Deel 3 van het Opleidingsstatuut (OS): Beschrijving van het onderwijs van de bacheloropleiding tot leraar in de tweede graad BIOLOGIE (voltijdopleiding). In dit document zijn een aantal documenten uit het opleidingsstatuut (OS) opgenomen die horen bij de Onderwijs- en examenregeling (OER). Hierin wordt het onderwijs van de opleiding tot leraar in de tweede graad biologie (voltijdopleiding) in 2015-2016 op de HAN, nader uitgewerkt. De beschrijvingen betreffen het majordeel van de opleiding (210 studiepunten). Het minordeel (30 studiepunten) het deel van de opleiding waarin je keuzes maakt om je te verbreden of verdiepen om je in jouw beroepsuitoefening te kunnen profileren is hier niet opgenomen. De belangrijkste en ook het grootste deel betreft de beschrijving van de inhoud van de onderwijseenheden (OWE’s) van de bacheloropleiding tot leraar in de tweede graad biologie (voltijdopleiding) op de HAN. Dit geeft je een gedetailleerd beeld van de inrichting van de opleiding. Ze beschrijven de vier studiejaren zoals ze in het studiejaar 2015-2016 zijn ingericht. Je kunt hier ook zien welke prestaties in 20152016 moeten worden verricht om voldoendes te behalen voor de tentamens in deze opleiding. Enkele tentamens dragen het predicaat integrale toets. Dit zijn tentamens waarin de student aantoont dat hij de onderlinge samenhang van onderwijsinhouden begrijpt en kan hanteren in het praktische handelen. Over de gehele opleiding leg je in totaal drie keer een integrale toets af. Deze integrale toetsen zijn ook opgenomen in het overzicht van de onderwijseenheden. Inhoud Hoofdstuk 1 Curriculumoverzichten Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Voltijd.... 2
Hoofdstuk 2 Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen Propedeutische fase Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Voltijd .................................................................... 8
Hoofdstuk 3 Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen Post Propedeutische fase Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Voltijd .................................................................. 38
Hoofdstuk 1 Curriculumoverzichten Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Voltijd
Programma‐ en tentamenoverzicht Propedeuse Propedeutische fase Leerjaar 1
Onderwijseenheid
Code
Centrale beroepstaak
Semester en periode
Tentaminering
Code alluris
Cijfer / V en eis
Oriëntatie op lesgeven owk 1a (7,5 studiepunten) Cel 1 ‐ Celbiologie – Bouw en functie (7,5 studiepunten)
ILS‐ Bi630/1
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie
Semester 1, perioden 1 en 2
Kennistoets Oriëntatie op lesgeven 1a (owk1a)
KT ori les/o
C: min. 5,5
P1
P2
Dossier onderwijskunde 1a
DS owk1A
C: min. 5,5
P2
P3
ILS‐taaltoets
ILS taaltoets
V
P1
P3
ILS‐ Bi628/1
BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Semester 1. Perioden 1 en 2
Kennistoets Cel 1a ‐ Basisscheikunde
KT Bsk
C ≥ 5.5
P1
P2
Practicumvaardigheden Cel 1 ‐ Basisscheikunde Kennistoets Cel 1b ‐ Celbiologie
Pv bsk KT CelBio
C ≥ 5.5 C ≥ 5.5
P1 P2
P2 P3
Practicumdossier Cel 1 ‐ Celbiologie
PD CelBio
C ≥ 5.5
P2
P3
Kennistoets plantensystematiek en evolutie
DS Plant 1
C ≥ 5.5
P1
P2
DS Pl en Ev
C ≥ 5.5
P1
P2
KT BAW 1 Ds BAW 1 KT Dier 1
C ≥ 5.5 C ≥ 6.0 C ≥ 5.5
P1 P1 P2
P2 P2 P3
Practicumdossier Dier 1
PD Dier 1
C ≥ 5.5
P2
P2
Kennistoets Dier 2
KT Dier 2
C ≥ 5.5
P4
P4
Seksuele en relationele vorming Dossier Dier 2
Sex&Relat vr DS Dier 2
C ≥ 5.5 C ≥ 5.5
P4 P4
P4 P4
Dossier Vakdidactiek 1
DS Vakdid1
C ≥ 5.5
P3
P4
Dossier Ecologie 2 ‐ Zuid‐Limburg
DS Z‐Limburg
C ≥ 5.5
P4
P4
Kennistoets Ecologie 2 ‐ Zuid‐Limburg Kennistoets Ecologie 1
KT Z‐limburg KT Ecologie 1
C ≥ 5.5 C ≥ 5.5
P3 P3
P4 P4
Practicumdossier Ecologie 1
PD Ecologie
C ≥ 5.5
P4
P4
Kennis‐ en vaardighedentoets Flora & fauna
KT+VT FF
C ≥ 5.5
P4
P4
Plant 1 & Biologie als wetenschap 1 (7,5 studiepunten)
ILS‐ Bi629/1
Dier 1 Bouw en Functie 1 (7,5 studiepunten) Dier 2 ‐ Voortplanting 1, Balans 1 (7,5 studiepunten) Vakdidactiek 1 en Ecologie 2 (7,5 studiepunten) Ecologie 1 – Inleiding in de Ecologie (7,5 studiepunten)
ILS‐ Bi646
BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Semester 1. Periode 1 Semester 1. Periode 2
ILS‐ Bi647
BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Semester 2. Perioden 3 en 4
ILS‐ Bi633
BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie
Semester 2. Perioden 3 en 4
ILS‐ Bi634
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie
Semester 2. Perioden 3 en 4
Dossier practicum plantensystematiek en evolutie Kennistoets Biologie als wetenschap 1 Dossier Biologie als wetenschap 1 Kennistoets Dier 1
Toetsperiode 1ste kans 2de kans
Integraal handelen in de beroepspraktijk 1 (7,5 studiepunten)
ILS‐ Bi635/1
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Semester 1. Perioden 3 en 4
Integrale toets
Deeltoetsen Portfoliobeoordeling Portfbeoor integraal handelen 1 Eindbeoordeling wpl1 Eindbeoor Kennistoets onderwijskunde 1b Dossier onderwijskunde 1b Vaardigheidstoets drama
C: min. 5,5
P4
P4
C: min. 6,0
P3
P3
KT ok1B
C: min. 5,5
P4
P4
DS ok1B
C: min. 5,5
P3
P4
VT Drama 1
C: min. 5,5
P4
P4
4
Post propedeutische fase Hoofdfase, leerjaar 2 Onderwijseenheid
Code
Centrale beroepstaak
Semester en periode
Tentaminering
Code
Cijfer / V En eis
Ecologie 3 – Biologie als wetenschap 2 – Plant 2 (7,5 studiepunt) Dier 3 – Voortplanting 2 & Balans 2 (7,5 studiepunt)
ILS‐ Bi638
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie
Semester 1, Perioden 1 en 2
Dossier Aquatische ecologie 1
DS Aqua Eco 1
C ≥ 5.5
P1
P2
Dossier BaW2 – Practicum
DS BAW2‐Pract
C ≥ 5.5
P1
P2
Kennistoets Plant 2 Dossier Plant 2
KT Plant 2 DS Plant 2
C ≥ 5.5 C ≥ 5.5
P2 P2
P3 P3
Kennistoets Voortplanting 2
KT Voortplan
C ≥ 5.5
P1
P2
Dossier Voortplanting 2
DS Voortplant
C ≥ 5.5
P1
P2
Kennistoets Balans 2
KT Balans 2
C ≥ 5.5
P1
P2
Dossier Balans 2 Kennistoets Celfysiologie
DS Balans 2 KT Cel 2
V C ≥ 5.5
P1 P2
P1 P3
Dossier Celfysiologie
DS Cel 2
C ≥ 5.5
P2
P3
Kennistoets Microbiologie & Moleculaire genetica Dossier Microbiologie
KT Cel 3
C ≥ 5.5
P3
P4
DS Microbi
C ≥ 5.5
P3
P4
P3
P4
Cel 2 – Celfysiologie (7,5 studiepunt) Cel 3 ‐ Microbiologie & Moleculaire genetica
ILS‐ Bi642/2
BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Semester 1, Periode 1
ILS‐ Bi643/1
BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Semester 1, Periode 2
ILS‐ Bi621/1
BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Semester 2 Periode 3
Leren lesgeven owk 2b (7,5 studiepunt)
ILS‐ Bi620
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie
Semester 1, Perioden 1 en 2
Leren begeleiden owk 2b (7,5 studiepunt)
ILS‐ Bi623
BT 2 Begeleiden van lerende(n)
Semester 2, Periode 3 en 4
Toetsperiode 1ste kans 2de kans
Dossier Moleculaire genetica Kennistoets leren lesgeven Leertaak persoonlijk beroepsbeeld Vaardigheidstoets Drama 2 Vaardigheidstoets Spreken voor de klas Kennistoets leren begeleiden
DS Molecgen LT leren lesg LT pers berbld VT drama 2 VT Spreken LT leren beg
C ≥ 5.5 C: min. 5,5 C: min. 5,5 C: min. 5,5 V C: min. 5,5
P2 P2 P1 P1‐41 P4
P3 P3 P2 P1‐42 P4
Eindbeoordeling WPL2A
Eindbeo wpl2A
C: min. 6,0
P4
P4
Dossier leertaak positief leef‐ en leerklimaat
DS lt pos L&L
C: min. 5,5
P4
P4
1 2
Afhankelijk van wanneer de lessen ‘spreken voor de klas’ geroosterd worden Afhankelijk van wanneer de lessen ‘spreken voor de klas’ geroosterd worden
5
Vakdidactiek 2 (7,5 studiepunt)
Dier 4
ILS‐ Bi644/1
BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie
Semester 2, Perioden 3 en 4
Dossier vakdidactiek 2 biologie Leertaak Practicum (evaluatieformulier en poster) Leertaak Leerstofanalyse (verslag) Leertaak Twee lessen om trots op te zijn (lesvoorbereiding en reflectie) Kennistoets Dier 4 Dossier Dier 4
DS Vakdid 2
V
P3/4
P3/4
LT Practicum
C ≥ 5.5
P4
P4
LT Leerstof
C ≥ 5.5
P3
P4
LT TweeLessen
C ≥ 5.5
P3
P4
KT Dier 4 DS Dier 4
C ≥ 5.5 C ≥ 5.5
P4 P4
P4 P4
ILS‐ Bi645
BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Semester 2 Periode 4
Onderwijseenheid
Code
Centrale beroepstaak
Semester en periode
Tentaminering
Code alluris
Cijfer / V En eis
Baw3 (Evolutie) – Ecologie 4 & Plant 3 (7,5 studiepunten)
ILS‐ Bi648
5. Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Semester 1, Periode 1
Dossier Aquatische ecologie 2
DS Aquatisch
C ≥ 5.5
P1
P1
Dossier BaW3 ‐ Evolutie
DS BAW3
C ≥ 5.5
P1
P2
Dossier Plant 3
DS Plant 3
C ≥ 5.5
P2
P3
PF beo WPL2B
C ≥ 5.5
P2
P3/4
Eind beo WPL2b
C ≥ 6.0
P2
P2
LT OWK
C ≥ 5.5
P2
P3
LT Lesserie DS NME
C ≥ 5.5 C ≥ 5.5
P2 P2
P3 P3
Tentaminering
Code Alluris
Cijfer / V En eis
Dossier Vakdidactiek 4
DS Vakdid
C ≥ 6.0
P1‐2
P1‐2
Dossier BaW4
DS BAW4
V
P2‐4
P2‐4
Dossier – Individuele Studieactiviteit (ISA)
DS ISA
V
P1‐4
P1‐4
Hoofdfase, leerjaar 3
Integraal handelen in de beroepspraktijk 2 (22,5 studiepunten)
ILS‐ Bi637
BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie
Semester 1. Perioden 1 en 2
Integrale toets
Deeltoetsen Portfoliobeoordeling integraal handelen 2 Eindbeoordeling wpl 2B Dossier leertaken onderwijskunde Leertaak lessenserie Dossier NME
Toetsperiode 1ste kans 2de kans
Eindfase, leerjaar 4 Onderwijseenheid
Code
Centrale beroepstaak
Semester en periode
Biologie als wetenschap 4 & Vakdidactiek 4 (15 studiepunten)
ILS‐ 638/1
BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid
Semester 1 en 2. Perioden 1‐4
Toetsperiode 1ste kans 2de kans
6
Integraal handelen in de beroepspraktijk 3
ILS‐ bi639
(30 studiepunten)
Afstudeeronderzoek (15 studiepunten)
ILS‐ Bi640
Deeltoetsen
Perioden
Portfoliobeoordeling integraal handelen 3
PFbeo WPL3
C: min. 5,5
P1‐4
P1‐4
1 – 4
Eindbeoordeling WPL 3
Eindbeo WPL3
C: min 6,0
P1‐4
P1‐4
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie
Semester 1 en 2.
BT 2 Begeleiden van lerende(n)
Integrale toets
BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie
Landelijke Kennistoets biologie
BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie
(Alleen voor studenten die in 2012 of later zijn gestart met de opleiding)
BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n)
Semester 1 en 2, perioden 1, 2, 3 en 4
Onderzoeksverslag (schriftelijke verslaglegging)
LKT Bio
Nov/dec
Mei/juni
P1‐4
P1‐4
Cijfer 6,0
Oz verslag
C: min 6,0
7
Hoofdstuk 2 Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen Propedeutische fase Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Voltijd
8
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Kennisbases
Cel 1 – Celbiologie ‐ Bouw en functie ILS‐Bi628/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Leerjaar 1, Semester 1, Periode 1 en 2 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Onderzoeksverslagen van diverse proeven. 7,5 studiepunten (stp), 210 studielasturen (slu) Periode 1 Basisscheikunde (3,75 stp) Theorie & Practicum: 36 uur contacttijd (6 lesuur hoorcolleges/werkbijeenkomsten per week) Zelfstudie: 69 uur zelfstudie (8 uur per week) Periode 2 Celbiologie ‐ Bouw en functie (3,75 stp) Theorie & Practicum: 36 uur contacttijd (6 lesuur hoorcolleges/werkbijeenkomsten per week) Zelfstudie: 69 uur zelfstudie (8 uur per week) De leerlijn CEL bestaat uit 3 OWE’s waarvan deze OWE de eerste is. In Cel 1 wordt in periode 1 gestart met basisscheikunde, waarin anorganische en organische chemie behandeld word. Deze kennis is belangrijk om in een later stadium de eigenschappen van biologisch relevante moleculen te kunnen voorspellen, en inzicht krijgt waarom bepaalde biologische processen verlopen. In periode 2 gaan we dieper in op de organische moleculen en hoe deze moleculen gekoppeld zijn aan de structuur & functie van de cel. Deze OWE sluit nauw aan bij de latere OWE’s celfysiologie (Cel 2), moleculaire genetica (Cel 3) maar ook bij genetica (Dier 3). In deze OWE wordt aan onderdeel 1 (instrumentele vaardigheden) van de leerlijn leren en lesgeven met ict gewerkt. Deelname aan de (werk)colleges basisscheikunde en celbiologie is verplicht. Studenten wordt de toegang tot de les ontzegd wanneer de voorbereidende opdrachten/practica niet gemaakt zijn. Wanneer de student zich vóór de practicumles bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag het practicum maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum wel ingehaald worden, maar zal het practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicumonderdeel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. In deze OWE komen scheikunde en inleiding op onderdelen van de cel aan bod. In de eerste periode wordt een korte herhaling gegeven van de scheikunde op HAVO niveau en vervolgens iets verder uitgediept. In de 2e periode wordt ingegaan op de koolstofchemie waarbij de biomoleculen behandeld worden gekoppeld aan de onderdelen van de cel. Scheikundige onderwerpen die o.a. behandeld worden zijn: atoombouw, atoombinding, chemisch rekenen, elektronegativiteit, edelgasconfiguratie, sterke en zwakke zuren & basen, zouten, pH, waterevenwicht, concentratie, redoxreacties, organische chemie, bouw en (chemische) eigenschappen van koolhydraten, eiwitten, vetten, DNA en RNA, gekoppeld aan onderdelen van de cel, qua bouw en structuur. Er zal gedifferentieerd worden in studentgroepen. Studenten met weinig/ geen voorkennis scheikunde zullen meer contacturen krijgen dan studenten die wel deze voorkennis hebben. Dit wordt bij de eerste bijeenkomst toegelicht. Domein Concept(en)
Cel 1
A1 –Molecuul
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Vak‐
A 1.1 DNA
9
kennis Aanpalende vakken Competenties
Beoordelingscriteria
Tentaminering
A1 –Cel Scheikunde
A 1.2 Cel Alle genoemde concepten
3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Cel 1a – Basisscheikunde ‐ De student beheerst de kennis van alle concepten van het aanpalend vak scheikunde op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Practicumvaardigheden Cel 1 – Basisscheikunde ‐ De student kan eenvoudige laboratorium oplossingen maken ‐ De student maakt juist gebruik van de verschillende laboratorium materialen. ‐ De student kan rekenen met chemische evenwichten in water zoals de waterconstante, pH, zwakke zuren, buffers. ‐ De student kan rekenen met concentraties en deze omrekenen naar mol en dichtheid. ‐ De student kan de concentratie van zuren of basen te bepalen d.m.v. titraties uit te voeren. ‐ De student kan reductie en oxidatiereacties uitvoeren. ‐ De student kan in Excel rekenformules toepassen en data exporteren naar een grafiek. ‐ De student kan een verslag schrijven volgend de natuurwetenschappelijke methode Deeltentamen: Kennistoets Cel 1b – Celbiologie ‐ De student beheerst de kennis van alle concepten van het aanpalend vak scheikunde op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis en de praktische toepassing hiervan via de natuurwetenschappelijke methode. Deeltentamen: Practicumdossier Cel 1 ‐ Celbiologie ‐ De student moet de verschillende biomoleculen van elkaar kunnen onderscheiden in een praktische situatie d.m.v. indicatoren of andere bepalende reacties. Hierbij moet de student genoeg kennis bezitten van de bouw van de biomoleculen om dit onderscheid te kunnen maken en weten welk behandeling, welk effect heeft op welk biomolecuul. ‐ De student kan beschrijven wat de structuurkenmerken van een cel of virus zijn. ‐ De student kent de verschillende celorganellen (bouw en functie en de interactie tussen de verschillende celorganellen). ‐ De student kan aangeven wat de verschillen zijn tussen de prokaryote en verschillende typen eukaryote cellen (protist, schimmel, plant, dierlijke cellen). Code : KT Bsk Deeltentamen: Kennistoets Cel 1a ‐ Basisscheikunde C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 1 en 2 3 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de te behalen punten 120 minuten (kennistoets) Code: Pv Bsk Deeltentamen: Practicumvaardigheden Cel 1 ‐ Basisscheikunde C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 1 en 2 3 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de te behalen punten n.v.t. Code : KT CelBio Deeltentamen: Kennistoets Cel 1b ‐ Celbiologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 2 en 3 3 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen
10
2
Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
55% van de te behalen punten
120 minuten (kennistoets)
Code : PD CelBio Deeltentamen: Practicumdossier Cel 1 – Celbiologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 2 en 3 3 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de te behalen punten n.v.t. ‐ Vermaat, H.J. & Weierink, J.J.H (2010). Basischemie (6e druk), Kavanah, ISBN 9789057400728. ‐ Campbell N.A. et. al. (2014). Biology –A global approach‐ (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐ ISBN‐13: 9781292008653. Hst 1, (Hoofdstukken: 2 t/m 7). ‐ Redacteur: Verkerk e.a. (2004). BINAS informatieboek Vwo/havo. (5e druk). Groningen, Wolters Groep. ISBN 9789001893804. ‐ Van Meer, M.M., Bouwens, S. & S. Lucassen (2015) Reader Cel 1 celbiologie . Nijmegen HAN‐ILS (zie HAN‐scholar). HAVO en VWO onderbouw & bovenbouw scheikunde methodes
Cel 1 – Celbiologie ‐ Hoorcolleges en werkcolleges: Iedereen maakt vragen naar aanleiding van het (werk)college zodat naderhand interactief (in groepjes) de kennis verwerkt kan worden ‐ Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij de chemische concepten verduidelijkt worden. Voor studenten zonder scheikunde voorkennis worden extra hoorcolleges en practica verzorgd n.v.t.
11
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten
Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Plant 1 & Biologie als wetenschap 1 ILS‐Bi629/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Leerjaar 1, Semester 1, Periode 1 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Plant 1: Dossier systematiek met aandacht voor ontwikkeling van microscopiegebruik en tekenvaardigheden. Paddenstoelen veldwerkopdracht Dossier Biologie als wetenschap 1 (variatie aan verslagen) 7,5 studiepunten (stp) ‐ 210 studiebelastingsuren (60 uur contacttijd, 150 uur zelfstudie) waaronder: Plant 1 ‐ Plantensystematiek (4,5 stp) Theoriecolleges: 12 uur (1 ½ uur per week) Practicum: 24 uur (3 uur per week) Zelfstudietijd: 90 uur (10 uur per week) Biologie als wetenschap 1 – Onderzoek en vaardigheden (3,0 stp) Practicum/theorie/werkcolleges: 24 uur (3 uur per week) Zelfstudietijd: 60 uur (7,5 uur per week) Deze OWE bevat onderdelen die behoren tot de leerlijn “Plant” en de leerlijn “biologie als wetenschap” van het biologiecurriculum. De vakinhoud van plant komt terug bij de verschillende OWE’s van ecologie (1,2) in de propedeuse en de OWE’s ecologie (3, 4) en plant (2, 3) van de hoofdfase. Het onderdeel “Biologie als wetenschap” (BaW) geeft een eerste basis in de onderzoeksvaardigheden die in allerlei vak OWE’s in praktijksituatie toegepast kunnen gaan worden en waarin tijdens de vervolgcursussen van BaW op voort wordt gebreid. Plant 1 Deelname aan de werkcolleges is een verplicht onderdeel van de cursus. Wanneer de student zich vóór de practicumles bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag het practicum maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum wel ingehaald worden, maar zal het practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicumonderdeel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. Biologie als wetenschap 1 Deelname aan de lessen is een verplicht onderdeel van de cursus. De student mag zich maximaal twee maal indien met een geldige reden afmelden vooraf bij de docent. Wanneer het een les betreft waarbij de inbreng van de student verwacht wordt, zal de student zelf met een voorstel voor een vervangende opdracht moeten komen. Wanneer de student zich niet heeft afgemeld of wanneer dit met een ongeldige reden gebeurt, zal in overleg met de SLB besloten worden wat de consequentie van het verzuim zal zijn. De OWE is de eerste van de opleiding in het propedeuse jaar en laat de student kennismaken met het Engelstalige handboek en de natuurwetenschappelijke denk‐ en werkwijze van het vak biologie. Het onderdeel plantensystematiek bestaat uit een theoriedeel als onderdeel van de kennisbasis en een practicumdeel, waarbij de verbinding gelegd wordt met het onderdeel Biologie als wetenschap. Plant 1‐ Plantsystematiek In deze owe krijgt de student inzicht in de systematische plaats en de levenscycli van schimmels, groenwieren, sporenplanten en zaadplanten en daarnaast in de aanpassingen in bouw en functie aan het landleven van planten.
12
Kennisbases Plant 1
Vakkennis
Biologie als weten‐ schap 1
Vakkennis & Vaardigheden
Competenties
Beoordelingscriteria
De student kan na afloop van de owe aangeven waarop deze indeling is gebaseerd en kent de belangrijkste evolutionaire ordeningsprincipes. De student kan aan het eind van de cursus de voortplantingscycli van planten‐ en schimmelgroepen zelf weergeven en de aanpassingen aan het land van elke planten groep benoemen. ‐ Eerste kennismaking met het biologie handboek Campbell en het werken met concepten ‐ Evolutie als basis van de biologie kennisbasis ‐ Evolutionaire principes en systematiek ‐ Ordening van planten met focus op de voortplantingscycli en aanpassingen aan het milieu en de evolutionaire ontwikkelingslijn. ‐ Microscopiegebruik en tekenvaardigheden. ‐ Analyseren van schoolboeken m.b.t. het thema ordening. ‐ Introductie op het werken met (mis)concepten wat betreft ordening. ‐ Motiveren voor en betekenis geven aan ordening in de klas. ‐ Veldwerk Heumensoord (schimmel) Biologie als wetenschap 1 ‐ Onderzoek en vaardigheden ‐ Onderzoeksmethoden: beschrijvend en empirisch ‐ Onderzoeksvaardigheden ‐ Wetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren ‐ Vragen kunnen vertalen in toetsbare hypotheses die door natuurwetenschappelijk onderzoek te beantwoorden zijn ‐ Antwoord kunnen geven hoe wetenschappelijke kennis tot stand komt (drogredenen, falsificeren en verifiëren) ‐ Kwantitatief en kwalitatief onderzoek ‐ Toegepast en fundamenteel onderzoek ‐ Verslaglegging met betrekking tot beschrijvend en empirisch onderzoek (inclusief de bijbehorende ICT‐vaardigheden) ‐ De basisprincipes van evolutionaire processen (ideëen van Darwin, aanpassing aan milieu, natuurlijke selectie, ondersteunende elementen evolutietheorie) ‐ Elementaire veiligheidskennis van chemicaliën, glaswerk, apparatuur en practicumruimte. ‐ Materiaal kennis en juist gebruik van laboratoriummaterialen (o.a. het gebruik van pipetten, maatkolven enz.). ‐ Apparatuurgebruik d.w.z. centrifuges, pH meters en branders. Domein Concept(en) A 1.5 – organisme A 2.3 – organisme A 4.3 – organisme A 5.2 – organisme B2 – kennis over biologische kennis
‐ soort ‐ levenscyclus ‐ voortplanting ‐ fossielen
C2 – vaardigheden binnen het vak
‐ Natuurwetenschappelijke vaardigheden ‐ Biologische vaardigheden ‐ natuurlijke selectie Ontstaan van leven
A 5.3 – populatie A 5.1 aarde 1. Interpersoonlijk competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op niveau 1 (propedeuse) staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets planten‐systematiek en evolutie
13
Tentaminering
De student beheerst de kennis van de hierboven genoemde domeinen (A 1.5, 2.3, 4.3 en 5.2) op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier practicum plantensystematiek en evolutie De student toont in een dossier aan dat hij/zij: ‐ De fylogenie en systematiek van planten en zijn directe voorouders kan uitleggen en in evolutionair perspectief kan plaatsen. ‐ de relaties kan benoemen tussen vorm en functies van de weefsels en organen van planten uit diverse plantengroepen vooral m.b.t. tot de voortplanting en fylogenie. ‐ schimmels kan indelen in hoofdgroepen, tevens m.b.v. een determinatiegids paddenstoelen in het veld kan ordenen en (gedeeltelijk) op naam brengen ‐ de basisvaardigheden beheerst voor het werken met binoculair en microscoop evenals de bijbehorende tekenregels. ‐ macroscopische en microscopische onderdelen uit de levenscycli van schimmels, groenwieren, mossen, varens, zaadplanten kan herkennen, tekenen en benoemen. ‐ plantenweefsels in microscopische preparaten kan herkennen en tekenen. Deeltentamen: Kennistoets biologie als wetenschap 1 De student beheerst de kennis van de hierboven genoemde domeinen op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier biologie als wetenschap 1 De onderzoeker (vink) De student maakt een grondige beschrijving van het leven van een biologische onderzoeker en presenteert deze aan klasgenoten en is daarbij in staat om gebruik te maken van betrouwbare bronnen. Broodje Aap (cijfer) De student is in staat onderscheid te maken tussen betrouwbare en onbetrouwbare bronnen. De student is in staat om een klein opinieonderzoekje uit te voeren De student is in staat om conclusies te trekken op basis van het onderzoek De student kan gegevens op een duidelijke manier presenteren aan klasgenoten. Wetenschappelijk verslag ‘Vet in Melk’ (cijfer) De student krijgt gedurende de bijeenkomsten feedback op de verschillende onderdelen van het uiteindelijke verslag en verwerkt deze in het uiteindelijke wetenschappelijke verslag. Toepassen natuurwetenschappelijke methode in verslaglegging in andere leerlijnen (vink) De student kan de regels rondom natuurwetenschappelijke verslaglegging toepassen in een wetenschappelijk verslag (wordt getoetst tijdens OWE Dier 1). Practicumtoets (cijfer) De student toont in een practicumtoets aan dat hij/zij: ‐ op de hoogte is van de ARBO regels en veilig kan werken in een laboratorium ‐ op juiste wijze met chemicaliën omgaat, o.a. etiket kan ‘lezen’ en de juiste veiligheidsregels daarbij toepast. ‐ correct gebruik maakt van glaswerk waaronder pipet, maatkolf en buret. ‐ een titratie op juiste wijze kan uitvoeren ‐ correct gebruik maakt van apparatuur waaronder balans en pH meter. ‐ op juiste wijze een microscoop kan instellen en een microscoop beeld correct interpreteert. Deeltentamen: Kennistoets planten‐systematiek en evolutie Code: DS Plant 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de te behalen punten 90 minuten Deeltentamen: Dossier practicum plantensystematiek en Code: DS Pl en Ev evolutie
14
Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de te behalen punten Nvt Code : KT BAW 1 Deeltentamen: Kennistoets biologie als wetenschap C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de antwoorden goed 90 minuten Code: Ds BAW 1 Deeltentamen: Dossier biologie als wetenschap C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 6.0 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60 % van de punten N.v.t. ‐ Campbell N.A. et. al. (2014). Biology –A global approach‐ (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐ ISBN‐13: 9781292008653. (H25), Hst 1, 22, 26, 29, 30, 31 ‐ Meijden, R. van der. (2005). Heukels flora van Nederland (23e druk), ISBN 9789001583446 ‐ Waas, B.M.(2008) Biologie voor jou,1THV Handboek 1a (6e druk). ISBN 9789034547637 ‐ Waas, B.M.(2008) Biologie voor jou,1THV Handboek 1b (6e druk). ISBN 9789034547620 ‐ Readers en handleidingen vanuit de opleiding (zie scholar) Gerhardt, E. (2009). De grote paddenstoelengids voor onderweg, Tirion Plantsystematiek ‐ Hoorcolleges: verhelderen van de leerstof uit Biology (Campbell) en aanbrengen van een rode draad, met ruimte voor het bespreken van studievaardigheden en (mis)concepten ‐ Werkcolleges, waarin de stof uit het handboek Campbell met elkaar doorgenomen wordt. ‐ Practica binnen Plantensystematiek en evolutie: Ondersteuning van de theorie door middel van het bestuderen van plantengroepen, met name de organen betrokken bij generatiewisseling en fylogenie. ‐ Veldwerkexcursie “Heumensoord” ‐ Vakdidactische plantensystematiek opdrachten Biologie als wetenschap ‐ Practicum/werk/hoorcolleges: verhelderen van de leerstof uit Biology (Reece et al., 2014) en reader waarin begrippen binnen de natuurwetenschap zijn opgenomen. Hierbij wordt aandacht besteed aan en bespreken van studievaardigheden en (mis)concepten. Ondersteuning van de theorie door middel van het bestuderen van onderzoeksvaardigheden onderdeel materiaal en methoden (veiligheid, materialen en apparatuur). ‐ Uitvoeren van simpele proeven om laboratoriumvaardigheden aan te leren. ‐ Bestuderen en uitvoeren van proeven voor aanleren van onderzoeksvaardigheden. Niet van toepassing
15
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Dier 1 Bouw & Functie 1 ILS‐Bi646 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Leerjaar 1, Semester 1 , Periode 2 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Practicumverslagen & vakdidactiek producten 7,5 studiepunten, 210 studielasturen Werkbijeenkomsten: 59 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten, excursie) Zelfstudie: 151 uur In deze onderwijseenheid wordt met name inhoudelijk de basis gelegd voor de Dier OWE’s die op deze zullen volgen. Deze OWE is de eerste in de leerstoflijn van het concept ‘Dier’. Aspecten aangeleerd tijdens de cursus ‘Biologie als wetenschap 1’ zullen ook tijdens deze OWE uitgevoerd worden. Daarnaast zullen de begrippen ‘anatomie’ en ‘fysiologie’ tijdens vrijwel alle volgende OWE’s als bekend worden beschouwd. In deze OWE wordt aan onderdeel 1 (instrumentele vaardigheden) van de leerlijn leren en lesgeven met ict gewerkt. Deelname aan de werkcolleges is een verplicht onderdeel van de cursus. Studenten wordt de toegang tot de les ontzegd wanneer de voorbereidende opdrachten/ practica niet gemaakt zijn. Bij meer dan 2 keer afwezig/opdrachten niet in orde mag aan de kennistoets niet worden deelgenomen. Wanneer de student zich vóór de practicumles bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag het practicum maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum wel ingehaald worden, maar zal het practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicumonderdeel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onderstaande doelen: Theorie: ‐ De student kan het begrip ‘systematiek’ beschrijven. ‐ De student kan beschrijven wat de kenmerken van een dier zijn. ‐ De student kan de kenmerken op basis waarvan stammen (of andere groepen) binnen het dierenrijk van elkaar verschillen benoemen en toelichten. ‐ De student kan van iedere stam binnen het dierenrijk karakteristieke kenmerken benoemen en herkennen bij leden van die stam. ‐ De student kan kenmerken van de bouw van organen/organismen verklaren vanuit hun functie. ‐ De student kan organen en weefsels herkennen. ‐ De student kan de bouw en werking van het spijsverteringsstelsel beschrijven. ‐ De student kan de bouw en werking van diverse circulatiesystemen beschrijven. ‐ De student kan de bestanddelen van bloed noemen met hun functies. ‐ De student kan de bouw en werking van diverse organen voor gaswisseling beschrijven. ‐ De student kan de bouw en werking van diverse uitscheidingsorganen beschrijven. ‐ De student kan uitleggen hoe CO2 en O2 door het bloed/hemoglobine worden getransporteerd.
16
Kennisbasis Dier 1 Vakkennis
‐ De student kan gezondheidsproblemen door ziekte, dopinggebruik of sport verklaren vanuit bovenstaande kennis. Practicum: ‐ De student kan een verteringspracticum uitvoeren en er een natuurwetenschappelijk verslag van maken. ‐ De student kan een big en een vis ontleden en de orgaanstelsels van deze dieren vergelijken. ‐ De student kan dieren op basis van uiterlijke kenmerken ordenen en op basis hiervan een (fylogenetische) stamboom maken. ‐ De student kan een hart ontleden en hierin de onderdelen benoemen. ‐ De student kan practica met bloed uitvoeren (bufferwerking, stolling, osmotische resistentie) en de resultaten kort en krachtig op een poster presenteren. ‐ De student kan met IP‐Coach een ECG maken en het verloop hiervan toelichten. ‐ De student ontwikkelt zijn snijvaardigheden door een mossel, zeepier en zeester te ontleden en kan de belangrijkste organen van deze dieren in zijn preparaten benoemen. De student werkt hier aan de leerlijn ICT: instrumentale vaardigheden Vakdidacktiek: De student kan op een voor medestudenten boeiende/inspirerende manier vertellen/tonen op basis van welke kenmerken stammen (of andere groepen) binnen het dierenrijk van elkaar verschillen. Domein Concept(en) A 1.3 – orgaansysteem ‐ Weefsel, orgaan, orgaanstelsel A 1.5 ‐ organisme A 1.5 – organism A 2.2 – orgaansysteem
Vakdidactiek Aanpalende vakken Competenties Beoordelingscriteria
A 2.4 – organisme B 1.1 ‐ Biologie leren Gezondheidszorg en welzijn
‐ Soort ‐ Levenscyclus ‐ Gaswisseling, circulatie, spijsvertering, uitscheiding, stevigheid en beweging ‐ Homeostase, voeding Biologische denk‐ en werkwijzen: vorm en functie denken Alle concepten
3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s Deeltentamen: Kennistoets Dier 1 De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Practicumdossier Dier 1 Practicum vertering (1x) ‐ De student kan tijdens een kookboekpracticum uitleggen waarom hij bepaalde handelingen uitvoert, incl. de inzet van bepaalde indicatoren, blanco‐ en controleproeven. ‐ De student kan nauwkeurig pipetteren. ‐ De student kan tijdens een practicum een nette, overzichtelijke werkomgeving handhaven. ‐ De student kan een inhoudelijk krachtig practicumverslag schrijven volgens de standaard natuurwetenschappelijke opbouw. De voorwaarden om tot inhoudelijke beoordeling over te gaan zijn dat het verslag er verzorgd uitziet, de lay‐out overzichtelijk is en de tekst niet meer dan drie taal‐ of spellingsfouten per bladzijde bevat. Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan, dan krijgt de student het cijfer 1 toegekend.
17
Vergelijking orgaanstelsel vis/big (2x) - De student kan tijdens een snijpracticum een nette, overzichtelijke werkomgeving handhaven. - De student kan prepareerbestek, in het bijzonder de messen, op een veilige manier gebruiken. - De student kan een big en een vis zodanig ontleden dat hij ligging, vorm en aanhechting van de organen van het spijsverterings‐, circulatie‐, gaswisselings‐ en urogenitaalstelsel kan bestuderen. - De student kan schematische biologische tekeningen maken van deze organen en ze hierin benoemen. - De student kan per orgaanstelsel een verschil tussen de big en de vis beschrijven met betrekking tot de (waargenomen) morfologie (bouw/uiterlijk) van de bestudeerde organen en dit verschil koppelen aan het verschil in levenswijze tussen de dieren. - De student kan krachtig formuleren en zijn bronnen vermelden volgens de APA richtlijnen. De voorwaarden om tot inhoudelijke beoordeling over te gaan zijn dat het verslag er verzorgd uitziet, de voorgeschreven opbouw heeft, de lay‐out overzichtelijk is en de tekst niet meer dan drie taal‐ of spellingsfouten per bladzijde bevat. Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan, dan krijgt de student het cijfer 1 toegekend. Vakdidactische opdracht dierensystematiek (2x) ‐ De student kan op basis van voorbeelden uitleggen op basis van welke kenmerken stammen (of andere groepen) binnen het dierenrijk van elkaar verschillen met betrekking tot één bepaald orgaansysteem. ‐ De student kan hoofd‐ van bijzaken onderscheiden. ‐ De student is in staat klasgenoten/leerlingen te boeien en te inspireren qua inhoud en manier van presenteren. ‐ De student houdt zich in samenwerkingsverband aan afspraken en neemt initiatief: neemt een evenredige hoeveelheid taken op zich en komt met interessante ideeën. Hij motiveert groepsgenoten ditzelfde te doen.
Tentaminering
Poster Bloed (V) - De student kan met behulp van een poster een proef op een overzichtelijke en inhoudelijk krachtige manier presenteren binnen de eigen onderzoeksgroep. Hij kan daartoe hoofd‐ en bijzaken onderscheiden. (criterium 1) - De student kan met behulp van een poster een proef op een aantrekkelijke/verzorgde manier presenteren binnen de onderzoeksgroep. (criterium 2) En één van onderstaande criteria (criterium 3): - De student kan op basis van onderzoeksresultaten concluderen of bloed een hogere buffercapaciteit heeft dan water en benoemen welke stoffen in het bloed voor deze capaciteit zorgen. - De student kan aangeven welke rol Ca2+ speelt in de bloedstolling en op basis van onderzoeksresultaten aangeven of deze rol ook door een ander tweewaardig positief ion gespeeld zou kunnen worden. - De student kan op basis van onderzoeksresultaten uitspraken doen over de osmotische resistentie van rode bloedcellen tegen oplossingen van NaCl, ureum en glucose en verschillen hiertussen verklaren vanuit de theorie. Aan alle drie de criteria moet zijn voldaan voor een voldoende (=V) Code : KT Dier 1 Deeltentamen: Kennistoets Bouw & functie 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 2, 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 120 minuten Code : PD Dier 1 Deeltentamen: Practicumvaardigheden Dier 1
18
C/V Minimale eis C 5.5 Aantal examinatoren 2 Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
‐ ‐
‐ ‐
Aantal kansen Toetsperiodes Weging 2 2 1 Voorlopige cesuur Duur tentamen 55% goed / V voor elke n.v.t. deelopdracht is een voldoende ILS handleiding: Dier 1 (zie scholar) Campbell N.A. et. al. (2014). Biology –A global approach‐ (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐13: 9781292008653. Hst 1, (Hoofdstukken:32, 33, 34, 40, 42, 43, 44) Onderwijsmateriaal ‘Biologie als wetenschap 1’ Bionieuws,Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht
‐ Hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhelderen. ‐ Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij diverse fysiologische biologische concepten verhelderd worden en (ICT) vaardigheden worden ontwikkeld. ‐ Excursie naar Naturalis (onderdeel vakdidactische opdracht) ‐ Werkcolleges: expertlessen: Individuele studenten bereiden een onderdeel van de lesstof voor en begeleiden andere studenten bij opgaven die over dit hoofdstuk gaan. ‐ Zelfstudie: theorie verwerken, o.a. door het werken aan opdrachten. Niet van toepassing
19
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten
Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting Algemene omschrijving
Kennisbasis
Generieke kennisbasis
Oriëntatie op lesgeven owk 1a ILS‐Bi630/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd propedeuse Semester 1, periode 1 en 2 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie In periode 2 werken studenten aan het dossier leertaken ‘onderwijskunde 1a’. In dit dossier zullen de beginselen van het lesgeven centraal staan en het uitvoeren van een klein praktijkonderzoek. 7.5 studiepunten, 210 studielasturen - Werkplekleren 64 uur - Contacttijd 48 uur - Dossier leertaken onderwijskunde 45 uur - Zelfstudietijd 53 uur Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn onderwijskunde die gebaseerd is op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis. In jaar 1 maakt ook de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 1’ deel uit van deze leerlijn. Deze onderwijseenheid wordt in semester 2 van het eerste leerjaar aangeboden. Een leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met het werkplekleren. Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. De eerste lessen van periode 1 richten zich op een oriëntatie van het Nederlandse onderwijs systeem. Speciaal aandacht zal uitgaan naar het (v)mbo. Verschillende onderwijsvaardigheden zullen deze periode worden geoefend zoals het observeren, presenteren, reflecteren en het zicht krijgen op (eigen) leer‐ strategieën. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de pedagogische thema’s motivatie, de psychologische basisbehoeften en hoe hij daar als leerkracht rekening mee kan houden. Tot slot leert de student in periode 1 waaraan een leerwerkplan moet voldoen ter voorbereiding op het werkplekleren 1. In periode 2 vindt het eerste deel van het werkplekleren 1 plaats. De eerste lessen krijgt de student zicht op het werken in de beroepspraktijk. Verschillende thema’s worden behandeld in het licht van de beroepspraktijk; directe instructiemodel, motivatie, leerling‐behoeften en orde houden. Eén van de leertaken in het dossier onderwijskunde vormt een introductie op het doen van praktijkgericht onderzoek. Het onderzoek in jaar 1 is te kenschetsen als een ‘beschrijvend’ onderzoek en er wordt vooral geleerd hoe op verschillende manieren data kunnen worden verzameld. De leertaak met aansluitende bijeenkomsten is van de doorlopende leerlijn onderzoek. In deze onderwijseenheid werkt de student aan de volgende kwalificaties van de leerlijn leren en lesgeven met ict: - kwalificatie 1 instrumentele vaardigheden - kwalificatie 3 mediavaardigheid - kwalificatie 4 Opleiden tot ict‐geletterde leerlingen - kwalificatie 6 ontwerpen van ict‐rijke leerarrangementen Domein Subdomein 1: Leren in diverse contexten 1.4 Leerling‐kenmerken 2: Didactiek en leren
2.2 Leerdoelen en instructiemodellen
6: Professionele docent
6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijk onderzoek 7.1 Nederlands onderwijsstelsel
7: Nederlands onderwijssysteem
20
Competenties
Beoordelingscriteria
Tentaminering
Verplicht onderwijsmateriaal
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Oriëntatie op lesgeven 1a (owk 1a) De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis op het niveau van onthouden/kennis, het begrijpen/ herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen ‘groepsprocessen’, ‘de motivatie van individuele leerlingen’, ’leerling‐behoeften’ en ‘orde houden’ centraal. Deeltentamen: Dossier onderwijskunde 1a (owk 1a) De student laat in het dossier aan de hand van vastgestelde opdrachten zien dat hij de aangeboden leerstof (theorie) in zijn eigen onderwijspraktijk kan toepassen. Deeltentamen: ILS‐taaltoets De student beheerst het taalniveau B2 volgens ‘Talige startcompetenties Hoger Onderwijs’, SLO, Enschede 2009. Het gaat hierbij om de onderdelen: Formuleren; werkwoordspelling; niet‐werkwoordspelling; interpunctie; woordkeuze en woordenschat. De student beheerst het taalniveau 3f volgens Advies commissie Meijerink ‐ Over de drempels met taal en rekenen (2008). Code: KT ori lesg Deeltentamen: Kennistoets oriëntatie op lesgeven 1a C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen n.v.t. 1.5 uur 65% van het totale aantal punten is voldoende Code : DS owk1A Deeltentamen: Dossier onderwijskunde 1a C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 n.v.t. Alle leertaken die deel uit maken van het dossier moeten voldoende worden afgesloten. Code : ILS taaltoets Deeltentamen: ILS taaltoets C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging V V 2x Periode 1 en 3 N.v.t. Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen n.v.t. 1,5 uur 105 punten van het totale aantal punten is voldoende, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van de toets kan hier van afgeweken worden. - Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046903001 - Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren. Groningen: Noordhoff
21
Uitgevers. ISBN: 9789001815448 Geerts, W., Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902509 - Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van., Verbeeck, K. (2014) Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie. Bussum: Uitgeverij Coutinho ISBN 9789046903995 - Reader onderwijskunde 1a (scholar) - Kas, W. (2006). Zinnen schrijven. Taalconditietraining. Den Haag: Sdu Uitgevers. ISBN 9012114829 - (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten. - Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van leertaken aan je competentieontwikkeling. N.v.t. -
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers
22
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Kennisbases Ecologie 1
Vakkennis
Ecologie 1 – Inleiding in de Ecologie ILS‐Bi634 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Leerjaar 1, Semester 2, Periode 3 en 4 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie Practicum en veldwerkverslag 7,5 studiepunten, 210 studielasturen Theorie in P3: 18 uur (per week: 2 ¼ uur theorie / werkcolleges) Practicum in P4: 49 uur (7 uur practicumlessen per week) Zelfstudie: 140 uur (9 uur per week) De OWE Ecologie is onderdeel van de leerlijn Ecologie van het biologiecurriculum en is het basisvak in jaar 1. De aangeleerde concepten zullen verder verdiept en toegepast worden bij Ecologie 2 (Veldwerk & geologie) in de propedeuse en bij Ecologie 3 en 4 (aquatische ecologie) in de hoofdfase. Het taxonomisch onderdeel (determineren van flora &fauna ) van ecologie 1 sluit nauw aan bij de OWE plant 1 ‐ plantensystematiek en evolutie. De theoriecolleges zijn facultatief. De theorie werkcolleges, practicum‐ en veldwerkactiviteiten zijn echter verplicht. Wanneer de student zich vóór de practicumles bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag het practicum maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum wel ingehaald worden, maar zal het practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicumonderdeel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. Deze OWE geeft een inleiding op de ecologie, waarin de volgende concepten aan bod komen: biotische en abiotische factoren, levensgemeenschappen, voedselnet, kringlopen, energiestromen, biodiversiteit, natuurbehoud. Naast theorie bevat deze OWE een relatief groot deel practicum waarin theorie in de praktijk toegepast wordt. In het practicumgedeelte staan de volgende onderwerpen centraal: kennis van de Nederlandse flora & fauna, determinatievaardigheden, veldwerktechnieken en studie van de landschapsgeologie in relatie tot de ecologie. Domein Concept(en) A 1.5 – Populatie
‐
Soort
A 1.6 – Ecosysteem
‐
Ecosysteem
A 1.7 – Ecosysteem
‐
Biosfeer
A 2.4 – Aarde
‐ ‐ ‐ ‐
Energiestromen Kringloop Dynamiek Evenwicht
A 2.5 – Aarde
‐
Duurzame ontwikkeling
A 3.5 – Populatie
‐
Dynamiek
A 3.6 – Ecosysteem
‐
Voedselrelaties
Vakdidac‐ tiek
B1.1 Biologie leren
B 1.4 De leeromgeving
‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Leren van biologische vaardigheden Technisch‐instrumentele vaardigheden Veldwerk Biologische systeem denk‐ en werkwijzen Ecologisch denken Veldwerk
23
‐
Competenties
Beoordelingscriteria
Tentaminering / Integrale toetsing
Kent de benodigde veldwerkmaterialen en beheerst de veldwerktechnieken om een buitengebied te beschrijven en te onderzoeken 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op niveau 1 (propedeuse) staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Ecologie 1 De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Practicumdossier Ecologie 1 Practicumvaardigheden: ‐ De student kan verschillende typen bodem fysisch en chemisch karakteriseren ‐ De student kan een kaart lezen, interpreteren (geografisch, bodemkundig) en koppelen aan een gelopen traject of onderzoeksgebied. ‐ De student kan een landschap beschrijven en de vorm koppelen aan historische, geologische en klimatologische verschijnselen. (Excursie Duivelsberg) ‐ De student kan de overlevingsstrategieën/ levensgeschiedenis kenmerken van planten in een voorjaarsbos beschrijven en verklaren ‐ De student kan onderzoeksmatig een gebied abiotisch en biotisch karakteriseren en daarin onderliggende relaties vinden. ‐ De student kan van een ecologisch onderzoek volgens de natuurwetenschappelijke methode (zie ook BaW1) verslag leggen. ‐ De student is in staat klasgenoten/leerlingen te boeien en te inspireren qua inhoud en manier van presenteren. (Spreken vanuit het hart) ‐ De student kan fenologische informatie vinden en eigen waarnemingen koppelen aan het landelijk onderzoek. Deeltentamen: Kennis‐ en vaardighedentoets Flora & Fauna ‐ De student kan soorten van de behandelde plantenfamilies herkennen en enkele karakteristieke kenmerken benoemen. ‐ De student kan de meest voorkomende plantensoorten van NL m.b.v. de flora op naam brengen. ‐ De student kan de meest voorkomende geleedpotigen op orde en suborde brengen. ‐ De student kan een zelf gekozen plantenlijst aanleggen van 75 veel voorkomende planten in de nabijheid van de opleiding, deze in het veld herkennen en enkele typische veldkenmerken benoemen. Code: KT Ecologie 1 Deeltentamen: Kennistoets Ecologie 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiode Weging C 5,5 2 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de punten 1 ½ uur Code: DP Ecologie 1 Deeltentamen: Practicumdossier Ecologie 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiode Weging C 5,5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de punten N.v.t. Code: KT+VT FF Deeltentamen: Kennis‐ en vaardighedentoets Flora & Fauna C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiode Weging C 5,5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de punten N.v.t.
24
Verplicht Onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal
Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
‐ ILS theoriehandleiding: Ecologie 1 (zie scholar) ‐ ILS practicumhandleiding Ecologie 1 (zie scholar) ‐ Reece J.B. et al. (2014). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glossary & MasteringBiology access (4 jaar geldig). (10e druk). USA, Pearson, ISBN13: 9781783991334 ‐ Meijden, R. van der (2005). Heukels flora van Nederland (23e druk), ISBN 9789001583446 ‐ Chinery, M. (2012). Nieuwe insectengids (9e druk) ISBN 9789052108711 ‐ Waas, B.M.(2008) Biologie voor jou,1THV Handboek 1a. (6e druk). ISBN 9789034547637 ‐ Waas, B.M.(2008) Biologie voor jou,1THV Handboek 1b. (6e druk). ISBN 9789034547620 ‐ Nieuwe Bloemengids, Fitter, R. e.a. Tirion, ISBN 9052101280 ‐ Een vogelgids (zie ook http://www.birdsnetherlands.nl/vogelgidsen%20winkel%20buitenland.htm) ‐ Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht ‐ Werkcolleges & student presentaties waar de stof uit het handboek Campbell met elkaar doorgenomen wordt. ‐ Practica binnen “determineren en flora & fauna kennis” ‐ Practica binnen “Terrestrische ecologie“ ‐ Veldwerkexcursie “De Duivelsberg” ‐ Veldwerk buiten; onderzoek en veldwerktechnieken ‐ Vakdidactische ecologie opdrachten Niet van toepassing
25
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken
Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten
Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Vakdidactiek 1 & Ecologie 2 ILS‐Bi633 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Leerjaar 1, Semester 2, Periode 3 en 4 BT 1 Lesgeven en trainen in vak Biologie BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie Miniles werkvormen Leertaak directe instructie Leuke weetjes boek Dossier vakdidactiek Dossier Zuid‐Limburg 7,5 studiepunten (stp), 210 studielasturen Vakdidactiek 1 (5,0 stp) Contacttijd: 50 uur (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten) Zelfstudie: 90 uur Ecologie 2 (2,5 stp) Contacttijd: 12 uur (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten) Zelfstudie: 18 uur Veldwerkweek: 40 uur (Limburg en dossier) In het biologiecurriculum is de leerlijn vakdidactiek opgenomen waarin alle vakdidactiek onderwerpen uit de landelijke kennisbasis zijn opgenomen. In elk leerjaar van de opleiding wordt een vakdidactiek OWE/ module aangeboden om je vakdidactisch te bekwamen ter voorbereiding en ondersteuning van de werkplekstages. Het onderdeel Veldwerk & geologie van deze OWE behoort tot de leerlijn ecologie. Dit onderdeel sluit aan bij de OWE Ecologie 1 dat ook in de propedeuse wordt aangeboden. In de OWE ecologie 1 wordt de basis gelegd voor de ecologische concepten, in de OWE Vakdidactiek & Ecologie II worden deze concepten in de praktijk bestudeerd en verder verdiept met aansluitende relevante geologische en evolutionaire concepten. Tijdens het veldwerkin Limburg wordt ook veel aandacht besteed aan veldwerkdidactiek en sluit daarbij aan bij het eerste onderdeel van deze OWE: Vakdidactiek 1. Deelname aan de (werk)colleges en practica is een verplicht onderdeel van de cursus. Wanneer de student zich vóór de practicumles of (werk)college bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag dit onderdeel maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum/(werk)college wel ingehaald worden, maar zal het bijbehorend product (o.a. verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicum of (werk)college van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. Deelname aan de veldwerkweek is alleen mogelijk als je de voorbereidende colleges hebt gevolgd en de opdrachten gemaakt hebt. Voor deelname hieraan, moet ook het verschuldigde bedrag op tijd zijn overgemaakt. In deze OWE wordt een basis gelegd in de vakdidactiek. Deze OWE bestaat uit twee onderdelen namelijk vakdidactiek 1, waarin een basis wordt gelegd in de vakdidactiek en veldwerk Zuid‐Limburg waarin verschillende aangeleerde methoden wordt gebruikt om kennis te delen. De volgende onderwerpen komen aan bod: Vakdidactiek 1 ‐ Introductie en toepassen van biologisch didactisch model ‐ curriculum en doelen
26
‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Kennisbasis Ecologie 2 Vakkennis
inleiding en oefenen werkvormen directe instructie herkennen en lesfasen van model van Ebbens huiswerkdidactiek begripsontwikkeling onderwijsleermiddelen Ecologie 2 (Excursie Zuid‐Limburg) Theorie ‐ Geeft een inleiding in de ontstaansgeschiedenis van Zuid‐Limburg, haar geomorfologie, landschappen en ecologie. De student krijgt een aantal hoorcolleges en een gesteente opdracht ter voorbereiding op de excursie naar Zuid‐Limburg. Practicum & veldwerk – Aan het einde van periode 4 gaan studenten onder begeleiding van docenten naar Epen (Zuid‐Limburg). Daar vindt een eerste kennismaking plaats met het unieke karakter van het Zuid Limburgse landschap, haar geologie, geomorfologie en flora en fauna. Na de kennismaking is er ruimte voor het doen aan verschillende onderzoeken in verschillende gebieden. Daarbij maakt de student gebruik van zijn/haar aangeleerde veldwerktechnieken uit de OWE ecologie 1. De resultaten van de meeste onderzoeken worden elke avond uitgewerkt en gepresenteerd aan de medestudenten in verschillende werk‐ / presentatievormen. Op deze werkvormen wordt feedback gegeven door docenten en medestudenten ter oefening en voorbereiding voor het eindproduct ‘ onderzoeksverslag Hohndal’. In dit eindverslag kan de student zijn aangeleerde kennis en vaardigheden van de veldwerkweek aantonen. Domein Concept(en) A 1.6 Ecosysteem Ecosysteem A 1.7 Biosfeer
Biosfeer
A 2.4 Ecosysteem
Dynamiek o Abiotische en biotische factoren in een ecosysteem zijn veranderlijk o Een ecosysteem is een dynamisch systeem Populatiedynamica o Biotische en abiotische interacties die van invloed zijn op de grootte van populaties Geogenese en geomorfologie
A 3.5 Populatie
Aanpalende vakken Vakdidactiek
Aardrijkskunde B 1.1 – Biologie leren
B 1.2 – Biologie lesgeven
B 1.3 – Het biologiecurriculum
‐ Begripsontwikkeling en jargon (taalgebruik; biologische begrippen, relaties en context lesmateriaal analyseren op niveau; beperkingen en mogelijkheden biologische modellen) ‐ Leren van biologische vaardigheden ‐ Biologie als levenswetenschap en biologie in de maatschappij ‐ Biologie methodes gebruiken, vergelijken, beoordelen en selecteren (kennis van methodes; kritisch vergelijken en beoordelen) ‐ Verbanden leggen tussen biologie en andere vakken ‐ Didactische werkvormen en media ‐ Werken via het biologisch didactisch model: verkennen van beginsituatie en daarna koppelen van doelen aan werkvormen en materialen ‐ Het curriculum (kennis ontwikkelingen en inhoud ‐ biologiecurriculum incl. MBO; kennis examenprogramma’s en eindtermen)
27
Competenties
Beoordelingscriteria
‐ Centrale concepten (kennis centrale concepten en samenhang) B 1.4 – De leeromgeving ‐ Theorielokaal (inrichting uit didactische overwegingen) ‐ Veldwerk 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent De uitwerking van de competenties op niveau 1 (propedeuse) staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Dossier vakdidactiek 1 De beoordelingscriteria zijn afgeleid van de landelijke vakkennisbasis biologie, onderdeel vakdidactiek en een aantal onderdelen van domein 2 uit de generieke kennisbasis. Dossieropdracht 1 bestaat uit het geven van een miniles en een maken van een verslag daarvan. De student wordt getoetst op: ‐ Het kunnen toepassen van het biologisch didactisch model ‐ Het toepassen van werkvormen die aansluit bij de geformuleerde leerdoelen ‐ Het herkenbaar toepassen van enkele fases van het directe instructie model ‐ Het beargumenteerd inzetten van onderwijsleermiddelen ‐ Het rekening houden met voorkennis en niveau van de leerling ‐ Het kunnen reflecteren op eigen les (zie competent in reflectie en ontwikkeling, niveau 1). ‐ Aandragen van leuke weetjes, ingepast in belevingswereld van leerling en ingepast in perspectief en plaats in les. Dossieropdracht 2 is een leertaak op de stageschool. Daarin geeft de student meerdere lessen waarin de student getoetst wordt op: ‐ Het herkenbaar toepassen van enkele fases van het directe instructie model ‐ Een zelfreflectie op de eigen gegeven instructie aan de klas. (zie competent in reflectie en ontwikkeling, ruggengraatboekje, niveau 1). Deeltentamen: Kennistoets Ecologie 2 ‐Zuid‐Limburg ‐ De student wordt getoetst op: ‐ De student kan de voor Nederland belangrijkste geologische tijdperken en gebeurtenissen in de aardgeschiedenis plaatsen en chronologisch rangschikken. ‐ De student kan de aanwezigheid van steenkool en kalksteen in Zuid Limburg vanuit geologisch perspectief verklaren. ‐ De student kan de ontstaanswijze van de belangrijkste geologische formaties in Zuid Limburg verklaren en herkennen ‐ De student kan de unieke geologische situatie van Zuid Limburg, waarbij oude aardlagen aan het oppervlak komen, verklaren. ‐ De student kan de geomorfologie van het huidige Zuid Limburgse landschap verklaren ‐ De student kan de aanwezigheid van krijtformaties verklaren en uitleggen wat de invloed is op het huidige landgebruik en vegetatie. ‐ De student kan relatie leggen tussen de aanwezige geomorfologie, bodems en vegetatie in Zuid Limburg ‐ De student kan belangrijke kensoorten van de Zuid Limburgse flora en fauna benoemen en ze plaatsen in hun specifieke biotoop. Deeltentamen: Dossier Ecologie 2 ‐ Zuid‐Limburg ‐ De student kan een kaart lezen, interpreteren (geografisch, bodemkundig) en koppelen aan een gelopen traject of onderzoeksgebied. ‐ De student kan een landschap beschrijven en de vorm koppelen aan historische, geologische en klimatologische verschijnselen. ‐ De student kan onderzoeksmatig een gebied abiotisch en biotisch karakteriseren en daarin onderliggende relaties vinden.
28
‐
Tentaminering / Integrale toetsing
Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
De student kan van een ecologisch onderzoek volgens de natuurwetenschappelijke methode (zie ook OWE BaW1) verslag leggen. ‐ De student kan de grote hoeveelheid veldgegevens ordenen en overzichtelijk weergeven waarbij de koppeling van biotische en abiotische factoren duidelijk zichtbaar is. ‐ De student kan geologische en biologische informatie vinden van het onderzoeksgebied en eigen waarnemingen koppelen aan de theorie. ‐ De student kan het voorkomen van zinkflora ecofysiologisch verklaren en haar bedreigingen beschrijven. Code: DS Vakdid1 Deeltentamen: Dossier vakdidactiek 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55 % van de te behalen punten N.v.t. Code: KT Z‐limburg Deeltentamen: Kennistoets Ecologie 2 – Zuid‐Limburg C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de te behalen punten 50 min. Code: DS Z‐Limburg Deeltentamen: Dossier Ecologie 2 – Zuid‐Limburg C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiode Weging C 5,5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 3 55 % van de te behalen punten nvt ‐ Reader Veldwerk & geologie (2015). HAN‐ILS en de ondersteunende PP (zie HAN‐ scholar) ‐ Ebbens S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren ( 3e druk). Wolters Noordhoff. ‐ Waas, B.M.(2013) Biologie voor jou,1THV Handboek 1a. (7e druk). ‐ Waas, B.M.(2013) Biologie voor jou,1THV Handboek 1b. (7e druk). ‐ Geers W. en van Kralingen R. (2011) Handboek voor leraren. Uitgeverij Coutinho. ‐ Gans, W. de. (2008). ANWB geologieboek Nederland (1e druk). Den Haag, ANWB ‐ http://www.ecent.nl/index.do ‐ http://www.leraar24.nl Vakdidactiek 1 ‐ Colleges en werkcolleges, waarbij diverse werkvormen worden uitgetest en op elkaar geoefend worden. Ecologie 2: Veldwerk & geologie ‐ Hoor‐ en werkcolleges ter voorbereiding van de veldwerkweek in Zuid‐Limburg ‐ Expertmethode (elk student wordt expert op een bepaald gesteente / grondsoort en kan deze kennis overbrengen) ‐ Veldwerkweek in Zuid‐Limburg (excursie, veldwerkonderzoek, presentaties van onderzoeksgegevens op diverse manieren) Niet van toepassing
29
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichtin g
Algemene omschrijving
Dier 2 – Voortplanting 1 & Balans 1 ILS‐647 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten propedeuse voltijd van de opleiding tot leraar biologie Semester 2 , Periode 3 en 4 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Werkvormen seksuele en relationele vorming 7,5 studiepunten, 210 studielasturen Contacttijd: 73 uur (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten, practica, excursie) Zelfstudie: 137 uur Deze onderwijseenheid is de tweede uit de leerlijn ‘Dier’. Voor het eerst tijdens de opleiding komt het thema ‘voortplanting’ op het programma. Ook onderdeel van deze OWE is het onderdeel ‘balans’. Deze OWE bouwt voort op Dier 1 (Bouw en functie I). Zowel het thema bouw en functie, als de thema’s voortplanting en balans kennen in de hoofdfase een vervolg. Bovendien sluit het vakdidactische deel (seksuele en relationele vorming) aan op de leerlijn vakdidactiek. In deze OWE kan worden gewerkt aan onderdeel 1 (instrumentele vaardigheden) van de leerlijn leren en lesgeven met ict. Deelname aan de (werk‐)colleges is niet verplicht, met uitzondering van de bijeenkomsten geëxpliciteerd in de studiewijzer. Deelname aan de vakdidactische bijeenkomsten is wel verplicht. Afwezigheid is voor de verplichte bijeenkomsten maximaal 1 keer (werkcolleges) of 2 keer (vakdidactische bijeenkomsten) geoorloofd indien een student zich vooraf (tenminste 1 uur voor aanvang van de les) met een goed beargumenteerde reden bij de docent heeft afgemeld. Wanneer aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, zal de student voor de opdracht (thema van die bijeenkomst) het cijfer 1 krijgen. Student komt vervolgens in beide gevallen (afgemeld met goede reden of niet afgemeld) binnen 3 werkdagen met een voorstel voor een vervangende opdracht. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onderstaande doelen: Theorie balans 1: ‐ De student kan het begrip homeostase definiëren en toelichten. ‐ De student kan (homeostatische) regulatiemechanismen schematisch weergeven. ‐ De student kan osmoregulatie en thermoregulatie met behulp van schema’s beschrijven, alsmede processen die zorgen voor de water‐ en energiebalans. Hierbij benoemt hij de hormonen en onderdelen van het zenuwstelsel die hierbij een belangrijke rol spelen. ‐ De student kan een abstract (regulatie‐)mechanisme concretiseren door het ontwerpen van een visualisatie in de vorm van een groepsopdracht. Theorie voortplanting 1: ‐ De student kan de functie van voortplanting(‐sorganen) benoemen. ‐ De student kan beschrijven hoe onder invloed van hormonen gameten worden gevormd ‐ De student kan beschrijven hoe de embryonale ontwikkeling van dieren (met name zoogdieren) in zijn werk gaat. ‐ De student kan uitleggen wat de functie van seksueel gedrag is. ‐ De student kan uitleggen wat een levenscyclus is en kan voorbeelden hiervan benoemen. ‐ De student kan een mening formuleren op basis van argumenten over het toepassen van vruchtbaarheidsbehandelingen en het kloneren van dierlijke organismen.
30
Kennisbases
‐ De student kan beredeneren welke voortplantingsstrategie vanuit evolutionair oogpunt het beste past bij diergroepen. ‐ De student kan op basis van afwijkende kenmerken van een kind beredeneren wat er tijdens de embryonale ontwikkeling niet volgens plan is verlopen. Vakdidactiek voortplanting en seksualiteit: ‐ De student kan in het kader van seksuele en relationele vorming persoonlijke werkvormkeuzes maken op basis van kennis over de seksuele ontwikkeling van jongeren en factoren die deze ontwikkeling beïnvloeden, met oog voor vertrouwen en veiligheid. ‐ De student kan een onderwijsleergesprek voorbereiden (en leiden) met een duidelijk doel, gebruik makend van hogere orde denkvragen, waarbij alle leerlingen worden uitgenodigd mee te praten. Domein Concept(en)
Dier 2
A 1.3 – orgaansysteem
‐ Weefsel, orgaan, orgaanstelsel
A 1.5 ‐ organisme
‐ Soort
A 1.5 – organisme
‐ Levenscyclus
A2.3 – organisme
‐ Homeostase, voeding ‐ Gezondheid
A 3.3 – organisme
‐ Hormoonhuishouding
A 3.4 – organisme
‐ Gedrag
A 4.3 – organism
‐ Seksualiteit en relaties, voortplanting
Gezondheidszorg en welzijn
Alle concepten
B 1.1‐ biologie leren
Verschillen tussen leerlingen: sekse‐ verschillen, culturele en religieuze achtergrond
Vakkennis
Aanpalende vakken Vakdidactiek
Competenties
Beoordelingscriteria
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op niveau 1 (propedeuse) staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Dier 2 ‐ Voortplanting 1 & Balans 1 De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Seksuele en relationele vorming Opdracht seksuele ontwikkeling jongeren (cijfer, 1x) Op basis van een poster (tijdslijn plus informatie) of kennisclip wordt bepaald in hoeverre onderstaande doelen zijn behaald: 1. De student kan beschrijven/verwoorden wat het belang van seksuele en relationele vorming voor leerlingen is. 2. De student kan uitleggen hoe hij zijn rol bij het geven van seksuele en relationele vorming wil invullen en onderkent zijn of haar leerpunten hierbij. 3. De student kan de seksuele ontwikkeling van jongeren beschrijven/verwoorden inclusief de problematiek die hierbij hoort.
31
Als voorwaarde voor de beoordeling geldt dat de poster of kennisclip netjes verzorgd en goed leesbaar/zichtbaar/hoorbaar moet zijn. Ook mogen er niet meer dan 4 spelling/taalfouten in staan. Als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan dan wordt de poster of kennisclip niet nagekeken en vervalt de 1e kans op beoordeling. Opdracht werkvormen seksuele en relationele vorming (cijfer, 2x) Op basis van het verslag wordt bepaald in hoeverre onderstaande doelen zijn behaald: ‐ De student houdt bij het kiezen van werkvormen in het kader van seksuele en relationele vorming rekening met het ontwikkelingsniveau, de ervaring, kennis en behoeften van leerlingen en de factoren die hen hierin beïnvloeden. ‐ De student kan uitleggen wat hij bij het geven van seksuele en relationele vorming belangrijk vindt en onderkent zijn of haar competenties hierbij. ‐ De student maakt bij de vormgeving van werkvormen in het kader van seksuele en relationele vorming weloverwogen gebruik van (elementen van) bestaande methodieken. ‐ De student formuleert per werkvorm eenduidige leerling doelen die aansluiten bij/relevant zijn voor de doelgroep en beperkt zich hierbij niet tot kennisdoelen. ‐ De student kan een volledige en duidelijke instructie voorbereiden zodat leerlingen weten wat er van hen wordt verwacht. ‐ De student kan uitleggen hoe hij tijdens lessen over seksuele en relationele vorming, een zodanige veilige, vertrouwde leeromgeving tot stand wil brengen en bewaken dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar praten over seksualiteit en relaties. Deze uitleg is in lijn met de instructie op de werkvormen. ‐ De student kan een onderwijsleergesprek voorbereiden met een helder doel en een logische opbouw van vragen, waarbij hij zich (uiteindelijk) richt op hogere orde denkvragen. ‐ De student baseert informatie in zijn verslag op betrouwbare bronnen waarnaar hij volgens de APA normen3 verwijst. Als voorwaarde voor de beoordeling geldt dat het verslag netjes verzorgd en goed leesbaar moet zijn. Ook mogen er niet meer dan 3 spelling/taalfouten per bladzijde in staan. Als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan dan wordt het verslag niet nagekeken en vervalt de 1e kans op beoordeling. Deeltentamen: Dossier Dier 2 Opdracht visualisatie balans (1x) De student kan een abstract (regulatie‐)mechanisme concretiseren door het ontwerpen van een visualisatie in de vorm van een groepsopdracht. Opdracht levenscyclus (1x) ‐ De student is in staat om op een zelf gekozen vorm de verschillende aspecten van de levenscyclus van een organisme weer te geven. ‐ De student kan de keuze voor de vorm verantwoorden en met argumenten onderbouwen. ‐ De student is in staat klasgenoten/leerlingen te boeien en te inspireren qua inhoud en manier van presenteren. ‐ De student kan de algemene kenmerken van het organisme in kwestie beschrijven. ‐ De student is in staat om vragen over de presentatie te beantwoorden (op inhoud). De beoordeling wordt uitgevoerd door klasgenoten en de docenten. Opdracht anatomisch museum (cijfer: 1x) ‐ De student participeert aan de rondleiding door het anatomisch museum.
32
Tentaminering / Integrale toetsing
Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
‐ De student kan de ontwikkeling van de mens koppelen aan de zaken die in het museum te zien zijn. ‐ De student kan twee voorbeelden uitwerken van ontwikkelingsafwijkingen bij de mens. Als voorwaarde voor de beoordeling geldt dat het verslag netjes verzorgd en goed leesbaar moet zijn. Ook mogen er niet meer dan 3 spelling/taalfouten per bladzijde in staan. Als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan dan wordt het verslag niet nagekeken en vervalt de 1e kans op beoordeling. Code: KT Dier 2 Deeltentamen: Kennistoets Dier 2 ‐ Voortplanting 1 & Balans 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 120 minuten Code: Sex&Relat vr Deeltentamen: Seksuele en relationele vorming C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed voor elke deelopdracht is n.v.t. een voldoende. Code: DS Dier 2 Deeltentamen: Dossier Dier 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 120 minuten ‐ ILS handleiding/colleges: Dier 2 (zie scholar) ‐ Campbell N.A. et. al. (2014). Biology –A global approach‐ (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐ ISBN‐13: 9781292008653. ((Delen van) Hoofdstukken: 9, 13, 19, 41, 42, 44, 45, 46, 52) ‐ Onderwijsmateriaal ‘OWE Dier 1’ ‐ Diverse documenten op internetsites ‐ diverse internetsites ‐ Werk/hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhelderen ‐ Vakdidactische bijeenkomsten: verdieping in seksuele en relationele vorming en werkvormen die hierbij ingezet kunnen worden. ‐ Excursie naar het Anatomisch museum (onderdeel vakdidactische opdracht) Niet van toepassing
33
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken
Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten
Integraal handelen in de beroepspraktijk 1 owk 1b ILS‐Bi635/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten propedeuse Semester 2, periode 3 & 4 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 2 Begeleiden van lerende(n) Onderwijskunde: In periode 3 werken studenten aan het dossier leertaken ‘onderwijskunde 1b’. In dit dossier staat het thema Oriëntatie op de leeftijdsfase van adolescenten centraal.
Drama: Vaardigheidstoets bestaande uit: Presentatie, Werkboek, Deelname lessen
Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting Algemene omschrijving
Beroepsproducten/bewijsmaterialen t.b.v. de portfoliobeoordeling integraal handelen in de beroepspraktijk 1. 7.5 studiepunten, 210 studielasturen Onderwijskunde: ‐ Werkplekleren 64 uur ‐ Contacttijd 48 uur ‐ Dossier leertaken onderwijskunde 25 uur ‐ zelfstudie 33 uur Drama: ‐ 20 uur contacttijd (lessen en werkbijeenkomsten) ‐ 17 uur zelfstudie ‐ 3 uur tentaminering Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn onderwijskunde die gebaseerd is op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis. In jaar 1 maakt ook de onderwijseenheid ‘oriëntatie op lesgeven’ deel uit van deze leerlijn. Deze onderwijseenheid is in semester 1 van het eerste leerjaar aan bod geweest. Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. In deze onderwijseenheid komen inhouden uit de vakken onderwijskunde en drama aan bod en vindt de uitvoering van het tweede deel wpl1 plaats. Periode 3 van het vak onderwijskunde staat in het licht van zicht krijgen op leerlingen. Door middel van een praktijkonderzoek leert de student over de sociaalpsychologische ontwikkeling van adolescenten. Er wordt aandacht besteed aan de thema’s sociale omgeving, identiteitsontwikkeling, seksuele ontwikkeling en het thema verschillen tussen jongens en meisjes. Dit laatste thema wordt als vertrekpunt gebruikt voor de leerlijn omgaan met verschillen. Verschillende onderwijsvaardigheden zullen deze periode worden geoefend zoals het reflecteren en het uitvoeren van een praktijkonderzoek. In periode 4 van het vak onderwijskunde staat het thema ‘zicht op leren’ centraal. Er wordt aandacht besteed aan de thema’s werking brein, intelligentie, geheugen, ontwikkeling en leertheorieën. Tijdens de lessen drama is aandacht voor de basisvaardigheden van spel en presenteren. De lessen drama 1 zijn bedoeld om plezier en kennis te ontwikkelen om voor een groep te staan. Communicatie, expressie en lichaamstaal staan hierin centraal.
34
Kennis‐ bases
Generieke kennisbasis
De student werkt in deze onderwijseenheid aan kwalificatie 1 (instrumentele vaardigheden) van de leerlijn leren en lesgeven met ict. Domein Subdomein 1: Leren in diverse contexten
4: Ontwikkeling van de adolescent 6: Professionele docent 7: Nederlands onderwijssysteem 9: Diversiteit en onderwijs Competenties
Beoordelingscriteria
1.1 Het concept ‘leren’ 1.2 Visies op leren 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 4.1 identiteitsontwikkeling 4.3 Adolescent en seksualiteit 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 7.1 Nederlands onderwijsstelsel 7.2 Onderwijsconcepten 9.1 Onderwijskansen 9.3 Omgaan met diversiteit
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 1 Bij de integrale toetsing onderdeel portfoliobeoordeling worden studenten getoetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoeren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau. De student heeft alle verplichte bewijsstukken zoals beschreven in de handleiding integrale toetsing in zijn portfolio opgenomen. De student bewijst met zijn verantwoordingsverslag en opgenomen bewijsstukken (en eventueel het gesprek) de competenties en dublindescriptoren (professionele standaard) op het niveau ‘hoofdfasebekwaam’ zoals beschreven in ‘de ruggengraat van de lerarenopleiding’ te beheersen. De beoordelingscriteria zijn in rubrics uitgewerkt in het beoordelingsformulier voor de portfoliobeoordeling integrale handelen niveau 1. Deeltoets: Eindbeoordeling wpl1 De student laat in zijn handelen bij wpl 1 zien dat hij op de zeven competenties op niveau 1 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond. Deeltoets: Kennistoets onderwijskunde 1b De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis op het niveau van onthouden/kennis, het begrijpen/ herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen “Leren en leerprocessen” en “Oriëntatie op de leeftijdsfase van adolescenten” centraal. Deeltoets: Dossier onderwijskunde 1b De student laat in het dossier aan de hand van vastgestelde opdrachten zien dat hij de aangeboden leerstof (theorie) in zijn eigen onderwijspraktijk kan toepassen. Deeltoets: Vaardigheidstoets drama 1
35
Integrale toetsing
Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal
Een goede docent moet ontspannen van de groep kunnen staan. De student laat door middel van een theatrale groepspresentatie en het werkboek zien dat hij gewerkt heeft een professionele docenthouding, presentatievaardigheden voor een groep en een bewustwordingsvergroting van non‐verbale communicatiemogelijkheden. De student heeft voldaan aan 100% aanwezigheidsplicht. Code: Portfbeoor Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 4 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 n.v.t. Voldaan aan de ontvankelijkheidseisen en knock‐ out criteria, alle competenties minstens voldoende aangetoond. Code: Eindbeoor Deeltoets: Eindbeoordeling wpl1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 6,0 2 Periode 3 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 of 2 N.v.t. Alle knock‐out criteria minimaal voldoende aangetoond Code: KT ok1B Deeltoets: Kennistoets onderwijskunde 1b C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen n.v.t. 1.5 uur 65% van het totale aantal punten is voldoende Code: DS ok1B Deeltoets: Dossier onderwijskunde 1b C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 n.v.t. Alle leertaken die deel uit maken van het dossier moeten voldoende worden afgesloten Code: VT Drama 1 Deeltoets: Vaardigheidstoets drama 1 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen - Presentatie: 55% van de te - Presentatie 20 1 behalen punten minuten. - Werkboek: 55% van de te - Werkboek: behalen punten 7 uur - Deelname lessen 55% van de - Deelname lessen: te behalen punten 20 uur Onderwijskunde: - Geerts, W., Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902509 - Wal, J. van der, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2011). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902554 - Reader onderwijskunde 1b (scholar) Drama: - Ed Nissink, 2009, Je bent sprekend je lichaam, p.66,67,68 (Scholar)
36
Ed Nissink, 2009, Je bent sprekend je lichaam, p.124 (Scholar) V. van Geel, 1997, Lichaamssignalen, hoofdstuk 2, p.17‐25 (Scholar) F. Haan, Leraar, boei of ga ten onder, 12 juni 2012, Volkskrant (Scholar) Besseling, 1999, Verhaaltechnieken (Status), hoofdstuk 10, p. 166‐168 (Scholar) - J. de Jong, 1998, Waar laat ik mijn handen, maandblad Psychologie (Scholar) - (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten. - Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van leertaken aan je competentieontwikkeling. - Drama omvat praktijkoefeningen rondom presentatievaardigheden tijdens werkcolleges met ondersteunende zelfstudieopdrachten. N.v.t. -
Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
37
Hoofdstuk 3 Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen Post Propedeutische fase Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Voltijd
38
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken
Ecologie 3 ‐ Biologie als wetenschap 2 ‐ Plant 2 ILS‐Bi638 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 2 Leerjaar 2, Semester 1, Periode 1 en 2 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Centrale beroepstaak BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie (Beroeps)Producten Ecologie 3: Dossier zoetwaterdidactiek met een watercanon, aangeleerde veldwerktechnieken en activerende veldwerkvormen rondom het zoet water; Water in de eigen omgeving. Zelf ontwikkeld veldwerk voor het VO; Veldwerkverslag NW Overijssel Biologie als wetenschap 2 (BaW2): Dossier practicum met daarin resultaten van een eigen onderzoek naar eigen ontwikkeld practicum. Plant 2: Tekeningen, practicumverslagen, presentatie Studiepunten, studielast 7,5 studiepunten (stp.), 210 studielasturen (les‐ en contacturen) Ecologie 3 – Aquatische ecologie 1 (2,5 stp) Theorie/werkcolleges: 28 uur (4 uur per week) Zelfstudietijd: 42 uur (6 uur per week) BaW 2 ‐ Practicum (2,5 stp) Theorie/werkcolleges: 28 uur contacttijd (4 uur per week) Zelfstudietijd: 42 uur (6 uur per week) Plant 2 ‐ Plantanatomie & fysiologie 1 (2,5 stp) Theorie/werkcolleges: 28 uur contacttijd (4 uur per week) Zelfstudietijd: 42 uur (6 uur per week) Samenhang met andere Deze OWE bevat onderdelen die behoren tot de leerlijn “ecologie”, de leerlijn onderwijseenheden “biologie in de wetenschap” en de leerlijn “plant” van het biologiecurriculum. In ecologie 3 worden de opgedane vakkennis en practicumvaardigheden van ecologie 1 uit de propedeuse, verder verdiept met focus op het aquatisch zoetwatermilieu. In ecologie 4 van leerjaar 3 ligt de focus op het zoutwatermilieu. Het onderdeel “Biologie in de wetenschap” onderzoek doen geeft een vervolg op de basis in de onderzoeksvaardigheden (uit de propedeuse) die in allerlei vakOWE’s in praktijksituatie toegepast kunnen gaan worden. De student gaat zich verder bekwamen op het gebied van onderzoek doen. Hierbij richt de student zich op vakdidactische aspecten. Inzicht verwerven in de vakdidactische inrichting van een leerarrangement is hierbij van basaal belang om dit arrangement beargumenteerd te kunnen gebruiken in de les. Hierbij zal de student een onderzoeksmatige en vakdidactische analyse en/of vergelijking van een leerarrangement uitvoeren. Het vak plant 2 borduurt voort op de biologische vakken die eerder in de propedeuse‐ en hoofdfase zijn aangeboden. Er wordt dieper ingegaan op de bouw en de fysiologie van de plant in relatie tot zijn omgeving (samenhang met ecologie) en hoe deze ontwikkeld zijn in evolutionair opzicht (samenhang met plantsystematiek & evolutie). Daarnaast wordt aandacht besteed aan hoe het concept plant op een zinvolle een aantrekkelijke manier besproken kan worden in een klas (samenhang met vakdidactiek 1). Bij de bespreking van de relatie tussen cellen, weefsels en organen wordt teruggekoppeld naar de kennis uit het vak Dier 1 en Dier 2. Ingangseisen en Deelname aan de werkcolleges en veldwerkactiviteiten is een verplicht onderdeel aanwezigheidsverplichti van de cursus. Wanneer de student zich vóór de werkcolleges/veldwerkactiviteit bij ng de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag dit onderdeel maximaal 2 maal
39
Algemene omschrijving
ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het werkcolleges/veldwerkactiviteit wel ingehaald worden, maar zal het bijbehorend practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 werkcolleges/veldwerkactiviteiten mist, zal dit onderdeel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. De OWE is onderdeel van de leerlijn ecologie, plant en biologie als wetenschap en is opgebouwd uit 3 onderdelen: Ecologie 3 – Aquatische ecologie 1: Deze module richt zich alleen op de ecologie van het zoete water en heeft als doel de student de belangrijkste begrippen en processen van de zoetwaterecologie te leren. Een belangrijk doel bij deze cursus is studenten vaardigheden en kennis aan te reiken waarmee ze in de beroepspraktijk van het VO of MBO invulling aan de ecologie van het zoete water kunnen geven op een enthousiasmerende manier. Opleidingsdidactiek; Aanleren van veldwerktechnieken rond het zoete water met flora en fauna kennis. Vanuit de eigen omgeving naar de brede omgeving . Toepassen van veldwerktechnieken in een ander landschap. Practicumvaardigheden; Studenten kunnen verschillende opdrachten /werkbladen formuleren voor een bepaalde klas aansluitend bij 1) een hoofdstuk van een lesmethode en 2) leeromgeving ‐ Analyse van een nieuwe omgeving naar geschiktheid van een bepaald gebied voor veldwerkonderzoek met leerlingen ‐ Zelf Zoekkaarten kunnen maken ‐ Zelf een eenvoudig veldwerkarrangement in NW Overijssel kunnen maken BaW 2 ‐ Practicum In deze module leert de student waartoe je practicum inzet, hoe je een goed practicum inzet en hoe je voor een ordelijk en veilig verloop van een praktijkles zorgt. De werkvorm practicum wordt nader belicht en de volgende aspecten worden hierin meegenomen: a. Didactiek van praktische opdrachten: practicum en demonstraties; activerende didactiek, oriëntatie op mogelijke practicumwerkvormen, ontwikkelen en evalueren van leerling‐opdrachten, beoordelen van praktische leerling‐ opdrachten, gebruik van concreet materiaal in de klas, b. Leer‐ en hulpmiddelen. Materialen en inrichting lokaal, veiligheid en ARBO‐ zaken, beheertechnieken, leermiddelenfirma's, gebruik en mogelijkheid van huis‐ tuin‐ en keukenmiddelen, kosten en begrotingen c. Vaardigheden: vakdidactisch onderzoek en verwerking, samenwerken, practicum kunnen opzetten; Plant 2 Deze module richt zich op de anatomie en fysiologie van de plant. De module, plant 2, bestaat uit een theoriedeel als onderdeel van de kennisbasis en een practicumdeel, waarbij de verbinding gelegd wordt met het onderdeel Biologie als wetenschap. Theorie: - anatomie van mono‐ en dicotyle planten - eisen voor het groeien van planten - transport van stoffen in planten op drie niveaus - popularisering van een actueel plantenonderwerp Praktijk: - (microscopische) anatomie van organen van de plant - Transport bij planten - Regulatie en werking van mechanismen onderdelen plant
40
Onderzoek doen naar eigen onderzoeksvraag en ontwerpen van een eigen practicum waarin planten een centrale rol spelen Domein Concept(en) A 1.6 – ecosystem ‐ Ecosysteem A 2.4 – ecosysteem ‐ Energiestroom A 2.5 – biosfeer ‐ Kringloop A 3.4 – organismen‐ interactie met ‐ Dynamiek (a)biotische factoren ‐ Evenwicht A 3.6 – voedselrelaties ‐ Duurzame ontwikkeling A 5.4 ‐ biodiversiteit ‐ Voedselrelaties A 1.3 – Cel ‐ Cel A 1.3 – Orgaansysteem ‐ Alle A 2.1 – cel ‐ Transport A 2.2 – Orgaansysteem ‐ Circulatie en gaswisseling A 2.3 – Organisme ‐ Fotosynthese A 2.4 – Ecosysteem ‐ Kringloop A 3.2 – Cel ‐ Celcommunicatie A 3.4 – Organisme ‐ Interactie met (a‐)biotische factoren B1.1 De leerling: Biologie leren b. Leren van biologische vaardigheden ‐ veldwerk d. Biologische en systeem denk‐ en werkwijzen B 1.4 De (fysieke) leeromgeving ‐ ecologisch denken b. Veldwerk ‐ materialen en technieken ‐ activiteiten ontwerpen buitengebied ‐ veiligheid B1.1 De leerling: Biologie leren ‐ Begripsontwikkeling en jargon ‐ Leren van biologische vaardigheden B1.2 Biologie lesgeven ‐ Organisatie van diverse biologie (practicum) lessen ‐ Praktijkonderzoek aan vakdidactisch handelen in de klas B1.3 Het biologiecurriculum ‐ Ontwikkelen van een practicum‐ en onderzoeksleerlijn B 1.4 De (fysieke) leeromgeving ‐ Theorielokaal/Practicumlokaal B1.1 De leerling: Biologie leren ‐ Begripsontwikkeling en jargon ‐ Leren van biologische vaardigheden B 1.4 De (fysieke) leeromgeving ‐ Practicum: materialen en technieken ‐ Eigen onderzoek opzetten 1. Interpersoonlijk competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen Dossier ‐ Aquatische ecologie 1 -
Kennisbasis VAK Ecologie 3
Plant 2
VAK‐ Ecologie 3 DIDACTIEK
BaW2
Plant 2
Competenties
Beoordelingscriteria
41
Tentaminering
Het dossier bestaat uit een: Kennistoets: De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Practicumverslag: De student verzamelt bewijs, in een eindverslag, voor de volgende eindtermen: kan de macro en microflora en fauna van het zoete water determineren. kan eenvoudig wateronderzoek en bepaling van de waterkwaliteit adh van micro en macro flora en fauna uitvoeren. kan een oeverzonering en vegetatie veranderingen langs verschillende watertypen in kaart brengen en daar een milieukwalificatie aan verbinden. kan de ecologie en habitats van een aantal karakteristieke moeras en zoetwaterplanten benoemen. kan de energie en voedselkringlopen van aquatische systemen beschrijven en aangeven welke ecologische relaties er zijn tussen de organismen. kan het belang en de werking van een waterzuivering uitleggen kan zelfstandig eenvoudig wateronderzoek doen in de eigen omgeving, kan waterproefjes en een zoetwateraquarium opzetten als didactisch instrument voor de lespraktijk. Deeltentamen: BaW2 – Practicum De student kan de werkvorm practicum vormgeven en uitvoeren. Het gemaakte product moet aantonen dat de student, op niveau 2, organisatorisch, vakinhoudelijk en didactisch competent is en dat hij/zij competent is in reflectie en ontwikkeling. De uitwerking van de competenties op de twee niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen Kennistoets Plant 2 De student beheerst de kennis van de domeinen bij plant 2 (zie boven) en bijbeho‐ rende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen Dossier Plant 2 De student toont in een dossier aan dat hij/zij: ‐ de relaties kan benoemen tussen vorm en functies van de weefsels en organen van planten vooral m.b.t. groei en ontwikkeling. ‐ de basisvaardigheden beheerst voor het werken met binoculair en microscoop evenals de bijbehorende tekenregels. ‐ plantenweefsels in microscopische preparaten kan herkennen en tekenen. ‐ diverse plantfysiologische practica op gestructureerde en natuurwetenschappelijke wijze kan uitvoeren ‐ een natuurwetenschappelijk verslag kan maken van de plantfysiologische proeven ‐ een plantpracticum kan ontwikkelen met duidelijke leerdoelen, beargumenteerde vakdidactische keuzes en waarin rekening gehouden wordt met voorkennis en niveau van de leerling ‐ kan reflecteren op eigen ontwikkelde les (zie competent in reflectie en ontwikkeling, niveau 2). Code DS Aqua Eco 1 Deeltentamen Dossier Ecologie 3 – Aquatische ecologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiode Weging C ≥ 5.5 2 1 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de te behalen punten 80 minuten Code: DS BAW2‐Pract Deeltentamen Dossier BaW2 – Practicum C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de te behalen punten nvt Code: KT Plant 2 Deeltentamen Kennistoets Plant 2
42
Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal
Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de te behalen punten 90 minuten Code: DS Plant 2 Deeltentamen Dossier Plant 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de te behalen punten Nvt Ecologie 3 – Aquatische ecologie 1 (Zoetwaterecologie) - Scheffer en Cuppen, Vijver, sloot en plas ISBN 9789052105437 - Reece, J.B. et. al. (2014). Biology –A global approach‐ (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐ ISBN‐13: 9781292008653. - Handleiding Aquatische ecologie 1 (zoet): opdrachten bij het bestuderen van de stof, practica en veldwerkopdrachten - Heukels flora van Nederland, R. v.d. Meijden, Wolters‐Noordhoff 2005 (23e druk. ISBN 13: 9789001583446 - Opdrachten en materiaal vanuit de opleiding (zie scholar) Plant 2 - ILS handleiding: plant 2 (zie scholar) - Reece, J.B. et. al. (2014). Biology –A global approach‐ (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐ ISBN‐13: 9781292008653. (Hoofdstukken: 35, 36, 37) - Reader practicumvaardigheden (zie scholar) Baw2 - Opdrachten en artikelen vanuit de opleiding (zie scholar) Ecologie 3 – Aquatische ecologie 1 (Zoetwaterecologie) ‐ Veldwerkgidsen van het zoete water Plant 2 - Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht - Artikelen gerelateerd aan plant Ecologie 3 – Aquatische ecologie 1 De cursus bestaat uit theorie‐ en practicumbijeenkomsten. De theoriebijeenkomsten behandelen de belangrijkste processen en begrippen uit de zoetwater aquatische ecologie De praktische opdrachten bestaan uit practica aansluitend bij de theorie en uit veldwerkopdrachten. De veldwerkopdrachten zijn gesitueerd rondom Nijmegen en behandelen een zo breed mogelijk spectrum aan aquatische systemen. Een dagexcursie naar het laagveengebied van NW‐ Overijssel laat het belang zien van water en de vorming van onze landschappen. BaW 2 – Practicum In deze module zullen zowel theoriebijeenkomsten als werkcolleges worden aangeboden. De theoriebijeenkomsten behandelen de inhoud, verschillende begrippen en de toepassing van de werkvorm practicum. Tijdens de theorie‐ en werkcolleges worden onderzoeksgegevens met betrekking tot het practicum uitgewerkt, gepresenteerd en nabesproken. De practische opdracht bestaat uit het ontwikkelen van een practicum leerarangement. Plant 2 De cursus zal uit hoor‐ werkcolleges en practicumbijeenkomsten bestaan. De hoorcolleges hebben als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhelderen. Tijdens de werkcolleges bespreken studenten met elkaar en de docent lastige concepten en bereiden een korte presentatie over een actueel
43
Maximum aantal deelnemers
plantonderwerp voor. In de practicumbijeenkomsten wordt de theorie in de praktijk gebracht, waarbij diverse plantfysiologische concepten verhelderd worden Niet van toepassing
44
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Dier 3 – Voortplanting 2 & Balans 2 ILS‐Bi642/2 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 2 Leerjaar 2, Semester 1 , Periode 1 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Drama opdracht , wetenschappelijk verslag, uitwerking kookopdracht, labrapportage, reflectie op gastles. 7,5 studiepunten, 210 studielasturen ‐ 60 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten, evt. excursie) ‐ 150 uur zelfstudie Deze onderwijseenheid is de derde uit de leerlijn Dier. Deze OWE gaat verder waar de OWE Dier 2 eindigde. Het genetische aspect van de voortplantings‐ biologie komt uitgebreid aan bod en hiermee wordt de voortplantings‐leerlijn afgerond. Binnen de balans‐leerlijn wordt ingegaan op de manieren waarop dieren onder andere hun energiehuishouding reguleren qua fysiologie en gedrag. Aansluitend op de gezondheidseducatie uit Dier 2 (seksuele en relationele vorming), wordt nu ingegaan op het belang van een gezond voedingspatroon. Binnen de OWE Dier 4 zal de balans‐leerlijn afgerond worden met immunologie. Deelname aan de (werk‐)colleges, gastles en excursie is verplicht. Wanneer meer dan één keer een bijeenkomst wordt gemist, volgt een onvoldoende dossierbeoordeling. De (eenmalige) afwezigheid dient voorafgaande aan de les, goed beargumenteerd, te worden aangegeven bij de docent. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onderstaande doelen: Balans 2 De student kan uitleggen hoe zelfs homeostase aan verandering onderhevig kan zijn (incl. ritmiek). De student kan beschrijven op welke manieren dieren hun temperatuur, waterbalans en energieverbruik (middels fysiologie en gedrag) reguleren (incl. torpor). De student kan verklaren waarom altruïstisch gedrag een goede investering van energie kan zijn in termen van evolutionaire fitness. De student kan toelichten dat voedselzoekgedrag een compromis is tussen de kosten en baten van dit gedrag. De student kan benoemen welke stoffen er nodig zijn in gezonde voeding en kent van een aantal vitaminen en mineralen de bron, functie en deficiëntiesymptomen. De student kan beschrijven hoe het hongergevoel wordt beïnvloed. De student kan de (hormonale) werking van de nier uitleggen. De student kan verschillend werkvormen inzetten om leerlingen zicht te geven op een/hun (gezond) eetpatroon. De student kan symptomen die horen bij eetstoornissen herkennen in de onderwijspraktijk. De student erkent het sociale belang van maaltijden. Voortplanting 2 (Genetica ) De student kent de verschillende fases van de celcyclus inclusief de subfases van de mitose en meiose De student kan de volgende typen genetische vraagstukken oplossen: monohybride kruisingen, dihybride kruisingen, X‐chromosomale overerving, gekoppelde overerving inclusief crossing over, extranucleaire overerving, populatiegenetica.
45
Kennis‐ bases
Vakkennis Voortplantings biologie II (Genetica )
De student kan bij de bovenstaande vraagstukken de juiste statistische berekeningen (kansberekening, Chi2 toets, Hardy Weinberg vergelijking) toepassen De student kan van minimaal twee verschillende erfelijke ziekten de effecten beschrijven op moleculaire t/m organisme niveau (jo‐jo strategie) De student kent de belangrijkste misconcepten van mitose en meiose en kent tenminste 3 verschillende werkvormen om deze misconcepten om te buigen
Tijdens Balans 2 wordt aan de onderdelen 1 (instrumentele vaardigheden) en 5 (Pedagogisch‐didactisch gebruik van ICT) van de leerlijn leren en lesgeven met ict gewerkt. Domein Concept(en) A 3.1 ‐ Molecuul A 4.3 ‐ Organisme A 5.1 ‐ Molecuul
‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Genexpressie Voortplanting Erfelijkheid Seksualiteit & relaties Mutatie Recombinatie
A 5.3 ‐ Populatie
‐ Genetische variatie
Vakkennis
A 2.3 ‐ Organisme
Balans II
A 2.2 ‐ Orgaansysteem
‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Vakdidactiek
Competenties
Beoordelingscriteria
Levenscyclus Homeostase Gezondheid Spijsvertering Uitscheiding
A 3.4 ‐ Organisme
‐ Gedrag
A 2.4 ‐ Ecosysteem
‐ Energiestroom
Aanpalende vakken
Concept(en)
Gezondheidszorg en welzijn
Alle concepten
B 1.1 – De leerling: biologie leren
‐ Verschillen tussen leerlingen (cultuur en religie) ‐ Biologische en systeem denk‐ en werkwijzen 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Voortplanting 2 De student beheerst de kennis van domeinen bij voortplanting 2 (zie boven) en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier voortplanting 2 1. Drama werkvorm Celcyclus: Mitose of Meiose De student heeft kennis van de verschillende fases van de celcyclus De studenten werken coherent samen om een drama groepspresentatie te geven over de celcyclus De verschillende fases van de celcyclus worden creatief en correct weergegeven 2. Presentatie vakdidactiek genetica De student (of groepje studenten) heeft kennis van de jojo strategie
46
Tentaminering
De posterpresentatie wordt organisatorisch goed uitgevoerd door de student De inhoud is biologisch correct, en heeft alle elementen van de jojostructuur in zich (o.a. alle organisatieniveaus, juiste volgorde van behandeling en koppeling van verschillende organisatieniveaus) Deeltentamen: Kennistoets Balans 2 De student beheerst de kennisonderdelen van balans 2 zoals aangegeven onder ‘algemene beschrijving’ (eerste zeven doelen). Deze staan ook beschreven in de aangegeven domeinen van de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier Balans 2 1. Gezondheidsrapport urine analyse (V/NV) De student kan aan de hand van zijn eigen urineanalyse bepalen of hij wat de onderzochte stoffen/factoren betreft (pH, glucose, eiwit, bloedelementen, jodide, sulfaat, chloride, calcium, fosfaat) gezond is. De student kan beschrijven wat er mis kan zijn in het lichaam wanneer de bovenstaande factoren niet binnen de ‘gezonde’ range vallen. 2. Presentatie kookopdracht (V/NV) De student kan een maaltijd organiseren waarbij medestudenten kennis maken met nieuwe eetgewoonten. De student kan als gastheer/vrouw een prettige sfeer creëren waarbinnen de gasten nieuwe ervaringen durven aangaan. De student kan aan de hand van de schijf van vijf evalueren of de door hem/haar verzorgde maaltijd ‘gezond’ is. 3. Reflectie op de gastles van Ixta Noa (V/NV) De student kan beschrijven wat de eetstoornissen anorexia, boulimia en BED inhouden. De student kan de symptomen die horen bij eetstoornissen herkennen in de onderwijspraktijk. De student kan een leerling doorverwijzen wanneer een leerling een eetstoornis vermoedt/erkent. De student kan beschrijven hoe de persoonlijke verhalen van ervaringsdeskundigen op het gebied van eetstoornissen hem hebben geraakt en maakt hierbij de koppeling naar eigen ervaringen. 4. Excursie In Balans (V/NV) De student is in staat om op een constructieve manier op te gaan in een verhalend ontwerp. Code: KT Voortplan Deeltentamen: Kennistoets voortplanting 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1, 2 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% goed is een voldoende 2 uur Code: DS Voortplant Deeltentamen: Dossier voortplanting 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1, 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende Nvt Code: KT Balans 2 Deeltentamen: Kennistoets balans 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1, 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 1 uur Code: DS Balans 2 Deeltentamen: Dossier Balans 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging V V 2 1 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen
47
1
Verplicht Onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal
Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
Per dossieronderdeel moet aan alle Nvt criteria worden voldaan. - ILS handleiding/onderwijsmateriaal: Dier 3 (zie scholar) - Reece J.B. et. al. (2014). Biology –A global approach‐ (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐13: 9781292008653. (Hoofdstukken: 32, 33, 34, 40, 41, 42, 44) - Knippels, M.C. et al.(2002) Heen en Weer op en Neer. Niche, 5‐9 - Snel, J. (2012). Voorstel voor doorlopende leerlijn ‘Hanteren van een gezond en duurzaam voedingspatroon’ voor 4 tot 18‐jarigen in primair, voortgezet en onderbouw middelbaar beroepsonderwijs. Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland. - Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht - Diverse artikelen zie link: http://www.ecent.nl/zoeken/search.do?queryString=genetica - Domis‐Hoos, M., Kapteijn M. en Boerwinkel, D.J. (2012). Genetica in beweging (1e druk). NVON. ISBN:978‐908797‐008‐6 - Knippels, M.C. et al.(2001) Betekenisvol Geneticaonderwijs: Een chromosomen practicum. Niche(5), 14‐17 - Reece, J.B., Taylor, M.R., Simon, E.J. & Dickey, J.L. (2011) Campbell Biology: Concepts & Connections with MasteringBiology® (7e druk). USA Pearson – ISBN13: 978‐0321696489 - Hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhelderen - Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij diverse fysiologische biologische concepten verhelderd worden - Werkcolleges: Vakinhoudelijke verheldering van de stof Vraagstukken genetica Werkvormen Oordeelsvorming Gastles Ixta Noa Presentaties Kookopdracht Diverse werkvormen gezondheidseducatie (o.a. energieberekeningen). - Excursie In Balans - Kookopdracht Niet van toepassing
48
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Cel 2 – Celfysiologie ILS‐Bi643/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd, hoofdfase Jaar 2, Semester 1, Periode 2 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Onderzoeksposter, onderzoeksverslagen van diverse proeven 7,5 studiepunten, 210 studielasturen ‐ 60 uur contacttijd (7,5 u per week, hoorcolleges, werkbijeenkomsten) ‐ 150 uur zelfstudie (18 uur per week) In de OWE Cel 2 staat de cel centraal, waarin de bouw, functie en interactie van de cel met de omgeving wordt behandeld. In Cel 1 zijn de verschillende organellen behandeld, en hier wordt de basis gelegd om fysiologische reacties, van deze organellen, op moleculair niveau te begrijpen. Deze processen kunnen gekoppeld worden naar verschijnselen (o.a. genetische afwijkingen of ziektes (zie ook OWE Dier 3)) op hogere organisatieniveaus, of bijvoorbeeld signaaltransductie bij planten (Plant 2). Tenslotte, deze OWE sluit nauw aan bij de OWE Cel 3 waarin de moleculaire genetische aspecten van de cel behandeld zullen worden. De theorielessen zijn facultatief. Deelname aan de werkcolleges en practica is een verplicht onderdeel van de cursus. Wanneer de student zich vóór de practicumles of werkcollege bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag dit onderdeel maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum/werkcollege wel ingehaald worden, maar zal het bijbehorend product (o.a. verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicum of werkcollege van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onderstaande doelen: Theorie: - De student kan beschrijven wat de structuurkenmerken van een cel zijn. - De student kent de verschillende celorganellen (bouw en functie en de interactie tussen de verschillende celorganellen). - De student kent de thermodynamische wetten en kan deze wetten koppelen aan de stofwisselingsprocessen binnen de cel/organisme - De student kent de naamgeving, globale bouw en functies van enzymen en de bijbehorende relevante biochemische parameters (Km, V max) - De student kan de verschillende mogelijke interacties tussen enzymen en remstoffen benoemen en het effect van deze remstoffen op de biochemische parameters van het enzym beschrijven. - De student kan de aërobe en anaërobe afbraak van biomoleculen globaal beschrijven inclusief de regulatie van deze afbraak. - De student kan de fotosynthese reacties (licht en donkerreacties) globaal beschrijven inclusief de regulatie van deze reacties. - De student kent verschillende plantentypen die op alternatieve manier aan koolstoffixatie (C4 en CAM) doen, de specifieke aanpassingen van deze planten benoemen en kan deze ontwikkeling in evolutionair perspectief plaatsen. - De student kan het algemene bouwschema en werking van een signaaltransductieketen beschrijven. - De student kan de belangrijkste aspecten van de verschillende fases van de signaaltransductieketen beschrijven. - De student kent de vier verschillende typen receptoren met bijbehorende specifieke signaaltransductieketen en de biologische relevantie van het bestaan van deze verschillende typen receptoren.
49
Kennis‐ bases
Vakinhoudelijk Cel 2
Vakdidactisch Cel 2
Competenties
Beoordelingscriteria
- De student kent de verschillende fases van de celcyclus en de moleculaire regulatie van dit proces. - De student kent de (moleculaire) verschillen tussen gezonde cellen en kankercellen. Practicum: - De student kan diverse celfysiologische practica uitvoeren en een natuurwetenschappelijk verslag van maken. - De student kan de verschillende instrumenten gebruiken die specifiek zijn voor celbiologie waaronder microscopie, chemische indicatoren, spectrofotometrie . - De student kan (ultra)microscopisch beeldmateriaal analyseren en interpreteren Vakdidactiek: De student beheerst specifieke didactische vaardigheden: - om abstract denken bij zichzelf of bij leerlingen aan te leren/bevorderen. (o.a. modellering, drama‐werkvormen, etc.) - ter bevordering van inzicht in horizontale en verticale samenhang van verschillende biologische concepten (jo‐jo strategie, systeembiologie) Domein Concept A 1.2 – Cel
‐ Cel
A 2.1 – Cel
A 2.3 – Organisme
- Transport - Metabolisme - Apoptose ‐ Fotosynthese
A 3.2 – Cel
‐ Communicatie
A 4.2 – Cel
‐ Celcyclus
Aanpalende vakken – Natuurkunde Domein
‐ Elektromagnetisch spectrum
B 1.1 Begripsont‐ wikkeling en jargon
Biologische begrippen omschrijven, schematisch plaatsen in hun onderlinge relaties en toepassen in verschillende contexten. Technisch‐instrumentele vaardigheden
Indicatoren
B 1.1 Leren van biologische vaardigheden 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s De uitwerking van de competenties op hoofdfaseniveau (niveau 2) staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Kennistoets Celfysiologie De student beheerst de kennis van de Cel 2 domeinen (zie boven) en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Dossier Celfysiologie Practicum‐ en onderzoekvaardigheden:
De verslagen worden beoordeeld op de volgende criteria: - De student kan een practicumverslag schrijven volgens de standaard natuurwetenschappelijke opbouw. - Bij tekeningen worden de standaard biologische tekenregels gebruikt als criterium - De student kan diverse plant of dier‐ celpreparaten maken - De student kan m.b.v. oculairmeter de grootte van celorganellen bepalen.
50
Tentaminering
Verplicht Onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal
Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers
- De student kan membraaneigenschappen aan de hand van experimenteel onderzoek beredeneren. - De student kan een enzym m.b.v. enzymkinetische experimenten biochemisch karakteriseren - De student kan de juiste theorie koppelen aan diverse uitgevoerde celfysiologische experimenten Code: KT Cel 2 Deeltentamen: Kennistoets Celfysiologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de totaal te behalen punten 2 uur Code: DS Cel 2 Deeltentamen: Dossier Celfysiologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de totaal te behalen punten Nvt - ILS handleiding: Cel 2 ‐ Celfysiologie (zie scholar) - Reece J.B. et. al. (2014). Biology –A global approach‐ (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐ ISBN‐13: 9781292008653. (Hoofdstukken: 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12) - Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht - Reece, J.B., Taylor, M.R., Simon, E.J. & Dickey, J.L. (2011) Campbell Biology: Concepts & Connections with MasteringBiology® (7e druk). USA Pearson – ISBN13: 978‐0321696489 - Hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhelderen en waarin vakdidactische aspecten aan de orde komen - Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij diverse celfysiologische biologische concepten verhelderd worden Niet van toepassing
51
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode
Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten
Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheids‐ verplichting
Algemene omschrijving
Leren lesgeven owk 2a ILS‐Bi620 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd hoofdfase Semester 1, periode 1 & 2 (voor een deel van de studenten vinden de lessen ‘spreken voor de klas’ plaats in semester 2) BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie In een beschrijving van het persoonlijk beroepsbeeld maakt de student duidelijk wat het beroep voor hem inhoudt, uit welke onderdelen of aspecten het beroep bestaat en welke waardering wordt toegekend aan deze verschillende aspecten. Het persoonlijk beroepsbeeld van een leraar is een dynamische verzameling van opvattingen en beelden van het leraarschap. Het breidt zich uit en wijzigt zich steeds. 7.5 studiepunten, 210 studielasturen Onderwijskunde: - Contacttijd onderwijskunde: 36 uur - Zelfstudie onderwijskunde: 55 uur - Leertaak onderwijskunde: 40 uur Drama: - Werkcolleges: 20 uur - Tentamen: 3 uur - Zelfstudie: 22 uur Spreken voor de klas: - Contacttijd: 20 uur - Zelfstudie: 14 uur Deze onderwijseenheid maakt deel uit van het programma onderwijskunde/drama /spreken voor de klas. De leerlijn is gebaseerd op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis. In jaar 1 maken ook de onderwijseenheden ‘oriëntatie op lesgeven’ en ‘oriëntatie op begeleiden’ deel uit van deze leerlijn. Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. Spreken voor de klas: Screening: deelname is verplicht om deel te mogen nemen aan het tentamen. Aanwezigheid lessen: omdat het hier gaat om praktische lessen waarbij interactie met medestudenten en docent van groot belang zijn geldt als ingangseis voor het tentamen een aanwezigheidsplicht. Wanneer je meer dan 2 lessen niet aanwezig bent (om welke reden dan ook) kun je niet deelnemen aan het tentamen. Om alsnog te kunnen voldoen aan de gestelde ingangseis dien je de gemiste lessen in te halen in een volgende onderwijsperiode. Neem hiervoor contact op met je docent. Dit semester zal in het teken staan van het verhelderen en expliciteren van het persoonlijk beroepsbeeld. De student maakt duidelijk wat het beroep voor hem inhoud, uit welke aspecten het beroep bestaat en welke waardering hij toekent aan deze verschillende aspecten. In periode 1 wordt er stil gestaan bij de praktische toepassing van de verschillende leertheorieën; behaviorisme, cognitivisme en het constructivisme. Ook wordt er stil gestaan bij de thema’s emotionele‐ en cognitieve ontwikkeling.
52
Kennis‐ bases
Generieke kennisbasis
Competenties
In periode 2 zal er vanuit actuele thema’s het beeld op het beroep verder worden geëxpliciteerd; burgerschap, onderwijs & ict, betekenisvol onderwijs, reflectief leren en samenwerkend‐ en zelfstandig leren worden behandeld. Hierbij werkt de student aan de volgende kwalificaties van de leerlijn leren en lesgeven met ict: - kwalificatie 1 instrumentele vaardigheden - kwalificatie 3 mediavaardigheid - kwalificatie 4 opleiden tot ict‐geletterde leerlingen Tevens zal in deze periode toegewerkt worden naar de stage die in periode 3 van start gaat, o.a. via het vormgeven van een leerwerkplan. Tijdens de lessen drama worden diverse dramawerkvormen aangeboden door de docent. Daarnaast worden werkvormen die door de student zijn ontworpen uitgevoerd. Ervarend verken je de mogelijkheden hoe je de dramawerkvormen in kan zetten voor je vak en voor mentoruren; welke werkvormen zijn geschikt en hoe begeleid je dat. Tijdens lessen ‘spreken voor de klas’ komen kennis en vaardigheden met betrekking tot professioneel spreekgedrag aan de orde. Domein Subdomein 1.1 Het concept ‘leren’ 1: Leren in diverse contexten 1.2 Visies op leren 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 leerlingkenmerken 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent 4. Ontwikkeling van de adolescent 6. Professionele docenten 6.1 Professionele ontwikkeling 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 7. Nederlands onderwijssysteem 7.1 Nederlands onderwijsstelsel 7.2 Onderwijsconcepten 9. Diversiteit en onderwijs 9.2 Burgerschapsvorming 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding.
Beoordelingscriteria
Deeltentamen: Kennistoets leren lesgeven onderwijskunde 2a De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis (m.u.v. domein 6.1) op het niveau van onthouden/ kennis, het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen uit het thema ‘wat is leren?’ centraal. Deeltentamen: Leertaak persoonlijk beroepsbeeld onderwijskunde 2a De student kan het beeld dat hij heeft gevormd van de soort leraar die hij wil zijn beschrijven a.d.h.v. (minimaal) 8 van de 14 aangeboden thema’s. De student kan formuleren welke pedagogische en didactische keuzes hij gaat maken ten aanzien van werkplekleren 2A. Hij kan hierin ideeën voor observaties verwoorden waarin hij de opgedane theoretische kennis kan vertalen naar de praktijk.
53
Tentaminering
Deeltentamen: Vaardigheidstoets Drama 2 De student laat door middel van een individuele presentatie, dramawerkvormen en een werkboek een professionele docenthouding zien; de student zet dramawerk‐ vormen in bij activerende didactiek en in zijn begeleidingsvaardigheden. De student laat door middel van digital storytelling zien verteltechnieken te beheersen. De student heeft voldaan aan 100% aanwezigheidsplicht. Deeltentamen: Vaardigheidstoets spreken voor de klas De student laat zien en horen dat hij: 1. zich bewust is van het eigen spreekgedrag; 2. de verschillende aspecten van het spreekgedrag, zoals behandeld in de lessen, kan toepassen. Deeltentamen: Kennistoets leren lesgeven onderwijskunde Code: KT Leren lesg 2a C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 2 en 3 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen n.v.t. 1.5 uur 65% van het totale aantal punten is voldoende Code: LT prs berbld Deeltentamen: Leertaak persoonlijk beroepsbeeld C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen Bij alle beoordelingen in “V” is 1 N.v.t. het cijfer een 5.5 per “+”cijfer met 0,22 verhoogd & Per “‐“ cijfer met 0,22 verlaagd Code: VT drama 2 Deeltentamen: Vaardigheidstoets drama 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen Individuele presentatie: 5,5. Individuele 1 55% van de te behalen presentatie ca. punten 3‐ 5 minuten, - Dramawerkvorm als - Dramawerkvorm lesonderdeel ontwerpen en als lesonderdeel uitvoeren: 5,5. 55% van de te ontwerpen en behalen punten uitvoeren: duur - Werkboek en deelname oefening 10 minuten lessen: 5,5. 55% van de te behalen punten Code: VT Spreken Deeltentamen: Vaardigheidstoets spreken voor de klas C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging 3 V voldaan 2 Periode 1‐4 N.v.t. Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen De toets is voldoende wanneer je 1 1,5 uur voor alle criteria minimaal een 3 van de 5 scoort.
3
Afhankelijk van wanneer de lessen ‘spreken voor de klas’ geroosterd worden
54
Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
Onderwijskunde - Veen T. van der., Wal, J. van de (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789001809249 - Wal, J. van der, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2011). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902554 - Korthagen, F., & Lagerwerf, b., (2014). Een leraar van klasse. Een goede docent worden en blijven. (4e druk). Den Haag: Boom Lemma. ISBN: 9789462363823 - Slooter, M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS. ISBN: 9789065086167 - Reader onderwijskunde 2a (scholar) Drama: artikelen op scholar. Spreken voor de klas: Reader “Spreken voor de klas (scholar) Onderwijskunde - Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046903001 - (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten. - Drama omvat praktijkoefeningen rondom presentatievaardigheden tijdens werkcolleges met ondersteunende zelfstudieopdrachten. - Spreken voor de klas omvat oefeningen betreffende het eigen spreken, zowel klassikaal als in kleine groepjes N.v.t.
55
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten
Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichtin g Algemene omschrijving
Kennis‐ bases
Generieke kennisbasis
Leren begeleiden owk2b ILS‐Bi623 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd hoofdfase Semester 2, periode 3 en 4 BT 2 Begeleiden van lerenden BT 2 Begeleiden van lerenden Leertaak ‘Een positief leef‐ en leerklimaat’ De student beschrijft in de leertaak ‘Een positief leef‐ en leerklimaat’ wat hij concreet met de inhoud van de bijeenkomsten denkt te kunnen en te gaan doen tijdens de stage. Voor deze leertaak maakt hij ook een filmopname van zichzelf zodat hij zijn gedragingen om een positief leef‐ en leerklimaat te organiseren, kan analyseren. Deze leertaak verandert weer zijn persoonlijk beroepsbeeld dat in de eerste helft van het jaar expliciet gemaakt is. 7.5 studiepunten, 210 studielasturen Onderwijskunde: - Werkplekleren inclusief leertaak ‘Leef‐ en werkklimaat’ 128 uur - Contacttijd 36 uur - Zelfstudie 46 uur Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de generieke leerlijn. De leerlijn is gebaseerd op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis. De onderwijseenheden ‘oriëntatie op lesgeven’, ‘oriëntatie op begeleiden’ en ‘leren lesgeven’ maken ook deel uit van deze leerlijn. Een leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 2A. Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. In dit semester zal er speciaal aandacht zijn voor het klassenmanagement. Vanuit de volgende 5 rollen van de leraar die helpen bij effectief lerarengedrag; de rol van (1) gastheer, (2) presentator, (3) didacticus, (4) pedagoog en (5) afsluiter. We starten in periode 3 met de invloed die de leraar op het leefklimaat heeft. Hoe creëert de docent een goed leefklimaat? Welke kennis, vaardigheden en houding zijn nodig om dit te verkrijgen? Hoe kijkt de student tegen ‘orde houden’ aan? De rol van gastheer is hierbij erg van belang. De leraar als gastheer verwelkomt de leerlingen bij binnenkomst en maakt bewust contact met hen. Het gaat hierbij om de interpersoonlijke competentie; het gaat met name om de relationele boodschappen in de communicatie. In periode 3 wordt met name gekeken naar de communicatie in een klas vanuit interpersoonlijk en pedagogisch perspectief. In periode 4 bekijken we het leef‐ en leerklimaat vanuit pedagogisch en didactisch perspectief. Over het omgaan met verschillen op klasniveau stellen we ons vragen als: Wat is passend onderwijs? Wat zijn leerling behoeften? Wat is differentiatie en situationeel begeleiden? De student is aan het eind van dit semester bewust welke belemmerende overtuigingen hij heeft die de ontwikkeling van de 5 rollen in de weg kunnen staan. Domein
Subdomein
1: Leren in diverse contexten 2: Didactiek en leren
1.4 Leerling‐kenmerken 2.5 Begeleiden van leerprocessen
3: Communicatie, interactie en groepsdynamica
3.1 3.2 3.3 6.1 6.4
6: Professionele docenten
Mentale modellen van communicatie Gespreksvoering Groepsdynamica Professionele ontwikkeling Onderwijsvisie en –ethiek
56
7: Nederlands onderwijssysteem 8: Pedagogische kwaliteit
9: Diversiteit en onderwijs Competenties
Beoordelingscriteria
Tentaminering
7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur 8.1 Pedagogische driehoek 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek 8.3 Verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwing
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets leren begeleiden De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis (m.u.v. domein 6.1) op het niveau van onthouden/ kennis, het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen uit het thema ‘leef‐ en leerklimaat’ centraal. Deeltentamen: Eindbeoordeling WPL2A De student laat in zijn handelen bij wpl 2A zien dat hij op de zeven competenties op niveau 2 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond. Deeltentamen: Leertaak positief leef‐ en leerklimaat De student laat zien dat hij op basis van literatuur: ‐ leerdoelen voor de stage kan formuleren in het kader van een positief leef‐ en leerklimaat; ‐ de thema’s die tijdens de onderwijskundebijeenkomsten aan bod komen (op het gebied van de interpersoonlijke, didactische, pedagogische en organisatorische competentie) kan uitvoeren in eenvoudige praktijksituaties; ‐ kan reflecteren op zijn filmfragment. Code: KT leren beg Deeltentamen: Kennistoets leren begeleiden C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 1.5 uur 65% van het totale aantal punten is voldoende Code: Eind beo wpl2A Deeltentamen: Eindbeoordeling WPL2A C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 6,0 2 Periode 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 of 2 1.5 uur Alle knock‐out criteria minimaal voldoende aangetoond Code: Lt pos L&L Deeltentamen: Leertaak positief leef‐ en leerklimaat C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging
57
C 5,5 Aantal examinatoren 1
Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal
Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers
2 Periode 4 Voorlopige cesuur Alle beoordelingscriteria zijn met minimaal een voldoende beoordeeld.
1 Duur tentamen n.v.t.
Onderwijskunde - Geerts, W., Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902509 - Korthagen, F., & Lagerwerf, B. (2014). Een leraar van klasse. Een goede docent worden en blijven. (4e druk). Den Haag: Boom Lemma. ISBN: 9789462363823 - Slooter, M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS. ISBN: 9789065086167 - Reader onderwijskunde 2b (scholar) - Teitler, P. (2013). Lessen in orde; handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Coutinho. - Marzano, R. & Miedema, W. (2008). Leren in vijf dimensies. Assen: Van Gorcum. ISBN 13: 9789023241294 - (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten. - Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van de leertaak aan je competentieontwikkeling. N.v.t.
58
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Kennis‐ bases
Vakdidactiek
Vakdidactiek 2 ILS‐Bi644/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 2 Leerjaar 2, Semester 2, Periode 3 en 4 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie ‐ lesvoorbereiding practicum ‐ lesevaluaties & reflectie 7,5 studiepunten (stp), 210 studielasturen - 28 uur contacttijd (werkcolleges) - 54 uur zelfstudie - 128 uur werkplekleren De OWE vakdidactiek maakt deel uit van de leerlijn vakdidactiek van de lerarenopleiding biologie. In deze OWE wordt voortgeborduurd op datgene wat geleerd is bij de OWE vakdidactiek 1 (leerjaar 1) en bereidt voor op de OWE Vakdidactiek 3 (leerjaar 3). Onderdeel van deze OWE is ook (een deel van) het werkplekleren waar de vakdidactiek in praktijk wordt gebracht. Inzichten met betrekking tot practicumdidactiek, opgedaan tijdens de OWE Biologie als wetenschap 2, worden tijdens deze OWE toegepast. Deelname aan de werkcolleges is een verplicht onderdeel van de OWE. De student mag maximaal 2 bijeenkomsten missen, mits hij/zij zich vóór de betreffende werkcolleges bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden. Wanneer een student meer dan 3 werkcolleges mist, wordt een onvoldoende voor het dossier vakdidactiek geadministreerd. Alle werkcolleges zullen dan in een volgend collegejaar opnieuw gevolgd moeten worden. Onderdeel van deze OWE is het werkplekleren waar studenten onder andere biologielessen geven. Tijdens dit werkplekleren worden inzichten met betrekking tot practicumdidactiek, opgedaan tijdens de OWE Biologie als wetenschap 2, in praktijk gebracht. Ter ondersteuning van het vakdidactisch handelen tijdens het werkplekleren nu en in de toekomst wordt tijdens de werkcolleges in subgroepen gewerkt aan de volgende vakdidactische thema’s: preconcepten, activerende didactiek, toetsing, samenwerkend leren, ICT en oriëntatie op het MBO. Het is aan de subgroepen zelf om te bepalen welk aspect van deze thema’s wordt verdiept en naar welk product wordt toegewerkt. Ondersteunende literatuur wordt aangeboden. Daarnaast wordt aan de hand van diverse casus de toepassing van het biologisch didactisch model geoefend. Er wordt ingezoomd op het formuleren van operationele doelen van diverse aard en vanuit verschillende perspectieven, het kiezen van effectieve werkvormen en het evalueren van de doelen. Het Directe Instructie Model van Ebbens vormt hierbij de leidraad om structuur aan te brengen in de lessen van de studenten. Door het uitvoeren en vastleggen van de leertaak ‘Twee lessen om trots op te zijn’ laten studenten zien dat ze doordacht hun lessen vormgeven en op deze lessen kunnen reflecteren. Om tijdens het werkplekleren tot effectieve werkvormen te komen wordt tevens een leerstofanalyse en ‐verdieping uitgevoerd waarbij de cyclus voor praktijkonderzoek wordt doorlopen. De onderzoeksvraag die daarbij centraal staat luidt: Welke werkvormen wil ik inzetten bij thema X om leerlingen de belangrijkste leerdoelen te laten behalen? In deze OWE wordt aan de onderdelen 1 (instrumentele vaardigheden) en 5 (Pedagogisch‐didactisch gebruik van ICT) van de leerlijn leren en lesgeven met ict gewerkt. Domein Indicatoren B1.1. De leerling: biologie leren
a. Begripsontwikkeling en jargon b. Leren van biologische vaardigheden
59
B1.2. De docent: biologie lesgeven
B1.3. Het schoolvak B1.4 De (fysieke) omgeving
Generieke kennisbasis
Competenties
Beoordelingscriteria
B1.5. Toetsen en evaluatie in het schoolvak biologie B1.6. Professionele ontwikkeling van een biologiedocent Domein
c. Verschillen tussen leerlingen d. Didactische werkvormen en media e. Organisatie van de diverse biologie onderwijsleeractiviteiten a. Het curriculum d. Verder studeren c. Gebruik van publieke faciliteiten ten behoeve van biologieonderwijs a. Weten wat getoetst kan worden a. Vak‐ en vakdidactische kennis Subdomein
2. Didactiek en leren
2.1. Model didactische analyse (a,c,d,e) 2.2. Leerdoelen en instructiemodellen (a,b,c,d,e,g,h,i) 2.3. Vormgeving van leerprocessen (a,b,f) 2.4. Selectie en ontwerp van leermiddelen (b) 2.5. Begeleiden van leerprocessen (b) 2.6. Evaluatie en toetsing (a) 6. Professionele docenten 6.2 Praktijkonderzoek 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de niveau 2 staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Dossier vakdidactiek 2 biologie - Er is binnen 6 thema’s gewerkt aan producten die voldoen aan de volgende criteria: - Het (proces naar het) product leverde een bijdrage aan het werkplekleren van de student. - Het (proces naar het) product is onderbouwd vanuit (vak)didactische literatuur. - De student heeft bij het werken aan de thema’s het volgende laten zien: De student is bereid en in staat buiten zijn comfortzone te treden. De student is bereid en in staat medestudenten te motiveren. Deeltentamen: Leertaak practicum (evaluatieformulier en poster) - De student geeft op het evaluatieformulier sprekende voorbeelden die zijn arcering ondersteunen/verduidelijken. - De op het evaluatieformulier gearceerde onderdelen en de gegeven voorbeelden zijn in lijn met wat op de poster wordt getoond. - Het doel van het practicum is helder en eenduidig geformuleerd. - Het geformuleerde doel sluit naadloos aan op de typering van het practicum. - De instructie is volledig (wat, hoe, hulp, tijd, uitkomst, klaar, waarom). - De evaluatie is gericht op het leerling doel en is gebaseerd op observaties en indien van toepassing leerling materiaal. - De gouden regels komen voort uit de evaluatie en grondige reflectie op eigen handelen. - Bij de evaluatie en reflectie wordt blijk gegeven van een positieve maar kritische houding. Voorwaarden om tot inhoudelijke beoordeling over te gaan zijn: de poster bevat niet meer dan 5 taalfouten, is netjes verzorgd/overzichtelijk en bevat de in de opdracht (zie HAN Scholar) geformuleerde onderdelen.
60
Tentaminering
Verplicht Onderwijsmateriaal
Deeltentamen: Leertaak Leerstofanalyse (verslag) - De student kan een thema samenvatten in een concept‐ of mindmap. - De student boort gericht diverse typen inhoudelijk deskundige bronnen aan. - De student verzamelt zijn informatie op een doelmatige en planmatige manier. - De student kan uit informatie die hij verzamelt de voor zijn vraag relevante onderdelen selecteren en overzichtelijk weergeven. - De student legt verbanden en benoemt discrepanties tussen informatie uit verschillende bronnen. - De student baseert zijn conclusie op zijn resultaten. - De student brengt zijn (ontwikkelende) vakdidactische visie onder woorden. - De student geeft zijn bronnen volgens de APA richtlijnen Voorwaarden om tot inhoudelijke beoordeling over te gaan zijn: het verslag bevat niet meer dan 3 taalfouten per bladzijde, is netjes verzorgd/overzichtelijk en bevat de in de opdracht (zie HAN Scholar) geformuleerde onderdelen. Deeltentamen: Twee lessen om trots op te zijn (lesvoorbereiding en reflectie) - De student bereidt zijn lessen grondig voor. - De student kiest werkvormen die aansluiten op helder geformuleerde leerling‐ doelen. - De student geeft zijn les structuur (organisatie en planning). - De student reflecteert op een succesvol aspect van zijn les en doorloopt daarbij alle stappen van het reflectiemodel van Korthagen grondig. - De student kan aangeven welke theoretische inzichten hij bewust of onbewust heeft ingezet. Voorwaarden om tot inhoudelijke beoordeling over te gaan zijn: de uitwerking bevat niet meer dan 3 taalfouten per bladzijde, is netjes verzorgd/overzichtelijk en bevat de in de opdracht (zie HAN Scholar) geformuleerde onderdelen. Het leerling materiaal is vrij van taalfouten. Code: DS Vakdid 2 Deeltentamen: Dossier vakdidactiek 2 biologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging V V 2 3, 4 1x Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 Alle criteria voldoende N.v.t. Code: LT Practicum Deeltentamen: Leertaak practicum (evaluatieformulier en poster) C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 4 1x Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55% van de te behalen punten N.v.t. Code: LT Leerstof Deeltentamen: Leertaak ‘leerstofanalyse’ (verslag) C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3, 4 1x Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55% van de te behalen punten N.v.t. Code: LT Deeltentamen: Leertaak ‘twee lessen om trots op te zijn TweeLessen ‘ (lesvoorbereiding en reflectie) C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3, 4 1x Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 55% van de te behalen punten N.v.t. - Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren. Groningen: Noordhoff Uitgevers. - Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum. Uitgeverij Coutinho
61
- Donk, C. van der & Lanen, B. van (2009). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. - Berg, E. van den en Buning, J.(1994). Practicum, leren ze er wat? NVOX, 19(6), 245‐249
Aanbevolen onderwijsmateriaal
Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
Aanvullend verplicht materiaal wordt in de studiewijzer opgenomen en/of op HAN Scholar geplaatst. - Hoogeveen, P. & Winkels, J. (2009) Het didactische werkvormenboek. (8e druk). Assen: Van Gorkum. Aanvullend aanbevolen materiaal wordt in de studiewijzer opgenomen en/of op HAN Scholar geplaatst. Werkplekleren, incl. de uitvoer van leertaken. Werkcolleges waarin onder andere casus worden besproken, (deel)lessen worden ontworpen en gegeven en onderwijsmateriaal wordt ontwikkeld op basis van (vak)didactische literatuur. Dit deels klassikaal docentgestuurd en deels in subgroepen studentgestuurd. Niet van toepassing.
62
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Cel 3 – Microbiologie & Moleculaire genetica ILS‐Bi621/1 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd, hoofdfase Leerjaar 2, Semester 2, Periode 3 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid in het vak Biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid in het vak Biologie Onderzoekspresentatie, onderzoeksverslagen van diverse proeven 7,5 studiepunten, 210 studielasturen ‐ 60 uur contacttijd (7,5 u per week, practica, hoorcolleges, werkbijeenkomsten) ‐ 150 uur zelfstudie (18 uur per week) In de OWE cel 3 staat onder andere de microbiologie centraal, waarin de bouw, fysiologie en voortplanting van de prokaryoten wordt behandeld. Naast de microbiologie worden ook de moleculair genetische aspecten (replicatie, transcriptie, translatie, regulatie van eiwitexpressie) van de cel behandeld. Deze OWE is een vervolg van OWE Cel 2 (celfysiologie). De theorielessen zijn facultatief. Deelname aan de werkcolleges en practica is een verplicht onderdeel van de cursus. Wanneer de student zich vóór de practicumles of werkcollege bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag dit onderdeel maximaal 2 maal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum/werkcollege wel ingehaald worden, maar zal het bijbehorend product (o.a. verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 practica mist, zal het practicum of werkcollege van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onderstaande doelen: Theorie: MICROBIOLOGIE De student kan aangeven wat kenmerken van prokaryoten zijn De student kan beschrijven hoe genetische diversiteit binnen de prokaryoten gewaarborgd blijft. De student kan aangeven welke aanpassingen op het gebied van voeding en metabolisme tijdens de evolutie binnen de prokaryoten ontstaan zijn. De student kan beredeneren wat de bijdrage van prokaryoten aan ecologische systemen zijn De student moet kunnen beschrijven wat het algemene bouwplan van virussen is. De student kan uitleggen hoe een virus zich vermenigvuldigd De student kan toelichten welke invloed virussen, prionen en viroïden invloed hebben op planten en dieren. MOLECULAIRE GENETICA De student kan uitleggen hoe een DNA‐molecuul is opgebouwd De student kan alle enzymen, betrokken bij de replicatie, benoemen en toelichten wat de functie van deze enzymen is. De student kan de relatie tussen genen en eiwitten toelichten De student kan de basisprincipes van de eiwitsynthese uit leggen. De student kan tenminste 3 voorbeelden van mutaties noemen. De student kan uitleggen hoe gereguleerd wordt hoe genen (prokaryoot en eukaryoot) tot uitdrukking komen. De student kan de verschillende technieken binnen de biotechnologie uitleggen. Practicum: - De student kan diverse microbiologische en moleculair genetische practica uitvoeren en een natuurwetenschappelijk verslag van maken.
63
Kennis‐ bases
Vakinhoudelijk Cel 3
Vakdidactisch Cel 3
Competenties
Beoordelingscriteria
- De student kan verschillende instrumenten gebruiken die specifiek zijn voor microbiologie & moleculaire genetica waaronder microscopie, gel elektroforese, PCR, micropipet, DNA isolatie. Vakdidactiek: De student beheerst specifieke didactische vaardigheden: - om abstract denken bij zichzelf of bij leerlingen aan te leren/bevorderen. (o.a. - ter bevordering van inzicht in horizontale en verticale samenhang van verschillende biologische concepten Domein Concept A 1.1‐ Molecuul A 3.1 ‐ Molecuul A 4.1 ‐ Molecuul A 5.1 – Molecuul Domein B 1.1 Begripsont‐ wikkeling en jargon
‐ DNA (alle deelconcepten) - Genexpressie (alle deelconcepten) ‐ DNA replicatie (alle deelconcepten) ‐ Mutatie ‐ Recombinatie – epigenetische mechanismen Indicatoren Biologische begrippen omschrijven, schematisch plaatsen in hun onderlinge relaties en toepassen in verschillende contexten. Technisch‐instrumentele vaardigheden
B 1.1 Leren van bio‐ logische vaardigheden 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 5. Competent in samenwerken met collega’s De uitwerking van de competenties op hoofdfaseniveau (niveau 2) staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Microbiologie & Moleculaire genetica Kennistoets: Kennis op het eindniveau van de kennisbasis biologie. Per meerkeuzevraag is één antwoord goed, tenzij anders is aangegeven. De antwoorden op de open vragen worden beoordeeld op de aanwezigheid van vooraf geformuleerde essentiële aspecten. Naast de kennistoets wordt ook beoordeeld in hoeverre studenten de leerstof kunnen overbrengen op hun medestudenten. Deze vakdidactische opdracht wordt beoordeeld op de volgende criteria: - De student kan verschillende werkvormen gebruiken bij de bespreking van een Campbell hoofdstuk of een microbiologisch experiment - De student neemt de leiding bij de bespreking van de theorie - De student beheerst de theorie waarover hij/zij toelichting geeft aan de medestudenten - De student gaat actief na of iedereen de theorie begrijpt en neemt adequaat actie als dit niet het geval is Deeltentamen: Dossier Microbiologie - De practicumverslagen worden beoordeeld op de volgende criteria: - De student kan micro‐organismen typeren/ op naam brengen m.b.v. gramkleuringen of een API test. - De student kan een logboek maken ter voorbereiding van de experimenten - De student kan het aantal micro‐organismen (bacteriën en fagen) bepalen m.b.v. verdunningsreeksen, diverse uitplaattechnieken en juiste berekeningen. - De student kan een reincultuur maken vanuit een mengsel van bacteriën. - De student kan de juiste theorie koppelen aan de verschillende uitgevoerde microbiologische experimenten - De student kan een practicumverslag schrijven volgens de standaard natuurwetenschappelijke opbouw (zie ook OWE BaW1). - De student kan een verslag van een microbiologische proef omzetten in een “flipping the classroom” filmpje.
64
Tentaminering
Verplicht Onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
Deeltentamen: Dossier Moleculaire Genetica - De student kan m.b.v. diverse moleculair biologische technieken een recombinant micro‐organisme maken dat het groen fluorescerend eiwit tot expressie brengt. - De student kan een logboek maken ter voorbereiding en verwerking van de experimenten - De student kan de juiste theorie koppelen aan de verschillende uitgevoerde moleculair genetische experimenten - De student kan een practicumverslag schrijven volgens de standaard natuurwetenschappelijke opbouw (zie ook OWE BaW1). Deeltentamen: Kennistoets Microbiologie & moleculaire Code :KT Cel 3 genetica C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de totaal te behalen punten 2 uur Code: DS Microbi Deeltentamen: Dossier Microbiologie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de totaal te behalen punten N.v.t. Code: DS Molecgen Deeltentamen: Dossier Moleculaire genetica C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 3 en 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de totaal te behalen punten N.v.t. - ILS handleiding: Cel 3 – Theoriehandleiding: microbiologie & moelculaire genetica (zie scholar) - ILS handleiding: Cel 3 – Practicumhandleiding: microbiologie & moelculaire genetica (zie scholar) - Reece, J.B. et. al. (2014). Biology –A global approach‐ (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐ ISBN‐13: 9781292008653. - Ong . (2010). A play of protein synthesis in the classroom. The American Biology Teacher vol. 72, no. 9, p. 564‐566. ‐ Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht - Hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhelderen - Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij diverse microbiologische en moleculaire biologische concepten verhelderd worden - Vakdidactiekbijeenkomsten waarin de student kan aantonen dat hij vakdidactisch bekwaam is in de microbiologie/moleculaire genetica - ICT: “Flipping the classroom” filmpje maken Niet van toepassing
65
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Dier 4 – Bouw en Functie 2 & Balans 3 ILS‐Bi645 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 2 Leerjaar 2, semester 2, periode 4 BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Immunologieopdracht 7,5 studiepunten, 210 studielasturen ‐ 59 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten, excursie) ‐ 151 uur zelfstudie Deze onderwijseenheid is de vierde en laatste uit de leerlijn ‘Dier’. Deze OWE gaat verder waar OWE Dier 3 eindigde. Het onderdeel ‘Bouw en functie’ richt zich met name op de aansturing van het bewegingsapparaat en het gedrag van dieren. Het onderdeel ‘balans’ gaat over de immunologische processen van dieren. OWE Dier 4 zal de leerlijn Dier afsluiten. Deelname aan de (werk‐)colleges is niet verplicht, met uitzondering van de bijeenkomsten geëxpliciteerd in de studiewijzer. Deelname aan de practica is wel verplicht. Afwezigheid is voor de verplichte bijeenkomsten maximaal 1 keer (hoorcolleges) of 2 keer (practica) geoorloofd indien een student zich vooraf (tenminste 1 uur voor aanvang van de les) met een goed beargumenteerde reden zich bij de docent heeft afgemeld. Wanneer aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, zal de student voor de opdracht (thema van die bijeenkomst) het cijfer 1 krijgen. Student komt vervolgens in beide gevallen (afgemeld met goede reden of niet afgemeld) binnen 3 werkdagen met een voorstel voor een vervangende opdracht. De thema’s besproken tijdens deze OWE zijn gericht op het behalen van onderstaande doelen: ‐ De student kan een demonstratiepracticum uitvoeren voorzien van een stapsgewijze uitleg op uitdagend leerling niveau. ‐ De student kan theoretische kennis kort en krachtig samenvatten aan de hand van een afbeelding. ‐ De student kan aan de hand van tekeningen, modellen en afbeeldingen de bouw van het zenuwstelsel op orgaan‐, weefsel‐ en celniveau duidelijk maken (hersenen, ruggenmerg, zenuwen). ‐ De student kan de werking van zintuigen en het zenuwstelsel toelichten aan de hand van kennis over membraanpotentialen, actiepotentialen, impulsgeleiding en synapsen. ‐ De student kan een beeld schetsen van de ontwikkeling van de hersenen in de embryologie en evolutie. ‐ De student kan aan de hand van tekeningen de aansturing, bouw en werking van spieren uitleggen. ‐ De student kan aan de hand van schematische tekeningen de hefboomwerking van spieren en gewrichten uitleggen en hier eenvoudige berekeningen op loslaten. ‐ De student kan met behulp van eenvoudige tekeningen de werking van een reflex uitleggen. ‐ De student kan eenvoudig ethologisch onderzoek opzetten, uitvoeren, analyseren en presenteren (o.a. ethogram, protocol). ‐ De student kan leerling practica beoordelen op bruikbaarheid voor mijn eigen lespraktijk.
66
‐
Kennis‐ bases
Vakkennis / vakdidactiek Dier 4
Competenties
Beoordelingscriteria
Tentaminering
De student kan met behulp van schema’s en afbeeldingen beschrijven hoe het aangeboren en verworven immuunsysteem de mens beschermt tegen bacteriën, virussen en andere pathogenen. ‐ De student kan uitleggen hoe het immuunsysteem transfusie‐ en transplantatiemogelijkheden beperkt. Domein Concept(en) A 1.3 ‐ orgaansysteem A 2.2 – Orgaansysteem
‐ Vorm, opbouw en functie van orgaanstelsel voor afweer en regeling ‐ Stevigheid en beweging ‐ Afweer
A 3.2 ‐ Cel
‐ Celcommunicatie (zenuwcellen)
A 3.3 ‐ Orgaansysteem
‐ Zintuig en zenuwstelsel
A 3.4 – Organisme
‐ Gedrag
Aanpalende vakken
Concept(en)
Gezondheidszorg en welzijn
Alle concepten
3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s De uitwerking van de competenties op hoofdfaseniveau (niveau 2) staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Dier 4 De student beheerst de kennis van bovengenoemde dier 4 domeinen (zie boven) en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Deeltentamen: Dossier Dier 4 Immunologieopdracht (balans 3, telt 1x mee) ‐ De student kan met behulp van schema’s en afbeeldingen beschrijven hoe het aangeboren en verworven immuunsysteem de mens beschermt tegen bacteriën, virussen en andere pathogenen. ‐ De student kan in eigen woorden een toelichting maken bij een schematisch overzicht van het immuunsysteem. Als voorwaarde voor de beoordeling geldt dat het verslag netjes verzorgd en goed leesbaar moet zijn. Ook mogen er niet meer dan 3 spelling/taalfouten per bladzijde in staan. Als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan dan wordt het verslag niet nagekeken en vervalt de 1e kans op beoordeling. Dossier (Bouw en Functie 2) met practica waarbij de student : - Een onderzoekbare gedragsvraag kan stellen - Een gedragsprotocol maken - Een objectief ethogram maken - Zijn onderzoeksresultaten helder kan samenvatten - Een juiste conclusie kan trekken op basis van de getoonde resultaten - Een correct onderzoeksverslag schrijven volgens de stappen van de natuurwetenschappelijke methode Code: KT Dier 4 Deeltentamen: Kennistoets Dier 4 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 4, 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% goed is een voldoende 120 minuten Code: DS Dier 4 Deeltentamen: Dossier Dier 4 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 4, 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% goed is een voldoende 12 uur
67
Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
- ILS handleiding/onderwijsmateriaal: Dier 4 (zie scholar) - Reece, J.B. et. al. (2014). Biology –A global approach‐ (10e druk). USA, Pearson, ISBN‐ ISBN‐13: 9781292008653. (Hoofdstukken: 32, 33, 34, 40, 41, 42, 43, 44) ‐ Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht - Hoorcolleges: met als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhelderen - Practicumbijeenkomsten: theorie in de praktijk, waarbij diverse fysiologische biologische concepten verhelderd worden - Werkcolleges: uitleg door studenten (toelichten cruciale afbeeldingen Campbell - Internationalisering: vergelijking donorschap internationaal. Niet van toepassing
68
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten
Baw3 (Evolutie) – Ecologie 4 & Plant 3 ILS‐Bi648 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 3 Semester 1, Periode 1 BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid Ecologie 4: Zelf ontwikkeld veldwerk voor het VO; Veldwerkverslag NW Overijssel BaW3 ‐ Evolutie: een zelf ontworpen presentatie waarin een biologisch concept in evolutionair perspectief is uitgewerkt. Plant 3: verslagen practicum Studiepunten, studielast 7,5 studiepunten (stp.) ‐ 210 studielasturen (les‐ en contacturen) Ecologie 4 – Aquatische ecologie 2 (zoetwater) (2,5 stp) Theorie/werkcolleges: 12 uur Practicum: 12 uur Zelfstudietijd: 46 uur BaW3 ‐ Evolutie (3,0 stp.) Theorie/werkcolleges: 21 uur contacttijd (3 uur per week) Zelfstudietijd: 54 uur (9uur per week) Plant 3 (2,0 stp.) Theorie/werkcolleges: 18 uur (3 uur per week) Zelfstudietijd: 38 uur ( 6 uur per week) Samenhang met andere Aquatische ecologie 4 sluit aan bij het propedeusevak ecologie, waarin de onderwijseenheden ecologische basisbegrippen en practicumvaardigheden zijn behandeld. Deze OWE is specifiek gericht op het aquatische milieu en is verdeelt in 2 blokken (jaar 2 en 3) zout en zoetwater. In 2015‐2016 staat zoetwaterecologie centraal. In BaW3 (Evolutie) staat evolutie centraal en dit concept sluit eigenlijk bij alle OWE’s aan. In elk ‘Campbell Biology’ hoofdstuk worden allerlei biologische concepten in evolutionair perspectief geplaatst. In deze OWE ligt de nadruk vooral op inzicht verkrijgen van de verschillende evolutionaire processen. Plant 3 borduurt voort op de biologische vakken die eerder in de propedeuse‐ en hoofdfase zijn aangeboden. Er wordt dieper ingegaan op de voortplanting en de fysiologie (plantenhormonen) van de plant in relatie tot zijn omgeving (samenhang met ecologie) en hoe deze ontwikkeld zijn in evolutionair opzicht (samenhang met plantsystematiek & evolutie). Daarnaast wordt aandacht besteed aan groei, morfogenese en celdifferentiatie bij de plant. Ook wordt aandacht besteed aan hoe het concept plant op een zinvolle een aantrekkelijke manier besproken kan worden in een klas (samenhang met vakdidactiek 1 en 2). Daarnaast wordt ook onderzoek naar plantontwikkelingen (bv. modificatie: biologie in de 21e eeuw) aan de orde gesteld. Bij de bespreking van de relatie tussen cellen, weefsels en organen wordt teruggekoppeld naar de kennis uit het vak Dier 1 en Dier 2. Ingangseisen en Deelname aan de werkcolleges is een verplicht onderdeel van de cursus. aanwezigheidsverplichting Wanneer de student zich vóór de practicumles bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag het practicum maximaal éénmaal ingehaald worden. Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag het practicum wel ingehaald worden, maar zal het practicum(verslag) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan één practica mist, zal het practicumonderdeel van de OWE in een volgend schooljaar opnieuw gedaan moeten worden. Algemene omschrijving Ecologie 4 – aquatische ecologie 2 Deze module richt zich alleen op de ecologie van het zoete water en heeft als doel de student de belangrijkste begrippen en processen van de
69
Kennis‐ Vakkennis bases Ecologie 4 ‐ Aquatische Ecologie 2
zoetwaterecologie te leren. Een belangrijk doel bij deze cursus is studenten vaardigheden en kennis aan te reiken waarmee ze in de beroepspraktijk van het VO of MBO invulling aan de ecologie van het zoete water kunnen geven op een enthousiasmerende manier. Opleidingsdidactiek; aanleren van veldwerktechnieken rond het zoete water met flora en fauna kennis. Vanuit de eigen omgeving naar de brede omgeving . Toepassen van veldwerktechnieken in een ander landschap. Practicumvaardigheden; Studenten kunnen verschillende opdrachten/werkbladen formuleren voor een bepaalde klas aansluitend bij 1) een hoofdstuk van een lesmethode en 2) leeromgeving - Analyse van een nieuwe omgeving naar geschiktheid van een bepaald gebied voor veldwerkonderzoek met leerlingen - Zelf Zoekkaarten kunnen maken - Zelf een eenvoudig veldwerkarrangement in NW Overijssel kunnen maken BaW3 ‐ Evolutie Een heel interessant thema binnen de biologie en tegelijkertijd een hoogst controversieel onderwerp voor de meer religieus ingestelde mensen. Bij de biologie opleidingen wordt Biology van Campbell gebruikt en in elk Campbell hoofdstuk wordt wel de ontwikkeling van cel‐organisme‐populatie in de tijd besproken waarbij de opeenvolging van nieuwe structuren/systemen logisch lijkt. Op celniveau: o.a. de endosymbiosetheorie, op organismeniveau, bouw en functie van de organen en op populatieniveau: symbiose, camouflage etc. We bestuderen evolutie dus op verschillende organisatieniveaus en onderzoeken welke processen hierbij een rol spelen. Ook vakdidactisch verdiepen we in dit onderwerp, wat zijn veel voorkomende misconcepten? En hoe ga je om met leerlingverschillen? Plant 3 Deze module richt zich op de fysiologie van de plant. De cursus bestaat uit een theoriedeel als onderdeel van de kennisbasis en een practicumdeel, waarbij de verbinding gelegd wordt met het onderdeel Biologie als wetenschap. Theorie: - Groei, morfogenese en celdifferentiatie bij de plant - Geslachtelijk en ongeslachtelijke voortplanting bij planten - De bouw, vorming, ontwikkeling en functie van gameten en van de zygote - De levenscyclus van de plant waaronder de mitose en meiose - Technieken die ingrijpen in de reproductie en levenscyclus van de plant - Productie van specifieke hormonen op het functioneren van de plant Praktijk: - Voortplanting bij planten - Regulatie en werking van planthormonen op de plant - Onderzoek doen naar een eigen geformuleerde onderzoeksvraag - Concept‐contextonderwijs Domein Concept(en) A 1.6 – ecosysteem
‐ Ecosysteem
A 2.4 – ecosysteem
‐ ‐ ‐ ‐
A 2.5 – biosfeer
‐ Duurzame ontwikkeling
A 3.4 – organisme
- organismen‐ interactie met (a)biotische factoren ‐ Gedrag
Energiestroom Kringloop Dynamiek Evenwicht
70
BaW3 ‐ Evolutie Plant 3
Competenties
Beoordelingscriteria
A 3.6 – ecosysteem
- Voedselrelaties
A 5.4 – biosfeer Geheel domein A5
- Biodiversiteit - Alle concepten ‐ Alle ‐ Homeostase ‐ Kringloop ‐ Celcommunicatie ‐ Hormoonhuishouding ‐ Interactie met (a‐)biotische factoren ‐ Voortplanting
A 1.3 – Orgaansysteem A 2.3 – Organisme A 2.4 – Ecosysteem A 3.2 – Cel A 3.3 – Orgaansysteem A 3.4 – Organisme A 4.3 – Organisme B1.1 De leerling: Biologie leren B 1.4 De (fysieke) leeromgeving
‐ Begripsontwikkeling en jargon ‐ Leren van biologische vaardigheden ‐ Practicum: materialen en technieken ‐ Eigen onderzoek opzetten 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Dossier Aquatische ecologie 2 Het dossier bestaat uit een: Kennistoets: De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Practicumverslag: De student verzamelt bewijs, in een eindverslag, voor de volgende eindtermen: kan de macro en microflora en fauna van het zoete water determineren. kan eenvoudig wateronderzoek en bepaling van de waterkwaliteit aan de hand van micro en macro flora en fauna uitvoeren. kan een oeverzonering en vegetatie veranderingen langs verschillende watertypen in kaart brengen en daar een milieukwalificatie aan verbinden. kan de ecologie en habitats van een aantal karakteristieke moeras en zoetwaterplanten benoemen. kan de energie en voedselkringlopen van aquatische systemen beschrijven en aangeven welke ecologische relaties er zijn tussen de organismen. kan het belang en de werking van een waterzuivering uitleggen kan zelfstandig eenvoudig wateronderzoek doen in de eigen omgeving kan waterproefjes en een zoetwateraquarium opzetten als didactisch instrument voor de lespraktijk. Deeltentamen: Dossier BaW3 ‐ Evolutie Het dossier bestaat uit een: Kennistoets (2x): De student beheerst de kennis van op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis (domein A5). Vakpresentatie: De evolutionaire ontwikkeling van gespecialiseerde organen (b.v. lichtperceptie, gehoor, bloedsomloop, etc.) ‐ de student heeft zich vakinhoudelijk verdiept (Campbell niveau) in het onderwerp
71
Tentaminering
Verplicht onderwijsmateriaal
‐ de student heeft de juiste chronologische evolutionaire ontwikkeling uitgewerkt van een bepaald celorganel/orgaan/orgaanstelsel ‐ de student heeft de uitgewerkte kennis didactisch verwerkt in een ppt, prezi of smartboard presentatie Deeltentamen: Dossier Plant 3 Het dossier bestaat uit een: Kennistoets: De student beheerst de kennis van bovengenoemde domeinen en bijbehorende concepten op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Practicumdossier: De student toont in een dossier aan dat hij/zij: - een verband kan leggen tussen de groei, morfogenese en celdifferentiatie bij de plant en de (a)biotische factoren - de verschillen tussen geslachtelijk en ongeslachtelijke voortplanting bij planten kan aangeven ‐ de bouw, vorming, ontwikkeling en functie van gameten en van de zygote kan beschrijven ‐ de levenscyclus van de plant waaronder de mitose en de meiose begrijpt ‐ kan bediscussiëren dat het ingrijpen in de reproductie en levenscyclus van de plant geen waardevrije techniek is ‐ Het verband kan leggen tussen de productie van specifieke hormonen en het functioneren van de plant ‐ de basisvaardigheden beheerst voor het werken met binoculair en microscoop evenals de bijbehorende tekenregels ‐ diverse plantfysiologische practica op gestructureerde en natuurwetenschappelijke wijze kan uitvoeren ‐ een natuurwetenschappelijk verslag kan maken van de plantfysiologische proeven ‐ een plantpracticum kan ontwikkelen met duidelijke leerdoelen, beargumenteerde vakdidactische keuzes en waarin rekening gehouden wordt met voorkennis en niveau van de leerling ‐ kan reflecteren op eigen ontwikkelde les (zie competent in reflectie en ontwikkeling, niveau 2). Code: DS Aquatisch Deeltentamen: Dossier BaW3 ‐ Evolutie C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55 % van de punten Nvt Code:BAW 3 Deeltentamen: Dossier Aquatische ecologie 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 1 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de antwoorden goed Nvt Code Plant 3 Deeltentamen: Dossier Plant 3 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 5.5 2 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 55% van de antwoorden goed 80 minuten BaW3 ‐ Evolutie (3,0EC) - Reece, J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glossary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908 Diverse bionieuwsartikelen.
72
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
Ecologie 4 – Aquatische ecologie 2 (Zoetwaterecologie) (2,5 EC) - Reece, J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glossary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908 Scheffer en Cuppen, Vijver, sloot en plas ISBN 9789052105437 Handleiding Aquatische ecologie 1 (zoet): opdrachten bij het bestuderen van de stof, practica en veldwerkopdrachten Heukels flora van Nederland, R. v.d. Meijden, Wolters‐Noordhoff 2005 (23e druk). ISBN 13: 9789001583446 Plant 3 (2,0 EC) - ILS handleiding: plant (zie scholar) - Reece, J.B. et al. (2011). Campbell Biology met MasteringBiology & Dutch Glossary. (9e druk). USA, Pearson ‐ ISBN13: 9781780164908 - Reader practicumvaardigheden en diverse plant en onderwijs artikelen (zie scholar) ‐ Veldwerkgidsen van het zoete water ‐ www.ecent.nl (zoekterm evolutie) Ecologie 4 ‐ Aquatische ecologie 2 De cursus bestaat uit theorie‐ en practicumbijeenkomsten. De theoriebijeenkomsten behandelen de belangrijkste processen en begrippen uit de zoetwater aquatische ecologie De praktische opdrachten bestaan uit practica aansluitend bij de theorie en uit veldwerkopdrachten. De veldwerkopdrachten zijn gesitueerd rondom Nijmegen en behandelen een zo breed mogelijk spectrum aan aquatische systemen. Een dagexcursie naar het laagveengebied van NW Overijssel laat het belang zien van water en de vorming van onze landschappen. BaW3 ‐ Evolutie De cursus bestaat uit theorie‐ en werkcolleges. In de theoriebijeenkomsten worden de belangrijkste concepten uit de evolutie behandeld. In de werkcolleges wordt ingegaan op de onderzoekscomponent van de evolutie en op de verwerkingsopdrachten van de theorie. In de praktische opdracht wordt de verschillende evolutionaire stadia van bepaalde organen / orgaanstelsels onderzocht en gepresenteerd. Plant 3 De cursus zal uit hoor‐ werkcolleges en practicumbijeenkomsten bestaan. De hoorcolleges hebben als doel de ingewikkelde gedeelten van de leerstof te verhelderen. Tijdens de werkcolleges bespreken studenten met elkaar en de docent lastige concepten. In de practicumbijeenkomsten wordt de theorie in de praktijk gebracht, waarbij diverse plantfysiologische concepten verhelderd worden. Niet van toepassing
73
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken
Centrale beroepstaak
(Beroeps)Producten
Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
Integraal handelen in de beroepspraktijk 2 ILS‐Bi637 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 3 Leerjaar 3, Periode 1 en 2 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie Portfolio (incl. video‐opnames en reflecties) De drie leertaken die verplicht zijn voor owk: een miniles over leer‐ en gedragsproblemen, een plan van aanpak voor de klas als groep, peerfeedback met betrekking tot gespreksvaardigheden. 22,5 studiepunten, 630 studielasturen 42 uur contacttijd onderwijskunde 24 uur contacttijd vakdidactiek 308 uur zelfstudie (inclusief leertaken) 256 uur werkplekleren Deze onderwijseenheid maakt deel uit van zowel de leerlijn onderwijskunde als de vakdidactische lijn en de leerlijn onderzoek. ‐ Een voldoende beoordeling voor werkplekleren 2A is een voorwaarde voor deelname aan de bijeenkomsten voor OWK in periode 1 en 2. ‐ Een leerwerkplan is een voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 2B. ‐ Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. In deze onderwijseenheid staat het integraal handelen en een aantal domeinen uit de generieke kennisbasis centraal. Een deel daarvan wordt verzorgd door de onderwijskundigen en een deel door de vakdidactici. In deze onderwijseenheid werk je ook aan je onderzoeksvaardigheden en aan kwalificatie 1 (instrumentele vaardigheden) van de leerlijn leren en lesgeven met ict.
Het leerwerkplan is aangestuurd in de laatste lessen van periode vier, jaar 2. Dit wordt nog aangevuld met het onderdeel visie van de school, hier wordt in de eerste lessen aandacht aan besteed.
In de lessen onderwijskunde staan 3 thema’s centraal: klassenmanagement, het omgaan met verschillen (o.a. zorgleerlingen en culturele diversiteit) en de school op mesoniveau. Binnen deze thema’s is specifieke aandacht voor (interculturele) gespreksvoering, groepsprocessen, onderwijsvisie, de omgang met ethiek en ethische dilemma’s en professionele verantwoordelijkheid, waarbij het mbo‐veld nadrukkelijk de aandacht krijgt.
Tijdens de instituutsdagen is er nadrukkelijk aandacht voor het leren van elkaar tijdens begeleide intervisiebijeenkomsten. De student werkt tijdens deze onderwijseenheid aan zijn professionele beroepshouding. Deze wordt gekenmerkt door aspecten als het houden aan afspraken, op tijd komen, voorbereiden van de lessen, het tonen van (proactieve) inzet, het effectief samenwerken met medestudenten waaronder het geven van adequate (peer)feedback, de gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en op effectieve communicatie, verantwoordelijkheidszin, organisatievermogen, beslissingsvermogen en de bereidheid tot het voortdurend en zelfstandig leren van praktijkervaringen.
74
Kennis‐ bases
Vakdidactiek
Voor het vakdidactisch gedeelte staan de volgende thema’s centraal: - Vormgeven aan complexe vormen van activerend / samenwerkend leren, inclusief huiswerkdidactiek - Vormgeven aan zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren - Ontwerpen en hanteren van vormen van toetsing en evaluatie - Ontwerpen van een didactisch verantwoorde lessenserie, c.q. reeks onderwijsactiviteiten - ICT - Concept‐context onderwijs Daarnaast wordt aandacht geschonken aan natuur‐ en milieu‐educatie (NME) waarin de volgende thema’s aan bod komen: - De relatie tussen de mens en de natuur en het concept van duurzame ontwikkeling. - Milieukundige en natuur & milieu educatieve aspecten in relatie met de lespraktijk. - NME als vakoverstijgende educatie met eigenheid aan doelen en werkvormen o.a. bewustwordingsprocessen en gedragbeinvloeding. - Natuurbeleving en natuureducatie binnen NME Tijdens de instituutsdagen in periode 1 en 2 is er nadrukkelijk aandacht voor het leren van elkaar tijdens begeleide intervisiebijeenkomsten. De student werkt tijdens deze onderwijseenheid aan zijn professionele beroepshouding. Deze wordt gekenmerkt door aspecten als het houden aan afspraken, het tonen van inzet, het effectief samenwerken met medestudenten waaronder het geven van adequate (peer)feedback, de gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en op effectieve communicatie, verantwoordelijkheidszin, organisatievermogen, beslissingsvermogen en de bereidheid tot het voortdurend en zelfstandig leren van praktijkervaringen. Onderzoek doen: De student gaat zich verder bekwamen op het gebied van onderzoek doen. Hierbij richt de student zich op vakdidactische aspecten. Inzicht verwerven in de vakdidactische inrichting van een leerarrangement is hierbij van basaal belang om dit arrangement beargumenteerd te kunnen gebruiken in de les. Hierbij zal de student een onderzoeksmatige en vakdidactische analyse en/of vergelijking van een leerarrangement uitvoeren. Tijdens de instituutsdag zal ook het systematisch reflecteren (volgens reflectiemodel van Korthagen) en intervisie worden aangeleerd. Het toepassen, gebruiken en verwijzen naar relevante literatuur is hierbij een belangrijk aspect. Ter voorbereiding van op de hoofdfase assessment leerjaar 3 wordt de ontwikkelportfolio vormgegeven. Domein Concept(en) B1.1. De leerling: biologie leren
B 1.2 ‐ Biologie lesgeven
B 1.3 ‐ Het schoolvak
B 1.4 ‐ De (fysieke) leeromgeving
Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Verschillen tussen leerlinge vorm‐ en functie denken Didactische werkvormen en media Organisatie van de diverse biologie lessen Lesmateriaal ontwikkelen Centrale concepten Concept‐context benadering Ontwikkelen van een practicum‐ en een onderzoeksleerlijn Theorielokaal / Practicumlokaal
75
B 1.5 ‐ Toetsen en evaluatie in de school vak biologie
Generieke kennisbasis
B 1.6 ‐ Professionele ontwikkeling van een biologie docent Domein 1. Leren in diverse contexten
2. Didactiek en leren
3. Communicatie, interactie en groepsdynamica 5. Leerlingen met speciale behoeften
6. Professionele docent
7. Nederlands onderwijssysteem 8. Pedagogisch klimaat
9. Diversiteit en onderwijs
Competenties
Beoordelingscriteria
Veldwerk Gebruik van publieke faciliteiten ten behoeve van biologieonderwijs Weten wat getoetst kan worden Maken en afnemen van toetsen Analyse van toetsen Vak‐ en vakdidactische kennis Subdomein 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 Leerling‐kenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocessen 2.4 selectie en ontwerp van leermiddelen. 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 5.1 Leerlingbegeleiding in de school 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? 5.3 leerproblemen 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur 8.1 Pedagogische driehoek 8.3 Verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 8.4 de pedagogiek van het (v)mbo 9.1 Onderwijskansen 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwing
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 2 Bij de integrale toetsing onderdeel portfoliobeoordeling worden studenten getoetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoeren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau. De student heeft alle verplichte bewijsstukken zoals beschreven in de handleiding integrale toetsing in zijn portfolio opgenomen.
76
Integrale toetsing
De student bewijst met zijn verantwoordingsverslag en opgenomen bewijsstukken (en eventueel het gesprek) de competenties en dublindescriptoren (professionele standaard) op het niveau ‘eindfasebekwaam’ zoals beschreven in ‘de ruggengraat van de lerarenopleiding’ te beheersen. De beoordelingscriteria zijn in rubrics uitgewerkt in het beoordelingsformulier voor de portfoliobeoordeling integrale handelen niveau 2. Deeltoets: Eindbeoordeling WPL 2B De student laat in zijn handelen bij wpl 2B zien dat hij op de zeven competenties op niveau 2 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐ out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond. Deeltoets: Dossier Leertaken onderwijskunde Het dossier bestaat uit drie deeltaken. Er wordt een miniles gegeven op het gebied van gedrags‐ en leerproblemen. De tweede taak bestaat uit het maken van een plan van aanpak ter verbetering van het leef‐ en of werkklimaat van de groep. De derde taak bestaat uit het vergaren en verwerken van peerfeedback op het gebied van gespreksvaardigheden. In leerjaar 3 wordt de student, afhankelijk van het subdomein, met name beoordeeld op het niveau van het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige en complexe situaties. Deeltentamen: Leertaak lessenserie (onderzoeksleertaak) Voor vakdidactiek zijn de beoordelingscriteria afgeleid van de landelijke kennisbasis vakdidactiek. De student laat zien dat hij/zij biologisch didactisch model als kapstok gebruikt bij een zelf ontwikkeld leerarrangement. Op een onderzoeksmatige wijze zal de student een leerarrangement ontwikkelen en uitvoeren. De student maakt hiervoor een vakdidactische analyse en/of vergelijking. Daarnaast vergaart en verwerkt de student de (peer) feedback op het gebied van de ontwikkeling van de lessenserie. ‐ Het gemaakte product moet aantonen dat de student, op niveau 2, organisatorisch, vakinhoudelijk en didactisch competent is en dat hij/zij competent is in reflectie en ontwikkeling. De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: NME De student kan doelgericht gebruik maken van NME thema’s in het onderwijs om waardeverheldering te bewerkstellingen en om natuur‐ en milieuverantwoord handelen mogelijk te maken. De student laat zien dat hij natuur‐ en milieu educatie kan implementeren in zijn eigen beroepspraktijk. Daarvoor ontwikkelt de student producten voor en/of neemt hij deel aan natuur‐ en milieu educatie. Daarnaast vergaart en verwerkt de student de (peer) feedback op het gebied van de toepassing van natuur‐ en milieu educatie in zijn beroepspraktijk. De gemaakte producten moeten aantonen dat de student, op niveau 2, organisatorisch, vakinhoudelijk en didactisch competent is en dat hij/zij competent is in reflectie en ontwikkeling. De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Code: PF beo WPL2B Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 2 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 2, 3 en 4 3 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 N.v.t. Voldaan aan de ontvankelijkheidseisen en knock‐ out criteria, alle competenties minstens voldoende aangetoond.
77
Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal
Code Eindbeo WPL2B Deeltoets: Eindbeoordeling wpl2B C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 6,0 2 Periode 2 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen Alle knock‐out criteria minimaal 1 of 2 N.v.t. voldoende aangetoond Code: LT OWK Deeltoets: Dossier leertaken onderwijskunde C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 2 en 3 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 N.v.t. Alle beoordelingscriteria van de afzonderlijke deeltaken zijn met minimaal een voldoende beoordeeld. Code: LT Lesserie Deeltentamen: Leertaak Lessenserie (onderzoeksleertaak) C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5.5 2 2 en 3 2 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 80 % van de te behalen N.v.t. beoordelingscriteria. Code: Dossier NME Deeltentamen: Dossier NME C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging 2 V 2 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 Alle beoordelingscriteria van de N.v.t. afzonderlijke deeltaken zijn met minimaal een voldoende beoordeeld. Onderwijskunde: - Geerts, W., Kralingen, R. van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902509 - Konig, A. (2008). In gesprek met de leerling. Houten: EPN. ISBN 13: 9789040200328; in readervorm aangeboden. - Teitler, P. (2009/2013). Lessen in orde. Bussum: Coutinho. ISBN 9789046901236 - Wal, J. van de, Wilde, J. de & Mooij, I. de (2006). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. ISBN 13: 9789046900161. - Nauta, P., Giesing, M. (2006). Leerlingen met een specifieke hulpvraag. Uitgeverij: Nauta en Giesing. ISBN: 90‐810460‐1‐2 - Nunez, C. Nunez, R. & Popma, L. (2010). Interculturele communicatie. Assen: Van Gorcum. - Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN10: 9046903001 - Uitgereikte artikelen tijdens de instituutsdagen - Reader en verplichte artikelen van jaar 1 en 2 Vakdidactiek ‐ Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN 13: 9789001307523 ‐ Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2005). Samenwerkend leren. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN 13: 9789001307493 ‐ Artikelen vanuit de opleiding (zie scholar) Onderwijskunde: - Bakker, M., Mijland, I. (2009). Handboek voor positieve groepsvorming. Esch: Quirijn. ISBN: 978‐90‐79596‐07‐2
78
Bakker‐de Jong, M., Mijland, I. (2009). Handboek voor elke mentor. Esch: Quirijn. ISBN: 90‐808555‐3‐7 - Bijkerk, L. & Heide, W. van der. (2006). Het gaat steeds beter! Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9031347337 - Fiddelaers‐Jaspers, R. & Ruigrok, J. (2012). Leraar in hart en nieren. Heeze: In de Wolken. ISBN 978‐90‐77179‐12‐3 - Geerlings, T. & Veen, T. van der. (2010). Lesgeven en zelfstandig leren. (14e druk). Assen: Van Gorkum. ISBN 13: 9789023231295 - Gielis, P., Konig, A. & Lap, J. (1996) Begeleiden van de groep. Houten: EPN. ISBN 13: 9789040200311 - Good, T. L., Brophy, J. E., (2007). Looking in Classrooms (10th Edition). Pearson Education.ISBN13 9780205496785 [Paperback]. - Hajer, M. (2007). Open ogen in de kleurrijke klas. Bussum: Coutinho. ISBN‐13: 9789046900406 - Luijtjes, M., Zeeuw‐Jans, I de. (2011). Ontwikkeling in de groep. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902493 - Wijsman, E. (2008). Psychologie en Sociologie, basiscursus. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN 978‐90‐01‐76375‐6 Vakdidactiek ‐ Donk, C. van der & Lanen, B. van (2009). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN: 978‐90‐469‐0162‐5 ‐ Hoogeveen, P. & Winkels, J. (2009) Het didactische werkvormenboek. (8e druk). Assen: Van Gorkum. ISBN 13: 9789023240679 ‐ Heide, W. van der, Bijkerk, L. van der (2006). Het gaat steeds beter. Activerende werkvormen voor de opleidingspraktijk. Bohn Stafleu Van Loghum. De ondersteunende onderwijsactiviteiten tijdens de instituutsdag in het kader van wpl2B worden vormgegeven door de onderwijskundigen en de vakdidactici en bestaan o.a. uit werkcolleges, zelfstudieopdrachten en begeleide intervisie. Werkplekleren 2B omvat per week 2 stagedagen van elk 8 uur en een instituutsdag. Niet van toepassing -
Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
79
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten
Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Biologie als wetenschap 4 & Vakdidactiek 4 ILS‐Bi638/2 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten voltijd hoofdfase leerjaar 4 Leerjaar 4, Semester 1 en 2, Periode 1 t/m 4 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak biologie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid 5. Ontwikkelen van vakdeskundigheid Vakdidactiek 4: Lessenserie (in combinatie met OWE Integraal handelen in de beroepspraktijk 3) BaW4: Fotoreportage & Inspiratiecollege ISA: Diverse producten 15 studiepunten (stp) 420 studielasturen (32 uur contacttijd, 388 uur zelfstudie) waaronder: - (Voorbereiding) Bijeenkomsten Biologie als Wetenschap - Excursies BaW - Collegiale consultatie - (Voorbereiding) Bijeenkomsten Vakdidactiek - ISA (5 stp) Met deze OWE worden de leerlijnen Biologie als Wetenschap en Vakdidactiek Biologie afgerond. In het onderdeel vakdidactiek wordt met name de lessenserie die onderdeel uitmaakt van de OWE Integraal handelen in de beroepspraktijk 4 voorbereid. Theoretische‐ en praktijkkennis, opgedaan tijdens eerdere vakdidactiek OWE wordt hierbij ingezet. Speciale aandacht wordt besteed aan ‘betekenis geven’. In het onderdeel Biologie als Wetenschap wordt voortgeborduurd op het thema onderzoek in het biologische domein, zoals dit aan bod is gekomen in eerdere OWE van deze leerlijn. Er wordt stilgestaan bij onderzoek in het heden, verleden en in te toekomst. Speciale aandacht wordt hierbij besteed aan 21e‐eeuwse ontwikkelingen in de biologie, (wetenschaps)filosofie, het werken in een leergebied.
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting
Algemene omschrijving
In het onderdeel ISA (individuele studie activiteiten) kunnen studenten zelf een vakinhoudelijke onderwerp kiezen en dit op diverse manieren uitwerken. Dit onderwerp kan dus bij alle vakinhoudelijke of vakdidactische OWE’s aansluiten. Deelname aan de bijeenkomsten BaW en Vakdidactiek (als onderdeel van de instituutsdagen) is verplicht. Wanneer een student zich voor de bijeenkomst bij de docent heeft afgemeld met een geldige reden mag hij deze inhalen middels een vervangende opdracht (maximaal 2 maal). Meldt de student zich niet af of doet hij dit met een ongeldige reden, mag de bijeenkomst wel ingehaald worden, maar zal een eventueel bijbehorende presentatie (fotoreportage / inspiratiecollege) als herkansing worden beschouwd. Wanneer een student meer dan 2 bijeenkomsten van de OWE mist, moet hij/zij de OWE in een volgend schooljaar opnieuw volgen. Een ISA moet via een contract (zie scholar – biologie algemeen – tabblad ISA) aangevraagd worden bij een vakdocent. Pas na goedkeuring van het project door de vakdocent, kan de student het gaan uitvoeren. Vakdidactiek 4 In het vakdidactiek onderdeel wordt met name de lessenserie die onderdeel uitmaakt van de OWE Integraal handelen in de beroepspraktijk 4 voorbereid. Speciale aandacht wordt besteed aan ‘betekenis geven’. Studenten met het afstudeerprofiel (v)mbo worden hierbij uitgedaagd het beroepsperspectief van de leerlingen te betrekken. Van studenten met het afstudeerprofiel havo/vwo wordt gevraagd zich vooral te richten op het triggeren van het denken van de leerlingen, zover mogelijk binnen relevante contexten.
80
Tijdens de bijeenkomsten wordt middels verschillende werkvormen hierover van gedachten gewisseld met docent en medestudenten. Voor de afronding van dit onderdeel is ‘constructieve deelname’ vereist. Biologie als Wetenschap 4 In het onderdeel Biologie als Wetenschap wordt stilgestaan bij onderzoek in het heden, verleden en in te toekomst. Speciale aandacht wordt hierbij besteed aan 21e‐eeuwse ontwikkelingen in de biologie en het werken in vakoverstijgende leergebieden. Studenten met het afstudeerprofiel havo/vwo verdiepen zich in (wetenschaps)filosofie en discussietechnieken terwijl studenten met het (v)mbo profiel het werken in leergebieden/praktijkonderwijs nader verkennen. Studenten werken tijdens bijeenkomsten aan de bovenstaande thema’s en proberen elkaar te inspireren door middel van ‘inspiratiecolleges’. Verder bezoeken ze een school (h/v) of scholen (vmbo) die werken in leergebieden en een bedrijf/instantie waarvoor biologische kennis van belang is.
Kennis‐ bases
Vakkennis & Vakdidactiek
Individuele studieactiviteit (ISA) Studenten uit alle leerjaren kunnen wel een keuzeactiviteit ondernemen maar de verzilvering van de studiepunten vindt plaats in jaar 4 binnen deze OWE. De keuzeactiviteiten moeten in ruime zin betrekking hebben op vakinhoudelijke of vakdidactische onderwerpen. Studenten moeten tenminste 2 verschillende ISA’s uitvoeren welke ze zelf, in samenspraak met een docent, mogen vormgeven. Voorafgaande aan de activiteiten worden de afspraken over uitvoer, beoordeling en aantal studiepunten vastgelegd in een ISA contract. Coördinator van het keuzeprogramma is Arjo Hammink. In totaal moet de student invulling geven aan 5 studiepunten. Studenten kunnen hierbij o.a. kiezen voor de module ‘voorbereiding landelijke kennistoets’ (1stp), waarbij systematisch de eigen vakkennis wordt geanalyseerd en bijgespijkerd. Domein Concept(en) Alle domeinen A1 t/m A5 B1.2 Biologie lesgeven
B1.3 Het biologiecurriculum
B 1.4 De leeromgeving
B1.5 Evaluatie
Competenties
Alle concepten Biologie als levenswetenschap en biologie in de maatschappij Biologie methodes gebruiken, vergelijken, beoordelen en selecteren Verbanden leggen tussen biologie en andere vakken Didactische werkvormen en media gebruiken, vergelijken, beoordelen en selecteren Organisatie van de diverse biologie onderwijsleeractiviteiten Het curriculum Centrale concepten Concept‐context benadering Verder studeren Ontwikkelen van een practicum‐ en een onderzoeksleerlijn Gebruik van publieke /en of commerciële faciliteiten ten behoeve van biologieonderwijs Weten wat getoetst kan worden Maken en afnemen van toetsen Analyse van toetsen Vak‐ en vakdidactische kennis
B 1.6 Professionele ontwikkeling van een biologiestudent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent
81
Beoordelingscriteria
Tentaminering
4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op eindfaseniveau (niveau 3) staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Dossier Vakdidactiek 4 De student neemt constructief deel aan de bijeenkomsten vakdidactiek. Dit betekent dat de student: - zich gedegen voorbereidt op de bijeenkomsten. - zichtbaar interesse toont in de vakdidactiek van anderen. - Open staat voor feedback. - Op een positieve manier feedback kan en wil geven. - De vakdidactische concepten die besproken zijn en met voldoende diepgang terug laat komen in de lessenserie. Daarbij wordt steeds verwezen naar theoretische bronnen. - De lessenserie passend kan maken bij het type onderwijs, dus zijn uitstroomprofiel (VMBO/MBO of HAVO/VWO). Dossier BaW4 Bedrijfsonderzoek* De student laat door middel van een fotoreportage over een bedrijfsbezoek, ondersteund door geschreven of gesproken tekst, zien: - Dat hij/zij op een professionele manier in contact kan treden met een bedrijf/instantie. - Dat hij/zij inzicht heeft in een bedrijf/instantie waar biologische kennis een (hoofd)rol speelt en deze kennis kan expliciteren. - Dat hij/zij zijn eigen biologische kennis heeft verbreed of verdiept. - Hoe hij/zij het bedrijf/de instantie als context in zijn onderwijs kan gebruiken.* - Dat hij/zij kan beschrijven wat leerlingen (vanuit zijn onderwijs) nodig hebben om in dit bedrijf te kunnen functioneren. Inspiratiecollege* De student laat door middel van een inspiratiecollege zien: - Dat hij/zij gestructureerd betrouwbare informatie kan opzoeken over een maatschappelijk relevant biologische onderwerp. - Een visie kan formuleren over de toepassing van maatschappelijke relevante biologische onderwerpen in de les. - Dat hij/zij een relevante leefwereld, beroeps en wetenschappelijk contexten kan identificeren in en om zijn stageschool. - Dat hij/zij kan bepalen en verwoorden welke maatschappelijke ontwikkelingen hij/zij belangrijk vindt om aan de orde te stellen in de klas en hierbij passende werkvormen inzetten. - Dat hij biologische thema’s die op dit moment in de media/maatschappij de aandacht krijgen en de de leerlingen over deze thema’s kan voorzien van informatie. * Hierbij wordt van studenten verwacht dat ze expliciet rekening houden met hun doelgroep/afstudeerprofiel: (v)mbo of havo/vwo. ISA De student kan gedurende zijn hele studie een schriftelijk voorstel voor een ISA indienen bij een van de biologiedocenten. De betrokken docent beoordeelt de aanvraag op relevantie, inhoud en bewijsvoering (incl. beoordelingscriteria). Code: DSVakdid Deeltentamen: Dossier Vakdidaktiek 4 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C ≥ 6.0 2 1, 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen
82
2 Deeltentamen: Dossier BaW4 C/V Minimale eis V V Aantal examinatoren 2 Deeltentamen: ISA C/V Minimale eis V V Aantal examinatoren 2
Verplicht onderwijsmateriaal
Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
-
60% van de te behalen punten van de lessenserie beoordeling.
n.v.t. Code DS BAW4
Aantal kansen Toetsperiodes 2 2, 3, 4 Voorlopige cesuur 60 % van de te behalen punten
Weging n.v.t. Duur tentamen n.v.t. Code DS ISA
Aantal kansen Toetsperiodes Weging 2 1, 2, 3, 4 n.v.t. Voorlopige cesuur Duur tentamen alle activiteiten moeten V zijn n.v.t. (criteria vastgelegd in individuele contracten) Boersma, K. (2007). Leerlijn biologie van 4 tot 18 jaar. Uitgeverij Cvbo. Alle verplichte literatuur van de propedeusefase en de hoofdfase Nuijten R. & Mol, C. (2011). Biologie in de 21e eeuw. (1e druk). Uitgeverij de Graaff. ISBN:9789077024607 Artikelen en handleidingen vanuit de opleiding (zie scholar) Bionieuws, Nederlands instituut voor de biologie (NIBI), Utrecht
(Werk)bijeenkomsten (o.a. collegiale ondersteuning) waarin wordt gewerkt aan een lessenserie en rondom thema’s o.l.v. een docent. Inspiratiecolleges door medestudenten. Excursies (leergebied(en) en bedrijf/instantie). Individuele studie activiteiten (ISA) zelf vorm te geven. Niet van toepassing
83
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken
Centrale beroepstaak
(Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen)
Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheids‐ verplichting
Algemene omschrijving
Integraal handelen in de beroepspraktijk 3 ILS‐Bi639 Opleiding tot leraar van de 2de graad Biologie Studenten eindfase leerjaar 4. Semester 1 en 2, periode 1 t/m 4. BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie Portfolio: in portfolio zijn bewijzen van competentieverwerving t.a.v. specifieke thema's opgenomen. 30 studiepunten 840 studiebelastingsuren: - 72 uur contacttijd - 128 uur zelfstudie - 640 uur werkplekleren (verdere specificatie in studiewijzer) Deze onderwijseenheid vormt samen met de onderwijseenheid ‘het afstudeeronderzoek’ en de vakinhoudelijke onderwijseenheden de eindfase van de opleiding. De Landelijke Kennistoets toetst of de student voldoet aan het landelijk vastgestelde basisniveau voor het betreffende vak. Toetstof is al eerder in de vakinhoudelijke en vakdidactische onderwijseenheden behandeld. Voldoende beoordeling van de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 2’, 150 studiepunten verzilverd (met uitzicht op 180 studiepunten). Een leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 3. Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. Er kan pas deelgenomen worden aan de Landelijke Kennistoets als de student: de propedeuse heeft behaald en; tenminste 65% van de studiepunten heeft behaald behorende bij de onderwijseenheden van de kennisbasis en deze onderwijseenheden geheel heeft doorlopen en; deze studiepunten in het cijferregistratiesysteem van de studentenadministratie zijn verwerkt. In deze onderwijseenheid staat het integraal handelen centraal en bestaat voor een groot deel uit het werkplekleren 3. Naast het werkplekleren worden er tijdens de instituutsdag diverse thema’s m.b.t. GKB en vakdidactiek behandeld. Voor de integrale toets dient de student op de volgende drie thema’s bewijslast te verzamelen, het betreffen de thema’s: klassenmanagement, omgaan met verschillen en de school op mesoniveau.
84
Kennis‐ bases
Generieke kennisbasis
Tevens wordt er in deze onderwijseenheid gewerkt aan de volgende eindkwalificaties van de leerlijn leren en lesgeven met ict: 1. Instrumentele vaardigheden 3. Mediavaardigheden 4. Opleiden tot ict‐geletterde leerlingen 5. Pedagogisch‐didactisch gebruik van ict Tijdens de instituutsdagen staat de relatie met de werkplek centraal. Intercollegiaal leren neemt een duidelijke plek in. De inhoud betreft met name verdieping en uitbreiding van stof uit voorgaande jaren. Bij vakdidactiek worden een aantal concepten, die in de hoofdfase al behandeld zijn, verder verdiept. De thema’s die worden behandeld zijn: toepassing biologisch vakdidactisch model (koppeling met lessenserie), leerlijnen, praktijkonderzoek, professionele ontwikkeling en verdere verdieping in activerende didactiek. Daarbij ontwikkelt de student vakdidactisch materiaal in opdracht en als bijdrage voor de schoolorganisatie en ontwikkelt zich in het ontwerpen van didactische ict toepassingen. Informatie over de landelijke kennistoets is te vinden op http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen‐en‐informatie. Domein Subdomein 1. Leren in diverse contexten 1.3 Cognitie, werking van de hersenen en leren 1.4 Leerling‐kenmerken 2. Didactiek en leren 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocessen 2.4 selectie en ontwerp van leermiddelen. 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3. Communicatie, interactie en groepsdynamica 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 5.1 Leerlingbegeleiding in de school 5. Leerlingen met speciale behoeften 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? 5.3 leerproblemen 5.4 Andere belemmeringen 6. Professionele docent 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijkonderzoek 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 7. Nederlands onderwijssysteem 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur 8. Pedagogisch klimaat 8.1 Pedagogische driehoek 8.3 Verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 9. Diversiteit en onderwijs 9.1 Onderwijskansen 9.2 Burgerschapsvorming 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwing
85
Competenties
Beoordelingscriteria
Integrale toetsing
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 3 Bij de integrale toetsing onderdeel portfoliobeoordeling worden studenten getoetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoeren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau. De student heeft alle verplichte bewijsstukken zoals beschreven in de handleiding integrale toetsing in zijn portfolio opgenomen. De student bewijst met zijn verantwoordingsverslag en opgenomen bewijsstukken (en eventueel het gesprek) de competenties en dublindescriptoren (professionele standaard) op het niveau ‘startbekwaam’ zoals beschreven in ‘de ruggengraat van de lerarenopleiding’ te beheersen. De beoordelingscriteria zijn in rubrics uitgewerkt in het beoordelingsformulier voor de portfoliobeoordeling integrale handelen niveau 3. Deeltoets: Eindbeoordeling WPL 3 De student laat in zijn handelen bij wpl 3 zien dat hij op de zeven competenties op niveau 3 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock‐out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond. Deeltoets: Landelijke kennistoets Biologie De student wordt beoordeeld op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Zie voor meer informatie http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen‐en‐ informatie. Code: PFbeo WPL3 Deeltoets: Portfoliobeoordeling integraal handelen 3 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 1 t/m 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen Voldaan aan de ontvankelijkheids‐eisen 2 N.v.t. en knock‐out criteria, alle competenties minstens voldoende aangetoond.
Deeltoets: Eindbeoordeling wpl3 C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes C 6,0 2 1 t/m 4 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Alle knock‐out criteria minimaal 1 of 2
Code: Eindbeo WPL3
Deeltoets: Landelijke Kennistoets Biologie 4 C/V Minimale eis Aantal kansen C 6,0 2
Code: LKT bio
voldoende aangetoond.
Aantal examinatoren N.v.t.
Toetsperiodes Nov/dec 2015 Mei/juni 2016
Voorlopige cesuur Landelijk vastgesteld
Weging 1 Duur tentamen N.v.t.
Weging 1 Duur tentamen Landelijk vastgesteld
Informatie over de landelijke kennistoets is te vinden in de toetsgids op
4
Alleen voor studenten die in 2012 of later zijn gestart met de opleiding
86
Onderwijsmateriaal
Werkwijze (activiteiten en werkvormen)
Maximum aantal deelnemers
http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen‐en‐informatie. In jaar vier wordt de student geacht gebruik te maken van de literatuur die in voorgaande jaren aan bod is geweest. Daarnaast maakt hij gebruik van zelf gevonden aanvullend actueel materiaal om zijn leeractiviteiten te onderbouwen. De instituutsdagen staan in het teken van de ondersteuning en begeleiding van de eindstage. Tijdens de dagen werken de studenten aan hun eigen leervragen, vinden vormen van intercollegiale ondersteuning plaats en wordt (just in time) onderwijs aangeboden. Belangrijke rol speelt ICT in dit geheel ter ondersteuning van voorbereiding van de bijeenkomsten. Van de student wordt een actieve zelfsturende houding verwacht. N.v.t.
87
Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken
Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten Studiepunten, studielast (les‐ en contacturen) Samenhang met andere onderwijseenheden
Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting Algemene omschrijving
Kennis‐ bases
Vakkennisbasis
Generieke kennisbasis Competenties
Beoordelingscriteria
Afstudeeronderzoek (AFO) ILS‐Bi640 Opleiding tot leraar van de 2de graad biologie Studenten voltijd/deeltijd eindfase Periode 1‐4 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) BT 3 Ontwerpen van leerarrangementen in het vak Biologie BT 4 Bijdragen aan de onderwijsorganisatie BT 5 Ontwikkelen van vakdeskundigheid BT 1 Lesgeven en trainen in het vak Biologie BT 2 Begeleiden van lerende(n) Onderzoeksverslag. 15 studiepunten, 420 studielasturen ‐ 30 uur contacttijd (lessen, hoorcolleges, werkbijeenkomsten) ‐ 390 uur zelfstudie Deze onderwijseenheid vormt samen met de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 3’ en de vakinhoudelijke onderwijseenheden de eindfase van de opleiding. Deze onderwijseenheid vormt de afsluiting van de leerlijn onderzoek. Voldoende beoordeling voor de leertaak onderzoek uit de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 2’. In het afstudeeronderzoek komen alle elementen uit de leerlijn onderzoek samen en moeten studenten een onderzoek zelfstandig kunnen voorbereiden en uitvoeren. Algemene doelen afstudeeronderzoek: ‐ Zelfstandig toepassen van de praktijkgerichte onderzoekscyclus op hbo‐ bachelorniveau ‐ Zoeken, bestuderen en aanwenden van (vak)literatuur ‐ Werken met theoretische kijkkaders / perspectieven ‐ Toepassen van geschikte dataverzamelingsmethoden ‐ Toepassen van de begrippen betrouwbaarheid, validiteit en triangulatie ‐ Toepassen van analyseren en concluderen ‐ Schrijven van een onderzoeksplan en onderzoeksverslag ‐ Onderkennen hoe praktijkgericht onderzoek een bijdrage kan leveren aan de eigen onderwijspraktijk en die van anderen Thema Categorie/kernconcept [mogelijke relatie met de vakkennisbasis ]
[mogelijke relatie met de vakkennisbasis]
Domein
Subdomein
6. Professionele docent
6.2. Praktijkonderzoek
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Tentamen: Onderzoeksverslag
88
Tentaminering
Verplicht onderwijsmateriaal Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen) Maximum aantal deelnemers
Basis voor deze beoordeling is het definitieve onderzoeksverslag met toebehoren. Dit verslag wordt gezien als het resultaat van de activiteiten data verzamelen, (ontwerpen), analyseren, concluderen, rapporteren en presenteren. Met behulp van de Dublindescriptoren wordt het HBO‐niveau beoordeeld op kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden. De uitgewerkte beoordelingscriteria (het beoordelingsmodel inclusief weging en cesuur) zijn te vinden in bijlage bij de Studiewijzer Afstudeeronderzoek. Code oz verslag Tentamen: Onderzoeksverslag C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 6.0 2 1 t/m 4 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 2 60% van de maximaal te behalen n.v.t. punten moeten zijn gehaald Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Afhankelijk van het onderzoeksthema. Colleges, workshops en individuele begeleidingsgesprekken. Niet van toepassing
89