Jaarverslag 2013-2014
Studentenvoorzieningen Campus Leuven
1 Inhoudsopgave 1
Voorwoord
1
2
Studentenvoorzieningen in cijfers
2
3
Studentenhuisvesting 3.1 Residentiebeheer 3.2 Omkaderd Wonen 3.3 Huisvestingsdienst 3.4 Duurzaamheid
6 7 10 11 16
4
Studentenadviesdiensten 4.1 Sociale Dienst 4.2 Juridische Dienst Studenten 4.3 Jobdienst 4.4 Dienst Studieadvies 4.5 Cel Studeren met een Functiebeperking 4.6 Cel Internationale Studenten 4.7 Contactpunt Allochtone Studenten 4.8 Contactpunt Religie en Levensbeschouwing
18 19 24 27 32 39 44 47 50
5
Gezondheid 5.1 Studentengezondheidscentrum (SGC) 5.2 Huisartsen 5.3 Psychologen en psychiaters
52 53 55 61
6
Voeding - Alma
64
7
Overzicht personeel
67
Voorwoord 2013-2014 was voor de Dienst Studentenvoorzieningen KU Leuven andermaal een zeer interessant academiejaar. De Stuvo raad, zoals de Raad voor Studentenvoorzieningen tegenwoordig genoemd wordt, heeft in zijn nieuwe, paritaire, samenstelling ook een nieuw evenwicht bereikt. De inhoudelijke diepgang van de discussies is gebleven en de inspraak van de studenten is nog groter geworden, wat op zich zeker geen slechte zaak is. De belangrijke verdere subsidiegewijze gelijktrekking van de KU Leuven in de richting van de andere instellingen voor het hoger onderwijs nam in 2013-2014 een aanvang, maar jammer genoeg werd de sociale sector abnormaal zwaar getroffen door de besparingsmaatregelen van de Vlaamse Overheid en werd de verdere gelijktrekking (tijdelijk ?) geblokkeerd, en dat naast een percentuele besparing die in de sociale sector nog zwaarder door weegt dan in de rest van het hoger onderwijs. Voor 2015 werd ons een gedeeltelijke compensatie beloofd vanwege de universitaire overheid en wij gaan er van uit dat ook voor de daaropvolgende jaren een werkbaar compromis bereikt wordt. Op de Stuvoraad werd beslist om niet alle strategische beslissingen on hold te zetten of af te blazen, maar de meest belangrijke, essentieel om mee te zijn met de recente ontwikkelingen, toch door te voeren en indien noodzakelijk elders besparingen te voeren. Een niet triviaal, doch noodzakelijk beleid. Naast de dagdagelijkse operationele werking, werden er ook projectmiddelen vrij gemaakt om belangrijke projecten uit te voeren in verschillende domeinen. We vernoemen hier enkel de twee belangrijkste. We zullen de komende jaren een inhaalbeweging doen om alle studentenkamers die zijn opgenomen in onze databank te bezoeken en zo na te gaan of zij nog wel voldoen aan de nodige kwaliteits- en veiligheidsvereisten om terecht opgenomen te blijven in onze kotdatabank. Met het MindMates project, dat mede gefinancierd wordt door het Fonds Ga voor Geluk willen we enerzijds onderlinge contacten tussen studenten stimuleren en studenten aanmoedigen om hun talenten te ontplooien en zich te engageren. Anderzijds bouwen we een steunend netwerk uit voor studenten waarin er openheid is om te spreken en te luisteren naar elkaar, ook als het moeilijk gaat. Parallel aan dit project loopt er aan de KU Leuven ook wetenschappelijk onderzoek, mede ter ondersteuning van het project. De integratie van de academische opleidingen is in september zijn tweede academiejaar ingegaan. Daar waar het in het eerste academiejaar vooral van groot belang was dat de continuïteit voor alle studenten naadloos verzekerd werd, wordt er in het tweede academiejaar extra aandacht besteed aan het verder werken aan gelijkwaardigheid van alle studenten, en dit binnen alle werkvelden van de studentenvoorzieningen, waarvoor telkens specifieke werkgroepen zijn opgericht. Naast gelijkwaardigheid blijft ook gelijkheid voor alle studenten op een bepaalde campus een uitermate belangrijk punt. Eind van het academiejaar zal een kritische evaluatie volgen van de werking en de bereikte doelstellingen. Zowel binnen het bijgestuurde strategisch plan als binnen de aanpak rond de integratie van de academiserende opleidingen wordt nog steeds veel aandacht gehecht aan de verdere democratisering van het hoger onderwijs en aan een betere participatie van verschillende kansengroepen. Hierbij heeft Studentenvoorzieningen zowel oog voor de instroom én voor de doorstroom. De gevolgen van de verhoging van de inschrijvingsgelden, en meer specifiek voor de verschillende kansengroepen, zullen van nabij opgevolgd én geëvalueerd worden.
1
Studentenvoorzieningen in cijfers
2
JAARVERSLAG 2013-2014
2
Academiejaar 2013-2014
180
studenten actief in Omkaderd wonen waarvan 26 met een functiebeperking
studenten met een functiebeperking
1868 werden erkend door de Cel Studeren met een Functiebeperking 8 852
studenten schreven zich in op de Databank Studentenjobs
studenten
25 residenties met plaats voor
Eerstejaarsonderzoek
3 376 bewoners
1843 bezochten het
3
2
8077
face-to-face
420
contacten bij de psychologen en psychiaters
studenten gaven aan dat ze meer informatie van het Contactpunt Allochtone studenten wilden ontvangen
Dienst Studieadvies kreeg
6 857 aanmeldingen via het contactformulier
11972 raadplegingen bij de huisartsen
Orientation Days september 2014:
1407 internationale studenten 4
Studentenvoorzieningen
±4 000 groentetassen verkocht Alma verkocht in 2013-2014
1010 000 maaltijden in Leuven
24
studenten hebben zich aangemeld bij het Contactpunt Religie en Levensbeschouwing
De Sociale Dienst
registreerde 9 957 individuele contacten
15 828
consultaties bij de Huisvestingsdienst
5
Studentenhuisvesting Residentiebeheer
7
Omkaderd Wonen 10 Huisvestingsdienst 11 Duurzaamheid 16
6
JAARVERSLAG 2013-2014
3
In de loop van 2013-2014 beheerde Studentenvoorzieningen 25 residenties met 3.376 “bedden”
3.1 Residentiebeheer 3.1.1 Onze dienst - Verhuur van gesubsidieerde kamers Residentiebeheer baat een 25-tal residenties uit. Belangrijkste doelstelling is om aan een aanvaardbare prijs huisvesting te verschaffen aan specifieke doelgroepen. De Deelstuvoraad KU Leuven Campus Leuven legt de criteria vast die bepalen wie tot deze prioritaire doelgroepen behoort. In 2013-2014 waren dat: • minvermogende Belgische studenten • buitenlandse studenten uit ontwikkelingslanden • studenten met een fysieke functiebeperking (“Omkaderd wonen”) • studenten die we op advies van de Sociale Dienst van Studentenvoorzieningen een kamer toekennen, al dan niet aan een gesubsidieerde huurprijs • internationale studenten die moeilijk een kamer vinden op de private huurmarkt • andere: kringgangen, specifieke groepen internationale studenten, themawerkingen,… Residentiebeheer organiseert zich rond drie grote processen: • Administratie: we organiseren de hele administratieve ketting van (her)aanvraag over toewijzingen en inhuizing tot facturatie • Wooncultuur: we werken aan een kwaliteitsvolle, internationale leefomgeving in de residenties
3.1.2 Capaciteit 25 RESIDENTIES 3.376 “bedden”1 3.029 kamers 29 dubbele kamers 118 studio’s 125 appartementen 3 gezinswoningen 64 logeerkamers Het grootste deel van de bedden in de kamers en dubbele kamers, met uitzondering van die in de logeerkamers, zijn betoelaagd via subsidies van de Vlaamse overheid, KU Leuven en UC Leuven-Limburg regio Leuven. We verhuren deze tegen verminderde prijzen aan specifieke doelgroepen; de andere kamers verhuren we aan niet-gesubsidieerde prijs. Residentie Sedes Vlamingenstraat (64 kamers, 20 studio’s) is gedurende heel het academiejaar 2013-2014 gesloten geweest voor een ingrijpende renovatie. Bij het begin van de zomer van 2014 hebben we Residentie STEIL (ongeveer 200 bedden voor studenten van UC LeuvenLimburg regio Leuven) definitief gesloten.
1 Onder “een bed” verstaan we de mogelijkheid om een student of onderzoeker te huisvesten. Een dubbele kamer beschouwen we als twee bedden omdat we daar in principe twee studenten of onderzoekers huisvesten. Een tweeslaapkamerappartement beschouwen we daarentegen als één bed omdat het zeer waarschijnlijk is dat we daar één student of onderzoeker met zijn of haar gezin huisvesten.
• Gebouwbeheer: we staan in voor zowel het dagelijks onderhoud van onze gebouwen, als voor het onderhoud op lange termijn.
7
3
3.1.3 Huurprijzen
3.1.4 Bezettingsgraad
De gesubsidieerde huurprijs in een residentie van Studentenvoorzieningen is niet afhankelijk van de kamer, maar wordt berekend op basis van het gezinsinkomen en het aantal personen ten laste van het gezinshoofd. We passen de huurprijzen ieder jaar aan door ze te indexeren (gezondheidsindex) en laten de maximale huurprijs stijgen tot 10% onder de gemiddelde marktprijs van een kot in Leuven.
Een bezettingsgraad van 100% is niet haalbaar, zeker omdat we permanent een zestigtal kamers als logeerkamers inzetten voor verhuring voor korte termijnen. We streven daarom naar een jaarlijkse gemiddelde bezettingsgraad van 97%.
Voor de niet-gesubsidieerde huisvesting hanteerden we in 2013-2014 gestandaardiseerde huurprijzen: 280 voor een gewone kamer, 330 voor een kamer in een nieuwe of gerenoveerde residentie met meer comfort. We sluiten in principe telkens een 10-maandencontract af.
Het was de laatste jaren almaar moeilijker om zelfs die 97% te realiseren. Steeds meer Belgische studenten verlaten hun kamer voor een tijdje in de loop van het jaar, meestal omdat ze op Erasmus of op stage gaan. De vervanging van die Belgische studenten door buitenlandse studenten die naar Leuven komen, resulteert in hiaten in de bezetting van heel wat kamers. Daarnaast voorzien we ook steeds meer huisvestingsmogelijkheden voor buitenlandse studenten die voor een beperkte periode naar Leuven komen (twee tot vier maanden), wat natuurlijk in een lagere bezettingsgraad resulteert. Toch bedroeg de gemiddelde bezettingsgraad voor 2013-2014 97%, gevoelig hoger dan de laatste jaren. De verklaring voor die uitzonderlijk hoge bezettingsgraad gaat terug op de krappe kamermarkt van de zomer van 2013: voor heel wat internationale studenten die toen in Leuven arriveerden, was een kamer in een residentie van Studentenvoorzieningen de enige haalbare optie. We hebben daarom alle zeilen bijgezet om iedere kamer die vrij kwam (een Belgische bewoners die annuleerde, op Erasmus vertrok of gewoon schorste) zo snel mogelijk door te spelen aan de Huisvestingsdienst, die deze kamer dan aan internationale studenten kon aanbieden. Zowat al de kamers die we op die manier hebben aangeboden zijn ook verhuurd.
ACADEMIEJAAR 2012-2013 2013-2014 8
MINIMUM HUURPRIJS 102 euro 104 euro
GEMIDDELDE HUURPRIJS 170 euro 166 euro
MAXIMUM HUURPRIJS 260 euro 262 euro
Studentenhuisvesting
3.1.5 De huisvesting van internationale studenten in de residenties van Studentenvoorzieningen HET PERCENTAGE INTERNATIONALE STUDENTEN Sinds academiejaar 2012-2013 streeft Residentiebeheer naar 20% internationale bewoners in onze residenties. Op 2 tijdstippen in het academiejaar, nl. medio oktober en eind februari controleren we aan de hand van de bewonerslijsten of dit streefcijfer wordt bereikt: • internationale bewoners op 28 oktober 2013: 18,77% • internationale bewoners op 3 maart 2014: 19,34%
TOELATINGSBELEID Residentiebeheer onderscheidt drie categorieën van internationale studenten die in de residenties van Studentenvoorzieningen kunnen gehuisvest kunnen worden: 1. studenten die een beurs ontvangen in het kader van ontwikkelingssamenwerking 2. studenten waarvoor we op vraag van faculteiten kamers voorbehouden 3. internationale studenten waarvan de Huisvestingsdienst oordeelt dat ze in een residentie van Studentenvoorzieningen gehuisvest kunnen worden. Die beoordeling gebeurt i.f.v. de mate waarin de internationale student kans maakt om een kamer te vinden op de private huurmarkt. Dit kan afhangen van volgende elementen: -
Hoogte van de beurs Periode van verblijf Aankomstdatum Situatie kamermarkt Land van herkomst …
Tegelijkertijd is er afgesproken dat slechts een beperkt aantal van de internationale studenten die Residentiebeheer huisvest, langer dan één jaar in een residentie van Studentenvoorzieningen kunnen verblijven. De redenering achter die aanpak is dat de internationale studenten die in het voorjaar in Leuven wonen, op het moment dat de kamermarkt nog heel wat mogelijkheden biedt, een veel betere kans maken om huisvesting te vinden dan hun collega’s die pas in de loop van de zomer aankomen. In dit systeem moeten de ‘anciens’ dus plaats maken voor de nieuwe, internationale instromers.
9
3
PRIJZENBELEID
3.2 Omkaderd Wonen
Residentiebeheer rekent de internationale studenten enkel een gesubsidieerde huurprijs aan als ze tegelijkertijd aan twee voorwaarden voldoen: ze moeten de ‘juiste’ beurs hebben en met die beurs onder een jaarlijks te bepalen grensbedrag blijven.
3.2.1 Onze dienst - Studenten met en zonder functiebeperking samen op kot
De lijst met beurzen die in aanmerking komen, wordt in gezamenlijk overleg met de dienst International Admissions and Mobility (IAM) opgemaakt. Het grensbedrag komt overeen met de leef- en studiekost van een internationale student. Dit bedrag wordt jaarlijks bepaald in samenspraak met de Sociale Dienst en is samengesteld uit de cijfergegevens m.b.t. het maand- en jaarbudget dat in de brochure ‘Living in Leuven’ gepubliceerd wordt. Als kost voor huisvesting gaan we uit van de niet-gesubsidieerde huurprijs die binnen Studentenvoorzieningen gehanteerd wordt. Voor academiejaar 2013-2014 was het grensbedrag vastgelegd op: • Voor 1-persoonskamers en studio’s: ≤ 885 euro • Voor 2-persoonsappartementen/studio’s: ≤ 1415 euro Studenten die een beursbedrag hebben hoger dan bovenstaand grensbedrag, betalen de niet-gesubsidieerde prijs.
10
In 2013-2014 waren 180 studenten actief in Omkaderd Wonen waarvan 26 met een functiebeperking. Omkaderd Wonen is georganiseerd in 10 van de 28 gesubsidieerde residenties van Studentenvoorzieningen en voorziet aangepaste huisvesting aan studenten met een motorische, visuele of auditieve functiebeperking of met een chronische ziekte. Daarnaast biedt Omkaderd Wonen deze studenten een systeem van dagelijkse assistentie en permanentie door een groep medestudenten die samen met hen op kot zitten.
Studentenhuisvesting
Het voorbije academiejaar is de impliciet aanwezige overtuiging dat Omkaderd Wonen een opstap betekent naar een grotere maatschappelijke zelfredzaamheid, expliciet in de toelatingsvoorwaarden opgenomen.
3.3 De Huisvestingsdienst
In 2013 is de groep Omkaderd Wonen in het Van Dalecollege gestopt en gedeeltelijk opgevangen door een nieuwe omkaderingsgroep in residentie Edith Stein.
De Huisvestingsdienst treedt op als intermediair tussen huurders en verhuurders, zowel voor de privésector als voor de eigen KU Leuvenresidenties. Alle studenten en verhuurders kunnen hier terecht voor advies betreffende de kamermarkt, de huisvestingsmogelijkheden, huurwetgeving en andere geldende normen inzake het verhuren van studentenhuisvesting (brandveiligheid, stedenbouwkundige verordeningen, legionella, …), contracten, fiscaliteit, … Informatie kan verkregen worden tijdens het dagelijkse spreekuur, via website en publicaties, tijdens Sid-ins, Infodagen en bezoekdagen voor studentenresidenties.
Er waren meer kandidaat-vrijwilligers om zich te engageren in Omkaderd Wonen dan dat er plaatsen waren. Er kon immers geen nieuwe omkaderingsgang opgestart worden omdat er minder vraag naar omkaderd wonen was van studenten met een fysieke functiebeperking.
3.3.1 Onze dienst - Op kot zonder zorgen
De dienst bemiddelt in vraag en aanbod van studentenhuisvesting via Kotwijs en de kamerruillijst. Het beheer van de databank, de kwaliteitsbewaking van Kotwijs, de controlefunctie van de Huisvestingsdienst via o.a. huisbezoeken en de jaarlijkse contractstudie, zijn daarom essentieel. Tenslotte biedt de dienst ondersteuning aan studenten die op zoek zijn naar huisvesting en bemiddelt in huurgeschillen/conflictsituaties tussen studenten en verhuurders en tussen huurders onderling. Waarborgdossiers waarin de Huisvestingsdienst geen compromis bereikt, kunnen via LOKO-Sociaal in naam van de student voor de Vrederechter bepleit worden.
11
3
3.3.2 Registratiegegevens consultaties 2012 Aantal consultaties Studenten Verhuurders Anderen
15.488 11.191 4.297
72% 28%
2012-2013 14.698 10.731 73% 3.801 26%
2013-2014 15.828 10.981 69,4% 4.299 27,2% 548 3,4%
VIA MAIL 1 873 30% 2 559 41% 1 623 26% 187 3% 6 242
TOTAAL 6 367 40,2% 4 614 29,1% 4 299 27,2% 548 3,5% 15 828
De Huisvestingsdienst registreerde tussen 23/09/2013 en 22/09/2014 15 828 consultaties waarvan 6 242 via mail (= 39,4%). De consultaties verdelen zich als volgt:
Internationale studenten Belgische studenten Verhuurders Anderen Totaal
SPREEKUUR/ TELEFONISCH 4 494 46,9% 2 055 21,4% 2 676 27,9% 361 3,8% 9 586
De tijdsinvestering voor internationale studenten is doorgaans groter dan voor Belgische studenten en verhuurders. Hier speelt niet enkel de taalkennis van de student een rol (niet alle internationale studenten zijn het Engels machtig, contracten/regelgeving moeten vertaald en uitgelegd worden, bij conflictbemiddelingen moet getolkt worden, …), maar vaak moet ook aandacht besteed worden aan cultuurverschillen.
12
Studentenhuisvesting
3.3.3 Huisbezoeken
3.3.5 Bezoekdagen voor studentenresidenties 26/4 en 03/5 2014
Er werden 258 preventieve huisbezoeken afgelegd tijdens de periode 23/09/2013 en 22/09/2014. Deze huisbezoeken worden afgelegd zonder directe aanleiding (dus niet in het kader van een eerste opname in Kotwijs, een conflictbemiddeling of een klacht). Tijdens zo’n huisbezoek wordt nagegaan of het pand aan de minimum normen van comfort en veiligheid voldoet en wordt de contractinhoud en het huisreglement besproken. Er wordt ook naar de studentvriendelijkheid van de verhuurder gepolst. Panden die niet (meer) voldoen aan de normen die de Huisvestingsdienst stelt, worden (eventueel tijdelijk) niet (meer) opgenomen in de databank Kotwijs..
3.3.4 Registratiegegevens Kotwijs Kotwijs kreeg in 2014 een volledig nieuwe look. Op algemene vraag van studenten en verhuurders wordt de mogelijkheid geboden om foto’s toe te voegen. Verhuurders kunnen een heel herkenbaar ‘te huur’ document ophangen waardoor de samenwerking met de Huisvestingsdienst in de verf gezet wordt en waarop een QR-code staat die studenten kunnen scannen met hun smartphone of tablet. Door dit scannen, krijgen ze snel toegang tot een mobiele versie van Kotwijs en dus ook tot de gegevens van de beschikbare kamers in dat pand.
Er kwamen 3 691 bezoekers langs in de auditoria Jean Monnet en Max Weber voor de infosessies over de huisvestingsmogelijkheden in residenties in Leuven. Wonen in een residentie blijft populair. Naast KU Leuven- studenten kunnen ook studenten van UC Leuven-Limburg (regio Leuven) een gesubsidieerde kamer aanvragen in bepaalde gesubsidieerde residenties van de KU Leuven. In private, SWO1- en niet-gesubsidieerde residenties kunnen zowel hogeschoolstudenten van UC LeuvenLimburg (regio Leuven) en LUCA Campus Lemmensinstituut, als KU Leuven-studenten terecht. • Een aanvraag voor een kamer in een niet-gesubsidieerde residentie van de KU Leuven waar men geen engagement van de bewoners verwacht, moet online gedaan worden. Die kamers worden via loting toegekend. • In de residenties met engagement worden de kamers toegekend o.b.v. een motivatiebrief en/of een persoonlijk gesprek. • De private residenties en SWO’s werken met wachtlijsten.
In 2013-2014 werden 129 075 bezoeken geregistreerd met een piek van 29 919 bezoeken in juni. Gemiddeld duurt één Kotwijs-bezoek 8,4 minuten.
Aantal gebruikers
2012 109 212
2012-2013 126 524
2013-2014 129 075
1 Samenwerkingsovereenkomst tussen KU Leuven, stad Leuven en privé-investeerders.
13
3
3.3.6 Kamermarkt Op 1 juni 2014 ging de kotdatabank Kotwijs online met 740 vrije kamers en studio’s (cf. 2013: 613). Op 1 juli noteerden we het grootste aanbod op één dag: 1 139 (cf. 2013: 720). Op 1 september was er nog een aanbod van 840, eind september was dat 468 (cf. 2013: respectievelijk 545 en 267). Door deze -weliswaar lichteontspanning op de kamermarkt, vonden internationale studenten gemakkelijker dan de afgelopen jaren een kot en konden internationale Erasmusstudenten met privéverhuurders onderhandelen over de huurtermijn.
De eerste SWO-residentie (residentie i.k.v. een SamenWerkingsOvereenkomst met KU Leuven en de stad) #94 nam deel aan de Bezoekdagen. In overeenstemming met het SWO-contract biedt de residentie 20% standaardkamers met gemeenschappelijk sanitair aan die verhuurd worden aan € 326 per maand, all-in. Deze kamers kunnen enkel gehuurd worden door studenten die beschikken over een attest van de Sociale Dienst dat wordt uitgereikt aan gezinnen met een gezamenlijk belastbaar inkomen van maximum € 65.000. De overige kamers zijn comfortkamers (met eigen sanitair) waarvan 20% wordt verhuurd aan internationale studenten of personeelsleden van KU Leuven. Omdat volgens de SWO-overeenkomsten de huurcontracten mogen afgesloten worden voor 12 maanden, werd aan de private residenties ook de mogelijkheid gegeven de contractduur aan te passen naar 11 of 12 maanden. Een aantal private residenties ging hierop in. Ook het modelcontract voor 2014-2015 werd in die zin aangepast. 14
Toch bleef het voor Afrikaanse, Indische en Aziatische studenten soms moeilijk om een kot te vinden. Soms omwille van hun budget, maar ook omwille van hun cultuur of omdat men een negatieve ervaring met een internationale student heeft gehad, zijn verhuurders nog weigerachtig om aan hen te verhuren. Deze studenten konden terecht in de residenties van Studentenvoorzieningen. Zoals ook vorig jaar in september had de Huisvestingsdienst een voltijdse jobstudent in dienst om de internationale studenten bij te staan in hun zoektocht naar huisvesting. Concreet betekent dit dat deze student de internationale studenten wegwijs maakte bij het zoeken van een kot, indien nodig afspraken maakte met verhuurders en mee ter plaatse ging kijken. Het is de bedoeling dat verhuurders door introductie van de jobstudent gemakkelijker te overtuigen zijn om aan een internationale student te verhuren. Vaak fungeerde de jobstudent ook als tolk tussen de internationale student en verhuurder. Het is niet de bedoeling dat de jobstudent juridisch advies geeft. Deze dienstverlening wordt erg geapprecieerd, zowel door studenten als verhuurders.
Studentenhuisvesting
Vanaf 2009 heeft de Huisvestingsdienst in september met wachtlijsten moeten werken omdat het voor heel wat internationale studenten een probleem was een geschikt kot te vinden. Dit was voor het eerst sinds jaren niet meer nodig gezien het aanbod in september nog behoorlijk groot was. Betaalbare guesthousing vinden, was dit jaar nauwelijks een probleem. Omdat het aanbod groot genoeg was, verliep de doorstroming van guesthousing naar permanente huisvesting veel vlotter dan de afgelopen jaren. Hierdoor was er steeds voldoende guesthousing beschikbaar; enkel van 8 tot 19 september was het zeer druk. Prio-studenten (studenten die een beurs ontvangen in het kader van ontwikkelingssamenwerking en die verplicht gehuisvest moeten worden door Studentenvoorzieningen) en studenten waarvoor afspraken gemaakt werden met bepaalde faculteiten konden bij hun aankomst onmiddellijk naar hun residentie en hadden geen guesthousing nodig. De waarschuwing in verband met internetfraude op de website van de Huisvestingsdienst werpt vruchten af. Internationale studenten nemen vaker contact op met de dienst over aanbod dat ze vinden op andere sites dan Kotwijs. Deze zomer heeft slechts één student zich als slachtoffer van internetfraude gemeld op de Huisvestingsdienst. Zij heeft 1 000 euro gestort op een buitenlandse bankrekening voor een kamer die niet bestaat. Er werd klacht neergelegd bij de politie, echter zonder resultaat.
10-maandencontracten Gebruik Gemiddelde huurprijs/jaar kamer basiscomfort Gemiddelde huurprijs/jaar kamer extra comfort 12-maandencontracten Gebruik Gemiddelde huurprijs/jaar kamer basiscomfort Gemiddelde huurprijs/jaar kamer extra comfort Gebruik van modelcontracten bij private verhuur
3.3.7 Contractstudie privésector De inhoud van alle ingezamelde (en volledige) huurcontracten voor studentenkamers en studio’s van de hogeschoolstudenten wordt ieder jaar ingevoerd. Voor de contracten van de KU Leuven-studenten werden als steekproef 1 000 contracten opgevraagd. Om de 5 jaar worden echter ook alle ingezamelde (en volledige) contracten van KU Leuven-studenten ingeput. De cijfers uit 2012 zijn cijfers van een algemene contractstudie; 2013-2014 is een steekproef. Zie tabel. Kamers met extra comfort zijn kamers die privé-sanitair of een kookmogelijkheid op de kamer voorzien (geen studio’s). Kamers zonder extra comfort zijn de gewone studentenkamers met gemeenschappelijke keukens en sanitair. Omdat het aantal 10-maandencontracten van kamers met extra comfort verwaarloosbaar is, werd hier geen gemiddelde huurprijs van berekend. De gemiddelde huurprijs van een studio in de privésector bedraagt € 5 700 per jaar. We zien een forse stijging van het aandeel 12-maandencontracten alsook van de huurprijs binnen deze contracten wat betreft de kamers met extra comfort.
2011
2012
2013-2014
36% 2 810 euro 3 210 euro
33% 3 010 euro 3 350 euro
20% 3 090 euro n.v.t
55% 3 770 euro 4 410 euro 35%
58% 4 188 euro 4 908 euro 34%
71% 4 053 euro 5 402 euro 36% 15
3
3.4 Duurzaamheid De adviseurs voor wooncultuur, milieu en mobiliteit ontsluiten informatie over hun thema’s aan alle Leuvense studenten in het Nederlands en het Engels. Relevante informatie bezorgen de adviseurs ook aan betrokken collega’s. We vermelden hier de nieuwe en belangrijkste acties en evoluties:
3.4.1 Wooncultuur In de transversale stuurgroep engagement deden de adviseurs voorbereidend werk voor het thema ‘samenwonen met ouderen’. We gingen op studiereis naar Nederland en tastten de Leuvense markt af voor dit potentieel. Hieruit vloeide voort dat het OCMW Leuven, Dienst Thuiszorg in samenwerking met de Huisvestingsdienst KU Leuven een project indienden bij de provincie dat werd goedgekeurd.
Het eerste Velo Fix Station
3.4.2 Mobiliteit
Nog in dezelfde stuurgroep werd beslist om studenten die in een kleine groep een maatschappelijk relevant event opzetten, financieel te steunen. We investeerden in semestriële promotierondes om deze incentive bekend te maken.
In het voorjaar van 2013 bevroegen de adviseurs de studenten over hun mobiliteitsgedrag. De resultaten van dit Studentenmobiliteitsonderzoek werden besproken op de Deelstuvoraad KU Leuven Campus Leuven. Op basis van het onderzoek werden aanbevelingen en prioriteiten opgesteld die werden voorgelegd aan de mobiliteitspartners. Ondertussen werden reeds een aantal knelpunten weggewerkt.
In februari speechten de adviseurs voor de nieuwe buitenlandse studenten over Living in Leuven op de Orientation Days. Op de aansluitende infofairs werd geïnformeerd over wooncultuur, afval, energie en mobiliteit. In september beperkte dit zich tot de infofair.
In mei 2014 werd het eerste ‘Velo Fix Station’ geopend. Dit is een vrij toegankelijke fietsherstelboog waar studenten en personeel zelf aan hun fiets kunnen sleutelen. Als dit positief geëvalueerd wordt zullen er nog fix stations volgen, verspreid over de stad. Jaarlijks organiseren de adviseurs het uitlenen van de bezoekfietsen op de bezoekdagen van de residenties waardoor nieuwe studenten kennis maken met Velo.
16
Studentenhuisvesting
3.4.3 Milieu
Het eerste repair-café voor studenten ging door in het STUK.
We organiseerden voor het eerst een energiewedstrijd waarbij de studentenblokken van de Arenberg Studentenwijk het tegen elkaar opnamen. Zo werden meer dan 800 studenten uitgedaagd om gedurende twee weken hun water- gas en elektriciteitsverbruik op te volgen en te verminderen. In totaal werd naar schatting 4,5 ton CO2 bespaard.
We bezochten samen met de Cel Energiebeleid de daken van onze residenties met het oog op quick- wins inzake isolatie. Het rapport werd gepresenteerd in augustus.
Ook de ‘groentetas’ liep dit jaar weer vlot op 7 plaatsen in Leuven: Natuur en Sterrenkunde, Alma 2, Alma 3, Lemmensinstituut, Gasthuisberg, ECHO en Letteren. Om de groentetas te promoten verdeelden we opnieuw affiches en plaatsten we een 8-tal advertenties in Veto. De facebookpagina van de groentetas kende een sterk stijgend bereik en wordt nu zowel in het Nederlands als Engels aangeboden.
De adviseurs zetelen in de Werkgroep 'duurzame KU Leuven' en maakten deel uit van de Metaforumstuurgroep en werkgroepen KU Leuven klimaatneutraal 2030 dat in december uitmondde in een rapport en symposium. Daarnaast nemen de adviseurs deel aan de thematische cellen van Leuven Klimaatneutraal 2030. Nieuw sinds dit academiejaar is het vicerectoraat duurzaamheidsbeleid. De adviseurs werken dan ook nauw samen met de vicerector duurzaamheidsbeleid.
Dit academiejaar liep de KoOkT!-campagne die studenten duurzaam leerde koken op kot. Na verloop van de campagne geeft Studentenvoorzieningen de hiervoor aangekochte bakfiets in bruikleen aan LOKO.
17
Studentenadviesdiensten Sociale Dienst 19 Juridische Dienst Studenten 24 Jobdienst 27 Dienst Studieadvies 32 Cel Studeren met een Functiebeperking 39 Cel Internationale Studenten 44 Contactpunt Interculturaliteit 47 Contactpunt Religie en Levensbeschouwing 50
18
JAARVERSLAG 2013-2014
4
De Sociale Dienst registreerde 9.957 individuele contacten in de loop van het academiejaar
4.1 Sociale Dienst 4.1.1 Onze dienst – Studeren zonder zorgen Studenten financieel ondersteunen en informeren over hun sociaal statuut, een luisterend oor bieden bij hun grote of kleine zorgen. Daar maakt de Sociale Dienst iedere dag werk van. Op werkdagen is er iedere namiddag vrij spreekuur, waarop studenten zonder afspraak kunnen langskomen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid een afspraak te maken met een adviseur. Iedere adviseur heeft een eigen specialisatie, zoals kinderbijslag, leefloon, verzekeringen, het bemiddelen met de afdeling studietoelagen, het bemiddelen tussen ouders en studenten of het begeleiden van studenten met psychosociale problemen.
4.1.2 Gegevens betreffende de dienstverlening A. WIE CONTACTEERDE DE SOCIALE DIENST IN HET ACADEMIEJAAR 2013-2014? Tijdens het academiejaar 2013-2014 registreerde de Sociale Dienst 9 957 individuele contacten. Dat is een stijging met 8,3% in vergelijking met vorig academiejaar (9 187 contacten). NATIONALITEIT Belg EU-student Niet-EU Ander verblijfsstatuut Niet geregistreerd CONTACTNAME DOOR Student zelf Ouder(s) Andere/niet-geregistreerd SOORT CONTACTNAME Bezoek aan de dienst Telefonisch Mail Brief/niet geregistreerd
2012-2013 7 976 308 637 127 139 2012-2013 6 797 1 709 681 2012-2013 5 163 1 478 2 524 22
2013-2014 8 427 376 833 138 183 2013-2014 7 315 1 843 799 2013-2014 5 020 1 243 3 679 15
19
4
B. WELKE VRAGEN HADDEN DE STUDENTEN? Tijdens het academiejaar 2013-2014 werden 13 460 vragen gesteld aan de Sociale Dienst. INHOUD VAN DE VRAGEN Studiefinanciering Vlaamse Gemeenschap Financiële tussenkomst Sociale Dienst Sociaal-juridisch statuut Studiegeld Huurprijs gesubsidieerde residenties Psychosociale problemen Studiefinanciering andere instanties Conflicten thuis Studentenbudget Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid Een belangrijke taak van de Sociale Dienst is het geven van informatie over de mogelijkheden om de studies te financieren. Om toekomstige studenten hierover zo goed mogelijk te informeren is de Sociale Dienst aanwezig op de infomomenten voor toekomstige studenten: de SID-in’s, de Infodagen en de bezoekdagen van de residenties. De meeste raadplegingen van de Sociale Dienst gaan over het financieren van de studies, nl. over de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap (27%) en van de Sociale Dienst zelf (23%) en over het studiegeld (16%). Voor 128 studenten werd bemiddeld bij de afdeling Studietoelagen. De vragen over het financieren van de studies kennen vooral een piek bij de start van het academiejaar. De adviseurs van de Sociale Dienst zijn tijdens de inschrijvingsperiode in de Hallen aanwezig en in het academiejaar 2013-2014 was dat voor het eerst ook het geval bij de inschrijvingen aan UC Leuven-Limburg (voorheen KHLeuven). Deze investering loont de moeite, want dit academiejaar is het aantal contacten met UC Leuven-Limburg studenten gestegen met 500 (1 856 t.o.v. 1 356 vorig academiejaar).
20
2012-2013 3 627 2 364 2 000 1 906 1 225 358 176 90 86 95
2013-2014 3 646 3 052 1 772 2 130 1 258 344 181 59 48 108
De vragen over het sociaaljuridisch statuut van de student (13%) gaan voornamelijk over kinderbijslag, de onderhoudsplicht van de ouders, fiscaal ten laste blijven van de ouders, gevolgen van studentenarbeid, leefloon, studeren als uitkeringsgerechtigde werkloze en het sociaal statuut bij heroriënteren, stopzetten van studies en afstuderen. Ook voor een gesprek en een luisterend oor kunnen studenten bij de Sociale Dienst terecht. Het gaat dan voornamelijk om studenten met aanpassingsproblemen, conflicten thuis, gevoelens van eenzaamheid, problemen op relationeel vlak. Voor internationale studenten is de Sociale Dienst vaak een soort ‘go-between’. Zij komen naar de Sociale Dienst met consumentenproblemen, met brieven van overheidsdiensten die ze zelf niet kunnen lezen, voor hulp bij het invullen van hun belastingformulier, voor het aanvragen van kinderbijslag voor hun kinderen enz.
Studentenadviesdiensten
C. WELKE FINANCIËLE TUSSENKOMSTEN KENDE DE SOCIALE DIENST TOE? ■
Tussenkomsten voor Belgische (of ‘gelijkgestelde’) KU Leuven studenten Minvermogende studenten kunnen bij de Sociale Dienst aankloppen voor verschillende vormen van financiële steun: een toelage, een renteloze lening (op lange of korte termijn), een voorschot op de studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap of jobprioriteit. Met uitzondering van de voorschotten, worden al de vragen voor financiële steun beoordeeld door het Comité Studiefinanciering. De meeste studenten die een toelage aanvragen doen dit voor hun algemene studiekosten. In dat geval beoordeelt het Comité de minvermogendheid van de student door het gewogen gezinsinkomen van de student te toetsen aan de Europese armoedegrens + 20% (de ‘armoedegrens’). Ligt het inkomen onder die grens, dan krijgt de student een tussenkomst in de studiekosten. Hoe meer het inkomen onder de grens ligt, hoe hoger het bedrag van de toelage.
In bepaalde gevallen kunnen toelagen worden toegekend zonder de toets aan de ‘armoedegrens’, nl. voor kosten psychotherapie (wanneer de ouders niet op de hoogte zijn van de therapie; deze tussenkomst kan in de vorm van een rechtstreekse toelage of verminderde therapieprijs op het Studentengezondheidscentrum), ter compensatie van een gemiste studietoelage (wanneer de ouders van de student nog geen jaar feitelijk gescheiden zijn) of voor de betaling van het studiegeld (voor ‘financieel beursgerechtigde’ studenten in een eerste manama). Het Comité gaf ook aan 15 KU Leuven-studenten jobprioriteit bij de Jobdienst, waardoor deze studenten voorrang krijgen bij de toekenning van een job. In vergelijking met vorig jaar is er een stijging van het aantal toelagen (362 t.o.v. 306) en een daling van het aantal voorschotten (296 t.o.v. 319). Het aantal leningen is stabiel gebleven (71 t.o.v. 74 leningen lange termijn, 25 t.o.v. 23 leningen korte termijn). De stijging van het aantal studenten met een toelage voor kosten psychotherapie of vermindering therapieprijs zet zich door (94 studenten in 2013-2014, 85 studenten in 2012-2013, 67 studenten in 2011-2012).
De Sociale Dienst kende volgende tussenkomsten toe in 2013-2014: SOORT TUSSENKOMST 362 toelagen 78 toelagen voor kosten psychotherapie 45 mindering therapieprijs SGC 71 leningen lange termijn 25 leningen korte termijn 296 voorschotten studietoelage Vl.Gem. Totaal
AANTAL STUDENTEN 346 49 45 65 25 261
BEDRAG 198.395,89 euro 7.287,75 euro 5.211,00 euro 89.401,20 euro 21.216,30 euro 261.419,00 euro 582.931,14 euro
In 74 gevallen werd de door de student gevraagde tussenkomst geweigerd. 21
4
Dit academiejaar heeft de Sociale Dienst voor het eerst een aantal sociale gegevens verzameld van de studenten aan wie een toelage werd toegekend (met uitzondering van de toelagen voor kosten psychotherapie en de mindering therapieprijs die gegeven werden aan studenten van wie de ouders niet op de hoogte waren van de therapie en van wie geen inkomensgegevens beschikbaar waren).
Student over de Sociale Dienst: “I would like to thank the Social Service division for all your kind supports which not only helped our financial situation that time, but more importantly strengthened my mental health with the belief in human sympathy and kindness.”
Voor de 346 studenten leverde dit ondermeer het volgende op: • 51% (176 stud.) woonde bij een alleenstaande ouder - bij 40% (70 stud.) van die studenten had de ouder een vervangingsinkomen - bij 25% (44 stud.) was er de voorbije 2 jaar een daling van het gezinsinkomen • 34% (118 stud.) woonde bij beide ouders - bij 40% (47 stud.) van die studenten had minstens één ouder een vervangingsinkomen - bij 22% (26 stud.) was er de voorbije 2 jaar een daling van het gezinsinkomen • 79% (273 stud.) zat op kot - waarvan 63% (171 stud.) in een gesubsidieerde residentie; van die 171 studenten betaalde 48% (82 stud.) een maandelijkse huurprijs van 120 euro of minder • 78% (271 stud.) had een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap - waarvan 49 % (133 stud.) een maximale beurs of bijna maximale beurs • van de 321 studenten die een tussenkomst hebben gekregen voor algemene studiekosten (en waar het inkomen dus werd getoetst aan de ‘armoedegrens’) lag het gezinsinkomen bij 47 % (150 stud.) tussen 21-40% onder de ‘armoedegrens’; bij 4% (14 stud.) was dat percentage > 50% • van die 321 studenten kreeg - 18% van de kotstudenten (47 stud.) van de Sociale Dienst een toelage tussen 50-250 euro - 31% (80 stud.) een toelage tussen 251-500 euro - 27% (69 stud.) een toelage tussen 501-750 euro - 24% (62 stud.) een toelage > 751 euro; - 46% van de pendelstudenten (29 stud.) kreeg een toelage tussen 50-250 euro - 32% (20 stud.) een toelage tussen 251-500 euro - 22% (14 stud.) een toelage > 501 euro.
22
Studentenadviesdiensten
■
Tussenkomsten voor internationale studenten Om als student te kunnen verblijven in België moeten internationale studenten, zowel van binnen als buiten de Europese Unie, over voldoende financiële middelen beschikken. Zij komen dan ook niet in aanmerking voor structurele financiële steun vanwege de Sociale Dienst. Enkel niet-structurele hulp is mogelijk, in geval van een noodsituatie, die tijdelijk is en die niet kon worden voorzien en niet te wijten is aan de student zelf. Het Comité Studiefinanciering kende in 2013-2014 volgende tussenkomsten toe aan internationale studenten van de KU Leuven: SOORT TUSSENKOMST 3 algemene toelagen 14 leningen korte termijn 9 toelagen voor psychomedische kosten 10 mindering therapieprijs SGC Totaal
AANTAL STUDENTEN 3 14 8 10
BEDRAG 1.393,80 euro 11.858,62 euro 349,40 euro 981,00 euro 14.582,82 euro
Het Comité gaf aan 7 internationale KU Leuven-studenten job prioriteit op de Jobdienst, waardoor deze studenten voorrang krijgen bij de toekenning van een job. Aan 14 studenten werd de gevraagde tussenkomst door het Comité geweigerd. Daarin zitten niet de studenten die al tijdens een verkennend gesprek van een adviseur te horen kregen dat ze, omwille van een structureel financieel probleem, niet in aanmerking kwamen voor een tussenkomst en om die reden uiteindelijk geen aanvraag hebben gedaan. Net zoals bij de Belgische studenten merken we ook hier een stijging van het aantal studenten met een tussenkomst voor onverwachte psychomedische kosten, vnl. kosten psychotherapie (18 studenten in 2013-2014, 14 studenten in 2012-2013, 4 studenten in 2011-2012).
23
4
4.1.3 Bijzondere activiteiten De Sociale Dienst maakt voor steeds meer diensten berekeningen van de minvermogendheid van studenten op basis van aanslagbiljetten of andere inkomensgegevens. Voor 910 studenten werd ten behoeve van de studentenadministraties van de KU Leuven en de Leuvense hogescholen berekend of een student recht had op het beurstarief. Voor 184 studenten van UC Leuven-Limburg heeft de Sociale Dienst een ranking opgemaakt voor de toekenning van een Erasmusbeurs. Ook Residentiebeheer maakt van de expertise van de Sociale Dienst gebruik voor de berekening van de huurprijs bij de meer ingewikkelde inkomensgegevens. In het academiejaar 2013-2014 werd de Sociale Dienst ook gevraagd om te berekenen welke studenten in aanmerking kwamen voor een standaardkamer in de SWO-residenties. Aan 76 studenten heeft de Sociale Dienst een attest afgeleverd waarmee ze een standaardkamer konden huren in het academiejaar 2014-2015. Vanaf januari 2016 zal de Sociale Dienst gebruik maken van SAP voor de administratieve en boekhoudkundige verwerking van de dossiers studiefinanciering. In het academiejaar 2013-2014 werden hiervoor de nodige voorbereidingen opgestart.
24
4.2 Juridische Dienst Studenten 4.2.1 Onze dienst – Gespecialiseerd advies op afspraak De Juridische Dienst Studenten is een tweedelijnsdienst. Studenten kunnen enkel op afspraak langskomen via contactname per mail of na doorverwijzing door een andere dienst binnen Studentenvoorzieningen. Er wordt gespecialiseerd advies verstrekt, voornamelijk over het sociaaljuridisch statuut van de student, stages en procedures.
Studentenadviesdiensten
4.2.2 Gegevens betreffende de dienstverlening A. WIE CONTACTEERDE DE JURIDISCHE DIENST STUDENTEN IN HET ACADEMIEJAAR 2013-2014? De Juridische Dienst Studenten werd 1 104 maal gecontacteerd voor een vraag naar advies of informatie. Dit is een daling in vergelijking met vorig jaar (1 239 consultaties). Ten gevolge van een ongeval was de juridisch adviseur studenten gedurende 6 weken afwezig. NATIONALITEIT Belg Niet-EU EU Ander verblijfsstatuut Niet geregistreerd CONTACTNAME DOOR Student zelf Dienst/onderwijsinstelling Andere (ouders, relatie) SOORT CONTACTNAME Bezoek aan de dienst Telefonisch Mail
2012-2013 776 154 62 13 234 2012-2013 514 612 113 2012-2013 62 623 554
2013-2014 708 114 66 5 211 2013-2014 490 537 77 2013-2014 60 420 624
B. WAARVOOR WERD DE JURIDISCHE DIENST STUDENTEN GECONTACTEERD? Tijdens de consultaties werden er 1 211 vragen gesteld, hoofdzakelijk over de volgende thema’s: INHOUD VAN DE VRAGEN Stage Sociaal-juridisch statuut student Studiefinanciering Onderwijs- en examenrecht Studeren als werknemer Verblijfsrecht in België Studiegeld Verzekeringen Studeren als uitkeringsgerechtigde werkloze
2012-2013 268 157 128 80 117 49 72 67 44
2013-2014 287 133 79 136 99 32 58 45 36
Zoals ook reeds vorig academiejaar het geval was, werden de meeste vragen gesteld over stages. Opvallend waren ook de toename van het aantal vragen over de procedure voor teruggave leerkrediet wegens overmacht. 25
4
Bij de juridisch adviseur studenten komen voornamelijk vragen die, omwille van hun techniciteit en juridisch karakter, het domein van de andere diensten overschrijden. Naar aanleiding van deze concrete vragen wordt de regelgeving waar nodig verder geëxploreerd en geïnterpreteerd. De juridisch adviseur studenten heeft hierbij geregeld contact met de bevoegde overheidsdiensten, met name Famifed (vroegere RKW), de dienst Betaald Educatief Verlof, de RVA, de VDAB. De juridisch adviseur studenten onderhoudt de webpagina’s over kinderbijslag, studietoelagen, betaald educatief verlof, tijdskrediet, opleidingscheques, het statuut van de schoolverlater, de gevolgen van heroriënteren en stopzetten van studies voor het sociaal statuut van de student, verzekeringen voor studenten. De juridisch adviseur studenten heeft infosessies gegeven over het statuut van de schoolverlater (Jobinfodag), het statuut van de uitzendstudent, het sociaal statuut van Nederlandse studenten in België (Orientation Days) en over de voorzieningen voor werkende studenten (Studievoormiddag werkstudenten aan de KU Leuven).
4.2.3 Bijzondere activiteiten Het thema ‘studiestage’ zit al geruime jaren in de lift. Omdat niet alleen de juridisch adviseur studenten maar ook vele andere diensten binnen de KU Leuven steeds meer vragen over studiestages krijgen, werd in het academiejaar 2013-2014 een werkgroep opgestart onder voorzitterschap van de juridisch adviseur studentenbeleid. Deze werkgroep, met vertegenwoordigers van o.a. de Verzekeringsdienst, VGM, LRD, de personeelsdienst, IAM en van verschillende faculteiten heeft zich gebogen over de modelovereenkomsten van de KU Leuven voor studiestage en onderzoekswerk van studenten. De overeenkomsten werden op een aantal punten geoptimaliseerd, voornamelijk op het vlak van vertrouwelijkheid en intellectuele eigendom. Ook de stagepagina’s op de website van de Juridische Dienst Studenten werden aangepast. Ze bevatten nu een aantal informatieve handleidingen voor de stageverantwoordelijken. De nieuwe modelovereenkomsten gelden voor alle KU Leuven studenten, ongeacht op welke campus ze les volgen. De activiteiten van de stagewerkgroep worden in het academiejaar 2014-2015 verdergezet, met focus op stages en onderzoekswerk van inkomende studenten, in het bijzonder van internationale studenten.
26
Studentenadviesdiensten
4.3 Jobdienst 4.3.1 Onze dienst – All-round dienstverlening voor de jobstudent
Student Sven over de Jobdienst: “Graag een compliment voor jullie jobdienst, uitleg over werken als zelfstandige is volledig en helder. Niet makkelijk, bedankt!”
Adviesverlening, jobbemiddeling en dossierbeheer van de aan de KU Leuven tewerkgestelde studenten zijn de drie pijlers van de dienstverlening door de Jobdienst. Studentenarbeid in al zijn aspecten is hiermee het werkterrein van de Jobdienst.
4.3.2 Wie contacteerde de Jobdienst in het academiejaar 2013-2014? Hoe en waarom?
Tot de doelgroep van de dienst behoren de studenten van de KU Leuven en de Leuvense hogescholen. Tijdens de schoolvakanties wordt deze groep uitgebreid met de meerderjarige kinderen van personeelsleden, ongeacht de onderwijsinstelling.
Studenten contacteerden de dienst 2 388 keer. Werkgevers en diensten consulteerden respectievelijk 2 454 en 392 maal. Werkgevers zijn zowel bedrijven en organisaties (46%), als KU Leuven diensten (13%) en particulieren (41%).
De dienstverlening wordt georganiseerd vanuit twee cellen, “Jobbemiddeling” en “Jobadministratie”. Het luik adviesverlening en jobbemiddeling wordt opgenomen door de cel Jobbemiddeling. De cel Jobadministratie verzorgt integraal de administratieve afhandeling van het tewerkstellingsdossier en de loonverwerking voor elke student die tewerkgesteld wordt aan de KU Leuven. Dit jaar werd deze dienstverlening uitgebreid tot de tewerkstelling van jobstudenten op KU Leuven-middelen op de campussen KU Leuven buiten Leuven.
Het elektronische advies blijft het dominant adviesmodel binnen de Jobdienst. Face-to-face contacten tijdens het vrij spreekuur en na afspraak vormen ongeveer 30% van het totaal. Manier van contactname 12,86% 29,85%
■ Bezoek ■ Mail ■ Telefoon
Vanuit de ruime praktijkervaring denkt de Jobdienst mee rond het statuut van de jobstudent en werkt hierrond voorstellen uit, dit in samenwerking met collega’s uit de sector en in overleg met betrokken overheidsdiensten. 57,11%
27
4
Onderstaand diagram geeft weer waarom men contact opneemt met de dienst. Allerlei vragen naar informatie m.b.t. de drie pijlers van de dienstverlening zijn hierbij het belangrijkst, gevolgd door de contacten die uitsluitend met het aanbieden van of zoeken naar jobs te maken hebben. Indien in 1 contact er meerdere redenen zijn aan te geven, wordt enkel de meest arbeidsintensieve reden geregistreerd.
Individueel advies wordt steeds gespecialiseerder en wordt vaak aanvullend op de raadpleging van de website ingewonnen. 1 065 individuele adviesvragen hadden betrekking op volgende onderwerpen: Aard informatieve vragen Arbeidswetgeving
Aard individuele contacten
Buitenl. studenten 2 000
Loopbaanlift
1717
1500 1164
1289
Soc. + fisc. aspecten
1 000 628
Statuut
500 0
392 33
Werkgevers
Studenten ■ Inschrijving op kantoor
Varia
1
10
■ Informatie
Diensten ■ Jobs
Zelfstandig statuut
■ Bemiddeling 0 ■ Studenten
50
100 ■ Werkgevers
150
200
■ Diensten
4.3.3 Adviesverlening Adviesverlening over het domein studentenarbeid is reeds meer dan 40 jaar de hoofdactiviteit van de Jobdienst KU Leuven. De Jobdienst evolueert steeds meer naar een digitale dienstverlening. Alle basisinformatie wordt online beschikbaar gesteld naar studenten en werkgevers toe en dit in het Nederlands en het Engels. De website wordt permanent geactualiseerd en meer in de diepte uitgewerkt aan de hand van de meest voorkomende vragen van studenten en werkgevers. Op de Nederlandstalige webpagina’s werden 68 610 unieke bezoeken geteld, op de Engelstalige 23 504 bezoeken. 28
Drie folders worden gebruikt ter ondersteuning van het individueel advies: “Een studentenjob”, met algemene informatie over studentenarbeid; “Student Employment”, een Engelstalige folder met informatie voor internationale studenten en de gespecialiseerde folder “Een studentenjob als zelfstandige”. Deze werden dit jaar alle drie geactualiseerd. De vele contacten m.b.t. “Loopbaanlift” vloeien voort uit de ondersteuning die de Jobdienst van 2013 tot begin 2014 gaf m.b.t. het up-to-date houden van een vacaturepagina voor afstuderenden. Bij de lancering van Loopbaanlift werden ook de werkgevers van de Databank studentenjobs geïnformeerd over dit nieuwe loopbaanplatform voor studenten en alumni.
Studentenadviesdiensten
4.3.4 Jobbemiddeling meer dan een doorgeefluik
In 2013-2014 schreven 8 852 studenten zich in als kandidaat-jobstudent in de Databank Studentenjobs. Voor 5 026 studenten, betrof het een eerste inschrijving. 628 studenten kwamen hiervoor persoonlijk langs op de Jobdienst. Zij ontvangen dan bijkomende informatie met betrekking tot het eigen statuut en de werking van de jobdienst. Ook de eerste vragen m.b.t. de wetgeving worden dan beantwoord.
Naast het geven van informatie en advies verwachten studenten ook hulp vanuit de KU Leuven in hun zoektocht naar veilige en met de studies combineerbare jobs. Ook werkgevers zoeken een duidelijke ingangspoort wanneer ze een studentenjob aan te bieden hebben. De Jobdienst KU Leuven biedt hiervoor een eigen beveiligde Databank Studentenjobs aan. Enkel studenten met het hoofdstatuut student kunnen zich inschrijven als kandidaat jobstudent. Internationale studenten worden bijkomend gescreend op een correcte verblijfstitel en indien nodig een geldige arbeidskaart. Bij kandidaatwerkgevers wordt vooraf informatie opgevraagd over de manier van tewerkstellen en de contractuele opvolging. Jobs worden online gezet door een medewerker van de Jobdienst, die hierbij de afweging maakt of een job bij voorrang naar een specifieke doelgroep (zie infra) moet gecommuniceerd worden. De Databank Studentenjobs van de KU Leuven is dus meer dan een doorgeefluik. Het is een werkinstrument in de sociale dienstverlening naar studenten toe. Aan haar werkgevers biedt de Jobdienst een unieke service, m.n. een gecontroleerde toegang van studenten in hoofdstatuut. De wetgever verwacht immers van elke werkgever dat hij het hoofdstatuut van zijn jobstudent heeft gecontroleerd voor hij hem tewerkstelt als jobstudent. Dit is geen sinecure nu de grenzen tussen studie- en arbeidsperiode steeds meer vervagen.
Deze studenten raadpleegden 72 426 keer de Databank op zoek naar een job en stelden daarnaast 1 017 vragen die rechtstreeks betrekking hadden op de “jobbemiddeling”. 616 verschillende werkgevers boden 1 289 jobs aan en zochten hiervoor minstens 3 436 studenten. 1/3 van de jobs wordt nog aangeboden via een 1 op 1 contact met een adviseur Jobdienst. Werkgevers gebruiken dit moment om bijkomende info te geven of op te vragen. De werkgevers raadpleegden de Databank 2 751 keer. Aanvullend stelden externe werkgevers 557 vragen die gerelateerd waren aan de jobbemiddeling. De KU Leuven diensten stelden hierover 100 extra vragen. De huidige Databank Studentenjobs beantwoordt niet meer aan de verwachtingen van de millenniumstudent en de huidige werkgevers. De voorstudie voor een nieuwe databank werd dit jaar afgerond, hierbij werden zoveel mogelijk SAP-functionaliteiten meegenomen. Het project werd opgenomen in de KU Leuven planning en voorziet een nieuwe databank bij de start van 2016-2017.
Jobaanbod 2013-2014 volgens type werkgever
Bedrijven KU Leuven Particulieren Totaal
TOTAAL AANGEBODEN JOBS 762 59% 339 26% 188 15% 1.289 100%
ONLINE INGEVOERD DOOR WERKGEVER 542 250 56 848 66% 29
4
4.3.5 Studentenarbeid binnen KU Leuven zelf De KU Leuven stelt zelf heel wat jobstudenten tewerk. De volledige opvolging van deze personeelsadministratie gebeurt sinds 1998 vanuit de Jobdienst. Studentenvoorzieningen ontvangt hiervoor een administratiekost. In 2013-2014 werden 1 423 verschillende jobstudenten tewerkgesteld. 88 studenten werden tewerkgesteld op campussen buiten de KU Leuven te Leuven. Samen presteerden de jobstudenten 211 151 werkuren of een equivalent van 123 VTE, voor een totale kostprijs van 2 483 588 euro. In totaal werden 3 200 contracten opgesteld en 5 603 prestatiestaten verwerkt. Studenten generen hiermee allen samen een brutoloon van 2 151 194 euro. De grootste groep studenten blijft tewerkgesteld binnen de groep Humane wetenschappen. Studentenbeleid stelt zelf 8% of 109 studenten tewerk. De Jobdienstwebsite bevat specifieke pagina’s met betrekking tot de procedures eigen aan de tewerkstelling van jobstudenten aan de KU Leuven, en dit zowel voor de werkgever als voor de student. KU Leuven medewerkers bezochten de voor hen afgeschermde pagina’s 3 774 maal. De studentenpagina’s werden 16 182 maal bezocht.
4.3.6 Doelgroepenbeleid Bijzondere groepen kan men maar helpen door een voldoende groot en gevarieerd aanbod aan jobs te hebben. In de tweede helft van het academiejaar werd bijzondere aandacht geschonken aan de uitbreiding van het jobaanbod. Er werd gericht contact opgenomen met werkgevers die via andere kanalen studentenjobs publiceerden. Van de 158 gecontacteerde werkgevers, registreerden er zich 29 op de databank. Zij boden samen 68 jobs aan en waren op zoek naar minstens 150 jobstudenten. De algemene dienstverlening van de Jobdienst faciliteert een op maat gesneden dienstverlening voor specifieke doelgroepen. A. DE SOCIALE PRIORITEITSSTUDENT In structurele samenwerking met de Sociale Dienst wordt jobprioriteit voorzien als een van de mogelijke tussenkomsten vanuit het Comité studiefinanciering. Dit kan aanvullend bij andere hulpverlening of op zichzelf staand toegekend worden. De meeste van deze studenten vallen tevens onder de noemer “minvermogende student”.
30
Studentenadviesdiensten
Voor deze groep voorziet de Jobdienst altijd een intakegesprek waarna individuele jobbegeleiding wordt voorzien. Deze groep krijgt regelmatig een beperkte voorsprong in tijd om te solliciteren voor bepaalde vacatures. Zij worden hiervan geïnformeerd via e-mail.
Voor studenten van buiten de EER wordt de toegang tot tewerkstelling bijkomend bemoeilijkt door het laattijdig bekomen van een geldige verblijfstitel en de verplichting tijdens het academiejaar tot het hebben van een arbeidskaart C.
Dit jaar werd bijkomend ondersteund door een actieve begeleiding bij het opmaken van een CV en het solliciteren via e-mail. Het gebruik van een standaardzin bij sollicitaties moet de werkgevers attent maken op de bijzondere situatie van de student. Om deze doelgroep in de kijker te zetten en de tewerkstellingskansen te vergroten, gebeurde een gerichte mailing naar alle KU Leuven (831) werkgevers om deze doelgroep voor te stellen en te verwijzen naar een webpagina met meer informatie over deze groep.
De KU Leuven stelde zelf 282 internationale studenten tewerk, 131 hadden hiervoor een arbeidskaart nodig. De uitbreiding van het jobaanbod voor deze doelgroep blijft een van de belangrijkste werkpunten voor de komende jaren.
In 2013-2014 werd aan 25 studenten jobprioriteit toegekend, waarvan 22 KU Leuven, en 3 UC LeuvenLimburg (voorheen KHLeuven). B. DE INTERNATIONALE STUDENT
C. DE STUDENT MET EEN FUNCTIEBEPERKING In een structurele samenwerking met de zorgcoördinatoren van de Cel Studeren met een Functiebeperking wordt vanuit de Jobdienst gezocht naar studenten die als pedagogische hulp voor medestudenten kunnen ingezet worden. Er werden 21 jobstudenten ingeschakeld voor 7 studenten met een functiebeperking. Deze jobstudenten presteerden samen 399 uren.
In 2013-2014 waren er 1 216 internationale studenten ingeschreven bij de Jobdienst. Omdat het jobaanbod zich overwegend richt naar studenten die minstens de basis van het Nederlands beheersen, werd vanaf maart een bijkomende inspanning gedaan om meer jobs open te stellen naar anderstalige studenten. Externe werkgevers werden gericht geïnformeerd over de beschikbaarheid van internationale studenten. KU Leuven jobs werden bij voorkeur ook aangeboden aan anderstalige studenten. Jammer genoeg bleek slechts 17% van het jobaanbod toegankelijk voor internationale studenten.
31
4
4.4 Dienst Studieadvies 4.4.1 Onze dienst- Kwalitatieve studie(traject)begeleiding en ondersteuning van de faculteiten De Dienst Studieadvies verzorgt, als eerste centrale opdracht, universiteitsbrede studietrajectbegeleiding en vakoverschrijdende leerprocesbegeleiding. Dit met bijzondere aandacht voor bijzondere doelgroepen: studenten met een functiebeperking, internationale studenten, werkstudenten en studenten met leerbedreigende criteria. Als tweede centrale opdracht profileert de Dienst Studieadvies zich verder rond de samenwerking met de faculteiten op twee niveaus: (a) ondersteuning van individuele facultaire studiebegeleiders en van facultaire initiatieven voor studenten en (b) professionalisering door een gedifferentieerd professionaliseringsaanbod. De derde centrale opdracht is de ontwikkeling van een universiteitsbreed beleid rond studie(traject)begeleiding met onder meer de voorbereiding van de opstart van een universiteitsbrede Werkgroep en Overleggroep voor studie(traject)begeleiders.
32
Student Camille over Dienst Studieadvies: “De Dienst Studieadvies heeft mij als student goed geholpen. Door de tests en gesprekken heb ik een beter beeld van mijzelf, maar ook van mijn toekomst gekregen. De tests hebben me aan het denken gezet over mijn studiekeuze. Toen bleek dat ik inderdaad de verkeerde keuze had gemaakt, had ik het gevoel alsof ik geholpen ben op basis van de persoon die ik ben, en niet als een student van de KU Leuven. In de gesprekken leek het wel alsof de dienst onafhankelijk was van de KU Leuven, waardoor ook opleidingen buiten KU Leuvenopleidingen open bleven om uit te kiezen. Uiteindelijk bleek er uit deze test dat ik al die tijd over vaardigheden en eigenschappen beschik, die je in eerste instantie niet van jezelf zou verwachten. Uiteindelijk heb ik op basis van deze test mezelf beter leren kennen en heb ik dit kunnen toepassen bij de keuze van mijn studie, Toerisme Management. Een studie waar ik zonder het out of the box denken van de Dienst Studieadvies nooit op zou zijn gekomen.”
Studentenadviesdiensten
4.4.2 Een inkijk in de individuele aanmeldingen Een belangrijke taak van de dienst is het verwerken van individuele aanmeldingen. Deze gebeurden op enkele uitzonderingen na via het online contactformulier dat op 1 januari 2013 ingevoerd werd. Het gebruik van het contactformulier is ondertussen ingeburgerd en werd geoptimaliseerd. Het is een efficiënt middel dat een vlotte, gerichte en eerlijke reactie mogelijk maakt en een basis vormt voor de statistische onderbouw van de studiebegeleiding. Meer systematische cijfermatige inzichten maken beleidsmatige keuzes mogelijk. Ook aan de reactiemodaliteiten werd verder gewerkt via de verdere ontwikkeling en verfijning van te personaliseren standaardmails. Het academiejaar 2013-2014 is het eerste jaar waar de cijfers volledig gebaseerd zijn op het contactformulier. Omwille van de veranderingen in de tellingen is een vergelijking met de telresultaten van de voorafgaande jaren in strikte zin niet mogelijk. Tijdens het academiejaar 2013-2014 waren er in het totaal 6 857 aanmeldingen, waaronder (toekomstige) studenten (N=5 878), bedrijven, ouders of andere onderwijsinstellingen (N=979). Aanmeldingen (toekomstige) studenten (N=5878) 3% 13%
10%
17%
4%
32%
21%
■ Student andere onderwijsinstelling ■ Werkende, werkzoekende, niet werkend en wens (verder) te studeren ■ Campus Leuven en Groep-T ■ Campus buiten Leuven ■ Prospective Student ■ Engelstalig Campus Leuven and Group-T ■ Leerling s.o.
Het gros van de aanmeldingen (72%) betrof informatievragen, meestal afhandelbaar via een eenvoudige mailcorrespondentie, eventueel met verwijzing naar online informatie. Daarnaast waren er meer complexe vragen die leidden tot een persoonlijke aanpak en gesprek. Er kwamen 1 122 studenten op gesprek rond verschillende thema’s in de in-, door- en uitstroomfase. De tabel toont de verdeling van de studenten over deze thema’s. Aantal studenten op gesprek (N=1122) 2%
6% 2%
11% ■ ■ ■ ■ ■ ■
31%
Heroriëntering Leerproces Arbeidsmarkt Coaching Studie-info Studiekeuze
48%
Een aantal studenten kwamen langs voor meerdere gesprekken. Het aantal in de grafiek vermelde studenten vertegenwoordigde 2 165 gesprekken of gemiddeld 1,92 gesprekken per student. Het aantal gesprekken varieerde sterk naargelang het thema. In het Coachingsproject Coaching X-tra, dat niet in deze cijfers is opgenomen, ging het om gemiddeld 4,75 gesprekken, terwijl dit bijvoorbeeld voor studiekeuze bij toekomstige studenten 1,07 was. Voor de domeinen Arbeidsmarkt en Buitenland worden studenten voornamelijk bereikt via de organisatie van events (zie verder). Zowat 76% (1 664/2 165) van de individuele gesprekken betroffen de domeinen leerprocesbegeleiding en heroriëntering. Voor 208 studenten gebeurde een testonderzoek rond capaciteiten, vaardigheden en interesses in functie van een advies rond heroriëntering. 33
4
4.4.3 Werken met studenten: een waaier van activiteiten Naast de afhandeling van individuele vragen organiseerde de Dienst Studieadvies informatiesessies, workshops of groepstrainingen. A. AAN DE SLAG MET TOEKOMSTIGE EN STARTENDE STUDENTEN: INSTROOM
B. STUDIE(TRAJECT)BEGELEIDING, LEERPROCESBEGELEIDING EN HERORIËNTERING: DOORSTROOM
In functie van de oriëntering van toekomstige studenten was de Dienst Studieadvies aanwezig op alle SID-inbeurzen en verzorgde ze diverse infostands op alle Infodagen en de verderstudeerbeurs van de KU Leuven.
De Dienst Studieadvies ging ook aan de slag met de vele vragen van doorstromende studenten. Hiervoor werd naast individuele begeleiding (zie hoger), ook een groepsgericht aanbod georganiseerd.
Toekomstige studenten werden ook via interactieve groepssessies begeleid. Tijdens de Start-to-Study avonden van de Dienst Marketing werden workshops verzorgd. Er waren ook workshops tijdens de Openlesweken in oktober 2013 en februari 2014. In de zomer 2014 liep voor toekomstige studenten de nieuwe workshop ‘Studiekeuzetwijfel? Hak de knoop door!’.
In 2013-2014 werd de inhoud van een deel van het trainingsaanbod rond leerprocesbegeleiding herwerkt met als doel een betere afstemming met het aanbod op de faculteiten. In de modules werd meer ruimte gecreëerd voor de bewustwording van het eigen handelen, voor valkuilen en voor het stapsgewijs inoefenen van deelvaardigheden.
In 2013-2014 werd binnen Dienst Studieadvies het project ‘Oriëntering van toekomstige studenten via een digitaal checkpoint studiekeuze’ gestart in samenwerking met faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Het project heeft als doelstelling het faciliteren van een optimale oriëntering van toekomstige studenten via een digitale tool. Deze moet de kans bieden tot zelfconceptverheldering en ontwikkeling van een realistisch zelfbeeld enerzijds en kennismaking met opleidingsinhouden anderzijds.
De Dienst Studieadvies organiseerde ook in het voorbije jaar de workshop ‘Gelanceerd voor je herexamens? Je masterplan voor de zomer!’. Drie groepen van een tiental studenten werden in de zomermaanden begeleid ter voorbereiding van hun herexamens. Aansluitend werden ze via een gesloten groep op Facebook verder opgevolgd en ondersteund.
Dit academiejaar coördineerde de Dienst Studieadvies eveneens het project ‘Summercourse’. Dit project heeft als doel studenten die als eerste van het gezin gaan studeren, de pionierstudenten, beter te begeleiden.
34
De faculteiten Letteren, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen en Rechtsgeleerdheid startten met dit proefproject. Met het project wordt beoogd toekomstige studenten beter voor te bereiden op hun studies en zo de slaagcijfers verhogen.
De workshop ‘Het kompas weer in de juiste richting’ werd opnieuw aangeboden aan studenten met een vraag naar advies bij heroriëntering. Gezien de tijdsdruk waarbinnen studenten vaak een (nieuwe) keuze moeten maken, verkozen zowat alle studenten met een heroriënteringsvraag echter een individueel gesprek.
Studentenadviesdiensten
In het totaal namen 297 studenten deel aan workshops en trainingen rond leerprocesvragen over de twee semesters heen. Om de drempel naar het groepsgericht aanbod klein te houden, werd ook in 2013-2014 verder geïnvesteerd in trainingen rond studievaardigheden samen met en op de faculteiten. Gezamenlijke initiatieven liepen in negen faculteiten. Er werd ook voor het eerst samengewerkt met het leercentrum Agora. De Dienst Studieadvies verzorgde daar drie workshops. De digitale borden werden benut voor het brengen van ludiek ingeklede inhoudelijke boodschappencampagnes rond studietips, blok en examens. Ook was er de ondersteuning van het samenstudeerinitiatief van de CM, Teleblok, dat doorging in verschillende studentensteden in Vlaanderen. Te Leuven was dit in het Museum M. In oktober 2013 werd na grondige voorbereiding ‘Succes@hogeronderwijs’ in coproductie met uitgeverij Averbode uitgebracht. Dit is een werkmap rond leerprocesbegeleiding met zeven katernen rond studieplanning, studiemethode, een wetenschappelijke schrijfopdracht, blok en examens, studeren en gezondheid, werken en studeren en supporteren voor je student (voor ouders).
De lancering gebeurde op een universiteitsbrede studienamiddag met een buitenlandse gastspreker, enkele workshops en een uitgebreide presentatie van de werkmap. Er werd verder een promotiedraaiboek uitgewerkt om zoveel mogelijk toekomstige en huidige studenten te informeren rond het bestaan ervan. Gezien het grote aantal vragen rond de combinatie werken en studeren, werd de website voor werkstudenten grondig vernieuwd en aangevuld met FAQ. Specifieke aandacht werd besteed aan internationale studenten. Via de website, infosessies, een infostand tijdens de Orientation Days en via de organisatie van een infosessie rond de voorbereiding op de examens, werden ze geïnformeerd rond de onderwijsomgeving en -verwachtingen. Voor deze groep studenten werden ook workshops voorzien in verband met ‘Time management and study approach’ en rond ‘Master thesis and presentation techniques’ (telkens 80 tot 120 aanwezigen). Het begeleidingsproject voor studenten met een multiculturele achtergrond werd vanaf 2013-2014 verruimd naar een bredere doelgroep. Studenten werden uitgenodigd voor het project Coaching X-tra op basis van leerbedreigende criteria. Op basis van de inschrijvingsgegevens werden de in aanmerking komende studenten expliciet uitgenodigd voor een intakegesprek. Tijdens 2013-2014 werden de deelnemers zowel via groepstrainingen als via individuele coachingsmomenten intensief begeleid. Tijdens de individuele gesprekken werd gepeild naar hun (academisch) welbevinden en besproken wat de student kon ondernemen om zijn studies in Leuven succesvol te maken. In de groepstrainingen lag de focus op het ontwikkelen van metacognitieve studievaardigheden zoals studiemethode, planning, taalondersteuning, omgaan met faalangst, enzovoort. Er namen 57 studenten deel aan dit coachingstraject.
35
4
C. WERKING VOOR AFSTUDERENDE STUDENTEN: UITSTROOM Verschillende initiatieven werden georganiseerd voor de groep afstuderende studenten die hun master of derde bachelorjaar aan het voltooien zijn. Ze konden bij de Dienst Studieadvies terecht voor individuele vragen. Daarnaast werden ook andere middelen ingezet om hen te adviseren zowel rond verdere opleidingsmogelijkheden in binnen- en buitenland als rond hun instap op de arbeidsmarkt. De website ‘verder studeren in het buitenland’ werd in een nieuw jasje gestoken met een beschrijving van de stappen die een student moet nemen ter voorbereiding van een vervolgopleiding in het buitenland. Daarnaast werden infosessies zoals ‘Success in the US’ georganiseerd. Zowel via deze website als via persoonlijke gesprekken werd ook informatie en advies voorzien over financieringsen beurskanalen voor verdere studies in het buitenland. De Buitenland-tweedaagse werd in een nieuwe format gegoten onder de naam ‘Project Go International’. Binnen dit nieuw concept werden afstudeerders aangesproken die de optie buitenland overwogen nà hun KU Leuvenstudie. Voorheen behoorden ook studenten die info zochten over alle internationale opties tijdens hun KU Leuvenstudie tot de doelgroep. Gezien de trend van de laatste jaren waarbij faculteiten hier zelf hun studenten over informeren, werd beslist om vanuit Dienst Studieadvies zuiver informatie en advies aan te bieden over een internationale stage, job of studie na het vervolledigen van de huidige studie. Kaderend binnen het Frankrijkjaar, had deze eerste editie van Project Go International, op 23 oktober 2013 met zowat 700 studenten, een extra focus op werken en verder studeren in Frankrijk. Naast een infomarkt met 33 standhouders werd voor de eerste maal ook een Meet & Greet hoek ingericht waar studenten een babbel konden slaan met alumni met buitenlandervaringen. 36
Jobinfodag
Daarnaast werden 16 infosessies verzorgd. Ook nieuw aan dit event was het startschot in de vorm van de workshop “Je diploma bijna op zak!? Waar sta ik en wat wil ik, waar wil ik naartoe?” Door het volgen van deze workshop, die de dag voordien plaatsvond, konden studenten tijdens Project Go International gerichter op zoek naar voor hen relevante informatie. Ook voor informatie over ’Verder studeren in België’ konden studenten steeds terecht bij de Dienst Studieadvies. Daarnaast werd ook specifieke informatie voorzien tijdens onder meer de Jobinfodag, de Verderstudeerbeurs in het kader van de Associatie KU Leuven, en tijdens de informatiesessies georganiseerd door studentenkringen en faculteiten. Laatstejaarsstudenten werden op diverse manieren voorbereid op hun latere beroepsloopbaan. Hiervoor konden ze zowel terecht bij de centrale Dienst Studieadvies als bij een aantal facultaire loopbaanbegeleiders. In dit kader werden volgende activiteiten georganiseerd: • Een algemene Jobinfodag die zich richt naar alle laatstejaarsstudenten uit alle studierichtingen van de KU Leuven, georganiseerd op 25 februari 2014.
Studentenadviesdiensten
Er namen 81 bedrijven en organisaties aan deel en een geschat aantal van 1 600 studenten. Verder registreerden 476 laatstejaars hun curriculum vitae op LoopbaanLift, die daarna via een dropbox naar de deelnemende bedrijven werden verspreid. • Infosessies over tewerkstelling binnen verschillende sectoren: naast de Jobinfodag werd ook een reeks informatieavonden georganiseerd, waarop verschillende sectoren van de arbeidsmarkt werden voorgesteld. Dit omvatte avonden in verband met werken in het onderwijs, bij de overheid, werken in het buitenland en doctoreren en een wetenschappelijke loopbaan. • De week van 31 maart 2014 tot 4 april 2014 werden verschillende initiatieven gebundeld tot een ‘Solliciteerweek’: infosessies rond leren solliciteren, een workshop rond assessment, individuele simulatieinterviews met VDAB, een infosessie door EURES rond werken in het buitenland en een individueel spreekuur van EURES met betrekking tot werken in Europa. • Voor de sollicitatietraining ‘Eerste Hulp bij Solliciteren’, bestaande uit vier workshops, werden zes groepen georganiseerd met in totaal 98 studenten.
Vacatures / Stages / Projecten / Loopbaanevenementen Leuven / België / Internationaal
Op zoek naar werk?
LoopbaanLift aan KU Leuven
In juni 2013 werd beslist dat KU Leuven in zee zou gaan met Graduateland, voor de lancering van een nieuw loopbaanplatform LoopbaanLift voor alle studenten. Het werd na een grondige voorbereiding gelanceerd op 16 februari 2014 en is de opvolger van de vroegere vacature- en stagedatabank. Studenten en alumni van KU Leuven kunnen op dit internationaal loopbaanportaal op zoek naar vacatures, stages, on the job training of loopbaanevenementen wereldwijd. LoopbaanLift kende onmiddellijk een groot succes. Na twee maanden tijd waren bijna 4 000 studenten en alumni geregistreerd als gebruiker en werden meer dan 250 jobs geplaatst.
Sommige faculteiten/opleidingen organiseren zelf ook een jobbeurs voor studenten. Ze deden beroep op de Dienst Studieadvies voor enerzijds inhoudelijke thematische expertise, en anderzijds procesmatige expertise, zoals het samen uitwerken van de jobbeurs voor bepaalde opleidingen van de Faculteit Letteren. Tijdens deze jobbeurs verzorgde de dienst ook een aantal workshops en infosessies rond onder meer hoe solliciteren, mijn motivatiebrief … . Nieuw was de workshop ‘Bijna afgestudeerd? Wat nu!’ waarbij studenten door middel van de confrontatie met misconcepties voor zichzelf konden bepalen aan welke informatie en begeleiding ze nog nood hadden om voor volgend jaar de juiste keuze te maken. Deze misconcepties werden door het monitoraat van de faculteit aangeleverd. 37
4
4.4.4 Werking met de faculteiten De Dienst Studieadvies gaat verder op de ingeslagen weg van de samenwerking met faculteiten. Naast ondersteuning van facultaire initiatieven voor studenten (zie supra onder 4.4.3.) werd met projectmatige steun van het sectoraal vormingsfonds ook in het voorbije jaar een uitgebreid vormingsaanbod voor studie(traject)begeleiders, ombudsen, geïnteresseerden uit de onderwijsondersteuning en de centrale diensten geprogrammeerd, met terugkerende activiteiten en éénmalige aanbiedingen rond actuele thema’s. De meeste daarvan stonden open voor alle studie(traject)begeleiders. Voor nieuwe collega’s, meer ervaren studie(traject)begeleiders en examenombudsen werd aanvullend een specifiek aanbod verzorgd, inspelend op hun specifieke vragen en noden. Het vormingsaanbod werd aangekondigd via de digitale E-Nieuwsbrief voor Studie(traject)begeleiding, die een upgrade kreeg. Deze nieuwsbrief werd zes keer verstuurd, en twee keer als extra-Nieuwsbrief. De nieuwsbrief richt zich naar meer dan 200 studie(traject)begeleiders en geïnteresseerden aan de KU Leuven en de Associatie. Ons aanbod aan steeds terugkerende vormingsthema’s: - Motiverende gesprekstechnieken - Kennismakingssessie voor startende Studie(traject)begeleiders - Dubbele infosessie voor nieuwe en ervaren examenombudsen - Timemanagement - Aan de slag met het Onderwijs- en Examenreglement - Deontologie en deontologische code voor studie(traject)begeleiders - Gesprekstechnieken voor beginners: basisopleiding Ons aanbod aan actualiteitsthema’s: - Studienamiddag 'studiebegeleiding@KU Leuven’ - Intervisie ‘Datagebaseerd heroriënteren’ - Intervisie 'Studiebegeleiding en ouders betrekken' 38
- Activeren en Integreren - 'Hoe vinden de studenten de weg naar jouw dienst? Werken met een contactformulier als optie’ - ‘Ik zie het niet meer zitten - Hoe omgaan met studenten die je ongerust maken?’
4.4.5 Beleidsmatig werken rond studiebegeleiding In het voorjaar 2014 werd de opstart voorbereid van twee organen voor een universiteitsbrede beleidsmatige aanpak van studie(traject)begeleiding. Het gaat om een beleidsorgaan (Overleggroep genoemd) die instaat voor het universitaire beleid op het vlak van studie(traject)begeleiding enerzijds en de Werkgroep Studie(traject)begeleiding anderzijds, in hoofdzaak samengesteld uit facultaire studie(traject)begeleiders, die instaat voor de dagelijkse werking rond dit thema. Op basis van een nota werd hier rond het gesprek aangegaan met de vicerector en de betrokken centrale diensten, met als doel van start te kunnen gaan in het academiejaar 2014-15. In het kader van de uitstroombegeleiding van afstuderende studenten werd na een exploratieve fase werk gemaakt van de opstart van een Netwerkgroep ‘uitstroombegeleiding@KU Leuven’, samengesteld uit experten rond de uitstroom binnen de KU Leuven onder leiding van de vicerector Studentenbeleid. De Dienst Studieadvies nam hier een coördinerende rol op. De eerste stappen werden gezet in functie van de uitbouw van een ‘Career Center’ (werktitel) voor afstuderende studenten: een keten van centrale en decentrale uitstroominitiatieven in samenwerking met partners binnen en buiten de KU Leuven, met als ambitie een geïntegreerd wetenschappelijk onderbouwd uitstroombeleid te ontwikkelen en good practices in dit verband te ondersteunen. De Netwerkgroep is het sturend orgaan hiervoor. Het startschot van deze Netwerkgroep werd gegeven op 1 april 2014.
Studentenadviesdiensten
4.5 Cel Studeren met een Functiebeperking 4.5.1 Onze dienst - Begeleiding van studenten met een functiebeperking De Cel Studeren met een Functiebeperking (verder de Cel genoemd) staat in voor de erkenning en de begeleiding van studenten met een functiebeperking aan de KU Leuven. Studenten die gebruik wensen te maken van onderwijsen/of examenfaciliteiten of beroep wensen te doen op bepaalde andere faciliteiten zoals omkaderd wonen, moeten eerst erkend worden door de Cel. Na de erkenning volgt een assessment waarbij de knelpunten van de student die gekoppeld zijn aan zijn functiebeperking afgewogen worden ten opzichte van de opleidingsvereisten en de haalbaarheid van redelijke aanpassingen in de faculteit. Dit resulteert in een advies op maat over de inzet van redelijke aanpassingen gericht aan de beslissende actoren. De Cel volgt de studenten met een functiebeperking op, staat in voor de zorgcoördinatie in samenwerking met andere diensten van Studentenvoorzieningen en oefent een schakelfunctie uit tussen de student en de faculteit.
AJ 2013-2014 Leerstoornis Psychiatrische functiebeperking Chronische ziekte Meervoudige functiebeperking Motorische functiebeperking Visuele functiebeperking Auditieve functiebeperking Overige functiebeperking Totaal
Daarnaast werkt de Cel nauw samen met Diversiteitsbeleid en de facultaire diversiteitsteams rond de domeinen draagvlakcreatie en kwaliteitszorg en draagt de Cel actief bij aan meerdere overlegstructuren om de KU Leuven toegankelijk te maken voor alle studenten. Sinds academiejaar 2013-2014 werkt de Cel met lokale antennes op de dertien KU Leuven campussen die elk het KU Leuven model hanteren. Deze omschakeling in goede banen leiden was dan ook de focus van dit academiejaar.
4.5.2 Onze dienst in cijfers ERKENDE STUDENTEN Het aantal studenten met een functiebeperking blijft elk jaar stijgen. In academiejaar 2013-2014 werden voor de volledige KU Leuven (alle campussen) 1 868 studenten met een functiebeperking erkend door de Cel. 71% (1 334) van deze studenten studeerden aan Campus Leuven, wat een stijging van 6% betekent voor deze campus ten opzichte van het voorgaande academiejaar. De twee grootste groepen zijn de leerstoornissen (827 studenten, 44%) en studenten met een psychiatrische functiebeperking (570 studenten, 31%), waaronder voornamelijk studenten met een aandachtstekortstoornis of gedragsstoornis (321 studenten, 17%) of een pervasieve ontwikkelingsstoornis (124 studenten, 7%).
ALLE CAMPUSSEN 827 570 181 150 52 44 25 19 1.868
CAMPUS LEUVEN 535 442 144 103 46 36 20 8 1.334 39
4
DIGITALE TOEGANKELIJKHEID De dienstverlening voor digitale toegankelijkheid1 is ingebed in meerdere ondersteunende diensten van de KU Leuven waaronder ICTS, Universiteitsbibliotheekdiensten (UBD) en Limel en gebeurt steeds in samenwerking met de Cel.
ACTIVATIE VAN EXTERNE FINANCIERING Studenten met een visuele of auditieve beperking kunnen via financiering van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) beroep doen op een pedagogisch helper die vaktechnische en inhoudelijke begeleiding aanbiedt buiten de lesuren. De Cel staat in voor de activatie en coördinatie van deze ondersteuning en werkt meestal via jobstudenten. In 2013 werden op Campus Leuven 6 dossiers opgestart waarvan 4 studenten effectief een pedagogisch helper hebben ingezet. De Cel Speciale Onderwijsleermiddelen van het Departement Onderwijs en Vorming biedt specifieke ondersteuning voor studenten met een visuele, auditieve of motorische beperking. De Cel is verantwoordelijk voor de aanvraag en de opvolging van deze financiering. In het totaal hebben op Campus Leuven 8 studenten ondersteuning ontvangen voor omzettingen van lesmateriaal, 5 voor kopieën van notities van medestudenten, 1 voor gebarentolken en 4 voor een schrijftolk. In het totaal werden 25 dossiers opgestart.
Cijfers voor de dienstverlening van ICTS en Limel voor 2013-2014 voor Campus Leuven: • 69 Sprint USB-sticks en 47 Kurzweil USB-sticks werden uitgeleend (ICTS); • 73 examenlaptops met voorleessoftware werden over de drie examenperiodes uitgeleend aan de faculteiten; 12 Win-to-go sticks (met gebruik van de laptop van de student) werden ontleend (ICTS); • Limel zette 14 examens om naar mp3-formaat; • 3 algemene infosessies over ICT-hulpmiddelen (Cel) en 4 trainingen rond het werken met Kurzweil en Sprint (ICTS) werden georganiseerd. Cijfers voor de dienstverlening van UBD voor 2013-2014 voor alle campussen: De werking werd uitgerold naar alle campussen waarbij de online applicatie uitgebreid en grondig herwerkt werd. De UBD heeft 65 uitgeverijen gecontacteerd voor de aanvraag van digitaal cursusmateriaal waarvan 54 van hen op de vraag zijn ingegaan. In het totaal gaat het over 257 aanvragen die ingediend zijn door 58 studenten, waarvan 213 (83%) digitale versies effectief geleverd werden door uitgeverijen; 79% van de aanvragen waren afkomstig van Campus Leuven. De overige aanvragen (17%) werden op een andere manier aangepakt (via de docent, door de student zelf, scanservice, annulatie door de student…) en eveneens succesvol afgerond.
1 Digitale toegankelijkheid betekent toegankelijkheid van elektronische informatie, software en diensten voor personen met een functiebeperking. Het omvat dus de toegankelijkheid van websites, de digitale leeromgeving, het intranet, e-mailberichten, bibliotheekcatalogi en van de informatie die via deze kanalen aangeboden wordt.
40
Studentenadviesdiensten
BEROEP OP EXPERTEN Campus Leuven en Campus Groep T werkten in 2013 samen met PraxisP voor de validering van attesten leerstoornissen, in het totaal werden 129 aanvragen gedaan. Studenten zonder diagnose of met een attest dat niet voldoet, kunnen zich laten (her)testen door PraxisP of door Code. In het totaal werden 51 testslots ingenomen bij PraxisP en 8 bij Code. De Cel kan een beroep doen op de Medische Adviesgroep (MAG) indien ze vragen heeft bij de erkenningsprocedure en het adviseren van faciliteiten voor individuele dossiers. De MAG behandelde 78 dossiers (data voor alle campussen). ZORGCOÖRDINATIE VOOR STUDENTEN VAN CAMPUS GROEP T Sinds academiejaar 2013-2014 staat de Cel in voor de dienstverlening aan studenten met een functiebeperking van Campus Groep T. In het totaal werden 82 studenten erkend en begeleid door de Cel. Hiervoor werd een 0.25 VTE zorgcoördinator aangesteld.
4.5.3 Integratie academische opleidingen in KU Leuven Sinds de integratie gebeurt de werkwijze voor attestering, erkenning en assessment voor alle studenten met een functiebeperking van de verschillende campussen volgens het KU Leuven model. Er wordt gewerkt met lokale antennes die aangestuurd worden vanuit campus Leuven, op iedere campus is een zorgcoördinator aangesteld. Er werd voor de periode van twee jaar een integratiemedewerker aangesteld (financiële middelen Studentenvoorzieningen) om de antennes ondersteuning te bieden bij de procedures van het KU Leuven model met als doel een gelijke behandeling van studenten na te streven.
OVERLEG, ONDERSTEUNING BIJ CASUÏSTIEK EN VORMING Voor de aanvang van de integratie werden door de Cel al meerdere opleidingen voorzien (in mei 2013) over het KU Leuven model. Bij de start van het academiejaar werd dan een kennismakingsronde gehouden op alle campussen om zicht te krijgen op de bestaande werking rond functiebeperkingen en de concrete werkcontext van de zorgcoördinatoren. Er werden ook vijf nieuwe zorgcoördinatoren opgeleid. Er werd een helpdesk opgestart om de lokale antennes te ondersteunen (per mail, telefonisch). In het totaal werden 200 vragen beantwoord, 67% van de vragen kon de integratiemedewerker zelf beantwoorden en voor 33% was overleg nodig, al dan niet met een andere dienst. 25% van de vragen betroffen de erkenningsprocedure, 23% gingen over faciliteiten. De andere vragen hadden te maken met de inschrijvingsbestanden, de samenwerking met PraxisP of Code, digitaal cursusmateriaal, specifieke casussen en allerhande praktische/organisatorische taken die de start van de integratie met zich meebracht. Daarnaast werd vier maal een casusoverleg georganiseerd. Tijdens het overleg lag de focus vooral op het correct toepassen van de erkenningsprocedure, maar er is duidelijk een grote nood aan specifieke expertise rond bepaalde functiebeperkingen en faciliteiten. Op basis van de aangebrachte noden werd in 2014 een ‘Uitwisselingsdag’ georganiseerd waarbij de focus lag op het assessment en het adviseren en organiseren van faciliteiten. Alle deelnemers waren achteraf tevreden over het programma (4,8/5). Verder werd in juni een teamoverleg georganiseerd om in te zoomen op de wijzigingen van het OER die een belangrijke impact hebben op het thema studeren met een functiebeperking en om organisatorische afspraken te maken voor het volgende academiejaar.
41
4
KU LEUVEN-MODEL EN PROCEDURES
4.5.4 Kwaliteitszorg
Binnen de Cel is de afgelopen jaren veel werk geleverd om de bestaande procedures te expliciteren en uit te schrijven. Alle procedures zijn samengebracht in een procedurebundel met inhoudstafel en korte toelichting per procedure/document. In het kader van de integratie werd de volledige procedurebundel aangepast en gedeeld met alle campussen. Op vraag van de campussen werden extra handleidingen en documenten opgesteld over procedures die voor hen nieuw en complex waren. Alle informatie en documenten worden gedeeld via een Toledo community met bijhorende wiki. Verder worden regelmatig mails verstuurd over bijsturingen aan de procedures/documenten. De belangrijkste documenten van de Cel werden vertaald naar het Engels.
Sinds academiejaar 2013-2014 werd een extra 0.5 VTE zorgcoördinator aangesteld bij de Cel om de kwalitatieve dienstverlening voor het stijgend aantal studenten te garanderen (Campus Leuven). Terzelfdertijd werd ook een groepsbenadering voor studenten met dyslexie opgestart, omdat het naar tijdsinvestering onhoudbaar was om voor alle studenten een uitgebreid individueel intakegesprek te plannen. Studenten volgen eerst de ‘infosessie erkenning’ in groep, hebben daarna een kort individueel gesprek en worden ten slotte bij het afronden van de procedure in groep uitgenodigd voor de ‘infosessie examenfaciliteiten’. De infosessies worden ondersteund met een werkboekje ‘Vlot studeren met dyslexie?’.
REFERTELIJSTEN Het eerste semester van het academiejaar lag de focus vooral op het KU Leuven-model en de vorming hierrond. Vanaf het tweede semester werd samen met Diversiteitsbeleid de nodige voorbereidingen getroffen om het instrument van de refertelijsten te implementeren op alle campussen, er werd o.a. een draaiboek ‘Refertelijsten’ ontwikkeld. De uitwerking van de refertelijsten zou tegen het einde van academiejaar 2014-2015 rond moeten zijn zodat er vanaf academiejaar 2015-2016 mee kan gestart worden.
42
Sinds academiejaar 2012-2013 wordt gewerkt met refertelijsten, een werkinstrument dat de haalbaarheid van redelijke aanpassingen weergeeft. Dit academiejaar werden de refertelijsten herwerkt, er werden o.a. faciliteiten toegevoegd. Verder is er een opdeling gebeurd tussen een universiteitsbrede lijst van faciliteiten die door alle faculteiten aanvaard zijn en een facultaire lijst van faciliteiten die verschillen tonen tussen faculteiten op basis van de eindtermen van de opleiding en de praktische haalbaarheid binnen de faculteit. De Cel is een overleg opgestart met het kabinet en de administratie van de minister van Onderwijs om de procedures voor speciale onderwijsleermiddelen (schrijftolken, tolken Vlaamse Gebarentaal, omzettingen van lesmateriaal, …) beter af te stemmen op de context van het hoger onderwijs. De ervaren knelpunten werden gedetailleerd geïnventariseerd en mogelijke oplossingen werden voorgesteld. Ook de moeilijkheden die ervaren worden met de aanvraagprocedure voor pedagogische hulp (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) werden onder de loep genomen en aangepakt. Voor beide thema’s werd ook de input van de associatiewerkgroep Studeren met een Functiebeperking meegenomen.
Studentenadviesdiensten
De Cel heeft ook haar expertise verleend aan de KU Leuven Werkgroepen Fysieke en Digitale Toegankelijkheid. Voor beide werkgroepen werd een visie uitgeschreven voor de legislatuur van de nieuwe beleidsploeg. De Werkgroep Digitale Toegankelijkheid coördineert o.a. het beschikbaar stellen van voorleessoftware en examenlaptops voor studenten met dyslexie (Campus Leuven). De vraag naar voorleessoftware groeit, vandaar dat 20 extra Sprint USB-sticks aangekocht werden in juni 2014 met het oog op het volgend academiejaar. In het totaal zijn er nu 50 Kurzweil en 89 Sprint USB-sticks beschikbaar. Ook de pool van examenlaptops werd uitgebreid met 20 (herbruikte) toestellen en bestaat nu uit 45 toestellen. Verder werd de samenwerking met het Mucla (Multidisciplinair universitair centrum voor logopedie en audiologie) op punt gezet. Met de faculteit Farmaceutische Wetenschappen werd samengewerkt aan de opvolging van studenten met moeilijkheden tijdens stages. Er werd verder uitgebreid expertise verleend aan ‘Facilio’ (OOF-project) waarbij faciliteiten voor studenten met een functiebeperking in kaart gebracht werden, de Cel was ook partner van ‘Werk werkt’, een samenwerking tussen Onderwijs, Werk en Welzijn met focus op personen met psychische problemen. Ten slotte werd er met Gespecialiseerde Trajectbepaling en -Begeleiding (GTB) samengewerkt aan transitietrajecten voor studenten die mogelijks uitvallen in hun laatste jaar hoger onderwijs bij de overgang naar de arbeidsmarkt.
43
4
4.6 Cel Internationale Studenten 4.6.1 Onze dienst - In de bres voor internationale studenten De Cel Internationale Studenten heeft twee belangrijke taken. De eerste taak is het organiseren van een aanbod rond onthaal en ontmoeting: • het zorgen voor onthaal van internationale studenten door een duidelijke wegwijs te bieden op vlak van leven en leren in Leuven voor aankomst, bij aankomst en de eerste weken nadien, • het stimuleren en faciliteren van ontmoeting voor en van internationale studenten met Leuvense studenten gedurende hun verblijf in Leuven. De tweede taak is de bestaande dienstverlening voor internationale studenten optimaliseren waar nodig. Internationale studenten maken als groeiende groep steeds meer gebruik van de verschillende diensten. Om de noden en de dienstverlening op elkaar te laten aansluiten, zijn een horizontale blik en goede contacten met andere betrokken actoren een must.
4.6.2 Onthaal en ontmoeting De Cel Internationale Studenten bundelt sinds april 2013 zowel de initiatieven van Pangaea, het internationaal ontmoetingscentrum van de KU Leuven, als het takenpakket van onthaal- en ontmoetingsinitiatieven dat voordien georganiseerd werd vanuit de International Admissions and Mobility Unit (toen Vesta genoemd). In de loop van academiejaar 2013-2014 werd ten gronde nagedacht over de toekomst voor Pangaea als intercultureel/internationaal ontmoetingscentrum. In mei 2014 werd de nota “Onthaal en ontmoeting voor internationale studenten: start van een geïntegreerde werking en benoemen van de missie” goedgekeurd op de Deelstuvoraad KU Leuven Campus Leuven. Een geïntegreerde werking Pangaea-Vesta zorgt voor een meer coherent geheel van onthaal en ontmoeting door beter af te stemmen en blinde vlekken op te vullen. Met deze integratie willen we een ruimer publiek bereiken, op meer locaties aanwezig zijn en aan zichtbaarheid winnen binnen de universiteit. Het aanbod onthaal en ontmoeting wordt op deze manier zowel vraag- als aanbodgestuurd ingevuld en de verschillende deelaspecten werken op elkaar in en voeden elkaar binnen een dynamisch netwerk van locaties, activiteiten, partners en doelgroepen. De geïntegreerde werking zal opstarten vanaf academiejaar 2014-15 onder de naam “Pangaea” en per 1 januari 2015 zullen al de medewerkers samen zitten binnen de gebouwen van Pangaea. Gedurende dit academiejaar werd alles in de stijgers gezet om het ledenbeheer van het Pangaea-ontmoetingscentrum enerzijds, het beheer van inschrijvingen en betalingen voor activiteiten anderzijds in één elektronisch registratiesysteem te brengen. Dit systeem zal operationeel worden bij de start van het academiejaar 2014-2015.
44
Studentenadviesdiensten
A. ORIENTATION DAYS
B. BUDDY PROGRAMME
De Orientation Days zijn onthaaldagen voor nieuwe inkomende internationale studenten en vinden bij de start van elk semester plaats. Internationale studenten kunnen kennismaken met de verschillende diensten van de KU Leuven en hun aanbod, de stad Leuven en de studentenverenigingen gedurende een week van infosessies, rondleidingen, infobeurzen en socioculturele activiteiten.
Internationale studenten kunnen een Belgische buddy aanvragen via het Buddy Programme. Deze buddy helpt de internationale student om zich thuis te voelen in zijn nieuwe omgeving: klaarstaan tijdens de eerste weken voor praktische zaken, regelmatig afspreken en de student meenemen naar activiteiten. Een buddy aanvragen of je als buddy opgeven kan via een online formulier.
In de aanloop naar de Orientations Days in september 2013 werd de website in een nieuw kleedje gestoken. Voor het programma werd gekozen om volgende nieuwe principes toe te passen: • Een verwelkomende eerste dag waar het contact met de studenten, kringen en international student associations centraal staat. • Een weekendprogramma met activiteiten in Leuven en omstreken om de studenten een basis te geven om op verder te bouwen tijdens hun verblijf, en een begin van een netwerk te vormen met andere studenten. • Een opdeling voor de infosessies tussen EER, nietEER en Nederlandse studenten om gericht informatie te kunnen geven omtrent registratie, verzekeringen, werken als jobstudent enz. INGESCHREVEN VOOR DE ORIENTATION DAYS: September 2013: 1 407 studenten Februari 2014: 397 studenten
Op basis van de aanvragen worden goede matches gezocht tussen de internationale en Belgische studenten. In de zomermaanden werden de meeste matches gemaakt. In de loop van het academiejaar werden 888 duo’s gematcht. In de eerste semester namen 1 285 studenten deel, in de tweede semester 384. Om de buddy-duo’s een duwtje in de rug te geven, biedt het Buddy Programme kleinschalige activiteiten aan, die de studenten tegelijkertijd vertrouwd maken met voor hen belangrijke gebouwen van de universiteit (waaronder de gebouwen van Studentenvoorzieningen) als met typische aspecten van het lokale leven: chocolade, streekgebonden producten... Het doel van deze laatste workshop beoogt duurzaamheid en gezondere voeding in de aandacht te brengen. Buddy-activiteiten: • speedfriendshipping: 150 deelnemers • workshops (chocolade + koken met streekgebonden producten): 347 deelnemers • basketbalwedstrijd Leuven Bears: 50 (gratis tickets)
45
4
C. PANGAEA ONTMOETINGSCENTRUM
D. ABOUT BELGIUM
Pangaea is al jaren een dynamische ontmoetingsplaats waar internationale en Belgische studenten op een ongedwongen manier contacten kunnen leggen. Iedereen is welkom om in de lounge te genieten van de warme en informele sfeer die Pangaea typeert. Leden kunnen er met de typische Pangaea mok een jaar lang genieten van gratis koffie en thee, buitenlandse kranten lezen, gezelschapsspelen gebruiken of een partijtje ping-pong spelen. De bar in de lounge wordt overdag bemand door vrijwilligers en ’s avonds door jobstudenten.
Om internationale studenten vertrouwd te maken met hun gastland worden jaarlijks zeven lezingen georganiseerd. Bedoeling is internationale studenten te informeren over bepaalde aspecten van België: economie, politiek, kunst, film, muziek, sport, geschiedenis. De lezingen worden verzorgd door gerenommeerde sprekers die zoveel mogelijk inspelen op het internationale publiek. De lezingen vereisen geen specifieke voorkennis, maar geven een algemeen overzicht van het thema. Na afloop krijgen de studenten de kans het thema te bespreken in de lounge van Pangaea.
Pangaea organiseert verschillende activiteiten, vaak in samenwerking met internationale studenten. Trips, conversatiegroepen, buitenlandse films, debatavonden en culturele avonden staan standaard op het programma. De deur van het kantoor staat steeds open voor vragen en voorstellen. PANGAEA FACTS AND FIGURES Aantal leden Aantal Belgische leden Aantal nationaliteiten Aantal activiteiten
2 021 354 of 17,5% 105 12 cursussen 42 events 6 trips Aantal verhuringen 100 Aantal actieve vrijwilligers achter de bar 120 Aantal inschrijvingen op de language chain 168 Aantal facebook leden van de Pangaea Group 6 210 Andere ontmoetingsactiviteiten: Beat the Sunday Blues (in samenwerking met fietsschool): tien fietstochten op zondag voor internationale studenten: 130 deelnemers (15 à 20 deelnemers per trip). Doel: duurzaamheid, integratie, lichamelijke en psychische gezondheid (eenzaamheid in weekend te doorbreken, ongezonde levensstijl bij internationale studenten). 46
Academiejaar 2013-2014: 996 aanwezigen E. INTERNATIONAL CONTACT CLUB De International Contact Club organiseert een ontmoetingsaanbod voor oudere studenten (master en doctoraatsstudenten, gezinnen) en biedt een alternatief voor het traditionele studentenaanbod. De Cel ondersteunt actief de werking van ICC.
4.6.3 Beleidswerk In het academiejaar 2013-14 werd een ronde gedaan van de verschillende faculteiten en werd contact gelegd met de internationaal verantwoordelijken ter plekke. Vanuit de Cel werd een structureel overleg opgestart tussen Studentenvoorzieningen en het International Office en Studentenvoorzieningen en IAM. De dienstverlening naar Nederlandse studenten, die talrijk aanwezig zijn aan de KU Leuven, werd gescreend met verschillende aanbevelingen voor een aantal diensten tot gevolg.
Studentenadviesdiensten
4.7 Contactpunt Interculturaliteit 4.7.1 Onze dienst - Een baken voor studenten met een multiculturele achtergrond
4.7.2 Opvang en ondersteuning studenten met een multiculturele achtergrond A. BEREIK VAN DE DOELGROEP
Mohamed getuigt: “Voor mij is het heel belangrijk dat ik terecht kan bij een specifiek Contactpunt voor studenten met een multiculturele achtergrond. Mijn achtergrond zorgt ervoor dat ik verschillend ben van mijn gemiddelde studiegenoot. Ik heb andere interesses en bekijk de zaken vanuit een andere bril. Niet iedereen staat open voor mijn verhaal. Het is fijn om aan de KU Leuven een luisterend oor te hebben. Iemand die mij écht begrijpt en waar ik op ieder moment met mijn vragen terecht kan, zonder dat ik mij anders moet voordoen.”
■
Aanvinkvakje Vanaf het academiejaar 2010-2011 werd er in de inschrijfprocedure een aanvinkvakje ter bekendmaking van het Contactpunt voorzien. Studenten kunnen vrijblijvend aangeven of ze extra informatie wensten te ontvangen over het Contactpunt. De studenten die dit vakje aanvinken in de inschrijvingsprocedure, krijgen van ons informatie over de activiteiten van het Contactpunt doorgestuurd. Dit academiejaar werd deze vraag door een fout bij ICTS niet meer gesteld aan studenten die zich voor de eerste keer hebben ingeschreven aan de KU Leuven. Dit voor de periode van 2 mei 2013 tot 10 september 2013. Vanaf 10 september hebben alle studenten deze vraag wel weer gesteld gekregen. Studenten die toen al ingeschreven waren, hebben een afzonderlijke mail gekregen met dezelfde vraag als in de inschrijvingsapplicatie. In totaal hebben 420 studenten aangegeven dat het Contactpunt hen mag contacteren.
47
4
■
■
Peter/meterproject
C. SOCIO-CULTURELE ACTIVITEITEN
Eerstejaarsstudenten die hogere studies aanvatten, moeten in het begin veel zelf regelen. Voor veel studenten is dit een ingrijpende overgang, waar er in korte tijd veel verandert. In dit gewenningsproces kunnen ervaren ouderejaarsstudenten van de opleiding een zinvolle rol vervullen. Tijdens dit academiejaar hebben 18 eerstejaarsstudenten een peter/meter aangevraagd en hadden we 8 peter en/of meters waar we beroep op konden doen. Met uitzondering van 3 studenten heeft iedereen een peter en/of meter toegewezen gekregen.
In het begin van het academiejaar heeft het Contactpunt in samenwerking met de studentenverenigingen Dyma en TSL een startmoment "Een slimme start to S.L.A.M.” (Study, Learn, Adjust and Motivate) georganiseerd. Het Contactpunt heeft er een presentatie gegeven over mogelijke valkuilen bij het studeren en over de verschillende diensten van de KU Leuven.
Nieuwsbrief Om studenten met multiculturele achtergrond beter te informeren over studietrainingen, ontmoetingsactiviteiten, sociaal-culturele activiteiten, etc. heeft het Contactpunt alle relevante informatie twee keer in een nieuwsbrief gebundeld.
Daarnaast lag de focus van onze activiteiten dit academiejaar op het project1 ’50 jaar Marokkaanse en Turkse Migratie’ waar het Contactpunt samen met Prof. Nadia Fadil (van de onderzoeksgroep IMMRC) initiatiefnemer was. In 2014 wordt de 50ste verjaardag van de ondertekening van de bilaterale samenwerkingsakkoorden voor het aanleveren van arbeidsmigranten vanuit Marokko en Turkije naar België herdacht.
B. INDIVIDUELE BEGELEIDING VAN (TOEKOMSTIGE) STUDENTEN MET MULTICULTURELE ACHTERGROND
Toekomstige studenten Huidige studenten Waarvan Internationale studenten Totaal
AANTAL STUDENTEN 27 46 2 75
FREQUENTIE CONTACTOPNAMES Gemiddeld 2 Gemiddeld 3 1
1 Dit project is tot stand gekomen in samenwerking met: de Dienst Diversiteitsbeleid van de KU Leuven, KADOC, Gülen Chair for Intercultural Studies, Forum Anne & André Leysen, Dyma, de magrebijnse studentenvereniging van Leuven, Turkse Studentenvereniging Leuven (TSL), Stad Leuven, Het STUK Kunstencentrum, Provinciehuis Vlaams-Brabant, Bibliotheek Tweebronnen, 30 CC, Red Star Line Museum.
48
Studentenadviesdiensten
4.7.3 Beleidswerk Het Contactpunt speelt een rol in het detecteren en bundelen van knelpunten, die studenten met een multiculturele achtergrond aan onze universiteit ondervinden. Op basis hiervan formuleert het Contactpunt interne beleidsadviezen en actiepunten om deze knelpunten zichtbaar te maken en weg te werken. Het beleidwerk werd uitgevoerd via de Werkgroep Interculturaliteit en via nauwe samenwerking met dienst Diversiteitsbeleid en de facultaire diversiteitsteams. ■
Werkgroep Interculturaliteit Het Contactpunt is secretaris van de werkgroep interculturaliteit. Tijdens dit academiejaar is de werkgroep twee keer samengekomen en werden o.a. de volgende thema’s besproken:
Om deze initiatieven te verdiepen en te versterken hervormen we dit fonds. De werkgroep formuleerde 3 concrete doelstellingen: (1) Het vergroten van de slaagkansen van studenten met een multiculturele achtergrond aan de KU Leuven door de student van zeer nabij op te volgen én de nadruk te leggen op talentontwikkeling. (2) Het versterken van de persoonlijke identiteit van studenten met een multiculturele achtergrond om zo voor een betere aansluiting bij het universitair leven (academische en sociale integratie) te zorgen. (3) Het aanbieden van een stimulerende leefomgeving aan studenten met verschillende levensbeschouwelijke achtergrond.
• Cijfergegevens m.b.t. de in- en doorstroom van studenten met een multiculturele achtergrond aan onze Alma Mater. → Advies gevraagd i.v.m. operationalisering definitie “studenten met migratieachtergrond” → Advies gevraagd i.v.m. prioritair uit te voeren analyses • Participatief traject woordgebruik “allochtoon”: op vraag van vicerector Malfliet heeft de werkgroep Interculturaliteit de vraag gekregen om een alternatief te zoeken voor het woord “allochtoon”. • Fonds voor Allochtone Studenten: via een wedstrijd onder de studenten werd een nieuwe naam gevonden voor dit fonds. Dit fonds zal voortaan het ‘Avicennafonds’2 genoemd worden. Het fonds werd in 2008 opgericht met als doel: initiatieven om de in-,door- en uitstroom van studenten met een multiculturele achtergrond te optimaliseren. 2 Avicenna (Ibn Sina) was een Perzische denker die de Griekse filosofie doorgelicht heeft en door zijn studies het Westerse denken beïnvloed heeft. Naast logica, geometrie, fysica en metafysica studeerde Avicenna ook geneeskunde.
49
4
4.8 Contactpunt Religie en Levensbeschouwing 4.8.1 Onze dienst – ruimte voor religiebeleving Voor Campus Leuven is het Contactpunt Religie een aanspreekpunt voor studenten en faculteiten die vragen hebben rond religiebeleving aan de universiteit. Het Contactpunt volgt van dichtbij de geloofgemeenschappen die de gebouwen van de KU Leuven gebruiken en volgt het beleid rond stille ruimtes op. Het Contactpunt is daarnaast verantwoordelijk voor de attestering i.v.m. verplaatsen van examens omwille van een religieuze feestdag en dit voor héél de KU Leuven.
50
4.8.2 Overzicht werking In het academiejaar 2013-14 werd de integratie van de academische opleidingen een feit. Het recht op verplaatsen van een examen omwille van een feestdag van een erkende religie is KU Leuven breed over de campussen heen georganiseerd, het Contactpunt is hier voor alle campussen het aanspreekpunt. Alle KU Leuven campussen werden schriftelijk geïnformeerd over het bestaan van deze werking.
Studentenadviesdiensten
■
Vragen over onderwijs en verplaatsing examens 20 Vlaamse en 4 internationale studenten hebben zich aangemeld bij het Contactpunt voor het verkrijgen van een attest ter verplaatsing van een examen omwille van een religieuze feestdag. RELIGIEUZE GEMEENSCHAP Lid van de kerk van Jezus Christus van de Heiligen der laatste dagen (Mormonen) Vlaamse studenten Joodse Vlaamse studenten Internationale studenten Islamitische Vlaamse studenten Internationale studenten
AANTAL AANMELDINGEN
Voor andere vragen (gebedsruimten, niet-gemengde huisvesting) is het Contactpunt enkel bevoegd voor Campus Leuven. Zowel studenten als faculteiten vinden het Contactpunt voor vragen. De meeste vragen van studenten gingen over gebedsruimtes. Het beleid rond gebedsruimten voor verschillende religieuze gemeenschappen moet verfijnd en uitgebouwd worden. Naar aanleiding van een heleboel concrete vragen maakte het Contactpunt een memo op ter voorbereiding van de nota “KU Leuven beleid ten aanzien van ruimtes voor bezinning, gebed en religieuze/culturele vieringen”. De zoektocht naar een stille ruimte in het centrum van Leuven en een gebedsruimte geschikt voor de Joodse KU Leuvengemeenschap verliep moeilijk. Verschillende opties werden zonder resultaat verkend.
VERZOEKSCHRIFT INGEDIEND
ATTEST VERKREGEN
3
Nee
Nee
2 2
Ja Nee
2 Nee
15 2
5 Nee
5 Nee
Vanuit een faculteit kwam een vraag naar ondersteuning van een stagebegeleider naar aanleiding van een weigering van een student omwille van de hoofddoek. Het Contactpunt heeft het beleid van de KU Leuven bij een aantal stagebegeleiders toegelicht en heeft voor deze case gebruik gemaakt van “het handelingskader 1” om praktisch om te gaan met zulke diversiteitsvragen.
1 Instrument van het Kruispunt Migratie-Integratie. De handelingsprincipes en het handelingskader is een methode die ondersteunt om weloverwogen en consequent oplossingen te vinden voor ‘urgente’ diversiteitsvragen.
51
Gezondheid Studentengezondheidscentrum 53 Huisartsen 55 Psychologen en psychiaters 61
52
JAARVERSLAG 2013-2014
5
Het Studentengezondheidscentrum, een multidisciplinair zorgcentrum voor studenten
5.1 Studentengezondheidscentrum Het Studentengezondheidscentrum verenigt psychologen, psychiaters en huisartsen in een multidisciplinair gezondheidscentrum voor studenten. Studenten kunnen met vragen over gezondheid en bij ziekte eenvoudig een afspraak maken bij een huisarts. Studenten die psychische klachten en problemen ervaren en hiervoor hulp zoeken, kunnen terecht bij psychologenen psychiaters – psychotherapeuten met een gericht aanbod. De positionering van het centrum binnen de onderwijscontext biedt de kans om kwaliteitsvolle zorg op laagdrempelige wijze aan te bieden aan studenten. In de transitiefase van de jongvolwassenheid wordt mee de basis gelegd voor levensstijl en gezondheid als volwassene. Voor wat betreft de geestelijke gezondheid, kan er optimaal vroegtijdige hulp geboden worden bij het ontstaan van psychische klachten en stoornissen. Onderwijskansen bieden bevordert het welzijn en de veerkracht van deze jongvolwassenen in ontwikkeling. Concreet zijn huisartsgeneeskunde, preventieve geneeskunde, preventieve gezondheidspsychologie, psychotherapeutische en psychiatrische zorg onderdeel van het zorgaanbod. Specifieke problemen en hulpvragen met impact op studeren en leven als student, krijgen prioritair aandacht. Het Studentengezondheidscentrum werkt zowel preventief als curatief en doorverwijzend.
Het Studentengezondheidscentrum is toegankelijk voor studenten van KU Leuven, UC Leuven-Limburg (campus Comenius), LUCA-Campus Lemmensinstituut en Vlerick voor een gericht aanbod en werkt in het kader van de integratie mee aan kennisdeling en synergie ten bate van dienstverlening aan studenten. Naast rechtstreekse dienstverlening aan studenten, heeft het Studentengezondheidscentrum een adviesfunctie naar andere diensten toe betreffende fysieke en mentale gezondheidsthema’s en neemt het naar het beleid toe een signaalfunctie op betreffende deze thema’s in de studentenpopulatie. Het Studentengezondheidscentrum is een erkend opleidingscentrum voor huisartsen, psychotherapeuten en psychiaters in opleiding. Stafleden van het Studentengezondheidscentrum vormen, samen met externe experten, de Medische AdviesGroep (MAG) in het kader van vragen van studenten voor redelijke aanpassingen of uitzonderingen gebaseerd op medische redenen.
De dienstverlening van het Studentengezondheidscentrum is studentgericht en zo laagdrempelig mogelijk opgevat. Mede door een efficiënt werkend, klantvriendelijk onthaal en ruime openingsuren is het centrum goed toegankelijk voor studenten.
53
5
BIJZONDERE ACTIVITEITEN EN GEBEURTENISSEN 2013-2014 • Ilse Devacht, diensthoofd Studentengezondheidscentrum verliet Studentenvoorzieningen in september 2013; zij zette de eerste krijtlijnen uit voor een veranderingsproces dat in het voorbije academiejaar verder vorm kreeg onder de leiding van Jan Van Raes, interimmanager. • een beleidswerkgroep, met teamleden vanuit verschillende disciplines onder leiding van Jan Van Raes, formuleerde aanbevelingen voor wijzigingen in de dienstverlening, gebaseerd op de visietekst van juni 2013. In dit kader werd ook een naamswijziging voorgesteld, waarbij Medisch en Psychotherapeutisch Centrum voor studenten een Studentengezondheidscentrum wordt, met een team huisartsen, een team psychologen/psychiaters en een team planning/onthaal. Als belangrijkste wijzigingen, om te komen tot een laagdrempelige, toegankelijke en efficiënte dienstverlening, werden volgende initiatieven weerhouden: 1. preventie: hervorming van het eerstejaarsonderzoek met als doel een groter aandeel van studenten uit een ruimere doelgroep te bereiken. Gedurende het volgende academiejaar worden verschillende pistes en bestaande praktijken aan andere onderwijsinstellingen onderzocht 2. preventie: het project MindMates – peerproject ter preventie van suïcide - werd ontwikkeld voor lancering bij de aanvang van het volgende academiejaar 3. eerste lijn: het concept “aanmeldingsgesprek” werd ontwikkeld en dit garandeert op vraag van student een eerste contact met een psycholoog binnen drie dagen, wat een snelle eerste evaluatie van psychische vragen en vlotte doorstroom naar intern en extern aanbod faciliteert. Na een testfase tijdens het tweede semester wordt volledige implementatie tijdens het volgende academiejaar voorzien. 4. tweede lijn: het intern psychotherapeutisch aanbod wordt herschikt met focus op ontwikkelen kortdurende trajecten individueel of in groep om de hulpverleningscapaciteit te verhogen; langdurige hulp waar aangewezen blijft beperkt mogelijk met bewaken aantal therapiesessies om wachtlijsten te vermijden. Samenwerkingsverbanden en criteria voor externe verwijzing dienen ontwikkeld te worden. • het onthaalteam werd uitgebreid, in navolging van de gestage groei van de teams huisartsen en psychologen in de vorige jaren • het draaiboek inzake crisissituaties m.b.t. studenten op de campus kreeg een verkorte versie en een generieke versie voor gebruik op de perifere KU Leuven campussen. De vicerector Studentenbeleid mobiliseerde een team van aanspreekpunten, welke in 2014-2015 met de vertrouwenspersoon en de coördinator schokkende gebeurtenissen voor studenten in Leuven, via gemeenschappelijke opleiding en intervisie, deze dienstverlening aan alle KU Leuven-studenten optimaliseren. • teamleden namen deel aan een reeks intervisiesessies van “eetexpert” i.k.v. de multidisciplinaire begeleiding van eet- en gewichtsstoornissen
54
Gezondheid
5.2 Huisartsen Studentengezondheidscentrum 5.2.1 Onze dienst - Preventieve en eerstelijnsgezondheidszorg voor studenten en advies daarover aan alle betrokkenen De huisartsen van het Studentengezondheidscentrum bieden een laagdrempelige eerstelijns gezondheidsdienst voor studenten van KU Leuven, Groep T, Vlerick en het LUCA-Campus Lemmensinstituut. De eerste kerntaak van de huisartsen is curatieve eerstelijnsgezondheidszorg, waargemaakt door huisartsen die ruime ervaring hebben met de specifieke gezondheidsproblemen van jongvolwassenen en deze kunnen kaderen in hun onderwijssituatie. Deze huisartsen kunnen laagdrempelig werken binnen de context van de onderwijsinstelling en Studentenvoorzieningen. Zij kunnen makkelijk worden opgezocht, in een context waar een tekort aan consultatie-capaciteit heerst bij de privé gevestigde huisartsen in het Leuvense. Specifieke gezondheidsproblemen in de doelgroep studerende jongvolwassenen blijken vooral contraceptie vragen, SOA en gynaecologie en na virale infecties, orthopedie en trauma, ook psychische klachten (5,5%). De huisartsen kunnen eerstelijnsopvang bieden en degelijk verwijzen bij ernstige klachten of stoornissen. Er wordt in principe op afspraak gewerkt, maar voor dringende medische vragen bij studenten, kan er binnen de dag een consultatie of huisbezoek geboden worden. Voor situaties die nog dringender of acuter dienen aangepakt te worden, wordt verwezen naar de spoeddiensten in de regio.
Er is ruime expertise uitgebouwd in de dienstverlening aan internationale studenten, die meer dan een derde van de consultaties plegen. Voor hen en hun gezinsleden zijn de huisartsen de coördinator voor gezondheidszorg hier in België, soms ook een vertrouwenspersoon. Internationale studenten ondervinden naast levensgebeurtenissen en stressoren die ook voor andere studenten het leven mee bepalen, extra druk en stressoren en dit zonder de steunsystemen van familie en vrienden. Deze stressoren kunnen de kans op somatisch en/of psychisch lijden vergroten. De huisarts kan helpen de weg te vinden in een voor hen vreemd gezondheidszorgsysteem. De tweede kerntaak betreft de preventieve gezondheidszorg, vooral voor eerstejaarsstudenten in het Eerstejaarsonderzoek (EJO). Hierbij worden eerstejaars generatiestudenten, studenten die zich voor het eerst inschrijven voor hoger onderwijs in de leeftijdscategorie 17-18 jaar, uitgenodigd voor een biopsychosociale screening. Op deze manier wordt een vinger aan de pols gehouden op het vlak van gezondheid in de populatie nieuw startende studenten aan onze instelling. Daarnaast verlenen de artsen gezondheidsvoorlichting op maat van studenten en worden individuele verwijzingen geregeld naar interne en externe diensten van diverse aard (niet enkel medisch).
55
5
De huisartsen zijn coördinator van en permanent bereikbaar voor eerste opvang voor studenten bij schokkende gebeurtenissen op de campus. Het betreft hier studenten die aan de KU Leuven slachtoffer of getuige zijn van ongewone en ingrijpende gebeurtenissen zoals bv. brand, ontploffing, bedreigende situaties, overlijden van (mede)student of andere. De huisartsen coördineren, vanuit hun goede kennis van onderwijs en hulpverleningscontext, gekend zijn binnen KU Leuven en vlotte (24/7) bereikbaarheid, in eerste instantie de eerste praktische opvang. Het doel van het bieden van eerste opvang en nazorg na een schokkende gebeurtenis, is preventief: voorkomen dat acute stress uitmondt in (psychische) klachten. Binnen de 3 maanden na de schokkende gebeurtenis kan preventief gewerkt worden. De huisartsen bieden opleidingsplaatsen aan Huisartsen in Opleiding (HAIO’s) voor de faculteit Geneeskunde.
De groep internationale studenten maakt meer dan een derde van het huisartsen cliënteel uit (36%). Op 6 240 studenten was 1.9% een relatie (inwonende partner of kind) van een internationale student. Vooral studenten van KU Leuven (92%) komen op raadpleging in bij de huisartsen, voor 52,5% afkomstig uit de Groep Humane Wetenschappen, voor 23,5% uit Wetenschap & Technologie en voor 23% uit Biomedische Wetenschappen. De andere studenten komen uit Groep T (3,8%), het LUCA-Campus Lemmensinstituut (1,2%) en de Vlerick Management school (0,4%). Er werden 38% bachelors, 38% masterstudenten en 15% doctoraatsstudenten op consultatie gezien. De belangrijkste redenen voor een consultatie zijn:
5.2.2 Huisartsen in cijfers academiejaar 2013-2014 Voor wat betreft curatieve eerstelijnsgezondheidszorg werden: • 15 095 diagnoses gesteld tijdens 11 972 raadplegingen en huisbezoeken bij 6 240 studenten, • waarvan 47% nieuw geopende dossiers. Jaar na jaar blijft zich een stijging in consultaties doorzetten, als logisch gevolg van de stijgende studentenaantallen in Leuven. Een stafuitbreiding bij de huisartsen in september 2013 creëerde extra consultatiecapaciteit. Een systeem van spoedsloten in de agenda, laat toe dringende problemen steeds dezelfde dag nog op te nemen, ook wanneer de online afsprakenagenda vol is. Voor een niet-dringende afspraak kan men steeds ten laatste de eerstvolgende werkdag terecht. 56
Urogenitale klachten Luchtwegenaandoeningen Orthopedie en traumatologie Huidaandoeningen Maagdarmklachten Preventieve raadplegingen Psychische aandoeningen
21% 15% 9,5% 10,5% 8,3% 7,8% 5,4%
In het kader van de opdracht tot preventieve gezondheidszorg werden: • 1 843 onderzoeken uitgevoerd in het kader van het eerstejaarsonderzoek (EJO), hetgeen 43,5% uitmaakt van de uitgenodigde generatiestudenten, • werden 1 000 griepvaccins geplaatst, • 7,8% van de raadplegingen door de huisartsen waren preventief van aard. (reisadvies, vaccinaties, gezondheidsattesten visum/werk/sport, …)
Gezondheid
■
Resultaten Eerstejaarsonderzoek
Vaccinatiestatus: Na interventie door EJO is 60% van de studenten in orde voor tetanus, 78,3% van de jongens in orde voor bof en 80,8% van de meisjes in orde voor rubella. Alle studenten worden gesensibiliseerd om hun vaccinatiestatus te optimaliseren. Tijdens de recente bofepidemie hebben we door onze verhoging van vaccinatiegegevens heel wat studenten kunnen geruststellen, alsook een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaak van een tijdelijke heropflakkering van bof bij Vlaamse jongvolwassenen. RESULTATEN EERSTEJAARSONDERZOEK Lichamelijke klachten Allergie Rugklachten Acné Hoofdpijn Psychische klachten in het heden Psychische klachten in het verleden* Slaapstoornissen Familiale of relationele problemen Faalangst Depressie Zelfmoordgedachten of pogingen Behandeling bij psycholoog of psychiater: Aanpassing/eenzaamheid Eetstoornis Paniekaanvallen
31,7% 10,1% 8,1% 3,0% 4,1% 44,6% 18,5% 18,3% 10,9% 7,9% 3,0% 4,7% 12,2% 4,1% 1,4% 0,7%
* Vanaf dit jaar hebben we een onderverdeling gemaakt tussen psychische klachten die op het moment van het EJO bestaan en klachten die enkel of ook in het verleden bestonden. Psychische klachten worden heel ruim bevraagd (van stress en lichte slaapstoornissen tot depressie, …)
Gezien deze leeftijdsfase gevoelig is voor de ontwikkeling van het eetpatroon en een eventuele eetstoornis, gaan wij het gewicht van de studenten op het EJO na. GEWICHT MEISJESSTUDENTEN 28,7% ondergewicht (BMI < 20) 11,7% overgewicht (BMI > 25) GEWICHT JONGENSSTUDENTEN 27,7% ondergewicht (BMI < 20) 9,8% overgewicht (BMI > 25) Zowel bij het roken van sigaretten als bij het roken van cannabis zien we iets meer gelegenheidsrokers dan het vorige jaar. Het aantal dagelijkse gebruikers blijft hetzelfde. ROOKGEDRAG MEISJES 8,1% van de meisjes rookt • 5,6% gelegenheidsrooksters • 2,6% echte rooksters 14,8% van de meisjesstudenten heeft ervaring met cannabis • 9,9% van de meisjes experimenteerde ooit met cannabis • 4,3% gebruikt bij gelegenheid cannabis • 0,6% gebruikt regelmatig cannabis Ook bij de jongens zijn de gelegenheidsrokers van sigaretten toegenomen ten opzichte van vorig jaar. De echte rokers daarentegen zijn afgenomen. Voor cannabis zien we een stijging zowel bij regelmatig gebruik als bij gelegenheidsgebruik. ROOKGEDRAG JONGENS 13,5% van de jongens rookt • 11,3% gelegenheidsrokers • 2,2% echte rokers 27,6% van de jongensstudenten heeft ervaring met cannabis • 13,1% van de jongens experimenteerde ooit met cannabis • 8,3% gebruikt bij gelegenheid cannabis • 6,2% gebruikt regelmatig cannabis 57
5
■
Alcoholgebruik
Slechts 8,7% van de eerstejaarsstudenten drinkt nooit alcohol. Ongeveer de helft drinkt 2 tot 4 maal per maand alcohol. Binge drinking (het drinken van meer dan 6 glazen bij 1 gelegenheid) gebeurt frequenter bij jongens dan bij meisjes. FREQUENTIE ALCOHOLGEBRUIK TIJDENS HET LAATSTEJAAR >= 4x per week 2-3 x per week 2-4x per maand <1x per maand nooit
JONGENS 3,0% 24,6% 47,7% 15,5% 9.2%
MEISJES 0.6% 14,0% 56,2% 20,7% 8,1%
FREQUENTIE GEBRUIK VAN MINSTENS 6 GLAZEN ALCOHOL BIJ 1 GELEGENHEID wekelijks maandelijks <1x per maandag nooit
JONGENS 15,9% 28,3% 29,8% 26,0%
MEISJES 3,9% 14,3% 39,7% 42,1%
internetgebruik op totaal aantal onderzochte studenten internetgebruik voor studies: 95,1% internetgebruik voor sociale media: 92,9% internetgebruik voor gaming: 20,5% wordt gemiddeld 2,5 u per dag gebruik door studenten
58
Gezondheid
■
Seksualiteit en anticonceptie
45,1% van de jongens en 55,3% van de meisjes zijn reeds seksueel actief. 91,2% van de jongens en 87% van de meisjes die reeds seksueel actief zijn, waren 16 jaar of ouder bij hun eerste ervaring. Door 73,5% van de seksueel actieve jongens wordt een condoom gebruikt en 76,1% van die jongens geeft aan dat hun partner aan anticonceptie doet. Bij de meisjes geeft 67,4% aan de pil te gebruiken, met als reden anticonceptie en bij 53% wordt het condoom gebruikt door de partner. Beide methoden worden ook vaak samen gebruikt, waarbij het condoomgebruik dan een plaats heeft in de bescherming tegen seksueel overdraagbare aandoeningen. Over volgende onderwerpen werden specifieke adviezen op maat geformuleerd of meegegeven: Anticonceptie Gewicht Psychologische problemen Rugproblemen Seksualiteit Slaapstoornissen Stress Studies Vaccinaties Voeding
17% 16,8% 13% 10,1% 23,9% 12,9% 16,4% 28,6% 9,7% 10,4%
Er deden zich op de campus 13 schokkende gebeurtenissen voor die een interventie van de studentenartsen vergden. 7 maal ging het om opvang en nazorg aan naasten van een overleden student, er waren twee branden, een zwaar ongeval, een getuige van een suïcide, een vermiste student en een bezorgdheid om bizar gedrag van een studente. De huisartsen beantwoordden - in overleg met agentschap zorg en gezondheid en/of prof. Van Ranst 4 vragen over besmettingsrisico voor de omgeving in verband met kinkhoest, mazelen, hersenvliesontsteking en ebola. De Medische Adviesgroep behandelde 216 dossiers, waarvan ongeveer een derde over erkenning en faciliteiten via de Cel Studeren met een Functiebeperking, twee derde over aanvragen voor examenspreiding wegens een tijdelijke aandoening en een kleine minderheid over beroepen tegen negatieve beslissingen of aanvragen voor teruggave leerkrediet. In 60% van de aanvragen werd positief geadviseerd.
Er werd extra uitleg gegeven over andere diensten binnen Studentenvoorzieningen: Studentengezondheidscentrum Sociale Dienst Studieadvies
12,5% 1,6% 11,2%
59
5
5.2.3 Bijzondere activiteiten en gebeurtenissen 2013-2014 • “Hogere sferen? Volume 3, door Rosiers et al, Een onderzoek naar het middelengebruik bij Vlaamse studenten”, i.s.m. VAD, KU Leuven en de universiteiten van Antwerpen en Gent werd gepubliceerd • het Leuvense huisartsennetwerk voor studenten nam deel aan een pilootproject i.v.m. “PrediNu” een online tool voor ondersteuning van consultaties bij de huisarts bij milde depressieve klachten. • de huisartsen volgden een vorming op maat ivm suïcidepreventie • KHOBRA, de Oost-Brabantse huisartsenkring, nam in het najaar van 2013 een nieuwe wachtpost in gebruik, waardoor de dienstverlening sterk verbeterde. We stelden vast dat de meerwaarde van een eigen examenpermanentie daardoor tot een minimum werd herleid, welke niet meer in verhouding staat tot de geleverde inspanning om dit zelf te blijven organiseren. • in het voorjaar van 2014 vond een intervisie plaats tussen de huisartsen van KU Leuven en U Gent, waarbij ervaringen, werkwijzen en problemen gedeeld werden.
60
Gezondheid
5.3 Psychologen en psychiaters Studentengezondheidscentrum 5.3.1 Onze dienst - Preventieve en curatieve psychologische, psychotherapeutische en psychiatrische zorg voor studenten en advies daarover aan alle betrokkenen. Zowel studenten van de KU Leuven, als van UC LeuvenLimburg (Campus Comenius), LUCA-Campus Lemmensinstituut en Vlerick Leuven kunnen beroep doen op de psychologen en psychiaters van het Studentengezondheidscentrum voor ambulante psychologische en psychiatrische hulp. Deze dienstverlening wordt aangeboden vanuit een visie dat studiebelemmerende factoren waar mogelijk gereduceerd dienen te worden en kansen moeten geboden worden om diverse talenten zo optimaal mogelijk te helpen ontplooien. Er is een ruim aanbod gaande van antwoorden op informatieve vragen tot gespecialiseerde psycho-educatie; van leergroepen (rond faalangst, uitstelgedrag, sociale vaardigheden, omgaan met angst, piekeren, mindfulness, Mindful Eten) tot een individueel of groepstherapeutisch traject of medisch-psychiatrische behandeling. Dit wordt opgenomen door psychologen-psychotherapeuten en psychiaters-psychotherapeuten. Naast de directe hulpverlening aan studenten wordt geïnvesteerd in advies aan derden bij vragen rond studenten en in ondersteuning van diensten bij het opnemen van zorgvragen van studenten. Bijzondere aandacht gaat reeds jaren uit naar suïcidepreventie, afgelopen academiejaar werd ingezet op het uitwerken van een peer project. De psychologen en psychiaters bieden tevens opleidingsplaatsen voor psychotherapeuten en psychiaters in opleiding in samenwerking met de universitaire opleidingscentra.
5.3.2 Psychologen en psychiaters Studentengezondheidscentrum in cijfers academiejaar 2013-2014 • Er waren 1 093 nieuw (of opnieuw) geopende dossiers. Eenzelfde aantal werd afgelopen academiejaar afgesloten. Daarnaast werden 660 doorlopende behandelingen geregistreerd. Hierbij gaat het om begeleidingen die in een vorig academiejaar werden opgestart en het voorbije academiejaar verder liepen omwille van de ernst van de problematiek of pas laat aangemeld werden, op een wachtlijst terecht kwamen en dit jaar instroomden. Om de toegankelijkheid van de hulp te verbeteren, werd afbouw van de wachtlijsten een prioritair aandachtspunt. In totaal werden 1 753 hulpvragen opgenomen; het aantal blijft stijgen (+5%).
Nieuwe (of opnieuw geopende) dossiers Doorlopende dossiers Totaal
2012-2013
2013-2014
1 139 529 1 668
1 093 660 1 753
• Er vonden 8 077 individuele face-to-face contacten plaats, waarvan 1 490 intake-/aanmeldingsgesprekken en 4 880 psychotherapeutische gesprekken. Het aantal face-to-face gesprekken blijft toenemen (+2.7%). 2012-2013 Intake 1 512 Psychotherapie 5 052 *Intake + aanmeldingsgesprek
2013-2014 1 490* 4 880
2012-2013 7 852
2013-2014 8 077
Face-to-face
61
5
Bovenstaande cijfers betreffen enkel de sessies waarbij de cliënt-student aanwezig was. Dankzij de introductie van het elektronisch patiëntendossier, is de dienst in staat nauwkeuriger te registreren. Deze optimalisatie stelt in staat een beeld te geven van no show, het aantal sessies en afspraken waarop een student niet komt opdagen. In januari 2013 startte het Studentengezondheidscentrum een actief no show beleid. Ondertussen is het aantal no shows teruggedrongen van 505 in 2010-2011 naar 389 in het voorbije academiejaar. We registreerden 1 938 contacten in groep. Er vonden 23 groepen plaats met 225 sessies voor 277 studenten. Mede door organisatorische beslommeringen werden er 4 groepen minder georganiseerd. Er werden 4 groepen begeleid voor studenten met ernstige faalangst, 3 groepen voor studenten met ernstig uitstelgedrag en 3 combigroepen waarbij de combinatie van faalangst en extreem uitstellen aangepakt wordt. De expertgroep voor studenten die een van deze groepen reeds eerder volgden en gedurende het academiejaar verder begeleid wensen te worden rond deze problematiek, werd eveneens aangeboden. Er werden telkens twee trainingen aangeboden in Mindfulness, Stressbeheersing en omgaan met angst (ACT); verder een groep Mindful eten en een sociale vaardigheidstraining. Drie groepstherapieën liepen door over de semesters heen. Nieuw was een Piekertraining in groep en een individueel aanbod voor studenten met ADHD met focus op planning en organisatie.
62
Er waren verder 1 356 intakebesprekingen waarbij een expertteam een inschatting maakt van de hulpvraag, de problematiek van de student en een mogelijk behandelaanbod voorstelt. Werken met aanmeldingsgesprekken zorgt ervoor dat dergelijke casusbesprekingen enkel nog aangewezen zijn bij meer complexe problematieken en bij vragen rond langdurige zorg. OPVALLEND • Vrouwen (67%) consulteren meer dan mannen (33%). • De meeste studenten (82% ) hebben de Belgische nationaliteit; het aantal internationale studenten dat consulteerde lijkt te stabiliseren.
Gezondheid
Onderstaande grafiek geeft een overzicht van het verdeling van de consulterende studenten over de onderwijsinstellingen heen. Consulterende studenten – onderwijsinstelling 7%
2%
■ KU Leuven ■ UC Leuven-Limburg (campus Comenius) ■ LUCA-Campus Lemmensinstituut 91%
De belangrijkste aanmeldingsklachten waren ook dit jaar • studiegerelateerde problemen (faalangst, uitstelgedrag, concentratieproblemen) • depressieve stemming • angstklachten • stressgerelateerde problemen • relationele problemen. Een steeds groter wordende groep van de studenten die zich aanmelden heeft ouders met psychiatrische of ernstige psychische problemen (29% KOPP-situaties) en 17% heeft een broer of zus met psychiatrische problemen. Wellicht zijn deze cijfers nog een onderschatting. Deze problemen komen immers niet altijd zo duidelijk aan bod bij een eerste gesprek. Net als voorgaande jaren zien we dat studenten die eerder al psychische problemen vertoonden sterk vertegenwoordigd zijn in onze populatie. Bijna de helft van onze cliënten (43%) deed voordien al beroep op ambulante hulpverlening omwille van psychische problemen en 3% van onze cliënten werd hiervoor reeds eerder gehospitaliseerd. Bij wijze van overzicht en vergelijking geven wij de belangrijkste kerncijfers van de afgelopen jaren weer.
KERNCIJFERS PTC Aantal nieuw geopende dossiers Aantal doorlopende dossiers Totaal aantal dossiers Aantal individuele face-to-face contacten Waaronder: Aantal intakes Aantal no shows in face to face contacten Aantal groepstherapeutische sessies Aantal groepen Aantal intakebesprekingen Percentage internationale studenten Percentage KOPP kinderen Percentage studenten eerder beroep gedaan op (ambulante) GGZ *Intake + aanmelding
2012-2013 1139 529 1 668 7 852 1 512 538 262 27 1 653 17% 27% 49%
2013-2014 1 093 660 1 753 8 077 1 490* 389 225 22 1 356 18% 29% 46% 63
Voeding Alma 65
64
JAARVERSLAG 2013-2014
6 6.1 Alma
Per regio zijn er gesubsidieerde studentenrestaurants en de bovenvermelde activiteiten die de basisdienstverlening ondersteunen.
6.1.1 Onze dienst - Alma vzw Alma’s kernactiviteit vind je in de base-line terug, “on campus food and catering services for students and staff”. Dit houdt in het uitbaten van studentenrestaurants voor studenten van de KU Leuven (zowel in Leuven als in Kortrijk), KH Leuven, Groep T, Vlerick Leuven Gent Management School, de hogeschool LUCA-Campus Lemmensinstituut, de hogeschool KH Limburg en de hogeschool Thomas More (Mechelen). Alma is ook personeelsrestaurant voor de KU Leuven en voor Thomas More (Mechelen).
6.1.2 Personeel Alma stelt gemiddeld 132 VTE´s te werk. Er zijn gemiddeld 101 mensen in vaste dienst (onbepaalde duur) voor 81,3 VTE´s. Tijdens de piekperiodes worden zij aangevuld met gemiddeld een 69 tal werknemers van bepaalde duur (42,2 VTE´s op jaarbasis). Verder zijn er in Alma tijdens de piekperiodes gemiddeld een 36 studenten, in totaal 8,78 FTE gemiddeld op jaarbasis.
6.1.3 Verkoop in Uitbatingen Naast deze kernactiviteiten heeft Alma ook een aantal andere activiteiten ontwikkeld ter ondersteuning van de kernactiviteit: event catering (koffiebreaks, congressen, recepties, …), een automatendienst, belevering van kinderdagverblijven en een (Alma)shop. Alma deelt haar activiteiten in per regio: 1 2 3 4
Regio Leuven Regio Kortrijk Regio Mechelen Regio Limburg
Alma verkocht in het academiejaar 2013-2014 de maaltijden in 4 prijsklassen (de laagste 3,10 €, de hoogste 5,8 €). Ongeveer 38 % van het aantal verkochte maaltijden situeert zich in de laagste verkoopprijscategorie. De twee laagste categorieën zijn samen goed voor 69 % van de verkochte aantallen maaltijden. De laatste jaren verschuift de verkoop van de duurdere naar de goedkopere schotels. Alma biedt in de grote uitbatingen elke dag een vegetarisch menu aan en verkoopt daarnaast ook diverse consumpties (drank, desserten, snoep, …) .
Verkoop van het aantal maaltijden in AJ 2013-2014 Regio Leuven binnen de ring op campus Arenberg in Gasthuisberg Regio Kortrijk Regio Mechelen Regio Limburg
2012-2013 1,15 mln. maaltijden 45% 38% 17% 55.000 maaltijden 128.000 maaltijden 202.470 maaltijden
2013-2014 1,01 mln. maaltijden 42% 39% 19% 49.500 maaltijden 130.600 maaltijden 202.200 maaltijden 65
6
Kerncijfers kalenderjaar 2013 Totale opbrengsten: 16.606.882 EUR (waaronder 3.803.678 toelagen) Maaltijden: 1.590.745 maaltijden Aantal zitplaatsen in de studentenrestaurants: 4.602, in cafetaria’s: 580
6.1.4 Openingsuren In campus Leuven kennen de grote restaurants Alma 1, 2 en 3 en Alma Gasthuisberg ruime openingsuren: maandag tot donderdag middag en avond, vrijdag middag. Alma 1 is als enig restaurant open op vrijdagavond en op zaterdagmiddag. Tijdens blok-, examen- en vakantieperiodes worden de openingsuren aangepast.
6.1.5 Menuaanbod Elke dag wordt in elke Alma een gevarieerd menu voorzien. Dit menu wordt opgesteld door de productmanager en enkele chefkoks. Zij lanceren nieuwe schotels in het menu of passen zo nodig recepten aan. Alma houdt ook vinger aan de pols: Op elke campus komt er semestrieel een menucommissie samen waarin zowel opdrachtgever als studenten zetelen en die wensen of verzoeken m.b.t. dienstverlening of menusamenstelling kunnen formuleren.
6.1.6 Gebeurtenissen en activiteiten Na de zwaar verlieslatende jaren 2011 en 2012 werd in 2013 de turnaround ingezet en het boekjaar 2013 kon met een klein positief bedrijfsresultaat van 6.859 EUR afsluiten. De positieve trend in de ontwikkeling van de resultaten zal in 2014 verder worden gezet.
66
De missie van Alma werd scherp gezet en de waarden waar Alma voor staat zijn samen te vatten in volgende 5 G´s: • Goed: Alma moet haar job en dienstverlening goed doen; • Gezond: Het aanbod moet gezond zijn; • Gemakkelijk: Eten in Alma moet gemakkelijk zijn, laag drempelig; • Goedkoop: Maaltijden aan voor studenten betaalbare democratische prijzen • Genieten: Eten in Alma moet ook gepaard gaan met genieten. Volgende projecten werden in 2013-2014 gerealiseerd of opgestart : • In 2013 werd de turn around ingezet qua resultaten, na verschillende jaren van operationele verliezen • Er werd een aanzet gedaan om actief te worden op de sociale media • Samen met de studentenvereniging Loko werd een tevredenheidsenquête uitgevoerd bij de Leuvense studenten. Op basis hiervan werd een charter opgesteld tussen Loko en Alma. • In de blok- en examenperiode van het eerste semester werd Alma 2 ter beschikking gesteld aan de studenten als studieruimte. • In de blok- en examenperiode van het tweede semester en in de derde examenperiode heeft Alma met een mobiele stand ontbijt, snacks en consumpties verkocht aan de studenten zowel aan Agora, CBA als aan de bib Economie.
Overzicht personeel
7
Aantal VTE Studentenvoorzieningen • Totaal
VTE
STUDENTENHUISVESTING • • • • •
Residentiebeheer: Omkaderd Wonen: Huisvestingsdienst: Cel Duurzaamheid (inclusief kotcoach): Tijdelijke werknemers:
57,1 VTE 0,5 VTE 6,8 VTE 1,6 VTE 10 VTE
STUDENTENADVIESDIENSTEN • Diensthoofd Studentenadviesdiensten/ Juridisch Adviseur Studentenbeleid: • Sociale Dienst en Juridische Dienst Studenten: • Jobdienst: • Dienst Studieadvies: • Cel Studeren met een Functiebeperking: • Cel Internationale Studenten: • Contactpunt Interculturaliteit/ Contactpunt Religie:
1 VTE 6,3 VTE 5,5 VTE 10,3 VTE 6,5 VTE 3,1 VTE 0,8 VTE
STUDENTENGEZONDHEIDSCENTRUM • Onthaal/secretariaat • Huisartsen • Psychologen en psychiaters DIRECTIE EN INTERNE WERKING
3,75 VTE 3,2 VTE 9,05 VTE 9 VTE
Aantal VTE Alma ALMA
132 VTE
67
Redactie: Medewerkers Studentenvoorzieningen Lay-out: Altera Druk: Artoos, Kampenhout Deze brochure is gedrukt op CyclusPrint, papier van 100% gerecycleerde vezels. 68
v.u.: Jan De Vriendt, Naamsestraat 80, 3000 Leuven
STUDENTENVOORZIENINGEN Van Dalecollege Naamsestraat 80 bus 5415 3000 LEUVEN, België tel. + 32 16 32 43 75 fax + 32 16 32 43 30
[email protected] www.kuleuven.be/studentenvoorzieningen