INGENIEURSMEDEDELINGEN
Industriële archeologie - Dieselcentrale Gent
MAANDBLAD
VAN
DE
VLAAMSE
INGENIEURSKAMER
adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 39 • nummer 10, oktober 2001 verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor Overpelt 1
INGENIEUR EN BEROEP
De maatschappij in de kering 5de bijeenkomst VIK-Centrum Industrie
Het VIK-Centrum Industrie, denktank voor leidinggevende industrieel ingenieurs in de industrie, houdt op 25 oktober aanstaande om 20u00 haar volgende bijeenkomst in het VIK-huis te Wommelgem. Thema Het jaar 2000 ligt achter ons. De millenniumbug stond even centraal maar is ondertussen al vergeten. Het feestgedruis staat alleen nog op video of in onze herinnering. En toch was het jaar 2000 meer dan zo maar een millennium. Onze maatschappij staat immers in de kering. Is het toeval dat veel neologismen die we vandaag in de mond nemen eindigen op "ering"... van kering. We praten over informatisering, digitalisering, internationalisering, mediatisering, individualisering, globalisering… De -eringen geven aan dat er belangrijke evoluties aan de gang zijn. Evoluties die soms niets met mekaar te maken hebben. Bij nader toezien zijn het toch uitingen van dezelfde beweging.
2 I.M.-
Spreker: Hans Maertens, algemeen directeur Uitgeversbedrijf Tijd, over "De maatschappij in de kering". Geboren te Roeselare op 12 juni 1962 studeerde hij af als licentiaat in de rechten en communicatiewetenschappen. Sedert 1987 is hij in dienst bij het Uitgeversbedrijf Tijd NV, de uitgever van de krant De Financieel-Economische Tijd. Gestart als wetstraatjournalist, werd hij eindredacteur, verantwoordelijke voor de bedrijfsberichtgeving en hoofdredacteur. Momenteel is hij als algemeen directeur verantwoordelijk voor De Financieel-Economische Tijd, Tijdnet, De Belegger, Kanaal Z, Vacature, Tijd Academie en Nova FM. Hij is ook bestuurder o.a. De Belegger, L'investisseur, Kanaal Z, Tijd Academie, Vlaamse Dagbladpers, Mediargus, Financieel Management. Daarnaast is hij specialist mediarecht en publiceerde hierover in samenwerking met Dirk Voorhoof en Leo Neels de Medialex, de bronnenverzameling van het mediarecht.
Over deze evoluties in onze economie, leef- en werkwereld zal Hans Maertens, ons onderhouden. Van op zijn bevoorrechte uitkijkpost licht hij ze toe en duidt hij ze.
PRAKTISCH
Op het eerste gezicht een voordracht die ingenieurs misschien niet zo boeit, maar de spreker wil dit thema nu net met ingenieurs bespreken omdat wij in de spits staan van dit hele proces.
Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem Datum: donderdag 25 oktober 2001 om 20u00 Inschrijven: VIK-secretariaat, Ann Craane, tel. 03 259 11 16, e-mail:
[email protected]
OKTOBER 2001
INGENIEURSMEDEDELINGEN
EDITORIAAL
Industriële archeologie - Dieselcentrale Gent
MAANDBLAD
VAN
DE
VLAAMSE
INGENIEURSKAMER
Maandblad van de VIK, Vlaamse Ingenieurskamer Jaargang 39 Nummer 10 oktober 2001
adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem
Dat overtuigend enthousiasme
jaargang 39 • nummer 10, oktober 2001 verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor Overpelt 1
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Etienne Beernaerts E. Claeslaan 29, 9051 Sint-Denijs-Westrem HOOFDREDACTEUR Ing. Ivan Born REDACTIERAAD Ing. E. Aelbrecht Ing. E. Beernaerts Ing. I. Born Ing. B. Demol Ing. H. Derycke Ing. N. Lagast Ing. G. Roymans Ing. L. Van Bouwel REDACTIESECRETARIAAT Francine Demaret Eddy De Winter SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 Fax +32 3 259 11 01 URL: http://www.vik.be E-mail:
[email protected] Doorlopend open van 08u30 tot 17u00 U kan lid worden door betaling op rekening 406-0098501-56 van de VIK te Wommelgem 50,00 € (2.017 BEF) voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden 25,00 € (1.008 BEF) voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid (1e lidmaatschap tegen 50,00 €) of voor gepensioneerden 12,50 € (504 BEF) voor studenten-industrieel ingenieur 65,00 € (2.622 BEF) voor leden woonachtig in het buitenland
Dat overtuigd enthousiasme, dat rotsvaste geloof in technologische innovatie lijkt te tanen. Het gaat er wat minder stijl aan toe op de beurs. De economie aarzelt. Zal de technologie status quo blijven? De vakantie dient om van te genieten en we laten het niet aan ons hart komen. Of toch? Grote, mondiale bedrijven hebben er alle belang bij dat de economie goed draait op wereldvlak. Een tijdje geleden zagen we problemen ontstaan door de groeivertraging in de Verenigde Staten. In een aantal sectoren zijn de gevolgen niet uitgebleven. Vooral in het buitenland zijn al heel wat ontslagen gevallen. Hopelijk kunnen Philips en Opel de schade in ons land beperken. Gelukkig zijn economische pendelbewegingen cyclisch. En is er altijd beterschap in zicht. Maar dit soort van overwegingen zijn niet altijd besteed aan ingenieurs. Het realiseren van technologische ontwikkeling lijkt voor sommige ingenieurs onafhankelijk te verlopen van economische processen. De realiteit is voor dergelijk overtuigde specialisten soms dan ook een koude douche. Als de financiële middelen opdrogen verdampen ook toekomstdromen. Een gedreven ingenieur aanvaardt niet zomaar dat zijn plan, zijn toekomst, uit handen wordt genomen. Hij is de specialist en weet waarover hij praat. Het is niet verwonderlijk dat flink wat collega’s zich verdiepen in andere dan louter technologische vraagstukken en zich ook specialiseren in de economische aspecten van het ingenieursbedrijf. Immers wat overtuigt meer dan de waarheid, gebracht door een specialist? In deze I.M. laten specialisten het achterste van hun tong zien: Ing. André De Clercq, CTO van Barco, breekt een langs voor het zuivere ingenieurschap. Wat verder in dit nummer heeft Ing. Kristoffel Mulier, Sales- en Marketing manager van Sirius Communications het over de bedrijfsvoering als ingenieursspecialisme. Ingenieurs werken niet alleen voor hun (technologische) idealen. Er moet ook brood op de plank. Daarom op bladzijde 10 een evaluatie van de wedden bij de overheid. Geld alleen maakt niet gelukkig. Technologische knowhow biedt een basis om via juiste keuzes vrijheid in de carrière te realiseren. Waar vinden we die vrijgevochten ingenieurs? Op elke werkvloer.
Ing. Ivan Born
350,00 € (14.119 BEF) voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met meer dan 250 werknemers 200,00 € (8.068 BEF) voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met minder dan 250 werknemers DRUKKERIJ & LAY-OUT
In dit nummer:
Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel +32 11 80 90 90 Fax +32 11 80 90 95 Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.U.P.P.)
Opening VIK-huis Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk.
Vik Jongerenweekend 4
24
Diesel-elektrische centrale Gent 30
VERENIGINGSNIEUWS
Opening VIK-huis
Lege hall
De gastvrouw
Het beeld “progress” speciaal voor de inhuldiging van het VIK-huis ontworpen door Jo /rgen Missotten Vollopende hall
De sprekers: Leo Wezenbeek John Cordier Minister Dirk Van Mechelen Wolly Borré Gustaaf Van Wichelen
4 I.M.-
OKTOBER 2001
Een aandachtig publiek
vrijdag 7 september 2001
De eerste rij
Ook K.VIV was aanwezig
Ing. Gustaaf Van Wichelen, Senator Mia De Schamphelaere, Joseph Neyens Foto’s: Ing. Jean-Paul Magdelijns
5 I.M.-
OKTOBER 2001
VERENIGINGSNIEUWS
“ “ “
Opening VIK-huis
“ “ “ “
uit de toespraak van Vlaams minister Dirk Van Mechelen
Op de valreep voor druk van deze IM, nog vlug een aantal uitspraken uit de toespraak van de Vlaamse minister voor financiën en begroting, innovatie, media en ruimtelijke ordening. Bij de inhuldiging profileerde hij zich uiteraard scherp als minister van innovatie. Uitgebreider nieuws over de opening van het nieuwe VIKhuis: volgende IM.
Zowel nationaal als internationaal is de VIK, als grootste ingenieursvereniging van België, de gesprekspartner van industrie, hogescholen, universiteiten en overheid. Het effect daarvan op het economisch en sociale leven, en niet enkel dat van ingenieurs, valt niet te onderschatten."
De bestaande programma’s voor KMO’s werden afgeschaft en vervangen door één programma met één financieringskanaal en één set regels die de wirwar van verschillende richtlijnen moet vervangen. Hiervoor werd 800 miljoen frank vrijgemaakt. Maar er is meer gerealiseerd. De minder efficiënte mechanismen, zoals de verschillende impulsprogramma’s die aanleiding geven tot een ongelijke behandeling van bedrijven en sectoren is stopgezet. Maar alle middelen blijven ter beschikking van industrieel onderzoek. We hebben een nieuwe, ruimere regeling die automatisch zal van toepassing zijn op alle sectoren. Het nieuwe O&O-besluit zal vermoedelijk in de loop van september worden goedgekeurd door de Vlaamse regering." Zo ziet IWT zijn middelen stijgen van 4,5 naar 6 miljard frank door de nieuwe bottom-up benadering."
Een stijging van de financiële middelen voor innovatie is levensnoodzakelijk. Bij de komende begrotingsbesprekingen voor 2002 zal ik steevast pleiten voor een verdere stijging van het budget."
Door de onderhandelingen voor de A 380 en A 400 M–vliegtuigen, beschikt Vlaanderen binnenkort over een bloedeigen lucht- en ruimtevaartprogramma".
Bijzondere aandacht in het Vlaamse innovatiebeleid gaat zeker uit naar wetenschapspopularisering, naar een extra sensibilisering van onze samenleving voor techniek, technologie en innovatie. Scholen, bedrijven en organisaties zoals de VIK vertolken hierin een cruciale rol."
Permanente vorming is één van de productiefactoren die het concurrentievermogen van onze Vlaamse economie in de 21e eeuw zullen bepalen. In de zogenaamde kenniseconomie wordt het belang van menselijk kapitaal en een goed geschoolde actieve bevolking alsmaar groter. Het feit dat de VIK vier jaar geleden reeds een internationaal erkend kwaliteitslabel ontving, sterkt mijn overtuiging dat de Vlaamse Ingenieurskamer, als gerenommeerd opleidingsinstituut op post-academisch niveau ongetwijfeld in aanmerking komt als erkend opleidingsverstrekker voor de net ingevoerde opleidingscheques. Dat de bijscholing in dit fonkelnieuw opleidingscentrum zullen plaatsvinden kan de VIK en haar instituut voor permanente vorming alleen maar extra waardering en uitstraling meegeven."
VIK by night
6 I.M.-
OKTOBER 2001
VERENIGINGSNIEUWS
Algemene Ledenvergadering
Waarde Collega, De voorzitter en de leden van de Raad van Beheer van de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) v.z.w. nodigen alle leden uit tot het bijwonen van de Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering.
U wordt verwacht op
ZATERDAG 20 OKTOBER 2001 om 09u30 In het VIK-huis, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem
UITNODIGING AGENDA 1. Welkom, door Ing. Gustaaf Van Wichelen, voorzitter van de Raad van Beheer. 2. Jaarverslag over de werking van de Vereniging, door Ing. Leo Wezenbeek, algemeen voorzitter. 3. Financieel verslag over het boekjaar 2000-2001, door Ing. Jan Pals, algemeen penningmeester. 4. Verslag van de kascommissarissen. Ontheffing van de drie kascommissarissen en aanstelling van drie nieuwe kascommissarissen. 5. Verkiezing van tien leden van de Raad van Beheer met een mandaat dat verstrijkt in het jaar 2004. Uittredend en herkiesbaar zijn: Ing. Eddy Aelbrecht, Ing. Erwin Debutte, Ing. André D’Haene, Ing. Raymond Froidmont, Ing. Patrick Goes, Ing. Jan Pals, Ing. René Peeters, Ing. Lieven Schoonbaert, Ing. Peter Van Beek, Ing. Louis Van Hoye. Het einde van de vergadering wordt verwacht omstreeks 13u00. Aansluitend is er een receptie voorzien.
Ing. Hilaire Derycke, Secretaris Raad van Beheer.
Ing. Gustaaf Van Wichelen, Voorzitter Raad van Beheer.
7 I.M.-
OKTOBER 2001
GRAAD EN DIPLOMA
SorbonneBolognaPraag: grootste Wat is Sorbonne – Bologna ? Het is een antwoord van het hoger onderwijs op de Europese eenmaking. Bij uitbreiding is het een ook antwoord op de mondialisering van het hoger onderwijs. Dit laatste bleek reeds overduidelijk op de WTO conferentie waar de USA de directe vraag stelde naar het openmaken van de Europese onderwijsmarkt en het afbouwen van alle directe en indirecte protectiemaatregelen.
Verder
wil
men
met
Sorbonne-Bologna ook het vrije verkeer van personen realiseren, zeker wat de gereglementeerde beroepen betreft. Concreet wil men ook intensievere uitwisselingsprogramma’s voor de studenten mogelijk maken door een van de belangrijkste hinderpalen bij deze uitwisselingen weg te nemen namelijk de onaangepaste en afwijkende structuren in het hoger onderwijs van de verschillende Europese landen. Al wordt daar onmiddellijk bijgezegd dat het niet de bedoeling is tot om tot een eenheidsstructuur te komen. Men kan zich de vraag stellen waarom het initiatief van Sorbonne van de ministers van bepaalde Europese landen uitging, in casu Frankrijk, Engeland, Duitsland en Italië en niet van de EU zelf. Dit heeft te maken met het feit dat, op enkele bevoegdheden na, goedgekeurd door het verdrag van Amsterdam, de onderwijsbevoegdheden van de EU praktisch onbestaande zijn. Bijkomend moet ook gesteld worden dat SorbonneBologna naast een antwoord op de EU eenmaking voor sommige landen, inzonderheid dan Frankrijk en Duitsland, ook een antwoord is op de crisis van het hoger onderwijs in deze landen, onder andere de veel te lange studieduur. Sorbonne was trouwens een rechtstreeks gevolg van de Attali-studie "Pour un modèle Européen d’enseignement supérieur" waarin voor het eerst een 35-8 structuur voor het hoger onderwijs wordt vooropgesteld. Historiek Het Sorbonne-initiatief van 25 mei 1998 had als achtergrond de Attali studie met een structuurvoorstel van 3-5-8 studiejaren in het hoger onderwijs. Sorbonne wil een Europese onderwijsruimte creëren en de 2 cycli undergraduate – graduate invoeren zonder er echter een studieduur aan te verbinden. Aan Bologna namen op 19 juni 1999 reeds 29 landen deel, waaronder Vlaanderen. De eerste bedoeling was om tot een convergentie te komen van de nationale onderwijsstructuren in de deelnemende landen en te verplichten tot aanpassingen en onderlinge coördinatie.
8 I.M.-
OKTOBER 2001
Wat de inhoud betreft zijn er zeven aandachtspunten : het achterblijven van het Europees onderwijs vooral dan vergeleken met de grote aandacht die aan economisch Europa wordt besteed, het gebrek aan transparantie, vergelijkbaarheid en "leesbaarheid" van graden en diploma’s. Een voortzetting van de vroegere schuchtere pogingen om tot gelijkwaardigheid van diploma’s te komen, de snellere inzetbaarheid van gediplomeerden: na 3 studiejaren voor bachelors, de concurrentiekracht aan het EU onderwijs vergroten en de liberalisering van het onderwijs als dienst, het vergroten van de mobiliteit van de studenten, het structureren van de kwaliteit van het onderwijs door systemen van kwaliteitszorg en accreditering, het onderling flexibeler maken door onder andere invoeren van vormen van duaal leren en het promoten van levenslang leren. Bologna wil tegen 2010 vijf doelstellingen realiseren : leesbare en vergelijkbare graden, onder andere via het diplomasupplement, structurering in undergraduate (ten minste 3 studiejaren) en graduate cycli met als bijkomende eis dat de 3-jarige cyclus moet toegang geven tot de arbeidsmarkt, ECTS overdrachtsysteem studiebelastingspunten (ook voor levenslang leren), Europese kwaliteitszorg (criteria, methodes), vrije uitwisseling studenten, docenten en administratieve krachten.
Op te merken valt dat, in tegenstelling tot de zeer algemene doelstellingen van de Sorbonne verklaring, Bologna veel concretere acties voorstelt, een politiek engagement inhoudt en een vaste timing voorziet. De Praag conferentie van 18 en 19 mei 2001 werd voorbereid door het Salamanca- congres van 29 en 30 maart 2001, waar meer dan 300 universiteiten en hogere onderwijsinstellingen een reeks belangrijke aanbevelingen formuleerden, zoals: herdefiniëren van hoger onderwijs en research in gans Europa, hervorming en vernieuwing van curricula, beklemtonen van de onderzoeksdimensie van het hoger onderwijs, aanvaarding van mechanismen om de kwaliteit van het onderwijs te evalueren en te verzekeren, beklemtonen van onderwijs als een "publiek goed". Wat Praag zelf betreft dienen we de belangrijke inbreng van de studenten (voornamelijk ESIB met daarin het Vlaamse VVS) te vermelden en hun aandacht voor kwaliteitsproblematiek, mobiliteit en sociale democratisering. Een belangrijk item was ook het behoud van alle
hervorming van het hoger onderwijs ooit Europese talen als onderwijstalen, de minder stringente visie op de Bachelor als finaliteit en de tegenstellingen tussen de verdedigers van een 3+2 systeem en de verdedigers van een studieduur 3+1. Op te merken valt dat een directere EU sturing van het onderwijsgebeuren werd afgewezen en dat het onderwijs als publiek goed wordt herbevestigd. Ook wordt het belang van onderzoek en ontwikkeling voor het hoger onderwijs beklemtoond. 2010 wordt bevestigd als streefdatum voor het invoeren van de Bachelor-Master structuur. De adviesfuncties van rectoren (EUA) en studenten (ESIB) wordt vermeld en de kwaliteitsborging als hoofdthema’s voor de hervormingen aangegeven. De functie van NARIC/ENIC in het komen tot leesbare en vergelijkbare graden wordt opnieuw aangestipt. Er wordt bevestigd dat een Bachelor en een Mastergraad zowel aan universiteiten als aan andere instellingen van hoger onderwijs kunnen worden behaald. Tevens wordt gewezen op de taak van ECTS om studieonderdelen transferabel en verzamelbaar te maken. Een vergrote mobiliteit wordt vooropgesteld en het Mobility Action plan Nice 2000 wordt onderschreven. Op het vlak van een Europese kwaliteitssamenwerking worden de hogere onderwijsinstellingen verzocht gezamenlijke kwaliteitsstandaarden te ontwikkelen en tot vormen van "best practice" te komen in samenwerking met ENQA (Europees kwaliteitsnetwerk). Er wordt ook op aangedrongen "joint degrees" te organiseren en wederzijds te erkennen. Als direct praktische voorstellen wordt een vervolgvergadering eind 2003 in Berlijn vastgelegd evenals enkele thematische vergaderingen over accreditering, ECTS, studentenmobiliteit, joint-degrees en levenslang leren. Kritieken op Bologna
Hoewel over Sorbonne/Bologna/Praag een grote consensus bestaat worden vooral door de studenten belangrijke kritieken geformuleerd wat betreft het overwegend economisch karakter van de hervormingsvoorstellen van het Europees hoger onderwijs. De hele discussie wordt te dikwijls gevoerd in termen van besparingen, de concurrentiekracht van het Europees hoger onderwijs, de mondialisering van de onderwijsmarkt en de versnelde inzetbaarheid van de afgestudeerden. Ook de arbeidsrelevantie van de Bachelor cyclus wordt in vraag gesteld. Verder blijft er ook het antiglobaliseringsdiscours wegens het internationaal rekruteren van studenten en het liberaliseren van de hogere onderwijsmarkt. De vrees leeft ook dat alleen kapitaalkrachtige studenten zullen kunnen inspelen op het aanbod van private onderwijsaanbieders en e-onderwijs. Het dilemma tussen de nivellering van de onderwijskwaliteit versus het aantrekken van de beste studenten (zeker aan de topuniversiteiten) blijkt onopgelost. Hiertegenover wordt de noodzaak gesteld van overheidsfinanciering voor de gehele onderwijscyclus en algemene toegankelijkheid van de studies en wordt het onderwijs als publiek goed herbevestigd. Een belangrijk discussiepunt blijft ook de sterke marktgerichtheid van het onderwijs. Er wordt gevreesd voor het overheersen van de beroepsgerichte hogeschoolopleidingen op het universitair onderwijs. Bologna reanimeert de oude discussies tussen algemeen vormend versus specialistisch onderwijs en de noodzaak voor een brede basisvorming. Verder wordt ook gewezen op een mogelijke sociale discriminatie in landen met (zeer) lange opleidingsduur. Er blijft ook het grote probleem van het garanderen van de kwaliteit van het hoger onderwijs. Zal de Europese eenmaking niet leiden tot een nivellering van de kwaliteit naar een onderwijs als grootste gemene deler van het huidige EU-onderwijs ?
9 I.M.-
OKTOBER 2001
GRAAD EN DIPLOMA Zal het creëren van een "Europese onderwijsruimte" geen nieuwe impuls zijn om de eigen landstalen te laten verdringen door het Engels als enige onderwijstaal in het Europees hoger onderwijs ? Het taalgebruik mag nergens een nieuwe sociale drempel opwerpen en de eigen taal moet behouden worden als taal voor wetenschap en cultuur. Wat doet Vlaanderen? De opvatting van de Vlaamse regering in verband met de eengemaakte Europese ruimte van het hoger onderwijs vinden we zowel terug in het Vlaams regeerakkoord 1999 – 2004 als in de beleidsnota van minister M. Vanderpoorten. Volgens het regeerakkoord wil de Vlaamse regering de conclusies van Bologna implementeren in nauwe samenwerking met VLIR en VLHORA. Als prioriteiten worden vooropgesteld flexibilisering, modularisering, afstandsonderwijs, mobiliteit en bruggen tussen universiteiten en hogescholen. De beleidsnota wordt reeds praktischer met als belangrijkste aandachtspunten de evolutie naar een undergraduate en gradutate cyclus in het hoger onderwijs, het beschermen van de Mastertitel, de marktgerichtheid van de eerste driejaarlijkse cyclus in het hoger onderwijs, het modulaire opbouwen van de leerstof en het invoeren van een ECTS systeem zonder studieverlenging. Een gedetailleerd voorstel van minister Vanderpoorten vinden we terug in de conceptnota van de Vlaamse regering van 01-05-2001 in verband met de invulling van een undergraduate – graduate structuur in het tertiair onderwijs. Deze conceptnota gaat uit van een geïntegreerd hoger onderwijssysteem en stoelt op volgende principes:
10 I.M.-
Invoeren van accrediteringen van opleidingen (niet instellingen) om te komen tot gelijke minimale basiscompetenties. Over het probleem van ranking en het verlenen van "sterren" spreekt de nota zich niet uit. Omvormen van de Vlaamse ternaire onderwijsstructuur (praktisch een unicum in het Europese onderwijslandschap) naar een binaire structuur. Het beklemtonen van de kwaliteit van het onderwijs als eerste prioriteit. Overgang van onderwijs als overheidssector naar een dienstensector, onder andere via beheersovereenkomsten tussen overheid en onderwijssector.
OKTOBER 2001
Sorbonne
De academisering van 2 cycli opleidingen via bestuurlijke associaties tussen 5 "grote" universiteiten en hogescholen. Deze academisering dient in de eerste plaats te gebeuren door de inbedding van de hogeschoolopleidingen in het wetenschappelijk onderzoek. Herziening van de financiering van de hogescholen naar analogie met de herziening van de universiteiten. Het studentenaantallen criterium wordt vervangen door een kwaliteitscriterium gebaseerd op outputfactoren (aantallen gediplomeerden). Reorganisatie van volwasseneneducatie op hoger niveau (HOKT-SP). Maatregelen op het vlak van democratisering en levenslang leren onder andere door vormen van duaal leren. Het gangbare systeem van studiefinanciering moet ook aangepast worden aan gedifferentieerde leerwegen met eventueel invoeren van leerrechten (vouchers). De 1 cyclus opleidingen (graduaten) leiden, mits accreditering, tot de Bachelorgraad. Deze is beroepsgericht en geeft geen automatische toegang tot de Masteropleiding. De 2 cycli opleidingen leiden tot de titel van Master. Deze opleidingen moeten wel geherstructureerd worden in een undergraduate en een graduate cyclus. De 2+2 regeling dient vervangen door een 3+1 structuur. De Masteropleiding dient erg verweven te zijn met onderzoek zowel wat programma’s als wat docenten betreft. De conceptnota spreekt zich niet uit over de toe te passen titulatuur. Er wordt vooropgesteld deze herstructureringen door te voeren in het academiejaar 2002-2003. Hierna volgen de accrediteringen welke wel vóór 2007 dienen te gebeuren. Deze accrediteringen beperken zich tot het controleren van de minimale basiscompetenties en leggen geen eenvormigheid op. De accrediteringsorganen worden niet geprivatiseerd en hebben als bijzonderste doelstelling de markttransparantie van het hoger onderwijs te vergroten. De accrediteringen bouwen voort op de reeds ingevoerde onderwijsvisitaties, de zelfevaluaties en het betrekken van buitenlandse experts met openbare verslaggeving. De bestaande protocols dienen aangepast en moeten meer gewicht geven aan onderzoek en ontwikkeling. De conceptnota dringt ook aan op de directe aanvang van de accrediteringssamenwerking tussen Nederland en Vlaanderen en het aansluiten op de Kwartiermakers (Nederlandse Commissie Franssen).
Bologna Praag: Samengevat kunnen we uit de conceptnota volgend voorstel van beslissing aan het Vlaams parlement afleiden: 1. 2. 3. 4. 5.
De door de conceptnota ingestelde associaties tussen universiteiten en hogescholen vertrekken van een confederale structuur. Ze worden opgebouwd rond de 5 universiteiten RUG – UA – KUL - VUB en tUL. De associaties worden afgesloten op vrijwillige basis en zijn niet regionaal of provinciaal gestructureerd. Ze zijn stabiel en de partners behouden hun onderwijsbevoegdheden. De inschrijving van de studenten gebeurt bij de instelling(en) en niet bij de associaties, de diploma’s worden uitgereikt door de instellingen en niet door de associaties. Financiering geschiedt op het niveau van de instelling, difusies zijn verboden en er dient een stelsel van kwaliteitszorg uitgebouwd. Het overdragen van bevoegdheden van instellingen naar associaties is mogelijk. Vanwege de structuuraanpassingen van RUG en UA is een 2/3 meerderheid nodig. De conceptnota voorziet een decretale verankering van deze principes. Inhoudelijk worden nu reeds vragen gesteld bij het principe van vrijwilligheid versus de winst van associaties in een regionale context, bij het verbod van diffusies en de mogelijkheid bepaalde departementen van hogescholen te laten aansluiten bij verschillende universiteiten en bij het confederale model omdat bevoegdheidsoverdrachten snel kunnen leiden tot integratie en fusies. Een belangrijk aandachtspunt van de conceptnota is de versterking van het onderzoek aan de associaties. Zo zullen de 2 cycli-opleidingen ingeschakeld worden in BOF, FWO, basisonderzoek en IWT. Het aantal onderzoekers (onder andere uit de hogescholen) zal verhoogd worden en er zullen meer mogelijkheden geschapen worden voor doctoreren. De nota wijst het onderzoeksbeleid toe aan de universitaire partner uit de associatie om versnippering van middelen tegen te gaan, bouwt het HOBU-fonds af (deze middelen worden overgedragen naar de maatschappelijke dienstverlening van het 1 cyclus onderwijs) en stelt dat aan een 1 cyclus onderwijs geen onderzoek wordt georganiseerd. Een belangrijk hoofdstuk wordt ook gewijd aan de herziening van de financiering van de hogescholen. Zoals aan de universiteiten worden ook aan de hogescholen de financieringsenveloppen geblokkeerd, los van de studentenaantallen. De vergelijkingsbasis ligt bij de studentenaantallen van 01-022000 en 01-02-2001. De blokkageperiode is 20022006. De budgetten worden opgetrokken met 200 miljoen en er wordt een optimalisatiefonds ingesteld. Wat de investeringsmiddelen betreft: deze dienen bij voorrang aangewend om tot campusvormingen te komen. Er wordt een nieuw financieringsstelsel voor 2007 in het vooruitzicht gesteld voor universiteiten en associaties samen. Naast de input zal vooral rekening gehouden worden met de output aan gediplomeerden.
invoering graduate – undergraduate cycli accreditatie vijf associaties herziening financiering vastleggen extra financiële middelen voor hogescholen 6. oprichten Nederlands-Vlaams orgaan accreditering 7. vóór 1 november 2001 voorontwerp van decreet Wanneer we deze algemene bedenkingen toespitsen op de IWT-afdelingen van de 2 cycli opleidingen stellen we volgende knelpunten vast: Vooreerst de politieke haalbaarheid van het associatievoorstel van universiteiten met hogescholen. Deze associatievoorstellen zijn een beperkte invulling van de vraag van de 2 cycli opleidingen naar integratie/fusie van deze hogescholen in/met de universiteiten. Cruciale vraag blijft: "Wie gaat met wie?" Zullen de associaties afbreuk doen aan de huidige evenwichten? Of zullen ze de verzuiling versterken? Blijft het probleem dat bij zogenaamde onvolledige universiteiten sommige richtingen van de 2 cycli hogescholen moeilijk kunnen ingepast worden. Wat onder andere met de IWT-afdelingen welke zullen aansluiten bij UA en tUL waar geen toegepaste wetenschappen gedoceerd worden en waar inbedding in onderzoek voor moeilijkheden kan zorgen. Waarom wordt in de conceptnota geen aanbeveling gedaan om samenwerkingsverbanden op te zetten tussen de associaties ? Vervolgens kan het feit dat inschrijvingen en diplomering bij de instelling blijft en niet bij de associaties voor nieuwe verwarring zorgen in het buitenland. Opnieuw kan de indruk ontstaan dat Vlaanderen in het hoger onderwijs een driedelige structuur heeft. De EU wijst een drieledige structuur af. Zwak punt in de beleidsnota blijft dat er geen uitspraak wordt gedaan over de titulatuur van de vooropgestelde graden. De 2 cycli opleidingen eisen, wegens het academisch karakter van hun vorming, de titel Bachelor en Master of Arts/Science. Professional Bachelor/Master wordt afgewezen. Wat de industrieel ingenieurs betreft wordt eveneens Master of Engineering verworpen. De enige adequate titulatuur is "Ing. (naam) Master of Science in Engineering". Voor burgerlijk ingenieurs blijft de afkorting "ir." voorbehouden zodat verwarring wordt uitgesloten en herkenbaarheid verzekerd blijft. Tenslotte worden onvoldoende financiële middelen uitgetrokken om de academisering van de 2 cycli opleidingen tot een goed einde te brengen en om de opdracht aan basisonderzoek met economische en maatschappelijke finaliteit te kunnen waarmaken. (Vergelijken we bijvoorbeeld de voorziene extra middelen met het huidig verschil aan subsidiering tussen het 2 cycli onderwijs en de universiteiten: 219.000 BEF voor hogescholen - 423.000 BEF voor universiteiten). Ing. Gustaaf Van Wichelen
11 I.M.-
OKTOBER 2001
GRAAD EN DIPLOMA
Het wetsvoorstel voor de invoering van de Bachelor-Master wordt in Nederland ingediend
In Nederland ging de Ministerraad op vrijdag 15 juni 2001 akkoord met het wetsvoorstel van Loek Hermans, de liberale
minister
van
Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen (OC&W), voor de invoering van de bachelormaster in het hoger onderwijs.
Het wetsvoorstel, dat eerst voor advies naar de Raad van State werd gestuurd, is de wettelijke vertaling van het bachelormaster-model dat het voorwerp uitmaakt van een 18 bladzijden tellende nota "Naar een Open Hoger Onderwijs" die door het ministerie op 13 november 2000 werd verspreid. Minister Hermans vroeg de Onderwijsraad een commissie in te stellen die advies diende te geven voor de invoering van een bachelor-mastersysteem in het Nederlands hoger onderwijs. Deze commissie, die de naam meekreeg "Commissie-Rinnooy Kan", bezorgde op 5 juli 2000 haar huiswerk aan Hermans. De diensten van de minister gebruikten het document voor het samenstellen van bovenvermelde beleidsnota van 13 november 2000. Het advies is volgens Hermans "een goed fundament om beleid te voeren". Maar, stipt de minister in zijn beleidsnota aan: "er moeten nog een aantal knopen worden doorgehakt". Dit houdt onder meer in dat er keuzes dienden gemaakt te worden over de positie van de masteropleidingen in het HBO (Hoger Beroepsonderwijs), over de positie van de bacheloropleidingen in het WO (Wetenschappelijk Onderwijs of onderwijs verstrekt aan de universiteiten). Er diende ook duidelijkheid te komen over de selectiviteit bij de overgang van bachelor naar master en over de gevolgen voor het bekostigen en de studiefinanciering. Het kamerdebat van 19 maart 2001 leidde tot een algemene goedkeuring van de beleidsnota. De Ministerraad zette vervolgens op 22 juni 2001 het licht op groen voor de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs, of wat de Nederlanders liefkozend noemen: het bama-model. De goedkeuring van het wetsvoorstel is voorzien tegen 1 januari 2002. De instelling van 2 accreditatieraden voor het HBO en het WO verwacht men in het voorjaar 2002. Er komt ook een overkoepelend accreditatieorgaan, het z.g. "Nationaal Accreditatie Orgaan (NAO)".
12 I.M.-
OKTOBER 2001
Met ingang van het academiejaar 2002-2003 zouden de eerste bachelor en master graden aan hogescholen en universiteiten uitgereikt worden. Ook aan de hogescholen en universiteiten in Vlaanderen zou dan de bama-structuur ingang vinden. Minister Marleen Vanderpoorten volgt immers haar Nederlandse partijgenoot op de voet. Of hoe Nederlanders en Vlamingen voor de invoering van de bama goed met elkaar kunnen opschieten. In Vlaanderen liggen de kaarten echter niet zo eenvoudig. Het hoger onderwijs heeft immers een drieledige structuur, dat in Nederland is tweeledig. De invoering van de bamastructuur in Vlaanderen kan daarom niet direct gekopieerd worden van het Nederlands model, hetgeen we verder zullen verduidelijken. Hoofdlijnen van het Nederlands wetsvoorstel 1
2
3 4
5
6
7
8
9
Voor het hoger onderwijs wordt een undergraduate fase ingericht die leidt tot de bachelorgraad. Deze wordt gevolgd door een graduate fase waarin men de mastergraad kan behalen. De bama-structuur geldt zowel voor hogescholen (HBO) als voor universiteiten (WO). De bachelor- en masteropleidingen worden geregistreerd in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (het zogenaamde CROHO). In het WO bedraagt de bachelorfase tenminste 3 jaar of 126 studiepunten. Dit is in overeenstemming met de Europese afspraken in Bologna. Een WObachelor zal kunnen toetreden tot de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld via een duaal traject (een combinatie van leren en werken). De HBO-bachelor is in eerste instantie gericht op het behalen van een beroepskwalificatie. Het beroepskwalificerende karakter van de HBObachelor is een belangrijk onderscheid met de WObachelor, waarbij het accent ligt op academische vorming. In de regel zal de HBO-bachelor uitstromen naar de arbeidsmarkt. Masteropleidingen in het WO bouwen voort op het kennisniveau van de academische bachelor. Masteropleidingen worden in het WO bekostigd en er is geen internationale norm voor de cursusduur. De enige objectieve grondslag voor internationale erkenning en vergelijking is kwaliteit, gewaarborgd door de invoering van accreditatie. Masteropleidingen in het HBO richten zich in belangrijke mate op de doelgroep van de werkenden en zijn meer beroepsgericht. Masteropleidingen in het HBO worden beschouwd als voortgezette opleidingen, na het behalen van een HBO-bachelorgraad. Masteropleidingen aan de universiteiten behoren tot de initiële fase. Masteropleidingen in het HBO zullen een grote mate van variëteit kennen, bijvoorbeeld in cursusduur, gerichtheid op specifieke doelgroepen en combinaties van werk en leren. Het aantal jaren werkervaring kan een relevante toelatingsvoorwaarde zijn bij de masteropleidingen in het HBO. Accreditatie is een voorwaarde voor erkenning van masteropleidingen in het HBO. Accreditatie vormt ook een voorwaarde om een mastergraad te verlenen voor de huidige bekostigde vervolgopleidingen of voortgezette opleidingen in het HBO.
10 De masteropleidingen in het HBO bieden geen specifieke voorbereiding op de wetenschappelijke promotie (doctoreren). In het WO wordt de toegang tot de promotie verbonden aan de mastergraad. 11 Graden en titulatuur. Vanwege de transparantie op de Nederlandse arbeidsmarkt blijven de Nederlandse titels, inclusief de wettelijke bescherming, ongewijzigd. Het is aan de afgestudeerde zelf om te kiezen of hij of zij de internationale graad of de Nederlandse titel wil voeren. De internationale graden worden door de instellingen verleend, op voorwaarde dat de opleidingen zijn geaccrediteerd. Behalve de universiteiten en hogescholen kunnen ook andere instellingen (bijvoorbeeld buitenlandse) na invoering van de bama-structuur in Nederland graden verlenen. Op basis van de beleidsnota Hoger Onderwijs en Onderzoeksplan (HOOP) van minister Hermans (maart 1994) stelt de Nederlandse Koninklijke Ingenieursvereniging (KIVI) in overleg met de rectoren van de Technische Universiteiten de volgende titulatuur voor : Voor de ir’s: (5 jaar opleiding) na 3 jaar: Bachelor of Sciences (BSc) Master of Sciences (MSc) eventueel met toevoeging van de opleiding en plaats Voor de HBO-Ing (4 jaar) (HBO is vergelijkbaar met graduaatsopleiding) Bachelor of Engineering (B Eng) als finaliteit (na 4 jaar) Master of Engineering (M Eng): na een vervolgopleiding (=voortgezette studies) of praktijkervaring. Naamgeving van bachelor- en master graden In het wetsvoorstel worden de graden bachelor en master of "science" en "arts" voorbehouden voor WOopleidingen. Dit vloeit volgens Hermans voort uit de accreditatie als WO-opleidingen. Na het Kamerdebat van 19 maart heeft de minister echter toegezegd om te heroverwegen of de toevoeging "of Science" ook kan worden toegestaan bij de titel HBObachelor en –master. De HBO-raad, dit is de overkoepelende organisatie van de Nederlandse hogescholen, willen alleen de internationaal gangbare titels gebruiken. Dit betekent dat de meeste bachelor- en masteropleidingen van de hogescholen de toevoeging "arts" respectievelijk "science" wensen te gebruiken, eventueel gevolgd door een korte beschrijving van het vakgebied. In de Angelsaksische landen (Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw Zeeland) is de titulatuur, inclusief de toevoeging "arts" of "science" niet gebonden aan de oriëntatie van de hoger onderwijsinstelling (beroepsgericht of academisch). De toevoegingen "arts" en "science" verwijzen niet naar een academische oriëntatie van de opleiding, maar vormen grofweg het onderscheid tussen alfa/gamma versus technisch/bêta(para) medische oriëntatie.
13 I.M.-
OKTOBER 2001
GRAAD EN DIPLOMA
Wetsvoorstel
In de Angelsaksische opbouw van het hoger onderwijs zijn in de regel alle bacheloropleidingen die afsluiten met de BA- of BSc- graad kwalificerend voor de arbeidsmarkt, waarmee wordt onderstreept dat naast academische ook beroepsgerichte vaardigheden onderdeel uitmaken van het curriculum.
het hoger onderwijs in Vlaanderen verschilt met deze van onze Noorderburen. Het hoger onderwijs in Nederland heeft immers een tweeledige structuur: het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) en het Wetenschappelijk Onderwijs (WO) of het onderwijs dat aan de universiteiten wordt gegeven.
Met uitzondering van Australië wordt in de Angelsaksische landen de toevoeging "arts" gebruikt voor opleidingen die zich in de alfa/gamma gebied bevinden. De toevoeging "science" wordt gebruikt voor technischbêta, agrarisch- en (para)medische opleidingen. En, zeggen de hogescholen in Nederland, "we leiden al jaren MSc op, al gebeurt dit nog steeds via een V-bocht constructie met buitenlandse universiteiten".
België heeft daarentegen een drieledig hoger onderwijsmodel: hoger onderwijs van 1 cyclus (HO1C), hoger onderwijs van 2 cycli (HO2C) en het onderwijs dat door de universiteiten wordt verstrekt. Het HO1C is vergelijkbaar met het HBO in Nederland. Nederland kent dan weer geen HO2C-opleidingen (zoals voor industrieel ingenieurs, architecten en bepaalde licentiaatsopleidingen).
Kritiek op het HBO De Nederlandse Onderwijsraad en de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid is in haar verslag dat op 16 juli 2001 verscheen niet mals voor het HBO. Hogescholen zouden onvoldoende kennis hebben van het bedrijfsleven. De docenten staan te ver van de praktijk af en stages leveren niet de gewenste uitwisseling van kennis op. Ook op het gebied van onderzoek schieten hogescholen in Nederland te kort. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken. De HBO-raad onderschrijft grotendeels de resultaten van het onderzoek. Maar, stelt de HBO-raad, er zijn onvoldoende financiële middelen om de hogescholen te ontwikkelen tot regionale kenniscentra. Vlaanderen – Nederland Voor de invulling van de bama-structuur kijkt Vlaanderen met een knipoog naar Nederland. Maar de situatie van
In Nederland wordt onderwijs van academisch niveau niet verstrekt aan hogescholen, wel aan universiteiten. Dit is ook het geval voor alle andere landen in de wereld. België vormt met zijn hoger onderwijs van academisch niveau dat aan hogescholen wordt verstrekt een unicum. Dit is historisch zo gegroeid, zeg maar vergroeid in de internationale context. Dit stelt voor de afgestudeerden van het HO2C ernstige problemen in verband met de internationale erkenning en herkenning van hun graad en diploma. De industrieel ingenieurs kunnen er van meespreken. De wetgever heeft nochtans bij herhaling pogingen ondernomen om aan het probleem een oplossing te geven. Zo wordt in het decreet van 13 juli 1994 gestipuleerd dat onderwijs van academisch niveau gestoeld is op wetenschappelijke kennis. In de Nederlandse context betekent dit dat we te maken hebben met wetenschappelijk onderwijs (WO). In Nederland wordt WO verstrekt door universiteiten, een stelling die ook de Vlaamse Ingenieurskamer voor de opleiding van industrieel ingenieur onderschrijft. Ing. Noël Lagast.
Beknopt overzicht van de evolutie van het hoger onderwijs in Nederland
Er waren teveel scholen en de HTS-en fusioneerden tot grotere HBO-entiteiten.
Een beetje geschiedenis
In mei 1975 aanvaardde de Nederlandse Kamer de wet op de herstructurering van het Wetenschappelijk Onderwijs. De studieprogramma’s aan de universiteiten werden in het algemeen op 4 jaar gebracht, slechts per uitzondering 5 jaar. De opleiding van de Nederlandse "ir’s" werd op 4 jaar gebracht.
Nederland heeft 13 universiteiten en 66 instellingen voor Hoger Beroeps Onderwijs (HBO’s). HBO-instellingen bieden theoretische en praktische opleidingen aan die voorbereiden op de beroepspraktijk. Het HBO heeft 7 sectoren waaronder het hoger technisch en agrarisch onderwijs. 29 HBO-instellingen leiden ingenieurs op. We noemen ze gemakkelijkshalve HBO-ingenieurs. Ze voeren de titel ingenieur, afgekort "Ing.". Drie technische universiteiten (TU’s) leiden eveneens ingenieurs op. Ter onderscheid van de HBO-Ing. voeren ze "ir" als abbreviatie. De TU van Delft is de oudste. In 1905 bepaalde de hogere onderwijswet van Kuyper, die notabene werd aangenomen na ontbinding van de Eerste Kamer (wat een unicum was in de Nederlandse wetgeving), dat de polytechnische school in Delft een hogeschool werd. De TU’s van Twente en Eindhoven werden later opgericht. De HBO’s groeiden uit de Hogere Technische Scholen (HTS). Deze laatste ontstonden op hun beurt uit de Middelbare Technische Scholen (MTS). De eerste MTS werd in 1910 in Utrecht opgericht. Begin der jaren zeventig werden de meeste MTS-en omgedoopt tot HTS.
14 I.M.-
OKTOBER 2001
In mei 1978 publiceerde de nieuwe Nederlandse regering onder de handtekening van Minister Puis een nota "Hoger Onderwijs voor velen". De wet herstructurering van 1975 werd ongedaan gemaakt. Bekorting van de studieduur diende bereikt te worden door een tweefasen-structuur: een algemene opleiding van 4 jaar, gevolgd door een beroepsgerichte of wetenschappelijke opleiding van 1 of 2 jaar. Na heel wat discussie en mede in het licht van de internationalisering werd met ingang van het academiejaar 1995 – 1996 de studieduur voor de Nederlandse "ir" op 5 jaar gebracht. Sinds het academiejaar 1999 – 2000 is de studieduur van alle bêta-opleidingen 5 jaar, de vorige opleidingen bedragen 4 jaar. Bêta-opleidingen zijn levens- en natuurwetenschappen. Gamma-opleidingen zijn mens- en maatschappijwetenschappen.
Bachelor-Master
Eerste bestuurlijke samenwerking in Nederland (UvA en HvA) De wet op het Hoger Onderwijs van 1876 zorgde er in Nederland voor dat de universiteiten naast de traditionele onderwijsopdracht ook mensen dienden op te leiden voor het verrichten van zelfstandig wetenschappelijk onderzoek. Bepaalde "hogescholen" werden universiteit. Dit was onder meer het geval met de door de stad Amsterdam bekostigde Athenaeum Illustre, een kleine instelling met 8 docenten en 250 studenten, die in 1877 omgedoopt werd tot Universiteit van Amsterdam(UvA). Omdat de protestantse hoogleraars vanwege hun levensbeschouwelijke visie aan een rijksuniversiteit werden geweerd ontstond in Amsterdam een tweede universiteit, de zogenaamde Vrije Universiteit van Amsterdam (VUA). Ze ging in 1880 van start onder het motto "een universiteit vrij van kerk en vrij van staat". Het symbool van de VUA is daarom een griffioen, een mythisch wezen die de kracht combineert van een leeuw met de gratie van een adelaar. De griffioen symboliseert de VUA-doelstelling van onderwijs en onderzoek waarin mensen tot de grootst mogelijke hoogten reiken en tegelijkertijd met beide voeten op de grond blijven staan. De UvA heeft verschillende faculteitsgebouwen die hoofdzakelijk gespreid liggen in het centrum van de hoofdstad. Ze telt momenteel 22.000 studenten die kunnen kiezen uit zestig opleidingen. De campus van de VUA is gelegen aan de zuidrand van Amsterdam, op ongeveer twintig minuten van het centrum, in de omgeving van het Academisch Ziekenhuis. De vrije universiteit telt momenteel 13.000 studenten en biedt een 40-tal opleidingen aan. De twee universiteiten hebben samen ongeveer 10.000 medewerkers. Amsterdam heeft ook 4 hogescholen, die samen goed zijn voor een 30.000 studenten. Men onderscheidt er de Dr. Gerrit Th. Rietveld Academie, de Hogeschool voor Economische Studies, de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en de Hogeschool van Amsterdam (HvA). In de Hogeschool van Amsterdam waren we te gast bij de studentendecaan die instaat voor het geven van informatie aan studenten en aan al wie er om vraagt. De HvA is sinds een enkele jaren gehuisvest in een imposant gebouw (een vroeger bankgebouw), dat aan de
metro paalt en het hoofdkwartier van Philips dat onlangs van Eindhoven naar de hoofdstad verhuisde. De HvA is een prestigieus complex, met prachtige leslokalen, auditoria, restaurant, postkantoor en een groot filiaal van Amsterdams grootste boekhandel Scheltema. De HvA en de UvA hebben sinds een paar jaar een bestuurlijke samenwerking, een associatie, waarmee ze als eerste in Nederland van wal staken. Daarmee gingen ze ook Vlaanderen vooraf. In grote letters hoog bovenaan de gevel van het gebouw prijkt het opschrift "Universiteit – Hogeschool Amsterdam - UHA" De UHA heeft ook samenwerkingsverbanden aangegaan met andere hogescholen. Ze heeft een afzonderlijke dienst om studenten te informeren over hun studiekeuze aan een hogeschool of universiteit. Ze richt ook een oriëntatiejaar in die aan studenten de gelegenheid geeft om gedurende een jaar intensief kennis te maken met de opleidingen en ervaring op de doen met studeren in het hoger onderwijs. Samen bieden de UvA en de HvA meer dan 100 verschillende opleidingen aan. In verband met de bachelor-master structuur is de decaan formeel: het diploma van alle bachelor- en masteropleidingen dient recht te geven op het voeren van een internationaal gangbare titel. Ze heeft het over de competentiestrijd die wordt gevoerd tussen de HBOinstellingen en universiteiten. "Dat zal u in Vlaanderen ook wellicht niet vreemd zijn" lacht ze vriendelijk, op weg naar het fotokopietoestel die voor een pak afdrukken zorgt van de evolutie Nederlandse bama-historie. Waarvoor oprechte dank aan deze openhartige dame voor de tekst en uitleg. Ing. Noël Lagast
15 I.M.-
OKTOBER 2001
GRAAD EN DIPLOMA
Wordt door de invoering van de "bama" het jaarlijks ritueel van het baccalaureaat in Frankrijk straks overbodig"?
In Frankrijk wordt het middelbaar onderwijs afgesloten met een nationaal staatsexamen, het zogenaamd “baccalaureaat”, zeg maar de “bac”. Het baccalaureaat biedt toegang tot het hoger onderwijs en werd in 1808 bij keizerlijk decreet door Napoleon ingesteld. Het is een jaarlijks weerkerende gebeurtenis waarbij de eerste proef in juni plaatsvindt. 16 I.M.-
OKTOBER 2001
In de loop van het laatste jaar middelbaar onderwijs kunnen de leerlingen zich inschrijven voor het bac-examen en een inschrijving aanvragen voor een of andere vorm van hoger onderwijs. Naast de bacs “généraux” (algemeen) onderscheidt men ook de bacs “technologiques” (de technische of techno’s). Sinds een tiental jaar heeft men ook de bacs “professionnels” ingevoerd (beroepen of pro’s). Het type bac bepaalt de studierichting en de school of universiteit waar de leerlingen voor hun hogere studies worden toegelaten. Deze kan een universitair instituut zijn voor technologie (2 jaar; min of meer vergelijkbaar met ons technisch graduaat), een instelling voor hoger beroepsonderwijs (2 jaar; leidend tot een “brevet de technicien supérieur”). Leerlingen kunnen zich ook inschrijven voor de voorbereidende jaren (1 of 2), de zogenaamde “prepa’s” of “années préparatories” die de toegang geven tot één van de “Grandes Ecoles” of voor de bac die een toegang geeft tot de universiteit. De aanvraag voor een van deze vormen van hoger onderwijs wordt toegestaan of verworpen op basis van het middelbaar onderwijsdossier en van de resultaten van het bac-examen. Het niveau van het hoger onderwijs wordt aangeduid door BAC +1, 2, 3, 4,… Gigantische organisatie In juni 2001 namen ongeveer 650.000 zeventien en achttien jarigen deel aan de eerste proef van de bac’s. Elk jaar gaat dit gepaard met een gigantische organisatie. De onderwerpen worden een klein jaar vooraf voorbereid door 26 Franse “academics”. Elk van hen stelt een commissie samen van 12 leraars. 312 leraars bepalen de onderwerpen en de vragen voor het bac-examen, beloven de grootste discretie aan de dag te leggen en mogen zelf geen kinderen hebben die aan het bac-examen deelnemen. De goedgekeurde onderwerpen worden een paar maanden op voorhand gedrukt en opgesloten in de beveiligde lokalen van de staatsdrukkerij. Enkele dagen voor het nationaal examen (voor alle bacs geldt éénzelfde voormiddag) worden de examenpakketten met anonieme wagens afgeleverd op de plaats van het examen. Filosofie hoofdtroef Voor de eerste proef voor de bac’s généraux en technologiques staat de filosofie centraal. Frankrijk is immers het land van het geschreven en gesproken woord. Leraars van het middelbaar onderwijs dwepen dan ook graag met filosofie en filosofen, liefst met deze uit eigen land. Wie voor een beroeps-bac kiest (circa 10 procent) hoeft zich niet om de filosofische beschouwingen te bekommeren. De eerste schriftelijke proef duurt 4 uren en omvat meestal 2 delen.
Voor het eerste deel put de examencommissie haar vragen uit een tiental vooraf gekeurde onderwerpen. De leerlingen dienen een antwoord te formuleren op vragen zoals “is de menselijke rede van die aard dat zij aan de wereld meer orde wil opleggen dan er is?” of nog “is het echte altijd waarschijnlijk?”. Geef toe, voor tieners is dit geen eenvoudige opgave. Voor het tweede deel van de schriftelijke proef dienen de leerlingen een tekst van een of andere filosoof te bespreken. Bepaalde filosofische geschriften vormen een vast deel van het jaarlijks wederkerend ritueel. “l’Etre et le néant” van Jean-Paul Sartre behoort tot de toppers. Maar ook “Sein und Zeit” van Martin Heidegger is een vaste waarde. Met een beetje kennis over de “Verlichtingsgedachte” van Immanuel Kant zijn leerlingen een succesvolle bac verzekerd. Ook teksten van filosoofstaatsman-schrijver Jean Jacques Rousseau behoren eveneens tot de vaste onderwerpen. Een zeldzame keer las ik in de “bijbel” van de bac-examens de belangstelling voor de “Tractatus-logico-philosophicus” van ingenieur-filosoof Ludwig Wittgenstein. De eer om zinnige dingen daarover op papier te zetten komt toe aan de leerlingen die zich voor de bac-techno’s inschrijven. Daarentegen komt de ideeënwereld van de pre-Socraten nog heel zelden aan bod. Hetzelfde geldt ook voor deze van Socrates zelf. De man heeft immers nooit zelf iets van zijn ideeën op papier gezet. Wat we van hem weten werd immers neergeschreven door zijn leerling Plato. Dus omvat de bac nog heel zelden vragen over Socrates. Een verstandige beslissing van de commissie. Want zo oordelen de Franse leraars: wat een leerling over zijn leermeester schrijft mist vaak elke grond van objectiviteit. Koken kost geld De anonieme examens van de ongeveer 650.000 leerlingen worden door een legertje van 6.000 leraars nagezien. Binnen de opgelegde tijdslimiet van enkele dagen is het een stresserende bezigheid. Voor het corrigeren en het niet onbelangrijk veel bijkomend administratief werk krijgt elke leraar iets meer dan twee Euro of negentig Belgische frank. De hele operatie, drukwerk, correcties en administratie, enz, kost de Franse Staat jaarlijks ongeveer één miljard Belgische Frank. Straffe verhalen Elk jaar slagen er gemiddeld zeventig procent van de leerlingen in het bac-examen. Maar zoals bij elk examen zijn er ook “fraudeurs”. Ze zijn echter niet talrijk en de Franse onderwijswereld heeft daarover statistisch materiaal. Het aantal leerlingen die op oneerlijkheid betrapt worden daalde de jongste jaren fors tot 0,025 procent, een paar jaar geleden. De anti-spiekbrigade deed dus uitstekend werk. Rond het bac-gebeuren circuleren nochtans de wildste verhalen.
17 I.M.-
OKTOBER 2001
GRAAD EN DIPLOMA
Franse studenten op stage aan een van onze Vlaamse hogescholen vertellen me daarover wel eens een en ander. In de loop der jaren verzamelde ik dienaangaande voldoende stof voor enkele korte verhalen. Voor leuke “bluffertjes” of knallende anekdotes over de bac is de Franse student nooit verlegen. Bluffers behoren immers tot die categorie die precies genoeg weten om te doen alsof ze alles weten, ook als het gaat over de vindingrijkheid om het nationaal staatsexamen een hak te zetten. Verhalen van studenten die zich voor het bac-examen door iemand laten vervangen, die de stof beter beheerst, zijn in dit opzicht nog steeds schering en inslag, zij het allemaal ondanks de strenge identiteitscontrole. Al met al blijft de Franse student een humoristisch iemand die graag vermakelijke verhalen over de bac uit zijn mouw tovert. Vooral onder Vlaamse medestudenten pronkt hij graag met “le bac”, voor hem/haar nog steeds het aureool van opperste kennis. Morren over de bac In Frankrijk wordt de jongste jaren het nut van de bac in vraag gesteld. Napoleons’ opzet was weliswaar destijds goed bedoeld, maar de tegenstanders van het bacsysteem morren als maar luider. Al met al slagen een relatief groot aantal (30 %) niet in het bac-examen. Dat de toekomst van jongeren afhankelijk is van de kennis over lang vervlogen filosofen en van hun gedachtengoed zit hen dwars. Ze vinden dat de bacs beter moeten inspelen op de hervormingen van het hoger onderwijs in het Eurocontinent. Studenten van de Parijse Grande Ecole Paris-Tech, de ingenieursschool, lieten me weten dat de bac niet significant was geweest voor hun verdere opleiding.
18 I.M.-
OKTOBER 2001
bama ------
Het was volgens hen goed voor boekhandelaars en drukkers. Misschien een terechte opmerking. In de betere Franse boekhandel liggen immers elk jaar kersverse uitgaven van tientallen verschillende boekjes met goede raad en voorbeelden van vragen en antwoorden als leidraad voor het komend bac-examen. Het kost de leerlingen hopen geld en leidt volgens de ingenieursstudenten van Parijs tot niets. Maar tot nadere orde boeren de Franse “baccers” elk jaar opnieuw verder. "Concours national" De toegang tot het hoger onderwijs wordt voor alle leerlingen bepaald op basis van het dossier van het middelbaar onderwijs en het resultaat van de bac. Dat geldt uiteraard ook voor degene die in Frankrijk voor ingenieur aan een Grande Ecole wensen te studeren. De studieduur leidend tot de graad van ingenieur bedraagt 5 jaar (BAC+5). Na hun bac volgen de ingenieursstudenten gedurende twee jaar de “Classes Préparatories aux Grandes Ecoles” (CPGE). In de CPGE’s gebeurt de wetenschappelijke voorbereiding. Men onderscheidt er hogere wiskunde (Maths Sup) en gespecialiseerde wiskunde (Maths Spe). Tot de ingenieursopleiding zelf (3 jaar) wordt men toegelaten via een nationale wedstrijd of examen, de zogenaamde “Concours National”. Wie geslaagd is wordt toegelaten tot het 1ste jaar van de ingenieursopleiding. De Concours National geldt ook voor andere hogere studierichtingen (vb. hoger ambtenaren, kaderleden, enz.). Een ingenieursopleiding aan een G.E. in Frankrijk bestaat uit 2 fasen. De eerste fase is de zogenaamde voorbereiding in de “C.P.G.E.’s) en duurt 2 jaar. De tweede fase (3
------- baccalaureaat
jaar) vindt plaats in de ingenieursscholen zelf (G.E.). De toegang tot de tweede fase gebeurt via de Concours Nationals. Fransen introduceren de bama Zoveel is in de loop der jaren duidelijk geworden: het hele Europees onderwijssysteem is ver van doorzichtig. Van enige vorm van uniformiteit tussen de onderwijssystemen van de diverse landen is er geen sprake. Met zijn drieledig hoger onderwijs behoort België tot de koplopers van internationale onduidelijkheid. Maar de Fransen zijn in het zelfde bedje ziek. Een rondvraag bij Franse studenten en professoren leert dat men in het land van Voltaire en Pascal niet weet wat de winkel van het hoger onderwijs te bieden heeft. De mist in het Franse onderwijs trekt echter langzaam op. De Fransen en Europa hebben dit te danken aan de gewezen minister van onderwijs Jean Attali. Op 25 mei 1998 bond hij, ter gelegenheid van de viering van 750 jaren Sorbonne, de kat de bel aan. Europa moest nu maar eens zorgen dat de verschillende structuren van het hoger onderwijs op elkaar beter werden afgestemd. Zijn opmerking was niet een voorbijgaande “faits divers”. Zijn gedachtegang sloeg aan bij drie van zijn aanwezige collega’s, de ministers van onderwijs van Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk, zeg maar de grote landen. Het groepje ondertekende meteen een gezamenlijk akkoord over de harmonisering van het hoger onderwijs in Europa. Later zal ook onze toenmalige minister van onderwijs, Luc Van den Bossche, het akkoord ondertekenen. De “bama” (bachelor-master) kreeg daarmee, naar het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk, gestalte.
Wat jaren niet kon, met name het opkuisen van een warboel inzake hoger onderwijs, werd plots mogelijk. Dertig landen onderschreven het akkoord. De bijeenkomsten in Bologna en Praag zorgden voor meer concretisering. Geef toe Jean Attali verdient een standbeeld. De man heeft wellicht niet gedacht dat zijn, ter gelegenheid van de Sorbonne-viering heel korte toespraak, zoveel in beweging zou brengen. De Franse studenten en professoren vinden de bama alvast een goede zaak. Zo redeneert ook de rest van de Europese onderwijswereld. Het lokaal getouwtrek moet men er bij nemen. Hoofdzaak blijft nog steeds dat de afgestudeerde met zijn diploma een internationale erkenning krijgt. De internationale mobiliteit van de jongeren dwingt de beleidsmakers van alle landen tot een rechtvaardige herschikking van het hoger onderwijs. Wat er met Napoleons bac zal gebeuren is niet duidelijk. De Fransen bestuderen de zaak. De hele operatie biedt hen alvast stof genoeg voor een “conditionalis” essay. “Le jour du bac” uit Charles Aznavour's “Mes emmerdes” behoort straks wellicht tot het verleden.
Ing. Noël Lagast
19 I.M.-
OKTOBER 2001
GRAAD EN DIPLOMA De geschiedenis van de ingenieur (deel 24) Twaalf ton papier In de periode van 26 februari 1970 tot 18 februari 1977 werden voor de wettelijke regeling van de studies voor technisch ingenieur 4 wetsontwerpen en 158 amendementen ingediend, een bundel die goed was voor 21 kilogram aan papier. In deze periode was de hele distributie aan wetteksten goed voor ongeveer 12 ton papier. De pogingen om tot een wettelijke regeling van de studies te komen kostte niet alleen veel papier en duizenden uren werk voor het samenstellen van de ontwerpen van wet en amendementen, er werd ook door de beroepsverenigingen ontzettend veel energie gestoken in tegenargumenteren, het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten, het lobbyen en organiseren van betogingen. De periode 1970 tot 1977 was voor de studenten en technisch ingenieurs onrustig. In Brussel of elders werden maar liefst 8, vaak woelige, betogingen gehouden en noteerde men een honderdtal stakingsdagen in de scholen voor technisch ingenieur. De toekomst voor de studenten was onzeker, de sfeer soms grimmig en bitsig. Met de wet van 18 februari 1977 kwam de rust terug. De opleiding van technisch ingenieur werd geleidelijk afgebouwd. In de plaats kwam de graad van industrieel ingenieur. Opmars van de internationalisering van de industrie De geschiedenis van de hervorming van de studies van technisch ingenieur is niet alleen verbonden aan het uitvaardigen van een aantal Europese Richtlijnen in verband met de wederzijdse erkenning van diploma’s, ook de snelle opmars van de internationalisering van de industrie speelde een belangrijke rol. Vóór de jaren zestig was het Belgisch industrieel landschap immers gekenmerkt door slechts enkele multinationale ondernemingen. Vanaf 1960 behoorden meer en meer bedrijfstakken tot de multinationals. Buiten de factoren die in alle Euromarktlanden de aanzet waren tot investeren, had België aan het einde van de jaren vijftig een ruime arbeidsreserve. Het aanbod van goed opgeleide ingenieurs en technici was groter dan de vraag. De expansiewetten van 1958 en hun aanpassingen in 1966 en 1970, zorgden er voor dat van 1959 tot 1973 circa 7000 nieuwe industriële projecten in ons land werden gerealiseerd. Mastodontprojecten, zoals Sidmar en Ford Genk genoten van een milde overheidssteun. Sidmar, die gerealiseerd werd in de periode 1962 – 1968, zorgde overigens voor een diepgaande wijziging van de Oostvlaamse industriële activiteiten. In dezelfde periode werd Ford Genk, een "dochter" van Ford Keulen, opgericht. België was in de jaren zestig vooral een aantrekkingspool voor autoassemblage bedrijven.
20 I.M.-
OKTOBER 2001
In de Ingenieursmededelingen nr. 5, mei 2001, publiceerden wij deel 23 van deze artikelenreeks "De geschiedenis van de ingenieur". Wegens de actualiteit rond de Graad en het Diploma (Bachelor, Master, …) was het niet mogelijk om plaats vrij te maken om het vervolg van deze reeks te publiceren. Vandaar deze korte onderbreking. Wij vervolgen vanaf deze maand deze interessante reeks, die in het voorjaar 2002 zal afgelopen zijn.
In Antwerpen bouwde General Motors een tweede bedrijf, Volvo investeerde in Gent, DAF in Geel en Leyland zocht naar een uitbreiding voor zijn bedrijf in Mechelen. Ook de machinebouw en elektrotechniek was vanaf 1960 in de opmars: Picanol bouwde in Ieper, Philips in Lommel, Siemens in Oostkamp, enz. Sommige bedrijfstakken, zoals steenkool en basistextiel, werden echter afgebouwd. Bovendien zaten de woningbouw en de gigantische openbare werken mede in de lift. Van 1960 tot 1973 werden in ons land 250 nieuwe industriezones voor kleine en grote ondernemingen opgericht. De Europese dimensie van de economie en de behoefte van kapitaal zorgde echter ook voor talrijke fusies. Dit was onder meer het geval voor Glaverbel en het Vlaamse Gevaert dat fusioneerde met het Duitse Agfa, beide producent van fotografisch materiaal. Vraag naar ingenieurs Door de Europese en internationale dimensie in de ontwikkeling van de industrie tijdens de "golden sixties" steeg de vraag naar ingenieurs en kreeg ook het wetenschappelijk onderzoek meer aandacht. Innoveren werd een sleutelbegrip. Programmeerbare machines, minicomputers en robotten waren eind der jaren zeventig reeds algemeen in gebruik. Ingenieurs en onderzoekers participeerden in een wereldwijde economische expansie. De opleiding en vorming van de ingenieurs werd geconfronteerd met deze van buitenlandse collega’s. De internationale erkenning van de graad en het diploma van technisch ingenieur verliep erg moeizaam. Op het vlak van tewerkstelling was er geen reden om te mopperen. De statistieken leren dat er in oktober 1971 in ons land nog "slechts" 71.000 werklozen waren. Het feest was helaas van korte duur. In oktober 1980 was het aantal werklozen al tot 350.000 gestegen. Taalproblematiek en decreten Was de periode 1960-1973 economisch gunstig en kwamen de ingenieurs goed aan hun trekken, de taalproblematiek zorgde op zijn beurt voor wat luidruchtigheid. Het parlement en het volk ten zuiden en ten noorden van ons land liet van zich horen. Elk met hun eigen regionale reflex. De taalproblematiek leidde in 1970 tot een eerste grondwetsherziening. De regionalisering
Technisch ingenieurs wachtten vele jaren op Godot
kreeg een economische betekenis. Wetsontwerpen en wetsvoorstellen werden ontwerpen en voorstellen van decreet. Pas een kwarteeuw later (1994) zal het begrip "decreet" voor het hoger onderwijs in Vlaanderen voor het eerst zijn intrede doen. De periode 1965-1977 staat voor de technisch ingenieurs geboekstaafd als een, op zijn zachtst uitgedrukt, tergend en lamentabel tijdsperk. De traagheid van de politieke besluitvorming voor de hervorming van het hoger onderwijs stond in schril contrast met de snelheid waarmee de internationale industrialisering en de hervorming van het hoger onderwijs in de buurlanden evolueerde. Internationale evolutie van het hoger onderwijs De periode 1965 - 1977 trok een enorme spanningsboog over het technisch hoger onderwijs van ons land. De liberalisering van de handel en diensten en de op gang gekomen mutaties van de wereldeconomie hadden immers het proces van het vrij verkeer van personen versneld. De Belgische ondernemingen kregen een internationale dimensie. In 1976 beschikten reeds 96 van de Belgische ondernemingen met meer dan 100 werknemers over 609 buitenlandse vestigingen. Inherent aan deze internationale maatschappelijke verandering was de problematiek van de wederzijdse erkenning van diploma’s. In 1968 had de Conferentie voor de vernieuwing van het hoger onderwijs een besluit genomen om "alle vormen van het hoger onderwijs uit te breiden en aan te passen aan de noden die werden gesteld door de Europese evolutie". Op voorstel van de Europese Commissie trachtten de zes landen van de Europese Gemeenschap tot een harmonisering van het hoger onderwijs te komen. Om tegemoet te komen aan de Europese realiteit ontstonden de eerste voorstellen om de studies van technisch ingenieur te revaloriseren en aan te passen aan de Europese gedachtegang. De problematiek van de ingenieurs begon zich echter scherper te stellen toen de E.G. op 1 januari 1973 uitbreidde met het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Ierland. De 4 wetsvoorstellen voor de regeling van de studies van technisch ingenieur die door verschillende regeringen (telkens van een andere coalitie) in 7 jaar werden ingediend verwezen telkens naar de Europese evolutie van het hoger onderwijs. 1970: wetsontwerp 609 hertekent het onderwijslandschap Op 26 februari 1970 dienden de toenmalige socialistische ministers Piet Vermeylen en Abel Dubois een wetsontwerp in waarbij de structuur van het technisch hoger onderwijs werd hertekend. Het wetsontwerp kreeg het nummer 609. Het was sinds 1933 het eerste wetgevend initiatief van de regering in verband met de problematiek van de technisch ingenieur. Ter herinnering: wetsontwerpen gaan uit van de regering, wetsvoorstellen zijn initiatieven van het parlement. Bemerk dat het wetsontwerp 609 over de structuur ging van het technisch hoger onderwijs. Het behandelde niet het hele hoger onderwijs. In dit verband citeren we een merkwaardige paragraaf uit de regeringsverklaring van juni 1968: "het bestemmen van leidende functies voor de universitairen is een ongegrond voorrecht dat veel jongeren van een technische vorming deed afzien". Een van de voorwaarden die bijdroeg tot een revalorisatie van het hoger onderwijs was het invoeren van een aangepaste terminologie. Zo werd de term "niet-universitair hoger onderwijs" (NUHO) vermeden. Want, zo stelde de memorie van toelichting "deze term ontkent meer dan ze waardeert… het is daarom wenselijk dat alleen de uitdrukking hoger onderwijs zou blijven behouden, mits evenwel van een adjectief om de bijzondere aard van de studies aan te duiden".
21 I.M.-
OKTOBER 2001
GRAAD EN DIPLOMA Wetsontwerp 609 opteerde voor "universitair niveau" Het wetsontwerp 609 steunde op de besluiten van de Commissie Rens en van de Werkgroep De Witte. Ze werd ook getoetst aan de adviezen die werden uitgebracht door het VBO, door de faculteiten voor toegepaste wetenschappen, de beroepsverenigingen van technisch en burgerlijk ingenieurs en de syndicale organisaties. In grote lijnen kwam de inhoud ervan neer op het opheffen van de structuur van het hoger onderwijs volgens de zogenaamde drie graden (KB 14 november 1962) en het instellen van een nieuwe structuur. Deze zou enerzijds bestaan uit een "lang" technisch hoger onderwijs met 2 cycli en anderzijds een "kort" technisch hoger onderwijs met 1 cyclus. De term cyclus (studieduur van tenminste 2 jaar) werd ingevoerd op advies van de Rade van State teneinde geen verwarring te veroorzaken met de term "graad". In de loop van de volgende jaren ging menig van deze begrippen een eigen leven leiden. Zo sprak men aanvankelijk van "korte- en lange cyclus onderwijs". Vanaf 1977 gebruikte men van "hoger onderwijs van het korte- of lange type" (HOKT en HOLT). Op het wetsontwerp 609 werden 11 amendementen ingediend. De besprekingen leidden echter tot een splitsing van de problematiek. Men koos voor een meer algemene wetgeving (kaderwet) in verband met de structuur van het hoger onderwijs i.p.v. voor een wetgeving die alleen het technisch hoger onderwijs behandelde. Nadien kwam er een afzonderlijk wetsontwerp die de hervorming van de studies voor technisch ingenieur regelde. Op deze wijze ontstond de kaderwet van 7 juli 1970 en volgde het wetsontwerp 616 dat de graad van industrieel ingenieur en van industrieel conducteur instelde. Er verliepen amper 5 maanden tussen de datum van het indienen van het wetsontwerp 609 en de eindstemming (9 juni 1970). Om tegemoet te komen aan de Europese Richtlijnen inzake onderlinge erkenning van de diploma’s stipuleerde artikel 2 van het wetsontwerp 609 wij citeren: "de opleidingsvormen van het lange type zijn van universitair niveau en bestaan uit ofwel 2 cycli, ofwel een 2de cyclus die onafhankelijk van een 1ste cyclus wordt georganiseerd". Bij de bespreking in de Kamercommissie gaf de minister op vraag van een lid een toelichting i.v.m. de term universitair niveau. Wij citeren: "de term universitair niveau wordt gebruikt om duidelijk aan te tonen dat deze diploma’s afgeleverd worden door instellingen voor universitair onderwijs, d.w.z. instellingen die hetzelfde karakter en hetzelfde niveau hebben als een universiteit zoals omschreven in de richtlijnen van de Commissie van de Europese Gemeenschap. Dit betekent niet dat deze inrichtingen zich kunnen beroepen op het statuut van de universiteiten zoals het door de wet wordt omschreven." Bijna een kwarteeuw later zal het decreet van 13 juli 1994 de term "universitair niveau" vervangen door "academisch niveau". Art. II, paragraaf 2, van voornoemd decreet bepaalt immers, wij citeren: "de basisopleidingen van 2 cycli en de overeenkomstige graden (o.m. de graad van industrieel ingenieur) zijn van academisch niveau en dus gestoeld op wetenschappelijke kennis" (BS 31.08.1994).
22 I.M.-
OKTOBER 2001
"Pietje de leugenaar" Gedurende de voorbije veertig jaar hadden we als bestuurslid van de VIK het voorrecht om de problematiek van de technisch ingenieurs te bespreken met menig minister van onderwijs. Ook heel wat parlementairen passeerden de "revue". Minister Piet Vermeylen behoorde echter tot het groepje van "merkwaardige eminenties". Als zoon van de beroemde August Vermeylen, van wie de gevleugelde woorden "Vlaming zijn om Europeeër te worden", werd Piet, Pieter of Pierre Vermeylen in 1904 in Ukkel geboren. Hij overleed op 30 december 1991. Toen hij in 1945 zijn pas overleden vader als senator opvolgde, werd hij het jaar daarop voor de eerste maal minister. Hij zou nog vaak deel uitmaken van verschillende regeringen: Binnenlandse Zaken (’47 – ’49 en ’54 – ’58), Justitie (’61 – ’65) en Onderwijs (’68 – ’71). Zijn bijnaam "Pietje de leugenaar" kreeg hij omdat hij op 26 maart 1955, op een ogenblik dat er honderdduizenden opstapten in de verboden schoolbetoging in Brussel, laconiek verklaarde dat er in de hoofdstad geen betogers te bekennen vielen. Vele jaren bleef hij zich ergeren aan deze schampere titel. Vermeylen was niet bang om te zeggen wat hij dacht. Zo verweet hij het verval van de instellingen "aan de lafheid van de politici en aan de lafbekkerij van de democraten". Tijdens een gesprek met hem over de problematiek van de technisch ingenieur luisterde hij amper om des te meer op te vallen door zijn soms uitdagend non-conformisme. Deze socialistisch politicus en latere hoogleraar aan de VUB was amper 17 jaar toen hij toetrad tot de communistische partij. Hij richtte een marxistische studentenbond op, ging op meetings vooraanstaande socialisten uitfluiten en werd in 1929 K.P.-lijst aanvoerder in Bergen. Een jaar later verliet hij de K.P., maar bleef meehelpen bij de opstelling van communistische wetsvoorstellen. Later vond hij aansluiting bij de socialisten, waar hij met Paul Henri Spaak tot de extreem linkse vleugel behoorde. Tijdens de tweede oorlog verbleef hij als griffier van het Belgische militair gerecht en medewerker van de staatsveiligheid in Londen. Na de bevrijding keerde hij naar België terug en verwierf hij naam als een rumoerige advocaat en een gloedvolle pleiter van de Europese gedacht. Van zijn vader had hij immers geleerd dat men eerst Vlaming moet zijn om Europeaan te kunnen worden. De "rechten" van de Vlamingen in een verenigd Europa stonden nochtans hoog in zijn vaandel. Spitsvondig legde hij ons uit wat dit betekende. Het wetsontwerp 609 dat hij met zijn partijgenoot, de uit Mons afkomstige Abel Dubois, neerlegde bevatte de ingrediënten voor een aanpassing van het hoger onderwijs aan dat van de omringende landen. Het wetsontwerp 609 werd door de technisch ingenieurs echter fel gecontesteerd. Later zal blijken dat het het draagvlak vormde van de onderwijsstructuur, anno 2000.
De geschiedenis van de ingenieur (24)
7 juli 1970 : een nieuwe kaderwet voor het hoger onderwijs Het 11de amendement op het wetsontwerp 609 leidde tot de fameuze kaderwet die voor de vernieuwing zorgde van de algemene structuur van het hoger onderwijs. Het wetsontwerp 609 werd zonder moeite door de beide Wetgevende Kamers aangenomen en op 7 juli 1970 door de ministers P. Vermeylen en A. Dubois ondertekend en met ’s lands zegel gezegeld door de minister van Justitie, A. Vranckx. De tekst van de nieuwe wet verscheen in het Belgische Staatsblad van 12 september 1970 (Blz. 9220 – 9224). De wet deelde het onderwijs in in 4 niveaus: voorschools, lager-, middelbaar- en hoger onderwijs. Naast het universitair onderwijs werd het hoger onderwijs ingedeeld in 7 categorieën, waaronder het technisch hoger onderwijs. De 7 categorieën bestonden in opleidingsvormen van het korte en van het lange type. Alle inrichtingen en afdelingen van het hoger technisch onderwijs die overeenkomstig het KB van november 1962 werden gerangschikt in de eerste graad, werden opgenomen in het hoger onderwijs van het korte type (HOKT). De inrichtingen en afdelingen die volgens voornoemd KB gerangschikt stonden onder de derde graad werden gerangschikt in het hoger onderwijs van het lange type (HOLT). Artikel 2 van de Wet van 7 juli 1970 stipuleerde bovendien dat de opleidingsvormen van het lange type van universitair niveau zijn. Wat gebeurde er met de inrichtingen en afdelingen van het hoger technisch onderwijs die volgens het KB van 1962 in de 2de graad waren gerangschikt ? M.a.w. wat gebeurde er met de technisch ingenieurs en de architecten? Bij de bespreking van het wetsontwerp 609 werd een afzonderlijke regeling voor deze opleidingen voorgesteld. De Kaderwet van 7 juli 1970 voorzag voor deze categorie van opleidingen overgangsmaatregelen (artikel 16 paragraaf 2) totdat "een wet deze aangele-
genheid (opleidingen van de 2de graad) zou regelen". De regeling kwam er pas 7 jaar later! 1970 – 1977: wachten op Godot In deze periode werden de technisch ingenieurs en architecten geconfronteerd met het toneelstuk "Wachten op Godot" van Samuel Bekett (hij stierf in 1989): Godot, een naam die door Bekett werd geïmproviseerd, was de persoon waarmee twee heren een afspraak hadden. Hoe Godot eruit ziet en wanneer hij komt wisten de twee wachtende heren (lees technisch ingenieurs) niet. Ze probeerden dan maar de tijd door te komen die hen scheidt van een ontmoeting. Bij avondval kregen ze te horen dat het voor morgen zou zijn. Helaas, Godot daagde weer niet op. Moraal van het verhaal: wie op Godot wacht, wacht vergeefs. Op Godot hebben de technisch ingenieurs en architecten niet vergeefs gewacht, wel duurde het 7 jaar. Ons tweeKamerstelsel hield er nog een jaar de spanning in. Op 30 juni 1976 keurde de Kamer het wetsontwerp (616) goed met 95 ja-stemmen tegen 61 onthoudingen. Daarna werd het wetsontwerp naar de Senaat overgezonden en werd het op 18 februari 1977 als "wet betreffende de inrichting van het hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en agrarisch hoger onderwijs van het lange type" bekrachtigd. Op 12 maart 1977 verscheen de tekst in het BS (blz. 3037-3051). Herman Decroo en A. Humblet tekenden als minister van Nationale Opvoeding. Het wetsontwerp werd gezien en met ’s lands zegel gezegeld door Herman Vanderpoorten, de vader van mevrouw de minister voor Onderwijs en Vorming, anno 1999 …, Marleen Vanderpoorten. In dezelfde periode werd ook de wet in verband met de organisatie van het architectuuronderwijs gestemd.
Ing. Noël Lagast
Geraadpleegde bronnen : 1. Publicatiebladen van de EU (1969 – 1970.) 2. Resolutie van de Raad van Europa, 6 juni 1974 (Publicatieblad van de EU, C.98/1). 3. Richtlijnen van de Raad van Europa, 21 december 1988. 4. Wetsvoorstellen (6.05.1959; 5.12.1962; 3.05.1967; 12.11.1968; 28.11.1965; 28.11.1968; 3.12.1968; 19.12.1968 en 7.01.1969). 5. Wetsontwerpen nr. 609, 616, 220, 595. 6. Parlementaire Handelingen juni 1976 (nr. 133, 134, 135 en 136). 7. Archief Vlaamse Ingenieurskamer (1964 – 1977).
23 I.M.-
OKTOBER 2001
JONGERENWERKING
VIK-jongerenweekend 29 juni - 1 juli 2001
Alle VIK-ers
Zouden we? We zullen!
Lachen geblazen met Jummoo
Tussen de dropping, het kampvuur, de survivaltocht, de fuif, het quadrijden, het muurklimmen en mountainbiken Mountainbiken in het Heuvelland
24 I.M.-
OKTOBER 2001
Heuvelland
De Bosgeus, tijdelijk VIK-huis in Heuvelland
Dropping
De barbecue stort in...
hielden de VIK-ers zich voornamelijk bezig met de inwendige mens.
De barbecue blijft staan!
Wie zal dat allemaal weer betalen?
25 I.M.-
OKTOBER 2001
TE
INGENIEUR EN BEROEP
Tech-Art 2002: bijzondere uitgave! De Tech-Art prijzen bekronen elk jaar unieke vernieuwende creaties op technisch en artistiek gebied. Naast de symbolische prijs, een verguld ei op marmeren voet (symbool voor vernieuwing en groei) ontvangen de technische en artistieke winnaars elk een bedrag van 100.000 BEF. De artistieke en technische realisaties worden elk gelauwerd met eenzelfde prijs. Aan de hand van een omschrijving van het werk met illustraties of foto's maakt de jury een eerste beoordeling, waarna bepaald wordt welke kandidaten hun realisatie persoonlijk komen voorstellen tijdens de eindjurering. De jury bestaat uit experts op technisch of artistiek vlak. Samen beoordelen ze alle inzendingen. Dat is meteen het bijzondere van de Tech-Art prijzen: techniek en kunst worden samen beoordeeld en samen bekroond. Een inzending kan zowel hoogtechnologisch zijn, artistiek, of een combinatie van zowel techniek als kunst.
Criteria tot deelname Elk bedrijf, groepering of individu kan deelnemen. De realisatie moet ontwikkeld zijn in België en origineel zijn, m.a.w. geen uitbreiding van een bestaand idee of product. Voor de technische inzendingen dient de realisatie haalbaar en zo mogelijk rendabel te zijn. De realisatie moet maatschappelijk nuttig zijn en een potentieel internationale uitstraling hebben.
Uitreiking 2002 Eind mei 2002 worden de Tech-Art prijzen uitgereikt in Brugge, Culturele Hoofdstad van Europa. In 2002 zal de Tech-Art een bijzondere uitstraling hebben. Immers, de uitreiking zal meteen ook de start zijn van het internationale driedaagse EYE(European Young Engineers) - gebeuren waarvoor België gastland is en de Vlaamse Ingenieurskamer
Organisatie De Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) organiseert het evenement. De technische prijs krijgt de naam "Omer François prijs" en de artistieke prijs de "Hugo Van der Heyden prijs". Beiden waren innoverende industrieel ingenieurs en stonden aan de bakermat van de VIK. Hoewel de VIK zich richt tot industrieel ingenieurs, zijn de Tech-Art prijzen toegankelijk voor iedereen vanaf 18 jaar.
26 I.M.-
OKTOBER 2001
het voorzitterschap waarneemt. In 2002 is het EYE-thema ‘Engineering and culture’. Tech-Art is dan ook het ideale evenement om EYE 2002 in Brugge in te zetten.
Welke werken komen in aanmerking voor de Tech-Art prijzen? Technische realisaties: zowel hoogtechnologische nieuwe ontwikkelingen als ingenieus bedachte technische innovaties. Artistieke realisaties: elk vernieuwend project binnen de domeinen van de beeldende kunsten, muziek, toneel, literatuur, architectuur en industriële vormgeving. Elke technische inzending wordt ook beoordeeld naar zijn esthetische vormgeving. Bij de artistieke inzendingen moet er een toegevoegde technische waarde aanwezig zijn. Bedrijven die in de prijzen vielen: in 1986 ging de prijs naar de firma GTE/ATEA uit Herentals met de Dateabus 232. Ook het VITO uit Mol won de prijs met XIRFON-ultrafiltratiemembranen (1995) en in 1996 ontving de firma Stork Mec uit Antwerpen de technische prijs voor haar realisatie "robotlassen in kerncentrales". Studenten aan hogescholen en universiteiten die de prijs wonnen: in 1988 werd de prijs toegekend aan Luc Reynaert (KUL) voor zijn geïntegreerde accelerometer. Luc Defoort, afgestudeerd aan de industriële hogeschool Kortrijk (thans hogeschool West-Vlaanderen, dept. IWT) kreeg de prijs in 1989 voor zijn muziekanalysator. In 1997 won Tom Domen, afgestudeerd als productontwikkelaar, de prijs met zijn project: sisalverwerking en erosiebestrijding in Afrika.
Terlinck (1997) was bij de winnaars met zijn muziek voor Hommel. Bekenden uit de artistieke wereld wonnen ook de prijs In 1987 werd de prijs toegekend aan Walter Tillemans met Het Nieuw Ensemble Raamteater, in 1989 aan R.A. Opstaele met zijn gigantische figuren, Stichting Logos uit Gent met het Tetraederproject won in 1991, Mieke Everaet met haar specifiek werk met porselein in 1992, Guy Coolen van muziektheater Transparant met de opvoering van het Peter Maxwell Davies Triptiek sleepte de prijs in de wacht in 1995. Voor het eerst in de geschiedenis van de prijzen werd in 1999 een volwaardige Tech-Art prijs toegekend, wegens de technologische en artistieke kwaliteit van project «Planologisch en Stedenbouwkundig Interactief Informatiesysteem via Internet» van de Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening Stad Gent. Projectleider was Mario Matthys. In de volgende artikels hebben we het over de impact van de Tech-Art prijzen bij de winnaars. Meer inlichtingen: Vlaamse Ingenieurskamer, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel. 03 259 11 09 en VIK-website www.vik.be
In 1998 was dit Eyetronics, een spin-off bedrijf ontstaan uit het departement Elektrotechniek van de KUL met hun project ShapeSnatcher. In 1999 wonnen studenten van de departementen voor Architectuur van La Cambre en Sint-Lucas Brussel te Tech-Art prijs voor hun project: Lightscape. Bekroningen voor individuele ontwikkelaars: Roland Neut diende een realisatie in (1994) die hij ontworpen had voor zijn moeder "Easy Move" een toestel voor thuisverzorging van mensen met beperkte motorische mogelijkheden. Ook Michel
In Memoriam Jan Heuninckx
Net bereikte ons het bericht dat op 25 juli jl. kunstschilder en pedagoog Jan Heuninckx overleed. Jan was Tech-Art jurylid en winnaar van het technische luik van de Tech-Art prijzen 2000. Volgens Jan moest kunst leven, vanuit nieuwe visies, nieuwe materialen en nieuwe technieken. Hij experimenteerde met allerlei artistieke technieken. Hij is de geestelijke vader van de
Rembrandt Artists fluidcolours, een nieuwe formule voor een liquide verf voor kunstschilders, en van de "diorama", een schildertechniek gecombineerd met kleurlicht. Als schilder had hij niet alleen technische ervaring, maar ook een natuurlijke ingesteldheid om deze ervaring aan anderen mee te delen. Met zijn lessen en zijn publicaties bereikte hij honderden leerkrachten. Jan wilde ieders ogen openen voor kleur en heeft heel wat jonge kunstenaars op weg geholpen.
TECH-ART
ECH-ART
27 I.M.-
OKTOBER 2001
INGENIEUR EN BEROEP Berichten uit de samenleving 1/3 van Nederlandse ingenieurs ontevreden over privé-werkverhouding De Nederlandse ingenieursvereniging NIRIA publiceerde onlangs een onderzoek naar de tevredenheid over de combinatie werk-privé bij hun leden. Voor een goed begrip: de onderzoeksgroep bestond uit 100 mannelijke en 100 vrouwelijke ingenieurs tussen 25 en 40 jaar. Ruim een derde is niet of niet helemaal tevreden. De ontevredenen zijn vooral te vinden bij de 40 tot 45-jarigen. Ze willen minder werken en willen kortere reistijden. Bovendien willen ze meer tijd besteden aan hobby’s, sport, buitenrecreatie en sociale contacten. Ruim 2/3 van de Nederlandse ingenieurs heeft flexibele werktijden. 20% werkt deeltijds, maar 40% van alle ingenieurs (mannen én vrouwen) wil in de komende 5 jaar ook deeltijds gaan werken. Van de mannelijke ingenieurs wil 1/3 in de toekomst deeltijds gaan werken (op dit ogenblik werken 5% Nederlandse mannelijke ingenieurs deeltijds). Ook telewerken staat hoog op het verlanglijstje bij onze noorderburen. Voor het volledige rapport:
[email protected] (ED)
Virtuele watervrees bij Belgische ondernemingen? Het afgelopen jaar gingen heel wat webwinkels over kop. De verwachting dat internetgebruikers massaal online inkopen zouden doen is niet ingelost. Lichte beurspaniek. Is dit een reden om de nieuwe economie af te zweren? Nee, integendeel, zegt Agoria. De economie mag dan structureel veranderd zijn met het internet, de nieuwe economie is veel meer dan internet alleen. Het gaat ook om nieuwe strategieën. De huidige economische adempauze is een ideaal moment om nieuwe structurele groeimogelijkheden te onderzoeken. Tot hiertoe zijn het vooral de multinationals die onder druk van hun aandeelhouders als eersten de informatiesnelweg op zijn gesneld. Belgische KMO’s wachten af. Belangrijkste boodschap voor grote en kleine ondernemingen: concentreer je op je kernactiviteit, zoek mondiale partners en besteed die elementen van je waardeketen uit die je kan uitbesteden. De schaarse productiefactoren zijn tegenwoordig niet olie of koper maar – zeker voor KMO’s - wendbaarheid en…werknemersbreinen. "Als je creatieve werknemers wil kan je niet met slaafjes werken" voegt Toon Vandevelde, antroploog-econoom KULeuven er fijntjes aan toe. (Agoria)
28 I.M.-
OKTOBER 2001
Eerste minuten cruciaal bij sollicitaties Personeelsmanagers herkennen een goede kandidaat binnen het half uur, dat beweren ze tenminste in een enquête van Dedicated Research. De enquête werd gevoerd bij HR-managers in Engeland, Frankrijk, Duitsland, Tsjechië, Nederland en België. De Belgische personeelsdirecteurs voelen gemiddeld na 32 minuten aan of een kandidaat geschikt is voor de job of niet. Dat is één minuut later dan het gemiddelde van de zes landen. Bijna de helft van de ondervraagden meent al binnen de 20 minuten door te hebben of de kandidaat geschikt is. Gedraag je dus als een korte afstandsloper als je gaat solliciteren. (KMOPME)
INGENIEUR EN BEROEP
Uit de toespraak van Vlaams Minister Van Mechelen
Vlaamse Innovatie Samenwerkingsverbanden Minister Van Mechelen had het in zijn toespraak bij de inhuldiging van het nieuwe VIK-huis op 7 september onder andere ook over de wildgroei in de bestaande innovatie-initiatieven. Hij stelde meteen het nieuwe financieringsinstrument voor.
van bedrijven rond aspecten van een bepaalde technologie worden behandeld. Anderzijds moeten ook eigen initiatieven worden genomen, bij voorkeur in samenwerking met collega’s, om innovatieve aspecten van een bepaalde technologie naar bedrijven te brengen.
De nieuwe regeling vervangt de vroegere (verspreide) steun aan cluster- en vallei-initiatieven. Het wordt bottom-up georganiseerd en richt zich naar zogenaamde "Vlaamse Innovatie Samenwerkingsverbanden" (VIS). Netwerken van bedrijven kunnen - al dan niet via bestaande organisaties – steun genieten voor gezamenlijke projecten. In totaal is 500 miljoen BEF per jaar voorzien. Vanaf nu kunnen er projecten worden ingediend.
Subregionale innovatiestimulering is gericht naar alle bedrijven gelegen in een bepaalde regio, waarbij hen een eerstelijnszorg rond innovatie wordt aangeboden. Belangrijk hierbij is de verbinding naar de tweede lijn (gespecialiseerde kennisdiensten) die vlot, ongebonden en efficiënt dient te worden georganiseerd.
Mogelijke projecttypes Collectief onderzoek dat zich richt op korte, middellange en lange termijnonderzoek op wetenschappelijk-technologisch gebied. Criterium: het onderzoek moet belangrijk zijn voor de collectiviteit van bedrijven waarvoor het is opgezet. De indieners moeten in staat zijn de ambities van het project te realiseren. Technologische dienstverlening omvat enerzijds activiteiten waarbij enerzijds de vragen
Financiering 80% van de aanvaardbare kosten voor technologische dienstverlening en 50% voor collectief onderzoek. De aanvaardbare kosten omvatten de reële loonkosten en een standaardkost voor werking en overhead. De projecten moeten ingediend worden bij IWTVlaanderen, voor 1 november voor technologische dienstverlening en subregionale innovatiestimulering en voor 1 december voor collectief onderzoek. Meer informatie: www.iwt.be of Bernard De Potter – coördinator, Bischoffsheimlaan 25, 1000 Brussel, tel. 02 209 09 00, e-mail:
[email protected]
29 I.M.-
OKTOBER 2001
INGENIEUR EN BEROEP
De Diesel-elektrische centrale van Gent Een verleden Bij het invoeren van elektrische energie in België heeft Gent een pioniersrol gespeeld. Reeds in 1887 werd de schouwburg op de Kouter met elektriciteit verlicht. In 1900 werden de Vlaanderenstraat, het Sint-Baafsplein en de Korenmarkt elektrisch verlicht met de stroom van een onafhankelijk productiecentrum in de stad. Tussen 1901 en 1904 werd de toepassing van de "nieuwe" energie veralgemeend met de installatie van een eigen elektrische energiecentrale met stoomaandrijving en een eerste stadsdistributienet. In het begin van de jaren twintig werd een nieuwe stoomturbine-alternatorencentrale (lage druk) gebouwd aan de Ham. De capaciteit werd herhaaldelijk opgevoerd om in 1930 met 5 turbo-alternatoren 65.000 kW te halen. In 1955 werd een tweede middendrukcentrale in gebruik genomen met twee machines. Totaal vermogen: 57 MW. Deze centrale leverde ook de energie voor een stadsverwarmingsnet dat tot op vandaag warmte levert voor klinieken en appartementen in de wijk "Den Briel".
Giganten van industriële archeologie
De firma Carels te Gent ontwierp scheepsmachines, stoom- en textielmachines, werktuigmachines. Er werkten ooit meer dan 1.000 werknemers. Later werd Carels de N.V. SEM en uiteindelijk de N.V. ACEC-Gent. De firma specialiseerde zich in scheepsdieselmotoren onder licentie, alternatoren, gasturbines en vooral elektrische transformatoren. ACEC-Gent was een exportfirma bij uitstek en had nood aan een
30 I.M.-
OKTOBER 2001
referentie-thuismarkt om haar activiteiten over de hele wereld te ondersteunen. Daarom werd in 1967 besloten om de nieuwe elektrische centrale van de stad te voorzien van een zeer innoverende diesel-elektrische eenheid van 22 MW of 30.000 PK. In 1972 en in 1980 werd ze uitgebreid met twee nog grotere generatoren van elk ongeveer 30 MW of 40.000 PK. Dergelijke installaties werden vooral geleverd aan eilanden en afgelegen gebieden waar alleen stookolie kon worden aangevoerd en waar de behoefte aan energie beperkt blijft. Dergelijke centrales draaien heden nog op de Fiji-eilanden, op Barbados en in afgelegen gebieden in Turkije. De stad Gent bleef trouw aan haar pioniersrol voor het invoeren van nieuwe technologieën. Zo werd de centrale recent voorzien van een moderne gasturbine van General Electric met een vermogen van 40 MW. De turbine met alternator is rechtstreeks afgeleid van de straalmotor van de Boeing 747. De stroomaggregaten van de vroegere lage- en middendrukcentrales zijn nog steeds vrijwel intact aanwezig als levende, indrukwekkende industrieel-archeologische getuigen. De laatste stoommachine werd definitief buiten gebruik gesteld in 1993. De drie diesel-elektrische generatoren en de gasturbine zijn rechtstreeks aangesloten op het nationaal hoogspanningsnet (150 kV) en worden sinds 1981 gebruikt als reserve- of piekeenheden van het nationale distributienet van Electrabel. De centrale werd in 1985 opgenomen in het patrimonium van de Intercommunale SPE die o.a. instaat voor de energievoorziening van de kern van de stad Gent. Een bezoek Aan de rand van de stad, vlakbij de haven, leidt ir. Eric Antoons, de verantwoordelijke voor de centrale, ons naar een reusachtig gebouw. Het is bekroond met een 102 meter hoge cilindrische schouw op vierkante basis. Enkel een lichtbruine rookpluim en een vaag geluidsniveau op de achtergrond verraden dat twee van de drie dieselge-
neratoren en de gasturbine in bedrijf zijn. De binnenruimte lijkt op de machinekamer van een enorm containerschip met trapladders en loopbruggen. Daar staan de kolossen. De betonnen fundering van iedere groep meet De VIK organiseert binnen1640 m3 en rust op 66 kort een geleid bezoek voor een beperkte groep aan deze heipalen van elk 100 ton. uitzonderlijke site onder De twee stalen steunbalken begeleiding van Ing. Jos van de 22 meter lange dieKestens. Meer inlichtingen in selmotoren zijn verankerd een volgende Ingenieursmet bouten van 7 meter mededelingen. lengte en 20 cm diameter. De thermische uitzetting van de dieselmotor oefent op deze manier geen schuifspanningen uit op de fundering. Elke dieselmotor is rechtstreeks gekoppeld aan de alternator met horizontale as. Het geheel is meer dan 20 meter lang, 7 meter breed en 12 meter hoog. Elke dieselmotor heeft een krukas van meer dan 240 ton! Om een idee te krijgen van de enorme massa’s die hier in beweging zijn vergelijken we even de binnenafmetingen van deze 10 of 12 cylindermotoren met die van een courante diesel in onze wagen: boring: ongeveer 1 meter diameter slag: 1,70 meter compressie 1: 11 toerental: 115 of 125 omwentelingen per minuut 2-takt regime met turbolading onder constante druk. Bij een zo laag toerental was het nodig om een speciale alternator met 56 polen te ontwikkelen. De opgewekte spanning bedraagt bij de oudste groep 6kV en bij de twee andere 10 kV. Via een direct aangesloten transformator worden deze spanningen opgevoerd tot 36 kV, de nominale bedrijfsspanning van het Gentse hoogspanningsnet. De uitgangsspanning van het geheel wordt geregeld via het toerental van de aandrijvende dieselmotor. Via het onderstation in de Ham zelf en een tweede onderstation elders in de stad is het Gentse hoogspanningsnet nu vast verbonden met het nationale 150 kVnet.
Nog indrukwekkender zijn de bijhorende hulpkringen en toebehoren van elke machine. We hebben het dan over installaties voor de behandeling van het koelwater dat uit het nabije kanaal wordt gepompt, installaties voor het gezuiverd koelwater, koel- en zuiveringsinrichting van de smeerolie, installaties voor filtering, zuivering en voorverwarming van de zware stookolie (115°), voorbereiding van de lichte stookolie die gebruikt wordt bij het opstarten, een persluchtcentrale voor de start en voor de geforceerde koeling en diverse secundaire stoomgeneratoren voor de warmterecuperatie en de voeding van het stadsverwarmingsnet. Bij vollast wordt zo’n 20 ton zware stookolie per uur verstookt en wordt ongeveer 10.000 kW aan warmte-energie gerecupereerd uit de uitlaatgassen. Die verlaten de schouw op 220°C. De koeling van de alternator wordt bij normaal bedrijf verzekerd door een enorme coaxiaal opgestelde ventilator. Ook de geïntegreerde hoogspanningstransformator (30.300 kVA) heeft zijn eigen koelcircuit waar de 7-ton isolatieolie permanent worden gefilterd en gekoeld tot 60°C. Alle stuur- en veiligheidsorganen zijn ontdubbeld. Slechts twee werknemers verzekeren de normale werking van het geheel. Een toekomst? Het rendement van deze centrales bedraagt minstens 40%. Handicap blijft de milieuproblematiek en de hoge prijs van de stookolie. De jaren van dergelijke installaties zijn geteld. Immers, een aanpassing aan de toekomstige milieunormen zou al te buitensporige en niet meer te verantwoorden investeringen vergen. Tenslotte zijn de machines, die ooit de grootste ter wereld waren, al bijna 40 jaar in dienst en bestaan de firma’s ACEC en AEG niet meer. Het verkrijgen van wisselstukken is bijna onmogelijk. Soms moeten ze per stuk opnieuw vervaardigd worden, wat kostprijs en leveringstermijn naar boven haalt. Het is te betreuren dat dit soort Belgische ingenieurskunst bijna volledig teloor is gegaan en dat jonge ingenieurs nog amper weet hebben van dit soort realisaties.
Ing. Jos Kestens
31 I.M.-
OKTOBER 2001
INGENIEUR EN MAATSCHAPPIJ
Uitreiking VIK-prijs
Uitreiking VIK-prijs Naar jaarlijkse gewoonte reikte de VIK ook dit jaar de VIK-prijs uit in de hogescholen. Dit gebeurde naar aanleiding van de proclamaties die op het einde van het academiejaar in de hogescholen plaatsvonden. De VIK-prijs heeft een waarde van 5.000 BEF en wordt uitgereikt aan een student die door de directie van de hogeschool gekozen wordt uit een van de ingezonden eindwerken. Hierna geven wij u een kort overzicht van de laureauten van de VIKprijs in de verschillende hogescholen.
Hogeschool Antwerpen De VIK-prijs werd toegekend aan Ing. Annick Coussement met het eindwerk: "Ontwerp van een absorptie-eenheid voor de neutralisatie van een zure processtroom met ammoniakgas". Dit eindwerk werk gerealiseerd bij de firma Bayer Antwerpen N.V., Caprolactambedrijf. De promotoren waren ir. W. Van Herck en J. Decloedt van het bedrijf, voor de school was dit ir. E. Pauwels. De VIK-prijs werd namens de VIK uitgereikt door Ing. Freddy Daems, voorzitter van de VIK-Afdeling Antwerpen. Hogeschool voor Wetenschap en Kunst Ing. Peter Seynaeve en Ing. Pieter Verstuyft waren de laureaten van de VIK-prijs in de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst (De Nayer Instituut). Met hun eindwerk: "Onderzoek naar een ontwikkeling van een 1Dnumeriek model ter bepaling van de langskracht op een schip gedurende het vullen en ledigen van een sluiskolk" kregen zij van de jury een quotering van 27 op 30! De promotoren waren ir. Y. Meersschaut van het Waterbouwkundig Laboratorium en dr.ir. A. Van Gysel van het De Nayer Instituut. Ing. Jef Heylen, bestuurslid van de VIK-Afdeling Mechelen had de eer de VIK-prijs te mogen overhandigen.
32 I.M.-
OKTOBER 2001
Hogeschool Limburg Ing. Lev Polders, afgestudeerd in de afdeling Kernenergie, afstudeerrichting chemie – milieutechnologie, kaapte in de Hogeschool Limburg de VIK-prijs weg, met het eindwerk "Opzetten van een ISO 14001systeem" uitgevoerd bij Swedish Match Cigars. Deze firma is één van de grootste sigarenproducenten ter wereld. Dr.ir.Ing. Kathleen Venderickx, voorzitter van de VIKAfdeling Limburg, overhandigde op 6 juli deze VIK-prijs.
De VIK beloont pas afgestudeerde,ingenieurs met een VIK-prijs Katholieke Hogeschool Limburg
Hogeschool Gent
Met zijn eindwerk: "Effecten van zink op groei en nutriëntenopname van gemycorrhizeerde en niet-gemycorrhizeerde dennenzaaiingen (Pinus sylvestris L.) werd Ing. Bart Willems geselecteerd voor de VIK-prijs. Het eindwerk werd gerealiseerd in samenwerking met het Limburgs Universitair Centrum (LUC). De promotoren waren Dr. J.V. Colpaert en prof.Dr. J. Vangronsveld van het LUC en Ing. W. Neyens, docent KHLim, dep. IWT. De VIK-prijs werd overhandigd door Ing. Raymond Froidmont, erevoorzitter VIK.
Volgende afgestudeerden werden genomineerd met een VIK-prijs: Thimothy D’Herde en Mike Bogaerts ontvangen samen 10.000 BEF van ATIG. Bart De Coster en Koen Schutijser ontvangen samen 10.000 BEF van de VIK-Afdeling OostVlaanderen. Eerste BARCO-VIK-prijs: boekenbon van 5.000 BEF aan Kurt Gielen Tweede BARCO-VIK-prijs: boekenbon van 5.000 BEF gedeeld door Robert Leune en Lieven Steyaert. Deze prijzen werden overhandigd door Ing. Marnix Demil, ondervoorzitter van de VIK-Afdeling Oost-Vlaanderen.
Groep T Hogeschool Leuven Ing. David Dierickx en Ing. Rik Vanden Driessche, ingenieurs Elektromechanica, optie Elektromechanica, behaalden de VIK-prijs in de hogeschool Groep T. De titel van het bekroonde werk is: "Besturingskast voor servomotoren: DIAX 02 Proefstand". Het werk werd gerealiseerd bij het bedrijf Mannesmann Rexroth in Ternat. Promotor was ir. Wim Vuylsteke. De VIK-prijs werd overhandigd door Ing. Ief Leroy, Jongerenverantwoordelijke van de VIK-Afdeling LeuvenHageland.
Erasmushogeschool Op de proclamatie van 29 juni werd de VIK-prijs uitgereikt aan Geert Barandat, laureaat van de basisopleiding Elektromechanica en tevens laureaat van de specialisatie Mechanisch Ontwerpen. Deze VIK-prijs werd overhandigd door Ing. Roland Mortier, voorzitter van de VIK-Afdeling Brussel-HalleVilvoorde.
Hogeschool West-Vlaanderen Karel de Grote Hogeschool Ing. Petra Geldof behaalde de VIK-prijs met haar eindwerk "Thermische inactivatiestudie van tomaten pectin methylesterase", aan het labo levensmiddelentechnologie (Faculteit Landbouw en Geologie KULeuven. Promotoren waren prof. Marc Hendrickx (KULeuven) en ir. Marc Wynants (KdG). De VIK-prijs werd uitgereikt door Ing. Lieven Schoonbaert, beheerder van de VIK.
Ing. Olivier Van den Hautte ontving op 30 juni de VIK-prijs uit handen van Ing. Geert Viaene, voorzitter van de VIKAfdeling Zuid-West-Vlaanderen. De laureaat ontving deze prijs niet alleen voor zijn eindwerk, maar tevens voor zijn deelname in de Studentenraad en het feit dat hij verschillende bestuursmandaten heeft opgenomen tijdens zijn studies.
Katholieke Hogeschool Kempen KaHo Sint-Lieven Volgende afgestudeerden ontvingen bij de KaHo SintLieven een aan de VIK gerelateerde prijs: VIK-Afdeling Oost-Vlaanderen: gedeeld door Leen Degrande en Bram Messiaen Eerste Barco-VIK-prijs aan Stijn Notebaert Tweede Barco-VIK-prijs aan Stijn Eeckhaut vVIK-Oost-Vlaanderen aan de laureaat van het brugjaar Tommy De Ghein. Deze prijzen werden overhandigd door Ing. René Peeters, voorzitter van de VIK-Afdeling Oost-Vlaanderen.
Ing. Guido Hendrikx, voorzitter van de VIK-Afdeling Kempen, mocht de VIK-prijs uitdelen aan Ing. Bert Vande Meersche en Ing. Dirk Van Hertem voor hun eindwerk "Netpollutie door harmonischen", casestudie bij Janssen Pharmaceutica en Raf Van Mol voor het eindwerk "De melkcontrole bij het automatisch melksysteem (AMS). Schatting van het vet- en eiwitgehalte". Raf liep hiervoor stage bij VRV, Oosterzele.
Namens de VIK een dikke proficiat voor alle prijswinnaars.
33 I.M.-
OKTOBER 2001
INGENIEUR EN MAATSCHAPPIJ
Nieuwe eredeken van de arbeid
Voorzitter VIK-Centrum Zelfstandigen ontvangt hoge onderscheiding
Op voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid en de Minister van Economie, werd bij Koninklijk Besluit van 29 april 2001 Lic.Ing. Johan Vanvolsem onderscheiden met de titel van Eredeken van de Arbeid, voor de sector "Industrieel Ingenieurs & Technisch Ingenieurs". Voorgedragen door de Vlaamse Ingenieurskamer (met haar 15.000 leden één der belangrijkste beroepsverenigingen in Vlaanderen), zal hij in de komende vijf jaar, samen met Ing. Jean Tengattini (voorgedragen door de Union Fédérale des Associations d’Ingénieurs Industriels de Belgique) en Ing. Julien Mutsaert (voorgedragen door de NUTI) deze representatieve opdracht vervullen. De waardigheid van Eredeken van de Arbeid is één van de hoogste burgerlijke onderscheidingen die er niet zozeer toe strekt de professionele waarde van de titularis te erkennen en te belonen, maar die hem veeleer belast met de zending, de tradities, de waarde, alsmede het moreel en sociaal prestige van zijn beroep of functie te verpersoonlijken. Eredeken van de arbeid is de hoogste (en zeldzame) titel van het Koninklijk Instituut der Eliten van de
34 I.M.-
OKTOBER 2001
Arbeid. Een belangrijk onderscheid met de twee andere titels – Laureaat van de Arbeid en Cadet van de Arbeid – is dat de kandidaten voor de titel "Eredeken van de Arbeid" moeten voorgedragen worden door het Nationaal Organiserend Comité en goedgekeurd worden door de Commissaris-Generaal der Regering. Men kan zichzelf dus niet naar voren schuiven. Het mandaat duurt vijf jaar, waarna men tot "Emeritus-Eredeken van de Arbeid" kan worden aangesteld. Aan de Eredekens van de Arbeid wordt gevraagd het halssnoer (een amarant passementwerk, versierd met negen vergulde achthoekige schilden met, in het midden, een leeuwenkop met een vergulde en gebrandschilderde halshanger bestaande uit een hamer in zwart en rood émail, omgeven door twee garven korenaar, die de naamletter A van de stichter Koning Albert vormen en met koninklijke kroon als top) te dragen bij officiële en openbare plechtigheden en ceremonies met plechtig karakter: door de beroepsvereniging ingerichte feesten, belangrijke nationale of internationale vergaderingen…. Lic. Ing. Johan Vanvolsem werd in 1936 geboren te Lembeek (Vlaams Brabant), studeerde in 1958 af als Technisch Bouwkundig Ingenieur (H.I. De Nayer, Mechelen), behaalde in 1961 het diploma van Landmeter-Expert Onroerende Goederen (Centrale Examencommissie), studeerde in 1964 aan de KU Leuven arbeidsorganisatie en in 1975 stedenbouw en werd in 1978 geassimileerd tot industrieel ingenieur burgerlijke bouwkunde. Professioneel is hij vrij beroeper met een landmeetkundig en expertisebureau te Halle (Vlaams Brabant) en wordt hij regelmatig belast met gerechtelijke en scheidsrechterlijke opdrachten. Hij is ere-secretarisgeneraal van de Koninklijke Federatie der Zelfstandige Landmeters-Experten (1974-1998), Nationaal penningmeester van de Koninklijke Confederatie der Landmeters-Experten (sedert 1999), Voorzitter van het Centrum Zelfstandigen van de Vlaamse Ingenieurskamer (sedert 1986), Secretaris van de Nederlandstalige Sectie van de Belgische Kamer voor
Gerechtsdeskundigen (1989-1995), hoofdredacteur van GEORAMA (2-maandelijks tijdschrift van de Belgische Landmeters-Experten (sedert 1998), voorzitter 1999-2004 van het Interfederaal Bureau nr. 16 (Technische Beroepen) van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en KMO), Past President & Belgisch Afgevaardigde van EgoS (European Group of Serveyors), Correspondent Member to F.I.G. (Fédération Internationale des Géomètres) Commission 2: Professional Education, lid van het Comité van Beheer van het Nationaal Geografisch Instituut (20002004) en lid van de Raad van Beheer van de Federatie der Vrije en Intellectuele Beroepen / UNIZO. Hij was vooral actief bij de opwaardering van de landmetersstudies (tot industrieel ingenieurs of licentiaten), bij het opstellen van beroepsprofielen bij de VLOR (Vlaamse Onderwijsraad) en het VIZO (Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen) en bij de publicatie van
vakliteratuur (o.a. als auteur van het boek "Huurschade" – Kluwer) en als medewerker aan "Vastgoedinfo" (Ced.Samson). Johan Vanvolsem is ere-Reserve-KapiteinCommandant Genie en titularis van meerdere eretekens: Ridder in de Kroonorde, Ridder in de Leopoldsorde, Bronzen, Zilveren en Gouden Erekentekens van Laureaat van de Arbeid, Bijzondere Eretekens Middenstand/Beroepsverenigingen 2e en 1e Klasse en de Zilveren Medaille voor Verdienste van de Provincie Brabant. In zijn geboorte- en verblijfstad Halle (33.000 inwoners) is hij de tweede eredeken van de arbeid, naast André Demunck (sector drogisterijen).
Ing. Gustaaf Van Wichelen
VERENIGINGSNIEUWS Zelfkleverslag Maandelijks delen we met de stickeractie een aantal prijzen uit. Kleef uw VIK-sticker op een leuke plaats (auto, fiets, brievenbus, enz.) neem een foto en stuur hem op. De beste foto wordt beloond. Zonder foto’s gaat het ook: u kan in de prijzen vallen als een attente collega uw sticker opmerkt en ons dat meldt. Werd uw nummerplaat gepubliceerd in een vorige uitgave van de Ingenieursmededelingen dan kan u nog steeds reageren. Uit de nummerplaten die onze fulltime speurploeg doorseinde, lootten we de volgende nummers:
EHS 066
GNF 834
KGG 068
NVR 130
RVG 070
Als een van deze nummerplaten de uwe is, stuur dan een kopie van het inschrijvingsbewijs en van uw VIK-lidkaart (een fotootje mag ook altijd !) op naar het VIK-secretariaat, t.a.v. Francine Demaret, Herentalsebaan 643 Wommelgem, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected] Succes!
35 I.M.-
OKTOBER 2001
INGENIEUR EN VORMING
Cursusoverzicht najaar 2001 vanaf oktober 2001 TECHNOLOGIE Bouwkunde Bouwgebreken Veiligheidspreventie voor architecten/ontwerpers Grondmechanica en funderingstechnieken Versterken van betonconstructies met gelijmde vezelcomposietwapening Betonrenovatie: nieuwe eisen en technieken
2N*A
15.11
5A*G 6A*G
15.11 15.11
2D*A 4A*A
19.10 05.11
5N*A
24.10
3A*A
06.12
7A*A
07.11
9A*A 15A*A 8D*A
18.10 17.10 19.10
Corrosie Corrosie
Elektriciteit- Elektronica Aardingssystemen (TT,TN,IT) in industriële elektrische installaties Dimensionering van elektromechanische aandrijfsystemen
Energie - Koeltechnieken Industriële koeling Ontwerpen klima-installaties Ontwerpen koelinstallaties
Kunststoffen Workshop: spuitgieten van kunststoffen 4D*A Profiel- en buisextrusie 4N*A Vezelextrusie 3N*A Kunststofproducten en hun kostprijselementen 3D*A
07.11 07.11 05.12 07.11
INGENIEURSMEDEDELINGEN
Mechanica
36 I.M.-
OKTOBER 2001
België-Belgique P.B. Hasselt 1- 3°afd.
S TUDIEGIDS P ERMANENTE V ORMING
12/403
Mechanische dichtingen 2D*A Pompen 4V*A Productiviteit door een beter verspaningsproces 5D*A Basiscursus stans-, plooi- en dieptrekmatrijzen 6A*A
18.10 17.11 29.11 07.11
Meet- en regeltechniek
TECHNOLOGIE
VORMINGSPROGRAMMA
Meet- en regeltechniek in de praktijk Explosiebeveiliging
3N2D*G 14.11 2V*A 14.10
NAJAAR 2001 BEDRIJFSKUNDE
Scheikunde
INFORMATICA & COMMUNICATIETECHNOLOGIE
Stabiliteit van dispersies Moderne scheidingstechnieken
SOCIALE EN PERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN
MANAGEMENT
Adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem
Jaargang 39 • Extra editie - september 2001 Verschijnt niet in juli en augustus Afgiftekantoor Hasselt 1
w w w. v i k . b e
6V*A 3A*A
17.11 06.11
Voeding
Veiligheid
HACCP: (Hazard Analysis Critical Control Points) Cleaning in Place (CIP) Verpakking van voedsel
1N*A 2D*A 2N*A
17.10 11.12 16.11
2A*A 1A*A
05.12 07.11
4A*A
12.11
Beheer van gebouwen Gezonde gebouwen
2D*A 1D*A 1D*A
21.11 07.12 30.11
INFORMATICA & COMMUNICATIE TECHNOLOGIE
BEDRIJFSKUNDE FMEA (Failure Mode and Effects Analysis) 5S–Werkplaatsorganisatie in 5 stappen Mochi: verandering- en innovatiemanagement
ADR in de praktijk Veiligheidsmanagement voor leidinggevenden Riskmanagement
Algemeen Van Datawarehousing & Mining naar Webwarehousing & Mining Hoe gebruiksvriendelijke interfaces bouwen?
2V*A 2D*A
13.10 25.10
1D*A 1D*A
22.10 05.11
TCP/IP hands on 4D*A Information and Communication Technologies 9A*A TCP/IP in 2 avonden 2A*A VOIP in 2 avonden 2A*A
17.11 17.10 16.10 11.12
Internet 3A*A
29.11
De nieuwe ISO 9001 1D*A Interne auditor 1D*A Het EFQM business excellence model 4N*A Integratie van SPC en EPC 1D*A Kleur en glansmeting in de kwaliteitscontrole 1D*A
16.10 19.10 22.11 12.10 10.10
Een introductie tot de XML-standaard XML voor gevorderden
Kwaliteit
Logistiek Operationeel beleid
PC-Trainingen 4D*A
06.11
1N*A
26.11
Milieu Regenwatergebruik: omdat drinkwater een schaars goed is ... EMAS/ISO 14001 Milieuzorg ook uw zorg ?...! De interne milieu-audit Afval- en emissiepreventie (AEP) Turbiditeit: meting van helder tot troebel water
2D*A 1D*A 1N*A
20.11 11.12 10.10
1D*A
14.11
1D*A
09.11
1D*A 2D*A 2A*A
14.11 07.12 15.10
5D*A 3D*A
17.10 21.11
Onderhoud Technische documentatie: noodzaak voor optimale bediening en onderhoud Implementeren van een computerondersteund onderhoudsbeheer Total Productive Maintenance Naar een efficiënt MRO-beheer Basiscursus onderhoudskunde en -management Maintenance Engineering
Projecting Projectbeheersing en projectmatig werken Projectbeheersing en projectmatig werken Projectbeheersing en projectmatig werken MS project als bedrijfstool
Netwerken & telecommunicatie
4D*A 4D*A 4D*A 1D*A
14.11 17.11 27.11 17.12
Automatisering van MS Office Acces & het web Professionele Access oplossingen Programmeren met Visual Basic Database programmatie met Visual Basic (for applications) AutoCAD voor gevorderden Windows 2000 Networking Access for Windows Access voor gevorderden Visual C++ Basisopleiding Mechanical Desktop Basisopleiding Mechanical Desktop 3D Modelling
3D*A 3D*A 3D*A 3D*A
08.11 06.12 11.01 09.11
3D*A 5A*A 7A*A 2D*A 2D*A 8A*A 8A*A 4D*A 4A*G
07.12 21.11 06.11 23.10 22.11 22.11 30.10 19.11 08.01
Software ontwikkeling en toepassingen Geografische InformatieSystemen (GIS)
5A*A
18.10
1D*A 3D*A 1D*A
07.11 03.12 30.11
2D*A
04.12
MANAGEMENT Algemeen Knowledge management d.m.v. de TINK methodologie Workshop "Industrial Engineering" Fraudepreventie voor de KMO
Bedrijfsvoering Technieken voor succesvolle bedrijfsvoering
37 I.M.-
OKTOBER 2001
INGENIEUR EN VORMING Financieel Basis in het balanslezen
2D*A
13.11
4D*B
20.11
Human Resources Werken met mensen
SOCIALE EN PERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN Communicatie Presentaties in PowerPoint: een kunst De winnende presentatie Train the Trainer Service-ingenieur in de buitendienst Technisch rapporteren Technisch Frans
1D*B 1D*A 2D*A 2D*A 2D*A 5N*A
10.10 12.12 16.11 06.11 10.10 15.10
1D*A 2D*A 3D*A
23.10 06.12 06.11
4V*G 2D*A
10.10 28.11
4A*A 3D*A
27.11 07.12
5A*A 2NA*A
12.11 07.12
1N*A 22N*A
14.11 26.11
Persoonlijke Effectiviteit Brainmapping Invloed uitoefenen door persoonlijke kracht Assertiviteitstraining Ontwikkelen van emotionele intelligentie en positieve stresshantering Tijdsbeheer
Team Team Management Omgaan met groepsdynamiek
Verkoop Verkopen voor ingenieurs Inkooponderhandeling Commercieel denken en handelen van binnendiensten De verkoop in al zijn facetten
LEGENDE A = avond (19u00 tot 22u00) N = namiddag (verschillend per cursus) D = dag (09u00 tot 17u00) *A = Antwerpen; *G = Gent; *B = Brussel Meer informatie over ons opleidingsprogramma kan men vinden op de VIK-website: http://www.vik.be of in de Gids Permanente Vorming najaar 2001. Contact: VIK-secretariaat, Noël Aelbrecht, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel. 03 259 11 05, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected]
38 I.M.-
OKTOBER 2001
Overzicht Masters en Langlopende opleidingen NAJAAR 2001
Milieucoördinator, niveau A
Milieucoördinator, niveau B
Aanvullende vorming voor coördinatoren inzake het
Master in integraal onderhoudsmanagement
Master in bouwmanagement
Master in informatietechnologie
Master in productie-automatisering
Master in communication technology
Master in logistiek management
Master of Business Administration (MBA)
Aanvullende vorming voor preventieadviseurs, niveau 1
Aanvullende vorming voor preventieadviseurs, niveau 2
Aanvullende vorming voor preventieadviseurs, niveau 1
Voor meer informatie: Ria Brughmans, tel. 03 259 11
via het overgangsniveau
06, e-mail:
[email protected]
welzijn op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen, niveau A
Aanvullende vorming voor coördinatoren inzake het welzijn op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen, niveau B
VOORJAAR 2002
Master in Internet & web development
SYMPOSIA 11.10.01: Flensverbindingen, Antwerpen 29.11.01: Brandveiligheid en kunststoffen, Antwerpen 14.03.02: Metalen vervangen door kunststoffen, Antwerpen
De VLAAMSE INGENIEURSKAMER organiseert in samenwerking met ADECON Consultancy nogmaals een reeks van drie seminaries
PROJECTBEHEERSING en PROJECTMATIG WERKEN Hoe een project situeren, beheersen en beheren, en hoe problemen oplossen door projectmatig te werken. Te Antwerpen: 1: op 14 en 31 nov., 5 en 12 dec. (09u30 tot 17u30); 2: op 17 en 24 nov., 8 en 15 dec. (09u00 tot 16u30); 3: op 27 en 29 nov., 11 en 13 dec. (09u30 tot 17u30). Panacheren is, mits afspraak, mogelijk. Prijs (excl. BTW): 39.856 BEF (988 EURO) voor leden; 42.276 BEF (1048 EURO) voor niet-leden.
Een unieke methodologie gebaseerd op een rijke ervaring LAAT DEZE KANS NIET VOORBIJGAAN MAAK EEN SPRONG VAN VELE JAREN ERVARING
Tel. 03 259 11 00 Fax: 03 259 11 01
SCHRIJF NU IN OF VRAAG MEER INFORMATIE! BEPERKT AANTAL DEELNEMERS
Tel. 03 383 65 86 Fax: 03 384 30 09
39 I.M.-
OKTOBER 2001
INGENIEUR EN VORMING
Master in Internet en WebDevelopment in samenwerking met de Katholieke Hogeschool Kempen
Een kwaliteitsgerichte opleiding Professionele computerinfrastuctuur Lesgevers uit industriële en academische middens Praktijkgerichte opleiding Internet en multimedia ondersteuning Een greep uit het aanbod Design & lay-out, beeld & geluid, HTML & JavaScript, XML, XSL, XHTML, Dreamweaver, Fireworks, Flash, UltraDev, ASP, PHP, SQL, Windows 2000 (XP), Linux, WAP, E-commerce... Doelgroep en toelatingsvoorwaarden Het programma richt zich enerzijds tot ervaren informatici, webdesigners die zich willen bekwamen in webprogrammatie en anderzijds tot ervaren informatici die vanuit hun specifieke vakkennis en ervaring een breder overzicht wensen om hun activiteiten te verruimen. Basiskennis in programmatie is voor deze langlopende cursus vereist. Het certificaat wordt verleend op grond van het resultaat van een website die de cursisten moeten ontwerpen.
Organisatie: de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) i.s.m. de Katholieke Hogeschool Kempen Aanvang: januari 2002 Wanneer: op dinsdagavond en zaterdagvoormiddag Einde: december 2002 Plaats: Katholieke Hogeschool Kempen, Geel Prijs (excl. BTW): 3.098,67 EURO (125.000 BEF) voor leden VIK/NIRIA/EYE; 3.470,51 EURO (140.000 BEF) voor niet-leden. Cursusteksten en verfrissingen inbegrepen. Het aantal deelnemers is beperkt tot 35. Voor inlichtingen en inschrijvingen kan men zich in verbinding stellen met Ria Brughmans, tel. 03-259 11 06, e-mail:
[email protected]
40 I.M.-
OKTOBER 2001
STUDIEGROEPEN H AV E N T E C H N O L O G I E "Rekruteren, selecteren en motiveren van personeel op een veranderende arbeidsmarkt" op donderdag 11 oktober 2001 PRAKTISCH Programma 20u00: Deel 1: "Rekruteren en selecteren op een veranderende arbeidsmarkt", door de heer Francis VandenBerghe 1. Huidige situatie arbeidsmarkt Actieve en passieve werkzoekers Mentaliteitsverandering bij kandidaten 2. Rekruteren vandaag Breed versus nauw Above- below the time 3. Rekruteren afstemmen op profiel Nieuwe technieken: internet, double impact, call center 4. Toekomst? Profielvereisten aanpassen aan kandidaten Internationalisering 20u45: Pauze 22u10: Deel 2: "Na rekruteren en selecteren: graag motiveren", door mevrouw Bernice Martens, HR-CC 1. Motivatie: belangrijke parameter bij selectie en rekrutering. 2. Wat is precies motivatie? Verschillende soorten motivatie: zowel interne als externe. 3. Belang motivatie bij retention en doorstroming (interne mobiliteit). 4. Hoe motivatie opwekken en behouden. 21u45: Vraagstelling en discussie
Plaats: Schipperswelzijn, Antwerpen Datum: donderdag 11 oktober 2001 om 20u00 Sprekers: de heer Francis Vandenberghe, Search & Selection en mevrouw Bernice Martens, HR-CC Kosten voor inschrijving: gratis voor de leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
Lezing: "Mainhub Antwerpen-Noord" donderdag 8 november 2001 De toenemende groei van de containerbehandeling in onze nationale havens kan slechts verzekerd blijven als de af- en aanvoer naar het hinterland in optimale
omstandigheden kan plaats vinden. Een belangrijke partner hierbij is het spoorvervoer. De inspanningen die de NMBS in dit verband aan het leveren is zijn opmerkelijk. Onlangs werden in de Antwerpse haven nieuwe faciliteiten gecreëerd onder de naam van "Mainhub Antwerpen-Noord". Hugo Lambrecht van Inter Ferry Boats geeft toelichting.
PRAKTISCH Plaats: Schipperswelzijn, Antwerpen Datum: donderdag 8 november 2001 om 20u00 Kosten voor inschrijving: gratis voor de leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF). Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
41 I.M.-
OKTOBER 2001
STUDIEGROEPEN KUNSTSTOFFEN België is, zowel voor de verwerking als voor de productie van kunststoffen koploper in de wereld. De eerste editie van de Belgische plasticbeurs toonde de nood aan voor een ontmoetingsplaats voor toeleveranciers, producenten en industriële afnemers. De aanwezigheid van 130 exposanten (waarvan 20 % uit het buitenland afkomstig) illustreerde dit. De tweede plastic-vakbeurs gaat door op 24 en 25 april 2002 in Kortrijk Xpo. De nadruk ligt op het leggen van contacten, daarom brede gangen, ruimte om te praten, zithoekjes, gratis drankjes. De exposanten melden zich vlot. Aansluitend is in het SMAK te Gent de tentoonstelling ‘Kunst-Stof’ te bezichtigen,
VIK-Studiegroep Kunststoffen medeinitiatiefnemer en promotor van Plastics for the Industry
onder de artistieke leiding van Jan Hoet. De tentoonstelling geeft een overzicht van het gebruik van kunststof in de actuele kunst. Opening: april 2002.
Meer info: tel. 056 24 11 16 (mevrouw Greet Debruyne), fax 056 25 77 31 of email
[email protected].
R E G E LT E C H N I E K Krachtige informatiesystemen zijn de ruggengraat van onze moderne technologische maatschappij. Een storing of uitval in dergelijk systeem kan verstrekkende gevolgen hebben. De oorzaken van de storing kunnen veelsoortig zijn, maar elektromagnetische interferenties zijn zonder twijfel de belangrijkste. Op 1 januari 1996 traden de "Voorschriften voor de elektromagnetische compatibiliteit van toestellen (EMC)" in werking. Ze bevatten maatregelen voor de probleemloze werking van elektrische en elektronische systemen. Ontwerpers en studiebureaus worden geconfronteerd met de vraag alleen nog EMC-geörienteerde ontwerpen volgens deze voorschriften te ontwikkelen. Een onderdeel van de EMC is de bliksem- en overspanningsbeveiliging van elektrische en elektronische systemen. De huidige stand van de techniek laat toe om dergelijke systemen effectief te beveiligen tegen de schadelijke
Studieavond: "Overspanningbeveiliging op Ex-zone" Bliksembeveiliging invloeden van bliksemontladingen en overspanningen van diverse oorsprong. De juiste componenten uit de DEHN Red/Line en Yellow/Line kiezen is belangrijk. Ze op de juiste plaats en wijze installeren evenzeer. Op deze infoavond wordt u ingewijd in de wereld van de bliksem- en overspanningsbeveiliging. Na een theoretische inleiding volgen praktische tips en installatieregels. Zo worden beveiligingen voor gebruik in intrinsiek veilige stroomkringen van een Ex-installatie onder de loep genomen. De studieavond handelt over beveiligingen kantoor-, industriële en explotatie-installaties.
PRAKTISCH Plaats: Karel De Grote Hogeschool, Salesianenlaan 30, Hoboken Datum: donderdag 15 november 2001 om 19u30 Organisatie: Studiegroep Regeltechniek, i.s.m. de Studiegroep Elektriciteit Spreker: Ing. Bart Demol, Stagobel Kosten voor inschrijving: gratis voor de leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Documentatie en natje en droogje worden aangeboden door Stagobel elektro.
42 I.M.-
OKTOBER 2001
STUDIEGROEPEN MILIEU Bondgenoot of vijand van de industrie
20u05 – 20u35: Vaste eerste sessie "Duurzaam ondernemen en ontwikkelen". 20u35 – 21u55: Variable sessies
In samenwerking met de Afdeling Antwerpen
Meer info: zie vorige I.M.
De Studiegroep Milieu van de VIK nodigt u uit voor een ontmoeting met Roland Moreau, Algemeen Directeur van Greenpeace Belgium. 19u30 – 19u35: inleiding van de spreker door Ing. Peter Brughmans, Voorzitter Studiegroep Milieu. 19u35 – 20u05: Toelichting en werking Greenpeace.
Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem Datum: donderdag 11 oktober om 19u30 Spreker: de heer Roland Moreau, Algemeen Directeur Greenpeace Belgium Kosten voor inschrijving: gratis voor de leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
PIJPLEIDINGEN Studiedag: "Flensverbindingen en pijpleidingen" donderdag 11 oktober 2001
PRAKTISCH Programma: 08u30: Ontvangst, uitdelen documenten, mogelijkheid bezoek aan de tentoonstelling. 09u00: Verwelkoming, door de heer Roger Van de Peer, voorzitter VIK-Studiegroep Pijpleidingen. 09u05: Inleiding dichtingen, door de heer Leo Geeraerts, BASF Antwerpen N.V. 09u30: Engineered Graphite, door de heer Sandy Van den Broeck, Frenzelit GmbH & Co KG. 10u15: Koffiepauze en bezoek aan de tentoonstelling. 10u45: Nieuwe evoluties in PTFE-dichtingen, door de heer Steven Hardewyn, W.L. Gore & Associates B.V. 11u30: Metaal en metalloplastische dichtingen, door de heer Patrick De Letter, Kempchen. 12u30: Lunch. 14u00: Moeren en bouten: evolutie in normering; voorspankracht, door de heer Jan Van Ranst, Combori N.V. 14u30: Flensmontage, door de heer Leo Geeraerts, BASF Antwerpen N.V. 15u00: Gecontroleerde flensverbindingen, door de heer Peter Janssens, Atlas Copco Tools. 15u30: Internationale flensberekeningsnormen: stand van zaken (Duitstalige voordracht), door de heer Riedl , W.L. Gore - Duitsland. 16u15: Rondvraag. 16u30: Slotwoord. Voorzitter studiedag: de heer Leo Geeraerts, BASF Antwerpen N.V. Plaats: Ter Delft, Laar 42, Ekeren-Antwerpen Datum: donderdag 11 oktober 2001 om 08u30 Kosten voor inschrijving: 220,62 EURO (8.900 BEF) voor leden VIK/NIRIA/NUTI; 245,41 EURO (9.900 BEF) voor niet-leden; 110,31 EURO (4.450 BEF) voor leraars /studenten, lid VIK/NIRIA/NUTI. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
43 I.M.-
OKTOBER 2001
STUDIEGROEPEN TECHNISCH COMMERCIEEL "Mistakes are the portals of discovery", James Joyce "Learn all you can from the mistakes of others. You won't have time to make them all yourself", Alfred Sheinwold "Every great mistake has a halfway moment, a split second when it can be recalled and perhaps remedied", Pearl S. Buck Het vak van verkoper evolueert voortdurend. We merken hoe langer hoe meer dat het "turbofenomeen" zich ook in de verkoop laat voelen. Als no-nonsense verkopers vragen we "instant oplossingen". Deze sessie over de belangrijkste fouten in het verkoopsproces en hoe ze te vermijden, scherpt ongetwijfeld uw vakmanschap als technisch-commerciële verkoper aan. Hier alvast een voorproefje: Fout 10: Niet in staat zijn uit te maken wat het aan de klant kost als hij niets doet. In vele gevallen is de belangrijkste concurrent van verkoper de beslissing van de klant om te "wachten".
De 15 belangrijke fouten in het verkoopproces Walter Spruyt, Kerylos Group Ing. Walter Spruyt is reeds een 15-tal jaren actief als trainer-consultant, gespecialiseerd in commerciële vaardigheden. Hij heeft ervaring in b-to-b verkoop, prospectie, direct marketing en telemarketing voor klanten in uiteenlopende sectoren. Het traject van zijn industriële ervaring heeft hij volledig opgebouwd in het commerciële bereik. Zo is hij gestart bij Rentokil N.V. als Commercieel Medewerker. Later werd hij er Salesmanager, Branche Manager en Divisie Manager. Hij was Verkoop Directeur bij Hugo Van Praag en werkte tot 1992 als International Marketingmanager bij Fountain Ind. Europe. Sinds 1997 maakt hij als Managing Partner deel uit van het team van Kerylos Group, Antwerpen en Elsevier Training, Zaventem, die projecten ontwikkelen in managements- en verkoopstrainingen.
PRAKTISCH Plaats: Hotel Mercure Diamant, Desguinlei, Antwerpen Datum: dinsdag 23 oktober 2001 om 20u00 (ontvangst vanaf 19u00) Spreker: Ing. Walter Spruyt Kosten voor inschrijving: 7,44 EURO (300 BEF) voor de leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 12,40 EUR (500 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
ONDERHOUD De doelstelling is uiteraard het opzetten van een machinepark met "zero-defects". Het streven ernaar is nobel, maar de perfectie is niet van deze wereld. De manier waarop men zero-defects probeert te realiseren is voor iedereen anders omdat budgetten, mensen en omstandigheden verschillend zijn. Echter, de technieken zijn beperkt. Daarom is het het uitwisselen van ervarin-
Lezing: "Preventief onderhoud, olieanalyses, filters en samenwerken met mensen" dinsdag 27 november 2001 gen belangrijk. Dat willen we dan ook doen tijdens deze lezing.
PRAKTISCH Programma: Een overzicht van de theoretische grondslagen van het preventief onderhoud, ondersteund met praktische voorbeelden en concrete toepassingsmogelijkheden. We bespreken :
De verschillende filtertechnieken die worden toegepast in hydraulische systemen. De soorten olieanalyses en hun toepassingsgebied. De opleiding en de samenwerking met de onderhoudstechniekers. Een voorbeeld van een eenvoudig en goedkoop informatiesysteem met historieken en periodieke acties.
Plaats: Katholieke Hogeschool Kempen, Kleinhoefstraat 4, Geel Datum: dinsdag 27 november 2001 om 19u30 Spreker: Ing. Bart Smets, Filter-Technics Kosten voor inschrijving: gratis voor de leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
44 I.M.-
OKTOBER 2001
STUDIEGROEPEN ONDERHOUD Lezing: "Onderhoudsoftware en valkuilen van implementatie" dinsdag 23 oktober 2001 Het doel van de lezing is de deelnemers inzicht te geven in de noodzakelijke randvoorwaarden teneinde implementaties
enige kans op succes te geven. Het opstellen van een projectgroep, de gewenste deelnemers en hun respectievelijke functies binnen het team. Toetsen van de bestaande procedures (b.v. ISO) aan de geboden functionaliteiten. De gewenste output onder vorm van rapportages en de daaruit voort vloeiende input nodig om de gestelde doelstellingen te kunnen behalen.
PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem Datum: dinsdag 23 oktober 2001 om 20u00 Spreker: Guy Tuyaerts, Datastream B.V. (co-voorzitter Studiegroep Onderhoud) Kosten voor inschrijving: gratis voor de leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
AGENDA BIJEENKOMSTEN Studiegroep Bouwkunde
Studiegroep Pijpleidingen
31 oktober 2001: Kernvergadering, VIKhuis Wommelgem, 20u00 28 november 2001: Kernvergadering, VIK-huis Wommelgem, 20u00
11 oktober 2001: Symposium: "Flensverbindingen", Ter Delft Ekeren 16 oktober 2001: Kernvergadering, VIKhuis Wommelgem, 18u00 16 oktober 2001: Pijpleidingcafé: "Elasticiteit Rekenmethodes", VIK-huis, Wommelgem. In het café is iedereen welkom, zonder aanmelding, voor een informele babbel. We houden er wel een thema op na. 25 oktober 2001: Startvergadering "Het manueel isometrische tekenen van pijpleidingen", VIK-huis Wommelgem, 18u00 15 november 2001: Pijpleidingen en Ondersteuningen, VIK-huis Wommelgem, 20u00
Studiegroep Haventechnologie 8 november 2001: Lezing: "Ferry-Boats: voorstellingen mainhub", Antwerpen-Noord, Schipperswelzijn, Antwerpen, 20u00 13 december 2001: Lezing: "Terminalvoertuigen en hun aandrijvingen, recente ontwikkelingen", Schipperswelzijn, Antwerpen, 20u00
Studiegroep Kunststoffen 29 november 2001: Studiedag: "Brandveiligheid en Kunststoffen", Edegem, 08u30
Studiegroep Milieu 11 oktober 2001: Lezing Greenpeace, VIK-huis, Wommelgem, 19u30 i.s.m. Afdeling Antwerpen
Studiegroep Onderhoud 23 oktober 2001: Lezing en discussie: "Onderhoudssoftware en valkuilen van implementatie" VIK-huis Wommelgem, 20u00 26 november 2001: Kernvergadering, VIK-huis Wommelgem, 20u00 november 2001: Lezing "Predictief Onderhoud: olieanalyse", KHKempen, Geel, 19u30 Voor inlichtingen en inschrijven: VIK-secretariaat, Katrien Van Vosselen, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel. 03 259 11 07, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
Studiegroep Regeltechniek 7 november 2001: Kernvergadering, VIKhuis Wommelgem, 20u00 15 november 2001: Avondlezing: "Bliksembeveiliging", Karel de Grote Hogeschool, Hoboken, 19u30 4 december 2001: Kernvergadering, VIKhuis Wommelgem, 20u00
Studiegroep Technisch-Commercieel 23 oktober 2001: Lezing: "De 15 belangrijkste fouten in het verkoopproces", Hotel Mercure Diamant, Antwerpen, 20u00
Studiegroep Veiligheid 15 oktober 2001: Kernvergadering, VIKhuis Wommelgem, 20u00 19 november 2001: Kernvergadering, VIK-huis Wommelgem, 20u00 29 november 2001: Studiedag: "Brandveiligheid en Kunststoffen", 08u30 17 december 2001: Kernvergadering, VIK-huis Wommelgem
45 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN MECHELEN
LEZING: "ELEKTRISCHE STURINGEN IN MACHINEVEILIGHEID" donderdag 15 november 2001 Met meer dan 900 medewerkers is Pilz een toonaangevende, wereldwijd vertegenwoordigde onderneming op het gebied van de industriële elektronica. De in meer dan 50 jaar verworven knowhow op het gebied van veiligheids- en automatiseringstechniek komt ten goede aan alle producten van de uitgebreide product range. In de veiligheidstechniek is Pilz leverancier van veiligheidsrelais, veiligheidsbesturingen en veilige bus-
systemen. Op het vlak van visualisatie beschikt Pilz over een uitgebreid aanbod tekstdisplays, grafische bedientableaus en industriecomputers. Onder de productgroep laagspanningsrelais vindt u verder elektronische tijdrelais, elektronische remsystemen en elektronische bewakingsrelais. Wanneer het om geïntegreerde systeemoplossingen en toekomstgerichte producten in de veilige automatiseringstechniek gaat, is Pilz partner. Meer info: zie ook regio Waasland lezing machinerichtlijn 22/11/2001
PRAKTISCH Programma 1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding met voorstelling van Pilz De Europese machinerichtlijn Richtlijn arbeidsmiddelen Europese normen Nieuwste technieken in veiligheid: de veiligheidsbesturingen PSS-SafetyBus p
Plaats: De Passendade (voormalige Mister 100), Brusselsesteenweg 301, Mechelen Datum: donderdag 15 november 2001 om 20u00 Presentatie: Ing. Stephen Podevyn, Sales Engineer Pilz Belgium Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen7,44 EURO (300 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
BEZOEK BROUWERIJ HAACHT donderdag 6 december 2001 Vlaanderen-bierland is befaamd om zijn uitstekende brouwerijen met hun grote variëteit aan topproducten. In de streek van Mechelen bezochten wij reeds de brouwerijen Duvel-Moortgat (Breendonk) en Palm (Steenhuffel). Thans organiseert de Afdeling Mechelen een bedrijfsbezoek aan de Brouwerij Haacht Primus te Boortmeerbeek. Al in 1594 bestond er in Haacht de toenmalige brouwerij-herberg ‘De Paradijsvogel’. In die tijd was het bierverbruik 400 l/pers./jaar, viermaal groter dan nu omdat het ‘drinkwater’ verre van zuiver was en koffie of thee nog niet waren gekend. In 1898 produceerde de ‘Brouwerij van Haecht’ haar eerste brouwsel. In 1913 behoorde ze al tot
46 I.M.-
OKTOBER 2001
de top en via de overname van kleine brouwerijen groeide ze uit tot een onafhankelijke brouwerij van nationaal belang. Hierna volgt een korte beschrijving van de grondstoffen, het brouwproces en de installaties. De grondstoffen: Het zuivere water wordt opgepompt uit 70 m diepe lagen en ontdaan van kalk en ijzer. De gerst wordt gekozen uit de oogst van de beste variëteiten; geselecteerde, gezond geurende gerst met grote kiemkracht garandeert mout van topkwaliteit. Het specifieke aroma en de bitterheid worden aan ‘t bier gegeven door toevoeging van een precieze hoeveelheid hop (meer bepaald de hopbel =
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN MECHELEN
de kegelvormige, vrouwelijke bloem). De eigen gist kenmerkt het karakter van het bier; elk bier heeft zijn eigen giststam. Een zogenaamde reincultuur is aangelegd om ’t bier een constante smaak te geven. De gist zet de suikers om in alcohol en koolzuur. Die CO2 bepaalt de schuimvorming.
Het brouwproces: De brouwzaal heeft een capaciteit van 7.200 hl per etmaal. Alles verloopt computergestuurd. De gekiemde gerst (= mout) wordt in de beslagketel gestort en opgewarmd tot de versuikeringstemperatuur. Het moutzetmeel wordt omgezet in dextrines (smaak bier) en in maltose (suiker die wordt omgezet in alcohol). Voor het brouwproces met mout en ruwe granen (o.a. maïs en rijst) is er een bijkomende ketel. Na de versuikering wordt het beslag in de wortfilter gepompt. Het wort vloeit naar de kookketel en het bezinksel (= draf) wordt afgevoerd als veevoeder. Tijdens het koken wordt de hop toegevoegd en na ’t koken wordt de warme trub door middelpuntvliedende kracht afgescheiden (centrifuge). Tenslotte koelt het wort af in een warmtewisselaar en wordt dan naar de gistingstanks gestuurd. De cylindroconische tanks en de bottelarij: Er zijn in totaal 30 tanks, goed voor 32 miljoen glazen bier. Iedere tank is individueel bestuurbaar en wordt gevuld, op gistingstemperatuur gebracht en daarna afgekoeld voor de lagering. Het verschil tussen hoge en lage gisting zal (andermaal) worden uitgelegd. Het bier wordt in roestvrij-stalen vaten of in flessen afgevuld; dat gebeurt onder streng-hygiënische omstandigheden. Kwaliteitscontrole: Gedurende het ganse productieproces is er een strenge, permanente kwaliteitscontrole van de producten in elk stadium. Het behalen van het ISO 9001-certificaat onderstreept de IKZ van brouwerij
Haacht. Zij beschikt over een eigen labo voor productontwikkeling, controle en onderzoek. Productengamma: De brouwerij Haacht is vandaag de dag de derde pilsproducent van België. Ze verkoopt ‘Val’-mineraalwater en -frisdranken en ze is het bottel- en distributiebedrijf van Pepsi. Ook bezit ze een eigen wijnafdeling en wijnkasteel. De brouwerij heeft een totale jaarproductie van ruim 1 miljoen hectoliter, een omzet van 3 miljard BEF en ong. 400 werknemers. Ca. 80% van de omzet komt van het grote bierenassortiment: Primus: Jan Primus, Hertog van Brabant en gekend bierliefhebber is de oorsprong van de naam van hét bier van brouwerij Haacht. Bier van lage gisting, helder en lichtblond. Verfijnde aroma en evenwichtige smaak, van licht zoet naar ingetoomde bitterheid, 5% vol. alcohol. Drie abdijbieren van Tongerlo: De Norbertijnerabdij werd gebouwd in 1130. In 1990 besloten de Norbertijnen van Tongerlo om hun abdijbieren (hoge gisting met hergisting op de fles) onder licentie te laten brouwen in en door Brouwerij Haacht . Tongerlo dubbel bruin 6°: donker bier, licht gebrand aroma, boeket en bitterheid. Tongerlo dubbel blond 6°: goudbruin, licht fruitig, houtachtig, matige bitterheid. Tongerlo tripel blond 8°: goudkleur, krachtige smaak, aangename bitterheid. Adler: goudkleurig lagerbier, fijn aroma, lichte bitterheid. Witbier Haacht: ongefilterd tarwebier van hoge gisting, gebrouwen met gerste- en tarwemout, ‘gekruid’ met koriander en sinaasappelschil. Charles Quint: 7% vol., oud bruin bier. Gildenbier: 7% vol., donker, zachtzoet, licht bitter. Blonde en bruine tafelbieren. Merknaam ‘VAL’: natuurlijk mineraalwater dat wordt gewonnen op 150m diepte, en een reeks limonades en frisdranken.
PRAKTISCH Programma: 14u00:
15u40: 17u30:
Aankomst - Rondleiding in de brouwerij: - Brouwzaal - Gistings- & lageringsinstallaties - Vatenvulling - Waterzuiveringsinstallaties - Bottelarij Gratis bierdegustatie in taverne ‘ Brouwershof ’ (bier van lage en hoge gisting). Einde.
Plaats: Brouwerij HAACHT, Provinciesteenweg 28, Boortmeerbeek (baan N26 Mechelen-Leuven). Datum: donderdag 6 december 2001 om 14u00 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden (en eventueel partner) op vertoon van hun lidmaatschapskaart; niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Het aantal deelnemers is beperkt.
47 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN MECHELEN
ACTIVITEITENKALENDER 2001 - 2002
MECHELEN
15.11.2001:
Lezing: "Elektrische sturingen en machineveiligheid", Mechelen
06.12.2001:
Bezoek brouwerij Haacht-Primus, Boortmeerbeek
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling Mechelen, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat Afdeling Mechelen, p/a Ing. Ivo Vanhalle, Lindelaan 29, 1730 Asse, tel. en fax: 02 452 48 10, e-mail:
[email protected].
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN ANTWERPEN
DOBBEL SHIFT Toneelvoorstelling in 2 delen op 16 en 23 november 2001 Een authentiek, pakkend, spannend, komisch, ontroerend, realistisch en documentair bijzonder sterk
geschraagd theaterepos ! Meer inlichtingen: zie vorige I.M.
PRAKTISCH Plaats: Theater Zeemanshuis, Falconrui 21, Antwerpen. Samenkomst ter plaatse Datum: vrijdag 16 november: deel I; vrijdag 23 november: deel II, telkens om 20u00 Kosten voor deelneming: 400 BEF per persoon per voorstelling (dus 800 BEF voor de twee) voor VIK-leden (én ook partner en gezinsleden); niet-leden betalen 500 BEF. Bedrag te betalen voor 1 oktober op rek.nr. 4143146851-13 van de VIK-Afdeling Antwerpen, met de vermelding "Toneelvoorstelling Dobbel Shift, het lidnummer, aantal voorstellingen en aantal personen". Voordelen voor VIK-leden: voordelig groepstarief; gereserveerde goede plaatsen (2de, 3de en 4de rij); samenzijn in groep. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat met de vermelding van de gekozen datum.
ACTIVITEITENKALENDER 2001
ANTWERPEN
11.10.2001:
Greenpeace-avond: lezing & debat, VIK-huis Wommelgem, 20u00 (i.s.m. Studiegroep Milieu)
14.10.2001:
Bezoek achter de schermen van de Zoo, Antwerpen – 13u00
16.11.2001:
Toneelvoorstelling: "Dobbel Shift" deel I, Theater Zeemanshuis, Antwerpen – 20u00
23.11.2001:
Toneelvoorstelling: "Dobbel Shift" deel II, Theater Zeemanshuis, Antwerpen – 20u00
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling Antwerpen, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ann Craane, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
48 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN KEMPEN
ALGEMENE LEDENVERGADERING EN BEZOEK AAN AVERY DENNISON dinsdag 16 oktober 2001 Avery Dennison is een wereldleider op het vlak van bevestigingsmaterialen, kantoorproducten, productidentificatiesystemen en specialty chemicals. Hun hoofdzetel is gevestigd te Pasadena (Californië, USA) en met 17.000 medewerkers in 25 landen realiseren ze een omzet van ruim 130 miljard BEF.
het productengamma voor Europa, Zuid-Amerika, Afrika, Azië en het Midden-Oosten gerealiseerd. De bedrijfsfilosofie van Avery draait rond innovatie, service, kwaliteit en flexibiliteit.
Avery Dennison België N.V. is gespecialiseerd in het ontwikkelen en produceren van kleefbanden met toepassingen in verschillende markten, waaronder luiersluitingen, de automobiel-, elektronica-, ruimtevaart-, medische- en verpakkingsindustrie. Met meer dan 400 medewerkers wordt in Turnhout de ontwikkeling, productie en commercialisatie van
PRAKTISCH Programma
Algemene ledenvergadering Voorstelling van het bedrijf Uiteenzetting over het concept en productieproces van speciale tapes Toelichting bij het gebruik van moderne meet- en regeltechnieken zoals X-ray, AOTFNIR, Visie-systemen, … Bezoek aan de coating-afdeling Bezoek aan de finishing-afdeling
Plaats: Avery Dennison STD, Tieblokkenlaan 1, Turnhout (tegenover Brepols) Datum: dinsdag 16 oktober 2001, ledenvergadering om 19u30, bedrijfsbezoek om 20u15 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF). Voorrang voor leden van de regio Kempen Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Bedrijfsbezoek beperkt tot 30 personen.
LEZING: "SPRAAKTECHNOLOGIE" dinsdag 6 november 2001 De laatste maanden was spraaktechnologie niet weg te branden uit de kranten. Maar wat is spraaktechnologie nu eigenlijk? Wat zijn de toepassingen? Waarom spraaktechnologie implementeren? Welke applicaties zijn er momenteel op de markt? Hoe kan spraakherkenning een oplossing bieden voor RSIpatiënten? Voor sommigen is spraaktechnologie een hype, voor anderen is het een 'ver-van - m'n - bed- show', voor zeer velen is het echter reeds dagelijkse realiteit.
Op zondag 8 april ondertitelde VRT-Teletekst de rechtstreekse reportage van de Ronde van Vlaanderen via tt-pagina 888 live voor het eerst met behulp van spraakherkenningstechnologie. In 1981 al, dus amper een jaar nadat de Openbare Omroep in Vlaanderen met Teletekst-uitzendingen was gestart, werden de eerste proeven met live ondertiteling ten behoeve van doven en slechthorenden gehouden. In 1982 werd verder geoefend en werden alle wedstrijden van de rode duivels
49 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN KEMPEN
ondertiteld. Een "ondertitelaar" vatte de commentaar van Rik De Saedeleer en andere sportjournalisten samen en dicteerde aan de snelste "intikster" van de redactie de ondertitels. De apparatuur werd in de loop der jaren gestadig verbeterd maar de werkwijze voor live-ondertiteling bleef al die tijd dezelfde: een "voorspreker" en iemand die zeer snel en foutloos kon typen. Een zenuwslopende wedstrijd tegen de tijd om dan toch nog vaak met een titel in beeld te komen op het moment dat die info niet meer strookte met het beeld... Reeds vele jaren was het duidelijk dat de veelbesproken "spraaktechnologie" hier voor een echte stap voorwaarts zou kunnen zorgen. Sedert het midden van vorig jaar is een VRT-projectgroep bezig geweest met de mogelijkheden van spraakherkenning bij live-ondertiteling. Er werd grondig onderzocht wat in het buitenland op dit vlak gebeurde en de commerciële producten die op de markt te verkrijgen waren werden met mekaar vergeleken en grondig uitgetest. Vandaag kunnen we stellen dat de testen en proeven ver genoeg gevorderd zijn om echt live in uitzending te gaan. Er wordt gebruik gemaakt van de professionele versie van de software "Dragon Naturally Speaking", een product van Lernout & Hauspie, met wie intens werd en wordt samengewerkt om een en ander in te passen in de ISIS-technologie waarmee VRT-Teletekst zijn ondertiteling verzorgt. Wat is nu het verschil met vroeger? 1. Het gesproken woord wordt automatisch omgezet in ondertitels die, veel sneller dan voorheen, in beeld verschijnen (de ondertitelaar die de commentaar uitspreekt moet slechts af en toe nog een correctie aanbrengen voor hij de titel in uitzending brengt). 2. Er kunnen gezien de tijdswinst, in vergelijking met vroeger, dubbel zoveel titels worden gegeven.
3. Door twee ondertitelaars samen aan één wedstrijdcommentaar te laten werken, kan veel meer informatie worden gegeven waardoor de inhoudelijke kwaliteit gevoelig toeneemt en doven en slechthorenden bijna evenveel informatie krijgen toegespeeld als de gewoon horende kijker. Uiteraard is het resultaat evenredig met de voorbereidingstijd die men uittrekt. De computer dient immers gevoed met het specifiek vocabularium van de wielrennerij of van het voetbalwereldje of van welke discipline die ook in de toekomst zal worden aangepakt. Verder wordt vooraf de deelnemerslijst in het geheugen ingebracht zodanig dat het toestel weet hoe bepaalde namen moeten worden geschreven. En dan is er natuurlijk per ondertitelaar een eenmalige trainingstijd die moet toelaten dat de computer ook vertrouwd geraakt met het stemtimbre en de manier van spreken van de ondertitelaar. Bovendien wordt een en ander goed opgeslagen in het geheugen van de computer zodat het bij een nieuwe wielerwedstrijd volstaat de deelnemerslijst aan te vullen en eventuele andere specifieke gegevens aan het herkenningsgeheugen toe te voegen. Met andere woorden: elk gebruik verhoogt de snelheid en verkleint de foutmarge van de titels die hij in beeld brengt. Onfeilbaar is de nieuwe techniek uiteraard niet of alleszins nog niet. Maar door vele testen en vergelijkingen tussen de vroegere werkwijze en de nieuwe mogelijkheden, werd duidelijk dat de vooruitgang meer dan groot genoeg is om er nu mee uit te pakken en om een doelgroep van doven en slechthorenden te bedienen.
PRAKTISCH Plaats: Katholieke Hogeschool Kempen, Geel Datum: dinsdag 6 november 2001 om 20 u Spreker: de heer Peter Moens Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
50 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN KEMPEN
ACTIVITEITENKALENDER 2001 - 2002
KEMPEN
16.10.2001:
Algemene Ledenvergadering + bezoek Avery Dennison, Turnhout
06.11.2001:
Lezing "Spraaktechnologie" door Peter Moens van Lernout & Hauspie, KHK-Geel
04.12.2001:
Bezoek VITO – Expertisecentrum voor teledetectie en atmosferische processen
02.02.2002:
Gezellig samenzijn
20.05.2002:
Familiewandeling
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling Kempen, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ann Craane, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem , tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN OOST-VLAANDEREN
DE GHENDTSCHE CHRONYCKE Jan Palfijn en de Siamese Tweeling p 28 april 1703 werd in Gent een Siamese tweeling geboren. De vrouw van kleermaker Jan Quickelberghe uit de Holstraat schonk iets na middernacht het leven aan 2 meisjes die met de onderkant van de romp aan elkaar waren gegroeid, zodanig dat ze in het verlengde van elkaar lagen, de hoofdjes aan de uiteinden. "Gelukkig maar" stierven de kinderen de volgende dag. De geboorte verwekte een geweldige ophef. In het begin van de 18e eeuw waren slechts weinigen geneigd dergelijke gebeurtenis te beschouwen als een zeldzame afwijking van de natuur. Er was in de stad een monster geboren en er moest geen ogenblik aan getwijfeld worden dat dit een straffe Gods was. Het Magistraat was zeer geschokt en was van oordeel "dat de posteriteyt daer van deelagtig zoude worde." Het Magistraat beval de beroemde Jan Palfijn over te gaan tot een openbare lijkschouwing, en het geval in al zijn bijzonderheden te beschrijven. Zulks gebeurde, in aanwezigheid van de Schepenen, van de Directeuren, de bijzitters van het "Collegium Medicum " en van een aantal geneesheren en chirurgen. Bovendien werd de schilder Norbert
Sauvage verzocht om van de zaak een gravure en een schilderij te maken. Nog hetzelfde jaar verscheen van Palfijn "Anatomycke of ontleedkundige beschrijving, rakende de wonderbare gesteltenis van eenige uyt- en innelycke deelen van twee kinderen dewelcke monstrueuselyck aen malkander vereenigt zyn onder den tronck van 't lichaam, geboren binnen de Stadt van Ghendt op 28 April 1703." Palfijn vertaalde zijn verhandeling in het Frans. Sauvage maakte zijn kopergravure. Hij maakte ook een schilderij van 2 m. hoog, een werk dat, zeker wat het onderwerp betreft, uniek is in de schilderkunst. De tweeling staat er vier keer op afgebeeld: liggend op de rug, op de buik, en twee keer na de lijkschouwing, met uitpuilende ingewanden. Het doek dat talrijke verblijfplaatsen kende, hangt nu in het nog veel te weinig bezochte Museum voor de Geschiedenis der Wetenschappen.
In ons volgend kroniekje: Hugo Van der Goes. Ing. Hugo Collumbien
51 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN ZUID-WEST-VLAANDEREN
VIK-HAPPENING zaterdag 1 december 2001 Genieten in West-Vlaanderen! Waar gaan alle ingenieurs heen? Naar de …
Over Jummoo: Het Laatste Nieuws: "Amusement verzekerd als die twee op hun eigen manier Pré Historie spelen."
VIK-happening. De Vlaamse Ingenieurskamer, afdelingen Noord- en Zuid-West-Vlaanderen nodigen alle leden en familieleden vriendelijk uit om elkaar in een aangename sfeer te ontmoeten. Met de VIK-happening willen we de banden tussen, enerzijds, de West-Vlaamse bedrijven en verenigingen en, anderzijds, de VIKingenieurs nog nauwer aanhalen. Dit kan op zaterdag 1 december 2001 te Roeselare. We starten met een muzikaal humoristisch hoogstandje. Wat gebeurt er als een klassiek pianist een rock- en popzanger ontmoet en beide heren niet(s) anders kunnen dan samen muziek maken? Het enige wat ze wel gemeenschappelijk hebben is de muziek van de jaren 1970. Als dit maar goed afloopt... Jummoo bestaat uit zanger-pianist Rik Debonne en zanger-gitarist Ron De Rauw.
Het Nieuwsblad: "Wie houdt van muzikale humor, moet zeker eens naar het duo Jummoo gaan kijken. Twee muzikanten, die, zo lijkt het wel, tegen wil en dank met elkaar zijn opgescheept. Een duo dat doet denken aan de muzikale fratsen uit de shows van Fry & Laurie en wellicht de meest originele cover van Bruce Springsteens Fire op het repertoire heeft." We vervolgen met een pittige receptie waar we opgewekt kunnen nakaarten, plannen smeden, keuvelen, anekdoten vertellen, … samenzijn.
PRAKTISCH Plaats: zaal Komedie van het CC De Spil, H. Spilleboutdreef 1, Roeselare Datum: zaterdag 1 december 2001, ontvangst om 19u00 Kaarten: 300 BEF per persoon. Het aantal deelnemers is beperkt. Inschrijving is derhalve pas definitief bij aankoop van toegangskaarten. Voor Inlichtingen of reservatie: Secretariaat VIK-happening, Uytdreve 34, 8490 Varsenare, tel. 050 395865 of
[email protected] . Men kan uiteraard ook de bestuursleden aanspreken.
ACTIVITEITENKALENDER 2001
ZUID-WEST-VLAANDEREN
12.11.2001:
Lezing "Auto van de toekomst", Hogeschool West-Vlaanderen, Kortrijk
01.12.2001:
Optreden "Jummoo", De Spil, Roeselare (i.s.m. de Afdeling Noord-West-Vlaanderen)
19.04.2002:
Algemene Ledenvergadering
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling – Zuid West – Vlaanderen, te gebeuren op volgend adres: VIK–secretariaat, Ann Craane, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel. 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected]
52 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN WAASLAND
BEZOEK AAN ETAP VERLICHTING IN MALLE ETAP-verlichting ontwerpt, produceert en verkoopt sinds 1949 armaturen voor verlichting en veiligheidsverlichting. Vandaag realiseert ETAP-verlichting, met hoofdzetel in België, een omzet van 35 miljoen EURO (1,4 miljard BEF) en stelt de onderneming om en bij de 400 medewerkers tewerk. Met vestigingen in België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland en Portugal etaleert ETAP-verlichting zich als een expansieve speler op de Europese verlichtingsmarkt. ETAP is specialist in kwalitatief licht "om onder te werken" voor kantoor en voor industrie. Voor het regelen van licht levert ETAP diverse oplossingen op armatuurniveau. In veiligheidsverlichting blinkt ETAP uit in de veiligste autonome verlichtingsarmaturen op de markt. Niet voor niets is ETAP de enige fabri-
kant die al haar veiligheidsverlichtingsarmaturen standaard uitrust met een automatische zelftest. ETAP heeft zijn productengamma uitgebreid met de veelzijdige Thalia®-reeks en met downlights, uplights en decoratieve verlichting. In de strategie van ETAP passen systemen die optimaal gebruik maken van daglicht. Binnen dit kader voert ETAP een aantal onderzoeksprojecten uit in internationaal samenwerkingsverband. Als u wil bijblijven op gebied van moderne verlichtingstechniek, en een unieke lichtervaring wil beleven, dan mag u dit bezoek niet missen. Of zoals ETAP het verwoordt: "Als licht plots voelbaar wordt".
PRAKTISCH Programma
verwelkoming voorstelling van wat ETAP zoal in haar mars heeft bezoek aan het bedrijf bezoek aan het lichtpaviljoen: het licht aan de lijve ondervinden afsluiter
Plaats: ETAP-verlichting, Antwerpsesteenweg 130, Malle Datum: donderdag 25 oktober 2001 om 19u30 stipt !!! Einde voorzien rond 22u30 Kosten voor deelneming: gratis voor VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Inschrijvingen (max. 25 personen) tot en met vrijdag 19 oktober 2001 (opgelet: gelieve werkgever en uitgeoefende functie mee te delen).
LEZING: "DE MACHINERICHTLIJN" donderdag 22 november 2001 Deze avond gaat uit van twee doelstellingen:
In eenvoudige bewoordingen de verschillende aspecten van de machinerichtlijn EN 954-1 en de arbeidsmiddelenrichtlijn en de ermee verbonden normen voor te stellen. Een must voor elke ontwerper en aankoper. Het laten meegenieten van de kennis op
het gebied van veiligheidsrelais, door de integratie van het veiligheidsconcept voor te stellen aan de hand van talrijke praktijkvoorbeelden is ons doel van deze lezing. Uw probleem kan aan bod komen. Meer info: zie bij regio Mechelen ‘Elektrische sturingen in machineveiligheid’ lezing 15/11/2001
PRAKTISCH Plaats: VTI Sint-Laurentius, Pr. Thuysbaertlaan 1, Lokeren Datum: donderdag 22 november 2001 om 20u00. Einde voorzien rond 22u30 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 4,96 EURO (200 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Inschrijvingen (max. 40 personen) tot en met dinsdag 20 november 2001 (opgelet: gelieve werkgever en uitgeoefende functie mee te delen).
53 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN WAASLAND
ACTIVITEITENKALENDER 2001 25.10.2001:
Bezoek ETAP-verlichting, Malle
22.11.2001:
Lezing: "De machinerichtlijn", Lokeren
WAASLAND
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling Waasland, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ann Craane, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected]. De aankondigingen van activiteiten die de VIK-Afdeling Waasland haar leden aanbiedt, kan men ook steeds raadplegen via de VIK-website of rechtstreeks via het adres: http://www.vikwsl.yucom.be.Tevens kan men op bovenstaande website van de VIKAfdeling Waasland een historiek van verslagen opvragen van de reeds eerder georganiseerde activiteiten.
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN LEUVEN - HAGELAND
GASTRONOMISCH WEEKEND 8, 9 en 10 februari 2002 De VIK-Afdeling Leuven–Hageland organiseert op 8, 9 en 10 februari 2002 een gastronomisch weekend in de Ardennen.
In het prachtige Maissin in de provincie Luxemburg, kan je genieten van een heerlijk en ontspannend weekend. We verblijven in het prachtige 3-sterrenhotel Chalet-sûr-Lesse.
PRAKTISCH Programma Vrijdag 8 februari: ∑ Aankomst en aperitief ∑ 4-gangendiner Zaterdag 9 februari: ∑ Uitgebreid ontbijtbuffet. ∑ De avond wordt afgesloten met een uitgelezen gastronomisch 6-gangen-diner. Zondag 10 februari: We genieten van een uitgebreid ontbijtbuffet gevolgd door een prachtige wandeling om het weekend waardig af te sluiten. Plaats: Chalet-sûr-Lesse, Avenue Bâtonnier Braun 1, Maissin. Een routebeschrijving wordt opgestuurd na inschrijving. Datum: vrijdag 8 februari (late namiddag) tot 10 februari Kosten voor deelname: 152,45 EURO (6.150 BEF) per persoon voor 2 nachten. Verplaatsingen gebeuren op eigen kracht van de deelnemers. Verplaatsingskosten zijn in deze prijs niet inbegrepen. Inlichtingen en inschrijvingen: Ing. Bart Van Orshoven, tel. 016 58 24 70 of via e-mail:
[email protected].
54 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN LEUVEN - HAGELAND
BEZOEK AAN SYLVANIA LIGHTING vrijdag 12 oktober 2001 De VIK-Afdeling Leuven-Hageland brengt op vrijdag 12 oktober 2001 een bezoek aan Sylvania Lighting. Sylvania N.V., gehuisvest in Tienen, behoort tot de Groep SLI Inc., een Amerikaans bedrijf met hoofdzetel in Massachusetts, U.S.A. De Groep vertegenwoordigt 33 bedrijven in 13 verschillende landen rondom de globe. Het is een volledig geïntegreerd verlichtingsbedrijf waar zowel lampen, armaturen en voorschakelapparaten worden ontwikkeld en geproduceerd. Sylvania Tienen is het "centre of excellence" voor
alle halogeen- en hoge druk ontladingslampen. In het bedrijf te Tienen werken ongeveer 800 zeer gekwalificeerde medewerkers en er worden zowel nieuwe producten, processen als nieuwe "state of the art" machines ontwikkeld. De missie van het bedrijf is duidelijk: "To be the n° 1 Lighting Supplier in Innovation, Quality and Customer Service". Het bedrijf voldoet aan en produceert reeds sinds jaren volgens de kwaliteitsnorm ISO 9001 en de milieunorm ISO 14001.
PRAKTISCH Programma: 14u00 – 14u30: Introductie 14u30 – 17u00: Rondleiding in de productieafdelingen Plaats: Sylvania nv., Industriepark 13, Tienen Datum: 12 oktober 2001 om 14 uur Inschrijving vereist: VIK-secretariaat, 03 259 11 09, e-mail:
[email protected] Het aantal plaatsen is beperkt tot maximum 20 personen!
ACTIVITEITENKALENDER 2001 - 2002
LEUVEN - HAGELAND
11.10.2001:
Algemene Ledenvergadering, Leuven
12.10.2001:
Bezoek aan de lampenfabriek Sylvania + stadswandeling in Tienen
20.11.2001:
Info-avond "Master en Bachelor", Leuven
01.12.2001:
Kerstmarkt in Aken
18.01.2002:
Nieuwjaarsreceptie, Bierstübe Leuven
08-10.02.2002: Gastronomisch weekend, Massin-Luxemburg 19-21.04.2002: Hannover Messe + toeristische trip in Hannover (2 overnachtingen) Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling LeuvenHageland, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ann Craane, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
Lijken Sorbonne en Bologna op 2 zuiderse vakantiebestemmingen? Denk je dat Master en Bachelor begrippen zijn uit de muziekwereld? Dan wordt het hoog tijd dat wij je bijkomend informeren. Je weet het of je weet het niet, maar ons onderwijssysteem wordt hervormd.
Termen als Master in Science en Bachelor vliegen ons rond de oren. Wat houdt dit in? Is mijn diploma nog iets waard? Moet ik bijscholen of zelfs omscholen? Je komt het te weten op woensdag 21 november 2001. Hou deze avond vrij! Meer informatie volgt in onze volgende uitgave.
55 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN LIMBURG
LEZING: "ALTERNATIEVE ENERGIE" dinsdag 13 november 2001 Alternatieve energie In deze tijd, waarin de milieuproblematiek een permanent hot item is, wordt ruim aandacht besteed aan het beperken van de CO2-uitstoot, zelfs al lijkt de Amerikaanse president alle afspraken hieromtrent aan zijn laars te willen lappen. Het beperken van het verbruik van fossiele brandstoffen is hiervoor één middel, het opwekken van duurzame en groene energie een ander. Meer en meer wordt de productie van groene stroom door de overheden gestimuleerd en beloond. Door het geven van extra (financiële) stimulansen wordt de vraag naar groene energie alsmaar groter. Interelectra is op dit vlak al jaren bezig met projecten allerhande: het meest gekende voorbeeld is de uitbating van het eerste windturbinepark in Zeebrugge, dat model stond voor windenergieprojecten in België en het buitenland. Maar ook op het vlak van Warmtekrachtkoppeling, waterkracht en energiewinning uit biogas heeft Interelectra ervaring.
De vrijmaking van de energiemarkt De Europese regelgeving bepaalt dat ook in de energiesector alle monopolies moeten doorbroken worden. Klanten, groot en klein, moeten de vrije keuze hebben bij wie ze hun energie willen kopen. In vele Europese landen is deze liberalisering al jaren een feit, in ons land wordt nu in een snel tempo de hele energiesector omgewoeld en aangepast aan de wetgeving die de vrijmaking van de klant mogelijk maakt. Uiterlijk in 2003 moeten alle klanten vrij zijn. Samen met Luminus, een nieuw commercieel bedrijf dat zich bezighoudt met de verkoop van energie, bereidt Interelectra zich voor om het hele proces in goede banen te leiden. In de toekomst zal Interelectra een zuiver netwerkbedrijf worden. De klanten worden, naarmate ze door de wetgever vrijgemaakt worden, overgedragen naar Luminus.
PRAKTISCH Plaats: Interelectra, gebouw R, Gouverneur Verwilghensingel, Hasselt Datum: dinsdag 13 november 2001 om 19u30 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 300 BEF Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Het aantal deelnemers is beperkt tot 30 personen.
LEZING: "K.B. TIJDELIJKE EN MOBIELE BOUWPLAATSEN: WAAROM, WIE, WAT, WANNEER EN NOG VEEL MEER..." donderdag 25 oktober 2001 De arbeidsomstandigheden en de risico's op bouwplaatsen hadden slechte ongevalstatistieken en een hoop verborgen schade en leed tot gevolg. Daarom introduceerde Europa in 1992 gestructureerde maatregelen om de veiligheid en gezondheid op bouwplaatsen te bevorderen. België heeft deze maatregelen 8 jaar later als laatste in de rij der 15 omgezet in federaal recht. Met dit programma willen we inzicht bijbrengen in het coördinatiegebeuren op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, gekruid met anekdotes, recht uit het bouwplaatsleven gegrepen. De avond wordt verzorgd door Ing. Koen Thomas, VIK-lid en veiligheidscoördinator. Hij is nauw betrokken bij de opleiding van coördinatoren en is zaakvoerder van het coördinatiebureau "Quality, Safety, Environment" kortweg QSE bvba te Neerpelt.
56 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN LIMBURG
PRAKTISCH 1. Waarom deze nieuwe wetgeving - welke meerwaarde mogen we ervan verwachten? 2. Wanneer is deze wetgeving van toepassing? 3. Wat zijn de taken van opdrachtgever, ontwerper, uitvoerders, coördinatoren en andere betrokkenen op bouwplaatsen? 4. Er zijn 4 "nieuwe" coördinatie-instrumenten: het veiligheids- en gezondheidsplan, het coördinatiedagboek, het postinterventiedossier en de coördinatiestructuur. Wat is de bijdrage van elk van deze 4 coördinatie-instrumenten? 5. Wie mag coördineren en waar vind ik coördinatoren ? 6. Hoe verloopt zo'n coördinatie op bouwplaatsen? 7. Wat is de kost en de meerwaarde van een coördinator? 8. Tijd voor vraagstelling.... en antwoorden Plaats: Hogeschool Limburg, Universitaire Campus, gebouw H, Diepenbeek Datum: donderdag 25 oktober 2001 om 19u30 Kosten voor deelneming: gratis voor alle VIK-leden op vertoon van hun lidmaatschapskaart, niet-leden betalen 7,44 EURO (300 BEF) Inschrijving vereist: VIK-secretariaat
ACTIVITEITENKALENDER 2001 - 2002
LIMBURG
25.10.2001:
Voordracht "Veiligheidscoördinator", Diepenbeek
13.11.2001:
Voordracht "Alternatieve Energie", Hasselt
11.12.2001:
Bezoek Cristal Alken, Alken
15.12.2001:
Toneelvoorstelling door het Hasselts Toneel, Hasselt
12.01.2002:
Nieuwjaarsreceptie en uitreiking Paul Donnersprijs, Bilzen Alden Biesen, 19u00
29.01.2002:
Bezoek aan Radson, Zonhoven
12.02.2002:
Voordracht: "De nieuwe politiestructuur"
14.03.2002:
Bezoek aan SKF, Tongeren
23.03.2002:
Algemene Ledenvergadering, Lummen
31.03.-13.04.2002: 14-daagse rondreis "Alle hoogtepunten van China" 25.04.2002:
Voordracht "E-Learning", Diepenbeek
30.04.2002:
Bezoek Marmorith
07.05.2002:
Voodracht: "VRT: interactieve TV"
30.06.2002:
Fiets- en wandeldag, Diepenbeek
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling Limburg, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ann Craane, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected]. Ing. Chris Ribus, secretaris van de VIK-Afdeling Limburg, is tevens het aanspreekpunt voor de Regio Limburg. U kan ook steeds bij hem terecht met uw vragen. Zijn adres: Deurnestraat 102, 3583 Beringen, tel. en fax: 013 67 85 11, e-mail:
[email protected]
67 I.M.-
OKTOBER 2001
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN NOORD-WEST-VLAANDEREN
ACTIVITEITENKALENDER 2001
NOORD-WEST-VLAANDEREN
13.11.2001: Studenten-info, KHBO, Oostende 20.11.2001: Lezing: "Barco Vision", Kortrijk 01.12.2001: Optreden Jummoo, De Spil, Roeselare (i.s.m. de Afdeling Zuid-West-Vlaanderen) Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling NoordWest-Vlaanderen, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ann Craane, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
NIEUWS VAN DE AFDELINGEN BRUSSEL - HALLE - VILVOORDE
ACTIVITEITENKALENDER 2001 - 2002 BRUSSEL - HALLE - VILVOORDE 25.01.2002:
Nieuwjaarsreceptie, Erasmushogeschool, Anderlecht
Tenzij anders vermeld dienen de inschrijvingen voor de activiteiten, georganiseerd door de VIK-Afdeling BrusselHalle-Vilvoorde, te gebeuren op volgend adres: VIK-secretariaat, Ann Craane, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, tel.: 03 259 11 16, fax: 03 259 11 01, e-mail:
[email protected].
Regionale bestuursvergaderingen Afdeling Antwerpen: 10.10.2001 14.11.2001 12.12.2001
Afdeling Limburg: 16.10.2001 20.11.2001 18.12.2001
Afdeling Oost-Vlaanderen: 15.10.2001 19.11.2001 17.12.2001
Afdeling Brussel-Halle-Vilvoorde: 28.11.2001
Afdeling Mechelen: 11.10.2001 08.11.2001 13.12.2001
Afdeling Waasland: 08.11.2001 06.12.2001
Afdeling Kempen: 21.11.2001 19.12.2001 Afdeling Leuven-Hageland: 11.10.2001 14.11.2001 12.12.2001
Afdeling Noord-West-Vlaanderen: 06.11.2001 04.12.2001
Afdeling Zuid-West-Vlaanderen: 15.10.2001 03.12.2001
Voor meer informatie omtrent uur en plaats van deze vergaderingen kan u terecht bij Ann Craane op het VIK-secretariaat op het telefoonnummer 03 259 11 16.
58 I.M.-
OKTOBER 2001
Vul dit formulier in als uw adres of werkomgeving gewijzigd is, zo blijft u op de hoogte van alle activiteiten die u als ingenieur interesseren. Fax het naar 03 259 11 01 of stuur het naar de Vlaamse Ingenieurskamer, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem. (art. 4 van de Wet van 08/12/92:1. houder van het bestand: Vlaamse Ingenieurskamer VZW, Herentalsebaan 643 2160 Wommelgem. 2. doel: ledenadadministratie 3. recht tot inzage en correctie cfr. arts. 10 en 12: Vlaamse Ingenieurskamer op adres van de zetel te Wommelgem) Kruis het gepaste aan:
❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏
INLICHTINGENEN AANVRAAGFORMULIER Inschrijving VIK-activiteit
Adreswijziging
❏ Ik wens mij in te schrijven voor volgende actviteit:
Wijziging werkgegevens
...........................................................................................
Inschrijving VIK-activiteit
Aard van de activiteit: ❏ bedrijfsbezoek ❏ lezing ❏ studiedag ❏ vergadering ❏ socio-culturele activiteit ❏ cursus ❏ andere activiteit (nader te specificeren): ...........................................................................................
Opvragen informatie Inschrijving "Dienstaanbiedingen"
❏ bedrijf ❏ persoonlijk
Nieuw lidmaatschap
Aantal personen: ...................................
Privé gegevens: Lidmaatschapsnummer: ............................................ Geslacht:
❏M/❏V
Datum: ......................... plaats: ...........................................
Geboortedatum: ....................
Naam + voornaam: ..............................................................
Georganiseerd door (Afdeling, Studiegroep) ........................................................................................... Enkel in te vullen bij opname in de "Dienstaanbiedingen":
Oud adres (enkel bij adreswijziging):...............................................
Nuttige ervaring:.......................................................................
..........................................................................................
..............................................................................................
Privé adres (nieuw/huidig): straat + huisnummer:............................................................ postnr. + gemeente:.............................................................. tel.nr.:.................................. fax nr.: .................................... Gevolgde specialiteit: ......................... Diplomajaar: ................ School: ...............................................................................
.............................................................................................. Talenkennis: ............................................................................ Tijdstip van mogelijke indiensttreding: .......................................... Belangstellingsgebieden:............................................................ .............................................................................................. Indien van toepassing, geef aan in welke omgeving of provincie u wenst werk te vinden: ..............................................................................................
Werkgegevens: Naam bedrijf/school/instelling:
Handtekening: ........................................................................
..........................................................................................
Datum: ..................................................................................
straat + huisnummer:............................................................ postnr. + gemeente:.............................................................. tel.nr. algemeen:........................rechtstreeks......................... fax nr. algemeen:........................rechtstreeks......................... Sector tewerkstelling:
❏ industrie ❏ onderwijs ❏ openbare dienst ❏ zelfstandige
Activiteit van het bedrijf: invullen volgens bijgaand overzicht (NACE-code):......................... BTW-nummer:..................................................................... Functie: .............................................................................. Departement: ..................................................................... Aantal werknemers:
❏
O <50
❏ 50-100 ❏ 101-250 ❏ >250
Omzet:
❏ <50 miljoen ❏ 50-200 miljoen ❏ 200-500 miljoen ❏ >500 miljoen Aanvraag informatie Ik zou graag informatie bekomen over volgend onderwerp: ............................................................................................. ............................................................................................. ............................................................................................. .............................................................................................
Activiteit van het bedrijf: NACE-code. 15: Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 17: Vervaardiging van textiel 20: Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk 22: Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media 24: Chemische nijverheid 25: Rubber- en kunststofnijverheid 26: Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 27: Metallurgie 28: Vervaardiging van producten van metaal 29: Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen 31: Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 32: Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur 33: Vervaardiging van medische apparatuur, van precisie- en optische instrumenten en uurwerken 36: Vervaardiging van meubels; overige industrie 45: Bouwnijverheid 51: Groothandel en handelsbemiddeling, exclusief de handel in auto's en motorrijwielen 60: Vervoer te land 61: Vervoer over water 62: Luchtvaart 65: Financiële instellingen 66: Verzekeringswezen 72: Informatica en aanverwante activiteiten 74: Overige zakelijke dienstverlening 75: Openbaar bestuur, algemene collectieve diensten en verplichte sociale verzekering 80: Onderwijs ...... Andere (te specificeren)....................................................
59 I.M.-
oktober 2001