INTERNATIONAAL INSTITUUT
voor
1969
INTERNATIONAAL INSTITUUT VOOR
SOCIALE GESCHIEDENIS
JAARVERSLAG 1969
HERENGRACHT 262-266 - AMSTERDAM
INHOUD A. P e r s o n a l i a 1. 2. 3. 4.
Bestuur Raad van Advies Direktie Personeel
5 5 5 6
B. H o o f d p u n t e n v a n h e t b e l e i d 5. 6. 7. 8. 9.
Verhuizing Organisatie Financiën Pensioenen Verwerving
C. B i b l i o t h e e k - e n 10. 11. 12. 13. 14.
7 10 11 13 13
archiefwerkzaamheden
Algemeen Katalogisering Ordening Binderij en reproduktie-afdeling Dienstverlening, groepsbezoeken en tentoonstellingen
. . . .
20 20 21 22 23
D. W e t e n s c h a p p e l i j k w e r k 15. 16. 17. 18.
Algemeen en diversen Voorbereiding eigen publikaties Review Publikaties
26 27 29 29
E. K o n t a k t e n 19. Instanties en personen in het buitenland 20. Kontakten in Nederland
31 34
4
JAARVERSLAG OVER 1969
Bijlagen Bijlage I Lijst van tijdschriften over het jaar 1969 Bijlage Ila Ontvangen archieven en kollekties Bijlage Ilb Instellingen en organisaties waarvan — vaak regelmatig — uitgaven als schenking of in ruil ontvangen werden . . . Bijlage III Bestudeerde onderwerpen Bijlage IV Archieven, die door voorlopige of definitieve inventarisering of ordening toegankelijk geworden zijn Bijlage V Tabel van de landen van herkomst van de buitenlandse bezoekers Bijlage VI Financiële gegevens
35 35 39 42 45 46 47
JAARVERSLAG OVER 1969 A. P e r s o n a l i a 1. Bestuur Het bestuur was op 31 december 1969 als volgt samengesteld: Ir. H . Vos, Wassenaar, voorzitter, vertegenwoordigende „De Centrale" Levensverzekeringbank N.V. Prof. Dr. Fr. de Jong Edz., Amsterdam, sekretaris Sir Isaiah Berlin, Oxford J. Braunthal, Londen Prof. Dr. I. J. Brugmans, Amsterdam, vertegenwoordigende het Nederlands Economisch-Historisch Archief Prof. Dr. G. Eckert, Brunswijk Prof. Dr. W. F. de Gaay Fortman, 's-Gravenhage Dr. J. L. van der Gouw, Voorschoten, vertegenwoordigende het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Mr. H. Hardenberg, 's-Gravenhage, vertegenwoordigende het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Prof. Dr. Fr. van Heek, Overveen, vertegenwoordigende de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen Dr. P. J. Koets, Amsterdam, vertegenwoordigende de gemeente Amsterdam Prof. Dr. P. A. J. M. Steenkamp, Eindhoven C. van der Waerden, Amsterdam, vertegenwoordigende „De Centrale" Levensverzekeringbank N.V. Het Dagelijks Bestuur werd wederom waargenomen door de heren Ir. H. Vos (voorzitter), Prof. Dr. Fr. de Jong Edz. (sekretaris) en Dr. P. J. Koets. Het kwam bijeen, zo vaak daartoe de noodzaak aanwezig was. 2. Raad van Advies In de samenstelling van de Raad van Advies kwam in dit verslagjaar geen wijziging. 3. Direktie De direktie werd gevoerd door Prof. Dr. Fr. de Jong Edz. Gelijk in het vorig jaar het geval was, stond de heer Ch. B. Timmer hem als adjunkt-
6
JAARVERSLAG OVER 1969
direkteur ter zijde. Behalve de voorbereidende technische werkzaamheden voor de publikaties en de daarmee verband houdende kontakten met uitgevers, werd diens dagelijks werk in dit verslagjaar grotendeels gekenmerkt door de vele en velerlei beslommeringen die de verhuizing, en later de nieuwe behuizing, met zich brachten. Duidelijk begint zich hiermee een verdeling tussen de wetenschappelijke en de zakelijke elementen van het direktoraat af te tekenen. 4. Personeel In de personeelsbezetting kwam weinig verandering. Eensdeels is dat te verklaren uit het feit dat in 1968 een aanmerkelijke uitbreiding met wetenschappelijk hulppersoneel plaatsgevonden had, anderdeels uit de noodzaak alle organisatorische kwesties, die buiten de direkte sfeer van de verhuizing lagen te laten rusten. Per 1 januari 1969 werd de heer H. Riethof als assistent aan het Nederlands kabinet toegevoegd, waaraan hij ook van maart 1965 tot maart 1968 verbonden was geweest. Drie nieuwe krachten werden met halve dagtaak aangesteld op de katalogiseerafdeling: mejuffrouw L. Y. Kist, mejuffrouw A. P. van Overbeeke en mevrouw G. H . G. Leurdijk-Groen. Te vermelden valt dat twee van hen, na werkzaamheden elders, thans teruggekeerd zijn naar het Instituut. De studiezaalassistente, mevrouw H . Garritsen-van Leeuwen vertrok en haar plaats werd ingenomen door mejuffrouw I. C. de Boone. Op de periodiekenafdeling werden aangesteld mejuffrouw M. van Veen en mejuffrouw W. J. Thobe, voor de administratie van de lopende periodieken. In oktober 1969 werd mevrouw J. E. Mulder-Nova, tot dan sekretaresse van de Review, toegevoegd als sekretaresse aan het Franse kabinet ter verlening van assistentie bij de voorbereiding van de in 1971 aan de Commune te wijden aflevering van de Review. Als sekretaresse van de Review werd zij opgevolgd door mejuffrouw G. B. Krebber. Per 1 juli nam mevrouw A. Exoo-Stegink na een dienstverband van bijna vijftien jaar afscheid van het Instituut. Het wetenschappelijk personeel werd op de laatste dag van het verslagjaar gevormd door: Mejuffrouw Drs. M. A. H. Campfens (assistente kabinet Nederland-BelgiëLuxemburg Drs. T. Haan (Frans en Italiaans kabinet)
JAARVERSLAG OVER 1969
7
Drs. G. R. van der Ham (assistent Middeneuropees kabinet) Drs. H. P. Harstick (Middeneuropees kabinet) Drs. R. de Jong (kabinet Anarchisme, Spanje, Portugal en Latijns-Amerika) F. Kool (Review) Drs. G. Langkau (Middeneuropees kabinet) Drs. J. R. van der Leeuw (kabinet Internationale Organisaties en Algemene Onderwerpen) A. Lehning (uitgave Archives Bakounine) Mejuffrouw C. Merkelbach (assistente kabinet Nederland-België-Luxemburg) H. Riethof (assistent kabinet Nederland-België-Luxemburg) Drs. L. J. van Rossum (Oosteuropees kabinet) Dr. B. Sapir (Oosteuropees kabinet) Mejuffrouw Drs. M. W. H. Schreuder (kabinet Engeland-Noord-Amerika) W. H . C. Smit (assistent Oosteuropees kabinet) C. A. Spijker (assistent Oosteuropees kabinet) Drs. F. Tichelman (kabinet Afrika-Azië-Australië) Dr. E. Th. Waaldijk (systematische katalogus) Mevrouw Drs. J. M. Wekker (kabinet Nederland-België-Luxemburg) Drs. A. V. N . van Woerden (Review) Als bibliothekaresse fungeerde ook dit jaar mejuffrouw M. Hunink. Het aantal personeelsleden bedroeg per 31 december 1969: 61 Dezen zijn als volgt in te delen: direktie bibliothekaresse administrateur wetenschappelijke medewerkers technische & administratieve staf
2 1 1 20 (1968 : 18) 37 (1968 : 32)
B. H o o f d p u n t e n v a n h e t b e l e i d 5.
Verhuizing
6 maart 1969 vertrok het eerste transport van Keizersgracht 264 naar Herengracht 262-266. De verhuiswagens van de firma H . Kleijn & Zonen uit Hilversum, gespecialiseerd in het overbrengen van materiaal als dat van het Instituut, hebben van die datum af, tot half juli, soms drie, soms vier
8
JAARVERSLAG OVER 1969
maal per dag op en neer gereden tussen het oude en nieuwe huis. Voor die tijd was het gehele personeel reeds gemobiliseerd, opdat zoveel mogelijk materiaal in gereedheid gebracht kon worden voor de overgang. Voor de wetenschappelijke afdelingen betekende dit vaak een omschakeling op werk, dat op het eerste gezicht niet veel verband met wetenschap heeft. Offers en inspanningen, die vooral daar gevraagd moesten worden waar, zoals in het Nederlands Kabinet, veel ongeordend archivalisch materiaal in onoverzichtelijke en vuile depots lag opgeslagen, vonden hun beloning in het vlot verloop van de transporten. De verhuiskommissie, bestaande uit mejuffrouw M. Hunink en de heren Ch. B. Timmer en W. Veen, had een zorgvuldig schema voor de overgang opgezet. Slechts een enkele maal moesten daar kleine wijzigingen in aangebracht worden, in het algemeen bleken de kollekties als zodanig en — wat voor het funktioneren van het bedrijf het belangrijkste was — in hun diverse onderdelen in de vastgestelde volgorde overgebracht te kunnen worden. Gezien het feit, dat met name de periodieken en de archieven door de krappe ruimte in het oude gebouw niet altijd op de in het nieuwe gebouw gewenste volgorde lagen, mag hier van een grote prestatie gewaagd worden. De nieuw aangeschafte stellingen en kasten stonden steeds tijdig klaar om de nieuwe lasten te ontvangen. Begonnen werd met de periodieken. Eind april waren deze te bestemder plaatse geborgen. De nieuwe stellingen, zonder tussenschotten, bleken daarbij bizonder efficiënt, zowel bij het verschuiven van portefeuilles en leggers als bij de uiteindelijke ruimtebesparende plaatsing. Het feit, dat in de nieuwe boeken- en krantenmagazijnen slechts tot reikhoogte gestapeld wordt, bleek bij toepassing naderhand een verademing — en een tijdsbesparing — na de ervaringen met de vaak tot 12 of 13 schappen hoge stellingen in de oude magazijnen en gangen. Zonder twijfel is mede door dit „technische" feit, ook de verhuizing vlot verlopen. Terwijl de verplaatsing der kollekties vorderde, werd in het nieuwe gebouw de studiezaal in gebruik genomen, voorlopig als een dépendance van de studiezaal in het oude gebouw. Naarmate de verhuizing vorderde, werd het zwaartepunt meer en meer naar het nieuwe pand verlegd. Zo kon voorkomen worden, dat de bezoekers het Instituut gesloten vonden, al bleven natuurlijk beperkingen van kracht ten aanzien van de inzage van materiaal dat wegens transport onbereikbaar was. Buitenlandse bezoekers, die vaak hun komst geruime tijd tevoren aangekondigd hadden, werd overigens aangeraden zo mogelijk met hun komst tot na de zomer te wachten. Een duidelijk keerpunt werd bereikt toen het personeel, beginnend met de eerste week van mei, in de nieuwe ruimten kwam werken. Aanpassingsver-
JAARVERSLAG OVER 1969
9
mogen en improvisatietalent werd toen wel in hoge mate geëist. Nadat de staf was overgegaan, volgden de boekenkollekties. Zoals het magazijnpersoneel reeds bij de verplaatsing der periodieken was ingeschakeld, werd nu van de katalogusstaf meer dan het gewone — tijdelijk gestaakte — werk gevraagd. Ook de medewerking van de betreffende dames dient met eer vermeld te worden. Als laatste fase kwamen de archieven aan de beurt. Drs. G. Langkau werd speciaal met de leiding belast bij het overbrengen van deze meest kostbare stukken. Dankzij het, reeds in 1968 begonnen, versneld systeem van uniform opbergen en ordenen, waren de problemen die zich bij de nieuwe, vaak zo totaal van die in het oude gebouw afwijkende plaatsing, voordeden zonder al te grote moeilijkheden opgelost. Voor welke moeilijkheden de gehele staf, ondanks alle voorbereiding kwam te staan is pas recht duidelijk, indien men beseft, dat bij tijd en wijle, wanneer deze aanvulling nodig was, uit de andere depots verzamelingen van periodieken, boeken en archieven moesten worden gevoegd tussen datgeen wat van het voormalig hoofdgebouw kwam. Een werkelijk volkomen sluitend overzicht van wat te gebeuren stond was alleen daarom al niet te maken. Het vlotte verloop is dan ook, behalve aan aller bereidheid tot hulp waar deze nodig was, zeker te danken aan het inzicht en de overwegingen van de verhuiskommissie, als ook aan de soepele en zakelijke wijze waarop de dagelijkse leiding van de gehele operatie, die bij de heer Timmer berustte, gevoerd werd. Een reeks van relatief kleinere werkzaamheden restte nadien nog. Vooral de luchtverversing op de studiezaal en in de archiefruimten dient verbeterd te worden, terwijl een foutief aangebrachte verlichting in het boekenmagazijn moet worden vervangen.
De belangrijkste veranderingen en verbeteringen die met de verhuizing bereikt zijn mogen hier opgesomd worden: 1. de vernieuwing van de studiezaal en de splitsing daarvan in een lees- en een informatiegedeelte; 2. het efficiënt groeperen van de meeste afdelingen, zowel intern, als ten opzichte van elkaar; 3. de aparte werkkamers voor een aantal leden van de wetenschappelijke staf; 4. de uitgebreide voorzieningen in de vorm van kluizen voor de archieven; 5. de plaatsing van alle materiaal in overzichtelijke magazijnen en in stellingen op reikhoogte; 6. de inrichting van een goed geoutilleerde reproduktieafdeling;
10
JAARVERSLAG OVER 1969
7. de beschikking over een ontvangst- en vergaderzaal; 8. de beschikking over twee personenliften en een goederenlift; 9. de inrichting van een permanente tentoonstellingsruimte. In deze lijst ontbreekt de vervulling van het voornaamste motief voor de verhuizing: de behoefte aan meer ruimte. Eigenlijk is zij verdiskonteerd in de opgenomen punten. Toch moet gekonstateerd worden, dat ten aanzien van de magazijnruimten de toestand met ingang van 1971 reeds om de uitbreiding doet vragen, waar het Instituut krachtens de overeenkomst met de Universiteit van Amsterdam recht op heeft. Enerzijds is de groei van de archiefkollekties dit jaar (zie bijlage Ha, pag. 35) uitzonderlijk groot geweest, anderzijds bleken met de verdeling van de panden juist de meest draagkrachtige delen aan de Universiteit toegevallen te zijn. Daar komt nog bij, dat al hetgeen als opgeslagen materiaal uit de voormalige depots te voorschijn kwam de, toch royale, schattingen overtrof. Voorlopig is dan ook in gebouw Ceres de voor bepaalde kollekties bestemde ruimte aangehouden. Tenslotte dient vermeld te worden, dat de verzamelingen en de studiezaal van het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging, alsmede de kollekties van het Domela Nieuwenhuis Museum in het nieuwe gebouw een passende behuizing konden vinden. Daarmee kon aan de van ouds bestaande verplichtingen van het Instituut jegens deze beide instellingen na lange jaren op een bevredigende wijze tegemoet gekomen worden. Overigens blijven bouwaktiviteiten nog tot lang in 1970 de rust in het huis verstoren. Ze zijn onvermijdelijk wegens het gereedmaken van de belendende percelen en een gedeelte van het Instituutsdeel voor die instellingen der Universiteit van Amsterdam, die er transitoir gevestigd zullen zijn.
6. Organisatie De herindeling van het materiaal en de vernieuwde plaatsing van alle medewerkers vormden de voornaamste interne organisatorische problemen. Enkele taken moesten in verband met de nieuwe behuizing anders verdeeld worden in de groep van de magazijnbedienden en de conciërge. Voor de voorzieningen in de lunchkamer en de dagelijkse ronden met thee en koffie werd een extra kracht aangesteld. Nog geen beslissing viel ten aanzien van de nieuwe vasstelling van verantwoordelijkheden en kommunikatielijnen. In verband met de objektieve noodzaak tot het opnieuw doordenken van de struktuur, nu het Instituut de moeilijk-hanteerbare vorm van een middelgroot bedrijf gekregen heeft, is de urgentie van het een en ander groot te noemen. De subjektieve roep om
JAARVERSLAG OVER 1969
11
nieuwe verhoudingen onder het personeel, die in deze tijd in de universitaire wereld overal onweerstaanbaar klinkt, zal evenzeer tot een zekere herstrukturering moeten leiden. Hieraan is helaas weinig aandacht besteed: het is duidelijk dat vrijwel alle bestuurlijke energie dit jaar aan de verhuizing gegeven diende te worden. Eveneens opgeschort is een, overigens al oude en niet alleen organisatorische kwestie: die van de overgang naar een Interuniversitair Instituut. Mede op aandrang van het Departement van Onderwijs en Wetenschappen dient thans vrij snel tot een beslissing gekomen te worden. 7. Financiën Het is nuttig bij het financieel overzicht een scheiding te maken tussen de normale gang van zaken, die voor wat betreft de kosten niet principieel afweek van de vorige jaren, al worden de bedragen nominaal steeds hoger, en de extra lasten door de verhuizing veroorzaakt. De bestrijding van de lopende kosten kon goeddeels binnen het raam van de begroting blijven; overschrijding viel, ter zake van de personeelslasten, door gestegen salarissen en verzekeringspremies niet te vermijden. Het uitermate laat bekend worden van de hoogte der af te dragen huursommen, die alle alleen pro memorie op te voeren waren, heeft voorts nog enige moeilijkheden opgeleverd. In dit verband dient een eerste woord van dank aan de Universiteit van Amsterdam geuit te worden, die ten aanzien van de thans door het Instituut betrokken panden voor 1968, toen in het gebouw voor het I.I.S.G. al werkzaamheden werden verricht, kwijtschelding van een in feite op het boekjaar 1969 drukkende huurlast verleend heeft. Bij de volgende beschouwingen staat in het algemeen de erkentelijkheid voorop jegens alle instellingen en haar desbetreffende diensten en personen, die bestaan en voortgang van werkzaamheden van het Instituut door hun financiële bemoeienis mogelijk hebben gemaakt. Vooraan staat daarbij te vermelden de subsidiegever, het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, en vervolgens de Universiteit van Amsterdam, die de extra zorg, welke het Instituut van haar ook dit jaar weer vergde, op zich genomen heeft. Het bestuur hecht er waarde aan, met des te meer klem van deze erkentelijkheid gewag te maken, aangezien in de loop van de jaren het bedrag benodigd voor het, altijd nog toenemend, dagelijks werk de anderhalf miljoen gulden overschreden heeft. Speciale vermelding verdient voorts het Prins Bernhard-Fonds, dat het Instituut toestond tot een bedrag van ƒ 20.000,— aan rekeningen te deklareren, die onkosten betroffen, gemaakt in verband met de inrichting van de tentoonstellingszaal. Ook van „De Centrale" Levensverzekeringbank N.V.
12
JAARVERSLAG OVER 1969
werd tot dit doel een extra bedrag a ƒ 10.000,— ontvangen. Daar door deze giften een oude wens eindelijk in vervulling kon gaan, is er wel grote reden tot dankbaarheid jegens de hier genoemde gevers. Ook overigens blijft er grond dit gevoel tegenover de Kommissarissen van „De Centrale" tot uiting te brengen, omdat zij — zij het op minder hoge basis dan andere jaren — het Instituut gelden hebben beschikbaar gesteld voor werkzaamheden met betrekking tot de aldaar bewaarde en beheerde eigendommen van „De Centrale", en — in sommige gevallen — tot uitbreiding daarvan. Het is met grote vreugde dat hier vermeld kan worden, dat wederom — en thans ten derde male — een gift van $ 5000,— van de Atran Foundation te New York ontvangen werd. De voortzetting van de Russische reeks, waarvoor deze gelden speciaal bestemd zijn (zie pagina 28, punt D. 16.) is daarmee voor de komende tijd zeker gewaarborgd. Voor wat de verhuiskosten betreft dient — behoudens hetgeen hierboven ten aanzien van de tentoonstellingszaal werd meegedeeld — vermeld te worden dat de post „vergoeding oorlogsschade" (ruim ƒ 300.000,— die reeds enige jaren geleden bestemd was ter dekking van met de verhuizing verband houdende kosten), geheel voor dit doel besteed is. De verwachting, dat hiermee de kosten ook volledig bestreden konden worden werd helaas niet bewaarheid. Hoezeer ook op het aanvankelijke programma van verbouwingen en verbeteringen werd bezuinigd (men zie hiervoor het verslag over 1968, p. 10 en 11), er viel in het afgelopen jaar een niet terug te dringen stijging van kosten te konstateren. Ze waren alle onvermijdelijk in verband met eisen van veiligheid en noodzakelijk transport. Opnieuw dient het I.I.S.G. hier dankbaar de hulp van de Universiteit van Amsterdam te vermelden, die de betreffende grote bedragen voorschoot. Voor extra-financiering van deze schuld wordt thans in gemeenschappelijk overleg tussen Universiteit, Departement en Instituut een uitweg gezocht. De Stichting, waarvan wij in het financiële deel van het vorige jaarverslag de voorbereidende werkzaamheden konden vermelden is in 1969 opgericht. De daartoe strekkende akte werd te 's-Gravenhage op 6 juni 1969 verleden. Als naam is gekozen: „Stichting tot het beheer van materialen op het gebied van de sociale geschiedenis". Het bestuur werd voor de eerste maal gevormd door Ir. H . Vos (voorzitter), Prof. Dr. Fr. de Jong Edz., Dr. P. J. Koets, C. van der Waerden en R. Wijkstra. In feite is hier de vorming van een fonds in het geding, waar „vrienden van het Instituut" bijdragen, al of niet voor een bepaald doel bestemd, kunnen storten, en dat als subsidiegever kan optreden telkenmale als het Instituut voor uitgaven staat, die niet uit de normale
JAARVERSLAG OVER 1969
13
begrotingsgelden te bestrijden zijn; met name kan hierbij gedacht worden aan aanvullende financiering van publikaties. 8. Pensioenen Nog altijd bestaat het vraagstuk hoe de pensionering te regelen is van het personeel dat vóór 1968 in dienst van het Instituut was, terwijl de pensionering van vroegere medewerkers of hun nabestaanden problemen oproept. Werd van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds bericht ontvangen dat een backservice tot op 1966 thans bereikbaar lijkt, het bestuur meent, dat het niet meer dan billijk is, dat de aanvangsdatum van de pensioenrechten van het personeel bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds wordt gesteld op 1 januari 1963, toen op de begroting van het Instituut voor het eerst de aan dit fonds te betalen premies werden gereserveerd. Deze precaire zaak blijft de nodige aandacht vragen. Morele verplichtingen jegens een vijftal in de laatste jaren van het Instituut vertrokkenen, die reeds voor 1963 in dienst getreden waren of, bij overlijden, jegens hun nabestaanden, deden het bestuur besluiten uit de reserve voor speciale doeleinden een bedrag ter hoogte van plusminus ƒ 150.000 af te zonderen teneinde in deze meest dringende gevallen tot inkoop van pensioenen over te kunnen gaan. Bij „De Centrale" werd de betreffende verzekering gesloten. De pensioenregeling zoals die bij deze bevriende maatschappij voor haar personeel geldt, werd daarbij nagevolgd. 9.
Verwerving
Alle schenkers, zowel personen als instellingen, die het Instituut met hun giften verrijkten, zij hier dank gebracht. In de bijlagen Ha en Ilb zijn de betreffende namen en gegevens opgenomen (zie pag. 35 e.v.). Op enkele punten wordt in het onderstaande nader ingegaan. a. archieven Veel en belangrijk archiefmateriaal werd ook in 1969 verworven. Voor een overzicht ervan zij verwezen naar de bijlagen Ha en Ilb. Op deze plaats dient vermelding te verkrijgen het archief van de International Student Conference, die van 1945 tot 1969 bestaan heeft en die te Oegstgeest was gevestigd en bij haar opheffing haar archief schonk en haar bibliotheek verkocht aan het Instituut. Vooral de vele kontakten, die deze organisatie gehad heeft met jongeren uit revolutionaire bewegingen uit de „derde we-
14
JAARVERSLAG OVER 1969
reld", later vaak vooraanstaande politici en leiders van nationale/sociale groepen, alsook de vele gegevens omtrent een groot aantal kommunistische jongerenorganisaties, in het bizonder de International Union for Students, maken deze verzameling uiterst waardevol. Van de verworven Nederlandse archieven zij hier gewag gemaakt van twee persoonlijke papieren nalatenschappen. Het archief van J. Romein, reeds eerder toegezegd en onder omstandigheden ook reeds eerder te gebruiken, werd door mevrouw Dr. A. Romein-Verschoor aan het I.I.S.G. overgedragen. Het archief omvat, naast oudere persoonlijke stukken, een omvangrijke korrespondentie vanaf het begin van de jaren '20 tot 1961, welke door mejuffrouw Drs. J. Dommisse reeds eerder werd geordend, aantekeningen, agenda's, dossiers, manuskripten en knipsels. Zowel van Romeins politieke aktiviteiten als van zijn wetenschappelijke kontakten geeft het archief een goed beeld. Het is één van de belangrijkste aanwinsten van de laatste jaren. Het archief van J. L. Vleming, die in de jaren '20 een aantal jaren als gouvernements-accountant in Indië doorbracht, en die een rol speelde bij het formuleren van de koloniale politiek der S.D.A.P., vormt een welkome aanvulling op andere dergelijke verzamelingen. Het berust thans onder het kabinet voor Afrika en Azië. Van de organisatiearchieven zij hier vermeld dat van de Onafhankelijke Bedrijfsorganisatie Verkeer te Rotterdam. De speciale plaats die deze bond in de Rotterdamse haven en in het geheel der linkse arbeidersorganisatie ingenomen heeft maakt dit archief, dat vooralsnog grotendeels gesloten dient te blijven, tot een belangrijke bron voor latere geschiedschrijvers. Bij het bezoek van Prof. Dr. G. Heyden, direkteur van het Institut für Marxismus-Leninismus in Berlijn, ontving het Instituut van hem twee brieven van Domela Nieuwenhuis aan Spohr, uit 1898 en 1900, ten geschenke. Uit de nalatenschap van de weduwe van Friedrich Adler, Mevrouw Dr. Kathia Adler, werd in vooralsnog gesloten bewaargeving een aantal brieven van voornamelijk Russische socialisten verworven. De dochter van de erflater, mejuffrouw E. Adler te Zürich en de oud-bibliothekaresse van het Instituut, mevrouw A. Adama van Scheltema-Kleefstra verdienen voor hun bemiddeling in deze veel dank. Het Oosteuropees kabinet werd voorts door een belangrijke gift van Dr. G. Garvy te New York verrijkt met een verzameling brieven van en aan V. Stankevich, een bekend figuur tijdens de Russische Revolutie van februari
JAARVERSLAG OVER 1969
15
1917, die betrekking hebben op de periode, toen Stankevich als „D.P." na 1945 in Duitsland vertoefde. De gift kwam tot stand door bemiddeling van Dr. B. Sapir. Van mevrouw M. Goldman ontving het Instituut een klein aantal brieven, een dagboek en een vijftal knipselboeken, bevattende artikelen van haar man, de Poolse socialist en journalist W. Goldman. De verzameling illustreert diens leven in emigratie in Londen over de jaren 1948 - 1969. Van de aanwinsten, die beheerd worden op het Middeneuropees kabinet zij hier speciaal vermeld het archief van mevrouw Lu Marten te Berlijn. Het omvat voornamelijk haar literaire en literatuur-theoretische oeuvre, waardevol bronnenmateriaal over de geschiedenis van de socialistisch-geëngageerde literatuur in Duitsland in de eerste helft van deze eeuw en een zeer omvangrijke bibliografie: „Schriften zur Geschichte und Theorie des Sozialismus". Van mevrouw Hilde Wechsler (Haifa), dochter van de Duitse socialist Carl Herz, ontving het Instituut een zeer groot deel van het archief van haar vader. De kollektie bevat, naast enkele brieven van vooraanstaande Duitse socialisten, als August Bebel, Karl Kautsky, Karl Liebknecht en Emanuel Wurm, hoofdzakelijk ambtelijke stukken uit de tijd van Herz' burgemeesterschap in Spandau en Kreuzberg (1921 - 1933) en korrespondentie met leden van de in de Tweede Wereldoorlog werkzame groepering: „Fight for Freedom". Als aanvulling op dit archief werden op de najaarsveiling van de firma Stargaardt/Marburg enkele brieven gekocht afkomstig van met Herz korresponderende tijdgenoten. Een verdere, zeer waardevolle uitbreiding van het archiefmateriaal over de geschiedenis van de Duitse en Oostenrijkse arbeidersbeweging verkreeg het Instituut ook dit jaar weer door een schenking van Dr. Med. Karl Kautsky Jr., die bij gelegenheid van een bezoek een door zijn vader gemaakte tekening en een, op de Georgische reis van Karl Kautsky geschilderd portret afstond en voorts, naast enige aanvullingen op het Kautsky-familiearchief, betrekking hebbende op D. Diefenbach, in totaal 35 brieven en briefkaarten schonk, afkomstig van o.a. F. Engels (1), A. Bebel (4), E. Bernstein (3), K. Kautsky (17), J. Motteler (1), R. Luxemburg (4), S. Katayama (1), en D. Rjazanov. Voorts ontving het Instituut door bemiddeling van Dr. B. Sapir een briefkaart van Karl Kautsky, 2 briefkaarten van Luise Kautsky, alsmede een
16
JAARVERSLAG OVER 1969
brief van Luise Kautsky, met een postscriptum van Karl Kautsky, aan Dr. M. Koundadzé, van laatstgenoemde afkomstig. Het Instituut is de heer J. Braunthal dank verschuldigd voor zijn bemiddeling bij het verkrijgen van een door L. Middleton geschonken brief van Bebel aan MacDonald. Het Instituut ontving voorts van de heer en mevrouw en mejuffrouw M. Tolud, te Amsterdam, het archief van de jeugdbeweging, de „Anti-Rassendiskriminatie-Klub" (1964 - 1968). b. fotokopieën van archiefmateriaal De heer J. Braunthal te Teddington schonk ons een aantal fotokopieën van brieven van de naar de Verenigde Staten geëmigreerde Oostenrijkse socialist Ernst Papanek uit de jaren 1945-1957. Deze briefwisseling met Erich Ollenhauer en anderen, heeft onder meer betrekking op de heroprichting van de Socialistische Jeugd Internationale na de Tweede Wereldoorlog. Ten behoeve van de Instituutspublikatie van Prof. Dr. S. Na'aman over de Duitse arbeidersbeweging te Leipzig in 1862 en 1863 (zie D 18c, p. 31) werd voor hem relevant archiefmateriaal (totaal: ± 2500 opnamen) in ruil verworven (staatsarchieven te Merseburg, Potsdam, Dresden en Leipzig) of gekocht (idem te München en Speyer). Naast verdere aanvullingen op bovengenoemd archief van het IML-Berlijn, werden een mikrofilm met materiaal voor de Bakoenin-editie en de korresponden tie van Otto Lang met Werner Sombart (ruil; totaal ± 800 opnamen) verkregen. Verder werden van mevrouw Hilde Wechsler, als aanvulling op het Carl Herz archief, kopieën van 4 brieven ontvangen, respektievelijk van K. Kautsky, G. Ledebour, Ph. Scheidemann en F. Mehring aan Herz. Door bemiddeling van Dr. S. Bahne (Recklinghausen) ontving het Instituut tenslotte een kopie van het manuskript: „Lebenserinnerungen eines Wiener Arbeiters von Karl Steinhardt, 1875 -1950". c. pamfletten In 1969 ontving het Instituut een grote zending brochures, periodieken en strooibiljetten, voornamelijk over de gebeurtenissen in het jaar 1968 in Frankrijk, van de korrespondent van het I.I.S.G. te Parijs, de heer G. Scheuer. De heer Willem Frijhoff te Parijs bleef daarnaast regelmatig kleine zendin-
JAARVERSLAG OVER 1969
17
gen brochures en strooibiljetten toesturen, voornamelijk van en over studentenbewegingen. Nu allerlei revolutionaire, „kontesterende", stakende en „alternatieve" groepen in de gehele wereld optreden, komt er een stroom van gestencild en klein gedrukt materiaal los. Het moet als een onmogelijkheid aangemerkt worden, zelfs maar bij te houden wat in Amsterdam op deze manier aan het licht komt. Van verschillende kanten heeft men het I.I.S.G. overigens velerlei publikaties, die tijdens de bezetting van het Maagdenhuis werden uitgegeven, doen toekomen. Speciaal de hierna in de bijlage vermelde bijdrage van de heer H. Metz te Amsterdam valt hieronder (zie pag. 37).
De dokumentatie over de Duitse studentenbeweging sinds 1966 kon door de verwerving van een reeks omvangrijke kollekties van pamfletten, strooibiljetten, etc. worden uitgebreid. Mevrouw S. Haffner, mejuffrouw S. Kleemann en de heer U. Bergmann te Berlijn, de heer R. Loewy te Frankfort, stonden hun verzamelingen aan het Instituut af. Van de heer H . Mehringer te München ontvingen wij materiaal uit deze plaats en Erlangen. Dr. S. Bahne stuurde regelmatig materiaal uit Bochum. Van de tentoonstelling van dit soort materiaal uit de Parijse meidagen van 1968, die onder auspiciën van het Instituut gehouden werd (zie pag. 25), ging op haar beurt weer werfkracht uit, zodat wij thans op een zeer fraaie kollektie betreffende deze gebeurtenissen kunnen bogen. In de laatste jaren zijn de kontakt-personen in Italië in aantal toegenomen; ook zij zorgden meest voor de toezending van dit soort materiaal. Naast de in de bijlage genoemden, verzamelde met name de heer Robert Hartzema een kwalitatief op hoog peil staande kollektie affiches, brochures en strooibiljetten van en over kleine linkse groeperingen in Italië in de jaren 1968 - 1969. Door het aanschrijven van adressen, die door enkele bezoekers waren verschaft, werd zulk soort materiaal uit de Verenigde Staten en Engeland verkregen, alsook door een schenking van Prof. W. Steigenga uit Naarden, die tijdens zijn reis naar Amerika in 1968 belangrijk materiaal verzameld had. Voor wat betreft de onrust in Paramaribo in 1968: de schriftelijke neerslag in pamfletvorm daarvan gewerd ons door een schenking van Prof. Dr. W. F. de Gaay Fortman te 's-Gravenhage. Daarnaast dient vermeld de aankomst van een aantal strooibiljetten, die werden gepubliceerd kort na de Russische inval in Tsjechoslowakije 1968 en die ons door tussenkomst van de heer Mark Schneider te Hasborn gewerden.
18
JAARVERSLAG OVER 1969
d. periodieken Het aantal regelmatig door het Instituut ontvangen lopende periodieken bedroeg dit jaar 1762, tegen 1799 in 1968. Een zekere sanering onzerzijds (alle bewaren dient op kosten en belangrijkheid bezien te worden) is van deze vermindering de oorzaak. Een overzicht van de herkomst der bladen is uit bijlage I (p. 35) te verkrijgen. Speciale vermelding verdient de ontvangst van een interessante kollektie periodieken, brochures en manifesten, voornamelijk betreffende de Duitse emigratie naar Engeland en de Verenigde Staten, uit de periode 1940 tot 1949, en de bladen „Thomas Münzer Briefe", 1949 - 1950 en „Funken", juni 1950 — december 1951, die ontvangen werd van Dr. George Garvy te New York. Een zeer grote kollektie vakbondsbladen uit Europa en de V.S. werd van de Nederlandse Toonkunstenaarsbond te Hilversum ontvangen. Het betreft hier een aanvulling op een terrein dat tot nog toe door het Instituut nauwelijks bestreken werd. Voorts werd van de Universitatsbibliothek te Leipzig de fotografische herdruk van het Demokratisches Wochenblatt, 1868 - 1869, ontvangen. In de loop van het verslagjaar werd voorts een aanvang gemaakt met een ruil van mikrofilms van Trotskistische periodieken uit de Tweede Wereldoorlog met de uitgeverij EDI te Parijs. Nu meer en meer bladen herdrukt worden (in fotokopie), lijkt op dit terrein een belangrijke mogelijkheid voor het Instituut om zijn grote kollekties periodieken, vooral daar waar lakunes blijken te bestaan, aan te vullen. Zo konden dit jaar belangrijke aanvullingen verkregen worden o.a. voor wat betreft Das Westphalische Dampfboot, 1848, no. 1-12, Le Radical, Parijs, mei 1872. e. boeken De belangrijke, uit vier delen bestaande bibliografie van A. Eberlein, „Die Presse der Arbeiterklasse und der sozialen Bewegungen, von den dreissiger Jahren des 19. Jahrhunderts bis zum Jahre 1967" werd, volgens een overeenkomst gesloten bij een studiebezoek van Dr. F. Schaaf, Leipzig, verkregen. Dat dit werk voor de bibliografische aktiviteiten van het Instituut bizonder belangrijk is, zal uit de titel alleen al blijken. Ook op bibliografisch terrein werd door ruil met de Universiteit van Sussex een xeroxkopie verworven van een overzicht van de zich in Russische bibliotheken bevindende publikaties van de pers van de Commune en de Eerste Internationale. Een reprint van
JAARVERSLAG OVER 1969
19
E. Levasseur's „Histoire des classes ouvrières et de 1'industrie en France avant 1789", voorzag in een zeer oude lakune. De aankoop van recente boeken beliep in dit jaar een 2300. Antiquarisch werden 350 boeken gekocht. Voor de Review kwamen ruim 500 boeken ter recensering binnen. De Openbare Bibliotheek te Amsterdam schonk ons zijn kollektie betreffende de Internationale Arbeidsorganisatie te Genève, ongeveer 30 strekkende meter boeken, brochures, rapporten en periodieken omvattend. Onze verzameling uitgaven van de LA.O. is hierdoor vrijwel kompleet geworden. Hier dient ook de schenking van het Arbetarrörelsens Arkiv te Stockholm te worden vermeld. Het deed ons een omvangrijke kollektie boeken, brochures, rapporten, periodieken en ander materiaal ten geschenke. Het Arkiv heeft sedert zijn oprichting (1902) allerhande materiaal verzameld inzake de internationale en buitenlandse arbeidersbeweging. Het besloot echter onlangs zijn aktiviteiten te beperken tot Zweden en hetgeen daarmede op enigerlei wijze verband houdt, en het overtollige aan ons af te staan. De zending omvatte vooral materiaal betreffende de Internationale Beroepssekretariaten en de Nederlandse, Belgische en buiteneuropese arbeidersbeweging. Wij zijn het Arkiv voor een en ander zeer erkentelijk. f. foto's De toenemende betekenis van beeldmateriaal noopt het Instituut enerzijds de speurzin van medewerkers en bibliothekaresse ook op dit terrein te richten. Anderzijds worden nu ook meer dan vroeger fotokollekties aangeboden. Zo werd met het andere materiaal (zie bijlage Ha) van de Algemene Bond van Arbeiders in de Voedings- en Genotmiddelenindustrie een verzameling foto's ontvangen; hetzelfde geldt voor de kollektie van de International Student Conference, die wij reeds onder de archieven meldden (zie hiervoor p. 13), terwijl van Dr. S. Estrin (New York) een verzameling foto's betreffende de socialistische beweging in Frankrijk, Rusland en de Verenigde Staten werd ontvangen, alsmede foto's van de Socialistische Internationale, afkomstig uit de kollektie van de bekende fotograaf van de Verenigde Naties, L. Rosenthal. Speciale vermelding — ook in het kader van de gebeurtenissen in mei en juni 1968 te Parijs — verdient de ontvangst in eigendom van de film Opération Jericho (over de protestmarsen om het gebouw van de ORTF), afgestaan door de heer Patrick Kessel te Parijs. Voorts schonk het Documentatie Centrum voor Nieuwste Geschiedenis bij de Universiteit van Amsterdam, uit de aldaar beheerde partikuliere kollektie,
JAARVERSLAG OVER 1969
20
een grote verzameling fotomateriaal, de A.J.C, betreffend, terwijl van de heer Vogels te Monster een aantal foto's werd ontvangen betreffende Nederlandse gebeurtenissen uit de jaren dertig. Nu het werk dat in verband met dokumentatie (vnl. voor de televisie) van het I.I.S.G. gevraagd wordt steeds toeneemt, zijn zulke verzamelingen van grote betekenis.
C. B i b l i o t h e e k
en
archiefwerkzaamheden
10. Algemeen Met de verhuizing kwam de andere opstelling der binnenkomende boeken tot stand. N u hiervoor magazijnplaatsing wordt toegepast en het oude systeem van rubriekplaatsing nog slechts voor de boekenkollektie van voor de verhuizing geldig bleef, ligt sterker dan tevoren het aksent op de systematische katalogisering. De betreffende afdeling is in het informatiedeel van de studiezaal ondergebracht; op deze wijze kan het hoofd ervan, Dr. E. Th. Waaldijk, ook aan bezoekers inlichtingen geven. De indeling der boeken geschiedt in gedurig overleg met de andere wetenschappelijke medewerkers. 11. Katalogisering De werkzaamheden ter voorbereiding van het fotografisch reproduceren van de alfabetische katalogus door de firma G. K. Hall & Co. kwamen dit verslagjaar gereed. In maart 1966 werd een aanvang gemaakt met dit projekt, waarvoor één katalogiseerkracht en één typiste beschikbaar werden gesteld, terwijl de medewerker van de katalogiseerafdeling van het Oosteuropees kabinet ongeveer de helft van zijn werktijd besteedde aan het korrigeren van de titelbeschrijvingen in de desbetreffende talen. De wetenschappelijke staf verleende medewerking bij het bibliografische researchwerk. De duur van dit projekt werd geschat op drie jaar en het stemt tot voldoening dat deze tijdsduur slechts in geringe mate overschreden werd. Een speciaal woord van dank dient gericht te worden tot de bibliothekaresse, mejuffrouw M. Hunink, die de leiding over het projekt had en aan de katalogiseer krach ten: mejuffrouw L. Kist, haar opvolgster, mejuffrouw N . Jongert en de heer W. Smit; en aan mejuffrouw E. C. Th. van Hellenberg Hubar, die het overtypen van de kaarten volmaakt verzorgde. In totaal werden, in 1969, 9952 boeken en brochures gekatalogiseerd. De katalogisering van de kollektie Oosteuropese bladen werd door me-
JAARVERSLAG OVER 1969
21
vrouw A. Diaz-van der Goot voortgezet, terwijl een begin werd gemaakt met de definitieve katalogisering van de sedert 1945 verschenen periodieken. In verband met de verhuizing en de afronding van de voorbereiding van het Hall-projekt, konden op de Slavische afdeling alleen de lopend binnenkomende, recente uitgaven in de Slavische talen worden gekatalogiseerd. Van de achterstand werd niets weggewerkt. De achterstand die de laatste jaren bij de innummering van binnengekomen boeken op verschillende kabinetten was ontstaan, werd in het eerste kwartaal zo veel mogelijk ingehaald. Aan een voltooiing van dit, met het oog op de verhuizing aanvankelijk voorrang verleende werk, kon daarna helaas nog maar weinig aandacht gegeven worden.
12. Ordening In de maanden voorafgaande aan de overbrenging van het materiaal werd zoveel mogelijk de achterstand in de ordening der andere boekenkollekties weggewerkt. Ook voor de archieven vond dit werk snel voortgang. Voornamelijk moet hier het Nederlands kabinet genoemd worden. Daar werd een begin gemaakt met het ordenen van het SDAP-archief. Hierbij werden eerst de afdelingsarchieven gescheiden van het centrale archief. Niet tot het SDAP-archief behorende bestanddelen werden afgescheiden. Behalve een bonte verscheidenheid van Nederlandse archiefgedeelten, kwamen o.a. Duitse en Tsjechische archiefstukken te voorschijn. Deze merkwaardige vermenging is te verklaren uit de Poolse omzwervingen van een deel van het archief tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Verschillende andere, kleinere archieven zijn nog in bewerking. Een lijst van de Nederlandse archieven, die voorlopig of definitief geordend en toegankelijk gemaakt werden, wordt aangetroffen in Bijlage IV (pag. 45-46). Voor wat de Anarchistische afdeling betreft, werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal archieven (Ramus, Hamon, Fedeli, e.a.) globaal te ordenen; ook binnenkomende archieven (Max Nomad, Eugen Relgis) werden voorlopig geordend. Op de Russische afdeling werden de in vorige jaren binnengekomen kollekties van W. Woytinsky en de brieven van mevrouw E. Kuskova aan mevrouw L. Dan geordend. Van het andere materiaal werden de stukken van Lavrov, die zich in het archief van de „Narodnicheskoye Dvizheniye" bevonden, voor een goed deel op de gewenste volgorde gerangschikt.
22
JAARVERSLAG OVER 1969
Nadat ook bij het Duitse kabinet de eerste helft van het jaar vooral in het teken van het verhuisklaar-maken van de archieven stond, kon Drs. G. R. van der Ham na de verhuizing een begin maken met de ordening van het nieuw-ontvangen archief van Dr. Carl Herz. De kollektie boeken en brochures betreffende Latijns-Amerika die tot nog toe slechts globaal geordend was, vormt één der resten van een toestand, zoals die na 1947 jarenlang bestaan heeft. Dr. E. Th. Waaldijk, van de afdeling boekindeling, heeft thans in samenwerking met Drs. R. de Jong, hoofd van de betreffende afdeling, een schema voor klassifikatie van deze meer en meer de aandacht trekkende kollektie opgesteld. 13. Binderij en Reproduktie-af deling De binderij, nu ruim gesitueerd in de nabijheid van studiezaal en katalogiseerafdeling heeft 93 boeken, 42 periodieken en 644 brochures gebonden. Vorig jaar waren deze getallen resp. 103, 63 en 729. De geringe vermindering zal aan de extra aandacht te danken zijn, die de verhuizing ook van de binder, de heer Halsema, vroeg. Daartegenover staat dat meer restauratiewerkzaamheden werden verricht (197 delen). Buitenshuis werd niet gebonden, vooral omdat het niet juist leek bepaalde delen, die immers in het nieuwe gebouw weer hun plaats tussen de oude moesten innemen, buiten bereik te hebben. De reproduktieafdeling geeft, wat de aantallen betreft, een dergelijk beeld als dat van de binderij te zien; de achteruitgang in de mikrofilm-opnamen (van 73.473 naar 36.940) tot het peil van 1967 (38.700) kan er op duiden dat in 1968, in het vooruitzicht van de verhuizing, zowel voor het publiek als voor intern gebruik ekstra veel mikrofilmopnamen gemaakt zijn. Ook kan in een vermindering van de populariteit van deze techniek de reden van deze achteruitgang schuilen. Vastgesteld moet voorts worden, dat de meeste opnamen gemaakt plegen te worden in het kader van ruil met andere instellingen — een aktiviteit die dit jaar wat minder bedreven kon worden. De toename van de foto- en xeroxkopieën (van 51.624 naar 54.032) duidt op verschuiving in de toegepaste reproduktietechnieken. Door de installatie van een xeroxmachine met hogere frekwentie kon aan de betreffende vraag doorgaans vlot voldaan worden. Het publiek blijkt een snelle (en door de nabijheid van fotoafdeling en studiezaal ook gemakkelijke) afdoening van op deze wijze te vervullen kopieopdrachten op hoge prijs te stellen. In december
JAARVERSLAG OVER 1969
23
1969 werden speciale openingsuren van deze afdeling voor het publiek ingesteld. Het aantal glansfoto's, meer voor illustratieve doeleinden gemaakt, bedroeg 322 tegen 508 in 1968. 14. Dienstverlening, groepsbezoeken en tentoonstellingen 2451 boeken werden naar buiten geleend (1968: 2905); 6710 boeken werden geraadpleegd op de Studiezaal (1968: 8763) en 1483 periodieken (1968: 1668), terwijl 693 schriftelijke aanvragen door de bibliotheek in behandeling genomen werden. In dit verband dienen ook vermeld de vele vragen die ons van buiten bereiken en die niet alleen op bibliografisch terrein liggen. Voor de vaak veel indringender behandeling van deze onderzoekproblemen hebben de leden van de wetenschappelijke staf steeds veel tijd beschikbaar te stellen. Hoewel het Instituut op dit terrein een reputatie hoog te houden heeft, is het de vraag in hoeverre, terwille van de eigen navorsing, niet een straffere lijn gevolgd dient te worden. Terwijl dus het aantal geleende en geraadpleegde werken afnam (in verband met de verminderde dienstverlening wegens de verhuismoeilijkheden), bleef het aantal bezoekers vrijwel gelijk: 3553, tegen 3536 in 1968. Voor de landen van herkomst der bezoekers wordt verwezen naar de tabel, opgenomen als bijlage V, hierachter op pag. 46. De bestudeerde onderwerpen, die in bijlage III vermeld zijn, geven een indruk van de moeilijk kwalificeerbare hulp die op de kabinetten door de wetenschappelijke staf aan onderzoekers en studerenden (meest mondeling) geboden werd. Zoals te begrijpen valt, moest dit jaar wederom het aantal groepsbezoeken zoveel mogelijk beperkt worden. De enige te melden groep is die van gemengd Pools/Nederlandse samenstelling: kultureel-anthropologen uit beide landen die aan een uitwisselingsprogramma deelnamen. Prof. de Jong hield voor hen een uiteenzetting over het Instituut en leidde hen door het gebouw. Opvallend was de grote belangstelling voor de klassieken van het Marxisme — aan Nederlandse kant. Er is nog steeds een toenemende vraag te konstateren naar fotomateriaal uit het verleden; vooral voor televisiedoeleinden en ter illustratie van plaatwerken over de aktuele geschiedenis wordt vaak een beroep gedaan op de ikonografische afdeling van het Instituut. Zo werkte de afdeling mee aan „Indisch A.B.C." (een reeks dokumentaires van de VARA), de Nederlandse Onderwijs Televisie, „De achtergronden van de Westeuropeaan" (KRO), „Marx" (Saar-telefilm), „Domela Nieuwenhuis" (VPRO). Voor illustraties in
24
JAARVERSLAG OVER 1969
boeken en tijdschriften werden vooral afdrukken van portretten verschaft. Ook de kollektie affiches en karikaturen trok veel belangstelling. Veel werk werd door mevrouw Drs. J. H . Wekker, in haar funktie als hoofd van deze afdeling, en door mevrouw Veenstra-Alles verzet in verband met een drietal tentoonstellingen, n.1. de tentoonstelling „Wegwezen", die werd gehouden ter gelegenheid van de opening van het eerste gedeelte van het nieuwe gebouw van het Amsterdams Historisch Museum, de tentoonstelling, die de Algemene Bedrijfsbond van Arbeiders in de Voedings- en Genotmiddelenindustrie in hotel „Krasnapolski" organiseerde ter gelegenheid van zijn 75-jarig jubileum en de tentoonstelling, waarmede de heropening van het Domela Nieuwenhuis Museum werd gevierd. Ten aanzien van deze laatste dient het werkzaam aandeel van mejuffrouw M. Hunink en de heren Drs. R. de Jong en A. Lehning vermeld te worden. Het Domela Nieuwenhuis Museum is thans gevestigd in de tentoonstellingszaal van het Instituut. Het maakt er het vaste bestanddeel van uit. In de door de heer D. Elffers op zeer gelukkige wijze verbouwde ruimte van de tentoonstellingszaal heeft het I.I.S.G. de gelegenheid, naast het Domela Nieuwenhuis Museum, wisselende tentoonstellingen van eigen materiaal in te richten. Wanneer het bezoek van groepen weer toeneemt zal blijken hoezeer het van belang is, dat thans de mogelijkheid bestaat enige specimina van de verzamelingen te laten zien en zo de betekenis van het Instituut beeldend te tonen. In eerste instantie werd materiaal uitgelegd, dat als het ware a doublé usage ter beschikking is. Eensdeels opgebouwd rond leven en werken van F. Domela Nieuwenhuis, geeft het anderzijds een greep uit werken van o.a. Owen, Bakoenin, Lassalle, Marx, Engels, Kropotkin, Louise Michel, de gebroeders Reclus. Op 21 november vond de opening plaats. Evenals de opbouw van de zaal, werd de schikking van het tentoongestelde verzorgd door de architekt D. Elffers. In de moderne opbouw van de tentoonstellingszaal, waarin eveneens de bibliotheek van Domela Nieuwenhuis is geplaatst, komt het laat 19eeeuwse karakter van de studeerkamer van Domela Nieuwenhuis op treffende wijze tot zijn recht. De opening van het nieuwe museum ging gepaard met die van de hierboven vermelde tentoonstelling, die onder de naam „Domela Nieuwenhuis, zijn aktualiteit na 50 jaar", georganiseerd werd door het F. Domela Nieuwenhuis Fonds in samenwerking met het Instituut. Aanleiding daartoe vormde de 50ste verjaring van de sterfdag van Domela Nieuwenhuis. De tentoonstelling bood een historisch overzicht van de publikaties van Domela Nieuwenhuis op het gebied van de theorie en de geschiedenis van het socialisme en van zijn kontakten en aktiviteiten in verband met de internationale socialistische be-
JAARVERSLAG OVER 1969
25
weging. De direkteur van het Instituut, Prof. Dr. Fr. de Jong Edz., gaf op de avond van de opening in zijn welkomstwoord een overzicht van de aktiviteiten en doelstellingen van het Instituut en van zijn nieuwe behuizing, terwijl de heer A. Lehning als voorzitter van het Domela Nieuwenhuis Fonds de opening verrichtte. Deze werd bijgewoond door ± 200 personen, terwijl de tentoonstelling, die van 21 november 1969 tot 10 januari 1970 duurde, door + 300 personen werd bezocht. Eerder in het jaar had het Instituut zich ingespannen voor een andere tentoonstelling. Drs. R. de Jong (afdeling Anarchisme) en Drs. T. Haan (afdeling Frankrijk) hadden een groot aandeel in de voorbereiding en organisatie van al wat in de ruimten van het Gemeentelijk Museum Fodor getoond kon worden uit de kollekties betreffende de opstandigheid van de Parijse studenten in mei en juni 1968. De bedoelde tentoonstelling vond onder auspiciën van het I.I.S.G. plaats van 7 februari tot en met 16 maart. De dank van het Instituut gaat in de eerste plaats uit naar de direkteur van het Stedelijk Museum, Mr. E. de Wilde, die de ruimte Fodor ter beschikking stelde alsmede een staf van medewerkers voor de inrichting van deze tentoonstelling. Zij omvatte een representatieve keuze uit de zeer vele affiches, handgeschreven affiches, strooibiljetten, periodieken en foto's die in het bezit van het Instituut zijn. Van de gelijk met de tentoonstelling, onder auspiciën van het I.I.S.G., in 2000 exemplaren verschenen dokumentatiemap, die als geheel een kollektief werkstuk is, is de tekst grotendeels afkomstig van Drs. T. Haan. De wetenschappelijke betekenis van deze map ligt in haar bibliografische karakter. In de vaststelling van de datering en de herkomst van de honderden stukken schuilt een stuk geschiedvorsing die, hoewel misschien aan de meeste bezoekers ontgaan, juist de blijvende betekenis van deze merkwaardige ekspositie zal zijn. Het totaal aantal bezoekers bedroeg ca. 2800; studenten in de geschiedenis te Amsterdam en te Nijmegen werden als groep ontvangen en rondgeleid, evenals de redakties van middelbare-schoolkranten en pedagogische akademies. Het belang van deze aktiviteiten, om de aandacht te vestigen op het I.I.S.G. als centrum voor kontemporaine dokumentatie, bleek wel uit de talrijke kleinere aanvullingen op de oorspronkelijke mei/junikollektie, die het Instituut door schenking of koop verwierf. N a de grote tentoonstelling werd nog een kleine kollektie uitgeleend voor een tentoonstelling van het Leids Akademisch Kunstcentrum over hetzelfde onderwerp en een grotere kollektie voor tentoonstellingen in het kader van een studium generale aan de Technische Hogeschool te Eindhoven en de Landbouwhogeschool te Wageningen; in de totstandkoming van beide laatstge-
26
JAARVERSLAG OVER 1969
noemde tentoonstellingen had Drs. R. de Jong wederom een groot aandeel.
D. W e t e n s c h a p p e l i j k
werk
15. Algemeen en diversen In het vorige verslag werd gewag gemaakt van de voorbereiding voor de konferentie van Linz, waar ook in 1969 het I.I.S.G. een eigen aandeel had te leveren. Over het thema „de betekenis van de mémoires als bron voor de geschiedenis der arbeidersbeweging" is in die plaats door Prof. Dr. Fr. de Jong een lezing gehouden. Zowel de theoretische achtergronden als de meer feitelijke problematiek waren tevoren uitgewerkt in werkgroepen met doktoraalstudenten in de politieke en sociale wetenschap, die als voornaamste bijvak de nieuwste geschiedenis beoefenen. Leiding aan de diskussies in die groepen werd mede gegeven door Drs. L. J. van Rossum en Drs. G. Langkau; andere wetenschappelijke medewerkers gaven individuele studenten advies en verstrekten schriftelijke gegevens voor de groep. Dankzij deze gezamenlijke inspanning kon het Instituut in internationaal verband aan de verwachtingen voldoen en toonde het, niet alleen een instelling van verzamelen en bewaren, maar ook van wetenschappelijk onderzoek te zijn. Inschakeling van de stafleden bij (hulp)werkzaamheden voor studenten bracht bovendien het Instituut in de dagelijkse praktijk van een deel van het universitaire werk meer op de voorgrond. In het nieuwe universitaire kursusjaar werd Drs. R. de Jong bereid gevonden een werkgroep van jongere-jaarsstudenten begeleiding te geven bij hun studies over het hedendaagse Zuid-Amerika. Enkele malen werd zijn advies ingewonnen terzake van de opzet van werkkolleges, hetzij over Zuid-Amerika, hetzij over Anarchisme. Een aantal wetenschappelijke medewerkers gaf een aantal kolleges voor studenten en afgestudeerden, nl. in het kader van de studia generalia, die door verschillende universiteiten werden georganiseerd en van de post-akademiale kursussen van de Nederlandse Vereniging van Geschiedenisleraren. Alle medewerkers hebben zich op hun beurt veel moeite gegeven voor de Review. Het grote aanbod van artikelen betreffende de Engelse sociale geschiedenis heeft van deze beoordelende taak wel het leeuwendeel gelegd op de schouders van mejuffrouw Drs. M. W. H. Schreuder. Vaak was diepgaand literatuuronderzoek nodig om dit redaktionele werk naar behoren te vervullen en de standaard van ons blad in wetenschappelijk opzicht hoog te houden.
JAARVERSLAG OVER 1969
27
Voor het Nederlands kabinet, waar altijd veel vragen binnen komen van feitelijke aard, werd het — ook voor intern gebruik — nuttig geacht een dokumentatie van gegevens betreffende personen, organisaties en periodieken op te zetten. Dit werk is een der taken die mejuffrouw C. Merkelbach op zich genomen heeft. Mevrouw Drs. J. M. Wekker hield voor de Nederlandse Vereniging tot beoefening van de Sociale Geschiedenis op haar najaarszitting een lezing over de verhouding tussen socialistische partijen en vakbeweging in Nederland tussen 1903 en 1913. Op het voorjaarscongres van deze vereniging, dat in kombinatie met andere specialistische historische verenigingen hier te lande werd georganiseerd, werd door Drs. F. Tichelman het woord gevoerd over het vroege socialisme in de Indonesische maatschappij. Drs. J. R. van der Leeuw bestudeerde met het oog op de publikatie van een aantal „documents" in onze Review het tegen Friedrich Adler tijdens de eerste wereldoorlog gevoerde proces en zijn gevolgen.
16. Voorbereiding eigen publikaties Indien er één belangrijk onderdeel onder de last der verhuizing heeft geleden, dan is dat de aandacht die de diverse leden van de wetenschappelijke staf voor de eigen publikaties (zowel die welke meer in de privésfeer liggen als die welke door bemiddeling van het Instituut gepubliceerd worden) hadden op te brengen. De uitgave „Briefwechsel Karl Kautskys mit Sozialisten aus den Balkanlandern", waarvan Drs. L. J. van Rossum de sektie Joegoslavië bewerkt, werd bovendien in haar voorbewerking belemmerd door de, uit andere overwegingen zeer nuttige reis van deze medewerker naar de Sowjet Unie; wel was hij in staat een interessante brief van Trotski in de Review te publiceren. Mejuffrouw Drs. M. W. H. Schreuder kwam er bij haar studie over E. S. Pankhurst eerst in november toe enige zichtbare vorderingen te maken, toen ze bij haar bezoek aan Londen in de Periodiekenbibliotheek van het Britse Museum aanvullend periodiekenonderzoek kon doen. In het Britse Museum bekeek zij ook de kollektie Shaw. Het voornaamste puur wetenschappelijke werk van Drs. T. Haan stak, naast de veel tijd, organisatie- en overredingstalent vragende voorbereidingen voor het speciale Communenummer van de Review, in de vergaring van
28
JAARVERSLAG OVER 1969
gegevens inzake R. C. d'Ablaing van Giessenburg, en de omstandigheden waaronder hij zijn editie van Le Testament du Curé Meslier (Amsterdam, 1864) uitbracht. De resultaten van dit onderzoek zijn ten dele opgenomen in de nieuwe editie van het werk van Meslier, ten dele zullen zij worden gebracht op een colloquium over Meslier, dat vermoedelijk in 1971 plaatsvindt. De onder auspiciën van het I.I.S.G. verschenen dokumentatiemap „Parijs mei/juni '68", waarin het belangrijke bibliografische overzicht en enkele andere hoofdstukken van de hand van Drs. T. Haan voorkomen (zie punt 14) dient ook hier vermeld te worden. Het verst gevorderd in de reeks van eigen publikaties is die van Dr. B. Sapir. De uitgeverij D. Reidel in Dordrecht heeft op zich genomen de, voornamelijk door deze medewerker bezorgde reeks „Russian Series on Social History" voor het Instituut te publiceren. Het manuskript van de eerste publikatie in deze serie „Vpered 1873 - 1877", in twee delen, is klaar en wordt gedrukt. Er wordt gewerkt aan de voorbereiding van de tweede publikatie in deze serie: „Materiaal voor een biografie van Lavrov", die waarschijnlijk ook uit twee delen zal bestaan en die, behalve Lavrov's brieven aan Lopatin, vermeld in het jaarverslag over 1968, ook zal bevatten zijn brieven aan V. N . Smirnov, zijn niet gepubliceerde manuskripten, evenals brieven aan Lavrov van Axelrod, Plechanov, L. Tichomirov en anderen, welke Lavrov's aktiviteiten in de jaren tachtig en negentig illustreren. De heer A. Smirnov helpt met grote toewijding bij deze werkzaamheden. Op het Nederlandse kabinet werd een begin gemaakt met het ficheren van de stukken uit het archief-Sneevliet, die op zijn aktiviteiten in China in 1920, 1921 en 1922 slaan. Het in het vorig verslag vermelde werk van het hoofd van de afdeling Afrika en Azië, Drs. F. Tichelman, is nu zover gevorderd, dat deze bronnenpublikatie (de Indische Sociaal-Democratische Vereeniging 1914-1918) aan het eind van 1970 waarschijnlijk kan worden afgesloten. De medewerkers van de Middeneuropese afdeling besteedden wederom veel tijd en energie aan de hulp bij de publikatie van Prof. S. Na'aman en, in geringere mate, aan de edities Prof. Dr. G. Eckert en H. M. Sass/P. Reimer. Na grondige besprekingen met Prof. Dr. K. Koszyk en Prof. K. Obermann gelukte het de, aanvankelijk door Prof. Koszyk zelf geplande, doch later
JAARVERSLAG OVER 1969
29
in samenwerking met Prof. Obermann opgezette publikatie van de briefwisseling tussen Marx en Engels uit de jaren veertig een nieuwe grondslag te geven. Mede in verband met de voorbereiding van de onder 19 genoemde besprekingen, kwam van eigen wetenschappelijk werk weinig terecht. Met name heeft het voornemen van Drs. H. P. Harstick om een gedeelte van de werktijd aan zijn proefschrift te besteden, hieronder geleden.
17. Review De Review kwam in haar veertiende jaargang. Aangeboden werden 25 manuskripten, waarvan minder dan de helft geschikt voor publikatie bleek. In de lopende jaargang verschenen 11 artikelen en 2 dokumenten: in de bibliografie werden 516 titels besproken en een kleiner aantal onder het hoofd „Other Books" vermeld. De dagelijkse redaktie werd gevoerd door de heren F. Kool en Drs. A. V. N. van Woerden.
18. Publikaties De aktiviteiten op het gebied van de verzorging van bronnenuitgaven nemen steeds in omvang toe. Direkt in verband hiermede staat natuurlijk het probleem van de stijgende investeringen, zowel in de vorm van geldelijke bijdragen aan de auteurs voor research en voorbereiding der manuskripten, als in de vorm van voorschotten aan uitgevers voor de produktie van in het publikatieprogramma opgenomen werken. Ook in dit verslagjaar kan met erkentelijkheid gewag worden gemaakt van financiële bijdragen, ontvangen van een aantal instellingen, waardoor het mogelijk werd bepaalde projekten te realiseren. In de eerste plaats moet in dit verband genoemd worden de bijdrage van de Atran Foundation te New York voor een serie bronnenpublikaties op het gebied van de Russische sociale geschiedenis in de tweede helft van de 19e eeuw. Ten tweede konden door een subsidie van de Deutsche Forschungsgemeinschaft in Bad Godesberg de briefwisseling van E. Bernstein met Fr. Engels en die van A. Bebel met K. Kautsky in produktie worden genomen. Tenslotte heeft ook de Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek, te 's-Gravenhage, dit jaar wederom een belangrijke financiële bijdrage geleverd voor het gereedmaken van verdere delen in de uitgave der Archives Bakounine.
30
JAARVERSLAG OVER 1969
Het volgende overzicht geeft aan: a. welke werken in de loop van het verslagjaar zijn verschenen; b. welke aan het eind van het jaar bij de drukker of ter perse zijn, en c. welke titels zich in een gevorderde staat van voorbereiding bevinden.
a. In de loop van 1969 verschenen: Bewerker/schrijver:
Titel:
Serie :
Uitgever:
1. F. Gees Black
The Harney Papers
Publications on Social History, V
Van Gorcum & Comp., Assen
2. R. Lamberet
Max Nettlau, La Première Internationale en Espagne (1868-1888)
3. David Lane
The Roots of Russian Communism
D. Reidel Publishing Company, Dordrecht
Publications on Social Van Gorcum & Comp., History, VI Assen
b. Bij de drukker of ter perse: 1. S. Bahne en J. Humbert-Droz
Origines et débuts des Archives de Jules partis communistes des Humbert-Droz, I pays latins, 1919-1923
D. Reidel Publishing Company, Dordrecht
2. Helmut Hirsch
Eduard Bernsteins Briefwechsel mit Friedrich Engels
Quellen und Untersuchungen Neue Folge, I
Van Gorcum & Comp.. Assen
3. Karl Kautsky Jr.
August Bebels Briefwechsel mit Karl Kautsky
Quellen und Untersuchungen Neue Folge, II
Van Gorcum & Comp.. Assen
4. Arthur Lehning
Michel Bakounine et ses relations slaves
Archives Bakounine, IV
E.J. Brill, Leiden
5. J. M. Meijer
The Trotsky Papers, Vol. II
Russian Series
Mouton en Co. 's-Gravenhage
6. Boris Sapir
„Vpered!" 1873-1877 From the Archives of Valerian Nikolaevich Smirnov
Russian Series on Social History
D. Reidel Publishing Company, Dordrecht
JAARVERSLAG OVER 1969
31
c. Manuskripten in gevorderde staat van bewerking: Titel: Georg von Vollmar, Biographie Wilhelm Liebknecht, Briefwechsel mit deutschen Sozialdemokraten, I W. Hahlweg Militargeschichtliche und militarwissenschaftliche Studiën im Nachlass von Marx und Engels Untersuchungen zur Genealogie des H. P. Harstick marxistischen Geschichtsverstandnisses G. Haupt, J. Jemnitz Briefwechsel Karl Kautskys mit Sozialisten und L. J. van Rossum aus den Balkanlandem L. Krader Marx' Studies in Ethnology Arthur Lehning Archives Bakounine, vol. V S. Na'aman Die Tatigkeit des Leipziger Zentralkomitees und die Konstituierung der deutschen Arbeiterbewegung 1862/63 Ernst Barnikol, Bruno Bauer. H. M. Sass und Darstellung und Quellen P. Reimer Karl Kautskys Briefwechsel mit Z. Solle tschechoslowakischen Sozialisten De „Indische Sociaal-Democratische F. Tichelman Vereeniging" 1914-1918
1. W. Albrecht 2. G. Eckert 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9. 10. 11.
E.
Kontakten
19. Instanties en personen in het buitenland Terzake van de uitgave van de werken van Marx en Engels, die door de Instituten voor Marxisme en Leninisme in Berlijn en Moskou is opgezet, werd enige malen diepgaand gesproken met delegaties van de betreffende instellingen. Voor het eerste overleg, dat meer van principiële aard was, konden wij de kollega's Prof. A. I. Malysj uit Moskou en Prof. R. Dlubek uit Berlijn welkom heten. In de dagen van 1 3 - 2 1 november hebben zij eerst de opzet van het nieuwe werk bekend gemaakt. Het is de bedoeling dat op een filologisch verantwoorde wijze, met gebruikmaking van alle bestaande varianten in manuskripten en eerste drukken, alles wat van de stichters van het wetenschappelijk socialisme schriftelijk vastligt wordt gepubliceerd. Een grote staf is daartoe door beide instellingen aangetrokken. Zij verwachten dat in 30 jaren en + 100 delen het gehele werk voltooid zal zijn. Nu kan dit alles niet ondernomen worden zonder dat het I.I.S.G. inzage verstrekt in de door haar beheerde archieven. Het Instituut meende een
32
JAARVERSLAG OVER 1969
zo belangrijke publikatie niet in de weg te mogen staan, het meende echter ook niet anders dan op een zakelijke basis met de beide andere instellingen tot een overeenkomst over te kunnen gaan. In het protokol dat aan het slot van de besprekingen werd opgemaakt, en dat later door de hoogste instanties der drie instellingen is ondertekend, is deze zakelijke overeenkomst vastgelegd. Zij werkt nader uit hetgeen in eerste instantie te Berlijn in januari 1968 tussen de direkties van het I.I.S.G. en het Berlijnse Instituut was besproken en opgetekend. Opnieuw zijn thans de wederzijdse rechten vastgelegd op gebruikmaking van materiaal dat door één der ondertekenaars voor de eigen publikaties nodig geacht wordt. Voortdurend overleg over de werkzaamheden op het terrein van de MarxEngels Forschung zal bovendien tussen de drie instellingen plaats moeten vinden. De rechten van het I.I.S.G. op een eigen aandeel in het wetenschappelijk werk op dit terrein zijn daarbij door de partijen ter andere zijde erkend: Bij iedere nieuwe bespreking zal een precisering van de wederzijdse plannen voor de dan komende jaren volgen; daarin zullen dan ook begrepen zijn de projekten van „Amsterdam", waarvoor gebruikmaking van de Russische en Oostduitse archieven nodig is. In eerste instantie werd aldus een overeenkomst als bijlage bij het protokol voor de volgende 2 jaren opgezet. Het bezoek van midden november werd begin december gevolgd door het officiële kontrabezoek van Prof. G. Heyden, directeur van het Institut für Marxismus-Leninismus, Berlijn en Dr. H. Vosske, archivaris aldaar. In januari 1968 was te Berlijn afgesproken dat, na de verhuizing, de leidinggevende instanties van dit Instituut een bezoek aan Amsterdam zouden brengen. In de besprekingen met deze heren kon thans nader ingegaan worden op hetgeen kort daarvoor was afgesproken. Uiteraard vielen bij deze besprekingen vooral speciale belangen van het I.I.S.G. bij Oostduitse publikaties en archieven nader te behandelen. Met name ten aanzien van de uitgave van de brieven van W. Liebknecht — te bezorgen door ons bestuurslid Prof. Dr. G. Eckert — bleken zich een aantal nieuwe mogelijkheden voor te doen. Ook met de Friedrich-Ebert-Stiftung werden goede relaties onderhouden. Zo bezochten Prof. Dr. Fr. de Jong en Drs. H. P. Harstick de opening van het „Archiv der sozialen Demokratie" (Bad Godesberg) op 6 juni 1969. Verder werden diverse besprekingen gevoerd ter voorbereiding van de gezamenlijke uitgave van E. Barnikol, Bruno Bauer, Darstellung und Quellen.
JAARVERSLAG OVER 1969
33
De onder punt D.15 genoemde konferentie te Linz was weer een trefpunt van geleerden uit alle delen van Europa, die zich op het terrein, dat het Instituut bestrijkt bezig houden. Goede kontakten werden vernieuwd of gelegd. Met name ten aanzien van die landen waarmee geen dagelijkse betrekkingen onderhouden werden, de Balkanlanden en de Skandinavische, zijn deze bijeenkomsten voor het I.I.S.G. belangrijk, afgezien, uiteraard, van de behandeling van bepaalde thema's door deskundigen uit Oost- en WestEuropa. Naast het reeds genoemde bibliografisch-theoretische deel, door de direkteur van het I.I.S.G. ingeleid, was het onderwerp dit jaar: „de Europese arbeidersbeweging aan de vooravond van de eerste wereldoorlog". De neiging om elkaar bij alle tegenstellingen en tegenstrijdigheden te verstaan, bleek daarbij in de loop van de laatste jaren — dit was de vijfde „Linzer Konferenz" — zeker toegenomen. De Amsterdam-delegatie naar Linz bestond uit Prof. Fr. de Jong, Drs. J. R. van der Leeuw, Drs. L. J. van Rossum en mevrouw Drs. J. M. Wekker. Door de hoofden van enige kabinetten werden reizen naar de landen ondernomen, welker kollekties zij binnen het kader van het I.I.S.G. beheren. Drs. R. de Jong, hoofd van de Spaanse en de Anarchistische afdeling, maakte een reis naar Barcelona, Montserrat, Madrid, Salamanca en Parijs, die bizonder belangrijk en nuttig was en waarbij zeer veel materiaal — boeken periodieken, archieven — verworven kon worden. Drs. T. Haan van het Franse kabinet bezocht in mei 1969 Parijs. De voortgang van de werkzaamheden aan de Commune-aflevering van de Review, waarbij enige Franse geleerden zijn betrokken, was zijn voornaamste doel. Enige andere kontakten van belang voor de acquisitie werden tevens nauwer aangehaald. De bedoelde medewerkers aan het speciale nummer van de Review bezochten op hun beurt het Instituut, zodat een unieke internationale co-produktie kan ontstaan. In november bezocht mejuffrouw Drs. M. W. H. Schreuder Londen, waar zij de bijeenkomst van de Society for the Study of Labour History bijwoonde, kontakten met enkele Engelse historici en met de bibliothekaresse van de Labour Partij vernieuwde en onderzoek deed in de archiefafdeling en de speciale periodiekenbibliotheek (Colindale) van het Britse Museum. Drs. L. J. van Rossum maakte, voornamelijk voor studiedoeleinden, een reis naar Moskou en Leningrad. Drs. R. J. van der Leeuw maakte van zijn reis naar Linz gebruik om opnieuw het sekretariaat van de International Union of Socialist Youth te Wenen te bezoeken; voorts bracht hij wederom een bezoek aan de Deutsche Gewerkschaftsbund te Düsseldorf, om met de bibliothekaris Dr. D. Schuster
34
JAARVERSLAG OVER 1969
de uitwisseling van materiaal te bespreken, en nam hij deel aan de Erweiterte Kuratoriumssitzung van de Friedrich-Ebert-Stiftung te Bad Godesberg op 3 en 4 december. 20. Kontakten in Nederland a. Ferdinand Domela Nieuwenhuis Fonds Voor het verslag ter zake worde verwezen naar hetgeen onder punt 14 vermeld is over de aan F. Domela Nieuwenhuis gewijde tentoonstelling. Overigens zij hier gekonstateerd, dat het het I.I.S.G. bizonder genoegen doet thans na zovele jaren van nauwelijks adekwate behuizing van bibliotheek, archieven en meubilair aan zijn verplichtingen jegens het Fonds, waarvan de verzamelingen in langdurig bruikleen zijn verkregen, op een afdoende wijze te kunnen voldoen. b. Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging Nu het I.A.V. weer ruimte in het gebouw van het Instituut verworven heeft, blijkt eens te meer hoe nauw het onderling verband van de verzamelingen is. Het best kwam dit tot uiting in het feit, dat mejuffrouw Drs. M. A. H . Campfens en mevrouw Drs. J. M. Wekker hulp hebben geboden bij de voorlopige ordening van de archieven van Aletta Jacobs en mevrouw Schook-Haver. Er werden 442 boeken en tijdschriftnummers uitgeleend. Hulp werd voorts verleend bij het verzamelen van materiaal voor skripties, artikelen en radio- en televisie-uitzendingen. c. Universitaire en andere kontakten Voor de aktiviteiten van leden van het wetenschappelijke korps bij instellingen en organisaties, die niet direkt met het Instituut verbonden zijn, of uit welker organisatorische band met het Instituut geen wetenschappelijk kontakt voortkomt, zij hier verwezen naar punt 15, waar enige malen op deze persoonlijke, maar voor het Instituut bizonder belangrijke verbindingen wordt ingegaan. Op deze manier kan het zijn institutionele plaats temidden van het wetenschappelijke bedrijf in Nederland althans enig aksent geven.
BIJLAGEN Bijlage I - Lijst van tijdschriften over het jaar 1969 land
dagbladen week- en maandbladen
1
Afrika Albanië Australië Azië België Bulgarije Canada Ceylon China Cuba Cyprus Denemarken Duitsland Engeland Finland Frankrijk Guyana Hongarije India Israël
4
1
8 3
4
1
3
20 3 18 30 76 5 15 4 12 15 1 14 238 143 3 224 1 11 23 22
land
Italië Joegoslavië Luxemburg Malta Mexico Nederland Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Sowjet-Unie Spanje Suriname en Ned. Ant. Tsjechoslowakije Ver. Staten Z. Amerika Zweden Zwitserland Totaal
dagbladen week- en maandbladen
1 1 1
5
1 1
2 3 1
-
53 21 4 4 5 325 3 54 21 1 10 17 2
4
4 30 173 30 20 57
50
1712
4 1
-
Bijlage Ha - Ontvangen archieven en kollekties (zie ook pp. 13-20) Oosteuropees
kabinet
Van de heer Mark Schneider, te Hasborn, een kollektie Tsjechische strooibiljetten uit de eerste twee dagen na de Russische inval (augustus 1968). Kabinet
Frankrijk-Italië-Israël
Van de heer Pasquale Alferi Chichiricco, te Trente, een kollektie periodieken en pamfletten betreffende de Italiaanse socialistische beweging en een omvangrijke kollektie pamfletten, brochures en periodieken van sociaal-revolutionaire organisaties in Italië. Van de heer L. Modugno te Rome, een 150tal pamfletten, brochures en tijdschriften betreffende de Italiaanse studentenbeweging en de buitenparlementaire oppositie uit de jaren 1968 en 1969. Van studentengroepen te Rome, Genua en Trente, een omvangrijke verzameling pamfletten, brochures en bladen betreffende het radenkommunisme en de Italiaanse buitenparlementaire oppositie.
36
JAARVERSLAG OVER 1969
Middeneuropees
kabinet
Van Prof. Dr. G. Garvy een reeks publikaties over de Duitse emigratie in Engeland en de Ver. Staten uit de periode 1940 tot 1949. Van mevrouw Dr. Kathia Adler, door bemiddeling van haar dochter mejuffrouw Emmy Adler te Zürich, een pakket korrespondentie, hoofdzakelijk van Russische socialisten. Dit gesloten archief mag niet voor 1989 geopend worden. Van de heer F. Tüller, te Bienne (Zw.), een uitgebreide kollektie dokumenten, brochures en periodieken betreffende de antimilitaristische beweging in Zwitserland. Kabinet
Benelux
Van de A.B.V.G., afdeling Amsterdam, foto's, recent archiefmateriaal en C.A.O.'s van deze bond, tevens 3 fraaie vaandels, afkomstig van de afdelingen Koog-Zaandijk I (Vakgroep Bakkers) en Zaandam van de Alg. Ned. Bond van Arbeiders in de Bakkers-, Chocolade en Suikerbewerkingsbedrijven, en van de Ned. Bond van de Slagers- en aanverwante bedrijven, afdeling Rotterdam. Van mevrouw G. M. Bouwhuisen te Amsterdam, haar fraaie kollektie van Nederlandse politieke prenten en karikaturen uit de periode 1947 - 1962. Van de heer J. van Bree, te Rotterdam, een fotokopie van een brief van P. J. Troelstra aan een drukker d.d. 4 febr. 1903 betreffende een brochure over de spoorwegstakingen. Van het Documentatiecentrum voor Nieuwste Geschiedenis, te Amsterdam, een honderdtal foto's over de A.J.C, vanaf het begin van de jaren 1920 tot 1958. Van mevrouw H . Garritsen-van Leeuwen, te Amsterdam, een verzameling boeken, brochures en periodieken waaronder programma's, statuten en propagandabrochures van verschillende Nederlandse politieke partijen. Van mejuffrouw J. M. Guykens, te Amsterdam, „Billet ter benoeming van de leden voor het Kiezers-Kollegie", Amsterdam, September 1848 en een oproep tot een ambachts- en werkliedenbijeenkomst op de Dam in Amsterdam op 22 maart 1848. Van Prof. Dr. Fr. de Jong Edz., te Amsterdam, een verzameling Nederlandse politieke manifesten, strooibiljetten, verslagen, rapporten, etc. uit de jaren zestig en een kollektie pamfletten en vlugschriften betreffende de bezetting van het Maagdenhuis, en een spandoek van een groep uit Ferwerderadeel, meegedragen in een werklozendemonstratie, gehouden met Pasen 1940 in Den Haag door S.D.A.P. en N.V.V. Van de heer R. van Kraats, te Utrecht, de komplete kollektie van het Utrechtse studentenblad Trophonius (1964 - 1969). Het Instituut ontving, door bemiddeling van notaris G. E. M. Kuijntjes, te Rotterdam, van het bestuur van het Onafhankelijk Verbond van Bedrijfsorganisaties en van het voormalige bestuur van Onafhankelijke Bedrijfsorganisatie Verkeer te Rotterdam, het archief van de Onafhankelijke Bedrijfsorganisatie Verkeer. Van het bestuur van „De Vrije Gedachte" te Den Haag, door bemiddeling van mevrouw van Linschoten-Willems, de bescheiden betreffende Kerk-afscheiding vanaf ± 1934, be-
JAARVERSLAG OVER 1969
37
horende bij het Archief van de Vrijdenkersvereniging „De Dageraad". Van de heer H . Metz, te Amsterdam, een uitermate omvangrijke en zeldzame kollektie periodieken, brochures, pamfletten, affiches en strooibiljetten. Hierin bevinden zich o.a. de Provo-publikaties, de publikaties van het Vietnam-Komité, een min of meer komplete verzameling van de drukwerken afkomstig van de pers in het Maagdenhuis ten tijde van de studentenbezctting en de jaargangen 1 en 2 van het orgaan Demos, Democratisch Socialistisch Maandblad voor het Noorden (1967 - 1968). Van de heer H. Neuteboom, te 's-Gravenhage, een overzicht over + 1885 - 1940, „Uit mijn leven", met de bijbehorende dokumentatie. Een aantal boeken en een 50-tal brochures. Van de heer F. Nieuwenhof, te Amsterdam, een dossier Paul Kies, met o.a. een bandopname van een interview met P. Kies. Van de heer H . Ploeg, te Utrecht, een 50-tal boeken en brochures over sociale toestanden in Nederland en de tijdschriften Socialistische Gids, kompleet; Socialisme & Democratie, 1939-1940, 1946, 1948-1968; Maandschrift voor Gevangeniswezen, 1961-1964; Maandblad voor Berechting en Reclassering, 1956 - 1964; De Wegwijzer, Tijdschrift voor studie van alcoholvraagstukken, 1949-1963; Opening naar Links, 1965-1967 en Ruimte, de nummers 13, 14, 17 - 20. Van de heer W. Polak Emzn., te Amsterdam, archiefstukken betreffende de Nederlandse Zionistenbond, Poale Zion, Koemi Orie; circulaires van de Partij van de Arbeid 19681969. Van mevrouw Dr. A. Romein-Verschoor, te Laren N.H., de schriftelijke van wijlen haar echtgenoot, Prof. Dr. J. Romein.
nalatenschap
Van mejuffrouw M. W. H . Schreuder, te Amsterdam, brochures en andere publikaties en het maandblad van de Sjaloom groep. Van de heer Vogels, te Monster, een aantal foto's betreffende gebeurtenissen in het begin van de jaren '30 in Nederland. Van de heer H . van Wijk, te Heemstede, een groot aantal brochures betreffende de O.S.P., een vlag van de P.S.P. en de jaargangen 1966 - 1969 van Beleid Beschouwd. Afrikaans-Aziatisch
kabinet
Van de heer S. Merrifield, te Victoria, een 30-tal boeken en brochures betreffende de Australische arbeidersbeweging. Van de heer F. Tichelman, te Amsterdam, het eerste nummer van het marxistische tijdschrift Mingguan Pekerdja, Djakarta, oktober 1963. Kabinet Internationale
Organiaties
Van de Belgische groep van Internationale Communisten: de Bordigisten, hun publikaties uit de jaren 1937 -1969. Van de PTT-Internationale, te Brussel: een aanvulling op haar, bij het Instituut reeds aanwezige, archief, groot ongeveer 2 strekkende meter. Van de Miners' International Federation, te London: een aanvulling op haar, bij het Instituut reeds aanwezige, archief, groot ongeveer een strekkende meter.
38
JAARVERSLAG OVER 1969
Van de Nederlandse Toonkunstenaarsbond, te Hilversum: een kollektie uitgaven, circulaires, e.d. van de Fédération Internationale des Musiciens te Zürich, groot ongeveer een strekkende meter. Van de Openbare Bibliotheek, te Amsterdam: hun kollektie boeken, brochures en periodieken uitgegeven door de Internationale Arbeidsorganisatie te Genève, + 30 strekkende meter groot. Van het Arbetarrörelsens Arkiv, te Stockholm: 7 kisten met boeken, brochures en periodieken betr. de internationale arbeidersbeweging. Van de International Student Conference, te Oegstgeest: hun archief meter groot. Anarchistisch en lh ero-Amerikaans
±
300 strekkende
kabinet
Van de heer G. de Wilde, te 's-Gravenhage, een verzameling periodieken, brochures en pamfletten voornamelijk betreffende het Nederlandse anarchisme en anti-militarisme. Archieven van Max Nomad (Ver. Staten); Eugen Relgis (Uruguay). Van mevrouw de Lacaze-Duthiers de hele kollektie Bibliothèque de 1'Aristocratie. Van de heer Abrams (Chicago) kopieën van brieven van de martelaren van Chicago. Van de uitgeverijen ZXZ (Madrid) en Nova Terra veel publikaties; van de heer Tj. van Rijen een aantal zeldzame periodieken. Kabinet Engeland-Verenigde
Staten
Van Ir. Dr. V. W. van Gogh, te Laren, een kollektie boeken en brochures en het blad Survey Graphic, Magazine of Social Interpretation, New York, 1939 - 1940. Van mevrouw L. Middleton, door bemiddeling van de heer J. Braunthal een 25-tal brochures van The Clarion Press. Van Prof. Dr. W. Steigenga, te Amsterdam, een kollektie Amerikaanse pamfletten, brochures en periodieken, waaronder het programma van de Communist Party USA, nummers van de Paper Tiger en Liberator en verscheidene verkiezingspamfletten (1968). Diversen Van de heer J. Braunthal, te Teddington, kopieën van een 10-tal brieven, uit de jaren 1945 tot 1956, o.a. van Erich Ollenhauer aan Ernst Papanek, betreffende de heroprichting van de Socialistische Jeugdinternationale, en een foto van het Internationale Socialistische Bureau (ws. in 1904 te Amsterdam bij Artis), benevens een brief van August Bebel aan James McDonald, 1908. Van de heer I. Cornelissen te Muiden, een verzameling gestencilde verslagen, rapporten, redevoeringen betr. Nederlandse vakbonden en de bulletins van het Aktie-Komité Mozambique, en een kollektie periodieken, pamfletten en boeken, waaronder een dossier van de Initiativausschuss für die Wiederzulassung der Kommunistischen Partei Deutschlands, het statistisch jaarboek 1959, uitgegeven door de Albanese Volksrepubliek. Van de Deutscher Gewerkschaftsbund, te Düsseldorf, o.a. Russische uitgaven (1922) van Kropotkin en de verslagen van zittingen 1908, 1909 en 1927 van het Institut Colonial International.
JAARVERSLAG OVER 1969
39
Van mevrouw B. Fischer-Spanjer, te Amstelveen, een zeer belangrijke en omvangrijke sociaal-historische kollektie uit de bibliotheek van haar overleden vader, waarin werken van Brupbacher, Domela Nieuwenhuis, Friedrich Engels, Jean Grave, Kautsky, Kropotkin, Nettlau, Leo Polak, Elisée Reclus, Saks, Sombart, Vliegen, de Webb's, Sam de Wolff, e.a. Van Prof. Dr. W. F. de Gaay Fortman, te 's-Gravenhage, de brochure Onze misdaad van zwijgen, betrekking hebbende op de in januari en februari 1969 in Paramaribo plaatsgevonden hebbende stakingen, en een oproep voor een arbeids- en vakbondscongres te Paramaribo, een aantal publikaties betreffende het Christelijk Nationaal Vakverbond en het Zuid-Afrikaanse blad Bantu. Van mevrouw E. H . Herbers, te Bilthoven, nummers uit de jaargangen: Socialistisch Perspectief, 1958 - 1968; Militia Christi, 1958 - 1969; Vredesactie, 1958 - 1968; De Internationale, 1965 en 1967; Contact; Internationale Spectator, 1962 en 1963; Stichting A.A. Actie; Ratio; Perspectief (P.S.P.) van de kleine krant: Nieuws en Wereld, 1960 1962; O.C.V. Bulletin, 1957-1963; Bevrijdend Denken, 1958 -1963; De Vrijdenker, enkele nummers uit 1957 en 1958; Sozialistische Hefte, 1962, 1963, 1964-1968; Rekenschap, jrg. I-IX, 1954-1962 (vrijwel kompleet); Blatter für deutsche und internationale Politik, 1958 - 1961. Van de heer Holsmuller, te Alkmaar, een portefeuille met een vrijwel komplete serie politieke tekeningen van De Nieuwe Amsterdammer, o.a. door Van der Hem, J. Sluijters en W. Sluiter uit de jaren 1914 - 1919, alsmede een aflevering van Der Simplizissimus en het speciale nummer van La Pire, met tekeningen van Paul Krüger door Caran d'Ache. Deze kollektie is afkomstig uit de boedel van mevrouw A. de Regt te Bergen (N.H.). Van het hoofdbestuur van de Nederlandsche Toonkunstenaarsbond, te Hilversum, een groot aantal vakbondsbladen uit Europese landen en de V.S., voornamelijk op het gebied van de toonkunst (1959 - 1969), brochures en verslagen, stencils van vakbonden en sociale organisaties in Nederland, in totaal + 5 meter, en een aanvulling op dit materiaal, buitenlandse periodieken van zusterorganisaties. Van de heer J. de Ronde, te Amsterdam, ingebonden jaargangen van de Dageraad, 1856 '64, ' 7 9 - ' 8 4 , ' 8 6 - ' 8 7 , '89 - ' 9 7 , 1937; de Vrijdenker, 1945-1946, 1 9 5 2 - ' 5 6 ; de Roode Duivel van 7 dec. 1896; De Vrije Gedachte, 1 9 0 7 - ' 1 2 ; Das Freie Wort, 1937; Bevrijdend Denken, 1 9 5 7 - ' 6 1 ; De Vlam, 1945 - ' 4 8 , 1950 - ' 5 1 en Morgenrood, 1893; materiaal over Korea, China, Vietnam en enig recent materiaal. Voorts een groot aantal boeken.
Bijlage 11b - Instellingen en organisaties waarvan - vaak regelmatig - uitgaven als schenking of in ruil ontvangen werden Accion Libertaria, Buenos Aires African National Congress South Africa, London Algemeen Christelijk Vakverbond, Brussel Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage Ambassade van Israël, 's-Gravenhage Ambassade de la République Arabe Unie, 's-Gravenhage Ambassade de la République Démocratique du Congo, 's-Gravenhage
40
JAARVERSLAG OVER 1969
American Federation of Labor and Congress of Industrial Organizations, Washington Americans for Democratie Action, Washington Anarchist Federation of Britain, London Angola-Comité, Amsterdam Anti-Apartheid Movement, London Asian Peoples' Anti Communist League, Taipei Asociacion Internacional de los Trabajadores, Caracas Bibliotheek der Staten-Generaal, 's-Gravenhage Bibliotheek Vredespaleis, 's-Gravenhage Black and Red, Kalamazoo British Humanist Association, London Bundesinstitut für politische Bildung, Bonn Central Council of the General Federation of Trade Unions of Korea, Pyongyang Centralno Vece Saveza Sindikata Jugoslavije, Beograd Centre de Documentation sur 1'URSS et les pays slaves, Paris Centre international de Recherches sur PAnarchisme, Lausanne Christelijk Nationaal Vakverbond, Utrecht Communist Party of Canada, Toronto Communist Party of Cuba, La Habana Confédération générale du Travail, Paris Consejo Nacional de Cultura, La Habana Demokratische Aktion, München Departement van Sociale en Economische Zaken, Fort Amsterdam Deutsche Akademie der Wissenschaften, Berlin Deutsche Kommunistische Partei, Düsseldorf Deutscher Gewerkschaftsbund, Düsseldorf Dietz Verlag, Berlin DDR-Komitee für Menschenrechte, Berlin Economie and Social Research Institute, Dublin Europese Landarbeiders Federatie, Utrecht Fabian Society, London Federation anarchiste de France, Paris Federazione Anarchica Italiana, Savona Fellowship of Reconciliation, New Maiden Friedrich-Ebert-Stiftung, Bad Godesberg Gemeentelijke Archiefdienst, Rotterdam Gruppe Internationale Marxisten, Mannheim Gruppi Comunisti Rivoluzionari, Roma Gruppi Iniziativa Anarchica, Genua Gruppi leninisti della sinistra comunista, Roma Hebrew University, Jerusalem Hsinhua News Agency China, London Independent Labour Party, London Industriegewerkschaft Metal für die Bundesrepublik Deutschland, Frankfurt am Main Institut für Marxismus-Leninismus, Berlin Institut Maurice Thorez, Paris Institut Universitaire de Hautes Etudes Internationales, Genève Institute of Industrial Relations, Berkeley
JAARVERSLAG OVER 1969
41
Interdoc, 's-Gravenhage International Committee of the Fourth International, London International Confederation of Free Trade Unions, Bruxelles International Graphical Federation, Bern International Metalworkers' Federation, Genève Internationale Situationniste, Paris, New York, Randers, Milano International Society Kurdistan, Amsterdam International Transport Workers' Federation, London International Union of Food and Allied Workers' Associations, Genève International Union of Socialist Youth, Wien International Union of Students, Praha Jeunesses Syndicalistes Révolutionnaires (C.N.T.-A.I.T.), Paris Kommission für Geschichte des Parlamentarismus und der politischen Parteien, Bad Godesberg Labour Party, London London School of Economics and Political Science, London Marx Memorial Library, London Medical Aid Committee for Viet Nam, London Miners' International Federation, London Ministry of Labour, Ceylon Movement for Colonial Freedom, London Movement Press, San Francisco National Library, Ankara National Library, Peking Nederlands Verbond van Vakverenigingen, Amsterdam Noir et Rouge, Paris Office universitaire de Recherche socialiste, Paris Organisation révolutionnaire anarchiste, Paris Pacifistisch Socialistische Partij, Amsterdam Palestina Comité, 's-Gravenhage Parti communiste de Belgique, Bruxelles Parti communiste francais, Paris Parti révolutionnaire (Trotskyste), Charleroi Parti wallon des Travailleurs, Bruxelles Partido obrera de Unificacion marxista de Espana (P.O.U.M.), Paris Partij van de Arbeid, Amsterdam Peace Corps, Washington People's Movement for the Liberation of Angola, Dar Es Salaam People's Progressive Party, Guyana Post, Telegraph and Telephone International, Bruxelles Public Services International, London Radical America, Madison Republikanische Hilfe, Frankfurt Sjaloom Groep, Odijk Sociaal-Economische Raad, 's-Gravenhage Socialist International, London Socialist Party of Great Britain, London Sozialdemokratische Partei Deutschlands, Bonn Sozialistischer Deutscher Studentenbund, Frankfurt
42
JAARVERSLAG OVER 1969
Spanish Socialist Labour Party (P.S.O.E.), Toulouse State of New York, Department of Labor, New York Students for a Democratie Society, Chicago Tamiment Institute, New York Trades Union Congress, London Trade Union Council of South Africa, Johannesburg Ubavanhoa, Hanoi Union des Anarcho-Syndicalistes, Bordeaux Universidad del Zulia, Maracaibo Verband Sozialistischer Studenten Oesterreichs, Wien Vereinigte Arbeitsgemeinschaft der Naziverfolgten, Hamburg Verlag Zeit im Bild, Dresden Wiardi Beekman Stichting, Amsterdam World Federation of Democratie Youth, Budapest World Federation of Trade Unions, Praha Zengakuren, Tokio
Bijlage III - Bestudeerde Oosteuropees
onderwerpen
kabinet
Russische emigratie naar Duitsland: 1881 - 1941 Stalinisme De Poolse socialisten en het nationale vraagstuk (van de jaren negentig tot de eerste wereldoorlog) De arbeidersbeweging in Rusland en haar relatie tot de Joden Engels-Russische betrekkingen tijdens de revolutie van 1917 Sociale geschiedenis van Rusland 1917 - 1927 W. Machajski Russische vakverenigingen en bolsjewisme contra mensjewisme Korrespondentie tussen Lenin en Trockij 1920 - 1922 Dissertatie over Peter Struve en „Russkaja Mysl' " Studie over Boedapest 1956 Bronnen van Poolse marxistische bewegingen P. Lavrov Polen en de internationale revolutionaire beweging na 1863
Middeneuropees
kabinet
Doopsgezinden in het ekonomische en kulturele leven van Hamburg en Altona 1600 - 1800, de pers van de Duitse emigranten in Frankrijk en België, 1830 - 1848, Bruno en Edgar Bauer als politieke publicisten, „Verelendung" en akkumulatie in de ekserpten van de jonge Marx, militaire en wetenschappelijke ekserpten van Marx en Engels, de geschiedenis van de tot-
JAARVERSLAG OVER 1969
43
standkoming van Marx' Kapitaal, de geschiedenis van het ekonomisch denken van Marx, de ekserpten van Marx uit L. H. Morgan, Johann Philip Becker, instituten voor arbeidersontwikkeling in de 19e eeuw, de geschiedenis van de vroege Duitse sociaal-democratie in de oude sociaal-demokratische persorganen 1863 - 1875, Karl Kautsky en de ontwikkeling van het Marxisme, Karl Kautsky en Tsjechoslowakije, Karl Kautsky's invloed op het nietrevolutionaire karakter van de SPD, Kautsky-biografie, „Revisionismus, Reformismus und Praktisismus" bij Georg von Vollmar, August Bebel en de Duitse socialistische partij 1865 1914, Rosa Luxemburg en de Duitse arbeidersbeweging, de ontwikkeling van de arbeiderskamer en het arbeiderssekretariaat in Bremen, de houding van de SPD t.a.v. kerk en religie 1890 - 1918, de ekonomische politiek van de SPD 1918 - 1920, het koalitieprobleem in de theorie en de praktijk van de SPD 1920-1930, de SPD 1914-1933, de SPD 1932-1935, Wilhelm Groener en de SPD, januari 1928 tot mei 1932, pogingen tot oprichting van een socialistische eenheidspartij in de Duitse emigratie na 1933, De SPD en Polen, 1918 - 1933, de Beierse sociaal-demokratie vóór 1918, het Duitse socialisme en de sexuele moraal, linkshegelianisme en Marxisme, Marxisme en psychoanalyse, Korsch' ideeën over het revolutionaire Marxisme, syndikalisme en linksradikalisme, de taktiek van de Sachsische KPD t.a.v. het eenheidsfront 1923, de plaats van de K P D in de Duitse arbeidersbeweging, 1918 - 1933, de kommunistische jeugd-organisatie van Duitsland (KJVD), arbeidersklasse en „Nationalbewusstsein" in Beieren, 1848 - 1914, sociaal-demokratische literatuurkritiek vóór 1914, de integratie van de „Flüchtlinge" in Beieren, Friedrich Stampfer, de zaak pastoor Erwin Eckert, briefwisseling Walther Rathenau en Eduard Bernstein, radenkommunisme in Duitsland, arbeidersraden-Rosa Luxemburg, de November-revolutie van 1918, de radengedachte in de USPD, Friedrich Ebert, de ideologie van de SPD en de Novemberrevolutie van 1918, de Novemberrevolutie in Beieren, stakingen in Zwitserland 1918, de regering der „Volksbeauftragten", socialistische leraren- en leerlingenorganisaties in de republiek van Weimar, de Pruisische regering 1928 - 1932, Braun en Grzesinski, de Duitse reaktie op het Italiaanse fascisme, 1922 - 1933, de taal van de fascistische en postfascistische massapers, Philip Scheidemann, de emigratie naar de Verenigde Staten 1933 - 1945, de „Neue Linke" in Duitsland, Sexpol.
Frans kabinet Cabet, Vésinier, Griffuelhes, de PSOP Anarchistisch en Ibero-Amerikaans
kabinet
Het Duitse anarchisme en syndikalisme, Gustav Landauer; het Engelse anarchisme, in het bizonder de beweging in Londen; B. Lazare; F. Domela Nieuwenhuis; Machajski; het Belgische anarchisme; de Cubaanse revolutie in verschillende aspekten; aktuele problemen in Latijns Amerika o.a. Mexico, Bolivia, Brazilië; het Spaanse socialisme, de Catalaanse kwestie; Kropotkin; de Spaanse kollektivisaties; Fédération Jurasienne; het anarchisme in Italië; Nettlau; Spaanse arbeidersperiodieken vóór 1900; Spaanse politieke partijen. Afrikaans-Aziatisch
kabinet
(Azië) de Komintern in Azië en China; Sneevliet in China; H o Chi Minh, Noord Korea; Vietnam; het Arabisch-Israëlisch konflikt; (Indonesië) de ethische koloniale politiek; de zending tegenover bestuur en nationalisme;
44
JAARVERSLAG OVER 1969
de nationale beweging; Sneevliet en het socialisme; verschillende perioden van de P K I ; de Sarekat Islam; de ekonomische betekenis van Indonesië voor Nederland; panislamisme; Indonesische studenten in Al Azhar universiteit; het Chinese nationalisme; Atjeh; de muiterij op „De Zeven Provinciën"; de Indonesische pers; de Nederlandse pers in Indonesië; de Nederlandse vakbeweging in Indonesië; het K N I L ; onderwijs; D.M.G. Koch; Dar 'ui Islam; de Vaderlandse Club; politionele akties; (Nederland-Indonesië) de koloniale politiek van de SDAP; H. van Kol en Indonesië; het Nederlandse bedrijfsleven en Indonesië; de Nederlandse sektie van de Liga tegen Imperialisme; (Afrika) Rhodesië; de Maghreb;
Kabinet
Nederland-Belgi'é-Luxemburg
De volgende onderwerpen vormden het objekt van verschillende onderzoekingen: De Vredesbeweging in Nederland (1914-1918) (diss.) Schaper in Groningen Sneevliet Afd. Berkhout van de SDAP Sociale organisatie in Twente R.K. Volksbond SDAP 1914 - 1919 (diss.) H . Gorter 1914 - 1923 (diss.) A. Pannekoek (bronnenuitgave) De Eerste Internationale in Nederland (diss.) H . de Man D. de Leon in Nederland R. Stenhuis Henriëtte Roland Holst G. W. Melchers Partij en vakbeweging in Nederland Appelschaster-proces G. J. Zwertbroek Liberalen na 1885 (diss.) Internationale Boycot 1901 Radenbeweging H . Spiekman Gevangenneming Domela Nieuwenhuis Patrimonium in Wouterswoude Verkiezingscijfers van de SDAP 1905-1919 Bibliografie van de Nederlandse arbeidersbeweging „Links Richten" C H P 1918 - 1925 1913 in Nederland Ronge in Nederland Belgische Diamantbewerkers Grafici en democratie B. Bijmholt
JAARVERSLAG OVER 1969 Kabinet Engeland-V'erenigde
45
Staten
De Amerikaanse arbeidersbeweging; de arbeidersklasse in Kent 1840 -1880; de Britse arbeidersbeweging en de Tweede Internationale; de Chartisten, i.h.b. de brieven van Ernest Jones; brief van Albert Einstein in het Laski-archief; de Engelse en Amerikaanse arbeidersbeweging; Engelse reakties op de opkomst van Mussolini; W. J. Linton; William Morris; poetry and craft of William Morris; de utopische denkbeelden van William Morris; New Left in de Verenigde Staten; pacifisme in Engeland; Dr. R. M. Pankhurst; Schots materiaal in het IISG; de socialisten van het Europese kontinent in Engeland in de tweede wereldoorlog; vrouwenemancipatie en vrouwenbeweging in Engeland en de V.S. Internationaal
kabinet
De bijdrage van de Poolse Socialistische Partij (P.P.R.) tot de Tweede Internationale, de invloed van de Doopsgezinden en andere religieuze groepen op de arbeidersbeweging, de agrarische kwestie in de Internationale, in het bizonder in de tijd van de „Groene Internationale" tussen de beide wereldoorlogen, de sexuele moraal in de arbeidersbeweging, de geschiedenis van de Internationale Arbeidsorganisatie te Genève (aanvragen n.a.v. het vijftigjarig jubileum dezer organisatie), de rol van Philipp Scheidemann in de Internationale, de Belgische sektie van de Eerste Internationale, de koloniale denkbeelden in de arbeidersbeweging in de negentiende eeuw, de invloed van de Liga tegen het Imperialisme op de Sociaal-demokratie, de doorwerking van de ideeën neergelegd in de „Inauguraladresse", het kongres te Verviers in 1877, het volksfront in Europa, de relaties tussen vredesbeweging, vrijdenkers en socialisme, de beïnvloeding van het moderne Azië door Europese socialistische theoretici en politici, de rol van de jongerenbeweging in Roemenië in de dertiger jaren, het derde Wereld Jeungd Festival, de sociaal-ekonomische motieven van migratie, de rol van de Organisación Regional Interamericana de Trabajadores in Latijns Amerika, internationale bakkerskongressen, de eerste internationale konferentie van christelijke vakverenigingsleiders in 1908, het Europees Herstelprogramma, de werkgelegenheidspolitiek van de Europese socialistische partijen in het kader van de EEG, de invloed uit het buitenland op het Nederlandse koöperatiewezen.
Bijlage IV - Archieven, die door voorlopige of definitieve inventarisering of ordening toegankelijk geworden zijn: Bond voor Staatspensionering J. de Bosch Kemper C.N.V. De Dageraad European Regional Organisation of the International Confederation of Free Trade Unions Fédération Internationale des Musiciens International Trade Secretariats International Union of Students H . de Man G. Mannoury G. W. Melchers
46
JAARVERSLAG OVER 1969
J. ter Meulen H . C. Muller Ned. Bond van Personeel in Overheidsdienst (gedeelte) Ned. Toonkunstenaarsbond Vereeniging tot verbetering van kleine-kinderbewaarplaatsen H . Verkouteren P. Wiedijk (Saks) A. Wiegmink
Bijlage V - Tabel van de landen van herkomst van de buitenlandse bezoekers Buitenlandse bezoekers: Australië België Denemarken Duitsland Engeland Frankrijk Hongarije Italië Japan Joegoslavië Polen Roemenië Sowjet-Unie Spanje Ver. Staten Zuid Afrika Zweden
1 7 1 85 12 33 11
45
212
JAARVERSLAG OVER 1969
47
Bijlage VI - Financiële gegevens Begroting
Begroting
Begroting
1969
1970
1971
I. B i b l i o t h e e k
ƒ
50.000,—
ƒ
50.000,—
ƒ
60.000,—
13.000,—
-
13.000,—
Mikrofilms en fotokopieën . . .
-
20.000,—
-
25.000,—
II. R e s e a r c h en p u b l i k a t i e s . .
-
-
50.000,—
-
50.000,—
Bindwerk en restauratie
. . . .
20.000,—
5
13.000,—
III. V e r v o e r
-
2.000,—
-
2.000,—
-
2.000,—
-
14.000,—
-
14.000,—
-
14.000,—
Reis-, verblijf-, en
IV. Salarissen, h o n o r a r i a en sociale voorzieningen . . . V. I n t e r n a t i o n a l e k o n t a k t e n
VIL E x p l o i t a t i e g e b o u w
- 1.107.600,—
- 1.267.200,—
-
3.000,—
-
3.000,—
-
3.000,—
-
26.000,—
-
26.000,—
-
25.000,—
P.M.
P.M.
-
25.000,—
P.M.
P.M. P.M.
5.000,—
P.M.
P.M.
2.000,—
-
1.657.500,—
. . . .
Verwarming, verlichting, water .
-
2.000,—
-
2.000,—
6.000,—
-
7.000,—
-
5.000,—
ƒ
10.000,—
ƒ
12.000,—
ƒ
15.000,—
-
6.000,—
-
7.000,—
-
7.000,—
VIII. M e u b i l a i r en k a n t o o r -
IX. B u r e a u k o s t e n Kantoorbehoeften, porti Telefoon
. . . .
10.000,— 5.000,—
I
10.000,— 5.000,—
10.000,— 5.000,—
48
JAARVERSLAG OVER 1969
Begroting
Begroting
Begroting
1969
1970
1971
X. D i v e r s e n Lidmaatschappen
-
300,—
-
300,—
-
1.000,—
Onkosten van vergaderingen . .
-
600,—
-
600,—
-
600,—
Huishoudelijke uitgaven . . . .
-
3.000,—
-
—,—
-
—,—
Diversen
'-
1.000,—
-
1.000,—
-
1.000,—
-
1.500,—
-
2.000,—
-
3.000,—
-
5.000,—
-
5.000,—
-
5.000,—
XI. J a a r v e r s l a g , d r u k k o s t e n . . XII. O n v o o r z i e n XIII. P u b l i k a t i e - p r o j e k t e n ,
ge-
s u b s i d i e e r d d o o r Z.W.O. .
P.M.
P.M.
P.M.
ƒ1.326.000,—
ƒ1.537.100,—
ƒ1.904.100,—