Jaarverslag passend onderwijs 2014-2015 Definitief 20 januari 2016 1. Inleiding Vanaf 1 augustus 2014 werkt het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Aan den IJssel aan passend onderwijs voor alle kinderen van vier tot twaalf jaar in de gemeenten Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Nieuwerkerk aan den IJssel (gemeente Zuidplas). Het samenwerkingsverband telt 9.730 leerlingen (teldatum 1 oktober 2014), 31 basisscholen en 3 scholen voor speciaal basisonderwijs. Het samenwerkingsverband stelt zich, op grond van het vastgestelde ondersteuningsplan 2014-2018, ten doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen van het samenwerkingsverband te realiseren, onder het motto: Een sterke basis, steun waar nodig en specialistische arrangementen als het moet!
Uitgangspunt daarbij is dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. De ondersteuning voor leerlingen van de aangesloten scholen richt zich op: zo licht, zo tijdig, zo thuisnabij en zo passend mogelijk en sluit zo goed mogelijk aan bij de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften en de mogelijkheden van school, leerlingen en ouders. Vanuit deze visie zijn in het eerste (school)jaar van passend onderwijs diverse activiteiten verricht, die in dit eerste jaarverslag worden toegelicht. 2. Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten In het ondersteuningsplan is een aantal uitgangspunten en daaruit voortvloeiende kwalitatieve en kwantitatieve resultaten geformuleerd, die de basis vormen voor de activiteiten die in het eerste jaar van passend onderwijs zijn uitgevoerd.
1
Kwalitatieve resultaten volgens het ondersteuningsplan 1)
Kwalitatief goed onderwijs Vanuit het motto ‘een sterke basis’ voldoen alle scholen binnen het samenwerkingsverband aan de afspraken over de basisondersteuning.
2)
Handelingsgericht werken De scholen in het samenwerkingsverband werken volgens het principe van handelingsgericht werken en scoren minimaal voldoende op de twaalf indicatoren voor handelingsgericht werken.
3)
Toerusting Het samenwerkingsverband stimuleert collegiale uitwisseling en leren van elkaar, en faciliteert scholing op het gebied van passend onderwijs om de gestelde ambities te bereiken.
4)
Ondersteuningsteam op schoolniveau Werkwijze: Ouders worden zo vroegtijdig mogelijk betrokken bij de ondersteuningsvragen van hun kind. School, ouders en partners zorg voor jeugd (Centra voor jeugd en gezin) werken samen. Waar nodig kan de school een beroep doen op externe expertise. Een belangrijke functionaris binnen het ondersteuningsteam is de intern begeleider. Een eventuele richtlijn om uit te gaan van een formatieomvang van drie uur per week per groep is bestuurlijk besproken. De schoolbesturen onderschrijven het belang van de functie intern begeleider maar hebben uitgesproken dat de keuze voor de formatieomvang een verantwoordelijkheid van de besturen zelf is.
5)
Gemeenten Het samenwerkingsverband werkt samen met de betrokken gemeenten aan gemeenschappelijke arrangementen onderwijs en gezin.
6)
Schoolondersteuningsprofielen Het samenwerkingsverband stelt het niveau van de basisondersteuning vast. In het schoolondersteuningsprofiel hebben de scholen beschreven hoe zij hier uitvoering aan geven. Daarbij wordt aangegeven wat zij extra kunnen bieden en wat hun ontwikkelambities zijn.
7)
Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Aan den IJssel Het samenwerkingsverband bevordert de totstandkoming van een dekkend ondersteunings-continuüm in en tussen de scholen. Voor de leerlingen van wie de ondersteuningsbehoefte de basisondersteuning overstijgt is er een adequaat aanbod van extra ondersteuning inclusief het speciaal (basis)onderwijs. Het samenwerkingsverband zorgt daarbij voor een voor alle betrokkenen toegankelijke informatievoorziening in de vorm van een goede en actuele website.
Het samenwerkingsverband streeft de volgende kwantitatieve resultaten na: Indicator
Huidige situatie 93,8%
Streefresultaat
Bereikt
95,8% (minimaal)
schooljaar 2020 – 2021
deelnamepercentage SBO
3,8%
2,6% (maximaal), exclusief inkomend grensverkeer
schooljaar 2020 – 2021
deelnamepercentage SO
2,4%
1,6% (maximaal)
schooljaar 2020 – 2021
aantal thuiszitters
--
termijn ontwikkelingsperspectief
--
aantal thuiszitters als gevolg van onvoldoende passend onderwijs terugbrengen tot 0% na melding is er binnen 6 weken voor 100% van
gedurende planperiode gedurende
deelnamepercentage regulier basisonderwijs
2
(OPP) thuiszitters
de thuiszitters een ontwikkelingsperspectief (OPP)
planperiode gedurende planperiode
termijn beëindiging thuiszitten
--
thuiszitters na 6 weken op een passende plek; bij onwil tot medewerking van leerling of ouders verzoek tot een proces-verbaal door leerplicht
maximale doorlooptijd tussen datum aanvraag en toekenning extra ondersteuning
--
6 weken; Indien dit niet haalbaar is, eventueel met 4 weken te verlengen
maximale doorlooptijd klachtenprocedure volgens klachtenregeling SWV
--
6 werkweken
3. Organisatie en overlegstructuur Diverse organisatieonderdelen / overleggremia zijn in 2014-2015, in besluitvormende, uitvoerende of adviserende zin, actief geweest met het eerste uitvoeringsjaar passend onderwijs. Het gaat daarbij om: Organisatieonderdeel Algemeen bestuur Dagelijks bestuur
Directie en staf
Commissie TLV S(B)O / extra ondersteuning
ondersteuningsplanraad beleidsgroep
klankbordgroep
netwerk intern begeleiders
Toelichting
Samenstelling
Fungeert als intern toezichthouder van de stichting Fungeert als bestuur van de stichting
alle aangesloten 1 schoolbesturen PO en SO dhr. A. Dorst (voorzitter) dhr. W. Danckaarts (secr. / penningmeester) mw. G. Broekman (directeur), 0,9 fte mw. M. Garritsen (secr. ondersteuner), 0,5 fte
De directeur oefent bestuurlijke taken uit binnen mandaat directiestatuut, ondersteund door secretarieel medewerker Beoordeelt aanvragen TLV S(B)O en aanvragen extra ondersteuning Heeft instemmingsrecht op het ondersteuningsplan Vervult signaalfunctie, fungeert als klankbord voor achterban en directeur en is betrokken bij voorbereiding klankbordgroep Fungeert als klankbord bij beleidsontwikkelingen in het samenwerkingsverband Afstemming rond onderwerpen ondersteuningsstructuur en aansluiting op de lokale CJG’s
Bijeenkomsten in 2014-2015 4x 10 x
wekelijks werkoverleg
mw. M. v.d. Wiel-Krols (voorzitter) dhr. B. Renders (lid) mw. E. Eikelhof (plv. lid)
12 x
bestaat uit 8 leden: 4 ouders en 4 personeelsdelen een afvaardiging van directeuren en intern begeleiders per gemeente, totaal 8 leden
4x
directies en intern begeleiders van de scholen in het samenwerkingsverband Ongedeeld overleg voor alle IB-ers en 3 lokale netwerken per gemeente
3x
5x
4. Wat hebben we bereikt in 2014-2015? 1
Zie bijlage 1
3
In het eerste jaar van passend onderwijs is op de volgende wijze uitwerking gegeven aan de geformuleerde doelstellingen. Doelstelling 1: Kwalitatief goed onderwijs In het najaar van 2014 is een monitor basisondersteuning onder de scholen uitgezet. In november 2014 zijn de resultaten hiervan in de beleidsgroep en het bestuurlijk overleg besproken. De monitor betrof een meting van 29 indicatoren. Op 20 van de 29 indicatoren haalde meer dan 50% van de scholen een voldoende score. Op de resterende 9 van deze 29 indicatoren was dit niet het geval. Het grootste deel daarvan (6 van de 9) betrof het niet (geheel) voldoen aan de indicator handelingsgericht werken. Meer in het bijzonder ging het daarbij om aspecten als wisselwerking tussen leerling, leerkracht, groep en leerstof, reflectie op eigen rol leerkrachten, het zoeken en benutten van de sterke kanten van de leerlingen, samenwerking met leerlingen en ouders en het benoemen (en communiceren) van hoge, reële SMARTIE-doelen. 2 van de 9 indicatoren hadden specifiek betrekking op het niet of onvoldoende hebben van een aanpak op het gebied van dyscalculie. 1 van de 9 indicatoren tenslotte had betrekking op het aspect leren van elkaar middels intervisie, co-teaching, stagelopen, beeldcoaching en synchrooncoaching. De monitor heeft geresulteerd in een tweetal aanbevelingen, te weten: Het over de gehele linie verbeteren van het handelingsgericht werken door de scholen wordt primair als een opdracht aan de betreffende schoolbesturen en hun scholen gezien. Dit ligt minder op de weg (en de mogelijkheden) van het samenwerkingsverband. Daarbij is tevens de verwachting dat van het werken volgens de uitgangspunten van het passend onderwijs, inclusief de noodzakelijke betrokkenheid van ouders, een impuls aan het handelingsgericht werken zal uitgaan. Op het punt van dyscalculie kan het samenwerkingsverband een coördinerende rol spelen, door aan dit aspect aandacht te besteden in de klankbordgroep / IB netwerken en daarbij aan te sluiten bij het landelijke protocol met betrekking tot dyscalculie. Tevens zou in dit kader gekeken kunnen worden naar de mogelijkheid van een gezamenlijk scholingsaanbod. Dit laatste punt zal ook worden meegenomen in de professionele leergemeenschappen van intern begeleiders, waarover hierna meer. Doelstelling 2: Handelingsgericht werken In het kader van deze doelstelling kan worden verwezen naar de uitkomsten van de monitor genoemd onder de eerste doelstelling, in het bijzonder de aanbeveling dat het handelingsgericht werken door de scholen primair als een opdracht aan de schoolbesturen wordt gezien. Doelstelling 3: Toerusting In het afgelopen schooljaar is de wenselijkheid en haalbaarheid onderzocht van het idee te gaan werken met professionele leerteams in het kader van toerusting, bestaande uit intern begeleiders die met elkaar rond bepaalde thema’s aan de slag gaan. Aansluiting bij de leerteams gebeurt daarbij op basis van belangstelling, ervaring en eventueel noodzaak. Het is de bedoeling dat de leerteams op regelmatige basis bij elkaar komen, daarbij ondersteund door een digitale omgeving (digitaal ‘prikbord’). Essentieel is dat de gesprekken plaatsvinden vanuit positieve ervaringen, omdat daar het grootste leereffect vanuit gaat. Naast de diverse leerteams vindt er twee keer per jaar een centrale bijeenkomst plaats. In deze centrale bijeenkomst wordt een centraal thema aan de orde gesteld en vindt er
4
terugkoppeling plaats op de PLG’s. De focus ligt op de verbinding met de arrangementen. Een thema dat, blijkens de monitor basisondersteuning, zeker aandacht zal behoeven is dyscalculie. Beleidsgroep en bestuur staan in beginsel positief tegenover het instellen van professionele leerteams, er vanuit gaande dat deelname hieraan op vrijwillige basis gebeurt. In september 2015 zal op kleine schaal, met een of enkele groepjes, worden gestart om de opzet uit te proberen. Doelstelling 4: Ondersteuningsteam op schoolniveau Ondersteuningsteam op schoolniveau Het samenwerkingsverband heeft ervaringen opgedaan met het werken met flexibele ondersteuningsteams op schoolniveau. Deze teams bestaan uit de betrokken leerkracht, ouders, intern begeleider en één of meer deskundigen uit de zgn. pool. Deze deskundigen zijn werkzaam vanuit verschillende organisaties, die afhankelijk van de specifieke ondersteuningsbehoefte door de school kunnen worden ingeschakeld. Het gaat daarbij in ieder geval om schoolmaatschappelijk werkers, schoolbegeleiders, ambulant begeleiders van speciaal (basis)onderwijs, de schoolpsycholoog / orthopedagoog, jeugdarts / jeugdverpleegkundige, de CJG-medewerkers en hulpverleners uit de jeugdzorg. Deze aanpak leidt ertoe dat, vanuit dit multidisciplinair team, specifieke behoeften van een kind sneller worden gesignaleerd en tijdig en effectief integrale ondersteuning kan worden geboden aan kind, ouders en leerkracht. Gezocht wordt naar oplossingen die zo eenvoudig en handelingsgericht mogelijk zijn, in een goede samenwerking tussen school en het centrum voor jeugd en gezin opbouwen ten behoeve van leerlingen en hun thuisbasis. Kindkans Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is het webbased systeem Kindkans in gebruik genomen. Kindkans ondersteunt de scholen in het aanvragen van arrangementen basisondersteuning, voor extra ondersteuning en arrangementen speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. Door middel van dit systeem kan, naast het online indienen van aanvragen, ook nformatie worden ingewonnen van deskundigen, digitale adviesrondes worden uitgezet, vergaderingen worden gepland en de kosten bewaakt. Scholen en externe partners beschikken over inloggegevens. De meerwaarde van Kindkans is dat intern begeleiders hulpvragen kunnen indienen vanuit hun eigen leerlingvolgsysteem. De relevante gegevens (personalia, gegevens schoolloopbaan) worden automatisch meegeleverd aan Kindkans. Documenten die aanwezig zijn als bestand in de map van de leerling, kunnen worden meegestuurd als bijlage. Daarnaast stroomlijnt Kindkans de werkprocessen en onderlinge contacten binnen het interdisciplinair team in het samenwerkingsverband. Doelstelling 5: Gemeenten Na op overeenstemming gericht overleg tussen het samenwerkingsverband en de gemeenten Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Zuidplas, zijn de jeugdplannen van deze gemeenten geaccordeerd. Verdere uitwerking van de plannen vindt plaats via een ontwikkelagenda, met als aandachtpunten onder meer de doorlopende leerlijnen, thuiszitters en onderwijsachterstanden. Doelstelling 6: Schoolondersteuningsprofielen Op basis van gebleken draagvlak hiervoor bij de beleidsgroep en de klankbordgroep en na bestuurlijke besluitvorming op dit punt, is uitwerking gegeven aan de overgang naar een uniform format voor het ondersteuningsprofiel voor alle scholen in het samenwerkingsverband.
5
Nadat drie bureaus hiervoor zijn benaderd, hebben uiteindelijk twee bureaus een presentatie gegeven in de beleidsgroep over hun model ondersteuningsprofiel. Aan de hand van vooraf opgestelde criteria zijn de presentaties beoordeeld en heeft de beleidsgroep een keuze bepaald. Met ruime meerderheid (6 van de 8) is gekozen voor het instrument van de CED-Groep. Naar de mening van de beleidsgroep is dit een compact, helder en analytisch model, dat daarnaast uitgaat van opbrengstgericht werken en goed alle noodzakelijke kwantitatieve gegevens laat zien. Ook is het model eenvoudig tussentijds te updaten bij wijzigende situaties. Het bestuur heeft op 15 april jl. ingestemd met de keuze voor het model van de CED-Groep, waarna implementatie van het nieuwe instrument kan plaatsvinden in de periode september tot en met december 2015. Hierover zijn inmiddels uitwerkingsafspraken gemaakt tussen de beleidsgroep en de CED-Groep. Doelstelling 7: Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Aan den IJssel Onderzoek herschikking / positionering SBO scholen Op 15 oktober 2014 heeft het bestuur besloten onderzoek te verrichten naar de positionering van de SBO-scholen in het samenwerkingsverband. Dit onderzoek komt voort uit de doelstelling in het ondersteuningsplan om het deelnamepercentage SBO terug te brengen van de huidige 3,6% naar 2,6% in 2020-2021, overeenkomstig het landelijk gemiddelde. Dit besluit is taakstellend in de meerjarenbegroting van het samenwerkingsverband opgenomen. In het kader van dit onderzoek is een aantal specifieke doelstellingen / uitgangspunten geformuleerd. Een inventarisatie van een aantal voor het onderzoek relevante feiten en uitgangspunten, uitgesplitst in de aspecten financieel, inhoudelijk en relationeel, heeft geresulteerd in een zevental strategische issues. Vervolgens heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de SBO-besturen, hun directies en de voorzitter en directeur van het samenwerkingsverband. Onder meer is aan de orde geweest de visie op de verhouding tussen SBO en SO en de wijze van samenwerking. Het gesprek zal worden vervolgd aan de hand van concrete kengetallen, waarbij ook de ondersteuningsprofielen zullen worden betrokken. De concrete vervolgaanpak zal worden besproken in het bestuurlijk overleg van 28 oktober 2015. Kwaliteitszorg Het onderwerp kwaliteitszorg was een aandachtspunt van de inspectie bij haar bezoek in november 2014 (zie onder paragraaf 5). Gewezen is op het belang de ontwikkelingen in het samenwerkingsverband goed te evalueren, volgen en borgen. Dit is essentieel, met name om de kwaliteit van de basisvoorziening van de basisscholen te bewaken. De basisvoorziening van de basisscholen is namelijk een belangrijk pijler waarop het samenwerkingsverband rust die blijvend aandacht vraagt. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband in de meerjarenbegroting kwalitatieve en kwantitatieve einddoelen vastgesteld. Het vastleggen en evalueren van duidelijke tussendoelen geeft onderbouwing aan het gevoel van het bestuur van het samenwerkingsverband op de goede weg te zijn. In verband met het voorgaande stelde de inspectie vast dat een duidelijk plan van aanpak met verbeteractiviteiten ten tijde van haar bezoek nog ontbrak, net als concrete en genormeerde kwalitatieve en kwantitatieve doelen. Tevens heeft zij aandacht gevraagd voor zelfevaluaties en monitorsystemen om gegevens te verzamelen en analyseren, alsmede voor het op adequate regelen hoe het hoe het samenwerkingsverband verantwoording aflegt over de gerealiseerde kwaliteitsverbetering en daarmee samenhangend de inzet van middelen.
6
In het bestuurlijk overleg van 15 juni jl. is gesproken over het kwaliteitsbeleid van het samenwerkingsverband, en de in dat kader te nemen stappen in het schooljaar 2015-2016, in relatie tot het werkplan 2015-2016. Dit overleg vond plaats aan de hand van een presentatie door de directeur rond een tiental thema’s, die zich deels in de implementatiefase bevinden en deels in proces zijn gezet. De implementatie onderwerpen betreffen (1) ondersteuningsteams op schoolniveau, (2) arrangementen basisondersteuning, (3) ondersteuningstoewijzing extra ondersteuning en speciaal (basis)onderwijs en (4) schoolondersteuningsprofielen. De onderwerpen die in proces zijn gezet zijn (5) scholing, (6) terugplaatsingsbeleid, (7) kwaliteitsbeleid, (8) governance, (9) onderzoek SBO en (10) meerbegaafdheid / talentontwikkeling. Per thema zijn doelen vastgesteld voor 2015-2016 en de uitvoeringsconsequenties daarvan voor de scholen enerzijds en het samenwerkingsverband anderzijds. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de wijze van monitoring en verantwoording en de daaruit voortvloeiende vervolgacties. Hiermee is voor elk thema een Plan-Do-Check-Act cyclus vastgesteld. Een en ander zal worden verwerkt in een werkplan voor 2015-2016, dat vervolgens, in de vorm van een PowerPoint presentatie, met alle belanghebbenden wordt gedeeld, via de website van het samenwerkingsverband, en presentaties voor de klankbordgroep en andere betrokkenen, zoals de gemeenten. Bestuurlijke governance Begin volgend schooljaar zal het bestuur zich nader bezinnen op de bestuurlijke inrichting van het samenwerkingsverband, rekening houdend met de regels van good governance. Belangrijk element daarin is een heldere scheiding tussen bestuur en intern toezicht. Dit betrof tevens een aandachtspunt van de inspectie, met specifieke aandacht voor een toezichtkader waar een toezichthoudend bestuur mee kan werken De juridisch expert van de PO-Raad zal gevraagd worden het samenwerkingsverband hierbij te ondersteunen. 5. Toezicht inspectie Op 13 november 2014 heeft de inspectie een (tweede) bezoek gebracht aan het samenwerkingsverband om zich op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen. In het, op basis van dit onderzoek, uitgebrachte rapport heeft zij vastgesteld dat het samenwerkingsverband Aan den IJssel een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. De inspectie constateert een groeiend draagvlak bij de schoolbesturen om passend onderwijs te realiseren en een gezamenlijke ambitie, een heldere aansturing en gemotiveerdheid, bevlogenheid en inhoudelijke expertise, waardoor het samenwerkingsverband dicht bij de dagelijkse praktijk staat. Tegelijkertijd constateerde de inspectie enkele aandachtspunten, die inmiddels alle zijn opgepakt en zijn verwerkt in de bovenstaande acties per doelstelling. 6. Speerpunten voor 2015-2016 Op basis van het inmiddels vastgestelde werkplan 2015-2016 zijn de volgende onderwerpen voor het tweede jaar passend onderwijs van belang. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen implementatie van onderwerpen en onderwerpen die in proces zijn / worden gezet.
7
Implementatie onderwerpen: 1. Ondersteuningsteams op schoolniveau 2. Arrangementen basisondersteuning 3. Ondersteuningstoewijzing extra ondersteuning en speciaal (basis)onderwijs 4. Schoolondersteuningsprofielen Onderwerpen in proces gezet: 5. Scholing 6. Terugplaatsingsbeleid 7. Kwaliteitsbeleid 8. Governance 9. Onderzoek SBO 10. Hoogbegaafdheid Voor de inhoud van deze 10 onderwerpen wordt verwezen naar bijlage 3 van dit jaarverslag. 7. Financiën Financieel resultaat 2014-2015 Het schooljaar 2014-2015 is afgesloten met een negatief financieel resultaat van € 23.462,-, volgens onderstaande specificatie: Begroting
Realisatie
Verschil
€ € €
1.993.376 1.993.376
€ € €
2.056.740 32.583 2.089.323
€ € €
63.364 32.583 95.947
€ € € €
522.708 355.632 878.340
€ € € €
526.965 386.875 105.490 1.019.330
€ € € €
4.257 31.243 105.490 140.990
€ € €
804.940 804.940
€ € €
793.792 7.718 801.510
€ € €
-11.148 7.718 -3.430
Personeel
€
140.968
€
125.718
€
-15.250
Bestuur en organisatie
€
131.332
€
165.589
€
34.257
Onvoorzien
€
33.000
€
638
€
-32.362
Lasten totaal
€
1.988.580
€
2.112.785
€
124.205
Resultaat
€
4.796
€
-23.462
€
-28.258
Baten Rijksvergoeding OCW Overig (gemeentelijke vergoedingen) Baten totaal Lasten Basisonderwijs Overdracht ondersteuningsmiddelen Extra ondersteuning en overgangsregeling rugzak Overdrachten SBO Herstart / Op de Rails
Speciaal basisonderwijs Overdracht deelnamepercentage > 2% Overdracht arrangementen
8
Geconstateerd kan worden dat de baten fors hoger zijn uitgevallen dan begroot, als gevolg van indexeringen en niet begrote gemeentelijke vergoedingen voor Herstart. Aan de lastenkant zijn met name de uitgaven ten behoeve van het basisonderwijs hoger uitgevallen, veroorzaakt door hogere uitgaven voor extra ondersteuning resp. de uitvoering van de overgangsregeling rugzak. Met ingang van passend onderwijs komen de uitgaven voor Herstart ten laste van de extra ondersteuning. De personele uitgaven waren lager dan geraamd. De uitgaven voor bestuur en organisatie waren hoger dan geraamd wegens niet begrote kosten van externe inhuur, hogere kosten voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring / extra ondersteuning en meerkosten voor de ondersteuningsplanraad. Dit laatste is met name het gevolg van de gewijzigde cao, op grond waarvan het aantal uren voor deelname door leerkrachten aan de OPR is verhoogd naar 60 uur per jaar. Het negatieve resultaat betekent tevens dat er in 2014-2015 geen reserveopbouw heeft kunnen plaatsvinden. Meerjarenbegroting 2015-2019 In het bestuurlijk overleg van 17 juni jl. heeft het bestuur de meerjarenbegroting 2015-2019 met bijbehorende toelichting vastgesteld. Op basis van enige financiële verruiming kan het bedrag per leerling voor de basisondersteuning worden verhoogd van € 59,- naar € 63,-.
Bijlagen bij het jaarverslag Bijlage 1 Bij het samenwerkingsverband aangesloten besturen Bijlage 2 Monitor en trends Bijlage 3 Werkplan 2015-2016
9
Bijlage 1
Bij het samenwerkingsverband aangesloten besturen
1) De Capelse Schoolvereniging contactpersoon: mevrouw N. Rezwani 2) Horizon-Jeugdzorg contactpersoon: Mevrouw J. Zijlstra 3) De Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs contactpersoon: Mevrouw R. Timmers 4) Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland contactpersoon: De heer J. Gommers 5) Stichting BOOR contactpersoon: ?? 6) Stichting Monton contactpersoon: De heer W.A.M. Danckaarts 7) Stichting Openbaar Primair Onderwijs Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel contactpersoon: De heer F.E. Peze 8) Stichting Protestants Christelijk Primair Onderwijs Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel contactpersoon: De heer N. de Haas 9) Stichting Scholengroep Holland contactpersoon: Mevrouw E. Jense 10) Vereniging Gereformeerd Primair Onderwijs contactpersoon: De heer R. Tromp 11) Vereniging Protestants Christelijk Primair Onderwijs Nieuwerkerk aan den IJssel contactpersoon: De heer A. Dorst 12) Yulius contactpersoon: Mevrouw J. Zijlstra
10
Bijlage 2
Monitor en trends
Hieronder volgen enige trends in de leerlingenontwikkeling, op basis van informatie vanuit Kijkglazen en de commissie toelaatbaarheidsverklaringen / extra ondersteuning. a) Leerlingen basisonderwijs
9.400 9.350 9.300 9.250 9.200 bao
9.150 9.100 9.050 9.000 8.950
1-okt-11 1-okt-12 1-okt-13 1-okt-14 Het aantal leerlingen op de basisscholen binnen het samenwerkingsverband is tussen 1 oktober 2011 en 1 oktober 2014 gedaald met 2.7%. b) Leerlingen speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs 400 350 300 250 200
sbao
150
so
100 50 0 1-okt-11 1-okt-12 1-okt-13 1-okt-14
Het aantal leerlingen op het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs laat een licht stijgende trend zien. In combinatie met de daling van het totaal aantal leerlingen binnen het samenwerkingsverband geeft dit een versterkend effect op de deelnamepercentages speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Hoewel het aantal leerlingen op het speciaal basisonderwijs niet noemenswaardig stijgt, van 360 op 1 oktober 2011 naar 368 op 1 oktober 2014, stijgt het deelnamepercentage sbao toch van 3,70% naar 3,88%. Landelijk is sprake van een licht dalende trend: Het deelnamepercentage so stijgt van 2,28% op 1 oktober 2014 naar 2,52% op 1 oktober 2015. In absolute aantallen: van 222 naar 239 leerlingen. Landelijk is er sprake van een procentueel nagenoeg gelijkblijvend aandeel van het so:
11
005% 004% sbao Aan den IJssel
004% 003%
sbao landelijk
003% 002%
so Aan den IJssel
002% 001%
so landelijk
001% 000% 1-okt-11 1-okt-12 1-okt-13 1-okt-14
Hieronder tenslotte de onderverdeling van de leerlingen so naar categorie. De grootste stijging doet zich relatief voor binnen categorie 1, van 195 leerlingen op 1 oktober 2011 tot 208 op 1 oktober 2014. 250
200 150
so cat 1 so cat 2
100
so cat 3 50 0 1-okt-11 1-okt-12 1-okt-13 1-okt-14 c) Gebruik extra ondersteuning en verwijzingen SBO en SO naar bestuur In onderstaande grafiek is aangegeven hoe het gebruik van extra ondersteuning resp. de verwijzing van leerlingen naar het SBO en SBO, uitgedrukt in een percentage op het totaal aantal leerlingen per bestuur, zich onderling tot elkaar verhoudt. 2,000% 1,800% 1,600% 1,400% 1,200% 1,000% ,800% ,600% ,400% ,200% ,000%
EO
TLV's SBO TLV's SO
12
Toelichting bij de percentages: Bij de bepaling van het aantal toelaatbaarheidsverklaringen SBO zijn alleen de verwijzingen van een basisschool naar een SBO-school betrokken. Dit betekent dat herindicaties SBO en rechtstreekse zij- en onderinstroom in het SBO, die het beeld zouden vertroebelen, buiten beschouwing zijn gelaten. Bij de bepaling van het aantal toelaatbaarheidsverklaringen SO zijn alleen de verwijzingen van een basisschool of een SBO-school naar een SO-school betrokken. Dus ook hier zijn herindicaties en rechtstreekse instroom buiten beschouwing gelaten.
13
Bijlage 3
Werkplan 2015-2016
Bijvoegen PP presentatie Kwaliteitsbeleid.
14