INTERNATIONAAL INSTITUUT VOOR
SOCIALE GESCHIEDENIS
.
JAARVERSLAG 1950
JAARVERSLAG 1950
INTERNATIONAAL INSTITUUT VOOR
SOCIALE GESCHIEDENIS
JAARVERSLAG 1950
KEIZERSGRACHT 264
—
AMSTERDAM
JAARVERSLAG OVER 1950 1. B e s t u u r
en
Directie
In het afgelopen jaar kwam in het Bestuur van het Instituut geen verandering. Het bestaat uit de volgende leden: Dagelijks Bestuur: Ir H. Vos, te Wassenaar, voorzitter, tevens vertegenwoordigend de Centrale Arbeiders-, Verzekerings- en Deposito-Bank Prof. mr N. W. Posthumus, te Amsterdam, secretaris Prof. dr A. J. C. Rüter, te Heemstede verdere leden: Dr Fr. Adler, te Zürich Prof. dr I. J. Brugmans, te Amsterdam, vertegenwoordigend het Nederlands Economisch-Historisch Archief Dr L. Brummel, te 's-Gravenhage, en Jhr dr D. P. M. Graswinckel, te 's-Gravenhage, beide vertegenwoordigend het Ministerie van O. K. en W. Prof. dr G. D. M. Cole, te Oxford Drs Max Kohnstamm, te 's-Gravenhage Prof. dr J. M. Romein, te Amsterdam, vertegenwoordigend de Faculteit van Letteren en Wijsbegeerte der Universiteit van Amsterdam Mr A. de Roos, te Amsterdam, vertegenwoordigend de Gemeente Amsterdam C. M. Simonsz, te Wassenaar, vertegenwoordigend de Centrale Arbeiders-, Verzekerings- en Deposito-Bank. In het bestuur bestaan thans twee vacatures. In verband met het aftreden van prof. Posthumus op het eind van 1952 werd het raadzaam geacht, reeds vroegtijdig naar een opvolger om te zien, teneinde deze in de gelegenheid te stellen zich geheel in de zaken van het Instituut in te werken. Het Bestuur prijst zich gelukkig prof. Rüter, die vanaf de oprichting van het Instituut tot aan de oorlog als medewerker daaraan verbonden was, bereid te hebben bevonden zich mede met het directoraat te belasten. Tot en met het jaar 1952 zullen derhalve de heren Posthumus en Rüter tezamen het directoraat voeren, waarbij een nog nader te bepalen arbeidsverdeling tussen hen zal plaats vinden. 2. U i t b r e i d i n g
taak van het
Instituut
Dank zij de tegenwoordige financiële baten alsmede de uitkering van de Schade-Enquête-Commissie is het mogelijk gebleken een belangrijk deel der
2
JAARVERSLAG OVER 1950
vroegere werkzaamheden te hervatten. De normale verzorging van de boekenvoorraad, mede dank zij de aanvragen voor het Bulletin, de publicatie van dit periodiek alsmede de verzorging in wetenschappelijk opzicht van de vier 'Kabinetten, met name ook de catalogisering van het voorhandene, dit alles is gebleken mogelijk te zijn. In tweeërlei opzicht is onzes inziens echter aanvulling nodig, wetenschappelijk en financieel. Naar de mening van het bestuur is het van groot gewicht te achten, dat het Instituut zich in de toekomst meer dan tot dusver gaat toeleggen op de bestudering van belangrijke vraagstukken, die in de moderne maatschappij van belang zijn, waardoor tevens het sociale bewustzijn meer gevoed en geactiveerd wordt. Meer dan tot dusver zullen bij ons werk de sociologie en de sociale psychologie te hulp moeten worden geroepen, wetenschappen, die vooral na de oorlog hier te lande en elders eerst recht de hun toekomende plaats bij sociale onderzoekingen hebben ingenomen. Dat daarbij ook de kennis der geschiedenis en dus ook het gebruik van de verzamelingen van het Instituut een rol zullen spelen, is vanzelfsprekend. Zo zal door het samengaan met name van deze drie wetenschappen de kennis van de huidige maatschappij bevorderd en een bijdrage voor een theorie der maatschappelijke ontwikkeling zo mogelijk verkregen kunnen worden. Dat daarvoor ook op empirie steunende onderzoekingen ingesteld moeten worden, mag aangenomen worden. Maar zowel bij de theoretische als bij de practische analyse zal het belang voor de maatschappelijke theorie in het oog moeten worden gehouden. Door het aanvaarden van dit sociaal-wetenschappelijke researchwerk in internationaal verband zal het Instituut aan de eisen van de tijd tegemoet komen. Tot heden is de studie en het kennis nemen van hetgeen op sociaal gebied in het Oosten voorvalt, slechts summier geweest. De laatste ontwikkelingen, die zich in het Nabije, het Midden- en het Verre Oosten hebben voltrokken, maken het tot een gebiedende eis meer dan tot dusver onze aandacht aan deze landen te besteden. Het zal daarom nodig zijn een bijzondere „Oosterse" afdeling aan het Instituut te verbinden, wat voorlopig hier op neer zal komen, dat zover het budget het toelaat, boekwerken op dit gebied aangeschaft worden. Hiervoor zal mogelijkerwijs contact met de Universiteit verkregen moeten worden. Niet onmogelijk is het o.i., dat het huidig streven naar aanpassing van het Hoger Onderwijs aan internationale behoeften en de waarschijnlijk aanstaande oprichting van een Internationaal Academisch Instituut de toevoeging van een niet-westerse afdeling aan ons Instituut urgenter maakt.
JAARVERSLAG OVER 1950
3
In de toekomst zal moeten blijken in hoever het mogelijk zal zijn het geheel of een deel van dit programma te verwezenlijken. 3. A l g e m e n e
beschouwingen
De bezoekers van het Instituut, die het ook gekend hebben in de laatste maanden voor de oorlog, zullen niet veel verschil meer zien met vroeger. Het geheel ziet er weer zeer verzorgd uit en het is alleen een kwestie van tijd, de ordening van enkele kleine collecties op de bovenste verdieping tot stand te brengen. In het vorige jaarverslag werd vermeld, dat een punt van bijzondere zorg de ordening van de archieven betreft. Daar het niet mogelijk is gebleken een speciale kracht hiervoor aan te stellen, is besloten de ordening ervan aan de wetenschappelijke medewerkers der verschillende kabinetten op te dragen, voorzover dit hun eigen kabinet betreft, terwijl de voorlopige inventarisering van het Marx-Engels archief is opgedragen aan mevrouw Scheltema en de heer Blumenberg, medewerker van het Duits-Oostenrijkse kabinet. Aan deze laatste is de algemene leiding voor het inventariseren van de archieven toevertrouwd. Een begin is reeds gemaakt. Het ligt in de bedoeling van het Marx-Engels archief een micro-film te maken om het open te kunnen stellen voor studie-doeleinden. Van de collectie-Descaves, die in 1936 werd aangekocht, en waarvan een deel volgens overeenkomst bij de oude eigenaar was achtergebleven, werd in 1950 door bemiddeling van de heer B. Souvarine te Parijs het resterende deel ontvangen, vele manuscripten en brieven, boeken en andere gedrukte stukken betreffende de Parij se Commune en de Eerste Internationale. Het is van grote betekenis, dat van deze verzameling nog zoveel gered is geworden. Een uitvoerig overzicht van deze collectie is in ons jaarverslag over 1936 gegeven. Wij prijzen ons gelukkig te kunnen mededelen, dat in 1950 weer begonnen kon worden met de publicatie van het „Bulletin of the International Institute of Social History", waarvan het laatste nummer begin 1940 was verschenen. Twee nummers werden reeds in 1950 uitgegeven. Uit het reisverslag van de bibliothecaresse blijkt, dat zij vele nieuwe contacten in de Verenigde Staten heeft weten te vinden, waarvan het Instituut reeds nu heeft kunnen profiteren, maar die in de toekomst van nog groter belang zullen zijn. Het is na de oorlog zeer moeilijk weer een geheel net van vriendschappelijke relaties op te bouwen. Een persoonlijk bezoek is daarom meestal zeer vruchtbaar. In financieel opzicht maakt het Instituut geen uitzondering op de algemene toestand: noodzakelijke salarisverhogingen, duurder materiaal en
4
JAARVERSLAG OVER 1950
duurder onderhoud nopen ons naar een verhoging der subsidie-bedragen te streven, daar anders de aankoop van nieuwe boeken, de aankoop van archieven en het zo noodzakelijke binden, grotendeels stopgezet zullen moeten worden, wat niet alleen een stilstand, maar een achteruitgang zou betekenen. Een onderzoek wordt ingesteld, op welke wijze ons Instituut deze moeilijkheid zal kunnen oplossen. 4. De w e r k z a a m h e d e n in 1950 In het jaar 1950 bleek al spoedig, dat door de ordening van de tijdschriften, die voor een groot deel nog op stapels hadden gelegen, plaatsgebrek ontstond. In het gehele gebouw werd daarom nog eens nagegaan, welke ruimte te vinden was, en elk hoekje, waar nog een kast kon staan, werd volgebouwd. Op deze wijze werden nog kasten geplaatst bij trappen, op portalen en in de kelders, andere reeds bestaande kasten werden verhoogd, zodat er nu voorlopig tenminste enige plaatsruimte beschikbaar is voor de geregelde aanvulling van aankopen en de boeken, die verkregen worden als recensie-exemplaren voor het Bulletin. De Duitse periodieken zijn thans geheel geordend en op kaart gebracht, terwijl van die tussen 1830 en 1890 een catalogus werd gemaakt, geschikt voor publicatie in het Bulletin. De Engelse en Amerikaanse bladen zijn ook reeds voor een groot deel geordend, deze afdeling komt ongetwijfeld in 1951 gereed. Dan rest nog de grote verzameling Franse periodieken, die gedeeltelijk geordend op zolder in stellingen is ondergebracht, maar waar alleen gedurende de zomermaanden gewerkt kan worden. De periodieken in de Russische en gedeeltelijk ook die in andere Slavische talen zijn in de afdeling Rusland geordend en enkele groepen van zelden gevraagde bladen zijn ondergebracht in een vertrek in een schoolgebouw, dat door de gemeente Amsterdam te onzer beschikking werd gesteld. Doordat verscheidene instellingen in Amsterdam, zoals de Openbare Leeszaal, het Amerikaanse consulaat, het clubgebouw De Koepel, het documentatiebureau van N.V.V., de Wiardi Beckmanstichting, enkele dagbladen enz. telkens grote series periodieken aan ons Instituut afstaan, die gedeeltelijk nieuwe aanwinsten, gedeeltelijk aanvullingen voor ons betekenen, kon het ordenen van onze grote krantenverzamelingen niet zo snel vorderen, daar de binnenkomende geschenken in de eerste plaats verwerkt dienden te worden. In 1950 heeft het bureau van het Unesco-Centrum Nederland ons gebouw weer verlaten daar zij een grotere behuizing had gevonden. De poging tot samenwerking kan niet geslaagd genoemd worden. In het gebruikte
JAARVERSLAG OVER 1950
5
vertrek zijn nu alle dubbeltallen opgesteld, waaruit dus voor eventuele verkopen kan worden geput en verder is het ingericht voor de staf van het Bulletin. Tevens kunnen daar redactievergaderingen worden gehouden. 5. C a t a l o g i s e r i n g Daar de twee personen, aan wie de catalogisering was opgedragen, ons beide in 1950 voor andere werkzaamheden hebben verlaten, moesten nieuwe catalogiseersters worden gezocht. Wij zijn zo gelukkig geweest een drietal dames met het diploma der Centrale Vereniging voor Openbare leeszalen te vinden, zodat in deze werkzaamheid alleen een kleine stagnatie ontstond door het inwerken van deze nieuwe krachten. Sedert October is het catalogiseren echter weer in volle gang. Het kabinet Duitsland, dat de sociale geschiedenis van dit land bevat, is geheel klaar. Daarna werd de grote afdeling Duitse politieke geschiedenis, die in de gangkasten is ondergebracht, onder handen genomen en ook daarvan is reeds een groot deel gereed gekomen. Verwacht mag worden, dat in de loop van 1951 de afdelingen Duitsland en Oostenrijk, wat de boeken betreft, geheel gereed zullen zijn. Gemiddeld worden 300 boeken per week gecatalogiseerd. Daar het overtypen der kaartjes uitermate tijdrovend is, wordt onderzocht of deze arbeid niet bespoedigd zou kunnen worden. Aan deze werkzaamheden blijven wij bij voortduring de grootst mogelijke aandacht schenken. 6. T o e z e n d i n g
periodieken
Het Instituut ontvangt thans ruim 650 periodieken, iets minder dan in 1949, daar een grotere selectie wordt toegepast vanwege de plaatsruimte. Verdeeld over de landen geeft dit het volgende beeld: Land: Nederland België Duitsland Engeland Frankrijk Italië Luxemburg Oostenrijk Polen Rusland Scandinavië
Dagbladen: 11 4 4 4 6 — — 1 — 2 —
Week- en maandbladen 245 48 29 42 95 6 1 37 1 6 12
6
JAARVERSLAG OVER 1950
Land Tsjecho Slowakije Zwitserland Spanje Australië Azië India Indonesië U.S.A. Zuid-Amerika Canada
Dagbladen — 4 — — —— 1 1 — — 38
Week- en Maandbladen 1 37 2 4 5 1 3 41 3 1 620
Onder de tijdschriften zijn er een vijftigtal van wetenschappelijke aard en een twintigtal jeugdbladen. 7. H e t
gebouw
De gemeente Amsterdam heeft in het jaar 1950 zeer belangrijke werkzaamheden aan het gebouw laten verrichten door het aanbrengen van nieuwe goten en de vernieuwing der dakpannen. Daarmede is de oorzaak van veel lekkage weggenomen. Verder werden alle vensterbanken geschilderd, de radiatoren der verwarming door het gehele gebouw opnieuw bespoten en kleine verbeteringen aangebracht. Wij zelf zorgden voor overgordijnen in de lunchkamer en voorzagen hier en daar in een tekort aan schragentafels. Behalve enkele overgebleven wensen ziet het gebouw over het geheel er weer zeer verzorgd uit. Wij zijn de gemeente dankbaar voor haar goede zorgen. 8. De
bibliotheek
Het bleek mogelijk de boekenvoorraad door de aankoop zowel van nieuwe als van antiquarische boeken aanmerkelijk uit te breiden. Bovendien werden er de boekwerken, die ter bespreking aan ons bibliografisch Bulletin werden toegezonden, aan toegevoegd. Met ongeveer een 500-tal was dit het geval. Tevens werd daardoor verkregen, dat de nieuw verschenen werken reeds binnen zeer korte tijd na hun verschijnen ter beschikking van onze bezoekers waren.
JAARVERSLAG OVER 1950
7
Geschenken Ook in 1950 werd weer een aantal geschenken uit binnen- en buitenland ontvangen, die steeds in hoge mate welkom zijn, omdat hierdoor niet alleen onze verzameling verrijkt wordt, maar omdat het in vele gevallen publicaties betreft die noch in de normale noch in de antiquarische boekhandel te verkrijgen zijn. Wij noemen: VAN HET INSTITUT FRANCAIS, AMSTERDAM
enige aanvullende delen op de uitgave „Proces des grands criminels de guerre": Débats tome IX, XVII, XVIII, XX, XXII en Documents tome XXXVI, XXXVIII-XLII. Verder de boeken: F. Venturi, Jeunesse de Diderot (de 1713 a 1753) en G. Chinard, L'Amérique et Ie rêve exotique. VAN DE BIBLIOTHEEK EN DOCUMENTATIEDIENST VAN HET STAATSBEDRIJF DER POSTERIJEN,
'S-GRAVENHAGE
een zeer grote verzameling boeken, jaarboekjes, vakbladen en anderszins, die wegens reorganisatie van de bibliotheek en documentatiedienst aan ons Instituut werd afgestaan. VAN DE AGENCE YOUGOSLAVE D'INFORMATION,
PARIJS
een groot aantal van hun uitgaven, waarvan wij noemen: E. Kardelj, Le Parti Communiste de Yougoslave dans sa lutte pour la Yougoslavie nouvelle et le socialisme en: De la democratie populaire en Yougoslavie; J. B. Tito, Les vrais motifs des calomnies dirigées contre la Yougoslavie; evenzo, Discours prononcé au deuxième congres du P.C. de Serbie 1949, Discours au troisième congres du front populaire de Yougoslavie 1949, Rapport politique du comité central présenté au cinquième congres du P.C. de Yougoslavie. Verder van B. Ziherl, Le communisme et la patrie en: De la morale communiste; M. Popovic, Des rapports économiques entre états socialistes; K. Popovitch, Révision du Marxisme-Léninisme au sujet de la guerre de libération en Yougoslavie; M. Djiljas, Lénine et les rapports entre états socialistes; M. Pijade, Des questions „litigieuses", discours prononcé au deuxième congres du P.C. de Serbie; S. Voukmanovitch-Tempo, Le Parti Communiste de Grèce dans Ia lutte de libération nationale. Verder: Plan quinquennal de la République fédérative populaire de Yougoslavie en: Ce que revele le proces Rajk. VAN DE UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK,
UTRECHT
een groot aantal brochures (afkomstig van de N.S.B.) betreffende de vakbeweging, de politieke partijen, de kiesrechtstrijd enz. Verder een aantal verslagen van diverse instellingen en diensten, het zesde congresverslag der Kommunistische Internationale (1928) en vele andere uitgaven. VAN W.
G.
SPIEKMAN, AMSTERDAM
enige gestencilde stukken betreffende de oprichting van het Internationaal
8
JAARVERSLAG OVER 1950
verbond van vrije vakverenigingen (I.V.V.V.) en: Official report of the Free world labour conference and of the first congress of the International confederation of Free trade unions 1949. VAN IR. H. VOS, 'S-GRAVENHAGE
twee oude stukken: aandelen in renteloze leningen, het ene van de afdeling Stiens, het andere van de afdeling St. Anna-Parochie, van de Bond van algemeen kies- en stemrecht. VAN HET KONGRESS FÜR KULTURELLE FREIHEIT, BERLIN
Congress-papers (gestencilde verslagen van redevoeringen) etc. en: Material for discussion. VAN DR. A. BEIN, JERUSALEM
een aantal brochures, waarvan wij noemen: T. Herzl, The jewish state; A. Bein, De Lieme. A biographical essay. Verder van A. Bein, History of Jewish agriculture settlement in Palestine, Israel's charter of freedom (ook in het Frans en Spaans), Israël, en: Het zionistische kolonisatiewerk. VAN HET ALGEMEEN COMITÉ VOOR OVERHEIDSPERSONEEL, 'S-QRAVENHAGE
een zeer groot aantal boeken, verslagen, periodieken, arbeidsovereenkomsten, reglementen, wetten enz. (meer dan 700 nummers). VAN HET NEDERLANDS VERBOND VAN VAKVERENIGINGEN, AMSTERDAM
geregeld de periodieken en andere publicaties, die zij niet meer nodig hebben en waarvan wij noemen: Kwartaal 1947-'49; Tijdschrift voor volkshuisvesting 1946-'48; Indonesië 1947; Curacao 1947; The Times weekly 1949; De Linie 1948-'49; De Brug Djambatan 1946-'47; China 1948-'49 en China's digest, eveneens bijna compleet. Van de volgende organisaties en instellingen werden geregeld hun uitgaven ontvangen: Nederland: Partij van de Arbeid; Wiardi Beckmanstichting; Arbeiders Jeugd Centrale; Nederlands Verbond van Vakverenigingen; Nederlandse Katholieke Arbeidersbeweging; Katholieke Arbeidersbeweging, Breda; Christelijk Nationaal Vakverbond; Algemene Nederlandse Metaal Bedrijfs Bond; Bond van Christelijke Politieambtenaren; Algemene Nederlandse Landarbeidersbond; Protestants Christelijke Bond van Spoor-, Tram- en ander Vervoerpersoneel; Nederlandse Bond van Christelijke Fabrieks- en Transportarbeiders; Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond; Nederlandse Vereniging van Christelijke Kantoor- en Handelsbedienden; Algemene Nederlandse Landarbeidersbond; Nederlandse Bond van Technici; Nederlandse Bioscoopbond; Amsterdamse Bestuurdersbond; Katholieke Vereniging van Werkgevers in de Metaalnijverheid; Nederlandse Christelijke Werkmeestersbond; Centraal Sociaal Werkgevers Verbond; Nationale Coöperatieve Raad;
JAARVERSLAG OVER 1950
9
Centraal Planbureau; Centrale Arbeiders-, Verzekerings- en Deposito-Bank; Ministerie van Sociale Zaken; Universiteit van Amsterdam; Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie; Instituut voor Perswetenschap; Nederlands Economisch Historisch Archief; Openbare Leeszaal en Bibliotheek, Amsterdam; Bibliotheek en Leeszalen, Rotterdam; United States Information Service, 's-Gravenhage; Nederlands Comité voor geschiedkundige wetenschappen; Vereniging voor de Staathuishoudkunde en Statistiek; Amerikaans Consulaat; Braziliaans Consulaat; Stichting 1940-'45; Stichting Nederlands Studentensanatorium; Vereniging tot Stichting van Volkshogescholen; Nationaal Jongeren Verbond; De Waarheid; Uitgeverij van Ditmar; Uitgeverij Pegasus; Boekhandel Kirberger en Kespers; N.V. Philips; Spaarbank de Centrale Volksbank N.V. China: Foreign Languages Press. Denemarken: Arbejderbevaegelsens Bibliotek og Arkiv; Westermanns Forlag. Duitsland: Sozialdemokratische Partei Deutschlands; Verlag „Die Freie Gesellschaft"; Redaktion „Ost-Probleme". Engeland: Labour Party; Labour Research Department; Trades Union Congress; Fabian Society; Fabian Colonial Bureau; Friends Peace Committee; Friends Service Council; International Voluntary Service for Peace. Frankrijk: Editions de „La nouvelle critique"; Editions sociales; Librairie Armand Colin. Indonesië Departement van Onderwijs, Kunst en Opvoeding (via mej. dr. A. Stolp). Israël: Jewish National Fund. Noorwegen: Arbejderbevaegelsens Arkiv. Oostenrijk: Sozialistische Partei Österreichs, Österreichische Gewerkschaftsbund; Unfallverhütungsdienst. Polen: Société des Amis des Sciences de Póznan. Verenigde Staten: American Labor Education Service; Jewish Labor Committee; Institute of Pacific Relations; Institute for Reiigious Studies; Social Science Research
10
JAARVERSLAG OVER 1950
Council; Federal Reserve System; Federal Security Agency; Rockefeller Foundation; American Council of Learned Societies; Harper and Brothers; John Hopkins Press. Zwitserland: Union Suisse de fonctionnaires des Postes-, Téléphones-, Télégraphes; Schweizerisches Sozialarchiv. Internationaal: Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen, Brussel; International Transport Workers Federation, London; U.N.O., Lake Success. Verder werden nog van de volgende personen geschenken ontvangen: A. Abramson, Parijs; dr. Fr. Adler, Zürich; E. Armand, Orleans; prof. mr. G. van den Bergh, Amsterdam; prof. dr. G. A. van den Bergh van Eysinga, Bloemendaal; W. Blumenberg, Amsterdam; prof. dr. J. de Boer, Amsterdam; mej. J. Bonettemaker, Amsterdam; G. Bourgin, Parijs; A. Costes, Parijs; prof. L. Dal Pane, Milaan; Hem Day, Brussel; prof. dr. J. Dhondt, Gent; M. Dommanget, Orry-la-Ville; M. van Dijk, Voorburg; H. Ebeling, London; E. Federn, New York; ds. J. B. Th. Hugenholtz, Ammerstol; K. J. Kenafick, Melbourne; F. Kool, Amsterdam; prof. K. Korsch, Boston; B. Luteraan, Amsterdam; H. Maassen, Amsterdam; mevr. mr. C. F. Baronesse MacKay-Katz, Amsterdam; J. H. C. Molenaar, 's-Gravenhage; mevr. F. Montseny, Toulouse; mej. P. H. Pardon, Leuven; E. Pfleging, Stockholm; mej. O. Philippon, Parijs; F. Planche, Parijs; prof. mr. N. W. Posthumus, Amsterdam; E. Relgis, Montevideo; K. van het Reve, Amsterdam; R. Rocker, Crompond, U.S.A.; M. Rubinstein, Amsterdam; prof. dr. A. J. C. Rüter, Heemstede; E. Schulkind, Bagneux; mej. mr. N. S. Corrie Tendeloo, Amsterdam; mevr. J. Tweer-Westerman, Amsterdam; Ricardo Mestre Ventura, Mexico; dr. A. J. C. de Vrankrijker, Bussum; C. Ward, London; mevr. M. Ziebe-van Straaten, 's-Gravenhage. 9. R e i s
der
bibliothecaresse
Van een drie-maandelijkse reis door de Verenigde Staten maakte mevrouw Adama van Scheltema gebruik om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van een nauwer contact van ons Instituut met Amerikaanse universiteiten en tevens van de mogelijkheid om in geval van oorlog archieven veiliger onder te brengen. De besprekingen, die zij met de Columbia University en de universiteit te Madison kon voeren, leidden de directie van het Instituut er toe na te gaan of een nauwere samenwerking op het gebied van weteaschappelijke publicaties met de Columbia University zou kunnen worden verkregen. Dit onderzoek is thans in volle gang.
JAARVERSLAG OVER 1950
11
Mevrouw Scheltema bracht van deze reis de toezegging mede, dat een klein Russisch archief in 1951 kosteloos aan het Instituut zal worden afgestaan. Dit archief bevat o.a. 27 brieven van Lenin. Mevrouw L. Dan-Martov schonk haar enige zeldzame Russische brochures uit de jaren 1918, 1919 en 1920, waarvan een wegens papierschaarste afgedrukt op affiche-papier, verder enige foto's, waarbij een foto van mevrouw Dan zelf in Siberië, een portret van Otto Bauer in Parijs (1938), een foto van Julius Martov en Theodor Dan in 1917 in Petrograd en tevens een getypt artikel van mevrouw Dan: Herinneringen aan Vera Figner. Ook bracht zij een groot aantal boeken en tijdschriften mede, waarvan wij noemen: The American Review on the Soviet Union, vol. I-IX (1938-1948; niet compleet); Soviet Russia to-day, vanaf 1938-1950, niet geheel compleet; Political Affairs 1945-1950; Science and Society 19461949; Masses and Mainstream 1948-1950; The Communist (een aantal jaargangen tussen 1932 en 1944); American Economie Review 1946-1949; circa 500 brochures betreffende de Communistische Partij in de Verenigde Staten en Sovjet-Rusland, en een 30-tal boeken, waarvan wij noemen: A. Rochester, Labor and coal; G. Hutchins, Labor and silk; L. Huberman, The Iabor spy racket; A. Rochester, The populist movement; H. Aptheker, Negro slave revolts; H. Haywood, Negro liberation; L. Whipple, The story of civil liberty in the U.S.; J. Steuben, Labor in wartime; A. Calmer, Labor agitator; R. Minton and J. Stuart, Men who lead labor; A. Bimba, The history of the American working class; Report of the cultural and scientific conference for world peace; G. Marion, The communist trial. Dr. B. Sapir schonk haar The American Historical Review 1945-1950, welk tijdschrift verder geregeld zal worden toegezonden, en tevens enige boeken en brochures. De Pioneer Publishers gaf haar de boeken: Leon Trotsky, Stalin and the Moscow trials, en Art Preis, „Welfare State" or socialism. Van Brookings Institution te Washington ontving zij: Kurt Braun, The right to organize and its limits, en enige brochures. De uitgevers van Facts on file, weekly world news digest, zonden een gebonden jaargang 1950, terwijl dit documentatiemateriaal nu verder geregeld wordt ontvangen. Door deze Amerikaanse reis heeft mevrouw Scheltema juist ook in de Verenigde Staten vele nieuwe contacten kunnen leggen, die ook in de toekomst van betekenis zullen zijn, daar de Amerikaanse afdeling nog op vele punten hiaten vertoont.
12
JAARVERSLAG OVER 1950
10. N e d e r l a n d s - E n g e l s - A m e r i k a a n s
Kabinet
Nog altijd viel voor de wetenschappelijke medewerker, drs. F. de Jong, ook in 1950 veel werk te doen op het gebied van het ordenen van het materiaal. In sommige delen der collecties kon een gedetailleerder systeem worden aangebracht, met de ordening van andere groepen (o.a. van een 20.000-tal Nederlandse brochures) kon een begin gemaakt worden. Op enkele punten vond een tijdrovende maar uiterst nuttige hergroepering plaats, waardoor het betreffende materiaal beter tot zijn recht is kunnen komen. Een verrijking van de collecties vond plaats door enige aankopen, voornamelijk op het terrein der Engelse sociale geschiedenis van het begin der negentiende eeuw. De reis van de bibliothecaresse naar Amerika leverde een interessante collectie Amerikaanse communistische brochures uit de jaren dertig op, terwijl voorts dank zij de herverschijning van het Bulletin vele Amerikaanse en Engelse boekwerken binnen kwamen. In verband hiermee vroegen boekbesprekingen en enkele artikelen voor het Bulletin de aandacht van de medewerker, die bovendien zijn onderzoek naar de „Nieuwe Tijd-groep" aan de hand van archivalia voortzette. Vele kleine informaties van historische of bibliografische aard werden aan belangstellenden gegeven, vele studenten konden worden geholpen met algemene werken, niet het minst voor wat aangaat de politieke en de sociale wetenschappen en de geschiedenis. Voor verschillende scripties werd materiaal verstrekt. Bovendien konden velen met raad terzijde gestaan worden, die zich voor hun speciale onderzoek tot het Instituut wendden. Wij geven hier enige van deze onderwerpen, voor de studie waarvan uit de Nederlandse, Engelse of Amerikaanse collecties geput kon worden. De Friese Volkspartij De Nederlandse socialistische pers Sociale achtergronden van de tachtigjarige oorlog Huisarbeid in Nederland 1900-1920 Domela Nieuwenhuis Verhouding vakbeweging en politieke partijen Het Nederlandse vakbondswezen De Vredesbeweging in Nederland De Nederlandse jeugdbeweging Werkeloosheid in de jaren dertig in Nederland Socialistische literatuur in Nederland Het Chartisme Sociale toestanden in Engeland 1800-1850
JAARVERSLAG OVER 1950
13
Kinderarbeid in Engeland in de 19e eeuw De Engelse politiek tussen de wereldoorlogen De Leveller-beweging Engelse economische en sociale denkbeelden 1650-1800 De ontwikkeling der Engelse vakbonden 1800-1850 De ontwikkeling van het Amerikaanse socialisme De verhouding der Amerikaanse vakbonden tot de regering De „New Deal" De sociale politiek in Amerika na de tweede wereldoorlog Enige aspecten van het Negervraagstuk in Amerika Nehroe en de sociale zijde van het Indiase nationalisme De verhouding der rassen in Zuid-Afrika 11. F r a n s K a b i n e t Het ordenen en herordenen van de boeken door de medewerker van dit kabinet, de heer A. P. Lehning, nam nog veel tijd in beslag. Er is echter nog steeds een groot gebrek aan plankruimte tengevolge waarvan een grote hoeveelheid boeken nog in een der kamers van het kabinet is opgestapeld. Naast enkele korte bijdragen voor het „Bulletin" werden voor iedere aflevering ervan een aantal werken besproken en regelmatig bibliographieën en catalogi doorgezien voor het aanvragen van recensie-exemplaren resp. voor eventuele aankopen. Naast het uitlenen van boeken konden aan vele bezoekers van het kabinet adviezen en literatuur worden verstrekt in verband met hun speciale studie. Tot de onderwerpen behoorden o.m.: Léon Blum Frans Volksfront Spaanse burgeroorlog Saint-Simonisme De franse revolutie en „Ie Pouvoir constituant" Jean Jaurès Frans syndicalisme Franse socialistische poëzie Georges Sorel Politieke partijen onder de Derde Republiek Bakoenin Ook werden een aantal malen schriftelijk adviezen toegezonden, o.a. een bibliografie en andere gegevens van de collectie Sylvain Maréchal aan de heer Maurice Dommanget te Parijs ten behoeve van een intussen verschenen studie over Maréchal van zijn hand.
14
JAARVERSLAG OVER 1950
12. D u i t s K a b i n e t De gedurende het laatste jaar verder doorgevoerde catalogisering van de boeken der Duitse Afdeling maakte een verdere schifting van de boeken noodzakelijk, zodat deze afdeling daarmede haar definitieve ordening verkrijgt. Het vaststellen van vele bibliographische data in verband met de catalogisering eiste de voortdurende zorg van de medewerker, de heer W. Blumenberg. De in nr. 3 van ons „Bulletin" gepubliceerde lijst van Duitse couranten en tijdschriften uit de tijd 1830-1890 omvat 204 titels; waarschijnlijk is dit buiten Duitsland de omvangrijkste collectie van Duitse politieke periodieken uit dit tijdperk. Door de bezoekers bij de bewerking van archieven behulpzaam te zijn, verkreeg de medewerker een beter overzicht over enige archieven, vooral die van Bernstein en Kautsky, alsmede over de aan Marx en Engels gerichte brieven. Daardoor wordt de nu door te voeren voorlopige inventarisering van deze archieven vergemakkelijkt. De wetenschappelijke belangstelling van de bezoekers richtte zich vooral op Bruno Bauer, Bernstein en het Duitse revisionisme, Marx' verhouding tot Rusland, de Duitse communistische partij tussen 1918 en 1923, de Russische buitenlandse politiek tegenover Duitsland in de jaren na de eerste wereldoorlog, de correspondentie Engels-Kautsky en de correspondentie van Duitse socialistische leiders uit de tijd van het opkomende revisionisme. Met verschillende buitenlandse bezoekers werd een op hun studie betrekking hebbende correspondentie gevoerd. De verfilming van de Marx-Engels nalatenschap maakt een systematisch-chronologische ordening van deze documenten noodzakelijk; daarmedf werd een begin gemaakt. Naast recensies werden kleine bijdragen voor het „Bulletin" geleverd. De verzameling van pamfletten uit de jaren 1848-'49 werd verrijkt door een aankoop van circa honderdveertig gedeeltelijk zeer zeldzame stukken uit deze tijd. 13. R u s s i s c h
Kabinet
De ordening van het Russische materiaal werd door de wetenschappelijke leider hiervan, drs. J. Meyer, verder voortgezet. Wegens gebrek aan ruimte in het kabinet werden de verzamelingen betreffende de andere Slavische landen elders op dezelfde verdieping ondergebracht en geordend. Dit maakte een duidelijker overzicht over deze afdelingen mogelijk en verschafte in het kabinet zelf de zo nodige ruimte om tot een overzichtelijker verdeling van het materiaal betreffende Sovjet-Rusland te komen. Een definitieve ordening zal echter eerst mogelijk zijn, wanneer de bibliotheek Lavrov-Gotz definitief in het bezit van het Instituut zal zijn overgegaan. Thans moet deze nog als een afzonderlijk gedeelte worden bewaard. Van de onderafdelingen
JAARVERSLAG OVER 1950
15
is thans alleen de Tsjechische afdeling wegens ruimtegebrek nog niet geordend. Naar zich laat aanzien zal in 1951 ook deze afdeling geheel geordend kunnen worden. Met de catalogisering werd in de loop van het jaar door de medewerker zelf een eerste begin gemaakt. Voor dit werk, dat buiten zijn eigenlijke werkzaamheden ligt, is uiteraard weinig tijd beschikbaar. Om de catalogisering met kracht ter hand te kunnen nemen, zal mettertijd hiervoor een aparte kracht moeten worden aangenomen. Reeds in 1949 werd contact gelegd met de Fundamentele Bibliotheek voor Sociale Wetenschappen van de Academie van Wetenschappen der USSR te Moskou, met het doel om tot een uitwisseling van boeken en tijdschriften te komen. Dit werd bereikt, en gedurende 1950 werden tweemaal boekenzendingen uitgewisseld; daarnaast vindt uitwisseling van tijdschriften plaats. Het Instituut zond alle verschenen nummers van het Bulletin en de vroegere Review. Het ontvangt de volgende tijdschriften: Voprosy Istorii (Problemen der Geschiedenis), Istoric'eskie Zapiski (Geschiedkundige Aantekeningen) en de Izvestija Akademii Nauk SSSR (Mededelingen van de Academie van Wetenschappen der USSR, serie Geschiedenis en Filosofie). Onder de ontvangen boeken zijn te noemen: A. Herzen, Literaire nalatenschap; M. N. Gernet, Geschiedenis van de tsaristische gevangenis, dl. 3; S. F. Najda, De revolutionnaire beweging op de tsaristische vloot 1825—1917; I. I. Smirnov, de opstand van Bolotnikov 1606-1607, e.a., alle in het Russisch. De uitwisseling vindt bevredigende voortgang. Behalve door deze uitwisseling en enkele aankopen werd de collectie verrijkt door enkele schenkingen. De belangrijkste daarvan, zij het niet in omvang, wordt wel gevormd door de 6 mensjewistische brochures, ontvangen van Mevr. Dan. Ook in 1950, als in 1949, werd op aangename wijze samengewerkt met het Rusland-Instituut van de Universiteit, dat op dezelfde verdieping als het kabinet in het Instituut is gehuisvest. In de eerste plaats vullen de collecties elkaar op gelukkige wijze aan, hoewel dit niet voortvloeit uit een principiële werkverdeling. Tengevolge hiervan kunnen bezoekers van het RuslandInstituut vaak voor ontbrekend materiaal naar ons Kabinet Rusland worden verwezen, en omgekeerd. Dit brengt mede, dat de collectie meer en meer gebruikt gaat worden door de Russisch studerenden van de literaire en politieksociale faculteit, zowel voor afzonderlijke boeken als voor ruimer studie over bepaalde onderwerpen. Onder meer werden op deze wijze de volgende onderwerpen bestudeerd: de Russische intelligentsia, Decembristen, publicistische critiek, Caadaev, periodisatie Russische Geschiedenis, RussischJapanse oorlog. Onderwerpen die door afgestudeerden en anderen nog wer-
16
JAARVERSLAG OVER 1950
den bestudeerd, zijn o.a. Russisch strafrecht, geografie, Rode Leger, communisme in Tsjechoslowakije, enz. Om de genoemde redenen is het bezoek aan het kabinet Rusland tijdens het afgelopen jaar vrij belangrijk in omvang toegenomen. Drs. J. Bezemer verliet in de loop van het jaar ons Instituut als wetenschappelijk medewerker van deze afdeling, om elders zijn studie voort te zetten. 14. B u l l e t i n In het begin van 1950 werd — na een periode van 10 jaar — de heruitgave van het Bulletin aangekondigd en tot een groot aantal binnen- en buitenlandse uitgevers het verzoek gericht, evenals vóór de oorlog, hun medewerking te willen verlenen door het ter beschikking stellen van recensieexemplaren. Het resultaat hiervan was, dat einde Mei het eerste Bulletin kon verschijnen, waarin 225 ter bespreking gezonden boeken werden gerecenseerd. In de loop van het jaar volgden aflevering II met 232, en aflevering III met 247 besprekingen. In het totaal werden 704 boeken aangekondigd, een getal dat het peil der vooroorlogse jaren naderde. Voorts verschenen in deze afleveringen artikelen van de hand van de heren J. Bezemer, W. Blumenberg, Fr. de Jong, H. Klompmaker en A. Lehning. De recensies werden verzorgd door de heer Fr. Kool in samenwerking met de heren J. Bezemer, W. Blumenberg, Fr. de Jong en A. Lehning. Tenslotte werd een register op auteursnamen alsmede een algemeen register voor de jaargang 1950 samengesteld, die gelijk met het eerste Bulletin in 1951 verzonden zullen worden. Zoals uit het voorgaande blijkt mag de medewerking der uitgevers bevredigend genoemd worden. 15. C o r r e s p o n d e n t te P a r i j s De heer Huet, die in Parijs de kleine drukwerken voor ons Instituut verzamelt, aanwijzing geeft omtrent periodieken en ons verder opmerkzaam maakt op kleine collecties, die ons kunnen worden aangeboden, is zeer actief. De pakken, die hij ons toezendt, bevatten materiaal, dat in later jaren van bijzondere waarde zal worden. Door zijn bemiddeling werd een kleine collectie ultra-gauche aangekocht, bestaande uit zeldzame pamfletten en krantjes uit de jaren 1940-1949. Daar de heer Huet ook contact heeft met Oostenrijk en Italië, zendt hij ons ook materiaal uit deze beide landen. Het is mevrouw Scheltema nog niet gelukt de vroegere contacten met Italië te her-
JAARVERSLAG OVER 1950
17
stellen, dit begin is daarom van des te groter waarde en schept de mogelijkheid tot uitgebreider onderzoek. 16. B e z o e k a a n h e t
Instituut
Het dagelijks bezoek is zeer afwisselend geweest, op sommige dagen kan de studiezaal druk bezocht worden genoemd, op andere dagen is het er veel stiller, maar het jaar 1950 bracht ons toch weer meer dan 1500 studerenden, die voor korter of langer tijd van de studiezaal gebruik maakten. Ook uit het buitenland bleek de belangstelling voor het Instituut levendig en kwamen velen wekenlang in onze verzamelingen werken. Hiervan noemen wij: de heer N. B. Blumberg, student te Oxford, die enige weken in Amsterdam doorbracht om in ons Instituut een studie te maken over de duitse communistische partij na de omwenteling van 1918. De heer R. G. Huet uit Parijs bestudeerde het materiaal, dat in het Instituut aanwezig is over de communistische Internationale. De heer Colin Ward uit Londen bracht hier een week door en had speciaal belangstelling voor onze anarchistische verzameling. Dr. B. Kautsky was lange tijd in Amsterdam om een studie over Bebel en de uitgave der briefwisseling van zijn vader K. Kautsky met Fr. Engels, voor te bereiden. Dr. Fr. Adler kwam enige malen vele weken achtereen tot ons om materiaal bijeen te brengen voor de biografie over wijlen zijn vader, Victor Adler. Prof. K. Korsch uit Boston was een maand lang in Amsterdam om een studie te maken over Marx en Rusland. Evenzo de heer P. J. Gay van de Columbia University te New York, die een dissertatie voorbereidt over Bernstein. De heer Seymour Rotter van de Columbia University te New York maakte een studie over het communisme in Duitsland 1919-1923. De heer P. Deyon, Francoville (Seine) werkte in het archief-Jules Guesde. De heer J. K. Eaton uit Londen zocht in het bijzonder brieven van Rosa Luxemburg en de heer Chesworth uit Londen, kwam naar Amsterdam om de chartistische periodieken van het Instituut te bestuderen. Van de overige buitenlandse bezoekers noemen wij nog: prof. José Honorio Rodrigues, afdelingsdirecteur van de Biblioteca Nacional te Rio de Janeiro; prof. K. D. Metcalf, bibliothecaris van de Harvard University te Cambridge (Mass.); prof. Robert E. Swain and mrs. Swain van de Stanford University, California; prof. F. Debyser, Directeur van de Bibliothèque de documentation internationale contemporaine et Musée de Ia grande guerre te Parijs; Henry T. Bernstein van de Yale University; dr. Fritz T. Epstein van het Hoover Institute and Library, Stanford University; de heer R. Rothe, archivaris van de Sozialdemokratische Partei Deutschland te Hannover; de
18
JAARVERSLAG OVER 1950
heer Petroff van de Russische ambassade te 's-Gravenhage; prof. F. Treuuit Göttingen; mej. Dr. Niemann van het Wirtschafts-Wissenschaftliches Institut te Keulen; de heren E. Heinsen en A. Kaden uit Hamburg; de heer L. Gratz uit Wenen; prof. J. A. van Houtte uit Leuven; de heer Edward F. d'Arms van de Rockefeller Foundation te New York; de heer K. G. Harr uit Oxford; de heer L. Poliakoff uit Parijs; de heer H. Patteet van het I.V.V.V. te Brussel; de heer M. Ralis*uit Dortmund; de heer Samuel M. Levitas, uitgever van The New Leader te New York; mej. Alice Pels uit Brussel; de heren P. Bouet, S. Schonberg, G. Bourgin, Claude Herzfeld en V. Toma uit Parijs; de heer C. Zaccaria uit Napels; de heer Boris Nicolaevsky uit New York; de heer H. Stubbe uit Wilhelmshaven; dr. H. Ebeling uit Londen. Van de Zuid-Oost Azië-conferentie, georganiseerd door de studentenvereniging „Politeia" te Bentveld, bezocht een groep van een 30-tal studenten ons Instituut. Hierbij waren velen uit India en Indonesië. Zij toonden veel belangstelling voor de hier aanwezige verzamelingen. 17. I n t e r n a t i o n a a l weging.
Archief
voor
de
Vrouwenbe-
Met deze instelling is in het jaar 1950 een geregeld contact onderhouden. Het Instituut werkte mede om de verzameling op het gebied der vrouwenbeweging uit te breiden. Of binnenkort een begin zal gemaakt worden met het opnemen van de cataloguskaartjes van het IAV in de catalogus van het Instituut, zal nog nader overwogen worden. 18. C o n t a c t m e t d e U n i v e r s i t e i t e n Het is nog te weinig bekend welke onontgonnen schatten van historische betekenis in het Instituut aanwezig zijn, zowel geschreven als gedrukt materiaal. Nu de opstelling van de boeken gereed is gekomen, de wetenschappelijke medewerkers daardoor de handen vrijer hebben gekregen en een aanvang is gemaakt met een zij het ook voorlopige inventarisering van de archieven, kan er over gedacht worden met de Universitaire wereld meer verband te zoeken, met de hoogleraren en met de studenten. Wij hebben gemeend het best dit contact te kunnen leggen door een Raad van Advies in te stellen, waarin de onderscheidene docenten in de geschiedenis in haar vertakkingen, de sociologie, de sociografie, de sociale psychologie, de politieke wetenschap, onderdelen van de economie en de rechtswetenschap en de ethnologie zitting zouden hebben. Hoewel het resultaat van dit streven niet meer tot het verslagjaar behoort, moge hier worden meegedeeld, dat met
JAARVERSLAG OVER 1950
19
de uitzondering van een docent, alle andere heren onze uitnodiging hebben aanvaard. Hierdoor is een enger contact verkregen met vertegenwoordigers van de Universiteiten van Amsterdam, Groningen, Leiden, Utrecht, de Vrije Universiteit, de Technische Hogeschool, de R.K. Universiteit te Nijmegen, de Economische Hogeschool te Rotterdam en de R.K. Economische Hogeschool te Tilburg. Wij stellen ons voor deze band niet alleen te benutten om de betrokkenen omtrent de voorhanden archieven in te lichten, maar vooral ook om het pad naar het Instituut voor de studenten te effenen. Niet alleen is er stof voor dissertaties in velerlei richting, ook voor scripties, die tegenwoordig bij elke universitaire studie een rol spelen, is er materiaal overvloedig voorhanden. Juist de combinatie van archiefstukken en boekerij, die met de documenten in het nauwste verband staat, vormt een zeldzame gelegenheid voor diepgaande studies op sociaal historisch, sociologisch of ander gebied. Ook direct contact met de studenten is gezocht door hen tot een bezoek uit te nodigen. Studenten uit Amsterdam en Utrecht zijn aldus reeds bij ons geweest. Wij stellen ons voor hiermee op steeds bredere basis voort te gaan. 19.
Veiligheid
De vraag of en op welke wijze onze verzamelingen in deze onrustige tijden in veiligheid moeten worden gebracht, heeft het Bestuur bij voortduring bezig gehouden. Tot een beslissing is het nog niet gekomen. De reeds hiervoor vermelde besprekingen met vertegenwoordigers van Amerikaanse Universiteiten houden ook met deze aangelegenheid verband. 20. B ij d r a g e n en v e r g o e d i n g e n Van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ontving het Instituut over het jaar 1950 een subsidie van ƒ 20.000,—; van de Gemeente Amsterdam een subsidie van ƒ 25.000.—. Als vergoeding in de kosten voor het bewaren en verzorgen van de eigendommen van de Centrale Arbeiders-Verzekerings- en Deposito-Bank te 's-Gravènhage ontving het Instituut van deze instelling ƒ 20.000. 21. B e g r o t i n g De begroting voor 1952 sluit met een tekort van ƒ 15.078,19. Het bestuur vertrouwt, in verband met de nieuwe ontwikkeling van het Instituut, dit tekort te kunnen doen verdwijnen. Mocht dit niet het geval zijn, dan zal ter besnoeiing van de uitgaven, een herziening van de begroting nodig zijn.
20
JAARVERSLAG OVER 1950
22. S l o t Evenals vorige jaren spreekt het bestuur zijn dank aan alle medewerkers uit voor de door hen betoonde medewerking. De mededelingen in het voorgaande aangaande de reis van onze bibliothecaresse, mevrouw A. Adama van Scheltema, gedaan bewijzen opnieuw dat, waar zij zich ook ter wereld bevindt, zij de belangen van het Instituut niet uit het oog verliest, waarvoor wij haar grote dank verschuldigd zijn. Dank zij hun aller arbeid is het mogelijk geworden het Instituut weer een plaats in de wetenschappelijke wereld te doen innemen, waarvan met name de talrijke bezoeken uit het buitenland getuigen.
JAARVERSLAG OVER 1950
21
REKENING 1950, BEGROTINGEN 1951 EN 1952 UITGAVEN: Rekening 1950 I. B i b l i o t h e e k : Aankoop boeken Aankoop archieven Bindwerk II. J a a r v e r s l a g : Drukkosten III. V e r v o e r : Vrachtkosten Benzine, enz Reis-, verblijf- en representatiekosten IV. S a l a r i s s e n p e r s o n e e l : Directeur Administratrice Bibliothecaresse Ass. bibliothecaresse Conciërge Ass. typist v/d cat Ass. catalogiseersters Catalogiseerster Ass. kranten Wetenschappelijke medewerkers: Ned.-Engels Kabinet Duits Kabinet Suppletie Duits Kab Russisch Kabinet Suppletie Russisch Kab. . . . Frans Kabinet Oosters Kabinet V. P o s t e n b u i t e n l a n d : Post Parijs Post Berlijn
Begroting 1951
Begroting 1952
ƒ 8.661.70 ƒ 1.000.— ƒ 3.000.— — „ 500.— „ 500.— „ 1.787.78 „ 500.— „ 500.— ƒ
562.46 ƒ
ƒ „
842.13 ƒ 388.— „
480.— ƒ
480.—
1.000.— • ƒ 1.000.— 700.— „ 700 —
3.314.43 „ 2.000.— „ 2.500 — ƒ „ „ , „ „ „
2.100.— 2.889.60 5.670.— 2.679.60 2.238.60 900.— 2.174.78 — „ 2.605.94
ƒ „ „ „ „ „ „
2.100.— 2.889.60 5.670.— 2.679.60 2.238.60 945.— 1.800.— — „ 2.400.—
ƒ „ „ „ „ „
2.205.— 3.034.08 5.953.50 2.813.58 2.350.53 945.— — „ 2.520.— „ 1.890.—
ƒ 4.200.— ƒ „ 4.777.50 „ — „ „ 2.598.75 „ — „ „ 6.300.— „ —
4.200.— 4.305.— 945.— 1.995.— 1.785.— 6.300.— —
ƒ 4.410.— „ 5.512.50 — „ 3.969.— — „ 6.615.— „ 900 —
ƒ 2.600.— ƒ — „
1.800.— ƒ 1.800.— 700.— —
ƒ 57.291.27 ƒ 48.932.80 ƒ 53.598.19
22
JAARVERSLAG OVER 1950 Rekening Begroting Begroting 1950 1951 1952 ƒ 57.291.27 ƒ 48.932.80 ƒ 53.598.19 — — ƒ 2.100 —
Transport VI. B u l l e t i n VII. I. A.V
ƒ
VIII. Exploitatie gebouw: Huur , Vuur Licht Water Werkster Telefoon Bureaukosten en porti Onderhoud Diversen
600.— ƒ
600.— ƒ
600.—
ƒ 5.000.— ƒ 5.000.— ƒ 5.000 — „ 3.184.43 „ 3.200— „ 3.200.— „ 591.39 „ 500.— „ 600 — „ 32.40 „ 50.— „ 40.— „ 459.— „ 500.— „ 500.— „ 993.74 „ 850.— „ 1.000 — „ 1.115.92 „ 1.200.— „ 1.200.— „ 912.78 „ 600.— „ 500 — „ 793.83 „ 300.— „ 500 —
IX. Huur Safes
„
X. Voorziening personeel: Ziekenfonds, Ziektewet, Kinderbijslagpremie Vereveningsheffing Verzekering Rentezegels
250.— „
260.— „
500.—
ƒ 2.673.89 ƒ 2.700.— ƒ 2.850 — „ 2.384.19 „ 1.580.— „ 2.500.— , 1.759.26 „ 1.800.— „ 1.900.— „ 369.95 „ 300.— „ 375.—
XI. D i v e r s e n : Lidmaatschappen Onkosten vergadering . . . . Huishoudelijke uitgaven . . . . Aankoop kaartjes Aankoop dozen Aankoop portefeuilles XII. Boekhouding
ƒ „ „ „
— — 112.31 201.87 245.27 468.60
ƒ
550.— ƒ
XIII. O n v o o r z i e n :
ƒ „ „ „ „
100.— 200.— 200.— 100.— 300.— —
ƒ „ „ „ „ „
100.— 200.— 200.— 200.— 200.— 500.—
300— ƒ
315.—
ƒ 3.000.— ƒ 2.000.—
Commissie verkoop boeken . . . Afbetaling R. Prager vóór 1940. . Navordering loonbelasting . . . Verrekening A. Lehning . . . . Inkomsten Tegoed
ƒ 190.— „ 6.61 „ 786.90 „ 1.388.52
— — — —
— — — —
ƒ 82.362.13 ƒ 72.572.80 ƒ 80.678.19 . „ 85.670.68 „ 67.300,— „ 65.600.— . .
ƒ 3.308.55
—
JAARVERSLAG OVER 1950
23
INKOMSTEN: Rekening Begroting 1950 1951 Bijdrage Rijk, Min. O.K.W ƒ 20.000.— ƒ 20.000.— Bijdrage Gemeente Amsterdam . . . „ 25.000.— „ 25.000.— Vergoeding Centrale Arbeiders-Verzekerings- en Deposito-Bank „ 20.000.— „ 20.000.— Verkoop dubbeltallen „ 6.538.89 „ 1.000.— Terug ontvangen ziekengelden, enz. . „ 925.44 „ 700.Huur en verzorging localiteiten . . 600— Terugbetaling voorschot aankoop papier voor Bulletin 3.000.— 2.635.58 Verrekening verhuizing A. Lehning. . 3.865.55 Lening 3.705.22 Saldo kas en bank op 1.1.1950 . . .
Begroting 1952 ƒ 20.000.— „ 25.000.— „ 20.000.— — „
600.—
ƒ 85.670.68 ƒ 67.300.— ƒ 65.600.—
24
JAARVERSLAG OVER 1950
BALANS PER 31 DECEMBER 1950 Subsidie Rijk, Ministerie O. K. W Saldo Kas Saldo Bank Verrekening met B. Nioolaevsky Firma E. J. Brill Nog te ontvangen loonbelasting Uitgaven Domela Nieuwenhuis Museum
ƒ 20.000.— 612.77 „ 2.695.78 „ 434.56 „ 45.60 „ 786.90 „ 64.10 ƒ 24.639.71
Reserve vordering salarissen Lening Saldo
ƒ 2.326.70 „ 3.865.55 „ 18.447.46 ƒ 24.639.71