Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Jaarverslag 2014

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs

Jaarverslag 2014

23 april 2015

Inhoud Bestuursverslag ..................................................................................................................................... 3 §1 Unita........................................................................................................................................... 3 §2 Bereikte resultaten schoolbesturen ........................................................................................ 7 §3 Dekkend aanbod van voorzieningen ....................................................................................... 8 §4 Continuïteitsparagraaf ............................................................................................................. 9 §5 Toelichting op de staat van baten en lasten ......................................................................... 15 Jaarrekening ......................................................................................................................................... 18 Balans............................................................................................................................................ 19 Staat van Baten en Lasten ........................................................................................................... 20 Kasstroomoverzicht..................................................................................................................... 21 Toelichting op de balans ............................................................................................................. 22 Toelichting op de exploitatierekening ....................................................................................... 25 Overige gegevens ................................................................................................................................. 31 Bijlagen ................................................................................................................................................. 34 Gebruikte afkortingen en termen ............................................................................................... 35

Jaarverslag Unita 2014

2

Bestuursverslag §1 Unita §1.1 Profiel Unita Unita is als samenwerkingsverband Primair Onderwijs voor de regio Gooi en Vechtstreek opgericht in november 2013 in het kader van de Wet op het Passend Onderwijs. De Weer Samen Naar School (WSNS) verbanden zijn per 1 augustus 2014 beëindigd. Unita is zijn werkzaamheden per 1 augustus 2014 gestart. Vanaf begin 2012 hebben vertegenwoordigers van de schoolbesturen en de WSNS verbanden de komst van Unita voorbereid. Mede daardoor heeft Unita een voortvarende start gemaakt. In 2014 zijn het ondersteuningsplan, de schoolondersteuningsprofielen en de nota basisondersteuning vastgesteld en gecommuniceerd. De ALV en de OPR van Unita zijn voor alle wettelijk vereiste taken betrokken geweest en zijn steeds geïnformeerd over de voortgang van het samenwerkingsverband. De onderwijsinspectie heeft eind 2014 een zogenaamde simulatie gehouden bij Unita, waarin de opzet van Unita is getoetst aan de wettelijke en overige gestelde kaders. Met name de multidisciplinaire (MDO) werkwijze en de financiële meerjaren opzet van Unita kregen expliciet complimenten van de inspectie. Eind 2015 volgt een nieuwe simulatie. Unita heeft gekozen voor een hybride model, waarin zowel het expertise- als het schoolmodel naast elkaar bestaan. Voor alle schoolbesturen is er een bijdrage per leerling om de scholen in staat te stellen de basisondersteuning te leveren. Eén (groter) schoolbestuur heeft ervoor gekozen om ook de ondersteuning boven het niveau van de basisondersteuning, maar waar nog geen sprake is van sbo of so, zelf te organiseren. De overige schoolbesturen delen voor dit segment expertise. Financieel gezien heeft Unita het eerste jaar met een positief resultaat afgesloten, vooral door een gerealiseerd overschot op de aanloopsubsidie. Deze is op zijn beurt veroorzaakt doordat de aanloopkosten laag gehouden zijn. Unita heeft in veel opzichten gekozen voor continuïteit:  Op de eerste plaats geldt dit het personeel, dat in de voormalige samenwerkingsverbanden werd ingezet. Unita heeft voor de eerste 2 schooljaren de inzet van 100% van het personeel gegarandeerd en in de jaren 3 en 4 respectievelijk 75% en 25%. Dit heeft rust gegeven en de tijd om de benodigde inzet op lange termijn te bepalen  Op de tweede plaats betreft dit de zorgleerlingen met een “rugzak”, voor wie nog 2 schooljaren een garantieregeling is bekostigd. Bovendien heeft Unita besloten om de nieuwe “rugzakken” uit de periode 1 oktober 2013 – 1 augustus 2014, die conform de wettelijke kaders niet door nieuwe samenwerkingsverbanden hoeven te worden bekostigd, wel volledig te bekostigen

Doelstellingen Unita in 2014-2018 en realisatie in 2014 In onderstaande tabel zijn de doelstellingen uit het ondersteuningsplan weergegeven. Daarnaast wordt aangegeven welke akties in 2014 genomen zijn.


3

Doelstelling 2014-2018 1 Een samenhangend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen voor de leerlingen binnen haar grenzen ontwikkelen 2 Alle leerlingen naar school, geen thuiszitters, in samenwerking met alle ketenpartners

3 Bovenschoolse, complexe hulpvragen conform de MDO werkwijze voorzien van arrangementen 4 Borging van de huidige deelname- en verwijzingspercentages

5 Afspraken maken met gemeenten, zorgpartners en schoolbesturen over specialistisch aanbod binnen de school 6 Een bemiddelende rol spelen bij verschillen van inzicht

7 Een uitgebreide, maandelijkse monitoring van bovengenoemde doelen voor het bestuur en de leden


Realisatie 2014 Er is een gering aantal leerlingen dat buiten het samenwerkingsverband van onderwijsvoorzieningen gebruik maakt. Zowel in het Speciaal Basis Onderwijs als het Speciaal Onderwijs is er sprake van een positief saldo grensverkeer. Er zijn verschillende initiatieven van besturen van Unita om het netwerk verder te optimaliseren, zie verder §2. Unita is voortdurend in overleg met het RBL en schoolbesturen om (dreigende) thuiszitters te plaatsen. De samenwerking met RBL verloopt goed, de managementinformatie over deze groep vanuit RBL is beperkt. Het aantal thuiszitters was in 2014 nooit meer dan 2 kinderen per maand. De bemiddeling naar onderwijs is 100% effectief, mede dankzij de goede samenwerking met RBL en schoolbesturen. Wel zijn er in de regio ongeveer 40 kinderen met een ontheffing voor Primair Onderwijs. Het overgrote deel van deze kinderen neemt deel aan de dagopvangvoorzieningen in de regio. In de werkgroep thuiszitters maken we samen met RBL en de gemeenten beleid om eventueel onterechte ontheffingen niet te verlengen en deze kinderen te bemiddelen naar onderwijs. Verder is een scherpere monitoring van ziekteverzuim op scholen gewenst i.v.m. verborgen verzuim en thuiszitten onder de noemer ziekte. Tussen 1 augustus en 31 december 2014 zijn 391 hulpvragen van scholen afgehandeld en waar nodig van een arrangement voorzien. Slechts een zeer klein deel van de hulpvragen (minder dan 1%) is niet ontvankelijk verklaard, omdat de hulpvraag volledig binnen de basisondersteuning viel. De eerste evaluaties van de MDO trajecten zijn zeer positief. Een lichte stijging in het sbo en so cluster 4. Een lichte daling in onderzoeken n.a.v. MDO en de verwijzing naar so cluster 3 daalt ook licht. Over het geheel genomen blijft het verwijzingspercentage so gelijk, 0,9% en stijgt het verwijzingspercentage sbo licht van 2,7% naar 2,8 %. De helft van de stijging in het sbo is te verklaren door instroom uit Cluster 2. In het kader van het OOGO zijn afspraken gemaakt met de gemeenten over o.a. leerlingenvervoer, Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) en aansluiting van het onderwijs op de Jeugdhulp. Leidend bij deze onderwerpen zijn de uitgangspunten: 1 gezin, 1 plan en daar waar het zwaartepunt van de problematiek ligt, daar ligt ook de regie. Beleid met betrekking tot thuiszitters is nog in de maak. Unita ondersteunt om het conflict te helpen oplossen. Er is dit kader 1 keer gebruik gemaakt van een second opinion en meerdere malen van een alternatieve, passende onderwijsplek. Met meerdere ouderparen zijn er intensieve gesprekken gevoerd over de geadviseerde onderwijsplek voor hun kind. Er is een monitor ontwikkeld, die vanaf 1 januari 2015 operationeel is. Alle door het bestuur relevant geachte variabelen worden in de monitor maandelijks gerapporteerd en besproken. De monitor kan deels ook gebruikt worden voor de informatiebehoefte van de ALV en de OPR en voor incidentele vragen van schoolbesturen. Naast de monitor zijn er via duo kijkglazen beschikbaar en eind 2015 komt de eerst versie van het dashboard beschikbaar per samenwerkingsverband in samenwerking met de PO Raad. 4

Basisondersteuning De schoolbesturen van Unita Passend Onderwijs ontvangen middelen om twee belangrijke doelstellingen te realiseren:  Hoogwaardige basisondersteuning op de scholen, inclusief de zorg voor de oude LGF leerlingen  Thuisnabij onderwijs voor de meeste leerlingen. Hoogwaardige basisondersteuning binnen de scholen van het samenwerkingsverband komt tot uiting in een adequaat ondersteuningsaanbod voor preventieve en (licht) curatieve (onderwijs) ondersteuning. Hierbij wordt:  vroegtijdig ingezet op de juiste ondersteuning, eventueel in afstemming met het samenwerkingsverband  vraag-gestuurd gearrangeerd op basis onderwijsbehoeften en mogelijkheden van leerlingen (handelingsgericht c.q. doelgericht)  een integrale benadering van het kind nagestreefd in samenwerking met alle ketenpartners en thuisnabij onderwijs als het kan §1.2 Ontwikkelingen Met name de aanloop naar de transitie in de Jeugdhulp had in 2014 veel impact op Unita en haar schoolbesturen. Unita en de schoolbesturen van Unita moesten zich niet alleen voorbereiden op de Wet Passend Onderwijs, maar ook op de aanstaande transitie in de Jeugdhulp. De Jeugdzorg organisaties, Centrum voor Jeugd en Gezin en andere Jeugdhulp partijen zaten in 2014 in een stevige transitie. Unita heeft niet alleen in het OOGO geparticipeerd, maar ook in een groot aantal werkgroepen, waar we samen met de gemeenten en netwerkpartijen nieuw beleid hebben gemaakt op het gebied van leerlingenvervoer, Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) en aansluiting van het onderwijs op de nieuwe Jeugdhulp setting. Gemeenschappelijk doel is de Jeugdhulp de school in, daar waar de casus vraagt om samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. Preventief en trendherkenning via een voortzetting van de ZAT overleggen per school. Individuele casussen en spoed kunnen via een MDO traject worden vormgegeven. Dan wordt het onderwijsarrangement (OA) uitgebreid tot een onderwijs jeugdhulp arrangement (OJA). Daar waar het zwaartepunt van de zorgvraag ligt, wordt dan de regie belegd. Voor AT scholen is er een directe lijn tussen de consulent van de gemeente en de school per gemeente, conform de brief van de regio. Op de gezamenlijke dossiers is er overleg tussen Unita en de 10 gemeenten in het OOGO. Zoals het voorkomen van thuiszitters en bestaande thuiszitters bemiddelen naar school, de COBO voorziening en kinderen ondersteunen met een ernstige taalachterstand en kinderen met een onderwijszorg arrangement of kinderen in de zorg met een onderwijsondersteunend arrangement. Daarnaast is er ook afgesproken hoe om te gaan met Ernstige Enkelvoudige Dyslexie. Tot slot is het ook erg belangrijk dat de scholen van de schoolbesturen van Unita geleidelijk sterker worden. Een eventuele daling in het gebruik van specialistische voorzieningen, als gevolg van het handelingsbekwamer worden van reguliere scholen, is een positief neveneffect. Uitgangspunt blijft altijd dat een leerling onderwijs moet volgen op de plek waar hij of zij zich het best ontwikkelt.


5

§1.3 Governance In het kader van artikel 17c van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) is de scheiding tussen bestuur en toezicht verplicht gesteld. Dit is mogelijk door middel van functionele of organieke scheiding. Unita heeft gekozen voor organieke scheiding. De ALV is de formele toezichthouder van de vereniging en houdt toezicht op het bestuur. De taken van de toezichthouder zijn:  Het goedkeuren van begroting, jaarverslag en indien van toepassing het strategisch meerjarenplan  Het toezicht op naleving van wet- en regelgeving, de code voor goed bestuur en afwijkingen van de code  Het toezicht op rechtmatige verwerving en doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending middelen  Het benoemen van de accountant die verslag uitbrengt aan het toezichthoudend orgaan  Het jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden in het jaarverslag  Indien het toezicht wordt uitgeoefend door een raad van toezicht: het benoemen, vaststellen van de beloning, schorsen en ontslaan van de leden van het bestuur Binnen Unita is gekozen voor het bestuur – directiemodel. Het bestuur van Unita houdt toezicht op de dagelijkse gang van zaken van de vereniging en de leiding door de directeur. De uitvoerende taken aan directeur zijn gemandateerd en vastgelegd in het managementstatuut. De directeur treedt civielrechtelijk op namens bestuur, maar is geen lid van het bestuur. De Algemene Ledenvergadering (ALV) geeft decharge aan het bestuur van Unita voor het gevoerde beleid en vormt daarmee het toezichthoudende orgaan. Het bestuur van Unita komt elke 2 maanden bij elkaar voor een bestuursvergadering. De OPR hanteert dezelfde frequentie, waarbij de directeur steeds een deel van de bijeenkomst aanwezig is. De ALV komt minimaal 2 keer per jaar bij elkaar. De code goed bestuur in het primair onderwijs, zoals deze wordt gepubliceerd door de PO raad (ingegaan op 1 augustus 2012, versie januari 2014), wordt toegepast. Daarbij treedt Unita niet in de verantwoordelijkheden van de aangesloten schoolbesturen. Voorts is de toepassing nog in ontwikkeling. Met name de interne toezichthoudende taak van de ALV moet in 2015 nog nader vorm en inhoud krijgen. §1.4 Klachten Unita heeft zich aangesloten bij Onderwijsgeschillen.nl. Unita probeert alles te doen om escalatie te voorkomen en een passende plek in het onderwijs of in een onderwijs zorg combinatie aan te bieden, voor elke leerling uit onze regio. Ook een second opinion behoort dan tot de mogelijkheden. Als ouders ondanks die inspanningen toch niet tevreden zijn, dan kunnen zij een beroep doen op Onderwijsgeschillen.nl In 2014 is 1 keer gebruik gemaakt van Onderwijsgeschillen.nl §1.5 Personeel Unita heeft 1 werknemer in vaste dienst en werkt voor de inhuur van expertise samen met meerdere toeleverende organisaties. Unita committeert zich voor inhuur bij schoolbesturen en organisaties voor Ambulante Dienstverlening aan de afspraken uit het Tripartite overleg en zal mutaties in afname of toename van personeel tijdig doorgeven aan de betrokken organisaties.


6

§2 Bereikte resultaten schoolbesturen In het kader van de verantwoording zijn de schoolbesturen vier vragen voorgelegd. Deze vragen zijn uitvoerig beantwoord door 16 schoolbesturen (53%) die samen 94 van de 118 scholen (80%) vertegenwoordigen. De antwoorden per vraag zijn als volgt. 1. Welke activiteiten gericht op passend onderwijs hebben in 2014 plaatsgevonden?  Het inzetten en versterken van de Intern Begeleider (72% van de besturen waarvan antwoorden ontvangen zijn). Inclusief netwerk activiteiten gericht op ontwikkeling en communicatie  Het inzetten van remedial teaching of klassenassistenten (33%)  Trainingen, met name gericht op leerkrachten. Onder meer ‘omgaan met ADHD/ADD’ en ‘voeren van oudergesprekken’ (44%)  Gestructureerd overleg tussen bijvoorbeeld orthopedagoog en intern begeleiders (22%)  Aandacht voor hoogbegaafdheid door onderzoek, begeleiding en opleiding (28%) 2. Welke resultaten zijn in 2014 bereikt met de passend onderwijsmiddelen?  Leerling is hulp geboden zodat zij zich in de klas kunnen ontwikkelen, hiermee is – deels – overplaatsing naar het S(B)O voorkomen (89%)  Deskundigheid is bevorderd bij zowel intern begeleiders als leerkrachten, met name ten aanzien van handelingsgericht werken (78%) 3. Welke doelen zijn vooraf opgesteld voor passend onderwijs 2014? In hoeverre zijn de vooraf opgestelde doelen 2014 voor passend onderwijs bereikt?  Het sturen op verwijzing naar S(B)O (11%)  Het ontwikkelen van de zorg en het school ondersteuningsprofiel (17%)  Activiteiten in de klas, met de leerling onder meer individuele begeleiding, lesprogramma’s (50%)  Ontwikkeling van intern begeleiders en/of leerkrachten (33%) 4. Welke voorzieningen in het kader van het ‘dekkend aanbod van voorzieningen passend onderwijs’ heeft het schoolbestuur aangeboden in 2014?  Het aanbieden van het basis arrangement (33%)  Plus-mogelijkheden of hoogbegaafdheid (22%)  Tijdelijke sbo plaatsen of speciale taal- en rekengroepen (11%)  Overige extra ondersteuning voor bijvoorbeeld autisme spectrum stoornissen of gehoor/spraakproblemtiek (cluster 2 en 4; 11%) Schoolbesturen kennen een eigen verantwoordelijkheid voor de passend onderwijs doelen en de verdeling van middelen. De hier weergegeven opsomming wil een beeld geven van de beantwoording, maar is niet uitputtend. De antwoorden bieden veel aanknopingspunten om de zorg op scholen verder te verbeteren.


7

§3 Dekkend aanbod van voorzieningen Er is eind 2014 een dekkend aanbod van voorzieningen in het samenwerkingsverband. De spreiding is niet altijd even optimaal, met een zwaartepunt in Hilversum. Hierdoor hebben randgemeenten zoals Eemnes en Weesp voor sommige voorzieningen langere afstanden af te leggen. In 2015 worden stappen gezet om voor Weesp een sbo dependance te realiseren. Verder zijn er kleine groepen leerlingen die nu buiten het samenwerkingsverband naar een speciale school gaan. Ook voor deze leerlingen proberen we een oplossing te vinden in de vorm van een dependance in ons samenwerkingsverband. Samenwerking is dan nodig om ook in ons verband deze specialistische onderwijs en zorg te kunnen realiseren. Thuisnabij onderwijs is dan ook voor deze leerlingen haalbaar.


8

§4 Continuïteitsparagraaf De continuïteitsparagraaf is een wettelijk verplicht onderdeel van het jaarverslag en geeft inzicht in de meerjarenbegroting en de risicobeheersing. Tevens is het verslag van de toezichthouder, de ALV, opgenomen. §4.1 Meerjarenbegroting Hierna is de meerjarenbegroting met toelichting, zoals deze in mei 2014 is vastgesteld opgenomen1. In mei 2015 zal de volgende meerjarenbegroting worden vastgesteld. De ontwikkeling van het eigen vermogen loopt parallel aan de hieronder gespecificeerde positieve resultaten. Omdat er niet geïnvesteerd of geleend wordt zal de balans alleen bestaan uit liquide middelen, beperkte vorderingen en schulden en natuurlijk het eigen vermogen.

Baten 1. Leerlingenaantallen Hier zijn de leerlingenaantallen weergegeven van de teldatum voorafgaand aan het schooljaar (T‐1). Uiteraard is voor 2014‐2015 de werkelijke telling van 1 oktober 2013 gehanteerd. Voor de jaren daarna is het leerlingenaantal een prognose, waarbij elk jaar een krimppercentage van 1,7% is toegepast. Dit is gebaseerd op de huidige ontwikkelingen (zie de tabel). Belangrijkste observatie ten aanzien van de baten de komende jaren is dan ook dat de inkomsten zullen afnemen, maar dit effect meer dan volledig door de gevolgen van de verevening wordt gecompenseerd.

1‐10‐2010 1‐10‐2011 1‐10‐2012 1‐10‐2013

1

bao 24.258 24.246 24.099 23.806

sbao 757 731 689 671

Totaal (s)bao 25.015 24.977 24.788 24.477

De baten en lasten zijn ook in het model van de jaarrekening opgenomen, zie hiervoor de bijlage.


9

2. Voorjaarsnota Hier zijn de middelen opgenomen die volgen uit de brief van de staatssecretaris t.a.v. de besteding van extra middelen. Deze middelen worden toegekend vanaf 1 januari 2015, waarbij uitgegaan mag worden van ca. € 10,‐ per leerling. Vervolgens worden deze middelen structureel toegevoegd aan de lumpsum van het samenwerkingsverband. 3. Middelen lichte ondersteuning Dit budget is gelijk aan het zorgbudget onder het WSNS‐regime, gebaseerd op een bedrag per leerling regulier basisonderwijs. 4. Schoolmaatschappelijk werk Deze post staat apart van de bekostiging passend onderwijs, en komt voort uit de impulsregeling, waarbij een bedrag voor schoolmaatschappelijk werk aan het samenwerkingsverband wordt toebedeeld op basis van het aantal eenheden schoolgewicht. Daarmee is het feitelijk onderwijsachterstandenbeleid. 5. Overgangsbudget LGF Dit betreft het reguliere deel van de rugzak (dus het basisschooldeel), waarvoor op 1 oktober 2013 een indicatie bestond. Tijdens 2014‐2015 gaat het speciale deel van de rugzak (dus het deel voor ambulante begeleiding) nog naar het speciaal onderwijs. Vanaf 2015‐2016 zijn deze middelen, inclusief het speciale deel, voor het samenwerkingsverband opgenomen in het normatieve budget voor de zware ondersteuning, waarbij voor 2015‐2016 verplichte herbesteding van deze middelen bestaat bij de leveranciers van ambulante begeleiding (zie lasten 10). 6. Overgangsbudget overig Dit bestaat uit middelen die in het oude stelsel naar de REC’s gingen. Oorspronkelijk betrof dit een bedrag van € 25,‐ per leerling (bao + sbao), maar dit is verlaagd. Hiermee betaalt OCW vervolgens nog de peildatum 1 februari 2014 voor het speciaal onderwijs. Van de resterende € 16,65 per leerling is apart aangegeven welk deel hiervan gebaseerd is op de compensatieregeling AWBZ, zodat een even grote uitgave bij de lasten kan worden opgenomen (zie lasten 12). 7. Middelen zware ondersteuning Hoewel de lichte en zware ondersteuningsmiddelen door het samenwerkingsverband lumpsum kunnen worden opgevat, beschouwt duo dit als een apart budget, waarmee direct de kosten aan leerlingen in het speciaal onderwijs (zie lasten 20) worden verrekend. Indien de lasten aan plaatsen in het speciaal onderwijs de baten aan zware ondersteuning overschrijdt, kort duo niet op de lichte ondersteuningsmiddelen, maar op de lumpsum van de aangesloten schoolbesturen. Dit is voor Unita door de lage verwijzingspercentages naar cluster 3 en 4 echter niet aan de orde. In het eerste jaar (2015‐2016) wordt nog een fors bedrag op de zware ondersteuningsmiddelen gekort in verband met de verevening. Vervolgens loopt dit kortingsbedrag terug naar respectievelijk 90%, 75%, 60%, 30% tot tenslotte in 2020‐2021 de verevening voltooid is. Lasten Van bestaand beleid naar nieuw beleid Tijdens de voorbereiding op het nieuwe samenwerkingsverband is als uitgangspunt gekozen om voort te bouwen op de werkwijze en het beleid dat tot nu toe gerealiseerd is en dat vervolgens verder te ontwikkelen. Voor de personele bezetting betekent dit dat gestart wordt met de huidige inzet van personeel, zoals dat wordt uitgeleend door besturen. Daarbij geldt voor de uitleners een financiële garantie van 100% van de huidige kosten tot 1 augustus 2016, vervolgens van 75% voor 2016‐2017 en tenslotte 25% voor 2017‐2018. De huidige personele inzet is in deze begroting opgedeeld in personeel met een uitvoerende expertisetaak (zie 8.) en personeel met een coördinerende of staffunctie (zie 2.). Overige uitleenkosten worden verrekend middels een overheadpercentage van 15% (3. en 9.). De fte omvang van Unita bedraagt in de meerjarenbegroting steeds 1 wtf.


10

Bestaand beleid 7. De taal/rekengroepen die worden verzorgd door het speciaal basisonderwijs zijn voor de eerste twee schooljaren opgenomen als bestaand beleid. Voor deze voorzieningen zal de komende jaren worden gekeken of een andere wijze van bekostiging mogelijk is. 10. Tijdens schooljaar 2015-2016 bestaat een herbestedingsverplichting aan ambulante begeleiding, in schooljaar 2014‐2015 ontvangt het speciaal onderwijs deze middelen nog rechtstreeks. Met afspraken over voortzetting na 2016 is rekening gehouden onder 16. 11. De overgangsmaatregel voor de rugzak draagt zorg voor continuïteit op lopende arrangementen en stelt scholen in staat om de komende jaren in financiële en/of personele zin te anticiperen op een andere facilitering van arrangementen. 12. De compensatie awbz komt voort uit de verschuiving van REC‐middelen (zie baten 6.). Instellingen waarbij naast onderwijs ook sprake is van een behandelsetting vanuit de gezondheidszorg, kunnen een beroep doen op deze middelen. De opgenomen lasten zijn vooralsnog gelijk aan de baten (zie 5.). Momenteel wordt geïnventariseerd welke uitgaven actueel worden gedaan door de REC’s, om te bepalen of dit budget toereikend is. Na de overgangsperiode tot 1 augustus 2016 zijn deze middelen opgenomen in post 15. 13. De uitgaven aan schoolmaatschappelijk werk zijn begrensd door de inkomsten (baten 3), waarbij de middelen die worden gesuppleerd door de gemeente Hilversum ook uitsluitend in deze gemeente worden ingezet. Nieuw beleid 14. De basisondersteuning betreft een bedrag per leerling regulier basisonderwijs dat aan elke schoolbestuur beschikbaar wordt gesteld voor de basisondersteuning (zoals inzet interne begeleiding en de verdere ondersteuningsstructuur). 15. Onder arrangementen en inzet expertise worden de bedragen weergegeven die vanaf 1 augustus 2016 beschikbaar zijn om zowel het arrangeren (inzet van personeel) als arrangementen mogelijk te maken. 16. Zie lasten 10. Extra ondersteuning door sbo en so Jaarverslag Unita 2014

11

Bij dit onderdeel is voor het sbao eenzelfde krimp verwerkt als bij het toekomstige leerlingenaantal bij de baten. Bij het so wordt uitgegaan van een stabiel leerlingaantal. 17. Het speciaal basisonderwijs krijgt vanuit de zogenaamde overdrachtsverplichting een aanvulling op de ondersteuningsbekostiging voor het aantal leerlingen boven de 2%. 18. Het bekostigingsstelsel kent straks een nieuwe peildatum voor de bekostiging van sbao leerlingen, namelijk 1 februari. Dit betekent dat het samenwerkingsverband tijdens het schooljaar volgend op de peildatum voor de leerlingentoename tussen 1 oktober (T-1) en 1 februari (T) de basisbekostiging en ondersteuningsbekostiging betaalt. Tot en met schooljaar 2013‐2014 werden door de samenwerkingsverbanden WSNS plekken in het sbo ingekocht en gold een plaatsingsgarantie. 19. Grensverkeer start opnieuw waardoor lopende verplichtingen op 1 augustus 2014 worden beëindigd. In 2014‐2015 zal geen verrekening van grensverkeer plaatsvinden. Voor de jaren daarna wordt vooralsnog uitgegaan van vrijwel gelijke baten en lasten. 20. Het bedrag dat duo voor het so zal inhouden op de middelen zware ondersteuning is gebaseerd op de feitelijke situatie van 1 oktober 2013. In de meerjarenraming wordt uitgegaan van een stabiel verwijzingspercentage. 21. Ook voor het so geldt een groeiregeling. Hiervoor zal nog regelgeving verschijnen, die waarschijnlijk uitgaat van nieuwe toelaatbaarheidsverklaringen en saldering van de toegewezen zorgcategorieën. Deze kosten moeten rechtstreeks door het samenwerkingsverband met de betrokken so‐besturen worden verrekend. 22. Weerstandsvermogen/algemene reserve. In het voorliggende concept is een opbouwscenario opgenomen waarmee op den duur een weerstandsvermogen van ca. 4% van de uiteindelijke lumpsum wordt gerealiseerd. §4.2 Risicobeheersing De belangrijkste risico’s voor Unita zijn geïdentificeerd, het betreft: 1. Bij het leveren van zorgtrajecten en plaatsingen: operationele, maatschappelijke en imago risico’s 2. Financiële risico’s, regels beleggen en belenen (treasury) 3. Het voldoen aan de wet- en regelgeving Ad 1. Operationele, maatschappelijke en imagorisico’s De operationele, maatschappelijke en imagorisico’s zijn sterk verweven met de primaire processen van Unita. Om deze risico’s te mitigeren zijn de volgende acties van belang:  Heldere doelstelling en werkwijze waardoor verwachtingen gestuurd kunnen worden, dit is een randvoorwaarde voor:  Heldere en tijdige communicatie met stakeholders  Heldere en werkzame privacy-, klachten-, arbitrage- en bezwaarprocedures (deze zijn reeds opgenomen in de statuten, zie hierna). Deze procedures worden op de website gepubliceerd  Professionele standaards voor zowel niet direct kind-gebonden (loket, TLV aanvraag, MDO) als kind-gebonden (expertise) activiteiten. Omdat Unita de kind-gebonden activiteiten uitbesteed (aan onder meer Elan en de Donner) worden de professionele eisen uitgewerkt in de contracten met deze leveranciers. De niet direct kind-gebonden activiteiten vragen om de reeds genoemde heldere en tijdige communicatie en geheimhoudingsplicht (privacy) Ad 2. Financiële risico’s, regels beleggen en belenen (treasury)  Hier worden de enkelvoudige financiële risico’s besproken. De hiervoor en hierna onder 1. en 3. besproken risico’s kunnen leiden tot financiële risico’s, maar die worden hier niet besproken. De financiële risico’s vanuit de financieel administratieve processen zijn middels de administratieve organisatie, gecombineerd met een gedegen planning & control-cyclus, voldoende gemitigeerd.


12

 Een financieel risico is dat toezeggingen worden gedaan die niet nagekomen kunnen worden. Deze kunnen ontstaan doordat verwachte inkomsten niet ontvangen worden of doordat toezeggingen duurder uitvallen dan gepland. Om dit te voorkomen zijn goede voorcalculaties van belang: een degelijke begroting – afgeleid van een meerjarenbegroting – is hiervoor van belang. Aan de andere kant moeten toezeggingen zeer zorgvuldig worden gedaan. Unita regelt dit door nooit meer toe te zeggen dan voor één schooljaar en immer binnen de door het bestuur goedgekeurde begroting. Per begrotingspost mag beperkt worden afgeweken zolang de totale begroting niet wordt overschreden.  Het treasury-risico wordt afgedekt door de regels over beleggen en belenen. Deze regels zijn de volgende en zijn vastgelegd in het financieel reglement. Unita belegt niet en houdt haar gelden aan bij een of meer zeer solide Nederlandse banken die onder toezicht staan. Dit aanhouden kan slechts op een rekening courant, deposito of spaarrekening. Het risicoprofiel wordt hiermee zo laag mogelijk gehouden.  Er worden geen gelden uitgeleend. Tegoeden – buiten die van het Rijk of Gemeenten – mogen er alleen zijn van de besturen die lid zijn van de vereniging, alleen tijdelijk en in beperkte omvang. Bevoorschotting kan slechts op beperkte schaal voorkomen en nimmer vanwege een specifieke vraag van een bestuur, tenzij bekrachtigd door een bestuursbesluit. Ad 3. Voldoen aan de wet- en regelgeving Unita heeft in haar statuten vastgelegd dat de volgende zaken geregeld zijn (tussen haakjes de verwijzing naar het artikelnummer in de statuten): 1. bestuursreglement met bijvoorbeeld nadere regels over de bestuurssamenstelling (7.4) 2. managementstatuut (8.8, 8.9) 3. aansluiting Unita als werkgever bij een commissie van beroep (5.14) 4. aansluiting Unita als werkgever bij een klachtencommissie (5.14) 5. formele, vast te stellen notulen van de bestuursvergaderingen (9.14) 6. formele, vast te stellen notulen van de ALV (11.18) 7. de ALV stelt een toezicht kader op (10.5) 8. aansluiting Unita bij een landelijke arbitragevoorziening, ingesteld door de Minister (12.1) 9. Unita benoemt een commissie die adviseert over bezwaarschriften met betrekking tot beslissingen over TLV's (17) 10. Unita stelt een privacyreglement vast (18.1) De onder 1, 3, 4 en 7 genoemde acties zijn momenteel nog niet genomen. De commissie voor beroep en de klachtencommissie (3 en 4) zijn momenteel niet van toepassing vanwege het ontbreken van personeel. Het bestuursreglement (1) en het toezichtskader van de ALV (7) staan op de agenda voor 2015. Naast deze zelf ingestelde regelgeving zijn de volgende wetten en regels van belang.  Wet op het primair onderwijs (WPO) Vanuit deze wet zijn vooral van belang: o Besteding van gelden De besteding van gelden moet rechtmatig en doelmatig zijn. De rechtmatige besteding van doorbetaalde gelden hoeft het samenwerkingsverband niet te controleren, dat is aan de ontvangende – eveneens onder de WPO vallende – instelling. Belangrijk kader hierbij is dat besteding plaatsvindt ter realisatie van het ondersteuningsplan. o Het nakomen van verplichtingen voor het samenwerkingsverband voor so en sbao en personeel, met name rond de tripartiete afspraken en de bekostiging van sbao en so. o Verantwoording, jaarverslaggeving De reguliere eisen die aan het PO worden gesteld in het kader van de verantwoording gelden ook voor het samenwerkingsverband. Hier vloeien weinig risico’s uit. Wel moet een zogenaamde continuïteitsparagraaf worden opgenomen. Belangrijkste risico voor het jaarverslag is dat Unita voor een volledige verantwoording afhankelijk is van tijdige informatie van alle aangesloten besturen omtrent de doelmatigheid van de doorbetaalde middelen. Jaarverslag Unita 2014

13

 Fiscale wetgeving Dit behelst momenteel de loonbelasting en is belegd bij het administratiekantoor. Unita is niet vennootschapsbelastingplichtig. Voor de btw is voor het inzetten van personeel in het kader van het ondersteuningsplan – dat wil zeggen ambulant begeleiders, psychologen, orthopedagogen en andere ondersteuners – een voorlopige vrijstelling tot 1 augustus 2016 van kracht. §4.3 Verslag van de toezichthouder Binnen Samenwerkingsverband Unita is gekozen voor nauwe betrokkenheid van de schoolbesturen bij de beleidsbepaling. Daar past als rechtsvorm een vereniging goed bij. Binnen een vereniging fungeert de Algemene Leden Vergadering (ALV) als Toezichthoudend Orgaan. De ALV bestaat uit de afgevaardigden van alle in Samenwerkingsverband Unita deelnemende schoolbesturen. Voor de beleidsvoorbereiding en -uitvoering heeft de ALV een bestuur van vijf personen benoemd, dat wordt ondersteund door een directeur. Besluitvorming door de ALV vindt plaats met inachtneming van de regels van medezeggenschap. Samenwerkingsverband Unita kent een actieve OPR. In 2014 heeft de ALV drie keer vergaderd, op 30 januari, 14 april en 21 mei. De ALV heeft het OndersteuningsPlan inclusief de meerjaren begroting 2014-2020 goedgekeurd. De Meerjaren Begroting gaat uit van schooljaren, wat omgewerkt wordt naar een verantwoording per kalenderjaar. Statuten en andere relevante stukken zijn eind 2013 vastgesteld. De ALV heeft Van Ree accountants benoemd tot accountant van Unita, waarmee is voldaan aan de wettelijke vereisten. Leden De ALV bestaat uit afgevaardigden van dertig schoolbesturen. Schoolbesturen met meerdere scholen (12) ASKO De Kleine Prins Donnerschool Elan HAAL Ichthus Mozarthof Proceon Spirit STIP Talent Primair Verenigde Scholen Alberdingk Thijm


Eenpitters (18) Bussumse Montessorischool Flevoschool Godelindeschool Gooilandschoolvereniging Hilversumse School Vereniging Katholieke Montessorischool Bussum Stichting Alg. bijz. bao in het Gooi (Vondelschool) Stichting Hilversumse Montessorischolen Stichting Interconfessioneel bao Naarden Stichting Katholiek bao de Hoeksteen Stichting Katholiek Onderwijs Bussum e.o. Stichting Noor (Ayoub) Stichting RK onderwijs Huizen Stichting RK onderwijs Naarden Stichting Vrienden van het rozenkruis (Jan van Rijckenborghschool) Vereniging Chr. instituut Groen van Prinsterer Vereniging Gooische school Laren Vrije school Michael

14

§5 Toelichting op de staat van baten en lasten Het financieel resultaat in 2014 bedraagt € 234.000 positief. In de meerjarenbegroting was voor 2014/ 2015 een resultaat van € 5.000 positief opgenomen. De maanden augustus t/m december 2014 kennen een begroting van € 56.000 negatief. bedragen x € 1.000

- zware ondersteuning - lichte ondersteuning - schoolmaatschappelijk werk - restant aanloopsubsidie Rijksbijdragen (a) - basisondersteuning - sbao - LGF-garantie - Personeel-garantie - compensatie awbz - arrangementen Overdracht schoolbesturen (b) Netto rijksbijdrage (a -/- b) (zie jaarrekening)

Inkomsten gemeenten (SMW) - salarissen - personeel schoolmaatschappelijk werk - inhuur derden - transitiebudget - huisvesting, administratie & beheer (OPR, bestuur, ICT etc.) Overige lasten Totaal

Realisatie 2014 642 1.568 18 349 2.578 605 428 437 697 83 2 2.253 325

Begroting 2014 646 1.555 19 2.220 605 426 417 705 41 2.194 26

Verschil -/- 4 13 -/- 1 349 357 2 20 -/-8 42 2 58 299

10 41 10 27 23

10 40 27 10 15

1 -/- 17 27 -/- 10 8

101 234

92 -/- 56

9 290

Zoals hierboven te zien is wijken de rijksbijdragen nauwelijks af van de begroting. De reden hiervoor is dat de berekeningen van te voren op de site ‘passend onderwijs’ zijn geplaatst en ook de leerlingaantallen – 1/10/2013 – reeds vast stonden. In de rijksbijdragen is opgenomen het restant van de aanloopsubsidie (€ 10 per leerling) zoals deze voor 2012/ 2013 en 2013/ 2014 is ontvangen, totaal ongeveer € 500.000. Van dit bedrag is tot en met juli 2014 € 151.000 besteed, met name aan ondersteuning bij het opstellen van het ondersteuningsplan en de meerjarenbegroting. Omdat de meerjarenbegroting geen rekening hield met een overschot leidt dit in 2014 tot een positief resultaat. De overdrachten aan de schoolbesturen zijn € 58.000 ofwel 2,6% hoger dan begroot. De doorbetaalde garantie LGF komt 5%, € 20.000 hoger uit omdat ook de nieuwe rugzakjes volledig zijn bekostigd. Volledig wil zeggen: tegen het tarief dat in 2013/ 2014 door DUO werd gehanteerd. In de begroting zijn het tarief en het aantal te betalen rugzakjes niet vastgelegd maar slechts een plafond: € 417.000 voor 2014, dat wil zeggen € één miljoen voor het schooljaar 2014/ 2015. De reden voor de hogere uitbetaling is dus ook niet uit te drukken in een afwijking op leerlingaantal of tarief. Wel is duidelijk dat er minder rugzakjes zijn uitbetaald dan in 2013/ 2014. Maar dat was in de begroting reeds voorzien, de totale kosten voor 2013/ 2014 bedroegen namelijk € 1.140.000. De personeelsgarantie voor zowel specialisten als ondersteunend personeel is licht lager uitgevallen. De reden hiervoor is dat de regel is gehanteerd dat alleen wordt betaald als het Jaarverslag Unita 2014

15

betreffende bestuur de kosten werkelijk maakt. De overlegde declaraties lieten opgeteld een onderschrijding van € 8.000 ten opzichte van de begroting zien. De garantiegelden ten behoeve van de AWBZ overschrijden de begroting duidelijk, met 102% ofwel € 42.000. In de regio is sprake van een fors negatieve verevening: Unita ontvangt, net als alle andere samenwerkingsverbanden € 3,98 per leerling. Hierdoor zou de garantie indien uitgevoerd binnen dit kader, dat overigens ook in de begroting was opgenomen, leiden tot een teruggang voor betrokken schoolbesturen en leerlingen van 50%. Het bestuur heeft besloten dit kader los te laten voor 2014/ 2015 en de betaling te continueren op het niveau van 2013/ 2014. De overige lasten overschrijden de begroting licht, € 9.000. De kosten voor schoolmaatschappelijk werk waren voor een deel dubbel begroot want namelijk ook reeds opgenomen onder de personeelsgarantie. Er is dus geen sprake van een verminderde inzet en inspanning ten behoeve van schoolmaatschappelijk werk. Hiernaast was geen budget opgenomen voor een controller terwijl deze reeds vanaf september noodzakelijk bleek en is ingezet. Deze overschrijding kon deels worden opgevangen met het ongespecificeerde transitiebudget.

Financiële kengetallen Hieronder zijn de kengetallen opgenomen zoals ze worden gehanteerd in het primair onderwijs. De grenzen zijn gedefnieerd voor het primair onderwijs. Omschrijving Solvabiliteit

Liquiditeit

Rentabiliteit

Weerstandsvermogen

Kapitalisatiefactor

Omschrijving Geeft aan de mogelijkheid om alle schulden op lange termijn te voldoen Geeft aan de mogelijkheid om alle schulden op korte termijn te voldoen Geeft aan hoe de bedrijfsuitvoering is verlopen De hoogte van de reserves onder aftrek van de vaste activa in relatie tot de totale exploitatie De beoordeling van het vermogensbeheer


Formule Eigen vermogen gedeeld door balanstotaal

Ondergrens 20%

Bovengrens geen

2014 79,2%

Vlottende activa gedeeld door kort lopende schulden

0,5

1,5

4,3

Exploitatieresultaat gedeeld door alle (netto) baten Eigen vermogen gedeeld door de (netto) rijksbaten

0%

5%

69,6%

15%

30%

71,8%

geen

60%

87,9%

Balanstotaal minus gebouwen en terreinen gedeeld door totale (netto) baten

16

Ondertekening bestuur


17

Jaarrekening Grondslagen en waarderingen Algemeen Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij hierna een andere waarderingsgrondslag wordt vermeld. De jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Burgerlijk Wetboek II, Titel 9 en de RJ660. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben, waarbij positieve resultaten slechts worden opgenomen indien en voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Negatieve resultaten worden verantwoord indien zij voor het opmaken van de financiële verantwoording bekend zijn geworden. Vergelijking met voorgaand jaar Omdat dit het eerste jaarverslag is ontbreekt de vergelijking met het voorgaande jaar. Het eerste verslagjaar loopt van 19 november 2013 tot en met 31 december 2014 en is daarmee, conform de statuten, een verlengd boekjaar. De waarderingsgrondslagen zijn hierna uiteengezet. Activa Vlottende activa Vorderingen worden nominaal gewaardeerd en, indien van toepassing, opgenomen onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. De liquide middelen worden gevormd door de kas- en banksaldi en zijn vrij ter beschikking tenzij anders is aangegeven. Resultaat Rijksbijdragen OCW Onder de rijksbijdragen worden de vergoedingen voor de exploitatie opgenomen verstrekt door het ministerie van OCW. De rijksbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar. Personeelslasten De personeelslasten hebben betrekking op de kosten van personeel dat in dienst is bij Unita. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.


18

Balans 31-12- 2014

20-11-2013

EUR

EUR

31.339

0

1

Vlottende activa

1.5

Vorderingen

1.7

Liquide middelen

261.330

0

Totaal activa

292.669

0

234.073

0

58.596

0

292.669

0

2

Passiva

2.1

Eigen vermogen

2.4

Kortlopende schulden

Totaal passiva


19

Staat van Baten en Lasten 2014

Begroot 2014

EUR

EUR

3

Baten

3.1

Rijksbijdragen

325.245

26.000

3.2

Overheidsbaten

10.000

10.000

3.5

Overige baten

0

0

Totaal Baten

335.245

36.000

4

Lasten

4.1

Personeelslasten

78.148

77.000

4.4

Overige lasten

23.024

15.000

Totaal Lasten

101.172

92.000

Saldo Baten en Lasten

234.073

-56.000

0

0

234.073

-56.000

5

Financiële baten en lasten

Totaal resultaat


20

Kasstroomoverzicht 2014 EUR

Saldo Baten en Lasten

234.073

Verandering in vlottende middelen: Vorderingen (-/-)

31.339

Schulden

58.596

Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties

Ontvangen interest

261.330

0

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

261.330

Mutatie liquide middelen

261.330


21

Toelichting op de balans

Vorderingen 31-12-2014

20-11-2013

EUR

EUR

4.794

0

1.5

Vorderingen

1.5.1

Debiteuren

1.5.2

OC&W

14.534

1.5.7

Overige vorderingen

11.910

0

1.5.8

Overlopende activa

101

0

31.339

0

Vorderingen

Liquide middelen 31-12- 2014

20-11-2013

EUR

EUR

1.7

Liquide middelen

1.7.2

Tegoeden op banken girorekeningen

261.330

0

Liquide middelen

261.330

0


22

Eigen vermogen 2.1

Eigen vermogen Stand

Resultaat

20-11-2013

Overige mutaties

Stand 31-12-2014

EUR

EUR

EUR

EUR

2.1.1

Algemene reserve

0

159.073

0

159.073

2.1.2

Bestemmingsreserve (Publiek) - Fricties

0

75.000

0

75.000

Eigen vermogen

0

234.073

0

234.073


23

Kortlopende schulden 31-12-2014

20-11-2013

EUR

EUR

22.901

0

2.4

Kortlopende schulden

2.4.3

Crediteuren

2.4.7

Belastingen en premies sociale verzekeringen

3.535

0

2.4.8

Schulden terzake van pensioenen

1.381

0

2.4.9

Overige kortlopende schulden

2.4.10

Overlopende passiva

23.679 7.099

0

58.596

0

Uitsplitsing

2.4.10.5

Vakantiegeld en -dagen

2.099

0

2.4.10.6

Accountants- en administratiekosten

5.000

0

Overlopende passiva

7.099

0


24

Toelichting op de exploitatierekening

Overheidsbijdragen 2014 EUR 3.1

Rijksbijdragen

3.1.1

Rijksbijdragen OCW/EL&I

3.1.2

Overige subsidies OCW/EL&I

3.1.3

Af: Inkomensoverdrachten

Rijksbijdragen

2.578.150 0 2.252.905

325.245

Overheidsbaten 3.2

Overige baten

3.2.1

Overige overheidsbaten

10.000

Overige baten

10.000

Lasten 4.1

Personeelslasten

4.1.1

Lonen en salarissen

40.473

4.1.2

Overige personele lasten

37.674

4.1.3

Af: uitkeringen (-/-)

Personeelslasten


0

78.147

25

Uitsplitsing

4.1.1.1

Brutolonen en salarissen

31.055

4.1.1.2

Sociale lasten

3.027

4.1.1.3

Pensioenpremies

6.391

Lonen en salarissen

40.473

4.1.2.2

Personeel niet in loondienst

37.098

4.1.2.3

Overig

Overige personele lasten

576

37.674

4.4

Overige lasten

4.4.1

Administratie en beheerslasten

4.4.4

Overige

15.384

Overige lasten

23.024

7.640

Specificatie honorarium 4.4.1.1

Onderzoek jaarrekening

5.000

Accountantslasten

5.000


26

Financieel en buitengewoon 2014 EUR 5


5.1

Rentebaten

0


0


27

Model G Verantwoording subsidies G1

Subsidies zonder verrekening clausule Omschrijving

Toewijzing Kenmerk

Toewijzing datum

Bedrag toewijzing

Ontvangen t/m verslagjaar

Prestatie afgerond?

EUR

EUR

Ja/Nee

Niet van toepassing G2

Subsidies met verrekening clausule

G2A

Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving

Toewijzing kenmerk

Toewijzing datum

Bedrag toewijzing


Totale kosten

EUR

EUR

EUR

Te verrekenen

Niet van toepassing

G2B

Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving

Toewijzing kenmerk

Toewijzing datum

Bedrag toewijzing

Saldo


1-1- 2014 EUR

EUR


31-12-2014

31-12-2014 EUR

Niet van toepassing Totaal


Totale kosten

28

Modelmatige weergaven rapportagegegevens volgens wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 1 (vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking *) naam

Voorz. j/n

J.Vroegindeweij N

Aanvang Dienstverband

01-08-‘14

Einde DienstVerband

Omvan g DienstVerban d in FTE 1,00

Beloning

BelastBare Onkostenvergoeding

Voorziening Beloning Op termijn €

€ 26.620

Uitkering Beëindiging Dienstverband * €

Motivering overschrijding norm en andere toelichtingen

€ 1.271

Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 2 (vermelding alle bestuurders zonder dienstbetrekking) naam

Voorz. j/n

Einde Omvang Beloning BelastDienst- Dienst€ Bare verband Verband Onkostenin FTE vergoeding


Uitkering Beëindiging Dienstverband ** €


Niet van toepassing

Vermelding toezichthouders (lid van het hoogste toezichthoudende orgaan) naam

Voorz. j/n

G.T.Tissing J A.A.B.Fisscher D.Stevens C.van Veen B.vandenHaak Jaarverslag Unita 2014

Ingang Einde Beloning Belastfunctiefunctie€ Bare vervulling vervulling Onkostenvergoeding 01-08-14 01-08-14 01-08-14 01-08-14 01-08-14



€0 €0 €0 €0 €0 29


Vermelding niet-topfunctionarissen (andere functionarissen van wie de bezoldiging c.q. de ontslagvergoeding de norm overschrijdt) Functieomschrijving

Ingang Einde Omvang Beloning dienstdienstdienst€ verband verband verband in FTE





Niet van toepassing Vermelding niet-topfunctionarissen (zelfde opgave als hierboven, maar dan over het voorgaande verslagjaar) Functieomschrijving

Ingang Einde Omvang Beloning dienstdienstdienst€ verband verband verband in FTE




Niet van toepassing *Let op de vigerende bepalingen iz fictieve dienstbetrekkingen **Indien van toepassing. Bij een uitkering wegens beëindiging dienstverband moet ook een lijst met alle voorgaande functies worden opgenomen


30

Overige gegevens Bestemming resultaat Het resultaat van het boekjaar, € 234.073, wordt als volgt bestemd: € 75.000 wordt binnen het eigen vermogen toegevoegd aan de te vormen ‘frictie reserve’. € 159.073 wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Gebeurtenissen na afloop verslagjaar Na afloop van het verslagjaar hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die vermeld moeten worden. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Unita heeft een huurcontract voor onbepaalde tijd gesloten voor kantoorruimte aan de Bordesstraat 80 te Bussum. De aanvangshuurprijs bedraagt op jaarbasis € 5.038.


31

Controleverklaring accountant


32


33

Bijlagen Verplichte Toelichting Model E: Verbonden partijen Naam

Juridische vorm 2014

Statutaire zetel

Code activiteiten

Niet van toepassing

Eigen vermogen 31-12- 2014

Resultaat jaar 2014

Art 2:403 BW

Deelname

Consolidatie

EUR

EUR

Ja/Nee

%

Ja/Nee

0

0

N

N

Beleidsinfo PO

BRIN

Lasten administratie

Lasten huisvesting

Lasten leermiddelen

Lasten meubilair

Baten ouderbijdragen

Lasten schoonmaken

Baten sponsoring

Baten totaal

Lasten totaal

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

PO2709

7.640

0

0

0

0

0

0

335.245

101.171

Totaal Bestuur

7.640

0

0

0

0

0

0

335.245

101.171


34

Meerjarenbegroting op hoogste aggregatieniveau zie de meerjarenbegroting in §4.1

Staat van Baten en Lasten (bedragen in euro)

2014/15

2015/16

2016/17

2017/18

2018/19

2019/20

2020/21

3 Baten 3.1

Rijksbijdragen

205.305

427.767

420.708

408.858

410.575

403.594

404.164

3.2

Overheidsbaten

23.000

23.000

23.000

23.000

23.000

23.000

23.000

3.5

Overige baten

-

-

-

-

-

-

-

Totaal Baten

228.305

450.767

443.708

431.858

433.575

426.594

427.164

4 Lasten 4.1

Personeelslasten

97.000

97.000

97.000

97.000

97.000

97.000

97.000

4.4

Overige lasten

126.395

100.691

99.999

99.319

98.651

97.994

97.348

Totaal Lasten

223.395

197.691

196.999

196.319

195.651

194.994

194.348

4.910

253.076

246.709

235.539

237.924

231.600

232.816

-

-

-

-

-

-

-

4.910

253.076

246.709

235.539

237.924

231.600

232.816

2014/15

2015/16

2016/17

2017/18

2018/19

2019/20

2020/21

Saldo Baten en Lasten 5 Financiële baten en lasten Totaal resultaat

Balans (bedragen in euro ultimo) 1 Vlottende activa 1.5

Vorderingen

0

0

0

0

0

0

0

1.7

Liquide middelen

4.910

257.986

504.694

740.234

978.158

1.209.758

1.442.574

Totaal activa

4.910

257.986

504.694

740.234

978.158 1.209.758

1.442.574

4.910

257.986

504.694

740.234

978.158

1.209.758

1.442.574

0

0

0

0

0

0

0

4.910

257.986

504.694

740.234

978.158 1.209.758

1.442.574

2 Passiva 2.1

Eigen vermogen

2.4

Kortlopende schulden Totaal passiva

Gebruikte afkortingen en termen bao cluster lgf mdo oogo opr rec sbao, sbo so tlv wsns zat

basisonderwijs 2: gehoor en spraak; 3: lichamelijk; 4: gedrag leerlinggebonden financiering, ook wel ‘rugzakje’ genoemd multi disciplinair overleg op overeenstemming gericht overleg, veelal met gemeente(n) ondersteunings plan raad regionaal expertise centrum, voormalig orgaan binnen wsns speciaal basisonderwijs speciaal onderwijs toelaatbaarheidsverklaring, voor speciaal (basis)onderwijs weer samen naar school, voormalig samenwerkingsverband zorg advies team


35

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Jaarverslag 2014

Recommend Documents