INTERNATIONAAL INSTITUUT VOOR
SOCIALE GESCHIEDENIS
JAARVERSLAG 1956
INTERNATIONAAL INSTITUUT VOOR
SOCIALE GESCHIEDENIS
JAARVERSLAG 1956
KEIZERSGRACHT 264 - AMSTERDAM
JAARVERSLAG OVER 1956 1. B e s t u u r e n D i r e c t i e In de loop van dit verslagjaar overleed Prof. Dr. L. G. J. Verberne, sedert 1955 lid van het bestuur van het Instituut. Het heengaan van deze even sympathieke mens als deskundige geleerde betekent voor ons college een gevoelig verlies. Het bestuur is thans als volgt samengesteld: Ir. H. Vos, te Wassenaar, voorzitter, vertegenwoordigend De Centrale Arbeiders-Verzekeringsbank N.V. Prof. Dr. A. J. C. Rüter, te Haarlem, secretaris Dr. Fr. Adler, te Zürich J. Braunthal, te Londen Prof. Dr. I. J. Brugmans, te Amsterdam, vertegenwoordigend het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief Dr. L. Brummel, te 's-Gravenhage, vertegenwoordigend het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Prof. Dr. G. D. H. Cole, te Oxford Dr. H. A. Enno van Gelder, te 's-Gravenhage, vertegenwoordigend de Koninklijke Akademie van Wetenschappen Prof. Mr. W. F. de Gaay Fortman, te 's-Gravenhage Mr. H. Hardenberg, te 's-Gravenhage, vertegenwoordigend het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Prof. Dr. J. M. Romein, te Amsterdam, vertegenwoordigend de Faculteit van Letteren en Wijsbegeerte der Universiteit van Amsterdam Mr. A. de Roos, te Amsterdam, vertegenwoordigend de gemeente Amsterdam C. M. Simonsz, te Wassenaar, vertegenwoordigend De Centrale Arbeiders-Verzekeringsbank N.V. In de vacature, ontstaan door het overlijden van Prof. Dr. L. G. J. Verberne zal, naar verwacht mag worden, in de aanvang van het volgend jaar voorzien kunnen worden. De directie werd gevoerd door Prof. Dr. A. J. C. Rüter.
4
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
2. A l g e m e n e B e s c h o u w i n g e n De ontwikkeling van het Instituut in 1956 geeft het Bestuur in meer dan een opzicht reden tot voldoening. De activiteit was, gemeten aan de beschikbare middelen en, vooral, gemeten aan het aantal medewerkers, zeer bevredigend; de bereikte resultaten, in de eerste plaats op het gebied der acquisitie, zijn gunstig, in sommige gevallen zelfs zeer gunstig. Met het gebruik nam ook de belangstelling en waardering toe. Bij zijn jubileum gaf het Nederlands Verbond van Vakverenigingen daarvan mede een stoffelijk blijk door het Instituut ƒ 1000 te schenken tot het bevredigen van behoeften, waarvoor op de begroting geen gelden uitgetrokken konden worden. Zoals het Bestuur deze geste van het N.V.V. bijzonder op prijs stelt, zo is het eveneens zeer erkentelijk voor de steun, die de Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek heeft willen verlenen: het hoopt hierin mede een bewijs van instemming te mogen zien met het streven van het Instituut en het gevoerde beleid. Er is echter nog een andere reden tot voldoening. In vorige jaarverslagen heeft het Bestuur bij herhaling uiting gegeven aan zijn bezorgdheid, dat het Instituut bij al zijn activiteit en nog niet gerealiseerde mogelijkheden tot verdere activiteit op een wel zeer wankele basis berustte. In het jaarverslag over 1955 wees het Bestuur er op, dat de beschikbare middelen niet voldoende waren, om het bestaande apparaat op redelijke voet te financieren, laat staan de arbeid van het Instituut zodanig uit te breiden en te intensifiëren als de omstandigheden mogelijk en wenselijk maakten. Terwijl het bestuur dus consolidatie een volstrekte voorwaarde voor het verdere bestaan van het Instituut achtte, zo meende het de hoop uit te mogen spreken, dat in 1956 een belangrijke stap in de richting van dit doel gedaan zou kunnen worden. Deze hoop nu is in vervulling gegaan. De instanties, die het Instituut financieren, hebben verzoeken tot verhoging van subsidie ingewilligd, wat het Bestuur tot grote erkentelijkheid stemt. Eén van de gunstige gevolgen van de verruiming der middelen - de andere zullen hierna worden besproken - dient hier direct te worden aangestipt: een verhoging der salarissen. De salarissen van de medewerkers van het Instituut staken - en'steken - bepaald ongunstig af bij die van soortgelijke instellingen. Het is daarom zeer verheugend, dat deze stap tot verbetering is gedaan, en zeer te hopen, dat zij door andere gevolgd zal worden. Verbetering van de positie der medewerkers is niet alleen een kwestie van billijkheid, maar ook een belang van de eerste orde voor het Instituut: een zo gespecialiseerde wetenschappelijke instelling als de onze heeft nu eenmaal zeer gespecialiseerde en bekwame medewerkers hard nodig, waarbij komt, dat de bezetting niet
JAARVERSLAG OVER
I956
5
ruim is. Verloop werkt onder deze omstandigheden uiterst storend, langdurige vacatures niet minder; het Instituut had in het verslagjaar met beide kwalen te kampen. De boven vermelde verhoging der subsidies bedoelden het Instituut in staat te stellen, om de taak, waarvoor het sinds vele jaren stond, te blijven vervullen. Tot uitbreiding der wetenschappelijke activiteit, tot het gebruik van het opgetaste materiaal dus door het stimuleren van onderzoekingen en het uitgeven van andere dan periodieke publikaties strekten zij niet. Het bestuur is van oordeel, dat dit in een internationale samenwerking dient te geschieden, die niet alleen tot een spreiding van arbeid maar ook van lasten leidt. De onderhandelingen met verschillende buitenlandse instanties en met Z.W.O., in 1955 door de directeur aangevangen, werden door hem in 1956 op ruimer schaal voortgezet. Als gevolg mag hier worden vermeld, dat Z.W.O. voor dit verslagjaar een subsidie toestond, die het aanstellen van een wetenschappelijk medewerker mogelijk maakte, en voor het jaar 1957 financiële steun voor een project van brede opzet. De overige onderhandelingen verliepen bevredigend; de verwachting lijkt niet ongerechtvaardigd, dat zij in 1957 tot tastbare resultaten zullen leiden. Tenslotte vond er een consolidatie in de meest letterlijke zin plaats: dank zij de krachtige en ruime steun van de gemeente Amsterdam konden, zoals nog nader zal worden uiteengezet, de voorzieningen getroffen worden, die het gebouw geschikt maakten, om de last, die het tot nu toe droeg, te blijven torsen. Het stemt tot bijzondere dankbaarheid, dat op deze wijze gevaren voor het gebouw en - in de vorm van gehele of gedeeltelijke ontruiming voor het Instituut konden worden afgewend. Overziet men thans de werkzaamheden van het Instituut, dan blijkt in de eerste plaats, dat de acquisitie gunstig verliep. De Review bezorgde het Instituut een groot aantal nieuwe boeken van voortreffelijke kwaliteit, instellingen en particulieren schonken het Instituut vele nieuwe en oude gedrukte geschriften, soms tot gehele collecties toe, en de bibliothecaresse bleef diligent bij het verzamelen van brochures en periodieken. In het bijzonder dient hier vermeld te worden, dat het Instituut een overeenkomst sloot met de Association pour la Conservation des Valeurs Culturelles Russes te Parijs, waarbij deze organisatie haar grote bibliotheek en verzamelingen documenten aan onze instelling in depot gaf en aanvullingen in het vooruitzicht stelde. Daarnaast verwierf het Instituut een zeer bevredigend aantal archieven hetzij in origineel, hetzij in microfilm of fotokopie - , waarvan een niet gering en dan kwalitatief bovendien nog zeer belangrijk deel uit het buitenland afkomstig is. Reeds meerdere malen werd er in een jaarverslag op gewezen, dat de omstandigheden het zo bijzonder moeilijk maakten, nog buitenlands
6
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
materiaal te verwerven. Het Instituut lijkt thans die soort moeilijkheden te boven te kunnen komen en wel in de eerste plaats door de steun van de heer J. Braunthal, lid van ons bestuur, die ten behoeve van onze instelling eerst vele van zijn talrijke relaties in West-Europa en op het einde van het jaar in het Verre Oosten bezocht. Het is te hopen, dat het Instituut in staat zal zijn deze bij uitstek vruchtbare werkzaamheid van de heer Braunthal voor het Instituut te continueren. Bijzonder gunstig werd de aanvulling en afronding van het bezit van het Instituut beïnvloed door verruiming van de middelen voor aankoop. Dit betekent zeker niet, dat ganse archieven aangekocht konden worden - deze werden door schenking verworven - maar wel, dat de bibliotheek door aanschaf van nieuwe boeken bij kon blijven en door koop van antiquarische werken lacunes aan kon vullen. Deze verruiming maakte het bovendien mogelijk, microfilms van documenten te bekostigen. Een zending uit Polen, bestaande uit 192 kisten tot een totaal gewicht van 23 ton documenten, boeken en periodieken, betekende geen verwerving, maar her-verwerving. Toen de Duitsers in 1940 het Instituut in beslag namen, vonden zij daar behalve de bibliotheek van het Instituut de in depot gegeven archieven van de S.D.B, en de S.D.A.P., van daarmee verwante personen en organisaties alsmede een daarmee samenhangende boekerij. Zij zonden deze verzameling naar Ratibor in Polen, waar zij een Instituut ten dienste van hun propaganda wilden stichten. Kort na de bevrijding werd het lot van deze collectie aan het Instituut bekend en van dat ogenblik, sedert 1946, heeft onze instelling bij voortduring pogingen in het werk gesteld, deze verzameling gerestitueerd te krijgen. In het bijzonder dienen hierbij de ijverige bemoeiingen van de vroegere bibliothecaresse, mevrouw A. Adama van Scheltema-Kleefstra met erkentelijkheid vermeld te worden. Medewerking werd hierbij ondervonden van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Harer Majesteits gezanten te Warschau en Nederlandse particulieren enerzijds, alsmede van Poolse geleerden anderzijds. Al deze pogingen bleven echter zonder resultaat, totdat op het eind van dit jaar bericht ontvangen werd, dat men er in Polen in geslaagd was het Nederlandse bezit uit een chaotische massa materiaal af te zonderen en dat de Poolse regering het thans wenste te restitueren. De officiële overdracht vond plaats door een speciale delegatie, bestaande uit de heren Dr. H. Altman, directeur der Poolse Staatsarchieven, en Prof. Dr. J. Hochfeld, hoogleraar te Warschau, op een receptie op cultureel niveau, die de Poolse gezant, de heer Findzinski, de welwillendheid had aan te bieden. Op deze receptie, die een zeer geanimeerd verloop had, waren Nederlandse goevernementele, ambtelijke en wetenschappelijke kringen met het Instituut en zijn relaties ruim vertegenwoordigd. Het trof in het bijzonder, dat de Minister van Financiën, de heer H. J. Hofstra, en de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
7
Mr. J. A. Jonkman, van deze voor het Instituut zo belangrijke overdracht getuige wilden zijn. Belangrijk was de overdracht van dit materiaal zonder twijfel: zonder deze documenten is het onmogelijk een groot deel der sociale geschiedenis van Nederland, met name de historie der arbeidersbeweging, met enige aanspraak op volledigheid te schrijven. De Poolse regering, die bovendien de niet geringe zorgen en kosten van emballage en transport op zich nam, heeft door deze restitutie de wetenschap en het Instituut zeer aan zich verplicht. De conservatie van het materiaal door restauratie van documenten of door het binden c.q. restaureren van gedrukte werken kon dit jaar geregeld voortgang vinden dank zij de reeds in het vorig jaarverslag vermelde, speciaal voor dit doel bestemde gift van het Provinciaal Bestuur van Noord-Holland. De catalogisering der gedrukte werken en de inventarisering der collecties documenten, conditio sine qua non voor het gebruik, vorderden ook dit jaar langzaam. Door het verloop onder de catalogiseersters had het Instituut te kampen met vacatures en voortdurende wisselingen in de bezetting, terwijl de medewerksters soms bovendien niet geheel bevoegd waren. Maatregelen zijn genomen om door eigen opleiding in deze moeilijkheden te voorzien. De titelbeschrijving van de boeken der Russische afdeling vond geregeld voortgang. De inventarisering der archieven vordert langzaam, maar toch altijd nog vlugger dan men, gezien het aantal medewerkers, zou mogen verwachten. Het Instituut tracht het gebruik der collecties, waaraan zoveel zorgen en kosten worden besteed, naar vermogen te stimuleren en niet zonder succes. De belangstelling uit het buitenland, die uit de aard der zaak het moeilijkst te beïnvloeden is, groeit gestadig. In Nederland is de Raad van Advies een belangrijke steun bij het propageren van de mogelijkheden voor sociaalhistorische studie in wetenschappelijke kringen. Het ligt bovendien in de bedoeling, onderscheidene organisaties, die op sociaal gebied werken, te wijzen op het materiaal en de faciliteiten, die het Instituut voor hun werk biedt, en deze organisaties zoveel mogelijk voor en bij het werk van onze instelling te interesseren. Met het verwerven en toegankelijk maken van gedrukte werken en documenten alleen heeft het Instituut intussen zijn taak niet volbracht: het dient overeenkomstig zijn doel en zijn centrale positie op sociaalhistorisch terrein dit materiaal ook te doen bewerken en onderzoekingen te stimuleren, om vervolgens de resultaten van deze activiteit als artikelen, monografieën of bronnenpublikaties in het licht te geven. In het afgelopen jaar werden de pogingen voortgezet om tot dit doel te geraken en wel met het hierna beschreven gevolg: a. Dank zij de verhoogde subsidie was het mogelijk dit jaar het reeds lang gekoesterde en voorbereide plan te verwezenlijken om het Bulletin te vervangen door een periodiek, dat tegelijkertijd een volwaardig wetenschappelijk tijd-
8
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
schrift en een beredeneerde bibliografie zou zijn, de International Review of Social History. Het Bestuur meent, dat een tijdschrift, wat opzet, kwaliteit en uitvoering betreft, voor zichzelf dient te spreken, maar wil niet nalaten op het belang van deze publikatie te wijzen. Het is het enige internationale orgaan op een terrein van studie, dat zoveel internationale contacten kent, studie van een onderwerp bovendien, dat zoveel internationale aspecten heeft. Voor het Instituut schept het de mogelijkheid de eigen activiteit en het gebruik van zijn verzamelingen krachtig te stimuleren en is het een zeer representatief middel om de bekendheid in het internationale milieu te vergroten. Behalve naar de subsidie-gevers gaat de dank uit naar Z.W.O., die het voortbestaan van het Bulletin in een critieke periode mogelijk heeft helpen maken en thans de arbeid voor de Review heeft verlicht door uitbreiding van onze wetenschappelijke staf. b. De verwachting is gerechtvaardigd, dat de reeks Quellen und Untersuchungen zur Geschichte der deutschen und österreichischen Arbeiterbewegung in 1957 vervolgd kan worden. Op het eind van dit verslagjaar toch kwamen een tweetal publikaties nagenoeg voor de druk gereed, te weten de correspondentie van Moses Hess, bewerkt door Prof. Dr. Edmund Silberner met medewerking van het hoofd van onze Duitse afdeling, de heer W. Blumenberg, en de memoires van Karl Kautsky, die onder de titel Erinnerungen und Erörterungen voor uitgave werden gereed gemaakt door Dr. Benedikt Kautsky Aan de laatste publikatie zal worden toegevoegd een bibliografie en een beschrijving van het archief van Kautsky, bewerkt door de heer Blumenberg. De voorbereiding van de uitgave van de correspondentie van W. Liebknecht met Karl Marx en Friedrich Engels werd door Prof. Dr. Georg Eckert voortgezet, terwijl Dr. Georg Kotowski zeer tot genoegen van het Bestuur de opdracht aanvaardde, om de gedenkschriften van W. Dittmann voor de druk gereed te maken, en met deze arbeid een begin maakte. Inleidende besprekingen werden gevoerd over een tweetal andere, voor deze reeks bestemde publikaties. Hoewel de publikatie van de verslagen der Sozialdemokratische Reichtagsfraktion 1912-1919, die het Instituut met de Kommission für Geschichte des Parlamentarismus und der Politischen Parteien voorbereidt, niet in deze reeks zal worden opgenomen, zij hier vermeld, dat de voorbereidende werkzaamheden worden voortgezet. c. In de Studies on Social History verscheen in het begin van dit verslagjaar de studie van onze medewerker, Dr. J. M. Meijer, Knowledge and Revolution, the Russian Colony in Zuerich, 1870-1873. Het is verheugend, dat de heer Meijer in leidende tijdschriften alleszins goede recensies oogstte. Een Franse vertaling van de bibliografie van Albert Thomas van de hand van Dr. B. W. Schaper zou reeds verschenen zijn, indien steun bij de vertaling, aanvankelijk in uitzicht gesteld door het Internationaal Arbeidsbureau, niet
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
9
was uitgebleven. Geprikkeld door internationale, en in het bijzonder ook Franse belangstelling voor dit voortreffelijke boek, hoopt de directeur de thans gerezen moeilijkheden te overwinnen. Een derde werk, dat voor publikatie in deze reeks in aanmerking zou kunnen komen, is in bewerking. Op het eind van het jaar verheugde de Nederlandse Organisatie voor ZuiverWetenschappelijk Onderzoek het bestuur met de mededeling, dat zij - het werd hiervóór reeds aangestipt - bereid was het Instituut door financiële steun in staat te stellen, in 1957 voorbereidende werkzaamheden te verrichten op het terrein van de studie der Russische sociale geschiedenis vóór 1917, in het bijzonder ten aanzien van Herzen en Bakoenin. In het kader dezer beschouwingen mag niet onvermeld blijven, dat de boven omschreven wetenschappelijke arbeid van het Instituut voor de medewerkers tal van bemoeiingen meebracht, die veel tijd vergden. Aan het slot van deze algemene beschouwingen lijkt het niet overbodig te herhalen, wat te zelfder plaatse in het vorig jaarverslag werd gezegd. De toenemende activiteit van het Instituut, gewekt door de eigen arbeid van onze instelling en door de belangstelling en bereidheid tot samenwerking in het buitenland, is verheugend, maar kan zich in de toekomst slechts voortzetten en vrucht dragen bij een voorzichtig beleid en bij verdere consolidatie van onze instelling. Het voorzichtig beleid dient te voorkomen, dat de werkzaamheden zich zozeer en zo snel uitbreiden, dat ze door het apparaat niet meer opgevangen kunnen worden, de verdere consolidatie dient het apparaat een solide basis te geven. Deze consolidatie eist een voortgezette verbetering der salarissen, het verwerven van de hulp van tijdelijke wetenschappelijke medewerkers met steun van buitenlandse instanties, en een uitbreiding van het gebouw die het Instituut in staat moet stellen, ook in de toekomst, in een zeer nabije toekomst, zijn aanwinsten hun plaats te geven. Onder deze voorwaarden zal het Instituut zijn taak kunnen volbrengen en zijn centrale positie in de internationale wetenschappelijke samenwerking zo vervullen, dat het Instituut als Nederlandse instelling zeggenschap en een evenredig aandeel in de vruchten van die coöperatie behoudt. 3. M e d e w e r k e r s Het bestuur spreekt gaarne zijn erkentelijkheid uit voor de toewijding, menigmaal zelfs bijzondere toewijding, die de medewerkers ook in dit verslagjaar ten aanzien van het Instituut hebben betoond. De bibliothecaresse, mejuffrouw Mr. A. L. G. Rosier, nam per 1 juni ontslag. Daar de praktijk op sociaal gebied haar sterker trok dan de beschouwing, aanvaardde zij de betrekking van inspectrice van de arbeid. In de tijd, waarin mejuffrouw Rosier haar niet gering organisatorisch vermogen en grote werk-
IO
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
kracht in dienst stelde van het Instituut, heeft zij met grote voortvarendheid en toewijding gewerkt, waarvoor het Bestuur hier gaarne dank zegt. Zij werd met ingang van i juli opgevolgd door mejuffrouw M. Hunink; in het interregnum nam Dr. J. M. Meijer het bibliothecariaat waar. Op i mei trad de heer J. P. Klootwijk in de met steun van Z.W.O. gecreëerde functie van wetenschappelijk medewerker. De heer D. Sinselmeijer vervulde op i januari de reeds maanden lang open plaats van assistent voor de catalogus. Gedurende dit jaar deed zich, evenals het vorige, sterk de moeilijkheid gevoelen, dat voor de beide te vervullen plaatsen geen gediplomeerde catalogiseersters beschikbaar bleken. Om in deze lacune althans enigermate te voorzien werd de assistente voor de periodieken, mejuffrouw H.P. Lam, in eigen bedrijf opgeleid, waarna zij per i augustus in haar oorspronkelijke functie werd vervangen door mejuffrouw J. W. den Broeder. Om het bedrijf intussen en ook verder zo goed mogelijk gaande te houden, werden verschillende nieuwe medewerkers aangetrokken en zo nodig taken verwisseld. Zo trad mevrouw J. E. Mulder-Nova op 13 februari voor halve dagen in dienst en mevrouw M. J. W. Bijvoet-Krols op 1 november voor een beperkt aantal uren per week. Mejuffrouw S. C. van Veen verleende ons haar hulp van 10 september tot 23 november. Het behoeft nauwelijks betoog, dat deze gang van zaken niet gunstig was voor de continuïteit in bedrijf. Ook in 1956 werkte een aantal bij het Instituut gedetacheerde werkloze hoofdarbeiders mede aan de ordening en inventarisering der verzamelingen. Voor hun toewijding bij deze arbeid is het Bestuur erkentelijk. 4. B i b l i o t h e e k In 1956 verwierf het Instituut meer gedrukte werken dan in het vorig verslagjaar. Het aantal recente publikaties, dat onze instelling door de Review, door aankoop of door schenking verkreeg, steeg van 1197 in 1955 tot 1785. Terwijl het aantal oudere boeken, brochures en periodieken, die het Instituut door schenking ontving, toenam, kon dit materiaal tot aanvulling van lacunes thans ook op ruimer schaal antiquarisch worden aangeschaft. Ten aanzien van de acquisitie van deze laatste soort moge hier met enkele, schaarse voorbeelden worden volstaan: Het ontroerd Holland, kort verhaal van de voornaamste onlusten, oproeren en oneenigheden, 2 dln. 1748; 1'abbé Baruel, Histoire du clergé pendant la Révolution francaise, 1801; G. Guy-Grand, La philosophie syndicaliste, 1911; het weinig verspreide en opmerkelijke, fascistisch getinte werk van H. Bourgin, Le socialisme universitaire, 1942, en G. Wünsch, Evangelische Wirtschaftsethik, 1927. Tot de belangrijkste aanwinsten voor de Russische afdeling behoorden o.a. V.I. Semevskij, M.V. Butasevic-Petrasevskij i Petrasevcy, een studie over de Petrasevcen beweging van 1849, 1922;
JAARVERSLAG OVER
I956
II
de bundel Protiv idealizma (Tegen het idealisme), 2de druk, 1922, van de Marxistische filosofe L. Aksel'rod en een aantal werken betreffende de ideologische ontwikkeling in de Sowjet-Unie, t.w.: Diskussija o profsojuzach (De discussie over de vakbeweging in 1920-1921), 1927; Diskussija 1923 goda, 1927; Novaja oppozicija, 1926; Partija protiv oppozicii, 1927, die handelen over de discussies in de Russische communistische partij in resp. 1923, 1925 en 1926-1927, alsmede Rukovodjascie kadry RKP (b) (De leidende kaders der Russische Communistische Partij), 1925. Dat hier door een relatief groter aantal voorbeelden wat sterker nadruk wordt gelegd op de Russische werken, die antiquarisch verkregen werden, vindt zijn oorzaak in het feit, dat deze en soortgelijke publikaties schaars en daardoor even moeilijk te verkrijgen als kostbaar zijn. Ook dit jaar verplichtten vele personen en instellingen het Instituut door de schenking van gedrukte werken. 1 ) Voor Nederland dienen in dit verband in de eerste plaats te worden vermeld het Ministerie van Sociale Zaken, het Ruilbureau van de Koninklijke Bibliotheek en het Sociaal-historisch Centrum van Limburg. Naast oude relaties stonden dit jaar ruim 120 instellingen het Instituut voor het eerst materiaal af. De bibliothecaresse besteedde bijzondere aandacht aan de verbreding van het terrein van acquisitie in geografische zin en niet zonder succes. In dit verband verdient het vermelding, dat de ambassades van India en Indonesië en de Nationale Bibliotheek te Peking voortgingen ons publikaties van allerlei aard te zenden. Als nieuwe en vruchtbare relaties kunnen genoemd worden de academische Bibliotheek te Boekarest, verschillende instellingen in Joegoslavië, de Israëlische ambassades te 's-Gravenhage en Londen, het Israël Office of Information te New York en de uitgeverij Prachi Prakashan in Calcutta. De ruil met de Akademie van Wetenschappen te Moskou werd voortgezet, die met de Saltykov Bibliotheek te Leningrad aangevangen. Door deze betrekkingen ontving het Instituut zendingen materiaal, dat door koop zeer moeilijk of niet verworven kan worden (o.a. oudere periodieken). De werkzaamheden ondervonden ernstige belemmering door de tot versterking van het gebouw noodzakelijke verbouwingen. Daar in nagenoeg alle vertrekken tot het plaatsen van de stalen steunbalken de plafonds opengebroken dienden te worden, moesten de magazijnen en werkruimten, inclusief de kabinetten en de studiezaal, achtereenvolgens gesloten worden. Dit leidde tot het staken van werkzaamheden en kleine interne verhuizingen. Bijzondere maatregelen konden niet voorkomen, dat het stof tot in alle hoeken en zeer vele boeken drong. Het is begrijpelijk, dat deze situatie voor de gang van het beJ
) Voor volledige opgave zie p. 26.
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
12
drijf, in het bijzonder de ordening, bepaald nadelig was. Moeilijkheden konden ook de bezoekers niet geheel bespaard worden, al werd, o.a. door tijdelijke overbrenging van de studiezaal naar de expositieruimte, het mogelijke gedaan. Om beurten toch waren collecties ontoegankelijk. Het is niet onmogelijk, dat dit alles het bezoek ongunstig beïnvloed heeft, al was dit niet kleiner dan het vorig jaar. De verbouwing was intussen aanleiding om de collecties periodieken door wijziging van opstelling beter toegankelijk te maken, waarbij het echter te betreuren is, dat de omvangrijke collectie kranten, die tot ontlasting van de vliering in de betrekkelijk enge ruimte van de vroegere rijwielbergplaats werd opgetast, daardoor niet meer toegankelijk is. De veelvuldig geraadpleegde Duitse kranten uit de jaren vóór 1890 werden gecontroleerd, de Franse tijdschriften geheel geordend en op kaart gebracht. Bijzondere aandacht werd besteed aan het completeren van de lopende periodieken. De ordening, c.q. restauratie van de collectie affiches en het opbergen van dit kostbare materiaal in speciaal daartoe geconstrueerde stellages werd voortgezet. Dank zij de gift van het Provinciaal Bestuur van Noord-Holland kon de conservatie van het oude materiaal worden voortgezet. In totaal werden 1127 boeken en 74 jaargangen kranten gebonden, zo nodig ook gerestaureerd. Bijzondere aandacht wordt en werd besteed aan de kostbare verzameling Duitse periodieken uit het midden der 19de eeuw. 5. C a t a l o g i s e r i n g Het tempo der catalogisering liet te wensen over, omdat voor de beide vacatures geen gediplomeerde krachten te vinden bleken. Door opleiding in eigen bedrijf kwam in de tweede helft van dit verslagjaar althans één medewerkster voor deze arbeid beschikbaar. Onder deze omstandigheden werd er in de eerste plaats zorg voor gedragen, dat recent verschenen werken in de catalogus en daardoor in het bereik van de bezoekers kwamen. De catalogisering der afdeling Frankrijk werd voortgezet maar vorderde op deze wijze verre van snel; de catalogisering der Russische afdeling vond daarentegen geregeld voortgang. Afdrukken van titels werden ook in dit verslagjaar gezonden aan de Centrale Catalogus in 's-Gravenhage en aan de centrale catalogi voor Slavica te Amsterdam en Leiden, wat het gebruik der verzamelingen zeer stimuleert: het aantal aanvragen en uitleningen per post neemt zienderogen toe. 6. T o e z e n d i n g
Periodieken
Het aantal periodieken, dat het Instituut ontvangt, steeg van 1178 tot 1265. De lijst van inkomende kranten en tijdschriften bleef niet onveranderd: van sommige werd de uitgave gestaakt, voor andere bedankte het Instituut, omdat
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
13
zij naar inhoud tenslotte minder goed in onze collectie bleken te passen, terwijl weer andere periodieken dit jaar voor het eerst aangevraagd en verkregen werden. De Review was een beproefd middel om door ruil belangrijke en kostbare publikaties te verwerven. Gespecificeerd naar landen ontvangt het Instituut thans: Land Albanië Algerië Argentinië Australië België Birma Bulgarije China Canada Ceylon Denemarken Duitsland Engeland Finland Frankrijk Griekenland Hongarije India Indonesië Israël
Japan Jamaica Joegoslavië Italië Luxemburg Mexico Nederland Nieuw-Zeeland Nigeria Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal
Dagbladen — 5 2
2
8 4 3
Week- en M 1
3 1
5 58 1
7 6 3 1
9 99 64 5 141
-
11
-
13
4
16
1
14
-
2
1
9 36
3
3
1
1
1
-
6
5 -
300
2
3 4
2
1
3
50
2
13
-
4
14
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
Land Roemenië Rusland Saarland Spanje Suriname Tsjechoslovakije Verenigde Staten Viet-Nam West-Afrika Zuid-Afrika Zuid-Amerika Zweden Zwitserland Nederlandse Antillen Internationaal
Dagbladen
Week- en Maandbladen
2
13
8
24
3
1
1
12
1
2
1
8 78
3 2
3 7 -
2 1
16
7 21
38 1
72
78
1187
7. A r c h i e v e n Voor zover hun overige werkzaamheden dit toelieten, hebben de wetenschappelijke medewerkers de ordening en inventarisering der archieven voortgezet. In enkele gevallen ondervonden zij daarbij de steun van bezoekers, die in een bepaald archief werkten, zoals de heer R. P. Morgan, die het zijne bijdroeg tot de ordening van de collectie Becker. De resultaten van de arbeid der wetenschappelijke medewerkers op dit punt worden elders vermeld. Ten geschenke, in ruil of in depot ontving het Instituut: 1. Van de Association pour la Conservation des Valeurs Culturelles Russes te Parijs de collectie Kovalevsky, in hoofdzaak bevattende correspondentie van deze bekende, uit Rusland geëmigreerde socioloog met vooraanstaande geleerden en figuren op sociaal gebied. 2. Van het Émile Vandervelde Instituut te Brussel fotocopieën van de volgende brieven: C. de Paepe aan Malengraux, C. de Paepe aan L. Bertrand, Van Kol aan L. Bertrand, L. Bertrand aan C. de Paepe, Bracke aan L. Bertrand, Jules Lekeu aan L. Bertrand, Delfosse aan L. Bertrand, C. Huysmans aan M. Tougouchi, É. Vandervelde aan Adler, Ramsay Macdonald aan É. Vandervelde, alsmede aantekeningen van Émile Vandervelde en „Souvenirs" van Louis de Brouckère. 3. Van de heer A. de Jong te Heemstede 2 brieven van Rudolf Rocker aan Ds. N. J. C. Schermerhorn.
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
15
4. Van D. Baron Mackay te Soest materiaal over het Saarplebisciet van 193 5. 5. Door ruil van het Institut für Marxismus-Leninismus te Berlijn microfilms van ongeveer 350 brieven van Wilhelm Liebknecht, welke collectie een belangrijke aanvulling is op het archief W. Liebknecht, dat reeds in het bezit van het instituut was. 6. Van mejuffrouw N. Menage Challa te Apeldoorn materiaal uit de nalatenschap van Ds. N. J. C. Schermerhorn, omvattende door hem gemaakte aantekeningen en geschreven toneelstukken en correspondentie en een 20-tal brochures op het gebied van de vredesbeweging en het anarchisme. 7. Van de heer I. Silone te Rome, door bemiddeilng van de heer J. Braunthal, documenten over de illegale socialistische beweging tijdens de fascistische periode in Italië, over de Italiaanse socialistische emigratie in Zwitserland, alsmede brieven, krantenknipsels en belangrijk materiaal over de activiteiten van Italiaanse socialistische groeperingen in Zwitserland in de jaren 1940-1944. 8. Van mevrouw N. Stokvis-Cohen Stuart te Dieren de collectie J. E. Stokvis, bestaande uit een groot aantal brieven en gedrukte werken, die mede licht werpen op de sociale toestanden en de groei der nationale beweging in Indonesië, benevens een groot aantal plakboeken met krantenknipsels uit diezelfde periode voornamelijk afkomstig uit Indonesische bladen. 9. Van mevrouw S. IJzerman-Bendien te 's-Gravenhage het manuscript van de delen I en II van Verbeeld Verleden van A. W. IJzerman; stukken betreffende het Socialistische Dispuut Gezelschap Den Haag 1931; notulen van de Program Commissie van de S.D.A.P. uit 1935, alsmede correspondentie en stukken van de Commissie voor het plan van de P.v.d.A. uit 1950. 8. N e d e r l a n d s - E n g e l s - A m e r i k a a n s - K a b i n e t 1 ) Al wijzigden de verhoudingen zich in 1956 ten gunste van andere afdelingen, zo ontving dit kabinet in 1956 toch eveneens een naar verhouding groot gedeelte der verworven archivalia en gedrukte werken. De medewerker, Dr. Fr. de Jong Edz., wijdde zich in de eerste plaats aan de ordening en plaatsing van deze nieuwe aanwinsten. Bovendien kon hij, bijgestaan door werkloze hoofdarbeiders, na enige stagnatie de in het vorig jaarverslag vermelde werkzaamheden tot verdere ordening der collecties voortzetten. Zo werden de archivalia beter en compacter opgeborgen, waarbij, deels dank zij deze bewerking, deels dank zij een uitbreiding der bergruimte, groter overzichtelijkheid der verzameling kon worden bereikt. De ordening en registratie van het zo weerbarstige materiaal der statuten, jaarboekjes, congres- en jaarverslagen x ) Dit kabinet omvat behalve de in de titel genoemde verzamelingen, de collecties betreffende Afrika, Azië, België en de Scandinavische landen. De medewerker beheert bovendien de groepen geschiedenis, economie, sociologie en politieke wetenschappen.
l6
JAARVERSLAG OVER 1956
yan Nederlandse organisaties vond voortgang, evenals de systematisering der publikaties van internationale organisaties als de Volkenbond, het Internationaal Arbeidsbureau, de Interparlementaire Unie, de Internationale Stedenbond enz. Voortgezet werd eveneens de ordening der gedrukte werken over de Scandinavische landen. Met het oog op de toenemende vraag naar illustratieen tentoonstellingsmateriaal werd een begin gemaakt met een afdoende ordening van de fotoverzameling, terwijl ten behoeve van nader aan te wijzen werkzaamheden de ordening van het gedrukte materiaal van en over de Eerste Internationale ter hand genomen werd. Ten aanzien van de archieven dient hier nog in het bijzonder vermeld te worden, dat de medewerker het reeds in ons bezit zijnde archief van de S.D.A.P lopende over de jaren 1922-1934 en 1940-1946, aan een eerste ordening onderwierp, terwijl de heer R. de Jong, daartoe wederom zijn stage als student in de Faculteit der Politieke en Sociale Wetenschappen benuttend, onder zijn leiding de systematisering en inventarisering van het archief van Domela Nieuwenhuis voltooide. De eigenaar van dit archief, het Domela Nieuwenhuis Fonds, besloot de zo tot stand gekomen inventaris te publiceren. Tenslotte ving Dr. De Jong op het eind van het jaar de moeizame inspectie aan van de uit Polen teruggekeerde verzameling. Als beheerder der Nederlandse collecties in de eerste plaats viel Dr. de Jong uit de aard der zaak in toenemende mate de taak ten deel, bezoekers advies en steun bij hun onderzoek te verlenen. Vermeld dient nog in dit verband de voorlichting en hulp, die hij gaf bij de voorbereiding van de jubileumtentoonstelling van het N.V.V. Het kabinet leverde materiaal voor een viertal dissertaties: De Nederlandse vakbeweging (Leuven), Het begin der Engelse Arbeidersbeweging (Tokio), Domela Nieuwenhuis (Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam) en Van S.D.A.P. tot P.v.d.A. (Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam). Behalve voor een aantal kleinere scripties van leerlingen van scholen voor maatschappelijk werk, verstrekte het kabinet de gegevens voor scripties van studenten der beide Amsterdamse en der Leidse Universiteit en wel over: Henri Polak; Arbeidstoestanden in Nederland ± 1 8 8 8 ; Ontstaan, ontwikkeling en huidige stand van het leerlingstelsel; De onkerksheid in Nederland in de tweede helft der negentiende eeuw; Congres te Lausanne van de Eerste Internationale 1867. Tenslotte werd materiaal geleverd voor een aantal studies zoals: De oudste organisaties der Nederlandse typografen; De Nederlandse anti-oorlograad ; De betekenis van de gildesymbolen voor de latere arbeidersbeweging. Dr. De Jong bewerkte het aandeel van het Instituut tot het repertorium van periodieken uitgaande van of betrekking hebbende op de Eerste Internationale, waarvan de publikatie met steun van de Unesco wordt voorbereid door de
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
17
Commission d'Histoire des Mouvements Sociaux onder auspiciën van het Comité Internationale des Sciences Historiques. Uit deze arbeid bleek, dat het Instituut, in vergelijking met andere, buitenlandse instellingen, op dit gebied een zonder twijfel aanzienlijke collectie bezit. 9. F r a n s
Kabinet1)
De catalogisering van de in deze afdeling aanwezige boeken werd, als vermeld, voortgezet. De titelbeschrijving van de werken betreffende de Franse politieke geschiedenis tot het einde van het Franse keizerrijk en die over de Parij se Commune werd voltooid. De voorbereiding van deze catalogisering en de hierbij gewenste voorlichting bleven bij voortduring de aandacht van de medewerker, Mr. B. van Tijn, opeisen. Voorts werd de ordening en beschrijving van de in het kabinet aanwezige oude Franse en anarchistische kranten en tijdschriften ter hand genomen. Het is opmerkelijk, dat het materiaal van deze afdeling evenals vorige jaren vooral de aandacht van buitenlandse bezoekers trok. Het archief Krapotkin met de in het kabinet aanwezige anarchistische kranten en tijdschriften werd geruime tijd bestudeerd door een Canadese onderzoeker voor een werk over deze bekende anarchist. Een Italiaanse onderzoekster raadpleegde de correspondentie van Jacques Gross voor een werk over Italiaanse anarchisten, dat in Amerika verschijnen zal. Het materiaal van de afdeling werd diepgaand geraadpleegd voor studie over de symbolen der arbeidersbeweging. Een Franse promovendus raadpleegde de archieven van Guesde en Rappoport voor zijn proefschrift over de betekenis van het Marxisme na de eerste wereldoorlog. Verschillende studenten putten uit het materiaal van het kabinet de gegevens voor hun scripties, onder meer over de oprichting van de S.F.I.O., de betekenis van Jean Jaurès in de Franse politiek en de ontwikkeling in het Italiaanse fascistische bewind in verband met de Italiaans-Abessijnse oorlog. 10. D u i t s K a b i n e t 2 ) Indien de toegenomen belangstelling en activiteit, in het bijzonder ook wetenschappelijke activiteit van het Instituut de taak der medewerkers verzwaarde, dan geldt dat zeer in het bijzonder voor de medewerker van het Duitse kabinet, de heer W. Blumenberg. In de kringen van Duitse historici en beoefenaars der sociale wetenschappen - niet alleen van Duitse trouwens groeit de belangstelling voor de sociale geschiedenis van dit land en het is nu x
) Dit kabinet omvat behalve de Franse en anarchistische verzamelingen de afdelingen Utopieën, Spanje, Portugal, Italië, Midden- en Zuid-Amerika. 2 ) Dit kabinet omvat de Duitse, Oostenrijkse en Zwitserse verzamelingen.
l8
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
eenmaal zo, dat het Instituut voor zeer vele onderzoekingen op dit terrein vaak de enige, vaak ook de best voorziene bewaarplaats van documenten en gedrukt materiaal is. Vandaar het grote aantal bezoekers, die de heer Blumenberg terzijde heeft gestaan en na hun vertrek nog herhaaldelijk schriftelijk terzijde bleef staan, vandaar ook het groeiend aantal verzoeken om schriftelijke inlichtingen, die onze medewerker pleegt te beantwoorden, indien het mogelijk en gerechtvaardigd lijkt, om onderzoekers een reis naar Amsterdam te besparen. Daarnaast staat, dat de voorbereiding van de Review, waartoe de heer Blumenberg een bijdrage leverde, en van de reeks Quellen und Untersuchungen zur Geschichte der deutschen und österreichischen Arbeiterbewegung veel tijd vroegen. Hij was niet alleen de vraagbaak van de bewerkers van delen in deze reeks, hij nam bovendien zelf een groot aandeel in de bewerking van de correspondentie van Hess en de autobiografie van Kautsky met haar bijlagen. Gaat deze ontwikkeling zo voort, dan zullen maatregelen genomen dienen te worden om de heer Blumenberg de nodige steun te verlenen. Behalve de gewone routine-werkzaamheden der wetenschappelijke medewerkers, zoals het ordenen en plaatsen der nieuwe aanwinsten, zette de medewerker met enkele hulpkrachten de ordening en inventarisering der archieven voort. De ordening van de archieven van Hess en Becker werd voltooid, van het laatste met hulp van de heer Morgan, die van het archief van Jung aangevangen. Nadat de inventaris van de collectie Liebknecht was afgesloten, werd met de inventarisering van het archief van Bebel een begin gemaakt. Aan promovendi, studenten en andere onderzoekers werd het materiaal geleverd voor studies over de volgende onderwerpen: Karl Grün en het vroege socialisme; De vroege Westfaalse socialisten; Marx,jeugdgeschriften; Marx, excerpt-cahiers; Marx, Kapital-manuscripten; Engels, studies over het oerchristendom; Marx, Engels en de Internationale Arbeiders-Associatie, De Duitse arbeiderspartijen en de Eerste Internationale; Duitse arbeidersorganisaties gedurende de revolutie van 1848; Federalisme en centralisme in de Duitse geschiedenis van de jaren 60; Bladen van de Duitse sociaaldemocratie (meermalen); De Socialistische Arbeiders-Internationale van het congres te Hamburg tot 1933; Geschiedenis van de U.S.P.D.; De biografie van Friedrich Ebert; De politieke activiteit van Ernst Reuter gedurende de eerste jaren van de Republiek van Weimar; De benoemingspolitiek der Pruisische regering; De betrekkingen van de sociaaldemocratische ministers tot hun partij in de tijd van de Republiek van Weimar; De Duitse communistische partij in de eerste jaren van de Republiek; De Duitse communistische partij gedurende de jaren 1928-1935; De illegale literatuur van het Duitse Verzet; Betrekkingen van de vakverenigingen met de partijen in de tijd na de tweede wereldoorlog; De symbolen der arbeidersbeweging. Herhaaldelijk werd materiaal uit onze rijke
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
19
verzameling illegale documenten ter beschikking gesteld voor een groot opgezet onderzoek naar de activiteiten van verzets-groepen afkomstig uit de Duitse arbeidersbeweging; dit onderzoek wordt door het Institut für wissenschaftliche Politik aan de universiteit Marburg verricht. 11. R u s s i s c h
Kabinet1)
Ook dit jaar eisten de catalogisering van het boekenbezit, de inventarisering der archieven en de acquisitie in hoofdzaak de aandacht op van de medewerker, Dr. J. M. Meijer; hij nam voorts korte tijd het bibliothecariaat waar. De catalogisering blijft goede voortgang maken. Tegen het einde van het jaar waren de voornaamste rubrieken van de Russische collectie goeddeels gecatalogiseerd, wat betekent, dat de titels van de meest gebruikte afdelingen van het kabinet in de catalogus zijn opgenomen. Thans dient overgegaan te worden tot de titelbeschrijving van de collectie over de afzonderlijke Sovjetrepublieken, van een aantal speciale collecties en van de verzameling boeken over de andere Oosteuropese landen. Ook de ordening der archieven werd tot een voorlopig einde gebracht. Dit kon echter slechts geschieden dank zij de medewerking van Dr. B. Sapir, die tot dit doel enige tijd in het Instituut werkzaam was en zijn aandacht speciaal richtte op de collectie-Savinkov. Aparte vermelding verdient ook hier de reeds genoemde verwerving van de boekerij der Association pour la Conservation des Valeurs Culturelles Russes, die voorlopig geordend en, in overeenstemming met de gesloten overeenkomst, als afzonderlijke collectie werd opgesteld. Behalve het gebrek aan ruimte, dat in het Instituut weliswaar algemeen, maar in dit kabinet toch bijzonder duidelijk merkbaar is, deden zich twee moeilijkheden gevoelen, die in het bijzonder aan de Russische afdeling inherent zijn. Het gebrek aan ruimte dwong tot herplaatsing, die echter nog verschillende collecties op hinderlijke wijze over het gebouw verspreid liet. Het eerste speciale bezwaar is, dat de toeneming der dagelijkse besognes, die voor alle medewerkers geldt, in dit kabinet ingevolge moeilijkheid van de taal tot nog toe niet kon worden opgelost door de inschakeling van hulpkrachten voor eenvoudige werkzaamheden. Naar een oplossing voor dit euvel wordt momenteel uitgezien. De tweede speciale moeilijkheid is de verwerving, die verre van eenvoudig is, zowel waar het recente als niet recente publikaties betreft. Een gematigd optimisme lijkt echter, vergeleken bij het vorig jaar, gerechtvaardigd. De bestellingen van nieuwe werken verliepen bevredigend en antiquarisch konden er belangrijke werken worden aangeschaft, al bleken in te vele gevallen de prijzen prohibitief. Naar uitbreiding x ) Dit kabinet bevat behalve de Russische verzameling de collecties betreffende Hongarije, Polen, Tsjechoslovakije en de Balkanlanden.
20
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
van de mogelijkheden tot ruil wordt gestreefd en niet zonder resultaat. Te betreuren valt, dat voor de Review dit jaar geen recensie-exemplaren uit Rusland ontvangen werden. Voor de volgende dissertaties werd materiaal uit het Russische kabinet gebruikt: De positieve held in de Sowjetliteratuur; Westerse waarnemers der Russische revolutie; De jeugdbeweging (voor zover betreft Rusland); Dostojewski's realisme; Tsaristische politiek in het Verre Oosten (alle Amsterdam); Iwan Aksakow (Leiden). Voorts werd materiaal verstrekt voor andere studies: Belinski; Het economische stelsel van Joegoslavië, Dostojewski en de sociale stromingen der jaren zestig; Russische filosofie na 1880; De SovjetUnie in 1924-1926; Russische landbouw; Trotski. 12. R e v i e w Na een vrij langdurige periode van voorbereiding kon dit jaar een aanvang worden gemaakt met de uitgave van de Review. De medewerker voor de Review, de heer F. Kool, verzorgde in voortdurend overleg met de wetenschappelijke staf de redactie, waarbij hij sinds 1 mei, speciaal voor de bibliografie, werd bijgestaan door de heer J. P. Klootwijk en, in het bijzonder voor de administratie en correspondentie, door mejuffrouw A. D. Mulder. Deze kleine staf was bovendien met de gegevens van het Instituut de uitgever, de firma Van Gorcum & Comp., op intensieve wijze van dienst bij haar streven om in zo ruim mogelijke kring bekendheid aan deze publikatie te geven. Een woord van erkentelijkheid voor de aangename samenwerking met de uitgeverij wordt hier gaarne uitgesproken. Bij de keuze der artikelen werd een strenge selectie naar kwaliteit toegepast, terwijl er tevens naar gestreefd werd, door deze keus te demonstreren, dat het Instituut zowel ruim wenst te zijn bij de interpretatie van het begrip sociale geschiedenis als bij de begrenzing van het in chronologisch en geografisch opzicht te bestrijken terrein. Zorgvuldig werd in het oog gehouden, dat de bibliografie het aan artikelen gewijde deel niet overwoekeren zou. Daarom werd het aantal besproken werken beperkt tot 870, hetzelfde aantal ongeveer als in 1955 en 1954 in het Bulletin gesproken werden. Thans werden echter 87 boeken en brochures in een rubriek Shorter Writings zonder verder commentaar aangekondigd. De belangstelling en medewerking der uitgevers, die tot uiting kwam in het aantal recensie-exemplaren, was zeer bevredigend. Er verschenen drie afleveringen van het tijdschrift: No. 1 in mei, bevattende een inleiding, waarin Prof. Dr. A. J. C. Rüter een kort overzicht gaf van de ontwikkeling der sociale geschiedenis en de uitgave van dit nieuwe tijdschrift rechtvaardigde, een bijdrage van Prof. Walter Galenson over de vorming van vakbonden in de Amerikaanse staalindustrie, een
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
21
bijdrage van Prof. Georges Bourgin over de samenwerking tussen de Duitse en Franse regeringen ter onderdrukking van de Parijse Commune (1871), een door W. Blumenberg ingeleide en gecommentarieerde publikatie van brieven van Marx aan diens Hollandse verwanten en een artikel van Arthur Lehning over Buonarroti en diens internationale geheime genootschappen, alsmede 271 boekbesprekingen; No. 2 in september, openende met een bijdrage van Edvard Buil, waarin over het belang van autobiografieën van Noorse industrie-arbeiders als sociaalhistorische bron wordt gesproken, waarop volgden een studie van Peter Broek over de Poolse politieke boerenbeweging, van Prof. Carlos M. Rama over de sociale bewegingen in Latijns Amerika in de 19de eeuw, van Boris Nicolaevsky, die twee documenten met commentaar gaf over de Communisten bond (1848 en 1850), en van Prof. Howard Becker over kerk en staat in het oude Kreta. Mevrouw D. Fauvel-Rouif droeg tenslotte een verslag bij over de bijeenkomst van de Commission Internationale d'Histoire des Mouvements Sociaux. In dit nummer waren 230 boekbesprekingen opgenomen. No. 3 in december, bevattende een artikel van Chushichi Tsuzuki over de oorsprong van de Socialist Labour Party en de Socialist Party of Great Britain, van Richard K. P. Pankhurst over het Fourierisme in Groot-Britannië, van Prof. Armand Cuvillier over de weerspiegeling van de klasse-tegenstellingen in de Franse sociale literatuur van Saint-Simon tot 1848, alsmede de thans posthuum gepubliceerde studie van Paul Frölich over burgerlijke en plebeïsche revolutie in de spiegel der mensenrechten. Dit nummer bevatte 269 boekbesprekingen. Met de uitgave van de Review is een vurige wens van het Instituut in vervulling gegaan. Uit de aard der zaak heeft een dergelijk internationaal orgaan tijd nodig om „er in" te komen en dient men de verdere ontwikkeling af te wachten, maar tot nu toe valt er over belangstelling en verspreiding niet te klagen. In verschillende organen verschenen gunstige besprekingen en het aantal ter lezing ingezonden artikelen geeft vertrouwen; op dit ogenblik is er voor bijna vier afleveringen kopij in portefeuille. Dat ook de bibliografie waardering ondervindt blijkt wel uit het feit, dat de S.A.I., onder verwijzing naar dit deel der Review, de uitgave van haar eigen bibliografisch bulletin staakte. 13. C o r r e s p o n d e n t te P a r i j s Onze correspondent te Parijs was dit jaar weer zeer actief. Hij zond ons veel contemporain materiaal, dat efemeer en daarom zeldzaam is, alsmede periodieken uit Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk, die door hun geringe verbreiding
22
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
moeilijk te verkrijgen zijn. Bovendien danken wij hem materiaal over het plebisciet en de in 1955 gehouden verkiezingen in het Saargebied. 14. B e z o e k aan h e t I n s t i t u u t Het aantal bezoekers bedroeg dit jaar 1997, waaronder veel buitenlanders, die veelal gedurende een langere periode in het Instituut werkten. Dat onze instelling ook buiten Europa en Amerika de aandacht begint te trekken, blijkt wel uit het bezoek van verschillende Japanse onderzoekers, waarvan enkele voor een speciale studie geruime tijd in het Instituut verbleven. Van de vele dienen in het bijzonder nog de volgende bezoeken gereleveerd te worden, hetzij om hun min of meer officieel karakter, hetzij als blijk van groeiende belangstelling. Het Instituut dan ontving een Tsjechische delegatie, die onder leiding stond van de Minister van Onderwijs van Tsjecholsowakije en waartoe o.a. de rector van de universiteit van Bratislawa behoorde; deze delegatie bracht een officieel bezoek aan Nederland. Gedurende het in augustus te Amsterdam gehouden Internationale Sociologencongres zag het Instituut zeer vele deelnemers aan dit congres binnen zijn muren, o.a. de professoren G. Duveau (Parijs), N. Chlepakov (Kief), S. Ketchekian (Moskou) en P. Rassow (Keulen). Na leermeesters verschenen ook leerlingen: 11 studenten uit Ljubljana. Ter gelegenheid van de overdracht der in Polen teruggevonden collectie begeleidde de Poolse gezant, de heer Findzinski, met enkele van zijn medewerkers de Poolse gedelegeerden, de heren Dr. H. Altman en Prof. Dr. J. Hochfeld, bij hun bezoek aan het Instituut. Al naar de eis werden bij deze bezoeken kleine exposities gehouden. 15. T e n t o o n s t e l l i n g e n Al is het te betreuren, dat het Instituut zelf dit jaar geen tentoonstelling organiseren kon, het stemt niettemin tot voldoening, dat onze instelling in 1956 meermalen het vaak zo instructieve en illustratieve materiaal van documenten, oude brochures, strooibiljetten en affiches in bruikleen mocht geven ten behoeve van exposities, door anderen georganiseerd. Het Instituut leverde nagenoeg al het materiaal voor de tentoonstelling, die het N.V.V. in het begin van dit jaar ter gelegenheid van zijn 50-jarig jubileum in het gebouw van de A.N.D.B. hield. Het hoofd van onze Nederlandse afdeling, Dr. Fr. de Jong Edz., verleende zijn medewerking tot het bereiken van een wetenschappelijk verantwoorde opstelling van dit wat weerbarstige materiaal. Voorts stond het Instituut materiaal af voor een expositie gewijd aan de vakbeweging, die het Christelijk Nationaal Vakverbond ter gelegenheid van een kadercursus organiseerde. Karikaturen van Albert Hahn werden ter beschikking gesteld van het Stedelijk Museum voor de tentoonstelling „Het
JAARVERSLAG OVER
I956
23
sociale element in de beeldende kunst". Na de sluiting in Amsterdam werd deze collectie in Engeland geëxposeerd. Tenslotte stond het Instituut materiaal af voor de tentoonstelling, die de Vrijdenkersvereniging De Dageraad ter gelegenheid van haar honderdjarig bestaan hield. 16. I n t e r n a t i o n a a l
Archief
voor
de
Vrouwenbeweging
Daar het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en de gemeente Amsterdam het I.A.V. subsidie verleenden, zag het Archief zich in staat, zijn boekenbezit niet onaanzienlijk uit te breiden. Op verzoek van de directie Voorlichting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ondernam het I.A.V. de uitgave van een driemaandelijks bulletin: Endeavour, information about women in the Netherlands, het eerste nummer verscheen in februari. Bovendien verzorgde het Archief de publikatie van een studie over Barbara Meertens-Schilperoort van de hand van mevrouw H. P. Hogeweg-de Haart. 17. I n t e r n a t i o n a a l C o n t a c t Het internationaal contact bleef levendig. Tot beter en talrijker relaties droegen zonder twijfel het werk voor de Review en de verschillende niet periodieke publikaties, alsmede bezoeken van de heer J. Braunthal, de directeur en Dr. J. M. Meijer het hunne bij. De directeur nam deel aan de in november te Parijs gehouden conferentie van de Commission d'Histoire des Mouvements Sociaux, die onder auspiciën van het Internationaal Comité voor Geschiedkundige Wetenschappen en met steun van de Unesco werkt. Ze legt zich op het ogenblik vooral toe op het samenstellen van bibliografische repertoria, waaraan het Instituut zijn medewerking verleent. Het eerste deel van deze reeks repertoria nadert zijn voltooiing. Het gevolg van het onderhouden van deze contacten is zonder twijfel, dat er in het buitenland meer begrip voor het Instituut ontstaat en de neiging tot samenwerking toeneemt. 18. C o n t a c t m e t de U n i v e r s i t e i t e n Ook dit jaar vond een goed bezochte vergadering plaats van de Raad van Advies, waarin de onderscheidene academische docenten in de geschiedenis, de sociologie, de sociografie, de sociale psychologie, de politieke wetenschappen, onderdelen der rechtswetenschap, de economie en de etnologie zitting hebben. De directeur gaf een uiteenzetting over de gang van zaken, waarop een zeer levendige en geïnteresseerde discussie volgde, die voor directie en leden velerlei perspectieven opende. De vergadering van de Raad van Advies is langzamerhand een traditie en een goede traditie geworden. Het is voor een instelling als het Instituut nu eenmaal niet mogelij k - nog geheel afgezien van
24
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
de wenselijkheid - om directe invloed uit te oefenen op universitair onderwijs of onderzoek, maar het lijkt niet te ontkennen, dat het onderhouden van de band de belangstelling voor de sociale geschiedenis én het gebruik van onze verzamelingen stimuleert. Al zou het Instituut beide nog gaarne sterk vergroot zien, het zegt in dit verband toch misschien iets, dat in de laatste tijd leeropdrachten van hoogleraren „sociale en economische geschiedenis" gedoopt worden, een volgorde, die vroeger niet wel denkbaar was. De heer L. van der Land, assistent van Prof. Mr. Dr. J. Barents, leidde een werkcollege voor studenten van de politiek-sociale faculteit, met gebruik van materiaal en in het gebouw van het Instituut. Prof. Dr. J. H. Kernkamp bezocht het Instituut met een groep studenten in de geschiedenis uit Utrecht. 19. S o c i a a l - h i s t o r i s c h e
Studiekring
Het contact met de Sociaal -historische Studiekring was ook dit jaar voortreffelijk. De kring hield zijn bijeenkomsten als gewoonlijk in het gebouw van het Instituut. 20. G e b o u w Zoals in het vorig jaarverslag werd uiteengezet bleek in de loop van 1955 bij een onderzoek ingesteld door de dienst van Publieke Werken der gemeente Amsterdam, afdeling Onderhoud Gebouwen, dat het gebouw tekenen van ernstige overbelasting vertoonde. Dank zij de grote welwillendheid van de gemeenteraad van Amsterdam, die een bedrag van ƒ 75.000 voor herstel voteerde, en dank zij de voortvarendheid van onderscheidene gemeentediensten en hun begrip voor de moeilijke positie van het Instituut, konden met spoed maatregelen beraamd worden om de dreigende gevaren af te wenden en wel op zodanige wijze, dat het Instituut het gebouw niet geheel of gedeeltelijk behoefde te ontruimen. Nog in 1955 werden de eerste, in feite voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd. In dit verslagjaar werden de definitieve voorzieningen getroffen. De drie boven elkaar gebouwde krantendepots werden zodanig versterkt, dat zij hun last konden blijven dragen, door het vernieuwen der fundamenten en het optrekken van een stalen geraamte ter ondersteuning van de vloeren. In de overige vertrekken werd de fundering der kasten verzwaard door het aanbrengen van stalen balken. Afgezien van deze zeer ingrijpende maatregelen deed de gemeente Amsterdam enkele kleinere voorzieningen tot bevordering der veiligheid alsmede onderhoudswerken uitvoeren. Het bestuur stelt er prijs op, zijn grote erkentelijkheid uit te spreken voor de zo ruime en snelle steun, die het gemeentebestuur van Amsterdam en de betrokken gemeentediensten hebben verleend.
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
25
Al deze maatregelen stelden het gebouw intussen slechts in staat, de last te blijven dragen die het reeds droeg en dat zelfs niet ten volle: de vliering mocht niet meer als depot worden gebruikt. Voor het toegankelijk maken van de vandaar verwijderde collectie, voor de groei der verzamelingen van het Instituut, het Rusland Instituut en het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging en voor de toename van het getal bezoekers en - bij de reeds verwezenlijkte en nog te verwezenlijken internationale samenwerking - medewerkers, dienen er nieuwe magazijnen gebouwd en werkruimten ingericht te worden. Om deze redenen meende het bestuur zich andermaal tot het gemeentebestuur van Amsterdam te mogen wenden met het verzoek, door de dienst van Publieke Werken in overleg met de directie van het Instituut daartoe strekkende plannen te doen uitwerken. De noodzaak van uitbreiding werd nog eens onderstreept, toen de door de Poolse regering aan het Instituut teruggegeven collectie met het oog op de veiligheid niet in het gebouw ondergebracht bleek te kunnen worden. In deze moeilijkheden had het bestuur wederom en wel een dubbele aanleiding het gemeentebestuur van Amsterdam dankbaar te zijn: het stond niet alleen toe, bovenbedoelde collectie onder te brengen in de voormalige Hoogduitse Synagoge, maar deelde bovendien op het eind van dit jaar mede, dat het gemeentebestuur de directeur der Publieke Werken verzocht had, een plan tot uitbreiding van het gebouw in overleg met de directie van het Instituut te doen opstellen. 21. M e u b i l a i r In de eerste plaats dient vermeld te worden, dat het Instituut, mede door de goede zorgen van de gemeente Amsterdam, een nieuwe telefooninstallatie ontving. Daar de bestaande zeer hinderlijke ouderdomsverschijnselen vertoonde, betekent dit een grote verbetering. Met het oog op het toegenomen gebruik bleek het wenselijk, het Instituut thans door twee lijnen op het net aan te sluiten. Buisverlichting werd aangebracht in de donkerste vertrekken: het Duitse kabinet, de distributie en de krantendepots. De uitbreiding van de catalogus maakte het wenselijk wederom een cataloguskast aan te schaffen, terwijl het meubilair voorts werd uitgebreid met enkele kleinere boekenkasten en klaptafels voor de magazijnen. Om het werk in de depots te vergemakkelijken, werden een drietal aluminium ladders aangeschaft. Tenslotte ontving het Instituut van het N.V.V. ten geschenke een collectie tentoonstellingsmateriaal, dat bij komende exposities goede diensten zal bewijzen.
JAARVERSLAG OVER
26
I956
SCHENKING VAN GEDRUKTE WERKEN Van instellingen en organisaties werden ontvangen: VAN DE AMBASSADE VAN FRANKRIJK, AMSTERDAM
Documents Diplomatiques Francais (1871-1914) 2e Série (1901-1911) Tomé XIII en XIV. VAN DE AMBASSADE VAN INDIA, 'S-GRAVENHAGE
enige publikaties, benevens geregeld tijdschriften. VAN DE AMBASSADE VAN ISRAËL, 'S-GRAVENHAGE
een aantal brochures en nummers van tijdschriften. VAN DE PÜBLISHING COMPANY AMPERSAND, LONDEN
14 publikaties, waaronder: H. Seton-Watson, The Revolution of our Time; L. Schapiro, The Future of Russia; T. B. Bottomore, Classes in Modern Society; J. Bowle, The Nationalist Idea; D. Healy, Neutralism; D. Sington, Freedom of Communication; A. Zauberman, Economie Imperialism. VAN DE BIBLIOTHEEK DER STATEN GENERAAL, 'S-GRAVENHAGE, EN DOOR BEMIDDELING VAN DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK
aanvullingen op ons regelmatig toegezonden publikaties: Decisions and Orders of the National Labor Relations Board, vol. 112 en 113; Court Decisions Relating to the National Labor Relations Act, vol VIII, January 1, 1952 through December 31, 1953; 42nd Annual Report of the Board of Governors of the Federal Reserve System 195 5; 2oth Annual Report of the National Labor Relations Board 1954-1955; Digest and Index of Decisions of the National Labor Relations Board July 1, 1954-June 30, 1955. VAN DE BUNDESZENTRALE FÜR HEIMATDIENST, BONN
evenals vorig jaar verschillende uitgaven, waarvan wij noemen: H. Rothenfels, Das Politische Vermachtnis des Deutschen Widerstandes; Dokumentation zur Massen-Vergasung; H. Schneider, Das Ermachtigungsgesetz vom 24. Marz 1933; E. Lemberg, Umdenken in der Verbannung; Th. Litt, Das Bildungsideal der Deutschen Klassik und die Moderne Arbeitswelt. VAN DE COMMUNIST PARTY OF GREAT BRITAIN, LONDEN
een 7-tal brochures. VAN DIETZ VERLAG, BERLIJN
evenals verleden jaar een 20-tal publikaties, waaronder: Die Marzkampfe 1921; Die Kommunistische Partei Italiens; J. Kuczynski, Die Geschichte unseres Vaterlandes von 1900 bis zur Gegenwart; A. P. Gagarin, Die Entstehung und der Klassencharakter des Christentums; W. Ulbricht, Fragen der Politischen ökonomie in der Deutschen Demokratischen Republik; Friedrich Engels' Kampf für die Schaffung einer Marxistischen Arbeiterpartei in Deutsland. VAN HET EKONOMSKI INSTITUT F.N.R.J., BELGRADO
een 1 o-tal boeken over economische vraagstukken.
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 6
2
7
VAN DE EMBASSY OF ISRAËL, LONDEN
11 publikaties, waaronder: Peace in the Middle East; The Arabs in Israël. VAN HET HOGE COMMISSARIAAT VAN DE REPUBLIEK INDONESIA, 'S-GRAVENHAGE
wederom abonnementen op een aantal bladen. VAN HET INSTITUT FÜR SOZIALPOLITIK UND ARBEITSRECHT, MÜNCHEN
een 7-tal publikaties, waaronder: Dr. W. Auerbach, Mut zur Sozialen Sichcrheit; Dr. H. Bachman, Gewerkschaft und Demokratie; idem, Die Soziale Forderung an die Wirtschaftspolitik. VAN DE INTERNATIONAL UNIVERSITIES PRESS, NEW YORK
het boek van B. Gourevitch, The Road to Peace and to Moral Democracy I en II. V A N HET ISRAËL O F F I C E OF INFORMATION, N E W YORK
15 publikaties, waaronder: Jerusalem and the United Nations; Egypt's Blockade Practises in the Suez Canal and the Gulf of Aqaba; The Security Situation in the Middle East. VAN DE LITERAIRE NALATENSCHAP, MOSKOU
de delen 6 tot en met 9 van de verzamelde werken van Herzen. VAN DE NATIONAL LIBRARY, PEKING
een 20-tal publikaties, waaronder: Mao Tse-Tung, Analyses of the Classes in Chinese Society; Idem, The Question of Agricultural Co-operation; Chou En-Lai, Report on the Question of Intellectuals; idem, Political Report; Trade Unions in People's China; Labor Laws and Regulations of the People's Republic of China. VAN HET NEDERLANDS VERBOND VAN VAKVERENIGINGEN, AMSTERDAM
diverse periodieken en enige 100-tallen brochures, benevens de lopende uitgaven, waarvan wij noemen de boeken: Vijftig jaar welvaartsvermeerdering en Fr. de Jong Edz., Om de Plaats van de
arbeid. VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH-HISTORISCH ARCHIEF, 'S-GRAVENHAGE
een grote partij na-oorlogse Nederlandse vakbondsbladen. VAN DE POLSKA AKADEMIA NAUK, WARSCHAU
geregeld publikaties. VAN DE POLSKA PARTIA SOCIALISTYCZNA, LONDEN
een zending van 13 boeken en brochures, benevens enige jaargangen periodieken. VAN DE PROVINCIALE BIBLIOTHEEK, LEEUWARDEN
een 150-tal boeken en een gelijk aantal brochures betreffende de Nederlandse Arbeidersbeweging. V A N DE UITGEVERIJ PRACHI PRAKASHAN, CALCUTTA
een 10-tal publikaties, waaronder: A Study of the Communist Movement in the Punjab; Russian Imperialism. How to Stop It? ; A study of the Communist Movement in Kashmir; A Study of the Communist Movement in Andhra.
28
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
VAN DE RAAD VAN EUROPA, STRAATSBURG
'
een 7-tal publikaties, waaronder: Refugees and Surplus Elements of Population; Full Employment Objectives in Relation to the Problem of European Co-operation. V A N HET SOCIAAL HISTORISCH CENTRUM VOOR LIMBURG, MAASTRICHT
o.a. de Verslagen van de Inspecteurs van den Arbeid van 1895-1916 en de Centrale Verslagen van de Arbeidsinspectie van 1907-1947. VAN DE SOCIALIST INTERNATIONAL, LONDEN
een zeer groot aantal publikaties van socialistische partijen van de gehele wereld. VAN DE SOCIALIST LABOR PARTY, N E W YORK
11 boeken en een 50-tal brochures. Van de boeken noemen wij: D. de Leon, Socialist Economics in Dialogue; A. Petersen, Stalinist Corruption of Marxism. VAN TRIBUNE VERLAG, BERLIJN
een 20-tal boeken, waaronder: W. W. Ljubimowa, Die Wirtschaft Frankreichs und die Lage der Werktatigen nach dem Zweiten Weltkrieg; A. Zapotocky, Die Tschecholsowakischen Gewerkschaften im Kampf um den Sozialismus; A. M. Pankratowa, Geschichte der Gewerkschaftsbewegung in der UdSSR; V. Pulec, Die Gewerkschaftsbewegung in den Vereinigten Staaten von Amerika. VAN HET UNITED STATES DEPARTMENT OF LABOR, WASHINGTON
een zeer groot aantal publikaties. VAN DE UNITED STATES INFORMATION SERVICE, AMSTERDAM
5 boeken: C. Milosz, The Captive Mind; E. Trueblood, Declaration of Freedom; The Changing American Market; E. N. Saveth, Understanding the American Past; W. W. Kulski, The Soviet Regime. Communism in Practice. VAN DE WAARHEID, AMSTERDAM
evenals elk jaar geregeld zendingen brochures, periodieken en statistisch materiaal. VAN DE WIARDI BECKMAN STICHTING, AMSTERDAM
een complete serie van Das Neue Tagebuch; diverse jaargangen van de Neue Zeit, Sozialistische Monatshefte, Nieuwe Tijd, Socialistische Gids, alsmede een groot aantal brochures.
Voorts ontving het Instituut gedrukte werken van de volgende personen: VAN D R . FR. ADLER, ZÜRICH
een foto van het Internationale Vakverenigingscongres Wenen 1924. VAN PROF. P. BATTARA, ROME
een aantal nummers van Critica Sociale uit de jaren 1902-1926. VAN MEVROUW A. BOUMAN-SMITS, HAARLEM
een collectie boeken, waaronder: De Stenografische Verslagen van de Loonraad in de Haven- en Zeevaartbedrijven te Amsterdam en Rotterdam in 1919 en 1920.
J A A R V E R S L A G OVER
10 5 6
29
V A N D E H E E R S. J . B R A D E M A S , S O U T H - B E N D ( U . S . A . )
h e t d o o r h e m geschreven b o e k : R e v o l u t i o n a n d Social R e v o l u t i o n : A C o n t r i b u t i o n t o t h e H i s t o r y of t h e Anarcho-Syndicalist M o v e m e n t in Spain 1930-1939.
V A N MEVROUW J. D E G R A S ,
LONDEN
het d o o r haar samengestelde w e r k : T h e C o m m u n i s t International 1919-1943. D o c u m e n t s . V o l u m e I 1919-1922.
V A N D E HEER B. L. D V I N O V , SANTA M O N I C A
het d o o r h e m geschreven b o e k : Politics o f t h e Russian E m i g r a t i o n .
V A N D E HEER J. E N G E L , D E L F T , E N DOOR BEMIDDELING VAN H E T N . V . V .
6 karikaturen u i t „ D e V r i j h e i d " 1921-1922.
V A N D E HEER L. GOLDMANN,
PARIJS
het d o o r h e m samengestelde b o e k : C o r r e s p o n d a n c e d e M a r t i n d e Barcos A b b é d e Saint-Cyran avec les Abbesses d e P o r t - R o y a l et les Principaux Personnages d u G r o u p e Janséniste. V A N D E H E E R J. D E N H O L L A N D E R ,
AMSTERDAM.
4 b o e k e n , w a a r o n d e r 2 v a n H e n r y G e o r g e ; O n E c o n o m i e Justice en t h e Science of Political E c o n o m y ; T h e A m e r i c a n J o u r n a l o f Political E c o n o m y 1949 t o t en m e t 1956; T h e H e n r y G e o r g e N e w s 1954-1956. D e z e laatste twee tijdschriften zullen o n s o o k in d e t o e k o m s t regelmatig t o e g e z o n d e n worden.
V A N D E HEER H. HORWITZ,
BERLIJN
2 zeldzame b r o c h u r e s in fotocopie: Bericht des V o r s t a n d e s der Handelsgesellschaft der „ V o l k s w a c h t " u n d d e r Presskommission für d a s Geschaftsjahr 1913/1914. Sozialdemokratischer Verein für d e n Wahlkreis Bielefeld-Wiedenbrück; D i e Wissenschaftlichen W a n d e r k u r s e für 1914/15. N a c h t r a g . Berlin 1914. Zentralbildungsausschuss d e r S P D .
V A N D E H E E R R. J A N S E N ,
BONN
zijn dissertatie: G e o r g v o n V o l l m a r als Parlamentarier u n d Parteipolitiker. E i n Beitrag zur Geschichte der Süddeutschen Sozialdemokratie.
V A N D E HEER E. KUPERS,
BLOEMENDAAL
w e d e r o m een aantal b o e k e n , w a a r o n d e r : G . J . v a n L o n k h u i z e n , W r a n g e Schetsen. E e n Compilatie uit een R u i m Tienjarig Volksraadsdebat.
V A N MEVROUW C. L . D E L I G T - V A N ROSSUM, R O N C O ( Z W I T S E R L A N D ) , E N D O O R B E M I D D E L I N G V A N
DE HEER A . LEHNING een 300-tal b o e k e n e n een 200-tal b r o c h u r e s betreffende d e v r e d e s b e w e g i n g in diverse landen u i t d e bibliotheek v a n wijlen D s . B . d e Ligt.
V A N MEVROUW W . A . L I M - B E R G S M A ,
'S-GRAVENHAGE
een f o t o a l b u m o v e r d e Inlandse Z i e k e n v e r p l e g i n g t e Semarang.
3o
JAARVERSLAG OVER I 9 4 6
VAN PROF. A. NOLAND, N E W YORK
Proceedings of the 8th Annual Conference on Labor, New York University 1955. VAN MEVROUW S. PANKHURST, WOODPORD GREEN
The Worker's Dreadnought 1914-1924. VAN DE HEER K. VAN HET REVE, AMSTERDAM
Satzungen der Roten Gewerkschaftsinternationale; het waarschijnlijk enig overgebleven exemplaar van de brochure van T. Malakka, Naar de „Republiek Indonesia" Kanton 1925. VAN DE HEER T. ROT, AMSTERDAM
enige boeken en een uitgebreide zending voor het merendeel zeldzame brochures ( i 700) voornamelijk op het gebied van: vredesbeweging en antimilitarisme, communisme en links socialisme, alsmede een collectie, vnl. gedrukte stukken met betrekking tot de muiterij op de „7 Provinciën" (I933)VAN MEVROUW F. TULP-ENGEL, DEVENTER
een groot aantal nummers van „Baknieuws" uit de jaren 1987-1899; een groot aantal nummers van de Kweekelingenbode uit de jaren 1903-1911. VAN D R . F. WIBAUT, AMSTERDAM
een groot aantal kleinere publikaties op het terrein van de binnenlandse politiek. V A N M R . H. P. L. WIESSING, AMSTERDAM
enige boeken en een 30-tal brochures. VAN DE HEER J. WITTEVEEN, AMSTERDAM
40 boeken en 100 brochures betreffende de Nederlandse Arbeidersbeweging, alsmede enige mappen knipsels. VAN MEVROUW S. IJZERMAN-BENDIEN, 'S-GRAVENHAGE
een aantal brochures betreffende de werkloosheidsbestrijding, het Plan van de Arbeid, ordeningsvraagstukken en de Surinaamse Volksbeweging, alsmede enige archiefstukken die elders worden vermeld. VAN DE HEER R. J. ZOETHOUT, AMSTERDAM
een fotocopie van Domela Nieuwenhuis' artikel: Een Vraagstuk van Internationaal Belang. Overdruk uit „Onze Tijd" Harlingen October 1870.
Ook van de hieronder genoemde instellingen werden pendingen ontvangen: Algerije:
Gouvernement Général de 1'Algérie, Algiers. België:
Algemeen Christelijk Vakverbond, Brussel.
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
31
Brazilië: Biblioteca Nacional de Rio de Janeiro; Ministério das Relacoes Exteriores, Rio de Janeiro. Burma: Viet-Nam Central Information Service, Rangoon. Canada: Canadian Congress of Labour, Ottawa. Ceylon: Lanka Sama Samaja Party, Colombo. China: Foreign Laguages Press, Peking. Duitsland (W.): Amt für Statistik und Wahlen, Braunschweig; Arbeitsgemeinschaft von Museen, Bibliotheken und Archiven des Reviers, Dortmund-Dorstfeld; Bundesarchiv, Koblenz; Bundesminister für Vertriebene, Bonn; Deutsche Atlantische Gesellschaft, Bonn; Deutsche Verlagsanstalt, Stuttgart; Deutscher Klub, Köln; Deutscher Genossenschafts-Verlag, Wiesbaden; Deutscher Gewerkschaftsbund, Düsseldorf; Deutscher Gewerkschafstbund, München; Evangelischer Presseverband für Bayern, München; Forschungsstelle für Völkerrecht und Auslandisches Öffentliches Recht der Universitat Hamburg; German Association of democratie Lawyers, Berlijn; Hessische Landesregierung, Wiesbaden; Heyne Verlag, München; Industriegewerkschaft Bergbau, Bochum; Industriegewerkschaft Metall, Frankfurt; Institut für Erforschung der Geschichte und Kultur der UdSSR, München; Kaiser Verlag, München; Neckar-Verlag, Villingen-Schwarzwald; Niedersachsische Landeszentrale für Heimatdienst, Hannover; Studiengesellschaft für Politik, Bonn; Union Verlag, Berlijn; Verlag J. H. W. Dietz, Hannover; Verlag Desch, München; Verlag „Die freie Gesellschaft", Darmstadt; Verlag „Die Wirtschaft", Berlijn; Verlag Enke, Stuttgart; Verlag de Gruyter & Co, Berlijn; Verlag Ostfriesische Landschaft, Aurich; Verlagsgesellschaft deutscher Konsumgenossenschaften, Hamburg; Weiss Verlag, Berlijn; Werkgemeinschaft Christlicher Arbeitnehmer, München. Duitsland (O.): Ausschuss für deutsche Einheit, Berlijn; Deutscher Bauernverlag, Berlijn; Gesellschaft für kulturelle Verbindungen mit dem Ausland, Berlijn; Stadtarchiv, Chemnitz; Thüringische Landesbibliothek, Weimar; Universitatsbibliothek, Jena; Verlag für Buch- und Bibliothekswesen, Leipzig; Verlag Rütten & Loening, Berlijn; Volksverlag, Weimar. Engeland: Barclays Bank, Londen; British Soviet Friendship Society, Londen; Central Asian Research Centre, Londen; Charles Skilton Publishers, Londen; Co-operative Productive Federation, Leicester; Cooperative Union, Manchester; East Yorkshire Local History Society, Micklegate; Friends Peace Committee, Londen; Friends Service Council, Londen; Housmans Bookshop, Londen; International Co-operative Alliance, Londen; International Fellowship of Reconciliation, Londen; Lawrence and Wishart, Londen; National Council of Labour Colleges, Tillicoultry; National Peace Council, Londen; Peace News, Londen; Royal Institute of International Affairs, Londen; Salvation Army, Londen; Socialist Union of Central and Eastern Europe, Londen.
32
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
Frankrijk: Bulletin d'Études et d'Informations Politiques Internationales, Parijs; Cahiers du Communisme, Parijs; Confédération Générale du Travail Force Ouvrière, Parijs; Éditions du Cèdre, Parijs; Éditions France-U.R.S.S., Parijs; Éditions Ouvrières, Parijs; Parti Communiste Francais, Parijs; Section Francaise de 1'Internationale Ouvrière, Parijs; Union Francaise Universitaire, Parijs. Griekenland: Ambassade Royale de Grèce, Den Haag. Israël: Central Zionist Archives, Jerusalem; Communist Party of Israël, Tel-Aviv; Ichud Olami, Tel-Aviv; Jewish National Fund, Jerusalem; Keren Hayesod-United Israël Appeal, Jerusalem; Ministry of Social Welfare, Jerusalem; Zionist Organization, Youth and Hechalutz Department, Jerusalem. Italië: Centro di Sociologia della Cooperazione, Ivrea; ConfederazioneItaliana Sindicati Lavoratori, Rome; Feltrinelli Editore, Milaan; L'Impulso, Livorno; Partito Comunista Italiano, Rome; „IlProgramma Comunista" del Partito Comunista Internazionalisto, Milaan. Jamaica: Institute of Social and Economie Research. Japan: Ministry of Labour, Tokio. Joegoslavië: Birotehnika, Zagreb; Izdavacko Preduzece Rad, Belgrado; Servische Academie van Wetenschappen, Belgrado. Letland: Lettlands Sap Utlandskommitten, Stockholm. Nederland: Algemeen Comité van Overheidspersoneel, Den Haag; Algemene Katholieke Werkgeversvereniging, Den Haag; Algemene Nederlandse Bouwbedrijfsbond, Amsterdam; Algemene Nederlandse Metaalbedrijfsbond, Amsterdam; Algemene Nederlandse Grafische Bond, Amsterdam; Amsterdamse Bestuurdersbond, Amsterdam; Arbeiderspers, Amsterdam; BEDA, Amsterdam; Bedrijfsbond Voedings- en Genotmiddelen, Amsterdam; Bibliotheek en Leeszalen, Rotterdam; Bibliotheek Rijksacademie voor Beeldende Kunsten, Amsterdam; Bruna en Zn.'s Uitg. Mij, Utrecht; Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag; Centraal Sociaal Werkgevers-Verbond, Den Haag; Centrale ArbeidersVerzekeringsbank, Den Haag; Centrale Bond van Werknemers in het Transportbedrijf, Rotterdam; Centrale Volksbank, Utrecht; College van Rijksbemiddelaars, Den Haag; Contactgroep Opvoering Productiviteit, Den Haag; Documentatiebureau voor Overzees Recht, Leiden; Dr. Wiardi Beekman Stichting, Amsterdam; Dwikkerij „'t Koggeschip", Amsterdam; Gemeente-Archief, Amsterdam; Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging, Amsterdam; Koninklijke Nederlandse Zuivelbond, Den Haag; Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Den Haag; Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Den Haag; Nederlandse Stichting voor morele Herbewapening, Den Haag; Nationale Coöperatieve Raad, Den Haag; Nederlands Agronomisch-HistorischInstituut,
JAARVERSLAG OVER 1956
33
Groningen; Nederlands Verbond van Middenstandsverenigingen, Den Haag; Nederlandse Bond van Schoenmakersgezellen, Amsterdam; Nederlandse Bond van Technici, Amsterdam; Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond, Den Haag; Nederlandse Christelijke Vereniging van Hoger Personeel, Rotterdam; Nederlandse Emigratiedienst, Den Haag; Nederlandse Jeugd Gemeenschap, Amsterdam; Nederlandse Katholieke Arbeidersbeweging, Utrecht; Nederlandse Katholieke Bond van Administratief, Verkopend en Verzekeringspersoneel „St. Franciscus van Assisië", Amsterdam; Nederlandse Katholieke Landarbeidersbond, Haarlem; Nederlandse Sociologische Vereniging, Haarlem; Nederlandse Vereniging van Vervoerspcrsoneel, Den Haag; Nederlandse Vereniging voor Vrouwenbelangen, Vrouwenarbeid en Gelijk Staatsburgerschap, Den Haag; Nethcrlands Univcrsitics Foundation for International Co-operation, Den Haag; Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging, Amsterdam; Openbare Leeszaal en Bibliotheek, Amsterdam; Rijkscommissie voor Nederlandse Geschiedenis, Den Haag; Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam; Stichting Humanistisch Thuisfront, Amsterdam; Stichting Textielgeschiedenis, Hengelo; Stichting van den Arbeid, Den Haag; Stichting voor Culturele Samenwerking Amsterdam; Uitgeverij J. C. Pelikaan, Amsterdam; Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers, Amsterdam; Unilever, Rotterdam; Universitair Asyl Fonds, Utrecht; Vecn's Uitgevers Mij., Amsterdam; Vereniging voor de Staathuishoudkunde, Utrecht; Wereldbibliotheek, Amsterdam; Wolter's Uitgevers Mij., Groningen. Noorwegen: Norwegian Joint Committee on International Social Policy, Oslo. Oostenrijk: Kammer für Arbeiter und Angestellte in Wien, Wenen; Österreichischer Gewerkschaftsbund; Gewerkschaft der Arbeiter in der Land- und Forstwirtschaft, Wenen. Polen: Embassy of the Polish Pcople's Republic in London, Londen. Roemenië: Biblioteca Academiei Republicii Populare Romïne, Bukarest. Spanje: Partido socialista obrero espanol en el exilio, Toulouse. Tsjechoslowakije: Nakladatelstvi Orbis, Praag. U.S.S.R.: Ambassade de 1'U.R.S.S. aux Pays Bas, Den Haag. Verenigde Staten van Amerika: American Embassy, Den Haag; American Federation of Labor, Washington; American Labor Education Service, New York; American Philosophical Society, Philadelphia; Centro Intcrnacional de los Sindicalistas Libres en Exilio, New York; Conference on Jewish Social Studies, New York; Correspondence, Detroit; Foreign Policy Association, New York; General Services Administration, Washington; John Hopkins Press, Baltimore; Institutc of Industrial Relations, Berkeley; Institute of Labor and Industrial Relations, Champaign; International Peasant Union, New York; Jefferson
34
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
School of Social Science, New York; Library of Congress, Washington; Macedonian Political Organization of the United States and Canada; Mid-European Studies Center, New York; National Labor Service, New York; Peace Committee, Los Angeles; Pennsylvania Commission on Intergovernmental Relations, Harrisburg; Senate Republican Policy Committee, Washington; Social Science Research Council, New York; Taminent Institute, New York; Tennessee Valley Authority, Knoxville; U.A.W.,Detroit; Ukrainian Academy of Arts and Sciences, New York; United States Information Service, Amsterdam; University of Tennessee Press, Knoxville; University of Wisconsin School forWorkers, Madison.
Zuid-Afrika: Ambassade van die Unie van Suid-Afrika, Den Haag; Institute of Administrators of Non-European Affairs, Germiston; Suid-Afrikaanse Instituut vir Rasseverhoudings, Johannesburg; Suid-Afrikaanse Buro vir Rasse-Aangcleenthede, Johannesburg. Zweden: Swedish Central Bureau of Statistics, Stockholm. Zwitserland: Partei der Arbeit der Schweiz, Zürich; Schweizerischer Textil- und Fabrikarbeiter-Verband, Zürich. Internationaal: Fédération Graphique Internationale, Bern; International Commission of Jurists, Den Haag; International Landworkers' Federation, Utrecht; International Organisation of Journalists, Praag; Organisation of European Economie Co-operation, Parijs; Unesco, Parijs; Weltfriedensrat, Wenen; World Federation of Scientific Workers, Londen; World Federation of Trade Unions, Londen.
Van de volgende organisaties en instellingen werden regelmatig schenkingen ontvangen: Duitsland (W.): Bundesprasidialamt, Bonn; Pressc- und Informationsamt der Bundesregierung, Bonn; Sozialdemokratische Partei Deutschlands, Bonn. Engeland: Fabian Society, Londen; Labour Party, Londen; Soviet News, Londen; Trades Union Congress, Londen. Frankrijk: Éditions Sociales, Parijs. Nederland: Centraal Planbureau, Den Haag; Centrum voor Staatkundige Vorming, Den Haag; Christelijk Nationaal Vakverbond, Utrecht; Comité ter Bestudering van Ordeningsvraagstukken, Hengelo; Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Amsterdam; Nederlands Gesprek Centrum, Rotterdam; Sociaal Economische Raad, Den Haag; Verbond van Protestant-Christelijke Werkgevers, Den Haag. Oostenrijk: Sozialistische Partei Österreichs, Wenen.
JAARVERSLAG OVER
I956
Verenigde Staten van Amerika: New York State School of Industrial and Labor Relations, Ithaca; Cambridge.
35
Russian Research Center,
Internationaal: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, Luxemburg; Fédération Démocratique Internationale des Femmes, Berlijn; Fédération Mondiale de la Jeunesse Démocratique, Budapest; Inter-American Regional Organisation of Workers (ORIT), Mexico; International Confederation of Free Trade Unions, Brussel; International Union of Students, Praag; United Nations, New York. Bovendien werden geschenken ontvangen van de volgende personen: Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eijsinga, Bloemendaal; J. Bettclheim, Amsterdam; G. de Boer, Haarlem; H. Bottema, Amsterdam; P. Broek, Jersey; Mrs. Mary Butler, Frieth near Henley; Mevr. Bijmolt, Amsterdam; D. Cüneo, Buenos Aires; Prof. L. Dal Pane, Bologna; H. Day, Brussel; M. Dommanget, Orry la Ville; Prof. Dr. G. Eckert, Braunschweig; U. Fedeli, Ivrea; Prof. Mr. W. F. de Gaay Fortman, 's-Gravenhage; H. Jacoby, Genève; E. Kipel, New Jersey; Prof. B. Lavergnc, Parijs; Dr. Grace C. Lee, Detroit; W. W. Littell, Bad Godesberg; M. E. Lombaert, Oostende; B. Luteraan, Amsterdam; Prof. Dr. W. Markert, Tübingen; Muromachi Shobo, Tokio; Mr. C. B. van Outerenvan Baasgank, Voorburg; F. E. Peeters, Mechclen; S. Petrovitch, Parijs; Dr. H. J. Prakke, Assen; Dr. C. M. Rama, Montevideo; G. J. M. van het Reve, Amsterdam; B. de Ronde, Amsterdam; R. Rosdolsky, Detroit; Prof. Dr. A. J. C. Rüter, Haarlem; W. Runge, Hamburg; Mej. A. Schaake, Amsterdam; Dr.O. Schüddekopf, Braunschweig; F. Segura, Barcelona; Prof. E. Silberner, Jerusalem; C. M. Simonsz, Wassenaar; Dr. E. Stcinemann, Zürich; L. Valiani, Milaan; B. de Vries, Amsterdam; Dr. W. Wernet, Göttingen; Ds. H. J. de Wijs, Gouda.
36
JAARVERSLAG OVER I956
BEGROTING EN REKENING 1956 EN BEGROTINGEN 1957 EN 1958 LASTEN: Rekening 1956 I. B i b l i o t h e e k : A a n k o o p b o e k e n en archieven Bindwerk II. J a a r v e r s l a g III. V e r v o e r : Vrachtkosten Reis-, verblijf- en representatiekosten . . . . Reis- en verblijfkosten assistentie v e r w e r v i n g . . . IV. S a l a r i s s e n : Directeur Bibliothecaresse Adj.bibliothecaresse . . . . Ass. bibliothecaresse . . . . Catalogiseerder Catalogiseerster Assistentie v e r w e r v i n g . . . Typist v. d. catalogus, tevens magazijnbediende i s t e klasse Magazijnbediende 2e klasse . Assistent k r a n t e n Conciërge Administratrice Typiste Tijdelijke h u l p Wetenschappelijke medewerkers: N e d . - E n g e l s Kabinet . . . . D u i t s Kabinet Russisch Kabinet Frans Kabinet Tijdelijke wetenschappelijke medewerker
V. P o s t P a r i j s .
Begroting 1956
ƒ -
8.216.41 485.65
-
760.81
650.—
-
785.09
500.—
-
2.160.50
ƒ
8.250.500.-
Begroting !
ƒ
Begroting 1958
957
8.250.— 500.—
ƒ
8.250.— 500.—
650.—
650.—
500.-
500.-
—
-
5.250.04 5.817.52 3.407.06 2.849.34 1.883.— 2.022.44 —
5.000.6.000.3.200.3.000.2.770.2.770.-
5.600.— 6.600.— 3.500.— 3.200.— 3.000.— 3.000.— 3.000.—
-
3.500.-
3.900.—
2.400.2.900.4.200.-
2.600.— 3.300.— 4.500.— 3.000.—
-
4.201.24 — 2.328.49 3.488.56 4.471.72 — 2.100.—
-
7.349.96 7.875.— 7.449.96 6.300.96
7.000.7.500.7.000.6.000.-
7.600.— 8.100.— 7.600.— 6.600.—
-
3.716.32
-
1.205.78
4.450.-
p.m.1)
p.m. 1.500.—
6.450.7.100.4.000.3.600.3.500.3.500.3.000.-
1.500.—
) Getracht zal w o r d e n v o o r de betaling van dit salaris een n i e u w e b r o n aan te boren.
2.950.3.800.5.100.3.500.-
-
8.650.—
-
9.200.— 8.650.— 7.600.—
p.m. 1.500.—
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6 Rekening 1956 VI. P u b l i c a t i e R e v i e w : Wetenschappelijke medewerker (Redacteur) Secretaresse Drukkosten Vertaal- en verzendkosten Honoraria publicaties . .
5-847-35 3-5I3-5I
9.364.— 2.118.45 1.280.30
Begroting 1956
ƒ -
5.500.— 3.600.— 8.500.— 2.000.— 1.500.—
VII. Internationale samenwerking VIII. E x p l o i t a t i e g e b o u w : Huur Onderhoud gebouw . . . . Vuur Licht Water Werksters Onderhoud IX. Meubilair Schrijfmachines X. B u r e a u k o s t e n : Kantoorbehoeften en porti. . Telefoon Aankoop cartonnage . . . . Aankoop stencils Boekhouding XI. V o o r z i e n i n g p e r s o n e e l : Ziekenfondsenbesluit, ziektewet, kinderbijslagwet, werkloosheidswet Vereveningsheffing (Toeslagen Alg. Ouderdomswet) . . . Rentezegels Verzekering XII. D i v e r s e n : Lidmaatschappen Onkosten vergadering . . . Huishoudelijke uitgaven . . . Diversen XIII. I . A . V XIV. O n v o o r z i e n Verbetering lichtpunten . . . Hangers affiches, enz Lesgelden catalogiseersters. .
6.142.—
-
5.8 5 0.—
— 4.089.21
4.OOO.
1.162.91
ÖOO.
51-75
5
0.—
1.117.10
800.—
4S6.69
500.— I.OOO.
1.030.—
—
p. m.
37 Begroting !957
ƒ -
6.100.— 4.000.— 8.500.— 2.000.— 1.500.—
Begroting 1958
ƒ -
7.100 4.650 8.500 2.000 1.500
4.000.-
4.000.—
6.150.—
6.150
5.000.—
5.000
4.000.—
4.000
1.200.
1.200
50.—
50
I.OOO.
I.2O0
550.—
550
2.000.—
2.000
600.—
600
2.436.83
2.000.—
2.500.—
2.5OO
1.332.12
1.000.—
2.000.
2.000
1.104.20
I.IOO.
I.IOO.
I.IOO
284.88
400.—
400.—
420.
400.—
500.—
400. 550.
7.900.—
7.900.—
6.600.-
3-235-— 300.—
3.900.—
289.40
2.556.13
3.000.—
3.000.—
100.—
100.—
100.
151.07
200.—
100.—
100
912.55
750.—
750.—
75°
550.87
525-—
500.—
500
3.225.II
I.OOO.
636.92 441.30 130.—
-
I.OOO.
-
4.700
-
3-700
350
350.—
200
I.OOO.
1.000
2.500.-
2.500.—
38
JAARVERSLAG OVER Rekening 1956 Contributie C o m m i s s i o n inter nationale des sciences historiques Fotocopiën T r a n s p o r t tentoonstellings materiaal Representatieve o n k o s t e n res titutie archiefmateriaal uit Polen Nadelig saldo v e r k o o p Bulletin 1955
I956
Begroting 1956
ƒ -
108.90 399-56
— —
-
210.52
—
-
520.10
—
-
209.88
—
/I43-337-47
/i34-45°-—
Begroting
Begroting 1958
1957
ƒ163.750.-
ƒ175.900.-
Begroting
Begroting 1958
BATEN: Rekening 1956 Bijdrage Rijk, M i n . O . K . W Bijdrage G e m e e n t e A m s t e r d a m . . V e r g o e d i n g en subsidie Centrale Arbeidersverzekeringsbank . . . Subsidie N e d . Organisatie v. Z u i v e r Wetenschappelijk O n d e r z o e k . . H u u r en v e r z o r g i n g localiteiten . . Abonnementen Review V e r k o o p dubbeltallen T e r u g o n t v a n g e n ziekengelden, enz. N a d e l i g saldo
Begroting 1956
ƒ 42.000.— - 48.850.—
ƒ -
42.000.— 48.850.—
ƒ
1957 50.500.—
-
55-15°-—
ƒ -
55-5CO-— 60.150.—
- 42.000.—
-
42.000.—
-
50.500.—
-
55-5O0-—
-
3.716.32 600.— 2.000.— 51.26 696.09 3.423.80
/I43-337-47
-
—■ 600.— 1.000.— —— —
/l34-45°-—
p.m.
p.m.
600.—■ 1.000.— 6.000.—
ƒ163.750.-
600.— 2.500.—■ 1.650.—
ƒ175.900.-
BALANS PER 31 DECEMBER 1956 Saldo kas Sociale Z a k e n , afrekening 1956 . . N i e u w e algemene Bedrijfsvereni g i n g , afrekening 1956 R e k e n i n g „ B " v o o r b i n d w e r k t.l.v. Gift v a n de Provincie N . H o l l a n d Microfilms N a d e l i g saldo
ƒ -
1.016.77 1.921.13
-
1.133.58
-
4.456.85 230.91 3.423.80
Saldo b a n k Boekenrekeningen Review: drukkosten honoraria Licht Water Telefoon Raad v a n A r b e i d , p r e m i e O . W . . . O n t v a n g e r der directe belastingen: Vereveningsheffing . . . . Loonbelasting GiftN.V.V.1) . , Meubilair
ƒ12.183.04 ■) Gereserveerd v o o r een doel dat in overleg m e t de schenker zal w o r d e n vastgesteld.
:.023.89 718.1.900.— :.138.70 280.—
12.— 150.— H.40 .016.34 1.202.71 .000.— 730.— ^12.183.04
JAARVERSLAG OVER 1956
39
REKENING B Saldo 1.1.1956 Rente
ƒ21.085.52 18.43
Bindwerk ƒ 4.456.85 Saldo „Gift Provincie N. Holland -10.543.15 Nadelig saldo rekening 1956 . - 3.423.80 Saldo rekening B - 2.680.50
ƒ21.103.95
ƒ21.103.95
Toelichting Vergelijking van de begroting en de rekening over het jaar 1956 wijst uit, dat zowel de inkomsten als de uitgaven met een relatief gering bedrag gestegen zijn en wel in dezer voege, dat de stijging der uitgaven die der inkomsten met ƒ3.423.80 overtreft. Ten aanzien van de inkomsten kan opgemerkt worden, dat de bijdragen van het Rijk, de Gemeente Amsterdam en de Centrale Arbeiders-Verzekeringsbank overeenkomstig de raming resp. ƒ42.000.—, ƒ48.850.— en ƒ42.000.— bedroegen. Niet geraamd was een bedrag van ƒ3.716.32, dat de Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek einde 1955 toezegde als honorarium voor een tijdelijke wetenschappelijke medewerker, die bovenbedoelde organisatie in dit verslagjaar in het Instituut te werk heeft willen stellen. Bovendien overtroffen de baten uit de Review de raming met ƒ1000.—, terwijl een bedrag van ƒ 696.09 aan onvoorziene inkomsten als ziekengelden ontvangen werd. Tot toelichting van de stijging der uitgaven moge het volgende dienen: a. In het verslagjaar werd een loonsverhoging van 3% over 1955 alsmede een van 6% over de maanden september tot december 1956 uitbetaald. b. De versterking van het gebouw, die nodig werd geoordeeld met het oog op de veiligheid, veroorzaakte een stijging van verschillende uitgaven: de lonen van de conciërge en de magazijnbediende stegen door overuren, evenals die van de werksters, terwijl bovendien veel meer elektrische stroom werd gebruikt en de huishoudelijke uitgaven een groter bedrag vorderden. c. De beëindiging van de exploitatie van het Bulletin, dat in 1956 vervangen werd door de Review, noopte tot druktechnische afsluiting van de eerste uitgave, o.a. door het vervaardigen van een inhoudsopgave e.d. Dit bracht drukkosten mee, die geboekt zijn onder de post Drukkosten Review, welke post daardoor overschreden werd. d. De aanstelling van bovenvermelde tijdelijke wetenschappelijke medewerker. e. De restitutie door de Poolse regering van in de bezettingstijd naar Polen vervoerde archieven leidde tot overschrijding der post Vrachtkosten en tot uitgaven van representatieve aard, die onder de post Onvoorzien zijn opgenomen.
40
JAARVERSLAG OVER I 9 5 6
Ten aanzien van de post Salarissen sub IV dient aangetekend te worden, dat het verloop van personeel enkele malen tot langdurige vacatures leidde, waardoor de uitbetaalde bedragen op sommige punten beneden de raming bleven, maar anderzijds noopte tot het aanstellen van tijdelijke hulpkrachten, die als zodanig op de rekening zijn opgevoerd. Tenslotte zij vermeld, dat de gemeente Amsterdam behalve haar subsidie de kosten bijdraagt van het onderhoud van het gebouw, waarin het Instituut is gevestigd. De beide andere subsidiegevers dragen in deze kosten ieder een bedrag van fl 2500 bij, dat begrepen is in de onder Baten vermelde bijdragen van het Rijk en van de Centrale Arbeiders-Verzekeringsbank. Voorgesteld wordt, het nadelig saldo ten laste van de rekening B te brengen. Bij het opstellen van de begroting voor 195 8 is er, mede met het oog op de eis van bestedingsbeperking, naar gestreefd, de uitgaven niet boven de voor 1957 geraamde te doen stijgen. Dat streven heeft tot het gewenste resultaat geleid ten aanzien van de materiële uitgaven, echter niet geheel ten aanzien van de personele. Na wat in vorige jaarverslagen en ook in dit jaarverslag werd betoogd over het peil van de salarissen der medewerkers en over de noodzaak, deze geleidelijk op een redelijk niveau te brengen, leek het niet alleen verantwoord, maar dringend gewenst, ook in 1958 de geleidelijke verbetering der salarissen voort te zetten. Door deze verhoging van salarissen sluit de begroting voor 1958 met een bedrag van ƒ 175.900.—•, wat een accres betekent van ƒ 12.150.— ten aanzien van de begroting voor 1957, zoals deze in 1956, d.w.z. vóór de goedkeuring door de regering van de laatste loonronde van 6 % , werd vastgesteld. De rekening B sluit met een batig saldo van ƒ 6.103.95. Voorgesteld wordt, uit dit saldo het tekort op de rekening 1957 ad ƒ 3.423.80 te dekken en het resterende bedrag te reserveren voor de bestrijding der kosten van het herstel der in de oorlog verloren catalogus van het Russische kabinet. Van de op deze rekening geboekte gift der Provincie Noord-Holland, bestemd voor het binden van boeken en restaureren van documenten, werd een bedrag van ƒ4.456.85 uitgegeven, zodat voor genoemde werkzaamheden uit deze gift een batig saldo van/10.543.15 blijft.
VAN O O R C U M - A S S E N