Directie Inwoners
Ingekomen stuk D1
Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Telefoon
(024) 329 90 00
Telefax
(024) 329 29 81
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Contactpersoon
22-11-2005
Datum uw brief
L110/05.0033388
Ingrid Hendriks
Onderwerp
Aantal bijlagen 3
Direct telefoonnummer
Uitstel evaluatie MFC
3 29 22 38
Geachte raadsleden, U hebt de afgelopen maanden aangedrongen op een inhoudelijke discussie over het functioneren van het MFC, aan de hand van een evaluatie. Wij hebben geconstateerd dat er meer informatie en tijd nodig is om tot goede afwegingen en conclusies te komen. Wij willen niet alleen het MFC als instrument tegen overlast evalueren, maar ook de zorginhoudelijke invalshoek in de overwegingen meenemen, voordat wij ons collegestandpunt bepalen. Op uw verzoek zenden wij u hierbij, vooruitlopend op onze standpuntbepaling, de volgende stukken toe: • • •
de evaluatie van het MFC, gemaakt door de directie Inwoners; de evaluatie MFC, gemaakt in opdracht van De Grift en Arcuris; het onderzoek onder de cliënten van het MFC, uitgevoerd door de afdeling Onderzoek en Statistiek, in opdracht van de directie Inwoners.
Vooruitlopend op onze standpuntbepaling, gaan we hieronder in op een aantal inhoudelijke zaken, namelijk de inzet van extra stadstoezicht vanaf 1 januari 2006 en de alcoholopvang.
Extra inzet stadstoezicht Wij hebben geconstateerd dat het van belang is om geen gat te laten vallen in het toezicht rondom het MFC. We zullen daarom bureau Stadstoezicht de opdracht geven om het toezicht in de huidige omvang voort te zetten. De kosten bedragen € 19.200 per maand. Binnen de
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
brief aan de raad 211105.doc
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1
egalisatiereserve GSB is er ruimte om dit gedurende 4 maanden voort te zetten. In februari 2006 zullen wij u een voorstel ter besluitvorming voorleggen.
Alcoholopvang In juni heeft uw gemeenteraad een motie aangenomen over verplaatsing van de alcoholopvang, terug naar Arcuris aan de Nieuwe Dukenburgseweg. De portefeuillehouder heeft met Arcuris en De Grift de mogelijkheden, de voor- en nadelen van deze verplaatsing besproken. Daaruit bleek dat het qua ruimte bij Arcuris en financieel mogelijk is om de alcoholopvang weer te verplaatsen. Een nadeel zou zijn dat de alcoholverslaafden dan weer zouden worden opgevangen bij de nietverslaafde dak- en thuislozen. Voor deze laatste groep een nadelige ontwikkeling. Daarnaast zouden we de multifunctionaliteit van het MFC aantasten, wat ten koste zou gaan van de kwaliteit van de opvang en de zorg. Verder werd als belangrijk aandachtspunt de veiligheid in en rond de locatie aan de Nieuwe Dukenburgseweg genoemd. Voor de komst van het MFC bestonden er rond de nachtopvang bij Arcuris veel overlast en onveilige situaties. Dit werd vooral veroorzaakt door drugsverslaafden. Maar als de alcoholverslaafden weer terug naar Arcuris zouden gaan, zou deze plek ook weer aantrekkingskracht kunnen krijgen voor een aantal polydrugsgebruikers (cliënten zijn die zowel alcohol als drugs gebruiken). Conclusie was dat er duidelijk opgetreden zou moeten worden en dat polygebruikers niet bij Arcuris thuishoren, maar in het MFC. Vanaf de zomer zien we echter de bezetting van de alcoholopvang toenemen. Een aantal cliënten is terug uit detentie en er komen alcoholverslaafden binnen die nog niet eerder in beeld waren. Een nieuwe inventarisatie leert dat er in de stad een groep van 28 potentiële cliënten voor de alcoholopvang is. De mensen die aanvankelijk grote bezwaren hadden tegen de alcoholopvang in het MFC, de groep die bivakkeerde op het Waalstrandje is inmiddels voor een groot deel doorgestroomd naar begeleid wonen, 24-uursopvang bij Arcuris, of woont min of meer zelfstandig. Bij de huidige populatie is de locatie MFC geen reden om de alcoholopvang te mijden. Wij concluderen dan ook dat er nu geen aanleiding meer is om de alcoholopvang terug te brengen naar de Nieuwe Dukenburgseweg. Ons voorstel aan uw raad is dan ook om de aangenomen motie uit juni jl. te heroverwegen en de multifunctionaliteit van het MFC te handhaven. Voor de doelgroep én uit oogpunt van de openbare orde is het een probleem dat de alcoholopvang pas vanaf 16.00 uur open is. Wij onderschrijven dit probleem. Uitbreiding van de openingstijden betekent extra financiële druk op het gemeentelijke aandeel in het MFC, van
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
brief aan de raad 211105.doc
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
2
ongeveer € 60.000 per jaar. Bovendien wordt vanuit het MFC aangegeven dat de huidige ruimte in het MFC niet geschikt is voor een langer opengestelde alcoholopvang. Indien de alcoholopvang eerder op de dag opengaat, zal dus gezocht moeten worden naar alternatieve ruimte (binnen het MFC-complex). Wij willen in december a.s. in de commissie Stesa met u in gesprek gaan over de bovenstaande kwesties met betrekking tot de alcoholopvang. Wij hopen u voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. Onze excuses voor deze vertraging.
Met vriendelijke groet, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mevr. dr. G. ter Horst
ir. H.K.W. Bekkers
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
brief aan de raad 211105.doc
Evaluatie van de “aanpak overlast dak- en thuislozen in de binnenstad”
Inleiding Op 1 maart 2004 heeft het Multifunctioneel Centrum (MFC) aan de Van Schevichavenstraat haar deuren geopend voor de opvang van dak- en thuisloze verslaafden. Het MFC maakt deel uit van een brede aanpak van overlast door dak- en thuislozen in de Nijmeegse binnenstad. Wij hebben deze aanpak vanaf 1999 in nauwe samenspraak met het veld ontwikkeld. De evaluatie die hier voor u ligt gaat dan ook niet alleen over het MFC, maar over alle maatregelen die we de afgelopen jaren op dit terrein hebben genomen. De centrale vraag in deze evaluatie is of de maatregelen die we de afgelopen jaren hebben genomen, de overlast door dak- en thuislozen in de binnenstad hebben doen afnemen. We zoomen daarbij in op het MFC. Deze voorziening is van grote betekenis in politiek en financieel opzicht, maar heeft ook grote invloed op de zorgketen de doelgroep en op de openbare orde in de stad. De gemeentelijke hoofddoelstelling bij de realisering van het MFC was het verminderen van de overlast door dak- en thuisloze verslaafden in de binnenstad van Nijmegen. Nevendoelstelling was dat het MFC naast opvang en zorg de bezoekers actief mogelijkheden zou gaan bieden tot een positieve wijziging van de levensstijl. Aan deze nevendoelstelling wordt gewerkt met AWBZ-middelen (dagbesteding, casemanagement) en ligt dus feitelijk buiten onze gemeentelijke bemoeienis. In deze evaluatie doen we wel enkele constateringen over het AWBZ-deel.
Op dit moment wordt veel gesproken over of en hoe verslaafden in een vroeg stadium kunnen worden gestimuleerd tot afkicken. In deze evaluatie gaan we niet in op dit onderwerp. Het raakt een fundamenteel vraagstuk over hoe we naar verlaafden en verslaving kijken en welke behandelmethoden daarbij passen. Hierover zullen we overigens wel op korte termijn met het veld in gesprek gaan. In de recente debatten met de gemeenteraad over het MFC heeft de portefeuillehouder steeds aangekondigd dat we in deze evaluatie een inhoudelijke reactie zouden geven over zaken als de capaciteit van het MFC, de mate van overlast en met name de locatie van de alcoholopvang. Over dit laatste heeft de gemeenteraad in juni jongstleden een motie aangenomen. In het laatste hoofdstuk van deze notitie geven wij een inhoudelijk onderbouwde reactie op deze motie.
Totstandkoming en opzet van de evaluatie Voor deze evaluatie hebben we gebruik gemaakt van de onderzoeken die de afgelopen twee jaar over het MFC zijn uitgevoerd: de 0- en 1-meting van veiligheid en leefbaarheid rond het MFC, de interne evaluatie van het MFC van De Grift en Arcuris, de “zelfevaluatie” van de regiegroep Ketenvoorzieningen en een zeer recent onderzoek van onze afdeling Onderzoek en Statistiek naar de beleving van de cliënten van het MFC. Daarnaast hebben betrokkenen uit het veld via gesprekken hun input geleverd: vertegenwoordigers van de politie, De Grift en Arcuris en de Buurtbeheergroep. In het eerste hoofdstuk laten we zien wat de aanleiding was om met de problematiek aan de slag te gaan en geven we een overzicht van de interventies die de raad destijds heeft vastgesteld om de problemen aan te pakken. In hoofdstuk 2 evalueren we of en hoe deze interventies zijn gerealiseerd. Hoofdstuk 3 gaat over het MFC: besluitvorming, doelen, beschrijving van de eerste anderhalf jaar en een aantal belangrijke aandachtspunten. In hoofdstuk 4 staan onze conclusies en aanbevelingen over de aanpak van de overlast door dak- en thuislozen in de Nijmeegse binnenstad.
Hoofdstuk 1: Voorgeschiedenis en besluitvorming
1.1.
Overlast in het verleden In 1999 besloot het toenmalige college van Burgemeester en Wethouders het probleem van de binnenstadszwervers als bijzonder project te verklaren. Er was op dat moment steeds een groep van zo´n 40 dak- en thuislozen als overlastveroorzaker in beeld bij de politie. Geschat werd dat ongeveer 100 verschillende individuen tot de overlastgevende dak- en thuislozen gerekend moesten worden. Geregistreerde klachten, incidenten en misdrijven betroffen onder meer: belediging, openbare dronkenschap, gebruik van harddrugs op of aan de openbare weg, gebruik van harddrugs in portieken, overlast door samenscholing, slapen in portieken en trapportalen, drankgebruik op of aan de openbare weg, bedelen, lastig vallen van passanten, winkeldiefstallen, dealen, bevuilen van de openbare weg. Eind 2003, dus vóór de opening van het MFC, hebben we een nulmeting laten uitvoeren naar de veiligheid en leefbaarheid in het beheergebied van het MFC. Bewoners en ondernemers konden daarin aangeven welke problemen met de grootste prioriteit aangepakt zouden moeten worden. Bewoners noemden: drugsoverlast, criminaliteit, daklozen; ondernemers noemden: parkeerproblematiek, daklozen, drugsoverlast.
1.2.
Advies projectgroep Overlast dak- en thuislozen centrum Nijmegen Zoals gezegd benoemde het toenmalige college de problematiek rond de binnenstadszwervers als bijzonder project. De Directie Wijkaanpak voerde het uit en maakt met een brede projectgroep een advies aan de gemeenteraad. Op basis van een inventarisatie werden in 2002 zes probleemvelden gesignaleerd: 1) Er bestaan lacunes in de opvang: er is een absoluut tekort aan plaatsen in de verschillende instellingen en openingstijden van dag- en nachtopvang sluiten niet op elkaar aan; 2) Een aanzienlijk deel van de daklozen heeft te kampen met zware psychiatrische problemen en is daarnaast verslaafd. Het betreft zogenaamde meervoudige problematiek. Geschikte opvang en hulpverlening voor deze groep ontbreekt momenteel; 3) Tussen de instellingen wordt onvoldoende gecommuniceerd en onduidelijk is wie of welke instantie structureel verantwoordelijk is voor het individu of voor de hele problematiek; 4) De wisselen de rol van de politie als handhaver of hulpverlener leidt tot onduidelijkheid. Bovendien ontbreekt het de politie aan verwijsmogelijkheden en (positieve) sancties; 5) Overlastsituaties worden gemakkelijker verplaatst dan opgeheven. Sturing op overlast wordt noodzakelijk; 6) Van goede oplossingen kan een aanzuigende werking uitgaan. Om het probleem van de overlast door dak- en thuislozen in het centrum van Nijmegen beheersbaar te maken, werden vervolgens 15 interventies voorgesteld en door de gemeenteraad overgenomen (oktober 2002). De interventies staan genoemd in onderstaand schema. Voor een beschrijving van deze interventies verwijzen we naar bijlage 2.
2
Voorgestelde interventies 1. Het verminderen van overlastgevend gedrag 1.1 1. Inrichten van een sociaal pension Het opheffen van lacunes in het 2. Inrichten van een laagdrempelig slaaphuis opvangcircuit 3. Een betere aansluiting van dag- en nachtopvang 1.2 Verbeteren van communicatie en gedeelde verantwoordelijkheid
4. Casemanagement 5. Belangenbehartiging en outreachend straathoekwerk
1.3 6. Individuele tolerantie afspraken en sanctiebeleid Meer evenwicht brengen tussen 7. Dwang en drangmaatregelen handhaving en hulp 1.4 8. Inrichten van een gebruiksruimte Reguleren van hinderlijke activiteiten 2. Het verminderen van de omvang van de doelgroep 2.1 9. Individuele zorgtrajecten uitzetten Uitstroom bevorderen 10. Stimuleringsprojecten ontwikkelen 2.2 11. Begeleiden van ontslagsituaties uit zorginstanties Beperken van de aanwas 12. Voorkomen van terugval 13. Uitsluitings- en lik- op-stukbeleid 3. Daklozen en bewoners betrekken in het oplossen van problemen 14. Instellen van een panel van dak- en thuislozen 15. Instellen van een panel van binnenstadsbewoners.
Raadsvoorstel oktober 2000: Het aanstellen van een casemanager heeft de hoogste prioriteit. (….) Het tot stand brengen van een laagdrempelig slaaphuis én het opzetten van een sociaal pension heeft de tweede prioriteit. (…) De overige interventies zijn zeker niet onbelangrijk, maar zonder het realiseren van de twee genoemde prioriteiten zullen ze niet wezenlijk kunnen bijdragen aan het beheersbaar maken van de overlast.
3
Hoofdstuk 2 Evaluatie aanpak dak- en thuislozen centrum Nijmegen: zijn de doelen uit 2002 gerealiseerd? 2.1. Het inrichten van een sociaal pension Dit is tot nu toe niet gebeurd, ondanks diverse voorbereidende werkzaamheden van de RIBW en de gemeente. De raad heeft destijds uitgesproken dat ze nauw betrokken wil zijn bij de bepaling van de locatie voor een sociaal pension. Ondanks een uitgebreid locatieonderzoek, is het tot nu toe niet gelukt om een geschikte locatie te vinden. Binnen het college is twijfel ontstaan over de noodzaak van een sociaal pension, met het oog op de andere voorzieningen die Nijmegen al heeft voor verslaafde dak- en thuislozen en de aanvankelijk matige bezetting van het MFC. 2.2. Inrichten van een laagdrempelig slaaphuis Dit is gerealiseerd met de komst van de nachtopvang in het MFC.
2.3. Betere aansluiting van dag- en nachtopvang Ook dit is (deels) gerealiseerd met de komst van het MFC. Dag- en nachtopvang sluiten nu, voor de drugsverslaafde cliënten, op elkaar aan. Voor de alcoholverslaafden is dat niet het geval. Dit is een knelpunt, zie hiervoor hoofdstuk 2 van deze notitie, over het MFC.
2.4. Casemanagement Het casemanagement is gerealiseerd en maakt deel uit van het vangnetteam dak- en thuislozen. Het vangnetteam werkt nauw samen met het Meldpunt Bijzondere Zorg. Meldingen van dak- en thuislozen die bekend zijn binnen het hulpverleningscircuit worden bij het Meldpunt geregistreerd en via het zogenaamde zorgoverleg doorgesluisd naar het vangnetteam. Het Meldpunt sluit het dossier dan af, de casemanagers van het vangnetteam zorgen voor nader onderzoek, het leggen van contact en het uitzetten van een plan van aanpak. Het vangnetteam geeft aan het Meldpunt door wie de casemanagers van de doorgeleide cliënten zijn en op welk moment het contact met een cliënt wordt afgesloten. Op deze wijze kan het Meldpunt door derden altijd gebruikt worden als vraagbaak en is het cliëntenbestand op één plaats in de stad zo compleet mogelijk aanwezig. De meldpuntmedewerker met als taakaccent dak- en thuislozen spoort dak- en thuislozen op die niet bekend zijn in het reguliere circuit, maar die wel baat zouden hebben bij toeleiding naar zorg. Zij bezoekt hiervoor regelmatig de verschillende opvangvoorzieningen en betrokken instanties, zowel in het professionele als het vrijwilligerscircuit. Zij doet nader onderzoek, legt zonodig contact met de cliënt en maakt met betrokken partijen een plan van aanpak. Deze cliënten worden soms toegeleid naar het vangnet, maar andere mogelijkheden van de hulpverlening worden ook benut. Het vangnetteam heeft gekampt met een capaciteitsprobleem, waardoor niet alle aangemelde cases tijdig behandeld konden worden. Dit probleem is nu opgelost. Daarnaast kost het tijd om goede werkafspraken te maken tussen de instellingen onderling, bijvoorbeeld over het plaatsen van cliënten op een passende plek, het rapporteren over de voortgang, etc. De instellingen hebben er echter vertrouwen in dat deze knelpunten al werkende op uitvoeringsniveau opgelost kunnen worden. De politie geeft aan het een groot voordeel te vinden dat alle cliënten van het MFC een casemanager hebben. Ook het Meldpunt Bijzondere Zorg stemt tot tevredenheid, omdat de politie nu niet meer zelf op zoek hoeft naar de juiste opvang of zorg voor overlastgevende personen.
4
De inhoudelijke link tussen het casemanagement en het MFC moet nog beter worden vormgegeven. Het casemanagement kan er aan bijdragen dat de diverse onderdelen van het MFC beter in samenhang kunnen worden ingezet.
2.5. Belangenbehartiging en outreachend straathoekwerk Het Nijmeegs Daklozen Overleg (NDO) heeft de afgelopen jaren opgetreden als belangenbehartiger van de doelgroep. Vanuit collectief perspectief en vanuit individuele belangenbehartiging. Het onderscheid tussen collectief en individueel is soms moeilijk te maken, maar het NDO weet wat het onderscheid tussen beide benaderingen is. Uit de gesprekken met cliënten van het MFC blijkt dat het NDO in een behoefte voorziet, evenals Straatmensen voor Straatmensen en Kruispunt. Aan (professioneel) outreachend straathoekwerk is geen invulling gegeven. Het is ook de vraag of dat bij deze doelgroep goed zou werken. De mensen zijn vaak wantrouwig en niet in staat of bereid om afspraken na te komen. Het opsporen van cliënten via intermediairs, zoals het ketenmanagement dat doet, blijkt een goed alternatief. Het casemanagement zoekt de cliënten bovendien ook actief op.
2.6. Individuele tolerantieafspraken en sanctiebeleid De politie geeft aan dat duidelijk is wat wel en wat niet wordt getolereerd. Er wordt een repressief beleid gevoerd, dat volgens de politie zijn vruchten afwerpt. Het NDO heeft met succes bepleit om het APV-beleid te versoepelen, waardoor het buitenslapen alleen verboden is als het overlast veroorzaakt. Slapen in portieken is sowieso verboden, op grond van het algemene verbod op het “zich ophouden in portieken”. Slapen in een tent ook, op grond van de Wet op de Openluchtrecreatie. Een en ander wordt streng gehandhaafd door de politie. De situatie is wel dat er nog steeds mensen op straat/buiten mogen slapen, namelijk als ze geen overlast veroorzaken. Veelvuldig buitenslapen is zwaar en schadelijk voor de gezondheid van mensen. Het opnemen van een integraal verbod op buitenslapen in de APV zou de mogelijkheid bieden om het buiten slapen zoveel mogelijk te beperken.
2.7. Dwang en drangmaatregelen De samenwerking tussen politie en justitie enerzijds en de zorginstellingen anderzijds is de laatste jaren verbeterd. Er wordt meer onderling afgestemd. De samenwerking tussen politie/justitie en zorg moet overigens nog verder geïntensiveerd worden. Er is nog veel winst te behalen in het realiseren van dwang- en drangtrajecten. Nadere voorstellen hierover zijn in voorbereiding.
2.8. Inrichten van een gebruikersruimte Gerealiseerd met de komst van het MFC. Zie verder: hoofdstuk 2, over het MFC.
2.9. Individuele zorgtrajecten uitzetten Het casemanagement is hiervoor verantwoordelijk. Dit is gestart en zal in de toekomst verder verbeterd worden.
5
2.10.
Stimuleringsprojecten ontwikkelen
Bureau Dagloon is een belangrijk en succesvol initiatief op dit terrein. Het is op projectbasis ontstaan vanuit “Onze Buurt aan Zet” en wordt nu gefinancierd met reïntegratiemiddelen, met de bedoeling dat het op termijn zelfstandig kan draaien. Dagloon heeft al enkele mensen laten uitstromen naar een betaalde baan. Een punt van aandacht blijft de afstemming met andere dagbestedingsvoorzieningen, zoals die van het MFC.
2.11.
Begeleiden van ontslagsituaties uit zorginstanties
Er vindt begeleiding plaats. Na ontslag blijft iemand tot na een jaar ‘’welkom’’ om terug te keren naar de GGZ-zorg. Er zijn echter beperkte uitstroommogelijkheden. Niet iedereen is ook in staat om uit te stromen.
2.12.
Voorkomen van terugval
Met betrekking tot het voorkomen van terugval vervullen o.a. de Stichting Dagloon en het casemanagement een belangrijke rol. Het is echter nog steeds een aandachtspunt, zo blijkt uit de gesprekken met cliënten en personeel van het MFC. Mensen met wie het beter gaat en minder vaak naar het MFC komen, verliezen hun recht op toegang tot de accommodatie. Veel van hun sociale contacten hebben ze echter nog met bezoekers van het MFC. Ze vereenzamen daardoor
2.13.
Tegengaan van een aanzuigende werking
De opening van het MFC heeft geen aanzuigende werking gehad op daklozen en verslaafden van buiten de regio Nijmegen. De groep bekende daklozen en verslaafden is ongeveer even groot als in de periode van de 0-meting. De politie constateert dat er vooral in de zomer wel aanwas van buiten de regio is. Het dan gevoerde lik-op-stuk beleid heeft tot gevolg dat betrokkenen na 1 à 2 weken de stad weer verlaten.
2.14.
Het instellen van een panel van dak- en thuislozen
Er is geen afzonderlijk panel van dak- en thuislozen. Het Nijmeegs Daklozenoverleg participeert in de regiegroep ketenvoorzieningen, die inmiddels overigens is opgegaan in het OGGZ-platform.
2.15.
Instellen van een panel van binnenstadsbewoners
Rond het MFC is de buurtbeheergroep ingesteld. Hierin participeren vertegenwoordigers van binnenstadsbewoners en –ondernemers, De Grift, Arcuris en de gemeente (stadstoezicht, wijkmanagement en Dienst Inwoners). De buurtbeheergroep is nauw betrokken bij alle initiatieven en ontwikkelingen met betrekking tot veiligheid en leefbaarheid rond het MFC. De groep is een belangrijke partner voor de politie, instellingen en gemeente. De wederzijdse ervaringen zijn goed.
6
Hoofdstuk 3: het Multifunctioneel Centrum
3.1. Besluit tot realisering van het MFC, als onderdeel van de brede aanpak In december 2001 heeft het toenmalige college de intentie uitgesproken om te komen tot een multifunctioneel centrum voor verslaafde daklozen. In oktober 2002 heeft de raad besloten een gecombineerde voorziening voor verslaafde daklozen (een slaaphuis, een dagopvang en een gebruikersruimte) te realiseren in het voormalig Stedelijk Gymnasium aan de Van Schevichavenstraat. In februari 2004 is de gemeenteraad akkoord gegaan met “de wijze waarop vorm is gegeven aan de opvang en begeleiding van de cliënten die gebruik gaan maken van de faciliteiten van het MFC per 1 maart 2004, en de wijze waarop uitwerking heeft plaatsgevonden in het buurtbeheerplan. De gemeentelijke bijdrage in de exploitatie van het MFC werd voor 2004 vastgesteld op € 1.647.000, budgettair neutraal door reallocatie van middelen binnen het programma maatschappelijke zorg en dienstverlening. Met de bijdrage van het Zorgkantoor (AWBZ) van € 2.315.000 was de exploitatie in 2004 sluitend.
3.2. Gemeentelijke doelstellingen voor het MFC In het raadsvoorstel van februari 2004 staan de gemeentelijke doelstellingen voor het MFC als volgt geformuleerd: Wij vinden dat de circa 100 verslaafde daklozen in deze stad stevig aangesproken moeten worden indien zij een onbehoorlijk of maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag vertonen. Net als iedere andere burger moeten zij daarop aangesproken worden en waar dat nodig is zullen zij ook geconfronteerd moeten worden met sancties. Deze mensen die doorgaans niet gekozen hebben voor hun verslaving, moeten dan wel in staat gesteld worden te kiezen voor verantwoord gebruik, dag- en nachtopvang, dagbestedingsactiviteiten en eventueel behandeling. Wij willen als mededoelstelling dat het MFC naast het bieden van opvang en zorg de bezoekers actief mogelijkheden gaat bieden tot een positieve wijziging van de levensstijl.
3.3. De eerste anderhalf jaar Op 1 maart 2004 heeft het MFC haar deuren geopend. Na anderhalf jaar draaien kunnen we stellen dat de kinderziektes over zijn. In deze paragraaf kijken we terug op deze periode en staan we kort stil bij een aantal markeringspunten. In de begintijd ging veel aandacht uit naar de huisvesting, de omgeving en de weerstand van die omgeving. De aandacht was erg naar buiten gericht, waardoor er (te) weinig tijd overbleef om het interne beleid van het MFC op te zetten. Nachtopvang Op 1 april 2004 is de nachtopvang in het MFC geopend. Dit was 1 maand later dan gepland, omdat het gebouw niet op tijd aan de brandweervoorschriften voldeed. De bezetting van de nachtopvang is nogal wisselend geweest, uiteraard ook onder invloed van de seizoenen. Momenteel (in de tot nu toe warme oktobermaand) schommelt de bezetting rond de 30 personen per nacht. Een probleem waar de organisatie mee kampt is dat mensen die zich ´s morgens inschrijven voor een slaapplaats, regelmatig ´s avonds niet komen opdagen. Een reden hiervan zou kunnen zijn dat ze in de loop van de dag/avond te veel onder invloed van alcohol of drugs zijn geraakt dat ze “vergeten” te gaan of zelf inschatten dat ze niet naar binnen mogen. Gevolg is dat er plekken leeg blijven en dat er onnodig aan andere belangstellenden nee verkocht moet worden. Arcuris bezint zich op een oplossing voor deze kwestie.
7
Een ander probleem is dat de alcohol- en drugsverslaafden groepen zijn die elkaar eigenlijk niet goed verdragen. Overdag worden ze gescheiden opgevangen, maar ´s nachts is dit niet mogelijk. Er zijn aparte slaapkamers, maar op de gang en bij het sanitair treffen ze elkaar wel. Een aantal alcoholverslaafden wil hierdoor geen gebruik maken van de nachtopvang. Alcoholopvang Op 1 november 2004 is de alcoholopvang verplaatst van de locatie Nieuwe Dukenburgseweg van Arcuris naar het MFC. Deze verplaatsing was niet onomstreden, omdat met name een deel van de doelgroep aangaf zich niet thuis te voelen in een gecombineerde voorziening met drugsverslaafden. In juni 2005 heeft de gemeenteraad een amendement aangenomen over de alcoholopvang. Daarin kreeg het college de opdracht om onmiddellijk in overleg te treden met Arcuris en De Grift, ten einde de alcoholopvang weer terug te plaatsen naar de Nieuwe Dukenburgseweg. Vanaf de zomer is de bezetting van de alcoholopvang echter opgelopen. Sindsdien maken dagelijks rond de 12 mensen gebruik van de voorziening. Momenteel is een potentiële doelgroep van ongeveer 28 personen in de stad in beeld. Hiervan staan 22 mensen ingeschreven bij het MFC, waarvan er gemiddeld 12 per avond komen. De toename sinds de afgelopen zomer kan als volgt worden verklaard: waren al bekend: -
6 personen terug uit detentie 3 personen verwezen door de NUNN 1 persoon verwezen door Passade
nieuwe gezichten: -
2 personen verwezen door de politie 2 personen verwezen door ouders/familie 2 personen op eigen initiatief
Recent komen er signalen van de politie en het wijkmanagement, dat er behoefte is aan openstelling van de alcoholopvang overdag. Er zijn geen alternatieven. In het Kasteel, de dagopvang van Arcuris aan de Bijleveldsingel, mag geen alcohol gedronken worden. Bovendien komen daar voornamelijk niet-verslaafde dak- en thuislozen. De alcoholopvang is geopend van 16.00 tot 22.00 uur. Alcoholverslaafden moeten ’s ochtends om 10.00 uur het MFC verlaten en mogen dus om 16.00 uur weer terugkomen. De cliënten ervaren dit als oneerlijk in vergelijking met de drugsverslaafden. Deze laatsten kunnen overdag in het MFC gebruik maken van de huiskamer en de gebruikersruimte. De alcoholverslaafden kunnen wel naar de dagopvang in het Kasteel, maar daar mogen zij niet drinken. Gevolg is dat er op straat wordt gedronken, waarop er bekeuringen van de politie volgen. Dagbesteding In november 2004 zijn ook de activiteiten/dagbesteding gestart. Hiervoor is de oude gymzaal beschikbaar, die opgeknapt en voor dit doel is ingericht. Sponsors hebben hiervoor de benodigde middelen beschikbaar gesteld. De dagbesteding komt maar langzaam op gang, onder andere doordat de ontwikkeling van de andere onderdelen meer prioriteit heeft gekregen. Daarnaast blijken de bezoekers van het MFC moeilijk te motiveren tot de meeste activiteiten. Een ander probleem dat De Grift constateert is de concurrentie van andere integratieprojecten zoals Bureau Dagloon. Daar krijgen de deelnemers een vergoeding voor hun werkzaamheden, iets dat De Grift niet kan bieden. In de loop van 2005 hebben Bureau Dagloon, De Grift en de gemeente (Zorg en Inkomen) een overleg gestart, om betere afstemming en misschien zelfs samenwerking tussen de projecten te bereiken.
8
Gebruiksruimte De gebruiksruimte voorziet in een behoefte en wordt dan ook goed bezocht. Het blijkt een goede manier voor de hulpverlening om contact te leggen met verslaafden en hen via het casemanagement op weg te helpen naar een rustiger en stabieler bestaan. Regelmatig komt van de doelgroep de vraag of de ruimte ook ´s nachts opengesteld kan worden. Om zorginhoudelijke redenen gaat De Grift hier niet op in. Het verbieden van ´s nachts gebruiken kan de spiraal waar drugsgebruikers zich in bevinden doorbreken. Een ander verzoek, dat ook door de politie ondersteund wordt, is om de gebruiksruimte ´s morgens eerder te openen. Nu is dat 10 uur. Praktijk is dat cliënten voor die tijd toch ergens in de openbare ruimte gaan gebruiken. Er is een toename en intensivering van spuitgedrag en ook het aantal cokeverslaafden is toegenomen. Dit is een lastige trend, omdat cokeverslaafden zich anders gedragen dan heroïneverslaafden. Deze cliënten zijn minder makkelijk in beeld te krijgen, terwijl ze een moeilijke doelgroep vormen. Toezicht Op grond van het Buurtbeheerplan zijn De Grift, Politie en Bureau Stadstoezicht gezamenlijk verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving in de directe omgeving van het MFC. Over de verantwoordelijkheid van De Grift staat in het buurtbeheerplan het volgende: Een toezichthouder van De Grift/Arcuris is van 8.00 uur tot 22.00 uur werkzaam op het buitenterrein en in de directe omgeving van het MFC. Hij draagt zorg voor het achterwege blijven van rondhangen, gebruiken en dealen en werkt daartoe nauw samen met stadstoezichthouders en de politie. Een of meerdere malen per dag verwijdert de toezichthouder, met behulp van een aantal bezoekers van het MFC, zwerfvuil in de directe omgeving van het MFC. De toezichthouder is voor bezoekers en passanten als zodanig herkenbaar. In 2004 heeft De Grift tijdelijk een extra toezichthouder ingezet, ingehuurd bij een extern beveiligingsbedrijf. Dit is teruggedraaid, omdat de hogere kosten niet binnen de begroting van het MFC pasten. De toezichthouders zijn nu in dienst bij De Grift. Medio augustus 2005 nam de overlast rond het MFC toe, en leken de toezichthouders van De Grift het gezag over de doelgroep te verliezen. Ook waren de toezichthouders van De Grift niet herkenbaar aanwezig. In overleg met de gemeente en de politie zijn deze problemen inmiddels voor de korte termijn opgelost. Methadonverstrekking Kort voor de opening van het MFC is besloten om de Griftactiviteiten van de Mr. Frankenstraat te verplaatsen naar het MFC. Zowel het spreekuur van de methadonarts als de methadonverstrekking aan niet-MFC-cliënten zijn nu in het MFC ondergebracht. Dit leidt tot vermenging van cliënten en soms negatieve beïnvloeding. Het haalt drugsverslaafden naar het centrum, die elders in de stad wonen. In dit opzicht is de locatie van het MFC een nadeel, omdat deze groep nogal eens het centrum in gaat om verwervingscriminaliteit te plegen. Schorsingsbeleid In de eerste periode na opening werd er een streng schorsingsbeleid gevoerd in het MFC. Dit kwam doordat het personeel de omslag moest maken van alleen zorg en opvang verlenen naar het handhaven van de regels. Dit was even zoeken, waardoor lastige cliënten regelmatig weer de straat op werden gestuurd. Inmiddels is het evenwicht gevonden. De politie constateert dat er nog geregeld mensen geschorst worden, maar heeft er begrip voor dat dit soms nodig is om zorginhoudelijke redenen en ten behoeve van de andere cliënten. Er is hier wel sprake van een knelpunt, omdat de mensen die binnen overlast veroorzaken, dat buiten ook doen.
9
3.4. Waarom sommige dak- en thuislozen niet naar het MFC gaan In het onderzoek “ Zorg voor onderdak en leefbaarheid III”, onder feitelijk dakloze mensen in Nijmegen, heeft de onderzoeker aan de doelgroep gevraagd waarom ze niet in het MFC slapen (het onderzoek is eind 2004 verricht). Dit leverde de volgende antwoorden op, waarbij de antwoorden die met meest frequent werden gegeven bovenaan staan: Ik wil wel maar voldoe niet aan de criteria van het MFC. Dat kreeg ik te horen;1 Ik ben niet verslaafd, Arcuris en NUNN zitten vol; Ik heb geen geld; Er zijn daar teveel drugsverslaafden, die hebben een slechte invloed op mij, ik glij dan af. Dan ga ik ook weer harddrugs gebruiken; Er zijn daar teveel spanningen, intimidatie en onrust. Er is daar teveel agressie. Crimineel gedrag van andere cliënten. Afpersing; Het lijkt wel een gevangenis, met al die strakke regels, bewakers en camera´s; Je moet daar voor een bepaalde tijd binnen zijn. Dan heb ik nog geen zin om naar binnen te gaan; Er zijn geen activiteiten om aan mijn situatie te werken, ze hangen daarbinnen maar een beetje. Huize ‘eindstation’. Als je daar zit dan krijg je een stempel op je kop.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
3.5. Uitstroom-doorstroom Het huidige registratiesysteem van het MFC voorziet niet in een overzicht van uitstroomcijfers uit het MFC. De Grift geeft het volgende aan over cliënten die vanaf de start van het MFC langer dan drie maanden niet meer zijn geweest: In de voorziening aan de Mr. Franckenstraat is aan de toenmalige cliënten gevraagd om zich in te schrijven voor het MFC. Ongeveer 150 personen hebben hieraan gehoor gegeven; Na de opening van het MFC zijn veel cliënten niet meer gekomen; Veel cliënten zitten zeer langdurig in detentie; Het maatschappelijk werk van het MFC heeft regelmatig cliënten doorverwezen naar het Intramuraal Motivatie Centrum, de kliniek en naar resocialisatie en begeleid wonen; Het vangnetteam heeft 15 cliënten kunnen doorverwijzen naar andere woonvormen (Woonzorgnet, Arcuris, RIBW); Er zijn meerdere rechtelijke machtigingen uitgegaan voor deze doelgroep, die meer dan 3 maanden duurden; Cliënten van de wekelijkse en tweewekelijkse methadonverstrekking komen niet meer op de dagopvang; Sommige cliënten zijn uit beeld geraakt, doordat ze zich niet meer hebben gemeld.
-
-
Een groep van ongeveer 5 cliënten hospitaliseert binnen het MFC. Het middelengebruik van deze groep is gestabiliseerd, de mensen zijn tot rust gekomen, en ze zijn klaar om uit te stromen naar een opvang-/woonvorm met intensieve en langdurige begeleiding. Arcuris biedt (langdurige) opvang en begeleiding aan dak- en thuislozen, waarbij verslaving aan harddrugs een contraindicatie is. Een dergelijke voorziening voor harddrugsverslaafden ontbreekt echter. Dit belemmert de uitstroom uit het MFC.
3.6. Ontwikkeling overlast na opening van het MFC Eind 2004 is de 1-meting uitgevoerd naar de veiligheid en leefbaarheid in het beheergebied MFC. In het Buurtbeheerplan is afgesproken dat de komst van het MFC niet mag leiden tot een toename van de overlast van daklozen en verslaafden in het werkgebied van het MFC en bij voorkeur dient te leiden tot een vermindering van de overlast en een verbetering van het woon- en werkklimaat.
1
Verslaafden die niet regelmatig methadon gebruiken mogen niet naar binnen.
10
Het algemene beeld dat uit de 1-meting naar voren komt is dat de situatie ten aanzien van de indicatoren onveranderd dan wel verbeterd is ten opzichte van de situatie vóór de opening van het MFC. gedrag in de openbare ruimte (overlast): De ervaren overlast als gevolg van het gedrag van de daklozen en verslaafden wordt verschillend beleefd. Zowel bewoners als bezoekers geven in algemene zin aan minder last te hebben van de daklozen en verslaafden. In tegenstelling daarmee constateren de meeste ondernemers juist een achteruitgang van de buurt. Ondernemers geven aan dat zij daklozen, drugsoverlast en parkeren beschouwen als de belangrijkste problemen. Zij vinden dat zowel binnen als buiten de ringstraten (Van Welderenstraat, Van Broeckhuijsenstraat en de 2e Walstraat) de overlast is toegenomen. Daklozen/verslaafden worden gezien als de belangrijkste overlastveroorzakers. Veiligheid: Objectief gezien (op basis van de aangiften) heeft de opening van het MFC niet of nauwelijks tot wijzigingen in het aantal en soort delicten in de omgeving ervan geleid. In totaal werden in de omgeving van het MFC in 2004 minder aangiften gedaan dan in 2003. Er zijn wel verschillen per straat en per delict. De beleving van (on-)veiligheid verschilt wel duidelijk per groep. Bewoners hebben het meest positieve beeld van de veiligheid in de omgeving van het MFC. Bezoekers voelen zich ongeveer even (on-)veilig. In de enquête geven ondernemers aan dat zij regelmatig last hebben van bedreigingen en intimidatie, vervuiling van portieken, rondhangen, bedelen en lastig vallen van klanten. De aanwezigheid van daklozen en verslaafden valt hen zeer op, zeker ‘s morgens als er nog geen publiek is. Drugs: In het totale beheergebied is het aantal meldingen van drugsoverlast (geregistreerd door de politie) in 2004 afgenomen. In de directe omgeving van het MFC is juist een toename van het aantal meldingen van drugsoverlast geregistreerd. Ondernemers ervaren meer overlast van drugs dan de bezoekers en bewoners. Overlastlocaties: Vooral de Van Schevichavenstraat wordt door de groep ondernemers, als ook door passanten, vaak genoemd als onveilige plek. De onveiligheidbeleving in de Van Schevichavenstraat is bij ondernemers toegenomen van 35% naar 78%. Naast de van Schevichavenstraat (veiligheid en vervuiling), komen ook de Ziekerstraat (veiligheid), 2de Walstraat/ Molenpoort , 2de walstraat/ Vlaamse Gas (veiligheid en vervuiling) en van Welderenstraat (veiligheid) naar voren als aandachtslocaties. De onveiligheidbeleving op andere locaties is iets afgenomen Recente situatie Recent, na de zomer, leek de overlastsituatie in de directe omgeving van het MFC te verslechteren. Er werd veel gedeald en de toezichthouders leken hun gezag over de doelgroep te verliezen. Door goede afspraken tussen De Grift, Politie en Stadstoezicht is de situatie nu weer onder controle. De politie constateert dat het lastiger wordt om de openbare orde in de directe omgeving van het MFC te handhaven. De doelgroep en dealers raken ingespeeld op de situatie en vinden manieren om tussen de mazen door te glippen.
3.7. Wat kost het MFC? De gemeente Nijmegen heeft € 680.000 bijgedragen in de investering om het MFC te
11
realiseren. Daarnaast zijn we verantwoordelijk voor de kosten van de jaarlijkse exploitatie van het MFC. In 2004 hebben we hiervoor € 1.647.000 betaald aan De Grift en Arcuris, in 2005 € 1.240.400. Het gemeentelijk aandeel is bestemd voor de kosten van het gebouw, de exploitatie van het centrum en de nacht- en alcoholopvang. Het grootste deel van de financiering van het MFC komt echter uit de AWBZ, voor de directe kosten van zorg en begeleiding. Tot nu toe gaat het om een bedrag van € 2,3 miljoen per jaar. Dit is het plafond dat De Grift met het Zorgkantoor overeen is gekomen, dat wil zeggen dat de daadwerkelijke bijdrage vanuit de AWBZ afhankelijk is van de gemaakte productie.
12
Hoofdstuk 4: Conclusies en aanbevelingen
4.1. De brede aanpak van overlast door dak- en thuisloze verslaafden In oktober 2002 heeft de gemeenteraad besloten 15 interventies te plegen, om de overlast door dak- en thuisloze verslaafden in de Nijmeegse binnenstad terug te dringen. Het aanstellen van een casemanager kreeg de hoogste prioriteit. Het tot stand brengen van een laagdrempelig slaaphuis én het opzetten van een sociaal pension kregen de tweede prioriteit. De overige interventies werden zeker niet onbelangrijk geacht, maar zonder het realiseren van de twee genoemde prioriteiten zouden ze niet wezenlijk kunnen bijdragen aan het beheersbaar maken van de overlast. Nu, drie jaar later, kunnen we vaststellen dat we een groot deel van de ambities van toen hebben waargemaakt. De belangrijkste graadmeter om te beoordelen of we ons doel bereikt hebben is de ontwikkeling van de overlast. De 1-meting laat zien dat de overlast door de doelgroep op onderdelen stabiel en op onderdelen verminderd is. Van de 15 interventies is het overgrote deel gerealiseerd. Sommige onderdelen moeten nog verder ontwikkeld worden, de samenwerking tussen de diverse partijen moet nog intensiever, maar: de structuur staat. De doelgroep is in beeld, instellingen weten elkaar te vinden, de financiële randvoorwaarden zijn aanwezig en er is een adequaat aanbod van opvang en zorg. Alleen één van de hoofdprioriteiten, het sociaal pension, ontbreekt echter. De consequenties hiervan komen verderop in dit hoofdstuk aan de orde. Op dit moment bestaat er een uitgebreid overlegcircuit op het terrein van de maatschappelijke zorg en de openbare geestelijke gezondheidszorg. Deels is dit voortgekomen uit de voorbereiding en uitvoering van de interventies, deels gaat het om andere overleggen, stuur- en projectgroepen. Diverse partners hebben de behoefte uitgesproken om dit circuit in kaart te brengen, te structureren en zonodig te saneren. Ook als gemeente hebben we belang bij een efficiënte overlegstructuur die past bij de huidige situatie. Wij zien het OGGZ-platform als het centrale platform op dit beleidsterrein. Aanbeveling - Binnen het OGGZ-platform een werkgroep te benoemen die de huidige overlegstructuur in kaart brengt en vervolgens een advies uitbrengt voor een efficiënte en samenhangende structuur voor de toekomst, op strategisch, tactisch en operationeel niveau.
4.2. MFC als instrument tegen overlast door dak- en thuisloze verslaafden De vergelijking van de 0-meting en de 1-meting levert het beeld op dat de objectieve en subjectieve veiligheid en leefbaarheid sinds de komst van het MFC zijn verbeterd. Er heeft wel een verschuiving opgetreden van de “hotspots”, maar het gehele beheergebied in ogenschouw genomen, is de situatie verbeterd. Het evenwicht is wel heel broos en vraagt voortdurend de aandacht van alle betrokken partijen. Verslapping van het toezicht en de handhaving lijkt direct te leiden tot toename van ongewenste activiteiten in de directe omgeving van het MFC, zoals samenscholen en dealen. Het is absoluut noodzakelijk dat de afspraken uit het Buurtbeheerplan omtrent het toezicht, door alle drie de partijen (De Grift, Politie, Bureau Stadstoezicht) worden nagekomen. We zien dat De Grift, Politie, Bureau Stadstoezicht (en de wijkmanager als coördinator) hier goed met elkaar samenwerken en elkaar zonodig alert houden en ondersteunen. De Buurtbeheergroep is hierbij als “luis in de pels” van onschatbare waarde. Wij concluderen dat het MFC voldoet aan onze doelstelling om de overlast door dak- en thuislozen in de binnenstad te verminderen. Door de komst van een gebruikersruimte is de drugsoverlast op straat afgenomen. Er is wel een lacune in de ochtend, zo hebben we
13
geconstateerd in hoofdstuk 3. Doordat de gebruikersruimte pas om 10.00 uur open gaat, gaan cliënten ’s morgens kort na het opstaan al de straat op om te gebruiken. We concluderen ook dat in elk geval in 2006 de inzet van extra Stadstoezicht in de huidige omvang nog nodig zal zijn. Aan het eind van dat jaar kan, op basis van de objectieve en subjectieve veiligheidsgegevens worden bezien of het stadstoezicht in die omvang nog nodig is. Op dat moment weten we ook meer over de effecten van de gemeentelijke aanpak van veelplegers en veelovertreders. Aanbeveling -
De Grift te verzoeken om de gebruikersruimte vroeger op de dag te openen;
4.3. Het MFC als zorgvoorziening Met het MFC hebben we een vindplaats gecreëerd, waarmee een grotere groep in beeld/uit de anonimiteit is gekomen. Hielden overlastplegende verslaafden zich voorheen op in een groter gebied, nu bevinden zij zich hoofdzakelijk in/rond het MFC. Met de komst van het MFC is de zorg aan zwaar verslaafde daklozen geprofessionaliseerd. Er wordt steeds meer en beter samengewerkt tussen politie/justitie en de zorg, waarbij zorginhoudelijke overwegingen een rol spelen bij justitiële maatregelen. Door het bieden van bed, bad en brood is de gezondheidstoestand van dakloze verslaafden in Nijmegen verbeterd. Het lijkt er op dat het MFC en de NUNN samen de hele groep van verslaafde dak- en thuislozen bereiken. De groep is niet permanent binnen, omdat het soms nodig is om iemand tijdelijk te schorsen, ter bescherming van de rest van de bezoekers van het MFC. Met name cliënten met een dubbele diagnose (verslaafd en psychiatrisch ziektebeeld) zijn niet altijd te handhaven. Dit betreft ongeveer 10 cliënten. Het MFC is niet geschikt en niet bedoeld voor zorgverlening aan psychiatrische patiënten. Er is een groep van ongeveer 5 cliënten die hospitaliseren binnen het MFC. Zij zijn tot rust gekomen en hebben hun verslaving redelijk gestabiliseerd. Ze zijn echter (nog) niet in staat om de stap te maken naar een lichtere vorm van opvang of begeleid wonen. Voor hen zou een uitstroomafdeling heel geschikt zijn. Een plek waar ze meer privacy hebben, maar waar nog wel de nodige zorg en toezicht aanwezig zijn. We komen hier later in dit hoofdstuk op terug. De methadonverstrekking in het MFC wordt ook gebruikt door cliënten die geen gebruik maken van het MFC. Zoals we hebben geconstateerd in hoofdstuk 3, leidt dit tot ongewenste effecten. We zouden willen weten of hier alternatieven voor zijn. Het MFC en de NUNN bedienen deels dezelfde doelgroep, waarbij in het MFC meer de nadruk ligt op zorg. Het is echter van belang dat beide voorzieningen een zelfde beleid voeren met betrekking tot toelatingscriteria, verwijzing, e.d. Het mogen geen concurrerende voorzieningen zijn, maar ze zouden elkaar moeten aanvullen.
Aanbeveling - De Grift te verzoeken om te onderzoeken of de methadonverstrekking gedifferentieerd kan worden aangeboden aan de diverse doelgroepen. Randvoorwaarde daarbij is dat het aanbieden elders niet mag leiden tot extra overlast; - Ten behoeve van een goed verloop van de zorgketen zullen wij De Grift en de RIBW/NUNN vragen om het beleid van het MFC en de NUNN af te stemmen en contact te houden over cliënten waar zij beide mee te maken hebben.
14
4.4. Hoe werkt de combinatie van doelgroepen binnen het MFC? De opzet en de inrichting van het MFC is gebaseerd op het onderscheid tussen alcohol- en drugsverslaafden. Voortschrijdend inzicht leert dat het wellicht beter is te selecteren op “gedrag” (wel/niet kwetsbaar) dan “verslaving” (alcohol/drugs). De groep alcoholverslaafden gedraagt zich over het algemeen vrij rustig. De groep is kwetsbaar, door de angst voor agressie. Enkele alcoholverslaafden vertonen meer problematisch gedrag, onder andere doordat zij ook drugs gebruiken. Zij gedijen beter in de drugsopvang. De leiding van het MFC speelt hier bijvoorbeeld op in bij de toewijzing van bedden. Er zijn in principe aparte kamers voor alcohol resp. drugsverslaafden. Soms krijgt een alcoholverslaafde die veel onrust veroorzaakt, een bed toegewezen bij drugsverslaafden. Ook andersom komt voor: een rustige, kwetsbare drugsverslaafde, die gebruik mag maken van de ruimte van de alcoholopvang, of een bed krijgt bij alcoholverslaafden. Een en ander wordt door de cliënten overigens als verwarrend en willekeurig ervaren, zo blijkt uit de evaluatie onder cliënten van het MFC. Het gebruik van het MFC door én drugsgebruikers én alcoholgebruikers wordt niet gezien als een belemmering om naar het MFC te gaan, zo kunnen we concluderen op basis van de gesprekken met de bezoekers van het MFC.
4.5. Hoe werkt de combinatie van functies binnen het MFC? Cliënten komen binnen voor de gebruikersruimte. Dit is een aantrekkelijke voorziening voor de doelgroep en voor de hulpverlening een plek om contact te leggen. Cliënten kunnen van daaruit worden gemotiveerd om naar de dagopvang te gaan, een hulpverleningstraject in te gaan, etc. Door de laagdrempelige inloop komt de doelgroep in beeld en ontstaan er eerder mogelijkheden voor hulpverlening. De functies bestaan nu allemaal naast elkaar, en functioneren, met uitzondering van de dagbesteding, allemaal goed. De samenhang moet nog worden aangebracht, waarmee de meerwaarde van de multifunctionaliteit moet groeien. Het casemanagement is een belangrijk element hierbij. Dit multidisciplinaire team moet nog een plek krijgen in de processen binnen het MFC. De combinatie van de alcoholopvang en de drugsopvang werkt zorginhoudelijk goed. Het biedt de nodige flexibiliteit, zoals ook beschreven in de vorige paragraaf.
4.6. Alcoholopvang In juni jongstleden heeft de gemeenteraad een motie aangenomen over verplaatsing van de alcoholopvang, terug naar Arcuris aan de Nieuwe Dukenburgseweg. De portefeuillehouder heeft met Arcuris en De Grift de mogelijkheden, de voor- en nadelen van deze verplaatsing besproken. Daaruit bleek dat het qua ruimte bij Arcuris en financieel mogelijk is om de alcoholopvang weer te verplaatsen. Een nadeel zou zijn dat de alcoholverslaafden dan weer zouden worden opgevangen bij de niet-verslaafde dak- en thuislozen. Voor deze laatste groep een nadelige ontwikkeling. Daarnaast zouden we de multifunctionaliteit van het MFC aantasten, wat ten koste zou gaan van de kwaliteit van de opvang en de zorg. Verder werd als belangrijk aandachtspunt de veiligheid in en rond de Hulsen genoemd. Voor de komst van het MFC bestonden er rond de nachtopvang bij Arcuris veel overlast en onveilige situaties. Dit werd vooral veroorzaakt door drugsverslaafden. Maar als de alcoholverslaafden weer terug naar Arcuris zouden gaan, zou deze plek ook weer aantrekkingskracht kunnen krijgen voor een aantal drugsverslaafden, o.a. doordat er een aantal cliënten zijn die zowel alcohol als drugs gebruiken. Conclusie was dat er duidelijk opgetreden zou moeten worden en dat polygebruikers niet bij Arcuris thuishoren, maar in het MFC.
15
Vanaf de zomer zien we echter de bezetting van de alcoholopvang toenemen. Een aantal cliënten is terug uit detentie en er komen alcoholverslaafden binnen die nog niet eerder in beeld waren. Een nieuwe inventarisatie leert dat er in de stad een groep van 28 potentiële cliënten voor de alcoholopvang is. De mensen die aanvankelijk grote bezwaren hadden tegen de alcoholopvang in het MFC, de groep die bivakkeerde op het Waalstrandje is inmiddels voor een groot deel doorgestroomd naar begeleid wonen, 24-uursopvang bij Arcuris, of woont min of meer zelfstandig. Bij de huidige populatie is de locatie MFC geen reden om de alcoholopvang te mijden, zo blijkt ook uit evaluatie onder de cliënten van het MFC. Wij concluderen dan ook dat er nu geen aanleiding meer is om de alcoholopvang terug te brengen naar de Nieuwe Dukenburgseweg. Ons voorstel aan de gemeenteraad is dan ook om de aangenomen motie uit juni jl. te heroverwegen en de multifunctionaliteit van het MFC te handhaven. Zoals we hebben geconstateerd in hoofdstuk 2 van deze notitie, is het voor de doelgroep én uit oogpunt van de openbare orde een probleem dat de alcoholopvang pas vanaf 16.00 uur open is. Wij onderschrijven dit probleem. Uitbreiding van de openingstijden betekent extra financiële druk op het gemeentelijk aandeel in het MFC, van ongeveer € 60.000 per jaar. Bovendien wordt vanuit het MFC aangegeven dat de huidige ruimte in het MFC niet geschikt is voor een langer opengestelde alcoholopvang. Indien de alcoholopvang eerder op de dag opengaat, zal dus gezocht moeten worden naar alternatieve ruimte (binnen het MFCcomplex). Aanbeveling - De alcoholopvang in het MFC te laten en niet terug te plaatsen naar de Nieuwe Dukenburgseweg; - Arcuris te verzoeken een plan voor te leggen voor uitbreiding van de openingstijden van de alcoholopvang en met Arcuris/De Grift in overleg te gaan over hoe de extra kosten kunnen worden opgevangen.
4.7. De overlast is niet geheel weg… Met de komst van het MFC is niet alle overlast door de doelgroep opgelost. Dat was ook niet te verwachten, gezien de moeilijke doelgroep die overigens onvermijdelijk hoort bij een stedelijke situatie. Bovendien was het MFC weliswaar een belangrijke, maar niet de enige maatregel die we hadden bedacht voor het terugbrengen van de overlast. Er is een subgroep (zo´n 15 procent van de doelgroep van het MFC) die door gedrag en problematiek zo moeilijk is, dat de spiraal van overlast, criminaliteit en verdere marginalisering waarin deze mensen zich bevinden, nauwelijks te doorbreken is. Alleen nauwe samenwerking tussen de zorginstellingen (De Grift, GGZ), politie en Openbaar Ministerie zou hier soelaas kunnen bieden. Vanuit de gemeentelijke aanpak van veelplegers en veelovertreders is dit inmiddels in gang gezet. Met name de aanpak van veelovertreders zal naar verwachting een deel van de overlast rond het MFC verminderen. Aanbeveling - De integrale aanpak van veelplegers en veelovertreders voort te zetten en hierin prioriteit te geven aan de stelselmatige overlastplegers rond het MFC.
4.8. Sociaal pension/bijzondere beschermde woonvorm Een van de interventies om de overlast door dak- en thuislozen in het centrum te verminderen was het realiseren van een sociaal pension. Dit is tot nu toe niet van de grond gekomen. Het college twijfelde aan de noodzaak, met het oog op de diversiteit aan voorzieningen die we in Nijmegen al hebben. De finale bepaling van het standpunt is uitgesteld, in afwachting van deze evaluatie van het MFC.
16
In de afgelopen jaren hebben we gesproken over een sociaal pension voor de groep dak- en thuislozen met een dubbele diagnose: verslaving en psychiatrisch ziektebeeld. Het gaat om een woonvoorziening met intensieve 24-uursbegeleiding, zorg en toezicht. Dit brengt veel kosten met zich mee, waardoor uit bedrijfseconomische overwegingen een omvang van 25 à 30 plaatsen noodzakelijk is. Deze voorziening kan volledig gefinancierd worden door de AWBZ. De gemeentelijke bemoeienis heeft vooral betrekking op locatie/bestemmingsplan, toezicht in de omgeving, e.d. Recent heeft het ministerie van VWS bepaald dat de term “sociaal pension” in de toekomst gebruikt moet worden voor kortdurend verblijf. Het langdurige verblijf waar wij het hier over hebben, heeft als voorlopige werktitel “bijzondere beschermde woonvorm” gekregen. De RIBW werkt inmiddels samen met Portaal aan de voorbereidingen voor een bijzondere beschermde woonvorm (BBW). In deze evaluatie komen tenminste twee groepen naar voren die in aanmerking komen voor een dergelijke voorziening: -
De groep die binnen het MFC hospitaliseert, maar waarvoor geen geschikte plek is om naartoe door te stromen; De cliënten met een dubbele diagnose (verslaving en psychiatrisch ziektebeeld), waarvan een deel veel overlast veroorzaakt in en om het MFC.
Daarnaast is er een groep niet-verslaafde dak- en thuislozen met psychiatrische problematiek. Politie, BBG, Meldpunt Bijzondere Zorg en zorgaanbieders dringen er allen op aan om die ontbrekende schakel in de keten op te vullen. Op basis van deze evaluatie ziet het college voldoende aanleiding om zich nog eens te bezinnen op haar standpunt over de wenselijkheid van een sociaal pension c.q. bijzondere beschermde woonvorm. Wij zullen ons hierover in een later stadium (begin 2006) uitspreken.
4.9. Toezicht in en om het MFC Tot nu toe hebben De Grift, de politie en Bureau Stadstoezicht gezamenlijk het toezicht uitgevoerd op het niveau zoals afgesproken in het Buurtbeheerplan. Af en toe waren er hiaten, met name vanuit De Grift en de politie, maar tot nu toe zijn de partijen steeds weer tot een oplossing gekomen. Omdat de politie constateert dat het lastiger wordt om de openbare orde in de directe omgeving van het MFC te handhaven (doordat doelgroep en dealers manieren vinden om tussen de mazen door te glippen), neemt het beleidsmatig afstemmingsoverleg nu toch het initiatief tot een herbezinning op de afspraken uit het Buurtbeheerplan en de inzet van het toezicht in de toekomst. Vraag daarbij is of de huidige inzet, met name door de Grift en de politie, voldoende is of dat er wijzigingen nodig zijn. Het beleidsmatig afstemmingsoverleg komt op korte termijn met een voorstel hierover. Indien de conclusie/ het advies van het beleidsmatig afstemmingsoverleg is dat De Grift de huidige ene fte voor toezicht moet uitbreiden naar 2 fte’s, dan gaan we er van uit dat de benodigde dekking hiervoor gevonden wordt binnen de bestaande begroting van het MFC. In elk geval zullen wij onze afspraken met De Grift herbevestigen, over het toezicht dat De Grift in de directe omgeving van het MFC moet organiseren. Wij concluderen hier dat de extra inzet van Stadstoezicht ook in 2006 nodig blijft en wel op het huidige niveau. Of er flexibele inzet van de afgesproken uren nodig is (zoals gesuggereerd in de gemeenteraad), wordt meegenomen in het bovengenoemde voorstel van het beleidsmatig afstemmingsoverleg. Eind 2006 zal de situatie opnieuw bekeken moeten worden, op basis van de 2-meting en de eerste resultaten van de dwang- en drangtrajecten voor veelplegers en veelovertreders.
17
Aanbevelingen - Het advies van het beleidsmatig afstemmingsoverleg over het toezicht rond het MFC af te wachten; - Extra stadstoezicht in 2006 voort te zetten in de huidige omvang.
4.10.
Integraal verbod op buiten slapen
Ons standpunt is dat in Nijmegen niemand stelselmatig buiten zou moeten slapen. Het is zwaar en schadelijk voor de gezondheid. We houden een breed en divers voorzieningenaanbod in stand, zodat buitenslapen in principe niet nodig zou behoeven te zijn. Wij stellen om, vanuit het oogpunt van zorg, het buitenslapen via de APV integraal te verbieden. Aanbeveling -
In de APV een integraal verbod op buitenslapen op te nemen.
Bijlagen: 1. rapport: “Wat vinden de gebruikers van het MFC?” (als rapport bijgevoegd) 2. beschrijving van de 15 interventies
18
Bijlage 2 15 interventies om de overlast door dak- en thuislozen in de binnenstad van Nijmegen te verminderen voorgesteld door de projectgroep Overlast dak- en thuislozen centrum Nijmegen, juni 2000 overgenomen door de gemeenteraad, oktober 2002
1. Het opheffen van lacunes in het opvangcircuit Er is sprake van een absoluut tekort aan opvangbedden. Daarnaast lijken sommige daklozen buiten de boot te vallen en daardoor te (gaan) behoren tot de harde kern van buitenslapers. Er is gebrek aan passende opvangmogelijkheden voor daklozen met chronische verslavingsproblemen, psychiatrische stoornissen of een dubbeldiagnose. Voorgestelde interventies: Inrichten van een sociaal pension Voor een goede opvang van daklozen met chronische psychiatrische problemen en/of verslavingsproblemen zou een sociaal pension de beste oplossing zijn. Het sociaal pension zou voor ongeveer 25 personen moeten voorzien in een asielfunctie, omdat zij niet te behandelen zijn en op straat en in de bestaande opvangvoorzieningen veel overlast veroorzaken. Wanneer deze moeilijke klanten een plek kunnen krijgen buiten de bestaande opvangvoorzieningen, worden de begeleidingstaken in de NUNN en Arcuris verlicht. Er kan meer aandacht besteed worden aan uitstroombegeleiding en er komt ruimte vrij om het absolute tekort aan opvangbedden op te heffen. Inrichten van een laagdrempelig slaaphuis Voor hen die in de bestaande opvangvoorzieningen niet terechtkunnen of er niet terecht willen, zou een zeer laagdrempelig en centraal gelegen slaaphuis ingericht moeten worden. Het slaaphuis moet de politie in staat stellen om straatslapers te verwijderen. Het slaaphuis hoeft op zichzelf niet meer te bieden dan “bed, brood en bad”. Een betere aansluiting van dag- en nachtopvang Door de openingstijden van dag- en nachtopvang beter op elkaar te laten aansluiten, kan worden voorkomen dat daklozen urenlang op straat moeten rondhangen. Met name in het weekend zijn er veel uren te verdoen voordat men weer in de opvang terecht kan.
2. Verbeteren van communicatie en gedeelde verantwoordelijkheid Daklozen hebben zorg nodig van meerdere instellingen. Veel daklozen hebben psychiatrische problemen en /of zijn verslaafd. Ze hebben daarnaast op zijn minst onderdak nodig en een uitkering. Een heel scala aan instellingen heeft soms tegelijkertijd en soms opeenvolgend verantwoordelijkheid voor een deel van de problemen van de dakloze. De communicatie tussen al die instellingen verloopt niet altijd goed. Soms is onduidelijk wie nu waar verantwoordelijk voor is en hoe verschillende taken moeten aansluiten. Voorgestelde interventies: Casemanagement Omdat veel daklozen zorg nodig hebben van verschillende instellingen, is het belangrijk dat er een centraal punt komt van waaruit die zorg (beter) georganiseerd wordt. Hiervoor zou een casemanager aangesteld moeten worden, die via mandatering vanuit de instellingen, in staat is de nodige zorg te doen inzetten (zorgmakelaar). Via dossiervorming moeten mensen gevolgd kunnen worden, ook in een situatie van detentie of opname in een psychiatrisch ziekenhuis. De casemanager moet niet de functie van (andere) hulpverleners overnemen, maar vooral zorg dragen voor onderlinge afstemming.
19
(…..) Voorwaarde voor het goed functioneren van casemanagement is voldoende commitment van alle betrokken instanties. Belangenbehartiging en outreachend –straathoekwerk De projectgroep vindt het belangrijk dat dak- en thuislozen gehoord worden, dat er actief met hen gecommuniceerd wordt. Zij stelt voor een functionaris aan te stellen die goed bekend is met de situatie van de daklozen en in staat is ondersteunende contacten te onderhouden. Een goede rolverdeling tussen casemanager en belangenbehartiger is van belang. De casemanager zorgt met name voor de communicatie met de instellingen, terwijl de belangenbehartiger vooral zorgdraagt voor communicatie met de doelgroep. Om zijn positie waar te kunnen maken zal de eerste objectief en zakelijk moeten zijn, terwijl de tweede ondersteuning biedt, begrip toont en opkomt voor de belangen van de individuele dakloze. Voorwaarde voor het goed functioneren van belangenbehartiging is het vertrouwen van de doelgroep.
3. Meer evenwicht brengen tussen handhaving en hulp De politie heeft zowel een rol als handhaver van de openbare orde, als een rol als zorgverlener naar de daklozen. Daarvoor zijn goede handhavinginstrumenten en voldoende verwijsmogelijkheden nodig. Voorgestelde interventies: Individuele tolerantieafspraken en sanctiebeleid Om de netwerkers van politie ondersteuning te bieden in hun optreden naar daklozen, moeten er afspraken komen over wat wel en wat niet kan worden getolereerd. Voor de daklozen is het duidelijker als zij weten wat zij kunnen verwachten als zij regels overtreden. Het is de bedoeling om ook op individuele basis afspraken te maken met overlastveroorzakers, om hen te helpen verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen gedrag, voor zover dat binnen hun mogelijkheden valt. Ook positieve sancties zouden hierbij ingezet kunnen worden. Dwang en drang maatregelen Een aantal daklozen is harddruggebruiker en pleegt regelmatig delicten om in het gebruik te voorzien. Er zou meer en effectiever gebruik gemaakt moeten worden van de Vroeghulp Interventie Aanpak (waarin politie, OM en verslavingszorg samenwerken) en van andere drang- en dwanginstrumenten.
4. Reguleren van hinderlijke activiteiten (Vooralsnog) is het niet reëel om te denken dat alle vormen van overlast te vermijden zijn. In die gevallen is het nodig de activiteiten zodanig te reguleren dat de situatie beheersbaar blijft. In de huidige situatie is het met name het druggebruik op straat waar burgers last van ondervinden. Voorgestelde interventie: Het inrichten van een gebruikersruimte Uit onderzoek blijkt dat dit een goed middel is om overlast te verminderen. Hinderlijk gedrag wordt onzichtbaar. (…) Voor de politie scheelt het aanzienlijk in de noodzaak om handhavinginstrumenten in te zetten. Het zou zelfs kostenbesparend werken. Druggebruikers zelf stellen een dergelijke voorziening op prijs en vanuit het oogpunt van zorg kunnen gezondheidsrisico’s effectiever bestreden worden.
5. Uitstroom bevorderen In het kader van het project is onderzocht bij welke instanties en instellingen individuele daklozen bekend zijn. De meeste mensen blijken op meerdere plekken bekend. Er moet gericht samengewerkt worden om de samenhang van zorg te bevorderen en uitstroom uit het circuit beter te faciliteren. Voorgestelde interventies: Individuele zorgtrajecten uitzetten
20
Wanneer er maatregelen worden genomen waardoor iedere dakloze over een slaapplaats kan beschikken, ontstaat er meer rust in de situatie van individuele daklozen. Er ontstaan ook betere gelegenheden om hulpverleningscontact te leggen en trajecten uit te zetten. Veranderingsgerichte hulpverlening kan toegankelijker gemaakt worden als we weten wat een individuele dakloze nodig heeft. Aan de andere kant blijft het ook belangrijk om te signaleren of het nodig en mogelijk is om drang- en dwanginstrumenten in te zetten. De instellingen willen afspraken maken voor samenwerking in zorgtrajecten. De casemanagementfunctie kan hiervoor ingezet worden, zodat centrale registratie en coördinatie mogelijk is. De belangenbehartiger garandeert daarbij een actieve benadering van de vaak zorgmijdende dakloze. Stimuleringsprojecten ontwikkelen Elke verandering begint met een kleine stap. Kleinschalige projecten, zoals het verrichten van karweitjes in de stad, kunnen bijdragen aan de uitstroom uit opvangvoorzieningen.
6. Het beperken van de aanwas Een van de zorgen van de gemeente is dat het aantal daklozen zou toenemen omdat Nijmegen aantrekkelijk zou zijn voor daklozen van buiten Nijmegen. Daarnaast is er meer in het algemeen sprake van toenemende dakloosheid en heeft Nijmegen met een groot aantal zorginstellingen relatief vaak te maken met mensen die een opname afbreken. Voorgestelde interventies: Begeleiden van ontslagsituaties uit zorginstanties Op het moment dat latente daklozen in zorginstanties (o.a. psychiatrie) verblijven, moet voorkomen worden dat zij voortijdig en onvoorbereid op straat terechtkomen. De instellingen zullen onderling afspraken maken om de nazorg bij ontslag beter te coördineren en kunnen hiertoe zo nodig casemanagement inschakelen. Ook bij risicogroepen als cliënten van Jeugdzorg en ex-gedetineerden kan deze aandacht preventief werken. Voorkomen van terugval Eenzaamheid, het ontbreken van dagelijkse bezigheden of een sociaal netwerk vormen bedreigingen voor een zelfstandig bestaan na behandeling. Het is van belang lopende experimenten of projecten te stimuleren en nieuwe op te zetten. Hierbij moet gedacht worden aan het uitzendbureau van de NUNN en aan een op te zetten buddy- of maatjesproject. Tegengaan van een aanzuigende werking Er moet nader geformuleerd worden in hoeverre en onder welke omstandigheden het verantwoord is in daklozen van buiten Nijmegen uit te sluiten van bepaalde voorzieningen. Een opjaagbeleid is ethisch discutabel. Het is wel mogelijk om daklozen terug te verwijzen naar de plaats van herkomst en eventueel te bemiddelen voor opvang aldaar. Onder bepaalde omstandigheden kan druk uitgeoefend worden door bij elke overtreding van regelgeving lik-op-stuk te geven (consequent ontmoedigen).
7. Daklozen en bewoners betrekken in oplossen van problemen. Zowel door politici en ambtenaren als door de instellingen wordt er nog te weinig gesproken met de daklozen zelf. Er zou wellicht veel tijd en energie bespaard kunnen worden als plannen van de gemeente in een vroeg stadium aan de doelgroep worden voorgelegd. Voorgestelde interventies: Het instellen van een panel van dak- en thuislozen In plaats van incidentele ontmoetingen van politici en daklozen te organiseren, zouden daklozen in de gelegenheid gesteld moeten worden om met meer regelmaat hun mening te geven over het gemeentelijk beleid. Het instellen van een panel van buurtbewoners De betrokkenen die overlast het meest direct ervaren zijn omwonenden, buurtbewoners en winkeliers uit het centrum. Regelmatig contact met hen betekent in een vroeg stadium signaleren van de
21
overlast, maar ook de mogelijkheid aangrijpen om begrip te creëren zodat tolerantie ontstaat voor het gedrag van de daklozen. Dit laatste is van belang omdat overlast nooit helemaal te vermijden is en de nodige verdraagzaamheid moet leiden tot een verbetering van de leefomstandigheden in het centrum.
22
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC?
Directie Wijk en Stad Afdeling Onderzoek en Statistiek Oktober 2005
2
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC?
Afdeling Onderzoek en Statistiek Tonny Faessen en Wim Vegt 18 oktober 2005
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
1.1 1.2 1.3 1.4
Het MFC Evaluaties Probleemstelling en onderzoeksaanpak Rapportage
3 3 3 4
2
Bevindingen
5
2.1 Inleiding 2.2 MFC in het algemeen 2.2.2 2.2.3 2.2.4
Privacy Doelgroepen Kosten
2.3.2 2.3.3
Huiskamer I Huiskamer II
2.3 Dagopvang
2.4 Slapen 2.5 Eten en drinken 2.6 Basale en persoonlijke verzorging 2.7 Gebruikersruimte en methadonpost 2.8 Dagbesteding 2.9 Overleg, betrokkenheid en belangenbehartiging 2.10 Huisregels en sancties 2.11 Veiligheid 2.12 Sfeer 2.13 Personeel, sociale begeleiding en medische zorg 2.13.2 Personeel 2.13.3 Sociale begeleiding 2.13.4 Medische zorg
3
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
3.1 Inleiding 3.2 Samenvatting bevindingen 3.3 Conclusies en aanbevelingen
5 5 7 7 9
9
10 11
12 14 16 17 18 20 22 26 28 28 28 29 30
33 33 34 36
Evaluatie MFC Inleiding
1
Inleiding
1.1
Het MFC In maart 2004 werd het Multifunctioneel Centrum (MFC) in Nijmegen geopend in het voormalig schoolpand aan de Van Schevichavenstraat. (inloopcentrum, gebruikersruimte en nachtopvang). Het pand is voor een periode van 15 jaar gehuurd door De Grift en Arcuris. Aanvankelijk was het alleen bedoeld voor drugsverslaafden. Sinds 1 december 2004 is het MFC ook toegankelijk voor alcoholisten. Zij kunnen in principe hier ook de nacht doorbrengen en niet meer in De Hulsen. Overdag zijn zij aangewezen op Het Kasteel. Alcohol- en drugsverslaafden hebben in het MFC een eigen ruimte. Het MFC wil voor de mensen in de stad die dak- en thuisloos zijn, die verslaafd zijn aan drugs en/of alcohol en veelal maatschappelijk gemarginaliseerd, een veilige thuishaven bieden, waardoor ook voor deze mensen een meer menswaardig bestaan mogelijk wordt. In dat kader biedt het MFC opvang en zorg, maar ook vormen van dagbesteding, die tot meer structuur in het dagelijkse ritme en tot meer zingeving in het bestaan kunnen leiden.
1.2
Evaluaties Kort voor de opening heeft er een zogenaamde 0-meting plaatsgevonden naar de leefbaarheid en veiligheid van de omgeving. Afgelopen winter is er een 1-meting gehouden om na te gaan in hoeverre de komst van het MFC de situatie in de buurt veranderd heeft. In januari 2006 vindt er een vervolgonderzoek op de 1-meting plaats. Een 2-meting vindt eind 2006 plaats. De metingen hebben betrekking op de overlast rondom het MFC. Thans wordt door het College een aanvullend onderzoek gevraagd naar wat de bezoekers vinden van het MFC als onderdeel van de brede evaluatie van het MFC.
1.3
Probleemstelling en onderzoeksaanpak Bij het College zijn vragen gerezen over de benutting van de nachtopvang. Het blijkt namelijk, dat tot december 2004 de nachtopvang met 40 bedden nog nooit volledig bezet was. Soms stond zelfs de helft leeg. Vragen hierbij zijn: Komt dat door de hoge toegangseisen, de regels, c.q. maatregelen, de kosten, de sfeer of het gebruik van het MFC door én de drugsverslaafden én de alcoholverslaafden? Daarnaast wil het College weten wat de bezoekers zelf vinden van het MFC. Aan de afdeling Onderzoek en Statistiek is door DIW - afdeling Beleidsontwikkeling gevraagd dit op korte termijn te onderzoeken. De aanpak van het onderzoek is kwalitatief van aard.
3
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
Gedurende drie dagen (5 t/m 7 oktober) hebben twee onderzoekers met zoveel mogelijk bezoekers gepraat over het MFC en daarbij getracht de onderzoeksvragen beantwoord te krijgen. Uiteindelijk is er met ruim 20 verschillende mensen gesproken.
1.4
Rapportage Bij het rapporteren van de bevindingen is gekozen voor het zoveel als mogelijk feitelijk opnemen van de opmerkingen van de bezoekers van het MFC. Deze opmerkingen zijn cursief weergegeven.
4
Evaluatie MFC Bevindingen
2
Bevindingen
2.1
Inleiding Voorzieningen als een MFC hebben expliciet vanuit opdrachtgever, financier en maatschappij meerdere doelstellingen te behartigen. Deze doelstellingen kunnen in een aantal situaties op gespannen voet met elkaar staan. Doelstelling is enerzijds overlastbestrijding en anderzijds de opvang- en zorgverlening. Beide doelstellingen kunnen in vele gevallen goed samengaan: mensen van de straat houden en een veilige thuishaven bieden. In dit onderzoek hebben we de bezoekers gevraagd wat zij zelf van het MFC vinden: zijn zij minder buiten dan voorheen en biedt het MFC een veilige thuishaven. Hieronder zijn de meningen van de geïnterviewde bezoekers van het centrum verwerkt. De gesprekken vonden plaats in huiskamer I en huiskamer II. Voor de gesprekken was een lijst met gesprekonderwerpen opgesteld. Niet alle onderwerpen kwamen bij een ieder aan de orde. Tussendoor vonden ook gesprekken plaats met de op dat moment aanwezige begeleiding en bewaking. Hun meningen zijn apart vermeld.
2.2
MFC in het algemeen Inleiding en vraag Het dienstenaanbod in het MFC bestaat uit basale verzorging, persoonlijke verzorging, sociale begeleiding, maatschappelijke integratie en medische begeleiding. In de dagopvang komen vooral de eerste drie aspecten bod. Als openingsvraag werd aan de bezoekers van het MFC gevraagd wat zij in het algemeen van het MFC vinden. Opmerkingen Hij vindt het wel goed dat er dit centrum is. Maar als je weg bent geweest moet je opnieuw ingeschreven worden en ‘door’ de intake. Het is fijn dat dit centrum er is. Maar als je iets wilt, dan kan er niet veel. Het duurt dan heel erg lang. Ze vindt het een heel goede zaak dat er een centrum is voor drugsverslaafden. Ze vindt de opvang heel goed. Mensen zonder papieren worden niet serieus behandeld. Zij is van het begin af aan hier in het centrum. Is wel blij dat het MFC er is. Er zijn teveel ruzies hier. Ze zouden de touwtjes wat losser moeten houden. De regels zijn te streng, zeker de tijden.
5
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
De voorzieningen zijn goed. Hij vindt de hele gang van zaken slecht hier. Vooral de opvang boven (alcoholgebruikers). Er is veel ruzie, personeel doet niets en staat er naar te kijken. Ze werken ook langs elkaar heen. Hij komt hier alleen overdag. In plaats van vooruit ga je hier achteruit. Je zit boven op de drugsgebruikers. Het is wel goed dat het er is. Als het koud is kun je naar binnen. Hij leeft als 35 jaar op straat. Mensen van buiten Nijmegen hebben hier niets te zoeken. Ze hadden ons woningen beloofd, maar we kregen dit. Ik heb liever de woning, maar ze willen dit in stand houden. Er eten veel mensen van. Voor iemand die 1,5 tot 2 jaar vastgezeten heeft en waarvoor geen ruimte is om af te kicken en geen huis, die valt snel weer terug. Je bent verplicht de criminaliteit in te gaan en dan kun je ’s winters in de bajes zitten. Het MFC is zijn geld waard. We zijn blij met de gebruikersruimte. Er is nu minder overlast op straat. Mensen worden niet gelijkwaardig behandeld. Sinds er een nieuwe directeur is zijn er andere regels. Fijn, dat het MFC er is. Nu hebben we een slaapplaats. Dit is beter dan de NUNN of de Hulsen. Het valt wel mee hier. Als het je niet bevalt: ‘kom dan niet hier’. Het centrum zou wel eerder open moeten zijn. Nu moet je van 10.00 uur tot 16.00 uur buiten zijn. Er wordt nu meer gestuurd en er zijn nu andere bewoners. De mensen maken het zelf moeilijk hier. Veel mensen zijn niet tevreden. Ik ben hier vanwege de kennel voor mijn hond. Het MFC is een fijne plek om te zijn. Wij zijn hier elke dag. Vanwege o.a. de APV mogen wij niet meer buiten slapen. Maar wij zijn wel degene die de stad schoon geveegd hebben voor Nijmegen 2000. Conclusies Over het algemeen vinden de mensen die geïnterviewd zijn het goed dat er een plaats als het MFC is. Hoewel er kritiek is op de regels e.d., heeft men nu toch een vaste plek om naar toe te gaan, om te eten en om te slapen. Dat is zeker het geval als het straks weer kouder wordt. Ook de gebruikersruimte wordt gewaardeerd. Nu er ook kennels voor de honden zijn komen ook dakloze hondenbezitters naar het MFC.
6
Evaluatie MFC Bevindingen
2.2.2
Privacy Inleiding Het MFC heeft gemeenschappelijke ruimtes waar de mensen overdag kunnen verblijven, gezamenlijk de maaltijden gebruiken en er zijn gemeenschappelijke slaapkamers. Opmerkingen Privacy hebben we niet. We zitten steeds met elkaar, hier en op de slaapkamers. Er zijn camera’s. Je hebt boven geen privacy. Men wil graag eerder naar boven voor privacy en rust. Er is geen privacy op de slaapkamers. De mensen van de nachtdienst kunnen door de ruit bij de slaapkamer kijken en de kamer binnenkomen. Dat de deuren zomaar open kunnen, irriteert. Dat is heel vervelend. Ze zou graag een eigen plekje in een huis willen hebben. Conclusies De bezoekers van het MFC vinden dat ze geen privacy hebben. Het MFC heeft gemeenschappelijke ruimtes waar men overdag kan zijn, gemeenschappelijke gebruikersruimte en gemeenschappelijke slaapkamers. Zij zijn nooit alleen. Zelfs als ze naar de wc gaan worden ze in de gaten gehouden. (Dit in verband met eventueel gebruik van middelen). Het is voor de bezoekers niet mogelijk om zich terug te trekken.
2.2.3
Doelgroepen Inleiding Met doelgroepen worden in dit verband genoemd de drugsgebruikers, de methadongebruikers en de alcoholgebruikers. Sommige bezoekers gebruiken zowel alcohol als drugs (polygebruikers). Opmerkingen De drugsgebruikers en de alcoholgebruikers liggen elkaar niet. Alcoholverslaafden zijn veel agressiever en maken veel meer lawaai dan drugsgebruikers. Drugsgebruikers zijn veel rustiger. Voor de alcoholgebruikers is de koffie gratis, beneden kost het 0,20. Daar worden kannen koffie gebracht. Dat vindt hij niet terecht. Ze zouden de alcohol- en drugsverslaafden moeten scheiden.
7
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
Ze zouden het alcoholgebruik overdag ook moeten toestaan, maar dan wel op het Kasteel. Alcohol- en drugsverslaafden moeten niet bij elkaar zitten. Zij vinden dat de drugsgebruikers veel meer mogen. Zij vinden het onterecht dat zij na 10.00 uur naar buiten moeten. Dat is omdat er geldgebrek is, er is geen subsidie voor. Dan wordt er buiten gedronken en dat mag niet. Zij hebben een centrumverbod en als zij toch behoefte hebben aan alcohol moeten zij onder de waalbrug drinken. Dat klopt niet vinden zij. Ze kunnen overdag wel naar het Kasteeltje, maar daar mag je niet drinken en het is ook snel vol. Je bent dus verplicht om ergens stiekem te drinken. Daar krijg je dan een boete voor. Ze worden ’n stel varkens genoemd’. Ze moeten niet alles over een kam scheren. Ik heb de volgende opmerkingen: 1. Er is geen medicatie tegen alcohol zoals methadon bij drugs. Er is wel een middel maar daarvan moet je overgeven. 2. Er is geen ruimte om te drinken hier overdag waardoor wij veel meer bekeuringen krijgen 3. Wij alcoholgebruikers zijn veel rustiger en hygiënischer 4. Aparte slaapruimtes voor alcoholgebruikers. Er kan niet gelucht worden en de adem van alcoholgebruikers is heel sterk. Daarom wordt liever in een tent geslapen. 5. Wij willen serieus genomen worden. Wij moeten ons verlagen tot het niveau van de drugsgebruikers. 6. Alcohol- en drugsgebruikers gescheiden houden, op een kamer laten slapen 7. Als er geld binnenkomt, worden de drugsgebruikers onrustig. 8. Alcoholgebruikers moeten de straat op en drugsgebruikers kunnen binnen blijven, die hoeven niet naar buiten. Mensen van buiten Nijmegen hebben hier niets te zoeken. Men vindt het vreemd dat zij een plek ’s nachts krijgen. Er zijn ongeveer 10 bedden bezet door mensen uit Nijmegen. De rest komt uit de buurt. Die hebben hier niets te zoeken en het is vreemd dat deze mensen een plek krijgen. Opmerkingen personeel Ook landelijk blijkt dat drugsgebruikers en alcoholgebruikers zich als aparte groepen beschouwen. Eerdere pogingen om de groep alcoholgebruikers, vanwege het aanvankelijk geringe aantal, met de drugsgebruikers samen te laten optrekken bleek geen succes te zijn. Iedereen moet voor de koffie betalen. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de bijdrage van de kosten. Zowel de drugsgebruikers als de alcoholgebruikers betalen hetzelfde. Het MFC heeft een regiofunctie. Dat wil zeggen dat niet alleen de ‘Nijmeegse scene’ hier kan overnachten, maar ook bezoekers uit de zogenaamde Nijmeegse regiogemeenten.
8
Evaluatie MFC Bevindingen
Conclusies Drugsgebruikers en alcoholgebruikers beschouwen zichzelf als een aparte groep. Ze willen gescheiden van elkaar van de mogelijkheden die het MFC biedt, gebruik maken. Er is een aparte huiskamer voor de drugsgebruikers en voor de alcoholgebruikers. Daar wordt ook de warme maaltijd gebruikt en zij kunnen daar zijn totdat ze gaan slapen. Het gezamenlijk gebruiken van de nachtopvang vinden beide groepen geen goede zaak. De ene groep vindt van de andere groep dat die meer mogen, andere faciliteiten hebben. De alcoholgebruikers willen ook overdag hier terechtkunnen. Het is bij de bezoekers van het MFC kennelijk niet duidelijk dat het MFC niet alleen voor mensen uit Nijmegen maar ook voor mensen uit de regio Nijmegen toegankelijk is.
2.2.4
Kosten Inleiding Voor het verblijf in het MFC wordt een vergoeding gevraagd. Uitgangspunt is dat deze geen drempel mag vormen voor de bezoeker van het MFC omdat voorkomen moet worden dat iemand weer terugvalt in een marginaal bestaan. Op dit moment wordt een bijdrage gevraagd van € 6,-- per dag of een gedeelte daarvan als men b.v. geen warme maaltijd gebruikt. Een warme maaltijd ‘s avonds kost € 2,--. Koffie en thee € 0,20. Opmerkingen Over de bijdrage van € 6,-- zegt hij dat het in principe niet veel is. Het is niet duur. Het is niet te duur. Ik vind de prijs te hoog. Je hebt helemaal geen privacy. De kosten voor het verblijf vindt ze betaalbaar. Als ze geld hebben slapen ze hier ook. Conclusies Voor bijna alle mensen die geïnterviewd zijn in het MFC is de bijdrage die gevraagd wordt door het MFC geen belemmering om naar het MFC te komen. Men vindt het betaalbaar.
2.3
Dagopvang Inleiding In het MFC zijn 2 huiskamers waar de bezoekers overdag kunnen verblijven. De dagopvang is voor bezoekers die niet overnachten geopend van 09.00 uur tot 22.00
9
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
uur. Huiskamer I is voor drugsgebruikers en huiskamer II voor alcoholgebruikers. Huiskamer II is vanaf 16.00 uur geopend. In huiskamer I wordt ’s morgens tussen 07.00 uur en 8.30 uur het ontbijt gebruikt door zowel de drugs- als alcoholgebruikers. De alcoholgebruikers verlaten om 10.00 uur het gebouw. De dagopvang vindt plaats in een algemene verblijfsruimte (huiskamer I), te vergelijken met een grote huiskamer. Er is koffie en thee, er is iets te lezen, er kan gegeten worden, je kunt je kleren (laten) wassen, er is radio en tv. Er is een afhaalbalie waar het ontbijt, lunch, de warme maaltijd, koffie en thee verstrekt wordt. Ook kan er gebeld worden voor afspraken met de dokter, maatschappelijk werk e.d. In de dagopvang kunnen contacten worden gelegd met andere bezoekers en met de begeleiders. Ontspanning is er in de vorm van lezen, radio en televisie en spelletjes.
2.3.2
Huiskamer I Inleiding Huiskamer I is vrij sober ingericht. Er staan tafels en stoelen er is een tv. Er zijn geen planten, wandversiering of iets dergelijks. Het oogt niet gezellig en het zit op den duur hard. Om 22.00 uur moet iedereen die niet overnacht naar buiten. Opmerkingen De mensen die hier alleen 2 x per week methadon halen, mogen hier niet naar binnen. Als zij dat zelf niet willen is dat o.k. maar als ze gebruik van de huiskamer willen maken zou dat moeten kunnen. De mensen in huiskamer I hebben geen bankstel. Ze liggen vaak met het hoofd op de tafel te slapen. Van de Arbeidsinspectie mag dat niet. Er hang wel een gespannen sfeer, zowel boven (slapen)als beneden (huiskamer I). Het lijkt wel een gevangenis. Het is hier ongezellig, allemaal Tl-licht. We willen wandlampjes. De stoelen zijn hard. Sommige bezoekers zijn hier de hele dag. Het zitten is uiteindelijk een opgave. We missen een gezellig zitje. Het lijkt wel een wachtkamer van een psychiatrische inrichting. De koffie is goedkoop. De TV staat de hele dag aan en veel te hard. Het is hier nooit rustig. Overdag zijn de mensen anders. Als er ruzie is blijft de leiding er gewoon bij staan en zij doen niets. Als je van de drugs af wil, dan moet je hier niet komen.
10
Evaluatie MFC Bevindingen
Opmerking personeel De bezoekers van het MFC mogen niet in de huiskamer slapen. Dat heeft o.m. te maken met het dag- en nachtritme. Enkele waarnemingen onderzoeker 11.00 uur: Hoewel ze zegt dat ze hier alleen maar komt voor de methadon zie ik haar al de hele ochtend. Ze heeft een vriend hier waar ze het goed mee kan vinden. In de loop van de ochtend gaat ze weg omdat ze moet werken. Om ca. 13.00 uur komt ze terug en heeft € 100 verdiend. Ze blijft weer met een aantal mensen kletsen. (wordt door leiding aangesproken of ze dealt?) 15.00 uur: Het blijkt dat er ’s morgens een dealer opgepakt is voor het MFC. Een aantal mensen komen daardoor in de problemen omdat ze geen drugs meer hebben en zij worden onrustig. Er is veel heen en weer geloop. Zij verdwijnen in de loop van de middag naar buiten na eerst nog geprobeerd te hebben van huisgenoten wat te kopen. 08.00 uur: Sommigen lopen nog slaperig rond. Het zijn meest dezelfde mensen die er de vorige dagen ook waren. Niet duidelijk is wie er buiten geslapen heeft en wie niet. Anderen al met activiteiten bezig? Hebben ze überhaupt geslapen? Sommige mensen maken de tafel schoon na het ontbijt. Men haalt ontbijt en slaapt daarna aan tafel weer verder. Alcohol- en drugsgebruikers ontbijten in deze ruimte: nu geen ruzies? Op een gegeven moment wordt er iemand boos en de stoelen vliegen bijna door de ruimte. Leiding treedt op: één bij de persoon, een er achter en één op afstand om de rest in de gaten te houden. Conclusies Over de ruimte waar men overdag kan zijn, huiskamer I, is men niet zo tevreden. Het is er niet gezellig en het is er vaak onrustig. Men mist een gezellig zitje. Soms zijn kleinigheden aanleiding voor ruzies. De aanwezige leiding neemt dan actie en kalmeert betrokkene. Volgens de bezoekers van de ruimte doet de leiding dat te weinig. In deze ruimte wordt het ontbijt gebruikt, de krant gelezen en men ontmoet er andere bezoekers. Verder wordt er naar de tv gekeken, een spelletje gespeeld of slaapt men met het hoofd op de tafel verder. De ruimte voorziet enerzijds in de behoefte dat mensen niet ‘de straat op gaan’ in het kader van de zogenaamde ‘overlastbestrijding’, anderzijds is de ruimte niet erg uitnodigend om binnen te blijven.
2.3.3
Huiskamer II Inleiding De ruimte is kleiner dan bij huiskamer I maar beter ingericht. Er staat een bank, een plant, tv en er is wat versiering. Het is er gezelliger dan in de grote ruimte die veel soberder is. Er zijn op dit moment ongeveer 6 mensen aanwezig. Soms komt er een bij
11
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
en gaat er weer een weg. Er wordt soep gehaald en de meeste mensen nemen een warme maaltijd. Er is een koelkast voor hun bier en ook toetjes, yoghurt. Opmerkingen Proberen zoveel mogelijk te overleggen over b.v. wat er op tv. komt en er wordt over gestemd! Wij houden het zelf schoon hier, en ruimen altijd alles netjes op. Dat doen ze in huiskamer I niet. Daar is altijd rommel en het is er niet schoon. Sinds eergisteren kunnen ze weer apart eten (gescheiden van de drugsgebruikers). Conclusies De bezoekers van deze ruimte zijn tevreden met huiskamer II. Ze zijn hier ‘onder elkaar’. Ze beschouwen dit ook als hun eigen ruimte waar zij kunnen drinken. Sinds kort eten zij ’s avonds ook in deze ruimte. De maaltijd wordt afgehaald aan de afhaalbalie in huiskamer I.
2.4
Slapen Inleiding De nachtopvang is een aparte voorziening in het MFC. De toegang is zeer laagdrempelig. Het gaat alleen om materiële zorg. Wie van deze dienst gebruik maakt, krijgt een bed toegewezen. Daaraan gekoppelde andere diensten zijn het gebruik van een douche en het deelnemen aan het ontbijt. Kortom: bed, bad en brood. De voorziening is eenvoudig. Bedden zijn verdeeld over een aantal meerpersoonskamers. Vrouwen slapen apart van mannen en er is een stelletjeskamer. Van deze laatste kan alleen gebruik gemaakt worden als de relatie bestendigd is (na één maand). De nachtopvang is geopend van 20.00 uur en sluit ’s morgens tussen 8.30 - 8.45 uur en heeft een capaciteit van 40 bedden. Omdat verschillende doelgroepen van de voorziening gebruik maken, wordt wel geselecteerd wie bij wie op de kamer komt. Opmerkingen De nachtopvang is nu vol. ’s Zomers is dat minder. Hij maakt er altijd gebruik van en gaat niet ergens anders slapen. Ze hebben er een hekel aan om hier te slapen omdat er ’s nachts veel geschreeuw is. Boven kom je om te slapen. Soms gaat leiding daar te kinderachtig mee om. Je mag niet eerder naar boven als je dat zou willen.
12
Evaluatie MFC Bevindingen
Hij slaapt buiten met 4 slaapzakken. De gemeentelijke APV geeft boetes hiervoor. Die boetes worden toch niet betaald. Als je moet ‘zitten’ heb je 2 dagen te eten en kunt slapen en het kost je te niets! Het valt niet mee om zo te leven. Met 6 mensen op één kamer slapen is teveel. ’s Nachts is het heel lawaaierig. Als je moet slapen wil je rust hebben. Er was vannacht iemand die zijn schoenen uittrok die vreselijk stonken. Dat leidde tot ruzie en scheldpartijen en bedreigingen. Je hebt boven geen privacy. Men wil graag eerder naar boven voor privacy en rust. Hij slaapt slecht, heeft veel problemen en het is niet rustig hier. Ik wil het liefst buiten slapen. Je hebt geen privacy hier. Ik ga ook wel naar de NUNN en Acuris. Maar het slapen hier gaat wel. Ik zou het liefst een éénpersoonskamer hebben. Mijn kamergenoot is niet prettig. Hij is een junk. Drinkers en spuiters samen gaat niet. Ze verschillen te veel. Als mensen zich wel inschrijven om te komen slapen en ze verschijnen niet, dan hebben ze een andere aantrekkelijker slaapplaats gevonden. Aantrekkelijker kan het al gauw zijn. Er is hier te veel toezicht van het personeel en je bent even zonder de andere klanten. De bezetting is redelijk goed. De slaapkamers zijn redelijk bezet. Het slapen hier gaat slecht. Er wordt over de gang geschreeuwd. Het personeel grijpt niet in. Die zitten rustig TV/dvdtje te kijken. Er is altijd onrust hier. Er wordt gestolen, gebruikt en mannen gaan stiekem naar de vrouwen. Slapen gaat over het algemeen wel goed. Ik heb aardige kamergenoten. Als de mensen hun uitkering hebben is het altijd onrustig. Er wordt dan op de kamers gebruikt. Daar wordt te weinig opgelet. Eerst waren de slaapkamerramen naar de gang toe half geblindeerd. Dat is nu niet meer zo. Er is totaal geen privacy voor de vrouwen. Slaapkamers hebben geen ramen die open kunnen. Het is er altijd warm. Als het lekker weer is, ga ik buiten slapen. Zij zijn niet tevreden over de slaapzalen. Zij vinden de drugsgebruikers een stelletje viezeriken. De ramen kunnen niet open omdat ze bang zijn dat de drugsgebruikers uit het raam springen. Waarom de drugsgebruikers niet apart van de drankgebruikers. Hij is van plan om in april als de camping open gaat daar naar toe te gaan.
13
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
Hij heeft vannacht niet hier geslapen, hij blijft wakker. Sommige mensen douchen en andere niet. Dat vindt hij niet fijn. Hij slaapt liever bij vrienden. Opmerkingen personeel Als een kamer voor drugsgebruikers of voor alcoholgebruikers vol is, dan wordt men bij ‘de andere’ doelgroep ondergebracht. Dat is ook het geval als de leiding van mening is dat iemand bij de ‘eigen groep’ teveel overlast bezorgt. Bezetting in de nachtopvang: Als iedereen komt die een pasje heeft, is de nachtopvang vol, althans administratief gezien. In feite kent men een tweedeling: de mensen die hier vrijwel elke nacht slapen maar niet altijd komen. In de winter is het hier vol. Dan wil men niemand wegsturen. Men plaats er dan extra bedden bij. De bezetting van de nachtopvang is ook afhankelijk van het aantal mensen dat gedetineerd is. De 25 tot 30 gedetineerden die vrijkomen, beginnen nu weer in te stromen. Als de Penitentiaire inrichting in Grave ‘bedden’ overheeft en mensen met openstaande boetes gaat oppakken, merkt men dat in het MFC. In de periode vanaf de 4-daagse en vóór de feestdagen komen er veel mensen voor het MFC bij. Het personeel van de nachtbewaking zorgt ervoor dat er geen mannen naar de vrouwenslaapkamers gaan en omgekeerd. Dat is uitgesloten omdat men dan via de bewakingspost moet. Geprobeerd wordt het wel! Op de zondag kan er uitgeslapen worden. Dat gaat wellicht in de winter ook voor de zaterdag gelden. Conclusies In tegenstelling tot eerdere berichten, blijkt op dit moment de nachtopvang elke dag vol te zitten. Men moet zelfs mensen weigeren omdat er geen plaats meer is. Er zijn inmiddels ook wijzigingen doorgevoerd zoals het beschikbaar hebben van kennels voor hondenbezitters. Uit eerder onderzoek bleek dat zij niet naar het MFC kwamen omdat honden niet werden toegelaten. De meeste opmerkingen bevatten diverse klachten over het slapen. Van een ongestoorde nachtrust is geen sprake. Het is vaak onrustig ’s nachts en de slaapruimtes zijn erg warm. In verband met de veiligheid kunnen de ramen niet open. Vrouwen vinden dat er onvoldoende privacy is. Het slapen van alcohol- en drugsgebruikers op één slaapkamer zorgt voor spanningen.
2.5
Eten en drinken Inleiding De maaltijden behoren bij het dagelijkse ritme van de ochtend, de middag en de avond. Zij markeren de overgang van de ochtend naar de middag c.q. van de middag naar de avond. Gaan eten in het MFC versterkt de beleving dat het MFC de thuishaven is voor de grote groep dak- en thuislozen die zich ophouden in en rond de binnenstad van Nijmegen. Doelstelling voor het verstrekken van maaltijden door het MFC is drieledig. Op de eerste plaats voorziet het in een zogenaamde ‘basale eerste levensbehoefte’. De bezoekers van het MFC nemen het vaak niet zo nauw met hun gezondheid en hun voeding. Op de
14
Evaluatie MFC Bevindingen
tweede plaats biedt het de bezoekers rust en regelmaat ter versterking van een gezond biologisch ritme waardoor zij op dat vlak gestabiliseerd worden. De derde doelstelling ligt op het sociale vlak. Eten op zich is een individuele bezigheid. Gezamenlijk eten met anderen dwingt tot een zeker sociaal gedrag. Je moet rekening houden met elkaar, je moet dingen delen, je moet je aan eenvoudige regels houden. Er wordt rekening gehouden met moslims (en op dit moment de ramadan). De maaltijden worden verstrekt aan de uitgiftebalie in huiskamer I. Het ontbijt wordt tussen 07.00 uur en 8.30 verstrekt, de middagmaaltijd tussen 12.30 en 13.30 uur en de warme maaltijd tussen 17.30 uur en 19.00 uur. Vanaf 17.00 uur is er soep. Opmerkingen De warme hap is slecht. Wordt al voor 15.00 uur gebracht en pas veel later op de dag opgediend. De smaak is er dan af. De warme hap ziet er beter uit dan die smaakt. Het liefst zou ik hier niet willen eten. Maar je betaalt er voor. Alleen betalen voor het slapen en de dagopvang gaat niet. Je betaalt ook altijd voor het eten. Aan hard fruit hebben velen van ons niets. Ons gebit is slecht. Zacht fruit is goed. Het brood gaat dagen achter elkaar de vriezer in en uit. De randen zijn keihard. Het is niet te vreten. Het eten is slecht. De hoeveelheid van het warme eten valt me tegen. Dat mag meer zijn. Verder is het best goed. Het brood is slecht. Het beleg is te beperkt. Bij mij gaan 9 van de 10 maaltijden de prullenbak in. Ik vind er niets aan. Van het fruit zijn de bananen goed. De perziken en pruimen die er soms bijzitten, zijn veel te hard. Het eten is slecht. Zowel het brood als de warme hap. Het eten vindt hij niet lekker hier. Dan steelt hij om te eten. Hier zou alles gratis moeten zijn. Je krijgt maar 4 sneetjes brood. Hij is allergisch voor aardappelen, maar hij krijgt ze toch. Hij eet hier niet. Bij het kasteeltje kun je een warme maaltijd voor € 1 krijgen. Als je ’s avonds komt, en betaalt voor de warme maaltijd, dan geld die voor de volgende avond. Je bent dan verplicht om die avond te komen, ook al zit je ergens anders. Het ontbijt is altijd hetzelfde: kaas en pindakaas, er is geen ander beleg, geen variatie, geen vleeswaren. Opmerkingen personeel Het brood is inderdaad hard. Het gaat te vaak de vriezer in en uit.
15
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
De broodmaaltijden voor de lunch en het ontbijt worden vóór de lunch aangeleverd. Er is dan voldoende variatie, ook in beleg. Wellicht is het vleesbeleg al bij de lunch op en is er voor het ontbijt de volgende ochtend alleen kaas en zoet beleg. Binnenkort is het mogelijk om de porties te variëren naar grote en kleine eters. Conclusies Met het verstrekken van maaltijden probeert het MFC een positieve invloed te hebben op het idee van een eigen thuishaven. Er worden eenvoudige maaltijden verstrekt. Door de geïnterviewde bezoekers werden overwegend klachten geuit over het eten. Men vindt dat het te weinig gevarieerd is, of men vindt dat het te weinig is. Sommigen vinden het te duur. Vraag: wat doet men met allergie? Andere voedingsmiddelen?
2.6
Basale en persoonlijke verzorging Inleiding Onder basale verzorging wordt verstaan het in de gaten houden hoe het met de bezoeker gaat. Hoe is zijn gezondheid, zijn voeding, zijn uiterlijk. Verwaarloost hij zich of heeft hij een oppepper nodig? Krijgt hij voldoende te eten en te drinken? Persoonlijke verzorging wordt gestimuleerd door aan te dringen op tijdige verschoning, een douche, voldoende kleding en verantwoord schoeisel. In het MFC kunnen kleren gewassen worden en bagage bewaard. Opmerkingen De hygiëne is niet goed. Een afscheiding op de wc is nog steeds niet gemaakt. De slaapkamers moeten door de cliënten zelf worden schoongehouden. Dat gebeurt op de ene beter dan op de andere. Mijn kamer wordt slecht schoon gehouden. Ik ben niet van plan het alleen te doen. De douches en de Wc’s zijn bijna altijd vuil, soms met resten bloed. De douches zijn vuil. De schoonmaakploeg maakt lang niet alles schoon. Peuken blijven liggen. De slaapkamers moeten door ons zelf worden schoongehouden, maar er zijn niet altijd schoonmaakmiddelen aanwezig. Er zijn niet altijd schoonmaakmiddelen aanwezig, maar dan pak je ze van de schoonmaakploeg of je vraagt er om. De hygiëne van de wc’s is slecht. Er ligt van alles. Spuiten, bierflesjes, bloed. De tafels in de ontmoetingsruimte moeten door het personeel worden schoongehouden, maar die doen dat te weinig. De hygiëne op de douches is niet goed. En zijn slechte of vieze schoonmaakspullen.
16
Evaluatie MFC Bevindingen
Opmerkingen personeel Reparaties worden zo snel als mogelijk verricht. Onderkent wordt dat het huidige schoonmaakbedrijf niet optimaal functioneert. Men wil eigenlijk terug naar het ‘oude’ schoonmaakbedrijf maar dat kan niet vanwege afgesloten contracten. Bezoekers kunnen ook zelf schoonmaken maar ze krijgen er geen geld voor. De vrouwen ‘maken opmerkingen’ over het schoonmaken maar mannen ‘maken’ schoon. Stelletjes maken hun eigen kamer schoon. Conclusies Als gevraagd wordt naar persoonlijke verzorging, hygiëne e.d. hebben de meeste mensen het niet over zichzelf maar over de verschillende ruimtes waar zij zijn. Men vindt de slaapkamers, de douches en toiletten niet schoon en er zijn onvoldoende of slechte schoonmaakspullen. Het duurt lang voordat er iets gerepareerd wordt.
2.7
Gebruikersruimte en methadonpost Inleiding Aan drugsverslaafde bezoekers wordt de mogelijkheid geboden om aan hun drugsverslaving uitvoering te kunnen geven. Wanneer verslaafden niet kunnen gebruiken of mogen gebruiken is elke benadering zinloos. Daarom is aan de dagopvang een gebruikersruimte gekoppeld. Deze bestaat uit een spuitafdeling en een rookafdeling. In deze ruimte kan de bezoeker gecontroleerd gebruiken. Deze ruimtes zijn sober ingericht. De gebruikersruimte is geopend van 10.00 uur tot 21.30 uur met een onderbreking tussen 17.30 uur en 18.30 uur voor de warme maattijd. Daarnaast is er een cooldownruimte die tot 22.00 uur geopend is. In het MFC is er een methadonpost die 7 dagen per week van 08.00 tot 10.00 uur geopend is. Bezoekers wordt gestimuleerd zich bij de methadonpost te melden omdat methadon een langere uitwerking heeft dan heroïne en is bovendien voor de gebruikers kostenbesparend. Alcoholgebruikers kunnen vanaf 16.00 uur in huiskamer II alcohol gebruiken. In de huiskamer mag een gecontroleerde en beperkte hoeveelheid alcohol gedronken worden.1 Opmerkingen Goed dat de gebruikersruimte er is. De regel over de tijden dat je er mag zijn, zijn belachelijk. Die regel is er voor onze veiligheid zeggen ze. Ze willen voorkomen, dat je te veel achter elkaar gebruikt. Maar als ik wil gebruiken buiten de tijden om, ga ik naar buiten. Komt hier alleen voor de methadon.
1
Zie ook paragraaf 2.2.3 Doelgroepen
17
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
De methadonverstrekking in het weekeinde is vervelend. Vroeger kreeg je vrijdags je porties voor het hele weekeinde. Zo zou het nu ook weer moeten worden. We zijn verplicht methadon te gebruiken. Anders mogen we ook niet in de huiskamer. Methadon is veel verslavender dan heroïne. Bovendien mis ik het ritueel rond het gebruik van heroïne. Nu mogen we in het weekeinde uitslapen. Eerst mocht dat niet. Maar de methadonpost is niet langer open. Die sluit gewoon om 10.00 uur. Nu maken ze ons vanaf 09.00 uur om het kwartier wakker. Dat is toch geen uitslapen. We moeten dagelijks onze portie methadon halen. Ook in het weekeinde. Dat is belastend. Kunnen we vrijdags niet onze porties voor het hele weekeinde krijgen? Straks woon ik zelfstandig en dan moet ik steeds naar het centrum komen voor mijn methadon. Jammer, dat je methadon alleen tot 10.00 uur kunt krijgen. Als je te laat bent, krijg je je portie niet. Ik zou wel een voorraad voor twee weken willen. Kan ik ook beter zelfstandig wonen. Hoef ik niet steeds naar de stad. De methadon die je hier krijgt is niet goed. Er zijn verschillende soorten. Opmerkingen personeel Door te schuiven met uren van de HSV-er (Hulpverlening Sociale Verslavingszorg, zijn voor de methadonpost inmiddels extra verpleegkundige uren ingezet. Men gaat nu ook over naar avondverstrekking van methadon. Men wil de ‘externe’ methadon gebruikers gescheiden houden van de ‘interne’ gebruikers. De openingstijden in het weekend kunnen wellicht aangepast worden. Voor wat betreft de alcoholgebruikers is er sprake van gecontroleerd drinken. Per persoon wordt afgesproken wat er per dag nog in de huiskamer gedronken wordt. Er wordt dan rekening gehouden met de hoeveelheid alcohol die men al gebruikt heeft op die dag. Conclusies Er werden niet veel opmerkingen gemaakt over de gebruikersruimte door drugsgebruikers. Deze ruimte voorziet kennelijk in de behoefte. In het weekend kan er langer geslapen worden. De methadonpost is in het weekend ook van 08.00 uur tot 10.00 uur geopend. Dat betekend dat de methadongebruikers toch eerder moeten opstaan. Dat roept onvrede op. Door wijziging van de openingstijden wordt dit probleem wellicht binnenkost opgelost. De dagelijkse verstrekking is voor sommige gebruikers te beperkt. Men heeft liever een voorraadje.
2.8
Dagbesteding Inleiding Onder het begrip ‘Dagbesteding’ worden de activiteiten gebundeld waaraan bezoekers van het MFC overdag kunnen deelnemen.
18
Evaluatie MFC Bevindingen
Het doel van de dagbesteding is vooral gelegen op het gebied van maatschappelijke integratie. Dagactiviteiten dragen bij aan de eigen waarde van de bezoekers. Bezoekers kunnen deelnemen aan arbeid in en rondom het MFC. Er kan een soort van dagloon mee worden verdiend. In het MFC zelf zijn een computerruimte en een schilderatelier. Er is een fitness ruimte en men kan op vrijdag gaan zwemmen. Opmerkingen Hij neemt niet deel aan activiteiten. Soms gaat hij naar het computerlokaal. Vroeger werden er door De Grift overlevingstochten, vakanties, weekends georganiseerd. Jammer dat dat er nu niet meer is. Er gingen wel altijd dezelfde mensen mee. De activiteiten die hier georganiseerd worden vindt hij niet spannend genoeg. Je kunt aan sport doen en gaan zwemmen, maar een uurtje is tekort. Hij heeft geen tijd om deel te nemen aan de activiteiten. Als het mooi weer is zit hij op een bankje bij de waalkade. Hij neemt geen deel aan de activiteiten. Is ook de aard van het beestje, zegt hij. Hij heeft een WAO-uitkering, daarom mag hij niet werken zegt hij, dus niet deelnemen aan dagactiviteiten van de Stichting Dagloon. Hier is alleen iets voor drugsverslaafden. Dat vind ik jammer. Onderdeel van de activiteiten zou het doen van corvee moeten zijn. Ik doe mee met het atelierproject in de voormalige Titus Brandsmakapel. Dat atelier zou de hele week moeten zijn. Volgens mij wordt er weinig meegedaan met de georganiseerde activiteiten. Maar zelf werk ik 2,5 dag in de wasserij. Dat vind ik leuk. Er is ook een groenproject. Daar doen vrij veel mensen aan mee. Men kan er aardig verdienen. Dit werk is belangrijk voor ons. Zien de mensen, dat we ook wat anders kunnen dan alleen maar overlast bezorgen. Ik mis uitstapjes in het activiteitenaanbod. Vroeger werden die wel georganiseerd. Dat was leuk. Nu worden ze niet meer georganiseerd vanwege bezuinigingen. Ik werk op de wasserette. Vind ik leuk werk. Wil ik blijven doen. Maar ik mag hier geen alcohol gebruiken, terwijl ik wel een alcoholverslaving heb. Ik blijf er vanaf, omdat ik dit werk wil blijven doen. Maar ik vind het onrechtvaardig dat alcoholisten geen ruimte hebben waar ze de hele dag kunnen drinken en drugsverslaafden wel. Ik ben bang dat ik toch ga drinken en dan weg moet. Zij neemt deel aan dagactiviteiten in de wasserette en 2 x per week aan schilderen. Eerst werden er nog wel leuke feestavonden georganiseerd, maar nu niet meer. Jammer.
19
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
Ze zouden leuke avonden moeten organiseren. Dat is er allemaal niet meer. Klanten willen paintball. Waarom wel een uitstapje voor het personeel en niet voor de bezoekers? Nou moet ik aan het werk. In de wasserette. (Waarneming onderzoeker: Klant komt later opgewekt terug en laat het verdiende geld in haar hand zien. Ze vertelt met brede glimlach over het belang van het ritueel rond heroïne gebruik. Ze verheugt zich hier duidelijk op.) Vroeger heeft hij in de tuinaanleg gewerkt. Dat zou hij hier in deze tuin ook willen doen, maar niet voor niks. Voor € 20 kun je bij Dagloon werken. Opmerkingen personeel Bureau Dagloon: er is met de Gemeente afgesproken dar de bezoekers van het MFC bij bureau Dagloon € 20,-- per dag kunnen verdienen. Dat kan twee keer per week zonder dat daardoor de uitkering in gevaar komt. Wordt er meer verdiend, dan wordt dat van de uitkering afgetrokken. In overleg met de Sociale dienst kunnen mensen ook hier in huis in de wasserij werken en € 20,-- per week bijverdienen. Dat kunnen 3 of 4 dagdelen zijn. Deze mensen dienen wel door de Sociale Dienst geïndiceerd te zijn. Aan het deelnemen van enkele bezoekers van het MFC aan de 4-daagse is door het personeel veel aandacht besteed. 2 mensen van het MFC hebben de 4-daagse uitgelopen. Ook van de kant van de pers en radio Gelderland was er veel belangstelling voor. Conclusies De indruk is dat deelname aan activiteiten niet al te groot is. Belangrijke projecten lijken de wasserette en het atelier. De deelnemers van de wasserette zijn erg gemotiveerd (vanwege de verdiensten?) Er is veel waardering voor activiteiten die vroeger georganiseerd werden (o.a. door De Grift, NuNN.)
2.9
Overleg, betrokkenheid en belangenbehartiging Inleiding Het MFC zal alleen maar slagen in zijn opzet wanneer de beoogde bezoekers ook daadwerkelijk gebruik van het centrum zullen maken. Er is een Cliëntenraad met vertegenwoordigers van de bezoekers en van het personeel van het MFC. Aan deze raad kan in formele zin niet de status van een cliëntenraad worden toegekend, maar er kunnen wel afspraken worden gemaakt om tot een maximale zeggenschap te komen voor de bezoekers van het MFC. Verder is er het NDO (Nijmeegs Daklozen Overleg) en een vertrouwenspersoon.
20
Evaluatie MFC Bevindingen
Opmerkingen over de Cliëntenraad Hij zit in de cliëntenraad maar met alle opmerkingen die gemaakt worden doet de leiding niets. ‘Er wordt over je heen bekokstoofd’. Het is onder de bezoekers te weinig bekend dat er een cliëntenraad is. De bijeenkomsten moeten beter aangekondigd worden. Er is niet altijd overleg. Er zijn een aantal zeer dominante figuren. Een aantal mensen zijn geschorst. De cliëntenraad loopt nog niet. Er is wel belangstelling voor. Van de cliëntenraad verwacht ik niets. Ze luisteren toch niet. Naar de cliëntenraad wordt niet geluisterd. Er wordt niet naar geluisterd. Opmerkingen over het NDO, Straatmensen en Kruispunt Het NDO (Nijmeegs Daklozen Overleg) is een goed iets. Het is bekend bij de mensen. Men is er positief over. Zij benaderen ook de 30 á 40 mensen die nu nog buiten slapen. Verder hebben ze vorig jaar met Nijmeegse daklozen een project georganiseerd voor zwerfkinderen in Brazilië. Er zijn T-shirts ingekocht in Brazilië, tijdens de 4-daagse verkocht en de opbrengst daarvan is weer teruggestuurd naar Brazilië (kindertehuis). Ook over de Straatmensen zijn ze zeer positief. Die proberen je te helpen. Kruispunt is iets van Pater Jan. Die is nu vervangen door een andere Jan. Het loopt via de kerk. Zij hebben pater Jan leren kennen via de NuNN. Opmerkingen personeel Via de cliëntenraad wordt er toch wel het een en ander bereikt. Zo zijn er afspraken gemaakt over het uitslapen op zondag en tv-kijken. Er is boven ook een ruimte met een tv waar men bijvoorbeeld een film kan afkijken. Zo zijn er ’s avonds snacks gekomen, er is koffie en thee en frisdrank. Verder is er bereikt dat er medio oktober grotere porties eten komen. Toen enige tijd geleden een van de bezoekers overleed, is er door toedoen van de cliëntenraad een bus georganiseerd waarmee men gezamenlijk naar de begrafenis kon gaan. Men probeert altijd wel iets met de opmerkingen uit de cliëntenraad te doen. Conclusies De cliëntenraad leeft nog niet onder de bezoekers. Er is weinig vertrouwen in een goed functioneren. Door personele wisselingen is er geen continuïteit. Wellicht spelen aanloopproblemen, informatie en bekendheid met de cliëntenraad daarbij een rol. Volgens de leiding van het MFC luistert men wel degelijk naar de cliëntenraad. Er zijn verschillende resultaten bereikt. Het NDO, de Straatmensen en Kruispunt voorzien kennelijk wel in de behoefte.
21
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
2.10
Huisregels en sancties Inleiding Er zijn voor de bezoekers van het MFC huisregels opgesteld. Daarnaast zijn er huisregels voor de dagopvang, de avond- en nachtopvang en de gebruiksruimte. Bij overtreding worden er sancties genomen. Leiding ziet toe op naleving van de huisregels en de bezoekers worden bij overtreding aangesproken. In alle ruimten hangen de spelregels en de sancties. Opmerkingen Regels roepen irritatie op. Daardoor broeit er regelmatig wat. Zeker als daar de ene dag wel, de andere dag niet aan gehouden wordt. Als je ertegenin gaat krijg je problemen. Een van de regels is dat je tussen 17.30 en 18.30 geen gebruik kunt maken van de gebruikersruimte omdat ze dan moeten eten. Vindt het vervelend dat de regels elke dag veranderd worden. Hij heeft geen last van de regels, zegt hij en ook geen last van de sancties. De regels zijn te streng, zeker de tijden. Normaal moet je om 22.00 uur naar boven. Je mag een film dan niet afkijken. De huisregels zijn goed, ook voor de veiligheid. Die zouden nog meer aangescherpt kunnen worden. Is het eens dat er camera’s zijn. Zou meer kunnen. De regels van het MFC vindt hij kinderachtig. Zij moeten om 22.00 uur naar boven. Vrouwen mogen om 02.00 uur binnenkomen. Dat vindt hij niet eerlijk. Er is een scheiding tussen ‘beneden’ en ‘boven’. De regels zijn onduidelijk. De ene keer mag iets wel en de andere keer niet. Huisregels moeten er zijn, maar de sancties zijn soms belachelijk. Ze worden uitgelegd wanneer het hun uitkomt. Bij de vorige ploeg was het: je mag niet. Nu is het ‘ze moeten’. Er zijn te veel regels. Om zo laat dit, om zo laat dat. Het personeel is streng. Om 23.05 kom je niet meer binnen. Vrouwen mogen tot 1.30 uur binnen komen. Vind ik niet rechtvaardig. Ik slaap regelmatig ergens anders. Maar ik moet hier 2 dagen in de week slapen, anders ben ik mijn plek kwijt. Nu heb ik laatst hier te weinig geslapen. Dus mijn plek kwijt, daardoor geen adres en problemen met mijn uitkering. Je moet om 22.00 uur naar bed/boven. Leiding kan dan van 22.00 tot 23.00 uur schoonmaken, hun dienst loopt dan af. Na 09.00 uur ’s morgens mag je niet meer naar boven. Dat is heel vervelend als je iets vergeten bent. Medicijnen of warmere kleren als het koud is buiten.
22
Evaluatie MFC Bevindingen
Ook als je ziek bent mag je niet naar boven. Zij heeft een keer longontsteking gehad en mocht niet in bed blijven. Zij heeft hier beneden in de huiskamer gezeten totdat ze naar haar ouders kon. Zij heeft ook last van epilepsieaanvallen: ‘je wordt dan niet naar boven gebracht’. Er moeten regels zijn. Anders passen de mensen zich niet aan. Personeel is niet rechtlijnig in het toepassen van de regels. Van de een mag dit niet en van de ander wel. Ook wil het toepassen van regels nog wel eens afhangen van de persoon die de regel overtreedt. Als voorbeeld wordt genoemd: je mag maar tot 09.00 uur ontbijten. Voor mij is er geen ontbijt, als ik om 09.05 kom. Voor een ander wel. Ander voorbeeld: Je mag niet “te lang” gebruik maken van het toilet. Ze zijn bang, dat je daar middelen gebruikt en dat mag niet. Ze willen voorkomen, dat je te veel achter elkaar gebruikt. Maar bij de één wordt wel opgetreden en bij de ander niet. Dat vrouwen later binnen mogen komen dan mannen is logisch. Vrouwen werken ’s nachts. Het personeel past de regels niet gelijk toe. In de gebruikersruimte mag er van de één wel middelen verkocht worden en van de ander niet. Die vindt dat dat buiten moet gebeuren. Sommige personeelsleden houden zich streng aan de regels, anderen zijn toffe peren. De alcohol- en drugsverslaafden zijn van elkaar gescheiden, beschikken over aparte ruimten voor de dagopvang. Alleen vind ik het vreemd, dat drugsverslaafden in hun ruimte hun middelen mogen gebruiken en dat alcoholverslaafden dat in hun ruimte niet mogen. Wij moeten de straat op als we willen drinken. Met alle ellende die daarmee samenhangt (politie, die ingrijpt). Wij moeten van de straat af, wij moeten ons aanpassen. Daarom slaapt hij het liefst buiten. Voor de drugsgebruikers kan alles. Als alcoholverslaafde heb ik overdag geen mogelijkheid mijn alcohol te drinken. Ik moet dat op straat of in het park doen. Drugsverslaafden kunnen hun drugs rustig in het MFC pakken. Verslaafden moeten hier een keuze maken tussen alcohol- en drugsgebruik. Als men dat niet kan, heeft men een probleem. Wil je alcohol blijven gebruiken dan kan dat hier niet. Personeel trekt niet één lijn. Bijvoorbeeld: Klanten, die hard schreeuwen mogen meer, zoals dealen op de WC. De zwakkeren worden wel gepakt. De directie steunt het personeel op de vloer te weinig. Personeelsleden vallen elkaar af. Je moet hier kiezen tussen drugs en alcohol. Alleen drugsverslaafden mogen hier blijven en gebruiken. Het blijkt, dat drugsverslaafden wel alcohol mogen drinken en alcoholisten niet. Raar. Iemand die veel tekeer gaat kan rustig zijn gang gaan. Hij mag boven zelfs spuiten en er wordt niet ingegrepen.
23
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
Er zijn te veel beperkende regels. Je mag na 09.00 uur niet meer naar je slaapkamer. Bijvoorbeeld als je iets vergeten bent. Dat kan heel vervelend zijn. Ook niet onder begeleiding van het personeel. Je mag na 09.00 uur niet meer naar boven, naar je slaapkamer. Dat schijnt te zijn om de verzekering. De slaapkamers zijn dan niet meer verzekerd. Maar het is hier heel naar. Er is onduidelijkheid over de regels. Van de een mag dit niet en van de ander dat niet. En de een mag meer dan de ander. M.b.t. de sancties zegt hij dat de ‘rotte appels’ er nu niet meer zijn Over het algemeen worden de sancties wel goed toegepast. Maar vannacht werd ik naar buiten gestuurd, omdat iemand anders ruzie met mij maakte. Ik zou stinken. Terwijl hij nog een spuit in zijn arm had (er mag ’s nachts niet gebruikt worden), moest ik er uit en hij mocht blijven. Ook sancties zijn een goede zaak. Sancties worden veel te snel gegeven. Je wordt veel te snel geschorst en dan sta je op straat. We zijn geen honden en zelfs die laat je binnen. Met de toepassing van de sancties heb ik over het algemeen geen probleem. Wel is het personeel voor sommige cliënten banger dan voor anderen. Bij de eersten wordt er eerder niet gesanctioneerd. Als je een shot op de WC neemt, ziet het personeel dat door de vingers en voor een kleinere overtreding krijg je een schorsing. Een tijdje geleden waren er veel mensen geschorst. Er was toen een gespannen sfeer, veel ruzie. Van de schorsingen is 50% onterecht. Als het personeel het niet met woorden kan redden, schorsen ze. Laatst was er twee keer controle op de slaapkamers. De eerste keer zagen ze de heroïne die ik op een stoel had gelegd over het hoofd. De tweede keer zagen ze de heroïne wel. Ze zeiden dat ik gebruikt had en ik kreeg een onterechte schorsing. Ik had laatst een terechte schorsing van 12 dagen. Ik was onder invloed en deed gekke dingen, heb ik later begrepen. De één krijgt eerder een schorsing dan de ander. De relatie met de politie is niet goed. Zitten op een bankje aan de waalkade wordt niet gedoogd in Nijmegen. Je krijgt dan een proces verbaal. Dat geldt niet voor studenten. Dat ‘is de toekomst van het volk’ wordt dan gezegd. Zij krijgen geen boete. Opmerkingen personeel Huisregels en sancties zijn altijd een hot item. Er is enerzijds de zorg en het corrigeren, versus de veiligheid. Sancties worden ‘op maat’ genomen. De uitleg daarvan wordt door de bezoekers van het MFC dan wel eens als onduidelijk ervaren.
24
Evaluatie MFC Bevindingen
Als iemand langer dag 2 dagen geschorst wordt, gebeurt dat in overleg met de maatschappelijk werker. Een sanctie kan ook als voorwaardelijke straf opgelegd worden. Iemand ’s winters in de kou buiten zetten gebeurt niet gauw. Men heeft ook een zorgaspect. Soms schorst men wel iemand om naar buiten te gaan overdag, maar niet om te slapen. Dat moet doorgaan. Men stuurt ook wel eens mensen naar buiten om af te koelen. Regels zijn er ook voor de veiligheid van het personeel. Het personeel moet consequent en strak optreden. In principe zijn er altijd 5, minimaal 4 mensen aanwezig: 2 in de zaal, 1 in de gebruikersruimte en 1 bij de toegang. Mensen met wie het beter gaat en hier minder vaak komen verliezen hun recht op toegang tot de accommodatie. Veel van hun sociale contacten hebben ze echter nog met de bezoekers van dit centrum. Ze vereenzamen daardoor. Ik vraag me af of we daarvoor de regels niet moeten aanpassen. Bijvoorbeeld: deze mensen wel toelaten in de huiskamer, maar niet in de gebruikersruimte. Regels zijn niet streng. Ik ben bedreigd door een klant met een mes. Die kreeg maar vier dagen schorsing. Personeel is niet rechtlijnig. Men raakt met sommige cliënten meer bevriend dan met een ander en laat dan bij de één meer toe dan bij de andere cliënt. Er zijn bijvoorbeeld cliënten, die drugs- en alcohol verslaafd zijn. Deze cliënten mogen hier niet drinken en doen dat wel. Dat wordt dan oogluikend toegelaten. Er moet misschien meer met personeel gerouleerd worden. Het valt me op, dat niet iedereen van het personeel over de regels en de handhaving daarvan wil praten. De regels worden in het werkoverleg besproken. Op de toiletten mag niet gebruikt worden. Ik weet het niet zeker, maar ik denk, dat dat is om het gebruik te beperken. Het gebruik in de gebruikersruimte is daarom ook aan tijden verbonden. We zijn met te weinig personeel. Naast de portier of toezichthouder moeten we altijd met zijn tweeën in de huiskamer zijn. Dat is niet altijd het geval. Er zijn te veel zieken. Maar ook als we met zijn tweeën zijn kun je niet mee naar boven, als een cliënt iets vergeten is. Dan staat die ene medewerker er toch weer even alleen voor als er iets gebeurt. Er is momenteel onderbezetting bij de leiding. Dat betekent dat als zij maar met 2 mensen zijn, er niet iemand naar boven kan om iets te gaan halen. Conclusies Los van het feit dat men meestal de regels te streng vindt, wordt toch vaak genoemd het verschillend toepassen van de regels, dan wel onduidelijkheid daarover. Soms worden regels wel en soms niet gehandhaafd. Handhaving hangt af van personeelsleden en van bezoekers. Van de een mag je meer dan van de ander. De ene bezoeker mag meer dan de ander. Specifiek staan de volgende regels ter discussie:
25
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
• Tijden naar boven overdag en ’s avonds • Niet naar buiten mogen ’s nachts • Alcoholgebruikers die niet tussen 10.00 uur en 16.00 uur binnen mogen zijn • Openstelling methadonpost in het weekend Men begrijpt wel dat er sancties zijn. Het toepassen van de sancties wordt niet als consequent ervaren. De indruk bestaat dat sancties niet op iedereen gelijk worden toegepast. Dat geldt ook voor de politie die studenten niet verbaliseren als zij op straat alcohol gebruiken.
2.11
Veiligheid Inleiding Het MFC dient een veilige haven te zijn voor de bezoekers. Het is een voorziening, die dakloze verslaafden rust en veiligheid biedt. Zij kunnen het straatleven even achter zich laten en uitrusten van dit intensieve leven. Zij worden voor hun gebruik niet meer opgejaagd, omdat zij in de gebruikersruimten van het MFC een plaats vinden om te gebruiken. De voorgestane rust mag ook door leden van de doelgroep niet worden verstoord. Gedrag waarvoor men op straat gestraft wordt, wordt ook binnen het MFC niet getolereerd. Er mag niet worden gedeald, agressie tegen medebezoekers en medewerkers wordt niet geaccepteerd. Het MFC kent daarom een huishoudelijk reglement, waarin is vastgelegd wat wel of niet is toegestaan. Opmerkingen Ze voelt zich niet veilig. Dat komt door de ruzies e.d. De veiligheid vindt hij goed. Ze vindt dat er regels moeten zijn dat ze vrouwen niet lastig vallen. De regels m.b.t. de veiligheid zouden aangescherpt moeten worden, zeker voor vrouwen Het is een goede zaak dat er toezicht is, kamera’s e.d. Veiligheid: iedereen kan hier zo naar binnen lopen. Er is iemand die een ‘levenslange’ schorsing heeft. (wapenbezit). Het is hier altijd explosief. Dat komt gedeeltelijk door de alcoholisten. Die zijn agressiever. Maar ook de cokegebruikers kunnen er wat van. Als die hun shot niet krijgen, kan het aardig uit de hand lopen. Ik wil het liefst buiten zijn. Niet te veel onder deze mensen zijn. Er is veel te veel drukte.
26
Evaluatie MFC Bevindingen
Alcoholisten kijken op de drugsverslaafden neer. Zij voelen zich beter. Heeft waarschijnlijk te maken met de legaliteit van alcohol en de illegaliteit van drugs. Die twee groepen gaan moeilijk samen. Alcoholici zijn gemiddeld veel agressiever. Er is hier altijd gedonder en onrust. Als je even iets laat liggen en je bent er zelf niet bij ben je het kwijt. Ook op de kamers wordt gestolen. Hoezo rustig. Je ziet zelf hoe het er hier aan toe gaat. Tegen die idioot wordt veel te weinig opgetreden. Die zorgt voor een hoop herrie en dat mag allemaal. Het is hier te onrustig, te gestresst. Je moet steeds op je qui-vive zijn. Maar het gaat wel. Je moet steeds op je woorden letten. Zeg je een verkeerd woord, dan heb je moeilijkheden. De ramen op de slaapkamers kunnen niet open. De nooduitgang is ook afgesloten. Anders gaan ze naar buiten om te spuiten. En dat mag niet. Maar wat als er brand komt? Iemand is een keer bedreigd met een revolver. Er zou een detectiepoort komen. Die is er nog steeds niet. Verder komen bedreigingen niet zoveel voor. Zij vinden de drankafdeling (huiskamer II) veilig. Observatie van de onderzoeker Iemand demonstreert met een mes en gooit die in een houten pilaar. Iemand slingert met een hard voorwerp aan een touw. Daarmee geeft hij harde klappen op tafel. Opmerkingen personeel Er moeten altijd twee medewerkers in de huiskamer zijn. Vaak is er maar één. Dat kan een keer mis gaan. Er moeten eigenlijk twee toezichthouders tegelijk aanwezig zijn. Dat is beter voor de veiligheid. Er wordt veel aandacht besteed aan brandpreventie. De GGD heeft een onderzoek gedaan en er zijn rapportages en aanbevelingen. Het personeel heeft een cursus Bedrijfshulpverlening gevolgd. Er is een risico-inventarisatie gemaakt. De politie treedt binnen het MFC correct op. Dat geldt vooral voor de politieagenten die de situatie kennen. Dat is minder het geval als er ‘vreemde’ politieagenten komen.
27
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
Conclusies Het MFC is geen rustige huiskamer. Zowel beneden in de huiskamer als boven op de slaapkamers is er vaak onrust. Soms is de situatie bedreigend. Tegen onruststokers wordt te weinig opgetreden door het personeel. Wellicht is personeelstekort daar debet aan. Bezoekers voelen zich niet altijd veilig. Dat geld zeker voor vrouwen. De situatie is vaak gespannen. Veel mensen zijn daarom liever buiten.
2.12
Sfeer Vraag Aan de bezoekers is de vraag gesteld hoe zij de sfeer vinden bij het MFC. Opmerkingen s’ Morgens is de sfeer niet goed. Er is dan te veel herrie en ruzie. Over de sfeer zegt ze, dat ze niet veel binnen komt, er is veel geschreeuw en weinig rust. Veel mensen zijn onder invloed van drugs. Er zijn teveel ruzies hier. Ze zouden de touwtjes wat losser moeten houden. De sfeer hier is wel druk maar is goed. Conclusies Over het geheel genomen vindt men de sfeer druk en onrustig.
2.13
Personeel, sociale begeleiding en medische zorg Inleiding Sociale begeleiding betreft meestal de financiële situatie van de bezoeker, maar ook de onderlinge relaties tussen bezoekers. De bezoekers gaven hun mening over het personeel, de begeleiding en de medische zorg.
2.13.2 Personeel Inleiding Binnen het gebouw van het MFC functioneren diverse medewerkers. Overdag werken er hulpverleners sociale verslavingszorg, activiteitenbegeleiders en medisch personeel van De Grift. ’s Avonds en ’s nachts is er groepsleiding van Arcuris aanwezig. ’s Nachts is er tevens een medewerker van een beveiligingsbedrijf aanwezig. In de avond bezetting werken ook medewerkers van De Grift.
28
Evaluatie MFC Bevindingen
Niet bekend is of en in welke mate er een personeelstekort is. Opmerkingen Er worden hier uitzendkrachten ingezet en dat is ook een geldkwestie ‘omdat die goedkoper zijn’. Hij is van mening dat de leiding veel te weinig onderhandelt met de mensen. ‘Je wordt behandeld als een klein kind’. De vorige bewakingsploeg was beter dan degene die er nu zijn. Nu worden er veel schorsingen uitgedeeld. Eigenlijk zouden 2 personen uit de vorige ploeg hier terug moeten komen. Díe waren ingewerkt. Het personeel dat goed was is nu weg. Zij kregen geen contractverlenging. Het personeel doet het goed. Voor het personeel heb ik respect. Daar kun je goed mee praten. Het personeel doet het meestal goed. De begeleiding doet hun best maar ze kunnen weinig doen. Het personeel doet het goed, maar er kan best op bezuinigd worden. Er zijn er te veel. Met dat geld kunnen ze de Wc’s opknappen. Het personeel gedraagt zich als mijn kinderoppas. Ik voel me door het personeel gekleineerd.
2.13.3 Sociale begeleiding Inleiding Alle bezoekers van het MFC krijgen een persoongebonden casemanager / maatschappelijk werker toegewezen. Hij is de vaste intermediair voor de bezoeker in zijn contacten met de maatschappij. De casemanager helpt bij financiën, huisvesting, contacten met instanties en dergelijke. Het gaat meestal om praktische zaken. Wanneer iemand geen casemanager wil is er toch altijd iemand die hem volgt zin zijn ontwikkelingen. Opmerkingen Leiding heeft het altijd te druk, er zijn altijd nieuwe gezichten. Als je begeleiding wilt moet je erom vragen. De maatschappelijke werker heeft onvoldoende tijd voor je; er zijn te veel mensen en zij zijn er maar een paar uurtjes per week. Het is wel een moeilijke tijd, maatschappelijk werk doet niet veel.
29
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
De begeleiding vindt ze goed en dat geldt ook voor het maatschappelijk werk. Die hebben haar goed geholpen. Ook de verpleegkundige en de methadonpost is goed. Maar zij kunnen niet alles. Er komen bij de begeleiding steeds nieuwe gezichten, elke week wel. Er is een afstand tussen de cliënt en de medewerker. Maar je moet wel naar ze luisteren. Het zal nooit een hechte groep worden zoals dat b.v. bij de Stichting Inloopcentrum Nijmegen het geval was. Ze heeft 2 begeleiders en is daar tevreden over. Ook de informatie is goed. Je kunt goed met het personeel praten. Er is maar 1 maatschappelijk werker en er zou meer begeleiding moeten zijn. Het personeel houdt mensen uit elkaar, probeert problemen te voorkomen. Krijgt soms daardoor klappen. Heb ik wel bewondering voor. De opvang door het personeel is goed. De hulpverlening zou meer op de cliënten af moeten gaan. Ze zouden zich vooral moeten richten op de mensen, die nog afkickkansen hebben. Over één week gaat hij terug naar het IMC om daarna af te kicken. Hij wil deelnemen aan een heroïneproject om zo af te gaan kicken. Daarvoor heeft hij om 11.00 uur een afspraak bij het IMC.
2.13.4 Medische zorg Inleiding Bij de medische zorg gaat het om diensten, die aanvullend zijn op de dagelijkse zorg. De medische zorg is niet permanent voorhanden, maar wordt ambulant aangeboden, op vaste tijden. Een deel van de medische zorg is de dagelijkse verstrekking van methadon. Methadon wordt verstrekt om voor heroïneverslaafden een stabielere leefsituatie te creëren. Methadon heeft een langere uitwerking dan heroïne en is bovendien kostenbesparend. Het verdient dus aanbeveling om bezoekers te stimuleren zich bij de methadonpost te melden. Onderdeel van de medische zorg is het spreekuur, waar een huisarts de methadongebruikers begeleidt. Opmerkingen Omdat hij geen uitkering heeft, kan hij niet in een kliniek opgenomen worden. Zijn medische situatie is slecht, maar hij wordt niet gehoord. Mensen zonder papieren worden niet serieus behandeld.
30
Evaluatie MFC Bevindingen
Hij zegt dat hij last heeft van zijn knie, meniscus. Hij loopt moeilijk. Als hij wegloopt, vraagt de leiding wat er aan de hand is en gaat met hem verder in gesprek. De zorg is goed, maar… Verder gebruikt ze niets. De medische verzorging is slecht. Over de zorg zegt ze dat mensen langs elkaar heen werken en dat er meer aandacht moet zijn voor veiligheid. Er is geen medische verzorging. Als je ziek bent, mag je niet op bed blijven. Er is geen verpleegafdeling. Je moet zelf je huisarts bellen. Ik was geschorst. Ik had buikloop. Alles zat er onder, maar ik mocht niet naar binnen. Als je ziek bent, mag je niet op bed blijven. Je moet er uit. Dan blijf je in de huiskamer hangen. Er zijn twee huisartsen, die iedereen behandelen. Die komen op afspraak. Ik heb epilepsie. Als ik een aanval heb, ben ik een dag ziek. Dan mag ik niet naar boven naar bed. Twee andere klanten hebben hepatitis. Daarvoor is nu wel een slaapplaats gemaakt. Opmerkingen van het personeel Bij de intake van een cliënt wordt zijn of haar ziekenfondsverzekering en een huisarts geregeld. In principe moet iedere cliënt zelf voor een huisarts zorgen. Meestal is dat de huisarts in het Oude Weeshuis. De huisartsen verbonden aan het Centrum zijn er alleen voor de methadonpost en de begeleiding van de cliënten daar. Als men ziek is, mag men niet in bed op de bovenverdieping, omdat die ruimte onverzekerd is. We hebben geen ruimte om iets te kunnen regelen, als er iemand ziek is. Dat zou wel moeten. Mensen mogen niet alleen naar boven. Dat is in verband met brand, drugsgebruik, overdosis e.d. Men wil de mensen ‘in het zicht’ hebben. Men is er verantwoordelijk voor. Bij de maatschappelijk werk kan men elke dag terecht maar niet meer op elk moment van de dag. Dat was vroeger bij De Grift wel het geval. Er is nu elke dag een spreekuur. Er is een taakverdeling tussen enerzijds de medewerkers hier intern en extern de maatschappelijk werkers/case managers en b.v. de sociale dienst. Voor zieke mensen wordt iets geregeld. Er is een beperkte ruimte van 2 bedden bij de verpleegpost.
31
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
Conclusies Personeel: Over het algemeen is men tevreden over het personeel. Enkele mensen zijn echter ontevreden. Het personeel doet het goed maar zij kunnen niet alles. Aanmerking van sommigen: soms gedragen ze zich als ‘kinderoppas’. Begeleiding: In principe zijn er voldoende faciliteiten aanwezig. Soms duur het lang of gaat het te langzaam. Er is te weinig capaciteit voor begeleiding aanwezig. Medische verzorging: Er is geen ‘ziekenboeg’, geen eigen verpleegafdeling. Als mensen ziek zijn mogen ze niet boven in bed blijven. Er is bij de verpleegpost ruimte voor 2 bedden voor zieke mensen.
32
Evaluatie MFC Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
3
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
3.1
Inleiding In maart 2004 werd het Multifunctioneel Centrum (MFC) in Nijmegen geopend met een inloopcentrum/dagopvang, een gebruikersruimte en een nachtopvang. Aanvankelijk was het alleen bedoeld voor drugsgebruikers en sinds 1 december 2004 ook toegankelijk voor alcoholgebruikers. Doel van het MFC is het bieden van een veilige thuishaven aan mensen in de stad die verslaafd zijn aan alcohol en/of drugs en die dak- en thuisloos zijn, waardoor ook voor deze mensen een meer menswaardig bestaan mogelijk wordt en overlast op straat wordt bestreden. Vraagstelling en aanpak Dit onderzoek betreft een aanvullend onderzoek op de al gehouden 0 en 1 metingen en nog te houden 2-meting. Deze metingen betreffen de leefbaarheid en de veiligheid van de omgeving. Dit aanvullend onderzoek betreft de vraag van het College naar de benutting van de nachtopvang. Daarom is Door de Directie Inwoners aan de afdeling Onderzoek en Statistiek opdracht gegeven om de volgende vragen, naar aanleiding van de veronderstelde lage benutting, te beantwoorden: • komt dat door de hoge toegangseisen, de regels, de kosten, de sfeer? • komt het door het gebruik van het MFC door én drugsgebruikers én alcoholgebruikers? • wat vinden de bezoekers zelf van het MFC? De aanpak van het onderzoek is kwalitatief van aard. Gedurende drie dagen is door twee onderzoekers met ruim 20 verschillende mensen op verschillende tijdstippen gesproken. Daarbij dient in aanmerking genomen te worden dat het ‘vrij rustig’ was in het MFC omdat de weersomstandigheden gunstig waren. Als het weer goed is, zijn mensen liever buiten. Het MFC, doelen en uitgangspunten De doelstelling van het MFC is tweeledig. Enerzijds het verlenen van opvang en zorg voor dak- en thuisloze drugs- en alcoholgebruikers, een veilige thuishaven en daarnaast het bestrijden van overlast door mensen van de straat te houden. De zorgverlening in het MFC is op vrijwillige basis. Mensen tegen hun zin binnenhouden is niet aan de orde. Vanuit de optiek van overlastbestrijding kan aan de orde zijn dat er grote druk op het MFC wordt uitgevoerd om bepaalde cliënten zoveel mogelijk ‘binnen te houden’. Dit kan alleen met positieve middelen zoals een goed zorgaanbod en overtuigingskracht. Het MFC mag nimmer alleen een bewaarplaats worden. De realisatie van de hulpverlening en de handhaving vragen om een integrale benadering door verschillende partijen/instanties (Arcuris, De Grift, de coördinator MFC als contact persoon voor omwonenden, politie en stadstoezicht).
33
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
3.2
Samenvatting bevindingen Toegangseisen, regels, kosten en sfeer Voor de bezoekers van het MFC zijn uitgebreide regels opgesteld. Er zijn regels in relatie tot de omgeving (toegang, toezicht, sancties) en regels in huis ten opzichte van elkaar (huisregels, omgangsregels, tijden, verstrekking). Alle bezoekers worden van deze regels op de hoogste gesteld en zij hangen ook in de diverse ruimten van het gebouw. De regels worden toegepast en bewaakt. Regels zijn er om verschillende redenen. Enerzijds voor de beveiliging en veiligheid van bezoekers en personeel. Anderzijds om de bezoekers van het MFC te laten wennen aan het dagelijkse ritme van de ochtend, de middag en de avond. Vaste tijden voor maaltijden b.v. dragen bij aan het versterken van een gezond biologisch ritme waardoor de bezoekers op dat punt gestabiliseerd worden. Regels, zich houden aan de regels, afspraken nakomen, dragen ook bij aan een stukje maatschappelijke integratie, in vergelijking tot het individuele zwerfgedrag van voorheen. De bezoekers van het MFC hebben kritiek op de regels. Men vindt ze te streng en te veel. Wat vooral genoemd wordt zijn de regels m.b.t. • de tijden om naar boven (slapen) te gaan overdag en ’s avonds, • het niet naar buiten mogen ‘s nachts, • het tussen 10.00 en 16.00 uur niet naar binnen mogen van alcoholgebruikers en • de openstellingtijden van de methadonpost in het weekend. Waar vooral opmerkingen over gemaakt worden zijn het verschillend toepassen van de regels en de onduidelijkheid van de regels. Soms wordt er wel, soms niet gehandhaafd. Men begrijpt wel dat er regels en sancties moeten zijn, maar het toepassen ervan wordt niet als consequent ervaren. Dat leidt dan weer tot discussie, irritatie of boosheid die de sfeer in het MFC niet ten goede komen. Het draagt dan niet bij aan het begrip ‘veilige haven’ waarin zij rust en veiligheid vinden. Het draagt bij aan het gevoel dat men dan liever buiten is dan binnen. Voor wat betreft de kosten om van het MFC gebruik te maken blijkt dat vrijwel geen belemmering te zijn om geen gebruik te maken van het MFC. Gebruik van het MFC door zowel alcoholgebruikers als door drugsgebruikers Drugsgebruikers en alcoholgebruikers beschouwen zichzelf als een aparte groep. Ze willen gescheiden van elkaar van de mogelijkheden die het MFC biedt, gebruik maken. Beide groepen gebruikers hebben een aparte ‘huiskamer’ waar de warme maaltijd gebruikt wordt. Het gezamenlijke gebruik van de nachtopvang wordt door beide groepen als niet goed ervaren. Het is vaak onrustig ‘s nachts waardoor er te weinig terecht komt van een ongestoorde nachtrust. De ene groep vindt van de andere groep dat die meer mogen, andere faciliteiten hebben. Alcoholgebruikers willen ook overdag hier terechtkunnen. De aanwezigheid van beide groepen in het MFC blijkt voor beide groepen, omdat zij aparte huiskamers hebben, geen reden te zijn om niet van het MFC gebruik te maken. Wel wordt gepleit voor aparte slaapruimtes. In principe zijn deze er ook. In de praktijk kan dat niet altijd gerealiseerd worden. Om verschillende reden kan toewijzing van een slaapplaats dan bij de ‘andere’ groep plaatsvinden.
34
Evaluatie MFC Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Wat vinden de bezoekers van het MFC? Aan de bezoekers is gevraagd wat zij van het MFC vinden. Aan de orde kwamen ook de regels en sancties, de dagopvang in huiskamer I en huiskamer II, de gebruikersruimte en de methadonpost, de nachtopvang, de activiteiten, de begeleiding en de (medische)zorg. Over het algemeen genomen zijn de mensen die geïnterviewd zijn wel ingenomen met het MFC. Men heeft wel kritiek op de regels en de wijze waarop die gehanteerd worden, maar men heeft nu toch een vaste plek om naar toe te gaan, om te eten en om te slapen. Zeker als het straks weer kouder wordt. Ook de gebruikersruimte wordt door de drugsgebruikers gewaardeerd. De alcoholgebruikers missen een gebruikersruimte overdag. Zij kunnen weliswaar overdag bij het Kasteeltje terecht, maar daar mag geen alcohol gedronken worden. Zij zijn dan toch weer op de straat aangewezen. Hondenbezitters waarderen de komst van de kennels. Daarvoor kwamen zij niet naar het MFC omdat honden niet werden toegestaan. Alles ruimtes in het MFC zijn voor gemeenschappelijk gebruik. Men is er nooit alleen. De gebruikers van het MFC missen privacy, een plek waar zij zich terug kunnen trekken. In het MFC zijn twee huiskamers waar de bezoekers overdag kunnen zitten, lezen, andere mensen kunnen ontmoeten e.d. Huiskamer I is in principe voor drugsgebruikers en huiskamer II voor alcoholgebruikers. Deze laatste is pas vanaf 16.00 uur geopend. De huiskamers zijn sober ingericht. In huiskamer I is ook de uitgiftebalie voor de maaltijden. Huiskamer II is kleiner, wat gezelliger omdat er een bankstel staat, een plant en wat wandversiering. De bezoekers van huiskamer I zijn niet zo tevreden met de ruimte. Het is er niet gezellig en het is er vaak onrustig. De ruimte voorziet enerzijds in de behoefte dat de mensen ‘niet de straat op gaan’ in het kader van de zogenaamde ‘overlastbestrijding’, anderzijds is de ruimte niet erg uitnodigend om binnen te blijven. De bezoekers van huiskamer II zijn wel tevreden over de ruimte. Men is hier ‘onder elkaar’. Toegang tot de nachtopvang is zeer laagdrempelig. Wie van deze dienst gebruik maakt krijgt een bed toegewezen. Daarnaast kan men gebruik maken van de douche en deelnemen aan het ontbijt. In tegenstelling tot eerdere berichten blijkt de nachtopvang de laatste tijd vol te zitten. Men heeft zelfs mensen moeten weigeren omdat er geen plaats meer is. Van een ongestoorde nachtrust is niet altijd sprake. Het is er vaak onrustig. Het slapen van drugs- en alcoholgebruikers in één slaapruimte zorgt voor spanningen. Omdat de ramen uit veiligheidsoverwegingen niet open kunnen vindt men het er erg warm en het ruikt niet fris. (Op dit moment wordt er aan gewerkt dat de ramen open kunnen). Vrouwen vinden dat er onvoldoende privacy is. Het kunnen binnenkijken van de mannelijke nachtbewaking vindt men erg onplezierig.
35
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
De maaltijden zorgen voor het dagelijkse ritme van de ochtend, de middag en de avond. Gaan eten in het MFC versterkt de beleving dat het MFC de thuishaven is voor de grote groep dak- en thuislozen die zich ophouden in en rond de binnenstad van Nijmegen. Door de geïnterviewde bezoekers werden overwegend klachten geuit over het eten. Men vindt dat het te weinig gevarieerd is, of men vindt dat het te weinig is. Sommigen vinden het te duur. De gebruikersruimte en de methadonpost voorzien in een behoefte. Omdat er in het weekend wat langer geslapen mag worden moeten de methadongebruikers toch eerder opstaan omdat de openingstijden van de methadonpost dezelfde zijn als door de week. Daarover bestaat onvrede. Voor alcoholgebruikers is er tussen 10.00 en 16.00 uur in het MFC geen gebruikersruimte. Een dergelijke ruimte wordt node gemist. De bezoekers van het MFC kunnen deelnemen aan activiteiten als onderdeel van de dagbesteding. Dat kan in en rond het MFC. Er is een computerruimte en er is een atelier. Verder is er een fitness ruimte en op vrijdag kan men gaan zwemmen. Bij de geïnterviewde bezoekers van het MFC blijkt deelname aan de activiteiten niet al te groot te zijn. Wel heeft men goede herinneringen aan activiteiten zoals die indertijd door De Grift werden georganiseerd. Dat geldt ook voor feestavondjes die er vroeger wel waren. Het MFC heeft een Cliëntenraad waarin bezoekers van het MFC en het personeel zitten. Er is nog weinig vertrouwen in een goed functioneren en door personele wisselingen is er kennelijk geen continuïteit. Het Nijmeegs Daklozenoverleg (NDO), de Straatmensen en Kruispunt voorzien in de behoefte van de doelgroep voor wat betreft een heel concrete aanpak en benadering. Over het personeel is men in het algemeen tevreden. Er wordt een personeelstekort gesignaleerd en er wordt veel met uitzendkrachten gewerkt. De bezoekers van het MFC realiseren zich wel dat het personeel ook niet alles kan. Sommige bezoekers vinden dat ze kinderachtig behandeld worden Het duurt soms lang voordat begeleiding begint of het gaat te langzaam. Dat is vaak te wijten aan capaciteitsgebrek. Als de bezoekers van het Centrum ziek zijn, kunnen ze niet in bed blijven liggen. Iedereen moet naar beneden. Er is geen ziekenboeg. Artsen en verpleegkundigen kunnen wel ingeschakeld worden.
3.3
Conclusies en aanbevelingen Regels Er is kritiek op de regels binnen het MFC. Vooral op de wijze waarop ze toegepast worden. Dat geldt ook voor de toegepaste sancties. Dat draagt niet bij aan een goede sfeer binnen het MFC waardoor mensen dan weer liever voor ‘buiten zijn’ kiezen. Het is voor de bezoekers niet altijd duidelijk dat de leiding van het MFC soms ‘maatwerk’ moet leveren bij het handhaven van de regels en het toepassen van sancties.
36
Evaluatie MFC Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Aanbevelingen Met begrip voor de doelstellingen en uitgangspunten met betrekking tot de doelgroep die er mede toe geleid hebben bepaalde regels op te stellen worden de volgende voorstellen ter overweging gegeven: • een soepelere toepassing van de regels m.b.t. de tijden om naar boven te gaan overdag en ’s avonds, • het niet naar buiten mogen ‘s nachts • het toelaten van alcoholgebruikers tussen 10.00 uur en 16.00 uur • de openingstijden van de methadonpost in het weekend • een éénduidiger toepassing van regels en sancties. Opmerking: Er wordt op dit moment gewerkt aan het aanpassen van de openingtijden in het weekend van de methadonpost. Het gebruik van het MFC door én drugsgebruikers én alcoholgebruikers Het gebruik van het MFC door én drugsgebruikers én alcoholgebruikers wordt niet gezien als een belemmering om naar het MFC te gaan. Alcoholgebruikers willen echter ook tussen 10.00 uur en 16.00 uur in het MFC hun alcoholische dranken kunnen nuttigen. In het kader van overlastbestrijding wordt daarmee bereikt dat zij minder op straat hoeven te zijn om te gebruiken. Daarnaast willen zij binnen het MFC aparte slaapruimtes voor alcohol- en drugsgebruikers. Daar wordt weliswaar rekening mee gehouden, maar naar het gevoel van de mensen kennelijk niet genoeg. Aanbevelingen •
Gepleit wordt voor de openstelling van het MFC voor de alcoholgebruikers gelijk aan die van de drugsgebruikers
Opmerking: De openstelling van het MFC overdag (10.00 – 16.00 uur) voor alcoholgebruikers heeft consequenties voor de huisvesting. Huiskamer II is dan te klein. •
Aparte slaapruimtes alcoholgebruikers en drugsgebruikers zoveel als mogelijk realiseren
Wat vinden de gebruikers van het MFC De bezoekers zijn in het algemeen tevreden over het MFC. Men heeft een plaats om naar toe te gaan, te eten en te slapen, zeker als het straks kouder wordt. De huiskamers waar men overdag verblijft zijn sober ingericht. De bezoekers van het MFC vinden het niet gezellig en het is er vaak onrustig. Van een ongestoorde nachtrust is niet altijd sprake. Alcohol- en drugsgebruikers in een slaapruimte zorgt kennelijk voor spanningen. Het is er erg warm omdat de ramen niet open kunnen. De slaapruimtes kunnen niet voldoende gelucht worden. Dat zorgt eveneens voor onderlinge irritatie. Vrouwen missen privacy. De controle door mannelijk personeel ’s nachts vindt men vervelend.
37
Evaluatie MFC Wat vinden de bezoekers zelf van het MFC
De maaltijden zorgen voor een ochtend, middag en avondritme. Men vindt dat het te weinig gevarieerd is en dat het te weinig is. Er zou meer bekendheid aan de Cliëntenraad gegeven kunnen worden en meer gestructureerd plaats moeten vinden. Men heeft niet het gevoel dat er naar de bezoekers geluisterd wordt. Desondanks zijn er verschillende concrete maatregelen genomen op basis van advies door de Cliëntenraad. Over het aanwezige personeel is men tevreden. Er is te weinig capaciteit voor begeleiding. Soms duurt het erg lang of het gaat te langzaam. Wellicht moet men er nog aan wennen dat de maatschappelijk werker tijdens het dagelijkse spreekuur aanwezig is en niet op elk moment van de dag. Het MFC heeft geen ziekenboeg. Aanbevelingen •
Wellicht kan overwogen worden met beperkte middelen (verfje, verlichting, eigen werk uit het atelier) de ruimte iets huiselijker te maken. Een en ander zou in overleg met de bezoekers deel uit kunnen maken van de dagactiviteiten.
Opmerking: De huiskamers zijn sober ingericht omdat het gemakkelijk schoon te houden moet zijn. Om hygiënische reden is er daarom geen (gestoffeerd) bankstel geplaatst. Daarnaast zou er veel discussie ontstaan over wie er wel en niet op de bank mogen. In het verleden zijn er b.v. wel wandversieringen geweest maar die verdwenen na verloop van tijd. •
Meer ventilatie c.q. het kunnen openen van de ramen in het slaapgedeelte.
Opmerking: Volgens een Gemeentelijke Verordening moeten de ramen dicht. Op dit moment wordt er aan gewerkt om dit te wijzigen. •
Vrouwen inzetten in de nachtbewaking.
•
Meer variatie (b.v. ander beleg) en rekening houden met grote en kleine eters.
Opmerking: Dit laatste punt is inmiddels gerealiseerd. •
Informatie over en duidelijk herkenbare positionering van de Cliëntenraad. De in de afgelopen periode bereikte resultaten zijn bij het personeel meer bekend dan bij de bezoekers van het MFC.
•
De aanwezigheid van een ziekenboeg in het MFC.
Opmerking: Een beperkte voorziening is er wel. Deze bestaat uit 2 bedden.
38
Evaluatie MFC Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
39
Evaluatie Multifunctioneel Centrum 2005
Op maandag 1 maart 2004 opende het Multifunctionele Centrum (MFC) voor verslaafde dak- en thuislozen zijn deuren aan de Schevichavenstraat 12 in Nijmegen. Het MFC wordt geëxploiteerd door de Grift, Gelders Centrum voor verslavingszorg, en door Arcuris Maatschappelijke Opvang. Dit verslag is een samenvatting van de evaluatie van het MFC die door de Grift in eigen beheer is uitgevoerd in augustus 2005.
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
3
2.
Evaluatie doelstellingen
4
3.
Doelgroepen
4
4.
Bezetting
6
4.1 Dagopvang drugsverslaafden
6
4.2 Dagopvang alcoholverslaafden
7
4.3 Gebruiksruimten
7
4.4 Nachtopvang
8
4.5 Dagbesteding
8
5.
Methadon en medische verzorging
8
6.
Maatschappelijk werk en casemanagement
9
7.
Personeel
9
8.
Accommodatie
10
9.
Administratieve en financiële organisatie
10
10. Omgeving
11
11. Ketenpartijen en andere externe contacten
11
12 Conclusies en aanbevelingen
12
13. Nawoord (door Willem Teering, regiomanager Zuid, de Grift)
13
2
1. Inleiding Op maandag 1 maart 2004 opende het Multifunctionele Centrum (MFC) voor verslaafde daken thuislozen zijn deuren aan de Schevichavenstraat 12. Het MFC wordt geëxploiteerd door de Grift, Gelders Centrum voor verslavingszorg, en door Arcuris Maatschappelijke Opvang. Dit verslag is een samenvatting van de evaluatie van het MFC die door de Grift in eigen beheer is uitgevoerd in augustus 2005. De uitkomsten van de evaluatie zijn gebaseerd op interviews met medewerkers uit alle lagen van het MFC. Het onderzoek is uitgevoerd door een externe organisatieadviseur. Het MFC staat er inmiddels al weer zo’n anderhalf jaar en is zijn aanloopperikelen te boven. De aanloop tot en de start van het MFC zijn niet altijd even gemakkelijk geweest. Veel aandacht ging aanvankelijk naar de huisvesting, naar de omgeving, de weerstand en niet in de laatste plaats naar de krappe financiële situatie. Nieuwe besluiten vroegen om nieuwe standpunten en beleidsafspraken, zoals de overgang van het inloopcentrum aan de Mr. Frankenstraat (van de Grift) naar het MFC en de opzet van een dagbestedingcentrum in de gymzaal van de accommodatie. In deze meer externe ontwikkeling van het MFC was er amper tijd en energie om het interne beleid van het MFC op te zetten. In de anderhalf jaar dat het MFC draait, zijn enkele zaken niet goed gegaan. Er gaan nog steeds zaken niet goed, maar de evaluatie laat zien dat slechts enkele onderdelen om verbetering of beleidskeuzes vragen. Het is vooral aan de inzet en standvastigheid van de medewerkers van het MFC te danken dat er inmiddels een centrum staat, dat als geheel voldoet aan de meeste doelstellingen. Dit blijkt ook uit cijfers van externe metingen. Een evaluatie is een momentopname. Daar waar het evaluatieverslag zegt, dat er veranderingen gewenst worden, kan dat inmiddels door de praktijk alweer achterhaald zijn. Aan het eind van deze samenvatting staan enkele aanbevelingen, die uit de evaluatie naar voren zijn gekomen.
J. Klievink, organisatieadviseur M. Kraan, regiodirecteur Arcuris W. Teering, regiomanager Zuid, de Grift
De gebeurtenissen in en rond het MFC worden in de gaten gehouden door het personeel vanuit de ‘Vissenkom’. In de Vissenkom staan ook beeldschernen die de beelden van de camera’s tonen.
3
2. Evaluatie doelstellingen Het MFC kent drie doelstellingen: terugdringing van overlast, bieden van onderdak, en bieden van zorg. - Terugdringen van overlast In het algemeen kan worden gesteld dat de overlast kort na de ingebruikname van het MFC een dalende lijn ingezet heeft. Begin 2005 werd een stabiel niveau bereikt. Vanaf dat moment is er soms een lichte toename van overlast op het ene terrein en een daling op het andere terrein en omgekeerd, bijvoorbeeld diefstal en straatslapen. Uit cijfers blijkt dat nog geen 15% van de cliënten veroorzaker is van (criminele) overlast. - Bieden van onderdak De primaire functie van het MFC in de dagelijkse praktijk is het voorzien in bad, bed en brood en bevrediging van de verslavingsbehoefte. De doelstelling is om de voorzieningen zo laagdrempelig mogelijk aan te bieden. Een goede opvang verhoudt zich rechtstreeks met de terugdringing van overlast. De opvangdoelstelling wordt gehaald, maar de opvang is vooralsnog erg gericht op handhaving en bestrijding van overlast. Daar gaat veel energie in zitten. - Bieden van zorg De zorgdoelstelling is ingebouwd in de structuur van het MFC. Er wordt zo veel mogelijk aandacht besteed aan de gezondheid, het verslavingsgedrag en de conditie van de cliënten. Maar met enkele aanpassingen kan de zorg op sommige terreinen beter worden.
Het MFC beschikt tegenwoordig over een kennel. Cliënten kunnen hun hond meenemen naar de opvang.
3. Doelgroepen In 1999 werden ongeveer honderd personen als overlastgevende dak- en thuislozen rond het stadscentrum gedefinieerd (rapportage gemeente Nijmegen). In 2003 voerden de Grift en Arcuris een kwantitatief onderzoek uit. Toen werden 145 feitelijk geregistreerde daklozen geteld, van wie 84 harddrugsgebruikers, 24 alcoholverslaafden en/of 21 psychiatrisch zieken. In een tweede onderzoek (oktober 2003) werden 190 dak- en thuislozen geregistreerd (in ongeveer dezelfde verhoudingen drugs, alcohol en psychiatrisch als het eerste onderzoek in 2003). De ernst van de problemen neemt toe. De moeilijkste doelgroep zijn de (thuisloze) dubbele diagnosecliënten. Zij veroorzaken de meeste overlast en zouden zo snel mogelijk doorgeplaatst moeten worden naar elders. Helaas zijn er geen doorplaatsmogelijkheden.
4
Redenen voor doelgroepen om niet in het MFC te verblijven: Seizoeninvloeden zijn er altijd in de maatschappelijke opvang. De zomer nodigt meer uit tot buiten slapen dan de winter. Onder andere daardoor heeft het MFC in de beginperiode niet altijd de maximale bezetting gehaald. In de bezettingscijfers speelt de Nunn, Nachtopvang uit Noodzaak Nijmegen, eveneens een rol. In de Nunn worden cliënten toegelaten waarbij geen sprake is van zorgbegeleiding. Diegenen die wel zorg behoeven, en vaak ook lastig of onhandelbaar zijn, worden doorverwezen naar het MFC. De beeldvorming over het MFC bij de doelgroep is daarom minder positief. Andere redenen die genoemd worden door degenen die niet willen komen zijn: te duur, te crimineel, te streng en te veel agressie. Misschien heeft het MFC in aanvang toch te veel regels ingesteld. Deze zijn in de loop der tijd ook nog toegenomen onder druk van problemen met de handhaving. Nu het MFC stabieler is, kan het aantal regels en de zwaarte ervan, onder de loep genomen worden en misschien verminderd. Niet dat daarmee de hele doelgroep binnen gehaald kan worden, maar misschien dat sommige drempels toch iets meer geslecht worden. Voor het overige zal men (beleidsmakers, gemeente) zich moeten blijven realiseren dat het MFC niet de ultieme opvang is voor iedereen. Een deel van de alcoholverslaafden zal de opvang blijven mijden, een deel van de drugsverslaafden ook. Beide groepen uit angst voor meer negatieve invloed op hun gedrag. Een deel kan niet met de regelgeving omgaan, hoe laagdrempelig het MFC ook wil zijn. Conclusie zou kunnen zijn dat het MFC moet blijven streven naar maximale functionaliteit in een integrale aanpak, in de wetenschap dat een deel van de groep niet bereikt zal worden. Toch zal de behoefte aan het MFC onverminderd groot blijven. Daarom zal de doorstroom soepeler moeten worden, teneinde verstopping te voorkomen, zowel voor de lichtere als de zwaarste zorgvragers. Er is een voorziening voor lichtere opvangvarianten gewenst om de doorstroom te bevorderen.
De huiskamer van de alcoholopvang biedt plek aan ten hoogste 10 mensen.
5
4. Bezetting Het MFC kent verschillende afdelingen die allemaal zijn geëvalueerd. In de onderstaande grafiek leest u de bezetting in bezoeken van cliënten in de eerste twintig weken van 2005 van de verschillende afdelingen van het MFC. De twintig weken zijn opgedeeld in vijf periodes van vier weken. In de volgende paragrafen van dit hoofdstuk wordt de bezetting van de afdelingen verder toegelicht.
Bezetting afdelingen MFC begin 2005 4000
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0 Dagopvang
Nachtopvang
Rookruimte
Spuitruimte
Periode 1 Periode 4
Periode 2 Periode 5
Periode 3
Maaltijden
Activiteiten
4.1 Dagopvang drugsverslaafden Zoals gemeld zijn de medewerkers van de dagopvang vooral bezig met handhaving en organiseren. Activiteiten komen te weinig aan bod. Ook zorgverlening krijgt noodgedwongen niet de volle aandacht. Veel personeelsinzet gaat naar de gebruiksruimte en de uitgifte van de maaltijden. Daarnaast zijn de openingstijden langer dan oorspronkelijk gepland. De nachtopvang gaat pas om 22.00 uur open (in plaats van 20.00 uur). Daarom is het ‘s avonds volle bak. Het blijkt moeilijk om gesprekjes aan te knopen met bezoekers. De aandacht gaat uit naar toezicht en voorkomen en beheersing van conflicten. Daar staan medewerkers vaak alleen voor, of met hooguit een collega.
6
Het zorgbeleid komt dus nog niet voldoende van de grond. Daarvoor worden verschillende redenen genoemd. Bijvoorbeeld ‘te weinig personeel’, maar ook: onduidelijke sturing, te veel beslissers en de afstemming met het maatschappelijk werk. Ook wisseling van personeel is een belangrijke factor. 4.2 Dagopvang alcoholverslaafden De planning ging uit van vijftien deelnemers in de alcoholopvang. De huiskamer kan echter aan ten hoogste tien mensen opvang bieden. Sinds de start is duidelijk geworden dat de alcoholopvang wel degelijk betekenis heeft, maar zoekende is naar een goede afstemming op de doelgroep. Duidelijk is ook dat binnen de groep alcoholverslaafden geen cohesie bestaat. Sommigen zijn bang voor elkaar of voor bepaalde drugsverslaafden. Deze groep vermijdt de opvang, wel of geen aparte alcoholopvang. Toch voorziet de alcoholopvang wel degelijk in een behoefte, al is het van kleine omvang. Zeven mensen bezoeken het MFC regelmatig, bijna dagelijks. De accommodatie is niet geschikt voor de oorspronkelijke beoogde groepsomvang (vijftien cliënten). Daarnaast blijft het lastig dat er slechts één toegang is tot de alcoholopvang: via de voordeur en portier door de ruimte van drugsopvang naar de opvang voor alcoholverslaafden. Dit heeft een afstotende werking. 4.3 Gebruiksruimten (roken en spuiten) De doelstelling en opzet van de gebruiksruimte blijken in de praktijk nog steeds van toepassing, op enkele kleine wijzigingen na. Het personeel heeft soms te weinig introductie gehad over hoe ze met de gebruiksruimte moeten omgaan. Ook de basiskennis over verslavingsgedrag ontbreekt bij (vooral nieuwe) medewerkers. Daarom is aanpassing van het introductieprogramma noodzakelijk. Uit de cijfers, maar ook uit de mening van geïnterviewden, blijkt een toename van spuitgedrag en vermindering van rookgedrag. Liever gezegd: de spuitruimte wordt frequenter bezocht, vooral door dezelfde cliënten. Het aanbieden van een voorziening om te gebruiken, leidt dus tot intensivering van gebruik. Dit verschijnsel wordt zoveel mogelijk tegengegaan. Waarbij niet uit het oog verloren moet worden dat de gebruiksruimte ook een middel is om tot hulpverlening te komen, omdat gebruik van cliënten zichtbaar en meetbaar is.
Cliënten van het MFC kunnen in een speciale ruimte hun creatieve ‘talenten’ ontplooien, zoals bijvoorbeeld schilderen.
7
4.4 Nachtopvang De capaciteit van de nachtopvang is zoals voorzien veertig bedden. Daarvan zijn er 34 voor mannen en zes voor vrouwen. Na een vrij lange aanlooptijd blijkt de bezetting van de capaciteit stabiel. Er zijn twee ziekenbedden en er zijn twee crisisbedden waar de politie kan plaatsen. Dit is conform de oorspronkelijke plannen. De regels voor toelating zijn in de loop van het eerste jaar gewijzigd. Er is sprake van een versnelde toelating. Oorspronkelijk werden mensen pas toegelaten na screening door de Grift. Dat duurde dagen, soms nog langer. Tegenwoordig worden cliënten eerst toegelaten, dan volgt later de screening. Door toelating van nog niet gescreende bezoekers is er een soort ‘passantenafdeling’ ontstaan binnen de nachtopvang. Voor de rest van de doelgroep in feite de vaste klanten - is de maximale verblijfsduur verlengd tot drie maanden met mogelijkheden tot verlenging. De nachtopvang is inmiddels een stabiele afdeling geworden, al ontstaan er steeds enkele praktische vragen die opnieuw beantwoord moeten worden. Bijvoorbeeld op het gebied van omgaan met uitslapen, participatie van bezoekers in huishoudelijke activiteiten, hospitalisatie, schorsingsbeleid en dergelijke. 4.5 Dagbesteding In de maatschappelijke opvang geldt het principe: alleen een bad, bed en brood hebben weinig zin als daar de elementen verzorging en maatschappelijke rehabilitatie niet aan zijn toegevoegd. Dagbesteding in het MFC zou zeker in een behoefte voorzien, zo bleek onder andere uit een enquête die voor de opening van het MFC onder de doelgroep is gehouden. Uit de dagelijkse praktijk van dit moment blijkt echter dat de bezoekers van het MFC toch moeilijk zijn te motiveren tot de meeste activiteiten. Een enkeling wil wel klusjes in huis doen en een paar cliënten gaan naar andere activeringsprogramma’s. Samen met daklozen die komen ‘werken’ in opdracht van de Sociale Dienst van Nijmegen nemen ze deel aan activiteiten zoals schilderen, tekenen, en wassen. Voor de activiteiten wordt geen vergoeding gegeven, terwijl dat bij activering bij andere integratieprojecten wel het geval is, zoals stichting Dagloon. Dus wie ook maar enigszins gemotiveerd is tot dagbesteding of een vorm van arbeid meldt zich daar en niet bij de activering van het MFC. Deze vorm van concurrentie werkt contraproductief en demotiverend voor cliënten van het MFC. Het aanbod is desondanks in ontwikkeling. Er is een redelijk lopend wasserijproject en er is een succesvol aanbod voor fitness in de avonduren. Daarnaast zijn er nog meer activiteiten in de avonduren, zoals schilderen en het internetcafé. Internet biedt onder andere mogelijkheden om te e-mailen, chatten of familiecontacten te onderhouden. Toezicht is noodzakelijk. 5. Methadon en medische verzorging Doordat kort voor de opening van het MFC besloten is om de Griftactiviteiten van de Mr. Frankenstraat te verplaatsen naar het MFC, komen andere klanten aan de deur dan alleen MFC-klanten. Zowel het spreekuur van de methadonarts als de methadonverstrekking aan niet-MFC-klanten zijn nu in het MFC ondergebracht. Dit leidt tot vermenging van cliënten en soms negatieve beïnvloeding. Voor het overige verloopt de methadon volgens planning, evenals de medische zorg, hoewel enkele aanpassingen wenselijk zijn. Er is een toename en intensivering van spuitgedrag, en ook het aantal cokeverslaafden is toegenomen. Dit is een lastige trend, omdat cokeverslaafden zich anders gedragen dan
8
heroïneverslaafden. Deze cliënten zijn minder gemakkelijk in beeld te krijgen, terwijl ze een moeilijke doelgroep vormen. 6. Maatschappelijk werk en casemanagement De sociaal-maatschappelijke begeleiding van de cliënten is in handen van maatschappelijk werkers van het Vangnetteam (casemanagers). Het Vangnetteam is bedoeld voor een bredere doelgroep (ook niet MFC-cliënten) en stemt de zorg af met externe zorgaanbieders. Het is wenselijk dat het casemanagement directer wordt betrokken in het werk op de vloer van het MFC, en vise versa. Hiervoor zijn voorstellen gedaan.
De toezichthouders van het MFC zijn tegenwoordig goed herkenbaar aan een blauwe jas met daarop ‘toezicht’ gedrukt.
7. Personeel Uit de evaluatie kan de conclusie getrokken worden dat de formatie voldoende is, alleen is er enige zorg of er voldoende toezichthouders zijn. In de loop van het jaar is besloten om de (ingehuurde) toezichthouders in de eigen formatie op te nemen. Toezicht moet doelstelling nummer één blijven van deze club medewerkers. Het werk in het MFC is zwaar, maar het personeel werkt er graag. De cijfers van het ziekteverzuim leren dat het verzuim vergelijkbaar is met de meeste andere afdelingen bij de Grift, hoewel het langdurig verzuim wel hoog is. Dat ligt overigens niet aan de werkdruk. Een deel van het personeel - van de nachtopvang en van de alcoholopvang - is in dienst van Arcuris. De scheiding tussen de Grift en Arcuris is aan het verwateren. In de dagelijkse praktijk ontstaat er steeds meer onderlinge afstemming en arbeidsinzet. Sommige arbo-zaken laten te wensen over (te hete verwarming, achterstallige schoonmaak, slechte ventilatie).
9
8. Accommodatie Het pand voldoet op een aantal aspecten niet in de huidige dagelijkse praktijk. Er kan bijvoorbeeld niet geventileerd worden. Alleen in het trappenhuis zit één raam dat open kan, verder kan er in het gebouw geen enkel raam open. Op de bovenverdieping leidt dat tot een onaangenaam of soms onaanvaardbaar werk- en leefklimaat. De logistiek voldoet niet helemaal, bijvoorbeeld de entreemogelijkheden zijn te vrijblijvend. Er glippen nu te vaak mensen door die niet in het MFC horen, bijvoorbeeld handelaren, nietverslaafden en zogenaamde passanten. Soms glippen mensen naar de gebruiksruimten. Voor deze ongewenste verschijnselen kunnen twee maatregelen worden getroffen. Ten eerste de voordeur dicht, alleen te openen vanuit de portiersloge. De tweede maatregel betreft de toegang van de dagbesteding. Deze toegang kan buitenom gelegd worden, via het parkeerterrein. De cameracontrole werkt naar behoren. 9. Administratieve en financiële organisatie Alle bezoekers van het MFC worden geregistreerd. Op lijsten wordt geregistreerd hoe vaak een bezoeker de dagopvang bezoekt (meerder malen per dag is mogelijk, maximaal één keer per dagdeel wordt aangekruist). Daarnaast wordt geregistreerd of de bezoekers deelnemen aan maaltijden of activiteiten, de gebruiksruimte bezoeken of gebruik maken van de nachtopvang. Dit systeem levert de benodigde informatie voor het management, de gemeente en het zorgkantoor (AWBZ). Het is een arbeidsintensieve methode die geen informatie verschaft over de bezettingsgraad van het MFC. Het telt alleen het aantal cliënten per dagdeel, maar niet het aantal bezoeken. In het MFC gelden verschillende reglementen: huisregels, gebruik en quota drank, prik- en spuitregels, toegang en schorsing en protocollen voor de methadon, de gebruiksruimte en infectiebeleid. Aanbevolen wordt om de regels op te slaan in een voor iedereen hanteerbaar naslagwerk. Hier wordt inmiddels aan gewerkt (handboek MFC).
Eén van de onderdelen van het dagacititeitenaabod van het MFC is het Internetcafé.
10
10.
Omgeving
De vermindering van de overlast in Nijmegen is vanaf de opening van het MFC in gang gezet. In de loop van 2005 is een stabilisatiepunt bereikt, verdere vermindering valt zonder extra maatregelen niet te verwachten. De overlast hangt onder andere af van de mate van detentie van sommige probleemgevende zwaargewichten. Al eerder is geconstateerd dat de overlast door nog geen 15% van de daklozen wordt veroorzaakt. Aanbevolen wordt om in overleg met politie, gemeente en MFC gericht beleid te ontwikkelen voor de aanpak van deze ‘harde kern’. In de onderstaande tabel leest u het aantal meldingen van klachten en processen verbaal (geregistreerd door de gemeente) eigen signaleren van overlast en aanhoudingen.
Ontvangen meldingen meldpunt Ontvangen klachten meldpunt Ontvangen klachten politie Eigen signaleringen politie Eigen signaleringen stadstoezicht MFC Eigen signaleringen stadstoezicht Parken Eigen signaleringen MFC Aantal verbalen (exclusief “Parken”) Politie én Stadstoezicht opgeteld Aantal verbalen “Parken” (Stadstoezicht) Aantal aanhoudingen Aantal gebiedsontzeggingen
sept 30 35 63 118 106
okt 21 25 49 31 95
nov 18 20 52 18 60
dec 6 8 53 2 56
jan 12 14 34 15 52
febr 26 26 64 4 55
maart 14 14 50 30 47
75
67
41
19
0
0
0
26 243
10 155
8 111
9 68
13 88
4 80
5 106
66
67
40
17
0
0
0
59 20
26 2
25 3
24 10
21 5
21 5
37 11
Het MFC is alleen verantwoordelijk voor de veiligheid in het pand en direct om het gebouw. Politie en Bureau Toezicht menen dat er geen toezichthouders meer zichtbaar zijn. Toezichthouders zouden nadrukkelijker (meer zichtbaar) aanwezig moeten zijn. Het beleid is inmiddels aangepast. De veiligheid in het gebouw is goed. Er hebben zich geen incidenten voorgedaan door gebrekkige veiligheid. Verminderd toezicht heeft het gevoel van onveiligheid bij enkele medewerkers vergroot. 11.
Ketenpartijen en andere externe contacten
Het MFC heeft in de dagelijkse praktijk weinig rechtstreeks te maken met GGZ, GGD, Passade en RIBW, maar wel veel met meldpunten van het Vangnetteam, waarin deze partijen vertegenwoordigd zijn. Met partijen die dichter bij de doelgroep staan (Arcuris, NuNN en het straatpastoraat) is veelvuldig overleg. Vanaf het begin - toen de eerste plannen over een sluitende keten binnen de gemeente Nijmegen gemaakt werden - beseften de beleidsmakers dat de complexe problematiek van de doelgroep alleen aangepakt kan worden met een pakket van maatregelen dat op elkaar is afgestemd. Zo zou er naast het MFC onder andere een sociaal pension komen. In de gemeenteraad werd het belang van een goede door- en uitstroom van cliënten van het MFC ook erkend. Mede daarom is het bestaan van een sociaal pension en vergelijkbare doorstroommogelijkheden dringend gewenst. Het is nog niet zover.
11
12.
Conclusies en aanbevelingen
Twee belangrijke conclusies uit de evaluatie van het MFC: - Het MFC staat er na ruim anderhalf jaar. De meeste kinderziektes zijn overwonnen. Er is sprake van stabilisatie en de meeste doelstellingen worden gehaald. De cijfers geven een duidelijke reductie aan van veel vormen van overlast. De meeste cliënten zijn in beeld, velen ontvangen zorg vanuit het MFC. Verbeteringen worden ingevoerd. - Naarmate het MFC langer en beter functioneert, neemt de behoefte aan de voorziening verder toe. Er komen steeds nieuwe buitenslapers bij (instroom), maar de capaciteit van het MFC zal een keer verstopt raken vanwege gebrekkige uitstroom. Daarom is een eigen verlengstuk van het MFC dringend gewenst, speciaal voor mensen die hospitaliseren in het MFC en zich inmiddels een beetje aan afspraken kunnen houden. Voor deze mensen zou een vorm van begeleid wonen opgezet moeten worden. Enkele aanbevelingen uit de evaluatie zijn ook het vermelden waard. Sommige zijn inmiddels overgenomen en ingevoerd. -
-
-
Aanbevolen wordt de begeleiding van enkele vaste cliënten toe te vertrouwen aan medewerkers in de opvang. Alle vaste cliënten zullen een persoonlijk begeleider krijgen. Bovendien gaan de medewerkers in vier vaste teams werken, waarin de cliënten in een groter verband besproken gaan worden. Naar aanleiding van de evaluatie MFC is de behandelcoördinator verantwoordelijk voor de bespreking van de zorgplannen en de deelzorgplannen. Voor de coördinatie van deelzorgplannen in het dagelijks werk zijn twee senior medewerkers aangesteld. Een verdere integratie van medewerkers van de alcoholopvang en van de nachtopvang in de rest van het MFC is wenselijk. Het is belangrijk dat er een goed introductieprogramma komt voor nieuwe medewerkers. Het is nodig om op korte termijn aanpassingen aan het pand te realiseren. Tot slot van deze samenvatting wordt aanbevolen een organisatorische splitsing te realiseren tussen de activiteiten binnenshuis voor cliënten van het MFC en de activiteiten die gericht zijn op arbeidsgewenning en arbeidservaring voor een bredere doelgroep (ook niet-cliënten van het MFC).
De fitnessruimte is populair bij cliënten van het MFC. In de avonduren wordt veervuldig gebruik gemaakt van de apparatuur.
12
13.
Nawoord
Al doende leren… ‘Al doende leren’. Deze uitdrukking kwam in me op, toen ik nadacht over de afgelopen anderhalf jaar waarin het Multifunctionele Centrum nu draait. Een periode waarin de Grift en Arcuris een bijzondere grootschalige voorziening hebben neergezet voor verslaafde dak- en thuislozen. Maar vooral een periode waarin we veel geleerd hebben. Niet in de laatste plaats van de doelgroep zelf. Als het goed is, heeft u net de inhoud van dit verslag gelezen: de samenvatting van de evaluatie MFC dat we in eigen beheer hebben uitgevoerd. Ook de evaluatie hebben we uitgevoerd om van te leren. Het MFC is een voorziening die nauwelijks haar aanloopperikelen te boven is. En ook al zijn we ‘specialist’ in omgaan met verslavingsproblematiek: de zorg kan altijd beter. We hopen dan ook het functioneren van het MFC verder te optimaliseren met de uitkomsten van het onderzoek. Van medewerkers hebben we ondertussen geleerd dat bepaalde zorgprocessen beter kunnen. Door hun signalen krijgen alle vaste cliënten een vaste persoonlijk begeleider, worden de deelzorgplannen voortaan gecoördineerd door twee senior maatschappelijk werkers en zal de samenwerking tussen medewerkers van Arcuris en De Grift beter op elkaar afgestemd worden. Van overige instanties hebben we onder andere geleerd dat we samen overlast - die de doelgroep soms helaas veroorzaakt - kunnen beperken. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met onder andere gemeente Nijmegen, Stadstoezicht, gemeentepolitie Nijmegen en buurtbewoners. Door signalen uit Buurt Beheer Groep zitten we bovenop de overlast en kunnen we snel ingrijpen. Ook dat zijn leermomenten. Zoals gezegd hebben we niet in de laatste plaats veel geleerd van de doelgroep zelf. Van hen kregen we individuele vragen maar ook signalen uit het NDO. In de loop van de afgelopen anderhalf jaar hebben we vooral geprobeerd in te spelen op hun behoeftes. Daarom zijn er tegenwoordig kamers voor koppels in het MFC en heeft de voorziening een hondenkennel. Al doende leren dus… Ongetwijfeld zullen en kunnen we nog een hoop bijleren de komende tijd. Maar we moeten niet vergeten dat we al heel wat bereikt hebben. Door de grootschalige multifunctionele opzet is het MFC van toegevoegde waarde voor de verslavingszorg. Mede daarom staat er nu een voorziening die grotendeels voldoet in de behoeftes van de hele Nijmeegse bevolking, met name in de behoeftes van onze cliënten. En daar mogen we met z’n allen best trots op zijn! Willem Teering, regiomanager Zuid, de Grift
13