en zorgunits Kamer Logistiek, dienstverlening en ontspanning

2.2.2 Thematische dossiers E en nieuw woonzorgcentrum en assistentiewoningen in Wijgmaalbroek Gezonde voeding: lekker en voldoende Zorg voor personen met dementie Toenemende zorggraad vergt aanpassing van de werkorganisatie Verdere implementatie van medicatierobot en e-zorgdossier Mondzorg in de woonzorgcentra Van serviceflatgebouw naar Groep van Assistentiewoningen Lokale dienstencentra werken rond eenzaamheid bij senioren Kunst Animatie

2.2.3 Cijfers

4

9 9 9 9

Jaarverslag 2013 - OCMW Leuven

15 16 16 16 19

20 20 21 21 22

23 24 24 24 25 25

26 26 26 26 29 29 30 30 31 32 33

36

2.3 Thuiszorg

40

2.3.1 Focus: Duurzame mobiliteit: een evidentie in de Thuiszorg

40

Mobiliteit in functie van de dienstverlening Ook inzetten op duurzaam vervoer Optimalisatie en verankering in de dagelijkse werking Mobiliteit voor verzorgenden Evaluatie Fietsproject Mobiliteit in de bloemetjes Forfaitaire vergoedingen voor dienstverplaatsingen

41 41 42 43 43 44 44 45

2.3.2 Thematische dossiers: investeren in een positief medewerkersbeleid Coach on the field Peter- en meterschap Inloopmomenten Doorgedreven vormingsbeleid Terug aan de slag met een gezondheidsprobleem Werkgroep beroepskledij Zelfevaluatie

46 46 48 48 48 49 49 49

2.3.3 Cijfers

50

3 Interne werking

53

3.1 Organigram 3.2 Beleid

54 56

3.2.1 Raad

57

3.2.2 Vast Bureau

57

3.2.3 Comités

58

Bijzondere comités Basisoverlegcomité / Hoger Overlegcomité

58 59

3.3 Ondersteunende diensten

60

3.3.1 Personeel & Organisatie

61

Mensen zijn cruciaal voor het realiseren van onze doelstellingen Wat je aandacht geeft, groeit… Het personeelsbestand van OCMW Leuven in cijfers

61 62 66

3.3.2 Facilitaire Diensten

70

Kosten-batenanalyses Aankoopsamenwerking Patrimonium Werken aan infrastructuur ICT Ecologische voetafdruk Preventie

70 70 70 71 71 72 73

3.4 Netwerk

74

4 OCMW Leuven in cijfers

77

4.1 Gemeentelijke bijdrage 4.2 Resultaat van het boekjaar 4.3 Belangrijke extra uitgaven 4.4 Inkomsten

78 80 81 83

Bijlage: Contactgegevens van alle diensten van OCMW Leuven

85


5

Voorwoord

Voor u ligt het jaarverslag 2013 van OCMW Leuven. Met deze publicatie geven we u een overzicht van onze werking. De structuur van dit jaarverslag is gebaseerd op de drie pijlers van de dienstverlening die OCMW Leuven aanbiedt: sociale dienstverlening, ouderenzorg en Thuiszorg. Nieuw dit jaar is dat we voor elke pijler een focus toelichten. De andere belangrijkste hoogtepunten hebben we gebundeld in thematische dossiers. Uiteraard illustreren we de werking van iedere pijler met cijfermateriaal. 2013 was een jaar van forse investeringen: investering in de strijd tegen kinderarmoede, investering in infrastructuur voor ouderenzorg en investering in duurzame mobiliteit voor onze Thuiszorg.

Strijd tegen kinderarmoede Vorig jaar heeft OCMW Leuven 254 gezinnen met kinderen begeleid. Maar liefst 94% van deze gezinnen moet overleven met een basisinkomen dat ver onder de Europese armoedegrens ligt. In onze beleidsnota 2013-2018 legden we al de nadruk op het belang van het terugdringen van kinderarmoede. Daarom wilden we enkele middelen aanreiken waarmee gezinnen in armoede niet alleen gesensibiliseerd werden, maar ook zelf aan de slag konden. Via het Leuvens Fonds ter Bestrijding van Kinderarmoede werkten we onder meer samen met verschillende Leuvense kinderdagverblijven om hen en de ouders te overtuigen van het belang van kleuterparticipatie bij de preventie van ontwikkelingsachterstand. Daarnaast organiseerden we voorleesworkshops en ondersteunden we Leuvense organisaties die dagelijks werken met kansarme kinderen bij de aankoop van didactisch speel- en leermateriaal.

Nieuwe infrastructuur voor ouderenzorg OCMW Leuven investeert al langer in de vernieuwing van de infrastructuur van zijn woonzorgcentra. In 2013 werd de ruwbouw van de nieuwe vleugel van het woonzorgcentrum Edouard Remy voltooid. Vanaf begin 2015 zal het woonzorgcentrum een 90-tal nieuwe moderne kamers aanbieden in het centrum van Leuven. Daarnaast kwam OCMW Leuven tot een akkoord om via een publiekprivate samenwerking een nieuw woonzorgcentrum en nieuwe assistentiewoningen in Wijgmaal te openen.

Duurzame mobiliteit voor Thuiszorg In 2013 kreeg OCMW Leuven een eervolle vermelding bij de uitreiking van de Business Mobility Award voor zijn inspanningen in duurzaam woon-werkverkeer voor zijn medewerkers van het Departement Thuiszorg. Dat niet alleen onze medewerkers dit project positief ervaren, maar dat er ook interregionale erkenning kwam, is een beloning voor een jarenlange inspanning voor een duurzaam mobiliteitsbeleid waarbij een mobiliteit in functie van de dienstverlening en duurzaam vervoer centraal staan.

Blik vooruit Ook in 2014 wil OCMW Leuven blijven investeren in kwaliteitsvolle dienstverlening voor de meest kwetsbare personen in onze maatschappij. Om dit te garanderen, gaat het enkele uitdagingen aan. Het bundelen van de Departementen Ouderenzorg en Thuiszorg in een nieuw zorgbedrijf moet ervoor zorgen dat zorgbehoevende ouderen met de juiste zorg op maat zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en wanneer dat niet meer kan in optimale omstandigheden opgevangen kunnen worden. Ook organisatorisch trachten we onszelf bij te sturen waar mogelijk: een pilootgroep test Het Nieuwe Werken uit, onze ondersteunende diensten gaan nauwer samenwerken met de stad Leuven… Kortom, OCMW Leuven is een organisatie in beweging om iedereen de beste zorg op maat aan te bieden. We wensen u veel leesplezier. Koen Wuyts secretaris

6


Erik Vanderheiden voorzitter

1

Over OCMW Leuven

1.1 Dienstverlening: drie pijlers

Een menswaardig bestaan bieden aan elke Leuvenaar. Daar maakt OCMW Leuven elke dag werk van. Als het op hulpverlening aankomt, heeft OCMW Leuven namelijk veel te bieden: van algemeen maatschappelijk werk over noodhuisvesting en schuldhulpverlening tot zorgcentra.

1.1.1 Sociale Dienst Welzijnsbureaus OCMW Leuven telt drie welzijnsbureaus waar cliënten terechtkunnen voor II informatie en advies over de dienstverlening van het OCMW; II begeleiding op maat bij problemen met inkomen, huisvesting, verslaving, relaties, opleiding, schulden…; II financiële hulp.

Wonen OCMW Leuven tracht in de eerste plaats te voorkomen dat mensen dakloos worden. Het bemiddelt daarom met huiseigenaars om uitzetting te vermijden en helpt bij een zoektocht naar een andere woning. Voor wie toch dakloos wordt, regelt de Sociale Dienst een tijdelijke noodopvang.

Werken

OCMW Leuven heeft een uitgebreid aanbod aan hulpverlening.

of een taalcursus alvorens hij kan doorstromen naar de arbeidsmarkt.

Schuldhulpverlening Zelfs met een eigen inkomen is het soms moeilijk om op eigen kracht uit een schuldenput te geraken. OCMW Leuven kan hierbij hulp bieden met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding, budgetbeheer of een collectieve schuldenregeling.

Daarnaast helpt de Sociale Dienst cliënten een baan te vinden die bij hun mogelijkheden en interesses past. In veel gevallen heeft de cliënt nog nood aan een opleiding


9

Dienstverlening: drie pijlers 1.1 10

1.1.2 Ouderenzorg Woonzorgcentra

Serviceflatgebouwen

OCMW Leuven heeft vier woonzorgcentra die zorg behoevende ouderen een beschermende omgeving met een uitgebreid aanbod aan zorg en activiteiten kunnen bieden: II Woonzorgcentrum Booghuys II Woonzorgcentrum Edouard Remy II Woonzorgcentrum Ter Putkapelle II Woonzorgcentrum Ter Vlierbeke

Een aangepaste flat in een beschermende omgeving geeft senioren de kans langer zelfstandig te wonen. Het OCMW Leuven heeft drie serviceflatgebouwen in Leuven: II Serviceflatgebouw Ruelenspark II Serviceflatgebouw Ter Putkapelle II Serviceflatgebouw Ter Vlierbeke

Lokale dienstencentra Centrum voor Kortverblijf Het Centrum voor Kortverblijf De Passerel biedt tijdelijke opvang voor valide en zorgbehoevende, thuiswonende ouderen. In het Centrum voor Kortverblijf besteden we veel aandacht aan kwaliteitsvolle zorg, maar tegelijk bezorgen we onze gastbewoners een gezellig verblijf met een aangepast aanbod aan activiteiten.


Een lokaal dienstencentrum biedt een waaier van activiteiten aan voor iedereen uit de buurt, met bijzondere aandacht voor senioren en thuiszorggebruikers. OCMW Leuven heeft drie lokale dienstencentra waar buurt bewoners terechtkunnen voor ontspannende, vormende en informatieve activiteiten en ontmoetingen: II Lokaal dienstencentrum Ruelenspark II Lokaal dienstencentrum Ter Putkapelle II Lokaal dienstencentrum Ter Vlierbeke

1.1.3 Thuiszorg Thuiszorg biedt hulp aan iedereen die wegens ziekte, ouderdom of een handicap zijn huishoudelijke en verzorgende taken moeilijk kan vervullen. Elke inwoner van Leuven kan een beroep doen op deze hulp, maar OCMW Leuven geeft voorrang aan de maatschappelijk meest kwetsbare personen.

Gezinszorg Gezinszorg omvat persoonlijke zorg, ondersteuning en hulp in het huishouden. II Persoonlijke zorg: hulp bij het wassen en het aankleden, hulp bij het toiletbezoek, eenvoudige voet- en haarverzorging, bijstand verlenen bij het gebruik van orale geneesmiddelen op voorschrift van een arts... II Ondersteuning: begeleiding bij bezoeken aan de dokter, kapper of pedicure, stimuleren van zelfstandigheid, hulp bij zinvolle tijdsbesteding... II Hulp in het huishouden: maaltijden klaarmaken, de afwas doen, wassen en strijken, bedden verschonen, ramen wassen, (alleen of samen) boodschappen doen, de kinderen opvangen, hulp bij administratieve verplichtingen…

Poetsdienst De medewerkers van de Poetsdienst helpen de bewoonde delen van de woning te onderhouden. De cliënt betaalt een bijdrage per uur afhankelijk van zijn inkomen. OCMW Leuven biedt ook poetshulp via het systeem van dienstencheques.

Maaltijden aan huis Deze dienst levert kant-en-klare gerechten aan huis. De cliënt moet die enkel nog opwarmen in de microgolfoven. Indien nodig stelt OCMW Leuven er gratis één ter beschikking op voorwaarde dat de cliënt zijn maaltijden bij het OCMW bestelt.

Klusjesdienst

II Klussen rond veiligheid en comfort (bijvoorbeeld handbeugels plaatsen); II Loodgieterij: klein sanitair plaatsen en onderhouden, leidingen herstellen, boilers onderhouden; II Klein metsel- en renovatiewerk; II Schrijnwerkerij: ramen en deuren herstellen (glas vervangen), sloten en scharnieren nakijken, montage en demontage meubelstukken; II Elektriciteit: kleine herstellingen (geen huishoudtoestellen), kroonluchters ophangen; II Verven en behangen: alle schilderwerken (binnen en buiten), behangen, tapijt en linoleum leggen; II Kleine verhuizingen zonder laadlift. OCMW Leuven heeft hiervoor een eigen Klusjesdienst en werkt ook samen met vzw Wonen en Werken.

De Klusjesdienst biedt hulp bij het onderhouden van de tuin, bij klussen in huis en bij een verhuis: II Tuinonderhoud: gras maaien, onkruid verdelgen, spitten, aanplanten, zaaien, takken afzagen en ander klein snoeiwerk;


11

1.2 Visie

Samen met de stad streeft OCMW Leuven naar een open, zorgzame en verbonden stad met aangename buurten waar iedereen optimaal kan (samen)leven, leren, wonen en werken, en dit met extra aandacht voor kwetsbare groepen.

Voor een geïntegreerd welzijnsbeleid kiest de stad voor een emancipatorisch OCMW, dat de nodige middelen ontvangt voor een optimale werking. Op die manier weten de inwoners zich verzekerd van een maatschappelijke dienstverlening die hen toelaat menswaardig te kunnen leven. Daarom is de strijd tegen de kinderen energie armoede en voor activering, empowerment, gezondheid en betaalbaar wonen een absolute prioriteit. We kiezen daarbij ook voor een verregaande samenwerking tussen de administratieve en logistieke diensten van de stad en OCMW Leuven. Een toegankelijke, vraaggerichte en geïntegreerde dienstverlening wordt inclusief en preventief aangeboden waar het kan, en is specifiek en curatief waar het moet. De Thuiszorg van OCMW Leuven is een laagdrempelige dienstverlening. Deze dienst streeft naar een integrale dienstverlening om senioren en zwaar zorgbehoevende inwoners zo lang mogelijk thuis te laten wonen, met behoud en stimulering van de zelfredzaamheid waar mogelijk, en met respect voor ieders eigenheid en zelfbeschikkingsrecht. Daarnaast besteden we heel veel aandacht aan een hoogstaande en kwaliteitsvolle dienstverlening, waarbij de cliënt centraal staat en waarbij de ‘zorg op maat’-gedachte wordt gehuldigd, en dit zowel op het vlak van de residentiële ouderenzorg als via de lokale dienstencentra.

OCMW Leuven wil de verschillende situaties en generaties van senioren op een gediversifieerde manier benaderen. Het beleid en de dienstverlening wordt afgestemd op hun verschillende behoeften.

Meer informatie over de visie, rol en kerntaken en over de samenwerking met partners voor de bestuursperiode van de huidige OCMW-Raad vindt u in de Bestuursnota 20132018 op www.ocmw-leuven.be (rubriek ‘publicaties’).

OCMW Leuven biedt een toegankelijke, vraaggerichte en geïntegreerde dienstverlening inclusief, preventief en curatief aan.


13

14


2

Drie pijlers

2.1 Sociale dienstverlening

2.1.1 Focus: kinderarmoede

In Leuven wordt één op vier kinderen geboren in een kansarm gezin. In 2013 heeft OCMW Leuven 254 gezinnen met 509 kinderen van 0 tot 18 jaar begeleid. 94% van deze gezinnen overleven met een basisinkomen van amper 1.089,82 euro (equivalent) leefloon per maand, wat ver onder de Europese armoedegrens ligt. 16


In navolging van de Europese aanbeveling ‘Investeren in kinderen: de vicieuze cirkel van ongelijkheid doorbreken’, ondernam het Leuvens Fonds ter Bestrijding van Kinder armoede (LFBK) in 2013 een aantal acties die bijdragen tot de drie prioritaire aandachtsgebieden inzake kinderarmoedebestrijding: II toegang tot toereikende middelen; II toegang tot diensten; II participatie van kinderen.

Leuvens Fonds ter Bestrijding van Kinderarmoede In 2013 heeft OCMW Leuven 49.736 euro geïnvesteerd in de strijd tegen kinderarmoede via individuele hulpverlening en via collectieve acties in samenwerking met Leuvense organisaties die dagelijks werken met kansarme kinderen.

Focus

In Leuven wordt één op vier

kinderen geboren in een kansarm gezin. De subsidie van de POD Maatschappelijke Integratie (31.807 euro) werd aangevuld met 17.878,85 euro eigen middelen, verdeeld over vijf acties: schoolkosten, kleuter participatie, voorleesworkshops, aankoop pedagogische hulpmiddelen en opvoedingsondersteuning. Tabel 1: Investeren in strijd tegen kinderarmoede 2013 Actie

Uitgaven

Schoolkosten

9.660,95 euro

Kleuterparticipatie

4.290,99 euro

Voorleesworkshops

1.650 euro

Aankoop pedagogische hulpmiddelen Opvoedingsondersteuning Totaal

OCMW Leuven heeft geïnvesteerd in de strijd tegen kinderarmoede via individuele hulpverlening en via collectieve acties.

33.834,06 euro 300 euro 49.736 euro

Schoolkosten Ondanks initiatieven zoals de maximumfactuur en brede school slagen veel gezinnen er niet in om de school facturen van hun kinderen te betalen. De drempel om er met het schoolbestuur over te praten is voor deze ouders vaak nog te groot. Om de toegankelijkheid van het onderwijs te verbeteren, konden kinderen van wie de ouders in begeleiding waren bij de Sociale Dienst, financiële steun voor de betaling van schoolkosten vragen. Deze steun werd in 2013 beperkt tot maximum 40 euro per kind in de kleuterschool, 60 euro in het lager onderwijs en 100 euro in het secundair onderwijs. In 2013 kregen de ouders van 176 kinderen een financiële tussenkomst in de schoolkosten. De meerderheid van deze kinderen volgde lager onderwijs. 35% van deze kinderen zat in het secundair onderwijs, waarvoor nog geen maximumfactuur bestaat. OCMW Leuven betaalde in totaal 9.610,80 euro aan schoolrekeningen, waarvan meer dan de helft kosten van het secundair onderwijs betrof. Dat ging hoofdzakelijk over schoolboeken en OKAN-onderwijskosten (OnthaalKlas Anderstalige Nieuwkomers). Voor het kleuteronderwijs werd er voornamelijk een tussenkomst gevraagd voor opvangkosten, maaltijden en drank. Voor het lager onderwijs kwamen er nog uitstappen, zwemmen en klasfoto’s bij.

Investeren in kinderen: 176 kinderen kregen een financiële tussenkomst in de schoolkosten

36 gezinnen namen deel aan een voorleesworkshop

32 organisaties ontvingen in totaal 33.834,06 euro steun


17


Tabel 2: financiële steun schoolkosten 2013 Onderwijstype

Aanvragen financiële steun

Financiële steun

Gemiddelde Financiële steun

Kleuteronderwijs

37

1.155,83 euro

31,24 euro

Lager onderwijs

77

3.394,74 euro

44,09 euro

Secundair onderwijs

62

5.110,38 euro

82,43 euro

176

9.660,95 euro

54,89 euro

Totaal

Kleuterparticipatie Kleuteronderwijs is erg belangrijk om ontwikkelingsachterstand bij kinderen te voorkomen. Om de participatiegraad van kansarme kinderen aan kleuteronderwijs te verhogen, geeft OCMW Leuven jaarlijks aan ouders met kinderen vanaf 2,5 jaar informatie en ondersteuning. Zo ontvingen 21 kinderen in 2013 een schoolrugzakje met een brooddoos, een drinkbus en een voorleesboekje over wat het betekent om naar school te gaan. Tijdens een huisbezoek werden de ouders geïnformeerd over onder meer het scholenaanbod en het inschrijvingsbeleid in Leuven, over de school- of studietoelage, maximum factuur, buitenschoolse opvang om zo de toegankelijkheid naar het onderwijs te faciliteren en de betrokkenheid van de ouders te verhogen. Ook de erkende en gesubsidieerde Leuvense kinderdagverblijven konden in 2013 een beroep doen op de middelen van het Leuvens Fonds ter Bestrijding van Kinderarmoede om kleuterparticipatie in hun organisatie onder de aandacht te brengen. Zij organiseerden samen met de buurtscholen schoolbezoeken met de toekomstige kleuters (en hun ouders) en ontwikkelden speelleertassen over de kleuterklas om uit te lenen. In totaal werden 152 schoolrugzakjes met een brooddoos, een drinkbus en een voorleesboekje over wat het betekent om naar school te gaan overhandigd aan vijf kinderdagverblijven. Die rugzakjes werden uitgedeeld aan de kwetsbare kinderen die zij dagelijks opvangen.

Voorleesworkshops De voorleesworkshop, gestart als éénmalig initiatief in 2012, groeide op vraag van cliënten en Leuvense welzijnspartners uit tot een actie van het Leuvens Fonds ter Bestrijding van Kinderarmoede waarbij Leuvense organisaties met een aanbod op het vlak van opvoedingsondersteuning voor kinderen tot zes jaar konden intekenen. Op deze manier wil het Leuvens Fonds ter Bestrijding

18


van Kinderarmoede een (voor-)leescultuur installeren en bevorderen bij kwetsbare gezinnen. In 2013 vonden er drie voorleesworkshops plaats samen met buurtwerk Casablanca, kinderdagverblijf de Wigwam, Domo vzw, en de inloopteams De Mobil en De Meander. 36 gezinnen namen deel aan een voorleesworkshop. Vijftien van deze gezinnen zijn in begeleiding bij OCMW Leuven. Allen kregen ze aan de hand van de DVD ‘Met een boekje op schoot…’ tips rond het voorlezen om zo de ouder-kindrelatie te versterken en de taalontwikkeling te stimuleren. Na afloop van de workshop ontving elk gezin een boekenpakket om thuis mee aan de slag te gaan. Tien gezinnen die bij OCMW Leuven in begeleiding zijn, stapten ook in het nazorgtraject van Artforum vzw waarbij vrijwilligers aan huis komen ondersteunen bij het voorlezen.

Aankoop pedagogische hulpmiddelen en didactisch speel- en leermateriaal Verschillende Leuvense organisaties die dagelijks werken met kansarme kinderen tot 18 jaar, konden in 2013 opnieuw een beroep doen op het Leuvens Fonds ter Bestrijding van Kinderarmoede. Zij kregen financiële steun bij de aankoop van pedagogische hulpmiddelen en didactisch speel- en leermateriaal. Hiermee werden collectieve acties ondersteund die de sociale integratie van kansarme kinderen bevorderen. In totaal dienden 37 organisaties een aanvraag in voor financiële steun. Het gaat hierbij om zeventien scholen, acht kinderdagverblijven, drie kinderwerkingen, drie diensten die gezinsondersteuning aan huis bieden en zes andere organisaties. 32 organisaties ontvingen in totaal 33.834,06 euro financiële steun waarvan 78% terechtkwam bij de Leuvense scholen en kinderdagverblijven. De financiële steun

Focus

Kleuteronderwijs is erg belangrijk om ontwikkelings achterstand bij kinderen te voorkomen. varieerde van 256,24 euro tot 1.500 euro per organisatie met een gemiddelde van 1.057,31 euro per actie. Deze organisaties vroegen de steun vooral voor acties die de motorische, cognitieve en sociale (taal-) ontwikkeling van kinderen bevorderen. Het spelmateriaal werd aangewend voor spelotheek, bibliotheek, verteltassen, uitleentassen, themapakketten of -activiteiten en voor de inrichting van bepaalde ruimtes (binnen en buiten).

Opvoedingsondersteuning Tot slot organiseerde OCMW Leuven in mei 2013 ‘Van (voor-)lezen krijg je kriebels!’ in het kader van de thema maand, het Europees jaar van het voorlezen en als aanloop van de drie voorleesworkshops (cfr. supra).

50 kinderen maakten samen met hun ouders kennis met Leuvense (voor-)leesinitiatieven zoals POP-UP BIB, Alfapret, Sprooksprekers en Kikkertaal (meertalige bibliotheek). Na afloop ontving elk deelnemend kind een (voor-)leesboekje van Jip en Janneke. De kostprijs van deze activiteit bedroeg 876,05 euro waarvan 300 euro door het Leuvens Fonds ter Bestrijding van Kinder armoede werd betaald.

Netwerk OCMW Leuven participeert in het kader van de kinderarmoedebestrijding aan de volgende overlegstructuren: II Lokaal Overleg Opvoedingsondersteuning (LOOO) II Algemene Vergadering Huis van het Kind (HvK) II Algemene Vergadering Parel vzw II Lokaal Overlegplatform Basisonderwijs (LOP BaO) II Zorgcoördinatorenoverleg II Lokaal Overlegplatform Secundair onderwijs (LOP SO)


19


2.1.2 Thematische dossiers

Charter dialoogmoment OCMW Leuven, Buurtwerk ’t Lampeke en Riso Vlaams-Brabant (Buurtwerk Casablanca) organiseren sinds 2010 dialoogmomenten. Op die dialoogmomenten gaan maatschappelijk kwetsbare mensen uit de basiswerkingen in dialoog met medewerkers van de Sociale Dienst van OCMW Leuven om zo tot voorstellen ter verbetering van de hulp- en dienstverlening te komen. In 2013 werd dit bestendigd in een ‘Charter Dialoogmoment’. Met dat charter engageren de drie initiatief nemers zich om actief deel te nemen aan de gezamenlijke dialoogmomenten. Hiervoor zijn er afspraken gemaakt over de inhoud, frequentie, samenstelling en diversiteit van de dialoogmomenten. Een dialoogmoment gaat om structureel overleg dat door alle partners grondig wordt voorbereid. De dialoogmo-

20


menten worden minstens twee maanden vooraf gepland en de voorbereiding is minstens één maand op voorhand beschikbaar. Jaarlijks worden er minstens drie dialoog momenten georganiseerd. De basiswerkingen staan in voor een diverse ploeg van deelnemers en het OCMW voor de deelname van medewerkers uit zijn Sociale Dienst. De betrokken organisaties informeren hun achterban over de gang van zaken in de dialoogmomenten. Eén keer per jaar worden de besturen van alle betrokken organisaties ingelicht over de voortgang binnen het traject. Organisaties die zich wensen aan te sluiten, moeten een actieve basiswerking met maatschappelijk kwetsbare groepen in Leuven hebben en het charter ondertekenen. In 2013 namen vzw Wonen & Werken en De Meander (CAW) voor het eerst deel aan het traject.

T eam Tewerkstelling kon dankzij het aanbod van eigen opleidingen inzetten op arbeidsmarktrealistische trajecten die de overgang naar de reguliere arbeidsmarkt minder bruusk maken. Belgian Homeless Cup OCMW Leuven, Stad Leuven en CAW Oost-Brabant hebben in 2013 de handen in elkaar geslagen om samen met voetbalploeg Oud-Heverlee Leuven (OHL) een minivoetbalploeg in het kader van de Belgian Homeless Cup op te richten. De Belgian Homeless Cup is een sociaal-sportieve voetbalcompetitie voor dak- en thuislozen. Door de kracht van voetbal in te zetten wordt een re-integratieproces opgestart. Dit traject kan van sociale (opstap naar hulpverlening, opbouwen van zelfvertrouwen en positief zelfbeeld) of van professionele aard (opleiding, tewerkstelling) zijn. Door te werken aan een betere conditie en gezondheid wordt ook op fysiek vlak vooruitgang geboekt. Op initiatief van OCMW Leuven werd eind 2012 achter de schermen al hard gewerkt aan de opstart van het OHL Homeless Team. Al snel werd duidelijk dat de verschillende partners constructief wilden samenwerken om ook in Leuven een team op te richten in het kader van de Belgian Homeless Cup. Aangezien het eerste nationale tornooi al in maart 2013 gepland was, moest er snel gehandeld worden om spelers aan te trekken. Deze spelers werden gerekruteerd via de Sociale Dienst van OCMW Leuven en CAW Oost-Brabant. Al snel werden er een 30-tal spelers bereid gevonden om mee te werken aan dit project. De officiële aftrap van de ploeg werd gegeven op dinsdag 19 maart 2013 in het clubhuis De Meander in Leuven. Schepen Els Van Hoof, schepen Bieke Verlinden, OCMW-voorzitter Erik Vanderheiden, Lieve Polfliet van CAW Regio Leuven en Johan Vanneck van OHL tekenden de samenwerkingsovereenkomst. De spelers kregen hun voetbaloutfits overhandigd en het OHL Homeless Team was een feit. Sindsdien wordt er elke dinsdagavond getraind in de sporthal van de Rijschool. Voor en na de training wordt er afgesproken in het clubhuis De Meander. Bij de opstart van het team werd niet alleen de ambitie uitgesproken om een nieuw team op te richten, maar

was er ook onmiddellijk interesse om één van de nationale tornooien van de Homeless Cup naar Leuven te halen. De organisatie van de Homeless Cup stelde onze ambitie op prijs en ging in op onze kandidatuur. Het tornooi op ‘Den Bruul’ in Leuven op 24 april 2013 kon op heel wat belangstelling van voorbijgangers, collega’s en supporters rekenen. Ook staatsecretaris voor Asiel, Migratie en Armoedebestrijding Maggie De Block bracht ons een bezoek. Zij kreeg trouwens ook de eer om de winnaars van ons tornooi te bekronen voor hun prestatie. Voor het OHL Homeless Team was hun deelname aan dit eerste tornooi een fantastische ervaring. Ondertussen heeft het team al twee keer de fair play-prijs gewonnen op tornooien van de Homeless Cup. Nog steeds is er een kleine maar hechte groep van spelers die elke week naar de training komen en uitkijken naar de tornooien van de Homeless Cup in 2014.

Rekening in het groen In 2013 organiseerde de Sociale Dienst van OCMW Leuven, Team Schuldhulpverlening, voor de eerste keer een groepswerking in samenwerking met Open School Leuven. Deze samenwerkingsvorm ‘Rekening in het groen’ is een gratis vorming van vijf voormiddagen rond het thema ‘energie en water’. De doelgroep zijn mensen die deelgenomen hebben aan één van de drie vorige groepswerkingen, mensen in budgetbeheer of –begeleiding, of cliënten van OCMW Leuven. De centrale thema’s van deze vormingsmomenten waren: water, elektriciteit, verwarming, afval en ecomillions (een interactief spel over milieu). Het was een zeer interactieve vorming waarin de deelnemers zelf ook heel wat dienden in te brengen. De aanwezigen vonden het een leerrijke en leuke ervaring. Naast het aanleren van vaardigheden waren het sociaal contact, het groepsgevoel en de interessante thema’s zeker doorslaggevende factoren.


21


Professionele activering De professionele activering door de Sociale Dienst van OCMW Leuven richt zich tot de cliënten die ondanks hun grote afstand tot de arbeidsmarkt mits een intensieve begeleiding op verschillende vlakken er toch in kunnen slagen een duurzame tewerkstelling te realiseren. Deze doelgroep van OCMW-cliënten kan moeilijk geactiveerd worden via de bestaande trajecten. Te vaak leidt dit tot de conclusie dat de doelgroep heel zwak is. Vanuit de overtuiging dat het ontbreken van leerkansen niet hetzelfde is als het ontbreken van leermogelijkheden zet OCMW Leuven heel sterk in op een specifiek activeringsbeleid en kiest het voor korte en intensieve trajecten waarbij ingezet wordt op technische basisvorming, gecombineerd met algemene vorming zoals Nederlands en wiskunde en stages. Het aanbod raakte in 2013 stilaan bekend bij de werkgevers en de eerste succesvolle aanwervingen werden gerealiseerd. De kleinschalige aanpak waarbij gezocht wordt naar de best mogelijke match tussen werkgever en werkzoekende en de professionele service op het vlak van tewerkstellingsmaatregelen resulteerden in enkele duurzame tewerkstellingen. Door de toenemende contacten met de werkgevers kreeg ook de maatregel art. 60§71 op de private arbeidsmarkt een nieuwe boost. Om voor werkzoekenden het best passende traject uit te stippelen, heeft het Team Tewerkstelling van OCMW Leuven in 2013 meer ingezet op screening. Via allerlei oefenin gen worden basiscompetenties geobserveerd en in kaart gebracht. Het is een middel om in te schatten hoe ver de afstand tot de arbeidsmarkt is en in welke mate de deelnemer de vereiste competenties kan ontwikkelen. Het geeft ook een indicatie over het soort traject dat het best aangewezen is. Team Tewerkstelling kon dankzij het aanbod van eigen opleidingen inzetten op arbeidsmarktrealistische trajecten die de overgang naar de reguliere arbeidsmarkt minder bruusk maken. De maatregel art. 60§7 bleef ook in 2013 een dankbaar instrument voor de cliënten die nood hebben aan een meer beschermde opstart. Ook bij deze maatregel ging veel aandacht naar het groeiproces waarbij in de mate van het mogelijke zo snel mogelijk geëvolueerd werd naar een werksituatie op de reguliere arbeidsmarkt. De VDAB is een heel belangrijke partner in het activeringsbeleid van OCMW Leuven. Deze samenwerking situeert zich op verschillende vlakken. De VDAB erkent de opleidingen die OCMW Leuven organiseert en stelt zijn

expertise en ervaring ter beschikking. De samenwerking tussen de opleidingen van de VDAB enerzijds en OCMW Leuven anderzijds verloopt intensief en wordt voortdurend bijgestuurd. Via de sector- en vacatureconsulenten ondersteunt VDAB het Team Tewerkstelling in het benaderen van werkgevers. Door gebruik te maken van de gezamenlijke databank verloopt de samenwerking op werkzoekendenniveau heel efficiënt. Via het project ‘activering’ biedt het team tewerkstelling extra ondersteuning aan de medewerkers artikel 60 waarvan de tewerkstelling bijna ten einde loopt. Gedurende maximum drie maanden worden ze via een groeps- en individueel aanbod voorbereid op de doorstroming naar de arbeidsmarkt. De deelnemers die na deze periode niet aan het werk zijn of geen opleiding volgen worden warm overgedragen naar VDAB. Via een infomoment op VDAB ontmoeten ze hun toekomstige trajectbegeleider die hen snel uitnodigt, zodat de begeleiding naadloos overgaat van team tewerkstelling naar VDAB.

1 Wanneer een persoon het bewijs moet leveren van een periode van tewerkstelling om het volledige voordeel van bepaalde sociale uitkeringen te verkrijgen of teneinde de werkervaring van de betrokkene te bevorderen, neemt het OCMW alle maatregelen om hem een betrekking te bezorgen. In voorkomend geval verschaft het deze vorm van dienstverlening zelf door voor de bedoelde periode als werkgever op te treden. Deze periode van de tewerkstelling mag niet langer zijn dan de periode die voor de tewerkgestelde persoon nodig is om gerechtigd te worden op volledige sociale uitkeringen.

22


2.1.3 Cijfers Hieronder volgt een overzicht van de financiële steun die de Sociale Dienst in 2013 toekende.

Tabel 3: overzicht financiële steun 2013 Uitgaven Gewoon leefloon (01/01) Leefloon voor personen niet ingeschreven in bevolkingsregister (01/02) (EU-burgers, erkende vluchtelingen met inschrijving in het vreemdelingenregister en personen met F-kaart) Leefloon aan daklozen

3.464.554,79 euro 1.490.146,92 euro

110.858,93 euro

Leefloon aan studenten studenten ingeschreven in bevolkingsregister studenten ingeschreven in vreemdelingenregister Totaal studenten Leefgeld

442.750,74 euro 89.821,79 euro 532.572,53 euro 2.467.196,91 euro

Gemiddeld aantal cliënten met leefloon per maand: 2181 in 2013,dus gemiddeld 182 mensen per maand. Gemiddeld aantal cliënten met leefgeld per maand 521 in 2013, dus gemiddeld 43 mensen per maand. Tussenkomst in de woonkosten

417.444,40 euro

Tussenkomst in de medische kosten Medische kosten (10/33)

48.639,86 euro

Medische hulpmiddelen (10/35)

13.279,71 euro

Eenmalige medische kosten (10/38)

21.896,03 euro

Eenmalige ziekenhuiskosten (10/34)

21.131,85 euro

Variabele ziekenhuiskosten (10/36)

2.450,13 euro

Variabele medicatie (10/32)

68.864,00 euro

Eenmalige medicatie (10/37)

8.340,75 euro

Totaal ziekenhuiskosten

23 559,63 euro

Totaal medische kosten

52.584,11 euro

Totaal medicatie

76.902,50 euro

Algemeen totaal

153.046,24 euro

Gewone geldsteun

53,243,84 euro

Tussenkomst in de energiekosten

29251,59 euro

Voorschot op kinderbijslag

52.060,93 euro

Voorschot huurwaarborgen

294.900,78 euro

Persoonlijk voorschot

66777,84 euro


23

2.2 Ouderenzorg

2.2.1 Focus: nieuwe infrastructuur voor woonzorgcentrum Edouard Remy

In 2013 werd er doorgewerkt aan de nieuwbouw voor het woonzorgcentrum Edouard Remy.

OCMW Leuven biedt dan ook vanaf januari 2015 90 nieuwe moderne kamers aan in het centrum van Leuven. Naast de voordelen van een stadsomgeving komt men terecht in een groene oase. Zo wordt er een publiek plein (een zogenoemd pocketpark) aangelegd aan de Andreas Vesaliusstraat en een publieke boomgaard aan de Frederik Lintsstraat die overgaat in een privétuin voor de bewoners.

Leefgroepen en zorgunits Per verdieping is er een gezamenlijke zit- en eetruimte, een verpleegpost en een sanitair blok voorzien. De 30 bewoners

24


Focus

per verdieping mogen hiervan gebruik maken. Om het voor de bezoekers gemakkelijk te maken, situeert de verpleegunit zich tegenover de leefruimtes. De eetruimte is op de binnentuin gericht waardoor die rust uitstraalt. De zitruimte daarentegen is georiënteerd op de straatkant zodat de bewoners vanuit hun zetel het stadsleven kunnen volgen.

Kamer De meest directe omgeving van de bewoner is zijn kamer. Er werd resoluut gekozen om de kwaliteiten van de individuele kamer prioritair te stellen. In de badkamer is er een verschuifbare wand voorzien. Op deze manier is er een optimale verbinding met de woonruimte, maar kan de badkamer ook eenvoudig worden afgesloten. De sanitaire cel is rolstoeltoegankelijk. Iedere kamer krijgt standaard een flatscreen. Daarnaast kan de bewoner zijn kamer ook een persoonlijk tintje geven met een eigen kastje of foto’s.

Logistiek, dienstverlening en ontspanning Naar de noodzakelijke logistieke afhandeling, dienstverlening en ontspanning toe, zijn in 2013 plannen opgesteld om verbouwingen uit te voeren op het gelijkvloers van woonzorgcentrum Edouard Remy. Zo zal het logistieke knooppunt van het huidige gelijkvloers (blok A) naar de kant van de OCMW-keuken verplaatst worden. Het logistieke knooppunt zal verplaatst worden; er zal een nieuw kapsalon ingericht worden en er komt een ruimte voor kinesitherapie, ergotherapie en animatie. De cafetaria komt in de nieuwbouw.

geving De meest directe om kamer. van de bewoner is zijn zen om Er werd resoluut geko ividuele ind de kwaliteiten van de ellen. kamer prioritair te st

90

nieuwe moderne kamers biedt OCMW Leuven vanaf januari 2015 aan in het centrum van Leuven

30

bewoners per verdieping


25

2.2 Ouderenzorg

2.2.2 Thematische dossiers Een nieuw woonzorgcentrum en assistentiewoningen in Wijgmaalbroek Na een jarenlange voorbereiding kwam OCMW Leuven tot een akkoord met het consortium Senior Living Groep – Democo Detier (SLG) voor het ontwerp, de bouw, de financiering, het onderhoud en de uitbating van een woonzorgcentrum met 120 woongelegenheden en 26 assistentiewoningen. Dit is voor OCMW Leuven het sluitstuk van de vernieuwing van de infrastructuur van de woonzorgcentra. Als het woonzorgcentrum in Wijgmaal in 2016 zijn deuren opent, dan zullen alle bewoners van woonzorgcentrum Edouard Remy in een nieuwe, comfortabele éénpersoonskamer wonen. Op 23 december 2013 diende SLG de stedenbouwkundige aanvraag in. Zij zouden eind juli 2014 starten met de bouwwerken die 18 maanden zouden duren. Er zullen 117 erkenningen van het woonzorgcentrum Edouard Remy en drie vanuit het woonzorgcentrum Booghuys overgaan naar het nieuwe woonzorgcentrum in Wijgmaal. Het aantal bewoners in woonzorgcentrum Edouard Remy zal dan 182 bedragen, waar het nu nog om 298 mensen gaat (met een tiende bed kortverblijf). Het OCMW houdt een vinger aan de pols in Wijgmaal met betrekking tot het opnamebeleid, het prijzenbeleid en de kwaliteit van de dienstverlening. De overeenkomst loopt 33 jaar vanaf de start van de uitbating. Na die termijn komt het woonzorgcentrum van Wijgmaal terug naar OCMW Leuven. Het OCMW kan er dan voor kiezen het zelf uit te baten of om het opnieuw uit te besteden aan een private partner. Het woonzorgcentrum in Wijgmaal wordt gebouwd op grond van OCMW Leuven en de erkende bedden worden ook door het OCMW ingebracht. Het gaat dus niet over een uitbreiding van de capaciteit in Leuven maar over een vervangingsnieuwbouw.

Gezonde voeding: lekker en voldoende OCMW Leuven heeft een grote centrale keuken in woonzorgcentrum Edouard Remy die in koude lijn alle maaltijden voor de woonzorgcentra, de middagrestaurants van de lokale dienstencentra en de maaltijden aan huis klaarmaakt. Zij zijn zeer gezond en evenwichtig samengesteld, rekening houdend met de voedingsnoden van ouderen. Zij zijn dermate zoutarm en suikerarm dat een

26


speciaal dieet voor diabeten en een zoutloos dieet niet meer nodig zijn. Het verhoogt de kwaliteit van het leven van de ouderen enorm als zij geen streng dieet hoeven te volgen. Indien een huisarts toch oordeelt dat een bijkomend dieet nodig is, dan wordt dit uiteraard verstrekt. In 2013 is het aantal diëten sterk gedaald en dit tot grote tevredenheid van de bewoners. Door de hoge zorgbehoevendheid van de bewoners zijn er wel veel aanpassingen aan de consistentie van de maaltijden. Velen krijgen voorgesneden, gemalen of gemixt eten en in geval van ernstige slikstoornissen zelfs soft meals die helemaal vloeibaar zijn. De aanpassing van de consistentie van de maaltijden zorgt ervoor dat bewoners ondanks hun beperkingen toch voldoende eten. Door het eetpatroon van de bewoners nauwlettend in de gaten te houden, wordt het risico op ondervoeding tot een minimum beperkt. Bewoners worden regelmatig gewogen en hun eetgedrag wordt opgevolgd. De logopediste ondersteunt de maaltijdbegeleiding bij bewoners met slikproblemen.

Zorg voor personen met dementie Het aantal personen met dementie neemt toe binnen de bewonerspopulatie van de woonzorgcentra van OCMW Leuven. In 2013 had gemiddeld 40% van de bewoners van deze woonzorgcentra dementie. Alle medewerkers krijgen dan ook regelmatig vorming rond dementie. Daarnaast heeft één medewerker per woonzorgcentrum een zeer uitgebreide en grondige scholing gekregen tot referentiepersoon dementie. Bovendien is er per afdeling ook een ‘aandachtspersoon’ voor dementie opgeleid die de specifieke begeleiding van personen met dementie op de afdeling ondersteunt. De directie en de referentiepersonen dementie komen regelmatig samen in een stuurgroep om het beleid en de concrete acties rond de zorg voor personen met dementie te bespreken en te operationaliseren. In elk woonzorgcentrum is er ook een dementie support team dat bestaat uit de aandachtspersonen onder leiding van de referentiepersoon dementie. In deze dementie support teams worden casussen besproken en worden acties afgesproken om het leven van personen met dementie aangenamer te maken.

Dementievriendelijk Leuven

Vergeten naar buiten te komen?! Leuven wil als dementievriendelijke gemeente een betere omgang met en een positievere beeldvorming over personen met dementie. Het project ‘Vergeten naar buiten te komen?!’, opgestart in maart 2011, wil de participatie van ouderen met dementie aan socio-culturele activiteiten vergemakkelijken door samen op zoek te gaan naar wat hen interesseert en te zorgen voor begeleiding en vervoer, zodat het ook echt mogelijk wordt om deel te nemen aan bijvoorbeeld een theatervoorstelling, een voetbalwedstrijd... In 2013 konden 55 ouderen aan 35 activiteiten deelnemen.

Daarnaast werden er flyers uitgedeeld met een oproep tot wie geïnteresseerd is of iemand kent die graag als vrijwilliger met een persoon met dementie naar een socio-culturele activiteit wil gaan.

Een knelpunt van het project ‘Vergeten naar buiten te komen?!’ blijft de zoektocht naar vrijwilligers. Met het oog hierop werd voorgesteld om in te pikken op de film ‘Vergeet me niet’. Dit is een beklijvende Duitse documentaire die vertoond werd in Cinema nie vr ie nt e m ZED in het kader van de de Leuven wil als e r te be n e e werelddag dementie nte delijke gemee en positievere 2013. De nabespreking ne omgang met e werd ingeleid met een er personen ov beeldvorming voorstelling van het . met dementie project ‘Vergeten naar buiten te komen?!’.

Oblivium Ook is er gewerkt aan beeldvorming bij het grote publiek met als doel het taboe rond dementie te helpen doorbreken. De toneelvoorstelling ‘Oblivium’, waarin het proces van toenemende dementie bij een man en het effect op zijn vrouw, de mantelzorger, wordt getoond, was hierbij het instrument. Vanuit de samenwerking met de Leuvense Theaterfactorij is er geopteerd om dit theaterstuk ook voor professionelen te organiseren. ‘Oblivium’ is zo in het voorjaar 2013 opengesteld voor Thuiszorg, woonzorgcentra, opleidingen voor verpleegkundigen…

we 312 professionelen (in opleiding). Dit concept werd door de participanten als bijzonder waardevol ervaren.

Aan dit theaterstuk werd ook een nabespreking gekoppeld om gedachten, gevoelens, vragen en bedenkingen met elkaar te delen en zo even stil te staan bij onze beeldvorming over personen met dementie en hun omgeving. De nabespreking gebeurde onder begeleiding van de coördinator van het project (OCMW Leuven) en medewerkers van Memo en Passant. Op deze wijze bereikten


27

2.2 Ouderenzorg

Engagementsv erklaring ‘Vergeet dementie, onthou mens’ OCMW Leuven ondertekende in 2013 ook de engagementsverklaring in het kader van de campagne ‘Vergeet dementie, onthou mens’ die de Vlaamse overheid in de sector lanceerde. Hiermee willen de woonzorgcentra, lokale dienstencentra en serviceflats van OCMW Leuven het engagement aangaan om een genuanceerde beeldvorming over dementie in onze werking te hanteren en uit te dragen.

geen label Dementie mag onen herleidt zijn dat pers . se tot een diagno

Met deze handtekening wil OCMW Leuven het signaal geven dat het in zijn zorg voor personen met dementie wil voorbijgaan aan de vooroordelen en inzetten op de empowerment van

Verwendag Samen met leerlingen uit de richting schoonheidsspecialist van het Sint-Jozefsinstituut in Kessel-Lo heeft woonzorgcentrum Booghuys zijn bewoners met dementie een verwendag aangeboden. Tijdens die dag kregen deze bewoners allerlei schoonheidsbehandelingen, van gelaatsverzorging tot handen voetmassages.

28


de zorgbehoevenden zelf. Dementie mag geen label zijn dat personen herleidt tot een diagnose. OCMW Leuven is ervan overtuigd dat dialoog en erkenning van de persoonlijkheid en de autonomie van deze bewoners cruciaal zijn in een mensgerichte aanpak van de zorg voor personen met dementie. Om dit engagement in de praktijk duidelijk te maken, heeft Ter Vlierbeke een verrassend zangmoment gehouden met ouderen en kinderen samen. Het idee erachter is dat zingen van alle generaties is en ook dementie geen barrière is om zelf mee muziek te maken. Het werd een ontroerend gebeuren waarbij tientallen ouderen en evenveel kinderen samen zongen en ook nadien nog gezellig bleven napraten alsof ze dagelijks bij elkaar op bezoek kwamen.

Toenemende zorggraad vergt aanpassing van de werkorganisatie De maatschappelijke evolutie is van die aard dat woonzorgcentra zich genoodzaakt zien steeds meer quasi uitsluitend zeer zwaar zorgbehoevende ouderen op te nemen. De zorggraad stijgt gestaag. Ook in 2013 zette deze tendens zich voort. Het aandeel zwaar zorgbehoevende ouderen op de totale populatie is de laatste jaren als volgt geëvolueerd:

figuur 1: Evolutie zorgbehoevendheid bewoners woonzorgcentra OCMW Leuven

25,18%

27,84%

30,59%

31,16%

31,83%

31,08%

32,83%

34,96%

35,92%

10%

30%

D ankzij de medicatierobot zijn er minder menselijke fouten bij het klaarzetten van de medicatie.

Zorggraad

0%

20%

tijdgebeuren rond te krijgen door na het avondmaal te zorgen voor het afruimen en afwassen. Ten slotte helpen de animatoren, ergotherapeuten en kinesisten mee bij de begeleiding van bewoners tijdens het ontbijt en het middagmaal. De vier woonzorgcentra passen de werkdag voortdurend aan de noden van hun bewoners aan.

Verdere implementatie van medicatie robot en e-zorgdossier

40%

2009

2010

74,68%

2008

72,16%

2007

68,84%

68,92%

2006

68,17%

67,17%

80%

65,04%

70%

64,08%

60%

69,41%

50%

2012

2013

90% 100%

2005

Hoge zorggraad

2011

Lage zorggraad

In de woonzorgcentra Ter Vlierbeke en Ter Putkapelle was dit het best zichtbaar op de afdeling met hoofdzakelijk lichte zorgprofielen. Waar in het verleden op deze afdelingen maximaal tien van de 30 bewoners zwaar zorgbehoevend waren, waren dat er eind 2013 telkens zeventien van de 30. Op de andere twee afdelingen waren bijna alle bewoners zwaarzorgbehoevend. Ook het verloop van de bewoners stijgt hierdoor enorm. Zo waren er in 2013 in woonzorgcentrum Edouard Remy bijvoorbeeld 144 nieuwe opnames, terwijl dit er in 2012 maar 87 waren. Ook voor de medewerkers vormt dit een uitdaging. Zij moeten aan de bewoners meer zorg, hulp en begeleiding bieden bij alle aspecten van het dagelijks leven, meer nieuwe bewoners goed onthalen en van meer bewoners sneller afscheid nemen. Daardoor moet het woonzorgcentrum zijn organisatie ook voortdurend bijstellen. Zo starten de zorgkundigen en verpleegkundigen een beetje vroeger ’s morgens om de zorg rond te krijgen en zetten ze ’s avonds een extra medewerker in om een betere avondzorg te kunnen aanbieden. Ook de onderhoudsmedewerkers helpen mee om het maal-

Na de pilootfase in woonzorgcentrum Ter Vlierbeke in 2012 ging het GeneesmiddelenDistributieSysteem (GDS; medicatierobot) in 2013 van start in de woonzorgcentra Ter Putkapelle, Booghuys en Edouard Remy. Voor een doeltreffende implementatie is in samenwerking met een apotheker per afdeling een gefaseerd plan opgesteld. Sinds juli 2013 werken alle woonzorgcentra van het OCMW Leuven met het nieuwe systeem. Het vertrouwd worden met de procedure van het elektronische stock- en voorschriftenbeheer was voor de medewerkers de grootste uitdaging. Vergaderingen met de apotheker zorgden voor onderlinge afstemming en het op punt stellen van de afspraken (bijvoorbeeld het tijdstip van het doorsturen van doseerschema’s). Dankzij de medicatierobot zijn er minder menselijke fouten bij het klaarzetten van de medicatie en is er ook minder tijd nodig om de verdeling van de medicatie voor te bereiden. Wat betreft het inwerken in het e-zorgdossier werden administratie, LEKA2 en verpleging/verzorging in 2013 ondersteund door een basisvorming door de leverancier. De multidisciplinaire werking in het e-zorgdossier optimaliseert de bewonerszorg. Langs verschillende kanalen centraliseert het e-zorgdossier immers diverse informatie over de bewoner. Extra interne vormingen bleken echter noodzakelijk om medewerkers van de nodige kennis te voorzien. De hoofdverpleegkundigen kunnen trouwens nog steeds bijkomende interne opleidingen aanvragen. In 2014 zal men zich nog verder verdiepen in de mogelijkheden van het e-zorgdossier.

2 Logopedie, ergotherapie, kinesitherapie en animatie


29

2.2 Ouderenzorg

Mondzorg in de woonzorgcentra OCWM Leuven werkt al enkele jaren intensief samen met een tandarts/hoogleraar van de prothetische tandheelkunde van de KU Leuven. Toch is een goede mondhygiëne in 2013 een extra belangrijk aandachtspunt geweest in de zorg in alle woonzorgcentra van OCMW Leuven. De referentiepersonen van mondzorg en de ergotherapeuten werkten samen om een gezonde mondhygiëne bij de bewoners op de afdeling aan te pakken. Zelfstandige bewoners worden door medewerkers gestimuleerd om hun tanden te poetsen. Bewoners die niet over het nodige materiaal beschikken, kunnen een kleurrijk poetsinstructiepakket aankopen. Bij meer zorgbehoevende bewoners worden de tanden dagelijks gepoetst. Indien de bewoner tandklachten heeft, doen medewerkers een beroep op de tandarts die de nodige zorg toedient op de afdeling. Bewoners met een complexe tandproblematiek worden onder begeleiding doorverwezen naar de tandarts/hoogleraar van de KU Leuven. Tegelijkertijd hebben drie woonzorgcentra zich ook kandidaat gesteld voor het project Special Dent, een project van de Vlaamse Vereniging van Tandartsen (VVT) in samenwerking met de KU Leuven. Een wetenschappelijke studie in 2010 uitgevoerd in opdracht van het RIZIV toonde immers aan dat het handhaven van een goede mondgezondheid bij kwetsbare ouderen en personen met beperkingen moeilijk was omwille van de specificiteit van de zorgnoden en de lage graad van zelfredzaamheid. De voorgestelde maatregelen van deze studie werden concreet uitgewerkt in het rapport ‘Globaal Plan voor Duurzame Mondzorg bij Personen met Bijzondere Noden’. Dit globaal plan werd onder andere in onze woonzorgcentra uitgetest en voorzag daarbij in een opleiding in de mondzorg voor alle referentiepersonen mondzorg en hoofdverpleegkundigen. Na het ontvangen van een informed consent3 werd er van elke bewoner op basis van een kosteloze screening een mondzorgplan opgesteld. Indien nodig werd een tandartsbezoek voorgesteld. De eigen tandarts van de bewoner werd hierin eerst betrokken. Indien de bewoner hierover niet beschikte, deed men een beroep op een Special Dent tandarts, die de nodige zorg in het woonzorgcentrum uitvoerde. De behandeling werd aangerekend, maar hierbij waren de gangbare RIZIV-terugbetalingen van toepassing. De deelname aan het project Special Dent heeft het belang van mondhygiëne bij onze doelgroep extra in de verf gezet.

Van serviceflatgebouw naar Groep van Assistentiewoningen Om vanaf 1 januari 2014 als assistentiewoningen te kunnen functioneren, zijn in 2013 alle nodige voorbereidingen getroffen voor de huidige serviceflatgebouwen Ruelens park, Ter Putkapelle en Ter Vlierbeke. In een assistentiewoning moeten crisiszorg en overbruggingszorg worden gegarandeerd. Dit betekent dat als een bewoner plots tijdelijk meer hulp nodig heeft, er moet geprobeerd worden dit zoveel als mogelijk in de flat zelf te realiseren. Dit kan gaan om thuisverpleging, gezinszorg, maaltijden aan huis, nachtzorg… Omdat er in deze woonvorm geen zorgpersoneel aanwezig is, zijn afspraken gemaakt met diensten voor thuisverpleging en gezinszorg. Er is afgesproken dat zij in geval van een aanvraag vanuit de assistentiewoning snel hulp zullen opstarten. Indien de zorgbehoefte echter definitief dermate verhoogd is dat zelfstandig wonen niet langer mogelijk is met thuiszorg en mantelzorg, dan kan een bewoner niet in de assistentiewoning blijven wonen. Assistentiewoningen kunnen absoluut niet voorzien in de zorg die een woonzorgcentrum biedt. Als het echter tijdelijk moeilijker gaat, zal alles in het werk gesteld worden om het zelfstandig wonen met thuiszorg en mantelzorg haalbaar te houden. Daarnaast is OCMW Leuven in 2013 bij alle bewoners van zijn serviceflats op huisbezoek gegaan om een oplijsting te maken van wie welke hulpverlening heeft, hoe het staat met hun sociale contacten, of ze gebruik maken van een dienstverlening van het lokaal dienstencentrum en ook om te polsen naar hun tevredenheid over onder andere renovaties, noodoproepsystemen… De bewoners apprecieerden deze huisbezoeken heel erg.

Een snelle vergrijzing van de bevolking leidt tot diverse noden bij ouderen. De lokale dienstencentra bieden hier een antwoord op.

Assistentiewoningen moeten ook het sociaal netwerk van de bewoners ondersteunen, maar dat gebeurde al in de serviceflats van OCMW Leuven. Verder zijn er ook administratieve verschillen. Zo is het wettelijk verplicht om de verblijfskosten in assistentiewoningen op te splitsen in het genotsrecht van de woning en de prijs voor de dienstverlening. De extra hulp die er in geval van crisis of

3 Uitleg over een onderzoek/behandeling waarvoor de bewoner toestemming moet geven

30


tijdelijke hogere zorgbehoefte nodig is, betaalt de bewoner ook zelf. Assistentiewoningen zullen dus proberen om de opname in een woonzorgcentrum zo lang mogelijk uit te stellen. Als het echter nodig wordt, kunnen de bewoners van de assistentiewoningen terecht in de woonzorgcentra van OCMW Leuven.

Om de problematiek rond eenzame senioren te onderzoeken werd in 2013 de Stuurgroep Eenzaamheid opgericht. Verschillende organisaties maken deel uit van deze werkgroep waaronder de lokale dienstencentra en de thuisdiensten van het OCMW Leuven, de ziekenfondsen, het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg, de seniorenraad, buurtwerkers, de coördinator van de gemeenschapswachten…

Lokale dienstencentra werken rond eenzaamheid bij senioren

Zij zijn verschillende keren samengekomen en hebben een sociale kaart gemaakt met daarin een opsomming van organisaties die iets te bieden hebben voor eenzame senioren. De kaart is een leidraad voor professionelen om gericht te kunnen doorverwijzen. Uit hun bevindingen kwam naar voor dat niettegenstaande de inspanningen van diverse diensten, organisaties, wijkcomités en vrijwilligers een steeds grotere groep ‘eenzame senioren’ moeilijk wordt bereikt.

Acties tegen eenzaamheid

Een snelle vergrijzing van de bevolking leidt tot diverse noden bij ouderen. Fysieke beperkingen of psychische problemen kunnen de mobiliteit beperken, waardoor sommige senioren het contact met hun onmiddellijke omgeving verliezen en niet meer durven buiten komen.

Breek de eenzaamheid: acties van de lokale dienstencentra De lokale dienstencentra van OCMW Leuven proberen dit op te vangen door activiteiten te organiseren die laagdrempelig zijn én waarbij vervoer voorzien wordt om senioren thuis af te halen en terug te brengen.

met geheimen uit grootmoeders keuken. Bij het tweede thema ‘Veilig’ draaide alles rond veiligheid in de woning, valpreventie en hulpmiddelen, en werd een knelpuntenwandeling georganiseerd in de buurt van het centrum. Deze informatieve reeks was gratis dankzij de subsidies van de provincie Vlaams-Brabant.

Op Pad met Ad Voor de activiteit Op Pad met Ad werden vooral eenzame senioren uitgenodigd (via professionele partners) die bijna nooit hun huis verlaten. Er vond een wandeling plaats langs de mooiste plekjes van Leuven waaronder de Kruidtuin, er was een optreden van de sopraan Rita Van Dorpe, gevolgd door een kaas- en wijnavond in de Sint-Michielskerk.

Lekker Veilig Ook het project Lekker Veilig in samenwerking met de Thuiszorg van OCMW Leuven is een succesformule waarbij eenzame senioren naar het lokaal dienstencentrum komen. Hier gingen vooral interessante infosessies door met als eerste thema ilig is Ve r e kk e L t c ‘Lekker’, onder meer Het proje j bi r a a w e ul m r rond gezonde voeeen succesfo n naar het e ding, gezond boodor eenzame seni ntrum komen. schappen doen en nce lokaal dienste ‘Ons restaurant’

Stertelefoon Al meerdere jaren worden senioren thuis opgebeld via ons project de ‘Stertelefoon’. Deze cliënten kijken uit naar het dagelijks of wekelijks telefoontje van de vrijwilliger die belt vanuit een lokaal dienstencentrum. Hun babbel is vlot en vertrouwd, want ze hebben elkaar goed leren kennen. Ieder jaar brengen de lokale dienstencentra de cliënten van de Stertelefoon en de vrijwilligers samen voor een gezellige namiddag, waar ze dan ook echt van genieten.

Huisbezoeken Naast de Stertelefoon kwam geregeld de vraag of er geen huisbezoeken konden afgelegd worden. De lokale dienstencentra besloten niet alleen met dit initiatief te starten, maar ook samen te werken met organisaties die dit al aanbieden en kwamen zo terecht bij Ziekenzorg. De krachten werden gebundeld en een samenwerkingsovereenkomst werd opgesteld. De vrijwilligers van Ziekenzorg zullen huisbezoeken afleggen bij senioren die eenzaam zijn of graag een bezoek wensen.


31

2.2 Ouderenzorg

Kunst Inhuldiging kunstwerk voor woonzorgcentrum en lokaal dienstencentrum Ter Putkapelle Op vrijdag 26 april 2013 werd het kunstwerk ‘Uit het hoofd, in het hoofd’ van Willo Gonnissen ingehuldigd in Ter Putkapelle. Het gaat om een geïntegreerd kunstwerk in en rond het gebouw van zowel het woonzorgcentrum als het lokaal dienstencentrum. De kunstenaar verduidelijkte het concept als volgt: “Het tijdloze van de architectuur enerzijds en de bijzondere impact van tijd aan het einde van een mensen leven anderzijds zijn de twee invalshoeken die bepalend geweest zijn voor het ontwerp”.

Tijdens vijf zomerse namiddagen gingen bewoners van woonzorgcentrum Edouard Remy samen met kinderen kunst ontwerpen.

Kunstproject in woonzorgcentrum Edouard Remy Tijdens vijf zomerse namiddagen gingen zeven bewoners van woonzorgcentrum Edouard Remy samen met zeven kinderen kunst ontwerpen. Op het einde van de zomer werd het kunstwerk onthuld in de Rode Zaal. De samenwerking met Leren Ondernemen in dit project werd in 2014 bekroond met de Koningin Mathildeprijs.

Natuurfotografie in Serviceflatgebouw Ter Putkapelle Op woensdag 26 juni 2013 werden foto’s van Tom Piessens in het serviceflatgebouw Ter Putkapelle ingehuldigd. Fotograaf Tom Piessens bracht de natuur binnen met zijn foto’s: “De voornaamste uitdaging was om in de lange, vrij donkere en volgens de bewoners te koele gangen toch een sfeer van warmte, licht en rust te brengen”.

n integreerde Willo Gonnisse k van gemanizijn kunstwer vormen in de puleerde basis tuur van tec tijdloze archi . lle e p Ter Putka

32


Animatie

Afdelingsfeest in woonzorgcentra

Ergotherapie, kinesitherapie en animatie: van eenheid naar drie-eenheid

Eenmaal in het voorjaar, eenmaal tijdens de zomer en eenmaal in het najaar is er grote drukte op één van de zorgafdelingen van de woonzorgcentra.

Begin 2013 werd besloten dat de drie disciplines binnen ergotherapie, kinesitherapie en animatie (EKA) zich duidelijker zouden profileren met betrekking tot hun jobinhoud en activiteiten. Tot op dat moment werd er eerder groepsgewijs gewerkt, zeker voor wat betreft ergotherapie en animatie. De werking van de disciplines en de activiteiten die hieruit voortvloeien, liepen merendeels door elkaar. Hierdoor was het soms onduidelijk wie wat doet en met welk doel. Elke medewerker van EKA kreeg de opdracht om na te denken op welke manier de eigenheid van de functie kon worden ingevuld ter bevordering van de optimalisatie van het dagelijks leven en wonen van onze bewoners. Initieel was het toch voor iedereen wennen en aanpassen. Tot grote tevredenheid van elke medewerker kunnen we nu stellen dat het resultaat er mag zijn: elke discipline concentreert zich voortaan op zijn jobspecifieke inhoud en komt zo beter tot zijn recht. De drie-eenheid is een feit en de creativiteit en professionaliteit nemen nog elke dag toe.

Die dag is het afdelingsfeest en wordt de afdeling getransformeerd in een ‘haute cuisine restaurant’. Iedereen zet die dag zijn beste beentje voor. Prachtig gedekte tafels, residenten op hun best uitgedost, enthousiaste families en stijlvol aangeklede personeelsleden en een gastronomisch viergangenmenu maken dat deze dag voor iedereen steeds weer een succes wordt. Op de afdeling ‘De Beemd’ wordt er daarbij steevast nog een dansmiddag aangebreid.

Animatie in woonzorgcentrum Booghuys Woonzorgcentrum Booghuys organiseerde in 2013 een quiz voor bewoners en families. Naast een aantal andere rubrieken was het woonzorgcentrum zelf mee onderwerp van de quiz. Aan de hand van de vragen en antwoorden leerden de deelnemers het woonzorgcentrum en zijn werking beter kennen. Daarnaast organiseerde woonzorgcentrum Booghuys in juli 2013 voor zijn bewoners de (wieler)Ronde van het Booghuys. Ook enkele familieleden hebben de benen ingesmeerd en meegefietst.


33

2.2 Ouderenzorg

Nog meer zinvolle tijdsbesteding en individueel aangepaste benadering voor passieve, zwaar zorgbehoevende bewoners Passieve, zwaar zorgbehoevende bewoners zijn vaak niet in staat om hun wensen en verwachtingen te uiten. Hierdoor bestaat de kans dat zij niet altijd de aandacht en zorg krijgen die zij zouden willen. Via een doorgedreven bevraging van hun wensen en die van hun familieleden proberen de woonzorgcentra erachter te komen wat zij van hun woonzorgcentrum verwachten. De woonzorgcentra bieden hen verschillende activiteiten aan en observeren aandachtig de reacties van de bewoners hierop. De activiteiten waar bewoners positief op reageren, worden opgenomen in het individuele zorgplan.

Enerzijds wilde men natuurlijk de Europese Unie, België en Leuven leren kennen, anderzijds was er de intentie om een sociaal engagement op zich te nemen. Hierdoor werden er naast bezoeken aan het Europese parlement en Brugge ook vijf halve dagen vrijwilligerswerk uitgevoerd in woonzorgcentrum Booghuys en woonzorgcentrum Edouard Remy van OCMW Leuven. Een zestal Spaanse vrijwilligsters stonden in het Booghuys mee in voor activiteiten zoals het organiseren van een picknick-, petanque- en fotonamiddag. In woonzorgcentrum Edouard Remy organiseerden een dertigtal vrijwilligsters een zangmoment, een optreden en een uitstap naar het park.

Zomerproject Spaanse vrijwilligers op bezoek Vijfendertig Spaanse vrijwilligsters tussen 16 en 18 jaar namen in juli 2013 deel aan een Europese inleefreis. Stichting Canfranc, een organisatie die projectmatig werkt rond sociale en culturele invalshoeken met jong eren uit de regio van Aragon en La Roja (noorden van Spanje), kwam in de zomer van 2013 naar Leuven.

Jaarlijks tracht woonzorgcentrum Edouard Remy tijdens de zomer een aantal activiteiten aan te bieden rond een bepaald thema. Voor 2013 waren dit de landen Italië en Frankrijk. Naast een mooie inkleding van de verschillende afdelingen werd er ook een heuse fotoshoot gehouden. Dit leverde verrassende momenten op voor iedereen.

ntrum In woonzorgce rd een we Edouard Remy gehouden ot ho s heuse foto a van Italië. rond het them

34


De federale politie trainde zijn honden in woonzorgcentrum Edouard Remy Op dinsdag 9 juli 2013 hielden enkele hondenteams van de politie een oefendag in woonzorgcentrum Edouard Remy. In de namiddag werd er tussen de bewoners gezocht naar drugs. ‘De stille drughond’ ging op zoek naar illegale verdovende middelen die verstopt waren op het lichaam van enkele bewoners en ging zitten voor de persoon bij wie hij een verdachte geur opmerkte. De bewoners waren perfecte proefpersonen. Deze hond wordt voornamelijk ingezet bij controle van grote groepen personen zoals in scholen, gevangenissen, dancings, vliegtuigen, op treinen of tijdens festivals. De filosofie van de opleiding van deze ‘stille drughond’ is altijd dezelfde: spel en beloning. Het spel bestaat altijd uit diverse onderdelen: onder meer het uitvoeren van een identificatietest, het volgen van een spoor en het zoeken naar drugs of menselijke resten. Als de hond de persoon of het voorwerp heeft gevonden of aanwijst, krijgt hij zijn beloning. Voor de hond betekent dit dat hij beloond werd omdat hij goed ‘gespeeld’ heeft.

Zingen met bewoners Om de bewoners zich thuis te laten voelen, organiseert Ter Vlierbeke een heel gamma van activiteiten. In 2012 is het woonzorgcentrum voorzichtig gestart met regelmatig enkele liedjes uit de oude doos te zingen met enkele bewoners. In 2013 werd het zangmoment een succes en werd het wekelijks ingepland. De vrijwilligers kozen er ook bewust voor om deze momenten op de afdeling zelf te organiseren. Zo konden ook minder mobiele mensen toch passief mee genieten van het zingen. In de loop van 2013 kreeg Ter Vlierbeke, dankzij de inbreng van de familie van een bewoner, regelmatig ondersteuning van een accordeonist die de bewoners kon begeleiden bij het zingen. Vanaf toen zagen ze week na week het aantal deelnemers groeien. En tegen de tweede helft van 2013 zat de leefruimte van de afdeling wekelijks afgeladen vol; zelfs familieleden en serviceflatbewoners zakten af naar de leefruimte om mee te zingen en te genieten.

Kwazoquiz in Ter Vlierbeke De woonzorgcentra werken elke dag aan de verbetering van hun kwaliteitszorg. Jaarlijks organiseert een ander woonzorgcentrum van OCMW Leuven een kwazoquiz. In woonzorgcentrum Ter Vlierbeke heeft de interne werkgroep kwaliteitszorg begin 2013 een kwaliteitszorgquiz georganiseerd. Bedoeling van de quiz was alle medewerkers te laten nadenken bij een aantal basishoudingen, situaties en vragen waarmee ze dagelijks geconfronteerd worden in de omgang met en de zorg voor de bewoners. Veel personeelsleden namen deel aan de quiz. De groepen werden zo ingedeeld dat de disciplines en de afdelingen gemengd waren. Iedereen was erg gemotiveerd om alle vragen zo goed mogelijk te beantwoorden, maar bij sommige vragen was niet het goede antwoord het belangrijkste, maar de inhoudelijke discussie over de mogelijkheden. In het omgaan met mensen zijn er immers niet altijd pasklare antwoorden. Het werd als zeer verrijkend ervaren om meningen vanuit verschillende invalshoeken naast elkaar te leggen. Naast het stilstaan bij kwaliteitszorg had deze quiz nog bijkomende positieve effecten, zoals het meer begrip krijgen tussen de verschillende disciplines en een hogere betrokkenheid bij heel Ter Vlierbeke. Het was zonder meer ook gewoon leuk om samen na te denken en te praten over de kern van de dagelijkse opdracht.


35

2.2 Ouderenzorg

2.2.3 Cijfers Tabel 4: cijfers woonzorgcentra 2013 CVK De Passerel

WZC Booghuys

9

10

Algemeen Aantal bedden rustoord Aantal bedden RVT

63

Aantal ligdagen

2567

26524

Bezettingsgraad

77%

98,78%

95

20

2

19

82

1

73,69%

93,15%

80 jaar

82 jaar

Aantal nieuwe inwoners Aantal overledenen Aantal bewoners vrijwillig vertrek Percentage Leuvenaars Aantal bewoners per leeftijdscat. (op 31.12.2013) Gemiddelde leeftijd < 60

0

0

60 - 69

0

9

70- 79

3

14

80- 89

5

35

90 - 99

0

15

> 100

0

0

Graad zorgbehoevendheid (op 31.12.2013)

Aantal

Percentage

Aantal

Licht (O en A)

2

100%

Zwaar (B; C)

5

0%

23

31,50%

Personen met dementie (CD)

1

0%

42

57,50%

Totaal

8

100%

73

100%

8

(1 persoon dementie)

Percentage 11%

Wachtlijst (op 31.12.2013) Gemiddeld aantal lichtzorgbehoevend (O en A - ROB)

32

Gemiddeld aantal zwaarzorgbehoevend (B, C, CD - RVT)

28

Kostprijs (vanaf 01.04.2013)

Leuvenaars

Niet-Leuvenaars

Dagprijs nieuwe infrastructuur 1pers

48,75 euro

56,57 euro

48,75 euro

56,57 euro

Dagprijs nieuwe infrastructuur 2 pers

48,10 euro

55,81 euro

48,10 euro

55,81 euro

Dagprijs oude infrastructuur 1 pers

46,29 euro

53,71 euro

Dagprijs oude infrastructuur 2 pers

45,67 euro

53,00 euro

Reservatievergoeding nieuwe infrastructuur 1 pers

35,05 euro

42,87 euro

35,05 euro

42,87 euro

Reservatievergoeding nieuwe infrastuctuur 2 pers

34,40 euro

42,11 euro

34,40 euro

42,11 euro

Reservatievergoeding oude infrastructuur 1 pers

32,59 euro

40,01 euro

Reservatievergoeding oude infrastructuur 2 pers

31,97 euro

39,30 euro

Betaalwijze (op 31/12/2013)

Percentage

Percentage

93%

93%

Bewoners met betalingsverbintenis OCMW Leuven

3%

3%

Bewoners met betalingsverbintenis ander OCMW

4%

4%

Via eigen middelen

36

Leuvenaars Niet-Leuvenaars


WZC Edouard Remy

WZC Ter Putkapelle

WZC Ter Vlierbeke

120

30

29

169

60

61

105485

32850

32.739

100%

100%

99,66%

144

28

21

101

28

22

39

0

0

98,27%

97,78%

97,78%

84 jaar

86 jaar

87,5 jaar

1

0

1

16

3

3

57

8

6

139

46

41

74

33

32

2

0

3

Aantal

Percentage

Aantal

Percentage

Aantal

Percentage

(5 personen dementie) 92

31,83%

(1 persoon dementie) 19

21,11%


20,45%

(28 personen dementie) 98

33,91%


42,22%

70

79,54%

99

34,26%

33

36,67%

32

36,36%

289

100%

90

100%

88

100%

99

196

140

17

53

45

Leuvenaars

Niet-Leuvenaars

Leuvenaars

Niet-Leuvenaars

Leuvenaars

Niet-Leuvenaars

48,75 euro

56,57 euro

48,75 euro

56,57 euro

48,75 euro

56,57 euro

48,10 euro

55,81 euro

46,29 euro

53,71 euro

45,67 euro

53,00 euro

35,05 euro

42,87 euro

35,05 euro

42,87 euro

35,05 euro

42,87 euro

34,40 euro

42,11 euro

32,59 euro

40,01 euro

31,97 euro

39,30 euro Percentage

Percentage

Percentage

74,5%

98,89%

96%

24,5%

0%

4%

1%

1,11%

0%


37

2.2 Ouderenzorg

Tabel 5: cijfers serviceflatgebouwen 2013 Ruelenspark Algemeen Bezettingsgraad

100%

Aantal wooneenheden

48

Aantal bewoners

53

Profiel

43 alleenstaanden, 3 koppels

Mannen

15

Vrouwen

38

Gemiddelde leeftijd

79,70

Jongste bewoner

63

Oudste bewoner

91

Wachtlijst (stand op 31.12.2013) Aantal mensen op wachtlijst

189

Actieve wachtlijst Leuvenaars

77

Actieve wachtlijst niet-Leuvenaars

13

Niet-actieve wachtlijst Leuvenaars

87

Niet-actieve wachtlijst niet-Leuvenaars

12

Kostprijs

Leuvenaars

Niet-Leuvenaars

Dagprijs studio

17,02 euro

18,91 euro

Dagprijs éénslaapkamerflat

18,21 euro

20,22 euro

-

-

Dagprijs tweeslaapkamerflat

38


Ter Putkapelle

Ter Vlierbeke

100%

100%

27

25

30

26

24 alleenstaanden, 3 koppels

24 alleenstaanden, 1 koppel

6

6

24

20

84,6

82,5

74

64

94

93

125

187

62

56

9

6

46

119

8

6

Leuvenaars

Niet-Leuvenaars

30,17 euro

33,38 euro

33,06 euro

36,59 euro

Leuvenaars

Niet-Leuvenaars

-

-

30,17 euro

33,38 euro

Tabel 6: cijfers loKale dienstencentra 2013 Ruelenspark

Ter Putkapelle

Ter Vlierbeke

Ontspannende

248

296

197

Vormende

331

253

216

17

22

22

2 737

510

1 419

365

331

251

Activiteiten

Informatieve Dienstverlening Was- of droogbeurten Pedicurebehandelingen Manicurebehandelingen Maaltijden in het middagrestaurant Shiatsu Gelaatsverzorging vanaf september

73

67

20

2 218

1 847

5 699

8 12


39

2.3 Thuiszorg

2.3.1 Focus: Duurzame mobiliteit: een evidentie in de Thuiszorg

Mobiliteit is al enkele jaren een belangrijk item in het departement Thuiszorg. De acties die in 2013 genomen werden, zijn een vervolg op een uitgebreid en degelijk mobiliteitsbeleid.

40


Dit beleid werd sinds 2007 in de Thuiszorg uitgestippeld waarbij het streven naar meer duurzame mobiliteit het doel is en hand in hand gaat met de kwaliteit en de klantgerichtheid van de dienstverlening. Met Gezinszorg en Poetsdienst (zowel gewone poetsdienst als poetsdienst via dienstencheques) bereikt de Thuiszorg 1240 cliënten uit Groot-Leuven. Om dit te kunnen realiseren, staan er dagelijks 230 medewerkers paraat. Gezien de aard van de dienstverlening en de uitgestrektheid van het werkingsgebied dienen deze medewerkers zich flexibel te kunnen verplaatsen naar de cliënten.

Focus

H et Departement Thuiszorg streeft een duurzame mobiliteit na die hand in hand gaat met kwaliteit en klantgerichtheid van de dienstverlening.

Mobiliteit in functie van de dienstverlening De verzorgenden van het Departement Thuiszorg dienen heel wat verplaatsingen te doen voor de cliënten en staan ook vaak in voor vervoer met cliënten zoals het samen boodschappen doen, op consultatie gaan bij een dokter, een ziekenhuisbezoek… Ook het openbaar vervoer maakt het niet steeds mogelijk om zich vlot te verplaatsen naar cliënten en is ook niet steeds geschikt voor het vervoer met cliënten. Voor deze verplaatsingen gebruiken heel wat medewerkers de eigen wagen. Een degelijk mobiliteitsbeleid is dus niet weg te denken uit de Thuiszorg.

Ook inzetten op duurzaam vervoer Thuiszorg wilde ook inzetten op milieuvriendelijk en duurzaam vervoer. Samen met twee partners (vzw Spit en vzw Wonen en Werken) diende OCMW Leuven een pendelfondsdossier in om medewerkers te engageren om hun woon-werkverkeer op een duurzame manier te organiseren. Na de goedkeuring van het pendelfondsdossier werd een extern studiebureau gespecialiseerd in management van verkeer en mobiliteit bij bedrijven, Traject, aangesteld. Het beleid inzake duurzame mobiliteit werd verder uitgestippeld. In het mobiliteitsplan moest de klemtoon liggen op duurzaamheid en milieuvriendelijkheid, innovatie, realisme en cliëntgerichtheid, zonder de kwaliteit van de dienstverlening in het gedrang te brengen. Het Departement Thuiszorg wil het gebruik van de eigen wagen voor het woon-werkverkeer reduceren en zo een bijdrage leveren tot een gezonder leefmilieu (minder CO2-uitstoot, fijn stof en geluidshinder). Dit stimuleert het door verschillende vervoerswijzen te combineren.

Daarom werd er een systematisch plan met maatregelen uitgewerkt waarvan er in de voorgaande jaren al diverse stappen werden gerealiseerd. Vermits het vervoer met de wagen een belangrijk gegeven is binnen de dienstverlening werd als eerste stap een regeling uitgewerkt voor de vervoerskosten voor dienstverplaatsingen voor de medewerkers van Thuiszorg (zowel van de standplaats van de medewerker naar de eerste cliënt en omgekeerd, als voor de verplaatsingen tussen de cliënten en activiteiten zoals opleidingen). Een regeling voor dienstverplaatsinIn het mobiliteitsplan ligt de gen tussen en met de cliënt bestond al langer. Ook het klemtoon op duurzaamheid, aspect betreffende verzekemilieuvriendelijkheid, innovatie, ring werd verduidelijkt. realisme en cliëntgerichtheid.

1240

cliënten uit Groot-Leuven bereiken de Gezinszorg en Poetsdienst

230

medewerkers van Thuiszorg staan dagelijks paraat


41

2.3 Thuiszorg

Omdat de Thuiszorg van OCMW Leuven tot de grootste openbare thuisdiensten in Vlaanderen behoort, willen wij ook met dit innovatief project een laboratoriumfunctie vervullen naar de andere thuisdiensten toe op het vlak van duurzame mobiliteit. Gezien het grote aantal cliënten dat een beroep doet op onze Poetsdienst en de dienst Gezinszorg heeft dit project ook maatschappelijk een belangrijke positieve invloed door de zichtbaarheid ervan. Het maatregelenpakket opgenomen in het pendelfondsdossier bestond uit twee grote delen. In de eerste plaats werd het bestaande verplaatsingsgedrag geanalyseerd door Traject dat de analyse maakte van de bestaande personeelsmobiliteit. Een enquête gaf een goed zicht op het verplaatsingsgedrag en op de problemen die medewerkers ondervonden. Na de analyse vond de optimalisatie plaats alvorens de volgende fase met verdere maatregelen uitgewerkt kon worden.

nieuwe toewijzing zijn de deelgemeenten als zone losgelaten en zijn andere zones uitgetekend. Deze zijn gebaseerd op een clustering van cliënten, alsook op structurerende assen zoals belangrijke invalswegen, de Vaart, het centrumgebied, de zone rond het station. Zo kwam men tot tien kleinere zones. Rekening houdend met het aantal medewerkers dat per zone nodig is, zijn de medewerkers toegewezen aan één van de tien nieuwe zones. Hierbij werden verschillende criteria gehanteerd. Men mocht omwille van het belangrijke basisprincipe ‘scheiding tussen werk-privé’ niet werken in de zone waar men woont.

De tweede fase, in 2014, bestaat uit het ter beschikking stellen van middelen en opleidingen. Concreet worden er dan fietsen (zowel gewone als elektrische) en fietsaccessoires (helmen, fluohesjes, regenpakken) voorzien, net als fietsenstallingen, fietsopleidingen en deelname aan het autodelenproject Cambio.

Optimalisatie en verankering in de dagelijkse werking In maart 2012 werd de tweejaarlijkse cliëntenwissel voor Poetsdienst en Dienstencheques aangegrepen om de eerste fase van het mobiliteitsproject te realiseren. Er werd niet enkel rekening gehouden met de match tussen cliënt en medewerker, maar ook met specifieke mobiliteitscriteria die na de analyse werden voorop gesteld. Zo werd deze nieuwe werkwijze structureel verankerd in de dagelijkse werking van de Thuiszorg. In het voorjaar 2013 werd dezelfde oefening bij de cliëntenwissel van Gezinszorg toegepast. Er werd bekeken in hoeverre mobiliteitscriteria kunnen dienen bij het toewijzen van medewerkers aan cliënten. Hiervoor werden alle medewerkers en cliënten digitaal in kaart gebracht. Zo werd duidelijk waar de medewerkers zich situeren ten opzichte van het werkgebied en hoe ze zich verplaatsen. De denkoefening werd gemaakt hoe ze zich vlotter én op een milieuvriendelijke manier kunnen verplaatsen over kortere afstanden. In eerste instantie werd het woon-werkverkeer geoptimaliseerd. Oorspronkelijk werden medewerkers toegewezen aan één van de vier deelgemeenten (Leuven, Kessel-Lo, Wilsele-Wijgmaal of Heverlee), waarbij men niet mocht werken in de deelgemeente waar men woont. Voor de

42


Groot-Leuven verdeeld in 10 zones met de letters A t/m J

Focus

D e resultaten zijn algemeen positief. 14% van de verzorgenden neemt vaker de fiets of het openbaar vervoer, voor 45,8% van de medewerkers is de verplaatsing vlotter geworden en voor 32,3% is de verplaatsingstijd korter geworden.

Ook de fietsbereikbaarheid was een belangrijk criterium. Wie binnen een ‘fietsbuffer’ van +/- 3 kilometer van een zone woont, kreeg indien mogelijk die zone toegewezen. De buffer van 3 kilometer is genomen om rekening te houden met het bezoek aan de volgende cliënt, waardoor het aantal kilometers kan oplopen. Een ander criterium waarmee rekening gehouden werd, was de bereikbaarheid met het openbaar vervoer (trein of bus) voor wie verderaf woont. Wie bijvoorbeeld dicht bij een treinstation woont, kreeg een zone toegewezen bij het station. Wie woont bij een rechtstreekse buslijn richting Leuven kon werken in het bedieningsgebied van die lijn. Dit kon enkel op voorwaarde dat de trein- of busuren zijn afgestemd op de werkuren. Het resultaat is een toewijzing die de verplaatsingen zo efficiënt mogelijk laat verlopen. Het is in principe niet meer mogelijk dat iemand die ten noorden van Leuven woont helemaal in het zuiden cliënten bedient. Dit moet leiden tot kortere afstanden en reistijden. Door te werken in kleinere zones werden ook de dienstverplaatsingen tussen de cliënten geoptimaliseerd. Ook deze werking werd verankerd in de dagelijkse planning. In het wachtlijstbeheer werden de mobiliteitscriteria opgenomen en bij de opstart van nieuwe medewerkers wordt op basis van deze mobiliteitscriteria systematisch nagekeken in welke zone zij het best tewerkgesteld worden. Twee keer per jaar wordt ook onderzocht of iedereen nog in de juiste zone werkt en indien nodig vinden er verschuivingen tussen de verschillende zones plaats. Zo blijft mobiliteit steeds een belangrijk item in de dienstverlening.

Mobiliteit voor verzorgenden Net zoals in 2012 voor de medewerkers Poetsdienst en Dienstencheques werd dit nieuwe toewijzingssysteem voor de verzorgenden toegepast bij de cliëntenwissel in 2013 (na Pasen). Deze oefening was complexer omwille van de verplaatsingen die de verzorgenden ook voor en met cliënten maken in functie van de dienstverlening. In eerste instantie had Traject op basis van de woonplaatsen van de medewerkers en de spreiding van de cliënten een voorstel opgemaakt met een nieuwe optimale zone per medewerker. Dit voorstel werd afgetoetst met het

coördinatieteam en de maatschappelijk werkers van de Thuiszorg en indien nodig bijgestuurd. Na herwerking werd het voorstel tijdens de wekelijkse teamvergaderingen aan al de verzorgenden toegelicht. Hierbij kreeg elke werknemer de mogelijkheid om aan te geven of het voorstel aanvaardbaar was. Indien er relevante (mobiliteitsgerelateerde) bezwaren waren, is hiermee rekening gehouden en werden de nodige aanpassingen gedaan. Vooraleer de nieuwe regeling van start ging, kregen de betrokken medewerkers een uitgebreid reisadvies met een beschrijving hoe ze hun verschillende cliënten kunnen bereiken met het openbaar vervoer of de fiets. Om te zorgen voor continuïteit hebben de administratieve medewerkers en de maatschappelijk werkers van het Departement Thuiszorg een herhalingsopleiding gekregen over het geven van fietsen openbaar vervoeradvies. Op die manier kunnen ze vlot inspelen op vragen van medewerkers en kunnen ze bij nieuwe medewerkers of nieuwe cliënten zelf een reisadvies op maat opmaken. De oefening betreffende de optimalisatie van het woon-werkverkeer van de medewerkers werd in het voorjaar afgerond. Systematisch zal deze oefening voor nieuwe medewerkers en bij andere wijzigingen herhaald worden om het effect ook in de toekomst te behouden.

Evaluatie Net zoals na de mobiliteitswissel voor de medewerkers Poetsdienst en Dienstencheques werd het effect van de mobiliteitswissel voor de verzorgenden bevraagd. Doel hiervan was na te gaan in hoeverre men tevreden was met de nieuwe werkregeling en in hoeverre ze geleid heeft tot meer duurzame verplaatsingen. Net zoals na de wissel van Poetsdienst en Dienstencheques had ook 75% van de verzorgenden de toewijzing aan een nieuwe zone als positief ervaren. De ontevredenheid van de resterende 25% was vooral te wijten aan drukkere trajecten (historisch gezien werkten nog verschillende medewerkers in de zone waarin ze zelf wonen), de nieuwe situatie en parkeerproblemen. De resultaten zijn dus algemeen positief. 14% van de verzorgenden neemt vaker de fiets of het openbaar vervoer, voor 45,8% van de medewerkers is de verplaatsing vlotter geworden en voor 32,3% is de verplaatsingstijd korter geworden.


43

2.3 Thuiszorg Fietsproject Een volgende stap in dit mobiliteitsproject was om medewerkers ook effectief op een duurzame manier deze geoptimaliseerde verplaatsing te laten doen. Daarom werd er vanaf het voorjaar 2013 verder gefocust op het fietsproject. Begin maart werd het test-fietsproject opgestart. Er werden vijf gewone en vijf elektrische fietsen gehuurd van vzw Velo. Deze werden gedurende twee maanden getest door elf medewerkers van de Poetsdienst en Dienstencheques. De medewerkers konden de fietsen voor drie à vier weken testen en mee naar huis nemen. De wissel van de fietsen werd begeleid door vzw Velo die de fietsen telkens opnieuw afstelde voor de volgende gebruiker. Bij problemen kon de fiets steeds bij vzw Velo binnengebracht worden voor herstelling. Het doel van de testfase was de voorbereiding van het aankoop- of leasingdossier voor fietsen voor medewerkers. Zo zullen gewone en/ of elektrische fietsen al dan niet mee naar huis kunnen worden genomen, of op centrale plaatsen (het station, lokale dienstencentra, het centraal bestuur…) gestald worden voor gebruik door meerdere medewerkers. Uit de evaluatie bleek dat men over het algemeen tevreden was over het project, maar dat er toch ook verschillende nadelen te melden zijn. Daarom werd er van de medewerkers die geen deel uitmaakten van de testfase een enquête afgenomen om een zicht te krijgen op het extra potentieel (nieuwe) fietsers. In de enquête werd

44


de vraag gesteld of men gebruik van dienstfietsen zou willen maken die op centrale plaatsen gestald zijn. De bepaling van de centrale punten werd door Traject voorbereid op basis van de gegevens uit het mobiliteitsplan. Ook verschillende formules met betrekking tot (dienst) fietsen werden bevraagd. Uit deze enquête bleek dat 27% van de bevraagden (25 verzorgenden) interesse had om dienstfietsen te gebruiken die op centrale locaties gestald zijn. Deze informatie zal in 2014 gebruikt worden om een aankoopdossier op te starten en effectief van start te gaan. Ook in 2013 kregen medewerkers de mogelijkheid om fietsschool te volgen. Dit gebeurde weliswaar buiten de werkuren, maar OCMW Leuven betaalde het inschrijvingsgeld. Enkele medewerkers hebben deze praktische opleiding gevolgd.

Mobiliteit in de bloemetjes Op 5 juni werd het Mobiliteitscongres georganiseerd, een tweetalig interregionaal congres voor iedereen die professioneel met mobiliteit en haar uitdagingen in aanraking komt. Tijdens dit congres worden de Business Mobility Awards uitgereikt die bedrijven bekronen die inspanningen leveren inzake duurzaam woon-werkverkeer. De goede praktijkvoorbeelden van de winnaars moeten inspirerend en motiverend werken voor andere ondernemingen en instellingen. Thuiszorg werd beloond

Focus

voor zijn inspanningen en kreeg een eervolle vermelding voor zijn hele mobiliteitsplan. In oktober presenteerde Thuiszorg op de zevende netwerkmeeting voor mobiliteitscoördinatoren zijn mobiliteitsplan. Er was een grote interesse van mobiliteitscoördinatoren van diverse organisaties.

Forfaitaire vergoedingen voor dienstverplaatsingen In 2013 werd de aanpassing van het bestaande forfait voor woon-werkverkeer met een motorvoertuig voorbereid. Het bestaande systeem dat afgestemd was op de vier deelgemeenten werd aangepast aan de nieuwe verdeling van medewerkers over de tien verschillende zones. In het kader van de administratieve vereenvoudiging werd daarnaast ook een forfaitair systeem voor dienstverplaatsingen ontwikkeld. Het forfait werd opgebouwd uit diverse factoren wat leidde tot een geïndividualiseerd systeem. Voor elke zone in combinatie met elk mogelijk werkregime werd een aparte forfaitaire vergoeding berekend. Dit eenvoudige en transparante systeem zal worden toegepast vanaf begin 2014. Zwaartepunten per zone


45

2.3 Thuiszorg

2.3.2 Thematische dossiers: investeren in een positief medewerkersbeleid

Thuiszorg en de dagelijkse kwaliteitsvolle dienstverlening aan de cliënten staat of valt met zijn medewerkers. Daarom is het belangrijk dat er voor een degelijke ondersteuning voor deze medewerkers gezorgd wordt. Dit werd ook in 2013 gerealiseerd via diverse projecten.

Coach on the field In het Departement Thuiszorg kwam in het verleden geregeld de vraag van de medewerkers naar enerzijds ondersteuning en anderzijds opvolging op de werkvloer inzake de uitvoering van hun taken. Tijdens het Common Assessment Framework (CAF), een systeem voor zelfevaluatie, werd deze behoefte geformuleerd. Ook vanuit leidinggevend standpunt werd dit als een behoefte erva-

46


ren. Maatschappelijk werkers hebben immers niet de tijd om samen met medewerkers op de werkvloer uitvoerende taken in te oefenen en op te volgen. Controles op de werkvloer waren in het verleden beperkt gebleven tot het jaarlijks huisbezoek bij de cliënten en bijkomende huisbezoeken, bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten of probleemsituaties. Ook samenwerken met medewerkers op de werkvloer is niet haalbaar voor de maatschappelijk werkers. Dit had enerzijds tot gevolg dat medewerkers relatief weinig concrete praktische feedback kregen over de kwaliteit van het uitvoeren van hun taken. Anderzijds was er ook niemand die op de werkvloer heel praktische tips kon aanreiken of zelfs taken voordoen of die taken samen met de medewerkers doen.

Om aan al deze vragen en hiaten tegemoet te komen werd de functie van coach on the field in het leven geroepen.

porteert aan de maatschappelijk werker. Als er ernstige problemen zijn, verwittigt de coach on the field onmiddellijk de directe leidinggevende van de medewerker.

Doelstelling

De coaches geven ook strijkopleiding en poetstechnieken aan (nieuwe) medewerkers die bepaalde taken niet goed onder de knie hebben. Naar de toekomst toe zal dit samen met een uitgebreid inscholingsbeleid verder uitgebreid worden. Er werd door de maatschappelijk werker van de coaches ook een handboek met poetstechnieken, producten en materialen ontwikkeld als leidraad voor alle medewerkers.

De coach on the field stimuleert de kwaliteit van uitvoering van de verzorgende, huishoudelijke taken (enkel voor Gezinszorg) en van de poetsen strijktaken bij de medewerkers door een degelijke introductie en inscholing in samenwerking met de peter/meter. De coach on the field werkt ondersteunend voor medewerkers die het moeilijk hebben, hetzij na de inscholingsperiode, hetzij bij werkhervatting na langdurige afwezigheid of in het kader van een verbeteringstraject. Tijdens de coaching sessies reikt de coach medewerkers bij het uitvoeren van bepaalde taken op de werkvloer praktische tips & tricks aan. Er worden taken voorgedaan of er kunnen taken samen met de medewerkers uitgevoerd worden. Zo kan de medewerker die het moeilijk heeft met de uitvoering van bepaalde taken groeien in de functie en de taakuitvoering. Daarnaast worden bij al de medewerkers systematisch kwaliteitsbezoeken gedaan door de coaches. Tijdens deze bezoeken op de werkvloer wordt de checklist met verzorgende en poetstaken overlopen en volgt de coach de medewerker op tijdens de taakuitvoering bij de cliënt. De coach vraagt ook naar de ervaringen van de cliënt met de betreffende medewerker. De coach on the field geeft aan de medewerker op de werkvloer directe feedback en rap-

Selectie In de zomer van 2012 werd een interne oproep aan alle medewerkers van Thuiszorg gelanceerd en na een strenge selectie werden vier coaches geselecteerd. De functie werd verdeeld over twee coaches per dienstverlening om zo continuïteit te kunnen bieden, bijvoorbeeld bij ziekte of verlof. Bovendien biedt dit ook het voordeel dat de coach on the field ook geen rechtstreekse collega’s uit het eigen team dient te controleren in functie van kwaliteitsbezoeken.

Inscholing De coach on the field is een ‘voorbeeld’-medewerker die zeer goed functioneert, communicatief is en bij voorkeur de interne opleiding ‘peter- en meterschap’ gevolgd heeft. Verder kregen de coaches ook nog enkele extra opleidingen

36

coachingsessies werden in 2013 gedaan

151

kwaliteitsbezoeken werden voor Gezinszorg uitgevoerd

176

kwaliteitsbezoeken binnen de Poetsdienst en het Dienstenchequebedrijf werden uitgevoerd


47

2.3 Thuiszorg

O m een gepaste dienstverlening te garanderen, zet Thuiszorg in op een doorgedreven opleidingsbeleid.

om te kunnen starten in deze nieuwe functie. De coaches volgden samen met hun maatschappelijk werker een opleiding voor instructeur van schoonmaaktechnieken. Daarnaast volgden zij ook een praktische opleiding over het omgaan met moeilijke situaties, coachen en feedback geven. De coaches on the field voor Gezinszorg gaven door welke verzorgende taken zij opgefrist wilden krijgen. Zij kregen deze taken praktisch uitgelegd door zorgkundigen uit het woonzorgcentrum Booghuys.

De leidinggevende maatschappelijk werkers hebben een cruciale rol in de opvolging van (nieuwe) medewerkers. Via de inloopmomenten die door medewerkers en leidinggevenden ingepland worden, hebben medewerkers de kans om met de leidinggevende bijvoorbeeld moeilijke cliëntsituaties te bespreken. De maatschappelijk werker neemt de tijd om samen met de medewerker individueel te bekijken welke stappen moeten ondernomen worden bij diverse cliëntsituaties.

Opstart

Doorgedreven vormingsbeleid

De coaches zijn effectief gestart op 18 maart 2013. In 2013 werden er 36 coachingssessies gedaan. Voor wat betreft de kwaliteitsbezoeken bij alle medewerkers werden er voor Gezinszorg 151 bezoeken uitgevoerd. Binnen de Poetsdienst en het Dienstenchequebedrijf werden 176 kwaliteitsbezoeken uitgevoerd.

Om aan de diverse doelgroepen binnen het bestaande cliënteel de gepaste dienstverlening te bieden zet Thuiszorg in op een doorgedreven opleidingsbeleid. Alle medewerkers kregen een basisopleiding over enkele belangrijke thema’s. Zowel aan thema’s zoals het omgaan met psychische, psychiatrische en ouderdomsaandoeningen als aan palliatieve zorg en ergonomie werd en wordt nog steeds de nodige aandacht besteed. Vanuit elk groot opleidingsproject worden referentiepersonen opgeleid. Deze medewerkers krijgen de kans om zich te specialiseren in een bepaald thema. De referentiepersonen kunnen collega’s met vragen rond hun specialiteit extra informeren en de collega-medewerkers mogen actief een beroep doen op de kennis van de referentiepersonen. In 2013 werd er ook een functieboekje ontwikkeld waarin al de referentiepersonen opgenomen zijn zodat het voor iedereen duidelijk is wie gespecialiseerd is in welk thema.

Peter- en meterschap Naast de coaches is er ook een belangrijke rol weggelegd voor de peters/meters. Wanneer een nieuwe medewerker start, is het belangrijk dat deze medewerker snel geïntegreerd geraakt binnen het team en de werking van het Departement Thuiszorg. De peter/ meter is een directe collega met ervaring en een goede kennis van de organisatie. Hij of zij beschikt over de juiste vaardigheden en feeling om de nieuwe collega te begeleiden en op een vlotte manier te helpen inwerken. Binnen elk team werden enkele peters/meters opgeleid om deze taak op te nemen als er een nieuwe collega opstart. De peter/meter neemt gedurende de eerste twee weken de nieuwe medewerker onder zijn/ haar hoede, geeft tips op de werkvloer, introduceert de nieuwe medewerker bij de collega’s, geeft leerkansen en feedback. Ook bij medewerkers die terug starten na een langdurige afwezigheid kan er een taak weggelegd zijn voor de peter/meter.

48

Inloopmomenten


Binnen het project ergonomie werd in 2013 de materiaallijst verder ontwikkeld. Dit is een lijst met alle mogelijke materialen die bij de cliënt nodig zijn om de functie op een goede manier te kunnen uitoefenen. Deze lijst werd de basis van een enquête die bij cliënten in het najaar werd afgenomen om na te gaan welke zaken structureel ontbreken bij de cliënten. In 2014 zullen de resultaten van deze enquête geanalyseerd worden en zullen er verdere stappen genomen worden.

Ook nieuwe ergonomische tips werden ontwikkeld binnen de referentieopleiding om de kennis van de ergonomie levendig te houden bij alle medewerkers van Thuiszorg. Er werd een terugblik gemaakt op de Déparis-oefening4 die in 2010 werd uitgevoerd. De referentiepersonen werden getraind op ‘train de trainer’ vaardigheden om hun kennis en tips over te brengen aan hun collega’s. Daarnaast kregen alle medewerkers ook een opfrisopleiding ergonomie.

Terug aan de slag met een gezondheidsprobleem Het pilootproject van Diverscity (het samenwerkingsverband tussen de Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de drie overheidsvakbonden) en FeGOB (Federatie Gespecialiseerde Opleiding, Begeleiding en Bemiddeling) ‘terug aan de slag met een arbeidshandicap’ had als doel om medewerkers met een gezondheidsprobleem zo lang mogelijk aan het werk te houden of terug opnieuw aan het werk te krijgen. Deze medewerkers konden een persoonlijke begeleiding genieten door een externe jobcoach in nauwe samenwerking met de arbeidspsychologe en maatschappelijk werker. Zes medewerkers van Thuiszorg werden geselecteerd uit diverse functiegroepen en met verschillende gezondheidsproblemen, het project werd afgerond begin 2014.

Zelfevaluatie Omdat de Thuiszorg kwaliteit hoog in het vaandel draagt, startte het Departement Thuiszorg in 2013 opnieuw een zelfevaluatie op. De stand van zaken van de prioritaire acties en de quick wins van de eerste CAF5 -oefening uit 2010-2011 werden overlopen en er werd vastgesteld dat de meeste acties ondertussen gerealiseerd werden. De nieuwe zelfevaluatie werd uitgevoerd op basis van de belangrijke acties van de eerste CAF-oefening die toen net niet prioritair waren, de verslagen van de referentieopleidingen ergonomie en het evaluatieverslag na de Déparis-oefening in 2010. Ook enkele aandachtspunten uit de verslagen van de coaches on the field werden opgenomen. Uit deze informatiekanalen werden enkele acties uitgekozen en er werd een SWOT-analyse uitgevoerd. In 2014 zullen daaruit de meest prioritaire acties gekozen worden en opgenomen worden in de meerjarenplanning.

Werkgroep beroepskledij Als voorbereiding op het aankoopdossier van de nieuwe beroepskledij werd in eerste instantie een enquête afgenomen van alle medewerkers over de huidige werkkledij en over welke kledij men in de toekomst zou willen dragen. In het voorjaar 2013 vormden verschillende medewerkers van Thuiszorg een Werkgroep beroepskledij om na te denken over de keuze van de nieuwe werkkledij en om nadien verschillende kledingstukken uitvoerig te kunnen passen en uit te testen in de praktijk. Zo kon een onderbouwde en ‘gedragen’ beslissing genomen worden over de aan te kopen kledij voor de volgende vier jaar. Er werden verschillende pasmomenten en testperiodes georganiseerd en vele medewerkers namen hieraan deel. In de loop van 2014 zal de gekozen kledij effectief geleverd worden.

4 De Déparis-methode (participatieve opsporingsmethode van risico’s) is ontworpen om door de werknemers en hun technische omkadering te worden gebruikt om zo objectief mogelijk de stand van zaken van de arbeidssituatie, waarin ze zich dagelijks bevinden en die zij goed kennen, op te maken. 5 Common Assessment Framework


49

2.3 Thuiszorg

2.3.3 Cijfers Tabel 7: Cijfers dienstenchequebedrijf in 2009, 2010, 2011,2012 en 2013 2009

2010

2011

2012

2013

Aantal geholpen cliënten

225

215

206

334

380

Gemiddeld aantal geholpen cliënten per maand

194

177

167

235

283

21.391

20.470

17.271

26.308

30.371

424

354

737

561

1.273

7 of 7,5

7,5

7,5

7,5

7,5 of 8,5

17,75

17,30

15,55

22,60

26,65

Aantal gepresteerde uren bij cliënten Aantal uren bijscholing Bijdrage per cliënt per uur Aantal huishoudhulpen (VTE op 31/12)

Tabel 8: Cijfers poetsdienst in 2009, 2010, 2011,2012 en 2013 2009

2010

2011

2012

2013


558

506

482

434

363


456

415

383

330

278

44.469,70

41.623,84

38.135,34

34.327,98

26.440

1.090

947

1.421

692

652

Gemiddelde bijdrage per cliënt per uur

6,63

7,14

7,63

7,89

8,10

Aantal poetshulpen (VTE op 31/12)

39,5

36,5

35,3

27

24,4

Aantal gepresteerde uren bij cliënten Aantal uren bijscholing

Tabel 9: Cijfers gezinszorg in 2009, 2010, 2011,2012 en 2013 2009

2010

2011

2012

2013


377

364

389

463

499


289

271

297

336

348

102.983,43

100.337,01

103.166,67

107.697,38

108.249,42

1.987,70

2.262,52

2.828,28

2.544,74

2.425,93

4,09

4,60

4,74

5,08

5,33

88

90,4

94,2

97

94,4

Aantal gepresteerde uren bij cliënten Aantal uren bijscholing Gemiddelde bijdrage per cliënt per uur Aantal verzorgenden (VTE op 31/12)

50


Tabel 10: Cijfers dienst maaltijden aan huis in 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 2009 Gemiddeld aantal geholpen cliënten per maand

2010

2011

2012

2013

250

252

228

204

204

59.102

57.983

49.989

42.243

41.458

6,30

6,85

7,38

7,83

8

2009

2010

2011

2012

2013

40

39

41

56

59

2.746,62

2.124,68

2.258,28

2.509,50

2.192,50

Aantal gepresteerde uren werk OCMW

183,80

377,15

320,47

123,14

205,25

Gemiddelde bijdrage per cliënt per uur (incl. materiaal)

11,75

13,21

14,96

17,01

21,65

3

3

3

3

3

Aantal maaltijden Gemiddelde bijdrage per cliënt per maaltijd

Tabel 11: Cijfers klusjesdienst in 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 Gemiddeld aantal geholpen cliënten per maand Aantal gepresteerde uren bij cliënten

Aantal klusjesmannen (VTE op 31/12)

Tabel 12: Soort klussen bij cliënten in 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 2009

2009

2010

2010

2011

2011

2012

2012

2013

2013

Aard van de klus

aantal aantal uren klussen





Schilderen en behangen

802,77

57

519,69

43

640,40

38

651,16

52

580,25

63

Loodgieterij

164,72

63

102,95

47

71,92

46

131

81

107

74

Electriciteit

17,63

7

30,37

14

25,84

14

71,67

35

64,75

34

Schrijnwerkerij

53,37

21

45,77

11

52,75

28

117,26

29

55

21

Tuinwerk

729,17

176

742,01

206

838,18

304

1.145,42

472

1.118

527

Verhuis en vervoer

686,55

103

413,21

79

351,68

75

103,67

38

86,75

52

Veiligheid en comfort

71,41

38

152,54

44

102,25

39

212,74

77

169,25

91

Opruimen

97,85

19

20,80

3

101,92

9

16,17

5

-

0

Allerlei

123,15

18

97,34

21

73,34

28

60,41

18

11,50

4

Totaal

2.746,62

502

2.124,68

468

2.258,28

581

2.509,50

807

2.192,50

866


51

2.3 Thuiszorg

Tabel 13: Cijfers Wonen en Werken 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 Aantal klussen bij cliënten Aantal gepresteerde uren bij cliënten

2009

2010

2011

2012

2013

64

55

120

178

230

993,25

1.288,95

2.373,75

3.106,85

3.515,25

Tabel 14: Cijfers oppashulp i.s.m vzw IN-Z 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013

2009

2010

2011

2012

2013


17

8

11

23

13


11

7

7

8

7

2.386,25

1.862,75

2.234

1.893

1.244,70

6,25

6,25

6,38

6,47

6,69

Aantal gepresteerde uren bij cliënten Gemiddelde bijdrage per cliënt per uur

Tabel 15: Cijfers aanvullende poetshulp i.s.m vzw IN-Z 2011, 2012 en 2013 2011

2012

2013

2

7

0

0,25

0,67

0

Aantal gepresteerde uren bij cliënten

27

57,50

0

Gemiddelde bijdrage per cliënt per uur

12

10,29

0

Aantal geholpen cliënten Gemiddeld aantal geholpen cliënten per maand

52


3

Interne werking

3.1 Organigram

Onderstaand organigram brengt alle diensten die deel uitmaken van OCMW Leuven in beeld.

Raad voor maatschappelijk welzijn

Voorzitter

Secretaris

Preventie en bescherming op het werk

Financieel beheerder

Financiële dienst

Beleid & Staf

Departement Personeel & Organisatie

Kabinet voorzitter

Secretariaat

Departement Sociale dienst Departement Thuiszorg Departement Facilitaire diensten Departement Ouderenzorg


55

3.2 Beleid

3.2.1 Raad

OCMW Leuven wordt bestuurd door een Raad voor Maatschappelijk Welzijn of kortweg de OCMW-Raad. Voor een gemeente met meer dan 50.000 en minder dan 150.000 inwoners (zoals Leuven met ca. 90.000 inwoners) bestaat die uit 13 leden. De OCMW-Raad duidt onder zijn leden de voorzitter aan. De OCMW-raadsleden zijn in functie sinds 7 januari 2013. Deze bestuursploeg zal zes jaar zijn stempel drukken op de verdere uitbouw van de welzijnszorg waarvoor zij dagelijks borg staan.

De leden van de OCMW-Raad zijn (in alfabetische volgorde): II II II II II II II II II II II II II

Chris Bex (sp.a) Louis Debruyne (Groen) Elisabeth Dyckmans (sp.a) Luc Haine (sp.a) Luc Ponsaerts (Open VLD) Brecht Provoost (sp.a) Pieter Vandenbroucke (sp.a) Erik Vanderheiden (CD&V) - voorzitter Tine Vanderwee (N-VA) Heidi Vanheusden (Groen) Erwin Verbeken (N-VA) Marc Verheyen (CD&V) Heleen Witdouck (CD&V)

De OCMW-Raad vergadert maandelijks. De zitting vindt elke derde donderdag van de maand plaats in de raadzaal van OCMW Leuven. Om 20 uur start het openbaar gedeelte waarbij publiek toegelaten wordt. Nadien volgt een besloten zitting zonder publiek. De OCMW-Raad draagt als hoogste bestuursorgaan van het OCMW een grote verantwoordelijkheid. Hier worden de belangrijkste beslissingen genomen. De Raad beslist onder meer over de richting die het OCMW wil uitgaan, de oprichting van nieuwe diensten, het vastleggen van steunnormen ... Ook het beheer van de goederen en het patrimonium ligt grotendeels bij de Raad. Deze geeft opdrachten voor de aanneming van werken en de levering van diensten en voor de aankoop en verkoop van onroerende goederen. De Raad keurt jaarlijks het budget en de jaarrekening goed.

II Koen Wuyts - secretaris

3.2.2 Vast Bureau Het Vast Bureau is belast met het afhandelen van de zaken van het dagelijks bestuur en komt bijna wekelijks samen. De voorzitter van het OCMW is van rechtswege ook voorzitter van het Vast Bureau.

Volgende leden maken deel uit van het Vast Bureau: II II II II

Erik Vanderheiden, voorzitter Chris Bex, plaatsvervangend voorzitter Louis Debruyne Pieter Vandenbroucke

II Koen Wuyts, secretaris Jaarverslag 2013 - OCMW Leuven

57

Beleid 3.2

3.2.3 Comités Bijzondere comités

Bijzonder Comité Sociaal Beleid

Bijzonder Comité Ter Putkapelle

Bijzonder Comité Ter Vlierbeke

Bijzonder Comité lokale dienstencentra

Bijzonder Comité Serviceflats

Bijzonder Comité Booghuys

Bijzonder Comité Edouard Remy

Bijzonder Comité Thuiszorg

Bijzonder Comité Sociale Dienst

Naast het Vast Bureau heeft OCMW Leuven verschillende Bijzondere Comités waaraan welomschreven bevoegd heden werden overgedragen. Onderstaande tabel geeft de lijst van comités en de samenstelling ervan weer.

2013 Chris Bex

X

X

Louis Debruyne

X

X

Elisabeth Dyckmans

X

X

X

X

X

X

X

Luc Haine

X

X

X

X

X

X

X

Luc Ponsaerts

X

X

X

X

X

Brecht Provoost

X

X

X

X

X

X

X

Pieter Vandenbroucke Erik Vanderheiden

X X

X

X

X

X

Tine Vanderwee

X

X

X

X

X

X

Erwin Verbeken Heleen Witdouck

58

X

Heidi Vanheusden Marc Verheyen


X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X X

X X

X

X

X

Basisoverlegcomité / Hoger Overlegcomité

In 2013 hebben er 10 BOC- en 11 HOC-overlegmomenten plaatsgevonden:

Het Basisoverlegcomité (BOC) is een overlegorgaan binnen het OCMW dat is samengesteld uit medewerkers die deel uitmaken van het bestuur, de vakbonden, de interne preventiedienst, de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk en de arbeidsgeneesheer. Het secretariaat en de verslaggeving voor dit basisoverlegcomité wordt door de dienst Personeel & Organisatie uitgevoerd. Het Hoger Overlegcomité (HOC) vormt het overlegorgaan met de vakbonden waaraan zowel stad Leuven als OCMW Leuven deelnemen. In deze organen worden voornamelijk wijzigingen betreffende personeelskaders, statuten, personeelsaangelegenheden, reglementeringen… besproken. De aanwezigheid van de preventiediensten en de arbeidsgeneesheer maken het ook mogelijk om items over de veiligheid en de bescherming van de medewerkers te bespreken.

Tabel 16: basisoverlegcomité/hoger overlegcomité 2010, 2011, 2012, 2013 2010

2011

2012

2013

Basisoverlegcomité

6

8

10

10

Hoger Overlegcomité

9

9

10

11


59


3.3.1 Personeel & Organisatie

Begin 2013 lanceerde OCMW Leuven een nieuwe huisstijl voor zijn rekruteringscommunicatie.

Mensen zijn cruciaal voor het realiseren van onze doelstellingen Mensen zijn cruciaal voor het realiseren van onze doelstellingen. Daarom hecht het management en het team Personeel & Organisatie (P&O) van OCMW Leuven veel belang aan het investeren in mensen.

Vacatures waar muziek in zit

Maatschappelijk Welzijn op 17 oktober 2013 om per vacature af te wegen welk medium effectief en efficiënt de juiste doelgroep kan bereiken. De verplichting in de Rechtspositieregeling om bij elke vacature de bekendmaking via krant, weekblad of tijdschrift te voorzien, werd hierbij geschrapt. Naast de digitale weg, die duidelijk een belangrijke instroom vertegenwoordigt, werden vacatures ook bekend gemaakt door ze uit te hangen in de woonzorgcentra of door ze

In 2012 werd de kick-off gegeven om de rekruteringscommunicatie van OCMW Leuven te vernieuwen. Begin 2013 lanceerde OCMW Leuven nieuwe vacatureteksten en -beelden. Het resultaat was een korte tekst vol ‘schwung’ die de troeven van de organisatie in de kijker zet, vergezeld van één van de vier bijhorende ‘ventjes’, met de bedoeling geïnteresseerden naar de website van het OCMW te lokken. Hier vinden potentiële medewerkers een uitgebreide informatiebrochure over de functie waarin ze interesse hebben. Om de organisatiebekendheid te vergroten, nam OCMW Leuven in mei 2013 ook deel aan de VDAB-beurs voor zorgprofielen en aan een jobbeurs voor streekpersoneel. Omdat bleek dat het via deze weg interessante profielen kon bereiken, plande het ook een eigen jobbeurs voor begin 2014. In dit digitale tijdperk wil de organisatie ook flexibel inspelen op de arbeidsmarkt en vacatures meer gericht kenbaar maken via allerlei kanalen. Daarom besliste de Raad voor


61

Ondersteunende diensten 3.3

te laten verschijnen op de digitale schermen van het stadskantoor van Leuven. Op deze manier blijven de vacante functies toegankelijk voor personen die geen toegang hebben tot elektronische media.

Informatie- en integratiefase voor nieuwe medewerkers Een zorgvuldige selectie wordt gevolgd door een warm welkom door middel van een passend onthaal- en inscholingsbeleid. Een goed onthaal werkt ondersteunend. Het zorgt ervoor dat mensen zich snel thuis voelen en daardoor sneller goed functioneren. Het onthaalbeleid is een samenhangend geheel van stappen die erop gericht zijn de nieuwkomer op een optimale manier te integreren op de werkvloer en in de organisatie. Het concept van de Onthaaldagen 2013 is het resultaat van een vernieuwde aanpak, waarbij interactie, ontmoeting en gedragenheid van onze visie en waarden centraal staan. Enerzijds wil OCMW Leuven de nodige informatie meegeven over zijn werking, procedures, interne afspraken en structuur, anderzijds is het belangrijk dat de visie, waarden en gedragsregels van de organisatie gekend zijn. De dienst Personeel & Organisatie doet dit door de informatie in spelvorm en op een bevattelijke manier te brengen, en al fietsend ook een kijkje te nemen op locaties waar OCMW Leuven werkzaam is.

Wat je aandacht geeft, groeit… Vorming op maat van medewerkers

62

Bij de Onthaaldagen voor nieuwe medewerkers staan interactie, ontmoeting en gedragenheid van de visie en waarden centraal.

Van alle medewerkers nam 82% deel aan een opleiding of training. Het gemiddelde per medewerker bedraagt 21 uren opleiding of 228 euro. Departement Sociale Dienst In 2013 wilde de Sociale Dienst de focus leggen op een competentieverhoging van tijds- en kennisbeheer. De opleiding ‘persoonlijke effectiviteit’ werd georganiseerd enerzijds om inzichten en modellen aan te bieden, anderzijds om vaardigheden in te oefenen om aanwezige informatie- en communicatietechnologie maximaal in te zetten. Departement Ouderenzorg Op vraag van de medewerkers werd er een opleiding ‘omgaan met moeilijk gedrag’ aangeboden aan de medewerkers van de woonzorgcentra. Dikwijls komt deze groep in aanraking met, wat door hen ervaren wordt als ‘moeilijk’ gedrag van bewoners, familieleden, collega’s en vrijwilligers. Zij leerden in deze opleiding hiermee om te gaan door assertiever te reageren, eigen grenzen te verdedigen, maar ook door de eigen emotie te relativeren in moeilijke situaties.

Voor de medewerkers van de Thuiszorg werden door de Vlaamse overheid mogelijkheden gecreëerd om via bijkomende opleiding en op basis van anciënniteit een diploma verzorgende of zorgkundige te behalen (Uitbreiding KB 12/01/2006 en Via 4 akkoord). Om tegemoet te komen aan moeilijk invulbare vacatures en de medewerkers doorgroeikansen te geven, werden verschillende loopbaantrajecten in kaart gebracht. OCMW Leuven nam ondersteunende maatregelen zoals stages op de werkvloer en individuele begeleiding door onze coördinator vorming rond de toepassing van de opleidingscriteria en de inschrijving van onze mensen.

Departement Personeel & Organisatie

Algemene vormingscijfers 2013

Departement Thuiszorg

In 2013 registreerde OCMW Leuven in totaal 20.766 uren voor 299 verschillende vormingen. Dit is een stijging van het aantal vormingsuren van 8,7%. Het opleidingsbudget bedroeg 229.996 euro.

De opleiding over palliatieve zorgen, psychiatrische aandoeningen en ergonomie werd verdergezet. Voor de nieuwe medewerkers is dit een basiscursus, voor de andere medewerkers en referentiepersonen een opfris-


In 2013 werd gestart met een reorganisatie van de dienst Personeel & Organisatie. De infrastructuur werd ook aangepast met één grote frontdesk waar alle medewerkers op klantvriendelijke manier mensen zullen te woord staan. Om dit te kunnen realiseren volgden de huidige medewerkers P&O een grondige basisopleiding Sociale Wetgeving. Door het volgen van deze opleiding hebben alle medewerkers voldoende kennis en vaardigheden opgedaan om op professionele manier te kunnen omgaan met alle gestelde vragen en problemen over werken bij OCMW Leuven.

sing en een verder uitdiepen van de materie. Alle medewerkers volgden ook een opleiding EHBO. Daarnaast werd in 2013 een uitwisselingsproject gestart waarbij de medewerkers van Thuiszorg de kans kregen om een halve dag mee te lopen in een woonzorgcentrum.

Zorg voor de tewerkstelling van medewerkers artikel 60§7 door een maatschappelijk werker De maatschappelijk werker Personeel & Organisatie vormt een brug tussen de medewerkers artikel 60§76, de maatschappelijk werkers van Team Tewerkstelling en de externe tewerkstellingsplaatsen waarmee een overeenkomst werd getekend. Na een inwerkperiode in deze nieuwe functie, bracht de maatschappelijk werker P&O in mei 2013 de belangrijkste informatie over OCMW Leuven als werkgever naar de tewerkstellingsplaatsen. Er werd ook uitleg gegeven over de belangrijkste communicatie-

lijnen en de aandachtspunten van deze tewerkstellingsvorm, die voor medewerkers een aanloop moet vormen naar een reguliere tewerkstelling op de arbeidsmarkt. In een tweede fase werd ingezoomd op de afwezigheden van deze groep medewerkers en werd aandacht besteed aan een snellere aanpak van attitudeproblemen. Ook werd een opleiding georganiseerd in samenwerking met Wablieft over eenvoudig en duidelijk taalgebruik naar deze medewerkers toe. Deze opleiding vond zijn neerslag in de aanpassing van brieven die vanuit P&O verstuurd worden naar allochtonen met een beperkte kennis van het Nederlands.

6 Wanneer een persoon het bewijs moet leveren van een periode van tewerkstelling om het volledige voordeel van bepaalde sociale uitkeringen te verkrijgen of teneinde de werkervaring van de betrokkene te bevorderen, neemt het OCMW alle maatregelen om hem een betrekking te bezorgen. In voorkomend geval verschaft het deze vorm van dienstverlening zelf door voor de bedoelde periode als werkgever op te treden. Deze periode van de tewerkstelling mag niet langer zijn dan de periode die voor de tewerkgestelde persoon nodig is om gerechtigd te worden op volledige sociale uitkeringen.


63


Zorg voor medewerkers: een aanpak op maat Centraal op de agenda van het Sociaal Medisch Team (SMT) dat al enkele jaren actief is, staat het verzuim en de aanpak hiervan. Als organisatie vindt OCMW Leuven het immers belangrijk om te werken aan het welzijn van de medewerkers waaronder ook het verzuim/aanwezigheden. Verzuim is vaak een indicator voor hoe de medewerker zich op de werkvloer voelt, verzuim bepaalt mee de werklast van de aanwezige collega’s en kan een kwaliteitsvolle dienstverlening ondermijnen. Om dit verzuim aan te pakken, spelen een aantal actoren een cruciale rol. Het SMT is een forum waar deze actoren, namelijk de arbeidsgeneesheer, de arbeidspsycholoog, de directeur P&O en het betrokken diensthoofd en/of departementshoofd, in overleg gaan. De aanwezigheid van het betrokken diensthoofd en/of departementshoofd sinds 2013 is bedoeld om tot een meer gericht advies te komen, op maat van de medewerker. Door de informatie en de ervaringen van de verschillende disciplines te bundelen, gaat OCMW Leuven op een bewuste manier om met (frequente) afwezigheden. Daarnaast zorgt deze aanpak ervoor dat alle betrokken partijen op de hoogte zijn en er op maat van de medewerker een gericht actieplan uitgewerkt en opgevolgd wordt. Eind 2013 vonden ook de formele functioneringsgesprekken plaats in het kader van de begeleiding van ieder personeelslid. Bij de start van deze tussenfase in de periodieke evaluatieprocedure gaf P&O infosessies aan leidinggevenden over hoe je op een waarderende manier functioneringsgesprekken kan voeren. In het kader van betrokkenheid en engagement op de werkvloer, werden vragen aangereikt waardoor de medewerker wordt aangezet om het beste uit zichzelf te halen. Het is een benadering waarbij de talenten van medewerkers centraal staan in plaats van te focussen op de vaardigheden die minder sterk aanwezig zijn. Er wordt niet alleen gekeken naar wat er mis loopt, maar voornamelijk aandacht gegeven aan wat er goed gaat. Het voordeel hiervan is dat mensen zich meer gezien voelen en dit motiverend werkt. Uit feedback blijkt dat vele medewerkers de gesprekken ervaren hebben als vernieuwend en deze constructieve aanpak leidt tot meer en betere dialoog met hun leidinggevende. In 2013 werd ook meer aandacht besteed aan verschuivingen op de werkvloer. Op geregelde tijdstippen werd een overkoepelend overleg georganiseerd door P&O en de secretaris als hoofd van het personeel. Daarin werden inhoudelijk vragen van medewerkers behandeld die hun functie als administratief medewerker op een andere plek binnen de organisatie wensen in te vullen. Meer aan-

64


dacht voor talenten en wensen van medewerkers laat hen immers groeien en doet hun engagement toenemen.

HRM-scan: verdere ontwikkeling van een geïntegreerd HR-beleid Voor de zelfevaluatie van het departement P&O werd nauw samengewerkt met de andere departementen. 70 vragen werden per thema in afzonderlijke teams per departement voorbereid en gebundeld door P&O, waarna er telkens een overleg volgde met de afgevaardigden per departement. Hierin werd verduidelijking gegeven over de aangehaalde sterktes, zwaktes en verbeteracties per vraag. Samen werd aan elke vraag een score toegekend. In een laatste overleg werd de prioriteit van de verbeteracties bepaald. Na acht maanden werd in juni 2013 de HRM-scan afgerond en dit resulteerde in een actieplan met 58 verbeteracties waarop de komende jaren ingezet zal worden. Een quick-win was de vraag van het managementteam om meer betrokken te worden bij kaderwijzigingen. De procedure werd dan ook aangepast. Ook vroegen departementshoofden een meer frequent overleg met het departement P&O. Dit wordt nu systematisch ingepland op vaste tijdstippen. Verder werd er een opleiding over projectmatig werken gepland en een opleiding Infozoom voor een deel van de medewerkers van P&O met de bedoeling om sneller en meer kengetallen aan te leveren.

Verzuim is vaak een indicator voor hoe de medewerker zich op de werkvloer voelt, verzuim bepaalt mee de werklast van de aanwezige collega’s en kan een kwaliteitsvolle dienstverlening ondermijnen. Het Nieuwe Werken: Sociale Dienst start pilootproject OCMW Leuven wil een vraaggestuurde, geïntegreerde en laagdrempelige hulpverlening aanbieden. Hiervoor werkt het Welzijnsbureau Fonteinstraat sinds 2011 via de principes van Het Nieuwe Werken. Dat staat voor plaatsen tijdsonafhankelijk werken, sturen op resultaat, flexibele arbeidsrelaties en vrije toegang tot kennis. In 2013 zijn de voorbereidingen gestart om binnen het Welzijnsbureau Fonteinstraat een multidisciplinair team op te richten. Via opleiding en coaching werden mede-

werkers en leidinggevenden van het welzijnsbureau, Team Schuldhulpverlening en Team Tewerkstelling voorbereid. Multidisciplinair werken wil de kennisoverdracht tussen de verschillende teams bevorderen, medewerkers aanzetten om resultaatgericht te werken en na te denken over hun eigen werkplanning. Er werd nagedacht over de invulling van de bricks (gebouw), bytes (ICT/ social media) en behaviour (cultuur). De concrete uitvoering is voorzien vanaf 2014.

Taal- en jobcoaching In 2013 werd er verder ingezet op taal- en jobcoaching voor nieuwe medewerkers die extra ondersteuning in de nieuwe functie nodig hebben en/of van wie de Nederlandse taal nog bijgeschaafd kan worden. Deze extra begeleiding wordt voorzien door de externe job- en taalcoach van vzw Wonen en Werken in nauwe samenwerking met de leidinggevende. Er wordt voor iedereen een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld en medewerkers krijgen opdrachten om mee aan de slag te gaan.

Zorg voor medewerkers: Gezondheidsdag In 2013 organiseerde OCMW Leuven voor de eerste keer een ‘gezondheidsdag’ voor zijn medewerkers. In het verleden was het soms een ‘rush’ om een halve dag dienstverlening gecombineerd te krijgen met een halve dag gezondheidsdag. Vandaar de keuze om dit tweejaarlijks te laten plaatsvinden, maar dan gedurende een volledige dag.

De medewerkers van OCMW Leuven trokken die dag naar Durbuy en konden vrij kiezen uit teambuilding-activiteiten, mountainbike, challenger parcours, kajak, wandelen, boogschieten… Op die manier kreeg iedereen de kans een workshop naar eigen interesse en mogelijkheden te kiezen en vooral om op een ongedwongen manier aan een gezonde collegialiteit te werken.

Uitwisselingsproject Ouderenzorg en Personeel & Organisatie In september en oktober 2013 gluurden vijftien medewerkers van P&O over de muren van het Departement Ouderenzorg. De woonzorgcentra stelden hun deuren op een interactieve manier open. De P&O-medewerkers lieten hun vertrouwde omgeving één voormiddag achter zich en werden ondergedompeld in de wereld van de zorg. Ze werden betrokken bij de briefings, de ochtendzorg, het geven van baden en het maaltijdgebeuren. Een ideaal pakket om een eerste keer de sfeer van een woonzorgcentrum te kunnen opsnuiven. Dankzij deze uitwisseling hebben de P&O-medewerkers een beter beeld gekregen van het takenpakket en de deskundigheid van de verpleeg- en zorgkundigen. Wat hen vooral opviel, is dat het personeel het harde werk blijft combineren met een hart voor de bewoners, die op hun beurt ook een hart hebben voor het personeel.


65


Het personeelsbestand van OCMW Leuven in cijfers Aantal medewerkers in koppen OCMW Leuven had in 2013 in totaal 955 personeelsleden in dienst, onder wie 352 statutairen en 603 contractuelen. Het personeelsbestand bestond uit 186 mannen en 769 vrouwen. De gemiddelde leeftijd bedroeg 44,09 jaar. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal medewerkers per departement:

Tabel 17: aantal medewerkers in koppen per departement (gegevens d.d. 31/12/2013) DEPARTEMENT

STATUTAIR

CONTRACTUEEL

TOTAAL

Ondersteunende diensten

54

13

67

Facilitaire Diensten

65

59

124

Sociale Dienst

41

51

92

Ouderenzorg

156

209

365

36

198

234

0

73

73

352

603

955

Thuiszorg Sociale tewerkstelling TOTAAL

Aantal medewerkers in voltijds equivalenten (VTE) Het totale personeelsbestand telde 770,81 voltijdse equivalenten (VTE) van wie 284,01 statutair en 486,80 contractueel ingevuld waren. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal voltijdse equivalenten per departement:

Tabel 18: aantal voltijdse equivalenten per departement (gegevens d.d. 31/12/2013) DEPARTEMENT

STATUTAIR

CONTRACTUEEL

TOTAAL

Ondersteunende diensten

46,1

11

57,1

Facilitaire Diensten

54,1

52,5

106,6

34

41,6

75,6

125,51

166,85

292,36

24,3

142,75

167,05

0

72,1

72,1

284,01

486,8

770,81

Sociale Dienst Ouderenzorg Thuiszorg Sociale tewerkstelling TOTAAL

66


In en uit dienst

Tabel 19: in en uit dienst (gegevens d.d. 31/12/2013) TYPE TEWERKSTELLING

AANTAL NIEUWE MEDEWERKERS

Contract bepaalde duur - statutair op proef benoemd

17

Contract onbepaalde duur

72

Vervangingsovereenkomst

4

Jobstudenten In 2013 heeft OCMW Leuven 30 jobstudenten tewerkgesteld: II 14 studenten werkten bij de Ouderenzorg II 9 studenten werkten bij de Thuiszorg II 5 studenten werkten bij de Sociale Dienst II 1 student werkte bij de Facilitaire Diensten II 1 student werkte bij Personeel & Organisatie.

Uitdiensttredingen In 2013 werden 99 arbeidsovereenkomsten beëindigd. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de redenen van uitdiensttreding:

Tabel 20: redenen van uitdiensttreding (gegevens d.d. 31/12/2013) Reden uitdiensttreding Einde contract bepaalde duur Medische overmacht Beëindiging arbeidsovereenkomst in wederzijdse toestemming

Aantal medewerkers 8 10 3

Ontslag

12

Vrijwillig vertrek

35

Overlijden

2

Pensionering op wettelijke leeftijd

3

Vervroegd pensioen

18

Vervroegd pensioen wegens ziekte

3

Einde vervangingsovereenkomst

3

Verandering werkgever overheid

2


67


Loonkost personeel 2013 In 2013 werd een totale loonkost van 39.038.384,69 euro uitbetaald. Dit bedrag ligt 297.645,97 euro hoger dan de loonkost van 2012.

Balans tussen werk en privé-leven Binnen OCMW Leuven bestaan er verschillende mogelijkheden om een goede balans te bewaken tussen het professionele en het privéleven van de medewerkers. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende vormen van verloven en verminderingen van arbeidsprestaties die in 2013 benut werden en het aantal medewerkers dat van deze stelsels gebruik heeft gemaakt.

Tabel 21: verloven en verminderingen van arbeidsprestaties in 2013 (gegevens d.d. 31/12/2013) Stelsel Onbetaald verlof (contingent 2 jaar) Halftijds vervroegde uittreding Volledige of deeltijdse loopbaanonderbreking (algemeen stelsel)

28 9 220

Volledig of deeltijds verlof voor medische bijstand

31

Volledig of deeltijds ouderschapsverlof

49

Volledig of deeltijds palliatief verlof

68

Aantal medewerkers

4

Verlof voor deeltijdse prestaties

102

Totaal

443


Arbeidsduurvermindering Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal medewerkers dat in 2013 gebruik heeft gemaakt van een maatregel in het kader van arbeidsduurvermindering en einde loopbaan.

Tabel 22: medewerkers met arbeidsduurvermindering en einde loopbaan (gegevens d.d. 31/12/2013) Maatregel

Aantal medewerkers

45 jaar (fase 1) Vermindering arbeidsprestaties 12 dagen of premie 5,26% of contractverhoging

69

50 jaar (fase 2) Vermindering arbeidsprestaties 24 dagen of contractverhoging of premie 5,26% en vermindering arbeidsprestaties 12 dagen of premie 10,52%

85

55 jaar (fase 3) Vermindering arbeidsprestaties 36 dagen of premie 5,26% en vermindering arbeidsprestaties 24 dagen of premie 10,52% en vermindering arbeidsprestaties 12 dagen of premie 15,78%

66


69


3.3.2 Facilitaire Diensten

Kosten-batenanalyses Op het vlak van aankopen door OCMW Leuven werd afgewogen of de huidige oplossingen voor het invullen van specifieke behoeften ook de meest optimale zijn. Zo liepen er verschillende proefprojecten voor onder meer het vervangen van flessenwater door drankfonteinen, een prospectie van koffieautomaten …

Aankoopsamenwerking Het bundelen van aankoopvolumes van verschillende aanbestedende overheden kan voordelen bieden door mogelijke volumekortingen bij het verruimen van

70


de schaalgrootte. Zelf geen hele aankoopprocedure moeten voeren, levert op zich al een voordeel en een besparing op. Daarnaast is er winst mogelijk door kennisdeling en kennisoverdracht. Zo startte OCMW Leuven een samenwerking op met de aankoopfuncties van de stad Leuven, de Vlaamse Gemeenschap en de provincie Vlaams-Brabant voor onder meer telefonie, energie, ICT, verbruiksgoederen en diensten.

Patrimonium In 2013 verkocht OCMW Leuven voor ongeveer 3,4 miljoen euro onroerend goed. De crisis liet zich voelen in

het feit dat de interesse in een aantal openbaar te koop aangeboden bouwgronden opmerkelijk laag was en die bijgevolg werden ingehouden. Voor de betrokken gronden wordt in 2014, met een aangepaste verkoopstrategie, alsnog getracht een koper te vinden. In het kader van de nieuwe legislatuur en de budgettaire afspraken tussen stad Leuven en OCMW Leuven, werkte de dienst Patrimonium aan de voorbereiding van een samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW Leuven en het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Leuven.

Werken aan infrastructuur Ruwbouwfase nieuwbouw woonzorgcentrum Edouard Remy In 2013 werd de ruwbouwfase van de nieuwbouw van woonzorgcentrum Edouard Remy voltooid. De twee ondergrondse verdiepen, die een parking zullen worden, dragen ondertussen vier bovengrondse verdiepingen die de omvang en het uiterlijk van het nieuwe gebouw al omvatten.

Woonzorgcentrum Wijgmaalbroek De onderhandelingen voor de publiek-private samenwerking voor het oprichten van een woonzorgcentrum te Wijgmaal werden afgerond. De nodige vergunningen kunnen aangevraagd worden door de private partner en de bouw onder leiding van de private partner kan gestart worden in 2014.

ICT Achter elk geoliede organisatie staat een efficiënt ITCteam. Zo ook bij OCMW Leuven. Dit team bestaat uit vier medewerkers. Het team is in 2013 versterkt door een systeembeheerder en een technicus telefonie/systeembeheerder. De nadruk in 2013 lag vooral in het samenwerken met collega’s, andere diensten, leveranciers en andere overheden zoals Helics (een intercommunale die instaat voor het ICT-gebeuren van de steden Leuven en Hasselt).

een antwoord op de nood aan één meldplatform en een gebruiksvriendelijkere software. De bestaande procedures werden herbekeken en waar mogelijk geoptimaliseerd. Werkorders en diverse aankopen werden al behandeld in het nieuwe systeem. Ook de overstap van het oude meldplatform van ICT werd voorbereid. Het ERP-pakket Ultimo legt een link tussen verschillende software pakketten van andere diensten.

Computerpark Het computerpark bestond in 2013 uit 323 werkstations, 111 laptops en 18 thin clients. Voor het beheer en de automatische software uitrol werd Microsoft System Center aangekocht. Deze software is tegelijkertijd de hoofdtool voor de omschakeling naar Windows 7. Specifiek voor de migratie werden enkele dagen voor consultancy aan een firma toegewezen. Met hun ruime ervaring in grotere omgevingen, hebben ze advies gegeven omtrent een betere werkwijze in verband met gebruikerconfiguraties, security en active directory infrastructuur. Samen met Helics en het OCMW van Hasselt werd een nieuw raamcontract gesloten voor pc’s, laptops, schermen en Microsoft licenties. Samen met een partner werden de behoeften van het nieuwe printer park bepaald en uitgewerkt. De vervanging staat gepland voor begin 2014.

Serverpark Het serverpark bestond in 2013 uit 30 servers waaronder 20 fysieke machines. Met de hulp van de leverancier is er kennis in huis gebracht om de virtuele omgeving zelf te kunnen beheren en uit te breiden. Samen met Helics is er een nieuwe opdracht toegewezen voor een nieuw serverpark. Dit zal voor de zomer 2014 in dienst genomen worden en vervangt de huidige servers van stad en OCMW Leuven. De nieuwe omgeving is een state-of-art oplossing met een main site bij de stad en een desaster recovery site bij het OCMW. Dit vormt een heel betrouwbare en performante omgeving.

Telefonie – toegangscontrole en oproepsysteem

Facilitair Management Informatiesysteem (FMIS)

Alle telefooncentrales van OCMW Leuven zijn in 2013 gefusioneerd naar een centrale in het Centraal Bestuur. Dit brengt een besparing mee voor het onderhoud en tegelijkertijd werd de afbraak van blok A van Edouard Remy voorbereid.

De bestaande beheerssoftware, een Enterprise Resource Planning-systeem (ERP), werd vervangen. De implementatie startte in het najaar van 2012. Hierdoor kwam er

De installatie van IQ Messenger is in woonzorgcentrum Ter Putkapelle van start gegaan. Deze zal de bestaande oproepsystemen vervangen.


71


Infozuilen en Single Sign On (SSO) Elke OCMW medewerker heeft toegang gekregen tot een eigen e-mailaccount. Deze kan via de infozuilen geraadpleegd worden, net zoals het intranet. Dankzij Single Sign On kunnen gebruikers zich automatisch op de meeste applicaties aanmelden.

Ecologische voetafdruk Relighting woonzorgcentrum Booghuys De verlichting in het gebouw van woonzorgcentrum Booghuys was dringend aan vervanging toe. Het verbruik en het comfort van de bewoners werd hierdoor verbeterd. De nieuwe verlichting vormt ook een kabelbaan voor toekomstige renovaties van de brandcentrale en het oproepsysteem.

LED-verlichting

Netwerk In 2013 schakelde OCMW Leuven over van NetSetMan naar dynamische ip’s. Het wifi-netwerk werd ook uitgebreid naar Welzijnsbureau Fonteinstraat en de raadzaal van het Centraal Bestuur. In 2013 heeft een veiligheidsaudit plaatsgevonden. OCMW Leuven heeft in het algemeen goed gescoord.

Inventaris In 2013 werd een volledige inventaris van informaticamateriaal opgemaakt. Daarmee is er, onder andere, een overzicht gemaakt van alle pc’s die in de loop van de komende jaren vervangen moeten worden. De inventaris van de technische installaties werd gelijkaardig opgelijst, gelinkt aan mogelijke onderhoudscontracten, technische fiches … De inventaris van de overige roerende goederen werd ook opgestart, maar zal afgerond worden in 2014.

Microsoft Lync In het kader van ‘Het Nieuwe Werken’ werd Microsoft Lync voor een deel van de Sociale Dienst uitgerold. Dit systeem vervangt de klassieke telefonie. Bellen verloopt via de laptops, wat flexibiliteit biedt.

72


Een grondige studie van het gebruik van LED-verlichting werd opgestart. Hier werd gekeken naar het inperken van het verbruik en de economische inspanning die hierbij komt kijken. In 2014 zullen de eerste toepassingen worden uitgevoerd.

Waterfonteintjes In 2013 startte woonzorgcentrum Ter Putkapelle een proefproject waarbij er waterfonteintjes op de drie zorgafdelingen geplaatst werden. Deze test ging van start begin september. Per afdeling werden twee waterfonteintjes geplaatst. Het gaat hier om toestellen die zowel gekoeld water als water op kamertemperatuur leveren, met als bijkomende keuze plat of bruisend water. Er werden stevige waterkannetjes aangekocht van 0.5 tot 1 liter met deksel. De waterflessen verdwenen op de testafdelingen en elke resident kan dagelijks beschikken over de gewenste hoeveelheid plat of bruisend water, in een waterkannetje met inhoud naar keuze. Indien gewenst kunnen zij altijd gaan ‘bijtanken’ aan het waterfonteintje. De test was een groot succes zowel voor bewoners als personeel. Het gebruik van deze waterfonteintjes wordt dan ook definitief geïmplementeerd. In tijden van ecologische bewustzijnswording is het gebruik van deze waterfonteintjes een fantastisch alternatief voor flessenwater en de daarmee gepaard gaande

half- of kwartvolle gevulde waterflessen die voordien meestal meerdere dagen in alle mogelijke omstandig heden bleven staan op de kamers.

Preventie Brandveiligheid De Vlaamse Regering heeft op vrijdag 9 december 2011 het besluit goedgekeurd dat de specifieke brandveiligheidsnormen bepaalt waaraan ouderenvoorzieningen moeten voldoen. Deze normen maken deel uit van de erkenningsnormen en hebben bijgevolg een grote impact op OCMW Leuven en zijn zorginstellingen. Dit Besluit van de Vlaamse Regering trad in werking midden 2012, maar voorzag naast de algemene overgangstermijnen van het Woonzorgdecreet een overgangstermijn tot half 2013. Voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit Besluit hebben de Facilitaire Diensten, in samenwerking met de Preventiedienst, hun zorginstellingen getoetst aan deze brandnormering, om de nodige investeringen in te calculeren in de budgettering. Het Besluit van de Vlaamse Regering is immers van toepassing op alle woonzorgcentra, ongeacht de ouderdom van het gebouw, en dat brengt logi-

scherwijze aanpassingswerken met zich mee. Een nieuw element in deze brandveiligheidsnormen is bijvoorbeeld het verbod op het gebruik van tv-toestellen met beeldbuis. De woonzorgcentra Eduard Remy en Ter Vlierbeke werden in de loop van 2013 uitgerust met flat screen tv-toestellen in de kamers. De overige aanpassingen werden opgelijst, gebudgetteerd en ingepland.

Technische keuringen Begin 2013 werd de opdracht ‘Technische keuringen door een Externe Dienst voor Technische Controle’ heraanbesteed, in samenwerking met de stad Leuven. De verslaggeving van deze keuringen leverde zoals verwacht te verbeteren technische elementen op, waarvan een deel in 2013 al gerealiseerd werd. De resterende opmerkingen worden de komende jaren aangepast.


73

3.4 Netwerk

OCMW Leuven is vertegenwoordigd in volgende organisaties en overlegstructuren:

Sociale Dienst II Buurtoverleg wijkbureau Ridderbuurt (buurtwerking Ridderbuurt, politie Leuven, Dijledal) II Buurtoverleg wijkbureau Wilsele-Dorp (buurtwerking Wilsele-Dorp, politie Leuven, Dijledal) II Forum Participatietraject Leuvens armoedebeleid (CAW, Riso Vlaams-Brabant (buurtwerking Casablanca), stad Leuven, vzw Lampeke, Leren Ondernemen). Met als onderdeel werkgroep armoedeconferentie (Leren Ondernemen, Riso, stad Leuven) en werkgroep armoedetoets (vzw Lampeke, CAW, Leren Ondernemen, buurtwerking Casablanca) II Het Nieuwe Werken – The Lighthouse (Yammer-groep) II Kerngroep Dialoogmoment (vzw Lampeke, Riso Vlaams-Brabant (buurtwerking Casablanca)) II Kerngroep Leuvens Fonds Vrijetijdsparticipatie II Lerend netwerk HRM II Lokaal woonoverleg II Overleg sociale diensten centrum-OCMW’s II Regionaal overleg Justitiehuis II Structureel overleg rond betaalbaarheid van wonen in Leuven (olv PLUK & Reospartners) II Stuurgroep lokaal sociaal beleid II Stuurgroep provinciaal ‘Welzijnsproject’ (provincie Vlaams-Brabant, consultatiebureau voor Arbeid en Zorg vzw, CAW, CGGZ Leuven, Begeleid Wonen Leuven, GTB Vlaams-Brabant) II WIN2-project (GTB Vlaams-Brabant, VDAB)

huishoudhulp, de eerste steen en montage/assemblage) II Stuurgroep ‘Werken aan veerkracht van gevluchte professionals’ II Stuurgroep W² II Werkgelegenheidsforum II Werkgroep activering bij POD Maatschappelijke Integratie

Armoedebestrijding, luik gezondheid wonen en participatie II Algemene Vergadering Leren Ondernemen II Algemene Vergadering WGC De Ridderbuurt (wijkgezondheidscentrum) II Deelname kansengroepoverleg LOGO (lokaal gezondheidsoverleg) II De sociale kruidenier II Fonds ter Reductie Globale Energiekost (FRGE) II Lokaal Advies Comité Energie (LAC E) II Lokaal Advies Comité Water (LAC W) II Overleg CAW – centra geestelijke gezondheidszorg OCMW II Overleg noodkamer II Sociaal Wonen Arrondissement Leuven (SWAL) II Sociale Huisvesting Leuven Dijledal II Structureel overleg dak- en thuislozen II Woonraad

Kinderarmoede Werken en opleidingen II Centrum Basiseducatie Hageland, Open School II Permanente Werkgroep Kansengroepen II Stuurgroep activering bij Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten II Stuurgroep van onze eigen opleidingen (‘10 voor koken’,

II II II II II II

Algemene Vergadering Huis van het Kind (HvK) Algemene Vergadering Parel vzw Lokaal Overlegplatform Basisonderwijs (LOP BaO) Lokaal Overlegplatform Secundair onderwijs (LOP SO) Lokaal Overleg Opvoedingsondersteuning (LOOO) Zorgcoördinatorenoverleg


75

Netwerk 3.4

Ouderenzorg, algemeen II II II II II II II II II II II II

Goal, eerstelijns gezondheidszorg Leerwerkplaats o.l.v. Zorgnet Vlaanderen Leuvense Seniorenraad Memo, expertisecentrum dementie Observatie- en Oriëntatiecentrum Thuiszorg (OOT) Overleg Centra voor Kortverblijf Palliatief Netwerk Arrondissement Leuven (PANAL) Provinciale Ouderenadviesraad (POAR) Psychotherapie aan huis (PIOT) Stuurgroep Eenzaamheid Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten Zorginnovatieplatform InnovAGE

Ouderenzorg, lokale dienstencentra II II II II II

II II II

II

Christelijke Mutualiteit, oppas- en gezelschapszorg Overleg lokale dienstencentra arrondissement Leuven Seniorama, boodschappendienst Stad Leuven, cultuurbonnen Stertelefoon >> Christelijke Mutualiteit >> Neutraal Ziekenfonds >> Sint-Alexius >> Socialistische Thuiszorgdienst >> Zorgende Handen Thuiszorg OCMW Leuven Vereniging van de Vlaamse Lokale Dienstencentra (VVDC) Verwenzorg >> Familiehulp >> Landelijke Thuiszorg >> Solidariteit voor het Gezin >> Thuiszorg Brabant Vzw Mobiel

Ouderenzorg, serviceflatgebouwen II Crisis- en overbruggingszorg >> May Blockx >> Nachtzorg regio Leuven >> Nachtzorg van WZC Sint-Bernardus >> Thuisverpleging Meerdael van het Wit-Gele Kruis >> Thuiszorg OCMW Leuven II Regionale Ondersteuningspunt Serviceflats regio Leuven

Ouderenzorg, woonzorgcentra II Centrum voor Kortverblijf De Passerel werkt samen met Dagverzorgingscentrum Tervuren II DOTzorg

76


II II II II II II

II II II II II II

Enkele kappers Enkele kinesisten Huisartsen van de bewoners van de woonzorgcentra Pedicure en manicure Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Jozef Kortenberg Senior Living Group – Democo Detier (publiek-private samenwerking voor nieuw woonzorgcentrum Wijgmaalbroek) Thuiszorg, badgasten Thuiszorg, naadloze zorg UZ Gasthuisberg en Heilig Hart Ziekenhuis Leuven, geriatrie en palliatieve dienst UZ Gasthuisberg, mondzorg WZC Edouard Remy is een partner in het samenwerkingsverband voor nachtzorg regio Leuven WZC Edouard Remy heeft een samenwerkingsakkoord met het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg

Thuiszorg II Centra van Diensten II Crisis- en Overbruggingszorg Assistentiewoningen OCMW II Goal, eerstelijns gezondheidszorg II Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer (MAV) – Leuven II Observatie en Oriëntatiecentrum Thuiszorg (OOT) II Overleg huisartsen cliënten Thuiszorg II Overleg Regionale Ondersteuningspunten (ROP) VVSG II Overleg Stad Lokale Diensteneconomie (LDE) II Palliatief netwerk Arrondissement Leuven (PANAL) II Piloot ontwikkeling plannings- en onthaalmodule Logins voor Thuiszorg II Psychotherapie aan huis (PIOT) II Samenwerkingsovereenkomst LDE karweihulp Wonen en Werken II Samenwerkingsovereenkomst LDE oppashulp en aanvullende poetshulp IN-Z II Samenwerking Seniorama oppas- en gezelschapsdiensten II Stertelefoon II Stuurgroep Eenzaamheid II Stuurgroep Diensten Ondersteuningsplan (DOP) II Stuurgroep opleiding Huishoudhulp Wonen en Werken II Vereniging van diensten voor Gezinszorg (VVDG) Raad van Bestuur II Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) stuurgroep Centrumsteden II Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) stuurgroep Thuiszorg II Woonzorgcentra OCMW badgasten II Woonzorgcentra OCMW verwenzorg II Zorginnovatieplatform InnovAGE

4

OCMW Leuven in cijfers

4.1 Gemeentelijke bijdrage

In 2013 kwam de gemeente voor 16.412.378 euro tussen in de kosten van het OCMW. Dat is 1.031.319 euro meer dan het jaar voordien. Desondanks bedraagt de gemeentelijke bijdrage per inwoner 167,35 euro, wat identiek is aan het cijfer van 2010 en 2004 op basis van cijfers die werden aangepast aan de huidige muntwaarde.

Figuur 2: Geactualiseerde gemeentelijke bijdrage per inwoner 300,00

167

159

167

164

158

177

173

152

150,00

142

168

178

199

186

200,00

Gemeentelijke bijdrage per inwoner

100,00 50,00 0,00 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

72,76%

73,02%

74,19%

73,31%

73,79%

71,97%

70,62%

73,64%

75,70%

71,39%

67,57%

69,65%

50%

68,70%

De tussenkomst van de gemeente is maar een gedeelte van de inkomsten van het OCMW. OCMW Leuven krijgt nog 100% belangrijke subsidies van andere overheden en genereert ook zelf inkomsten: opbrengsten van bedeelde maaltijden, de ligdaggelden van bewoners van de woonzorgcentra, facturen van de poetsen klusjesdienst…

0% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

300,00 250,00 263 200,00 193 150,00 100,00 50,00

211

231 170

159 147

135

130 129

114

119

103


79

4.2 Resultaat van het boekjaar

Door de inkomsten en de uitgaven van OCMW Leuven tegenover elkaar af te wegen, bekomen we het ‘resultaat van het boekjaar’. In 2013 bedroeg dit cijfer -17.034.084 euro. Dat is 265.839 euro minder goed dan vorig jaar. Op basis van de aan de huidige muntwaarde aangepaste cijfers is het verschil met vorig jaar slechts 5.931 euro. Op 69,9 miljoen uitgaven en 52,98 miljoen ontvangsten kunnen we stellen dat het resultaat gelijk is gebleven.

Tabel 23: Resultaat van het boekjaar Boekjaar

Resultaat

Verschil vorig boekjaar

Geactualiseerd

Verschil vorig boekjaar

2001

-13 119 972 euro

2002

-14 021 456 euro

-901 484 euro

-17 990 930 euro

-921 847 euro

2003

-13 495 433 euro

526 023 euro

-17 078 470 euro

912 460 euro

2004

-13 916 767 euro

-421 335 euro

-17 283 234 euro

-204 764 euro

2005

-10 318 130 euro

3 598 637 euro

-12 483 906 euro

4 799 328 euro

2006

-12 074 634 euro

-1 756 504 euro

-14 330 175 euro

-1 846 270 euro

2007

-12 293 458 euro

-218 824 euro

-14 344 006 euro

-13 831 euro

2008

-14 779 738 euro

-2 486 280 euro

-16 432 113 euro

-2 088 106 euro

2009

-14 669 320 euro

110 418 euro

-16 319 618 euro

112 495 euro

2010

-12 530 341 euro

2 138 979 euro

-13 589 155 euro

2 730 463 euro

2011

-15 537 225 euro

-3 006 884 euro

-16 133 854 euro

-2 544 699 euro

2012

-16 768 245 euro

-1 231 021 euro

-16 768 245 euro

-634 391 euro

2013

-17 034 084 euro

-265 839 euro

-17 034 084 euro

-5 931 euro

-17 069 084 euro

Het resultaat van het boekjaar 2013 is ongeveer gelijk aan het resultaat van 2012, maar zoals blijkt uit de tabel hier onder is dit onder meer het gevolg van meerwaarden op de verkoop van het patrimonium van OCMW Leuven. Voor die verkoop van het patrimonium heeft OCMW Leuven 2.064.789 euro meer ontvangen dan de boekwaarde van het betreffende goed.

Tabel 24: meerwaarden op de verkoop van het patrimonium

80

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Resultaat boekjaar

-14 779 738 euro

-14 669 320 euro

-12 530 341 euro

-15 537 225 euro

-16 768 245 euro

-17 034 084 euro

Meerwaarden

657 464 euro

1 089 058 euro

4 461 382 euro

1 848 819 euro

439 920 euro

2 066 072 euro

Minderwaarden

300 174 euro

244 931 euro

273 870 euro

931 719 euro

13 559 euro

1 283 euro

Resultaat zonder meer- en minderwaarden

-15 137 028 euro

-15 513 447 euro

-16 717 853 euro

-16 454 324 euro

-17 194 607 euro

-19 098 873 euro

Resultaat zonder meer- en minderwaarden geactualiseerd

-16 829 348 euro

-17 258 709 euro

-18 130 512 euro

-17 086 170 euro

-17 194 607 euro

-19 098 873 euro


1 200 000,00 euro

€ 727 206,99

749 165,36 euro

1 400 000,00 euro

385 308,31 euro

428 370,83 euro

1 444 840,41 euro

1 342 705,15 euro

Bovenstaande 1 000 000,00 eurotabel laat niet vermoeden dat OCMW Leuven in 2013 werd geconfronteerd met belangrijke extra 346 479,41 euro

200 000,00 euro

194 015,11 euro

400 000,00 euro

134 752,17 euro

uitgaven die het gevolg zijn van externe beslissingen zoals de hogere responsabiliseringsbijdrage (+ 80.781 euro, of 2.486.628 euro meer dan in 2011 toen deze maatregel niet bestond) en de hogere patronale lasten die werden 600 000,00ineuro opgelegd het kader van de vastbenoemde medewerkers (+ 156.349 euro). 800 000,00 euro

Daarnaast is de stijging van de index verantwoordelijk voor een meeruitgave op de loonmassa. De index steeg 2% 0,00 euro in januari, en woog dus een volle 12 maanden op de loonmassa. De totale loonkost nam met 821.881 euro toe. 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Op een bedrag van 42 miljoen euro loonkost is dit minder dan de 2% indexstijging, ondanks de twee hierboven vermelde meeruitgaven. Van iedere euro die door het OCMW wordt uitgegeven ging in 2013 0,6346 euro naar personeelsuitgaven.

figuur 3: Aandeel personeelskost in de werkingskost (%) 64% 63% 62% 61% 60% 59%

57,58%

63,47%

63,39%

63,50%

62,18%

62,21%

61,22%

59,76%

59,94%

62,31%

63,46%

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

55%

61,43%

56%

2002

57%

60,31%

58%

2001

Belangrijke extra uitgaven 4.3

1 600 000,00 euro

54%

€ 6 000 000,00

Dit is deels toe te schrijven aan de arbeidsintensieve dienstverlening van OCMW Leuven (Thuiszorg, woonzorg€ 5 000 000,00 centra…). € 4 000 000,00

Ook de gebouwen kosten geld. Er werd hersteld, verbouwd en er werd ook zo veel mogelijk gezorgd dat het cliënteel (en personeel) in aangepaste, moderne infrastructuur wordt gehuisvest of ontvangen. Het patrimonium dat € 3 000 000,00 nodig is voor de dienstverlening, werd niet alleen vernieuwd, maar wordt ook over de jaren heen afgeschreven. Die afschrijvingen zijn goed voor 5,58% van de werkingskosten. € 2 000 000,00

Ook de leningen die werden afgesloten om die projecten te financieren moeten worden terugbetaald. Zo betaalde € 1 000 000,00 OCMW Leuven in 2013 1.186.658 euro aan intrest aan de banken terug en werden er geen nieuwe leningen opgenomen. Eind december 2013 werden er wel nieuwe structuren op de bestaande leningen gelegd. De gevolgen van € 0,00 deze nieuwe rentestructuren zullen bijgevolg pas in2005 20142006 zichtbaar 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2007 zijn. 2008 2009 2010 2011 2012 2013


81

63% 62% 61% 60% 59%

60,31%

61,43%

57,58%

63,47%

63,39%

63,50%

62,18%

62,21%

61,22%

59,76%

59,94%

62,31%

63,46%

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Toch werd er voor58% 6.033.281 euro geïnvesteerd. Die nieuwe infrastructuur werd betaald met de opbrengsten uit de verkopen van patrimonium. In 2013 werd er voor 3 miljoen euro aan patrimonium verkocht. Er werden voor net geen 57% miljoen euro subsidies ontvangen. De resterende twee miljoen euro werd niet geleend, maar geprefinancierd met 56% liquide middelen in55% afwachting van nog beloofde subsidies voor de nieuwbouw van een nieuwe vleugel van het woonzorgcentrum Edouard 54% Remy. 2001

Belangrijke extra uitgaven 4.3

64%

figuur 4: Opbrengsten verkoop € 6 000 000,00 € 5 000 000,00 € 4 000 000,00 € 3 000 000,00 € 2 000 000,00 € 1 000 000,00 € 0,00 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Om diensten te kunnen verlenen aan de bevolking zijn producten nodig zoals voedingsmiddelen, computers, incontinentiemateriaal, gas en elektriciteit… Ook moeten er mensen worden aangeworven, examens georganiseerd, lonen berekend, facturen opgemaakt en ingevorderd. Deze uitgaven nemen 11,98% van de werkingsuitgaven voor hun rekening. Binnen deze groep van uitgaven valt de daling van de uitgaven voor gas en elektriciteit op en dit ondanks een strengere winter dan het jaar voordien. Ook de daling van de uitgaven voor de selectie en rekrutering van nieuwe medewerkers springt in het oog. Dit ondanks het feit dat er 22% meer selecties werden opgestart dan in het jaar voordien. Bovendien werd er sinds 2006 nooit zoveel vorming aan medewerkers verschaft als in 2013. De kostprijs van de vorming is met 57.241 euro toegenomen tot 229.996 euro.

82


167

159

167

152

150,00

164

158

177

173 142

168

178

199

200,00

Gemeentelijke bijdrage per inwoner 186

4.4

300,00

Gemeentelijke bijdrage

167

159

152

167

164

158

177

173

142

168

178

199

186

per inwoner Het OCMW heeft niet alleen uitgaven. Voor de geleverde dienstverlening wordt vaak een vergoeding gevraagd. De 50,00het OCMW zijn uitgaven kan dekken met inkomsten heet de kostendekkingsgraad. Het OCMW had in mate waarin 200,00 2013 een kostendekkingsratio van 72,76%. Het betekent dat 72,76% van alle uitgaven worden gedekt door de ont0,00 vangsten in allerlei vormen: subsidies, uitgaande facturen… Wat niet wordt gedekt door de kostendekkingsgraad, 150,00 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 wordt gedekt door de gemeentelijke bijdrage. 100,00

figuur 5: Algemene kostendekkingsratio % 100% 50,00 80% 0,00 60%

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

72,76%

73,02%

74,19%

73,31%

73,79%

71,97%

70,62%

73,64%

75,70%

71,39%

67,57%

69,65%

20% 100%

68,70%

40%

72,76%

73,02%

74,19%

73,31%

73,79%

71,97%

70,62%

73,64%

75,70%

71,39%

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

67,57%

0% 300,00

69,65%

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

68,70%

0% 50%

De snelheid waarmee de inkomsten worden geïnd, wordt gemeten aan de hand van de inningstermijn. Deze ter250,00 mijn is opnieuw gedaald tot263 het laagste cijfer van de afgelopen twaalf jaar. 200,00 193

231

211

figuur 6: Inningstermijn (in dagen) 150,00 170 0%

300,00 100,00 250,00 50,00 200,00 0,00 150,00 100,00

159 147

135

130 129

114

119

103

263 231 211 193 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2001 170 159 147 135 130 129 114 119 103

50,00 0,00 1 600 000,00 euro

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

400 000,00 euro

0,00 euro

2006

2007

2008

2009

2010

2011

64% 63% 62%

2012

346 479,41 euro

2005

200 000,00 euro

2012

2013

346 479,41 euro

2011

194 015,11 euro

2010

194 015,11 euro

2009

134 752,17 euro

2008

134 752,17 euro

600 000,00 euro

385 308,31 euro

2007

385 308,31 euro

800 000,00 euro

€ 727 206,99

2006

€ 727 206,99

0,00 euro 1 000 000,00

428 370,83 euro

2005

200000,00 000,00 euro 1 200

428 370,83 euro

1 400 000,00 euro

749 165,36 euro

1 600 000,00 euro

1 444 840,41 euro

800 000,00 euro

1 444 840,41 euro

1 000 000,00 euro

1 342 705,15 euro

1 200 000,00 euro

749 165,36 euro

1 400 000,00 euro

1 342 705,15 euro

Inkomsten

100,00 300,00

2013 Jaarverslag 2013 - OCMW Leuven

83

263

4.4

200,00 193

231

211

150,00 0%

170

159 147

100,00

135

130 129

114

119

103

0,00 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

Niet alle facturen kunnen worden geïnd. Soms worden deze oninvorderbaar omwille van de meest diverse redenen (zoals bijvoorbeeld het overlijden van de betaalplichtige). In 2013 werd er voor 346.479 euro afgeboekt als oninvorderbaar, als onwaarde dus.

figuur 7: Evolutie onwaarden 1 600 000,00 euro

0,00 euro

2007

2008

2009

2010

2011

346 479,41 euro

2006

200 000,00 euro

194 015,11 euro

2005

134 752,17 euro

400 000,00 euro

385 308,31 euro

600 000,00 euro

428 370,83 euro

800 000,00 euro

1 444 840,41 euro

1 000 000,00 euro

1 342 705,15 euro

1 200 000,00 euro

€ 727 206,99

1 400 000,00 euro 749 165,36 euro

Inkomsten

50,00

2012

2013

OCMW Leuven was in 2013 nog niet ingestapt in de nieuwe Beleids- en BeheersCyclus (BBC). Deze boekhoudkundig, softwarematig en beleidsmatig ingrijpende overstap werd adequaat voorbereid in overleg met de stad Leuven, die de BBC op hetzelfde ogenblik, op 1 januari 2014, ingevoerd heeft. In 2012 en 2013 zette de Financiële Dienst van OCMW Leuven in op het verder moderniseren van de invorderingsprocedure. Dat is erg belangrijk wetende dat op 31/12/2013 er 61.284.403 euro in te vorderen was voor dienstjaar 2013. Hiervan werd al 58.941.019,11 euro (ofwel 96%) geïnd bin64% nen hetzelfde boekjaar. Er blijft dus nog 2.343.384,31 euro in te vorderen voor dienstjaar 2013, wat in de loop van 2014 63% dient te gebeuren. 638.712,54 euro of 27% daarvan zijn subsidies. Die bedragen zullen dus zeker nog betaald worden. 62% 61% 60% 59%

61,43%

57,58%

63,47%

63,39%

63,50%

62,18%

62,21%

61,22%

59,76%

59,94%

62,31%

63,46%

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

55%

2002

56%

60,31%

57%

2001

58%

54%

€ 6 000 000,00 € 5 000 000,00 € 4 000 000,00 € 3 000 000,00 € 2 000 000,00 € 1 000 000,00 € 0,00 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 84


Bijlage: Contactgegevens van alle diensten van OCMW Leuven

Bijlage

HOOFDZETEL

TEAM SCHULDHULPVERLENING

Andreas Vesaliusstraat 47 3000 Leuven Tel: 016 24 80 11 - Fax: 016 24 83 49 E-mail: [email protected] Maandag tem woensdag van 8u tot 17u Donderdag van 8u tot 18u Vrijdag van 8u tot 16u.

Andreas Vesaliusstraat 47 3000 Leuven Tel: 016 24 83 20 - Fax: 016 24 82 72 E-mail: [email protected] Enkel op afspraak

OUDERENZORG SOCIALE DIENST SOCIALE DIENST (ALGEMEEN) Andreas Vesaliusstraat 47 3000 Leuven Tel: 016 24 83 20 - Fax: 016 24 83 48 E-mail: [email protected] Maandag tem woensdag van 8u tot 17u Donderdag van 8u tot 18u Vrijdag van 8u tot 16u. WELZIJNSBUREAU VESALIUS Andreas Vesaliusstraat 47 3000 Leuven Tel: 016 24 83 20 - Fax: 016 24 83 48 E-mail: [email protected] Enkel op afspraak. Voor dringende zaken kan u op de permanentie terecht: elke werkdag van 9u tot 12u en van 14u tot 17u. Vrijdag tot 16u. Gesloten op donderdagvoormiddag.

WOONZORGCENTRUM BOOGHUYS Vlamingenstraat 3 3000 Leuven Tel: 016 24 81 50 - Fax: 016 24 81 56 E-mail: [email protected] [email protected] (directeur) WOONZORGCENTRUM EDOUARD REMY Frederik Lintsstraat 33 3000 Leuven Tel: 016 24 84 20 - Fax: 016 24 81 45 E-mail: [email protected] [email protected] (directeur) WOONZORGCENTRUM TER PUTKAPELLE Bosstraat 13 3012 Wilsele Tel: 016 35 26 11 - Fax.: 016 35 26 22 E-mail: [email protected] [email protected] (directeur)

WELZIJNSBUREAU WARANDELAAN

WOONZORGCENTRUM TER VLIERBEKE

Warandelaan 2 3010 Kessel-Lo Tel: 016 55 56 91 Fax: 016 55 56 98 E-mail: [email protected] Maandag: 9u-12u / namiddag op afspraak Dinsdag: 9u-12u / namiddag op afspraak Woensdag: 9u-12u / namiddag op afspraak Donderdag: voormiddag op afspraak / 14u-17u Vrijdag: 9u-12u / namiddag op afspraak

Rustoordlaan 3 3010 Kessel-Lo Tel: 016 55 55 11 - Fax: 016 55 55 42 E-mail: [email protected] [email protected] (directeur)

WELZIJNSBUREAU FONTEINSTRAAT Fonteinstraat 131 3000 Leuven Tel: 016 24 83 59 - Fax: 016 22 18 71 E-mail: [email protected] Enkel op afspraak. Voor dringende zaken kan u op de permanentie terecht: elke werkdag van 9u tot 12u en van 13u tot 17u (vrijdag tot 16u). Gesloten op maandagnamiddag.

KORTVERBLIJF DE PASSEREL Frederik Lintsstraat 33 3000 Leuven Tel: 016 24 84 20 - Fax: 016 24 81 45 E-mail: [email protected] [email protected] (directeur) SERVICEFLATS RUELENSPARK Erasme Ruelenspark 35 3001 Heverlee Tel: 016 24 83 96 - Fax: 016 29 00 87 [email protected] [email protected] (dagelijks verantwoordelijke)

TEAM TEWERKSTELLING Andreas Vesaliusstraat 47 3000 Leuven Tel: 016 24 83 20 - Fax: 016 24 83 48 E-mail: [email protected] Enkel op afspraak Jaarverslag 2013 - OCMW Leuven

87

Bijlage

SERVICEFLATS TER PUTKAPELLE Bosstraat 9 3012 Wilsele Tel: 016 35 26 11 E-mail: [email protected] [email protected] (dagelijks verantwoordelijke) SERVICEFLATS TER VLIERBEKE Rustoordlaan 1 3010 Kessel-Lo Tel: 016 55 55 11 E-mail: [email protected] [email protected] (dagelijks verantwoordelijke) LOKAAL DIENSTENCENTRUM RUELENSPARK Erasme Ruelenspark 35 3001 Heverlee Tel: 016 24 83 96 - Fax: 016 29 00 87 E-mail: [email protected] [email protected] (centrumleider) LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER PUTKAPELLE Bosstraat 11 3012 Wilsele Tel: 016 35 26 11 E-mail: [email protected] [email protected] (centrumleider) LOKAAL DIENSTENCENTRUM TER VLIERBEKE Rustoordlaan 1 3010 Kessel-Lo Tel: 016 55 55 11 E-mail: [email protected] [email protected] (centrumleider)

THUISZORG GEZINSZORG Kapucijnenvoer 35 - blok P 3de verdieping 3000 Leuven Tel: 016 24 84 71 E-mail: [email protected] Elke werkdag tussen 8u-16u30 POETSDIENST Kapucijnenvoer 35 - blok P 3de verdieping 3000 Leuven Tel: 016 24 84 71 E-mail: [email protected] Elke werkdag tussen 8u-16u30 KLUSJESDIENST Geldenaaksebaan 430 3001 Heverlee Tel: 016 24 82 45 E-mail: [email protected] Elke werkdag tussen 8u-16u30 MAALTIJDEN AAN HUIS Kapucijnenvoer 35 - blok P 3de verdieping 3000 Leuven Tel: 016 24 83 93 E-mail: [email protected] Elke werkdag tussen 8u-16u30 OPPASHULP Kapucijnenvoer 35 - blok P 3de verdieping 3000 Leuven Tel: 016 24 84 71 E-mail: [email protected] Elke werkdag tussen 8u-16u30

Facilitaire Diensten Geldenaaksebaan 430 3001 Heverlee Tel: 016 24 82 39 E-mail: [email protected] Elke werkdag van 8u tot 12u en van 13u tot 16u

88


Colofon

Jaarverslag 2013 Zorg van A tot Z Leuven, juli 2014 Uitgever en auteur: OCMW Leuven Andreas Vesaliusstraat 47 3000 Leuven Tel: 016 24 80 11 Fax: 016 24 83 49 [email protected] www.ocmw-leuven.be Redactie: OCMW Leuven Hoofd- en eindredactie: Eef Peeters Grafisch concept en vormgeving: Echo Design Fotografie: Dirk Leemans en OCMW Leuven Druk: Antilope Printing nv Verantwoordelijke uitgever: K oen Wuyts, secretaris OCMW Leuven, Andreas Vesaliusstraat 47, 3000 Leuven Met dank aan de personeelsleden van OCMW Leuven die een bijdrage voor dit jaarverslag geleverd hebben. U kan deze publicatie ook digitaal raadplegen op www.ocmw-leuven.be (rubriek ‘Publicaties’). Dit jaarverslag werd gedrukt op papier met vezels afkomstig uit FSC bos en gecontroleerde bronnen.


89

Jaarverslag Zorg van A tot Z. Jaarverslag OCMW Leuven

Recommend Documents