Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
Inhoudsopgave Inleiding............................................................................................................................. 3 Kerncijfers .......................................................................................................................... 4 1 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland ......................................................................... 6 1.1. Karakterisering ...................................................................................................... 6 1.2. Leerlingen op de scholen van Marenland ................................................................... 7 1.3. Samenwerking gemeenten ...................................................................................... 9 1.4. Communicatie en verantwoording naar belanghebbenden ........................................... 9 1.5. Bestuur, directie en onderwijsbureau ...................................................................... 10 2 Strategisch beleid ........................................................................................................ 11 2.1. Visie en ambitie .................................................................................................... 11 2.2. Structuur van het strategisch beleid ........................................................................ 12 3 Onderwijs en organisatie .............................................................................................. 13 3.1. Algemeen ............................................................................................................ 13 3.2. Goed onderwijs (kwaliteit) ..................................................................................... 14 3.3. Sterke positie in het centrum van de samenleving .................................................... 22 4 Personeel ................................................................................................................... 23 4.1. Goed werkgeverschap ........................................................................................... 23 4.2. Onze medewerkers in cijfers .................................................................................. 24 4.3. Arbeidsomstandigheden......................................................................................... 25 4.4. Opleiding en scholing ............................................................................................ 26 4.5. Werkgelegenheid, mobiliteit en verlof ...................................................................... 27 5 Financiën en huisvesting............................................................................................... 28 5.1. Gevoerde financiële beleid ..................................................................................... 28 5.2. Administratieve organisatie .................................................................................... 28 5.3. Huisvesting .......................................................................................................... 29 5.4. Over de jaarrekening 2014 .................................................................................... 29 5.5. Kengetallen per balansdatum ................................................................................. 35 5.6. Treasuryverslag .................................................................................................... 36 6 Continuïteitsparagraaf .................................................................................................. 37 6.1 . Meerjarenbalans ................................................................................................. 37 6.2. Meerjaren exploitatiebegroting .............................................................................. 38 6.3. Risicomanagement .............................................................................................. 40 6.4. Toekomstige ontwikkelingen .................................................................................. 43 Bijlage I: Definities kengetallen........................................................................................ 45
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
2|Pagina
Inleiding
Het bestuur en de algemene directie van de Stichting Openbaar Onderwijs Marenland presenteren met genoegen het jaarverslag over het jaar 2014. Met dit jaarverslag informeren we de betrokkenen en de belanghebbenden bij de Stichting Openbaar Onderwijs Marenland over het openbaar onderwijs in de gemeenten Appingedam, Bedum, Delfzijl, Loppersum en Ten Boer. In dit uitgebreide jaarverslag zijn een algemeen bestuurlijk gedeelte, een verslag over het strategisch beleid, een verslag over ons personeel en het financieel jaarverslag opgenomen. Naast deze uitgebreide versie, stellen we ook een samenvatting van het jaarverslag op. Deze samenvatting, het populaire jaarverslag, wordt naar alle ouders, personeelsleden en andere belanghebbenden gestuurd.
2 april 2015
Dick Henderikse, Algemeen directeur
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
3|Pagina
Kerncijfers 2011
2012
2013
2014
1433 1666 3099 51,5%
1380 1635 3015 51,7%
1351 1589 2940 52,5%
1327 1467 2794 51,3%
286
275
249
21 307 43,21
28 303 43,25
42 291 43,46
245 15 6 266 43,31
6 56 57 84 55 28
6 55 56 75 60 23
3 37 56 63 59 31
3 38 58 64 60 37
27,81
26,92
26,57
188,94
182,79
162,99
2,69 7,14
6,25 6,84
10,16 6,57
25,07 0,23 160,17 6,15 4,67 7,48 0,38
111 16 434 14
112 16 441 14
111 17 448 14
110 16 355 14
% Directie % OP + Payroll % OOP
12,3% 84,6% 3,2%
12,1% 84,8% 3,1%
12,9% 83,9% 3,2%
12,4% 83,8% 3,9%
% Voltijd % Deeltijd
41,3% 58,7%
38,8% 61,2%
37,3% 62,7%
34,0% 66,0%
% Mannen % Vrouwen
20,3% 79,7%
19,3% 80,7%
20% 80%
21% 79%
9,04%
7,13%
6,07%
5,30%
Leerlingen Ingeschreven per 1 oktober: Onderbouw Bovenbouw Totaal aantal leerlingen Belangstelling (%)
Eindresultaten bedrijfsvoering Personeel (peildatum 31 dec, incl vervanging eigen rekening)
Aantal personeelsleden vast (incl TU) Aantal personeelsleden tijdelijk Aantal payrollers Totaal Gewogen gemiddelde leeftijd Leeftijden, zowel vast als tijdelijk (excl payroll) 0 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 59 jaar 60 t/m 99 jaar Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Ratio Ratio Ratio Ratio
FTE FTE FTE FTE FTE FTE FTE
directie vast (excl TU) directie tijdelijk (incl TU) OP vast (excl TU) OP tijdelijk (incl TU) Payroll OOP vast (excl TU) OOP tijdelijk (incl TU)
aantal aantal aantal aantal
leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
per per per per
FTE FTE FTE FTE
directie OP + Payroll OOP totaal
Ziekteverzuim ZV (ziekteverzuim incl langer dan 1 jaar)
* Vanaf 2014 laten we gesplitste aantallen zien ten aanzien van vast en tijdelijk personeel. Hierdoor zijn er verschillen ten opzichte van voorgaande jaren.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
4|Pagina
2011
2012
2013
2014
-195 -270
0 165
0 780
0 -29
Solvabiliteit 1 (eigen verm/tot. verm) Solvabiliteit 2 (e.v. + voorz/tot.verm) Liquiditeit (current ratio) Rentabiliteit Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen 1 (incl. MVA) Weerstandsvermogen 2 (excl. MVA)
0,60 0,71 2,23 -1,56% 35,92% 22,01% 9,41%
0,59 0,70 2,36 0,95% 38,05% 22,83% 11,92%
0,59 0,68 2,44 0,00% 45,67% 27,16% 17,12%
0,59 0,69 2,26 -0,17% 43,37% 26,07% 13,36%
Personele lasten van totale lasten Afschrijvingslasten van totale lasten Huisvestingslasten van totale lasten Ov. Instellinglasten van totale lasten
82,48% 3,22% 7,02% 7,29%
83,20% 2,76% 7,00% 7,05%
82,78% 2,30% 7,12% 7,80%
82,25% 2,51% 7,56% 7,67%
Personele lasten van totale baten Afschrijvingslasten van totale baten Huisvestingslasten van totale baten Ov. Instellinglasten van totale baten
83,98% 3,28% 7,15% 7,42%
82,63% 2,74% 6,95% 7,00%
79,36% 2,20% 6,83% 7,48%
82,58% 2,52% 7,59% 7,70%
Financieel (per 31 december) Begroting (x 1.000,-) Exploitatieresultaat (x 1.000,-)
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
5|Pagina
1
Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
1.1.
Karakterisering
De Stichting Openbaar Onderwijs Marenland (Marenland) werd op 24 december 2005 opgericht onder de officiële naam ‘Stichting openbaar primair onderwijs in Appingedam, Bedum, Delfzijl, Loppersum en Ten Boer’. In 2014 vormt Marenland het bestuur van 23 scholen, verspreid over 25 locaties in genoemde gemeenten. Marenland wordt bestuurd door een vrijwilligersbestuur, dat momenteel uit vijf personen bestaat. Het bestuur onderschrijft de branchecode voor goed bestuur. De inrichting van scheiding tussen bestuur en toezicht wordt in 2015 uitgevoerd. De dagelijkse leiding ligt in handen van een tweehoofdige algemene directie. De algemene directie wordt in haar beheerstaken ondersteund door vijf beleidsmedewerkers, die samen vier volledige arbeidsplaatsen invullen. De algemene directie en de ondersteuners vormen samen het onderwijsbureau van Marenland. Het onderwijsbureau is gehuisvest in Loppersum. De administratie wordt verzorgd door een externe organisatie, OSGMetrium.
Voor de 23 scholen heeft Marenland twintig directeuren in dienst. Zij zijn integrale schoolleiders. Naast hun onderwijskundig leiderschap en de zorg voor de schoolopbrengsten, zijn de directeuren verantwoordelijk voor hun budgetten, hun personeel en het gebruik van de gebouwen. Naast de schoolleiders voert een aantal locatieleiders directietaken uit.
Overleg- en Toezicht Orgaan gemeenten
Onderwijs bureau
Bestuur
Bestuur
Algemene Directie Directeur
Marenland heeft een aantal bovenschoolse medewerkers die parttime beschikbaar zijn voor taken op het gebied van zorg, bewegingsonderwijs, stages en kwaliteitsprojecten.
GMR
MR
In bijgevoegd figuur is het organogram van Marenland weergegeven.
School Directeuren
Figuur 1: Organogram Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
6|Pagina
1.2.
Leerlingen op de scholen van Marenland
Het aantal leerlingen op de scholen van Marenland is ten opzichte van 2013 gedaald met 146. Dit betekent een daling van 4,96 %. 2006 Leerlingenaantal
3451
2007 3417
2008
2009
3320
3253
2010
2011
2012
2013
2014
3156
3099
3015
2940
2794
Tabel 1: Ontwikkeling leerlingenaantal
Leerlingen
4000 3000 2000
Leerlingen
1000 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Grafiek 1: Leerlingen 2006-2014
Prognose leerlingenaantal We moeten er rekening mee houden dat ons leerlingenaantal in de periode 2020-2040 in totaliteit met ongeveer een kwart vermindert. De grootste daling vindt plaats in de periode van 2015 tot 2025. Aantal leerlingen
2020
2025
2030
2035
2040
533
485
467
455
467
Bedum
298
253
246
236
207
Delfzijl
1023
944
932
864
784
401
361
326
321
308
Appingedam
Loppersum Ten Boer Totaal
294
240
210
204
200
2549
2283
2181
2080
1966
Tabel 2: Overzicht geprognosticeerde leerlingendaling (PRIMOS 2014, provincie Groningen)
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
7|Pagina
Leerlingentelling 2014 In onderstaande tabel zijn de leerlingenaantallen op de teldatum per school opgenomen. School
Plaats
Jan Ligthart De Vuurvlinder Totaal gemeente Appingedam
Appingedam Appingedam
354 242 596
RA Venhuisschool Togtemaarschool Totaal gemeente Bedum
Zuidwolde Bedum
59 248 307
Noorderbreedte Jan Ligthartschool Tasveld De Garven ’t Zigt Meedhuizen Hiliglo Fiepko Coolman De Woldrakkers De Waarborg De Munte Totaal gemeente Delfzijl
Delfzijl Delfzijl Delfzijl Delfzijl Delfzijl Meedhuizen Holwierde Spijk Woldendorp Wagenborgen Termunterzijl
190 100 103 134 119 60 87 70 73 100 63 1099
De Wilster Abt Emo Wirdummerklimmer De Zandplaat Prinses Beatrixschool De Wilgenstee De Bongerd Totaal gemeente Loppersum
Middelstum Westeremden Wirdum ’t Zandt Loppersum Zeerijp Stedum
121 28 45 34 90 85 58 461
De Huifkar De Huifkar nevenvestiging Garmerwolde Totaal gemeente Ten Boer
Ten Boer Woltersum Garmerwolde
249 42 40 331
Totaal Tabel 3: Leerlingenaantallen op teldatum 1 oktober 2014 per school
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
Leerlingen 1 okt. 2014
2794
8|Pagina
1.3.
Samenwerking gemeenten
Marenland werkt intensief samen met de vijf gemeenten in de regio. Bij een stichting voor openbaar onderwijs hebben gemeenten een toezichthoudende taak. Daarnaast hebben de gemeenten, op grond van de Wet op het primair onderwijs, een beperkt aantal beslissende taken, voornamelijk ten aanzien van de instandhouding van het onderwijs (scholen). Bij Marenland is de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de wettelijke taken in handen gelegd van het gemeenschappelijk overleg- en toezichtorgaan (OTO). Dit orgaan bestaat uit de portefeuillehouders onderwijs van de vijf gemeenten en de voorzitter van het bestuur van Marenland. Het OTO is een bestuursorgaan in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen. In 2014 is het OTO driemaal bijeen geweest. Het ingezette beleid is voortgezet. Daarnaast ontwikkelden gemeenten en schoolbesturen plannen voor de toekomst door intensief samen te werken en goed te overleggen, met respect voor ieders eigen rol. De stichting Marenland ziet zich als een uitvoeringsorganisatie voor het openbaar onderwijs van de gemeenten. Plannen van de gemeenten en de stichting Marenland moeten op elkaar aansluiten. Ook is in onze regio belangrijk dat goed wordt samengewerkt en gecommuniceerd met ouders en belanghebbenden uit de dorpen en wijken. Er is geen eenduidige oplossing voor de toekomst. Per wijk en per dorp moet worden gezocht naar de juiste oplossingen en een goed plan van aanpak. Het ontwikkelen van de toekomstplannen voor de scholen heeft in alle gemeenten verreweg de meeste aandacht gekregen. Daarnaast hebben reguliere overleggen plaatsgevonden over huisvesting. De overheveling van taken naar de gemeenten voor de zorg voor jeugd en de invoering van passend onderwijs voor onze scholen, en vooral de nieuwe samenwerking bij deze zorgtaken, gaf aanleiding tot veel en constructief overleg. 1.4.
Communicatie en verantwoording naar belanghebbenden
Voor de interne en externe belanghebbenden van Marenland is het van belang dat zij geïnformeerd worden over wat de huidige activiteiten en toekomstplannen zijn van de organisatie. Aan de hand van deze informatie kunnen zij inschatten wat voor invloed deze activiteiten en plannen op henzelf en/of op hun organisatie kunnen hebben. Belanghebbenden hoeven niet per se als individuen te worden benaderd. Zij kunnen zich ook gezamenlijk opstellen in een bestuursorgaan, zoals een medezeggenschapsraad (mr). De verantwoording vanuit stichting Marenland naar interne en externe belanghebbenden wordt in de eerste plaats gedaan door middel van officiële documenten, zoals strategische plannen, jaarverslagen, jaarplannen en nieuwsbrieven. Ook leggen we in velerlei overlegvormen verantwoording af. In 2014 heeft Marenland zijn communicatieplan uitgevoerd, daarin ondersteund door een communicatiebureau. In het afgelopen jaar waren de meest zichtbare communicatiemiddelen de website, het wekelijkse infobulletin voor de schooldirecties, het periodiek verschijnend Marenland Bulletin voor alle personeelsleden, het populaire jaarverslag en het Marenland Magazine voor alle ouders. Voor incidentele communicatie hebben we passende activiteiten ondernomen.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
9|Pagina
1.5.
Bestuur, directie en onderwijsbureau
In deze paragraaf geven we inzicht in de samenstelling van de centrale organen van Marenland (per 31 december 2014). Het gaat om het bestuur, de algemene directie en de medewerkers van het onderwijsbureau.
Samenstelling bestuur Arie Moerman Ciska van Aken Yvonne Beishuizen Ali Flikkema Janke Poortvliet
voorzitter lid lid lid lid
Algemene directie Dick Henderikse Leonie Korteweg
algemeen directeur algemeen adjunct-directeur
Medewerkers onderwijsbureau Edward van der Beek Theda Copinga Arjan Metz Jos Sligter José van Zuylen
algemeen en financieel beleid financiële zaken huisvesting secretariaat personeelsconsulent
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
10 | P a g i n a
2
Strategisch beleid
2.1.
Visie en ambitie
Dé basis voor ontwikkeling De keuze voor een basisschool is heel persoonlijk. Onze scholen verschillen in onderwijsaanpak, sfeer en grootte. Over een aantal punten zijn de scholen van Marenland het eens: Veilige omgeving Een kind moet zich vertrouwd en begrepen voelen om zich te kunnen ontwikkelen. Het bieden een veilige basis is bij Marenland daarom een voorwaarde waar al onze scholen veel belang hechten. Een school moet ook passen bij het karakter en de interesses van een kind. onderwijsaanbod van Marenland is daarom gevarieerd: van traditioneel onderwijs jenaplanonderwijs, van techniekscholen tot scholen met de nadruk op creativiteit of sport.
van aan Het tot
Goed onderwijs We besteden veel aandacht aan taal en rekenen. Met deze vakken leggen we de basis van waaruit leerlingen verder kunnen leren. Ons onderwijs stemmen we af op de talenten en mogelijkheden van ieder kind. Met ons Zorgkantoor hebben we de expertise in huis om kinderen te ondersteunen bij specifieke onderwijsbehoeften. Trainingen op het gebied van dyslexie en weerbaarheid, en de Junior Masterclass zijn hier voorbeelden van. Professionele groei Ook de ontwikkeling van onze leerkrachten doet ertoe. Aandacht voor persoonlijke en professionele groei is een belangrijke randvoorwaarde om je werk goed te kunnen doen. Medewerkers krijgen ondersteuning in de vorm van coaching en persoonlijke ontwikkelingsplannen. Daarnaast kunnen zij via de Marenland Academie en persoonlijke arrangementen nascholing volgen. Pabostudenten, startende leerkrachten en invallers worden vanuit ons Stagebureau intensief begeleid en opgeleid. Samenwerking Kinderen groeien niet alleen door de kennis die ze opdoen op school, maar ook door de interactie met hun omgeving. Met de daling van het aantal inwoners op het platteland van NoordoostGroningen is er heel wat aan het veranderen in onze omgeving. Dit heeft ook invloed op het aantal kinderen dat naar de basisschool gaat. Stichting Marenland werkt daarom actief samen met andere kindorganisaties uit de regio om goed onderwijs te kunnen blijven bieden.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
11 | P a g i n a
2.2.
Structuur van het strategisch beleid
In onderstaand figuur is de structuur van het strategisch beleid van Marenland weergegeven. Visie en ambitie ‘Marenland biedt basis’
KERNDOELEN Het kind staat centraal Goed onderwijs Goed werkgeverschap Goed beheer Goed bestuur en management Sterke positie in de samenleving Goede voorzieningen voor de kleine dorpen
Beleidsterreinen Onderwijs
Organisatie
Bestuur en Management
Personeel
Doelstellingen Onderwijs - Hoogwaardige onderwijskwaliteit - Passend onderwijs - Optimale overdracht tussen scholen - Aandacht voor rekenen, taal/lezen en bewegingsonderwijs
Doelstellingen Bestuur en Management - Heldere organisatiestructuur - Scheiding tussen bestuur en toezicht - Advies en instemming - Het bestuur informeert zijn omgeving
Doelstellingen Marenland Organisatie - Professionele organisatie - ‘Marenland’ een merk - Samenwerking op het Groninger platteland - Verantwoording aan de omgeving - Tevredenheidsonderzoek
Doelstellingen Personeelsbeleid - Doorlopende ontwikkeling integraal personeelsbeleid - Invoering functiemix - Taakbelasting - Goed werkgeverschap - Beleid voor de krimp
Huisvesting
-
Financiën
Doelstellingen Huisvesting - Aantrekkelijke schoolgebouwen - Schoolgebouwen horen bij een integrale kindvoorziening
Doelstellingen Financiën
- Transparante planning en control - Sluitende begroting - Jaarlijkse risicoanalyse
Figuur 2: Structuur strategisch beleid 2010-2015
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
12 | P a g i n a
3
Onderwijs en organisatie
3.1.
Algemeen
2014 was het jaar dat sterk werd gekleurd door de voorgenomen fusie met de Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Noordkwartier. Als laatste bestuurlijke handeling in 2013 nam het bestuur het voorgenomen besluit tot fusie en legde het voorgenomen besluit voor aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR). In het begin van het jaar werd hard gewerkt door bestuur, algemene directie en onderwijsbureau om de organisaties op elkaar af te stemmen en voor te bereiden op de mogelijke fusie met ingang van het nieuwe schooljaar. In april 2014 besloot de GMR niet in te stemmen met het voorgenomen besluit, een streep door de rekening. Het bestuur van Marenland besloot tot een bezinningsperiode om nogmaals, in overleg met de achterban, na te denken over de ontstane situatie. In september 2014 moest worden geconstateerd dat er een groot draagvlak was voor de fusie, maar dat de GMR niet kon instemmen met het voorstel. Het bestuur heeft het voorgenomen fusiebesluit ingetrokken en Noordkwartier geïnformeerd. De plannen voor de kleine scholen en de kindvoorzieningen zijn door beide schoolbesturen en de kinderopvangorganisatie Kids2B voortgezet. Er is nog steeds een goede samenwerking in onze regio, waarbij kwalitatief goede voorzieningen het uitgangspunt vormen. Een grote stap was het in gebruik nemen van de nieuwe kindcentra in Appingedam. Op één dag werden de kindcentra OPwierde en Olingertil geopend. In de mooie gebouwen is vanaf de eerste schooldag de inhoudelijke samenwerking in praktijk gebracht en presenteren de afzonderlijke organisaties zich als een geheel. In Farmsum startte de nieuwe samenwerkingsschool Farmsumerborg en in Zuidwolde integreerden de beide scholen. In Wagenborgen startte het fusieproces tussen De Waarborg en De Blinke. In Ten Boer is De Huifkar met Kids2B een traject gestart om ook daar de inhoudelijke samenwerking op weg naar een volwaardig kindcentrum te vergroten. In de kindcentra wordt het beheer en de exploitatie van het gebouw, en de verantwoording voor de inhoudelijke samenwerking belegd bij de managementteams. Met meer verantwoording en op basis van een eigen ondernemersplan, ligt daar een grote mate van zelfstandigheid. Ten aanzien van de huisvesting is met de gemeente Delfzijl eind van het jaar een akkoord gesloten over de uitvoering van de huisvestingsplannen voor scholen en kindcentra. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is begonnen met bouwkundig inspecteren van schoolgebouwen in verband met toekomstige aardbevingsrisico’s. Ten aanzien van de financiën is 2014 een jaar geweest waarin Marenland de inkomsten en uitgaven opnieuw goed in de vingers had. Het hele jaar door werden de financiële uitgangspunten uit de begroting goed gevolgd. Door maatregelen van de rijksoverheid worden aan de reguliere middelen uit de lumpsumbekostiging impulsgelden uit strategische akkoorden beschikbaar gesteld. Het herfstakkoord uit 2013 leidde tot het beschikbaar stellen van middelen in december 2013. Deze gelden werden pas in dit jaar, en worden in de volgende jaren, uitgegeven en veroorzaken daardoor ogenschijnlijk een tekort op de jaarrekening. De organisatie moet zorgvuldig omgaan met deze nieuwe wijze van bekostiging en er verder voor waken ook in de volgende jaren financieel gezond, kwalitatief goed en toekomstbestendig te blijven.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
13 | P a g i n a
3.2.
Goed onderwijs (kwaliteit)
De visie en ambities van de scholen dienen in de eerste plaats tot uiting te komen in het onderwijsbeleid. Vóór alles gaat het om de kwaliteit van het onderwijs dat de kinderen in de klas wordt geboden. Alle andere beleidsonderdelen zijn daaraan ondergeschikt. Externe ontwikkelingen staan niet op zichzelf. Indirect spelen zij mee bij het bepalen van het beleid. Voor zover ze van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs, wordt geprobeerd het beleid erop af te stemmen. Marenland staat voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs en richt zich op de optimale ontwikkeling van leerlingen. Ieder kind kan zich binnen Marenland veelzijdig ontwikkelen in een veilige en uitdagende omgeving. Met als basis respect en aandacht voor elkaar, worden de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van ieder kind gestimuleerd. Marenland heeft in de afgelopen jaren hard gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit. Op een breed terrein, maar zeker ook in de beoordelingen van de onderwijsinspectie. Sinds 2013 zijn er geen scholen meer aangemerkt als zwak of zeer zwak. Ook de scholen die in 2014 zijn bezocht, hebben allemaal het predicaat ‘basisarrangement’ (voldoende) ontvangen. Door goede analyses en evaluaties van de resultaten, en sturen op verbetering hebben alle scholen een gerichte aanpak gekozen. Deze aanpak werpt zijn vruchten af en elke school ontwikkelt zich. In 2014 kon geconcludeerd worden dat de inspanningen om de onderwijskwaliteit te verbeteren tot resultaat hebben geleid. Gemiddeld genomen zijn alle resultaten bij de kennisgebieden taal, lezen en rekenen boven de ondergrens van de inspectie en op of boven het landelijk gemiddelde. Aan het einde van het jaar hebben alle scholen een basisarrangement, wat wil zeggen dat zij voldoen aan de eisen van goed onderwijs. Marenland werkt doorlopend aan de kwaliteit van het onderwijs. De inzet is gericht op goede prestaties bij de basisvaardigheden lezen, rekenen en begrijpend lezen. Met het Marenland Auditteam zorgen we voor de kritische vriend voor elke school. Het auditteam bezocht in 2014 vier scholen. Het interne auditteam heeft haar werkwijze dit jaar versterkt door, voorafgaand aan de audit, elke school een zelfevaluatie te laten maken van het onderwijs op de eigen school. De basis van de zelfevaluatie is de start van het auditbezoek. Interessante onderzoeksvraag is of het auditteam hetzelfde ziet als de schooldirecteur. Marenland is daarnaast aangesloten bij het provinciaal auditteam. Twee scholen zijn bezocht door een externe auditcommissie. In 2014 is een schooldirecteur van Marenland projectleider geworden van de provinciale auditcommissie. In beide gevallen zijn de auditrapportages praktisch en gericht op het verbeteren van het onderwijs. Scholen nemen de verbeteronderwerpen op in de jaarplanning. Elke school heeft het kwaliteitszorgsysteem op orde gebracht. In Marenland werken we met Kwintoo, het kwaliteitssysteem van de adviesorganisatie Cedin. Elke school heeft in 2014 de kwaliteitshandboeken ingericht op basis van een vaste inhoud. In de handboeken zijn de onderwijstaakvelden uitgewerkt. In de map zijn de procedures, afspraken en protocollen, passend bij het taakveld, opgenomen. Evalueren van het onderwijs is een belangrijk onderwerp op de scholen. Twee keer in het schooljaar wordt op basis van gegevens teruggekeken en worden aanpassingen gedaan op gewenste gebieden, in de groep of op individueel niveau van een leerling. Tien scholen werkten aan het project School aan Zet. De begeleiding vanuit dit project was concreet gericht op een onderwerp van de school dat verbetering behoeft. School aan Zet is een initiatief van het Ministerie van Onderwijs en de PO-Raad.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
14 | P a g i n a
3.2.1. Het volgen van de kwaliteit De leeropbrengsten vormen een belangrijke indicator voor de kwaliteit van het onderwijs in Marenland. Alle scholen meten de resultaten met het Cito-leerlingvolgsysteem. Op twee momenten in het schooljaar worden bij alle leerlingen dezelfde toetsen afgenomen. Hiermee wordt gevolgd hoe een leerling zich ontwikkelt, hoe de groep zich ontwikkelt en hoe de school er op het gebied van de resultaten voor staat. De resultaten van alle toetsen staan in een centraal administratie- en registratiesysteem met de naam Parnassys. Elke school heeft dit administratieprogramma, vult dit met de toetsgegevens en trekt uit deze gegevens haar conclusies. De algemeen adjunct-directeur en de coördinator zorg kunnen op ieder gewenst moment in het Parnassys-systeem kijken en de resultaten van elke school zien. Twee keer per jaar worden de resultaten van de school met de schooldirecteur besproken. Waar nodig worden verbeterplannen opgezet. Een tweede indicator voor kwaliteit zijn de tevredenheidsonderzoeken. Marenland onderzoekt één keer per twee jaar de tevredenheid. In 2014 vonden de peilingen plaats. De onderzoeken werden uitgevoerd door het Bureau voor Praktijkgericht Onderzoek uit Groningen. Elke school ontving een rapport over de bevindingen op de eigen school. Het bestuur kreeg de rapportage over de gezamenlijke scholen. Onderzoek
Marenland
Landelijk gemiddelde
Oudertevredenheid
7.7
7.5
Medewerkers tevredenheid
8.0
7.6
Op basis van deze uitkomsten werden voor het nieuwe jaar verbeteringen gepland en aandachtgebieden versterkt. Dit betreft het schooljaar 2014-2015. Alle onderzoeken zijn op de scholen met medewerkers en de medezeggenschapsraad besproken. Aandachtgebieden voor de organisatie zijn, blijkens de uitkomsten: - de omgeving van de school; - de veilige route naar school; - de conditie van het schoolgebouw; - het schoolgebouw en de hygiëne. De derde indicator voor goede kwaliteit zijn de inspectiebezoeken, de bevindingen en de rapportage (zie paragraaf 3.2.2). De verslagen van de schoolbezoeken, meestal eens in de vier jaar, geven op de indicatoren van de dagelijkse lespraktijk een rapportage. In 2014 zijn op elke school ontwikkelgesprekken gevoerd met de schooldirecteur, soms aangevuld met de intern begeleider. Deze gesprekken vinden twee keer per jaar plaats, rond november en in de maand mei. In deze gesprekken zijn de kwaliteitsindicatoren van de inspectie leidend, aangevuld met de beleidsonderwerpen van Marenland. Tot slot, de medewerkers in Marenland realiseren zich dat het ontwikkelen van goed onderwijs een continu en intensief traject is. Kwaliteitszorg en kwaliteitsontwikkeling vragen voortdurend aandacht binnen de organisatie.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
15 | P a g i n a
3.2.2. De onderwijsinspectie over Marenland Basis, zwak en zeer zwak Het toezicht is de laatste vijf jaar iets veranderd. Sinds drie jaar zijn er kernindicatoren vastgesteld. Deze indicatoren moeten voldoende zijn en bepalen welk toezichtarrangement de school krijgt. De mogelijkheden: Basisarrangement: hierbij worden geen problemen gezien in de kern van het onderwijs. De school wordt elke vier jaar bezocht. Het arrangement zwak: op de kernindicatoren worden risico’s gezien en de school maakt een plan van aanpak om de indicatoren te verbeteren. Het arrangement zeer zwak: de school komt onder verzwaard toezicht, elk half jaar wordt een voortgangsgesprek of een voortgangsverslag gemaakt en overlegd met de inspectie. Na twee jaar dient de school haar onderwijs op de kernindicatoren voldoende te hebben. In 2014 heeft de inspectie op zeven scholen een bezoek uitgevoerd. Het meest opvallende bezoek vond plaats op basisschool Wirdumerklimmer. Deze school is voor Marenland de eerste samenwerkingsschool samen met Noordkwartier. De uitvoering van het in elkaar weven van twee systemen en het integreren van identiteit en levensbeschouwing, maakte het bezoek spannender. 2009
2010
2011
2012
2013
2014
Zwak
3
1
1
1
0
0
Zeer Zwak
1
1
0
0
0
0
Totaal
4
2
1
1
0
0
Tabel 4: Zwakke en zeer zwakke scholen op 31-12-2014
Inspectieoordeel op de zeven scholen die in 2014 bezocht zijn. (niet alle onderdelen worden per school beoordeeld) 1 = slecht 4 = goed 2 = onvoldoende 5 = niet te beoordelen 3 = voldoende
1 2 3
1
Opbrengsten
1.1
Resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
7
1.2
De resultaten van de leerlingen voor Nederlands taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
7
1.5
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
7
2
Leerstofaanbod
2.1
Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
7
2.2
De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
7
2.3
De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.
7
2.4
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
7
4 5
Tabel 5: Beoordeling kernindicatoren door inspectie
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
16 | P a g i n a
3
Tijd
3.1
De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
5
Didactisch handelen
5.1
De leraren geven duidelijk uitleg over de leerstof.
2
5.2
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
1 1
5.3
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
6
Afstemming
6.1
De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkelingen tussen kinderen.
6.2
De leerkrachten stemmen hun instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
1 1
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
1 1
6.4
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
7
Begeleiding
7.1
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
8
Zorg
8.1
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
6 1
8.3
De school voert de zorg planmatig uit.
2 5
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
5 2
9
Kwaliteitszorg
9.1
De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
9.2
De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten.
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
7
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
7
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
7
9.6
De school verantwoordt zich naar belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
4 3
9.7
De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.
7
2
2 2
1
7
1 6
7
7 3 4
Tabel 5: Beoordeling kernindicatoren door inspectie (vervolg)
Analyse beoordeling kernindicatoren De inspectie legde in 2014 de nadruk op: de opbrengsten: kernindicator 1.1 en 1.2; het aanbod taal, lezen en rekenen: kernindicator 1.2, 2.1 en 2.2; de didactische vaardigheden van de leerkracht: kernindicator 3.1, 5.1,5.2 en 5.3; de school toetst de leerlingen met onafhankelijke toetsen: kernindicator 7.1 en 7.2; de zorg wordt planmatig uitgevoerd, tijdige herkenning van zorgleerlingen, analyseren van gegevens: kernindicator 8.3;
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
17 | P a g i n a
-
-
de kwaliteitszorg: kernindicator 9.1,9.2,9.3, 9.4 en 9.5. Nieuwe indicatoren zijn 9.6, de verantwoording naar externen over de kwaliteit van de school, en 9.7 over burgerschap en sociale integratie; naleving wet en regelgeving: kernindicatoren N. Hierover geen opmerkingen.
Bestudering van de inspectierapporten geeft een nader beeld van de scholen. Twee scholen hebben een volledig oordeel gehad en hierbij zijn ook de indicatoren 3, 5 en 6 beoordeeld. De andere vijf scholen hebben een beperkt onderzoek ondergaan op alleen de indicatoren 1, 2, 7, 8 en 9. De keuze wordt verklaard uit de gegevens van de Cito-eindtoets. Als een school twee keer onder de norm heeft gepresteerd, kijkt de inspectie dieper in de school. Verbetering over het geheel moet komen op het gebied van: De zorg. De gegevens over leerlingen (toetsgegevens) moeten met meer inhoud worden geanalyseerd. Daarbij moet inzichtelijk worden gemaakt waar de oorsprong van fouten zit en wat de oorzaak is. Inmiddels is er op deze indicator een training gezet, ‘Analyseren kan je leren’. Deze cursus wordt in schooljaar 2014-2015 aangeboden in drie lagen: onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Verder zijn er formats gemaakt, waarbij leerkrachten vragen moeten beantwoorden die gericht zijn op analyseren. Het meest belangrijk is dat de leerkracht nadenkt over de leerling en de resultaten, en verklaringen zoekt en opschrijft. Kwaliteitszorg. Twee keer per jaar analyseren de schoolteams de gegevens uit de methode onafhankelijke toetsen, de zogenaamde Cito-toetsen. Deze analyse vormt de basis voor het onderwijs. Wat te weinig gebeurt is het analyseren van de effecten van de methodes in de school en de wijze waarop de zorg in de school vorm krijgt. De inspectie zegt: het is signaleren in plaats van analyseren. De verantwoording van de resultaten aan derden betreft de informatie in de schoolgids en op de website. Alle scholen geven de feiten, vertellen erbij wat ze zien in de resultaten, maar geven volgens de inspectie niet weer wat zij er zelf van vinden noch wat zij precies gaan doen. 3.2.3. De Cito-eindtoets in Marenland Binnen Marenland doen twintig scholen mee aan de landelijke Cito-eindtoets. Dit is 75% van de scholen. De toets wordt landelijk door 80% van de scholen gemaakt. Hieronder staan de scores over de laatste vier jaar. De scores liggen tussen de 525 en 550. De gekleurde vakken zonder score geven de eindresultaten die met andere toetsen zijn gemeten. In voorbereiding bij het Ministerie van Onderwijs ligt een verplichte eindtoets die vanaf 2015 moet worden afgenomen op alle basisscholen in Nederland. In 2014 hebben leerlingen in Marenland de Cito-eindtoets gemiddeld minder goed gemaakt dan in 2013. In 2014 lag de gemiddelde score van de Marenlandscholen onder het landelijk gemiddelde en onder de ondergrens van de inspectie. Deze lage gemiddelde score wordt mede veroorzaakt door scholen met een uiterst lage Cito-score, wat het geheel naar beneden haalt. Elke school heeft een analyse gemaakt van de resultaten en er conclusies uit getrokken. Van twee scholen hebben we moeten vaststellen dat er een lagere score is behaald dan was verwacht. Op deze scholen zijn gesprekken gevoerd en zijn verbeterplannen opgezet.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
18 | P a g i n a
Naam school
2011
2012
2013
2014
Jan Ligthart Appingedam
536,6
536
532,2
533,1
Fiepko Coolman
538,6
532,4
527,8
535,9
Obs Hiliglo
531,7
540,6
533,7
535,6
Obs de Viking
535,4
Obs de Brandaris
536,4
Iemekorf Jan Nieuwenhuyzen
Noorderbreedte
530,5
532,7
523,6
Obs de Garven
533.3
535,9
538,1
535,3
Odbs Ripperdaborg
534,1
531,2
533,4
527,7
Obs Meedhuizen
534,9
539
537,1
533.6
Obs de Munte
533,2
538,6
544
535,1
Togtemaarschool
537,6
537,6
532,7
536,6
Venhuisschool
535,4
538,4
539,3
535,9
Abt Emo school
Obs de Waarborg Obs de Woldrakkers Obs Jan Ligthart D Obs de Tasveld Obs t Zigt
533,7 (<5)
537,6
539,4
537,3
Pr. Beatrixschool
537,1
539,5
534,9
535,2
De Bongerd
537,7
536,9
529,0
540,0
534,5 (<5)
535,7
536,3
537,2
537,8
528,0
De Dieftil De Wilster De Zandplaat
537,1 529,2
Wirdumerklimmer De Huifkar
530,6
532,4
534,6
539
541,3
532,0
Garmerwolde
542
527 (1 lln)
535,0
538,0
De Lessenaar
539,3
541,5
542,5
547,5
Landelijk gemiddeld
535,2
535,4
535,3
534,8
Inspectie ondergrens
533,8
533,8
533,8
533,8
Marenland gemiddeld
536,2
537,2
535,1
533,0
Legenda beoordeling inspectie xxx,x
Geen beoordeling
xxx.x
Voldoende
xxx.x
Attendering
xxx.x
Onvoldoende
Cellen zonder score duiden op het gebruik van een andere toets dan cito Tabel 6: Cito-eindtoets voor de periode 2011-2014
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
19 | P a g i n a
3.2.4. Invoering passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs in werking getreden. De wet betekent voornamelijk dat meer kinderen het onderwijs zullen gaan volgen binnen de reguliere basisscholen en minder worden verwezen naar andere onderwijsvoorzieningen. De scholen in Marenland hebben op dit gebied bereikt dat er de laatste jaren minder leerlingen worden verwezen, veel minder dan landelijk. De uitdaging voor Marenland ligt in het neerzetten van een goede basiszorg op elke school en het maken van speciale arrangementen voor leerlingen met een extra onderwijsbehoefte. In augustus is in Marenland het Regionaal Expertise Team (RET) opgericht. Het RET is een team van specialisten die scholen ondersteunen bij het onderwijs aan leerlingen met een extra hulpvraag. Vragen van scholen worden snel en adequaat opgepakt en omgezet in hulp of ondersteuning. De hulp kan leiden tot een arrangement. Dit betekent dat er voor de leerling, soms voor de school, extra middelen beschikbaar worden gesteld om te zorgen voor passend onderwijs. In 2014 zijn er leerlingen verwezen naar het speciaal onderwijs (SO) en speciaal basisonderwijs (SBO). Dit heeft plaatsgevonden voor 1 augustus 2014. Ook na deze datum blijft het verwijzen mogelijk en zelfs noodzakelijk. Niet alle leerlingen kunnen in het reguliere onderwijs functioneren. Voor hen zal altijd een speciale onderwijsvoorziening nodig blijven. Tussen 1 augustus 2014 en 1 januari 2015 zijn geen kinderen verwezen naar een speciale voorziening. SBO
SO
SBO
SO
SBO
SO
SBO
SO
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2014
2014
Iemekörf
0
0
1
1
2
0
0
0
Jan Ligthart Appingedam
1
0
2
1
2
0
1
0
Jan Nieuwenhuyzen
1
0
0
0
3
0
0
1
RA Venhuisschool
0
0
0
0
0
0
0
0
Togtemaarschool
2
0
2
1
0
0
1
0
Fiepko Coolman
1
0
0
0
0
0
0
0
Hiliglo
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
6
0
Noorderbreedte Jan Ligthart Delfzijl
0
0
0
1
2
0
0
0
Tasveld
0
0
0
0
0
1
0
0
’t Zigt
1
0
0
0
0
0
0
0
Garven
0
1
0
0
0
0
0
0
Ripperdaborg
0
1
1
0
0
0
1
0
Waarborg
0
0
0
0
1
0
0
0
Munte
2
0
2
0
0
0
0
0
Woldrakkers
1
0
0
0
0
0
0
0
Wilster
0
0
0
0
0
0
0
0
Abt Emo
0
0
0
0
0
0
0
0
Wirdumerdraai
0
0
0
0
0
0
2
0
Zandplaat
1
0
0
0
0
0
0
0
Beatrixschool en Wilgenstee
0
0
0
0
0
0
0
0
Bongerd
0
0
0
0
0
0
0
0
Huifkar
0
0
0
0
0
0
0
1
Woltersum
0
0
0
0
0
0
0
0
Garmerwolde
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
10
2
8
3
11
2
11
2
Lessenaar Totaal Marenland (in procenten)
0.32
0,06
0,26
0,10
0,37
0.06
0.39
0.07
Landelijk (in procenten)
0,64
0,32
0,60
0,30
0.65
0.30
0.60
0.30
Teruggeplaatst naar het BAO
1
Tabel 8: Verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs SBO en het speciaal onderwijs SO
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
20 | P a g i n a
3.2.5. Verwijzingen naar het voortgezet onderwijs In 2014 zijn 403 leerlingen verwezen naar het voortgezet onderwijs. De meeste leerlingen gingen naar het Eemsdeltacollege met vestigingen in Appingedam en Delfzijl. Vanuit de westelijk gelegen basisscholen werd verwezen naar de stad Groningen en Het Hogeland College in Warffum. Ten opzichte van 2013 zagen we een gelijk beeld in de verwijzing naar het voortgezet onderwijs. In 2014 hebben alle basisscholen van Marenland gewerkt met de plaatsingswijzer. Deze wijzer geeft op basis van de resultaten van de leerling in de laatste drie basisschooljaren een VO-advies. Hiermee wordt recht gedaan aan de waarde van het leerlingenvolgsysteem en krijgt de Cito-eindtoets een iets minder prominente plek in de VO-verwijzingsprocedure. Het advies van de basisschool is leidend en bindend voor de school voor voortgezet onderwijs.
Iemekorf
%
%
%
%
VWO
HAVO
VMBO
PRO 15%
8%
15%
62%
Jan Ligthart App.
14%
23%
61%
2%
J. Nieuwenhuyzen
6%
12%
60%
22%
RA Venhuisschool
17%
Togtemaarschool Fiepko Coolman
17%
67%
0,0
20%
32%
48%
0,0
8%
38%
54%
0,0
Hiliglo
13%
Noorderbreedte
14%
Jan Ligthart
52%
0,0
14%
65%
14%
12%
30%
58%
0,0
6%
39%
55%
0,0
t Zigt
30%
30%
40%
0,0
Garven
13%
25%
62%
0,0
Ripperdaborg
18%
9%
72%
0,0
Meedhuizen
37%
12%
51%
0,0
9%
18%
73%
0,0
Munte
20%
10%
70%
0,0
Woldrakkers
14%
29%
57%
0,0
Wilster
24%
41%
36%
0,0
Abt Emo
20%
40%
40%
0,0
Wirdumerdraai
30%
14%
56%
0,0
0%
44%
36%
0,0
Beatrixschool
15%
55%
30%
0,0
Bongerd
50%
25%
25%
0,0
Huifkar
11%
22%
67%
0,0
Woltersum
33%
16%
50%
0,0
Garmerwolde
56%
22%
22%
0,0
Lessenaar
50%
50%
0%
0,0
Tasveld
Waarborg
Zandplaat
Totaal 2014
403
13%
41%
59%
Totaal 2009
49,7 %
50,3 %
Totaal 2010
46,7 %
53,3 %
Totaal 2011
49,0 %
51,0 %
Totaal 2012
44,8%
55,2%
Totaal 2013
40%
60%
Tabel 9: De verwijzingen naar het voortgezet onderwijs in juli 2014, in procenten
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
21 | P a g i n a
3.3.
Sterke positie in het centrum van de samenleving
Belangstelling Onze doelstelling is dat Marenland een stabiel of groeiend marktaandeel heeft. In 2014 is het belangstellingspercentage ten opzichte van 2013 gedaald met 0,9% (van 52,2% in 2013 naar 51,3% in 2014). Voor het eerst in onze geschiedenis een daling. Het overhevelen van leerlingen naar een ander schoolbestuur veroorzaakte een daling van 1,3% van de belangstelling. Voor de overige scholen was er dus een relatieve stijging. 2006
Belangstelling in (%)
46,4
2007
46,6
2008
49,0
2009
2010
50,0
2011
50,3
51,5
2012
51,7
2013
52,2
2014
51,3
Tabel 10: Belangstellingspercentage 2006-2014
Belangstelling
54 52 50 48
Belangstelling
46 44 42 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Grafiek 2: Belangstellingspercentage 2006-2014
Tevredenheid van ouders De uitkomsten van de tevredenheidsmetingen leveren belangrijke informatie op voor de verdere kwaliteitsverbetering van de school. Naar aanleiding van de resultaten worden zaken gesignaleerd waar men ontevreden over is en waarvan men wil dat er verandering in gebracht wordt. De tevredenheid van ouders meten we op schoolniveau in een cyclus van twee jaar. In 2014 hebben alle scholen van Marenland daar aan deelgenomen. Uit de tevredenheidsonderzoeken onder ouders, gehouden in 2014, blijkt dat ouders de school gemiddeld het cijfer 7,7 toekenden. Een lichte stijging ten opzichte van de vorige jaren. Het gemiddelde cijfer in Nederland (gemeten met hetzelfde onderzoeksinstrument) is een 7,5. In 2013 is geen tevredenheidsonderzoek uitgevoerd. 2009
2010
2011
2012
2014
7.5
7.2
7.6
7.6
7.7
7.4
7.5
7.5
7.5
7.5
Tevredenheid Ouders Landelijk Gemiddelde
Tabel 11: Tevredenheid ouders en landelijk gemiddelde van het onderzoeksinstrument
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
22 | P a g i n a
4
Personeel
4.1.
Goed werkgeverschap
Het personeelsbeleid is een van de belangrijkste beleidsactiviteiten. De projectgroep Integraal Personeels Beleid, waarin de algemene directie en schooldirecteuren plaats hebben genomen, heeft een route uitgestippeld om het personeelsbeleid doorlopend te verbeteren. De kwaliteit van medewerkers is een centrale voorwaarde voor het realiseren van de beoogde onderwijskwaliteit. Belangrijke instrumenten zijn de functionerings-, loopbaan- en beoordelingsgesprekken, het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en het portfolio voor iedere medewerker.
Cijfers > Aantal personeelsleden: > Aantal Payroll: > Aantal FTE (incl payroll): > Gewogen Gemiddelde Leeftijd
260 6 204,14 43,31
> Percentages Vrouwen Mannen
79% 21%
Directie OP OOP
12% 84% 4%
We kunnen concluderen dat de gesprekkencyclus functioneert op alle scholen. In drie jaar tijd voeren we minstens vijf officiële functioneringsgesprekken, loopbaangesprekken en beoordelingsgesprekken. Alle personeelsleden hebben een Persoonlijk Ontwikkelingsplan. In het kader van de Wet beroepen in het onderwijs (Wet BIO) heeft ieder personeelslid een Marenlandportfolio aangelegd om de eigen ontwikkeling in beeld te brengen. In dit portfolio moeten leerkrachten materiaal behorend bij hun persoonlijke ontwikkeling bewaren. Het beleid voor de ontwikkeling van de kwaliteit van de medewerkers werd gesteund door het rijksbeleid. Via de impulsgelden uit het strategisch akkoord werden opnieuw extra middelen beschikbaar gesteld. Scholen, en de organisatie, konden daardoor meer geld investeren in ontwikkeling en opleidingen. Schooldirecteuren krijgen uit de prestatiebox een eigen ontwikkelingsbudget, wat ze verplicht moeten inzetten voor hun persoonlijke ontwikkeling. In 2014 zijn de afspraken uit het ‘Actieplan Leerkracht van Nederland’ verder uitgewerkt en ingevoerd. Na dit jaar zijn de afspraken overgenomen in het strategisch akkoord. Als laatste concrete stap is de invoering en de functie van de LB-leerkracht verder ingevoerd binnen Marenland. Op de peildatum van 1 augustus 2014 voldeed onze organisatie als een van de weinige schoolbesturen aan de getalsafspraken die waren vastgelegd in de vorige cao. De LB-functies zijn nu onderdeel van de ontwikkeling en de gesprekkencyclus. Aan de lerarenbeurs namen in 2014 twee personeelsleden deel. Zij ontvingen een bedrag van € 4.465 van het Ministerie van Onderwijs en volgen een gecertificeerde hbo-master of wetenschappelijke studie. In 2014 is formeel per 1 juli de nieuwe cao van kracht geworden. Pas in december 2014 werden de definitieve teksten gepubliceerd. Veranderingen vinden plaats door het afschaffen van de seniorenregeling, de BAPO, en het formuleren van nieuw duurzaamheidsbeleid voor alle leeftijdsgroepen. Werktijden, aanstellingen en normjaartaak worden vereenvoudigd. Besturen en scholen mogen via het zogenoemd overlegmodel op hun niveau over sommige uitwerkingen afspraken maken. De invoering van de nieuwe cao is door het late moment van publiceren en de vele nieuwe detailberekeningen, een lastige en tijdrovende zaak voor betrokkenen. In het nieuwe schooljaar zullen de wijzigingen daadwerkelijk worden uitgevoerd. Marenland heeft geen vastgelegd beleid inzake uitkeringen na ontslag. De werkwijze is, als onderdeel van vastgesteld personeelsbeleid, dat bij ontslag er een reguliere vergoeding wordt gegeven voor outplacementkosten, dat ontslag wordt verleend als de instroomtoets kan worden doorstaan en dat uitsluitend eventuele juridisch toegewezen uitkeringen worden betaald.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
23 | P a g i n a
4.2.
Onze medewerkers in cijfers
Op 31 december 2014 had Marenland 260 medewerkers in dienst. Hiervan waren 245 vast in dienst en waren 15 een tijdelijke kracht. Ten opzichte van 2013 betekent dit een stijging van 11 medewerkers (9 leraren en 2 onderwijsondersteunende personeelsleden). Het personeelsbestand, gerekend in volledige banen, telde op 31 december 2014 199 fte (excl. payroll). Hiervan had 193 fte een vast dienstverband en 6 fte een tijdelijke uitbreiding, dan wel een tijdelijk dienstverband. In 2013 was dat nog 196 fte. In onderstaande grafieken en tabellen is de beschikbare informatie verwerkt. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de gegevens vanaf 2014 gesplitst worden in vast en tijdelijk personeel. Dit geeft getalsmatig een ander beeld dan de vorige jaren. Van de 260 medewerkers waren in 2014 222 werkzaam in de categorie onderwijzend personeel, 11 in de categorie onderwijsondersteunend personeel en 27 in de categorie directie. Van onze medewerkers was 21% man en 79% vrouw. 66% van het personeel was deeltijder en 34% werkte voltijd.
Aantal Personeelsleden 400
316
305
286
275
249
260
2010
2011
2012
2013
2014
300 200 100 0 2009
Grafiek 3: Aantal personeelsleden op 31-12-2014
In 2014 was de gemiddelde gewogen leeftijd van het personeel 43,59 jaar. Van onze medewerkers was 65,7% 45 jaar of ouder. 14,2% was jonger dan 35 jaar. De gemiddelde diensttijd van alle personeelsleden, bepaald op basis van diensttijd in het onderwijs, bedroeg op 31 december 2014 22,61 jaar. In 2014 vierden 13 medewerkers hun jubileum: 8 waren 25 jaar in dienst en 5 medewerkers vierden het 40-jarig jubileum.
Grafiek 4: Leeftijdsopbouw op 31-12-2014
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
24 | P a g i n a
Peildatum 31-12-2014 Fte’s Aantal Percentage personen 25,2951 27 12,68% 7,8625 11 3,94% 166,3123 222 83,38% 199,4699 260 100,00%
Directie Onderwijs ondersteunend personeel Onderwijzend personeel Totaal Tabel 12: Personeelsgegevens 31-12-2014 stichting Marenland
Payroll Naast de personeelsleden in dienst, werken we ook met payrollers. In 2014 zijn 6 payrollers met een aanstelling voor een bepaalde tijd werkzaam geweest, met een totale werktijdfactor van 4,67. In 2013 waren dit 42 personeelsleden met een totale werktijdfactor van 10,16. 4.3.
Arbeidsomstandigheden
Ziekteverzuim Marenland besteedt veel aandacht aan het ziekteverzuim. In 2010 kende de organisatie een hoog verzuimpercentage van 10,07%. Na een onderzoek naar achterliggende oorzaken is het beleid ingrijpend gewijzigd. Op het onderwijsbureau wordt het verzuim doorlopend cijfermatig geanalyseerd. De scholen ontvangen iedere maand overzichten van hun school en van de gehele organisatie. Directeuren worden aangestuurd door de personeelsadviseur om op hun eigen school het ziekteverzuimbeleid uit te voeren. Coaches worden bovenschools ingezet voor preventieve werkzaamheden en om langdurig zieken actief te begeleiden. Marenland heeft vanaf begin 2012 een eigen arboarts en arbeidsdeskundige in dienst. De effecten van het beleid zijn duidelijk waarneembaar. Het verzuim is doorlopend gedaald. Het afgelopen jaar kwamen we uit op 5,30%, een percentage onder het landelijk gemiddelde en ruim onder de regionale verzuimcijfers. Aan het eind van 2014 zien we een toename van het aantal langdurig zieken en een licht stijgend verzuim. Het ziekteverzuim blijft een aandachtspunt. Ons streven is nog altijd uit te komen op een verzuim van 5%. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de ziekteverzuimcijfers terug te vinden.
Percentage
Beginsituatie 2005
2009
2010
2012
2013
2014
8,30%
7,82%
10,07%
7,13%
6,07%
5,30%
Tabel 13: Ontwikkeling ziekteverzuimcijfers Marenland
Ongewenste omgang Er is in 2014 geen aangifte van ongewenste omgang gedaan bij de vertrouwenspersoon.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
25 | P a g i n a
Klachtenprocedures In 2014 is het aantal meldingen ingediend bij het bestuur sterk verminderd. Ouders met klachten konden in bijna alle gevallen worden terugverwezen naar de leerkracht of de directeur van hun school, waar hun klacht verder is behandeld. Het aantal klachten dat bij het bestuur werd ingediend volgens de klachtenprocedure was in 2014 zes. Drie klachten van de ouders zijn in onderling overleg afgehandeld. Drie klachten tegen personeelsleden werden ingediend bij de landelijke klachtencommissie. Bij deze drie klachten werden de klagers niet in het gelijk gesteld. Bij onze externe beroep- en bezwarencommissie voor rechtspositieklachten werden in 2014 drie klachten ingediend. Twee klachten werden ingetrokken en bij een klacht werd de klager niet in het gelijk gesteld. 2010
2011
2012
2013
2014
Aangemelde klachten
6
8
9
2
6
Procedures
3
6
1
0
3
Tabel 14: Aantal klachtenprocedures
4.4.
Opleiding en scholing
Personeel Door iedere school is een eigen opleidingsplan gemaakt. De investering bedroeg € 63.000. Individueel konden leerkrachten via het schoolbudget of via de Marenland Academie scholing volgen. De investering via de Marenland Academie bedroeg € 66.000. Voor de professionalisering van schoolleiders was de investering € 54.000. De kosten van overige cursussen en opleidingen bedroegen € 71.000. De totale investering in opleiding en scholing bedroeg € 254.000, ongeveer gelijk aan 2013. In tabel 15 is de ontwikkeling in investeringen inzichtelijk gemaakt.
Investering Opleiding en Scholing
2009
2010
2011
2012
2013
2014
440.000
219.000
234.000
240.000
250.000
254.000
Tabel 15: Investering opleidingen en schoolbegeleiding
De Marenland Academie Via de Marenland Academie bieden we scholing aan alle personeelsleden. Het aanbod is zo goed mogelijk afgestemd op de vraag en behoefte vanuit de scholen en de doelstellingen van de organisatie. In 2014 waren dat de cursussen: Leerkracht in de Kindvoorziening Basiscursus MFA (Medical First Aid) Herhalingscursus MFA Training gedragscoördinator Actieve leerlingen en eigenaar van het leren Woordenschatontwikkeling binnen de basisschool ICT in het onderwijs Werken met Excel Effectief werken aan begrijpend lezen Ik kan al lezen
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
26 | P a g i n a
Opleiding op schoolniveau Elke school heeft een eigen opleidingsplan. Schoolteams volgen scholing of krijgen begeleiding bij de schoolontwikkeling. Vast onderdeel van de scholing zijn twee bijeenkomsten met activiteiten rond het kwaliteitsontwikkeling- en borgingsinstrument Kwintoo.
4.5.
Werkgelegenheid, mobiliteit en verlof
Instroom In 2014 zijn vijf vaste dienstverbanden bij het onderwijzend personeel benoemd. Uitstroom In 2014 zijn vier vaste dienstverbanden beëindigd. Detachering In 2014 zijn tien personeelsleden gedetacheerd. Mobiliteit In het afgelopen schooljaar zijn 25 personeelsleden van school gewisseld. Dat waren er precies evenveel als in 2013. Verlof In 2014 genoten 28 medewerkers ouderschaps- en/of zwangerschapsverlof. Hiervan hadden zeven medewerkers zwangerschapsverlof en 21 medewerkers betaald of onbetaald ouderschapsverlof. Het aantal zwangerschapsverloven is hiermee gehalveerd ten opzichte van 2013. Het aantal ouderschapsverloven bleef nagenoeg gelijk.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
27 | P a g i n a
5
Financiën en huisvesting
In dit hoofdstuk worden allereerst het gevoerde financiële beleid van Marenland en de gewijzigde regelgeving behandeld. Vervolgens zijn de exploitatierekening 2014 en de bijbehorende balanssituatie van Marenland opgenomen. Noodzakelijke toelichtingen bij de diverse onderdelen zijn bijgevoegd. Daarnaast worden de kengetallen en kerncijfers van 2011, 2012 en 2013 genoemd om inzichtelijk te maken hoe de situatie bij Marenland is gewijzigd ten opzichte van de voorgaande jaren. 5.1.
Cijfers > Exploitatieresultaat 2011 - € 269.320 > Exploitatieresultaat 2012 € 164.789 > Exploitatieresultaat 2013 € 784.484 > Begroting 2014 € 0.000 > Exploitatieresultaat 2014 - € 29.251 > Weerstandsvermogen 26.07%
Gevoerde financiële beleid
Het financiële beleid van Marenland is onder te verdelen in twee categorieën: de financiële planning en het beheer van de financiële planning. De financiële planning wordt vormgegeven door het opstellen van een begroting voor het komende kalenderjaar. Binnen de begroting worden de beschikbare budgetten vraaggestuurd ingezet, gericht op het verhogen van de onderwijskwaliteit. Scholen maken voor hun deel een schoolbegroting en controleren regelmatig hun budgetten. Scholen mogen niet meer geld uitgeven dan de inkomsten voor het betreffende jaar. Daarnaast wordt een meerjarenbegroting gemaakt om voor de langere termijn de ontwikkeling van de financiële positie in beeld te brengen. De meerjarenbegroting verschaft informatie voor het nemen beslissingen die financiële consequenties hebben. In 2014 is (voor het eerst) een toevoeging gemaakt op de begroting. Na het opstellen van de begroting, ultimo 2013, werd van het ministerie van OCW onverwacht, via het Nationaal Onderwijs Akkoord, een grote som geld ontvangen waarvan een deel in een aanvulling op de begroting 2014 werd bestemd. Het financiële beheer vindt plaats door middel van twee tussentijdse rapportages (integrale management rapportages), die de gehele planning- en controlcyclus binnen Marenland ondersteunen. Met deze rapportages wordt in de gaten gehouden in hoeverre de realisatie afwijkt van de begroting. Tevens wordt in de rapportages een prognose gemaakt voor het hele kalenderjaar. Op basis van deze prognose kan beslist worden of er gedurende het jaar reden is tot bijsturing van het financiële beleid. Uiteindelijk wordt een jaarrekening opgesteld. De doelstelling is dat tijdig de jaarlijkse begroting en rekening opgemaakt zijn en duidelijke tussentijdse rapportages opgesteld zijn over onder- en overschrijdingen. De verplichting is ingevoerd dat de geldstromen in de scholen worden meegenomen in de verantwoording. Onder andere ouderfondsen, oudpapieropbrengsten en schoolreisfondsen vallen onder deze verplichting. In 2014 zijn deze rekeningen ondergebracht bij zelfstandige stichtingen. zodat dit geen onderdeel meer uitmaakt van het eigen vermogen van de organisatie. 5.2.
Administratieve organisatie
Om alle processen binnen Marenland, met name de risicovolle en kwetsbare processen, goed te kunnen uitvoeren, is een goede administratieve organisatie vereist. Om de administratieve organisatie van Marenland goed in beeld te brengen, is in 2010 het proceshandboek opgesteld. In 2014 is het proceshandboek geactualiseerd. De uitvoering van de plannen is vastgelegd in een financieel beleidsplan. Jaarlijks wordt getoetst of de processen werken zoals afgesproken. De controller geeft hier invulling aan.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
28 | P a g i n a
5.3.
Huisvesting
In 2014 zijn in Appingedam de kindcentra OPwierde en Olingertil opgeleverd en na de zomervakantie in gebruik genomen. Een mooi eindresultaat voor de gemeente Appingedam en de betrokken organisaties. Voor de Jan Nieuwenhuyzenschool en de Iemekörf betekende het een fusie en, met de nieuwe naam De Vuurvlinder, intrekken in een nieuw gebouw. Voor de Jan Ligthartschool betekende de oplevering een mooie school na een jaar werken en leren op een bouwplaats. Ook is na tien jaar afscheid genomen van de noodlokalen. In Bedum zijn de plannen ontwikkeld en is de aanvraag ingediend voor een aanpassing van het gebouw van de Venhuisschool als onderdak voor de nieuwe samenwerkingsschool, en als nieuw kindcentrum samen met kinderopvang en peuterspeelzaal. Met de gemeente wordt nog overlegd. In Delfzijl is de overeenkomst over de toekomst van de scholen uitgewerkt naar een transitieplan, met daarin een uitwerking van de plannen en een planning in de tijd. In december 2014 is dit plan door de organisaties en de gemeente ondertekend. De Ripperdaborg is gefuseerd en maakt deel uit van de samenwerkingsschool Farmsumerborg. Het gebouw is overgedragen aan Noordkwartier. De aanpassing van het gebouw is nog niet gestart. In Loppersum is de start van de nieuwbouw in het dorp Stedum uitgesteld tot een definitief besluit over de fusie van de basisscholen in het dorp is genomen. In Ten Post is De Lessenaar gesloten en gefuseerd met De Huifkar in Ten Boer. Het gebouw is overgedragen aan de gemeente. 2014 was het jaar in het teken van de voorbereiding van de overdracht van de verantwoording en de financiering van het buitenonderhoud aan de gebouwen. Onze organisatie heeft met alle gemeentes hierover overleg gevoerd. Voor alle gemeenten, met uitzondering van Appingedam, zijn de gebouwen geïnspecteerd en is met een nulmeting de verantwoording overgedragen. De gemeente Bedum heeft de overdracht nog niet ondertekend. Er wordt nog overlegd over de financiële consequenties. In de tweede helft van 2014 zijn op zes van onze scholen, bij wijze van pilot, door de NAM onderzoeken verricht naar gebouwrisico’s bij aardbevingen en het bouwkundig versterken tegen toekomstige aardbevingen. Er is veel overlegd over de toekomstige plannen. Duidelijk is dat de overheid de verantwoording neemt bij deze onderwerpen en begin 2015 met een gestructureerde aanpak voor de schoolgebouwen zal komen. Onzekerheid over bouwplannen, aandacht en overleg over de overdracht van het buitenonderhoud en de onderzoeken van de NAM leidden tot enige onzekerheid in 2014. Het regulier geplande onderhoud is niet in alle gevallen uitgevoerd. 5.4.
Over de jaarrekening 2014
In deze paragraaf wordt specifiek ingegaan op de jaarrekening 2014. Hierbij gaat het onder andere om de exploitatie, de balans en diverse kengetallen. 5.4.1. Exploitatierekening De exploitatierekening van Marenland, waarin de baten en lasten van het kalenderjaar 2014 zijn opgenomen, laat een negatief resultaat zien van € 29.251. Het exploitatieresultaat 2014 is daarmee schijnbaar negatiever uitgevallen dan begroot. Dit negatieve resultaat is veroorzaakt door vooruit ontvangen extra baten van het Nationaal Onderwijs Akkoord, hogere baten in verband met passend onderwijs en aan lager dan begrote huisvestings- en overige lasten. Rekening houdend met de aanvulling op de begroting, die begin juni 2014 verscheen en een extra uit te geven bedrag betrof van € 195.343, valt het resultaat positief uit. Het resultaat is afgezet tegen de additioneel in te zetten middelen € 166.092 hoger dan verwacht.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
29 | P a g i n a
In 2014 zijn verder extra baten voor personeel toegekend in het kader van de cao-stijging in het primair onderwijs. Hierbij gaat het om € 11,35 per leerling ter compensatie van de cao-stijging. Tevens is in de jaarrekening een vordering voor 2014-2015 opgenomen door de stijging van die bekostigingsvariabelen. Vanuit het nieuwe samenwerkingsverband zijn de baten in verband met passend onderwijs hoger dan verwacht. Deze baten worden verstrekt om uit te geven in het ritme waarin ze ons in het vooruitzicht worden gesteld. Een deel van deze baten wordt gereserveerd voor de bekostiging van kinderen die doorverwezen worden naar het speciaal onderwijs. De omvang van deze doorverwijzing is erg onzeker. De huisvestingskosten zijn, ondanks het niet volledig uitvoeren van de onderhoudsplanning, hoger dan begroot door extra energielasten. Een deel van deze energielasten had betrekking op voorgaande jaren. De overige lasten waren aanzienlijk lager, doordat de budgetten voor leermiddelen en ICT op schoolniveau niet volledig zijn ingezet. Verder waren de overige onderwijskosten lager door het uitstellen van de aanschaf van een softwaremodule voor verzuimbeheer. Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting dus een negatief exploitatieresultaat, dat in het licht van de toevoeging op de begroting positief moet worden uitgelegd . Los van de onverwachte meevallers is er, dankzij goed budgetbeheer en strakke inkoop, een resultaat geboekt dat dicht bij begroting ligt. De realisatie van 2014, de begroting van 2014 en de realisatie van 2013 zijn opgenomen in onderstaand overzicht. Diverse specificaties en toelichtingen volgen na de exploitatierekening.
Realisatie
Begroting
2014
2014
2013
16.827.227 111.681 464.618 17.403.526
16.925.363 41.706 480.935 17.448.004
17.251.761 424.555 253.456 17.929.772
14.371.312 439.305 1.321.562 1.340.572 17.472.751
14.331.022 462.404 1.275.955 1.412.123 17.481.504
14.229.423 394.630 1.224.374 1.340.281 17.188.708
Saldo baten en lasten
69.225-
33.500-
Financiële baten en lasten
39.974
33.500
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
Realisatie
Lasten
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Resultaat
29.251-
Totaal resultaat
29.251-
-
741.064 39.422 780.486 780.486
Tabel 16: Exploitatierekening Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
30 | P a g i n a
Personele baten Personele lasten Personeel resultaat
Materiële baten Materiële lasten Materieel resultaat
Realisatie
Begroting
2014
2014
Realisatie
2013
14.906.241 14.371.312
14.956.982 14.331.022
15.414.048 14.229.423
534.929
625.960
1.184.627
2.538.868 3.103.048
2.524.522 3.150.482
2.556.757 2.960.896
564.180-
625.960-
404.139-
Tabel 17: Resultaten op personeel en materieel
Uit tabel 17 blijkt een positief resultaat bij personeel. Het negatieve resultaat voor materieel wordt hiermee niet gedekt. Hieronder wordt hier specifiek op ingegaan. Baten Ten opzichte van de begroting zijn de totale baten € 38.000 lager. Hiervan vormen de personele baten met € 51.000 het grootste deel. Daarnaast komen de materiële baten € 8.000 hoger uit dan begroot. De financiële baten (rente) zijn € 6.000 hoger dan begroot. Rijksbijdragen De rijksbijdragen OCW komen € 98.000 lager uit dan begroot. De oorzaak is deels gelegen in het niet volledig besteden van de prestatiebox (€ 293.000). Hier staan ook lagere overige personele lasten tegenover. De lagere rijksbijdragen komen ook door de samenvoeging van De Lessenaar en De Huifkar. Tevens is er geen rekening gehouden met de fusie van de Ripperdaborg met de Rengersborg van schoolbestuur Noordkwartier. Hierdoor vallen de reguliere personele rijksbijdragen lager uit (€ 164.000). Deze lagere baten worden niet gecompenseerd door de stijging van de bekostigingsvariabelen en de compensatie van de cao-verhoging per 1 oktober 2014. De leerlinggebonden financiering valt lager uit (€ 66.000) door een terugbetaling voor schooljaar 2012/2013 en een kleiner aantal LGF-leerlingen. Vanuit de balans zijn er nog baten vrijgevallen voor de lerarenbeurs en de professionalisering van schoolleiders. Hier staan echter ook personele lasten tegenover. Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen laten een afwijking van de begroting zien van € 70.000. Dit wordt met name veroorzaakt door extra provinciale baten voor het kindcentrumproject en taal en rekenen. Ook zijn er extra gelden ontvangen voor onderwijsachterstanden vanuit de gemeente en ontvangen we een bonus van het vervangingsfonds. Overige baten De overige baten laten een verschil van ongeveer € 16.000 ten opzichte van de begroting zien. Dit verschil wordt veroorzaakt, doordat de huidige baten vanuit het samenwerkingsverband passend onderwijs sinds augustus via het nieuwe samenwerkingsverband passend onderwijs worden ontvangen. Door een hiermee samenhangende wijziging van registratievoorschriften, worden de baten vanaf augustus onder de rijksbijdragen geregistreerd. De detacheringsbaten vallen hoger uit, maar dit is een budgetneutrale post. Tegenover de baten staan gelijke lasten.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
31 | P a g i n a
Lasten Personele lasten De personeelslasten over 2014 vallen € 40.000 hoger uit dan begroot. Het verschil met de begroting wordt onderverdeeld in een overschrijding van de begrote lonen en salarissen van het in dienst zijnde personeel (€ 290.000), en een onderschrijding van de begrote overige personele lasten (€ 250.000). Overige personele lasten In onderstaande tabel is zichtbaar op welke onderdelen van de overige personele lasten sprake is van een afwijking ten opzichte van de begroting. Realisatie
Lonen en salarissen excl. VF Cursuskosten Extern personeel Werving en selectie Reis- en verblijfkosten Bedrijfsgezondheidszorg Toeslag VVF Loonkosten detachering Overige personele kosten Mutatie voorziening jubilea Uitkering, anders dan vervanging Overige personele lasten Totaal personele lasten
Begroting
Verschil
2014
2014
2014
13.043.999
12.753.372
-290.627
254.235 287.763 0 34.749 58.305 0 507.251 255.634 21.477 -92.101
279.500 274.880 5.000 45.560 75.000 25.000 395.320 462.300 15.000 0
25.265 -12.883 5.000 10.811 16.695 25.000 -111.931 206.666 -6.477 92.101
1.327.313
1.577.560
250.247
14.371.312
14.330.932
40.380-
Tabel 18: Personele lasten 2014
De meest opvallende verschillen ten opzichte van de begroting zitten in de volgende posten: De cursuskosten vallen lager uit, doordat een aantal cursussen is verplaatst naar 2015. De lasten voor bedrijfsgezondheidszorg zijn lager uitgevallen dan begroot. Dat is het gevolg van een lager ziekteverzuim. Marenland heeft het ziekteverzuim zodanig succesvol aangepakt, dat dit heeft geresulteerd in een bonus en het vermijden van de begrote malus van € 25.000. Meer inzet van payrollers en de inzet van medewerkers van Noordkwartier zorgen voor hogere loonkosten detachering. Overige personele kosten zijn lager door het uitstellen van een aantal geplande uitgaven in het kader van de prestatiebox. De hierbij behorende baten zijn vooralsnog gereserveerd.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
32 | P a g i n a
Materiële lasten Afschrijvingen De afschrijvingslasten vallen in 2014 € 23.000 lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt, doordat er minder is geïnvesteerd dan in de investeringsbegroting is opgenomen. De belangrijkste reden om minder te investeren is, dat de investeringen in de ICT gedeeltelijk in 2015 zullen worden uitgevoerd. Tevens zijn activa van De Lessenaar ter waarde van € 24.000, in verband met het samenvoegen van de school met De Huifkar, in een keer ten laste van de exploitatie gebracht. Deze lasten zijn niet onder de afschrijvingen, maar onder de overige lasten terug te vinden in de exploitatie. Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn € 46.000 hoger dan begroot. Dit komt door een hogere gemeentelijke afrekening voor energielasten. Deze lasten worden niet volledig gecompenseerd door lagere huren en lagere schoonmaaklasten. Overige instellingslasten De overige instellingslasten zijn € 72.000 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door lagere lasten voor leermiddelen, lagere ICT-lasten en lagere overige onderwijskosten. De lasten voor planmatig onderhoudsbeheer, pr, cultuur en de uitgaven voor het afstoten van activa zijn hoger dan begroot. Financiële baten en lasten De rentebaten zijn voor € 35.000 begroot, de werkelijke rentebaten zijn € 41.000. Het saldo financiële baten en lasten valt daarmee € 6.000 hoger uit dan begroot. Dit komt door de herziening van spaarproducten en daarmee te realiseren spaarrente, door de toegenomen liquide middelen en door de strakke beheersing van de liquiditeit. Een negatief effect ging uit van de aanhoudende rentedaling. 5.4.2. Balans Waar de exploitatierekening de baten en lasten van een kalenderjaar laat zien, geeft de balans aan welke waarden aan het begin en aan het eind van een kalenderjaar in een organisatie aanwezig zijn. In onderstaande tabel is de balans van Marenland opgenomen. Overeenkomstig de wettelijke bepalingen is het exploitatieresultaat van -€ 29.251 onttrokken aan de reserves. Het is verdeeld over de algemene reserve (-€ 85.700), bestuursreserve (-€ 11.281) en overige bestemmingsreserves (€ 67.731). Een bijzondere vermogensmutatie vond plaats door de overdracht van de schoolbankrekening. Deze rekeningen, waarop geld stond dat in wezen niet van de organisatie Marenland was, zijn na een uitgebreide voorbereiding overgedragen aan de diverse hiervoor opgerichte rechtspersonen. Voor Marenland betekent dit een mutatie op de overige bestemmingsreserve van (-€ 172.100). Deze omvangrijke operatie leidt niet alleen tot een betere registratie van het vermogen van Marenland, maar ook tot het verdwijnen van een administratieve last. Op 31 december 2014 vallen onder Marenland nog bankrekeningen van 1 ouderraad waarvoor inmiddels een eigen rechtspersoon is opgericht. De overdracht van deze middelen zal in 2015 afgerond worden. Het betreft een totaalbedrag van € 23.261.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
33 | P a g i n a
Activa
31-dec-14
31-dec-13
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Leermiddelen
Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves
Liquide middelen
4.116.064 623.570 4.739.634
498.530 244.223 742.753
531.312 251.724 783.036
191.033
597.517 556.566 216.076 584.849 605.650 2.560.658
8.083.328
114.444 1.105.479 621.584 1.841.507
277.437 859.882 244.389 36.350 1.418.058
262.949 850.050 182.267 52.633 1.347.899
3.948.857
4.893.922
572.111 202.593 886.029 522.433 2.374.199
7.655.237
8.083.328
7.653.237
Voorzieningen Voorziening huisvesting Personeelsvoorzieningen
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
31-dec-13
4.030.365 505.920 4.536.285
106.814 1.550.828 630.679 2.288.322
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Overige vorderingen Overlopende activa
31-dec-14
Tabel 19: Balans
Een vergelijking met de balans van het voorgaande kalenderjaar laat zien dat de totale waarde van activa en passiva is gedaald met € 430.000. De belangrijkste ontwikkelingen zijn: De materiële vaste activa zijn met € 447.000 toegenomen. Er is voor ruim € 911.000 geïnvesteerd, en voor € 439.000 afgeschreven. Verder zijn de activa van De Lessenaar voor € 24.000 in een keer afgeschreven in verband met het samenvoegen van de school. De vorderingen zijn met € 70.000 toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door een hoger saldo van de debiteuren en hogere nog te ontvangen bedragen. De liquide middelen zijn met € 945.000 afgenomen. Dit komt deels door het afstoten van de schoolbankrekeningen van € 172.000. Ook de gedane investeringen zorgen voor een daling van de liquide middelen. Het eigen vermogen is met € 203.000 afgenomen, vanwege het afstoten van de schoolbankrekening van € 172.000 en het negatieve resultaat van € 29.000. De voorzieningen zijn met € 40.000 afgenomen. De voorziening huisvesting is hierbij met € 30.000 afgenomen, vanwege het feit dat er dit jaar meer is onttrokken dan gedoteerd aan de voorziening. De personeelsvoorziening is licht afgenomen. De dotatie aan voorziening huisvesting in de jaarrekening van 2014 en ook in de begroting van 2015 is nog gebaseerd op de meerjarenonderhoudsplanning van 2012 omdat de meerjarenonderhoudsplanning van 2014 niet is vastgesteld mede omdat die planning in een ander daglicht staat nu intensief overlegd wordt met gemeenten en de NAM over maatregelen in het kader van de aardbevingbestendigheid van de schoolgebouwen en mogelijk versnelde nieuwbouw. Bij de berekening van de dotatie wordt de werkwijze gevolgd dat de aanwezige voorziening vermeerderd met de dotatie duurzaam toereikend is voor de geplande onttrekkingen. De kortlopende schulden zijn afgenomen met € 186.000, vooral door een lagere schuld aan de crediteuren. Vrije reserves Financiële middelen die voor de invoering van de lumpsum (1 januari 2006) in het bezit waren van het schoolbestuur, mogen vrij worden besteed (= € 2.921.831). Vrij houdt in dat deze middelen niet aan de rechtmatigheidseisen zijn onderworpen die gelden voor de publieke middelen die na 31 december 2005 zijn of worden ontvangen. Het saldo van de vrije reserve per 31-12-2014 bedraagt € 2.736.357.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
34 | P a g i n a
Saldo reserves voor 01-01-2006
2.921.831
Uitgaven De Wilster
106.884
Uitgaven Jan Ligthart
54.428
Uitgaven De Bongerd
19.996
Uitgaven De Huifkar
4.166
Saldo vrije reserves per 31-12-2014
2.736.357
Tabel 20: Saldo vrije reserves
5.5.
Kengetallen per balansdatum
Uit de jaarrekening 2014 kan een aantal belangrijke kengetallen worden gehaald. Deze kengetallen zijn indicatoren van de financiële positie van Marenland. De kengetallen van de afgelopen twee kalenderjaren zijn in onderstaande tabel opgenomen. Bijbehorende definities zijn opgenomen in bijlage II. Financieel (per 31 december)
Marenland 2014
Begroot resultaat (x € 1000,-) Exploitatieresultaat (x € 1000,-)
0 -29
Landelijk 2013
Marenland 2013
Landelijk 2012
0 165
Solvabiliteit 1 (eigen verm/tot. verm) Solvabiliteit 2 (e.v. + voorz/tot.verm) Liquiditeit (current ratio) Rentabiliteit Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen 1 (incl. MVA) Weerstandsvermogen 2 (excl. MVA)
0,59 0,69 2,26 -0,17% 43,37% 26,07% 13,36%
0,56 0,66 1,82 2,70% 39,67% 24,60% 11,50%
0,59 0,68 2,44 0,00% 45,67% 27,16% 17,12%
0,53 0,63 1,56 -0,40% 38,31% 22,30% 8,70%
Personele lasten van totale lasten Personele lasten van rijksbijdragen Rijksbijdragen van totale baten
82,25% 85,41% 96,69%
82,10% 92,30% 92,30%
83,20% 86,00% 96,71%
82,30% 92,00% 92,00%
Tabel 21: Kengetallen Marenland en landelijk
Een vergelijking met landelijke kengetallen van vergelijkbare besturen laat een gemiddeld tot positief beeld zien voor Marenland op de solvabiliteit en liquiditeit. Een van de belangrijkste graadmeters in deze vergelijking is het weerstandsvermogen 2 (eigen vermogen minus materiële vaste activa ten opzichte van de rijksbijdragen). We zien dat het weerstandsvermogen boven het landelijk gemiddelde ligt. In bovenstaande tabel is ook de kapitalisatiefactor opgenomen. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het balanstotaal (activa) minus de boekwaarde van gebouwen en terreinen, te delen door de totale baten. De signaleringsgrens van de kapitalisatiefactor voor grote instellingen (vanaf € 8 miljoen aan baten) is 35%. Besturen met een hogere waarde moeten deze verantwoorden. De kapitalisatiefactor van Marenland betrof in het boekjaar 2013 46% en in 2012 38%. In 2014 is deze factor 43%. Dit betekent dat Marenland dicht op de signaleringsgrens zit van 35%. Een kapitalisatiefactor ver boven de bovengrens kan duiden op het niet of niet efficiënt benutten van het kapitaal van de stichting in het vervullen van haar taken.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
35 | P a g i n a
5.6.
Treasuryverslag
Stichting Openbaar Onderwijs Marenland heeft op 19 april 2010 het aangepaste treasurystatuut vastgesteld. In 2014 is uitvoering gegeven aan het in het treasurystatuut beschreven beleid ten aanzien van sparen en beleggen. Gezien de negatieve renteontwikkeling van de laatste jaren, wordt al meerdere jaren geen geld meer gestort in termijndeposito’s. In verband met de renteontwikkeling is in 2014 op basis van een voorstel aan het bestuur een vermogensspaarrekening bij de Rabobank geopend. De rentevergoeding op deze rekening bedroeg ultimo maart 2015 1,3%. Voor de rekening geldt een (boetevrije) opname van maximaal 25% van het hoogste saldi per 31-12 in de laatste 4 jaren. Maandelijks wordt de actuele liquiditeitsbehoefte bepaald en wordt een bedrag overgeheveld van of naar een van de spaarrekeningen.
omschrijving
saldo 1-1 saldo 31-12
rente
rendement
ING betaalrekening ING spaarrekening (Vermogen sparen) Rabo-betaalrekening Rabo-spaarrekening (Bonus) Rabo-spaarrekening (Vermogen sparen) SNS betaalrekening (Kasgeld)
1.039.602 2.668.319 27.253 951.900 0 191
336.916 1.594.586 24.065 69.119 1.900.000 788
563 22.465 0 8.293 10.411
0,08% 1,05% 0,00% 1,62% 1,10% 0,00%
Totaal
4.687.264
3.925.474
41.732
0,97%
In 2006 was het saldo tussen financiële baten en lasten € 31.000. In 2007 was het saldo tussen financiële baten en lasten € 141.045. In 2008 was het saldo tussen financiële baten en lasten € 168.805. In 2009 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
49.749.
In 2010 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
49.719.
In 2011 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
44.267.
In 2012 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
45.906.
In 2013 was het saldo tussen financiële baten en lasten €
41.033.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
36 | P a g i n a
6
Continuïteitsparagraaf
Stichting Marenland heeft een helder en ambitieus strategisch beleidsplan opgesteld voor haar openbare scholen. Het bestuur verwoordt wat haar opbrengstverwachtingen zijn en streeft ernaar dat hiermee de kwaliteit van de gehele organisatie een krachtige impuls krijgt. In de komende planperiode (2015-2019) krijgen we te maken met externe ontwikkelingen die van grote invloed zijn op Marenland. De krimp van de bevolking en het uitvoeren van passend onderwijs zijn daar voorbeelden van. Uitgangspunt voor ons onderwijs is de kwaliteit. Kleine of grote scholen, autochtone of multiculturele scholen, bijzondere schoolconcepten of traditioneel onderwijs: allen zorgen voor onderwijs dat aansluit en past bij de leerlingen en de wensen van ouders. En vooral onderwijs dat toekomst biedt voor elk kind. Kwalitatief goed onderwijs stelt hoge eisen aan organisatie, financiën, bestuur en management, personeelsbeleid, huisvesting en de contacten met onze omgeving. Hieronder geven we het financiële meerjarenperspectief en de verwachte financiële toekomst weer. 6.1 .
Meerjarenbalans
Bedragen per 31/12
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2.288.322
2.369.387
2.328.402
2.354.475
2.357.423
2.282.218
1.418.058 3.948.857
1.418.058 3.904.277
1.418.058 3.981.746
1.418.058 3.992.156
1.418.058 4.025.690
1.418.058 4.137.376
7.655.237
7.691.722
7.728.206
7.764.689
7.801.171
7.837.652
Eigen vermogen Eigen vermogen
4.538.285
4.576.785
4.615.285
4.653.785
4.692.285
4.730.785
Vreemd vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden *
742.753 2.374.199
740.738 2.374.199
738.722 2.374.199
736.705 2.374.199
734.687 2.374.199
732.668 2.374.199
7.655.237
7.691.722
7.728.206
7.764.689
7.801.171
7.837.652
Activa Materiele vaste activa Vlottende activa Vorderingen * Liquide middelen Totaal activa Passiva
Totaal passiva Tabel 22: Meerjarenbalans
Op grond van de beschikbare cijfers ten aanzien van leerlingenaantallen, investeringsplannen en meerjarenonderhoudsplannen, en andere feiten en veronderstellingen, is bovenstaande balans opgesteld. De posten vorderingen en kortlopende schulden zijn voor de komende jaren constant weergegeven. De post materiële vaste activa is op basis van de meerjareninvesteringsplannen weergegeven. De geplande investeringen voor de jaren 2014 tot en met 2016 zijn hoger dan de afschrijvingen in die jaren. De post voorzieningen is gebaseerd op de huidige stand per eind 2014, plus de begrote dotaties, minus de onttrekkingen.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
37 | P a g i n a
Kengetallen balans
Liquiditeit Vlottende activa
2014
2015
2016
2017
2018
2019
226%
224%
227%
228%
229%
234%
59%
60%
60%
60%
60%
60%
0%
-1,5%
-0,8%
-0,2%
0,0%
0,0%
26%
26%
27%
28%
28%
29%
43%
44%
45%
46%
47%
48%
Kortlopende schulden Solvabiliteit Eigen vermogen Totaal passiva Rentabiliteit Exploitatieresultaat Totale baten (excl.fin.baten) Weerstandsvermogen Eigen vermogen Totale baten incl. financiele baten Kapitalisatiefactor Totaal vermogen minus gebouwen en terreinen Totale baten Tabel 23: Kengetallen meerjarenbalans
6.2.
Meerjaren exploitatiebegroting
Baten (Rijks)bijdragen OCW
2014
2015
2016
2017
2018
2019
16.827.227
16.836.481
16.458.305
16.282.803
16.062.634
15.637.976
Overige overheidsbijdragen
111.681
52.230
22.480
22.480
22.480
22.480
Overige baten
464.618
461.802
515.502
412.050
411.034
409.996
17.403.526
17.350.513
16.996.286
16.717.333
16.496.148
16.070.452
2014
2015
2016
2017
2018
2019
14.371.312
14.144.518
13.678.184
13.344.969
13.176.848
12.817.482
Totaal baten Laste Personele lasten Afschrijvingslasten
439.305
481.351
495.696
478.517
404.873
359.310
Huisvestingslasten
1.321.562
1.639.822
1.639.822
1.639.822
1.639.822
1.639.822
Ov. instellingslasten
1.340.572
1.377.987
1.355.922
1.334.298
1.313.106
1.292.338
17.472.751
17.643.678
17.169.623
16.797.605
16.534.648
16.108.952
Saldo baten en lasten
-69.225
-293.165
-173.337
-80.271
-38.500
-38.500
Saldo financiële baten en lasten
39.974
38.500
38.500
38.500
38.500
38.500
Resultaat
-29.251
-254.665
-134.837
-41.771
0
0
Totaal lasten
Tabel 24: Meerjarenexploitatiebegroting
De begroting 2015 kent een negatief resultaat van € 254.667. Dit resultaat is ‘toegestaan’ in verband met de inzet vanuit de reserves ten aanzien van het Nationaal Onderwijsakkoord. In 2015 zijn de volgende beleidskeuzes gemaakt:
Van een aantal brede scholen worden de groepsafhankelijke uitgaven overgenomen door een beheerstichting. De groepsafhankelijke uitgaven zijn: onderhoud, schoonmaak, tuinonderhoud, energie, water en de publiekrechtelijke heffingen.
Voor 2015 zijn de afschrijvingen geraamd op € 481.352. Voor de jaren 2016 tot en met 2019 hebben de schooldirecteuren een investeringsplan opgesteld. Hierdoor lijkt er de komende jaren een lichte daling in de afschrijvingslasten te zitten.
Om de terugloop in baten te kunnen opvangen zijn de lonen en salarissen aangepast voor de komende jaren.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
38 | P a g i n a
Per augustus 2014 is passend onderwijs ingevoerd. 2015 is dan ook het eerste jaar dat er een aparte deelbegroting is opgesteld voor het Regionaal Expertise Team (RET). Dit om de baten en lasten van passend onderwijs separaat van andere baten en lasten te kunnen volgen.
Stichting Marenland streeft ernaar om de komende jaren een sluitende begroting, dan wel een begroting met een toegestane overschrijding in verband met onttrekkingen uit de reserves, te realiseren. Hierbij dient vermeld te worden dat in de jaren 2016-2019 door de krimp van het aantal leerlingen een bezuinigingsopdracht van gemiddeld € 300.000 per jaar is opgenomen om tot deze begroting te komen. Als we ervan uitgaan dat het natuurlijk verloop in ieder geval gerealiseerd wordt, is er een gemiddelde bezuinigingsopdracht van € 55.000 per jaar om tot een sluitende begroting te komen. De begroting zal negatief uitkomen als er niet aan deze opdracht voldaan wordt. Kengetallen exploitatie Verhouding baten/lasten
2014
2015
2016
2017
(Rijks)bijdragen OC W / tot. baten Ov. overheidsbijdragen / tot. baten Ov. baten / tot. baten
96,69 0,64 2,67
97,04 0,30 2,66
96,83 0,13 3,03
97,40 0,13 2,46
Personele lasten / totale lasten Afschrijvingslasten / totale lasten Huisvestingslasten / totale lasten Ov.instellingslasten / totale lasten
82,25 2,51 7,56 7,67
80,17 2,73 9,29 7,81
79,67 2,89 9,55 7,90
79,45 2,85 9,76 7,94
Personele lasten / totale lasten Materiële lasten / totale lasten
82,25 17,75
80,17 19,83
79,67 20,33
79,45 20,55
Baten / lasten per leerling
2014
2015
2016
2017
(Rijks)bijdragen OC W / ll. Overige overheidsbijdragen / ll. Overige baten / ll.
5.847 392 162
5.825 311 128
5.817 322 131
5.878 285 134
Personele lasten / ll. Afschrijvingslasten / ll. Huisvestingslasten / ll. Ov.instellingslasten / ll.
24.646 23.062 21.822 20.847 753 784 791 748 2.267 2.674 2.616 2.562 2.300 2.247 2.163 2.084
Personele lasten / ll. Materiële lasten / ll. Tabel 25: Kengetallen exploitatie
24.646 23.062 21.822 20.847 5.320 5.705 5.571 5.394
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
39 | P a g i n a
6.3.
Risicomanagement
Aandachtspunten in de risicoanalyse 2015 Opvolgend aan de risicoanalyse, versie januari 2015, benoemen we een aantal aandachtspunten die terug zullen keren in het jaarplan, de periodieke managementrapportages (IMR) en het jaarverslag. Hiervoor zijn de aspecten gekozen waarop een gemiddeld, bovengemiddeld of hoog risico aanwezig wordt geacht. In de onderstaande opsomming ontbreken de aandachtspunten ‘onderwijsprocessen’, ‘tevredenheid kinderen/ouders’ en ‘tevredenheid medewerkers’. Als onderdelen van de kerntaak van de organisatie worden deze drie aspecten, bijna per definitie, goed gevolgd en is het gemiddelde risico een standaardrisico dat niet verder verlaagd kan worden. Aandachtspunt 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Ziekteverzuim Competenties medewerkers Personele kosten Huisvesting Leermiddelen Ontwikkeling leerlingenaantal Bekostiging bijzondere subsidiënten Bekostiging gemeenten Bekostiging Rijksoverheid
Reeds specifiek benoemd in jaarplan? Ja Ja (Marenland Academie, opleidingsplannen) Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee
Ad 1) Geen nadere toelichting nodig. Verzuim wordt ook als vanzelfsprekend in de planvorming opgenomen. Over 2014 is een redelijk verzuimcijfer behaald. Ad 2) Een vergelijk met enkele andere besturen leert dat bij Marenland relatief weinig mensen uitstromen op basis van een beoordelingstraject/verbeteringstraject met een negatieve uitkomst. De beoordeling van leerkrachten gebeurt op schoolniveau door de directeur, en alleen op diens aangeven of bij een signalering door de arbeidsdeskundige komen leerkrachten in een beoordelingstraject. Met de beoordelingen in 2014 zullen de competenties van medewerkers opnieuw over het voetlicht komen. Ad 3) Er vindt al een strakke monitoring plaats bij de formatieplanning, de IMR en uitputtingsoverzichten. Er is geen grotere aandacht nodig. Ad 4) Huisvesting wordt breed uitgemeten in de plannen voor de kindcentra. Ten aanzien van de beleids- en beheerkracht van Marenland zou aandacht kunnen worden besteed aan de overheveling per 1-1-2015 van de gemeentelijke onderhoudstaken naar het schoolbestuur. In de nieuwe plannen is ook aandacht voor aardbevingsrisico en is al sprake van een aanpak in samenwerking met de gemeenten en de NAM. Het nieuwste meerjarenonderhoudsplan geeft aan dat de onderhoudssituatie van de gebouwen niet bevredigend is. In 2015 zal extra actie worden ondernomen. Daarin zal ook de stand van de onderhoudsvoorziening worden betrokken. Ad 5) De leermiddelen maken deel uit van de exploitatiebegroting en investeringsbegroting, en worden als zodanig binnen de planning- en beheercyclus gemonitord. Lag de aandacht in het verleden bij het gevaar van te hoge investeringen, inmiddels is de focus gewijzigd naar het gevaar van te lage investeringen. Veel meer specifieke aandacht is alleen nodig wanneer er als gevolg van de huidige aandacht geen verbetering optreedt.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
40 | P a g i n a
Ad 6) De ontwikkeling van het leerlingenaantal wordt uitgebreid gemonitord en er zijn procedures voor prognosticering en meerjarenbegroting. Hiervoor is geen grotere aandacht nodig. Ad 7) De bekostiging door bijzondere subsidiënten is de laatste jaren geslonken. Substantieel, en daarom belangrijk in dit verband, zijn de samenwerkingsverbanden en het passend onderwijs. Welke financiële consequenties gaat dit hebben? En parallel daaraan (maar dan vallend onder het kopje ‘onderwijsprocessen’) is de invloed die het passend onderwijs kan of zal hebben op de onderwijsprocessen binnen de Marenlandscholen. Hiervoor is ruime aandacht in de planvorming. Ad 8) De bekostiging door gemeenten is voor een groot deel afgebouwd. Het lokaal onderwijsbeleid is niet meer dan het nakomen van de verplichtingen op het gebied van huisvesting. Per 1 januari 2015 heeft de overheveling van taken en bekostiging van het buitenonderhoud aan de schoolgebouwen plaatsgevonden. Hierbij heeft het schoolbestuur de onderhoudstaak aan de gebouwen van de gemeenten overgenomen. Het schoolbestuur ontvangt ook bekostiging daarvoor, maar geen overheveling van de fondsen. Dit onderhoud is opgenomen in het nieuwste meerjarenonderhoudsplan en op de lange termijn lijkt de bekostiging toereikend. Ad 9) De bekostiging van de rijksoverheid en de wijze waarop die wordt berekend, dekt veel risico’s af. Maar als er een wijziging komt in de subsidieberekeningswijze, dan gaan er nieuwe risico’s ontstaan. Mogelijk gaat een nieuwe berekeningswijze vergezeld van nieuwe kansen, maar dat is in dit verband een neveneffect. De laatste twee jaar worden er wel extra grote bedragen achteraf toegekend, waarop schoolbesturen niet kunnen anticiperen. Hoewel extra geld goed is, ontstaat met deze manier van toewijzen wel het gevaar dat men er in de toekomst een voorschot op gaat nemen, terwijl dat niet kan. Bij Marenland is dat niet aan de orde. In de risicoanalyse 2015 van Marenland wordt opnieuw, in aanvulling op het basisrisicoprofiel zoals dat door de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen en eerder ook al door E&Y is bepaald op 5%, een toevoeging van 3% gedaan. Deze 3% is gebaseerd op 1% voor de risico’s van krimp, 1% in verband met de huisvestingssituatie en 1% in verband met de kleine scholensituatie, waarin minder goed effectieve onderwijsprocessen tot uitvoer kunnen worden gebracht. In de risicoanalyse wordt geconcludeerd dat, rekening houdend met dit profiel, sprake is van een ruime eigen vermogenspositie van Marenland. Die situatie is na het bekend worden van het resultaat over 2014 niet gewijzigd. Krimp Speciaal thema in het risicomanagement is de krimp. De reguliere bedrijfsvoering voorziet in een aanpak, dan wel in een reactie op de krimp die in principe afdoende is. Maar toch is een blik voorbij de komende paar jaren goed voor de ontwikkeling van een brede visie. De prognose In het grootste gedeelte van Nederland zal de bevolking de komende jaren in omvang afnemen. Wij noemen dat de krimp van de bevolking. In de Marenlandregio gaat deze bevolkingskrimp gepaard met vergrijzing en ontgroening. Vooral het recente vertrek van jongeren (ontgroening) leidt tot een bovengemiddeld snelle afname van het aantal 0- tot 12-jarigen. In onze regio is sprake van een extreem grote bevolkingsafname. In onderstaand overzicht is een prognose van de daling van leerlingenaantallen opgenomen.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
41 | P a g i n a
Aantal leerlingen
2020
2025
2030
2035
2040
533
485
467
455
467
Bedum
298
253
246
236
207
Delfzijl
1023
944
932
864
784
401
361
326
321
308
Appingedam
Loppersum Ten Boer Totaal
294
240
210
204
200
2549
2283
2181
2080
1966
Tabel 26: Overzicht geprognosticeerde leerlingendaling (PRIMOS 2014, provincie Groningen)
Een toekomstig leerlingenaantal van ongeveer 2000 zou betekenen dat Marenland krimpt tot onder de grens van een gezonde onderwijsorganisatie. Veel scholen zullen beduidend minder leerlingen hebben, een aantal zal ophouden te bestaan.
Het meerjarig beeld van de personele inzet is weergegeven in onderstaande tabel. Kengetal (stand 31/12)
2014
2015
2016
2017
Personele bezetting in FTE 199,47 - Directie 25,30 - Onderwijzend personeel 166,31 - Onderwijsondersteunend personeel 7,86 Leerlingaantallen 2794 Tabel 27: Overzicht geprognosticeerde bezetting
193,73 24,57 161,53 7,64 2757
189,54 24,04 158,03 7,47 2702
187,09 23,73 155,99 7,37 2647
De kansen Marenland beschouwt de krimp van de bevolking als een kans om het onderwijs in onze regio opnieuw vorm te geven. Marenland streeft ernaar brede scholen of kindvoorzieningen te realiseren, die een passende grootte hebben om voldoende kwaliteit te waarborgen. Een gezonde grootte betekent een omvang van minimaal vier leerlingengroepen in de school. Hiermee wordt voorkomen dat leerkrachten aan teveel verschillende leeftijdsgroepen les moeten geven. De brede scholen en kindvoorzieningen worden opgezet door de bestaande scholen uit te breiden en door de bouw van nieuwe gebouwen. Door intensief samen te werken met andere schoolbesturen en kindorganisaties, en met verbeterde en moderne huisvesting, kan Marenland besparen op de exploitatiekosten van haar gebouwen. Bovendien wordt het door meer samenwerking mogelijk om onderwijs, kinderopvang en buitenschoolse activiteiten aan te bieden op een centrale plek. De risico’s Naast bovengenoemde kansen vormt de krimp ook een risico. De financiële positie van Marenland is dusdanig, dat er weinig middelen aanwezig zijn om te investeren in de inrichting van (nieuwe) gebouwen. Een leerlingendaling van 30% betekent tussen 2010 en 2030 een bijna gelijke procentuele daling van het aantal leerkrachten. Dit kan op middellange termijn nog door natuurlijk verloop worden opgevangen. Voor de toekomst is het beeld nog onduidelijk.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
42 | P a g i n a
6.4.
Toekomstige ontwikkelingen
De toekomstplannen van de organisatie worden vastgelegd in het strategisch beleidsplan 2015-2019. Voor een aantal thema’s wordt hierbij de toekomstige doelstelling aangegeven. Er wordt gewerkt aan de volgende doelen:
Iedere school levert hoogwaardig onderwijs en legt de lat wat hoger. De kerndoelen voor het primair onderwijs, door het ministerie geformuleerd, worden optimaal gerealiseerd. De onderwijsinspectie houdt toezicht en rapporteert aan het bestuur over het kwaliteitsniveau van de school. Marenland streeft er minimaal naar geen zwakke of zeer zwakke scholen te hebben. De lat wordt ook hoger gelegd. Naast de waardering ‘voldoende’ willen we ook dat scholen de norm ‘goed’ bereiken. Scholen mogen, naast de kerndoelen, ook uitblinken op andere onderdelen van hun lesprogramma. Ze moeten ernaar streven op sommige onderdelen een ‘excellente school’ te zijn.
Marenland heeft een optimaal ontwikkelde zorgstructuur die passend onderwijs biedt aan haar zorgleerlingen. Ieder kind ontvangt het onderwijszorgtraject, nodig voor een optimale onderwijsontwikkeling. De scholen zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling en vormgeving van hun zorgtaak en hebben hun zorgprofiel opgesteld. Ter ondersteuning van de zorg op de scholen, participeert Marenland in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs en organiseert in onze regio met andere organisaties een zorgaanbod. Ter ondersteuning van de scholen is het Regionaal Expertise Team opgericht.
De scholen van Marenland werken aan nieuwe onderwijsconcepten als een antwoord op de leerlingendaling in de komende jaren. De scholen van Marenland maken in de toekomst deel uit van kindcentra. De scholen zijn in de meeste situaties gekoppeld aan kinderopvang, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. Deze voorzieningen kunnen worden uitgebreid met buurt- en sportactiviteiten, zorgvoorzieningen en culturele activiteiten.
Marenland werkt intensief samen. In het kader van de ontwikkeling van de kindcentra en de ontwikkeling van nieuwe projecten als het gaat om de bevolkingsdaling (krimp), werkt Marenland samen met velerlei organisaties. In de eerste plaats zijn dat de kinderopvangorganisatie Kids2B, en de schoolorganisatie voor christelijk basisonderwijs Noordkwartier, waarmee op basis van een bestuurlijk convenant intensief wordt samengewerkt. Ook met andere schoolbesturen in Noord-Groningen is er inhoudelijke samenwerking en worden daar waar nodig, bijvoorbeeld door de vorming van samenwerkingsscholen, oplossingen voor het onderwijs in de toekomst gezocht.
Het integraal personeelsbeleid wordt doorlopend ontwikkeld. Op het gebied van integraal personeelsbeleid heeft Marenland een aantal regelingen vastgelegd. De nieuwe cao, die in het nieuwe schooljaar toegepast zal worden, geeft nieuwe impulsen aan duurzaam personeelsbeleid voor alle leeftijdsgroepen en zet in op ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van de medewerkers. Een nieuwe benadering van de normjaartaak geeft mogelijk een verlaging van de werkdruk. Nieuw is dat scholen en schoolbesturen eigen keuzes binnen de cao mogen maken.
Bouwkundig versterken voor toekomstige aardbevingen en meer verantwoording voor het onderhoud van de scholen. In 2015 zal door de overheid in samenwerking met de NAM onderzoek worden verricht naar de aardbevingbestendigheid van de schoolgebouwen. De verwachting is dat veel schoolgebouwen
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
43 | P a g i n a
bouwkundig versterkt moeten worden om zwaardere aardbevingen in de toekomst op te kunnen vangen. Plannen voor het bouwkundig versterken zullen worden afgewogen met bestaande nieuwbouwplannen. Mogelijk vindt een versnelling in de uitvoering plaats. In 2015 zullen de gelden voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen rechtstreeks aan de schoolbesturen, via een uitbreiding van de lumpsumbekostiging, beschikbaar zijn. Naast de verantwoording voor de kwaliteit van de gebouwen, zullen de schoolbesturen ook de verantwoording voor de betreffende financiën krijgen.
Marenland moet haar budget verstandig inzetten. De komende jaren zal Marenland te maken krijgen met teruglopende inkomsten. Dit vanwege het snel dalende leerlingenaantal. Ook voor de komende jaren is het heel moeilijk begrotingen en meerjarenbegrotingen ten aanzien van personeel en beheer van schoolgebouwen sluitend te krijgen. Voor kwaliteitsontwikkeling en beleidsonderdelen worden impulsgelden beschikbaar gesteld. Om tekorten te voorkomen, zal er zuinig aan gedaan moeten worden. De bezuinigingen stellen de organisatie doorlopend voor lastige financiële keuzes.
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
44 | P a g i n a
Bijlage I:
Definities kengetallen
Financieel Liquiditeit
Verhouding vlottende activa en liquide middelen ten opzichte van de kortlopende schulden.
Solvabiliteit 1
Eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen.
Solvabiliteit 2
Eigen vermogen inclusief de voorzieningen ten opzichte van het totale vermogen.
Weerstandsvermogen 1
Eigen vermogen ten opzichte van de totale baten.
Weerstandsvermogen 2
Eigen vermogen minus materiële vaste activa ten opzichte van de rijksbijdragen.
Rentabiliteit
Exploitatieresultaat ten opzichte van de totale baten.
Kapitalisatiefactor
Verhouding balanstotaal exclusief gebouwen en terreinen ten opzichte van de totale baten.
Verzuim
Ziekteverzuim
Ziekteverzuimpercentage (totaal van langdurig en kortdurend ziekteverzuim).
Jaarverslag 2014 Stichting Openbaar Onderwijs Marenland
45 | P a g i n a