INTERNATIONAAL INSTITUUT VOOR
SOCIALE GESCHIEDENIS
JAARVERSLAG 1951
INTERNATIONAAL INSTITUUT VOOR
SOCIALE GESCHIEDENIS
JAARVERSLAG 1951
KEIZERSGRACHT 264 — AMSTERDAM
JAARVERSLAG OVER 1951 1. B e s t u u r
en
Directie
De samenstelling van het Bestuur van het Instituut bleef in 1951 ongewijzigd. Het bestond uit de volgende leden: Ir H. Vos, te Wassenaar, voorzitter, tevens vertegenwoordigend De Centrale Arbeiders-Verzekeringsbank N.V. Prof. mr N. W. Posthumus, te Leiden, secretaris Prof. dr A. J. C. Rüter, te Heemstede, samen vormende het Dagelijks Bestuur en voorts de leden: Dr Fr. Adler, te Zürich Prof. dr I. J. Brugmans, te Amsterdam, vertegenwoordigend het Nederlands Economisch-Historisch Archief Dr L. Brummel, te 's-Qravenhage, en Jhr dr D. P. M. Graswinckel, te 's-Gravenhage, beide vertegenwoordigend het Ministerie van O. K. en W. Prof. dr G. D. H. Cole, te Oxford Drs Max Kohnstamm, te 's-Gravenhage Prof. dr J. M. Romein, te Amsterdam, vertegenwoordigend de Faculteit van Letteren en Wijsbegeerte der Universiteit van Amsterdam Mr A. de Roos, te Amsterdam, vertegenwoordigend de Gemeente Amsterdam C. M. Simonsz, te Wassenaar, vertegenwoordigend De Centrale Arbeiders-Verzekeringsbank N.V. Er bestaan op het ogenblik twee vacatures, die hopelijk binnen niet al te lange tijd zullen worden vervuld, mede tot versterking der banden met de kringen, waarmede het Instituut door zijn arbeid in nauwe relatie staat. Mocht dit terrein van arbeid in de nabije toekomst worden uitgebreid, dan zou het overweging verdienen, ook het aantal bestuursleden te vergroten. Per 1 Januari 1951 trad de heer Rüter als mededirecteur op, wat leidde tot een verdeling der werkzaamheden tussen de beide functionnarissen. 2. U i t b r e i d i n g v a n d e t a a k v a n h e t
Instituut
In het vorig jaarverslag werd reeds uiting gegeven aan de wenselijkheid de taak van het Instituut te verruimen. In 1951 was het, zo goed als in 1950, mogelijk met de beschikbare middelen — subsidies, vergoedingen en uitkering wegens oorlogsschade — een belangrijk deel der werkzaamheden, die het Instituut vóór 1940 ter hand genomen had, te vervullen. De boekenvoorraad werd zo goed mogelijk op peil gehouden, waartoe het Bulletin een
2
JAARVERSLAG OVER 1951
belangrijke bijdrage leverde, couranten en periodieken verzameld, de cata logisering voortgezet en het Bulletin uitgegeven. Dat is, gezien de positie waarin het Instituut tengevolge van oorlog en bezetting was komen te ver keren, bevredigend, maar mag geenszins leiden tot een gevoel van voldaan heid. Zijn rijke en unieke verzamelingen leggen het Instituut de plicht op, vooraan te gaan bij de bevordering van het sociaal-historisch onderzoek in algemene zin. Die plicht doet zich te duidelijker gevoelen, nu alom in Europa en Amerika de belangstelling voor deze studiën groeit en ook blijkt uit de oprichting van nieuwe, vooralsnog vaak kleine instellingen, die zich op ons gebied bewegen. Wil het Instituut deze plicht vervullen, dan dient het niet alleen zijn verzamelingen op peil te houden, maar bovendien groter activiteit te betonen ten aanzien van de uitgave van wetenschappelijke publicaties. De wetenschappelijke wereld vraagt op het ogenblik om meer dan het Bulletin alleen. In 1950 heeft het Bestuur de vraag onder het oog gezien, of het niet moge lijk zou zijn, ook sociaal-wetenschappelijk researchwerk in internationaal verband te ondernemen, terwijl het zich bovendien de vraag stelde, of de laatste ontwikkelingen in het Nabije, Midden en Verre Oosten niet tot ver sterking en uitbouw van onze Oosterse afdeling dienden te leiden. Het jaar 1951 heeft deze projecten niet veel nader gebracht tot hun verwezenlijking, daar de geldmiddelen hiertoe ontbraken. In de bibliotheek zijn echter, zoals nog blijken zal, maatregelen getroffen, die laatstgenoemde afdeling een sterker accent verlenen. Intussen eiste echter een ander project grote aandacht van directie en — in dit stadium der onderhandelingen ■— Dagelijks Bestuur. De reis van onze bibliothecaresse naar de Verenigde Staten in 1950 had nieuwe banden aan geknoopt en oude nauwer aangehaald. Mede in aansluiting daarop vond in 1951 een correspondentie plaats tussen leidinggevende persoonlijkheden van Columbia University en het Dagelijks Bestuur over de mogelijkheid van wetenschappelijke samenwerking tussen beide instellingen. Niet alleen zou het Instituut gaarne tegemoetkomen aan de behoefte der wetenschappelijke onderzoekers in de Verenigde Staten aan materiaal voor hun sociaal-histori sche studiën, maar bovendien zou zo de mogelijkheid geschapen worden om, in nauwe samenwerking, tot het uitgeven van velerlei publicaties over te gaan. Op dit ogenblik is na uitvoerige onderhandelingen een overeenkomst opgesteld, die in beide landen voorgelegd kan worden aan de instanties, die in deze de beslissing hebben, in Nederland dus aan het Bestuur. Deze onderhandelingen hebben, en dat te meer naarmate ze tot een goed resultaat leken te kunnen leiden, de activiteit van het Instituut voor een niet gering deel beheerst. Opvoering van het tempo van catalogiseren was onder
JAARVERSLAG OVER 1951
3
deze omstandigheden eens te meer gewenst, maar nog sterker eiste de afdeling archieven nu de aandacht. Bestonden in het begin van dit jaar plannen op verschillende wijze, o.a. door een expositie, in ruimer kring bekendheid te geven aan ons materiaal, zo is hiervan tenslotte afgezien, opdat al het mogelijke zou worden verricht om te kunnen voldoen aan de eisen van deze samenwerking op het ogenblik, dat zij een feit zou worden. Het hier vermelde project bracht echter nog andere consequenties mee. Weliswaar is er in voorzien, dat de hoge kosten dezer samenwerking niet op het Instituut zullen komen te drukken, maar niettemin is het duidelijk, dat groter activiteit — en die activiteit is ook onafhankelijk van dit project toegenomen, terwijl lonen en prijzen zijn gestegen — hoger kosten van het bedrijf meebrengt. Terwille van de onafhankelijke positie van het Instituut moest hierin, zo enigszins mogelijk, van Nederlandse zijde worden voorzien. Het Bestuur heeft zich daarom tot Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs, het Gemeentebestuur van Amsterdam en de Raad van Commissarissen der Centrale Arbeiders-Verzekeringsbank N.V. gewend met het verzoek, voor 1952 ieder een verhoging van bijdrage ad ƒ 5.000 te willen toestaan. Van de laatste twee instellingen is tot onze vreugde reeds een gunstige beslissing ontvangen, waarbij echter het voorbehoud is gemaakt, dat de gemeente Amsterdam en de Centrale deze verhoging slechts zullen effectueren, indien alle bovengenoemde instanties aan het verzoek van het Dagelijks Bestuur voldoen. Tenslotte werden stappen ondernomen om tot een voor het Instituut gunstiger regeling van de vergoeding voor geleden oorlogsschade te komen. 3. H e r o p e n i n g v a n h e t I n s t i t u u t Nu de collecties, die tengevolge van de oorlog her en der verspreid waren geweest, weer teruggebracht, geschift en geordend waren en de inrichting van studiezaal en kabinetten weer zo was, dat bezoekers elke gewenste hulp kon worden verleend, achtte het Bestuur het nuttig, onze instelling officieel te heropenen. Tot vreugde van het Bestuur bleek de Burgemeester van Amsterdam, Mr A. J. d'Ailly bereid de opening te verrichten. Na de Burgemeester spraken Ir H. Vos als voorzitter van het Instituut, de heer E. Kupers, als voorzitter van de Raad van Commissarissen van De Centrale ArbeidersVerzekeringsbank N.V. en Prof. dr A. J. C. Rüter als mededirecteur van het Instituut. 4. De b i b l i o t h e e k De sterk doorgevoerde bezuiniging noopte het Instituut in 1951 tot de uiterste beperking bij de aankoop van boeken. Gelukkig verkregen wij door
4
JAARVERSLAG OVER 1951
de uitgave van het Bulletin een bevredigend aantal boeken, zodat wij nog voortdurend nieuwe werken aan onze verzamelingen konden toevoegen, die, indien zij daarvoor in aanmerking kwamen, eerst enige tijd in de studiezaal ter inzage werden gelegd. Aangekocht zijn enkele antiquarisch aangeboden werken, die een fraaie aanvulling van onze collecties waren. Het leek ons in deze gevallen niet gewenst ons dit zo unieke materiaal ter completering te laten ontgaan. Zo werd onze belangrijke collectie oudere periodieken in de Duitse taal verrijkt met de Schweizerische Republikaner 1848-1849, compleet met twee proefnummers. Bovendien werd een verzameling, in hoofdzaak Franse, periodieken verworven uit de jaren 1938-1948. Zonder twijfel is het een gelukkige omstandigheid, dat wij deze verzameling konden kopen: het aanbod is zeer schaars en gedurende de oorlog konden wij dit materiaal zelf niet verzamelen. Tenslotte is de mogelijkheid in overweging genomen onze collecties uit te breiden door ruil van microfilms; onderhandelingen werden daartoe o.a. gevoerd met de University of Wisconsin, waarmee onze bibliothecaresse gedurende haar reis in Amerika contact heeft gezocht. Gezien de toenemende belangstelling voor de sociale geschiedenis van het Nabije en Verre Oosten heeft de bibliothecaresse aan deze afdeling wat meer accent gegeven. In de studiezaal werd een aantal werken op dit gebied in een daartoe gereserveerde kast opgesteld, terwijl het overige materiaal werd herordend en herplaatst om het naar nieuwe gezichtspunten gemakkelijker toegankelijk te maken. Door het uitgeven van het Bulletin komt een vrij groot aantal geschriften op dit gebied binnen. De tijdschriftenverzameling in de studiezaal onderging een reorganisatie, waarbij door selectie minder belangrijke periodieken naar de magazijnen werden overgebracht, terwijl andere, die op het ogenblik van gewicht zijn, werden ingevoegd. Door de samenstelling van een lijst der nu in de studiezaal aanwezige tijdschriften en een overzicht van de nieuwe inrichting der studiezaal werd de bezoekers het gebruik gemakkelijker gemaakt. De ordening der grote massa's periodieken, waarover het Instituut beschikt, werd geregeld voortgezet. Thans zijn, behalve de Duitse ook de Engelse, Amerikaanse, Franse en Italiaanse bladen in portefeuilles geordend. Intussen komen bij het voortgaand ordenen nog voortdurend aanvullingen op bovenbedoelde collecties te voorschijn. Momenteel worden de Spaanse kranten, waarnaar veel vraag bestaat, geordend. De kranten en andere periodieken behoren mede tot het allerbelangrijkste materiaal van het Instituut. Er wordt dan ook veel gebruik van gemaakt, zo door studenten als journalisten uit binnen- en buitenland.
JAARVERSLAG OVER 1951
5
Met de bewerking van de grote verzameling vakbondsverslagen, die veelvuldig geraadpleegd worden, is een begin gemaakt. Geschenken
van
gedrukte
werken
VAN J. BRAUNTHAL, LONDEN
een groot aantal tijdschriften en enige honderden brochures, waarvan wij noemen: R. Vogeler, E. Sanders and their accomplices bef ore the criminal court (Hongarije); The trial of Joszef Grösz and his accomplices; J. Moch, Guerre aux trusts; P. Björk, Swedish social-democracy looks at communism; Österreichs Grundindustrie verstaatlicht. VAN PROF. MR A. PITLO, AMSTERDAM
een verzameling officiële stukken uit de jaren 1942-'44, betreffende de loyaliteitsverklaring der studenten en hun uitzending naar Duitsland. (Gem. Universiteit van Amsterdam). VAN HET VREDESPALEIS, 'S-GRAVENHAGE
een aantal jaargangen van de volgende tijdschriften: R.S.D. Mitteilungsbiatt der russischen Sozialdemokratie, Jhrg. IV, 1927, nr. 20-50 (niet geheel compleet) en Jhrg. V, 1928, nr. 1-5; People and Freedom, een groot aantal nummers uit de jaren 1946-'49, en enkele nummers uit de jaren 1950-'51; The World to-morrow, New York, 1931-1934; De Vlaamse Oudstrijder, Brussel, 1928-'29, 1931-'34; V.O.S. Vlaamsch anti-militaristisch weekblad, 1935-'40; Het Liga voor Vlaanderen, Brussel 1934-'38; (al deze jaargangen zijn bijna compleet); Der Aufbau 1931-'37 (een aantal nummers). VAN HET UNITED STATES DEPARTMENT OF LABOR, WASHINGTON
een aantal van hun eigen uitgaven, waarvan wij noemen: 37th Annual report of the secretary of labor; American Trade Union journals and Labor papers currently received by the Department of Labor Library, June 1950; Publications of the Bureau of Labor Statistics, March 1951; Labor market and employment security; Labor Information Bulletin, 1951, Jan.-Apr. (dat wij verder geregeld ontvangen). VAN DE HEER D. DUBINSKY, INTERNATIONAL LADIES GARMENT WORKER'S UNION, NEW YORK
een aantal uitgaven van deze vakbond o.a.: Structure and functioning of the I.L.G.W.U.; Friends and prospects women's garment industry; Report of the educational department of the I.L.G.W.U.; I.L.G.W.U. news history enz., verder een aantal brochures. VAN DE STADSBIBLIOTHEEK, ANTWERPEN
enige honderden brochures betreffende de Belgische Werkliedenpartij, voornamelijk uit de jaren negentig. B.v.: Programma 1894: tientallen brochures en kranten betreffende de houding van Duitsers en Belgen in de Eerste
6
JAARVERSLAG OVER 1951
Wereldoorlog, w.o. La Libre Belgique, 1916-'17, en Onze Zelfstandigheid, 1917. Evenzo een aantal kranten en brochures betreffende de Vlaamse kwestie. VAN HET NEDERLANDS VERBOND VAN VAKVERENIGINGEN, AMSTERDAM
een zestigtal boeken, voornamelijk op het terrein van de Britse en Scandinavische vakbeweging en coöperatie. Een honderdvijftigtal brochures op dezelfde gebieden, en betreffende Nederlandse politieke ontwikkelingen. Periodieken uit Engeland, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Zweden w.o.: New Statesman and Nation 1949-'50; Time and Tide 1946-'50; Gewerkschaftszeitung Würtemberg 1948; New-Times 1950; Labour Party Bulletin 1947-'48. VAN DE HEER J. ZWART, AMSTELVEEN
een exemplaar van het originele „Manifeste Programma" van Comitato d'Azione per 1'Unita e l'Indipendenza del Movimento Operaio. (Dit is het Manifest en program waarmede de vroegere Italiaanse communisten Cucchi en Magnani de Italiaanse KP verlieten). VAN P R O F . F. VENTURI, TURIJN
zijn geschriften: Socialismo di oggi e di domani; Le origini deü' enciclopedia; Damasso Francesco Vasco; verder Dom Deschamps, Le vrai système, publié par J. Thomas et F. Venturi; A. Garosci, La vita di Carlo Rosselli. VAN DE HEER V.
GALASSI, MILAAN
een aantal brochures enz. waarvan wij noemen: U. Fedeli, Dalla mourrezione dei contadini in Ucraina alla rivolta di Cronstadt; G. Leval, 1'Attivita sindicale nella transformazione sociale enz. VAN DE UNIVERSITETSKA BIBLIOTEKA, BEOGRAD
een aantal brochures betreffende de Joegoslavische vrouwen o.a. Le front antifasciste des femmes de Yougoslavie au sein du mouvement international des femmes; Die politischen Rechte der Jugoslawischen Frauen enz. Verder nog enige publicaties waarvan wij noemen: The war effort of Yugoslavia 1941-45; E. Kardelj, Put Jugoslavije 1941-45. VAN DE STAATSDRUKKERIJ, PRETORIA
een aantal officiële uitgaven over sociale en economische toestanden in ZuidAfrika. VAN P R O F . MR N.
W.
POSTHUMUS, LEIDEN
een aantal boeken en brochures waarvan wij noemen: E. Lipper, Onze ans dans les bagnes soviétiques; Trial of the group of spies and traitors of Tito's fascist clique; P. Geyl, Democratische tendencies in 1672, enz. Van de volgende organisaties en instellingen werden geregeld de uitgaven ontvangen:
JAARVERSLAG OVER 1951
7
Nederland: Partij van de Arbeid; Wiardi Beckmanstichting; Nederlands Verbond van Vakverenigingen; Nederlandse Katholieke Arbeidersbeweging; Katholieke Arbeidersbeweging, Breda; Christelijk Nationaal Vakverbond; Algemene Nederlandse Bouwarbeidersbond; Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond; Algemene Nederlandse Grafische Bond; Algemene Nederlandse Zuivelbond; Algemene Nederlandse Sigarenmakers- en Tabaksbewerkersbond; Nederlandse Bioscoopbond; Katholieke Bouwvakarbeidersbond; Nederlandse Katholieke Grafische Bond; Protestants-Christelijke Bond van Spoor-, Tram- en ander Vervoerspersoneel; Christelijke Metaalbewerkersbond; Nederlandse Christelijke Grafische Bond; Nederlandse Vereniging ten behoeve van Zeelieden van elke nationaliteit; Centrale van kapiteins en officieren ter Koopvaardij; Nederlandse Onderwijzersvereniging; Katholieke Vereniging van Werkgevers in de metaalnijverheid; Centrale van Hogere Rijksambtenaren; Centrale der Nederlandse Verbruikscoöperaties; Comité ter behartiging van de algemene belangen van Overheidspersoneel (A.C. O.P.); Sociaal-Economische Raad; Nationale Coöperatieve Raad; Contactgroep Opvoering Productiviteit (C.O.P.); Centraal Planbureau; Levensverzekeringsmaatschappij „Utrecht"; Bestuur Rijksverzekeringsbank; Twentsche Bank N.V.; De Centrale Arbeiders-Verzekeringsbank N.V.; Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen; Rijks-Instituut voor Oorlogsdocumentatie; Archief Gemeente Amsterdam; Bibliotheek en Documentatiedienst van de P.T.T.; Openbare Leeszaal, Amsterdam; Handels-Economische Bibliotheek; Provinciale Bibliotheek van Friesland; Nederlands Economisch Historisch Archief; Bibliotheek en Leeszalen,Rotterdam; Economische Voorlichtingsdienst; Légation de Finlande; Embassy of the Soviet Socialist Republics; United States Information Service; British Embassy; Coördinatie Commissie voor Culturele Betrekkingen met Duitsland; Nederlands Studenten Sanatorium; Stichting voor de Culturele Samenwerking; Goedhartstichting; Ministerie van Sociale Zaken; Ministerie van Buitenlandse Zaken; Uitgeverij Samsom; De Waarheid; Nederlands Instituut voor Middelbare en Hogere Technici. Algiers: Gouvernement général de 1'Algérie. België: Red. „Stem der Vrouw"; Algemeen Christelijk Vakverbond. China: Red. „People's China"; Foreign Languages Press. Cuba: Confederacion de Trabajadores de Cuba.
8
JAARVERSLAG OVER 1951
Duitsland: Sozialdemokratische Partei Deutschlands; Redaktion „Ost-Probleme"; Redaktion „Das Sozialblatt"; Verlag „Der Tagesspiegel"; Bund Verlag; Gesellschaft für Deutsch-Sowjetische Freundschaft; Arbeiter-Wohlfahrt. Egypte: Institut d'Egypte. Engeland: Labour Party; Socialist Labour Press; Trades Union Congress; Fabian Society; Fabian Colonial Bureau; Friends Peace Committee; Friends Service Council; Women's International League for peace and f reedom; The Wiener Library; Cassell & Co, Ltd; Carnegie United Kingdom trust. Frankrijk: Rassemblement du Peuple Francais; Confédération Nationale du Travail; Editions Sociales; Presses Universitaires; Réd. de la Vérité; Réd. de 1'Unité; Librairie Armand Colin. Indonesië: Departement van Onderwijs, Kunst en Opvoeding (via Mej. dr A. Stolp). Israël: Zionist Central Archives. Italië: Ed. "Volonta". Joegoslavië: Ljudska Republika Slovenija; Jugoslovenski Sindikati; Académie Serbe des Sciences; People's Youth of Yugoslavia. Oostenrijk: Sozialistische Partei österreichs; Österreichisches Institut für Wirtschaftsforschung; Allgemeine Unfallversicherungsanstalt. Polen: Societas scientarum Varsaviensis; Towarzystwo Naukowe. Spanje: Instituto de Estudios politicos. Verenigde Staten: University of Wisconsin; The Modern School, Stelton; Jefferson School of Social Science; American Labor Education Service; Jewish Labor Committee; National Committee for a Free Europe; American Council of learned Societies; Social Science Research Council; Federal Reserve System; Federal Security Agency; Rockefeller Foundation; John Hopkins Press; Facts on File inc.
JAARVERSLAG OVER 1951
9
Internationaal: Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen, 'Brussel; Wereldvakverbond, Parijs; Unesco, Parijs; U.N.O. Verder werden nog van de volgende personen geschenken ontvangen: Dr Friedrich Adler, Zürich; Ir J. W. Albarda, 's-Gravenhage; Prof. dr G. A van den Bergh van Eysinga, Bloemendaal; L. B. Boudin, New York; Ir C. J. van Bijlert, Wageningen; J. B. Calissendorff, Amsterdam; Prof. L. Dal Pane, Milaan; Hem Day, Brussel; Y. Delbras, Parijs; G. Estrade, La Habana; U. Fedeli, Carrara; G. Feltrinelli, Milaan; Prof. mr W. F. de Gaay Fortman, Amsterdam; U. D. Hannema, Amsterdam; H. Hirsch, Chicago; Prof. mr H. R. Hoetink, Amsterdam; F. Kool, Amsterdam; E. Kupers, Bloemendaal; M. Kwikkei, Koog a. d. Zaan; C. Lammers, Amsterdam; M. E. Lombaert, Ostende; B. Luteraan, Amsterdam; A. Mallet-Chauveau, La Faute-sur-Mer; P. Pages, Mexico; Prof. dr A. Pannekoek, Zeist; A. M. van Peski, Leiden; F. E. Peters, Mechelen; Mevr. dr W. H. Posthumus-v. d. Goot, Amsterdam; Drs J. Prakke, Assen; Prof. J. H. Rodrigues, Rio de Janeiro; Mevr. dr A. Romein-Verschoor, Amsterdam; Prof. dr A. J. C. Rüter, Heemstede; Mej. T. Sender, New York; A. Sevenster, St. Anna Parochie; B. Souvarine, Parijs; H. Streisand, Berlijn; Mme Tscherkesoff, Plessis Robinson; Prof. J. Trochain, Montpellier; L. v. d. Ven, Midwoud; Prof. dr A. C. de Vooys, Utrecht; Prof. dr H. de Vos, Groningen; Mevr. M. WibautBerdenis van Berlekom, Amsterdam; Mr J. H. van Wijk, Bennebroek. 5.
Catalogisering
Werd reeds eerder de behoefte gevoeld, om de cataloguskaartjes op een eenvoudige wijze te doen multipliceren, in plaats van deze te laten overtikken, in 1951 is hier inderdaad een begin mee gemaakt. De moeilijkheid was een methode te vinden, die eenvoudig en niet kostbaar is; drukken was om de laatste reden al bij voorbaat uitgesloten. Het Instituut kreeg de beschikking over een klein maar zeer doelmatig apparaat, dat op eenvoudige en goedkope wijze de voor ons doel nodige, kleine oplage gemakkelijk leveren kan. Een voordeel van de nieuwe wijze van multipliceren is ook, dat wij thans een titel aan de Centrale Catalogus kunnen zenden, wat het gebruik van onze boeken in Nederland vergemakkelijkt en stimuleren zal. Het catalogiseren zelf wordt thans met voortvarendheid verricht door een drietal medewerkers, waarvan één „half-time" werkt. De boeken van de afdelingen Duitsland en Oostenrijk zijn thans gecatalogiseerd; de brochures van deze kabinetten konden voor een deel door een alfabetische ordening toegankelijk gemaakt worden. Op het ogenblik is de algemene afdeling in bewerking en reeds voor een goed deel gecatalogiseerd. Aan deze afdeling
10
JAARVERSLAG OVER 1951
is voorrang gegeven, omdat vele van de hier geplaatste werken, sociologische bijv., veel door studenten gevraagd worden, wier budget ook het aanschaffen van elementair studiemateriaal vaak niet toelaat. Voor een bibliografische catalogus in het Bulletin werden de boeken, brochures en periodieken van onze collectie over Amerikaanse communities gecatalogiseerd, wat, door de aard van het materiaal, veel tijd kostte. Het tempo is zeer bevredigend te noemen: er worden ± 3 5 0 boeken per week gecatalogiseerd, terwijl de catalogiseerders daarbij bovendien nog andere werkzaamheden voor de catalogus verrichten. Deze arbeid heeft intussen bij voortduring onze aandacht. 6. T o e z e n d i n g
periodieken
Van de ruim 600 periodieken, die het Instituut geregeld ontvangt, geeft de verdeling naar landen het volgende beeld: Land: Nederland België Duitsland Engeland Frankrijk Italië Joegoslavië Luxemburg Oostenrijk Polen Roemenië Rusland Scandinavië Spanje Tsjechoslowakije Zwitserland Afrika Australië Azië Canada India Indonesië Israël USA
Dagbladen: 12 4 4 2 5 — — — 1 — — 2 — — — 4 — — — — — — — —
Week- en maandbladen 225 42 40 37 76 7 1 1 37 1 1 16 10 6 4 33 2 3 5 1 1 1 5 37
JAARVERSLAG OVER 1951
Land: Z. Amerika Internationaal
Dagbladen: — — 34
11
Week-en maandbladen: 3 13 608
Als voorbeelden noemen wij van de belangrijkste tijdschriften: Neues Abendland, Annales (économies, sociétés, civilisations), Official Bulletin ILO, Sociologisch Bulletin, Les cahiers socialistes, People's China, Commentary, Socialist commentary, La nouvelle critique, Cuadernos de politica social, Etudes soviétiques, Europa-Archiv, Fabian journal, Fact, Fatti e teorie, Free-University quarterly, Geist und Tat, Die freie Gesellschaft, Glanes, Asian horizon, Indonesië, Industry and labour (ILO), Socialist international information, Information bulletin IVVV, Israël and the middle east, Labor and nation, Labour, Labour monthly, International labour review, Land and liberty, The new leader, Sociaal maandblad, Mededelingenblad bedrijfsorganisatie, Mens en maatschappij, Mens en onderneming, 1848 revue des révolutions contemporaines, Der Monat, Monatsberichte des Österreichischen Institutes für Wirtschaftsforschung, Gewerkschafthche Monatshefte, Les nouvelles yougoslaves, Ost-Probleme, Partisan review, La pensee, Plebs, Poland to-day, Politiek en cultuur, Politique étrangère, Pro und Contra, The modern quarterly, Federal reserve bulletin, The American historical review, Islamic review, Russian review, La révolution prolétarienne, Revue d'économie politique, Revue d'histoire économique, Revue internationale, Agrarpolitische Revue, Rote Revue, Gewerkschafthche Rundschau, Occupational safety and health, Science and society, Social security bulletin, Socialisme, Socialisme en democratie, Sociologie et droit slaves, Sopade, Sowjetwissenschaft, Der Sozialdemokrat, Times litterary supplement, Labor's monthly survey, Syntheses, Temps nouveaux, Verordeningenblad bedrijfsorganisatie, Volksontwikkeling, Die Volkswirtschaft, Volonta, Sociale voorlichting, Neue Wege, Das Werk, World federation of trade unions, Die Zukunft. 7. A r c h i e f De herordening en inventarisering der archieven, die reeds in vorige jaren onze aandacht had, is thans met het oog op de plannen, die het Instituut voor de toekomst overweegt, met kracht ter hand genomen. Deze plannen zouden een ver doorgevoerde perfectionnering van ordening en inventaris eisen, omdat anders geen bruikbare microfilms te vervaardigen zijn. De ganse wetenschappelijke staf besteedt thans aan dit werk een groot deel van
12
JAARVERSLAG OVER 1951
zijn tijd, terwijl Mevrouw Adama van Scheltema tevens een deel van deze arbeid verricht. Het archief werd verrijkt met één aankoop, enkele belangrijke geschenken en een zeer belangrijk depot. Aangekocht werd een aanvulling op de collectie Pecqueur, die correspondentie en manuscripten bevat van deze katholieke econoom, die invloed onderging van Saint Simon en in de jaren 1840-1860 in zijn geschriften socialistische denkbeelden neerlegde. Gedurende haar vacantie bezocht de bibliothecaresse enkele bevriende relaties in Zwitserland en ontving daarbij een tweetal interessante collecties ten geschenke. Allereerst schonk de dochter van wijlen Dr Otto Lang te Zürich een aanvulling op het eerder door ons aangekochte archief van haar vader. Deze collectie bevat o.a.: brieven van Ed. Bernstein (10 stuks, 1888 en 19111917), A. Bebel (10 stuks, 1889-1912), K. Kautsky (24 stuks, 1888-1933), W. Sombart (omvangrijke correspondentie uit de jaren 1888-1904), W. Liebknecht (een brief, 1895), Paul Lafargue (een brief, 1893). Verder brieven van Fr. Adler, Fr. Austerlitz, Otto Bauer, Heinr. en Julie Braun, Hj. Branting, Rud. Breitscheid, brieven van vele Zwitserse socialisten, van de Grütliverein enz. De collectie bevat tevens vele gegevens over Dr Otto Lang zelf, o.a. zijn herinneringen en een groot aantal zeldzame Maizeitungen. Het tweede geschenk, dat mevrouw Scheltema meebracht, is afgestaan door mevrouw dr P. Brupbacher te Zürich en bevatte brieven uit de Spaanse burgeroorlog (30 stuks), brieven van James Guillaume (2 stuks), C. Grünberg, Anton Gonzatkov (5 stuks), Max Nettlau (zeer vele), Henri Barbusse, Fernand Deprès, Marx Engels Instituut, J. Rutgers, Paul Fröhlich, Amadée Dunois, Fr. Pfemfert enz. Ook dit geschenk vormt een bijzondere aanvulling op reeds vroeger ontvangen stukken. Tenslotte ontvingen wij door bemiddeling van de Dr H. B. Wiardi Beckmanstichting te Amsterdam, van mevrouw S. Troelstra te 's-Gravenhage, een aanvulling op het archief P. J. Troelstra, bevattende handschriften van parlementaire redevoeringen en van artikelen over „Stockholm", aantekeningen van diverse speeches en artikelen. Voorts het typescript der Gedenkschriften, correspondentie n.a.v. het schrijven en de uitgave van de Gedenkschriften, correspondentie e.a. stukken betrekking hebbende op een literaire tournee door Friesland, handschriften van Friese gedichten en ander literair jeugdwerk, benevens enkele gedrukte stukken. Van groot belang moet tenslotte worden geacht, dat het Instituut dank zij de bemiddeling van ons bestuurslid, Dr Friedrich Adler, en de medewerking van de heer J. Brauntal het archief van de Tweede Internationale in dépöt ontving.
13
JAARVERSLAG OVER 1951
8. N e d e r l a n d s - E n g e l s - A m e r i k a a n s
Kabinet
In de toestand van het kabinet kwam gedurende dit jaar weinig opvallende verandering. De voortgaande ordening der collecties werd dan ook meer dan in vorige jaren gericht op kleinere verzamelingen als van oude Nederlandse brochures en enkele archiefjes. Het laatste van de grote, althans van de het meest tonende ordeningsobjecten — de indeling naar hoofdlijnen van ruim 20.000 Nederlandse brochures van na 1900 — is in de tweede helft van dit jaar gereed gekomen. Hoewel van het catalogiseren van de in het kabinet aanwezige boeken nog niet gesproken kan worden, is toch reeds een begin daarmee gemaakt in verband met de publicatie van een bibliografische lijst in het 2e nummer van deze jaargang van het „Bulletin". Tevens was de leider van het kabinet, de heer F. de Jong, actief bij het in gereedheid brengen van de boekenverzameling op de directeurskamer, zodat deze gecatalogiseerd kon worden. Naast de gemelde lijst werd voor het Bulletin werk verricht in de vorm van boekbesprekingen en de voorbereiding van enkele kleine artikelen. Voorzover deze en vele andere lopende zaken hem daar de tijd voor lieten heeft de medewerker zich ook gewijd aan zijn grotere studie over „Wiedijk en de Nieuwe Tijdgroep". Bij het project tot ordening van al het in het gebouw aanwezige archiefmateriaal verleende de wetenschappelijke medewerker hulp ten aanzien van enkele archieven der Duitse afdeling. Zo werd o.a. het archief-Liebknecht geordend. Vele belangstellenden kon hij bovendien bij hun studie helpen. De voornaamste onderwerpen, die verschillende bezoekers uit binnen- en buitenland mede of geheel op grond van het in het Instituut aanwezige materiaal, bestudeerd hebben zijn de volgende: De gemeente-politiek van F. M. Wibaut (diss. Rotterdam) De jongste ontwikkeling der Nederlandse vakbeweging (diss. Parijs) Het weekblad „De Kroniek" (diss. Gent) Het Chartisme (diss. Utrecht) Leven en werk van Henriëtte van der Mey (scriptie, tevens ordening van het betreffende archief) De verhouding tussen staat, arbeiders en ondernemers in de U.S.A. (scriptie) De activiteit van H. Roland Holst gedurende de jaren 1914-1919 (scriptie) De sociale achtergrond van de politieke partijvorming in Nederland (scriptie) De sociale en culturele gevolgen van de Franse Revolutie voor Nederland (scriptie)
14
JAARVERSLAG OVER 1951
Verenigingsleven en partijvorming in de negentiende eeuw (studie-onderwerp groep sociografische studenten) Grepen uit de theorie van het socialisme (studie-onderwerp discussie groep ener studentenvereniging) De Katholieke arbeidersbeweging in het aartsbisdom Utrecht (part. studie) De grondstrekking der arbeidersbeweging in België en Scandinavië (part. studie) De sociale ontwikkeling van Leiden in de 19e eeuw (part. studie). 9. F r a n s K a b i n e t In het gebrek aan plankruimte kon ook in de loop van 1951 nog niet worden voorzien. Naar schatting 3000 boeken konden derhalve nog steeds niet worden geordend; ze zijn echter niet meer in één der kamers, maar elders opgesteld. De belangrijkste aanwinst voor het Franse kabinet was de reeds vóór de oorlog aangekochte, echter nu pas ter beschikking gekomen belangrijke collectie Descaves, in totaal 700 boeken, w.o. 215 met betrekking tot de Parijse Commune; de overige voornamelijk uit de tijd van het 2e Keizerrijk en de 3e Republiek. Hierbij bevonden zich collecties van veelal zeldzame werken van Henri Rochefort, Felix Pyat, Eugène Vermersch en Louise Michel. Alle boeken uit deze collectie werden systematisch geordend hetgeen opnieuw een verschuiving van enkele grote rubrieken nodig maakte en het plaatsgebrek heeft vergroot. Tot de onderwerpen waarover aan belangstellenden adviezen en literatuur werden verstrekt behoorden: Parijse Commune, Babeuf, Ferrer, Jaurès. Aan Prof. Duveau van de Universiteit van Strassbourg werd illustratiemateriaal ter beschikking gesteld voor een publicatie van zijn hand over de sociale geschiedenis van Frankrijk. Enkele bezoekers werkten geruime tijd, twee of drie weken, in het Franse kabinet in verband met hun speciale studie waarbij de leider van het kabinet, de heer A. Lehning, hen behulpzaam was met het raadplegen van literatuur. De heer St. J. Brademas (Harvard University), Rhodes Scholar te Oxford, raadpleegde de collecties inzake het Spaans anarchisme in verband met zijn proefschrift over dit onderwerp; de heer Cattell (Columbia University) bestudeerde het materiaal over de Spaanse burgeroorlog; de Italiaanse historicus Prof. Franco Venturi (Turijn) had speciale belangstelling voor de bakoenistische literatuur en de Eerste Internationale in verband met zijn studie over de Russische revolutionnaire beweging van 1860-1880. Aan MHe Thomas werd de zeldzame collectie van de St. Simonienne Pauline Roland ter beschikking gesteld ter consultatie voor haar proefschrift.
JAARVERSLAG OVER 1951
15
Op verzoek van Prof. Baschwitz werd voor de studenten in de perswetenschap van de Universiteit van Amsterdam een tentoonstelling georganiseerd van periodieken uit de tijd der Franse Revolutie. De heer Lehning hield een inleiding tot de tentoonstelling, die door een 40-tal studenten werd bezocht. In de loop van 1951 kon ook een begin worden gemaakt met de ordening van de bij het Franse kabinet behorende archieven, waartoe omvangrijke collecties als die van Dr Max Nettlau en Descaves behoren. Van deze laatste was een gedeelte reeds voor de oorlog bij het Instituut gedeponeerd; het resterende en grootste gedeelte kon in de loop van dit jaar ook bij de archieven worden gevoegd. Deze collectie, die zeer rijk is aan materiaal over de Parij se Commune en de Communards valt in talloze kleinere archieven en dossiers uiteen, die ten dele bij andere reeds bestaande konden worden gevoegd of oorspronkelijk daartoe behoorden. 10. D u i t s
Kabinet
In het afgelopen jaar werd de catalogisering van de boeken van de Duitse afdeling en van de Oostenrijkse verzameling voltooid, zodat nu de tijd voornamelijk aan de inventarisering van de archieven besteed kan worden. In De Duitse afdeling maakte de leider der afdeling, de heer W. Blumenberg, een begin met de inventarisering van het Marx-Engels-archief, dat in een ongunstige toestand verkeerde. Het was niet archivalisch geordend, zodat het moeilijk was, bepaalde stukken te vinden; vaak gaf het opschrift van de bundels een andere dan de werkelijke inhoud aan, en voor het grootste deel van de correspondentie bestond in het geheel geen systematische indeling. De transporten van het materiaal van Berlijn naar Kopenhagen, naar Amsterdam, naar Londen en terug, zijn zeker niet van gunstige invloed geweest. Daar dit archief op de film vastgelegd zal worden, beschouwen wij het als onze taak, bij de inventarisering naar mogelijkheid fouten, o.a. in de datering te corrigeren, en in de meeste gevallen slagen wij erin. Maar daardoor eist het werk meer tijd, dan aanvankelijk verwacht werd. Gelukkig zijn de meeste andere Duitse archieven in een meer overzichtelijke toestand. Onderwerpen van speciale studie van bezoekers uit binnen- en buitenland waren: Bruno Bauer en de vroege socialistische literatuur (monographie) De Duitse boerenoorlog (in twee gevallen — studie) Marx' strijd tegen andere groepen van de emigratie na 1849 (verzameling van materiaal voor een Berlijns seminarium), Marx-literatuur (studie) De politiek van de 2e Internationale (dissertatie Oxford) De Duitse couranten van de jaren '90 met het oog op Rijkskanselier Caprivi (dissertatie Freiburg i.B.)
16
JAARVERSLAG OVER 1951
Revolutie en radenrepubliek in München (dissertatie New York) Geschiedenis der arbeidersbeweging der Westerse landen (monographie) De tijd van het opkomend revisionisme in de Duitse soc.-democratie (bronnenpublicatie) De relaties van Kautsky en Bebel met Engels (bronnenpublicatie en monographie) De verhouding Rusland-Duitsland gedurende de revolutietijd 1918-19 (Dissertatie New York) De sociale politiek van het „Derde Rijk" (studie). In het najaar was de medewerker enige weken in het Niedersachsische Staatsarchiv te Hannover werkzaam. Hij werkt bovendien aan een uitgave van Marx-brieven uit het begin der jaren '50. 11. R u s s i s c h
Kabinet
De ordening, waarvan in het vorige jaarverslag werd gesproken, heeft haar voorlopig beslag gekregen. Waar dat gewenst bleek, werden in de opstelling der boeken wijzigingen of verbeteringen aangebracht. De leider van het kabinet, Mr. J. Meyer, besteedde het grootste deel van zijn tijd aan de ordening der archieven, een omvangrijk werk, dat zeker nog het gehele jaar 1952 in beslag zal nemen. Op deze wijze wordt een duidelijk inzicht verkregen in de rijkdommen, die het Instituut op dit gebied bezit. De activiteit naar buiten ontwikkelde zich goed. Het aantal bezoekers uit binnen- en buitenland nam toe, evenals het aantal uitgeleende boeken, betrekking hebbende op de meest verschillende onderwerpen. Ook voor diepergaande studie, scripties, dissertaties e.d. werd van de diensten van het Instituut gebruik gemaakt. Als onderwerpen zijn te noemen: De oppositie in Sovjet-Rusland 1917-1922 (Prof. Shapiro, London) Het revolutionnaire populisme (Prof. Venturi, Cagliari) Het legaal marxisme (dissertatie Cambridge) Rusland en de Spaanse burgeroorlog (dissertatie Columbia) Cechov en de Russische intelligentsia (dissertatie) De periodisering der geschiedenis (dissertatie) Marxisme en ethiek (dissertatie) Russische paedagogie (dissertatie) De Russische emigratie in Zürich omstreeks 1870 (dissertatie) Majakovskij (scriptie) Trotskij (studie) Sovjet-Russische literaire critiek (studie) Het Rode Leger (studie)
JAARVERSLAG OVER 1951
'17
Een aantal groepen studenten werd op het kabinet ontvangen. Hun werd een uiteenzetting gegeven omtrent de mogelijkheden van studie op dit gebied. De uitwisseling met de bibliotheek der Russische Academie van Wetenschappen bleef voortgang vinden. Uitwisseling van tijdschriften kwam tot stand met Polen en Joegoslavië. Uit laatstgenoemd land werden ook enige boeken ontvangen. Behalve door enkele aankopen werd de collectie voorts uitgebieid door een aanzienlijke hoeveelheid tijdschriften en boeken, die ten geschenke werden ontvangen. De samenwerking met het Rusland-Instituut der Universiteit werd op de aangenaamste wijze voortgezet. 12. B u l l e t i n In de loop van 1951 verschenen drie afleveringen van het Bulletin en wel: No. 1 in Juli, bevattende artikelen van de heren Fr. de Jong, A. Lehning en J. Meyer, alsmede 213 boekbesprekingen. Tevens werd aan dit Bulletin een register op auteursnamen en een algemeen register voor de jaargang 1950 toegevoegd. No. 2 in September, bevattende een lijst van boeken, pamfletten en periodieken betreffende the American Communities in het bezit van het Instituut met een korte inleiding van de heer Fr. de Jong, alsmede 209 boekbesprekingen. No. 3 in December, inhoudende artikelen van de heren W. Blumenberg en J. Meyer, alsmede 224 recensies. De recensies werden verzorgd door de heren W. Blumenberg, Fr. de Jong, F. Kool, A. Lehning en J. Meyer. Gedurende 1951 ontving het Instituut ruim 700 boeken ter recensie, zodat de medewerking der uitgevers bevredigend genoemd mag worden. 13. C o r r e s p o n d e n t P a r i j s Onze correspondent te Parijs was ook dit jaar zeer actief. Hij bezorgde ons niet alleen nieuwe relaties, maar zond zelf geregeld grote pakken met materiaal, dat onze verzamelingen aanvult, of een overzicht geeft van wat verschillende politieke groepen publiceren. Om een enkel voorbeeld te geven: een pak, dat dezer dagen werd ontvangen, bevatte krantenmateriaal van Frankrijk, Spaanse emigranten in Toulouse, de Verenigde Staten, Duitsland en Oostenrijk, Italië. Verder mapfes als bijvoorbeeld: Tracts C.G.T.; Tracts divers avant 1939; Socialistes révoIutionnaires 1942-'46; Soldatenarbeit 1941-'44; Diskussionszirkel „Voran", Paris 1947, mit einem Dokument von Peter Moslowskv, 1946; Bulletin du Cercle du Libertaire des étudiants 1949; P.O.U.M., theses du dernier con-
18
JAARVERSLAG OVER 1951
gres, Toulouse 1945; Nouvelles Pacifistes 1950; „Revisionisten", Montauban 1941; „Befreiung" und „Der Freie Arbeiter", 1950; Mouvement anticommuniste 1944-'45; een pak syndicalistische bladen. Verder aanplakbiljetten, strooibiljetten enz. Zulk materiaal is uitermate moeilijk te vinden en wordt later voor de geschiedenis van deze tijd van bijzondere waarde. 14. B e z o e k
aan het
Instituut
Het dagelijks bezoek is iets groter geweest dan in de vorige jaren. In 1951 telden wij ruim 1650 bezoekers, waarvan verscheidene voor scripties of dissertaties boeken over een bepaald onderwerp nodig hadden. Ook van de oude periodieken werd een druk gebruik gemaakt. Vele buitenlanders bleken van onze instelling en de rijkdom van onze verzamelingen op de hoogte te zijn en kwamen soms wekenlang naar Amsterdam om materiaal te raadplegen. Zo kwamen o.a. de heer H. Öhlmann uit Wolfenbüttel, die Duitse kranten uit de 90er jaren bestudeerde; de heer R. Löwenthal uit Londen maakte een studie over de internationale geschiedenis van de arbeidersbeweging. Uit Ascot kwam de heer R. K. Kindersley, die een onderzoek instelde naar het legaal marxisme. De heer H. Stubbe uit Wilhelmshaven bestudeerde materiaal over de Duitse boerenoorlog. Behalve de reeds genoemde heer en mevrouw D. I. Cattell uit Rehoboth (U.S.A.), de heer S. J. Brademas uit Oxford en Prof. Venturi uit Turijn, kwamen nog de heer M. Rubel uit Parijs, die Marx-literatuur bestudeerde, de heer A. Kwiecinski uit Londen voor de bestudering van de Engelse economische geschiedenis in het algemeen, de heer C. Bouteiller uit Parijs voor een studie van de Nederlandse vakbondsbeweging van 1945 tot heden en de heer G. Dorval uit Beauvais (Oise) voor een studie over Babeuf. Van de verdere buitenlandse bezoekers noemen wij: de heer A. Mazon uit Parijs, de heer en mevrouw Margaret and Hugo Dewar uit Londen, Prof. L. Schapiro uit Londen, de heer K. Ostermann van het Wirtschaftwissenschaftliche Institut te Keulen, de heer Milos Vanék uit München, de heer G. Bratke uit Hannover, Prof. W. Galenson uit Arlington, Prof. G. Del Bo uit Milaan, de heer J. Paasivirta uit Turku (Finland), de heer L. Epsztein uit Parijs, de heer C. H. Hamilton uit Regina, Canada, Dr C. Easton Rothwell van het Hoover Institute and library of the Stanford University in California, Prof. Georges Duveau uit Straatsburg, de heer en mevrouw G. Feltrinelli uit Milaan, de studenten T. Martelano uit Ljubljana en R. Prica uit Sremska Mitrovica (Joegoslavië), de heer J. Braunthal uit Londen, de heer Mehrin J. Segal van het Michigan State College (U.S.A.), de heer Simeon J. Bolan van de Columbia University te New York, mevrouw V. Dille-Lobe en
JAARVERSLAG OVER 1951
19
Mathilde Schroyens uit Antwerpen, de heer E. P. Hohman van de Northwestern University te Evanston (Illinois U.S.A.) en Dr H. Ronte uit Wilhelmshaven. 15. I n t e r n a t i o n a a l A r c h i e f v o o r de V r o u w e n b e w e g i n g Het I.A.V. heeft gedurende het jaar 1951 vele geschenken ontvangen. Er is een nieuwe medewerkster aangesteld voor het systematisch ordenen der boeken en brochures en de verzorging van de catalogus, zodat ook deze bibliotheek veel overzichtelijker wordt en zo tot groter nut kan zijn voor de bezoekers van het Instituut. Tevens kan van de ruim 150 periodieken die geregeld binnenkomen, gebruik worden gemaakt. 16. C o n t a c t
m e t de
Universiteiten
Zoals in het vorig jaarverslag is vermeld, nodigden wij de onderscheidene docenten in de geschiedenis, de sociologie, de sociografie, de sociale psychologie, de politieke wetenschap, onderdelen der rechtswetenschap en de economie, en in de ethnologie uit zitting te nemen in een Raad van Advies. Aan deze uitnodiging gaven gehoor de hoogleraren: Dr W. Banning, dr K. Baschwitz, dr B. Becker, dr P. J. Bouman, dr C. D. J. Brandt, dr I. J. Brugmans, dr J. Q. van Dillen, dr R. van Dijk, mr W. F. de Gaai Fortman, dr F. van Heek, mr H. R. Hoetink, dr E. W. Hofstee, dr S. Hofstra, dr A. N. J. den Hollander, dr T. S. Jansma, dr J. H. Kernkamp, dr J. P. Kruyt, mr M. G. Levenbach, dr Th. J. G. Locher, dr J. F. Niermeyer, dr F. Polak, dr W. P. J. Pompe, dr J. Presser, dr L. J. Rogier, dr J. M. Romein, dr B. H. Slicher van Bath, dr H. Smitskamp, dr L. J. G. Verberne, dr J. A. Veraart, dr jhr P. J. van Winter, alsmede de lector dr G. de Jong. De opzet was, daardoor de band met de universiteiten te versterken en het materiaal van het Instituut op intensiever wijze dienstbaar te maken aan de studie en de wetenschap. In December van dit verslagjaar kwam deze Raad van Advies bijeen. De directeuren gaven een uiteenzetting over de geschiedenis en de opbouw van het Instituut, over de aanwezige collecties, waarover de leden gedetailleerde gegevens werden verstrekt, alsmede over de mogelijkheid van samenwerking. Gezien de geldmiddelen zal deze voorshands vooral moeten worden gezocht in het verschaffen van materiaal voor scripties en dissertaties, waarbij tevens gewezen werd op de mogelijkheid van deskundige voorlichting door onze wetenschappelijke staf. Deze mogelijkheden trekken zeer de belangstelling; uit de vergadering kwamen voorts voor de directie nuttige suggesties naar voren. Een rond-
20
JAARVERSLAG OVER 1951
leiding, waarbij mede enkele exposities van documenten en zeldzame gedrukte werken bezichtigd werden, besloot de bijeenkomst. Om onder de studenten meerdere bekendheid te geven aan het Instituut en de mogelijkheden, die het biedt, werden rondleidingen georganiseerd voor studenten, die hiertoe met hun hoogleraren onze instelling bezochten. Tenslotte zij nog vermeld, dat het Instituut zich aangesloten heeft bij de Amsterdamse universitaire en andere wetenschappelijke instellingen, die door samenwerking naar een doelmatiger voorziening in de behoefte aan sociografische en sociologische literatuur streven. Door de breedheid van zijn verzamelingen kan het Instituut daarbij de universitaire studie helpen bevorderen buiten de gebieden, die zeer speciaal het zijne genoemd kunnen worden. De in samenwerking samengestelde tijdschriftenlijst gaf een duidelijk beeld, hoe het Instituut juist op het gebied der periodieken een grote bijdrage levert. 17. H e t
gebouw
Daar een nieuwe en grotere ketel voor de centrale verwarming wel noodzakelijk zal blijken, is het onderhoud dit jaar tot het meest nodige beperkt, opdat volgend jaar voldoende gelden voor deze vernieuwing beschikbaar zullen zijn. De muren van de directeurskamer en van de afdeling Duitsland werden geschilderd en enige parketvloeren hersteld en afgeschrapt. Een woord van dank aan de gemeente Amsterdam, voor haar voortreffelijke zorgen aan ons gebouw, is zeker op zijn plaats. 18.
Finantiële
toestand
Van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ontving het Instituut over het jaar 1951 een subsidie van ƒ 20.000.—; van de gemeente Amsterdam een subsidie van ƒ 25.500. De Centrale ArbeidersVerzekeringsbank N.V. te 's-Gravenhage keerde het Instituut dit jaar een vergoeding voor het bewaren en verzorgen van haar eigendommen uit van ƒ 20.000.—, alsmede een tegemoetkoming in de stijging der lonen van ƒ 670.— over 1950 en van ƒ 1000.— over 1951. Ondanks het feit, dat de begroting voor 1951 zoveel mogelijk besnoeid was en in de loop van het jaar de grootst mogelijke zuinigheid in acht genomen werd, wijst de rekening 1951 een nadelig saldo van ƒ 5.193.59 aan. De inkomsten van het Instituut waren niet voldoende, om bij de gestegen lonen, sociale lasten en prijzen de onkosten te bestrijden, ook niet, indien men de werkzaamheden beperkte op een wijze, die nauwelijks meer
JAARVERSLAG OVER 1951
21
recht deed aan de doelstelling van het wetenschappelijk werk van het Instituut. Bovenbedoeld nadelig saldo op de rekening 1951 verklaart dat het saldo op de balans per 31 December 1950 ad ƒ 18.447.46 terugliep tot een bedrag van ƒ 13.253.87 per 31 December 1951. Het saldo op de laatste balans zelf vindt zijn oorzaak in het feit, dat in 1951 zowel de Rijkssubsidie over 1951 als die over 1950 werd uitbetaald, een subsidie die op de balans per 31 December 1950 als nog te verwachten inkomsten staat vermeld. 19. S l o t Gelijk vorige jaren spreekt het Bestuur zijn dank uit aan alle medewerkers voor de door hen betoonde samenwerking, in het bijzonder aan de bibliothecaresse. Zij allen maken het mogelijk, dat het Instituut, moeilijke finantiële omstandigheden ten spijt, zijn taak zo goed mogelijk vervult.
22
JAARVERSLAG OVER 1 9 5 1
REKENING 1951, BEGROTING 1951 EN 19531) LASTEN: tekening 1951 I. B i b l i o t h e e k : Aankoop boeken . . . Aankoop archieven . . Bindwerk
11
1.071.26 476.— 97.82
f
390.46
• f )l
Begroting 1951 ƒ tt 11
Begroting 1953
f 2.500.—
1.000.— 500.— 500.—
11
500.— 500.—
II. J a a r v e r s l a g : ■
III. V e r v o e r : Vracht- en vervoerkosten ■ Reis-, verblijf- en represer tatiekosten . . . .
480.—
f
480.—
f
500.—
' f
606.68
11
2.962.61
IV. S a l a r i s s e n p e r s o n e e l : Directeur • f Administratrice . . . >t Bibliothecaresse . . . 11 Ass. bibliothecaresse Conciërge 11 Catalogiseerster . . . 11 Ass. catalogiseerster . Ass. typist v/d cat. . . tl Ass. kranten . . . . 11
2.100.— 2.889.60 5.670.— 2.435.06 2.238.60 2.318.67 — 908.50 1.525.—
Wetenschappelijke medewerkers: Ned.-Engels Kabinet Duits Kabinet . . . . Russisch Kabinet . . . . Frans Kabinet . . . . Oosters Kabinet . . . . Gratificaties
5.250.— 3.780.— 6.300.— — 1.670.—
>}
V. P o s t e n b u i t e n l a n d : Post Parijs
f
f 1.700.— tt
2.000.—
f 2.100.— tt tt tt tt
tt tt tl
2.889.60 5.670.— 2.679.60 2.238.60 — 1.800.— 945.— 2.400.—
f 4.200.— f 4.200.— ti >i ti
ti
ƒ
tt tt tt
5.250.— 3.780.— 6.300.— — —
1.800.— 700.—
1.800.-
tt
2.000.—
f 4.200.— tt II II II
„ tl II
3.034.08 5.953.50 2.813.58 2.350.53 2.520.— — 945.— 1.890.—
f 4.410.— 11 tl 11
f
5.512.50 3.969.— 6.615.— — —
1.200.-
Post Berlijn VI. B u l l e t i n VII. I. A. V
'.
600.—
ƒ / 49.290.26
/
600.—
ƒ 49.532.80
2 / 2.100.— )
ƒ
600.—
ƒ 54.593.19
!) De begroting 1952 werd opgenomen in het jaarverslag over 1950. 2 ) Gedeelte der kosten; verwacht mag worden dat het andere deel bestreden zal kunnen worden uit een uitkering tot herstel van oorlogsschade.
23
JAARVERSLAG OVER 1951
Transport: VIII. E x p l o i t a t i e Huur Vuur Licht Water Werkster Telefoon . . Bureaukosten en Onderhoud . . Diversen
Rekening
Begroting
Begroting
1951 f 49.290.26
1951 ƒ 49.532.80
1953 / 54.593.IS
f: 5.000.— 5.000. , 2.824.22 631.15 33.60 444.75 , 1.167.21 , 1.355.46 , 412.41 , 581.42
ƒ 5.000.— , 3.200.— 500.— 50.— 500.— 850.— , 1.200.— 600.— 300.—
ƒ 5.000.— , 3.200.600.40.— 600., 1.000., 1.200.— 500.— 500.-
ƒ
ƒ
260,
f
500.—
f
2.700.— 1.580.— 1.800.— 300 —
f
4.300.— 2.500.— 2.000.— 375.—
gebouw:
. . . porti . .
IX. Huur safes
501.50
X. V o o r z i e n i n g p e r s o n e e l : Ziekenfonds, ziektewet, kinderbijslagpremie 1950 f 1.660.44 3.954.58 1951 't 2.341.36 Vereveningsheffing . . 1.204.— Verzekering . . . . 236.60 Rentezegels . . . . tt XI. D i v e r s e n : Lidmaatschappen . . . Onkosten vergadering . Huishoudelijke uitgaven Aankoop kaartjes . . Aankoop dozen . . . Aankoop portefeuilles .
_ f
115.16 228.39 939.56
—
>*
789.86
XII. Boekhouding
f
311.66
XIII. O n v o o r z i e n . . , Oninbare loonbelasting
f
21.91
tt
ti
f ff
—
100.— 200.— 200.— 100.— 300.—
—
—
tt
f
tt
100.— 200.— 200.— 200.— 200.— 500.—
f
300.—
f
315.—
— ' f
3.000.—
f
2.100.—
ƒ 74.045.50
— ƒ 72.572.80
— ƒ 80.723.19
24
JAARVERSLAG GVER 1951 BATEN: Rekening 1951 ƒ 20.000.— „ 25.500.—
Bijdrage Rijk, Min. O.K.W Bijdrage Gemeente Amsterdam Vergoeding Centrale Arbeiders-Verzekeringsen Deposito-Bank „ 21.670.— Huur en verzorging localiteiten 1950 . . . „ 600.— Idem 1951 „ 600.— Terug ontvangen ziekengelden, enz „ 481.91
/ 68.851.91 Totaal Baten Totaal Lasten
Begroting 1953 f 25.000.— „ 30.000.— „ 25.000.— — „ 600.— „ 123.19 ƒ 80.723.19
. . f 68.851.91 . . ƒ 74.045.50
Nadelig Saldo 1951
ƒ 5.193.59
BALANS PER 31 DECEMBER 1951 Saldo Kas Saldo Bank Te verrekenen loonbelasting B. Nicolaevsky Bijdrage Gem. Amsterdam .
f 764.54 „ 20.480.52 „ 13.50 „ 434.56 „ 500.—
ƒ 22.193.12
Post Parijs PI. telefoondienst Gem. Waterleidingen . . . Gem. Energiebedrijf . . . Sociale lasten Nog verschuldigde salarissen van vóór 1940 . . . . Voorschot rekening „B" . . Saldo
f , „ „ ,
1.500.— 170 — 7.— 70.— 1.000.—
„ 2.326.70 „ 3.865.55 „ 13.253.87 ƒ 22.193.12