Jaarverslag 2010-2011
Studentenvoorzieningen
1 Inhoudsopgave 1
Voorwoord
1
2
Studentenvoorzieningen algemeen 2.1 Een terugblik op enkele dienstoverschrijdende initiatieven 2.2 Acties uit de Communicatiecel
2 2 3
3
Studentenhuisvesting 3.1 Residentiebeheer 3.2 De Huisvestingsdienst 3.3 Duurzaamheid 3.4 Pangaea
6 7 9 12 14
4
Studentenadviesdiensten 4.1 Sociale Dienst 4.2 Juridische Dienst Studenten 4.3 Jobdienst 4.4 Dienst Studieadvies 4.5 Cel Studeren met een Functiebeperking 4.6 Contactpunt Allochtone Studenten
16 17 21 23 28 35 42
5
Gezondheidssector 5.1 Medisch en Psychotherapeutisch Centrum (MPTC) 5.2 Medisch Centrum voor Studenten (MC) 5.3 Psychotherapeutisch Centrum voor Studenten (PTC)
44 45 46 48
6
Voeding 6.1 Alma
52 53
7
Overzicht personeel
55
Voorwoord Sociale voorzieningen voor studenten De Dienst Studentenvoorzieningen KU Leuven kende een ongemeen boeiend jaar 2011. In 2011 werd een diepgaande strategische oefening afgerond die reeds in 2010 werd ingezet. Grondige voorbereidende discussies in thema gerichte werkgroepen, afstemming tussen de werkvelden onderling en verdere discussie in de Raad voor Studentenvoorzieningen hebben geleid tot een stevig onderbouwd strategisch plan voor de volgende jaren en een hernieuwde missie. In het plan worden een aantal nieuwe prioriteiten vooropgesteld, en dit zowel binnen het huidige financiële kader als een aantal prioriteiten die enkel kunnen uitgevoerd worden indien de beloofde extra middelen van de Vlaamse overheid er ook effectief komen. Deze strategische oefening zal mede dienen als input voor het beleidsplan dat eind 2012 zal opgesteld dienen te worden om te voldoen aan de voorwaarden van het nieuwe decreet op de Studentenvoorzieningen, dat normaal gesproken in 2012 zal gestemd worden in het Vlaams Parlement en van kracht zal gaan op 1 januari 2013. Inmiddels is het quasi zeker dat het financiële groeipad, gekoppeld aan de nieuwe financiering uit het decreet, pas zal ingaan begin 2014. Om enkele belangrijke punten uit het strategisch plan reeds eerder waar te maken, zal Studentenvoorzieningen bij de opmaak van de begroting voor 2013 nagaan in hoeverre een aantal nieuwe activiteiten niet reeds (partieel) opgestart kunnen worden met middelen uit de bestemde fondsen Studentenvoorzieningen. Een andere cruciale uitdaging is de integratie van de academische opleidingen in de universiteit vanaf het academiejaar 2013-2014. Eind 2011 werden per werkveld werkgroepen opgericht die tegen medio 2012 de nodige adviezen dienen te geven om de effectieve start in 2013 voor te bereiden. Naast de werkgroepen per werkveld wordt er door een gemengde werkgroep van Stuvo verantwoordelijken en directies van onze associatie gewerkt aan een advies over de nodige structuren die het moeten mogelijk maken om alle studenten van de toekomstige KU Leuven te voorzien van goede studentenvoorzieningen. Deze voorzieningen zullen hoofdzakelijk verzorgd worden door de University Colleges. Deze structuren dienen garant te staan voor correcte (studenten)vertegenwoordiging en gelijkheid en/of gelijkwaardigheid tussen de verschillende groepen van studenten. Zowel binnen het strategisch plan als binnen de aanpak rond de integratie van de academiserende opleidingen wordt veel aandacht gehecht aan de verdere democratisering van het hoger onderwijs en aan een betere participatie van verschillende kansengroepen. Hierbij heeft Studentenvoorzieningen zowel oog voor de instroom én voor de doorstroom. Een deel van de nieuwe middelen zullen dan ook hiervoor ingezet worden, complementair aan de middelen uit het aanmoedigingsfonds. Dichter bij huis dan het hele associatiegebeuren werd ook aan de Leuvense samenwerking met de hogescholen via raamovereenkomsten gewerkt. De raamovereenkomst met KH Leuven werd gevoelig uitgebreid zodat KH Leuven nu ook gebruik kan maken van een vastgelegd contingent van de residenties KU Leuven voor hun studenten met een laag inkomen.
1
Algemeen 2.1 Een terugblik op enkele dienstoverschrijdende initiatieven • Januari 2011 Organisatie vorming interculturele communicatie De medewerkers van Studentenvoorzieningen komen regelmatig in contact met een multicultureel publiek. De diverse culturele achtergrond van studenten brengt heel wat vragen met zich mee en soms ook wat communicatiestoornissen. Er werd mede op onze vraag en aansturing een opleiding uitgewerkt die de ontwikkeling van interculturele vaardigheden beoogt. In het totaal hebben 39 van onze personeelsleden zich ingeschreven voor deze training. Ondertussen wordt deze training aan alle personeelsleden KU Leuven aangeboden via het regulier vormingsaanbod.
• Juni 2011 Vzw Sociaal Studentenfonds (SSF) De vzw SSF, eigenaar van de woning waar LOKO en VETO in huizen, had nog steeds de statuten van bij zijn oprichting in 1956. De vzw die voor de helft uit studenten bestaat en voor de helft uit personeel van de KU Leuven moest dringend zijn statuten vernieuwen en aanpassen aan de nieuwe vzw-wetgeving. Op de Algemene Vergadering (AV) van juni 2011 werd na enkele jaren voorbereiding (met de jaarlijks wisselende studentendelegatie geen sinecure) eindelijk goedkeuring gegeven aan de nieuwe statuten. In 2012 zal de vzw ook administratief opnieuw in orde gebracht worden.
2
JAARVERSLAG 2010-2011
• Augustus 2011 Verhuiskogel door de kerk Na een eerste verhuisoperatie, gestart in 2006, kwamen er een aantal terechte opmerkingen omtrent de geringe toegankelijkheid van het Van Dalecollege voor mensen met een functiebeperking. In 2008 werd een werkgroep ‘Toegankelijkheid Van Dalecollege’ opgericht. De doelstelling van deze werkgroep was om te onderzoeken welke de mogelijkheden zijn om de diensten van Studentenvoorzieningen beter toegankelijk te maken. Binnen deze werkgroep zijn verschillende zeer uiteenlopende scenario’s besproken: zowel een verhuis naar een andere locatie werd bekeken, als minimale en maximale verbouwingswerken, als interne verhuisoperaties die rekening houden met de functies van de verschillende diensten van Studentenvoorzieningen. Om deze scenario’s af te toetsen zijn er een aantal onderzoeken verricht, o.a. door architectuurstudenten in opdracht van Prof. Ann Heylighen en door het Toegankelijkheidsoverleg Vlaanderen (TOV) die een gebruikerstoets hebben uitgevoerd. Finaal werd gekozen voor een scenario dat grotendeels bestaat uit interne verhuisoperaties, gekoppeld aan een aantal verbouwingswerken. Nu de kogel door de kerk is, willen we dit zo snel mogelijk realiseren, maar er dient nog veel afgesproken en gepland te worden samen met de Technische Diensten. De start van de werken is gepland voor academiejaar 2013-2014.
2 2.2 Acties uit de Communicatiecel • September 2011 Promotiefilmpje Om studenten op een frisse manier informatie aan te reiken over Studentenvoorzieningen, werd beslist om een promotiefilmpje over Studentenvoorzieningen te laten maken. Dit filmpje moest een globaal en correct beeld van de dienstverlening schetsen en op zulke manier dat de jongeren erdoor aangesproken worden. Alle diensten moesten in het filmpje aan bod komen en dit bleek geen gemakkelijke evenwichtsoefening te zijn. Gedurende een half jaar heeft een groepje enthousiastelingen samen met de Dienst Media en Leren nagedacht over het concept, de opbouw en het gebruik van beeldmateriaal om uiteindelijk tot een hedendaags resultaat te komen. Enkele studenten werden ingeschakeld bij de filmopnames op de verschillende locaties. Het filmpje is terug te vinden op de website van Studentenvoorzieningen. Tijdens bepaalde events zoals de Infodagen en de inschrijvingen aan het begin van het academiejaar wordt het getoond aan de studenten.
Principebeslissing tot druk op kringloop Studentenvoorzieningen heeft vorig jaar beslist om alle eigen publicaties op cyclusprint te drukken. Dit wordt duidelijk gemaakt in de publicaties op de binnenkant van de cover door middel van de volgende tekst: “Deze brochure/flyer/… is gedrukt op CyclusPrint, papier van 100% gerecycleerde vezels.”
3
KU Leuven huldigt nieuwe residentie De Vesten in Bij de inrichting ging er bijzondere aandacht naar het creëren van een leefgemeenschap voor de studenten. Verder speelt duurzaamheid een belangrijke hoofdrol in De Vesten. Isolatie, zonnewerend dubbel glas, verlichting aangestuurd door bewegingsdetectoren, regenwater voor de toiletten en led verlichting op de voetgangersbrug. Verder werd er ook een groendak voorzien en voor de helft van de kamers wordt het sanitair warm water opgewarmd door een zonneboiler.
Maandag 26 september werd de nieuwe studentenresidentie De Vesten officieel geopend. Aan de Tervuursevest en vlakbij de sport- en Arenbergcampus staat het moderne complex symbool voor duurzame architectuur en betaalbare huisvesting. Omdat het aantal studenten de afgelopen jaren sterk is gestegen en omdat de verwachting is dat deze trend zich doorzet de volgende jaren, is er nood aan bijkomende studentenhuisvesting in Leuven. Daarom hebben de Stad Leuven en de KU Leuven samen de doelstelling vooropgezet om tegen 2015-2016 3.500 bijkomende kamers te voorzien. 4
KU Leuven investeerde ruim 12 miljoen in De Vesten: een aanzienlijk bedrag maar toch zijn de kamers merkbaar goedkoper dan op de privémarkt. De KU Leuven kiest er immers voor om te voorzien in het basiscomfort voor de studenten: moderne ruime kamers met voldoende gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen, comfortabele keukens en gezellige ontmoetingsplaatsen. De basisprijs voor een kamer in De Vesten is 325,-euro met een 10-maandencontract, alles inbegrepen. Wanneer de student echter in aanmerking komt voor gesubsidieerde huisvesting, betaalt hij een huurprijs tussen de 102 en de 260 euro, afhankelijk van het gezinsinkomen.
Hiermee gaat ook een educatief aspect gepaard. Het is de bedoeling dat studenten op deze manier ‘groener’ gaan denken en dat ze zo o.a. bewuster omgaan met afval.
RESIDENTIE DE VESTEN: FACTS AND FIGURES 238 gewone kamers van 15 m² 23 omkaderingskamerskamers aangepast voor mensen met een fysieke functiebeperking 21 gemeenschappelijke keukens, waarvan 2 aangepaste 16 studio’s 4 appartementen Investering inclusief meubilair: 11.738.000 euro
5
Studentenhuisvesting Residentiebeheer
7
De Huisvestingsdienst
9
Duurzaamheid 12 Pangaea 14
6
JAARVERSLAG 2010-2011
Residentiebeheer baat een 30-tal residenties uit.
3 3.1 Residentiebeheer
3.1.2 Capaciteit
3.1.1 Onze dienst
In december 2011 had Studentenvoorzieningen:
Residentiebeheer baat een 30-tal residenties uit. Belangrijkste doelstelling is aan een aanvaardbare prijs huisvesting te verschaffen aan specifieke doelgroepen. De Raad voor Studentenvoorzieningen legt de criteria vast die bepalen wie tot deze prioritaire doelgroepen behoort. In 2011 waren dat: • minvermogende Belgische studenten • buitenlandse studenten uit ontwikkelingslanden • studenten met een functiebeperking (‘Omkaderd wonen’) • studenten die we op advies van de Sociale Dienst van Studentenvoorzieningen een gesubsidieerde kamer toekennen • internationale studenten die moeilijk een kamer vinden op de private huurmarkt • andere: kringgangen, specifieke groepen internationale studenten, themawerkingen,… Residentiebeheer organiseert zich rond drie grote processen: • Administratie: organisatie van de hele administratieve ketting van (her)aanvraag over toewijzingen en inhuizing tot facturatie • Wooncultuur: werken aan een kwaliteitsvolle, internationale leefomgeving in de residenties • Gebouwbeheer: instaan voor zowel het dagelijks onderhoud van onze gebouwen, als voor het onderhoud op lange termijn.
29 RESIDENTIES 3.769 “bedden”1 3.265 kamers, 44 dubbele kamers 146 studio’s 143 appartementen 3 gezinswoningen 62 logeerkamers Het grootste deel van de bedden in de kamers en dubbele kamers, met uitzondering van die in de logeerkamers, zijn betoelaagd via subsidies van de Vlaamse overheid, KU Leuven en Studentenservice KHLeuven. Deze worden tegen verminderde prijzen aan specifieke doelgroepen verhuurd. De andere kamers verhuren we aan nietgesubsidieerde prijs. In het verleden beheerde Studentenvoorzieningen zowel gesubsidieerde, als niet-gesubsidieerde residenties. Bij het begin van academiejaar 2011-2012 is onze dienst echter gestart met de afbouw van dit onderscheid: alle residenties van Studentenvoorzieningen worden residenties waar we naast gesubsidieerde ook nietgesubsidieerde huisvesting kunnen aanbieden.
1 Onder “een bed” verstaan we de mogelijkheid om een student of onderzoeker te huisvesten. Een dubbele kamer beschouwen we als twee bedden omdat we daar in principe twee studenten of onderzoekers huisvesten. Een tweeslaapkamerappartement beschouwen we daarentegen als één bed omdat het zeer waarschijnlijk is dat we daar één student of onderzoeker met zijn of haar gezin huisvesten.
7
3
Nieuwe toelatings- en toekenningsvoorwaarden bepalen of een kandidaat-bewoner toegang krijgt tot huisvesting binnen een residentie van Studentenvoorzieningen en of deze daar dan recht heeft op een gesubsidieerde huurprijs. Het overgrote gedeelte van de kamers zal aan een gesubsidieerde prijs verhuurd worden. In 2012-2013 zou deze omschakeling afgerond moeten worden.
Het wordt echter almaar moeilijker om zelfs die 97% te realiseren. Steeds meer Belgische studenten verlaten hun kamer voor een tijdje in de loop van het jaar, meestal omdat ze op Erasmus of op stage gaan. De vervanging van die Belgische studenten door buitenlandse studenten die naar Leuven komen, resulteert in hiaten in de bezetting van heel wat kamers.
3.1.3 Huurprijzen
Daarnaast voorzien we ook steeds meer huisvestingsmogelijkheden voor buitenlandse studenten die voor een beperkte periode naar Leuven komen (twee tot vier maanden), wat natuurlijk in een lagere bezettingsgraad resulteert.
Voor bedden in de gesubsidieerde kamers rekende Residentiebeheer in 2010-2011 een gemiddelde huurprijs van 153 euro aan; in 2011-2012 bedraagt die gemiddelde huurprijs 165 euro. In 2010-2011 varieerde de gesubsidieerde huurprijs tussen 97 en 213 euro, in 2011-2012 varieert de gesubsidieerde huurprijs tussen 100 en 238 euro – telkens voor een huurperiode van 10 maanden. Die gesubsidieerde huurprijs is niet afhankelijk van de kamer, maar wordt berekend op basis van het gezinsinkomen en het aantal personen ten laste van het gezinshoofd. In de niet-gesubsidieerde universitaire residenties van Studentenvoorzieningen is de huurprijs wel afhankelijk van de kwaliteit van de kamer. Deze huurprijs was gemiddeld 256 euro/maand in de eerste helft van 2011. Bij de start van het academiejaar 2011-2012 zijn de niet-gesubsidieerde huurprijzen voor kamers gestandaardiseerd: 275 voor een gewone kamer, 325 voor een kamer in een nieuwe of gerenoveerde residentie met meer comfort.
3.1.4 Bezettingsgraad Een bezettingsgraad van 100% is niet haalbaar, zeker omdat we permanent een zestigtal kamers als logeerkamers inzetten voor verhuring voor korte termijnen. Residentiebeheer streeft daarom naar een jaarlijkse gemiddelde bezettingsgraad van 97%. 8
De gemiddelde bezettingsgraad voor 2011 bedroeg toch nog 96,2%. Die lage bezettingsgraad is mede veroorzaakt door de specifieke ontwikkelingen in het kamerbestand van Residentiebeheer. Zo bleek dat residentie Guido Gezelle onverwacht één extra academiejaar open zou kunnen blijven. De dienst heeft ervoor geopteerd om er dat jaar geen Belgische studenten te huisvesten, maar de vrijgekomen kamers in te zetten voor de huisvesting van kortverblijvende buitenlandse studenten. Meer algemeen stellen we vast dat de vraag naar betoelaagde kamers ook in 2011 bleef stijgen en dat het aandeel aanvragen vanuit gezinnen met lagere inkomens blijft toenemen. Omdat het aantal betoelaagde kamers door de opening van De Vesten met 261 eenheden is uitgebreid, heeft de dienst in 2011 wel heel wat minder mensen moeten teleurstellen.
3.1.5 Omkadering In 2011 waren 212 studenten actief in omkadering. Omkadering is georganiseerd in 11 van de 29 gesubsidieerde residenties van Studentenvoorzieningen en voorziet aangepaste huisvesting aan studenten met een motorische, visuele of auditieve functiebeperking of met een chronische ziekte.
Studentenhuisvesting
Daarnaast biedt omkadering deze studenten een systeem van dagelijkse assistentie en permanentie door een groep medestudenten die samen met hen op kot zitten.
3.1.6 Bijzondere activiteiten en gebeurtenissen De voorbije jaren ging er heel wat aandacht naar een uitbreiding van het kamerbestand. In 2011 kreeg die uitbreiding met de opening van De Vesten concreet vorm (261 kamers, 16 studio’s en 4 appartementen). In 2012 opent residentie Wisteria de deuren (met 99 kamers, 80 studio’s en 18 appartementen). De vraag naar huisvesting zal waarschijnlijk blijven groeien door de toename van het aantal Belgische en vooral buitenlandse studenten. Daarnaast zal ook de vraag naar meer flexibiliteit in de huisvesting toenemen, met vooral vragen naar huisvesting voor kortere, onregelmatige periodes. De nieuwe toelatings- en toekenningsvoorwaarden zullen de dienst hiervoor meer bewegingsvrijheid geven. Verder blijven we zien dat een groeiende groep studenten het moeilijk heeft om huisvesting te vinden op de private kamermarkt. Gezien de krappe kamermarkt zullen de prijzen hoog blijven of zelfs stijgen, waardoor heel wat studenten met minder financiële middelen het moeilijk hebben. Het betreft zeker niet enkel beursstudenten; ook heel wat net niet-beursstudenten hebben het moeilijk en bovendien ‘missen’ zij een studiebeurs. Het gaat o.a. om studenten uit gezinnen met een laag inkomen of in scheidingsperikelen, om buitenlandse gasten uit ontwikkelingslanden en studenten die een goede woonstructuur en -cultuur nodig hebben om behoorlijk te kunnen functioneren.
Jaarlijkse nieuwsbrief voor verhuurders
3.2 De Huisvestingsdienst 3.2.1 Onze dienst De Huisvestingsdienst treedt op als intermediair tussen huurders en verhuurders, zowel voor de privé-sector als voor de eigen KU Leuvenresidenties. Alle studenten en verhuurders kunnen hier terecht voor advies betreffende de kamermarkt, huisvestingsmogelijkheden en huurwetgeving. Maar ook andere geldende normen inzake contracten, fiscaliteit en het verhuren van studentenhuisvesting (brandveiligheid, stedenbouwkundige verordeningen, legionella, …). 9
3
Informatie wordt gegeven tijdens het dagelijkse spreekuur, via de website en publicaties, tijdens Sid-Ins, Infodagen en bezoekdagen voor studentenresidenties. De dienst bemiddelt in vraag en aanbod van studentenhuisvesting via de online zoekdatabank Kotwijs en de kamerruillijst. Het beheer van de databank, de kwaliteitsbewaking van Kotwijs, de controlefunctie van de Huisvestingsdienst via o.a. huisbezoeken en de jaarlijkse contractstudie, zijn daarom essentieel. Tenslotte biedt de dienst ondersteuning aan studenten die op zoek zijn naar huisvesting en bemiddelt in huurgeschillen/ conflictsituaties tussen studenten en verhuurders en tussen huurders onderling. Waarborgdossiers waarin de Huisvestingsdienst geen compromis bereikt, kunnen via LOKO-Sociaal in naam van de student voor de Vrederechter bepleit worden. Registratiegegevens consultaties 2009 Aantal consultaties Studenten Verhuurders Anderen
9.845 6.399 3.151 295
83% van de studenten die op de dienst beroep doen, zijn KU Leuven-studenten, 7% van KHLeuven, 2,1% van Groep T en 0,8% van het Lemmensinstituut (6,9% onbekend of van andere onderwijsinstellingen). In absolute cijfers: 8.411 KU Leuven, 707 KHLeuven, 215 Groep T, 80 Lemmensinstituut.
10
2010 65% 32% 3%
12.986 9.280 3.401 305
2011 71% 26% 2%
14.650 10.108 4.258 293
69% 29% 2%
Studentenhuisvesting
Registratiegegevens Kotwijs Aantal zoekopdrachten Aantal gebruikers Zoekopdrachten/gebruiker
2009 286.258 34.391 8,32
In vergelijking met de vorige jaren stellen we een stijging vast van het aantal zoekopdrachten per gebruiker wat erop wijst dat studenten minder gemakkelijk hun kot vonden.
3.2.2 Bezoekdagen voor studentenresidenties op 9, 23 en 30 april 2011 Er kwamen 3.613 bezoekers langs in de auditoria Jean Monnet en Max Weber voor de infosessies over de huisvestingsmogelijkheden in residenties in Leuven. De vraag naar residenties blijft. In de niet-gesubsidieerde residenties van KU Leuven waar men geen engagement van de bewoners verwacht, werden de kamers via loting toegekend. In de residenties met engagement werden de kamers toegekend n.a.v. een motivatiebrief en/of een persoonlijk gesprek. De private residenties werken met wachtlijsten. Hogeschoolstudenten kunnen een kamer huren in de niet-gesubsidieerde residenties van KU Leuven en in de private residenties. KHLeuvenstudenten kunnen ook terecht in enkele gesubsidieerde residenties waar ze aan een gesubsidieerde huurprijs een kamer huren: De Vesten en Arenberg in Heverlee en Sedes Vlamingenstraat in Leuven. Voor het volgend academiejaar komt daar Wisteria (voorheen Bijbelinstituut) in Heverlee en Rijschoolstraat 25 in Leuven bij. Studentenresidentie Steil is een gesubsidieerde residentie uitsluitend voor KHLeuvenstudenten.
2010 317.006 36.191 8,76
2011 342.850 36.134 9,49
3.2.3 Kamermarkt In 2011 liet de kamerschaarste zich opnieuw voelen. Zowel bij de start van het tweede semester als in de zomer was het moeilijk voor internationale studenten om goede, betaalbare huisvesting te vinden. Het aanbod was op die momenten zeer beperkt en erg duur. De Huisvestingsdienst legde, zoals in 2010, wachtlijsten aan voor internationale studenten in januari 2011 en augustus 2011. In januari noteerden we 133 internationale studenten op de lijst; in augustus-september waren dat 156 studenten die voor het eerste semester huisvesting zochten en 71 die voor het ganse academiejaar huisvesting nodig hadden. De behoefte naar en de druk op tijdelijke huisvesting stijgt naarmate het vinden van definitieve huisvesting moeilijker wordt. Het was daardoor voor heel wat studenten moeilijk om guesthousing te vinden. Sommige studenten kwamen in financiële moeilijkheden omdat het kostenplaatje voor guesthousing te hoog opliep.
11
3
3.2.4 Contractstudie 10-maandencontracten Gebruik Gemiddelde huurprijs/jaar kamer basiscomfort Gemiddelde huurprijs/jaar kamer extra comfort 12-maandencontracten Gebruik Gemiddelde huurprijs/jaar kamer basiscomfort Gemiddelde huurprijs/jaar kamer extra comfort Gebruik van modelcontracten bij private verhuur We zien een forse stijging van het aandeel 12-maandencontracten, wat duidt op een stijging van de gemiddelde kamerprijs de afgelopen jaren. Dat de gemiddelde prijzen voor 12-maandencontracten nauwelijks zijn gestegen, is mogelijks te wijten aan deze toename. De verhuurders die zijn overgeschakeld van 10- naar 12-maandencontracten, zien immers hun inkomsten fors stijgen, ook zonder de maandelijkse huurprijs te laten stijgen. Ook opvallend is het dalende gebruik van het modelcontract dat door de Huisvestingsdienst ter beschikking wordt gesteld.
3.3 Duurzaamheid 3.3.1 Onze dienst De Cel Duurzaamheid informeert en sensibiliseert de studenten en de andere studentendiensten op vlak van wooncultuur, milieu en mobiliteit. Daartoe zetten zij zelf projecten en acties op en ondersteunen waar nodig andere projecten. Zij hebben tevens een adviesfunctie m.b.t. thema’s waar duurzaamheid en studentenbeleid elkaar kruisen en zetelen daartoe in verschillende adviesorganen.
12
2009
2010
2011
44,9% 2660 euro Geen gegevens
43% 2730 euro 3250 euro
36% 2810 euro 3210 euro
44,8% 3720 euro Geen gegevens 42%
45% 3756 euro 4500 euro 42%
55% 3770 euro 4410 euro 35%
3.3.2 Wooncultuur • In 2011 ontstond de werkgroep cultuurverschillen die als doel heeft kotbazen aan te sporen om te verhuren aan buitenlandse studenten. Hieruit vloeide o.a. de kotcoach voort die workshops geeft aan studenten inzake interculturele communicatie, hygiëne, afval…. Ook ontwikkelde de werkgroep cartoons die op probleemplaatsen in studentenhuizen gehangen kunnen worden. • In februari en september speechten de medewerkers van de Cel Duurzaamheid voor de nieuwe buitenlandse studenten over ‘Living in Leuven’ op de Orientation Days. Op de aansluitende infofairs informeerden ze de studenten over wooncultuur, afval, energie en mobiliteit, o.m. door het uitdelen van de verjaardagskalender met ‘housekeeping tips’. • De Cel Duurzaamheid coördineerde de themahuiswerking en ondersteunde het themahuis ‘Ecoloco’. In 2011 was de themawerking ‘TOEG’ actief, die enkele sensibiliserende acties opzette rond (on)toegankelijkheid van gebouwen voor mensen met een fysieke functiebeperking.
Studentenhuisvesting
Do’s and Dont’s van de kotcoach
3.3.3 Mobiliteit • De Cel Duurzaamheid nam deel aan het projectteam fiets en mobiliteit en kon zo input geven naar het stadsbestuur toe m.b.t. het fietsbeleid in Leuven. • In samenwerking met Mobiel 21, de politie, stad Leuven en de gemeenschapswachten werkte de Cel een fotocampagne uit om te sensibiliseren rond toegankelijkheid. Deze tentoonstelling kadert in de Red de Stoepcampagne. Ze was te bezichtigen in Alma 2, Bibliotheek Tweebronnen en Velo. • Naar aanleiding van de Week van de Diversiteit werd in samenwerking met stad Leuven een toegankelijkheidsparcours op het Hogeschoolplein georganiseerd. • Tijdens de bezoekdagen van de residenties stelde de Cel Duurzaamheid in samenwerking met Velo 260 fietsen ter beschikking van de studenten en hun ouders, goed voor 750 ontleningen. • Tijdens de start van het academiejaar organiseerde de Cel fietsgraveeracties aan Alma 1, 2 en 3. Hierbij werden 294 fietsen gegraveerd. Ook tijdens de Studentenwelkom werden een 50-tal fietsen gegraveerd.
Red de Stoepcampagne 13
3
3.3.4 Milieu • Op residentie Camilo Torres werden deurhangers verspreid die sensibiliseren rond energie. • In een 2de bijeenkomst met de reinigingsdienst werd studentenafval en sluikstort besproken. • Op het einde van elk semester werd in de residenties een KGA-ophaalronde (Klein Gevaarlijk Afval) georganiseerd; er werd eveneens een systeem opgezet om gebruikte keukenolie in vaten in te zamelen. • Het proefproject kotposteren liep ten einde in de Waag wegens gebrek aan opvolging ter plekke. In Edith Stein en Junior House loopt dit project echter vlot. • Ook de Groentetas liep afgelopen jaar weer vlot op 7 plaatsen in Leuven. Om de groentetas te promoten werd een nieuwe affiche ontwikkeld en een 8-tal advertenties geplaatst in Veto. De Groentetas zit ook op Facebook waar wekelijks de inhoud van de tassen en een recept gepost wordt. • De medewerkers van de Cel Duurzaamheid zetelen in de werkgroep ‘duurzame KU Leuven’ die gecoördineerd wordt door Dienst VGM.
3.4 Pangaea Pangaea is een intercultureel ontmoetingscentrum waar internationale en Belgische studenten elkaar op een laagdrempelige manier kunnen ontmoeten. Er wordt een brede waaier van activiteiten georganiseerd voor en in samenwerking met de studenten. Pangaea heeft door zijn laagdrempeligheid een belangrijke doorverwijs- en draaischijffunctie naar internationale studenten toe. Tevens vervult Pangaea een ondersteunende rol naar internationale en Vlaamse studentenverenigingen bij het organiseren van interculturele activiteiten. Pangaea besteedt bijzondere aandacht aan het betrekken van studenten uit ontwikkelingslanden bij hun activiteiten.
Groentetas 14
Pangaea heeft heel wat activiteiten en events te bieden: zowel uitstappen, conversatiegroepen in 5 verschillende talen, buitenlandse films, culturele presentaties, debatavonden, lezingen als fuiven en landspecifieke themaweken met of zonder exotische schotels.
Studentenhuisvesting
In 2011 werden o.a. volgende activiteiten georganiseerd: • • • • • • • • •
Uitstap naar de Oostkantons De ‘Latin American week’ Speedfriendshipping Trip naar de Ardennen Kerstfeest, Sinterklaasontbijt,… Welcome- en Farewellparty Trip naar Ieper/Flanders Fields Janus International Theatre …..
Er zijn draadloos internet, buitenlandse kranten, een groot gamma gezelschapsspelen en een pingpong tafel. Daarnaast staat er ook een rustige ruimte ter beschikking waar er de hele dag tot ’s avonds laat kan gestudeerd worden. In het kantoor heerst een lage-drempel filosofie, men kan er terecht voor alle soorten vragen, initiatieven, plannen, voorstellen, problemen en noden maar ook voor bemiddeling bij (interculturele) conflicten en gewoon voor een soms levensnoodzakelijke babbel.
Iedereen is welkom om vanaf ’s middags in de lounge te genieten van de warme en informele sfeer die Pangaea typeert. Deze bar wordt ’s namiddags bemand door vrijwilligers en ’s avonds door jobstudenten.
In 2011 telde Pangaea 1.508 leden verdeeld over 110 nationaliteiten.
15
Studentenadviesdiensten Sociale Dienst 17 Juridische Dienst Studenten 21 Jobdienst 23 Dienst Studieadvies 28 Cel Studeren met een Functiebeperking 35 Contactpunt Allochtone Studenten 42
16
JAARVERSLAG 2010-2011
De Sociale Dienst werd 9.704 keer geconsulteerd.
4 4.1 Sociale Dienst 4.1.1 Onze dienst – Studeren zonder zorgen
Studenten moeten zonder zorgen kunnen studeren, daarvoor ijvert de Sociale Dienst. Op deze eerstelijnsdienst kunnen studenten terecht voor info en advies over het studentenstatuut, financiering van de studies en voor een luisterend oor bij psychosociale problemen. De dienst richt zich zowel tot Belgen en studenten met een permanent verblijf in België als internationale studenten die tijdelijk in België verblijven in het kader van hun studies. Op werkdagen is er iedere namiddag vrij spreekuur, waarop studenten zonder afspraak de dienst kunnen raadplegen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid een afspraak te maken met een adviseur. Iedere adviseur heeft een eigen specialisatie, zoals kinderbijslag, leefloon, verzekeringen, het bemiddelen met de afdeling studietoelagen, het bemiddelen tussen ouders en studenten of het begeleiden van studenten met psychosociale problemen.
4.1.2 Gegevens betreffende de dienstverlening A. WIE CONTACTEERDE DE SOCIALE DIENST IN HET ACADEMIEJAAR 2010-2011? NATIONALITEIT Belg EU-student Niet-EU Ander verblijfsstatuut Niet geregistreerd CONTACTNAME DOOR Student zelf Ouder(s) Andere/niet geregistreerd SOORT CONTACTNAME Bezoek aan de dienst Telefonisch Per e-mail Brief/fax/niet geregistreerd
2010-2011 8.280 279 892 148 105 2010-2011 7.260 1.687 757 2010-2011 5.452 1.408 2.802 42k
2009-2010 7.573 247 1.042 168 86 2009-2010 6.707 1.787 622 2009-2010 6.014 1.879 1.193 30
De Sociale Dienst werd 9.704 keer geconsulteerd. Dit is een stijging met 6,4%. Verder is er een opvallende stijging van het aantal contacten per mail (+ 134%). Om de adviesverlening via deze weg te faciliteren, is het belangrijk dat de adviseurs kunnen verwijzen naar informatie die op de website van de Sociale Dienst te vinden is. Het up-to-date houden van de webpagina’s van de Sociale Dienst is dan ook een actiepunt waaraan steeds meer aandacht wordt besteed.
17
4
B. WELKE VRAGEN HEBBEN DE STUDENTEN? Tijdens de consultaties werden in totaal 14.090 vragen gesteld. De meerderheid van de vragen gaan over het financieren van de studies. Deze vragen worden doorheen het hele academiejaar gesteld met een piek bij de start van het academiejaar. Dit is namelijk het moment waarop studenten willen weten of ze in aanmerking komen voor het beurstarief en waarop dan ook de meeste voorschotten op een studietoelage worden gevraagd. Het berekenen van de huurprijs in gesubsidieerde residenties gebeurt voornamelijk op vraag van toekomstige studenten, tijdens de periode waarop de bezoekdagen van de residenties worden georganiseerd. De vragen over het sociaal-juridisch statuut gaan vooral over het recht op kinderbijslag, de onderhoudsplicht van de ouders, fiscaal ten laste blijven van de ouders, gevolgen van studentenarbeid, het recht op leefloon en studeren als uitkeringsgerechtigde werkloze.
C. WELKE FINANCIËLE TUSSENKOMSTEN KENDE DE SOCIALE DIENST TOE? n
Tussenkomsten voor Belgische (of ‘gelijkgestelde’) KU Leuven studenten Studenten die het financieel moeilijk hebben, kunnen aan de Sociale Dienst een financiële tussenkomst vragen. Het kan gaan om een (niet terug te betalen) toelage, een renteloze lening op lange of op korte termijn of een voorschot op de studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap. Studenten met psychomedische kosten kunnen een toelage vragen voor deze kosten of een vermindering van de prijs op het Psychotherapeutisch Centrum. Met uitzondering van de voorschotten, waarop studenten recht hebben van zodra ze voldoen aan de voorwaarden voor een studietoelage, worden de financiële tussenkomsten toegekend door het Comité Studiefinanciering.
INHOUD VAN DE VRAGEN Studiefinanciering Vlaamse Gemeenschap Financiële tussenkomst Sociale Dienst/vzw Studentenservice KHLeuven Vragen over sociaal juridisch statuut Studiegeld Berekenen huurprijs gesubsidieerde residenties Psychosociale problemen Studiefinanciering andere instanties Conflicten thuis Kostprijs studeren
18
2010-2011 4.183 2.725 2.267 2.047 1.046 293 196 112 98
2009-2010 4.251 2.560 1.834 2.142 818 250 193 143 111
Studentenadviesdiensten
Dit gebeurt op basis van een sociaal onderzoek en rekening houdend met de concrete financiële en sociale situatie van de student, de criteria goedgekeurd door de Raad voor Studentenvoorzieningen en de voorwaarden opgelegd door het Decreet van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in de Vlaamse Gemeenschap. Daarnaast gaf het Comité ook aan 26 KU Leuvenstudenten jobprioriteit op de Jobdienst, waardoor deze studenten voorrang krijgen bij de toekenning van een job. Toegekende financiële tussenkomsten 2010-2011 SOORT TUSSENKOMST 333 algemene toelagen 93 leningen lange termijn 12 leningen korte termijn 321 voorschotten op studietoelage Vl.Gem. 46 toelagen voor psychomedische kosten 32 mindering op therapieprijs Psychotherapeutisch Centrum Totaal In vergelijking met vorig academiejaar werden minder voorschotten op de studietoelage Vlaamse Gemeenschap uitgekeerd (- 7%), maar was er een toename van de toelagen (+ 15,6%) en een verdubbeling van de leningen korte termijn.
n
AANTAL STUDENTEN 317 88 11 277 23 32
BEDRAG 165.757 euro 133.634 euro 8.207 euro 291.276 euro 4.616 euro 2.304 euro 605.794 euro
Tussenkomsten voor internationale studenten Internationale studenten die tijdelijk in België verblijven voor de duur van hun studies komen enkel in aanmerking voor niet-structurele hulp in noodsituaties. Dit zijn situaties die tijdelijk zijn, niet konden worden voorzien en niet te wijten zijn aan de schuld van de student. De wetgeving laat niet toe om aan internationale studenten met structurele financiële problemen tussenkomsten te verlenen. Ieder jaar zijn er nochtans studenten met een structureel probleem, bv. omdat ze hun verblijfsrecht hebben bekomen op basis van een tenlasteneming door een borg die uiteindelijk niet blijkt tussen te komen. Of omdat hun (buitenlandse) beurs te laag of reeds afgelopen is, en die – tevergeefs – bij de Sociale Dienst aankloppen voor de financiering van hun studie- en leefkosten. 19
4
Het Comité Studiefinanciering kende volgende tussenkomsten toe aan internationale studenten van de KU Leuven: SOORT TUSSENKOMST 5 algemene toelagen 11 leningen korte termijn 10 toelagen voor psychomedische kosten Totaal Deze studenten komen vaak in het zwart werkcircuit terecht en lopen grotere studievertraging op. De Sociale Dienst vraagt daarom dat in de informatiebrochures en websites voor toekomstige internationale studenten veel meer aandacht wordt besteed aan de leefkosten in België en aan de noodzaak om over voldoende financiële middelen te beschikken.
4.1.3 Bijzondere activiteiten en gebeurtenissen – Zoektocht naar vernieuwde criteria voor steunverlening Tijdens het hele academiejaar 2010-2011 kwam een werkgroep bijeen over de criteria van de Sociale Dienst voor het toekennen van financiële tussenkomsten aan minvermogende studenten. Op de Raad voor Studentenvoorzieningen van 1 juli 2010 was hiertoe groen licht gegeven. De bedoeling van deze werkgroep is drievoudig: 1) het opstellen van criteria voor het toekennen van financiële tussenkomsten in de vorm van een rechtvaardig en hanteerbaar model, dat de Sociale Dienst toelaat de verschillende vragen van studenten gelijkwaardig te behandelen en toch rekening te houden met de concrete situatie van iedere student; 2) het verduidelijken en motiveren van de keuzes die daarbij worden gemaakt; 3) het neerschrijven van het geheel in een draaiboek.
20
AANTAL STUDENTEN 4 10 9
BEDRAG 2.360 euro 6.686 euro 2.973 euro 12.019 euro
De eerste vergaderingen waren vooral verkennend, waarbij is stilgestaan bij het doel van financiële tussenkomsten, de knelpunten van de huidige werkwijze en het verschil tussen studie- en leefkosten. Verschillende modellen van andere sociale diensten werden vergeleken en geëvalueerd. Vervolgens werd dieper ingegaan op twee modellen voor het beoordelen van minvermogendheid, nl. het model van de OESO, waarbij het gezinsinkomen wordt vergeleken met de Europese Armoedegrens en de budgetstandaard, zoals recent uitgewerkt door B. Storms van de KH Kempen. De werkgroep heeft de keuze gemaakt voor het eerste model, omdat dit tegelijk een eenvoudige, efficiënte en rechtvaardige manier van werken is. De werkzaamheden van de werkgroep worden verdergezet in het academiejaar 2011-2012, met het verder invullen en concretiseren van het nieuwe model en het maken van de nodige simulaties. De eindtekst moet klaar zijn op het einde van dat academiejaar, om te implementeren vanaf het academiejaar 2012-2013.
Studentenadviesdiensten
4.2 Juridische Dienst Studenten 4.2.1 Onze dienst – Gespecialiseerd advies op afspraak De Juridische Dienst Studenten is een tweedelijnsdienst. Studenten kunnen enkel op afspraak langskomen via eigen contactname per mail of na doorverwijzing door een andere dienst binnen Studentenvoorzieningen. Er wordt gespecialiseerd advies verstrekt, voornamelijk over het sociaal-juridisch statuut van de student, stages en procedures.
4.2.2 Gegevens betreffende de dienstverlening A. WIE CONTACTEERDE DE JURIDISCHE DIENST STUDENTEN IN HET ACADEMIEJAAR 2010-2011? NATIONALITEIT Belg EU-student Niet-EU Ander verblijfsstatuut Niet geregistreerd CONTACTNAME DOOR Student zelf Dienst onderwijsinstelling Andere (ouders, relatie) SOORT CONTACTNAME Bezoek aan de dienst Telefonisch Per e-mail
2010-2011 712 63 150 23 144 2010-2011 605 413 74 2010-2011 82 557 453
2009-2010 711 60 221 31 108 2009-2010 729 326 76 2009-2010 160 610 361
21
4
B. WAARVOOR WERD DE JURIDISCHE DIENST STUDENTEN GECONTACTEERD? - STUDIESTAGES AAN DE TOP Tijdens de consultaties werden er 1.185 vragen gesteld, hoofdzakelijk over de volgende thema’s: INHOUD VAN DE VRAGEN Verblijfsrecht in België Stage Sociaal-juridisch statuut student Studiefinanciering Studeren als werknemer Studiegeld Studeren als uitkeringsgerechtigde werkloze Onderwijs- en examenrecht Verzekeringen De aard van de vragen is vergelijkbaar met die van het vorige academiejaar. De sterke daling van de vragen over het verblijfsrecht in België heeft te maken met het feit dat eind 2009 een regularisatiecampagne liep waarvoor een aanzienlijke groep studenten de Juridische Dienst Studenten had geraadpleegd. De vragen die in het academiejaar 2010-2011 werden gesteld over het verblijfsrecht betreffen meestal de mogelijkheid om na de studies in België te kunnen blijven, met een ander verblijfsstatuut. Al enkele jaren is er een groot aantal vragen over studiestages, zowel van studenten zelf over meestal betreffende vrije studiestages, als van faculteiten, voornamelijk over het stagecontract, de duur van de stage en de welzijnsaspecten. Hetzelfde geldt voor de vragen over de mogelijkheid om studies te combineren met arbeid, werkloosheidsuitkeringen, leefloon en de daaraan gerelateerde vragen, over opleidingscheques, betaald educatief verlof en andere verlofstelsels. Vooral de faculteiten hebben vragen over betaald educatief verlof. Voor de vragen over het onderwijsen examenreglement fungeert de Juridische Dienst Studenten als een soort vertrouwenspersoon, waarbij de student de mogelijkheid heeft om te polsen of een bepaalde maatregel van de KU Leuven wel terecht werd genomen en wat de mogelijkheden zijn om beroep aan te tekenen. 22
2010-2011 80 141 124 113 69 79 37 70 40
2009-2010 171 141 103 117 92 59 33 63 32
4.2.3 Bijzondere activiteiten en gebeurtenissen De Juridische Dienst Studenten besteedt veel aandacht aan het verstrekken van algemene informatie over topics betreffende het studentenstatuut. In de eerste plaats door het verzorgen en updaten van webpagina’s, zowel van de Sociale Dienst als van andere diensten. Dit jaar werd volgende informatie in het bijzonder aangepast: belastingen voor internationale studenten, verzekeringen, studieverblijf in het buitenland en gevolgen van heroriënteren. In de tweede plaats door het dieper uitwerken van bepaalde onderwerpen met het oog op het informeren van de adviseurs van de Sociale Dienst en andere diensten. Dit jaar werden volgende thema’s uitgediept: kinderbijslag van de zieke student, de nieuwe wet inzake de objectieve berekening van onderhoudsbijdragen, informele vs formele stopzetting van studies. En vervolgens door het geven van infosessies, bv. dit jaar over het statuut van de uitzendstudent, het statuut van de schoolverlater en aan OCMW’s over het opvolgen van de studievoortgang.
Studentenadviesdiensten De activiteiten van de Jobdienst situeren zich op 3 vlakken: adviesverlening, jobbemiddeling en dossierbeheer van de aan de KU Leuven tewerkgestelde studenten.
4.3 Jobdienst 4.3.1 Onze dienst – All-round dienstverlening voor de jobstudent Studentenarbeid in al zijn aspecten is het werkterrein van de Jobdienst. De activiteiten van de dienst situeren zich op 3 vlakken: adviesverlening, jobbemiddeling en dossierbeheer van de aan de KU Leuven tewerkgestelde studenten. Tot de doelgroep van de dienst behoren de studenten van de KU Leuven en de Leuvense hogescholen waarmee binnen de sociale voorzieningen raamakkoorden zijn afgesloten. Tijdens de schoolvakanties wordt deze groep uitgebreid met de meerderjarige kinderen van personeelsleden, ongeacht de onderwijsinstelling. De dienstverlening wordt georganiseerd vanuit twee cellen, “Jobbemiddeling” en “Jobadministratie”. Waarbij de cel Jobbemiddeling vooral het luik adviesverlening en jobbemiddeling voor zijn rekening neemt en de cel Jobadministratie integraal instaat voor de volledige administratieve afhandeling van het tewerkstellingsdossier en de loonverwerking voor elke student die tewerkgesteld wordt aan de KU Leuven.
Aard contacten 1.600 1.388
1.400
1.228
1.200 1.000
1.011
800
763
600
514
400 200
131 7
0
2
Werkgevers
Studenten n Informatie
n Inschrijving op kantoor
Diensten n Jobs
n Bemiddeling
Daar waar in het verleden face-to-face-advies het dominant adviesmodel was, is dit voor de Jobdienst geëvolueerd naar een overwegend elektronische adviesverlening. Manier van contactname 1,18% 28,07%
15,78%
n Andere n Bezoek n Mail
4.3.2 Wie contacteerde de Jobdienst in het academiejaar 2010-2011? De Jobdienst noteerde voor de cel Jobbemiddeling dit academiejaar 5.044 individuele contacten, waarvan 2.920 met studenten, 1.993 met werkgevers en 131 met diensten.
n Telefoon
54,97%
De traditionele werkwijze waarin veel arbeidstijd wordt geïnvesteerd in permanentie en vrij spreekuur beantwoordt niet langer aan het verwachtingspatroon van de “millenniumstudent” die zijn vragen 24 uur op alle dagen van de week stelt via e-mail en een vlugge en efficiënte afhandeling verwacht. Indien een persoonlijk contact vereist is, verwacht hij dit ‘na afspraak’ te kunnen regelen. 23
4
4.3.3 Adviesverlening Alle basisinformatie is online beschikbaar in Nederlands en Engels. De onderwerpen worden permanent geactualiseerd en meer in de diepte uitgewerkt aan de hand van de meest voorkomende vragen van studenten en werkgevers. 52.738 unieke studentencontacten werden geteld op de algemene beginpagina van de Jobdienst, 43.108 op de Nederlandstalige en 9.630 op de Engelstalige. Daarnaast werden drie folders geactualiseerd: ‘Een studentenjob’, met algemene informatie over studentenarbeid; ‘Student Employment’, een Engelstalige folder met informatie voor internationale studenten en de meer specifieke folder ‘Een studentenjob als zelfstandige’. Er werden 1.905 individuele vragen naar bijkomende informatie gesteld. Deze hadden betrekking op volgende onderwerpen.
24
Arbeidswetgeving Buitenl. studenten Jobadministratie Jobbemiddeling Soc. + fisc. aspecten Statuut Vacaturedatabank Varia Zelfstandig statuut
STUDENTEN WERKGEVERS 90 102 52 12 128 156 441 325 173 37 57 35 9 67 37 24 24 5
DIENSTEN 30 3 24 20 17 18 1 17 1
Studentenadviesdiensten
4.3.4 Jobbemiddeling
KU Leuven-studenten, van wie het hoofdstatuut onmiddellijk kan worden afgeleid uit de inschrijving, kunnen zich online inschrijven en onmiddellijk het beschikbare aanbod raadplegen, zonder verdere tussenkomst van een adviseur.
A. INDIVIDUELE CONTACTEN Zoals blijkt uit vorige grafiek betreffen de meeste informatieve vragen de jobbemiddeling (786).
Voor hogeschoolstudenten en studenten met een bijzonder statuut gebeurt nog een check op de hoofdinschrijving voor de toegang bevestigd wordt.
Bijkomend kwamen nog 1.010 studenten persoonlijk naar de Jobdienst om zich voor het eerst in te schrijven. Een eerste inschrijving bevat standaard basisadvies over de werking, een check op het statuut van de student en het beantwoorden van de eerste vragen van deze student met betrekking tot studentenarbeid. 38% van de werkgevers biedt zijn job nog aan via een individueel contact en gebruikt dit moment tevens voor het inwinnen van aanvullende informatie met betrekking tot studentenarbeid of de recentste wetswijzigingen. B. DATABANK STUDENTENJOBS De meeste studenten maken rechtstreeks gebruik van de online beschikbare Databank Studentenjobs.
In 2010-2011 waren 9.392 studenten ingeschreven in de Databank Studentenjobs. Studenten raadpleegden de Databank 74.907 keer, werkgevers 2.328 keer. Voor de 1.228 aangeboden jobs werden minstens2 3.693 studenten gezocht. Alle beschikbare jobs worden online kenbaar gemaakt. De jobs worden in toenemende mate door de werkgever zelf ingevoerd. 2 Voor 45 jobs werd een onbegrensd aantal studenten gezocht.
Ingeschreven studenten volgens onderwijsinstelling ONDERWIJSINSTELLING KU Leuven Leuvense hogeschoolstudenten (raamakkoord) Associatie Andere Totaal
2009-2010 8.246 784 86 132 9.248
2010-2011 8.305 921 28 138 9.392
VERSCHIL IN % 0,7 17,5 -32,6 4,5 1,6
Jobaanbod volgens type werkgever
Bedrijven KU Leuven Particulieren Totaal
TOTAAL AANGEBODEN JOBS 2010-2011 % 711 58% 299 24% 218 18% 1.228 100%
ONLINE INGEVOERD DOOR WERKGEVER 2010-2011 502 66% 196 26% 64 8% 762 100% 25
4
4.3.5 Studentenarbeid binnen KU Leuven zelf
4.3.6 Doelgroepenbeleid
De KU Leuven stelt zelf heel wat jobstudenten te werk. De volledige opvolging van deze personeelsadministratie gebeurt sinds 1998 vanuit de Jobdienst. Studentenvoorzieningen ontvangt hiervoor een administratiekost.
De algemene dienstverlening van de Jobdienst vormt de ruggengraat van een op maat gesneden dienstverlening voor de specifieke doelgroepen. A. DE SOCIALE PRIORITEITSSTUDENT
In 2010-2011 werden 1.255 verschillende jobstudenten tewerkgesteld. Samen presteerden ze 184.780 werkuren of een equivalent van 107 VTE, voor een totale kostprijs van 2.575.268 euro. Voor deze groep werden 2.340 contracten opgesteld en 4.567 prestatiestaten verwerkt. Studenten genereren hiermee allen samen een brutoloon van 1.944.453 euro. De grootste groep studenten is tewerkgesteld binnen de groep Humane Wetenschappen. Studentenbeleid stelt zelf 9% of 117 studenten tewerk. De procedures die van toepassing zijn voor de tewerkstelling van jobstudenten binnen KU Leuven zijn te vinden op intranetpagina’s. Voor de jobstudenten zelf zijn aparte informatieve pagina’s ter beschikking, waarop 8.008 unieke hits werden genoteerd. Aanvullende vragen worden meestal telefonisch of via mail beantwoord. Deze vragen worden niet individueel geteld.
In structurele samenwerking met de Sociale Dienst wordt jobprioriteit voorzien als een van de mogelijke tussenkomsten vanuit het Comité Studiefinanciering. Dit kan aanvullend bij andere hulpverlening of op zichzelf staand toegekend worden. Voor deze groep voorziet de Jobdienst altijd een intakegesprek waarna individuele jobbegeleiding wordt voorzien indien nodig. Deze groep krijgt regelmatig een beperkte voorsprong in tijd om te solliciteren voor bepaalde vacatures. Zij worden hierover geïnformeerd via e-mail. De meeste van deze studenten vallen onder de noemer ‘minvermogende student’. In 2010-2011 werd aan 40 studenten jobprioriteit toegekend (waarvan 26 KU Leuven-studenten). Ten minste 22 van deze studenten vonden één of meerdere jobs via deze actieve jobbegeleiding. 18 studenten ervan werden tewerkgesteld aan de KU Leuven en verdienden hiermee 45.824 euro.
In 2010-2011 werden 1.255 verschillende jobstudenten tewerkgesteld.
26
Studentenadviesdiensten
B. DE INTERNATIONALE STUDENT
C. DE STUDENT MET EEN FUNCTIEBEPERKING
In 2010-2011 waren er 956 internationale studenten ingeschreven bij de Jobdienst waarvan 870 aan de KU Leuven studeerden en 68 aan één van de hogescholen waarmee een raamakkoord is afgesloten.
In een structurele samenwerking met de zorgcoördinatoren van de Cel Studeren met een Functiebeperking wordt vanuit de Jobdienst gezocht naar studenten die als pedagogische hulp voor medestudenten kunnen ingezet worden.
De meeste internationale studenten zijn niet-Nederlandstalig terwijl het jobaanbod zich overwegend richt naar studenten die minstens de basis van de taal beheersen. Hierdoor is slechts 16% van het jobaanbod toegankelijk voor internationale studenten. Voor studenten van buiten de EER wordt de toegang tot het aanbod nog bijkomend bemoeilijkt door het laattijdig bekomen van een geldige verblijfstitel en de verplichting tijdens het academiejaar tot het hebben van een arbeidskaart C.
Er werden 13 jobstudenten ingeschakeld voor 12 studenten met een functiebeperking. Deze jobstudenten presteerden samen 402 uren.
KU Leuven stelde zelf 196 internationale studenten tewerk, 122 hadden hiervoor een arbeidskaart nodig. Gezien de groeiende internationalisering zal het uitbreiden van het jobaanbod voor deze doelgroep een van de belangrijkste werkpunten voor de komende jaren zijn.
De Jobdienst staat naast de rekrutering van de kandidaten ook in voor de administratieve opvolging van deze prestaties. D. ANDERE GROEPEN De studenten van Groep T, KH Leuven en het Lemmensinstituut3 hebben in het kader van raamakkoorden toegang tot de volledige dienstverlening van de Jobdienst. Uit deze onderwijsinstellingen schreven 921 studenten zich in op de Databank Studentenjobs, 85 van hen werden tewerkgesteld als jobstudent binnen KU Leuven. Meerderjarige kinderen van KU Leuven-personeelsleden hebben zonder beperking van onderwijsinstelling ook toegang tot de jobinformatie van de Jobdienst. 139 studenten gaven aan tot deze groep te behoren, 59 onder hen studeerden noch aan de KU Leuven, noch aan de Leuvense hogescholen waarmee een raamakkoord bestaat.
3 Er is een uitgebreider jaarverslag over deze doelgroep beschikbaar bij de Jobdienst KU Leuven.
27
4
4.4 Dienst Studieadvies 4.4.1 Onze dienst – Kwalitatieve studiebegeleiding van instroom tot uitstroom
In toenemende mate proberen studenten van de Associatie KU Leuven ook jobs te zoeken via de Jobdienst. Aangezien structurele afspraken hierover op Associatieniveau tot op vandaag ontbreken, worden deze studenten enkel ingeschreven in functie van een concrete job binnen de KU Leuven waarvoor zij omwille van specifieke vaardigheden of vooropleiding in aanmerking komen. Dit jaar waren 28 studenten uit de Associatie KU Leuven ingeschreven op de Jobdienst.
4.3.7 Bijzondere activiteiten en gebeurtenissen Aanvullend op de dagelijkse werking werkte de Jobdienst dit jaar mee aan structureel overleg met betrekking tot de nieuwe wetgeving studentenarbeid. De Jobdienst verzorgde in december 2010 als spreker een workshop rond studentenarbeid ingericht door VIP-jeugd (Vlaams Informatiepunt Jeugd) en bedoeld voor jeugdinformatieverstrekkers.
28
De Dienst Studieadvies heeft als opdracht het ondersteunen van het studietraject van KU Leuvenstudenten vanaf het moment van instroom tot en met het moment van uitstroom. Dit omvat zowel universiteitsbrede studietrajectbegeleiding als vakoverschrijdende leerprocesbegeleiding. Deze dienstverlening richt zich naar alle KU Leuven-studenten. Daarnaast wordt bijzondere aandacht besteed aan de studiebegeleiding voor studenten met een lichamelijke of psychiatrische functiebeperking of leerstoornis, voor internationale studenten en voor studenten met een multi-culturele achtergrond. De Dienst Studieadvies richt zich ook naar toekomstige studenten. Via een samenwerkingsakkoord met Groep T kunnen ook studenten van deze hogeschool gebruik maken van bepaalde diensten van de Dienst Studieadvies. De Dienst Studieadvies is tevens een aanspreekpunt voor zowel facultaire studie(traject)begeleiders als voor studiekeuzebegeleiders uit het secundair onderwijs.
4.4.2 Algemene werking Het onthaal van de Dienst Studentenvoorzieningen vervult een belangrijke functie als eerste aanspreekpunt voor de Dienst Studieadvies. Alle aanvragen voor studiedocumentatie zowel van toekomstige studenten als van studenten worden beantwoord via het onthaal. 6.144 studenten werden vanuit het onthaal verder doorverwezen voor één of meerdere individuele contacten met één van de adviseurs van de dienst. In totaal werden 7.017 gesprekken geregistreerd.
Studentenadviesdiensten
Na een stabilisatie vorig jaar betekent dit opnieuw een stijging van het aantal studenten dat contact opnam (+6%). Op iets langere termijn (vergeleken met het academiejaar 2006-2007, vijf jaar terug) is deze stijging nog meer uitgesproken (+ 27% voor de contacten). Tijdens alle periodes van het academiejaar nemen toekomstige studenten en studenten contact op met de Dienst Studieadvies. Piekperiodes zijn echter februari-mei en de periode juli t.e.m. oktober.
Soort opleidingen 11%
1% 31%
15%
12%
11%
30%
n Geen diploma sec. ond. n Secundair onderwijs n Professionele bacheloropleiding n Academische bacheloropleiding n Masteropleiding n Onbekend (of nvt)
17% n n n n 36%
Spreekuur Afspraak Mail Telefoon
36%
4.4.3 Werking naar toekomstige studenten 2.268 toekomstige studenten contacteerden de Dienst Studieadvies voor vragen i.v.m. hun toekomstig studietraject aan de KU Leuven. De grootste groep van hen (31%) zijn studenten uit het laatstejaar secundair onderwijs, met vragen i.v.m. de inhoud van studieprogramma’s, geschiktheidseisen of met vragen die te maken hebben met de ondersteuning van het studiekeuzeproces zelf.
576 (d.i. 25%) van deze toekomstige studenten had een niet-Belgische nationaliteit. Opvallend is ook de grote groep van toekomstige studenten die contact opneemt met de Dienst Studieadvies omwille van: • het willen combineren van studies met werk (346 of 15% van het totale aantal vragen van toekomstige studenten), • praktische aspecten verbonden met de studiekeuze (cursusmateriaal, lesroosters, e.d.) (246 of 11% van het totaal aantal vragen van toekomstige studenten) • vragen die verband houden met het Onderwijs- en examenreglement (o.a. leerkrediet) (129 of 5,5% van het totaal aantal vragen van toekomstige studenten). I.f.v. de ondersteuning van dit studietraject van toekomstige studenten was de Dienst Studieadvies ook vertegenwoordigd op alle SID-In-beurzen en werd ook voorzien in diverse infostands op alle infodagen van de KU Leuven. Tevens werd vanuit de Dienst Studieadvies deelgenomen aan andere verschillende beurzen.
29
4
Daarnaast werden toekomstige studenten ook via een aantal interactieve groepssessies begeleid. In het kader van de Start-to-Study avonden van de Dienst Communicatie werd via een workshop of debat meegewerkt aan enkele info-avonden. Tevens werden een aantal workshops voorzien tijdens de Open Lesweek in februari 2011.
4.4.4 Werking naar studenten van KU Leuven De vragen van studenten die reeds waren ingeschreven aan de KU Leuven omvatten enerzijds informatie- en adviesvragen die hen ondersteunen bij keuzes die ze kunnen maken tijdens hun studietraject en anderzijds vragen naar een persoonlijke begeleiding bij heroriëntering of het uitwerken van een efficiënte studieaanpak. A. STUDIETRAJECTINFORMATIE Tijdens het academiejaar 2010-2011 contacteerden 2.332 studenten de Dienst Studieadvies voor studie-informatievragen. Wat betreft de aard van de vraag komen we tot volgende verdeling: VRAGEN NAAR BIJKOMENDE STUDIEINFORMATIE Studie-informatie i.v.m. opleidingen in de eigen faculteit Studie-informatie i.v.m. opleidingen uit andere faculteit Informatie i.v.m. studieaanbod andere Vlaamse universiteit/hogeschool Informatie i.v.m. studieaanbod Franstalige universiteit/hogeschool Andere of onbekend VRAGEN I.V.M. AANBOD QUA STUDIEBEGELEIDING Studiekeuze / heroriëntering Studiemethode / studievaardigheden Zwakke examenresultaten Studievoortgang Studieplanning Faalangst / stress Andere of onbekend VRAGEN I.V.M. STUDEREN IN HET BUITENLAND Buitenland algemeen Landen- en beurzeninfo Uitwisselingsakkoorden Buitenlandse onderzoekservaring Stage Vakantiecursus Andere VRAGEN I.V.M. ONDERSTEUNING VAN HET STUDIEKEUZEPROCES VRAGEN I.V.M. ARBEIDSMARKT EN TEWERKSTELLING ANDERE 30
48,5% 37,7% 38,3% 4,4% 0,7% 19,2% 26,8% 35,9% 16,6% 14,1% 11,6% 6,4% 1,6% 14% 11,8% 13,8% 63,3% 4,9% 3,9% 7,1% 2,1% 3,2% 6,7% 5,4% 0,7%
Studentenadviesdiensten
Vragen i.v.m. studietrajectinformatie komen van studenten uit alle faculteiten KU Leuven. In verhouding tot het relatieve studentenaandeel doen studenten uit faculteiten Economie en Bedrijfswetenschappen, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid en Sociale Wetenschappen meer dan gemiddeld beroep op de Dienst Studieadvies. Proportioneel krijgen we minder vragen van studenten uit de faculteiten Farmaceutische Wetenschappen, Theologie en Religiewetenschappen, Ingenieurswetenschappen en Geneeskunde. B. STUDIEBEGELEIDING EN HERORIËNTERING Naast studie-informatie biedt de Dienst Studieadvies ook studiebegeleiding aan (zowel niet-vakspecifieke leerprocesals trajectbegeleiding in functie van heroriëntering).Deze begeleiding is complementair t.a.v. de begeleiding die voorzien wordt door facultaire studiebegeleiders. Studenten worden door monitoren en facultaire studietrajectbegeleiders doorverwezen of komen op eigen initiatief. Tijdens het academiejaar 2010-2011 werden 1.192 studenten begeleid. Het totaal aantal gesprekken bedroeg 2.065. Volgende problematieken kwamen aan bod: 53,4% van de begeleide studenten waren generatiestudenten, 23,2% studeerde in één van de verdere studiefases van de bacheloropleiding, 9,1% in de masteropleiding, terwijl 2,9% van de begeleide studenten een schakel- of voorbereidingsprogramma volgde. Ook voor deze studiebegeleidingsvragen zijn studenten uit alle faculteiten KU Leuven vertegenwoordigd. In verhouding tot het aandeel van de faculteiten in de totale studentenpopulatie stellen we vast dat vooral studenten uit de faculteiten Bewegings- en Revalidatiewetenschappen, Farmaceutische Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid en Psychologie en Pedagogische Wetenschappen meer dan gemiddeld beroep doen op begeleiding door de Dienst Studieadvies, terwijl het omgekeerde patroon wordt vastgesteld voor studenten uit de faculteiten Geneeskunde, Theologie en Religiewetenschappen en Ingenieurswetenschappen. PROBLEMATIEKEN STUDIEBEGELEIDING EN HERORIËNTERING Studiekeuze heroriëntering Studiemethode / studievaardigheden Studieplanning / uitstelgedrag Bespreking examenresultaten Faalangst / Stress Twijfel rond haalbaarheid van het studieprogramma Planning Bachelor- / Masterproef Multiculturele aanpassing / Culture shock Andere problematiek
37,2% 25,1% 15,1% 8,7% 4,1% 2,9% 1,7% 1,3% 4%
31
4
Naast individuele begeleiding werd ook een groepsgericht aanbod georganiseerd waarbij studenten in kleine groepen hun studie- en planningsvaardigheden verbeteren (‘Doelgericht studeren’ - en ‘Studiemanagement’). Samen met de faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen werd ook gestart met een programma ‘Start to Study’, waarbij deze trainingen over studievaardigheden op de faculteit zelf werden georganiseerd. Voor studenten die nood hadden aan heroriënteringsadvies werd een nieuwe training “Het kompas weer in de juiste richting” uitgewerkt en aangeboden. Specifieke aandacht werd besteed aan de studiebegeleiding voor internationale studenten. Via de website, infosessies, een infostand tijdens de Orientation Days en via de organisatie van een infosessie i.v.m. voorbereiding op de examens werden studenten geïnformeerd m.b.t. onderwijsomgeving en -verwachting. Voor deze groep studenten werden ook workshops voorzien i.v.m. “Time management and study approach” en i.v.m. “Master thesis and presentation techniques”. Het begeleidingsproject dat zich richt naar studenten met een multi-culturele achtergrond en dat vorig academiejaar werd opgestart, werd verder gezet. Op basis van de inschrijvingsgegegevens worden allochtone studenten expliciet uitgenodigd voor een intakegesprek. Tijdens het academiejaar worden de studenten die instappen in het programma zowel via groepstrainingen als via individuele coachingsmomenten intensief begeleid. De focus ligt daarbij op het ontwikkelen van metacognitieve studievaardigheden (studiemethode, -planning, taalondersteuning, …).
Tijdens het academiejaar 2010-2011 startten 33 studenten in dit coachingstraject. Op het einde van het academiejaar 2010-2011 werd het project geëvalueerd. Tijdens het academiejaar 2011-2012 wordt een verlenging voorzien in het kader van het Aanmoedigingsfonds. C. WERKING NAAR BIJNA-AFGESTUDEERDEN De registratiegevens van de individuele gesprekken met bijna-afgestudeerden werden voordien reeds vermeld. Om deze groep te informeren en te adviseren, zowel m.b.t. verdere opleidingsmogelijkheden in binnen- en buitenland als m.b.t. hun instap op de arbeidsmarkt werden voor deze groep daarnaast verschillende initiatieven georganiseerd. M.b.t. ‘Verder studeren in het buitenland’ kunnen studenten gebruik maken van de mediatheek van de Dienst Studieadvies en kunnen ze er ook terecht voor individueel advies. Daarnaast werden infosessies zoals ‘Verder studeren in het buitenland: hoe begin je eraan?’ en “Success in the US” georganiseerd. Samen met International Office werd opnieuw een Buitenlanddag op touw gezet met een uitgebreide infomarkt en een tiental infosessies waar studenten hun mogelijkheden voor een buitenlandervaring konden verkennen. Zo’n 850 studenten namen deel aan de Buitenlanddag van 27 oktober 2010. Zowel via de website als via persoonlijke gesprekken werd ook informatie en advies voorzien i.v.m. beurskanalen voor verdere studies in het buitenland (Belgian American Education Foundation, Fulbright, Collegio dei Fiamminghi, Vlaamse Gemeenschap,…). Voor informatie i.v.m. ’verder studeren in België’ kunnen studenten altijd terecht bij de Dienst Studieadvies.
32
Studentenadviesdiensten
In dit kader werden ook volgende activiteiten georganiseerd.
Daarnaast werd ook specifieke informatie voorzien tijdens o.a. de Jobinfodag, tijdens de WanaBa-beurs die in het kader van de Associatie KU Leuven werd georganiseerd en op informatiesessies die georganiseerd werden door studentenkringen en faculteiten. Laatstejaarsstudenten worden op diverse manieren voorbereid op hun latere beroepsloopbaan. Hiervoor kunnen ze zowel terecht bij de centrale Dienst Studieadvies als bij een aantal facultaire loopbaanbegeleiders. De website ‘Wegwijs arbeidsmarkt’ (www.kuleuven.be/arbeidsmarkt) wordt door de Dienst Studieadvies onderhouden.
• De Jobinfodag richt zich naar alle laatstejaarsstudenten uit alle studierichtingen KU Leuven en werd georganiseerd op 1 maart 2011. 1.263 laatstejaars registreerden hun CV op de CD-ROM die naar aanleiding van deze Jobinfodag werd aangemaakt en ruim 1.500 studenten bezochten de beurs. • Infosessies over tewerkstelling binnen verschillende sectoren: avonden in verband met werken in de culturele sector, werken bij de overheid, werken in diplomatie, EU en VN-instellingen, werken bij de media en werken in een ontwikkelingsland. Afhankelijk van de specifieke avond namen tussen 100 en 450 studenten hieraan deel. Op de avond in verband met werken in diplomatie, EU en VN-instellingen werd de informatie in verband met EU en VN ook in het Engels gepresenteerd voor internationale studenten. • De KU Leuven vacaturedatabank blijft functioneren als contactpunt tussen werkgevers en laatstejaarsstudenten voor het doorgeven van vacatures. Bedrijven kunnen op deze databank informatie plaatsen over vacatures en stage-aanbiedingen. Laatstejaarsstudenten, alumni en doctoraatsstudenten kunnen op deze databank hun CV plaatsen. Tijdens het academiejaar 2010-2011 werden 2.657 vacatures en 73 stage-aanbiedingen online geplaatst. Momenteel zijn 5.407 werkgevers p deze databank geregistreerd. • Voor de sollicitatietraining ‘Eerste Hulp bij Solliciteren’ werden 6 groepen georganiseerd. • Werken in het buitenland: in samenwerking met de EURES-consulent van VDAB werden 4 infomomenten georganiseerd m.b.t. met werken in Europa.
33
4
D. ONDERSTEUNING FACULTAIRE STUDIETRAJECTBEGELEIDERS
n
Via een project van het sectoraal vormingsfonds werden tijdens het academiejaar 2010-2011 ook vormingsactiviteiten uitgewerkt voor facultaire studietrajectbegeleiders. Deze vormingsreeks omvatte verschillende initiatieven.
• Infosessie met voorstelling van het aanbod van de diverse studentgerichte diensten. Thema’s die in de sessies aan bod komen zijn: - kennis van basisterminologie - vertrouwdheid met studentendiensten binnen KU Leuven - overleg en samenwerking met collega’s studietrajectbegeleiders en met centrale studentendiensten informatie i.v.m. manier van doorverwijzen
n
Vormingsinitiatieven voor alle studietrajectbegeleiders:
• E-nieuwsbrief: deze nieuwsbrief wordt 6 maal per jaar verstuurd aan 200 studietrajectbegeleiders aan de KU Leuven. • Studienamiddag: ‘Ik kies voor mijn talent’. • Workshops met concrete tools i.v.m. leerprocesbegeleiding en studietrajectbegeleiding. • Infosessie voor Studietrajectbegeleiders m.b.t. het organiseren van niet-bindend studieadvies (i.s.m. Sociale Dienst, Dienst Onderwijsbeleid, Studentenadministratie). • Webpagina’s met basisinformatie die relevant is voor studie(traject)begeleiders. • Webpagina heroriëntering. De pagina i.v.m. heroriënteringsmogelijkheden binnen de associatie KU Leuven werd geactualiseerd. • Studiedag ‘Levenslang Kiezen’ (i.s.m. de werkgroep Studie- en Studentenbegeleiding van de Associatie KU Leuven). • Vorming op maat. Op vraag van de studiebegeleiders uit de Rechtsfaculteit werd een vormingsmoment uitgewerkt m.b.t. begeleiding van studenten op het vlak van vakoverstijgende studievaardigheden.
n
Vormingsinitiatieven voor nieuwe studie(traject)begeleiders:
Vormingsinitiatieven voor ervaren studie(traject)begeleiders:
• Training gespreksvaardigheden: ‘Motiverende gesprekstechnieken’. (i.s.m. het Psychotherapeutisch Centrum en de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen) • Overlegplatforms voor studie(traject)begeleiders Studievaardigheden van studenten bijsturen n
Vormingsinitiatieven voor examenombudsen:
• Infosessie examenombudsen • Overlegplatform voor examenombudsen Volgende thema’s kwamen aan bod: - vervroegde examenplanning - hoe kunnen examenombudsen extra ondersteund worden in hun bemiddelingstaken? n
Ontwikkelen vormingsbeleid
• Een voorstel voor visietekst i.v.m. de vorming die noodzakelijk is om de studie- en studentenbegeleiding op een kwalitatieve manier te kunnen uitbouwen, werd opgemaakt.
34
Studentenadviesdiensten
• Samen met de WG Studie- en Studentenbegeleiding van de Associatie KU Leuven werd een inventaris gemaakt m.b.t. de diverse formats qua vormingsinitiatieven voor studie(traject)begeleiders. Dit overzicht kan door de diverse associatiepartners gebruikt worden als inspiratiebron voor het uitwerken van eigen vormingsinitiatieven.
4.5 Cel Studeren met een Functiebeperking 4.5.1 Onze dienst - Organisatie De Cel Studeren met een Functiebeperking (verder de Cel genoemd) staat in voor de erkenning en de begeleiding van studenten met een functiebeperking aan KU Leuven. Studenten die gebruik wensen te maken van onderwijsen/of examenfaciliteiten of beroep wensen te doen op bepaalde andere faciliteiten zoals omkaderd wonen, moeten eerst erkend worden door de Cel. Na de erkenning volgt een assessment waarbij de knelpunten van de student die gekoppeld zijn aan zijn functiebeperking afgewogen worden ten opzichte van de opleidingsvereisten en de haalbaarheid van redelijke aanpassingen in de faculteit. Dit resulteert in een advies op maat over de inzet van redelijke aanpassingen gericht aan de beslissende actoren. De Cel volgt de studenten met een functiebeperking op, staat in voor de zorgcoördinatie in samenwerking met andere diensten van Studentenvoorzieningen en oefent vaak een schakelfunctie uit tussen de student en de faculteit. Daarnaast draagt de Cel actief bij aan meerdere overlegstructuren om KU Leuven toegankelijker te maken voor alle studenten en op die manier steeds verder te werken aan inclusief onderwijs.
Een prioriteit tijdens het academiejaar 2010-2011 was werken aan de kwaliteitszorg van de procedures binnen de Cel en het verbreden van het draagvlak binnen de instelling. Ook op het vlak van digitale toegankelijkheid werden belangrijke realisaties geboekt.
4.5.2 Nadruk op kwaliteitszorg en draagvlak De laatste vijf jaar is het aantal geregistreerde studenten met een functiebeperking aan KU Leuven ongeveer verdrievoudigd, wat vooral te wijten is aan de toename van studenten met een leerstoornis of een psychiatrische beperking. In academiejaar 2010-2011 werden in totaal 1.009 studenten met een functiebeperking erkend door de Cel. Het is duidelijk dat een succesvolle dienstverlening voor deze grote aantallen pas kan slagen als er ook een breed draagvlak is binnen de universiteit. Om deze redenen heeft de Cel in het academiejaar 2010-2011 een sterke focus gelegd op de kwaliteitszorg van haar reguliere werking (project kwaliteitszorg gefinancierd door de Raad voor Studentenvoorzieningen).
35
4 In academiejaar 2010-2011 werden in totaal 1.009 studenten met een functiebeperking erkend door de Cel.
FUNCTIEBEPERKING Motorische functiebeperking Auditieve functiebeperking Visuele functiebeperking Chronische ziekte Psychiatrische functiebeperking (waarvan 261 studenten met een ontwikkelingsstoornis zoals AD(H)D en autismespectrumstoornis en 69 andere psychiatrische functiebeperkingen) Meervoudige functiebeperking Overige functie-uitval Leerstoornis Totaal A. VERNIEUWDE REGISTRATIE- EN ASSESSMENTPROCEDURE Het beleidskader voor het verlenen van faciliteiten aan studenten werd reeds in 2009 uitgewerkt in de nota “Onderwijs en diversiteit: faciliteiten voor doelgroepstudenten” (Academische Raad, 6 juli 2009). Om de procedures rond registratie en assessment van studenten met een functiebeperking verder te expliciteren werd in maart 2011 een ad-hoc werkgroep samengesteld. De werkwijze binnen de Cel is gebaseerd op het VLOR-model4 voor registratie van studenten met een functiebeperking. De werkgroep heeft de huidige interne procedures rond aanmelding, registratie en erkenning, assessment, aanvraag en toekenning van examenfaciliteiten op een heldere manier beschreven en verfijnd. Hierbij wordt per functiebeperking telkens opgesomd welke (medische) documentatie de student moet aanleveren, welk instrumentarium de zorgcoördinator hanteert tijdens de procedure en welke experten geconsulteerd worden voor advies. Er wordt ook aandacht besteed aan timing en deadlines, aan de rol van behandelend, adviserend en toezichthoudend arts en aan mogelijke doorverwijzing van de student.
36
2010-2011 37 25 35 118 330
62 16 386 1.009
Dit alles heeft geresulteerd in een draaiboek van de kernprocedures van de Cel dat in februari 2012 voorgesteld werd op de Raad voor Studentenvoorzieningen. De kernprocedures omschreven in het draaiboek consolideren de huidige manier van werken van de Cel, met uitzondering van een aantal wijzigingen die ingaan vanaf academiejaar 2012-2013, waarvan de belangrijkste zijn: 1) Het standaard VLOR-formulier dat ingevuld dient te worden door de bevoegde instantie of expert met het oog op attestering werd standaard uitgebreid met een luik B waarbij de impact op de schoolse activiteiten aangegeven moet worden. 2) Er wordt gewerkt met een basisset van vier examenfaciliteiten voor studenten met dyslexie: - Een derde meer tijd - Geen rekening houden met spellingsfouten - Gebruik maken van voorleessoftware of voorleesfaciliteiten - Examenspreiding binnen de zittijd 3) De toekenning voor de examenfaciliteiten gebeurt aan de hand van een facultaire refertelijst (cfr. punt b). 4 ‘Handleiding registratie studenten met een functiebeperking en bijhorende formulieren’, Raad Hoger Onderwijs, 8 juni 2009
Studentenadviesdiensten
In het voorjaar van 2012 is een informatieronde gepland door de vicerector Diversiteit op alle faculteitsraden. Het is de bedoeling om de registratie- en assessmentprocedure en het concept van de refertelijst toe te lichten met het oog op draagvlak creëren bij het docententeam en medewerkers van de faculteiten. De informatie zal ook toegevoegd worden aan de website van de Cel. B. INTRODUCTIE VAN REFERTELIJSTEN In samenwerking met de Dienst Diversiteitsbeleid en de facultaire Diversiteitsteams is in 2011 een proces gestart om alle redelijke aanpassingen voor examenfaciliteiten die de afgelopen jaren aan de KU Leuven geadviseerd werden, te toetsen op hun haalbaarheid. Het overzicht per faculteit van de aanpassingen en hun niveau van haalbaarheid wordt een facultaire refertelijst genoemd. In een eerste fase (najaar 2010) werd door de Cel een kennismakingsronde met de facultaire aanspreekpunten georganiseerd. In een volgende fase (vanaf het voorjaar 2011) werden de refertelijsten opgesteld op basis van de attesten die in het verleden door de Cel werden uitgeschreven. Per aanpassing werd voor elke faculteit aangegeven of ze (1) haalbaar is, (2) haalbaar is onder beperkende voorwaarden, (3) moeilijk haalbaar is of waarbij er nog geen beperkende voorwaarden werden afgesproken en (4) niet haalbaar is. De haalbaarheid is gebaseerd op inhoudelijke-didactische en/of praktisch redenen en werd waar nodig uitgewerkt tot op het niveau van het opleidingsonderdeel. Vanaf academiejaar 2012-2013 zal de toekenning voor examenfaciliteiten gebeuren aan de hand van deze refertelijsten. De Cel zal standaard alleen de aanpassingen adviseren die door de faculteit als haalbaar werden aangeduid. Voor uitzonderingen en alternatieven zal overlegd worden met het facultaire aanspreekpunt.
Het hanteren van de refertelijst houdt ook in dat een individuele docent en/of ombuds niet meer kan afwijken van het advies redelijke aanpassingen indien dit als haalbaar staat gemarkeerd in de refertelijst. Enkel het facultair aanspreekpunt kan afwijken in samenspraak met de diversiteitsverantwoordelijke. Refertelijsten zijn dynamisch en worden jaarlijks herzien en via het Diversiteitsteam bekrachtigd door de faculteit voor de start van het academiejaar. In de loop van 2012 zal een actieplan opgesteld worden om het instrument van de refertelijsten verder uit te werken. Zo zullen de refertelijsten universiteitsbreed vergeleken worden en zal een dialoog met de faculteiten opgestart worden. Het uiteindelijk doel is om tot een reeks universiteitsbrede haalbare en niet-haalbare aanpassingen te komen. Verschillen tussen faculteiten en opleidingsonderdelen zullen dan enkel nog kunnen mits een objectieve grondslag die van inhoudelijk-didactische en/of praktische redenen kan zijn. C. BEVRAGING DYSLEXIE Naar aanleiding van het opstellen van de facultaire refertelijsten werd in de loop van 2011 een aanvullende bevraging gedaan bij studenten met dyslexie. De reden hiervoor was enerzijds een zorg bij de facultaire actoren over de haalbaarheid van aanpassingen voor studenten met dyslexie, anderzijds was er een discrepantie zichtbaar tussen de geadviseerde faciliteiten en de feitelijke inzet ervan. Er werd nagegaan of de student met dyslexie zelf alle voorgestelde faciliteiten wel nuttig acht. Uit de bevraging bleek dat twee aanpassingen als prioritair werden gezien: 1) Het begrip voor spellingsfouten. 2) Het toekennen van meer tijd op de examens.
37
4
D. INFOFICHES OP HET WEB Om docenten en de facultaire medewerkers beter te informeren over enkele vaak voorkomende functiebeperkingen (dyslexie, ADHD en ASS) werd een infofiche per functiebeperking opgesteld. Hiermee werd gestart in het najaar van 2011. Deze infofiches zijn wetenschappelijk onderbouwd en geven op een beknopte en toegankelijke manier informatie over de functiebeperking (wat houdt het in, wie heeft het, oorzaken, gevolgen, wat kunnen we doen, relevante linken). De infofiches worden aangeboden op de website van de Cel. E. ONTWIKKELING DATABANK De Cel Studeren met een Functiebeperking heeft nood aan een gebruiksvriendelijke database.
Daarnaast werd ook aangegeven dat een optimale spreiding van examens erg belangrijk is. De feitelijke inzet van compenserende ICT op examens lijkt nog zeer beperkt te zijn, maar moet een bijzonder aandachtspunt zijn in de toekomst. Deze faciliteit zou immers de knelpunten die de studenten met dyslexie tijdens het afleggen van examens ervaren, mogelijk voldoende kunnen compenseren om het wegvallen van een aantal van de moeilijker haalbare examenfaciliteiten te ondervangen. Op basis van deze bevraging werd een basisset van vier faciliteiten vastgelegd die ingaan vanaf academiejaar 2012-2013.
38
In 2011 werden de verschillende mogelijkheden onderzocht. Hieruit werd duidelijk dat Obasi op vlak van toepassingen en mogelijkheden zeer sterk tegemoet komt aan de noden van de Cel en bovendien een erg gebruiksvriendelijke interface heeft. In februari 2012 werd beslist om met Obasi in zee te gaan. Wegens de lange wachttijd bij Obasi zal er pas over twee jaar gestart kunnen worden met de ontwikkeling van de databank.
Studentenadviesdiensten
4.5.3 Verder overzicht werking Cel Sinds het tweede semester van academiejaar 2009-2010 werken de zorgcoördinatoren per cluster van faculteiten. Deze facultaire werking werd verder vorm gegeven tijdens het eerste semester van 2010-2011. Zo werd expertise uitgewisseld onder de zorgcoördinatoren, o.a. voor de procedures van het Departement Onderwijs over terugbetaling van onkosten voor kopies van notities van medestudenten, transcripties en tolkondersteuning. Op 10 november 2011 is er een overleg geweest met de Cel Speciale Onderwijsleermiddelen van het Departement Onderwijs om verduidelijking te vragen bij deze procedures. Er werd een verklaring uitgewerkt voor studenten met betrekking tot het vroegtijdig inzetten van financiering van onderwijsleermiddelen. Er werd een samenwerking uitgewerkt tussen de nietgesubsidieerde residenties en de Cel in functie van studenten met een autismespectrumstoornis. Dankzij de financiering van het Aanmoedigingsfonds en de Raad voor Studentenvoorzieningen konden twee verkennende projecten uitgevoerd worden. In het kader van het project ‘Inclusief onderwijs en verankering inclusief beleid’ heeft dr. Helen May op 1 april 2011 een voordracht gegeven over inclusief onderwijs. Een tweede project ‘Wonen op kot voor studenten met een psychiatrische functiebeperking’ werd uitgevoerd in samenwerking met de Dienst Studentenhuisvesting, het MPTC en de Sociale Dienst. De focus van het project was de vraag of er een aparte leef-setting moest gecreëerd worden binnen de KU Leuven voor studenten met een psychiatrische functiebeperking. De conclusie van het project was om dit niet door te voeren, maar te kiezen voor een inclusieve benadering met ondersteuning via zorggroepen.
Net als vorig jaar werden twee infosessies georganiseerd rond uitstroom. • 15 februari 2011: Infosessie werken met een functiebeperking Informatie over werken met een functiebeperking, toegespitst op de werking van GOCI vzw (Centrum voor Gespecialiseerde Opleiding, Begeleiding en Bemiddeling). • 29 maart 2011: Infosessie wonen met een functiebeperking na je studies Een voorstelling van twee diensten in de thuiszorg: Begeleid Wonen Leuven en Landelijke Thuiszorg.
4.5.4 Digitale toegankelijkheid A. OVEREENKOMST ACCO EN UNIVERSITAIRE PERS In oktober 2010 sloot de KU Leuven overeenkomsten af met ACCO en Universitaire Pers Leuven over het aanbieden van digitale leermiddelen voor studenten met een functiebeperking. De uitgeverijen stelden reeds langer digitale versies van cursussen of boeken ter beschikking voor studenten met een visuele functiebeperking, maar deze doelgroep werd nu uitgebreid. Bovendien zijn er nu afspraken dat dit vlot en snel zal gebeuren. Ook zijn er garanties dat de digitale leermiddelen enkel ter beschikking gesteld worden aan studenten met een functiebeperking die erkend zijn door de Cel, het boek aankochten en een overeenkomst over het gebruik van digitale leermiddelen hebben ondertekend. Hiermee worden de belangen van de uitgeverijen én van de studenten met functiebeperking veilig gesteld. In de praktijk krijgen studenten die erkend zijn bij de Cel toegang tot een beveiligde community in Toledo waar ze de digitale leermiddelen die aan hen persoonlijk toegekend zijn, kunnen downloaden.
39
4
B. STUDIEDAG DIGITALE TOEGANKELIJKHEID Op 16 maart 2011 organiseerde de Werkgroep Digitale Toegankelijkheid een studiedag ‘Digitale toegankelijkheid aan de KU Leuven’. Op deze studiedag werden een aantal concrete stappen voorgesteld die de universiteit onderneemt om de studiemogelijkheden van studenten met een functiebeperking te verbeteren. De aandacht richtte zich vooral op de toegankelijkheid van multimedia. Gastspreker was prof. Joachim Klaus van de Universiteit Karlsruhe en winnaar van de Myriam Van Acker award 2010. Tijdens deze studiedag werd de folder ‘Toegankelijke documenten maken. Goede praktijken voor digitale documenten’ voorgesteld. In deze folder worden richtlijnen aangereikt om Word-documenten, PowerPointpresentaties en PDF-documenten op een toegankelijke manier op te stellen. Ook het videoproject ‘Studeren met dyslexie’ werd op deze studiedag gelanceerd. Een derde thema dat tijdens de studiedag aan bod kwam, ging over verrijkte weblectures. C. TOEGANKELIJKHEIDSRICHTLIJNEN VOOR DOCUMENTEN EN MULTIMEDIA Toegankelijkheid van documenten is vaak een probleem voor gebruikers van ondersteunende software. Bij het creëren van een document wordt immers een bepaalde visuele opmaak (fonttype, lettergrootte, vet of cursief, inspringen, lijstjes, witruimte, etc) gepresenteerd aan de gebruiker. Deze opmaak brengt essentiële informatie over die soms verloren gaat bij het gebruik van ondersteunende software waardoor de lezer moeilijker kan navigeren door het document en moeilijk kan inschatten wat belangrijk(er) is en wat niet.
40
De meeste programma’s om documenten of bestanden mee te maken, bieden echter heel wat mogelijkheden om de toegankelijkheid te verhogen. De Werkgroep Digitale Toegankelijkheid heeft de verschillende mogelijkheden op een rijtje gezet, zowel voor Word-documenten, PDF’s, PowerPointpresentaties en multimediabestanden. In juni 2011 werden deze richtlijnen aan meer dan 1.700 universitaire docenten bezorgd met de vraag om ze toe te passen. De richtlijnen zijn ook online te raadplegen. D. VIDEOPROJECT ‘STUDEREN MET DYSLEXIE’ Het videoproject ‘Studeren met dyslexie’ bestaat uit meerdere videomodules. Deze omvatten getuigenissen van studenten en afgestudeerde studenten naast toelichtingen van ombudsen, experten en de vicerector diversiteit. De video’s zijn online te raadplegen als praktijkvoorbeeld van toegankelijke multimedia en kunnen bijdragen aan de noodzakelijke informatie en sensibilisering m.b.t. het thema dyslexie binnen de universitaire gemeenschap.
Studentenadviesdiensten
E. ANDERE ACTIES Binnen het domein van digitale toegankelijkheid werden ook nog volgende acties ondernomen: • In het totaal sloten 71 studenten met dyslexie een overeenkomst af met de Cel voor het gebruik van de compenserende softwarepakketten Sprint en Kurzweil en met 2 studenten voor het gebruik van Dragon. • Het aantal USB-sticks met voorleessoftware werd uitgebreid (10) en er werden extra examenlaptops (11) aangekocht. • Toelichting ICT-hulpmiddelen voor studenten met dyslexie (21 september 2010, 12 oktober 2010, 22 februari 2011). • Toelichting en training over het gebruik van compenserende softwarepakketten Kurzweil en Sprint voor studenten (oktober 2010, maart 2011) en voor de Dienst Studieadvies. • Aanpassen van de flyer dyslexie, gericht op vroege aanmelding van aspirant-studenten. F. INCLUSIEVE DIENSTVERLENING Door de inspanningen van de Werkgroep Digitale toegankelijkheid en de expertise opgebouwd tijdens de vroegere AMF-projecten ‘Digitale Toegankelijkheid’ werden belangrijke realisaties geboekt. Eind 2011 werden de eerste stappen gezet om de projectmatige inspanningen van de voorbije jaren te consolideren en te verankeren als inclusieve dienstverlening binnen de bestaande structuren van de KU Leuven waaronder ICTS, Dienst Media en Leren (DML) en de Universiteitsbibliotheekdiensten (UBD). Hiervoor is geregeld overlegd tussen de diensten ICTS, DML, UBD en de Cel. Vanaf 1 maart 2012 zal deze inclusieve dienstverlening opstarten.
4.5.5 Samenwerking Associatie KU Leuven De ‘Werkgroep Studeren met een Functiebeperking’ van de Associatie KU Leuven heeft vier overlegmomenten gehad in 2010-2011. De werkgroep is een platform voor uitwisseling en ontwikkeling van expertise en voor ad hoc vraagstelling. Rond volgende thema’s werd intensief samengewerkt: • Inventarisatie van de GON-begeleiding aan de verschillende instellingen en evaluatie van het begeleidingskader. Voorbereiding van een nota voor het Departement Onderwijs naar aanleiding van de integratie van de academische opleidingen en de onzekerheid over het verder bestaan van de GON-begeleiding ( Geïntegreerd Onderwijs). • Bevraging dyslexie binnen de verschillende instellingen: aantallen, attestering, financiering, beoordeling van verslagen, toekennen van faciliteiten, gebruik van software.
4.5.6 Bijzondere activiteiten en gebeurtenissen 2011 was voor de Cel een overgangsjaar met belangrijke personeelswissels maar ook de start van een versterkte uitbouw van de interne werking én wisselwerking met de faculteiten. Ondanks deze woelige periode werd de zorgcoördinatie steeds gecontinueerd en is de dienstverlening naar studenten niet in het gedrang gekomen.
41
4
4.6 Contactpunt Allochtone Studenten 4.6.1 Onze dienst – Een jaar van zichtbare groei Het Contactpunt voor Allochtone Studenten werd in februari 2008 opgestart binnen de Dienst Studentenvoorzieningen. Sinds 1 september 2010 wordt dit project gefinancierd met middelen van het Aanmoedigingsfonds. De focus van het takenpakket ligt vooreerst op de concrete begeleiding van allochtone studenten en de opvolging van mogelijke factoren die de slaagkansen van allochtone studenten verminderen. Het contactpunt is er ook om KU Leuven personeel te informeren en sensibiliseren. Daarnaast is er ook ruimte voor beleidsvoorbereidend werk. Dit academiejaar werden goede vruchten geplukt van de werking die vorige jaren is uitgebouwd. Alle activiteiten kenden een grote groei.
4.6.2 Opvang en ondersteuning van allochtone studenten Bij de start van het academiejaar heeft het Contactpunt meer begeleidingsvragen gekregen van studenten die nood hadden aan extra ondersteuning. Tijdens het academiejaar 2010-2011 hebben 33 toekomstige studenten, 85 huidige KU Leuven studenten, 11 internationale studenten en 5 thesisstudenten beroep gedaan op het Contactpunt (gemiddeld 2 contactopnames per student). Vanaf het academiejaar 2010-2011 werd er in de inschrijfprocedure een aanvinkvakje ter bekendmaking van het Contactpunt voorzien. Studenten konden vrijblijvend aangeven of ze extra informatie wensten te ontvangen over het Contactpunt.
42
Het Contactpunt heeft een lijst van 226 studenten gekregen die bij hun inschrijving aangegeven hadden dat het Contactpunt hen mocht contacteren. Om deze studenten beter te informeren over studietrainingen, ontmoetingsactiviteiten, sociaal-culturele activiteiten, etc. heeft het Contactpunt alle relevante informatie twee keer in een nieuwsbrief gebundeld en gemaild naar dit bestand aangevuld met een eigen bestand van geïnteresseerde allochtone studenten. Eerstejaarsstudenten die aan de KU Leuven hun hogere studies aanvatten, moeten in het begin veel zelf regelen. Voor studenten is dit een ingrijpende overgang, waar er in korte tijd veel verandert. In dit gewenningsproces kunnen ervaren ouderejaarsstudenten van de opleiding een zinvolle rol vervullen. In samenwerking met LOKO werden afspraken gemaakt om allochtone studenten, die nood hadden aan een peter of meter, via de faculteitskringen verder te helpen. In het eerste semester hebben 3 studenten een peter of meter toegewezen gekregen. Tijdens het academiejaar 2010-2011 werden acht socioculturele activiteiten gereorganiseerd met een totaal bereik van 297 studenten. Deze activiteiten werden in nauwe samenwerking georganiseerd met twee allochtone studentenverenigingen Dyma en TSL, LOKO en Politika.
Studentenadviesdiensten
4.6.3 Activiteiten gericht op KU Leuven personeel Het Contactpunt heeft dit academiejaar contact opgenomen met alle facultaire diversiteitsteams met als doel: 1) bekendmaking van de werking van het Contactpunt Allochtone Studenten; 2) een betere samenwerking opbouwen 3) een oplijsting van vragen van allochtone studenten en van student nieuwkomers over het verlenen van onderwijsfaciliteiten (bv. het gebruik van een woordenboek tijdens de examens). De medewerkers van Dienst Studentenvoorzieningen komen vaak in contact met een multicultureel publiek. Het contact met studenten met een zeer diverse culturele achtergrond verloopt niet altijd even vlot, brengt heel wat vragen met zich mee en soms ook wel communicatiestoornissen. Er werd een opleiding uitgewerkt die ingaat op de ontwikkeling van interculturele vaardigheden van de deelnemers. Dit initiatief werd ontwikkeld in een samenwerkingsverband tussen het Contactpunt Allochtone Studenten, de Dienst Diversiteitsbeleid, de Personeelsdienst en de International Admissions and Mobility Unit.
4.6.4 Beleidsmatig werk Naast het globaal opvolgen van het actieplan van de Werkgroep Interculturaliteit ‘Oog voor Talent, 2010-2014’ werd in het academiejaar 2010-2011 vooral werk gemaakt van de uitbouw van een beleid rond religie en levensbeschouwing aan de KU Leuven. Het Contactpunt heeft een overzicht gemaakt van alle vragen van studenten die er tot op heden gesteld werden voor het verlenen van (onderwijs)faciliteiten rond religie en was actief betrokken in de adhoc ‘Werkgroep faciliteiten op basis van religie en/of levensbeschouwing’ die rond dit thema werd bijeengeroepen vanuit de diversiteitsraad.
In het totaal hebben 39 personeelsleden zich ingeschreven voor deze training. Het Psychotherapeutisch Centrum (PTC) kreeg een aparte vorming waarbij de focus lag op ‘interculturele hulpverlening’. In het totaal waren 17 personeelsleden van het PTC aanwezig.
43
Gezondheid Medisch en Psychotherapeutisch Centrum (MPTC) 45 Medisch Centrum voor Studenten (MC) 46 Psychotherapeutisch Centrum voor Studenten (PTC) 48
44
JAARVERSLAG 2010-2011
5
MPTC, multidisciplinair centrum voor studenten
5.1 Medisch en Psychotherapeutisch Centrum (MPTC) Het Medisch en Psychotherapeutisch Centrum voor studenten (MPTC) verenigt het Psychotherapeutisch Centrum (PTC) en het Medisch Centrum (MC) in een multidisciplinair gezondheidscentrum voor studenten. Studenten kunnen met vragen over gezondheid en ziekte eenvoudig een afspraak maken bij een huisarts studentenarts. Studenten die psychische klachten en problemen ervaren en hiervoor hulp zoeken, kunnen terecht bij psychologen - psychiaters en psychotherapeuten met een gericht aanbod. MPTC werkt studentgericht en laagdrempelig. Mede door een efficiënt werkend, klantvriendelijk onthaal en ruime openingsuren is het centrum goed toegankelijk voor studenten. Het MPTC werkt preventief waar mogelijk. Gezondheidsvoorlichting (website, brochures) en psycho-educatie zijn deel van de opdracht. In het Eerstejaarsonderzoek (EJO) worden eerstejaars generatiestudenten, studenten die zich voor het eerst inschrijven voor hoger onderwijs in de leeftijdscategorie 17-18 jaar, uitgenodigd voor een biopsychosociale screening. MPTC heeft een adviesfunctie naar andere diensten toe betreffende fysieke en mentale gezondheidsthema’s en neemt naar het beleid toe een signaalfunctie op betreffende deze thema’s in de studentenpopulatie. MPTC is een erkend opleidingscentrum voor huisartsen, psychotherapeuten en psychiaters in opleiding. Stafleden van MPTC vormen, samen met externe experten, de medische adviesgroep in het kader van vragen van studenten voor redelijke aanpassingen of uitzonderingen gebaseerd op medische redenen. Het MPTC is toegankelijk voor studenten van KU Leuven, Groep T, Lemmensinstituut en Vlerick en werkt in het kader van de integratie mee aan kennisdeling en synergie ten bate van dienstverlening aan studenten.
BIJZONDERE ACTIVITEITEN EN GEBEURTENISSEN 2010-2011 • In het academiejaar 2010-2011 startte op MPTC een nieuw diensthoofd, Ilse Devacht, psychologe en gedragstherapeute. • Er werd voor 2012-2017 een beleidsplan opgesteld voor de dienst en voor Studentenvoorzieningen in het algemeen. Dit gaf de kans de interne huidige en toekomstige werking nader te bekijken en een plan op te maken. • In samenwerking met een extern expert gebeurde een eerste aanzet om een nota op te stellen rond crisiszorg voor studenten. Hierbij werden zowel de rol en functie van de vertrouwenspersoon voor studenten, de coördinator schokkende gebeurtenissen voor studenten en de crisiszorg onder de loep genomen. • Stafleden van MPTC namen, samen met collega’s van de Cel Studeren met een Functiebeperking, deel aan de opstart van de ad hoc werkgroep registratie en assessment onder leiding van Ruth Stockx. De doelstelling is om werk te maken van heldere afspraken en procedures omtrent registratie, attestering en erkenning van studenten met een functiebeperking. • De dienst volgde gezamenlijk een opleiding op maat over interculturele hulpverlening. Het onthaal kreeg een bijscholing op maat omtrent onthaalwerking en het Medisch Centrum ging op teamdag onder leiding van een externe coach. Een lezing van een extern expert, Dhr. Huub Boonen, over internet en game verslaving, leerde ons dat we meer aandacht kunnen besteden aan deze problematiek in onze dienstverlening. 45
5 Meisjes consulteren artsen vaker dan jongens (60% versus 40%).
5.2 Medisch Centrum voor Studenten (MC) 5.2.1 Onze dienst Het Medisch Centrum voor studenten is een laagdrempelige eerstelijnsdienst voor studenten van KU Leuven, Groep T, Vlerick en het Lemmensinstituut. De eerste kerntaak van het MC is curatieve eerstelijnsgezondheidszorg, waargemaakt door bekwame huisartsen die ruime ervaring hebben met de specifieke gezondheidsproblemen van jongvolwassenen en deze kunnen kaderen in hun onderwijssituatie. Daarnaast hebben ze ook veel ervaring met internationale studenten. Voor hen en hun gezinsleden zijn onze huisartsen de coördinator voor gezondheidszorg hier in België, soms ook een vertrouwenspersoon. De tweede kerntaak van het Medisch Centrum betreft de preventieve gezondheidszorg, vooral voor eerstejaarsstudenten in het EersteJaarsOnderzoek (EJO). Hierbij worden eerstejaars generatiestudenten, studenten die zich voor het eerst inschrijven voor hoger onderwijs in de leeftijdscategorie 17-18 jaar, uitgenodigd voor een biopsychosociale screening. Op deze manier wordt een vinger aan de pols gehouden op het vlak van gezondheid in de populatie nieuw startende studenten aan onze instelling. Daarnaast verlenen de artsen gezondheidsvoorlichting en -opvoeding op maat van studenten en worden individuele verwijzingen geregeld naar interne en externe diensten van diverse aard (niet enkel medisch). Het MC is coördinator van en permanent bereikbaar voor eerste opvang voor studenten bij schokkende gebeurtenissen op de campus.
46
5.2.2 Medisch Centrum in cijfers academiejaar 2010-2011 Voor wat betreft curatieve eerstelijnsgezondheidszorg: • werden 12.551 diagnoses gesteld tijdens 11.214 raadplegingen en huisbezoeken bij 5.482 studenten, waarvan 50% nieuw geopende dossiers, • registreerden we 60 supervisie/intervisiemomenten. We stellen opnieuw een stijging van het aantal raadplegingen vast, nochtans met 4% is de stijging minder uitgesproken dan de voorgaande jaren. De groep internationale studenten blijft ongeveer een derde van ons cliënteel uitmaken (31%). Vooral studenten van KU Leuven (89%) komen op raadpleging in het MC, voor 51% afkomstig uit de Groep Humane Wetenschappen, voor 26% uit Wetenschap & Technologie en voor 23% uit Biomedische Wetenschappen. De andere studenten komen uit Groep T (3%), het Lemmensinstituut (1%) en de Vlerick Management school (0,7%). We zagen 43,5% bachelors, 38,5% masterstudenten en 15% doctoraatsstudenten. Meisjes consulteren vaker dan jongens (60% versus 40%). De belangrijkste redenen voor een consultatie zijn: Contraceptie, SOA en gynaecologie Virale infecties Orthopedie en trauma Psychische problemen Dermatologie
21,5% 16% 12% 5% 9%
Gezondheid
Voor wat betreft de preventieve gezondheidszorg: • voerden wij 2.395 onderzoeken uit in het kader van het Eerstejaarsonderzoek (EJO), • plaatsten we 600 griepvaccins, • registreerden we 6,5% van de huisartsconsultaties om preventieve redenen, bv. vaccinaties. Er kwamen 2.395 studenten, 49,8% van de uitgenodigde generatiestudenten, naar het Eerstejaarsonderzoek. Het nakijken van vaccinatiegegevens maakt deel uit van het EJO; ontbrekende vaccins worden toegediend en bij twijfel wordt Vaccinnet geraadpleegd. Zo nodig wordt er contact opgenomen met het CLB. Na consultatie op het EJO is meer dan 80% van de studenten in orde met zijn of haar vaccinaties. Het Eerstejaarsonderzoek bestaat uit een biopsychosociale screening, aan de hand van korte checklists en vragen tijdens de consultatie. Er wordt gepeild naar lichamelijke klachten, psychische klachten, seksuele activiteit en anticonceptie, gewicht en middelengebruik. De cijfers voor wat betreft psychische klachten liggen iets lager dan die van het vorig academiejaar. Hierbij is de lagere opkomst voor het EJO een mogelijke verklarende factor. Hypothese hierbij is dat studenten met psychische klachten of problemen minder geneigd zijn in te gaan op de uitnodiging voor het EJO. RESULTATEN EERSTEJAARSONDERZOEK Lichamelijke klachten Allergie Rugklachten Psychische klachten Slaapstoornissen Familiale of relationele problemen Faalangst
27,8% 22,5% 10,3% 32,4% 16,9% 11,2% 3,8%
2,2% van de studenten maakt(e) een depressie door 3,0% hadden wel eens zelfmoordgedachten 8,2% consulteerde al ooit een psycholoog of psychiater. GEWICHT MEISJESSTUDENTEN 29,1% ondergewicht (BMI < 20) • bij 5,3% BMI < 18 10% heeft overgewicht (BMI > 25) GEWICHT JONGENSSTUDENTEN 26,6% ondergewicht (BMI < 20) • bij 5,9% BMI < 18 11,2% heeft overgewicht (BMI > 25) ROOKGEDRAG MEISJES* 7,3% van de meisjes rookt • 3,8% gelegenheidsrooksters • 3,5% echte rooksters 7,2% experimenteerde ooit met cannabis • 0,7% gebruikt regelmatig ROOKGEDRAG JONGENS* 12% van de jongens rookt • 5,5% gelegenheidsrokers • 6,5% echte rokers 16% experimenteerde ooit met cannabis • 1,7% gebruikt regelmatig
* Dit is een afname in vergelijking met vorig jaar, zeker voor wat het experimenteren met cannabis betreft. Voor beide groepen is het rookgedrag laag in vergelijking met leeftijdsgenoten op populatieniveau.
47
5
5.2.3 Bijzondere activiteiten en gebeurtenissen 2010-2011 Christine Goddeeris startte als nieuwe huisarts in het team van het MC. Teamcoördinator Rikka De Roy nam als vertegenwoordiging van de huisartsen deel aan de Projectgroep functie 2A binnen art 107-project Oost-Brabant. ‘Project 107’ betreft de hervorming in de geestelijke gezondheidszorg waarbij de psychiatrische hulp zoveel mogelijk vermaatschappelijkt wordt en er ziekenhuisbedden kunnen afgebouwd worden om ambulante initiatieven uit te bouwen. Stafleden van het MC namen deel aan het Eusuhm onderwijscongres in Moskou in juni 2011.
5.3 Psychotherapeutisch Centrum voor Studenten (PTC) Op het Psychotherapeutisch Centrum (PTC) kunnen studenten van KU Leuven, Groep T, Vlerick en het Lemmensinstituut terecht voor ambulante psychologische en psychiatrische behandeling. Het PTC heeft de opdracht studerende jongvolwassenen snelle detectie en vroege interventie te bieden bij psychische klachten en stoornissen om erger te voorkomen en talenten zo optimaal mogelijk te helpen ontplooien. Er worden naast individuele consultaties, psychotherapie en farmacotherapie ook tal van groepstrainingen en -behandelingen georganiseerd. Deze groepen gaan meestal tijdens de avonduren door. Er zijn groepsprogramma’s gericht op studiegebonden psychische problemen (faalangst, procrastinatietraining) en groepsbehandelingen voor algemene psychische problemen (sociale vaardigheidstraining, groepstherapie, groepsbehandeling eetstoornissen, training stressbeheersing, mindfulnesstraining). 48
5.3.1 PTC in cijfers academiejaar 2010-2011 • Er waren 875 nieuw geopende dossiers; • Er werden 384 doorlopende behandelingen geregistreerd. Hierbij gaat het om begeleidingen die vorig academiejaar werden opgestart en dit academiejaar verder liepen omwille van de ernst van de problematiek; • Therapeutische activiteiten: 6.103 individuele contacten en 1.618 groepstherapeutische contacten; • Er werden ongeveer 1.100 contacten met de cliënt per mail of telefoon geregistreerd; • Contacten met derden: 400 geregistreerde contacten. Hierbij gaat het om overleg over de begeleiding van een student met een andere studentendienst, de onderwijsinstantie, een externe hulpverlener of een andere externe contactpersoon;
Gezondheid Het PTC telde dit jaar 3.094 individuele therapeutische contacten.
• Supervisie/intervisie: 168 geregistreerde momenten. Hierbij gaat het om interne en externe supervisie en intervisie. Naast vorming en opleiding, maakt dit deel uit van de zorg voor de beroepsbekwaamheid van de teamleden. Het aantal nieuw geopende dossiers is gedaald in vergelijking met vorig academiejaar (875 tegenover 977 vorig academiejaar,) hoewel er meer intakes gebeurden (1.208 in vergelijking met 1.051 vorig academiejaar). Deze daling is voor een groot deel te verklaren doordat de stresstraining, een laagdrempelig psycho-educatief aanbod waarvoor studenten zich zonder voorafgaande intake konden inschrijven, dit academiejaar niet doorging. Daarnaast spelen tekorten in bestaffing wellicht een rol in deze afname. Het aantal individuele therapeutische gesprekken (psychotherapeutische sessies) daalde, van 3.343 vorig academiejaar naar 3.094 dit jaar. PTC biedt individuele psychotherapie aan vanuit verschillende therapeutische werkkaders. Zo kan optimaal aangesloten worden bij de verschillende hulpvragen van cliënten. Een individuele begeleiding duurt kort als dat kan en kan langdurig geboden worden wanneer dat nodig is. Gemiddeld consulteert een student in individuele begeleiding 7 keer (mediaan). Dit academiejaar werden er 23 verschillende groepen ingericht met in totaal 232 groepssessies. Van de 1.259 studenten die consulteerden in het PTC, volgden er 216 een groepsprogramma. Het aantal groepstherapeutische contacten daalde van 2.200 vorig academiejaar naar 1.618 in 2010-2011. In deze contacten zijn een aantal verschuivingen merkbaar: de stresstraining ging niet door (354 contacten in 2009-2010), maar er waren ook opvallend minder deelnemers aan de faalangstgroepen. Daartegenover namen meer studenten deel aan de gesloten groepstherapie, de sociale vaardigheidsgroep en de training mindfulness.
Het ‘open groepstherapie’ aanbod werd verder gezet en uitgewerkt. In tegenstelling tot andere groepsprogramma’s die enkel tijdens de lesweken lopen, is de ‘open groep’ een aanbod dat ook doorgaat tijdens lesvrije weken en vakantieperiodes. Bedoeling is om jaarrond een laagdrempelig groepsaanbod te kunnen aanbieden. De expertgroep ‘faalangst en uitstelgedrag de baas’ werd opnieuw opgestart. Nadat studenten de faalangsttraining, uitstelgroep of combi-training doorlopen hebben, stellen we de expertgroep voor als aanbod. Studenten kunnen vrijblijvend deelnemen, dienen met andere woorden vooraf aan- of afwezigheid niet te melden. Bedoeling is de faalangst en het uitstelgedrag verder onder de loep te nemen en te verfijnen. Op basis van de analyse van overgebleven klachten, kunnen ze het arsenaal aan vaardigheden verder uitbouwen. De ervaring leert ons dat net het blijvend terugblikken op prestatiesituaties verandering met zich meebrengt. Ook de groepsbehandeling voor studenten met eetproblemen werd opnieuw opgestart onder de naam ‘mindful eten’. Mindful eten is een groepsprogramma dat studenten helpt meer bewuste keuzes te maken in eet- en leefpatroon. Daarnaast richt de groep zich ook op het leren accepteren van zichzelf. Vrouwen (68%) consulteren meer dan mannen (32%). 88% van de studenten die in PTC consulteerden hebben de Belgische nationaliteit.
49
5
5.3.2 Bijzondere activiteiten en gebeurtenissen 2010-2011
Consulterende studenten: 4%
2%
n KU Leuven n Groep T n Lemmensinstituut
92%
De belangrijkste aanmeldingsklachten waren ook dit jaar studiegerelateerde problemen (faalangst, uitstelgedrag, concentratieproblemen), depressieve stemming, angstklachten, problemen met het omgaan met stress en relationele problemen met ouders of partner. 21% van de studenten die op intake kwamen, heeft ouders met psychiatrische of ernstige psychische problemen (de zogenaamde KOPP-kinderen, Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen) en 13% heeft een broer of zus met psychiatrische problemen. Deze cijfers zijn wellicht nog een onderschatting van de feitelijkheid. Deze problematiek komt immers niet steeds even duidelijk van bij het eerste gesprek aan de oppervlakte. Net als voorgaande jaren zien we dat studenten die eerder al psychische problemen vertoonden sterk vertegenwoordigd zijn in onze populatie. Eén derde van onze cliënten deed voordien al beroep op ambulante hulpverlening voor psychische problemen en 6% van onze cliënten werd omwille van psychische problemen al gehospitaliseerd.
50
PTC investeerde verder in netwerking in de regio. Er werd deelgenomen aan de werkgroep van Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) en Centra Algemeen Welzijn (CAW) van onze regio. Er werd overleg gepleegd met het Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) Kortenberg over de opstart van de eetgroep en met de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (PPW) en met UZ Leuven omtrent synergieën en samenwerking. Er werd verder geïnvesteerd in de interne werking onder de vorm van seminaries, functioneringsgesprekken, een teamdag, het verder op punt stellen van verlof- en meeruren regelingen etc. Stafleden van het PTC verzorgden in opdracht van Dienst Studieadvies de training gespreksvaardigheden voor Studietrajectbegeleiders. Collega’s gingen de werking van de open groep voorstellen op het internationale congres van studie en studentendiensten FEDORA (European Forum for Student Guidance).
Gezondheid
51
Voeding Alma 53
52
JAARVERSLAG 2010-2011
6 6.1 Alma
6.1.2 Verkoop in de uitbatingen
6.1.1 Onze dienst - Alma vzw.
Verkoop in de uitbatingen gebeurt via togen en automaten die in of tegen de buitenmuur van een restaurant geplaatst worden.
Alma’s kernactiviteit is het uitbaten van studentenrestaurants voor studenten van de KU Leuven (zowel in Leuven als in Kortrijk), KH Leuven, Groep T, Vlerick Leuven Gent Management School, het Lemmensinstituut en de hogeschool Lessius Mechelen. Alma is ook personeelsrestaurant voor de KU Leuven en voor Lessius Mechelen. Naast deze kernactiviteiten heeft Alma ook een aantal andere activiteiten ontwikkeld ter ondersteuning van de kernactiviteit: Event catering (koffiebreaks, congressen, recepties …), een automatendienst, belevering van kinderdagverblijven en een (Alma)shop. Klanten van deze activiteiten zijn één of meerdere van de vernoemde scholen. Alma deelt haar activiteiten in per opdrachtgevende school (per business area). 1 2 3 4
Campus Leuven Campus Kortrijk Campus Lessius Mechelen (sinds september 2011) Overige
Binnen één business area zijn er gesubsidieerde studentenrestaurants en andere activiteiten die de basisdienstverlening ondersteunen.
Verkoop van het aantal maaltijden in 2010-2011 Campus Leuven 47% binnen de ring 36% op campus Arenberg 17% in Gasthuisberg Campus Kortrijk Campus Lessius Mechelen in het eerste halve kalenderjaar
1,19 mln. maaltijden
50.000 maaltijden 63.500 maaltijden
Alma verkoopt de maaltijden in 6 prijsklassen (de laagste 2,7 euro, de hoogste 5,1 euro, prijzen geldig van september 2011 tot augustus 2012). Ongeveer 30% van de verkoop (in aantallen) situeert zich in de laagste verkoopprijscategorie. De drie laagste categorieën zijn samen goed voor 57% van de verkochte aantallen maaltijden. De laatste jaren verschuift de verkoop lichtjes van de duurdere naar de goedkopere schotels. Alma biedt in de grote uitbatingen elke dag een vegetarische menu aan. Sinds eind 2010 wordt in het Alma 2 op donderdag ook een tweede vegetarische menu aangeboden. Alma probeert de verkoop van vegetarische menu’s te stimuleren door het lanceren van vege-successchotels.
53
6
6.1.3 Openingsuren In Campus Leuven kennen de grote restaurants Alma 1, 2, 3 en Alma Gasthuisberg ruime openingsuren: maandag tot donderdag van 10.30u tot 14.30u en van 17.00u tot 20.30u. Vrijdag vanaf ’s middags. Alma 1 is als enige restaurant open op vrijdagavond en op zaterdagmiddag. Tijdens blokperiodes opent Alma 1 ook op zondag. Alma 1 en Alma 3 blijven open tijdens de zomervakantie. De kleinere restaurants (Pauscollege, ’t Academisch kwartier) en de restaurants van de andere campussen kennen beperktere openingsuren: geen of beperkte opening tijdens de zomervakantie en geen opening in het weekend. In 2011 werden de openingsuren van Alma 3 ’s avonds verruimd ter wille van de toenemende populatie residerende studenten op Campus Heverlee.
6.1.4 Menuaanbod Alma werkt met een menucyclus van 42 dagen. In principe is het menu van dag 43 een kopie van het menu van dag 1, weliswaar aangepast naar seizoensinvloeden of gewijzigd op basis van feedback van de klanten of de chef. Het wijzigen van het menu gebeurt in de centrale menucommissie waarin onder meer de productmanager, enkele chefkoks van de uitbatingen en de chefkok van de centrale productie zetelen. Er wordt vinger aan de pols gehouden op elke campus: In Leuven is er een stuurgroep, waarin studenten zetelen. Op de verschillende campussen is er een menucommisie, waarin zowel opdrachtgever als studenten zetelen en van waaruit zowel opmerkingen naar de dienstverlening als naar de menusamenstelling kunnen gemaakt worden.
54
6.1.5 Bijzondere gebeurtenissen en activiteiten Volgende projecten werden in 2010-2011 gerealiseerd/ opgestart. • Het operationeel brengen van een inhouse-constructie volgens dewelke andere schoolinstellingen dan de KU Leuven Alma mee kunnen besturen. In juni 2011 startte de Hogeschool Lessius Mechelen als eerste een cateringovereenkomst met Alma volgens deze inhouse-constructie. Bij deze start werd door Alma een nieuwe restaurant ingericht (restaurant De Kruidtuin in Mechelen). • Installatie van een automatenpark in de nieuwe blok O&N 4 in Gasthuisberg, met een take-away aanbod (maaltijden) + microgolf om deze op te warmen. Dit is het allereerste project waarin Alma take-away van (warme) maaltijden aanbiedt. • Er is een aanzet gegeven tot het verduurzamen van Alma. Alma laat zich in het verduurzaamtraject ondersteunen door een derde partner en werkt samen in een studentenproject van Groep T. • Uitwerking van het ontwerp van de inrichting van het nieuwe studentenrestaurant op Gasthuisberg dat wellicht in 2015 zal openen (in samenwerking met het architectenbureau dat ook de casco heeft ontworpen) • Aanschaf van software om het beleveren van het automatenpark beter te kunnen opvolgen zodat het efficiënter gevuld kan worden. • In de grote restaurants Alma 2 en Alma 3 werden de nutsvoorzieningen (stoomvoorziening) vernieuwd, wat moet resulteren in een meer betrouwbaar systeem en een lager energieverbruik.
Overzicht personeel
7
Aantal VTE Studentenvoorzieningen STUDENTENHUISVESTING • • • • •
Residentiebeheer: Omkaderd Wonen: Huisvestingsdienst: Cel Duurzaamheid: Pangaea:
59,8 VTE 0,5 VTE 5,8 VTE 1,85 VTE 1,5 VTE
STUDENTENADVIESDIENSTEN • Sociale Dienst en Juridische Dienst Studenten: • Jobdienst: • Dienst Studieadvies: • Cel Studeren met een Functiebeperking: • Contactpunt Allochtone Studenten:
6,30 VTE 5 VTE 7,75 VTE 5,25 VTE 1 VTE
MEDISCH EN PSYCHOTHERAPEUTISCH CENTRUM • Medisch Centrum (MC) • Psychotherapeutisch Centrum (PTC) DIRECTIE EN STAFDIENSTEN ALMA
5,2 VTE 8,7 VTE 9 VTE 152 VTE
55
56
Redactie: Mederwerkers Van Dalecollege Lay-out: www.altera.be Druk: Artoos, Kampenhout Deze brochure is gedrukt op CyclusPrint, papier van 100% gerecycleerde vezels.
STUDENTENVOORZIENINGEN Van Dalecollege Naamsestraat 80 bus 5415 BE-3000 Leuven, België tel. + 32 16 32 43 75 fax + 32 16 32 43 30
[email protected] www.kuleuven.be/studentenvoorzieningen