STUDIEWIJZER. Opleiding tot leraar in de 2 de graad. Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN

STUDIEWIJZER Opleiding tot leraar in de 2de graad

Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN ONDERWIJSKUNDE 1A PERIODE 1 2015-2016

Inhoudsopgave Inhoudsopgave .................................................................................................................................................... 2 1. De OWE-beschrijving ................................................................................................................................. 3 2. Inleiding ..................................................................................................................................................... 6 3. Beschrijving onderwijsinhouden ................................................................................................................ 6 4. Planning ..................................................................................................................................................... 7 5. Tentaminering ............................................................................................................................................ 9 6. Literatuur kennistoets ................................................................................................................................ 9

1. De OWE-beschrijving Onderwijseenheid Code Opleiding Doelgroep Onderwijsperiode Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps)Producten

Studiepunten, studielast (les- en contacturen)

Samenhang met andere onderwijseenheden

Ingangseisen en aanwezigheidsverplichting Algemene omschrijving

Kennisbasis

Generieke kennisbasis

Oriëntatie op lesgeven owk 1a …. Opleiding tot leraar van de 2de graad … Studenten voltijd propedeuse Semester 1, periode 1 en 2 BT 1 Lesgeven en trainen in het vak … BT 1 Lesgeven en trainen in het vak … In periode 2 werken studenten aan het dossier leertaken ‘onderwijskunde 1a’. In dit dossier zullen de beginselen van het lesgeven centraal staan en het uitvoeren van een klein praktijkonderzoek. 7.5 studiepunten, 210 studielasturen - Werkplekleren 64 uur - Contacttijd 48 uur - Dossier leertaken onderwijskunde 45 uur - Zelfstudietijd 53 uur Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn onderwijskunde die gebaseerd is op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis. In jaar 1 maakt ook de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 1’ deel uit van deze leerlijn. Deze onderwijseenheid wordt in semester 2 van het eerste leerjaar aangeboden. Een leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met het werkplekleren. Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. De eerste lessen van periode 1 richten zich op een oriëntatie van het Nederlandse onderwijs systeem. Speciaal aandacht zal uitgaan naar het (v)mbo. Verschillende onderwijsvaardigheden zullen deze periode worden geoefend zoals het observeren, presenteren, reflecteren en het zicht krijgen op (eigen) leer-strategieën. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de pedagogische thema’s motivatie, de psychologische basisbehoeften en hoe daar als leerkracht rekening mee gehouden kan worden. Tot slot leert de student in periode 1 een leerwerkplan te schrijven ter voorbereiding op het werkplekleren 1. In periode 2 vindt het eerste deel van het werkplekleren 1 plaats. De eerste lessen krijgt de student zicht op het werken in de beroepspraktijk. Verschillende thema’s worden behandeld in het licht van de beroepspraktijk; directe instructiemodel, motivatie, leerling-behoeften en orde houden. Eén van de leertaken in het dossier onderwijskunde vormt een introductie op het doen van praktijkgericht onderzoek. Het onderzoek in jaar 1 is te kenschetsen als een ‘beschrijvend’ onderzoek en er wordt vooral geleerd hoe op verschillende manieren data kunnen worden verzameld. De leertaak met aansluitende bijeenkomsten behoort bij de doorlopende leerlijn onderzoek. In deze onderwijseenheid werkt de student aan de volgende kwalificaties van de leerlijn leren en lesgeven met ict: - kwalificatie 1 instrumentele vaardigheden - kwalificatie 3 mediavaardigheid - kwalificatie 4 opleiden tot ict-geletterde leerlingen - kwalificatie 6 ontwerpen van ict-rijke leerarrangementen Domein 1: Leren in diverse contexten

Subdomein 1.4 Leerling-kenmerken

2: Didactiek en leren

2.2 Leerdoelen en instructiemodellen

6: Professionele docent

Competenties

Beoordelingscriteria

Tentaminering

6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijk onderzoek 7.1 Nederlands onderwijsstelsel

7: Nederlands onderwijssysteem 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding. Deeltentamen: Kennistoets Oriëntatie op lesgeven 1a (owk 1a) De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis op het niveau van onthouden/kennis, het begrijpen/ herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen motivatie, de psychologische basisbehoeften en hoe daar als leerkracht rekening mee gehouden kan worden centraal. Deeltentamen: Dossier onderwijskunde 1a (owk 1a) De student laat in het dossier aan de hand van vastgestelde opdrachten zien dat hij de aangeboden leerstof (theorie) in zijn eigen onderwijspraktijk kan toepassen. Deeltentamen: ILS-taaltoets De student beheerst het taalniveau B2 volgens ‘Talige startcompetenties Hoger Onderwijs’, SLO, Enschede 2009. Het gaat hierbij om de onderdelen: Formuleren; werkwoordspelling; niet-werkwoordspelling; interpunctie; woordkeuze en woordenschat. De student beheerst het taalniveau 3f volgens Advies commissie Meijerink Over de drempels met taal en rekenen (2008). Deeltentamen: Kennistoets oriëntatie op lesgeven 1a Code: KT ori lesg C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 1 en 2 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen n.v.t. 65% van het totale aantal punten is 1,5 uur voldoende Deeltentamen: Dossier onderwijskunde 1a Code : DS owk1A C/V Minimale eis Aantal kansen Toetsperiodes Weging C 5,5 2 Periode 2 en 3 1 Aantal examinatoren Voorlopige cesuur Duur tentamen 1 Alle leertaken die deel uit maken n.v.t. van het dossier moeten voldoende worden afgesloten. Deeltentamen: ILS taaltoets Code : ILS taaltoets

C/V Minimale eis V V Aantal examinatoren

Aantal kansen Toetsperiodes 2x Periode 1 en 3 Voorlopige cesuur

Weging N.v.t. Duur tentamen

n.v.t.

Verplicht onderwijsmateriaal

-

Aanbevolen onderwijsmateriaal Werkwijze (activiteiten en werkvormen)

-

105 punten van het totale aantal 1,5 uur punten is voldoende, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van de toets kan hier van afgeweken worden. Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046903001 Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789001815448 Geerts, W., Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. ISBN: 9789046902509 Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van., Verbeeck, K. (2014) Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie. Bussum: Uitgeverij Coutinho ISBN 9789046903995 Reader onderwijskunde 1a (scholar) Kas, W. (2006). Zinnen schrijven. Taalconditietraining. Den Haag: Sdu Uitgevers. ISBN 9012114829 (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten. Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van leertaken aan je competentieontwikkeling.

2. Inleiding Jaar 1: Kan en wil ik leraar worden? De eerste lessen van periode 1 richten zich op een oriëntatie van het Nederlandse onderwijs systeem. Speciale aandacht zal uitgaan naar het (v)mbo. Verschillende onderwijsvaardigheden zullen deze periode worden geoefend zoals het observeren, presenteren, reflecteren en het zicht krijgen op (eigen) leer-strategieën. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de pedagogische thema’s motivatie, de psychologische basisbehoeften en hoe hij daar als leerkracht rekening mee kan houden. Tot slot leert de student in periode 1 waaraan een leerwerkplan moet voldoen ter voorbereiding op het werkplekleren 1.

3. Beschrijving onderwijsinhouden Onderstaand figuur geeft schematisch de inhouden en verbanden van het onderwijs in periode 1 weer. Het startpunt van de opleiding bestaat uit het eigen beeld van de student op het docentschap. In deze onderwijseenheid komen vier domeinen uit de generieke kennisbasis aan bod. Eveneens zal er gewerkt worden aan het ontwikkelen van de juiste beroepshouding. Generieke kennisbasis

Domein

Subdomein

1: Leren in diverse contexten

1.4 Leerling-kenmerken

2: Didactiek en leren

2.2 Leerdoelen en instructiemodellen

6: Professionele docent

6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.2 Praktijk onderzoek 7.1 Nederlands onderwijsstelsel

7: Nederlands onderwijssysteem

Interpersoonlijk lerarengedrag Les 2 Zicht op beroep Het nederlandse onderwijssysteem Les 1

Basisbehoefte Autonomie & mediawijsheid

Leren over eigen leren & Feedback geven Les 3

Les 5 Motivatie

Pedagogisch

& Aansturing WPL

Basisbehoefte Competentie

Les 4

Les 6

Basisbehoefte relatie Les 7

4. Planning

Week 1.1 1.1: Zicht op het beroep -> inrichting nederlandse onderwijssysteem

Week 1.2 1.2: interpersoonlijk lerarengedrag

Centrale vragen:

Literatuur:

Hoe ziet leerjaar 1 (in het bijzonder semester 1) van onderwijskunde er uit? Wat houdt het beroep van leraar in? Wat wordt er verstaan onder een professionele beroepshouding van een student en een leraar in het voortgezet onderwijs? Hoe is het Nederlandse onderwijssysteem opgebouwd? Hoe is het onderwijs in het (V)MBO vormgegeven?

Geerts, W., & Van Kralingen, R. (2011). Handboek voor leraren (pp. 303-312). Bussum: Coutinho.

Hoe communiceren we met elkaar? Hoe werkt de roos van Leary? Wat is orde houden? Waar bestaat orde houden uit? Hoe zou ik orde willen gaan houden? Hoe belonen we? Hoe kunnen we observeren doelgericht inzetten?

Reader artikel 1 pagina 1 t/m 7 Geel, V. v. (2012). Gedragsmodificatie (pp. 131139). Amersfoort: ThiemeMeulenhof. Reader artikel 2 pagina 8 t/m 22 Verstegen, R., & Lodewijks, H. (2014). interactiewijzer (pp. 16-29). Assen: Koninklijke Van Gorcum BV. Reader artikel 3 pagina 23 t/m 33 Marzano, R., & Miedema, W. (2011). Leren in 5 dimensies (pp. 33-42). Assen: Koninklijke Van Gorcum.

Week 1.3 1.3: Leren over eigen leren & feedback

Wat is jouw eigen leerstijl? Wat zijn daar de zwakke en sterke kanten van? Wat betekent dit voor jouw manier van studeren? Hoe kun je een constructieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van je medestudent op het gebied van presentatievaardigheden. Hoe geef je constructief feedback?

Reader artikel 4 pagina 34 t/m 53 Sluijsmans, D., Weijzen, S., Castelijns, J., & Ven, H. v. (2011). Feedback door de leerkracht als motor voor zelfregulerend leren. In J. Castelijns, M. Segers, & K. Struyven, Evalueren om te leren (pp. 81-100). Bussum: Uitgeverij Coutinho. Reader artikel 5 pagina 54 t/m 75 Veen, T. v., & Wal, J. v. (2011). Leersoorten en leerstijlen (pp. 39-66). Groningen Houten: Noordhoff uitgevers.

Week 1.4 1.4: Motivatie &werkplekleren

Week 1.5 Basisbehoefte autonomie & mediawijsheid

Wat is motivatie? Waaruit blijkt motivatie? Hoe gemotiveerd ben je zelf? Ben jij gevoelig voor extrinsieke motivatie? Wat zijn psychologische basisbehoeften en wat heeft dit te maken met motivatie? Wat houdt een leerwerkplan in? Hoe kun je jezelf voorbereiden voor de stage? Hoe ziet de stage er uit.

Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van., Verbeeck, K. (2014) Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie (pp. 9-33). Bussum: Uitgeverij Coutinho

Wat is Autonomie? Wat is de rol van de leraar in het bieden van autonomie? Wat doet autonomie met jouw inzet? Op welke manier zou je tegemoet kunnen komen aan de autonomiebehoefte van de leerling? Herken je

Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van., Verbeeck, K. (2014) Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie (pp. 34-62). Bussum: Uitgeverij Coutinho Reader artikel 6 pagina 76 t/m 94

voorbeelde van autonomieondersteunen leraargedrag uit je eigen schoolcarrière?

Kennisnet en Stichting School & Veiligheid. (2015 , april 16). Nieuwe brochure helpt scholen met sociale veiligheid op school en internet. Opgehaald van Kennisnet: http://www.kennisnet.nl/themas/media wijsheid/nieuwe-brochure-helptscholen-met-sociale-veiligheid-opschool-en-internet/

Week 1.6: Basisbehoefte competentie

Waarom is het van belang dat leerlingen zich competent voelen in de klas en welke relatie heeft dit heeft met de motivatie van leerlingen? Hoe kun je als docent het competentiegevoel van leerlingen kunt vergroten? Hoe hangt het competentiegevoel samen met autonomie en motivatie?


Week 1.7

Wat is jouw rol in het zorgen voor sociale verbondenheid? Welke leraren herinner je het meest uit je schoolloopbaan? Hoe komt dat; welke relatie had hi/zijj met jou? Ken jij voorbeelden uit je eigen schooltijd waarbij een leraar jou op een pedagogisch tactvolle wijze heeft benaderd? Heb jij al pedagogisch tactvol gehandeld?


Basisbehoefte relatie

5. Tentaminering Korte beschrijving tentaminering betreffende OWE ‘Orientatie op lesgeven’ na periode 1. Deeltentamen

Kennistoets Oriëntatie op lesgeven (OWK 1a)

Toetsvorm

Multiple-choice toets

Beschrijving

Voorlopige cesuur

40 – 50 multiple choice vragen, gericht op kennis, inzicht en toepassen in eenvoudige situaties over de literatuur zoals behandeld in de bijeenkomsten. De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en subdomeinen uit de generieke kennisbasis (m.u.v. domein 6.1) op het niveau van onthouden/kennis, het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties. Tijdens dit deeltentamen staan de onderwerpen ‘motivatie, de psychologische basisbehoeften, het Nederlandse onderwijssysteem en interpersoonlijk handelen centraal. 65% juist beantwoord

Aantal examinatoren

N.v.t. toetsing wordt digitaal nagekeken.

Examinatoren

Jeroen van der Linden Anne de Jager – van de Kerkhof Sonja de Bruin Natasja Choinowski Toetscoördinator Onderwijskunde Jeroen van der Linden 1,5 uur

Beoordelingscriteria

Contactpersoon voor dit deeltentamen Duur van het tentamen Datum afname Bijlagen

Toetsweek periode 1 Toetsweek periode 2 De toets is gebaseerd op de leerdoelen van periode 1. Deze zijn te vinden in bijlage 1 van de studiewijzer.

6. Literatuur kennistoets Boeken: Geerts, W., & Van Kralingen, R. (2011). Handboek voor leraren (pp. 303-312). Bussum: Coutinho. Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van., Verbeeck, K. (2014) Gemotiveerd leren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie (pp. 9-106). Bussum: Uitgeverij Coutinho Artikelen uit de reader: Geel, V. v. (2012). Gedragsmodificatie (pp. 131-139). Amersfoort: ThiemeMeulenhof. Marzano, R., & Miedema, W. (2011). Leren in 5 dimensies (pp. 33-42). Assen: Koninklijke Van Gorcum. Sluijsmans, D., Weijzen, S., Castelijns, J., & Ven, H. v. (2011). Feedback door de leerkracht als motor vor zelfregulerend leren. In J. Castelijns, M. Segers, & K. Struyven, Evalueren om te leren (pp. 81-100). Bussum: Uitgeverij Coutinho. Veen, T. v., & Wal, J. v. (2011). Leersoorten en leerstijlen (pp. 39-66). Groningen Houten: Noordhoff uitgevers. Verstegen, R., & Lodewijks, H. (2014). interactiewijzer (pp. 16-29). Assen: Koninklijke Van Gorcum BV.

7. Toetsmatrijs onderwijskunde 1a Tentamen over de literatuur Het tentamen onderwijskunde 1a bestaat uit 40 tot 50 meerkeuzevragen over de literatuur die is behandeld in periode 1.. Er is telkens maar 1 antwoord juist. Antwoorden worden ingevuld op een schrapkaart. In de colleges wordt een instrcutie voor het invullen gegeven. Cesuur bepaling Het tentamen wordt na afname statistisch geanalyseerd Met behulp van deze (psychometrische) analyse wordt bekeken of het tentamen voldoende bwtrouwbaar is. Ook wordt naar afzonderlijke vragen gekeken. Als er aanwijzingen zijn dat er iets mis is met een vraag, dan wordt de toets bijgesteld. De normering wordt dan aangepast. De cesuur (de zak/slaag grens) blijft staan op 65% Inschrijven Voor tentamens onderwijskunde geldt een inschrijvingsverplichting. Dit betekent dat wanneer je niet bent ingeschreven voor het tentamen je niet kunt deelnemen. De inschrijving vindt plaats via de scholarsite van het tentamenbureau: scholar: ILS Algemeen > Tentamenbureau. Let wel: dit geldt voor alle deeltentamens kennistoetsen, zowel voor de eerste als de daaropvolgende kansen. Je wordt dus niet automatisch ingeschreven voor een herkansing. Op de inschrijfpagina kun je door middel van het invullen van een vragenlijst jezelf inschrijven voor een van de deeltentamens. Op de planning staat een sluitingsdatum vermeld. Je moet zelf controleren of de inschrijving correct is en gelukt is. Dit zie je onder Mijn OWK-inschrijving op de inschrijfpagina van het tentamenbureau. Weet je niet zeker of je goed ingeschreven staat? Vraag dit dan bij je docent onderwijskunde of SLB-er na. Na de sluitingsdatum reclameren is niet mogelijk. Zorg dat je zelf ingelogd bent op scholar. De gegevens worden overgenomen uit je inlogcode. Schrijf je dus altijd in onder je eigen naam. Heb je problemen met het inschrijven? Zoek dan in de wiki op scholar of kijk bij de help pagina van het tentamenbureau. Specifiek inhoudelijke vragen staan hier. Algemeen technische vragen worden beantwoord bij het tentamenbureau. Overige vragen over je inschrijving kun je stellen aan je eigen docent onderwijskunde. Met ICT gerelateerde problemen kun je terecht bij de ICT helpdesk in het studiecentrum

Niveau12

Geerts, W., & Van Kralingen, R. (2011). Handboek voor leraren (pp. 303-312). Bussum: Coutinho.

De student kan de inrichting van het vmbo uitleggen aan de hand van de kernbegrippen leerwegen & sectoren.

1.1

2

KT

De student kan de inrichting van het MBO uitleggen aan de hand van de volgende kernbegrippen: vier niveaus van opleiden, BOL, BBL, kwalificatiedossier, volwasseneducatie Reader artikel 2: pagina 8 t/m 22 Verstegen, R., & Lodewijks, H. (2014). interactiewijzer (pp. 16-29). Assen: Koninklijke Van Gorcum BV.

De student kan het model van Leary uitleggen in eigen woorden en kan situaties uit de praktijk herkennen en duiden a.d.h.v. de twee dimensies en de acht octanten De student kan de volgende begrippen in eigen woorden uitleggen en er voorbeelden bij bedenken: Meta communicatie, lichaamstaal & gesproken taal.

Reader artikel 3: pagina 23 t/m 33 Marzano, R., & Miedema, W. (2011). Leren in 5 dimensies (pp. 33-42). Assen: Koninklijke Van Gorcum.

1 2

Leertaak = LT Kennistoets = KT

De student kan in eigen woorden strategieën benoemen voor het bevorderen van acceptatie. De student kan in eigen woorden strategieën benoemen voor het bevorderen van veiligheid en het scheppen van orde.

1.1

1.2

3

1.2

1.2

1.2

KT

KT

KT

KT

Feitenkennis KT

KT

2

KT

KT

Evalueren

Richtlijn Aantal vragen

synthese

les

Analyseren

Leerdoelen

Begripskennis

Literatuur

Reader artikel 1: pagina 1 t/m 7 Geel, V. v. (2012). Gedragsmodificatie (pp. 131139). Amersfoort: ThiemeMeulenhof.

De student kan in eigen woorden uitleggen wat het doel is van observeren in het onderwijs. De student kan in eigen woorden uitleggen waarom belonen beter is dan straffen en hoe je op de juiste manier beloningen geeft.

Reader artikel 5 pagina 54 t/m 75 Veen, T. v., & Wal, J. v. (2011). Leersoorten en leerstijlen (pp. 39-66). Groningen Houten: Noordhoff uitgevers.

Reader artikel 4 pagina 34 t/m 53 Sluijsmans, D., Weijzen, S., Castelijns, J., & Ven, H. v. (2011). Feedback door de leerkracht als motor voor zelfregulerend leren. In J. Castelijns, M. Segers, & K. Struyven, Evalueren om te leren (pp. 81-100). Bussum: Uitgeverij Coutinho.

1.2

2

1.2

KT KT

KT

KT

KT

1.3

KT

KT

De student kan zijn eigen leerstijl beschrijven, de sterkten en zwakten daarvan benoemen en aan te geven wat dit betekent voor zijn manier van studeren. De student kan de drie soorten kennis in eigen woorden uitleggen en herkennen in een praktijksituatie (Declaratieve kennis, procedurele kennis, situationele kennis). De student kan drie soorten leren in eigen woorden uitleggen en herkennen in een praktijksituatie (Cognitief leren, sociaalaffectief leren psychomotorisch leren).

1.3

6

1.3

KT

KT

De student kan het concept competentiegericht opleiden in eigen woorden uitleggen en herkent aspecten hiervan in de praktijk. De student kan de leerstijlenopvatting van Vermunt en Kolb in eigen woorden uitleggen en herkennen in een praktijksituatie De student kan de verschillen benoemen tussen de leerstijlopvattingen van Kolb en Vermunt.

1.3

KT

KT

1.3

KT

KT

1.3

KT

De student kan de definitie en de functie van feedback in eigen woorden uitleggen.

1.3

De student kan de 4 fasen van het didactisch coachen uitleggen in eigen woorden en herkennen in een praktijksituatie (te weten: (1) observeren, (2) feedback geven), (3) bevragen/benoemen, (4) checken.)

1.3

KT

De student kan de 3 vuistregels van feedback geven benoemen en in eigen woorden uitleggen.

1.3

KT

De student kan de 5 algemene feedback regels benoemen en in eigen woorden uitleggen.

1.3

KT

5

KT KT

KT



De student kan de 4 niveaus van feedback benoemen en in eigen woorden uitleggen en kan ze herkennen in een praktijksituatie. (feedback op taakniveau, feedback op procesniveau, feedback op het niveau van de zelfregulering)

1.3

KT

KT

De student kan de 3 vormen van feedback informatie in eigen woorden uitleggen en herkennen in een praktijksituatie. (feed-up, feedback, feedforward)

1.3

KT

KT

De student kan benoemen waar de motivatie van leerlingen uit blijkt (opstarten, manier, intensiteit doorzettingsvermogen).

1.4

De student kan veschillende motivatietheorieën in eigen woorden toelichten en herkennen in een voorbeeld situatie. (piramide van Maslow, verwachtingstheorie, attributietheorie, flowtheorie)

1.4

KT

KT

De student kan de begrippen intrinsieke- en eKTtrinsieke motivatie in eigen woorden uitleggen en herkennen in een praktijksituatie (inclusief de begrippen persoonlijk belang, interne verplichting, eKTterne verplichting).

1.4

KT

KT

De student kan toelichten wat de oorzaken zijn van verschil in motivatie bij leerlingen.

1.4

KT

De student kan de psychologische basisbehoeften in eigen woorden uitleggen en herkennen in een praktijksituatie.

1.4

KT

KT

KT

KT

De student kan het begrip en het belang van autonomie in eigen woorden uitleggen en kan praktijksituaties waarin autonomie van de leerling voorkomt herkennen. De student kan het belang van keuzes in eigen woorden uitleggen (m.n. Innerlijke bekrachting, fleKTibiliteit, weinig druk). De student kan verschillende vormen van leraargedrag en het effect daarvan op leren en motivatie in eigen woorden uitleggen en herkennen in praktijksituaties. - identificeren van persoonlijk interesses en waarden - voeden en ondersteunen van persoonlijke interesses en waarden - Opbouwen van nieuwe interesses en persoonlijke waarden

1.5

5

5

KT

1.5

KT

1.5

KT

KT



De student kan in eigen woorden uitleggen waarom het belangrijk is dat leerlingen zich competent voelen in de klas en welke relatie dit heeft met de motivatie van leerlingen.

1.6

5

De student kan in eigen woorden uitleggen hoe je als leraar het competentiegevoel van leerlingen kunt vergroten.

1.6

KT

De student kan de vier verschillende leeromgevingen met veel of weinig autonomieondersteuning in eigen woorden uitleggen en herkennen in een praktijksituatie. (controlerende leeromgeving, motiverende leeromgeving, veeleisende leeromgeving, permissieve leeromgeving).

1.6

KT

KT

De student kan verschillende manieren van het bieden van structuurondersteuning in eigen woorden uitleggen en herkennen in een praktijksituatie (leerdoelen aangeven, heldere beoordelingscriteria communiceren, verwachtingen duidelijk maken, procedures en afspraken communiceren, consequent opvolgen van richtlijnen, hulp bieden, stappenplan opstellen, positieve feedback geven, optimaal uitdagende taken aanbieden, betekenis geven aan de leerstof).

1.6

KT

KT

De student kan in eigen woorden uitleggen hoe het competentiegevoel samenhangt met autonomie en motivatie.

1.6

KT

KT

De student kan uitleggen wat het begrip ‘relatie’ binnen de zelfdeterminatietheorie betekent. De student kan uitleggen wat het verband is tussen relatie en pedagogische tact en kan praktijksituaties herkennen in een praktijksituatie. De student kan de rol van de leraar benoemen in het tegemoetkomen aan de psychologische behoefte aan relatie.

1.7

5

KT

KT

1.7

KT

1.7

KT

Totaal

40

KT

KT

STUDIEWIJZER. Opleiding tot leraar in de 2 de graad. Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN

Recommend Documents