passend onderwijs
Eerste ervaringen passend onderwijs Blogs samenwerkingsverbanden Sterk VO, Zuid-Kennemerland PO en Helmond-Peelland VO 1
Ter introductie Op 1 augustus 2013 gingen het primair onderwijs in Zuid-Kennemerland en het voortgezet onderwijs in Utrecht, Stichtse Vecht en Helmond-Peelland van start met passend onderwijs. Zij zijn daarmee pioniers in de invulling van passend onderwijs in de praktijk. Het was hun bewuste keus om een jaar eerder dan de rest van Nederland te beginnen. Want zij zagen toen al mogelijkheden om meer maatwerk voor leerlingen tot stand te brengen, en ze wilden graag zien hoe hun ideeën over passend onderwijs in de praktijk zouden uitpakken. Bovendien wilden ze anderen van hun ervaringen laten leren. De drie samenwerkingsverbanden hebben passend onderwijs elk op een eigen manier vormgegeven. Via de blogs van deze pioniers kon iedereen hun reilen en zeilen volgen en leren van hun ervaringen. Van de intern begeleider die samen met ouders onderzoekt wat de meest passende plek is voor een leerling tot de directeur van het samenwerkingsverband over hoe je leraren eigenaar maakt van de ontwikkelingen op school. Lees meer over de 3 pioniers op www.passendonderwijs.nl.
2
3
passend onderwijs
Voorwoord Leraren, leerlingen, ouders en bestuurders die afgelopen jaar al met passend onderwijs aan de slag zijn gegaan bloggen over hun ervaringen op www.passendonderwijs.nl. Deze boeiende en leerzame verhalen uit de praktijk hebben heel veel mensen uitgedaagd en aan het denken gezet. Ik wil de pioniers dan ook hartelijk bedanken voor het enthousiasme waarmee zij hun ervaringen met ons wilden delen. Voor de openhartigheid waarmee zij over hun successen, maar ook hun worstelingen vertelden. En bovenal voor hun tomeloze inzet om nóg beter onderwijs te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Met gepaste trots bied ik u hierbij een selectie aan van de mooiste blogs van de pioniers. Laten we er samen met alle betrokkenen van leren, zodat passend onderwijs vanaf schooljaar 2014-2015 overal in Nederland een succes wordt.
Sander Dekker Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
4
5
passend onderwijs Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland PO
Wie is de eigenaar? 4 directeuren, 1 beleidsmedewerker en de organisatie OnderwijsAdvies: samen bereiden we het directienetwerk van maart 2014 voor. Het valt niet mee om op maandagochtend direct creatief te zijn. Toch gaat het gesprek al snel over eigenaarschap, schooldoelen stellen, het onderwijsprofiel, ontwikkeling op leerkrachtniveau, ondersteuningsmiddelen en over hoe al deze dingen met elkaar samenhangen. En dat op maandagochtend. Na een halfuur raken we echt op dreef en leidt onze discussie naar de volgende vragen voor op de netwerkbijeenkomst: 1. Hoe zorg je dat passend onderwijs over onderwijs blijft gaan? 2. Hoe maak je leraren eigenaar van de schoolontwikkeling? 3. Wat betekent het voor de manier van werken in het onderwijs als leraren eigenaar zijn van de schoolontwikkeling? 1. Hoe zorg je dat passend onderwijs over onderwijs blijft gaan? Passend onderwijs gaat bij ons over het optimaliseren van het onderwijsaanbod, zodat het past bij de leerlingen van een school. Hoe zorg je dat de resultaten, het aanbod, het didactisch en pedagogisch handelen en het klassenmanagement passen bij de leerlingen van jouw school? Het onderwijs laten aansluiten op de leerlingen vinden wij de kern van het onderwijs en deze kern moet centraal komen te staan in gesprekken en vergaderingen op school. 2. Hoe maak je leraren eigenaar van de schoolontwikkeling? Een van de directeuren werkt met zogenaamde leerpleinen. Een leerplein is een platform dat bedoeld is om expertise over te dragen binnen de school. Leraren zijn hiervoor verantwoordelijk. Zou het mogelijk zijn om de leerpleinen te koppelen aan de
6
bovengenoemde kern van het onderwijs? Oftewel: zou je door dit te doen leraren meer eigenaar kunnen maken van hun eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van het team? In het kader van passend onderwijs betekent dit dat leraren in teams verantwoordelijk zijn voor de inhoud van het onderwijsprofiel. 3. Wat betekent het voor de manier van werken? De leraren spreken met elkaar af welke afspraken zij maken rondom het onderwijsaanbod, didactiek en pedagogiek en hoe ze de kwaliteit hiervan bewaken. De ideeën vanuit de teams en leerpleinen vullen automatisch het jaarplan en het activiteitenplan. Dit betekent dat er ruimte moet komen voor inhoudelijke overleggen waarin we gezamenlijk bepalen waar de school voor staat en wat zij wil uitstralen. En in januari en februari is het spannend, want dan vertellen de leerlingen of deze afspraken aangescherpt moeten worden of al leiden tot het gewenste resultaat. Voldoende diepgang Terug naar de realiteit: wat betekenen deze vragen voor het directienetwerk? We hebben 2 uur de tijd… De bijeenkomst moet praktisch zijn, voorbeelden geven en niet te theoretisch zijn, maar hij moet wel voldoende diepgang hebben. Gelukkig is het nog lang geen maart en hebben we nog even de tijd om het directienetwerk voor te bereiden. Lucas Rurup Directeur samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland PO
7
passend onderwijs Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
Ik ben anders Toen ik 13 was, heb ik deelgenomen aan een psychologisch onderzoek om de vraag ‘wat is er toch anders aan mij?’ te beantwoorden. Er werd me verteld dat ik inderdaad anders was. Anders dan mijn vrienden. Ik wist niet hoe ik hiermee moest omgaan of wat ik hiervan moest denken. Hulp wilde ik niet accepteren en daarom ging het ook steeds slechter met mij. Ik ben zelfs een keer blijven zitten door mijn eigen koppigheid. Dat was het gevolg van het niet aannemen van de hulp die mij geboden werd. Totdat ik de knop omzette en mezelf en de hulp wel accepteerde. Ik leer mezelf beter kennen Ik krijg nu al 4 jaar begeleiding op mijn school om te leren hoe ik met dingen moet omgaan en hoe ik ze moet aanpakken. Ik heb gemerkt dat ik mezelf hierdoor beter leer kennen en dat resulteerde ook goed op school: ik haalde betere cijfers en de docenten leerden mij ook kennen. Hierdoor stond ik beter in het leven. De problemen lijken te verdwijnen en alles gaat mij steeds makkelijker af. Ik ging de afgelopen jaren ‘met 2 vingers in mijn neus’ over. Allemaal dankzij de hulp die ik kreeg. Hulp bieden die past bij het kind Ik vind dat leerlingen die anders zijn een kans verdienen in het gewone onderwijs. Waar het mij om gaat, is dat een leerling die anders is niet meteen moet worden opgegeven, maar dat hij of zij er het beste van kan maken met hulp van extra begeleiding. Zelf heb ik dit ook ondervonden. De mensen om mij heen dachten dat speciaal onderwijs de juiste oplossing voor mij zou zijn. Maar uiteindelijk red ik het met hulp in het reguliere onderwijs. Dat is naar mijn idee toch de bedoeling van passend onderwijs: hulp bieden die past bij het kind. Leerling 5 vwo
8
9
passend onderwijs Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
Aan de slag in passend onderwijs ‘Yes, we gaan het doen’, was mijn eerste reactie toen bekend werd dat samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO pionier werd in passend onderwijs. Natuurlijk waren we als Triade Ambulante Dienst Helmond zelf en in het samenwerkingsverband al een tijd bezig met de voorbereiding op passend onderwijs, maar in augustus maakten we echt de omslag van denken naar handelen in de nieuwe situatie. Zouden onze plannen in de praktijk werken? Zijn we op de goede weg? Triade Ambulante Dienst Helmond Als locatiedirecteur van Triade Helmond kreeg ik te maken met een andere vraag. Vanuit de leerlinggebonden financiering (rugzakjes) maakten we met de school en de ouders afspraken over de volgende vraag: wat gaan we voor deze leerling, zijn leraar en zijn team doen? Deze vraag is nu veranderd in: school, wat gaan we samen doen voor jullie leerlingen, docenten en teams? Wat is de ondersteuningsbehoefte van de school? Het uitgangspunt blijft hierbij de ondersteuningbehoefte van de leerlingen. Samen met elke school uit het samenwerkingsverband is een plan gemaakt. Een plan dat past bij de school. Want elke school is anders en maakt zijn eigen ontwikkeling door. Toelaatbaarheidsverklaringen Als orthopedagoog ben ik lid van de Permanente Commissie Leerlingenzorg-passend onderwijs (PCL-pao) van het samenwerkingsverband. In plaats van naar de problematiek van de leerling te kijken, richten we ons op de ondersteuningsbehoefte van de leerling: wat heeft deze leerling nodig en waar is zijn passendonderwijsplek? Wat is de ondersteuningsbehoefte van de school om deze leerling die passende plek te bieden? In de commissie zorgen deze vragen voor interessante discussies, waarbij wij elkaar scherp houden door in plaats van ‘ja, maar’ te zeggen, ‘ja, en?’ te vragen. 6 weken passend onderwijs Zijn we pas 6 weken bezig? We hebben al zo veel gedaan! Op de scholen begint de invulling van passende ambulante begeleiding steeds meer vorm te krijgen. De eerste toelaatbaarheidsverklaringen zijn toegekend. We komen regelmatig nieuwe obstakels tegen, maar de
10 10
uitdaging om deze te overwinnen, blijft. Door samen in plaats van voor onszelf te werken, komt passend onderwijs helder en dichtbij, in plaats van vaag en op afstand te blijven. Het voordeel van pionieren is dat we de kans krijgen om al werkende tot nieuwe inzichten te komen. En deze toe te passen. Janine Jansen Locatiedirecteur Triade Helmon
Leerling:
“De mensen om mij heen dachten dat speciaal onderwijs de juiste oplossing zou zijn. Maar uiteindelijk red ik het met hulp in het regulier onderwijs.”
1111
passend onderwijs Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht
Elke leerling doet ertoe Mijn naam is Elzeline Bergisch en ik werk voor het samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht. Ik ben van 3 vo-scholen begeleider passend onderwijs; ik kijk en denk mee met de scholen, begeleid en adviseer ze en stel ze vragen met betrekking tot passend onderwijs. Ik heb daarbij te maken met diverse niveaus binnen het onderwijs: leerlingen, ouders, mentoren, zorgcoördinatoren, teamleiders en directeuren. Regulier onderwijs vaak passend Passend onderwijs betekent voor mij dat elke leerling binnen ons samenwerkingsverband op een passende plek zit. Dit is mijn persoonlijke drijfveer. Elke leerling doet ertoe. In de meeste gevallen is regulier onderwijs voor een leerling passend. Maar in een aantal gevallen signaleert de school dat het niet goed gaat met een leerling. Neem bijvoorbeeld Fadoua. Zij zit dit schooljaar voor de tweede keer in de eerste klas. Voor de zomervakantie zat de school met de handen in het haar. Ze kregen steeds moeilijker contact met Fadoua; ze was obstinaat, haalde onvoldoendes en ook de ouders wisten niet meer hoe met haar om te gaan.
Moeder van David:
“Je krijgt de ondersteuning en begeleiding die je nodig hebt van de docenten, wat heel belangrijk is, want uiteindelijk gaat het over de toekomst van je kind!” 12
Rondetafelgesprek Samen met de school organiseerden we een rondetafelgesprek met Fadua en haar ouders, de zorgcoördinator, ik als begeleider passend onderwijs en de inmiddels door vader ingeschakelde hulpverlening. In dit gesprek hebben we concrete afspraken gemaakt over de doelen van Fadoua, maar ook van de school en thuis. Wie doet wat, op welke manier en wanneer? Deze afspraken legden we vast in een ontwikkelingsperspectief (OPP). Ook spraken we af wanneer we deze doelen zouden evalueren en eventueel bijstellen. Nieuwe start Het resultaat: Fadoua heeft in september een nieuwe start gemaakt. Ze krijgt de ondersteuning die ze nodig heeft, zowel thuis als op school en het gaat heel goed. Het gaat zelfs zo goed dat ik niet meer aanwezig ben bij de gesprekken aan tafel. Ik volg de ontwikkelingen wel op de voet en vraag regelmatig hoe het staat met de ontwikkeling van Fadoua. Dit is een mooi voorbeeld van het passend maken van een reguliere plek voor een leerling met een ondersteuningsbehoefte. Elzeline Bergisch Begeleider passend onderwijs Sterk VO
13
passend onderwijs Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland PO
Zorg voor een langdurige zieke leerling uit het buitenland Als startende intern begeleider werd ik begin dit schooljaar verrast door de inschrijving van 2 kinderen uit een Nederlands gezin dat in het buitenland woonde. Het gezin was hier in de zomer op vakantie en moest abrupt blijven omdat 1 van de kinderen ernstig langdurig ziek bleek te zijn. Ik vreesde een log, moeilijk bereikbaar systeem en een grote papierwinkel om de juiste zorg en begeleiding voor deze leerling te regelen. Maar waar een wil is, is een weg en ik moest en zou deze weg ontdekken. Juist geen papierwinkel Wat een geluk dat wij in Zuid-Kennemerland passend onderwijs al uitvoeren. Er is hier geen sprake van een log systeem en een grote papierwinkel. Na een goed gesprek met mijn directeur, de directeur van ons samenwerkingsverband en de onderwijsconsulent, vulde ik een beknopte toelaatbaarheidsverklaring in. Daarna stelde het samenwerkingsverband direct een budget beschikbaar om deze leerling te helpen. Overal bleken de lijnen kort en de onderwijsconsulent kwam op zeer korte termijn langs voor extra overleg. De weg bleek eenvoudig. Budget goed inzetten Naast het individuele begeleidingsplan stelde ik een plan op om het budget voor deze leerling zo goed mogelijk in te zetten. Zo benaderde de school een remedial teacher om de leerling thuis en op school 3 uur in de week extra begeleiding te bieden, en met de leraar die in het ziekenhuis het onderwijs verzorgt, zijn concrete afspraken gemaakt. Daarnaast kan deze leerling via het programma Digitale Klasgenoot overal en altijd contact leggen met de groep, en inloggen om de les te volgen. Verder maakte de school de zij-entree toegankelijk voor rolstoelen. En ik pleegde 1 telefoontje naar Mytylschool De Regenboog, waarna deze nog diezelfde middag een speciaal voor rolstoelgebruikers geschikte tafel aanleverde. Als er meer nodig is, staan ze direct voor ons klaar. Hulde voor deze collegialiteit.
14
Soepel en adequaat passend onderwijs Ik vind het heel verdrietig dat een gezin zo wordt weggerukt uit het land waar het woonde, maar ik ben ook blij dat onze school soepel en adequaat passend onderwijs kan verzorgen. We kunnen er echt zijn voor dit gezin. Als startende intern begeleider ben ik een grote ervaring rijker. Maud de Zwart Intern begeleider de Josephschool in Bloemendaal
Leerling:
“Er is niet echt veel met me aan de hand maar dat we samen praten en dat er echt naar mij geluisterd wordt, betekent heel veel voor me. Ik word er blij van.”
15
passend onderwijs Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
Van speciaal naar passend onderwijs Als zorgcoördinator van het Carolus Borromeus College kreeg ik af en toe het verzoek of een leerling van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) het op onze school voor regulier voortgezet onderwijs (vo) mocht proberen. Vaak kwam dit verzoek vanuit de leerling en soms vanuit de vso-school, die dan aangaf dat de leerling toe was aan een volgende stap. In dit proces gaan we een nog actievere rol spelen. We zijn namelijk de samenwerking met vso-school de Berkenschutse aangegaan. Deze school geeft onderwijs aan leerlingen die langdurig ziek zijn en leerlingen met een autismespectrumstoornis op havo/vwo-niveau. Samen bekijken we welke leerlingen met een autismespectrumstoornis klaar zijn om vanuit het vso regulier in te stromen. In elkaars keuken kijken Om van de samenwerking voor leerlingen een succesvolle ervaring te maken, moeten de Berkenschutse en het Carolus Borromeus College elkaar eerst goed leren kennen. Voor reguliere scholen zijn de werkwijze en de inrichting van het speciaal onderwijs vaak onbekend; wij komen meestal niet verder dan ‘ze hebben er kleine klassen’. De 2 scholen moeten dus in elkaars keuken kijken. Na de eerste oriënterende gesprekken, verzorgden collega’s van de Berkenschutse daarom een workshop aan de hand van een uitgewerkte casus. De volgende stap is dat een aantal collega’s van de Berkenschutse een dag komen meelopen in verschillende klassen op verschillende afdelingen van onze school. Dit is belangrijk omdat zij zo inzicht krijgen in welke vaardigheden van belang zijn voor de instromende leerling. Tegelijkertijd leren wij van hen welke aanpassingen soms al voldoende kunnen zijn om een leerling te laten slagen. Steeds verder ontwikkelen De grote vraag is: wat heeft een leerling nodig om te kunnen slagen? Een vraag die je ook bij de reguliere leerlingen stelt, maar uitgesprokener bij de leerlingen die vanuit het vso regulier willen instromen. Het samenwerkingstraject gaat slagen als we bereid zijn om deze legpuzzel bij iedere leerling te leggen. We kijken daarbij naar vragen als ‘wat hebben leerling en docent nodig en hoe kunnen wij hen daarbij ondersteunen?’. We gaan ons steeds verder ontwikkelen en de komende maanden bekijken we welke leerlingen de overstap kunnen maken. We gaan de puzzel gezamenlijk leggen; passend onderwijs gaat weer een stap verder. Dilise Kuipers Zorgcoördinator Carolus Borromeus College
16
17
passend onderwijs Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht
Voor elk kind een passend plan Hallo, ik ben Irma de Waard en zit in de ondersteuningsplanraad (OPR). Ruim een jaar geleden werd ik gevraagd om als ouder van het Wellantcollege Utrecht lid te worden van de OPR. Deze heeft als doel om mee te denken, mee te praten en mee te beslissen over het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht. Ondersteuningsplan Wat houdt het ondersteuningsplan precies in? In dit plan staat beschreven dat elke leerling recht heeft op passend onderwijs. Dat klinkt mooi, maar wat is passend onderwijs dan? Wanneer heb je daarmee te maken? Wanneer uw kind goed mee kan komen, lekker in zijn vel zit en goede resultaten haalt, houdt u zich daar wellicht niet mee bezig. Maar wat als uw kind wel ondersteuning nodig heeft? En lastig aansluiting vindt bij klasgenoten? Of als een lastige gezinssituatie ervoor zorgt dat een kind uit balans raakt? Passend plan In deze gevallen bieden we een passende oplossing. In plaats van te kijken naar wat het kind heeft, kijken we nu naar wat het kind nodig heeft. Er wordt niet gefocust op wat een kind niet kan, maar juist op wat een kind nodig heeft om iets wel te kunnen. Welke mogelijkheden zijn er om de talenten die het kind heeft te helpen ontwikkelen? Wat kunnen we inzetten om het kind te helpen groeien en ontwikkelen? Ouders en begeleiders maken hiervoor gezamenlijk een plan. Een plan dat past bij wat het kind nodig heeft op dat moment. Een passend plan. Een groot voordeel van passend onderwijs is dat er 1 persoon wordt gekozen als contactpersoon; 1 persoon die alles coördineert in het begeleidingstraject. Afkortingen Mijn kind heeft weliswaar geen extra zorg nodig, maar ik vind het belangrijk om bewust te zijn van en stil te staan bij de kinderen die meer nodig hebben dan de reguliere zorg en begeleiding. Ik gun elk kind een goede en leuke schoolcarrière. Elk kind heeft het recht zichzelf te kunnen en mogen zijn, wat voor mij ook betekent dat het kind recht heeft op ondersteuning die hem verder helpt. Je wilt tenslotte allemaal verder komen. Als ouder ben ik redelijk onwetend in de wereld van het onderwijs en alle commissies, werkmodellen enzovoorts die daar te vinden zijn en ik ben ook niet bekend met sommige afkortingen die
18
gebruikt worden. Ik zal u niet vervelen met OOGO, SO en POVO, u hoeft maar 1 afkorting te onthouden: PaO, passend onderwijs. Ik wens u en uw kind een voorspoedige, leerzame en vooral ook plezierige schoolcarrière. Irma de Waard Ouder ondersteuningsplanraad Sterk VO
Sam:
“Toen ik hier voor het eerst op school kwam, was er een enthousiaste begeleider die helemaal niets van autisme af wist, maar vastbesloten was me goed te begeleiden.”
19
passend onderwijs Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
Passend onderwijs: nie maawe mar doen* “Ouders worden onvoldoende betrokken en docenten zijn niet positief over passend onderwijs.” Dit soort ongenuanceerde uitspraken komen vrijwel dagelijks via de media tot ons. Hoewel er nog veel te verbeteren is, doet dergelijke publiciteit geen recht aan de werkwijze van veel samenwerkingsverbanden. Ik illustreer dit door een voorbeeld te geven van de manier waarop wij de werkvloer en ouders bij passend onderwijs betrekken. ACT on tour Samen met de toen nog samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS) van het primair onderwijs nodigden we interne begeleiders en directeuren van circa 125 basisscholen in onze regio uit voor diverse informatiebijeenkomsten over passend onderwijs en onze pioniersstatus. Op de bijeenkomsten vertelden we dat onze Adviescommissie Toewijzingen (ACT) on tour zou gaan om te inventariseren welke leerlingen in het basisonderwijs bij de overgang naar het voortgezet onderwijs (vo) extra ondersteuning nodig zouden hebben. De ACT keek hierbij ook naar leerlingen in het speciaal basisonderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so). De basisscholen gaven door aan de ACT welke leerlingen zij wilden bespreken en de ACT bezocht de betreffende scholen om met deze leerlingen – uiteraard met toestemming van de ouders – over hun ondersteuningsbehoeften te praten. Zorgcoördinatoren vo werden uitgenodigd bij deze gesprekken aanwezig te zijn. Plannen en organiseren Deze inventarisatieronde is bijna afgesloten en levert ons belangrijke informatie op. We hebben zicht op het aantal leerlingen van wie het aannemelijk is dat ze na de zomervakantie naar het voortgezet speciaal onderwijs (vso) zullen gaan. Ook weten we aan welke arrangementen voor extra ondersteuning in het nieuwe schooljaar behoefte is.
20
Dit helpt ons bij een goede planning en organisatie. Als ouders hun kind met extra ondersteuningsvraag in maart aanmelden bij een vo-school van keuze, kan deze school bij de ACT een aanvraag doen voor extra ondersteuning. Omdat deze leerlingen al in beeld zijn, zal de ACT snel uitsluitsel kunnen geven. Ouders aan het woord Als zittende vo-leerlingen extra ondersteuning nodig hebben, dan is de zorgcoördinator aan zet. Hij vraagt de ondersteuning aan bij de ACT. Die doet dossieronderzoek en nodigt de ouders en zorgcoördinator uit om hun zienswijze toe te lichten. We menen dat we zo de mensen aan tafel hebben die samen garant staan voor de belangen van de leerling en vertrouwen erop dat we zo tot de best mogelijk passende onderwijsplaats komen. Goed nieuws is geen nieuws Tot slot nog iets over de beeldvorming. 2 actualiteitenprogramma’s van de publieke omroep vroegen mij eind 2013 of ze bij ons als pionier opnamen mochten maken over de uitvoering van passend onderwijs. Natuurlijk reageerde ik positief. Beide redacties hebben het op het laatste moment laten afweten met als reden “bij jullie gaat het goed, dat is niet interessant”. De invoering van passend onderwijs zal niet zonder slag of stoot gaan. Ik ben trots op de wijze waarop wij in Peelland samenwerken. De Peel-mentaliteit is er een van: nie maawe mar doen, ofwel niet mopperen maar doen.* We gaan problemen niet uit de weg maar lossen ze stuk voor stuk op zodat de leerling kan doen wat hij moet doen: onderwijs volgen. Marja Q. van Leeuwen Coördinator samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO *Bron: Het Helmonds Woordenboek van Wim Daniels
21
passend onderwijs Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht
Samen zorgen voor een goede leeromgeving Ik ben Ernst van Zuilen (50 jaar) en mijn dochter Sophie (17 jaar) zit op STIP VSO in Utrecht. Aan het begin van dit schooljaar gingen de Wilhelminaschool, de Rafaelschool en de Herderschêeschool samen in STIP VSO. Deze scholen zitten nu bij elkaar in een mooi nieuw gebouw en zijn er voor leerlingen met een cognitieve beperking in de regio Utrecht. Betrokkenheid Sophie zat eerst op de Rafaelschool, waar ik in de ouderraad zat. Vanaf het begin van dit schooljaar zit ik in het kernteam ouderparticipatie. Dit bestaat uit 6 ouders, de directie en een docent uit de werkgroep ouderparticipatie. Ouderparticipatie vergroot de betrokkenheid van ouders. Het contact tussen ouders en school is informeel: wij geven als ouders aan wat wij belangrijk vinden. Dit wordt door school erg gewaardeerd. Ouders kunnen ook aangeven wat ze kunnen en willen betekenen voor de school. Zo maken we gebruik van elkaars kwaliteiten en van elkaars sociale netwerk.
Julia:
“Ik heb voor deze school gekozen, omdat er goed met dyslexie wordt omgegaan. Het is een kleine school, dus dan hebben mentoren meer zicht op hoe je er zelf mee omgaat.”
Cultuuromslag Op STIP VSO zitten veel kinderen uit de regio. Hierdoor is er niet vanzelfsprekend contact tussen de ouders en de school. We verbreden de contactmomenten met thema-avonden en koffie-ochtenden, waarbij we over verschillende thema’s in gesprek gaan, zoals bewindvoerderschap bij jongvolwassen kinderen met een beperking. Ook vragen we ouders aanwezig te zijn bij feestdagen, zoals Sinterklaas of een schooldisco. Docenten zijn gewend veel activiteiten zelf te organiseren; het kernteam ouderparticipatie geeft aan dat ouders hierbij kunnen helpen. Dit is een cultuuromslag, maar we weten elkaar steeds beter te vinden. Het kind centraal We denken altijd vanuit de driehoek ouder-school-kind. Hierbij staat het kind centraal. Sophie heeft het ongelooflijk naar haar zin op school. Ze leert graag en loopt 2 dagen in de week stage: op school en in een paardenpension. Haar docent is heel betrokken. Als we met een vraag zitten en daarover mailen, dan krijgen we vaak dezelfde avond nog antwoord. In de driehoek participeer je als ouder met de school; samen creëren we een goede en veilige leeromgeving. Zo zorgen we ervoor dat onze kinderen met plezier naar school gaan. Ernst van Zuilen Ouder STIP VSO
22
23
passend onderwijs Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
Nieuwe ronde, nieuwe kansen… Eindelijk is het dan zover. Na maanden voorbereiding is maandag 19 augustus 2013 binnen het Vakcollege te Helmond de integratieklas gestart. 12 leerlingen met een leerachterstand, afkomstig van de Antoon van Dijkschool te Helmond, stappen vol spanning het schoolgebouw binnen. Net als wij vinden ook zij het spannend: hoe zal het gaan lopen? Het idee achter de integratieklas is om deze leerlingen zo veel mogelijk te laten integreren binnen het regulier onderwijs en ze dichter bij huis naar school te laten gaan. De leerlingen zijn enthousiast en hebben er zin in. We maken kennis met elkaar, kortom: nieuwe ronde nieuwe kansen. Wennen aan de nieuwe omgeving Het doel tot de herfstvakantie is dat de leerlingen wennen aan de nieuwe omgeving. Ze starten elke dag om 8.45 uur en komen allemaal zelfstandig naar school. Voor sommige leerlingen is het even wennen dat ze op tijd moeten komen. Even kijken waar de grenzen liggen. Maar al snel wordt het duidelijk: 2 keer te laat is je melden om 8 uur. Ook de pauzemomenten vinden de meeste leerlingen toch wel spannend. Een grote aula met heel veel leerlingen. Het is van beide kanten een beetje zoeken. De leerlingen van het vakcollege zijn nieuwsgierig en hebben vragen, maar ook de leerlingen van de integratieklas moeten hun weg vinden. Bij wie ga ik aan tafel zitten? Wat zal ik vandaag eens kopen bij de schoolkantine? Zal ik iets uit de snoepautomaat halen? Zaken die voor de leerlingen van de integratieklas helemaal nieuw zijn. Ze genieten volop. Naast het genieten in de pauzes, zijn er ook momenten dat de leerlingen tegen zaken aanlopen. Zoals het contact leggen met andere leerlingen; het ene moment wil een leerling wel vrienden zijn en het andere moment niet. Hoe ga je daarmee om? Tijdens de coachingsgesprekken komen de sociale redzaamheid en het lekker in je vel zitten geregeld aan bod. Theorie- en praktijkvakken Een dagprogramma bestaat uit theorie- en praktijkvakken. We splitsen de groep in tweeën. De ene helft gaat praktisch aan de slag en de andere helft gaat aan de slag met de theo-
24
retische vakken. Op die manier kunnen wij de leerlingen dat bieden waar ze hulp bij nodig hebben. De vakken Zorg & Welzijn en Techniek volgen we op de afdelingen. Op die manier kunnen de leerlingen kennis maken met de verschillende werkvelden en wordt het contact met de andere leerlingen van het vakcollege ook makkelijker. Het loopt goed De herfstvakantie staat nu bijna voor de deur en we kunnen niet anders zeggen dan dat we heel goed gestart zijn. Het loopt goed. De leerlingen zijn heel enthousiast. Vandaag heb ik nog aan ze gevraagd of ze het leuk vinden op het Vakcollege. Het zijn vooral de kleine dingen die het leuk maken: de naam van de school, de snoepautomaten in de aula of een vak wat ze op hun oude school niet kregen. Je ziet de leerlingen stralen. Op het moment dat er zaken zijn waar we tegenaan lopen, kijken we naar oplossingen. De leerlingen zijn alle 12 anders, zitten allemaal op verschillende niveaus met allemaal hun eigen kwaliteiten. Het is toch een uitdaging om deze leerlingen nog meer te laten stralen op het moment dat er weer een nieuwe uitdaging behaald is. Toewerken naar integreren binnen de werkvelden Langzaamaan gaan we toewerken naar het integreren binnen de werkvelden. Hoe we dat concreet vorm gaan geven, bekijken we per leerling. Op dit moment is 1 leerling gestart op de afdeling Bouw. Daar loopt hij mee en wordt er gekeken wat de mogelijkheden voor hem zijn. Natuurlijk is dit spannend, maar de leerling geniet en voelt zich heel fijn. Op het moment dat een leerling “Mevrouw, ik ben zo blij dat ik hier op school zit” zegt, denk ik: dit is een kans die we deze leerlingen, die hier aan toe zijn, niet mogen ontnemen! Irma van Loenhout Docent integratieklas samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
25
passend onderwijs Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht
Ik loop nooit achter met mijn lessen Ik ben Marije, woon in Spakenburg en zit op het Oostwende College in BunschotenSpakenburg. Ik heb CF, oftewel taaislijmziekte. Hierdoor heb ik het vaak erg benauwd. Al sinds ik me kan herinneren word ik elke 3 maanden 3 weken opgenomen in het Universitair Medisch Centrum (UMC) in Utrecht. Ik krijg hierdoor een deel van het jaar onderwijs in het ziekenhuis. Zelf kiezen Ik heb een vaste docent (Wendy) en krijg van haar 1 op 1 les. Toen ik nog op de basisschool zat, had ik een andere leraar. Ik krijg 2 uur per dag les en volg de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde en Economie. Van 13:00 tot 14:00 uur maak ik huiswerk onder begeleiding. Ik mag zelf kiezen op welk tijdstip ik het andere uur les wil krijgen. Ik mag ook zelf bepalen of ik les wil krijgen in mijn kamer of in een leslokaal. Ik vind een leslokaal het fijnst. Klasgenoten Mijn docent overlegt met mijn vo-school over mijn lesstof. Zij houdt tijdens die 3 weken ook contact met mijn school. Ik kan zelf via het programma Magister zien wat het huiswerk is. Ik heb veel contact met mijn klasgenoten via Whatsapp en de telefoon. Ook komen mijn klasgenoten langs in het ziekenhuis. Ik ben heel blij dat ik 2 uur per dag les krijg. Dit is voldoende om bij te blijven met de lesstof. Zo loop ik nooit achter bij mijn klasgenoten en dat vind ik erg fijn. Marije Leerling Oostwende College in Bunschoten-Spakenburg
26
27
passend onderwijs Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland PO
Met gepaste trots Het samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland PO startte dit schooljaar voortvarend en met veel enthousiasme met passend onderwijs. Als bestuurder ben ik trots op het feit dat wij het enige samenwerkingsverband in het primair onderwijs zijn dat al met passend onderwijs is gestart. Het was een race tegen de klok om alle formaliteiten voor het samenwerkingsverband te regelen, maar het is ons gelukt door het enthousiasme en het brede draagvlak bij alle deelnemende besturen, gemeenten en groepsmedezeggenschapsraden. Simulatieonderzoek door inspectie Ondanks het brede draagvlak is er nog geen rust, want ook de ogen van formele instanties zijn op ons gericht. Zo bezocht de onderwijsinspectie ons eind vorig schooljaar voor een simulatieonderzoek. De inspectie bootst dan een kwaliteitsonderzoek na om toezicht te houden op de ontwikkeling en kwaliteit van de samenwerkingsverbanden. Zo’n onderzoek levert leuke situaties op. Enerzijds zijn we op zoek naar een nieuw kader, anderzijds is alles in de experimentfase nog toegestaan. Er zijn namelijk nog geen eisen gesteld voor het ondersteuningsplan, een beoordeling van een expert op de toelaatbaarheidsverklaringen is nog niet verplicht en de vorm en inhoud van de verklaringen mogen we zelf invullen en bepalen. Aan de hand van al onze ervaringen gaat de inspectie een kader vaststellen. Wordt ons maatpak in de toekomst weer een confectiepak? Praktijktoets Klaar voor passend onderwijs Naast het onderzoek van de inspectie was er ook de praktijktoets. Deze werd begin dit schooljaar afgenomen onder het motto ‘klaar voor passend onderwijs’. Een panel van diverse vertegenwoordigers uit het veld en ouders vroeg naar onze ervaringen met passend onderwijs. Net als het kwaliteitsonderzoek van de inspectie had dit tot doel de ervaringen en verkregen feedback te verwerken in een advies voor de andere samenwerkingsverbanden. Als bestuurder heb ik het gesprek als prettig ervaren. Daarnaast was het nuttig, omdat het spiegelteam in staat was de juiste vragen te stellen. 1 lid van het panel vertegenwoordigde de Kafkabrigade. Deze brigade wil overbodige, dubbele, overlappende of misschien wel zinloze bureaucratie bij de overheid tegengaan.
28
Een initiatief dat we in het onderwijs goed kunnen gebruiken. De verantwoordingsdrift is immers behoorlijk groot. Alleen kregen wij van de Kafkabrigade – die voor minder rompslomp staat – toch het advies iets meer te formaliseren (lees: meer papierwerk te produceren). Desondanks ben ik blij met de rapportage van het panel: 1 A4-tje met per item de complimenten en aandachtpunten. Daar kunnen we wat mee! John van Veen Bestuurder de la Salle
Leerling met ADHD:
“Ik ben vandaag heel zenuwachtig want dit is vanochtend al mijn 3e rondje door de school!”
29
passend onderwijs Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht
De kleine successen zijn mijn drijfveer Dit ben ik Mijn naam is Henk Heinhuis. Ik werk al vanaf 1983 als docent lichamelijke opvoeding voor leerlingen met leer- en opvoedingsproblemen. Sinds de start in 2009 werk ik bij het OrthoPedagogisch en Didactisch Centrum (OPDC) Utrecht en sinds september ben ik daar samen met mijn collega Nelly Hettasch mentor van de I-klas. Dit is een klas voor leerlingen die veel verzuimden of internaliserende problematiek hebben, ofwel naar binnen gericht zijn, en soms ondersneeuwen bij de drukke leerlingen. De groep houdt op andere tijden pauze dan de andere klassen van OPDC en krijgt zo min mogelijk wisselingen van docenten. Nelly en ik geven dus veel vakken zelf. Door een vaste structuur in de week aan te brengen en weekplanners in plaats van planningen voor een langere periode te gebruiken, proberen we de leerlingen extra houvast te geven. Hier doe ik het voor Al sinds mijn zestiende houd ik me bezig met leerlingen met leer- en opvoedproblemen. De kleine successen geven me energie. De blog van Lucielle (zie pagina 47) is hier een voorbeeld van. Zij ziet in waarom we soms streng moeten zijn en moeten doorvragen: zodat zij beter kan functioneren in de klas. We bieden in de I-klas veel structuur en zorgen voor een veilige omgeving, zodat leerlingen zich erkend en gezien voelen. Het is nog wel een uitdaging om de leerlingen goed te laten omschakelen naar vervolgonderwijs. Hoe zorgen we ervoor dat ze daar ook de structuur en de veilige omgeving krijgen om zich verder te ontwikkelen? Daar denk ik veel over na. We hebben na een paar maanden al best wat bereikt met de I-klas: het verzuim is afgenomen en leerlingen halen hogere cijfers. Van de leerlingen krijgen we terug dat ze het prettig vinden om op deze manier les te krijgen en dat ze zich beter kunnen concentreren. Dat is voor mij de drijfveer om door te zetten. Henk Heinhuis Leraar OPDC Utrecht
30
31
passend onderwijs Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht
Vrolijk naar school Hallo, ik ben Edith, de moeder van Jordi, een ontzettend vrolijke en sociale jongen die altijd bereid is te helpen en nooit chagrijnig is. Op de reguliere basisschool ging Jordi met veel plezier naar school. In groep 2 kreeg hij een rugzakje omdat hij veel moeite had met alledaagse activiteiten. Hij vergat bijvoorbeeld regelmatig zijn tas mee naar huis te nemen en hij kon niet zo goed omgaan met kleine veranderingen. Gelukkig zat hij in een heel leuke klas, had hij leuke vrienden en werd hij goed geholpen door de andere kinderen. Hij kreeg extra hulp van de leerkracht en de intern begeleider. De dagelijks terugkerende bezigheden kostten hem veel tijd in vergelijking met zijn leeftijdgenoten, zoals het strikken van zijn veters of het pakken van het goede boek. Regulier voortgezet onderwijs, waar kinderen snel zelfstandig moeten kunnen werken, vond ik daarom niet passend voor hem. Overstap In goed overleg met zijn juf hebben we besloten Jordi aan te melden voor groep 8 van het speciaal basisonderwijs, om de overgang naar het voortgezet speciaal onderwijs minder groot te maken. Het invullen van alle aanmeldingsformulieren voor het speciaal onderwijs kostte me wel veel uren en bezorgde me grijze haren. Mijn wens is dat dit proces minder bureaucratisch wordt en dat er niet steeds opnieuw een beoordeling hoeft plaats te vinden. Ik zou liever zien dat de docenten het kunnen aangeven wanneer de extra ondersteuning niet meer nodig is. Individuele aandacht Jordi zit nu in de eerste groep van een school voor voortgezet speciaal onderwijs. Hij zit in een klas met 10 andere jongens en heeft elke dag les van 8:25 tot 14:15 uur. Deze school past goed bij hem omdat deze structuur biedt en Jordi er individuele aandacht krijgt: 2 juffen geven bijna alle lessen. Ook krijgt hij hulp met het bijhouden van zijn agenda. De meeste lessen worden in hetzelfde lokaal gegeven, zodat hij niet elk uur op zoek moet naar een ander lokaal. In de klas gelden duidelijke regels. Er is een stiltelokaal waar een kind naartoe mag als hij het te druk vindt, of naartoe moet als het te druk of boos is.
staan. Ik mis het oudercontact wel een beetje, vooral omdat het een zo’n speciale klas is. Maar met Jordi gaat het heel goed: hij had een supergoed rapport, heeft leuke vrienden op school en stapt elke ochtend vrolijk de bus in. Edith Ouder samenwerkingsverband Sterk VO
Leerling:
“Als ik soms even met een leraar mag praten over wat me dwars zit, kan ik er weer tegen.”
Speciale klas Als er iets niet goed gaat, neemt de leerkracht meteen contact op met de ouders. We krijgen elke week een e-mail waarin het huiswerk en de bijzonderheden van die week
32
33
passend onderwijs Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
Ondersteuningsplanraad Vanuit de medezeggenschapsraad (MR) van het Varendonck-College in Asten zit ik als ouder in de ondersteuningplanraad (OPR) van samenwerkingsverband passend onderwijs Helmond-Peelland VO. Voor mij is dit een compleet nieuwe wereld, omdat ik zelf als ouder geen enkele ervaring heb met een kind dat extra begeleiding nodig heeft en gebruikmaakt van passend onderwijs. Mijn kinderen hebben het geluk of de pech – het is maar hoe je het bekijkt – dat ze geen extra ondersteuning nodig hebben. Voordelen en nadelen Soms is het lastig dat ik geen ervaring heb met passend onderwijs. Omdat ik niet weet hoe dit voorheen in de praktijk was geregeld, heb ik geen enkel referentiekader. Veel termen waren in het begin dan ook abracadabra voor mij. Maar in sommigen opzichten is mijn gebrek aan persoonlijke ervaring een voordeel: ik kijk met een frisse blik naar alle ontwikkelingen. Dat vind ik een hele klus, ook al kom je een heel eind met gezond boerenverstand. Passend onderwijs is en blijft complexe materie met veel overlegstructuren en veel betrokken partijen. Alles moet goed geregeld worden en veel is nog onduidelijk, ook voor degenen voor wie passend onderwijs wel dagelijkse praktijk is. Zijn we met de goede dingen bezig? Tijdens onze vergaderingen zijn er elke keer veel vragen die lang niet allemaal meteen beantwoord kunnen worden. Ook de financiën zijn een grote zorg. Het enige wat we zeker weten is dat we minder te besteden krijgen. We willen het beschikbare budget dus optimaal inzetten voor de begeleiding van onze kinderen. Elke vergadering worstel ik opnieuw met de vraag of we wel met de goede dingen bezig zijn en de goede beslissingen nemen. Want papier is geduldig, maar in de praktijk moeten de ideeën wel uitvoerbaar zijn en met onze kinderen willen we niet experimenteren.
het daarom belangrijk de belangen van ouders en kind goed te vertegenwoordigen. Ondanks alle vragen en twijfels die ik elke vergadering heb, en met mij velen, heb ik over 1 ding geen enkele twijfel. De vertegenwoordigers in de OPR willen allemaal hetzelfde en spannen zich daar elke keer opnieuw voor in: zorgen dat elk kind op de juiste plek terechtkomt. Tini Zoon PR-lid samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
Leerling:
“Als ik rustig in een eigen hoekje zou mogen werken, kan ik me veel beter concentreren.”
De kinderen krijgen nog steeds goed onderwijs Gelukkig hoor ik van de zorgcoördinator van mijn school dat alle kinderen nog steeds gewoon het onderwijs krijgen dat ze nodig hebben en waar ze recht op hebben. Dat stelt mij weer gerust. Want ook al heb ik zelf geen kind dat extra ondersteuning nodig heeft, ik ben in de OPR wel de stem van alle ouders van wie het kind dit wel nodig heeft. Ik vind
34
35
passend onderwijs Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht
Ik heb spasme, maar ik ben niet gek Dit ben ik Mijn naam is Vildan Turan en ik ben geboren met spasticiteit, net als mijn tweelingzusje. Inmiddels ben ik 18 jaar en zit ik vanaf het moment dat ik naar school ga op de Mytylschool. Eerst op De Trappenberg, nu op Ariane de Ranitz. Als ondernemend persoon zit ik op mijn plek op de afdeling praktijkonderwijs. Wat ik fijn vind aan deze school is dat de groepen klein zijn en dat er altijd 2 volwassenen voor de klas staan. Hierdoor krijgen de leerlingen veel aandacht. Naast mijn onderwijsrooster heb ik ook een revalidatierooster met vaste afspraken bij een fysiotherapeut, een orthopedagoog, een logopedist en de arts op onze school. Dit voelt voor mij prettig en vertrouwd. Hier doe ik het voor Lichamelijk ben ik wat beperkt, maar cognitief kom ik een heel eind. Deze opleiding zorgt ervoor dat ik kan uitstromen naar een arbeidsmatige dagbesteding. Ik heb hier een eigen programma waar ik certificaten mee kan halen. Zo zit ik nu achter de receptie bij ons op school om praktijkervaring op te doen. Ik ontvang mensen en neem met een headset de telefoon op. Hiervoor krijg ik aan het eind van dit schooljaar een branchegericht certificaat. Ook heb ik stage gelopen bij Studio 10. Hier maakte ik zelf kunstwerken die werden verkocht in de webshop en ik mocht filmpjes editen. Dat vond ik leuk, want ik houd ervan om zelf nieuwe dingen uit te vinden. Op dit moment ben ik hard op zoek naar een uitstroomplek, maar ik word helaas belemmerd door de vervoersbezuinigingen. Het liefst zou ik een product willen maken en verkopen of filmpjes willen maken. Ik wil laten zien dat mensen zoals ik ook iets kunnen betekenen voor de maatschappij. Vildan Turan Leerling Mytylschool
36
37
passend onderwijs Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland PO
Kennismaken Een ouderpaar stapt op de afgesproken tijd binnen voor een oriënterend gesprek. Ik vertel over de school en de verschillen tussen sbo en regulier basisonderwijs, leid ze rond en stel vragen over hun kind. Niets nieuws onder de zon. Het blijkt dat de school waar hun zoon nu op zit, denkt dat speciaal basisonderwijs beter bij hun kind past omdat hij zich slecht kan concentreren, niet blijft zitten en storend is in de groep. De ouders herkennen het gedrag en willen een oplossing. Vorig schooljaar heeft hun zoon veel tijd op de gang en in de kamer van de directeur doorgebracht. Nu dreigt een schorsing omdat hij zich agressief begint te uiten naar andere leerlingen. Ik vraag de ouders wat zij denken dat hun zoon op school nodig heeft. Zij noemen rust en regelmaat, een time-out-mogelijkheid en een leerkracht die hem leuk vindt. Ze voegen er meteen aan toe dat zij ook wel snappen dat een ADHD-er soms niet op een gewone school past. De procedure Diezelfde middag belt de basisschool en vraagt wanneer de leerling kan komen. Als zij horen dat we eerst een observatie bij hen op school willen doen en dat we graag de onderwijsbehoeften van de leerling beschreven willen hebben, volgt een diepe zucht: nu hoeven we geen onderwijskundig rapport meer naar de commissie te sturen, maar willen jullie weer van alles hebben… Ik laat nog maar even achterwege dat ik ook nog wil weten wat de leerling moet kunnen en kennen om bij hen op school te kunnen blijven en dat er nog een gesprek gaat volgen met de ouders, basisschool en ons. Ik stuur ze het formulier Toelaatbaarheidsverklaring en maak een afspraak voor de observatie.
38
De moeite waard Stiekem denk ik: ‘Zo’n Permanente Commissie Leerlingenzorg was toch wel handig.’ Deze besloot of een leerling bij ons thuishoorde en de ouders kozen voor één van de sbo-scholen. Inmiddels weet ik echter door de pilot die we vorig schooljaar hebben gedaan, hoeveel prettiger het is om een leerling van tevoren te zien en om af te spreken waar je naartoe gaat werken. Organisatorisch is het allemaal wat lastiger om 3 partijen tegelijk om de tafel te krijgen en ruimte te zoeken om de orthopedagoog of de intern begeleider een observatie te laten doen. Maar wat een vreugde om een leerling met onderwijsbehoeften te ontvangen en geen papieren kind met een diagnose! Marjon Dekker Directeur s(b)o de Trapeze in Haarlem
Leerling:
“Ik begrijp de lessen beter als de juf een grapje tussendoor maakt.”
39
passend onderwijs Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
Project Binnenboord Project Binnenboord herinnert mij aan mijn vakantie in de Dominicaanse Republiek, toen mijn kinderen nog pubers waren. Om de vakantie voor hen te laten slagen, waren wij als ouders veroordeeld tot allerlei activiteiten, waaronder raften. Bij het raften kregen we een tuigje aan. Hiermee konden we iemand weer binnenboord halen als hij overboord viel. Nu moet u bij raften niet denken ‘appeltje eitje’; al vrij snel kwamen we in wit schuimend water terecht en moest de rubberboot zich tussen 2 rotsen door persen. Plotseling schoten we met grote snelheid vooruit. En weg was mijn jongste zoon van 14 jaar. Gelukkig stak de begeleider direct zijn arm overboord en viste mijn zoon aan zijn tuigje weer binnen boord. Schoolproject Dit jaar zijn we in het kader van de pilot passend onderwijs op school gestart met project Binnenboord. Deze nieuwe begeleidingsvoorziening lijkt op het raftavontuur met mijn kinderen in de Dominicaanse Republiek. Maar nu heb ik de leiding over het bootje. Met mijn grote arm trek ik kinderen de boot weer in. We laten ze op school niet verdrinken. Ze komen in een apart lokaal waar ze van een team van specialisten de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Zo krijgen ze de uitrusting om succesvol door te stromen in het onderwijs. De weg naar succes is voor leerlingen niet altijd even gemakkelijk: bezorgde ouders, een peergroup met negatieve invloed, gamen, enzovoort. Het Binnenboordteam is succesvol als de leerlingen na een lastige route weer in rustiger vaarwater komen. Het team, waarvan ik de kapitein ben, is samengesteld uit een leerlingbegeleider, een schoolmaatschappelijk werkster en een orthopedagoog die elkaars kwaliteiten aanvullen. Onze missie binnen passend onderwijs: alle kinderen binnenboord. Behouden vaart? De eerste opbrengsten uit de evaluatie van het project zijn hoopgevend en we hopen het project in deze tijd van woelige baren te kunnen continueren. Want dit project verdient een behouden vaart. Martin van de Ven Zorgteamleider op het Dr.-Knippenbergcollege Helmond
40
41
passend onderwijs Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland PO
Het belang van communicatie met ouders Door passend onderwijs is de communicatie met ouders nog belangrijker geworden. Zeker als de verwijzende en ontvangende school sámen met de ouders tot een overeenkomst moeten komen, zoals in het geval van een verwijzing naar of een tijdelijke plaatsing op een andere school. Vertrouwen tussen ouders en leraar In de Internationale Taalklas heb ik vooral te maken met ouders die geen of weinig Nederlands spreken. Dat is lastig, want ik vraag veel, vooral op de eerste dag. De kinderen blijven immers maar kort (20, 30 of 40 weken), dus is het belangrijk dat we ons onderwijs meteen op maat aanbieden. Een voorwaarde voor succesvolle communicatie tussen leraar en ouders is vertrouwen tussen beide partijen. Maar voor de ouders ben ik een vreemde en vaak spreken we ook elkaars taal niet. En soms zijn ouders achterdochtig: waarom wil de school zo veel weten? Schuiven met tafel, plant en stoelen Ik weet het nog goed: toen ik hier op school begon, maakte ik de ontvangstruimte gezellig voor het intakegesprek. Ik schoof wat met tafels en stoelen en zette een mooie plant neer. Alles zag er gezellig uit, met als doel dat ouders zich veilig zouden voelen en we een goed gesprek zouden voeren. Maar hoe ik ook schoof met de tafel, plant en stoelen, de informatie die ik kreeg, bleef beperkt. Bij nader inzien heel begrijpelijk. Want waarom zou je informatie over je huidige woonsituatie en details over de schoolhistorie, migratie en ontwikkeling van je kind delen met iemand die je nauwelijks kent? Maar het gemis van cruciale informatie belemmerde ons in het bieden van onderwijs op maat. De computer als vertrouwd communicatiemiddel Wellicht was niet de setting, maar de taal het probleem? We investeerden in een telefonische tolk. De tolkendienst deed zijn werk goed, maar de ouders gaven niet veel meer informatie. Ik begon de plant te verwaarlozen en ging pragmatisch aan het werk. Ik voerde het gesprek van achter mijn computer, zodat ik alle gegevens onmiddellijk kon invoeren. Dit had een heel bijzonder effect: ouders begonnen meer te vertellen en antwoord te geven op vragen waarop het daarvoor vaak stil bleef. Wat bleek? Bij diverse instanties worden gegevens ook ingevoerd via de computer. Deze werkte dus als een vertrouwd communicatiemiddel.
42
Ouders vertellen hun verhaal Ik neem nu altijd een intake af met het beeldscherm prominent aanwezig. Soms verschuilen ouders zich erachter en vertellen dan hun verhaal. Andere ouders gaan naast me zitten, zodat we samen naar het beeldscherm kijken. Dit laatste heeft ook als voordeel dat ik gelijk word gecorrigeerd wanneer ik een naam fout spel. Marieke Postma Directeur Internationale Taalklas Haarlem
Leerling:
“Bij een van de leraren kan ik niet werken want ze blijft maar uitleggen. Ik ga liever zelf aan de slag.”
43
passend onderwijs Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
Passend regulier en soms passend speciaal Passend onderwijs: een passend aanbod en een passende plek voor elk kind. Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO is voorloper op passend onderwijs en we zijn nu druk bezig om te kijken welke kinderen we regulier kunnen opvangen, en welke ondersteuning zij daarbij nodig hebben. Het gaat hierbij ook om professionalisering van docenten en meer samenwerking met het speciaal onderwijs. Daarnaast zijn de bestaande Diensten Ambulante Begeleiding nodig vanwege de aanwezige expertise. Speciaal onderwijs blijft Bovenstaande ontwikkelingen willen overigens niet zeggen dat het speciaal onderwijs verdwijnt. Een groep leerlingen blijft aangewezen op het speciaal onderwijs cluster 4. Dit zijn de leerlingen die op meer gebieden verstoringen of achterstanden vertonen: op sociaal-emotioneel gebied, maar ook op gebied van motorische en morele ontwikkeling en persoonlijkheidsontwikkeling. Deze leerlingen hebben een omgeving nodig die niet alleen aandacht heeft voor de intellectuele ontwikkeling, maar juist ook voor de overige ontwikkelingsgebieden. In het onderwijsprogramma moet daarom voor de kinderen ook ruimte zijn om in een veilige en voorspelbare omgeving te experimenteren met hun gedrag. Als een proeftuin van het leven. Onderwijs is meer dan leren Ondersteuning gericht op de invulling van vrije tijd, voorbereiding op werk en het in stand houden van relaties is voor deze jongeren nodig om tot een betekenisvol leven te komen. Met alleen de inzet om een diploma in zo kort mogelijke tijd te behalen, dringt zich de vraag op of deze leerlingen daarmee voldoende zijn toegerust voor hun toekomst. Speciaal onderwijs is dan wel een duurdere onderwijsvariant, maar levert uiteindelijk toch meer op voor de jongere zelf en daarmee ook voor de maatschappij. Geert Rosielle Directeur Orthopedagogisch onderwijsinstituut De Hilt Helmond
44
45
passend onderwijs Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht
Door de I-klas kan ik me beter concentreren Dit ben ik Ik ben Lucielle en ik ben 14 jaar. In groep 8 werd ik veel gepest en ging het niet zo goed met mij. Ik kon niet goed opschieten met de meester en was heel brutaal. Ook ging het leren niet goed. Toen kreeg ik te horen dat ik een gedragsprobleem heb en ging ik naar het OrthoPedagogisch en Didactisch Centrum (OPDC) Utrecht. Hier zit ik nu een jaar en een paar maanden. Na de zomervakantie ben ik begonnen in een I-klas. Dit is een aparte klas op het OPDC Utrecht voor kinderen die extra rust nodig hebben. Onze klas bestaat uit leerlingen met verschillende niveaus.
Samir:
“Ik heb gezien wat de consequenties zijn als je niet serieus bent met school. Hier heb ik geleerd niet mee te lopen met anderen, ik kies nu voor mezelf. Ik heb een toekomst!” 46
Hier doe ik het voor Ik vind de I-klas heel erg fijn. In de andere klas was het veel drukker. Het is nu stiller op de momenten waarop ik dat hard nodig heb. Hierdoor kan ik me beter concentreren. Ook haal ik hogere cijfers en maak ik mijn huiswerk af. En ik krijg begeleiding bij wiskunde, want daar ben ik heel slecht in. Mijn mentoren, meester Henk en juffrouw Nelly, helpen me als het nodig is. Ik vind ze leuk, maar ook heel streng. Ik snap dat ze ons willen helpen en dit doen ze op een goede manier. Ze weten nog niet welke school het beste voor me is, dus voorlopig blijf ik hier. Ik weet nog niet wat ik later wil worden, maar wel dat ik iets met kinderen wil gaan doen in de toekomst. Lucielle Leerling OPDC Utrecht
47
passend onderwijs Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
Dagbesteding is ook passend onderwijs Het voortgezet speciaal onderwijs (vso) leidt de leerlingen op voor een diploma en soms voor een vervolgopleiding. Andere leerlingen leiden we op om te gaan werken en sommige leerlingen stromen uit naar dagbesteding. Ik heb gemerkt dat sommige partners in de vo-samenwerkingsverbanden nog moeten wennen aan dat laatste uitstroomprofiel. Maar als wij de gelegenheid krijgen om duidelijk te maken wat onderwijs bijdraagt aan het toekomstperspectief voor deze leerlingen, dan gaat het moeten wennen vanzelf over in acceptatie. Dan kan het vso de goede activiteiten en programma’s voor deze leerlingen blijven aanbieden, zonder steeds de hoge kosten van het onderwijs aan deze groep kwetsbare leerlingen ter discussie te moeten stellen. Arbeidstoeleiding Naast dagbesteding is arbeidstoeleiding een belangrijk onderwerp voor de samenwerkingsverbanden. Dit komt ook aan de orde bij het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de gemeenten. Door ingrijpende veranderingen als de Participatiewet, de transitie van de AWBZ, minder jongeren in een Wajong-uitkering en bestrijding jeugdwerkeloosheid hebben gemeenten en samenwerkingsverbanden veel raakvlakken bij de uitwerking van het ondersteuningsplan. We constateren dat we gedeelde verantwoordelijkheden en belangen hebben op het gebied van arbeidstransitie. Het is daarom belangrijk dat we goed in beeld krijgen wat er op dit gebied al gebeurt. Soms weten we niet van elkaar wie met welk deel van dat werk bezig is en als we de bestaande netwerken bij elkaar weten te brengen en hun activiteiten op elkaar afstemmen, is er veel gewonnen. Zo zelfstandig mogelijk In het vso stellen we het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen vast en zorgen we ervoor dat de jongeren zo zelfstandig mogelijk zijn als ze de school verlaten.
48
De complexiteit van hun onderwijsbehoefte en de mate van ondersteuning die nodig is, bepaalt hoe lang de leerling onderwijs nodig heeft. In sommige samenwerkingsverbanden wil men van tevoren een maximale termijn van 4 jaar verbinden aan de plaatsing binnen het profiel arbeidstoeleiding of dagbesteding. Maar de redenatie dat kinderen in het vmbo ook maar 4 jaar onderwijs krijgen, gaat naar mijn mening niet op voor deze groep. Recht op onderwijs Elk kind heeft recht op onderwijs, recht op een zo zelfstandig mogelijk functioneren in de samenleving. Dit principe geldt zeker ook voor de leerlingen met het uitstroomprofiel ‘dagbesteding’. Zij hebben vaak een langere periode nodig om de doelen van hun ontwikkelingsperspectief te bereiken. Een extra argument is dat deze investering in het onderwijs ook goed is voor de samenleving. Want als deze leerlingen te vroeg uitstromen, dan kost dat de samenleving op den duur nog meer geld in de vorm van langdurige zorg of ondersteuning. Het vso biedt de leerlingen met een uitstroomprofiel ‘arbeid’ of ‘dagbesteding’ ook programma’s die gericht zijn op het zelfstandig functioneren op andere levensgebieden als wonen, recreatie, relaties en zelfstandig reizen. Zo voeren we een project uit samen met stichting MEE. Hierbij reizen leerlingen van het vso samen met een maatje, bijvoorbeeld een hbo-student, dagelijks met het openbaar vervoer naar school. In de regio Helmond-Peelland hebben we arbeidstoeleiding en dagbesteding opgenomen in het ondersteuningsplan. En beide thema’s worden verder uitgewerkt in de gemeenschappelijke bestuurlijke opdracht van het samenwerkingsverband en de gemeenten. Addie Smolders Bestuurder SSOE en lid DB samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
49
passend onderwijs Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland PO
Special Need uit Amerika In mei 2013 worden 3 kinderen van een Nederlands gezin uit Amerika op onze school aangemeld. Het gezin heeft een huis gekocht bij ons in de buurt. De ouders vertellen tijdens het intakegesprek dat hun zoon ADHD heeft. “Hij is ook zeer muzikaal”, zeggen ze trots. “Daar kan hij veel van zijn energie in kwijt.” Passend aanbod? Samen met de ouders verken ik wat hun zoon nodig heeft. Al snel wordt duidelijk dat de onderwijssituatie op de school in Amerika anders is dan op zijn toekomstige school in Nederland. In Amerika zat hij in een groep van 13 leerlingen en volgde ‘s middags een individueel programma. In zijn nieuwe groep zitten 32 leerlingen en krijgt hij klassikaal les. Deze nieuwe situatie roept veel vragen op, zowel bij de ouders als bij ons. In een vervolggesprek bekijken we de mogelijkheden en stellen we een plan van aanpak op. Ook onderzoek ik of we een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) kunnen aanvragen. Met het geld van de tlv kunnen we de leerling 2 keer in de week individuele ondersteuning bieden en hem helpen gestructureerder te werken. Maar ondanks goede hoop en veel optimisme hebben we ook twijfels. Is dit de meest ideale situatie? Kunnen wij als school de leerling echt bieden wat hij nodig heeft? Verder onderzoek binnen het netwerk van ons samenwerkingsverband brengt ons bij de Koorschool in Haarlem. De Koorschool Op de Koorschool speelt muzikale vorming een belangrijke rol. In het onderwijsprofiel staat dat de school 20 procent van de lestijd besteedt aan muzikale vorming. Bovendien zitten de leerlingen in groepen van gemiddeld 15 leerlingen. Passen deze school en onderwijssituatie misschien beter bij de leerling? Na een verkennend gesprek op de Koorschool en het lezen van het onderwijsprofiel zijn de ouders erg enthousiast. Hoewel ze zich wat schuldig lijken te voelen naar ons, schrijven ze hun zoon in op de Koorschool. Dat is toch wat we allemaal willen? 3 weken na de zomervakantie komt de moeder even langs. Haar 2 meiden hebben het enorm naar hun zin en gaan huppelend naar school. Ook met haar zoon gaat het prima, vertelt ze. Hij oefent ’s middags na judo een sonate van Bach. “Het is echt genieten en goed om terug te zijn in Nederland.” Wouter Helmink Intern begeleider Bos en Vaart
50
51
passend onderwijs Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO
De kracht van mindset en feedback Als ambulant begeleiders van Triade Ambulante Dienst Helmond verdiepen we ons in de mindset van mensen. De mindset is de manier waarop je de ontwikkelbaarheid van je eigen vaardigheden en kwaliteiten of die van een ander ziet, en deze bepaalt in hoge mate hoe jouw vaardigheden en kwaliteiten zich zullen ontwikkelen. Het leuke aan mindset is dat het voor iedereen geldt, maar dat mensen vaak onbewust nog niet weten wat voor mindset ze zelf hebben, hoe ze die van anderen kunnen stimuleren en hoe ze er gebruik van kunnen maken in hun dagelijks leven. Volgens onderzoekers is 40 tot 80% van onze capaciteiten genetisch bepaald. Wil dat dan zeggen dat die talenten ook tot uitdrukking komen? Je eigen mindset en de omgeving (docent, ouders, partner) bepalen in grote mate of vaardigheden en kwaliteiten zich zullen ontwikkelen. Iedereen kan beter worden in iets, maar de snelheid waarmee dat gebeurt en het topniveau zullen uiteindelijk wel verschillen.
Geef op groei gerichte feedback We proberen docenten te stimuleren om feedback over intelligentie of aangeboren vaardigheden zo veel mogelijk te vermijden en in plaats daarvan op groei gerichte feedback te geven; feedback die juist meer gericht is op aanpak, proces en inspanning. Dit leidt ertoe dat leerlingen zich bij tegenslagen niet snel uit het veld laten slaan, maar juist doorzetten. In onze workshops en trainingen maken we docenten ervan bewust welke manier van feedback de groeimindset kan stimuleren. Om leerlingen ook bij passend onderwijs zo lang mogelijk binnen het regulier onderwijs te kunnen blijven motiveren en hen te helpen op school beter te presteren, is het volgens ons belangrijk om je bewust te zijn van je eigen mindset, die van de ander en hoe je deze door de juiste feedback kunt beïnvloeden. Simone Dijs en Mariska Jacobs Ambulant begeleiders Triade Ambulante Dienst Helmond
Groeigericht denken versus statisch denken We hebben ons verdiept in het onderzoek van de Amerikaanse psychologe Carol Dweck. Zij onderscheidt een growth mindset (groeigericht denken) en een fixed mindset (statisch denken). Iemand met een op groei gerichte mindset gelooft in ontwikkelbaarheid en omarmt uitdagingen, hindernissen, inspanningen, kritiek en succes van anderen. Iemand met een statische mindset vindt dat vaardigheden en kwaliteiten vast staan en gaat uitdagingen, hindernissen, inspanningen, kritiek en succes van anderen juist uit de weg. Door concrete, op groei gerichte feedback, gericht op aanpak, proces en inspanning kunnen we een groeimindset stimuleren. Onbewust inspelen op statistische mindset We zijn allebei werkzaam in het voortgezet onderwijs en maken de voorbereidingen op passend onderwijs van dichtbij mee. In onze coaching en begeleiding van leerlingen en docenten zien we steeds weer verschillende mindsets terug. Docenten zijn hard bezig om de leerlingen te motiveren en aan te zetten tot leren. De manier waarop de leerlingen aangesproken worden op hun houding en resultaten heeft een grote invloed op de mindset die zij ontwikkelen. Soms leidt goed bedoelde feedback van een docent als “Wat ben jij slim zeg” of “Jij bent hier echt goed in” onbewust tot een statische mindset bij leerlingen. Net als de opmerking “Geeft niet, je hebt je best gedaan.” De docent geeft dan de boodschap dat er niet meer in de leerling zit.
52
UITDAGING HINDERNIS INSPANNING KRITIEK
1
SUCCES ANDEREN
1
53
Contactgegevens Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht Website: www.sterkvo.nl Bezoekadres: Wittevrouwenkade 4 | 3512 CR Utrecht Postadres: Postbus 1597 | 3500 BN Utrecht Telefoonnummer: (088) 011 74 00
E-mailadres:
[email protected]
Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland PO Website: www.wsns-zk.nl/ Bezoekadres: Schipholpoort 2 | 2034 MA Haarlem Postadres: Postbus 4145 | 2003 EC Haarlem Telefoonnummer: (023) 543 01 16 E-mailadres:
[email protected]
Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO Website: www.swv-peelland.nl Bezoekadres: Keizerin Marialaan 4 | 5702 NR Helmond Telefoonnummer: (0492) 58 89 97 E-mailadres:
[email protected]
55
passend onderwijs
Colofon Dit is een uitgave van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Maart 2014 Twitter: @PassOnderwijs Facebook: www.facebook.com/PassOnderwijs
www.passendonderwijs.nl 56