Index Index 1 Inleiding__________________________________________________________________________ 2 Over StAL________________________________________________________________________ 3 Mandaten bij StAL_ _______________________________________________________________ 4 Het Vlaams Hoger Onderwijs______________________________________________________
3 4 4 5
4.1 Het Bologna-akkoord..........................................................................................................................................5 4.2 Bologna in Vlaanderen: Het structuurdecreet.....................................................................................................6 4.3 De Vlaamse associaties.......................................................................................................................................6 4.4 Het universiteitsdecreet.......................................................................................................................................6 4.5 Het hogeschooldecreet.......................................................................................................................................6
5 De integratie______________________________________________________________________ 7 5.1 Vragen over de integratie....................................................................................................................................7 5.2 Studentenvertegenwoordiging binnen de KU Leuven na integratie.................................................................11 5.2.1 KU Leuven concreet: Studentenraad KU Leuven en LOKO.......................................................................11 5.2.2 Fracties binnen de Studentenraad KU Leuven..........................................................................................11 5.3 Implicaties van de integratie voor professionele opleidingen..........................................................................12 5.3.1 Ondersteunende diensten.........................................................................................................................12 5.3.2 Studentenvoorzieningen............................................................................................................................12 5.3.3 Onderwijs- en examenreglement...............................................................................................................12 5.3.4 Overleg op associatieniveau.....................................................................................................................12
6 Een nieuwe golf van fusies_ ______________________________________________________ 13 7 Studentenvoorzieningen__________________________________________________________ 14 7.1 Financiering van de studentenvoorzieningen...................................................................................................14
8 Structuur instellingen en studentenraden__________________________________________ 15 8.1 Campusraden en lokale studentenraden..........................................................................................................15 8.2 Lokale raden in de praktijk................................................................................................................................16 8.3 Structuur LUCA School of Arts..........................................................................................................................17 8.4 Beslissingstructuren binnen de nieuwe KU Leuven..........................................................................................19 8.4.1 Faculteiten, departementen en groepen...................................................................................................19 8.4.2 KU Leuvenbestuur aan de UC’s.................................................................................................................19 8.4.3 Centrale bestuursorganen KU Leuven en UC’s.........................................................................................20
9 Tips voor studentenvertegenwoordigers___________________________________________ 20 9.1 Hoe begin je aan studentenvertegenwoordiging?............................................................................................20 9.2 Samenwerken in de studentenraad..................................................................................................................21 9.2.1 Groepsdynamica........................................................................................................................................21 9.2.2 Teambuilding..............................................................................................................................................21 9.3 Efficiënt vergaderen...........................................................................................................................................21 9.4 Nota’s en producties.........................................................................................................................................22 9.4.1 Nota’s.........................................................................................................................................................22 9.4.2 Producties..................................................................................................................................................23
10 Slotwoord______________________________________________________________________ 23
2
1 Inleiding
1
Inleiding
In elke hogeschool en universiteit in Vlaanderen zijn er studentenvertegenwoordigers actief. Sinds het decreet van 2004 zitten deze studentenvertegenwoordigers mee in het bestuur van de instellingen, en dit op alle niveaus. De studenten zetelen in de permanente onderwijscommissies (POC’s) of departementale raden van de opleidingen, de groepsbesturen, instellingsraden die werken rond onderwijs, cultuur, sport, internationaal, enz. Tot slot zetelen ze in de raad van bestuur van de instellingen zelf. Ook op niveau van de Associatie KU Leuven, op Vlaams en op Europees niveau wordt de mening van de student gehoord via de studentenvertegenwoordigers. Het aantal vertegenwoordigingsniveaus is dus erg groot. De meeste opleidingen in Vlaanderen duren echter maar drie tot vijf jaar, waardoor studentenvertegenwoordigers zich vaak genoodzaakt zien om op erg korte termijn veel bij te leren, niet alleen over de huidige situatie, maar ook over de voorgeschiedenis van hoe deze tot stand gekomen is. Deze gids is een poging om een beknopt overzicht te geven van het huidige Vlaamse onderwijslandschap en de voorgeschiedenis die het tot stand heeft gebracht. We treden hier niet al te veel in detail, maar proberen in de eerste plaats beginnende studentenvertegenwoordigers een refentiepunt te geven vanwaar ze zelf desgewenst meer kunnen bijleren over thema’s die hen interesseren. In deze gids trachten we informatie te bieden in een vorm die voor studenten van elke instelling begrijpbaar is. Dit is overigens niet altijd even eenvoudig aangezien de diversiteit tussen de verschillende instellingen, zeker wat betreft namen van organen en organisatiestructuren, sterk uiteenlopend kan zijn. De integratie is een prominent thema in deze gids. We zijn dan ook een associatie-studentenraad en men kan er nu eenmaal niet omheen dat de integratie grootschalige gevolgen heeft voor de instellingen en zijn personeel. Natuurlijk heeft dit ook gevolgen voor zowel academische als professionele studenten. We wensen jullie een fijne reis door het Vlaamse onderwijs toe! Charles Vanmarsenille Voorzitter StAL ‘13-’14
Je kan StAL bereiken via volgende contactgegevens: Studentenraad Associatie Leuven (StAL) vzw, ’s Meiersstraat 5, 3000 Leuven (e)
[email protected] (f) http://www.facebook.com/stal.studentenraad Neem je liever rechtstreeks contact op met de bestuurders? Dat kan ook! Charles Vanmarsenille - Voorzitter 2013-2014 (e)
[email protected] (t) (+32) (0) 478 37 01 65 Veronique Beyls - Penningmeester 2013-2014 (e)
[email protected] Brecht Festjens - Bestuurder 2013-2014 (e)
[email protected]
3
2 Over StAL
2
Over StAL
StAL staat voor Studentenraad Associatie Leuven. Deze studentenraad behartigt de belangen van de studenten aan alle instellingen die deel uitmaken van de Associatie KU Leuven. StAL werd opgericht in 2003 om inspraak van de studenten in het beleid van de associatie te verzekeren. Elk jaar wordt er een bestuur (RvB) van een drietal studenten verkozen dat de werking van StAL dat jaar coördineert. Daarnaast steunt StAL vooral op haar Algemene Vergadering, waarin afgevaardigden van de studentenraden van alle acht instellingen mee kunnen discussiëren over alles wat er binnen de associatie gebeurt. Hiermee proberen ze gezamenlijke standpunten te kunnen formuleren. Met vragen over de academisering, integratie, de Associatie K.U.Leuven of andere inhoudelijke onderwerpen kan je steeds bij onze stafmedewerker terecht. Opmerkingen of vragen over onze werking of activiteiten zijn uiteraard ook welkom!
3
Mandaten bij StAL
Dit hoofdstuk geeft meer uitleg over de verschillende mandaten die de Studentenraad Associatie Leuven (StAL) vervult binnen de Associatie KU Leuven. Meer informatie over de organen kan je ook vinden op http://associatie. kuleuven.be/over/hoe-werken-we.
schillende instellingen & studenten wisselen er niet alleen ervaringen uit, ze werken er ook beleidsvoorstellen uit. De beleidsbeslissingen zelf worden steeds genomen door de Raad van Bestuur van de Associatie KU Leuven. Raad van Bestuur (3 studenten) Dit is het hoogste beslissingsorgaan van de Associatie KU Leuven. Hierin zetelen de directeurs en de algemeeen beheerders van de hogescholen, de rector, de vice-rectoren, de academisch beheerders, de regeringscommissaris en drie studenten. De Raad van Bestuur (RvB) vergadert één keer per maand op een vrijdagvoormiddag van 10 tot 12 uur, achteraf is er een lunch. Adviesraad Communicatie (1 student) De adviesraad Communicatie geeft advies over alle aspecten van communicatie en marketing aan de Raad van Bestuur van de associatie. De adviesraad is samengesteld uit verschillende communicatie experten van de universiteit en de hogescholen. Onder deze adviesraad vallen twee werkgroepen: de werkgroep Alumni en de werkgroep Websites & Social Media. In deze werkgroepen zitten geen studenten. Adviesraad Onderwijs & Studenten (2 studenten)
We zoeken ook nu nog naar kandidaten om een aantal van deze mandaten in te vullen. Je kan je natuurlijk ook al opgeven als kandidaat voor volgend jaar. Interesse? Stuur dan een mailtje naar
[email protected]!
Dit is een belangrijke adviesraad voor studentenvertegenwoordigers. Hier wordt namelijk expertise gedeeld en adviezen opgesteld rond allerhande onderwijskundige en studentgerelateerde aspecten. Hier zijn ook een heel aantal werkgroepen die erg interessant zijn voor de studenten:
Diagram
• Werkgroep Diversiteit (1 student)
• • De associatieleden voeren voor een aantal thema’s een • gezamenlijk beleid. Dat beleid wordt voorbereid binnen • de adviesorganen van de associatie. Experten uit de ver- • Vergaderingen
4
Werkgroep Internationalisering (1 student) Werkgroep Kwaliteitszorg (1 student) Werkgroep Levensbeschouwelijk Profiel (1 student) Werkgroep Multicampusonderwijs (1 student) Werkgroep Onderwijskundige Aspecten van Digitaal
4 Het Vlaams Hoger Onderwijs Leren (1 student)
• Werkgroep Onderwijskundige Professionalisering (1 student)
• Werkgroep Onderwijs- en Examenreglement (1 stu• • • • • •
dent) Werkgroep Ontwikkelingssamenwerking (1 student) Werkgroep Permanente Vorming (1 student) Werkgroep Studentenvoorzieningen (1 student) Werkgroep Studeren met een Functiebeperking (1 student) Werkgroep Studie- en Studentenbegeleiding (1 student) Werkgroep Toelatingsbeleid Buitenlandse Studenten (1 student)
Organen met specifieke opdracht Naast deze organen zijn er nog enkele organen die een specifieke opdracht hebben en die buiten de algemene werking vallen. De uitvoering van die specifieke opdrachten is decretaal aan de associatie toegewezen of is door de associatie zelf gedefinieerd en door de Raad van Bestuur gedelegeerd. Soms zijn er ook middelen aan gekoppeld die in de schoot van de associatie worden beheerd. Voor studenten is enkel de sportraad van belang.
associaties, deel aan wetenschappelijk onderzoek met inbegrip van het onderzoek in de kunsten. Hogescholen zijn tevens werkzaam op het gebied van het projectmatig wetenschappelijk onderzoek.”. Verder zijn hogescholen en universiteiten normaal gezien ook werkzaam op het vlak van maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening. Hoewel de hogescholen en universiteiten in principe los van elkaar bestaan, werden in het verleden wel al samenwerkingsverbanden opgezet. Sinds 2003 is elke hogeschool ook lid van één van de associaties rond vijf universiteiten. De Associatie KU Leuven bestond tot voor kort uit volgende instellingen:
• • • • • • •
• • • Hier wordt er gediscussieerd over het sportbeleid van • de partnerinstellingen van de Associatie KU Leuven. Dit • Sportraad (1 student)
sportbeleid richt zich vooral op studenten, het is daarom belangrijk dat er ook 1 student in zetelt.
4
Het Vlaams Hoger Onderwijs
Het Vlaams hoger onderwijs wordt verzorgd door universiteiten en hogescholen. Op dit moment telt Vlaanderen een 20-tal hogescholen en zes universiteiten, samen goed voor 209.008 studenten. Hiervan studeren er 86.267 aan een universiteit en 132.741 aan een hogeschool. Het aantal hogescholen en universiteiten is echter constant in beweging door een reeks fusies en integraties. Hoofdstuk 7 gaat dieper in op het wat en waarom van deze fusies.
KU Leuven Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) KAHO Sint-Lieven (KAHO) GROEP T – Internationale Hogeschool Leuven Hogeschool voor Wetenschap en Kunst (W&K) Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende (KHBO) Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen (KATHO) Katholieke Hogeschool Limburg (KHLim) Katholieke Hogeschool Leuven (KHLeuven) Lessius Antwerpen Lessius Mechelen Katholieke Hogeschool Kempen (KHKempen)
Omwille van de integratie voltrekken zich op dit moment echter een reeks fusies tussen de hogescholen. Meer hierover in hoofdstuk 7.
4.1 Het Bologna-akkoord De Bologna-verklaring, sommige studentenvertegenwoordigers hebben er al wel eens van gehoord, maar weinigen die weten wat dat beest nu eigenlijk is en waarom dat vandaag nog relevant is. De Bologna-verklaring is nochtans de basis voor bijna alle hervormingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden in het Vlaamse en Europese hoger onderwijs.
Hogescholen en universiteiten verschillen op een aantal vlakken. Op het vlak van bestuur vinden we bij hogescholen bijvoorbeeld een algemeen directeur en worden de verschillende onderwijsafdelingen meestal departementen genoemd. Aan het hoofd van elk departement staat een departementsvoorzitter. Bij een universiteit spreekt men van een rector en noemt men de onderwijsafdelingen faculteiten, met een decaan aan het hoofd. Binnen o.a. de KULeuven bestaan weliswaar ook departementen maar dit zijn onderzoeksgroeperingen, geen onderwijsafdelingen zoals de departementen aan een hogeschool.
In 1999 besloten de Europese landen om een “Europese Hoger Onderwijsruimte” in te richten, naar analogie met de gemeenschappelijke financiële, economische en politieke stelsels. De voornaamste doelstellingen zijn het verhogen van de studenten- en arbeidersmobiliteit en het verhogen van de competitiviteit van het Europees hoger onderwijs in de wereld. Hiertoe werden volgende concrete hervormingen voorzien:
Zowel hogescholen als universiteiten zijn belast met een onderwijstaak. Op het vlak van onderzoek is er wel verschil. Volgens het Vlaamse structuurdecreet: “Universiteiten zijn werkzaam op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek. Hogescholen nemen, in het kader van
door drie gemeenschappelijke niveaus: Bachelor / Master / Doctoraat (PhD) Geïntegreerde kwaliteitszorg op alle niveaus. Het invoeren van een universeel credit system (ECTS), wat de vergelijking, erkenning en transfer van onder-
• Een referentiekader voor gemakkelijk leesbare en vergelijkbare diploma’s.
• Het vervangen van de bestaande diploma-niveaus • •
5
4 Het Vlaams Hoger Onderwijs wijsprestaties moet vergemakkelijken.
associaties ook tot doel een beter overkoepelend onder-
aanmoedigen.
ficiëntieverbetering door schaalvergroting.
• Mobiliteit van studenten, docenten en alumni actief wijs- en kwaliteitsbeleid te voeren en leiden ze ook tot ef• Participatie van studenten en andere hoger onderwijsactoren
• Levenslang leren ondersteunen en aanmoedigen. 4.2 Bologna in Vlaanderen: Het structuurdecreet Het structuurdecreet en haar aanvullende decreten vormen de Vlaamse invulling van de principes uit de Bologna-verklaring. Het specifieert o.a. de concrete invulling van de bachelor-masterstructuur in de Vlaamse universiteiten en hogescholen, het verloop van opleidingsaccreditaties, de nieuwe taalregeling voor opleidingsonderdelen of opleidingen die in een andere taal worden gedoceerd. In het structuurdecreet wordt ook de basis gelegd voor de oprichting van de associaties, die telkens uit minstens één universiteit en één hogeschool dienen te bestaan. Eén van de belangrijkste doelstellingen van de associaties is de academisering van de 2-cycli hogeschoolopleidingen in Vlaanderen. Deze vormden immers een unicum in Europa. Deze 2-cycli-hogeschoolopleidingen werden in het kader van de Bologna-verklaring dan ook omgevormd tot opleidingen, bestaande uit een bachelor en master. Een master moet per definitie academisch zijn, d.w.z. gegrond in onderzoek, en dat geldt dus ook voor deze masters in de hogescholen. Om dit onderzoek te realiseren wordt de hogescholen gevraagd om samen te werken met een universiteit binnen een associatie-verband. Het is belangrijk om op te merken dat het structuurdecreet de ruimte laat aan hogescholen om andere onderzoeksdoelstellingen na te streven. Onderzoek aan een hogeschool mag dan ook gericht zijn op het rechtstreekse nut voor de opleiding. Naast de academisering hebben de
6
4.3 De Vlaamse associaties In Vlaanderen werden vijf associaties opgericht rond de universiteiten van Gent, Antwerpen, Leuven, Hasselt en de Vrije Universiteit Brussel. De Hogeschool-Universiteit Brussel zit mee in de Associatie KU Leuven. De meeste associaties bestaan uit hun universiteit en een beperkt aantal hogescholen in de onmiddellijke regio rond die universiteit. Onder leiding van voorzitter André Oosterlinck werd de Associatie KU Leuven echter de grote slokkop. Ze verenigde de universiteit KU Leuven, de HogeschoolUniversiteit Brussel en tien hogescholen verspreid over heel Vlaanderen. Dit maakt haar veruit de grootste associatie.
4.4 Het universiteitsdecreet Het Universiteitsdecreet van 12 juni 1991 regelt de structuur van het universitair onderwijs in Vlaanderen. Het bevat op zich weinig wereldschokkende elementen maar we vermelden het hier voor de volledigheid, omdat het de basis vormt voor de werking van een Vlaamse universiteit. Het definieert bijvoorbeeld de drie doelstellingen van een universiteit: onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. Verder stipuleert het de algemene regels omtrent het inrichten van opleidingen, welke officiële studiegebieden er bestaan en welke officiële titels (apotheker, dokter, ingenieur) er kunnen worden uitgereikt.
4.5 Het hogeschooldecreet Het hogeschooldecreet van 13 juli 1994 is de tegenhanger van het universiteitsdecreet. In eerste instantie beschrijft het de structuur van de hogescholen en de inrichting van haar opleidingen. Het hogeschooldecreet koppelt de hogescholen meteen ook volledig los van het secundair on-
5 De integratie derwijs, waar de opleidingen oorspronkelijk uit gegroeid waren. Verder krijgen de hogescholen ook een concrete opdracht, analoog aan die van de universiteit: onderwijs als kerntaak, met daarnaast ook maatschappelijke dienstverlening en eventueel projectgericht onderzoek in samenwerking met een universiteit.
aan de hogescholen overmaakt, zonder te specifiëren waarvoor het geld gebruikt moet worden. Dit zet hogescholen aan tot efficiëntie en schaalvergroting aangezien zij op die manier bijvoorbeeld hun personeels- en infrastructuurkosten kunnen drukken zodat het subsidiegeld voor andere doeleinden gebruikt kan worden.
Het decreet gaat echter ook heel wat verder. De bedoeling was immers ook om de meer dan 160 kleine hogeschooltjes beter te wapenen tegen de uitdagingen van de komende decennia, zeker op internationaal vlak. Hiertoe werden vier grote initiatieven opgezet:
4) Rol van de overheid herzien
1) Eenheid van het hoger onderwijs Het doel van dit initiatief was om hogescholen en universiteiten gelijk te trekken op vlak van inschrijvingsgelden, interne en externe kwaliteitszorg, alsook de financiering van sociale voorzieningen voor de studenten 2) Efficiëntieverbetering door schaalvergroting Omwille van het grote aantal en de geringe grootte van de toenmalige hogescholen, was de versnippering van middelen en bijhorende opportuniteiten enorm. Het decreet poogt daarom om het aantal inrichtende machten sterk terug te dringen door maxima op te leggen voor het aantal campussen per instelling en minima voor het aantal studenten per instelling om in aanmerking te komen voor overheidssubsidies. Verder wilde het decreet ook de enorme diversiteit aan opleidingen terugdringen. Hiertoe werd een lijst opgesteld van studiegebieden en opleidingen die in aanmerking komen voor financiering en werden er minima opgelegd voor het aantal studenten in een opleiding. Het gevolg van deze maatregelen was dat er in de komende jaren een ware fusiegolf plaatsvond waarbij de meer dan 160 hogescholen uiteindelijk samengevoegd werden tot 22 nieuwe hogescholen.
Het hogeschooldecreet geeft de overheid een nieuwe rol, meer als begeleider dan als voogd. Volgens de decreetgever kregen de hogescholen hiermee de nodige vrijheid om hun eigen beleid uit te stippelen. Sindsdien moeten de hogeschoolbesturen echter ook wel het medezeggenschap van hun personeel en hun studenten aanvaarden. Verder blijft er een permanent systeem van interne en externe kwaliteitscontrole van kracht.
5
De integratie 5.1 Vragen over de integratie
Waarom integratie? Eerder besproken we hoe het Bologna-proces en de bijhorende decreten het Vlaamse onderwijslandschap opdeelden in professionele opleidingen aan de hogescholen en academische opleidingen aan zowel de universiteiten als aan de hogescholen. Er rezen echter al snel vragen bij deze situatie. Zou het niet logischer zou zijn om de academische opleidingen volledig onder de hoede van de universiteiten te brengen, gezien deze academische opleidingen sowieso verplicht verbonden moeten zijn met het academisch onderzoek aan een universiteit? Na een langdurig debat besloot de Vlaamse overheid in de zomer van 2010 bovenstaande denkpiste te volgen en werd het integratieproces opgestart. Gezien de omvang en com-
3) De enveloppefinanciering Het concept van enveloppefinanciering bestaat er in dat de overheid haar financiële steun gewoon als totale som
7
5 De integratie plexiteit van het integratieproces heeft de overheid ook een stijging van de financiële middelen aangekondigd om de transitie te bekostigen. Wat houdt de integratie in?
Een uitzondering op deze uitzonderingsregel zijn dan weer de academische architectuuropleidingen aan de hogescholen. Dit zijn kunstenopleidingen, maar zij zijn sinds oktober 2013 wel geïntegreerd in de universiteit, samen met de andere (niet-kunsten) academische opleidingen.
Heel concreet betekent de integratie dat sinds oktober Hierna vind je een tabel met de opleidingen die integre2013 niet langer de hogescholen, maar de universiteiten ren: verantwoordelijk zijn voor alle academische bachelors en masters, Studiegebied Na 2013 ook al vinden de lessen plaats op de Architectuur Academisch gerichte opleidingen integreren campus van een hogeschool. Deze in de KU Leuven. universitaire verantwoordelijkheid Audiovisuele en beeldende Academisch gerichte opleidingen integreren omvat met name het recht en de verkunst, muziek en podiumkunniet, worden samengebracht in een School antwoordelijkheid voor het uitreiken sten of Arts. van alle academische diploma’s, het Industriële wetenschappen en Academisch gerichte opleidingen integreren onderwijs- en onderzoeksbeleid van technologie, biotechniek in een nieuwe faculteit (Faculteit Industrideze opleidingen, de kwaliteitszorg ële Ingenieurswetenschappen) binnen de voor het onderwijs en het onderGroep W&T van de KU Leuven. zoek, alsook het personeelsbeleid van al het personeel aangesteld in Handelswetenschappen en Academisch gerichte opleidingen integreren deze opleidingen. bedrijfskunde in de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de KU Leuven. Hoewel de eindverantwoordelijkheid Gezondheidszorg Opleiding Revalidatiewetenschappen kinesibij de universiteit ligt, wordt binnen therapie: gezamenlijke opleiding KHBO-KU de Associatie KU Leuven wel een Leuven (eerste en tweede bachelor). model van medebestuur gehanOpleiding Milieu en preventiemanagement teerd, waarbij de KU Leuven een integreren in de KU Leuven. deel van haar verantwoordelijkheToegepaste taalkunde Academisch gerichte opleidingen integreren den en bevoegdheden op vlak van in de Faculteit Letteren van de KU Leuven. organisatie, ontwikkeling en profilering van een academische opleiToegepaste taalkunde – mas- De masteropleiding journalistiek integreert dingen op een hogeschoolcampus ter journalistiek in de Faculteit Sociale Wetenschappen van delegeert naar de directie van die de KU Leuven. hogeschool. Dit om de bestaande verankering van de hogescholen in Bron: http://www.kuleuven.be/integratie/data-en-cijfers hun regio en de lokale rekrutering te verzekeren. Ook de dwarsverbanden tussen de professi- Deze opleidingen die nieuw zijn aan de KU Leuven woronele en academische opleidingen op de campus blijven den uiteraard ook ondergebracht in faculteiten. Hiervoor daardoor gegarandeerd. werden twee nieuwe faculteiten opgericht: de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen en de Faculteit ArchiWie integreert er nu wel en wie niet? En wat met de tectuur. Verder werden er ook opleidingen geïntegreerd in kunsten? de bestaande Faculteit Economische, Toegepaste Economische en Handelswetenschappen en Faculteit Letteren. In principe zouden alle academische opleidingen in oktober 2013 in de universiteiten integreren. De professionele Verandert de inhoud van de opleidingen? Vormen opleidingen integreren niet. Deze blijven in principe ge- sommige geïntegreerde opleidingen geen concurrenwoon behouden in hun huidige vorm. tie voor bestaande opleidingen aan de universiteit? De kunstenopleidingen vormen echter een uitzondering op de twee voorgaande regels. De professionele én academische kunstenopleidingen worden ondergebracht in een zogenaamde School of Arts. Dit is een aparte structuur binnen de hogescholen, met autonome bevoegdheid op het vlak van onderwijs- en onderzoeksbeleid, personeel en financiën, al is het wel de bedoeling dat deze nauw samenwerkt met de universiteit. De School of Arts wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de hogescholen én van de geassocieerde universiteiten. Binnen de Associatie KU Leuven is de oprichting van LUCA School of Arts ondertussen een feit. De kunstenopleidingen (ook de academische) zijn dus evenwel nog niet geïntegreerd in de universiteit.
8
De profielen en doelstellingen van de verschillende opleidingen die integreerden, blijven behouden. Daarom stellen de instellingen van de associatie per studiedomein profielteksten op die de inhoud van de verschillende opleidingen duidelijk onderscheiden. Er zijn ook kritische stemmen, maar volgens de associatie zelf wordt de profilering er met de integratie net gemakkelijker op omdat de opleidingen nu allemaal samen in dezelfde instelling zitten. Verdwijnt de Associatie KU Leuven dan, nu de integratie voltooid is? Neen, zeker niet. Hoewel de integratie een groot project
5 De integratie
9
5 De integratie was waar heel veel tijd en werk in kroop, heeft de Vlaamse overheid de associaties ook nog andere taken toegekend: • Het aanmoedigen en ondersteunen van dwarsverbanden tussen professionele en academische opleidingen, alsook het inrichten van overgangsmogelijkheden tussen de opleidingen. • De bevordering van de coördinatie van het onderzoek, wisselwerking tussen fundamenteel en toegepast onderzoek en innovatie. • Logistieke coördinatie in het algemeen. • Als discussieforum voor verdere onderwijshervormingen. Zo is het bijvoorbeeld de bedoeling op termijn te evolueren naar een volledig geïntegreerde hogeronderwijsruimte waarin de hoger beroeps-opleidingen (de zogenaamde HBO5-opleidingen), de bacheloropleidingen, de masteropleidingen en de doctoraatsopleidingen een plaats krijgen in een breder kader rond levenslang leren. • Als discussieforum voor afstemming tussen onderwijs, onderzoek en het beroepsveld.
Wat verandert er op het vlak van studentenvertegenwoordiging? De vroegere structuren zijn stevig door elkaar geschud en er is dan ook heel wat veranderd. We bespreken dit uitvoerig in hoofdstuk 9. Verandert er iets voor studenten in professionele opleidingen? Hoewel de professionele opleidingen niet integreerden verandert er ook voor hen heel wat, zowel op vlak van or-
10
ganisatie als studentenvertegenwoordiging. We bespreken dit uitvoerig in hoofdstuk 5.3. Wat is een campus / KULLOC / UC / UCC / hogeschool na de integratie? Over deze termen bestaat heel wat verwarring omdat deze de afgelopen jaren wat door elkaar gebruikt werden. In de tussentijd werd besloten om de termen campus en hogeschool in deze context niet meer te gebruiken om verwarring te vermijden. We overlopen die drie overblijvende termen:
• UC (University College): Dit is in essentie een nieuwe benaming voor een hogeschool na de integratie. Het UC omvat alle gebouwen en infrastructuur van de hogeschool en is verantwoordelijk voor alle professionele opleidingen die er plaatsvinden. Thomas More is een voorbeeld van een UC. Ze voorziet ook infrastructuur voor academische opleidingen, maar is zelf niet
meer verantwoordelijk voor die opleidingen.
• KULLOC (KU Leuven op locatie): Een KULLOC omvat
alle KU Leuven opleidingen (d.w.z. alle academische opleidingen) die aan een bepaalde UC worden gedoceerd. De KULLOC wordt beheerd door een academisch beheerder en de raad voor academische opleidingen. Ze vallen onder de verantwoordelijkheid van de KU Leuven maar gebruiken de infrastructuur van het UC waar de opleidingen plaatsvinden. Een voorbeeld van een KULLOC is de verzameling van alle academische opleidingen (inclusief haar studenten, docenten en ander personeel) die plaatsvinden in
5 De integratie •
gebouwen van de Thomas More UC. UCC: University College Campus: Deze term wordt gebruikt als overkoepelend begrip voor de UC en KULLOC samen. Er is geen bestuur op dit niveau. Het concept UCC is enkel belangrijk in de context van studentenvoorzieningen, aangezien er daar geen onderscheid gemaakt wordt tussen professionele of academische studenten.
Hoewel de termen hogeschool en campus verwarrend kunnen zijn, worden ze officieus toch nog steeds gebruikt. Met “hogeschool” wordt dan bijna altijd een UC bedoeld. Als er binnen de KU Leuven over een campus wordt gesproken, bedoelt men bijna altijd een KULLOC. Enkel in de lokale raden voor studentenvoorzieningen (StuVo-raden) wordt met campus wellicht UCC bedoeld. Tot slot wordt campus bijna overal ook nog gebruikt om een geografische locatie aan te duiden waar een groep gebouwen samen staat. Voorbeelden van dat laatste zijn de campus Sociale wetenschappen (KU Leuven) in het centrum van Leuven of campus De Nayer (Thomas More) in Sint-Katelijne Waver.
derwijsinfrastructuur. Gezien deze materie per opleiding / instelling verschilt, lijkt het logischer om een aparte studentenraad voor academische en professionele studenten op te richten. De professionele studentenraden blijven elk met hun eigen hogeschool (University College) interageren. De academische studentenraden daarentegen staan vooral in contact met de faculteiten en de academisch beheerder van hun KULLOC. Daarenboven worden ze ook verenigd in een algemene studentenraad van de KU Leuven. Omdat academische en professionele studenten historisch gezien echter in eenzelfde studentenraad zaten, zal dit op een aantal locaties wellicht ook nog zo blijven, ook al zit de studentenraad dan met aparte procedures, vertegenwoordiging en regelgeving voor respectievelijk haar academische en professionele studenten.
5.2.1 KU Leuven concreet: Studentenraad KU Leuven en LOKO Voor de vertegenwoordiging van de academische studenten worden er vanuit elke KULLOC studentenvertegenwoordigers afgevaardigd naar de nieuw opgerichte Studentenraad KU Leuven, die alle faculteiten en KULLOCs overkoepelt.
5.2 Studentenvertegenwoordiging binDe studenten in Leuven zijn reeds vertrouwd met LOKO, nen de KU Leuven na integratie Door de integratie worden de beslissingsstructuren van de KU Leuven-studenten stevig door elkaar geschud. Studenten van geacademiseerde opleidingen zijn terechtgekomen in een bijna volledig nieuwe beslissingsstructuur, waarbij het hoogste beslissingsniveau niet langer het bestuur of de directie van hun lokale hogeschool (University College) is, maar het bestuur van de KU Leuven. Ook voor de studentenvertegenwoordigers van opleidingen die voor 2013 al deel waren van de KU Leuven verandert er wel wat. Een onderscheid dat vroeger in principe ook al bestond maar nu duidelijker naar voor komt is het verschil tussen twee soorten van studentenraden: Campusraden Deze behandelen alle campusgebonden materie, zoals sociale voorzieningen, organisatie van studentenactiviteiten, enz. Gezien de materie per campus verschilt, zal er vermoedelijk één campusraad zijn per fysieke campus. Gezien de belangen van academische en professionele hier samenvallen, blijven deze normaal dan ook gewoon samen in de campusraden zitten. Opleidingsraden Deze worden bijna altijd gewoon “studentenraden” genoemd, wellicht omdat deze term ook in officiële onderwijsdecreten wordt gebruikt. Het ministerie van Onderwijs houdt zich namelijk niet bezig met campusraden en kent dus enkel deze opleidingsraden. Opleidingsraden behandelen alle onderwijsgebonden materie, zoals het examenreglement, vakinhoud en on-
de Leuvense Overkoepelende Kring Organisatie, dat tot nu toe zowel fungeerde als campusraad voor de stad Leuven en als studentenraad voor de KU Leuven. Nu de KU Leuven echter over heel Vlaanderen verspreid is, is het moeilijk deze twee functies nog samen te vervullen in één enkele organisatie. Daarom werd de Studentenraad KU Leuven opgericht, een nieuwe studentenraad die alle studenten van de nieuwe (geïntegreerde) KU Leuven vertegenwoordigt. De Studentenraad KU Leuven neemt daarbij ruwweg gezegd de onderwijsgerelateerde taken van het vroegere LOKO over en is vanaf nu verantwoordelijk voor alle studentenvertegenwoordiging gerelateerd aan de KU Leuven. LOKO blijft bestaan maar zal zich bezighouden met activiteiten, acties en studentenvertegenwoordiging gerelateerd aan de stad Leuven. De vlotte werking van de Studentenraad KU Leuven is geen sinecure. Waar de studentenvertegenwoordiging vroeger hoofdzakelijk lokaal actief was, moeten vertegenwoordigers nu door heel Vlaanderen reizen op weg naar vergaderingen van de studentenraad KU Leuven en de KU Leuven zelf. De verschillende studentenraden hebben historisch gezien ook verschillende organisatievormen, werkmethoden en -principes, wat de samenwerking in het begin moeilijker kan maken. Verder is ook niet elke lokale studentenraad opgezet met het verlies van hun autonomie.
5.2.2 Fracties binnen de Studentenraad KU Leuven Een kwestie die heel wat voeten in de aarde heeft gehad is de fractieverdeling binnen de studentenraad. Historisch gezien zijn de studentenraden gescheiden volgens campus en zou een systeem met een fractie per campus dan ook het meest praktisch zijn. De beslissingsstructuur van
11
5 De integratie de KU Leuven is echter opgedeeld volgens faculteiten, waardoor een systeem met een fractie per faculteit qua vertegenwoordiging het zinnigste lijkt. Na een lange discussie werd uiteindelijk een compromis voorgesteld: een hybride model waarbij de stemmen zowel volgens campus als volgens faculteit worden verdeeld. De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, de Faculteit Letteren en de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen hebben studenten uit verschillende KULLOCs, die voor de integratie uiteraard ook elk apart georganiseerd waren. Om sterker te staan op facultair niveau hebben de studentenvertegenwoordigers van de verschillende KULLOCs besloten gezamenlijke facultaire overlegorganen op te richten. De Studentenraad Industriële Ingenieurswetenschappen (StII) is een formeel vergaderorgaan met formele reglementen en stemverdeling dat op regelmatige basis vergadert. Voor de Faculteit Letteren werd CORaaL opgericht, ook met een intern reglement en stemverdeling. Een echt vast vergaderpatroon is er daar echter nog niet. Bij de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen werd besloten het voorlopig bij een informeel overleg te houden dat de naam StEB draagt. Op zondag 2 december 2012 zijn studentenvertegenwoordigers vanuit heel Vlaanderen samengekomen voor een forum ter oprichting van de nieuwe studentenraad. Op het forum werden alle principiële kwesties finaal uitgeklaard en werd ook een akkoord bereikt over een eerste versie van de statuten en het huishoudelijk reglement. De details werden in de maanden daarop uitgewerkt door een task force. De officiële oprichting van de nieuwe studentenraad vond plaats op 2 mei 2013.
5.3 Implicaties van de integratie voor professionele opleidingen De integratie heeft in principe enkel betrekking op de studenten in academische opleidingen. Toch brengt ze ook voor de studenten in professionele opleidingen een aantal significante veranderingen met zich mee.
5.3.1 Ondersteunende diensten Beslissingen op vlak van onderwijs worden voor de professionele en academische opleidingen weliswaar apart genomen, maar beslissingen op vlak van o.a. infrastructuur, personeel, ICT en administratie kunnen natuurlijk moeilijk van elkaar worden losgekoppeld op eenzelfde campus. Dit impliceert dan ook de noodzaak voor algemene regels en systemen. Een goed voorbeeld hiervan is de uitrol van de SAP-gebaseerde IT-systemen van de KU Leuven over de hele associatie in 2013.
5.3.2 Studentenvoorzieningen De studentenvoorzieningen zijn diensten die niet rechtstreeks met de studies te maken hebben, maar die het studentenleven ondersteunen of gemakkelijker maken. Zo bieden de meeste instellingen voorzieningen op gebied van vervoer, (al dan niet gesubsidieerde) studentenhuisvesting, voeding (bvb studentenrestaurants), medische
12
en psychologische dienstverlening, sociale dienstverlening en ondersteuning van studentenraden en praesidia. De Vlaamse onderwijsinstellingen krijgen van de overheid een toelage om deze studentenvoorzieningen te verzorgen. Voor studenten in academische opleidingen wordt dit geld overgemaakt aan de KU Leuven, waar de centrale decretale Raad voor Studentenvoorzieningen (RvS) het geld zal verdelen over de verschillende campussen waar academische opleidingen worden ingericht. Er werd beloofd dat de lokale campussen de autonomie zouden behouden om het geld lokaal grotendeels naar eigen goeddunken te verdelen. De toelage voor studenten in professionele opleidingen passeert natuurlijk niet via de KU Leuven, maar wordt rechtstreeks aan de hogeschoolbesturen overgemaakt. Om te vermijden dat studenten, afhankelijk van hun campus of type opleiding, verschillend behandeld zouden worden, werden volgende twee principes geïntroduceerd:
• Gelijkwaardigheid tussen de campussen: De asso-
•
ciatie stelt zich tot doel te zorgen dat studenten op verschillende campussen een gelijkwaardige behandeling en gelijkwaardige toegang tot studentenvoorzieningen krijgen. Het is daarbij niet gegarandeerd (en ook niet wenselijk) dat verschillende campussen precies dezelfde voorzieningen aanbieden. De voorzieningen dienen immers aangepast te worden aan de lokale noden. Gelijkheid binnen de campus: De associatie stelt zich anderzijds tot doel te zorgen dat studenten op eenzelfde campus een gelijke behandeling en gelijke toegang tot de lokale studentenvoorzieningen krijgen. Het mag dus nooit zo zijn dat een student een bepaalde voorziening al dan niet mag gebruiken (of een ander niveau van dienstverlening krijgt) afhankelijk van het type opleiding (academische of professioneel) dat hij/zij volgt.
5.3.3 Onderwijs- en examenreglement Tenslotte wordt er ook gewerkt aan een eenvormig onderwijs- en examenreglement (OER) zodat ook op dat vlak studenten in professionele en academische opleidingen dezelfde rechten en plichten krijgen en er voor hen ook dezelfde procedures, graden en sancties worden toegepast.
5.3.4 Overleg op associatieniveau Gezien de uniformisering van ondersteunende diensten, studentenvoorzieningen en reglementen is het duidelijk dat ook na de integratie het overleg op associatieniveau, zowel tussen de instellingen zelf als tussen de studentenvertegenwoordigers van de professionele en academische opleidingen, belangrijk blijft. Historisch gezien worden de studentenraden voornamelijk bevolkt door studenten uit academische opleidingen. Na de integratie zijn de beslissingsorganen voor professionele en academische studenten echter veelal gescheiden. Het lijkt dan ook waarschijnlijk dat er op heel wat
6 Een nieuwe golf van fusies plaatsen aparte studentenraden voor professionele en academische studenten opgericht worden, of dat er op z’n minst meer professionele studenten bij de studentenraad betrokken moeten worden.
6
Een nieuwe golf van fusies
Door de integratie ‘verliezen’ de hogescholen een significant deel van hun studenten. Dit maakt dat sommige van hen dan ook officieel te weinig studenten hebben om nog aan bepaalde subsidiëringscriteria te voldoen. Verder brengt een fusie normaal ook altijd schaalvoordelen met zich mee doordat meer studenten eenzelfde infrastructuur kunnen gebruiken. Er zijn anderzijds ook kritische stemmen die zich afvragen waarom bvb de KHLeuven en KHLim met elkaar ‘moeten’ samenwerken, gezien de afstand tussen Hasselt en Leuven.
Cluster West-Vlaanderen In West-Vlaanderen hebben de KATHO en KHBO het fusieproces opgestart, wat hen met een kleine 13.000 studenten tot de grootste hogeschool van het land zal maken. De totaal verschillende structuren binnen de voormalige hogescholen maakten het samenbrengen geen eenvoudige klus, maar sinds september 2013 gaan zij nu samen door het leven als de Katholieke Hogeschool VIVES. Cluster Antwerpen K.H.Kempen en Lessius varen sinds 11 juli 2012 onder de vlag Thomas More. Binnen Thomas More zijn de vzw’s Thomas More Antwerpen en Mechelen sinds 1 januari 2014 gefuseerd tot één vzw. Zij werken operationeel ook al samen met de vzw Thomas More Kempen met een gemeenschappelijke directie, gezamenlijke algemene diensten en dus ook één algemeen directeur. Cluster Brussel-Gent
Het einddoel dat vanuit de associatie wordt voorgehouden voor deze fusiegolf is dat er een eengemaakte School of Arts wordt gevormd voor de kunstopleidingen en daarbuiten een eengemaakte fusieschool voor elk van de clusters in Vlaanderen. We geven hieronder een overzicht van het verwachte eindresultaat. LUCA School of Arts LUCA School of Arts bestaat uit de fusie van het Lemmensinstituut (Leuven), Narafi (Brussel), Sint-Lucas Architectuur (Brussel en Gent), Sint-Lucas Visuele kunsten (Gent) en Sint-Lukas (Brussel). LUCA omvat dan het gros van de kunst-gerelateerde opleidingen binnen de Associatie KU Leuven. Er wordt verwacht dat ook de gezamenlijke kunstopleidingen van de KHLim en PHL uiteindelijk zullen worden opgenomen in LUCA.
Bij de Hogeschool-Universiteit Brussel en de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven werd snel werk gemaakt van de fusie. Hoewel de fusie officieel pas op 1 januari 2014 plaats vond, was er reeds geruime tijd één werking, één bestuur, één website, enz. Ook de studentenraden van beide instellingen werden meteen samengevoegd in een nieuwe, eengemaakte studentenraad. Cluster Leuven - Limburg De ontwikkelingen voor de cluster Leuven - Limburg zijn nog volop bezig. Voor deze cluster zou het de bedoeling zijn dat de KHLeuven, GROEP T en de KHLim fuseren. Vooral GROEP T stond eerst nogal weigerachtig tegenover de fusie omdat ze haar eigen profilering wilde behouden, maar zou nu toch meestappen in de fusie. De gesprekken lopen in elk geval verder. Een naam voor de nieuwe fusieschool is er nog niet.
13
7 Studentenvoorzieningen
7
Studentenvoorzieningen
De Studentenvoorzieningen (afgekort StuVo of soms ook wel SoVo voor ‘sociale voorzieningen’) zijn “het geheel van activiteiten en maatregelen die worden genomen om studiebelemmerende factoren weg te nemen en door materiale en immateriële hulp- en dienstverlening aan te bieden, met tot doel de gelijkwaardige (daarom niet gelijke, nvdr) toegang tot en de deelname van alle studenten aan het hoger onderwijs te bevorderen door de basisvoorwaarden bij het studeren te verbeteren. Deze studentenvoorzieningen worden grotendeels gefinancierd door de Vlaamse overheid en een deel van de inschrijvingsgelden. Studentenvoorzieningen zijn er voor alle studenten (dus ook buitenlandse studenten) die zijn ingeschreven aan een Vlaamse Hogeschool of Universiteit met een diplomacontract of een creditcontract. De financiering van de stuvo gebeurt op basis van het aantal studiepunten. De wet voorziet dat de middelen voor studentenvoorzieningen binnen de instelling strikt gescheiden moeten worden van het beleid inzake studiegebonden materie. Deze middelen worden beheerd en besteed door een stuvo raad, waarin ook studenten zetelen. Toen Pascal Smet in 2009 minister van Onderwijs werd kondigde hij aan dat hij de Studentenvoorzieningen (stuvo) ging moderniseren. In 2010 werd een eerste voorontwerp van decreet gemaakt en nadat het door alle betrok-
hogeschool. Daarvoor waren dit aparte vzw’s. Verder hebben de studenten vanaf 2013 de helft van de stemmen op de stuvo raad. De andere helft van de stemmen wordt gevuld door de instelling zelf. Een laatste belangrijke aanpassing is dat er een genderquota in het decreet verwerkt zit. Minstens één derde van de leden in de op te richten stuvo raad moet van een ander geslacht zijn dan de meerderheid.
7.1 Financiering van de studentenvoorzieningen Deze sectie schetst de nieuwe structuur van de financiering voor studentenvoorzieningen. Zoals reeds eerder werd besproken kunnen studenten in twee groepen worden ingedeeld: Enerzijds de studenten in academische opleidingen die onder de verantwoordelijkheid van de KU Leuven vallen (ongeacht of de opleiding op een UC campus plaatsvindt of op een reeds bestaande KU Leuven locatie) en anderzijds studenten in professionele opleidingen die onder de verantwoordelijkheid van een UC vallen. Figuur 1 toont in eerste instantie hoe het geld voor studentenvoorzieningen vanuit de overheid wordt verdeeld naar de instelling die verantwoordelijk is voor de studenten in kwestie. Het geld voor alle KU Leuven studenten gaat dus
Figuur 1 - StuVo’s ken partijen besproken werd is het goedgekeurd in het Vlaamse Parlement. Het decreet treedt in werking vanaf 1 januari 2013. Grote veranderingen zijn dat de studentenvoorzieningen (stuvo’s) ofwel sociale voorzieningen (sovo’s) van de hogescholen vanaf 1 januari 2013 onderdeel worden van de
14
integraal naar de Raad voor Studentenvoorzieningen aan de KU Leuven. Geld voor studenten van een bepaalde hogeschool gaat naar de StuVo-raad aan die hogeschool. Aangezien de UC’s het merendeel van de kosten dragen voor alle studenten die op hun campussen studeren, zal de Raad voor Studentenvoorzieningen van de KU Leuven het geld dat voor die studenten ontvangen werd groten-
8 Structuur instellingen en studentenraden
Figuur 2 - Instelling deels doorgeven aan de StuVo-raad aan die hogeschool. Het is in de eerste plaats die lokale StuVo die zal beslissen hoe het geld voor de lokale studenten (zowel academische als professionele) zal besteed worden. Dit laat toe om beter in te spelen op de lokale noden en maakt het eenvoudiger om te garanderen dat academische en professionele studenten op eenzelfde campus ook gelijk behandeld worden op vlak van studentenvoorzieningen.
8
Structuur instellingen en studentenraden
In deze sectie bespreken we hoe de studentenraden georganiseerd zijn sinds de integratie, alsook hun onderlinge relaties. Figuur 2 geeft een overzicht van deze structuren. De structuur van studentenraden vertoont vanzelfsprekend sterke gelijkenissen met de structuur van de instellingen. Per beslissingsniveau bij de instellingen is er typisch ook een studentenraad actief. We bespreken de structuur van de studentenraden daarom ook in parallel met die van de instellingen.
8.1 Campusraden en lokale studentenraden Sinds de integratie vallen alle academische opleidingen (uitgezonderd de niet-architectuur kunstenopleidingen) onder de verantwoordelijkheid van de KU Leuven, of deze nu doorgaan op campussen van de KU Leuven zelf of op campussen van de University Colleges (zie blauwe pijlen onderaan op figuur 2. De verantwoordelijkheid voor de professionele opleidingen blijft bij de UC’s waar ze worden ingericht. De UC’s behouden wel de eigendom en de verantwoordelijkheid over hun eigen campussen, net zoals de universiteit dat blijft behouden voor haar bestaande campussen. Bovenstaande situatie maakt de studentenvertegenwoordiging er heel wat moeilijker op. Enerzijds is er locatiegebonden materie (bvb studentenrestaurants, lokale evenementen voor studenten, gratis buspas, etc). Deze materie belangt zowel professionele als academische studenten, maar slechts op een bepaalde campus (of groep dicht bij elkaar gelegen campussen). Deze materie wordt besproken in de lokale raad voor studentenvoorzieningen (StuVo-raad). Studentenvertegenwoordigers voor deze materie komen in principe uit een lokale “campusraad”, die alle studenten (prof. en acad.) op die hogeschool, campus (of
15
8 Structuur instellingen en studentenraden groep campussen) verenigt. Op figuur 2 zijn deze campusraden onderaan rechts weergegeven. Anderzijds is er ook de onderwijsgerelateerde materie (bvb. examenreglement, organisatie van de opleidingen, diploma’s, etc). Deze worden per instelling bepaald en kunnen dus verschillen voor de professionele of academische studenten op eenzelfde campus. Voor professionele studenten wordt deze materie behandeld door o.a. het bestuur van het UC. Voor academische studenten wordt deze materie in eerste instantie behandeld door de Raad voor Academische opleidingen van hun UC. In principe lijkt het dan ook logisch om per UC een studentenraad voor professionele studenten op te richten en een aparte studentenraad voor academische studenten. De studentenraden voor academische studenten komen ook nog eens samen in een algemene Studentenraad KU Leuven. Deze organisatie van studentenraden wordt op figuur 2 weergegeven in het midden rechts, net onder “StAL”.
8.2 Lokale raden in de praktijk Volgens bovenstaande logica krijgen we op elke locatie minstens drie studentenorganisaties: een campusraad die zich bezig houdt met studentenvoorzieningen op die campus, een professionele studentenraad die zich bezig houdt met de professionele opleidingen georganiseerd door die UC, en ten slotte een academische studentenraad die zich bezig houdt met de academische opleidingen georganiseerd door de KU Leuven aan die UC. Hoewel dit in principe een logische scheiding van verantwoordelijkheden is, zijn er toch studentenraden die anders te werk gaan omdat zij het als onwerkbaar beschouwen om hun werking op te delen. Zo heeft bijvoorbeeld de studentenraad ASR HUB-KAHO al aangegeven te blijven functioneren als campusraad, academische studentenraad en professionele studentenraad. Anderzijds hebben de huidige studentenraden van Thomas More bijvoorbeeld wel een nieuwe academische studentenraad opgericht. Ook LOKO, dat vroeger zowel de campusraad van Leuven als de studentenraad van de KU Leuven was heeft haar verantwoordelijkheden opgesplitst in een campusraad genaamd LOKO, en een overkoepelende academische studentenraad genaamd Studentenraad KU Leuven. Associatie-niveau en hoger Een niveau hoger dan de UC’s en universiteit vinden we de Associatie KU Leuven, die de KU Leuven en alle aangesloten UC’s verenigt. Elke universiteit of hogeschool in Vlaanderen is aangesloten bij één van de associaties; Associatie KU Leuven, Associatie van Universiteit en Hogescholen Antwerpen, Associatie Universiteit Gent, Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg en de Universitaire Associatie Brussel rond de VUB. De studentenvertegenwoordiging op dit niveau wordt verzorgd door de Studentenraad Associatie Leuven (StAL), die de professionele studentenraden van de UC’s en de (overkoepelende) academische studentenraad van de KU Leuven samenbrengt.
16
8 Structuur instellingen en studentenraden De instellingen die professionele opleidingen organiseren zijn verenigd in de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA), terwijl de universiteiten verenigd zijn in de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR). Omwille van de trend naar meer samenwerking en complementariteit tussen hogescholen en universiteiten, werd in december 2010 een gezamenlijk orgaan opgericht: de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR). Hierin zetelen alle Vlaamse hogescholen, universiteiten en meteen ook de associaties. De VLUHR bestendigt de samenwerking en zorgt dat de onderwijsinstellingen met eengemaakte stem kunnen spreken. Op dit niveau en hoger is het de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) die de studenten vertegenwoordigt. De professionele en academische studentenraden van de Vlaamse onderwijsinstellingen zetelen rechtstreeks in de VVS AV. De studentenraden van de associatie zijn hier niet rechtstreeks vertegenwoordigd. Ten slotte vinden we helemaal bovenaan op figuur 2 de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR). De VLOR is een adviesraad voor het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Vertegenwoordigers van alle onderwijsinstellingen en geledingen (inclusief studenten en personeel) overleggen in de VLOR met vertegenwoordigers van sociaal-economische en sociaal-culturele organisaties over het onderwijs- en vormingsbeleid. Op basis daarvan geeft de VLOR adviezen aan de Vlaamse minister van Onderwijs en aan
het Vlaams Parlement. Ook op dit niveau is het VVS die de studenten vertegenwoordigt.
8.3 Structuur LUCA School of Arts In deze sectie bespreken we de structuur en organisatie van de kunstenopleidingen en LUCA School of Arts. Figuur 3 geeft een overzicht. Zoals reeds eerder besproken, worden bij de integratie alle academische opleidingen geïntegreerd in de KU Leuven. Het was oorspronkelijk dan ook de bedoeling dat de academische kunstenopleidingen gewoon mee zouden integreren. De afgelopen jaren vond er echter heel wat discussie plaats over het academisch onderzoek (en noodzaak daaraan) in de kunstenopleidingen. Uiteindelijk heeft het ministerie van Onderwijs beslist om de academische kunstenopleidingen voorlopig niet te laten integreren. De enige uitzondering hierop zijn de architectuuropleidingen, die wel geïntegreerd zijn. De KU Leuven en Associatie KU Leuven hebben echter al duidelijk gemaakt dat zij de academische kunstenopleidingen op termijn wel geïntegreerd willen zien. Om hen betrokken te houden bij de KU Leuven werd eerst de bijzondere faculteit kunsten opgericht. Ondertussen werd deze vervangen door een gezamenlijke structuur voor alle
Figuur 3 - School of Arts
17
8 Structuur instellingen en studentenraden
Figuur 4 - Bestuursstructuur
18
8 Structuur instellingen en studentenraden kunstenopleidingen: de LUCA School of Arts. Concreet zal de School of Arts bestaan uit drie groepen opleidingen: • De professionele kunstenopleidingen die nu en op termijn gewoon blijven verder bestaan zoals nu. • De academische kunstenopleidingen (uitgezonderd architectuur) die voorlopig blijven verder bestaan zoals nu maar op termijn verwacht worden te integreren • De architectuuropleidingen van Sint-Lucas die in oktober 2013 integreerden in de KU Leuven.
door een faculteit wordt ingericht. Naast de faculteiten bestaan er in de groep W&T en BMW ook nog departementen. Deze zijn verantwoordelijk voor het onderzoek en staan in principe los van de faculteiten. Natuurlijk leunen bepaalde departementen meer aan bij één of meerdere faculteiten, maar in principe bestaan departementen en faculteiten naast elkaar: de één bevoegd voor onderzoek, de andere voor onderwijs. Dit durft wel eens voor verwarring te zorgen omdat sommige hogescholen de term “departement” gebruiken om aan te duiden wat we bij de KU Leuven een “faculteit” noemen.
De geïntegreerde architectuuropleidinEen voorbeeld van het onderscheid tussen faculteit en departement: gen zullen een nieuwe Faculteit Archide KU Leuven zal na integratie een faculteit Ingenieurswetenschappen tectuur vormen in de groep Wetenschap (de burgerlijk ingenieurs) en een faculteit Industriële wetenschappen en Technologie (W&T) van de KU Leu(de industrieel ingenieurs) hebben. Beide bieden opleidingen elektroven. Deze groep omvat ook de Faculteit techniek / electronica-ICT aan waarvoor er wordt samengewerkt met Ingenieurswetenschappen waar de ophet departement Elektrotechniek. Anderzijds biedt de faculteit Ingenileiding ingenieur-architect wordt aangeeurswetenschappen ook een opleiding Bouwkunde aan waarvoor ze boden. Die opleiding blijft behouden in samenwerkt met het departement Bouwkunde. Voor sommige opleihaar huidige vorm en zal dus niet verdingen wordt er zelfs samengewerkt met meerdere departementen huizen naar de faculteit Architectuur. Het binnen één opleiding. De opleiding Energy Engineering van de faculacademisch onderzoek van de geïnteteit Ingenieurswetenschappen werkt bijvoorbeeld samen met het degreerde architectuuropleidingen wordt partement Werktuigkunde en het departement Elektrotechniek. georganiseerd binnen het kader van het reeds bestaande departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening (ASRO) van de KU Leuven, waar ook het onderzoek Rechts op de figuur zien we in het oranje de opleidingen Humane Wetenschappen, aangeduid met oranje pijlen. In van de opleiding ingenieur-architect reeds plaatsvindt. de groep HW vallen onderzoek en onderwijs wel telkens mooi samen, waardoor er geen nood is aan een onder8.4 Beslissingstructuren binnen de nieu- scheid tussen departementen en faculteiten. We vinden hier dan ook enkel faculteiten, die verantwoordelijk zijn we KU Leuven voor zowel onderwijs als onderzoek. Deze sectie beschrijft de bestuursstructuur van de KU Leuven na integratie. We focussen hierbij met name op Terwijl in de groepen W&T en BMW alle opleidingen, buionderwijs en beperken ons tot de belangrijkste bestuurs- ten Leuven of niet, rechtstreeks onder de verantwoordeorganen om te vermijden dat we door de bomen het bos lijkheid van de faculteit vallen, werd in de groep HW het niet meer zien. Figuur 4 geeft een overzicht. concept van een subfaculteit geïntroduceerd. Indien er aan een bepaalde UC Letterkunde-opleidingen doorgaan 8.4.1 Faculteiten, departementen en groepen wordt er voor die UC een subfaculteit van de faculteit Letteren opgericht, die in eerste instantie verantwoordelijk is Binnen de KU Leuven worden opleidingen beheerd door voor de (academische) Letterkunde-opleidingen aan die de faculteiten. Een voorbeeld is de faculteit Letteren, die UC. Voor de opleidingen in Leuven wordt er normaal geen verantwoordelijk is voor alle opleidingen in de Letterkun- subfaculteit opgestart aangezien de faculteit zelf daar gede, ongeacht of deze nu in Leuven doorgaan of op een vestigd is. andere campus. De faculteiten zijn opgedeeld in drie groepen: De groep Wetenschap en Technologie (W&T), de groep Biomedische Wetenschappen (BMW) en de groep Humane Wetenschappen (HW). Voor elke groep is er ook een groepsbestuur dat voorgezeten wordt door de vice-rector van die groep. Hier wordt een gemeenschappelijk beleid voor alle faculteiten binnen die groep besproken. Faculteiten uit dezelfde groep hebben immers vaak gemeenschappelijke belangen en krijgen zo ook de mogelijkheid om het algemene beleid af te stemmen op de noden specifiek voor hun domeinen. Bekijken we even de opleidingen uit de groep W&T en BMW (aangeduid in het blauw op figuur 4). We zien dat het onderwijs van deze opleidingen steeds rechtstreeks
8.4.2 KU Leuvenbestuur aan de UC’s
In het voorgaande werd de structuuropdeling steeds gemaakt op basis van de opleiding. Er zijn echter ook belangen en kwesties die eerder geografisch dan per opleiding verschillen. Daarom werd, los van de faculteiten en groepsbesturen, nog een parallelle structuur opgezet. Elke UC heeft een Raad voor Academische Opleidingen, voorgezeten door een Academisch Beheerder. Deze raad heeft als verantwoordelijkheid het beheren van de KU Leuven opleidingen die georganiseerd worden op de campussen van die UC. De Raad staat uiteraard in nauw contact met zowel het bestuur van de KU Leuven, die verantwoordelijk is voor de opleidingen, als met het bestuur van de betreffende UC, die verantwoordelijk is voor de infrastructuur aanwezig op de campussen.
19
9 Tips voor studentenvertegenwoordigers 8.4.3 Centrale bestuursorganen KU Leuven en UC’s Links bovenaan op figuur 4 vinden we de centrale bestuursstructuur van de KU Leuven. Het eerste orgaan van belang is het Gemeenschappelijk Bureau (GeBu), dat fungeert als voorbereidend en uitvoerend orgaan voor de Academische Raad en RvB. Het GeBu houdt zich bezig met het dagelijks bestuur van de universiteit en omvat de rector, de vice-rectoren, de financieel beheerder en de academische beheerders. De Academische Raad (AR) bestaat uit de leden van het GeBu, alle decanen en vertegenwoordigers van het personeel en de studenten. De AR voert de finale discussie over elk onderwerp en neemt de strategische beslissingen. Ten slotte wordt helemaal links bovenaan de RvB getoond. Zij zijn officieel de bestuurders van de KU Leuven maar houden zich vooral met de lange-termijnvisie bezig. Hierin zetelen de leden van het GeBu, vertegenwoordigers van de studenten en een hele reeks externe leden, zoals bijvoorbeeld Inge Vervotte. Aan de kant van de UC’s vinden we uiteraard ook een directie- en bestuurscomite terug. Zij blijven na de integratie gewoon verder bestaan en behouden de volledige verantwoordelijkheid over de professionele opleidingen, alsook het beheer van hun campussen en de bijhorende infrastructuur. Tussen het bestuur van de KU Leuven en dat van de UC’s worden beheersovereenkomsten afgesloten. De UC’s voorzien immers tegen betaling op hun campussen plaats en infrastructuur voor de KU Leuven studenten die daar studeren. De bestuursorganen van de KU Leuven en de UC’s zetelen ook allemaal samen in de RvB van de Associatie KU Leuven, waar verdere samenwerkingsmogelijkheden en kruisverbanden besproken worden.
Binnen de Associatie KU Leuven vormen deze organen nu echter een personele unie, wat betekent dat ze op papier nog wel verschillende organen blijven maar dat in elke AV en de IO precies dezelfde mensen zetelen zodat het eigenlijk om één geheel gaat.
9
Tips voor studentenvertegenwoordigers
9.1 Hoe begin je aan studentenvertegenwoordiging? Heb je interesse om een mandaat als studentenvertegenwoordiger op te nemen? Goed, want jou hebben we nodig! Nu zal je vast wel willen weten hoe je hier aan begint. Binnen het departement of de faculteit waar je les volgt, zal er normaal gezien uitvoerig reclame gemaakt worden voor de departementale of facultaire studentenraad. Binnen sommige departementen of faculteiten, zullen de stuvers ook langskomen tijdens de lessen om zichzelf voor te stellen en te polsen of er iemand interesse heeft in een mandaat. Als je interesse hebt om mee te werken als stuver binnen jouw instelling, kunnen we je ten zeerste aanraden om het meteen te proberen. Studentenraden zijn meestal ook behoorlijk open zodat je gemakkelijk een praatje kan gaan slaan en kijken of het wat voor jou is. Het is ook nooit te vroeg om met studentenvertegenwoordiging te beginnen. Zelfs in je eerste jaar kan je misschien al een frisse kijk op de situatie bieden en jouw stem kan mee de richting bepalen die je studentenraad uitgaat en de beslissingen die er binnen de faculteit of het departement genomen wordt, beïnvloeden.
Als je begint als stuver zal je merken dat er enorm veel beschikbare mandaten zijn. Laat je hierdoor zeker niet beangstigen, en neem één of meerdere mandaten op waar je interesse voor hebt. Praat zeker Voor ervaren stuvers ook met de bestaande stuvers om te bespreken welke mandaten het beste aansluiten bij Binnen veel studentenraden moet je eerst verkozen worden jouw interesses en hoeveel tijd er ongeveer in om actief deel te kunnen nemen aan de studentenraad en die kruipt. verkiezingen vinden vaak plaats op een vast tijdstip, meestal het begin of einde van het academiejaar. Bovendien moeten Vanuit de departementale of facultaire studenkandidaat-stuvers vaak ook nog wachten tot het volgend acatenraad kan je ook verder groeien naar studemiejaar voor ze effectief iets mogen doen. Dit blijkt voor veel dentenraden die zich op de overkoepelende studenten een hoge drempel te zijn. Je kan als studentenraad niveaus afspelen, zoals bijvoorbeeld de lokale deze drempel verlagen door hen te coöpteren, wat betekent overkoepelende studentraden, Stura KU Leudat je hen nog tijdens het jaar zelf opneemt in de studentenven, StAL en VVS. Als je studentenraad verraad voor bepaalde taken of mandaten. Je kan geïnteresseertegenwoordigers heeft in een overkoepelend de studenten ook actief laten deelnemen aan discussies, maar orgaan, kan je aan hen vragen naar de mogehen gewoon geen stemrecht geven totdat ze effectief verkozen lijkheden en hoe je jezelf kandidaat kan stelzijn. Hierdoor kan je geëngageerde stuvers sneller laten parlen. Ken je niet direct iemand, dan kan je altijd ticiperen, zowel binnen je eigen studentenraad als op andere contact opnemen met de studentenraad zelf. niveaus. Zij helpen je graag verder.
Ten slotte heeft de KU Leuven nog een Inrichtende Overheid (IO) en de UC’s een Algemene Vergadering (AV).
20
9 Tips voor studentenvertegenwoordigers Voor ervaren stuvers
om aan teambuilding te doen, is door samen te gaan eten. Je kan bij je instelling navragen Maak jezelf en je studentenraad zeker kenbaar tijdens de inof hier eventueel budget voor is. Een alternatroductiedagen binnen de faculteit en het departement. Het is tief dat ook vaak toegepast wordt is om na de belangrijk dat nieuwe studenten weten dat er een studentenvergadering iets te gaan drinken. Natuurlijk raad aanwezig is en waar zij zich mee bezig houden. Zo weten kan je ook uitgebreidere teambuilding activinieuwe studenten ook waar ze naartoe kunnen met eventuele teiten doen zoals samen naar een pretpark of problemen. op weekend gaan. Een weekend hoeft niet zo Spreek ook zeker de nieuwe studenten aan. Maak kennis met duur te zijn als je misschien denkt. Voor 30 hen en sla er een babbeltje mee. Zo verlaag je de drempel voor euro per persoon voor overnachting, eten en nieuwe studenten om zich te engageren en zich kandidaat te drinken ben je soms al gesteld. En als je zorgt stellen voor een mandaat. dat het weekend leuk is, kan je je leden vragen om deze bijdrage te betalen, zodat je op weekend kan gaan, zelfs als je hier eigenlijk geen budget voor hebt. Voor concrete locaties en details 9.2 Samenwerken in de studentenraad kan je altijd eens rondvragen bij bevriende studentenraHieronder geven we enkele tips die je kunnen helpen om den, of je contacteert ons en dan spelen wij je vragen de samenwerking binnen de studentenraad te bevorde- door. ren. Belangrijk is wel dat je tijdens de teambuilding niet bezig bent met de nota’s of werking van de studentenraad. En9.2.1 Groepsdynamica kel praten over ‘het werk’ ondermijnt immers het doel van Groepsdynamica is een veelgebruikt woord, maar toch de teambuilding, namelijk dat de leden elkaar beter leren vergeten heel wat studentenraden hierbij stil te staan. Het kennen op persoonlijk vlak. is voor studentenraden belangrijk dat de leden allemaal aan hetzelfde touw trekken. Het is overigens ook door de Wil je de teambuilding combineren met een werkvergasamenwerking van de verschillende leden, dat de studen- dering, dan kan je best beide van elkaar scheiden door tenraden haar doelen kan bereiken. De uitspraak ‘samen bijvoorbeeld eerst te vergaderen en daarna de teambuilstaan we sterk’ is binnen een studentenraad zeker van ding te houden. Tijdens een weekend wordt er vaak in de toepassing. Probeer iedereen een bepaalde verantwoor- voormiddag vergaderd en soms net voor of na het avonddelijkheid te geven en maak ook tijd om goede resultaten eten nog eens. De namiddag en latere avond worden dan te prijzen. Zorg ook dat iedereen een idee heeft van waar vrijgehouden voor ontspannende activiteiten. de andere leden mee bezig zijn. Moedig iedereen ook aan om regelmatig aanwezig te zijn op de collectieve vergade9.3 Efficiënt vergaderen ringen van de studentenraad.
9.2.2 Teambuilding Doe met je studentenraad ook meer dan alleen maar vergaderen en e-mailen. Een simpele, maar effectieve manier
Over dit onderwerp zijn er al hele boeken geschreven. Het thema wordt vaak ook uitvoerig besproken in andere stuver-handleidingen. Toch willen we ook hier even een kort overzicht bieden en enkele concrete tips meegeven.
21
9 Tips voor studentenvertegenwoordigers Een goede voorbereiding is een must bij een vergadering. De voorzitter moet tijdig de uitnodiging met agenda en vergaderdocumenten doorsturen en de leden aanmoedigen deze ook grondig door te nemen. Anders verzandt je vergadering al snel in een leesuurtje of presentatie van de documenten i.p.v. een inhoudelijke disscussie. Stel bij elke vergadering ook een verslag op zodat ook leden die niet aanwezig konden zijn, op de hoogte blijven. Zoniet, dan kunnen ze de volgende keer niet volgen, waardoor je de kans loopt dat ze nog vaker afwezig zullen zijn. Bij elk agendapunt kan je aangegeven hoeveel tijd je hier ongeveer aan wilt besteden en of het enkel een update is, of dat het ook de bedoeling is om te discussiëren en een standpunt in te nemen. Als stuver bereid je je ook best goed voor. Door op voorhand de vergaderdocumenten te lezen en je standpunt of opmerkingen vooraf te formuleren, sta je sterker tijdens de vergadering zelf en zal je ongetwijfeld meer te zeggen hebben dan anderen die ter plaatse hun argumenten nog bij elkaar moeten sprokkelen. Dit geldt ook voor vergaderingen binnen je studentenraad, maar des te meer voor vergaderingen met de instelling / docenten / overkoepelende studentenraden. Nog enkele aandachtspuntjes: Houd je vergadering zinvol: Ook studenten hebben soms een drukke agenda. Niets is frustrerender dan een zinloze of inefficiënte vergadering. Sta niet te lang stil bij agendapunten die enkel ter info zijn. Laat een discussie niet eindeloos doorgaan en probeer na een discussie ook een duidelijk besluit te formuleren zodat het voor iedereen duidelijk is en de discussie later niet nog eens moet worden overgedaan. Ook hier is een vergaderverslag essentieel, zodat men later kan teruggrijpen naar argumenten en besluiten uit vorige vergaderingen. Maak de vergadering aangenaam: Zorg bijvoorbeeld voor een hapje en een drankje tijdens de vergadering. Probeer ook te zorgen voor een aangenaam vergaderritme. De drie zwaarste discussiepunten van de avond allemaal achter elkaar zetten zonder pauze is wellicht niet zo’n goed idee. Dit kan voor frustraties en versterkte emoties zorgen, wat ten koste gaat van een goede besluitvorming. Wissel daarom discussiepunten af met infopunten. Als je een zware vergadering hebt met veel discussiepunten, is het ook aangewezen om tussendoor een korte pauze in te lassen. Ten slotte willen we je ook aanraden om de vergaderingen luchtig te houden. Er mag al eens gelachen worden om de stemming te verzachten. De kans is groot dat we in onze verdere carrière nog genoeg saaie vergaderingen zullen mogen meemaken. Maak daarom gebruik van humor tijdens de vergaderingen en wees niet te serieus. We blijven tenslotte studenten.
9.4 Nota’s en producties
22
9.4.1 Nota’s Het primaire doel van een studentenraad is zorgen dat de mening van de studenten gehoord wordt door het bestuur en de raden binnen de instelling. De praktijk wijst ook dat een proactief beleid, waarbij je zelf problemen aankaart en disscusies opent veel beter werkt (en vaak zelfs meer geapprecieerd wordt) dan een passieve houding waarbij je enkel reageert wanneer er je iets gevraagd wordt.
10 Slotwoord Als de kwestie wat complexer is of je argumenten wat uitgebreider, is het vaak moeilijk om deze op een paar minuten uit te leggen tijdens een vergadering. In zo’n geval is het schrijven van een nota een hele goede keuze. Een nota hoeft daarom niet lang te zijn. De bedoeling is niet om te laten zien dat je veel te vertellen hebt, maar om de context, het probleem en je argumenten zo duidelijk mogelijk voor te stellen. Vooraleer je begint te schrijven win je best informatie in bij je studenten, docenten of proffen en eventueel bij andere studentenraden of instellingen. Kijk hierbij ook of er al onderzoek is gedaan naar een bepaald probleem. Je kan ook een enquête of bevraging houden om je betoog kracht bij te zetten en met cijfers te staven. Dit is niet altijd nodig maar je moet natuurlijk wel voldoende zeker zijn dat de studenten die je vertegenwoordigt het eens zijn met je analyse van het probleem en je oplossing ervoor, anders ben je gewoon je eigen mening aan het verkondigen en niet die van je studenten. Je begint je nota met een inleiding, waarin je beschrijft waarom je deze nota schrijft, alsook de context waar het onderwerp zich in bevindt. Hou de inleiding kort en bondig. Na de inleiding geef je best een schets van de huidige situatie. Hierin beschrijf je de situatie zoals die nu is. Kader hier ook het probleem in dat je veranderd wilt zien. De informatie en eventuele cijfers die je hebt ingewonnen kan je hier ook weergeven. Aangezien je een probleem probeert aan te kaarten zal je de situatie vaak wat vereenvoudigd en zwart-wit voorstellen. Enerzijds is er natuurlijk geen plaats voor talloze nuances, maar anderzijds moet je wel opletten dat je niet overdrijft en de instelling of de werking niet gewoon gaat zwart maken. Zo jaag je mensen alleen maar tegen je in het harnas en je moet natuurlijk wel nog samen tot een oplossing komen. In een volgend deel van je nota beschrijf je de gewenste situatie. Koppel dit zo goed mogelijk aan de paragraaf over de huidige situatie en geef de concrete verschillen weer. Lijst hier ook duidelijk de voordelen van de nieuwe situatie op. Indien er nadelen zijn aan de nieuwe situatie,
kan het zinnig zijn om ook deze te vermelden. Enerzijds vermijd je zo het verwijt dat er ook allerlei nadelen zijn waar je niet aan gedacht hebt, en anderzijds geeft dit je meteen ook de kans om een aantal tegenargumenten preventief te weerleggen. Ten slotte kan het nuttig zijn om ook een plan van aanpak te schrijven, waarin je aangeeft hoe en tegen wanneer de veranderingen gerealiseerd kunnen worden. Uiteraard geef je hier enkel de hoofdlijnen mee. De concrete uitwerking is wellicht werk voor medewerkers van de instelling. Een plan van aanpak toevoegen is niet altijd nodig, maar heeft twee grote voordelen: Enerzijds vermijd je zo de veelgebruikte doodmaker “Ja, dat zou misschien wel beter zijn, maar dat is te moeilijk / te kostelijk om te veranderen.”. Anderzijds geef je ook een duidelijk signaal aan de instelling dat je samen met hen een zinnige realisatie wilt uitwerken. Sluit de nota af met een conclusie. Dit is een korte en bondige samenvatting van de volledige nota. Graag willen we hier nog even het belang van een goede inleiding en conclusie benadrukken. Dit zijn de paragrafen die het meest gelezen en best onthouden worden. Het schrijven van een nota is natuurlijk niet iets wat je tussen de soep en de patatten doet. Kijk je er toch nog tegen op? Schrijf dan liever een korte nota dan helemaal geen nota. Een degelijke nota is immers één van de beste wapens van de studentenvertegenwoordiger.
9.4.2 Producties Problemen kunnen ook aangepakt worden door acties te voeren. Deze hou je beter ludiek om niet op weerstand te stuiten van andere partijen. Het voordeel van deze acties is dat je meteen ook extra bekendheid geeft aan je studentenraad en dat je zo ook aan je medestudenten laat zien dat je actief bezig bent met het beleid en het voor hen opneemt. Zie deze daarom niet over het hoofd. Ideeën voor acties kan je inwinnen bij je achterban. Ook kan je bij andere studentenraden navragen welke acties zij al hebben gevoerd en rond welke thema’s. Als je grotere acties wilt voeren, kan je ook met andere studentenraden samenwerken. Ook hier geldt het motto ‘samen staan we sterk’.
10
Slotwoord
Zo komen we tot het einde van deze participatiegids. We hopen dat we de lezer een interessante wandeling door het Vlaamse onderwijslandschap hebben kunnen bieden. We wensen alle studentenvertegenwoordigers veel succes met hun mandaten. En als je nog geen studentenvertegenwoordiger bent, hebben we je bij deze hopelijk overtuigd om het toch eens te proberen! Blijf je na het lezen van deze gids toch nog met vragen zitten? Stuur dan gerust een mailtje naar
[email protected]. Onze stafmedewerker helpt je graag verder!
23