Directie Inwoners
Ingekomen stuk D23
Beleid & Realisatie Beleidsrealisatie & verantwoording
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Telefoon
(024) 329 90 00
Telefax
(024) 329 29 81
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Contactpersoon
4 juli 2006
Datum uw brief
L120/06.0018935
Martin Ruiter
Onderwerp
Aantal bijlagen
Doorkiesnummer
monitoring/evaluatie Antillianenproject
1
3292478
Geachte leden van de raad, In onze brief van 10 mei 2005 hebben wij uw raad geïnformeerd over de aanpak van het nieuwe Antillianenproject en over de evaluatie van het project Trabou Tin. In onze brief van 29 juni 2005 hebben wij aanvullend aangegeven, dat wij het nieuwe Antillianenproject beter dan in het verleden willen monitoren. Graag willen wij u informeren op welke wijze wij het project monitoren en evalueren. Ook geven wij aan op welke wijze wij uw raad over de resultaten willen informeren. Puntsgewijs gaan wij in op - de landelijke monitoring; - de jaarlijkse voortgangsrapportages; - een jaarlijks evaluatieonderzoek; - sturingsinformatie op casusniveau. landelijke monitoring Het Rijk en de 21 Antillianengemeenten hebben afgesproken om een aantal activiteiten uit te voeren. Deze activiteiten moeten leiden tot een vermindering van de oververtegenwoordiging van Antilliaanse jongeren met betrekking tot voortijdig schoolverlaten en criminaliteit met 50% en met betrekking tot werkloosheid met 30%. Het Rijk heeft door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd om jaarlijks gegevens te verstrekken over het aantal voortijdig schoolverlaters, de omvang van de jeugdwerkloosheid en de omvang van de criminaliteit onder Antilliaanse jongeren in de 21 Antillianengemeenten. Deze gegevens moeten de vraag beantwoorden, in hoeverre de door de gemeenten ontplooide activiteiten een bijdrage leveren aan het behalen van bovengenoemde doelstellingen. Het CBS heeft helaas nog geen cijfers aan kunnen leveren over 2004 (de nulsituatie) en 2005 (het startjaar van het nieuwe Antillianenproject).
www.nijmegen.nl
monitoring Antillianenproject brief gemeenteraad definitief.doc
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsrealisatie & verantwoording
Vervolgvel
1
Wel hebben wij via het Ministerie van Justitie op 4 mei 2006 informatie verkregen over de jaren 1999-2003. Wij sturen u bijgaand een samenvatting van de rapportage van het CBS (bijlage 1). De resultaten van het CBS-onderzoek over de periode 1999-2003 wijzen uit dat Nijmegen het in vergelijking de met de andere Antillianengemeenten best aardig heeft gedaan. Ten aanzien van criminaliteit, werkloosheid onder Antilliaanse vrouwen en schooluitval is er sprake van een duidelijke verbetering. De CBS-cijfers laten óók zien dat de problematiek hardnekkig is, zeker als het gaat om de criminaliteit en werkloosheid onder Antilliaanse mannen. Wij verwijzen in dit verband op de vergelijking van diverse groepen mannen in Nijmegen op de pagina’s 11 en 16 van onze samenvatting. Verder is het van belang dat wij - College en Raad - ons realiseren dat onder de groep Antilliaanse nieuwkomers zich steeds meer kansarme jongeren bevinden. Dat kan leiden tot een verergering van de problemen. Onze invloed op deze ontwikkelingen is beperkt. Bepalend is de ontwikkeling van de sociaal-economische situatie in Nederland én op de Nederlandse Antillen alsmede de reactie hierop van de Rijksoverheid. Alles overziend rechtvaardigen de CBS-cijfers onzes inziens ook de komende jaren de in opdracht van uw raad ingezette doelgroepgerichte benadering. Met als sleutelwoorden: een ketengerichte preventieve aanpak om jongeren en hun omgeving een perspectief te bieden. Op de gemeentelijke website (onder: Leven in Nijmegen - Integratie en Multicultureel Beleid - Antilliaanse Risicojongeren) kunt u ook de originele overzichten downloaden. Wij stellen voor om u de informatie van het CBS ook in de toekomst per brief ter beschikking te stellen. jaarlijkse verslaglegging Wij rapporteren jaarlijks op 1 april over de voortgang van de activiteiten in een standaard-format die door het Ministerie van Justitie is ontwikkeld. In deze rapportage geven wij op output-niveau naar het Ministerie aan, of wij de afgesproken output-resultaten hebben behaald. Op 4 april 2006 (L120/06.0007797) hebben wij u ter kennisname de rapportage gestuurd over de periode 1 oktober 2005 (startdatum nieuw Antillianenproject) tot en met 31 december 2005 (einde verslagjaar 2005). Daaruit komt overigens naar voren dat de afgesproken outputresultaten zijn behaald. Wij stellen voor u jaarlijks ter kennisname deze rapportage te doen toekomen, de eerstvolgende keer in april 2007.
www.nijmegen.nl
monitoring Antillianenproject brief gemeenteraad definitief.doc
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsrealisatie & verantwoording
Vervolgvel
2
jaarlijks kwalitatief evaluatieonderzoek Wij willen parallel aan onze (kwantitatieve) verslaglegging aan het Rijk over de behaalde outputresultaten een kwalitatief onderzoek laten uitvoeren. Het onderzoek zal in ieder geval ingaan op de volgende aspecten: 1. Effectevaluatie: a. In hoeverre worden de afgesproken maatschappelijke effecten (vermindering oververtegenwoordiging Antillianen ten aanzien van criminaliteit, werkloosheid en voortijdig schoolverlaten) bereikt? b. Welke factoren hebben het behalen van de maatschappelijke effecten vergemakkelijkt/bemoeilijkt? 2. Resultaatsevaluatie: a. In hoeverre zijn de afgesproken resultaten (in termen van output) gehaald? b. In hoeverre zijn effecten op individueel niveau bereikt? Zijn deze effecten op individueel niveau toe te schrijven aan de ingezette beleidsinstrumenten? c. Welke factoren hebben het behalen van de afgesproken resultaten in termen van output vergemakkelijkt/bemoeilijkt? d. Welke factoren hebben het behalen van effecten op individueel niveau vergemakkelijkt/bemoeilijkt? Het onderzoek wordt uitgevoerd met behulp van - analyse van statistische, sturings- en trajectinformatie; - gesprekken met projectuitvoerders, projectmanagers, een klankbordgroep vanuit de Antilliaanse organisaties en personen die trajecten hebben doorlopen. Wij stellen u voor om u de jaarlijkse evaluatie-onderzoeken samen met de jaarlijkse verslaglegging toe te doen komen, voor het eerst in april 2007. sturingsinformatie op casusniveau Eén van de centrale knelpunten die in de evaluatie van het vorige project (Trabou Tin) naar voren is gekomen, was de gebrekkige gegevenshuishouding. Er kon weinig cijfermatig worden onderbouwd tot welke effecten de verschillende activiteiten hadden geleid. Daarom hebben wij besloten om ons tweemaandelijks op casusniveau te laten informeren over de stand van zaken met betrekking tot de trajecten en de resultaten. Feit is dat wij daarmee - in tegenstelling tot het vorige project - niet alleen iets kunnen zeggen over het aantal gedraaide trajecten, maar tot op cliëntniveau ook over de resultaten. Monitoring op persoonsniveau is
www.nijmegen.nl
monitoring Antillianenproject brief gemeenteraad definitief.doc
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid & Realisatie Beleidsrealisatie & verantwoording
Vervolgvel
3
ons inziens echter de enige weg om te kunnen bepalen of en op welke wijze dergelijke projecten zinvol zijn. Wij zijn begonnen met het monitoren op het onderdeel reïntegratie casemanagement met alle jongeren die op 1 oktober 2005 25 jaar of jonger waren. We gaan deze groep volgen gedurende de gehele looptijd van het project. Na de zomer zullen wij ook sturingsinformatie beschikbaar hebben op de onderdelen leerplicht, outreaching en dwang- en drang casemanagement. Wij stellen voor u halfjaarlijks te informeren over de (tussentijdse resultaten). Wij hopen u hiermee voldoende te hebben ingelicht over de vraag, op welke wijze wij het project monitoren en op welke wijze wij de raad over de resultaten willen informeren. Indien u naar aanleiding van deze brief nog vragen of opmerkingen heeft, dan kunt u contact opnemen met de heer M. Ruiter van de Directie Inwoners en bereikbaar via bovenstaand doorkiesnummer. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mevr. dr. G. ter Horst
P. Eringa
www.nijmegen.nl
monitoring Antillianenproject brief gemeenteraad definitief.doc
Samenvatting informatie CBS inzake voortijdig schoolverlaten, werkloosheid en criminaliteit Antilliaanse jongeren (periode 1999-2003)
1
Inleiding Het Rijk en 20 Antillianengemeenten hebben een bestuurlijk arrangement Antilliaanse risicojongeren gesloten. Daarbij is afgesproken om een aantal activiteiten uit te voeren. Deze activiteiten moeten leiden tot een vermindering van de oververtegenwoordiging van Antilliaanse jongeren met betrekking tot voortijdig schoolverlaten en criminaliteit met 50% en met betrekking tot werkloosheid met 30%. Het Rijk heeft door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd om jaarlijks gegevens te verstrekken over het aantal voortijdig schoolverlaters, de omvang van de jeugdwerkloosheid en de omvang van de criminaliteit onder Antilliaanse jongeren in de 20 Antillianengemeenten. Deze gegevens moeten de vraag beantwoorden, in hoeverre de door de gemeenten ontplooide activiteiten een bijdrage leveren aan het behalen van bovengenoemde doelstellingen. Het CBS heeft helaas nog geen cijfers aan kunnen leveren over 2004 (de nulsituatie) en 2005 (het startjaar van het nieuwe Antillianenproject). Wel hebben wij via het Ministerie van Justitie op 4 mei 2006 informatie verkregen over de jaren 1999-2003. De door het CBS aangeleverde informatie bevat gegevens over 20 Antillianengemeenten op de onderdelen criminaliteit, werkloosheid, voortijdig schoolverlaten en bevolkingsontwikkeling voor de periode 1999-2003. Wij hebben de informatie samengevat in een inleidend deel met enkele gegevens over de bevolkingsontwikkeling. Daarna volgen de delen II (criminaliteit), III (werkloosheid) en IV (voortijdig schoolverlaten). In de delen I, II en III is onderscheid gemaakt tussen gegevens over mannen en vrouwen, in deel IV is op basis van de CBS gegevens geen uitsplitsing mogelijk naar geslacht. Bovendien gaan de gegevens over voortijdig schoolverlaten ook niet over de periode 1999-2003, maar over het schooljaar 2004/2005. We volgen de leeftijdsafbakening zoals deze door het CBS is gehanteerd. Voor wat betreft de bevolkingontwikkeling en de werkloosheid gaat het CBS uit van de groep van 15-25 jaar, ten aanzien van criminaliteit van de groep van 12-25 jaar. In het deel over voortijdig schoolverlaten gaat het om de leerplichtige jongeren. In alle delen en hoofdstukken gaan wij kort in op de indicator die het CBS hanteert. Vervolgens vergelijken wij de ontwikkeling in Nijmegen met die van de andere steden. Daarbij hebben wij Nijmegen steeds vergeleken met - de grote (Antillianen)gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag); - de middelgrote (Antillianen)gemeenten (Almere, Dordrecht, Eindhoven, Groningen, Tilburg); - de kleinere Antillianengemeenten (Amersfoort, Arnhem, Breda, Capelle aan den IJssel, Den Helder, Leeuwaarden, Lelystad, Schiedam, Vlaardingen, Zoetermeer, Zwolle). Voor de overzichtelijkheid is Nijmegen in alle tabellen geel gemarkeerd.
2
THEMA I BEVOLKINGSONTWIKKELING ANTILLIAANSE JONGEREN 15-25 JAAR Bevolkingsontwikkeling - gehanteerde indicator Het CBS hanteert als definitie van etniciteit, of de persoon zelf of tenminste één van de ouders in het buitenland is geboren. De herkomstgroepering wordt bepaald aan de hand van het geboorteland zelf of dat van de moeder, tenzij de moeder in Nederland is geboren. In dat geval is gerubriceerd naar het geboorteland van de vader.
3
1. Bevolkingsontwikkeling Antilliaanse jongeren 15-24 jaar: Nijmegen – diverse Antillianengemeenten (1999-2003)
bevolkingsontwikkeling Antilliaanse jongeren 15-25 jaar totaal (1999-2003) 5000 4000
Amsterdam
3000
's-Gravenhage
2000
Nijmegen Rotterdam
1000 0 1999
2000
2001
2002
2003
bevolkingsontwikkeling Antilliaanse jongeren totaal 15-25 jaar (1999-2003) 1200 1000
Almere Dordrecht
800
Eindhoven
600
Groningen
400
Nijmegen
200
Tilburg
0 1999
2000
2001
2002
2003
bevolkingsontwikkeling Antilliaanse jongeren totaal 15-25 jaar (1999-2003) 700
Amersf oort
600
Arnhem
500
Capelle aan den IJssel
400
Den Helder
300
Lelyst ad
Breda
Leeuwarden Nijmegen
200
Schiedam
100
Vlaardingen Vlissingen
0
Zoetermeer
1999 2000
2001
2002 2003
Zwolle
4
2.
Bevolkingsontwikkeling Antilliaanse mannen 15-25 jaar: Nijmegen – diverse Antillianengemeenten (1999-2003)
bevolkingsontwikkeling Antilliaanse mannen 15-25 jaar (1999-2003) 2500 2000
Amsterdam
1500
's-Gravenhage
1000
Nijmegen Rotterdam
500 0 1999
2000
2001
2002
2003
bevolkingsontwikkeling Antilliaanse mannen 15-25 jaar (1999-2003) 600 Almere
500
Dordrecht
400
Eindhoven
300
Groningen
200
Nijmegen
100
Tilburg
0 1999
2000
2001
2002
2003
bevolkingsontwikkeling Antilliaanse mannen 15-25 jaar (1999-2003) 350
Amersfoort
300
Arnhem
250
Capelle aan den IJssel
200
Den Helder
150
Lelystad
Breda
Leeuwarden Nijmegen
100
Schiedam
50
Vlaardingen Vlissingen
0
Zoetermeer
1999 2000
2001
2002 2003
Zwolle
5
3.
Bevolkingsontwikkeling Antilliaanse vrouwen 15-25 jaar: Nijmegen – diverse Antillianengemeenten (1999-2003)
bevolkingsontwikkeling Antilliaanse vrouwen 15-25 jaar (1999-2003) 2500 2000
Amsterdam
1500
's-Gravenhage
1000
Nijmegen Rotterdam
500 0 1999 2000 2001 2002 2003
bevolkingsontwikkeling Antilliaanse vrouwen 15-25 jaar (1999-2003) 600 Almere
500
Dordrecht
400
Eindhoven
300
Groningen
200
Nijmegen
100
Tilburg
0 1999
2000
2001
2002
2003
bevolkingsontwikkeling Antilliaanse vrouwen 15-25 jaar (1999-2003) 350
Amersfoort
300
Arnhem
250
Capelle aan den IJssel
200
Den Helder
150
Lelystad
Breda
Leeuwarden Nijmegen
100
Schiedam
50
Vlaardingen Vlissingen
0
Zoetermeer
1999 2000
2001
2002 2003
Zwolle
6
Conclusies bevolkingsontwikkeling Antilliaanse jongeren 15 - 25 jaar (periode 1999-2003) In alle steden is het aantal Antilianen sinds 1999 toegenomen. In de grote steden valt de sterke stijging in Rotterdam op. In de middelgrote steden vestigden zich verhoudingsgewijs veel Antilianen in Tilburg en Almere. Bij de kleinere gemeenten is de Antilliaanse gemeenschap in Zwolle en Arnhem relatief sterk gegroeid. Nijmegen kent een relatief gelijkmatige groei van Antilliaanse jongeren van 349 (1999) naar 465 (2003). Als je kijkt naar verschillen in bevolkingsontwikkeling tussen mannen en vrouwen van Antilliaanse afkomst dan verlopen de trends ongeveer gelijk.
7
THEMA II CRIMINALITEIT ANTILLIAANSE JONGEREN 12-25 JAAR Criminaliteit - gehanteerde indicator
De gegevens hebben betrekking op mannen en vrouwen van 12 tot 25 jaar. Het CBS hanteert het percentage verdachten van een misdrijf. De gegevens zijn afkomstig uit het Herkenningssysteem (HKS) van de politie.
8
4.
Ontwikkeling criminaliteit Antilliaanse mannen 12-25 jaar: Nijmegen – diverse Antillianengemeenten (1999-2003) Ontwikkeling criminaliteit Antilliaanse mannen 12-25 jaar (1999-2003)
18,0 16,0 14,0 12,0 Amsterdam 10,0
Nijmegen Rotterdam
8,0
s-Gravenhage 6,0 4,0 2,0 0,0 1999
2000
2001
2002
2003
Ontwikkeling criminaliteit Antilliaanse mannen 12-25 jaar (1999-2003) 35,0 30,0 25,0
Almere Dordrecht
20,0
Eindhoven Groningen
15,0
Nijmegen Tilburg
10,0 5,0 0,0 1999
2000
2001
2002
2003
Ontwikkeling criminaliteit Antilliaanse mannen 12-25 jaar (1999-2003) 30,0 Amersfoort Arnhem
25,0
Breda Capelle aan den IJssel
20,0
Den Helder Leeuwarden
15,0
Lelystad Nijmegen
10,0
Schiedam Vlaardingen
5,0
Vlissingen Zoetermeer
0,0
Zwolle 1999
2000
2001
2002
2003
9
5. Ontwikkeling criminaliteit Antilliaanse vrouwen 12-25 jaar: Nijmegen – diverse Antillianengemeenten (1999-2003) Ontwikkeling criminaliteit Antilliaanse vrouwen 12-25 jaar (1999-2003) 7,0 6,0 5,0 Amsterdam
4,0
Nijmegen Rotterdam
3,0
s-Gravenhage 2,0 1,0 0,0 1999
2000
2001
2002
2003
Ontwikkeling criminaliteit Antilliaanse vrouwen 12-25 jaar (1999-2003) 10,0 9,0 8,0 7,0
Almere
6,0
Dordrecht Eindhoven
5,0
Groningen
4,0
Nijmegen
3,0
Tilburg
2,0 1,0 0,0 1999
2000
2001
2002
2003
Ontwikkeling criminaliteit Antilliaanse vrouwen 12-25 jaar (1999-2003) 10,0 Amersfoort
9,0
Arnhem 8,0
Breda
7,0
Capelle aan den IJssel
6,0
Den Helder Leeuwarden
5,0
Lelystad
4,0
Nijmegen
3,0
Schiedam Vlaardingen
2,0
Vlissingen 1,0
Zoetermeer
0,0
Zwolle 1999
2000
2001
2002
2003
10
6.
Ontwikkeling criminaliteit Antilliaanse jongeren 12-25 jaar - andere groepen in Nijmegen (1999-2003) criminaliteit mannen 12-25 jaar naar groep in Nijmegen 1999-2003
14,0 12,0 10,0 Autochtoon
8,0
Westers allochtoon Nederlandse Antillen/Aruba
6,0
Niet westers allochtoon 4,0 2,0 0,0 1999
2000
2001
2002
2003
criminaliteit vrouwen 12-25 jaar naar groep in Nijmegen 1999-2003 5,0 4,5 4,0 3,5 Autochtoon
3,0
Westers allochtoon
2,5
Nederlandse Antillen/Aruba
2,0
Niet westers allochtoon
1,5 1,0 0,5 0,0 1999
2000
2001
2002
2003
11
Conclusies ontwikkeling criminaliteit Antilliaanse jongeren 12 - 25 jaar (periode 1999-2003) In vergelijking met de grote steden is de criminaliteit onder Antilliaanse mannen in Nijmegen gedaald. Was de criminaliteit in Nijmegen in 1999 met meer dan 14% fors hoger dan in de grote steden, in 2003 is de criminaliteit onder deze groep in 2003 met ongeveer 10% lager dan in de grote steden. Opvallend is de stijging in Rotterdam van 13 naar 16%. Ook in vergelijking met de middelgrote steden is het beeld in Nijmegen positiever: behalve in Eindhoven zijn Antilliaanse mannen in alle steden relatief vaker verdachte van een misdrijf. De kroon spant Dordrecht met een stijging van 18 (1999) naar 28% (2003). Ten aanzien van vrouwen zijn de aantallen Antilliaanse verdachten dusdanig gering dat geen echte conclusies te trekken zijn. Als we de groepen binnen Nijmegen vergelijken, dan is ondanks de daling het aantal van een misdrijf verdachte Antilliaanse mannen in 2003 relatief nog steeds 2,5 keer zo groot dan onder autochtonen en westers allochtonen (was: 4 keer zo hoog in 1999). De criminaliteit is door de daling onder Antilliaanse mannen nu wel op een vergelijkbaar niveau als bij niet westerse allochtonen. Ook hier geldt dat ten aanzien van vrouwen de aantallen Antilliaanse verdachten dusdanig gering zijn dat geen echte conclusies te trekken zijn.
12
THEMA III WERKLOOSHEID Werkloosheid - gehanteerde indicator
Het CBS hanteert het aandeel personen van 15 t/m 24 jaar zonder werk, ingeschreven bij CWI en volgens het CWI beschikbaar voor een baan van 12 uur of meer op het totaal aantal personen van 15 t/m 24 jaar zonder werk, ingeschreven bij CWI en volgens CWI beschikbaar voor een baan van 12 uur of meer plus het aantal 12 uur of meer werkzame personen in de leeftijdscategorie 15/24 jaar.
13
7.
Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse mannen 15-25 jaar: Nijmegen – diverse Antillianengemeenten (1999-2003) Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse mannen 15-25 jaar (1999-2003)
30,0
25,0
20,0 Amsterdam Nijmegen
15,0
Rotterdam s-Gravenhage
10,0
5,0
0,0 1999
2000
2001
2002
2003
Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse mannen 15-25 jaar (1999-2003) 45,0 40,0 35,0 Almere
30,0
Dordrecht 25,0
Eindhoven
20,0
Groningen Nijmegen
15,0
Tilburg
10,0 5,0 0,0 1999
2000
2001
2002
2003
Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse mannen 15-25 jaar (1999-2003) 35,0 Amersfoort 30,0
Arnhem Breda
25,0
Capelle aan den IJssel Den Helder
20,0
Leeuwarden Lelystad
15,0
Nijmegen Schiedam
10,0
Vlaardingen Vlissingen
5,0
Zoetermeer 0,0
Zwolle 1999
2000
2001
2002
2003
14
8.
Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse vrouwen 15-25 jaar: Nijmegen – diverse Antillianengemeenten (1999-2003) Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse vrouwen 15-25 jaar (1999-2003)
35,0 30,0 25,0 Amsterdam
20,0
Nijmegen Rotterdam
15,0
s-Gravenhage 10,0 5,0 0,0 1999
2000
2001
2002
2003
Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse vrouwen 15-25 jaar (1999-2003) 40,0 Almere
35,0
Dordrecht 30,0
Eindhoven Groningen
25,0
Nijmegen 20,0
Tilburg Almere
15,0
Dordrecht Eindhoven
10,0
Groningen 5,0
Tilburg
0,0 1999
2000
2001
2002
2003
Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse vrouwen 15-25 jaar (1999-2003) 60,0 Amersfoort Arnhem
50,0
Breda Capelle aan den IJssel
40,0
Den Helder Leeuwarden
30,0
Lelystad Nijmegen
20,0
Schiedam Vlaardingen
10,0
Vlissingen Zoetermeer
0,0
Zwolle 1999
2000
2001
2002
2003
15
9.
Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse jongeren 15-25 jaar - andere groepen in Nijmegen (1999-2003) Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse mannen in Nijmegen 1999-2003
25,0 Autochtoon 20,0 Westers allochtoon
15,0
Nederlandse Antillen/Aruba
10,0 5,0
Niet westers allochtoon
0,0 1999
2000
2001
2002
2003
Ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse vrouwen in Nijmegen 1999-2003 20,0 Autochtoon 15,0
Westers allochtoon
10,0
Nederlandse Antillen/Aruba
5,0
Niet westers allochtoon
0,0 1999
2000
2001
2002
2003
16
Conclusies ontwikkeling werkloosheid Antilliaanse jongeren 12 - 25 jaar (periode 1999-2003) In vergelijking met de andere Antillianengemeenten is de werkloosheid onder Antilliaanse mannen in Nijmegen gemiddeld hoog te noemen. Bij de grote steden scoren Rotterdam hoger, maar Den Haag en met name Amsterdam lager. Bij de middelgrote steden zijn Antilliaanse mannen vaker werkloos in Groningen en Dordrecht dan in Nijmegen, in Eindhoven, Tilburg en Almere juist minder vaak. Bij de kleine gemeenten is het beeld bijzonder divers. Bij de Antilliaanse vrouwen is de situatie bijzonder interessant, omdat de trend in Nijmegen afwijkt van de meeste Antillianengemeenten en ook van de algemene trend in de werkloosheidsontwikkeling. Sinds 1999 is het percentage werkloze vrouwen gedaald van 17% naar ongeveer 9%. Behalve in Amsterdam en Arnhem is de trend in geen andere Antillianengemeente dusdanig positief. De werkloosheid onder Antilliaanse vrouwen is afgezien van Arnhem, Zoetermeer, Vlissingen nergens lager dan in Nijmegen. Ook als je kijkt naar verschillende etnische groepen binnen Nijmegen, dan is de ontwikkeling tussen Antilliaanse mannen en vrouwen zeer verschillend. Antilliaanse mannen volgen de algemene trend, echter op een forse achterstand: in 1999 waren Antilliaanse mannen met een werkloosheidspercentage van 23,6% meer dan 6 keer zo vaak werkloos dan autochtonen. Na een daling in 2000 en 2001 steeg de werkloosheid weer naar 18,6% (autochtonen: 4%). Bij de Antilliaanse vrouwen was de werkloosheid in 1999 al lager dan bij Antilliaanse mannen (17%) en is - tegen de trend in - verder gedaald (2003: 9,2%. Dat is weliswaar nog steeds ongeveer 3 keer zo hoog dan onder autochtone vrouwen, maar veel lager dan onder de niet westerse allochtone groepen (2003: 16,6%).
17
THEMA IV VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN Voortijdig schoolverlaten- gehanteerde indicator
Het CBS telt in zijn definitie van voortijdig schoolverlaten iedereen als voortijdig schoolverlater die zonder diploma het regulier onderwijs verlaat. Dit hoeft niet te betekenen dat de leerling het volgende schooljaar geen onderwijs meer volgt. De leerling kan bijvoorbeeld zijn doorgestroomd naar een assistentenopleiding binnen de beroepsopleidende (bol) of beroepsbegeleidende (bbl) leerweg van het middelbaar beroepsonderwijs, een (andere) vorm van part-time onderwijs, dan wel een opleiding in het particuliere onderwijs. Ook is doorstroming naar het speciaal onderwijs niet meegerekend. We hebben het CBS erop geattendeerd dat zeker het buiten beschouwing laten van het BBL en het speciaal onderwijs de cijfers minder betrouwbaar maakt. Maar deze onbetrouwbaarheid geldt weer voor alle gemeenten en dus zijn de cijfers op zich wel vergelijkbaar. Overigens zijn alleen gegevens beschikbaar voor één jaar, maar wel een recenter jaar dan voor de overige CBS-cijfers.
18
10.
Voortijdig schoolverlaten onder Antilliaanse jongeren in relatie tot andere groepen (schooljaar 2004/2005)
Voortijdig schoolverlaten diverse groepen grote steden-Nijmegen (%) 12 10 Ned.Antillen en Aruba
8
Niet-w esters allochtonen Westers allochtonen
6
Autochtonen 4
TOTAAL
2 0 Amsterdam
Den Haag
Nijmegen
Rotterdam
Voortijdig schoolverlaten diverse groepen middelgrote stedenNijmegen (%) 12 10 Ned.Antillen en Aruba 8
Niet-w esters allochtonen Westers allochtonen
6
Autochtonen
4
TOTAAL 2
Ti lb ur g
N ij m eg en
ro ni ng en G
D or dr ec ht Ei nd ho ve n
Al m er e
0
Voortijdig schoolverlaten diverse groepen kleine steden Nijmegen (%) 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
Ned.Antillen en Aruba Niet-w esters allochtonen Westers allochtonen Autochtonen
Zwolle
Zoetermeer
Vlissingen
Vlaardingen
Schiedam
Nijmegen
Lelystad
Leeuwaarden
Den Helder
Capelle
Breda
Arnhem
Amersfoort
TOTAAL
19
Conclusies voortijdig schoolverlaten Antilliaanse jongeren 12 - 25 jaar (periode 1999-2003) Het eerste wat opvalt is dat er geen gegevens beschikbaar zijn over Nijmeegse Antilliaanse schoolverlaters. Het gaat om dusdanig kleine aantallen dat het CBS geen percentage heeft berekend. De CBS-cijfers laten wel zien dat Nijmegen in algemene zin goed scoort als het gaat om voortijdige schoolverlaters. Omdat er geen gegevens over voorgaande jaren beschikbaar zijn, is het niet mogelijk om iets over de ontwikkeling ten aanzien van het voortijdig schoolverlaten te zeggen.
20