INTERNATIONAAL INSTITUUT voor SOCIALE GESCHIEDENIS
INTERNATIONAAL INSTITUUT VOOR
SOCIALE GESCHIEDENIS
JAARVERSLAG 1968
HERENGRACHT 262-266 - AMSTERDAM
INHOUD A. P e r s o n a l i a i. 2. 3. 4.
Bestuur Raad van Advies Directie Personeel
j 6 6 6
B. H o o f d p u n t e n v a n b e l e i d 5. 6. 7. 8. 9.
Financiën Pensioenen Verhuizing Organisatie Verwerving
C. B i b l i o t h e e k - en 10. 11. 12. 13. 14.
Archiefwerkzaamheden
Algemeen Catalogisering Ordening Binderij en Reproductie-afdeling Dienstverlening
D. W e t e n s c h a p p e l i j k 15. 16. 17. 18.
8 10 10 13 13
16 16 16 17 18
werk
Algemeen Voorbereiding eigen publikaties Review Publikaties
19 19 20 21
E. C o n t a c t e n 19. Instanties en personen in het buitenland 20. Diverse Nederlandse organisaties
24 25
4
JAARVERSLAG OVER 1968
Bijlagen Bijlage
I lijst van tijdschriften over het jaar 1968
27
Bijlage Ha ontvangen archieven en collecties
27
Bijlage Ilb instellingen en organisaties waarvan - vaak regelmatig uitgaven als schenking of in ruil ontvangen werden . . . .
32
Bijlage III bestudeerde onderwerpen
33
Bijlage IV Nederlandse archieven, die i.v.m. de verhuizing werden voorgeordend
35
Bijlage V ledenlijst Raad van Advies
36
JAARVERSLAG OVER 1968 A. Personalia 1. Bestuur Het bestuur was op 31 december 1968 als volgt samengesteld: Ir. H. Vos, Wassenaar, voorzitter, Levensverzekeringbank N.V.
vertegenwoordigende
„De
Centrale"
Prof. Dr. Fr. de Jong Edz., Amsterdam, secretaris Prof. Sir Isaiah Berlin, Oxford J. Braunthal, Londen Prof. Dr. I. J. Brugmans, Amsterdam, vertegenwoordigende het Nederlands Economisch-Historisch Archief Prof. Dr. G. Eckert, Brunswijk Prof. Mr. W. F. de Gaay Fortman, 's-Gravenhage Dr. J.L. van der Gouw, Voorschoten, vertegenwoordigende het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Mr. H. Hardenberg, 's-Gravenhage, vertegenwoordigende het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Prof.Dr. Fr. van Heek, Overveen, vertegenwoordigende de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen Dr. P.J. Koets, Amsterdam, vertegenwoordigende de gemeente Amsterdam Prof.Dr. P . A . J . M . Steenkamp, Eindhoven C. van der Waerden, Amsterdam, vertegenwoordigende „De Centrale" Levensverzekeringbank N.V. De naam van het in 1968 afgetreden bestuurslid, Dr. H. A. Enno van Gelder, die gedurende ettelijke jaren zijn belangstelling voor het Instituut met de daad van zijn bestuurslidmaatschap bezegelde, op wiens organisatorische, contactuele en historische kennis immer een beroep kon worden gedaan, mag voor in dit verslag gaarne met eer en in dankbaarheid vermeld worden. Het Dagelijks Bestuur werd wederom waargenomen door de heren Ir. H. Vos (voorzitter), Prof. Dr. Fr. de Jong Edz. (secretaris) en Dr. P.J. Koets. Het kwam bijeen, zo vaak daartoe de noodzaak aanwezig was.
6
JAARVERSLAG OVER I 9 6 8
2. Raad van Advies In de samenstelling van de Raad van Advies kwam in dit verslagjaar geen wijziging.
3. Directie De directie werd gevoerd door Prof.Dr. Fr. de Jong Edz. Op twee terreinen vooral stond hem daarbij de heer Ch.B. Timmer als adjunct-directeur terzijde. Zoals gewoonlijk op dat van de voorbereidende werkzaamheden in verband met de publikaties, die onder auspiciën van het Instituut verschijnen, maar ook, en in toenemende mate, ter zake van de verhuizing en de vele daarmee samenhangende problemen. Uit de thans opgedane ervaringen kan beter dan op grond van een algemeen schema opgemaakt worden hoe in de toekomst de diverse functies van het directoraat over twee of meer personen verdeeld kunnen worden. In verband daarmee heeft de aanstelling van een tweede adjunct-directeur nog niet plaats gevonden.
4. Personeel Het secretariaat van de directie kwam vacant, toen het bestuur besloot de secretaresse, mejuffrouw M. W. H. Schreuder, tot hoofd van het door afsplitsing te vormen Kabinet Engeland-Noord-Amerika, te benoemen. Deze benoeming had officieel op 1 januari 1968 in moeten gaan. Een opvolgster kon echter eerst aangesteld worden per i maart. Als zodanig werd aangesteld mejuffrouw M. Winter, die vol interesse en verwachting op bovengenoemde datum haar taak aanvaardde. Spoedig moest zij voor langere tijd met ziekteverlof gaan; op 16 september overleed zij. Deze tragische ontwikkeling bracht voor de organisatie van het bedrijf, waarin de secretaresse van de directie continu een centraal punt vormt, veel moeilijkheden mee. Deze betreffen uiteraard vooral de contacten met personen en instellingen buiten het Instituut. Met tijdelijke krachten en met behulp van in het gebouw aanwezige typistes kon het belangrijkste werk doorgang vinden. De directie is er verheugd over, dat één van de tijdelijke krachten, mejuffrouw L. Verdenius, na verloop van enige maanden op 4 november als directie-secretaresse in vaste dienst is kunnen treden. Zij meent dat hierdoor een regelmatige voortgang van de werkzaamheden voor de komende tijd is gegarandeerd. Wegens het bereiken van de daartoe gestelde leeftijd verlieten in december mejuffrouw M.E. J. W. van Daalen en mejuffrouw J . N . ten Have
JAARVERSLAG OVER I 9 6 8
7
de dienst, terwijl wegens door hen gewenste wijziging van betrekking mejuffrouw L.Y. Kist en mejuffrouw A. J. Nell, die beiden werkzaam waren op de catalogusafdeling, reeds eerder ontslag hadden verkregen. De opengevallen plaatsen werden - voor zoverre vallend in dit verslagjaar - ingenomen door mevrouw M. Meyer-Smits en mevrouw M. T. Rutte-de Boer. De uitbreiding van het personeel die noodzakelijk geacht wordt voor die kabinetten, waar veel bezoekers moeten worden geholpen, en tot welker werkterrein het leeuwedeel der archieven behoort, kon voor de afdelingen Midden-Europa en Benelux doorgevoerd worden. In januari kwam Drs. G. R. van der Ham als wetenschappelijk assistent de beide medewerkers van de eerst gemelde afdeling de helpende hand bieden; in mei en oktober werden bij de Nederlandse afdeling respectievelijk de dames mejuffrouw C. Merkelbach en mejuffrouw Drs. M . A . H . Campfens aangesteld. Met het oog op de, mét de verhuizing, ingaande magazijnplaatsing van de boeken, werd een speciaal met de inrichting van de systematische catalogus - en dus met de indeling der binnenkomende boeken - te belasten wetenschappelijk medewerker aangetrokken in de persoon van Dr. E.Th. Waaldijk. Het wetenschappelijk personeel werd op de laatste dag van het verslagjaar gevormd door: Mejuffrouw Drs. M . A . H . Campfens (assistent kabinet Nederland en België) Drs. T. Haan (Frans en Italiaans kabinet) Drs. G. R. van der Ham (assistent Middeneuropees kabinet) Drs. H.P. Harstick (Middeneuropees kabinet) Drs. R. de Jong (kabinet Anarchisme, Spanje, Portugal en Latijns-Amerika) F. Kool (Review) Drs. G. Langkau (Middeneuropees kabinet) Drs. J. R. van der Leeuw (kabinet Internationale Organisaties en Algemene Onderwerpen) A. Lehning (uitgave Archives Bakounine) Mejuffrouw C. Merkelbach (assistente kabinet Nederland en België) Drs. L. J. van Rossum (Oosteuropees kabinet) Dr. B. Sapir (Oosteuropees kabinet) Mejuffrouw Drs. M.W.H. Schreuder (kabinet Engeland-Noord-Amerika) Drs. F. Tichelman (kabinet Afrika - Azië) Dr. E.Th. Waaldijk (systematische catalogus) Mevrouw Drs. J.M. Wekker (kabinet Nederland en België) Drs. A.V.N, van Woerden (Review) Als bibliothecaresse fungeerde ook dit jaar mejuffrouw M. Hunink.
8
JAARVERSLAG OVER I 9 6 8
Het aantal personeelsleden bedroeg per 31 december 1968: 54. Dezen zijn als volgt in te delen: directie 2 bibliothecaresse 1 administrateur 1 wetenschappelijk medewerkers 18(1967: 15) technische & administratieve staf 32 (1967: 34) De reden van vermeerdering van de wetenschappelijke staf is boven uiteengezet. De vermindering in de technische en administratieve staf wijst uitsluitend op een meer intensieve bezetting van de in de begroting opgevoerde posten. Nu eens wordt, als per december 1967 het geval was, bij de immer in de sectoren van typistes en catalogiseersters enigszins aan wisseling onderhevige staf een groter, dan weer een kleiner deel van personeelskosten gehalveerd, zodat het totaal aantal werkelijk werkzame personen aan variatie onderhevig is. In budgettair opzicht is voor dit onderdeel van het personeel het aantal posten in 1968 30 geweest tegenover 29 in 1967.
B. H o o f d p u n t e n v a n h e t b e l e i d 5. Financiën De uitgaven konden op vrijwel alle punten blijven binnen het raam van de begroting voor het jaar 1968. De Universiteit van Amsterdam hechtte aan deze haar voorlopige goedkeuring. De gestegen boekenprijzen alsook de in verband met zich wijzigende algemene loonsverhoudingen nimmer geheel juist vast te stellen salariskosten deden deze beide hoofdposten boven de verwachting stijgen. Het is dan ook met grote erkentelijkheid aan de Universiteit van Amsterdam en aan het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen dat het bestuur kan melden, dat het gevoerde financieel beleid ook achteraf van deze instanties de benodigde goedkeuring ontvangen heeft, doordien ook de benodigde extra gelden ter beschikking gesteld werden. Een definitieve afsluiting van het financiële jaar wacht, als in het vervolg gebruikelijk zal zijn, nog op de controle vanwege de accountantsdienst van de Universiteit van Amsterdam. Deze heeft in het verslagjaar de periode kunnen controleren die loopt van 1961 - toen het I.I.S.G. geheel via de Universiteit van Amsterdam werd gefinancierd - tot 1966. Daarbij werd op de noodzaak van enkele boekhoudkundige aanpassingen aan het systeem van de Universiteit van Amsterdam
JAARVERSLAG OVER 1968
9
gewezen. Tevens werd in de bespreking van de betreffende rapporten met de financieel-economische dienst van de Universiteit van Amsterdam vastgesteld, dat het raadzaam is over te gaan tot de vorming van een aparte Stichting, die schenkingen door derden ten bate van het Instituut gedaan, zou dienen te beheren. Voorbereidingen hiertoe zijn in het verslagjaar door voorzitter en secretaris van het bestuur getroffen. Besprekingen werden gevoerd met de betreffende instanties van het Presidium en Curatoren van de Universiteit van Amsterdam en het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, ter zake van de financiering van de kosten van bouwtechnische en andersoortige voorzieningen, die dienden te worden aangebracht in de door het Instituut te betrekken panden. Voor de verdeling tussen de Universiteit van Amsterdam en het I.I.S.G. van de lopende kosten, die wanneer het Instituut deze gebouwen zal hebben betrokken, van kracht zal moeten worden, werd een sleutel vastgesteld. Het stemt tot genoegen, dat wederom financiële steun van derden verkregen kon worden. Weer schonk de Atran Foundation te New York ten behoeve van de reeks bronnenpublikaties betreffende de Russische geschiedenis $ 5000.—. Het is nog altijd zo, dat het Instituut voor de financiering van publicistische arbeid afhankelijk is van donaties als deze. Meest worden ze voor een beperkt doel gegeven - dat ditmaal de verschijning van een gehele (de door de heer B. Sapir opgezette) reeks welhaast verzekerd is, mag tot bijzondere verheuging stemmen. In grote erkentelijkheid heeft het Instituut de gift van mevrouw Maria Bienstock als bijdrage in de kosten van de publikatie van nagelaten stukken van Lydia Dan, aanvaard. Der traditie getrouw heeft ook dit verslagjaar de Raad van Commissarissen van de „Centrale" Levensverzekeringbank N.V. gelden ter beschikking gesteld, voornamelijk voor werkzaamheden in verband met zijn eigendommen (archieven en boeken), die door het I.I.S.G. beheerd worden. Herstel- en ordeningswerkzaamheden werden (ook voor zover het personele lasten betrof) uit deze gift bekostigd, terwijl dit bezit zelf door enige aankopen met behulp van deze middelen buiten de last der normale begroting kon worden uitgebreid. Dat de oorspronkelijke financier van het Instituut immer nog bereid is, zijn gewaardeerde bijdrage aan de opbouw en de verbetering van deze instelling te geven legt getuigenis af van de bijzondere verhouding, die bestaat tussen twee naar doel ogenschijnlijk zo ongelijksoortige instellingen, een band, die de gever tot eer strekt en de ontvanger tot een goede vervulling van zijn taak aanspoort en tot dankbaarheid stemt.
10
JAARVERSLAG OVER 1968
6. Pensioenen Met ingang van i januari 1968 is het ganse personeel dat daarvoor in de termen viel (twee leden moesten er buiten vallen) officieel overgegaan in dienst van de Universiteit van Amsterdam. Deze maatregel had de verzekering van pensioenrechten ten doel, zodat wel de jure niet de facto een verandering in de status van het personeel is opgetreden. Dat hiermee na een al te lange tijd van ontbrekende pensioenrechten en na de korte en efficiënte voorbereidingen vermeld in het vorige jaarverslag, aan het drukkende probleem van de pensioenregeling een eind is gekomen, mag als één der belangrijkste winstpunten van 1968 geboekstaafd worden. De medewerking van universitaire en departementale instanties en personen bij voorbereiding en uitvoering ondervonden, dient zeker nog eens als blijk van waardering dezerzijds gemeld te worden. Ondertussen: deze regeling is bewust bedoeld als een overgangstoestand - in de nood diende te worden voorzien - tot dat definitief de status van het Instituut zal kunnen zijn geregeld. Ook in zoverre is het thans bereikte nog maar een eerste stap, daar nog steeds grote moeilijkheden zijn te overwinnen inzake de pensioenregelingen, die op de jaren vóór 1968 van toepassing verklaard kunnen worden. Welke rechten en verplichtingen bestaan, wat gedaan kan worden met de op de opeenvolgende begrotingen sedert 1963 voor dit doel gereserveerde gelden, hoe de nood van weduwen en zonder pensioen ontslagenen op te vangen, dat alles maakte in het afgelopen jaar onderwerp van veel besprekingen uit en gaf aanleiding tot veel ongeduld ook van de zijde van de personeelscommissie en veel berekeningen van de kant van de administratie. Dat een oplossing nog niet gevonden is, dempt de vreugde over hetgeen wel bereikt werd. Voor haar niet aflatende diligentie verdient de personeelscommissie, en met name haar voorzitter, Drs. J. R. van der Leeuw, een woord van lof.
7. Verhuizing Wat aanvankelijk voor 1968 verwacht werd, heeft toch toen nog niet kunnen gebeuren: de verhuizing naar dat deel van de ten behoeve van het I.I.S.G. in 1967 door de Universiteit van Amsterdam aangekochte panden Herengracht 256-268, dat direct voor het I.I.S.G. bestemd is. De precieze omvang van dat deel (de helft van het gehele complex naar vloeroppervlakte gerekend), en dus ook de grootte van het andere deel, waarin de eigenaresse, de Universiteit van Amsterdam, enkele harer instituten denkt te vestigen, werd met enige moeite in de aanvang van het jaar vastgesteld. Een bestek van door het Instituut
JAARVERSLAG OVER I968
II
gewenste dan wel door de eigenares noodzakelijk geachte bouwkundige veranderingen en verbeteringen werd opgemaakt. Toen dit bestek gereed gekomen was en de prijs van een en ander schattenderwijs was vastgesteld, bleek dat allerhand niet onmiddellijk noodzakelijke vernieuwingen zuinigheidshalve van de lijst moesten worden geschrapt. Richtlijn bij deze beperking was, dat aan veiligheidseisen onontkoombaar voldaan diende te worden en dat in ieder geval de werkvertrekken, zo voor publiek als staf aan redelijke eisen van uitwendige afwerking moesten voldoen. Door deze bezuinigingen, ingegeven door de wetenschap, dat er voor verbouwingskosten nauwelijks gelden vastgesteld waren, konden de aanvankelijk op 6 ton geraamde kosten op ruim 3 ton teruggebracht worden. Met het vaststellen van dit bestek was, ondanks de intensiteit der besprekingen, zo intern als extern en ondanks de bereidwilligheid van de opdrachtgeefster-eigenaresse naar de problemen van het I.I.S.G. te luisteren, vrijwel een halfjaar gemoeid. Het leek er op, dat met de werkzaamheden in juli zou kunnen worden begonnen: de verhuizing zou dan eind september/begin oktober plaats kunnen vinden. Nadere financiële besprekingen noopten echter opnieuw tot uitstel. De in verband daarmee wat afgezwakte voorbereidingen voor de verplaatsing der collecties werden in het najaar weer geïntensiveerd. Het verhuisplan werd nader uitgewerkt, waarbij de volgorde der verplaatsingen aan de hand van de aard van het materiaal en de plaatsing in het oude, respectievelijk nieuwe gebouw werd vastgesteld. De verhuizing der archieven, die gezien de staat van ordening, waarin vele verkeren, zich als het moeilijkst liet aanzien, was al in een eerder stadium in voorbereiding gekomen. Enige hulpkrachten - studenten in de geschiedenis of in de politieke wetenschappen - werden aangetrokken om na een globale nadere ordening de grote massa's der Nederlandse archiefmaterialen in portefeuilles te pakken. Tegelijkertijd werd de inrichting van de nu zeer uit te breiden en modern te outilleren foto-afdeling (één administratie-, twee daglicht- en twee donkere ruimten) bestudeerd en besteld. Datzelfde gold voor de nieuwe studiezaal, die in twee apartementen ingedeeld wordt: een stil gedeelte voor de eigenlijke studie, en een deel, waarin de catalogussen en de tijdschriftrekken staan en waar de eerste inlichtingen ingewonnen kunnen worden. Vermeldenswaard is de bestelling van de kasten voor de grote magazijnen, waarin geplaatst dienen te worden: 5,9 km boeken en staande periodieken (980 m stelling); 1,7 km liggende periodieken (377 m stelling); 1,6 km archieven (245 m stelling). De archieven worden deels in verrijdbare archiefkasten, deels in vaste stellingen in kluizen en magazijnen ondergebracht. Voor de liggende
12
JAARVERSLAG OVER 1968
periodieken worden stellingen zonder staande tussenschotten gebruikt, zodat de kranten, onafhankelijk van hun afwijkende formaten, aaneengesloten kunnen worden geborgen. Terwijl de bibliotheekcommissie zich nader toelegde op de problemen van magazijnplaatsing en systematische catalogus, troffen in de maanden bestemd voor verbouwing en verhuizing verscheidene verdere tegenslagen de gemaakte plannen en berekeningen. De ernstigste daarvan was dat de berekeningen van de draagkracht van de vloeren, alsook de door het Instituut gemaakte berekeningen van materiaalgewicht en daarmee verbandhoudende plaatsing, op het onverwachtst door de eigenaresse van de panden in twijfel getrokken werden. Een nieuw zeer uitvoerig onderzoek naar fundamenten en vloerconstructies vond plaats. Wij meenden de uitkomst zonder vrees voor de reeds gemaakte indelingsplannen te kunnen afwachten. Het resultaat was echter negatief, zodat de gemaakte opstellingen danig uitgedund moesten worden. Slechts indien aan deze eis was voldaan, zou toestemming tot het door het Instituut bedoelde gebruik van de ruimtes gegeven kunnen worden. Op het moment dat dit bericht binnen kwam zag het er naar uit, dat de gehele verhuizing ten onrechte geëntameerd was. Het had bij de plannen voor de magazijnen in de bedoeling gelegen, de materialen soort bij soort op te bergen. Dit organisatorische voordeel van de verhuizing bleek nu slechts ten dele waar te maken. Het is duidelijk, dat de enige uitweg ligt in een spoedig betrekken van die delen van de voor het I.I.S.G. bestemde panden, die vooralsnog tot het domein van de universiteit gerekend worden. In een onderhoud, dat de directeur op 5 december ter plaatse met de bouwcurator van de Universiteit van Amsterdam mocht hebben, werd hem medegedeeld, dat thans van een dergelijke uitbreiding geen, doch over twee jaar zeker wel sprake kan zijn. Voor de laatste maal werd vervolgens de verhuisdatum naar later verplaatst. Begin maart 1969 zou eerst een aanvang worden gemaakt met de overgang die, alweer tegen de verwachtingen in, bij nader inzien niet op één, maar op drie a vier maanden wordt geschat. Het jaar 1968 zal in de geschiedenis van het Instituut vooral als het jaar van de moeizame, voortdurend vertraagde en vertragende voorbereidingen voor de verhuizing te boek staan. Hierboven vonden de voornaamste punten vermelding. Het is de directeur een vreugde, dat hij bij het oplossen van deze hierboven slechts summier beschreven moeilijkheden op veel verstandige raad en besluitvaardige daad van met name mejuffrouw Hunink en de heren Timmer en Veen heeft kunnen bouwen. Zoals reeds eerder gemeld, heeft de adjunct-
JAARVERSLAG OVER 1968
13
directeur vooral veel van de dagelijkse zorgen in verband met de verhuizing op zich genomen - dat laatste niet het minst omdat de directeur in het afgelopen jaar in zijn functie van hoogleraar aan de Amsterdamse Universiteit al eveneens met vele onverwachte problemen - zij het van geheel andere aard - geconfronteerd werd.
8. Organisatie In verband met de onder punt 7 en in het begin van punt 4 genoemde zorgen kon helaas slechts weinig aandacht besteed worden aan de wijzigingen van organisatorische aard, die in dit verslagjaar verder doordacht en met de verhuizing zoveel mogelijk uitgevoerd hadden moeten worden. Er bestaat echter vertrouwen, dat door de nieuwe situatie aan de Herengracht, waar de verdeling van het personeel over het complex een principieel andere en meer functionele is dan in het oude gebouw, zonder veel moeite het belangrijkste stuk van de reorganisatie, de duidelijk af te bakenen functieverdeling, kan worden waargemaakt. Op basis daarvan vallen licht verdere plannen te ontwikkelen.
9. Verwerving a. archieven Ook in 1968 werden door de bibliothecaresse, de hoofden der kabinetten en door enkele anderen verschillende belangrijke of kostbare stukken verworven. Allen die hebben meegewerkt om het bezit van het I.I.S.G. te verrijken, komt een woord van grote dank toe. De belangrijkste aanwinsten worden hier vermeld, voor een volledig overzicht raadplege men de bijlagen Ha en Ilb. Reeds in het vorig verslagjaar was de belangrijkste aanvulling op het archiefSneevliet binnengekomen: mevrouw Santen-Blaauw te Amsterdam schonk een 160-tal brieven (in fotokopie) gewisseld tussen H. Sneevliet en H. Roland Holst tussen 1910 en 1940. Ook werd toen een waardevolle collectie Sneevlietiana van de heer J. Schouten te Amsterdam ontvangen, terwijl een derde aanvulling bestond uit de documentatie betreffende de Tweede Wereldoorlog, die Sneevliet destijds bijeengebracht had. Deze verzameling was afkomstig van de heer J . H . Smeets. De archieven der Nederlandse afdeling werden voorts nog verrijkt met correspondentie tussen W. van Ravesteyn en J . A . N . Knuttel die door de heer A. J. Koejemans werd afgestaan, terwijl ook het archief van Jacques Engels kon worden verkregen, dat waardevol materiaal bevat uit de begintijd van de C.P.N., betreffende het N.V.V. en de Nederlandse Unie en waarin zich bovendien een groot aantal brieven van Henriëtte Roland Holst
i4
JAARVERSLAG OVER 1968
bevinden. De archief-documenten van de Internationale Vakbeweging werden in aantal aanmerkelijk uitgebreid doordien het Instituut de papieren van Walter Schevenels wist te verwerven die van 1930 tot 1945 secretaris van het Internationaal Verbond van Vakverenigingen is geweest en die ook nadien een belangrijke rol bleef spelen in het wereldvakverbond en de Europese Regionale Organisatie van het I.V.V.V. Van mevrouw Emily Rosdolsky te Detroit werd ten behoeve van de collecties van de Middeneuropese afdeling het archief van wijlen haar man Dr. C. Rosdolsky ontvangen. Onder deze papieren bevindt zich o.a. correspondentie met Isaac Deutscher en Karl Korsch, en een 12.000 kaarten omvattende trefwoordenindex op de werken van Marx. De Russische collecties werden verrijkt door een aanvulling op het vorig jaar ontvangen archief-Woytinsky, dat het Instituut door bemiddeling van Prof. Dr. George Garvy ontving. b. fotokopieën van archiefmateriaal De verkrijging van fotokopieën als aanvulling in de leemten der eigen collecties neemt voortdurend in omvang toe. Soms geschiedt dit op de basis van ruil, als met het Institut für Marxismus-Leninismus te Berlijn, dat ons ter wille van de instituutspublikatie van Prof. Dr. G. Eckert 401 brieven aan en 13 brieven van Wilhelm Liebknecht verschafte. Op soortgelijke basis werd van de Friedrich-Ebert-Stiftung te Bad Godesberg de correspondentie tussen W. HohofTenerzijds en anderzijds Bebel, Bernstein, Kautsky en W. Liebknecht verkregen. Van de heren Wegner, Berlijn en Dr. Schaaf, Leipzig ontving het I.I.S.G. als gift enige brieven in fotokopie, en wel van E. Bernstein, W. Liebknecht en Clara Zetkin. c. pamfletten Terwijl de „correspondent te Parijs", de heer Scheuer, in Duitsland vertoefde en vandaar een omvangrijke collectie brochures, strooibiljetten en krantenknipsels over de Duitse studentenbeweging zond, later aangevuld door een kwalitatief op hoog peil staande collectie Franse strooibiljetten en periodieken, was de medewerker Drs. R. de Jong te Parijs, waar hij door de revolutionaire gebeurtenissen in mei werd overvallen. Van deze gelegenheid heeft hij een dankbaar gebruik gemaakt om materiaal te bemachtigen. Het betreft hier zulk bijzonder materiaal, dat het de moeite loonde er een speciale tentoonstelling van voor te bereiden, die in 1969 gehouden zou worden. Zo werd de basis gelegd voor een omvangrijke collectie, die later nog door
JAARVERSLAG OVER I968
15
schenkingen van vele zijden werd verrijkt (strooibiljetten en manifesten e.d., meer dan 3000 totaal, brochures, periodieken in serie of als losse nummers, foto's, handgeschreven en gedrukte affiches). d. periodieken Het totaal aantal binnengekomen periodieken bedroeg 1794 tegen 1709 in 1967. Voor de lijst, waaruit hun herkomst blijkt, zie men bijlage I. Ook op dit terrein werden (voor enkele belangrijke reeds grotendeels aanwezige series) aanvullingen verkregen in de vorm van microfilms of fotokopieën. Zij betreffen voornamelijk de Bldtter der Gegenwart für so^iales Leben, 1844-1845 en Die Tagwacht, Bern 1872-1878. Speciale vermelding verdient de verwerving van microfilms van een zeventigtal nummers van de tijschriften Katorga i Ssylka en ProletarskajaRevoljucija van het Institut Marksizma-Leninizma in Moskou. e. boeken De aankoop van recente boeken beliep in dit jaar ± 1500. Antiquarisch werden 390 boeken gekocht. Ook hier dient de activiteit van medewerkers en bibliothecaresse genoemd te worden. Met name hebben persoonlijke contacten van mejuffrouw Schreuder tijdens haar bezoeken aan Engeland gelegd, de ruil gunstig beïnvloed, terwijl de heer R. de Jong tijdens zijn reizen naar Parijs en Barcelona een groot aantal antiquarische boeken heeft weten te verwerven (waaronder de achttalige Historia de la Cru^ada Espanold). Voor de aankoop van nieuwe Franse titels werd door Drs. Haan op zijn reizen van februari en maart naar Parijs speciale mogelijkheden gevonden. Voor de Review kwamen ter bespreking 592 boeken binnen, die na verloop van tijd over de kabinetten werden verdeeld. Hierboven zijn de voornaamste gegevens betreffende de verwerving opgenomen. Regelmatig uit ruilovereenkomsten voortvloeiende zendingen zijn niet vermeld. Over het algemeen ontwikkelden deze overeenkomsten, waarbij doorgaans instituutsuitgaven geruild worden tegen de uitgaven van andere instellingen, zich gunstig. Voor een nadere specificatie worde verwezen naar de bijlagen Ha en Ilb.
i6
JAARVERSLAG OVER I 9 6 8
C. Bibliotheek en Archiefwerkzaamheden 10. Algemeen In verband met de voorbereiding tot de verhuizing werden allerhand maatregelen getroffen. Men treft ze elders in dit verslag aan. De bibliotheekcommissie, bestaande uit Prof. de Jong, mejuffrouw Hunink en de heren Van Rossum en Tichelman en later aangevuld met Dr. Waaldijk, kwam regelmatig bijeen ter bespreking van de problemen die met de overgang naar de nieuwe situatie ontstaan. Zij kon dit jaar haar werkzaamheden grotendeels tot een einde brengen. De aantstelling van Dr. Waaldijk als coördinator voor de systematische catalogus vond in juli plaats; in diezelfde tijd deden een aantal tijdelijke hulpkrachten voor de versnelde indeling en inpakking van archieven hun intrede.
11. Catalogisering Wat betreft het z.g. „Hall-project" - de fotografische reproductie van de alfabetische catalogus van boeken en brochures - kan vermeld worden, dat de controle van deze catalogus ( ± 260.000 kaarten) door de bibliothecaresse nagenoeg gereed kwam. De definitieve afwerking van deze herzieningen zal nog de eerste helft van het volgende verslagjaar in beslag nemen. De firma G. K. Hall hoopt in oktober 1969 met het fotograferen te kunnen beginnen. In totaal werden 10.652 boeken en brochures gecatalogiseerd. Twee medewerksters zag men node vertrekken, in het bijzonder mejuffrouw L.Y. Kist, wier langdurige ervaring een grote steun voor dit omvangrijke werk is geweest. De catalogisering van de Oosteuropese tijdschriften ( ^ 2700 titels) kwam gereed. Hier past een woord van lof voor mevrouw A. Diaz-van der Goot, die deze zeer moeilijk te bewerken collectie heeft beschreven. Een begin werd gemaakt met de catalogisering van de Oosteuropese kranten. Gereed kwam de beschrijving van de Duitse illegale en emigrantenperiodieken uit de jaren I933-I94512. Ordening Vooral op het terrein van de Nederlandse archiefverzamelingen is dit jaar onder de aansporing van de naderende verhuizing, dankzij de lust tot aanpakken en het doorzettingsvermogen van mevrouw Wekker en met behulp van de reeds eerder gemelde, speciaal voor dit doel aangetrokken krachten, veel werk verzet ten behoeve van de ordening van archieven. Inventarissen van de hand
JAARVERSLAG OVER 1968
*7
van mevrouw Wekker kwamen gereed van de archieven - van „Gemeenschappelijk Grondbezit", - „Christelijk hulpbetoon", en - P.L. Tak. De heer H. Riethof voltooide de door de heer G.W. Spiekman begonnen ordening van het archief van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond, en de heer Sijes verzorgde de inventaris van het archief-Pannekoek. Mevrouw Wekker en mejuffrouw Campfens hebben het archief Van Ravesteyn thans vrijwel volledig geordend en zijn bezig met het samenstellen van een inventaris. Een groot deel van de op het I.I.S.G. aanwezige archieven werd ingepakt, waarbij tegelijk voorlopige inventarislijsten werden gemaakt. Vele archieven werden hierdoor toegankelijk voor onderzoek. Van de meeste vakbondsarchieven (zie bijlage IV) waren in de jaren twintig reeds beknopte inventarissen gemaakt, welke gepubliceerd zijn in de Economisch Historische Jaarboeken. Aangezien deze archieven door hun wederwaardigheden in de oorlog in volledige wanorde waren geraakt, moest een volledig nieuwe ordening worden doorgevoerd. Tevens konden bestaande, reeds geordende archieven met bij de algemene ordening opduikende vondsten gecompleteerd worden (Mercurius, A.N.W.V.). Veel archieven werden voor de verhuizing gereed gemaakt d.w.z. uitgezocht, in portefeuilles verpakt en voorzien van met de hand geschreven voorlopige inventarissen. Voor de lijst van deze raadplege men bijlage IV. In het anarchistisch kabinet werden o.a. de archieven van Fedeli en Peukert globaal geordend. De inventarisatie van de archieven van de Internationale Socialistische Jeugdorganisaties werd naar aanleiding van een aantal nieuwe vondsten herzien en een inventaris van het door verdere in bewaargeving uitgebreide archief der Socialistische Internationale kwam gereed, alsmede de beschrijving van het archief van de Internationale Boekbinders Unie. 13. Binderij en Reproductie-afdeling In eigen beheer werden 103 boeken, 63 periodieken en 729 brochures gebonden. Uitbesteed werden ter binding van deze categorieën resp. 86, 216 en 442 stuks. Het aantal microfilmopnamen is sedert 1967 vrijwel verdubbeld. Tegenover de ± 38.700 stuks van toen staan er nu 73.473, terwijl ook het aantal foto- en xeroxkopieën aanzienlijk toenam, nl. van 37.400 in 1967 tot 51.624 in 1968. Bovendien werden 508 foto's naar oude afbeeldingen gemaakt. (Voor het gebruik van foto- en beeldmateriaal, zie voorts punt 14). Deze aantallen illustreren duidelijk de noodzaak van een goede uitbreiding en installatie van de fotografische afdeling in het nieuwe gebouw. Het merendeel van de verscheidene soorten van opnamen kan onder de dienstverlening voor
18
JAARVERSLAG OVER 1968
het publiek gerekend worden, terwijl daarnaast voor het eigen wetenschappelijk werk veel kopieën moesten worden gemaakt. 14. Dienstverlening 2905 boeken werden naar buiten uitgeleend (1967: ^ 3000). 677 schriftelijke aanvragen bereikten het Instituut (1967: 340). Deze toename stelt de bibliotheek voor een speciaal probleem. Als onderzoekinstelling zou het enerzijds alle boeken ter beschikking van de er werkende bezoekers moeten kunnen stellen - een stelregel die in de (overigens anders gebaseerde) bibliotheek van het British Museum en de Bibliothèque Nationale geldt; anderzijds kan in een stad met een snel groeiende studentenbevolking moeilijk de uitlening te zeer beperkt worden. Bij verdere toename van het aantal uitgeleende boeken, zal een regeling getroffen moeten worden. Geraadpleegd op de studiezaal werden: 8763 boeken en brochures en 1688 kranten en tijdschriften. Het aantal bezoekers bedroeg 3536 tegen 2718 in 1967. Opvallend groot was de belangstelling voor anarchistische collecties. De buitenlandse bezoekers (173; 1967: 134) waren als volgt over de verschillende landen verdeeld: Australië 1; België 4; Canada 3; Denemarken 1; Duitsland 66; Engeland 24; Frankrijk 17; Ierland 2; Israël 2; Japan 2; Joegoslavië 2; Mexico 2; Oostenrijk 1; Spanje 3; Verenigde Staten 38; Zwitserland 5. Bezoeken in groepsverband werden dit jaar wegens de eigen drukke werkzaamheden tot het uiterste beperkt. Op 25 maart werd een groep studenten van de Universiteit van Sheffield o.l.v. Professor Sidney Pollard ontvangen. Een groot aantal leden van de Gesellschaft für Politik und Bildung te Moers bezocht het Instituut op 19 oktober. Zij werden door de directeur en de heer Harstick met een inleiding en een rondleiding ontvangen. In dit verband zijn ten slotte nog te vermelden de twee hoogste klassen van het gymnasium te Esslingen en de DGB/Duisburg. Voor radio en televisie in binnen- en buitenland werd menigmaal een beroep gedaan op het I.I.S.G.; speciaal te melden is in dit verband een aantal uitzendingen gewijd aan KarlMarx bij de herdenking van diens geboorte, honderdvijftig jaar geleden (5 mei). Voorts werd materiaal uit de foto- en beeldcollectie ter beschikking gesteld aan de N.C.R.V. (speciaal voor de schooluitzendingen voor de televisie met betrekking tot de armoede in Nederland), de V.A.R.A. (speciaal voor het 1 mei programma) en, in verband met Marx-tentoonstellingen, aan de Friedrich-Ebert-Stiftung/Bad Godesberg, aan het Verkehrsamt/Trier en het Institut für Auslandsbeziehungen te Stuttgart.
JAARVERSLAG OVER 1968
>9
D. Wetenschappelijk werk 15. Algemeen O p de internationale conferentie, die zoals gewoonlijk te Linz gehouden werd (zie ook no. 19), werd de opdracht vervuld, die het Instituut een jaar tevoren op zich genomen had, om een referaat te laten verzorgen over de geschiedschrijving van de Tweede Internationale. Het bestuurslid de heer J. Braunthal, die zelf op het gebied van deze geschiedschrijving zijn sporen heeft verdiend, werd bereid gevonden zich van deze taak te kwijten. Bovendien werd op deze conferentie afgesproken, dat op de volgende te Linz te houden bijeenkomst in 1969 het I.I.S.G. een methodologisch rapport zou verzorgen over de betekenis van de mémoire als bron voor de geschiedschrijving van de arbeidersbeweging. Intern in het Instituut werd besloten dat hier een gezamenlijke taak voor de hoofden van de kabinetten lag, die daarbij ruime medewerking van anderen zouden moeten krijgen. Opzet en suggesties voor nadere uitwerking werden op enige bijeenkomsten bediscussieerd en zo kon de basis gelegd worden voor een werkcollege, waarbij een 20-tal kandidaten in de sociaal-politieke wetenschappen onder leiding van Professor de Jong en, bij toerbeurt, één der leden van de wetenschappelijke staf van het I.I.S.G. werden ingeschakeld. Zo zal het rapport voor Linz ditmaal de vrucht van veler gezamenlijke inspanning kunnen zijn. Overigens hadden verschillende voorbereidende werkzaamheden plaats van de leden van de wetenschappelijke staf ten einde tot eigen publikaties te komen, terwijl zij vaak de helpende hand moesten bieden bij het gereedmaken van diverse publikaties van het Instituut die door anderen verzorgd worden en daarnaast artikelen voor de Review ter beoordeling kregen. Onder de werkzaamheden, die door leden van de staf buiten het Instituut, doch liggend op hun wetenschappelijk werkterrein werden verricht, verdient de deelname van Drs. Tichelman vermeld te worden aan een colloquium van de Universiteit van Bochum. Het onderwerp was „de ontstaansperiode van het Aziatisch communisme". Een aantal medewerkers gaf voorts les aan de PostAcademische Vorming van Geschiedenisleraren, leidde werkcolleges op universiteiten, en trad op voor diverse studia generalia. Drs. R. de Jong hielp bij het organiseren van wetenschappelijke congressen betreffende Zuid-Amerika (voor de vereniging van geschiedenisleraren te Haarlem en voor de Universiteit van Nijmegen). 16. Voorbereiding eigen publikaties De werkzaamheden die in het vorige verslag vermeld werden, vonden verder
20
JAARVERSLAG OVER 1968
voortgang. Mej. Schreuder boorde in Engeland verdere bronnen aan voor haar onderzoek inzake E. S. Pankhurst. De heer Tichelman sloot het voorbereidende onderzoek voor het deel „Bronnen" van het werk „ISDV 1914-1918" af. Er wordt naar gestreefd dit deel in het jaar 1969 te voltooien. Met het onderzoek voor de annotatie van de bronnen werd tegelijkertijd een groot deel van de voorbereidende arbeid voor het monografische deel verricht. De voltooiing daarvan kan ca. 1970/1971 tegemoet gezien worden. Van het werk van de heer Sapir kan thans medegedeeld worden, dat hij de inleiding, die de geschiedenis van „Vpered!" (1873-1877) behandelt, heeft afgesloten. Deze inleiding bevat tegelijkertijd een commentaar op de bronnen, welke in de publikatie zijn opgenomen. De desbetreffende bronnen zijn uitgezocht en worden nu in de publikatie ingevoegd; voorts werden alle brieven van Peter Lavrov aan German Lopatin, ongeveer 330, uit de jaren 1870 en 1873-1878 doorgewerkt; ten slotte zijn de 8 Populistische manuscripten uit de 70-er jaren (daaronder van Axelrod en van Sudzilovsky-Russel) overgetypt. De heer A. Smirnov heeft zich met veel begrip en toewijding van het typewerk gekweten. Drs. van Rossum publiceerde 11 vlugschriften uit de Machnobeweging in de Review en is daarnaast begonnen met zijn deel in het annotatiewerk voor de publikatie „Briefwechsel Karl Kautsky mit Sozialisten aus den Balkanlandern". Met het oog op de aflevering van de Review, die in 1971 aan de Commune van Parijs gewijd zal worden, werd door Drs. Haan een aanvang gemaakt met de keuze van te publiceren teksten - bij het uittypen van deze is mevrouw Mulder hem zeer behulpzaam geweest. De medewerkers van de Middeneuropese afdeling besteedden veel tijd en energie aan de hulp voor de publikatie van de heer S. Na'aman en aan de redactionele bewerking van de manuscripten van Dr. Karl Kautsky (correspondentie Bebel/Kautsky) en Prof. H. Hirsch (Engels/ Bernstein). Voor het totstandkomen van een editie uit de nalatenschap van wijlen Prof. E. Barnikol („Bruno Bauer, Materialien und Quellen"), deed vooral de heer Harstick veel moeite. Dr. H.M. Sass en P. Reimer (Bochum) hebben de bewerking op zich genomen. Mevrouw Welcker bood hulp bij het proefschrift van G. W. Borrie, dat als Instituutsuitgave uitgekomen is. Uit het ten dele geordende archief-Wibaut wist zij voor de schrijver ook nu weer de relevante delen tevoorschijn te halen. 17. Review De Review kwam in haar dertiende jaargang. De oplaag werd verhoogd tot 1200, en het aantal betalende abonnees overschreed de 800 (eind 1962 bedroeg het aantal i 5 00 )- Iets meer manuscripten dan in voorgaande jaren werden
JAARVERSLAG OVER 1 9 6 8
21
aangeboden (31); slechts ten dele, en vaak na dezerzijds voorgestelde correcties, waren deze artikelen geschikt voor opname. De redactie, ten deze voornamelijk geleid door de heren Kool en Van Woerden blijft er prijs op stellen hoge maatstaven aan te leggen: het blad moet in de internationale kring van tijdschriften zijn positie ook kwalitatief behouden. Er werden in de lopende jaargang 10 artikelen gepubliceerd; de rubriek „documents" was in elk der 3 afleveringen vertegenwoordigd. In de bibliografie werden 592 titels besproken en een kleiner aantal onder het hoofd „other books" vermeld. 18. Publi'kattes Bij een vergelijking van de overzichten der Instituutspublikaties over de laatste jaren valt het op dat er van een bepaalde „planning" weinig te bespeuren is. Inderdaad zijn wel eens pogingen gedaan aan de aktiviteit op dit gebied een zekere lijn te geven en volgens een van te voren opgesteld publikatie-programma te werk te gaan. Er doen zich evenwel telkens weer factoren voor die het uitgeven volgens een bepaald systeem verstoren, factoren van negatieve aard als teleurstellingen bij de ontvangst van manuscripten, redactionele moeilijkheden, vertragingen bij de drukker, of ook positieve factoren als een onverwacht aanbod van interessante kopij, passend in een der door het Instituut verzorgde reeksen. Aldus konden in 1968, buiten de „planning" om, twee titels worden toegevoegd aan de serie Sociaal-historische Studiën, namelijk de proefschriften van A.A. de Jonge, Crisis en critiek der democratie. Anti-democratische stromingen en de daarin levende denkbeelden over de staat in Nederland tussen de wereldoorlogen(428 p.) en van G. W. B. Borrie, F. M. Wibaut. Mens en Magistraat. Ontstaan en ontwikkeling der socialistische gemeentepolitiek (342 p.). Aan de andere kant konden de in het jaarverslag over 1967 voor publikatie in 1968 aangekondigde titels R. Lamberet, Max Nettlau. La Première Internationale en Espagne (1868-1888) en F. Gees Black, The Harney Papers om technische redenen niet meer in dat jaar het licht zien. Het volgende overzicht geeft aan: a. welke werken in de loop van het verslagjaar zijn verschenen, b. welke aan het eind van het jaar bij de drukker of ter perse zijn en c. welke titels zich in een gevorderde staat van voorbereiding bevinden.
JAARVERSLAG OVER 1968
22
a. In de loop van 1968 verschenen: Bewerker/'schrijver:
Titel:
Serie:
Uitgever:
1. H. Lademacher
Die Zimmerwalder Bewegung
2. Mr. A.A. de Jonge
Crisis en critiek der democratie
Sociaal-historische Studiën
Van Gorcum & Comp., Assen
3. Dr. G.W.B. Borrie
F.M. Wibaut Mens en Magistraat
Sociaal-historische Studiën
Van Gorcum & Comp., Assen
4. E. Kolb en R. Rürup
Der Zentralrat der deutschen sozialistischen Republik
Quellen zur Geschichte E.J. Brill, der Ratebewegung in Leiden Deutschland
Mouton & Co., 's-Gravenhage
1918/1919 1 ) 1 Gezamenlijke uitgave met de „Kommission für Geschichte des Parlamentarismus und der politischen Parteien', Bonn.
b. Bij de drukker of ter perse: 1. R. Lamberet
Max Nettlau, La Première Internationale en Espagne(i 868-1888)
2. F. Gees Black
The Harney Papers
D. Reidel Publishing Company, Dordrecht
Publications on Social
History, V
Van Gorcum & Comp., Assen
3. David Lane
The Roots of Russian Communism
4. S. Bahne en J. Humbert-Droz
Origines et débuts des partis communistes des pays latins, 1919-1923, tome I
—
D. Reidel Publishing Company, Dordrecht
5. H. Hirsch
Eduard Bernstein. Briefwechsel mit Friedrich Engels
—
Van Gorcum & Comp., Assen
6. Karl Kautsky
August Bebel. Briefwechsel mit Karl Kautsky
—
Van Gorcum & Comp., Assen
Publications on Social Van Gorcum & Comp., Assen History, VI
c. Manuscripten, ontvangen of in gevorderde staat van bewerking: Bewerkerfschrijver: 1. G. Eckert
Titel: Wilhelm Liebknecht, Briefwechsel mit deutschen Sozialdemokraten
JAARVERSLAG OVER 1968
23
Titel: 2. D. Geyer
Korrespondenz über die Beziehungen der deutschen und russischen Sozialdemokratie in den letzten Jahren vor dem 1. Weltkrieg
3. F. Gomez-Pelaez
Bibliographie générale de la Guerre civile espagnole
4. G. Haupt, J. Jemnitz en L. J. van Rossum
Briefwechsel Karl Kautskys mit Sozialisten aus den Balkanlandern
5. G. Kotowsky en P. Lösche
W. Dittmann. Erinnerungen
6. A. Lehning
Archives Bakounine, vol. IV Michel Bakounine et ses relations slaves
7. J.M. Meijer
The Trotsky Papers, vol. II
8. S. Na'aman
Das Leipziger Zentralkomitee 1862-63
9. L. J. van Rossum
The Union of Russian Socialdemocrats Abroad 1898-1900. Documents
10. Boris Sapir
„Vpered!". From the Archives of the Editorial Board 1873-1877
11. J. Saville
Dictionary of Labour Biography, vol. I
12. H.M. Sass
Ernst Barnikol. Bruno Bauer. Darstellung und Quellen
13. P. Scheibert
Archives Bakounine, vol. V Michel Bakounine et la Scandinavië
14. Solle.D.
Korrespondenz Karl Kautskys mit tschechoslowakischen Sozialdemokraten vor 1918
15. F. Tichelman
De „Indische Sociaal-Democratische eeniging" 1914-1918
Ver-
Tenslotte verscheen in het najaar van 1968 een geïllustreerde brochure, getiteld „International Institute of Social History, Amsterdam - History and A-Ctivities" (55 pagina's), ontworpen en samengesteld door de heer Ch.B. Timmer, met een historische inleiding door Prof. Dr. Fr. de Jong Edz. Behalve een overzicht van de publikatie-activiteit van het Instituut geeft deze brochure nog een uitgebreide alfabetische lijst van de archiefverzamelingen, waarover het Instituut beschikt.
24
JAARVERSLAG OVER I968
E. Contacten 19. Instanties en personen in het buitenland In het voorgaande is al enige malen sprake geweest van de diverse contacten die ten behoeve van de acquisitie en de publikaties in het buitenland onderhouden of nieuw gelegd werden (9; 14-18). Ook de conferentie te Linz kwam reeds ter sprake (15). In september 1968 zijn als afgevaardigden van het Instituut mevrouw Wekker en de heren Braunthal en Van der Leeuw op deze informele, maar voor de wederzijdse kennis van de werkzaamheden zeer nuttige bijeenkomst tegenwoordig geweest. In januari waren de directeur en de heer Harstick voor enige dagen de gasten van het Instituut voor MarxismeLeninisme te Berlijn, waarmede sedert 1955 betrekkingen worden onderhouden. Er werden oude afspraken bevestigd en o.a. in principe een overeenkomst gesloten, waarbij de beide Instituten elkander op basis van ruil van fotokopieën voor de diverse publikaties uit hun eigen verzamelingen aanvullend of ter collationering benodigd materiaal zullen verschaffen. Het plan van het IML/ Moskou en Berlijn voor een groots opgezette uitgave van de complete werken van Marx en Engels (MEGA) werd besproken en zal op het a.s. bezoek van de directeur en stafleden van het IML te Amsterdam nog verder worden behandeld. Verder zullen wederzijds publikatieplannen, voor zover realisering in een nabije toekomst bedoeld is, worden medegedeeld, opdat een zekere, uit de praktijk van ieders eigen werk voortvloeiende taakverdeling, ontstaan kan. Het IML heeft zich daarnaast bereid verklaard bemiddelend op te treden bij onderzoek in de archieven der D.D.R., telkens wanneer het I.I.S.G. zulks voor zijn publikaties behoeft. De eerste algemene oriëntatie op het gebied van materiaal en werkwijze, die in 1967 bij het bezoek van de onderdirecteur van het IML, Prof. Dr. H. Gemkow, was begonnen en die in 1968 op deze wijze voortgezet is, zal, zo ligt in de bedoeling, in de toekomst door leden van beide staven en dan meer gericht op détails voltooid kunnen worden. Met de Friedrich-Ebert-Stiftung te Bad Godesberg en met de andere instanties die ter gelegenheid van de viering van de 150ste geboortedag van Marx te Trier op 5 mei een tweetal tentoonstellingen en een herdenkingsplechtigheid hadden georganiseerd, werden nauwe contacten onderhouden. Met de eerste ook met het oog op publicistische arbeid in de voorbereiding van de uitgave van het indertijd in opdracht van het I.I.S.G. vervaardigde manuscript van nu wijlen Prof. Barnikol uit Halle over Bruno Bauer (zie ook 16 en 18).
Voor de tentoonstellingen diende in het Instituut zeer veel werk verzet te worden. Enkele originalia werden uitgeleend en een groot aantal foto's werden gemaakt, zowel van archiefstukken en gedrukte werken, als van
JAARVERSLAG OVER 1968
25
illustratiemateriaal. De voorzitter van het Bestuur, alsmede de heer Braunthal, die een referaat hield, de directeur en vier leden van de staf woonden de opening der tentoonstellingen en andere bijeenkomsten als gasten van de FriedrichEbert-Stiftung en van de President van de Duitse Unesco-commissie, Prof. Dr. Eckert, bij. In dit verband was een „Informationsgesprach" over het kort geleden gestichte „Archiv der sozialen Demokratie" bijzonder nuttig. Informatiebezoeken aan het Instituut brachten o.m. de President van het Bondarchief te Koblenz, Dr. Mommsen, de onderdirecteur van de Universiteitsbibliotheek te Leipzig, Dr. Schaaf en medewerkers van het Geheime Staatsarchief te Berlijn. Verder bezochten het Instituut samen met Prof. Dr. G. Eckert het bestuurslid van de SPD, Willi Eichler en Dr. S. Miller. Op initiatief van de ambassadeur van Ierland, Dr. E. MacWhite, werd door de heer O'Gradaigh, die op 28 februari een informeel bezoek aan het Instituut bracht, een inventarisatie gemaakt van Ierse materialen in het I.I.S.G. Tijdens zijn reizen naar Parijs en Barcelona bezocht de heer R. de Jong een aantal instituten en bibliotheken, die werkzaam zijn op het terrein van zijn Kabinet. Mevrouw Welcker en de heer Van der Leeuw brachten een bezoek aan de bibliothecaris van de Deutsche Gewerkschaftsbund, Dr. D. Schuster, met wie reeds geruime tijd een vruchtbaar ruilcontact wordt onderhouden. De heer Van der Leeuw bezocht voorts het Arbejder Bevegelsens Arkiv te Oslo, waarvan de heer Arne Kokkvoll directeur is, en het Bureau van het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen te Brussel (secretaris de heer H. Buiter).
20. Diverse Nederlandse organisaties a. Internationaal Archief v.d. Vrouwenbeweging De belangstelling voor de collecties, die zeker zal toenemen wanneer in 1969 het I.A.V. weer in één gebouw met het I.I.S.G. zal zijn verenigd, vertoonde in 1968 een groei. 460 boeken en tijdschriftnummers werden uitgeleend tegen 413 in 1967. Instellingen en organisaties, ook buitenlandse, konden met inlichtingen en materiaal worden geholpen; het betrof dan meest dienstverlening t.b.v. scripties, artikelen en radio- en televisieuitzendingen. Een belangrijke gebeurtenis was de publikatie van de door mevrouw Te Winkel in opdracht van het I.A.V. en op grond van grotendeels in haar bibliotheek en archief aanwezig materiaal verrichte studie betreffende Wilhelmina Drucker.
26
JAARVERSLAG OVER 1968
Voor personalia en voor verdere details worde verwezen naar het jaarverslag van het I.A.V. b. Sociaal Historische Studiekring De nieuwe koers, die de Sociaal Historische Studiekring, thans Nederlandse Vereniging tot Beoefening van de Sociale Geschiedenis is ingeslagen, heeft de contacten van het I.I.S.G. met dit gezelschap wat losser gemaakt. De werkzaamheden, hoezeer ook ten dele liggend op het terrein van het Instituut kunnen niet meer beschouwd worden als een band, die een uitgelezen groep belangstellenden aan het Instituut bindt. Over het wel en wee van deze vereniging zal om deze reden niet meer in dit verslag worden bericht. Wel dient te worden vermeld, dat de heer Van der Leeuw in de mei-vergadering sprak over de houding van F. Domela Nieuwenhuis tegenover de Russische revolutie.
BIJLAGEN Bijlage I - hijst van tijdschriften over het jaar 1968 (%ie pag. IJ) land Afrika Albanië Algerije Australië België Noord Borneo Bulgarije Canada Ceylon China Cuba Cyprus Denemarken Duitsland Egypte Engeland Finland Frankrijk Ghana Guiana Hongarije India Indonesië Israël Italië
dagbladen
week- en maandbladen land
2
14
-
2
12
3
81
-
i
1
1
5
-
17
2
11
1
11
-
3
1
8
7
210
-
2
3
137
-
3
4
239
-
1
2
13 23
-
1
1
3
23
2
66
Japan
-
13
Joegoslavië
2
25
dagbladen
Korea Luxemburg Malta Mexico Nederland Nigerië Noorwegen Nieuw Zeeland Oostenrijk Pakistan Polen Portugal Roemenië Rusland Senegal Spanje Tsjechoslowakije Tunesië Verenigde Staten van Amerika Vietnam West Indië Zuid Amerika Zweden Zwitserland Totaal
week- en maandbladen 4 4 4 6 325 2
5 4 57 1 22 1 11 15 2 11
32 I
175 8 5
35 21
59 60
1734
Bijlage Ila - Ontvangen archieven en collecties (%ie pp. 13-14) Oosteuropees Kabinet Van Dr. George Garvy, een der executeurs van de nalatenschap van mevrouw E. Woytinsky, werden brieven, documenten, boeken, foto's etc. ontvangen uit het archief van Wladimir Woytinsky met betrekking tot diens politieke werkzaamheden in Rusland, Georgië en Duitsland. Van de redactie van het Praagse tijdschrift Literarni Listy kwamen de nummers van 1 maart tot 15 augustus 1968.
28
JAARVERSLAG OVER 1968
Kabinet Frankrijk-Italiê-hraêl Er kwam een Zeer omvangrijke verzameling binnen die betrekking heeft op de mei/junirevolutie van 1968, voornamelijk in Parijs: meer dan 5000 strooibiljetten en manifesten, komplete of gedeeltelijke series nieuw ontstane periodieken en nummers van bestaande periodieken, ruim 200 gedrukte of handgeschreven affiches, ruim honderd foto's, een tiental grammofoonplaten (door koop) en een geluidsband. De heren Frijhoff, Chopin, Hoeneveld,Wessin,Verploeg en anderen stonden materiaal af of stonden toe dat delen van hun collecties gexerografeerd werden voor het Instituut. Van de heer W. Zadek te Tel-Aviv, ontving het Instituut een 30-tal publikaties van socialistischeen vakbondsorganisaties in Israël uit de jaren 1929 tot 1948.
Middeneuropees Kabinet Van mevrouw Emily Rosdolsky te Detroit kreeg het Instituut het archief van wijlen Dr. C. Rosdolsky, vooral van belang door diens correspondentie met o.m. Isaac Deutscher en Karl Korsch en een 12.000 tal kaarten omvattende trefwoorden Index op de werken van Marx. Er werd van de Kommunistische Partei Oesterreichs te Wenen een omvangrijke verzameling partijuitgaven, waaronder statuten en jaarverslagen, uit de periode 1920 tot heden, ontvangen. Van de heer H. J. Bieber te Hamburg kwamen brochures en pamfletten betreffende de Duitse revolutionaire studentenbeweging. Van Dr. H. Magnus Enzenberger te Berlijn, enige uitgaven van de Berlijnse Kommune I. De Sozialistische Deutscher Studentenbund, afdeling Keulen, schonk het Instituut een, op een enkel nummer na, complete collectie van hun blad Facit, alsmede enige brochures.
Kabinet Benelux Van mevrouw G, Santen-Blaauw ontvingen wij (reeds in het vorig verslagjaar) een zeer belangrijke aanvulling (150 fotokopieën) op de reeds aanwezige correspondentie tussen Henriëtte Roland Holst en Henk Snee vliet, uit de jaren 1911-1940. Van de heer Schouten een verzameling Sneevlietiana. Van de heer Jacques Engels te Leiden, zijn archief. Dit omvat een omvangrijke correspondentie, o.a. zeer vele brieven van Henriëtte Roland Holst, het archief van de Revolutionaire Jeugdbeweging, documenten uit de tijd 1923-1932 (CPH, RSP en NAS), de Nederlandsche Unie, Nederlandsche Volksbeweging, N.V.V.-Werklozenzorg vóór 1940, documenten betreffende het werk van Jacques Engels in een gemeenschapshuis voor werklozen (1932-1935). Van Mr. J.H. Smeets: een gedeelte van het knipselarchief van Henk Sneevliet, bevattende een omvangrijke documentatie over de jaren 1940 tot 1942. Van de heer A. J. Koejemans te Amsterdam, een dertigtal brieven van W. van Ravesteyn aan J.A.N. Knuttel uit de jaren 1908-1926. Van het Documentatiebureau van de Werkgemeenschap van Protestantse Christenen in de Partij van de Arbeid te Utrecht het archief uit de jaren 1945 tot 1968. Van het hoofdbestuur van Politeia, een gedeelte van het landelijk archief over de jaren 1948, 1951 tot 1965, dat een welkome aanvulling is op de reeds in het Instituut aanwezige stukken. Door bemiddeling van Dr. L. Buning te Winschoten, van de Algemeene Nederlandsche Agrarische Bedrijfsbond te Utrecht vijf dossiers met aantekeningen, correspondentie en knipsels van J. Hilgenta over de geschiedenis van het Oldamt (G).
JAARVERSLAG OVER 1968
29
Van Mr. J.H. van Wijk te Heemstede, een deel van zijn archief waarin dossiers betreffende de Algemene Nederlandse Vredes-Actie, en betreffende schadevergoedingen aan oorlogsslachtoffers. Tevens een groot aantal boeken, brochures en periodieken. Van de heer M. Schaap te Amsterdam door bemiddeling van mevrouw G. Schoonman, een afschrift van de berijmde autobiografie uit 1912 vanL. Zuiderduin (geboren 1828), viskoper en landbouwer te Zandvoort en Bloemendaal aan Zee. Van mevrouw M. P. M. Prinsen-Wackie Eysten te Overveen, een brief van Troelstra aan Van der Goes van 23 mei 1894. Van de Partij van de Arbeid te Amsterdam, een verzameling archiefdocumenten, die betrekking hebben op de woon- en leefomstandigheden van de financieel minst draagkrachtigen in Maastricht, omstreeks 1934. Van de heer O. Boetes te Heiloo, een aantal meest anonieme brieven betreffende het Actie Comité Vietnam en een blief van Jan Romein. Van mevrouw C.M.G. Kupers-Thönissen te Bloemendaal, door bemiddeling van de heer E. Kupers jr. te Amsterdam, enige dossiers met aantekeningen en teksten voor redevoeringen en lezingen voor de radio en documentatiemateriaal v.n. over de nationale en internationale vakbeweging uit het archief van wijlen haar echtgenoot, de heer E. Kupers, die een aanvulling vormen op reeds vroeger geschonken materiaal. Hierbij bevond zich tevens een omvangrijke collectie brochures uit de jaren 1904 tot 1960. Van mevrouw K. J. Wacht-de Goederen te Rotterdam, een 150-tal brochures op het gebied van de Nederlandse Arbeidersbeweging uit de jaren 1900 tot 1950; een collectie Rotterdamse Jaarboekjes; verslagen van het Internationaal Anti-Militaristisch Bureau; het manuscript van „Heet voor de Vuren", door J. Wacht en de correspondentie die hierop betrekking heeft, alsmede een verzameling periodieken. Van de Provinciale Bibliotheek van Friesland te Leeuwarden, een 20-tal uitgaven van de Bond van Sociaal-Democratische Vrouwenclubs. Van de Wiardi Beekman Stichting een omvangrijke verzameling uitgaven van de Vrijzinnig-Democratische Bond. Van het Verbond van Nederlandse Ondernemingen te Den Haag, een collectie publikaties van het Centraal Overleg uit de jaren 1921 tot 1940 en de Algemene Overzichten uit de jaren 1924-1934. Van Prof.Dr. W.F. de Gaay Fortman te 's-Gravenhage, een aantal publikaties, o.a. uitgaven van het Comité ter bestudering van ordenings-vraagstukken, het in 1940 verschenen rapport van de St. Adelberts-Vereeniging betreffende het vraagstuk van het grote gezin; „Het I.C.V. van Amsterdam tot Lyon, 1946-1949". Van de heer P. A. Vuurens te Amstelveen, een verzameling periodieken, waaronder „Ons Vakbelang", 1887-1905 en twee gedenkboeken van de Algemene Nederlandse Typografenbond. Van Dr. P. Kuin te Rotterdam, een collectie brochures over de Bellamy -beweging, en over werkloosheid en sociale zekerheid uit de jaren dertig.
{Belgif) Van de Belgische Socialistische Partij te Brussel, door bemiddeling van de heer Tougouchi een verzameling congresverslagen en rapporten uit de jaren 1945 tot heden. Van mejuffrouw C. Oukhow te Antwerpen, de brochures „Etude critique sur l'histoire de Jules César, de Napoléon III" (1865) van Pierre Vésinier; „Une coteriepolitique dévoilèe" (1869) van Ed. Roselli;
JAARVERSLAG OVER 1 9 6 8
30
„Les bauts faits de M. Ie Baron Cha^al, 1830-1866" (1866), van N. Odilon Delimal; een collectie Belgische linkse periodieken en haar publikatie „Documents relatifs a l'histoire de la Première Internationale en Wallonië".
Afrikaans-Aziatisch Kabinet Van de heer H. Metz te Amsterdam, verschillende brochures en bladen.
Kabinet Internationale Organisaties Van de Dansk Bogbinder og Kartonnagearbejder Forbund te Kopenhagen, het archief van de International Bookbinders' Union over de jaren 1933-1937. Van de heer Julius Braunthal te Teddington ,de gestencilde rapporten: „Bericht iiber die Liquidation des Sekretariats der S.A.I., erstattet von Friedrich Adler" en „Bericht iiber die Liquidierung der Finan^en der S.A.I., erstattet von Joseph van Roosbroek". (1946) Van het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen te Brussel, het archief van wijlen de heer Walter Schevenels. Van de Post, Telegraph and Telephone International te Brussel, een omvangrijke aanvulling op het reeds ten onzent aanwezige archief dezer organisatie.
Anarchisme en Ibero- Amerikaans Kabinet Van de heer Ma Schmu, te Honkong, een 30-tal Chinese publikaties uit de jaren 1917 tot 1959, waaronder vertalingen van Peter Kropotkin, Alexander Herzen, Plechanov, Tolstoj en „De kleine Johannes" van Frederik van Eeden. Van Prof. G. S. Dunbar te Los Angeles, een dossier over de bibliotheek van Elisée Reclus in Dóme. Van de heer René Bianco te Marseille, een 15-tal affiches, uitgegeven door „Le Monde Libertaire". Van het Centre de Recherches sur 1'Anarchisme te Lausanne, 7 clandestiene publikaties van de Zwitserse organisatie „Le Réveil anarchiste" uit de jaren 1940 en 1941. Van de heer Augustin S. Miura te Tokyo, wederom een verzameling Japanse anarchistische bladen met vertalingen van de belangrijke artikelen.
(Spanje) Van de heer Werner Herbers te Amsterdam, enkele illegale Spaanse pamfletten en brochures. Van de heer J. Andrade te Parijs, kranten en knipsels van en over de POUM, en de Communistische Partij in Spanje, uit de periode voor en van de Spaanse burgeroorlog. Van de heer Ramón Alvarez te Parijs, een verzameling illegale publikaties van de CNT in Asturië en enige boeken en brochures. Van Prof. J. C. Valadés te Mexico, zijn uit 10 delen bestaand werk Historia General de la Revolución Mexicana (1963-1967). Van de heer B. Yelensky uit Miami het Engelse manuscript van zijn memoires. Van het Stedelijk Museum te Amsterdam, de publikatie uit de Spaanse burgeroorlog: Milicia popular, diario del 50 regimiento de Milicias Populares.
JAARVERSLAG OVER 1968
31
Van Casa de las Americas te Havana een groot aantal boeken. Van het Instituto latino americano de relaciones internationales (Parijs, Buenos Aires) een groot aantal publikaties. Van de bibliotheek Arus (Barcelona) enkele oude pamfletten. Van de Uitgeverij Nova Terra (Barcelona) een aantal publikaties. Kabinet Engeland- Verenigde Staten Van het „Southern Student Organizing Committee" te Anshcille (Tennessee) een 20-tal brochures en het tijdschrift „The New South Student" uit de jaren 1967 tot 1968. Diversen Van Prof. Mr. M.G. Levenbach te Amsterdam, enige honderden boeken en brochures betreffende de internationale, sociale ideeën en bewegingen. In deze zeer omvangrijke en belangrijke collectie bevinden zich o.a. het beroemde, in 1850 in 3 delen verschenen werk van Lorenz von Stein, Geschichte der socialen Bewegung in Frankreich von 1789 bis aufunsere Tage; een zeldzaam geschrift van Eugen Dühring uit 1865; de „Geschichte der Arbeiter-Agitation Ferdinand Lasalle's (1874) van Bernhard Becker; een Friese brochure van O. Rommerts over de sociale toestanden, uit 1873. Verder werken van o.a. Marx, Engels, Kautsky, Otto Bauer, Georg Adler, Werner Sombart en Oswald Spengler. Van de Deutsche Gewerkschafts-Bund (door bemiddeling van Dr. Dieter Schuster) wederom een omvangrijke collectie publikaties. Van de zich hierbij bevindende periodieken noemen wij „Deutsches Statistisches Zentralblatt" (1913-1916) „Wochen- und Monatsberichte des Statistischen Amts der Stadt Berlin" (1915-1917); „Die Pensionsversicherung" (Prag 1925-1931); „Travailet Droit" (1914); L'Echo de Paris (1916); L'Ere nouvelle (1925). Een 30-tal publikaties betreffende de Zweedse arbeidersbeweging; een collectie vakbondspublikaties uit de jaren 1899 tot 1925 v.n. van de boekdrukkers- en boekbindersorganisaties. Van de heer Julius Braunthal, te Teddington, een verzameling periodieken, boeken en brochures, waaronder Der Socialistische Kampf uit de jaren 1938 tot 1940. Polish Ajfairs (1956-1966) en Bildungsarbeit (1931 tot 1932). Van de heer A. Hessels te Enschede, een grote collectie periodieken, brochures en boeken betreffende de socialistische, anarchistische en anti-militaristische bewegingen in Nederland en Engeland, hoofdzakelijk uit de perioden tussen de twee wereldoorlogen. Benevens een collectie prentbriefkaarten en enveloppen met anti-militaristische en socialistische leuzen en illustraties. Van Prof.Dr. A.C. de Vooys te Utrecht, een 5-tal publikaties waaronder „Der wirtschajtliche Wiederaujbau der Union der So^ialistischen Somjet-Republiken" (Berlijn 1924) en het blad „Annalen der Gemeinivirtschaft", mei-oktober 1930. Van de heer J. de Ronde te Amsterdam, materiaal van en over de internationale en de Nederlandse vrijdenkersbeweging „De Dageraad" (1882-1883); de jaargangen 1918-1919 van „Morgenrood", en meerdere brochures. Van de heer J.H. Bokma te Amsterdam, een 30-tal boeken en brochures, waaronder de roman „Oktober" van Larissa Reissner, publikaties van Henriëtte Roland Holst en „Gegen den Stront" van Lenin en Zinoview (1921). Van de heer M. Ferares te Amsterdam, het blad „Le Peuple" (Algiers 1963-1964) en losse nummers van bladen uit Latijns Amerika en India.
3
JAARVERSLAG OVER 1 9 6 8
2
Van de heer L. A. Ankum te Koog a/d Zaan, een collectie boeken en brochures, waaronder een min of meer complete verzameling van de uitgaven van het Plan van de Arbeid en de tweede dtuk van het Handbuch der Staatswissenschaften.
Bijlage Ilb - Instellingen schenking
en organisaties
of in ruil ontvangen
waarvan
-
vaak
regelmatig
- uitgaven
als
werden
Académie Polonaise des Sciences, Krakau Africa Bureau, London Akademia Nauk, Wroclaw Ambassade de France aux Pays-Bas, Amsterdam Ameiican Federation of Labor and Congress of Industrial Organizations, Washington Ameiican Institute for Marxist Studies, New York Amnesty International, London Archief der Gemeente Alkmaar, Alkmaar Australian Society for the Study of Labour History, Canberra Bibliotheek der Staten-Generaal door bemiddeling van de Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage Bundeszentrale für politische Bildung, Bonn Casa de las Américas, La Habana Center for the Study of Democratie Institution», Santa Barbara Center for Russian and East European Studies, University of Birmingham, Birmingham Centre d'études et de Recherches Marxistes, Paris Comité des Relations culturelles avec 1'Etranger, Hanoi Committee for the Rights of Woman, London Communist Party of Australia, Sydney Co-operative Party, London Deutsche Angestellten-Gewerkschaft, Hamburg Deutscher Gewerkschaftsbund, Düsseldorf Dietz Verlag, Berlin Documentatie-afdeling van De Waarheid, Amsterdam Fabian Society, London Freisoziale Union, Hamburg Friends Peace and International Relations Committee, London Harvard College Library, Cambridge Indian National Trade Union Congress, Delhi Institut für Marxismus-Leninismus, Berlin Institute of Latin American Studies, University of Texas, Austin Instituto Iatino americano de relaciones internacionales. Parijs, Buenos Aires Institutul de Istorie al Academiei R.S.R., Boekarest Internationaal Arbeidsbureau, Genève Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen, Brussel International Union of Students, Praag Internationale Graphische Föderation, Bern Internationale Situationniste, Parijs Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam Labour Party, London Marx Memorial Library, London
JAARVERSLAG OVER I 9 6 8
33
Ministerio de Trabajo, Servicio de Publicaciones, Madrid Ministery of Labour, Tokyo Movement for Colonial Freedom, London National Library, Ankara National Libray, Peking New York State School of Industrial and Labor Relations, Ithaca Niedersachsische Landeszentrale für politische Bildung, Hannover Openbare Bibliotheek, Amsterdam Parti Socialiste, Paris Partij van de Arbeid, Amsterdam People's Publishing House, New Delhi P.T.T.-International, Brussel Sociaal-Economische Raad, 's-Gravenhage Sociaal Historisch Centrum voor Limburg, Maastricht Socialist International, London Socialist Party of Great Britain, London Sohyo, General Council of Trade Unions of Japan, Tokyo Solidarity, Bromley Sozialdemokratische Partei Deutschlands, Bonn Spartacist, New York State of New York, New York Trade Union Council of South Africa, Johannesburg Trades Union Congress, London Tribune, Berlin-Treptow Ubavanhoa, Hanoi Union of Russian Jews, New York U.S. Department of Labor, Washington Universidad de Navarra, Navarra Verlag Zeit im Bild, Dresden Werkgroep 2000, Amersfoort World Federation of Trade Unions, Praag
Bijlage III - Bestudeerde onderwerpen Oosteuropees Kabinet Sociale termen in de middeleeuwse Russische kronieken, het narodnicestvo der zeventiger jaren, Tkaöev en het tijdschrift Nabat, Rusland en de eerste Internationale (1864-1881), de receptie van Proudhon in Rusland, de filosofie van Plechanov, de partij der Socialisten-Revolutionairen in het Russische dorp, de organisatorische structuur van de partij der Socialisten-Revolutionairen, militaire opvattingen van Trotski, de sociale geschiedenis van Rusland 1914-1926, de buitenlandse politiek van de Sowjet-Unie 1917-1926, de Machnovscina, de vroege NEP 1921-1923, de CPSU aan de vooravond van de He Wereldoorlog, oppositie onder de intelligentsia na de val van Chruscev, Wilhelm von Wied in Albanië, de Finse onafhankelijkheidsbeweging 1898-1908, de arbeidersbeweging in Kroatië 1900-1918, het socialisme in Griekenland voor de Ie Wereldoorlog, T. Masaryk en de Tsjechoslowaakse arbeidersbeweging, de beoordeling van T. Masaryk in de Tsjechoslowaakse historiografie.
JAARVERSLAG OVER 1968
34 Middeneuropees Kabinet
Lorenz von Stein en Karl Marx, „Verelendung" en accumulatie bij de jonge Marx, de denkbeelden van Marx en Engels over buitenlandse politiek, Marx en Engels en het Poolse vraagstuk, Kommunistenbond en demokratische emigratie na 1849, de Duitse arbeidersbeweging in de jaren 1860/1870, de arbeidersbewegung in Zürich in de tijd van de IAA, de Novemberrevolutie in Beieren, Karl Radek, SPD en burgerlijke partijen in de republiek van Weimar, Duitse en Japanse sociaaldemokratie, de vrije vakbonden en de Kapp-Putsch, de vrije vakbonden en de republiek van Weimar, de Deutsche Freiheitspartei, de „Notstandsgesetze" in de BRD, kentheoretische aspekten van het Austromarxisme, biografieën van: Otto Bauer, Otto Braun, Friedrich Ebert, Eleanor Marx, Georg von Vollmar, Georg Weerth.
Franse Kabinet Een biografie van Anna Kuliscioff (arch. Turati), de SFIO en de Europese politiek, het Franse Trotskisme na 1945, het Franse Utopistisch socialisme (Cabet, Pecqueur).
Nederlands-Belgisch Kabinet November 1918 (publikatie van Dr. H. J. Scheffer), Bond van Christen Socialisten, Radenbeweging, A. Pannekoek, P. J. Troelstra, Verhouding Van der Goes en Kloos, Gorter na 1917 (nu als dissertatie), Nederlandse Anti-Oorlogsraad, Eerste Internationale in Nederland (nu als dissertatie), Zeven Provinciën, Dienstweigeringsmanifest 1915, Bibliografie van Religieus Socialistische Werken, W. Drucker, Grönloh, Sneevliet in Zwolle, S.D.A.P. in de gemeenteraad van Nijmegen, Belgische Militanten in de Ie Internationale, C. de Paepe (Anarchisten in België), H. C. Muller als dichter, Memoires: Arbeidersbeweging, Weerslag Internationale Socialistische Congressen op S.D.A.P. politiek, Internationale boycot 1901, Liga tegen Imperialisme en Kolonialisme, Bond van Minder Marine personeel, S.D.A.P., Nederlandse Vakbeweging ± 1900, Kabinetscrisis 1864, Bakkersbond.
Kabinet
Afrika-A^iê
De vroege handel in Zuidoost Azië, recente politieke ontwikkelingen in India, ontstaan van de Kommunistische Partij in India, huidige kommunistische partijen in India, de Koerden, modern Turkije, de opstand in Syrië 1925-1926, China, Sneevliet in China op vakbondsterrein, de processen tegen kommunisten in Indonesië 1965-1968, de coup d'état van 1965 in Indonesië, PNI, de ontwikkeling van de Indonesische Kommunistische Beweging, de PKI in de twintiger jaren, de periode van oriëntering op de „geleide democratie" in de PKI onder leiding van Aidit, de muiterij op de „Zeven Provinciën", economische ontwikkelingen in Indonesië na 1949, de Nederlandse arbeidersbeweging in Indonesië, de Engelse bezettingstijd in Indonesië, de SDAP en de nieuwe wet op de staatsinrichting van Nederlands-Indië 1925, Sneevliet in Indonesië, H.O.S. Tjokroaminoto, de „Stuw", Indonesiëpolitiek van de SDAP en Indonesië, Van Kol en Indonesië, de Portugese koloniën en Angola i.h.b., de burgeroorlog in Nigerië, het westerse bedrijfsleven in West- en Oost-Afrika, Rhodesië.
Kabinet Engeland-Amerika Het internationalisme van de Britse arbeidersklasse in het tijdperk van het Chartisme, de Ierse arbeidersbeweging en de ie en 2e Internationale, Laski, W. J. Linton, de Amerikaanse contacten van
JAARVERSLAG OVER 1968
35
Marx, de relatie van Freddy Demuth tot Marx, William Morris, Robert Owen, Emmeline Pankhurst, de Schotse arbeidersbeweging, G. B. Shaw, de Socialist League, Sydney en Beatrice Webb, activiteiten in Bradford. Internationaal Kabinet De positie van Albert Thomas in het Internationaal Arbeidsbureau, de rol van Jouhaux in de internationale vakbeweging, de relaties van de Sudeten-Duitse Sociaal-Democratische Partij, de Armeense Daschnahzoetioen tot de Internationale, de rol van de Komintern in de jaren 1923-1926 in MiddenEuropa, de doorwerking van de pacifistische ideeën in de Eerste Internationale, de relatie tussen Proudhon en Marx, de rol van buitenlanders in de Italiaanse Socialistische Jeugdbeweging, de Amerikaanse invloed in de Internationale Vakbeweging tussen de beide wereldoorlogen, de kwestie Georgië in de Tweede Internationale, de rol van de Internationale Beroepssecretariaten en het uittreden der westelijke Vakcentrales uit het wereldvakverbond, de invloed der grafische Internationale op de ontwikkeling van het vakbondswezen, de wederoprichting van de Socialistische Internationale na de Tweede Wereldoorlog, de houding der Socialistische partijen t.a.v. de Koreaanse oorlog, de Liga tegen Imperialisme en Kolonialisme.
Bijlagen IV - Nederlandse archieven, die i.v.m. de verhuizing werden voorgeordend Internationale Anti-Militarische Vereeniging Sectie Nederland 1 (1904-1939) Internationaal Anti-Militaristisch Bureau (1904-1939) Centraal Bureau voor Sociale Adviezen (1899-1924) Bond van Technici (1896-1919) Algemene Nederlandsche Straatmakersbond Bakkersbond (afdeling Amsterdam) (1895-1924) 's-Gravenhaagsche broodbakkersgezellenvereeniging „Bijstand zij ons doel" (1872-1917) Nederlandsch Verbond van Neutrale Vakverenigingen Algemeen Nederlandsch Vakverbond (1912-1924) Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel 1 (ten dele) (1915-1942) Nederlandsche Bond van Arbeiders in het Landbouw, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf1 (1916-1942) Nederlandsche Bond van Personeel in Overheidsdienst (ten dele) (1902-1935) Centraal Bureau van de Statistiek: Knipselarchief betreffende Stakingen (1901-1918) Knipselarchief betreffende Havens en Vervoer (1917-1936) Vereeniging van Voorzitters en secretarissen van de Kamers van Arbeid in Nederland (1906-1922) Knipselarchief H. van Harreveld (vnl. van cultuur-historische betekenis voor de jaren 1939-1945) Electra (1903-1917) Nederlandsche Federatieve Bond van Personeel in Openbare Dienst (ten dele) en vroegere bonden die in deze bond zijn opgegaan (1902-1935) P.T.T. bonden (1903-1918) (ten dele); Centrale Bond van Personeel bij de P.T.T. (1925-1926) Maatschappij tot Verbetering van den Werkenden Stand 1 (1854-1937) Amsterdamsche Werkmansbond (1868-1918) Amsterdamsche Slagersgezellen Vereeniging Vooruitgang (1902-1908) Bouwersbond (1901-1911) Landelijk Comité Invrijheidsstelling Hogerhuis (1897-1903) 1
Deze archieven zijn fragmentarisch aanwezig.
36
JAARVERSLAG OVER 1968
Landelijke Federatie van Bouwvakarbeiders (ten dele) Internationale Boycot (1901) Archief Stoffel (landnationalisatie) Grafici (overwegend niet Algemene Nederlandsche Typografen Bond) (1849-1952)
Bijlage V - Ledenlijst Raad van Advies Prof. Dr. H. Baudet Prof. Dr. J. W. Bezemer Prof. Dr. W. den Boer Prof. Dr. J.C. Boogman Prof. Dr. P.J. Bouman Prof. Dr. A.E. Cohen Prof. Dr. J. G. van Dillen Prof. Dr. E.F. J.M. van den Eerenbeemt Prof. Dr. Fr. van Heek Prof. Dr. E.W. Hofstee Prof. Dr. S. Hofstra Prof. Dr. A.N. J. den Hollander Prof. Dr. F.W.N. Hugenoltz Prof. Dr. T. S. Jansma Prof. Dr. J.H. Kemkamp
Prof. Dr. J.P. Kruijt Prof. Dr. G. Kuiper Hzn. Prof. Mr. M. G. Levenbach Prof. Dr. Th. J.G. Locher Prof. Dr. A. F. Manning Prof. Dr. F. L. Polak Prof. Dr. H.J. Prakke Prof. Dr. J. Presser Prof.Dr. B.W. Schaper Prof. Dr. I. SchörTer Prof. Dr. B.H. Slicher van Bath Prof. Dr. H. Smitskamp Prof. Dr. J.H. van Stuyvenberg Prof. Dr. W.J. Wieringa Prof. Dr. P.H. Winkelman
JAARVERSLAG OVER I 9 6 8
3»
R E K E N I N G EN B E G R O T I N G I968 E N B E G R O T I N G E N I969 E N I97O
LASTEN Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
1968
1968
1969
1970
I. B i b l i o t h e e k Boeken en archieven
ƒ
Bindwerk en restauratie . . . Microfilms en fotokopieën . .
-
44.079,61
ƒ
38.000,— ƒ
50.000,— ƒ
50.000,-
6.752,95
-
10.000,—
-
13.000,—
-
13.000,-
18.673,73
-
7.000,—
-
20.000,—
-
20.000,-
II. R e s e a r c h en p u b l i k a t i e s .
50.000,—
III. V e r v o e r Vrachtkosten
2.392,08
-
3.500,—
-
2.000,—
-
2.000,-
. . . .
■ 17.867,30
-
14.000,—
-
14.000,—
-
14.000,-
IV. Salarissen, h o n o r a r i a en sociale v o o r z i e n i n g e n . .
933.662,58
V. I n t e r n a t i o n a l e c o n t a c t e n .
Reis-, verblijf- en representatiekosten
VI. P u b l i k a t i e R e v i e w
. . . .
- 992.970,—
- 1.107.600,—
- 1.267.200,-
1.687,35
"
3.000,—
-
3.000,—
-
3.000,-
19.091,70
-
24.000,—
-
26.000,—
-
26.000,-
VII. E x p l o i t a t i e g e b o u w Huren
78-790.35
65.000,-
Verwarming, verlichting, water
12.497,80
16.000,-
25.000,-
P.M.
3-353.87
5.000,-
5.000,-
P.M.
1.128,76
2.000,-
2.000,-
2.000,-
5-775.55
6.000,-
6.000,-
7.000,-
Onderhoud gebouw Onderhoud inventaris
. . . .
VIII. M e u b i l a i r en k a n t o o r machines
P.M.
P.M.
IX. B u r e a u k o s t e n Kantoorbehoeften, porti . . .
9.846,78
8.000,—
-
Telefoon
5.000,90
5.000,—
-
6.000,—
-
7.000,
10.000,—
-
10.000,
Kartonnage Cataloguskaartjes
16.595,36
-
10.000,—
-
2.567,60
•
4-5 0 0 .—
"
IO.OOO,
5 .ooo,—
-
-
12.000,
5.000,
JAARVERSLAG OVER 1968
Rekening 1968
39
Begroting 1968
Begroting 1969
Begroting 1970
X. D i v e r s e n Lidmaatschappen
ƒ
'74,5 2 ƒ
5°°>_
Onkosten van vergaderingen .
-
2.109,09
-
2.000,—
Diversen
-
1.313,23
-
1.000,— -
1.000,— -
1.000,—
-
1.564,75
-
1.500,— -
1.500,— -
2.000,—
-
6.239,90
-
5.000,—■ -
5-ooo,—■ -
5.000,—
XII. O n v o o r z i e n Uit de verhuizing voortvloeien de extra-werkzaamheden . . .
6oo,—■ -
300.—■ ƒ
Huishoudelijke uitgaven . . .
XI. J a a r v e r s l a g , d r u k k o s t e n .
491,— -
3°°»— ƒ
—,—
—,—
XIII. P u b l i k a t i e - p r o j e k t e n , ge subsidieerd door ZWO .
-
63.430,14
P.M.
XIV. R e s e r v e r i n g v o o r speciale doeleinden
-
66.000,— -
60.000,—
XV. R e s e r v e r i n g van schen k i n g van „ A t r a n F o u n d a tion"
-
17.983,83
—,—
-
-
600,—
-
600,-
3.000,—
-
—,—
10.000,—
—,—
P.M.
-
M.P.
50.000,—
-
—,—
40.000,—
—,—
ƒ1.339.070,73 ƒ1.284.370,— ƒ1.376.000,— ƒ1.537,100,Voordelig saldo
-
1.296,41
- 1.340.367,14
BATEN Subsidie Universiteit v. Amsterdam .
ƒ1.159.562,58 ƒ1.218.370.,— ƒ1.312.000,— l ƒ1.483.100,— l
Subsidie en vergoeding van „De Cen trale" NV
-
66.000,— -
60.000
Subsidie Ned. Org. v. ZWO . . . .
-
63.430,14
P.M.
Subsidie Atran Foundation
-
40.000,-
P.M.
P.M.
17.983,83
Abonnementen Review
-
6.500,—
Opbrengst microfilms en fotocopieën
-
18.883,97
Renten
-
8.006,62
-
6.000
ƒ1.340.367,14 ƒ1.284.370 1
50.000,-
exclusief huur enz.; zie P.M.-posten exploitatie gebouw onder Lasten.
6.000,—
-
6.000,-
8.000,—
-
8.000,-
ƒ1.376.000,— ƒ1.537.100,-
JAARVERSLAG OVER 1968
4o
B A L A N S PER }I D E C E M B E R
I968
DEBET Saldi Kas
ƒ
678,01
Amsterdam-Rotterdam Bank NV
-
19.531,56
Girokantoor der gemeente Amsterdam
-
7">i4
Algemene Spaarbank voor Nederland spaarrekening i.v.m. de reserve voor speciale doeleinden
-
209.489,85
spaarrekening Duitse vergoeding i.v.m. geleden oorlogsschade
-
306.450,30
spaarrekening „Atran Foundation"
-
37.512,19
Amsterdam-Rotterdam Bank NV: spaarrekening
-
14.806,67
diverse deposito-rekeningen voor 6 maanden en 1 jaar vast
-
230.000,—
-
78.432,38
Deposito Girokantoor der gemeente Amsterdam
Vorderingen Universiteit van Amsterdam: restant subsidie 1968 Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek
-
47.969,71
-
63.430,14
Kon. Van Gorcum & Comp. NV: abonnementsgelden Review
-
6.500,—
-
959>95
Vordering in verband met nadelig saldo over: 1966
-
45.521,82
Vordering in verband met nadelig saldo over: 1967
-
3.548,40
Diverse verrekeningen
ƒ1.065.532,92
JAARVERSLAG OVER I968
4.1
B A L A N S PER 31 D E C E M B E R I968
CREDIT Schulden Ontvanger directe belastingen: 4de kw.'68
ƒ
796,33
-
742,69
Nieuwe algemene bedrijfsvereniging: afrekening premies soc. verz. wetten Fotokopieën
-
2.238,44
Internationale contacten
-
1.687,35
Huren
-
138.980,—
Exploitatiekosten gebouwen
-
3-93M7
Diverse bureaukosten
-
2.918,33
Kosten uitgave Review
-
12.976,40
Kosten Russische publikaties
-
9.410,47
Diverse verrekeningen
-
2
95>34
Universiteit van Amsterdam: voor „Z.W.O." betaalde salarissen
-
53.861,24
Diverse crediteuren i.v.m. „de verhuizing"
-
158.516,44
-
282.970,—
Reserves Reserve pensioenpremies Reserve Duitse vergoeding i.v.m. -
147.933,86
Reserve voor speciale doeleinden
geleden oorlogsschade
-
194.965,86
Reserve „Atran Foundation"
-
37.512,19
Reserve i.v.m. bijzondere verplichtingen
-
14.500,—
-
1.296,41
Voordelig saldo 1968
ƒ1.065.532,92
42
JAARVERSLAG OVER I 9 6 8
Toelichting (bij de jaarrekening 1968) Als gevolg van de indiensttreding op arbeidscontract bij de Universiteit van Amsterdam van de diverse personeelsleden werd in 1968 de salaris-administratie verzorgd door deze Universiteit. De aan salarissen en sociale voorzieningen betaalde bedragen, in één totaal vermeld, zijn verrekend met de te ontvangen subsidie. De post microfilms en fotokopieën werd tot en met 1967 in één bedrag opgevoerd, welk bedrag bestond uit het verschil tussen uitgaven en ontvangsten. Voor 1969 en volgende jaren is deze post gesplitst en zowel bij lasten als bij baten aangegeven. Ter vergelijking is op de rekening 1968 deze splitsing ook doorgevoerd. Het grote bedrag aan ontvangsten vond o.m. zijn oorzaak in de opbrengst van enkele grote opdrachten. De post Huren omvat de bedragen die betaald zijn voor de depots De Wittenstraat en 3de Wittenburgerdwarsstraat, zoals die volgens opgave van het Gemeente Grondbedrijf verschuldigd zijn voor de gebouwen Keizersgracht 264, Halmaheirastraat 30 en „Ceres". De huur over 1967 en 1968 voor Keizersgracht 264 is in de eerste maanden van 1969 voldaan. Over betaling van de huren voor de andere panden wordt nog onderhandeld. Aan kartonnage werd/6.500,— meer betaald dan begroot, dit alleen als gevolg van aankoop van archiefmappen, nodig om archieven verhuisrijp te maken. Bij de post Onvoorzien werden de drukkosten van de Instituutsbrochure ondergebracht. Van de Centrale Levensverzekeringbank NV werd behalve de verwachte ƒ60.000,— bovendien ƒ 6.000,— ontvangen als bijdrage in de kosten van publikatie van het boek over F.M. Wibaut van de hand van Dr. G. W. B. Borrie. Reserves: De reserve pensioenpremies bleef ongewijzigd. Gehoopt wordt dat het saldo van deze reserve in 1969 gebruikt kan worden ten behoeve van een pensioenregeling over de jaren 1963-1968 voor de desbetreffende personeelsleden. Besprekingen hierover zijn nog steeds gaande. Aan de reserve voor speciale doeleinden werd de bijdrage van de Centrale toegevoegd. Bovendien werd het saldo vermeerderd met een schenking van % 1.000,— van mrs. Maria Bienstock uit New York, om de publikatie van „Mrs. Lydia Dan's Papers" mogelijk te maken. De reserve Duitse vergoeding i.v.m. geleden oorlogsschade onderging een flinke aderlating tengevolge van de aankoop van stellingen en meubilair voor het nieuwe pand Herengracht 262-266. In 1969 zal het thans bestaande saldo zeker opgaan aan verdere verhuiskosten. De % 5.000,— geschonken door de Atran Foundation werd aan de desbetreffende reserve toegevoegd. Uitgaven voor de publikatie van Russische archieven werden ten laste van deze reserve nog niet gedaan. Voor 1969 is bij de Universiteit van Amsterdam een begroting ingediend, op grond waarvan een subsidie is gevraagd van/1.312.000,— bij een personeelsbezetting van 51 functies. De ingediende begroting voor 1970 resulteert in een subsidie-aanvrage van ƒ 1.483.100,— bij een personeelsbezetting van 59 functies. Voor beide jaren zal t.z.t. een suppletoire subsidie aangevraagd moeten worden ter dekking van de kosten van de exploitatie van het nieuwe gebouw, waarvan de hoogte tot nu toe niet kon worden begroot.