INFORMATIEVE RAAD 12 DECEMBER 2013 Notulen van de vergadering
Voorzitter: de heer F.J. Mulder Griffier: de heer H. Nubé Tevens aanwezig: mevrouw F. Polsbroek (PvdA), mevrouw Y. de Baay (VVD), de heer J. Jägers (VVD), mevrouw B. Wielage (VVD), de heer M. Israel (Democraten Diemen), mevrouw R. Herder (Leefbaar Diemen), de heer M. Rietveld (Leefbaar Diemen), de heer K. de Haan (D66), de heer H. van Leverink (D66), de heer P. Visser (SP), de heer W. van Vugt (SP), mevrouw N. van Engelen (GroenLinks), mevrouw G. Uiterdijk (GroenLinks), de heer R. Pengel (fractie Pengel) en mevrouw G. Smit (fractie Smit) Vanuit college aanwezig: wethouder R.P. Grondel en burgemeester A.E. Koopmanschap Ambtelijke ondersteuning: mevrouw S. Folkerts 1. Opening en mededelingen door de voorzitter, vaststellen agenda De voorzitter heet iedereen van harte welkom. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Mededelingen portefeuillehouder Mevrouw Koopmanschap stelt de heer Zuurmond voor, de nieuwe ombudsman die voor meerdere gemeenten in de regio werkt. De heer Zuurmond geeft aan dat hij sinds twee maanden bezig is en van huis uit bestuurskundige is. Hij probeert om de ongeveer 2500 klachten die worden ontvangen meer in de preventieve sfeer op te vangen. Hij zal iets minder juridisch te werk gaan en meer kijken naar wat er achter de klacht zit en of kan worden geholpen om het probleem er achter op te lossen. PvdA vraagt of de eerdere werkzaamheden van de heer Zuurmond bij de Kafka brigade te maken hebben met de manier waarop hij nu wilt opereren. De heer Zuurmond is bijzonder hoogleraar geweest en schrijft veel over de kwaliteit van het openbaar bestuur. Op een dag is een experiment gedaan door een aantal praktijken in Nederland met België te vergelijken met de vraag welk openbaar bestuur het beter doet. Het 1
rapport “De Belgen doen het beter” leverde vooral in Nederland veel vraagtekens op. In het onderzoek kwam bijvoorbeeld aan de orde dat een ondernemer door 15 verschillende overheidsdiensten moest worden geholpen die verschillende vaak tegenstrijdige eisen stelden. De samenstellers van het rapport waren hier zo boos over dat ze zeiden dat er ook wat moest worden gedaan aan dit probleem en toen is ter plekke de Kafka brigade opgericht. Die rukt uit bij democratisch ongemak en helpt burgers en ondernemers te bevrijden uit de klem van de bureaucratie. Omdat spreker wat minder conventionele methoden niet schuwt om een probleem op te lossen, is hij waarschijnlijk geselecteerd voor de nieuwe functie. De juridische kant is belangrijk maar vooral hoe het probleem kan worden opgelost. D66 vraagt wat deze functie voor de heer Zuurmond interessant maakt en waar hij zijn eigen accenten zal leggen. De heer Zuurmond memoreert dat hij al in 1986 bij het bureau heeft gesolliciteerd maar toen is hij niet aangenomen omdat ze alleen maar juristen wilden. In deze functie spreken drie dingen hem erg aan. Hij mag een dienst verordonneren om hem informatie te verstrekken die nodig is om tot een oordeel te komen en hij heeft toegang tot de raden en de colleges als het nodig is. Als er echt iets mis is, kan hij de betreffende overheidsdienst opbellen met het verzoek om even iets anders te doen hangende het onderzoek. Iemand heeft bijvoorbeeld het besluit gekregen dat zijn boedel in beslag wordt genomen en het bezwaar op zijn bezwaarschrift vindt een dag plaats nadat de boedel is vernietigd. Dan wordt gebeld om het vernietigen van de boedel even uit te stellen. Voorts is er sprake van een groot bureau met 22 medewerkers en daarom kan er behoorlijk wat capaciteit op worden gezet. Alle dingen die hij doet, kunnen elkaar versterken waardoor er een soort opbouw mogelijk is in de zes jaar dat deze functie wordt uitgeoefend. Hierdoor kan een wat langere strategische lijn worden uitgezet. Hij is een actieve twitteraar en zoekt veel meer het publieke debat. Voorts zal meer worden geprobeerd om de professionals en hun managers mee te krijgen in het vinden van een oplossing zodat er meer van wordt geleerd want dat beklijft beter. GroenLinks doet het veel genoegen hoe de heer Zuurmond denkt over zijn taken en bevoegdheden. Leefbaar Diemen vraagt wat de oorzaak is dat het in België beter gaat. De heer Zuurmond legt uit dat zes cases zijn onderzocht en dat het in een gelijkspel eindigde maar er zijn wel een paar verschillen. Belgen zijn in zijn algemeenheid wat pragmatischer. Ze hebben een iets grotere huiver voor de overheid omdat ze vaker last hebben gehad van een buitenlandse mogendheid en ze lossen daarom meer in eigen kring op. 3. Gemeenschappelijke regeling Ombudsman PvdA constateert dat de gemeente voor vijf zaken per jaar een bepaald bedrag betaalt. Vergeleken met de andere gemeenten zijn dat er niet veel. Als er meer zaken komen, moet meer worden betaald. Is er creatief door het college naar gekeken dat met het bedrag kan worden volstaan?
2
VVD vraagt of de ombudsman actief is op alle beleidsterreinen waarvan de uitvoering bij de gemeente ligt of dat er bepaalde beleidsterreinen zijn uitgezonderd. D66 vraagt waarom er voor is gekozen om het werken met de ombudsman in een gemeenschappelijke regeling te doen. Gemist wordt de definitie van een klacht. Is dat een schriftelijk verzoek dat de ombudsman bereikt of ieder onderzoek dat hij uitvoert? Dit is ook van belang om te weten wanneer de gemeente moet bijbetalen. Verder staat er in artikel 8, lid 2 een opsomming van een paar artikelen van de Awb. Het derde artikel moet artikel 9.24 zijn in plaats van 9.34. In artikel 11 staat dat de ombudsman jaarlijks overleg voert met een vertegenwoordiging van de raden. Wil dat zeggen dat de ombudsman jaarlijks iedere gemeenteraad bezoekt? SP vraagt wanneer voor het laatst een overleg van de raad met de ombudsman heeft plaatsgevonden en met welke vertegenwoordigers van de raad dit heeft plaatsgevonden. GroenLinks vraagt of het toezenden aan de raadsleden van de nieuwsbrief van de gemeentelijke ombudsman wordt voortgezet. Mevrouw Koopmanschap legt uit dat de gemeente het in de afgelopen jaren met wellicht een uitzondering van een jaar, heeft gered met die vijf zaken. Iedereen kan klagen over alle beleidsterreinen. Alle gemeenten zijn vanaf het begin op een verschillend tijdstip gestart met de gemeentelijke ombudsman en dat betekent dat de termijn van zes jaar voor de ombudsman voor alle gemeenten ook verschillend was. Vanwege deze gelegenheid van een nieuwe ombudsman heeft het presidium van de gemeente Amsterdam het initiatief genomen om dit gelijk te stellen met behulp van een gemeenschappelijke regeling. De traditie is dat de ombudsman hier in principe één keer per jaar komt maar de laatste keer is wellicht anderhalf jaar geleden. Er zijn ook wel eens tijden geweest dat het frequenter was en dat was dan ook nodig. In ieder geval zal de ombudsman één keer per jaar worden uitgenodigd. Het overleg is met de gehele gemeenteraad. Het toezenden van de nieuwsbrief gaat gewoon door. De heer Zuurmond meldt dat er ongeveer 2500 klachten per jaar binnenkomen. Van 750 daarvan wordt in eerste aanleg geconstateerd dat dit niet de goede plek is om de klacht in te dienen en in die gevallen wordt naar het juiste loket verwezen. Als betrokkene het op prijs stelt, wordt de betreffende instantie ook even gebeld en dan wordt hij of zij door die partij gebeld. Dat heet de warme overdracht. Daarnaast zijn er interventies. Dat zijn korte handelingen om het probleem snel op te lossen en voorts worden er onderzoeken verricht. Die twee samen vallen onder het begrip klacht. SP vraagt wat het verschil is tussen een melding en een klacht bij de gemeente Diemen. Mevrouw Koopmanschap geeft aan dat een melding niet bij de ombudsman komt. Soms is het zo dat na de afhandeling van een melding de persoon toch naar de ombudsman gaat maar de persoon in kwestie kan ook direct naar de ombudsman gaan. Bij een klacht moet er serieus iets aan de hand zijn.
3
VVD begrijpt dat er ook klachten over gemeenschappelijke regelingen waar de gemeente aan deelneemt bij de ombudsman kunnen worden neergelegd. Er worden er echter maar twee genoemd en de gemeente neemt aan meer samenwerkingsverbanden deel. Zijn die klachten dan niet gedekt door deze regeling? Mevrouw Koopmanschap meldt dat de veiligheidsregio en de Stadsregio een specifieke relatie hebben met de ombudsman. Er is een apart besluit genomen dat ook die organen onder het regime van de ombudsman vallen. Als iemand een klacht heeft over DUO+ in wording waarin de gemeente Diemen iets doet, kan die klacht bij de gemeente Diemen worden gedeponeerd en de klacht kan dus richting ombudsman gaan omdat de gemeente Diemen partner is in het geheel. Conclusie: De voorzitter concludeert dat het voorstel als hamerstuk naar de raad gaat. 4. Benoeming Gemeentelijke Ombudsman/ontslag plv. Gemeentelijke Ombudsman De voorzitter deelt mee dat is geconstateerd dat in Dropbox bijlage 4.1 ontbreekt maar dat die wel zit in de papieren bundel. Conclusie: De voorzitter constateert dat het voorstel zonder discussie als hamerstuk naar de raad gaat. Vervolgens schorst hij de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. 5. Mededelingen portefeuillehouder Er zijn geen mededelingen. 6. Regionaal transitie arrangement jeugdzorg Wethouder Grondel memoreert dat eind 2011 is gekomen met een programmaplan decentralisatie hoe de gemeente de drie decentralisaties moet aanpakken. Eind 2011 is vastgesteld de visie Opvoeden met gezond verstand waarin de inhoudelijke uitgangspunten staan hoe de jeugdzorg wordt aangepakt. Geprobeerd wordt om te kijken wat er werkelijk met een kind aan de hand is. Meer menskracht in de eerste lijn, vraaggericht en één gezin, één plan. In maart 2012 is de visie Klantbenadering en dienstverlening vastgesteld. Daarin is vastgesteld hoe de gemeente met klanten wil omgaan en hoe de organisaties hierin worden meegenomen. In oktober 2012 is een tussenrapportage gegeven over de transitie jeugdzorg en daarbij is aangekondigd dat een koersbesluit door de raad moet worden genomen. Dat is in juli 2013 gebeurd. Vervolgens heeft het college in september 2013 besloten om (voor jeugdbescherming en jeugdreclassering) nog twee jaar met Bureau Jeugdzorg door te gaan om ook zekerheid te bieden aan het Ministerie van Justitie. Mevrouw Folkerts meldt dat het Regionaal Transitie Arrangement een zo concreet mogelijk product is van afspraken die samen met de 16 gemeenten van de Stadsregio Amsterdam zijn gemaakt met de zorgaanbieders en de huidige financiers van de jeugdzorg. Daarbij kan 4
worden gedacht aan het zorgkantoor en de SRA die het nu vanuit de Stadsregio doet en met de zorgaanbieders van jeugdhulp zoals Spirit, de MEE en de vrij gevestigde psychologen. Naast de preventieve jeugdzorg wordt ook de zwaardere jeugdzorg onder de hoede genomen. Dat wordt gedaan met minder geld maar er moet meer en derhalve dienen er slimme keuzes te worden gemaakt. Daar is het proces mee begonnen. Van alle kinderen die op 31 december 2014 in de zorg zitten, wordt de zorg gecontinueerd. Kinderen die bij pleeggezinnen zitten, moeten bij die pleeggezinnen kunnen blijven en daarvoor geldt zelfs een langere overgangstermijn dan een jaar. Er is nu een infrastructuur rondom de jeugd. De provinciale jeugdzorg, de AWBZ en de Zorgverzekeringswet. Er is gekeken dat wanneer straks minder budget wordt ontvangen: wat houden we overeind, wat doen we anders en gooi niets weg dat straks weer moet worden opgebouwd. In de Stadsregio wordt teruggegaan van een budget van 300 miljoen naar 275 miljoen. Het IPO, de VNG en de ministeries willen dat de gemeenten daarin een koers aangeven en dat is samen met genoemde partijen uitgewerkt. Er zijn nu drie vormen van jeugdzorg die per 1 januari 2015 onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid gaan vallen: de provinciale jeugdzorg, de AWBZ en de zorgverzekeringswet. Als er wordt gekozen om bepaalde zorgsoorten niet meer af te nemen of anders in te richten, heeft dat financiële gevolgen voor de verschillende zorgvormen. Er is een keuze gemaakt om niet als één regio een arrangement in te dienen en dat heeft vooral te maken met de positionering van Haarlemmermeer dat onderdeel uitmaakt van de Veiligheidsregio Kennemerland en ook kijkt hoe zij op langere termijn haar samenwerking wil vormgeven. De arrangementen sluiten inhoudelijk op elkaar aan. Er zitten wat nuanceverschillen in maar het is ingediend bij de transitiecommissie als drie verschillende arrangementen. De eerste lijn is wat lokaal wordt georganiseerd. De gemeente willen meer laagdrempelige hulp op lokaal niveau. Er gaat ingezet worden op het Brede Hoedteam en de gemeente wordt zelf verantwoordelijk voor de indicatie en de toegang. Gestreefd wordt naar een toename van ambulante zorg. Dat is zorg die wordt geboden buiten een instelling, dus bij de ouders thuis of op de school. Er gaat dus meer hulp worden ingezet op de scholen, de kinderdagverblijven, de peuterspeelzalen en het voortgezet onderwijs. Als het nodig is dat kinderen toch uit een gezin worden gehaald, willen de gemeenten hen zo min mogelijk in een instelling positioneren maar meer bij pleeggezinnen of gezinshuizen zodat de kinderen niet uit de opvoedingssituatie worden gehaald. De GGZ heeft nu een bepaalde systematiek van zoveel gesprekken voor die problematiek. Daarvan is gezegd dat er meer maatwerktrajecten moeten komen. Er zal ook snellere specialistische zorg worden ingezet wanneer bijvoorbeeld blijkt dat er sprake is van een stoornis als ADHD. Met een snelle inzet op een kinderdagverblijf kan ook zo worden voorkomen dat kinderen met een verstandelijke beperking van 0-4 jaar in dure trajecten moeten worden gezet van 50.000 tot € 100.000. Toegezegd is dat 80% van het gemeentelijk budget 2015 wordt ingekocht bij de huidige aanbieders. Die toezegging geldt niet voor Bureau Jeugdzorg omdat daar een aantal taken vervallen zoals de entreepoort voor de indicatie. Daarnaast zijn er jeugdbescherming en jeugdreclassering. Het eerste is niet vrijblijvende hulp op basis van een uitspraak van de kinderrechter en het andere is hulp die wordt geboden als jeugdigen in aanraking komen met Justitie. Daar is een vernieuwde aanpak voor ontwikkeld waardoor er veel minder kinderen in die vormen van zorg komen. Het Bureau Jeugdzorg mede door afname van taken in 2015 5
36% minder inkomsten krijgen. BJAA anticipeert hier al op door tijdelijke contracten al niet meer te verlengd en huur van vastgoed wordtopgezegd. Er is ook een budgetgarantie van 80% afgegeven voor een aantal zorgvormen in 2016. Bij jeugdbescherming en jeugdreclassering is bijvoorbeeld de afgelopen jaren al 17% daling behaald en verwacht wordt dat die daling zich gaat stabiliseren. De overige 20% zal worden benut voor nieuwe aanbieders en lokale verniewing en uitbreiding . Er is veel werk in de Stadsregio. Bij de organisaties gaat veel verschuiven en het is de verantwoordelijkheid van de instellingen om met elkaar een flexpool te organiseren waarin gedwongen ontslagen van de ene organisatie worden opgenomen als er werk is bij een andere organisatie. Voorts hebben de instellingen toegezegd om frictiekosten te beperken. ICT investeringen worden tot een minimum beperkt, huurovereenkomsten van vastgoed n worden opgezegd en tijdelijk personeel wordt niet meer vervangen. Er is nog veel onduidelijkheid en daarom zijn er een aantal voorwaarden bij het Regionaal Transitie Arrangement. De Jeugdwet wordt op 28 januari aanstaande in de Eerste Kamer besproken en er is nog discussie over zaken als of de Geestelijke geozndheidszorg en of persoonlijke verzorging er in moet. De raad dient straks nog te besluiten hoe de budgetten die nog niet bekend zijn worden uitgegeven. Er wordt nog gewacht op de cijfers over cliënten van de AWBZ en de zorgverzekering uit 2012 en 2013. Omdat bovendien de jeugdzorg in omvang de afgelopen jaren is gegroeid, is het niet bekend of deze volumes de juiste zijn en dat maakt het lastig om afspraken te maken. In de meicirculaire 2014 krijgt Diemen pas definitief uitsluitsel over het budget en dat maakt het lastig om de afspraken nog verder te concretiseren. Het arrangement van Amsterdam-Amstelland is op 31 oktober jongstleden ingediend bij de transitiecommissie. Er waren drie categorieën en het arrangement heeft de beoordeling categorie 2 gekregen. Bij 1 is alles in kannen en kruiken, 2 is goed op weg maar nog een concretiseringslag en 3 betekent: blijft achter bij de verwachtingen. De plannen werden goed en ambitieus bevonden en de koers die met de instellingen is overeengekomen is begrijpelijk en goed uit te werken maar het heeft nog een concretiseringslag nodig. In Stadsregioverband worden in de komende periode nog vier thema's nader uitgewerkt. Een aantal specialistische vormen van zorg moeten met elkaar worden ingekocht omdat de volumes klein zijn. Er worden drie inkooptafels gevormd voor de provinciale jeugdzorg, de jeugd- en opvoedhulp, de AWBZ en de zorgverzekeringswet. De positie van Haarlemmermeer staat daar ook nog wat ter discussie. Er is nu een stuurgroep vanuit de betrokken wethouders en die wordt gecontinueerd. De informatievoorziening wordt integraal opgepakt zodat straks niet alle organisaties bij iedere gemeente andere informatie moeten aanleveren of verantwoorden. Daarnaast zijn er een aantal zorgsoorten die zo duur zijn dat de gemeenten risico's lopen als daar fluctuaties in zijn. In het verband van de veiligheidsregio wordt bekeken hoe dit met elkaar kan worden opgelost. In 2014 worden nog een aantal zaken aan de raad voorgelegd. In het eerste kwartaal is dat de toegang tot het sociaal domein. Dat is een uitwerking van de integrale klant- en dienstbenadering. Klanten die van meerdere regelingen gebruikmaken zoals iets van de Sociale Dienst, van de Wmo en vanuit de jeugd zullen vanuit één loket worden bediend. Voorts een update van het koersbesluit jeugdzorg. Daarin zijn vier hoofdlijnen geschetst die op dit moment worden uitgewerkt. Tot slot de evaluatie van het Brede Hoed team. In het tweede kwartaal komt er een stand van zaken van alle transities. Daarna moeten de verordeningen voor de drie domeinen worden vastgesteld en in het vierde kwartaal wordt 6
een integraal beleidsplan zorg voor jeugd aan de raad voorgelegd waarin de koers wordt bepaald voor de komende 2-4 jaar. Het preventieve deel en het jeugdzorgdeel worden dan geïntegreerd zodat er één beleidsplan komt. VVD krijgt het gevoel dat het allemaal prima onder controle is in Diemen. Is het transitiedocument al in de andere gemeenteraden besproken? Hoeveel ruimte is er voor Diemen om eigen keuzes te maken en indien gewenst ook nieuwe aanbieders toe te laten? Waaruit bestaat de toezegging aan de bestaande zorgaanbieders, op welke manier krijgen nieuwe zorgaanbieders een kans en is daar ook al zicht op? Wordt uitgegaan van meerjarige contracten met aanbieders? Hoe staat het college tegenover het aanbieden van eenjarige contracten en wat zouden daarvan de voordelen kunnen zijn? Hoeveel moet de gemeente bijdragen aan de frictiekosten, wat dragen de andere gemeenten bij en hoe is de verdeling? Hoe verhoudt het transitiedocument zich tot bijvoorbeeld een transitiedocument van de DUO+ gemeenten? In Diemen wordt bijvoorbeeld tot grote tevredenheid gewerkt met Amsterdam op het gebied van specialistische zorg, intramurale opvang en begeleiding. Blijft dit zo en blijft de lokale aanpak die er nu is ook leidend in de samenwerking met andere gemeenten en worden de voordelen dan vooral gezocht op bijvoorbeeld het gebied van inkoop en risicodeling in de samenwerking? Zijn er al veranderingen op dit moment merkbaar in onze manier van werken? Welke invloed heeft de gemeenteraad nog op dit proces en hoe kan de raad straks haar controlerende taak naar behoren uitvoeren? In de ene gemeente wordt het document ter kennisgeving voorgelegd en in andere gemeenten ter besluitvorming. Is het nodig dat gemeenten formeel instemmen met dit proces en wat zijn de kaders en spelregels omtrent de besluitvorming rond dit document? Hoe centraal staat de klant in het hele proces? Krijgt de cliënt zeggenschap over de invulling van de trajecten die worden gekozen, de keuze van de zorgaanbieders en varianten in de behandeling? PvdA merkt op dat Bureau Jeugdzorg Amsterdam zich meer dan andere instellingen waarmee afspraken zijn gemaakt richt op jongeren met een andere etnische achtergrond. Dit komt echter in het hele verhaal van de transitiedocumenten niet terug. Andere instanties zoals Bascule richten zich meer op beter opgeleide ouders en ouders die beter de weg vinden in de sociale kaart. Hoe worden dit soort vraagstukken ondervangen in de transitie van de jeugdzorg? Leefbaar Diemen constateert dat het budget met 25 miljoen wordt verminderd. Is de 275 miljoen het plafond van het gevoteerde budget en wordt daar met de frictiekosten overheen gegaan? D66 is ook benieuwd hoe de gemeenteraad specifiek op punten in het proces wordt betrokken. Waarom is de budgetgarantie op 80% uitgekomen? Waarom wordt het bijvoorbeeld in 2016 niet naar 70% gebracht om nog meer vrijheid te hebben? Op pagina 8 geeft Bureau Jeugdzorg aan dat ze op elk moment failliet kan gaan. Blijft in geheel 2014 die onzekerheid en is de situatie echt zo ernstig als hier staat? Hoe werkt de onderlinge arbeidspool en hoe worden instellingen gestimuleerd of verplicht om hun personeel in die flexpool onder te brengen? Wat voor zekerheid blijft er dan voor het 7
personeel over en in hoeverre kan de situatie ontstaan dat instellingen die van medewerkers af willen deze niet kwijt kunnen? Hoe wordt in de regio gedacht over de afweging van het recht op zelfbeschikking en de persoonlijke levenssfeer en om vergeten te worden en dat anderzijds het maatschappelijk belang niet wordt gefrustreerd? Wanneer staat de privacy daadwerkelijk in de weg van het maatschappelijk belang? SP constateert dat de frictiekosten in relatie tot het vastgoed door de gemeenten nadrukkelijker worden neergelegd bij het rijk omdat de gemeenten hier geen oplossing voor hebben. Wat gaan de gemeenten doen wanneer het rijk dit een probleem voor de gemeenten vindt? Betekent het principe mens volgt werk dat iemand moet solliciteren naar zijn of haar eigen baan bij de nieuwe werkgever met verlies van opgebouwde arbeidsrechten? GroenLinks zegt dat de beoordeling met categorie 2 door de transitiecommissie waarschijnlijk te maken heeft met de onduidelijkheid over budgetten, aantallen et cetera maar dit is een punt waar alle regio's mee te maken hebben. Wat is de verklaring dat andere regio's hier beter mee zijn omgegaan dan Amsterdam-Amstelland? Is er naar gekeken hoe het komt dat de duurdere zorg duurder is en of er mogelijkheden zijn om dezelfde zorg goedkoper aan te bieden? Een van de mogelijkheden van deze transitie is de vernieuwing maar dat betekent wel dat van de mensen die er in werken andere competenties worden gevraagd. Dan wordt het principe mens volgt werk een stuk uitdagender. Graag een toelichting hierop. De regio wil de pleegzorg gaan uitbreiden maar hoe wordt ervoor gezorgd dat er ook voldoende pleegouders zijn? Wethouder Grondel zegt dat de kern van dit verhaal continuïteit van zorg is. De staatssecretaris was aanvankelijk van plan om de gemeenten te verplichten om 80% zorg in te kopen zonder enige vorm van differentiatie en om er zelf op toe te zien dat de frictiekosten werden beperkt. De provincies hebben nu de subsidieverantwoordelijkheid en straks de gemeenten en het rijk besluit wat er gebeurt. Daarom is er nu nog steeds een discussie gaande over wie de frictiekosten moet betalen en derhalve wordt in ieder geval geprobeerd om ze zo klein mogelijk te houden. Er is in heel Nederland nadrukkelijk aan de instellingen gevraagd om een analyse te maken van wat zij aan kunnen zonder om te vallen en dat komt in de buurt uit van 80%. Bureau Jeugdzorg valt bijna om omdat die verder moet bezuinigen. Alle instellingen zijn nu al bezig met veranderingen, anticiperend op de transitie. Zo heeft de organisatie Spirit het gehele middenmanagement eruit gedaan. In dit jaar wordt al geoefend met eigen opdrachtgeverschap en er worden ook ZZP-ers ingeschakeld waar mogelijk. In het ambulante deel wordt gewerkt met het wijkteam in de experimentele fase en dat wordt gedaan met de bestaande aanbieders maar er wordt wel gekeken naar mogelijke aansluiting bij andere aanbieders. De ouders zullen ook zelf met nieuwe aanbieders komen. De afspraken over twee jaar zijn mede gemaakt vanwege de continuïteit van zorg en het omvallen van de instellingen. Wat betreft de frictiekosten op gebouwen: in een compleet vast zittende kantorenmarkt bezuinigt het rijk op de budgetten en zouden de gemeenten vervolgens de kosten hiervan moeten dragen. Hierover is een gevecht gaande met het rijk en uiteindelijk zal de Kamer moeten afwegen wat redelijk is. 8
DUO+ is onderdeel van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland in het kader waarin de jeugdzorg georganiseerd zal worden. In de voorbereiding wordt al met elkaar samengewerkt en dat scheelt veel tijd hoewel De Ronde Venen wat betreft de jeugdzorg nog bij Utrecht zit. VVD vraagt of het de bedoeling is dat De Ronde Venen in het DUO+ verhaal wat betreft de jeugdzorg gaat samenwerken en de provincie Utrecht loslaat. Wethouder Grondel legt uit dat de langetermijnvisie van die gemeente is om te integreren in deze regio maar er is een wettelijk probleem want het Ministerie van Justitie eist dat dit wordt geregeld in het kader van de veiligheidsregio. In het kader van de transitie zit De Ronde Venen vast aan de regio Utrecht. Om de continuïteit van zorg te garanderen heeft die gemeente gezegd dat ze in ieder geval twee jaar vast zit aan Utrecht maar dat wel wordt meegepraat over de inrichting van het systeem in deze regio zodat De Ronde Venen daarin kan schuiven. De zorgketens met Amsterdam blijven. De kern van het verhaal is echter de lokale aanpak en het wordt opgebouwd vanuit het lokale veld. De voordelen van de samenwerking zijn gezamenlijke inkoop omdat dit voor alle gemeenten goedkoper is. Daarom wordt ook zoveel mogelijk samenhang gezocht in de informatievoorziening. Voor de zomer is gestart met het wijkteam jeugd (het brede hoed team). Gezinnen met kinderen en problemen op meerdere domeinen (zonder regie) worden door dit team ondersteunt. . Er wordt al makkelijker kennis uitgewisseld. Bureau Jeugdzorg heeft sterk ingezet op gezinsgericht werken en dat is de reden dat die instelling bijna failliet gaat. De Stadsregio maakt namelijk contracten met instellingen waaronder Bureau Jeugdzorg en betaalt de productie maar Justitie, die het gedwongen kader betaalt, betaalt per traject. Omdat het goed gaat in de jeugdzorg zijn er minder trajecten en krijgt Bureau Jeugdzorg minder geld. De verbetering van de werkwijze leidt dus tot 16% minder ondertoezichtstelling. Er zijn gesprekken gaande over de subsidiëring van Bureau Jeugdzorg en vermoedelijk komt de Waterloopleindeal in de buurt van de 50% en de Stadsregio heeft nog enige middelen om dat te bufferen zodat de rekening niet doorloopt naar de gemeenten. Als dit niet lukt, loopt Bureau Jeugdzorg werkelijk langs de rand met zijn begroting. Het geld wordt in 2015 gekregen op basis van de oude omzet. Hierna gaat het budget weer omhoog en daarom is het een probleem voor een jaar. De raad heeft al een heleboel richtinggevende uitspraken gedaan die worden vertaald in de uitvoering. Eind januari 2014 wordt een informatieavond georganiseerd over de drie transities om de raad de kans te geven om wat breder door te praten over wat er speelt en om te vragen waarop de raad wil sturen. De gemeenten willen graag de 32% overheadkosten terugbrengen en daarom wordt goed nagedacht over hoe verantwoording en sturing kan worden georganiseerd. Bij het nadere koersbesluit worden stappen gezet hoe hierin verder te gaan. De klant heeft keuzevrijheid binnen grenzen. Het PGB is een mogelijkheid. Bij de jeugdzorg gaat het echter ook over drang en dwang en dan is keuzevrijheid een beperkt begrip maar bij lichte vormen zal worden gezorgd voor een absolute keuzevrijheid voor de ouders. In deze regio bevat de jeugdzorg voor een groot deel zwarte kinderen en de jeugdpsychiatrie voor een groot deel witte kinderen. Door de aanpak van de wijkteams is er geen onderscheid, kinderen en gezinnen met problemen worden ondersteunt. Er is geen onderscheid meer alle jeugdzorg valt in een hand. Recent is bekendgemaakt door het rijk dat de financiering zal lopen via één sociaal fonds voor de drie transities waarbinnen geen 9
schotten zitten maar waar omheen wel een schot zit. Er mag dus wel worden geschoven tussen AWBZ en jeugdzorg en het niet-inkomensdeel van de Participatiewet. Dit zal bij de AWBZ erg spannend worden omdat er heel veel doorlopende trajecten zijn. De frictiekosten zullen daar ook voor een deel invallen als ze er zijn. Mens volgt alleen maar werk als het werk hetzelfde is. Nu al zie je bij de instellingen veranderende functies en er zullen dus mensen buiten de boot gaan vallen dan wel dat ze moeten worden herschoold. Op die manier zullen er wellicht frictiekosten optreden omdat mensen niet meer passen maar de vraag binnen de sector is erg groot. Bureau Jeugdzorg wordt ook al ingehuurd door andere regio's omdat ze erg goed bezig is met het terugdringen van de OTS. De instellingen komen voor 1 april met een uitwerking van de arbeidspool. Solliciteren naar de eigen baan is niet aan de orde wanneer men bij dezelfde baas blijft. Het punt van het arbeidsverleden wordt meegenomen in de discussie. Bijna 80% zit in categorie 2 omdat er nog geen afspraken kunnen worden gemaakt daar het budget niet duidelijk is. GroenLinks vraagt hoe enkele samenwerkingsverbanden of gemeenten in categorie 1 kunnen zitten. Wethouder Grondel legt uit dat zij per organisatie afspraken hebben gemaakt. Dat kan wanneer je één organisatie hebt in je regio en sommigen hebben 100% toegezegd maar dan is er geen vernieuwing. PvdA vraagt of er dan wordt gesproken over relatief kleine gemeenten of gebieden wanneer er sprake is van categorie 1. Wethouder Grondel is dat niet bekend maar het is ook beter om de vrijheid te hebben om te kunnen doorpraten. Dure zorg is vaak residentieel en dat betekent dat er een pand aan vast hangt, vaak een grotere organisatiestructuur en meer gespecialiseerde mensen die het werk uitvoeren. Als de indicatie pleegzorg in plaats van plaatsing in een residentiële instelling wordt gegeven, kan het goedkoper. Spirit is een organisatie die actief bezig is met het ondersteunen en werven van pleegouders en dat aantal neemt toe. Er is ook pleegouderzorg bij bekenden en wanneer echt lokaal zorg kan worden geboden, is dat kansrijker. Mevrouw Wielage zou graag inzicht hebben in het volume op dit moment en of het meer of minder is dan in 2011. Wethouder Grondel legt uit dat als er gevaar is voor het kind de privacy opzij mag worden gezet. Anders moet er altijd toestemming van de ouders zijn om informatie uit te wisselen. Mevrouw Folkerts merkt op dat in 2012 185 kinderen gebruik maken van de provinciale jeugdzorg. In 2011 zitten er 336 kinderen in de GGZ. In de AWBZ 2011 zitten 101 kinderen. Er zijn dus ongeveer 600 kinderen (mogelijk minder kinderen omdat kinderen ook van meerdere regelingen gebruik maken) die van deze regeling gebruik maken. Deze cijfers gelden voor de Diemen.
10
Bij de 185 kinderen van de provinciale jeugdzorg gaat het om 5% van de gezinnen die ondersteuning nodig heeft. Bij de GGZ is het relatief veel maar niet in vergelijking met de regio. Wethouder Grondel vult aan dat Diemen een beetje tussen het platteland en de stad in zit wat betreft het aantal kinderen dat valt onder de jeugdzorg. Daarnaast is er een hogere etnische factor wat een risicofactor kan zijn. 7. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 21.31 uur.
11