DEEL 2A
Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids 2A | 2011-2012 Locaties Assen | Emmen | Groningen | Leeuwarden | Meppel
Stenden hogeschool Algemeen Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden T (058) 244 14 41
[email protected]
DEEL 2 | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 |
blz. 1
Voorwoord Beste student, Wij heten je van harte welkom als student aan de School of Education van Stenden Hogeschool in het studiejaar 2011-2012. Wanneer je voor het eerst aan Stenden Hogeschool gaat studeren, zul je met veel nieuwe zaken worden geconfronteerd; in ieder geval zul je kennismaken met een boeiende en bijzondere Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (OLB). Wij hopen dat je je snel bij ons thuis zult voelen en vlot de weg kunt vinden. Voor de ouderejaarsstudenten vanzelfsprekend ook een hartelijk welkom bij het vervolg van je studie. Binnen Stenden Hogeschool heb je, net zoals elders, een heleboel rechten en daarnaast ook plichten. Deze zijn opgenomen in twee studiegidsen. Zaken die voor alle studenten binnen de hogeschool gelden staan vermeld in Studentenstatuut deel 1. Je vindt daar bijvoorbeeld het Centrale Stenden Hogeschool Examenreglement, het inschrijfreglement, de regeling Bindend studieadvies, de huisregels, de klachtenregeling en het reglement College van Beroep. De specifieke informatie over de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs staat in Studentenstatuut deel 2 (ook wel de studiegids genoemd). De OLB‟s van Stenden Hogeschool hebben één gemeenschappelijke studiegids. Wel is er voor de hoofdfase een afzonderlijk gedeelte voor de OLB‟s van de locaties Assen, Emmen en Meppel en een voor de OLB‟s in Leeuwarden, Emmen en Groningen. De beide delen van het Studentenstatuut zijn belangrijke documenten en je zult er tijdens je studie veel gebruik van maken. Zowel deel 1 als deel 2 zijn te vinden op het intranet (Bello/Blackboard) van Stenden Hogeschool. Eventuele tussentijdse wijzigingen en aanvullingen worden via het intranet kenbaar gemaakt. Raadpleeg steeds het intranet om op de hoogte te zijn van de meest actuele stand van zaken. We gaan er namelijk van uit dat je bekend bent met de inhoud van Studentenstatuut deel 1 en deel 2. Deze studiegids bevat informatie over de opleiding en geeft een beschrijving van de opbouw van de studie en van de ondersteunende faciliteiten. Je kunt hier de informatie vinden over de organisatie van de opleiding, over het curriculum en de onderwijs- en examenregeling en over de studentenvoorzieningen die Stenden Hogeschool kent. Of je nu in de propedeuse of in de hoofdfase zit, in de reguliere of de verkorte opleiding, als student ben jij steeds de centrale persoon in onze opleiding. Zoveel mogelijk zullen we het onderwijs aan laten sluiten bij jouw specifieke voorkennis en wensen. Jij zult een actieve rol hebben om je eigen studieloopbaan vorm te geven. We wensen je daarbij veel succes en studieplezier toe. Namens alle medewerkers, deans en teamleiders van de School of Education, Ingrid Janssen Head of School of Education Stenden Hogeschool
Deze studiegids is vastgesteld door het College van Bestuur op 29 augustus 2011.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 2
Inhoudsopgave Voorwoord 1. Algemene informatie over de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs 1.1 Inleiding 1.2 Organisatie van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs 1.2.1 Structuur en Functies 1.2.1.1 1.2.1.2 1.2.1.3 1.2.1.4 1.2.1.5 1.2.1.6 1.2.1.7 1.2.1.8
5
Het managementteam Teamleiders en docententeams Staf Secretariaat en administratie De locaties Onderwijsvernieuwing Toetscommissie Examencommissie
1.2.2 Overleg en medezeggenschap 1.2.2.1 1.2.2.2 1.2.2.3 1.2.2.4 1.2.2.5 1.2.2.6 1.2.2.7
Overleg managementteam (MT) Docentenoverleg Vakgroepoverleg Curriculumcommissie Opleidingscommissie Studentenraad Centrale Medezeggenschapsraad
1.2.3 Advisering en contacten met het werkveld 1.2.3.1 Raad van Advies 1.2.3.2 Samenwerking praktische vorming 1.2.3.3 Samenwerkingsverbanden
1.3 1.4 1.5
1.6
1.2.4 Lectoraat en kenniskring 1.2.5 Interne communicatie 1.2.6 Informatie 1.2.7 Huishoudelijk Reglement/Protocollen 1.2.8 Kwaliteitszorg 1.2.9 Onderwijswerkplaats Varianten Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Interculturalisatie en internationalisering Speciale diploma‟s en getuigschriften 1.5.1 DCBO 1.5.2 RK. Godsdienst/Levensbeschouwing 1.5.3 Fries/Frysk 1.5.4.Onderwijsconcepten 1.5.4.1 Jenaplanonderwijs 1.5.4.2 Freinetonderwijs 1.5.4.3 Daltononderwijs 1.5.4.4 Montessori-onderwijs 1.5.4.5 EGO/OGO Doorstroommogelijkheden 1.6.1 Post-HBO Bewegingsonderwijs 1.6.2 Leraar tweedegraads 1.6.3 Gespecialiseerd groepsleerkracht 1.6.4 Doorstroom naar Masteropleidingen WO
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 3
2. Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs 17 2.1 Onderwijsbeleid 2.1.1 Visie op leren en opleiden 2.1.2 Uitgangspunten 2.1.3 Uitwerking programma op basis van visie en uitgangspunten 2.2 Inhoud van het programma 2.2.1 Programma - indeling in modules 2.2.2 Schets van de vier opleidingsjaren per module 2.2.3 Studiepunten 2.2.4 Studieadvies (BSA) 2.2.5 Toelichting bij onderdelen van de inhoud 2.2.6 Studiekosten 2.3 Examen- en tentamenregeling OLB 3. Voorzieningen voor studenten 3.0 Algemeen 3.1 Informatievoorzieningen 3.2 i Study / Front office 3.3 SMC & IRC internationaal 3.4 Decanaat 3.5 Handicap & studie 3.6 Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag 3.7 Het roosterbureau 3.8 Information & Registration Centre 3.9 Registratie studieresultaten 3.10 Toetsen 3.11 ICT & Media 3.12 Intranet 3.13 Blackboard (ELO) 3.14 The Library 3.15 Stenden shop 3.16 Het Alumni Netwerk 3.17 EHBO, noodplan 3.18 Sport
38
4. Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden 4.1 Regeling in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden 4.2 Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies 4.3 Studievertraging 4.4 Bijzondere omstandigheden 4.5 Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking 4.6 Regeling medische verklaring in geval van ziekte 4.7 Studeren en RSI (CANS)
43
5. Adressenlijst
48
De studiegids wordt zo nauwkeurig mogelijk samengesteld, doch wijzigingen kunnen zich voordoen na vaststelling door de examencommissie. Deze wijzigingen worden gepubliceerd via Blackboard.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 4
1.
Algemene informatie over de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs
1.1
Inleiding In dit Studentenstatuut deel 2 voor het cursusjaar 2011-2012 vindt de student informatie die nodig is voor de studie aan de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs van Stenden Hogeschool. De Opleiding tot Leraar Basisonderwijs heeft meerdere varianten: de reguliere, vierjarige Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (Crohonummers 34808-21Y en 34808-22ex) en de tweejarige Verkorte Opleiding tot Leraar Basisonderwijs voor hoger opgeleiden. Er zijn vijf verschillende locaties waar de opleidingen gevolgd kunnen worden. Dit zijn: Assen, Pabo De Eekhorst Zeemanstraat 1, 9406 BZ Assen T (0592) 853 300, F (0592) 853 301 Emmen Van Schaikweg 94, Postbus 2080, 7801 CB Emmen T (0591) 853 100, F (0591) 853 101 Groningen Phebensstraat 1, 9711 BL Groningen T (050) 311 2955, F (050) 313 8340 Leeuwarden Rengerslaan 8, Postbus 1298, 8900 CG Leeuwarden T (058) 244 1428, F (058) 244 1480 Meppel Van der Duin van Maasdamstraat 1, 7942 AT Meppel T (0522) 853 400, F (0522) 853 401 Het centrale correspondentieadres is: Stenden Hogeschool Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Van Schaikweg 94 Postbus 2080, 7801 CB Emmen tel. (0591) 853 154 Met vragen, verzoeken en opmerkingen kunnen studenten altijd op één van bovengenoemde adressen terecht. Er kan ook via e-mail direct contact gezocht worden met de medewerkers. De adressen zijn achterin in deze studiegids te opgenomen.
1.2
Organisatie van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs
1.2.1 Structuur en Functies De Opleiding tot Leraar Basisonderwijs wordt vanuit Stenden Hogeschool aangeboden op vijf locaties. 1.2.1.1 Het managementteam Het managementteam van de School of Education van Stenden Hogeschool wordt gevormd door de head of school, twee academic deans, en vijf teamleiders. De head of school is eindverantwoordelijk.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 5
De teamleiders zijn, binnen vastgestelde kaders, verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken van de locatie. Per locatie is er een docententeam. 1.2.1.2 Teamleiders en docententeams Op de verschillende locaties wordt het onderwijsprogramma aangeboden en uitgevoerd door de docententeams. Aan enkele docenten zijn specifieke taken toegewezen. De opleiding kent een aantal locatieoverstijgende coördinatietaken. Elk team wordt aangestuurd door een teamleider. 1.2.1.3 Staf De directie wordt bijgestaan door adviseurs voor onderwijszaken, personeel & organisatie, finance en communicatie. Deze adviseurs verrichten verschillende taken op het gebied van het ontwikkelen van onderwijsbeleid, kwaliteitszorg, financiën, personeelsbeleid, public relations en communicatie. 1.2.1.4 Secretariaat en administratie Op elke locatie is er administratieve ondersteuning. De administraties houden zich onder andere bezig met: • studentenadministratie • post-, agenda- en telefoonzaken docenten • notuleren lokaal werk/teamoverleg De administraties zijn op specifieke tijden opengesteld voor studenten: zie berichtgeving op de locaties. 1.2.1.5 De locaties Alle locaties behoren tot de School of Education van Stenden Hogeschool, maar iedere vestiging heeft ook zijn eigen kleur en gezicht. Die kleur wordt gevormd door de Stendenwaarden, door de levensbeschouwelijke visie en door het inhoudelijk profiel van de betreffende locatie. Die ruimte voor „eigen‟ kleur is overigens in de praktijk zeer sterk afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen, hogeschoolafspraken en samenwerkingsafspraken. De locaties organiseren regelmatig werkoverleg, teamleideroverleg en teamoverleg. Daarin wordt de dagelijkse uitvoering van het programma besproken. 1.2.1.6 Onderwijsvernieuwing De Curriculumontwikkelgroep is op dit moment bezig een nieuw kerncurriculum te ontwikkelen voor alle Stenden-Pabo‟s. Daarnaast wordt het huidige curriculum voor 2 e, 3e en 4e jaars up to date gehouden en de curriculumcommissie monitort dit. 1.2.1.7 Toetscommissie De centrale toetscommissie coördineert alle zaken rondom toetsing en beoordeling: - Onderhoudt landelijk contacten op het gebied van toetsen in de lerarenopleidingen Basisonderwijs. - Ziet toe op ontwerp en kwaliteitsborging. - Bewaakt tijdens de uitvoering de wijze waarop de toetsen worden uitgevoerd, geëvalueerd en verbeterd; - Ondersteunt docenten en andere betrokkenen bij de uitvoering van de toetsing; - Voert regie bij het ontwikkelen van kennistoetsen; - Onderzoekt de werking van de toetsmomenten in relatie tot het gestelde doel; - Werkt samen met een externe controlecommissie om tussentijdse audits uit te voeren. Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 6
1.2.1.8 Examencommissie De School of Education kent één centrale Examencommissie. De Examencommissie is eindverantwoordelijke op het gehele terrein van de onderwijsinhoud van het curriculum. Om recht te doen aan de verschillende locaties van de opleiding is de samenstelling van de Examencommissie zodanig dat alle vijf de locaties vertegenwoordigd zijn. De taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn neergelegd in het Stenden Hogeschool examenreglement 2011-2012 (zie Studentenstatuut deel I, 2011-2012). De Examencommissie stelt de onderwijspuntenstructuur vast onder goedkeuring van de opleidingscommissie. In de Examenregeling 2011-2012 (zie Studentenstatuut deel 2, 2011-2012, hoofdstuk 2.3) heeft de Examencommissie alle verbijzonderingen op het reglement beschreven om daarmee alle zaken binnen de opleiding zo helder en eenduidig mogelijk te laten verlopen. Alle studenten die zich met een verzoek willen richten tot de Examencommissie kunnen dat doen door de secretaris schriftelijk te benaderen. Voor informatieve vragen kan men de Examencommissie ook rechtstreeks benaderen via het E-mailadres
[email protected] . Afspraken over het indienen van verzoeken zijn na te lezen in de examenregeling van de School of Education (zie hoofdstuk 2.3). 1.2.2 Overleg en medezeggenschap 1.2.2.1 Overleg managementteam (MT) Het management van de School of Education kent een smal MT (head of school en academic deans) dat wekelijks overlegt. Daarnaast bestaat er binnen de School het breed MT. Het breed MT komt eens per drie weken bijeen en bestaat uit: de head of school, de academic deans en de teamleiders. Bij relevante agendapunten kunnen ook stafmedewerkers en overige betrokkenen (medewerkers, studenten, externe adviseurs) worden uitgenodigd. 1.2.2.2 Docentenoverleg Enkele keren per jaar komen alle docenten van de School of Education bij elkaar, meestal in de vorm van studiedagen. Dit overleg wordt afwisselend op de locaties georganiseerd. Daarnaast kent elke locatie een teamvergadering waarin de uitvoering en organisatie van het onderwijsprogramma wordt besproken. 1.2.2.3 Vakgroepoverleg Binnen de School of Education overleggen alle docenten in vakgroepen over zaken met betrekking tot hun specifieke deskundigheid; denk daarbij aan de inbreng van het vak in het totale curriculum, de bijdrage aan gemeenschappelijke modulen en opleidingsbrede kwaliteitszorg. Elke vakgroep kent een voorzitter, die voor de vakgroepleden en het management het vaste aanspreekpunt is. 1.2.2.4 Curriculumcommissie De School of Education werkt aan de totstandkoming van een gemeenschappelijke curriculumcommissie die het curriculum bewaakt op ontwikkelingen en accreditatiewaardigheid. In de commissie zal een goede vertegenwoordiging van alle locaties zitting hebben. 1.2.2.5 Opleidingscommissie De School of Education kent een gemeenschappelijke Opleidingscommissie met een vertegenwoordiging vanuit de verschillende geledingen en locaties. De hoofdtaak van deze commissie is het adviseren van het management van de opleiding met betrekking tot onderwijsbeleid, onderwijsvernieuwing en Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 7
onderwijsorganisatie. De opleidingscommissie bestaat uit studenten en medewerkers. Studenten die zich willen informeren over deelname aan de Opleidingscommissie kunnen zich rechtstreeks wenden tot één van de studenten of docenten van de Opleidingscommissie. 1.2.2.6 Studentenraad Per locatie is er een studentenraad. Zij heeft regelmatig overleg met de teamleider van de locatie over allerlei zaken aangaande het onderwijs op de locatie. 1.2.2.7 Centrale Medezeggenschapsraad De Stenden Centrale Medezeggenschapsraad van Stenden bestaat uit twaalf personeelsleden en twaalf studenten, afkomstig van diverse schools en diensten. Via de CMR kun je meepraten en meebeslissen over alle zaken die gevolgen hebben voor Stenden en daarmee dien je de belangen van je eigen School of afdeling. Voor het CMR-lidmaatschap is een vergoeding in tijd of geld beschikbaar. Daarnaast staat het natuurlijk goed op je CV.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 8
1.2.3 Advisering en contacten met het werkveld 1.2.3.1 Raad van Advies De belangrijkste taak van de Raad van Advies van de opleiding is het adviseren over onderwijs aan Head of School en Academic Deans. Het advies wordt in het bijzonder gevraagd met betrekking tot beleidsaspecten. De leden van de raad zijn niet verbonden aan Stenden Hogeschool, maar komen vooral uit organisaties die betrokken zijn bij het werkveld van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (scholen, begeleidingsorganisaties, besturen- en/of personeelsorganisaties, universiteiten). De Raad van Advies komt vier maal per jaar bij elkaar. De School of Education heeft een Raad van Advies met Twee kamers. In de Raad van Advies vh CHN hebben zitting: Mevrouw S. Amels, SWV Westerkwartier Roden De heer J. Buitink, RUG, Universitair Centrum voor de Lerarenopleiding De heer S. van der Wal, Noventa, Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs De heer W. Meijer, voormalig hoofddocent, Votrad/ RUG De heer A. Fickweiler, BMC Advies De heer P. Bootsma, KOC Groningen In de Raad van Advies vh HD hebben zitting: De heer P. Molmaker, Plateau Assen Mevrouw J. van Dorland, Het Octaaf, COG Drenthe De heer Z. Wijnholds, Openbaar Primair Onderwijs Gemeente Emmen De heer J. Imbosch, OBS Delftlanden De heer T. Meijer, BWB school Dalen De heer J. Timmermans, Aves Mevrouw A. Vastenburg, Drenthe College
1.2.3.2 Samenwerking praktische vorming De praktische vorming (stages) wordt lokaal georganiseerd door de opleiding. Er wordt overlegd met het beroepenveld op welke plaatsen in het onderwijs (of bij andere instanties) de gelegenheid tot praktische vorming kan worden geboden. Zo spoedig mogelijk na de start van het studiejaar wordt de student ingelicht over zijn of haar stageplaats. 1.2.3.3 Samenwerkingsverbanden De contacten op nationaal niveau worden over het algemeen in eerste instantie onderhouden door de Academic deans. Zij vertegenwoordigt de opleiding in de vergaderingen van de HBO-raad, het Landelijk Overleg Opleiding Basisonderwijs (LOBO), de Besturenraad, het noordelijk overleg lerarenopleidingen van de noordelijke hogescholen, overleg in het kader van het Sectorplan Noordelijke Hogescholen en de universitaire lerarenopleidingen van de Rijksuniversiteit Groningen. Mede op grond van de levensbeschouwelijke identiteit van een aantal Opleidingen tot Leraar Basisonderwijs van Stenden Hogeschool, zijn er contacten met de commissie DCBO van de Besturenraad en met de bisschoppelijk gedelegeerden met betrekking tot het diploma RK-catechese. De teamleiders onderhouden over het algemeen de contacten met externe relaties in hun eigen regio. In voorkomende gevallen wordt er schooloverstijgend overlegd met bovenschoolse managers in managementoverleg en/of samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS).
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 9
De teamleiders participeren verder in de zogenaamde „regionale convenanten‟. In deze samenwerkingsverbanden, die zich bezig houden met arbeidsmarktvraagstukken, werken het Primair Onderwijs, de Regionale Opleidingencentra en het Hoger Beroepsonderwijs samen. Afhankelijk van de regionale situatie zijn er één of meerdere convenanten actief. Vakgerichte contacten worden primair door vakgroepen en individuele docenten onderhouden tijdens conferenties en studiedagen, die bezocht worden in het kader van deskundigheidsbevordering. Vakgroepleden hebben daarnaast veel contacten via andere netwerken. 1.2.4 Lectoraat en kenniskring Het hbo kent sinds 2001 door de overheid ondersteunde lectoraten en bijbehorende kenniskringen. Algemeen doel van deze lectoraten is enerzijds het vergroten van de kwaliteit van het hoger beroepsonderwijs, anderzijds de positie versterken van het hbo als kennisinstituut. Lectoraten zorgen voor verbetering van externe oriëntatie, dragen bij aan curriculumvernieuwing, dragen zorg voor professionalisering van docenten en versterken kenniscirculatie en kenniscreatie. De School of Education heeft vier lectoraten, Het lectoraat geïnspireerd Leren van Dhr. M Dolk loopt op begin van dit studiejaar af, daarnaast heeft de SoE de volgende lectoraten : “Veelvormig Christelijk Basisonderwijs” met als lectoren Dr. C.M. Wigmans en Drs. H. Pol. Het doel van het lectoraat “Ontwikkeling van Veelvormig Christelijk Basisonderwijs”is om de deskundigheid van Stenden Hogeschool te versterken met betrekking tot de eigentijdse en meerstemmige vormgeving van het christelijk basisonderwijs, als ook de implicaties daarvan te overzien voor het onderwijs in de initiële en postinitiële opleiding van basisschoolleerkrachten. - “Fries en meertaligheid in onderwijs en opvoeding” met als lector A. Riemersma. - “Early Childhood – Het jong kind”, Een lectoraat in ontwikkeling, in het najaar zal waarschijnlijk de nieuwe lector worden aangesteld. 1.2.5 Interne communicatie Bij de School of Education wordt groot belang gehecht aan een goede communicatie. Regelmatig zal elke student mededelingen over het onderwijs kunnen aantreffen op het Stenden Hogeschool net (het intranet van Stenden Hogeschool;www.stenden.com) en op de elektronische leeromgeving. De werking van deze virtuele omgevingen wordt bij de start van de studie aan de studenten uitgelegd. Om de communicatie, zowel met het personeel als met de studenten, optimaal te laten verlopen heeft Stenden Hogeschool een eigen krant de Stenden Times, die driemaandelijks verschijnt, waarin de School of Education een eigen mededelingenpagina heeft. De mededelingen die daarin worden gepubliceerd hebben rechtskracht. Kopij kan gestuurd worden naar: redactie Stenden Hogeschool krant, Postbus 1298, 8900 CG Leeuwarden, ter attentie van de heer J. Slager, e-mail
[email protected] 1.2.6 Informatie Elke locatie heeft zijn eigen voorzieningen ten aanzien van openingstijden, collegeroosters, spreekuren, onderwijswerkplaats (OWP), gebruik studentenvoorzieningen, communicatie enzovoort. Elke student wordt over dergelijke lokale zaken (zowel schriftelijk als mondeling) nader ingelicht aan het begin van het studiejaar bij een eerste bijeenkomst. 1.2.7 Huishoudelijk reglement/Protocollen Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 10
Op hogeschoolniveau is een studentenstatuut vastgesteld (zie Studentenstatuut deel 1, hogeschoolzaken). Zaken die hierin niet geregeld zijn, of uitwerkingen van de hoofdlijnen van het statuut, zijn in een huishoudelijk reglement c.q. protocollen beschreven. Ten aanzien van verschillende onderwerpen bestaan huishoudelijke regelingen c.q. protocollen om te garanderen dat een en ander optimaal verloopt. Ieder dient zich te houden aan bedoelde voorschriften. De teamleider of degene die direct met een reglement c.q. protocol te maken heeft, kan om nadere informatie worden gevraagd. 1.2.8 Kwaliteitszorg De School of Education besteedt veel aandacht aan kwaliteitszorg. Het doel van kwaliteitszorg is het optimaliseren van de dienstverlening aan de student om een maximaal studieresultaat te kunnen verkrijgen. Stenden Hogeschool heeft daarbij gekozen voor het gebruik van het model van de European Foundation for Quality Management (EFQM-model). In dat model wordt de onderwijsorganisatie geëvalueerd op negen aandachtsgebieden die de kwaliteit beïnvloeden. Onderwijsevaluaties nemen in de kwaliteitszorg een belangrijke plaats in. Aan het begin van elk cursusjaar stelt het management het onderwijsevaluatieplan vast waarin de momenten van evaluatie worden beschreven, zoals periode-evaluaties, stage-evaluaties, tevredenheidonderzoeken onder medewerkers en studenten en panelgesprekken. Omdat onderwijsevaluatie een zorg is voor iedereen, zijn zowel docenten als studenten bij de kwaliteitszorg betrokken. Voor de student is betrokkenheid bij de evaluatie van de opleiding een goede voorbereiding op het professioneel functioneren in het onderwijs. Docenten werken voortdurend aan de verbetering van de kwaliteit van de opleiding. Vooraf wordt de onderwijskwaliteit gestuurd door richtlijnen voor programmaontwikkeling. 1.2.9 Onderwijswerkplaats Op alle vijf de locaties is er een Onderwijswerkplaats (OWP). De nadruk ligt op het voor studenten beschikbaar hebben van leermiddelen voor de basisschool en het speciaal onderwijs. Er wordt naar gestreefd om veel methoden en leermiddelen voor het basisonderwijs ook in de OWP te hebben, zodat iedere student er gebruik van kan maken en in voorkomende gevallen kan lenen. De onderwijswerkplaats is ook een centrum van onderwijsactiviteiten. De openingstijden en reglementen van de OWP worden op de locatie bekend gemaakt. Voor het gebruik van de OWP Leeuwarden bestaat een reglement dat in het studielandschap ter inzage ligt. 1.3
Varianten Opleiding tot Leraar Basisonderwijs De Opleiding tot Leraar Basisonderwijs kent vier varianten: - De reguliere vierjarige Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (voltijd) - De tweejarige Verkorte Opleiding tot Leraar Basisonderwijs voor hoger opgeleiden (Pabo-verkort) - Leraar+: een voltijd opleiding die bestaat uit leereenheden van de pabo, waaronder de stage in het basisonderwijs en uit universitaire modules die gevolgd worden aan de Rijksuniversiteit te Groningen. - De Academische Pabo: een opleiding in nauwe samenwerking tussen de Rijksuniversiteit Groningen en de drie noordelijke Pabo‟s: Hanzehogeschool Groningen, NHL Hogeschool en Stenden Hogeschool Groningen. Met deze geïntegreerde opleiding kunnen vwo‟ers na vier jaar twee bachelordiploma‟s behalen.
1.4
Interculturalisatie en internationalisering
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 11
Binnen de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs spelen interculturalisatie en internationalisering een belangrijke rol. Over grenzen heen kijken werkt blikverruimend voor studenten. De opleiding wordt ook geïnspireerd door andere culturen zodat hierdoor ideeën worden opgedaan voor de permanente innovatie van het opleidingsprogramma en de organisatie. Zo streeft de opleiding naar een zodanige inrichting van het onderwijs dat iedereen wordt toegerust om te functioneren in een multi-etnische samenleving. Voor de studenten van de opleiding zijn er mogelijkheden om te studeren in het buitenland. In het vierde studiejaar, is het voor studenten van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs mogelijk drie tot vijf maanden naar het buitenland te gaan. De periode in het buitenland wordt dan aangemerkt als een minor. Er zijn twee mogelijkheden: Het studeren in het buitenland (met eventueel een beperkte stagecomponent) in de z.g. Exchangeprogramma‟s. Met betrekking tot de exchange- programma‟s onderhoudt Stenden Hogeschool- Lerarenopleidingen structurele contacten met collega-instellingen in Wales en Oostenrijk. De tweede mogelijkheid is meer projectmatig werken in het buitenland met een grote stagecomponent. Met betrekking tot stageprojecten in het buitenland ligt de prioriteit bij het zogenaamde Community Development Program in de township in Port Alfred, Zuid Afrika (vanuit de eigen Stenden Hogeschool campus in Zuid Afrika) en in de Nederlandse Antillen. Wanneer een student zelf een andere geschikte mogelijkheid aandraagt bij de coördinator internationalisering kan, als het voorstel in het studieprogramma past, op medewerking worden gerekend. De student moet hiervoor schriftelijk toestemming vragen bij de examencommissie. Bij het International Office (Locatie Fryslân, Leeuwarden) en op de administratie van de locaties is de Guide Studying Abroad verkrijgbaar. Deze gids bevat veel specifieke informatie voor de voorbereiding en verdere planning van de reis. Coördinatoren Internationalisering zijn mevr. H. Annema en de heer W. van Eisden. Subsidies Wanneer een internationaal project binnen Europese of andere regelgeving valt, zijn er bij externe instanties soms subsidies te verkrijgen. De student wordt, door middel van de gids „Guide Studying Abroad‟, hierover geïnformeerd. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten worden de studenten op het gebruik van de gids en de informatie over subsidie gewezen. Er zijn in de meeste gevallen weinig mogelijkheden betreffende subsidies voor internationale studieactiviteiten. De student zal rekening moeten houden met vrij aanzienlijke kosten. De contactpersoon internationalisering begeleidt desgevraagd de studenten in het aanvragen van subsidie. Begeleiding en beoordeling Elke student die in het buitenland verblijft krijgt een begeleider. Per email en telefoon is de begeleiding op afstand over het algemeen goed te regelen. Internationale activiteiten vormen een wezenlijk deel van de opleiding en worden dan ook behandeld als regulier onderdeel van het curriculum van de opleiding. Dat houdt het volgende in: - vooraf wordt het studieplan besproken. Uitvoering ervan vindt slechts plaats Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 12
-
na goedkeuring door de Examencommissie; tijdens het profiel dient er, volgens afspraak, contact gehouden te worden met de begeleider; Bij terugkomst vindt de definitieve beoordeling plaats, in overeenstemming met het vooraf gemaakte en goedgekeurde studieplan. Een verslag, een gesprek en/of een presentatie kan deel uitmaken van de beoordeling. De Examencommissie bepaalt, in overeenstemming met de regels in de Onderwijs, - en Examenregeling, het aantal toe te kennen ec‟s.
Projecten en netwerken Edukans Edukans organiseert in de vakantieperiode projecten in ontwikkelingslanden. Studenten nemen deel aan onderwijsexpedities in India, Malawi en Ethiopië. Zuid Afrika Studenten nemen deel aan dit project, waarbij zestien farmschools bij Kokstad betrokken zijn. Studenten brengen en ontwikkelen materialen, inhouden en didactische werkvormen voor het onderwijs. Symposion In dit Europees netwerk is het idee ontstaan voor de Internationale Pabo. Dankzij Europese subsidie konden Noorwegen, Denemarken, Zweden en Nederland gezamenlijk werken aan een nieuw Europees curriculum. Er is vergelijkend onderzoek gedaan naar de verschillende curricula. In 2011 gaat de Internationale Lerarenopleiding van start in Denemarken. Erasmusprogramma Binnen dit Europese programma participeren we in de onderdelen studenten- en docentenuitwisselingen. Elk jaar vertrekken tientallen studenten en docenten naar onder andere Zwitserland, Malta, Portugal, Tsjechië, Engeland, Spanje en Litouwen. ETEN European Teacher Education Network richt zich op het uitwisselen van expertise onder lerarenopleiders uit de hele wereld. Eens per jaar organiseert een lid uit het netwerk een conferentie. STIR Onder de voorwaarden van deze „Stimuleringsregeling buitenland‟ kunnen onze studenten kortlopende projecten uitvoeren in Zuid-Afrika, Curaçao en Aruba. Minor Internationalisering De International Class biedt inkomende Erasmusstudenten een consistent programma. Dat bevat een internationale week waarin collega‟s uit het buitenland colleges verzorgen. De minorgroep bevat buitenlandse en Nederlandse studenten. Project Duitse instroom Sinds 2006 bezoeken Duitse studenten de School of Education. Zij volgen in de zomer voorafgaand aan de studie de NT2 cursus en doen staatsexamen. Voor hen is het curriculum met daarin de stagecomponent aantrekkelijk. 1.5
Speciale diploma’s en getuigschriften Tijdens de studie is het mogelijk om extra bevoegdheden en erkende diploma‟s te behalen. De meest voorkomende worden in de volgende paragrafen behandeld. Ook is hier informatie opgenomen over een aantal speciale projecten waar de opleiding haar medewerking aan verleent. Het volgen van het betreffende programma vindt soms op een andere dan de eigen locatie plaats.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 13
1.5.1 DCBO De opleiding voorziet in het basisprogramma godsdienst, religie, Humanistisch Vormingsonderwijs en filosofie. Voor studenten die zich verder willen verdiepen biedt de opleiding daarbij de mogelijkheid om het erkende Diploma Christelijk Basisonderwijs (DCBO) te behalen. Voor een volledige en gedetailleerde uitwerking wordt verwezen naar het betreffende document met uitgangspunten en eindtermen van het DCBO. Voor de goede orde zij er op gewezen dat er aan deelname aan het DCBOprogramma, en dus aan het DCBO-examen, geen voorwaarden zijn verbonden. Dus ook studenten met een niet-christelijke of niet-kerkelijke achtergrond kunnen het DCBO-programma volgen en het examen afleggen. Contactpersoon zijn: de heer B. Slaa en mevr. A. Streutker. 1.5.2 RK Godsdienst/Levensbeschouwing Studenten die zich verder willen verdiepen en die bevoegd willen worden voor de roomskatholieke scholen van het primair onderwijs dienen het door het bisdom erkende diploma R.K. godsdienst / levensbeschouwing te behalen. Voor de goede orde zij er op gewezen dat er aan de deelname aan het programma R.K. godsdienst/levensbeschouwing geen voorwaarden zijn verbonden. Dus ook studenten met een niet-katholieke of niet-kerkelijke achtergrond kunnen het programma volgen en het examen afleggen. De opleiding geeft hiertoe de mogelijkheid; een en ander volgens afspraken met het Bisdom Groningen. Dit diploma kan behaald worden, nadat de student(e) de leerroute R.K. godsdienst / levensbeschouwing heeft gevolgd. Contactpersoon is mevr. H. Bakker. 1.5.3 Fries/Frysk Mede omdat de locatie Fryslân als tweetalige opleiding wil fungeren is het van groot belang dat elke student van deze locatie het Fries (na verloop van tijd) ten minste passief beheerst. Als student (locatie Fryslân) zul je tijdens je stageperioden snel bemerken dat Frysk op de basisscholen een heel natuurlijk gegeven is. Als opleiding willen we tijdens het eerste studiejaar met ieders moedertaal zoveel mogelijk rekening houden en verzorgen we een gedifferentieerd programma Fries. Studenten die het Fries niet of moeilijk kunnen verstaan, volgen „Eigen Feardigens Frysk A‟ en studenten die de Friese taal wel kunnen verstaan en spreken, volgen „Eigen Feardigens Frysk B‟. Om het vak Fries/Frysk in het basisonderwijs te mogen geven als leerkracht moet je daarvoor specifiek bevoegd zijn. De locatie Fryslân biedt studenten dan ook de mogelijkheid aan om die bevoegdheid te behalen. De contactpersoon voor Frysk is mevr. D. Ybema. 1.5.4 Onderwijsconcepten Vooral in het derde studiejaar van de reguliere Opleiding tot Leraar Basisonderwijs maakt de student kennis met verschillende onderwijsconcepten, het Ervaringsgericht Onderwijs (EGO), het Dalton-concept, Freinet-onderwijs, Montessori-onderwijs en het Jenaplan-concept. Bij voldoende belangstelling kan ook in de eerste helft van het vierde studiejaar een minor over de genoemde onderwijsconcepten worden gevolgd. De Jenaplan-minor, Freinet-minor, Montessori-minor en de Dalton-minor (en EGO/OGO-minor) leiden op voor officiële diploma‟s/certificaten. Voor alle specialisaties geldt dat het verplicht is om de LIO-stage te doorlopen op een basisschool die conform het betreffende concept werkt. De minoren worden, waar mogelijk, locatieoverstijgend aangeboden. 1.5.4.1 Jenaplanonderwijs Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 14
Deze specialisatie start in het derde jaar en loopt door tot en met de pedagogische eindstage c.q. lio-stage. Studenten die zich willen verdiepen in dit onderwijsconcept volgen het reguliere programma van de opleiding en maken gebruik van de keuzemomenten. Dit betekent dat de studielast volledig binnen het curriculum van het voltijdse programma valt. Het diploma wordt uitgegeven door de Nederlandse Jenaplan Vereniging (NJPV). Binnen de opleiding Pabo-verkort is het ook mogelijk om dit programma te volgen, maar moet soms naast het reguliere programma worden gevolgd. De contactpersonen voor het Jenaplanonderwijs zijn: mevr. W van der Schaaf, mevr. C. Calon en mevr. T. Wieringa. 1.5.4.2 Freinetonderwijs In het derde en vierde studiejaar is er de mogelijkheid voor verdieping in het concept van Freinetonderwijs. Een deel van het programma valt onder het Jenaplanprogramma. Daarnaast is er een specifieke verdieping naar de Freinetpedagogie en -technieken. De stageactiviteiten worden uitgevoerd op een Freinetschool. Het diploma wordt uitgegeven door de Freinetbeweging. De contactpersoon voor het Freinetonderwijs is: mevr. T. Wieringa. 1.5.4.3 Daltononderwijs Stenden Hogeschool biedt, in samenwerking met de Nederlandse Dalton Vereniging, de mogelijkheid om het Daltondiploma te behalen. De student verdiept zich theoretisch in het Daltononderwijs en voert stageactiviteiten uit op een basisschool, bij voorkeur op een Daltonschool. Stenden Hogeschool heeft voor dit profiel echter een beperkt aantal plaatsen beschikbaar zodat na schriftelijke aanmelding (die tevens bindend is) er loting plaats zal vinden in het geval van overintekening. De groepssamenstelling is altijd een mix van studenten van Stenden Hogeschool van de verschillende locaties. Het onderwijsprogramma wordt door verschillende opleidingsdocenten verzorgd. De contactpersoon voor het Daltononderwijs zijn: mevr. P. Busstra en de heer R. Hendriksen 1.5.4.4 Montessori-onderwijs Stenden Hogeschool biedt, in samenwerking met de Nederlandse Montessori Vereniniging, de mogelijkheid om het Montessoridiploma te behalen op de locatie Assen. De student verdiept zich theoretisch in het Montessori-onderwijs en voert stageactiviteiten uit op een Montessoribasisschool. Het onderwijsprogramma wordt door verschillende opleidingsdocenten verzorgd. De contactpersoon voor het Montessorionderwijs is: mevr. A. Wolf. 1.5.4.5 EGO/OGO In het vierde jaar kan de minor ervaringsgericht onderwijs/ontwikkelings gerichtonderwijs gevolgd worden als pedagogische minor. Hierbij vindt verdieping plaats van de twee concepten en wordt een eigen onderzoeksvraag zowel theoretisch als praktisch beantwoord. De lange stage wordt uitgevoerd op een school die het concept goed uitgewerkt heeft. De contactpersoon voor EGO/OGO-onderwijs is: mevr. C. Kats. 1.6 Doorstroommogelijkheden Na het behalen van het diploma leraar basisonderwijs zijn er tal van vervolgstudies mogelijk. Hierna wordt een aantal veel gekozen bachelor- en masteropleidingen genoemd.
1.6.1 Post-HBO Bewegingsonderwijs Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 15
Conform de wettelijke regeling zijn studenten uitsluitend bevoegd voor het geven van bewegingsonderwijs in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Voor het behalen van de bevoegdheid bewegingsonderwijs voor de groepen 3 t/m 8 is er een speciale bevoegdheidsregeling met bijbehorende leergang ontwikkeld. Deze leergang kan deels tijdens de opleiding worden gedaan, deels als post-HBOtraject. De contactpersonen voor bewegingsonderwijs zijn: de heren J. Hindriks en V. Mollema. 1.6.2 Leraar tweedegraads Bij onder andere de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden kan een bacheloropleiding tot tweedegraads leraar voortgezet onderwijs worden gevolgd. Hiervoor zijn diverse flexibele trajecten ontwikkeld. Afhankelijk van de vakgebieden waarvoor je kiest varieert de duur van de opleiding van twee tot vier jaar. Meer informatie over deze doorstroomvariant is ook te verkrijgen bij de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. 1.6.3 Gespecialiseerd groepsleerkracht Na het succesvol afronden van de initiële opleiding kan een eenjarige voltijd of tweejarige deeltijdopleiding tot Master Special Educational Needs worden gevolgd. Deze opleiding wordt in het werkveld zeer gewaardeerd voor mensen die willen werken in de leerlingenzorg of in vormen van speciaal onderwijs. Stenden Hogeschool biedt echter nog veel meer mastertrajecten voor het onderwijs aan. Het gaat daarbij om zowel basis- als kopstudies, in voltijd en deeltijd. Meer informatie hierover is te verkrijgen via de heer H. Hoedemaker, tel. (058) 24 41 706, medewerker van het Instituut Service Management van Stenden Hogeschool te Leeuwarden. 1.6.4 Masteropleidingen WO HBO-ers met een aan Pedagogische Wetenschappen of Onderwijskunde verwante vooropleiding kunnen worden toegelaten tot de Masteropleiding Pedagogiek of de Masteropleiding Onderwijskunde, onder andere bij de Rijksuniversiteit Groningen. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar de coördinatoren van de afstudeerfase. Je kunt ook informatie verkrijgen bij het Onderwijsbureau Pedagogiek & Onderwijskunde, Grote Kruisstraat 2 (Muntinggebouw), 050 - 36 36 301.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 16
2
Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Leerjaar 1
2.1 Onderwijsbeleid 2.1.1 Visie op leren en opleiden Binnen de kaders van de onderwijsnota van Stenden Hogeschool Wereldwijs Onderwijs zijn de volgende essenties van belang in het programma: Sociaal constructivisme In het sociaal constructivisme ligt de nadruk op actieve kennisconstructie in een sociale leeromgeving. Kennis is het resultaat van menselijke activiteit. Leren is een actief en creatief proces, in interactie met docenten en medestudenten. In het sociaal cultureel constructivisme speelt de culturele continuïteit een belangrijke rol. Studenten komen in de opleiding in aanraking met het culturele erfgoed van voorgaande generaties en zij construeren op basis daarvan hun eigen kennis. De ontwikkeling van studenten is daarmee mede afhankelijk van de culturele en historische omgeving. Kennis wordt gebouwd in verbinding met al bestaande kennis. Studenten leren door nieuwe informatie te verbinden met wat zij al weten. De bestaande kennis is sterk cultureel bepaald en beïnvloedt daardoor welke informatie wordt opgenomen en verwerkt tot nieuwe kennis. Het sociaal constructivisme geeft aan hoe mensen leren, het culturele aspect geeft aan wat ze leren in een betekenisvolle specifieke context. Het sociaal cultureel constructivisme doet een beroep op de intrinsieke motivatie van studenten en gaat daarmee uit van het positieve mensbeeld, dat mensen willen leren. Leren in de praktijk De OLB-Stenden is een beroepsopleiding. De constructivistische visie op leren vraagt om betekenisvolle en authentieke leersituaties in een beroepsgeoriënteerde context. In de basisschool als leerplek worden studenten optimaal voorbereid op het beroep van leraar basisonderwijs. Theorie en praktijk komen samen in het handelen van de student in de praktijk. Het leren in de praktijk krijgt zijn vertaling in het werkplekleren. Competentieontwikkeling van de student centraal De SBL-competenties zijn de basis voor de eindkwalificaties voor een leraar basisonderwijs. Gedurende de opleiding ontwikkelt de student de benodigde competenties tot op het niveau van startbekwaam. De student is zich aan het eind van de opleiding bewust van zijn/haar kwaliteiten en weet ook heel goed welke competenties verder ontwikkeld kunnen worden. De student heeft geleerd zelf verantwoordelijk te zijn voor zijn/haar professionele ontwikkeling. Hiermee is de basis gelegd voor een leven lang leren. PBL-blended Met Problem Based Learning-blended (PBL-blended) zorgt de opleiding voor een optimale combinatie (blend) van theorie en praktijk. Dit krijgt vorm in zowel opleiding als stage, meer of minder begeleid. Daarbij kunnen verschillende vormen worden ingezet, afhankelijk van inhoudelijke doelstellingen. Problem Based Learning is binnen het onderwijsmodel een onderwijsvorm waarin betekenisvol en toepassingsgericht leren mogelijk is. De student ontwikkelt, onder afnemende begeleiding, de SBLDeel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 17
competenties onder meer aan de hand van door de opleiding en de praktijk aangereikte PBL-taken. PBL-taken zijn (semi-) authentieke taken en passen bijgevolg goed bij een visie waarin de competentieontwikkeling van de student centraal staat. Van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd leren De OLB kiest in de eerste fase van de opleiding voor een meer aanbodgestuurde benadering van het onderwijsprogramma. Studenten werken aan de hand van gegeven taken aan het verwerven van geïntegreerde kennis, vaardigheden en attitudes. Tijdens deze fase worden onder andere de vaardigheden getraind die studenten nodig hebben om steeds meer zelf de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelingsproces te kunnen nemen. Via gedeelde sturing resulteert dit in de tweede fase van de opleiding tot meer zichzelf sturende studenten. Studenten groeien in zelfstandigheid. Vanzelfsprekend hoort hier een afnemende sturing van de docent bij. De beroepscompetenties zijn in alle fasen van de opleiding leidraad. Persoonlijke en professionele ontwikkeling en specialisatie Binnen de opleiding is voldoende ruimte voor eigen professionele ontwikkeling en specialisatie. Studenten specialiseren zich in een aantal vakgebieden, in een bepaalde leeftijdsgroep, in een denominatie en/of onderwijskundig concept. Ontwikkeling van competenties in het buitenland is eveneens mogelijk en wordt gestimuleerd. Vanuit een brede oriëntatie in de eerste fase van de opleiding wordt toegewerkt naar een meer specifieke ontwikkeling. De uniciteit van studenten komt naar voren in de eigen keuzes die de student maakt. Hierdoor krijgen zij een eigen kleur. 2.1.2 Uitgangspunten De uitgangspunten van het programma zijn mede gebaseerd op de volgende documenten: de NVAO-criteria; de Dublin-descriptoren; Kwaliteitsdoelen HBO-raad; de SBL-competenties; de SLO-vakcompetenties; de kennisbases; Wereldwijs Onderwijs; Bouwstenen. Daarmee is duidelijk dat de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs van Stenden Hogeschool binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving is gekomen tot een curriculum waarbij het sociaal constructivisme, het leertheoretisch kader van Stenden, het centrale uitgangspunt vormt. Dit curriculum resulteert in de opleiding van beroepsbeoefenaren die een gedegen theoretische basis hebben meegekregen, beschikken over onderzoekend vermogen, professioneel vakmanschap en een heldere beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 18
2.1.3 Uitwerking programma op basis van visie en uitgangspunten Van eindniveau naar opleidingsniveaus De SBL-competenties en de Dublin Descriptoren (hbo-kwalificaties) definiëren het eindniveau van de opleiding. Dit is het niveau waaraan de beginnende leraar moet voldoen. Vanuit dit niveau continueren de studenten die wij opleiden, een leven lang leren. De competenties en kwalificaties staan centraal gedurende de hele opleiding. Het onderwijsprogramma is zodanig opgebouwd dat de student geleidelijk naar het eindniveau toe werkt. We onderscheiden daarbij vier opleidingsniveaus: Opleidingsbekwaam, Basisbekwaam, Werkplekbekwaam en Startbekwaam (=eindniveau). De vier niveaus verschillen wat betreft: -
-
-
Beheersingsniveau (diepgang) o Van oriënteren op taken, via het uitvoeren van taken en het kunnen evalueren en aanpassen van processen, naar het maken van keuzes en visieontwikkeling. Verantwoordelijkheid o Geleidelijk toename van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de student en vermindering van de begeleiding. Complexiteit o Van gerichtheid op de eigen taak en de gang van zaken binnen de groep, via samenwerking binnen de school, naar de het functioneren in de volle breedte van de schoolomgeving.
De niveaus zijn richtinggevend voor de opleidingsinhoud (aanbod vanuit de opleiding en keuzeruimte van de student) en bepalen tevens de criteria voor (zelf)beoordeling in de verschillende fasen van de opleiding. Opleidingsbekwaam De student is opleidingsbekwaam wanneer hij voldoende beeld heeft van de beroepspraktijk om gemotiveerd te kunnen kiezen voor het beroep en hij het niveau van de opleiding aan kan. Beheersingsniveau: eenvoudig = oriënterend, observerend, assisterend, actief meewerkend. Verantwoordelijkheid: de student functioneert onder directe begeleiding van de mentor(stage) en wordt intensief begeleid vanuit de opleiding. Complexiteit: de student voert deeltaken en lessen uit en oriënteert zich op de gang van zaken binnen de groep.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 19
Basisbekwaam De student is basisbekwaam wanneer hij over voldoende vakkennis en vaardigheden beschikt om verantwoord les te kunnen geven. Beheersingsniveau: zelfstandig = zelfstandig handelend, uitvoerend, ontwerpend, initiatiefrijk. Verantwoordelijkheid: de student functioneert onder begeleiding van de mentor(stage) en wordt begeleid vanuit de opleiding. Complexiteit: de student voert onderwijstaken uit binnen de groep, tegemoetkomend aan verschillende niveaus binnen die groep en gedurende grotere delen van de dag. Werkplekbekwaam De student is werkplekbekwaam wanneer hij praktijkervaringen zelfstandig kan analyseren met behulp van theoretische concepten. Beheersingsniveau: verdiepend = analyserend, professioneel plannend, zelfevaluerend handelen. Verantwoordelijkheid: de student functioneert in de school met een toenemende eigen verantwoordelijkheid onder toezicht van de mentor. Begeleiding vindt op afstand plaats door de coach van de opleidingsschool. De studieloopbaanbegeleiding vanuit de opleiding wordt sterk verminderd en maakt plaats voor zelfstandig functionerende intervisiegroepen. Complexiteit: het handelen van de student strekt zich uit over alle beroepstaken gedurende meerdere aaneengesloten dagen. Het handelen in de groep is ingebed in de leerlijnen en het schoolconcept. De student voert taken uit op het gebied van schoolontwikkeling. Startbekwaam De student is startbekwaam wanneer hij een visie op het beroep kan formuleren op grond waarvan hij verantwoorde keuzes maakt en uitvoert. Beheersingsniveau: professioneel = standpuntbepalend, alternatieven overwegend, zowel individueel als in overleg met anderen handelend, specialiserend. Verantwoordelijkheid: de student functioneert in de stagegroep onder eigen verantwoordelijkheid. Toezicht vindt plaats op afstand door de coach van de opleidingsschool. Begeleiding vindt plaats mede op eigen initiatief. Complexiteit: de student onderhoudt voor het functioneren in de stagegroep contacten met actoren in de schoolomgeving (ouders, externe instanties).
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 20
2.2
Inhoud van het programma
2.2.1 Programma-indeling in modules Het jaarprogramma is verdeeld in vier modulen met, per module, eigen opleidingsdoelen. 2.2.2 Schets van de vier opleidingsjaren per module In onderstaand schema is geschetst hoe de opbouw in de vier opleidingsjaren eruit ziet. In het schema zijn de thema‟s vermeld met daaraan toegevoegd doelstellingen en inhoud en de competenties die centraal staan in de module. NB. Het curriculum is nog in ontwikkeling. Aan onderstaand overzicht kun je geen rechten ontlenen. De verdere vormgeving van het curriculum is medeafhankelijk van landelijke ontwikkelingen. In de modulegidsen die voorafgaand aan de module worden uitgereikt staan de nadere uitwerkingen per thema. 2.2.3 Studiepunten Het schema met de verdeling van studiepunten geeft studiecredits weer zoals ze daadwerkelijk met de verschillende studieonderdelen van het eerste studiejaar samenhangen.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 21
Pabo-curriculum met inhoud, doelstellingen en competenties Jaar 1 Module 1
Module 2
Module 3
Module 4
Kijken naar jezelf en kijken naar kinderen
Spelen(d) leren en lesgeven
Leiding, communicatie en klassenmanagement
De wereld als speelveld
Doelstelling en inhoud
Om goed te kunnen lesgeven, zijn er enkele randvoorwaarden. Een van de belangrijkste is dat de student contact kan maken met zijn leerlingen. Hiervoor is nodig dat de student een beeld ontwikkelt van de doelgroep: wat boeit kinderen op de basisschool. Ook is het belangrijk dat de student zichzelf goed kent. De student leert zich in kinderen te verplaatsten, is gericht op contact maken met kinderen, op enthousiasme tonen en op zelfreflectie
De student maakt kennis met de grondbeginselen van goed lesgeven, wat meer is dan kennisoverdracht. Ze krijgen zicht op de benodigde kennis, vaardigheden en attitudes. De ideale les staat centraal. De student gaat aan de gang met „spelend leren, lerend spelen‟. Voor kinderen is spelen één van de belangrijkste manieren om tot ontwikkeling te komen en te leren. De student richt zich op: kiezen, voorbereiden en uitvoeren van onderwijsleeractiviteiten, communicatieve vaardigheden, contact met kinderen en samenwerken met collega‟s.
Dit gaat over leiden, begeleiden en loslaten. Leiding geven heeft te maken met vertrouwen, communicatie, interactie, controle, gezag en overwicht. Studenten worden zich bewust van hun eigen leiderschapsstijl en communicatiestijl, in verschillenden groepen en situaties. Ook maken zij een start met het inzetten en uitbreiden van het arsenaal aan vaardigheden om effectief leiding te kunnen geven. De student richt zich op: communicatieve vaardigheden, contact met kinderen, leiding geven en leiding accepteren. En doelmatig klassenmanagement ondersteunt daarbij.
De omgeving biedt tal van aangrijpingspunten voor de lessen. De student bekijkt in dit thema de directe omgeving vanuit diverse invalshoeken en vakken. De wereldoriënterende vakken staan centraal. Niet alleen vanuit de methode, maar juist de om de wereld in de school te brengen en met de school de wereld in te gaan. Dit thema wordt gelet op: didactische kwaliteiten, samenwerken, organiseren en reflecteren.
Competenties
Ik beschik over goed communicatieve vaardigheden Ik heb goed contact met kinderen 3.2 Ik kan mijn onderwijsactiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren.
Ik beschik over goed communicatieve vaardigheden Ik heb goed contact met kinderen 3.1 Ik weet mijn onderwijsleer activiteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te
2.2 Ik zorg voor een veilige, vertrouwde en uidagende leeromgeving. 3.1 Ik weet mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te bereiden en te plannen. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleer-
2.2 Ik zorg voor een veilige, vertrouwde en uidagende leeromgeving. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren. 4.1 Ik kan goed leiding geven.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 22
7.1 Ik kan reflecteren op mijn eigen handelen.
bereiden en te plannen. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren. 3.3 Ik kan lesmaterialen op de juiste manier inzetten. 7.1 Ik kan reflecteren op mijn eigen handelen. 7.2 Ik laat zien behoefte te hebben aan feedback en weet wat ik ermee moet doen.
3.3 3.4 4.1 4.3
5.1 5.2 7.4
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
activiteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren. Ik kan lesmaterialen op de juiste manier inzetten. Ik pas verschillende gesprekstechnieken toe. Ik kan goed leiding geven. Ik ben bekend met die aspecten van klassenmanagement die voor mijn onderwijs relevant zijn. Ik ben in staat collegiale relaties op te bouwen en te onderhouden. Ik ben in staat tot constructief collegiaal overleg. Ik werk planmatig aan de ontwikkeling van mijn bekwaamheid , op basis van een goede analyse van mijn competenties.
blz. 23
5.1 Ik ben in staat collegiale relaties op te bouwen en te onderhouden. 5.2 Ik ben in staat tot constructief collegiaal overleg. 5.3 Ik kan in teamverband werken. 7.4 Ik werk planmatig aan de ontwikkeling van mijn bekwaamheid , op basis van een goede analyse van mijn competenties.
Jaar 2 Module 5
Module 6
Module 7 & 8
Onderwijs voor iedereen
Kennis in onderwijs
Onderwijs ontwerpen
Doelstelling en inhoud
In dit thema staat het omgaan met verschillen en het verzorgen van adaptief onderwijs centraal. Het gaat om verschillen in de brede zin van het woord (sociaal-emotioneel, niveau, tempo, organisatie). Studenten leren de verschillen signaleren, zowel in pedagogisch als in didactisch opzicht. Zij leren hier adequaat mee om te gaan en adaptief onderwijs te verzorgen volgens de uitgangspunten: relatie – competentie – autonomie. De student leert zijn activiteiten op de verschillen af te stemmen en vervolgens te verantwoorden.
In dit thema staat de kennis in het onderwijs centraal. Wat zijn de kerndoelen, de leerlijnen en de tussendoelen? Welke didactieken horen bij de vakken. Hoe zit de kennisbasis in elkaar en wat betekent Nederland kennisland in dit geval. Opbrengstgericht werken, evidence based en data-driven zijn begrippen die bekend worden verondersteld.
Centraal staat de vraag hoe een leerkracht een leeromgeving krachtig en uitdagend maakt voor kinderen. De leerkrachten leren zelf een lesomgeving bouwen, binnen en buiten de school. Ze gaan zich verdiepen in verschillende visies, werkvormen en vormen van klassenmanagement. Kinderen veranderen, de samenleving verandert: vergt dit een aangepaste didactiek? Nieuwe media is daarbij vanzelfsprekend.
Competenties
3.1 Ik kan mijn handelen baseren op kennis van communicatiepatronen en sociale verhoudingen binnen mijn groep.
3.1
3.1 Ik weet mijn onderwijsleer activiteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te bereiden en te plannen. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren. 3.3 Ik kan lesmaterialen op de juiste manier inzetten.
Ik weet mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te bereiden en te plannen.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 24
2.1 Ik begeleid de leerlingen van afhankelijkheid naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. 3.5 Ik pas verschillende differentiatievormen toe binnen kaders van adaptief onderwijs. 3.6 Ik kan mijn handelen en de leerresultaten van mijn leerlingen evalueren en daaruit consequenties voor mijn verder handelen trekken. 3.7 Ik kan kinderen met leerproblemen betrokken en stimulerend begeleiden.
3.2 Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren. 3.3 Ik kan lesmaterialen op de juiste manier inzetten. 3.5 Ik pas verschillende differentiatievormen toe binnen kaders van adaptief onderwijs. 5.4 Ik heb kennis van relevante informatie, technieken en methodieken die nodig zijn voor het functioneren in de schoolorganisatie en bijbehorende overlegsituaties.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
2.2 Ik zorg voor een veilige, vertrouwde en uitdagende leeromgeving. 4.2 Ik kan het lokaal , een hoek, de schoolomgeving gebruiken en eventueel inrichten als een stimulerende en rijke speel/leeromgeving. 4.2 Ik ben bekend met die aspecten van klassenmanagement die voor mijn onderwijs relevant zijn.
blz. 25
Jaar 3
Doelstelling en inhoud
Competenties
Module 9 & 10
Module 11 & 12
Passend Onderwijs
De klas in!
In dit thema leren studenten onderwijsbegeleidingsbehoeften van kinderen herkennen en benoemen. Ze kunnen dit uitwerken in een gedifferentieerd groepsplan per vakgebied en ook op sociaalemotioneel gebied. Ook verdiepen ze zich in het zorgsysteem van het primair onderwijs en het handelingsgericht werken. Ze leren een ontwikkelingsperspectief te hanteren en kunnen dit vertalen in een individuele leerlijn. Studenten kunnen dit binnen hun eigen gekozen leeftijdspecialisatie op een goed niveau, maar hebben ook transfer naar alle kinderen in de basisschool. 2.1 Ik begeleid de leerlingen van afhankelijkheid naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. 2.3 Ik kan mijn pedagogische opvattingen en handelen verantwoorden op basis van relevante theoretische en methodische inzichten. 3.5 Ik pas verschillende differentiatievormen toe binnen kaders van adaptief onderwijs. 3.6 Ik kan mijn handelen en de leerresultaten van mijn leerlingen evalueren en daaruit consequenties voor mijn verder handelen trekken. 3.7 Ik kan kinderen met leerproblemen betrokken en stimulerend begeleiden. 4.3 Ik ben bekend met die aspecten van klassenmanagement die Voor mijn onderwijs relevant zijn.
Het laatste thema bereidt studenten voor op de LIO. Alle onderdelen uit het majorprogramma komen concentrisch terug. En een nieuw aantal inhouden om goed en stevig werkplekbekwaam te worden. Communicatie breidt zich uit naar ouders en externe contacten. De specialisatie Jonge/oudere kind krijgt vervolg, Orde gedrag en klassenmanagement krijgt na veel praktijkervaringen een verdieping, je rol in het team wordt duidelijker en de hele methodiek van registratie van leerling-gegevens staat stevig. Ook is er nog ruimte voor locatiespecifieke trajecten. Ik kan mijn handelen baseren op kennis van communicatiepatronen en sociale verhoudingen binnen mijn groep. 2.3 Ik kan mijn pedagogische opvattingen en handelen verantwoorden op basis van relevante theoretische en methodische inzichten. 3.8 Ik verdiep mij op onderwijskundig gebied en pas die kennis toe bij reflectie op mijn eigen onderwijs en op onderwijs in het algemeen. 4.2 Ik kan het lokaal , een hoek, de schoolomgeving gebruiken en eventueel inrichten als een stimulerende en rijke speel/leeromgeving. 4.3 Ik ben bekend met die aspecten van klassenmanagement die voor mijn onderwijs relevant zijn. 5.1 Ik ben in staat collegiale relaties op te bouwen en te onderhouden. 5.3 Ik kan in teamverband werken.
Studiepunten Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 26
Thema
Trainingslijn ***
module 1.1
EC
Module 1.2
EC
Module 1.3
EC
Module 1.4 (I)
EC
Levo/govo ond/peda taal
1 1 1
ond/peda rwd taal
1 1 1
ond/peda rwd taal
1 1 1
0 1 2
Themaweek,-toets/ pbl/onderzoek
2
Themaweek, - toets/ pbl/onderzoek
2
Themaweek,- toets /pbl/onderzoek
2
ond/peda rwd wo (ak, gesch. en natuur) Themaweek.-toets/ Pbl/onderzoek
Kunstvakken*
1
kunstvakken
1
kunstvakken
1
Pbl-instructie taal (schr. com.) mediatechniek + ICT Onderzoek (O)
0,5 0,5 0,5
Totaal thema/training Vakkenlijn
rwd taal Schrijven*****
Totaal vakkenlijn
0,5 8 2 1 1
6 rwd taal aardrijkskunde geschiedenis natuuronderwijs
4
1 1 1 1 1
6 rwd taal Engels***** Keuze (F) Locatiespecifiek (F)
5
1 1 1 1 1
2
5 rwd taal bewegingsonderwijs** Levo/govo Locatiespecifiek (F)
5
1 2 1 1 1 6
Stage Sslb Totaal stage
stage sslb
2 1 3
stage sslb
3 1 4
stage sslb
3 1 4
stage sslb
3 1 4
Ondersteuningslijn****
taal (wc) rwd (wc) wo (wc)
0 0 0 0
taal (hc) rwd (hc) wo (hc)
0 0 0 0
taal (op afspraak) rwd (op afspraak) wo (op afspraak)
0 0 0 0
taal (op afspraak) rwd (op afspraak) wo (op afspraak)
0 0 0 0
Totaal ondersteuningslijn
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 27
Totaal module 15 15 15 15 N.B: deze tabel is onder voorbehoud vastgesteld dd 15 juni 2011 en kan naar aanleiding van definitieve urentabel formatie nog wijzigen. Toelichting: * Kunstvakken: beeldende vorming, drama (dans) en muziek. Deze vakken worden verspreid over het jaar gegeven, in drie modulen verzilveren studenten 1 vak-EC (verdeling van vakken over modulen nog ter bespreking) ** De punten voor bewegingsonderwijs (instituutspracticum) worden bijgeschreven in module 1.4, maar verspreid over het jaar gegeven. *** De onderdelen trainingslijn worden integraal getoetst in de themaopdracht van de module **** Ondersteuningslijn: wordt náást het reguliere programma aangeboden, check behalen entreetoetsen wordt in module 1.4 integraal in SSLB meegenomen ***** Engels/Schrijven is gepositioneerd in 1.3, resp.1.1 maar zal qua uitvoering van het aanbod in verschillende modulen worden gegeven ivm verdeling menskracht over de locaties (F) (I) (O)
Frysk kan op locatie Leeuwarden aangeboden worden in de keuzeruimte of in de locatiespecifieke ruimte Internationalisering wordt in deze module integraal meegenomen Onderzoek krijgt naast de introductie in module 1.1 een plaats in elke themaweek van elke module
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 28
2.2.4 Bindend studieadvies (BSA) 2011-2012 Stenden Hogeschool en dus ook de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs hanteert het Bindend Studieadvies (BSA) voor studenten die voor studenten die in het studiejaar 2011-2012 in de propedeutische fase zijn ingeschreven. Aan iedere student wordt, conform artikel 7.8b van de WHW, uiterlijk aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase een schriftelijk advies over de voortzetting van de studie uitgebracht. Dit advies kan zijn: Een positief studieadvies, indien de student het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd; Een voorwaardelijk positief studieadvies, indien de student heeft voldaan aan de hieronder geformuleerde voorwaarden, maar het propedeutisch examen nog niet met goed gevolg heeft afgelegd; Een bindend negatief studieadvies, indien de student niet heeft voldaan aan de hieronder geformuleerde voorwaarden. Voorwaarden voor een (voorwaardelijk) positief studieadvies aan het eind van het eerste jaar zijn: - Het aantal studiepunten uit het propedeuseprogramma bedraagt aan het eind van het studiejaar tenminste 42 studiepunten; - Een voldoende eindbeoordeling voor Praktische Vorming/stage; - Het behalen van de landelijk vastgestelde norm van 103 punten op de Wiscattoets (de landelijke toets Rekenvaardigheid); - Het behalen van de landelijk vastgestelde norm van 113 punten Taalvaardigheidstoets; - Het behalen van alle drie onderdelen (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur) op de entreetoets Mens en Wereld. De landelijke norm hiervan wordt zo spoedig mogelijk op Blackboard bekend gemaakt; - Het behalen van een voldoende beoordeling op het summatieve assessment aan het einde van P1. De propedeuse moet binnen twee jaar worden behaald. Daarvoor moeten alle onderdelen van de propedeuse met een voldoende zijn afgesloten. Pabo verkort en bindend studieadvies Het Bindend Studieadvies is voor de opleiding pabo-verkort niet van toepassing 2.2.5 Toelichting bij onderdelen van de inhoud Kennisbases Met ingang van 1 september 2011 worden kennisbases voor rekenen en taal verplicht ingevoerd, inclusief centrale eindtoetsing. Kennisbasis Rekenen Uitgangspunten De kennisbasis en de referentieniveaus zijn uitgangspunten en ijkniveaus voor het rekenonderwijs; Het programma start met het domein verhoudingen, breuken, procenten en kommagetallen; Mogelijke werkvormen: hoorcolleges, werkcolleges, practica, gesprekken en PBL; Stageopdrachten, sporend met algemeen pedagogische en didactische praktijkopdrachten; Het domein Verbanden wordt aan de orde gesteld in het kader van de leerlijn Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 29
Onderzoek; De koppeling van theorie en stage. De stageopdrachten worden zoveel mogelijk uitgevoerd in het kader van de module die op dat moment aan de orde is; Formatieve toetsen als voorbereiding voor de landelijke eindtoets; De landelijk verplichte eindtoets voor Rekenen wordt gepositioneerd aan het eind van het tweede jaar. Kennisbasis Nederlandse taal Uitgangspunten De kennisbasis en de referentieniveaus zijn uitgangspunten en ijkniveaus voor het taalonderwijs; Er komt een leesdossier; Professionele taalvaardigheid komt als een aparte lijn in het curriculum, in de vorm van training- of vaardigheidsuren; Binnen het hele programma geldt voor alle onderdelen: schriftelijk materiaal inleveren waar geen spelfouten in voorkomen. Entreetoetsen Voor rekenen, taal en wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek) moeten in het eerste studiejaar behaald worden; De opleiding biedt een facultatief ondersteuningsprogramma; SSLB Binnen Stage en Studie-loopaanbegeleiding staat de authentieke beroepspraktijk centraal en vindt de reflectie op deze praktijk plaats. In leerjaar 1 ligt hierbij de nadruk op theoretisch gefundeerd en vakbekwaam handelen gekoppeld aan het leren werken met POP en Portfolio. In elke week worden lesuren ingeroosterd voor SSLB en PBL (wekelijks een taak die betekenis heeft binnen het thema en toewerkend naar de themaopdracht). Wekelijks wordt terug- en vooruitgekeken naar de stage-ervaringen. Stage Uitgangspunten Stageomvang is 1 dag per week (dinsdag) en 1 week per module (week 6); Begeleiding én tussentijdse formatieve beoordeling van stage door SSLB-er en mentor; Summatieve beoordeling door middel van beoordelingsbezoek eind jaar 1 door mentor en niet-eigen SSLB-er. 2.2.5 Studiekosten Naast de kosten van het collegegeld dient de student rekening te houden met de kosten van excursies en zelf aan te schaffen studiemateriaal als boeken.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 30
2.3
De Examen- en tentamenregeling Opleiding Leraar Basisonderwijs, 2011-2012 Het doel van de Examen- en tentamenregeling (ETR) is het regelen van de algemene gang van zaken betreffende het onderwijs en de (module)tentamens teneinde de studievoortgang van de student te kunnen vaststellen en/of te kunnen vaststellen of studenten kunnen worden toegelaten tot de postpropedeutische fase; de hoofdfase en de major- en minorfase van de opleiding. De volledige examen- en tentamenregeling Opleiding Leraar Basisonderwijs bestaat uit het Examenreglement Stenden Hogeschool 2011/2012 en de hieronder beschreven aanvullingen en verbijzonderingen voor de Opleiding Leraar Basisonderwijs. De artikelnummers verwijzen naar het Examenreglement Stenden Hogeschool 2011/2012. De leden van de artikelen zijn een verbijzondering van het desbetreffende artikel in het examenreglement. Het onderwijsprogramma van de opleiding is georganiseerd in „modulen‟ van 10 weken, waarmee een module als onderwijseenheid aangemerkt kan worden. Artikel 1
Begripsbepalingen
Module
een module is een onderwijseenheid, met een omschreven studiebelasting van 420 studiebelastinguren uitgedrukt in 15 ec‟s. Periode de studiejaren kennen vier perioden van 10 studieweken verdeeld over 9 lesweken en 1 studieweek per periode. Ze zijn als zodanig gemarkeerd in het jaaroverzicht. Verder geen verbijzonderingen op het Examenreglement. Artikel 2
Deelname aan het examen
ETR
2.1
Deelname aan het examen
lid 1
Een student dient zich in te schrijven voor iedere toetsgelegenheid waaraan de betreffende student wil deelnemen. Inschrijving geschiedt via Progresswww en kan plaats vinden tot 10 werkdagen vóór de toetsgelegenheid. Als de inschrijving voltooid is, maakt de student een afdruk om als bewijsstuk te bewaren. Indien een student niet tijdig of onjuist inschrijft voor een toetsgelegenheid dan kan de student daaraan niet deelnemen. Wanneer een student de opleiding bijna heeft afgerond en er nog één tentamenonderdeel moet worden behaald, dan kan de student voor dat onderdeel een vervangende toetsmogelijkheid aanvragen. Deze aanvraag kan slechts worden gehonoreerd nadat de lio-stage met een voldoende beoordeling is afgesloten en Progress is bijgewerkt.
lid 2 lid 3
ETR
2.2
Het volgen van keuzeonderdelen
Als een student een keuzeonderwijseenheid volgt bij een andere opleiding dan waarvoor hij staat ingeschreven, hebben de regels vanuit het eigen Onderwijs- en Examenreglement voorrang boven die van de gastopleiding.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 31
Artikel 3 Instelling en taken van de examencommissie Geen verbijzonderingen op het Examenreglement. Artikel 4 Inhoud en omvang van het examen Geen verbijzonderingen op het Examenreglement. Artikel 5 Het verlenen van vrijstellingen Geen verbijzonderingen op het Examenreglement. Artikel 6 ETR lid 1
lid 2
lid 3 lid 4
Het aantal gelegenheden per studiejaar tot het afleggen van moduletentamenonderdelen en examens
6.1 Examenonderdelen De Opleiding tot Leraar Basisonderwijs kent verschillende examenonderdelen: de moduletoets, de voortgangstoets, de moduleopdracht, de projectopdracht, stage, het persoonlijk ontwikkelingsplan, landelijke toetsen, algemene ec-punten, sslb, pop en portfolio, vakopdracht, minors, lio-stage, assessments en activiteiten van studenten. De basiskennistoetsen(entreetoetsen) van het propedeutische studiejaar worden minstens vier keer in dat jaar aangeboden. De propedeusestudent mag aan drie toetsgelegenheden van dit onderdeel deelnemen. Afname van de basiskennistoetsen(entreetoetsen) geschiedt digitaal. Op grond van landelijke maatregelen kunnen de afspraken betreffende de toetsingen van de basiskennistoetsen wijzigen. Studenten die studeren in de hoofdfase hebben voor alle moduletentamen(onderdelen) maximaal twee toetsgelegenheden per cursusjaar. Als een student na gebruik te hebben gemaakt van alle toetsgelegenheden een module gedurende het studiejaar nog niet met een voldoende beoordeling heeft afgerond, dan moet deze student de ontbrekende onderdelen in het daarop volgende studiejaar in te halen.
ETR
6.2
lid 1
In elk moduleboek wordt opgenomen: a. het nominale aantal studiebelastinguren (sbu) dat is berekend voor de moduletoets, de moduleopdracht/projectopdracht, de vak-/ vormingsgebieden, de stage en het persoonlijk ontwikkelingsprogramma. b. de norm, die aangeeft wanneer de onderdelen met een voldoende beoordeeld worden; c. de beoordelingscriteria voor de toetsing. Voor alle onderdelen van de moduletoetsing geldt dat de student zelf, te allen tijde een kopie van ingeleverd werk dient te bewaren: werkstukken, moduleopdrachten, projectopdrachten, leervragen, beeldmappen, minors en dergelijke Aan de gevolgen van een computervirus en/of andere software/hardwarematige storingen kunnen geen rechten worden ontleend voor wat betreft de overmachtregeling.
lid 2
lid 3
De Moduletoetsing
ETR
6.3
De Moduleopdracht/projectopdracht/minor
lid 1
a.
Een groep die aan een moduleopdracht/projectopdracht/minor werkt en bij samenwerkingsproblemen hierover niet onverwijld contact
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 32
lid 2 lid 3
lid 4 lid 5 lid 6
ETR lid 1
lid 2 lid 3 lid 4
ETR lid 1
opneemt met de tutor/(project)begeleider, kan geen rechten ontlenen aan de gerezen problemen. b. Alleen de profielteamleider en/of de examencommissie zijn gerechtigd een groep te ontbinden wanneer samenwerking tussen de groepsleden niet meer goed mogelijk is. Opdrachten moeten uiterlijk op de in het toetsrooster aangegeven laatste dag voor 12:00 uur ingeleverd worden. Dat is ook het tijdstip waarop de digitale versie (platte tekst) ingeleverd moet zijn. Om voor beoordeling in aanmerking te komen, dient een opdracht minimaal aan de volgende eisen te voldoen: o De opdracht is op tijd ingeleverd; o Bij opdracht is een kopie van het beoordelingsformulier toegevoegd; o Op de map staan in ieder geval aangegeven: de titel van de opdracht, de namen en relatie-/studentnummers van de studenten, de groep waarvan de studenten deel uitmaken, de naam van de module, de moduleperiode en het studiejaar; o De opdracht dient getypt en goed leesbaar te zijn en is voorzien van een inhoudsopgave conform het moduleboek; o De opdracht dient schoon, goed verzorgd en compleet te zijn; o De opdracht heeft een aparte literatuurverwijzing; o De opdracht voldoet aan de eisen die worden gesteld op het gebied van taalverzorging; o De opdracht is ook digitaal ingeleverd. Bij een groepsopdracht moet ieder groepslid aan kunnen tonen dat hij/zij een evenredig deel van de opdracht heeft gemaakt. Bij een groepsopdracht is ieder groepslid hoofdelijk aansprakelijk voor het totaal ingeleverde werk. Studenten die deelnemen aan onderwijsactiviteiten in het buitenland, kunnen geen rechten ontlenen aan het niet kunnen deelnemen aan geplande toets- en/of herkansingsmomenten tijdens hun verblijf in het buitenland. De keuze voor deelname aan onderwijsactiviteiten in het buitenland is de verantwoordelijkheid van de student zelf en vraagt om een zorgvuldige studieplanning. Dit geldt ook voor onderwijsactiviteiten die door de hogeschool in het buitenland worden aangeboden. 6.4 De stage Een student dient een onvoldoende beoordeelde stage eerst te herkansen dan wel in overleg met de stagebegeleider afspraken met betrekking tot de herkansing ter fiattering te hebben voorgelegd aan de examencommissie, voordat hij/zij kan gaan deelnemen aan de volgende stageperiode en/of aan de stage in het daaropvolgende studiejaar. Bij iedere afwijking van een reguliere onderwijssituatie betreffende stageperioden kan alleen de examencommissie gevraagd worden om een uitspraak te doen. Als een student voortijdig op verzoek van de stageschool of op eigen initiatief of op initiatief van de stagebegeleider uit de stage wordt gehaald, wordt deze stage beoordeeld als onvoldoende. Als een student voortijdig op verzoek van de stageschool of op eigen initiatief of op initiatief van de instituutsbegeleider uit de lio-stage of de 21weekse stage wordt gehaald, wordt de lio-stage of de 21-weekse stage beoordeeld als onvoldoende. 6.5 Herkansingen De participatie in de praktijk is niet herkansbaar. Indien onvoldoende participatie is ontstaan vanuit overmacht zoals bedoeld in artikel 14 van het Examen- en tentamenreglement, dan doet de examencommissie
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 33
uitspraak over afronding van de stageperiode. lid 2
a.
De volgende onderdelen van het examen of moduletentamen zijn wel herkansbaar: moduletoets, moduleopdracht, projectopdrachten, de vak-/ vormingsgebieden, sslb, pop en portfolio, assessments, basiskennistoetsen, vakopdracht, minors en scriptie. b. Groepssamenwerking kan alleen herkanst worden middels een door de profielteamleider uitgereikte opdracht. lid 3 In het jaartoetsrooster staan de data van de toetsgelegenheden, met uitzondering van de basiskennistoetsen. Deze data gelden ook voor studenten die op uitwisseling of stage zijn of elders een module volgen. ETR 6.6 Onderwijsexperimenten De examencommissie is bevoegd in het kader van een onderwijsexperiment modulecoördinatoren toe te staan af te wijken van de algemeen geldende regelgeving voor wat betreft het moduletentamen, zoals vastgelegd in het Examenreglement Stenden Hogeschool en de examen- en tentamenregeling van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs. Nadat de modulecoördinatoren de toestemming hiervoor hebben verkregen, wordt dan in het moduleboek vermeld waarin het onderwijs binnen deze module afwijkt van de algemeen geldende regels. Artikel 7 Geldigheidsduur examenonderdelen Geen verbijzonderingen op het Examenreglement. Artikel 7a Intellectuele eigendom Geen verbijzonderingen op het Examenreglement Artikel 8 Mondelinge tentamens Geen verbijzonderingen op het Examenreglement. Artikel 9
Bepaling resultaten
ETR 9.1 Algemeen lid 1 Na vaststelling van de definitieve uitslagen via Progress door de examencommissie kan een student en/of docent binnen 6 weken bezwaar maken tegen de, in zijn ogen, foutieve uitslag. Wanneer de definitieve uitslag na 6 weken door de examencommissie wordt vastgesteld is deze rechtsgeldig. Er kan dan niet meer gereclameerd worden door studenten en/of docenten. ETR lid 1
lid 2
9a Studieadvies Onderdeel van het voorwaardelijk positieve studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan de voltijdse, vierjarige opleiding en aan de deeltijdopleiding zijn de volgende eisen: 1. De student moet voor minimaal 42 ec‟s aan studielast hebben behaald; 2. De student moet de landelijke basiskennistoetsen voor taal, rekenen en geschiedenis, aardrijkskunde en natuur & techniek hebben behaald; 3. De student moet ten minste een voldoende hebben behaald op de stages; 4. De student moet ten minste een voldoende hebben behaald voor het assessment “Opleidingsbekwaam”. Voor andere opleidingsvarianten kunnen afwijkende normen worden geformuleerd.
Artikel 10 Inzagerecht en termijn van bewaring Geen verbijzonderingen op het Examenreglement.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 34
Artikel 11
Verantwoordelijkheid moduletentamenonderdelen en examengegevens Geen verbijzonderingen op het Examenreglement.
Artikel 12 Registratie van de studieresultaten Geen verbijzonderingen op het Examenreglement. Artikel 13 Getuigschrift Geen verbijzonderingen op het Examenreglement. Artikel 13a Cum Laude Geen verbijzonderingen op het Examenreglement. Artikel 14
Overmachtregeling
ETR 14.1 Beroep op overmacht lid 1a Een student kan een beroep doen op overmacht als er sprake is van omstandigheden die niet aan de student kunnen worden toegerekend (overmacht), dit ter oordeel van de profielteamleider, in het geval van onderwijsleeractiviteiten binnen een bepaalde module (zie Artikel 14.4) of ter oordeel van de examencommissie in alle andere gevallen. Bij een overmachtsituatie dient de student het advies te (be)vragen bij de decaan. lid 1b De student kan de overmachtsituatie, zoveel als mogelijk staven met schriftelijke bewijzen. Bewijzen worden ter attentie van de profielteamleider ingeleverd bij de administratie. lid 2 Het verzoek van een student aan een profielteamleider om in aanmerking te komen voor de overmachtregeling, bij onderwijsleeractiviteiten binnen een module kan pas worden ingediend na de laatste onderwijsleeractiviteit van de betreffende module en dient uiterlijk 10 werkdagen, na de publicatie van de definitieve uitslag van het moduletentamen in het bezit te zijn van de modulecoördinator. lid 3 Aan de gevolgen van een computervirus en/of andere software/hardwarematige storingen kunnen geen rechten worden ontleend voor wat betreft de overmachtregeling. ETR lid 2
lid 3
14.2 Toekenning extra examenmogelijkheid Een student die een extra examenmogelijkheid aanvraagt op grond van bijzondere omstandigheden, moet vooraf contact opnemen met de decaan van de hogeschool om de aanvraag te ondersteunen. Aanvragen bij de examencommissie worden enkel en alleen behandeld wanneer er sprake is van een positief advies van de decaan ter ondersteuning van het verzoek van de student. Een positief van de decaan betekent niet dat het verzoek op voorhand wordt gehonoreerd. De examencommissie is bevoegd bij de extra toetsgelegenheid een andere toetsvorm aan te bieden, waarbij de extra herkansing gelijkwaardig dient te zijn aan de oorspronkelijke toetsvorm.
Artikel 15
Voorzieningen voor lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten Geen verbijzonderingen op het Examenreglement.
Artikel 16 lid 1
Regels voor de goede gang van zaken met betrekking tot examens
Het jaartoetsrooster is leidend. De examencommissie kan per locatie aanvullende uitvoeringsmaatregelen vaststellen en uitvoeren om een goed verloop van de gang van zaken op die locatie te garanderen.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 35
Artikel 17 ETR Lid 1
lid 2
lid 3 lid 4 lid 5
Bezwaar en beroepsprocedure
17.1 Formele vereisten Verzoeken, dan wel bezwaren gericht aan de examencommissie dienen uiterlijk 10 werkdagen vóór de vergaderdatum van de examencommissie in het bezit te zijn bij het secretariaat van de examencommissie. De vergaderdata van de examencommissie worden aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt . Verzoeken dan wel bezwaren aan de examencommissie dienen getypt of geprint ingeleverd te worden en te zijn voorzien van: o naam, adres en woonplaats van de student; o telefoonnummer student; o studentnummer; o naam van de module waar het over gaat; o groepsnummer; o naam van de tutor en/of de docent en/of de modulecoördinator; o handtekening student (ondertekenen van de brief !) en in geval van overmacht worden voorzien van de nodige bewijzen. Verzoeken dienen duidelijk geformuleerd en gemotiveerd te worden. Verzoeken die niet of niet geheel voldoen aan het gestelde in lid 2, worden niet in behandeling genomen. Verzoeken aan de examencommissie betreffende een module of de moduletoetsing dienen uiterlijk binnen 10 werkdagen (niet inbegrepen de zaterdag en de zondag) na de publicatie van de definitieve uitslag van de module in het bezit te zijn van de examencommissie. Voor andere examenonderdelen geldt een overeenkomstige regeling.
ETR 17.3 De moduletoets Voor de studenten die de moduletoetsen moeten maken gelden de volgende artikelen: lid 1 De student heeft het recht om tegen toetsvragen bezwaren in te dienen. lid 2 Elk bezwaar tegen een toetsitem/ toetsvraag moet door de student toegelicht worden met: a. er is een verwijzing naar de pagina in de literatuur waarop volgens de student de vraag betrekking heeft en b. aan de hand van a) verwoordt de student vervolgens wat onjuist of misleidend is aan de gestelde vraag/ het gegeven antwoord. lid 3 Bezwaren tegen toetsitems / toetsvragen dienen uiterlijk de vierde schooldag na de toets vóór 09:00 uur in het bezit te zijn van de toetscommissie. lid 4 Als voor een bepaalde toets een afwijkend tijdschema geldt ten opzichte van het jaartoetsrooster dan wordt dat uiterlijk 1 schoolweek vóór de toets bekend gemaakt. lid 5 Na de sluitingstijd voegt de toetscommissie, in samenwerking met de desbetreffende docenten het commentaar toe aan de bezwaren en kan een bezwaar al dan niet gegrond verklaren. Indien een bezwaar gegrond verklaard wordt dan vervalt het toetsitem. Het is ook mogelijk dat een fout op de toetssleutel wordt hersteld en een item wordt omgescoord. lid 6 Bezwaren en commentaar op de toetsitems / toetsvragen zijn voor alle studenten vrij opvraagbaar. ETR lid 1
17.4 De second opinion (de tweede beoordeling) Indien een student of groep studenten het oneens is met de beoordeling van een bepaalde module, moduleonderdeel of een ander examenonderdeel dan
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 36
lid 2
kan die student of groep studenten een gemotiveerd verzoek indienen bij de secretaris van de examencommissie voor een tweede beoordeling. Een verzoek om een second opinion wordt schriftelijk ingediend binnen twee weken na de definitieve uitslag van het betreffende onderdeel.
Artikel 18 Hardheidsclausule Geen verbijzonderingen op het Examenreglement. Toelichting: Indien er voor de student gefundeerde aanleiding is om vanuit het kader van het Stenden Hogeschoolexamenreglement én deze examen- en tentamenregeling een verzoek in te dienen, met de vraag om een uitspraak van de examencommissie, anders dan te verwachten vanuit deze regelgeving, dan dient de student, in zijn/haar schrijven expliciet aan te geven een beroep te willen doen op de hardheidsclausule. Artikel 19 Onvoorziene omstandigheden Indien de onderwijsontwikkeling en/of de ontwikkeling van de organisatiestructuur aanleiding is voor wijzigingen van deze regeling dan zal de opleidingsexamencommissie ter stond actie ondernemen. Artikel 20 ETR lid 1
lid 2
Invoeringsbepalingen en citeertitel
20.1 Algemeen Deze examen- en tentamenregeling treedt in werking met ingang van 1 september 2011 en geldt voor studenten van de Voltijdse-opleiding en alle daarvan afgeleide trajecten en varianten. Hiermee vervallen alle vorige moduletentamenregelingen en onderwijs- en examenregelingen. Deze regeling kan worden aangehaald als „Examen- en tentamenregeling Opleiding Leraar Basisonderwijs, 2011-2012‟.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 37
3.
Voorzieningen voor studenten
3.0
Algemeen Support Office Support Office Support Office Support Office Support Office
locatie locatie locatie locatie locatie
Assen: coördinator mevrouw Marian Meijer Emmen: coördinator mevrouw Alie Zwiers Groningen: coördinator mevrouw Ramona Beute Leeuwarden: i study kamer 0.30 (regenover de receptie) Meppel: coördinator mevrouw Carla Regeer
3.1
Informatievoorzieningen Informatie krijg je binnen Stenden via verschillende communicatiemiddelen. Het studentenstatuut en de studiegids maken deel uit van deze middelen. Ook de opleiding communiceert veel met de studenten. Stenden gebruikt voor algemene mededelingen de volgende media: - Intranet www.istenden.com - E-mail - Magazine „GO‟ - Announcements: per mail verstuurde mededelingen - Publicatieborden - Plasmaschermen - Front Desks/receptie
3.2
I-study Bij i study kun je terecht voor alles wat met de organisatie van het onderwijs te maken heeft. Je kunt hierbij denken aan informatie over: - Jouw inschrijving/uitschrijving - Studielink - Progress- puntenregistratie - Algemene informatie over opleidingen - Studeren in het buitenland (International Office) - Afspraken met het decanaat - Reservering van ruimtes en lokalen - Hulp bij het invullen van formulieren (OCW-duo) Contactgegevens: Assen: Administratie, kamer 16 (rechts van de hoofdingang) Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 16.00 uur. Email:
[email protected] Tel: 0592 85 33 00
Emmen: I-study locatie Emmen Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.00-16.30 uur Email:
[email protected] Tel. 0591 85 31 92 Groningen: I-study locatie Groningen Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur Email:
[email protected]
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 38
Leeuwarden: I-study kamer 0.30 (tegenover de receptie) Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30-16.30 uur Email:
[email protected] Tel: 058 244 11 00
Meppel: I-study (in de mediatheek) Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.00-16.00 uur Email:
[email protected] Tel: 0522 85 34 15 / 0522 85 34 05 3.3
SMC & IRC international Binnen Stenden aanspreekpunt voor: - studenten die vanuit het buitenland bij Stenden komen studeren (de zogenaamde „incoming student‟) - studenten die vanuit hun studie bij Stenden in Nederland in het buitenland gaan studeren, werken of stage lopen (de zogenaamde „outgoing students‟). Waarvoor je terecht kunt bij SMC & IRC kun je vinden op de intranetsite www.istenden.com.
3.4
Het decanaat Bij het decanaat van Stenden kunnen studenten terecht voor informatie, advies, ondersteuning of begeleiding bij: - studieloopbaanvragen (twijfels of je de juiste studie hebt gekozen, een tweede studie, doorstuderen, advies over stage en solliciteren) - effectief studeren en studieplanning - persoonlijke problemen (loskomen van thuis, faalangst, rouwverwerking, stress, relatieproblemen enzovoorts) - studievertraging door bijzondere omstandigheden (profileringsfonds) + Individuele gesprekken en trainingen mogelijk - financiële problemen (noodfonds) - studiefinanciering - het bindend studieadvies - functiebeperking en dyslexie, opstellen onderwijscontract met voorzieningen en faciliteiten - topsport - conflicten, bezwaar en beroep - beroepszaken Je kunt de complete informatie over de dienstverlening van het Decanaat locatie Leeuwarden en Groningen (incl. contact-informatie) vinden op de intranetsite www.istenden.com onder de noemer Decanaat. Mailadres Groningen en Leeuwarden:
[email protected]. Voor Assen, Emmen en Meppel kun je contact opnemen met de studentendecanen via e-mail:
[email protected] en
[email protected] .
3.5
Handicap & studie Binnen het decanaat zijn twee decanen ook contactpersoon handicap & studie. Wanneer je een functiebeperking hebt is het verstandig al voor het begin van je studie contact op te nemen. Meld het in ieder geval zodra je bent begonnen met studeren. Het is dan beter mogelijk om benodigde voorzieningen te realiseren. De contactpersonen handicap & studie zijn tevens het meldpunt voor opmerkingen
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 39
en klachten, bijvoorbeeld over voorzieningen. Zie ook het Protocol Studie & Handicap in hoofdstuk 4 van het Stenden Studentenstatuut 2011/2012 deel I. De contactpersonen handicap & studie zijn Hermien Moning (Leeuwarden en Groningen) en Nynke Vink (Emmen, Meppel en Assen) zijn aanspreekpuntvoor studenten met een functiebeperking of handicap. Zij kunnen adviseren over mogelijke faciliteiten en de aanvraag daarvan. Eventueel kunnen zij hierbij bemiddelen. 3.6
Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag Het kan voorkomen dat je op school of op je stageplek te maken krijgt met ongewenst gedrag (bijvoorbeeld pesten, intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie, racisme). Stenden heeft daarvoor een reglement opgesteld, en er is een externe vertrouwenspersoon die verantwoordelijk is voor opvang en advies van studenten en medewerkers die te maken hebben met ongewenst gedrag. Ook als je alleen ongewenst gedrag wilt melden, ben je daar welkom. De complete informatie over het reglement, wat we verstaan onder ongewenst gedrag, en de rol die de vertrouwenspersoon kan hebben in de opvang en begeleiding (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite locatie Leeuwarden www.istenden.com onder de noemer vertrouwenspersoon. In hoofdstuk 9 van het Stenden Studentenstatuut 2011/2012 deel I is het Reglement ter zake ongewenst gedrag Stenden opgenomen.
3.7
Het roosterbureau Het Roosterbureau verzorgt de planning van onderwijsactiviteiten. Je kunt jouw rooster vinden op de roostersite op intranet www.istenden.com onder de noemer roosters.
3.8
Information & Registration Centre Het Information & Registration Centre beheert de persoonsgegevens van alle nationale en internationale Stenden-studenten van alle locaties. De studentenadministratie draagt onder meer zorg voor: - in- en uitschrijving (via Studielink) - inning collegegelden De complete informatie over de dienstverlening van het Centrum (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite (www.istenden.com).
3.9
Registratie Studieresultaten Het Information & Registration Centre beheert de studieresultaten van alle Stenden studenten. Met het programma ProgRESS kan elke student zijn/haar studieresultaten online raadplegen www.progressww.nl/stenden (vanaf elke pc met internetaansluiting). Uitgebreide informatie over het raadplegen van studieresultaten staat vermeld op de intranetsite onder de noemer Information & Registration Centre. Rechtstreekse toegang tot ProgRESS krijg je via www.istenden.com.
3.10
Toetsen Wanneer en waar vinden toetsen plaats, hoe kan een student zich voor een toets inschrijven, wanneer kan er worden herkanst en hoe luiden de toetsuitslagen? Dit alles wordt door het IRC Toetsservicebureau verzorgd. De complete informatie over de dienstverlening van het Toetsservicebureau (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite (www.istenden.com).
3.11
ICT & Media Alles rond informatie- en communicatietechnologie en audiovisuele voorzieningen binnen Stenden gemeenschappelijk is georganiseerd binnen de afdeling ICT en Media.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 40
Hoe kom je aan een login, waar kan je printen, waar in het gebouw kan je een computer gebruiken, aan welke algemene regels moet je je als gebruiker van ICTvoorzieningen houden? Op deze en andere vragen geeft de intranetsite www.istenden.com van ICT & Media het antwoord. 3.12
Intranet Het intranet van Stenden is de centrale plaats waar alle relevante informatie voor studenten en medewerkers is te vinden en waar vandaan bijvoorbeeld de electronische leeromgeving en andere systemen te benaderen zijn. Zo vind je er onder andere roosterinformatie, nieuws en mededelingen van Stenden en van je opleiding. Je kunt zelf aangeven welke informatie en links voor jou belangrijk zijn. Het intranet is via je Stenden login toegankelijk (www.istenden.com).
3.13
Blackboard (ELO) Blackboard is de digitale leeromgeving van Stenden Hogeschool. Op Blackboard staat voornamelijk onderwijsmateriaal, maar via Blackboard kunnen studenten (en docenten) ook met elkaar in contact komen voor de uitvoering van een onderwijsopdracht. Blackboard is zowel van binnen als buiten de Stenden-locaties te bereiken via: https://elo.stenden.com. Blackboard is tevens te bereiken via de website van Stenden: www.stenden.com > MyStenden>.
3.14
The Library De Library is de centrale plaats op de verschillende Stenden locaties waar de bibliotheekvoorziening, de onderwijswerkplaats en de studievoorzieningen voor alle opleidingen van Stenden zijn samengebracht. Op de locaties Emmen en Leeuwarden beschikt de student over een grote studie- en ontmoetingsruimte in combinatie met de Library. In de Libraries kan de student gebruik maken van de uitleencollectie maar ook zelf studeren in de studiezaal en gebruik maken van de collectie welke niet uitgeleend wordt; zoals bijvoorbeeld de actuele tijdschriften. Op de locaties Assen, Meppel en Groningen kan de student gebruik maken van de Onderwijswerkplaatsen die wat betreft faciliteiten en dienstverlening gelijk staan aan de kwaliteit van de gehele hogeschool. Op de locaties zijn informatiespecialisten aanwezig voor vragen op het gebied van literatuur en naslag werken, tijdschriften, het informatie zoeken e.d. Alle voorzieningen voor studenten zijn ook beschikbaar voor de docenten en het overige personeel. Naast alle literatuur beschikt de Library over een eigen digitale bibliotheek die voor alle studenten óók met thuistoegang te benaderen is. Je vindt daarnaast de naslagwerken, woordenboeken en de kennisbanken voor de specifieke opleidingen.
3.15
Stenden shop Moduulboeken, readers, computerbenodigdheden, ringbanden, papier en andere kantoorartikelen zijn te verkrijgen in de Stenden shop.
3.16
Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is een contactennetwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stenden-opleidingen. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en Stenden. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en de (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft Stenden op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is Stenden zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 41
onderwijsprogramma. Uitgebreide informatie over het Alumni Netwerk en de voorzieningen hiervan is te vinden op de website van Stenden, via http://www.stenden.com/alumni. 3.17
EHBO, noodplan Stenden kent een bedrijfsnoodplan. Hierin staan de uitgangspunten en handelswijzen beschreven in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten. Alle aanwijzingen hiervoor zijn te vinden op de intranetsite www.istenden.com over alarm, brand, BHV, EHBO en noodplan.
3.18
Wat is HBO Sport? HBO-Sport is een orgaan binnen Stenden, dat streeft naar het aanbieden van de beste mogelijke sportfaciliteiten voor studenten. Dit doen wij door middel van: vaste wekelijkse activiteiten zoals futsal en basketbal, volleybal vrije uren bij verschillende fitness centra (fitness, squash, tennis, aerobics, spinning, etc.) vrije zwemuren bij zowel het Aquarena als Parc Sandur toernooien in o.m. futsal en volleybal kortingen bij verschillende instanties (bowlen, sportzaken). Wil jij zelf een trainingsuurtje of een andere activiteit opzetten? Of zou je graag nog een extra toernooitje willen spelen? Mail naar
[email protected].
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 42
4.
Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden
Hieronder wordt aangegeven wat je moet regelen als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (tijdelijk) niet kunt deelnemen aan het onderwijs. 4.1
Regeling in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden Als een student wegens ziekte of bijzondere omstandigheden niet aanwezig kan zijn bij een verplichte onderwijsactiviteit, moet dit diezelfde dag voor 16.00 uur gemeld worden bij de supportoffice van de opleiding. - Voor Assen: 0592-853 300; - Voor Emmen 0591-853 192 ; - Voor Groningen en Leeuwarden 058-244 1335 - Voor Meppel 0522-853 405. Als de student wegens ziekte of omstandigheden vertrekt terwijl er nog verplichte onderwijsactiviteiten op die dag zijn, moet dit worden gemeld bij de Front Desk. Als door ziekte of bijzondere omstandigheden studievertraging dreigt te ontstaan, is de student (voltijds en duaal) verplicht contact op te nemen met zijn of haar studiecoach en met het decanaat.
4.2
Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies Als je denkt door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 4.4) niet te kunnen voldoen aan de norm van het bindend studieadvies in het eerste of tweede jaar, moet je bijzondere omstandigheid melden bij zowel je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. Verder moet je voor 1 juni (februari instroom voor 1 november) bij de examencommissie een schriftelijk verzoek indienen om bij het vaststellen van het studieadvies rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. Voor verdere informatie: zie hoofdstuk 3 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin ook is opgenomen de „Regeling studieadvies‟.
4.3
Studievertraging Als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 4.4) dusdanige studievertraging oploopt, dat je langer over je studie moet doen dan vier jaar, moet je de ziekte/bijzondere omstandigheid zowel melden bij je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. De decaan bespreekt de consequenties voor je studiefinanciering met je en kan je inlichten over het profileringsfonds. Om in aanmerking te kunnen komen voor een financiële bijdrage uit het profileringsfonds ben je verplicht de bijzondere omstandigheid zo spoedig mogelijk te melden aan de decaan te melden. Als je weet dat je een tijdje niet aan het onderwijs kunt deelnemen bijv. door een geplande ziekenhuisopname, moet je dat direct melden. Ook als je door bijzondere omstandigheden de kans loopt niet binnen de diplomatermijnvan 10 jaar het einddiploma te behalen, kun je terecht bij het decanaat. Voor verdere informatie zie hoofdstuk 6 van deel 1 van het Studentenstatuut 2011/2012, waarin de Regeling Afstudeersteun is opgenomen. Je kunt ook op het intranet www.istenden.com en/of de site van het decanaat raadplegen.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 43
4.4
Bijzondere omstandigheden Onder bijzondere omstandigheden, bedoeld onder 4.2 en 4.3 vallen de volgende omstandigheden: -
4.5
ziekte (ook psychisch) zwangerschap bijzondere familieomstandigheden (zoals bijv. een echtscheiding van je ouders, ernstige ziekte of overlijden in de directe familie) medezeggenschapsactiviteiten voor de hogeschool topsport bestuurslidmaatschap van bepaalde studentenverenigingen een „niet studeerbaar‟ studieprogramma
Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking Onder basisvoorzieningen verstaan we die voorzieningen die altijd aanwezig moeten zijn, onafhankelijk of er op dat moment studenten zijn die hiervan gebruik maken. Sinds 1 december 2003 bestaat de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De wet bepaalt dat wanneer een student met een functiebeperking aanpassingen nodig heeft van technische, onderwijskundige of begeleidende aard, om een opleiding te kunnen volgen en hij de instelling daarom verzoekt, de opleiding of instelling verplicht is die aanpassingen te realiseren. De aanpassingen moeten aan twee eisen voldoen: zij moeten geschikt zijn en noodzakelijk. Geschikt wil zeggen dat de aanpassing een belemmering moet wegnemen of verminderen, waardoor de zelfstandigheid van de desbetreffende student wordt vergroot. Noodzakelijk wil zeggen dat hetzelfde doel niet op een andere, goedkopere manier kan worden bereikt. Eén en ander voor zover de gevraagde aanpassingen voor Stenden geen onevenredige belasting betekenen als bedoeld in art. 2 van de Wet Gelijke Behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte vormen. Eén van de decanen is contactpersoon handicap & studie (zie paragraaf 3.5 in hoofdstuk 3. Deze geeft informatie en advies over mogelijke aanpassingen en voorzieningen en bemiddelt bij het realiseren hiervan. A
Materiële voorzieningen - Gehandicaptentoiletten - Parkeerplaatsen voor minder validen - Geldautomaat bij restaurant op de hoogte van een rolstoelgebruiker - Lage stacomputer voor rolstoelgebruiker - Mobiele ringleiding op uitleenbasis bij audiovisuele dienst - Laptop op uitleenbasis bij audiovisuele dienst - Readingpen
- Gebruik voorleessoftware B
Onderwijskundige voorzieningen - mogelijkheid tot verlenging van de toetstijd - mogelijkheid om apart te zitten bij een toets - mogelijkheid reader in vergroot lettertype (12 punts) te krijgen - mogelijkheid een aangepast lesrooster te krijgen
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 44
C
mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid
tot aanpassing studieplanning tot een vervangende opdracht tot een aangepaste werkvorm tot aanpassing toetsvorm tot flexibele leerroute tot aangepaste stage in vorm en duur toets vergroot te krijgen op A3 formaat gebruik computer bij toetsen gebruik computer met spraak
Financiële voorzieningen - vergoeding voor dyslexieonderzoek,(vergoeding van 400 euro maximaal) - profileringsfonds - voorzieningen op het gebied van studiefinanciering
Procedures Ad A materiële voorzieningen De meeste materiële basisvoorzieningen zijn zonder meer te gebruiken. Wanneer de student gebruik wil maken van de voorzieningen die onder beheer van de audiovisuele dienst vallen, dient hij via de contactpersoon handicap & studie/decaan een aanvraag in te dienen. Wanneer een voorziening (bijvoorbeeld een speciale stoel) op uitleenbasis wordt verstrekt wordt de aanvraag ingediend bij de contactpersoon handicap & studie en in een onderwijscontract vastgelegd. Ad B onderwijskundige voorzieningen Wanneer de student gebruik wil maken van bepaalde voorzieningen is het goed zo snel mogelijk een afspraak te maken met één van de contactpersonen handicap & studie/decaan. Soms is het raadzaam om dit al voor de studie te doen. Zij kunnen adviseren over mogelijke voorzieningen. In overleg met de coördinator studiebegeleiding kan besproken worden welke stappen ondernomen dienen te worden om de voorzieningen te realiseren. Voor bepaalde voorzieningen dient een aanvraag ingediend te worden bij de examencommissie. Een medische verklaring is gewenst. De afspraken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een onderwijscontract „studeren met een functiebeperking‟. Het onderwijscontract geldt voor de gehele of bepaalde onderdelen van de opleiding en voor een bepaalde tijd. Studenten die willen beschikken over speciale toetsvoorzieningen dienen dit, indien mogelijk, minimaal 2 weken voor de toetsperiode te laten vastleggen bij de contactpersoon handicap & studie of de daarvoor verantwoordelijke decaan. Het toetsservicebureau zorgt voor de organisatie van de toetsvoorzieningen. Ad C financiële voorzieningen Wanneer de student of de opleiding het vermoeden heeft dat de student dyslexie heeft en de student ondervindt hiervan hinder in het onderwijs dan kan de student een dyslexieonderzoek laten doen. De contactpersoon handicap& studie/decaan bemiddelt bij de aanvraag voor een vergoeding hiervoor. De vergoeding bedraagt maximaal 400 euro. Wanneer de student studievertraging oploopt of zijn studie moet afbreken vanwege zijn functiebeperking zijn er verschillende financiële regelingen mogelijk, bijvoorbeeld 12 maanden extra studiefinanciering. De decaan bespreekt welke regeling op de situatie van de student van toepassing is en begeleidt de aanvraag.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 45
Contact Contactpersonen handicap & studie, voor de locaties Leeuwarden en Groningen mevrouw Hermien Moning,
[email protected] Afspraak kan gemaakt worden via I-study Leeuwarden. Voor de locaties Assen, Emmen en Meppel Mevrouw Nynke Vink,
[email protected] Afspraak kan gemaakt worden via I-study Emmen. 4.6
Regeling medische verklaring in geval van ziekte 4.6.1 Doel van de verklaring Indien een student: - zich tijdens een studiejaar wil uitschrijven wegens ziekte; - wegens ziekte een beroep doet op financiële ondersteuning uit het profileringsfonds; - niet aan een examen(onderdeel) deelneemt wegens ziekte; en de examencommissie verlangt dat hij dit staaft met bewijzen moet hij een medische verklaring overleggen aan IRC(a), de commissie profileringsfonds (b), of de examencommissie van de opleiding (c). 4.6.2 Verkrijgen van de verklaring Je kunt een medische verklaring opvragen bij je huisarts of medisch specialist.
4.7
Studeren en RSI (CANS) Er zijn studenten die last hebben van pijn in de arm, nek, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie wordt vaak gedacht dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. De pijn die hier genoemd wordt kan duiden op RSI: Repetitive Strain Injury, ook welbekend als “muisarm”. Wanneer die eerste signalen niet serieus genomen worden, breiden de klachten zich meestal langzaam uit. Volgens een aantal betrokken beroepsgroepen heeft de term RSI een negatieve lading en geven sommige behandelaars (ten onterechte) de diagnose RSI. Daarom heeft men afgesproken de nieuwe term CANS (complaints of Arm, Neck and/or Shoulder) te gaan gebruiken. RSI is lastig vast te stellen, want de pijn kan meerdere oorzaken hebben. Omdat CANS nog een vrij nieuwe term is, blijven we in dit stukje voor alle duidelijkheid nog spreken over RSI. Bij RSI is er een duidelijke relatie tussen de manier waarop wordt gewerkt en de aanwezige klachten. Factoren die tot RSI kunnen leiden zijn: - een verkeerde zithouding tijdens het werk - repeterend werk - weinig afwisseling in zowel houding als werkzaamheden - stress Ook tijdens de studie kunnen er activiteiten zijn waarbij lang achter elkaar in dezelfde houding wordt gewerkt en/of dezelfde bewegingen worden gemaakt. Het beeldscherm neemt een belangrijke plaats in bij werkzaamheden, niet alleen op school maar vaak ook nog thuis. Bovendien nemen chatten, internetten en computerspelletjes ook een niet
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 46
onaanzienlijk deel van de tijdsbesteding in beslag. RSI is grotendeels zelf te voorkomen. De belangrijkste tips hiervoor zijn: werk niet langer dan vijf à zes uur per dag aan een beeldscherm en niet langer dan twee uur aan een laptop! Genoemde tijden zijn inclusief chatten, e-mailen en spelletjes! - neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze - let op een goede zithouding voor het beeldscherm - wissel beeldschermwerk af met ander werk - zorg voor voldoende ontspanning naast de studie - neem beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) serieus en raadpleeg bijtijds je (huis-)arts Meer informatie over RSI kun je vinden op het intranet en het Internet. Onderstaande sites geven in ieder geval een goed overzicht: http://rsi.pagina.nl www.muisarm.nl Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft een gratis brochure uit “RSI: Informatie voor werknemers en werkgevers”; www.rijksoverheid.nl.
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 47
5.
Adressenlijst
Bij de namen van de medewerkers is aangeven op welke locatie zij hoofdzakelijk werkzaam zijn. Assen Naam, tussenvoegsel Amkreutz, Wilma Boschma, Wies Broekema, Femia Casu, Crista Garssen, Francien Geugies, Eeltje Hendriksen, Ruud Hindriks, Jaap Hommes, Harry Huizing, Roelie Katwijk , Lidewij van Klomp, Arjen Kort, Harm Kuijer, Anne Kwak, Manja Meulen, Reni van der Oosterhoff, Arda Smegen, Irma Stegeman, Wia Streutker, Alja Veens, Ri Veenema, Sander Veer, Rob van ‘t Verboom, Peter Vissinga, Harry Vording, Ina Vos, Noortje Wieringa, Thea Wolf, Astrid
Mw/Dhr, titel, voorletters Mw. W.R. Mw. W.R. Mw. F.H. Mw. L.F. Mw. F.B. Dhr. E. Dhr. R.T.B. Dhr. J.W. Dhr. H. Mw. R. Mw. L.C. Dhr. A. Dhr. H. Mw. J.J. Mw. M. Mw. R.J. Mw. M.G. Mw. I.H. Mw. W. Mw. A.J. Mw. M.J.H. Dhr. S. Dhr. R. Dhr. P. Dhr. H.C. Mw. W.R. Mw. N. Mw. T.C. Mw. A.J.P.
Locatie A A A A/E A A A A A A A A A A A A A A A A/M A A/E A A A A A/M A A
Emailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Ondersteunend personeel Bolhuis-Wassens, Esther Boxtel, Helen van Greveling, Janny Halbersma, Sjoerd Hofma, Bas Meijer, Marian Scholtens, Karin Solisa-Thenu, Saar
Mw A.E.C. Mw H.L. Mw J. Dhr S. Dhr B. Mw C.M.W. Mw C.Y.M. Mw S.
A A A A A A A A
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 48
Emmen Naam, tussenvoegsel Bakker-de Waardt, Ans Bal-Otter, Ellie Benjamins, Freek Bosch, van den Mieke Busstra, Pieneke Casu, Crista Eising, Louwien Eggen, Karel Faber-Smith, Carolien Geerdink, Peter Haagsma, Marcel Kats, Cathrien Kroeze, Elly Kruimink, Jan Nicolai, Jimke Nieuwenhuis, Adriaan Stevens, Henk Veenema, Sander Vosmeer, Peter Wijdeven, Yvonne
Mw/Dhr, titel, voorletters Mw. drs. A. Mw. E. Dhr. drs. F. Mw. W.M. Mw. P. Mw. L.F. Mw. Drs. L.C. Dhr. K.P. Mw. drs. C. Dhr. P.J.J. Dhr. M.E. Mw. C. Mw. E. D. Dhr. J. Dhr. J. Dhr. L.J. Dhr. H. Dhr. S. Dhr. drs. P. Mw. Y.A.M.
Locatie E E E E E E/A E E E E E E E E E E E E/A E/G E
Emailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Ondersteunend personeel Koop-ten Kate, Tineke Oosting, Nicolien
Mw. T.G. Mw. N.G.
E E
[email protected] [email protected]
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 49
Groningen Naam, tussenvoegsel Bakker, Han Boekel, Rienkje van Bons – Steenhuis, Alette Calon , Carolien Folkersma, Martine Grünewald, Esther Heitling, Mieke Heuvelen, Annet van Hoekzema, Gea Hofstede, Lonneke Hoogteijling, Frits Korf , Dirk Landkroon, Margriet Luth, Jan Middendorp, Jose Modderman, Aletta Mollema, Volkert Pijper, Jan Postma, Jenne Prins, Jeane Schaaf, Wilma van der Slaa, Bert Stapert, Henk Stuurwold, Gera Wakker, Jan Bert Wempe, Gerla Vosmeer , Peter
Mw/dhr, titel, voorletters Mw. H. Mw. drs. R. Mw. A. Mw. C. Mw. M. Mw. E.L.J. Mw. M. Mw. A.J. Mw. G.M. Mw. L. Dhr. F. Dhr. drs. D. Mw. M. Dhr. J. Mw. J. Mw. A. Dhr. drs. V. Dhr. J.A. Dhr. dr. J.G. Mw. J. Mw. W. Dhr. drs. H.L.J. Dhr. H. Mw. drs. G. Dhr. J.B. Mw. G.M. Dhr. drs. P.
Locatie G G G G G G G G G G F/G G G G G G F/G/D G G G FG G G G G F/G/D D/G
Emailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] esther.grü
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Ondersteunend personeel Beute, Ramona Huisman-Siccama, Gerdien Nobbe, Harm Geert Vries, Peter de Zoethout –Zeldenrust, Cox
Mw. M.J. Mw. G. Dhr. H.G. Dhr. P. Mw. C.
G G G G G
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 50
Leeuwarden Naam, tussenvoegsel Annema , Hennie Barth, Frits Bijma , Jikke Boer, Tjitske de Boer,Liesbeth de Brandsma, Jelle Bruin, Loes de Cnossen, Yttje Geest, Ben van der Hoogteijling, Frits Houtsma, Chris Jager, Marijke de Jong, Folkert de Kingma, Margriet Kuipers, Joanneke Minkema, Jacob Mollema, Volkert Reinders-Verbeek, Aafke Seffinga, Yeb Tjepkema, Eabele Veen, Sjoerd van der Veenstra, Jaap Wempe, Gerla Witte, Akke de Woude, Sjoerd van der Ybema, Dussy Zijlstra, Ageeth
Mw/dhr, titel, voorletters Mw. H. Dhr. drs. F. Mw. J Mw. T. Mw. E. Dhr. drs. J. Mw. L. Mw. Y. Dhr. B. Dhr. F. Dhr. Ch. Mw. drs. M. Dhr. drs. F. Mw. M. Mw. J. Dhr. J. Dhr. drs. V. Mw. drs. A. Dhr. Y. Dhr. drs. E. Dhr. S. Dhr. drs. J. Mw. G. Mw. A. Dhr. S. Mw. D. Mw. A.
Locatie F F F F F F F F F F/G F F/G/D F F F F F/G/D F F F F F F/G/D F F F F
Emailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Ondersteunend personeel Elgersma, Dirkje Waage-Bijl , Anita
Mw. D. Mw. A.C.
F F
[email protected] [email protected]
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 51
Meppel Naam, tussenvoegsel Boers, Hilly Douwes, Douwe Jan Drent, Peter Drijfholt, Rina Eisden, Wilfred van Gelmers, Ton Hetterschij, Patruschka Klaster, Roelof Klinken, Jan van Selle, An te Sprong, Stef Sterken, Johan Streutker, Alja Tuit, Jaap Uitdewilligen, Johan Vos,Noortje Visser, Suzanne Wink, Betsy Witte, Harry
Mw/Dhr, titel, voorletters Mw. H.A. Dhr. D.J. Dhr. P. Mw. R. Dhr. W. Dhr. T Mw. M.P. Dhr. R. Dhr. J.B. Mw. J.A. Dhr. S.P.M. Dhr. J.W. Mw. A.J. Dhr. J. Dhr. J.A.J.M Mw. N. Mw. S. Mw. A. Dhr. H.
Locatie M M M M M M M M M M M M M/A M M M/A M M M
Emailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Ondersteunend personeel Huberts-Munsterman, Joke Moerman, Dick Regeer-Ramaker, Carla Sleen, Richard van der Veen, Michel van der Werff, Aukje van der
Mw J. Dhr D.A. Mw C. Dhr R. Dhr M. Mw A.
M M M M M M
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Algemeen Aarts, Thea Berens, Lyjanne Elting, Peter Janssen, Ingrid Krajenbrink, Petra Korfage , Herma Kuipers, Ageeth Linssen, Jan
Mw. T.M. Mw. E.J.G. Dhr. P.J. Mw. I.I. Mw. P. Mw. H.G. Mw. A Dhr. JHP
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Deel 2B | Opleiding tot leraar basisonderwijs Studiegids | 2011-2012 | Vh. HD – studiejaren 2, 3 en 4 |
blz. 52