Jaarverslag 2012
Onderwijs
SEVIL DALKILIC:
‘Opgeven was geen optie.’
18 UAF jaarverslag 2012
Foto: Inge Hoogland
‘Daar zat ik dan. Als veertigplusser tussen jonge studenten in de collegebanken. Het is alweer jaren geleden, maar ik weet nog dat ik dacht: “Wat dóe ik hier?” Gelukkig bleek al snel dat mijn leeftijd ook voordelen had. Door mijn levenservaring kon ik veel beter hoofdzaken van bijzaken onderscheiden. De keuze voor een rechtenstudie stond al vast toen ik in Nederland aankwam. Ik wilde zo snel mogelijk weer advocaat worden. Dat was ik in Turkije ook. Ik werkte als strafrechtadvocaat en was coördinator van een mensenrechtenorganisatie in mijn stad. Toen ik een politiek gevoelige zaak aannam ging het mis. Ik werd opgepakt en gemarteld, en toen ze mijn familie bedreigden tekende ik een belastende verklaring. Ik kreeg dertig jaar cel, zonder een flinter bewijs. Ik verzwakte zo erg, dat ik op medische gronden werd vrijgelaten. Het stond vast dat ze me niet met rust zouden laten. Dus zat er maar een ding op. Door het UAF kon ik mijn oude beroep weer gaan uitoefenen. Het was een flinke klus, vooral het leren van de taal, maar ik kon altijd bij mijn begeleider terecht. Ook als het even tegenzat. Dat vertrouwen wilde ik onder geen beding beschamen. Opgeven was geen optie. Nu heb ik mijn master gehaald, en ben klaar om aan de slag te gaan. Achteruitkijken doe ik niet vaak meer, ik kijk liever vooruit. Het past bij mijn levensfilosofie. Het is onrealistisch om te denken dat je altijd gelukkig kunt zijn. Het leven is een aaneenschakeling van goede en slechte momenten. Dat geldt voor elk mens, of je nu vluchteling bent of niet. Het is zaak om ook tijdens de slechte momenten in balans te blijven.’
ONDERWIJS
Wat waren op het gebied van onderwijs de hoogtepunten in 2012? En wat is er geleerd? We vroegen het enkele partners en een medewerker.
‘D
e ondertekening van het convenant op 26 september tussen de Hogeschool van Amsterdam en het UAF. Als HvA willen we laten zien dat we de kracht van deze studenten ondersteunen. Culturele diversiteit is een historisch gegroeide waarde van Amsterdam en wij dragen graag bij aan de voortzetting daarvan. We combineerden de ondertekening met een kick-off voor nieuwe vluchtelingstudenten. Ouderejaars vertelden over hun ervaringen en wij hebben de basisregels en -rechten uitgelegd. Het viel in goede aarde, dus dat wordt een jaarlijks evenement. De filmvertoningen om de vluchtelingenproblematiek bij een breed publiek onder de aandacht te brengen trekt minder bezoekers dan we dachten. In de praktijk blijken er veel concurrerende activiteiten te zijn voor studenten. Desondanks blijven we zoeken naar manieren om de link tussen de vluchtelingstudenten, de overige studenten en onderwijs te vinden. Wat we ook geleerd hebben is dat niet alle vluchtelingstudenten het prettig vinden om met hun persoonlijke verhaal in de openbaarheid te treden. Het is een interessante en bijzondere doelgroep, maar we moeten oppassen ze niet voortdurend als zodanig te behandelen.’ ¢ Nancy Tuhuteru, programmamanager Hogeschool van Amsterdam
‘Het is een interessante en bijzondere doelgroep, maar we moeten oppassen ze niet voortdurend als zodanig te behandelen’
‘H
et hoogtepunt? De reactie van het UAF op het besluit van het college van bestuur op Windesheim om het schakeljaar voor hoger opgeleide anderstaligen af te schaffen wegens de hoge kosten. Het UAF maakte duidelijk hoe belangrijk het schakeljaar is en verklaarde zich bereid de kosten voor hun vluchtelingstudenten op zich te nemen. Een hart onder de riem. Toen het erop aankwam toonde het UAF zich een echte partner. Het schakeljaar is niet alleen gered, we hebben zelfs meer studenten dan in de tien jaar hiervoor. Wat me opviel in 2012 is de groei van het UAF. Het contact met het UAF is altijd goed maar ik merk soms dat de stijl van communiceren nog past bij een kleine organisatie, iedereen doet alles. Samen de schouders eronder. Dat is heel sympathiek, maar het UAF is geen kleine organisatie meer. Het is herkenbaar, wij zijn zelf ook van klein naar groot gegaan. Uiteindelijk hebben we de taken wat anders verdeeld. Bepaalde taken liggen hier niet meer bij de mensen die inhoudelijk bezig moeten zijn. Het is misschien wat zakelijker, maar het werkt efficiënter en verdeelt de werkdruk. Dat gun ik de mensen bij het UAF ook.’ ¢ Alies Vlasbloem, coördinator Schakeljaar Windesheim
‘Toen het erop aankwam toonde het UAF zich een echte partner’
‘H
et hoogtepunt in 2012 was voor mij dat we er als UAF in geslaagd zijn een regeling te treffen voor vier Iraakse studenten van wie de verblijfsvergunning werd ingetrokken. Ze vielen onder categoriale bescherming, maar Irak is inmiddels veilig verklaard. Voor deze studenten dreigde alles weg te vallen waar ze zo hard voor hadden gewerkt. Door onze inmenging kunnen ze in elk geval hun studie afmaken. En elk succes op individueel niveau is reden voor blijdschap. Natuurlijk zijn er ook ontwikkelingen minder goed uit de verf gekomen. Ter ondersteuning van de studentenbegeleiders hebben we in 2012 bijvoorbeeld een werkdruktraining georganiseerd. Die bleek evenwel niet aan te sluiten bij de behoeftes van de studentenbegeleiders. Gevolg: het volgen van de training werd eerder een verhoging van de werkdruk gevonden dan een verlichting. Dat had ik graag over gedaan.’ ¢ Brenda Teunissen, teamleider afdeling Studentenbegeleiding UAF
‘Elk succes op individueel niveau is reden voor blijdschap’
UAF jaarverslag 2012 19
Amal Mahshid George Mile Shamiram Sahar Mohamed Lianna An Nooshin Hamayun Lusine Aida Nancy LeAndré Jevgenia Magn Kémé Joelson Nadege Alie Bernard Aleksandar Mahyar Olga Ali Bashir Irina Mohammed Faisal Salat Ali Soheil Rahim Nasrine Maria Valon Samir Andréa Anahit Ali Alpha Idris Hamed Sergey Maziyar Sabina Hadeel Ahmed Mohammed Marina P Fariba Tatjana Khoshnal Reza Zvart Arwin Saber Khaleda Khansa Natalia Sevil Julia Irina Ramona Pascal Mehdi Lava Hussain Aydin Ahmad Mahbod Alla Toeral Nasim
Omid Rafiek Firas Yama Remzi Siamand Arijana Palwasha Dan Randa Abdulrizak Tsebaldzjid K Jekaterina Emmanuel Sahar Julia Claudia Ebrahim Lusine Iman Ro Chiman Shaista Yara Nasim
nel Delnaz Tuja Oktay Anna Kyaw Ewin Gunel Rasa Samira Ilina nus Zahra Katja Ziya Batyr Prisca Ania Fuad Yurij Dilnoza Leyla Sheilla Irakli Ali Sergey Ali Hala Azar Zaid Sonia Ali Jean Rima Pedro Tariq Saad Runi Artak Wissam Rassoune Priti Armand Zahra Oygull Asia Sakhi Arsen Nigjar Kiarash Najib
i Elias Patricia Shatha Fahed Deborah Alija Shawnem Sajma nat Bella Weineshet Nora Mahfam Bashir Yusuf Taher Amir Karim Saman Ster Georgi Ibrahima Sory Amir Adeleh Asef Oumar Dhafar Irada Abubakar Ali Farrokh Francis Jeneba oman Feresteh Hamasa Ali Arash Ali Hadi Abdulrahman Grigor Babak Simon De afgestudeerde vluchtelingstudenten van 2012 Foto: Venus Veldhoen
Op het afstudeerfeest 2012 van UAF- studenten in de Rode Hoed sprak Job Cohen warme woorden. ‘De verhalen van afgestudeerden zijn indrukwekkend.’ De voormalig politicus is al jarenlang trouw UAF-donateur. Voor het jaarverslag sprak hij over fatsoen, inburgeren, onderwijs en kansen. ‘Als je het asielrecht overeind wilt houden, moet je streng zijn.’
Hij wilde graag bijdragen aan een fatsoenlijke samenleving. Waarin zo veel mogelijk mensen – ongeacht hun afkomst of achtergrond – tot hun recht komen. Daarom werd Job Cohen in 2010 partijleider van de PvdA. Twee jaar later hield hij er weer mee op. ‘Ik vind fatsoen en nuance bij elkaar horen. De samenleving van nu vindt het moeilijk om de nuance te horen. Er moet voortdurend gescoord worden. De moordende mediaconcurrentie, sociale media, alles moet razendsnel. Ik ben er niet voor in de wieg gelegd dat zo te doen.’
22 UAF jaarverslag 2012
Foto: Hollandse Hoogte
‘We zijn hier zo eigenheimerig’ Verharding Nu moet die fatsoenlijke samenleving er komen zonder zijn politieke bemoeienis. ‘Dat is niet erg. Veel mensen willen dolgraag een fatsoenlijke samenleving. Maar je ziet ook tegenstellingen. Voor het asielbeleid geldt dat er algemeen wordt gedacht: moet dat nou? Komen er niet te veel vluchtelingen? En zijn het echt vluchtelingen? Totdat er een individueel geval in de knel komt. Dan staat het paginagroot in de krant en is terugsturen “onmenselijk”. Kijk naar Mauro. Met een individu kun je meeleven, bij een groep is dat lastig. Maar over het algemeen is er sprake van verharding, ja. Zeker in de politiek, en zeker ten opzichte van migranten. Al is enige nuance op zijn plek. Mensen die huis en haard achterlaten omdat ze niet meer veilig zijn, komen in Nederland nog steeds van de hel in de hemel. Ook al nemen we maatregelen om het niet al te aangenaam te maken.’
ONDERWIJS Een van de maatregelen die in de lucht hangt, is het strafbaar stellen van illegaliteit. Waar tot zijn schrik ook Cohens eigen partij zich aan gebonden heeft. ‘Ik vind het helemaal niets. Er bestaat ook veel weerstand tegen. Ik hoop dat het niet doorgaat. Ik ben blij dat de oppositie heeft aangegeven dat dit op de agenda komt als er gepraat moet worden over steun voor de bezuinigingsplannen. Ik prijs ze daarvoor zeer.’
‘Studie en werk zijn de ultieme middelen om een onafhankelijk bestaan op te bouwen’
twee kanten komen. Wij moeten vluchtelingen welkom heten. En vluchtelingen moeten hun best doen om een bijdrage te leveren aan onze samenleving.’
Inburgeren Dat kan alleen als zij de Nederlandse taal en cultuur leren kennen, denkt Job Cohen. ‘Integratie is een voorwaarde om hier te kunnen aarden. Dat wil niet zeggen dat vluchtelingen hun eigen achtergrond moeten verloochenen. Dat zou ik zelf ook niet willen als ik naar het buitenland vertrok. Je hoeft ze niet in hun eigen taal wegwijs te maken, zoals we dat in de jaren negentig deden. Achteraf gezien was dat niet zo verstandig. Maar mensen verantwoordelijk maken voor hun eigen inburgering, zoals dat nu gebeurt, vind ik ook onjuist. Als je wilt dat mensen snel hun plek in de samenleving vinden, dan moet je ze daar een beetje bij helpen. En niet zeggen: zoek het maar uit.’
Gesjoemel De houding tegenover vluchtelingen is niet altijd onbuigzaam geweest. ‘Toen ik staatssecretaris van Justitie was (1998-2000, red.), kwamen er 40.000 asielzoekers per jaar binnen, en dat aantal kon mogelijk nog fors groeien. Dat grote aantal was niet goed voor het draagvlak. Bovendien zaten daar veel mensen tussen die niet werden bedreigd, maar die hun levensstandaard wilden verhogen. Heel begrijpelijk, maar daar is het asielrecht niet voor bedoeld. Er werd heel wat afgesjoemeld. Als mensen uit bijvoorbeeld Turkije hierheen kwamen met een verblijfsvergunning, mochten ze hun kinderen meenemen. Bleken ze ineens twintig kinderen te hebben. Dat kan dus niet. Dat zet de bijl aan de wortel van het op zichzelf zo mooie idee van asiel.’ Een strengere handhaving van het asielrecht is de enige manier om het in stand te houden, volgens hem. ‘Het gaat om mensen die van huis en haard weg moeten, omdat hun leven in gevaar is. Zij moeten een plek krijgen. Maar door de jaren heen is het asielrecht in een verdacht licht komen te staan. Om het in stand te houden, heb je draagvlak nodig. Daarom moet je voorzichtig zijn met het bevoordelen van een groep boven de andere. Anders krijg je de discussie: zij wel en wij niet. Dat zijn verkeerde tendensen. En het moet toch van
Al sinds hij afstudeerde steunt Cohen het UAF. ‘Mooie club. Studie en werk zijn de ultieme middelen om een onafhankelijk bestaan op te bouwen. Dus het is goed om te weten dat hoger opgeleide vluchtelingen bij het UAF de kans krijgen om zich verder te ontwikkelen.’
Werk ‘Wat ik veel belangrijker vind, is de vraag: hoe komen vluchtelingen zo snel mogelijk aan werk? Veel hoger opgeleide vluchtelingen moeten hier studeren omdat hun papieren niet aan de Nederlandse standaarden voldoen. Mensen die in de zorg hebben gewerkt komen bijvoorbeeld niet snel aan werk omdat ze geen Nederlands diploma hebben. Dan denk ik: kijk nou eens wat iemand al kán. En durf daar gebruik van te maken. Als vluchtelingen sneller kunnen instromen bij bedrijven, is het voor hen makkelijker om een studie te doen terwijl ze werken. Dat zou ik een betere weg vinden. En het is ook goed voor de wederzijdse kennismaking.’ Maar zelfs als migranten wel over de juiste papieren beschikken, hebben zij drie keer zoveel kans werkloos te raken als hun Nederlandse studiegenoten. Cohen: ‘Dat klopt, en dat is waanzin. We zijn hier zo eigenheimerig. Bedrijven en overheidsinstanties moeten zich
veel meer openstellen voor vluchtelingen. Abel Herzberg heeft eens gezegd: het vreemde vinden wij vreemd. En zo is het. Maar daar kun je wat aan doen. Ik merk dat de overheid zich terugtrekt. Dat is een gevolg van de opkomst van Fortuyn en Wilders. Maar het veroorzaakt over een tijdje wel een probleem. Als mijn generatie weg is, komt er een enorm tekort aan arbeidsplaatsen. Dan kunnen bedrijven niet meer zo kieskeurig zijn.’
Verwijdering Het onderwerp integratie en diversiteit lijkt volgens Cohen van de politieke agenda te zijn verdwenen. ‘Maar het probleem is niet opgelost. Als we niet oppassen krijgen we het des te harder terug. Een paar weken geleden verheerlijkten Turkse jongens Hitler, ze sloegen echt vreselijke, antisemitische taal uit. Van geen kanten goed te praten. En dan denk ik: daar is van integratie niets terecht gekomen. Blijkbaar is er geen warme ontvangst geweest voor deze jongens. En het moet wel van twee kanten komen. Zonder aandacht voor de integratie wordt de verwijdering alleen maar groter. Dat moeten we niet willen.’
‘Als mensen het verhaal achter de vluchteling horen, zijn ze vaak van harte bereid te helpen’ Draagvlak, benadrukt Cohen, komt deels voort uit beeldvorming. En die kan nog wel een zetje in de goede richting gebruiken. ‘Als mensen het verhaal achter de vluchteling horen, zijn ze vaak van harte bereid te helpen. Dat geldt ook voor bedrijven. Als ze kennismaken met een talentvolle vluchteling, verdwijnen de vooroordelen snel. En in die beeldvorming kan het UAF een goede rol spelen. Op het afstudeerfeest in de Rode Hoed raakte ik onder de indruk van de krachtige verhalen die ik hoorde. Het is prachtig om de moed en het doorzettingsvermogen te zien van die individuen. Ze zijn een aanwinst voor ons land.’ UAF jaarverslag 2012 23
Om het studiesucces van vluchtelingstudenten te verhogen, hun problematiek breed onder de aandacht te brengen en obstakels aan te pakken gaat het UAF de banden met onderwijsinstellingen verstevigen. In september 2012 werd het eerste convenant getekend: met de Hogeschool van Amsterdam (HvA).
HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM EN HET UAF BEKRACHTIGEN SAMENWERKING
Samen voor meer
studiesucces De officiële ondertekening op 26 september door Jet Bussemaker, destijds rector van de HvA, en UAF-voorzitter Ruud Lubbers was niet zozeer het begin van de samenwerking (zie kader), eerder de bekrachtiging ervan. Hoofd Studentenbegeleiding Albert de Voogd: ‘Als aanbieder van een schakeljaar voor anderstalige studenten was de HvA al een belangrijke partner. In 2011 constateerden we dat het goed was om intensiever samen te gaan werken. Zo kunnen we de studieproblemen van vluchtelingstudenten samen aanpakken. Het UAF weet tegen welke problemen de studenten aanlopen en de HvA heeft de expertise om die obstakels aan te pakken.’ Uit bijeenkomsten met vluchtelingstudenten bleek waar ze met name behoefte aan hebben: ondersteuning bij de taalontwikkeling, meer tijd bij tentamens en de mogelijkheid een woordenboek te gebruiken bij tentamens. Ook willen ze informatie over het vinden van een stageplek, weten hoe solliciteren in zijn werk gaat en hoe ze het beste kunnen functioneren in kleine groepen. Met al deze punten is de HvA aan het werk gegaan, bijvoorbeeld door cursussen en workshops te ontwikkelen. Ook heeft de HvA ingevoerd dat woordenboeken bij tentamens zijn toegestaan bij mensen die het voortgezet onderwijs niet in Nederland hebben gevolgd. Daarnaast staan er nu allerlei sociale activiteiten op de kalender, waar vluchtelingstudenten elkaar kunnen ontmoeten. Nancy Tuhuteru, programmanager op de HvA: ʻWij zijn blij met deze samenwerking. Als
24 UAF jaarverslag 2012
‘Als HvA willen we laten zien dat we de kracht van deze studenten ondersteunen. Culturele diversiteit is een historisch gegroeide waarde van Amsterdam en wij dragen graag bij aan de voortzetting daarvan’ HvA willen we de studenten nog beter faciliteren en we vinden het belangrijk om te laten zien dat we de kracht van deze studenten ondersteunen.ʼ
Ambitie Het is de bedoeling dat de intensieve samenwerking met de HvA een permanent karakter krijgt. Albert de Voogd: ‘In deze pilotfase zijn we vooral bezig met het zoeken naar activiteiten die daadwerkelijk bijdragen aan ontwikkeling van studenten. Het is de bedoeling dat het studiesucces
ONDERWIJS
van vluchtelingstudenten toeneemt. Wat wel en niet werkt, dat moet de komende tijd blijken.’ Het UAF is van plan ook met andere onderwijs instellingen intensiever samen te werken. ‘We zijn aan het kijken met welke instellingen we iets vergelijkbaars kunnen opzetten. Een samen werking als deze vergt een behoorlijke tijdsinvestering van beide partijen. Het aantal vluchtelingstudenten op een onderwijsinstelling moet groot genoeg zijn om zo’n inspanning te rechtvaardigen. Als het er vijf of tien zijn kunnen ze beter deelnemen aan bestaande activiteiten van een onderwijsinstelling.’
‘Het UAF weet tegen welke obstakels de studenten aanlopen en de HvA heeft de expertise om die obstakels aan te pakken’
Voordelen
Valkuilen
De samenwerking tussen het UAF en de HvA is niet alleen voordelig voor de vluchtelingstudenten. Ook de organisaties zelf varen er wel bij. ‘Het geeft ons de kans de studenten intensiever te begeleiden. De begeleiding die we zelf niet kunnen geven, omdat we op afstand zitten, laten we nu door de onderwijsinstelling geven. Extra taalondersteuning bijvoorbeeld. Als wij merken dat een student daar behoefte aan heeft, sturen we hem op cursus, vaak buiten de onderwijsinstelling. Het is natuurlijk veel beter als dat op de school zelf kan. Dat de vluchtelingstudenten sneller en efficiënter de studie doorlopen is een voordeel voor alle partijen, natuurlijk.’ Nancy Tuhuteru: ʻCulturele diversiteit is een historisch gegroeide waarde van Amsterdam en wij dragen graag bij aan de voortzetting daarvan.ʼ
Het enthousiasme over dit project is groot. Toch is Albert de Voogd realistisch over de verwachtingen. ‘Er zijn op de HvA ongeveer 75 vluchtelingstudenten, op 50.000 reguliere studenten. De zichtbaarheid is dus gering. Resultaten zijn vooral te zien op individueel niveau. Het gemiddelde studierendement op de HvA zal door dit project niet verhogen, daar is de doelgroep te klein voor. Wij moeten ons ook goed realiseren dat je niet iedereen altijd bereikt, ongeacht de afspraken die je maakt. Onderwijsinstellingen zijn heel groot, faculteiten zijn behoorlijk onafhankelijk. Als we iets organiseren voor studenten kan de opkomst tegenvallen omdat er bijvoorbeeld een tentamenperiode is, of een concurrerende studentenactiviteit. Niet alles wat we organiseren voor vluchtelingstudenten zal even effectief zijn. We geven dit dan ook even de tijd om te groeien en een plek te vinden. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit op de lange termijn het studiesucces van vluchtelingstudenten verhoogt.’
De samenwerking tussen HvA en UAF bestaat uit drie deelprogramma’s:
Onderwijs, Onderzoek en Samen Leren Samenleven Onderwijs Het deelprogramma Students that Matter is ontstaan in overleg met studenten. Het bestaat uit een extra taalbegeleidingsprogramma en een netwerk, waarin studenten ervaringen en oplossingen met elkaar uitwisselen. Onderzoek De HvA sluit zich aan bij het internationale Scholars at Risk-netwerk (SAR) om vervolgde wetenschappers uit het buitenland, in samenwerking met het UAF, een (tijdelijke) onderzoeksplaats aan de hogeschool te kunnen bieden. De HvA wil hiermee haar solidariteit met bedreigde wetenschappers tonen en de academische vrijheid wereldwijd bevorderen. Lees er meer over op pagina 30 en 31.
Samen Leren Samenleven Samen Leren Samenleven is erop gericht om HvA-studenten, medewerkers en Amsterdammers bewust te maken van ‘de wereld om hen heen’, waar vluchtelingstudenten ook deel van uitmaken. Een belangrijk onderdeel van Samen Leren Samenleven is het bewustwordingsprogramma. Samen met Movies that Matter organiseren HvA en UAF in Leercentrum Floor een reeks filmvertoningen, debatten en muziek- en theatervoorstellingen met en over vluchtelingen. Doel van de bijeenkomsten is het vergroten van begrip voor en vertrouwen in vluchtelingen, om zo hun positie in de samenleving te versterken.
UAF jaarverslag 2012 25
Foto: Aleksandra Mihajlovic
Afgelopen jaren duurde het steeds langer voordat vluchtelingen hoorden of ze van het UAF ondersteuning konden krijgen. In 2011 was de wachttijd zelfs opgelopen tot acht maanden. Het streven in 2012 was: de wachtlijsten wegwerken en voorkomen dat ze opnieuw ontstaan. Dat is gelukt. Analist Ruben Tromp van organisatieadviesbureau Accenture en Annet Fleer, teamleider Admission Office van het UAF, leggen uit hoe. Annet Fleer: ‘Onder meer door de verlaging van de toelatingseisen, de toenemende bekendheid van het UAF onder vluchtelingen en de introductie van het digitale aanmeldingsformulier zagen we het aantal aanmeldingen de afgelopen jaren toenemen. Een prima ontwikkeling, maar onze werkprocessen waren er niet helemaal op berekend. Een wachttijd van acht maanden is te veel. In 2012 slaagden we erin de wachtlijsten terug te brengen. Maar hoe voorkom je dat ze opnieuw ontstaan? Met die vraag zijn we naar Accenture gegaan.’
26 UAF jaarverslag 2012
Succesvolle samenwerking tus
Weg met Ruben Tromp: ‘Een van de onderdelen van ons strategisch partnerschap met het UAF (zie kader) is het in kaart brengen van de werkprocessen en het maken van een verbeterplan samen met de medewerkers. Bij Accenture hanteren we daar een bewezen methodiek voor, Lean Six Sigma. Die methodiek bestaat uit vijf verschillende fases. In de eerste formuleer je een heldere definitie van het probleem en breng je de wensen en verwachtingen van de cliënt in kaart. Daarna volgt de meetfase: hoe zit het proces in elkaar, wat is de huidige prestatie? In de derde fase kijk je naar de oorzaak van de pijnpunten en in stap vier komen de verbeterideeën. In de laatste fase implementeer je die verbeteringen. Het is een krachtige methode, waarmee je op gestructureerde wijze samen met de klant tot oplossingen komt.’ Annet Fleer: ‘De kracht van deze methode voor ons was dat we er met het hele team van het Admission Office zijn ingedoken, acht man sterk.
ONDERWIJS
Accenture en het UAF Als onderdeel van het mvo-beleid wil Accenture vóór 2015 wereldwijd 500.000 mensen helpen een baan te vinden of een bedrijf op te zetten (‘Skills to Succeed’). Om dit te bereiken werkt Accenture samen met strategische partners zoals het UAF. Het partnerschap omvat een mentoringprogramma, pro bono consultancy en een financiële bijdrage. Sinds de zomer loopt het project SNEL: Samen Naar Effectieve Lijnen. Dit project richt zich vooral op de werkprocessen bij aanmelding en studievoorbereiding.
ssen Accenture en UAF
de wachtlijst Samen hebben we de eerste drie fases doorlopen. Daar zijn we drie maanden intensief mee bezig geweest. Accenture hielp ons met een frisse blik naar onze eigen werkprocessen te kijken. Het team heeft enthousiast meegedacht en stond open voor verandering, daar ben ik als teamleider trots op. Er zijn, mede door die inzet, veel verbeterideeën uit de werksessies gekomen, wat als voordeel heeft dat er gelijk veel draagvlak voor is. ’ Ruben Tromp: ‘We hebben door een uitgebreide enquête in kaart gebracht waar de aspirant-studenten behoefte aan hebben. Daaruit bleek duidelijk dat de huidige doorlooptijd te groot was. Dus hebben we samen een nieuwe, wenselijke doorlooptijd vastgesteld: zestig dagen. Binnen twee maanden moet iemand horen of hij in aanmerking komt voor ondersteuning van het UAF. Na het vaststellen van de gewenste doorlooptijd zijn we gaan kijken naar de aanpassingen die nodig waren in de werkprocessen om dat mogelijk te maken.’
Op de pagina’s 28-31 leest u meer over de resultaten van deze samenwerking.
Annet Fleer: ‘Een van de aanpassingen is het wijzigen van het aanmeldformulier. Het digitale formulier kan nu nog onvolledig worden ingevuld en toch worden ingediend. Met als gevolg dat we achter mensen aan moeten bellen om zaken uit te zoeken en documenten op te vragen. Dat kost heel veel tijd. We gaan nu duidelijker aangeven welke informatie we nodig hebben om een goed besluit te nemen, bijvoorbeeld over de vooropleiding. Bovendien maken we helder hoe lang mensen de tijd hebben om te reageren. Missen ze die datum, dan vervalt die aanmelding en moeten ze opnieuw beginnen.’ Ruben Tromp: ‘Uit de metingen kwamen meer verbeterpunten naar voren die we willen implementeren. Aanvankelijk zouden wij hier drie maanden zitten om dit proces te begeleiden, maar dat verlengen we tot half april 2013. De samenwerking is goed en succesvol, daar zijn we heel blij mee.’
UAF jaarverslag 2012 27
In 2012 is het UAF begonnen met het terugdringen van de uitval van vluchtelingstudenten in de voorbereidingsfase. Ook moet de voorbereidingstijd omlaag. Dat doet het UAF samen met organisatieadviesbureau Accenture. Albert de Voogd, hoofd Studentenbegeleiding over de stand van zaken. ACCENTURE EN HET UAF BUIGEN ZICH OVER DE VOORBEREIDINGSFASE
Het tempo moet omh de uitval omlaag ‘Door de verschraling van het taalaanbod voor nieuwkomers is het voor de hoger opgeleide vluchteling steeds moeilijker om het gewenste taalniveau te bereiken voor een studie. De cursussen die bij de reguliere inburgering worden aangeboden zijn van een te laag niveau en het tempo is te traag. Wij willen die studenten helpen door ze naar gespecialiseerde taalinstituten te verwijzen. Daarom hebben we drie jaar geleden de toelatingseisen verlaagd. Wij wilden dat ze bij ons binnenkwamen nog voordat ze het reguliere circuit instroomden. Zodat hoger opgeleide vluchtelingen sneller het vereiste niveau bereiken en kunnen starten met een studie.’
Accenture Dat pakte goed uit: het aantal aanmeldingen nam gestaag toe. In de jaren die volgden werden neveneffecten van de maatregel langzaam zichtbaar. ‘Omdat ze op een lager niveau instappen, zijn de vluchtelingstudenten langer bezig. Bovendien blijkt dat we ook mensen aannemen die uiteindelijk het niveau en dat tempo niet aan kunnen. Die vallen uit. Dat merken we nu vrij laat, omdat we de tijd nodig hadden om de gevolgen van onze maatregel in kaart te brengen. In de toekomst willen we eerder ingrijpen als blijkt dat een studie in het hoger onderwijs voor een vluchteling niet tot de mogelijkheden behoort.’ De nieuwe aanpak vroeg om een herinrichting van sommige werkprocessen. Het aanbod van organisatieadviesbureau Accenture om pro bono te helpen met het herinrichtingen van de processen kwam voor de afdeling Studentenbegeleiding dus op een goed moment.
28 UAF jaarverslag 2012
Maatregelen Goed overleg, duidelijke afspraken en regelmatig contact tussen de taalinstelling, de student en het UAF moet de studieduur aanmerkelijk kunnen inkorten. ‘Tot nu toe gaven we mensen vrij lang de gelegenheid om de taal te leren beheersen, zo’n 2,5 jaar. Dat kan korter worden als je vaker de voortgang checkt en dwingende afspraken maakt met zowel de onderwijsinstelling als de studenten. Daarom ontwikkelen we nu een manier van begeleiden waarbij we veel vaker de voortgang van een student controleren. Als er niet genoeg vaart in zit, gaan we kijken of het tempo omhoog kan.’
̒We willen voortdurend op de hoogte zijn van de studievorderingen’ Taalprojecten als XS2Education (zie kader) zijn bedoeld om meer maatwerk op de taalinstituten te leveren. ‘Stel: iemand wordt in een snelle groep geplaatst, maar hij blijkt niet dertig uur per week aan zijn studie te kunnen besteden omdat hij een gezin heeft en meer moet doen om in Nederland ingeburgerd te raken. Dan vragen wij aan het taalinstituut om samen met de student te kijken of hij per week minder uren mag maken, desnoods in een andere cursusgroep. Of een student heeft behoefte aan bijles. Dan willen we extra uren kunnen inkopen bij de instelling, zodat het tempo hoog kan blijven.’
ONDERWIJS
XS2Education
De weg naar efficiënt en effectief taalonderwijs
hoog, Informatiestroom Ook gaat het UAF regelmatig studieresultaten opvragen. ‘We willen voortdurend op de hoogte zijn van de vorderingen, zodat we kunnen bijsturen als dat nodig is. Maar dat klinkt makkelijker dan het is. Alle taalinstituten hebben hun eigen indeling van cursussen, hun eigen manier van toetsen en terugkoppelen. Wij hebben behoefte aan eenduidige gegevens, die goed te verwerken zijn en waaraan we conclusies kunnen verbinden. Dus zijn we bezig die informatiestroom te standaardiseren. Dat doen we samen met de medewerkers van Accenture.’
Met het project XS2Education wil het UAF vluchtelingstudenten sneller het Staatsexamen NT2 laten afleggen en het netwerk van taalinstellingen uitbreiden. Bovendien wil het UAF taalaanbieders (nog) bewuster maken van de omstandigheden waarin een vluchteling leeft. XS2Education is een driejarig project dat mede wordt gefinancierd door de Rabobank Foundation. De aftrap was in juni 2011, met een symposium voor de twintig belangrijkste taalaanbieders. Belangrijkste vraag: hoe kan het taaltraject effectiever en efficiënter? Studentenbegeleider Katrijn van Sprundel: ‘Met de deelnemers aan het symposium hebben we afspraken gemaakt over de begeleiding. Zo hebben we een soort strippenkaart ontwikkeld, waarmee we bij sommige taalaanbieders extra uren kunnen inkopen. Die kunnen worden ingezet voor kleine groepjes, maar ook voor individuele personen. Hoe die uren worden ingevuld, verschilt per geval: dat kan bijvoorbeeld extra taalles zijn, aandacht voor de computer- en studievaardigheden en soms persoonlijke aandacht en begeleiding. Niet omdat de studenten zielig zijn, integendeel. Maar omdat ze vluchteling zijn en hun omstandigheden anders zijn: dat vraagt soms om een aanpassing. Probeer je maar eens op vervoegingen te concentreren als je uitgezet dreigt te worden.’ Uitbreiding netwerk
Als ondanks de inspanningen van de student en de intensieve begeleiding blijkt dat doorstroom naar een studie er toch niet in zit, leidt dat uiteindelijk tot de conclusie dat de vluchteling bij het UAF weinig mogelijkheden heeft. En dan wordt de begeleiding stopgezet. ‘In de toekomst willen we door een strengere selectie op leervermogen voorkomen dat vluchtelingen die het niveau niet aankunnen toch in de voorbereiding terechtkomen. Uitval is voor geen van de partijen plezierig. Van de studenten die in 2009 zijn begonnen viel 45 procent uit. Uiteindelijk hopen we de uitval tot maximaal twintig procent te kunnen terugbrengen.’
Tegelijkertijd legde het UAF intern een helder overzicht van alle aanbieders aan. ‘Het is de bedoeling dat er steeds meer aanbieders worden opgenomen in de groep waarmee we hecht samenwerken. Zodat we ook bij hen extra uren kunnen inkopen en afspraken kunnen maken over bijvoorbeeld tussen- en eindrapportages.’ De volgende stap in het project is zorgen dat de gemiddelde voorbereidingstijd daadwerkelijk omlaag gaat. ‘In 2013 gaan we honderd studenten volgen die nu volgens het nieuwe systeem intensief en kwalitatief hoogwaardig taalonderwijs krijgen. Dus bij een zorgvuldig uitgekozen aanbieder en met de mogelijkheid tot extra begeleiding. Plus de zekerheid dat de docent op de hoogte is van de omstandigheden van de vluchteling en ons op de hoogte houdt van zijn inzichten. Onder dergelijke omstandigheden moet het voor studenten mogelijk zijn sneller op het gewenste niveau te komen.’ UAF jaarverslag 2012 29
Project voor gevluchte wetenschappers krijgt vervolg Intellectuelen vormen een notoir doelwit van repressieve regimes. Vandaar dat Scholars at Risk (SAR) in 35 landen bedreigde wetenschappers aan een tijdelijke werkplek helpt. In Nederland werkt het UAF samen met SAR. Met succes. ‘We nemen jaarlijks een vijfde van het totaal aantal plaatsingen voor onze rekening.’ Tijd voor verankering Sinds het UAF zich in 2009 verbond aan SAR zijn er in Nederland al 34 plaatsingen gerealiseerd. In 2012 vonden tien wetenschappers veilig onderdak bij een universiteit. ‘Een mooi resultaat’, vindt beleidsmedewerker internationalisering Berend Jonker. ‘Voordat wij gingen samenwerken met SAR gebeurde het sporadisch dat een gevluchte wetenschapper een tijdelijke werkplek vond bij een Nederlands instituut. Dat berustte meer op toeval dan op doelbewust beleid. Sinds wij er met SAR een specifiek project van maken werken alle universiteiten er aan mee, op Wageningen na. Zelfs de universiteit van Gent heeft zich inmiddels aangesloten. Jaarlijks worden tussen de vijftig en zestig wetenschappers wereldwijd geplaatst. Wij nemen daarvan één vijfde voor onze rekening. Dat is beslist niet slecht.’
De Verboden Wetenschapsmonologen.
30 UAF jaarverslag 2012
Foto: Emma Teulings
Scene uit het theaterstuk
ONDERWIJS
Verlenging Dat was ook de conclusie van de evaluatie die in 2012 op verzoek van het UAF plaatsvond. ‘De uitkomst was positief. Er is een groter draagvlak voor het project. Er ligt een prima basis, maar nu is het tijd het programma te verankeren in de deelnemende instituten. Er is een vervolgproject nodig om een duurzaam programma voor vervolgde wetenschappers te realiseren. We zijn goed op weg, maar we zijn nog niet klaar.’ Voor een van de grootste geldschieters, Adessium Foundation, was die uitkomst voldoende om nog eens drie jaar financiering toe te zeggen.
Wetenschapsmonologen De opluchting daarover is groot binnen het UAF. ‘In 2012 is het project flink verstevigd. Omdat de wetenschappers die in dit project zitten vaak niet met naam en toenaam naar buiten kunnen treden, zijn hun verhalen omgezet in theaterstukken. Zo ontstond De Verboden Wetenschapsmonologen, een theaterstuk dat in het voorjaar 2012 op de planken stond. Met groot succes. SAR laat het bijbehorende boekje vertalen en inmiddels zijn
sommige verhalen al in Noorwegen en Berlijn opgevoerd. In de toekomst gaan we zeker meer doen met het concept.’
KNAW-beurs Een tweede hoogtepunt in 2012 was de erkenning van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen van de noodzaak om gevluchte wetenschappers te helpen. Het instituut riep een beurs in het leven, waarmee de komende vier jaar vervolgde wetenschappers aan werk worden geholpen. ‘De eerste wetenschapper is inmiddels al aan het werk door deze beurs. In 2013 volgt er nog een bijeenkomst bij het KNAW, waar in het bijzijn van de minister nog eens De Verboden Wetenschapsmonologen wordt opgevoerd.’ Continuïteit voor de nabije toekomst is het belangrijkste doel van dit project. Berend Jonker: ‘We hopen dat de kennisinstellingen dit project een vaste plek geven in hun beleidsplannen. Het UAF blijft altijd een rol spelen, maar steeds minder nadrukkelijk.’
PROJECT HERVESTIGING 2012
Handen ineen voor de uitgenodigde vluchteling Het UAF helpt talentvolle vluchtelingen die via het hervestigings programma naar Nederland komen bij het vinden van de juiste studie in de juiste gemeente. Hoe zit dat precies? Vijf vragen aan Berend Jonker, beleidsmedewerker internationalisering bij het UAF.
overheid uitnodigde zestig die in aanmerking kwamen voor begeleiding door het UAF. We zetten het project voort onder de naam Opvangmodel voor uitgenodigde vluchtelingstudenten.’
Wat is er veranderd in vergelijking met het vorige project? Wat is het project Hervestiging? ‘Al ruim dertig jaar nodigt de Nederlandse overheid vluchtelingen uit die niet in hun eigen land kunnen blijven en voor wie integratie in een buurland geen optie is. Zij verkeren in levensgevaar of verblijven al langere tijd in een vluchtelingenkamp. Tot 2009 bleven deze mensen grotendeels buiten ons zicht. Zonde, want een deel daarvan behoort tot onze doelgroep. Die kwamen we soms pas na jaren op het spoor, of zij ons. Dan was er veel tijd verloren.’
Wat heeft het UAF daartegen ondernomen? ‘Met het project Hervestiging voor hoger opgeleide uitgenodigde vluchtelingen kwam daar een einde aan. We maakten goede afspraken met het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), VluchtelingenWerk Nederland, ontvangende gemeenten en hoger onderwijsinstellingen om de opvang te verbeteren voor aankomende studenten. Dat project duurde van 2009 tot 2012.’
Is het project dan nu afgelopen? ‘Nee, want er blijven vluchtelingen uitgenodigd worden. In 2012 waren er onder de vijfhonderd vluchtelingen die de Nederlandse
‘In 2012 werden deze vluchtelingen direct in een gemeente geplaatst, en niet meer centraal opgevangen in het azc Amersfoort. Dat was eerder wel het geval, en gaven we iedereen daar gezamenlijk voorlichting over het UAF. Het grote voordeel van het nieuwe model is dat vluchtelingen niet eerst in de opvang hoeven. Ze gaan nu gelijk in een huis wonen en kunnen direct beginnen met hun inburgering. De voorlichting is daarom naar voren verschoven. Zes maanden voordat ze naar Nederland komen ontvangen de vluchtelingen bezoek van het COA. Zij informeren hen over onze organisatie, onder meer door een voorlichtingsfilm die vorig jaar is gemaakt. Ook zijn we met een aantal gemeenten in gesprek om te kijken of we kunnen zorgen voor uitplaatsingen naar specifieke gemeenten. Omdat studenten dan dichter bij de juiste onderwijsvoorzieningen zitten. We zijn hierover onder andere in gesprek met Enschede, Utrecht, Groningen en Maastricht. Een ander nieuw aspect is het mentorprogramma. We proberen uitgenodigde vluchtelingstudenten te koppelen aan Nederlandse studenten. Dit helpt de vluchtelingen zich te oriënteren op een studie. Ze kunnen bijvoorbeeld samen open dagen bezoeken, sociale activiteiten ontplooien. Ook krijgen ze hulp bij Nederlandse taal, het vergroten van hun netwerk en ondersteuning bij het vinden van stages of (vrijwilligers)werk.’
UAF jaarverslag 2012 31
KORT nieuws
Het UAF ‘geschikte mvo-partner’ voor CINOP Mentoring van vluchtelingstudenten, training van consulenten en advies op het gebied van taalonderwijs. Dat is de inzet van een samenwerkingsovereenkomst tussen het UAF en CINOP, een onafhankelijk (inter)nationaal adviesbureau op het gebied van leren, opleiden en ontwikkelen. In 2012 zetten beide partijen hun handtekening onder een samenwerkingsovereenkomst. Directeur van CINOP Herman van Holt: ‘Het is voor een internationale club als CINOP een must om kennis van verschillende culturen te hebben, want de globalisering gaat door. We zijn een maatschappelijke onderneming die wereldwijd werkt in landen die in ontwikkeling zijn. Met het UAF heeft CINOP in Nederland een geschikte mvo-partner gevonden.’ Van Holt gaf zelf direct het goede voorbeeld en nam als mentor UAF-student Nargis Safarova onder zijn hoede.
Gratis loopbaanbegeleiding 22 studenten Een van de oudste zakenrelaties van het UAF, Van Ede & Partners, heeft de samenwerking met het UAF in 2012 nieuw leven ingeblazen. De specialist in outplacement en loopbaanbegeleiding biedt maximaal 22 vluchtelingstudenten per jaar kosteloos begeleiding. De samenwerking tussen beide organisaties dateert al van 2005. In een speciaal opgezet programma, Trekvogels, worden vluchtelingstudenten geholpen bij hun oriëntatie op de arbeidsmarkt. Coach Jutta König van Van Ede en Partners noemt vluchtelingen change agents. ‘Mensen die, in een wereld die steeds intercultureler wordt, een hybride identiteit hebben ontwikkeld, combineren vaak het goede van verschillende culturen. Wij delen de missie van het UAF om talent niet verloren te laten gaan maar juist ten volle te ontwikkelen en te benutten voor de maatschappij. Doordat de maatschappij steeds complexer wordt, zoeken veel mensen hulp van een loopbaanbegeleider bij het vinden van een baan die past bij hun talenten en ambities. Daar helpen wij.’
32 UAF jaarverslag 2012
Summer Course succesvol Tien dagen lang Nederlands praten en werken aan studie- en communicatievaardigheden. De Summer Course 2012 was voor de 17 deelnemers een groot succes. Een intensieve voorbereiding op een nieuw studiejaar, dat is de Summer Course in het kort. In augustus gaven 17 UAF-studenten hun volle inzet. Tien dagen lang verschenen ze op tijd voor de cursus en bleven tot diep in de nacht bezig met hun huiswerk. Ondanks het volle programma en de lange dagen viel de Summer Course in goede aarde. De studenten vonden het nuttig om de hele dag Nederlands te moeten praten. Ook de spaarzame vrije uren werden goed besteed: veel vriendschappen ontstonden tussen de deelnemers, die elkaar voor de cursus niet kenden. ‘Heel mooi om te zien wat er in die tien dagen is ontstaan,’ aldus studentenbegeleider Hella Snoeren van het UAF.
UNISCA zomercursus De zomer gebruiken om een VN-top tot in de details na te bootsen. Drie UAF-studenten konden dat in 2012 doen tijdens de UNISCA Summer Course. Tijdens de conferentie vertegenwoordigen studenten lidstaten van de Verenigde Naties en gaan ze met elkaar in debat om te komen tot resoluties op uiteenlopende vlakken. Valentina Djoemai, president van UNISCA 2012, is enthousiast over de bijdrage van de UAF-studenten aan de conferentie. ‘De UAF-studenten brachten hun specifieke ervaring en kennis met zich mee. Dat was heel goed om te zien. Ook in de VN-simulatie werd duidelijk hoe bevlogen zij de rol van het hun toegewezen land vertolkten.’ Dit jaar werkten UNISCA en het UAF voor het eerst samen. Djoemai: ‘Het is ons erg goed bevallen. Hopelijk is dit het begin van een structureel partnerschap tussen het UAF en UNISCA.’ UNISCA, een jaarlijkse internationale simulatie van een VN-conferentie, is een gezamenlijk project van de Universiteit van Amsterdam en de UNISCA Foundation.