Foto Bombardier
INGENIEURSMEDEDELINGEN
MAANDBLAD
VAN
DE
VLAAMSE
INGENIEURSKAMER
adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 40 • nummer 5, mei 2002 verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor Overpelt 1
Voor u zijn de gezondheid en het welzijn van uw werknemers meer dan een wettelijke verplichting. Het gaat om een investering in uw bedrijfscultuur en de continuïteit van uw activiteiten. Daarom zoekt u een partner die op uw golflengte zit en die mee- én vooruitdenkt. PREMED is op de afspraak.
O IS002 9
Als regionale Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk helpen wij u bij het opzetten en realiseren van een succesvol welzijnsbeleid. Samen zorgen we ervoor dat uw mensen veilig en gezond kunnen werken en dat ze zich goed voelen in een job die aan hun mogelijkheden is aangepast. U kan rekenen op een hoogstaande en kwalitatieve dienstverlening.
Meer weten? Aarzel niet om ons te contacteren, wij geven u graag alle informatie! PREMED vzw Tiensevest 61 bus 2 3010 LEUVEN
Tel.: 016/308111 Fax: 016/308110 e-mail:
[email protected] Website: http://www.premed.be
Kom alles te weten over GO, het -jaarboek voor jong talent. We nemen je meteen mee naar het hart van de meest dynamische werkgevers. Ze praten ongeremd over wie ze zijn en vooral: wie ze zoeken. Ontdek de bedrijven achter de vacatures, maar ook de tips en trucs van de best bewaarde sollicitatiegeheimen, alle details van de huidige arbeidsmarkt en zoveel meer in één complete jobgids: GO, haal ‘m nu in huis.
Verkrijgbaar via: • Media Club: bel 070 233 003 • www.ar-media.be www.vacature.com/GO • je dagbladhandel
DE NIEUWE GO IS UIT!
(formaat 203 x 280 mm, referentie 73-2815, ca. 336 pagina’s, 9 € + 3 € verzendingskosten). Verkoopsvoorwaarden: na levering heeft de koper 7 dagen bedenktijd. Indien niet tevreden kan hij de zending in originele verpakking terugsturen. Betaling gebeurt per overschrijving na ontvangst.
EDITORIAAL Maandblad van de VIK, Vlaamse Ingenieurskamer Jaargang 40 Nummer 5 mei 2002
Informatie - inflatie
Meer dan ooit is de boodschap vandaag ‘zorg dat je op de hoogte bent. Informatie levert mogelijk concurrentievoordeel. Kennis is het levenwaVERANTWOORDELIJKE UITGEVER
ter voor succes. De opbouw begint vanaf de geboorte, piekt tijdens de
Ing. Etienne Beernaerts E. Claeslaan 29, 9051 Sint-Denijs-Westrem
studies en zet zich voort gedurende de hele professionele loopbaan. De
HOOFDREDACTEUR
ingenieur die zich onderscheidt door leergierigheid en een goed geheu-
Ing. Ivan Born REDACTIERAAD Ing. E. Aelbrecht Ing. E. Beernaerts Ing. I. Born Ing. B. Demol Ing. H. Derycke Ing. N. Lagast Ing. G. Roymans Ing. L. Van Bouwel
gen schopt het al makkelijker tot in de hogere regionen van de VIKWeddenenquête.
Nieuwsgierigheid en drang om te weten leggen ons geen windeieren. Maar er zijn ook excessen. De informatiemaatschappij laat het niveau
REDACTIESECRETARIAAT
van dit levenswater al snel stijgen tot aan onze lippen, als ze ons er al
Francine Demaret Eddy De Winter
niet in laat verdrinken. Deze zee van informatie houdt van ver misschien
SECRETARIAAT VIK
nog wel verband met wat we zoeken, maar een groot pak van informa-
Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 Fax +32 3 259 11 01 URL: http://www.vik.be E-mail:
[email protected] Doorlopend open van 08u30 tot 17u00
tie en potentiële kennis is dikwijls totaal irrelevant. Met andere woorden, we verliezen onze tijd. Operationele efficiëntie verdrinkt in een overvloed van feiten.
U kan lid worden door betaling op rekening 406-0098501-56 van de VIK te Wommelgem € 50,00 voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden € 25,00 voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid (1e lidmaatschap tegen 50,00 €) of voor gepensioneerden € 12,50 voor studenten-industrieel ingenieur
Hoog tijd om ons enige informatie-assertiviteit aan te meten. Maar anderzijds: wie kan zijn nieuwsgierigheid voldoende in toom houden?
Ing. Ivan Born
In dit nummer:
€ 65,00 voor leden woonachtig in het buitenland € 350,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met meer dan 250 werknemers € 200,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met minder dan 250 werknemers DRUKKERIJ & LAY-OUT Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel +32 11 80 90 90 Fax +32 11 80 90 95
Wereldcongres Lyon 4
BaMa Nederland
Exotische kernen
VIK-Vorming
Two laps to go 13
14
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.U.P.P.)
Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk.
17
VIK-Afdelingen 22
29
GRAAD EN DIPLOMA
Wereldcongres in Lyon zet de toon voor globalisering van het hoger onderwijs
Lyon "Un ingénieur est un ingénieur" (rector Domitien Debouzie – Lyon)
Van regionalisering naar mondialisering Ooit vormden hogescholen en universiteiten eilanden voor de vorming van ingenieurs. Dan gingen ze wat meer regionaal samenwerken. Hier en daar kreeg de opleiding ook een nationale dimensie. In de jaren vijftig was er nog weinig sprake van internationalisering van het hoger onderwijs. Het aantal studenten en docenten dat over de landsgrenzen ging studeren of stage volgen was gering. In de jaren tachtig groeide de belangstelling voor de internationalisering. Er kwamen meer gestructureerde en gefinancierde Europese uitwisselingsprogramma’s. In de jaren negentig deed naast de Europeanisering ook de mondialisering of globalisering haar intrede. Opleiding, vorming en wetenschappelijk onderzoek zullen in de volgende jaren meer op wereldvlak plaatsvinden. Deze trend is niet meer te stuiten. Dit vraagt om een beter inzicht van de studiecurricula en, wat belangrijker is, om een beter op elkaar afstemmen van de opleidingen.
4 I.M.-
MEI 2002
Dit was de rode draad van het meerdaags wereldcongres van universiteiten, onderzoeksinstellingen en hogescholen dat onlangs aan de Université Claude Bernard in Lyon plaatsvond. Het wereldcongres waaraan 61 landen deelnamen, werd georganiseerd door de IAU (International Associations of Universities) en de UNESCO (United Nations of Educational, Scientific and Cultural Organisation) die samen 700 hogere onderwijsinstellingen uit 150 landen verenigt. Op uitnodiging van de UNESCO nam de VIK aan het congres deel. Het gaf ons de gelegenheid om tijdens een van de workshops de opleiding van industrieel ingenieur voor te stellen en te vergelijken met gelijkaardige opleidingen in het buitenland. Ook een bezoek aan een 3-tal universiteiten en "Grandes Ecoles" in Lyon sterkt onze overtuiging dat de opleiding van industrieel ingenieur gerust kan wedijveren met gelijkaardige buitenlandse opleidingen.
n
Het mondiaal impact van de Sorbonne-verklaring Nooit heeft in de geschiedenis van het hoger onderwijs een intentieverklaring voor harmonisering van het hoger onderwijs zo veel impact gehad als deze aan de Sorbonne in mei 1998. De invoering van de BaMa-structuur beperkt zich immers niet alleen meer tot de 30-tal landen van het Europees continent. Universiteiten en hogescholen uit de andere continenten volgen eveneens het Europees model. "Mondialisering van het hoger onderwijs is pas mogelijk als de diverse onderwijssystemen transparanter worden" zei de Nederlandse Prof. Dr. Hans van Ginkel in zijn openingstoespraak. "Dit vraagt een herbronning, een herschikking en aanpassing van het hoger onderwijs. Wie in de komende decennia niet bereid is om in deze nieuwe wereldcultuur in te stappen, zal aan de zijlijn van de vooruitgang blijven staan" zei van Ginkel. De Nederlander, die het wereldcongres voorzat, is voorzitter van de IAU en gewezen rector van de Universiteit van Prof. Dr. Hans Van Ginkel, Utrecht en Tokio. Voorzitter IAU In zijn uiteenzetting argumenteerde Prof. Dr. Komlavi Seddoh het belang van de harmonisering van het hoger onderwijs. Seddoh is directeur voor de hoger onderwijsnetwerken van de UNESCO en gewezen minister voor onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. "Wetenschap kent geen landsgrenzen. Prof. Dr. Komlavi Seddoh, Geïsoleerd wetenschap- directeur UNESCO (links) pelijk onderzoek behoort tot het verleden…". De UNESCO is een van de promotoren van het wetenschappelijk onderzoek, de opleidingen en vorming. Met haar hoofdzetel in Parijs coördineert ze wereldwijd een 500tal onderzoeksnetwerken en zorgt ze voor uitwisseling van onderwijzend personeel en onderzoekers in 110 landen. Daarvoor heeft ze een ambitieus meerjarenprogramma ontwikkeld waaraan overigens een gevoelige toename van het werkingsbudget is gekoppeld. De bewering dat globalisering tot meer "braindrain" zou leiden dient men volgens de UNESCO-directeur sterk te relativeren. Een wereldwijde bundeling van know-how leidt volgens Prof. Dr. Seddoh veeleer tot "braingain".
Geen toeval Dat Frankrijk een voortreffelijk georganiseerd wereldcongres inzake het hoger onderwijs in huis haalde is geen toeval. In Parijs is immers de zetel van de UNESCO en
van de IAU. Met hun duizendtal werknemers zijn beide instellingen wereldwijd gezaghebbend. Bovendien wilden de Fransen ook aantonen dat zij het, in 1998, bij het rechte eind hadden toen hun minister Claude Allègre voor meer transparantie van het hoger onderwijs pleitte. Ze gaan er prat op dat de grote landen Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk van meet af aan hun opvattingen deelden. Uniek is ook het feit dat een paar jaar later een 30-tal landen zich rond "hun" Sorbonne-verklaring schaarden. Maar wie de professoren van de Franse universiteiten en Grandes Ecoles beluistert, stelt al vlug vast dat de Sorbonne-verklaring hen geen windeieren legt.. De wildgroei van opleidingen aan de Franse Universiteiten zorgde er immers voor dat niemand in eigen land nog het bos door de bomen zag. De onderwijsstructuren in Frankrijk zijn ronduit chaotisch. Deze ondoorzichtigheid is (was) een ernstige handicap voor de ruim 650.000 leerlingen die jaarlijks na hun BAC-examen een studiekeuze in het hoger onderwijs dienden te maken. De invoering van de BaMa is voor de Franse onderwijsmiddens "een opluchting". Met wat moeite legt Prof. Dr. Patrick Debois van de Université De Caen Basse – Normandië het oude systeem uit. "Dat behoort straks tot het verleden" zegt hij. "We kuisen alles op en herbeginnen met een schone lei. We hebben aan alle universiteiten en Grandes Ecoles hard gewerkt aan het opstellen van nieuwe studieprogramma’s die passen in de BaMa-structuur. Dit ging niet zonder moeite. Intern leidde het vaak tot spanning onder collega’s" zegt decaan Dubois. Mijn opmerking over het feit dat de BaMa geënt is op het Angelsaksisch onderwijssysteem lacht hij met een Frans chauvinisme weg. "Les Anglais sont un cas apart…. Le BaMa est d’origine Française".
Honkvastheid doorbreken Volgens Prof. Dr. Bernard Bigot, directeur van de "Ecole Normale Supérieure van Lyon", één van de Grandes Ecoles zijn de Franse studenten honkvast. Internationalisering is ver van hun bed. Bigot wijdt dit aan hun onvoldoende kennis van het Engels, maar ook aan de ingesteldheid van de Fransen zelf. "Wie in een groot land leeft sluit zich ook gemakkelijk op", zegt Bigot. Van de twee miljoen studenten waren er in het voorbije academiejaar amper 17.000 (minder dan 1 procent) die via een Erasmusprogramma in het buitenland gingen studeren. Rekening houdend met alle mogelijk aangeboden uitwisselingsprogramma’s zijn er slechts 10 procent van de Franse studenten die voor een korte periode naar het buitenland gaan studeren. Bigot stelt echter vast dat er recent een verhoogde belangstelling is. Vooral een verblijf in het Verenigd Koninkrijk is fel in trek.
De belofte van Jean Chirac en Lionel Jospin De karige financiële tegemoetkoming voor een studieverblijf in het buitenland is volgens de studentenverenigingen een van de redenen van het gering succes van de internationalisering. De Franse studenten hebben dienaangaande bij herhaling hun ongenoegen te kennen gegeven.
I.M.- MEI 2002
5
Lyon
GRAAD EN DIPLOMA Tijdens hun presidentscampagne beloofden Jacques Chirac en Lionel Jospin een betere tegemoetkoming van de regering. Onder de foto van de beide presidentskandidaten kon men in grote letters hun belofte lezen. Jospin beloofde de studenten "un séjour à l’étranger de six mois". Chirac hield het bij een zogenaamde "compensatieformule". Het aantal buitenlandse studenten dat in Frankrijk komt studeren, dient volgens Chirac door evenveel Franse studenten in het buitenland gecompenseerd te worden. Het gastland dient de kosten op zich te nemen. Het is uitkijken hoe Chirac deze belofte zal waarmaken. Universiteiten en Grandes Ecoles willen nochtans in de opleiding een tijdelijk verblijf van de studenten in het buitenland als een verplicht deel opnemen. Als dit werkelijkheid wordt mag vooral het Verenigd Koninkrijk in de komende jaren een invasie van Franse studenten verwachten.
la socle de la culture de l’ingénieur, la préparation à l’entrepreneurait est désormais une dimension indispensable au bagage de l’ingénieur…". En hoe vertaalt de rector dit allemaal in het kader van de invoering van de BaMa? Zijn antwoord is helder: "il faut utiliser le vocabulaire correct". Dit houdt volgens hem in dat het studieniveau van elke ingenieur, in welk land hij of zij ook heeft gestudeerd, overeenstemt met de graad van master ("un mastère", zegt hij). Dit houdt ook in dat de internationale herkenning van de wetenschappelijke én technische vorming tot uiting komt door de toevoeging "science". Maar, merkt de rector op, de roeping van elke ingenieur gaat verder dan deze van een zuiver theoretisch gevormde wetenschapper. "Un ingénieur doit être capable de transformer une innovation issue d’un laboratoire en une activité industrielle rentable". Rector Debouzie is een wijze man. Een ingenieur is inderdaad een ingenieur. Wereldwijd geldt dit voor alle ingenieurs, ook voor deze in ons land.
"Un ingénieur est un ingénieur" Prof. Dr. Domitien Debouzie is van opleiding ingenieur biochemie. De man is rector van de Université Claude Bernard in Lyon en voorzitter van de "Pôle Universitaire de Lyon" (zie kader). Op mijn vraag hoe hij tegen de opleiding aankijkt van ingenieurs in diverse landen, kijkt hij me ietwat verbaasd aan. "Ah, monsieur, un ingénieur est un ingénieur, point al la ligne…". Volgens hem is ook een arts niets anders dan een arts. Dit geldt ook voor een bakker en voor veel andere beroepen, zegt hij. "Le métier d’ingénieur résiste à une approche descriptive simple. Le terme ingénieur recouvre notamment plusieurs dimensions, comme la culture scientifique et technique, l’aptitude à la résolution de problèmes, mais surtout l’action. Vous comprenez l’action d’un ingénieur est importante. C’est à dire, la construction d’ouvrages et la réalisation de projects. Voilà. Est-ce que j’ai repondu à votre question? Au-delà de la formation scientifique et technique qui fait
Enkele cijfers Aantallen
ECL
INSA
Studenten (max. toegelaten)
1.000
4.000 (voor de 4 GE’s van Lyon, Rennes, Rouen,Toulouse)
Ing. Noël Lagast
Onderzoekscentra en hoger onderwijs in de regio Rhône-Alpes De regio Rhône-Alpes is de tweede grootste van Frankrijk. De oppervlakte is vergelijkbaar met België, Nederland of Zwitserland. De regio omvat 8 departementen (Ain, Ardèche, Drôme, Isère, Loire, Rhône, Savoie en Haute-Savoie) en telt 5,5 miljoen inwoners. De hoofdstad is Lyon (1,26 miljoen inwoners). Naast Lyon behoren Grenoble en Saint-Etienne tot de voornaamste steden (+- 300.000 inwoners). In de regio Rhône-Alpes heeft men 9 universiteiten, 32 Grandes Ecoles (waaronder 21 voor ingenieurs) en 600 onderzoekslaboratoria. De regio telt ruim 200.000 studenten. De onderzoeksinstellingen stellen 20.000 onderzoekers te werk. De meest bekende zijn: de CERN, ESRF (Europees Laboratorium voor Synchrotron Straling), CIRC (Internationaal Agentschap voor kankeronderzoek), CNRS (Wetenschappelijk Onderzoekscentrum van Lyon), CEA (Atoom-Energy Commissie), CNET (Nationaal Centrum voor Telecommunicatie Studies) en de INSERM (Nationaal Gezondheids- en Medisch Onderzoeksinstituut).
Professoren en onderzoekers
200
Niet onderwijzend personeel
200
550
Gastprofessoren
250
100
Onderzoekscentra, Universiteiten en Grandes Ecoles vormen een belangrijke aantrekkingspool voor heel wat industriële bedrijvigheid. 35 % van de actieve bevolking werkt in de industrie, 63 % in de dienstensector en 2% in de landbouwsector.
Doctoraatsstudenten
200
690
N.L.
6 I.M.-
MEI 2002
373
n Marathonloper rector Domitien Debouzie en zijn imperium Prof. Dr. Ingénieur-diplomé Domitien Debouzie (53) is rector van de Université Claude Bernard in Lyon en tevens voorRector Domitien Debouzie zitter van de Pôle Universitair de Lyon, een associatie van de 3 universiteiten en 4 Grandes Ecoles in Lyon. De groep telt 110.000 studenten. De Claude Bernard Universiteit (ook Université Lyon I genoemd) is de grootste. Ze telt 27.300 studenten. Naast een universitair ziekenhuis omvat de uitgestrekte campus (waar overigens het wereldcongres plaatsvond), een 200-tal gebouwen waaronder 95 onderzoekslaboratoria. Aan de universiteit zijn 1.800 voltijdse professoren verbonden, 450 onderzoekers en een duizendtal Ph-D studenten afkomstig uit diverse landen. De campus paalt aan het 105 ha groot park "la Tête-d’Or" dat ook een unieke Zoo omvat. De prestigieuze Boulevard des Belges vormt een van de toegangswegen tot de campus. De invloed van de Belgen en het vroeger Belgisch vorstenhuis is er duidelijk zichtbaar. In la Tête-d’Or vindt men er een "kopie" van de serres van Laken. Rector Domitien Debouzie behaalde in 1969 zijn graad van ingénieur-diplomé (biochemie) aan het Institut National des Science Appliqueées (INSA), een van de twee Grandes Ecoles voor ingenieurs in Lyon. In 1980 promoveerde hij tot doctor in de wetenschappen. Tot 1993 werkte hij als onderzoeker aan een onderzoekscentrum in Algerië. Op zijn palmares prijken een 70-tal wetenschappelijke publicaties en een paar gespecialiseerde wetenschappelijke boeken. Tot aan de eeuwwisseling was hij een van de topadviseurs op het Ministerie voor Hoger Onderwijs in Parijs. Daarna keerde hij terug naar de Université Claude Bernard in Lyon als "professeur classe exceptionelle", een functie die hij combineert met deze van rector van de universiteit en voorzitter van de PUL. België ligt de bescheiden rector nauw aan het hart. Spontaan zoekt hij op het wereldcongres het handvol Belgen op. Door zijn hartelijkheid en openheid leer ik hem als mens wat beter kennen. Hij is gehuwd en heeft 3 kinderen. Destijds kwam hij regelmatig mijn zijn gezin op verlof aan de Belgische kust. "Pas pour bronzer" zegt hij. Wel om te trainen, om een paar uur per dag langs de vloedlijn te lopen. De rector is een sportief iemand. Hij nam aan meerdere marathonwedstrijden deel, onder meer in Athene en Dublin. Een "vainqueur" ben ik nooit geweest, zegt hij. Wel behaalde hij enkele eervolle plaatsen. Dat dankte hij onder meer aan de training aan onze kust. En daarvoor haalt hij een reden aan: keiharde discipline en vooral "l’air que l’on y respire", vindt hij van een "bijzondere kwaliteit". "L’air n’est pas celui des montagnes. L’air de votre côte est très agréable pour un marathonien. Il me semble…".
Grandes Ecoles In Frankrijk worden ingenieurs opgeleid aan "Grandes Ecoles" (GE). Dit leidt tot de graad van "ingénieurdiplômé". De studieduur bedraagt 5 jaar. Aan sommige universiteiten kan men sinds 1991 ook de graad en het diploma van "ingénieur-maître" behalen aan de zogenaamde "Instituts Universitaire Professionnalisés (IUP)". De studieduur bedraagt 4 jaar. De opleiding verschilt grondig van deze aan de GE’s en is vergelijkbaar met deze van bijvoorbeeld licentiaat in de wetenschappen. De Commissie voor Ingenieurstitulatuur erkent de studies van "ingénieur-maître" echter niet als ingenieursopleiding. De oudste GE voor ingenieurs in Lyon is de "Ecole Centrale" (ECL). De tweede oudste is het "Institut National des Sciences Appliquées" (INSA). Ze ontstond in 1957 als een fusie van de ingenieursscholen uit Lyon, Rennes, Rouen en Toulouse. Ze beschikt over een totale campusoppervlakte van 98 ha. De ECL verhuisde enkele jaren geleden van het stadscentrum naar een moderne campus in Ecully. De INSA is gespreid over 4 campussen, waarvan één campus van 18 ha gelegen is in de onmiddellijke buurt van de Universiteit Claude Bernard in Lyon. "Grandes Ecoles" ontstonden in de vorige eeuw als afzonderlijke scholen als reactie op de universiteiten die het moeilijk hadden met de "academische waarde" van de ingenieursopleiding. GE’s zijn gerenommeerde instellingen. Ze profileren zich als hoog-gekwalificeerde onderwijsinstellingen. Universiteiten en GE’s onderscheiden zich graag van elkaar. Wie aan een universiteit studeert is een "étudient". Voor de GE geldt de benaming "élèves". De afgestudeerden noemen zich respectievelijk "Centraliens" en "Insaliens". Er bestaat weinig of geen concurrentie tussen de GEinstellingen voor ingenieurs. Dit komt omdat het aantal "leerlingen" door het Ministerie van Hoger Onderwijs in Parijs wordt beperkt. De verdeling van aantal studenten per GE gebeurt volgens een relatief strenge regelgeving. Het volledig studietraject van 5 jaar wordt opgedeeld in 2 fasen. Na het middelbaar onderwijs en het BACexamen volgen de kandidaat ingenieurs een vooropleiding van 2 jaar (Classe Préparatoire). De selectie tot de laatste fase van de studies (3 jaar), de zogenaamde "ingenieursfase" gebeurt via het nationaal toelatingsexamen of "Concours". De opleiding leidt tot de graad van "ingénieur-diplômé". Doctoreren (3 jaar) gebeurt meestal aan speciale onderzoeksafdelingen van de universiteiten, maar ook aan GE’s kan men tegenwoordig doctoreren.
N.L.
I.M.- MEI 2002
7
GRAAD EN DIPLOMA
De geschiedenis van de ingenieur (deel 28) Kabinetschef Gaston Colebunders zorgde in 1969 voor opschudding onder de technisch ingenieurs Gaston Colebunders (1920-1988) stond in de jaren zestig en zeventig bekend als de architect van het plan van de toenmalige regering(en) om het hoger onderwijs in ons land te hervormen. Dit gebeurde naar aanleiding van het invoeren van de Europese richtlijn. De in Berchem, bij Antwerpen, geboren kabinetschef was gedurende 13 jaar een vaste waarde op het Ministerie van Onderwijs, dat destijds het Ministerie van Nationale Opvoeding werd genoemd. Hij was een machtige man en hij was er zich ook van bewust. Vaak sprak hij in termen van "mijn minister ziet het zo of zo" maar vermoedelijk dacht hij "ik zie het zo". De kabinetschef had visie, eruditie en een degelijke dossierkennis. Gaston Colebunders studeerde voor licentiaat wiskunde aan de Universiteit van Gent. Hij gaf een tijdje les in het middelbaar onderwijs en werd achtereenvolgens inspecteur, kabinetsattaché en directeur-generaal van het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek. Als kabinetschef op het ministerie van Nationale Opvoeding was hij een vaste pion, de pater familias van het kabinet. Hij diende in de periode 1968 tot 1981 vijf opeenvolgende socialistische onderwijsministers: Piet Vermeylen (1968-1972), Willy Claes (1972); Willy Calewaert (1973-1974), Jozef Ramaekers (1977-1980) en opnieuw Willy Calewaert van 1980 tot 1981. Jef Ramaekers was in de jaren zestig directeur geweest van het kolendirectorium. In de jaren vijftig stond Colebunders aan de wieg van de Schoolpactwetgeving en van het Vernieuwd Secundair Onderwijs. Hij eindigde zijn loopbaan als voorzitter van het Gemeenschappelijk Bureau van de Universiteit Antwerpen dat de coördinatie verzorgde tussen de drie Antwerpse Universiteiten. Colebunders stond bekend als een van de drijvende krachten achter democratisering van het hoger onderwijs. Hij paste perfect in de tijdsgeest van weleer: ondefinieerbaar en weinig empathisch. Dit was althans onze ervaring tijdens een ontmoeting op zijn kabinet, begin 1970. Hij voerde het woord, een monoloog gesprek, dat slechts af en toe werd onderbroken door de schorre lispelende stem van een nietszeggende Piet Vermeylen. Ondergedompeld in het imago van kabinetschef kon hij bij elke, naar zijn gevoel contraproductieve tussenkomst, kregelig uit de hoek komen. Dan verdampte het laatste spatje contact. Wederzijdse meningvorming was niet aan hem besteed.
8 I.M.-
MEI 2002
Het plan Colebunders De invoering van de Europese richtlijn inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s in het Europa van de Zes was voor onze regering het signaal om het hoger onderwijs, dat verstrekt werd buiten de universiteit, te hervormen. Daarvoor diende eerst een nieuwe wet te worden gestemd inzake de structuur van het hoger onderwijs. Er dienden eveneens een reeks van KB’s te worden aangepast of tot wet te worden omgevormd. Al deze hervormingen behoorden destijds tot de bevoegdheid van de federale regering. Van decreten was er nog geen sprake. Het eerste wetsontwerp droeg het nummer 609. Het was gesteund op de adviezen en voorstellen van de Commissie Rens, een commissie die heel wat voorstellen had overgenomen van de eerder geïnstalleerde werkgroep De Witte. In de wandelgangen en onder de technisch ingenieurs kreeg het wetsontwerp 609 de naam "plan Colebunders". De uitgelekte veranderingen waren ingrijpend en voor de beroepsverenigingen voor technisch ingenieurs als niet ontvankelijk of bespreekbaar verklaard. Het ongenoegen was bijzonder groot. Bij de studenten technisch ingenieurs van het hele land volgde de ene staking op de andere. 1969 was een bijzonder woelig jaar. De onzekere toestand veroorzaakte een terugval van het aantal studenten technisch ingenieur in het hele land van 8.700 in 1965 tot 7.800 in 1970. In de analen van de geschiedenis van de technisch ingenieurs staat 1969 opgetekend als een sleuteljaar. Een jaar later waren de vooropgestelde veranderingen reeds grotendeels omgezet in wettelijke bepalingen. Op 16 april 1969 hielden de studenten en de afgestudeerden in Brussel een eerste massale betoging. In het najaar volgden opnieuw een reeks prikacties, lesonderbrekingen en voorlichtingsvergaderingen.
raar eerder in uitroeptekens. Nu eens had hij het over "het plan van mijn minister" dan weer over "ons plan". Met "mijn" minister bedoelde hij Piet Vermeylen, met "ons" plan insinueerde hij de opvattingen van de commissie Rens en de Werkgroep De Witte. Of het nu ging over "le plan de mon ministre" of over "notre plan de réformation" het deed er voor de Franstaligen allemaal niet toe. De geschiedenis toont aan dat er steeds een goede voorbereiding achter het werk stak. Het gedachtegoed inzake de harmonisering van de diploma’s had een Europese dimensie gekregen, Gaston Colebunders wat voor die tijd nieuw was. De innoverende ideeën van Colebunders sloegen helaas niet aan. Een begrijpelijke reactie. Er was immers sinds 1933 niet aan de opleiding van technisch ingenieur getornd. Nochtans hadden de beroepsverenigingen voor technisch ingenieur, VVTI en NUTI, sinds 1959 de regering herhaaldelijk om een wettelijke regeling van hun studies gevraagd.
Boboco Een plan dat te nemen of te laten was Wie kabinetschef Gaston Colebunders voor een uiteenzetting kon strikken had niet alleen de zekerheid van een succesvolle opkomst, maar ook van een levendig debat. Dit lukte de studenten technisch ingenieurs die waren verenigd in de Nationale Federatie van Studenten Technisch Ingenieurs (NFSTI). De NFSTI telde 45 aangesloten scholen uit het hele land. Op hun uitnodiging hield Colebunders op dinsdag 2 december 1969 een uiteenzetting in de Magdalenazaal in het Centrum van Brussel. Naast de voorzitter van de NFSTI, Leo Wezenbeek, waren de andere sprekers: t.ing. Omer François (voorzitter van de VVTI), t.ing. Roger Lully (voorzitter van de NUTI), de volksvertegenwoordigers Frank Swaelen (CVP, thans CD & V), Maurits Coppieters van de Volksunie en t.ing. Gustaaf Van Wichelen namens de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV). Een 2000-tal studenten waren op de uitnodiging ingegaan. Na de inleiding tot het debat zette Gaston Colebunders meteen de toon. Hij zei: "Indien de technisch ingenieurs met hun diploma in het toekomstig Europa wensen te overleven, dan zal hun huidige opleiding aan de Europese evolutie van het hoger onderwijs dienen te worden aangepast. Mijn minister zal dienaangaande binnenkort zijn hervormingsplan voorleggen aan de Wetgevende Kamers. De hervorming van het hoger onderwijs waartoe ook jullie opleiding behoort, is een gevolg van de Europese richtlijn inzake onderlinge erkenning van diploma’s. Na goedkeuring in de Kamers zal het voorstel te nemen of te laten zijn. Er is geen andere mogelijkheid". De steile aanloop tot het debat lokte een eerste luidruchtige reactie uit.
"Ons plan, niets anders dan ons (mijn) plan" In zijn licht onvervalst Antwerps accent domineerde Colebunders het drie uur durend debat. Overtuigd van zijn gelijk en van zijn goede bedoelingen (wat de geschiedenis ook aantoont) praatte de voormalige wiskundele-
Het voorgestelde herstructureringsplan betekende een revolutie, een heiligschennis van het bestaand systeem. Mede door een aantal schokkende uitspraken van de kabinetschef ontaarde het debat herhaaldelijk in rumoer. Het bezorgde hem de bijnaam "boboco", lees "bourgeoisbohémien-Colebunders". Studenten en technisch ingenieurs hadden het gevoel dat ze gemanipuleerd werden. Het plan van de "boboco" werd fel gecontesteerd en leidde tot talrijke studentenacties. Geliefd was de kabinetschef in die jaren zeker niet, maar dit zal hem geen zorg zijn geweest. Het debat van 2 december 1969 was zijn tweede openbare en ook zijn laatste confrontatie met de studenten en technisch ingenieurs. Als kabinetschef zal hij tot 1981 aan de voorbereiding van een aantal wetsontwerpen verder werken. Deze zullen uitmonden in de Wet van 18 februari 1977 die de graad en het diploma van industrieel ingenieur instelde.
Lange en korte type In 1969 zorgde het zogenaamde plan Colebunders voor een nieuwe structuur voor het hoger onderwijs. Het vernoemde voor het eerst het hoger onderwijs van het lange en van het korte type, een terminologie die gedurende dertig jaar werd handhaafd. "HOLT" en "HOKT" werden gemeengoed. Het decreet van 1995 zal de "HOLT" en "HOKT" vervangen door respectievelijk het hoger onderwijs van 2 cycli en het hoger onderwijs van 1 cyclus (HO2C en HO1C). De hogere instellingen buiten de universiteit werden tot hogescholen omgedoopt. Daarmee voerde men opnieuw de benaming in die reeds in 1933 werd toegepast, maar die in de loop der jaren van de kaart verdween. Aanvankelijk bedroeg de studieduur voor het hoger onderwijs van het korte type twee jaar. De meeste vrije scholen hielden het bij 3 jaar. De kaderwet van 7 juli 1970 bracht de studieduur voor het korte type uniform op 3 jaar. I.M.- MEI 2002
9
GRAAD EN DIPLOMA Beroepsdiploma
Studies rangschikken op universitair niveau
In het kader van wat voorafgaat lichten we nog enkele merkwaardige passages uit de toespraak van de kabinetschef van dinsdag 2 december 1969. Colebunders: "Degene die de eerste cyclus van het hoger onderwijs, dat uit 2 cycli bestaat, met succes hebben beëindigd, zullen 2 diploma’s krijgen. Het eerste zal rechtstreeks toegang geven tot de arbeidsmarkt. Dit is het zogenaamde beroepsdiploma. Het tweede is een "paspoort" dat toegang zal geven tot de tweede cyclus".
Tijdens het "Magdalena-debat" stelde Colebunders dat de regering eerstdaags een wetsvoorstel aan het parlement zou voorleggen. Deze zou onder meer het hoger onderwijs van het lange type onder het universitair niveau rangschikken. "We brengen daarmee jullie opleiding in overeenstemming met de Europese opvattingen inzake het universitair niveau van opleidingen. Deze operatie is niet zo evident. Van onze kant vraagt dit een grote inspanning. Van jullie kant vragen we ook een minimum aan bereidheid om ons plan te laten slagen".
In de Wet van 18 februari 1977 werd echter de benaming beroepsdiploma niet weerhouden. In de plaats kwam "diploma van kandidaat industrieel ingenieur". Voor de arbeidsmarkt had het diploma een geringe waarde. In de Wet van 18 februari 1977 was er ook geen sprake meer van een tweede diploma dat volgens Colebunders de betekenis had van een "paspoort" voor de tweede cyclus.
Revaloriseren: 4 jaar Het ontbrak Colebunders niet aan gedrevenheid. Wij citeren: "Revaloriseren betekent niet dat men het nieuw onderwijsstelsel, dat mijn minister voorstelt, gelijk zal mogen stellen met het oude. Tussen beide zal er immers een duidelijk en groot verschil zijn. In het nieuw stelsel zullen we voor alle scholen de studieduur van technisch ingenieur op 4 jaar brengen. Bovendien zullen ook de bekwaamheidsbewijzen voor het bestuurs- en onderwijzend personeel niet dezelfde zijn. We zullen ze gelijkstellen met deze van de universiteiten. We zullen bijgevolg de studies revaloriseren. Met deze herwaardering willen we een grote stap voorwaarts zetten en de opleiding kwalitatief optillen. Dit is overeenkomstig de Europese richtlijn". Het voornemen van de regering kreeg op 7 juli 1970 kracht van wet.
"Geef Caesar wat Caesar toekomst" Op de volgende uitspraak van de kabinetschef kwam er een ongewoon fel protest. Wij citeren: "Aan de huidige technisch ingenieurs kan men niet geven wat hen niet toekomt. Dit zou immers ons hervormingsplan van meet af aan hypothekeren. We mogen immers niet aan Caesar geven wat hem niet toekomt". Na een minutenlang fluitconcert dreigde Colebunders op te stappen. Een afgang kon nog net worden vermeden.
"Plus est en vous" Na het luidruchtig protest veranderde de kabinetschef van tactiek en volgde er even een kort intermezzo van lof. "Jullie probleem is theoretisch aanhangig sinds 1934, maar in de praktijk sinds 1958, toen de Schoolpactwet werd gestemd. Men heeft helaas deze wet verkeerd geïnterpreteerd. Veel erger is dat men ze ook verkeerd heeft toegepast. Er vond een ongebreidelde wildgroei van scholen voor technisch ingenieurs plaats. Er zijn te veel scholen. Daardoor twijfelt men in het buitenland aan de kwaliteit van jullie opleiding. De verzuiling van het hoger onderwijs deed geen goed aan jullie opleiding. Ik ga volledig akkoord dat jullie daaraan geen schuld hebben. Maar de feiten zijn wat ze zijn. Mijn minister tracht voor jullie een oplossing te vinden. Plus est en vous". Er volgde een bescheiden applaus.
10 I.M.-
MEI 2002
Een half jaar later werd het voornemen van de regering omgezet in artikel 2, hoofdstuk II van de Wet van 7 juli 1970. De tekst verscheen in het Belgisch Staatsblad van 12 september 1970.
Technisch ingenieurs werden industrieel ingenieur Colebunders: "Als ons opzet voor de hervorming van de studies van technisch ingenieur voor het buitenland geloofwaardig wil zijn, dan moeten we met een schone lei van vooraf aan beginnen. Een essentiële voorwaarde daartoe is het afschaffen van de titel van technisch ingenieur. Jullie worden immers hoofdzakelijk voor de industrie opgeleid. Dit omhelst een ruimer veld dan alleen dat van de techniek. Is het niet? Jullie titel moet dus worden aangepast. Dit betekent dat de titel van technisch ingenieur zal worden vervangen door industrie ingenieur" (de kabinetschef sprak nog niet van industrieel ingenieur). Het voorstel lokte opnieuw een heftig protest uit. De Wet van 18 februari 1977 zal bij Art. 3 de graad en diploma van kandidaat industrieel ingenieur en van industrieel ingenieur instellen. De Wet verscheen in het BS van 12 maart 1977.
Rationaliseren en afschaffen, geen oude schuren Colebunders: "Ik acht het persoonlijk ondenkbaar dat al de huidige scholen voor technisch ingenieur zullen voldoen aan de vooropgestelde normen inzake de vereiste kwaliteit van het hoger onderwijs van het lange type. Geef toe, het groot aantal scholen maakt dit onmogelijk. We zullen bijgevolg het aantal scholen moeten beperken. We moeten rationaliseren. Dit is een logische operatie die men ook in vele ondernemingen toepast. Als ingenieurs efficiënter een product op de markt willen brengen, dan overwegen ze eerst of ze dit kunnen doen met nieuwe machines. Jullie werken met die ‘tuigen’ ook niet graag in verouderde en voor deze machines niet aangepaste gebouwen, zoals bijvoorbeeld in een oude schuur. Wel, dit is ook de visie van mijn minister. De hervorming zullen we in een nieuw kleed stoppen. Hoe kunnen we dit verwezenlijken? Het zou veel eenvoudiger zijn om de bestaande scholen voor technisch ingenieur af te schaffen. Dan kunnen we opnieuw beginnen, weliswaar met een beperkt aantal gloednieuwe instellingen. Natuurlijk koppelen we daaraan een merkbaar hoger niveau van jullie opleiding. In het ideaal geval zouden we de nieuwe opleiding in nieuwe gebouwen kunnen aanbieden. Ik besef dat deze ideeën veel weerstand zullen ondervinden. Er zijn immers in ons land nog veel heilige huisjes. Van deze situatie zijn jullie reeds vele jaren het slachtoffer. Als je iets wil veranderen moet je dat ook drastisch doen. We denken eraan om deze nieuwe instellingen op basis van demografische- en economische gegevens in te planten".
De geschiedenis van de ingenieur
17 nieuwe scholen? In de volgende passage ontpopt Colebunders zich tot een echte bouwheer. "In ons land is er plaats voor 17 nieuwe scholen, niet meer! Als het van mij zou afhangen dan zou ik maximum 14 nieuwe scholen bouwen. Mijn kabinetsmedewerkers hebben dit berekend. Dit zal niet veel geld kosten. Geld is immers ondergeschikt aan het doel. We zullen dit in de onderwijsbegroting opnemen. Als je iets wil veranderen en je bent overtuigd dat het nuttig en noodzakelijk is voor het welzijn, dan mag je ook niet treuzelen. Ik ben voor de uitvoering van goed doordachte plannen".
Eerste fusie: industriële hogeschool Wat is er met de uitvoering van "zijn" voornemen gebeurd? De oude scholen bleven "overeind". Tussen 1973 en 1990 werden er talrijke campussen gebouwd. In dezelfde periode werd in het hele land het aantal scholen voor technisch ingenieur van 53 tot 23 teruggebracht. Dit gebeurde door het fusioneren van vaak kleine instellingen. Sommige hadden immers minder dan 200 studenten. De al of niet gefusioneerde nieuwe instellingen werden industriële hogescholen.
Tweede fusie: van industriële hogeschool naar hogeschool In de periode van 1977 tot 1994 werden de industrieel ingenieurs opgeleid aan een industriële hogeschool. De studieduur bedraagt 4 jaar. Het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap wijzigde grondig het vorig stelsel (BS 31 augustus 1994). Er kwam een tweede fusie, met name het "samensmelten" van de één-cyclus-instellingen (HOKT) met de twee-cycli (HOLT). Binnen de gefusioneerde instelling, de hogeschool, werd de industriële hogeschool herleid tot een departement en kwam er een einde aan de autonome instellingen voor industrieel ingenieur. Het decreet legde de zending vast van de hogeschool, het toepassingsgebied en de organisatie van het onderwijs. Het stipuleerde eveneens het onderscheid tussen de één- en twee-cycli-opleidingen. De opleiding van industrieel ingenieur werd in het decreet omschreven als van academisch niveau, en niet langer meer als van universitair niveau. De decreetgever onderschreef daarmee het academisch en wetenschappelijk karakter van de opleiding voor industrieel ingenieur.
Het verwateringseffect In de Memorie van Toelichting van het hogeschooldecreet van 1994 erkende de decreetgever dat een precieze afbakening tussen het hoger onderwijs aan de universiteiten en aan de hogescholen (2 cycli) nooit echt mogelijk zal zijn. De feitelijkheid zal dit ook aantonen. In de industrie verdween het onderscheid tussen diploma’s van industrieel en burgerlijk ingenieur bij de uitoefening van de beroepsactiviteiten. Alsmaar meer golden
ook in de openbare diensten dezelfde aanwervingsvoorwaarden voor industrieel en burgerlijk ingenieurs. Ook voor de licentiaten die aan het HO2C worden opgeleid, golden dezelfde aanwervingsvoorwaarden als voor hun collega’s uit de universiteiten. In de gefusioneerde structuur van de hogeschool konden sommige departementen zich moeilijk wennen aan de onderwijs- en onderzoekscultuur die reeds lang van toepassing was aan de vroegere autonome industriële hogescholen. Het beleid was op deze cultuur niet voorbereid. Het zogenaamde "verwateringseffect" heeft gevolgen voor de internationale erkenning van de graad en het diploma van industrieel ingenieur. In een internationale wereld van activiteiten hebben de pas afgestudeerde industrieel ingenieurs het bijzonder moeilijk om aan te tonen dat hun opleiding die aan een hogeschool wordt verstrekt ook van academisch niveau is. Daardoor verwaterden ook de oorspronkelijke goede bedoelingen van de Europese Richtlijn. Tegen deze gang van zaken protesteerde de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK). De regeringswisseling zorgde in het najaar van 2001 voor een eerste concept van voorontwerp van decreet waarin een voorstel voor het associëren van hogescholen en universiteiten werd opgenomen. Associaties zijn overeenkomsten die op vrijwillige wijze tot stand komen tussen een Vlaamse universiteit en een of meerdere hogescholen. Begin 2002 waren de meeste associatieakkoorden ondertekend.
1976: voorstel voor een beleid op lange termijn In 1976 stelden de Faculteiten Toegepaste Wetenschappen voor om een associatie te vormen tussen de twee ingenieursopleidingen, burgerlijk en industrieel ingenieur. In een nota aan de Kamerleden had de Commissie van decanen het over "een globale visie en een beleid op lange termijn". Zowel vanwege de industriële hogescholen als vanwege de industrieel ingenieurs zelf kreeg het voorstel destijds veel tegenwind. Het concept van voorontwerp van decreet van 11 oktober 2001 nam echter het idee uit 1976 terug over. Na het concept-voorontwerp van decreet volgde op 20 november 2001 een "voorontwerp van decreet". Het geheel is een verfijning van de teksten uit het vorig concept. Het komt beter tegemoet aan de SorbonneBologna-verklaring die een harmonisering van het Europees hoger onderwijs en de graden en diploma’s beoogt. Binnen het kader van gangbare internationale titels eist de VIK voor de industrieel ingenieurs de titel van Master of Science (MSc) op. Een derde voorontwerp van structuurdecreet verscheen op 18 januari 2002.
Opnieuw solliciteren voor onderwijzend personeel Wellicht droomde Gaston Colebunders in 1969 over de oprichting van 17 gloednieuwe gebouwen. Voor bouwondernemers was er werk in het verschiet. Ook voor de "selectie" van het onderwijzend personeel. De boodschap van Colebunders op 2 december 1969 was duidelijk: "Het onderwijzend personeel van de 17 nieuwe scholen I.M.- MEI 2002 11
GRAAD EN DIPLOMA voor "industrie-ingenieur" zullen we via selectieproeven aanwerven. Ze zullen ook over minimum bekwaamheidsbewijzen moeten beschikken. We streven immers naar een hoog niveau van het professorenkorps. Deze operatie zal ons niet veel kosten. We zullen immers niet veel personeel nodig hebben, want in het nieuw systeem zal er immers les worden gegeven aan grote groepen van studenten. Dit betekent niet dat de personeelsleden uit de oude scholen zich geen kandidaat mogen stellen voor een leeropdracht in de nieuwe instellingen. We moeten immers rekening houden met hun wettelijk statuut ….".
wat gisteren was is voor ons het verleden. Als jullie thuiskomen, mogen jullie reeds een lijst maken inzake al wat jullie reeds gepresteerd hebben. Let op. De modaliteiten moeten we nog vastleggen. Maar een proef komt er zeker voor al degene die geen 10 jaar beroepservaring hebben".
Een dossier
De fantasie van de kabinetschef reikte duidelijk tot aan de hemel. Hij kreeg een nul op het rekwest.
En, vervolgt een goed op dreef gekomen Colebunders, "degene die minstens 10 jaar beroepservaring hebben mogen een dossier indienen. Ik zeg wel een dossier. Een dossier is iets anders dan een proef. Op basis van het dossier zullen we de beroepsactiviteit als technisch ingenieur beoordelen".
Afbraakmateriaal te koop
De barman
Vraag vanuit de zaal: "wat gaat mijnheer Colebunders doen met de oude scholen die voor het organiseren van de nieuwe opleiding niet in aanmerking komen"? In de hem eigen stijl puzzelde de kabinetschef volgend antwoord bijeen. Wij citeren uit ons archiefdocument: "Dit is een mooie en zeer praktische vraag. Ik heb daarover nog niet goed nagedacht, maar dat hoefde ik ook niet. Er zijn toch genoeg aannemers om eventueel de oude gebouwen af te breken. Met de verkoop van het afbraakmateriaal kunnen we inkomsten recupereren voor een nieuwbouw. De Belgische Staat kan ook een andere bestemming aan de oude gebouwen toekennen. Maar laat ons realistisch wezen. Oké, back to the basics. Ik stel voor om er het hoger onderwijs van het korte type in onder te brengen. Ik denk er ook aan om deze oude gebouwen geheel of gedeeltelijk te recupereren voor andere vormen van het onderwijs. Ja, dat was een uitstekende vraag. Kijk, we hebben dienaangaande nog niets beslist. Ik noteer alvast uw vraag. Ik zal nog deze week overleg plegen met mijn minister".
Colebunders: "Ik herhaal dat het dossier betrekking zal hebben op de beroepsactiviteit als technisch ingenieur. Iemand die bijvoorbeeld na het behalen van zijn diploma barman is geweest, wel die moet niet afkomen. Ik ken er zo een. Die man heeft nooit een beroep als technisch ingenieur uitgeoefend. Begrijpen jullie wat ik bedoel? Is dit duidelijk? Ik wil geen dossiers van barmannen, hé. Wie niets "bijzonders" heeft gepresteerd kan ook geen hogere graad verwerven. Ja, ik weet wel. Jullie vragen een automatische assimilatie. Maar jongens toch. Dat is toch tegen alle logica van de regels voor het bekomen van een graadverhoging. Neen, daar zullen we niet aan toegeven".
Wat met de studenten? Colebunders: "Voor de huidige studenten zullen de overgangsmaatregelen veel gunstiger zijn. Voor hen hebben we de volgende oplossing bedacht. Na het voltooien van hun eerste jaar kunnen ze in het nieuw stelsel overgaan naar gelijkaardige studies. Voor de laatstejaars van zowel de drie- als de vierjarige opleiding voor technisch ingenieur zullen we een aanvullend studiejaar organiseren. Na succesvolle beëindiging er van zal iedereen de graad en het diploma krijgen van industrieel ingenieur. We zijn dus heel soepel, hé!"
Geen automatische assimilatie De middeleeuwen waren blijkbaar niet ver af. Alhoewel. Misschien grapte de kabinetschef even. Misschien speelde de vermoeidheid parten. Wie in de soes komt griffelt gemakkelijk wazige antwoorden bijeen. Wauwelen is immers van alle tijden.
De modaliteiten voor het aanvragen van de gelijkstelling zullen 7 jaar na de fameuze toespraak van Colebunders in het Belgisch Staatsblad verschijnen (BS 26 mei 1977, blz. 7185). Een automatische assimilatie kwam er niet. Daarover handelt een van onze volgende bijdragen.
"Proef" voor afgestudeerden
Ing. Noël Lagast
Op de vraag of het diploma van technisch ingenieur zal worden gelijkgesteld met dat van industrieel ingenieur, antwoordde Colebunders als volgt: "Ik had deze vraag verwacht. Laat ik eens het lijstje van mogelijke antwoorden overlopen. Voor de gediplomeerden uit het oude regime zullen we gedurende een aantal jaren een bijkomende proef organiseren. Ik zeg wel "een proef". Dit is een soort van examen. Dit is de normale gang voor wie een graadverhoging wil bekomen. Je kan toch niet aan iemand een graadverhoging toekennen zonder dat deze persoon een bijkomende prestatie heeft geleverd. Deze kunnen reeds in het verleden zijn uitgevoerd. Het verleden, wat is dat? Wel, dat begint vanaf nu, vandaag 2 december 1969. Al
12 I.M.-
MEI 2002
Geraadpleegde bronnen 1. Document van de Commissie van de EEG – C.O.M. (6.334 def. Straatsburg 7 mei 1969). 2. Publicatieblad van de EEG (30 juli 1969). 3. VVTI-Kaderinformatie, jaargangen 1968, 1969, 1970, 1971. 4. Belgisch Staatsblad van 12.09.1970, 12.03.1977 en 31.08.1994. 5. Eigen archief, opgenomen toespraak Gaston Colebunders en aantekeningen bij het debat van 2 december 1969 in de Magdalenazaal in Brussel.
GRAAD EN DIPLOMA
De BaMa in Nederland n Nederland wordt normaliter vanaf het academiejaar 2003-2004 de bachelor-master-structuur voor het hoger onderwijs ingevoerd. Het Nederlands hoger onderwijs heeft een tweeledige structuur. Ze omvat het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) en het Wetenschappelijk Onderwijs (WO).
I
Het HBO wordt aan de hogescholen verstrekt, het WO aan de universiteiten. In België kent het hoger onderwijs een drieledige structuur. Ze omvat het onderwijs dat wordt gegeven aan de universiteiten en het onderwijs dat aan de hogescholen wordt gegeven (één cyclus en twee cycli). In Nederland kan men voor ingenieur studeren aan een HBO-instelling (4 jaar) of aan één van de drie Technische Universiteiten (5 jaar). De HBO gediplomeerden mogen de afkorting "ing." voor hun titel voeren. De opleiding van HBO-ingenieur is vergelijkbaar met deze van de technisch gegradueerden van ons land. De opleiding van WO-ingenieur aan de TU is vergelijkbaar met deze van de burgerlijk ingenieurs aan een universiteit van ons land. De ingenieurs van de Nederlandse TU’s mogen zoals onze burgerlijk ingenieurs de wettelijke afkorting "ir." voor hun titel gebruiken. Voor de industrieel ingenieurs geldt de wettelijke afkorting "Ing.".
Bachelor en master in Nederland Naar aanleiding van de invoering van de BaMa-structuur in Nederland heeft de Tweede Kamer van de StatenGeneraal begin februari de wijzigingen op de Wet van het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek aangenomen. Eerstdaags had ook de Eerste Kamer tot de stemming moeten overgaan. Maar de val van de Regering maakte dit onmogelijk.
Wat zijn de krachtlijnen voor de opleiding van Ingenieurs? Voor het HBO onderscheidt men enerzijds bacheloropleidingen en anderzijds masteropleidingen. Deze laatste zijn enkel voor lerarenopleidingen "speciaal onderwijs", voor de voortgezette kunstopleidingen, voor de voorgezette opleidingen bouwkunst en voor enkele specifieke HBO-opleidingen voor leraar. HBO-ingenieurs worden opgeleid voor de gebieden van de landbouw en natuurlijke omgeving en voor het gebied van de techniek. De studieduur bedraagt 4 jaar. De HBO-ingenieur krijgt de titel en de graad van bachelor. De nieuwe wet vermeldt geen specifieke toevoeging voor de titel. Voor het WO onderscheidt men de bachelor- en masteropleiding, die volgt op de bacheloropleiding. De studieduur voor de graad van bachelor bedraagt 3 jaar, voor de master 1 of 2 jaar. De ingenieurs die aan de TU’s gevormd worden krijgen na 3 jaar de graad van bachelor. Voor de graad van master bedraagt de studieduur 2 jaar. Het volledig studietraject voor de Nederlandse "ir." bedraagt 5 jaar. Het is de bedoeling om de titels van "bachelor of science", "master of science", "bachelor of arts" en "master of arts" enkel door het WO te laten uitreiken. Dit zal door een KB worden geregeld. Het Voorontwerp van Structuurdecreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen is een afspiegeling van het Nederlands model.
Ing. Noël Lagast
I.M.- MEI 2002 13
INGENIEUR EN BEROEP
Two laps to go
inds 1980 is de motor van de modale wagen een derde krachtiger geworden. Het autosalon van Genève in maart bevestigde deze trend. Die ene houten Citroen DS die onlangs op een houtverbrandingsmotor het Oostblok rondkachelde zal daar niets aan veranderen. Hoeft ook niet voor Ing. Dirk Nys (23). Dirk maakt revolutionaire schokdempers voor racewagens. Hij schuimt over de hele wereld racecircuits af om z’n Motondempers fijn te stellen. Daarnaast is hij track-engineer voor één van de twee wagens van het GL-PK-team én verzorgt hij de afstelling van de schokdempers bij de andere teams.
ingenieur, telkens ‘die kerel die de wielen wisselt, da’s zeker een ingenieur!’ Toen moet er bij mij een lichtje zijn gaan branden. Later bleek mijn pa nog gelijk te hebben ook.Toen ik zestien was ben ik in GT beland. Ik heb moderne humaniora gedaan. Wiskunde was geen probleem, maar de zuivere techniek bleef aan me trekken.
Zolder, 11 april. Vandaag worden hier de GT-testritten gereden. Het cliché wil dat motoren ‘brullen’. Dat cliché blijkt nog te kloppen ook. Tussen de Lotussen, de Ferrari’s en de Gillet Vertigo’s oogt mijn bejaarde beige Peugeot 405 uit 1990 een beetje misplaatst. In pitbox 16 laat Walter Grootaers, een van de GL-PK-piloten, de Porsche 996 Biturbo, eh…brullen. Naast ons inspecteert Koen Wauters z’n wagen. Dirk zit continu data te verwerken op z’n laptop, houdt voortdurend radiocontact met de piloten en mecaniciens van z’n Porsche én met de andere teams die op Moton-dempers rijden. Bij elke pitstop storten de mecaniciens zich onder de wagen om tests te doen, te demonteren of bij te stellen. Ondertussen wordt Dirk door piloten en techniekers continu gebriefd over het gedrag van de wagens. Terwijl hij de bolides telkens weer mee de box induwt geeft hij instructies. Hectisch. Pas tegen de avond krijg ik Dirk even te pakken.
Pitstops zitten vol ingenieurs, da’s ook maar normaal want je moet in heel korte tijd en onder grote druk de juiste beslissingen nemen.
S
Veel met matchbox gespeeld toen je klein was? Nee, direct het echte werk. Ik woonde vlakbij het circuit van Zolder. M’n oom was mecanicien voor een formule Opel-Lotus. Als klein ventje hielp ik hem op het circuit. Ik schroefde de hele kleine boutjes aan waar niemand bij kon. Toen ik klein was keek ik steeds naar de F1races op TV. Bij de pitstops zei mijn vader, ook
14 I.M.-
MEI 2002
Interesseert snelheid je? Techniek interesseert me. Snelheid is relatief: het snelheidsgevoel dat je met een eenvoudige go-cart hebt is nagenoeg hetzelfde als dat van een GT.
Wat is GT eigenlijk? GT-wagens zijn ‘gewone’ sportwagens als BMW of Ferrari waarmee geracet wordt. Bij wedstrijden is er een onderscheid tussen de cups en de GT-wedstrijden, waar verschillende merken het tegen elkaar opnemen. Bij de cupwedstrijden zijn de motor en het chassis van de wagens allemaal dezelfde. Elk merk heeft zijn eigen cup, zo is er de Porsche-cup, de Renault-Cup, de Ferrari-Cup, de Saxo-Cup… De sterkte van elk team ligt in de kennis van autotechniek.
GT-normen voor ophanging en chassis liggen vast en zijn dezelfde als die van een gewone fabriekswagen. Maar de kennis van de track-engineers over elektronica, aerodynamica, motorafstelling, de up- of downforce van de spoilers, type banden, soort van veren, type schokdempers en gewichtsverdeling laten de ene wagen net iets harder gaan dan de andere. Tijdens GT-wedstrijden met verschillende merken is er een technisch reglement dat de kracht van de wagens op hetzelfde niveau brengt. Het reglement bepaalt welke wagens met een restrictor moeten rijden. Zo’n restrictor vermindert de luchttoevoer naar de motor zodat die minder benzine verbrandt en het vermogen beperkt wordt.
Als de Motonwagens een seconde trager rijden dan de concurrentie omdat pakweg de vleugelinstelling verkeerd is berekend door de constructeur, wordt er soms op mij geschoten want meestal ben ik de enige adviseur op het circuit. In de praktijk moet ik dus alle instellingen van de wagen kennen om m’n dempers te doen renderen.
Wat zit je hier nu de hele dag te vertellen door je micro? Ik ben track-engineer voor de Porsches 996 Biturbo van het GL-PK-team van Paul Kumpen en Ghislain Lenaers. Dit jaar rijden we met deze wagen mee in het Belgisch GT-kampioenchap. De wedstrijden worden gereden op het circuit van Zolder, Francorchamps en op de Nurnbürgring. Een track-engineer is verantwoordelijk voor de volledige afstelling van alle onderdelen van de wagen én instrueert de piloten via de radio over het tactisch verloop van de race. De wielsnelheid, de laterale G-krachten, de stand van stuur en gaspedaal bij de verschillende piloten worden met elkaar vergeleken. Zo zien we wie te vroeg remt en wie te laat op het gas gaat. Eigenlijk is het pure wiskunde met data-acquisitie over spanning, verbruik, slijtage, toerentallen, drukken en temperaturen, met hier en daar een randje kansberekening. Je organiseert het werk in de pit, je berekent hoeveel rondes je nog verder kan met de banden in verschillende omstandigheden, hoeveel rondes je nog kan doen voor een benzinestop enz. Terwijl de piloot de pit binnenrijdt brieft hij me al over de toestand van de wagen zodat we al tijdens het uitbollen kunnen beginnen afstellen. Als track-engineer zit je constant informatie uit te wisselen en ondertussen te tellen, te tellen om zo snel mogelijk beslissingen te kunnen nemen.
Wat is er zo speciaal aan jouw dempers? Ze zijn kleiner en veel lichter dan de traditionele én ze zijn regelbaar. Het oliegasreservoir is geïntegreerd in het demperlichaam en de volle stalen zuigerstang is vervangen door een holle stang. Daardoor accelereert de wagen sneller, wordt hij wendbaarder en verkleint de remafstand. De in- en uitgaande slag kan je op 255 manieren afstellen, vijftien op de bump en zeventien op de rebound. De afstelling is een compromis tussen heel verschillende data als aard van de weg, temperatuur, neerslag én de specifieke gegevens van het circuit zelf – wordt er gereden op een snel circuit met lange rechte stukken of net een circuit vol bochten, over welk soort asfalt gaat het, zit er ergens een gat in de weg?
De piloten hebben het fysiek zwaar te verduren, maar een track-engineer gaat tweehonderd per uur in zijn hoofd.
Bij de uiteindelijke afstelling gaat het om fracties van een millimeter, maar met elke millimeter gaat het ook over miljoenen.
En dat doe je ook voor de wagens die op je dempers rijden? Ja, eigenlijk wel. Ik lever assistentie aan de track-engineers van teams die concurrenten zijn. In zo’n GT cup rijden allemaal dezelfde Lister-Storms, Ferrari’s of Vipers en ze willen allemaal winnen met dezelfde Moton-schokdempers. De piloten hebben hun eigen rijstijl zodat de dempers telkens opnieuw afgesteld moeten worden. De ene piloot rijdt graag met een harde wagen, de andere met een zachte, de ene wil risico’s nemen, de andere niet. Elke wijziging in de demperinstelling heeft consequenties voor banden, veren, spoilers, wielophanging en de anti-roll bar. Dat moet je telkens inschatten en aanpassen.
Snelle wereld, snel geld? Zo’n GT-wagen gaat normaal twee seizoenen mee. Voor één wagen zijn er meestal drie ingenieurs, een engineengineer, een data-acquisition-engineer en een track-engineer. Met een racewagen rijden gewoonlijk twee piloten. Tijdens 24-uur races wordt er met drie piloten gereden. Om met zo’n wagen te rijden heb je echt wel geld nodig. Toeval wil dat de goede piloten meestal geen geld hebben en de slechte wel. Daarom stelt men GT-teams samen van technisch goede piloten, die efficiënt kunnen briefen over de afstelling en daarbij nog durven gààn, en ‘gentleman-drivers’ die rondjes malen als hobby. Tijdens wedstrijden moet de snelle piloot een voorsprong opbouwen
I.M.- MEI 2002 15
INGENIEUR EN BEROEP
terwijl de andere piloot de schade tracht te beperken. Teams die echt kapitaalkrachtig zijn kunnen twee profs laten rijden. Het Franse Larbre Competition, met Christophe Bouchut en Jean Philippe Belloc is zo’n team. Afgelopen jaar zijn ze met hun Chrysler-Viper GTS-R wereldkampioen geworden op Moton-shocks. Ze hebben er ook de vierentwintig uur van Francorchamps mee gewonnen. Zo’n team krijgt media-aandacht en dan kom je uit de kosten. Al bij al toch een kleine markt? De racemarkt is beperkt maar ze breidt de laatste tijd uit naar particulieren, vooral in de VS. Daar organiseren de hogere salarissen ’s zondags Viper- of Porschemeetings op circuits waar ze met afstelbare dempers rijden. Met de nieuwe snelheidsbeperkingen allerhande zie ik die tendens hier ook komen.
De kosten van patenten zijn zo hoog dat we telkens nieuwe systemen ontwikkelen. De concurrentie mag dan gerust gaan lopen met de knowhow van de oude.
Nieuwe technische ontwikkelingen? Op dit ogenblik ben ik een nog meer gesofisticeerde viervoudig verstelbare demper aan ’t ontwikkelen. We zijn ook aan het experimenteren met een nieuw materiaal maar daar vertel ik liever nog niks over. We nemen geen octrooien, zie je. Ik ben ook bezig met een nieuw procédé in de remschijven. We gaan ze invriezen – crigonetiseren noemt men dat – de stalen remschijven worden heel erg afgekoeld zodat de kristalstructuur van het staal wijzigt en de duurzaamheid verhoogt. In de ruimtevaart wordt dat procédé ook gebruikt.
16 I.M.-
MEI 2002
Zijn er voor ingenieurs mogelijkheden in de autosport? In België is het erg moeilijk om een interessante job te vinden in die sector. Nederland is veel meer race-minded. In een straal van drie kilometer van Uden, waar Moton gevestigd is, zijn er drie schokdemperfabrikanten. In Arnhem is er ook een specifieke ingenieursopleiding voor autotechniek. De wereld van de autosport is lang niet zo romantisch of avontuurlijk als soms wordt voorgesteld. Het is veel reizen, lang weg van huis, werkdagen van vierentwintig uur en steeds grote druk. Wat boeiend is aan deze job is dat je een product ontwikkelt, het verkoopt en de prestaties ervan helemaal kan opvolgen. Maar je moet het niet mooier voorstellen dan het is: ik zit meer achter m’n PC dan op het circuit.
Formule 1 blijft natuurlijk het neusje van de zalm.
En formule 1? Zo’n single-seater is eigenlijk een romp op vier wielen waar één mannetje in zit. Enige doel van dat mannetje: zo hard mogelijk gaan. GT-wagens zijn grotendeels van carbon en polyester maar bij formule 1 wordt volop gebruik gemaakt van erg dure materialen als berylium, magnesium en titanium. Met een gemiddeld budget van 300 miljoen EUR zijn de meest waanzinnige en vergezochte tests geen probleem in Formule 1. Daar heeft men ook echte shock-doc’s, ingenieurs die enkel en alleen de schokdempers voor hun rekening nemen. Met wat rij jij door de week? Met een Seat Ibiza. Wat is het verschil tussen een BMW of een 2 CV als je in de file staat? Als je hard wil gaan moet je op het circuit zijn.
Ed De Winter
INGENIEUR EN BEROEP
Werken met
exotische k e r n e n
Fraction modules (genereren van een bloksignaal) en een TDC (Time-to Digital Convertor). De energie- en tijdsignalen worden per event terug samengebracht door een VME RIO processor module die deze data in GOOSY formaat op een UNIX server opslaat via ethernet. Op deze UNIXHier kreeg ik de smaak te pakken om technologie meetopstelling, target en machine worden achteraf in functie van de wetenschap te ontwikkelen. DAQ-systeem ook de data geanalyseerd. Doch de beloftes van de industrie waren aanlokIk ontwikkel mee de softkelijk en ik ging een tijdje als supportingenieur in een typisch IT-bedrijfje werken. De sfeer met de collega’s ware en pas ze voor ieder specifiek experiment aan en was goed, maar na een poos begon ik toch weer het con- specificeer welke modules er gemaakt moeten worden tact met de exacte wetenschap en de bijhorende tech- door de interne elektronica- of mechanicadienst. De softnologie te missen. Ik had een paar vrienden-ingenieurs ware libraries worden vooral in Cern (Genève) en GSI die wetenschappelijk werk verrichtten en besloot om te (Darmstadt) ontwikkeld. Ze worden veelal in C of Fortran reageren op een vacature van de KULeuven. Voor het geschreven. Als het experiment op punt staat gaan we project ISOLDE zocht men een DAQ-specialist. Nu werk met een ploeg technici, ingenieurs en wetenschappers ik op het Instituut voor Kern- en Stralingsfysica van de KU naar Genève, Louvain-la-Neuve of Darmstadt om het Leuven, in het onderzoek naar kernspectroscopie. Aan experiment op te zetten. Dit betekent dat je ook met pakde hand van het verval van radioactieve kernen bepaalt weg vacuümtechnieken of mechanische onderdelenbouw men hun samenstelling, vorm en mogelijke reacties. moet werken. Op zulke momenten kom je ook in contact Omdat we werken met kernen die niet of zeldzaam in de met ingenieurs van andere continenten en of EG-lidstanatuur voorkomen, worden deze aangemaakt door ionen ten. Je kunnen en durven uitdrukken in andere talen is (vb. Ar+) te versnellen in een deeltjesversneller (cyclotron een must. en Lirac). Deze ionen worden dan met een hoge snelheid op een target geschoten, waardoor er een kernreactie ontstaat. Er worden bijvoorbeeld Pb 215 kernen gevormd. In het vakjargon noemt men deze kernen soms ook exotische kernen. Ze hebben een levensduur van maar enkele microseconden. ls kind was ik geïnteresseerd in exacte wetenschappen en technologie. Omdat ik het belangrijk vind dat wetenschap en technologie ten dienste van de mens staan, heb ik voor de ingenieursstudie gekozen bij Groep T, richting Elektronica, optie ICT. Tijdens het laatste jaar werkte ik bij IMEC aan mijn eindwerk "Automatisering van een hoog vacuüm, molecular beam epitaxy machine".
A
Wat is de opdracht van de ingenieur hierin? Een aantal ingenieurs zorgen voor de sturing van de bundel en regelen zo de aanmaak en filtering van de verkregen ionen. Zelf hou ik me bezig met het DAQ-systeem, het door middel van speciaal in Leuven ontworpen NIMen VME-modules opnemen van tijds- en energiesignalen die van de detector komen. Voor de energiesignalen gebruik ik ADCs. De tijdsignalen zijn veel moeilijker te verwerken. Hiervoor gebruik ik onder andere Constant Afkortingen: ISOLDE:Isotope Separator On Line DAQ: data-acquisitie Ar: Argon NIM: Nuclear Instruments Module VME: VersaModular Eurocard bus ADC: Analog-to-Digital Converter VME-RIO Processor: module met een RIO processor aan boord CERN: Centre Européen pour la Recherche Nucleaire Pb215: lood met massagetal 215.
Cern Genève - Miniball opstelling met 148 detectoren die straling tijd/ruimtelijk detecteren Het is een boeiende job met veel afwisseling en een grote zelfstandigheid. Je moet ook dikwijls je plan trekken met beperkte middelen omdat alles zo specifiek is en er niet zoveel informatie beschikbaar is. Voor mij komt het er voornamelijk op neer dat ik wetenschappelijke termen moet omzetten naar technische terminologie om het werk voor andere technici toegankelijker te maken. Voor meer info: www.cern.ch/isolde
Ing. Rob Sleurs I.M.- MEI 2002 17
INGENIEUR EN BEROEP
Vakantie voor beginnende ingenieurs
Pas afgestudeerden zouden in dit systeem bijna geen verlof hebben. Daarom heeft men de ‘Jeugdvakantie’ ingevoerd. Jongeren die in 2002 hun studies beëindigden of stopten en minstens één maand hebben gewerkt hebben in 2003 recht op: vakantiedagen en vakantiegeld in verhouding tot het aantal gewerkte dagen, betaald door werkgever of vakantiekas; bijkomende vakantiedagen (max. 4 weken) en een vakantie-uitkering betaald door de RVA. Deze uitkering bedraagt 65% van het gewone loon, echter begrensd tot 1.643,24 EUR bruto per maand. Om van jeugdvakantie te kunnen genieten moet je op 31.12.2002 jonger zijn dan 25 jaar.
n de privé-sector wordt de jaarlijkse vakantie voor 2003 berekend op het aantal gewerkte dagen in de loop van 2002 (het ‘vakantiedienstjaar’). Als ingenieur ben je ‘bediende en dan heb je recht op 2 dagen jaarlijkse vakantie voor elke gewerkte maand tijdens dat vakantiedienstjaar, of 20 dagen in een 5-dagenweek. De normale maandwedde wordt uitbetaald tijdens de vakantie. Bovenop krijg je dubbel vakantiegeld.
I
Jeugdvakantiedagen worden pas opgenomen als de gewone, door de werkgever betaalde vakantiedagen opgenomen zijn. Als je kan genieten van jeugdvakantie bezorgt de werkgever je een ‘C 103-Jeugdvakantie’ voor de aanvraag. Die breng je binnen bij de uitbetalingsinstelling (vakbond of Hulpkas). De maand nadat je je vakantiedagen hebt genomen wordt de uitbetaling verricht.
edw
Zelfkleverslag Maandelijks delen we met de stickeractie een aantal prijzen uit. Kleef uw VIK-sticker op een leuke plaats (auto, fiets, brievenbus, enz.). U kan in de prijzen vallen als een attente collega uw sticker opmerkt en ons dat meldt. Werd uw nummerplaat gepubliceerd in een vorige uitgave van de Ingenieursmededelingen dan kan u nog steeds reageren. Dit deed ook Ing. Elwin Vandewynckel uit Berchem (nummerplaat LKE 407). Zijn prijs werd hem ondertussen toegezonden. Uit de nummerplaten die onze fulltime speurploeg doorseinde, lootten we de volgende nummers:
CHB 198
EBA 515
FFX 835
Als een van deze nummerplaten de uwe is, stuur dan een kopie van het inschrijvingsbewijs en van uw VIK-lidkaart (een fotootje mag ook altijd!) op naar het VIK-secretariaat, t.a.v. Francine Demaret, Herentalsebaan 643 Wommelgem, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected] Succes!
18 I.M.-
MEI 2002
JSB 915
RPA 541
INGENIEUR EN MAATSCHAPPIJ
Berichten uit de samenleving
Telewerk lukt niet in traditionele hiërarchie
Win 7.500 EUR met stress op werk
Telewerk zou niet alleen files, maar ook omgevingsruis en stress uit de wereld helpen én productie verhogen, dat is ondertussen uitvoerig uit de doeken gedaan. Toch neemt het aantal telewerkers niet spectaculair toe omdat de weerstanden – vooral de vrees voor controleverlies van werkgevers – groot blijven.
De Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk organiseert voor het eerst, met de steun van de Afdeling van de humanisering en bevordering van de arbeid van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, de "Prijs van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk". Het thema voor 2002 is "Stress op het werk". Voor de prijs komen zowel projecten van bedrijven als eindverhandelingen in aanmerking. Reglement en deelnemingsformulier: http:// w w w. m e t a . f g o v. b e ; alle bijkomende inlichtingen: 02 233 42 28 of
[email protected]
InSites Consulting verrichtte voor Alcatel een onderzoek naar telewerk. Telewerk is voor de ADSL van Alcatel een belangrijke trekker. Blijkt dat 150.000 Belgen ervoor in aanmerking komen en dat de bereidheid om te telewerken het hoogst is bij jongeren en hoger opgeleiden. 90% is er zeer tevreden over en voelt zich mentaal en lichamelijk gezonder omdat stress inderdaad vermindert. De helft telewerkt occasioneel en de andere helft minstens een dag per week. 15% telewerkt voltijds en 23% meer dan twee dagen per week. Slechts 5% van de bedrijven zijn niet tevreden over het systeem. 25% van de bedrijven is "zeer tevreden" en 57% van de bedrijfsleiders wil het telewerk nog uitbreiden in de toekomst. Het belangrijkste motief om telewerk in te voeren zijn de files. Ook de betere werkprestaties, de verhoging van de arbeidstevredenheid en besparingen zijn argumenten. Op hhtp://bta.be/NL/SIG_Human_Resources/ body_sig_human_resources.htm geeft de Belgian Teleworking Association een overzicht van wat telewerk wel en niet inhoudt. Fundamenteel blijkt telewerk niet zozeer een kwestie van technologie als wel van mentaliteit, van democratisch vertrouwen in plaats van hiërarchische controledwang. Het InSites onderzoek kan je raadplegen op www.alcatel.be/telewerk
Leerangst is faalangst De Vlaamse regering doet er met de opleidingscheques alles aan om van levenslang leren een vanzelfsprekende zaak te maken. Dat is ook wel nodig, want waar in Nederland en Scandinavië de helft van de bevolking regelmatig bijschoolt, haalt Vlaanderen slechts 6%. Misschien speelt de oude underdogreflex ons weer parten, want wat blijkt? Volgens prof. Herman Baert (KU Leuven) missen Vlaamse volwassenen het vertrouwen om vreemden te tonen dat ze iets niet kunnen. Het is vooral de angst om te falen in groep die hen afschrikt. Slechte schoolherinneringen zijn volgens prof. Baert een ander stuk van de weerstand.
Verkoop eens een hoofd Vlaamse bedrijven die nieuwe topmensen zoeken botsen de laatste tijd op advocaten die de potentiële bedrijfsleiders vertegenwoordigen. Die advocaten halen hun inspiratie in Amerika, waar salarissen voor ingenieurs en managers erg hoog liggen en waar iedereen dergelijke diensten kan aanbieden. In de VS is er immers geen wetgeving op arbeidsbemiddeling. Advocaten begeleiden dan de loononderhandelingen voor hun cliënt, die hun daarvoor een ereloon betaalt. Omgekeerde headhunting dus. Maar bij ons is er een Vlaams decreet dat de privébemiddeling heel nauwkeurig reglementeert. Het is dan ook zeer de vraag of deze praktijken wel kosjer zijn. Een nieuwe advocatentruuk ?
edw
I.M.- MEI 2002 19
INGENIEURSCARRIERE
Ingenieurs bieden hun diensten aan 02035: Ing. (Elektronica, 1995). Vrij: onmiddellijk. Talen N,F,E. Ervaring: informatica: support, systeembeheer, project management. Belangstelling: systeembeheer, projectbeheer en onderhoud. Verkiest regio Leuven of Limburg. 02036: Ing. (Elektromechanica, 1988). Bijkomend diploma: lic. T.E.W. Vrij: onmiddellijk. Talen N,E,F,D. Ervaring: mechanisch ontwerp, CAD-systemen, werkvoorbereiding, octrooien, opleiding systeemanalyst-programmeur. Belangstelling: engineering, R&D, creatief en afwisselend werk in een modern en flexibel bedrijf. 02037: Ing. (Elektronica, 2001). Vrij: augustus 2002. Talen N,E,F, basiskennis Duits. Ervaring: aanvullende opleiding bedrijfseconomie (2001-2002). Belangstelling: automotive industrie, microelektronica, productieomgeving. Verkiest Brabant, Oost-Vlaanderen en Brussel. 02038: Ing. (Bouwkunde, 1979). Vrij: na opzeg. Talen N,F,E,D. Ervaring: productverantwoordelijke, technisch-commerciële binnendienst en sales-support. Belangstelling: productspecialist, beveiligingen en drukvaten. Verkiest Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. 02039: Ing. (Elektromechanica, 1980). Vrij: na opzeg. Talen N,F,E,D. Ervaring: opbouwen van structurele organisatievormen in productie, onderhoud, engineering; 'natuurlijk' peoplemanagement; relatiemanagement; auditing (ISO, QS9000); internationaal projectmanagement. Belangstelling: invoeren van organisatieverbeteringen naar beheersbare processen/projecten; management; coaching; consulting. Verkiest Limburg, Kempen en Brabant. 02040: Ing. (Bouwkunde, 2001). Vrij: onmiddellijk. Talen N,D,E,F. Ervaring: calculator bij DCA N.V. Belangstelling: renovatie, milieu, infrastructuur en calculatie. Verkiest Wommelgem en omgeving (liefst niet verder dan ongeveer 20 km van Wommelgem). 02041: Stud. Ing. (Bouwkunde, 2002). Vrij: juli 2002. Talen N,F,E. Belangstelling: werf- of productieleiding in utiliteitsbouw of woningen (eventueel hulpwerf- of projectleiding mits doorgroeimogelijkheden). Verkiest Oost- en West-Vlaanderen.
Werkgevers die in verbinding wensen te komen met één of meer van deze ingenieurs, kunnen zich wenden tot het VIK-secretariaat, Ingrid Van Damme, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, of via de VIK-website: www.vik.be/jobdienst Leden die een dienstaanbieding willen laten opnemen in de ingenieursmededelingen sturen het inschrijvingsformulier (zie achteraan in dit tijdschrift) naar het VIK-secretariaat, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected] of via de VIK-website: www.vik.be/jobdienst Dit is een gratis dienst van uw Vereniging. Maak er gebruik van.
20 I.M.-
MEI 2002
VERENIGINGSNIIEUWS
VIK-verzekeringen en zwaar schadegeval meemaken is een traumatische gebeurtenis, zelfs al is men voldoende verzekerd en wordt het verschuldigde bedrag tijdig door de verzekeringsmaatschappij uitgekeerd. Op dergelijke ingrijpende momenten is een financiële tegemoetkoming alleen immers niet voldoende, het slachtoffer voelt zich verloren en wil professioneel advies over wat te doen en op wie hij kan rekenen. Daarom creëerde ING Insurance voor VIKleden een ruim bijstandspakket dat deel uitmaakt van de brandverzekering (PPP).
E
Deze bijstand is alle dagen van de week 24 uur op 24 beschikbaar. Een telefoontje naar 0478 15 40 40 en u krijgt antwoord op alle mogelijke en onmogelijke vragen. Na een brand-, storm- of waterschade, volstaat zo’n telefoontje om ook een gespecialiseerde vakman ter plaatse te krijgen. Die neemt de dringendste maatregelen om personen en goederen te beschermen en verdere schade te voorkomen. Wanneer de woning volledig of gedeeltelijk onbewoonbaar is reserveert en vergoedt ING een hotelkamer in de buurt van uw huis. Ook verplaatsingen naar dat hotel worden vergoed als u zich niet met eigen middelen kan verplaatsen.
ING zorgt ook voor bewaking (48 uur) en bewaring van de verzekerde goederen, met inbegrip van het vervoer. Er wordt tot 7 dagen na het schadegeval gratis oppas voorzien voor kinderen tot 16 jaar en hulpbehoevende volwassenen die in het gezin wonen. Ook de opvang voor de huisdieren is verzekerd. Als de verzekerde als gevolg van het schadegeval voor langer dan 48 uur moet opgenomen worden in het ziekenhuis krijgt hij hulp van een familiale helpster naar keuze indien niemand anders het huishouden kan doen. Bevindt de verzekerde zich in het buitenland en is zijn aanwezigheid vereist op de plaats van het schadegeval? ING bezorgt hem een ticket voor zijn repatriëring naar België met de trein of het vliegtuig. De terugkeer naar de verblijfplaats in het buitenland is eveneens voorzien. Om de eerste dringende uitgaven te doen kan ING een voorschot uitkeren tot maximum 6.197,34 Euro. Met dit bijstandspakket (dat nog meer voordelen biedt) wil de verzekeraar het slachtoffer zo veel mogelijk bijstaan. Een verzekerde moet er zeker van kunnen zijn dat zijn verzekeraar hem uit de brand helpt. Of niet? Wilt u ook verzekerd zijn van een prima brandverzekering inclusief ruim bijstandspakket? Als lid van de VIK heeft u een streepje voor.
Meer weten? Stuur dit antwoordstrookje terug naar Zakenkantoor Michielsen, Parklaan 53, 2300 Turnhout of fax het naar 014 42 82 63. U kan ook bellen naar 014 41 41 46 of e-mailen naar
[email protected]
Naam:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Adres:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gemeente: E-mail:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lidmaatschapsnummer VIK: Postcode: Tel.:
. . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
✁
❑ Wenst vrijblijvend gecontacteerd te worden door een medewerker van het kantoor Michielsen.
Voor verdere informatie rond brand, BA privé-leven, alle risico’s voor computer en dienstpersoneel kan u ook terecht op de website van de VIK onder de rubriek "VIK - Verzekerd in één klik". U kan er ook een offerte of polis aanvragen. I.M.- MEI 2002 21
INGENIEURSMEDEDELINGEN
INGENIEUR EN VORMING
Cursusoverzicht voorjaar 2002
België-Belgique P.B. Hasselt 1- 3°afd. 12/403
vanaf juni 2002
INFORMATICA & COMMUNICATIE TECHNOLOGIE PC-Trainingen Doorgedreven Visual Basic
MANAGEMENT
VORMINGSPROGRAMMA
TECHNOLOGIE
4D*A 14.06
VOORJAAR 2002 BEDRIJFSKUNDE
INFORMATICA & COMMUNICATIETECHNOLOGIE
Algemeen
SOCIALE EN PERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN
MANAGEMENT
Adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem
Change management
Jaargang 39 • Extra editie - januari 2002 Verschijnt niet in juli en augustus Afgiftekantoor Hasselt 1
w w w. v i k . b e
TECHNOLOGIE
2D*B 04.06
SOCIALE EN PERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN
Kunststoffen Spuitgietdag voor commerciële en administratieve werknemers
1D*O 05.06
De winnende presentatie
1D*A 12.06
Voeding Cleaning in Place
2N*A 04.06
BEDRIJFSKUNDE Arbeidsanalyse Omsteltijdreductie met de SMED-methode 2D*A 05.06
Veiligheid De veiligheidsadviseur voor het vervoer van gevaarlijke stoffen
5D*A 12.06
VIK-Masters M ASTER IN BOUWMANAGEMENT 9de promotie De bestaande managementopleidingen benadrukken vooral de financiële beleidsaspecten, beter bekend als ‘Financial Management’. Enerzijds komen ingenieurs in hun opleiding weinig of niet in contact met de management-, financiële- en juridische aspecten die nochtans een fundamenteel onderdeel van hun verantwoordelijkheid uitmaken. Anderzijds komen economisten in hun opleiding te weinig in contact met de typische productie (constructie) en logistieke aspecten van het bouwgebeuren. De snelle ontwikkelingen in planning-, beheeren informatietechnologieën, gepaard gaande met een steeds toenemende druk gericht op een efficiënt bouwproces en kwalitatief beter eindproduct, stellen strengere eisen aan het Bouwmanagement. Meer en meer groeit de bewustwording dat de verschillende beleidsfuncties, zoals productie, werfbeheer, logistiek, financiën, veiligheids- en milieubeheer, marketing, personeel en informatica, onderling onverbreekbaar met elkaar zijn verbonden. Zo is
22 I.M.-
MEI 2002
Legende A = AVOND N = NAMIDDAG V = VOORMIDDAG D = DAG
*A = ANTWERPEN *B = BRUSSEL *O = OOSTAKKER
Meer informatie over ons opleidingsprogramma kan men vinden op de VIK-website: http://www.vik.be of in de Gids Permanente Vorming voorjaar 2002.
Contact: VIK-secretariaat, Noël Aelbrecht, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel. 03 259 11 05, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected]
het een algemeen fenomeen geworden dat de muur die tussen werf, diensten en administratie bestond, geleidelijk aan wordt neergehaald en dat alle afdelingen steeds meer en meer bij elkaar te rade gaan om bepaalde toepassingen en ideeën over te dragen op hun omgeving. De behoefte aan een geïntegreerde kijk op de managementfunctie in al haar aspecten laat zich dan ook alsmaar sterker voelen. Het programma heeft tot doel dit algemeen inzicht in het management te verhogen en een geïntegreerd beeld van het globale bouwmanagement te geven. Het programma analyseert de productie(werf) en andere functies vanuit een managementbenadering, toont de bijdrage aan die ze leveren aan de concurrentiekracht van de bouwonderneming en bespreekt de raakvlakken en interacties met deze andere ondernemingsfuncties. Boven het verwerven van theoretische inzichten staat het ‘praktiseren’ van een polyvalente managementopdracht in de bouw centraal in deze totaalopleiding. PROGRAMMA Algemeen strategisch management in de bouw; organisatorische aspecten; financiële aspecten; milieu; kwaliteitsbeleid in de bouw; veiligheid; aankoopbeleid; commercieel beleid; juridische aspecten; bouwprojecten in een internationale context;
logistiek; human resources; informatica-aspecten; management van bouwprojecten; werforganisatie. PRAKTISCH Organisatie: de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK), het De Nayer instituut, de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) en het Sint-Lucas-Architectuurinstituut Aanvang: 21 september 2002 Wanneer: op vrijdagavond van 19u00 tot 22u00 en zaterdagvoormiddag van 09u00 tot 12u00. Op enkele zaterdagen wordt ook in de namiddag les gegeven. Tijdens de schoolvakanties worden geen lessen gegeven. Einde: juni 2003 Plaats: De Nayer Instituut, Jan De Nayerlaan 5, Sint-Katelijne-Waver Prijs (excl. BTW): 3.120 EUR voor leden VIK/NIRIA/VCB/EYE/NUG/ afgestudeerden De Nayer/Sint-Lucas; 3.480 EUR voor anderen. Cursusteksten en verfrissingen inbegrepen. Het aantal deelnemers is beperkt!
M ASTER IN PRODUCTIE & AUTOMATISERING 5de promotie Meer dan ooit blijkt er in onze hedendaagse productiebedrijven een nood te bestaan aan degelijke kennis met betrekking tot automatisering. De scherpe concurrentie in de verschillende sectoren vergt immers van onze ondernemers aandacht voor kwaliteit, kostprijs en correcte levering. Eén van de middelen die hen kan helpen om aan deze eisen van de klant te voldoen, vinden we terug in het geheel of gedeeltelijk automatiseren van het productiegebeuren. De huidige vraag naar industrieel ingenieurs gespecialiseerd in productieautomatisering is dan ook enorm hoog. Het aanbod van gespecialiseerde ingenieurs in deze richting is evenwel te gering. De ‘Master in Productieautomatisering’ biedt enerzijds een deskundige verdieping en verbreding van de kennis van automatisering van discrete productieprocessen. Hij brengt anderzijds ook de nodige management-methodiek bij om volwaardig te kunnen participeren in multidisciplinaire projecten. De master is modulair opgebouwd. Zo komt de module ‘Management en methode’ tegemoet aan de noden van het management in het bedrijf. Samen met de andere modules (‘Technische middelen’ en ‘Uit de praktijk’) beantwoordt deze master aan de noden van de ingenieurs die actief wensen te zijn op het vlak van productieautomatisering. Niet alleen de ingenieurs die verantwoordelijk zijn voor het concept van de productieautomatisering, maar ook de ingenieurs-uitvoerders, de ingenieurs onderhoud en management zullen ongetwijfeld baat hebben bij het volgen van deze master. De master bestaat voor meer dan een derde uit praktische lessen en sluit af met een aantal ervaringen van mensen die het invoeren van automatisering van nabij hebben meegemaakt in een reële
bedrijfssituatie. Op het einde van de masteropleiding wordt van iedere deelnemer verwacht zijn kennis en kunde op het gebied van productieautomatisering te demonstreren aan de hand van een door hem uitgewerkte case. PROGRAMMA Management en methode; technische middelen; uit de praktijk; project. De module ‘Management en methode’ en de module ‘Technische middelen’ kunnen losstaand van de master gevolgd worden. PRAKTISCH Organisatie: de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) en de Karel de Grote Hogeschool in samenwerking met het VDAB-trainings- en opleidingscentrum van Vilvoorde. Aanvang: 24 september 2002 Wanneer: op dinsdagavond van 19u00 tot 22u00 en zaterdagvoormiddag van 09u00 tot 12u00. Tijdens de schoolvakanties worden geen lessen gegeven. Einde lessen: juni 2003 Plaats: Karel de Grote Hogeschool, Salesianenlaan 30, Hoboken. Enkele sessies zullen omwille van de vereiste apparatuur op een andere locatie gegeven worden. Prijs (excl. BTW): 3.120 EUR voor leden VIK/NIRIA/EYE/NUG, afgestudeerden en personeel Karel de Grote Hogeschool evenals personeel VDAB; 3.480 EUR voor anderen. Cursusteksten, een aantal CD-rom’s en verfrissingen inbegrepen. Het aantal deelnemers is beperkt!
M ASTER IN INFORMATIETECHNOLOGIE 10de promotie De stormachtige ontwikkeling van de informatica werkte een sterke specialisering in de hand, waarbij iedereen poogde om op zijn beperkt domein zo goed mogelijk de technologische evolutie te volgen. Dit ging echter ten koste van het algemeen inzicht in de globaliteit van de informatietechnologie. In de praktijk werd meestal gekozen voor de meest geschikte oplossing binnen de gekende technologie in plaats van voor de meest optimale. Dit masterprogramma biedt daarom zowel aan de verantwoordelijke van de verschillende sectoren als aan de informatici zelf een algemeen beeld van de complexe informatietechnologie. Door de bundeling van hun complementaire knowhow hebben de Vlaamse Ingenieurskamer en de Katholieke Hogeschool Kempen een grote inspanning geleverd om aan de noden uit het bedrijfsleven tegemoet te komen. De "Master in Informatietechnologie" stelt zich tot doel om een blikverruimende opleiding te verstrekken. Het programma wil de deelnemers een totaalbeeld bieden van de huidige ontwikkelingen van de informatietechnologie. De opleiding, die wegens aanhoudend succes voor de tiende maal van start gaat, I.M.- MEI 2002 23
INGENIEUR EN VORMING wordt jaarlijks geactualiseerd en aangepast aan nieuwe evoluties. Het certificaat wordt verleend op grond van de resultaten van een scriptie die voor een jury verdedigd word en de inzet tijdens de opleiding. PROGRAMMA Hardware; Operating Systems; Databases; Software Ontwikkeling; Datacommunicatie; Netwerken; Toepassingen; Beheer PRAKTISCH Organisatie: De Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) en de Katholieke Hogeschool Kempen (KHK) Aanvang: 20 september 2002 Wanneer: op dinsdagavond van 19u00 tot 22u00 en zaterdagvoormiddag van 09u00 tot 12u00. Tijdens de schoolvakanties worden geen lessen gegeven. Einde: juni 2003 Plaats: Katholieke Hogeschool Kempen, Campus HIKempen, Kleinhoefstraat 4, Geel Prijs (excl. BTW): 3.120 EUR voor leden VIK/NIRIA/EYE/NUG/ afgestudeerden KHK; 3.480 EUR voor anderen. Cursusteksten en verfrissingen inbegrepen. Het aantal deelnemers is beperkt !!!
M ASTER IN COMMUNICATION TECHNOLOGY 5de promotie Ongetwijfeld is het einde van deze eeuw gekenmerkt door een explosieve toename van nieuwe ontwikkelingen op het vlak van de telematica. Door toepassing van de Informatie- en Communicatietechnologie, kortweg ICT, verlopen technologische veranderingen alsmaar vlugger. Deze ICT-cultuur integreren in de eigen bedrijfsomgeving is van strategisch belang geworden om als bedrijf zijn concurrentiepositie veilig te stellen voor het volgend millennium. De snel evoluerende informatiesamenleving vereist dan ook een voortdurende actualisatie van de kennis. De liberalisering van de telecommarkt maakt bovendien dat zowel via de publieke als de privé-sector betrouwbare diensten met een hoge graad van toegankelijkheid worden aangeboden. De kennismaatschappij van morgen heeft daarom meer dan ooit nood aan specialisten in de communicatietechnologie. De Master in Communicatie Technologie (MCT) vertrekt van deze vaststelling. Uniek is dat bij de samenstelling van de programma-inhoud de markt met zijn huidige noden als leidraad dient. Praktijkgerichtheid primeert zonder dat daarbij de noodzakelijke basistheorie wordt vergeten. Maar techniek alleen volstaat niet. Economische overwegingen en inzicht in de markt en haar aanbieders zijn noodzakelijk om met kennis van zaken verantwoorde beslissingen en investeringen te kunnen uitvoeren. Van het totaal urenpakket zijn er dan ook vele voorbehouden voor cases, er worden prak-
24 I.M.-
MEI 2002
tijksessies en bedrijfsbezoeken ingelast. PROGRAMMA Het totale Masterprogramma beslaat 180 uren en is onderverdeeld in 12 modules. De meeste worden afgesloten met een case of met een praktijksessie. In wat volgt worden steeds een aantal behandelde topics opgesomd. Introductie: De technologische evolutie en de telecom-markt Transmissie Media: Bekabelingsystemen, transmissielijnen en antennes Protocollen and Protocol Stacks: Het OSI model als standaard. Komen o.a. aan bod: TCP-IP, SNA, ... Telefonie: hier maakt men kennis met PABX, CTI, Call Centers (ACD, TAPI, Voice Over IP,º), Services (Voice Mail,º) en Videoconferencing, Protocols (DPNSS, QSIG,º) Local Area Networks: Topologie, transmissiemedia en gestructureerde bekabeling, Ethernet, Token Bus, Token Ring, FDDI, Repeaters, Bridges, Routers, Switches Wide Area- & Metropolitan Area Networks: Modems and muxes, Network protocollen en architecturen, De technologie van Packet switching, Frame Relay en ATM, Telecom Operators, X.25, NISDN, B-ISDN, PSTN, Internet, Superhighways, SDH en PDH, DWDM Mobiele Communicatie: hier wordt verklaard wat GSM, GPRS, ERMES, DAB, UMTS inhouden, Wireless LAN’s, Radio netwerken en Satellietsystemen (Network) Operating Systems: Novell Netware, Microsoft Windows 2000, Unix / Linux, VMS en MVS Applicaties: Back Office, Databases (Oracle, SQL,º), EDI, X.400 en E-mail, Voice & Video technologies, Groupware & workflow management (intranet, extranet) Netwerk Management: Operations en Management, Security, Network Management: SNMP – RMON Telecom Operators and (Internet) Service Providers: de Europese Markt en de geboden services De reglementen en wettelijke verplichtingen. De Belgische wetten in een Europese context PRAKTISCH Organisatie: de studiegroep "Telematica" van de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) en het De Nayer instituut Aanvang: 5 oktober 2002 Wanneer: op dinsdagavond van 19u00 tot 22u00 en zaterdagvoormiddag van 09u00 tot 12u00. Tijdens de schoolvakanties worden geen lessen gegeven Plaats: De Nayer Instituut, Jan De Nayerlaan 5, Sint-Katelijne-Waver Einde: juni 2003 Prijs (excl. BTW): 3.120 EUR voor leden VIK/NIRIA/EYE/NUG/ afgestudeerden De Nayer Instituut; 3.480 EUR voor anderen. Cursusteksten en verfrissingen inbegrepen. Het aantal deelnemers is beperkt!
O PLEIDING MILIEUCOÖRDINATOR De VIK en het De Nayer Instituut slaan de handen opnieuw in mekaar voor het programma "Aanvullende vorming Milieucoördinator - type A en B" op basis van de wettelijke bepalingen terzake. ■ De aanvraag voor hernieuwing van de erkenning wordt ingediend bij de bevoegde overheid. ■ De cursus start in september 2002 en loopt tot juni 2003 met een eindwerkverdediging begin september 2003. ■ Diverse modules (milieuzorg - bodemsanering lucht - water - ....) worden opengesteld voor andere geïnteresseerden.
Na het volgen van de volledige cursus en het slagen in examens en eindwerk bekomt men het certificaat type A of B. Na het volgen van een module bekomt men een aanwezigheidsattest (permanente vorming).
■
SYMPOSIA 11.06.02:
Brandveiligheid en kunststoffen, Antwerpen
13.06.02:
Olie-management, Antwerpen
Een uitgebreide folder met verdere informatie kan u aanvragen bij de VIK, Raf Van Os, tel. 03 259 11 19, e-mail:
[email protected]
STUDIEGROEPEN KUNSTSTOFFEN Brandveiligheid en kunststoffen Dinsdag 11 juni 2002
PRAKTISCH Plaats: ALM, F. Williotstraat 9, 2600 Antwerpen Datum: 11 juni 2002 Kosten: 250 EURO voor leden VIK - NIRIA - NUG en brandweerlui; 275 EURO voor niet-leden: 90 EURO voor leraars / studenten; 75 EURO voor leraars / studenten lid VIK - NIRIA NUG – brandweerschool Inschrijving vereist
Hoe kon dit gebeuren? Hoe hadden we ons beter kunnen voorbereiden? Hoe hadden we sneller kunnen ingrijpen? Wist er iemand dat we ons in een dergelijk gevaarlijke situatie bevonden? Vragen die gesteld worden op het moment dat de brand gewoed heeft. Tijdens dit symposium komen deze en andere vragen aan de orde. We willen de vragen beantwoorden op het moment dat we er nog iets aan kunnen doen. U krijgt duidelijke antwoorden en achtergrondinformatie van specialisten ter zake. Het programma legt de nadruk op de technische achtergronden van het branden van kunststoffen. Daarnaast wordt ook ruim aandacht besteed aan niet technische zaken zoals verzekeringen en brandbestrijding. U krijgt een syllabus als werkdocument en naslagwerk, met hand-outs en teksten van sprekers. Dankzij dit symposium kan u de boven gestelde vragen beter beantwoorden, en heeft u meer achtergrondkennis op het moment dat u voor bepaalde materialen moet kiezen. Programma 9.00 Opening door dagvoorzitter Commandant Withouck - Brandweer Roeselare, Ondervoorzitter Koninklijke Belgische Brandweerfederatie, Voorzitter provinciale brandweerbond van West Vlaanderen 9.15 Specifieke problemen voor brandweerkorpsen Kapt. Dirk Loossens - Brandweer Gent Welke problemen brengt het gebruik van kunststoffen voor de brandweerkorpsen met zich mee ? 9.45 Brandverzekeraars Eric Depré - ING Insurance Waarop let de verzekeringsmakelaar bij het maken van zijn risico-analyse? Wat zijn belangrijke factoren bij het bepalen van de verzekeringspremie? 10.15 koffiepauze
10.30 Rol van kunststoffen in ontwikkeling van een brand ir. Bart Sette - RUG De bijdrage van kunststoffen in de ontwikkeling van een brand, in vergelijking met andere materialen. 11.15 Vlamvertraging, mechanismen en additieven dhr. Kaspersma - GLCC Een overzicht van vlamvertragingsmechanismen en daarbij behorende types. 11.45 Brandvertragende additieven Ing. Van Wabeeke - RAVAGO De verschillende systemen van beschikbare polymeeradditieven met hun pro's en contra's. Aan de hand van enkele case studies zal de moeilijkheid om aan de steeds grotere vragen van de eindgebruiker te voldoen aangetoond worden. 12.15 Vragenstelling 12.30 Lunch 14.00 Engineering Plastics dr. Ing. Koppers - GE PLASTICS Via een korte uitleg over hoe vlamvertragers in kunststoffen werken (fysisch, chemisch) gaat dhr. Koppers nader in op regelgeving en veiligheidsnormen van producten. Daarna wordt er ingegaan op de productportfolio van GE plastics. 14.45 Case study: Hoe veilig zijn glasvezelversterkte kunststoflooproosters en constructieprofielen bij brand ? dhr. Van Oirbeek - ERIKS Meer en meer worden kunststoffen gebruikt als constructiemateriaal: looproosters, leuningen, constructies etc.. In vele gevallen worden er dan ook eisen gesteld op vlak van brandgedrag, zelfdovendheid, rookontwikkeling,normeringen etc.. Aan de hand van een aantal case studies zal er op al deze facetten dieper worden ingegaan. 15.30 Koffiepauze 15.45 Textiel Prof . Van Parijs HOGESCHOOL GENT Brandveiligheid en de textielsector: een inzicht in de specifieke zaken in de sector van woningtextiel. 16.30 Afsluitende vragenronde 17.00 Einde studiedag
I.M.- MEI 2002
25
STUDIEGROEPEN ONDERHOUD Bent u Onderhoudsverantwoordelijke? Productieverantwoordelijke? Onderhoudsingenieur? U bent consultant of verantwoordelijke voor de smeerprogramma's? Komt een aantal van volgende vragen u bekend voor? - hoe moet ik het juiste smeermiddel kiezen? - waarom is oliefiltratie van belang? - hoe moet ik mijn smeerprogramma's plannen en uitvoeren? - is bij ons alles in orde met de VLAREM wetgeving? - hoe kunnen we olie analyse gebruiken in predictief onderhoud? Dan is dit symposium de uitgelezen mogelijkheid om een antwoord te krijgen op deze en andere vragen. Bovendien kan u met collega's van gedachten wisselen, en leren van de ervaringen van anderen. Programma 13u00 – 13u30: Ontvangst 13u30 – 13u35: Verwelkoming 13u35 – 14u05: Tribologie en smeermiddelen. Spreker: Farid Al-Bender, KULeuven. Prof. Al-Bender brengt een theoretisch overzicht van de wrijvingsleer. Hij beschrijft de mogelijke smeermethodes en hun toepassing en toont daarbij de invloed van smering op de levensduur en het energieverbruik van machineonderdelen. Tenslotte werpen we een blik op de actuele smeertechnologie en trends naar de toekomst. 14u05 – 14u45: Olie en additieven in smeertechniek & hydraulica. Spreker: Jan Arickx, Chevrontexaco. Jan Arickx gaat dieper in op de fysische eigenschappen en samenstelling van smeeroliën en hydraulische olie. Tevens komt de classificatie en identificatie van de verschillende types aan bod. Zo kan u in de toekomst de gepaste olie voor uw specifieke toepassing kiezen. 14u45 – 15u00: Koffiepauze 15u00 – 15u35: Oliefiltratie: hoe en waar-
Symposium: “Oliemanagement. Kritische selectie & praktisch beheer van smeermiddelen" donderdag 13 juni 2002 om? Spreker: Bart Smets, filtertechnics. Systemen en technieken van hoofdstroom en nevenstroom filtratie. We krijgen een overzicht van alle industrieel toegepaste filters (grof, fijn, magneet, membraan, keramische, enz...). 15u35 – 16u15: Pro-actief onderhoud via olieanalyse. Spreker: Gilbert De Mey, Lubservice.com. Deze spreker toont aan hoe we olieanalyse kunnen gebruiken als belangrijke tool in een flexibel predictief onderhoudsconcept. Ook de verschillende meetsystemen (verontreinigingen) worden besproken. 16u15 – 16u30: Koffiepauze. 16u30 – 17u00: Reglementering en milieuaspecten van olie-opslag & distributie. Spreker: Hilde Lemmens, Ford Genk. Mevrouw Lemmens is milieucoördinator bij Ford Genk en behandelt de reglementering en milieu aspecten van olieopslag. Ze toont hoe bij Ford Genk de magazijnen conform werden ingericht. Tenslotte wordt ook de rol van de leveraniers en de verwervers belicht. 17u00 – 17u30: Beheerssystemen in de praktijk. Spreker: Marc Goossens, Chevrontexaco Marc Goossens behandelt het administratief beheer van de smeermiddelen en de smeerafhandeling. Dit omhelst de volledige keten, van de selectie over aankoop en smeerplanning, tot de verwerving van de afvalolie. We zien hoe een gerichte software-tool ons hierbij kan helpen. 17u30: Afsluitdrink met verzorgde broodjes
PRAKTISCH Plaats: Antwerpen Datum: donderdag 13 juni 2002 Organisatie: VIK-Studiegroep Onderhoud i.s.m. BEMAS Kosten voor inschrijving: 120 EUR voor leden VIK of BEMAS; 150 EUR voor niet – leden; 90 EUR voor leraars / studenten niet-lid; 60 EUR voor leraars / studenten lid VIK / NIRIA / BEMAS Inschrijving vereist: VIK-secretariaat.
26 I.M.-
MEI 2002
STUDIEGROEPEN VOEDING Symposium: "Hygiënisch ontwerp van sanitaire installaties voor de voedingsen farmaceutische industrie" Tweede EHEDG Belgium symposium
PROGRAMMA : Voormiddag: Voorzitter: Drs. ir. Frank Moerman, EHEDG Belgium 08u30: Ontvangst met koffie
11u45: Sanitair ontwerp van platenwarmtewisselaars en procesinstallaties ir. Eric Borremans, Alfa-Laval Food Technology, België 12u15: Sanitaire installatie van debietmeters en meetapparatuur ir. Alain Engels, Endress+Hauser BeLux 12u30: Lunch Gelegenheid tot bezoek aan de standen
Namiddag: Voorzitter: Dr. ir. Paul Lelieveld, ATO – DLO, Wageningen, Nederland
09u00: Welkomstwoord en inleiding 09u10 EHEDG (European Hygienic Engineering & Design Group) en het belang van hygiënisch procesontwerp in Europese en wereldwijde context Dr.ir. Paul Bartels, Agrotechnological Research Institute – ATODLO, Wageningen, Nederland 09u55: Modelsystemen voor ontwerp en reinigen van apparatuur: modelling of soil removal kinetics and computational fluid dynamics as tool for hygienic design Dr. P. de Jong, Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek – NIZO, Nederland 10u40: Pauze + gelegenheid tot bezoek aan de tentoonstelling 11u10: Sanitair ontwerp van ventielen en lobbenpompen ir. David Depickere, Alfa-Laval Sanitary Equipment, België
13u45: Hygiënisch ontwerp van pompen de heer Paul Vandenbon, Packo, België 14u30: Verschillende sproeisystemen voor betere in-situ reiniging (Cleaning-InPlace) Drs. ir. Frank Moerman, KULeuven & Ing. Ief Leroy, BV2, België 15u10: Pauze + gelegenheid tot bezoek aan de tentoonstelling 15u30: Apparaten testen op reinigbaarheid, pasteuriseerbaarheid, steriliseerbaarheid en aseptisch karakter - certifiëring Ing. Jacques Kastelein, TNO Voeding, Zeist, Nederland 16u30: Panelgesprek 17u00: Einde Symposium
PRAKTISCH Plaats: Ter Delft, Ekeren Datum: vrijdag 4 oktober 2002 om 09u00 Kosten voor inschrijving: 250 EUR voor leden VIK, NIRIA en NUG; 275 EUR voor nietleden; 90 EUR voor niet-leden leraars en studenten lid VIK, NIRIA en NUG; 75 EUR voor leden leraars en studenten Inschrijving vereist: VIK-secretariaat, waar eveneens een uitgebreide folder kan worden aangevraagd (Ria Brughmans, 03 259 11 06, e-mail:
[email protected])
I.M.- MEI 2002 27
STUDIEGROEPEN VOEDING Campina België, het vroegere Comelco, maakt deel uit van het Nederlandse zuivelconcern Campina Melkunie dat een omzet heeft van 4 miljard Euro. Campina Melkunie heeft in België twee productievestigingen: één in Aalter (800-900 werknemers) en één in Sleidinge (250 werknemers). Campina België draait een omzet van ongeveer 400 miljoen Euro. Er wordt geproduceerd voor de Belgische, Nederlandse en Franse markt. Thans is de Vlaamse Ingenieurskamer te gast bij Campina te Sleidinge die gesteriliseerde melk en gesteriliseerde gefermen-
Bezoek Campina België woensdag 12 juni 2002
teerde melk produceert. Beide producten worden na afvullen in PE-flessen onderworpen aan een twee-traps sterilisatie. Mensen die iets willen bijleren over hygiënisch ontwerp, cleaning-in-place, sterilisatie en blow molding zullen zeker aan hun trekken komen bij dit bedrijfsbezoek.
PRAKTISCH Programma: ■ ■ ■
algemene voorstelling van het bedrijf (1/2 uur) rondleiding (1/2 uur) vragen (1/2 uur)
Plaats: Campina, Wittemoer 20, Sleidinge Datum: woensdag 12 juni 2002 om 19u00 Kosten voor inschrijving: gratis Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
AGENDA BIJEENKOMSTEN Studiegroep Bedrijfsbeleid 11 juni 2002: Lezing: "Mc Kinsey 7 Smodel", Wommelgem, 20u00 10 september 2002: Lezing: "Zelfsturende teams", Wommelgem 20u00 8 oktober 2002: Lezing: "ERM & UOM", Wommelgem, 20u00
december 2002: Lezing "Elektrische aandrijvingen", Wommelgem
Studiegroep Bouwkunde 26 juni 2002: Kernvergadering, VIK-huis, Wommelgem, 20u00
Studiegroep Regeltechniek 24 juni 2002: Kernvergadering, VIK-huis, Wommelgem, 20u00
Studiegroep Logistiek Oktober 2002: Lezing: Wommelgem, 20u00
Studiegroep Veiligheid-Milieu 17 juni 2002: Kernvergadering, VIK-huis, Wommelgem, 20u00
"Goodex",
Studiegroep Onderhoud 13 juni 2002: Studiedag: "Oliemanagement", Antwerpen september 2002: Lezing: "Kwaliteit in onderhoud", Wommelgem, 20u00 oktober 2002: Bedrijfsbezoek 12 november 2002: Lezing: "Energiebesparende aandrijftechnieken", Geel, 19u30
28 I.M.-
MEI 2002
Studiegroep Pijpleidingen 20 juni 2002: Vroege avonduitstap "Hogedrukwaterleidingen", Antwerpen, 18u00
Studiegroep Voeding 12 juni 2002: Bedrijfsbezoek Campina, Sleidinge, 19u00 Inlichtingen en inschrijven:
VIK-secretariaat, Katrien Van Vosselen, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel. 03 259 11 07, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected]
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN LEUVEN-HAGELAND BEZOEK AAN MATERIALISE N.V. donderdag 7 november 2002
De activiteiten van Materialise situeren zich op drievoudig vlak:
PRAKTISCH
1. Materialise Prototyping voor het ‘materialiseren’ van technische prototypes en kleine series via de meest geavanceerde prototyping en tooling technieken. Materialise Prototyping biedt in de eerste plaats de unieke Next Day service, waarbij prototypes binnen een tijdspanne van 24 uur bij de klant worden bezorgd. Voor het vervaardigen van het eerste prototype binnen 5 werkdagen is er stereolithografie, selectief laser sinteren en hogesnelheidsfrezen. Kleine reeksen kopies binnen 10 werkdagen worden gerealiseerd via vacuümgieten en rubber(-gips) gieten. Voor grotere stukken, zoals behuizingen, met een meer complexe design, in series van enkele 10- tot 1000-tallen is er Reaction Injection Moulding (R.I.M.). De tooling service via hoge snelheidsfrezen en de RapidParts service bieden
via spuitgieten reeksen prototypes in de eigenlijke productiematerialen binnen een tijdsbestek van 3 à 4 weken. 2. Materialise Software voor het ontwikkelen van de technische software om deze technieken nog meer doeltreffend te maken. De software van Materialise wordt wereldwijd gebruikt door leidinggevende bedrijven in o.a. de automobiel, ruimtevaart, elektronica en medische sector. De Magics software lijn biedt een volledig gamma van oplossingen voor data communicatie, rapid prototyping en rapid tooling. 3. Materialise Medical voor het maken van medische modellen via prototyping technieken en het ontwikkelen van medische softwarepakketten die wereldwijd door chirurgen en onderzoeksinstellingen gebruikt worden.
Plaats: Materialise N.V., Technologielaan 15, Leuven Datum: donderdag 7 november 2002 van 14u00 tot 17u00 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EUR Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Het aantal deelnemers is beperkt tot 40 personen.
BEZOEK WEZEMAAL WIJNDORP
Wandeling door de Hagelandse wijngaarden gevolgd door een begeleid bezoek aan de wijngaarden en kelders van een wijnbouwer. Voor dit bezoek aan de Hagelandse wijngaarden begeven we ons naar Wezemaal. Eerst krijgen we de kans om een wandeling te maken over de prachtige Wijngaardberg, waarbij een gids ons al de geheimen vertelt van deze historische berg. Daarna bezoek aan de wijngaarden en kelders van de familie Overbergh. Geschiedenis van de Wezemaalse wijngaarden De titel wijndorp dankt Wezemaal aan de wijnbouw in de eerste helft van de 19de eeuw. Onder impuls van de hoofdgriffier aan het hooggerechtshof in Brussel, de heer Audoor, werden wijngaarden aangelegd op de bergen rond Wezemaal. In 1817 had de wijngaard een oppervlakte van 6 ha; in 1834 bedroeg de totale wijngaardoppervlakte 32 ha. Omstreeks 1845 werd de bloeiende wijnteelt echter abrupt stopgezet. De reden is tot op heden niet gekend. Maar nu nog kan men restanten zien van de toenmalige wijnbouw: de terrassen op de zuid-
flank van de Wijngaardberg zijn nog zichtbaar, evenals de restanten van de unieke ijzerzandstenen wijnmuur op de heuvelkam. Deze wijnmuur stond er reeds in 1825 en was opgebouwd door inwoners van Wezemaal. De muur moest de wijnranken tegen de noordenwind beschermen. Maar daarnaast had de wijnmuur nog andere functies: door het bouwen van een muur uit ijzerzandsteen werd het teveel aan ijzerzandsteen uit de wijngaarden gehaald en werden de wijnranken beschermd tegen ongewenste dieren.
I.M.- MEI 2002 29
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN LEUVEN-HAGELAND Op het einde van de 20ste eeuw kende de wijnbouw in Wezemaal en omstreken een heropleving die gerust succesvol genoemd kan worden. De zuidoostelijk georiënteerde heuvels en de zonnestralen die quasi loodrecht invallen op de steile hellingen zorgen voor een gunstig microklimaat. De ijzerstandsteen stockeert de warmte van overdag en geeft deze warmte ’s nachts geleidelijk af. Maar ook de wind heeft vrij spel op de hellingen zodat de vochtigheid snel kan verdampen in de ochtendzon. Programma Een wandeling van 7,7 km, vertrekkend op het marktplein in het centrum van Wezemaal, laat ons toe om kennis te maken met alle aspecten van de Wijngaardberg.
aan een afzonderlijke stok groeien. In de moderne wijngaard geleidt men de wijnranken langs draden, wat resulteert in veel grotere opbrengsten. Het voormalige gemeentehuis is ingericht als wijnkelder. Hier wordt de wijn geperst. In het voormalige cachot vergist het druivensap tot wijn. Na de wandeling stappen we naar de Beninckxberg. Hier bekijken we het wijnbouwproces bij de familie Overbergh, eigenaar van het domein de Graevenberger. Voor deze wijn wordt gebruik gemaakt van de druivensoorten Müller-Thurgau, Pinot Noir, Bacchus en Chardonnay. Daarna gaat het natuurlijk naar de wijnkelders om te genieten van een heerlijk glaasje Hagelander.
We maken kennis met de middeleeuwse en hedendaagse wijnbouwtechnieken. In de traditionele maar arbeidsintensieve wijnbouw laat men de druivelaars
PRAKTISCH
Het etiket van de Graevenberger programma 13u00 tot 15u00: Wandeling over de Wijngaardberg 15u15 tot 16u30: Bezoek aan de wijngaard van de familie Overbergh 16u45 tot 18u00: Bezoek aan de wijnkelder van de familie Overbergh Plaats: Samenkomst op het marktplein te Wezemaal. Na de wandeling gaan we per auto naar de wijngaarden van de familie Overbergh. Nadien hebben we nog éénmaal onze auto nodig om naar de kelders te rijden. Datum: zaterdag 7 september 2002 van 13u00 tot 18u00 Kosten voor deelneming: leden (en hun partner) betalen 5,58 EUR; niet-leden betalen 9,92 EUR. Na inschrijving dient het verschuldigde bedrag betaald te worden op rekeningnummer 431-0647591-86 van de VIK-Afdeling Leuven-Hageland, met de vermelding "Wezemaal wijndorp" Inlichtingen: Ing. Bart Van Orshoven, tel. 016 58 24 70 of e-mail:
[email protected] Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Stevig schoeisel is vereist! Aan alle deelnemers wordt een routebeschrijving bezorgd. Het aantal deelnemers is beperkt tot 30 personen!
WEEKEND CHAMPAGNESTREEK van 7 tot 9 juni 2002
Het woord "Champagne" spreekt tot ieders verbeelding. Maar achter de drank zit een complexe wijnbouw en vinificatie. De champagnestreek is een prachtige regio die niet eens zo ver van Leuven vandaan ligt en zeker een bezoekje waard is. De VIK-Afdeling Leuven–Hageland gaat op weekend in deze prachtige streek. Het office de tourisme van Epernay heeft speciaal voor ons een prachtig programma uitgewerkt. U kan de champagnestreek ontdekken en kennis maken met een groot wijnhuis, maar ook met een kleinere wijnboer (die daarom niet minder heerlijke champagnes produceert).
30 I.M.-
MEI 2002
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN LEUVEN-HAGELAND Programma Vrijdag 7 juni: vanaf 16 uur: aankomst in hotel de la Cloche, Place Mendès 5, Epernay, gevolgd door een overheerlijk avondmaal. Zaterdag 8 juni: 08u00: ontbijt 9u30 tot 11u00: begeleide wandeling door de stad Epernay waar we de belangrijkste bezienswaardigheden bekijken. 11u tot 12u: rondleiding in de kelders van één van de beroemdste Champagnehuizen (Mercier). Na het bezoek is er gelegenheid tot degustatie.
PRAKTISCH
12u00 tot 14u30: middagmaal in een restaurant in Epernay. 14u30: vertrek naar Hautvillers, de bakermat van de champagne. 14u45 tot 17u30: wandeling in Hautvillers waar we verschillende wijngaarden doorkruisen. Er hangen
borden die elk een facet voorstellen van het produceren van Champagne. We bezoeken de Kerk van Hautvillers waar Dom Pérignon begraven ligt. Dom Pérignon speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de champagne. Hij bestudeerde de wijnbergtechnieken, de samenstelling van cuvées uit verschillende variëteiten en variëteitskeuze. 17u30 tot 18u30: bezoek aan de herberg in Hautvillers waar we kunnen bekomen van onze inspanningen met een frisse pint of een lekker glaasje wijn of… champagne. 19u00: avondmaal in het hotel Zondag 9 juni: 08u00: ontbijt 09u30 tot 11u30: bezoek aan de kelders van monsieur Jean Marie Rigot, een kleinere champagneboer. Monsieur Rigot vertelt alles over champagneproductie. We zullen proeven dat lekkere champagne helemaal niet duur hoeft te zijn. 12u30: middagmaal
Plaats: aankomst in hotel de la Cloche, place Mendès 5, Epernay Datum: van vrijdag 7 juni 2002 tot en met zondag 9 juni 2002 Kosten voor deelneming: 200 EUR p.p. De prijs omvat: 2 overnachtingen in het hotel; diners op vrijdag en zaterdag; ontbijt op zaterdag en zondag; middagmaal op zaterdag; bezoek en degustatie bij het champagnehuis Mercier; Nederlandstalige gids voor het bezoek aan Epernay en Hautvillers De prijs omvat niet: het transport (de deelnemers begeven zich met eigen vervoer tot Epernay. Na betaling wordt wel een routebeschrijving toegestuurd); drankjes. Na inschrijving stort u 200 EUR op rekeningnummer 431-0647591-86 van de VIK-Afdeling Leuven-Hageland met vermelding "Weekend champagnestreek voor … personen" Inlichtingen: Ing. Bart Van Orshoven, tel. 016 58 24 70 of e-mail:
[email protected] Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
BEZOEK TURBOWINDS woensdag 19 juni 2002
Op woensdag 19 juni 2002 brengt de VIK-Afdeling Leuven–Hageland, in samenwerking met de VIKAfdeling Brussel–Halle–Vilvoorde, een bedrijfsbezoek aan Turbowinds. Turbowinds werd in 1985 gesticht. Het nieuwe gebouw van Turbowinds is opgetrokken op het terrein van TRECO, de Caterpillar-dealer. Ten gevolge van de verbintenissen die werden aangegaan op de conferentie van Kyoto (1997) i.v.m. de beperking van de CO2-emissies, ontwikkelde de Europese Unie middelen om duurzame energiebronnen te steunen die de emissie van de broeikasgassen moet beperken. Turbowinds wil zich profileren op dit terrein. Het bedrijf speelt een actieve rol in de snelle ontwikkeling van duurzame energiebronnen.
Momenteel concentreert Turbowinds zich vooral op windenergie, fotovoltaïsche zonnepanelen, gecombineerde warmte-elektriciteitsproductie en WinDiesel systemen. Duurzame energie uit milieuvriendelijke windturbines Turbowinds is de belangrijkste fabrikant van krachtige windturbines voor het opwekken van elektriciteit en van windturbinepompen voor de aan- en afvoer van water. Op het domein van de opwekking van zonne-energie werden reeds successen geboekt. Het bedrijf heeft reeds windparken geïnstalleerd in Zeebrugge, Kallo en Perwez.
I.M.- MEI 2002 31
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN LEUVEN-HAGELAND Turbowinds heeft zich verenigd met het energiebedrijf Interelectra en met Dredging International, baggerspecialist, om het C-Power consortium te vormen. Een windpark dat in de Noordzee op de zandbank van Wenduine zal gerealiseerd worden.
PRAKTISCH
WinDiesel: elektriciteit in geïsoleerde streken Een hybride installatie kan bestaan uit een Caterpillar dieselgenerator gecombineerd met een windturbine. Het winddiesel systeem is vooral gebaseerd op windenergie, terwijl de dieselgenerator wordt ingezet bij afnemende windsnelheid. Een softwarepakket voor het automatisch starten en besturen, de AWDSS (Automatic WinDiesel Supervisory
System) zorgt ervoor dat de elektriciteit opgewekt wordt zonder enige tussenkomst. Het volledig WinDieselsysteem werkt dus altijd, met of zonder wind. Zonne-energie: stil en in overvloed Soltech, een gezamenlijk bedrijf van Nobema (dochtermaatschappij van Tractebel), Imec en Turbowinds, produceert zonnepanelen of, preciezer uitgedrukt, fotovoltaïsche eenheden en volledige systemen met zonne-energiepanelen.
Plaats: Turbowinds, Brusselsesteenweg 340A, Overijse (Jezus-eik) Datum: woensdag 19 juni 2002 van 14u00 tot 17u00 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden (en hun partner) op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EUR op rekeningnummer 431-0647591-86 van de VIK-Afdeling LeuvenHageland met de vermelding "Bezoek Turbowinds 19.06.2002" Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
ACTIVITEITENKALENDER 2002
LEUVEN-HAGELAND
07-09.06.2002:
Weekend in de Champagnestreek
19.06.2002:
Bedrijfsbezoek Turbo Winds, Overijse (i.s.m. Afdeling Brussel-Halle-Vilvoorde)
07.09.2002:
Wandeling in de Hagelandse Wijnstreek, Wezemaal
17.10.2002:
Lezing VLAREM
07.11.2002:
Bezoek Materialise N.V., Leuven
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling LeuvenHageland, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ingrid Van Damme, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
KEMPEN ACTIVITEITENKALENDER 2002 11.09.2002:
Bezoek Light Application Center (LAP), Philips Eindhoven
16.10.2002:
Algemene Ledenvergadering + Bezoek Glaverbel, Mol
KEMPEN
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling Kempen, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ingrid Van Damme, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem , tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
32 I.M.-
MEI 2002
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN LIMBURG 14-DAAGSE RONDREIS "ALLE HOOGTEPUNTEN VAN CHINA" – 2DE EDITIE Peking – Chengde – Xian – Kunming – Yangshuo – Suzhou - Shanghai Tijdens de voorbije Paasvakantie hebben 40 personen deelgenomen aan een fantastische rondreis door China. Alle deelnemers waren uiterst tevreden en zeer enthousiast over deze prachtige reis (het verslag hiervan zal in een van de volgende uitgave van de Ingenieursmededelingen verschijnen). Op aanvraag organiseert de reisorganisator Alk-reizen te Alken (Lic. 1995) voor de tweede keer deze China-rondreis. Heel wat gegadigden (niet alleen Limburgers!) hebben zich ondertussen ingeschreven. Er zijn nog enkele plaatsen vrij. Vlug inschrijven is dus de boodschap! Deze tweede 14-daagse rondreis "Hoogtepunten van China" gaat door van woensdag 14 augustus 2002 tot dinsdag 27 augustus 2002.
Niet inbegrepen zijn de drankjes, persoonlijke uitgaven en de fooien. Formaliteiten: een internationale reispas is vereist, met zes maanden geldigheid na de datum van terugreis. Inschrijven: alle VIK-leden (ook buiten Limburg) en hun partner kunnen inschrijven door een voorschot van 745 EUR per persoon te storten op rekeningnummer 451-8527851-34 van VIK-Afdeling Limburg te Hasselt, met de vermelding "China met ….. personen". Voor verdere informatie over deze reis kan men zich tijdens de kantooruren in verbinding stellen met het VIK-secretariaat, Francine Demaret, of na 17u00 met Ing. André Boes, Vildersstraat 20, 3500 Hasselt, tel. en fax: 011 21 05 89.
Het programma van deze rondreis door China is hetzelfde als het programma van de eerste reis, verschenen in "Ingenieursmededelingen" nr. 6-7, juni-juli 2001 (een kopie kan op aanvraag bekomen worden op het VIK-secretariaat). Reissom per persoon: 2.329 EUR in een tweepersoonskamer; toeslag voor éénpersoonskamer: 345,8 EUR. Deze reissom werd berekend op minimum 25 en maximum 40 deelnemers. In de reissom is inbegrepen: alle transportkosten, vol pension, alle bezoeken, verzekering en taksen.
FIETS- EN WANDELDAG zondag 30 juni 2002
Ook in 2002 wordt de jaarlijkse fiets- en wandeldag op het getouw gezet ten bate van de vzw De Kleine Prins, die zowel materiële als immateriële noden tracht te lenigen in gezinnen die met kinderkanker geconfronteerd worden. Wij rekenen ook nu weer op een massale opkomst.
PRAKTISCH
Heeft u enkele uren vrije tijd? Wil u graag op zondag 30 juni een handje toesteken? Laat het ons weten. Mail naar
[email protected] of bel 03 259 11 09 (kantooruren)
Net op die dag wordt de finale van de wereldbeker voetbal uitgezonden. Er staat een groot scherm in de cafétaria zodat iedereen de wedstrijd in een gezellige sfeer rechtstreeks kan volgen.
De Limburgse kankerpatiëntjes zullen u dankbaar zijn!
Vertrek: Katholieke Hogeschool Limburg, Universitaire Campus, Diepenbeek of aan de controlepost aan het Boothuis van het Schulensmeer te Schulen Datum: zondag 30 juni 2002. Vertrek tussen 07u30 en 16u00, aankomst tot 19u00 Fietsroutes: 30, 65 en 100 km Wandelingen: 7 en 15 km Financiële steun: rek.nr. 777-5928888-33 op naam van de Kleine Prins vzw, Hasselt. Ook dit jaar zijn er 2 prachtige fietsen te winnen I.M.- MEI 2002 33
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN LIMBURG ACTIVITEITENKALENDER 2002 30.06.2002:
LIMBURG
Fiets- en wandeldag, Diepenbeek
14.08.-28.08.2002: 14-daagse rondreis "Alle hoogtepunten van China" – 2de editie Noteer nu reeds: 11.01.2003: Nieuwjaarsreceptie en uitreiking Paul Donners Prijs – Alden Biesen Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling Limburg, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ingrid Van Damme, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected]. Ing. Chris Ribus, secretaris van de VIK-Afdeling Limburg, is tevens het aanspreekpunt voor de Regio Limburg. U kan ook steeds bij hem terecht met uw vragen. Zijn adres: Deurnestraat 102, 3583 Beringen, tel. en fax: 013 67 85 11, e-mail:
[email protected]
BRUSSEL-HALLE-VILVOORDE BEZOEK "HET ONBEKENDE SCHAARBEEK" OP 21 JUNI 2002 Gezamenlijk initiatief van de Regionale Afdelingen Brussel-Halle-Vilvoorde en Mechelen en met de steun van het kabinet van de Schepen van Nederlandse Cultuur van Schaarbeek.
Van alle gemeenten uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was Schaarbeek enkele jaren geleden voor het overgrote deel van de Vlamingen erg omstreden. Dit had vooral te maken met het specifiek politiek klimaat dat lange tijd verre van uitnodigend was voor Nederlandstaligen. Vlamingen lieten de gemeente dan ook - soms ten onrechte - links liggen. Ondertussen is er echter een gevoelige kentering ingetreden en veel jonge Vlamingen ontdekken nu opnieuw de rijkdom die deze prachtige gemeente te bieden heeft. Het patrimonium van Schaarbeek dat o.a. dateert uit de Art-Nouveau en de Art-Deco periode is in sommige buurten van een overweldigende pracht en bleef praktisch onaangeroerd en uitstekend bewaard. Dat Vlaamse invloeden bij de bouw van de talrijke patriciërswoningen een belangrijke rol hebben gespeeld is voor velen onbekend, alsmede het feit dat de overgrote meerderheid van de vele kunstenaars die destijds hun stempel drukten op het Schaarbeeks artistiek gebeuren hun wortels in Vlaanderen hadden.
34 I.M.-
MEI 2002
Voor de derde keer organiseert de VIK een geleide wandeling in Schaarbeek. Het programma is deze keer nog uitgebreider dan de vorige. Daarvoor konden wij op de steun rekenen van de Heer Luc Denys, de huidige schepen van Nederlandse Cultuur. Als afsluiter van dit geleid bezoek zijn wij erin geslaagd uitzonderlijk nog eens de deuren van het orgelmuseum voor onze VIK-leden te laten openen. Wellicht wordt het de allerlaatste kans om dit grootste privé-orgelmuseum van België te bezoeken. Mis deze ultieme kans niet. Het programma lijkt zwaar maar de loopafstanden zijn zeer kort en wij hebben gezorgd voor regelmatige verpozingen en voor versterking van de innerlijke mens. Snel inschrijven is aanbevolen daar het biermuseum een beperkte bezoekerscapaciteit heeft. Er wordt rekening gehouden met de volgorde van inschrijving. Ten laatste begin juni 2002 bevestigen wij uw inschrijving schriftelijk en sturen we u een routebeschrijving.
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN BRUSSEL-HALLE-VILVOORDE Programma 13u15:
Samenkomst op het Colignonplein voor het Gemeentehuis.
13u30:
Ontvangst op het Gemeentehuis en rondleiding door Schepen Luc Denys die de pracht van dit in neo-Vlaamse renaissancestijl opgetrokken gebouw zal belichten.
15u00:
Wandeling vanaf het Colignonplein, met zijn overwegend in Vlaamse stijl opgetrokken herenhuizen, naar de St. Servaaskerk en verder naar de Louis Bertrandlaan waar wij dieper ingaan op een schitterende reeks Art Deco woningen.
16u00:
16u30:
Bezoek aan de gemeentelijke basisschool van de Josephat/Biekorfstraat met haar bijzonder mooie overdekte speelplaats.
Dit is een vrije parkeerzone op ± 5 minuten loopafstand van het Colignonplein. 18u00:
Vertrek per auto naar het orgelmuseum aan de Waelhemstraat.
18u30:
Bezoek aan het privaat orgelmuseum Ghysels met als afsluiter een gezellige drink in het staminee. Het orgelmuseum herbergt een zeer fraaie collectie mechanische muziekinstrumenten en orgels die vakkundig werden gerestaureerd door hun verzamelaar en die perfect functioneren. Enkele ervan zijn unieke exemplaren en een bezoek (en beluisteren) dus overwaard.
Bezoek aan het biermuseum op de Louis Bertrandlaan met aansluitend een koffietafel aangeboden door de VIK.
PRAKTISCH
Voor deelnemers die met hun auto komen is het verkieslijk deze op de L. Bertrandlaan te parkeren.
Plaats: Samenkomst op het Colignonplein voor het Gemeentehuis, Schaarbeek Datum: vrijdag 21 juni 2002 om 13u15 Kosten voor deelneming: 7,50 EUR per persoon voor VIK-leden en hun familie, niet-leden betalen 9,00 EUR per persoon. In deze prijs zijn de inkomgelden voor het biermuseum en het orgelmuseum begrepen alsmede een welkomstdrankje en de koffie tijdens de koffietafel. De koffietafel zelf is gratis en wordt door de VIK-Afdeling Brussel-Halle-Vilvoorde aangeboden. U maakt het bedrag over op rekening: 0000929283-23 van Roland Mortier, E. Demolderlaan 131, 1030 Schaarbeek, met vermelding "Onbekend Schaarbeek 21.06.02 - …. deelnemer(s) na schriftelijke bevestiging van uw inschrijving. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
ACTIVITEITENKALENDER 2002 07.06.2002:
BRUSSEL-HALLE-VILVOORDE
Algemene Ledenvergadering; Sint-Pieters-Leeuw
19.06.2002: Bezoek Turbowinds, Overijse (i.s.m. Afdeling Leuven-Hageland) 21.06.2002:
Stadswandeling "Het onbekende Schaarbeek", i.s.m. Afdeling Mechelen
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling BrusselHalle-Vilvoorde, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ingrid Van Damme, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
I.M.- MEI 2002 35
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN MECHELEN LEZING: "DE BIONISCHE MENS: WAAR BEGINT EN EINDIGT DE SCIENCE FICTION" donderdag 6 juni 2002
Meer dan 40 jaar geleden ontving de Zweedse ingenieur Arne Larsson de eerste, volledig geïmplanteerde pacemaker, in het Karolinska instituut te Stockholm. Dat was een mijlpaal in het wereldwijde bionische onderzoek. Enkele jaren later werden de eerste stappen gezet in het onderzoek en de ontwikkeling van het bionische oor waarmee doven (terug) kunnen horen. Het adjectief ‘bionisch’ is ontstaan uit de samenvoeging van bio(logisch) en (elektronisch en wordt algemeen gebruikt voor prothesen die de functies van lichaamsdelen kunnen herstellen of vervangen. Dat kunnen gebreken zijn ontstaan ten gevolge van ongevallen, ziekten of leeftijd.
PRAKTISCH
Vandaag de dag beschikken de chirurgen reeds over een uitgebreid gamma aan ‘bionische’ hulpmiddelen. Ondanks de, voor velen, sensationele vooruitgang en de ontelbare positieve resultaten is het onderzoek en de ontwikkeling van prothesen en implantaten in vergelijking met bijvoorbeeld de ruimtevaarttechnologie, een achterop gebleven gebied. Het is een domein dat nog heel veel potentieel bezit voor verdere ontwikkelingen.
Het blijft echter moeilijk om de fictie en de realiteit duidelijk te scheiden. De media en sommige populair-wetenschappelijke programma’s stellen deze technologie soms anders voor dan ze in werkelijkheid is. Natuurlijk blijft het een gebied dat sterk tot de verbeelding spreekt. Denken we maar aan Frankenstein en ‘Seven of Nine’ uit Star Trek. De voordracht zal vertrekken van de ontwikkeling van het bionische oor (cochleaire implantaat) dat heden ten dage reeds een eerste ‘commercieel’ stadium heeft bereikt. De factoren die het succes bepalen worden in detail toegelicht. Vertrekkende van de geschiedenis en de concrete eigenschappen van dit artificiële ‘gehoor’, wordt tenslotte een poging gedaan om de toekomstige bionische ontwikkelingen in kaart te brengen. Kunnen we binnenkort de Encyclopedia Brittanica downloaden in onze hersenen?
Plaats: Passade (voormalige mister 100), Brusselsesteenweg 301, Mechelen Datum: donderdag 6 juni 2002 om 20u00 Spreker: Ing. Peter Deman, AZ St. Augustinus Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EUR Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
INFORMATIEAVOND: "OPTIMALISATIE VAN DE KMO" donderdag 26 september 2002
Karina Ramaekers, afgestudeerd als industrieel ingenieur met bijkomende opleidingen in ondernemingsbeleid en marketing, was gedurende 18 jaar werkzaam in de kunststof-, chemische en automobielnijverheid. Dit bood haar de mogelijkheid om bedrijven in diverse departementen te leren kennen. De leidraad in haar professionele loopbaan was steeds de winstgevendheid van deze bedrijven te verhogen door optimalisatie van de processen in productie, logistiek en verkoop. Momenteel is zij zaakvoerder van "Hera Management Consulting bvba." Op donderdag 26 september 2002 zal zij, in het kader van een avondlezing, haar praktijkervaring met u delen. Hier volgt een greep uit de items die zullen behandeld worden: de mogelijkheden tot optimalisatie in het interne
36 I.M.-
MEI 2002
logistieke gebeuren met aandacht voor o.a. ruimtebenutting, hulpmiddelen en goederenstromen; de factoren die het productierendement beïnvloeden, zoals de lay-out, het productieproces, capaciteitsbezetting van machines en service van externe diensten; implementatie van zelfsturende teams die als voornaamste doelstelling hebben continu te verbeteren, optimaal gebruik van potentieel en organisatievervlakking.
De lezing start met de presentatie van een aantal algemene wetenswaardigheden, gevolgd door praktijkcases en zal worden afgerond met een vraaggesprek. In dit vraaggesprek kunnen specifieke vragen naar voor gebracht worden en zal er wederzijdse ervaring uitgewisseld worden.
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN
PRAKTISCH
MECHELEN Plaats: Brasserie Passade N.V., zaal Opsinjoorke, Brusselsesteenweg 301, Mechelen (wegbeschrijving op website: www.passade.be) Datum: donderdag 26 september 2002 om 20u00 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,50 EUR Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
ACTIVITEITENKALENDER 2002
MECHELEN
06.06.2002:
Lezing: "De bionische mens, waar begint en eindigt de science fiction", Mechelen
21.06.2002:
Stadswandeling: "Het onbekende Schaarbeek", Schaarbeek (i.s.m. Afd. Brussel-Halle-Vilvoorde)
06.09.2002:
Bezoek aan HST-werken NMBS-station, Antwerpen-Centraal
26.09.2002:
Informatie–, presentatie–, vraaggesprekavond: "Optimalisatie van de KMO", Mechelen
29.10.2002:
Bezoek Brouwerij Haacht-Primus, Boortmeerbeek
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling Mechelen, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ingrid Van Damme, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel. 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected]
ANTWERPEN BEZOEK FORT VAN BORSBEEK zondag 9 juni 2002
Fort 3 van Borsbeek werd ontworpen door Henri Alexis Brialmont en werd gebouwd tussen 1860 en 1864. Het is een onderdeel van de binnen-verdedigingsgordel van de vesting Antwerpen. Fort 3 is het oudste van de acht oorspronkelijke forten en samen met de grote omwallingen rond de stad behoort het tot de eerst uitgevoerde werken.
PRAKTISCH
Omdat het fort van Borsbeek als eerste werd gebouwd, wijkt het grondig af van de andere en het is het enige dat volgens de oorspronkelijke plannen werd afgewerkt. De grachtverdediging werd in steen opgetrokken en is 800 meter lang.
Hoewel het domein een militaire functie had, wilde Brialmont dat het uitstraling zou hebben. Kosten noch moeite werden gespaard. Er werd arduin en selectief metselwerk verwerkt in de afwerking van de gewelven. Hoewel het vandaag de dag tamelijk vervallen is, behoudt het domein toch zijn oorspronkelijke pracht en wordt het als een uitzonderlijke prestatie van de meester-metselaars van die tijd beschouwd. De rondleiding duurt 1,5 à 2 uur.
Plaats: Domein Fort 3, R11, Frans Beirenslaan 2 A, Borsbeek. Het domein ligt tegenover de landingsbaan van het VLM-vliegveld. Samenkomst in het fort zelf. Datum: zondag 9 juni 2002, rondleiding om 14u00 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EUR Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
I.M.- MEI 2002 37
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN ANTWERPEN ACTIVITEITENKALENDER 2002 09.06.2002:
Bezoek Fort van Borsbeek, Borsbeek
03.09.2002:
Bezoek Steenbakkerij Swenden, Rumst
09.10.2002:
Kroegentocht, Antwerpen
ANTWERPEN
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling Antwerpen, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ingrid Van Damme, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
WAASLAND GELEIDE WANDELING DOOR DE GROTE GEULE TE KIELDRECHT zondag 15 september 2002
De Grote Geule of Kieldrechtse Kreek maakt deel uit van het krekencomplex dat zich uitstrekt over het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen en het zuiden van Zeeland. Het ontstaan van de Grote Geule is onafscheidelijk verbonden met de geschiedenis van de eromheen liggende Scheldepolder, maar ook met die van het dorp Kieldrecht. Reeds in geschriften van 1431 die handelden over schorren tussen Kieldrecht, Kallo en Verrebroek wordt ze vermeld. Momenteel ontspringt de Grote Geule als een kleine sloot in Kemzeke, loopt door De Klinge en Meerdonk om langs het westen, sterk verbreed, Kieldrecht binnen te komen. De oppervlakte in Kieldrecht bedraagt 21,5 ha (waterplas en oevers). De diepte varieert tot maximaal 1,5m.
PRAKTISCH
Het reservaat werd samen met de aanpalende terreinen, over een oppervlakte van 80 ha, in 1978 geklasseerd als landschap. De landschappelijke waarde van de Grote Geule vloeit voor een belangrijk deel voort uit de omstandigheid dat ze een relatief gaaf relict van vroegere overstromingen is. Sedert het ontstaan van de Konings-Kieldrechtpolder (1654) is de Grote Geule kunnen uitgroeien tot een gevarieerd geheel van open watergedeelten, rietvelden, groepjes en rijen knotwilgen en canadapopulieren alsook lage oevervegetaties. Visueel treft vooral het langgerekte vrije wateroppervlak, dat een indruk van rust en stilte nalaat. Ook de rietvelden dragen picturaal en auditief bij tot een hoge landschappelijke waardering. De uitgestrektheid en de
38 I.M.-
MEI 2002
rust moeten ook als belangrijkste verklaring worden gezien voor het voorkomen van talrijke eendensoorten en gevleugelde moerasbewoners zoals wilde eend, wintertaling, slobeend, bergeend, grote en kleine karekiet, rietzanger, roetgors en roerdomp. Het voorkomen van waterplantvegetaties wordt sterk beïnvloed door de kwaliteit van het kreekwater. In het zuiver kreekgedeelte treffen we hoofdzakelijk volgende waterplanten aan: kleine kroos, gele klomp, kamfonteinkruid, gedoornd hoornblad. Wat de oevervegetatie betreft, constateren we bij steile oevers een mooie kraag van riet en kleine lisdodde waartussen de zwanebloem groeit. Bij zacht glooiende oevers gaat de oevervegetatie geleidelijk over in een gediversifieerde moerasvegetatie, die zich tot in het water uitstrekt, met o.a. gele lis, zeebies, waterzuring en grote egelskop; en lager groeiend: moerasvergeet-mij-nietjes, rode waterereprijs, watermunt, ruwe bies en klein moerasscherm. De Grote Geule biedt eveneens een zeer interessante vogelwereld. Naast zeer algemene watervogels treffen we er de avifauna van de steeds zeldzamer wordende rietkragen aan. Niet alleen watervogels, maar ook bewoners van weiden, slikken en schorren, ja zelfs van heide en broekbiotopen, worden er waargenomen. Vergezel de VIK-Afdeling Waasland doorheen het natuurschoon van het Soete Waasland!
Plaats: Kreek 54 (aan de brug) te Kieldrecht Datum: zondag 15 september 2002 om 14u00 stipt !!! Einde voorzien rond 16u30 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EUR Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Opgelet: gelieve werkgever en uitgeoefende functie mee te delen.
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN WAASLAND ALGEMENE LEDENVERGADERING donderdag 6 juni 2002
PRAKTISCH
De VIK-Afdeling Waasland organiseert op donderdag 6 juni aanstaande haar jaarlijkse algemene
ledenvergadering. Tevens is een bierproefavond voorzien.
Programma Bierproefavond met deskundige uitleg van de brouwer des huizes Voorstelling werking Afdeling Waasland Activiteitenkalender van de afdeling Verkiezing bestuursfuncties (voorzitter, ondervoorzitter, penningmeester en secretaris). Kandidaturen kunnen ingediend worden bij het VIK-secretariaat. Informele kennismaking met collega’s industrieel ingenieurs. Plaats: Brouwerij Boelens-Sneyers, Kerkstraat 7, Belsele Datum: donderdag 6 juni 2002 om 20u00 Inschrijving vereist: VIK-secretariaat met vermelding van de afstudeerrichting
ACTIVITEITENKALENDER 2002
WAASLAND
06.06.2002:
Algemene Ledenvergadering + bierproefavond, Belsele
07.09.2002
Bezoek Westerschelde, Terneuzen
15.09.2002:
Geleide wandeling door De Grote Geule, Kieldrecht
11.11.2002:
Bezoek aan GIRA, Duitsland
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling Waasland, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ingrid Van Damme, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected]. De aankondigingen van activiteiten die de VIK-Afdeling Waasland haar leden aanbiedt, kan men ook steeds raadplegen via de VIK-website of rechtstreeks via het adres: http://www.vikwsl.yucom.be. Tevens kan men op bovenstaande website van de VIKAfdeling Waasland een historiek van verslagen opvragen van de reeds eerder georganiseerde activiteiten.
OOST-VLAANDEREN ALGEMENE LEDENVERGADERING maandag 17 juni 2002
De Regionale Afdeling Oost-Vlaanderen houdt haar jaarlijkse algemene ledenvergadering op maandag 17 juni aanstaande.
de vergadering zal Ing. Jos Kestens vanuit zijn ruime ervaring een voordracht houden over Europese standaardisatie.
PRAKTISCH
Bij de bespreking van het jaarverslag wordt de werking van de regionale geëvalueerd. Aansluitend op
Plaats: ’t Voske, Sint-Baafsplein, Gent Datum: maandag 17 juni 2002 om 20u00 Inschrijving vereist: VIK-secretariaat Afdeling Oost-Vlaanderen
I.M.- MEI 2002 39
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN OOST-VLAANDEREN BANKET
zaterdag 1 juni 2002
PRAKTISCH
De VIK-Afdeling Oost-Vlaanderen organiseert ook dit jaar weer haar jaarlijks banket. De afgestudeerden van de promotiejaren ’42; ’52, ’62, ’72, ’82 en ’92 worden traditioneel in de bloemetjes gezet. Voor de
afgestudeerden van 1977 (= 25 jaar!) is er een extraatje voorzien! Meld uw afstudeerjaar bij inschrijving!
Plaats: Braemhof, Braemkasteelstraat 6, Gent Datum: zaterdag 1 juni 2002 vanaf 20u00 Kosten voor deelneming: 50 EUR per persoon, inbegrepen dranken na de maaltijd, muziek en dans Inschrijving vereist: VIK-secretariaat Afdeling Oost-Vlaanderen
ACTIVITEITENKALENDER 2002 01.06.2002:
Banket, Kasteel van Zwijnaerde
17.06.2002:
Statutaire Ledenvergadering, Gent
OOST-VLAANDEREN
Noteer nu reeds: 19.01.2003: Nieuwjaarsconcert- en receptie, Gent Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling OostVlaanderen, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Afdeling Oost-Vlaanderen, p/a Ing. Ludo Verhegghe, Langenakkerlaan 36, 9080 Lochristi, tel. en fax: 09 355 19 40, e-mail:
[email protected]. De activiteiten van de VIK-Afdeling Oost-Vlaanderen kan men steeds raadplegen op de VIK-website onder: URL: http://gallery.uunet.be/vik-ovl.
NOORD-WEST-VLAANDEREN BEZOEK NEW HOLLAND ZEDELGEM woensdag 16 oktober 2002
New Holland Belgium N.V. is een dochteronderneming van CNH Global N.V., de afdeling binnen het Fiat concern die actief is in de sectoren landbouw, bouwindustrie en financiële dienstverlening. De vestiging in Zedelgem, met bijna 2.200 werknemers, het grootste bedrijf in de regio Noord-West-Vlaanderen, ontwikkelt, produceert en verkoopt – dit laatste via haar dealernetwerk - maaidorsers, zelfrijdende veldhakselaars en grootpakpersen. De jaaromzet in 2000 bedroeg 496 miljoen EUR.
40 I.M.-
MEI 2002
Opgericht door Leon Claeys in 1906 is het bedrijf geëvolueerd van een lokale smidse naar een wereldwijd gestructureerd bedrijf met meer dan 31.000 werknemers verspreid over 24 landen. Als onderdeel van de Fiat groep ging New Holland in 1999 een fusie aan met Case, één van haar voormalige concurrenten. 71% van de aandelen van de nieuwe CNH Global N.V. groep is in handen van Fiat. De nieuwe groep heeft er bewust voor gekozen om de distributie- en verkoopnetwerken voor de merken gescheiden te houden. De producten behouden dus hun eigen identiteit binnen een meer merkenbeleid.
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN NOORD-WEST-VLAANDEREN
PRAKTISCH
In de vestiging in Zedelgem worden 3 types landbouwmachines geproduceerd: maaidorsers, zelfrijdende veldhakselaars en balenpersen. In juli 2001 is het laatste nieuwe maaidorsermodel, de CX, geïntroduceerd. De machine behaalde sindsdien al verschillende nationale en internationale prijzen.
De productieafdelingen die zullen bezocht worden zijn: draaierij, plaatwerkerij, lasserij, schilderafdeling en montage. Naast deze activiteiten zijn ook andere afdelingen zoals ontwerp, verkoop en dienst-na-verkoop, aankoop en logistiek in Zedelgem gevestigd.
Programma 18u30: Ontvangst in het bezoekerscentrum 18u50: Audio-visuele voorstelling van het bedrijf en haar producten 19u10: Bedrijfsbezoek doorheen de belangrijkste productieafdelingen 21u10: Nabespreking bij een drankje Plaats: New Holland Belgium N.V., Leon Claeysstraat 3A, Zedelgem Datum: woensdag 16 oktober 2002 om 18u30 (ten laatste aanwezig zijn om 19u00) Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,50 EUR Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
ALGEMENE LEDENVERGADERING dinsdag 4 juni 2002
PRAKTISCH
Op dinsdag 4 juni houdt de Vlaamse Ingenieurskamer, Afdeling Noord-West-Vlaanderen, haar jaarlijkse statutaire Algemene Ledenvergadering.
Leden kunnen van gedachten wisselen over de geplande en de voorbije activiteiten. De vergadering is een manier om in contact te komen met collega’s en nieuwe ideeën te lanceren. Dit jaar staat er een bijzondere ledentombola op het programma.
Programma ■ ■ ■ ■ ■ ■
■
Verwelkoming door Ing. Hans Dufoer, voorzitter. Goedkeuring verslag Algemene Ledenvergadering van 19 juni 2001. Overzicht activiteiten werkjaar 2001 – 2002 door Ing. Franky Warrinnier, secretaris. Kasverslag en overzicht financiële toestand door Ing. Frans Debruycker, penningmeester. Verkiezing voorzitter en twee afgevaardigde leden. Trekking tombola prijzen: één voor de leden van het regionaal bestuur, één voor de leden van het jongerenteam en twee voor de VIK-leden van de regio Noord-West-Vlaanderen. Varia.
Plaats: Hof van Watervliet, Oude Burg 27, Brugge Datum: dinsdag 4 juni 2002 om 20u Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
ACTIVITEITENKALENDER 2002
NOORD-WEST-VLAANDEREN
04.06.2002:
Statutaire Ledenvergadering, Brugge
09.06.2002:
Familiale wandeltocht, Domein Rijkevelde
16.10.2002:
Bezoek New Holland Belgium, Zedelgem
01.12.2002:
Happening, Guldenberg Wevelgem (i.s.m.Afd. ZWV)
10.12.2002:
Bezoek Proviron
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling NoordWest-Vlaanderen, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ingrid Van Damme, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
I.M.- MEI 2002 41
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN ZUID-WEST-VLAANDEREN BEZOEK BOMBARDIER TRANSPORTATION vrijdag 13 september 2002 Een unieke gelegenheid om kennis te maken met diverse hoogtechnologische producten inzake openbaar vervoer en met de knowhow van de Bombardier medewerkers.
PRAKTISCH
Realisaties van Bombardier Transportation zijn: ■ treinstellen voor Virgin Rail (UK) ■ metrorijtuigen voor Rotterdam ■ dubbeldeksrijtuigen voor NMBS (B) ■ locomotieven voor NMBS & CFL (B, Lux.)
Photo Bombardier ■ ■
automatische metro’s voor Docklands (UK) I11- & AM 96-realisaties voor NMBS (B)
Programma 13u30: Ontvangst en korte presentatie Bombardier 14u15: Bezoek aan de werkplaatsen 16u30: Einde bezoek Plaats: Bombardier Transportation, Vaartdijkstraat 5, Sint-Michiels Datum: vrijdag 13 september 2002 om 13u30 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EUR Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Het aantal deelnemers is beperkt tot 25 personen!
ACTIVITEITENKALENDER 2002
ZUID-WEST-VLAANDEREN
29-30.06.2002: Weekeind uitstap Chablis-Champagne 13.09.2002:
Bezoek Bombardier Transportation, Sint-Michiels
01.12.2002:
Happening, Guldenberg, Wevelgem (i.s.m. Afd. NWV)
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling – Zuid West – Vlaanderen, te gebeuren op volgend adres: VIK–secretariaat, Ingrid Van Damme, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel. 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected]
Regionale bestuursvergaderingen Afdeling Antwerpen: 12.06.2002 Afdeling Brussel-Halle-Vilvoorde: 25.09.2002 Afdeling Kempen: 19.06.2002 Afdeling Leuven-Hageland: 12.06.2002 11.09.2002 09.10.2002 13.11.2002 11.12.2002 Afdeling Limburg: 18.06.2002
42 I.M.-
MEI 2002
Afdeling Mechelen: 13.06.2002 12.09.2002 10.10.2002 14.11.2002 12.12.2002 Afdeling Noord-West-Vlaanderen: 04.06.2002 Afdeling Oost-Vlaanderen: 17.06.2002 16.09.2002 21.10.2002 18.11.2002 16.12.2002
2002
Afdeling Waasland: 05.09.2002 03.10.2002 07.11.2002 05.12.2002 Afdeling Zuid-West-Vlaanderen: 24.06.2002 02.09.2002 14.10.2002 18.11.2002 16.12.2002 Voor meer informatie omtrent uur en plaats van deze vergaderingen kan u terecht bij Ingrid Van Damme op het VIK-secretariaat op het telefoonnummer 03 259 11 16.
DREDGING, ENVIRONMENTAL AND MARINE ENGINEERING N.V.
nieuwe gedreven m/v
ingenieurs duiken naar parels in internationale wateren DEME is een Belgische onderneming die al meer dan 100 jaar voor diepgang zorgt. We zijn een hoogtechnologische wereldspeler op het vlak van baggerwerken, milieuen hydraulische activiteiten. DEME-collega’s vind je dan ook terug op elk van de vijf continenten. Onze wereldwijde explosieve groei en de langere verlofperioden voor werken in het buitenland, doen ons uitkijken naar nieuwe m/v medewerkers om onontgonnen terrein te gaan verkennen. Kortom, werken in het buitenland in combinatie met meer vrije tijd, maakt van DEME een interessante thuishaven. Zeg nu zelf, snorkel je hier voorbij?
PROJECT ENGINEERS Pas afgestudeerden kunnen na een opleidingsperiode van 3 maanden aan boord van één van onze schepen aan de slag. Je voelt je als een vis in het water bij de uitvoering van projecten in binnen- en buitenland. Het assisteren van de projectmanager bij de budgetcontrole en de kostenbewaking wordt jouw tweede natuur. Als je industrieel of burgerlijk ingenieur, flexibel en mobiel bent, moet je vast kennis komen maken. We bieden je jouw favoriete biotoop in het verre buitenland.
MEDEWERKER TECHNISCHE DIENST DEC Je werkt in teamverband en hebt voldoende verantwoordelijkheidszin om op korte termijn in te staan voor het onderhoud en de reparaties van de baggertuigen. Je bent geïnteresseerd om in de nabije toekomst deel uit te maken van een projectteam op één van onze internationale werven. Je bent industrieel ingenieur of burgerlijk ingenieur mechanica, elektromechanica of scheepsbouw.
SURVEYORS Met een praktische interesse voor moderne meet- en verwerkingsmethoden, neem je de verantwoordelijkheid voor de maatvoering op waterbouwkundige werken wereldwijd. Gewapend met een diploma industrieel ingenieur bouwkunde, licentiaat geografie of eventueel A1 topografie, ga je met veel plezier grote werven te lijf.
MEDEWERKER KWALITEITSZORG EN VEILIGHEID Je bent een zorgzame coach die projectteams begeleidt op werven in binnen- en buitenland. Praktisch betekent dit het opstarten en aansturen van het DEME veiligheids-, milieu- en kwaliteitsborgingssyteem. Je zwemt door de implementatie van die systemen via inspecties en audits en ondersteunt werven bij de opvolgings- en certificeringsaudits. Als industrieel of burgerlijk ingenieur in de bouwkunde, werktuigkunde of biowetenschappen ben je voor ons een aanwinst. Je bent bereid om voor korte of lange duur veilig in het buitenland rond te dobberen. Daarnaast ben je communicatief en werk je oplossingsgericht.
MEDEWERKER TECHNISCHE DIENST Samen met de technical manager ben je verantwoordelijk voor de technische ondersteuning en opvolging van de milieuwerven, de saneringscentra en de werkplaats. Je vertaalt de uitvoeringsideeën van projectverantwoordelijken naar technisch werkbare oplossingen. Je bent industrieel ingenieur of gegradueerde in werktuigkunde of elektrotechniek. Hengel je naar deze job? Ervaring en kennis Autocad, Word en Excel zijn een pluspunt.
MILIEUCOÖRDINATOR KLASSE A DEC
PROJECT INGENIEUR PRODUCTIEEN STUDIEDIENST Je hebt een levendige interesse in techniek, het uitwerken van projectmethodieken, het begroten van de productie van onze baggerschepen in diverse grond- en rotssoorten en het opvolgen van waterbouwkundige werken, zowel vanuit bureau als van op de werf. Af en toe een portie basis- en toegepast onderzoek schrikken je bij deze werkzaamheden niet af. Korte zowel als langere buitenlandse verblijven behoren met zekerheid tot de mogelijkheden. Ons zoeklicht staat gericht op inventieve industrieel of burgerlijk ingenieurs met bij voorkeur een bouwkundige of werktuigkundige opleiding. Een grondmechanische en/of hydraulische opleiding, via studie of uit ervaring, is een bijkomend pluspunt, maar niet direct een noodzaak. Een doorgevoerde baggertechnische interne opleiding blijft immers steeds aangewezen.
ELECTRICAL SUPERINTENDENT Elektriciteit is je passie. Draaistroom met frequentieregelaar, meet- en regeltechniek en gelijkstroom hebben voor jou één ding gemeen: je bloed gaat er sneller van stromen. Je bent gegradueerde of industrieel ingenieur elektriciteit of elektronica en bent een “hands on”-type dat van wanten weet. Je houdt van afwisseling en je bent zeer communicatief, want je staat in voor de dagelijkse begeleiding van meer dan 30 boordelektriciens. Ervaring in de scheepselektriciteit is een pluspunt, maar geen must. Kom aan boord maatje!
Je zorgt voor de voorbereiding en opvolging van milieuvergunningsdossiers voor projecten en voor grond- en slibverwerkingscentra.
Wat we bieden? Een competitief salarispakket, tal van extralegale voordelen en doorgroeimogelijkheden binnen een sterke, bloeiende groep van wereldformaat, inclusief nieuwe, langere verlofperiodes voor werken in het buitenland.
Je bent burgerlijk ingenieur scheikunde, bio-ingenieur of industrieel ingenieur scheikunde met bij voorkeur 5 jaar ervaring in de petrochemische, milieu- of afvalsector. In het bezit zijn van het getuigschrift “milieucoördinator type A” is een vereiste. En verder sta je natuurlijk best met beide voeten... op de grond.
Interesse? Uitstekend! Neem gauw contact op met ons Human Resources Departement en stuur je c.v., bij voorkeur met pasfoto, naar: Scheldedijk 30, Haven 1025, 2070 Zwijndrecht, fax 03 250.54.71 of e-mail:
[email protected]
Dredging International Asia Pacific Pte Ltd. DEME Environmental Contractors N.V. Dredging International N.V.
Ecoterres S.A.
DEME Tideway B.V.
DEME Building Materials N.V.
Hydro Soil Services N.V. Members of the DEME Group
www.deme.be
Baggerwerken Decloedt N.V.
I.M.- MEI 2002 43
30
INLICHTINGEN EN INSCHRIJVINGEN: TEL. 03 259 11 09 - FAX 03 259 11 01 E-MAIL:
[email protected]
DIEPENBEEK