Directie Bestuursstaf
Ingekomen stuk D3
Veiligheid
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Telefoon
(024) 329 91 11
Telefax
(024) 323 59 92
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Contactpersoon
7 maart 2007
Datum uw brief
K400/07.0002431
Roel van den Brand
Onderwerp
Aantal bijlagen
Doorkiesnummer
Aanpak fietsendiefstal
1
3299317
Geachte leden van de raad, Begin 2006 heeft ons college een voortgangsbrief aan u gezonden betreffende de aanpak van fietsendiefstal (kenmerk K400/06.0001654). Aanleiding was het PvdA initiatiefvoorstel ‘Blijf met je poten van mijn fiets af; een Nijmeegs aanvalsplan tegen fietsendiefstal’. In genoemde brief van ons college is een aantal stappen aangekondigd. In deze brief informeren wij u over de actuele stand van zaken en het vervolg. Cijfers Het aantal aangiften van fietsendiefstal in Nijmegen is het afgelopen jaar licht gestegen ten opzichte van 2005. Het ophelderingspercentage (dader gevonden) is licht gedaald met 0,4%. Aangiften opgenomen Werkgebied Nijmegen
www.nijmegen.nl
Diefstal fiets
2001 3406
2002 4798
2003 4050
2004 3285
2005 2855
Aan de Raad fietsdiefstal 27 feb 20072.doc
2006 2981
Gemeente Nijmegen Directie Bestuursstaf Veiligheid
Vervolgvel
1
Diefstal fiets Diefstal fiets
Aangifte opgenomen Percentage opgehelderd
2002
2003
2004
2005
2006
4798
4050
3285
2855
2981
1%
3,1%
4,0%
4,6%
4,2%
Positief is dat het aantal internetaangiften opnieuw sterk is gestegen met 10%, waarmee van het totaal aantal aangiften van fietsendiefstal het merendeel nu via internet gebeurt. Diefstal fiets Aangifte opgenomen Internetaangifte % internetaangifte
2004
2005
2006
3285 1099
2855 1338
2981 1699
33%
47%
57%
Op vijf locaties in het centrum worden volgens tellingen van de politie de meeste fietsen gestolen. De aantallen op deze zogenaamde ‘hotspots’ (risicoplekken) zijn als volgt: Aangiften fietsendiefstal Hotspots Nijmegen Locatie Bisschop Hamerstraat Marienburg (inclusief Marienburgsestraat) Molenstraat Plein 1944 Stationsplein Totaal
2005 2006 Verschil 39 21 -18 107 139 32 78 90 12 64 64 0 142 209 67 430 523 93
Hoewel de veranderingen in aantal en opheldering gering zijn, en nog niet gesproken kan worden van een breuk met de positieve trend tussen 2003 en 2005, worden naar de mening van ons college nog teveel fietsen gestolen. De negatieve trend op de hotspots willen we keren. In het onderstaande zetten we uiteen hoe we de fietsendiefstal willen tegengaan, aansluitend bij eerder gezette stappen. Opsporing: ‘Groningse methode’ en lokfiets In onze vorige brief (kenmerk K400/06.0001654) zijn de argumenten van de gezagsdriehoek verwoord om de ‘Groningse methode’ als opsporingstechniek te verkiezen boven de lokfiets: agenten herkennen gestolen fietsen op straat aan de hand van uiterlijke kenmerken en houden houders van deze
www.nijmegen.nl
Aan de Raad fietsdiefstal 27 feb 20072.doc
Gemeente Nijmegen Directie Bestuursstaf Veiligheid
Vervolgvel
2
fietsen aan op verdenking van heling. Naar aanleiding van recente jurisprudentie heeft de politie van Nijmegen nader onderzoek gedaan naar de exacte werkwijze bij het inzetten van de lokfiets in Dordrecht. De inzet van de lokfiets als opsporingsmiddel is opnieuw besproken in de Nijmeegse gezagsdriehoek van 31 januari 2007, met als uitkomst dat in 2007 een proef zal worden gehouden met één lokfiets om fietsendieven in Nijmegen op te sporen. Hotspots (ricicoplekken): klemmen, verlichting en toezicht Zoals aangekondigd (K400/06.0001654 onder ‘risicoplekken’) heeft de politie voor bovenstaande vijf locaties waar de meeste fietsen worden gestolen een analyse en advies gegeven. Op basis daarvan is in overleg met de politie, de Fietsersbond en de betrokken gemeentelijke afdelingen een reeks (fysieke) verbetermaatregelen benoemd: duidelijker bewegwijzering naar bewaakte stallingen, veiliger fietsklemmen met aanbindmogelijkheid, betere verlichting. De afdeling Stadswerken heeft de kosten van deze maatregelen inzichtelijk gemaakt. De betere fietsklemmen betreffen met name Plein 1944 en de Van Schaeck Mathonsingel. Onderzocht wordt binnen het programma Openbare Ruimte op welke wijze veiliger fietsklemmen met ‘aanbindmogelijkheid’ op de risicoplekken voor fietsdiefstal en een betere bewegwijzering financieel gerealiseerd kunnen worden. Het benodigde bedrag is € 225.000,-. De verlichtingsmaatregelen betreffen met name de Bisschop Hamerstraat en de Mariënburgsestraat ter hoogte van Lux. Het benodigde bedrag van € 14000,- is naar verwachting te vinden binnen het lopende budget voor Verlichting Binnenstad en de gelden voor Meer Licht tegen sociale onveiligheid. Na de realisatie van de nieuwe stalling op het Stationsplein met verhoogde stallingcapaciteit zal naar verwachting de fietsendiefstal op deze hotspot kunnen afnemen. Deze nieuwe stalling wordt voorzien van cameratoezicht. Het cameratoezicht, dat plaats kan vinden in fietsenstallingen is te vergelijken met het cameratoezicht in parkeergarages. De beelden kunnen achteraf worden bekeken op grond van bijvoorbeeld aangiften. Het beheer van de beelden berust bij de gemeentelijke Verkeers Management Centrale. Bij een besluit van uw raad op 20 december 2006 (255/2006) omtrent de herverdeling van middelen uit het budget Integrale Veiligheid, is voor 2007, 2008 en 2009 € 50.000,- per jaar gereserveerd voor de aanpak van fietsendiefstal-hotspots. Ons college wil deze gelden aanwenden als stimuleringsmiddelen voor een campagne ter vergroting van de aangiftebereidheid en gedrag van fietsers (‘fiets vastbinden’) en gerichte handhaving op risicoplekken.
www.nijmegen.nl
Aan de Raad fietsdiefstal 27 feb 20072.doc
Gemeente Nijmegen Directie Bestuursstaf Veiligheid
Vervolgvel
3
Gedragscode en postcode graveren De landelijke gedragscode ‘Wij (ver)kopen geen gestolen fietsen’, die door de BOVAG ontwikkeld is in samenwerking met de Fietsersbond, is reeds bij alle Nijmeegse leden onder de aandacht. Naar de mening van ons college zouden alle Nijmeegse fietsenbedrijven zich moeten committeren aan deze gedragscode. Een eenmalige aanbieding van de gedragscode heeft daarom niet onze voorkeur. Binnen de aanpak van fietsendiefstal is de branche ook op de langere termijn een noodzakelijke schakel. Dat betekent ten eerste, dat we de gedragscode willen inzetten in samenhang met de publiekscampagne (zie onder) en het stimuleren van voorlichting aan klanten door de branche zelf. Ten tweede betekent het aanspreken van de branche naar onze opvatting ook, dat politie en gemeente de handhavende taak op orde hebben: de controle op de handelsregisters (volgens het Wetboek van Strafvordering en de gemeentelijke helingverordening) en de registratie en terugbezorging van gestolen fietsen. Voor de zomer zullen bezoeken worden gebracht aan alle plusminus 30 Nijmeegse fietsenbedrijven. Tijdens die bezoeken wordt de gedragscode aangeboden met het verzoek te verklaren deze te hanteren. Bij die aanbieding zal ook het graveren van postcodes als effectief middel voor de registratie van tweedehands fietsen onder de aandacht worden gebracht. Tegelijk wordt door de politie een ‘model’ handelsregister aangeboden, waarin de fietsenbedrijven de in- en verkochte fietsen kunnen registreren. Op dit moment is de politie in overleg met een aantal fietsenhandelaren om een gebruiksvriendelijk model te ontwikkelen. Na dit eerste bezoek kan in de publiekscommunicatie worden verwezen naar het bestaan van deze gedragscode bij de handel. Vanaf het najaar zal de politie aanvangen met gestructureerde controles op de handelsregisters. Alle 30 bedrijven worden eenmaal per jaar gecontroleerd. Afhankelijk van de aangetroffen situatie kan de controlefrequentie in individuele gevallen verhoogd worden. Kortom: er wordt gekozen voor een positieve benadering, waarbij de mogelijkheid om de branche beter te betrekken wordt gecombineerd met publiekscommunicatie en registercontroles. Fietregistratie en streepjescode Een dekkend systeem van fietsregistratie is een belangrijke stap in de bestrijding van fietsendiefstal. Dit betekent ten eerste, dat de eigenaar van een fiets het framenummer, serienummer en andere kenmerken dient te noteren en bewaren. Registratiekaarten zijn te downloaden van de site van politie Gelderland-Zuid en verkrijgbaar bij de fietsbranche. In de publiekscampagne zal dit een belangrijk aspect zijn.
www.nijmegen.nl
Aan de Raad fietsdiefstal 27 feb 20072.doc
Gemeente Nijmegen Directie Bestuursstaf Veiligheid
Vervolgvel
4
Fietsregistratie is mogelijk op verschillende manieren. Volgens de deskundigen van de Fietsersbond is voor bestaande fietsen postcoderegistratie nog steeds het beste middel. Het chippen van bestaande fietsen is nog steeds niet succesvol. Een proef hiermee heeft plaatsgevonden in Amsterdam. Een uniek nummer op de chip kan worden gecontroleerd met behulp van een scanner. Tevens wordt dit nummer genoteerd op een fietsregistratie-kaartje, zodat de eigenaar de gegevens altijd bij de hand heeft. De nummers van de geplaatste chips worden geregistreerd bij een databeheerder. In de proef bleek, dat niet alle slachtoffers van diefstal aangifte doen of daarbij niet beschikten over de benodigde gegevens. Het geselecteerde prototype van de chip voldeed nog niet naar techniek en ontwerp: het was niet geschikt voor alle fietsen en montage bracht schade toe. Naar aanleiding van de resultaten van de proef is besloten om niet breed te gaan chippen onder bestaande fietsen. Alle nieuwe fietsen worden voorzien van een chip (anti-diefstalchip) in het slot. Daarnaast krijgen de fietsen een sticker met het frame-nummer erop. Inmiddels hebben de fabrikanten afspraken gemaakt over het framenummer, zodat geen enkele fiets hetzelfde frame-nummer heeft. De streepjescode is nog nergens ingevoerd. Een belangrijke ontwikkeling is het landelijke fietsdiefstalregister bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), waarin alle gestolen fietsen komen staan die herkenbaar zijn. Binnenkort krijgt ook het korps Gelderland-Zuid een aansluiting bij het RDW-register, gevuld met aangiften van gestolen fietsen met chip. Landelijk wordt erop ingezet dat ook aangiften van diefstal van fietsen zonder chip worden opgenomen in het RDW-register. Op deze wijze kan de politie Nijmegen aangetroffen fietsen en aangiften natrekken in het landelijk register. Ten behoeve van de terugbezorging van gestolen fietsen zijn verbeterde afspraken gemaakt tussen politie en Bureau Toezicht. Van verkeerd gestalde fietsen en onbeheerde fietsen die door Toezicht uit de openbare ruimte zijn verwijderd wordt direct gechecked in de politiesystemen of ze als gestolen geregistreerd staan. Na de bewaartermijn van 3 maanden wordt opnieuw deze check uitgevoerd. Burgers die aangifte willen doen van diefstal worden indien van toepassing geattendeerd op de handhavingsacties van Bureau Toezicht. In 2007 wil ons college de samenwerking tussen Bureau Toezicht en politie in het kader van registratie en terugbezorging verder uitbouwen. Publiekscampagne In 2006 hebben op beperkte schaal diverse communicatie-activiteiten plaatsgevonden rondom fietsendiefstal. De politie en Bureau Toezicht hebben aangehaakt bij de ‘Fietsmarkten’ in het centrum, geïnitieerd vanuit het programma Milieu ‘Je bereikt meer op de fiets’. Daarbij is
www.nijmegen.nl
Aan de Raad fietsdiefstal 27 feb 20072.doc
Gemeente Nijmegen Directie Bestuursstaf Veiligheid
Vervolgvel
5
informatie verstrekt over het veilig en bewaakt stallen, veilige sloten, fietsregistratie en de mogelijkheden van (digitaal) aangifte doen. Op de website van politie Gelderland-Zuid staat nadere informatie over fietsregistratie. Een brede publiekscampagne gericht op preventie van fietsendiefstal zal in 2007 worden uitgewerkt en uitgevoerd. Bij bovengenoemd besluit van uw raad op 20 december 2006 (255/2006) is tevens voor de jaren 2007 en 2008 € 35.000 uit het budget Integrale Veiligheid uitgetrokken voor een preventief pakket ter voorkoming van fietsendiefstal (graveeracties, communicatiecampagne). Zoals aangekondigd hebben de gemeente en de politie Gelderland-Zuid medewerking verleend aan een ‘fietsendiefstalscan’ door de Fietsersbond. De uitkomsten van dit onderzoek, in de vorm van het rapport ‘Fietsdiefstalscan Nijmegen Rapportage en advies’ van oktober 2006, vindt u bij deze brief. Kern van het advies is, dat alleen een integrale aanpak van fietsendiefstal effectief kan zijn, die aangrijpt op alle schakels van de keten: o fietsparkeervoorzieningen in de openbare ruimte en de woonomgeving; o gedrag van burgers (fietsregistratie, aangifte doen, veilig stallen en vastzetten, niet helen); o gedrag van de fietsenhandelaren (fietsregistratie, gedragscode, voorlichting aan klanten); o opsporing en vervolging van dieven en helers; o registratie en terugbezorging van fietsen. Het rapport beschrijft verder in uitvoeringsadviezen het ‘maximale wat de gemeente kan doen’ (p. 21). Ons college onderschrijft de noodzaak van een integrale aanpak. Wij hebben de adviezen uit het rapport zoveel mogelijk betrokken in de hierboven beschreven aanpak. Ons college zal u nader berichten over de aanwending van de genoemde middelen uit het budget Integrale Veiligheid.
Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mr. Th.C. de Graaf
P. Eringa
www.nijmegen.nl
Aan de Raad fietsdiefstal 27 feb 20072.doc
FIETSDIEFSTALSCAN Nijmegen Rapportage en advies
Colofon Utrecht, oktober 2006 Dit is een uitgave van de Fietsersbond Postbus 2828 3500 GV Utrecht Tel: 030 – 2918171 E-mail:
[email protected] www.fietsersbond.nl
Fietsdiefstalscan Nijmegen
1
Inhoudsopgave 1
Inleiding......................................................................................... 3
1.1 1.2 1.3
Aanleiding voor de fietsdiefstalscan ..............................................................................3 De opzet van de Fietsdiefstalscan ................................................................................3 Opbouw van dit rapport ...............................................................................................4
2
Fietsdiefstalrisico en risicolocaties in Nijmegen.......................... 5
2.1
Het fietsdiefstalrisico en de aantasting van de veiligheid in Nijmegen..............................5 2.1.1 Omvang, locaties, aangiften en omstandigheden ......................................................5 2.1.2 Opsporing en handhaving .......................................................................................6 2.1.3 Onveiligheidsgevoelens en andere gevolgen............................................................6 2.1.4 Rekken en bergingen..............................................................................................7 2.2 Enkele 'hotspots' nader onderzocht: de locatiescan .......................................................8 2.2.1 NS-station Nijmegen ...............................................................................................8 2.2.2 Bisschop Hamerstraat........................................................................................... 11 2.2.3 Molenstraat .......................................................................................................... 12 2.2.4 Plein 1944............................................................................................................ 13 2.2.5 Mariënburgsestraat ............................................................................................... 14 2.3 Conclusies ................................................................................................................ 14
3 3.1
Aanpak van fietsdiefstal in Nijmegen ........................................16 Actueel beleid en maatregelen ................................................................................... 16 3.1.1 Integraal veiligheidsbeleid van de gemeente en het beleid van de politie.................. 16 3.1.2 Gebiedsgerichte aanpak ....................................................................................... 17 3.1.3 Registratie en beleidsinformatie............................................................................. 18 3.1.4 Parkeren en vastzetten ......................................................................................... 18 3.1.5 Controle en toezicht .............................................................................................. 19 3.1.6 Handhaving.......................................................................................................... 20 3.1.7 Communicatie ...................................................................................................... 20
4
Advies aanpak fietsdiefstal Nijmegen........................................21
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Hoofddoelstelling....................................................................................................... 21 Gebiedsgerichte aanpak ............................................................................................ 22 Registratie en beleidsinformatie ................................................................................. 23 Parkeren en vastzetten .............................................................................................. 25 Controle en toezicht .................................................................................................. 27 Handhaving .............................................................................................................. 29 Communicatie ........................................................................................................... 30
Bijlage 1 Resultaten fietsdiefstalenquête onder de inwoners van de gemeente Nijmegen...................................................................33 Bijlage 2 Verwijderingbeleid van fietsen bij onbewaakte stallingen 37 Bijlage 3 Vragenlijst inwoners Nijmegen...........................................45 Bijlage 4 Registratie van in- en verkoop van tweedehands fietsen.47 Bijlage 5 Afkortingen, begrippen en literatuur ..................................49
Oktober 2006
2
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Fietsdiefstalscan Nijmegen
1
Inleiding
1.1
Aanleiding voor de fietsdiefstalscan
3
Fietsdiefstal is een groot probleem voor fietsers. Het heeft een aanwijsbare negatieve invloed op het fietsgebruik, het fietsbezit, de kwaliteit van de fiets, het fietscomfort, de verkeersveiligheid en de veiligheidsbeleving. Daarmee is fietsdiefstal een aanzienlijke belemmering voor een verkeersen vervoersbeleid dat het gebruik van de fiets als alternatief voor de auto op de korte afstand wil bevorderen. Angst voor fietsdiefstal is de meest genoemde reden voor automobilisten om op de korte afstand niet te fietsen. Ook de overheid ziet inmiddels in dat ook vormen van veelkomende 'kleine' criminaliteit bestreden moeten worden omdat het enerzijds leidt tot normvervaging en anderzijds tot minder vertrouwen bij mensen in het vermogen van de overheid hen te beschermen tegen criminaliteit en overlast in de publieke ruimte. De regering heeft inmiddels in haar veiligheidsstrategie absolute prioriteit gegeven aan het veiliger maken van de publieke ruimte. De ambitie is vermindering van de criminaliteit en de overlast in de publieke ruimte met 20 tot 25%. Prioriteit wordt gelegd bij de aanpak van (jeugdige) veelplegers. De aanpak van fietsdiefstal kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. De Fietsersbond ziet het als haar taak er voor te zorgen dat fietsdiefstal serieus wordt aangepakt. De bond voert daarom het Offensief: Houd de Fiets. In deze campagne spreekt de Fietsersbond alle partijen die bij de effectieve aanpak van fietsdiefstal een rol hebben of verantwoordelijkheid dragen er op aan deze rol ook daadwerkelijk te spelen en de verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk waar te maken. Zodanig dat een sluitende en integrale aanpak mogelijk wordt. Op lokaal niveau zijn de gemeente en de politie zeer belangrijke partijen. Zij hebben belangrijke taken op het gebied van preventie, opsporing, handhaving en communicatie. Samenwerking met anderen is daarbij vaak effectief. Om gemeenten en de lokale politie te helpen een goede aanpak van fietsdiefstal vorm te geven heeft de Fietsersbond de Fietsdiefstalscan ontwikkeld. Daarin maakt de Fietsersbond samen met de gemeente en de plaatselijke politie een analyse van het probleem. Samen zoeken deze partijen vervolgens ook naar aanknopingspunten voor een effectieve(re) aanpak van fietsdiefstal. De Fietsersbond zet haar kennis in van projecten die in andere gemeenten verspreid over Nederland effectief zijn gebleken. Maar er wordt aangesloten bij de specifieke lokale situatie en problemen. Maatwerk dus.
1.2
De opzet van de Fietsdiefstalscan
De gemeente en politie in Nijmegen hebben de intentie uitgesproken om de strijd aan te gaan tegen fietsdiefstal. Met de Fietsdiefstalscan wil de Fietsersbond deze partijen hierover adviseren. De rapportage van de Fietsdiefstalscan Nijmegen bevat een analyse van het probleem fietsdiefstal in Nijmegen, en de (mogelijke) de aanpak daarvan. Daartoe zijn door de Fietsersbond samen met de gemeente en de politie de volgende werkzaamheden verricht: • van de aangiften van fietsdiefstal in Nijmegen is een analyse gemaakt; • onder de bevolking van Nijmegen is een enquête uitgezet over hun ervaringen met fietsdiefstal; • vijf risicolocaties of 'hotspots' zijn onderzocht op hun fietsdiefstalgevoeligheid; • door gemeente en politie zijn vragenlijsten ingevuld over het bestaande beleid en de praktijk van voor de aanpak van fietsdiefstal relevante onderwerpen.
Oktober 2006
4
Fietsdiefstalscan Nijmegen
•
op basis daarvan zijn gesprekken gevoerd over de aanknopingspunten voor mogelijke aanvullende activiteiten en maatregelen.
De rapportage van de Fietsdiefstalscan Nijmegen bouwt voort op de publicatie 'Aanpak fietsdiefstal in gemeenten' dat het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) in samenwerking met 1 de Fietsersbond heeft uitgegeven . In deze handreiking wordt de lokale aanpak van fietsdiefstal voorzien van de noodzakelijke onderbouwing en achtergrondinformatie. Daarnaast wordt in algemene zin uiteengezet wat een lokale aanpak van fietsdiefstal zo al kan of moet omvatten. De rapportage van de Fietsdiefstalscan Nijmegen bouwt ook voort op de kennis die de Fietsersbond inmiddels heeft over goede en succesvolle initiatieven in het hele land op het gebied van de aanpak van fietsdiefstal. Een effectieve en efficiënte manier om een lokale aanpak van fietsdiefstal vorm te geven is te leren van deze succesvolle initiatieven. Meer informatie en inspiratie is te vinden in de databank met goede voorbeelden voor de aanpak van Fietsdiefstal op www.fietsersbond.nl/aanpakfietsdiefstal.
1.3
Opbouw van dit rapport
De rapportage van de Fietsdiefstalscan Nijmegen gaat in op de specifieke fietsdiefstalproblemen in deze gemeente en op de huidige en (mogelijke) toekomstige aanpak daarvan. De rapportage eindigt met een concreet advies voor de aanpak van fietsdiefstal in Nijmegen. Het rapport is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 2 gaat in op de omvang en het karakter van fietsdiefstal in Nijmegen en op de specifieke knelpunten op vijf risicolocaties in Nijmegen (de zogenaamde hotspots). In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan het bestaande beleid en de activiteiten in Nijmegen van gemeente, politie en andere relevante partijen en aan de aanknopingspunten voor (aanvullende) activiteiten en maatregelen. Hoofdstuk 4 tenslotte bevat een advies van de Fietsersbond voor de aanpak van fietsdiefstal in de gemeente Nijmegen.
1
Deze publicatie is verkrijgbaar bij het CCV, www.hetccv.nl.
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
2
5
Fietsdiefstalrisico en risicolocaties in Nijmegen
De aanpak van fietsdiefstal en de precieze vormgeving en prioritering van maatregelen in de gemeente Nijmegen is afhankelijk van de specifieke lokale situatie. Een lokale veiligheidsanalyse, toegespitst op fietsdiefstal, dient daartoe de noodzakelijke informatie te leveren.
2.1
Het fietsdiefstalrisico en de aantasting van de veiligheid in Nijmegen
Allereerst is in kaart gebracht wat de fietsdiefstalrisico's zijn in de gemeente Nijmegen en de consequenties daarvan. Daarvoor zijn drie bronnen beschikbaar: • Voor een veilig Nijmegen, kaderstellende notitie voor het integrale veiligheidsbeleid 2005-2008; • Aangiften van fietsdiefstal bij de politie over de periode 2003 - 2005, uitgesplitst naar straat en wijk; • Enquête fietsdiefstal van de Fietsersbond die in 2004 en 2005 is uitgezet onder de Nijmegenaren. Deze enquête is gedurende dez e jaren te vinden geweest op www.fi etsersbond.nl/fietsdiefstalcampagne en de enquête is huis aan huis verspreid op 20.000 Nijmeegse adressen in 2 wijken in Oost-Nijmegen in najaar 2004. Ook is de enquête in die periode meegezonden met het ledenblad van de Fietsersbond. Nijmegen heeft de hoogste respons van alle gemeenten in Nederland. De enquête zelf is te vinden in bijlage 3. Een uitgebreide uitwerking van deze enquête is te vinden in bijlage 1. Ervaring leert dat de enquête vooral ingevoerd wordt door mensen die meer dan gemiddeld aangift e doen van diefstal van een fiets in hun huishouding en hoogstwaarschijnlijk meer dan gemiddeld een mening hebben over fietsbeleid. Want anders nemen mensen de moeite niet om de enquête in te vullen. De leeftijdsopbouw van de respondenten is enigszins scheef over de verschillende leeftijdscategorieën. Jongeren onder de 20 jaar zijn ondervertegenwoordigd. 2.1.1
Omvang, locaties, aangiften en omstandigheden
De politieaangiften van fietsdiefstal in Nijmegen zijn vanaf 2003 flink gedaald van rond de 4050 in 2 2003 naar 2855 in 2005. In 2003 is fietsdiefstal het belangrijkste delict op de voet gevolg door 3 diefstal uit een (motor)voertuig . Diefstal fiets in Nijmegen (aangifte) Wijk 2003 2004 2005 Totaal Nijmegen Centrum 1522 1439 1056 4017 Zwanenveld 273 166 158 597 Galgenveld 197 158 159 514 Altrade 190 158 108 456 Heyendaal 152 119 165 436 Bottendaal 129 143 110 382 Benedenstad 150 125 75 349
Diefstal fiets in Nijmegen (aangifte) Straat 2003 2004 2005 Totaal Stationsplein 217 244 142 603 Marienburg 178 160 70 408 Zwanenveld 80e - 90e straat 175 112 93 380 Plein 1944 108 87 64 259 Keizer Karelplein 90 87 64 259 Marienburgsestraat 90 97 37 224 Bisschop Hamerstraat 65 27 39 131
De belangrijkste fietsdiefstallocaties zijn: • NS-station Nijmegen met 142 aangiften in 2005 e • Diverse locaties in het centrum van Nijmegen (Marienburg, Plein 1944) en het Zwanenveld 80 – e 90 straat.
2 3
Informatie uit GIDS Voor een Veilig Nijmegen, kaderstellende notitie 2003. Oktober 2006
6
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Opvallend is de sterke daling in het aantal aangiften van fietsdiefstal in bijna geheel Nijmegen. De meest opvallende stijger is de wijk Heyendaal: van 119 in 2004 naar 165 in 2005. In de Fietsersbondenquête onder de inwoners van Nijmegen worden het station (78%), het centrum (65%) en het overig winkel(gebied) (48%) het meest genoemd als waar veel fietsen worden gestolen. Uit de aangiften blijkt dat fietsdiefstal de hele week voorkomt maar dat er op maandag een kleine piek is en op zondag een duidelijke dip. In de maanden juni tot en met augustus worden minder en in september de meeste fietsen gestolen. Uit de Fietsersbondenquête blijkt dat 39% van de gestolen fietsen overdag is gestolen en 21% 's nachts. 41% van de fietsen werd uit de woning / woonomgeving gestolen. Ook blijkt uit de Fietsersbondenquête dat 45% van de gestolen fietsen met slechts één slot was beveiligd terwijl 6% helemaal niet op slot stond. Van de respondenten van de enquête zegt 68% aangifte van de fietsdiefstal te hebben gedaan. Dit is veel hoger dan het politiecijfer. Dit is verklaarbaar doordat alleen mensen die zich druk maken om fietsdiefstal de enquête ingevuld hebben. Deze groep is meer dan gemiddeld bereid om ook tijd te steken in het aangifte doen van een gestolen fiets. Van deze groep heeft 93% niets gehoord naar aanleiding van de aangifte. 6% heeft z'n fiets terug. Degenen die geen aangifte hebben gedaan, vinden het niet de moeite waard, kost aangifte te veel tijd of denken dat het toch geen zin heeft. 2.1.2
Opsporing en handhaving
Naast de gegevens over aangiften houdt de politie Nijmegen in het Geïntegreerde Interactieve Database voor Strategische bedrijfsinformatie (GIDS) andere gegevens bij over fietsdiefstal. Een overzicht daarvan staat in onderstaande tabel.
Fietsdiefstal, managementinformatie uit GIDS Meetwaarde
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Aangifte opgehelderd
33
47
35
95
97
98
Aangifte opgenomen
3.333
3.406
4.798
4.050
3.285
2.855
HALT-afdoening
12
7
9
9
14
11
Incidenten
3.459
3.508
5.024
4.326
3.484
3.005
Ingezonden PV/Dossier
27
22
30
77
71
68
Ingezonden PV/Dossier (minderjarig)
5
6
6
7
11
17
Verdachte aangehouden
56
40
56
126
104
106
Verdachte OM
39
33
38
107
98
97
Verdachte gehoord
72
53
76
153
147
129
Uit deze informatie blijkt dat in 2005 in totaal 98 fietsdiefstallen zijn opgelost. Dat is ten opzichte van de jaren 2000 – 2002 een duidelijke stijging, maar het opsporingspercentage is nog steeds erg laag: 3,5%. Opvallend is verder het hoge aandeel minderjarigen (20%) bij de zaken waarvan het proces verbaal aan het Openbaar Ministerie is doorgestuurd. 2.1.3
Onveiligheidsgevoelens en andere gevolgen
In de Fietsersbondenquête gaf 81% van de Nijmegenaren aan één of meer locaties te kennen in de gemeente Nijmegen waar veel fietsen worden gestolen. Meer dan 60 % noemt het station en ook meer dan 56 % het centrum. De woning en de woonomgeving worden slechts door 24 % genoemd Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
7
als locaties waar fietsdiefstal veel voorkomt: de inschatting van het risico komt op dit punt niet overeen met het werkelijke risico zoals blijkt uit de bij de enquête gemelde fietsdiefstal uit de woning en de woonomgeving.
Figuur 8. Bekende en gemeden fietsdiefstallocaties Woning / woonomgeving
24%
5%
Station Centrum
56%
26%
Overig winkel(gebied)
18%
9%
Uitgaansgebied
24%
15%
Werkgebied
2%
Onderwijsinstelling
2%
Zwembad / sport / recreatie
60%
25%
8% 16% 5%
11%
3% 2%
Anders
0%
10%
Bekende fietsdiefstallocaties
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Gemeden locaties vanwege fietsdiefstal
46% van de Nijmegenaren gaf aan één of meer locaties niet met de fiets te bezoeken vanwege de angst voor fietsdiefstal. Dat is veel, maar in verhouding tot het landelijk gemiddelde (45%). 26% van deze* respondenten gaat niet met de fiets naar het centrum vanwege het risico van diefstal. Met 25% volgt het station op korte afstand. Hiermee scoren beide locaties iets onder het landelijk gemiddelde. Tenslotte geeft 49% van de respondenten uit Nijmegen aan dat het risico van diefstal voor hen een reden is geen nieuwe fiets aan te schaffen. Dit ligt ver boven het landelijk gemiddelde van 32 %. 2.1.4
Rekken en bergingen
Van de Nijmegenaren die de Fietsersbondenquête hebben ingevuld, heeft 72 % een negatief oordeel over de fietsenrekken in Nijmegen. De belangrijkste redenen die zij daarvoor opgeven, zijn dat het er te weinig zijn (79%), gevolgd door de kans op beschadiging (52% ) en het ontbreken van een goede 4 aanbindmogelijkheid van de rekken (42%) . Hiermee scoort Nijmegen hoger dan een stad als Apeldoorn (29 % niet goed) of Den Haag (56 % niet goed). De geënquêteerden zijn dus zeer ontevreden over de kwaliteit van de stalling anno 2004 en 2005.
4
Er waren meerdere antwoorden mogelijk. Oktober 2006
8
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Tabel 11. Oordeel fietsenrekken in Nijmegen goed 28% Niet goed 72%
Reden Geen goede aanbindmogelijkheid Te krap waardoor kans op beschadiging Te ver van de bestemming Te weinig
42% 52% 29% 79%
Onhandig Anders
20% 10%
Tabel 12. Stalling bij de woning Plek
binnen (schuur / berging) 77%
Veilig
ja
collectieve berging
op straat 10%
13%
nee 80%
20%
Van de fietsende Nijmegenaren geeft 77% in de enquête aan te beschikken over een schuur of berging bij huis. Daarvan beoordeelt 80% de stallingvoorziening thuis als veilig. Van de 10% Nijmegenaren met een collectieve berging beschouwt slechts 20% deze als veilig.
2.2
Enkele 'hotspots' nader onderzocht: de locatiescan
Op basis van de aangiften fietsdiefstal en de fietsdiefstalenquête van de Fietsersbond is hierboven een aantal zogenaamde hotspots geïdentificeerd. Een aantal daarvan is door een onderzoeksteam van de Fietsersbond nader onderzocht op diefstalgevoeligheid: de Locatiescan. Daarbij is gekeken naar: • de ligging van de fietsparkeervoorzieningen (logisch t.o.v. aanrijroute en ingang bestemming); 5 • de sociale veiligheid van de locatie (overzicht, toezicht, schoon, ordelijk, aantrekkelijk ); • de kwaliteit van de fietsparkeervoorzieningen (gebruiksgemak, bescherming fietsdiefstal); • gebruik, gedrag en sloten (bezettingsgraad, aanbinden, soort en aantal sloten). 2.2.1
NS-station Nijmegen
De omgeving van het station Nijmegen wordt bepaald door het busstation en drie niet overdekte rijwielstallingen met een tijdelijk karakter. Onderzocht zijn de stallingen bij het gebouw Metterswane en de stalling in de middenberm aan de kop van de Van Schaeck Mathonsingel.
5
Omdat de locatiescan overdag plaatsvond, kunnen we slechts een inschatting geven van de kwaliteit van de verlichting.
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
9
Metterswane Deze stalling ligt tegenover het station en op het trottoir voor het gebouw Metterswane. Om het station te bereiken moet een fietspad en de busbaan overgestoken worden. Er zijn geen speciale oversteekvoorzieningen gemaakt. Mensen worden ook niet geattendeerd op het kruisend verkeer. Of er veel (bijna) ongevallen gebeuren met mensen die zich naar de trein haasten, is niet bekend. De stalling heeft een tijdelijk karakter en wordt vervangen door een grote nieuwe stationsrijwielstalling. Locatie: Nijmegen Sublocaties: Station Metterswane Datum: 5 april 2006, 13.30 uur Ligging van de fietsparkeervoorzieningen: De fietsparkeervoorzieningen liggen voor het gebouw Metterswane. De fietsparkeervoorzieningen liggen op korte afstand van de fietsroutes en de openbare weg maar de afstand tot aan het station is relatief groot. Hiermee voldoet de stalling niet aan de richtlijnen van ‘ruimte voor de fiets’ , waarin gesteld wordt dat de loopafstand van de verste plaats in een onbeveiligde stalling tot de ingang van het station maximaal 50 meter bedraagt. Om vanaf de stalling het station te bereiken, moet de busbaan worden overgestoken. Dit is niet ideaal, hier bestaat het risico dat mensen vanwege de haast om de trein te halen minder goed opletten. Of er veel (bijna) ongevallen voorkomen, is niet bekend. De stalling wordt in voorjaar 2007 vervangen door een grote nieuwe gezamenlijke stationsrijwielstalling. Sociale veiligheid van de locatie: De fietsparkeervoorzieningen liggen overzichtelijk vanaf de openbare weg. Ook lopen veel mensen langs maar verder ontbreekt het aan toezicht. Informeel toezicht is beperkt: langslopend publiek en (andere) parkeerders. Continue formeel toezicht ontbreekt. Toezichthouders komen onregelmatig op de locatie. De fietsparkeervoorzieningen zijn goed verlicht en de locatie is ordelijk schoon en attractief. Kwaliteit van de fietsparkeervoorzieningen: In het gebied staan eenlagige fietsparkeersystemen. Het gaat om voorwielklemmen van het type 'A11' (Falco). Dit type heeft geen aanbindmogelijkheid en (dus) ook geen FietsParKeur. Het plaatsen van fietsen met kinder(voor)zitjes en met fietstassen geeft problemen door de krappe ruimte tussen de klemmen. Gebruik en gedrag: Er staan 195 Falco A11’s waarin 191 fietsen stonden. Daaronder waren geen zwerffietsen of fietswrakken. Ondanks het ontbreken van een aanbindmogelijkheid bij de klemmen heeft zo'n 20% van de fietsers de fiets aan de klemmen aangebonden. Buiten de fietsparkeervoorzieningen stonden 236 fietsen en 3 scooters. Daarvan was ongeveer 10% aangebonden aan een of ander object. Een deel daarvan was op de grond gevallen. Voor gebouw Metterswane
a-selecte steekproef 51 fietsen bij Metterswane
Aantal sloten:
Soort sloten:
niet op slot
0
ringslot
25
1 slot
40
kabelslot
18
2 sloten
11
kettingslot
11
3 sloten of meer
0
beugelslot
8
Oktober 2006
10
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Van Schaeck Mathonsingel De rijwielstalling ligt aan de kop en tussen de beide rijbanen van de ’Van Schaeck Mathonsingel’ . Om het station te bereiken moet altijd een rij- en de busbaan overgestoken worden. Er zijn geen speciale oversteekvoorzieningen gemaakt. Mensen worden ook niet geattendeerd op het kruisend verkeer. Of er veel (bijna) ongevallen gebeuren met mensen die zich naar de trein haasten, is niet bekend. De stalling heeft een tijdelijk karakter en wordt vervangen door een grote nieuwe stationsrijwielstalling.
Locatie: Nijmegen Sublocaties: Station, Kop van de ’Van Schaeck Mathonsingel’ Datum: 5 april 2006 om 13.30 uur Ligging van de fietsparkeervoorzieningen: De fietsparkeervoorzieningen liggen in de middenberm van de kop van de ‘Van Schaeck Mathonsingel’. De fietsparkeervoorzieningen liggen op korte afstand van de fietsroutes maar de afstand tot aan de ingang van het station is relatief groot. Hiermee voldoet de stalling niet aan de richtlijnen van ‘ruimte voor de fiets’ , waarin gesteld wordt dat de loopafstand van de verste plaats in een onbeveiligde stalling tot de ingang van het station maximaal 50 meter bedraagt. Om vanaf de stalling het station te bereiken, moet de busbaan worden overgestoken. Dit is niet ideaal, hier bestaat het risico dat mensen vanwege de haast om de trein te halen minder goed opletten. Of er veel (bijna) ongevallen voorkomen, is niet bekend. De stalling heeft een tijdelijk karakter en wordt vervangen door één grote nieuwe stalling voor het gehele stationsgebied. Sociale veiligheid van de locatie: De fietsparkeervoorzieningen liggen overzichtelijk vanaf de openbare weg maar er is geen zicht vanuit het station. Informeel toezicht is beperkt: langslopend publiek en (andere) parkeerders. Continue formeel toezicht ontbreekt, wel controleren de toezichthouders de locatie regelmatig. De fietsparkeervoorzieningen zijn goed verlicht. De locatie is ordelijk schoon en attractief. Rond de 10% van de rekken is beschadigd Kwaliteit van de fietsparkeervoorzieningen: In het gebied staan voorwielklemmen van het type 'A11' (Falco). Dit hoog-laagsysteem heeft geen aanbindmogelijkheid en (dus) ook geen FietsParKeur. Gebruik en gedrag: Er zijn 418 'A11 voorwielklemmen' waarin 644 fietsen stonden. Daaronder waren geen zwerffietsen of fietswrakken. Ondanks het ontbreken van een aanbindmogelijkheid bij de klemmen heeft zo'n 20 % van de fietsers de fiets aan de klemmen aangebonden. Buiten de fietsparkeervoorzieningen stonden 176 fietsen op standaards . Een deel daarvan was op de grond gevallen. Er staan al bij al bijna dubbel zoveel fietsen als er plekken zijn. a-selecte steekproef 50 fietsen Aantal sloten:
Stalling Van Schaeck Mathonsingel
Soort sloten:
niet op slot
0
ringslot
35
1 slot
30
kabelslot
20
2 sloten
20
kettingslot
11
3 sloten of meer
0
beugelslot
4
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
2.2.2
11
Bisschop Hamerstraat
In de Bisschop Hamerstraat is een bewaakte rijwielstalling. Deze stalling is niet in het onderzoek meegenomen. Gekeken is naar de stalling aan de kop van de bewaakte stalling en de directe omgeving. Locatie: Nijmegen Sublocaties: Centrum, Bisschop Hamerstraat Datum: 5 april 2006, 14.00 uur Ligging van de fietsparkeervoorzieningen: De fietsparkeervoorzieningen liggen aan de kop van de bewaakte rijwielstalling (Molenstraatzijde) en op korte afstand van de openbare weg en de bestemmingen. Om bij de bestemmingen te komen, moet een weg overgestoken worden. De stalling ligt echter op de meest logische plek. Sociale veiligheid van de locatie: De fietsparkeervoorzieningen liggen overzichtelijk vanaf de openbare weg en er is zicht vanaf de straat. Ook lopen veel mensen langs maar verder ontbreekt het aan toezicht. Informeel toezicht is beperkt: langslopend winkelend publiek en (andere) parkeerders. De fietsparkeervoorzieningen zijn goed verlicht. De locatie is ordelijk schoon en attractief. Kwaliteit van de fietsparkeervoorzieningen: In het gebied staan hoog-laag fietsparkeersystemen van het type 'Tulip' (Velopa). Dit type is voorzien van een aanbindmogelijkheid en heeft FietsParKeur. Fietsen met kinder(voor)zitjes en met fietstassen kunnen zonder problemen in het rek worden geparkeerd. Gebruik en gedrag: Er staan 16 Tulip’s waarin 15 fietsen stonden. Daaronder waren geen zwerffietsen of fietswrakken. Niemand maakte gebruik van de aanbindmogelijkheid. Buiten de fietsparkeervoorzieningen stonden 28 fietsen tegen hekwerk en op standaards . a-selecte steekproef 27 fietsen Aantal sloten:
Rondom bewaakte stalling Bisschop Hamerstraat
Soort sloten:
niet op slot
2
ringslot
19
1 slot
16
kabelslot
5
2 sloten
9
kettingslot
9
3 sloten of meer
0
beugelslot
1
Oktober 2006
12
2.2.3
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Molenstraat
In de Molenstraat bevinden zich twee onbewaakte rijwielstallingen ter hoogte van ‘Super de Boer’ en ter hoogte van de ingang Molenpoort. Deze twee stallingen zijn in het onderzoek meegenomen. De Molenstraat is gelegen in het centrum van Nijmegen, midden in het uitgaanscentrum. Voor dit gebied ggeldt een stallingsverbod voor fietsen buiten de rekken. Of de capaciteit toereikend is voor de avond, is niet bekend. Hiervoor zal een andere telling gedaan moeten worden. Locatie: Nijmegen Sublocaties: Centrum Molenstraat; Super de Boer en ‘Molenpoort’ Datum: 5 april 2006, 14.30 uur. Ligging van de fietsparkeervoorzieningen: De fietsparkeervoorzieningen liggen logisch en op korte afstand van de winkels in het voetgangersgebied. Er zijn twee stallingen, één ter hoogte van de supermarkt ‘Super de Boer’ en er is een kleinere stalling ter hoogte van ‘Molenpoort’. Sociale veiligheid van de locatie: De fietsparkeervoorzieningen liggen overzichtelijk vanaf de openbare weg. Ook lopen veel mensen langs maar verder ontbreekt het aan toezicht. Informeel toezicht is beperkt: langslopend winkelend publiek en andere parkeerders. Formeel toezicht ontbreekt. De fietsparkeervoorzieningen zijn goed verlicht. De locatie is ordelijk schoon en attractief Kwaliteit van de fietsparkeervoorzieningen: In het gebied staan voorwielklemmen van het type 'Tulip' (Velopa). De 'Tulips' zijn voorzien van een aanbindmogelijkheid en hebben FietsParKeur. Fietsen met kinder(voor)zitjes en met fietstassen kunnen zonder problemen in het rek worden geparkeerd Gebruik en gedrag: Er zijn 128 stallingsplaatsen van het type ‘Tulip’, w aarin 126 fietsen stonden. Daaronder was 1 fietswrak. 25% daarvan maakten gebruik van de aanbindmogelijkheid. Buiten de fietsparkeervoorzieningen stonden 38 fietsen. Daarvan was ruim 10% aangebonden aan een of ander object. Super de Boer en de ‘Molenpoort’
a-selecte steekproef 43 fietsen bij Super de Boer Aantal sloten:
Soort sloten:
niet op slot
0
ringslot
37
1 slot
28
kabelslot
9
2 sloten
15
kettingslot
10
3 sloten of meer
0
beugelslot
2
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
2.2.4
13
Plein 1944
Het plein 1944 ligt bij het begin van het voetgangersgebied van Nijmegen. Er is een grote variatie aan stallingssystemen. Locatie: Nijmegen Sublocaties: Centrum, Plein 1944 Datum: 5 april 2006, 15.00 uur Ligging van de fietsparkeervoorzieningen: De fietsparkeervoorzieningen liggen logisch ten opzichte van de fietsroutes en op korte afstand van de openbare weg. De bestemmingen in het voetgangersgebied. Sociale veiligheid van de locatie: De fietsparkeervoorzieningen liggen overzichtelijk in het voetgangersgebied. Ook lopen veel mensen langs maar verder ontbreekt het aan toezicht. Informeel toezicht is beperkt: langslopend winkelend publiek en andere parkeerders. Formeel toezicht ontbreekt. De fietsparkeervoorzieningen zijn goed verlicht. Kwaliteit van de fietsparkeervoorzieningen: In het gebied staan meerdere fietsparkeersystemen. Het gaat enerzijds om voorwielklemmen hoog-laag van het type 'A11' (Falco), in twee uitvoeringen. Dit type heeft geen aanbindmogelijkheid en (dus) ook geen FietsParKeur. Het plaatsen van fietsen met kinder(voor)zitjes en met fietstassen geeft problemen door de krappe ruimte tussen de klemmen. Ook staan er een aantal voorwielklemmen van het type 'Fietsenvriend' (Velopa). Daarnaast zijn er nog een 80 ‘Tulips’. De 'Tulips' zijn voorzien van een aanbindmogelijkheid en hebben FietsParKeur. Fietsen met kinder(voor)zitjes en met fietstassen kunnen zonder problemen in het rek worden geparkeerd. Gebruik en gedrag: Er zijn 16 ‘Tulips’, 80 hoog-laagrekken, in de andere fietsparkeersystemen zijn 281 fietsplaatsen. Mensen blijken een voorkeur voor de tulip te hebben. Er waren geen zwerffietsen of fietswrakken. Ondanks het ontbreken van een aanbindmogelijkheid bij de klemmen heeft zo'n 10 % van de fietsers de fiets aan de klemmen aangebonden. Buiten de fietsparkeervoorzieningen stonden 42 fietsen. Stallingen op Plein 1944
a-selecte steekproef 50 fietsen bij de ‘Tulips ’ Aantal sloten:
Soort sloten:
niet op slot
Ringslot
38
1 slot
32
Kabelslot
16
2 sloten
18
kettingslot
13
3 sloten of meer
0
beugelslot
1
Oktober 2006
14
2.2.5
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Mariënburgsestraat
De geanalyseerde stalling ligt ter hoogte van de ‘Spaarpot’ aan de rand van het centrum en voetgangersgebied van Nijmegen. Locatie: Nijmegen Sublocaties: Centrum, Mariënburgsestraat Datum: 5 april 2006, 15.30 uur Ligging van de fietsparkeervoorzieningen: De fietsparkeervoorzieningen liggen aan de Mariënburgseweg bij de zg ‘Spaarpot’. Zij liggen logisch ten opzichte van de fietsroutes en op korte afstand van de openbare weg en de bestemmingen. Sociale veiligheid van de locatie: De fietsparkeervoorzieningen liggen overzichtelijk vanaf de openbare weg. Ook lopen veel mensen langs maar verder ontbreekt het aan toezicht. Informeel toezicht is beperkt: langslopend publiek en andere parkeerders. Formeel toezicht ontbreekt. De fietsparkeervoorzieningen zijn goed verlicht. De locatie is ordelijk schoon en attractief Kwaliteit van de fietsparkeervoorzieningen: In het gebied staat een stuurdraag fietsparkeersystemen. Dit type heeft een aanbindmogelijkheid. Met een kabel- of kettingslot is de fiets eenvoudig aan te binden. Gebruik en gedrag: Er staan 160 stuurdraagsystemen waarin 123 fietsen stonden. Daaronder waren geen zwerffietsen of fietswrakken. 40% daarvan maakten gebruik van de aanbindmogelijkheid. Buiten de fietsparkeervoorzieningen stonden 12 fietsen. Stuurdraagsystemen bij de ‘Spaarpot’
a-selecte steekproef 50 fietsen bij de ‘Spaarpot’ Aantal sloten:
Soort sloten:
niet op slot
ringslot
29
1 slot
38
kabelslot
18
2 sloten
12
kettingslot
13
3 sloten of meer
0
beugelslot
2
2.3
Conclusies
Fietsdiefstal is in de gemeente Nijmegen een serieus probleem. Uit de kaderstellende notitie van de gemeente Nijmegen blijkt dat fietsdiefstal het meest voorkomende vermogensdelicten in Nijmegen is. Diefstal af/uit een (motor)voertuig staat op een tweede plaats. Vanaf 2003 is er een grote daling in de aangiftecijfers en het percentage opgehelderde aangiftes is gestegen van 1% in 2000 tot 3,5% in 2005. 20% van de verdachten die in 2005 voor fietsdiefstal aan het Openbaar Ministerie werd overgedragen was minderjarig. Uit de Fietsersbond-enquête blijkt dat 68% van de mensen zegt aangifte te hebben gedaan, wat er veel is gezien het landelijke cijfer dat uit de politiestatistieken komt (34%). Vergeleken met Fietsersbond gegevens uit Apeldoorn (82 %) en Den Haag (67%) scoort Nijmegen niet veel hoger dan andere steden waar de Fietsdiefstalscan is verricht. Fietsdiefstal vindt overwegend overdag plaats en gebeurt in of bij de woning (41%) of is geconcentreerd op enkele plekken zoals de stations (13%), het centrum (27%) en het overig winkelgebied (8%). Veel Nijmegenaren kennen het centrum en het station als risicolocaties. Het aantal Nijmegenaren dat zich door het risico van fietsdiefstal laat weerhouden de fiets te gebruiken voor bepaalde ritten is hoog (46%), maar wel gelijk aan het landelijk gemiddelde (45%). 72 % van de Nijmegenaren is niet tevreden over de aanwezige fietsenrekken in de gemeente. De belangrijkste redenen die de geënquêteerden aangeven voor het negatieve oordeel zijn: te weinig stallingen (79 %) en te krap waardoor er kans op beschadiging aanwezig is (52 %). Geen goede aanbindmogelijkheid scoorde 42 %. 29 % waas van oordeel dat de klemmen te ver staan Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
15
van de bestemming. Hoewel een groot deel van de fietsen uit de schuur of bij woning wordt gestolen, vinden Nijmegenaren de woonomgeving geen risicolocatie voor fietsdiefstal. Dit is in strijd met de feitelijke fietsdiefstalgegevens. Ook oordeelt men zeer positief over de veiligheid van de eigen fietsenberging bij huis. Op basis van onderzoek op de 'hotspots' op het gebied van fietsdiefstal in Nijmegen concludeert de Fietsersbond dat bij het station een zeer groot tekort aan onbewaakte fietsplaatsen is. Uit onderzoek van ProRail op stationslocaties blijkt dat mensen de fietsenstalling als ‘vol’ ervaren als 80 % van de rekken bezet is. Bij het station staan veel meer fietsen dan rekken. Hier is dus sprake van een zeer ernstig tekort aan onbewaakte fietsplaatsen. Bij de Bisschop Hamerstraat, bij de klemmen buiten de stalling was een klein tekort aan stallingsplekken. In de gratis bewaakte stalling bij de Bisschop Hamerstraat is nog wel plek, deze zal beter onder de aandacht gebracht moeten worden bij het stallend publiek. Bij het Centrum Molenstraat is een klein tekort aan plekken. Bij Plein 44 blijken fietsers de kwalitatief goede rekken met Fietsparkeur volop te gebruiken. De klemmen van mindere kwaliteit blijven grotendeels ongebruikt, mensen kiezen dan liever voor een plek buiten de rekken. De Mariënburgsestraat had voldoende rekken. Wat de bezettingsgraad van de stallingen is onbekend of op piektijden er een (groter) tekort optreedt. Hiervoor zal op piektijden (overdag en ’s avonds) extra geteld moeten worden. Gezien de grote ontevredenheid onder fietsers over het aantal rekken, is de verwachting van de bond dat op piektijden er een tekort aan fietsenrekken is. De ligging, zowel ten opzichte van de aanrijroutes als ten opzichte van de bestemming is meestal wel logisch, maar soms te ver. De stallingen worden goed beheerd, er zijn weinig tot geen fietswrakken aangetroffen. De stallingen met de ‘Tulips’ en de stuurdraagsystemen zijn goed. Hier kan de fiets goed aan bevestigd worden. Hierdoor worden de gebruiksmogelijkheden van stenen en betonscharen voor het openbreken van sloten beperkt. De overige fietsparkeervoorzieningen zijn matig of slecht van kwaliteit, zeker op het gebied van diefstalbeveiliging maar ook vanwege de grote kans op beschadiging. Als fietsers kunnen kiezen, gebruiken ze liever de goede rekken dan de slechte kwaliteit rekken. Fietsers in Nijmegen nemen beperkt maatregelen om hun geparkeerde fiets te beschermen tegen fietsdiefstal, zelfs op de bekende risicolocaties. Veruit de meeste fietsen staan slechts op slot met één slot: het ringslot. 6% stond zelfs in het geheel niet op slot. Voor het beveiligen van fietsen zonder ringslot of als tweede slot wordt meestal gekozen voor een kabelslot. De meer kraakbestendige kettingsloten en beugels worden slechts beperkt gebruikt. Opvallend is het verschil in het gebruik van sloten op de verschillende locaties. Over het algemeen binden fietsers hun fiets aan op locaties waar hun fiets langere tijd staat en waarvan ze inschatten dat er gevaar voor diefstal is. Het station is de meest bekende risico-locatie in Nijmegen (60 %), het centrum is de tweede locatie (56 %). Bij het station was zo’n 20 % van de fietsen aangeboden ondanks dat de rekken hiervoor eigenlijk geen mogelijkheden bieden. De vormgeving van de rekken vormt hier de beste verklaring voor het lage percentage aangebonden fietsen. Bij de Mariënburgsestraat stond 40 % van de fietsen in de rekken aangebonden. Het stuurdraagsysteem biedt hiervoor ook voldoende mogelijkheden. Opvallend is het lage percentage aangebonden fietsen bij Plein 44 (Tulips) 10 %. Deze rekken zijn hiervoor wel geschikt. Hiervoor heeft de Fietsersbond geen verklaring gevonden. De Tulips bij de Molenstraat worden ook gebruikt om de fiets aan te binden. Bij de Bisschop Hamerstraat stond echter geen van de fietsen aangebonden, ondanks dat daar rekken staan waarbij dat goed mogelijk is. Mogelijke verklaring is dat mensen verwachten dat het toezicht van de bewaakte stalling zich uitstrekt tot aan de fietsklemmen op de kop van de bewaakte stalling en men dus niet bang is voor diefstal.
Oktober 2006
16
Fietsdiefstalscan Nijmegen
3
Aanpak van fietsdiefstal in Nijmegen
De vormgeving en prioritering van maatregelen voor de aanpak van fietsdiefstal is afhankelijk van de maatregelen en activiteiten die door verschillende partijen momenteel in de gemeente Nijmegen worden uitgevoerd en van de wijze waarop de aanpak van veiligheidsproblemen in het algemeen is georganiseerd. Daarin kunnen aanknopingspunten voor de verbeterde aanpak worden gevonden.
3.1
Actueel beleid en maatregelen
Er wordt in de gemeente Nijmegen door gemeente, politie en anderen op allerlei terreinen beleid gevoerd, maatregelen genomen en activiteiten ontplooid die van invloed zijn op de mogelijkheden en beperkingen om fietsdiefstal in de gemeente aan te pakken. Beleid, maatregelen en activiteiten kunnen zowel direct de aanpak van fietsdiefstal beogen, maar ook indirect deze aanpak beïnvloeden. In deze paragraaf worden dit beleid en deze maatregelen en activiteiten beschreven. Allereerst wordt een algemeen beeld geschetst van het veiligheidsbeleid bij de gemeente en het beleid van de politie, zowel qua inhoud, vorm als procedure. Vervolgens wordt per fietsdiefstalthema het bestaande beleid en de huidige activiteiten beschreven. 3.1.1
Integraal veiligheidsbeleid van de gemeente en het beleid van de politie
De gemeente Nijmegen heeft haar veiligheidsbeleid vastgesteld in de kaderstellende nota ‘Voor een veilig Nijmegen’ en in het bijbehorende Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2005-2009. Uitgangspunt is een gebiedsgerichte aanpak waarbij de gegevens van de tweejaarlijkse Integrale Veiligheidsmonitor worden gebruikt. De meest recente werd 27 maart 2006 aan de pers en de raad gepresenteerd. Eind 2004 heeft het Nijmeegse college in antwoord op een initiatiefvoorstel van de PvdA, en in nauwe samenwerking met de politie aangegeven welke punten uit het voorstel het college wil overnemen. In januari 2006 heeft het college een brief geschreven over de voortgang. De belangrijkste punten hieruit: • Vier agenten van team stadscentrum verdiepen zich vanaf voorjaar 2006 à la de Groningse politie in de kenmerken van gestolen fietsen, zodat zij op straat gestolen fietsen er eerder uit kunnen halen, verdachten aanhouden wegens diefstal of heling en gestolen fietsen terug kunnen bezorgen bij de rechtmatige eigenaars. In Groningen werkte deze strategie, in 2004 konden ongeveer 500 fietsen worden terugbezorgd. Nijmegen heeft de inzet van een lokfiets overwogen, maar afgewezen omdat het te ’passief’’ instrument is gebleken. • De Nijmeegse politie gaat actief op zoek naar helers via internet. • Op basis van tellingen worden vijf risicolocaties aangewezen en een plan van aanpak voor die plekken opgesteld met als doel: een afname van fietsendiefstal met 30 procent. In januari 2006 zijn door de politie twee analyses gedaan: de stationsomgeving en de omgeving van de Mariënburg. Andere risicolocaties zijn Plein 1944, Bisschop Hamerstraat en de Molenstraat. • In 2006 zullen alle fietsenhandelaren door de gemeente worden benaderd om de gedragscode 6 van de Bovag te onder tekenen. • Het College volgt de landelijke ontwikkelingen rond registratie van fietsen. Het College spreekt uit dat graveren vooralsnog een prima identificatie mogelijkheid is.
6
Er zijn in de fietsbranche 2200 ondernemers actief die een winkel met een werkplaats hebben en waarschijnlijk gebruikte fietsen verkopen. De BOVAG heef t 1800 leden. Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
•
17
De gemeente Nijmegen heeft opdracht gegeven tot uitvoering van de Fietsdiefstalscan. Deze scan maakt onderdeel uit van het fietsdiefstalproject dat de Fietsersbond in opdracht van de provincie Gelderland uitvoert.
Het beleid van de politie Nijmegen is onder andere vastgelegd in het Visiedocument Gelderland Zuid 2003 – 2006. Daarin staat de doelstelling: een reductie van het aantal slachtoffers met 10 %. Middelen daarbij zijn het beleid om veelplegers en jeugdige criminelen aan te pakken. Andere middelen zijn een flexibele inzet van personeel en meer aandacht voor preventie. Verder wil men het ophelderingspercentage laten stijgen. In 2002 was dit percentage 13, 4, in 2006 moet dit minstens 14,6 % (toen het landelijk gemiddelde) Dit moet te bereiken zijn o.a. door ‘’consequent focussen op dadergroepen en op veelplegers”, de keten tussen politie en justitie verbeteren, meer projectmatige aandacht die zich richt op “geen heler geen steler”. Hoewel fietsdiefstal in het algemene beleid van de politie in Nijmegen niet tot de prioriteiten behoort, past een projectmatige aanpak van fietsdiefstal wel in het kader. Om het aantal slachtoffers te verminderen is het zinvol in te zetten op veelvoorkomende criminaliteit als fietsdiefstal. Verder zijn de veelplegeraanpak, de aanpak van jeugdige criminelen en de aandacht voor heling en preventie ook goede instrumenten tegen fietsdiefstal. Sinds half februari is de politie gestart met het fietsdiefstalproject (de invulling van de politie van het aanvalsplan tegen fietsdiefstal). Belangrijke onderdelen: de Groningse manier om gestolen fietsen, aanpak van risicolocaties, aanpak van heling via internet. Op de site van de politie staat informatie over het fietsdiefstalproject en is de mogelijkheid geschapen om een fietsregistratiekaart te downloaden. 3.1.2
Gebiedsgerichte aanpak
In de nota ‘Voor een veilig Nijmegen’ en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma is een gebiedsgerichte aanpak een belangrijk uitgangspunt. Er zijn wijkmanagers, die de regie hebben wat betreft de aanpak van onveiligheid. De teamchefs van de politie zijn belangrijke partners van deze wijkmanager. Er wordt op dit moment gewerkt aan ‘stadsdeelveiligheidsplannen’ voor alle 9 Nijmeegse stadsdelen. In het kader van de aanpak van fietsdiefstal zijn vijf risicolocaties aangewezen, daarvoor wordt per locatie een plan van aanpak gemaakt. De politie heeft voor deze vijf locaties (Stationsomgeving, omgeving van Mariënburg, Bisschop Hamerstraat, Plein 1944 en Molenstraat) de cijfers geanalyseerd (plaats van het delict) en voor twee (stationsomgeving en Marienburg) een advies geschreven. Dit advies, tamelijk globaal, richt zich met name op preventie: meer en betere rekken, betere verlichting. De Fietsersbond heeft een aantal van deze locaties meegenomen in de locatiescan (zie hoofdstuk 2). Op basis daarvan geeft de bond een aantal adviezen die elders in dit rapport staan. De bedoeling is dat adviezen van politie en de Fietsersbond straks de basis zijn voor het aanpakken van de locaties. Politie en gemeente zijn in overleg over de coördinatie van het politiekeurmerk Veilig Wonen. De politie heeft aangegeven op termijn de coördinatie graag te willen overdragen. De gemeente geeft aan dat een aantal zaken nog ‘in een overgangsfase’ zitten’. Het plan is om een aantal eisen te toetsen in het kader van een bouwvergunningsaanvraag. Het is onduidelijk hoeveel woningen er gebouwd zijn zonder berging (sinds januari 2003 is de eis van bergruimte niet meer verplicht). Op dit moment speelt bij stadsvernieuwingsprojecten het politiekeurmerk geen rol. Maar de afdeling stadsontwikkeling neem wel deel aan de gesprekken met de politie over het overnemen van taken rond het politiekeurmerk. In het verleden zijn er enkele woongebouwen opgeleverd die voldoen aan de eisen van het keurmerk. Volgens de woordvoerder van de politie is daarbij ook aan de fiets gedacht. Ook bij de herinrichting van het Limosterrein is het keurmerk gehanteerd. Appartementengebouwen aldaar hebben allen bergingen.
Oktober 2006
18
3.1.3
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Registratie en beleidsinformatie
Op het hoofdbureau van politie in Nijmegen kan 24 uur per dag aangifte worden gedaan van fietsdiefstal. Bij de zes overige bureaus kan dat veelal tijdens kantooruren of op afspraak. Daarnaast is aangifte via internet (www.politie.nl) mogelijk. De gegevens van de aangifte worden opgenomen in BPS. Als het framenummer bekend is, worden de gegevens ook in HKS verwerkt. Indien gewenst geeft de politie de gedupeerde informatie over slachtofferhulp. Specifiek aan fietsdiefstal gerelateerde informatie (zoals tips ter voorkoming van fietsdiefstal en een fietsregistratiekaart) wordt niet gegeven. Hoewel de fietsregistratiekaart wel via internet te downloaden is op de site van de politie Nijmegen. In tegenstelling tot slachtoffers van andere delicten (zoals inbraak woning, diefstal uit auto) krijgen slachtoffers van fietsdiefstal geen zogenaamde Terwee-brief waarin wordt uitgelegd wat er verder met de aangifte gebeurt. Ontwikkelingen met betrekking tot fietsdiefstal in de stad werden tot voor kort niet structureel gevolgd. Incidenteel werden ontwikkelingen wel bekeken en beschreven in managementsrapportages. Met de start van het fietsdiefstalproject worden ontwikkelingen per kwartaal gevolgd. De politie is op de hoogte dat er gewerkt wordt aan een bestand van gestolen fietsen bij de Rijksdienst voor het wegverkeer. De politie verwacht er wel het een en ander van, maar alleen als er meer fietsen in opgenomen worden dan alleen de fietsen met een tag. In Nijmegen worden geen postcodegraveeracties georganiseerd door politie of gemeente. De gemeente is van mening dat dit een taak is voor de fietsenwinkels. 3.1.4
Parkeren en vastzetten
Het fietsparkeerbeleid is in het verleden wel vastgelegd in beleidsnota’s. Deze zijn nu verouderd. In 2003 is een behoefte-onderzoek naar fietsenstallingen in het centrum uitgevoerd. Door de gemeente aangeschafte fietsparkeersystemen moeten in principe zijn voorzien van het keurmerk Fietsparkeur. Of die eis ook buiten de binnenstad wordt gesteld is onduidelijk. Volgens een woordvoerder van de gemeente streeft men naar rekken met een aanbindmogelijkheid. De gemeente is eigenaar van twee bewaakte stallingen in het centrum van Nijmegen, samen een dikke 700 plaatsen (bisschop Hamerstraat en de Mariënburg). Daarnaast zijn er drie door particulieren beheerde stallingen (Scheidemakershof, NS station, Stichting Oude Stad (NS terrein Hezelpoort). Deze stallingen zijn per 1 september 2006 de gehele dag gratis, daarvoor was het stallen tot 19.00 uur gratis. Bij de realisatie van publiekstrekkende voorzieningen als winkels, een bioscoop of een zwembad, worden geen eisen gesteld aan de fietsparkeervoorzieningen. Bij niet-woongebouwen wordt de standaard checklist gevolgd bij bouwaanvragen. Daarin wordt met het oog op de gebruikers van het gebouw (niet op de bezoekers) de eis gesteld dat een bepaald vloeroppervlakte gereserveerd moet zijn voor fietsenstallingen. De gemeente voert geen beleid voor de fietsenstallingen bij scholen. Er zijn in Nijmegen wijken en buurten waar huizen staan waar de fietsenberging ontbreekt. In deze wijken voert de gemeente geen speciaal beleid om collectieve fietsenbergingen te realiseren. Volgens de gemeente zijn er na het afschaffen van de eis van een buitenberging uit het Bouwbesluit, wel woningen opgeleverd zonder buitenberging. Hoeveel dat er zijn is onbekend (er is geen schatting van te geven). Bij het station, de toprisicolocatie van Nijmegen is de afgelopen jaren een en ander gedaan om de openbare ruimte rond het station netter en overzichtelijker te maken. Voor zover bekend, speelde de aanpak en preventie van fietsdiefstal hierbij geen rol. In het kader van het ProRrail-project Ruimte voor de Fiets wordt er op het stationsplein een nieuwe fietsenstalling gebouwd. Daarbij was gepland om de capaciteit voor het onbewaakte stallen te verdubbelen tot 3605 plaatsen. De gemeente Nijmegen kon hiervoor niet de benodigde ruimte vinden aan de voorzijde van het station. Nu komen er aan de voorzijde 2700 plaatsen en in de toekomst aan de achterzijde minimaal 900 onbewaakte fietsplaatsen. De stalling aan de voorzijde zal omstreeks februari 2007 gereed zijn. De uitbreiding aan Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
19
de achterzijde maakt onderdeel uit van de nieuwe spoorzone-ontwikkeling. De bewaakte stalling aan de voorzijde breidt een met iets meer dan honderd plaatsen uit tot 3238. Al enige jaren voert de gemeente een beleid om fietswrakken, buiten de rekken geparkeerde fietsen en langer dan vier weken geparkeerde fietsen regelmatig te verwijderen. Bij de locatiescan zijn geen fietswrakken aangetroffen. De Fietsersbond ontving regelmatig klachten over het verwijderen van fietsen bij het station in Nijmegen. De klachten liepen uiteen van het ontvangen van een onvolledig ingevulde beschikking tot het niet eens zijn met de stelling dat een termijn van een kwartier onvoldoende is. Bij het station is een groot tekort aan stallingsplekken. De minister van Verkeer gaf in juni 2005 aan dat ze alle begrip heeft voor verwijdering van fietswrakken en weesfietsen die de capaciteit in beslag nemen of als de toegankelijkheid of veiligheid in gevaar komt. Bij alle andere fietsen vraagt de minister de gemeente bij het verwijderingbeleid rekening te houden met de huidige capaciteitstekorten en de onmogelijkheid voor sommige fietsers om hun fietsen correct te stallen. Ze wijst daarbij op haar inzet om fietsen aan te moedigen, het huidige capaciteitstekort en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor goede fietsvoorzieningen. De Fietsersbond constateert aan de hand van de klachten van fietsers dat de gemeente ook fietsen weghaalt die ‘alleen’ niet in de rekken staan, maar geen hinder of gevaar veroorzaken. Dit is niet conform de wens van de minister van Verkeer en Waterstaat. Ook is niet in alle gevallen een volledig ingevulde beschikking afgegeven aan de eigenaar van de fiets. 3.1.5
Controle en toezicht
Met de start van de aanpak van fietsdiefstal zijn er afspraken gemaakt over controle en toezicht. Op de manier van de Groningse politie worden agenten getraind in het herkennen van gestolen fietsen. Tijdens surveillances worden verdachte fietsen eruit gepikt en degenen die in bezit zijn van zo’n fiets, zo mogelijk, aangehouden voor heling of rijden op een gestolen fiets. Voor vijf specifieke risicolocaties zal een plan van aanpak gemaakt, mogelijk zijn verscherpt toezicht of posten daarvan onderdelen. Voor de start van dit fietsdiefstalproject hield de politie zich niet bezig met specifiek controleren van gestolen fietsen of toezicht houden op locaties waar veel fietsendiefstallen plaatsvonden. In het kader van de veelplegeraanpak worden mensen continu in de gaten gehouden. Onder de veelplegers zijn ook enkelen die zich met fietsdiefstal bezighouden. Gevonden fietsen en in het kader van de zogenaamde fietsregulering (bij station en in binnenstad) weggehaalde fietsen gaan naar bureau toezicht. Er worden nu afspraken gemaakt tussen politie en gemeente over gevonden fietsen in het algemeen en over het screenen van deze fietsen op diefstal. Van de fietsen die nu bij bureau toezicht belanden is onduidelijk in hoeverre die gecontroleerd worden. In 2005 kwamen in totaal 2442 fietsen bij bureau toezicht terecht die via bestuursdwang waren weggehaald, 235 fietsen werden gevonden, verder werden er 373 fietswrakken verzameld. 95 fietsen kwamen via de politie bij bureau toezicht. Volgens de gemeentewoordvoerder wordt alleen gecontroleerd bij vermoedens van diefstal. Hoeveel dat er zijn is onduidelijk. Iedere dinsdag tussen 14.00 en 15.00 uur, vrijdag tussen 10.00 en 11.00 uur en elke zaterdag van 10.00 tot 12.00 uur kunnen fietsen tegen betaling van bestuursdwang € 15,- worden opgehaald. Het gaat hierbij om fietsen die zijn weggehaald in de binnenstad of rondom het NS-station. Volgens de politie wordt er, als er gecontroleerd wordt, zowel in BPS als HKS gekeken. Hoeveel fietsen terugbezorgd worden aan de rechtmatige eigenaars is onduidelijk. Gemeente en politie werken aan betere afspraken over screening van gevonden en verwijderde fietsen op diefstal. In het kader van het aanvalsplan is er het voornemen om de registercontroles van rijwielhandelaren en andere aanbieders van tweedehands goederen in ere te herstellen. Ook zal de politie meer werk gaan maken om op internet helers van gestolen fietsen op te sporen. De gemeente Nijmegen heeft toezichthouders in dienst die zijn aangesteld voor o.a. het handhaven van vergunningen en andere verordeningen en wetten. Ook hebben ze taken in het kader van gebiedsgerichte projecten van het handhavingprogramma Toezicht van de gemeente. En in het Oktober 2006
20
Fietsdiefstalscan Nijmegen
algemeen in het beheer van de openbare ruimte. ‘’Fietsregulering”” (in het kader van de APV, waar gebieden zijn aangesteld daar niet buiten de rekken mag worden geparkeerd) is een van taken van deze toezichthouders. In de APV is een verbod opgenomen op verkoop op straat. Hiermee is het mogelijk om de verkoop van hoogstwaarschijnlijk gestolen fietsen en fietsonderdelen op de openbare weg aan te pakken, zonder dat hiervoor eerst bewezen hoeft te worden dat het om een gestolen fiets gaat. 3.1.6
Handhaving
In 2005 zijn er 106 mensen aangehouden in verband met fietsdiefstal, 12 verdachten werden aangehouden in verband met het helen van een (of meer) fietsen. Tot voor kort waren er geen afspraken met het OM over wat er verder met aangeleverde fietsdiefstalverdachten gebeurden. In 2005 werden 61 zaken doorgestuurd naar het OM. Wel waren er afspraken met het OM over veelplegers en jeugdige daders. Afspraken over fietsdiefstalverdachten zijn in de maak. De politie heeft volgens een woordvoerder weinig zicht op wie er in Nijmegen actief is als fietsendief. Daarvoor worden er tot nu toe te weinig aangehouden. 3.1.7
Communicatie
Tot nu zijn er geen specifieke communicatieactiviteiten van de gemeente met betrekking tot fietsdiefstal. Eerst wil men de activiteiten van gemeente en politie wat betreft handhaving, toezicht en preventie goed op de rails hebben, daarna zal er waarschijnlijk een publiekscampagne worden gestart. Daarbij wordt wellicht aangesloten bij de campagne voor fietspromotie, die vanuit het oogpunt van een betere luchtkwaliteit gevoerd wordt.
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
4
21
Advies aanpak fietsdiefstal Nijmegen
Zowel in het actuele beleid en maatregelen van gemeente en politie in Nijmegen (beschreven in paragraaf 3.1), als in onderzoek en ervaringen uit andere gemeenten, zijn aanknopingspunten te vinden voor (aanvullende) activiteiten en maatregelen voor de aanpak van fietsdiefstal. Op basis daarvan worden in deze paragraaf de contouren geschetst van een mogelijke aanpak van fietsdiefstal in Nijmegen. De Fietsersbond stelt een planmatige aanpak voor, waarbij allereerst een algemene doelstelling is geformuleerd, waarna per thema subdoelstallingen en concrete activiteiten zijn beschreven. Tevens is gekeken welke randvoorwaarden er gerealiseerd moeten zijn om deze activiteiten te kunnen uitvoeren. Aan de hand van dit Fietsersbond-advies, waarin het maximale wat de gemeente kan doen is omschreven, kan de gemeente een Plan van Aanpak fietsdiefstal Nijmegen schrijven en afstemmen met andere partijen.
4.1
Hoofddoelstelling
In het nationale veiligheidsbeleid hebben de rijksoverheid en de korpsbeheerders afspraken gemaakt over het terugdringen van criminaliteit en overlast in de publieke ruimte met circa 20 tot 25 procent in de periode 2003 – 2006. Dat kan alleen door middel van een drastische verlaging van de zogenaamde volumecriminaliteit: fietsdiefstal, diefstal uit auto's, vernielingen en inbraak. Op het gebied van opsporing en handhaving ligt de prioriteit bij de (jeugdige) veelplegers, waaronder zich ook veel fietsendieven bevinden. Deze landelijke afspraken bieden volop aanknopingspunten voor de aanpak van fietsdiefstal. In het aanvalsplan tegen fietsdiefstal wil de gemeente Nijmegen op de vijf risicolocaties in twee jaar tijd een afname realiseren van 30 procent ten opzichte van januari 2006. De Fietsersbond beveelt een stadsbreed integraal Plan van Aanpak Fietsdiefstal aan met een centrale doelstelling die aansluit bij de eigen ambities. Voorstel centrale hoofddoelstelling voor een Plan van Aanpak fietsdiefstal Nijmegen: ∗ Het verminderen van het aantal fietsdiefstallen in heel Nijmegen met 25 procent in januari 2008 ten opzichte van de stand van zaken in 2006 via een integrale aanpak van het probleem. Voor de totstandkoming van een breed gedragen integraal Plan van Aanpak fietsdiefstal is een aantal stappen noodzakelijk. De gemeente heeft al de regie genomen rondom de aanpak van fietsdiefstal en werkgroep fietsdiefstal geformeerd. Hierin zitten vertegenwoordigers van de gemeente, de politie en de Fietsersbond. De Fietsersbond adviseert de volgende aanpak vanuit de gemeente: • Het Plan van Aanpak fietsdiefstal of maatregelen daaruit worden ook met andere organisaties, instanties of bedrijven die een rol kunnen spelen bij de aanpak van fietsdiefstal afgestemd, zoals Het Openbaar Ministerie, ProRail, fietsenmakers, woningbouwverenigingen, scholen en welzijnorganisaties. Deze partijen worden gestimuleerd om optimaal bij te dragen aan de aanpak van fietsdiefstal. • In het Plan van Aanpak fietsdiefstal wordt vastgelegd dat de gemeente ook bij nieuwe plannen en beleidsvoornemens kijkt of de aanpak van fietsdiefstal te integreren is. • Jaarlijks bekijkt de gemeente ism de werkgroep fietsdiefstal of de acties het gewenste resultaat opleveren en zo nodig wordt bijgestuurd. Voor het bereiken van de centrale hoofddoelstelling voor de aanpak van fietsdiefstal in Nijmegen worden deeldoelstellingen geformuleerd op de thema's gebiedsgerichte aanpak, registratie en beleidsinformatie, parkeren en vastzetten, controle en toezicht en terugbezorging, handhaving en communicatie.
Oktober 2006
22
4.2
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Gebiedsgerichte aanpak
De nog uit te voeren plannen rondom de vijf risicolocaties en het schrijven van de stadsdeelveiligheidsplannen bieden veel perspectief voor het daadwerkelijk terugdringen van fietsdiefstal in Nijmegen. Fietsdiefstal concentreert zich voor een deel op specifieke risicolocaties. Het is daarom zinvol daar de energie in te steken. Om risicolocaties in de gaten te houden en om de opkomst van nieuwe risicolocaties snel op te merken, is nuttig de monitoringscijfers van de politie te volgen. Daarbij gaat het niet alleen om de plek, maar ook om trends op het spoor te komen in het soort fietsen dat gestolen wordt en in modus operandi. Om fietsdiefstal per locatie aan te pakken is het volgens de Fietsersbond nodig dat gemeente en politie regelmatig overleg voeren naar aanleiding van de cijfers. Gemeente en politie moeten daarvoor samen een systematiek opzetten waarin duidelijk is wie wat wanneer moet doen om direct en effectief te reageren op de gesignaleerde problemen. Gerichte op de locatie toegesneden maatregelen kunnen zijn: verscherpt toezicht door politie of stadswachten, het publiek voorlichten over diefstalrisico’s en de mogelijkheden van preventie, het plaatsen van (meer) rekken met een antidiefstalvoorziening of bestaande fietsenrekken vervangen door rekken met een antidiefstalvoorziening of bijvoorbeeld een bewaakte mobiele fietsenstalling op bepaalde uren in te 7 zetten . Voorstel doelstellingen op het thema gebiedsgerichte aanpak: ∗ Het voorkomen van fietsdiefstal is één van de uitgangspunten bij de gebiedsgerichte aanpak van veiligheidsproblemen, fietsparkeren en bouwen en wonen. ∗ Jaarlijks worden 2 à 3 belangrijke hotspots van fietsdiefstal onderzocht en door de gemeente aangepast. Tot en met 2007 worden de in de Fietsdiefstalscan Nijmegen bekeken locaties in ieder geval aangepakt. Om dit te realiseren, adviseert de Fietsersbond een aantal onderdelen verder uit te werken. • Gemeente en politie zetten een systematiek op om de trends rondom fietsdiefstal in Nijmegen (over locatie, soort fietsen, modus operandi, tijdstip) continu te volgen en in actie te komen bij signalen over veranderingen of patronen in fietsdiefstal (toezicht verhogen, posten, fietsparkeervoorzieningen uitbreiden, kwaliteit fietsparkeervoorzieningen verbeteren, enz.). Naast deze algemene activiteiten en maatregelen adviseert de Fietsersbond de aanpak van risicolocaties door herinrichting en afspraken over toezicht en beheer. Voor de locaties die in het onderzoek reeds zijn bekeken volgt hieronder een voorstel voor concrete maatregelen. Ook de andere risicolocaties moeten de komende jaren worden aangepakt. Station Nijmegen Voor het stationsgebied, de toprisicolatie, zal een gedegen plan van aanpak moeten worden gemaakt. Verder is het zinvol om ook de bouwplannen voor een nieuwe stalling en eventuele andere plannen rondom het station nog eens goed te bekijken vanuit het oogpunt van fietsdiefstalbestrijding. De Fietsersbond adviseert de gemeente om de volgende zaken aan te pakken. • Tot de opening van de nieuwe onbewaakte fietsenstalling noodmaatregelen nemen om de benodigde capaciteit te vergroten. De capaciteit zou minimaal verdubbeld moeten worden, gezien de getelde aantallen fietsen tijdens de scandag.
7
In Weert heeft men goede ervaringen met het aanbieden van een bewaakte fietsenstalling op uitgaansavonden, tot 04.00 uur in de nacht. Een ondernemer draagt zorg voor het afzetten van een parkeerterrein, het plaatsen van fietsenrekken en een mobiele cabine voor de bewakers. De mobiele cabine doet tevens dienst als garderobe. De stalling kost € 1,-, het ophangen van een jas ook. De stalling is volledig kostendekkend.
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
•
•
•
•
•
•
23
Geen fietsen weghalen die buiten de rekken staan zolang er een capaciteitstekort is als de fiets niet hinderlijk of gevaarlijk staat. Dit wordt door de minister van Verkeer en Waterstaat afgeraden omdat mensen zo minder gestimuleerd worden om gebruik te maken van de combinatie fiets trein. Bij de planning van de nieuwe fietsenstalling uitgaan van de vraag aan elke stationszijde apart. Gezien de omrijfactor om aan de andere kant va n het station te komen, zijn de stallingen geen communicerende vaten. Een tekort aan stallingsruimte zorgt ervoor dat mensen buiten de rekken gaan parkeren. Bestuderen van de ongevallenstatistieken om te zien of het oversteken van de busbaan gevaarlijk is. Zo ja, dan moeten overstekende voetgangers gewaarschuwd worden als er een bus aankomt of er moeten infrastructurele maatregelen getroffen worden. Welke dat kunnen zijn, is niet meegenomen in dit onderzoek. Verbeteren van formele toezicht. Hiervoor kunnen de medewerkers van Bureau Toezicht ingezet worden. Een en ander zou aan effectiviteit kunnen winnen als de politie meer weet over welke fietsendieven actief zijn op deze plek en hoe ze te werk gaan. Dan kunnen de toezichthouders op risicomomenten hun ronde langs het station plannen en extra toezicht houden op bepaalde mensen. Onderhoudplannen voor de fietsenrekken en een zorgvuldig beleid voor het verwijderen van weesfietsen en fietswrakken opstellen. Deze zaken ook in de nieuwe situatie (na de opening van de nieuwe fietsenstalling in 2007) toekomstvast regelen. Daarnaast moeten fietsers worden gestimuleerd hun fiets goed op slot te zetten door gebruik te maken van de aanbindmogelijkheid van de nieuwe rekken en twee goede fietssloten te 8 gebruiken .
Vier locaties in de binnenstad (Plein 1944, Molenstraat, Bisschop Hamerstraat, Mariënburgsestraat Het aantal rekken is volgens de telling uit de locatiescan onvoldoende. Nog bekeken dient te worden hoeveel tekort de stallingen op piektijden hebben. De Fietsersbond adviseert de volgende zaken te doen. • Verbeteren van formeel toezicht door regelmatige politiecontroles of door de inzet van toezichthouders. Ook hier geldt dat de inzet effectiever is, als de politie meer weet over welke fietsendieven actief zijn op deze plek en hoe ze te werk gaan. • Het informeel toezicht is optimaal als voorbijgangers langere tijd ergens staan te wachten met uitzicht op de fietsklemmen. Met het plaatsen van voorzieningen, zoals bankjes kan hiermee rekening gehouden worden. Mensen die snel voorbij lopen, reageren over het algemeen niet bij het zien van diefstal van een fiets en zijn daarmee geen goede vorm van informeel toezicht. • Vervangen van rekken zonder aanbindmogelijkheid door rekken met Fietsparkeur. • Regelmatig tellingen verrichten op piekmomenten. • Het aantal fietsenrekken aanpassen aan de behoefte op de piekmomenten. Dit past ook bij het beleid van de gemeente om vraaggestuurd parkeerbeleid te voeren. • Fietsers stimuleren hun fiets goed op slot te zetten (aanbindmogelijkheid gebruiken en twee sloten).
4.3
Registratie en beleidsinformatie
Voor een succesvolle controle, handhaving en terugbezorging is een goede registratie van fietsen essentieel. Om fietsen opspoorbaar te maken dienen ze te zijn voorzien van een uniek kenmerk. Bij
8
Op www.fietsersbond.nl/aanpakfietsdiefstal is ter inspiratie een zeer succesvol project op dit punt in de gemeente Harlingen te vinden dat heeft geleid tot een bijna halvering van de aangiften. Oktober 2006
24
Fietsdiefstalscan Nijmegen
gebrek aan alternatieven is de postcodegravering nog altijd de beste methode. Het zou daarom goed zijn als Nijmegen burgers de mogelijkheid biedt de postcode te laten graveren. Dergelijke graveeracties zijn prima mogelijkheid om mensen te informeren over fietsdiefstalpreventie (tips over het beveiligen van de fiets) en het aanmoedigen van aangifte te doen bij diefstal. Zonder stimulans van de gemeente zullen fietsenmakers het fietsgraveren niet oppakken. Bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) is een register van gestolen fietsen geopend. De automatiseringsafdeling van de politie (ITO) heeft een automatische koppeling ontwikkeld tussen de politiesystemen en het register bij de RDW en deze software verspreid onder de korpsen. Elke politieregio kan deze software implementeren. In oktober 2005 gaf minister Remkes aan dat er proefgedraaid zal worden in twee politieregio’s, Hollands-Midden en Utrecht. Daarna zou de koppeling landelijk worden doorgevoerd. Dat is nog niet gebeurd. Als het gereed is, is er een degelijk, landelijk bestand van gestolen fietsen ontstaan dat eenvoudig te gebruiken is bij het bestrijden van fietsdiefstal. Op termijn zullen ook de rijwielhandel en burgers het bestand kunnen raadplegen. Inmiddels is in het hele land digitale aangifte mogelijk van delicten waarbij geen geweld is gebruikt en er geen aanwijzingen zijn over de dader. Fietsdiefstal voldoet meestal aan deze criteria. Het is zo makkelijker aangifte te doen: vanuit huis, 24 uur per dag. Het is goed de bevolking regelmatig te wijzen op deze nieuwe mogelijkheden te informeren en hen van het nut en belang van aangifte doen te overtuigen door uit te leggen wat er met de aangifte gebeurt, ook als dat niet direct leidt tot de opsporing en teruggave van de fiets. Overigens zal de boodschap zeker aan kracht winnen door deze te illustreren met gevallen waar de slachtoffers hun fiets wel hebben teruggekregen. De informatie die de politie uit haar informatiesystemen BPS/GIDS kan halen, is uitstekend geschikt voor een adequate aansturing van de aanpak van fietsdiefstal. Plaats en tijd van de diefstal zijn hieruit eenvoudig te destilleren, maar ook moet er gekeken worden naar modus operandi. Het delen van deze informatie met de gemeente en andere veiligheidspartners maakt het mogelijk gericht maatregelen te nemen op bepaalde locatie. Om fietsdiefstal goed te kunnen bestrijden, moet het aantal aangiften en de kwaliteit van de aangiften omhoog. Daarvoor is het belangrijk dat meer mensen de unieke kenmerken van hun fiets kennen. Ook moeten ze aangifte doen (weer) nuttig vinden. Tenslotte moet de informatie uit de aangiften en van de (wijk)agenten beschikbaar komen voor de bestrijding van fietsdiefstal. Voorstel doelstellingen op het thema registratie en beleidsinformatie: ∗ De aangiftebereidheid van burgers voor het delict fietsdiefstal stijgt met 10 procent in 2008 ten opzichte van de stand van zaken in 2005. Ook de kwaliteit van de aangifte verbetert: meer mensen kunnen een uniek kenmerk van hun fiets melden bij aangifte. ∗ Ontwikkelingen ten aanzien van de omvang en het karakter van fietsdiefstal in Nijmegen worden systematisch gevolgd en zo mogelijk aangepakt. Om bovenstaande doelstellingen te realiseren, adviseert de Fietsersbond om de volgende onderdelen verder uit te werken: • Politie Nijmegen informeert haar medewerkers over de initiatieven rondom de aanpak van fietsdiefstal in Nijmegen en het belang daarbij van een groeiend aantal goede aangiftes van fietsdiefstal. • Politie en gemeente geven brede bekendheid aan het belang van aangifte doen en vragen daarbij specifiek aandacht voor (digitale) aangifte van fietsdiefstal. • Gemeente en politie gaan postcodegraveeracties organiseren, waarbij postcode en alle overige kenmerken van de fiets op een fietsregistratiekaart vastgelegd worden voor de eigenaar. • Politie Nijmegen implementeert de automatische koppeling met het landelijk bestand voor gestolen fietsen bij de RDW zodra het kan. • Met behulp van het Geïntegreerd Informatie en Data Systeem (GIDS) en BPS maakt de politie enkele malen per jaar standaardrapportages over het delict fietsdiefstal, waarin aangiftegegevens van fietsdiefstal als locatie, tijdstip, modus operandi, soort fiets wordt geanalyseerd. • Deze cijfers worden besproken met de gemeente. Op basis van de gegevens worden effecten van de genomen maatregelen gevolgd en eventueel bijgesteld. Er wordt afgewogen welke Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
25
aanpak moet worden gekozen of geïntensiveerd: toezicht verhogen op locaties, persoonsgeboden toezicht, ‘posten’, kleine ingrepen in de ruimte zoals snoeien, betere verlichting, plaatsen van fietsenrekken, inschakelen van jeugdzorg etc.
4.4
Parkeren en vastzetten
De gemeente Nijmegen doet van alles op het gebied van fietsparkeren (beheer bewaakte stallingen, een vraaggericht fietsparkeerbeleid). Het analyseren van het parkeerbeleid vanuit de bestrijding van fietsdiefstal ontbreekt tot nu toe echter. Met de betrokkenheid van de ambtenaar Verkeer bij de Fietsdiefstalscan wordt nu gewerkt aan een verdere integratie van diefstalbestrijding in het ® fietsparkeerbeleid. Gebiedsgerichte veiligheidsinstrumenten zoals het Politiekeurmerk Veilig Wonen , de Handreiking Veilig Uitgaan en het Keurmerk Veilig Ondernemen bevatten concrete maatregelen ter preventie van fietsdiefstal. In convenanten en veiligheidsarrangementen kan de veiligheidsaanpak systematisch en met alle relevante partijen worden vormgegeven en vastgelegd. Bij het gebiedsgerichte beleid en de toepassing van bovengenoemde instrumenten moet de gemeente fietsdiefstal als aandachtspunt meenemen. 9
In de Leidraad Fietsparkeren van het kenniscentrum CROW staan tal van aanwijzingen voor het opstellen van een planmatige aanpak van fietsparkeren. Het neerzetten van goede rekken met Fietsparkeur op logische plekken (dicht bij bestemming) is maar een van de ingrediënten van een effectief fietsparkeerbeleid. De leidraad biedt ook normen voor aantallen fietsenrekken bij publiekstrekkende voorzieningen als scholen, winkelcentra, crematoria etc. Ten behoeve van langparkeerders bij bestemmingen met een hoog fietsdiefstalrisico kan wellicht gedacht worden aan bewaakt stallen. Ten behoeve van kortparkeerders dienen echter in de omgeving voldoende onbewaakte alternatieven te zijn. Nijmegen maakt al op meerdere plekken gebruik van de mogelijkheden om weesfietsen (bruikbare fietsen zonder te achterhalen eigenaar) en fietswrakken te verwijderen. Dat is een goede manier om fietsparkeervoorzieningen optimaal te laten gebruiken. Een en ander is wel aan zorgvuldigheidseisen 10 gebonden . Fietsdiefstal wordt ook vaak gepleegd in de woonomgeving van mensen. Uit de Fietsersbondenquête bleek dat veel fietsen (24 %) in de woonomgeving (inclusief schuurtjes of bergingen) wordt gestolen. ® Het Politiekeurmerk Veilig Wonen biedt aanknopingspunten om dit probleem aan te pakken. De eisen met betrekking tot veilige stallingen en parkeervoorzieningen zijn per 1 januari 2005 verscherpt. De gesprekken over de taakverdeling tussen politie en gemeente rondom het keurmerk lopen nog. Dat biedt de kans om het toepassen van het keurmerk optimaal te laten bijdragen aan de preventie van fietsdiefstal. Met het maken van afspraken met andere betrokken partijen bij de bouw en renovatie van woningen, zoals woningbouwverenigingen, projectontwikkelaars en stedebouwkundig ontwerpers, over de implementatie van het Politiekeurmerk kan de bestrijding van fietsdiefstal aan 11 effectiviteit winnen . De Fietsersbond adviseert het PKVW actief in te zetten. ® • Met het toepassen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen bij nieuwbouw worden bergingen, ® schuren of garages verplicht inbraakwerend. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen gaat uit van tenminste één inbraakwerende bergruimte per woning. Als bergingen of schuren bij woningen in woongebouwen ontbreken, is een collectieve fietsenstalling verplicht. Om er voor te zorgen dat de hele wijk wordt ontworpen zodanig dat het fietsdiefstalrisico wordt beperkt, moet worden
9
Kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur CROW: Leidraad fietsparkeren, Ede, juni 2001 Zie hiervoor bijlage 2. 11 Zie ook paragraaf 3.2 van ‘Aanpak fietsdiefstal in gemeenten', Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) in samenwerking met de Fietsersbond, Den Haag, 2005. 10
Oktober 2006
26
•
Fietsdiefstalscan Nijmegen
afgesproken de aanvullende eisen S8 en S9 toe te passen. Hierdoor worden ook voldoende en veilige fietsparkeervoorzieningen bij wijkvoorzieningen en publiekstrekkende voorzieningen gerealiseerd. Voor een optimale aanpak van fietsdiefstal bij projectmatige renovatie van bestaande bouw moet worden afgesproken alle drie de certificaten toe te passen. Met het certificaat voor Veilig Complex worden fietsenbergingen verplicht inbraakwerend. Bij het certificaat voor de Veilige Woonomgeving zal, indien fietsdiefstal op straat een probleem is, analyse eis O 9 moeten worden gehanteerd. Dat betekent een verplichting tot het realiseren van voldoende veilige voorzieningen voor het stallen van de fiets in de woonomgeving, bij scholen en bij sportcomplexen.
Niet alleen het aanbod aan fietsparkeervoorzieningen, maar vooral het gebruik ervan bepaalt of de inzet van fietsparkeervoorzieningen een preventieve werking hebben ten aanzien van fietsdiefstal. Gedragsbeïnvloeding van fietsers is daarom een belangrijk onderdeel van fietsparkeerbeleid en veiligheidsbeleid. Het gaat dan bijvoorbeeld om zaken als het goed op slot zetten van de fiets en het gebruik van goede fietssloten. De gemeente kan dit soort voorlichting combineren met de schoonmaakacties bij de beide stations. Bij dergelijke voorlichting kan de gemeente en/of politie ook samenwerken met partijen als de fietsvakhandel en de Fietsersbond. Meer informatie over voorlichting in paragraaf 4.2.7. communicatie. Voldoende en veilige plaatsen om fietsen te stallen zijn een goede preventieve maatregel om diefstal te voorkomen. Via het beleid ten aanzien van bouwen en wonen kan de gemeente invloed uitoefenen ® op ontwikkelaars en beheerders van vastgoed, onder andere met het Politiekeurmerk Veilig Wonen (zie de paragraaf over gebiedsgericht beleid). Daarnaast is de gemeente is verantwoordelijk voor de aanleg en onderhoud fietsparkeervoorzieningen in de openbare ruimte. Voorstel doelstelling op het thema parkeren en vastzetten: ∗ De gemeente Nijmegen zet zich in voor voldoende en veilige fietsparkeervoorzieningen bij woningen, voorzieningen en instellingen. Om dit te realiseren, adviseert de Fietsersbond de volgende stappen te nemen. • De gemeente plaatst alleen nog fietsenrekken met FietsParKeur (voor de openbare ruimte), ook buiten het centrum. • De gemeente maakt budget beschikbaar voor de vervanging van oude rekken op plaatsen waar veel fietsen gestolen worden. 12
Bij voorzieningen en instellingen komen voldoende fietsparkeervoorzieningen voor het aantal te verwachten gebruikers en bezoekers, zo dicht mogelijk bij de ingang gesitueerd, logisch ten opzichte van de aanrijroutes, goed in het zicht en goed verlicht. Hierover treedt de gemeente in overleg met eigenaren/beheerders van wooncomplexen, sportaccommodaties, scholen enz. Voor een effectieve bestrijding van fietsdiefstal in Nijmegen zouden volgens de Fietsersbond de eisen uit het ® Politiekeurmerk Veilig Wonen uitgangspunt dienen te zijn voor een fietsparkeerbeleid voor de hele stad: • Voldoende en veilige fietsparkeervoorzieningen bij de woning. Denk aan systemen met FietsParKeur ten behoeve van bewoners overdag en bezoekers naast de ingang met goede verlichting. Buurtstallingen of collectieve fietskluizen (fietstrommels) zijn nodig op plekken waar veilige fietsbergingen voor bewoners ontbreken. • Voldoende en veilige fietsparkeervoorzieningen bij buurtvoorzieningen en publiekstrekkende voorzieningen (inclusief scholen). Denk aan systemen met FietsParKeur, voldoende voorzieningen voor het aantal te verwachten gebruikers en bezoekers, zo dicht mogelijk bij de
12
Richtlijnen voor de capaciteitsbepaling van fietsparkeren voor bezoekers van voorzieningen zijn te vinden in de Leidraad fietsparkeren van het Kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur CROW, Ede, 2001. Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
•
•
27
bestemming, logisch gesitueerd ten opzichte van de aanrijroutes, goed verlicht en goed in het zicht. De gemeente legt vast dat bij nieuwbouwprojecten wordt gebouwd volgens het Politiekeurmerk ® Veilig Wonen (nieuwbouw). De gemeente maakt hierover afspraken met de belangrijkste spelers op dit gebied: woningbouwverenigingen, projectontwikkelaars, bouwbedrijven, enz. Naast de eisen voor de woningen en de omgeving van de woning worden bij het realiseren van wijkvoorzieningen en publieksvoorzieningen de eisen S8 en S9 van het politiekeurmerk toegepast, waarmee voldoende en veilige fietsparkeervoorzieningen worden gerealiseerd. ® De gemeente stimuleert de toepassing van het Politiekeurmerk Veilig Wonen bestaande bouw bij woningcorporaties, verenigingen van eigenaren en bij particulieren. Woningbezitters en woningbeheerders worden gestimuleerd zowel het certificaat voor de veilige woning als voor veilige complex te halen. De gemeente legt hierover zoveel mogelijk schriftelijk afspraken vast. De gemeente zet zich er vervolgens voor in te voldoen aan de eisen van het certificaat veilige woonomgeving.
In de paragraaf communicatie wordt aandacht besteed aan het goed gebruik van goede rekken.
4.5
Controle en toezicht
De cijfers van de politie bieden mogelijkheden om adequaat te reageren op ontwikkelingen en verschuivingen per locatie. Afhankelijk van de analyse van het probleem kan worden bepaald welke inzet gewenst is. Posten is primair een taak van de politie. Als toezicht vooral preventief moet werken ligt de inzet van gemeentelijke toezichthouders voor de hand. De politie in Nijmegen meldt in het kader van bestrijding fietsdiefstal meer te gaan doen op het vlak van controle en toezicht. Het is zeer toe te juichen dat Nijmegen ‘’de Groningse methode” overgenomen heeft. Het is niet noodzakelijk dat de politie dit werk doet, ook stadswachten, toezichthouders of BOA’s kunnen dit werk heel goed doen, mits de politie goede informatie levert over aangiftes en er duidelijke afspraken zijn wat er moet gebeuren als er een fiets wordt gevonden die geregistreerd staat als gestolen. In Amsterdam is er een goede samenwerking tussen milieupolitie en de politie. In Harderwijk is de inzet van stadswachten zeer succesvol bij de opsporing van gestolen fietsen en de aanpak van heling. Voor de voorbeelden van Groningen, Eindhoven Gestel, Winterswijk en Amsterdam zie www.fietsersbond.nl/aanpakfietsdiefstal. Het voornemen om de in- en verkoopregisters van tweedehands fietsen bij de fietsvakhandel en andere aanbieders van tweedehands goederen te gaan controleren, is een prima idee. Bij voorkeur moet dit twee keer per jaar gebeuren. Zo kan bewuste of onbewuste heling van gestolen fietsen 13 zoveel mogelijk wordt beperkt . Positieve betrokkenheid van de vakhandel kan gerealiseerd worden door hen voorlichting te laten geven over bijvoorbeeld goede sloten. De bij de BOVAG aangesloten 14 fietsenhandelaren hanteren inmiddels een gedragscode waarin het bijhouden van het register en andere maatregelen ter voorkoming van medewerking aan fietsdiefstal en heling is vastgelegd. Het is goed dat de gemeente het initiatief heeft genomen om alle Nijmeegse aanbieders van tweedehands fietsen een dergelijke gedragscode te laten onder tekenen. Daarnaast is het belangrijk, zoals de Nijmeegse politie heeft aangegeven, ook de tweedehands verkoop via internet in de gaten te houden.
13
Zie hiervoor bijlage 3 Er zijn in de fietsbranche 2200 ondernemers actief die een winkel met een werkplaats hebben en waarschijnlijk gebruikte fietsen verkopen. De BOVAG heeft 1800 leden. 14
Oktober 2006
28
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Jaarlijks worden door gemeenten en politie vele fietsen verwijderd van de openbare weg of in beslag genomen: zogenaamde weesfietsen (bruikbare fietsen zonder te achterhalen eigenaar), fietswrakken (fietsen die technisch niet in orde zijn, in verwaarloosde toestand en met een geringe economische waarde), verkeerd gestalde fietsen en gevonden fietsen. Ook in de gemeente Nijmegen worden fietsen en fietswrakken gevonden. Gevonden fietsen controleren of ze geregistreerd staan als gestolen is essentieel voor de geloofwaardigheid van goed fietsdiefstalbeleid. Als dat immers niet goed wordt gedaan, worden gestolen fietsen door gemeente en politie witgewassen. Controle moet eigenlijk op twee momenten plaatsvinden. Op het moment dat ze binnenkomen en vlakvoor dat ze verkocht of vernietigd worden. Op deze manier wordt voorkomen dat een fiets niet als gestolen wordt herkend doordat de aangifte te laat is verwerkt in het bestand. Ook de komende jaren blijft checken op diefstal nog lastig. Het landelijk dekkend aangiftebestand bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) bevat slechts nieuwe aangiften. Aangiften van fietsen die enkele jaren geleden zijn gestolen ontbreken. Het blijft dan ook noodzakelijk het aangiftebestand van de eigen politieregio te bevragen. Ook heeft het zin om bij fietsen waarin een postcode gegraveerd staat de eigenaren rechtstreeks te benaderen. In Nijmegen wordt niet stelselmatig twee keer gecontroleerd. Dat is een gemiste kans. Controleren in BPS en vooral ook in HKS heeft zin, zo laten ervaringen in onder andere Harderwijk en Amsterdam zien. Ook postcodes en dealerstikkers geven concrete aanwijzingen over de rechtmatige eigenaar van een fietsen en kunnen nagetrokken te worden. Als het RDW-bestand enkele jaren goed functioneert, is een check met dit bestand voldoende. Het is immers een verantwoordelijkheid van fietsbezitters aangifte te doen. Omdat zowel politie als de gemeente te maken heeft met gevonden of verwijderde fietsen, ligt het voor de hand hiervoor een gezamenlijk, uniform systeem te hanteren voor wat betreft registratie, controle op diefstal, tijdelijke opslag, verkoop en vernietiging. Controle heeft vooral effect op het voorkomen van heling. Wanneer mensen weten dat ze risico lopen met een gestolen fiets, zullen ze geen gestolen fiets meer kopen en zullen fietsendieven hun gestolen fiets niet meer kunnen verkopen. Formeel toezicht heeft vooral een preventieve werking op diefstal. Het kan zich richten op plaatsen of personen. Het terugbezorgen van gestolen gevonden fietsen kan publicitair goed worden uitgebuit om mensen duidelijk te maken dat het zin heeft om aangifte te doen. Het terugbezorgen van fietsen aan de eigenaar geeft fietsers weer het vertrouwen in de aanpak van politie en gemeente. Zij zien dat er wat gebeurd aan het probleem fietsdiefstal en dat het dus ook (weer) zin heeft om aangifte te doen. Het aantal fietsen dat kan worden terugbezorgd bij de oorspronkelijke eigenaar zal voor een deel afhangen van de frequentie en het succes van fietsdiefstalcontroles op straat. Als met deze vorm van controle en met de terugbezorging ervaring is opgebouwd zouden (samenhangende) kwantitatieve doelstellingen kunnen worden geformuleerd. Voorstel doelstellingen op het thema controle en toezicht en terugbezorging ∗ Politie en/of gemeentelijke toezichthouders controleren regelmatig fietsrs op straat om te bekijken of zij op een fiets rijden welke als gestolen staat geregistreerd. Ook worden jaarlijks minimaal 2 acties gehouden waarbij geparkeerde fietsen nagetrokken worden of ze als gestolen geregistreerd zijn. De eigenaar van de fiets zal zich daarna moeten verantwoorden op het bureau. ∗ Politie en/of gemeentelijke toezichthouders controleren bij rijwielhandelaren de voorraad om te bekijken of de registratie kloppend is en of er fietsen als gestolen staan geregistreerd. ∗ Op plaatsen waar veel fietsen gestolen worden, wordt actief toezicht gehouden. ∗ De politie houdt actief toezicht op fietsendieven die veelvuldig fietsen stelen en zij worden actief opgespoord. ∗ Van alle door de gemeente en de politie aangetroffen, verwijderde en in beslag genomen fietsen wordt de eigenaar, indien te achterhalen, op de hoogte gebracht en in de gelegenheid gesteld de fiets op te halen. Dit is de administratieve controle. ∗ In 2006 worden doelstellingen geformuleerd voor het aantal terug te bezorgen fietsen, mede in relatie tot de intensiteit van de controle van fietsen op diefstal. Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
29
Om dit te realiseren, adviseert de Fietsersbond de volgende acties. • De politie gaat door met het controleren van fietsen op risicolocaties. Deze controles worden bij voorkeur, net als in Groningen, geïntegreerd in het normale politiewerk van de wijk- en buurtagenten. • De gemeente geeft de gemeentelijke toezichthouders een taak in de fietsdiefstalbestrijding. Zij houden extra toezicht op risicolocaties en geven op locatie informatie over het beter beveiligen van de fiets. In samenwerking met de politie gaan ze verdachte fietsen controleren, volgens model “Harderwijk”. Hier worden fietsen op straat gecontroleerd of zij als gestolen geregistreerd staan en zo ja, dan wordt de eigenaar staande gehouden, verhoord, beboet en wordt de fiets in beslag genomen en bij de rechtmatige eigenaar terugbezorgd. Deze controle kan gecombineerd 15 worden met bijvoorbeeld fietsverlichtingsacties, parkeercontroles auto's, 100% controles . • Minimaal twee keer per jaar controleert de gemeente of politie de in- en verkoopregisters van rijwielhandelaren die handelen in gebruikte fietsen (zie bijlage 3). • Gemeente Nijmegen introduceert een gedragscode voor rijwielhandelaren en andere bedrijven die handelen in gebruikte fietsen. Alle BOVAG-fietsenmakers werken al met een gedragscode. De gemeente sluit bij deze gedragscode aan. • De gemeente informeert na de introductie van de gedragscode haar burgers waar zij veilig een gebruikte fiets kunnen kopen: bij een winkel met een gedragscodesticker! • Als uit de GIDS -analyses van de fietsdiefstalcijfers blijkt dat er een expliciet patroon in de fietsdiefstallen te ontdekken is (duidelijke toename op bepaalde locaties, steeds dezelfde soort fietsen, steeds dezelfde manier van stelen) wordt het toezicht hierop aangepast. • De politie houdt actief toezicht op bekende fietsendieven. • Het systeem voor opslag en registratie van fietswrakken en weesfietsen van de gemeente en dat van de politie vo or gevonden fietsen wordt geïntegreerd. De gemeente neemt hiervoor het initiatief. • Al deze fietsen worden gecontroleerd op diefstal en indien de fiets als gestolen staat geregistreerd wordt de eigenaar ervan op de hoogte gebracht dat zijn/haar fiets is gevonden. • De politie en/of gemeente controleert al deze fietsen in BPS en HKS. En zodra het kan ook in het RDW-bestand. Bij fietsen met een ingegraveerde postcode worden de mensen op dat adres direct benaderd. De fietsen worden bij binnenkomst en net voor afl oop van de bewaarperiode gecontroleerd. Gevonden fietsen worden afgemeld in de bestanden. • In 2006 organiseren gemeente en politie een beleid rondom de retourlogistiek van fietsen waarvan de eigenaar is gevonden. • Ook via andere kanalen, zoals de krant en internet, wordt melding gemaakt van gevonden fietsen.
4.6
Handhaving
In het kader van het aanvalsplan maakt de politie in Nijmegen afspraken met het OM om fietsendieven veroordeeld te krijgen. In zijn algemeenheid kun je zeggen dat het opsporen van gestolen fietsen bij voorkeur dient te leiden tot het aanhouden van degene die de gestolen fiets in bezit heeft en te leiden tot veroordeling wegens schuldheling. Op deze manier kan het vertrouwen van de burgers in de aanpak van criminaliteit en in de politie worden vergroot.
15
Succesvolle projecten op scholen in Eindhoven en Dordrecht laten zien dat het de moeite waard kan zijn specifieke acties op scholen te organiseren. Zie www.fietsersbond.nl/aanpakfietsdiefstal. Oktober 2006
30
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Als de gemeente bijvoorbeeld met behulp van toezichthouders meer gaat doen aan het houden van toezicht, zijn goede afspraken met de politie over het traject van handhaving van groot belang. Omdat fietsdiefstal jaren geen prioriteit heeft bij de politie, is de kennis over de daders van fietsendiefstal beperkt. Dat maakt de aanpak van fietsdiefstal lastig. Daarom is het goed op basis van analyse van de gegevens die er zijn, of in de toekomst verzameld worden, een beeld te krijgen welke soort daders actief is in Nijmegen en daarbij in de aanpak rekening te houden. Voor een geloofwaardige aanpak van fietsdiefstal dient controle en toezicht te leiden tot opsporing en uiteindelijk ook tot strafrechtelijke handhaving. Voorstel doelstelling op het thema handhaving: ∗ Succesvolle opsporingsinspanningen leiden altijd tot strafrechtelijke handhaving Om dit te realiseren, adviseert de Fietsersbond de volgende acties op te zetten. • De politie houdt van bekende fietsendieven een ketenkalender bij waardoor er meer inzicht ontstaat in het gedrag van de veelpleger en bijvoorbeeld snellere voorgeleiding aan de rechter 16 commissaris mogelijk wordt . • Van 'eigenaren' van gestolen fietsen wordt onderzocht of zij zich schuldig maken aan schuldheling (zie de paragraaf over controle en toezicht). Indien dat het geval is wordt proces verbaal opgemaakt. Deze worden voor strafrechtelijk afdoening doorgestuurd aan het Openbaar Ministerie. • Indien verhoren van verdachten van schuldheling aanwijzingen opleveren over fietsendieven of beroepshelers, volgen extra opsporingsinspanningen. • Tussen politie en OM worden afspraken gemaakt over zaakaspecten zoals inhoud en kwaliteit van het proces verbaal en wijze van afdoening.
4.7
Communicatie
Communicatie is een belangrijk middel voor kennisoverdracht, het beïnvloeden van houding en gedrag tenslotte, zeker niet onbelangrijk om de beeldvorming over de onveiligheid en de inspanningen van gemeente en politie bij de burgers te beïnvloeden. Alle drie zijn essentiële elementen bij de aanpak van fietsdiefstal. Een communicatiestrategie is daarom een belangrijk onderdeel van de aanpak van fietsdiefstal. Belangrijk is om de keten te doorbreken dat mensen geen aangifte doen omdat ze denken dat de politie toch niets doet. En de politie en gemeente niets kunnen omdat er geen goede aangiftes zijn. Dit kan doorbroken worden door veel publiciteit te maken over fietsen die teruggevonden worden en teruggebracht naar de eigenaar. Dan is het mogelijk om het belang van een goede aangifte doen onder de aandacht te brengen. Communicatie over fietsdiefstal is het meest effectief als mensen toch al met het onderwerp fietsparkeren, fiets kopen of fietsdiefstal bezig zijn en kan volgens de Fietsersbond het beste aansluiten bij: • De aangifte van fietsdiefstal: de politie kan aan de balie persoonlijk informatie overhandigen over de inspanningen in het kader van opsporing (controle gevonden fietsen bijvoorbeeld) en tips voor het goed vastzetten en beveiligen tegen diefstal van de fiets. Ook aanwijzingen om het kopen van een gestolen fiets te vermijden. • Bij promotie van de digitale aangifte in Nijmegen: de politie ism de gemeente kan mensen informeren over de verschillende manieren om aangifte te doen aan de hand van fietsdiefstal, het belang aangifte doen en het belang van het frame-nummer bij het aangifte doen en de inspanningen op het gebied van opsporing. Dit kan via een gerichte campagne, waarbij de fietsenwinkels een belangrijke plaats innemen. Daar komen mensen immers om weer een nieuwe fiets te kopen.
16
Politie Utrecht werkt met een ketenkalender. Hiermee brengen ze vrijwel volledig geautomatiseerd alle contacten tussen een persoon en politie, justitie en reclassering in beeld. Met de kalender is het mogelijk veelplegers te volgen. Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
•
•
•
•
•
• •
•
31
De plaatsing van nieuwe fietsenrekken: het stimuleren van het gebruik van de rekken door te wijzen op de voordelen op het gebied van comfort en diefstalpreventie, tips voor goed vastzetten (niet één slot maar twee), goede sloten (kettingen van gehard staal bijvoorbeeld) en andere aanwijzingen voor het behoud van de fiets. Hier kan het beste geflyerd worden, of de tips aan de fiets worden vastgemaakt. Daarnaast is het interessant om een speciaal borden te plaatsen, waarop zichtbaar gemaakt is hoe je een fiets goed vastzet (met ringslot door achterwiel en ketting of beugel door voorwiel, frame en aan het fietsenrek). De opening van een nieuwe fietsenstalling: de gemeente kan gebruikers van de stalling informatie overhandigen over alle andere bewaakte stallingen in Nijmegen, tips voor goed vastzetten (niet één slot maar twee), goede sloten (kettingen van gehard staal bijvoorbeeld) en andere aanwijzingen voor het behoud van de fiets. De introductiedagen van de universiteit en andere momenten waarop jonge mensen met de stad kennismaken als moment om duidelijk te maken dat heling strafbaar is, en wat een goed fietsslot is en hoe je dat slot ook goed gebruikt. De fietsdiefstalshow van de Fietsersbond is hiervoor zeer geschikt. Bij De aankoop van een fiets kan een fietsenmaker informatie geven over het belang van een goed fietsslot en een folder overhandigen voor het goed op slot zetten van de fiets. De Fietsersbond heeft hier eventueel folders voor beschikbaar. Bij Fietsevenementen kan de gemeente in overleg met de organisatie in de evenementeninformatie tips opnemen over stallingsmogelijkheden in Nijmegen en het goed op slot zetten van de fiets. Communicatie rond de gemeentelijke plannen rond veiligheid en fietsdiefstal. Successen in dit kader naar buiten brengen. Veiligheidsprojecten gericht op de jeugd: tips voor het beveiligen van de fiets (fietsdiefstal is vaak de eerste vorm van criminaliteit waar kinderen zelf het slachtoffer van zijn), informatie over strafbaarheid van stelen en helen van fietsen, scholen informeren over preventiemogelijkheden (fietsparkeervoorzieningen, (camera)toezicht etc.). De Fietsersbond heeft een lespakket rondom fietsdiefstal dat hiervoor gehuurd kan worden. De gemeente kan dit in overleg met de scholen oppakken. Ook de Fietsersbond en politie kunnen hierbij een rol spelen. Preventieacties door toezichthouders: Geparkeerde fietsen controleren of ze goed op slot zijn gezet, zonodig folders aan de fiets hangen.
Communicatieactiviteiten van gemeente en politie kunnen sterker worden als men samenwerkt met andere partijen zoals de Fietsersbond en de fietsvakhandel. De Fietsersbond beschikt over een goede folder met tips voor het op slot zetten van de fietsen en het herkennen van gestolen fietsen bij het aanschaffen van een tweedehands fiets. De vakhandel kan advies uitbrengen over bijvoorbeeld goede sloten. Fietsdiefstal lijkt soms een vicieuze cirkel: de politie kan weinig doen omdat er geen goede aangiftes zijn en omdat de politie niets doet, doen burgers geen aangifte want ze denken dat het toch geen zin heeft. Ook kopen mensen makkelijk een 'verdachte' fiets omdat ze toch geen risico lopen als hij inderdaad gestolen is. Burgers, organisaties en bedrijven zijn slecht op de hoogte van de maatregelen die ze zelf kunnen nemen om fietsdiefstal te voorkomen. Communicatie en voorlichting speelt dan ook een belangrijke rol bij de bestrijding van fietsdiefstal. Door middel van informatie- en kennisoverdracht kan de houding en het gedrag van verschillende doelgroepen worden beïnvloed op het gebied van vastzetten, stallen, helen, stelen, registreren van fietsen en het doen van aangifte als er een fiets wordt gestolen. Het bekend maken van maatregelen en successen van gemeente en politie vormen een belangrijk instrument om burgers in te laten zien dat aangifte zin heeft en dat het stelen van fietsen of het kopen van gestolen fietsen strafbaar is. Het zoeken van samenwerking met partners, zoals de Fietsersbond, de fietsvakhandel en het jongerenwerk of scholen is verstandig.
Oktober 2006
32
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Voorstel doelstellingen op het thema communicatie: ∗ Burgers, organisaties en bedrijven zijn geïnformeerd over de mogelijkheden om fietsdiefstal tegen te gaan, het belang van het doen van aangifte, de risico's van heling en over de effecten van de aanpak van fietsdiefstal door gemeente en politie in Nijmegen. Om dit te realiseren, stelt de Fietsersbond de volgende acties voor. • Mensen die aangifte doen van fietsdiefstal (zowel op het bureau als via internet) ontvangen vanaf 2006 van de politie informatie over de procedure van afhandeling en tips hoe een fiets op slot te 17 zetten en hoe je voorkomt dat je een gestolen fiets koopt . • Minimaal twee maal per jaar melden politie en gemeente de resultaten van de inspanningen rondom de aanpak van fietsdiefstal via de lokale media aan de burgers. • In 2007 organiseert de gemeente een gerichte voorlichtingsactie over het risico van fietsdiefstal in de woonomgeving. Juist daar zijn burgers zich niet bewust van het risico van fietsdiefstal en kunnen ze door verbetering van het eigen gedrag mogelijk diefstallen voorkomen. • Gemeente geeft voorlichting over het goed gebruik van fietsenrekken met FietsParKeur, te beginnen bij risicolocaties. Fietsers benutten de aanbindmogelijkheid onvoldoende om zich tegen fietsdiefstal te beschermen en veel mensen gebruiken te weinig sloten van onvoldoende kwaliteit. Zodra op andere locaties fietsenrekken met FietsParKeur zijn geplaatst, zal daarover ook voorlichting over het gebruik van het fietsenrek moeten plaatsvinden. • Aanbieden van informatie over fietsdiefstal (preventie en heling) aan jongeren op plaatsen waar veel jongeren komen (scholen, buurthuizen, enz.). • In samenwerking met de fietsvakhandel aanbieden van voorlichtingsmateriaal over het goed 18 registreren en op slot zetten van de fiets aan de bezoekers van fietsenwinkels .
17
De Fietsersbond heeft gratis voorlichtingsmateriaal beschikbaar en kan ook materiaal leveren voor een gerichte lokale folder. 18 Idem. Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
33
Bijlage 1 Resultaten fietsdiefstalenquête onder de inwoners van de gemeente Nijmegen Inleiding Als je fietsdiefstal in de gemeente wil aanpakken, is het, zoals bij elk probleem, noodzakelijk een aantal vragen eerst te beantwoorden: Hoe groot is het probleem eigenlijk? Waar doet het probleem zich precies voor? Hoe manifesteert zich het probleem precies? Hoe komt dat? Wat zijn daarvan de gevolgen? Het is nog niet zo eenvoudig op deze vragen een goed antwoord te krijgen. Betrouwbare gegevens over fietsdiefstal ontbreken overal in Nederland. De aangiftecijfers geven een beperkt beeld omdat lang niet iedereen aangifte doet van zijn of haar gestolen fiets. Daarom is er bij de Fietsdiefstalscan voor gekozen de fietsers zelf naar hun ervaringen met fietsdiefstal te vragen. Waar en onder welke omstandigheden worden fietsen gestolen? Hoe reageren ze op deze fietsdiefstal? Hoe gaan mensen om met de dreiging van fietsdiefstal? Welke preventiemaatregelen nemen ze? Wat vinden ze van de maatregelen van gemeente en politie? Om deze informatie boven tafel te krijgen werd een enquête gehouden onder de fietsers. De enquête fietsdiefstal van de Fietsersbond is in 2004 en 2005 uitgezet onder de Nijmegenaren. Deze enquête is gedurende deze jaren te vinden geweest op www.fietsersbond.nl/fietsdiefstalcampagne en de enquête is huis aan huis verspreid op 20.000 Nijmeegse adressen in 2 wijken in Oost-Nijmegen in najaar 2004. Ook is de enquête in die periode meegezonden met het ledenblad van de Fietsersbond. Nijmegen heeft de hoogste respons van alle gemeenten in Nederland.Deze enquête is door de Fietsersbond in 2004 en 2005 uitgezet en deels huis-aan-huis verspreid. Tenslotte was de enquête via de website van de Fietsersbond in te vullen. Nijmegen had met 515 enquêtes de hoogste score van alle gemeenten. De resultaten van de enquête zijn niet representatief. Door de wijze waarop de enquête is afgenomen is het waarschijnlijk dat vooral fietsers wiens fiets gestolen is en die zich daar druk om maken, meegedaan hebben aan het onderzoek.
Respons en kenmerken van de respondenten. In Nijmegen hebben 506 inwoners een enquête ingevuld. Figuur 1 geeft inzicht in leeftijd en geslacht
Figuur 1. Kenmerken van de respondenten uit Nijmegen
t/m 19 jaar
vrouw man
20-39 jaar 40-59 jaar 60 en ouder
0%
10%
20%
30%
40%
50%
van deze respondenten.
De respondenten zijn enigszins scheef verdeeld over de verschillende leeftijdscategorieën met een oververtegenwoordiging van de groep tussen de 20 en 60 jaar en een ondervertegenwoordiging van de leeftijdscategorieën daaronder en daarboven. De respondenten zijn voor 63% vrouw. Omdat gevraagd is naar diefstal van de fiets in het huishouden, is hiermee het risico verminderd dat gestolen fietsen van thuiswonende jongeren niet opgenomen zijn.
Oktober 2006
34
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Figuur 2. Aantal gestolen fietsen onder de respondenten uit Nijmegen 17%
8% geen 1
26%
2 3
20%
4 of meer
29%
Fietsdiefstal onder de inwoners van Nijmegen Van de respondenten uit Nijmegen geeft 92% aan dat van hen of van leden van hun huishouden ooit één of meer fietsen is gestolen (zie figuur 2). 66% geeft aan dat 2 of meer fietsen zijn gestolen. In totaal hebben de inwoners van Nijmegen via de enquête 1060 gestolen fietsen gemeld. Van maar liefst 41% van de slachtoffers van fietsdiefstal in Nijmegen is een fiets gestolen uit de woning- of de omgeving ervan, inclusief schuur en berging (zie figuur 4). Ook zijn er veel slachtoffers van fietsdiefstal in het centrum (27%) en bij het station (13%).
Omstandigheden van de fietsdiefstal Van de in Nijmegen gemelde gestolen fietsen is 39% overdag gestolen (zie figuur 5). 27% is 's avonds gestolen terwijl 21% is 's nachts gestolen en van 13% is aangegeven dat het tijdstip van diefstal onbekend is.
Figuur 5. Tijdstip fietsdiefstal 13%
Figuur 6. Aantal sloten gestolen fietsen in Nijmegen 1%6%
39% 21% 45%
48% 27% tussen 7.00 en 19.00 uur
tussen 19.00 en 23.00 uur
tussen 23.00 en 7.00 uur
onbekend/weet niet
0 sloten
1 slot
2 sloten
meer dan 2
Bijna de helft van de in Nijmegen gemelde gestolen fietsen was ten tijde van de diefstal slechts met één slot beveiligd (zie figuur 6). Zes procent stond helemaal niet op slot. De helft van de in Nijmegen gestolen fietsen stond met 2 of meer sloten vast. Volgens de respondenten was ten tijde van de diefstal 46% van de gestolen fietsen met ‘de vaste wereld’ verbonden.
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
35
Aangifte van fietsdiefstal Van de respondenten waarvan de fiets in Nijmegen is gestolen, heeft 68% bij de politie aangifte gedaan Ja Reden van de diefstal (zie tabel 7). Daarvan geeft 63% aan 68% Verzekering 48% dat de kans op terugkrijgen een belangrijke reden is Kans op terugkrijgen 63% aangifte te doen. Voor 48% is het (ook) een Voor de misdaadstatistiek 38% Anders 10% verzekeringskwestie (er waren hier meerdere antwoorden mogelijk). Van de respondenten die Nee Reden 32% Heeft toch geen zin 68% aangifte hebben gedaan geeft 38% aan het van Kost te veel tijd 24% belang te vinden dat hun fietsdiefstal in de Politie geen tijd 7% misdaadstatistiek is terug te vinden. Van de 32% van Niet de moeite waard 31% de respondenten met in Nijmegen gestolen fietsen Anders 7% die geen aangifte van fietsdiefstal bij de politie heeft gedaan, vindt 68% dat aangifte doen toch geen zin heeft. 31% zegt dat ze het niet de moeite waard vinden. Opvallend is dat 24% van de mensen die geen aangifte doen daarvoor als reden opgeeft dat het te veel tijd kost. ‘Politie geen tijd’ kan betekenen dat mensen gevraagd is een andere keer terug te komen. Of dat de wachttijd heel erg lang was. Tabel 7. Aangifte gedaan
Van de respondenten die aangifte hebben gedaan van hun in Nijmegen gestolen fiets, heeft 93% daar nooit iets op gehoord. Hoewel de meeste respondenten aangifte deden vanwege de kans op terugkrijgen, heeft slechts 6% de fiets terug. De overige 2% heeft uitsluitend een bericht ontvangen.
Fietsdiefstal, fietsgebruik en fietsbezit 81% van de respondenten uit Nijmegen geeft aan één of meer locaties te kennen in de gemeente Nijmegen waar veel fietsen worden gestolen. Daarbij is er een klein onderscheid tussen respondenten waarvan er ooit een fiets is gestolen (80%) en respondenten waar dat niet het geval is (90%). De meest genoemde locaties (zie figuur 8) zijn het station (genoemd door 60% van de respondenten) en het centrum (56%). Opvallend in relatie tot de daadwerkelijke diefstallen is dat slechts 24% van de respondenten de woning of de woonomgeving noemt als locaties waar veel fietsen worden gestolen.
Figuur 8. Bekende en gemeden fietsdiefstallocaties Woning / woonomgeving
24%
5%
Station Centrum
24%
15%
Werkgebied
2%
Onderwijsinstelling
2%
0%
18%
9%
Uitgaansgebied
Anders
56%
26%
Overig winkel(gebied)
Zwembad / sport / recreatie
60%
25%
8% 16% 5%
11%
3% 2%
10%
Bekende fietsdiefstallocaties
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Gemeden locaties vanwege fietsdiefstal
Van de respondenten uit Nijmegen geeft 46% aan één of meer locaties niet met de fiets te bezoeken vanwege de angst voor fietsdiefstal. Dat is landelijk 45%. Daarbij is er geen onderscheid tussen Oktober 2006
36
Fietsdiefstalscan Nijmegen
respondenten waarvan er ooit een fiets is gestolen en respondenten waar dat niet het geval is. De meest gemeden locatie is het centrum: 26% van deze respondenten gaat niet met de fiets naar het centrum uit angst voor fietsdiefstal. Met 25% volgt het station op korte afstand. Opvallend is dat ook hier de woonomgeving weinig genoemd wordt (5%). Slechts 8% van de respondenten uit Nijmegen geeft aan plekken te kennen waar in deze gemeente gestolen fietsen kunnen worden gekocht. 'Op straat' is het meest genoemde antwoord. Tenslotte geeft 49% van de respondenten uit Nijmegen aan dat het risico van diefstal voor hen een reden is geen nieuwe fiets aan te schaffen.
Tabel 10. Angst reden geen nieuwe fiets ja nee
49% 51%
Rekken en stallingen Van de respondenten uit Nijmegen beoordeelt 28% de fietsenrekken in Nijmegen over het algemeen als goed (zie tabel 11). Van de respondenten die de rekken niet goed vinden, geeft 79% aan dat er te weinig rekken zijn, vindt 52% de kans op beschadiging te groot en vindt 42% de aanbindmogelijkheid van de rekken niet goed. Uit de enquête is niet te halen waar het tekort aan rekken is.
Tabel 11. Oordeel fietsenrekken in Nijmegen goed 28% Niet goed 72%
Reden Geen goede aanbindmogelijkheid Te krap waardoor kans op beschadiging Te ver van de bestemming Te weinig
42% 52% 29% 79%
Onhandig Anders
20% 10%
Van de respondenten uit Nijmegen geeft 87% aan te beschikken over een schuur of (collectieve)berging bij huis (zie tabel 12). 13% moet op straat parkeren. In totaal beoordeelt 80% van de respondenten de stallingvoorziening bij de woning als veilig.
Tabel 12. Stalling bij de woning Plek Veilig
binnen (schuur / berging) 77% ja
op straat 10%
nee 80%
Oktober 2006
collectieve berging
20%
13%
Fietsdiefstalscan Nijmegen
37
Bijlage 2 Verwijderingbeleid van fietsen bij onbewaakte stallingen Inleiding Weesfietsen (zwerffietsen) en fietswrakken beperken de functionaliteit van de fietsparkeervoorzieningen omdat de capaciteit van de voorziening niet volledig beschikbaar is. Dat is een goede reden om deze fietsen met enige regelmaat te verwijderen. Ook kan er aanleiding zijn hinderlijk (gevaarlijk) gestalde fietsen te verwijderen. Deze verwijderingsacties dienen te voldoen aan strikte voorwaarden wat betreft juridische verankering en procedure. Deze zijn af te leiden uit de relevante wetsteksten, jurisprudentie van diverse rechtszaken en bestaande regelingen in verschillende steden.
Bestuursdwang Om haar taken goed uit te kunnen voeren komen aan overheidsorganen meer bevoegdheden toe dan aan individuele burgers. In dit kader zijn er twee met name van belang: het recht op strafvervolging (bij overtredingen van wetten) en het recht om bestuursdwang toe te passen. Dit laatste geeft overheden het recht om op te treden tegen situaties die in strijd zijn met wettelijke regels (artikel 4:21 Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Doel van bestuursdwang is het opheffen van de situatie die in strijd is met de regels en niet strafvervolging. Daarom moet de overheid degene die verantwoordelijk is voor de overtreding altijd de gelegenheid geven om de situatie zelf te verhelpen (artikel 5:24 lid 4 Awb), tenzij de situatie spoedeisend is (artikel 5:24 lid 5 Awb). Bestuursdwang dient schriftelijk aangekondigd te worden en is een besluit in de zin van de Awb, waartegen dus bezwaar gemaakt kan worden. Wanneer de overheid optreedt tegen bepaalde situaties zonder bestuursdwang toe te passen, maakt zij geen gebruik van de speciale rechten (en daarbij behorende plichten) die een overheid toekomen. In dat geval is er dus sprake van privaatrechtelijk handelen. Wanneer een overheid in dat geval de gewone burgerregels overtreedt, loopt zij het risico strafrechtelijk vervolgd te worden en een civielrechtelijke schadeclaim aan de broek te krijgen. In gewoon Nederlands: het verwijderen van fietsen zonder toepassing van bestuursdwang is in de meeste gevallen simpelweg vervolgbaar als fietsdiefstal, ook als dit door een overheid geschied. Het recht bestuursdwang uit te oefenen wordt aan het gemeentebestuur toegekend in artikel 125 van de Gemeentewet tot handhaving van de regels die zij uitvoeren. De Awb noemt het meevoeren en opslaan van zaken (en dus het verwijderen van fietsen) als een toepassing van bestuursdwang (artikel 5:29 lid 1 Awb). Bestuursdwang dient dus verankerd te zijn in regelgeving waarvan de uitvoering bij het gemeentebestuur ligt. Bovendien moet bij het toepassen van bestuursdwang gehandeld worden binnen de kaders van Afdeling 5.3 van de Awb.
Rechten van de burger Tegen het toepassen van bestuursdwang kan de burger bezwaar maken op grond van de Awb bij het bestuursorgaan dat tot die bestuursdwang besloten heeft. Naast het aanvechten van de overtreding (bijv: fiets stond wel in rek), kunnen ook formele gronden (zoals het niet respecteren van termijnen) ingezet worden bij een dergelijk bezwaar.Wanneer het bezwaar, of eventueel later beroep, gegrond verklaard wordt, kan dit voor de burger een grond zijn om een schadeclaim in te dienen. Hierbij kan de burger bijv. ook kosten die hij/zij gemaakt heeft om zijn ten onrechte verwijderde fiets weer op te halen op de overheid verhalen (jurisprudentie etc.) Wanneer een overheid fietsen verwijderd zonder bestuursdwang toe te passen, valt haar handelen niet onder het bestuursrecht. Curieus genoeg betekent dit dat de burger dus ook geen bezwaar kan Oktober 2006
38
Fietsdiefstalscan Nijmegen
maken (jurisprudentie rechtbank 's-Gravenhage, 1 juli 2003, Awb 03/19 BESLU), maar het staat haar natuurlijk wel vrij aangifte te doen van fietsdiefstal en een civielrechtelijke procedure te starten om de kosten te verhalen. Zeker wanneer de fiets op de openbare weg verwijderd is, loopt die overheid een groot risico daadwerkelijk veroordeeld te worden.
Juridische verankering in wet- en regelgeving Fietswrakken. Om een fiets te kunnen bestempelen als fietswrak heeft dient deze te voldoen aan alle drie de volgende kenmerken: • rijtechnisch onvoldoende (er is niet mee te rijden en/of er missen essentiële onderdelen) • verwaarloosd (er is lang niet op gereden, de eigenaar heeft er kennelijk afstand van gedaan) • geringe economische waarde (opknappen kost meer dan de fiets waard is). Juridische verankering van het toepassen van bestuursdwang tegen fietswrakken kan worden 19 geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) . Artikel 5.1.11, lid 2 van de model-APV van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) bevat een verbod op fietswrakken op de openbare weg. Weesfietsen zijn bruikbare fietsen ‘zonder eigenaar’: ze worden al lange tijd niet meer gebruikt en beperken daarmee de functionaliteit van de fietsparkeervoorzieningen. Om hiertegen op te kunnen 20 treden dient in de APV een regeling te worden opgenomen. De volgende tekst kan daarbij dienst doen: Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in de fietsparkeervoorzieningen op de openbare weg verboden is een fiets langer dan 4 weken onafgebroken te stallen. Dit artikel kan vervolgens met een uitvoeringsbesluit door B&W van toepassing worden verklaard op bepaalde gebieden in de gemeente, zoals het stationsplein, het centrum, bij bepaalde (openbare) gebouwen, enz. De juridische grondslag voor het verwijderen van hinderlijk (gevaarlijk) gestalde fietsen is verankerd in artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994) dat een ieder verbied zich hinderlijk of gevaarlijk op de openbare weg te gedragen. Artikel 170, lid 1 Wvw 1994 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang in de vorm van 21 overbrengen en in bewaring stellen voor hinderlijk en gevaarlijk geparkeerde voertuigen , en dus ook van fietsen.
Aankondiging fietsverwijderingsactie Opdat fietsers van de verwijderingsregeling voor weesfietsen op een bepaalde locatie op de hoogte kunnen zijn, dient deze ter plekke te worden aangegeven, bijvoorbeeld door verkeersborden waarop de verwijderingsregeling van weesfietsen voor het betreffende gebied wordt aangekondigd. Deze borden worden geplaatst op logische plaatsen bij de aanfietsroutes. De Fietsersbond adviseert iedere verwijderingsactie in de lokale pers aan te kondigen zodat iedereen reeds vooraf van de actie op de hoogte kan zijn. De fietsen die vermoedelijk weesfietsen zijn, worden gelabeld om de verwijderingsactie aan te kondigen en voorzien van markeringen om te kunnen controleren of de fiets misschien toch nog wordt gebruikt. Op het label kan informatie gezet worden over de verwijderingsprocedure; bij voorkeur met de datum wanneer de fiets zal worden verwijderd (een gebruikelijke termijn is 4 weken maar hangt uiteraard af van de regeling in de APV) en met de
19
In de literatuur worden ook andere mogelijkheden genoemd voor de juridische verankering van de verwijdering van zowel fietswrakken als weesfietsen. Het betreft de milieuwetgeving en het burgerlijk wetboek. In deze publicaties wordt geopperd dat een fietswrak of weesfiets zou kunnen w orden beschouwd als zwerfvuil, een gevonden voorwerp of 'res nullius'. Het lijkt echter uitgesloten dat een fiets die op slot staat op een plek waar meer fietsen staan of waar fietsen mogen staan onder de juridische definities van deze begrippen valt. 20 Zie noot 33. 21 Er wordt in artikel 170, lid 1 Wvw 1994 nog een grond genoemd voor het overbrengen en in bewaring stellen van voertuigen door B&W, namelijk het vrijhouden van aangewezen weggedeelten. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen van 5 juli 2001 heeft de wetgever het toepassen van deze grond voor het wegslepen van fietsen echter expliciet uitgesloten!!!! Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
39
mededeling dat de eigenaar het label moet weghalen als de fiets nog wel in gebruik is. Bij voorkeur wordt er gelabeld op een dag en tijdstip wanneer er weinig fietsen staan. Markering kan door middel van een draad die wordt gespannen tussen frame en wiel of doormiddel van krijtmarkering op band en grond. Als de fiets wordt gebruikt zal de draad breken of de krijtmarkering niet meer goed aansluiten. Ook het verwijderen van fietswrakken kan het beste aangekondigd worden in de lokale pers, zodat fietsers eventueel nog preventieve maatregelen kunnen nemen. Het verwijderen van hinderlijk (gevaarlijk) gestalde fietsen hoeft uiteraard niet te worden aangekondigd. Wel dienen de relevante instanties (klachtennummer(s) gemeente, politie, gebouwbeheerders, enz) op de hoogte te zijn van de locatie van het opslagdepot en de mogelijkheden informatie te krijgen over de fiets.
Het constateren van de overtreding en de aankondiging van bestuursdwang Alvorens tot verwijderen van een fiets (bestuursdwang) kan worden overgegaan dient de overtreding te worden geconstateerd. Bij weesfietsen kan dat na afloop van de gestelde termijn (vier weken) na het labelen of merken van de fiets en bij fietswrakken meteen na de beoordeling van de betreffende fiets. Vervolgens dient aan de eigenaar / gebruiker van de fiets (de overtreder) een beschikking te worden overhandigd die alle onderstaande informatie bevat: • welk voorschrift is of wordt overtreden (artikel 5:24 lid 2 Awb); • een termijn waarbinnen de overtreder verwijdering kan voorkomen door zelf maatregelen te treffen. Deze maatregelen moeten in de beschikking worden beschreven(artikel 5:24 lid 4 Awb); • de beslissing tot verwijderen van de fiets (artikel 5:24 lid 1 Awb); • de mededeling dat de kosten van het verwijderen en opslaan voor rekening van de overtreder zijn (artikel 5:25 lid 2 Awb). De beschikking kan ook weer het beste worden afgegeven door het labelen van de fiets. Dit is een aparte handeling, de overtreding moet apart geconstateerd worden. Het eerste label is niet voldoende als constatering van de overtreding, maar biedt alleen de mogelijkheid om de overtreding te constateren. Dan pas gaat de periode in dat de overtreding is geconstateerd en vervolgens moet de overtreder een termijn worden gegund om zelf de overtreding ongedaan te maken. Onduidelijk is welke termijn de rechter als redelijk zal beschouwen. Duidelijk is wel dat het onmiddellijk verwijderen van de fiets alleen kan als de situatie spoedeisend is (artikel 5:24 lid 5 Awb) en dat dat alleen is bij feitelijke hinder of feitelijk gevaar, zo blijkt uit een uitspraak van de rechtbank in Arnhem van 10 december 2002 (Awb 02/1173 Gemwt). De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat een fiets niet in een rek stond en dat op deze plek een stallingverbod gold onvoldoende motivering is voor onmiddellijk verwijderen. Het lijkt er dus op dat de redelijkheid van de termijn zal samenhangen met de reële mogelijkheden van de overtreder de verwijdering te voorkomen. Bij hinderlijk (gevaarlijk) gestalde fietsen hoeft de bestuursdwang niet te worden aangekondigd en hoeft de overtreder ook geen termijn worden gegund om zelf de overtreding ongedaan te maken. (artikel 5:24 lid 5 Awb). De beslissing tot het toepassen van bestuursdwang moet dan echter alsnog zo spoedig mogelijk op schift worden gesteld en aan de overtreder bekend worden gemaakt (artikel 5:24 lid 6 Awb).
Verwijderen van weesfietsen, fietswrakken en hinderlijk (gevaarlijk) gestalde fietsen Bij het verwijderen van fietsen mogen sloten voor rekening van ‘de eigenaar’ worden doorgeknipt. Indien er alternatieven zijn om de fiets te verwijderen, moet de minst schadelijke methode worden gebruikt. Zo moet een kettingslot aan de rand en niet in het midden worden doorgeknipt, naar wij hebben begrepen (de jurisprudentie wordt nog achterhaald).
Oktober 2006
40
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Alle verwijderde fietsen moeten worden geregistreerd, voor het geval een fietser beroep aantekent tegen het verwijderen. Voor de registratie adviseert de Fietsersbond onderstaand formulier te gebruiken omdat daarmee de omschrijving van de fiets zorgvuldig vastligt en voldoende informatie over de verwijdering is geregistreerd.
Fiets aangetroffen op locatie
…………………………………………………………………
Merk en type fiets
………………………………………………………………
Model
Dames/Heren………………………………………………
Kleur
…………………………………………………………………
Framenummer
…………………………………………………………………
Postcode
…………………………………………………………………
Bijzondere kenmerken
…………………………………………………………………
Staat van onderhoud
…………………………………………………………………
Eventuele beschadigingen
…………………………………………………………………
Stond de fiets op slot?
Ja/Neen………………………………………………………
Was de fiets vastgeketend?
Ja/Neen………………………………………………………
Is het slot doorgeknipt?
Ja/Neen………………………………………………………
Reden verwijdering
…………………………………………………………………
Opslaglocatie
…………………………………………………………………
Depotnummer
…………………………………………………………………
Datum van verwijdering
…………………………………………………………………
Verwijderd door (naam)
…………………………………………………………………
Opslag, fietsdiefstalcontrole, kostenverhaal, verkoop en vernietiging van weesfietsen en fietswrakken Verwijderde fietsen moeten gedurende een periode worden opgeslagen voordat ze kunnen worden verkocht of vernietigd. Voor verwijderde weesfietsen en hinderlijk (gevaarlijk) gestalde fietsen geldt een minimale opslagperiode van dertien weken (artikel 5:30, lid 1 Awb), tenzij de kosten van verwijdering, opslag, verkoop, eigendomsoverdracht om niet en/of vernietiging in verhouding tot de waardevande fiets onevenredig hoog worden (artikel 5:30, lid 2 Awb). Voor fietswrakken (vanwege de geringe economische waarde) minimaal twee weken (artikel 5:30, lid 3 Awb). Verwijderde fietsen dienen te worden gecontroleerd op fietsdiefstal door te checken of ze geregistreerd staan als gestolen of door middel van gegraveerde postcodes oorspronkelijke eigenaren rechtstreeks te benaderen. Deze controle dient bij verwijderde weesfietsen en hinderlijk (gevaarlijk) gestalde fietsen bij voorkeur twee keer plaats te vinden: vlak na binnenkomst bij het depot en vlak voor de verkoop of vernietiging. Op deze manier wordt voorkomen dat een fiets niet als gestolen wordt herkend door een late aangifte. Zeker de komende jaren is het checken op diefstal lastig. Het landelijk dekkend aangiftebestand bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), dat begin 2005 operationeel wordt, bevat slechts nieuwe aangiften. Aangiften van fietsen die enkele jaren geleden zijn gestolen ontbreken. Het blijft dan ook noodzakelijk het aangiftebestand van de eigen politieregio (BPS) en landelijk (HKS) te bevragen. Ook is het zeker redelijk om bij fietsen waarin een postcode gegraveerd staat de eigenaren rechtstreeks te benaderen. Als het RDW-bestand enige jaren goed functioneert, is een check op diefstal met dit bestand voldoende. Fietsers zijn immers zelfverantwoordelijkheid voor het doen van aangifte. Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
41
Als de eigenaar van de fiets deze op komt halen kan de gemeente de kosten die zijn verbonden aan de toepassing van bestuursdwang (verwijderen en opslag) verhalen op de eigenaar indien dit de overtreder is (artikel 5:25 Awb). Na de opslagperiode kan de gemeente de fietsen verkopen of (laten) vernietigen. De opbrengsten kan de gemeente aanwenden voor de financiering van verwijderingsacties, de opslag en de controle.
Verwijdering van buiten de rekken geplaatste fietsen In principe zijn bij een fietsparkeerbeleid waarmee voldoende fietsparkeervoorzieningen op de juiste plek worden gerealiseerd stallingverboden overbodig. Bovendien geven ze een verkeerd signaal wat betreft het stimuleren van het fietsgebruik. In bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden zijn stallingverboden buiten de daarvoor bestemde voorzieningen en het verwijderen van buiten de reken geplaatste fietsen acceptabel zoals rond de ingangen van belangrijke publieksaantrekkende voorzieningen (stations, overdekte winkelcentra, enz.) of gebieden met een recreatieve verblijfsfunctie (parken en pleinen). Artikel 5.1.11, lid 1 van de model-APV van de VNG biedt het college van B&W de 22 mogelijkheid dergelijke verboden in te stellen . Belangrijke voorwaarde is dat het overheidsorgaan het besluit in voldoende mate onderbouwt. Uit een uitspraak van de rechtbank in Arnhem van 26 mei 2003 waar een stallingverbod in de gemeente Nijmegen onrechtmatig wordt verklaard vanwege het ontbreken van een capaciteitsanalyse (aanbod rekken in de omgeving en stallingsvraag) blijkt de rechter serieus op deze voorwaarde te toetsen (Awb 02/988). Bovendien moeten bij verwijderen van fietsen alle vereisten van zorgvuldigheid in acht worden genomen zoals ook hierboven omschreven: • aankondiging van het stallingverbod ter plekke met borden; • aankondiging van de bestuursdwang aan de fiets zelf; • een redelijke termijn stellen waarbinnen de overtreder zelf de overtreding ongedaan kan maken. Verwijderde fietsen worden geregistreerd en opgeslagen op de hierboven geformuleerde wijze.
Teksten relevante wet- en regelgeving. De in de tekst genoemde jurisprudentie is op te vragen bij de Fietsersbond. Gemeentewet: Artikel 125 1. Het gemeentebestuur is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang. 2. De bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college, indien de toepassing van bestuursdwang dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert. 3. De bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang wordt evenwel uitgeoefend door de burgemeester, indien de toepassing van bestuursdwang dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert. 4. Een bestuurscommissie, een deelraad, het dagelijks bestuur van een deelgemeente of de voorzitter van het dagelijks bestuur van een deelgemeente waaraan bevoegdheden van de raad, het college of de burgemeester zijn overgedragen, bezit de bevoegdheid tot toepassing van
22
Zoals reeds in voetnoot 32 uiteen is gezet kan op basis van de Wegenverkeerswet 1994 geen bestuursdwang worden toegepast, behalve bij hinder of gevaar! Oktober 2006
42
Fietsdiefstalscan Nijmegen
bestuursdwang en de bevoegdheid tot het geven van een machtiging tot binnentreden van een woning slechts indien ook die bevoegdheid uitdrukkelijk is overgedragen. Algemene wet bestuursrecht: Afdeling 5.3 Bestuursdwang Artikel 5:21 Onder bestuursdwang wordt verstaan: het door feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan optreden tegen hetgeen in strijd met bij of krachtens enig wettelijk voorschrift gestelde verplichtingen is of wordt gedaan, gehouden of nagelaten. Artikel 5:22 De bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang bestaat slechts indien zij bij of krachtens de wet is toegekend. Artikel 5:23 Deze afdeling is niet van toepassing indien wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde. Artikel 5:24 1. Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang wordt op schrift gesteld. De schriftelijke beslissing is een beschikking. 2. De beschikking vermeldt welk voorschrift is of wordt overtreden. 3. De bekendmaking geschiedt aan de overtreder, aan de rechthebbenden op het gebruik van de zaak ten aanzien waarvan bestuursdwang zal worden toegepast en aan de aanvrager. 4. In de beschikking wordt een termijn gesteld waarbinnen de belanghebbenden de tenuitvoerlegging kunnen voorkomen door zelf maatregelen te treffen. Het bestuursorgaan omschrijft de te nemen maatregelen. 5. Geen termijn behoeft te worden gegund, indien de vereiste spoed zich daartegen verzet. 6. Indien de situatie dermate spoedeisend is dat het bestuursorgaan de beslissing tot toepassing van bestuursdwang niet tevoren op schrift kan stellen, zorgt het alsnog zo spoedig mogelijk voor de opschriftstelling en voor de bekendmaking. Artikel 5:25 1. De overtreder is de kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang verschuldigd, tenzij de kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen. 2. De beschikking vermeldt dat de toepassing van bestuursdwang op kosten van de overtreder plaatsvindt. 3. Indien echter de kosten geheel of gedeeltelijk niet ten laste van de overtreder zullen worden gebracht, wordt zulks in de beschikking vermeld. 4. Onder de kosten, bedoeld in het eerste lid, worden begrepen de kosten verbonden aan de voorbereiding van bestuursdwang, voor zover deze kosten zijn gemaakt na het tijdstip waarop de termijn, bedoeld in artikel 5:24, vierde lid, is verstreken. 5. De kosten zijn ook verschuldigd indien de bestuursdwang door opheffing van de onwettige situatie niet of niet volledig is uitgevoerd. 6. Onder de kosten, bedoeld in het eerste lid, worden tevens begrepen de kosten voortvloeiende uit de vergoeding van schade ingevolge artikel 5:27, zesde lid. Artikel 5:29 1. Tot de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang behoort het meevoeren en opslaan van daarvoor vatbare zaken voor zover de toepassing van bestuursdwang dit vereist. 2. Indien zaken zijn meegevoerd en opgeslagen, doet het bestuursorgaan dat bestuursdwang heeft toegepast daarvan proces-verbaal opmaken, waarvan afschrift wordt verstrekt aan degene die de zaken onder zijn beheer had. 3. Het bestuursorgaan draagt zorg voor de bewaring van de opgeslagen zaken en geeft deze zaken terug aan de rechthebbende.
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
43
4. Het bestuursorgaan is bevoegd de afgifte op te schorten totdat de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten zijn voldaan. Indien de rechthebbende niet tevens de overtreder is, is het bestuursorgaan bevoegd de afgifte op te schorten totdat de kosten van bewaring zijn voldaan. Artikel 5:30 1. Het bestuursorgaan dat bestuursdwang heeft toegepast, is bevoegd, indien een ingevolge artikel 5:29, eerste lid, meegevoerde en opgeslagen zaak niet binnen dertien weken na de meevoering kan worden teruggegeven, deze te verkopen of, indien verkoop naar zijn oordeel niet mogelijk is, de zaak om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te laten vernietigen. 2. Gelijke bevoegdheid heeft het bestuursorgaan ook binnen die termijn, zodra de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten, vermeerderd met de voor de verkoop, de eigendomsoverdracht om niet of de vernietiging geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van de zaak onevenredig hoog worden. 3. Verkoop, eigendomsoverdracht of vernietiging vindt niet plaats binnen twee weken na de verstrekking van het afschrift, bedoeld in artikel 5:29, tweede lid, tenzij het gevaarlijke stoffen of eerder aan bederf onderhevige stoffen betreft. 4. Gedurende drie jaren na het tijdstip van verkoop heeft degene die op dat tijdstip eigenaar was, recht op de opbrengst van de zaak onder aftrek van de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten en de kosten van de verkoop. Na het verstrijken van die termijn vervalt het eventuele batige saldo aan de rechtspersoon waartoe het bestuursorgaan behoort. Model Algemene plaatselijke Verordening Artikel 5.1.11 Overlast van fiets of bromfiets 1. Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan. 2. Het is verboden fietsen of bromfietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een verwaarloosde toestand verkeren, op de weg te laten staan. Wegenverkeerswet 1994 Artikel 5 Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd. Artikel 170 1. Tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot toepassing van bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, behoort de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig, indien met het voertuig een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met a. het belang van de veiligheid op de weg, of b. het belang van de vrijheid van het verkeer, of c. het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen. 2. De artikelen 5:24, derde tot en met zesde lid, 5:25, tweede tot en met vijfde lid, 5:29, vierde lid, tweede volzin en 5:30, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing. Bij de toepassing van artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht treedt de rechthebbende die het voertuig afhaalt, in de plaats van de overtreder. Bij de toepassing van artikel 5:29, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt het afschrift van het proces-verbaal verstrekt aan de rechthebbende die het voertuig afhaalt. Voor de toepassing van artikel 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de omstandigheid dat een voertuig niet is afgehaald, gelijkgesteld met de omstandigheid dat het voertuig niet kan worden teruggegeven. 3. Burgemeester en wethouders plegen regelmatig overleg met de officier van justitie over de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid. Oktober 2006
44
Fietsdiefstalscan Nijmegen
4. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat in een daartoe aangelegd register aantekening wordt gehouden van de gevallen waarin de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid wordt uitgeoefend. 5. Bij toepassing van het eerste lid wordt onder rechthebbende verstaan: degene die ofwel eigenaar is van het voertuig ofwel anders dan als bezitter het voertuig ten tijde van de overtreding ten gebruike onder zich had. Hierbij geldt artikel 1, tweede lid, niet. 6. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid wordt niet uitgeoefend, indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging een aanvang wordt gemaakt. Hij is alsdan de kosten verbonden aan de voorbereiding van de overbrenging, verschuldigd. Artikel 5:26 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
45
Bijlage 3 Vragenlijst inwoners Nijmegen Help ons fietsdiefstal aan te pakken, ook hier in de gemeente Vul de enquête in en maak kans op een gratis fietsslot! Ook in te vullen via www.fietsersbond.nl De Fietsersbond wil graag van uw ervaringen met fietsdiefstal weten. Met deze informatie benaderen wij het gemeentebestuur en de politie om nu eindelijk eens maatregelen te nemen. Betere fietsenrekken, meer toezicht, bewaakte stallingen, opsporing en terugbezorging van gestolen fietsen, vervolging van fietsendieven, enz.. Het invullen van de enquête kost ± 2 minuten. 1. Is er wel eens een fiets van u of van een van uw huisgenoten gestolen? c Ja c Nee (ga door naar vraag 7) 2. Waar is (zijn) deze fiets(en) gestolen? (maximaal 4) (straat / locatie)
(plaatsnaam)
Wat voor soort plek(ken) is (zijn) dit? (meerdere antwoorden mogelijk) c Woning c Woonomgeving c Station c Centrum c Overig winkel(gebied) c Uitgaansgebied c Werkgebied c Onderwijsinstelling c Zwembad / sport / recreatie c Anders, nl. …………………………………………………… Over de laatste diefstal zouden we graag wat meer willen weten 3. Op welk tijdstip vond de diefstal plaats? c Tussen 7.00 en 19.00 uur c Tussen 23.00 en 7.00 uur
c Tussen 19.00 en 23.00 uur c Onbekend / weet niet
4. Met hoeveel sloten stond de fiets op slot (inclusief ringslot)? c0 c1 c2 c3
c meer
5. Stond de fiets vast aan de ’vaste wereld’ (hek, paal, rek, boom, enz.)? c Ja c Nee 6. Heeft u aangifte van de diefstal gedaan? c Ja Reden:
c Verzekering c Voor de misdaadstatistiek ……………………………………
c Kans op terugkrijgen c Anders, nl.
(meerdere antwoorden mogelijk)
Ooit nog iets van gehoord? c Nee; Reden:
c Ja
c Heeft toch geen zin c Niet de moeite waard ……………………………………
c Nee
c Fiets terug
c Kost te veel tijd c Anders, nl.
c Politie geen tijd
(meerdere antwoorden mogelijk)
7. Welke plekken kent u in uw gemeente waar veel fietsen gestolen worden? (maximaal 4) (straat / locatie)
(plaatsnaam)
Oktober 2006
46
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Wat voor soort plek(ken) is (zijn) dit? (meerdere antwoorden mogelijk) c Woning c Woonomgeving c Station c Centrum c Overig winkel(gebied) c Uitgaansgebied c Werkgebied c Onderwijsinstelling c Zwembad / sport / recreatie c Anders, nl. ……………………………………………………
8. Zijn er plekken waar u niet met de fiets naar toe gaat omdat u bang bent voor diefstal? (maximaal 4) (straat / locatie)
(plaatsnaam)
Wat voor soort plek(ken) is (zijn) dit? (meerdere antwoorden mogelijk) c Woning c Woonomgeving c Station c Centrum c Overig winkel(gebied) c Uitgaansgebied c Werkgebied c Onderwijsinstelling c Zwembad / sport / recreatie c Anders, nl. …………………………………………………… 9. Kent u in uw gemeente plekken waar u betrekkelijk eenvoudig gestolen fietsen kunt kopen? (max. 4) (straat / locatie)
(plaatsnaam)
Wat voor soort plek(ken) is (zijn) dit? (meerdere antwoorden mogelijk) c Op straat c Officiële handelaar c Particulier c Anders, nl. …………………………………………………… 10 Wat vindt u over het algemeen van de fietsenrekken in uw gemeente? c Goed c Niet goed Reden niet goed (meerdere antwoorden mogelijk) : c Vaak geen mogelijkheid de fiets met een ketting aan het rek vast te zetten c Te krap waardoor kans op beschadiging c Te ver van de bestemming c Te weinig c Onhandig c Anders, nl. ……………………………………………………… 11. Welke stallingmogelijkheden heeft u bij uw woning? Waar? c Binnen (schuur / berging) Vindt u deze stalling veilig? c Ja
c Collectieve berging of buurtstalling
c Alleen op straat
c Nee
12 Is de angst voor diefstal voor u een reden geen nieuwe fiets aan te schaffen? c Ja c Nee Tenslotte willen we graag nog enkele extra gegevens van u weten die belangrijk zijn voor nadere analyse: c Vrouw c Man Leeftijd … jaar Woonplaats ………………………………………………….
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
47
Bijlage 4 Registratie van in- en verkoop van tweedehands fietsen Met het oog op een betere bestrijding van heling is in artikel 437 e.v. van het Wetboek van Strafrecht een aantal verplichtingen opgelegd aan opkopers en handelaars in gebruikte en ongeregeld goederen. Onder deze categorie vallen ook de handelaren in tweedehands fietsen (Besluit ter uitvoering van artikel 437, lid 1 WvSr). Zij moeten onder meer • de burgemeester of een door de burgemeester aangewezen ambtenaar schriftelijk ervan in kennis stellen dat hij van opkopen zijn beroep of gewoonte maakt (art. 437ter lid 2 WvSr); • aantekening maken van de fietsen die zij hebben gekocht en in voorraad hebben (art. 437, lid 1a WvSr); • zijn register op eerste aanvraag voor controle ter inzage geven aan een ambtenaar die daartoe door de burgemeester is aangewezen (art. 437, lid 1c WvSr); • die ambtenaar aanvullende informatie verschaffen over zijn handel en administratie (art. 437, lid 1d en g WvSr). Daarnaast mogen ze geen goederen die bij hem door of vanwege de politie met een duidelijke schriftelijke omschrijving als door misdrijf aan de rechthebbende is onttrokken of als verloren is aangegeven, verwerven of voorhanden hebben. De administratieve verplichting van artikel 437, lid 1a is nader uitgewerkt bij besluit van 6 januari 1992 (Stb. 1992, 36). Het register is gewaarmerkt door of namens de burgemeester en bevat in ieder geval • het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed; • de datum van verkrijging van het goed; • een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voor zover dat mogelijk is - soort, merk en nummer van het goed; • de koopprijs of andere voorwaarden van verkrijging van het goed; • de naam en het adres van degene van wie het goed is verkregen. In artikel 437ter, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht wordt voor gemeenten de mogelijkheid geschapen de handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen aanvullende verplichtingen op te leggen in een verordening. In de Model Algemeen Plaatselijke Verordening (model-APV) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, en dus in de APV van de meeste de gemeenten, zijn enkele aanvullende verplichtingen opgenomen. Zij moeten onder meer • in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register van alle verkopen bijhouden − het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed; − de datum van verkoop of overdracht van het goed; − een omschrijving van het goed, daaronder begrepen – voor zover dat mogelijk is – soort, merk en nummer van het goed; − de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed; − de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen (artikel 2.5.2, lid 1 modelAPV). • de burgemeester of de door deze aangewezen ambtenaar schriftelijk opgave doen van zijn woonadres en van het volledig adres van elke lokaliteit door hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik genomen (artikel 2.5.3, onder a model-APV) • indien hij in de gelegenheid is enig goed te verkrijgen waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat het van misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan, hiervan onverwijld kennisgeven aan de burgemeester of de door deze aangewezen ambtenaar (artikel 2.5.3, onder d model-APV).
Oktober 2006
48
Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Fietsdiefstalscan Nijmegen
49
Bijlage 5 Afkortingen, begrippen en literatuur Afkortingen AFAC: Amsterdamse Fiets Afhandel Centrale APV: Algemene Plaatselijke Verordening Awb: Algemene wet bestuursrecht BOA: Bijzonder Opsporingsambtenaar BPS: Bedrijfs processensysteem CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek GPF: Gebiedsgebonden politiefunctionaris HKS: Herkenningsdienst-systeem ISD: Inrichting voor Stelselmatige Daders KVO: Keurmerk Veilig Ondernemen RDW: Rijksdienst voor het Wegverkeer SOV: Strafrechtelijke Opvang Verslaafden Stb.: Staatsblad VER: Veiligheidseffectrapportage VNG: Vereniging van Nederlandse Gemeenten WvSr: Wetboek van strafrecht Wvw: Wegenverkeerswet Begrippen Bedrijfs processensysteem (BPS): Informatie- en registratiesysteem van de politie op niveau van de politieregio waarin incidenten worden geregistreerd (aangiften, aanhoudingen, processen verbaal, enz.). Bijzondere Opsporingsambtenaar (BOA): ambtenaar belast met het controleren van gemeentelijke regelgeving. Bovag: brancheorganisatie van onder andere de fietsvakhandel. CBS-Statline: databank van het Centraal Bureau voor de Statistiek Fietsparkeervoorzieningen: rekken, klemmen of hekken voor het parkeren van fietsen FietsParKeur: keurmerk voor fietsparkeervoorzieningen aan de hand van een set normen die de kwaliteit van een fietsenrek garandeert: gemak bij het plaatsen van een fiets, gemak bij het vastzetten van een fiets; kans op letsel bij de gebruiker of de passant; kans op schade aan de fiets; kraakbestendigheid; vandalismebestendigheid; duurzaamheid; informatie over het systeem. Meer informatie en een overziht van alle goedgekeurde rekken op www.fietsersbond.nl/stallingsbeleid. Gebiedsgebonden politiefunctionaris (GPF): 'wijkagent'. HALT-afdoening: lichte werk- of leerstraf voor minderjarigen, uitgevoerd door zogenaamde HALTbureaus, waardoor ze niet in aanraking komen met Justitie.
Oktober 2006
50
Fietsdiefstalscan Nijmegen
Handreiking Veilig Uitgaan: handreiking die als basis kan dienen vo or lokale samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven omtrent veilig uitgaan, gezamenlijk ontwikkeld door Koninklijke Horeca Nederland, diverse ministeries, de VNG, politie en Openbaar Ministerie. Herkenningsdienst-systeem (HKS): landelijk politie-informatiesysteem voor het herkennen van gestolen goederen, verdachten, enz. Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD): detentievoorziening voor de categorie die zich veelvuldig aan kleine criminaliteit schuldig maakt, maar waarvan de strafbaarheid onvoldoende is om een langere vrijheidsstraf te rechtvaardigen. Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO): certificeringsregeling voor veiligheid op bedrijventerreinen en winkelcentra dat op initiatief van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing tot stand is gebracht. Modus operandi: de bij het misdrijf gehanteerde werkwijze. NVN ENV 14 383-2: Europese norm voor veilig ontwerp en beheer van nieuwbouwwijken, stadsvernieuwing en herstructureringsgebieden. ®
Politiekeurmerk Veilig Wonen : keurmerk met als doel enerzijds door een zorgvuldig ontwerp en beheer van de gebouwde omgeving de kans op woninginbraken zoveel mogelijk te verminderen en anderzijds verbetering van de sociale veiligheid in semi-openbare ruimten en de directe woonomgeving. ProRail: de organisatie die het Nederlandse spoorwegennetwerk beheert. Recidive: herhaling van strafbaar gedrag RDW-bestand: landelijk bestand met aangegeven gestolen fietsen bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer Ruimte voor de Fiets: door het rijk gefinancierde vernieuwingsoperatie (uitbreiden en verbeteren) van alle 380 stationsstallingen (bewaakt en onbewaakt) in Nederland. Schuldheling: verwijtbaar bezit van of handel in gestolen goederen; dat wil zeggen dat men wist of had kunnen (moeten) weten dat goederen gestolen zijn. Stallingvoorzieningen: afgesloten of bewaakte voorzieningen voor het parkeren van fietsen Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV): instelling voor criminele verslaafden, opname maximaal twee jaar. Tag: chip waarin gegevens zijn opgeslagen die met behulp van een tag-reader uitgelezen kunnen worden. Tag-reader: uitleesapparaat voor tags Veiligheidseffectrapportage (VER): instrument voor het in kaart brengen van veiligheidsrisico's van grootschalige ruimtelijke projecten of een nieuw gebouw. Gebuikte achtergrondliteratuur Kenniscetrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur CROW: Leidraad fietsparkeren, Ede, 2001 Landelijk Kader Nederlandse Politie 2003 – 2006 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties: Handreiking voor lokale veiligheidsarrangementen, Den Haag, 2004. Ministerie van Justitie, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties: Naar en veiliger Samenleving, Den Haag, oktober 2002. Ministerie van Verkeer en Waterstaat: Met de fiets naar de trein, voorwaarden die de rijksoverheid stelt aan fietsenstallingen bij spoorwegstations, Den Haag, 2000. Openbaar Ministerie: Aanwijzing voor de opsporing, Den Haag, 2003 Oktober 2006
Fietsdiefstalscan Nijmegen
51
Politiemonitor Bevolking 2003, Den Haag/Hilversum, 2003 Projectgroep Fietsdiefstalpreventie Amsterdam: Werkprogramma Fietsdiefstalpreventie 2002 – 2006, Amsterdam, 2002. Raad van Hoofdcommissarissen: Tegenhouden troef, een verkenning van Tegenhouden als alternatieve strategie van misdaadbestrijding, 2003. Regioplan: Fietsdiefstal, onderzoek naar de dagelijkse praktijk van fietsendieven, Amsterdam, 1995. Ing. C.C. Schoon: Invloed kwaliteit fiets op ongevallen, Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid, Leidschendam, 1996. Vereniging van Nederlandse Gemeenten: Kernbeleid veiligheid, handreiking voor gemeenten, Den Haag, 2003
Oktober 2006