INGENIEURSMEDEDELINGEN
België-Belgique P.B. Hasselt 1- 3°afd. 12/403
STUDENTENEDITIE ALGEMEEN MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER
adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 38 • Extra editie - oktober-november 2000 verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor Overpelt 1
Het succes van Bekaert ligt in de wilskracht van onze mensen om steeds opnieuw innoverende en technologisch geavanceerde producten te ontwikkelen als antwoord op de noden en problemen van onze klanten.
Leiderschap in technologie
Bekaert: wereldwijde specialist
Groei door innovatie
Bekaert is wereldleider in zijn kerncompetenties op het vlak van metaalvervorming en diverse bedekkingstechnologieën, dankzij het continu verbreden en ontwikkelen van zijn technologische basis.
Bekaert is de belangrijkste onafhankelijke, wereldwijde producent en marketeer van hoogwaardig staalkoord, staaldraad en handelsproducten (afsluitingen) en tevens een snelgroeiende producent van geavanceerde materialen. De Groep telt 17.000 medewerkers wereldwijd verspreid over meer dan 70 productiecentra.
Een continu innovatieproces en een wereldwijd zoeken naar nieuwe technologieën en toepassingen in lijn met onze kerncompetenties zullen leiden tot nieuwe geavanceerde materialen en nieuwe businesses die bijdragen tot een groei van de rendabiliteit.
N.V. Bekaert S.A. Groepsdirectie President Kennedypark 18 B-8500 Kortrijk
www.bekaert.com
INGENIEURSMEDEDELINGEN
EDITORIAAL België-Belgique P.B. Hasselt 1- 3°afd. 12/403
Algemeen maandblad van de VIK, Vlaamse Ingenieurskamer
STUDENTENEDITIE ALGEMEEN MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER
adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 38 • Extra editie - oktober-november 2000 verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor Overpelt 1
Jaargang 38 extra editie okt. - nov. 2000
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Etienne Beernaerts E. Claeslaan 29, 9051 St. Denijs-Westrem HOOFDREDACTEUR Ing. Ivan Born REDACTIERAAD Ing. B. Demol Ing. J. Derycke Ing. R. Dreesen Ing. P. Van Cleemput Ing. A. Vandenbossche Ing. B. Vandezande REDACTIESECRETARIAAT Francine Demaret Eddy De Winter SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. 03-259 11 00 Fax 03-259 11 01 Als student industrieel ingenieur kan u lid worden door storting van 12,50 € (504 BEF) op rekening 406-0098501-56 van de VIK Voor de talrijke voordelen: Lees aandachtig deze Extra Editie van Ingenieursmededelingen DRUKKERIJ & LAY-OUT Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel. 011-80 90 90 Fax 011-80 90 95 Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.U.P.P.)
Beste toekomstige collega-Ing.,
43 Deze extra editie van Ingenieursmededelingen (het maandelijks VIK-ledentijdschrift) gaat enkel naar studenten-ingenieurs. Met dit nummer willen we ons bij het begin van het nieuwe academiejaar voorstellen en jullie uitnodigen om lid te worden. De Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) is dé vereniging van en voor alle Vlaamse Industrieel Ingenieurs èn voor alle studenten die voor dit diploma en deze graad studeren. Je weet dat er over het Ing.-diploma en -graad op dit ogenblik hevig gediscussieerd wordt, niet alleen in Vlaanderen, maar in heel Europa. De VIK wil samen met de 12 Vlaamse Hogescholen de kwaliteit van de opleiding bewaken. De erkenning van het academisch niveau is een feit. Nu ligt de strijd voor de academische graad op tafel. De discussie hierover wordt Europees gevoerd. Het VIK-standpunt is duidelijk: de Ing.-opleiding moet, zoals Europa oplegt, een 3-5-8 structuur krijgen waarbij de Ing. na vijf jaar de titel krijgt van master of science, of een gelijkwaardige Europese titel. Op 18 november a.s. organiseert de VIK hierover een congres te Brussel met als thema: ‘De Vlaamse Ingenieur in Europees perspectief’. Voor studenten worden vanuit elke vlaamse provincie bussen ingelegd naar het Vlaams Parlement in Brussel (zie bijgevoegde uitnodiging). Nog wat over de werkgroepen van de VIK –jongeren: De studentenwerking wil een forum bieden voor alle studenten industrieel ingenieur. Laatstejaarsstudenten kunnen met hun eindwerk talrijke prijzen in de wacht slepen. Ontdek de Barco prijs, de Egemin prijs en de Tech-Art prijzen in dit nummer. Als je verder wil studeren in het buitenland, dan kan je bij ons terecht. Ben je straks op zoek naar je eerste baan dan is onze gratis plaatsingsdienst een begin. In de brochure "Start met voorsprong" vind je nuttige tips bij het solliciteren. Jonge ingenieurs die hun loopbaan starten kunnen bouwen aan een netwerk van contacten via de regionale jongerenwerking. Deze teams richten tal van leuke, leerzame en sportieve activiteiten in. Binnenkort komen ze de VIK voorstellen in de hogescholen. Verder studeren? Specialiseren? De VIK biedt een waaier aan vormingsmogelijkheden. Ontdek ze op onze website www.vik.be. Tenslotte zijn er de contacten met onze jonge Europese collega’s De VIK is lid en medestichter van de European Young Engineers (EYE). Verder in dit nummer lees je waarvoor EYE staat. Als je wil zit je weldra in Finland. Tot binnenkort.
Ing. Bart Demol Voorzitter Dept. Jongerenwerking
Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk.
Vorming
14
Diploma
18
Partners
28
GRAAD EN DIPLOMA
"Industrieel Ingenieur: academisch niveau die thuishoort
Eén ingenieurstitel?
Wie uit de beschouwingen over integratie van de vorming van de industrieel ingenieur in de universiteit zou afleiden dat dit een impliciet pleidooi is voor de afschaffing van enige titel, vergist zich. Het bedrijfsleven heeft nood aan goed gevormde industrieel ingenieurs, net zo goed als het nood heeft aan
I.M.-Studenteneditie 4
goed gevormde burgerlijk ingenieurs. Alle types van ingenieursopleidingen dienen behouden te blijven (burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur, handelsingenieur, bio-ingenieur) want elk type heeft zijn eigenheid en de industrie vraagt om die eigenheid.
Waarom van hogeschool naar universiteit? Je hebt een paar jaar geleden gekozen om de studies van industrieel ingenieur te beginnnen. Binnenkort mogen wij je ‘collega’ noemen. Straks begin je als professional in een beroepswereld waar de rol van de ingenieur alsmaar belangrijker wordt. Wie vandaag onderzoekt welke functie de ingenieur in het bedrijfsleven vervult, komt al snel tot de vaststel-
misch niveau aan een universiteit behaald. De buitenlander heeft gelijk! Daarom heeft de VIK de afgelopen jaren vooral gewerkt aan voorstellen die de toekomst en de kwaliteit van ons diploma op lange termijn veilig moeten stellen. Eén van deze voorstellen is: "De VIK eist als finaliteit
een opleiding op … aan een universiteit!" ling dat de industrieel ingenieur in bijzonder veel gevallen terug te vinden is in de top van de onderneming. Hij is leidinggevend, staflid in het bedrijf of manager. Hij is degene die, in overleg met de raad van beheer en met zijn stafmedewerkers, de objectieven en de strategie van het bedrijf bepaalt. Hij stippelt de weg uit waarlangs die doelstellingen zullen bereikt worden. Hij bepaalt hoe medewerkers op de beste manier tot productontwerp en productvervaardiging komen. Dit is zowat de dagelijkse concrete taak van de ingenieur. Dit is het hedendaagse profiel van de industrieel ingenieur. Een profiel dat moet leiden tot een andere en duidelijke definiëring van de studie van industrieel ingenieur. Is de huidige definiëring dan niet goed? Ons profiel en Ing.-diploma is wel erkend als een opleiding van academisch niveau. Terecht. Maar het is, uitgaande van het feitelijk bestaande én noodzakelijke profiel van de ingenieur onvoldoende. Daarenboven ontmoet een Vlaamse industrieel ingenieur onbegrip als hij in het buitenland vertelt dat hij een diploma bezit dat de status heeft van een opleiding op academisch niveau, behaald aan een hogeschool. Hij wordt meteen gedevalueerd want voor een buitenlander wordt een diploma met een opleiding van acade-
voor de opleiding van industrieel ingenieur een academische graad, wat een integratie in de universiteit inhoudt ofwel een accreditatie op internationaal niveau." Het toekennen van een academische graad aan de studie van industrieel ingenieur en dus de integratie ervan binnen de universiteit, lost meteen gemakkelijker de hiervoor geschetste problemen op. Dankzij deze duidelijke situering van het diploma, zal de discriminatie van de Vlaamse industrieel ingenieur in het buitenland ongedaan worden en zullen we niet alleen in Vlaanderen en België erkend worden maar ook Europees en internationaal. Verder is de integratie van onze opleiding binnen de universiteit een garantie om te kunnen beantwoorden aan het hiervoor geschetste hedendaagse profiel van de ingenieur. Want wat de industrieel ingenieur in de praktijk ook doet, hij moet, om deugdelijk en zo rendabel mogelijk te kunnen functioneren, vakoverschrijdend denken. Deze denkfiguren en associatieve patronen dienen te worden bijgebracht tijdens de opleiding. Om een profiel van een ééndimensionale wetenschapper, die alleen maar voordeel vindt bij een enge vakkennis, te vermijden, moet onze opleiding verlopen in een reële academische sfeer. De student ingenieur moet kun-
nen deelnemen aan het interactieve proces van disciplines die in een totaalbeeld passen en dat aan een universiteit ontwikkeld wordt. Want het totaalbeeld van een academicus overstijgt het eigen departement, de eigen faculteit. Dat totaalbeeld wordt gevoed door de aanwezigheid van de vele disciplines op één campus, die onderling bevruchtend werken en die vanuit één centraal punt, het rectoraat en de raad van bestuur, conceptueel gestuurd en op mekaar afgestemd worden. Dat is academische interactie die heden niet aanwezig is in de industriële hogescholen die de opleiding van de industrieel ingenieurs verzorgen, hoeveel werk er inmiddels aan de hogescholen ook gepresteerd werd en wordt. Beste student en toekomstige collega, ik ben overtuigd dat jullie de hoger geciteerde eis volledig onderschrijven. De VIK standpunten kunnen maar tot verbeteringen leiden, indien ze ondersteund worden door studenten en industrieel ingenieurs die actief zijn in het ondernemingsleven, -en ook door onderwijsverantwoordelijken. Ik roep dan ook op om samen de beleidsverantwoordelijken ervan te overtuigen dat onze vraag naar integratie van de opleiding van industrieel ingenieur binnen het universitair kader een redelijke en terechte vraag is, die enkel maar tot beterschap kan leiden, - ten bate van onze bedrijven. Samen moeten we finaal één beweging vormen.
Ing. Leo Wezenbeek Algemeen Voorzitter Vlaamse Ingenieurskamer.
I.M.-Studenteneditie 5
INGENIEUR EN BEROEP Af en toe drukken wij op een willekeurig lidnummer van het VIK -ledenbestand om het toevallige slachtoffer aan een interview te onderwerpen. Deze keer wees het lot lid nr. 11.437 aan. Steven Buytaert, geboren in 1965, afgestudeerd aan de Katholieke Hogeschool Limburg, Oprichter en Co-CEO van SmartMove. (www.smartmove-eu.com) Steven begon na zijn studies bij IMEC en stampte in 1996 in Leuven zijn eigen bedrijf uit de grond – SmartMove: 100 medewerkers, meestal inge-
Intuïtieve Innovatie volgens Ing. Steven Buytaert 1 september 2000. Vanden Tymplestraat
35, Leuven.
SmartMove. Een onopvallend gebouw zonder prots of praal, wat dieper gelegen in een gewone huizenrij. In de hall lopen medewerkers af en aan. Jeans, sigaretje, koffietje. Ondertussen een babbel. Wees jezelf en doe gewoon, die stijl. Maar vergis je niet: ze hebben hier een voertuigtelematica- model ontwikkeld dat ver buiten de auto-industrie
CEO’S SmartMove Marc Maes en Steven Buytaert
INTERVIEW
nieurs en een afdeling in Massachussets, USA.
Je studiekeuze was dus evident? Ik was gefascineerd door techniek, maar luchtvaart was m’n passie. Na m’n middelbare studies wilde ik piloot worden, maar ik moest van m’n moeder eerst een diploma halen. Dat werd dus industrieel ingenieur, dichtbij huis in Diepenbeek. Na m’n studies moest ik naar het leger. Nu zou ik piloot worden! Maar ik werd afgekeurd. Ik heb nadien nog wel een jaar of tien aan zweefvliegen en zeilen gedaan.
ken, over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Hoe ben je met SmartMove begonnen? Tijdens m’n opleiding elektromechanica aan de KHLim deed ik stage bij IMEC. Ik vond de sfeer daar zo constructief dat ik er absoluut wilde blijven werken. Ik kon beginnen in een afdeling die helemaal buiten mijn specialisatie lag. Daarom ben ik ook blijven studeren, aan de KUL en in het buitenland. Bij IMEC heb ik geleerd wat je in een autonome, creatieve omgeving kan gedaan krijgen. Dat wilde ik in 1996 zelf ook doen met SmartMove.
Herinner jij je het moment waarop je dacht ‘ik wil ingenieur worden’? Ik herinner me niet dat ik ooit niét ingenieur wilde worden. Als uk haalde ik alle dingen uit elkaar. Eerst speelgoed. Later radio’s en TV’s. Ik ben altijd gefascineerd geweest door techniek. Mijn vader is vroeg gestorven, maar hij had me steeds boeken over wetenschap en techniek toegestopt. Nog later volgde ik TV-programma’s als ‘Verover de aarde’. Tussen haakjes: voor jongeren een spijtige zaak dat dergelijke programma’s niet meer uitgezonden worden. Ik ben geboren 1965 en toch herinner ik me de eerste maanlanding – de biep nadat Armstrong voor het eerst contact had met de aarde! Misschien was dat ‘het moment’?
Had je een groot ‘plan’ toen je dit bedrijf startte? Niet echt. Aanvankelijk was het de bedoeling om een antidiefstal systeem te ontwikkelen, een beperkt marktsegment dus. M’n ingenieursopleiding was heel degelijk, alleen had ik weinig notie van hoe je een bedrijf opstart en financieel op poten zet. Nu kwam ik uit een academische wereld waar het vanzelfsprekend is dat je kennis deelt – ik heb nooit anders geweten en ik zou nooit anders willen. Met die instelling is het bedrijf heel organisch gegroeid tot wat het nu is. Er zijn een hoop Amerikaanse publicaties die ‘Hoe leid ik mijn bedrijf?’ heten. Een Vlaming vindt zulke titels heel dom. Maar ik lees ze wel en soms merk ik dat wij allang toepassen wat er in staat. Vandaar al die boeken op m’n bureau: meer als bevestiging dan als bron voor nieuwe ideeën. Een bedrijf draait niet alleen op engineering, maar ook op
z’n consequenties heeft. Meer nog: het dwingt tot bezinning over een aantal aspecten van de economie in zijn geheel. Steven Buytaert ontvangt ons in jeans aan een bureau dat niet vol staat met computerapparatuur maar met… boe-
I.M.-Studenteneditie 6
financiële en de juridische engineering. Bij SmartMove verbinden we dat allemaal met onze gevoelsmatige human engineering. We vallen niet terug op een of andere theorie. Als we al een filosofie hebben is het er een van ‘leven en laten leven’. Die hebben we gaandeweg ontdekt. Ons soort van aanpak is steeds nieuw geweest omdat we dikwijls beslissingen nemen vanuit de buik en bijsturen naargelang de tevredenheid van medewerkers en klanten, wel wetende dat je nooit iedereen 100% kan tevreden stellen.
SmartMove heeft ondertussen een heel eigen telematicasysteem ontworpen. Wil je vertellen hoe het werkt? Vijf jaar geleden hebben we het als missionarissen verkondigd. Nu wordt het door iedereen het Netwerk Centric Three Layer Concept genoemd. Het steunt op derde-generatie telematica. De eerste generatie had voor elke toepassing nog aparte hardware nodig. Bij de tweede generatie kon je verschillende systemen al combineren maar niet integreren. De derde generatie is een open systeem waarbij de toepassingen geleverd worden via dezelfde programmeeromgeving. Zelf noemen we ons systeem SmartMove Open Telematics Architecture of het Open Platform. Het kan een oneindige aantal diensten leveren aan een oneindig aantal gebruikers. Het heeft drie bouwstenen: een gestandaardiseerde software-omgeving voor toepassingen die gebruikt kunnen worden door service providers om hun diensten te linken. Maar ze kunnen ook hun eigen IBM, SUN of Apple computers blijven gebruiken op onze JAVA-basis. Een communicatie- en controlecentrum regelt dan de uitwisseling tussen serviceprovider en eindgebruiker. Het organiseert ook andere dingen als log-accounts en database. Als derde bouwsteen hebben we een gestandaardiseerde automodule gebouwd die de data van de serviceprovider interpreteert en dialogeert met netwerken in het voertuig en erbuiten. We ontwikkelen zelf scratch hard- en software. Immers, als je dat
aankoopt zit je steeds met fit- en bugproblemen die veel tijd en energie kosten. Herbruikbaarheid is maar rendabel als het op een hoger niveau wordt ingebouwd.
Wat zijn de commerciële mogelijkheden van het model? De autobouwers zelf hebben voorspeld dat binnen vijf jaar bijna elke nieuwe auto voorzien zal zijn van een telematicasysteem. Ons open platform hoeft niet beperkt te blijven tot autotelematica maar het biedt enorme mogelijkheden voor heel wat andere sectoren. Verzekeringsmaatschappijen, pechverhelpingsdiensten, leasingfirma’s, openbare diensten…ze kunnen hun service permanent vernieuwen binnen het pakket. Consumenten en dienstverleners hoeven geen computerexperts te zijn. Smartmove heeft de intellectuele hard- en softwareknowhow, communicatietechnologie en de toolkit ontwikkeld om diensten en applicaties aan mekaar te linken. We leveren licenties aan bedrijven als Bosch of Philips die op hun beurt leveren aan pakweg BMW. Ondertussen kan iedereen nog uit het pakket kiezen wat hij wil, zodat ieder zijn eigen creaties kan combineren met de onze. We willen het controlecentrum niet zelf exploiteren. Andere partijen zijn daar beter in. Ook de specifieke applicaties laten we over aan andere partners. We zijn zo’n beetje de S.A.P. van de telematica, S.A.P. zijnde het Duitse bedrijf dat E.R.P. (enterprise resource programmes) levert aan bedrijven als Real Software, dat op zijn beurt de componenten gebruikt voor toelevering aan weer andere dienstenleveranciers. Wat het ook aantrekkelijk maakt is dat ons systeem vrij eenvoudig te beveiligen valt, veel eenvoudiger dan internet. Crecitcardidentificatie, incripteren en beveiligen van verbindingen kan centraal georganiseerd worden omdat het onderdeel uitmaakt van elke transactie en niet telkens opnieuw door elke leverancier moet gebeuren.
I.M.-Studenteneditie 7
INGENIEUR EN BEROEP
Wie zijn jullie partners? We hebben allerlei soorten partners. We zitten in OSGI,(Open Services Gateway Initiative), een bedrijvenconsortium dat standaards en referenties creëert voor elke provider, operator en leverancier van het soort toepassingen dat wij beogen. We werken nog altijd samen met IMEC en de K.U.L. die ons geholpen hebben bij het opstarten. Ook bij Vlerick en EHSAL halen we mosterd. We participeren in een aantal organisaties als INFORM (Information for the Millions), een deel van het Europese ESPRIT O&O programma en in het ASTRID-project, dat veiligheids- en hulpdiensten op Europese schaal wil integreren. Nokia-Telindus en Kreutler participeren hier ook in. Onze potentiële partners zijn onder andere Sun Microsystems, Ubizen, Lernout en Hauspie, Banksys, een aantal verzekeringsmaatschappijen en natuurlijk constucteurs als Ford en General Motors. Hoe rijm je je filosofie van shared knowledge met concurrentie? Concurrentie is een indicatie dat je bezig bent in een interessant marktsegment. We zitten in een economie die erg onderhevig is aan technologische ontwikkelingen. En die zijn maar mogelijk door het uitwisseling van knowhow. Dat sluit mooi aan bij onze overtuiging van heilzame knowledge leak. Ons competitief voordeel bestaat erin dat wij jaren voorliggen op eventuele concurrenten. Wij zijn de enigen zijn die de end-to-end-solution leveren. We willen helemaal geen monopolie hebben. Voor een deel hebben we onze technologie al op internet gebracht. Iedereen kan de interfaces gebruiken en erop verder bouwen. Vergelijk het met internet, dat is even transparant. SmartMove is zowat gedoemd om te blijven vernieuwen – stilstaan is immers achteruitgaan. De mogelijke diensten die met het open platform kunnen geleverd worden zullen maar openbloeien als je met eenvormige OSGI-standaards werkt en je de consument niet opsluit in een monopolie. Overeenkomstig onze filosofie ‘leven en laten leven’ stoten we geen enkele commerciële exploitant van zijn troon. Het is essentieel dat er verschillende concurreren-
I.M.-Studenteneditie 8
Intuïtieve
de operators blijven in het systeem om gebruikers niet het gevoel te geven dat ze gevangen zitten in een big brothersituatie.
Hoe organiseer je de kennisoverdracht intern? Niemand kan alles. Er wordt verondersteld dat medewerkers zich zelfstandig bijspijkeren waar nodig. Als er lacunes blijven op technologisch vlak zien we of we via interne, informele kennisoverdracht via collega’s kunnen helpen. Eventueel zorgen we voor contacten bij andere bedrijven. Zoniet zorgen we voor externe opleidingen. Er zijn weinig afgestudeerden die echt vertrouwd zijn met HDL. In samenwerking met opleidingsinstituten in Schotland en Engeland zorgen we voor vervolmaking hierin. We willen de kennis die in het bedrijf is opgebouwd aan elke medewerker ter beschikking te stellen. Bij CERN in Genève werkte ik met een oudere ingenieur die me vertelde dat hij ervoor zorgde om minstens één keer per maand alle koffiekamers langs te gaan om er wat te kletsen. Hij zei dat hij uit die rondes al meer waardevolle informatie had gehaald dan uit ‘gekochte’ kennis. Als je wil dat je bedrijf en de mensen die er werken groeien, dan moet je dit soort van informele doorstroming in goeie banen leiden, zonder dat mensen zich verplicht voelen. Je kan er bijvoorbeeld voor te zorgen dat je gezellige koffiehoekjes hebt met internet en een bord in de buurt. Dus ook geen klassiek H.R.-management ? Nee, immers de totstandkoming van het ‘Platform’ is evenmin echt uitgeschreven. Het is zo geëvolueerd dat ieder kan zeggen dat er een stuk van hemzelf in zit. Personeelsmanagement verloopt ongeveer op dezelfde manier. Er wordt met medewerkers gepraat over wat ze drijft en motiveert. Onlangs stelden we iedereen de vraag waarom hij of zij hier werkte. Verloning kwam pas op de zesde plaats, terwijl onze lonen niet overdreven, maar wel competetitief zijn. Een CV interesseert ons zeer weinig. Gewoonlijk staat er wel
Innovatie volgens Ing. Steven Buytaert (2)
op dat iemand Pascal, C++, Visual Basic, Java kent. Maar er echt mee werken leer je op de werkvloer. Als iemand bij ons wil beginnen laten we hem of haar praten met de toekomstige collega’s. Daarna stellen we ons de vraag of hij of zij naar ons gevoel in onze sfeer kan passen. - voelde dit goed aan of niet?
Intuïtief georganiseerde chaos, zoiets? Ja, wat we bij SmartMove niet doen is kaartjes uitschrijven met stukjes functie-omschrijvingen op die de ‘directeur’ aan elkaar plakt. Wat we wel doen is een technologische richting wijzen: daar moeten we naartoe. De nadruk ligt op creativiteit, transparantie en flexibiliteit. Dat wordt ook erg gewaardeerd door medewerkers. Bij grotere bedrijven heb je die sfeer minder en is de shift om vijf uur afgelopen. Een oud-medewerker die onlangs dichter bij huis ging werken vertelde me dat op z’n nieuwe firma iedereen om twaalf uur z’n krant openvouwde, zwijgend lunchte en om één uur weer ging programmeren. Als er iemand een fout maakte werd hij opgeknoopt. Hier is dat niet zo.Iedereen maakt fouten en bij ons krijgt iedereen ook de kans om fouten te maken. Dit hoort nu eenmaal bij het creatieve proces. Als iemand niet overtuigd is van een manier van werken kan je gaan dwingen of manipuleren maar dan trap je op iemand z’n hart. Hij verliest z’n engagement en het bedrijf verliest z’n ziel. Hoe ligt de verhouding industrieel-burgerlijk ingenieur? Ik weet dat er in sommige bedrijven soms rivaliteit bestaat tussen burgerlijk en industrieel ingenieurs. Bij SmartMove is een graduaat informatica of elektronica even waardevol. We weten hier amper wie industrieel of burgerlijk ingenieur is of wie een graduaat heeft. Binnen dit bedrijf werken we samen rond interessegebieden, niet op basis van titels. Ondertussen zitten we met meer dan 100 mensen waarvan een deel in de US en zijn we gedwongen sommige zaken toch iets meer gaan structureren.
Misschien zou elke achttienjarige de gelegenheid moeten krijgen om een periode in een bedrijf te werken en pas darna een studiekeuze te maken. De beste opleiding die je jezelf kan geven is door met iemand samen te werken die al lang in het vak staat. Zo heb ik bij CERN in Genève van oudere collega’s de echte knepen van het vak geleerd. Heb je nog stoute dromen? Ik heb ooit ‘s gezegd dat wat wij aan het ontwikkelen zijn het Internet for the next generation wordt. Als je zoiets verteld wordt je gek verklaard. Onze technologie zal perfect toepasbaar zijn op domotica, op hand-held devices of op eender welk systeem waarbij je iemand die zich niet in je buurt bevindt een dienst wil aanleveren. Leg nu een walkie-talkie naast een gsm. Op het eerste gezicht doen ze dezelfde dingen: ze dienen om van op een afstand met elkaar te praten. Maar de mogelijkheden en het spectrum van een gsm zijn veel uitgebreider dan die van een walkie talkie. Wat er achter een gsm zit aan technologie is oneindig veel vernuftiger. Wel, het internet is die walkie-talkie… Mijn droom zal pas gerealiseerd zijn als we binnen 20 jaar dingen doen waar we vandaag zelfs nog niet van kùnnen dromen. De IBM-computerbouwers hadden ook geen vermoeden van toepassingen als windows of de muis. Dingen die nu vanzelfsprekend zijn, maar toen ondroombaar.
En als de droom gerealiseerd is? Dan ga ik weer vliegen. Als dit avontuur eindigt koop ik een oude DC2. Die ga ik dan oplappen…en volstoppen met SmartMove navigatie. Ed De Winter
Zag jij jezelf ooit deze dingen doen toen je student was? Eigenlijk heb ikzelf nooit veel en nooit graag gestudeerd. Maar nu doe ik niets anders dan lezen en studeren, over van alles en nog wat. We werken regelmatig met studenten van verschillende hogescholen en ik merk dat het niveau heel erg hoog ligt in vergelijking met het buitenland. Wel zou ik ervoor pleiten om de wisselwerking hogescholen-bedrijfsleven te bevorderen. In onze US-afdelingen komen studenten van MIT een hele zomer werken. Ze ontvangen een loon èn een hoop praktische ervaring. Als je afgestudeerd bent heb je een goeie basis. Als je je dan realiseert dat je nog veel moet leren word je een goede ingenieur. Ikzelf zag pas bij IMEC de praktische toepassingen van de gortdroge wiskunde die ik in Diepenbeek te verwerken kreeg. Pas toen begon ik differentiaal- en matrixrekenen interessant te vinden en ben ik het terug beginnen studeren, net omdat ik de toepasbaarheid voor me zag. I.M.-Studenteneditie 9
INGENIEUR EN WEDDE
Wedde-informatie voor jonge Bruto Maandwedde. Je beginwedde wordt bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst afgesproken als bruto maandwedde. Het is een essentieel deel van de overeenkomst:er is geen geldige overeenkomst is als de wedde niet duidelijk afgesproken is. Het is gebruikelijk om bij indiensttreding een beginwedde af te spreken mèt vermelding van een eerste loonsverhoging na een bepaalde tijd (meestal op het einde van de proeftermijn). Het overeengekomen bedrag is altijd de bruto-wedde. De netto-wedde is voor jongere collega's ongeveer 65% van de bruto-wedde. Bij vertegenwoordigers wordt, buiten de vaste maandwedde, bijna altijd een stuk commissie op de verkoop betaald. De wijze van berekening moet duidelijk overeengekomen zijn. Bij alle berekeningen op het loon wordt de bruto maandwedde als basis gebruikt. Als er een deel commissieloon is bestaat het maandbruto uit het vast gedeelte plus het gemiddelde van de commissie van de laatste 12 maanden. Alleen bij indexaanpassingen wordt het commissieloon niet meegerekend.
Extra Verloningen. Het is meer en meer de gewoonte om extra’s toe te kennen. Je moet deze extra's wel op hun werkelijke waarde inschatten. Het echte voordeel is niet altijd zo groot als het wordt voorgesteld. Immers, ze worden zij niet verrekend in 13° maand, vakantiegeld en verhogingen met de index of volgens barema. Ook zijn ze niet vrij beschikbaar in het bestedingsbudget. Het privé-gebruik van een firmawagen is vol belastbaar. Het moet reëel niet hoger dan 10.000BEF per maand worden ingeschat. Maaltijdcheques zijn geen loon maar sociale voordelen, net als goedkopere maaltijden in de bedrijfskantine. Een forfaitaire onkostenvergoeding zal door de fiscus kunnen worden belast als er geen werkelijke kosten ten laste van het bedrijf mee worden betaald. Indien ze door de fiscus worden aanvaard zijn ze, na aftrek van de gedane kosten, netto inkomen. Een bijdrage van de werkgever in de groepsverzekering is wel een reëel inkomen.
Loontoeslagen. Practisch elke werknemer heeft nu recht op minstens een dertiende maand. Meestal betekent dat een extra maandwedde in december. In een aantal sectoren is de toekenning in het eerste jaar beperkt. I.M.-Studenteneditie 10
ingenieurs. In de plaats van een 13° maand kan een andere gelijkwaardige of hogere toeslag worden voorzien. Wettelijk moet de werkgever jaarlijks in mei of juni het dubbel vakantiegeld uitbetalen, tenminste als men in het vorig jaar als werknemer in de privé gewerkt heeft. Het dubbel vakantiegeld is 90% de maandwedde van mei voor 12 gewerkte maanden in het vorig jaar. Als men in het vorig jaar gedeeltelijk bij een andere werkgever gewerkt heeft dan heeft deze bij het ontslag daarvoor al het enkel en dubbel vakantiegeld betaald. Op deze beide loontoeslagen betaalt men RSZ en en verhoogde voorheffing voor de belasting. Netto blijft er ongeveer 60% van over.
Welke wedde mag je verwachten. Er bestaat geen enkele wettelijke richtlijn of legale CAO over de wedde die moet worden betaald aan bedienden op het niveau van een industrieel ingenieur. De in de praktijk betaalde wedde hangt af van heel wat factoren die het onmogelijk maken om een nauwkeurige voorspelling te doen. Het bedrijf bepaalt zelf welke wedde het voor een bepaalde functie wil betalen. Goed bestuurde bedrijven doen dat aan de hand van betrouwbare en gestructureerde marktgegevens. Bij jongeren beneden 30 à 32 jaar moet men geen verschillen volgens functie-niveau verwachten. Over het algemeen bestaan er verschillen in de lonen volgens de regio en volgens de sector waarin de firma bedrijvig is. Deze verschillen bedragen ongeveer 4% onder en boven het gemiddelde. Lonen boven het gemiddelde worden betaald in de voornaamste industriele clusters (Antwerpen inclusief haven en scheldeoever, Gent en kanaalzone, As Mechelen - Brussel, Kortrijk – Roeselare. Echter, België wordt meer en meer een groot industrieterrein en loonverschillen tussen regio’s worden kleiner.
spitstechnologie behoren meestal al tot de best betalende sectoren en liggen ook in de industrie-clusters. Zij betalen bovendien nog beter ook. Volgens de combinatie van deze factoren moet je het gemiddelde vermenigvuldigen met een factor 0.95 of 1.08. Voorbeeld: Voor een groot bedrijf in de automontage gelegen in het havengebied van Gent moet je de gemiddelde wedde corrigeren met een factor 1,05.
Loonsverhogingen. In de eerste 10 jaren van de carrière (ca 23 tot 32 jaar) mag je rekenen met een gemiddelde stijging van 4 à 5% per jaar dienst. Die stijging is uiteraard afhankelijk van een prestatie-beoordeling en van de gewoonten bij het bedrijf.
Evaluatie van de wedde. Je moet de eigen bruto maandwedde toetsen aan het gemiddelde van de collega's die in dezelfde voorwaarden verkeren. Daarvoor moet je de eventuele reële extra's (buiten vakantiegeld en 13° maand) optellen bij de bruto wedde. Op de onderstaande grafiek neem je de maandwedde volgens de mediaan op het beoogde aantal jaren dienst. Dit gevonden bedrag vermenigvuldig je nog met de correctiefactor (zie boven). Zo kan je je eigen wedde vergelijken met het gemiddelde.
Beginwedde voor Ingenieurs - 1999.
jonge
Industrieel
De verschillen volgens de bedrijfssectoren zijn iets duidelijker, hoewel ook verschillen ook hier relatiever worden. De hoogste lonen komen voor in de sectoren chemie, petrochemie, metallurgie, luchtvaart, top-informatica. Sectoren met lonen iets boven het gemiddelde zijn de automontage, banken en financiële instellingen (voor ings), grafische bedrijven in de topklasse, Gemiddelde betalers zijn transport, elektrische apparaten, grafische bedrijven, textiel. Matiger lonen zijn gebruikelijk in de bouw, hout en plastiek, glas, metaalverwerking, montage, studiebureaus De grote bedrijven, multinationals en KMO's in de I.M.-Studenteneditie 11
INGENIEUR EN VORMING
Permanente vorming Eens je dat papiertje in handen hebt – je weet wel, die folio met de handtekeningen van docenten en directeurs onder je prestaties van de laatste jaren - begint het echte leven pas. Maar...je hebt het ondertussen vast al wel ‘s gehoord: ‘in een snel veranderende maatschappij moet je steeds bijblijven’. Niet alleen technische vaardigheden (aan blokbeestjes heeft niemand iets), maar ook andere, ‘menselijke’ vaardigheden die je als ingenieur nodig hebt bij je werk kan je aanscherpen. Je diploma is slechts een basis waarop je verder bouwt. De VIK levert de bouwstenen met een vormings en opleidingsaanbod dat bestaat uit een technologisch- en informaticaluik, naast bedrijfskundige, management- en sociale vaardigheidscursussen.
De Vlaamse Ingenieurskamer wil met haar cursussen theorie en praktijk linken. Alleen docenten die dit kunnen worden aangetrokken door de VIK. De docenten komen uit alle disciplines van de industrie, het bedrijfsleven en het universitair of gelijkgesteld onderwijs. Het doembeeld dat je één van je vroegere docenten terug in levende lijve te zien krijgt is reëel. Om deze kwade gedachte uit je hoofd te bannen nog even dit: de kans bestaat dat je een (gemotiveerde professional aan het woord krijgt, die er bovendien nog bijzonder goed uitziet. Of deze persoon van mannelijke of vrouwelijke kunne is doet voor de rest niet ter zake - het is immers de cursus die telt. Het is altijd leuk als je aan je je baas kan vragen of hij je een cursus cadeau wil geven. Allicht vind je interessante masters en opleidingen in het courante VIK-aanbod. Daarnaast organiseert de VIK ook bedrijfscsursussen, op maat van je eigen werkomgeving. Dankzij haar 26 jaar vormingservaring en een netwerk van meer dan 200 ervaren en professionele lesgevers kan de Vlaamse Ingenieurskamer een scala van professionele en praktijkgerichte bedrijfscursussen verzorgen. Om je helemaal terug in de sfeer van het studentenleven te brengen en de spanning wat op te drijven is er voor elke master een eindwerk waarbij de theorie onmiddellijk verwerkt wordt in een praktische casestudy. Zet de koffie maar klaar en steek een paar extra cartridges in je printer. De echte die-hards blijven tot 's morgens studeren en vertrekken dan fluitend naar hun werk. Fluitende werknemers werden gesignaleerd aan de poorten van o.a.: Sidmar, Solvay, Philips, Sylvania, Gnosis, North Sea Petrochemicals, Barco, Tide-Way, Cosimco, Soco Drink, Vibam, VITO, Phi Data, Aquafin, Bayer Rubber, Lucent Technologies, Het Landbouwkrediet, Stad Gent, Agfa Gevaert, Vlaamse Milieu- maatschappij voor watervoorziening, Stork MEC, RAM Mobile data, Cronos NV, Siemens nv, Unisource Belgium, VRT, Xeikon, Atlas Copco, waar de VIK cursussen op poten zette. In de VIK-studiegids vind je het hele aanbod.
I.M.-Studenteneditie 12
België-Belgique P.B. Hasselt 1- 3°afd.
2000
12/403
PERMANENTE VORMING
Vormingsprogramma: TECHNOLOGIE
Na ontvangst van je inschrijving krijg je een factuur. Vandaag bestaat gelukkig genoeg de mogelijkheid om volledige terugbetaling van het inschrijvingsgeld te krijgen via een aantal sectoriële organisaties die hiervoor gesubsidieerd worden. De VIKcursussen komen hiervoor in aanmerking, als je aan de voorwaarden voldoet.
BEDRIJFSKUNDE INFORMATICA & COMMUNICATIETECHNOLOGIE MANAGEMENT SOCIALE EN PERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN
2000
ue België-Belgiq P.B. Hasselt 1- 3°afd. 12/403
oor tus • afgift ekant
Hasse lt 1
voorjaar
in juli en augus
ING
De cursussen zijn goed gestoffeerd: er is een degelijke cursustekst, de nodige verfrissingen en bij de dagcursussen een verzorgde lunch. De Vlaamse Ingenieurskamer geeft www.vik.be een korting van 50% op de deelnameprijs voor werkloze leden mits de nodige bewijzen. Degenen die niet werken maar toch betaald worden kunnen hiervan spijtig genoeg niet genieten. Bewijsstukken zijn dan niet vereist.
Voor sommige cursussen is het aantal deelnemers beperkt. Voor àlle cursussen schrijf je best zo vlug mogelijk in zodat je de concurrentie te vlug af kan zijn. Spijtig genoeg heeft VIK op deze tactiek iets gevonden: bij voldoende belangstelling wordt de cursus in dezelfde periode herhaald. Na het beëindigen van de cursus of Master ontvang je een getuigschrift. Zonder permanente vorming geen professionele topprestaties!!
Meer inlichtingen kan je krijgen bij: Ria De Clerck Tel.: 03-259 11 13 e-mail:
[email protected] Via de elektronische snelweg kan je het cursusaanbod bezoeken op het webbekende adres: http://www.vik.be Vanaf daar volg je de wegwijzers naar de studiegids permanente vorming.
- uitgav e janua
ijnt niet ri 2000 • versch
PERMANENTE VORM
extra numm er
ma:
Vormingsprogram
• jaarg ang 38 •
TECHNOLOGIE E BEDRIJFSKUND & INFORMATICA COMMUNICATIETECHNOLOGIE MANAGEMENT SOCIALE EN PERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN
ww w.v ik. be
V.U.: Ing. Guy
Roymans, Steenweg
op Tielen
11, 2018 Antw erpen : VIK, Van Putlei Adres wijzig ingen 5, 2300 Turnhout
V.U.: Ing. Etienne Beernaerts, E. Claeslaan 29, 9150 St. Denijs-Westrem
Adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem • jaargang 38 • extra nummer - uitgave augustus 2000 • verschijnt niet in juli en augustus • afgiftekantoor Hasselt 1
najaar
I.M.-Studenteneditie 13
INGENIEUR EN MAATSCHAPPIJ
De keuze is aan jou... In een pluralistische wereld is het maken van keuzes deel van het dagelijks leven. Ook wat betreft een toekomstige werkomgeving worden kansen geboden en mogelijke paden gewezen. Als het over beroep en toekomst gaat zijn er genoeg vragen en genoeg keuzes die moeten gemaakt worden Maar wat vindt je zèlf belangrijk bij het waarderen van een job? En sluit dat aan bij wat een werkgever van je verwacht? Het VIK-jongerenteam OVL dacht over één en ander na, wat resulteerde in rusteloze nachten waarin ethiek en gevoelsmatig verlangen worstelden met maatschappelijke en professionele spelregels. In deze tekst schetsen we de lijn van onze gedachtenkronkels. Maar weet wel: antwoorden zijn persoonlijk en ieder kiest voor zichzelf een richting.
Je job, je levenswerk? Het is een feit dat een groot deel van ons leven ingevuld wordt met het groeien naar en het uitoefenen van een job. Wettelijk wordt het deel van je professionele leven uitgedrukt in een aantal uren per week. Wij weten allen uit ervaring dat deze uren snel uitlopen. Zijn we dan allemaal zo gedreven in onze job? En zoja, doen we dat dan wel uit eigen keuze? Ik hoop het, voor iedereen. In een maatschappij waar velen zo snel mogelijk, zo veel mogelijk willen, speelt ook het belang van de werkgever mee. Vanaf een bepaalde functie wordt een inzet en productiviteit verwacht die praktisch onmogelijk te verwezenlijken is binnen de wettelijk voorziene werkperiode. Soms is de werkdruk variabel en wordt er verwacht dat de pieken flexibel worden opgevangen. Een keuze maken in zo’n situatie is niet zo eenvoudig. Gedreven mensen maken ook nog werk van het leven buiten de bedrijfsuren: een I.M.-Studenteneditie 14
gezinsleven, engagementen voor verenigingen, sport, hobby’s, kunst en cultuur… Wanneer deze in het gedrang komen door een uitgerokken uurrooster komt het moment waarop je keuzes moet maken dichterbij. Indien je extra prestaties worden gedragen door een gedrevenheid uit liefde voor je job, zal de keuze misschien nog gemakkelijk zijn, ook als mensen van buiten je werkmilieu ook hun verwachtingen naar jou toe blijven hebben. Wordt het overwerk verwacht of geëist door de werkgever dan liggen de zaken waarschijnlijk heel wat moeilijker. Oplossingen als jobmutatie, veranderen van werkgever, snoeien in vrijetijdsbesteding, gezinstaken die je dan maar overlaat aan je partner, de wens van je oversten negeren… liggen heel wat minder voor de hand. Iedereen zoekt naar het best passende en gezondste evenwicht, voor alle partijen, maar toch in de eerste plaats voor zichzelf.
Werk naar loon? Je mag het draaien zoals je wil, maar de fundamentele motivatie om te gaan werken is het verkrijgen van de nodige middelen om te voorzien in je levensonderhoud. En dat niet alleen: je verwacht meer dan de bete dagelijks brood. Deze simpele waarheid wordt dikwijls op de achtergrond geschoven ten voordele van zogezegd veel edeler waarden als arbeidsvreugde, jobinhoud, verbondenheid met het bedrijf… Toch blijkt het loon nog steeds de bepalende factor te zijn bij het afwegen van een aanbieding, het veranderen van job, het bouwen aan een carrière. In deze tijd, waar de vraag naar ingenieurs groot is, kan je als werknemer het onderdeel ‘ver-
of toch niet? loning’ al gemakkelijker bediscussicieerbaar maken met je werkgever dan in een tijd van laagconjunctuur. Toch mag dit niet de enige drijfveer zijn, en is het te betwijfelen of verloning de belangrijkste reden is om ergens te gaan werken. Het verdiende loon dient als input voor het leven, maar wat doen we dan met de overschot? Is het belangrijk om de overschot nog te doen groeien? Komt het er niet op aan een evenwicht te zoeken tussen materiële noden en wensen, versus andere waarden die we gevoelsmatig meer of minder op de voorgrond plaatsen?
In de rij voor werk? ‘Vergeet je woonplaats - voortaan solliciteer je wereldwijd !’, zo klonk het onlangs in een reclamespot op de radio voor solliciteren via het internet. Maar de meesten mensen vergeten hun woonplaats niet en poten zich vroeg of laat ergens vast. Door allerlei omstandigheden verliezen we de flexibiliteit om onze woonplaats aan te passen aan onze werkplaats, al was het maar omdat onze partner dicht bij huis werkt, we onze kinderen niet van school willen laten veranderen, we gehecht zijn aan de omgeving, het huis, de nabijheid van vrienden... Toch is de eigen regio vaak te beperkt om enkel daar te solliciteren. Hoe ver
mag een bedrijf dan verwijderd zijn van je woonplaats, tot welke afstand blijft het draaglijk, hoe wijd trek je de cirkel ? Hoe zwaar laat je het criterium ‘verloren tijd aan verplaatsing’ doorwegen in de keuze van je dagelijkse bezigheden ?
Vooruit met de geit. Wat extreem gesteld neigen mensen wat hun behoeftebevrediging betreft naar twee kanten: enerzijds zijn er degenen die streven naar steeds meer en anderzijds zijn er een even grote hoop die een voldoende bron van geluk putten uit de standvastige en de kleine dingen. Het is onmogelijk hierin een duidelijke lijn te trekken, laat staan een keuze te maken voor of het een of het ander. Career hunters, money orientated jobhoppers of anderen van deze soort staan wel voor een belangrijke keuze. Gaan zij door hun doel na te jagen als op hun weg de eigen behoefte aan vrijheid of de behoeften van collega’s of gezin op de helling komen te staan? Is het mogelijk om –als je het wat rustiger aan wil doen- een voldoende solide basis op te bouwen met je werkgever, zonder jezelf of je werkgever tekort te doen. Kan je zijn verwachtingen inlossen? Kom je dan zelf nog aan je trekken?
En jij? Met een pint en een schaaltje nootjes kunnen we hier nog eindeloos lang over verder bomen. Maar wat ons meer interesseert is hoe collega-ingenieurs hierover denken. Akkoord of niet akkoord – wat zijn je eigen keuzes ? Hoever wil je gaan ? We krijgen graag een teken van leven van ingenieurs op de drempel. Reacties verschijnen in één van de volgende edities van IM. Ing. Patrick Van Cleemput
Uw mening? Vlaamse ingenieurskamer tav VIK jongerenteam OVL Herentalsebaan 643 2160 Wommelgem
[email protected] I.M.-Studenteneditie 15
INGENIEUR EN DIPLOMA
Internationale vergelijking Indien het Europese opleidingsmodel evolueert naar een 3/5 model, wenst de VIK te evolueren naar een Bij een evolutie naar het 3/5 model moet volgens de dan gehanteerde normen de opleiding ook uitgebreid worden met twee semesters. De erkennning van de opleiding van de industrieel ingenieur op internationaal vlak zou anders helemaal onduidelijk worden. Internationaal: bekijkt men het internationale landschap van de diverse opleidingen dan komt men snel tot de bevinding dat de 4-jarige opleiding die in Vlaanderen geldt, internationaal overeenstemt met een “eerste graad” (first degree), wat - elders - op zijn beurt kan leiden tot de graad van “Master of Engineering”. Volgens het internationaal opleidingsmodel zit de Vlaamse industrieel ingenieur geklemd tussen de opleiding die leidt tot de graad van “bachelor” (3 jaar) en deze van MSc (5 jaar). Deze situatie heeft tot gevolg dat de
erkenning en herkenning van de Vlaamse industrieel ingenieur op het internationale vlak wordt bemoeilijkt.
5-jarige opleiding
Europees: er worden in verschillende landen hervormingen op gang getrokken, die in de richting gaan van een uniform systeem. Het toekomstig Europees opleidingsmodel evolueert in de richting van het systeem “3 + 2”. De drie jaar basisopleiding kunnen al een finaliteit op zichzelf vormen, maar ze kunnen nadien nog verder aangevuld en vervolmaakt worden met nog een keer twee studiejaren. Daarnaast is er de mogelijkheid van een “3 + 5” systeem, waarbij op 5 jaar een doctoraat kan behaald worden. Volgende tabel geeft een structureel inzicht in een model van opleiding, dat met de voorgaande overwegingen - vrijblijvend - rekening houdt.
NIEUWE MOGELIJKE OPLEIDINGSSTRUCTUUR Jaren
I.M.-Studenteneditie 16
Semesters
Titulatuur
Studie-inhoud
5
2
Industrieel Ingenieur, Master of Science
Studie Stage Thesis
4 3
4
Industrieel Ingenieur
Specialisatie
2 1
4
Kandidaat industrieel ingenieur
Polyvalente Opleiding
Een internationale vergelijking van de ingenieursopleidingen heeft in dit verband een bijzondere leerrijke waarde. Volgende tabel geeft een overzicht van: • de instellingen, • het aantal semesters van de opleiding, • de opleidingstitel, • het door de onderwijsinstelling gehanteerd internationaal equivalent van de graad en van het niveau van de opleiding.
België
Hogescholen Universiteiten
8 10
Duitsland
Fachhochschule Technische Hochschule
Niet-academisch Academische graad
Universität / Gesamthochschule
6-8 Diplom-Ingenieur (FH) 8-9 Diplom-Ingenieur (TU) soms 8-10 7-9 Diplom-Ingenieur (FH)
Frankrijk
Instituts Universitaires Professionalisés Université Grandes Ecoles Université Technique de Compiègne Nouvelles Formations d’Ingénieurs
8 10 10 10 10
Ingénieur-maître Ingénieur diplômé Ingénieur diplômé Ingénieur Diplômé Ingénieur diplômé
Academische graad Academische graad Academische graad Academische graad Academische graad
Nederland
Hoger Beroepsonderwijs technische Hogeschool
8 10
Ingenieur ingenieur
Niet-academisch Academische graad
Verenigd Koninkrijk
industrieel ingenieur burgerlijk ingenieur
Academisch niveau Academische graad
Academische graad
De beroepstitel van ingenieur wordt toegekend na een beroepsperiode van 4 jaar volgend op de basisopleiding van 3 jaar (Bachelor). De beroepstitel is de zgn. “Chartered Engeneer” C. Eng.
(Wat betreft de opleidingstitel, mag aangestipt worden dat de toekenning van de beroepstitel samenvalt met de toekenning van de opleidingstitel. Een uitzondering hierop is het Verenigd Koninkrijk.)
I.M.-Studenteneditie 17
GRAAD EN DIPLOMA
Werken in het buitenland Steeds meer industrieel ingenieurs, vooral jongeren, gaan in het buitenland werken of er verder studeren. Men kan hierbij twee groepen onderscheiden. De eerste groep industrieel ingenieurs wordt voor een beperkte of langdurige opdracht door de werkgever naar het buitenland gezonden. Voor wat betreft de erkenning van hun graad en diploma stelt zich, bij de overgang naar een aanverwante buitenlandse vestiging van dezelfde financiële groep, doorgaans geen probleem. Heel dikwijls wordt de arbeidsovereenkomst getekend op basis van de door de werkgever gekende en erkende opleiding. De schriftelijke afspraken tussen werknemer en werkgever worden immers voorafgaandelijk vastgelegd. De tweede groep industrieel ingenieurs betreft degenen die niet door een Belgische werkgever naar het buitenland worden gezonden. Er zijn heel wat redenen waarom industrieel ingenieurs in een of ander land gaan werken. Het gehuwd zijn met een buitenlandse partner is bijvoorbeeld zo’n reden. Sommige hebben ook reeds tijdens hun studies van het buitenland geproefd. Niet in het minst hebben individuele buitenlandse stages tijdens de studies of een verblijf van enkele maanden in het buitenland, dank zij de Europese uitwisselingsprogramma’s, de internationale geest van de jongeren aangescherpt. Een job zoeken in het buitenland na de studies spreekt dan ook heel wat jongeren aan. Tijdens hun opleiding werden ze daartoe ook vaak aangemoedigd mede door de mogelijkheden die hun werden geboden door de Europese stageprogramma’s. Of men dit nu graag of niet graag wil, de internationalisering van de opleiding en van het bedrijfsleven is een onomkeerbaar feit. Precies voor deze tweede groep van industrieel ingenieurs stelt zich het probleem van de herkenning, en inherent daaraan, van de erkenning van hun graad en diploma. De meeste landen van de Europese Unie mogen dan wel de euro als een eenheidsmunt erkennen, dezelfde landen erkennen vaak moeilijk de graad van industrieel ingenieur. Daarover berichten ons soms per week een of twee collega’s vanuit het buitenland. De hele problematiek heeft te maken met de onduidelijke situatie van de opleiding van de industrieel ingenieurs in de internationale context. Dit kan zelfs leiden tot de weigering van een werkvergunning. Dit geldt, en niet in het minst, voor de landen buiten Europa. Dit is een schromelijke onrechtvaardigheid. De opleiding van industrieel ingenieur kan immers zonder twijfel de vergelijking doorstaan met heel wat ingenieursopleidingen in het buitenland.
Situatie in België Het beroep van ingenieur is in België niet gereglementeerd. Dit betekent dat voor het uitoefenen van het beroep geen speciaal diploma vereist is. Erkenning van de beroepskwalificaties is dus voor België overbodig. I.M.-Studenteneditie 18
De erkenning van de industrieel In vergelijking met andere landen vormt België op dat vlak zowat een uitzondering. Ons land heeft nog steeds niet de richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Europese Unie betreffende het algemeen stelsel van erkenning van diploma’s in nationaal recht omgezet. België werd overigens door het Hof van Justitie van de Europese Unie veroordeeld wegens niet-omzetting van de richtlijn 89/48/EEG.
Situatie in enkele landen van de Europese Unie Het algemeen stelsel van erkenning van diploma’s is bedoeld voor personen die de nodige kwalificaties dienen te hebben voor de uitoefening van een bepaald beroep in de ene lidstaat en die ditzelfde beroep uitoefenen in een andere lidstaat (land van ontvangst). Deze personen moeten, indien dit beroep in het land van ontvangst gereglementeerd is, daar hun beroepskwalificaties laten erkennen. Indien daarentegen het beroep niet gereglementeerd is in het bewuste land (zoals voor de ingenieurs in België), dan is erkenning van de beroepskwalificaties niet nodig. Het algemeen stelsel van erkenning is van toepassing op gereglementeerde beroepen. Dit wil zeggen, beroepen die men in de ontvangende lidstaat alleen mag uitoefenen indien men in het bezit is van bepaalde kwalificaties.
Erkenningsprocedure De erkenning geldt voor het diploma, certificaat, titel of geheel van titels waarmee een volledige beroepsopleiding wordt afgesloten en op grond waarvan het onderhavige beroep in de lidstaat van herkomst mag worden uitgeoefend. In principe moeten deze beroepskwalificaties zonder meer worden erkend. Het algemeen stelsel voorziet evenwel niet in automatische erkenning: u moet een verzoek om erkenning indienen bij de bevoegde instantie van het gastland. Deze instantie moet elk geval afzonderlijk onderzoeken. Ten eerste gaat zij na of het gereglementeerde beroep dat u in de lidstaat van ontvangst wenst uit te oefenen, hetzelfde is als dat waarvoor u in het land van herkomst volledig bevoegd bent en ten tweede of de genoten opleiding qua duur en inhoud niet wezenlijk verschilt van die welke vereist is in het gastland. Indien het om hetzelfde beroep gaat en indien de opleidingen hiervoor over het geheel genomen overeenkomen, moet de bevoegde instantie de beroepskwalificaties zonder meer erkennen. Wanneer zij daarentegen wezenlijke verschillen vaststelt tussen de beroepen, de duur of de inhoud van de betreffende opleidingen, kan zij aanvullende eisen stellen (compenserende maatregelen).
graad en het diploma van de ingenieur in het buitenland
I.M.-Studenteneditie 19
GRAAD EN DIPLOMA
Compenserende maatregelen
Ingenieurs
Indien de duur van de opleidingen tenminste één jaar verschilt, kan de bevoegde instantie als voorwaarde voor erkenning verlangen dat u beroepservaring heeft opgedaan (variërend van één tot vier jaar). Wanneer er wezenlijke verschillen bestaan tussen de beroepen of de inhoud van de opleidingen, dan kan van u worden verlangd dat u (in principe naar eigen keuze) ter compensatie hetzij een aanpassingsstage volbrengt, hetzij een proef van bekwamheid aflegt. In elk geval kan er slechts één compenserende maatregel worden opgelegd. Voorts moet de beroepservaring die eventueel in het land van oorsprong of in enig andere lidstaat is opgedaan, in aanmerking worden genomen. Daardoor kan de eis van compensatie gedeeltelijk of geheel komen te vervallen.
•
•
•
•
Bijzondere gevallen •
•
Indien het beroep waarvoor u erkenning van uw kwalificaties vraagt niet gereglementeerd is in het land van herkomst, kan de bevoegde instantie verlangen dat u aantoont over twee jaar beroepservaring te beschikken. Indien u uw diploma heeft behaald in een land dat geen lid is van de Unie en dit diploma al erkend is in een lidstaat waar u het onderhavige beroep, naargelang het geval, reeds gedurende twee of drie jaar heeft uitgeoefend, kan dit diploma worden erkend in de ontvangende lidstaat.
•
•
Termijnen en beroepsmogelijkheden •
De bevoegde instantie heeft vier maanden de tijd om uw aanvraag te behandelen en een beslissing te nemen: zij kan ofwel uw beroepskwalificaties zonder meer erkennen, ofwel aanvullende eisen stellen voor de erkenning (compenserende maatregel), ofwel het verzoek afwijzen. • Bij afwijzing van de aanvraag of bij oplegging van een compenserende maatregel moet het besluit met redenen worden omkleed; hiertegen kan beroep worden aangetekend bij een rechterlijke instantie. • Indien er niet binnen vier maanden een besluit wordt genomen, kan er beroep worden aangetekend volgens de in het gastland geldende procedures wegens niet inachtneming van de termijn (van vier maanden) zoals vastgelegd in artikel 8 van richtlijn 89/48 of artikel 12 van richtlijn 92/51. • De instellingen van de gemeenschap zijn niet bij machte een administratieve beslissing die een nationale instantie ten aanzien van u heeft genomen, nietig te verklaren. Alleen de nationale instanties kunnen een afwijzing van uw aanvraag ongedaan maken. Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen kan in zijn arresten alleen vaststellen dat een land in gebreke is gebleven omdat het gemeenschapsrecht niet correct wordt toegepast of omdat de nationale wetgeving onverenigbaar is met het gemeenschapsrecht. Het is aan de autoriteiten van het betrokken land om individuele besluiten die overeenkomstig een door het Hof veroordeelde praktijk of wetgeving zijn genomen, te herzien. I.M.-Studenteneditie 20
•
Het beroep van ingenieur is gereglementeerd voor de volgende landen van de Europese Unie: Duitsland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Nederland, Portugal, Verenigd Koninkrijk. Het beroep van ingenieur is niet gereglementeerd in de volgende landen: België, Denemarken, Finland, Griekenland, Ijsland, Luxemburg, Noorwegen, Zweden. In de landen vermeld onder 8.1. vallen de ingenieurs onder het algemeen stelsel van erkenning van diploma’s. Indien u op grond van uw beroepskwalificatie in het land van herkomst als ingenieur werkzaam mag zijn, heeft u het recht op erkenning van uw opleiding in een andere lidstaat, zodat u daar het beroep van ingenieur kunt uitoefenen. De erkenning betreft de beroepstitel of het geheel van beroepstitels dat in het land van herkomst toegang verleent tot het beroep van ingenieur (bijvoorbeeld universitair diploma + beroepservaring). Bestaan er wezenlijke verschillen tussen uw opleiding en de opleiding in het land van ontvangst, dan mag het land van ontvangst eisen dat u een aanpassingsstage volgt of een proef van bekwaamheid aflegt. Compen-serende maatregelen zijn toegestaan, maar mogen geen reden zijn om (wanneer aan de andere voorwaarden voldaan wordt) erkenning te weigeren. De diensten in het land van ontvangst hebben vier maanden om uw verzoek om erkenning te beantwoorden. Bij weigering moet een met redenen omkleed besluit worden afgegeven en dient de mogelijkheid te bestaan volgens de regels van het land van ontvangst beroep aan te tekenen. Indien binnen vier maanden geen besluit is genomen, betekent dit dat het verzoek is afgewezen. De instellingen van de gemeenschap hebben niet de bevoegdheid om een nationale administratieve beslissing te annuleren. Dat kunnen alleen de bevoegde nationale instanties. In de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap wordt slechts vastgesteld wanneer een lidstaat in gebreke blijft omdat het gemeenschapsrecht niet correct wordt toegepast, of omdat de nationale wetgeving in strijd is met het gemeenschapsrecht. Het is vervolgens aan de nationale instanties om individuele beslissingen te herzien wanneer deze genomen zijn op basis van een door het Hof veroordeelde administratieve praktijk of wetgeving. Is uw diploma eenmaal erkend, dan mag u, met dezelf de rechten en plichten als degenen die een nationaal diploma bezitten, als ingenieur werkzaam zijn.
Diplomasupplement Het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 1996 (B.S. 20.02.1997) bepaalt de vorm van de diploma’s die uitgereikt worden door de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. Het diploma bestaat uit het eigenlijk diploma en een diplomasupplement. Wanneer u in het buitenland gaat werken, is het heel belangrijk dat
De erkenning van de graad en het diploma van de industrieel ingenieur in het buitenland (2)
u daar officiële stukken (liefst vertaald en beëdigd) kunt voorleggen. Ze vormen een essentieel onderdeel van de erkenningsprocedure. Het diplomasupplement is het geheel van de attesten die na de voltooiing van elk studiejaar voor voltijds ingeschreven studenten of een deel van een studiejaar voor deeltijds ingeschreven studenten worden uitgereikt. Het vermeldt tenminste de volgende gegevens: • de officiële naam en het adres van de hogeschool en zo deze meerdere vestigingen heeft, de vestiging. Bij de diploma’s uitgereikt door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap wordt bovendien de tekst “Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap” vermeld; • de benaming van het departement; • de aard van de opleiding zoals bepaald in artikel 8 van het decreet. Bij de basisopleidingen moet vermeld worden of het een basisopleiding van 1 cyclus of van 2 cycli betreft; • de benaming van het studiegebied, de opleiding en in voorkomend geval de optie zoals zij worden vermeld in bijlage 1 van het decreet; • in voorkomend geval de vrije kunsten, het medium of het instrument; • in voorkomend geval het toelatingsexamen; • de naam, voornaam, geboortedatum en -plaats van de gediplomeerde; • de toelatingsvoorwaarden: diploma of getuigschrift geldend als toelating tot het betreffende studiejaar, met vermelding van de plaats en de datum waarop dit behaald werd; • de onderwijsvorm (voltijds of deeltijds); • de voorgeschreven duur van de opleiding; • in voorkomend geval de duur van de praktijkperiodes of stages; • de datum van aanvang van de opleiding aan de betrokken hogeschool; • de datum van proclamatie; • de lijst van de opleidingsonderdelen waarover examen is afgelegd, met vermelding van de studietijd en het aantal studiepunten; • in voorkomend geval de verleende vrijstellingen; • in voorkomend geval de eindverhandeling: met vermelding van de titel, de studietijd en het aantal studiepunten; • in voorkomend geval de aan een andere binnenlandse of buitenlandse instelling met goed gevolg doorgebrachte studieperiodes, met nadere aanduiding van de
•
• • •
instelling en de betreffende opleidingsonderdelen; in voorkomend geval de wetten, decreten of Europese richtlijnen waaraan het programma voldoet; de datum waarop het diplomasupplement is ondertekend; de functie van degene die het diplomasupplement heeft ondertekend; de hogeschool of de examencommissie voegt bij het diploma een toelichting waarin de organisatie van het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap wordt uiteengezet. De uiteenzetting betreft: - de structuur van het hoger onderwijs in het algemeen en die van het hogeschoolonderwijs in het bijzonder; - de voorwaarden om tot de opleiding te worden toegelaten; - het examensysteem; - het studiepuntenstelsel.
Lijst met contactpunten in het buitenland Op internationaal vlak spelen de informatienetwerken in verband met de gelijkwaardigheid van diploma’s een belangrijke rol. Eén van deze informatienetwerken is het NARICnetwerk (National Academic Recognition Information Center). Binnen de Europese Unie en de EFTA-landen zijn er 20 NARICcentra. Een lijst van deze NARIC-netwerken en contactadressen in verband met de richtlijn 89/48/EEG kan op het VIK-secretariaat aangevraagd worden.
Ing. Noël Lagast
Nuttige WEBSITE: http://citizens.eu.int/dialoog, website van de E
Bronnen: richtlijn 89/48/EEG van 21.12.1988, richtlijn 92/51/EEG van 18.06.1992, Richtlijn 94/38 van 26.07.1994 en richtlijn 95/43 van 20.07.1995 en de gids voor gebruikers van het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwa-
I.M.-Studenteneditie 21
INGENIEUR IN EUROPA
EYE: Europese ingenieurs Wat? In 1994 werd EYE opgericht als platform voor de jongerenwerking van de 12 Europese Ingenieursorganisaties. Het waren de Belgische en de Nederlandse ingenieursverenigingen die de zaak startten. Ondertussen is EYE uitgegroeid tot een dynamische en snelgroeiende organisatie met enthousiaste leden uit 9 landen en een permanent hoofdkwartier in Brussel. In Europa is internationale samenwerking rond engineering meer en meer vanzelfsprekend.
Bedoeling De EYE-leden werken samen om Europese ingenieursverstandhouding een basis te geven. EYE fungeert als kanaal waar alle ideeÎn en informatie doorstromen die ingenieurs over heel Europa kan aanbelangen.
Ingenieurs reizen door Europa Om de zes maanden organiseert een ander land een weekend waarbij dat land zich voorstelt ,niet alleen door bezoeken aan de grootste bedrijven, maar ook door culturele uitstapjes. Vlaamse Ing.'s krijgen zo wat zicht op mogelijkheden en arbeidsomstandigheden voor ingenieurs in het gastland. Er worden workshops opgezet waarbij bekeken wordt hoe internationale samenwerking wel en niet kan in het gastland. VIK-leden waren erbij in Amsterdam, Dublin, Kopenhagen, Londen, Budapest en Utrecht.
Wat heeft EYE te bieden ? Eye is in de eerste plaats een netwerk voor internationale contacten tussen studenten, industrie en samenleving dat ingenieurs aanmoedigt om de grenzen te verkennen en hun denken te verbreden. EYE kan een hoop technisch inzicht leveren, maar ook 'zacht' inzicht voor de verschillende manieren waarop Europese ingenieurs werken en studeren.
Op stapel Laatste activiteit: World Engineers' Convention Hanover, in de luwte van expo 2000. Volgende activiteiten: November 2000: meeting in Helsinki, Finland Juni 2001: meeting in Denemarken.
I.M.-Studenteneditie 22
VIK -CO
NG
RES ZATERDAG 18 NOVEMBER 2000 (09.30u) VLAAMS PARLEMENT BRUSSEL
DE VLAAMSE INGENIEUR IN EEN EUROPEES PERSPECTIEF Gastsprekers:
Prof. dr. ir. ANDRE OOSTERLINCK, rector Katholieke Universiteit Leuven Prof. dr. ir. GUY AELTERMAN, Voorzitter Vlaamse Hogescholenraad
Dr. ir. URBAIN VANDEURZEN, Ondervoorzitter Vlaams Economisch Verbond
Tel. VIK: 03-259 11 08
I.M.-Studenteneditie 23
GRAAD EN DIPLOMA
De toekomst van de
Sinds 1970 wordt door de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) geijverd om duidelijkheid te brengen in de opleidingen van het hoger onderwijs. De vraag van de Vlaamse Ingenieurskamer om de studies van industrieel ingenieur te valideren met een academische graad is dus niet nieuw. Door de wet van 18 februari 1977 tracht de wetgever tegemoet te komen aan de noden van de Vlaamse industrieel ingenieurs. Met die wet worden de studies erkend op universitair niveau. Het decreet van 13 juli 1994 (Art.11 §2) erkent de studies op academisch niveau. De Vlaamse Ingenieurskamer formuleerde in 1998 duidelijk haar standpunt in een memorandum: " Studies van een academisch niveau horen thuis aan een universiteit". Dat was lang voordat in de wereld van het hoger en universitair onderwijs de discussies rond Sorbonne en Bologna hoog oplaaiden. Sorbonne, Bologna en morgen Praag voegen een nieuwe dimensie toe aan de problematiek van de opleiding tot industrieel ingenieur. Aan de basis van de vraag voor integratie in de universiteit lag vooral de bekommernis voor de toekomst, alsook voor de kwaliteit van de studies van de industrieel ingenieur, en dit o.a. in de Europese context. Een academische graad wordt immers enkel uitgereikt aan een universiteit. Daardoor is de buitenlandse herkenbaarheid en erkenning van het diploma van industrieel ingenieur niet evident; ze wordt steeds vergeleken met studies die niet vergelijkbaar zijn. Nu de grenzen van Europa opengaan en er zich een nieuwe wereldeconomie ontwikkelt, heeft de Vlaamse overheid als opdracht klaarheid te scheppen in de positie van de Vlaamse industrieel ingenieur ten opzichte van zijn buitenlandse collega’s.
I.M.-Studenteneditie 24
(Een recent voorbeeld van die onduidelijkheid is de publicatie in KVIV Direct, dat de studies op gelijk niveau plaatst met deze van de HBO-ingenieur in Nederland, daar waar de Nederlandse opleiding amper vergelijkbaar is met de Vlaamse graduaatopleiding. Men is dus totaal verkeerd te stellen dat in Europa de "academische ingenieur" énkel gevormd wordt aan universiteiten, technische universiteiten en speciale scholen, terwijl de praktische (industrieel) ingenieur gevormd wordt aan hogescholen, HBO, Fachhochschule, enz…, en dit in een 3- of 4jarig opleidingsprogramma.) Daarnaast is binnen de eigen landsgrenzen het hogeschoollandschap helemaal veranderd. Hogescholen organiseren 1-cyclus en 2-cycli opleidingen (resp. 3 en 4 jaar). De opleiding tot industrieel ingenieur (9.630 studenten) is niet de enige 2-cycli opleiding binnen de hogescholen. Het gaat hier uiteindelijk om 9 verschillende opleidingen met een totaal van 28.061 studenten (1998-1999). De 1-cyclus opleidingen hebben veel meer studenten (71.872), waardoor de kans groot is dat de 2-cycli opleidingen onvoldoende aandacht krijgen in de hogescholen. Het gevaar is dus niet denkbeeldig dat daardoor op termijn de visie en de strategie van de 1-cyclus opleiding voor een kwaliteitsverlies zorgt van de 2-cycli opleiding. En zulks op het ogenblik dat, in de aanzet naar de kennismaatschappij van morgen, Vlaanderen meer dan ooit nood heeft aan goed gevormde academische ingenieurs. Maar er is meer. Ook in de industrie is het profiel van de industrieel ingenieur veranderd. De Vlaamse Ingenieurskamer beschrijft in zijn memorandum de wijzigingen van het
Ingenieursopleidingen in Vlaanderen.
ingenieursprofiel in het bedrijfsleven. Het is een profiel dat vraagt naar een betere definiëring van de huidige studies van de industrieel ingenieur. Zoals in het universiteitsdecreet van 12 juni 1991 de wetgever de missie en de finaliteit van de academisch gevormde ingenieur in de universiteiten omschrijft, heeft ook de huidige industrieel ingenieur een opleiding die vraagt naar een technische kennis, maar die duidelijk omgeven moet zijn met psychologische, sociale, maatschappelijke en ethische aspecten. Vanuit dit "werkelijkheidsprofiel" (zie memorandum VIK), maar ook vanuit zijn functies in de kennismaatschappij van morgen, moet dezelfde globale visie ook worden toegeschreven aan de huidige industrieel ingenieur. Om al deze redenen vraagt de Vlaamse Ingenieurskamer, als finaliteit voor de opleiding van de industrieel ingenieur, een academische graad.
Sorbonne, Bologna, Praag. Met de ondertekening van de Sorbonne- en Bolognaverklaring start voor het ganse Europese hogeschoolonderwijs een belangrijke herstructurering. Het is een stap op weg naar die ene European Higher Education Area, die uiteindelijk moet bijdragen tot het Europa van de kennis. Voor die kennis wordt in eerste instantie gerekend op het hoger onderwijs.
Vooral voor de hogescholen met hun 2-cycli opleidingen is "Bologna" een uitdaging. Met de huidige 4-jarige opleiding is hun toekomst méér dan onduidelijk. Volgens het internationaal opleidingsmodel zit de Vlaamse industrieel ingenieur geklemd tussen de opleiding die leidt tot de graad van "bachelor" (3jaar) en deze van "Master" (5jaar). Op het ogenblik dat de meeste Europese landen reeds lang gelijkwaardige en gelijkaardige studies in de universiteiten verankerd hebben, trachten in Vlaanderen bepaalde academische kringen definitief af te rekenen met de positie van de industrieel ingenieur. Sommigen zien immers in de komst van de industrieel ingenieur naar de universiteit, een concurrentie en bedreiging voor hun vorming. De onwil om toe te geven aan een bepaalde evolutie ligt veeleer aan de basis van zulke standpunten. Men moet dus vermijden dat men deze hervormingen enkel aangrijpt om bestaande toestanden in een ander kleedje te willen steken, terwijl men in feite zou moeten vertrekken van totaal nieuwe denkpatronen. In de kennismaatschappij van morgen is de toekomst en het opleidingsprofiel van de industrieel ingenieur voor Vlaanderen te belangrijk. Het moet de bekommernis van de overheid zijn een beter samenspel tussen de wetenschappelijke vormingen te structureren, waardoor de studies nog beter bestaansgericht worden en de Europese (h)erkenning meteen een feit is. Elke onduidelijkheid in studieduur, niveau en graad moet nu definitief weggewerkt worden
De essentie van Bologna is het streven naar harmonisatie van het Europese hoger onderwijs en de opbouw van curricula met een gelijk niveau.
I.M.-Studenteneditie 25
GRAAD EN DIPLOMA
Een kort historisch overzicht De studies van technisch ingenieur worden reeds ingericht vanaf het begin van de 20ste eeuw. Een officiële afkorting voor de titel van technisch ingenieur wordt niet voorzien. Vooral in de gouden jaren ‘60 wordt de technisch ingenieur hoog gewaardeerd om zijn praktische inzetbaarheid in een zeer breed functiespectrum. Toen al waren er echter problemen met de internationale erkenning van deze ingenieur in het bedrijfsleven. De nijverheid werd bijgevolg vragende partij om in een wettelijke basis te voorzien. In de jaren zestig werken commissies verschillende studies uit. In dezelfde tijdspanne zien 5 wetsvoorstellen het licht. Hieruit ontstaat het wetsontwerp dat zou leiden tot de wet van 7 juli 1970, waarbij de studies van technisch ingenieur worden gerangschikt in het technisch hoger onderwijs - type II. In 1975 wordt een ministeriële overlegcommissie opgericht. Deze krijgt als opdracht om overleg te plegen met de inrichtende machten en de toenmalige overkoepelende verenigingen voor technisch ingenieurs. De wet die de inrichting van de studies van industrieel ingenieur, met ingang van het academiejaar 1977-1978 zal regelen, wordt door de koning ondertekend op 18 februari 1977. De belangrijkste verwezenlijkingen van deze wet: • de 53 bestaande hogere instituten voor technisch ingenieur worden omgevormd tot 23 industriële hogescholen; • de studies van industrieel ingenieur zijn van universitair niveau en gerangschikt in het technisch en agrarisch hoger onderwijs van het lange type;
I.M.-Studenteneditie 26
• de studies van industrieel ingenieur omvatten 2 cycli: twee kandidaturen + twee eindjaren; • de titel en het diploma van industrieel ingenieur is wettelijk beschermd; • de houders van het diploma van technisch ingenieur kunnen het diploma van industrieel ingenieur verwerven via een assimilatie. Na een voorbereiding van 2 jaar door een ambtelijke commissie met vele besprekingen met bestaande hogescholen, vakbonden en beroepsorganisaties van industrieel ingenieurs, wordt op 13 juli 1994 het Vlaamse hogeschooldecreet uitgevaardigd. Van dit decreet, dat van kracht wordt op 1 september 1995, zijn de belangrijkste hoofdlijnen: • het hogeschoolonderwijs van 1 cyclus en 2 cycli wordt ondergebracht in een aantal hogescholen, geleid door een centraal hogeschoolbestuur met een algemeen directeur. Elke hogeschool is volledig autonoom en als zodanig verantwoordelijk voor het gevoerde beleid en alle financiële kwesties. Het hogeschoolbestuur werkt onder de controle van een Regeringscommissaris, die jaarlijks verslag uitbrengt bij de Vlaamse Regering; • de hogeschool bevat een aantal departementen, onder leiding van een departementsraad met een departementshoofd. De vroegere industriële hogescholen ressorteren onder het departement “Industriële Wetenschappen en Technologie” (IWT). In Vlaanderen ontstonden op deze wijze 12 departementen IWT van 2 cycli, die de studies van Ing. inrichten; • de studies zijn van academisch niveau.
INGENIEURSRAADSEL
Van collega Wim Bonte ontvingen we volgend raadsel: In een klooster leven 50 paters. Op een avond roept vader-abt zijn paters bij zich en spreekt met droeve doch luide stem: “Confraters! Er zijn zondaars onder ons! Al die zondaars hebben een zwarte stip op het voorhoofd! Ze moeten dit klooster uit eigen beweging verlaten zodra ze weten dat ze een stip op hun voorhoofd hebben! Het is ten strengste verboden aan een medebroeder te vertellen dàt hij een stip op het voorhoofd heeft, zelfs niet als hij erom vraagt!”
Zondaars onder de paters
Vader abt weet dat er 13 zondaars zijn. Hij heeft dit echter niet verteld. De paters weten dus zelf ook niet dat het er 13 zijn.
? Hoelang zal het duren voor de 13 zondaars uit het klooster zijn verdwenen, wetende dat: • nergens in het klooster een spiegel hangt • de paters één maal per dag samenkomen tijdens de vespers. Tip: tracht eerst uit te vissen hoelang het duurt als er slechts één zondaar zou zijn, vervolgens twee, enz. Bijvraag: Hoeveel juiste antwoorden zullen we ontvangen?
Stuur je oplossing vo’ o’ r 1 dec. 2000 naar het VIK secretariaat in Wommelgem. Winnaars worden beloond. I.M.-Studenteneditie 27
INGENIEUR EN VERENIGING
De Vlaamse ingenieurskamer: een veelzijdige partner Beroepsvereniging De Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) wil in de eerste plaats een vereniging zijn waarin alle Vlaamse industrieel ingenieurs zich kunnen terugvinden. Voor 15.000 leden is de VIK al langer een vertrouwde partner waarop kan worden gebouwd en gerekend. Elke dag weer zet een staf van 150 bestuursleden en 14 personeelsleden zich in voor de belangenverdediging van de ingenieur. Ook voor degelijke informatie en vorming staat de VIK garant. Gesprekspartner Zowel op nationaal als op internationaal niveau fungeert de Vlaamse Ingenieurskamer als een volwaardige gesprekspartner voor diverse belangengroepen. Als spreekbuis voor de beroepsgroep van de industrieel ingenieurs kan de VIK bogen op het vertrouwen van de leden en het respect van de partijen met wie zij aan tafel gaat zitten.
I.M.-Studenteneditie 28
Stimulator Zeker in deze tijd is kennis van onschatbare waarde. Daarom verzorgt de VIK voor haar leden een permanente vorming op verschillende vlakken. Een uitgebreid gamma van opleidingen biedt de ingenieur de kans om op de hoogte te blijven van de nieuwste tendensen en mogelijkheden. De recentste technologische ontwikkelingen worden opgevolgd en overgedragen. Verdediger In de eerste plaats profileert de VIK zich als bewaker van de kwaliteit van de opleiding. Omdat stilstand achteruitgang betekent, moeten de graad en het diploma van industrieel ingenieur voortdurend worden opgevolgd. De VIK verdedigt de collectieve belangen en de positie van de ingenieur. Informant Via de VIK-publicaties informeert de VIK haar leden omtrent het reilen en zeilen binnen de Vlaamse ingenieurswereld. Verschillende uitgaven belichten telkens andere facetten van het beroepsleven en de VIK.
Beroepsbelangen en Vorming: twee pijlers, één brug Departement Beroepsbelangen Het Departement Beroepsbelangen staat in voor de bewaking van het niveau en de graad van het diploma van industrieel ingenieur. De arbeidsmarkt waarin ingenieurs hun beroep uitoefenen, wordt aan een nauwgezette kwaliteitscontrole onderworpen. Daarom verricht dit VIK-departement geregeld onderzoek naar lonen, weddeschalen en tewerkstellingskansen. Op die manier wordt een scherp beeld geconstrueerd van de waarde en de positie van de ingenieur binnen het bedrijfsleven. Zeker zo belangrijk is de communicatieve rol van dit departement. De VIK zetelt als volwaardige gesprekspartner in verschillende commissies. Bovendien is de VIK lid van organisaties zoals onder meer VEV, VKW en de Kamers van Koophandel. Tenslotte staat het Departement Beroepsbelangen ook borg voor alles wat de leden aanbelangt. Van ledenadministratie en -werving tot de organisatie van activiteiten die verband houden met de materiële, culturele en morele belangen van de ingenieur. Kortom, de VIK is een betrouwbare partner bij de loopbaan van industrieel ingenieurs.
Vormingsinstituut De ingenieur van vandaag is meer dan alleen maar een technisch onderlegde deskundige. Hij is tevens manager, specialist, enz… Om aan die uiteenlopende vormingsbehoeften te beantwoorden, streeft het Vormingsinstituut naar een solide permanente bijscholing. De VIK organiseert een brede waaier aan vormingsactiviteiten. Zo zijn er korte cursussen, maar ook langdurige programma’s, studiedagen, voordrachten en bedrijfsbezoeken. Ook voor interne bedrijfscursussen kan men bij het Vormingsinstituut terecht. Door een beroep te doen op professionals uit verschillende sectoren biedt de VIK een kwalitatief hoogstaand docentenkorps aan. Dat zijn specialisten uit de industrie, maar ook gevestigde waarden uit het management en het onderwijs. Het vormingsprogramma wordt voortdurend geëvalueerd en bijgestuurd om op nieuwe behoeften in te spelen. Een volledig overzicht van de bijscholingsmogelijkheden is te vinden op de internet site. Dat de Vlaamse Ingenieurskamer een uitstekende reputatie geniet qua vorming mag blijken uit het stijgend aantal inschrijvingen. En ook steeds meer niet-ingenieurs lijken de weg naar de VIK-opleidingen te vinden. Een extra stimulans voor de kwaliteit van de opleidingen binnen het Vormingsinstituut is de toenemende internationale samenwerking tussen de VIK en diverse buitenlandse onderwijsinstellingen.
I.M.-Studenteneditie 29
TA L E N T ZO N D E R G R E N Z E N TA L E N T S A N S F R O N T I E R E S TA L E N T O H N E G R E N Z E N
ZATERDAG 2 DECEMBER 2000 Congrescentrum Hengelhoef B - Houthalen-Helchteren
UITWISSELING VAN INGENIEURSSTUDENTEN IN DE EUREGIO AUSTAUSCH VON INGENIEURSTUDENTEN IN DER EUREGIO ECHANGE D’ETUDIANTS INGENIEURS DANS L’EUREGIO KONTAKT DRIELANDEN INGENIEURS KONTAKT DREILÄNDER INGENIEUR OIS FRONTIERES CONTACT INGENIEURS TR Info & inschrijving: (+32)03-259 11 00 Fax (+32)03-259 11 01
Province de Liège
I.M.-Studenteneditie 30
Secretaris Reinhard Dreesen GSM: 075-46 63 36 e-mail:
[email protected]
Noord-West-Vlaanderen Arne Van Hulle / Bart Dupon Zuid-West-Vlaanderen Bart Vandezande / Geert Viaene Oost-Vlaanderen Anthony Vandenbossche / Rene Peeters Waasland Roland Hoedemakers / Paul De Schepper Limburg Raf Creemers / Kathleen Venderickx
HOGESCHOOL LIMBURG
KATHOLIEKE HOGESCHOOL LIMBURG
• LIMBURG
KATHOLIEKE HOGESCHOOL KEMPEN
Antwerpen Freddy Daems Kempen Patrick Feyen Mechelen Bart Van Orshoven / Jan Wauters Leuven Hageland Bart Van Orshoven / Louis Van Hoye Brussel Halle Vilvoorde Roland Mortier
HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP EN KUNST
GROEP T-HOGESCHOOL LEUVEN
• MECHELEN • KEMPEN
• ANTWERPEN
Regionale JONGERENTEAMS
KATHOLIEKE HOGESCHOOL SINT LIEVEN
Voorzitter Ing. Bart Demol GSM: 075-25 59 93 e-mail:
[email protected]
• WAASLAND
• OOST-VLAANDEREN
HOGESCHOOL GENT
Departement JONGERENWERKING
HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN
• ZUID-WESTVLAANDEREN
• NOORD-WESTVLAANDEREN
KATHOLIEKE HOGESCHOOL BRUGGE OOSTENDE
KAREL DE GROTEHOGESCHOOL
HOGESCHOOL ANTWERPEN
HOGESCHOLEN IN VLAANDEREN
I.M.-Studenteneditie 31
INGENIEUR EN MAATSCHAPPIJ
Elk jaar geeft de Vlaamse Ingenieurskamer een aantal prijzen weg. Een overzicht. De
Tech-art
prijzen
D e
E g e m i n - p r i j s
De naam zegt het zelf: TECH=art en ART=artistiek. Dit zijn prijzen die de VIK jaarlijks uitreikt voor vernieuwende creaties op technisch èn artistiek gebied die tot stand kwam in de loop van het voorbij jaar. Een jury, bestaande uit kenners uit onderwijs en industrie oordelen over de inzendingen. De prijs bestaat uit een verguld ei op een marmeren voet -symbool van vernieuwing en groei – en een geldprijs van 100.000 BEF. Tevens garandeert de VIK ruime belangstelling in dag-, week-, en vakbladen.
Egemin en de VIK willen de beste eindwerken van laatstejaarsstudenten industrieel ingenieur bekronen. De eerste prijs van deze prestigieuze competitie werd in memoriam genoemd naar Ing. Leo Van de Pas, die gedurende een kwarteeuw de bezielende directeur Innovatie was bij Egemin.
Criteria tot deelname zijn:
Op basis van de eindwerken selecteren de Vlaamse hogescholen elk één kandidaat die wordt beoordeeld tijdens een discussie met de jury over het eindwerk. De laureaat ontvangt een prijs van 250.000 BEF. Dezelfde prijs gaat naar de hogeschool die het eindwerk mogelijk maakte.
- het moet gaan om een vernieuwend product, idee of creatie op technisch of artistiek gebied - elke groepering, firma of individu vanaf 18 jaar kan deelnemen - als het om een product gaat moet dit Belgisch zijn - het dient haalbaar en zo mogelijk rendabel te zijn - het moet weerklank kunnen hebben op internationaal niveau - het moet maatschappelijk nut hebben.
I.M.-Studenteneditie 32
Criteria zijn: - verbeelding en originaliteit - economische realiseerbaarheid
D e
B a r c o - p r i j s
Het high-tech bedrijf Barco nv organiseert jaarlijks in samenwerking met de VIK de Barco-prijs voor industrieel ingenieurs. Deze prijs wordt toegekend voor eindwerken in de domeinen waarin Barco actief is. - visualisatie met beeldweergave, beeldopslag, beeldverbetering... - automatisatie met het accent op sensoren, regeltechnieken, CAD CAM CIM software, processbesturing... - grafische systemen, hard- en software voor computergestuurde beeldgeneratie en manipulatie. Een jury duidt drie winnaars aan die elk 100.000 F ontvangen.
Prijs
Paul
Donners
Paul Donners was de voorzitter van de Regionale Vereniging van Technisch Ingenieurs Limburg, thans bij VIK aangesloten. Deze prijs is de waardering die door VIK-afdeling Limburg gegeven wordt aan het eindwerk dat het beste overeenkomt met de door de vereniging opgestelde criteria. Criteria: - praktijkgerichtheid - originaliteit in ontwerp, uitvoering en inhoud - persoonlijke inbreng en presentatie De prijs bedraagt 30.000 BEF met mediaweerklank.
Criteria: - enkel eindwerken industrieel ingenieur aan Vlaamse hogescholen - samen met het eindwerk wordt een synopsis van 10 blz. ingezonden - het mag een groepswerk zijn - persoonlijke voorstelling van het werk aan de jury
Interesse ? Contacteer de V.I.K. e-mail:
[email protected]
I.M.-Studenteneditie 33
INGENIEUR EN VERENIGING
Voordelen voor VIK-ingenieurs Publicaties ●
● ● ● ● ● ●
Ingenieursmededelingen: maandelijks ledentijdschrift met alle informatie over de ingenieurswereld Technisch Management: maandelijks technisch tijdschrift Science & Technologie: wekelijks carrièremagazine Ingenieursgister: alle coördinaten van collega’s Stafleden informatie: driemaandelijks voor actieve ingenieurs Informatie via internet en mailings Een tweejaarlijkse weddenenquête
Voor pas afgestudeerde industrieel ingenieurs ● ● ●
Info over de arbeidsmarkt Info over solliciteren De tweejaarlijkse weddenenquête: info over wedden in uw sector
Voor elke ingenieur ● ● ●
● ● ●
●
●
●
● ● ● ● ● ● ● ●
Participatie in Studiegroepen. Centra en Regionale Afdelingen. Korting bij deelname aan cursussen, studiedagen, lezingen, uitstappen Behartiging en vertegenwoordiging van je belangen ten aanzien van werkgevers en overheid. Een groot netwerk van vakgenoten. Korting op Sporta-jongerenvakanties voor uw kinderen Informatie over de positie van de Industrieel ingenieur in binnen- en buitenland. 50% korting voor nieuwe leden op nieuwe abonnementen op de tijschriften en dagbladen van de Roulartagroep Korting van 25% op de publicaties ASDU - academische boekhandel Korting van 50% op de tijdschriften uitgegeven door Keesing Publishers n.v. Grafisch Nieuws Systems & Logistics Facilities Business ICT Lastijdschrift Food Industry VIK-zelfkleveractie Gratis opname van uw dienstaanbieding in IngenieursCarriere (IM en TM)
I.M.-Studenteneditie 34
de facto image building
NIEUW Klassieke en objectgeoriënteerde software
Simulatie PSpice Inleiding in de simulatie van Analoge en digitale schakelingen
Met UML en C++
1630 BEF ISBN 9039514194
1010 BEF ISBN 9039515123
Toepassing van UML Handleiding voor het gebruik van UML bij het ontwikkelen van software. Perdita Stevens m.m.v. Rob Pooley
1065 BEF ISBN 903951447X
Machineonderdelen
Relationele databases en SQL
Nu een geheel herziene druk van dit standaardwerk.
Inclusief cd-rom en ondersteuning via een website.
1825 BEF
1695 BEF
ISBN 9039514224
Operating Systems
Computernetwerken
Achtergronden, werking en ontwerp.
Een ideaal leerboek.
William Stallings 1799 BEF ISBN 903951092X
Andrew S. Tanenbaum 1695 BEF ISBN 9039505578
ISBN 9039505802
Gestructureerde computerarchitectuur Nieuwe editie van deze populaire inleiding tot computerhardware en -architectuur
1630 BEF ISBN 9039510873
Materiaalkunde voor technici
Onmisbaar handboek voor ingenieurs werktuigbouwkunde.
Kenneth G. Budinski
1999 BEF
Netwerkbeveiliging en cryptografie Beginselen en praktijk
William Stallings 1695 BEF ISBN 9039511055
ISBN 9039513252
WISKUNDE ELEKTROTECHNIEK - COMPUTERTECHNIEK - WERKTUIGBOUWKUNDE BOUWKUNDE - WEG- EN WATERBOUWKUNDE - BEDRIJFSKUNDE INFORMATICA - NATUURKUNDE bent u bij ons aan het juiste adres!
▼▼▼
Dit is maar een kleine greep uit ons aanbod boeken. Voor meer titels over
Surf naar onze website www.asdu.be voor nog meer boeken! Of vraag onze catalogus Wetenschap en Techniek aan. Boeken kunt u bestellen in de boekhandel en natuurlijk via onze website.
Battelsesteenweg 455D 2800 MECHELEN Tel. 015 28 54 40 Fax 015 28 54 49