Jaarverslag
Jaarverslag
2014
GEMEENTE ARNHEM Postbus 9029 6802 EL Arnhem Tel. 0900 -1809 Fax 026 3774830 E-mail:
[email protected] Druk: april 2015
Gemeente Arnhem Vastgesteld in de raadsvergadering van 11 november 2013
onderwerp
Jaarverslag 2014
21 april 2015
pagina
2014
1
Jaarverslag
2
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
3. PROGRAMMA’S 1. De Arnhemse binnenstad klaar voor de toekomst 2. Arnhem groene en duurzame stad 3. Arnhem werkt! 4. Marketing van Arnhem 5. Wijkaanpak nieuwe stijl 6. Wonen in de wijken 7. Participatie kwetsbare inwoners 8. Samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd 9. Overige veranderopgaven
9 13 15 19 23 27 31 35 39 43 45
REGULIERE PROGRAMMA’S 0. Algemeen bestuur en publieke dienstverlening 1. Veiligheid 2. Verkeer, vervoer en waterstaat 3. Economie 4. Educatie 5. Cultuur, recreatie en sport 6. Participatie en maatschappelijke ondersteuning 7. Gezondheid en milieu 8. Wonen en ruimte 9. Financiën en bedrijfsvoering
49 55 59 65 69 75 83 93 101 107
4. PARAGRAFEN 4.1 Lokale heffingen 4.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 4.3 Grondbeleid 4.4 Financiering 4.5 Bedrijfsvoering 4.6 Verbonden partijen 4.7 Onderhoud kapitaalgoederen 4.8 Investeringen 4.9 Subsidies 4.10 Integriteit 4.11 Stresstest
113 114 120 129 137 142 149 155 164 168 170 172
5.
177
FINANCIEEL RESULTAAT
BIJLAGEN
187
1. Verstrekte subsidies 187 2. Afkortingenlijst 199
onderwerp
2. BASISGEGEVENS
5
Jaarverslag 2014
HOOFDLIJNEN VAN BELEID
pagina
1.
3
Inhoudsopgave
4
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
5
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
1. Hoofdlijnen van beleid Het jaar 2014 was een bijzonder jaar …… gemeenteraadsverkiezingen, een nieuw Coalitieakkoord 'MET DE STAD!', 70 jaar Market Garden en de voorbereiding op de transitie in het sociale domein vanaf 2015. Coalitieakkoord 2014-2018 'MET DE STAD!' Op 19 maart 2014 vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats; een nieuwe gemeenteraad is gekozen. De partijen D66, SP, GroenLinks en CDA gaan de komende vier jaar Arnhem besturen en hebben hun visie op hoofdlijnen neergelegd in het Coalitieakkoord 2014-2018 'MET DE STAD!' Arnhem moet zich voorbereiden op de nieuwe verhouding tussen samenleving en overheid. De samenleving wil op veel terreinen dat de overheid niet bepaalt, maar in vertrouwen taken overgeeft en waar nodig ondersteunt. De gemeente wil hierin als partner meebewegen. Het nieuwe gemeentebestuur wil de visie op de toekomst en de Arnhemse uitdagingen daarbij samen met bewoners en partners in de stad vormgeven. Hierbij wordt ruimte aan ontwikkeling gegeven en ondersteuning aan initiatieven uit de samenleving. Het gaat om de verbinding van economie en sociaal. Duurzaamheid én cultuur zijn brede thema’s die in alle sectoren terugkomen. Kunst en cultuur worden gestimuleerd door renovatie van het Museum Arnhem, Musis Sacrum en Schouwburg Arnhem en herhuisvesting van Focus Filmtheater. Arnhem is een groene stad in het belangrijkste recreatieve gebied van Nederland, de Veluwe. Dit groene imago wil het gemeentebestuur verstevigen in zowel de leefomgeving, recreatie voor bewoners en bezoekers van de stad als in duurzaamheid. In 2014 is in de diverse programma's met veranderopgaven en in de reguliere programma's ingespeeld op de nieuwe uitgangspunten vanuit het coalitieakkoord 2014-2018. Arnhem Agenda Om de sociaal-economische vitaliteit van de stad aan te spreken is in de tweede helft van 2014 de totstandkoming van de Arnhem Agenda gestart. Waar ligt de kracht van onze stad? Wat is het verhaal van onze stad? Wat heeft onze stad echt nodig? Met de Arnhem Agenda geeft het bestuur ruimte aan de stad en ruim baan voor de creativiteit van burgers. Dit laatste is belangrijk om aan te sluiten bij burgerinitiatieven. De thema's die de Arnhem Agenda gaan bepalen zijn groen, creatief, innovatief, menselijke maat en samenwerken. De Arnhem Agenda wordt verder vorm gegeven in 2015 en levert de uitgangspunten voor de Perspectiefnota 2016 en voor de nieuwe bezuinigingsopgave, waar de gemeente voor staat. Market Garden, 70 jaar Op indrukwekkende en waardige wijze is Operation Market Garden herdacht, waarin de John Frost brug als een icoon voor Arnhem een centrale rol vervulde. Evenementen rondom de historie van Arnhem zoals Market Garden zijn beeldbepalend voor Arnhem. In het coalitieakkoord is opgenomen dat voor de Slag om Arnhem een volwaardig informatiecentrum wordt gerealiseerd. De veerkracht van de Arnhemse samenleving om Arnhem weer op te bouwen was destijds kenmerkend. Een zelfde veerkracht wil het huidige gemeentebestuur aanspreken om de Arnhemse uitdagingen voor de toekomst aan te gaan. De veerkrachtige samenleving Arnhem Nederland staat voor de grootste veranderingen binnen het sociale domein na de Tweede Wereldoorlog. Arnhem heeft zich in de veranderopgaven 'Participatie van kwetsbare burgers' en 'Samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd' aan de hand van de kadernota 'De Veerkrachtige Samenleving Arnhem' voorbereid op de decentralisatie van voormalige rijkstaken in het sociale domein. De nieuwe wetgeving (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet) en de wetswijzigingen in de Wet werk en bijstand maken het mogelijk om voorzieningen en standaardoplossingen vanuit de systeemwereld om te buigen naar gevarieerde oplossingen vanuit de leefwereld en omgeving van mensen. Het gaat hierbij om maatwerk, waarbij het eigen initiatief en de eigen verantwoordelijkheid worden gestimuleerd (bevordering zelfredzaamheid). Het jaar 2014 stond in het teken van de transitie binnen het sociale domein. Om de zorgcontinuïteit in 2015 te waarborgen, zijn er met ca 150 aanbieders contracten afgesloten. Arnhem heeft ervoor gekozen om de forse rijksbezuiniging op huishoudelijke hulp in 2015 nog niet door te voeren. De bestaande contracten met de thuiszorgorganisaties zijn daarom met een jaar verlengd. De gemeente gaat in samenspraak met de wijkteams, bewoners en de thuiszorgaanbieders een andere invulling ontwikkelen voor de huishoudelijke hulp.
6
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
In 2015/2016 wordt de basis gelegd om te komen tot de beoogde transformatie, waarbij niet de overheid, maar de samenleving zelf aan zet is bij de organisatie van en deelname aan publieke voorzieningen. Een zelfde beweging wordt gemaakt bij de bestrijding van armoede en schuldenproblematiek. Onder de noemer ‘Samen actief tegen armoede’ hebben 25 organisaties in de stad een armoedepact in 2014 gesloten, waaronder de gemeente Arnhem. Door het combineren van verschillende bestaande en nieuwe initiatieven – denk aan projecten als stadslandbouw, financiële café’s of samen eten, samen koken – gaat de stad werken aan het versterken van financiële zelfredzaamheid en het doorbreken van het sociale isolement van Arnhemmers. Aan dat laatste zal ook de Gelrepas een belangrijke bijdrage leveren. De bovengrens om voor deze pas in aanmerking te komen is per 1 januari 2015 120% van het minimum inkomen; tot dan toe was dat 110 %. Met deze pas kunnen kinderen uit arme gezinnen bijvoorbeeld gratis sporten of korting krijgen op allerlei activiteiten. In 2014 zijn diverse proeftuinen opgezet, waaronder het werken met sociale wijkteams om dienstverlening dichtbij de burger te organiseren. Vanaf 1 januari 2015 zijn de wijkteams Jeugd en Volwassenen in 8 gebieden met elk 8 teams gestart om hulpvragen uit de wijk zo goed mogelijk en actief op te pakken. De zoektocht naar de juiste werkwijze is in volle gang om de dienstverlening voor de toekomst te waarborgen. Hiervoor is tijd en ruimte nodig om te kunnen innoveren en te vinden wat nodig is. Deze aanpak past in de dynamische werkelijkheid van een wijk en haar bewoners in relatie tot de complexiteit van de maatschappelijke ontwikkelingen. Wijkaanpak nieuwe stijl en Wonen in de wijken Het werken met wijkteams zal een belangrijke impuls geven aan de veranderopgave Wijkaanpak nieuwe stijl. Hiermee kan de gemeente het veranderproces naar meer samenredzaamheid in de samenleving van wijken bevorderen. In 2014 is er verder gewerkt aan de verbinding met wonen vanuit de veranderopgave Wonen in de wijken. Hiervoor zijn een woonconferentie en diverse bijeenkomsten met de partners in de stad gehouden om inzicht te krijgen in de behoeften van doelgroepen in de wijken. Er is een startnotitie voor de nieuwe Woonvisie opgesteld die in 2015 wordt uitgewerkt. Eén van de voorbeelden hierbij is de totstandkoming van de nieuwe binnenstadsbuurt Paradijs. In 2014 is de sloop van oude bebouwing gestart en loopt door tot maart 2015. Ontwikkelaar Blauwhoed bouwt in Paradijs 41 karakteristieke stadswoningen en woonwerkwoningen. De architect van het plan, Kok Mulleners, heeft de woningen en het plan afgestemd op de woonwensen van toekomstige bewoners, waardoor er een gevarieerd woningaanbod is ontstaan. Citymarketing Arnhem en de binnenstad van Arnhem De gevolgen van de recessie zijn nog steeds van invloed op de economie van Arnhem. Vervolg is gegeven aan de veranderopgave 'Marketing in Arnhem' en de koers in de Citymarketing visie Arnhem die ingaan op het versterken van de merkwaarden van Arnhem (groen, creatief en Arnhemse zakelijkheid). Goede voorbeelden hiervan zijn de gemeentelijke ondersteuning bij de presentatie van de Collectie Arnhem van ArtEZ op Fashion Week in Amsterdam en Workmates in Milaan. Daarnaast is er met de partijen uit de stad gewerkt aan de nieuwe evenementenvisie die in 2015 wordt afgerond. Arnhem staat in 2014 op de vijfde plaats van de top tien van evenementensteden in Nederland. Vanuit de veranderopgave 'De Arnhemse binnenstad, klaar voor de toekomst' is er een extra impuls gegeven aan de herbestemming van leegstaande gebouwen/bedrijfsterreinen. Zo is er in de afgelopen twee jaar, vooral in de binnenstad, bijna 40.000 m2 aan leegstaande gebouwen opnieuw in gebruik genomen. De contouren van het station Arnhem Centraal zijn visueel herkenbaar en naderen de afrondingsfase. Arnhem werkt! In 2014 is er een aantal initiatieven vanuit de veranderopgave 'Arnhem werkt! gestart, waarbij bedrijfsleven, overheid en onderwijs samenwerken om met elkaar de verbinding te maken. Een goed voorbeeld is het Powerlab op Energiepark Arnhems Buiten dat in 2014 is geopend. In december 2014 hebben werkgevers, overheden, vakbonden en het UWV uit de arbeidsmarktregio MiddenGelderland de krachten gebundeld om in de komende jaren samen zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen. De samenwerking tussen partijen krijgt vorm in het 'werkbedrijf'. Speciale aandacht wordt hierbij gegeven voor het ontwikkelen van extra (garantie)banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Om de mensen aan het werk te helpen wordt gebruik gemaakt van het regionaal Werkgeversservicepunt (samenwerking regiogemeenten, UWV en Presikhaaf & Bedrijven). Dit werkgeversservicepunt garandeert één ingang waarbij vraag (vacatures) en aanbod (kandidaten) bij elkaar komen. Het vergroten van kansen op de arbeidsmarkt voor laaggeletterden is signalering, herkenning en verwijzing. Het Bondgenootschap voor geletterdheid is gegroeid tot ruim 40 partners in 2014. Deze organisaties committeren zich om mensen die moeite hebben met lezen of schrijven te helpen om de Nederlandse taal beter te beheersen.
7
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Nieuwe bezuinigingsopgave De huidige financiële armslag van Arnhem wordt sterk beïnvloed door de keuzes op rijksniveau vanuit het Regeerakkoord 'Bruggen slaan'. De gemeenten krijgen vanaf 2015 te maken met nieuwe of vernieuwde verdeelmodellen om de rijksmiddelen over de gemeenten te verdelen, waarop aanzienlijke rijkskortingen worden toegepast. Dit geldt zowel voor de bestaande als voor nieuwe taken vanuit de Wmo en de Jeugdwet alsmede voor het Participatiebudget. Daarnaast zijn in het najaar van 2014 de effecten van het nieuwe verdeelmodel vanuit de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) in volle omvang bekend geworden. Dit betekent voor Arnhem een forse achteruitgang van het budget voor de uitkeringen aan bijstandsgerechtigden. Om het financiële beeld op de lange termijn gezond te houden, is eind 2014 een nieuw bezuinigingstraject opgestart: 'Anders doen met minder geld'. De bezuinigingsopgave steekt in op het realiseren van structurele bezuinigingen van € 17 miljoen vanaf 2016, waarbij voor € 20 miljoen aan voorstellen wordt gegenereerd. De uitgangspunten vanuit de Arnhem Agenda zullen hierbij leidend zijn. Financieel resultaat 2014 Het jaarresultaat 2014 wordt positief afgesloten. Er is een voordelig totaal van saldo van baten en lasten gerealiseerd van € 4.394.000. Vervolgens zijn de voorgestelde mutaties op de bestemmingsreserves verwerkt. Hierbij moet worden opgemerkt dat het structurele tekort in 2014 kon worden opgelost met incidentele meevallers in 2014. Uiteindelijk resteert een voordelig gerealiseerd resultaat van € 3.439.000 dat zal worden verrekend met de Algemene Reserve.
8
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
9
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
2. Basisgegevens
2.1
Fysieke basisgegevens
Stand per Aantal woningen Aantal inwoners Aantal inwoners naar anciënniteit - 0 tot 14 jaar - 15 tot 24 jaar - 25 tot 34 jaar - 35 tot 49 jaar - 50 tot 64 jaar - 65 jaar en ouder Aantal inwoners naar etniciteit - Nederland - Turkije - Marokko - Suriname - Antillen - Overige niet-Westerse landen - Overige Westerse landen Oppervlakte gemeente in hectares - land - binnenwater
1 januari 2014
31 december 2014
70.083 70.083 150.828 152.288 150.828 25.094 19.531 23.497 34.182 27.596 20.928
152.288 25.324 19.692 23.509 34.142 28.127 21.494
150.828 106.014 8.281 3.312 3.174 2.346 10.434 17.267
152.288 106.776 8.313 3.364 3.209 2.439 10.772 17.415
10.156 9.800 356
10.156 9.800 356
10
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
2.2
Bestuurlijke gegevens
college van burgemeester en wethouders per 31 december 2014 Dhr. H.J. Kaiser burgemeester Veiligheid en veiligheidshuis Regionale samenwerking Externe relaties Integriteit Lobby G32 Algemeen bestuur Dhr. G. Elfrink SP wethouder Cultuur en erfgoed Sport Wonen en vastgoed Evenementen Armoedebeleid (inclusief schulddienstverlening) Overige projecten G32 Fysieke pijler Dhr. M. Leisink D66 wethouder Financiën Grondzaken Bedrijfsvoering Privacy Jeugd en jeugdzorg Dhr. H. Kok Groen Links wethouder Duurzaamheid (natuur & milieu) Zorg en welzijn (+ decentralisatie awbz) Wijkzaken Lingezegen Project Stadsblokken-Meinerswijk G32 Sociale pijler Mevr. I. van Burgsteden CDA wethouder Publieke dienstverlening Openbare ruimte Toerisme en recreatie Werk en inkomen (+participatiewet) Project Kleefse Waard Project Centrum Zuid Communicatie Dierenwelzijn Dhr. H. Giesing D66 wethouder Economische zaken Onderwijs (+bibliotheek, volksuniversiteit) Diversiteit en emancipatie Project Oostelijk Centrumgebied G32 Economische pijler Dhr. A. Mink SP wethouder Ruimtelijke ordening Mobiliteit Personeel en organisatie Project Malburgen Project Presikhaaf Stadsregio Vergunningen en handhaving Mevr. C. van de Wiel Gemeentesecretaris ZETELVERDELING GEMEENTERAAD PER 31/12/2014
D66
2
SP
1 1 1
PvdA
8
2
VVD GroenLinks
3
CDA
4
8
Zuid Centraal ChristenUnie
4
5
Verenigd Arnhem Arnhemse Ouderen Partij Partij voor de Dieren
11
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Gemeenteraad per 31 december 2014 Raadsleden
Politieke groepering
Mevr. S.A. Andeweg * D66
Zetels 8
Mevr. S. Kemperman D66 Mevr. Y. van Hamersveld D66 Mevr. S. van Ommen (vervangt tijdelijk dhr. W. Kaatee) D66 Dhr. W. Kaatee (tijdelijk vervangen door mevr. S. van Ommen) D66 Dhr. M.S. Loor D66 Dhr. H.E. Vroome D66 Dhr. M.P. Venhoek D66 Dhr. I. Güven D66 Dhr. C.A.M.J. Lenting *
SP
Mevr. P.G.M. Lunter
SP
Dhr. J. Elfrink
SP
Dhr. L.L. van Geffen
SP
Dhr. J.P. Kusters
SP
Dhr. R.W. van Sprang
SP
Dhr. A. Çentintaş
SP
Dhr. G.R.J. Noordzij
SP
Mevr. M. Louwers * PvdA
8
5
Mevr. M.A. A-Kum PvdA Mevr. K.M. Lasthuizen PvdA Dhr. E. Bülbül PvdA Dhr. E.J. Greving PvdA Dhr. L.J.J.H. Combée *
VVD
Mevr. C.J.M Kalthoff
VVD
Dhr. R.C.M. van der Zee
VVD
Dhr. U.S. Kelderman
VVD
Mevr. C.C. Bouwkamp * Groen Links
4
4
Mevr. M.J.A. Peters Groen Links Dhr. T. de Groot Groen Links Dhr. M.W.K. Coenders Groen Links Dhr. G.A. Karssenberg *
CDA
Mevr. C.K. Koorn
CDA
Dhr. H.H. Montfrooy
CDA
Mevr. L.R. Manders *
Zuid Centraal
Dhr. A.D.M. van der Laak
Zuid Centraal
Mevr. A.P. Plieger-Bos *
ChristenUnie
Dhr. D. Becker
ChristenUnie
Dhr. K. Bal *
Verenigd Arnhem
3
2 2 1
Dhr. A.G.M. van Beers * Arnhemse Ouderen Partij
1
Dhr. L.C.M. de Groot * Partij voor de Dieren
1
Totaal * = fractievoorzitter Griffier is dhr. J.G.M. Kersten
39
12
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
13
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
3. Programma's In het jaarverslag wordt er gerapporteerd over de resultaten die zijn behaald in 2014. De kaders die zijn vastgesteld in het MJPB 2014-2017, aangevuld met de ambities en afspraken uit het Coalitieakkoord 2014 -2018 Met de Stad! vormen de uitgangspunten voor het opstellen van het jaarverslag. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in: De beleidsinhoudelijke verantwoording over de programma’s • Programma’s met veranderopgaven De volgende drie vragen zijn leidend voor de verantwoording; - Wat beweegt ons en is urgent? - Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? - Behaalde resultaten? • Reguliere programma’s Het gaat hierbij om uitvoering van de werkzaamheden gerelateerd aan de behoefte van de stad. Om dat te kunnen verantwoorden en hierop te kunnen sturen zijn er indicatoren vastgesteld. Deze leggen een verbinding met de geraamde financien. Afwijkingen en bijzonderheden worden verwoord in de toelichting. De reguliere programma's gaan uit van volgende structuur voor de verantwoording: - beleidstoelichting; - stand van zaken indicatoren; - verklaring van de afwijking van de indicatoren; - stand van zaken belangrijke raadsonderwerpen; - aandachtspunten; - conclusie; - financieel overzicht van de baten en de lasten. In de jaarrekening worden de financiën uitgebreid toegelicht. De beleidsinhoudelijke verantwoording over de verplichte paragrafen In de paragrafen wordt inzicht gegeven in de financiële positie van de gemeente. Op grond van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) is een aantal paragrafen in het jaarverslag wettelijk voorgeschreven. Dit zijn de paragrafen: • lokale heffingen; • weerstandsvermogen; • onderhoud kapitaalgoederen; • financiering; • bedrijfsvoering; • verbonden partijen; • grondbeleid. Daarbij zijn de volgende paragrafen door de Raad voorgeschreven: • investeringen; • subsidies; • stresstest; • ambtelijke integriteit.
14
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Wat beweegt ons en is urgent? 1.1 Samenhang en coördinatie grote projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone Ontwikkelingen vanuit de huidige marktsituatie, gericht op het versterken van de bestaande stad, zijn van belang. Cruciaal voor het blijvend functioneren van de binnenstad om te wonen, te werken, vrije tijd te besteden en te winkelen is regie op deze dynamiek. 1.2 De binnenstadseconomie bereikbaar Naast bovenstaande samenhang is bereikbaarheid van de binnenstad het tweede belangrijke aandachtspunt op de korte termijn. Cruciaal voor het functioneren van de bedrijvigheid in de binnenstad, maar ook gezien de mogelijke aangrijpingspunten die de diverse ontwikkelingen in de stad bieden voor verbetering. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? 1.1
Samenhang en coördinatie grote projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone Betere samenhang en coördinatie van grote projecten en een betere verbinding met de binnenstad: • versterking van de economische functies; • werkgelegenheid in de binnenstad blijft in stand; • minder leegstand in de binnenstad; • minder braakliggende of lelijke plekken in de openbare ruimte.
1.2 De binnenstadseconomie bereikbaar • grotere betrokkenheid van ondernemers bij bereikbaarheid en economisch vitaliteit van de binnenstad; • beter bereikbare binnenstad. Wat zijn de behaalde resultaten in 2014 1.1 Samenhang en coördinatie grote projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone De contouren van Arnhem Centraal naderen zijn afronding en wordt daarmee een belangrijk icoon voor de stad en de binnenstad in het bijzonder. In 2014 is het ontwerp van de oversteek afgerond en met de subsidies van de provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen kan de verbinding tussen station en binnenstad worden aangelegd. In het nieuwe Coalitieakkoord 2014-2018 is de (zuidelijke) binnenstad als prioriteit genoemd en is afscheid genomen van het Rijnboogplan. Het omvangrijke detailhandelprogramma is teruggebracht. In september 2014 is er een nieuw uitvoeringsprogramma Zuidelijke binnenstad opgesteld met als leidende principes: investeren openbare ruimte, inzet op cultuur, reuring & dynamiek en verleiden van investeerders in vastgoed. In december 2014 heeft dit geleid tot een positief besluit van de provincie Gelderland op een subsidieaanvraag van ruim € 8,0 miljoen. Voor de verbouwing van Musis Sacrum is architect Van Dongen aan de slag gegaan met een nieuw ontwerp voor de aanbouw en gedeeltelijke renovatie van één van onze meest iconische cultuurgebouwen. Focus heeft studie verricht naar een nieuwe locatie (Kerkplein of Weverstraat) en Museum Arnhem heeft verbouwplannen in voorbereiding.
onderwerp
1.2 De binnenstadseconomie bereikbaar Deze veranderopgave heeft een relatie met het reguliere Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat.
Jaarverslag 2014
1.1 Samenhang en coördinatie grote projecten en verbinding bestaande stad en rivierzone Deze veranderopgave heeft een relatie met Programma 3 Arnhem werkt.
pagina
Dit programma bevat de volgende veranderopgaven:
15
Programma 1 De Arnhemse binnenstad klaar voor de toekomst
Jaarverslag 2014
onderwerp
Er blijft bij de ondernemers en gemeente behoefte om samenwerking en afstemming over dit soort onderwerpen voort te zetten.
pagina
1.2 De binnenstadseconomie bereikbaar Ondernemers en gemeente zijn al enige tijd actief met elkaar in gesprek over de economische bereikbaarheid van de binnenstad. Hierover zijn verschillende avonden belegd, die hebben geleid tot gezamenlijke resultaten, zoals: • ontwerp voor de bereikbaarheid parkeergarage Musis vanaf Apeldoornsestraat - uitvoering voorjaar 2015; • het verbeteren van de bewegwijzering van de ring; • verbeteren van de bewegwijzering van de binnenstad door vervangen/ actualiseren van de ANWB- bewegwijzering; • actualisatie van de stadsplattegronden en aanwijzen van Kwartieren. Dit in samenwerking met OPA.
16
In de afgelopen twee jaar is, vooral in de binnenstad, bijna 40.000 m2 aan leegstaande gebouwen opnieuw in gebruik genomen met een andere functie en heeft de gemeente geacquireerd en medewerking verleent aan noodzakelijk bestemmingsplanwijzingen. Voor versterking van de economische functies is het van belang dat de ondernemers iets te bieden hebben voor bezoekers van de binnenstad. De bedreigingen op winkelgebied zijn dus ook primair iets voor ondernemers en vastgoedeigenaren. Elkaar leren kennen en gezamenlijke activiteiten organiseren, het gebied aantrekkelijk maken en houden is ook in het belang van de gemeente. Er wordt veel energie gestoken in het verbinden van partijen. De gemeente faciliteert, pleegt acquisitie en maakt ontwikkelingen mogelijk door: • uitbreidingswensen van zittende ondernemers/ eigenaren mogelijk te maken met onze regelgeving; • het binnenhalen van nieuwe ondernemers door acquisitie; • verbindingen maken tussen vastgoedeigenaren, makelaars en nieuwe ondernemers; Concrete voorbeelden zijn: betrokkenheid bij de opzet van de vereniging Vastgoed Eigenaren Centrum Arnhem (VECA); gezamenlijke acquisitielijst op basis onderzoek Smart Agent/Locatus; deelname landelijke pilot Aangename Aanloopstraten.
17
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 1 Financiën De Arnhemse binnenstad klaar voor de toekomst Programma 1. De Arnhemse binnenstad klaar voor de toekomst
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Rekening 2014
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
730
692
609
676
-67
N
Baten
totaal
20
0
0
9
9
V
-710
-692
-609
-667
-58
N
0 401
0 0
0 350
0 468
0 118
V
401
0
350
468
118
V
-309
-692
-259
-199
60
V
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Meer uren besteed - Meer kosten beheer fietsenstallingen door onvoldoende medewerkers uit Wet Werk en Bijstand - Diversen
Afwijking
V/ N
-227 -118 278
N N V
-67
N
Baten - Diversen
9
V
Totaal afwijking baten
9
V
-58
N
Totaal afwijking lasten
Totaal afwijking exploitatieresultaat
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen Totaal mutaties toevoegingen
0
Onttrekkingen - BR Bereikbaarheid: Kosten beheer fietsenstallingen (Rb 27-01-2014: MJPB 2014-2017)
468
Totaal mutaties onttrekkingen
468
Totaal mutaties reserves
468
18
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
19
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 2 Arnhem groene en duurzame stad
Dit programma bevat de volgende veranderopgaven: 2.1 Energie Made in [Arnhem] De veranderopgave heeft een relatie met: • regulier programma 3 Economie; • regulier programma 7 Gezondheid en Milieu; • regulier programma 8 Wonen en ruimte. 2.2 Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actief inzetten op invullen leegstand en (her)bestemmen bestaande bouw De veranderopgave heeft een relatie met: • programma 4 Marketing van Arnhem; • regulier programma 5 Cultuur, recreatie en sport
Wat beweegt ons en is urgent? 2.1 Energie made in Arnhem De gemeente Arnhem heeft 3 hoofdprioriteiten waarop gestuurd is: • 3% energiebesparing per jaar; • duurzame productie van 7% van de energie in 4 jaar; • versterken van het imago “Arnhem Elektriciteitsstad”. Andere prioriteiten zijn: • het realiseren van een slimme infrastructuur en netwerken op minimaal twee locaties in Arnhem in 2014; • jaarlijks 10% meer convenant partners Energie Made in Arnhem. Door ondertekening van het convenant wordt het people-planet-en-profit-principe onderschreven; • 50 % van de Arnhemmers komt met de uitgangspunten van people, planet en profit in aanraking. 2.2 Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actief inzetten op invullen leegstand en (her)bestemmen bestaande bouw Arnhem wil een voortrekkersrol vervullen op de thema’s groen en duurzaam. De unieke ligging aan de rand van de Veluwe en langs de Rijn maakt van Arnhem een aantrekkelijke stad om te wonen, te werken en te verblijven. Om toekomstbestendig, aantrekkelijk en vitaal te zijn, zal Arnhem, naast het benutten en versterken van haar groene kwaliteiten, ook slimmer moeten omgaan met de (her)bestemming van bestaande gebouwen. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen ? 2.1 • • •
Energie made in Arnhem Versterken profiel Arnhem elektriciteitsstad. Stimuleren van energietransitie en energieneutraliteit Vergroten van de betrokkenheid van de stad bij people, planet en profit door het in gang zetten van de transitie naar energieneutraliteit.
2.2 • •
Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actief inzetten op invullen leegstand en (her)-bestemmen bestaande bouw Behoud en versterken van groene kracht van Arnhem. Minder leegstand en meer flexibiliteit in programmatische invulling van die leegstand.
Wat zijn de behaalde resultaten in 2014 2.1 Energie made in Arnhem De voortgangsrapportage Programma Energie Made in Arnhem 2014 De basis staat! (februari 2014) geeft de stand van zaken weer en maakt de balans op over het totale programma 2011-2014. De focus is gelegd op energiebesparing, opwekking van duurzame energie en het versterken van het energiecluster. De doelstellingen en afspraken zijn destijds vastgelegd in het medio 2011 ondertekende convenant Energie Made in Arnhem.
• Verduurzaming De Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) controleert in het kader van de Wet Milieubeheer op het energieaspect bij grootverbruikers en vanaf medio 2014 ook bij middelgrootverbruikers. Het gaat om het nemen van energiebesparende maatregelen die zich binnen 5 jaar terug verdienen. De inspecteurs van de ODRA kregen een specifieke opleiding en coaching in de praktijk • Overige doelstellingen Ook op het gebied van schoon vervoer, een klimaatbestendige stad en duurzame inkoop (millennium en fair trade) zijn goede resultaten gehaald door succesvol verlopen projecten en initiatieven. Het realiseren van slimme infrastructuur en netwerken op minimaal twee locaties in Arnhem in 2014 is nog niet gerealiseerd maar is wel in voorbereiding. In 2014 groeide het aantal convenantpartners met 16%, van 100 partners in 2013 naar 116 in 2014. Door ondertekening van het convenant, het uitvoeren van de projecten en de beweging die in de stad is ontstaan, wordt het people-planet-en-profit-principe onderschreven en komen Arnhemmers met de uitgangspunten van people, planet en profit in aanraking. Of dit aandeel 50% van de Arnhemmers is, is niet gemeten. 2.2 Arnhem als groene stad waarborgen en uitbreiden en actief inzetten op invullen leegstand en (her)-bestemmen bestaande bouw. • Er wordt ingezet op het stimuleren van de aanleg van groene daken en gevels door een financiële bijdrage te leveren (uit EmiA budget en Groenfonds) aan projecten die als voorbeeld kunnen dienen voor anderen. Deze ambitie is bevestigd door het nieuwe bestuur in de wens de hitteplekken in de stad door vergroening te verminderen. In 2014 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot een Netwerk Groen Arnhem op basis van het gedachtengoed van de Groene Agenda. Het initiatief hiertoe is genomen door het Bezoekerscentrum Sonsbeek, Natuurcentrum Arnhem, Kernteam Stadslandbouw en de gemeente. Heel veel groene partijen hebben aangegeven zich hierbij graag te willen aansluiten.
onderwerp
• Toonaangevend energiecluster Arnhem is hard op weg met de doelstelling dat Arnhem als stad en regio voor een aantal innovatieve technologieën en toepassingsgebieden deel uitmaakt van 'een compleet, gegroeid en internationaal toonaangevend en erkend EMT- cluster'. In dit kader kunnen de volgende resultaten worden benoemd: - deelname landelijke Green Deal Smart Energy Cities: regionaal 30 innovaties en 10 locaties voor de GD gemobiliseerd; - met 12 toonaangevende EMT bedrijven instellingen en de provincie verder aangescherpte en gedeelde focus op duurzame elektriciteit en E-mobility; drie publiek-private samenwerkingsgroepen die de geanalyseerde kansen gaan benutten; - waterstofeconomie: Arnhemse bedrijven ondersteund bij het indienen van projecten voor Europese en nationale en provinciale subsidies. Ministerie van I en M bevestigt Arnhem als locatie voor waterstoftankstation in de internationale en nationale hoofdinfrastructuur. Provinciale staten besluiten eind 2014 tot stimulering van de HYMOVE waterstofbus; - Zeker 15.000 bezoekers naar Green Tech week, met zwaartepunt in Arnhem op o.a. HAN, IPKW en Arnhems Buiten; - Industriepark Kleefse Waard is dit jaar op het Nationaal Bedrijventerrein Congres uitgeroepen tot 'New Kid on the Block' onder Nederlandse bedrijventerreinen.
Jaarverslag 2014
• Opwekking hernieuwbare energie Het percentage opgewekte hernieuwbare energie in Arnhem is gestegen van 3,6% in 2009 naar 5,3% in 2014. Dat is aanmerkelijk hoger dan het landelijke cijfer (4,5%), maar de doelstelling van 7% opgewekte hernieuwbare energie is dus nog niet bereikt. Daarvoor zijn grootschalige opwekprojecten (wind, zon, warmte, biomassa) nodig. Deze projecten zijn in voorbereiding.
pagina
• Energiebesparing In 2014 ligt het gemiddelde energieverbruik per huishouden 8% lager dan in 2009. Bij bedrijven is het totale verbruik met 6% afgenomen (het gemiddelde verbruik is echter toegenomen, omdat er minder bedrijfsaansluitingen zijn). De doelstelling in 2011 was 3% energiebesparing per jaar. Om dat te bereiken is een intensivering van acties en maatregelen nodig.
20
• Beweging De programmatische aanpak van Energie Made in Arnhem heeft een krachtige beweging in de stad én in de gemeentelijke organisatie in gang gezet. Er is een groot groeiend netwerk van partners in en buiten de stad ontstaan (momenteel 116 partners) die samenwerken in projecten (meer dan 200) en resultaten halen. De meeste projecten zijn succesvol afgerond of lopen continu door en het aantal duurzame initiatieven blijft groeien. Het programmaplan is grotendeels uitgevoerd zoals in 2011 op papier gezet. Met de oprichting van de Rijn en IJssel Energie Coöperatie en de opening van Servicepunt De Kas (www. rijnenijsselenergie.nl) voor bewoners, verenigingen en MKB gericht op energie besparen en opwekken, is invulling gegeven aan prioriteit 2.
21
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Eind 2014 is begonnen met het kwartiermaker van het netwerk en de lancering wordt voorzien voor medio 2015. Op de website www.bloeiinarnhem.nl wordt in de tussentijd doorgegaan met publiciteit over de groene waarden van Arnhem. •
In het kader van de Arnhem Agenda is Groen als een van de prominente thema's genoemd voor de stad van de toekomst (Arnhem 2025), daarmee ook de ambitie van deze veranderopgave steunend.
•
In 2014 is een bijdrage geleverd aan het realiseren van het Coehoorn park
•
Er is/wordt een behoorlijke hoeveelheid bedrijfs-, maatschappelijk- en kantorenvastgoed getransformeerd naar andere functies. De inzet van het gemeentelijk Transformatieteam heeft hierin een grote bijdrage gehad. Over de afgelopen 2 jaar is het team betrokken bij de transformatie van 65.000 m2 vastgoed.
22
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 2 Financiën Arnhem groene en duurzame stad Programma 2. Arnhem groene en duurzamestad
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Rekening 2014
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
899
3.564
2.067
1.796
271
V
Baten
totaal
362
0
354
329
-26
N
-537
-3.564
-1.713
-1.467
246
V
3.123 0
0 0
248 614
443 365
195 -249
N N
Mutaties reserves
-3.123
0
366
-78
-444
N
Saldo
-3.660
-3.564
-1.347
-1.545
-198
N
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Nadeel urenbudget - Groenfonds - Diversen
Afwijking
V/ N
-227 549 -51
N V N
Totaal afwijking lasten
271
V
Baten - Diversen
-26
N
Totaal afwijking baten
-26
N
Totaal afwijking exploitatieresultaat
245
V
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Invoering en handhaving Milieuzone (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Nameting A12 (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Groengrasvoertuigen (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Locatiekeuze investeringsprojecten (Rb 15-12-2014) - BR Groenfonds: Groenfonds 2014 (diverse projecten) (Rb 19-12-2005)
65 18 30 135 195
Totaal mutaties toevoegingen
443
Onttrekkingen - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Luchtuitvoeringsprogramma (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Locatiekeuze investeringsprogramma EMIA (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Stimuleringsregeling E-scooters (Rb 15-12-2014) - BR Groenfonds: Groenfonds 2014 (diverse projecten) (Rb 19-12-2005)
106 60 25 174
Totaal mutaties onttrekkingen
365
Totaal mutaties reserves
-78
23
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 3 Arnhem werkt! Dit programma bevat de volgende veranderopgaven: 3.1 De werkgever voorop In 2014 lag een sterke nadruk op de voorbereiding van de geplande invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015. Hier ligt een nauwe samenhang met programma's: • Regulier programma 3. Economie • regulier programma 6. Participatie en maatschappelijke ondersteuning. • programma 1. De Arnhemse binnenstad klaar voor de toekomst; • programma 7. Participatie kwetsbare inwoners. 3.2 Opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt Deze veranderopgave heeft een relatie met: • Programma 2 Arnhem groene en duurzame stad; • Programma 4 Marketing van Arnhem; • regulier programma 3 Economie; • regulier programma 4 Educatie. Wat beweegt ons en is urgent? 3.1 De werkgever voorop De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de stad staat onder druk. De economische crisis heeft invloed op het aantal arbeidsplaatsen en tegelijkertijd is er een groot belang om Arnhemse inwoners aan het werk te krijgen en te houden. Kern van het programma is het duurzaam versterken van de economische structuur waarbij steeds de vraag van (Arnhemse) bedrijven en instellingen centraal staat en waarbij op den duur sprake is van een vanzelfsprekende doorstroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en vanuit Arnhemse opleidingen naar werkgevers in de stad. De opgave is daarmee tweeledig: • het werk in de stad houden en de stad aan het werk krijgen; • investeren in de verhouding tussen vraag en aanbod. 3.2 Opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt Juist in dit tij is het van groot belang om mensen aan het werk te houden. Kern van het programma is het duurzaam versterken van de economische structuur waarbij steeds de vraag van Arnhemse bedrijven en instellingen centraal staat. En waarbij op den duur sprake is van vanzelfsprekende doorstroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en vanuit Arnhemse opleidingen naar werkgevers in de stad. Aandacht voor gezamenlijk aanpakken van laaggeletterdheid en mede hierdoor vergroting kansen op de arbeidsmarkt. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? 3.1 De werkgever voorop • Meer inwoners die zelf in hun inkomen kunnen voorzien • Bedrijven investeren meer in werkgelegenheid • Een aantrekkelijker ondernemersklimaat voor bedrijven. 3.2 Opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt • Betere doorstroom van opleidingen naar bedrijven in de regio Arnhem • Versterken van samenspel tussen bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen • Op den duur zal dit leiden tot een situatie waarbij schoolverlaters en studenten van opleidingen in Arnhem makkelijker doorstromen naar Arnhemse bedrijven. Arnhemse bedrijven maken gemakkelijker gebruik van de • kennis en kunde die regionale onderwijs- en kennisinstellingen voor hen beschikbaar hebben. Wat zijn de behaalde resultaten 2014 3.1 De werkgever voorop Het regionaal Werkgevers Service Punt (samenwerking regiogemeenten, UWV en Presikhaaf & Bedrijven) is verder ontwikkeld waarbij de vraag van de werkgever centraal staat. Een gecoördineerde en branchegerichte benadering van werkgevers is hierbij het uitgangspunt. Hierdoor moeten meer passende vacatures worden gevonden voor Arnhemmers met een uitkering. Meer dan ooit staat daarbij voorop dat werkgevers zelf ook aan zet zijn.
24
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Een speciale accountmanager realiseert de aansluiting van de Entree-opleidingen en het Regionaal WerkgeversServicePunt. Dat helpt bij de bemiddeling naar werk van jongeren die dat op eigen kracht niet lukt. De aansluiting op de leerlingnetwerken voor speciaal- en praktijkonderwijs helpt ook bij een goede overgang van stage naar werk. Het Werkbedrijf (bestuurlijke samenwerking werkgevers VNO-NCW-Midden, vakbeweging, UWV en regiogemeenten) is opgericht. Van hieruit is speciale aandacht voor het ontwikkelen van extra (garantie)banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (Banenafspraak naar aanleiding van het Sociaal Akkoord). Verder is het project Slagkracht uitgevoerd. Dit heeft goede inzichten opgeleverd welke mogelijkheden mensen hebben en of zij rechtmatig een uitkering krijgen. Deze huidige aanpak is verwerkt in de reguliere uitvoering van de WWB/Participatiewet. Richting de toekomst zal de invoering van een DiagnoseMatchingSysteem hierbij ondersteuning bieden. Via dit systeem kan een betere koppeling plaatsvinden tussen de mogelijkheden van mensen en beschikbare vacatures. Door het aanstellen van een accountmanager voor de binnenstad wordt er meer ingezet op relatiebeheer en acquisitie. In samenwerking met partners is het vastgoedplatform voor de binnenstad opgericht waarin beleggers en eigenaren zich verenigen. De transformatie van bedrijfs- en kantorenvastgoed naar andere functionaliteiten is aanzienlijk gebleken waarbij het transformatieteam van de gemeente een grote bijdrage heeft gehad. Ook de verruiming van de openstelling op de zondagen heeft plaatsgevonden. Winkels mogen voortaan elke zondag geopend zijn. Deze ontwikkeling hebben in 2014 ondersteuning geboden bij de realisatie van werkgelegenheid in de stad. Met verschillende partners zijn er afspraken gemaakt en men zich committeert aan een regionale samenwerking. De commissie triple helix heeft haar advies afgerond en onder vlag van de Economic Board wordt nu een Keygroep samengesteld om dit verder te brengen na beëindiging van de Stadsregio (WGR+). Het traject voor de nieuwbouw voor de International School dat in 2013 is gestart heeft geleid tot gezamenlijke financieringsafspraken tussen partners en overheden. In de samenwerking met ArtEZ is er een nieuwe koers voor een hoogwaardig mode-evenement vastgesteld. Er is een gezamenlijke opdracht met ArtEZ om deze verder uit te werken. Door provinciale ondersteuning heeft ArtEZ gezorgd voor totstandkoming van een Center of Expertise Creative Future Makers in Fashion, Design & Technology. De gemeente Arnhem heeft de presentatie van Collectie Arnhem van ArtEZ op Fashion Week in Amsterdam en Workmates in Milaan ondersteund. De eerste editie van het Fashion Festival Arnhem heeft plaatsgevonden. 3.2 Opleidingen passend bij de perspectieven op de arbeidsmarkt In 2014 zijn er een aantal initiatieven gestart waarbij bedrijfsleven, overheid en onderwijs samenwerken om de verbinding te maken zoals het Powerlab op Energiepark Arnhems Buiten dat in 2014 is geopend. De gemeente heeft de techniekdag Arnhem op IPKW ondersteund waardoor de techniek als kansrijke en aantrekkelijke sector onder de aandacht van 15.000 jongeren met ouders is gebracht. De doorontwikkeling van het Platform Onderwijs Arbeidsmarkt, heeft projecten, op het gebied van human capital, versneld. Er is beter gebruik gemaakt van elkaars kennis en kunde. Daardoor ontstaat er een nauwere samenwerking tussen onderwijs, bedrijven en overheden (waaronder provincie) Het sluiten van partnerships in 2014 met het voortgezet onderwijs zorgt voor een versterking van het meerjarenbeleid tussen diverse partijen ten aanzien van het palet aan opleidingen. Met ArtEZ is 2014 een partnership afgesloten het gaat hierbij om het belang van studenten voor de stad. Het cultureel en creatief profiel van Arnhem en de infrastructuur van de stad en regio dragen bij aan de vergroting van kansen op werk. In de toekomst volgen mogelijk partnerships met de HAN, Van Hall Larenstein en Rijn IJssel. Daarnaast is de samenwerking met deze scholen nodig om Arnhem als aantrekkelijke (hbo)studiestad te versterken en beter op de kaart zetten. In dat kader is o.a. een verkenning naar studentenhuisvesting gestart en wordt er met de HAN gesproken over nieuwe campusontwikkelingen.
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Het vergroten van kansen op de arbeidsmarkt voor laaggeletterden is het signaleren, het herkennen en het verwijzen. Door meer aandacht te vragen voor het onderwerp en de kennis erover te vergroten lukt dit. Het bondgenootschap voor geletterdheid is gegroeid tot ruim 40 partners in 2014. In de Arnhemse bibliotheek is een taalhuis geopend, waarbij instrumenten als de taalmeter en taalzoeker ondersteuning bieden. De cluster Werk & Inkomen zet het arbeidsbemiddelingscentrum actief in voor het herkennen en verwijzen, inzet taalmeter én vereenvoudigen eigen communicatie.
25
Deelgenomen initiatieven in 2014: • gemeente Arnhem heeft samen met de provincie ArtEZ ondersteund bij de haalbaarheid en totstandkoming van een Center of Expertise Creative Future Makers in Fashion, Design & Technology; • deelname innovatieprogramma Gelderland Valoriseert; • bijgedragen aan de (door)ontwikkeling van Centers of Expertise (hbo) en Centra voor innovatief vakmanschap (mbo) in de regio; • ondersteuning van de gemeente bij de totstandkoming van Innovatiefabriek Arnhem. In 2014 is een doorstart gerealiseerd van het Leerwerkloket in regio Midden Gelderland. Het leerwerkloket functioneert als expertisecentrum op het gebied van opleiding en leren voor werkgevers, werkenden en werkzoekenden. Gemeente Arnhem levert hiervoor de projectleider. Er wordt nauw samengewerkt met het Werkgeversservicepunt Midden Gelderland; • project 'Van MBO-diploma naar Werk', gestart met Rijn IJssel, waarbij jongeren extra ondersteuning krijgen bij het vinden van werk (bv extra sollicitatie trainingen, inzet ervaringsbanen).
26
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 3 Financiën Arnhem werkt!
Programma 3. Arnhem werkt!
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Rekening 2014
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
16.747
9.298
15.462
15.298
164
V
Baten
totaal
15.118
12.538
13.785
13.423
-362
N
-1.629
3.240
-1.677
-1.875
-198
N
703 250
0 164
185 630
283 621
98 -9
N N
-453
164
445
338
-107
N
-2.082
3.404
-1.232
-1.537
-305
N
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Lagere onttrekking aan meeneemregeling Participatie - Meer uren besteed dan begroot - Versnelde afbouw ID-banen (verrekening meeneemregeling Participatie) - Meevallende lasten Realwork (verrekening meeneemregeling Participatie) - Regiocontract Onderwijs en Arbeidsmarkt (zie baten) - Lagere lasten werkervaringsplaatsen (verrekening meeneemregeling Participatie) - Diversen
Afwijking
V/ N
-1.504 -344 851 572 381 129 79
N N V V V V V
164
V
Baten - Regiocontract Onderwijs en Arbeidsmarkt (zie lasten) - Kosten van Slagkracht niet ten laste van Participatie budget (zie R6. lasten) - Diversen
-480 236 -118
N V N
Totaal afwijking baten
-362
N
Totaal afwijking exploitatieresultaat
-198
N
Totaal afwijking lasten
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2014
Mutaties reserves Toevoegingen - BR Sociaal Economisch Fonds: Exploitatieresultaat 2014 (Rb 19-12-2005) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Jeugdwerkloosheid en 2Gethere (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Artez (Rb 15-12-2014) - BR Groenfonds: Aangenomen motie Groen Links 3-11-2014: Voorbereidingskosten ESF-subsidie (Rb 29-09-2014)
78 130 55 20
Totaal mutaties toevoegingen
283
Onttrekkingen - BR Taakmutaties - BR Taakmutaties - BR Taakmutaties - BR Taakmutaties
164 482 -76 51
gemeentefonds - Overloop: 2Gethere (Rb 11-11-2013) gemeentefonds - Overloop: Actieplan aanpak jeugdwerkloosheid (Rb 25-11-2013) gemeentefonds - Overloop: Jeugdwerkloosheidsmiddelen (Rb 15-12-2014) gemeentefonds: Voorbereidingskosten ESF-subsidie (Rb 29-09-2014)
Totaal mutaties onttrekkingen
621
Totaal mutaties reserves
338
27
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 4 Marketing van Arnhem Dit programma bevat de volgende veranderopgave: 4.1 Marketing van Arnhem: product en verhaal op orde De veranderopgave heeft een nauwe relatie met: • Programma 1 De Arnhemse binnenstad klaar voor de toekomst; • Programma 6 Wonen in de wijken; • Het reguliere Programma 3 Economie; • Het reguliere Programma 8 Wonen en ruimte. Wat beweegt ons en is urgent? De inzet van citymarketing is om samen met betrokken partijen in de stad de unieke en onderscheidende eigenschappen van Arnhem zo te positioneren dat relevante doelgroepen een aantrekkelijke basis hebben om voor Arnhem te kiezen. Op deze manier bouwen we vanuit een breed platform van belanghebbenden met behulp van citymarketing aan de positionering van Arnhem. Dit leidt tot een scherper merkbeeld en een steviger imago ter versterking van de concurrentiepositie van de stad. Hiermee kan Arnhem haar sociaal-economische vitaliteit behouden en versterken. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? • Versterken van de kwaliteit van de stad voor een sterker beleefde positionering van Arnhem door bewoners, bedrijven en bezoekers; • Verbeteren positie merkenonderzoek; • Een beter aanbod van woningen, dat aansluit bij de behoeften van de gewenste toekomstige bewoners van Arnhem. Wat zijn de behaalde resultaten 2014 Citymarketing Tweejaarlijks vindt er merkonderzoek plaats, waarin het imago van Arnhem op basis van algemene kenmerken en de specifieke merkwaarden uit de citymarketingvisie worden gemeten. In 2014 heeft geen merkonderzoek plaatsgehad. Uit het meest recente merkonderzoek van 2013 blijkt dat Arnhem over het algemeen moeite heeft zijn positie te behouden ten opzichte van de meting uit 2011. Om beter uit de meting over 2015 te komen en zo mogelijk de weg naar boven weer in te zetten, is in 2014 een vernieuwde aanpak van de citymarketing gemaakt. Passend in de vernieuwde aanpak van de citymarketing (waarin de marketing van Arnhem vanuit een breed platform van stakeholders wordt uitgevoerd en gefinancierd), is in 2014 o.a. gewerkt aan: • de opbouw van een breed en actief netwerk van stakeholders en ambassadeurs die de citymarketing van Arnhem kunnen en willen dragen; • het gericht initiëren, verbinden en ondersteunen van 'on brand' initiatieven die aansluiten bij de merkwaarden van Arnhem ('on brand', staat voor: op basis van de Arnhemse merkwaarden, Groen, Creatief en Arnhemse zakelijkheid.) - Fashion Festival Arnhem (bundeling van fashionevenementen in de maand juni); - collectie Arnhem (presentatie tijdens Amsterdam Fashion Week); - workmates (presentatie tijdens Beurs in Milaan); - verbinding riviercruisers aan binnenstad (pilot Welkomstteam); - brainstorm EMT netwerk (met als doel Arnhem als EMT stad beter naar buiten te brengen); - opbouw Groen Netwerk Arnhem (vorming netwerk dat merkwaarde ‘groen’ kan trekken); - parkeermuntactie (aanbieden parkeermunt als gastvrijheidsmiddel); - vorming Binnenstadskwartieren; - verbinding station Arnhem Centraal aan de Arnhemse binnenstad; - Winter Arnhem (bundeling van winterevenementen onder één paraplu). Al deze projecten werden uitgevoerd in nauwe samenwerking met Arnhemse smaakmakers, zoals SBA, OKA, OPA, RBT KAN, ArtEZ, groenpartijen, EmiA-netwerk, creatieve partners, onderwijspartijen, parkeerbedrijven, etc;
Daarnaast waren er rond wonen kleinere initiatieven, zoals • de verbinding van ArtEZ (die specifieke woon/atelierruimte zocht voor kunststudenten) aan transformatielocaties; • de uitzending van SBS6 ‘Alles over Wonen’ waarin ‘on brand’ wonen in Schuijtgraaf en Saksen Weimar in beeld werd gebracht voor een massa mediaal publiek.
onderwerp
Woonvisie Arnhem In 2014 is gestart met een nieuwe woonvisie voor Arnhem. Hierin worden de merkwaarden opgenomen, zodat de ontwikkeling van het woonaanbod in Arnhem een bijdrage levert aan het structureel versterken van het sociaaleconomisch profiel van de stad.
Jaarverslag 2014
Internationale samenwerking Kansen voor een betere positionering van Arnhem liggen er ook in de samenwerking met Duitsland. Met het bezoeken aan de Hannover Messe en het aanhalen van de contacten in Eurregionaal verband en in Gera zijn het afgelopen jaar al stappen gezet om de relatie met Duitse overheden en bedrijfsleven te verbeteren en mogelijke samenwerkingen af te tasten. Veel contacten die worden gelegd, vinden plaats in de kansrijke sectoren Energie en Milieutechnologie en mode (Dusseldorf). Een voorbeeld is het INTERREG project dat wordt uitgevoerd voor de ontwikkeling van de Trolley.
pagina
gemeentebeleid integraal laten aansluiten op de merkwaarden van Arnhem. In 2014 is gestart met het ‘On brand’ maken van o.a. evenementen, citydressingbeleid en de Woonvisie; informeren, activeren en inspireren van stakeholders d.m.v. presentaties en workshops: in 2014 is een tiental presentaties gegeven over citymarketing, waarmee zowel de gemeentelijke organisatie als partijen buiten de gemeente werden geactiveerd om mee te doen met de citymarketing en/of stappen te zetten in het laten aansluiten van hun activiteiten op de merkwaarden van de stad. Een voorbeeld is de workshop ‘Toerisme On Brand’ bij RBT KAN (als start van de plannen om het toeristisch programma meer te laten aansluiten op de merkwaarden, waardoor een sterkere bijdrage kan worden geleverd aan het verstevigen van de concurrentiepositie van de stad); ontwikkelen Made in Arnhem Toolkit: om het platform dat de citymarketing van Arnhem kan dragen te verbreden en te activeren, is in 2014 een start gemaakt met de ontwikkeling van een toolkit met middelen, waarmee partners Arnhem ‘On brand’ kunnen promoten. Ontwikkeld zijn o.a. - Powerpointformat in de stijl van Made in Arnhem; - Webpagina waar de made in Arnhem logo’s direct kunnen worden gedownload; - Beeldbank (met rechtenvrije foto’s die iedereen kan gebruiken); - Promotiefilmpje ‘Arnhem in 60 seconden’.
28
• • •
29
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 4 Financiën Marketing van Arnhem Programma 4. Marketing van Arnhem
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Rekening 2014
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
1.330
1.181
1.086
929
158
V
Baten
totaal
66
80
45
53
8
V
-1.264
-1.101
-1.041
-876
165
V
0 65
0 0
0 0
143 0
143 0
N
65
0
0
-143
-143
N
-1.199
-1.101
-1.041
-1.019
22
V
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat
Afwijking
V/ N
Lasten - Onderbesteding op evenementenbudget - Diversen
135 23
V V
Totaal afwijking lasten
158
V
Baten - Diversen
8
V
Totaal afwijking baten
8
V
166
V
Totaal afwijking exploitatieresultaat
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Evenementen: Exploitatieresultaat evenementenbudget en kermis (Rb 19-12-2005)
143
Totaal mutaties toevoegingen
143
Onttrekkingen Totaal mutaties onttrekkingen Totaal mutaties reserves
0 -143
30
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
31
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 5 Wijkaanpak nieuwe stijl Dit programma bevat de volgende veranderopgave: 5.1 Verhoging sociale kwaliteit van de wijken door gerichte inspanningen op het gebied van welzijn, wijkeconomie, sport, cultuur en sociale veiligheid. De veranderopgave heeft een relatie met: • de diverse programma's met veranderopgaven, waarvan Programma 7 Participatie van Kwetsbare inwoners specifiek • de reguliere programma's op het terrein van welzijn, economie, sport, cultuur en sociale veiligheid.
Wat beweegt ons en is urgent? De laatste jaren is er, met de Vogelaarmiddelen en provinciaal geld als extra budget, massief ingezet op een aantal specifieke wijken in Arnhem. Deze inzet heeft in veel wijken tot flinke verbeteringen geleid op het gebied van leefbaarheid en veiligheid, maar er zal nog veel werk verzet moeten worden. In 2014 is de Overleg Zorg- en Overlast (OZO)-aanpak in beperkte omvang ingezet in de rest van de stad en ligt de nadruk op het consolideren en versterken van bereikte resultaten. Een belangrijke thema in 2014 is de gebiedsgerichte oriëntatie van onze organisatie die als geheel extra relevant is in relatie tot de decentralisaties binnen het sociale domein. De overheveling van taken van het Rijk en de Provincie naar de gemeenten op het gebied van de Jeugdzorg, de Awbz en Participatiewet raakt de wijken direct. Programma 5 hangt nauw samen met het programma 7 Participatie van kwetsbare inwoners dat inspeelt op de optimalisering van verhoudingen zoals hierboven beschreven en dat vraagsturing tot uitgangspunt van beleid en handelen maakt. Daarnaast is er nauwe samenhang met het reguliere programma 8 Wonen en ruimte. De veranderopgave in Programma 5 stimuleert de verbetering van de wijkeconomie op basis van behoeften van de doelgroepen in de wijken die aan de slag gaan met gebieds- en wijkontwikkeling. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? In 2014 is een eerste aanzet gedaan om de wijkaanpak op onderstaande thema’s uit te rollen over de stad. De hierbij bereikte resultaten moeten vervolgens duurzaam en bestendigd worden: • betere sociale veiligheid, mede door stadsbrede inzet van Overleg Zorg- en Overlast (OZO); • meer welzijn wijkbewoners: zowel de kanteling van zorg naar welzijn en daarmee het algemene voorzieningenniveau op peil hebben als aanpak van andere zaken die bewoners belangrijk vinden in hun woon- en leefomgeving; • betere gezondheid wijkbewoners, o.a. door inzet van proeftuinen; • sterkere wijkeconomie à la Klarendal en Geitenkamp. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar commerciële activiteiten, maar ook naar bijvoorbeeld in eigen beheer geven van accommodaties, zoals de Lommerd. Wat zijn de behaalde resultaten in 2014 Het afgelopen jaar heeft het college de nota 'Uitvoeringsmodel wijkaanpak nieuwe stijl' vastgesteld. Hiermee zijn de transities in het sociale domein en de Arnhemse wijkaanpak in samenhang uitgelijnd volgens het bekende organisatiemodel van de wijkaanpak. Door het leggen van deze verbinding heeft het college hiermee de wens gerealiseerd om de zorg daar te laten landen waar hij het meeste nodig is: in de wijken, dichtbij de bewoners. Een ruim pakket aan basisdienstverlening in de stad wordt georganiseerd in acht gebieden die samen 24 wijken omvatten. Samen met bewoners wordt voortgaand gewerkt aan de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in de wijken. Er is een blijvende inzet op sport- en cultuurparticipatie. Ook in 2014 is weer een zeer groot aantal gezinnen bereikt en geholpen door de inzet van de OZO-aanpak, mede door Toezicht en Preventie. Bewoners zitten nadrukkelijk ook zelf aan het stuur en nemen medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit en de vormgeving van hun eigen woon- en leefomgeving. Eind 2014 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de wijkactieplannen die alle wijken in 2013 hebben opgesteld. De positieve uitkomsten vormen een mooie opmaat naar de nieuwe ronde wijkactieplannen 2015. Zodoende wordt de aansluiting gerealiseerd tussen de leefwereld van de inwoners en de professionele uitvoering op het sociale, fysieke en het (wijk)veiligheidsdomein.
32
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Ten aanzien van de MFC's is in het jaarverslag 2013 aangegeven dat in het kader van Hart van de Wijk een beweging in gang is gezet om per gebied - waar mogelijk en waar wenselijk - de voorzieningen te clusteren. De ontmoetingsruimten in de MFC's worden geëxploiteerd door een locatiemanager die hiervoor samenwerking zoekt met vrijwilligers in de wijk en de partners in het MFC, en met hen werkt aan een programma voor de wijk. In wijken waar geen MFC is, zijn voorzieningen aanwezig waar bewoners terecht kunnen voor hun wijkactiviteiten. De gemeente stimuleert waar mogelijk zelfbeheer door bewonersorganisaties. Hierbij worden goede afspraken gemaakt over scheiding van de verantwoordelijkheden in het beheer en de exploitatie. Bewonersorganisaties krijgen hierbij meer vrijheid om een exploitatie op te zetten dat past bij het programma voor de wijk. Het aangenomen amendement "Balans in de wijkaanpak" is hiermede uitgevoerd.
33
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 5 Financiën Wijkaanpak nieuwe stijl Programma 5. Wijkaanpak nieuwe stijl b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Rekening 2014
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
11.107
11.491
10.530
9.822
708
V
Baten
totaal
1.393
1.857
0
15
15
V
-9.714
-9.634
-10.530
-9.807
723
V
3.177 920
0 3.827
17 4.608
1.197 5.716
1.180 1.108
N V
-2.257
3.827
4.591
4.519
-72
N
-11.971
-5.807
-5.939
-5.288
651
V
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Extra afschrijving schoollokalen Marasingel (noodlokalen) door buitengebruikstelling eind 2015 - Bewoners en wijkactiviteiten - Huisvestingsbudget waarbij de werkelijke lasten op regulier pr 5.10 Binnensport zijn gerealiseerd. - Teveel capaciteit geraamd op sportontwikkeling algemeen - Groot Onderhoud Spelen - Groot Onderhoud Bomen - Groot Onderhoud Wijkgroen - Overloop Immerloo / De Hobbit (JV2014) - Buiten Gewoon Beter (inclusief Malburgen) - Diversen Totaal afwijking lasten
Afwijking
V/ N
-622 -153 318 266 245 204 168 114 109 59
N N V V V V V V V V
708
V
Baten - Diversen
15
V
Totaal afwijking baten
15
V
723
V
Totaal afwijking exploitatieresultaat Toelichting resultaatbestemmingen Mutaties reserves Toevoegingen - BR Arnhems samenlevingsbeleid (Rb 19-12-2005) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Immerloo / De Hobbit (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Beleidsagenda seksuele diversieteit (Rb 15-12-2014) - BR Wijkfondsen (Rb 19-12-2005) - BR Groot onderhoud en vervanging openbare ruimte: Programmering groot onderhoud Wijkgroen (Rb 28-10-2013) - BR Groot onderhoud en vervanging openbare ruimte: Programmering groot onderhoud Spelen (Rb 28-10-2013) - BR Groot onderhoud en vervanging openbare ruimte: Programmering groot onderhoud Bomen (Rb 28-10-2013) - BR Bewonersbudgetten (Rb 13-12-2010)
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2014
38 114 17 192 168 245 204 219
Totaal mutaties toevoegingen
1.197
Onttrekkingen - BR Arnhems samenlevingsbeleid: Vrijval i.h.k.v. bezuinigingen MJPB 14-17 (Rb 11-11-2013) - BR Kapitaallasten Onderwijs: Extra afschrijving buitengebruikstelling noodlokalen school Marasingel eind 2015 (Rb 30-09-2013) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Speeltoestellen (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Malburgen Krachtwijken (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Geitenkamp Sociale Bouwstenen (Rb 15-12-2014) - BR Bewonersbudgetten (Rb 13-12-2010) - BR Groot onderhoud en vervanging openbare ruimte: Programmering groot onderhoud Spelen (Rb 28-10-2013) - BR Buitengewoon Beter: Actualisatie programmering BGB (Rb 25-02-2008; MJPB 2015-2018) - BR Wijkfondsen (Rb 19-12-2005)
404 622 100 154 47 419 146 3.648 176
Totaal mutaties onttrekkingen
5.716
Totaal mutaties reserves
4.519
34
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
35
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 6 Wonen in de wijken Dit programma bevat de volgende veranderopgave: 6.1 Afstemmen woningvoorraad en woonmilieu op de woningvraag van de toekomst, inclusief particulier opdrachtgeverschap De veranderopgave heeft een relatie met: • programma 2 Arnhem duurzame en groene stad; • programma 5 Wijkaanpak nieuwe Stijl; • programma 7 Participatie kwetsbare inwoners; • regulier programma 8 Wonen en Ruimte. Wat beweegt ons en is urgent? Er is de afgelopen jaren op het terrein van wonen veel gebeurd, zoals de gevolgen van de crisis op de woningmarkt en het rijksbeleid. Het streven is om te komen op een lange termijnvisie op het woonbeleid: wat streeft Arnhem op het gebied van wonen na en wat zijn de komende vier jaar de meest urgente opgaven om uit te voeren? Arnhem is een aantrekkelijke groene stad, gelegen tussen het rivierengebied en de Veluwe, met goede voorzieningen en een groot cultureel aanbod. In verband met de differentiatie in de woningvoorraad, de bevolkingssamenstelling en de aanwezige inkomensgroepen is het van belang dat Arnhem in de toekomst aantrekkelijk blijft om te wonen. Een verschuiving van aanbodgericht naar vraaggericht bouwen is waar te nemen. Daarbij staat de woonconsument centraal: waar en hoe wil hij wonen? Hoe moet zijn woonomgeving er uitzien? Om toekomstbestendige wijken te realiseren is steeds meer ingezet op een wijk- en gebiedsgerichte aanpak op het gebied van wonen, woonomstandigheden en het realiseren van een evenwichtiger woningvoorraad. Via een vraaggestuurde aanpak wordt gekoerst op sociaal, fysiek en economisch sterke wijken,waarbinnen het voor iedere portemonnee goed wonen en leven is. Hiermee wordt voorkomen dat de problematiek van krachtwijken binnen de zogenaamde preventiewijken ontstaat. Daarnaast wordt de bestaande woningvoorraad verbeterd en verduurzaamd. De woningvoorraad en het woonmilieu worden afgestemd op de woningvraag van de toekomst. De wensen en behoeften van de burger spelen hierbij een belangrijke rol. Het programma Wonen in de wijken is niet los te zien van de andere veranderprogramma’s zoals het programma Arnhem duurzame en groene stad, het programma Wijkaanpak nieuwe stijl en het programma Participatie kwetsbare inwoners. Een integrale visie en aanpak zijn nodig om een sociaal-fysiek-economische sterke wijk te krijgen. Er wordt ingezet op samenwerking tussen gemeente, bewoners en partijen. Om in beeld te krijgen wat op het gebied van wonen de problemen zijn in de wijk en de wensen van de bewoners, wordt aansluitend op de al bestaande visies op de wijk, gestart met het maken van een wijkvisie per preventiewijk. Op basis hiervan wordt de gebieds- en wijkontwikkeling bepaald. Ieder heeft daarin een eigen rol; gemeente, bewoners en partijen. Een aandachtspunt daarbij is de recentelijk ingezette scheiding van wonen en zorg. Mensen blijven steeds langer thuis wonen. Zorg wordt zoveel mogelijk aan huis gegeven en zo min mogelijk in instellingen. Dit vereist een gerichte aanpak per wijk. Wat willen wij in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? Het programma richt zich op meer toekomstbestendige wijken en woningen, waar bewoners langer, prettig en goed kunnen wonen. Om langer zelfstandig te kunnen wonen en leven in de wijk is meer evenwicht nodig in woningvoorraad, wonen en woonomstandigheden.
36
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Wat hebben we concreet bereikt ? Met welk resultaat? In 2014 is er verder gewerkt aan de verbinding tussen Wonen en andere thema's zoals de wijkaanpak en de ontwikkelingen binnen het sociale domein. Hiervoor zijn een woonconferentie en diverse bijeenkomsten met de partners in de stad gehouden om inzicht te krijgen in de behoeften van doelgroepen in de wijken en om input op te halen voor een integrale woonvisie. Met de zorgpartijen is het gesprek nog gaande. Er is een startnotitie voor de Woonvisie opgesteld; de Woonvisie zelf wordt naar verwachting in 2015 aan de raad voorgelegd. Door zogenaamde 'maptable' sessies is er samen met de woningcorporaties scherp gemaakt hoe het ervoor staat met de bestaande woningen in de 24 Arnhemse wijken. De eerste aanzet om te komen tot gezamenlijke wijkvisies is hiermee gemaakt. Het amendement over verduurzaming en levensloopgeschikt maken van woningen wordt uitgevoerd. Verbetering van het particuliere woningbezit krijgt zowel landelijk als lokaal steeds meer urgentie. Met de aanpak hiervan is in 2014 een doorstart gemaakt.
37
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 6 Financiën Wonen in de wijken Programma 6. Wonen in de wijken
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Rekening 2014
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
561
127
125
80
45
V
Baten
totaal
514
0
0
1
1
V
-47
-127
-125
-79
46
V
1 13
0 75
0 75
0 75
0 0
12
75
75
75
0
-35
-52
-50
-4
46
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
V
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat
Afwijking
V/ N
Lasten - Diversen
45
V
Totaal afwijking lasten
45
V
Baten - Diversen
1
V
Totaal afwijking baten
1
V
46
V
Totaal afwijking exploitatieresultaat
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen Totaal mutaties toevoegingen
0
Onttrekkingen - BR Volkshuisvesting: Realiseren doelen woonvisie (Rb 08-11-2010)
75
Totaal mutaties onttrekkingen
75
Totaal mutaties reserves
75
38
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
39
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 7 Participatie Kwetsbare Inwoners Dit programma bevat de volgende veranderopgave: 7.1 Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg 7.2 Maatschappelijk aanbesteden welzijns- en zorgbeleid; 7.3 Armoedebestrijding zorg voor minima in nieuwe tijden. De veranderopgaven hebben een relatie met: • Programma 5 Wijkaanpak nieuwe stijl; • Programma 8 Samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd; • Regulier programma 6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning. Wat beweegt ons en is urgent? Met de komst van een breed nieuw takenpakket voor de gemeenten op het terrein van jeugdzorg, verzorging, begeleiding en participatie, is een transitie en een transformatie op het sociaal domein nodig. Het is een ingrijpende operatie met een forse financiële opgave, die er om vraagt het sociale domein in Arnhem op een andere leest te schoeien. In de nota 'Naar een veerkrachtige samenleving' (2013) staan de vier uitgangspunten voor de transformatie van het sociaal domein benoemd: • Mensen doen mee op basis van wat ze kunnen; • Dienstverlening in de buurt; • Eén plan, één regisseur; • Budgetten per gebied en traject. De focus zal worden verlegd van zorgafspraken naar ondersteuning bij maatschappelijke participatie. Hiervoor is het nodig niet primair uit te gaan van beperkingen maar van versterking van de zelfredzaamheid. Dit vraagt om een andere vorm van toegang, aanbod en contractering en verantwoording. De inrichting van de armoedebestrijding zal hiervan onderdeel uitmaken. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? 7.1 Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg • Zorg en ondersteuning dichter bij de burger organiseren; • Minder versnippering van zorg en ondersteuning; • Zorg en ondersteuning meer richten op zelfredzaamheid. 7.2 Maatschappelijk aanbesteden welzijns- en zorgbeleid • Meer bewonersparticipatie in de Arnhemse wijken op het gebied van zorg en welzijn; • De inzet van maatschappelijke organisaties op het gebied van zorg en ondersteuning wordt efficiënter en sluit beter aan op de behoefte van de Arnhemse wijken • Zorg en ondersteuning dichter bij de burger organiseren plaats en tijd onafhankelijk. 7.3 Armoedebestrijding zorg voor minima in nieuwe tijden • Financiële ondersteuning van mensen in armoede, met de nadruk op activering (GelrePas); • Versterken van financiële zelfredzaamheid, door interventie op het stijgende aantal personen die onder bewindvoering worden gesteld; • Goede samenwerking met / tussen de partners die in Arnhem betrokken zijn bij armoedebestrijding. Wat zijn de behaalde resultaten 2014 7.1 Organisatie decentrale zorg, waaronder de jeugdzorg • Er is uitwerking gegeven aan het door het college vastgestelde uitvoeringsplan ´De Veerkrachtige Samenleving Arnhem´ (mei 2014). Het jaar 2014 was een ‘bouwjaar’ waarin gezamenlijk met partners is gewerkt aan de voorbereiding op 2015. Dit vormde het kader voor de contractering voor 2015. Er is hierbij gekozen voor een geleidelijke en zorgvuldige overgang. De jaren 2015 en 2016 zijn overgangsjaren waar de zorgcontinuïteit centraal staat. In november 2014 zijn het beleidsplan en de verordeningen Jeugdhulp en Wmo vastgesteld. Tevens zijn er in december 2015 nadere regels over PGB en privacy door het college vastgesteld;
onderwerp
Wijkgerichte sturing maakt het mogelijk om (op termijn) gedifferentieerd te budgetteren, al naar gelang de gebleken zorgbehoefte per gebied. Met die ervaringen gaan we de komende jaren toewerken naar een populatie- /wijkgerichte bekostiging. Het perspectief is dat de zorg en ondersteuning in 2017 geleverd wordt op basis van de maatschappelijke opgaven per wijk en gebied.
Jaarverslag 2014
Sinds begin 2014 is het burgerplatform veerkrachtig Arnhem gevormd. Deze groep van actieve Arnhemmers is naast de klankbordgroep voor de gemeente een groep die zich actief bezighoudt met het stimuleren van burgerinitiatieven gericht op maatschappelijke participatie van inwoners. Daarnaast vragen wij inwoners om met initiatieven te komen die de zelfredzaamheid van burgers, de belangen van cliënten en het leefklimaat van het gebied kunnen ondersteunen. In het raadsvoorstel niet-bestede middelen van december 2014 is besloten om hier in 2015 en 2016 in totaal € 2 miljoen voor beschikbaar te stellen.
pagina
7.2 Maatschappelijk aanbesteden welzijns- en zorgbeleid Arnhem heeft gekozen voor een wijkgerichte organisatie van het sociale domein, in aansluiting op het organisatiemodel van de Arnhemse wijkaanpak (programma 5). Daarbij is de stad ingedeeld in acht gebieden die naar aantal inwoners vergelijkbaar zijn. Per 1 januari 2015 functioneert in ieder gebied een Wijkteam Jeugd en een Wijkteam Volwassenen. De samenstelling van de wijkteams is afgestemd op de problematiek van de inwoners. De wijkteams voeren de taken uit in het kader van de Jeugdwet en de nieuwe Wmo 2015. Ook een deel van de bestaande taken in het kader van welzijn, zorg en schulddienstverlening zijn herverdeeld naar de wijkteams. Er is eind 2014 begonnen met de uitwerking hoe te komen tot een toedeling van (virtuele) budgetten per gebied. Inzet is om dit te koppelen aan wijkprofielen en verdeelmaatstaven. Dit wordt in 2015 verder doorontwikkeld.
40
• De contractering voor 2015 en het opzetten van wijkteams die vanaf 2015 verantwoordelijk zijn voor de toegang tot zorg, hadden in 2014 de prioriteit; • De regio Arnhem heeft de maatwerkvoorzieningen voor de Wmo en de Jeugdwet gezamenlijk ingekocht. Daarnaast is regionaal afgesproken dat 3% van het inkoopbudget wordt vrijgemaakt voor innovatie. Arnhem heeft voor 2015 met ruim 200 aanbieders een contract gesloten. Voor personen met een doorlopende indicatie staat in 2015 de zorgcontinuïteit centraal. Op basis van de realisatie wordt bezien of de zorgcontinuïteit voor diegenen die hiervoor een (doorlopende) indicatie hebben kan worden gerealiseerd. Mocht dit het geval zijn en er overschrijding dreigt van het niveau van voorzieningen dat overeengekomen is met de Raad, dan kan het College in 2015 besluiten om middelen uit het sociaal noodfonds in te zetten. De spelregels hiervoor staan beschreven in het raadsvoorstel niet- bestede middelen van december 2014; • De budgetten die de gemeente Arnhem vanuit het Rijk heeft ontvangen voor de voorbereiding op 2015 waren niet voldoende. In de Turap 2014 is een verwacht exploitatietekort van € 1 miljoen gemeld, waarbij geen rekening is gehouden met een voorgenomen onttrekking uit een bestemmingsreserve van € 338.000. Daarnaast zijn minder projecturen gemaakt dan ten tijde van de Turap nog werd verwacht; • In de periode van 1 april 2013 t/m september 2014 hebben er in Arnhem verschillende praktische experimenten - de proeftuinen - plaatsvonden om ervaringen op te doen in het kader van de decentralisaties. De opbrengsten van de proeftuinen zijn gebruikt voor de inrichting van de wijkteams. Per 1 januari 2015 zijn er 8 wijkteams die verantwoordelijk zijn voor de toegang tot zorg en ondersteuning in Arnhem. De integrale vraagverheldering vindt plaats met behulp van de zelfredzaamheidsmatrix. Via de centrale website www.zodoenwedatinarnhem.nl of via het telefoonnummer 088-2260000 kunnen mensen met hun hulpvraag terecht; • Hulp in het huishouden Arnhem heeft het contract voor de Hulp in het huishouden met een jaar verlengd. De motie van de raad, waarin uitgesproken is dat medewerkers in de thuiszorg tenminste in FWG 15 uitbetaald zouden moeten krijgen, wordt meegenomen bij de nieuwe aanbesteding, die start in 2015 en geldt vanaf het jaar 2016. Ook heeft Arnhem gebruik gemaakt van de landelijke Stimuleringsregeling om werkgelegenheid bij de thuiszorg te behouden, de zogenaamde Huishoudelijke Hulp Toelage. Het budget voor deze regeling bedraagt voor de jaren 2015 en 2016 € 1.400.000 per jaar. Hiermee worden 80 fte (ca 120 banen) behouden in de thuiszorg. Arnhemse burgers kunnen onder bepaalde voorwaarden eenvoudig toegang krijgen tot hulp bij de huishouding. Deze stimuleringsregeling geldt in elk geval voor 2015 en 2016; • Deelprogramma 'Minder Opvang, Beter Leven' De doelstellingen van het programma-onderdeel 'Minder Opvang, Beter Leven' zijn gehaald. Dit onderdeel gaat vanaf 2015 terug naar het reguliere programma 6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning. In 2014 laat het programma-onderdeel Minder Opvang Beter Leven een incidenteel voordeel zien van € 764.000. De ene helft van het voordeel hangt samen met een omvangrijke extra rijksvergoeding ten behoeve van de Medische Heroïne Unit en met diverse andere kleinere voordelen; de andere helft van het voordeel is te verklaren door: - een niet-begrote afbouw subsidie Iriszorg, o.a. voor het project 'Iris in de buurt'. Voor 2015 en verder worden de activiteiten 'Iris in de buurt' via de wijkteams belegd; - lagere kosten voor diverse andere producten van Iriszorg in verband met de bekostiging via trajectfinanciering. Voor 2015 en verder zullen de trajectprijzen opnieuw tegen het licht worden gehouden.
Jaarverslag 2014
onderwerp
Voor het jaar 2014 zijn financiële taakstellingen opgenomen in het armoedebeleid. De financiële taakstellingen op bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en het kwijtscheldingsbeleid voor gemeentelijke belastingen zijn gehaald. Ondanks deze interventies blijft de budgettaire druk op het armoedebeleid groot, voornamelijk door stijgende kosten van de bijzondere bijstand voor beschermingsbewind. Het aantal mensen onder beschermingsbewind is in 2014 verder toegenomen en geeft een financiële druk op de individuele Bijzondere bijstand (ca. € 1,8 miljoen). Het zelfstandig voeren van een gezonde financiële huishouding is niet voor iedereen mogelijk, maar het langdurig en volledig overnemen van de financiën is niet altijd een geschikte oplossing. In 2014 is om die reden onder andere ingezet op de ontwikkeling van het project Budgetondersteuning op Maat. Met de nieuwe Armoedeagenda 2015-2018 zijn maatregelen genomen om de uitgaven verder in lijn te brengen met de beschikbare budgetten.
pagina
In 2014 is een eerste stap gezet met het versterken van de verbindingen in het maatschappelijk middenveld. Met het Armoedepact is een aantal partijen die in Arnhem betrokken zijn bij armoedebestrijding met elkaar in verbinding gebracht. Achtergrondinformatie hierover is verwerkt in de Armoedeagenda 2015-2018.
41
7.3 Armoedebestrijding zorg voor minima in nieuwe tijden. In december 2014 is de Armoedeagenda 2015-2018 'Samen actief tegen armoede' door de raad vastgesteld. Er zijn ten opzichte van voorgaande jaren twee belangrijke ontwikkelingen. Naast de wetswijzigingen zijn de stijgende kosten voor beschermingsbewind en de ontwikkeling van het armoedepact belangrijke ontwikkelingen. Economisch gezien was 2014 nog geen goed jaar voor Arnhem, dit was onder andere zichtbaar door de toename van het aantal bijstandsgerechtigden.
42
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 7 Financiën Participatie Kwetsbare Inwoners Programma 7. Participatie van kwetsbare inwoners
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Rekening 2014
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
43.390
41.766
46.277
47.626
-1.349
N
Baten
totaal
9.474
6.963
8.005
8.627
622
V
-33.916
-34.803
-38.272
-38.999
-727
N
675 623
0 0
484 693
484 846
0 153
V
-52
0
209
362
153
V
-33.968
-34.803
-38.063
-38.637
-574
N
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat
Afwijking
V/ N
Lasten - Armoedebeleid: verstrekkingen Bijzondere Bijstand - Meer uren besteed dan begroot - Invoering decentralisaties sociaal domein - Armoedebeleid: Gelrepas (zie baten) - Minder kosten Minder Opvang Beter Leven voor oa Iriszorg en MHU - Resultaat subsidies jeugd en jongeren - Armoedebeleid: Collectieve zorgverzekering minima - Subsidies Onderwijsachterstandenbeleid en RMC - Afrekening Opiatenpoli - Resultaat op Kwijtschelding - Diversen
-1.498 -1.050 -621 -326 764 407 278 194 186 101 216
N N N N V V V V V V V
Totaal afwijking lasten
-1.349
N
-158 412 368
N V V
622
V
-727
N
Baten - Baten project RUPS-2 - Armoedebeleid: Gelrepas opbrengsten regio (zie lasten) - Diversen Totaal afwijking baten Totaal afwijking exploitatieresultaat
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Jeugdgezondheidszorg (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Preventief jeugdbeleid (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Regeling colectieve zorgverzekering (Rb 15-12-2014)
62 120 302
Totaal mutaties toevoegingen
484
Onttrekkingen - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Frictiekosten ambulant jeugdwerk (Rb 29-09-2014) - BR Vastgoed: Resultaat beheer gemeentelijk vastgoed (Rb 20-12-2011) - BR Pakketmaatregel WMO: Invoer decentralisatie budget AWBZ (Rb 29-09-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Beschermd wonen (Rb 29-09-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Preventie en innovatie WMO (Rb 29-09-2014)
152 1 490 70 133
Totaal mutaties onttrekkingen
846
Totaal mutaties reserves
362
Wat beweegt ons en is urgent? Arnhem heeft geïnvesteerd in de kwaliteit van scholen, onder andere door het verbeteren van de gebouwen van scholen voor speciaal onderwijs. Leidraad daarbij zijn het in 2009 gepresenteerde rapport ‘Passend onderwijs, passende huisvesting, Toekomstvisie huisvesting speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in Arnhem’, de uitwerking van de ontwikkelingsrichting in de tussenrapportages en het financieel kader dat in 2013 door de raad is vastgesteld. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? • Huisvesting van de scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs in Arnhem in gebouwen waarin de leerlingen zich, met onderkenning van hun beperkingen, kunnen voorbereiden op een zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij op de terreinen van wonen, werken en vrije tijd. • Verbeteren van de kansen voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs op de arbeidsmarkt en in het vervolgonderwijs. • Oplossing voor het nijpende kwalitatieve tekort aan adequate huisvesting voor het speciaal onderwijs in Arnhem. Wat zijn de behaalde resultaten in 2014 In vervolg op de besluitvorming in 2013 over het vernieuwingsprogramma is gewerkt aan opdrachten voor de realisatie van de projecten voor de verbetering van de huisvesting van de scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs in Arnhem. Er is een programma ontwikkeld, dat bestaat uit een aantal grote vernieuwingsprojecten: 1. Scholencampus (De Ommezwaai en het Briant College in Schuytgraaf). In 2014 is voor dit project een definitieve plek bepaald in veld 22, nabij het sportcomplex. Het schoolbestuur, verantwoordelijk voor de realisatie en heeft opdracht gegeven voor het maken van een ontwerp en een kostenraming. Deze zullen in 2015, vóór aanbesteding, conform de spelregels aan de raad worden voorgelegd.Het overleg daarover is eind 2014 vrijwel afgerond. 2. Vernieuwbouw Kentalis Arnhem (Dr. Bosschool, De Stijgbeugel en zorgvoorzieningen Kentalis) aan de Bethaniënstraat. Het project voert aanpassing uit aan een bestaand schoolgebouw en uitbreiding met nieuwbouw. Aan de hand van het ontwikkelde model voor de huisvesting en normatieve kostenberekeningen is intensief overlegd met schoolbestuur over de financiering van het onderwijsdeel (gemeente) en het zorgdeel (Kentalis). • •
Als gevolg van ontwikkelingen in de regio in het kader van Passend onderwijs is de vernieuwbouw van de vestiging De Ommezwaai aan de Doorwerthlaan komen te vervallen. Het gebruik van de in slechte staat verkerende noodlokalen en de gehuurde tijdelijke huisvesting aan de Heijenoordseweg kon worden beëindigd.
onderwerp
Speciaal onderwijs eindigt als veranderopgave. Het vervolg zal onderdeel zijn van het reguliere programma 4 Educatie.
Jaarverslag 2014
8.1. Realiseren adequaat huisvestingsplan speciaal onderwijs.
pagina
Dit programma bevat de volgende veranderopgave:
43
Programma 8 Samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd
44
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 8 Financiën Samenhangende inzet op zorgtaken voor de jeugd Programma 8. Samenhangende inzet
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Rekening 2014
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
78
506
34
145
-111
N
Baten
totaal
50
0
0
35
35
V
-29
-506
-34
-110
-76
N
0 0
0 0
0 0
0 78
0 78
V
0
0
0
78
78
V
-29
-506
-34
-32
2
V
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Verplaatsingskosten Briant College - Diversen
Afwijking
V/ N
-78 -33
N
-111
N
Baten - Diversen
35
V
Totaal afwijking baten
35
V
-76
N
Totaal afwijking lasten
Totaal afwijking exploitatieresultaat
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen Totaal mutaties toevoegingen
0
Onttrekkingen - BR Kapitaallasten onderwijs: Verplaatsingskosten Briant College (Rb 30-09-2013)
78
Totaal mutaties onttrekkingen
78
Totaal mutaties reserves
78
45
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 9 Overige veranderopgaven Dit programma bevat de volgende veranderopgaven: 9.1. Veilig leven in Arnhem Deze veranderopgave heeft een relatie met regulier programma 1. Veiligheid 9.2. Financieel gezonde stad Deze veranderopgave heeft een relatie met regulier programma 6 Participatie en Maatschappelijke ondersteuning Wat beweegt ons en is urgent? 9.1 Veilig leven in Arnhem Veiligheid is belangrijk voor mensen. Als mensen opgroeien in een veilige omgeving kunnen ze beter voor zichzelf opkomen en meer tot hun recht komen. Veiligheid in brede zin: veilig ondernemen, veiligheid in de wijk, veilig uitgaan, veiligheid op straat en veilig in huis. Gemeente, politie en andere veiligheidspartners doen hun grootst mogelijke best om die veiligheid te bevorderen. In nauwe samenwerking met deze partners werkt de gemeente aan de integrale veiligheid en aan een positiever veiligheidsbeleving van haar inwoners en de bezoekers van de stad. Gemeentelijk veiligheidsbeleid is een belangrijke schakel in de verbetering van de leefbaarheid van en in de stad. Ondanks alle inspanningen wordt de stad geconfronteerd met verschillende vormen van criminaliteit. Overvallen, inbraken maar zeker ook geweld hebben een impact op de stad en dragen bij aan gevoelens van onveiligheid. De veranderopgave “Veilig leven” zet extra in op preventieve maatregelen tegen overvallen en inbraken. Daarbij worden ondernemers in de stad ondersteund. Daarnaast wordt in deze veranderopgave kritisch gekeken naar de samenwerking tussen politie, eigen handhavers en toezichthouders. Doel hiervan is de bestrijding van overlast en verloedering. 9.2. Financieel gezonde stad Er wordt gestreefd naar een financieel gezonde stad, waarbij het accent ligt op het financieel gezond maken en houden van de gemeentelijke huishouding. Een financieel gezonde stad betekent ook dat wordt gezocht naar bezuinigingen en budgetneutrale aanpassingen in beleid en niet naar het vergroten van de uitgaven of lastenverzwaring. Uitgangspunt in MJPB 2014-2017 was bijvoorbeeld een minder grote stijging van de rioollasten in 2014. Om te beoordelen hoe financieel gezond Arnhem is, is er inzicht nodig in de financiële status en de financiële weerbaarheid van Arnhem. Hiervoor is een stresstest ontwikkeld. Deze stresstest (zie paragraaf 4.11) geeft door middel van indicatoren inzicht in de financiële status en weerbaarheid. Wat willen we daarmee in de Arnhemse samenleving uiteindelijk veranderen? 9.1 Veilig leven in Arnhem • Een daling van de criminaliteit en overlast in de stad en daarmee een stijgend gevoel van veiligheid in de stad, bij zowel burgers ondernemers als bezoekers; • Het verhogen van de effectiviteit door meer handhavers (boa's) teneinde de veiligheid en leefbaarheid in de stad Arnhem te verbeteren (amendement VVD 01 meer handhaving op straat ("lichtblauw)). 9.2 Financieel gezonde stad • Minder financiële afhankelijkheid tussen gemeentelijke risico's en gewenste beleidskeuzes Wat zijn de behaalde resultaten 2014 9.1 Veilig leven in Arnhem Eind 2013 is het ondernemersfonds opgezet en gevuld met € 150.000,-. In 2014 is door 7 veiligheidsinitiatieven een aanvraag gedaan in co-financiering. In totaal is €€35.000,- van het fonds uitgekeerd. Het betreft aanvragen voor bijvoorbeeld training/coaching, inbraakpreventie-systemen en camera's. In 2014 is het project Aanpak Woninginbraken van start gegaan met als doel het aantal woninginbraken in de periode 2013 -2016 met 15% te reduceren ten opzichte van het peiljaar 2012. Het resultaat op 1 januari 2015 was een daling van 33%.
46
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Uit de 2-jaarlijkse rapportage Leefbaarheid en Veiligheid in Arnhem (juni 2014), waarin uitvoerig wordt gerapporteerd over de veiligheid en het veiligheidsgevoel in Arnhem, blijkt dat de afgelopen jaren dit gevoel van (on)veiligheid zich stabiliseert en op gelijk niveau zit met de grote 36 steden in Nederland. Op het gebied van handhaving is op te merken dat: • er regulier overleg en afstemming is tussen politie-gemeente veiligheid en de afdeling handhaving; • binnen de afdeling handhaving in 2014 hard is gewerkt aan verbetering van de afdeling; • de motie onder Meer Blauw op Straat (hierboven genoemd) met de totstandkoming van het coalitieakkoord anders is ingevuld. 9.2 Financieel gezonde stad Uitgangspunt is het realiseren van een voldoende financiële weerbaarheid van de gemeente. Uit de stresstest (zie paragraaf 4.11) blijkt dat oplettendheid geboden is om onze financiële weerbaarheid te handhaven. Eind 2014 is gebleken dat het noodzakelijk is om voor € 20 miljoen aan nieuwe bezuinigingsmogelijkheden te vinden. De financiële verhouding tussen rijk en gemeenten en daarin met name ontwikkelingen van het objectief verdeelmodel Wmo, Wwb, en de herverdeling van het gemeentefonds hebben naar verwachting aanzienlijke financiële gevolgen voor de Arnhems financiële positie. In de MJPB 2014-2017 is aangegeven dat er een beperkte stijging van de jaarlijkse rioolheffing in 2014 mocht plaatsvinden. Er heeft een beperkte stijging plaatsgevonden nog voortkomend uit de GRP4 investeringen in 2013. Toelichting 9.1 Veilig leven in Arnhem De verbinding met het reguliere programma is sterk. De veranderopgave, ingevuld op voorspraak van de raad, geeft een mogelijkheid juist op de genoemde terreinen wat extra's op te pakken. 9.2 Financieel gezonde stad Om voor € 20 miljoen aan nieuwe structurele bezuinigingsvoorstellen op te leveren, volstaan de in het verleden gehanteerde methoden niet meer. De lucht is uit de begroting, het laaghangend fruit is geplukt en met de kaasschaafmethode (alles een beetje minder), is het niet meer te redden. Het moet fundamenteel anders. Ook om een goede aansluiting te vinden op de veranderende maatschappij, de rolneming van de gemeente hierin en de kantelingen op verschillende terreinen. Besloten is om de nieuwe bezuinigingen naar analogie van het proces ten aanzien van de decentralisaties op te pakken: daarin is een forse bezuiniging opgelost door een andere werkwijze en andere manier van kijken door te voeren. De komende tijd starten werkgroepen met het opstellen van uitgangspunten. In de Perspectiefnota worden de uitgangspunten en denklijnen die ten grondslag liggen aan de voorstellen aan de raad ter instemming voorgelegd. Na vaststelling van de Perspectiefnota in de raad worden de bezuinigingsrichtingen verder uitgewerkt op basis van de uitgangspunten en denklijnen en vertaald naar het niveau van de producten in de begroting. Deze voorstellen zullen in de concept MJPB 2016-2019 worden verwerkt. De stijging van de rioolheffing in 2014 kwam nog voort uit het GRP4. In het Coalitieakkoord 2014-2018 zijn afspraken gemaakt over de lokale lastenontwikkeling. Alle belastingen en heffingen stijgen niet meer dan met de gemiddelde prijsstijging in Nederland. Daarnaast is er nog een aantal maatregelen opgenomen die vanaf 2015 ook een effect hebben op de lokale heffingen in Arnhem. Met betrekking tot de rioolheffing wordt deze per 2015 voor 50 % in rekening gebracht van de eigenaar, de overige 50 % blijft voor rekening van de gebruiker. Door deze maatregel neemt de belastingdruk voor mensen in een huurwoning af. Daarnaast valt een deel van het kwijtscheldingsbudget vrij, deze middelen worden gebruikt voor de dekking van investeringen in het riool en de kosten voor de extra druk op de kwijtschelding van afvalstoffenheffing. kostenopstelling is dat de jaarlijkse stijging van de rioolheffing vanaf 2015 lager uitvalt dan in de afgelopen jaren.
47
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma 9 Financiën Overige veranderopgaven Programma 9 Overige veranderopgaven
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Rekening 2014
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
164
473
190
182
8
Baten
totaal
0
0
0
0
0
-164
-473
-190
-182
8
V
150 0
0 0
0 0
0 35
0 35
V
Mutaties reserves
-150
0
0
35
35
V
Saldo
-314
-473
-190
-147
43
V
Exploitatie Resultaat
V
Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat
Afwijking
V/ N
Lasten - Diversen
8
V
Totaal afwijking lasten
8
V
Baten -
V
Totaal afwijking baten
0
V
Totaal afwijking exploitatieresultaat
8
V
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen Totaal mutaties toevoegingen
0
Onttrekkingen - BR Veilig ondernemen: resultaat verbetering veiligheid winkelgebied (Rb 05-11-2012)
35
Totaal mutaties onttrekkingen
35
Totaal mutaties reserves
35
48
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Rekenkamer De Rekenkamer heeft op verzoek van de raad twee onderzoeken uitgevoerd. College van B en W In 2014 is een nieuw college geïnstalleerd. Drie wethouders hebben een nieuwe zittingstermijn aanvaard, drie wethouders zijn nieuw aangetreden. In de verslagperiode deden vier voormalige wethouders een beroep op de wachtgeldregeling. Raad en college van B en W De hoogte van de vergoeding die raadsleden krijgen voor hun raadswerk en de bezoldiging voor de leden van het college worden door de Minister vastgesteld. Ze zijn gerelateerd aan het aantal inwoners van de gemeente. In 2014 telde Arnhem voor het tweede achtereenvolgende jaar meer dan 150.000 inwoners. Bestuurders ontvangen dan én de hogere bezoldiging én een nabetaling over het voorafgaande jaar. In de begroting 2014 was geen rekening gehouden met de nabetaling. Regionale bovenlokale organen In Paragraaf 4.6 Verbonden partijen en in Bijlage 2 Overzicht verantwoording/risicokompas verbonden partijen wordt uitgebreid ingegaan op de regionale bovenlokale organen, waaraan Arnhem deelneemt. Market Garden Op 17 september was het 70 jaar geleden dat Operatie Market Garden begon. De gemeente heeft dit onder andere met een aantal veteranen herdacht en heeft bijgedragen aan de viering van de vrijheid met de Arnhemmers met een mooi en passend evenement. De gemeente heeft conform de eerder via een raadsbrief verstrekte informatie € 0,1 miljoen bijgedragen. De uitgaven zijn mede gefinancieerd uit de bestemmingsreserves die in het financiële overzicht genoemd zijn. Publieke dienstverlening Als uitvloeisel van de bezuinigingen is in 2014 de gemeente gestart met het werken op afspraak. Dit is gepaard gegaan met gewijzigde openingstijden van Stadhuis en Loket-Zuid, op een zodanige manier dat inwoners iedere dag terecht kunnen bij de gemeente. De gemeente stuurt er op aan dat inwoners binnen 5 werkdagen terecht kunnen voor een afspraak. Hostmanship is een belangrijk thema in de ontvangst van en service naar de klanten.
onderwerp
In 2014 heeft de gemeente twee verkiezingen georganiseerd. In maart waren er de gemeenteraadsverkiezingen, in mei de verkiezingen voor het Europees Parlement. Bijzondere activiteiten in het jaar hielden verband met de verkiezingen, het inwerk- en introductieprogramma voor (nieuwe) raadsleden en fractievolgers en de ondersteuning van de coalitieonderhandelingen.
Jaarverslag 2014
Raad, griffie en verkiezingen De nieuwe werkwijze van de gemeente raad is na een proefperiode en een evaluatie in juni 2013 vastgelegd. In februari 2014 heeft de raad gestalte gegeven aan de opdracht voor de nieuwe griffier. De taken van de griffie zijn vastgesteld en de raad heeft kennis genomen van het griffieplan dat door de commissie werkgeverschap is vastgesteld.
pagina
Beleidstoelichting
49
Regulier Programma 0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening
50
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Stand van zaken indicatoren Indicatoren 0.1
Rekening 2013
Bestuurder
Verkiezingen
[1]
€
112
Wat willen we bereiken: Opkomstpercentage gemeenteraadsverkiezingen Raad
[2]
€
Griffie
[3]
1.271
College van B. en W. [4]
46,7
47,1
€
1.180
-253
-0,40
€
1.532
€
-352
22
20
13
-7
n.g
>5,5
n.g.
-
788
€
596
€
601
€
-5
€
233
€
216
€
190
€
26
2
€
1.424
Wat willen we bereiken: Aantal wethouders (FTE) Bovenlokale / Regionale organen
2
2
0
Martijn Leisink
Wat kost het (x € 1.000,--)
€
2.093
4,8 [5]
€
810
Wat willen we bereiken: Aantal substantiële algemene regelingen/contributies Publieke dienstverlening Wat kost het (x € 1.000,--)
€
€
1.170
6
1.716
€
5,6
4,8
Herman Kaiser, Alex Mink, Henk Kok, Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--)
0.7
€
409
€
Wat willen we bereiken: Aantal gepubliceerde Rekenkameronderzoeken
0.6
€
Rekenkamer
Wat kost het (x € 1.000,--)
0.5
156
Agendacie.
Wat kost het (x € 1.000,--) Rekenkamer
Afwijking
Agendacie.
Wat willen we bereiken: Aantal formele vergaderingen (gericht op concrete besluiten) Oordeel kiezer over vertegenwoordiging (rapportcijfer)
0.4
€
nvt
Wat kost het (x € 1.000,--)
0.3
Rekening 2014
Martijn Leisink
Wat kost het (x € 1.000,--)
0.2
Begroot 2014
€
1.394
0,8
€
6
6
377
-224
0
Ine van Burgsteden €
5.133
€
4.692
€
5.125
€
-433
Totaal €
9.771
€
10.103
€
10.967
€
-864
[1]
Het opkomstpercentage bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 w as 47,2
[2]
De mogelijke vermindering van het aantal raadsleden van 39 naar 33 w aar in de mjpb 2014-2017 melding van w as gemaakt, is niet doorgevoerd door het Rijk
[3]
Bij de rekenkamer w ordt uitgegaan van een tw eetal grotere ( of meerdere kleinere) onderzoeken op jaarbasis.
[4]
Naast de uitgaven voor het college van burgemeester en w ethouders gaat het om w achtgelden van ex-w ethouders,
[5]
Stadsregio, Euregio, VNG, VNG Gelderland, G32-verband, NICIS
en om pensioenvoorzieningen voor ex-w ethouders.
Verklaring van de afwijking van de indicatoren • Raad Er heeft in 2014 geen burgerpeiling plaatsgevonden van het oordeel van de kiezer. Het vergadermodel voorziet in de basis in één besluitvormende vergadering op de laatste maandag van de maand, de vakantiemaanden uitgezonderd. Er waren in 2014 vergaderingen met een bijzonder karakter wegens de benoeming van de griffier en de benoemingen als gevolg van de raadswisseling. • College Met de installatie van het nieuwe college hebben vier van de zes wethouders een aanstelling van 1,0 fte en twee wethouders een aanstelling van 0,8 fte. In de vorige collegeperiode hadden alle wethouders een aanstelling van 0,8 fte.
51
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Stand van zaken belangrijke raadsonderwerpen 2014 Griffie De griffie heeft verdere invulling gegeven aan de door de gemeenteraad ingezette koers van herdefinitie van haar takenpakket en verdere professionalisering. Onderdeel van de opdracht aan de griffier is de bezuiniging van € 100.000 op de personeelsbegroting. In dit kader is de formatieve omvang van de griffie gedaald van 9,3 fte naar 7,7 fte. Het proces van transformatie wordt vervolgd, waarbij de griffie inzet op een groeiende samenwerking in de driehoek raad, college, concern en een efficiëntere uitvoering van taken. Rekenkamer Op verzoek van de raad hebben twee onderzoeken plaatsgevonden, te weten: • een onderzoek naar de naar de lopende re-integratietrajecten voor medewerkers die in BLoeM zitten; • een onderzoek naar de samenwerking tussen lichtblauw en blauw in Arnhem. De raad heeft met het vaststellen van de Mjpb 2015-2018 op 3 november 2014 besloten € 100.000 te bezuinigingen op de Rekenkamer. Regionale bovenlokale organen De Stadsregio Arnhem Nijmegen wordt in 2015 opgeheven. In 2014 is er onderzocht welke vormen van regionale samenwerking bij welke taken gewenst zijn. Dit proces loopt in 2015 door. Publieke dienstverlening • de wachttijden liepen in het begin van het jaar op. De raad is hierover geïnformeerd via raadskamerbrieven. De situatie is vanaf tweede helft van het jaar stabiel. In de Kerstvakantie begon de wachttijd weer op te lopen. Hierop is geanticipeerd door meer balies open te stellen; • het aantal bezoekers aan het Stadhuis en Loket-Zuid is in 2014 afgenomen. In 2014 hebben we 116.000 bezoekers verwelkomd, tegenover 139.000 bezoekers in 2013; • een toename is te zien in de digitale dienstverlening. Het aantal aanvragen via het digitale loket is in een jaar tijd gegroeid van 18.000 in 2013 naar 25.000 in 2014. Het invoeren van een korting voor aanvragen van uittreksels via het digitale kanaal heeft geleid tot een duidelijke afname van de verstrekking van het aantal uittreksels via de balie; • Vanaf het begin van 2014 hanteerde de gemeente voor het gemeentelijk informatienummer een opslag op het lokale tarief. De extra verwachte opbrengst van € 75.000 is in het najaar gehaald. In lijn met het Coalitieakkoord 2014-2018, en met het oog op een verwachte toestroom van het aantal telefoon gesprekken in verband met de decentralisaties, is het verhoogde tarief per 1 december 2014 weer afgeschaft; • gemeente Arnhem is aangesloten op het 14+ netnummer en nu - naast het bekende informatienummer - ook bereikbaar via 14026. Arnhem loopt hiermee in de pas bij de wens van het Rijk dat gemeenten als 'eerste overheid' voor de burger via een zelfde telefoonnummer bereikbaar zijn; • de portal 3D voor de decentralisaties is ingericht. Dit betekent dat er voor de 3D organisatie een nieuw telefoonnummer in het leven is geroepen (088-2260000) en dat de internetsite 'zodoenwehetinarnhem.nl' is gelanceerd; • in het nieuwe Coalitieakkoord 2014-2018 is de afspraak gemaakt dat de bezuinigingen op het Klantcontactcentrum (KCC) van € 0,7 miljoen voor de jaren 2015 en 2016 zijn gehalveerd tot € 350.000 per jaar. Deze zijn zo vertaald in de Mjpb 2015-2018. Vóór de totstandkoming van het nieuwe Coalitieakkoord was in de begroting 2014 een bezuiniging van € 350.000 voor het KCC verwerkt. Deze is begrotingstechnisch niet voor de helft teruggedraaid. In de geest van het nieuwe Coalitieakkoord is voor 2014 een taakstelling van € 175.000 gehaald. Aandachtspunten Raad Er is een ontwikkeling in de lokale democratie gaande die leidt tot nieuwe verhoudingen tussen overheid en samenleving. De raad moet een beweging maken van de zogenaamde representatieve democratie naar een participatiedemocratie. In de representatieve democratie nemen de door de inwoners van Arnhem gekozen raadsleden besluiten. In de participatiedemocratie hebben burgers invloed op het bestuur en worden beslissingen niet slechts overgelaten aan gekozen vertegenwoordigers. De decentralisaties in het sociale domein passen in deze trend. Nieuwe manieren van werken ontstaan. Nieuwe vraagstukken en uitdagingen komen op het stadsbestuur af. Een antwoord op deze nieuwe situatie zal onder meer gevonden moeten worden in het samenspel tussen raad en college en tussen raad en burgerinitiatieven. Griffie De ontwikkelingen in de lokale democratie leiden tot nieuwe manieren van werken. Daarop moet de griffie haar advisering en ondersteuning van de raad meer en meer richten. Dit geldt bijvoorbeeld voor de veranderingen als gevolg van de decentralisaties. Een ander belangrijk thema is de ondersteuning die de griffie aan de gemeenteraad zal bieden bij het zoeken van grip op gemeenschappelijke regelingen en nieuwe samenwerkingsverbanden.
52
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Rekenkamer De leden van de Rekenkamer hebben naar aanleiding van de bezuinigingen op de Rekenkamer laten weten hun functie eind 2015 neer te leggen. Regionale bovenlokale organen In verband met de ontbinding van de Stadsregio vanaf 1 juli 2015 worden sommige taken van de huidige Stadsregio ondergebracht bij een nieuw Gemeenschappelijk Orgaan, worden mobiliteitstaken overgedragen aan de Provincie en wordt een aantal taken door de gemeenten zelf opgepakt. Naast het Gemeenschappelijk Orgaan wordt de breed gedragen wens tot samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden vormgegeven. Een meerderheid van betrokken gemeenten heeft in principe aangegeven bereid te zijn tot de toekomstige regionale samenwerking. Publieke dienstverlening Het verder invullen van de bezuinigingen en het invullen van het hospitality programma blijven in 2015 onverminderd de aandacht vragen. Conclusie • het opkomstpercentage van de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 ligt op ongeveer hetzelfde niveau als bij de verkiezingen in 2010 en het in de begroting opgenomen streefcijfer voor 2014; • Raad en griffie hebben een bijzonder jaar achter de rug. De raad kreeg zijn nieuwe samenstelling en een nieuwe coalitie werd gevormd. Er is een nieuwe griffier benoemd; • de griffie heeft haar opdracht opgepakt en een stevige start gemaakt met de uitvoering van de opdracht van de raad en de commissie werkgeverschap griffie; • zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit van de dienstverlening heeft Arnhem een grote wijziging doorgevoerd door klanten uitsluitend op afspraak te ontvangen. De bijbehorende taakstelling is, in de geest van het coalitieakkoord, gerealiseerd. Daarnaast is ten behoeve van de decentralisaties de portalfunctie ingericht.
53
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 0 Financiën Algemeen bestuur en publieke dienstverlening Regulier Programma 0. Algemeen bestuur en publieke dienstverlening
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Rekening 2014
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
9.771
9.241
10.103
10.967
-864
N
Baten
totaal
2.831
2.583
2.781
3.231
450
V
-6.940
-6.658
-7.322
-7.736
-414
N
27 117
0 0
0 50
26 100
26 50
N V
90
0
50
74
24
V
-6.850
-6.658
-7.272
-7.662
-390
N
Exploitatieresultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat
Afwijking
V/ N
Lasten - Meer lasten op rijksleges (o.a. door aanpassingen tarieven per 9 maart en aangepaste wet- en regelgeving) - Extra kosten door twee verkiezingen in 2014, waarvan er maar één geraamd was in de begroting. - Stijging salaris bestuurders als gevolg van de stijging van het aantal inwoners > 150.000. - Wachtgeld voormalig raadsleden die na de verkiezingen niet terugkeren. - Bezuinigingen 2013-2016 bijdrage Stadsregio niet bereikt - Onderbesteding wachtgeld B&W - Diversen
-409 -206 -155 -118 -109 410 -277
N N N N N V N
Totaal afwijking lasten
-864
N
Baten - Meer baten op gemeenteleges (o.a. door aanpassingen tarieven per 9 maart en aangepaste wet- en regelgeving) - Diversen
312 138
V V
Totaal afwijking baten
450
V
-414
N
Totaal afwijking exploitatieresultaat
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Onderzoek Rekenkamer Toevoeging resultaat jaarrekening rekenkamer (Rb 13-12-2010)
26
Totaal mutaties toevoegingen
26
Onttrekkingen - BR Arnhems samenlevingsbeleid: T.b.v. Market Garden (Rb 26-05-2014) - BR Vastgoed: T.b.v. Market Garden (Rb 26-05-2014) - BR Sociaal Economisch Fonds: T.b.v. Market Garden (Rb 26-05-2014) - BR Frictiekosten: Hogere inschaling dan normschaal (Rb 28-10-2013)
15 15 20 50
Totaal mutaties onttrekkingen Totaal mutaties reserves
100 74
54
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
55
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 1 Veiligheid Beleidstoelichting 1.1 Veiligheid De achterdeurproblematiek van coffeeshops verdient vanuit veiligheidsoptiek een oplossing. De urgentie daarvan wordt blijvend in de richting van de minister en collega burgemeesters uitgedragen en ook in VNG- en in G32verband klinkt die oproep door. Arnhem heeft zich actief aangesloten bij de gemeenten die het manifest "Joint Regulation" mede hebben ondertekend. Initiatieven die kunnen bijdragen aan het oplossen van de problematiek worden ook financieel ondersteund. Op het gebied van de bestrijding van mensenhandel wordt er in 2014 verder door gewerkt op de ingeslagen weg. De coördinator Mensenhandel zorgt voor de verdere inrichting van een Meldpunt Mensenhandel. Daarnaast blijft de gemeente Arnhem deelnemen aan de casusoverleggen. Arnhem maakt zich blijvend sterk voor een regionale aanpak. Arnhem investeert, samen met de regio, de komende jaren in de verdere aanpak van huiselijk geweld. Begin 2014 en verder wordt een nieuwe aanpak van integrale overheidshandhaving voorgesteld. Het huidige convenant loopt eind 2013 af. De uitvoering van de nieuwe Drank- en Horecawet zal worden ingezet. Bij de doorontwikkelingen van het Veiligheidshuis zal Arnhem een belangrijke, stimulerende en meesturende rol blijven spelen en daarbij streven naar een verdere samenwerking met de regio West Veluwe-Vallei. 1.2 Voorkomen en bestrijden van rampen Het bestaande Arnhemse rampenplan is in 2012 vervangen door het in 2011 vastgestelde regionaal crisisplan. Jaarlijks worden diverse alarmeringsoefeningen gehouden, worden themabijeenkomsten georganiseerd en wordt bestuurlijk geoefend. Steeds meer komt er een regionale basis te liggen onder de voorbereiding op en de bestrijding van incidenten. Het proces om het Regionaal Risicoprofiel en de Regionale Capaciteitenanalyse te actualiseren, is in gang gezet en zal in 2015 worden afgerond. 1.3 Brandbestrijding De brandweer is volledig geregionaliseerd. De regionalisering en de mogelijke invoering van nieuwe methodieken kunnen naar verwachting een verdere bezuiniging vanaf 2015 realiseren. Stand van zaken belangrijke raadsonderwerpen 1.1 Veiligheid Naast de onder 1 genoemde onderwerpen stond in 2014 vooral de aanpak van radicalisering centraal. Dit thema vroeg begrijpelijkerwijs veel aandacht, veel inzet en veel samenwerking met lokale en nationale partners. In 2014 is een methode van werken opgezet die in eerste aanleg succesvol lijkt en die navolging krijgt in andere steden. Ook de Korenmarkt krijgt vanuit veiligheid (en economisch) perspectief de volle aandacht. De burgemeester is met een delegatie in Den Bosch en Amsterdam geweest, heeft een schouw gehad op de Korenmarkt en er zijn afspraken gemaakt met de horeca om gezamenlijke acties te ondernemen om zo het veilig uitgaan te bevorderen. We werken samen met de partners van politie, openbaar ministerie en de ondernemers aan een integrale aanpak van repressieve en preventieve maatregelen. Daarnaast worden nieuwe aanvragen van ondernemers in het horeca concentratiegebied kritisch tegen het licht aangehouden. 1.2 Voorkomen en bestrijden van rampen In 2015 zal in het kader van voorkomen en bestrijden van rampen het actualiseringsproces worden afgerond van het Regionaal Risicoprofiel, Regionale Capaciteitenanalyse. Deze vormen weer de basis voor enerzijds het Regionaal Crisisplan en anderzijds de doorontwikkeling Repressieve Organisatie Brandweer. 1.3 Brandbestrijding De taakstellingen die aan VGGM in 2011 en 2013 zijn opgelegd (€ 4 ton structureel in 2015; per 2017 € 8 ton cumulatief structureel) zijn voor wat betreft de laatste taakstelling ingevuld
56
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Aandachtspunten 1.3 Brandbestrijding De actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel en de Regionale Capaciteitenanalyse in 2015 zijn van invloed op het Regionaal Crisisplan en de doorontwikkeling Repressieve Organisatie Brandweer. In het voorjaar 2015 wordt de 1e fase van de nieuwbouw van de Brandweerkazerne opgeleverd en in het najaar de 2e fase. Stand van zaken indicatoren Indicatoren 1.1
1.2
1.3
Bestuurder Openbare veiligheid Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % mensen dat zich onveilig voelt in de stad % mensen dat zich onveilig voelt in de buurt Veiligheidshuis - omvang van de belangrijkste groepen die object zijn van de casussen die door deze voorziening worden behandeld [1] Bestrijding mensenhandel
Herman Kaiser
Voorkomen en bestrijden van rampen [2] Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Risicobepalingen uitgevoerd per specifiek ramptype Gecontroleerde gebruiksvergunningen en gebruiksmeldingen Jaarlijkse oefening van onderdelen van de gemeentelijke rampenorganisatie [4] Aantal alarmeringsoefeningen
Herman Kaiser
Rekening 2013
€
€ [3]
Brandbestrijding Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal uitrukken % uitrukken binnen de norm (minimaal 80%)
Rekening 2014
Begroot 2014
1.490
€
2.626
€
-290
35 25
0 0
-35 -25
0
585
0
-585
-
€
16
€
16
€
-0
4 1.300
4 1.000
4 1.145
0 145
4 4
2 4
2 4
0 0
11.187
€
11.433
1.814 86 Totaal €
2.917
35 26
Herman Kaiser €
€
Afwijking
12.677
€ 11.183 1.529 80
1.900 85 €
14.075
€
€ 14.116
[1]
Betreft hier met name zaken rond jeugd en veiligheid en het tegengaan van recidive (veelplegers, nazorg voor ex-gedetineerden)
[2]
Voor extra kw antitatieve en kw alitatieve informatie - zie vastgesteld begroting van VGGM en de dienstverleningsovereenkomst Brandveiligheid en
250 -371 -5
€
-41
Hulpverlening [3]
De 4 jaarlijkse te actualiseren regionale risico analyse w ordt jaarlijks bekeken op eventuele risico's die meer aandacht moeten krijgen omdat ze actueel gew orden zijn.
[4]
Jaarlijks w orden de onderdelen van de gemeentelijke rampenorganisatie geoefend. Hiervoor is aansluiting gezocht op het regionale opleidings-, trainings- en oefenplan (OTO)
Verklaring van de afwijking van de indicatoren 1.1 Veiligheid Er zijn geen significante afwijkingen op de geformuleerde indicatoren. In het najaar van 2014 is de "Rapportage Leefbaarheid en Veiligheid 2013" verschenen. Deze twee-jaarlijkse rapportage geeft een goed en actueel beeld van de (relatieve) veiligheid en de ontwikkeling daarvan in Arnhem in vergelijking met andere steden. 1.2 Voorkomen en bestrijden van rampen Ten opzichte van de planning zijn geen grote afwijkingen te benoemen. 1.3 Brandbestrijding Een afwijking in positieve zin is dat de daling van het aantal uitrukken zich voortzet. Daarnaast zijn door de regionalisering en het doorvoeren van het Landelijke Meldings Classificaties de uitruktijden anders geregistreerd dan voorgaande jaren. Hoewel er iets lager gescoord wordt in percentage (80% tegen voorheen 85%) wordt nog steeds aan de gestelde norm voldaan. Conclusie In 2014 is het gelukt om samen met de partners in de stad de onderwerpen op het gebied van veiligheid te beheren. Veel energie en inzet is in 2014 gezet op de aanpak van radicalisering. Er zijn geen afwijkingen of bijzonderheden die nopen tot het wijzigen van het beleid. Wel worden de ontwikkelingen op het gebied van de doorontwikkeling Repressieve Organisatie Brandweer nauwlettend gevolgd en wordt, zodra daar aanleiding toe is, ingespeeld op eventuele ontwikkelingen.
57
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 1 Financiën Veiligheid Regulier Programma 1. Veiligheid
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Rekening 2014
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
12.677
12.364
14.075
14.116
-41
N
Baten
totaal
477
582
450
728
278
V
-12.200
-11.782
-13.625
-13.389
237
V
0 52
0 0
0 0
0 8
0 8
V
52
0
0
8
8
V
-12.148
-11.782
-13.625
-13.381
245
V
Exploitatieresultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Handhaving, extra inzet personeel - Vergunningen & Toezicht, automatiseringskosten - Onderbesteding brandbestrijding - Diversen
Afwijking
V/ N
-186 -112 251 6
N N V V
Totaal afwijking lasten
-41
N
Baten - Subsidies loon en detacheringsinkomsten - Diversen
143 135
V V
Totaal afwijking baten
278
V
Totaal afwijking exploitatieresultaat
237
V
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen Totaal mutaties toevoegingen
0
Onttrekkingen - BR Frictiekosten: Hogere inschaling dan normschaal (Rb 28-10-2013)
8
Totaal mutaties onttrekkingen
8
Totaal mutaties reserves
8
58
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
59
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat Beleidstoelichting 2.1 Mobiliteit en openbare ruimte: ontwikkeling Ook in 2014 werkte Arnhem haar ambitie uit om een goed bereikbare, toegankelijke en aantrekkelijke stad te blijven. Het coalitieakoord 2014-2018 bevestigt en continueert het Arnhemse mobiliteitsbeleid op hoofdlijnen: inzetten op fiets en bus en het beter benutten van de bestaande verkeersruimte. 2.2 Mobiliteit en openbare ruimte: beheer De gemeente onderhoudt de openbare ruimte (zoals veilige wegen, fietspaden en stoepen, bruggen, viaducten, goed werkende openbare verlichting) met als doel deze schoon, heel en veilig te houden. De verbetering van de openbare ruimte wordt zoveel mogelijk uitgevoerd in combinatie met noodzakelijke werkzaamheden aan de riolering (volgens het Gemeentelijk Rioleringsplan). Combineren van de werkzaamheden levert financieel voordeel op. Indicatoren voor de prestaties bij de onderwerpen zijn terug te vinden in de reguliere programma’s 5 en 7. 2.3 Parkeren In Arnhem is het parkeerbedrijf - een gemeentelijke taakorganisatie - verantwoordelijk voor alle uitvoerende parkeertaken (exploitatie, beheer en handhaving). 2.4 Oppervlaktewater en havenbeheer “Water” omvat onder meer beheer en onderhoud van afkoppelvoorzieningen, ecozones, moerassen, sloten, paddenpoelen en oppervlaktewater(bodems) zoals de Immerlooplas, Malburgerhaven, Defensiehaven, haven van Coers en de dijkdoorbraakkolken. Ook het onderhoud aan civieltechnische watergerelateerde werken, zoals beekriolen, duikers, beschoeiingen en fonteinen hoort in deze categorie. Stand van zaken indicatoren Indicatoren 2.1
2.2
Mobiliteit en openbare ruimte: Ontwikkeling Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Investeringen infrastructuur [1] Cijfer voor centrumbereikbaarheid: Fiets OV Auto
Alex Mink
Mobiliteit en openbare ruimte: Beheer
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % Wijken op basisniveau BGB [2] 2.3
2.4
Bestuurder
€
3.495
Begroot 2014
€
7,8 7,8 6,1
€
10.231
Alex Mink
Oppervlaktewater en Havenbeheer
Ine van Burgsteden
€
9.367
€
962
€
24.055
€
€
11.968
9.571
€
3.136
10 €
28.675
3.916
8,3 8,0 6,0
€ 11.559
€
9.625
€
2.181
€
-54 1.604 0,1
€
4 € 27.281
409 -6
2.877 2,2
€
84
0,4 0,1 -0,5
73
1.273 2,1
>0 Totaal €
Afwijking
79
1.072 2,2
€
4.000
Rekening 2014
7,9 7,9 6,5
n.b.
Parkeren Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Exploitatiesaldo parkeren x € 1.000 Aantal verkochte parkeertickets x 1 mln.
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Ontwikkeling (in %) van cruiseschepen in haven t.o.v. 2010
Rekening 2013
955
-6 €
1.394
Zie overzicht investeringen in tekst aan einde programma. De indicator van 2.2 is gew ijzigd. Tot en met mei 2013 is de indicator een bruto percentage (% van het totale w ijkoppervlak dat op basis niveau is gebracht). Met ingang van 2014 is dat gew ijzigd in een netto percentage dat het % aangeeft van de openbare ruimte van w ijken dat op BGB-niveau is gebracht. Voorbeeld voor 2013 :59% van he totale w ijkoppervlak is op BGB-niveau gebracht komt overeen met 72% van de openbare ruimte (1) (2)
60
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Verklaring van de afwijking van de indicatoren 2.2 Mobiliteit en openbare ruimte: beheer • Het streven was om in 2014 79 % van de openbare ruimte op basisniveau te hebben. Dit is 73% geworden dat is veroorzaakt door het trager op gang komen van de werkzaamheden na het stil leggen van de werk zaamheden in een groot aantal van de BGB-wijken in 2012. De ambitie van 79 % is nu voor 2015 gesteld. In 2014 is wel stevig ingezet op het inlopen van onderhoudsachterstanden bij wegenonderhoud. Indicatoren voor de prestaties bij de onderwerpen riolering, straatreiniging, stedelijk groen, speelvoorzieningen en bossen en parken zijn terug te vinden in de reguliere programma’s 5 (parken, bossen en stedelijk groen) en 7 (stadsreiniging en riolering). 2.3 Parkeren • Het exploitatieresultaat wijkt, in vergelijking met andere jaren, in 2014 in positieve zin af door per saldo minder uitgaven op onderhoud en overige goederen en diensten en een wijziging van de systematiek voor het ramen van meerjarig onderhoud. (€ 872.000). Daarbij moet wel rekening gehouden worden met een noodzakelijk reservering voor 2015 van € 350.000 voor de renovatie van de sprinklerinstallatie parkeergarage Centraal. Het positieve saldo uit de parkeerexploitatie vloeit in het Bereikbaarheidsfonds. Dit fonds is gericht op bestedingen ten gunste van de bereikbaarheid van de stad. 2.4 Oppervlaktewater en havenbeheer • De stijging van het aantal cruiseschepen t.o.v. 2010 is 4%. De versmalling van de kade heeft nog maar beperkt effect gehad doordat de voorzieningen (drinkwater tappunten) pas aan het einde van het seizoen zijn gerealiseerd en de kade op dat moment pas in zijn geheel te gebruiken was; • In 2014 is het aantal bezoekende vrachtschepen toegenomen ten opzichte van 2013. De stijging komt vooral door overnachtende vrachtschepen. Stand van zaken belangrijke raadsonderwerpen 2.1 Mobiliteit en openbare ruimte: ontwikkeling • De voor 2014 aangekondigde belangrijke projecten zijn alle afgerond: o herinrichting Boulevard Heuvelink-Johan de Wittlaan; o herinrichting Amsterdamseweg; o fietsprojecten pAark12; o Hoogwaardige Openbaar-VervoerVerbinding (HOV) 331 (Velp-Arnhem-Elst-Nijmegen). Mobiliteit • Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer is stopgezet door het Kabinet; • Buitendienststellingen spoor door aanleg derde spoor in Duitsland met als gevolgen voor Arnhem meer goederentreinen door Arnhem en de ICE die Arnhem niet aandoet; • Er is een voortdurende discussie over tolheffing op de doorgetrokken A15 en de gevolgen die dat voor Arnhem heeft door gebruik van de gebruik Pleijroute; • De Stadsregio Arnhem Nijmegen wordt opgeheven; overdracht van de Brede DoelUitkering (BDU) met de daarbij behorende mobiliteitstaken aan de provincie Gelderland; • Arnhem sorteert voor op regionale mobiliteitstaken die de gemeente/gemeenten zelf moet/moeten blijven uitvoeren. Prioriteit heeft het doelgroepenvervoer. Fiets • Delen van het RijnWaalpad binnen Arnhem zijn opgewaardeerd op het niveau van snelfietsroutekwaliteit; • Fietsstrook Cattepoelseweg is aangelegd; • Fietspad Nieuwe Kade-Rijnkade (Jacob Groenewoudplantsoen) is aangelegd; • Velo-city 2017is binnengehaald: Arnhem en Nijmegen organiseren in juni 2017 het internationale fietscongres Velo-city met 1.500-1.800 deelnemers gedurende 4 dagen. Voetganger • Voetpad Hoeferlaan is aangelegd (afronden veilige looproute van bushalte naar NOM). Openbaar vervoer, trein • De nachtnetverbinding naar Utrecht is in december 2014 in gebruik genomen. Openbaar vervoer, (trolley-)bus: • Lijn 2 De Laar Oost - Hoogkamp is getrolleyficeerd; • De haltetoegankelijkheid is verbeterd. 100 halten zijn toegankelijker gemaakt: geleidelijnen aangebracht, bankjes geplaatst, banden verlaagd en obstakels verwijderd; • De internationale trolleyconferentie is gehouden op 21 januari 2014. • De busverbinding Arnhem-Wageningen is opgewaardeerd op niveau van Hoogwaardig Openbaar Vervoer;
61
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
•
Er is gewerkt aan het moderniseren van trolleytechniek: Trolley 2.0. Uitwerking in 3 projecten: o E-bus 2020, een Europees project met partners uit Nordrhein-Westfalen. o Prototype trolley 2.0 + Elektrisch Vervoerscentrum IndustriePark Kleefse Waard. o Dubbelgelede trolley op de (bus-)Valleilijn als vervolg op de (trein-)Valleilijn.
Auto • De afrit A325-Burgemeester Matsersingel is uitgebreid met een extra dynamische opstelstrook; • De milieuzone centrum Arnhem is geïntroduceerd; • Een deel van de Rijnkade (ter hoogte van Ooststraat) is afgesloten voor autoverkeer; • De Ooststraat is heringericht; • Voorbereidingen zijn gestart voor de doorsteek Apeldoornsestraat-parkeergarage Musis; • Voorbereidingen zijn gestart voor het verbeteren van de bereikbaarheid parkeergarage Velperplein. 2.2 Mobiliteit en openbare ruimte: beheer • Met ingang van 2014 is het onderhoudsniveau van verschillende onderdelen van de openbare ruimte door bezuinigingen verlaagd. Het gaat om structurele verlaging van de norm voor rijbanen en parkeervakken in wijken en een bezuiniging op de hoofdwegen door werken niet meer ‘s nachts en in de weekeinden uit te voeren en door het kleinschalig oplappen (impact op beeldkwaliteit) te accepteren. Daarnaast is voor 3 jaar, 2013 t/m 2015, de kwaliteitsnorm voor de hoofdwegen en fietspaden verlaagd. Voor een meer uitgebreide toelichting hierop wordt verwezen naar de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen in dit jaarverslag; • Het werk aan de vierde ronde BGB-wijken is nagenoeg afgerond en er is een start gemaakt met de vijfde ronde wijken. Door het verlagen van de ambities worden alleen nog de strikt noodzakelijke maatregelen uitgevoerd; • In 2014 is een start gemaakt met het integraal programmeren van de projecten in de openbare ruimte. De prioritering van de werkzaamheden wordt daarbij niet alleen bepaald door de technische (onderhouds) staat, maar ook door de bijdrage aan veranderopgaven en wensen uit de wijkactieplannen; • In de zomer van 2014 zijn delen van Arnhem-noord getroffen door extreme regenval met flinke overlast tot gevolg. Naar aanleiding hiervan is gestart met het Actieplan Wateroverlast. Meer informatie hierover: zie programma 7, 7.5 Riolering (voor relatie met de riolering) en programma 2, 2.4 Oppervlaktewater en havenbeheer (voor relatie met water). 2.3 Parkeren • Het coalitieakkoord 2014-2018 kondigt betaald avondparkeren aan en een sterk verlaagd tarief naar € 0,50 per uur tussen 18:00-06:00 uur in de gemeentelijke garages. De gemeentelijke garages zijn Centraal, Rozet en Musis. Dit is voorbereid en zal met ingang van 1 januari 2015 ingaan. • Betaalautomaten op straat zijn vervangen; • Stadsparkeren is ingevoerd; • De mogelijkheden voor digitaal parkeren zijn uitgebreid; • Efficiëncyslag bij parkeerhandhaving is gemaakt; • De capaciteit van P&R-terrein Arnhem-Zuid is vergroot van 115 naar 170 plaatsen; • Betaald parkeren op alle zondagen van 12:00-18:00 uur is ingevoerd; • Vergunninghoudersparkeren in Burgemeesterswijk en Heijenoord is uitgebreid; • Betaald parkeren/vergunninghoudersparkeren op Van Verschuerplein is ingevoerd; • Initiatiefnemers voor een nieuw parkeerreguleringsplan in het Spijkerkwartier en in Sint Marten- Sonsbeekkwartier Zuid zijn ondersteund; • De introductie van de Mantelzorgparkeeruren is voorbereid. 2.4 Oppervlaktewater en havenbeheer • Met ingang van 2014 is het budget voor het baggeren van de havens wegbezuinigd. Ingeval van noodzaak tot baggeren zal hiertoe een separaat verzoek tot financiering aan het bestuur worden voorgelegd; • In samenwerking met Volkshuisvesting wordt er hard gewerkt aan een alternatieve bestemming van het Brinkman Visser gemaal. Vooruit lopend hierop zijn in 2014 maatregelen genomen om de dijk ter plaatse van het gemaal op gewenste sterkte te brengen; • Arnhem was in 2014 de natste Gemeente van Nederland. Op 28 juli zijn we getroffen door hevige regenval met flinke schade tot gevolg. Op enkele plekken kon het rioolstelsel de enorme hoeveelheden water niet snel genoeg verwerken, waardoor water over de straten werd afgevoerd naar lager gelegen delen. Een deel van dat water is gebouwen binnengestroomd en heeft daar schade veroorzaakt. In het kader van het Actieplan Wateroverlast wordt samen met het waterschap (beheerder van het oppervlaktewater in Arnhem-Noord) en diverse andere partijen waaronder de woningcorporaties gekeken naar de oorzaken en in overleg met de wijken naar oplossingen gezocht. Voor meer informatie lees programma 7, 7.5 Rioleringen.
62
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Aandachtspunten 2.1 Mobiliteit en openbare ruimte: ontwikkeling • We gaan inhoud geven aan het vervolg op het programma Beter Benutten: de inbreng van het rijk is € 18 miljoen naast gelijke inzet van de regio: totaal te besteden € 36 miljoen in periode 2015-2018. De nadruk ligt op maatregelen tot gedragsbeïnvloeding. 2.2 Mobiliteit en openbare ruimte: beheer • In het coalitieakkoord 2014-2018 zijn afspraken opgenomen die verdere financiële consequenties hebben voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Ook om die reden is gestart met de voorbereiding van een integrale Nota Openbare Ruimte. Aan de hand van deze nota zal besluitvorming gaan plaatsvinden over het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte in relatie tot de daarvoor beschikbare langjarige budgetten (inclusief Buitgewoon Beter/BGB en Gemeentelijke rioleringsplan/GRP). Deze nota wordt in 2015 aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. Conclusie • Concrete maatregelen en geen holle woorden in vuistdikke beleidsnota's. Dat is samengevat het beeld dat voornoemde acties op het gebied van mobiliteit en parkeren oproepen. Arnhem blijft bereikbaar en over het algemeen zelfs goed bereikbaar. Helaas af en toe iets minder en dat zal altijd wel zo blijven. Arnhem benut haar verkeerscapaciteit maximaal bij incidenten loopt het verkeer dan vast. Ook incidenten op het rijks hoofd wegennet buiten Arnhem hebben gevolgen voor het Arnhemse wegennet; • Arnhem heeft de laatste jaren vooral ingezet op fiets, bus en beter gebruik van de verkeersruimte. Nieuw is dat Arnhem daarnaast de inzet op gedragsbeïnvloeding intensiveert. De nieuwe communicatietechnieken maken het mogelijk om de automobilisten voorafgaand aan en tijdens hun reis van actuele informatie te voorzien. Daarmee kunnen zij een keuze maken die voor hun als individu, maar ook voor alle verkeersdeel- nemers als groep een optimaal resultaat oplevert; • Er is in 2014 hard gewerkt om de kwaliteit van de openbare ruimte op orde te houden en het noodzakelijk onderhoud te plegen. We doen dit met het gezicht naar de stad. Het accent ligt hierbij op de wijken waar nu BGB plaatsvindt. Ook op andere plekken in de stad wordt het noodzakelijk onderhoud gedaan. De beperkte financiële middelen dwingen ons echter steeds meer om daarin keuzes te maken; • In de zomer van 2014 zijn delen van Arnhem-Noord getroffen door extreme regenval met flinke overlast tot gevolg. Naar aanleiding hiervan is gestart met het Actieplan Wateroverlast, wat in 2015 zijn uitwerking zal krijgen. In dit actieplan wordt gewerkt aan het zoeken naar effectieve maatregelen om toekomstige overlast te verminderen, met verantwoordelijkheden voor particuliere eigenaren en overheden (gemeente en waterschap); • De omzet van het parkeerbedrijf heeft zich ten opzichte van 2013 in positieve zin ontwikkeld. Het aantal verkochte tickets is gegroeid en vertoont t.o.v. de ramingen voor 2014 geen significante afwijking en ook het aantal vergunningen en boetes verhoudt zich goed tot de ramingen voor 2014; • In 2014 hebben meer passagiersschepen/cruiseschepen en meer vrachtschepen de havens van Arnhem aangedaan.
63
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 2 Financiën Verkeer, vervoer en waterstaat Regulier Programma 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Rekening 2014
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
24.055
25.540
28.675
26.979
1.696
V
Baten
totaal
15.504
24.830
12.992
14.626
1.634
V
-8.551
-711
-15.682
-12.353
3.329
V
3.785 6.815
1.187 2.041
1.654 3.499
3.479 3.145
1.825 -354
N N
3.030
854
1.845
-334
-2.179
N
-5.521
143
-13.837
-12.687
1.150
V
Exploitatieresultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Extra parkeercontroleurs voor de uitbreidingwijken met betaald parkeren - Wegenbeheer (zie ook baten) - Vertraging jaar programma groot onderhoud Water - Minder onderhoud bussenremise Rietgrachtstraat 80 (al in 2013 uitgevoerd) - Energie Openbare Verlichting - Voordeel op onderhoud door invoering nieuwe meerjarenonderhoudsplan
Afwijking
V/ N
-147 -135 551 446 395 301 285
N N V V V V V
1.696
V
522 220 211 200 135 123 118 105
V V V V V V V V
Totaal afwijking baten
1.634
V
Totaal afwijking exploitatieresultaat
3.330
V
- Diversen Totaal afwijking lasten Baten - Vrijval voorziening onderhoud parkeergarages door invoering nieuwe onderhoudsplan - Opknappen Presikhaaf - Opbrengst Mobiliteit & beheer Openbare Ruimte - Niet benodigde buffer voor risico tegenvallende omzet parkeren - Wegenbeheer (zie ook lasten) - Havenbeheer (havengelden, opbrengst waterinname en vuilafvoer) - Meer uitgeschreven boetes - Diversen
64
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Evenementen: Velocity (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Johanna Hoeveweg (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Nachtnet (Rb 24-11-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Herstelwerkzaamheden Brinkman Visser gemaal (Rb 15-12-2014) - BR Groot onderhoud en vervanging openbare ruimte: Vertraging jaarprogramma Kunstwerken (Rb 28-10-2013) - BR Groot onderhoud en vervanging openbare ruimte: Vertraging jaarprogramma Groot onderhoud Water (Rb 28-10-2013) - BR Vastgoed: Resultaat beheer gemeentelijk vastgoed (Rb 20-12-2011) - BR Bereikbaarheid: Parkeerresultaat straat- en garageparkeren (Rb 11-11-2013: MJPB 2014-2017) - BR Bereikbaarheid: Onderuitputting activeringen 2013 (Rb 11-11-2008) - BR Buitengewoon Beter: Onderbesteding opknappen Presikhaaf (Rb 17-06-2013)
55 25 75 6 45 86 406 2.527 34 220
Totaal mutaties toevoegingen
3.479
Onttrekkingen - BR Bereikbaarheid: Bezuinigingen (Rb 05-11-2012: MJPB 2013-2016) - BR Bereikbaarheid: Verkeersproject LARGAS (Rb 11-11-2008) - BR Bereikbaarheid: Verkeersproject Amsterdamseweg herinrichting (Rb 11-11-2008) - BR Frictiekosten: Hogere inschaling dan normschaal (Rb 28-10-2013) - BR Groot onderhoud en vervanging openbare ruimte: Vertraging jaarprogramma wegen + Kunstwerken (Rb 28-10-2013) - BR Buiten Gewoon Beter: Presikhaaf (Rb 17-06-2013) - BR Vastgoed: Resultaat beheer gemeentelijk vastgoed (Rb 20-12-2011)
2.114 250 300 95 136 234 16
Totaal mutaties onttrekkingen
3.145
Totaal mutaties reserves
-334
65
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 3 Economie Beleidstoelichting 3.1 Economisch beleid De gemeentelijke rol voor het economische beleid is faciliterend, stimulerend en regisserend. Uit de Midtermreview is gebleken dat de crisis een grote impact heeft op de economie, zowel landelijk als lokaal. De gemeente volgt de koers van de Economische Agenda (zorgen dat de basis op orde is en inzetten op kansrijke clusters), waarbij binnen de koers accenten worden gelegd bij: • meer aandacht voor de bestaande stad. • bijzondere aandacht voor de uitstraling van de binnenstad en de stadsentrees • specifieke aandacht voor onderwijs en arbeidsmarkt. De uitvoering van dit reguliere programma vindt in nauwe samenhang (financieel en beleidsmatig) plaats met de veranderopgaven in: • Programma 1 De Arnhemse binnenstad klaar voor de toekomst; • Programma 2 Arnhem groene en duurzame stad; • Programma 3 Arnhem werkt!; • Programma 4 Marketing van Arnhem. 3.2 Exploitatie markten De gemeente exploiteert de markten in de stad. Stand van zaken indicatoren Indicatoren 3.1
Economisch beleid
Bestuurder
Exploitatie markten Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Marktkooplieden
€
1.004
€
Rekening 2014
Afwijking
1.878
2.281
€
-403
63 60 ≤865 5
46 142 865 3
-17 82 0 -2
295
293
299
-6
178 615
85 680
174 550
89 130
32
p.m.
p.m.
20
p.m.
p.m.
Ine van Burgsteden €
€
p.m. p.m. 865 5
20
364
€
<225 Totaal €
Begroot 2014
Hans Giesing
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: a. Basis op orde houden [1] Begeleide starters "ik start Smart" [2] Aantal actieve bedrijfsbezoeken Inzet ondernemersfonds x € 1.000 [3] Aantal zelf georganiseerde hospitalitybijeenkomsten b. Versterken wat sterk is Subsidie RBT KAN/VVV x €1.000 Aantal Arnhemse aangesloten bedrijven bij RBT KAN en Conventionbureau Inzet evenementenfonds x €1.000 C.Inzet op kansrijke clusters Energie made in Arnhem Arnhemse bedrijven en organisaties EMT-bedrijvigheid:begeleide nieuwe ideeën, bedrijven en starters M&V-bedrijvigheid: begeleide nieuwe ideeën, [4] Bedrijven en starters 3.2
Rekening 2013
1.368
363
€
2.241
€
215
225 €
427
€
2.708
-64 -10
€
-467
Verklaring van de afwijking van de indicatoren
3.1 Economisch beleid (in samenhang met de veranderopgaven in de programma's 1,2,3 en 4) Meer aandacht voor de bestaande stad: • de aandacht voor de bestaande stad blijkt bijvoorbeeld uit de inzet op de bestaande bedrijventerreinen. Er is bijgedragen aan de invulling van leegstand, bedrijfsuitbreidingen en -verplaatsingen, verbetering van de openbare ruimte (parkeervakbelijning, invoeren eenrichtingsverkeer), etc.; • bijzondere aandacht voor de uitstraling van de binnenstad en de stadsentrees; • vanuit het programma binnenstad is er het afgelopen jaar veel aandacht uitgegaan naar de binnenstad. Het aanstellen van een coördinerend wethouder binnenstad heeft hieraan een positieve bijdrage geleverd evenals
66
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
een specifieke accountmanager Economie voor de binnenstad. Er is veel gewerkt aan relatiebeheer en acquisitie met diverse relevante bij de binnenstad betrokken partijen.
3.2 Exploitatie markten • Mede gelet op de recessie in de ambulante handel en de middenstand is er een terugloop van het aantal kooplieden waar te nemen. Ook het aantal standwerkers loopt terug. Stand van zaken belangrijke raadsonderwerpen 3.1 Economisch beleid • Visie op Transformatie (relatie met leegstand): In 2014 is gewerkt aan een visie op transformatie. De visie wordt in het eerste kwartaal 2015 aangeboden aan de raad. De visie is tot stand gekomen in samenwerking met belanghebbende partijen (uit de stad). Ook is er een raadsactiviteit gearrangeerd rondom dit thema eind 2014; • Visie op detailhandel (relatie met regionale afspraken in het Regionaal Programma Detailhandel): In 2014 is een start gemaakt met het opstellen van de visie op detailhandel. Verwacht wordt dat de visie in het derde kwartaal 2015 wordt aangeboden aan de raad; • Evaluatie Ondernemersfonds: De evaluatie over de eerste periode van het Ondernemersfonds (2010-2014) is opgestart. De Stichting Ondernemersfonds Arnhem (SOFA) heeft in het voorjaar haar zelfevaluatierapport gedeeld met het college. De gemeente heeft het adviesbureau BRO opdracht gegeven een aanvullend evaluatierapport op te stellen. Besluitvorming over voortzetting van het Ondernemersfonds zal begin 2015 plaatsvinden. 3.2 Exploitatie markten • Er worden momenteel 7 weekmarkten gehouden. • Het parkeer- en marktterrein van de Drieslag is opnieuw ingericht en is afgelopen jaar opgeleverd en weer in gebruik genomen als marktterrein. De markt Drieslag is een goed lopende markt. Hier is waakzaamheid geboden op het gebied van de bezetting. Een zeer heikel punt is de onveilige verkeerssituatie en het slecht kunnen handhaven op het parkeer- en inrijverbod. Mogelijke oplossingen hiervoor worden op dit moment onderzocht; • De markt op de Geitenkamp is een stabiele markt gebleken. Aandachtspunten 3.1 Economisch beleid (in samenhang met de veranderopgaven in de programma's 1, 2, 3 en 4) Doelstelling is het stimuleren van werkgelegenheidsontwikkeling. De gemeente realiseert deze doelstelling niet rechtstreeks zelf. De gemeente heeft de volgende rollen: ze faciliteert, organiseert, stimuleert, brengt netwerken bijeen, agendeert en jaagt aan. Daarnaast gaat het om randvoorwaardelijke zaken in het vestigingsklimaat, ruimtelijk economisch beleid voor werklocaties, het zijn van een aantrekkelijke stad (evenementen, toerisme, citymarketing) en gemeentelijke dienstverlening en regelgeving. De volgende aandachtsgebieden zijn hierbij belangrijk, omdat deze van invloed zijn op het behalen van bovengenoemde doelstelling: • handhaven van de basiskwaliteit van het ondernemersklimaat; • betere dienstverlening aan ondernemers; • een betere match op de arbeidsmarkt; • bereikbaarheid op niveau; • een bij de arbeidsmarkt passend onderwijsaanbod; • versterken van al sterke economische sectoren: de zakelijke dienstverlening, het toerisme en vrije tijd, zorg en welzijn; • extra inzet op de kansrijke economische clusters Energie- en Milieutechnologie (EMT) en Creatieve Industrie/ Mode en Vormgeving (M&V). • een sterke binnenstad. 3.2 Exploitatie markten Op de vrijdagmarkt Kerkplein blijven incidenteel kramen leeg. In verband met renovatiewerkzaamheden aan de Eusebiuskerk is de markt voor een langere periode gedeeltelijk verplaatst. Lege kramen op het midden van het plein worden zo veel mogelijk opgevuld. Conclusie • • •
Ten opzichte van afgelopen jaren heeft er een afname van het aantal arbeidsplaatsen plaatsgevonden. Dit is voornamelijk te wijten aan de sociaal economische structuur van de stad en de van oudsher aanwezige grote sectoren qua werkgelegenheid die nog last hebben van het slechte, economisch tij. Te noemen vallen de sectoren overheid, dienstverlening, zorg en retail; Mede gelet op de recessie in de ambulante handel en de middenstand is er een terugloop van het aantal kooplieden te constateren. Ook het aantal standwerkers loopt terug; E.e.a. is aanleiding om in 2015 te onderzoeken waar kansen liggen.
67
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 3 Financiën Economie Regulier Programma 3. Economie
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Rekening 2014
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
1.368
1.120
2.241
2.708
-467
N
Baten
totaal
570
591
493
788
295
V
-798
-529
-1.748
-1.920
-172
N
14 75
0 0
0 0
16 0
16 0
N
61
0
0
-16
-16
N
-737
-529
-1.748
-1.936
-188
N
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Europees subsidieproject (zie ook baten)
Afwijking
V/ N
- Diversen
-346 -121
N N
Totaal afwijking lasten
-467
N
Baten - Europees subsidieproject (zie ook lasten) - Diversen
346 -51
V N
Totaal afwijking baten
295
V
-172
N
Totaal afwijking exploitatieresultaat
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Sociaal Economisch Fonds: Overschot op budget Fonds bedrijfsleven (Rb 19-12-2005)
16
Totaal mutaties toevoegingen
16
Onttrekkingen Totaal mutaties onttrekkingen Totaal mutaties reserves
0 -16
68
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
69
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 4 Educatie Beleidstoelichting 4.1 Reguliere peuterspeelzalen (samenhang met 4.4) In september 2014 is de financiële harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang afgerond. Alle reguliere peuterspeelzalen zijn op die datum onder de Wet kinderopvang gebracht. De peuterspeelzalen voldoen aan de kwaliteitseisen van de kinderopvang, de ouderbijdragetabel van de kinderopvang geldt voor alle ouders en de gemeente subsidieert alleen de plekken voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. In december heeft het college vervolgens de Subsidieregeling Voorschools aanbod vastgesteld. Met deze subsidieregeling kunnen ook nieuwe aanbieders het aanbod van peuterspeelzaalwerk gaan verzorgen. Een belangrijk onderdeel van de subsidieregeling is dat de Arnhemse kwaliteitseisen voor peuterspeelzaalwerk zijn benoemd en vastgelegd en daarmee voorwaarde zijn om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Met het vaststellen van de subsidieregeling is het volledige traject van harmonisatie afgerond. 4.2 Huisvesting onderwijs In 2014 is gestart met het verkenningsproces doordecentralisatie onderwijsmiddelen voor huisvesting onderwijs. Uitgangspunt daarbij is dat zowel de gemeente als de onderwijsbesturen meerjarig binnen de beschikbare financiële kaders blijven (rekening houdend met de extra gelden die scholen ontvangen via het ministerie van OCW). Het plan geeft onder andere invulling geeft aan de ambities qua renovatie, uitbreiding, duurzaamheid en binnenklimaat. Tevens gaat het in op de wederzijdse verantwoordelijkheden en mogelijke organisatievormen. 4.3 Bovenwettelijk onderwijsaanbod en voorzieningen (samenhang met veranderopgave 5.1) De 13 brede scholen in Arnhem worden door de gemeente financieel ondersteund met het doel kinderen optimale ontwikkelingskansen te bieden. Door de samenwerking van het onderwijs met andere voorzieningen voor kinderen in de wijk ontstaat een 'rijke leeromgeving', waarin kinderen een doorgaande ontwikkeling kunnen doormaken zonder breukmomenten. De gemeente Arnhem ziet zogeheten Integrale KindCentra (IKC) als een wenkend perspectief voor de doorontwikkeling van het concept van brede scholen. In 2014 is op drie locaties in de stad gestart met het projectmatig ontwikkelen van een IKC, passend bij de behoeften van kinderen en ouders in de wijk. De gemeente is lid van de landelijke Kopgroep Wethouders voor Integrale Kindcentra. Vanaf 1 september 2014 is er op elke basisschool in Arnhem een conciërge aanwezig. 4.4 Aanpak onderwijsachterstanden (samenhang met veranderopgave 7.1) Met het vaststellen van de subsidieregeling Voorschools aanbod in december 2014 (zie 4.1.), is geregeld dat op alle voorschoolse locaties met subsidie voor peuterspeelzaalwerk een VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) aanbod beschikbaar is. Hiermee is een stadsbreed VVE- aanbod gerealiseerd. In het kader van het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) zijn er in het schooljaar 2013 / 2014, naast de landelijke pilot op basisschool Het Mozaïek, ook twee lokale pilots gestart van zogeheten ‘startgroepen’ binnen een VVE-peuterspeelzaal of VVE-kinderdagverblijf. De startgroep staat onder de inhoudelijke regie van het onderwijs. De gemeente bekostigt daarnaast diverse andere activiteiten voor kinderen met een taalachterstand: schakelklassen verbonden aan OAB-scholen, verlengde schooldagactiviteiten, de Zomerschool en Weekendschool. 4.5 Voorziening in zorgstructuren voor het onderwijs (samenhang met veranderopgave 3.2 en 8) De uitvoering van de wettelijke taken voor leerplicht en RMC (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie) hebben tot doel dat elke jongere schoolonderwijs volgt dat hem/haar het beste past en dat zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie halen. De jongeren die zonder startkwalificatie stoppen met een opleiding, krijgen ondersteuning om de draad opnieuw op te pakken. De leerplichttaken van de gemeente Arnhem en die van zeven andere gemeenten worden gezamenlijk uitgevoerd door het Regionaal Bureau Leerlingzaken Midden-Gelre. Vanaf 1 oktober 2014 worden ook de RMC-taken van tien gemeenten door het RBL uitgevoerd. Onderwijsinstellingen, gemeenten van de RMC-regio en OCW hebben voor de periode 2012 - 2015 een convenant afgesloten over een reductie van het aantal voortijdig schoolverlaters. Om onderwijsinstellingen en gemeenten te ondersteunen bij het realiseren van deze doelstelling wordt er met OCW-middelen een regionaal programma uitgevoerd.
4.1
4.2
Bestuurder
Reguliere peuterspeelzalen Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal deelnemers Aantal peuterspeelzalen
Hans Giesing
Huisvesting onderwijs Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal te huisvesten leerlingen:
Hans Giesing
Rekening 2013
€
32
Begroot 2014
€
430 13
€
[1]
Primair onderwijs Voortgezet onderwijs (Voortgezet) speciaal onderwijs Totaal
25.575
158
Rekening 2014
Afwijking
€
€
441 13
419 13
€
29.130
74
€
29.261
84 22 0
€
-131
13.053 8.990 1.655 23.698
12.860 8.681 1.711 23.252
13.149 8.948 1.680 23.777
289 267 -31 525
645 830 405
646 801 428
680 828 444
34 27 16
Verplichte klokuren bewegingsonderwijs (gymlokatie): primair onderwijs [2] Voortgezet onderwijs (Voortgezet) speciaal onderwijs [3]
4.3
4.4
Bovenwettelijk onderwijsaanbod en voorzieningen Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Benutting aanbod natuur- en milieueducatie: aantal scholen Afname Anne Frank krant (vredeseducatie): aantal scholen Aantal leerlingen schoolzwemmen Aantal samenwerkingsverbanden bredeschoolconcept Aantal concierges primair onder-wijs (niet-ID-banen) Aantal combinatiefuncties
Hans Giesing
Aanpak onderwijsachterstanden
Hans Giesing
€
Voorzien in zorgstructuren voor het onderwijs Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % teruggeplaatste voortijdig schoolverlaters nieuwe voortijdig schoolverlaters in % (definitie OCW) Aantal meldingen schoolverzuim (leerplicht) Aantal controles verzuimregistratie scholen
€
82 25 2.581 13 28 25
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal VVE-peuterspeelzalen Aantal doelgroepkleuters Aantal te bereiken doelgroeppeuters % bereik doelgroeppeuters Aantal OVG scholen Aantal schakelklassen Aantal leerlingen schakelklassen Aantal leerlingen weekendschool Aantal leerlingen verlengde schooldag Aantal leerlingen zomerschool 4.5
1.538
€
1.517
1.718
€
2.404
61 63 3,5 1.053 24
€
€
64 65 4,3 1100 15
€
2.507
€
18 65 3,5 825 21
64 0 -16 273 0 2 0
€
18 412 360 84 18 56 774 54 2.127 65
18 432 358 75 18 56 749 68 1500 90
Hans Giesing
1.654 82 14 2.873 13 14 25
82 30 2.600 13 12 25
18 432 332 63 18 56 796 49 1.744 92
€
€
-103 0 -20 2 9 0 0 25 -14 627 -25
€
46 0 -1 -275 6
Jaarverslag 2014
Indicatoren
onderwerp
Stand van zaken indicatoren
pagina
4.7 Volwasseneducatie De verwachting uit de MJPB 2014-2107 met betrekking tot het vrij vallen van budget door ontschotting van VE-budget en de afschaffing van de gedwongen winkelnering is achterhaald door een wetswijziging van 9 juli 2014. De bestedingsplicht bij de ROC's wordt nu in een periode van 3 jaar afgebouwd. Het budget dient echter nog steeds besteed te worden aan opleidingen Nederlandse taal en rekenen als bedoeld in de WEB.
70
4.6 Verzorgen leerlingenvervoer In 2014 is het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed, waardoor een fors nadeel ten opzichte van het financieel kader ontstond. Het college heeft gekozen voor een andere benadering om de taakstelling op leerlingenvervoer te verwezenlijken. De nadruk ligt hierbij op het gezamenlijk met scholen, ouders en vervoerders invulling geven aan maatregelen die het zelfstandig reizen van leerlingen bevorderen. Dit vraagt om draagvlak en een zorgvuldige aanpak die moeilijk te combineren zijn met budget gedreven bezuinigingsmaatregelen. Op langere termijn zullen inhoudelijk ingestoken maatregelen ook in financiële zin tot een beter resultaat leiden. Om dit mogelijk te maken is met de MJPB 2015-2018 het financieel kader voor leerlingenvervoer tijdelijk opgehoogd en is besloten de eerder voorgenomen aanpassing van het afstandscriterium en de daarvoor benodigde wijziging van de verordening Leerlingenvervoer niet door te voeren.
Volwasseneneducatie Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal groepscontacturen (=lesuren) formele educatie Aantal deelnemers non-formele educatie
Hans Giesing
€
576 tot 596 klaslokalen
[2]
29 tot 30 gymzaalvloeren
[3]
21 gymzaalvloeren
€
617 72 69 p.m p.m
€
140
30.416
1.551
Afwijking
€
€
€
218
€
35.243
-74
251
-28 3 -1 0 0
€
-33
4.478 287
4.254 287 €
1.625
589 75 68 0 0
617 72 69 p.m p.m
4.254 287 Totaal €
[1]
1.553
Rekening 2014
€
35.390
224 0 €
onderwerp
Hans Giesing
Begroot 2014
Jaarverslag 2014
4.7
Verzorgen leerlingenvervoer Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: deelnemers leerlingenvervoer RO en SO - Aantal aangepast vervoer - Aantal openbaar vervoer - Aantal eigen vervoer - Aantal voor Primair Onderwijs - Aantal voor Speciaal Onderwijs
Rekening 2013
pagina
4.6
Bestuurder
71
Indicatoren
-147
Verklaring van de afwijking van de indicatoren 4.3 Bovenwettelijk onderwijsaanbod en voorzieningen (samenhang met veranderopgave 5.1) • Vanaf 2014 zijn de scholen zelf verantwoordelijk voor het bestellen van de Anne Frankkrant, met als gevolg dat minder scholen de Anne Frankkrant hebben besteld. • In samenwerking met het onderwijsveld is een nieuwe aanpak voor het schoolzwemmen uitgewerkt en succesvol ingevoerd. Het totaal aantal deelnemers is boven de gestelde norm uitgekomen. 4.4 Aanpak onderwijsachterstanden (samenhang met veranderopgave 7.1) • Aantal deelnemers aan activiteiten Verlengde Schooldag, Zomerschool en Weekendschool fluctueert, maar projecten lopen goed. 4.5 Voorziening in zorgstructuren voor het onderwijs (samenhang met veranderopgave 3.2 en 8) • De gemeente Arnhem telde in schooljaar 2012-2013 in totaal 364 voortijdig schoolverlaters; het Vsv- percentage was 3,5 %. In het schooljaar 2013-2014 was het aantal Vsv'ers 334 en het Vsv-percentage 3,2% (voorlopig cijfer). De reductie van het Vsv-percentage van 5% in 2011-2012 naar 3,5% in 2012-2013 kwam vooral voort uit een wijziging van de landelijke definitie. In 2012-2013 stond Arnhem binnen de groep van 38 grote gemeenten, in rangorde van de gemeenten met het hoogste Vsv-percentage, nog op de vierde plaats. In 2013-2014 heeft Arnhem deze positie verbeterd en staat nu op de zesde plaats. De procentuele ontwikkeling van het Vsv-percentage van Arnhem (- 8,9%) is ongeveer gelijk met de landelijke ontwikkeling in dat schooljaar (- 9,5%). 4.6 Verzorgen leerlingenvervoer • Hoewel de afwijkingen op de indicatoren niet groot zijn, is er wel een verschuiving zichtbaar in de verhouding tussen de vervoersvoorzieningen. Conform de beleidsinzet neemt het aandeel van maatvervoer af en dat van zelfstandig gebruik van het openbaar vervoer toe. 4.7 Volwasseneducatie • De realisatie op de indicator "groepscontacturen" wijkt in positieve zin iets af van de raming. Dit is volledig te verklaren, doordat de rijksbijdrage voor 2014 iets hoger was dan geraamd. Onder de wet zoals die in 2014 gold, diende dit budget volledig besteed te worden bij het ROC en is daarvoor, evenals in voorgaan- de jaren, cursuscapaciteit ingekocht, uitgedrukt in groepscontacturen. Stand van zaken belangrijke raadsonderwerpen 4.1 Reguliere peuterspeelzalen (samenhang met 4.4) • In december 2014 is de subsidieregeling Voorschools aanbod vastgesteld door het college. Hiermee is ook de harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk formeel afgerond. Alle peuterspeelzalen van SPA en Rijnstad zijn onder de Wet Kinderopvang gebracht. 4.3 Bovenwettelijk onderwijsaanbod en voorzieningen (samenhang met veranderopgave 5.1) • In Arnhem is natuur- en milieueducatie al jaren onderdeel van het onderwijsprogramma van het basis onderwijs. Een gemeentelijk beleidskader wordt in 2015 opgesteld, samen oplopend met het proces van verzelfstandiging van het Natuurcentrum Arnhem. De verwachting is dat de Raad hierover in 2016 zal besluiten.
72
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
4.6 Verzorgen leerlingenvervoer • Met de vaststelling van de MJPB 2015-2018 zijn in 2014 de voorwaarden gecreëerd om de komende periode met de stad een kanteling naar zelfredzaamheid te bewerkstelligen in het leerlingenvervoer. 4.7 Volwasseneducatie • In december 2014 is het kader voor de transitieperiode met het ROC-Rijn IJssel vastgesteld. In samenspraak met de regiogemeenten en het ROC wordt een regionaal educatieprogramma uitgewerkt. De activiteiten op het terrein van bestrijding laaggeletterdheid worden hierin geïntegreerd en met het programma wordt aansluiting op het sociaal domein gezocht; • Door een wetswijziging van 9 juli 2014 wordt met ingang van 1 januari 2015 een specifieke uitkering Educatie ingevoerd (waarmee deze vervalt in de wet Participatiebudget). Deze uitkering wordt verstrekt aan contactgemeenten ten behoeve van de wettelijke educatietaak van de gemeenten in de betreffende (arbeidsmarkt)regio. Aandachtspunten 4.1 Reguliere peuterspeelzalen (samenhang met 4.4) Het gemeentelijk budget voor peuterspeelzaalwerk is beperkt. Er is daarmee een risico op wachtlijsten. 4.4 Aanpak onderwijsachterstanden (samenhang met veranderopgave 7.1) Eind maart 2015 neemt het kabinet een besluit over de hoogte van de rijksmiddelen OAB in 2016 en verder. Niet zeker is of de hoogte van het huidige budget OAB gelijk zal blijven. Als blijkt dat er minder budget beschikbaar komt, zal dit consequenties hebben voor het huidige OAB- aanbod en zullen er keuzes moeten worden gemaakt. 4.6 Verzorgen leerlingenvervoer • In 2015 worden meer projecten gestart die bijdragen aan de bevordering van het zelfstandig reizen met OV of fiets. In 2016 zal het leerlingenvervoer gebundeld worden met andere vormen van doelgroepenvervoer en mogelijk regionaal opnieuw worden aanbesteed; • Deze maatregelen moeten erin resulteren dat het leerlingenvervoer vanaf medio 2016 weer binnen het oorspronkelijk financieel kader wordt uitgevoerd. Conclusie • In 2014 is met het vaststellen van de subsidieregeling voorschools aanbod de basis voor een kwalitatief goed, betaalbaar en stadsbreed aanbod voor peuters van 2,5 tot 4 jaar tot stand gekomen; • De voorgenomen benutting van het aanbod natuur- en milieueducatie is 100%; • Met het tot stand komen van financiële afspraken met de schoolbesturen is uitvoering gegeven aan het amendement "Iedere school een conciërge"; • Het VVE en OAB- beleid in de stad ligt op koers. Met het vaststellen van de Subsidieregeling Voorschools aanbod wordt een stadsbreed VVE aanbod ingevoerd; • Gezien de gewijzigde meetsystematiek is een vergelijking met voorgaande jaren moeilijk te maken. In 2012-2013 was het Vsv-percentage van Arnhem echter hoog ten opzichte van vergelijkbare gemeenten. In dat opzicht is de doelstelling met betrekking tot de reductie van het Vsv-percentage voor dat schooljaar niet gehaald. De reductie die in 2013- 2014 is gerealiseerd van 3,5% naar 3,2% is ongeveer gelijk met de landelijke reductie in dat schooljaar. Om in 2018 uit de top tien te komen van slechts scorende gemeenten zal de reductie in Arnhem in de komende jaren groter moeten zijn dan de landelijke reductie; • In 2014 is de basis gelegd voor een kanteling in het leerlingenvervoer: van maatvervoer naar openbaar vervoer/fiets, waarmee ook bezuinigingsmaatregelen zijn voorkomen; • In 2014 is de uitvoering van de volwasseneneducatie conform verwachting verlopen.
73
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 4 Financiën Educatie Regulier Programma 4. Educatie
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Rekening 2014
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
30.416
28.617
35.243
35.390
-147
N
Baten
totaal
6.225
2.208
5.657
5.580
-77
N
-24.191
-26.409
-29.586
-29.810
-224
N
2.420 2.832
3 159
1.873 1.151
2.907 2.289
1.034 1.138
N V
412
156
-722
-618
104
V
-23.779
-26.253
-30.308
-30.428
-120
N
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat
Afwijking
V/ N
Lasten - Afwaardering school Witsenstraat 2 (zie mutaties reserves) - Extra afschrijving schoollokalen Marasingel door buitengebruikstelling eind 2015 - Onderzoekskosten (V)SO de Radar - Meer kosten energie, OZB en andere heffingen onderwijshuisvesting - Regionaal Bureau Leerplicht: ; verrekening met gemeenten en team VSV, 2GetThere (zie baten) - Afboeken boekwaarde Middachtensingel 1 - Beheerlasten leegstand pand Boulevard Heuvelink 48 - Leerlingenvervoer - Minder onderhoud gepleegd dan raming volgens meerjarenonderhoudsplan - Voordeel beheer en exploitatie op budget MFC 's (zie ook baten) - Huurbudget speciaal onderwijs (zie mutaties reserves) - Sloopkosten Boulevard Heuvelink 48 (verschuift grotendeels naar 2015) - Minder kosten voor huur en bijkomende kosten huur - Resultaat uren - Diversen
-859 -683 -506 -231 -186 -163 -148 -71 873 716 549 358 135 126 -57
N N N N N N N N V V V V V V N
Totaal afwijking lasten
-147
N
-803 -308 420 158 220
N N V V V V
-77
N
-224
N
Baten - Niet behaalde taakstellingen op huuropbrengsten - MFC gebruikersexploitatie - Verhuur en doorberekening servicekosten - Verkoopopbrengst Roosendaalsestraat 373 (zie mutaties reserves) - Regoinaal Bureau Leerplicht: team VSV en 2GetThere (zie lasten) - Diversen Totaal afwijking baten Totaal afwijking exploitatieresultaat
236
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Kapitaallasten onderwijs: Onderuitputting activeringen 2014 (Rb 30-09-2013) - BR Kapitaallasten onderwijs: Dotatie speciaal onderwijs (Radar en Mariëndaal) (Rb 23-09-2013) - BR Kapitaallasten onderwijs: Opbrengst verkoop Roosendaalsestraat 373 (Rb 30-09-2013) - BR Vastgoed: Resultaat beheer gemeentelijk vastgoed (Rb 20-12-2011)
1.352 592 236 727
Totaal mutaties toevoegingen
2.907
Onttrekkingen - BR Kapitaallasten onderwijs (Rb 30-09-2013) - BR Kapitaallasten onderwijs: Extra afschrijving buitengebruikstelling school Marasingel eind 2015 (Rb 30-09-2013) - BR Kapitaallasten onderwijs: Afboeken voorbereidingskosten project is niet ten uitvoer gebracht (Rb 30-09-2013) - BR Kapitaallasten onderwijs: Rentekosten VSO De Radar (Rb 30-09-2013) - BR Kapitaallasten onderwijs: Niet te realiseren huurtaakstellingen (Rb 30-09-2013) - BR Kapitaallasten onderwijs: Afwaardering Witsenstraat 3 (Rb 30-09-2013) - BR Vastgoed: Sloopkosten Boulevard Heuvelink 48 (Rb 30-06-2014) - BR Frictiekosten: Hogere inschaling dan normschaal (Rb 28-10-2013) Totaal mutaties onttrekkingen Totaal mutaties reserves
133 683 170 126 160 859 142 16 2.289 -618
74
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
75
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 5 Cultuur, recreatie en sport Beleidstoelichting Cultuur Arnhem is een stad met een sterke creatieve en culturele sector. ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten is dé broedplaats voor creatief talent. Ook de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Rijn IJssel hebben in Arnhem diverse creatieve opleidingen. Daarnaast hebben gezelschappen als Oostpool, Introdans en Het Gelders Orkest (HGO) hun thuisbasis in Arnhem. Ook de musea dragen bij aan de cultuur in de stad, zoals het Museum Arnhem en het Nederlands Openluchtmuseum. Er is een breed scala aan amateur- en professionele kunstbeoefening in wijken, stad en regio. Arnhem kenmerkt zich door een actieve en veelzijdige creatieve 'humuslaag': creatief en ondernemend talent krijgt in Arnhem de kans zich te ontwikkelen en uit te groeien. Al deze elementen geven de stad dynamiek, levendigheid en ruimte voor ontwikkeling. Het cultuurbeleid richt zich op het versterken van de culturele keten, het profileren van het culturele klimaat en het verbreden van cultuurbereik en -participatie. De kadernota 'STROOM" (2012) geeft de kaders voor het cultuurbeleid en vormt de leidraad voor het cultuurgedeelte van de begroting, met als hoofdproducten: • Basisvoorzieningen (met structurele subsidie): Musis Sacrum Schouwburg Arnhem, Museum Arnhem, Kunstbedrijf, Gelders Archief, Bibliotheek Arnhem, Focus Filmtheater, Luxor Live sinds 2014 ook KAB Posttheater. • Meerjarenvoorzieningen: enkele faciliterende voorzieningen, festivals en rijksgesubsidieerde instellingen waarmee vierjarenafspraken worden gemaakt (Oostpool, Introdans en HGO). • Programma-activiteiten, die voor twee jaar een subsidie krijgen (de regeling Programmatische Activiteiten Cultuur (PAC) en amateurkunst) • Incidentele subsidies. Subsidies zijn een belangrijk instrument voor het Arnhemse activiteitenaanbod en de Arnhemse voorzieningen. De beoordeling van de subsidieaanvragen gebeurt, zoals vastgelegd in de Kadernota, op basis van de volgende criteria: (1) kwaliteit, (2) meerwaarde voor de stad, (3) cultureel ondernemerschap van de aanvragende organisatie, (4) mate van samenwerking van de aanvrager met andere organisaties en (5) actualiteit van het aangebodene. Recreatie (erfgoed, groen, ecologie en spelen) Arnhem heeft veel en waardevol groen (ruim 7.600 ha, bijna 75% van ons grondgebied). Dit groen levert een bijdrage aan de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad en zorgt er ook voor dat we een goed stadsklimaat hebben. Het beleid is erop gericht om het totale areaal aan groen in de stad ten minste te behouden. Ook bouwkwaliteit, architectuur, de ruimtelijke, cultuurlandschappelijke en cultuurhistorische waarden, zijn ingrediënten voor de belevingswaarde en beeldkwaliteit van de stad. De gemeente is beheerder van een groot deel van de natuur en het groen in de stad. Het stedelijk groen (groen in de wijken) wordt beheerd in samenhang met de gehele openbare ruimte, zoals verhardingen. Vanwege deze samenhang wordt voor inhoudelijke toelichting ook verwezen naar het reguliere programma 2 "Verkeer, vervoer en waterstaat". Het beleid voor Spelen is gericht op het behouden van het percentage openbare buitenruimte dat te gebruiken is voor buitenspelen en ontmoeten. Daarnaast wil de gemeente toe naar meer natuurlijk spelen, vooral gebundeld op grote, natuurlijke speel- en ontmoetingsruimtes. Hiermee wordt ook het door de raad vastgestelde initiatiefvoorstel "natuurlijke speelplaatsen" uitgevoerd. Sport Arnhem is een aantrekkelijke stad ook voor sporters, een groene stad met veel natuur en parken, de Rijn, Papendal. En de sportsector is een belangrijke werkgever met onder meer Papendal, CIOS, Vitesse binnen de gemeentegrenzen. Sport draagt bij aan een goed leefklimaat in de stad, gezonde en fitte wijkbewoners en een actieve uitstraling. Ook helpt sporten velen bij het krijgen van arbeidsritme, motivatie en bij het verleggen van grenzen. Over 2014 is de exploitatie van Sportbedrijf Arnhem in evenwicht (conform 2013).
76
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Stand van zaken indicatoren Indicatoren 5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
Bestuurder
Culturele basisvoorzieningen Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Leden bibliotheek x1.000 Bezoekers MSSA x1.000 Bezoekers gemeentemusea x1.000 Bezoekers Focus-filmtheater x1.000 Gebruikers Archief x1.000 Deelnemers Kunstbedrijf/Domein x1.000 Bezoekers Luxor Live x1.000
Gerrie Elfrink
Meerjarenvoorzieningen Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal gezelschappen Aantal instellingen Aantal festivals
Gerrie Elfrink
2-jaarlijkse culturele activiteiten (programmatisch) Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal activiteiten
Gerrie Elfrink
Incidentele culturele activiteiten Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal activiteiten Algemeen cultuurbeleid: Het rapportcijfer voor het Arnhemse cultuuraanbod
Gerrie Elfrink
Erfgoed, archeologie en beeldkwaliteit
Gerrie Elfrink
€
Parken, bossen en ecologie
€
Stedelijk groen Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Groenbalans - ontwikkeling oppervlak wijkgroen ten opzichte van 2010 (= 515 ha.) in ha. [1] Groenbalans - aantal waardevolle bomen: - particulier - gemeente
22.358
€
1.524
€
-
€
€
-
1.703
€
708
€
-
€
42 134 68 63 3 2 68
€
1.403
2 4 8 3 0 -1 3
€
3 6 2
€
566
-
300 0 0 0
€
21
€
-1.414
142 0
€
-
23
0
28
28
7,3
7,3
0,0
-7,3
909
€
1.790
€
1.719
€
71
p.m.
p.m.
p.m.
0
p.m. 20
p.m. p.m.
p.m. p.m.
0 0
1.666
€
1.992
€
2.222
€
-230
1.723
+38
1.701
-22
328
+25
334
6
Ine van Burgsteden €
€ 29.964
21
Ine van Burgsteden €
Afwijking
3 6 2
21
€
28.550
Rekening 2014
40 130 60 60 3 4 65
2 8 2
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Groenbalans - ontwikkeling oppervlak bossen en natuur ten opzichte van 2010 (= 1.434 ha.) in ha. Groenbalans - ontwikkeling oppervlak stadsparken ten opzichte van 2010 (= 284 ha.) in ha. 5.7
Begroot 2014
38 127,5 63,5 64,5 2,8 2,8 65,8
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal herbestemde objecten met cultuurhistorische waarde Aantal projecten waarin de cultuurhistorie zichtbaar en beleefbaar is gemaakt % digitaal ontsloten archeologisch depot. 5.6
Rekening 2013
3.037
€
3.510
€
3.938
€
-428
683
0
666
-17
794 505 289
784 513 271
817 493 324
33 -20 53
5.10
5.11
5.12
€
Zwembaden Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Bezoekers Valkenhuizen x 1.000 Bezoekers de Grote Koppel x 1.000
Gerrie Elfrink
Binnensport Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % Sportparticipatie % lid van Sportaanbidders % Toename bewegen (actiever)
Gerrie Elfrink
Buitensport Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal bespelingsuren: % Sportparticipatie % lid van Sportaanbidders % Toename bewegen (actiever)
Gerrie Elfrink
Sportbeleid en sportontwikkeling Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % Sportparticipatie % lid van Sportaanbidders % Toename bewegen (actiever)
Gerrie Elfrink
€
€
€
€
375
71
0 0 0 0 10
0 0 0 0 0
0
1
1
0
4.129
€
4.936
3.783
6.136
€
€
6.613
€
4.125
€
5.159 71 25 8
€
58.304
€
6.460
€
4.087
€
6.202
€
38
-2 14 40
€
69 39 48 € 60.762
153 -2 14 48
69 39 48
€
-118 -6 -17
69 39 48
71 25 8
€
3.826 94 308
71 25 8
65 21 0 48.688
3.708 100 325
65 21 0
€
€
0 0 0 0 10
65 21 0
€
446
Afwijking
10 >7 >2 0 0
87 300
Totaal € [1]
210
Rekening 2014
-1.043 -2 14 40
€
onderwerp
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: het percentage van de openbare buitenruimte dat te gebruiken is voor buitenspelen - waarvan informeel speeloppervlak - waarvan formeel speeloppervak Behoud huidig percentage (groene) gebruiksruimte per netto speeloppervlak Jaarlijks minimaal 1 grote formele ruimte aanleggen, met een verhouding 80% natuurlijke speelaanleidingen en 20% speeltoestellen 5.9
Begroot 2014
Jaarverslag 2014
Spelen
Rekening 2013
pagina
5.8
Bestuurder
77
Indicatoren
-2.458
+ 11 plus accrès of decrès i.v.m. stadsuitleg en stadsinbreiding blijvend op niveau
Verklaring van de afwijking van de indicatoren Cultuur (producten 5.1 t/m 5.4) • Het aantal leden van de bibliotheek is harder gegroeid dan verwacht. Het ledental groeide in een jaar tijd met 10% tot 41.800; • Het bezoek aan Museum Arnhem steeg met ruim 10 % naar 67.500. Een stijging die voortkomt uit het aantal bezoekers van het Erfgoedcentrum, dat in Rozet is gevestigd. Het aantal bezoekers van tentoonstellingen van het Museum aan de Utrechtseweg kende in 2014 een dip: 47.000 in 2014 tegenover 59.000 in 2013, vooral veroorzaakt door de sterke concurrentie van nieuwe musea elders in het land; • Focus filmtheater ontving 63.400 bezoekers. Dat is een beetje minder dan voorgaand jaar, maar wel aanzienlijk meer dan werd verwacht; • Het aantal cursisten per eind 2014 bij Kunstbedrijf Arnhem is circa 2.200. Dat is een daling met 20% ten opzichte van 2013. Reden van deze afname zijn de economische crisis, maar ook de concurrentie van andere aanbieders (de markt); • Poppodium Luxor kreeg, met 68.000 bezoekers, in 2014 ruim 2000 bezoekers meer dan in het voorgaande jaar; • Het 'rapportcijfers Arnhems cultuuraanbod' is in 2014 niet gemeten; • In 2013 trad de subsidieregeling Programmatische Activiteiten Cultuur (PAC) in werking. Op grond van deze regeling kan, telkens voor een periode van twee jaar, een subsidie worden toegekend voor programmatische culturele activiteiten op het gebied van productie en presentatie (en in uitzonderlijke gevallen voor vier jaar). Voor de periode 2013-2014 zijn 39 aanvragen ontvangen, voor de periode 2015-2016 zijn er 54 aanvragen ingediend. Voor 2013-2014 werden er 21 aanvragen positief beoordeeld, voor de periode 2015-2016 waren dat er 22. Recreatie (producten 5.5 t/m 5.8) • De cijfers in de groenbalans (voor bossen, natuur en parken) zijn bijgesteld doordat veel groenoppervlakken opnieuw zijn ingemeten; • De arealen wijkgroen zijn gewijzigd. In de totaalberekening van 2013 bleek een dubbeltelling te zitten, die nu is gecorrigeerd. Er is ook nieuw wijkgroen in beheer bijgekomen: het Zwaluwpark en wijkgroen in Schuytgraaf;
Cultuur • De renovatie van Musis Sacrum is in 2014 voorbereid. Het monumentale deel wordt zoveel mogelijk in oude luister hersteld. De aanbouw uit de jaren ’80 maakt plaats voor een nieuwe, multifunctionele zaal. Daardoor krijgt Musis Sacrum veel meer mogelijkheden voor gevarieerde programmering en kan het uitgroeien tot hét muziekcentrum van Oost Nederland. De werkzaamheden starten medio 2015; • Ook de Schouwburg wordt opgeknapt. Planvorming daarvoor start in 2015. Uitvoering is vanaf 2017 voorzien; • Per 1 januari 2014 verzelfstandigde de Gemeentemusea Arnhem in de stichting Museum Arnhem. De voorbereiding op de verzelfstandiging van de organisatie Musis Schouwburg is in 2014 van start gegaan en moet per 1 januari 2016 gestalte krijgen; • Museum Arnhem en Focus Filmtheater: In het coalitieakkoord is bepaald dat het kunstencluster niet wordt gebouwd, dat het museum op de huidige locatie blijft en dat het structurele budget gereserveerd blijft voor de onderliggende doelen, te weten herhuisvesting Focus Filmtheater, huisvesting museum en aanjagen van economie en werkgelegenheid in de binnenstad. De uitwerking hiervan is in 2014 opgestart en krijgt in 2015 zijn vervolg; • Met Luxor Live werden in 2014 afspraken gemaakt over de overdracht van apparatuur van licht en geluid in het gemeentelijk pand (poppodium) naar de stichting Luxor Live (huurder). Hieraan verbonden zijn de afspraken over het terugbetalen door de stichting van een gemeentelijke lening van € 1 miljoen (uit 2008) aan de gemeente; • In februari 2014 werd duidelijk dat het Kunstbedrijf Arnhem in financiële problemen verkeerde. De interim directeur en de nieuwe raad van toezicht, hebben eind oktober een herstelplan aangeboden aan de gemeente. Het definitieve plan wordt begin 2015 aan college en Raad voorgelegd. Uitgangspunt is dat het kunstbedrijf niet zelf meer het lesaanbod verzorgt, maar hiervoor een beroep zal doen op zelfstandige ondernemers (zzp-ers). Dit betekent dat de docenten in dienst van het Kunstbedrijf naar zelfstandig ondernemerschap (zzp) worden begeleid. Daarnaast concentreert de (kleinere) organisatie zich op de functie van expertisecentrum voor activiteiten in Rozet, in aanvulling op activiteiten in de wijken; • In het coalitieakkoord is vastgelegd dat het voor scholen mogelijk zal worden om met ingang van het schooljaar 2017-2018 de bibliotheekpas te verstrekken (voor leerlingen jonger dan 18 jaar). De voorbereidingen die de gemeente hiervoor moet treffen, zijn in gang gezet; • Mode-evenement en Sonsbeek Internationaal zijn twee Arnhemse culturele evenementen die een belangrijke bijdrage leveren aan de marketing van de stad. De raad eind september 2015 ingestemd met de nieuwe koers voor een hoogwaardig mode-evenement. Het college heeft samen met ArtEZ in het najaar een kwartiermaker aangesteld die deze koers nader uitwerkt. Voor een volgende Sonsbeektentoonstelling wordt gekoerst op 2016. Onderzocht wordt of één (faciliterende) projectorganisatie voor beide evenementen haalbaar is. De bestaande gemeentelijke subsidiebudgetten voor MoBA en Sonsbeek zijn samengevoegd onder één noemer: beeldbepalende culturele evenementen (in totaal € 375.000 per jaar). In het voorjaar 2015 is de nadere uitwerking gereed. Voor een volgende Sonsbeektentoonstelling wordt gekoerst op 2016; • De subsidieregeling PAC is eind 2014 tussentijds geëvalueerd door de externe adviescommissie Culturele Subsidie Arnhem ( evaluatie van de werking in de ronden 2013-2014 en 2015-2016). Begin 2015 zal de tussenevaluatie aan de gemeenteraad worden toegezonden. De adviescommissie zal eind 2016 de gehele subsidieregeling evalueren op haar doelstellingen, effecten en werking (na de aanvraag- en adviesronde voor 2017-2018); • De subsidieregeling Fonds Cultuur Eenmalige Activiteiten wordt in 2015 geëvalueerd en indien nodig zal de regeling op grond van deze evaluatie worden gewijzigd; • Bezuinigingstaakstelling: op cultuur ligt een bezuinigingstaakstelling van structureel € 900.000 per jaar vanaf 2015. Een bedrag van € 500.000 is reeds ingevuld door dit vanaf 2015 in mindering te brengen op de gemeentelijke jaarlijkse bijdrage aan Musis Sacrum / Schouwburg Arnhem (MSSA). Er rest een
onderwerp
Aandachtspunten
Jaarverslag 2014
Sport (producten 5.9 t/m 5.12) • de bezoekersaantallen van De Grote Koppel en zwembad Valkenhuizen zijn licht gestegen ten opzichte van voorgaand jaar, dit ondanks een langere zomersluiting. De toename is vooral te zien bij de lessen, het recreatie- en banenzwemmen en de aquasporten; • Sportparticipatie is aanzienlijk toegenomen. In de enquête 'Leefbaarheid en Veiligheid' zijn vragen meegenomen over bewegen en sporten. Ruim 5600 Arnhemmers van 15 jaar en ouder namen deel aan deze enquête. De Sportdeelname is in vijf jaar toegenomen met 5%. Dit is vooral een toename in de buitensportactiviteiten. Voor het eerst is ook gevraagd naar het behalen van de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB), de beweegnorm. Uit de resultaten blijkt dat 48% van de volwassen en 20% van de jongeren hieraan voldoet.
pagina
Het totaal aantal waardevolle bomen is iets toegenomen. Het aantal particuliere waardevolle bomen is, door onder andere ziekte en aantasting van bomen, iets verminderd. Voor 8 waardevolle bomen is daarom een kapvergunning verleend; In 2014 is samen met de bewoners (vooral de kinderen) de realisatie van twee grote, natuurlijke ruimtes voorbereid: park Malburgen West en Immerloopark. Deze twee ruimtes worden in het eerste kwartaal van 2015 gerealiseerd.
78
• •
79
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
bezuinigingstaakstelling van € 400.000. Hierover is in het coalitieakkoord vastgelegd dat deze taakstelling wordt uitgesteld tot 2016. Daarbij is afgesproken dat bezuinigingen geen activiteiten treffen die cultuureducatie tot doel hebben. In het voorjaar van 2015 wordt hiervoor een voorstel aan de raad voorgelegd. Erfgoed, archeologie en beeldkwaliteit • De gemeente is bij de herbestemming en het behoud van het gebouwde erfgoed vooral betrokken in een faciliterende, regisserende en adviserende rol. De feitelijke realisatie is in handen van particuliere initiatiefnemers. Door het opstellen van waardenstellingen, uitvoeren van bouwhistorisch onderzoek en advisering over het Arnhemse erfgoed, bereikt de gemeente dat cultuurhistorische waarden worden benut als uitgangspunt voor planontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn het opstellen van een waardenstelling voor de steenfabriek Elden, het faciliteren van een herbestemmingonderzoek voor de Diogenesbunker en het adviseren bij diverse restauratieprojecten in de stad. Cultuurhistorische analyses maken integraal deel uit van op te stellen bestemmingsplannen en vormen daarmee een drager voor ruimtelijke ontwikkelingen; • Ook wordt meegewerkt aan het zichtbaar en beleefbaar maken van erfgoed. Voorbeelden hiervan zijn de plannen voor het zichtbaar maken van de Romeinse Limes en het castellum in Meinerswijk en de realisatie van een kunstwerk nabij station Arnhem Zuid in Schuytgraaf waarmee de aanwezigheid van een 7000 jaar oud jagerskamp zichtbaar wordt gemaakt; • De wederopbouwperiode wordt in toenemende mate gewaardeerd. De Academie voor de Beeldende kunsten, de Opstandingskerk, het Paleis van Justitie en het Bio Herstellingsoord worden gerekend tot de top 100 van monumenten uit deze bouwperiode. In 2014 is voor deze gebouwen de procedure tot aanwijzing als rijksmonument gestart; • In 2014 is een start gemaakt met het opstellen van de erfgoedagenda. Als onderdeel hiervan wordt de "erfgoedchallenge" georganiseerd. Hiermee worden aansprekende en uitvoerbare ideeën uit de stad opgehaald. Het meest aansprekende idee kan rekenen op gemeentelijke ondersteuning; • Het informatiecentrum over de wereldberoemde "Slag om Arnhem" wordt in 2015 gevestigd in het pand aan Rijnkade 150, dat daarvoor per 1 april 2015 is gehuurd. Recreatie • De deregulering van de kapvergunning is met ingang van 2014 doorgevoerd. Voor een waardevolle boom en/ of de tuin die onderdeel is van een beschermde groenstructuur blijft een vergunningplicht van kracht. Ongeveer 98 % van de stad heeft nu een actueel digitaal bestemmingsplan. De wijze waarop groen bestemd is, krijgt bij actualisering van de bestemmingsplannen extra aandacht als in de geldende plannen onvoldoende bescherming zit. Voor 2 buurten is de lijst van gemeentelijke waardevolle bomen geactualiseerd; • De groene hoofdstructuur van Schuytgraaf is versterkt met een bloemrijke weide met koeien. Met inzet van het Groenfonds is, langs het noordelijke deel van dit "Nevelveld", een nieuwe laan in aanleg en een recreatieve ommetje. Door het meer concentreren van de hondensport, kon in het buitengebied 1,4 ha teruggegeven worden aan het bos. Dit is gefinancierd met geld uit het Groenfonds; • In 2014 zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor ontwikkeling van een oerbos. Dit krijgt in 2015 verder vorm; • De Ruimte voor de Rivier maatregelen in de uiterwaarden zijn in 2014 uitgevoerd. Er stroomt weer water door de Groene Rivier. Dit versterkt de kwaliteit van het Arnhemse uiterwaardenlandschap. De recreatieve wandel- en fietsroute werd kort na aanleg door de omwonenden van Malburgen en Elderveld in gebruik genomen. De eerste verkenning voor de kansen voor een Nationaal Park zal in 2015 worden uitgevoerd; • In Park Lingezegen werd in de zomer de Landschapstriënnale gehouden. Het park was ook gastheer voor de Nationale Boomfeestdag. In het gebied is een belangrijk deel van de basisinrichting aangelegd. Het speelbos zuidelijk van Schuytgraaf, is met bewoners heringericht en weer beschikbaar voor de wijk. Ook is Schuytgraaf nu door een route met Park Lingezegen verbonden; • De omgevingsvisie Gelderland is juli 2014 door Provinciale Staten vastgesteld; • Ook in bossen en parken staken veel vrijwilligers de handen uit de mouwen. In park Angerenstein is met bewoners de nieuwe speelruimte ingeplant met laaghangend fruit, framboos en hazelaar en werden banken toegevoegd. • De landschappelijke zone van de A12 in Presikhaaf is grotendeels gerealiseerd. Een nieuwe wandelroute in deze zone is nog in aanleg. De versterking van de groenstructuur langs het spoor wordt in 2015 uitgewerkt; • Siza-het Dorp heeft de koers "Smart en Slow" voor haar complex vastgesteld en aangeboden aan de gemeente. Dit voorontwerp van de openbare ruimte geeft kaders voor de herinrichting en het beheer. Bij uitvoering neemt het areaal groen toe; • Veel bewoners zetten zich in de wijken in voor het groen. Ze zijn actief met het onderhoud van algemene tuinen, ze zorgen voor het onderhoud van boomspiegel. Nieuw was de aanleg van bijenveldjes in de wijk Alteveer/Cranevelt. Door deze bewonersinzet kan extra kwaliteit in stand worden gehouden; • Arnhem heeft een Kernteam Stadslandbouw, bestaande uit ondernemers, organisaties en overheid. Dit team stimuleert stadslandbouw en regionaal voedsel in Arnhem. In het najaar is de dag van de Stadslandbouw georganiseerd met een route langs de diverse initiatieven. Een voorbeeld is de tijdelijke bouwlocatie aan de Mooieweg, die is ontwikkeld tot een Stadslandbouwlocatie. Een deel van de opbrengst van deze locatie gaat naar de Voedselbank. Zo draagt stadslandbouw ook bij aan armoedebestrijding, millenniumdoelstelling en aan meer groen in de stad. Eind 2013 heeft de raad een motie aangenomen om de Landelijke Agenda Stadslandbouw te ondertekenen. De beleidsspeerpunten zijn in 2014 vastgelegd in een ' Manifest Stadslandbouw Arnhem'. Dit wordt in 2015 verder uitgewerkt;
80
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
•
Het jaarlijks samen met bewoners realiseren van één grote natuurlijke speel- en ontmoetingsruimte blijft uitgangspunt. In 2014 is een start gemaakt met de voorbereidingen voor het aanleggen van een natuurlijke speel- en ontmoetingsruimte in park Kinderkamp (Presikhaaf). Bewoners hebben samen met studenten van Van Hall/Larenstein hiervoor een schetsontwerp gemaakt. In 2015 / 2016 moet de ruimte zijn gerealiseerd.
Sport • Zwembad Valkenhuizen is aan het einde van zijn technische levensduur. Onderzocht wordt of het mogelijk is om een nieuw zwembad te financieren uit de exploitatieresultaten. Naar verwachting kan er in 2015 een uitgewerkt voorstel aan de raad worden aangeboden met een aanvraag voor het Meerjaren Investeringsplan/ MIP; • Om de overschrijding van de kosten van het schoolzwemmen terug te dringen, is sinds september 2014 het schoolzwemmen op een andere manier ingevuld. Scholen met relatief veel kinderen die anders zonder zwemdiploma van school af gaan, blijven gebruik maken van het diplomagerichte zwemonderwijs. De overige scholen kunnen kiezen voor themagericht zwemonderwijs. Dat richt zich op het onderhouden van de zwemvaardigheden; • In Schuytgraaf is het multifunctioneel centrum De Omnibus gereed gekomen met een grote sporthal (Arnhemse norm). De sporthal De Omnibus zal gebruikt worden voor diverse binnensporten. Volleybal en basketbal zijn de nieuwe hoofdgebruikers. Sporthal Klarendal zal worden onttrokken aan het reguliere sportaanbod, maar kan wellicht behouden blijven voor de sport op particuliere basis; • Sportparken. Op Sportpark Schuytgraaf heeft de overkoepelende Stichting Sportpark Arnhem Schuytgraaf (SAS) financiële problemen en SAS zal de huur worden opgezegd. Op Sportpark Schuytgraaf is een combinatiebaan voor skeeleren en schaatsen aangelegd. Op Sportcentrum Valkenhuizen is de beachaccommodatie gereed en geopend met een buurtsporttoernooi. Op Sportpark Cranevelt is de samenwerking met het ziekenhuis van start gegaan en door middel van diverse demonstratiesporten feestelijk gevierd. Op de sportparken Rijkerswoerd en Cranevelt is door gebruikers en bewoners van de wijk gewerkt aan een zogenaamde 'Open Club' model. Dit model zal ook de functie van buurthuis overnemen; • Nieuwe doelen op het gebied van sport, liggen op de terreinen van talent en presteren, gezondheid/ vitaliteit en bewegen, sportparticipatie, accommodaties en economie-evenementen. Het hoofdkenmerk voor Arnhem is de gezonde- en vitale sportvereniging en de stap richting topsport door talentontwikkeling. Eerdere doelen zoals een betere sportparticipatie in achterstandswijken blijven belangrijk omdat de noodzaak blijft maar goede resultaten worden gehaald. De inzet van middelen vanuit andere beleidsvelden blijft daarvoor belangrijk; • In 2014 heeft het college besloten JOGG gemeente te worden. JOGG staat voor Jongeren Op Gezond Gewicht en gaat over een gezonde leefstijl: voldoende bewegen, gezonde voeding en opvoeding; • De samenwerking met NOC*NSF is voortgezet en heeft geleid tot een samenwerking van de gemeente en diverse sportbonden, onder andere resulterend in Interlands en het spelen van de volleybaltalentteams van Jong Oranje met als thuisbasis Arnhem (Sportcentrum Valkenhuizen); • Arnhem is in 2014 opnieuw genomineerd voor Sportgemeente van het jaar. Deze keer met de innovatie Studentensportkaart; • In 2014 is besloten tot externe verzelfstandiging van Sportbedrijf Arnhem. De oorspronkelijke koers van regionale samenwerking met 4 buurgemeenten in een gemeenschappelijk extern verzelfstandigd sportbedrijf is om verschillende redenen verlaten. De belangrijkste redenen waren: de risico's die verbonden waren aan een gemeenschappelijke regeling én het voornemen taken af te stoten. Conclusie Cultuur De uitvoering van de cultuurnota STROOM verloopt volgens plan. Er is op dit moment geen aanleiding om daarin wijzigingen aan te brengen. De uitwerking van bezuinigingstaakstelling wordt voorbereid. Hierover wordt in 2015 een voorstel aan de raad voorgelegd. Recreatie Het raadsvoorstel over deregulering van de kapvergunningen is uitgevoerd. Ook de inspraakprocedure over de lijst van waardevolle bomen is afgerond. Hiermee is het proces rond de kapvergunningen sterk vereenvoudigd. Er zijn belangrijke stappen gezet in de verdere ontwikkeling van de groenstructuur in Arnhem. De groene hoofdstructuur is Schuytgraaf is aanzienlijk uitgebreid. In park Lingezegen is een deel van de basisinrichting aangelegd. Hiermee is het uitloopgebied vanuit Schuytgraaf vergroot. In de uiterwaarden heeft de rivier meer ruimte gekregen en is de recreatieve toegankelijkheid verbeterd. Sport Onderzoek wijst uit dat er in Arnhem steeds meer wordt gesport. Dit is een belangrijke ontwikkeling, omdat sporten een belangrijke bijdrage levert aan de gezondheid en het welbevinden van bewoners. Op verrekening van de negatieve post 'afkoop exploitant Coehoorn' na, vertoont het resultaat van Sportbedrijf Arnhem 2014 nagenoeg geen afwijking van de begroting.
81
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 5 Financiën Cultuur, recreatie en sport Regulier Programma 5. Cultuur, recreatie en sport
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Rekening 2014
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
48.688
48.387
58.304
60.258
-1.953
N
Baten
totaal
15.040
17.426
14.409
17.258
2.850
V
-33.648
-30.960
-43.896
-43.000
896
V
6.198 996
460 96
1.079 4.157
2.830 4.756
1.751 599
N V
-5.202
-364
3.078
1.926
-1.152
N
-38.850
-31.324
-40.818
-41.074
-256
N
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Afboeking boekwaarde verkochte panden Weverstraat 16 en Marienburgstraat 2-13 (zie baten) - MSSA: Frictiekosten reorganisatie - Sportbedrijf: Inhuur derden ten behoeve van sportprojecten (zie baten) - Binnensport: hogere huisvestingslasten tov begroting veranderprogramma 5.1 - Meer kosten onderhoud Coehoorn door asbestverwijdering en waterschade kortestraat 16 (Rozet) - Parken en Bossen - extra werkzaamheden (zie baten) - Afkoopsom horeca exploitant Coehoorn - Binnensport: nadeel onderhoud op gemeentelijke panden - Sportbeleid en ontwikkeling, nadeel vooral door negatief resultaat op schoolzwemmen - Meerkosten GR Gelders Archief ivm niet realiseren taakstelling - MSSA: Minder inkoopkosten tbv voorstellingen (zie baten) - Kenniscluster: rentebaten reserves - Bijdrage verbouwing Beukenlaan 15 sportcomplex Valkenhuizen (zie mutaties reserves) - Overschot budget Modemanifestatie: Bestemd voor Beeldbepalende culturele evenementen (Rb. 29-09-2014) - Binnensport: voordelen, voornamelijk door onderschrijding op energielasten g/w/e
- Tweejaarlijkse culturele activiteiten: Onderbesteding budget t.b.v. Programmatische activiteiten cultuur (PAC) - Buitensport: onderschrijding personele lasten Sportbedrijf -Diversen
Afwijking -1.176 -800 -628 -318 -211 -203 -196 -172 -168 -100 560 460 361 277 219
142
V/ N N N N N N N N N N N V V V V V
V
111 -111
N N
-1.953
N
-1.295 -564 -350 1.404 - Verkoopresultaat panden en exploitatie voordeel Rozet - Opbrengst verkochte panden Weverstraat 16 en Marienburgstraat 12-13 (zie ook lasten) 1.200 - Vrijval voorziening onderhoud Musis Sacrum: bestemd voor renovatie 1.000 - Sportbedrijf: Inhuur derden ten behoeve van sportprojecten (zie lasten) 628 - Zwembaden: voordeel voornamelijk door hogere omzet cursussen en hogere bezetting zwembaden 217 - Binnensport: Meer inkomsten uit verhuur gemeentelijke panden (mn sportcentrum Valkenhuizen en sportpark Cranevelt) 147 - Parken en Bossen - extra houtopbrengsten (zie lasten) 121 - Buitensport: minder compensatie verstrekt aan verenigingen tbv werkzaamheden en investeringen 107 - Diversen 235
N N N V V V V V V V V V
Totaal afwijking baten
2.850
V
897
V
Totaal afwijking lasten Baten - Minder doorbelaste personeelskosten Kunstbedrijf dan begroot (zie ook batenkant R9.5 & kostenkant R5.1) - MSSA: minder verkoopopbrengst betreffende kaartverkoop (zie ook lasten ) - Binnensport: niet gerealiseerde verhuur opbr (Coehoorn, Horeca VKH, Wijkcentra, MFC-gymzalen e.d.)
Totaal afwijking exploitatieresultaat
82
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Cultuur in Rijnboog: verkoopresultaat panden en voordeel expl. Rozet (Rb 28-03-2011) - BR Cultuur in Rijnboog: rentevergoeding saldo (Rb 28-03-2011) - BR Cultuur in Rijnboog: Onderbesteding kapitaallasten (Rb 28-03-2011) - BR Beeldbepalende culturele evenementen: Overschot budget Modemanifestatie (Rb 29-09-2014) - BR Vastgoed: Resultaat beheer gemeentelijk Vastgoed (Rb 20-12-2012)
1.404 615 432 277 102
Totaal mutaties toevoegingen
2.830
Onttrekkingen - BR Frictiekosten: Hogere inschaling dan normschaal (Rb 28-10-2013) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: BTW-compensatie Gelders Archief (Rb 30-06-2013) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Verzelfstandiging MSSA (Rb 16-12-2013, 30-06-2013, 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Verzelfstandiging GMA (Rb 16-12-2013) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Masterplan nieuw zwembad (Rb 16-12-2013) - BR Vastgoed: Dekking afwaardering boekwaarde i.v.m. overdracht lichtinstallatie Luxor (Rb 10-03-2014) - BR Vastgoed: Resultaat beheer vastgoed (Rb 20-12-2011) - BR Cultuur in Rijnboog: Kosten ARTA (Rb 03-11-2014) - BR Beeldende en Monumentale Kunst: T.b.v. Culturele bruggenbouwer (Rb 04-07-2011) - BR Duurzame energie: Dekking kapitaallasten (Rb 10-12-2012) - BR Kunstgrasvelden: Kapitaallasten (Rb 27-09-2010) - Algemene Reserve: Bijdrage aan Gemeentelijk Museum Arnhem (Rb 27-01-2014, 16-09-2013)
216 39 154 25 11 100 240 3.447 23 31 70 400
Totaal mutaties onttrekkingen
4.756
Totaal mutaties reserves
1.926
Het jaar 2014 heeft voor de gemeente Arnhem in het teken gestaan van de voorbereidingen op de Participatiewet en de invoering van de Wet maatregelen Wwb. Daarbij is waar mogelijk in regionaal verband samengewerkt met regiogemeenten, UWV en Presikhaaf & Bedrijven. De nieuwe doelgroep (die vanaf 1 januari 2015 niet langer in de Wajong en de Wsw kan instromen) is in kaart gebracht en nieuwe re-integratie-instrumenten (zoals loonkostensubsidie, werkgevers- en jobcoaching, no-riskpolis) zijn ontwikkeld en vastgelegd in verordeningen, zodat deze nieuwe doelgroep ook van passende ondersteuning kan worden voorzien. Samenwerking tussen het Cluster Werk en Inkomen en de wijkteams is in 2014 vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. In 2015 wordt er gemonitord hoe deze samenwerking verloopt. Vanaf 1 januari richt de Cluster Werk en Inkomen zich meer op de meest kansrijke werkzoekenden. Mensen met multiproblematiek worden verwezen naar de wijkteams. Ook samenwerking met het onderwijs is van belang. Daarom is aangesloten op de leerlingnetwerken Voortgezet speciaal onderwijs/Praktijkonderwijs (zie ook programma 3). Het Regionaal WerkgeversServicePunt Midden Gelderland (WSP-MG), een samenwerkingsverband van regiogemeenten, UWV en Presikhaaf & Bedrijven is in 2014 verder uitgebouwd. Ook het Werkbedrijf is opgericht. Tevens is het project Slagkracht / Focus uitgevoerd. Deze onderwerpen worden beschreven in programma 3. Het uitgevoerde regionale onderzoek naar de rol van Presikhaaf & Bedrijven in het sociale domein (waaronder Participatiewet) wordt beschreven in de paragraaf Verbonden Partijen. Naast bovenstaande nieuwe activiteiten is onverminderd ingezet op bestaande succesvolle instrumenten, zoals bemiddelen aan de poort (uitstroompercentage van 70%) en activerend handhaven. Dit leidt ook tot het voorkomen van instroom in de uitkering en het bevorderen van uitstroom. 6.2 Bijstand Door verslechterende omstandigheden op de arbeidsmarkt is het bestand aan mensen met een Wwb- uitkering in 2014 verder toegenomen. De toename van het bestand is 6,4% ten opzichte van de beginstand in 2014. De landelijke stijging van het bijstandsbestand is 5,5%. Eind 2014 waren er 6.800 mensen met een Wwb uitkering. In 2014 is door het Rijk een nieuw verdeelmodel opgesteld. Voor Arnhem pakt dit vooralsnog negatief uit met financiële gevolgen voor 2015 en latere jaren. In 2014 is een lobby ingezet om het verdeelmodel te verbeteren. 6.3 Armoede bestrijding In 2014 is de Armoedeagenda 2015 - 2018 'Samen actief tegen armoede' vastgesteld. Er zijn ten opzichte van voorgaande jaren twee belangrijke ontwikkelingen. Naast de wetswijzigingen zijn de stijgende kosten voor beschermingsbewind en de ontwikkeling van het armoedepact belangrijke ontwikkelingen. Zie voor nadere toelichting veranderprogramma 7.3 'Participatie van kwetsbare inwoners'.
onderwerp
6.1 Arbeidsparticipatie en bijstand In 2014 is na jaren van politieke discussie de Participatiewet ingevoerd (een samenvoeging van Wwb, Wajong en Wsw). Deze wet beoogt om mensen zoveel mogelijk mee te laten doen, het liefst via een reguliere baan, waarbij tenminste het minimumloon wordt verdiend. De invoering van de nieuwe wet gaat gepaard met stevige bezuinigingen op de re-integratiebudgetten van gemeenten. In 2014 zijn voorbereidingen getroffen om een nieuwe Rijksbezuiniging van € 5 miljoen op het Participatiebudget op te vangen (op een budget van €16 miljoen in 2014; in 2010 was dit nog € 36 miljoen). Deze maatregelen zijn genomen via de vaststelling van de MJPB 2015-2017 en uitgebreid beschreven in het Bestedingsplan Participatiebudget 2015.
Jaarverslag 2014
Algemeen Arnhem is een stad waarin alle bewoners mee tellen en mee doen aan de samenleving, ongeacht afkomst, religie, geslacht of leeftijd. Een stad die haar bewoners samen vormgeven, ieder vanuit zijn eigen kracht. Dit programma richt zich op een sterke deelname - waar mogelijk - geheel op eigen kracht van de Arnhemse burger aan de samenleving. Van Arnhemmers wordt een actieve houding verwacht en inzet naar vermogen om deel te nemen aan de samenleving en regie op hun bestaan te pakken. Van de samenleving en organisaties wordt verwacht dat zij ieder een plek gunnen. Waar nodig regisseert, helpt en faciliteert de gemeente. De gemeentelijke dienstverlening op het gebied van werk, inkomen, armoedebestrijding, schulddienstverlening, zorg en welzijn is hierop afgestemd. Dit programma staat in nauwe relatie met de veranderopgaven in programma 3 Arnhem werkt!, programma 5 Wijkaanpak nieuwe stijl en programma 7 Participatie aan kwetsbare inwoners.
pagina
Beleidstoelichting
83
Regulier Programma 6 Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning
84
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
6.4 Schuldhulpverlening Het jaar 2014 heeft voor een belangrijk deel in het teken gestaan van onderzoek en advies ten aanzien van het extern plaatsen van activerende schulddienstverlening. 6.5 Samenlevingsopbouw (samenhang met 6.9 Ondersteuning vrijwilligers en veranderopgave 7) In beleid en uitvoering in het sociale domein ligt de focus op de eigen kracht en inzet van mensen en hun sociale netwerken: 'burgerinitiatieven'. Waar nodig biedt de gemeente ondersteuning zo veel mogelijk dichtbij; wijkgericht, in de eigen woon- en leefomgeving van de Arnhemse burgers (wijkgericht werken). Kernresultaten daarbij zijn: • meer eigen verantwoordelijkheid, beroep op sociale netwerken en informele zorg (burgerinitiatieven); • samenhangend beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg (Woonvisie: samenwerking met zorgverzekeraar, zorgverleners en woningcorporaties). 6.6 Wijkgericht werken De volgende ontwikkelingen hebben in 2014 plaatsgevonden waarbij er een nauwe relatie is met veranderopgave 5.1 'Wijkaanpak nieuwe stijl': • Implementeren en uitbouwen van wijkaanpak volgens de nieuwe kaders en spelregels; • Versterken van participatie van de (georganiseerde)bewoners in de wijken; • Afstemmen met de inzet en samenwerking van de nieuwe 3D wijkteams; • Realiseren van de wijkactieplannen van alle 24 wijken; • Inzetten bewonersbudgetten, reserves en GSO IV middelen conform kaders op bewonersinitiatieven. 6.7 Ondersteuning opgroeien en opvoeden Het aantal bereikte tieners en jongeren wijkt af van de begroting. Dit komt door de grootschalige verbouwing van Willemeen, waardoor een groot deel van het jaar voorzichtiger geprogrammeerd kon worden (verbouw zou begin 2014 plaatsvinden, maar is uiteindelijk in juni gestart). Het aantal meldingen en de hieruit voortkomende matches in de VIRA wijkt af ten opzichte van de begroting. De afwijking is toe te schrijven aan een frequenter gebruik van het systeem, doordat het aantal deelnemende zorginstellingen hoger is dan waar in de begroting van is uitgegaan. 6.8 Maatschappelijke ondersteuning In 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor het verlenen van ondersteuning, begeleiding en zorg op grond van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. In 2014 is hiervoor o.a. het uitvoeringsplan Wmo 2015 vastgesteld, waarin de wettelijke taken vanuit de Wmo 2015 zijn beschreven en de manier waarop deze taken in Arnhem worden uitgevoerd. De toegang tot deze voorzieningen verloopt via de wijkteams. Daarnaast is er een gecombineerd beleidsplan Jeugd- en Wmo 2015 vastgesteld waarin de hoofdlijnen van het beleid zijn beschreven. 6.9 Ondersteuning vrijwilligers Ondersteuning van vrijwilligers (product 6.9) is onlosmakelijke verbonden met product 6.5 Samenlevingsopbouw en wordt als zodanig in één product beschreven 6.11 Maatschappelijke opvang, Oggz en verslavingszorg Als Centrumgemeente heeft Arnhem een belangrijke taak bij de openbare geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijke opvang, verslavingszorg, vrouwenopvang en huiselijk geweld, asielzoekers en vluchtelingenwerk. Het belangrijkste beleidskader is de Wet maatschappelijke ondersteuning. Deze wet gaat met ingang van 2015 drastisch veranderen; onderdelen van de Awbz worden toegevoegd. Dit zal grote gevolgen hebben voor zowel de omvang van de hulpverlening als de zorgstructuur in de regio Arnhem. 6.12 Asielzoekers en vluchtelingen Sinds 2004 heeft Arnhem een noodopvang voor asielzoekers die een binding met Arnhem hebben, en voor wie geen voorliggende (Rijks)voorziening mogelijk zijn. Deze asielzoekers voldoen aan de toelatingscriteria en worden tijdelijk opgevangen. De instroom in de noodopvang van deze asielzoekers is erg afhankelijk van de landelijke situatie en gebeurtenissen in de wereld. 6.13 Vrouwenopvang en huiselijk geweld Arnhem heeft als centrumgemeente voor de regio Arnhem/Achterhoek de trekkersrol voor het opstellen van de regiovisie voor huiselijk geweld en kindermishandeling.
85
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Stand van zaken indicatoren Indicatoren 6.1
Participatie (minder afstand tot de arbeidsmarkt)
Bestuurder
Bijstand
€
6.4
6.5
6.6
6.7
6.8
€
42.763
Gerrie Elfrink
Schuldhulpverlening Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal aanvragen schuldhulpverlening % cliënten tov. Inwoners
Gerrie Elfrink
Samenlevingsopbouw Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % bewoners vindt weg naar het sociale netwerk in de wijk
Henk Kok
Wijkgericht werken Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal wijkanalyses Aantal gesubsidieerde buurt- en bewonersverenigingen Aantal wijkplatforms
Henk Kok
Ondersteuning opgroeien en opvoeden Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Centra voor Jeugd en Gezin: - bezoekers website - deelnemers activiteiten frontoffice VIRA Verwijsindex: - meldingen Jeugd- en jongerenwerk: - Bereik kinderen, tieners, jongeren
Martijn Leisink
Maatschappelijke ondersteuning Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal uren Wmo huishoudelijke verzorging in natura (x 1.000) Aantal klanten met een PB voor huishoudelijke verzorging Aantal verstrekte scootmobielen
Henk Kok
45.847
€
-3.084
300 32
n.p. 24
n.p. -8
117 40 1.000 60
117 48 1.250 62
134 <
> <> <>
17 0 0 0
€ 104.072
Armoedebestrijding Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Huishoudens met GelrePas % bereik van de doelgroep % benutting voorzieningen door GelrePashouders
€
Afwijking
300 32
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: aantal uitkeringen (1) aantal langdurigheidstoeslagen (2) % uitkeringen onder beroepsbevolking (CBS) Ontwikkeling volume Wwb ten opzichte van landelijke gemiddelde in % Gemiddelde uitkeringshoogte in € % < 1 jaar in de uitkering % > 5 jaar in de uitkering Aantal afgehandelde aanvragen individuele bijzondere bijstand 6.3
43.640
Rekening 2014
Begroot 2014
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % Wwb-ers dat een reïntegratietraject volgt % Succesvol gereïntegreerde Wwb-ers % (en aantal) succesvol beëindigde trajecten reïngratie naar werk of onderwijs < 27 jaar. % bij bedrijven geplaatste Wsw-ers aantal bij bedrijven geplaatste Wsw-ers % Wsw-ers op een beschutte werkplek 6.2
Rekening 2013
€ 118.430
€
112.524
€
5.906
6.400 4.900 8,3
p.m. p.m. 8,3
6.800 5.276 8,6
6.800 5.276 0,3
p.m 14.300 p.p. p.m. p.m.
6,5 14.300 p.p p.m. p.m.
6,0 14.300 22 35
-0,5 0 22 35
p.m
4.300
4.446
146
€
1.027
€
11.354 82 73
€
4.178
187
€
1.775
€
€
213
€
291
€
2.532
€
391
4.691
322
€
2.156
€
351
-709 91 0
€
-31 n.p.
€
24 31 24
€
-209 -7.217 0 -3
n.p.
24 31 13
€
€
1.791 2
85
24 31 24
€
3.982
1.390 11.533 96 80
1.700 2
85
€
€
18.750 96 83
2.121 3
€
1.181
376 0 0 11
€
40
25.207 569
30.000 2.000
n.p. 2.020
n.p. 20
3.564
1.600
3.135
1.535
32.360
p.m
24.091
24.091
18.389 437 1.068 339
€
20.180 422 738 425
€
17.173 374 963 288
€
3.007 -48 225 -137
Integratie, interculturalisatie en antidiscriminatie Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Zelforganisaties actief bij activering van moeilijk bereikbare groepen
Hans Giesing
€
€
Aantal gehonoreerde aanvragen Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid
6.12
6.13
€
33%
Grote gesubsidieerde instellingen met diversiteitsbeleid
6.11
54
Maatschappelijke opvang, OGGz en verslavingszorg Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal opvangplaatsen (bedden in Doorstoomvoorziening) Aantal dak- en thuislozen met een integraal traject rondom wonen, zorg, inkomen en activering Aantal huisuitzettingen door huurschuld
Henk Kok
Asielzoekers en vluchtelingen Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal clienten in de noodopvang
Henk Kok
Vrouwenopvang en huiselijk geweld Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal opvangplaatsen Aantal huisverboden: regionaal Aantal huisverboden: Arnhem Aantal vrouwen in de vrouwenopvang
Herman Kaiser
€
€
900
€
€
1
Afwijking
51
€
35%
35%
€
29
-2 0%
€
-28
5
15
15
0
6
6
6
0
14
14
20
6
65
€
61
€
36
€
25
35
35
35
0
200 110
175 110
139 111
-36 1
270
€
28
€
49
5.627 90 100 28 247
Totaal € 180.397
332
€
€
6.170
€
€
6.054
€
190.966
-10 8
€
102 91 29 308
90 90 35 125 € 196.363
342 28
20
onderwerp
Henk Kok
Rekening 2014
Begroot 2014
Jaarverslag 2014
6.10
Ondersteuning vrijwilligers Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Vrijwillige inzet van de Arnhemse bevolking Gebruik van het aanbod aan ondersteuning van vrijwillige inzet en mantelzorg
Rekening 2013
pagina
6.9
Bestuurder
86
Indicatoren
116 12 1 -6 183
€
5.397
Verklaring van de afwijking van de indicatoren 6.2 Bijstand Landelijk is er sprake van een stijging van het bijstandsbestand (5,5%). Vooral in het begin van het jaar is het Arnhemse bestand aanzienlijk toegenomen. Het faillissement van Realwork is daar ook van invloed op geweest en heeft tot een extra instroom in de eerste maanden van 2014 geleid. Financieel gezien is op de Wwb-regeling, de inkomsten van het Rijk minus de bijstandsuitgaven, geen tekort ontstaan. In de begroting was echter rekening gehouden met een voordeel. Deze ambitie is helaas niet gerealiseerd, waardoor ten opzichte van de begroting, een nadelig saldo in het jaarverslag wordt gepresenteerd. 6.3 Armoede bestrijding • In de MJPB 2014-2017 is eenmalig het aantal personen met een GelrePas opgenomen in plaats van het aantal huishoudens. Het jaarverslag rapporteert om die reden afwijkende cijfers dan in de MJPB wordt vermeld. 6.4 Schuldhulpverlening • Het aantal aanmeldingen stabiliseert zich naar de situatie van 2011 (totaal bijna 1800 aanmeldingen bij BAC en Rijnstad: 1342 BAC, 449 Rijnstad); • Het BAC kent geen wachtlijst. Rijnstad heeft in december een wachtlijst van ca 40; • Het totaal aantal klachten dat bij het BAC binnenkwam, bedraagt over heel 2014 12 (< 1% tov aantal aanmeldingen); de helft hiervan betreft vragen/klachten over doorlooptijden; • Het BAC is inmiddels NVVK-gecertificeerd en hanteert de genormeerde doorlooptijden. Rijnstad is aspirant NVVK-lid; • Wegens het vertrek van diverse vaste medewerkers bij het BAC (in verband met de onduidelijkheid ten aanzien van het extern plaatsen) is veel tijdelijk personeel extern ingehuurd om de dienstverlening op peil te houden. Dit leidt tot een tekort van € 287.000. 6.7 Ondersteuning opgroeien en opvoeden • Het aantal bereikte tieners en jongeren wijkt af van de begroting. Dit komt door de grootschalige verbouwing van Willemeen, waardoor een groot deel van het jaar voorzichtiger geprogrammeerd kon worden (verbouw zou eerst al begin 2014 plaatsvinden, maar is uiteindelijk pas in juni gestart). • Het aantal meldingen en de hieruit voortkomende matches in de VIRA wijkt af ten opzichte van de begroting.
87
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
De afwijking is toe te schrijven aan een frequenter gebruik van het systeem doordat het aantal deelnemende zorginstellingen hoger is dan waar in de begroting van is uitgegaan. 6.8 Maatschappelijke ondersteuning • Hulp bij huishouden/Hbh: sinds 2012 is er sprake van een daling van het aantal aanvragen Hbh; • Het aantal uren Hbh in natura is in 2014 gedaald ( -10% t.o.v. 2013); • Het aantal klanten met een Pgb voor Hbh betreft in 2014: 963. Dit is een afname van 10% t.o.v. 2013. De afname van Hbh zit met name in de gekantelde werkwijze; • Het aantal verstrekte scootmobielen 2014: 288. De daling van het aantal verstrekkingen komt door de aanscherping van de toekenningscriteria bij het beoordelen van de vervoersbehoefte. Het aantal scootmobielen in de pools is gestegen naar 37 (2013: 20). 6.12 Asielzoekers en vluchtelingen • Van de 28 cliënten hebben 3 cliënten in 2014 al een verblijfsvergunning gekregen. Zij wachten nog op een woning alvorens zij kunnen uitstromen uit de noodopvang. Vanaf 2012 is er een gestage daling zichtbaar het aantal mensen in de noodopvang (van 48 mensen eind 2012 naar 28 mensen eind 2014). Gezien de ontwikkelingen in de wereld en in de landelijke politiek is het begrote aantal van 20 mensen in de noodopvang in 2014 niet realistisch gebleken. 6.13 Vrouwenopvang en huiselijk geweld Aantal opvangplaatsen: • Het aantal van 102 is geen toename ten opzichte van 2013. In de voorliggende jaren zijn namelijk wegens het ontstaan van wachtlijsten incidentele plaatsen toegevoegd. Deze zijn in 2013 structureel gemaakt, maar in de cijfers over 2013 abusievelijk niet meegeteld; • Het begrip opvangplaatsen leidt overigens regelmatig tot verwarring, omdat ook de kinderen van vrouwen in de opvang gebruik maken van plaatsen. Daarom zijn vanaf 2015 met Moviera afspraken gemaakt over aantallen trajecten in plaats van plaatsen; • Aantal vrouwen in de vrouwenopvang: Zoals in het jaarverslag van 2013 is aangegeven worden vrouwen in het kader van de invoering van traject- begeleiding eerst opgevangen in de analysefase, die gericht is op veiligheid, analyse van de problematiek en het formuleren van doelstellingen. Voor de uitvoering van de doelstellingen gaat de cliënt naar de (vervolg) opvang van Moviera, maar steeds vaker ook rechtstreeks naar de ambulante hulp door Moviera of het lokale veld. In 2014 zijn 246 vrouwen opgevangen in de analysefase en 62 in de opvang bij Moviera (totaal 308). Omdat Arnhem centrumgemeente is, zitten in deze cijfers niet alleen vrouwen uit Arnhem, maar ook uit de regio Arnhem/Achterhoek, evenals vrouwen van buiten de regio die in onze regio worden opgevangen. Daarnaast worden ook vrouwen uit onze regio elders opgevangen. Stand van zaken belangrijke raadsonderwerpen 6.1 Participatie in samenhang met 6.2 Bijstand Bij de voorbereiding van de Participatiewet zijn diverse nota´s vastgesteld of behandeld door de raad: • Uitvoeringsplan Participatie; • Bestedingsplan Participatie(budget) 2015; • Beleidsnota Maatregelen Wwb; • Nota inzake koers en visie Participatiewet en rol Presikhaaf & Bedrijven hierin; • Verordeningen Participatiewet (inclusief Maatregelen Wwb). 6.3 Armoedebestrijding • Raadsvoorstel inzake de nieuwe regeling voor Chronisch zieken en gehandicapten; • Armoedeagenda 2015 - 2018 'Samen actief tegen armoede'. 6.4 Schuldhulpverlening • Raadsvoorstel en -besluit inzake het extern plaatsen van de activerende schulddienstverlening. De activering/coaching (incl. formatie wijkteams) is met ingang van 2015 gegund aan Rijnstad. Er worden diverse eisen gesteld aan de nieuwe dienstverlener, waaronder de overname van het huidige personeel dat zich bezighoudt met de werkzaamheden (conform 'mens volgt werk'); • Het financieel kader is in totaal € 2,45 miljoen. 6.5 Samenlevingsopbouw in samenhang met 6.9 Ondersteuning vrijwilligers • versterken en beter benutten van de eigen kracht van mensen en sociale netwerken. Aldus bouwt de gemeente Arnhem en partners in de stad aan een samenleving, waarin mensen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en waarin iedereen naar vermogen bijdraagt. Vooral te noemen zijn de voorbereiding en invoering van de 8 wijkteams en de ondersteuning van burgerinitiatieven (ontwikkeling stedelijk platform burgerinitiatieven en een subsidieregeling) en ondersteuning mantelzorgers; • de ontwikkeling van een collectief, passend aanbod van voorzieningen in het sociaal domein (aanbesteding);
88
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
• diversiteitsbeleid: ondersteuning van de veerkracht, zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid van de burgers zelf, ongeacht afkomst, religie en geslacht. 6.7 Ondersteuning opgroeien en opvoeden Tiener- en jongerenwerk • Op 12 november 2012 is de beleidsnotitie Uitgangspunten Tiener- en jongerenwerk vastgesteld. In deze beleidsnotitie is de koers voor het tiener- en jongerenwerk voor de komende jaren uitgezet; • Op 17 december 2013 is het Uitvoeringsplan Tiener- en jongerenwerk in Arnhem vastgesteld. Hierin staat beschreven hoe het tiener- en jongerenwerk de komende jaren wordt georganiseerd (accommodatie en formatie). Als gevolg hiervan zijn in 2014 drie jongerencentra gesloten: The Base (Rijkerswoerd), De Joy (Elderveld en De Remixx (Immerloo). CJG Front office • Per 1 januari 2015 zijn de preventieve taken van het CJG FO deels overgegaan naar de wijkteams. • Resteert nog een collectief aanbod preventief en integraal jeugdbeleid. Hiervoor wordt in 2015 de koers voor de komende jaren uitgezet. 6.8 Maatschappelijke ondersteuning Ter voorbereiding van de Wmo 2015 zijn diverse nota's vastgesteld: • Uitvoeringsplan Wmo 2015; • Beleidsplan Jeugd- en Wmo 2015; • Verordening Wmo 2015; • PGB- beleid 2015; • Nadere regels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2015. In 2014 is er met de vier gecontracteerde thuiszorgorganisaties een plan ingediend bij het ministerie van VWS voor de huishoudelijke hulp toelage (HHT), waarmee in 2015 en 2016 de vraag naar huishoudelijke hulp wordt gestimuleerd alsmede het behoud van banen bij de thuiszorgorganisaties. 6.10 Integratie, interculturalisatie en discriminatie • Bij Integratie lag de focus in 2014 vooral op het leggen en onderhouden van verbindingen met allochtone burgers en zelforganisaties in de stad. De gemeente had hierbij de regierol. 6.11 Maatschappelijke opvang, Oggz en verslavingszorg • Het jaar 2014 was het laatste jaar van het Masterplan "Minder opvang, beter leven". De sleutelprojecten zijn dit jaar (grotendeels) afgerond. Dit betekent dat de werkzaamheden met ingang van 2015 onderdeel worden van de reguliere werkzaamheden; • Voor 2014 zijn meerdere actiepunten afgesproken. De belangrijkste zijn: 1. Aansluiting van de OGGz op de transformatie in het sociale domein (Awbz, Jeugdwet, Participatiewet); 2. Trajectfinanciering (oefenen met bouwstenen en trajectprijzen); 3. Toekomst van de Zorgzone. Toelichting: 1. Aansluiting van de OGGz op de transformatie in het sociale domein (Awbz, Jeugdwet, Participatiewet) Met de decentralisatie van AWBZ-taken naar de Wmo in 2015 ontstaat een aantal raakvlakken met de OGGz. Het gaat met name om ambulante begeleiding, Beschermd Wonen en Inloopfunctie GGZ. Maatschappelijke opvang bestaat uit verschillende fasen: preventie, opvang en herstel. In de fasen van preventie en herstel wordt meestal intensieve, maar wel extramurale ambulante begeleiding geboden aan mensen die zelfstandig wonen. De fase van opvang in de MO bestaat uit niet-ambulante ondersteuning: het gaat om (tijdelijk) intramuraal verblijf in een opvanginstelling. Het Beschermd Wonen gaat over zware zorg. Het gaat over GGZ-cliënten die (op dit moment) in een intramurale beschermde woonomgeving wonen met 24-uurs toezicht. De toegang voor Beschermd Wonen verloopt via de Wijkteams. De eerste tussenevaluatie van de pilot Housing First leverde zeer positieve berichten op. Daarop is het concept Housing First door de 3 grote corporaties verder omarmd en zal in de loop van 2014 en 2015 verder worden uitgebreid tot 29 woningen. Momenteel staat de teller op 8. In 2015 wordt gewerkt aan het aansluiten van de OGGz-zorgstructuur op die van het wijkgericht werken. Ook wordt in 2015 gewerkt aan het aansluiten van beleid daar waar het gaat om de OGGz- doelgroep (waaronder de maatschappelijke opvang), en de GGz-doelgroep binnen de Wmo (waaronder het Beschermd Wonen); 2. Trajectfinanciering (oefenen met bouwstenen en trajectprijzen) In 2013 is gewerkt aan een systematiek om te kunnen afrekenen met trajecten. In 2014 is hiermee geoefend. Uitgangspunten zijn de beschreven bouwstenen, waaruit de trajecten kunnen zijn opgebouwd.Omdat iedere cliënt een andere begeleidingsvraag heeft, kunnen de afzonderlijke trajecten uit verschillende bouwstenen zijn opgebouwd. Deze systematiek doet recht aan de diversiteit in de populatie van de Maatschappelijke Opvang. Met ingang van 2014 zijn de trajecten ingevoerd in het CVS, waarna VGGM een toets doet over de screening. Hierna geeft VGGM een ‘go’ af, of een ‘no-go’. In 2015 wordt de trajectfinanciering definitief ingevoerd.
Aandachtspunten 6.4 Schuldhulpverlening • Wat betreft het financiële takenpakket (schuldregeling, aanvraag Wsnp, inkomensbeheer) wordt in begin 2015 onderzocht of ook dit aan Rijnstad kan worden gegund. Zo niet dan wordt dit in de loop van 2015 meer voudig aanbesteed. • Het realiseren van de taakstelling in 2015 wordt door twee maatregelen nader ingevuld. Enerzijds door de maatregel uit de MJPB 2015 -2018, waarin een deel van de bezuinigingstaakstelling is teruggedraaid. Anderzijds wordt met een aanpassing van het rentebeleid verwacht dat de omzet - in vooral de regio - toeneemt. 6.10 Integratie, interculturalisatie en discriminatie In 2014 is duidelijk geworden dat er binnen het beleidsveld Integratie veel aandacht nodig is voor het thema preventie en vroegsignalering van radicalisering. Rondom dit thema zijn acties/initiatieven opgestart die ook in de komende jaren doorlopen. Conclusie • De (regionale) beleidsontwikkeling met het oog op invoering Participatiewet (inclusief Maatregelen WWB) is in 2014 tijdig uitgevoerd en afgerond. Hierdoor is de gemeente Arnhem gereed voor de uitvoering van de Participatiewet en de Maatregelen Wwb; • De werkgeversbenadering is geïntensiveerd en wordt beter gecoördineerd door de verdere inrichting van het Regionale WerkgeversServicePunt (WSP-MG) en het Werkbedrijf; • Er is meer zicht gekregen op de mogelijkheden van uitkeringsgerechtigden (project Slagkracht) en dit wordt verder ondersteund door de implementatie van het Diagnose MatchingSysteem (Matchcare); • Het financieel perspectief van de Armoedeagenda blijft een aandachtspunt. Door de open einde regelingen en het toenemend gebruik van bepaalde producten blijven goede monitoring en beleidsinterventies nodig. Door middel van de Armoedeagenda is hier invulling aan gegeven; • Tevens is met de voorbereidingen van het Armoedepact een beweging ingezet die de verbindingen met/ tussen partijen in het maatschappelijk middenveld versterken; • De specifieke taakstellingen uit de Armoedeagenda 2013-2014 zijn behaald. De kosten van bijzondere bijstand voor beschermingsbewind en kinderopvang zijn echter doorgestegen. Met de vaststelling van de nieuwe Armoedeagenda voor 2015 en verder is ingestemd met maatregelen die op deze kostenstijging interveniëren; • Het BAC heeft in 2014 de dienstverlening/werkwijze en kennisniveau van de medewerkers verbeterd. Dat heeft geleid tot het oplossen van de wachtlijst, een minimaal aantal klachten en de certificering door de brancheorganisatie NVVK; • De effecten van de nieuwe manier van werken (de Kanteling) bij de individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning in combinatie met de (her)indicaties in 2012 alsmede de financiële effecten van aanbestedingen hebben in 2014 geleid tot een aanzienlijk voordeel ten opzichte van de begroting; • De 11 sleutelprojecten binnen het project Minder Opvang, Beter Leven, zijn afgerond. De komst van de nieuwe zorgtaken in de Wmo 2015, zorgen voor een verbreding van het beleidsterrein; GGz-taken, zoals Beschermd Wonen en begeleiding komen erbij. Dit betekent dat voor 2015 aandacht zal worden besteed aan:
onderwerp
6.13 Vrouwenopvang en huiselijk geweld • Opstellen regiovisie voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Arnhem heeft als centrumgemeente voor de regio Arnhem/Achterhoek hierbij de trekkersrol. Waar in het beleid lange tijd de nadruk lag op de vrouwenopvang verschuift het accent meer en meer naar preventie, vroegsignalering, ambulante hulp en nazorg. Hierbij wordt nadrukkelijk een relatie gelegd met de ontwikkelingen in het sociale domein; • Arnhem is als centrumgemeente ook verantwoordelijk voor de samenvoeging van het AMK en SHG tot het nieuwe advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling Veilig Thuis per 2015.
Jaarverslag 2014
6.12 Asielzoekers en vluchtelingen In 2014 is een Lokaal Samenwerkingsoverleg (LSO) gestart met partners in de vreemdelingenketen. Dit heeft er mede toe geleid dat in 2014 14 personen uit de noodopvang zijn uitgestroomd; 8 personen kregen alsnog een verblijfsvergunning; 5 personen kregen opnieuw rijksopvang; en 1 persoon is met begeleiding teruggekeerd naar land van herkomst.
pagina
Toekomst van de Zorgzone Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft middelen toegekend voor een hernieuwd uitstapprogramma voor prostituees. Dit uitstapprogramma (Next Step 2) wordt vanaf 1 november 2014 uitgevoerd. De duur van het project is een jaar. Het streven is om 25 prostituees (zowel op de zorgzone als degenen die vanuit huis prostitutie bedrijven) te bereiken die in een zorgwekkende situatie verkeren. Einddoel is een uitstroom van tien prostituees. De toekomst van de Zorgzone is afhankelijk van de resultaten van het uitstapprogramma Next Step 2.6.12
89
3.
90
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
1. Regionale samenwerking en beleidsontwikkeling op Beschermd Wonen, in relatie tot de maatschappelijke opvang; 2. Aansluiting van de OGGz op de transformatie in het sociale domein (Awbz, Jeugdwet, Participatiewet; • In 2014 zijn de taken (vrouwenopvang) en nieuwe ontwikkelingen (Veilig Thuis en regiovisie) die door het rijk aan Arnhem als centrumgemeente zijn opgelegd, gerealiseerd. Daarnaast zijn stappen gezet om, ondanks de gefaseerde afname van middelen Vrouwenopvang, een kwalitatief goede aanpak van huiselijk geweld te kunnen blijven garanderen met meer ambualnte begeleiding, en opvang waar dit met het oog op de veiligheid noodzakelijk is. Een en ander vraagt om de nodige doorontwikkeling in de komende jaren. Bovendien moet hiertoe de afstemming met het lokale veld nog verder worden uitgewerkt.
91
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 6 Financiën Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning
Regulier Programma 6. Participatie en maatschappelijke ondersteuning
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Rekening 2014
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
180.397
164.597
196.363
190.966
5.397
V
Baten
totaal
148.867
124.258
161.620
154.230
-7.389
N
-31.530
-40.339
-34.743
-36.736
-1.993
N
3.729 664
0 134
1.936 441
2.002 1.319
66 878
N V
-3.065
134
-1.495
-683
812
V
-34.595
-40.205
-36.238
-37.419
-1.181
N
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Resultaat Presikhaaf Bedrijven - Verhoging voorziening oninbaarheid - Inhuur ivm invoering nieuwe wetgeving Participatiewet en aanscherping WWB (zie mutaties reserves) - Knelpunt financiering uren - Extra inhuur, ten laste van participatiebudget (zie baten) - Extra inhuur agv verloop personeel naderende verzelfstandiging BAC - Afboeking leningen en hogere voorziening Stadsbank - Kosten van Slagkracht (zie baten P3) - Afkoop pensioenlasten - Frictiekosten Seniorenadviseurs (zie baten) - Lagere uitkeringen WWB en IOAW en IOAZ, gecompenseerd door lagere Rijksbijdrage (zie baten) - Minder verstrekkingen Huishoudelijke hulp - Minder verstrekkingen van vervoersvoorzieningen - Minder verstrekkingen van PGB's - Minder verstrekkingen van woonvoorzieningen - Minder verstrekkingen van rolstoelen - Onderbesteed op GSO IV - Lagere onderhoudskosten rolstoelen - Onderbezetting wijkgericht werken - Lagere bijdrage stadsregio door vervallen voorfinanciering - Lagere kredietportefeuille leidt tot lagere kosten aantrekken van kapitaal en lagere transactiekosten - Lagere kosten herindicaties 2014 ivm herindicaties 2015 - Diversen
Afwijking
V/ N
-2.102 -1.160 -976 -940 -311 -287 -264 -236 -169 -112 8.385 854 733 656 605 464 239 225 211 150 133 131 -832
N N N N N N N N N N V V V V V V V V V V V V N
5.397
V
Baten - Lagere Rijksbijdrage voor uitkeringen WWB en IOAW en IOAZ (zie lasten) - Minder rente opbrengst kredietvergoeding - Bijdrage vanuit participatiebudget - Subsidie van de Provincie - Hogere eigen bijdragen huishoudelijke hulp - Hogere uitvoeringslasten eigen personeel worden gedekt uit participatiebudget - Lagere terugbetalingsverplichting aan ministerie (obligo) - Hogere uitvoeringslasten inhuur worden gedekt uit participatiebudget - Hogere inkomsten uit uitkeringen - Diversen - Diverse opbrengsten WMO - Externe bijdrage Seniorenadviseurs (zie lasten)
-8.984 -450 -323 -199 590 579 406 311 277 201 143 60
N N N N V V V V V V V V
Totaal afwijking baten
-7.389
N
Totaal afwijking exploitatieresultaat
-1.992
N
Totaal afwijking lasten
92
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 6 Financiën Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Participatie: Dotatie vanuit jaarrekening 2013 ter dekking van extra kosten invoering nieuwe wetgeving (Rb 30-06-2014) - BR Toezicht peuterspeelzalen en gastouderopvang (Rb 13-12-2010) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Herindicatie WMO (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Noodopvang asielzoekers (Rb 15-12-2014)
1.000 66 820 116
Totaal mutaties toevoegingen
2.002
Onttrekkingen - BR Frictiekosten: Hogere inschaling dan normschaal (Rb 28-10-2013) - BR Participatie: Onttrekking ivm invoering nieuwe wetgeving (Rb 30-06-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Wijkprijzen (Rb 16-12-2013) - BR van Diemenhof: Kapitaallasten (Rb 29-06-2009) - BR Beschermd en weerbaar (Rb 13-12-2010) Totaal mutaties onttrekkingen Totaal mutaties reserves
217 661 375 16 50 1.319 -683
93
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 7 Gezondheid en milieu Beleidstoelichting 7.1 Algemene publieke gezondheidszorg Openbare gezondheidszorg omvat algemene of op specifieke groepen gerichte gezondheids-beschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen. Dat betreft onder meer ook de preventie en vroegtijdige opsporing van (infectie-)ziekten. Enkele duidelijk benoemde specifieke groepen zijn de jeugd tot 19 jaar en ouderen vanaf 65 jaar. De gemeentelijke verantwoordelijkheden zijn onder meer gebaseerd op de Wet publieke gezondheid (Wpg). 7.2 Jeugdgezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg (JGZ) betreft de totale groep 0-19 jarigen. De wettelijke taken van de JGZ zijn: • het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheid bevorderende en -bedreigende factoren; • vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen; • het ramen van de behoeften aan zorg en het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding, individueel of groepsgericht, gericht op het ondersteunen van ouders en jeugdigen. Naast de wettelijke taken wordt een aantal extra diensten ingekocht, die samenhangen met specifieke problematieken zoals bijv. extra benodigde spreekuren bij aanpak overgewicht kinderen. 7.3 Afval Afvalinzameling - een gemeentelijke taak op grond van de Wet milieubeheer - draagt bij aan een schone stad en een gezonde leefomgeving. Afvalscheiding, gevolgd door hergebruik van afval, bespaart kosten, primaire grondstoffen en fossiele brandstoffen en past in een beleid gericht op duurzaamheid. De doelen( zoals gesteld in het Afvalbeleidsplan 2012-2020) voor 2020 zijn: • een hergebruikpercentage van 60%; • 163 kg huishoudelijk restafval per inwoner per jaar. 7.4 Stadsreiniging Vanaf 2012 is bezuinigd op het opruimen van zwerfvuil en onkruid. Het verwijderen van zwerfvuil en onkruid op verharding wordt op kwaliteitsniveau C (matig) uitgevoerd, met uitzondering van het Centrum en een aantal wijkwinkelcentra waar niveau A (goed) is aangehouden. 7.5 Riolering Riolering helpt de stad schoon en droog te houden en als hygiënische voorziening om ziekten te voorkomen. Dat moet de gemeente zo houden en waar nodig verbeteren, ook vanwege het veranderende klimaat (neerslaghoeveelheden en -intensiteiten). Met de wettelijk verplichte gemeentelijke rioleringsplannen (de GRP’s) geeft de gemeente hieraan inhoud. Eind 2013 is met de Keuzenota Integraal Onderhoud Openbare Ruimte de ambitie voor het nieuwe GRP vastgesteld. Dit GRP5 (periode 2014-2018) is om financiële redenen beperkt tot realisatie van alleen de technisch noodzakelijke rioolvervangingen. Ook is besloten om wateroverlastlocaties en locaties waar overstort leidt tot vervuiling, in de GRP5-periode (tot 2019) niet aan te pakken. Financieel is het GRP verwerkt in het MJPB vanaf 2014. Beleidsmatig moet het plan nog worden vastgesteld door de Raad. Dit plan zal onderdeel uitmaken van de Nota Openbare Ruimte (zie Regulier programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat) die in 2015 wordt voorgelegd. In de afvalwaterketen krijgt samenwerking met Lingewaard, Overbetuwe, Rheden en de waterschappen Rijn en IJssel en Rivierenland onder de noemer Rijn6 inhoud. Deze samenwerking moet kostenstijgingen beperken, kwetsbaarheden van organisaties verminderen en de kwaliteit verhogen (de 3 K’s). Op basis van het samenwerkingsakkoord worden de komende jaren diverse projecten uitgevoerd. 7.6 Milieubeheer • Luchtkwaliteit Met extra rijksgeld kunnen de luchtkwaliteitsproblemen langs de buitensingels, zoals vereist, in 2015 opgelost zijn. Dat gebeurt met maatregelen als dynamisch verkeersmanagement, milieuzonering voor vrachtverkeer (in 2014 ingevoerd) en een aantal extra maatregelen zoals een verscherpte handhaving van de milieuzone vrachtverkeer;
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
7.7 Milieuhandhaving Milieuvergunningverlening, -toezicht en -handhaving (de VTH-taken) zijn instrumenten voor het milieubeleid. Deze taken worden, met uitzondering van de taken vanuit de Algemeen plaatselijke verordening (APV), uitgevoerd door de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA). Doelen van de oprichting van de ODRA zijn verbetering van de kwaliteit van de VTH-taken en een sluitende keten. Afgesproken is dat de jaren 2013 en 2014 voor deze nieuwe vorm “leerjaren” zijn. Belangrijke nieuwe ontwikkelingen in de milieuhandhaving in 2014 waren de invoering van het digitaal inspecteren en de start van een project waarmee meer aandacht gaat naar het realiseren van mogelijkheden voor energiebesparing bij de bezochte bedrijven.
94
• Geluid De toename van het verkeer leidt tot geluidsoverlast voor een toenemend aantal inwoners. Het Actieplan Omgevingslawaai (2013) legt maatregelen vast om die hinder te beperken. In 2014 is de Amsterdamseweg volgens plan voorzien van stil asfalt, waardoor de overlast is afgenomen. De ISV-3 doelstelling geluidsanering (302 A-lijstwoningen) is ruimschoots gerealiseerd door een integrale benadering van de sanering. Er zijn bijdragen beschikbaar gesteld in de realisatie van bronmaatregelen voor reconstructie of onderhoud. Voor de sanering van de B-lijst en eindmelding woningen zal het rijk naar verwachting geen ISV-budgetten beschikbaar stellen. B-lijst woningen en eindmeldingswoningen worden alleen gesaneerd indien er projectsubsidie kan worden aangevraagd. Hier wordt geen ISV-budget voor ingezet; • Bodem In 2014 is de grote sanering van het voormalige gasfabriekterrein aan de Westervoortsedijk afgerond; • Energie Op basis van de Algemene maatregel van bestuur Bodemenergie (2013) moet de gemeente interferentiegebieden voor bodemenergie aanwijzen. Dit is doorgeschoven naar 2015. Zo kan er efficiënt en duurzaam gebruik worden gemaakt van de ondergrond voor warmte- en koudeopslag (WKO). Voor het energiebeleid voor 2014 wordt verder verwezen naar programma 2 Arnhem groene en duurzame stad; • Externe veiligheid Om een toename van externe veiligheidsrisico’s in woonwijken te voorkomen zullen geen kwetsbare en geen nieuwe beperkte kwetsbare objecten binnen de 10-6 risicocontour komen.
95
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Stand van zaken indicatoren Indicatoren 7.1
Bestuurder
Algemene publieke gezondheidszorg Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % ambulanceritten binnen 15 minuten
Rekening 2013
Begroot 2014
Henk Kok €
Het % kinderen met overgewicht [1]: 5/6 jarigen 10/11 jarigen 13/14 jarigen
2.629
€
3.200
Rekening 2014
Afwijking
€
€
3.241
-41
98
98
97,6
-0,4
7,6 15,9 21
7,6 15,9 21
9,3 15,1 19,7
1,7 -0,8 -1,3
19 11
19 11
19 11
0 0
25
25
25
0
13 10 0
13 10 2
13 10 2
0 0 0
[2
Het % jongeren dat alcohol gebruikt onder de 16 jaar ]: Klas 4 VMBO Klas 4 HAVO/VWO Het % jongerenvijf of meer drankjes op 1 gelegenheid drinkt Het % jongeren dat regelmatig softdrugs gebruikt Klas 4 VMBO Klas 4 HAVO/VWO Aantal wijkgezondheidsteam 7.2
7.3
[3]
:
Jeugdgezondheidszorg Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: JGZ-spreekuren basisonderwijs Taal- en spraakontwikkeling: - indicatiescreening logopedist bij vijfjarigen op de nietOAB-scholen (%) - indicatiescreening logopedist bij vijfjarigen op de OABscholen (%) Aantal consultatiebureaus
Martijn Leisink
Afval
Ine van Burgsteden
€
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % Hergebruik. hoeveelheid kg restafval/inwoner 7.4
Stadsreiniging
€
-
€
30
7.7
-44
640
0
30
30
30
0
100 8
100 8
100 8
0 0
11.285
€
11.551
€ 10.765
€
50 225
48 235
786 2 -10
Ine van €
2.774
€
3.066
94
€
13.098
€
13.712
65 10,6
Milieubeheer Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal personen boven luchtnorm NO2. Aantal km wegvak boven luchtnorm NO2. Aantal te saneren hoogbelaste woningen Geen toename van de extra veiligheidsrisico's in woonwijken Geen kwetsbare en geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten (zoals scholen) binnen de 10-6 risicocontour Aantal bodemverontreinigingen met risico’s. Energie, zie programma 2.1
Henk Kok
Milieuhandhaving Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % van de bedrijven waarvoor B&W Arnhem bevoegd gezag is heeft een actuele vergunning % van de geinspecteerde bedrijven dat bij 1e controle volledig aan de voorschriften voldoet (naleefgedrag)
Alex Mink
€
€
Totaal €
1.068
€
€ 13.401
3.575
€
€
3.981
226 -7
€
29 9
63 8
€
2.840 93
100
Ine van Burgsteden
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Aantal kilometers te inspecteren riolering Aantal kilometers herstelde riolering 7.6
€
640
Burgsteden
Riolering
74
640
48 240
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: % schouwresultaten die aan de eisen voldoen 7.5
€
311 -34 1
€
-406
217 0,73 654
250 0,8 329
0 0 71
-250 -0,8 -258
0
0
0
0
0 0 19
0 0 15
0 0 14
0 0 -1
2.324
€
88
€
351
€
-263
0
80
0
-80
0
70
73
3
33.178
€
35.222
[1]
Deze cijfers komen uit EMOVO (4 jaarlijkse meting; laatste meting 2011, volgende meting 2015) van GGD Gelderland-Midden
[2]
Deze cijfers komen uit de JGz-registratie (jaarlijks) Gelderland-Midden
[3]
Deze cijfers komen uit EMOVO (4 jaarlijkse meting; laatste meting 2011, volgende meting 2015) van GGD Gelderland-Midden
€ 34.653
€
569
96
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Verklaring van de afwijking van de indicatoren 7.1 Algemene publieke gezondheidszorg De indicator % jongeren dat alcohol gebruikt onder de 16 jaar: de leeftijdsgrens is opgehoogd naar 18 jaar. De indicator is hiermee gewijzigd. De monitoring (door VGGM) van deze cijfers vindt om de vier jaar plaats. Eerstvolgende meting is 2015. Dit geldt ook voor de indicatoren % jongeren dat vijf of meer drankjes op 1 gelegenheid drinkt en het % jongeren dat regelmatig softdrugs gebruikt. 7.3 Afval • Het percentage hergebruik is vooral toegenomen door de invoering van een nieuw systeem voor de gescheiden inzameling van oud papier en karton (OPK). De hoeveelheid ingezameld OPK is in 2014 (ten opzichte van 2013) met bijna 20 procent toegenomen; • Door betere resultaten bij de gescheiden inzameling is de hoeveelheid restafval van 240 kg in 2013 afgenomen tot 225 kg per inwoner per jaar. 7.4 Stadsreiniging Een afwijking van maximaal 10% wordt als een realistische afwijking gezien. Doordat de hoeveelheid straatvuil van dag tot dag en per plek in de stad snel wijzigt, kan het voorkomen dat op verschillende plekken het beeld niet altijd voldoet aan het gestelde kwaliteitsniveau op het moment van schouwen. 7.5 Riolering • De planning om 8 km riolering in 2014 te vervangen is gerealiseerd; • In 2014 is het vooraf geplande aantal kilometers te inspecteren riolering niet gehaald wegens de overgang naar een nieuw beheersysteem. De implementatie van dit systeem maakte een herprioritering van de werkzaamheden noodzakelijk. Tevens was het door de overgang tijdelijk niet mogelijk om nieuwe inspectiegegevens te verwerken. 7.6 Milieubeheer Luchtkwaliteit: aantal personen boven de luchtnorm NO2 en aantal km wegvak boven luchtnorm NO2: beide komen uit op 0 in plaats van respectievelijk 250 en 0,8 in verband met het volgende. In 2014 zijn alle NSL-maatregelen, waaronder de milieuzone vrachtverkeer ingevoerd en verwerkt in de Monitoringtool. Daarmee, samen met enkele aanpassingen van de invoergegevens van de Monitoringtool, is de concentratie in Arnhem opnieuw berekend. Op het grootste knelpunt, waarop de km-wegvak en het aantal personen boven de norm betrekking hadden, is de concentratie nét onder de norm uitgekomen. Dus geen blootstelling meer boven de norm. 7.7 Milieuhandhaving Het percentage bedrijven dat bij de 1e controle volledig aan de voorschriften voldoet is 73%, waarmee de Arnhemse streefwaarde van 70% is gehaald. Stand van zaken belangrijke raadsonderwerpen 7.1 Algemene publieke gezondheidszorg Het college heeft op 16 december 2014 ingestemd met de invoering van de JOGG-methode (Jongeren op Gezond Gewicht). De aanpak van overgewicht wordt hiermee versterkt. 7.2 Jeugdgezondheidszorg • De voorbereiding op de wijzigingen Wet Publieke Gezondheid (takenpakket JGZ) en de afstemming Jeugdgezondheidszorg (JGZ) op de nieuwe Jeugdwet, zijn gelijktijdig en in samenhang opgepakt en afgerond. Het extra contactmoment op de VO scholen is geïmplementeerd. Waar wenselijk en/of noodzakelijk zijn er over de JGZ regionaal afspraken gemaakt; • Er zijn samen met betrokken partijen adviezen opgesteld voor de samenwerking JGZ met huisartsen en de wijkteams op uitvoeringsniveau. 7.3 Afval • In 2014 is gestart met een andere manier van inzamelen van oud papier en karton (OPK). Bijna alle laagbouwwoningen hebben een minicontainer voor OPK ontvangen (minder dan 3% van de huishoudens in laagbouwwoningen hebben de OPK-minicontainer geweigerd). Daarnaast zijn extra ondergrondse containers voor de inzameling van OPK geplaatst ten behoeve van de huishoudens in de hoogbouw; • Sinds juli 2014 zijn de ondergrondse containers voor restafval alleen nog te openen met een afvalpas. Dit is gedaan om afvaltoerisme tegen te gaan en te voorkomen dat bedrijfsafval wordt aangeboden als huishoudelijk afval; • Met ingang van 2014 is gestopt met het gratis huis-aan-huis ophalen van grof huisvuil. Door de invoering van deze maatregel maken de inwoners meer gebruik van de afvalbrengstations (stijging ca. 10%), waar een goede scheiding plaatsvindt tussen rest- en grondstromen;
7.6 Milieubeheer Na jaren van voorbereiding en 1,5 jaar saneren is de grootste bodemsanering van Arnhem (en Gelderland) afgerond: het voormalige gasfabrieksterrein. Tegelijkertijd is een voor Nederland unieke archeologische studie uitgevoerd. Het terrein dat door 100 jaar gasfabricage zwaar verontreinigd was geraakt, is nu geschikt gemaakt voor woningbouw, het Nieuwe Kadekwartier. 7.7 Milieuhandhaving ODRA is volop bezig met het verbeteren van de kwaliteit en efficiëntie van de werkzaamheden. Belangrijke ontwikkelingen zijn de stroomlijning van interne werkprocessen, flexibeler inzetbaar maken van medewerkers door scholing, efficiëntere contactmomenten met bedrijven en met de gemeente. Aandachtspunten 7.1 Algemene publieke gezondheidszorg • Gezondheidszorg is een complex veld met veel organisaties en beroepsbeoefenaren. Ook buiten de zorgverlening om worden allerlei bijdragen aan de gezondheid geleverd (bijv. via sport, informele zorg, wonen, onderwijs, milieu en werk en inkomen, zie programma 7 en de reguliere programma’s 5 en 6). De gemeente vervult in de stad vooral een regierol, gericht op een gecoördineerde, integrale en sluitende aanpak van gezondheidsproblemen en een verschuiving van zorg van de tweede naar de eerste en nulde lijn. De gemeente participeert voorts in de GR VGGM (Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden). Naast de uitvoering van wettelijke taken levert de VGGM maatwerk op contractbasis; • De indicator overgewicht: de aanpak van overgewicht onder de jeugd blijft de komende jaren de aandacht vragen; • Wijkgezondheidsteams: er heeft in het kader van de proeftuinen decentralisaties een pilot gedraaid met twee wijkgezondheidsteams. De wijkgezondheidsteams zijn niet als fysieke teams over de stad uitgerold maar de opgedane ervaring is meegenomen in de opzet van de wijkteams Jeugd en Volwassenen. 7.2 Jeugdgezondheidszorg De uitvoering JGZ voor 0-4 jarigen is ingaande 1-1-2015 overgedragen aan de VGGM. De JGZ is daarmee voor de hele groep 0-19 jarigen bij VGGM ondergebracht. 7.5 Riolering In het coalitieakkoord zijn nieuwe afspraken gemaakt die van invloed zijn op de kaders voor het onderhoud van de openbare ruimte en de riolering. De effecten hiervan zullen pas vanaf 2015 merkbaar zijn. De uitwerking zal worden opgenomen in de nog vast te stellen nota Openbare Ruimte in 2015.
onderwerp
7.5 Riolering • Op 28 juli 2014 werd Arnhem getroffen door extreme regenval dat op verschillende plaatsen in de stad heeft geleid tot grote wateroverlast en schade. Dit heeft aanleiding gegeven om na te denken over welke maatregelen noodzakelijk zijn om in de toekomst het schadebeeld en de overlast te kunnen beperken bij extreme regenval. In 2015 zal dit verder worden uitgewerkt. Dit gebeurt in samenwerking met alle partijen die zich bezig houden met de inrichting van de openbare ruimte, binnen en buiten de gemeentelijke organisatie; • In 2014 is een begin gemaakt met het definitief herstel van het Moerriool. De eerste resultaten laten zien dat de maatregelen het gewenste effect hebben. Het herstel zal de komende jaren nog verder doorlopen; • In Rijn6-verband zijn in eerste instantie 16 projecten benoemd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het delen van kennis en het gezamenlijk oppakken van (onderzoeks)projecten. Dit eerste jaar is vooral gebruikt om kennis te delen.
Jaarverslag 2014
7.4 Stadsreiniging In kader van producentenverantwoordelijkheid maakt de gemeente Arnhem sinds 2013 gebruik van de zwerfafvalvergoedingen. In 2014 zijn er verschillende producten geleverd zoals het opstellen van een organisatie advies voor het (integraal) verstevigen van de aanpak tegen zwerfafval en het ondersteunen van (burger) participatie. Actiepunten hieruit worden in 2015 nader uitgewerkt.
pagina
Op 1 januari 2014 is in drie wijken gestart met het zogenaamde ‘omgekeerd inzamelen’; een andere manier van inzameling gericht op meer scheiding en hergebruik van huishoudelijk afval. Na 1 jaar wordt het omgekeerd inzamelen geëvalueerd. Daarbij wordt ook gekeken naar onder meer de bewonerstevredenheid, de financiële aspecten en het risico van bijplaatsingen van afval bij ondergrondse containers. Op basis van het evaluatierapport zal de gemeenteraad in 2015 een besluit nemen over het wel of niet uitrollen van het nieuwe inzamelsysteem over heel Arnhem; Op landelijk niveau zijn de doelstellingen betreffende het hergebruik van huishoudelijk afval aanzienlijk aangescherpt. In het VANG-programma (VANG staat voor Van Afval Naar Grondstof) wordt uitgegaan van 75% hergebruik en 100 kg huishoudelijk restafval per inwoner per jaar in 2020. Gelet op bovenstaande ontwikkelingen is de noodzaak van afvalscheiding verder toegenomen.
97
• •
onderwerp
• De publieke gezondheidstaken zijn uitgevoerd conform de begroting 2014-2017. De afspraken zijn via de gemeenschappelijke regeling en maatwerkdiensten VGGM uitgevoerd conform afspraak; • De publieke gezondheidstaken JGZ zijn uitgevoerd conform de begroting 2014-2017. De afspraken zijn zowel via de gemeenschappelijke regeling/DVO VGGM als het contract met STMG inzake maatwerkdiensten conform de afgesproken omvang en inzet gerealiseerd. De integrale aanpak binnen de JGZ wordt vereenvoudigd doordat de uitvoering JGZ voor de hele groep 0-19 jarigen ingaande 2015 bij één organisatie is belegd; • In 2014 is een andere inzameling van oud papier en karton ingevoerd met goede resultaten. In drie wijken is daarnaast gestart met een proef met omgekeerd inzamelen met eveneens positieve resultaten. Begin 2015 wordt de proef geëvalueerd op basis waarvan de raad medio 2015 een besluit neemt over het al dan niet uitrollen van omgekeerd inzamelen over de gehele stad; • In het Afvalbeleidsplan 2012-2020 "van afval naar grondstof" zijn hoge ambities opgenomen. De ingevoerde maatregelen behalen zijn doelstellingen. Er moeten extra maatregelen ingevoerd worden om de VANG doelstellingen te behalen (75% hergebruik in 2020). Welke maatregelen dit zijn wordt in 2015 verder onderzocht; • Het verwijderen van zwerfvuil en onkruid op verharding wordt op het kwaliteitsniveau C (matig) uitgevoerd, met uitzondering van het Centrum en een aantal wijkwinkelcentra waar een hoog niveau A (goed) wordt aangehouden. Door middel van schouwen is gebleken dat in maximaal 7% van alle metingen (ruim 36.000 metingen) het beeld niet voldeed aan het gestelde kwaliteitsniveau. Die keren dat het kwaliteitsniveau van de metingen niet voldeed zijn deze locaties binnen 3 werkdagen (afvalbakken binnen 1 dag) weer op het gewenste kwaliteitsniveau gebracht. Voor een meer gedetailleerde toelichting wordt verwezen naar de paragraaf 'Onderhoud kapitaalgoederen'; • De wateroverlastproblematiek vraagt mogelijk om heroverweging van de uitgangspunten uit de Keuzenota Integraal Onderhoud Openbare Ruimte over de aanpak van water op straat. Hier worden in 2015 nadere keuzes in gemaakt. Ondertussen verloopt het geplande rioolonderhoud volgens planning; • Arnhem koppelt het milieubeleid aan maatschappelijke vraagstukken uit de samenleving, en draagt zo bij aan een duurzame inrichting van de stad en een goede fysieke leefomgevingskwaliteit. De taken milieubeheer zijn uitgevoerd conform de MJPB 2014-2017.
Jaarverslag 2014
Conclusie
pagina
7.7 Milieuhandhaving In 2015 wordt de raad een beleidsnota voorgelegd, waarmee prioriteiten bepaald kunnen worden binnen de vergunningverlening en handhaving.
98
7.6 Milieubeheer • Door een bezuiniging van € 100.000 éénmalig in 2014 op het ISV3 geluidsaneringsbudget lukt het waarschijnlijk niet alle resterende A-lijstwoningen te saneren. Voor de sanering van de B-lijst en eindmelding woningen zal het rijk naar verwachting geen ISV-budgetten beschikbaar stellen; • De afronding van de aanpak van spoedlocaties bodemsanering vindt uiterlijk in 2015 plaats voor de locaties met humane risico’s. In Arnhem zal na 2015 nog een tiental locaties met niet humane risico’s (ecologische en verspreidingsrisico’s) gesaneerd moeten worden. Komende jaren zal ingezet worden op de transitie van saneren naar actief beheren; • Extra maatregelen ter bevordering van de luchtkwaliteit: aanscherping handhaving milieuzone vrachtverkeer en generieke maatregelen (elektrisch vervoer stimuleren) zijn in voorbereiding.
99
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 7 Financiën Gezondheid en milieu Regulier Programma 7. Gezondheid en milieu
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Rekening 2014
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
33.178
40.143
35.222
34.653
569
V
Baten
totaal
4.633
4.154
3.966
5.334
1.368
V
-28.545
-35.989
-31.256
-29.319
1.937
V
4.038 3.855
7.549 1.477
7.592 828
8.458 1.465
866 637
N V
-183
-6.072
-6.764
-6.993
-229
N
-28.728
-42.061
-38.020
-36.312
1.708
V
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Incidentele subsidie ISV Bodem (zie baten) - Kabels en Leidingen: toezicht (zie baten) - Hogere energiekosten bushokjes en DRIS - Afval Breng Station: correctie in 2013 teveel ten laste van exploitatie gebrachte kosten - Groot onderhoud Riolering: lagere kosten voor voorbereiding, administratie en toezicht (VAT) - Stadsreiniging - Diversen
Afwijking
V/ N
-325 -228 -150 406 326 226 314
N N N V V V V
569
V
-265 574 325 294 133 307
N V V V V V
Totaal afwijking baten
1.368
V
Totaal afwijking exploitatieresultaat
1.937
V
Totaal afwijking lasten Baten - Kabels en Leidingen: vergunningverlening - Afvalbeheer: opbrengst oud papier, Kunstof, glas, textiel - Incidentele subsidie ISV Bodem (zie lasten) - Kabels en Leidingen: toezicht (zie lasten) - Meer opbrengsten uit de verpachting brandstofverkooppunten en overige pachten - Diversen
Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: beleid en uitvoering Jeugd en WMO (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Programma JOGG (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutatie gemeentefonds - Overloop: Rioolinspecties (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Bommenkaart (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Uitvoering programma bodem (Rb 15-12-2014) - BR Groot onderhoud en vervanging openb ruimte: Jaarprogramma Groot onderhoud Riolering (Rb 28-10-2013) - BR GRP: GRP 3 (Rb 09-11-2011: MJPB 2012-2015) - BR Vastgoed: Resultaat beheer gemeentelijke panden (Rb 20-12-2011)
100 36 215 42 50 326 7.607 82
Totaal mutaties toevoegingen
8.458
Onttrekkingen - BR Vastgoed: Resultaat beheer gemeentelijke panden (Rb 20-12-2011) - BR Frictiekosten: Hogere inschaling dan normschaal (Rb 28-10-2013) - BR Ondergronds Afvaltransport: Exploitatieresultaat 2014 (Rb 11-11-2013) - BR Huishoudelijk afval: Programmering 'omgekeerd afval inzamelen' (Rb 30-05-2012) - BR GRP: kapitaallasten GRP 3 (Rb 11-11-2013) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Uitvoering programma bodem (Rb 15-12-2014) - BR Omgevingslawaai: Amsterdamseweg (Rb 13-12-2013)
74 29 12 100 1.317 -150 83
Totaal mutaties onttrekkingen
1.465
Totaal mutaties reserves
-6.993
100
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
In 2014 is er gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe Woonvisie, de actualisering van de gewenste voorraad op de lange termijn (het Woningkompas) en de gebiedsgerichte uitwerkingen met een pilot-wijkvisie voor De Laar. Daarnaast is in 2014 het landelijke Woonakkoord nader uitgewerkt en uitgevoerd. Duidelijk werd wat de gevolgen van het Woonakkoord zijn voor de betaalbaarheid voor huurders en financierbaarheid voor kopers. Binnen de kaders van het rijk maakt de gemeente optimaal gebruik van de door het rijk beschikbaar gestelde middelen voor starters. Verder zet het rijk de scheiding tussen wonen en zorg door, waardoor mensen langer zelfstandig moeten blijven wonen. Daarom is het belangrijk dat woningen levensloopbestendig zijn. Het programma 6 'Wonen in de Wijken' legt de gemeente een bijzonder accent bij het bevorderen van toekomstbestendige wijken, waar mensen prettig, goed en vooral langer (zelfstandig) kunnen wonen en leven. De regionale samenwerking voor het wonen zal veranderen als de Stadsregio wordt opgeheven. Er wordt gewerkt aan een andere vorm van samenwerking tussen de regiogemeenten. 8.2 Ruimte ontwikkeling en beheer Hoe zorgen we ervoor dat Arnhem een omgeving is waar het prettig wonen en werken is? Allereerst door bij beheer en ontwikkeling van de fysieke stad de eigen Arnhemse kwaliteiten te onderkennen en hierop actief voort te bouwen. Dit principe is vastgelegd in de Structuurvisie Arnhem 2020, dat de leidraad is voor beheer en ontwikkeling van de Arnhemse ruimte. Een ander principe dat hierin is vastgelegd is dat Arnhem niet meer werkt met blauwdrukken voor grootschalige stadsontwikkeling. In plaats van een eindbeeld wordt alleen nog de koers aangegeven. Een koers die recht doet aan de locatie en aan de stad, maar flexibel genoeg is om letterlijk ruimte te geven aan spontaniteit, creativiteit, en ondernemerschap. Deze manier van werken wordt onder meer toegepast op de zuidelijke binnenstad van Arnhem. Het werken op basis van een koers in plaats van eindplannen vraagt wel om robuuste en heldere kaders. Bestemmingsplannen zijn hier een instrument voor. Het is een wettelijke taak van de gemeente om bestemmingsplannen actueel te houden. Er is sprake van continue inzet op dit vlak. Er wordt gewerkt aan de voorbereiding van de Omgevingswet die naar verwachting in 2018 in werking treedt. Te overwegen valt een aanmelding van Arnhem als pilotgemeente voor de implementatie van de (uitgangspunten van) omgevingswet. Enerzijds omdat op deze wijze de Arnhemse kennis en ervaring gedeeld kan worden en anderzijds om zelf ervaring op te doen met vereenvoudiging van regelgeving in de opmaat naar de Omgevingswet. De uitvoerende taken op het gebied van omgevingsvergunningen en bouw- en woningtoezicht zijn ondergebracht bij de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA). In 2014 zijn verkenningen uitgevoerd naar mogelijkheden om het tekort op de WABO-leges terug te dringen. In 2015 zullen er daadwerkelijk interventies gepleegd worden.
onderwerp
Het woningaanbod is maar heel beperkt beïnvloedbaar, omdat het voor het overgrote deel al vast ligt in de bestaande woningvoorraad. Bijsturing van het aanbod is alleen mogelijk door toevoegen of vervangen van woningen. Dit vraagt om een heldere koers: nieuwe toevoegingen aan de woningvoorraad moeten altijd een kwalitatieve bijdrage leveren aan de versterking van de positie van Arnhem als aantrekkelijke en onderscheidende woonstad. Dus uitsluitend bouwen wat de stad echt nog nodig heeft, gelet op de vraag van de diverse doelgroepen, en alleen maar op de plekken die daar maximaal geschikt voor zijn. Uitgangspunt is dat er in Arnhem altijd voldoende woningen aanwezig zijn, zodat mensen een huis kunnen vinden die bij hun levensfase past. Dit uitgangspunt is opgenomen in het Coalitieakkoord 2014-2018.
Jaarverslag 2014
8.1 Voldoende woningen van de juiste kwaliteit Arnhem is een aantrekkelijke woonstad en moet dat ook blijven. Die aantrekkelijkheid wordt bepaald door een combinatie van de kwaliteit van het woningaanbod en de kwaliteit van de woonomgeving. Arnhem zet daarom in op zowel de versterking van Arnhem als prettige plek om te wonen als op een nog meer onderscheidend, divers en aantrekkelijk woningaanbod.
pagina
Beleidstoelichting
101
Regulier Programma 8 Wonen en ruimte
Stand van zaken indicatoren Indicatoren 8.1
Voldoende woningen van de juiste kwaliteit Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Nieuwbouw (bruto) Sloop Netto aantal woningen op basis van planvoorraad waarvan onzekerheidsfactor groot is
Bestuurder
Rekening 2013
Gerrie Elfrink €
Netto effect: nieuwbouw minus sloop (doorrekening gemeentefonds) 8.2
8.3
Ruimtelijke ontwikkeling en beheer Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: aantal geactualiseerde bestemmingsplannen aantal behandelde vergunningaanvragen Stedebouw en Landschap aantal behandelde vergunningaanvragen Bouw- en Woningtoezicht aantal welstandsadviezen aantal adviezen initiatieven derden controles reguliere bouw & monumentenvergunningen controle op (asbest) sloopvergunningen aantal gecontroleerde bestaande bouwwerken (incl. illegale bouw, kamerverhuur, bouwklachten etc.)
Alex Mink
Grondexploitatieprojecten Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: grex-programma woningen
Martijn Leisink
€
€
grex-programma bedrijven m2 uitgeefbaar grex-programma kantoren m2 bvo grex-programma detailhandel/leisure m2 vvo grex-programma bijzondere bebouwing m2 8.4
Niet-grondexploitatieprojecten Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: aantal begeleide bouwplannen van derden
1.682
€
1.805
2.015
€
-210
600 326 274 -200
655 6 649 0
55 -320 375 200
322
74
649
575
10.723
€
6.425
€
6.943
€
-518
8
10
10
0
148
115
115
0
496 500 500 2.000 150
600 500 500 2.000 150
551 483 483 0 0
-49 -17 -17 -2.000 -150
400
400
0
-400
50.753
€
51.461
€
33.748
€ 17.713
96
454
363
-91
0 0 0 0
7.121 31.000 10.000 3.300
0 0 11.870 0
-7.121 -31.000 1.870 -3.300
23.151 17
Totaal €
€
Afwijking
600 278 322 0
Gerrie Elfrink/ Alex Mink €
Rekening 2014
Begroot 2014
86.309
€
46.868
€
0
≈0 € 106.559
18.775
€
61.481
€ 28.093 0 € 45.078
onderwerp
Verder is er gewerkt aan verschillende (gemeentelijke) investeringsprojecten zoals Malburgen (ontwikkelingsplan), Presikhaaf 2, Stadsblokken Meinerswijk, wonen boven winkels en OV-terminal Arnhem Centraal. Deze projecten worden niet gefinancierd door het verkopen van bouwgrond, maar door subsidies, bijdragen derden en gemeentelijke middelen.
Jaarverslag 2014
8.4 Niet - Grondexploitatieprojecten Niet alleen de gemeente geeft vorm aan de toekomst van de stad. Op veel plekken zijn andere partijen aan de slag met stadsontwikkeling. Ook ontwikkelingen van derden vragen om begeleiding van de gemeente vanuit haar publieksrechtelijke rol. Het gaat dan om bijvoorbeeld het opstellen van een gebiedsvisie, nota van randvoorwaarden of herziening van het bestemmingsplan. Voorbeelden van dit soort projecten zijn Tuin van Elden, Buitenplaats Koningsweg, Braamweg 1, Larikshof en Presikhaaf-Nieuwe Vaart. In 2014 liepen er een kleine 20 van dergelijke ontwikkelingen. De kosten die de gemeente maakt voor de begeleiding ervan worden bij de initiatiefnemer in rekening gebracht.
pagina
Een uitgebreide toelichting op de beleidsinhoudelijke- en financiële effecten wordt gegeven in de paragraaf Grondbeleid.
102
8.3 Grondexploitatieprojecten Sinds de vastgoedcrisis zijn de omstandigheden voor het door de gemeente exploiteren van gronden wezenlijk veranderd. Er is in 2014 gewerkt aan een herziening van het Arnhemse grondbeleid waarin een minder actief beleid wordt voorgestaan. Een en ander neemt niet weg dat de gemeente een aantal grondexploitaties onder handen heeft die van groot belang zijn voor de stad. Het gaat onder andere om projecten Arnhem Centraal Oost, Zuidelijke Binnenstad en Schuytgraaf. Daarnaast heeft de gemeente een bestand van nog uit te geven exploitatiegronden. Er wordt aan gewerkt om deze gronden alsnog te ontwikkelen.
103
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Verklaring van de afwijking van de indicatoren 8.1 Voldoende woningen van de juiste kwaliteit Er zijn in 2014 meer woningen opgeleverd dan verwacht. Daarnaast is de sloop veel minder geweest. Een deel van de woningen (in Presikhaaf 2) was al in 2013 gesloopt. Een deel van de sloop is uitgesteld (Het Dorp, Rijnwijk, van Ockeghemlaan) en van ee n deel is de sloop nog niet helemaal afgerond (zoals in Paradijs) en dus ook nog niet verwerkt in de Basis Administratie Gebouwen (BAG). 8.2 Ruimte ontwikkeling en beheer • De controles zijn vraagafhankelijk en vallen om die reden lager uit. • Het aantal verleende vergunningen is ongeveer 10% minder dan begroot. De oorzaak hiervan moet gezocht worden in de economische situatie. Er lijkt een stabiel lager niveau bereikt te zijn. Op grond hiervan is het nog niet mogelijk conclusies te trekken over een eventueel herstel. 8.3 Grondexploitatieprojecten • Als gevolg van de crisis op de vastgoedmarkt en in de woningbouw is er in 2014 sprake van het achterblijven van de grondopbrengsten. Wel is een tendens waarneembaar dat verkoop van grond voor woningbouw in de lift zit. • Er is grond verkocht voor het realiseren van 363 woningen. Daarnaast zijn er ca. 300 betaalde planontwikkelings-overeenkomsten getekend. • Ook is er een aanzienlijk programma commercieel verkocht. Het betreft hier met name het commerciële programma op Arnhem Centraal; bioscoop en winkels. • De verkoop van gronden voor kantoren en bedrijven blijft achter bij de prognose. NB: Afwijkingen in de indicatoren in de grondexploitatieprojecten leiden doorgaans niet direct tot een financiële afwijking doordat het saldo van lasten en baten als onderhanden werk op de balans wordt gezet. Een uitgebreide toelichting op de beleidsinhoudelijke- en financiële effecten wordt gegeven in de paragraaf grondbeleid. 8.4 Niet - Grondexploitatieprojecten Geen afwijking van de indicator. Ondanks het economische tij is het aantal projecten de afgelopen jaren na een aanvankelijke daling redelijk stabiel gebleven. Stand van zaken belangrijke raadsonderwerpen 8.1 Voldoende woningen van de juiste kwaliteit • Het merendeel van de geprioriteerde actiepunten van de bestaande woonagenda is inmiddels uitgevoerd. In 2014 is gewerkt aan het in beeld brengen van de nieuwe opgaven die op Arnhem afkomen. Die zullen worden vertaald naar de nieuw op te stellen woonvisie. Gelet op de raakvlakken met het veranderprogramma ‘Wonen in de wijken’ wordt voor een verdere toelichting naar dat hoofdstuk verwezen; • Het Woonakkoord van het rijk is vertaald in de Herzieningswet voor corporaties die eind 2014 door de 2e Kamer is aangenomen. Tevens is in oktober 2014 de uitslag van de parlementaire enquêtecommissie corporaties uitgekomen. Die heeft ook weerslag op de Herzieningswet gehad. Naar verwachting treedt de nieuwe wet in juli 2015 in werking; • In 2014 is de nieuwe Huisvestingswet van kracht geworden. De Stadsregio Arnhem Nijmegen is aan de slag gegaan met een proces om te komen tot een nieuwe Huisvestingsverordening. Dit werk kan de Stadsregio niet afmaken wegens haar opheffing en zal in 2015 worden opgepakt door de gemeenten. Uiterlijk 1 januari 2016 moet de nieuwe verordening in werking treden; • In 2014 zijn ten aanzien van het scheiden van wonen en zorg stappen gezet om de veranderingen in het sociale domein en de fysieke opgave met elkaar te verbinden. Dat heeft geleid tot een onderzoek naar de gevolgen voor Arnhem voor de huisvesting van bijzondere doelgroepen. Verder is een scan gestart om de woningen in Arnhem te toetsen op levensloopgechiktheid en aanpasbaarheid, waardoor mensen langer thuis kunnen blijven wonen; • In de startnotitie voor de nieuwe woonvisie heeft het levensloopgeschikt wonen een prominente plaats gekregen. Het gaat daarom over meer dan de woning, maar ook om de woonomgeving en bereikbaarheid; • In 2014 heeft de Stadsregio Arnhem Nijmegen het batig saldo uit de uitvoering van de BWS-regeling overgemaakt aan de gemeente Arnhem. Bij de vaststelling van het MJPB 2015 heeft de raad een amendement aangenomen, waarbij die gelden plus een deel van de BR Volkshuisvestingsfonds en BR Stimuleringsfonds woningbouw, in totaal € 2,5 miljoen voor de komende 3 jaar, beschikbaar te stellen voor de woningcorporaties ten behoeve van het levensloopgeschikt en duurzaam maken van huurwoningen. Dit is uitgewerkt in een convenant met de drie grootste corporaties in Arnhem. 8.2 Ruimte ontwikkeling en beheer • Arnhem is grotendeels belegd met actuele bestemmingsplannen. Voor een relatief gering aantal gebieden is dit nog niet het geval. Reden daarvoor is ondermeer het uitblijven of uitstellen van ontwikkelingen door de crisis. Deze zogenaamde 'witte vlekken' worden waar mogelijk alsnog voorzien van een planologische regeling;
8.2 Ruimte ontwikkeling en beheer • De inwerkingtreding van de Omgevingswet (voorzien voor 2018) vergt voorbereiding. Het is belangrijk daar nu al op te anticiperen; • In 2015 zullen er interventies plaatsvinden om het tekort op de WABO-leges terug te dringen. 8.3 Grondexploitatieprojecten • De perspectieven voor de woning(bouw)markt zijn positiever dan een jaar geleden. Het realiseren van woningbouw in hogere prijssegmenten blijft echter een uitdaging. Wel is er een trend waarneembaar dat de grond voor duurdere woningen goed verkoopt, indien aan enkele randvoorwaarden wordt voldaan, zoals bijvoorbeeld een gunstig gelegen locatie van de grond; • Tegenover de positieve signalen van de woningmarkt staat de matige conditie waarin de markt voor commercieel vastgoed zich bevindt. De vraag naar kantoorruimte en bedrijventerreinen ligt nog altijd zeer laag. Bij projecten die vooral afhankelijk zijn van grondopbrengsten uit deze markt zullen mogelijk aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Dit kan variëren van het uit de markt halen van uit te geven gronden, het uitstellen van de gronduitgifte of omzetten naar andere functies. Algemeen: Binnen het programma wonen en ruimte is in 2014 gezocht naar structureel € 250.000 bezuiniging vanaf 2015. Conclusie • • • • •
De nieuwbouw van woningen heeft de opgaande lijn weten vast te houden; Het maken van een nieuwe woonvisie en woonvisies voor de wijken zijn op schema; Arnhem is grotendeels op koers wat betreft actuele bestemmingsplannen. De laatste zogenaamde 'witte vlekken' worden alsnog voorzien van een planologische regeling op het moment dat zich daar een mogelijkheid voor aandient (in beheerbestemmingsplan of ontwikkelplan); Het aantal verleende vergunningen lijkt een stabiel lager niveau bereikt te hebben; De inwerkingtreding van de Omgevingswet vraagt om een gedegen en tijdige voorbereiding. In de organisatie moet ruimte worden vrijgespeeld om hierop te anticiperen.
onderwerp
8.1 Voldoende woningen van de juiste kwaliteit • De regionale samenwerking via de Stadsregio Arnhem Nijmegen komt definitief ten einde per 1 juli 2015. De gemeenten werken aan een nieuwe wijze van samenwerking, waarin een Gemeenschappelijk Orgaan als oplossing is gekozen. In de eerste helft van 2015 wordt dit voor het thema wonen nader uitgewerkt; • Het landelijke beleid voor hypotheekregels en de nationale Hypotheekgarantie zijn doorgezet en zullen in 2015 een verder vervolg krijgen.
Jaarverslag 2014
Aandachtspunten
pagina
8.3 Grondexploitatieprojecten Zie hiervoor de paragraaf Grondbeleid.
104
• De gemeente orienteert zich op de gevolgen van de nieuwe Omgevingswet die in 2018 van kracht moet worden; • Door een wetswijziging eind 2014 is het aantal bouwwerken dat van vergunningplicht is vrijgesteld, toegenomen. Ook is de zogenaamde ‘kruimelgevallen-regeling’ uitgebreid, waardoor meer activiteiten onder dit relatief lichte regime gaan vallen. Transities van bestaande gebouwen vallen nu hieronder. Hiervoor zijn in 2014 nieuwe beleidsregels voorbereid die in 2015 ter vaststelling zullen worden aangeboden; • Bij ruimte ontwikkeling en beheer in de stad is de Structuurvisie 2020-2040 voortdurend uitgangspunt en leidraad; • In 2015 zal de Arnhemse commissie voor ruimtelijke kwaliteit (welstandscommissie) opgeheven worden. Hiervoor zijn in 2014 de voorbereidingen getroffen. Bij de vaststelling van het MJPB 2015 is het budget voor de commissie voor ruimtelijke kwaliteit al uit de meerjarenbegroting geschrapt; • In 2015 zullen er interventies uitgevoerd worden om het tekort op de WABO-leges terug te dringen.
105
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 8 Financiën Wonen en ruimte Regulier Programma 8. Wonen en ruimte b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Rekening 2014
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
86.309
78.421
106.559
61.804
44.755
V
Baten
totaal
75.754
79.674
104.882
57.609
-47.273
N
-10.555
1.253
-1.677
-4.195
-2.518
N
1.494 3.131
2.414 1.573
600 2.552
3.372 2.992
2.772 440
N V
1.637
-841
1.952
-380
-2.332
N
-8.918
412
275
-4.575
-4.850
N
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat
Afwijking
V/ N
Lasten - Jaarresultaat Grondexploitatie inclusief erfpacht (zie paragraaf Grondbeleid) - Afboeking rentelasten op NIEGG's en strategische posities - Bezuinigingen ODRA - WABO-vergunningen: voorziening dubieuze debiteuren en aansprakelijkstelling - Mutatie Onderhanden Werk: verschuiving in de tijd van de projecten (zie baten) - Kosten woonschepen - Diversen
-1.455 -1.187 -1.044 -243 48.933 338 -587
N N N N V V N
Totaal afwijking lasten
44.755
V
Baten - Mutatie Onderhanden Werk: verschuiving in de tijd van de projecten (zie lasten) - WABO-vergunningen: opbrengst gemeenteleges - Vrijval voorziening aanpassing indexering grondexploitatie - Baten Grondexploitatie inclusief erfpacht (zie paragraaf grondbeleid) - Afdracht BWS gelden - Programmakosten ODRA: VGGM aandeel - Diversen
-49.044 -2.418 2.378 1.209 380 153 69
N N V V V V V
Totaal afwijking baten
-47.273
N
-2.518
N
Totaal afwijking exploitatieresultaat Toelichting resultaatbestemmingen
b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR vrijval voorziening aanpassing indexering (Rb 19-12-2005) - BR Starters-en duurzaamheidsleningen: Verruiming Startersleningen - Nieuwbouw (Rb 29-09-2014) - BR Volkshuisvesting: Voordeel op rente financiering Starterslening (Rb 26-05-2014: MJPB 2014-2017) - BR Stimulering Woningbouw: Afdracht BWS gelden (Rb 10-06-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Woonschepen (Rb 15-12-2014) - BR Risicobeheer Arnhem Centraal (Rb 29-09-2014)
2.378 40 60 380 14 500
Totaal mutaties toevoegingen
3.372
Onttrekkingen - BR Grondexploitatie: Resultaat GREX 2014 (Rb 19-12-2005)
1.227
- BR Stimulering Woningbouw: Stimuleringsmaatregelen bestrijding crisis vastgoedmarkt (Rb 19-10-2009) - BR Volkshuisvesting: Realiseren doelen Woonvisie (Rb 26-06-2012) - BR Volkshuisvesting: WOS-fraude (Rb 30-06-2014) - BR Starters-en duurzaamheidsleningen (Rb 26-06-2012) - BR Frictiekosten: Hogere inschaling dan normschaal (Rb 28-10-2013) - BR Vastgoed: Resultaat beheer gemeentelijke panden (Rb 20-12-2011) - BR Niet Gesprongen Explosieven (Rb 13-12-2010) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Woonschepen (Rb 17-12-2013, 30-06-2014) - BR Wonen boven Winkels: Kosten afwikkeling project (Rb 29-09-2014) - BR Risicobeheer Arnhem Centraal (Rb 29-09-2014) Totaal mutaties onttrekkingen Totaal mutaties reserves
371 24 296 324 64 1 108 352 184 41 2.992 -380
106
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Over de binnen de gemeente beschikbare gestelde gelden wordt als rentevergoeding de zogenoemde omslagrente in rekening gebracht. Deze is gebaseerd op de rentepercentages zoals van toepassing op de leningenportefeuille ingenomen gelden voor de gemeente Arnhem plus de operationele kosten van de financieringsfunctie. Voor de begroting 2015 is de omslagrente gesteld op 5,25%. Algemene uitkering De doorrekening van de meicirculaire 2013 is de basis geweest voor de meerjarige prognose van het gemeentefonds vanaf 2014. De uiteindelijke hoogte van het gemeentefonds over 2014 voor Arnhem zoals in de jaarrekening opgenomen, is gebaseerd op de effecten uit alle circulaires die na deze meicirculaire 2013 zijn uitgebracht en op een actualisatie van de verdeelmaatstaven. De positieve afwijking op de algemene uitkering is grotendeels veroorzaakt door afrekeningen over 2012 en 2013. De afwijking over 2014 zelf is minimaal; er zijn ten opzichte van de begroting geen grote aanpassingen van het accres geweest. Belastingen en heffingen In het coalitieakkoord van 2014 hebben de coalitiepartijen afgesproken dat de gemeentelijke belastingen, zoals de onroerend zaakbelasting en de afvalstoffenheffing, niet meer stijgen dan met de gemiddelde prijsstijging in Nederland. Voor 2014 had het Centraal Plan Bureau de verwachte consumentenprijsindex (CPI) vastgesteld op 2,75%. Met dit percentage zijn belastingen in 2014 geïndexeerd. Belangrijke uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de belastingen en heffingen zijn in Arnhem de volgende: • evenwichtige lastenverdeling tussen burgers en ondernemers; • evenwichtige lastenverdeling tussen burgers onderling (draagkracht). Op dit product wordt in 2014 een aantal nadelen gerealiseerd: • door uitgesproken faillissementen zijn in 2014 met terugwerkende kracht voor meerdere jaren openstaande vorderingen oninbaar verklaard; • door een uitspraak van de Hoge Raad ten aanzien van woondelenvrijstelling is het aandeel crediteringen naar aanleiding van bezwaar in 2014 substantieel hoger dan gewoonlijk; • de waarde voor de niet-woningen is aan de voorkant in de verordening 2014 te hoog ingeschat. De behaalde meeropbrengst op de diverse belastingsoorten compenseert deze nadelen in onvoldoende mate. In de paragraaf Lokale heffingen wordt uitgebreid ingegaan op de beleidsuitgangspunten, op ontwikkelingen op het gebied van lokale heffingen, de lastendruk en de ontwikkeling van de tarieven.
onderwerp
Geldleningen Ten behoeve van de eigen financiering van investeringen en de financieringsbemiddeling voor instellingen (gelieerd aan beleid van de gemeente) wordt tegen zo gunstig mogelijke condities geld aangetrokken: vanuit de geldmarkt voor kortlopende middelen en vanuit de kapitaalmarkt voor langduriger financieringsbehoefte. De financiering voor derden wordt op basis van een besluit van november 2007 beperkt gehouden. De gemeente is terughoudend bij het verstrekken van leningen aan derden. Voor financiering van de eigen gemeentelijke activiteiten wordt een belangrijk deel op de balans aanwezige reserves en voorzieningen ingezet. Het voordeel dat gerealiseerd is op de geldleningen ontstaat enerzijds omdat er minder rente is betaald op diverse leningen en anderzijds omdat de buffer voor rentestijging niet aangesproken hoefde te worden. Het is wel belangrijk dat deze buffer in de komende periode in stand blijft, om toekomstige rentestijgingen op te kunnen vangen.
Jaarverslag 2014
Inleiding Beleidsmatig zijn in dit programma, leningen, verzekeringen, beleggingen, kosten voor huisvesting en ICT en investeringen van belang. Verder gaat het in dit programma over de algemene dekkingsmiddelen en de niet direct aan de andere programma’s toe te rekenen kosten. Onder de algemene dekkingsmiddelen vallen met name de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de belastingen en heffingen.
pagina
Beleidstoelichting
107
Regulier Programma 9 Financiën en bedrijfsvoering
Belangrijke raadsonderwerpen 2014 De verordening Belastingen 2015 is vastgesteld naar aanleiding van de raadsbehandeling van de MJPB 20152018.
onderwerp
Algemene stelposten In dit product wordt een nadeel van € 2 miljoen veroorzaakt door de afboeking van een aantal gemeentelijke panden die verrekend worden met de opbrengst als gevolg van verkopen. Daarnaast is hier de taakstelling bedrijfsvoering van € 1,9 miljoen welke gefinancierd is door de vacatureruimte. Een nadere toelichting daarvan wordt gegeven in de paragraaf Bedrijfsvoering. Resteert nog een voordeel van € 1,8 miljoen op de kapitaallasten als gevolg van het niet uitvoeren van investeringen in 2013, waardoor geen kapitaallasten ontstaan in 2014.
Jaarverslag 2014
ICT De afgelopen jaren is fors bezuinigd op ICT, er is onvoldoende geïnvesteerd en vervangingen zijn uitgesteld. Gezien de verouderde ICT-omgeving en de instabiliteit van het systeem was het noodzakelijk een forse impuls te geven aan de ICT-omgeving in het kader van de decentralisaties. Hiervoor zijn bij de jaarrekening 2013 middelen gereserveerd. Voor een deel is in 2014 uitvoering gegeven aan deze impuls. Voor een deel wordt dit ook doorgeschoven naar 2015, omdat in 2014 als gevolg van andere projecten enige vertraging is opgelopen. De nadelen op dit product over 2014 zijn vooral te wijten aan hogere kosten voor licenties.
pagina
Huisvesting en facilitaire zaken Met het oog op de duur van de huurcontracten, de te ontwikkelen organisatie- en huisvestingsvisie op lange termijn én de huidige ontwikkelingen op de kantoormarkt, is in de afgelopen periode een eerste studie gedaan naar de te maken strategische keuze voor de lange-termijn huisvesting van de gehele ambtelijke organisatie. Dit zal in de komende periode nader worden uitgewerkt om een passende huisvesting te realiseren bij het aflopen van de huidige huurverplichting die voor het stadskatoor 30 juni 2020 en voor Eusebiusveste 1 april 2021 is. In 2014 is een nadeel van € 4 ton gerealiseerd wegens de gestegen huurkosten van het Stadskantoor en de Eusebiusveste.
108
Verzekeringen en beleggingen Het verzekeringenbeleid is gericht op minimalisatie van de kosten van verzekeringspremies te betalen aan de assuradeurs en van de eigen risico’s in het kader van schades. Voor het beheer van panden (denk hierbij met name aan de sport- en schoolgebouwen) wordt actief gewerkt aan preventiemaatregelen. Dit leidt tot een gunstige premiestelling van de brandverzekering. Voor de realisatie van het product verzekeringen geldt dat er een voordeel ontstaat doordat er zich structureel minder aansprakelijkheids-claims op schadeuitkeringen voordoen.
109
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Stand van zaken indicatoren Indicatoren 9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
9.6
9.7
Bestuurder
Geldleningen Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Emu-saldo Rente-risiconorm
Martijn Leisink
Algemene uitkering Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken:
Martijn Leisink
Belastingen en heffingen Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken:
Martijn Leisink
Interimpool + PMB + beleid en regie Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken:
Alex Mink
Indirecte personeelskosten Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken:
Alex Mink
Verzekeringen en beleggingen Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken:
Martijn Leisink
Huisvesting en facilitaire zaken
Martijn Leisink
€
9.9
9.10
47.914 17%
Rekening 2014
Begroot 2014
€ (11.508) € €
Afwijking
(9.312) €
(15.603) €
€
- € 19%
2%
17%
6.291
€
-
€
-
€
-
€
-
€
5.153
€
5.052
€
8.691
€
-3.639
€
13.946
€
23.495
€
21.356
€
2.139
€
46.052
€
47.951
€
47.298
€
653
€
713
€
498
€
49
€
449
€
13.348
€
14.261
€
14.747
€
-486
€
7.916
€
7.465
€
8.822
€
-1.357
€
3.694
€
2.284
€
2.284
€
-
€
1.378
€
2.207
€
4.366
€
-2.159
Totaal €
80.692
€
93.901
€
92.010
€
1.891
Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: 9.8
Rekening 2013
ICT Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken:
Martijn Leisink
Kapitaallasten indirect Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken: Investeringsverloop in %
Martijn Leisink
Algemene stelposten Wat kost het (x € 1.000,--) Wat willen we bereiken:
Martijn Leisink
Verklaring van de afwijking indicatoren Product 9.1 De rente-risiconorm heeft betrekking op herfinanciering van bestaande leningen en is volledig een gevolg van beslissingen uit het verleden. Hierop kan in het lopende jaar niet gestuurd worden. Algemene opmerking Indicatoren zijn voor dit reguliere programma niet relevant, omdat het geen beleidsinhoudelijk programma is. Het is een financieel programma, waarbij meer informatie te vinden is in de volgende paragrafen: Bedrijfsvoering, Lokale heffingen, Financiering en weerstandsvermogen. Tevens is er meer informatie te vinden over de robuustheid van de financiën in de paragraaf Stresstest.
110
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 9 Financiën Financiën en bedrijfsvoering Regulier Programma 9. Financiering en bedrijfsvoering b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Rekening 2013
Middelen
Begroot 2014 Geamendeerd
Definitief
Rekening 2014
Afwijking
V/ N
Lasten
totaal
80.692
87.846
93.901
92.010
1.891
V
Baten
totaal
288.813
291.614
322.335
328.922
6.587
V
208.121
203.768
228.434
236.912
8.478
V
4.709 12.845
2.583 666
4.611 5.924
6.397 6.804
1.786 880
N V
8.136
-1.917
1.313
407
-906
N
216.257
201.851
229.747
237.319
7.572
V
Exploitatie Resultaat Mutatie reserves: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
Mutaties reserves Saldo
Verklaring van de afwijkingen Begroot definitief t.o.v. Rekening 2014 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Afwijking exploitatieresultaat Lasten - Financiering: Minder rentelasten leningen - Financiering: rentebaten startersleningen (zie baten) - Financiering: Rentevergoeding Algemene Reserve - Financiering: Buffer rentestijging - Lokale heffingen: OZB crediteringen - Lokale heffingen: Oninbaarheid - Lokale heffingen: Rioolrecht crediteringen - Doorbelasting uren (zie baten) - Interimpool (zie baten) - Flexibele schil (zie baten) - Trajectkosten Bloem - Niet benodigd budget schadeuitkeringen - Stijging huurkosten Stadskantoor en Eusebiusveste door indexering - Cao verhoging - Afboeking boekwaarde verkochte gemeentelijke panden en bijkomende verkoopkosten (zie baten) - Resultaat bedrijfsvoering - Niet bestede middelen onvoorzien en strikt onvermijdbaar - Niet bestede kapitaallasten - Nog niet ingevulde taakstelling beheer gemeentelijk vastgoed, voordelen op andere programma's)
Afwijking
1.800 465
V/ N
-1.000 -2.118 1.175 926 1.801 -374 -781 -2.281
V V V V N N N V V N V V N N N V V V N N N
1.891
V
-465 -133 708 179 1.244 226 -2.828 -328 1.402 1.125 1.206 2.141 1.206 904
N N V V V V N N V V V V V V
Totaal afwijking baten
6.587
V
Totaal afwijking exploitatieresultaat
8.478
V
- Betrouwbare IT, project Arnhem in Control - Diversen
Totaal afwijking lasten Baten - Financiering: Rentebaten startersleningen(zie lasten) - Financiering: Minder rentebaten financiering volkshuisvesting - Algemene Uitkering: afrekening 2012 en 2013: aanpassing diverse verdeelmaatstaven - Algemene uitkering: 2014 actualisatie verdeelmaatstaven en uitkeringsfactor (decembercirculaire) - Lokale heffingen: OZB meeropbrengst op eerdere belastingjaren en crediteringen - Lokale heffingen: afvalstoffenheffing meeropbrengst - Doorbelasting uren (zie lasten) - Interimpool (zie lasten) - Flexibele schil (zie lasten) - Detachering Mobiliteitskandidaten (zie mutaties reserves) - Minder doorbelaste personeelskosten Kunstbedrijf dan begroot (zie lasten R5) - Opbrengst verkoop gemeentelijke panden (zie lasten) - Minder doorbelaste personeelskosten Kunstbedrijf dan begroot (zie ook kostenkant R5.1) - Diversen
205 3.848 -2.309 -528 -400
2186 382 -1408 258
491 -447
111
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier Programma 9 Financiën Financiën en bedrijfsvoering Toelichting resultaatbestemmingen b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Mutaties reserves
Rekening 2014
Toevoegingen - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Invoering participatiewet werkbedrijf (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: LHBT emancipatiebeleid (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Verkoop taakstelling onroerend goed (Rb 15-12-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Resultaat verkochte panden (Rb 15-12-2014) - BR Niet gesprongen explosieven: Aanvulling reserve tot 1 miljoen (Rb 17-07-2013) - BR ICT: Dotatie aan reserve ICT (Rb 30-06-2014) - BR Frictiekosten: Negatieve dotatie 2014 (Rb 28-10-2013) - BR Frictiekosten: Resultaat Bloem 2014 (Rb 28-10-2013) - Algemene Reserve: Vrijval kapitaallasten verplaatsing de Boei (Rb 25-05-2009) - Algemene Reserve: Reservering t.b.v. rampenoefening (Rb 09-11-2009: MJPB 2010-2013) - Algemene Reserve: Rente AR (Rb 11-11-2011: MJPB 2014-2017) - Algemene Reserve: Ingroei 90% weerstandsvermogen (Rb 05-11-2012: MJPB 2013-2016) - Algemene Reserve: Weerstandsvermogen 75% (Rb 11-11-2013: MJPB 2014-2017) - Algemene Reserve: Voorbereidingskosten ESF-subsidie (Rb 29-09-2014)
100 10 980 92 108 1.000 -62 1.581 197 5 678 462 1.226 20
Totaal mutaties toevoegingen
6.397
Onttrekkingen - BR Vastgoed: Resultaat beheer gemeentelijke panden (Rb 20-12-2011) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Trajectkosten BLoeM (Rb 17-12-2013) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: E-HRM (PIRS) (Rb 17-12-2013) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: Opbrengst verkoop vastgoed (Rb 17-12-2013, Rb 30-06-2014) - BR Taakmutaties gemeentefonds - Overloop: ODRA frictiekosten (Rb 17-12-2013, Rb 30-06-2014) - BR ICT: Kosten 2014 (Rb 30-06-2014) - BR Frictiekosten: Hogere inschaling dan normschaal (Rb 28-10-2013) - BR kapitaallasten DIGA: Dekking kapitaallasten DIGA (Rb 24-09-2012) - Algemene Reserve: Kasschuif (Rb 11-11-2013: MJPB 2014-2017) - Algemene Reserve: Dotatie aan BR Participatie (Rb 30-06-2014) - Algemene Reserve: Dotatie aan BR ICT (Rb 30-06-2014)
642 320 150 1.136 1.010 258 690 378 220 1.000 1.000
Totaal mutaties onttrekkingen
6.804
Totaal mutaties reserves
407
112
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
113
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
4. Paragrafen
2. Evenwichtige lastenverdeling tussen burgers onderling (draagkracht) De instrumenten die Arnhem hier voor inzet zijn: • De grondslag van de belastingen; De OZB en de rioolheffing hebben met de WOZ-waarde een grondslag met een lastenverdelende werking. Zo geldt voor eigenaren van woningen en bedrijfsgebouwen en huurders van bedrijfsgebouwen: ‘hoe hoger de waarde van de woning / het gebouw, hoe hoger de te betalen belasting’; • Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. 3. Kaders voor afzonderlijke belastingen • De gemeente Arnhem heeft gekozen voor een gespreide toename van de opbrengsten van de rioolheffing, om daarmee ook de toename van de lastendruk voor burgers en ondernemers zoveel als mogelijk te spreiden. De tarieven stijgen jaarlijks met de toegestane nominale ontwikkeling en de toename van de kapitaallasten (afschrijving en rente) door de jaarlijkse investeringen benodigd voor vervanging van het rioolstelsel (GRP) • De tarieven van de parkeerbelasting mogen, naast de toegestane nominale ontwikkeling, jaarlijks met 1,5% toenemen conform de nota parkeerbeleid. • Alle andere tarieven (voor de overige heffingssoorten) mogen stijgen met de toegestane nominale ontwikkeling van 2,75%; • In een aantal gevallen wijkt de stijging af van 2,75%, bijvoorbeeld door een wettelijke maximering van de tarieven, de afrondingssystematiek of doordat de opbrengsten de kosten niet mogen overstijgen. 4. De gebruiker betaalt Waar mogelijk wordt een relatie gelegd tussen de mate van gebruik en de belasting die iemand betaalt. Daarom werkt de gemeente bij de afvalstoffenheffing met twee tarieven voor particulieren. Eén voor eenpersoonshuishoudens en één voor meerpersoonshuishoudens. De nieuwe gemeenteraad heeft in het Coalitieakkoord 2014-2018 afspraken gemaakt over de lokale lastenontwikkeling. De tarieven voor de inwoners zijn op meerdere fronten onder de loep genomen. Afspraken op het gebied van de OZB leiden bijvoorbeeld tot een andere verdeling van lasten voor eigenaren en gebruikers van onroerend goed, waarbij de totale belastingopbrengst voor de gemeente gelijk blijft. Om de leefbaarheid van de stad te vergroten worden de parkeertarieven aangepast. Het aanschaffen van identiteitskaarten is goedkoper geworden, de precariobelasting is afgeschaft. De wijzigingen zijn vanaf 2015 doorgevoerd en hebben geen invloed op het financiële resultaat van 2014. Belangrijke ontwikkelingen 2014 • De afwijking tussen begroting en realisatie van de onroerend zaakbelasting en de rioolheffing is in 2014 relatief groter dan in voorgaande jaren. Dit heeft te maken met de inschatting van de waardeontwikkeling bij het vaststellen van de tarieven. De waarde van met name niet-woningen is door de feitelijke herwaardering op een lager niveau uitgekomen, waardoor een negatief resultaat is ontstaan; • Het in 2013 vastgestelde financieel kader voor het rioleringsplan is in 2014 uitgevoerd; • De economische situatie is van invloed op het aantal vergunningaanvragen voor bouw en sloop. Net als in 2012 en 2013 is het aantal aanvragen in 2014 achtergebleven. Deze ontwikkeling is gedeeltelijk opgevangen door sturing op capaciteits- en programmakosten.
onderwerp
1. Lastenverdeling tussen burgers en ondernemers De stijging van de totale gemiddelde lastendruk (totaal van OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) voor eenpersoonshuishoudens komt voor 2014 uit op 4,3%, voor meerpersoonshuishoudens op 4,2% en voor de ondernemers (niet-woningen) op 3,7%. Voor ondernemers kwam hier nog een toename van 0,12% bij in verband met een geringe stijging van de bijdrage aan het ondernemersfonds. De stijging van de lastendruk wijkt af van de prijsindex van 2,75%. Hiervoor is één reden te noemen: de jaarlijkse toename van de opbrengsten van de rioolheffing.
Jaarverslag 2014
Uitgangspunten van de tarieven De tarieven van de belastingen voor 2014 zijn gebaseerd op de beleidsuitgangspunten voor de lokale heffingen zoals opgenomen in de Meerjarenprogrammabegroting 2014- 2017. Voor 2014 golden de volgende uitgangspunten:
pagina
Algemeen De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. De grondslag voor deze heffingen zijn de door de gemeenteraad vastgestelde belastingverordeningen.
114
Paragraaf 4.1 Lokale Heffingen
115
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Lokale lastenontwikkeling 2014 Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) meet jaarlijks de lokale lastendruk voor de Nederlande gemeenten. De belangrijke indicator 'gemeentelijke woonlasten' geeft inzicht in de ontwikkeling van de Arnhemse woonlasten in relatie tot die van de overige gemeenten. De indicator bestaat uit de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffingen.
Arnhemse ontwikkeling van de woonlasten De woonlasten liggen in de gemeente Arnhem de laatste jaren boven het gemiddelde van de grote gemeenten. In 2014 zijn de lasten in Arnhem ten opzichte van andere grote steden door de stijging van de rioolheffing relatief toegenomen. Arnhem neemt met gemiddeld € 738 voor een meerpersoonshuishouden de 26e plaats in van de 35 grootste gemeenten. Positie 1 betreft de goedkoopste gemeente. Ten opzichte van alle gemeenten in Nederland komt gemeente Arnhem op de 252e plek (van de 403 gemeenten). Het landelijk gemiddelde voor een meerspersoonshuishouden kwam in 2014 uit op € 725. Provincie Gelderland houdt voor de Gelderse gemeenten een databank bij, waarin onder andere de belastingdruk per inwoner is opgenomen. Volgens deze monitor is Arnhem in 2014 de duurste gemeente. De belastingdruk bestaat uit het totaal van de geraamde opbrengsten voor OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffingen. Opbrengsten 2014 van de lokale heffingen Onderstaande tabel geeft inzicht in de opbrengsten van de gemeentelijke belastingen en heffingen, afgezet tegen de begroting 2014.
bedragen x € 1.000 Belastingsoorten Onroerend zaakbelasting Afvalstoffenheffing Rioolheffing Overige belastingen Overige heffingssoorten Parkeerbelasting Leges burgerlijke stand Bouw- en sloopvergunningen Overige heffingen
Totaal
begroting
realisatie
afwijking
50.216 12.193 15.028 453 77.890
48.623 12.443 14.661 514 76.241
-1.593 250 -367 61 -1.649
5.619 2.572 4.987 1.320 14.498
5.865 2.884 2.587 1.201 12.537
246 312 -2.400 -119 -1.961
92.388
88.778
-3.610
Noot: naast het genoemde tekort op de opbrengsten van de bouw- en sloopvergunningenvan € 2,4 miljoen is er sprake van een gemiste opbrengst van € 0,2 miljoen wegens oninbare debiteuren. Onder de overige belastingen zijn opgenomen de toeristenbelasting, de roerende zaakbelasting en de precario. De opbrengsten uit leges voor de Algemeen plaatselijke verordening, brandveiligheid, telecomwet en markt- en havengelden zijn verantwoord onder de overige heffingen. Onderstaande grafiek maakt goed zichtbaar dat de Onroerend Zaakbelasting (OZB) verreweg de voornaamste bron van inkomsten is, op afstand gevolgd door de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.
onderwerp
Onroerend Zaakbelasting 63,8%
pagina
Toeristenbelastin g 0,3% Roerende Zaakbelasting 0,1%
Jaarverslag 2014
Rioolheffing []
Precario 0,3%
116
Hondenbelasting 0,0%
Afvalstoffenheffin g 16,3% Onroerende zaakbelasting In 2014 heeft de gemeente minder OZB geïncasseerd dan verwacht voor met name niet-woningen. Het nadelig resultaat bedraagt bijna € 1.6 miljoen. Hiervoor zijn twee redenen: 1. (€ 1,36 miljoen/N) een te hoog begrote waarde van met name niet-woningen. Een behoorlijke tegenvaller heeft zich voorgedaan in de waardering van zorgcentra. Waar bij het opleggen van de aanslag deze objecten gezien werden als niet-woningen heeft de Hoge Raad uitgesproken dat het verblijf in deze objecten gezien moet worden als wonen. Op basis van de zogenaamde woondelenvrijstelling moeten de wooneenheden vervolgens buiten de heffing van OZB blijven. Met andere woorden, er is een stuk waarde weggevallen waarop de gemeente niet langer kan heffen.
Bijsturing voor 2015 is lastig, omdat de tarieven al zijn vastgesteld. De casus brengt met zich mee dat de WOZ- grondslag voor een specifieke groep objecten wijzigt. Bij het berekenen van de tarieven 2016 wordt een aanpassing van de WOZ automatisch meegenomen, net als andere oorzaken die continu tot herwaardering van objecten leidt zoals verkoop, leegstand, en dergelijke.
Gebruiker
Eigenaar
PAGINA
Tarieven Onroerend Zaakbelasting
119
2. (€229.000/N) het aandeel vernietigingen binnen de crediteringen in 2014 is een stukhoger begroot. Naast de bovengenoemde uitspraak van de Hoge Raad komt dit door wijzigingen in de objectafbakening niet- woningen en de toegenomen leegstand.Hierdoor liggen de kosten van de financiële afwikkeling van bezwaren over de jaren2013 en 2014 substantieel hoger dan gewoonlijk. Voor een deel wordt dit nadeel gecompenseerd door het opleggen van herziene aanslagen na toekenning van bezwaar. WOZ-waarde (begroot) Bedragen x € 1.000,--
Woningen Niet-woningen
0,2499%
0,2101%
12.252.627
0,3087%
4.701.874 16.954.501
Begroot Opbrengst Onroerend Zaakbelasting
Gebruiker
Eigenaar
Totaal Bedragen x € 1.000,--
Woningen Niet-woningen Totaal Realisatie Opbrengst Onroerend Zaakbelasting
0
25.748
25.748
11.751
14.514
26.265
11.751
40.262
52.013
Gebruiker
Eigenaar
Totaal Bedragen x € 1.000,--
Woningen Niet-woningen Totaal
0
25.856
25.856
11.092
13.701
24.793
11.092
39.557
50.649
Afvalstoffenheffing De meeropbrengst afvalstoffenheffing is € 250.000 en bestaat uit meerdere belastingjaren. Het
ONDERWERP JAARVERSLAG 2014
Totaal
Eenpersoonshuishoudens
€ 152,28
ONDERWERP JAARVERSLAG 2014
Meerpersoonshuishoudens
Opbrengst Afvalstoffenheffing
€ 205,56
Begroot
Realisatie
Begroot
Realisatie
aantal
aantal
2014
2014
huishoudens huishoudens
Eenpersoonshuishoudens
Meerpersoonshuishoudens Totaal
25.225
25.388
65.860
66.671
40.635
Bedragen x € 1.000,--
Bedragen x € 1.000,--
8.353
8.486
3.841
41.283
12.194
3.866
12.352
Rioolheffing Rioolheffing Hetnadelig nadeligresultaat resultaat aanzien van de opbrengst rioolheffing € De 446.000. De is gekoppeld Het tenten aanzien van de opbrengst rioolheffing bedraagtbedraagt € 446.000. rioolheffing rioolheffing is gekoppeld aan de WOZ en van in navolging vanresultaat de verklaring van het negatieve aan de WOZ waarde en in navolging van dewaarde verklaring het negatieve op de opbrengsten van de OZB, geldtop ookde voor de rioolheffing komtgeldt door ook een te hoge vandat de waarde vandoor met name nietresultaat opbrengsten vandat dedit OZB, voor deinschatting rioolheffing dit komt een te woningen. hoge inschatting van de waarde van met name niet-woningen. In tabel wordt de opbrengst van devan rioolheffing weergegeven. In onderstaande onderstaande tabel wordt de opbrengst de rioolheffing weergegeven.
Opbrengst Rioolheffing
Realisatie
Begroot
Realisatie
Afwijking
2013
2014
2014
t.o.v. begroting
Rioolheffing Totaal
13.700
15.278
14.832
13.700
15.278
14.832
Bedragen x € 1.000,--
-446
-446
Kwijtschelding Kwijtschelding Kwijtschelding is één van de instrumenten van het lokale minimabeleid om de lasten van de Kwijtschelding is één van de instrumenten van het lokale minimabeleid om de lasten van de inwoners met inwoners met een laag inkomen te beperken. Een deel vanisde kwijtscheldingen is automatisch een laag inkomen te beperken. Een deel van de kwijtscheldingen automatisch toegekend. Automatische toegekend. Automatische kwijtschelding betekent dat de inwoner niets hoeft aan vragen,waarop maar kwijtschelding betekent dat de inwoner niets hoeft aan te vragen, maar een belastingaanslag te ontvangt, een belastingaanslag ontvangt, waarop wordt aangegeven dat kwijtschelding is verleend. wordt aangegeven dat kwijtschelding is verleend. Kwijtscheldingwordt wordt met name verleend voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Kwijtschelding met name verleend voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Bij komen inwoners met met een inkomen dat lager een bepaald gedeeltelijk Bij kwijtschelding kwijtschelding komen inwoners een inkomen datuitvalt lagerdan uitvalt dan eengrensbedrag, bepaald of volledig in aanmerking voor van de gemeentelijke heffingen. van de gemeentelijke grensbedrag, gedeeltelijk ofkwijtschelding volledig in aanmerking voor kwijtschelding Voorwaarde heffingen. is dat het vermogen van de klant niet hoger is dan een wettelijk normbedrag. Voorwaarde is dat het vermogen van de klant niet hoger is dan een wettelijk normbedrag. Arnhem hanteert het hoogst mogelijke grensbedrag (wettelijk gezien) voor het inkomen. Hoe hoger dit bedrag, hoe eerder inwoners in aanmerking komen voor volledige kwijtschelding of hoe hoger het kwijtscheldingsbedrag bij gedeeltelijke kwijtschelding. Kleine ondernemers en zelfstandigen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen, die zij als privé-persoon moesten betalen. Naar aanleiding van een maatregel uit de
onderwerp
Tarief 2014
Jaarverslag 2014
Tarieven Afvalstoffenheffing
pagina
PAGINA PAGINA
120
In tabel wordt een overzicht gegeven van het van aantal huishoudens en de opbrengst In de deonderstaande onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven het aantal huishoudens en devan de afvalstoffenheffing: opbrengst van de afvalstoffenheffing:
117
Afvalstoffenheffing De meeropbrengst afvalstoffenheffing is € 250.000 en bestaat uit meerdere belastingjaren. Het belastingjaar 2014 realiseert een groot deel van de meeropbrengst ad € 158.000. De reden hiervoor is gelegen in het grotere aantal huishoudens waaraan de afvalstoffenheffing is opgelegd dan begroot. De overige meeropbrengst van € 92.000 is ontstaan door de afwikkeling van bezwaren en het opleggen van aanslagen met terugwerkende kracht.
pagina onderwerp
PAGINA
121
Jaarverslag 2014
Lasten kwijtschelding per heffingssoort (bedragen x € 1.000) Lasten kwijtschelding per heffingssoort (bedragen x € 1.000) Omschrijving belastingsoort
118
Arnhem hanteert het hoogst mogelijke grensbedrag (wettelijk gezien) voor het inkomen. Hoe hoger dit bedrag, hoe eerder inwoners in aanmerking komen voor volledige kwijtschelding of hoe hoger het kwijtscheldingsbedrag bij gedeeltelijke kwijtschelding. Kleine ondernemers en zelfstandigen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen, die zij als privé-persoon moesten betalen. Naar aanleiding van een maatregel uit de Armoedeagenda 2013-2014 is het kwijtscheldingsbeleid in 2014 stringenter getoetst dan in voorgaande jaren. Hierdoor zijn minder kwijtscheldingen toegekend dan in voorgaande jaren.
Realisatie
Begroot
Realisatie
Afwijking
2013
2014
2014
t.o.v. begroting Bedragen x € 1.000,--
OZB (startende ondernemers) Rioolheffing
Hondenbelasting Totaal
30
0
32
-32
1.655
1.046
1.300
1.055
1.278 863
22
192
0
0
0
0
2.731
2.355
2.173
182
In 2014 is ongeveer € 2,17 miljoen kwijtgescholden. In 2014 heeft een interventie plaatsgevonden op In 2014 is ongeveer € 2,17 miljoen kwijtgescholden. In 2014 heeft een interventie het kwijtscheldingsbeleid, waarbij een stingentere toets op de juridische kaders heeft geleid tot minder plaatsgevonden op het kwijtscheldingsbeleid, waarbij een stingentere toets op de juridische kwijtscheldingen dan in 2013. In 2014 zijn in 8.900 gevallen gemeentelijke belastingen kwijtgescholden. Hiervan kaders heeft geleid tot minder kwijtscheldingen dan inhelft 2013. In 2014 zijn in 8.900 en gevallen is ongeveer de helft automatisch kwijtgescholden, de andere is handmatig gecontroleerd toegekend. gemeentelijke belastingen kwijtgescholden. Hiervan is ongeveer de helft automatisch kwijtgescholden, degemeentelijke andere helftheffingen is handmatig gecontroleerd en toegekend. Overzicht belangrijkste Gemeentelijke belastingen worden geheven om een deel van de algemene uitgaven (bijvoorbeeld onroerende Overzicht belangrijkste gemeentelijke heffingenafvalstoffenheffing) te dekken en vormt daarmee een zaakbelasting) of om specifieke kosten (bijvoorbeeld bestanddeel van belastingen de sluitende meerjarenbegroting. Gemeentelijke worden geheven om een deel van de algemene uitgaven (bijvoorbeeld onroerende zaakbelasting) of om specifieke kosten (bijvoorbeeld afvalstoffenheffing) te dekken en vormt daarmee een bestanddeel van de sluitende meerjarenbegroting.
Belasting / heffing
Onroerende zaak belasting
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Leges
Beknopte toelichting Betreft een belasting voor het in eigendom hebben van onroerende zaken in de gemeente Arnhem. De grondslag van de belasting is de WOZ-waarde van de woning of niet-woning. Het geldende tarief voor eigenaars van woningen of eigenaars en gebruikers van niet-woningen is gebaseerd op een percentage van de WOZ-waarde. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar of gebruiker is van een onroerende zaak. Betreft een heffing voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen. De heffing wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar gebruiker is van een woning (waarvoor een verplichting tot inzamelen geldt). De grondslag voor de heffing is het aantal inwoners (betreft twee categorieën: eenpersoonsof meerpersoonshuishouden). De heffing is een tijdvakbelasting en komt in aanmerking voor de ontheffingsregeling. Bij verhuizing naar een woning binnen of buiten Arnhem wordt ontheffing verleend voor de resterende volle maanden, dat de inwoner verhuisd is. Zodra er nieuwe bewoners ingeschreven worden, ontvangen deze bewoners een aanslag afvalstoffenheffing voor de resterende maanden. Vanaf 1 januari 2007 wordt rioolheffing geheven van de gebruikers van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De heffing wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari gebruiker is van een woning of nietwoning. Dat gebeurt in combinatie met de OZB en de afvalstoffenheffing. De grondslag van de belasting is een percentage van de WOZ-waarde. De rioolheffing komt niet in aanmerking voor de ontheffingsregeling (teruggave bij een verhuizing buiten Arnhem). Leges zijn vergoedingen voor het genot van diensten of producten, die de gemeente levert. Dat zijn bijvoorbeeld paspoorten, uittreksels uit
ONDERWERP JAARVERSLAG 2014
Afvalstoffenheffing
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Beknopte toelichting
Onroerende Betreft een belasting voor het in eigendom hebben van onroerende zaken in de zaakbelasting gemeente Arnhem. De grondslag van de belasting is de WOZ-waarde van de woning of niet-woning. Het geldende tarief voor eigenaars van woningen of eigenaars en gebruikers van niet-woningen is gebaseerd op een percentage van de WOZ-waarde. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar of gebruiker is van een onroerende zaak. Afvalstoffenheffing Betreft een heffing voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen. De heffing wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar gebruiker is van een woning (waarvoor een verplichting tot inzamelen geldt). De grondslag voor de heffing is het aantal inwoners (betreft twee categorieën: eenpersoons- of meerpersoonshuishouden). De heffing is een tijdvakbelasting en komt in aanmerking voor de ontheffingsregeling. Bij verhuizing naar een woning binnen of buiten Arnhem wordt ontheffing verleend voor de resterende volle maanden, dat de inwoner verhuisd is. Zodra er nieuwe bewoners ingeschreven worden, ontvangen deze bewoners een aanslag afvalstoffenheffing voor de resterende maanden. Rioolheffing Vanaf 1 januari 2007 wordt rioolheffing geheven van de gebruikers van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De heffing wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari gebruiker is van een woning of niet-woning. Dat gebeurt in combinatie met de OZB en de afvalstoffenheffing. De grondslag van de belasting is een percentage van de WOZ- waarde. De rioolheffing komt niet in aanmerking voor de ontheffingsregeling (teruggave bij een verhuizing buiten Arnhem). Leges Leges zijn vergoedingen voor het genot van diensten of producten, die de gemeente levert. Dat zijn bijvoorbeeld paspoorten, uittreksels uit registers, vergunningen e.d. Daarbij geldt dat de totale opbrengst van de leges niet hoger mogen zijn dan de kosten die de gemeente voor het geheel van de legesplichtige diensten of producten maakt. De leges worden in rekening gebracht bij de aanvrager van de dienst of het product. Voor sommige leges geldt een wettelijk maximum tarief (bijvoorbeeld voor paspoorten). Parkeerbelasting Betreft een belasting voor het parkeren van een voertuig op een plaats waar volgens de belastingverordening parkeerbelasting verschuldigd is. De grondslag is de duur van het parkeren. De parkeertijd maal het tarief bepaalt de hoogte van het bedrag. De belasting wordt geheven door in te loggen op een centrale computer via een GSM, het kopen van een parkeerticket of een parkeervergunning. Roerende zaakbelasting (RZB)
119
Belasting / heffing
Betreft een belasting voor het in eigendom van roerende zaken, zoals woonboten in de gemeente Arnhem. De grondslag van de belasting is een percentage van de RZB- waarde. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar of gebruiker is van de roerende zaak.
Precariobelasting De precariobelasting wordt in rekening gebracht bij degene die bepaalde voorwerpen onder, op of boven de voor openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft. De grondslag is het aantal vierkante meters dat in gebruik is. Het aantal vierkante meters maal het tarief bepaalt de te innen belasting. De belasting wordt opgelegd bij wege van aanslag.
Het beleid van de gemeente Arnhem is gericht op een pro-actieve risicosturing, waarbij voortdurend de relatie met de beschikbare weerstandscapaciteit in ogenschouw wordt genomen. Het doel is daarbij om niet iedere tegenvaller direct van invloed te laten zijn op het lopende beleid, waardoor de reguliere dienstverlening niet in het gedrang komt. De minimale norm voor het weerstandsvermogen is vastgesteld op een zekerheidspercentage van 75%. Wanneer de gemeente onder deze norm komt, is aanzuivering van de reservepositie vereist. Komt de reservepositie boven de norm, die geldt bij een zekerheidspercentage van 90%, dan kunnen reserves worden aangewend voor dekking van (nieuw) beleid. Benodigde versus beschikbare weerstandscapaciteit Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente Arnhem in staat is om financiële en budgettaire tegenvallers op te vangen. Wordt de beschikbare weerstandscapaciteit van € 46 miljoen geconfronteerd met de berekende benodigde weerstandscapaciteit van € 50,9 miljoen (90%) en € 42,6 miljoen (75%), dan blijkt dat de gemeente, bij het opmaken van deze jaarrekening, voor het minimaal gewenste zekerheidspercentage van 75% over voldoende weerstandsvermogen beschikt. Ten opzichte van de 75%-grens is er sprake van € 3,3 miljoen ruimte. Het onttrekken en doteren aan bestemmingsreserves uit de Algemene Reserve is voorbehouden aan de Raad. In het raadsvoorstel bij het Jaarverslag 2014 wordt voorgesteld om mutaties binnen de reserves te verwerken in de Algemene Reserve. Het totale effect van de voorstellen betekent een verlaging van de Algemene Reserve met € 2,7 miljoen. Na deze verlaging bedraagt de ruimte van het weerstandsvermogen ten opzichte van de 75%-grens € 0,6 miljoen.
onderwerp
De winstpotentie in de grondexploitatie wordt vanaf 2013 vanuit extra behoedzaamheidoverwegingen niet meer meegenomen in de beschikbare weerstandscapaciteit. Deze overweging is gemaakt tegen de achtergrond dat het lang zal duren voordat de vastgoed- en grondmarkt zich goed heeft hersteld. De winstpotentie is kwetsbaar omdat het middelen betreft die nog niet te gelde zijn gemaakt. Daarnaast betreft dit voornamelijk 1 winstgevend project. De winstpotentie wordt weer meegenomen als er meer generiek op diverse projecten winstpotentie gaat ontstaan.
Jaarverslag 2014
De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang en impact van de risico’s. Onder beschikbare weerstandscapaciteit verstaan wij de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om risico’s te kunnen dekken. De hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de reserves van de gemeente, o.a. de algemene reserve, de bestemmingsreserves grondexploitatie en strategische projecten.
pagina
Inleiding Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente Arnhem in staat is om financiële en budgettaire tegenvallers op te vangen. Dit zonder dat dit leidt tot een directe aanpassing van het beleid. Het weerstandsvermogen wordt berekend door de benodigde weerstandscapaciteit, de risico’s, af te zetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit, de middelen. In de nota ‘weerstandsvermogen en risicomanagement’ is vastgelegd dat ten aanzien van de risico’s een zekerheidspercentage wordt gehanteerd van 75-90%.
120
Paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
121
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Tabel: benodigd versus beschikbaar Benodigde weerstandscapaciteit
MJPB 2014-2017
Turap 2-2014
Jaarrekening 2014
90%
75%
90%
75%
90%
75%
Gemeentebrede risico's
21.700
18.788
12.524
10.453
16.269
13.177
Risico's grondexploitatie
32.675
30.144
25.508
22.904
32.295
28.312
Grote projecten niet zijnde grondexploitatie
2.454
1.714
1.291
948
2.314
1.159
Benodigde weerstandscapaciteit
56.829
50.646
39.323
34.305
50.878
42.648
Beschikbare weerstandscapaciteit
MJPB 2014-2017
Turap 2-2014
Jaarrekening 2014
Algemene reserve
33.854
34.314
34.129
Weerstandscapaciteit Grondbedrijf
8.080
0
1.151
Netto contante waarde ISV-middelen
5.381
5.381
5.381
926
0
1.891
-8.746
3.439
48.241
30.949
45.991
MJPB 2014-2017
Turap 2-2014
Jaarrekening 2014
x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Begroting Resultaat 2014 Beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigd versus beschikbaar
Verschil
90%
75%
90%
75%
90%
75%
-8.588
-2.405
-8.374
-3.356
-4.887
3.343
Onttrekken en doteren aan bestemmings-reserves uit MJPB 2014-2017 de algemene reserve
Turap 2-2014
Jaarrekening 2014
Af: Dotatie BR Beeldbepalende cult evenementen
-142
Af: Reservering voor sloop Boulevard Heuvelink 48
-358
Af: Extra dotatie BR ICT
-400 -361
Af: Vorming BR Kapitaallasten Valkenhuizen Af: Vrijval voorziening Musis naar BR Cultuur in Rijnboog
-1.000
Af: Reservering kosten GIRO 2016 in BR Evenementen
-218
Af: Reservering kosten onderhoud doorgeschoven vanuit 2014
-806
Bij: Vrijval BR regio focuspunten
25
Bij: Vrijval BR Wonen boven winkels
616
Bij: Vrijval BR Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid
58 -2.728
Totaal
Benodigd versus beschikbaar
Verschil
MJPB 2014-2017
Turap 2-2014
Jaarrekening 2014
90%
75%
90%
75%
90%
75%
-8.588
-2.405
-8.374
-3.356
-7.615
615
Het weerstandsvermogen is verbeterd ten opzichte van Turap 2-2014. Ondanks een aanzienlijke stijging van de benodigde weerstandscapaciteit voor de financiële risico's is er sprake van een verbetering als gevolg van een gunstiger financieel resultaat in 2014 dan waarmee in de Turap rekening was gehouden.
MJPB 2014-2017 90%
75%
Turap 2-2014 90%
Jaarrekening 2014
75%
90%
75%
bedragen x € 1.000,-
Gemeentebrede risico's
21.700
18.788
12.524
10.453
16.269
13.177
Grondexploitatie projecten
27.571
25.797
22.096
19.989
28.825
25.358
Grondexploitatieprojecten in voorbereiding
3.004
2.547
3.412
2.915
3.470
2.954
Erfpachten
2.100
1.800
0
0
0
0
32.675
30.144
25.508
22.904
32.295
28.312
2.454
1.714
1.291
948
2.314
1.159
56.829
50.646
39.323
34.305
50.878
42.648
Risico's grondexploitatie Grote projecten niet zijnde grondexploitatie Benodigde weerstandscapaciteit
Gemeentebrede risico’s Het risicoprofiel is voortdurend aan verandering onderhevig. Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de benodigde weerstandscapaciteit voor de gemeentebrede risico’s bij 75% met € 5,6 miljoen is gedaald ten opzichte van de MJPB 2014-2017 en met € 2,7 miljoen is gestegen ten opzichte van Turap 2-2014. Bij de Turap2-2014 is ten opzichte van de MJPB 2014-2017 een daling van de benodigde weerstandscapaciteit te zien van € 8,3 miljoen. De belangrijkste oorzaken van deze daling zijn het vervallen van het risico reorganisatie (gevolg loongaranties boventalligheid is in de begroting opgenomen) en de effecten decentralisaties Jeugzorg en AWBZ (opgenomen in risicoprofiel en vervolgens vervallen als risico en opgenomen in het sociaal noodfonds). De verandering in de benodigde weerstandscapaciteit is het gevolg van het inventariseren van nieuwe risico’s, het treffen van beheersmaatregelen, het actualiseren van de risicoscore op basis van nieuwe inzichten en/of gebeurtenissen en veranderingen in de in- en externe omgeving. Het risicoprofiel in de MJPB 2014-2017 omvatte 86 risico’s. Dat daalde tot 74 risico’s in de Turap 2-2014 en 67 in de huidige jaarrekening. Wanneer er een vergelijking wordt gemaakt met Turap 2-2014 (het meest dicht bijliggende rapportagemoment) en het nu voorliggende Jaarverslag 2014, hebben de volgende mutaties in de risico’s plaatsgevonden. In het risicoprofiel zijn 10 nieuwe risico’s toegevoegd, 17 risico’s zijn komen te vervallen en 19 risico’s zijn gewijzigd. De belangrijkste veranderingen zijn: Nieuwe risico’s (+): • mogelijk gedurende de transitieperiode sterk nadelig afwijkende bedragen ten opzichte van de begroting voor Presikhaaf Bedrijven; • mogelijk tekort door minder compensatie vanuit vangnetregeling BUIG; • mogelijk niet realiseren van bezuinigingstaakstelling, waarvoor de ODRA staat als gevolg van een structureel lager bouwlegesniveau.
onderwerp
Tabel: Benodigde weerstandscapaciteit
Jaarverslag 2014
In de volgende tabel is samenvattend de ontwikkeling van de benodigde weerstandscapaciteit opgenomen.
pagina
Inventarisatie van de risico’s en de benodigde weerstandscapaciteit In deze paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt onderscheid gemaakt tussen de gemeentebrede risico’s en de risico’s die voortvloeien uit de grondexploitatie en grote projecten (zie ook paragraaf grondbeleid).
122
Benodigde weerstandscapaciteit Voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit is inzicht nodig in de omvang en de kans van voorkomen van de actuele risico’s. Deze risico’s zijn zo breed mogelijk geïnventariseerd. Niet alle risico’s doen zich echter tegelijkertijd en in volle omvang voor. Bij de kansberekeningen worden dan ook een groot aantal schattingen van de totale schadelast van het gehele risicoprofiel gemaakt waarbij rekening wordt gehouden met de kans op optreden van een risico en met het feit dat het schadebedrag per risico kan variëren. In de beleidsnota "Weerstandsvermogen en risicomanagement" zijn gewenste zekerheidspercentages bepaald. In deze nota is opgenomen dat een zekerheidspercentage wordt gehanteerd van 75-90%. Een zekerheidspercentage van 75% bij het huidige risicoprofiel wil zeggen dat in 75% van alle schattingen van de totale schadelast van het risicoprofiel de totale schadelast kleiner is dan of gelijk aan het bedrag van € 42,6 miljoen. 25% van de uitkomsten van de schattingen zijn groter dan dit bedrag.
123
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Gewijzigde risico’s (-): • het risico dat de gemeente Arnhem als gevolg van de marktontwikkelingen geconfronteerd kan worden met een hoger rentepercentage is op 0 gesteld. Voor de komende jaren wordt voor de gemeente in verband met de lage rentestand een verdere daling van de gemiddelde rentekosten verwacht. Vervallen risico’s (-): • door de uitbesteding van het BAC (schulddienstverlening) zijn de risico's m.b.t. de extra uitvoeringskosten komen te vervallen. • Moerriool, de grote reparaties aan het riool op kritische punten zijn nu uitgevoerd. Risico vervalt. • Kunstbedrijf, voor het kunstbedrijf is een herstelplan opgenomen in de begroting, risico's komen te vervallen. In het totaal van de gemeentebrede risico's zijn niet betrokken de mogelijke tegenvallers als gevolg van: • nadelige effecten van het nieuwe verdeelmodel vanuit de Wet BUIG; • de invoering van de winstbelasting; • ongedekt deel frictiekosten ontbinding Stadsregio Arnhem Nijmegen/overige risico's Stadsregio; • niet effectueren van bezuinigingen bij het Gelders Archief. Als deze mogelijke tegenvallers tot feitelijke verliezen leiden, zullen zij gefinancierd worden uit de ruimte die zal ontstaan als gevolg van de nieuwe bezuinigingsronde van € 20 miljoen (zie hiervoor ook de raadsbrieven van 11 november en 23 december 2014 inzake de nieuwe bezuinigingsopgave). PAGINA
127
In onderstaande risicokaart zijn de 67 risico’s gerangschikt op basis van risicoscore: Tabel: Risicokaart Jaarverslag 2014
geld 2
Score 4: €500.000 < x < €1.000.0000
3
Score 3: € 200.000 > x < € 500.000
4
Score 2: € 50.000 > x < € 200.000
3
Score 1: < €50.000
3
Geen geldgevolgen
15 kans
Kans 1: 10%
3 2
2
1
1
8
3
2
2
3
1
4
1
1
1
1
Kans 2: 30%
Kans 3: 50%
1 Kans 4: 70%
Kans 5: 90%
De geïnventariseerde risico’s zijn als volgt in te delen naar beleidssector en naar type.
Classificatie risico's naar sector en type
Benodigde Classificatie risico's naar sector en type weerstandsBenodigde capaciteit weerstandscapaciteit
risico's participatie risico's risico's ruimtelijke participatieordening risico's algemeen risico's ruimtelijke ordening risico's risico's publieke algemeendienstverlening risico's openbare ruimte risico's publieke dienstverlening risico's mobiliteit risico's openbare ruimte risico's risico's vastgoed mobiliteit risico's onderwijs risico's vastgoed risico's risico's economie onderwijs risico's risico's zorg economie risico's risico's cultuur zorg risico's risico's sport cultuur risico's wonen risico's sport risico's risico's milieu wonen
52% 14% 52% 12% 14% 6% 12% 4% 6% 3% 4% 3% 3% 2% 3% 2% 2% 2% 2% 1% 2% 1% 1% 0% 1% 0% 0%
risico's milieu totaal
0% 100%
totaal
100%
Over de spreiding van de risico’s over de beleidssectoren en typen kan het volgende worden gezegd (zie ook voor specifieke omschrijving grote risico’s tabel ≥ 15). Het risicobeeld wordt gedomineerd door de risico's Participatie (Presikhaaf Bedrijven, Vangnetregeling BUIG en Armoedeagenda). Dat was al zo in de Turap 2-2014, maar het aandeel is gestegen van 33% naar 52%.
ONDERWERP JAARVERSLAG 2014
Score 5 x > € 1.000.000
124
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Over de spreiding van de risico’s over de beleidssectoren en typen kan het volgende worden gezegd (zie ook voor specifieke omschrijving grote risico’s tabel ≥ 15). Het risicobeeld wordt gedomineerd door de risico's Participatie (Presikhaaf Bedrijven, Vangnetregeling BUIG en Armoedeagenda). Dat was al zo in de Turap 2-2014, maar het aandeel is gestegen van 33% naar 52%. Op de tweede plaats staan de risico's Ruimtelijke ordening. Het aandeel hiervan steeg van 10% naar 14% en daarmee schuift Ruimtelijke ordening op van plaats vier naar plaats 2. Het nieuwe risico met betrekking tot de ODRA speelt hierbij een belangrijke rol. De risico's Algemeen staan op de derde plaats met een aandeel van ruim 12% (was 22%). Deze daling komt voor rekening van het feit dat een mogelijke stijging van de rente op leningen niet meer als risico financieel meetelt. Het aandeel van de risico's publieke dienstverlening is sterk afgenomen. Het aandeel daalde van 14% naar 6% als gevolg van het wegvallen van de risico's met betrekking tot de extra uitvoeringskosten BAC. In onderstaande tabel worden de risico's met een risicoscore gelijk aan of groter dan 15 uitgebreid toegelicht. Het zijn de risico's die rechtsboven in de risicokaart staan. Zij zijn gerangschikt op "percentage invloed". Dat wil zeggen: op de mate waarin het risico bijdraagt aan de totale benodigde weerstandscapaciteit. Tabel: risico’s > 15
Risicogebeurtenis
Presikhaaf Bedrijven: Voor 2016, 2017 en 2018 zijn in de concept-begroting van PHB ramingen opgenomen. De geraamde bedragen wijken in negatieve zin sterk af van de vorige begroting PHB. Gelet op de discussie over de toekomst van PHB, de transitieperiode, is ervoor gekozen dit scenario niet begrotingstechnisch te vertalen in de gemeentelijke begroting maar het meerjarige resultaat in het weerstandsvermogen te verdisconteren.
Kans
Geld
Risico Geld (Max) score
Invloed (%)
Gewijzigd t.o.v. Turap 2 2014
28.9%
Nieuw/ Gewijzigd
3
5
15
10.320.000
5
3
15
460.000
Vangnet Buig regelingen: Voor de inschatting van het werkelijk BUIG-nadeel dient rekening gehouden te worden met de compensatie vanuit het vangnet. De mogelijke vergoedingen die vanuit de vangnetregeling ontvangen kunnen worden zijn onzeker aangezien het vangnet voor de komende jaren nog moet worden ingevuld. Om in aanmerking te komen voor het vangnet moet vervolgens worden voldaan aan een aantal voorwaarden. In hoeverre dat gaat lukken is nog niet te voorzien. Het gemiddelde bedrag van de vangnet-uitbetaling bedraagt ongeveer 4,5 mln.
5
5
25
4.500.000 19.8%
Nieuw
Reorganisatie wachtgeld:� Als gevolg van de reorganisatie is er boventalligheid ontstaan, waarbij afspraken in het sociaal plan zijn gemaakt m.b.t. loongaranties. � Het sociaal plan loopt af op 1-1-2-17. De kans bestaat dat er op dan moment nog circa 30 personen resteren welke aanspraak kunnen doen op wachtgeld voorzieningen.
5
5
25
1.500.000 8.7%
Ongewijzigd
Lokatie K7' Arnhem Centraal: Het ontwikkelen van deze lokatie is zeer complex en omgeven met risico’s rond verwerving van benodigde gronden, omvang uitgeefbaar terrein, parkeervoorzieningen en afzet van gronden met kantoorbestemming. Het risico bestaat dat de kantoorontwikkeling op deze lokatie niet wordt gerealiseerd.
3
5
15
1.480.000 4.7%
Ongewijzigd
Bouwleges: Het lijkt er op dat de ontvangsten van leges structureel op een fors lager niveau zitten. Dit noopt de ODRA tot aanpassingen. Het is de vraag of de ODRA in staat is de verminderde leges te compenseren met minder kosten. De ODRA heeft nu een taakstelling, de vermindering is in de begroting verwerkt. Mogelijk kan de ODRA deze bezuiniging niet realiseren.
3
5
15
1.800.000 4.3%
Nieuw
Armoedeagenda: Ingeboekte bezuinigingen in de Armoedeagenda 2015-2018 worden mogelijk niet gerealiseerd. Het risico van niet-realiseren van de bezuiniging op met name het onderdeel bewindvoeringskosten kan gesteld worden op een bedrag van € 200.000 (totaal berekende bezuiniging € 350.000) De budgetten van de nieuwe Armoedeagenda zijn afgestemd op het uitgavenniveau 2014. Bij een toenemende doelgroep, waarvan in de laatste jaren sprake is, betekent dat voor een openeindregeling dat overschrijdingen kunnen ontstaan, en dit kan eveneens leiden tot een structurele groei van de uitgaven. Voor dit onderdeel is een bedrag van €450.000 opgenomen.
5
4
20
650.000 2.8%
Gewijzigd
Niet vergoede indexering:� In veel contracten is opgenomen dat aannemers jaarlijks een indexering in rekening mogen brengen in verband met stijgende prijzen (vaak ongeveer 2%). Als gevolg van een recente bezuiniging wordt deze prijsstijging niet gecompenseerd. Hierdoor ontstaat er een tekort dat kan oplopen tot een nadeel van enkele tonnen.
5
3
15
320.000 1.4%
Ongewijzigd
Het toekomstperspectief van Presikhaaf kent vele onzekerheden. Door de deelnemende gemeenten is alleen de jaarschijf 2015 geaccordeerd en afgesproken om de komende maanden te beschouwen als een (regionale) transitieperiode als verdere orientatie op de toekomst. Voorafgaand aan de vaststelling van de jaarschijf 2015 is door de Raad besloten om het (t.o.v. de gemeentelijke begroting) aanvullende tekort 2015, niet te verwerken in de Arnhemse begroting. Besloten is dit tekort te verdisconteren in het weerstandsvermogen.
Tabel: Risico’s Grondexploitatie- en grote projecten niet zijnde grondexploitatie
MJPB 2014-2017
Grondexploitatie projecten Grondexploitatieprojecten in voorbereiding Erfpachten Risico's grondexploitatie Grote projecten niet zijnde grondexploitatie Benodigde weerstandscapaciteit
Turap 2-2014
Jaarrekening 2014
90%
75%
90%
75%
90% 75% b edragen x € 1.000,--
27.571
25.797
22.096
19.989
28.825
25.358
3.004
2.547
3.412
2.915
3.470
2.954
2.100
1.800
0
0
0
0
32.675
30.144
25.508
22.904
32.295
28.312
2.454
1.714
1.291
948
2.314
1.159
35.129
31.858
26.799
23.852
34.609
29.471
De Turap 2 2014 laat een forse daling zien van de benodigde weerstandscapaciteit voor het grondbedrijf met f 8 miljoen (75%) ten opzichte van de MJPB 2014-2017. Hiervan had f 2 miljoen te maken met het afgewikkeld geschil met erfpachthouders, f 4 miljoen als gevolg van afname in het volume van te realiseren inkomsten en uitgaven (wegens afsluiten van projecten en het omzetten van projecten naar NIEGG) en de resterende f 2 miljoen met gunstigere aannames ten aanzien van de parameters van de berekeningen. De duidelijke stijging in dit jaarverslag van de benodigde weerstandscapaciteit voor het grondbedrijf (f +5,6 miljoen bij 75%) ten opzichte van de Turap 2-2014 heeft te maken met de hardnekkige ongunstige marktomstandigheden voor kantoren en bedrijven. In de weerstandsberekening wordt rekening gehouden met de mogelijkheid van aanzienlijk lagere inkomsten dan voorheen. Ook wordt er voor Schuytgraaf voor de fasering van de woningbouw, doordat de kans op versnelling vanaf 2017 is geschrapt, uitgegaan van een conservatievere schatting van de bandbreedtes conform de aannames van de overige grondexploitaties. Dit geeft een hoger risicobedrag. Tenslotte is er in de weerstandsberekening voor het eerst gerekend met parameters voor algemene kostenen opbrengstenontwikkeling; dit als gevolg van het feit dat de parameters ten aanzien van kosten en opbrengstenstijging in de exploitaties minder behoudend zijn gekozen, doordat ze zijn aangepast aan de meest recente inzichten in de markt. Beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen die kunnen worden ingezet voor het afdekken van negatieve financiële effecten als gevolg van risico’s die manifest zijn. De beschikbare weerstandscapaciteit ziet er als volgt uit. Tabel: beschikbare weerstandscapaciteit
onderwerp
Voor een uitgebreidere omschrijving en verklaring van de risico’s, de financiële positie, de ontwikkeling van de benodigde weerstandscapaciteit en scenario’s van het grondbedrijf wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid.
Jaarverslag 2014
Op de lopende projecten worden regelmatig analyses uitgevoerd om risico’s te identificeren die het bereiken van de projectdoelen in de weg kunnen staan. Daar hoort ook bij het formuleren en doorvoeren van maatregelen om de effecten van die risico’s voor het project te verkleinen. Daarnaast worden risico’s en onzekerheden rond de begrote inkomsten en uitgaven, maar ook rond de projectplanningen binnen bandbreedtes op basis van simulatie gekwantificeerd in de benodigde weerstandscapaciteit .
pagina
Risico’s Grondexploitatie- en grote projecten (zie ook paragraaf Grondbeleid) Ruimtelijke projecten zoals grondexploitaties, grote infrastructurele werken en herontwikkeling van stadsdelen zijn altijd omgeven met risico’s. Risico’s van operationele aard, strategische risico’s maar zeker ook exogene risico’s, zoals de huidige economische omstandigheden, waarop de gemeente niet of nauwelijks kan sturen.
125
Andere risico's, die een belangrijke invloed hebben (<15 maar met invloedpercentage van minimaal 2%) zijn: • Leningen aan gelieerde instellingen - de gemeente Arnhem verstrekt leningen ten behoeve van het realiseren van activiteiten die nauw grenzen aan het gemeentelijke beleid (invloedpercentage 3,4%); • Zuidelijke Binnenstad - mogelijk zijn met betrekking tot de toekomstige andere plannen voor het voormalige Paradijsgebied Rijnboog onvoldoende middelen geraamd voor het verplichte archeologische onderzoek (invloedpercentage 3,2%).
126
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Beschikbare Weerstandscapaciteit
Totaal bedragen x € 1.000,-‐-‐
Algemene reserve per 31-12-2013
44.160
Begrote lasten Algemene Reserve in 2014
-2.619
Begrote baten Algemene Reserve in 2014
2.588
Onttrekking t.b.v. dotatie BR Innovaties Sociaal Domein Algemene reserve per 31-12-2014
-10.000 34.129
Resultaat 2014
3.439
Netto contante waarde toekomstige ISV bijdragen
5.381
BR Grondexploitatie
1.151
BR Voorstudies
0
BR Strategische posities
0
Weerstandscapaciteit Grondbedrijf Rampenoefening
1.151 5
Vrijval kapitaallasten voor de verplaatsing van De Boei
197
Ingroei naar 90% weerstandsvermogen
462
Toevoeging van 2% rente over de stand per 1-1
883
Weerstandsvermogen 75% Herstelplan Stichting Kunstbedrijf Arnhem Kasschuif
1.226 -116 -1.040
Strikt onvermijdbaar 2015
767
Onvoorzien 2015
172
Begroting 2015 Beschikbare weerstandscapaciteit
1.891 45.991
Met deze middelen kunnen de tegenvallers bekostigd worden. De overige bestemmingsreserves, de stille reserves, de onbenutte belastingscapaciteit en vanaf 2013 de toekomstige winstpotentie Grex worden niet meegenomen voor het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 46 miljoen. Dit is ten opzichte van de Turap 2-2014 een toename van ca. € 15 miljoen. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat het bedrijfsresultaat over 2014 veel gunstiger was dan waarmee in de Turap is gerekend.
127
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Hieronder worden de verschillende onderdelen nader uiteengezet. Algemene reserve In de volgende tabel is de ontwikkeling van de Algemene Reserve weergegeven. Tabel: Algemene reserve
Algemene reserve bedragen x € 1.000,-‐-‐
Algemene reserve per 01-01-2014
44.160
Begrote mutaties 2014 uit de Algemene reserve Toevoeging van 2% rente over de stand per 1-1 Rampenoefening Voorbereidingskosten aanvragen ESF-subsidie
678 5 20
Vrijval kapitaallasten voor de verplaatsing van De Boei
197
Ingroei naar 90% weerstandsvermogen
462
Ingroei naar 75% weerstandsvermogen
1.226
Kasschuif Verzelfstandiging Gemeentemusea Arnhem (vorming eigen vermogen)
-219 -400
Onttrekking t.b.v. dotatie aan nieuw in te stellen BR ICT
-1.000
Onttrekking t.b.v. dotatie BR WWB Werkdeel, herbenoemd tot BR Participatie
-1.000
Stand per 31-12-14
44.129
Onttrekking t.b.v. dotatie BR Innovaties Sociaal Domein Algemene reserve per 31-12-2014 Resultaat 2014 Algemene reserve per 31-12-2014
-10.000 34.129 3.439 37.568
Algemene Reserve De stand van de Algemene Reserve wordt meegenomen ter bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit. Alle risico’s met betrekking tot de decentralisaties zijn in het sociaal Noodfonds opgenomen. De stand van de Algemene Reserve bedraagt € 37,6 miljoen na de onttrekking ten behoeve van het Noodfonds op 1 januari 2015 en na verwerking van het resultaat 2014. BR Grondexploitatie, BR Voorstudies en BR Strategische projecten Deze reserves hebben nog geen specifieke doelbestemming en worden derhalve wel betrokken in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. De BR voorstudies en de BR strategische posities zijn momenteel nihil (zie paragraaf 4.7 Grondbeleid). Door het verwerken van de nieuwe parameters t.b.v. kosten en opbrengstenstijging valt een deel van de voorziening grondexploitatie vrij, deze is toegevoegd aan de BR grondexploitatie waardoor deze nu niet meer nihil is. De BR grondexploitatie bedraagt € 1,1 miljoen, en dient ter compensatie van de gestegen kosten in verband met de nieuwe parameters.
onderwerp
Bestemmingsreserves en stille reserves Conform de beleidsnota Weerstandsvermogen: "risicomanagement en weerstandscapaciteit" worden de bestemmingsreserves en stille reserves buiten de berekening gehouden van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Jaarverslag 2014
Buiten de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit worden gelaten:
pagina
Onvoorzien en strikt onvermijdbaar De post onvoorzien bedraagt voor 2015 € 172.000. De post strikt onvermijdbaar is voor 2015 € 767.000.
128
ISV-middelen De gemeente Arnhem ontvangt ISV-middelen. De zekere toekomstige ISV-middelen waar nog geen bestedingsdoelen voor zijn, kunnen worden toegerekend aan de beschikbare weerstandscapaciteit. (zie paragraaf Grondbeleid). De ISV regeling gaat ingaande 2016 ophouden te bestaan in de huidige vorm, dit heeft geleid tot een herwaardering. De vrijvallende ISV middelen in 2016 zijn in de voorgaande begrotingen gepresenteerd ten gunste van het beschikbare weerstandsvermogen Grondexploitatie. Gezien de bredere mogelijkheid tot inzet op de diverse beleidsvelden vanuit de Algemene Reserve worden deze middelen in 2016 voor een bedrag van € 5,4 miljoen ten gunste van de Algemene Reserve gebracht.
In de MJPB 2015-2018 is voor de jaarschijf 2015 vastgesteld dat het maximale financiële kader voor strategische aankopen € 10 miljoen is. De totale waarde aan strategisch bezit mag maximaal € 50 miljoen bedragen. Deze bedragen zijn niet gewijzigd ten opzichte van het afgelopen jaar. Ontwikkelingen vastgoedmarkt In de Najaarsrapportage Grondexploitatie 2014 is al geconstateerd dat de vastgoedmarkt en daarmee de grondmarkt voor woningbouw zich positief hebben ontwikkeld. Naast een al langer zichtbare opleving in het goedkope prijssegment van de woningmarkt, zien wij ook dat het duurdere prijssegment van de woningmarkt zich positief ontwikkelt. Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat de locatie goed is en dat er sprake is van een goede prijs-kwaliteitverhouding. Positieve ontwikkelingen zien we bijvoorbeeld bij de verkoop van het Paradijs in de Zuidelijke Binnenstad, de kavelverkoop op het Noordereiland (Schuytgraaf) en Saksen Weimar. Waar de woningmarkt de weg omhoog gevonden lijkt te hebben, zien we op de overige vastgoedmarkten nog geen substantiële verbeteringen. Het aanbod aan beschikbaar commercieel vastgoed (winkels / horeca, kantoren en bedrijfsruimte) overstijgt de lokale vraag van gebruikers. Dit overaanbod zet nieuwbouw van commercieel vastgoed onder druk.
onderwerp
Strategische aankopen Ondanks dat de focus van het grondbeleid van de gemeente is gewijzigd van actief, tenzij naar situationeel grondbeleid, betekent dit niet dat er geen strategische aankopen meer gedaan mogen worden. Er kunnen zich namelijk ruimtelijke kansen voordoen, waarbij een belangrijk onderdeel is de afweging van de financiële risico's die met een aankoop gemoeid zijn. Door vooraf een budget ter beschikking te stellen, kan snel worden gehandeld.
Jaarverslag 2014
Grondbeleid Zicht op Gegronde Keuzes Beleidsmatig heeft er in 2013 een herijking van het grondbeleid uit 2005 (Nota Grond(ig) bezien!) plaatsgevonden. De twee belangrijkste verschillen zijn: • Er wordt nu meer uitgegaan van een situationeel grondbeleid terwijl tien jaar geleden het kompas op een actief grondbeleid gericht stond. De keuzes die, zeker in de komende jaren, gemaakt worden zullen meer afhankelijk gesteld worden van wat in concrete situaties het meest wenselijk is om ruimtelijke ontwikkelingen van de grond te krijgen. Per locatie zal dus maatwerk worden verricht. • De crisis op de bouw-, woning- en kantorenmarkt heeft ertoe geleid dat het risicobewustzijn bij ruimtelijke ontwikkelingen is gegroeid. Waar in het verleden veelal werd uitgegaan van sluitende en positieve exploitaties, is dit beeld de laatste jaren veranderd. Hiermee verandert ook de positie van het grondbeleid. Grondbeleid wordt weer duidelijker een schakel tussen het ruimtelijk beleid, projecten en algemene financiële afwegingen in het gemeentelijk beleid. Hierdoor is het bestuurlijk en politiek gewenst inhoudelijke en financiële afwegingen beter en meer diepgaand te maken. In de herijking is geconstateerd dat het in feite deze twee ontwikkelingen zijn die tot nieuwe keuzes leiden. Voor het overige blijft het grondbeleid uit 2005 actueel, te meer omdat ook toen al goed is geanticipeerd op veranderingen in de wetgeving die kort na het vaststellen van de vorige nota hebben plaatsgevonden. Naast het genoemde maatwerk dat tot uitdrukking komt bij de vaststelling van bestemmingsplannen of bestemmingsplanwijzigingen – waarbij de raad via de achterliggende (deels vertrouwelijke) exploitaties beter deelgenoot wordt gemaakt van mogelijke financiële implicaties – bevat de herijking vooral voorstellen om de financiële afwegingen die aan de orde zijn rondom lopende exploitaties en de grondexploitatie als geheel in algemene zin aan de orde te stellen. De raad heeft in een amendement besloten dat een voornemen tot het openen van een nieuwe grondexploitatie vooraf wordt afgestemd met de raad.
pagina
Inleiding Het afgelopen jaar is de vastgoedmarkt in rustiger vaarwater gekomen. De grote negatieve schommelingen bij de grondexploitatieprojecten zijn daarmee ook afgenomen. Dit is ook terug te zien in het resultaat grondbedrijf over het afgelopen jaar. Daarnaast wordt per 1 januari 2016 de vennootschapsbelasting ingevoerd. Dit kan tot nadelige financiële effecten voor de gemeente leiden (zie ook Raadsbrief invoering vennootschapsbelasting bij gemeenten, dd 7 april 2015). Ook voor het grondbedrijf heeft de invoering van deze belasting consequenties. Om niet onnodig belasting te betalen in de toekomst zal de de gemeente vanaf heden op een andere manier om gaan met de parameters voor kosten- en opbrengstenstijgingen. De conservatieve lijn wordt ingeruild voor een marktconforme benadering.
129
Paragraaf 4.3 Grondbeleid
Uit onderstaande grafiek komt naar voren dat er in 2014 meer opbrengsten zijn binnen gekomen in het grondbedrijf dan er aan kosten zijn gemaakt. In totaal is er voor ca. € 23 miljoen aan kosten gemaakt, terwijl er voor ca. € 27 miljoen aan opbrengsten zijn binnen gekomen.
onderwerp
De afgelopen jaren ligt binnen het grondbedrijf de focus met name op de reeds lopende projecten. Hier zijn de eventueel aanwezige risico's ondertussen goed in beeld en wordt ook optimaal gestuurd om die risico's zo beheerst mogelijk te houden. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is bijvoorbeeld dat de kasstormen van uitgaven en inkomsten zo dicht mogelijk bij elkaar worden gehouden. Het afgelopen jaar heeft dit er al toe geleid dat de totale boekwaarde van de projecten licht is gedaald. Dit betekent dat het afgelopen jaar er meer inkomsten zijn gerealiseerd dan uitgaven gedaan. Dat de risico's in beeld zijn, betekent overigens niet dat ze zich niet voor kunnen doen. Daarvoor is onder andere ook het weerstandsvermogen beschikbaar. Die is specifiek voor het commercieel vastgoed extra opgehoogd vanwege de nog steeds moeilijke marktomstandigheden (in het bijzonder het project Kleefse Waard). In 2015 wordt binnen het grondbedrijf nader onderzocht welke mogelijkheden er zijn bij de in bezit zijnde strategische aankopen en NIEGG-locaties: is het verstandig om ontwikkelingen op te starten of willen we nu juist afscheid nemen van bepaalde posities? Door per locatie antwoorden te vinden op deze vragen kan er helderheid worden geboden ten aanzien van deze grondposities.
Jaarverslag 2014
Buiten de parameteraanpassingen laat het grondbedrijf in 2014 geen grote afwijkingen zien. De grootste kostenpost dit jaar is de afboeking van de rente en afboeking/beheer op de Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG). Dit bedrag van ca. € 1,9 miljoen zorgt er in feite voor dat het jaarresultaat van het grondbedrijf (voor aanpassing parameters) negatief uit valt. Alle overige resultaten op de diverse grondbedrijfsposten houden elkaar redelijk in evenwicht. Voor het eerst in jaren zijn er geen grote afboekingen als gevolg van de vastgoedcrisis te melden.
pagina
Naast dat de parameter aanpassing zorgt voor een vrijval bij de projecten waar verliesvoorzieningen voor zijn getroffen, heeft het ook een positief financieel effect op de overige grondexploitaties. Vooral voor de projecten met een langere looptijd en een hoog investeringsvolume hebben aanpassingen van de parameters (grote) financiële effecten (zie nadere beschrijvingen bij de projecten).
130
Ontwikkeling grondbedrijf afgelopen jaar en vooruitblik komende jaren De grondexploitaties zijn in eerste instantie herzien met de voorzichtige parameters. Het totale grondbedrijfsresultaat kwam hierbij uit op een bedrag van ca. € 1,2 miljoen negatief. Vervolgens is gekeken welke effecten een aanpassing van de parameters hebben op het resultaat van het grondbedrijf en die bedraagt ca. € 2,4 miljoen positief. Het totaal resultaat voor het grondbedrijf bedraagt daarmee voor 2014 een postief saldo van € 1,2 miljoen. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de reserve van het grondbedrijf (deze post was het afgelopen jaar tot 0 gereduceerd).
131
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
In onderstaande grafiek zijn de kosten en opbrengsten (een optelling van grondopbrengsten en overige opbrengsten / subsidies) weergegeven. In de grafiek komt de ingezette cashflow sturing al duidelijk naar voren: de kosten liggen in de toekomst in een jaar altijd lager dan de opbrengsten in een jaar. Per saldo wordt er in totaal nog voor ca. € 177 miljoen geïnvesteerd in de lopende grondexploitaties en komt er nog voor ca. € 290 miljoen aan opbrengsten binnen.
Alle maatregelen die het grondbedrijf de afgelopen jaren heeft ingezet dragen bij aan een beter risicoprofiel voor het grondbedrijf (meer informatie hierover is te vinden bij het onderwerp weerstandsvermogen). Dit komt ook naar voren uit de weergegeven grafieken. Parameters grondbedrijf en vennootschapsbelasting In de Najaarsrapportage 2014 zijn de verwachte parameters opgenomen die gebruikt worden om alle (grond) exploitatieprojecten te herzien. Hierbij is al aangegeven dat deze parameters voor het afgelopen jaar conservatief waren ingeschat en het voorstel was om op die ingeslagen weg verder te gaan. Arnhem heeft de afgelopen jaren altijd een voorzichtige koers gevaren ten aanzien van de parameters kostenstijging en opbrengstenstijging. Hierbij werd in feite meestal een marge van 2% verschil gehanteerd. De kostenstijgingen (2%) werden de laatste jaren hoger ingeschat dan de opbrengstenstijging (0%). Deze behoudende inschattingen hebben er altijd voor gezorgd dat mogelijke toekomstige tegenvallers gemakkelijker ‘in de projecten’ opgelost kunnen worden en daarmee niet direct leiden tot (extra) financiële tegenvallers. Er zijn echter ontwikkelingen die ervoor pleiten om deze behoudende koers nu te wijzigen. De invoering van de vennootschapsbelasting voor gemeenten heeft ook gevolgen voor de gemeentelijke grondbedrijven. Het voortzetten van de tot dusver aangehouden conservatieve lijn zou tot onnodig nadelige financiële gevolgen kunnen leiden voor de gemeente. Daarom is er nu voor gekozen om de keuze van de parameters te maken op basis van marktconformiteit. Deze keuze wordt ondersteund door een uitgevoerde second opinion van een extern ruimtelijk-economisch adviesbureau. Het gevolg van de bijstelling van de parameters is dat een deel van de opgebouwde verliesvoorziening in 2014 vrijvalt en dat er tevens bij een groot aantal projecten een winstpotentie ontstaat. Daarmee wordt aangegeven dat de verwachtingen ten aanzien van de resultaten van de grondexploitaties in positieve zin zijn veranderd. Bij de berekening van het benodigde weerstandsvermogen wordt echter wel rekening gehouden dat deze resultaten mogelijk niet zouden kunnen worden behaald. Jaarlijks zullen de bij de grondexploitatieprojecten gebruikte paramaters voor de kosten- en opbrengstenstijging worden getoetst op marktconformiteit. De grondexploitatie Algemeen In dit hoofdstuk worden de resultaten van de grondexploitaties op hoofdlijnen doorgenomen. In een vertrouwelijke bijlage (Financiele Jaarrapportage Projecten) wordt per project nader ingegaan op de wijzigingen. Het resultaat van de grondexploitaties komt tot stand door de projecten te actualiseren/herzien op het gebied van kostenramingen, opbrengstenramingen en de fasering. De parameters, die mede van invloed zijn op het resultaat, zijn dit jaar gewijzigd van een conservatieve naar een meer marktconforme inschatting. Vooral voor langlopende projecten zoals Schuytgraaf en Kleefse Waard leiden deze aanpassingen tot grote financiële effecten. Bij de herzieningen van de grondexploitaties betekent dit voor de woningbouw op de korte termijn een lichte opbrengstenstijging van 1% en voor de langere termijn gemiddeld 2%. Voor commercieel vastgoed (kantoren, bedrijven en winkels & horeca) wordt er voorlopig geen rekening gehouden met opbrengstenstijgingen. Pas vanaf 2018 wordt verwacht dat de prijzen gemiddeld jaarlijks met 2% stijgen. Bij de kosten wordt voor 2015 nog
132
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
uitgegaan dat de civieltechnische kosten iets dalen en overige kosten zich tussen 0% en 2% bewegen. Vanaf 2016 wordt gemiddeld voor alle kosten uitgegaan van een kostenstijging van gemiddeld 2% (inflatie volgend). Voor de langere termijn wordt nu dus geen verschil tussen de kosten- en opbrengstenstijging verwacht. Jaarresultaat grondbedrijf 2014 Over 2014 ontstaat er een positief resultaat voor het grondbedrijf Arnhem van circa € 1,2 miljoen. Dit wordt als volgt gespecificeerd. Resultaat grondbedrijf 2014 Bedragen * € 1.000,= Afgesloten projecten Naijl kosten Vastgestelde grondexploitaties Strat.bezit & grondexploitaties in voorbereiding Voorstudies Overige kosten & opbrengsten Erfpachten Totaal resultaat voor aanpassing parameters
Lasten 17 550 1.899 86 367 2.919
Baten
Totaal 428 140
166 958 1.692
428 -17 -410 -1.899 -86 -201 958 -1.227
Aanpassing parameters marktconform
2.378
Bestemmingsreserve Grondexploitatie
1.151
Winstverwachting grondexploitatie
24.060
De belangrijkste kosten- en opbrengstenposten worden hierna op hoofdlijnen nader toegelicht. • Afgesloten projecten In 2014 is één project afgesloten en financieel afgewikkeld, namelijk St. Marten Kluswoningen. De positieve bijdrage aan het jaarresultaat was € 0,43 miljoen. • Vastgestelde grondexploitaties Grond- en opstalexploitaties waarop een verwacht financieel tekort zit, dienen vooraf te worden afgedekt. Dit wordt aangeduid als het voorzichtigheidsprincipe. Bij de projecten met tekorten worden voorzieningen (nadelig resultaat) getroffen om de tekorten af te dekken. Ten opzichte van vorig jaar is, ten gunste van het resultaat van de grondexploitaties, de stand van de voorzieningen met bijna € 2 miljoen afgenomen. Er zijn voor een aantal projecten (aanvullende) voorzieningen getroffen. Het betreft de projecten Merwedestraat, Hoogstedelaan en Centrum Zuid: Olympus voor in totaal ca. € 0,4 miljoen. Maar er zijn ook de nodige voorzieningen vrijgevallen. Dit komt vooral door de hantering van marktconforme parameters. Bij Arnhem Centraal, Presikhaaf, De Maten (Gaardenhage) en Kleefse Waard zijn voorzieningen vrijgevallen ter grootte van in totaal ca. € 2,2 miljoen. Daarnaast is ook de voorziening zoals die het afgelopen jaar getroffen was voor het Gele Rijdersplein (€ 140.000) komen te vervallen. In de vorige FJP was anticiperend op een raadsbesluit dit reeds opgenomen. Nu wordt dit project weer op de juiste manier weergegeven, namelijk als NIEGG. Het totaal van de voorzieningen komen daarmee uit op € 71,6 miljoen (was € 73,6 miljoen). • Strategisch bezit en grondexploitatie in voorbereiding De rentelasten (€ 1,2 miljoen) en kosten voor beheer en afboeking (€ 0,7 miljoen) van de NIEGG worden jaarlijks direct als kostenpost afgeboekt. Door de rentelasten niet extra toe te voegen, blijft er financiële ruimte om in de toekomst de NIEGG gronden eventueel te (her)ontwikkelen. In 2014 bedragen deze kosten totaal € 1,9 miljoen. • Overige kosten & opbrengsten en voorstudies In 2014 zijn er voor ca. € 0,3 miljoen aan overige kosten en voorstudies geweest. • Erfpachten
Het netto erfpachtresultaat in 2014 bedraagt € 0,96 miljoen positief.
Reserves en winstverwachting 2014 Het grondbedrijf Arnhem had geen reserves meer. Maar door de aanpassing van de parameters wordt dit jaar ca. € 1,2 miljoen toegevoegd aan de bestemmingsreserve grondbedrijf. Daarnaast heeft het grondbedrijf
133
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
een winstverwachting van circa € 24 miljoen. Zowel de reserve als de winstverwachting zullen in de toekomst mogelijk ingezet worden om schommelingen als gevolg van parameterwijzigingen op te vangen. Grondexploitatie en Weerstandsvermogen Grondexploitatie Hiervoor is beschreven hoe tot het jaarresultaat grondbedrijf per ultimo 2014 tot stand is gekomen. Hierin zijn voor alle projecten de laatste (financiële) effecten meegenomen. Echter dit zegt nog niets over de totale omvang van alle investeringen en opbrengsten en de risico’s die daarbij voor de toekomst aanwezig zijn. Deze paragraaf gaat eerst in op de totalen van de grondexploitatie en de effecten daarvan op het weerstandsvermogen voor het grondbedrijf. Grondexploitaties in voorbereiding Dit betreffen gronden e.d. waar nog geen definitieve kaders voor zijn vastgesteld, zoals bijvoorbeeld het project Centrum-Zuid. Per ultimo 2014 bedroeg de totale boekwaarde van de nog ‘Niet in exploitatie genomen gronden’ (NIEGG) € 22,6 miljoen. Deze boekwaarde bestaat uit de volgende elementen: Voor een bedrag van circa € 8,1 miljoen betreft het bebouwde gronden. Deze panden (incl. ondergrond) zijn gewaardeerd tegen een bedrag van maximaal 80% van de oorspronkelijke aanschafprijs. De panden zijn destijds aangekocht met het oog op toekomstige projecten. In 2014 is voor ca. € 0,3 miljoen aan vastgoed van het strategisch bezit verkocht binnen het grondbedrijf. Dit staat dus los van de verkopen die door het Vastgoedbedrijf worden uitgevoerd. Voor een bedrag van circa € 14,2 miljoen betreft het onbebouwde terreinen. Deze gronden hebben een boekwaarde van gemiddeld € 24,- per m2. Als maximale boekwaarde voor een complex wordt binnen de gemeente Arnhem een bedrag van € 100,- per m2 gehanteerd. Dit maximale boekwaardebedrag is gebaseerd op een gemiddelde nog realiseerbare residuele grondwaarde uitgaande van een intensief stedelijk programma. Er wordt bij de waardering van deze gronden dus al gekeken naar de toekomstige nog te realiseren bestemming. De aangescherpte regels van het BBV staan dit toe, mits sprake is van ‘een reëel en stellig voornemen’ dat deze grond in de nabije toekomst zal worden bebouwd en dat dit gebaseerd moet zijn ‘op een raadsbesluit, waarin inhoud wordt gegeven aan ambitie en planperiode’. In 2014 hebben er wel een aantal mutaties plaatsgevonden: • Rosendaalseweg is van NIEGG naar vastgestelde grondexploitatie gegaan. • Het Gele Rijdersplein is NIEGG gebleven (zie ook opmerking hierover in voorgaande tekst over het resultaat grondbedrijf). • De Bosweg is toegevoegd aan de NIEGG. • NIEGG locatie HKA St. Marten is een grondexploitatie in voorbereiding en wordt nu actief in de markt verkocht. Vastgestelde grondexploitaties De winstpotentie in projecten is per ultimo 2014 € 24,2 miljoen. Deze is fors verhoogd ten opzichte van 2013 (was € 10,2 miljoen). Belangrijkste reden voor de toename zijn de gewijzigde parameters. Voor projecten met een tekort is reeds een voorziening getroffen. Deze bedraagt per 2014 € 71,6 miljoen. In de onderstaande tabel is het totaal van alle grondexploitaties weergegeven. Totaal bedraagt de boekwaarde ca. € 83 miljoen (in 2013 ook € 83 miljoen). Daarnaast moeten er nog voor ca. € 177 miljoen aan investeringen plaatsvinden (in 2013 € 202 miljoen) en voor ca. € 290 miljoen aan totale opbrengsten (in 2013 € 328 miljoen) gerealiseerd worden. Door een daling van zowel de investeringen als de grondopbrengsten in de projecten is het risicoprofiel ten opzichte van 2013 verder verbeterd. Vastgestelde grondexploitaties Bedragen * € 1.000.000,= Kosten Verwervingen Civiele kosten Overige kosten Plankosten en VTU Totaal kosten Opbrengsten Grondopbrengsten Subsidies / bijdragen Voorziening Grondbedrijf Totaal opbrengsten Rente / Kosten- en opbrengstenstijging Resultaat (op eindwaarde) Resultaat op contante waarde per 01-01-2015
Boekwaarde
Nog te realiseren
Totaal
233 127 22 109 491
6 90 41 40 177
239 217 63 149 668
234 153 71,6 458,6
277 13 0 290
510 166 72 747,6
50
-31,7
18,3
-83
62 24
134
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Onderstaande grafieken geven het programma aan woningbouw en niet-woningbouw weer die opgenomen is in de vastgestelde grondexploitaties.
Weerstandsvermogen Weerstandscapaciteit (reserve) grondbedrijf Het grondbedrijf had geen eigen reserves meer. Alle negatieve effecten van het grondbedrijf kwamen daarmee voor rekening van de Algemene Reserve. Ook werd de winstpotentie binnen het grondbedrijf niet meegenomen voor de weerstandscapaciteit. Aangezien deze middelen pas in de toekomst tot onze beschikking komen is vanuit het voorzichtigheidsprincipe besloten om die niet in te zetten als dekking voor de weerstandscapaciteit. In dit jaarverslag wordt er echter ca. € 1,2 miljoen toegevoegd aan de bestemmingsreserve grondbedrijf (zie ook uitleg bij het jaarresultaat 2014). Daarnaast is de totale winstpotentie van het grondbedrijf fors toegenomen. Belangrijkste reden voor beide positieve ontwikkelingen is gelegen in de aanpassing van de parameters. Doordat toekomstige kosten en opbrengsten in de grondexploitaties op voorhand positiever worden ingeschat, neemt de kans op negatieve financiële mutaties in projecten toe. De weerstandscapaciteit zou als gevolg hiervan moeten toenemen. Om echter niet onnodig extra weerstandscapaciteit te creëren als gevolg van de aanpassing van de parameters, wordt de extra financiële ruimte die is ontstaan ingezet om de grotere schommelingen van de parameters op te vangen. Met andere woorden: als de parameters gelijk blijven en in een project treedt verslechtering op van het resultaat dan zal dat er toe kunnen leiden tot dat hiervoor bijvoorbeeld een extra voorziening moet worden getroffen. Wijzigen echter daarnaast de parameters, dan zal dat effect in eerste instantie ten koste gaan van de winstpotentie of ten laste van de reserve grondbedrijf. Hiermee is een extra buffer gecreëerd voor parameter schommelingen, zonder dat dit extra ten laste komt van het weerstandsvermogen die vooral ook bedoeld is voor projectspecifieke risico's. Het bedrag dat per 1 januari 2015 ontstaan is om parameterwijzigingen op te vangen is dus € 1,2 miljoen reserve grondbedrijf en € 17,4 miljoen (dit is het deel dat autonoom als gevolg van de parameter aanpassing als extra winst kan worden aangemerkt, totale winstpotentie is € 24 miljoen). Totaal is dus, als gevolg van de aanpassing van de parameters een bedrag van € 18,6 miljoen beschikbaar.
1.151 0 0
Totaal bestemmingsreserves grondbedrijf
0
1.151
Weerstandsvermogen grondexploitaties en grote projecten Ruimtelijke projecten zoals grondexploitaties, grote infrastructurele werken en herontwikkeling van stadsdelen zijn altijd omgeven met risico’s. Risico’s van operationele aard, strategische risico’s maar zeker ook exogene risico’s, zoals grote schommelingen in de (economische) markt. Op deze laatste risico's kan de gemeente niet of nauwelijks sturen. Jaarlijks worden de ramingen van de nog te realiseren inkomsten en uitgaven van deze projecten geactualiseerd om een solide basis voor de projectbegrotingen te verkrijgen. Maar projecten verlopen soms anders dan op voorhand wordt verondersteld. Risico’s die optreden kunnen het financiële beeld ten opzichte van die basis aanmerkelijk wijzigen. Daarom heeft de gemeente een weerstandsvermogen nodig om die onzekerheden in financieel opzicht het hoofd te bieden. Op de lopende projecten worden regelmatig analyses uitgevoerd om risico’s te identificeren die het bereiken van de projectdoelen in de weg kunnen staan. Daar hoort ook bij het formuleren en doorvoeren van maatregelen om de effecten van die risico’s voor het project te verkleinen. Daarnaast worden risico’s en onzekerheden rond de begrote inkomsten en uitgaven, maar ook rond de projectplanningen binnen bandbreedtes op basis van simulatie gekwantificeerd in het benodigde weerstandsvermogen. Het resultaat hiervan wordt in onderstaande tabel weergegeven. Gewenste weerstandscapaciteit grondbedrijf
Benodigd weerstandsvermogen
onderwerp
0 0 0
Grote projecten niet zijnde grondexploitaties
Jaarverslag 2014
Bestemmingreserve grondexploitaties Bestemmingreserve voorstudies Bestemmingreserve strategische posities
Grondexploitaties Grondexploitaties in voorbereiding Erfpachten Benodigd weerstandsvermogen grondbedrijf
pagina
Saldo per Saldo per 31-12-2013 31-12-2014
Bedragen * € 1.000,=
Bedragen * € 1.000,= Zekerheidspercentage
135
Ontwikkeling bestemmingsreserves grondbedrijf
FJP 2014 90% 75%
FJP 2013 90% 75%
28.825 3.470 0 32.295
25.358 2.954 0 28.312
22.096 3.412 0 25.508
19.989 2.915 0 22.904
2.314
1.159
1.291
948
34.609
29.471
26.799
23.852
Het gewenste weerstandsvermogen ultimo 2014 komt uit op € 34,6 miljoen bij een zekerheidspercentage van 90 procent en € 29,5 miljoen bij 75 procent. Hieraan ligt een simulatie van de grondexploitaties op onzekerheden rond kosten, opbrengsten en planning ten grondslag. Ten opzichte van het jaarverslag 2013 stijgt het benodigde weerstandsvermogen (bij 75%) met ca. € 5,6 miljoen. De afname van het totale volume van de grondexploitaties zorgt in eerste instantie voor een lager benodigd weerstandsvermogen (- € 2,8 miljoen). Echter als gevolg van de aanhoudend slechte commerciële vastgoedmarkt en de daarmee stagnerende uitgiftes is het risicoprofiel voor die projecten (in het bijzonder Kleefse Waard) verhoogd. Dit zorgt voor een toename met € 5,9 miljoen. Tenslotte zorgt de aanpassing van het faserings risicoprofiel van Schuytgraaf gelijk met de overige projecten en de aanpassing van de parameters ook nog voor een toename van totaal € 2,5 miljoen. Omdat in de BR grondexploitatie slechts een bedrag van € 1,5 miljoen aanwezig is, wordt voor € 27,0 beslag gelegd op de weerstandscapaciteit van de gemeente. Weerstandsvermogen en scenario's Om de uitkomsten van de simulatie, het gewenste weerstandsvermogen van € 34,6 miljoen, betekenis te geven en de noodzaak te onderstrepen van een weerstandsvermogen dat aansluit op het risicoprofiel van de gehele portefeuille schetsen we hieronder enkele extreme scenario’s, in overeenstemming met de aanbevelingen uit de audit op de grondexploitatie. In onderstaande tabel zijn de scenario's weergegeven en afgezet tegen het resultaat op netto contante waarde van de vastgestelde grondexploitaties per 1-1-2015 (ca. € 24 miljoen).
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Effect op resultaat Resultaat 0,0
136
Scenario's grondbedrijf Bedragen * € 1.000.000,= Scenario Omschrijving FJP 2014 Basis
24,0
Project specifiek e scenario's Scenario 1 Drie jaar vertraging Scenario 2 Grondopbrengsten 10% lager Scenario 3 Ontwikkeling staken
-22,5 -27,7 0,0
1,5 -3,7 -105,7
Scenario grondbedrijf breed Scenario 4 Parameters
-17,0
7,0
Combinatie scenario 1, 2 en 4
-67,2
-43,2
In scenario 1 wordt het effect weergegeven als de geraamde opbrengsten met een vertraging van drie jaar gerealiseerd worden. Dit houdt in dat er drie jaar extra rentekosten worden berekend over de huidige boekwaarde. Scenario 2 geeft weer wat het effect is van toekomstige grondopbrengsten als die 10% lager liggen dan nu aangenomen. Scenario 3 geeft weer welk financieel resultaat er volgt uit het staken van alle ontwikkelingen. Om dit scenario inzichtelijk te maken wordt de huidige boekwaarde van de grondexploitaties en NIEGG weergegeven en gepresenteerd als resultaat. Tenslotte is scenario 4 bepaald met tegenvallende parameters. Hiervoor zijn de behoudende parameters gehanteerd. Treden in extreme omstandigheden een combinatie van scenario 1 (vertraging), 2 (lagere grondopbrengst) en 4 (tegenvallende parameters) op dan is het effect op het resultaat € 67 miljoen en bedraagt het tekort € 43 miljoen.
Het resultaat 2014 op de financieringsfunctie is als volgt opgebouwd: Progr. Financiering R09 Resultaat financiering langlopende leningen, stadsbank en vlottende financiering R09 Resultaat financiering woningbouw en volkshuisvesting R09 dividend BNG Totaal Resultaat
Bedrag V/N Bedragen x € 1.000,--
17.596
V
0 631
V
18.227
V
Afgezet tegen het begrote resultaat in de MJPB voor 2014 van € 16,4 miljoen voor de producten R9.1 (financiering, € 15,8 miljoen) en R9.6 (beleggingen en verzekeringen, onderdeel beleggingen, € 0,6 miljoen) is sprake van een extra positief resultaat van € 1,8 miljoen. Dit extra resultaat wordt als volgt verklaard: Progr. Financiering R09 Resultaat vaste financiering R09 Resultaat kortlopende financiering R09 Resultaat dividend BNG Totaal Resultaat
Bedrag V/N Bedragen x € 1.000,--
1.235
V
507
V
60
V
1.802
V
Het voordelig resultaat op de vaste financiering wordt verklaard door twee bewegingen. Enerzijds is de rente op de kapitaalmarkt nog steeds laag, lager dan begroot, en anderzijds zijn in 2014 minder leningen aangetrokken dan begroot omdat de investeringen zijn achtergebleven bij de begroting.
onderwerp
Resultaten van de activiteit treasury De primaire doelstelling van de treasury is een goede financiering van de gemeentelijke organisatie tegen zo laag mogelijke kosten, waarbij rekening moet worden gehouden met wettelijke voorschriften en beperkingen. Tevens is het van belang rekening te houden met gevolgen in de toekomst van financieringsbeslissingen. Dit vereist alert reageren op ontwikkelingen in de financiële markten in het kader van een meerjarig financieringsbeleid. Voor kortlopende financiering trekt de gemeente geld aan bij banken en (via geldmakelaars) bij andere partijen die voor korte looptijden geld beschikbaar stellen. Als vangnet is bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) een arrangement gesloten, waardoor de gemeente altijd de beschikking heeft over voldoende kasgeld. Langlopende financiering wordt aangetrokken van vooral binnen- en buitenlandse banken.
Jaarverslag 2014
• resultaten van de activiteit treasury; • financieringsvolume; • kasgeldlimiet; • renterisiconorm; • risicomanagement financiering; • overige risico’s.
pagina
Inleiding In deze paragraaf financiering worden enerzijds het gevoerde beleid in de financieringsfunctie en anderzijds het resultaat daarvan in 2014 toegelicht. De werkzaamheden zijn alle binnen de kaders van het treasurystatuut uitgevoerd. De volgende onderwerpen worden behandeld:
137
Paragraaf 4.4 Financiering
Reserves en voorzieningen als financieringsbron Voorzieningen: 0% Reserves: - Rente : 0% - Rente : 2% - Rente : 5,25% Subtotaal reserves Totaal
Volume
Rente
B
Bedragen x € 1.000,-
8.495
0
46.236 51.714 42.685 140.635
0 1.034 2.241 3.275
149.130
3.275
Volumes en mutaties leningenportefeuille 2014 Nadat de eigen middelen volledig zijn aangewend moet de gemeente voor de financiering van activa op de balans op zoek naar vreemd vermogen, van andere partijen aangetrokken leningen. In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste volume- en stroomgegevens met betrekking tot de vaste financiering (met daarin de financiering van de sociale woningbouw) en de door de gemeente aan derden verstrekte financiering opgenomen: Leningen portefeuille
Stand Opname Aflossing Stand 1-1-2014 31-12-2014 Bedragen x
Leningen O/G Vaste financiering regulier en woningbouw Totaal leningen O/G Leningen U/G Vaste leningen uitstaand Leningen aan woningcorporaties: - Stichting Volkshuisvesting - Portaal - Vivare - Woningstichting Omnia - Vestia Groep (v/h SGBB) Totaal leningen U/G
644.289
€ 1.000,--
133.247
-137.473
640.063
133.247
-137.473
640.063
644.289
45.222
3.167
-3.940
44.449
5.908 3.247 24.613 14 4.663 38.445
0
-5.908 -192 -13.613 -1 -4.663 -24.377
0 3.055 11.000 13 0 14.068
83.667
3.167
-28.317
58.517
onderwerp
Financiering in het jaar 2014 Voor de financiering van de investeringen en projecten wordt, naast van banken aangetrokken leningen, gebruik gemaakt van de interne mogelijkheden om reserves en voorzieningen in te zetten als financieringsmiddel. Het volume van de voor dit doel aangewende reserves en voorzieningen bedroeg per 1 januari 2014 respectievelijk € € 140,6 miljoen en € 8,5 miljoen:
Jaarverslag 2014
Financieringsvolume Jaarlijks neemt de gemeenteraad bij vaststelling van de MJPB een besluit over het financieringsvolume in het begrotingsjaar. In dit besluit stelt de gemeenteraad het maximale niveau vast waarvoor door het college van burgemeester en wethouders vaste middelen kunnen worden aangetrokken. Daarnaast neemt de raad gelijktijdig een besluit over de maximale hoogte van te verstrekken leningen aan in Arnhem opererende woningbouwcorporaties en aan andere instellingen in de regio Arnhem. Het college van burgemeester en wethouders is door de gemeenteraad gemandateerd tot het aantrekken van financieringsmiddelen voor de korte en de lange termijn tot de in de MJPB vastgestelde niveaus. Voor de langlopende financiering is door de raad voor het jaar 2014 een bovengrens vastgesteld van € 250 miljoen. In 2014 zijn nieuwe vaste leningen aangetrokken voor een bedrag van € 133 miljoen, waarmee de vastgestelde bovengrens niet is overschreden. Voor de maximaal aan te trekken kortlopende financiering wordt door de gemeenteraad geen plafond vastgesteld, hiervoor is de kasgeldlimiet (zie hierna) bepalend.
pagina
138
Het resultaat op de kortlopende financiering wordt volledig verklaard door de lage rente. Het uitgekeerde dividend van de BNG heeft betrekking op het jaar 2013. De hoogte ervan is vastgesteld in de algemene vergadering van aandeelhouders in april 2014 en wordt daarom in het jaarverslag 2014 verantwoord. De bank heeft in 2013 een financieel goed jaar gedraaid en heeft een hoger dividend uitgekeerd dan de gemeente had begroot.
139
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Opmerkingen: 1) De uitgeleende gelden aan woningcorporaties zijn in 2014 verder afgenomen naar € 14,1 miljoen per 31 december tegen € 38,4 miljoen op 1 januari. 2) In dit overzicht van uitgezette leningen zijn de door de Stadsbank verstrekte leningen niet opgenomen (€ 19,0 miljoen per ultimo 2014). Deze leningen zijn niet verstrekt vanuit de financieringsfunctie, waarover in deze paragraaf verantwoording wordt afgelegd. Kortlopende financiering Bij de kortlopende financiering gaat het om het lenen en uitlenen van geld voor een periode van maximaal één jaar. Specifiek gaat het hierbij om de volgende financieringsactiviteiten: • Opereren in de kasgeldmarkt. Allereerst heeft de gemeente hiervoor een overeenkomst met de BNG. Dit arrangement is in feite een rekening courant met speciale voorwaarden, waarbij de debet- en creditrente dicht liggen tegen het niveau dat wordt berekend over kasgeldleningen. Binnen dit arrangement heeft de gemeente de ruimte ook zelf actief in de daggeldmarkt te opereren. Van die mogelijkheid maakt de gemeente actief gebruik omdat sinds 2009 door de BNG opslagen op de marktrente zijn gehanteerd en de bank in 2011 een hogere rentevoet is gaan gebruiken. De aanwezigheid van het arrangement geeft de zekerheid dat de gemeente altijd kan beschikken over voldoende kasgeld. Evenals bij langlopende leningen gaat de gemeente heel terughoudend om met verstrekken van kortlopende leningen. Bij de kasgeldleningen UG (uitgezet geld) wordt als rente de rekening-courantrente van de BNG gehanteerd met een opslag ter dekking van kosten en het risico dat de gemeente loopt. •
Het aanhouden van een beperkt aantal rekeningen courant ten behoeve van derden. Voor de financiering van derden worden rentedragende rekeningen courant aangehouden. Het gaat hierbij om een aantal aan het beleid van de gemeente Arnhem gelieerde instellingen en instellingen die in het verleden onderdeel zijn geweest van de gemeente Arnhem.
Kasgeldlimiet De wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) geeft concrete richtlijnen voor het beheersen van de renterisico’s. De kasgeldlimiet is een wettelijke norm (plafond) voor de netto vlottende financiering van de gemeente. De bovengrens voor op te nemen kortlopende financieringsmiddelen is bij ministeriële regeling voor het jaar 2014 vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Het begrotingstotaal voor 2014 had een omvang van € 565 miljoen. De kasgeldlimiet voor het jaar 2014 bedroeg dus € 48 miljoen. De kasgeldlimiet wordt als gemiddelde per kwartaal berekend en de gemeente Arnhem is in 2014 alle kwartalen onder het plafond van de kasgeldlimiet gebleven. Renterisiconorm In de wet FIDO is een norm vastgesteld voor de risicobeoordeling van de rente op de langlopende financiering, de zogenaamde renterisiconorm. Deze norm geeft feitelijk aan voor welk deel van het begrotingstotaal de gemeente een zogenaamd renterisico mag lopen. Dit renterisico bestaat eruit dat bij een tussentijdse herziening van de rente of bij de noodzaak om een herfinanciering toe te passen de aktuele marktrente kan zijn gestegen waardoor op de begroting hogere lasten moeten worden opgenomen. Voor 2014 was de renterisiconorm vastgesteld op 20% van het lastentotaal van de gemeentelijke begroting. In 2014 is voor eigen financiering € 130 miljoen aan nieuw langlopend geld aangetrokken. Hiervan was € 109,2 miljoen nodig voor herfinancieringen van leningen die in 2014 zijn afgelost. Er is dus een renterisico gelopen over een bedrag van € 109,2 miljoen; 19,3 % van € 565 miljoen. De toegestane renterisiconorm was 20% van € 565 miljoen: € 113 miljoen. De gemeente Arnhem is dus ook met betrekking tot de renterisiconorm onder de wettelijke limiet gebleven. Risicomanagement financiering Voor wat betreft het risicomanagement financiering wordt onderscheid gemaakt tussen: • de eigen gemeentelijke financieringsbehoefte; • de financiering van de sociale woningbouw; • de financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte Bij de eigen gemeentelijke financieringsbehoefte gaat het om de financiering van alle investeringen die worden gedaan door de gemeente Arnhem. Deze financiering vindt plaats door middel van eigen en vreemd vermogen. Als eigen financieringsmiddel worden de reserves en voorzieningen ingezet. Aan een beperkt aantal bestemmingsreserves wordt rente vergoed. Vreemd vermogen wordt aangetrokken in de vorm van langlopende leningen. De rentekosten van financiering van gemeentelijke investeringen en projecten worden doorberekend in de vorm van een zogenaamde omslagrente: op basis van langjarige gemiddelden van rentes van aangetrokken geldleningen en andere kosten van de treasuryfunctie wordt dit rentepercentage bepaald.
140
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
De rente-omslag bedroeg in 2014 -evenals in voorgaande jaren- 5,25%. Het beleid van de gemeente is om deze omslagrente over een reeks van jaren constant te houden, wat vraagt om een stabiele mix van eigen en vreemd vermogen op de balans. Voor het opvangen van rentefluctuaties -om de genoemde omslagrente stabiel te houden- wordt geen specifieke bestemmingsreserve aangehouden. Dit risico is sinds 2012 opgenomen in het grote gemeentelijke risicoprofiel, dat wordt gedekt door de weerstandscapaciteit. Daarmee is aangegeven dat het risico van rentefluctuaties een normaal bedrijfsvoeringsrisico is, dat geen speciale positie vraagt. Financiering van de sociale woningbouw Op het gebied van de financiering van de sociale woningbouw heeft de gemeente sinds 2010 de actieve rol uit het verleden sterk afgebouwd. Per 31/12/2014 bedraagt de schuld van corporaties aan de gemeente Arnhem nog € f 14,1 miljoen. Vergeleken met de stand van f 248 miljoen per 1/1/2010 is duidelijk dat de risico’s voor de gemeente hier fors zijn afgenomen. De verhoging van de achtervang jegens het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) is weliswaar toegenomen, maar dit risico is veel kleiner dan wanneer de gemeente zelf borg staat voor de leningen of deze zelf heeft verstrekt. In het licht van de toegenomen risico's, waarmee de corporaties zelf geconfronteerd worden (denk aan de verhuurdersheffing), is deze afname voor de gemeente heel welkom. Voor het aan deze financiering verbonden risico zal –indien nodig- een beroep worden gedaan op de BR Volkshuisvesting, stand per 1/1/2014 f 2,4 miljoen. Gezien de financieel relatief solide positie van de corporaties, die nog leningen hebben van de gemeente Arnhem (met name Portaal en Vivare), verwachten wij niet dat zo’n beroep nodig zal zijn in verband met de uitstaande leningen. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen Bij de financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen en derden gaat het om activiteiten die passen binnen het beleid van de gemeente Arnhem. De gemeente heeft hierbij gekozen voor een terughoudend beleid. Slechts in bijzondere gevallen en soms als voortzetting van een bestaande relatie verstrekt de gemeente leningen aan derde partijen. Bij de financiering van activiteiten van de instellingen heeft de gemeente Arnhem een gericht toezicht op het reilen en zeilen van de betreffende instellingen. Door aan de te verstrekken leningen waarborgen te verbinden kan bij calamiteiten direct worden gereageerd om een eventueel verlies voor de gemeente zoveel mogelijk te beperken. Het risico is aanwezig dat een instelling niet aan de contractuele verplichting van betaling van rente en/of aflossing kan voldoen. Dit probleem wordt in eerste instantie (“aan de voorkant”) beheerst door financiering te bieden die het best past bij de financiële mogelijkheden van de instelling. Voor het geval er toch problemen mochten ontstaan eist de gemeente garanties en/of waarborgen, bijvoorbeeld het recht van 1e hypotheek. Ook wordt bij leningen aan instellingen/derden een risico-opslag van (als regel) 0,1% op de te betalen rente gehanteerd. De risico’s zelf zijn -net als de risico’s van rentefluctuaties- ondergebracht in het gemeentelijk risicoprofiel. Overige risico’s Conform de wettelijke voorschriften en de kaderstelling vanuit het treasurystatuut trekt de gemeente alleen leningen aan in Euro’s. Beleggen van middelen is niet aan de orde vanwege de verplichting om overtollige middelen aan te houden in de schatkist van het Ministerie van Financiën (het zg. schatkistbankieren). Overigens heeft Arnhem geen overtollig kapitaal, ook niet in de Schatkist. Er is binnen de gemeente Arnhem dus geen sprake van valutarisico of koersrisico. De aanhoudend zwakke economie De kredietcrisis en de daarop volgende wereldwijde economische recessie hebben geleid tot grootschalig ingrijpen door nationale overheden en centrale banken in 2009 en (in mindere mate) in 2010 en latere jaren. De ingrepen hebben op de kapitaalmarkt en op de geldmarkt geleid tot een lage rente. Dit heeft (samen met andere ontwikkelingen) geleid tot een korte opleving van de economie wereldwijd, die in Europa in 2011 is gevolgd door een nieuwe economische crisis. Ons land is nog steeds bezig zich langzaam aan deze crisis te ontworstelen. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft vanaf 2012 als ondersteuning van het bankwezen in twee tranches meer dan f 1.000 miljard aan driejarige leningen bij de banken ondergebracht tegen een rente van 1%. Mede als gevolg daarvan is de rente laag gebleven. De rentepercentages voor langlopende leningen bevinden zich al tijden op een min of meer constant laag niveau. In de laatste maanden van 2013 is de rente licht gestegen, maar die stijging is in 2014 volledig teniet gedaan. De rente schommelt inmidels rond een nieuw historisch laagtepunt. Voor de toekomstverwachtingen zijn er meerdere bewegingen die elkaar deels tegenwerken, waardoor het moeilijk is een betrouwbare verwachting te formuleren voor de ontwikkeling van de rente voor langlopende leningen. De meeste krachten op de rente hebben een drukkend effect: ten eerste is daar het aangekondigde programma van opkopen van staatsobligaties door de ECB (de zg. kwantitatieve verruiming of quantitative easing); ten tweede is er de voortdurende economische crisis in Europa, wat gepaard gaat met lage rentes en ten derde geldt Nederland in Europa nog steeds als veilige haven, waardoor het aanbod van kapitaal hier relatief groot is.
141
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Hier tegenover staat dat sommige perifere landen in Europa (Zuid-Europa en Ierland) aantrekkelijker beginnen te worden op de kapitaalmarkt met als gevolg dat het aanbod voor Nederland toch langzaam minder begint te worden. Hierdoor zou de rente kunnen gaan stijgen. Ook kan onzekerheid rond of afkeuring van de ontwikkelingen (door marktpartijen) in Griekenland een opwaartse druk op de rente geven. Vooralsnog hebben de drukkende krachten op de lange rente nog een sterke invloed. De rente zal met zekerheid weer gaan stijgen, maar het moment waarop kan niemand voorspellen. De vorig jaar uitgesproken verwachting dat de rente in 2015 zal gaan stijgen omdat dan de bovengenoemde driejarige leningen van de ECB door de banken terugbetaald moeten worden, kan teniet worden gedaan door het opkoopprogramma van de ECB. Hierover zal in 2015 meer duidelijkheid komen. Binnen de financieringsfunctie is het zaak om alert te blijven op de ontwikkelingen om de gemeentelijke activiteiten zo goedkoop mogelijk veilig te kunnen blijven financieren en ook voor toekomstige jaren goedkope financiering zeker te stellen.
GEMEENTE ARNHEM Postbus 9029 6802 EL Arnhem Tel: 0900-1809 Fax: 026-3774830 E-mail: [email protected]
Mijn Personeelszaken De invoering van MijnPersoneelszaken - het E-hrm systeem voor de personeelsprocessen - is in 2014 afgerond. Met de invoering van de module Medewerkermutaties is vrijwel het gehele personeelsproces gedigitaliseerd. Leidinggevenden en medewerkers hebben een efficiënt en overzichtelijk systeem ter beschikking wat tal van werkzaamheden en taken vereenvoudigt. Enkele modules (opleidingen en werving & selectie) worden vooralsnog beperkt ingezet en dienen nog verder uitgebouwd te worden. Instroom jongeren Belangrijk aandachtspunt is ook in 2014 de instroom jongeren geweest. De gemeentelijke organisatie vergrijst en door het grote aantal mobiliteitskandidaten zit de poort op slot om nieuwe medewerkers binnen te halen. Begonnen is met een plan te ontwikkelen om toch vers bloed de organisatie in te krijgen, o.a. door een traineeprogramma en het doorontwikkelen van het stagebeleid. Deze voorbereidende werkzaamheden krijgen in 2015 hun beslag. Dat geldt ook voor programma's gericht op mobiliteit en flexibiliteit als een kweekvijver voor leidinggevenden, het peer-to-peer programma (medewerkers leren buiten de organisatie te adviseren) en de strategische personeelsplanning/vlootschouw. De voorbereidende werkzaamheden hebben in 2014 plaats gevonden. Fomatie en bezetting Eind 2014GEMEENTE is de formatie van de ambtelijke organisatie nog 89 FTE hoger dan de bezetting per 31 december ARNHEM 2014. Dit Postbus 9029 levert per saldo een vacatureruimte op van € 4,5 miljoen, samen met € 1,3 miljoen vergoeding uit het frictiebudget levert een voordeel op van € 6 miljoen. Echter daarnaast is ingehuurd voor € 6 miljoen uit de 6802 EL Arnhem vacatureruimte. Daarmee is de financiele ruimte op de personele lasten tot nihil gereduceerd. Tel: 0900-1809 Fax: 026-3774830 De extra kosten als gevolg van de Cao-ontwikkelingen zijn in 2014 niet begroot. De ongunstige economische E-mail: [email protected] ontwikkeling en de financiële gevolgen daarvan hebben geleid tot langdurige onderhandelingen over de ambtenaren-Cao 2013-2015. Pas op 15 juli 2014 kon een principe akkoord bereikt worden. Per 1 oktober 2014 zijn de loonaanpassingen een eenmalige € 350 bruto uitkering én een structurele salarisverhoging van 1% per jaar. Deze extra kosten zijn vanaf 2015 voorzien in de begroting. Dit heeft geleid tot een incidentele, niet te beïnvloeden overschrijding van € 1 miljoen. Daarnaast rekening houdend met de mogelijkheid om de taakstelling bedrijfsvoering te financieren uit de vacatureruimte resteert een tekort van € 865.000.
onderwerp
Opleidingsbeleid Het opleidingsbeleid heeft verder gestalte gekregen door intensieve opleidingsprogramma's bij de clusters en een uitgebreid en gevarieerd collectief aanbod met workshops en trainingen voor de gehele organisatie. De uitnutting van de opleidingsgelden was vrijwel volledig, dat iets zegt over de opleidings- en ontwikkelbehoefte in de organisatie.
Jaarverslag 2014
Een aantal lopende zaken zijn ook in 2014 verder opgepakt.
pagina
Personeel De organisatieontwikkeling die formeel op 1 januari 2013 van start is gegaan, had als onderliggend besluit 'Organisatiebesluit gemeente Arnhem 2013'. De ondertitel van het besluit was 'Nieuwe tijden, anders werken'. Voor het personeelsbeleid is er in 2013 geen visie ontwikkeld die voortbouwde op dit organisatiebesluit. In 2014 is een begin gemaakt om deze visie te ontwikkelen. De visie op personeel wordt rechtstreeks afgeleid uit het organisatiebeleid en door een interactief proces door de gehele organisatie heen, wordt een visie tot stand gebracht die beschrijft waar de organisatie in de komende jaren op koerst als het gaat om personeelsbeleid. Naar verwachting wordt de personeelsvisie in het voorjaar van 2015 afgerond.
142
Paragraaf 4.5 Bedrijfsvoering
2014
t.o.v. begroot
onderwerp
Afw ijking
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
2013
pagina
Begroting
143
Personele lasten form atie
Realisatie
B edragen x € 1.000,-‐
Aantal FTE ambtelijke organisatie
1.445
Personeelslasten ambtelijke organisatie
€
101.891
Vergoeding > loonsom dan normschaal
€
Saldo personele lasten form atie am bt. Organisatie €
1.490 €
96.934
1.402 €
98.249
-89 €
1.315-
1.653
€
1.385
3.053
€
70
Taakstelling bedrijfsvoering
€
1.935-
Kosten cao 2014
€
1.000
Resultaat personele lasten
€
3.053
€
865-
De daling in FTE’s in 2014 ten opzichte van 2013 is ontstaan door de ingeboekte bezuinigingen op de formatie. De vacatureruimte daalt ten opzichte van de voorgaande jaren. In 2013 was nog sprake van een vacatureruimte van 142 FTE, waar nu in 2014 een verlaging te zien is naar 89 FTE. Het tekort ontstaat als gevolg van de kosten inhuur, die in mindering wordt gebracht op de vacatureruimte. Er is in 2014 circa € 6 miljoen ingehuurd ten laste van de vacatureruimte. Per saldo leidt dit tot een tekort van € 1,3 miljoen. De salariskosten van medewerkers die hoger zijn ingeschaald dan de normfunctie worden gefinancierd uit de bestemmingsreserve frictie. Dit is conform het beleid om zoveel mogelijk medewerkers te plaatsen. Aan de organisatie wordt in 2 jaar (2013 en 2014) de gelegenheid gegeven om te komen tot een oplossing voor deze financiële knelpunten en binnen het gestelde kader van 2015 te komen. Het totale personeelsbestand van de gemeente Arnhem is onder te verdelen in een aantal groepen: • Raadsleden • College B&W • Ambtelijke organisatie • Mobiliteitskandidaten (financiering uit BR frictie) • Personeel Domein (gedetacheerd aan St. Kunstbedrijf) Het personeel van het Domein is volledig gedetacheerd bij de St. Kunstbedrijf en de kosten komen niet ten laste van de gemeente Arnhem.
Totaal aantal FTE Arnhem
Aantal FTE Raad Aantal FTE College B&W Aantal FTE ambtelijke organisatie formatie Aantal FTE mobiliteitskandidaten Aantal FTE St. Kunstbedrijf Totaal personeel gem eente Arnhem
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2012
2013
2014
2014
39
39
39
39
6
6
6
7
1.602
1.445
1.490
1.402
0
71
0
60
33
27
0
22
1.635
1.543
1.490
1.484
144
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Het verloop van de formatie in 2014 en de komende jaren kan als volgt worden weergegeven: Verloop formatie
Begroting 2014
Aantal FTE ambtelijke organisatie geamendeerde MJPB 2014-2017 Af: formatie BAC (uitwerking besluitvorming MJPB 2014) Af: verzelfstandiging GMA miv 2014 Af: uitwerking coalitie accoord F6 ondersteunende diensten Af: formatie reductie agv interne bezuinigingen Af: formatie reductie griffie invulling taakstelling Bij: MFC Beheer (uitwerking besluitvorming MJPB 2014) Bij: tijdelijke formatie BAC (uitwerking besluitvorming MJPB 2014) Bij: uitbreiding ivm E-HRM Bij: uitbreiding formatie agv Stijging WWB klanten Overige mutaties Aantal FTE ambtelijke organisatie Ontwerpbegroting MJPB 2015-2018
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting Begroting 2017 2018
1.538
1.467
1.467
1.467
1.467
-10 -29
-10 -29
-10 -29
-23 -1 4 6 2 3
-11 -2 4 0 2 10 6
-12 -2 5 0 2 10 5
-10 -29 -20 -12 -2 5 0 2 10 3
-10 -29 -40 -12 -2 5 0 2 10 2
1.490
1.438
1.435
1.412
1.392
Voor een verdere toelichting op de toekomstige formatie wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering in de MJPB 2015-2018. Inhuur Anders dan voorgaande jaren is er een lichte stijging in 2014. Dit wordt met name veroorzaakt door de invoering van de decentralisaties in het sociaal domein, extra inzet op bemiddelingsoffensief (Slagkracht en uitkeringsgerechtigden aan werk krijgen) en extra inzet op gemeentebrede ICT-projecten. 2009
2010
2011
2012
2013
2014 B edragen x € 1.000,-‐
Inhuur externen
20.067
15.626
12.007
11.016
9.463
11.412
Het college heeft - om de raad van betere informatie te kunnen voorzien over de mate van inhuur van personeel een vijftal categorieën vastgesteld waarbinnen kan worden ingehuurd en waarop de inhuur wordt geregistreerd: A. Vacatureruimte B. Langdurig ziekteverzuim C. Zwangerschaps- en ouderschapsverlof D. Specifieke projecten met externe financiering E. In overige gevallen GEMEENTE ARNHEM Een 6e – bijzonder geval van inhuur – is de Wiw-Wsw. Postbus 9029 De Wet inschakeling werkzoekenden en de Wet sociale werkvoorziening hebben als doel om zoveel mogelijk 6802 EL Arnhem arbeidsgehandicapten die zijn geïndiceerd voor de Wsw, aangepaste arbeid te bieden. Tel: 0900-1809 Fax: 026-3774830 E-mail: [email protected]
145
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
In onderstaande tabel zijn de verhoudingen van de verschillende categorieën zichtbaar, optellend tot de € 11,4 miljoen aan inhuurkosten: Geboekte inhuurkosten in 2014 (x € 1.000 en in % van het totaal) 4.500 4.000
35% 30%
3.500
25%
3.000 2.500 2.000
4.006
1.500
3.396
2.828
9%
1.000 500 0
1.003 Overig
Projecten
Vacature
Langdurig ziek
1%
1%
114
66
Zwang-oudersch
WIW-WSW
Uit de grafiek komt naar voren dat een deel van de inhuur noodzakelijk is vanwege behoefte aan capaciteit voor projecten (30%) welke gefinancierd worden uit extra opbrengsten of subsidies van andere partijen. Een ander deel is noodzakelijk, omdat vacatures niet zijn of worden ingevuld (25%). Daar waar inhuur noodzaak was voor een goede bedrijfsvoering zijn afwegingen gemaakt. Deze categorie is in 2014 het grootste (41%). BloeM Het Bureau voor Loopbaanontwikkeling en Mobiliteit is in 2012 opgericht met twee opdrachten: • mobiliteitskandidaten begeleiden naar een andere baan, binnen of buiten de organisatie, • het organiseren en stimuleren van vrijwillige mobiliteit. Wat betreft de eerste opdracht heeft 2014 goede resultaten opgeleverd. Begin 2014 waren er nog 155 mobiliteitskandidaten die naar ander werk begeleid moesten worden; eind 2014 zijn dat er nog 98. Als rekening gehouden wordt met toekomstige mutaties als pensioneringen, zijn er nog 64 medewerkers die begeleid moeten worden. realisatie 1-7-2012 Aantal FTE's
realisatie 31.12.2013 Aantal FTE's
begroot 31.12.2014 Aantal FTE's
realisatie 31.12.2014 Aantal FTE's
Niet geplaatst Mentoren Tijdelijk geplaatst
135 17 101
119,38 14,85 81,13
60 14 81
53,71 12,14 67,51
37 12 44
33,75 10,67 34,08
57 10 31
47,03 8,97 28,51
Totaal
253
215,36
155
133,36
93
78,5
98
84,51
Het Sociaal Plan waar de mobiliteitskandidaten onder vallen, loopt af op 01 januari 2017. Doelstelling is om op dat moment alle kandidaten geplaatst te hebben, zodat er geen WW-verplichtingen ontstaan voor de gemeente Arnhem. De mobiliteitskandidaten worden begeleid door loopbaanbegeleiders die met hen trajecten afspreken om hun inzetbaarheid en kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Daarnaast wordt actief gezocht naar tijdelijke klussen en functies en detacheringen buiten de organisatie. Mobiliteitskandidaten blijven zo actief en werken tegelijkertijd aan hun cv. Vrijwel alle mobiliteitskandidaten waren in 2014 aan het werk binnen of buiten de organisatie. Ook aan de andere opdracht - het stimuleren van vrijwillige mobiliteit - is in 2014 hard gewerkt. Zo is het collectief aanbod verder uitgebouwd en weten steeds meer medewerkers uit de organisatie hun weg te vinden naar de loopbaanbegeleiders voor advies of begeleiding. BloeM heeft hiermee een goede naam opgebouwd als bureau waar medewerkers terecht kunnen voor al hun loopbaanvragen. BloeM is in 2012 opgericht als projectbureau voor de tijd van twee jaar. Dit betekende dat het bureau op 1 juli 2014 geïntegreerd zou gaan worden in de afdeling P&O. Besloten is deze integratie een half jaar later door te voeren. Hiermee werd voorbereidingstijd gewonnen om deze integratie tot stand te brengen, bovendien bleek het vanuit administratief oogpunt bezien, gemakkelijk te zijn om de integratie aan het begin van het kalenderjaar tot stand te brengen.
146
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Frictiekosten Als frictiekosten worden alle kosten aangemerkt welke samenhangen met de gevolgen van de formatie reductie uit het dossier Toekomst Gericht Bezuinigen en daaruit volgend het Sociaal Plan Gemeente Arnhem. De loonkosten van de tijdelijke plaatsingen worden pas aangemerkt als frictiekosten na afloop van de tijdelijke plaatsing. Voor 2014 is € 6.481.000 begroot aan frictiekosten. De werkelijke kosten bedragen € 6.287.000. Een beperkte onderschrijding van € 194.000. Omschrijving
Begroting 2014
Loonkosten mobiliteitskandidaten Loonkosten mentoren Loonkosten loopbaanbegeleiders en kwartiermaker Regelingen met afdelingen Wachtgeldvergoedingen / vertrekregelingen Opbrengst detachering Vrijval voorziening inactieven Vergoeding werkelijke schaal hoger dan normschaal totale frictie kosten 2014
Rekening afwijking 2014
5.070 644 212 0 0 -945 0 1.500 6.481
660 -207 -175 -169 -56 -111 139 114 194
4.410 851 387 169 56 -834 -139 1.386 6.287
Het verschil in de werkelijke kosten en de begrote kosten wordt gedoteerd aan de Bestemmingsreserve Frictie, die gebruikt wordt om binnen de periode van 2012-2016 te kunnen egaliseren. Aan het einde van de periode (1 januari 2017) zal beoordeeld worden in hoeverre de dan nog beschikbare middelen ingezet moeten worden voor eventuele wachtgeldverplichtingen. Het verloop van de bestemmingsreserve in 2014 is als volgt: Begroting 2014
Omschrijving
Saldo per 01.01
Rekening 2014
1.688
1.688
-5.070 -644 -212 0 0 945 0 -1.500 -6.481
-4.410 -851 -387 -169 -56 834 139 -1.386 -6.287
Begrote kosten in exploitatie
6.481
6.481
Saldo 31.12
1.688
1.882
Loonkosten mobiliteitskandidaten Loonkosten mentoren Loonkosten loopbaanbegeleiders en kwartiermaker Regelingen met afdelingen Wachtgeldvergoedingen / vertrekregelingen Opbrengst detachering Vrijval voorziening inactieven Vergoeding werkelijke schaal hoger dan normschaal totale frictie kosten
Ten opzichte van de begroting € 21,5 miljoen in de jaren 2013-2016 is de realisatie nu als volgt:
2013 2014 2015 2016
Begroting Realisatie Verschil
€
€ 9.513
€ € 6.481
€ 1.994
€ € 21.543
€ € 7.944
€ € 6.287
€ € 14.231
194
€ 1.569
€
€
€
€ 3.555
€
totaal
€
€ 7.312
Voor de jaren 2015 en 2016 is nog € 7,3 miljoen beschikbaar ter financiering van de resterende mobiliteitskandidaten. Ten opzichte van de huidige bezetting blijkt er nog wel een opgave te liggen om dit te bereiken. Motie een fractie teveel frictie In 2014 heeft de Rekenkamer een onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van de motie 'Een fractie teveel frictie'. Voor de uitkomsten en de vervolgacties wordt verwezen naar de behandeling in de Raad van 15 december 2014.
147
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Auditing en risico management Auditing en risicomanagement zijn hulpmiddelen voor het management en het College van B&W die ingezet kunnen worden om beter in ‘control’ te komen en te blijven, of anders gezegd: "auditing en risicomanagement helpen de organisatie op koers te blijven" De gehele organisatie is, binnen programma's, projecten en processen, gericht op het halen van doelstellingen. De auditoren beoordelen de vooraf bepaalde doelstellingen/normen met de realisatie om van kritische momenten te leren voor de toekomst. In 2013 heeft het College van B&W een auditstatuut vastgesteld, waarin de volgende punten zijn opgenomen: • Wie stelt het onderzoeksprogramma vast? • Welke soorten opdrachten worden uitgevoerd en wie is daarvoor opdrachtgever? • Welke afspraken zijn er gemaakt met betrekking tot de rapportages? • Wie is er verantwoordelijk voor de verbeterpunten? • Wat merkt de gemeenteraad hiervan? Op basis van het auditstatuut zijn voor 2014 twee plannen gemaakt voor de verschillende vormen van onderzoek. Financial audits Deze audits vinden hun basis in de Verordening financieel beleid en beheer. 'Getrouwheid en rechtmatigheid' zijn daarbij de belangrijkste invalshoeken. De audits vormen een belangrijke bouwsteen voor de accountantscontrole. Welke audits worden uitgevoerd, is vastgelegd in een plan dat besproken is in de auditcommissie. De zes belangrijkste financial audits over 2014 waren: • Uitvoering wet Buig; • Participatiebudget; • Minimabeleid; • Inkoop en aanbesteding; • Personeelskosten; • Subsidieverstrekking aan derden. De keuze van de onderwerpen wordt bepaald door het ingeschatte risico en door de omvang ('materialiteit') van de uitgaven en inkomsten die hiermee samenhangen. De voorgestelde verbeterpunten worden ook jaarlijks gevolgd ('monitoren'). Risicoanalyses en overige audits De onderzoeken die op grond hiervan worden uitgevoerd liggen vast in een plan dat jaarlijks door het Directieoverleg in nauwe afstemming met de concerncontroller wordt vastgesteld. Bewust omgaan met risico's, daarvoor maatregelen treffen en het leren van de aanpak van eerdere projecten/processen, zijn daarbij de belangrijkste invalshoeken. De onderzoeken in het plan sluiten aan op de belangrijkste doelstellingen van de gemeentelijke organisatie. De onderzoeken leiden altijd tot concrete verbeterpunten en aanbevelingen voor de vervolgaanpak. De algemene trends uit de verschillende onderzoeken worden regelmatig besproken met de directie. De belangrijkste risicoanalyses en overige audits waaraan in 2014 is gewerkt waren: • Risicoanalyses aantal strategische projecten gebiedsontwikkeling (o.a. Arnhem Centraal, Schuytgraaf, Saksen Weimar) • Risicoanalyses met betrekking tot (onderdelen van) de decentralisatie van taken van het Rijk naar onze gemeente (Jeugdzorg, WMO) • Risicoanalyses met betrekking tot ICT projecten (project Eddie - 'Excellente digitale dienstverlening naar de burger') • Risicoanalyses met betrekking tot voorgenomen verzelfstandigingen (Musis Sacrum Schouwburg Arnhem) • Risicoanalyse proces realisatie en exploitatie vastgoed • Overige onderzoeken (o.a. audit Kwaliteit bodem, verzekeringenbeleid) De uitkomsten van risicoanalyses kunnen ook doorwerken in het benodigde weerstandsvermogen (zie paragraaf weerstandsvermogen en paragraaf Grondbeleid). Werken aan risicobewustzijn Bij het uitvoeren van risicoanalyses wordt gewerkt via de systematiek van risicomanagement. Risicomanagement biedt door middel van het doorlopen van de volgende stappen hulp om risico’s tijdig op te sporen en maatregelen te treffen om de gevolgen te beperken:
148
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Risico-identificatie Evaluatie & rapportage
Risico-analyse
Maatregelen implementeren
Risico-beoordeling Maatregelen ontwerpen
Via die systematiek is ook in 2014 gewerkt om goed zicht te krijgen op de risico’s. In 2014 is steeds vaker een bijzondere manier van risicoanalyse ingezet, de zgn. risicosessies. Door een gerichte voorbereiding worden door middel van interviews en dossieronderzoek de belangrijkste betrokkenen bij een onderwerp begeleid, om zicht te krijgen op risico’s en oplossingen. Niet alleen de aanwezige risico's komen daarbij aan de orde, maar ook de kansen en mogelijkheden. Met deze manier van werken zijn in 2014 goede resultaten behaald. Deze manier sluit goed aan bij nieuwe manier van werken in de huidige organisatie waarbij verantwoordelijkheden laag in de organisatie zijn belegd. Ook is in aanvulling daarop geïnvesteerd in het geven van trainingen om medewerkers zelf ook in staat te stellen goed zicht te krijgen op risico’s en beheersmaatregelen en er op te sturen. Informatiebeveiliging Een betrouwbare informatievoorziening is essentieel voor het goed functioneren van de processen van de gemeente. Informatiebeveiliging is het proces dat deze betrouwbare informatievoorziening borgt. Het opnemen van informatiebeveiliging als normaal kwaliteitscriterium voor een gezonde bedrijfsvoering is tegenwoordig niet langer een keuze, maar een noodzaak. Zowel informatiebeveiliging als privacy hebben in 2014 bijzondere aandacht gekregen. Voor beide onderwerpen is het beleid aangepast aan de hedendaagse inzichten. De bijbehorende governancestructuur is aangepast aan de nieuwe organisatie. Aanvallen op ICT systemen (cyber attacks) worden steeds verraderlijker en nemen in aantal sterk toe. Om hieraan het hoofd te bieden zijn nieuwe procedures afgesproken in overleg met de landelijke Informatie Beveiligings Dienst en zijn een aantal aanvullende technische maatregelen genomen, zoals modernisering van onze firewall. In vele werkprocessen zijn verbeteringen aangebracht waardoor de beveiliging van de informatie sterk verbeterd is. Dit zal een vervolg krijgen in 2015. Mogelijk kwetsbare informatiesystemen zijn beter beveiligd of vervangen voor nieuwe. Een belangrijke pijler is het veilig en verantwoord gedrag van medewerkers die werken met gevoelige informatie. Daarom is gestart met een bewustwordingscampagne die zal doorlopen in 2015. Privacy Het bewaren van de privacy van onze burgers is een belangrijk uitgangspunt bij de inrichting van onze bedrijfsvoering. Veel aandacht is besteed aan de informatievoorziening van de wijkteams die recht doet aan de gevoeligheid van de informatie waarmee zij werken. Er zijn uitgangspunten geformuleerd voor de omgang met privacy in de wijkteams. Bij het opstellen van werkinstructies is aanvullend aandacht besteed aan een zorgvuldige omgang met privacygevoelige informatie. Verschillende verplichte externe audits zijn uitgevoerd en geconstateerde aandachtspunten zijn verbeterd. Voor de zelfevaluatie Basis Registratie Personen (die voormalige GBA audit vervangt) is een hoge score gehaald. EDP Audits Vanwege de noodzaak tot externe verantwoording op het gebied van informatieveiligheid neemt de auditlast sterk toe. Afgelopen jaar zijn de volgende audits en (verplichte) zelfonderzoeken uitgevoerd: • EDP audit Beaufort en Decade (in het kader van de controle op de jaarrekening) • DigiD audit • BAG audit • Archiefinspectie • Zelfevaluatie BRP (Basisregiestratie personen, vervangt de GBA audit) • Zelfevaluatie P-Nik (waardepapieren en reisdocumenten) • Zelfevaluatie SUWI • Informatiebeveiliging: Nulmeting BIG • Enkele kleinere controles op procesniveau (subsidies, belastingen, inkoop, vastgoed)
Gemeenschappelijke
1. WGR+ Stadsregio Arnhem Nijmegen
R0 Algemeen bestuur en publieke dienstverlening R3 Economie
regelingen
R6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning R8 Wonen en ruimte 2. GR Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM)
R1 Veiligheid R7 Gezondheid en milieu
3. GR Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven)
R6 Participatie en maatschappelijke ondersteuning
4. GR Regionaal Historisch Centrum Gelders Archief
R5 Cultuur, recreatie en sport
5. GR Onderwijszaken
R4 Educatie
6. GR Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA)
R7 Gezondheid en Milieu
7. GR Euregio Rijn-Waal GEMEENTE ARNHEM 8. GR Lingezegen Postbus 9029 Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) 6802 EL 9. GR Arnhem Tel: 0900-1809 10. St. Stedenlink Stichtingen Fax: 026-3774830 11. St. Samenwerkingsverband Glasvezelnetwerk Arnhem E-mail: [email protected]
R3 Economie R5 Cultuur, recreatie en sport R7 Milieuhandhaving R8 Wonen en ruimte R9 Financiën en bedrijfsvoering R9 Financiën en bedrijfsvoering
12. St. Het Veluwse Bosbrandweer Comité
R1 Veiligheid
13. St. Horeca Activiteiten Musis Sacrum/Schouwburg
R5 Cultuur, recreatie en sport
14. St. Parkeerbeheer Arnhem
R2 Verkeer, vervoer en waterstaat
Besloten
15. BV Dataland
R9 Financiën en bedrijfsvoering
vennootschappen
16. BV Facility Point
R3 Economie
17. BV Nazorg Bodem Holding
R7 Gezondheid en Milieu
18. NV Bank Nederlandse Gemeenten
R9 Financiën en bedrijfsvoering
Naamloze vennootschappen
onderwerp
Lijst van verbonden partijen De gemeente vervult twee rollen richting de verbonden partijen, de rol van opdrachtgever en van eigenaar. De verantwoording in de paragraaf verbonden partijen vindt plaats vanuit de positie als eigenaar van deze verbonden partijen. Opmerking hierbij is dat de gemeente Arnhem in bijna alle gevallen mede-eigenaar is in de verbonden partij, wat betekent dat er meerdere deelnemers zijn. De verantwoording vanuit de rol als opdrachtgever is terug te vinden in de desbetreffende programma's. In onderstaande tabel wordt aangegeven in welke programma's de verbonden partijen een bijdrage leveren aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen in de diverse programma's.
Jaarverslag 2014
In vergelijking met voorgaande jaren is er gekozen om deze paragraaf op een andere manier vorm te geven. Naast de terugblik op de ontwikkelingen van de verbonden partijen in 2014, wordt er ook vanuit risicoperspectief naar de verbonden partijen gekeken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een risicoanalyse, het zogenaamde risicokompas dat verder in deze paragraaf wordt toegelicht.
pagina
Inleiding In deze paragraaf wordt verantwoording afgelegd over de verbonden partijen van de gemeente Arnhem. De gemeente neemt deel in diverse rechtsvormen, zowel publiek als privaat. Wanneer de gemeente én een bestuurlijk belang én een financieel belang heeft in een andere partij, is dat voor de gemeente een verbonden partij. Samenwerking met andere partijen is een manier om publieke taken uit te voeren, die bij dragen aan het realiseren van de gemeentelijke doelstellingen. Deelnemingen in andere partijen brengen risico's met zich mee, zowel politiek/bestuurlijk als financieel. De opzet van deze paragraaf sluit aan bij het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
149
Paragraaf 4.6 Verbonden partijen
De verbonden partijen, die in het oranje en rode gebied vallen, vormen een hoog c.q. beperkt risico voor de gemeente Arnhem. In het vervolg van deze paragraaf wordt er ingegaan op deze verbonden partijen. Dit zijn: 1. Gemeenschappelijke regeling Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf bedrijven) 2. Stichting Horeca Activiteiten Musis/Schouwburg (HORAC) 3. Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) 4. Gemeenschappelijke regeling Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA) 5. Gemeenschappelijke regeling Euregio Rijn-Waal 6. Gemeenschappelijke regeling plus Stadsregio Arnhem-Nijmegen 7. Gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM) De verbonden partijen in het groene deel van de grafiek hebben een laag risicoprofiel. Voor deze verbonden partijen wordt er in de aan het eind van de paragraaf kort terug geblikt naar de beschreven ontwikkelingen in de MJPB 2014-2017. De risico's van de verbonden partijen zijn meegewogen in de bepaling van de gewenste weerstandscapaciteit (zie paragraaf 4.2 Weerstandsvermogen).
onderwerp
De resultaten In het navolgende figuur worden de uitkomsten van het risicokompas gepresenteerd voor de verbonden partijen. De resultaten in het figuur geven weer hoe de verbonden partijen zich tot elkaar verhouden op met betrekking tot de risico's, op bestuurlijk en financieel gebied. Het financiële risico is naast de hoogte van de financiële bijdrage ook gebaseerd op de indicatoren financieel resultaat, flexibiliteit en governance. Hiermee wordt een vergelijking gemaakt tussen de verbonden partijen en wordt vastgesteld bij welke verbonden partijen het risico het hoogst is.
Jaarverslag 2014
Om deze governance code te ontwikkelen is er in 2014 in eerste instantie een pilot met de verbonden partijen gestart voor de ontwikkeling van een risicokompas. Het risicokompas is een risicoanalyse, die is ontwikkeld met als doel de continuïteit van de verbonden partijen te waarborgen en een beter zicht te geven op de ontwikkelingen en risico's van de verbonden partijen. Het risicokompas bestaat uit een set van acht indicatoren waarop de verbonden partijen beoordeeld worden. Deze acht indicatoren zijn onder te verdelen in een bestuurlijk deel en een financieel deel. De nadere uitwerking van het risicokompas is te vinden in de bijlage Verbonden partijen.
pagina
MJPB 2014-2017/Governance code In de MJPB 2014 - 2017 is opgenomen om een governance code op te stellen die verplicht van toepassing is op instellingen waaraan de gemeente financiële ondersteuning verleent. Het doel van een governance code is het transparant en controleerbaar maken van instellingen die afhankelijk zijn van gemeenschapsgeld. Het gaat hierbij niet alleen om de verbonden partijen, maar ook om de gesubsidieerde instellingen en de contractpartners in het sociaal domein.
150
Actuele kaders • kadernota Verbonden partijen (raadsbesluit 2005; geactualiseerd in 2007); • kadernota "Afstoffen en aanscherpen" (raadsbesluit 2007). In voorgaande nota's is de visie van de gemeente Arnhem op de verbonden partijen vastgelegd, met daarin uitvoeringsrichtlijnen over de wijze van sturen en beheersen. Door verschillende ontwikkelingen in de afgelopen jaren is actualisatie van deze richtlijnen is nodig, onder andere met de uitbreiding van nieuwe taken. Hierbij gaat het om risico gebaseerde aanpak onder andere door het instellen van een governance code.
151
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Terugblik en ontwikkelingen risicovolle verbonden partijen In onderstaand gedeelte worden de belangrijkste ontwikkelingen van de verbonden partijen met een hoog c.q. beperkt risico beschreven. Hierbij wordt ook teruggeblikt op het gestelde in de MJPB 2014-2017. Voor een nadere toelichting op de ontwikkelingen en bijbehorende risico's wordt verwezen naar de bijlage Verbonden partijen. GR Werkvoorziening Midden Gelderland (Presikhaaf bedrijven) Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet en moeten keuzen maken over de toekomstige uitvoeringsinfrastructuur. De huidige structuur waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand (Wwb) en het SW-bedrijf voor de Wsw is geen vanzelfsprekendheid meer. Hiermee is een herijking van de toekomstige positie en rol van Presikhaaf Bedrijven (PHB) in de nieuwe uitvoeringsstructuur aan de orde. Het jaar 2014 stond in het teken van deze herijking, wat voor PHB het volgende inhoud: 1. Het werken met de nieuwe organisatorische en financiële opzet van het bedrijf en de invulling van het nieuwe verdienmodel; 2. De deelnemende gemeenten hebben zich voorbereid op de komst van de Participatiewet per 1-1-2015 en hun visies hierop vertaald in uitvoerings- en bestedingsplannen; 3. De 11 deelnemende gemeenten moesten op basis van deze vertaalslag vaststellen dat a. er onvoldoende onderlinge overeenstemming bestond over de ingezette koers van PHB als bedrijf; b. er behoefte is aan een verkenning naar de regionale samenwerking in het kader van de Participatiewet en de toekomst van PHB. In 2014 is de gemeente Arnhem aangeslagen voor een hogere bijdrage aan de GR Werkvoorziening Midden Gelderland/Presikhaaf Bedrijven (PHB) dan begroot, voornamelijk veroorzaakt door 2 structureel aan te merken oorzaken: 1. Grote veranderingen in de omgeving waarin de transitie van Presikhaaf Bedrijven in het kader van de Participatiewet vanaf 2015 plaatsvindt zoals een schraler economisch klimaat, oplopende werkloosheid, bezuinigingen en decentralisaties in het sociaal domein; 2. Relatief kostbare eigen bedrijfsactiviteiten, relatief lage verdiencapaciteit van SW- medewerkers en relatief moeizame regionale aansturing van het bedrijf. Zowel op het onderdeel subsidieresultaat als het operationele resultaat van de exploitatie van Presikhaaf Bedrijven is sprake van een financieel nadeel. Het jaarresultaat van Presikhaaf betekent voor de gemeente Arnhem met een aandeel van ruim 50% een nadeel op de Arnhemse begroting van € 2,1 miljoen. Het algemeen bestuur van de GR WMG heeft bij de Meerjarenbegroting 2015-2018 alleen jaarschijf 2015 vastgesteld; de doorkijk niet. De doorkijk laat de risico's zien als er niet wordt bijgestuurd op de genoemde voorlopige keuze van gemeenten.
x € 1.000 2015 2016 2017 2018 Subsidieresultaat -6.069 -6.917 -7.743 -8.671 Operationeel resultaat -887 -1.382 -1.409 -1.546 Overig resultaat -1.471 -3.870 -1.850 -2.000 GEMEENTE ARNHEM Exploitatieresultaat -8.427 -12.169 -11.002 -12.217 Postbus 9029 6802 EL Arnhem In het lopende onderzoek worden interventies ontwikkeld om dit meerjarenbeeld bij te sturen Op grond van Tel: 0900-1809 de huidige staan deelnemende gemeenten naar rato van hun aandeel in de SW-populatie, garant voor de Fax: GR 026-3774830 exploitatie van PHB. Het Arnhemse aandeel is ruim 50%. E-mail: [email protected] Stichting Horeca Activiteiten Musis/Schouwburg (HORAC) De stichting verzorgt de werkgeversrol voor het horecapersoneel en heeft als opdracht een bijdrage te verstrekken aan de exploitatie van Musis Sacrum / Schouwburg Arnhem (MSSA). De streefdatum voor de verzelfstandiging van Musis Sacrum Schouwburg Arnhem is in 2014 verschoven naar 1 januari 2016. De eind 2013 aangestelde interim-directeur van MSSA is de opdracht gegeven een bedrijfsplan op te stellen, waarin naast de verzelfstandiging van deze gemeentelijke werkmaatschappij per 2015 ook een verlaging van de gemeentelijke bijdrage vanaf 2015 met € 500.000 is verwerkt. Hieraan is gekoppeld de stichting Horac, waarvan de directeur MSSA het bestuur vormt. Bij dit bedrijfsplan worden de aanbevelingen vanuit de bedrijfsdoorlichting door het externe advies bureau LaGroup meegenomen. De resultaten van de bedrijfsdoorlichting van LaGroup beschrijven de huidige stand van zaken en geven inzicht in kansen, bedreigingen en de verbeterslagen die bij MSSA gemaakt moeten worden. De bevindingen van bureau LAgroup maken duidelijk dat vooral de bedrijfsvoering en organisatie van MSSA een noodzakelijke omslag moeten maken naar een meer marktgerichte, innovatieve en publieksgerichte organisatie. Extra aandacht daarbij vragen onder andere rendementsverbeteringen van de horeca (de beleidsmatige en financiële risico's), de kosten/batenbijstelling van de programmering en het werken aan nieuwe inkomstenbronnen en begunstigers, als ook de huisvesting.
152
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
In mei 2014 heeft het college aangekondigd middelen vrij te maken voor onderhoud en de planvorming voor het toekomstig gebruik van het pand Musis Sacrum. Doel is om dit te realiseren in 2017. De provincie heeft hiervoor vier miljoen euro beschikbaar gesteld en heeft hieraan een deadline verbonden van 2016. Het risico bestaat dat de financiële resultaten van de stichting Horac tekorten laten zien. De tekorten zullen door de gemeente moeten worden gedekt (gemeente is via de werkmaatschappij MSSA eigenaar van de stichting). Het streven is om gelden uit de exploitatie van de stichting Horac te laten vloeien naar de exploitatie van MSSA; dit mag niet andersom het geval zijn. Dit dreigt wel te gebeuren als de stichting Horac een tekort heeft. GR Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) De ODRA is een regionale uitvoeringsorganisatie voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op het gebied van milieu en mogelijk ook voor bouwen, natuur en water op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De ODRA is nog volop bezig met het stroomlijnen van de interne werkprocessen en in- en externe verantwoording. In dit soort werkzaamheden zal eerst nog moeten worden geïnvesteerd voordat sprake is van een soepel draaiende organisatie. Dit geldt overigens voor vrijwel alle recent opgerichte omgevingsdiensten. Gestart is met de voorbereiding op outputfinanciering in 2017. Vanaf 2017 werkt ODRA met een productencatalogus en met expliciete opdrachten van de partners. De omgeving van de ODRA is door veranderingen in wet- en regelgeving ondertussen nog volop in beweging. De voorbereidingen op de Omgevingswet zijn al geruime tijd in gang gezet. Deze wet, die vermoedelijk pas ruim na 2020 in werking treedt, zal gevolgen hebben voor de aard en omvang van het werkpakket dat ODRA voor de gemeenten uitvoert. Veel is echter nog onduidelijk. Een andere wetswijziging staat toe dat een deel van het bouwtoezicht binnenkort aan de markt zal worden overgelaten. Ook dit heeft gevolgen voor het werkpakket van ODRA. Recent is door een wetswijziging de lengte van een aantal vergunningprocedures fors ingekort. Dat betekent dat de ODRA, maar ook de gemeente, sneller en doelgerichter kunnen opereren. In 2015 wordt aandacht besteed aan het gelijk schakelen van administratieve werkprocessen (postafhandeling, zaaksystemen, archiveren etc) die zij hanteert voor de verschillende gemeenten. Dit intensieve traject wordt in 2016 afgerond en zal leiden tot grotere efficiëntie. Naar verwachting brengen twee deelnemende gemeenten in 2015 hun bouwtaken onder bij de ODRA. De omvang en capaciteit van de ODRA wordt hiermee groter, wat gunstig is voor de efficiëntie en flexibiliteit van de organisatie. GR Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA) De gemeenteraad heeft in het najaar van 2013 ingestemd met de opheffing van de gemeenschappelijke regeling MRA in 2014. De liquidatie heeft vertraging opgelopen, door de bestuurswisseling van maart 2014 en tekort aan personele capaciteit. Het liquidatieplan wordt in de eerste helft van 2015 separaat aan de raad voorgelegd. Vanaf 1 april 2013 zijn de thema's Regionale Milieuverkeerskaart, Externe veiligheid, Handhaving en vergunningverlening ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling Omgeving Dienst Regio Arnhem (ODRA). De huidige platformstructuur blijft na liquidatie gehandhaafd, waarbij de ODRA de secretarisrol invult. De (bestemming)reserves worden in beheer overgedragen aan de ODRA, Deze zijn toereikend om de voorgenomen projecten in 2015 te financieren. Vanaf 2016 zal, om het platform in stand te laten, naast de gebruikelijke inwonerbijdrage (contributie), een bijdrage aan de (voormalige) MRA-gemeenten (kunnen) worden gevraagd voor de deelname aan specifieke projecten die via de ODRA geïnd gaan worden. GR Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM) • Brandweer en Ambulancezorg VGGM: Het jaar 2014 is het eerste jaar dat de Brandweer VGGM gedraaid heeft als regionaal korps. Voor Arnhem waren de wijzigingen marginaal, omdat de brandweer hier al geregionaliseerd was. In 2015 en 2016 zal de Doorontwikkeling van de Repressieve Organisatie centraal staan. In 2014 is gestart met de bouw van de brandweerkazerne in Arnhem Noord. De oplevering van de 1e fase is voorzien in april 2015. Op 1 januari 2014 is een nieuwe systematiek voor de bekostiging en de financiering van de ambulancezorg in werking getreden. • Monitoring 3 D's in het sociaal domein: In het kader van de decentralisaties heeft VGGM de opdracht gekregen voor de maandelijks monitoring wijkaanpak op het thema zelfredzaamheid. Het betreft het aggregeren, veredelen en duiden van gegevens die worden ontsloten uit de registraties van de wijkteams, waar nodig aangevuld met de bestaande registratiesystemen van de zorgaanbieders. De ontwikkeling en invoering van deze monitoringsrapportages zullen in 2015 de nodige aandacht vragen. • Jeugdgezondheidszorg: De afdeling Jeugd Gezondheid & Zorg (JGZ) van VGGM heeft zich in 2014 voorbereid op de taken vanuit de nieuwe Jeugdwet (ingangsdatum 1 januari 2015) en het nieuwe Basisaanbod Preventie (aanpassing Wet Publieke Gezondheid per 1 januari 2015). Het extra contactmoment op de voortgezet onderwijs scholen is geïmplementeerd met ingang van het schooljaar 2014-2015. Deze processen zijn op tijd afgerond.
153
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Op 1 januari 2015 heeft VGGM de Jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar van de Stichting Thuiszorg Midden- Gelderland overgenomen. Om de jeugdgezondheidszorg te continueren is tijdelijk een Stichting in het leven geroepen, die onder de VGGM valt. Het personeel is in deze tijdelijke stichting geplaatst. Hiermee is de zorgcontinuïteit gewaarborgd. In 2015 zal de overgang van deze Stichting naar VGGM centraal staan, met als beoogd doel de hele JGZ 0-19 jaar onder te brengen in de Gemeenschappelijke Regeling. GR Euregio Rijn-Waal De aansluiting van de Euregio op de Europese programma’s 2014-2021 zal nu goed gestalte moeten krijgen. Het vastgestelde beleid van de Euregio voor deze periode bevat diverse richtingen en is niet sterk gefocust. Een van de Europese programma’s is Interreg, met de volgende doelstellingen: • Ontwikkeling en versterking van de economische situatie in het grensoverscheidende gebied en verdere ontwikkeling van de werkgelegenheid. • Versterking van de duurzame ontwikkeling ter verbetering van de levenskwaliteit in het grensgebied. • Ontwikkeling en verbetering van de maatschappelijke integratie in het grensgebied. Het budget voor dit programma is sterk toegenomen, maar zal ook met meer partners in Duitsland en Nederland gedeeld moeten worden. De stad Dusseldorf heeft zich eind 2014 bij de Euregio aangesloten en het aantal Nederlandse partners is toegenomen door vergroting van het Interreggebied met Zuid-oostbrabant/ midden Limburg. Met name vanwege de aansluiting van Dusselfdorf liggen er zeker kansen voor Arnhem, mits goed benut. Het vastgesteld beleidsprogramma van de Euregio is niet sterk stedelijk gefocust. Vraag is of die organisatie voldoende is toegerust voor die nieuwe stedelijke dimensie. De burgemeester hecht grote waarde aan grensoverschrijdende samenwerking. WGR+ Stadsregio Arnhem-Nijmegen Per 1-1-2015 is de WGR+ regeling vervallen. In de wet is een overgangstermijn van 1 jaar opgenomen. Dus uiterlijk 1-1-2016 moet de Stadsregio zijn aangepast aan de geldende Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De deelnemende gemeenten hebben in principe besloten om de Stadsregio in haar geheel op te heffen. In principe hebben alle deelnemers aan de Stadsregio uitgesproken dat zij verder willen samenwerken in regionaal verband. Op dit moment zijn er nog veel vragen over hoe de samenwerking vorm gaat krijgen in de regio. In Arnhem gaat de voorkeur uit naar een lichte vorm van samenwerking zoals een Gemeenschappelijk Orgaan. Het onderzoek naar nieuwe vormen van regionale samenwerking wordt in 2015 afgerond. Door het opheffen van de Stadsregio is een aantal wettelijke teken met daaraan gekoppeld een aantal subsidiestromen, met name op het gebied van mobiliteit, van de Stadsregio overgegaan naar de provincie. Op verzoek van de gemeenten heeft in 2014 een verkennend onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden tot bundeling van het doelgroepenvervoer (Stadsregiotaxi, Leerlingenvervoer, Wmo-vervoer, vervoer vanuit Jeugdwet, Wsw-vervoer etc). De gemeenten hebben ingestemd om het onderzoeksresultaat met een vijf sporenbeleid via een programmamanager nader uit te werken om te komen tot besparingen op het terrein van het doelgroepenvervoer. E.e.a. past ook binnen het provinciale beleid om te komen tot vervoersregio's basismobiliteit vanaf 2017. Om aanspraak te kunnen blijven maken op deze subsidies zal in de regio op korte termijn een vorm van samenwerking gestalte moeten krijgen, die ook door de provincie wordt gedragen. De opheffing van de Stadsregio zal er toe leiden dat de inwonersbijdrage lager wordt, aangezien er geen ambtelijk apparaat van de Stadsregio in stand moet worden gehouden. Daarentegen moet er rekening worden gehouden met benodigde capaciteit en middelen voor taken die door de nieuwe samenwerkingsvorm respectievelijk door de gemeente weer zelf moeten worden gedaan. Een lichte samenwerkingsvorm maakt het mogelijk dat de GEMEENTE ARNHEM bijdrage omlaag gaat, maar aan de andere kant is het waarschijnlijk dat op incidentele basis meer financiering voor Postbus 9029 projecten gevraagd gaat worden. 6802 EL Arnhem Tel: 0900-1809 Terugblik ontwikkelingen verbonden partijen met een laag risicoprofiel Fax:en 026-3774830 In dit onderdeel wordt er kort teruggeblikt op de ontwikkelingen die zijn beschreven in de MJPB 2014-2017 E-mail: [email protected] over de verbonden partijen met een laag risicoprofiel. GR onderwijszaken De deelnemende gemeenten kunnen apart tekenen voor de deelname aan drie verschillende onderdelen van de GR onderwijszaken. De drie onderdelen zijn • Volwasseneneducatie • Leerplicht • De Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) De gemeente Arnhem heeft ingestemd voor deelname aan de onderdelen volwasseneneducatie en leerplicht en nog niet voor het onderdeel RMC. In de MJPB 2014-2017 wordt beschreven dat er aan de hand van het evaluatieonderzoek van het Team Voortijdig School Verlaten (VSV) besloten wordt of het onderdeel van de RMC taken opgenomen wordt in de GR onderwijszaken. Op 26 mei 2014 is dit besluit genomen en is de uitvoering de taken van RMC per 1 oktober 2014 opgenomen in het Regionaal Bureau Leerlingzaken Midden-Gelre.
onderwerp
Bijlage: Verbonden partijen De verantwoording conform het Besluit Begroting en Verantwoording (vestigingsplaats, het openbaar belang, en de financiële gegevens omtrent vreemd vermogen, eigen vermogen, financieel belang en resultaat) vindt plaats in de bijlage Verbonden partijen. Hieraan toegevoegd zijn de risicoprofielen inclusief toelichting van de risicovolle verbonden partijen.
Jaarverslag 2014
Dataland BV In de MJPB 2014-2017 staat beschreven dat er in 2014 besluitvorming plaats zal vinden omtrent de voortzetting van de deelname als certificaathouder in de stichting Dataland. De deelname in de stichting dataland wordt voortgezet om de volgende twee redenen: • de VNG heeft aan stichting Dataland de rol van data- en kennisknooppunt voor de Nederlandse gemeenten toebedeeld. Vanuit deze rol worden verschillende diensten aangeboden en ontwikkeld om gemeenten structureel te ontzorgen. De certificaat houdende gemeenten hebben in dit proces een doorslaggevende stem en deze stem wil de gemeente Arnhem graag behouden; • er wordt jaarlijks een positief resultaat behaald door Dataland BV. Dit betekent dat er in 2014 dividend is uitgekeerd. De verwachting is dat deze lijn zich doorzet de komende jaren.
pagina
GR Gelders Archief In de MJPB van 2014-2017 staat een bezuiniging van € 105.000 beschreven op de gemeentelijke bijdrage aan het Gelders Archief. Deze bezuiniging wordt tot en met ca. 2016 ingevuld door een BTW-meevaller voor de gemeente Arnhem op het functioneren van deze gemeenschappelijke regeling. Na deze periode wordt de korting verrekend met de jaarlijkse bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling. Daarnaast worden er in de MJPB 2014-2017 zorgen geuit over de kwetsbaarheid van het Gelders Archief in financiële zin en een matig weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is in 2013 gestegen naar € 344.114 en voor de komende jaren heeft het Gelders Archief een sluitende begroting, waarmee een solide financiële basis voor het Gelders Archief wordt gelegd.
154
GR Lingezegen De basisinrichting van het park is eind 2014 gereed, met uitzondering van het deelgebied Waterrijk. Nu de basisuitrusting 'staat' zal enerzijds een zwaarder accent komen te liggen op beheer. Belangrijke items hierbij zijn afspraken over verantwoordelijkheden bij toekomstig beheer, het borgen van investeringen en afspraken tot nu toe en meer ruimte voor gebiedsinitiatieven (gebruikersraad). In 2015 worden besluiten genomen over inhoud en organisatie van de volgende fase (' de doorontwikkeling') van park Lingezegen. Anderzijds zullen nieuwe thema's hun plek moeten krijgen in de parkinrichting: wateradaptatie (Deltaprogramma), duurzame energie en stadslandbouw. Het beheer van Waterrijk zal vermoedelijk worden belegd bij Staatsbosbeheer. Arnhem heeft een belangrijke rol bij de realisatie. Werkzaamheden in deelgebieden De Park en Waterrijk maken het gewenst de detachering voor 0,5 fte gedurende een korte periode voort te zetten in 2015.
Bezuinigingstaakstellingen uit het verleden hebben in 2014 geleid tot het vaststellen van een lager basisniveau op sommige onderdelen van de openbare ruimte. Het gaat hierbij om wegonderhoud, verlichting, stadsreiniging en het onderhoud van speeltoestellen. Besluitvorming over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte, alsmede het gewenste kwaliteitsniveau, in relatie tot de benodigde budgetten zal plaatsvinden aan de hand van de op te stellen Nota Openbare Ruimte in 2015. De uitgangspunten van het Coalitieakkoord 2014-2018 worden hierin meegenomen, evenals financiële knelpunten en risico’s, die in deze paragraaf per type object worden benoemd. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de in Arnhem sinds 2014 gehanteerde basisniveaus voor de diverse onderhoudsobjecten in verschillende gebieden. Meer gedetailleerd wordt daarop ingegaan bij de diverse objecten van onderhoud. Met de term ‘basisniveau’ wordt de ondergrens voor de kwaliteit van de openbare ruimte in Arnhem aangegeven op basis van de landelijke CROW-methodiek. Deze methodiek onderscheidt vijf kwaliteitsniveaus (A+, A, B, C en D).
C C C C/D C C C C C C B C
B B B B B B B C C B B B
C B B B C C B B
Fietspaden
C B B B B B B C C B B B
Hoofdintra
Bossen/parken
Wijken BGB C B B C B B B C C B B B
Bedrijfsterreinen
Winkelcentra A B A A B B B A A B B B
Wijken BGB
Centrum
PAGINA
A B A A B B B A A B B B
A/B B B B C C B B
ONDERWERP JAARVERSLAG 2014
Groen Speelvoorzieningen Recreatieve voorzieningen Verhardingen Verkeersvoorzieningen Kunstwerken Beeldende kunst Zwerfvuil en onkruid Overige stadsreiniging Openbare verlichting Riolering Water
163
GEMEENTE ARNHEM Postbus 9029 6802 EL Arnhem Tel: 0900-1809 Fax: 026-3774830 E-mail: [email protected]
onderwerp
Samenvattend beeld De laatste tien jaar is de onderhoudstoestand van kapitaalgoederen op veel onderdelen verbeterd. De verbetering in langjarig perspectief vloeit voort uit diverse plannen die in de periode 2000-2005 geformuleerd zijn in relevante beleidskaders, de programma’s Buiten Gewoon Beter (BGB) en de Gemeentelijke Rioleringsplannen (GRP). Als gevolg van integrale programmering van het groot onderhoud en vervanging in de openbare ruimte worden de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk ingezet. Meer focus op de regiefunctie bij het beheer en het uitbesteden van de uitvoering van onderhoud hebben tot aantoonbare verbeteringen geleid. Belangrijke richtlijnen bij het beheer zijn veilig, duurzaam, schoon, heel en van technisch voldoende kwaliteit. Uitgangspunten hierbij zijn vooral het voorkómen van kapitaal-vernietiging en van onveilige situaties.
Jaarverslag 2014
Gewijzigde opzet van de paragraaf Het jaarverslag sluit aan op de gewijzigde opzet van deze paragraaf die is geïntroduceerd in de Meerjarenprogrammabegroting (MJPB) 2015 - 2018 en wijkt daardoor af van de opbouw van de MJPB 2014 - 2017. De nieuwe opzet is afgestemd op de doelstelling van deze paragraaf volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). In de gewijzigde opzet wordt per type kapitaalgoederen inzicht gegeven in geldende kaders, ambitieniveau van het onderhoud, de planning voor het jaar 2014 en de realisatie hiervan in 2014. De programmatische informatie wordt nu opgenomen in het relevante (beleids-)programma.
pagina
Inleiding
155
Paragraaf 4.7 Onderhoud kapitaalgoederen
156
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Wegen Actuele kaders • Beleidsnota Wegenonderhoud (raadsbesluit 2008); Ambitie De beleidsnota Wegenonderhoud ging uit van niveau B voor hoofdwegen en voor 90 % van de wegen in wijken, en niveau A voor fietspaden; dit kwaliteitsniveau is ingevolge de bezuinigingen als volgt bijgesteld: • (2012) verlaging van de norm voor fietspaden naar niveau B en de hoofdstructuur naar C voor de duur van 3 jaar; • (2013) structurele verlaging van de norm voor wegen in wijken van B naar C (met name r ijbanen) en D (met name parkeervakken); • (2013) een bezuiniging van € 300.000 op de hoofdwegen door: - werken niet meer ‘s nachts en in de weekeinden uit te voeren; - kleinschalig oplappen en de impact hiervan op de beeldkwaliteit te accepteren. Planning 2014 In 2014 werd het onderhoud conform het proces van integraal programmeren openbare ruimte en het beheerplan wegen uitgevoerd. Planning 2014 ging uit van: • in samenloop uitvoeren van een aantal grote integrale projecten: Amsterdamseweg, Apeldoornseweg, Johan de Wittlaan, Velperweg en Oude Zevenaarseweg; • onderhoud op de Batavierenweg, Burg. Matsersingel, Cattepoelseweg e.d.; • voormalige BGB-wijken uit de 1ste en 2de ronde op niveau houden. Resultaten 2014 De beschikbare middelen in 2014 zijn besteed op het inlopen van onderhoudsachterstanden bij wegenonderhoud. Het uitvoeringsplan conform de lijst integraal programmeren openbare ruimte is grotendeels uitgevoerd. In samenloop zijn de Amsterdamseweg en Johan de Wittlaan (Largas) uitgevoerd. De uitvoering van de projecten Velperweg, Apeldoornseweg en Oude Zevenaarseweg zijn doorgeschoven naar 2015. Enkele projecten (zoals Winkelcentrum Presikhaaf en De Monchyplein) zijn doorgeschoven in verband met nadere afstemming. In de BGB-wijken uit de 1ste en 2de ronde is met name ingezet op lokale fietsverbindingen (zoals fietspad Elderhofseweg, Erasmussingel en Diependalseweg). De bezuiniging in 2014 ad € 300.000,-- door niet meer 's nachts te werken en door kleinschalig oplappen te accepteren, is gerealiseerd. Dit laatste heeft wel geleid tot meer verkeershinder tijdens de werkzaamheden overdag en tot achteruitgang van de beeldkwaliteit van de asfalthoofdwegen. Openbare Verlichting Actuele kaders Beleidskader Buitengewoon beter en Buitengewoon doorgaan (raadsbesluit 2002) Ambitie De openbare verlichting draagt bij aan sociale veiligheid en verkeersveiligheid. De kwaliteit voldoet aan de verlichtingsklassen van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV), afgeleid van de Europese norm EN13.201. Voor de kwaliteit van de verlichting in woonwijken gaat het om de laagste verlichtingsklassen van de NSVV, die overeenkomen met het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Planning 2014 • vervanging van armaturen door LED-verlichting in kader van het LED-project v erkeerswegen; • vervanging van masten, armaturen en kabels in de wijken Sterrenberg en Elden op het p rogramma (op basiniveau houden); • vervanging van lichtmasten en kabels omgeving Koningsplein in het City Centrum. Resultaten De geplande vervanging van armaturen met LED-verlichting langs verkeerswegen is uitgevoerd. De overige geplande vervangingswerkzaamheden zijn gestart in 2014 en worden afgerond begin 2015.
157
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Verkeersregelinstallaties Actuele kaders • Nota Licht op groen (raadsbesluit 2004; exploitatie 2004-2015); • Nota Het groen goed verdeeld (regelstrategie; raadsbrief in 2006). Ambitie Het technisch beheer van de verkeersregelinstallaties is primair gericht op het handhaven van de verkeersveiligheid. Het verkeerskundig beheer van de verkeersregelinstallaties richt zich op het uitvoeren, monitoren en bijstellen van de beleidswensen, zoals deze in diverse nota's zijn vastgelegd. Planning 2014 • de reguliere werkzaamheden beheer en onderhoud; • geen vervanging is gepland in verband met de geplande aanbesteding van het dagelijks o nderhoud en de vervanging van verkeerslichten; • de voorbereiding en aanbesteding van twee bestekken: 1. het bestek dagelijks onderhoud verkeerslichten (1e lijns); 2. het bestek vervanging verkeerslichten. Resultaat 2014 De reguliere werkzaamheden zijn zoals gepland uitgevoerd. De twee bestekken voor het dagelijks onderhoud en het vervangen van verkeerslichten zijn grotendeels gerealiseerd. Beide bestekken zijn niet in 2014 aanbesteed om de volgende redenen: 1. de lopende projecten rondom Arnhem Centraal vragen veel extra inspanning binnen beheer, waarvoor de planning aangepast diende te worden; 2. de regiogemeenten Westervoort, Rheden en Overbetuwe hebben gevraagd opgenomen te w orden in het bestek voor het dagelijks onderhoud van verkeerslichten. De bestekken worden in het tweede kwartaal 2015 aanbesteed. Civieltechnische Kunstwerken Actuele kaders Beleidskader Buitengewoon beter en Buitengewoon doorgaan (raadsbesluit 2002) Ambitie De civieltechnische kunstwerken worden op basisniveau (kwaliteitsniveau B) onderhouden. Planning 2014 Het beheerplan Civieltechnische kunstwerken 2013-2014 dat in het voorjaar van 2013 is geactualiseerd, is bepalend voor het groot onderhoud. Planning 2014 ging uit van: • de 2de fase vervanging van de lage kades bij de Rijn; • onderhoud aan de fietstunnels Burgemeester Matsersingel; • onderhoud aan de fietstunnel OHRA; • onderhoud aan ARNHEM het viaduct Kroonse Wal; GEMEENTE • vervanging van de opleggingen van de fiets- en voetgangersbrug 'het Hoefijzer'. Postbus 9029 6802 EL Arnhem Resultaten Tel: 2014 0900-1809 De geplande werkzaamheden zijn grotendeels gerealiseerd. In verband met de in 2014 te verwachten grote Fax: 026-3774830 verkeersoverlast zijn enkele projecten doorgeschoven naar 2015 zoals onderhoud viaduct Elderhof. E-mail: [email protected] Voor de mogelijkheden tot herstel van het doorlaatwerk Eldensedijk is een onderzoek gestart. In 2014 zijn alle objecten geïnspecteerd, waardoor een actueel beeld is ontstaan van de onderhouds-situatie. Op basis hiervan wordt het beheerplan Civieltechnische kunstwerken geactualiseerd.
158
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Riolering Actuele kaders Keuzenota Integraal Onderhoud Openbare Ruimte (raadsbesluit 2013). Ambitie In het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) worden de doelstellingen geformuleerd om de 'basiskwaliteit' te bereiken en vast te houden. In de in 2015 aangekondigde Nota Openbare Ruimte (zie samenvattend beeld) wordt het GRP5 (2014-2018) opgenomen, waarbij de uitgangspunten en de financiële kaders van het Coalitieakkoord 2014-2018 worden betrokken. Het GRP5 gaat in op de uitvoering van wettelijk verplichte taken en een herstel- en vervangings-programma. Alle riolen met een resterende levensduur van minder dan vijf jaar worden vervangen. Riolen met een levensduur minder dan 10 jaar worden alleen vervangen als ze in een projectgebied liggen. Hiertoe behoort ook het definitief herstel van een deel van het moerriool. In Arnhem ligt op dit moment nog 135 kilometer riool dat ouder is dan 60 jaar. De gemiddelde theoretische technische levensduur van een rioolstreng is 60 jaar. Belangrijke bepalende factoren voor de levensduur zijn de stabiliteit van de ondergrond, het gebruik van de buitenruimte boven het riool en het gebruik van het riool zelf. De praktijk laat zien dat de gemiddelde levensduur in Arnhem iets langer is dan 60 jaar. Om de lastenstijging voor bewoners en bedrijven beperkt te houden, worden alleen die maatregelen uitgevoerd die technisch strikt noodzakelijk zijn aan de riolering. Alle andere maatregelen, die verantwoord kunnen worden uitgesteld, worden niet uitgevoerd. Bekende plekken met wateroverlast op straat en slechte kwaliteit van het oppervlaktewater door overstort uit het riool worden om budgettaire redenen niet voor 2019 aangepakt. In overleg met Rijkswaterstaat, als beheerder van de grote rivieren, is de inzet om voor 2019 de bestaande overstorten van vies rioolwater op de Nederrijn niet aan te pakken. Planning 2014 Voor de huidige GRP-periode is de doelstelling om jaarlijks 8 km riool te relinen of te vervangen. Realisatie 2014 In 2014 is 9 km rioolvervanging gerealiseerd, waarmee ruim aan de doelstelling is voldaan. De wateroverlastproblematiek, door de extreme regenval in juli 2014, was aanleiding te starten met een Actieplan Wateroverlast. De resultaten van de eerste fase hiervan zijn inmiddels aan de Raad aangeboden. In 2015 wordt het Actieplan aan de raad voorgelegd. Water Actuele kaders Waterplan Arnhem 2009 - 2015 (raadsbesluit 2009) is het gezamenlijke beleidsplan van de gemeente en de waterschappen Rivierenland en Rijn en IJssel. Voor het beheer en onderhoud van het overgrote deel van het oppervlaktewater, zijn de twee waterschappen verantwoordelijk. De gemeente is verantwoordelijk voor de zogenaamde civieltechnische, watergerelateerde werken zoals beekriolen, duikers en fonteinen. Ambitie Het beheer en onderhoud is erop gericht om het watersysteem op orde te brengen en te houden. Het gaat hierbij onder meer om afkoppelvoorzieningen, ecozones, moerassen, sloten, beschoeiingen, paddenpoelen én oppervlaktewater(bodems) zoals de Immerlooplas, Malburgerhaven, Defensiehaven, Haven van Coers en de dijkdoorbraakkolken. De visie in het Waterplan Arnhem 2009 - 2015 is uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma met concrete maatregelen en projecten. Het onderhoud aan de civieltechnische, watergerelateerde werken is gericht op het naar behoren functioneren van deze elementen. Planning 2014 • Reiniging & inspectie duikers en beekriolen In 2014 is een vijfjarig contract reiniging & inspectie van duikers en beekriolen gestart. Binnen deze 5 jaar is de onderhoudstoestand van alle duikers (ca. 100 stuks, 6.5 km) en b eekriolen (ca. 10 strengen, 2 km) onder de hoofd- en ontsluitingswegen, provinciale wegen en o nder de spoorlijnen in beeld gebracht en wordt waar mogelijk direct het noodzakelijke onderhoud gepleegd; • Baggerwerkzaamheden Als gevolg van een bezuiniging is met ingang van 2014 besloten om het baggeren van de h avens project- gewijs te prioriteren en te financieren. Voor 2014 waren hiervoor geen uitgaven voorzien; • AKU-fontein De verplaatsing van de AKU fontein was voor 2014 voorzien;
Ambitie Het Groenplan bevat een samenhangende visie op de ontwikkeling, inrichting en beheer van het groen in en om de stad Arnhem, voor de korte (2004 – 2007) en de middellange termijn (2015). Wijkgroenbeheer is gericht op realisatie en instandhouding van de gewenste streefbeelden. Op de ene plaats leidt dit tot een natuurlijk groen en op een andere tot een meer cultuurlijk groen. Het onderhoudsambitieniveau voor het wijkgroen is B-niveau. Planning 2014 • Dagelijks onderhoud Het dagelijks onderhoud van het groen in de wijken is opgenomen in een bestek. Als gevolg van bezuinigingen vanaf 2013 wordt het onderdeel ‘onkruid in groen’ op C-niveau uitgevoerd en wordt een lagere maaifrequentie voor het gazon gehanteerd; • Vervangingen Voor 2014 stonden geen groenvakken op de programmering om vervangen te worden. GEMEENTE ARNHEM Postbus 9029 Resultaten 6802 EL Arnhem • Dagelijks onderhoud Tel: 0900-1809 Wegens kostenbeheersing wordt ambitieniveau B voor het wijkgroen niet meer gehaald. Fax: 026-3774830 Groenvakken beneden B-niveau zitten met name in de wijken waar nog geen uitvoering is g egeven aan het E-mail: [email protected] project Buiten gewoon beter (BGB); deze worden de komende jaren in het project BGB opgepakt. Hierdoor zakt het naar C-niveau. Het beeld van het wijkgroen in deze w ijken is daardoor rommeliger; het ziet er minder verzorgd uit; • Vervangingen Het lage onderhoudsniveau heeft ook invloed op de vervangingen. Een groenvak is eerder aan vervanging toe, omdat zijn vitaliteit sneller achteruit gaat. Hiervan beginnen de eerste tekenen z ichtbaar te worden. Om de situatie beheersbaar en vooral veilig te houden zijn enkele b eplantingsvakken omgevormd naar een meer sobere beplanting zoals gras of struweel. Het vervangen van het wijkgroen wordt zoveel mogelijk integraal opgepakt. In 2014 is bijgedragen aan de groene invulling (aanplant van laanbomen) van de Amsterdamseweg.
onderwerp
Actuele kaders Groenplan 2004-2007/2015 (raadsbesluit 2004)
Jaarverslag 2014
Wijkgroen
pagina
Resultaten • Reiniging & inspectie duikers en beekriolen Ca. 10 grote duikers onder hoofdwegen, de A325 (Arnhem-Nijmegen) en het spoor zijn gereinigd en geïnspecteerd en er is daar waar nodig al groot onderhoud uitgevoerd. De duiker Waardmanspad (onder de oprit van de John Frostbrug) is bijvoorbeeld in het voorjaar van 2014 geheel duurzaam van binnenuit gerenoveerd; • Baggerwerkzaamheden Er is in 2014 gestart met een projectvoorstel voor het noodzakelijk baggeren van de haven van Coers. Dit voorstel wordt in het voorjaar van 2015 afgerond; • AKU-fontein De keuze instandhouden op de huidige locatie, verplaatsen of verwijderen van de AKU-fontein is afhankelijk van besluitvorming over het al dan niet doorgaan van de herbouw van de HBS; • Brinkman Visser gemaal In samenwerking met Volkshuisvesting wordt gewerkt aan een alternatieve bestemming van het Brinkman Visser gemaal in samenloop met het herstel van de dijkveiligheid. Vooruitlopend hierop z ijn, op dringend verzoek van het waterschap Rivierenland, eind 2014 maatregelen genomen om de dijk ter plaatse van het gemaal op de minimaal gewenste sterkte te brengen.
159
• Brinkman Visser gemaal In verband met de veiligheid van de dijk is het noodzakelijk om herstelwerkzaamheden aan het gemaal uit te voeren. Het waterschap Rivierenland heeft om die reden de dijk ter plaatse a fgekeurd. Als eigenaar van het pand is de gemeente verplicht het herstel uit te voeren. Woningcorporatie Volkshuisvesting is voornemens het pand over te nemen om er een h orecavoorziening in te vestigen. Dankzij een subsidie van de provincie op de herbestemming is h et mogelijk geworden de gemeentelijke bijdrage in het dijkherstel te beperken.
160
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Speelvoorzieningen Actuele kaders • Nota Ruimte voor de Jeugd (Spelennota) 2010-2020 (raadsbesluit 2009); • Initiatiefvoorstel Groene Speelplaatsen (raadsbesluit 2013). Ambitie De speelvoorzieningen in de (semi-)openbare ruimte moeten voldoen aan de normen van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). Het onderhoudsambitieniveau voor speelvoorzieningen is niveau B; het onderdeel beplakking en graffiti op C-niveau . Vanuit kostenbeheersing voor het onderhoud wordt gestreefd naar grotere centrale speelplekken met meer spelaanleidingen en natuurlijk spelen. Grotere, centrale speelplekken zijn uitdagender en sluiten beter aan bij de wensen van kinderen. Planning 2014 • dagelijks onderhoud • inspectie van speelvoorzieningen 3 keer per jaar op functionaliteit; 1 keer per jaar op technische kwaliteit; • vervangingen van speeltoestellen In 2014 is een structurele bezuiniging van € 100.000 op het budget voor het vervangen van speel- voorzieningen ingegaan. Hierdoor kon een deel van de te vervangen speeltoestellen niet worden vervangen of zijn deze door meer natuurlijke speelaanleidingen vervangen. Resultaten Het dagelijks onderhoud en de inspecties van speelvoorzieningen zijn uitgevoerd conform planning. Conform de uitgangspunten van de Nota Ruimte voor de Jeugd zijn 27 versleten speeltoestellen vervangen (waarvan 1 spelaanleiding) en 3 speeltoestellen verwijderd. In 2014 zijn voorbereidingen getroffen voor de aanleg van een grote centrale speelplek in Immerloopark die een aantal kleinere speelplekken vervangt. Deze wordt in het voorjaar 2015 gerealiseerd. Bomen Actuele kaders Groenplan 2004-2007/2015 (raadsbesluit 2004). Ambitie Volgens het Burgerlijk Wetboek heeft de gemeente een zorgplicht en dient de gemeente als boomeigenaar zorgvuldigheidsnormen in acht te nemen. Het gemeentelijk beheer en onderhoud zijn gericht op duurzame instandhouding van het bomenbestand en de bomenstructuur. Hierbij is speciale aandacht voor de bomen in Arnhem die beschermd worden via de kapvergunning en bestemmingsplannen. Het onderhoudsambitieniveau voor de individuele bomen is B. Planning 2014 • dagelijks onderhoud Het dagelijks onderhoud bestaat voornamelijk uit snoeiwerkzaamheden. • vervangingen Boomvervangingen worden op twee wijzen gepland: - boombeheerlijst. Deze wordt jaarlijks opgesteld. Hierin worden de bomen opgenomen die dood zijn of een korte levensverwachting hebben. Het kan ook gaan om bomen met te weinig groeiruimte en verzoeken van burgers in verband met ernstige overlast. Deze worden dan verwijderd en indien gewenst vervangen; - bomenlanen. Vervanging van de bomenlanen wordt geprogrammeerd, zodra meer dan 60% van de bomen is uitgevallen. Voor 2014 stonden de bomen aan de Thomas a Kempislaan en Huijghenslaan op de planning om vervangen te worden. • wettelijke zorgplicht Periodieke controle op veiligheid door visuele boombeoordeling (VTA), de iepenziekte ( boomziekte) en eikenprocessierups (plaag) worden bestreden. De kastanjebloedingsziekte wordt g emonitord.
Planning 2014 Uitvoeringsplan 2014 (jaarlijks onderhoud en vervanging) volgens de actuele kaders: • instandhouding van de rijksmonumenten Moscowa, Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem; • instandhouding leempaden en slijtlagen, trappen, zitbanken (sport recreatie en ontmoeting); • instandhouding weidehekwerken, herinrichting van bospercelen, laanvervanging (ecologie en erfgoed); • instandhouding van poorten, monumentale weidehekwerken en follies zoals de Belvedere en de ijskelder in Sonsbeek (erfgoed); • verbeteren van het netwerk aan fietspaden rond de campings in het buitengebied. Resultaten 2014: De werkzaamheden in 2014 zijn grotendeels uitgevoerd conform de planning. Er is enige achterstand opgetreden; deze wordt in 2015 opgepakt. Voor het op bepaalde plekken verbeteren van het netwerk van fietspaden zijn geen middelen beschikbaar, waardoor deze ambitie niet gerealiseerd gaat worden.
onderwerp
Ambitie In het reguliere Programma 5.6 Parken, bossen en ecologie wordt aangegeven dat parken en bossen ruimte bieden voor recreatie, sport en samenleven. Daarnaast gaat het om de instandhouding en verbetering van erfgoed en ecologische systemen; een en ander ten minste op kwaliteitsniveau B.
Jaarverslag 2014
Actuele kaders • Groenplan 2004-2007/2015 (raadsbesluit 2004); • Visie Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem; • Visie Moscowa 2007-2030.
pagina
Parken en Bossen
161
Resultaten • dagelijks onderhoud Wegens onvoldoende capaciteit/budget kan het onderhoudsambitieniveau van de bomen niet gehaald worden en worden bomen later gesnoeid dan gewenst. Deze achterstand zal op korte t ermijn leiden tot meer klachten over te laag of overhangende takken of takken te dichtbij g evels/ramen. Op langere termijn bestaat het risico op onveilige situaties, calamiteiten en het a chteruit gaan van de vitaliteit van de bomen; • vervangingen In 2014 zijn na zorgvuldige afweging in totaal 325 gemeentelijke bomen verwijderd: - 286 bomen omdat deze dood waren, een korte levensverwachting hadden, ziek of ernstig beschadigd waren. - 33 bomen met als doel de aangrenzende bomen weer de ruimte te geven om verder uit te groeien. - 6 bomen omdat burgers veel overlast van de boom ondervonden. Overlast komt voor als een boom bijvoorbeeld te dichtbij een woning staat. Hierdoor groeien takken tegen de gevel of drukken de wortels de fundering op. Voordat op een dergelijk verzoek wordt ingegaan, wordt niet alleen zorgvuldig het belang van de boom voor de buurt/straat bezien, maar ook of er draagvlak is in de buurt voor de overlast die wordt ervaren. Van de voornoemde verwijderde bomen zijn er 95 herplant en bij projecten zijn 36 bomen gepland. Het merendeel van de verwijderde bomen is dus (nog) niet herplant en wel om de volgende redenen: - de boom staat in een laanverband waarbij vervanging van de gehele laan plaats zal vinden als in de laan meer dan 60% is uitgevallen; - de boom staat op een locatie waar binnenkort een project start; eventuele herplant w ordt binnen het project opgepakt; De vervanging van de bomen, herstel van de laanstructuur langs de Thomas à Kempislaan en Huijghenslaan is opgestart. De uitvoering is vertraagd, omdat dit wordt afgestemd op de integrale programmering en de gewenste ruimtelijke visie. - op de locatie is te weinig groeiruimte voor een boom (ondergronds en/of bovengronds), dus herplant is niet mogelijk. Er wordt dan gekeken naar de mogelijkheid van compensatie elders. In diverse projecten in de stad zijn daarnaast tientallen bomen aangeplant; • wettelijke zorgplicht Controles zijn volgens planning uitgevoerd en werkzaamheden die hieruit volgen zijn of worden uitgevoerd. De iepenziekte is volgens planning bestreden, waardoor er minder dan 1% van de iepen is a angetast. De eikenprocessierups is volgens planning bestreden. De monitoring van de kastanjebloedingsziekte laat zien dat deze ziekte wederom is toegenomen in 2014. Kastanjes aan onder andere de Johan de Wittlaan, Zaslaan, Thomas à Kempislaan, Z ijpendaalseweg en Turfstraat zijn aangetast en zullen naar verwachting sterven.
162
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Sportvelden Actuele kaders • Sportvisie Arnhem (raadsbebesluit 2011); • Arnhemse Accommodatienota (raadsbesluit 2014). Ambitie Bij buitensportaccomodaties wordt uitgegaan van integraal en efficiënt beheer, exploitatie en onderhoud op basis van de uitgangspunten in het kwaliteitssysteem voor sportvelden (KYBYS), waarbij rekening wordt gehouden met de wensen en behoeften van de huidige en potentiële gebruikers om sportdeelname te bevorderen. Uitgangspunt is de kwalificatie "voldoende tot goed". Er wordt tevens gewerkt met kosten- en urenbegrotingen per sportveldtype en er vindt nacalculatie uren per werkmethode per sportpark (uren OLAC) plaats. Uitgangspunt is voorts dat een deel van het uitvoerende werk wordt uitgevoerd door medewerkers met een blijvende of tijdelijke achterstand tot de arbeidsmarkt. Planning 2014 • uitvoering reguliere onderhoud aan de sportvelden op het vereiste kwaliteitsniveau in relatie tot de reguliere onderhoudsbudgetten; • noodzakelijke renovaties en vervangingen die in 2014 zijn opgenomen in het Meerjaren Investeringsplan (MIP) 2014 - 2017. Resultaten De sportparken zijn onderhouden conform het kwaliteitsniveau van de afgelopen jaren. Dit wordt bewaakt m.b.v. het kwaliteit monitoringsysteem KYBYS en een jaarlijkse schouw met de gebruikers van de accommodaties. De geplande renovaties van de sportvelden en -banen zijn in 2014 uitgevoerd conform de planning en binnen de beschikbaar gestelde budgetten in het MIP 2014-2017. Installaties zwembaden Actuele kaders • Sportvisie Arnhem (raadsbesluit 2011); • Arnhemse Accommodatienota (raadsbesluit 2014). Ambitie Uitgangspunt is goed functionerende installaties in de zwembaden. De kwaliteit is gedefinieerd in het Onderhoudsplan installaties zwembaden van de afdeling zwembaden van het sportbedrijf Arnhem. Planning 2014 • reguliere onderhoud conform genoemd onderhoudsplan; • tijdige vervanging van installaties zoals opgenomen in het Meerjaren Investeringsplan (MIP) 2014-2017. Resultaten • regulier onderhoud conform onderhoudsplan 2014; • de geplande werkzaamheden GEMEENTE ARNHEM voor de chemische opslag zijn voorlopig uitgesteld in verband met aanpassingen ingevolge nieuwe wetgeving. Om voornoemde reden zijn de werkzaamheden aan het Postbus 9029 gebouwbeheerssysteem 6802 EL Arnhem (voorzien voor 2015) deels naar voren gehaald en in 2014 gerealiseerd. Tel: 0900-1809 Inzamelvoorziening voor afvalstoffen Fax: 026-3774830 E-mail: [email protected] Actuele kaders • Afval- en grondstoffenbeleidsplan 2012-2020 (Raadsbesluit 2012); • Beheerplan inzamelmiddelen en de over¬eenkomst voor het Ondergronds Afval Transportsysteem (OAT). Ambitie De inzamelvoorzieningen worden voldoende onderhouden, zodat de functionaliteit (geen storingen) en de veiligheid voor gebruikers en passanten zo goed als mogelijk gewaarborgd zijn. Tevens is er aandacht voor de beeldkwaliteit van de systemen in de openbare ruimte. Het streven is erop gericht om de afschrijvingstermijnen minimaal te halen. Planning 2014 • Contractmanagement (inclusief vereenvoudiging en aanpassing exploitatiemodel ondergronds afval transport - OAT) inrichten; • Implementatie nieuw beheer software systeem; • Regulier onderhouden van de inzamelvoorzieningen.
163
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Resultaten • Contractmanagement is nu volledig ingericht; • Door een goede digitale vastlegging van storingen en opdrachten d.m.v. een (nieuw) beheer software systeem worden storingen efficiënter en effectiever opgelost; • Op alle inzamelvoorzieningen is meerdere keren per jaar preventief en correctief onderhoud gepleegd. Vastgoed1 Actuele kaders Ambtelijk Vastgoedbeheerplan; ambtelijke meerjarige onderhoudsplannen. Ambitie Het gewenste onderhoudskwaliteitsniveau is gebaseerd op de NEN2767 (vastgelegde meet- en registreermethode, waarmee de onderhoudstoestand van gebouwen, terreinen en installaties vastgelegd kan worden), conditiescore 3 (redelijk tot matig) of beter. Afwijkingen van score 3 zijn mogelijk al naar gelang de functie. Zo hoeft de gemeente tijdelijk vastgoed (aangekocht voor bijv. stedelijke ontwikkelingsprojecten) niet op een conditiegerichte manier te onderhouden. Een andere uitzondering zijn gebouwen die op korte termijn hun functie zullen verliezen of op korte termijn volledig gerenoveerd worden. Planning 2014 De lasten en baten voor vastgoedmanagement van het permanente onderhoud zijn opgenomen in de verschillende programma's in de MJPB en worden mede vanuit deze programma's verantwoord. Resultaten Het jaar 2014 is het eerste jaar dat het meerjarenonderhoudsplan (MJOP) voor de panden die de gemeente permanent in bezit heeft, op pandniveau in de begroting opgenomen. Het beheer van het vastgoed wordt gestuurd via het programma Planon; dit heeft geleid tot meer sturing. In 2014 is er voor € 2,7 miljoen uitgegeven aan investeringen. De exploitatiekosten bedragen € 41,1 miljoen, waarvan € 30,4 miljoen aan kapitaallasten. Grote investeringen die in 2014 uitgevoerd en afgerond zijn, zijn onder andere de vernieuwing van het dak van de Trolleyremise (€ 850.000), de vernieuwing van de klimaatinstallaties van Willemeen (€ 580.000), de lift en verbeteringen aan de Witte Villa (€ 370.000) en de aanpassing van de vloeren bij Luxor (€ 260.000). Grote onderhoudswerkzaamheden (met name schilderwerk) die in 2014 uitgevoerd zijn, zijn onder andere voor het MMKA (€ 280.000), Brabantweg 115 (€ 200.000), overdekte bussenplein (€ 150.000), Olympus 29 (€ 150.000), Slochterenweg 29 (€ 100.000), Stadhuis (€ 100.000) en Willemeen (€ 100.000). Daarnaast is er bij veel panden in de portefeuille Onderwijs voor in totaal € 1,3 miljoen aan onderhoud uitgegeven. Hiervan zijn de grootste: Van Slichtenhorststraat 27A (€ 112.000) en Kluizeweg 191 (€ 130.000). Dit was het laatste jaar dat de gemeente verantwoordelijk was voor het buitenonderhoud van scholen: vanaf 2015 is voor de deelportefeuille onderwijs de gemeente alleen verantwoordelijk voor vandalismeschade en de zakelijke lasten. De waterschade bij Rozet in 2014 is nog een issue: de totale schade ad € 150.000 zal mogelijk kunnen worden verhaald op de daders. De sloop van de Boulevard Heuvelink 48 loopt door tot in 2015.
1
Bij het vastgoed gelden (naast vastgoed voor stedelijke ontwikkelingsprojecten) als deelportefeuilles culturele, welzijns- en sportvoorzieningen,
onderwijsgebouwen, gemeentelijke huisvesting, bijzonder vastgoed en vastgoed in de open¬bare ruimte.
onderwerp
GEMEENTE ARNHEM Postbus 9029 6802 EL Arnhem Tel: 0900-1809 Fax: 026-3774830 E-mail: [email protected]
Jaarverslag 2014
In dit jaarverslag legt het college verantwoording af over de realisatie in 2014 van de in het MIP opgevoerde investeringen.
pagina
Meerjaren Investerings Planning In het kader van een adequate bedrijfsvoering en een goede beheersing van de gemeentebrede planning en control is een goede grip op de investeringen en de middelen die hiermee samenhangen noodzakelijk. Een belangrijk middel hierbij is het MeerjarenInvesteringsPlan (MIP), dat jaarlijks wordt opgenomen in de MeerJarenProgrammaBegroting (MJPB). In dit plan worden de te activeren investeringen voor de jaren van de betreffende planperiode opgenomen en vindt er tevens een actualisatie plaats van de investeringen in het lopende dienstjaar.
164
Paragraaf 4.8 Investeringen
165
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Regulier programma 4 Educatie Binnen het programma educatie valt op dat bij kredieten van in totaal € 70,7 miljoen slechts € 21,7 miljoen is geactiveerd. De onderschrijding van € 49 miljoen is 78% van de totale gemeentelijke onderschrijding van € 63 miljoen. Op een aantal kleine investeringen na is alleen het MFC Omnibus in Schuytgraaf gerealiseerd. Dit achterblijven van investeringen in 2014 is aan de gemeenteraad gemeld in Turap 2 van 2014, waarbij is aangekondigd dat voor niet te realiseren onderwijsinvesteringen in 2014 alternatieven zullen worden voorgelegd. MFC Omnibus (Schuytgraaf centrum) Krediet € 25.271.000 Activering € 18.976.000 Onderschrijding € 6.295.000 De geactiveerde kosten betreffen het gebouw van het MFC, dat inmiddels is opgeleverd. De onderschrijding levert deels een restantkrediet, dat nodig is voor realisatie van de buitenruimte en de nazorg. Verder is in de business case opgenomen dat een deel van de onderuitputting van de kapitaallasten, die voortvloeien uit niet volledig benutten van het krediet, ingezet moet worden ter dekking van exploitatielasten. Bij de actualisering van ARNHEM het MIP in de MJPB 2016 - 2019 zal dit worden uitgewerkt en ter besluitvorming aan de GEMEENTE raad worden voorgelegd. Postbus 9029 6802 EL Arnhem IHP - (V)SOTel: 0900-1809 Krediet Fax: 026-3774830 € 2.753.000 Activering E-mail: [email protected] € 1.715.000 Onderschrijding € 1.038.000 De activering van € 1,7 miljoen van kredieten voor huisvesting van het voortgezet speciaal onderwijs betreft de tijdelijke huisvesting van Mariëndael aan de Middachtensingel. Met als dekking de onderschrijding van € 1 miljoen worden in 2014 gemaakte kosten van € 0,5 miljoen eveneens ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van Mariëndael als onderhanden activa doorgeschoven naar 2015. Regulier programma 5 Cultuur, recreatie en sport Kenniscluster/Rozet Krediet € 1.505.000 Activering € 0 Onderschrijding € 1.505.000 Voor kosten van nazorg na oplevering van het kenniscluster/Rozet is een krediet beschikbaar van € 1,5 miljoen. Ten laste van dit krediet heeft in 2014 geen activering van kosten plaatsgevonden, de nazorgfase is nog niet afgerond. De gemaakte kosten van € 834.000 zijn als onderhanden activa verantwoord en zullen later worden geactiveerd.
onderwerp
Regulier programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat Openbare verlichting Krediet € 1.694.000 Activering € 654.000 Onderschrijding € 1.040.000 De kredieten voor plaatsen van LED-verlichting zijn volledig geactiveerd. De onderschrijding van € 1 miljoen heeft grotendeels betrekking op de investeringen in openbare verlichting in het nog niet afgeronde project "Herinrichting Malburgen".
Jaarverslag 2014
Regulier programma 1 Veiligheid Nieuwbouw brandweerkazerne Ten behoeve van de nieuwbouw van de brandweerkazerne is in het MIP 2014 – 2017 in de jaarschijf 2015 een krediet geraamd van € 16.334.000. De brandweerkazerne zal door de gemeente Arnhem verhuurd worden aan de VGGM. De bouwwerkzaamheden zijn in 2014 gestart en vorderen gestaag. Op onderhanden activa wordt een bedrag verantwoord van € 8.478.000. Voor dit project is het krediet nog toegekend op de oude manier, pas op het verwachte moment van activering.
pagina
Uit het verloop van de investeringen blijkt een aantal opvallende zaken waarop hieronder nader wordt ingegaan.
166
Projecten zonder krediet In het verleden werden kredieten pas formeel toegekend in het jaar waarin werd begroot dat de activering plaats zou vinden. Dit leidde ertoe dat in het overzicht van activeringen en onderhanden activa diverse bestedingen werden verantwoord, waarvoor nog geen krediet beschikbaar was gesteld. Formeel waren deze bestedingen niet rechtmatig omdat de gemeenteraad daarvoor nog geen groen licht had gegeven. Deze systematiek is in 2013 aangepast. Het krediet wordt in het jaar van de start van de investering beschikbaar gesteld. Het jaar van activering is bepalend voor de start van de bijbehorende kapitaallasten. Deze werkwijze heeft wel tot gevolg dat in de presentatie van kredieten en investeringen de onderuitputting groter kan uitvallen dan in voorgaande jaren.
Onderuitputting kapitaallasten Als gevolg van het (nog) niet activeren van investeringen (onderhanden activa) in enig jaar is er sprake van onderuitputting van begrote kapitaallasten in het jaar daarop. Conform het besluit van de raad ter zake zal deze worden toegevoegd aan de Algemene Reserve. Uitzonderingen hierop vormen de onderuitputting kapitaallasten voor investeringen Cultuur in Rijnboog -deze worden specifiek toegevoegd aan de bestemmingsreserve Cultuur in Rijnboog- en onderuitputtingen kapitaallasten voor investeringen in onderwijs, welke worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve kapitaallasten onderwijs. De begrotingstechnische verwerking van een en ander vindt plaats middels een zogenaamde verzamelbesluitwijziging in het jaar waarin de kapitaallasten zijn begroot. De effecten voor de niet gedane en/ of uitgestelde activeringen 2014 zullen worden meegenomen in een verzamelbesluit in 2015, welke ter formele vaststelling aan de raad zal worden voorgelegd.
onderwerp
Regulier programma 8 Wonen en ruimte Rendabele investeringen De investeringen op dit deelprogramma worden volledig gefinancierd door derden. Derhalve wordt geen krediet vooraf beschikbaar gesteld.
Jaarverslag 2014
Omgekeerd afval inzamelen Krediet € 3.489.000 Activering € 2.878.000 Onderschrijding € 620.000 De geactiveerde kosten voor omgekeerd afval inzamelen bestaan uit twee componenten: € 1.646.000 voor de pilotwijken in 2013 en € 1.232.000 voor investeringen in andere wijken in 2014.
pagina
Regulier programma 7 Gezondheid en milieu Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Krediet € 7.247.000 Activering € 6.857.000 Onderschrijding € 390.000 Op grond van de wet Milieubeheer dient de gemeente te beschikken over een actueel rioleringsplan. In dat plan geeft de gemeente aan op welke wijze zij de rioleringszorg in Arnhem uitvoert en welke investeringen zij daarvoor pleegt. De gemeente streeft ernaar om het vervangen van verouderde riolering en de uitvoering van het Buitengewoon Beter (BGB)-programma en/of andere stedelijke projecten zoveel mogelijk te laten samenvallen om de overlast te beperken en te besparen op kosten. Door deze samenloop met andere projecten en de dynamiek van de werkzaamheden is het lastig gebleken om een gelijkmatig investeringsniveau door de jaren heen te realiseren. In 2011 en 2012 is als gevolg hiervan meer geïnvesteerd dan in de jaarschijven was voorzien. Om binnen het totale programma 2009 – 2014 van het GRP te blijven is voor de jaren 2013 en 2014 het investeringsniveau verlaagd naar resp. € 7,3 en € 5,1 miljoen. Deze kredieten zijn bijna volledig geactiveerd, waarna de realisatie van het GRP weer in de pas loopt met de planning.
167
Kunstencluster Krediet €0 Activering €0 Onderschrijding € 0 Het schrappen door de raad van de plannen voor het kunstencluster in Rijnboog (Arta) betekende automatisch het doorhalen van het oorspronkelijk beschikbaar gestelde krediet. Dit bedroeg in 2014 dus nog € 0. Tevens zijn in 2014 de onderhanden activa van € 2.995.000 afgeboekt van de BR Cultuur in Rijnboog.
Toegekende subsidiebedragen per programma Subsidiebedragen 2014 verdeeld naar programma's b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Programma P01 Binnenstad klaar voor de toekomst P02 Arnhem groene en duurzame stad P03 Arnhem werkt! P04 Marketing Arnhem:product verhaal op orde P05 Wijkaanpak nieuwe stijl GEMEENTE P06 Wonen in wijken ARNHEM Postbus 9029 P07 Participatie van kwetsbare inwoners 6802 EL Arnhem P08 Samenh inzet op zorgtaken voor de jeugd Tel: 0900-1809 P09 Programma overige veranderopgaven Fax: 026-3774830 R00 Algemeen bestuur en publieke dienstverl E-mail: [email protected] R01 Veiligheid R02 Verkeer, vervoer en waterstaat R03 Economie R04 Educatie R05 Cultuur, recreatie en sport R06 Participatie en Maatschappel Ondersteun R07 Gezondheid en Milieu R08 Wonen en Ruimte R09 Financien en bedrijfsvoering INVR07 Gezondheid en Milieu
Begroot
Realisatie
50 227 1.534 779 1.947 0 32.383 0 0 35 18 0 899 411 15.103 6.860 184 25 1.230 0
0 368 1.583 722 1.422 1 29.460 0 35 33 190 20 677 402 14.538 6.291 744 883 1.290 107
61.685
58.765
In bovenstaande tabel zijn de totale subsidiebedragen per programma weergegeven. In de programma's P07, R05 en R06 worden de meeste subsidie verstrekt. Het gaat hierbij veelal om grote instellingen, die grote subsidiebedragen ontvangen.
onderwerp
Subsidiebedragen 2014 In 2014 heeft Arnhem in totaal voor ruim € 58,7 miljoen aan subsidies verstrekt. Dit is 3,7 miljoen meer dan in 2013. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de verzelfstandiging van Gemeentelijke Musea Arnhem (nu Museum Arnhem) heeft de gemeente met ingang van 2014 een subsidierelatie met deze instelling. Het gaat om een subsidiebedrag van € 3,35 miljoen.
Jaarverslag 2014
In 2013 is de Nota Hoofdlijnen subsidiebeleid door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin zijn afspraken en uitgangspunten over het gemeentelijk subsidiebeleid opgesteld.
pagina
Inleiding Het verlenen van subsidies is een van de instrumenten die de gemeente kan inzetten om haar doelstellingen te realiseren. De gemeente Arnhem met bijna 400 instanties een subsidierelatie. Subsidies kunnen op twee manieren worden verleend: 1. Subsidies die op basis van subsidieregelingen. Op basis van de Algemene Subsidie Verordening (ASV) worden verschillende subsidieregelingen vastgesteld. Hiermee is een wettelijke en rechtmatige grondslag gecreëerd voor de subsidies. Op basis van vooraf bepaalde criteria worden de subsidies verdeeld en toegewezen aan betrokken instellingen. 2. Begrotingssubsidies. Wanneer in de begroting een subsidieontvanger vermeld staat én het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld vermeld staat, is er geen nader wettelijk voorschrift nodig is. Dit is vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Met name de subsidies aan de ‘grote’ instellingen worden op deze wijze verstrekt.
168
Paragraaf 4.9 Subsidies
169
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Programma P07 Participatie van kwetsbare inwoners. In dit beleidsveld zijn er vooral subsidierelaties met gespecialiseerde instellingen zoals stichtingen Rijnstad en Iriszorg. Andere grote instellingen zijn Stichting Thuiszorg Midden Gelderland, Stichting Welzijn Ouderen Arnhem en Stichting Peuterspeelzalen Arnhem. Een deel van de door de gemeente verstrekte subsidies worden gedekt door rijksmiddelen. Programma R05 Cultuur, recreatie en sport. Vanuit het beleidsveld cultuur zijn er subsidierelaties met, onder meer het Kunstbedrijf Arnhem en de Stichting Arnhemse Openbare en Wetenschappelijke Bibliotheek. Programma R06 Participatie en Maatschappelijke Ondersteuning. De grootste subsidierelatie is stichting Moviera, die met name inzet op het terugdringen van geweld in gezinnen en in afhankelijkheidsrelaties. Ook hier wordt een deel van de door de gemeente verstrekte subsidies gedekt door rijksmiddelen. Subsidiebedragen meer dan € 1 miljoen Hieronder volgt een overzicht van instellingen die meer dan € 1 miljoen aan subsidiegelden hebben ontvangen in 2014. Toegekend subsidiebedrag per subsidieontvanger, subsidies > € 1.000.000 Toegekend subsidiebedrag 2014 per subsidieontvanger; subsidies > € 1.000.000 b ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Naam subsidieontvanger Stichting Rijnstad Moviera (voorheen Hera, Vrouwenopvang Gelderland) Stichting Arnhemse Openbare en Wetenschappelijke Bibliotheek Iriszorg Stichting Musea Arnhem Kunstbedrijf Arnhem Stichting Thuiszorg Midden Gelderland Stichting Pas Stichting Welzijn Ouderen Arnhem Stichting Peuterspeelzalen Arnhem
Begroot
Realisatie
11.998 5.471 4.474 4.256 3.315 2.867 2.810 2.667 2.413 2.234
12.064 5.471 4.494 3.952 3.350 2.872 2.810 2.667 2.412 2.234
42.505
42.326
Voor Iriszorg was een subsidiebedrag begroot van ruim € 4,2 miljoen. Dit bedrag is in 2014 ook uitgekeerd. Dat het gerealiseerde bedrag in bovenstaande tabel € 320.000 lager uitvalt, komt door de administratieve verwerking van de afrekening van 2013 van de doorstroomvoorziening verslavingszorg. Totaallijst verstrekte subsidies Zoals afgesproken met de gemeenteraad, is in een bijlage bij dit jaarverslag een totaallijst van verstrekte subsidiebedragen opgenomen. Het is goed hierbij op te merken dat de subsidiebedragen begroot zijn per programma en soms ook per instelling (binnen dat programma). Instellingen kunnen een bijdrage leveren aan verschillende programma’s en daardoor kan het voorkomen dat deze instellingen meerdere keren voorkomen in de totaallijst.
Ambitie Integriteitsbeleid dient een vast onderdeel uit te maken van het personeelsbeleid. In ieder geval door integriteit in de functioneringsgesprekken en het werkoverleg aan de orde te stellen en door het aanbieden van scholing en vorming op het gebied van integriteit. Planning 2014 • Naleven van de gedragscode; • Vertrouwenspersoon ambtelijke integriteit/klokkenluidersregeling. Medewerkers kunnen - indien gewenst anoniem - integriteitsschendingen of vermoedens d aarvan kunnen melden. De gemeente hanteert een onderzoeksprotocol, dat in werking treedt bij melding of c onstatering van niet integer gedrag van een medewerker, alsmede een richtlijn aanhouding en inbeslagname; • Doorontwikkeling integriteitsbeleid. Resultaat • Gedragscode GEMEENTE ARNHEM Alle medewerkers krijgen bij indiensttreding een samenvatting van deze gedragscode u itgereikt en moeten Postbus 9029 een ambtseed belofte afleggen. 6802 EL ofArnhem • Vertrouwenspersoon Tel: 0900-1809 In het Fax: verslagjaar bespraken drie personen, één medewerker en twee burgers, een melding o f vraag over een 026-3774830 mogelijke integriteitsschending. Deze gesprekken hebben niet geleid tot een vervolgactie. E-mail: [email protected] In het verslagjaar is drie maal het onderzoeksprotocol gehanteerd. Dit heeft geleid tot twee disciplinaire maatregelen. Eén zaak is nog in behandeling. In het verslagjaar zijn geen zaken bij de landelijke commissie Klokkenluiders aanhangig g emaakt. • Doorontwikkeling integriteitsbeleid In 2014 is gewerkt aan een plan van aanpak voor de doorontwikkeling van het i ntegriteitsbeleid, daarbij lerend van en optrekkend met andere organisaties zoals de provincie Gelderland. Dit plan gaat in op: - de aansluiting van bestaande protocollen en regels op de gewijzigde o rganisatie en het actualiseren daarvan; - het organiseren van concrete activiteiten die het bewustzijn van medewerkers o mtrent integriteit indien nodig - vergroten. In 2015 wordt een trainee aangetrokken om de implementatie van dit plan te monitoren.
onderwerp
Actuele kaders • Ambtenarenwet. In de wet is de verplichting tot het voeren en handhaven van integriteitsbeleid opgenomen. Het college moet een integriteitsbeleid voeren dat is gericht op het bevorderen van goed a mbtelijk handelen en dat in ieder geval aandacht besteedt aan het bevorderen van i ntegriteitsbewustzijn en aan het voorkomen van misbruik van bevoegdheden, belangenverstrengeling en discriminatie; • Gedragscode voor ambtenaren bij de gemeente Arnhem. In deze gedragscode zijn de voorwaarden voor goed ambtelijk handelen opgenomen; • Arbeidsvoorwaarden gemeente Arnhem. In de Arbeidsvoorwaarden is de basis voor de Klokkenluidersregeling vastgelegd. De gemeente is aangesloten bij de Commissie Klokkenluiders gemeentelijk overheid; • Raadsbrief dd 1 oktober 2013 inzake integriteit en integriteitsbevordering. Deze raadsbrief gaat in op de naleving van de gedragscode, de verdere ontwikkeling van het integriteitsbeleid door diverse concrete acties en op welke wijze jaarlijks verantwoording w ordt afgelegd over het gevoerde integriteitsbeleid.
Jaarverslag 2014
1. Ambtenaren
pagina
Deze paragraaf gaat in op de ambtelijke en bestuurlijke integriteit.
170
Paragraaf 4.10 Integriteit
171
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
2. POLITIEK - BESTUURLIJK Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de bestuurlijke functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan het college en de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen. Actuele kaders • Verordening gedragscode integriteit raads- en commissieleden gemeente Arnhem; • Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Arnhem. Beide gedragscoden bevatten bepalingen over onder meer: • belangenverstrengeling; • opgave van financiële belangen en nevenfuncties; • geheimhouding; • geschenken, giften en gunsten. Planning 2014 In verband met de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 is een nieuwe gemeenteraad en een nieuw college van burgemeester en wethouders aangetreden. • Uitvoering Gedragscode integriteit raads- en commissieleden. • Uitvoering Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Arnhem Resultaat • Gemeenteraad Voor de gemeenteraadsleden en de commissieleden, niet raadslid zijnde, is een bijeenkomst over integriteit georganiseerd. Daarbij is aandacht besteed aan dilemma's/vragen die zich voor kunnen doen bij de uitoefening van het raadslidmaatschap. • College van burgemeester en wethouders - De burgemeester heeft in het kader van het integriteitsbeleid gesprekken g evoerd met de kandidaat-wethouders; - In 2014 (vastgesteld op 1 februari 2015) hadden de leden van het college geen f inanciële belangen in ondernemingen; - In 2014 hadden de leden van het college in totaal 34 nevenfuncties, waarvan 30 a mbtshalve. De opgave van nevenwerkzaamheden is openbaar en door derden te raadplegen op de website van de gemeente; - Geschenken, giften of gunsten die ontvangen zijn uit hoofde van de functie en d ie (gezamenlijk) meer dan ongeveer € 50,= waard zijn, moeten worden gemeld. In 2014 zijn er door het college geen geschenken in ontvangst genomen; - De burgemeester en één van de directieleden hebben de door de provincie Gelderland georganiseerde Dag van de integriteit bezocht.
Samenvatting Indicatorgroep 1. Schuldpositie (vreemd vermogen)
Indicator 1.1 Schuldratio 1.2 Netto schuld / exploitatie (netto schuldquote) 1.3 Netto schuld per inwoner 1.4 Schuldevolutie 1.5 Netto rentelasten / exploitatie 1.6 Rentereserve 1.7 Omslagrente - werkelijke rente
2. Reservepositie (eigen vermogen)
2.1 Ratio weerstandsvermogen 2.2 Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren 3.1 Afhankelijkheid van grondexploitatie 3. Grondexploitaties voor sluitende begroting GEMEENTE ARNHEM 3.2 Winstverwachting grondexploitaties Postbus 9029 (meerjarig) 3.3 Algemene reserve grondbedrijf en 6802 EL Arnhem risicoreserve grondbedrijf versus risico's Tel: 0900-1809 3.4 Toekomstig nog te realiseren baten Fax: 026-3774830 en lasten in relatie tot de BIE (Bouwgrond In Exploitatie) E-mail: [email protected] 3.5 NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden)
4. Leningen, garantstellingen en waarborgen 5. Meerjarig onderhoud kapitaalgoederen 6. Lokale lasten
4.1 Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen 5.1 Toereikendheid onderhoudsbudgetten, incl. vervangingsinvesteringen 6.1 Lokale lastendruk 6.2 Onbenutte belastingcapaciteit OZB 6.3 Derving OZB i.v.m. leegstand 6.4 Kostendekkendheid leges
7. Meerjarig financieel evenwicht
7.1 Ombuigingen, taakstellingen 7.2 Verhouding Structurele / Incidentele baten en lasten 7.3 Meerjarig sluitende begroting
Voldoende
Attentie/kwetsbaar
Kwetsbaar
onderwerp
De uitkomst van de test staan in de vorm van een dashboard in onderstaande figuur. Met de pijlen wordt een eventueel verschil met de begroting aangegeven. Op een tweetal indicatoren is in de jaarrekening een positieve verschuiving ten opzichte van de begroting te zien: de schuldevolutie en de zekerheden bij leningen, garantstellingen en waarborgen.
Jaarverslag 2014
In de MJPB 2014-2017 is deze stresstest voor de eerste keer opgenomen. Om die reden wordt in dit jaarverslag 2014 voor de eerste keer de stresstest op basis van de jaarrekeningcijfers gepresenteerd. De meerwaarde van de test zit met name in het periodiek invullen van de stresstest, zodat op alle indicatoren een trend zichtbaar wordt en geanalyseerd kan worden. De verschillende items in de stresstest zijn ook (vaak meer in detail) terug te vinden in de overige paragrafen.
pagina
Inleiding Het is van belang dat er inzicht is in de financiële status (hoe financieel gezond is de gemeente) en de financiële weerbaarheid (welke mogelijkheden zijn er in financieel moeilijke tijden). In de afgelopen periode is hiervoor binnen de 100.000+ gemeenten een eigen stresstest ontwikkeld. Deze stresstest geeft door middel van indicatoren inzicht in de financiële status en weerbaarheid. Ook de Raad voor financiële verhoudingen (Rfv) heeft in 2011 de aandacht voor dit deel van de gemeentelijke begroting aangescherpt door het adviseren van een “stresstest” voor gemeenten.
172
Paragraaf 4.11 Stresstest
173
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Hierna worden de indicatoren, de normen en de scores nader toegelicht. 1. Schuldpositie, vreemd vermogen 1.1 Schuldratio De schuldratio zegt welk aandeel van de bezittingen van de gemeente is belast met schulden. Deze ratio is de som van de kortlopende en de langlopende schulden gedeeld door het balanstotaal. Hoe lager de uitkomst hoe gunstiger dit is. Arnhem beschikt niet over een groot eigen vermogen en financiert van oudsher investeringen met vreemd vermogen (schulden). Door de VNG wordt een factor van 80% of hoger gezien als een hoge mate van financiering met vreemd vermogen. Arnhem heeft een factor van 84%. 1.2 Netto schuld / exploitatie De schuld als aandeel van de exploitatie geeft een indicatie van de druk van de rentelasten op de exploitatie. De VNG geeft aan dat bij een score van meer dan 90% voorzichtigheid is geboden. Een score van minder dan 50% is gunstig. Dit kental wordt waarschijnlijk gebruikt in de wet HOF. Arnhem heeft een score van 103%, enige voorzichtigheid is dus geboden. De realisatie laat wel een verbetering zien ten opzichte van de begroting. 1.3 Netto schuld per inwoner Deze indicator spreekt voor zich, de netto schuld gedeeld door het aantal inwoners. Het gemiddelde in Nederland is € 2.184. Binnen een afwijking van 20% van dit gemiddelde is de score voldoende, daarbuiten goed (-20%, € 1.747) of onvoldoende (+20%, € 2.621). De schuld per inwoner van Arnhem bedraagt ultimo 2014 € 4.111 en scoort daarmee onvoldoende. De volgende indicator laat zien hoe de schuld zich ontwikkelt. 1.4 Schuldevolutie De schuldevolutie geeft aan in welke mate de schuld per inwoner in een jaar is toegenomen of afgenomen. Een afname van 15% of meer wordt beschouwd als gezond en een toename van 15% of meer als ongezond. In Arnhem is de schuld per inwoner eind 2014 met 12% gedaald ten opzichte van ultimo 2013. Er is dus sprake van een positieve verschuiving op dit onderdeel in deze stresstest. 1.5 Netto rentelasten / exploitatie Deze indicator geeft aan welk deel van de exploitatie gebonden is door het betalen van rente (aan banken). De indicator hangt heel sterk samen met de netto schuld / exploitatie (1.2). En dus ook hier scoort Arnhem (nog net) neutraal met een score van 2,74%, waar een percentage van lager dan 1 wordt beschouwd als gezond. 1.6 Rentereserve Arnhem heeft sinds het jaar 2012 geen aparte rentereserve meer. De middelen zijn opgenomen in de Algemene Reserve. Dit wordt in de stresstest beoordeeld als onvoldoende. 1.7 Omslagrente – werkelijke reserve In Arnhem ligt de omslagrente boven de werkelijk betaalde rente aan de banken, 5,25% versus 2,87%. Daarmee scoort Arnhem voldoende. 2. Reservepositie, eigen vermogen 2.1 Ratio weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de mate aan, waarin de gemeente in staat is om de nadelige gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid moet worden gewijzigd. Het geeft inzicht in de robuustheid van de financiële positie van de gemeente. De score voor Arnhem is 0,89 en daarmee neutraal. Ten opzichte van de begroting is het risicoprofiel gedaald, maar is het beschikbare weerstandsvermogen nog iets meer gedaald. Vandaar een kleine verslechtering van de reservepositie. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt meer in detail ingegaan op deze ontwikkelingen. 2.2 Mogelijkheden om beschikbare weerstandscapaciteit te verbeteren De algemene reserve vormt ons directe weerstandsvermogen, bedoeld om risico’s af te dekken. Daarnaast is sprake van indirect weerstandsvermogen (post onvoorzien, onbenutte belastingcapaciteit en bestemmingsreserves die niet worden gebruikt ter dekking van kapitaallasten voor investeringen met economisch nut). Deze kunnen worden gebruikt om de weerstandscapaciteit te verbeteren. De gemeente heeft deze mogelijkheden, waardoor de score goed is. Dat is voor Arnhem ook op basis van deze jaarrekening het geval. Wel is een dalende lijn te zien in de hoogte van de bestemmingsreserves, als belangrijk deel van ons eigen vermogen.
174
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
3. Grondexploitatie 3.1 Afhankelijkheid grondexploitatie voor sluitende begroting Zodra in de meerjarenbegroting rekening wordt gehouden met winsten vanuit de grondexploitaties bestaat er een bepaalde druk op de exploitaties om deze winsten daadwerkelijk te realiseren. Geen realisatie betekent immers een direct dekkingsprobleem in de begroting. Lagere grondverkopen hebben dan direct effect op de reguliere exploitatie. In de meerjarenbegroting van onze gemeente zijn dergelijke winsten niet ingeboekt in de exploitatie en sinds de jaarrekening 2013 wordt bij het bepalen van het weerstandsvermogen geen rekening meer gehouden met de winstpotentie op de grondexploitatie. Er is dus geen afhankelijkheid meer. Hierdoor is de score neutraal. 3.2 Winstverwachting grondexploitaties Op het moment dat er positieve resultaten uit de grondexploitaties worden gerealiseerd heeft de gemeente middelen die kunnen worden ingezet of gespaard voor moeilijke tijden. De meerjarige winstverwachting van de grondexploitaties op basis van de jaarrekening 2014 is nog steeds positief, zodat de gemeente op deze indicator goed scoort. De winstverwachting ligt vooral bij de woningbouw en is nihil bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen, kantoren en industrieterreinen. Het aantal projecten waarop winst wordt geprognotiseerd is relatief laag. Dat maakt de gemeente kwetsbaar. 3.3 Algemene reserve grondbedrijf en risicoreserve grondbedrijf versus risico's De Algemene reserve van het grondbedrijf en de bestemmingsreserve ter afdekking van algemene economische risico's zijn reserves om risico's van het grondbedrijf op te vangen. De reserve moet zodanig zijn dat de risico's kunnen worden opgevangen. In Arnhem is deze zeer reserve beperkt in relatie tot de risico's en daarom wordt op deze indicator een onvoldoende gescoord. 3.4 Toekomstig nog te realiseren baten en lasten in relatie tot de BIE (Balanspost: Bouwgronden In Exploitatie) Dit kengetal geeft aan wat de gemeenten nog aan lasten en baten moet realiseren bij de actuele boekwaarde van de BIE (Bouwgronden In Exploitatie). Als dit te hoog is dan is dan zegt dat iets over de nog te verrichten inspanningen. Als de geraamde baten en lasten samen drie keer groter zijn dan de huidige boekwaarde dan is de score onvoldoende. Dit is in Arnhem, ook op basis van de jaarrekening aan de orde. 3.5 NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden) Hierbij gaat het om de vraag of de exploitatielasten van de niet in exploitatie genomen gronden zijn afgedekt. In Arnhem is dit incidenteel voor 2014 het geval voor de toegerekende rentelasten die uit het resultaat finaciering worden gedekt, maar meerjarig is dit niet in de begroting opgenomen. Vandaar de score neutraal. 4. Uitstaande leningen, garantstellingen en waarborgen 4.1 Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen Een gemeente loopt mogelijk risico's bij het uitzetten van leningen, het geven van garanties of waarborgen. Het risico vermindert als zekerheden zijn gesteld, zoals het 1e recht van hypotheek, een bankgarantie of als een lening uitstaat bij partijen met minimaal een AA-rating qua kredietwaardigheid. In Arnhem bedraagt het gewogen percentage zekerheden voor leningen en garantstellingen circa 96% en ligt daarmee net op een voldoende niveau. In de begroting voor 2014 was dit nog een attentiepunt. 5. Meerjarig onderhoud kapitaalgoederen 5.1 Toereikende onderhoudsbudgetten De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de kapitaalgoederen binnen onze gemeente. Veelal betreft dit kapitaalgoederen in de openbare ruimte zoals wegen, groen en civieltechnische kunstwerken. De meeste kapitaalgoederen worden met een “6” gewaardeerd (op een schaal van 1 tot 10, dus voldoende). Dit betekent dat er op dit moment geen kapitaalvernietiging plaats vindt. Alleen de wegen worden gewaardeerd met een 5,5. Daarop verkeert Arnhem in de gevarenzone. In de begroting 2014 werd ook het groen nog met een 5,5 gewaardeerd, maar inmiddels is dit bij de jaarrekening een 6 geworden. In de opsomming van de verschillende producten is ook Buiten gewoon Beter (BGB) opgenomen. Dat is niet een product zoals de andere: je kunt het op straat niet aanraken of aanwijzen. Het is het programma met de budgetten voor Integraal Groot Onderhoud. Dit budget wordt dus wel gebruikt om de kapitaalgoederen te onderhouden. Bij de wegen is aangegeven dat hierop in de toekomst extra middelen nodig zijn om een 6 te kunnen scoren. Op het totaal van de exploitatie komt dit neer op minder dan 1%, waardoor hierop net als in de begroting een neutrale score wordt gerealiseerd.
175
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
6. Lokale lasten 6.1 Lokale lastendruk De lokale lastendruk is de druk van de lasten van rioolheffing, afvalstoffenheffing en OZB. Het gemiddelde van Nederland is € 697 (COELO 2012). Binnen een afwijking van 5% van dit gemiddeldeis de score voldoende, daarbuiten goed (-5%) of onvoldoende (+5%). Arnhem heeft een lokale lastendruk van € 719 en scoort daarmee net als in de begroting 2014 neutraal. 6.2 Onbenutte belastingcapaciteit OZB Landelijk mag de OZB opbrengst jaarlijks voor alle gemeenten gezamenlijk maar een beperkte stijging laten zien. Voor 2014 is dit bepaald op 2,45% (macronorm). Onze onbenutte belastingcapaciteit voor 2014 komt daardoor uit op 0,03% van de exploitatie (baten). Een klein deel van de totale belastingcapaciteit is dus nog niet benut. Hierdoor is de score neutraal. Er is immers nog enige belastingcapaciteit onbenut die in financieel moeilijke tijden benut zou kunnen worden. 6.3 Inkomstenderving OZB door leegstand niet-woningen Leegstand kost de gemeente geld. Er bestaat een directe relatie tussen de opbrengst OZB gebruikers nietwoningen en leegstand. Verder wordt bij de korting die Arnhem krijgt in de algemene uitkering geen rekening gehouden met eventuele leegstand. Arnhem wordt gekort op basis van de WOZ-waarde van de panden. Natuurlijk bestaat er ook een indirecte relatie met derving inkomsten afvalstoffenheffing en rioolrecht. In de bepaling van deze tarieven werd tot een aantal jaren terug rekening gehouden met leegstand, de laatste jaren echter niet. De Arnhemse derving van de OZB op basis van de leegstand komt (net als in de begroting over 2014) uit op 4,5% van de totale OZB-opbrengst van de niet-woningen. Hiermee scoren we volgens de norm neutraal. 6.4 Kostendekkendheid leges Deze indicator geeft aan in hoeverre de lasten worden gedekt door de baten. Bepaalde leges mogen maximaal 100% kostendekkend zijn (de baten de kosten niet overstijgen). Als de kostendekkendheid lager is, is er mogelijk ruimte om meer baten te realiseren. Bij het bepalen van de extra ruimte is rekening gehouden met wettelijk vastgestelde maxima tarieven van de producten. Onze extra ruimte komt in de begroting uit op circa 0,14% van de totale exploitatie (baten) en krijgt hiermee volgens de norm ook een neutrale score. Dit item is op op basis van de jaarrekening niet doorgerekend, aangezien niet op individuele producten een urenverantwoording plaatsvindt. 7. Financieel evenwicht Deze kengetallen zijn voor de jaarrekening niet van toepassing. In de MJPB 2016-2019 wordt opnieuw beoordeeld of de begroting meerjarig sluitend is en wat het aandeel van nog in te vullen taakstellingen is.
176
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Door middel van het jaarverslag met daarin opgenomen de jaarrekening legt het dagelijks bestuur van de gemeente, het College van Burgemeester en Wethouders, verantwoording af aan de gemeenteraad. Bij vaststelling van dit jaarverslag wordt het college van B&W gedechargeerd voor het door haar gevoerde beleid over de verslagperiode. In dit jaarverslag wordt in navolging van de Meerjarenprogrammabegroting 2014-2017 informatie verstrekt over het gevoerde beleid. 5.2 Analyse resultaat 2014 In 2014 is een voordelig totaal van saldo van baten en lasten gerealiseerd van € 4.394.000. Vervolgens zijn de voorgestelde mutaties op de bestemmingsreserves verwerkt. Uiteindelijk resteert een voordelig gerealiseerd resultaat van € 3.439.000 dat zal worden verrekend met de Algemene Reserve.
Totaal van saldo van baten en lasten op hoofdlijnen
V/
Bedrag
N
B ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Totaal van saldo van baten en lasten Bestemming totaal van saldo van baten en lasten via bestemmingsreserves Begroot saldo van baten en lasten Gerealiseerd resultaat
4.394
V
-955
N
0
V
3.439
V
De verklaring van het voordelig gerealiseerd resultaat is hieronder opgenomen. Hierna volgt per afwijking – van groot naar klein – een korte toelichting. Van het voordeel is € 10 miljoen als incidenteel voordeel aangemerkt en € 6,5 miljoen als structureel nadeel.
onderwerp
In het exploitatieresultaat zijn de bestemmingsvoorstellen voor de bestemmingsreserves reeds verwerkt. Het voorstel is om het overblijvende resultaat te verrekenen met de Algemene Reserve.
Jaarverslag 2014
Dit hoofdstuk bevat een algemene financiële beschouwing, waarin onder andere het resultaat en de financiële positie van de gemeente Arnhem op hoofdlijnen wordt getoond.
pagina
5.1 Het jaarverslag en de MJPB 2014-2017
177
5. Financieel Resultaat
Incidenteel
onderwerp
resultaat
Jaarverslag 2014
Gerealiseerd
pagina
Omschrijving
178
Programma
Structureel
B ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Voordelen: R.09
Financiering
5.720
R.06
WMO
4.551
5.720 4.551
R.09
Onderuitputting kapitaallasten
1.801
1.801
R.05
Vrijval voorziening onderhoud Musis Sacrum
1.000
1.000 926
R.09
Onvoorzien en strikt onvermijdbaar
926
R.09
Algemene Uitkering
887
Resultaat bedrijfsvoering
887 865
P.07
Minder kosten Minder Opvang Beter Leven
764
500
R.07
Afvalbeheer: opbrengst oud papier, kunststof, glas, textiel
574
574
R.09
Niet benodigd budget schade uitkeringen
491
250
241
R.00
Wachtgeld College
410
120
290
R.07
Afval Breng station
406
406
R.02
Energie Openbare Verlichting
395
R.05
Bijdrage Valkenhuizen
361
361
R.04
Niet bestede middelen Sloop Boulevard Heuvelink 48
358
358
R.09
Trajectkosten Bloem
258
258
R.01
Brandbestrijding
251
251
R.07
Stadsreiniging
226
226
R.05
Buitensport
218
218
R.05
Zwembaden
217
R.02
Mobiliteit en Beheer Openbare ruimte
211
211
20.890
19.483
div
Totaal voordelen
865 264
395
217 1.407
Nadelen: R.08
Leges WABO aanvragen
-2.661
R.06
Presikhaaf Bedrijven
-2.102
-2.661
R.09
Belastingen
-1.654
R.06
WWB inkomen
-1.592
R.08
Rente 2014 niet in exploitatie genomen gronden
-1.187
-1.187 -1.044
-2.102 -1.654 -1.592
R.08
ODRA
-1.044
R.06
Schuldhulpverlening
-1.037
-720
P.07
Armoedebeleid
-1.033
-1.033
R.09
ICT
-1.020
-1.020
-317
R.06
Financiering formatie maatschappelijke ondersteuning
-940
R.05
Kosten reorganisatie MSSA
-800
-800
P.07
Invoering Decentralisaties
-621
-621
R.05
Binnensport
-474
R.04
Onderzoekskosten VSO de Radar
-380
-380
R.09
Indexering huur stadskantoor
-300
-300
R.00
Verkiezingen
-206
-206
R.05
Afkoopsom horeca exploitant Coehoorn
-196
-196
R.05
Sportbeleid en ontwikkeling
-168
-168
R.00
Stijging vergoeding College en Raad agv 150.000 inwoners
-155
-155
R.00
Wachtgeld Raadsleden
-118
-118
-17.688
-9.602
-8.086
237
119
119
3.439
10.000
-6.561
0
0
0
3.439
10.000
-6.561
Totaal nadelen Diverse afwijkingen kleiner dan € 100.000 Gerealiseerd resultaat Begroot saldo 2014 Gerealiseerd resultaat
-940
-474
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Financiering
179
R.09
5.720 Voordeel
Het voordeel op de financiering is als volgt ontstaan: De buffer voor rentestijging is niet aangesproken De stand van de AR op 1/1 was € 3,9 miljoen hoger dan begroot, dus meer rentetoerekening Voor nieuwe langlopende leningen is minder rente betaald dan was begroot om twee redenen. Als gevolg van achterblijven van investeringen minder nieuwe leningen dan begroot, dus geen rente Lagere rente over nieuwe leningen
3.848 V 205 V
487 V 1.091 V
Lager Onderhanden activa en Onderhanden werk dus minder rentetoerekening Lagere kasgeldrente, dus minder rentekosten op kortlopende leningen
-391 N 480 V
Ten opzichte van de turap is het voordeel verhoogd als gevolg van de dalende rente in 2014. R.06
WMO
4.551 Voordeel
De ingezette gekantelde werkwijze in combinatie een afname van het aantal aanvragen, de (her)indicaties en de aanbestedingen voor de Hulp bij het Huishouden en de W(oon)V(ervoer)R(olstoelen) hebben in 2014 geleid tot een voordeel ten opzichte van de begroting. Afwijking X € 1.000 Vervoersvoorzieningen € Rolstoelen € Woonvoorzieningen € Persoonsgebonden budget € Huishoudelijke hulp € Eigen bijdrage € Overig € Totaal afwijking €
883 689 605 656 854 590 274 4.551
Ingaande 2015 worden de rijksmiddelen Hulp bij huishouden sterk gekort, oplopend tot 40% in 2016. In de MJPB 2014-2017 is aangegeven dat deze kortingen in eerste instantie moeten worden opgevangen binnen het Wmo beleidsveld. Voor 2015 is gekozen voor een zachte landing waarbij de rijkskorting niet doorvertaald wordt naar de thuiszorgorganisaties en/of de klanten. Hierdoor is de financiële ruimte binnen de Wmo in 2014 als incidenteel aan te merken omdat in 2015 en de jaren daarna het effect van de korting daarna hiermee wordt opgevangen. In aanvulling op de eerder genoemde effecten van de kanteling en de aanbesteding worden de onderstaande posten kort toegelicht. Vervoersvoorziening (€ 883.000 voordeel) Naast de afname van het aantal toekenningen bij de vervoersvoorzieningen wordt het verschil veroorzaakt door een lagere bijdrage aan de stadsregio dan begroot. (€ 150.000 voordeel). Aanvragen Vervoersvoorziening Niet toegekend\ingetrokken Toegekend
2014 2013 2012 637 579 576 726 907 913 1.363 1.486 1.489
Rolstoelen (€ 689.000 voordeel) De kosten van verstrekkingen voor rolstoelen zijn lager dan begroot door de afname van het aantal aanvragen en toekenningen (€ 464.000), daarnaast zijn er minder onderhoudskosten gemaakt dan verwacht (€ 225.000). Aanvragen rolstoelen Niet toegekend / ingetrokken Toegekend
2014 2013 2012 116 95 115 345 393 485 461 488 600
180
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Woonvoorzieningen (€ 605.000 voordeel) In de begroting is er rekening meegehouden dat de extramuralisering van de lage zorgzwaartepakketten binnen de Awbz zou leiden tot hogere lasten bij de woonvoorzieningen. Deze ontwikkeling heeft zich (in 2014) nog niet voorgedaan. Persoonsgebonden budget (€ 656.000 voordeel) Hoewel voor individuele voorzieningen een PGB toegekend kan worden, hebben de meeste PGB's betrekking op de Hulp bij huishouden. De afname van het aantal PGB's moet dan ook bezien worden in relatie tot de afname van het aantal aanvragen en toekenningen bij de Hulp bij huishouden. Overzicht aantal klanten met een PGB Hulp bij huishouden 2012-2014 Jaar Aantal klanten Pgb 2012 619 2013 509 2014 448 Hulp bij huishouden als zorg in natura (€ 854.000 voordeel) Vanaf februari 2013 is er een nieuw contract voor Hulp bij huishouden met als nieuw onderdeel het product Service&Bemiddeling. Dit heeft een forse besparing opgeleverd die vooral is doorgezet in 2014, omdat het product toen meer bekend was. In 2012 is ook een herindicatietraject gestart. De effectuering hiervan vond plaats vanaf 2013 i.v.m. het overgangsrecht voor klanten. Overzicht aantal aanvragen Hulp bij huishouden 2014-2012 Aanvragen Hulp bij huishouden Niet toegekend / ingetrokken Toegekend
2014 2013 2012 292 325 405 540 837 937 832 1.162 1.342
Eigen bijdrage Wmo-voorzieningen (€ 590.000 voordeel) De eigen bijdrage wordt vastgesteld, opgelegd en geincasseerd door het CAK. De informatievoorziening van het CAK loopt sterk achter bij de informatiebehoefte van gemeente. De begrote bate via de eigen bijdrage is daarom te voorzichtig opgesteld. De korting op de huishoudelijke hulp (40% per 1 januari 2015) en het vervallen van de Wtcg bijdrage die het Rijk binnen de eigen bijdrage voor haar rekening nam, zullen grote invloed hebben op het volume van de eigen bijdrage. De verwachting is dat de ontvangsten in 2015 in lijn met de begroting zullen zijn. R.09
Onderuitputing kapitaallasten
1.801 Voordeel
In de begroting 2014 zijn de kapitaallasten op grond van de werkelijke activa geactualiseerd. Dit heeft geleid tot een voordeel van € 1.801.000. R.05 Vrijval voorziening groot onderhoud
1.000 Voordeel
Voor de vervanging van de installaties bij Musis Sacrum was een voorziening onderhoud beschikbaar voor € 1 miljoen. Deze voorziening betrof achterstallig onderhoud aan de installaties van dit gebouw. In afwachting van de bestuurlijke besluitvorming over de toekomst van het gebouw zijn deze middelen in 2014 en eerder nog niet besteed. Als gevolg van het bestuurlijke besluit over de renovatie van het pand, inclusief de aanpassing van de installaties valt de voorziening groot onderhoud vrij in 2014. Voorgesteld wordt deze middelen per 1 januari 2015 over te hevelen naar de BR Renovatie Musis Sacrum zodanig dat de beschikbare middelen voor de renovatie dan op één plek staan. In het raadsvoorstel bij de jaarrekening 2014 wordt voorgesteld om deze vrijval in 2015 ten laste van de Algemene Reserve over te dragen aan de BR Cultuur in Rijnboog. R.09 Onvoorzien en strikt onvermijdbaar
926 Voordeel
Jaarlijks is in de begroting een budget opgenomen voor onvoorzien en strikt onvermijdbaar. In 2014 is hierop geen beroep gedaan. R.09
Algemene Uitkering
887 Voordeel
De positieve afwijking op het gemeentefonds is grotendeels veroorzaakt door afrekingen over de jaren 2012 en 2013. Diverse verdeelmaatstaven zijn geactualiseerd op basis waarvan Arnhem een hogere uitkering uit het gemeentefonds ontvangt. De afwijking over 2014 zelf is minimaal; er hebben zich ten opzichte van de begroting geen grote aanpassingen van het accres voorgedaan.
Jaarverslag 2014
onderwerp
865
pagina
Resultaat bedrijfsvoering
181
Diverse
Voordeel
Het resultaat bedrijfsvoering bestaat uit de volgende onderdelen: Vacatureruimte 2.415 Kosten cao -1.000 Vergoeding hogere normschaal uit frictie 1.385 Taakstelling bedrijfsvoering -1.935 Totaal bedrijfsvoering 865 Vacatureruimte Op het voordeel van de vacatureruimte is de inhuur in mindering gebracht. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering in het jaarverslag. Kosten cao: De ongunstige economische ontwikkeling en de financiële gevolgen daarvan hebben geleid tot langdurige onderhandelingen over de ambtenaren-Cao 2013-2015. Pas op 15 juli 2014 kon een principe akkoord bereikt worden. Per 1 oktober 2014 zijn de loonaanpassingen een eenmalige € 350 bruto uitkering én een structurele salarisverhoging van 1% per jaar. Deze extra kosten zijn vanaf 2015 voorzien in de begroting. Vergoeding hogere normschaal uit frictie De salariskosten van medewerkers welke hoger zijn ingeschaald dan de normfunctie worden gefinancierd uit de bestemmingsreserve frictie. Dit is conform het beleid om zoveel mogelijk medewerkers te plaatsen. Aan de organisatie wordt in 2 jaar (2013 en 2014) de gelegenheid gegeven om te komen tot een oplossing voor deze financiële knelpunten en binnen het gestelde kader van 2015 te komen. P.07
Minder kosten Minder Opvang Beter Leven
764
Voordeel
Bijna de helft van dit voordeel is te verklaren door een niet-begrote afbouw subsidie Iriszorg, waaronder voor het project Iris in de buurt alsook door lagere trajectkosten voor diverse andere producten van Iriszorg (trajectfinanciering). Voor 2015 en verder worden activiteiten Iris in de buurt via de wijkteams belegd, en zullen de trajectprijzen opnieuw tegen het licht worden gehouden. De andere helft van het voordeel hangt samen met een omvangrijke extra rijksvergoeding tbv. de Medische Heroïne Uit en met diverse andere kleinere voordelen. R.07
Afvalbeheer: opbrengst oud papier, kunststof, glas, textiel
574
Voordeel
In 2014 zijn er inzamelmiddelen (minicontainers) voor de inzameling van papier ter beschikking gesteld aan onze inwoners. Door deze maatregel is er 19% meer papier ingezameld wat resulteert in extra opbrengst van € € 285.000. Door onder andere de invoering van het NIET meer kosteloos aanbieden van grof huisvuil huis- aan-huis, het afsluiten van de ondergrondse rest containers en communicatie campagne "bewustwording" vindt er een positieve verschuiving plaats naar het minder aanbieden van restafval en het meer aanbieden van grondstromen, zoals onder andere glas en kunststoffen. Dit resulteert in een extra opbrengst van € 289.000. Het voordeel wordt als incidenteel aangemerkt omdat in 2015 de kosten voor de extra afvalstoffenheffing, de extra kapitaallasten van het afvalbeleidsplan en de prijscompensatie uit dit voordeel zullen worden gefinancierd. R.09
Niet benodigd budget schade uitkeringen
491
Voordeel
Van het begrotingsbudget van € 430.000 voor autoschades en aansprakelijkheid is slechts € 74.000 gebruikt. Daarnaast is het voordeel op de afwikkeling van schades uit 2013 € 135.000. R.00
Wachtgeld College
410
Voordeel
Er is een voordeel op de wachtgelduitkeringen van B&W, doordat een aantal wethouders in functie gebleven is en de (ex)burgemeester nagenoeg geen beroep heeft gedaan op haar wachtgelduitkering. R.07
Afval Breng station
406
Voordeel
In 2013 zijn deze kosten ten onrechte ten laste gebracht van de afvalexploitatie. De kosten hadden tlv het corresponderende investeringskrediet moeten komen. In 2014 is dit alsnog rechtgetrokken. R.02
Energie Openbare Verlichting
Ten opzichte van voorgaande jaren zijn de energiekosten in 2014 lager uitgevallen.
395
Voordeel
Niet bestede middelen sloop Boulevard Heuvelink
358
Voordeel
De raad heef in juni 2014 besloten om f 500.000 te reserveren voor de sloop Boulevard Heuvelink 48. In 2014 is een start gemaakt met de sloop en bedragen de werkelijke kosten f 142.000. In 2015 vindt de rest van de sloop plaats. R.09
Trajectkosten Bloem
258
Voordeel
Doordat intern bij BLoeM meer en voor een langere periode begeleiding aanwezig was, zijn veel trajecten intern begeleid. Daardoor was er voor 2014 minder geld nodig dan verwacht. R.01
Brandbestrijding
251 Voordeel
In 2014 is de brandweer geregionaliseerd. Bij de regionalisering zijn de budgetten per gemeente opnieuw afgestemd. Hierin is de indexering zoals het Algemeen Bestuur van VGGM die voor 2014 heeft vastgesteld verwerkt. De indexering die VGGM hanteert is een andere indexering dan in de begroting van de gemeente Arnhem wordt gehanteerd voor gemeenschappelijke regelingen. Vanaf 2015 is het budget naar beneden bijgesteld. R.07
Stadsreiniging
226 Voordeel
Dit is een voordeel op de post onvoorzien binnen stadsreiniging. In 2015 valt dit voordeel weg doordat de prijscompensatie, door de aannemers, in rekening wordt gebracht. R.05
Buitensport
218 Voordeel
Vanaf 2015 zijn bezuinigingen op personele lasten buitensport voorzien. Vooruitlopend hierop zijn vacatures niet ingevuld. Dit heeft geleid tot een voordeel. Daarnaast hoefde minder compensatie verstrekt te worden aan verenigingen voor verrichte werkzaamheden en investeringen. R.05
Zwembaden
217 Voordeel
Aangepaste programmering van cursusaanbod en deelname, efficiënte inroostering van personeel en goede bezoekersaantallen zorgen voor een voordeel. R.02
Mobiliteit en Beheer Openbare ruimte
211
Voordeel
Een herallocatie van middelen heeft in 2014 geleid tot een incidenteel budget binnen het programma Mobiliteit en Beheer Openbare Ruimte. R.08
Leges WABO aanvragen
-2.661
onderwerp
Voordeel
Om de herontwikkeling van het voormalig kazerneterrein Saksen Weimar mogelijk te maken, zijn de op het terrein aanwezige sportvelden verplaatst. Voor die verplaatsing is vanuit het ontwikkelproject Saksen Weimar een bijdrage beschikbaar gesteld. Een deel van die bijdrage was bestemd voor de aanpassing/uitbreiding van het sportcomplex Valkenhuizen. Het is wettelijk niet toegestaan een bijdrage van derden in mindering te brengen op een investering. Derhalve wordt deze bijdrag in 2014 ten gunste van de Algemene Reserve gebracht en voorgesteld om in 2015 voor dit zelfde bedrag een dotatie te doen aan de BR kapitaallasten om de toekomstige kapitaallasten te kunnen financieren. R.04
Jaarverslag 2014
361
pagina
Bijdrage Valkenhuizen
182
R.05
Nadeel
Als gevolg van de crisis op de vastgoedmarkt en in de woningbouw was er in 2013 duidelijk sprake van het achterblijven van het aantal bouwaanvragen en daarmee van de legesinkomsten. Verwacht werd dat de situatie in de bouw zich in de loop van 2014 zou herstellen. Omdat het aantal Wabovergunningaanvragen in de eerste maanden van 2014 ver achter bleef bij de verwachting, en er geen tekenen waren van herstel, werd er vanuit gegaan dat de daling van het aantal Wabovergunningaanvragen structureel van aard zijn. De inkomsten uit bouwleges zijn ook in 2014 achter gebleven bij de begroting. Daarnaast zijn als gevolg van een faillissement leges oninbaar en is een schikking getroffen rondom een aansprakelijkheidstelling (€ 228.000). Aangezien het saldo van de Bestemmingsreserve Bouwleges per 31 december 2014 nihil is, komt een eventueel tekort aan inkomsten uit de WABO-leges ten laste van de Algemene Reserve. Mede gelet op de landelijke ontwikkelingen wordt onderzocht in hoeverre de huidige Arnhemse systematiek van tarifering en kostentoedeling nog voldoet. Zonodig zal daarbij ook een onderbouwd voorstel worden gedaan voor aanpassing van de legesverordening en/of de tarieven voor de toekomstige periode. Om het knelpunt op te lossen is Arnhem met de ODRA bezig met een onderzoek op welke wijze de bijdrage aan de ODRA voor de kosten van uitvoering van de Wabo-taken structureel kunnen worden verlaagd.
De resultaten voor 2015 en verder zijn mede afhankelijke van een regionale toekomstverkenning waarvan de uitkomsten in maart/april 2015 worden verwacht. Belastingen
-1.654 Nadeel
Het nadelig resultaat bij belastingen wordt veroorzaakt door de volgende onderdelen. Oninbaarheid en verhogen voorziening dubieuze debiteuren. Door uitgesproken faillissementen zijn in 2014 met terugwerkende kracht voor meerdere jaren openstaande vorderingen oninbaar verklaard. Dit heeft geleid tot een nadeel van € 528.000. Crediteringen naar aanleiding van bezwaar en waardeontwikkeling niet-woningen. Het aandeel vernietigingen binnen de crediteringen is in 2014 zeer hoog. Dit komt onder meer door een uitspraak van de Hoge Raad ten aanzien van woondelenvrijstelling bij niet-woningen, uitgesproken faillissementen, wijziging in de objectafbakening niet-woningen en leegstand. Hierdoor liggen de kosten van de financiële afwikkeling van bezwaren over de jaren 2013 en 2014 substantieel hoger dan gewoonlijk. Voor een deel wordt dit nadeel gecompenseerd door het opleggen van herziene aanslagen na toekenning van bezwaar. De verordening 2014 is opgesteld op basis van een inschatting van de WOZ-waarden voor een nieuwe peildatum. De waarde voor niet-woningen is te hoog ingeschat. De werkelijke waarde ligt op een lager niveau en betekent voor 2014 een lagere opbrengst dan begroot. Op de overige belastingsoorten is een meeropbrengst gerealiseerd. Per saldo heeft dit tot een nadelig resultaat van € 1,1 miljoen. R.06
WWB inkomen
-1.592
Nadeel
Het resultaat op het Inkomensdeel van de WWB laat voor 2014 een nadeel zien ten opzichte van de begroting. Het door het Ministerie van SZW gepresenteerde Buigbudget fluctueerde met miljoenen euro's gedurende het jaar. De verwachting dat er sprake zou zijn van een enorm nadeel, bleek na de finale aanpassing van de budgetten gelukkig mee te vallen. De inkomsten van het Rijk (Buigbudget) zijn overigens voldoende om de uitgaven te dekken. Het nadeel ten opzichte van de begroting is ontstaan, omdat de veronderstelling dat de uitgaven lager zouden zijn dan de inkomsten te optimistisch is gebleken. Dit nadeel in 2014 staat niet in relatie tot de discussie inzake de herverdeling van de budgetten in 2015. Het structurele probleem inzake het budget van de Wet BUIG wordt meegenomen bij de € 20 miljoen bezuinigingen. R.08
Rente 2014 niet in exploitatie genomen gronden
-1.187
Nadeel
Het betreft de rente over de boekwaarde van de NIEGG’s (bepaald op basis van een omslagrente van 5,25%). Deze kosten worden niet gedekt door inkomsten en kunnen niet worden bijgeboekt op de boekwaarde omdat deze dan te hoog zou worden. R.08
ODRA
onderwerp
Nadeel
De hogere bijdrage aan Presikhaaf Bedrijven wordt voornamelijk veroorzaakt door 2 oorzaken: • grote veranderingen in de omgeving, waarin de transitie van Presikhaaf Bedrjven plaatsvindt zoals schraler economisch klimaat, oplopende werkloosheid, bezuinigingen en decentralisaties in het sociaal domein; • relatief kostbare eigen bedrijfsactiviteiten, relatief lage verdiencapaciteit SW-medewerkers en relatief moeizame regionale aansturing van het bedrijf. Dit maakt dat de exploitatieresultaten van 2014 zorgelijk zijn. Zowel op het onderdeel subsidieresultaat als het operationele resultaat van de exploitatie van Presikhaaf Bedrijven is sprake van een financieel nadeel. Het jaarresultaat van Presikhaaf betekent voor de gemeente Arnhem met een aandeel van ruim 52% een nadeel op de begroting van € 2,2 miljoen.
R.09
Jaarverslag 2014
-2.102
pagina
Presikhaaf Bedrijven
183
R.06
-1.044 Nadeel
De ODRA werd operationeel op 1 april 2013. De voorbereiding en uitwerking van de (financiële) ontvlechting van de Vergunning en Handhaving (V&H) vond plaats in een hectische periode: gelijktijdig vond de gemeentelijke reorganisatie plaats per 1 juli 2012 (administratief per 1 januari 2013). De V&H-taken taken gingen over van dienst Stadsbeheer naar de cluster Openbare Ruimte. Ook werd de gemeentelijke begroting volledig opnieuw ingericht, waarbij o.a. de toerekening van overheadkosten is veranderd. Bovendien werd – met de reorganisatie – invulling gegeven aan een forse bezuinigingstaakstelling op de organisatie. Inmiddels is gebleken dat het opdrachtgeverschap voor de ODRA tot op heden onvoldoende invulling heeft gekregen. Tijdens de transitie heeft vanaf het moment dat de dienst Stadsbeheer ophield te bestaan de focus vooral gelegen op de inrichting van ODRA, en minder op de gevolgen van de ontvlechting voor de gemeentelijke financiën. Onder dit gesternte heeft het kunnen gebeuren dat de gemeente Arnhem onvoldoende budget heeft gereserveerd voor de uitvoering van taken door de ODRA.
Jaarverslag 2014
onderwerp
-1.037
pagina
Schuldhulpverlening
184
R.06
Nadeel
De afwijking in de lasten van schuldhulpverlening zijn veroorzaakt door 2 posten: • schuldhulpverlening extern plaatsen € 456.000 nadeel; • minder opbrengsten kredietverstrekking € 581.000 nadeel. Extern plaatsen schulddienstverlening Voor de uitvoering van activerende schulddienstverlening was een grotere formatieve inzet noodzakelijk dan begroot. Vooruitlopend op het extern plaatsen van schulddienstverlening is ervoor gekozen om het vertrek van vaste medewerkers op te vangen met tijdelijke inhuurkrachten. Dit heeft geleid tot een financieel tekort van € 287.000. Eind 2014 is de raad akkoord gegaan met het gefaseerd extern plaatsen van de schulddienstverlening, hetgeen in 2015 wordt uitgevoerd. In verband met de hiermee samenhangende kosten is een regeling voor de afkoop van pensioenen noodzakelijk van € 169.000. Opbrengst kredietverstrekking De begrootte opbrengst 2014 is niet gerealiseerd. In de Turap is reeds gemeld dat in het kader van bezuinigingsmaatregelen een renteverhoging is doorgevoerd, maar dat het aantal kredietaanvragen per jaar is gedaald én er meer aanvragen worden afgewezen in verband met onvoldoende draagkracht. Hierdoor is de veronderstelde omzetstijging niet reëel en is de taakstelling niet gerealiseerd. Het realiseren van de taakstelling in 2015 wordt door twee maatregelen nader ingevuld. Enerzijds door de maatregel uit de MJPB 2015 - 2018, waarin een deel van de bezuinigingstaakstelling is teruggedraaid. Anderzijds wordt met een aanpassing van het rentebeleid verwacht dat de omzet - in met name de regio - toeneemt. Van het tekort wordt ingeschat dat € 317.000 structureel. Als gevolg van oplopende achterstanden van debiteuren is de voorziening dubieuze debiteuren noodzakelijkerwijs verhoogd. P.07
Armoedebeleid
-1.033 Nadeel
Door de aanhoudende crisis en een verdere groei van de doelgroep zoals deze zich de laatste jaren voordoet, is er voor het jaar 2014 wederom sprake van een toename in de kosten voor het Armoedebeleid. Een belangrijke onderdeel dat bijdraagt aan de stijging van de uitgaven is het onderdeel Bewindvoeringskosten. Dit betreft een landelijk verschijnsel veroorzaakt door een groeiende schuldenproblematiek. De kosten van de overige onderdelen Bijzondere Bijstand zijn eveneens structureel hoger dan begroot en vertonen ook ten opzichte van 2013 een toename. De kosten voor Kwijtschelding zijn door strikte bezuinigingen teruggebracht tot het begrote niveau en vertonen zelfs een lichte onderschrijding. R.09
ICT
-1.020 Nadeel
Met het oog op de gemeentelijke bedrijfsvoering na de reorganisatie blijken extra middelen nodig, vooral voor de ICT. De onderhoudskosten voor applicaties zijn – naar nu bij de invoering van een centrale beheersvorm blijkt – te laag geraamd. Bij de upgrading in verband met de beëindiging van de ondersteuning van Office-XP door Microsoft en van andere applicaties blijkt dat meer licenties nodig zijn. Upgrading van de applicatie Groupwise is, gelet op de gedateerdheid van dat programma en de nieuwe omgeving, aanstaande en leidt tot extra kosten. Daarnaast is duidelijk dat de implementatie van nieuwe applicaties (onder meer in verband met de drie decentralisaties) extra kosten van inhuur of uitbesteding van ICTwerkzaamheden zal vergen gedurende dit en volgend jaar. R.06
Knelpunt uren maatschappelijke ondersteuning
-940
Nadeel
In het verleden zijn diverse formatieplaatsen gefinancierd die samen hebben gehangen met de uitbreiding van taken op de beleidsvelden maatschappelijke ondersteuning, integratie en jeugd. In de transitie van de begroting in het kader van de reorganisatie is de financiele dekking van deze formatie niet meer te herleiden. R.05
Kosten reorganisatie MSSA
-800
Nadeel
Op 26 mei 2014 heeft de Raad ingestemd met het voorstel het budget t.b.v. Musis Sacrum €/ Schouwburg Arnhem structureel te verminderen met € 500.000. Een interne reorganisatie bleek nodig zowel om deze bezuiniging te realiseren als in verband met de voorgenomen verzelfstandiging van MSSA. Deze reorganisatie heeft naar verwachting € 800.000 frictiekosten tot gevolg, hier is een voorziening voor opgenomen welke op voorhand niet was begroot. In 2015 en verder zal hiervan € 400.000 in de Algemene Reserve gedoteerd worden vanuit MSSA voor zover mogelijk, anders uit het cultuurbudget.
Binnensport
-474 Nadeel
Dit nadeel wordt veroorzaakt door voornamelijk niet-sportgerelateerde exploitaties in gebouwen waaronder vergader- en wijkcentra en horeca. Daarnaast bestaat er een nadeel op meerdere in exploitatie genomen Multifunctionele Centra gymlokalen. Tenslotte zijn op dit reguliere programma huurlasten geboekt van € 318.000 waarbij de huurbudgetten verantwoord zijn op veranderprogramma P.05 Wijkaanpak nieuwe stijl voor een bedrag van € 318.000 en daar een voordeel vormen. R.04
Onderzoekskosten VSO de Radar
-380
Nadeel
In de onderzoeksfase voor (V)SO de Radar (2008-2012) zijn kosten geboekt op het investeringsnummer. Aan deze kosten is in de periode 2008-2014 rente toegerekend. Onderzoekskosten worden niet geactiveerd en worden verrekend met het exploitatiebudget van het programma. R.09
Indexering huur stadskantoor
-300
Nadeel
De huur van het Stadskantoor: in de MJPB is voor 2014 geen prijsindexering doorgegeven, maar de verhuurder van het Stadskantoor berekent deze wel. Het gevolg is een tekort op het beschikbare budget. R.00
Verkiezingen
-206 Nadeel
In 2014 zijn kosten gemaakt die samenhangen met activiteiten rond de twee verkiezingen die in 2014 zijn gehouden, de raadswisseling, coalitieonderhandelingen en inwerkprogramma. In de MJPB worden conform bestaand beleid jaarlijks voor één verkiezing kosten geraamd. Dat geeft voordelen in de jaren zonder verkiezingen en nadelen in de jaren met meerdere verkiezingen. In 2014 zijn er verkiezingen geweest voor de gemeenteraad en het Europees Parlement. Daarnaast zijn er extra kosten gemaakt voor de aanschaf/vergoeding I-pads en kosten in het kader van de coalitieonderhandelingen. R.05
Afkoopsom horeca exploitant Coehoorn
-196
Nadeel
Vergadercentrum de Coehoorn is per 1 januari 2014 afgestoten in verband met de voorgenomen sloop van het gebouw. Het pand is uiteindelijk niet gesloopt maar overgedragen aan een andere exploitant. Deze was niet bereid de bestaande verplichtingen rondom horeca over te nemen. In onderling overleg tussen het Sportbedrijf Arnhem, Vastgoed en het project Kenniscluster is daarom besloten dat het contract met de horeca-exploitant diende te worden afgekocht. De lasten zijn hier verantwoord R.05
Sportbeleid en ontwikkeling
-168
Nadeel
Net als in voorgaande jaren is een tekort op schoolzwemmen gerealiseerd. Met ingang van schooljaar 2014/2015 is een gewijzigde systematiek ingevoerd waarmee de overschrijding op termijn opgelost zal worden. R.00
Stijging vergoeding College en Raad agv 150.000 inwoners
-155
Nadeel
De gemeente Arnhem had zowel op 1 januari 2014 als 1 januari 2015 meer dan 150.000 inwoners. Dat heeft op 1 januari 2015, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 gevolgen voor het salaris van de burgemeester, de wethouders en voor het salaris en de onkostenvergoeding van de raadsleden. R.00
Wachtgeld Raadsleden
-118
Raadsleden die niet terugkeren na de verkiezingen hebben, onder voorwaarden, recht op een wachtgelduitkering. Dit is afhankelijk van duur van hun raadsperiode. In 2014 waren de kosten voor deze uitkeringen € 118.000.
onderwerp
Nadeel
De budgetten die de gemeente Arnhem vanuit het Rijk heeft ontvangen voor de voorbereiding op de nieuwe Jeugdzorg- en Wmo-taken in 2014 waren niet voldoende. In de Turap is een verwacht exploitatietekort van € 1 miljoen gemeld, waarbij geen rekening is gehouden met een voorgenomen onttrekking uit een bestemmingsreserve van € 338.000. Daarnaast zijn minder projecturen gemaakt dan ten tijde van de Turap nog werden verwacht. R.05
Jaarverslag 2014
-621
pagina
Invoering Decentralisaties
185
P.07
Nadeel
186
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
5.3 Balans en financiële positie In deze paragraaf wordt samenvattende informatie gegeven over de balans en financiële positie van de gemeente Arnhem. In de jaarrekening is een verdere toelichting op de balansposten, verplichte specificaties en de algemene grondslagen opgenomen. Activa
31-12-2014
31-12-2013
Passiva
31-12-2014
B ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
B ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Eigen vermogen Materiële vaste activa
658.297
Financiële vaste activa
88.808
Totaal vaste activa
747.105
8.495
116.555 Langlopende schulden
642.910
647.826
762.594 Totaal vaste passiva
795.140
796.956
2.923 Kortlopende schulden
72.270
73.358
1.599 Overlopende passiva
43.622
66.390
99.536
113.502
62.359
56.086
Overlopende activa
929
140.635
7.200
Vorderingen
1.103
145.030
646.039 Voorzieningen
Voorraden Liquide middelen
31-12-2013
Totaal vlottende activa
163.927
174.110 Totaal vlottende passiva
115.892
139.748
Totaal generaal
911.032
936.704 Totaal generaal
911.032
936.704
Het verloop van het eigen vermogen laat het volgende zien: Verloop eigen vermogen
Algemene Reserve
Bestemmings reserves
Totaal B ed rag en x € 1.0 0 0 ,-‐-‐
Saldo 31.12.2013 Gerealiseerd resultaat voorgaand boekjaar Saldo 01.01.2014 Dotaties
41.599
96.475
2.561 44.160
138.074 2.561
96.475
140.635
2.588
28.222
30.810
Onttrekkingen
-2.620
-27.234
-29.854
Saldo 31.12.2014
44.128
97.463
141.591
3.439
0
3.439
47.567
97.463
145.030
3.407
988
4.395
Gerealiseerd resultaat boekjaar Saldo 01.01.2015 Mutaties 2014
2014
2014 B ed rag en x 1.0 0 0 ,-‐
Div Grex-projecten
0
107
INVR07 Gezondheid en Milieu
0
107
St Binnenstadsmanagement Arnhem
50
0
P01 Binnenstad klaar voor de toekomst
50
0
Allego BV
0
5
Centraal Bureau Quadraam
0
1
Div E-scooters
0
13
Fietsdiensten.nl
0
2
KEMA
0
10
Liander NV
0
8
Project energiebesparing woningen
0
267
St Kiemt
0
-13
St Veenendaal-Veenendaal
0
25
Sustainable Outlook BV
0
7
Wijtvliet, Paul Buro
0
44
Begroting P02
227
0
P02 Arnhem groene en duurzame stad
227
368
25
50
Div Regionale aanpak Jeugdwerkloosheid
0
329
ARNHEM DutchGEMEENTE Fashion & Design Centre Postbus 9029 Euregio Rijn Waal 6802 EL Arnhem Gem Overbetuwe Tel: 0900-1809 Fax: 026-3774830 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen E-mail: [email protected] IkStartSmart
0
25
27
27
Artez Hogeschool vd Kunsten
POA Platform Onderwijs arbeidsmarkt Presikhaaf Bedrijven
0
2
0
27
0
50
0
21
0
23
732
695
50
0
St Airborne Museum
0
15
St Historische Schepen Arnhem
0
8
St Rtb Kan
336
299
St Trefpunt
0
5
Roc Rijn IJssel Sociaal Economisch Fonds (Sef)
Stichting Modekern Begroting P03 P03 Arnhem werkt!
8
8
356
0
1.534
1.583
onderwerp
Realisatie
Jaarverslag 2014
Begroting
pagina
INSTELLING
187
Bijlage 1 Verstrekte Subsidies
2014
Heussen, BE
0
0
Inloopcentrum Arnhem
0
5
ISVA Arnhem en Omstreken
5
5
Kamerkoor Novo Cantare
3
3
Koerdische Vrouwenvereniging Arnhem E.O.
5
5
Kunst door Oefening en Wilskracht
5
5
Kunstbedrijf Arnhem / Beleven
132
137
Leuke Linde Bouwspeelplaats
25
25
M. Overkamp
1
1
Muziekvereniging Crescendo Elden-Arnhem
5
5
Muziekvereniging DWS Arnhem-Zuid
3
3
Muziekvereniging Eendracht
4
4
Muziekvereniging Heijenoord
5
5
Olympus College
1
1
On Score
3
3
Outfield
3
3
Philharmonie Gelre
5
5
Platform Arnhem Mondiaal
5
5
Politie Big Band Gelderland Midden
4
4
R.S.V.V.
0
0
Recr. Ver. Craneveer
0
3
Rijnstad Vocaal Theater
2
2
Rinaldo Visser
2
2
Roc Rijn IJssel
353
0
S. Peters
0
0
Scoutinggroep ST Christoforus-Lichtdragers
4
4
Show en Majorettepeleton Parade Girls
5
5
Showband Mystique
5
5
Sierra Leone Vereniging Arnhem
5
5
Sportel
1
1
St Prisma Immerlo
0
12
St Arnhem Band Van Scouting Nederland
5
5
onderwerp
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
pagina
Begroting
188
INSTELLING
2014 3
3
St BIND
0
5
St De Geuzen
4
4
St de Gildenmunt
0
10
St de Nieuwe Oost
0
5
St Halfvol
0
8
St Jens van Daele
0
8
61
61
St Jeugdland St Keijf St LALE v/h Soc Cult Centr St Luctor Et Emergo
0
5
13
13
2
2
St Meet My Street
5
5
St Miguel Pro
1
1
St Muziek bij de Buren
8
8
St Ome Joop's Tour
0
2
St Papendal Games
3
3
St Pluk de Nacht
8
8
St Popwaarts
8
8
St Projectkoor Cappella Ad Fluvium
2
2
St Rank
5
5
760
509
4
4
St Rijnstad St Schutgraaf
onderwerp
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
pagina
St Arnhem-Lima
Begroting
189
INSTELLING
St Scouting Anne De Guigne
2
2
St Scouting Lido 76
3
3
St Speelplaats de Rommelkist
0
1
St Theatergroep Cactus
5
7
St Touchstones
0
5
St vanHarte
15
0
St Vitesse Betrokken
56
56
St Waarborgfonds Sport GEMEENTE ARNHEM St Welzijn Ouderen Arnhem Postbus 9029 6802 EL Arnhem St Wijkbelangen Angerenstein Tel: 0900-1809 St Wijkclubs Arnhem Fax: 026-3774830 St Wolkentheater E-mail: [email protected]
0
1
3
1
0
2
0
5
0
1
St Xenophon (Stal Mansour)
5
5
Stichting André de Thaye
3
3
Stichting Arnhem Schuytgraaf
1
1
2014
Stichting Box
8
8
Stichting Brigant
0
2
Stichting Bushi
3
3
Stichting Centrum voor Architectuur en Stedenbouw Arnhem (CASA)
5
5
Stichting De Gele Zon
0
3
Stichting de Vrolijkheid
5
5
Stichting Introdans
0
5
Stichting Kennisplein
2
5
Stichting Motel Spatie
11
11
Stichting Omars Gym
20
20
5
5
Stichting Omstand Stichting Pro-Arts
0
5
Stichting Productiehuis Plaatsmaken
5
5
Stichting Project voor organisatie en ondersteuning van projecten
5
5
Stichting RAKS Produkties
5
5
Stichting Team Triathlon Arnhem
3
3
Stichting tgECHO
5
5
Stichting Theater, Zorg en Welzijn
6
6
Stichting Vrienden van Poehaa
0
5
Studio Annelou van Griensven
0
3
Sv De Toren
3
3
T. Uittenbogert-Oomen
1
1
Tafeltennisvereniging Treffers Arnhem
3
3
The Diamond Girls Majorette Show Peloton
4
4
Theatergroep Drift Uit Arnhem
5
5
Toneelgroep Arnhem
3
3
Toneelgroep Menander
1
1
Toonkunst Arnhem
2
2
Turkse Ondernemers Vereniging
0
5
v.v. AZ 2000
1
1
Van Egdo Consultancy
0
1
Vereniging Guus Tangelder Big Band
4
4
Voetbalvereniging Arnhemia
2
2
Volksdanscentrum Arnhem
4
4
Vrouwenkoor Klankkleur
2
2
West Arnhemse Muziekvereniging
4
4
onderwerp
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
pagina
Begroting
190
INSTELLING
2014 5
5
Wijkkrant Langs Rijn & Rails West-Arnhem
2
2
Wijkv.Klingelbeek Tav.Leeuwis
0
1
Wijkvereniging Burgemeesterskwartier e.o.
0
3
Wijkvereniging De Oostelaar
6
6
Wijkvereniging de Paasberg
0
2
17
17
0
2
Wijkvereniging Elderveld Wijkvereniging Molenbeke Wijkvereniging Penseelstreek
0
5
Wijkvereniging Rijkerswoerd
6
6
27
27
Wijkvereniging Schuytgraaf Wijkvereniging Transvaal
0
1
Wijkvereniging Vrehoek
5
5
Zang-en Oratoriumvereniging De Vrije Stem
2
7
Zangkoor All Friends
2
2
Zorggroep Kans BV
3
3
42
0
10.003
9.478
CS&G Consultancy BV
0
1
P06 Wonen in wijken
0
1
!!!Politie Geld Midden zie 509986
0
90
AAC 1899 Gymnastiekvereniging
44
44
Cwzw Gelderland / Leger des heils
123
123
De Gelderse Roos
100
0
65
65
208
0
21
21
Begroting P05 P05 Wijkaanpak nieuwe stijl
De Helling Exp.Werkplaats Formulierenbrigade GGnet Preventie en Dienstverlening HIV-vereniging Nederland - Afd. Gelderland GEMEENTE ARNHEM IndigoPostbus 9029 6802 EL Arnhem Inloopcentrum Arnhem Tel: 0900-1809 Kinderopvang SKAR Fax: 026-3774830 Kunstbedrijf Arnhem / Beleven E-mail: [email protected]
2
2
112
112
12
12
40
40
44
44
41
41
Lindenhout
976
976
MEE Gelderse Poort
253
253
Meldpunt Vrijwillige Thuishulp Arnhem
252
252
Nederlandse Vereniging voor Autisme
8
8
797
797
LeukOmteLeren Weekendschool Arnhem
Pactum Jeugd- en opvoedhulp
onderwerp
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
pagina
Wijkbeheer Het Duifje
Begroting
191
INSTELLING
2014 0
81
Presikhaaf Bedrijven
228
228
Pro Persona Arnhem
28
28
RIBW. Arnhem & Veluwe Vallei
561
211
Rijn IJssel College Servicebureau
213
274
Rijnstad (Belastingservice)
95
0
St Prisma Immerlo
16
4
St Arnhemse Openb.&Wetensch.Bibloth.
19
19
St Catharina
57
57
St De Instap
40
40
St Het Huurdershuis St Iriszorg St Jutte Van Der Voorst St Kruispunt St Leergeld Arnhem St Living Joy St Ome Joop's Tour St Open Huis Don Bosco
43
43
4.256
3.952
17
17
163
163
27
36
2
2
20
20
0
47
St Pas
2.667
2.667
St Peuterspeelzalen Arnhem
2.234
2.234
55
55
11.173
11.180
80
80
2.425
2.425
15
15
1
1
364
0
St Programma en Beheer De Nieuwe Lommerd St Rijnstad St Stoelenproject De Duif St Thuiszorg Midden Gelderland St Tijdelijk Beheer Rijnwijk St Voorkom St Vrijwilligerscentrale Arnhem St Welzijn Ouderen Arnhem
2.410
2.411
Stichting Formule 1
0
118
Stichting Humanitas
14
24
Swoa (Maaltijdvoorziening)
190
0
VGGM Veilig en Gezond Geld Mid
100
0
Youth For Christ Nederland
72
77
Zorgbelang Gelderland
68
68
Begroting P07 P07 Participatie van kwetsbare inwoners
1.630
0
34.397
31.474
onderwerp
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
pagina
Pilot Meedoen doe je samen
Begroting
192
INSTELLING
2014
Mantel Tweewielers en Sport Arnhem BV
6
6
Primera de Laar
0
2
St. Ondernemersbelangen winkelcentrum Presikhaaf
3
3
Terlouw Autogroep BV
6
6
Ves Executive Services BV
6
6
Winkelcentrum Elderhof
0
6
Winkeliersvereniging Geitenkamp
6
6
-27
0
P09 Programma overige veranderopgaven
0
35
Begroting P09
St Airborne Herdenkingen
7
7
St Die Blide Incomst Sint Nicolaas
3
3
St Jumelage Arnhem-Croydon-Gera
7
5
St Nationale Feest En Gedenkdagen
18
18
R00 Algemeen bestuur en publieke dienstverl
35
33
0
22
Gem Enschede Politie Gelderland Midden Regiostaf
0
10
18
18
0
139
18
190
MRA Milieusamenwerking Regio Arnhem M201402
0
17
St Binnenstadsmanagement Arnhem
0
2
R02 Verkeer, vervoer en waterstaat
0
20
310
0
St Airborne Museum
19
19
St Binnenstadsmanagement Arnhem GEMEENTE ARNHEM St Organza Postbus 9029 6802 EL Arnhem Stichting ondernemersfonds Arnhem Tel: 0900-1809 Begroting R03 Fax: 026-3774830 R03 Economie E-mail: [email protected]
50
0
0
304
355
355
Stichting Halt Gelderland VGGM Veilig en Gezond Geld Mid R01 Veiligheid
Evenementen
165
0
899
677
onderwerp
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
pagina
Begroting
193
INSTELLING
2014
Arentheem college
2
0
Div Bewegingsonderwijs
0
42
Presikhaaf Bedrijven
0
5
S.V.M.G. Vluchtelingenwerk
0
15
St De Basis
81
81
St Delta v katholiek en protestants-christelijk onderwijs
29
29
St Fluvius
53
53
St Nivon Afd Arnhem
21
21
St Rijnstad
0
50
St Simon
2
2
St Volksuniversiteit
104
104
Begroting R04
120
0
R04 Educatie
411
402
A.IJ.C. Thialf
0
3
Archeologische Werkgemeenschap voor NL
0
6
50
54
Arnhems Uitburo/RBT KAN Arnhemsche Federatie van Muziekgezelschappen Arnhemse Sport Federatie Bezoekerscentrum Sonsbeek
5
5
53
53
130
130
Bouwspeelpl Rommelkist
0
5
Bouwspeelplaats
0
2
20
20
De Hakkebrak
0
2
Div Monumentale kunsten
0
37
Div Sporthallen
0
148
Dorpsvereniging Elden
0
1
Dapper Toneelgr.G.Kleijnmeijer
Ensemblemuziek Arnhem St Coord
7
7
Ereprijs de
0
25
Facultatieve Crematoria & Begraafpl.
0
2
Hoogveld Visscher Transport BV
0
1
Jong, G de
0
1
2.691
2.691
0
15
Muziektheater De Plaats
88
88
Nationaal Jeugd Orkest
0
38
Nieuwbouw Galgenberg
0
75
Kunstbedrijf Arnhem / Beleven Literair Productiehuis Wintertuin
onderwerp
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
pagina
Begroting
194
INSTELLING
2014 0
5
25
0
RTV Arnhem
0
116
Schaats en Skeeler Trainingsgroep Rijn-IJssel
0
3
Orkest De Ereprijs
St Monuscript St arnhems muziek platform St Arnhemse Openb.&Wetensch.Bibloth. St Beeldend Dans Theater Telde St De Regenboog St Focus Filmtheater St Gang St Hoogte80 Festivals St Jacobiberg St Jazz
0
7
20
20
4.455
4.475
20
20
1
3
267
267
0
1
8
8
208
208
0
20
St Jazz In Arnhem
20
0
St Jens van Daele
15
15
St Kab-Posttheater
185
185
5
5
St Kunst&Cultuurcentrum Bosch St Luxor Live
364
596
St Motel Spatie
0
38
St Omstand
0
25
St Park Open
49
49
St Rijnstad
25
26
0
35
St RTC Loopland Gelderland St Slak
220
0
St Sonsbeek Internationaal
0
50
St Sportcentrum Rijkerswoerd
0
107
116
0
St Straatleven
15
0
St Theaterprojecten GEMEENTE ARNHEM St Toneelgroep Oostpool Postbus 9029 6802 EL Arnhem St Verborgen Landschap Tel: 0900-1809 St Wijkclubs Arnhem Fax: 026-3774830 St Zwembad Klarenbeek E-mail: [email protected] Stichting Centrum voor Architectuur en Stedenbouw Arnhem (CASA)
15
0
61
61
0
25
0
1
292
292
20
20
340
345
St Stadsomroep Arnhem
Stichting Eusebius
onderwerp
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
pagina
Open Monumentendag Arnhem Stichting
Begroting
195
INSTELLING
2014
Stichting Generale Oost
91
91
Stichting Het Gelders Orkest
61
76
Stichting Het Huis van Puck
199
199
Stichting Introdans
105
105
Stichting Motel Spatie Stichting Musea Arnhem Stichting Nationaal Jeugd Orkest Stichting Omstand
38
0
3.315
3.350
38
0
25
0
152
152
Stichting Verborgen Landschap
25
0
Stichting Wintertuin
49
34
Theater het Hof
46
46
Theaterproductiehuis Colline
30
30
Ver Geldersch Genootschap
0
1
Stichting Productiehuis Plaatsmaken
Ver Sport en Gemeenten
0
5
Westerveldenvossers Accountants
0
2
Wijtvliet, Paul Buro
0
15
1.141
0
19.131
18.566
135
135
10
10
Begroting R05 R05 Cultuur, recreatie en sport Arnhems Platform Chronisch zieken en Gehandicapten Arnhems Vrijwilligersgala Buurtalliantie
0
8
Delta Products & Sports BV
0
2
Dorpsvereniging Elden
0
20
123
0
Fonds Arnhems Samenlevingbeleid Hera, Vrouwenopvang Gelderland
5.471
5.471
Katholieke Bond voor Ouderen
2
2
Lichte Bries
0
9
19
19
1
1
232
232
30
30
Meldpunt Vrijwillige Thuishulp Arnhem Protestant Christelijke Ouderenbond Arnhem S.V.M.G. Vluchtelingenwerk Slachtofferhulp Nederland Regio Oost Slow Food Rijnzoet
0
2
15
15
0
4
St Rijnstad
40
300
St Seniorenraad Arnhem
11
11
0
1
St De Klup St Locus
St Siza
onderwerp
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
pagina
Begroting
196
INSTELLING
2014
St vanHarte
0
15
St Vier het leven
8
0
St Vrijw Terminale Zorg Arnhem
2
2
St Ziezo
4
0
Yildirim, S
0
1
Zorgbelang Gelderland
0
1
757
0
8.874
8.304
0
325
Begroting R06 R06 Participatie en Maatschappel Ondersteun Div Isv-bodem St Binnenstadsmanagement Arnhem St Rijnstate Vriendenfonds St Thuiszorg Midden Gelderland Begroting R07
0
8
25
25
385
385
-226
0
184
743
Div Koperssubsidie
0
9
Div Rijksbijdrageregelingen
0
48
Industriepark Kleefse Waard fac serv BV
0
30
Sint Martens Hof
0
9
Stichting Centrum voor Architectuur en Stedenbouw Arnhem (CASA)
R07 Gezondheid en Milieu
0
50
Subidies Wonen Boven Winkels, Binnenstad, Monumenten En Beeldbepalende Panden 0
620
WOS Onderhoudsstichting
117
0
Begroting R08
25
0
R08 Wonen en Ruimte
25
883
Div Overig
0
46
Ohra Inzake Gelredome
0
195
Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA)
0
1.010
Personeelsvereniging GEMEENTE ARNHEM Provincie Gelderland Postbus 9029 St ICTU 6802 EL Arnhem Tel: 0900-1809 Begroting R09 Fax: 026-3774830 R09 Financien en bedrijfsvoering E-mail: [email protected]
0
23
0
10
0
6
1.230
0
1.230
1.290
77.797
74.875
Eindtotaal
onderwerp
2014
Jaarverslag 2014
Realisatie
pagina
Begroting
197
INSTELLING
198
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
E ECF Economisch forum Arnhem EMT Energie en Milieutechnologie F FJP Financiële jaarrapportage projecten FTE Full Time Equivalent G GEM Gemeenschappelijke Exploitatie Mij. GGD Gemeenschappelijke Geneeskundige Dienst GGZ Geestelijke Gezondheidszorg GMA Gemeentelijke Musea Arnhem GREX Grondexploitatie GR Gemeenschappelijke Regeling GRP Gemeentelijk rioleringsplan GS Gedeputeerde Staten GSF Gelderse Sport Federatie GSO Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbe¬leid
onderwerp
D DB Dagelijks bestuur DBR Dienst Bedrijfs Reserves DRIS Dynamisch Reisinfomatie Systeem
Jaarverslag 2014
C CAZ Collectieve Aanvullende Ziektekosten-verzekering CBS Centraal Bureau voor de Statistiek CER Compensatie eigen regeling CJG Centrum voor Jeugd en Gezin CNME Centrum voor Natuur- en Milieu-educatie COELO Centrum voor Onderzoek v.d. Economie v.d. Lagere Overheden CZG Chronisch zieken gehandicapten
pagina
A AB Algemeen bestuur APCG Arnhems Platform voor Chronisch zieken en Gehandicapten APPA Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdrager AOW Algemene Ouderdoms Wet APV Algemene Plaatselijke Verordening AR Algemene Reserve ArtEZ Hoge school voor de kunst Arnhem -Nijmegen ASV Algemene Subsidie Verordening AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten B BBA Bewoners platvorm Binnenstad Arnhem BAC Budget Advies Centrum BBV Besluit Begroting en Verantwoording BDU Brede Doel Uitkering BGB Buiten Gewoon Beter BNG Bank Nederlandse Gemeenten BR Bestemmings Reserve BSV Bureau sanering verkeerslawaai BVO Bruto Vloeroppervlakte
199
Bijlage 2 Afkortingenlijst
O OAB Onderwijs achterstandsbeleid ODRA Omgevingsdienst Regio Arnhem OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OGGZ Openbare Geestelijke Gezondheidszorg OKA Ondernemers Kamer Arnhem OV Openbaar Vervoer OZB Onroerende Zaak Belasting OZO Overleg Zorg en Overlast P PB Presikhaaf Bedrijven PEZ Platform Excellente Zorg PGB Persoons Gebonden Budget PO Primair Onderwijs POA Platvorm Onderwijs Arbeidsmarkt R RMC Regionaal meld-coördinatiepunt ROC Regionaal Opleidingscentrum RUD Regionale Uitvoerings Dienst RZB Roerende Zaakbelasting
onderwerp
M MFC Multi Functionele Centrum MHU Medische Heroïne Unit MIP Meerjarig Investeringsplan MJPB MeerJaren ProgrammaBegroting MKB Midden- en Klein Bedrijf MMKA Museum voor moderne Kunsten Arnhem MoBA Mode Biënnale Arnhem MPA Multicultureel Platform Arnhem MR Milieusamenwerking Regio Arnhem MSSA Musis Sacrum/Schouwburg Arnhem N NASB Natiionaal Actieplan Sport en Beweging NEVOBO Nederlandse Volleybal Bond NIEGG Niet In Exploitatie Genomen Gronden NRW Nord Rhein Westfalen
Jaarverslag 2014
Langdurigheidtoeslag
pagina
L LT
200
H HAN Hogeschool Arnhem Nijmegen HOV Hoogwaardige Openbaar Vervoerverbinding I IKC Integrale kindcentra ICT Informatie en Communicatie Technologie ID In- en Doorstroombanen IHP-VO Integraal Huisvestings Plan Voortgezet Onderwijs IOAW Inkomensvoorziening Oudere en Arbeidsongeschikte werknemers IOAZ Inkomensvoorziening Oudere en Arbeidsongeschikte zelfstandigen IP Individuele Plaatsing ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing J JGZ Jeugdgezondheidszorg K KCC Klantencontactcentrum KRW Kaderrichtlijn water KVO Keurmerk veilig ondernemen KING Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten
onderwerp
Z Zat Zorgadviesteam ZOC Zorg Onderwijs Combinatie ZVW Zorgverzekeringswet
Jaarverslag 2014
W WABO Wet Administratieve Bepalingen Omgevingsvergunning WAJONG Wet Werk en Arbeidsondersteuning Jong Gehandicapten WGR Wet gemeenschappelijke regeling WIW Wet Inschakeling Werkzoekenden WM Wet Milieubeheer WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning WOZ Wet Onroerende Zaakbelasting WSW Waarborgfonds Sociale Woningbouw Wsw Wet sociale werkvoorziening WTCG Wet tegemoetkoming Chronisch zieken en gehandicapten WWB Wet Werk en Bijstand WWNV Wet Werken naar Vermogen
pagina
T Turap Tussenrapportage U UWV Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen V VGGM Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden VIA Vrijwillige Inzet Arnhem VIRA Verwijsindex Risicojongeren Arnhem VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu VSO Voortgezet Speciaal Onderwijs VSV Team Voortijdig School Verlaten VTH Vergunningsverlening-, toezicht-, en handhavingstaken VVE Voor- en Vroegschoolse Educatie VvE Vereniging van Eigenaren
201
S SBA Stichting Binnenstadmanagement Arnhem SEA Stichting Eusebius Arnhem SEB Service en bemiddeling SEECE Sustainable electrical Energy Centre of Experience SIV Sociaal Integratie Veiligheid SKAR St. Kinderopvang Arnhem en Regio SMART Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdig SO Speciaal onderwijs SOA Seksueel overdraagbare aandoening STMG Stichting Thuiszorg Midden Gelderland SVMG Stichting Vluchtelingenwerk Midden Gelderland SVn Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeente SWOA St. Welzijn Ouderen Arnhem SZW Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ministerie van)
202
pagina
Jaarverslag 2014
onderwerp
Jaarverslag
Jaarverslag
2014
GEMEENTE ARNHEM Postbus 9029 6802 EL Arnhem Tel. 0900 -1809 Fax 026 3774830 E-mail: [email protected] Druk: april 2015