Pabo Breda Bachelor opleiding Leraar Basisonderwijs Academisch jaar 2015 - 2016
Opleidingswijzer Leraar Basisonderwijs Voltijd
Avans Hogeschool PABO Breda Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Academisch jaar 2015 – 2016 Deze Opleidingswijzer geeft informatie over het opleidingsprogramma van de Pabo en is bedoeld voor voltijdstudenten en andere direct betrokkenen, zoals: docenten, coaches en mentoren uit de praktijk. 2
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Inhoud 1
Welkomstwoord ...................................................................................................... 5
2
Wat kenmerkt de opleiding? ................................................................................... 7
3
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): wat verwachten we van de student? ... 18
4
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): overzicht van het programma .............. 21
5
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): de beroepstaken .................................. 23
6
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): het werkplekleren ................................ 27
7
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): de kennisbasis taal en rekenen ........... 29
8
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): stem- en spraakscreening ................... 31
9
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): de toetsing ........................................... 32
10
Fase taakbekwaam: wat verwachten we van de student? ................................... 47
11
Fase taakbekwaam: overzicht van het programma .............................................. 51
12
Fase taakbekwaam: de beroepstaken .................................................................. 53
13
Fase taakbekwaam: het werkplekleren ................................................................ 55
14
Fase taakbekwaam: de kennisbasis taal en rekenen ........................................... 57
15
Fase taakbekwaam: de toetsing ........................................................................... 59
16
Wie doet wat? ....................................................................................................... 74
17
Hoe werken we op de Pabo?................................................................................ 76
18
Communicatie ....................................................................................................... 77
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs 3
3 2
Een bron van inspiratie Op weg naar meesterschap Praktijk is uitgangspunt Zelf keuzes maken
4
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
1
Welkomstwoord
Dit is de digitale versie van de Opleidingswijzer Voltijd van het academisch jaar 2015-2016. Hierin staat hoe wij op de Pabo Breda het onderwijs hebben vormgegeven. Naast feitelijke informatie, tref je onze visie op leren, opleiden en begeleiden aan. Bovendien lees je in deze Pabowijzer wat we van elkaar mogen verwachten en welk gedrag wij van jou als toekomstig leraar basisonderwijs willen zien. Op onze website www.avans.nl en op onze digitale leeromgeving, Blackboard, vind je veel extra informatie. Ambitie van de Academie De Pabo Avans Hogeschool stelt zich als doel te komen tot maximale groei van alle betrokkenen bij de academie. Maximale groei van studenten, medewerkers, partners en in het bijzonder het kind. Het mooiste resultaat is uiteraard goed onderwijs voor àlle kinderen in een rijke leeromgeving, zodat kinderen de optimale kansen krijgen om het beste uit zichzelf te halen, opdat kinderen uitgroeien tot geëmancipeerde deelnemers aan deze complexe en steeds veranderende maatschappij. Uiteindelijk willen we dat zij teamspelers worden: betrokken, ondernemend en nieuwsgierig. De kernopdracht van leraren in het basisonderwijs zien wij als het aanzetten tot positief leergedrag bij kinderen, hen vaardigheden en strategieën aan te leren en hen zo te stimuleren, dat zij een levenslange passie voor leren opdoen. Bij de Pabo Avans Hogeschool gaan we ervan uit dat de leraar daarom zowel pedagoog, onderzoeker als ontwerper moet zijn die bijdraagt aan vernieuwing van onderwijsactiviteiten. Het beroep vraagt om creatief denkende mensen met visie en een onderzoekende en ondernemende houding. Een leraar die voortdurend zoekt naar de meest passende en wenselijke situatie om de juiste leer- en ontwikkelingskansen voor kinderen te creëren. Een ware reflective practitioner. Om als Pabo een voortrekkersrol te vervullen in de ontwikkeling van het beroep van leraar basisonderwijs en excellente leraren op te blijven leiden, is het van belang dat de Pabo zorgt voor een hechte Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs 5
5 2
samenwerking tussen studenten, werkveld en medewerkers. Een duurzaam partnerschap, waarin gewerkt wordt aan de professionalisering van alle betrokkenen. De Pabo als herkend en erkend kennispartner van de basisscholen in de regio. De Pabo Breda stelt zich dan ook de volgende doelen: • Medewerkers en studenten zijn vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in hun gedrag zichtbaar ambassadeur van duurzame ontwikkeling van kennis, samenleving en mensen; • Studenten worden persoonlijk gecoacht zodat ze zich geborgen en geïnspireerd voelen; studenten dagen wij inhoudelijk uit het beste uit zichzelf te halen en als beginnend beroepsbeoefenaar weloverwogen keuzes te maken op persoonlijk en professioneel vlak. Onze studenten zijn eerste keuze voor de vacatures in de regio; • Een werkklimaat te creëren waarin medewerkers zich bewust zijn van hun kwaliteiten, hun talenten optimaal en aantoonbaar willen ontwikkelen en inzetten voor de student, de Pabo en Avans Hogeschool. Zij zijn door hun professionele houding ambassadeur van de Pabo en Avans Hogeschool; Een cultuur in de Pabo te vormen die inspirerend, mensgericht, resultaatgericht en betrokken is. Respect en zorg voor elkaar en elkaars opvattingen staan hoog genoteerd. Studenten en medewerkers zijn er trots op dat ze bij de Pabo Breda studeren en werken en ze voelen zich verbonden met de school, het beroep en elkaar. Wij zijn ervan overtuigd dat de hechte samenwerking tussen studenten, werkveld en medewerkers de beste garantie op succes is. Door onderwijs- en beroepsontwikkeling als een gezamenlijke verantwoordelijkheid te zien en te beleven, kunnen we de beroepsgroep de uitstraling en status geven die ze verdient. Daarin willen wij graag, samen met jou, investeren. Wij wensen iedereen, namens het Pabo-team, een inspirerend, uitdagend, succesvol studiejaar toe. Hanneke Ariëns Directeur
6
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
2
Wat kenmerkt de opleiding?
Authentieke beroepstaak Vroeger kreeg een student in een hbo-opleiding losse vakken waarna hij voor elk vak apart tentamen deed. Zo kreeg de student in het derde jaar van de Pabo iets over handelingsplannen, leerde hij wat over onderwijskunde en rekenproblemen en dat moest dan een voldoende theoretische basis zijn om er in de praktijk mee aan de slag te kunnen. Daarmee werd de kloof tussen wat een student in de opleiding deed en wat er in de praktijk van hem verwacht werd, niet gedicht. Het huidige programma van de Pabo is ontwikkeld op basis van authentieke beroepstaken. Binnen een authentieke beroepstaak staat een beroepshandeling centraal die je in de praktijk tegenkomt, zoals bijvoorbeeld ‘observeren’ of het ‘ontwerpen van onderwijs en ander kenmerk van deze beroepstaken is, dat theorie en praktijk hierin samenkomen. Een derde kenmerk is, dat de vakken die bij de beroepstaak horen, geen losse vakken zijn, maar het onderwijs geïntegreerd aanbieden.
Werken met bekwaamheidseisen in Pabo 1 en 2 Als je aan een hbo-opleiding gaat studeren, kun je niet om het begrip bekwaamheidseisen heen. Vrijwel elke hbo-opleiding heeft het programma ingedeeld op basis van die bekwaamheidseisen. Een definitie:
Bekwaamheidseisen voor het onderwijs geven aan wat vakmanschap in de kern van het beroep inhoudt en wat iemand tenminste moet weten en kunnen om een vakman/-vrouw te kunnen zijn. Bovendien weet de beroepsgroep (het werkveld) wat er van een lerarenopleiding verwacht kan worden.
Het gaat dus om dat wat je moet kennen en kunnen als je straks een beroep gaat uitoefenen. Je wordt geacht als leraar basisonderwijs een vakman/- vrouw te zijn die beroepsproblemen adequaat kan oplossen. Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs 7
7 2
Hiervoor zijn kennis en kunde een voorwaarde! Die gevraagde kennis en kunde wordt weergegeven in drie bekwaamheidseisen: -
Pedagogisch bekwaam Vakinhoudelijk bekwaam Vakdidactisch bekwaam
Naast de bekwaamheidseisen moet je kennis hebben van en vaardig zijn in: organiseren, plannen, communiceren, reflecteren, onderzoeken, resultaaten ontwikkelingsgericht werken, samenwerken en samen leren. De Pabo werkt met bekwaamheidseisen die afgeleid zijn van de sblcompetenties. Wel hebben we deze aangescherpt en aangepast aan de eisen van de regio W est-Brabant en aangevuld met indicatoren op het gebied van duurzame ontwikkeling, onderzoekende houding, kritisch denken, creativiteit en ICT-vaardigheden. Deze brede professionele basis wordt op de volgende manier weer gegeven: Figuur 1: Bekwaamheidseisen (Onderwijscoöperatie, 2012)
8
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Tijdens je opleiding werk je vanuit werkpleksuggesties en activiteiten aan je ontwikkeling. Je laat zien dat je steeds meer bekwaam wordt. Tijdens je studie beoordeelt de opleiding of jij je voldoende ontwikkelt in de richting van het beroep van leraar basisonderwijs, waarbij je steeds meer ruimte krijgt voor een individuele invulling van die ontwikkeling. Een ontwikkeling die uiteindelijk moet leiden tot een startbekwame leraar. Je bent startbekwaam als je in kenmerkende beroepssituaties adequaat kunt handelen. Binnen het onderwijs onderzoek je systematisch je eigen ontwikkeling op het gebied van de drie bekwaamheidseisen en de brede professionalisering. Het gaat daarbij steeds om de vraag: ‘hoever ben je?’ in je ontwikkeling tot startbekwaam leraar basisonderwijs. Voor alle fasen van de opleiding zijn de bekwaamheidseisen vertaald naar indicatoren (zie tabel 6 pagina 36). In de overzichten bij de beroepstaken per fase tref je alle indicatoren aan die voor die fase relevant zijn. In de kolommen achter de indicatoren zie je in welk studieonderdeel de indicatoren expliciet aan bod komen. Aan de hand van die indicatoren kun je meten hoever je bent met jouw ontwikkeling. Gedurende je gehele loopbaan hier op de Pabo zal je studieloopbaanbegeleider je daarbij helpen en ondersteunen.
Criteria In de verschillende studieonderdelen kunnen we uit concreet gedrag afleiden of je de indicatoren ook hebt bereikt. Daarom hebben we de indicatoren in de studieonderdelen uitgewerkt in criteria. Op die criteria word je getoetst. In deze wijzer zijn daar voorbeelden van opgenomen. Een voorbeeld van de opzet van een beroepstaak en de koppeling daarvan naar het werkplekleren kun je lezen in het overzicht op de volgende bladzijde: Beroepstaak 1 Het Basisschoolkind.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs 9
9 2
Tabel 1: beroepstaak: Het basisschoolkind
Titel beroepstaak: Het basisschoolkind, periode 1, pabo 1 Inleiding Beroepstaak 1 start in september en beslaat de eerste 10 weken van de opleiding voor een nieuwe Pabo-student. De student zal tijdens deze periode kennismaken met de opleiding op hbo-niveau en met zijn nieuwe rol als toekomstige leerkracht basisonderwijs. De volgende vakgebieden komen aan bod in de beroepstaak: pedagogiek, Nederlands, rekenen, muziek (kunstzinnige oriëntatie) en tijd (oriëntatie op jezelf en de wereld).
Korte informatie over de beroepstaak Een leerkracht basisonderwijs moet op een zo kort mogelijke termijn zorgen dat hij de leerlingen van zijn klas in beeld heeft, wil hij kunnen inspelen op de leerbehoeften van kinderen. Het gaat dan niet alleen om de toets resultaten van de kinderen, maar ook om hun interesses, hun persoonlijke omstandigheden, hun ontwikkeling op sociaal, motorisch en cognitief gebied. Al deze factoren zijn mede bepalend voor de ontwikkeling van de kinderen. Wil de leerkracht de leerlingen verder brengen in hun ontwikkeling, dan zal hij hier op moeten inspelen. Als de leerkracht elke leerling in kaart zou brengen, zal dit resulteren in het leerlingenoverzicht. Aan de hand van de verzamelde gegevens leer de student een kindprofiel op te stellen. Dat staat centraal gedurende deze beroepstaak. In deze beroepstaak gaat de student als een echte professional één of twee leerlingen in beeld brengen. Hij doet dit zo objectief en uitgebreid mogelijk door te observeren, gesprekken te voeren met het kind en ook informatie in te winnen bij de leerkracht. Deze informatie leert hij te koppelen aan de theorie. Om te kunnen observeren en het gesprek met het kind te kunnen voeren, moet de student deze vaardigheden oefenen. Hij moet weten waar je al leerkracht op moet letten, welke observatie instrumenten hij kan inzetten, hoe hij met kinderen gesprekken voert en hoe hij de gegevens kan vergelijken met wat de verschillende theorieën hierover zeggen. De bijeenkomsten op de pabo én de werkpleksuggesties in de praktijk zullen de student op weg helpen. 10
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Beroepsbehandelingen in de praktijk Beroepsbehandelingen zijn de beroepsautentieke handelingen die de student in de praktijk moet laten zien tijdens deze periode. Het gaat om handelingen die passen bij de beroepstaak ‘Het basisschoolkind’ en de ontwikkelingsfase van de student. Er zijn verschillende beroepshandelingen van belang voor het in beeld brengen van de ontwikkeling. De student leer deze periode op verschillende manieren te observeren, gesprekken te voeren, activiteiten uit te voeren en in gesprek met kinderen te gaan. De student leer voorzichtige conclusies te trekken over de fasen van ontwikkeling van de gekozen kinderen. De student zal bij het voorbereiden, uitvoeren en reflecteren op deze beroepshandelingen een beroep doen op de mentor. Het kind in beeld brengen ga je doen door middel van: 1. Observeren 2. Gesprekken voeren met kinderen 3. De ontwikkeling van een kind bekijken tijdens een activiteit rondom de vakken taal, rekenen, muziek en geschiedenis 4. De sociaal emotionele ontwikkeling van een kind bekijken in een klassensituatie 5. Het kindprofiel beschrijven (denk hierbij aan informatie voor een leerlingdossier)
Vanaf 2015 gelden voor de pabo nieuwe toelatingseisen. Je wordt vóór de poort getoetst op de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs 11
11 2
De kennisbasis Landelijk is de minimale kennis waarover iedere aanstaande leraar basisonderwijs moet beschikken vastgesteld: de kennisbasis. Ook binnen de Pabo van Avans besteden we daar volop aandacht aan. De kennisbasis is verwerkt in de verschillende beroepstaken. Daarnaast is er voor Nederlandse taal en rekenen-wiskunde nog een aparte kennislijn. Als je deze laatste studieonderdelen met succes hebt afgerond kun je deelnemen aan de (verplichte) landelijke kennistoetsen voor deze vakken.
Fasen van de opleiding In elke opleidingsfase ga je een stap verder. W e onderscheiden vier opleidingsfasen. De eerste fase is de propedeuse. Heb je die afgerond, dan ben je opleidingsbekwaam. Na het tweede jaar, als je alle onderdelen van het gemeenschappelijke programma met succes hebt afgerond, ben je taakbekwaam. Voordat je met de lio-stage (leraar in opleiding = een stage van ongeveer 5 maanden) begint, ben je lio-bekwaam en in het afsluitend assessment van de opleiding beoordelen we of je een startbekwame leraar basisonderwijs bent. Tabel 2: Fasen van de opleiding
Fase in opleiding
Niveau van bekwaamheden
Propedeuse
Opleidingsbekwaam
Tweede leerjaar
Taakbekwaam
Voor start van lio
Lio-bekwaam
Einde opleiding
Startbekwaam
Overgang en drempels 1 Ons uitgangspunt is “pas doorgaan als het voorgaande behaald is”. Concreet betekent dit dat een voorgaande fase van de opleiding behaald moet zijn, voordat je door kan gaan. W e hebben hiertoe de volgende afspraken gemaakt voor 1 t/m 4 voltijd:
1
12
Zie voor de volledige Onderwijs- en Examenregeling de Oer van 2015-2016 Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Drempels in het curriculum: o Vóór 1 februari van het eerste studiejaar dien je CITO taal en rekenen te hebben gehaald. o Je mag door naar het 2e jaar indien je 52 ECTS hebt, je stage hebt gehaald en een positief advies hebt gekregen; o deelname aan het jaar 4 programma indien je 180 studiepunten hebt behaald. Voor alle onderdelen heb je maximaal twee kansen, met uitzondering van de cito toets taal, de Wiscat rekenen, Voor die toetsen krijg je drie kansen. We werken met een taalprotocol. Dit houdt in dat al het schriftelijke werk op taalgebied aan de eisen van dat protocol voldoet. In het eerste en tweede jaar van de opleiding krijg je drie dagen de kans om je werk te herstellen, indien het inhoudelijk voldoende is, maar onvoldoende op het gebied van de schriftelijke taalvaardigheid. Is het daarna nog onvoldoende, dan wordt het hele werk als onvoldoende beoordeeld.
Samenhang in het programma Het is goed om te weten op welke manier de opleiding opgebouwd is en welke keuzes daarbij gemaakt zijn. De basis van ons programma is het beroeps- en competentieprofiel van de Pabo. Dit kun je vinden op Blackboard, onze digitale leeromgeving. De opleiding omschrijft de kern van het beroep van leraar basisonderwijs als volgt:
De kern van het beroep van leraar basisonderwijs is het op interactieve wijze creëren van leer- en ontwikkelkansen voor kinderen in een rijke, krachtige leeromgeving, zodat zij zich kunnen ontplooien tot geëmancipeerde deelnemers aan een complexe en steeds veranderende, duurzame samenleving. Beroeps- en competentieprofiel Pabo 2014
Van het beroeps- en competentieprofiel zijn het opleidingskader en het curriculumontwerp afgeleid. Kenmerkend voor het programma Pabo Breda zijn de beroepstaken waarin schoolvakken geïntegreerd aan bod komen.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
13
Tabel 3: Curriculum ontwerp
Beroeps- en competentie profiel
Opleidingskader
Curriculum ontwerp
Eisen voor Bekwaamheid: - Kennisbasis - Kritisch denken - Creativiteit - Onderzoekende houding - Duurzaamheid - ICT
Beroepstaken: - Studieloopbaan begeleiding - Werkplek leren - Taal-en rekenlijn
Toetsen: - Portfolio - Assessment (alleen voor pabo 3 en 4)
De praktijk / partnerschap in opleiden We vinden als pabo dat de praktijk een belangrijk onderdeel is van je opleiding naar een startbekwame leerkracht. We noemen stage lopen in de praktijk niet voor niets ‘werkplekleren’2. Om je een zo ideaal mogelijke ‘werkplek’ aan te kunnen bieden, is het van belang dat basisschool en pabo samen jou begeleiden bij je ontwikkeling. Werkplekleren is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van basisscholen (opleidingsscholen genoemd) én pabo. Op iedere opleidingsschool waar jij praktijkervaring opdoet is een door de Pabo Breda opgeleide stagecoach én mentor aanwezig. Deze stagecoach is jouw eerste aanspreekpunt op de basisschool en coördineert de stageplaatsen en bezoekt jou in de klas. De mentor begeleidt jou in de dagelijkse praktijk. Samen met de stagecoach plan je de activiteiten die je wilt gaan uitvoeren.
2
14
Zie voor meer informatie over werkplekleren Hoofdstuk 6 ‘Werkplekleren’ Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
De activiteiten die je tijdens het werkplekleren verricht, zijn of worden aangestuurd door de opleiding of door de werkplek (basisschool). Vanuit de opleiding krijg je diverse suggesties, om de vaardigheden op de werkplek te oefenen. voor het werkplekleren waarbij de koppeling tussen theorie en praktijk centraal staat. Samen met de stagecoach en mentor wordt bekeken op welke manier jij zo optimaal mogelijk aan deze vaardigheden kunt werken. Leidend daarbij zijn de bekwaamheidseisen en de daarbij behorende indicatoren van de opleidingsfase te nemen. Op de werkplek bekijk je samen met de stagecoach op welke wijze je aan de criteria kunt voldoen.
Leerteams Studenten leren van en met elkaar. Dit betekent dat jij zowel op de opleiding als op de basisschool in een leerteam zult werken. W e vinden het belangrijk dat je kennis met elkaar deelt en samen kennis creëert Door met elkaar in gesprek te gaan over die kennis, samen oplossingen te zoeken en ervaringen te delen, leer je meer. Aanwezigheid is dus een vereiste! Een ‘bijkomend’ voordeel is dat de kennis die je op deze manier opdoet langer blijft hangen. Ook op de basisschool kun je samen leren. Je kunt lessen samen voorbereiden, elkaar observeren en elkaar van feedback voorzien. Dit vraagt dus een actieve leerhouding.
Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Voordat je op de Pabo bent begonnen heb je al een intake en een advies gekregen. Op de Pabo Breda richt de studieloopbaanbegeleiding zich op de student en het vervolg van de intake. De studieloopbaanbegeleider adviseert jou regelmatig en systematisch in je leer- en ontwikkelproces ten aanzien van de bekwaamheidseisen die voor de beroepspraktijk relevant zijn. Samen signaleren jullie tijdig studieproblemen zodat jij een adequate studievoortgang kunt realiseren en studieachterstand kunt voorkomen. Je neemt geleidelijk jouw ontwikkeling steeds meer ter hand en neemt meer en meer verantwoordelijkheid voor je eigen leerproces; je ontwikkelt een reflectief vermogen, gekoppeld aan je beroepsidentiteit. Het accent van de begeleiding verschuift naarmate jij je in een andere fase van de opleiding bevindt. Je krijgt per studiejaar een studieloopbaanbegeleider toegewezen. Deze is voor jou het eerste aanspreekpunt In het eerste jaar van je studie krijg je twee verplichte studieadviezen: vóór 1 februari en vóór 1 september. Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
15
Tijdens Studieloopbaanbijeenkomsten leer je inzicht te krijgen in je persoonlijke ontwikkeling en je studiegedrag met behulp van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en het daaraan gekoppelde Persoonlijke activiteitenplan.(PAP). In de fasen lio- bekwaam en startbekwaam zal o.a. aandacht worden besteed aan de doorgaande ontwikkelingslijnen en de voorbereiding en uitvoering van het afstudeeronderzoek en de LIO-stage. Binnen SLB is er sprake van individuele begeleiding, werk je in kleine of grotere groepen met de studieloopbaanbegeleider of kan er video-interactie training plaatsvinden. In de individuele gesprekken kunnen ook persoonlijke zaken en vragen aan de orde komen. Indien nodig kan de studieloopbaanbegeleider je verwijzen naar de decaan en/of de studieadviseur3. De studentendecaan, Paul van Tilburg, is de onafhankelijke adviseur die verbonden is aan Avans Hogeschool. Te bereiken via
[email protected]. Afspraken met hem zijn in te plannen via servicepunt studentenbalie. De studieadviseur begeleidt en adviseert studenten binnen de opleiding (ná de SLB’er). De studieadviseur voert gesprekken met studenten met studieachterstanden en/of persoonlijke problemen, stelt individuele leerroute- en verbetertrajecten op voor studenten en verzorgt trainingen studievaardigheden (zoals plannen en organiseren) voor eerstejaarsstudenten. Tevens kun je als eerstejaars student een beroep doen op peermentoren. Dit zijn derdejaars studenten die jou indien nodig, als eerstejaars student begeleiden op het gebied van plannen.
Blackboard en portfolio Blackboard is een digitale leeromgeving waar binnen Avans Hogeschool wordt gewerkt. Al in de eerste periode leer je deze omgeving kennen en ermee werken. De digitale leeromgeving heeft als voordeel dat de informatie altijd up-to-date is en dat je met medestudenten en docenten op afstand en tijdonafhankelijk kunt communiceren. Ook is er een directe relatie tussen de studieonderdelen op Blackboard en je eigen portfolio. Gedurende je gehele opleiding werk je met een portfolio. Dit is een (digitale) ‘map’ waarin je laat zien hoe je leerinhouden verwerkt en hoe je vordert met je ontwikkeling. Deze map maak je in de digitale leeromgeving Blackboard. We vragen je op elk gewenst moment de materialen op te slaan en toegankelijk te maken voor medestudenten, docenten, coaches en 3
16
Zie voor een uitgebreidere beschrijving het document Studentenhandleiding SLB. Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
mentoren van de basisschool. In je portfolio plaats je je resultaten met feedback en feedforward en laat je reflecties zien. In het Persoonlijk Activiteitenplan(PAP laat je zien hoe je werkt aan de te verwerven competenties. We vragen je ook je portfolio toegankelijk te maken voor externe audits!
Toetsorganisatie Om alle toetsen goed te laten verlopen hebben we een toetsorganisatie. Een overzicht van alle procedures en afspraken vind je op blackboard in de community ‘Toetsing’ HBO – kennisbank Scripties en onderzoeken worden geplaatst in de HBO-kennisbank. Je publiceert als het ware hiermee je onderzoek. Deze kennisbank biedt docenten en studenten de mogelijkheid om ook andere scripties en afstudeeronderzoeken te bestuderen van andere opleidingen (Pabo’s).
Leeromgeving Vanzelfsprekend hebben we als lerarenopleiding een moderne (digitale) leeromgeving, aangepast aan de eisen van deze tijd en aan de toekomst. Zo zijn er moderne lokalen, voorzien van zogenaamde smartboards. Ook de collegezalen zijn van alle middelen voorzien. Voor individueel studeren of voor het werken in groepsverband is er Xplora. Xplora Xplora is de leer- en werkomgeving van Avans Hogeschool met moderne pc’s, kwalitatieve voorzieningen en deskundige ondersteuning. Ook kun je er de Pabocollectie vinden in de vorm van methoden voor het basisonderwijs, spel- en leermaterialen, verdiepende literatuur en tijdschriften als JSW, Praxis, Didaktief, gericht op het werken in de praktijk. TOPClass Pabo Breda biedt naast het normale programma een extra aanbod in de vorm van een een TOPClass gedragsspecialist, bestemd voor excellente studenten die zich willen specialiseren in kinderen met leer- en gedragsproblemen. Voor meer informatie: zie www.topclassgedragsspecialist.nl Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
17
3
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): wat verwachten we van de student?
Een creatief en innovatief beroep Kiezen voor de Pabo en het beroep van leraar basisonderwijs is kiezen voor een creatief en inspirerend beroep voor ondernemende mensen met passie voor leren en kinderen. Het vak gaat verder dan alleen lesgeven: ook het persoonlijk begeleiden van kinderen, hen wegwijs maken in de maatschappij, het stimuleren van onderzoekend en ontwikkelingsgericht leren, het ontwerpen van leer- omgevingen en het samenwerken met collega’s en ouders hoort hierbij. Als dat je aanspreekt, ben je bij de Pabo aan het goede adres.
Veranderend onderwijs Je studeert aan een hogeschool en dat betekent dat je geen schoolse opleiding volgt, maar leert en werkt in een hogeschoolgemeenschap samen met medestudenten, docenten en leerkrachten uit de basisschool. Het verschil met de middelbare school is dat de leerstof niet meer in afgebakende gebieden wordt aangeboden en dat docenten zich niet opstellen als de allesweters. Van de student wordt verwacht dat deze de regie neemt over zijn eigen leerproces en samen met de docenten, met medestudenten en mentoren en stagecoaches werkt aan het uiteindelijke doel: als startbekwame leerkracht de praktijk in. Bij de voltijdopleiding werken we met leerteams.
Leerbronnen Naast de praktijk als belangrijkste leerbron, maken we ook gebruik van digitale leeromgevingen, onderwijsmethoden en allerlei vormen van naslagwerken. Tijdens de beroepstaken raak je bekend met verschillende pedagogische inzichten en krijg je informatie over vakinhoudelijke theorieën en over
18
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
communicatietechnieken. Je gaat daar actief mee aan de slag door zelf leervragen te formuleren en te zoeken naar antwoorden en oplossingen. Daarvoor moet je inzichten uit verschillende vakgebieden bestuderen, ervaringen opdoen in het basisonderwijs, experimenteren, discussies voeren in je leerteam en vervolgens alles met elkaar combineren. Bij dit leerproces zullen docenten, mentoren en coaches je zoveel mogelijk bijstaan. Dat doen ze in de vorm van begeleiding of door specifieke expertise in te brengen in de bijeenkomsten. We gaan er van uit dat je actief gebruik maakt van de docent als leerbron. Je zult merken dat je de docent in de 'traditionele' rol van kennisoverdrager minder tegen zult komen, maar meer als beroepstaakbegeleider, studieloopbaanbegeleider of expert. Niet alleen het resultaat telt, maar ook de manier waarop dit tot stand komt, het denkproces en de aanpak. Door de aanpak te overdenken kun je er in nieuwe of onbekende situaties je voordeel mee doen. We zullen daarom veel aandacht schenken aan ‘reflecteren’.
Aanwezigheidsplicht: De opleiding heeft het SAMEN LEREN hoog in het vaandel staan. Je aanwezigheid is dus vereist!
Beeldschets Om je een beeld te geven wat we van een opleidingsbekwame student verwachten, hebben we een beeldschets geschreven: Algemeen De opleidingsbekwame student toont een positieve, nieuwsgierige, onderzoekende, creatieve en actieve houding. Hij heeft zich breed georiënteerd op zijn toekomstige rol als leerkracht basisonderwijs en laat zien dat hij gedreven is om leerkracht te worden. Hij is in staat divergent te denken en bezit empatisch vermogen. Hij wil een waardenvolle leraar worden, die leerlingen kan voorbereiden op de uitdagingen waarvoor de toekomst hen stelt. Hij is nieuwsgierig naar wat er in de samenleving speelt, weet dit te bespreken en heeft zorg voor zijn omgeving. Hij durft zaken ter discussie te stellen. Hij weet feiten, vermoedens en meningen van elkaar te onderscheiden. De student is kritisch bij het gebruik van bronnen. Hij kan ze beoordelen op betrouwbaarheid en relevantie. De student kent zijn eigen leervoorkeuren, neemt kennis van leervoorkeuren van medestudenten en neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen leren. Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
19
Hij kan samenwerken met medestudenten, docenten en leerkrachten basisonderwijs. Hij is communicatief vaardig en in staat om sociale media op een correcte manier te gebruiken. De opleidingsbekwame student heeft een reflectieve houding en bezit het vermogen om zijn handelen en de keuzes die hij gemaakt heeft en gaat maken, mondeling en schriftelijk te verantwoorden, waarbij hij gebruik maakt van de hem aangeboden theorie. Hij heeft een voorlopige visie op kennis en leren ontwikkeld. Hij kan met die kennis een koppeling maken tussen de theorie en de praktijk. Pedagogisch bekwaam Hij laat in zijn pedagogisch handelen zien dat hij aansluit bij de basisbehoeften van kinderen. Hij is zich bewust van zijn eigen identiteit en staat open voor die van anderen. Hij is in staat om een veilig klimaat te scheppen waarbinnen ruimte is om te leren. De student is in staat zicht te krijgen op de leefwereld van kinderen. Hij kan zijn pedagogische omgang met zijn leerlingen uitleggen en verantwoorden. Vakdidactisch bekwaam De student kan betekenisvolle speel- en leeractiviteiten ontwerpen en deze onder begeleiding uitvoeren. Hij stimuleert de leerlingen om vragen te stellen. De student heeft zich een beeld gevormd van een rijke leeromgeving en weet hoe hij zijn onderwijs betekenisvol kan maken. Hij is vaardig in het hanteren van een aantal leermiddelen, waaronder digitale leermiddelen. De opleidingsbekwame student heeft kennis van verschillende observatie-instrumenten en kan deze ook toepassen in de praktijk van de basisschool. Vakinhoudelijk bekwaam Hij heeft een basale kennis van theorieën en methodieken op het gebied van de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. De student heeft beginnende theoretische kennis van de verschillende leergebieden. Hij beheerst de leerstof die hij behandelt in de stageklas. De student kan zich nieuwe leerstof eigen maken en die introduceren de klas.
20
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
4
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): overzicht van het programma
Het propedeutische programma ziet er in schema als volgt uit: Tabel 4: Overzicht programma fase opleidingsbekwaam (Propedeuse 2015 - 2016)
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Het kind staat centraal Het basisschoolkind Het leren in beeld
De creatieve leerkracht
De inspirerende leeromgeving
8 weken onderwijs 8 weken onderwijs 8 weken onderwijs 8 weken onderwijs 1 toetsweek 2 toetsweken 2 toetsweken 2 toetsweken Taal Logopedie Taal Taal Rekenen Rekenen Godsdienst/levens Rekenen Muziek Drama beschouwing Techniek Geschiedenis BewegingsBiologie/natuur Aardrijkskunde Pedagogiek onderwijs Schrijven Pedagogiek Onderwijskunde Beeldend Praktijk A-B-C model 2 weken stage
Praktijk A-B-C model 2 weken stage
Praktijk A-B-C model 2 weken stage
Praktijk Blokstage van 4 aaneengesloten weken (met terugkomdagen op de pabo) 4 lesweken met elke week een dagstage.
Loopbaanbegeleiding Kennisbasislijn taal en rekenen Periode 1 Periode 3 31-08-2015 t/m 06-11-2015 01-02-2016 t/m 15-04-2016 Periode 2 Periode 4 09-11-2015 t/m 29-01-2016 18-04-2016 t/m 01-07-2016 Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
21
5
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): de beroepstaken
Bij alle vier de beroepstaken die je in dit jaar krijgt, staat het kind centraal. Dat is de rode draad in het eerste leerjaar. Je zult ontdekken dat iedere beroepstaak weer een stapje verder gaat dan de vorige. Op die manier kom je op een steeds hoger niveau van het functioneren binnen de opleiding en in de praktijk. Hieronder vind je een korte omschrijving van de inhoud van de beroepstaken die in het eerste jaar aan bod komen: Beroepstaak 1: Het basisschoolkind Deze beroepstaak is de eerste beroepstaak in een nieuwe opleiding. Naast de inhoud die aan bod komt, moet je in deze periode ook gaan ontdekken of de opleiding die je gekozen hebt, bij je past en of je het hbo-niveau wel aankunt. Je zult merken dat er van het begin af aan veel van je gevraagd wordt. Om het beroep straks goed te kunnen uitvoeren, moet je in het eerste jaar laten zien, dat je uit het juiste hout gesneden bent. Een leerkracht basisonderwijs moet de leerlingen die in zijn klas zitten kennen. Dat ‘kennen’ gaat verder dan weten hoe ze heten. Hij moet informatie verzamelen over hun cognitieve ontwikkeling. W at kunnen ze goed en waar moeten ze nog bij geholpen worden? Welke interesses hebben ze, wat is hun plaats in de groep? Welke persoonlijke omstandigheden zijn van invloed op hun leren? Wat is de motorische ontwikkeling van de kinderen? Wie zijn de sportievelingen en wie hebben meer moeite met bewegen? Al deze factoren bepalen het ontwikkelingsverloop van kinderen van de kinderen. Als leerkracht moet je hier rekening mee houden, wil je kunnen inspelen op hun ontwikkeling. Veel van deze gegevens zullen opgenomen worden in het dossier van een leerling.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
23
Maar hoe komt een leerkracht aan al die gegevens? Een van de belangrijkste instrumenten die hem ten dienst staan, is het observeren van de leerlingen in zijn klas. Observeren is niet alleen kijken naar kinderen, maar nauwkeurig analyseren en interpreteren van wat je ziet. Is het kind zenuwachtig bij een toets, steekt het vaak zijn vinger op, begint hij meteen aan de opgedragen taak? Al die informatie geeft de leerkracht een beeld van het kind. Een tweede instrument dat een leerkracht kan inzetten, is een gesprek voeren met het kind. Wat gaat er allemaal in het kind om? Hoe kijkt hij tegen zijn eigen handelen aan? Hoe pakt hij bepaalde problemen aan? W at weet hij al van een bepaald onderwerp? Maar ook anderen hebben een beeld van het kind. De ouders hebben mogelijk het een en ander verteld bij het intakegesprek, een collega heeft het kind al eerder in de klas gehad, misschien zijn er wel externen bij wie het kind al in de picture was. Ook die informatie is van belang en het is altijd interessant om die te vergelijken met je eigen indrukken. Kortom wil je een goed beeld van een kind krijgen, dat in je klas zit, dan ga je niet over een nacht ijs. Je combineert gegevens en stelt ze bij als dat nodig is. In deze beroepstaak ga je kinderen observeren, voer je gesprekken met ze, spreek je met de mentor en bekijk je hun dossier. Vanuit de beroepstaak krijg je de theorie die je kan helpen bij het interpreteren van de gegevens die je verzameld hebt. Met deze gegevens stel je een leerlingprofiel samen. Beroepstaak 2: Het leren in beeld In deze beroepstaak ga jij je verdiepen in het leren van kinderen en in je eigen leren. Een leraar basisonderwijs moet dagelijks leeractiviteiten ontwerpen, deze uitvoeren en evalueren. Om de juiste activiteiten te kunnen uitvoeren, moet je voldoende kennis hebben over de cognitieve, motorische en sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen. Daarnaast moet die leerkracht ook kennis hebben van verschillende leertheorieën om verschillende didactische routes te kunnen ontwerpen. Ontwerpen van onderwijsactiviteiten vraagt ook om creativiteit. Je moet namelijk die activiteiten zo ontwerpen dat ze passen bij de ontwikkeling van de kinderen in jouw groep en dat ze tegelijkertijd het leergedrag van de kinderen prikkelen.
24
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Ontwerpen van onderwijs kun je alleen als je goed voor ogen hebt wat je wilt bereiken. De doelen die je formuleert moeten realistisch zijn (aansluiten bij wat de kinderen al kunnen), meetbaar zijn (anders kun je niet evalueren of jij je doel bereikt hebt), passend zijn (het gaat niet om kinderen leuk bezig houden, maar ze iets leren) en realiseerbaar in tijd. Onderwijs ontwerpen houdt rekening met de leefwereld van de leerling, Je moet kinderen enthousiast maken voor de leeractiviteit(en) die je met hen wilt uitvoeren. Houd je geen rekening met die leefwereld, dan zul je merken dat kinderen het uitvoeren van de activiteit als een verplicht nummer gaan zien. Daarnaast moet jij ervoor zorgen dat ze actief worden en betrokken blijven. Kortom een leerkracht basisonderwijs moet heel wat vaardigheden in huis hebben om het leren van zijn leerlingen te stimuleren. In deze beroepstaak maken we een begin met het verwerven van die vaardigheden. We hopen dat je inzicht krijgt in hoe kinderen leren en hoe je daar het beste op in kunt spelen. Tegelijkertijd geeft dit jou mogelijk ook inzicht in je eigen leren. Beroepstaak 3: De creatieve leerkracht Wat is creativiteit? Wanneer ben je creatief? Is dit als je goed bent in tekenen, handvaardigheid of muziek? Of kun je ook creatief zijn als je nieuwe mogelijkheden ziet, oplossingen bedenkt die vernieuwend zijn. Hoe belangrijk is het om creatief te zijn? Is het voldoende om goed te kunnen rekenen, om voldoende taalvaardig te zijn? Of heb je ook creativiteit bij die vakken nodig? In deze beroepstaak ga je op zoek naar wat creativiteit voor jou betekent en wat de functie van creativiteit is voor het beroep van leerkracht basisonderwijs. Wat creativiteit is, kun je bestuderen door bronnen te raadplegen, met anderen in gesprek te gaan, door te ervaren hoe kinderen creatief kunnen zijn, maar vooral door vragen te stellen aan jezelf en aan je omgeving. Daarnaast is het van belang dat je durft te experimenteren. Om te kunnen experimenteren moet je creatief durven zijn. Experimenteren is daarnaast ook een voorwaarde om jezelf te blijven ontwikkelen. Een opdracht die iedere leerkracht basisonderwijs heeft. Naast je creativiteit in te zetten bij het onderwijzen, is het ook je taak als leerkracht om de creativiteit bij de kinderen te ontwikkelen. Hoe stimuleer je creativiteit bij kinderen. Hoe kun je hun creatief vermogen inzetten bij het leerproces? Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
25
In deze beroepstaak ga je het begrip creativiteit zo breed mogelijk verkennen, ga je met je eigen creativiteit aan de slag en met die van de kinderen. Beroepstaak 4: De inspirerende leeromgeving Als leerkracht zie je graag dat je leerlingen actief deelnemen aan het leerproces, dat ze geboeid worden door wat je hen aan leerstof aanbiedt. In deze beroepstaak ga je een inspirerende leeromgeving ontwerpen en uitvoeren in je stageklas. Een leeromgeving die de leerlingen uitnodigt tot doen, waardoor ze actieve leerlingen worden. Wat is er voor nodig om kinderen te prikkelen, te laten ontdekken, actief te maken tijdens het leerproces? In de lessen vanuit de vakken die bij deze beroepstaak horen, krijg je suggesties aangereikt en ga je zelf ervaren hoe jouw leerproces gestimuleerd kan worden. Een inspirerende leeromgeving hoeft zich niet te beperken tot het klaslokaal. Ook buiten dit lokaal kan geleerd worden, bijvoorbeeld door het schoolplein te benutten bij rekenen of verkeer. Maar de schoolomgeving kan ook bij biologie, aardrijkskunde en geschiedenis een rol spelen. De leeromgeving kan natuurlijk ook virtueel zijn, door het inzetten van ICT. Binnen deze beroepstaak ga je ontdekken hoe je vakken kunt integreren. Kinderen leren van en met elkaar. Hoe kun je coöperatieve werkvormen inzetten om de leeromgeving zo krachtig mogelijk te maken? Een inspirerende leeromgeving ontwerpen en uitvoeren vraagt veel vaardigheden van de leerkracht. Het doet een beroep op je creativiteit, je onderzoekende houding, je analyserend en inschattend vermogen (je moet namelijk goed zicht hebben op wat de kinderen al kunnen en waar je ze naar toe wilt brengen) en je coaching vaardigheden. Kortom een beroepstaak waarbij je kunt laten zien dat je de vaardigheden hebt om een goede leerkracht te worden.
26
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
6
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): het werkplekleren
De propedeuse heeft een oriënterende, selecterende en adviserende functie. Om aan het einde van de propedeuse tot een goede afweging te kunnen komen, is het voor zowel student als opleiding van belang daar ook de praktijk in mee te nemen. Het stagelopen op de basisschool noemen we werkplekleren. Als student leer je de kennis en vaardigheden die nodig zijn om tot een goede leerkracht uit te groeien in de authentieke beroepssituatie; leren voor en van een beroep is vooral leren op de werkplek. Werkplekleren is een zeer belangrijk onderdeel van de opleiding. Vandaar dat we je vrijwel vanaf het begin met de praktijk willen confronteren. Dit kan zijn doordat je werkt aan praktijksituaties en het oplossen van problemen uit het basisonderwijs, maar vooral ook door het uitvoeren van activiteiten op de basisschool. W e vinden het als opleiding belangrijk dat je alle activiteiten die je uitvoert ook theoretisch kunt onderbouwen. Dat wat je op de opleiding leert, probeer je in de praktijk uit. Dat wat je in de praktijk leert, breng je mee naar de opleiding. We werken in leerteams van 4 tot 6 studenten op een basisschool. Op die manier is samenwerkend leren mogelijk en kun je elkaar ondersteunen en van feedback voorzien. Samen met je stagecoach maak je een planning van de activiteiten die je wilt uitvoeren. Bij die planning houd je goed in de gaten op welk niveau van bekwaamheden je dit jaar moet werken. Je activiteitenplan bevat naast individuele activiteiten ook een aantal gezamenlijke activiteiten op schoolniveau. Je kunt betrokken worden bij allerlei (buiten)schoolse activiteiten, zoals de organisatie van een sportdag, een creatieve middag of een excursie. Tijdens de praktijkperiode leer je van de activiteiten en de feedback van medestudenten, coaches, mentoren en andere betrokkenen en van het reflecteren op je activiteiten. Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
27
De praktijk in het eerste jaar is vooral bedoeld om je te oriënteren op de beroepspraktijk en op de belangrijkste rollen en taken van de leraar in het basisonderwijs, namelijk:
De vakinhoudelijk en didactische aanpak waarmee de leraar de kinderen helpt om zich de doelen eigen te maken voor het basisonderwijs; De leerkracht als ontwerpen van onderwijs; De pedagogische aanpak waarmee de sociaal-emotionele en de morele ontwikkeling van kinderen wordt bevorderd; De manier waarop een leef-en werkklimaat voor individuele kinderen en groepen wordt vorm gegeven; Het klassenmanagement; Het werken als collega en teamgenoot; De rol van gesprekspartner van ouders of verzorgers en andere betrokkenen; Het functioneren als professional; De manier waarop je aan duurzame ontwikkeling vorm geeft.
De praktijk wordt voor- en nabesproken in je leerteam. Met name het werken aan jouw reflectieve vaardigheden staat centraal. De bijeenkomsten worden begeleid door de docent van de Pabo. Alle informatie met betrekking tot het werkplekleren is te lezen in de stagenota nota werkplekleren 2015 – 2016.
28
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
7
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): de kennisbasis taal en rekenen
Taalvaardigheid Er worden hoge eisen gesteld aan de taalvaardigheid van een toekomstige leraar basisonderwijs. Naast de beroepstaken, waar taaldidactiek intensieve aandacht krijgt, is er een aparte Taallijn. Het gehele studiejaar bereid je je wekelijks voor op drie belangrijke onderdelen: 1. Instaptoets taalvaardigheid (ook wel Cito taaltoets). Deze toets meet je niveau op het gebied van spelling, interpunctie, basisgrammatica en algemeen taalgebruik. Deze toets wordt in het eerste halfjaar afgenomen. 2. Landelijke kennisbasis. Elke pabostudent dient een arsenaal aan taalkundige termen te beheersen die aan de basis staan van didactische taalhandelingen. In de eerste twee jaar van je opleiding wordt je hierop voorbereid. 3. Schriftelijke taalvaardigheid. Door veel te oefenen en regelmatige feedback breng je je eigen schrijfvaardigheid op hbo-niveau. Daarnaast is het van belang je te realiseren dat deze taalvaardigheid niet alleen van belang is bij het vak Nederlandse taal. Bij alle beroepstaken hanteren we een zogenaamd taalprotocol. W e verwachten namelijk van je dat alle schriftelijke producten taalkundig tiptop in orde zijn. Gecijferdheid Het belang van een grote deskundigheid op het gebied van het onderwijzen van rekenen-wiskunde voor de leraar van nu en in de toekomst staat buiten kijf. De invoering van de kennisbasis moet tot een significante verhoging van het uitstroomniveau leiden. Daarom wordt de eerste twee jaren van de opleiding gestructureerd gewerkt aan de kennisbasis via twee lijnen: rekenwiskunde-didactiek in de beroepstaken en professionele gecijferdheid via de Rekenlijn
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
29
1. De instaptoets rekenen-wiskunde (Wiscat) vindt in het eerste half jaar plaats. Deze toets meet je rekenvaardigheid op een niveau vergelijkbaar met dat van de 20% beste rekenaars uit groep 8. 2. Voor de propedeuse dient de student het niveau elementair gecijferd, via een schriftelijke toets, aan te tonen. 3. Zowel in de beroepstaken als in de Rekenlijn werk je verder aan professionele gecijferdheid. De kennisbasis is na twee jaar volledig aan bod geweest.
30
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
8
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): stem- en spraakscreening
Stem- en spraakscreening en training Omdat je stem- en spraakgebruik cruciale instrumenten voor je zijn als aankomend leraar basisonderwijs, hebben wij er als Pabo Breda voor gekozen om elke student in het eerste jaar de mogelijkheid te geven zich individueel te laten screenen. Deze screening gebeurt door een professionele logopedist die tevens docent is aan onze Pabo. Tijdens de opleiding krijg je vanaf het eerste jaar groepstrainingen, die erop gericht zijn je stem en je spraakgebruik te verbeteren in verschillende beroepssituaties. W e proberen hierbij zoveel mogelijk aan te sluiten bij de andere vaardigheidstrainingen, zoals vocale training (muziek), drama, presentatietechnieken of bewegingsonderwijs. Mocht uit de stemscreening blijken dat je intensievere stembegeleiding nodig hebt dan de reguliere groepstrainingen kunnen bieden, dan zullen we je adviseren maatwerklogopedie te gaan volgen bij een zelfstandig logopedist. Wij werken als Pabo Breda nauw samen met de praktijk van: de heer B.A.L.M. de Witte Wildenborgstraat 48 (IJpelaar) 4834 CP BREDA Telefoon: +31-76 564 02 62/’ E-mail:
[email protected] Website: http://www.logopediepraktijkdewitte.nl Je bent uiteraard vrij om ook zelf op zoek te gaan naar een logopedist. Logopedie wordt onbeperkt vergoed via elke basisverzekering.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
31
9
Fase opleidingsbekwaam (propedeuse): de toetsing
Op de Pabo heeft de toetsing een diagnostische en een beoordelende functie. Voor de diagnostische functie gebruiken we formatieve en voor de beoordelende functie summatieve toetsen. De begrippen summatief en formatief kom je in de beroepstaken en bij de andere studieonderdelen regelmatig tegen. Formatieve toetsen geven antwoord op vragen als: “Waar sta ik in mijn leerproces en waar moet ik op letten?” Informatie hierover krijg je van docenten, mentoren, stagecoaches, studieloopbaanbegeleiders en medestudenten. Aan de formatieve toetsing zijn geen studiepunten gekoppeld. Summatieve toetsen zijn beoordelend. Hier zijn wel studiepunten aan gekoppeld. Iedere onderwijseenheid heeft summatieve toetsmomenten. In het overzicht van de summatieve toetsing (tabel 5) lees je welke toetsvormen we in de propedeuse gebruiken bij de verschillende studieonderdelen. Een gedetailleerde beschrijving van de toetsvorm en wat je daarvoor moet doen en leren, vind je in de studiehandleidingen van de studieonderdelen.
Protocol Nederlandse taal Bij alle toetsvormen (zoals werkstuk, portfolio, reflecties etc.) wordt het protocol Nederlandse taal toegepast. In de praktijk betekent dit dat van je verwacht wordt dat je verzorgd Nederlands hanteert. Dat wil zeggen dat je doel- en publiekgericht schrijft en extra aandacht besteedt aan de vormaspecten van de taal (zoals spelling, interpunctie en zinsbouw). Indien je schriftelijk werk inhoudelijk voldoende is, maar niet aan de eisen van het taalprotocol voldoet, krijg je in het eerste jaar van de opleiding drie dagen na beoordeling de kans om je werk met betrekking tot het taalaspect te verbeteren. Indien je werk daarna ook op het gebied van het taalprotocol aan de eisen voldoet, kun je een voldoende 32
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
beoordeling krijgen. Voldoet het werk dan nog niet aan het taalprotocol, dan wordt je werkstuk als onvoldoende beoordeeld. Toetsing van het werkplekleren De contactdocent geeft op basis van de tussen-en eindevaluaties van de mentor(en)en van de stagecoach van de basisscholen een beoordeling. De eindbeoordeling vindt plaats in de elfde stageweek. Indien het werkplekleren onvoldoende is dient de student buiten de reguliere stageweek nog 5 extra dagen praktijkervaring op te doen. De herkansing is dan in de twaalfde stageweek van hetzelfde studiejaar en wordt uitgedrukt in een cijfer. Een onvoldoende (< 5,5) wordt schriftelijk gemotiveerd door de contactdocent.
Toetsing van Methodische Praktijkbegeleiding De contactdocent bepaalt zijn beoordeling op basis van: wat de student gedemonstreerd heeft tijdens de gesprekken op de stageschool De praktijkreflecties die je schrijft naar aanleiding van je ervaringen bij het werkplekleren. Deze reflecties dienen een duidelijke ontwikkeling van reflectieve vaardigheden aan te tonen. Bij twijfel zal de contactdocent het digitaal dossier van de student waarin de uitwerkingen van de leertaken zijn opgenomen, in de beoordeling betrekken. Meer informatie over toetsing vind je op Blackboard in de community ‘Toetsing’ en in de courses van de diverse studieonderdelen.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
33
Tabel 5: programmaonderdelen, studielast en studiepunten
Programmaonderdelen Beroepstaak 1 ‘Het basisschoolkind’ Beroepstaak 2 ‘Het leren in beeld’ Beroepstaak 3 ‘De creatieve leerkracht’ Beroepstaak 4 ‘De inspirerende leeromgeving’
Kennisbasis Taal (inclusief Cito taal) Kennisbasis Rekenen en wiskunde (Inclusief Wiscat rekenen/wiskunde) Werkplekleren (Inclusief Methodische prakrijkbegeleiding) SLB 1 SLB 2
34
Studielast in uren 280
Studie punten 10
280
10
280
10
280
10
56
2
56
2
336
12
56 56
2 2
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Toetsvormen kennistoets Openboek tentamen Kennistoets Lesvoorbereiding Kennistoets Verslag/ magazine Verslag 1: Verantwoording ontwerpeisen Verslag 2: Verantwoording praktijk
Portfolio zelfbeoordeling reflectie Portfolio Portfolio
Voorlopig studieadvies Je ontvangt voor 1 februari een voorlopig (schriftelijk)studieadvies. Het studieadvies wordt uitgebracht door de studieloopbaanbegeleider. Je ontvangt een voorlopig positief studieadvies als je de volgende onderdelen met een voldoende beoordeling hebt afgerond: • Eén beroepstaak; • Cito toets rekenen- wiskunde (W ISCAT); • Cito toets Nederlandse taal. In alle andere gevallen ontvang je een voorlopig negatief studieadvies. Een voorlopig negatief studieadvies wordt vergezeld van een toelichting van de studieloopbaanbegeleider. Definitief studieadvies eerste jaar van inschrijving Voor 1 september ontvang je een definitief studieadvies. Aan dit definitieve advies wordt een bindende afwijzing verbonden als je aan het eind van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op 31 augustus 2016, niet voldaan hebt aan de volgende eisen: • Je hebt 52 of meer studiepunten behaald; • Je bent geslaagd voor de Cito toets rekenen- wiskunde (WISCAT); • Je bent geslaagd voor de Cito toets Nederlandse taal.
Definitief studieadvies tweede jaar van inschrijving Aan het definitief studieadvies wordt tevens een bindende afwijzing verbonden als je aan het einde van het tweede jaar van inschrijving voor de opleiding niet bent geslaagd voor je propedeutische examen.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
35
36
Hij kan voor sommige lessen die hij geeft, op grond van kennis over actuele (wetenschappelijke) inzichten, de leerstof aanvullen of verrijken.
1.4
Hij weet zijn les/activiteit deel te plaatsen binnen de gehanteerde doorlopende leerlijnen.
1.5
Hij is op de hoogte van succesvolle actuele toepassingen van integratief onderwijs.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Het werkplekleren
1.3
x
De reken-wiskundelijn
Hij kan de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende manier uitleggen en demonstreert hoe er mee gewerkt moet worden.
x
De taallijn
1.2
Hij beheerst de leerstof (kennis en vaardigheden), van zowel de generieke kennisbasis als de kerndelen van de kennisbasis, voor de leergebieden die aan bod komen binnen de beroepstaken.
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Vakinhoudelijke bekwaamheid
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
1. 1.1
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind
Tabel 6: Bekwaamheden en indicatoren
x
x
x
Het werkplekleren
De reken-wiskundelijn
De taallijn
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 1.6
Hij heeft een voorlopige visie op kennis en leren ontwikkeld. Hij kan met die kennis een koppeling maken tussen actuele (wetenschappelijke) theorie en de praktijk. Hij kent zijn eigen leervoorkeuren, neemt kennis van leervoorkeuren van medestudenten en neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen leren.
x
x
x
x
1.7
Hij kan aangeven welke de relevantie is van de aangeboden leerinhouden voor het dagelijkse leven van basisschoolkinderen.
x
x
x
x
1.8
Hij heeft een elementaire beheersing van de basisvakken taal en rekenen. Hij is vaardig in het hanteren van taal en heeft kennis van de onderliggende regels.
2 2.1
Vakdidactisch bekwaam Hij heeft basale kennis van verschillende leer- en onderwijstheorieën en kan die herkennen in de onderwijspraktijk.
x
x
x
x
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
37
Het werkplekleren
De reken-wiskundelijn
De taallijn
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Hij kent de methodes die gebruikt worden in zijn stagegroep. Hij kan, op grond van actuele (wetenschappelijke) inzichten, aanbevelingen geven methodes aan te vullen en te verrijken.
x
x
x
x
2.3
Hij kent de kerndoelen en leerlijnen van zijn stageklas.
x
x
x
x
2.4
Hij kent en gebruikt de mogelijkheden van digitale leermaterialen en – middelen. Hij kan is in staat kritische vragen bij het gebruik van deze middelen en materialen te stellen. Hij kent verschillende didactische leer- en werkvormen.
x
x
x
x
x
2.6
Hij kent verschillende doelen van evalueren en toetsen en weet hieraan bij het werkplekleren inhoud te geven.
x
x
x
2.7
Hij heeft zich een beeld gevormd van inspirerende leeromgevingen. Hij kan in zijn lesontwerp inspirerende vakdidactiek toepassen.
x
x
2.5
38
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 2.2
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
2.9
Hij kan betekenisvolle speel- en leeractiviteiten ontwerpen doelen stellen; lessen uitwerken met passende werkvormen, materialen en media,afgestemd op het niveau van zijn stagegroep; en deze uitvoeren. Hij stimuleert de leerlingen om vragen te stellen. Hij kan onder begeleiding speel- en leeractiviteiten uitvoeren: een planning aanhouden die bij de kinderen bekend is. volgens een tijdsschema werken en hier flexibel mee omgaan als hiertoe aanleiding is; aan leerlingen de verwachtingen en leerdoelen duidelijk maken en leerlingen motiveren om deze te halen; de leerstof aan zijn leerlingen begrijpelijk en aansprekend uitleggen, voordoen hoe er mee gewerkt moet worden; …
x
Het werkplekleren
De reken-wiskundelijn
De taallijn
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 2.8
x
x
x
x
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
39
… gebruik maken van beschikbare digitale leermaterialen en middelen; de leerlingen met activiteiten de leerstof laten verwerken, stimulerende vragen stellen en opbouwende feedback geven; de leerlingen stimuleren om vragen te stellen samenwerking, zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid stimuleren.
2.10
Hij kan onderwijs evalueren en ontwikkelen: Feedback vragen van leerlingen en deze feedback samen met zijn eigen reflectie gebruiken voor een volgende les; Advies vragen aan de stagebegeleiders zijn didactische aanpak en handelen evalueren, analyseren, bijstellen en er bij een nieuw lesontwerp rekening mee houden; …
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
Het werkplekleren
De reken-wiskundelijn
De taallijn
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 40
2.9
x
x
x
x
x
x
Het werkplekleren
De reken-wiskundelijn
De taallijn
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 2.10
… de inhoud en de didactische aanpak van zijn les uitleggen en verantwoorden; Hij heeft een reflectieve houding en bezit het vermogen om zijn handelen en de keuzes die hij gemaakt heeft en gaat maken, mondeling en schriftelijk te verantwoorden, waarbij hij gebruik maakt van de hem aangeboden theorie.
3 3.1
Pedagogisch bekwaam Hij heeft kennis van de gangbare verklaringsmodellen met betrekking tot de ontwikkeling van kinderen en kan het gedrag van een individuele leerling vanuit verschillende psychologische stromingen verklaren.
x
x
x
3.2
Hij heeft kennis van relevante theorieën met betrekking tot opvoeden. Hij is in staat deze kennis te gebruiken bij het pedagogisch handelen in eenvoudige situaties.
x
x
x
x
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
41
Het werkplekleren
De reken-wiskundelijn
De taallijn
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 42
3.3
Hij is in staat vanuit kennis over de ontwikkeling van kinderen aan te geven wanneer gedrag van een kind afwijkt van wat verwacht mag worden.
x
x
3.4
De student oriënteert zich op de leefwereld van basisschoolkinderen, hun verwachtingen en met de culturele bepaaldheid daarvan en is in staat een relatie te leggen met maatschappelijke ontwikkelingen.
x
x
3.5
Hij heeft kennis van schoolpedagogische stromingen en de consequenties hiervan voor onderwijspraktijk.
3.6
Hij toont aan op de hoogte te zijn van communicatievormen en groepsprocessen in de leefwereld van basisschoolkinderen en herkent deze in de praktijk.
3.7
Hij schept een veilig klimaat, waarin kinderen contact met hem en met elkaar kunnen maken en waarin zij zich op hun gemak voelen.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Het werkplekleren
De reken-wiskundelijn
De taallijn
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 3.8
Hij daagt kinderen uit om te leren en stimuleert ze tot het nemen van initiatief.
3.9
Hij maakt en bespreekt afspraken met de leerling (en) over regels, verwachtingen, rollen en volgt de uitvoering ervan consequent.
x
3.10
Hij draagt door een positieve benadering, gericht op het versterken van het gevoel van competentie en autonomie, bij aan het ontwikkelen van een positief zelfbeeld bij kinderen.
x
3.11
Hij heeft kennis van de gangbare verklaringsmodellen met betrekking tot de ontwikkeling van kinderen en kan het gedrag van een individuele leerling vanuit verschillende psychologische stromingen verklaren.
x
x
3.12
Hij is in staat vanuit kennis over de ontwikkeling van kinderen aan te geven wanneer gedrag van een kind afwijkt van wat verwacht mag worden.
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
43
Het werkplekleren
De reken-wiskundelijn
De taallijn
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Hij kan het kind, de ouders/verzorgers en andere betrokkenen op een begrijpelijke, duidelijke manier gerichte informatie geven over de leerling. Dit op een zodanige manier dat het hen stimuleert bij te dragen aan de ontwikkeling van dit kind. Hij is in staat adequaat om te gaan (open en op een constructieve wijze) met ouders en verzorgers uit zijn klas. Hij toont daarin een respectvolle houding. Hij is zich bewust van zijn overtuigingen waarop zijn handelen is gebaseerd.
x
x
x
x
3.16
Hij heeft een realistisch zelfbeeld ten aanzien van wie hij is, wat hij wil en kan en hoe hij zich wil ontwikkelen.
x
x
x
x
x
x
x
4 4.1 4.1.1
Extra bekwaamheidseisen
x
x
x
x
x
x
x
3.14
3.15
4.1.2
44
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 3.13
Bekwaamheidseis ICT Hij is informatievaardig: hij kent verschillende databanken en hij weet hoe hij informatie moet selecteren, ordenen en gebruiken. Hij is vaardig in het gebruik van het digibord.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
x
x
x
x
4.1.4
Hij heeft kennis genomen van het digitale leerlingvolgsysteem van zijn stageschool.
x
x
4.1.5
Hij kan de leerkracht behulpzaam zijn bij het invoeren van gegevens in het leerlingvolgsysteem.
x
x
4.1.6
Hij kent de mogelijkheden van een aantal softwareprogramma’s die op zijn stageschool gebruikt worden. Hij kan aangeven voor welk leeren ontwikkelingsdoelen deze software ingezet kan worden.
4.2 4.2.1
Bekwaamheidseis duurzaamheid Hij is zich bewust van de x eigen culturele identiteit en staat open voor die van anderen.
4.2.2
Hij begrijpt dat er relaties zijn tussen mens en natuur, de huidige generatie en de toekomstige generaties, arm en rijk, hier en daar.
x
x
Het werkplekleren
x
De reken-wiskundelijn
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Hij weet sociale media, waaronder emailverkeer met docenten en leerkrachten, op een correcte manier te gebruiken.
De taallijn
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 4.1.3
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
45
4.2.4
46
Hij kent het belang van een onderzoekende houding om te leren. Hij begrijpt dat het nodig is leerlingen voor te bereiden op uitdagingen waarvoor de toekomst ons stelt.
Het werkplekleren
De reken-wiskundelijn
De taallijn
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 4.2.3
x
x
x
X
x
x
x
X
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
4.2.5
Hij is ermee bekend dat de natuurlijke, sociale en economische systemen complex zijn en dat deze elkaar beïnvloeden.
4.2.6
Hij volgt de ontwikkelingen in de maatschappij.
4.3 4.3.1
Bekwaamheidseis creativiteit Hij toont dat hij open staat voor emotionele geraaktheid, voor het ervaren van magie.
4.3.2
Hij kan divergent denken.
4.3.3
Hij toont dat hij het verschil tussen product en proces begrijpt.
4.3.4
Hij is in staat creativiteit in te zetten om leerlingen bij hun ontwikkeling te begeleiden
x
x
x
4.3.5
Hij bedenkt creatieve oplossingen.
x
x
x
4.4 4.4.1
Bekwaamheidseis kritisch denken Hij heeft een kritische x houding en durft zaken ter discussie te stellen en is…
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
x
x
x
x
x
x
De taallijn
De reken-wiskundelijn
Het werkplekleren
Beroepstaak 4 De inspirerende leeromgeving
Beroepstaak 2 Het leren in beeld
…bereid om van standpunt te veranderen in het belang van de leerlingen op basis van de vergaarde kennis.
x
x
x
x
x
x
x
4.4.2
Hij heeft een reflectieve houding, d.w.z. bij het innemen van een standpunt of het uitvoeren van een handeling beredeneert hij vooraf wat de consequentie hiervan is. Hij zorgt ervoor dat hij zijn handelen, kan verantwoorden en tevens kan hij aangeven wat er goed ging en wat er beter kan
x
x
x
x
x
x
x
4.4.3
Hij is zich bewust van zijn talenten.
x
x
4.4.4
Hij is kritisch op bronnen. Hij kan verschillen in betrouwbaarheid van bronnen onderscheiden en de informatie beoordelen op de relevantie voor zijn ontwikkeling.
x
x
x
x
4.4.5
Hij kan feiten, vermoedens en meningen van elkaar onderscheiden.
x
x
x
x
Beroepstaak 3 De creatieve leerkracht
Beroepstaak 1 Het basisschoolkind in beeld 4.4.1.
x x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
x
47
10 Fase taakbekwaam: wat verwachten we van de student? Je hebt je in de fase opleidingsbekwaam breed georiënteerd op het beroep van leraar basisonderwijs en de opleiding. In de fase taakbekwaam is het de bedoeling dat je de diepte in gaat. Je gaat steeds meer richting geven aan je eigen studie. De beroepstaken gaan in op het jaarthema ‘Omgaan met verschillen’. Je bent aan het einde van de fase taakbekwaam dusdanig competent, dat je kunt inschatten welke leer-en ontwikkelkansen kinderen hebben en hoe jij die kan versterken. Je begrijpt de verschillen tussen kinderen en je snapt hoe jij als toekomstige leerkracht kunt bijdragen aan het leren en dus aan de emancipatie van kinderen, zodat ze zich in onze samenleving maximaal kunnen ontplooien. Je wordt je steeds bewuster van deze belangrijke taak in de vorming van jonge mensen. Daarom zullen we je in deze fase in toenemende mate bevragen op je visie op kinderen en op leer- en ontwikkelingsprocessen, je bent in staat onderwijs te ontwerpen op basis van kennis t.a.v. vak- en vormingsgebieden. Je legt in de fase taakbekwaam van de Pabo een belangrijke basis voor je toekomstig ‘meesterschap’. Ervaring en onderzoek wijzen uit dat hoe actiever je zelf bent, hoe meer je met anderen samenwerkt en hoe meer je het geleerde begrijpt en toepast in de context van het beroep, hoe beter je jezelf ontwikkelt en hoe meer plezier je in het leren krijgt. De fase taakbekwaam is nog een gemeenschappelijk jaar waarin je een forse basiskennis verwerft. Alle studenten volgen hetzelfde programma. Vanaf de fase lio-bekwaam ga je je profileren. Je kiest dan voor een leeftijdsspecialisatie, namelijk voor het jonge (van 2 t/m 7 jaar) of het oudere kind (7 t/m 14 jaar) en voor een levensbeschouwelijke richting. Aan het einde van de fase taakbekwaam maak je die keuzes en daarom is het zinvol al in het begin van deze fase over je eigen ambities en de mogelijkheden op de Pabo na te denken. Ook ga je in de fase lio- bekwaam een minor volgen 48
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
en we raden aan om ook daarover in de fase taakbekwaam al na te denken. Als je bijvoorbeeld besluit om in het buitenland stage te gaan lopen voor je minor, dan moet je vroeg met de voorbereiding beginnen. Tijdens de studieloopbaanbeleiding zal hier uitgebreid op ingegaan worden. Net als in jaar 1 vinden we het belangrijk dat de praktijk begin- en eindpunt is van de opleiding. De opdrachten waarmee je een beroepstaak (een grote onderwijseenheid) afrondt, zijn altijd aan de praktijk gerelateerd. We werken echter niet met stage-opdrachten. Het is aan de student zelf om de theorie uit de beroepstaken te koppelen aan de praktijk op de werkplek. Daarnaast zul je ook in jaar 2 ervaren dat niet alleen leren (het verwerven van kennis), maar ook het leren leren belangrijk is in de opleiding tot leerkracht basisonderwijs. Het verantwoorden, onderbouwen van en reflecteren op gemaakte keuzes en het leerproces, blijft een belangrijk onderdeel van de opleiding.
Beeldschets Om je een beeld te geven wat we van een taakbekwame student verwachten, hebben we een beeldschets geschreven: Algemeen De taakbekwame student is flexibel, creatief en doelgericht in zijn handelen. De student neemt in toenemende mate verantwoording voor zijn eigen leerproces. Hij ontwikkelt zijn zelfregulerende vaardigheden. De student ontwikkelt een professionele grondhouding waarbij het unieke van elk kind de rode draad vormt in zijn handelen. Hij staat open voor verschillende opvattingen. Hij neemt een standpunt in en kan zijn keuze onderbouwen aan de hand van een brede oriëntatie in de theorie, praktijk en/of actualiteit. Hij kan op basis van deze oriëntatie zijn handelen optimaliseren en weet zo steeds een koppeling te maken tussen theorie en praktijk. Hij laat een onderzoekende houding zien, gericht op het oplossen van problemen die hij ervaart in de praktijk. Hij is in staat om op een planmatige wijze aan een oplossing hiervoor te werken, waarbij hij meerdere handelingsalternatieven tot zijn beschikking heeft. De taakbekwame student is zich bewust van zijn handelen als leerkracht. Hij bezit het vermogen om kritisch en objectief naar zijn eigen handelen te kijken. Met deze reflectieve houding kan hij zijn handelen zo nodig bij Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
49
stellen en zo blijven doorontwikkelen. De student is bekend met de basisbegrippen van duurzame ontwikkeling en past deze toe in zijn handelen. Hij verbindt de leerlingen met de wereld om hen heen. Pedagogisch bekwaam De taakbekwame student is in staat om het zelfvertrouwen van kinderen te stimuleren en hen aan te moedigen en te motiveren. De student toont belangstelling voor de mening van de leerlingen en stimuleert een nieuwsgierige houding bij hen. Daarnaast prikkelt hij de leerlingen om originele ideeën tot stand te brengen. Hij kan zijn verwachtingen naar de leerlingen toe duidelijk maken en eisen aan hen stellen. Vakdidactisch bekwaam De taakbekwame student is in staat lessen te ontwerpen en uit te voeren. Hierbij houdt de student rekening met verschillen tussen de leerlingen door te differentiëren. Hij kan onder begeleiding van de mentor gedurende een aaneengesloten periode (minimaal een dagdeel) de verantwoording dragen voor lesactiviteiten waarbij hij zijn klassenmanagement zo inricht dat leerlingen zich veilig voelen en uitgedaagd worden om te leren. De student durft de methode los te laten waarbij hij de te bereiken doelen wel steeds voor ogen weet te houden. De student is vaardig in het ontwerpen en uitvoeren van lessen met een meer complexe organisatiestructuur. De student kan variëren in werkvormen, waarbij hij leerlingen met gerichte activiteiten de leerstof laat verwerken. Hij is op de hoogte van de mogelijkheden en beperkingen van de diverse leermiddelen (waaronder de digitale). Waar mogelijk actualiseert hij zijn onderwijs. Vakinhoudelijk bekwaam De student beheerst de basiskennis voor de verschillende basisschoolvakken. Hij is op de hoogte van de mogelijkheden van vakkenintegratie om zo tot een optimaal leerresultaat te komen. Hij is bekend met de leerlijnen die in zijn stageklas aan bod komen. Hij is er zich van bewust dat leerlingen op verschillende manieren leerstof kunnen opvatten, interpreteren en leren
50
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
.
11 Fase taakbekwaam: overzicht van het programma Het programma van het tweede jaar ziet er in schema als volgt uit: Tabel 7: Overzicht programma fase taakbekwaam (leerjaar 2) 2015 - 2016
Periode 1
Periode 2 Periode 3 Omgaan met verschillen
Het spelende kind4 Talentontwikkeling
Verder de wereld verkennen
Periode 4
De leerkracht als manager
8 weken onderwijs (waaronder 1 8 weken onderwijs 8 weken onderwijs 8 weken onderwijs themaweek: wetenschap & 1 toetsweek 2 toetsweken 2 toetsweken techniek) 2 toetsweken Praktijk Praktijk Praktijk Praktijk A-B-C model Blokstage van 4 A-B-C model Blokstage van 4 5 lesweken aaneengesloten 5 lesweken aaneengesloten 3 weken stage weken 3 weken stage weken 3 lesweken met 3 lesweken met elke week een elke week een dagstage dagstage 1 volle lesweek 1 volle lesweek Loopbaanbegeleiding Kennisbasislijn taal en rekenen
De beroepstaak ‘Het spelende kind’ en ‘Verder de wereld verkennen’ worden gespiegeld aangeboden. 4
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
51
Kleurendiagram per week in leerjaar 2 week 1
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
2 3 4 5 6 7 8 9 10
Lesweek zonder dagstage Lesweek met dagstage Weekstage Weekstage met terugkomdag op de opleiding Toetsweek Herfstvakantie
Periode 1 31-08-2015 t/m 06-11-2015 Periode 2 09-11-2015 t/m 29-01-2016
52
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Periode 3 01-02-2016 t/m 15-04-2016 Periode 4 18-04-2016 t/m 01-07-2016
12 Fase taakbekwaam: de beroepstaken Bij alle vier de beroepstaken die je in dit jaar krijgt, staat het omgaan met verschillen centraal. Dat is de rode draad in het tweede leerjaar. Je maakt verdiepingsslag richting het onderwijs op maat bieden en het kunnen differentiëren. Hiervoor ga je je verder bekwamen op het gebied van onderwijs aan het jonge kind, op het gebied talentontwikkeling, op het gebied van onderwijs aan het oudere kind en op het gebied van klassenmanagement. Beroepstaak 5 (spelend leren) en beroepstaak 7 (verder de wereld verkennen) worden gespiegeld aangeboden in periode 1 of 3. De helft van de studenten zal dus starten met het onderwijs aan het jonge kind en ook stage lopen bij het jonge kind en de andere helft zal starten met het onderwijs aan het oudere kind en ook stage lopen bij het oudere kind. Beroepstaak 6 (talentontwikkeling) en beroepstaak 8 (klassenmanagement) worden gevolgd in periode 2 en 4, door ofwel stage te lopen bij het jonge kind ofwel bij het oudere kind. Hieronder vind je een korte omschrijving van de inhoud van de beroepstaken die in het tweede jaar aan bod komen: Beroepstaak 5: Spelend leren Deze beroepstaak gaat over het jonge kind; m.n. de kleuters. Het accent ligt op het spel van kleuters. Dat is tenslotte de kern van het kleuterbestaan! Het leidende ontwikkelingsmotief van kleuters is namelijk spel. Door spel leren, doen èn ervaren zij. Spel is ontdekken en experimenteren wat leidt tot leren. Een kleuter leert meer ad hoc dan intentioneel. Die boodschap en hoe ermee aan de slag te gaan willen we onze studenten beslist ook meegeven in hun opleiding. Studenten dienen een klein thema te ontwerpen (een klein nieuw of een subthema dat aansluit bij dat van de groep) en het in de laatste stageweek uit te voeren. Beroepstaak 6: Talentontwikkeling Het uitgangspunt van deze beroepstaak is dat iedereen talenten heeft, en Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
53
dat iedereen een talent is. De student gaat zich verdiepen in de betekenis en het belang van talentontwikkeling voor de ontwikkeling van kinderen. Voor een leraar is het belangrijk te weten hoe je talentontwikkeling stimuleert en begeleidt. Hij onderzoekt hoe hij kinderen kan boeien en uitdagen zodat ze zich blijven ontwikkelen. Dat betekent dat hij oog heeft voor de verschillen tussen kinderen en leert omgaan met die verschillen. De student wordt zich bewust van zijn eigen talenten en onderzoekt hoe hij zijn eigen talenten verder kan ontwikkelen. Beroepstaak 7: Verder de wereld verkennen Het uitgangspunt van deze beroepstaak is hoe bied je onderwijs aan in de bovenbouw van de basisschool. In het thema ‘Verder de wereld verkennen’ verdiept de student zich in de basiskenmerken van de natuurlijke ontwikkeling van het oudere kind. Binnen de beroepstaak zullen de accenten liggen op de sociaal-emotionele ontwikkeling en kenmerken van het oudere kind, intentioneel leren, opbrengstgericht werken, en wetenschap en techniek. Van de leerkracht worden verschillende invullingen verwacht met betrekking tot instructie – interactie – groepsdynamica - opbrengstgericht werken, passend bij de leeftijdsgroep. Het doorlopen van dit thema levert de student een beeld op van het onderwijs aan het oudere kind. Bovendien doet de student ervaring op met het stimuleren van ontwikkeling en leren passend bij en aansluitend op het nieuwsgierig de wereld verkennen door het oudere kind. Beroepstaak 8: Klassenmanagement Deze periode staat in het teken van klassenmanagement. De student loopt er regelmatig tegenaan hoe hij de zaken moet organiseren in de klas. Hoe manage je een klas, net nu de overheid wil dat je steeds meer verschillende kinderen op passende manier kunt bedienen. Hoe maak je die leerlingen mede verantwoordelijk? Hoe zorg je dat je klas geen duiventil wordt, maar dat het lokaal een georganiseerde leerplaats wordt? Kun je meerdere / verschillende werkvormen inzetten? Wat werkt wel? Wat niet? Hoe plan je een dag lesgeven? De student is in staat leer- en/of spelactiviteiten te ontwerpen en uit te voeren voor een dag in zijn stageklas, daarbij een positief klassenklimaat realiserend waarin veiligheid en uitdaging sleutelwoorden zijn. De leerkracht houdt tijdens instructie en verwerking rekening met de verschillen tussen de leerlingen.
54
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
13 Fase taakbekwaam: het werkplekleren Het stagelopen op de basisschool noemen we werkplekleren. Als student bekwaam je je in het tweede jaar op het gebied van de indicatoren op taakbekwaam niveau. Vanuit de beroepstaken krijg je inspiratie om de theorie en de praktijk aan elkaar te gaan koppelen op werkplek. Daarnaast zul je ook situaties vanuit de praktijk gaan meenemen naar de opleiding en koppelen aan de theorie. Je zult dit jaar een half jaar gekoppeld worden aan de onderbouw wanneer je beroepstaak 5 volgt. De andere helft van het jaar word je gekoppeld aan een bovenbouwgroep, zodat je ook tijdens beroepstaak 7 de theoriepraktijkkoppeling kunt maken. (zie hoofdstuk 11) Gedurende jaar twee zullen er blokstages zijn. Zowel bij de stage in onderbouw als in de bovenbouw, zul je 4 weken aaneengesloten stage lopen. We werken in leerteams van 4 tot 6 studenten op een basisschool. Op die manier is samenwerkend leren mogelijk en kun je elkaar ondersteunen en van feedback voorzien. In jaar twee werk je met een PAP en start je daarnaast ook met een POP (Persoonlijk OntwikkelingsPlan). Samen met je stagecoach maak je een planning van de activiteiten die je wilt uitvoeren. Bij die planning houd je goed in de gaten op welk niveau van bekwaamheden dat je dit jaar moet werken. Je activiteitenplan bevat naast individuele activiteiten ook een aantal gezamenlijke activiteiten op schoolniveau. In je ontwikkelingsplan stel je jezelf doelen over een grotere periode, gerelateerd aan de einddoelen van de fase taakbekwaam. Je brengt je sterktes en zwaktes in beeld en stelt een plan op om de doelen te gaan bereiken
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
55
Tijdens de praktijkperiode leer je van de activiteiten en de feedback van medestudenten, coaches, mentoren en andere betrokkenen en van het reflecteren op je activiteiten. Samen met je medestudenten, stagecoach en contactdocent werk je aan jouw reflectieve vaardigheden. Alle informatie met betrekking tot het werkplekleren is te lezen in de nota werkplekleren 2015 – 2016.
56
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
14 Fase taakbekwaam: de kennisbasis taal en rekenen Taalvaardigheid Er worden hoge eisen gesteld aan de taalvaardigheid van een toekomstige leraar basisonderwijs. Naast de beroepstaken, waar taaldidactiek intensieve aandacht krijgt, is er een aparte Taallijn. Het gehele studiejaar bereid je je wekelijks voor op drie belangrijke onderdelen: 1. Instaptoets taalvaardigheid (ook wel Cito taaltoets). Deze toets meet je niveau op het gebied van spelling, interpunctie, basisgrammatica en algemeen taalgebruik. Deze toets wordt helemaal aan het begin van het studiejaar afgenomen. 2. Landelijke kennisbasis. Elke pabostudent dient een arsenaal aan taalkundige termen te beheersen die aan de basis staan van didactische taalhandelingen. In de eerste twee jaar van je opleiding wordt je hierop voorbereid. 3. Schriftelijke taalvaardigheid. Door veel te oefenen en regelmatige feedback breng je je eigen schrijfvaardigheid op hbo-niveau. Daarnaast is het van belang je te realiseren dat deze taalvaardigheid niet alleen van belang is bij het vak Nederlandse taal. Bij alle beroepstaken hanteren we een zogenaamd taalprotocol. W e verwachten namelijk van je dat alle schriftelijke producten taalkundig tiptop in orde zijn. Gecijferdheid Het belang van een grote deskundigheid op het gebied van het onderwijzen van rekenen-wiskunde voor de leraar van nu en in de toekomst staat buiten kijf. De invoering van de kennisbasis moet tot een significante verhoging van het uitstroomniveau leiden. Daarom wordt de eerste twee jaren van de opleiding gestructureerd gewerkt aan de kennisbasis via twee lijnen: rekenwiskunde-didactiek in de beroepstaken en professionele gecijferdheid via de Rekenlijn: 1. De instaptoets rekenen-wiskunde (Wiscat) vindt aan het begin van het studiejaar plaats. Deze toets meet je rekenvaardigheid op een niveau vergelijkbaar met dat van de 20% beste rekenaars uit groep 8. Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
57
2. Voor de propedeuse dient de student het niveau elementair gecijferd, via een schriftelijke toets, aan te tonen. 3. Zowel in de beroepstaken als in de Rekenlijn werk je gedurende jaar 2 verder aan professionele gecijferdheid, zodat je wordt voorbereid op de landelijke kennisbasis. De kennisbasis is na twee jaar volledig aan bod geweest.
58
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
15 Fase taakbekwaam: de toetsing Op de Pabo heeft de toetsing een diagnostische en een beoordelende functie. Voor de diagnostische functie gebruiken we formatieve en voor de beoordelende functie summatieve toetsen. De begrippen summatief en formatief kom je in de beroepstaken en bij de andere studieonderdelen regelmatig tegen. Formatieve toetsen geven antwoord op vragen als: “Waar sta ik in mijn leerproces en waar moet ik op letten?” Informatie hierover krijg je van docenten, mentoren, stagecoaches, studieloopbaanbegeleiders en medestudenten. Aan de formatieve toetsing zijn geen studiepunten gekoppeld. Summatieve toetsen zijn beoordelend. Hier zijn wel studiepunten aan gekoppeld. Iedere onderwijseenheid heeft summatieve toetsmomenten. In tabel 8 vind je van elk programmaonderdeel in jaar 2 het aantal studiepunten en de bijbehorende studielast. Een gedetailleerde beschrijving van de toetsvorm en wat je daarvoor moet doen en leren, vind je in de studiehandleidingen van de studieonderdelen.
Protocol Nederlandse taal Bij alle toetsvormen (zoals werkstuk, portfolio, reflecties etc.) wordt het protocol Nederlandse taal toegepast. In de praktijk betekent dit dat van je verwacht wordt dat je verzorgd Nederlands hanteert. Dat wil zeggen dat je doel- en publiekgericht schrijft en extra aandacht besteedt aan de vormaspecten van de taal (zoals spelling, interpunctie en zinsbouw). Indien je schriftelijk werk inhoudelijk voldoende is, maar niet aan de eisen van het taalprotocol voldoet, krijg je in het eerste jaar van de opleiding drie dagen na beoordeling de kans om je werk met betrekking tot het taalaspect te verbeteren. Indien je werk daarna ook op het gebied van het taalprotocol aan de eisen voldoet, kun je een voldoende beoordeling krijgen. Voldoet het werk dan nog niet aan het taalprotocol, dan wodt je werkstuk als onvoldoende beoordeeld. Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
59
Toetsing van het werkplekleren De contactdocent geeft op basis van de tussen- en eindevaluaties van de mentor(en)en van de stagecoach van de basisscholen een beoordeling. De eindbeoordeling vindt plaats in periode 4. Indien het werkplekleren onvoldoende is dient de student buiten de reguliere stageweek nog 5 extra dagen praktijkervaring op te doen. De herkansing is dan in hetzelfde studiejaar en wordt uitgedrukt in een cijfer. Een onvoldoende (< 5,5) wordt schriftelijk gemotiveerd door de contactdocent.
Toetsing van Methodische Praktijkbegeleiding De contactdocent bepaalt zijn beoordeling op basis van: wat de student gedemonstreerd heeft tijdens de gesprekken op de stageschool De praktijkreflecties die je schrijft naar aanleiding van je ervaringen bij het werkplekleren. Deze reflecties dienen een duidelijke ontwikkeling van reflectieve vaardigheden aan te tonen. Bij twijfel zal de contactdocent het digitaal dossier van de student waarin de uitwerkingen van de leertaken zijn opgenomen, in de beoordeling betrekken.
Meer informatie over toetsing vind je op blackboard in de community ‘Toetsing’ en in de courses van de diverse studieonderdelen
60
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Tabel 8: programmaonderdelen, studielast en studiepunten
Programmaonderdelen Beroepstaak 5 ‘Spelend leren’ Deel A Deel B
Studielast in uren 280
Studie punten
Toetsvormen
6 4
Thema ontwerp Didactisch handelen
6 4
Verantwoording Kennistoets
6 4
Verslag Kennistoets
Beroepstaak 6 ‘Talentontwikkeling’ Deel A Deel B
280
Beroepstaak 7 ‘Verder de wereld verkennen’ Deel A Deel B Beroepstaak 8 ‘Klassenmanagement’ Deel A Deel B
280
Kennisbasis Taal
56
6 4 1
Kennisbasis Rekenen en wiskunde Werkplekleren Inclusief Methodische prakrijkbegeleiding SLB 2 Vaardigheidslijn KO
56
1
Praktijktoets Voorbereiding + reflectie Onderzoeksverslag Kennistoets
308
14
Eindgesprek
56 56
2 2
Mondeling Presentatie
280
Definitief studieadvies tweede jaar van inschrijving Aan het definitief studieadvies wordt een bindende afwijzing verbonden als je aan het einde van het tweede jaar van inschrijving voor de opleiding niet bent geslaagd voor je propedeutische examen.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
61
1.
Pedagogisch bekwaam
1.1
Hij bevordert de cognitieve, sociaalemotionele, levensbeschouwelijke, creatieve en morele ontwikkeling van het kind en kan zijn handelen verantwoorden vanuit actuele kennis over psychologische stromingen en gedragswetenschappelijke theorieën. Hij Is in staat opvoedkundige theorieën met elkaar te verbinden en, gebaseerd op deze kennis, methodieken toe te passen in praktijksituaties die hierom vragen. Hij heeft kennis van de verschijningsvormen van gedragsproblemen en gedragsstoornissen en is op de hoogte van actuele wetenschappelijke inzichten in deze. Hij heeft actuele kennis van processen van identiteitsvorming, zingeving en waardenontwikkeling bij het jonge en oudere kind en van de culturele bepaaldheid daarvan en hij weet welke consequenties hij hieraan moet verbinden voor zijn handelen. Hij weet de schoolpedagogische uitgangspunten van waaruit scholen kunnen werken te vertalen naar passende activiteiten op klasniveau. Hij is initiatiefrijk en innovatief en bedenkt creatieve oplossingen voor praktijksituaties.
1.2
1.3
1.4
1.5
62
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
x
x
x
Het werkplekleren
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
Beroepstaak 5 Spelend leren
Tabel 9: Bekwaamheidseisen: aanbod in de beroepstaken jaar 2
x
x
x
x
x
x
x
x
1.7
1.8
1.9
1.10
Het werkplekleren
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
Hij kan leerlingen ondersteunen in het zich met elkaar verbinden en weet op creatieve wijze methodieken uit de groepsdynamica in te zetten wanneer de situatie in de groep daartoe aanleiding geeft . Hierbij is er altijd sprake is van een balans tussen het individuele belang van een leerling en het groepsbelang. Hij kan bepalen in welke mate psychologische basisbehoeften van kinderen zijn vervuld en is vervolgens in staat om, op grond van resultaten van praktijkgericht onderzoek, acties te bedenken en uit te voeren, die dit proces ondersteunen. Hij maakt onderscheid naar leeftijdscategorie bij de wijze van het actief betrekken van kinderen bij hun eigen leerproces en prikkelt hen tot nieuwsgierigheid Hij kan, vanuit een gerichtheid op contact en zicht op de zone van naaste ontwikkeling van de kinderen, met ze praten over hun gedrag en de consequenties die dat heeft voor zichzelf, voor andere kinderen en voor de leraar. Hij is in staat het gedrag concreet te benoemen zodat de leerling het herkent en ervaart en is duidelijk en standvastig met betrekking tot zijn verwachtingen. laat blijken dat hij het talent van de kinderen onderkent, straalt naar de kinderen het vertrouwen uit dat deze talenten tot ontwikkeling komen en moedigt ze aan.
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
Beroepstaak 5 Spelend leren 1.6
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
63
1.13
1.14
1.15
64
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
x
x
x
x
x
x
x
Het werkplekleren
x
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
x
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
1.12
Hij is in staat het pedagogisch handelen af te stemmen op het ontwikkelingsniveau van leerlingen en kan dit handelen verantwoorden vanuit actuele kennis met betrekking tot de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Hij heeft vanuit kennis van ontwikkelingsprocessen bij kinderen inzicht in de sociaal-emotionele en de specifieke pedagogische behoefte van het kind en is in staat indien nodig passende interventies te doen. Hij is vaardig in het uitleggen en verantwoorden van zijn pedagogisch handelen aan kinderen, ouders en andere betrokkenen. Hij doet dit op zodanige wijze dat het kind, de ouder zich gezien, gehoord en begrepen voelt. Hij is sociaal-communicatief vaardig en kan dit op een professionele planmatige wijze inzetten in de samenwerking met diverse actoren in de onderwijsorganisatie (ouders, onderwijsassistent, collega’s, remedial teacher, e.a.). Hij kan reflecteren op zijn kernkwaliteiten als motivatie, creativiteit, enthousiasme, zorg, openheid e.d. en weet hoe hij deze (kern) kwaliteiten kan inzetten in de rol als opvoeder en als professional binnen de (school) organisatie.
Beroepstaak 5 Spelend leren 1.11
x
x
x
x
x
x
2.
Vakinhoudelijk bekwaam
2.1
Hij beheerst de leerstof (kennis en vaardigheden), van zowel de generieke kennisbasis, de kerndelen van de kennisbasis en de kennisbasis van minimaal één profieldeel van een ander vakgebied dan rekenen / wiskunde en Nederlandse taal. Hij kan leerstof op meerdere niveaus aan leerlingeneen begrijpelijke en aansprekende manier uitleggen en demonstreren hoe er mee gewerkt moet worden. Hij kan op grond van kennis over actuele (wetenschappelijke) inzichten de leerstof aanvullen of verrijken, zich nieuwe leerstof eigen maken en die introduceren. Hij overziet de opbouw van het curriculum en de doorlopende leerlijnen. Hij is in staat relaties te leggen tussen de diverse (vak) gebieden en met voorgaand- of vervolgonderwijs. Hij is, vanuit kennis van leerlijnen, in staat tot integratie van vakken en leergebieden met als doel te komen tot een zo optimaal leerresultaat. Hij weet dat zijn leerlingen de leerstof op verschillende manieren kunnen opvatten, interpreteren en leren. Hij kan zijn onderwijs daar op afstemmen.
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
x
x
x
x
x
x
x
x
Het werkplekleren
x
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
x
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
Hij heeft zicht op de eigen mogelijkheden, emoties en motieven en is in staat hierbij de grenzen van het kunnen en /of willen aan te geven.
Beroepstaak 5 Spelend leren 1.16
x
x
x
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
65
Vakdidactisch bekwaam
3.1
Hij heeft kennis van wetenschappelijke inzichten op gebied van leren en onderwijzen. Hij is er zich van bewust dat leerlingen op een verschillende manier kunnen leren en kan hier op inspelen. Hij kent verschillende methodes . Hij kan binnen een methode differentiëren. Hij kan de methode aanvullen en verrijken. In zijn manier van lesgeven, zoekt de student steeds naar een efficiënte en opbrengstgerichte werkwijze. De student kan de methode loslaten waarbij hij de te bereiken doelen wel steeds voor ogen weet te houden. Hij weet hoe een leerplan voor zijn stagegroep in elkaar zit. Hij kan een rijke leeromgeving creëren waarbij hij ook digitale leermiddelen doelmatig worden inzet. Hij is op de hoogte van de mogelijkheden en beperkingen van de diverse leermiddelen (waaronder de digitale).
3.2
3.3 3.4
66
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
Het werkplekleren
3.
x
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
2.8
Hij kan zijn leerlingen duidelijk maken wat de relevantie is van de leerstof. Waar dat aan de orde is kan hij aan andere professionals het verband met theoretische en praktische achtergronden duidelijk maken Hij heeft een gevorderde beheersing van de basisvakken taal en rekenen en heeft een goed onderbouwde mening over taal en taalgebruik. Hij kan rekenen inzetten ten behoeve van het toekomstig beroep.
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
Beroepstaak 5 Spelend leren 2.7
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3.8
x
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
Het werkplekleren
3.7
x
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
3.6
Hij kan variëren in werkvormen en weet het coöperatief leren binnen zijn groep te bevorderen. Waar mogelijk actualiseert hij, op basis van (wetenschappelijke) inzichten, zijn onderwijs. Hij kent verschillende vormen van observeren, toetsen en examineren, die passen bij de doelen van evalueren en toetsen Hij kan toetsresultaten beoordelen, analyseren en interpreteren. Hij kan deze informatie gebruiken om betrouwbare voortgangsinformatie te verzamelen en te analyseren en op grond daarvan zijn onderwijs waar nodig bij te stellen. Hij heeft zich theoretisch en praktisch verdiept in de vakdidactiek voor het primair onderwijs en met name voor de stagegroepen waarin hij werkzaam is. Hij kan onderwijs voorbereiden: doelen stellen, leerstof selecteren en ordenen; samenhangende lessen en lessen met een ingewikkelde organisatiestructuur uitwerken met passende werkvormen, materialen en media, afgestemd op het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen; passende en betrouwbare toetsen kiezen. rekening houden met verschillen tussen de leerlingen.
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
Beroepstaak 5 Spelend leren 3.5
x
x
x
x
x
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
67
68
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Het werkplekleren
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
Hij kan onder begeleiding van de mentor lessen met een ingewikkelde organisatiestructuur uitvoeren en het leren organiseren: gedurende een aaneengesloten periode (minimaal een dagdeel) een klassenmanagement voeren waarbinnen leerlingen zich veilig voelen en uitgedaagd worden om te leren en waarbij zij aangesproken worden op hun competentie en autonomie. aan leerlingen de verwachtingen en leerdoelen duidelijk maken en leerlingen motiveren om deze te halen; de leerstof aan zijn leerlingen begrijpelijk en aansprekend uitleggen, voordoen hoe er mee gewerkt moet worden en daarbij inspelen op de taalbeheersing en taalontwikkeling van zijn leerlingen; doelmatig gebruik maken van beschikbare digitale leermaterialen en middelen; de leerlingen met gerichte activiteiten de leerstof laten verwerken, daarbij variatie aanbrengen bij instructie en verwerking differentiëren naar niveau en kenmerken van zijn leerlingen; de leerling begeleiden bij die verwerking, stimulerende vragen stellen opbouwende gerichte feedback geven op taak en aanpak; samenwerking, zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid stimuleren.
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
Beroepstaak 5 Spelend leren 3.9
x
x
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
Het werkplekleren
Hij kan onderwijs evalueren en ontwikkelen: de voortgang volgen, de resultaten toetsen, analyseren en beoordelen; feedback vragen van leerlingen en deze feedback tezamen met zijn eigen analyse van de voortgang gebruiken voor een gericht vervolg van het onderwijsleerproces; leerproblemen signaleren en oplossingen zoeken zijn didactische aanpak en handelen evalueren, analyseren, bijstellen en ontwikkelen; de inhoud en de didactische aanpak van zijn onderwijs uitleggen en verantwoorden; waarbij hij gebruik maakt van (wetenschappelijk) theorie. hij is in staat tot kritische reflectie op zijn eigen pedagogisch-didactisch handelen. Hij bezit voldoende probleemoplossend vermogen, reflectieve en communicatieve vaardigheden en is in staat tot zelfregulatie. Hij vraagt waar nodig advies aan collega’s of andere deskundigen;
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
Beroepstaak 5 Spelend leren 3.10
x
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
69
2
3 4 5 6 7
8
9
70
kan zijn kennis koppelen aan de praktijk en dit zo optimaal mogelijk in zetten voor het onderwijs. staat open voor verschillende opvattingen. Hij neemt een standpunt in en kan zijn keuze onderbouwen aan de hand van een brede oriëntatie in de theorie, praktijk en/of actualiteit. spoort problemen uit de praktijk op en kan deze formuleren. formuleert handelingsadviezen. Hij gaat actief op zoek naar alternatieven. is flexibel in de overwegingen van alternatieven. is eerlijk in het onder ogen zien van eigen vooroordelen en stereotypering. toont belangstelling voor de mening van leerlingen en stimuleert een nieuwsgierige houding bij leerlingen. durft zich te spiegelen. Hij bezit het vermogen om kritisch en objectief naar zijn eigen handelen te kijken. Daarmee kan hij zijn handelen mogelijk bijstellen en zo blijven ontwikkelen. kan op een geordende en overtuigende wijze zijn denkresultaten uitleggen een medestudenten en docenten over een enkelvoudig probleem.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
1
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
De student…
x
x
x
x
x
x
x
Beroepstaak 5 Spelend leren
Kritisch denken
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
Tabel 10: Eigen pijlers jaar 2
x x
x
x x x x
x
1 2
3
4
5
6
7
8 9
kan een lesactiviteit op een creatieve manier inleiden kan een activiteit voor leerlingen op een creatieve manier vormgeven d.w.z. hij kan de lesinhouden van verschillende vakgebieden combineren en/of hij kan aansluiten bij de leerstijlen en leervoorkeuren van kinderen kan zijn handelen in de basisschoolpraktijk verantwoorden vanuit metacognitieve kennis over creatieve processen en vakinhouden toont dat hij het verschil tussen product en proces begrijpt ; hij begeleidt leerlingen in hun proces en kan processen en producten evalueren. toont dat hij leerlingen op verschillende manieren kan laten waarnemen ; emotioneel, zintuigelijk en creatief durft het experiment aan te gaan, kijkt naar resultaten en neemt daaruit weloverwogen beslissingen. weet dat niet alle processen lineair zijn en kan leerlingen in niet-lineaire processen ondersteunen kan leerlingen stimuleren te verbeelden, te divergeren en te experimenteren bezit de vaardigheden om leerlingen (m.b.v. de negen stappen van een creatief proces) te begeleiden bij het vormgeven en presenteren van een creatief product
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
De student…
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
Beroepstaak 5 Spelend leren
Creativiteit
x x
x
x
x
x
x
x x x
x
x x
x
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
71
1
2
3
4
5 6
7
8 9 10
72
is op de hoogte van technologische ontwikkeling: kennis van de digitale (leef)wereld van kinderen in een netwerksamenleving; kennis van de werking van ICT in het onderwijs; is in staat groepsdynamische processen te analyseren, beoordelen en ondersteunen met behulp van nieuwe media. is in staat nieuwe media op een dusdanige wijze in te zetten ten behoeve van een positief klassenklimaat. kunnen nieuwe media / ict inzetten ten behoeve van de sociaal - emotionele ontwikkeling van leerlingen. ontwikkelt zijn vaardigheden in het gebruik van het digibord en tablets. weet wat veilig internet gebruik betekent voor zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling en kan dit gebruiken in zijn persoonlijke en professionele context. kent de toepassing van educatieve software en kan deze beoordelen op kwaliteitsaspecten. kan nieuwe media / ict gebruiken in een rijke leeromgeving. kan met behulp van TPACK activiteiten ontwikkelen. kan nieuwe media / ict inzetten voor zijn klassenmanagement.
x
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
De student(en)…
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
Beroepstaak 5 Spelend leren
x
ICT-vaardigheden
x
x x
x x
x
x
x
x x x x
Beroepstaak 6 Talenontwikkeling
Beroepstaak 7 Verder de wereld verkennen
Beroepstaak 8 Klassenmanagement
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Beroepstaak 5 Spelend leren
Duurzaamheid
De student… 1 2 3
4
5
6
gebruikt ervaringen van leerlingen als input voor zijn onderwijs verbindt leerlingen met de wereld om hen heen: dichtbij en veraf. prikkelt de nieuwsgierigheid van leerlingen en zet daarbij aan tot het doen van onderzoek betrekt anderen bij zijn (les) activiteiten: mensen met andere achtergronden en beroepen. helpt leerlingen met hun kijk op de wereld door hen oefeningen te laten doen over oorzaak – gevolg. onderneemt weloverwogen acties voor duurzame ontwikkeling
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
73
16 Wie doet wat? Begeleider van de beroepstaak Docent van de Pabo die gedurende een kernopgave een groep en leerteams begeleidt bij de uitvoering van de werkpleksuggesties en de beropeshandelingen die passen binnen de beroepstaak in de bijeenkomsten op de pabo en op de werkplek. Vakdocent/trainer Docent van de Pabo die vanuit zijn specifieke deskundigheid ondersteunende informatie geeft die aansluit bij de beroepstaak. Contactdocent Docent van de Pabo die vooraf en tijdens het werkplekleren contact houdt met coaches en mentoren van basisscholen. Deze docent begeleidt de student methodisch bij het reflecteren en beoordeelt de student. Studieloopbaanbegeleider Docent van de Pabo die je studie- voortgang volgt, je eerste aanspreekpunt is bij studie of persoonlijke problemen en adviesgesprekken met je voert en je tevens begeleidt op de werkplek. Studie adviseur Medewerker van de Pabo die studenten begeleidt en adviseert binnen de opleiding (tweede lijn ná de studieloopbaanbegeleider). De studieadviseur voert gesprekken met studenten met studieachterstanden en/of persoonlijke omstandigheden (tweede lijn), stelt individuele leerroutes- en verbetertrajecten op voor studenten, verzorgt trainingen studievaardigheden (o.a. plannen en organiseren) voor eerstejaarsstudenten en is lid van de examencommissie.
74
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Stagecoach Medewerker van de basisschool die studenten ondersteunt bij het maken van een persoonlijk activiteitenplan. De stagecoach coördineert en begeleidt mentoren binnen de basisschool en coördineert de activiteiten van studenten. Ook evalueert de coach het functioneren van individuele studenten. Mentor Leerkracht van de basisschool die je begeleidt bij activiteiten in de praktijk. Dat kunnen lesgebonden, lesverwante of lesoverstijgende activiteiten zijn. Deze leerkracht evalueert de uitvoering van je activiteiten en geeft je feedback. Vertrouwenspersoon Zowel als student of als medewerker kan het zijn, dat je je niet veilig voelt binnen Avans: je kunt te maken krijgen met ongewenst gedrag in de vorm van seksuele intimidatie, psychische en/of lichamelijke agressie, discriminatie, pesten of machtsmisbruik. Bij de vertrouwenspersonen kun je daarvoor terecht. Heb je een nare ervaring, neem dan contact op via het Digitaal Loket van Avans.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
75
17 Hoe werken we op de Pabo? Met beroepstaken Een grote en samenhangende onderwijseenheid van 10 of 20 weken. Het programma van het eerste jaar van de opleiding, de propedeuse, bestaat uit vier beroepstaken. In leerteams Een groep van ongeveer 6 studenten die samenwerken aan de beroepstaken op de opleiding en op de werkplek. Het samenwerken richt zich op het samen leren.
76
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
18 Communicatie De Pabo Breda is sinds 2007 gevestigd in de nieuwbouw aan de Hogeschoollaan 1. Alle medewerkers van de Pabo zijn te vinden in de C-vleugel van het gebouw op de 2e verdieping (HC202). Algemene communicatie naar studenten verloopt bij voorkeur via Blackboard, mail en/of de klassenpostvakjes. Houd deze kanalen dus elke dag in de gaten. De Pabo heeft een vast aanspreekpunt per jaarteam voor het onderwijs en de begeleiding. Daarnaast heeft de Pabo ook haar eigen Servicepunt, waar je terecht kunt voor vragen over bijv. stage, (tentamen)roosters, Blackboard, Osiris, toetsing en andere praktische zaken. Het Pabo Servicepunt is geopend van:
maandag tot en met vrijdag van 10.00-14.00 uur donderdagavond van 18.00 - 20.30 uur.
Je kunt ook telefonisch contact opnemen met het servicepunt op nummer 076 523 87 87 of een mail sturen naar:
[email protected] Voor informatie over stage kun je bellen naar nummer 088 525 87 77 of mailen naar:
[email protected] We streven ernaar alle mail binnen twee werkdagen te beantwoorden. Studenten kunnen zich melden aan de balie tijdens de openingsuren van het servicepunt of als zij een afspraak hebben met een docent.
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
77
Medewerkers Pabo Directeur Hanneke Ariëns E-mail Telefoon werk Mobiel nummer Portefeuilles
Adjunct Directeur Rick Lamers E-mail Telefoon werk Portefeuille
[email protected] 088 525 77 17 06 22 92 38 47 Externe betrekkingen, Onderwijs & Onderzoek, Strategische communicatie en Financiën, PR&V, Personeel, Onderwijsorganisatie, Studentzaken.
[email protected] 088 525 81 18 Kwaliteit
Senior managementassistente directie Sandra Dankers- Stofmeel E-mail
[email protected] Telefoon werk 088 525 87 38 Lector LeerKracht! Miranda Timmermans E-mail Telefoon werk Hoofd Kenniscentrum Constance Janssen E-mail
78
[email protected] 088 525 74 08
Telefoon werk
[email protected] [email protected] 088 525 87 58
Projectleider José de Graaf E-mail Telefoon werk
[email protected] 088 525 91 51
Studieadviseur Melanie Lips E-mail Telefoon werk
[email protected] 088 525 87 89
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
Inzetcoördinator – informatiemanager Marion Driessen E-mail
[email protected] Telefoon werk 088 525 87 52 Stagebureau Monique Marks E-mail Telefoon werk
[email protected] 088 525 80 89
Medewerkers Pabo Servicepunt/Academiebureau Instroom, intake Jolanda Koenraadt-de Weert E-mail
[email protected] Telefoon werk 088 525 87 46 Toetscoördinator Karoline Hermus E-mail Telefoon werk
[email protected] 088 525 76 50
Osiris, assessments Karen Schrauwen- Westland E-Mail
[email protected] Telefoon werk 088 525 88 71 Servicepunt Nanda de Koningh- van Til E-mail
[email protected] Telefoon werk 088 525 87 87 Medewerkers Pabo Cultuurwerkplaats Werkplaatsassistente Edith Posthuma E-mail Telefoon werk
[email protected] 088 525 80 94
Opleidingswijzer voltijd Leraar Basisonderwijs
79
Jaarteams Voltijd Jaar 1 Bert de Witte Caren Legius Cindy Stienen Jos Berns Margriet Veenbrink Wesley van Meir
Jaar 2 Hans van der Heijden Kitty van Gulick-van Buul Lammert Blokhuis Toon Lauwen Mathieu van Meer Mariëlle Rijsmus
[email protected]
[email protected]
Jaar 3 Mart van Gool Mirza van Tilburg Renske Pals Ad van der Heijden Karen Leenaerts Suzanne Nuyens
Jaar 4 Muzaffer Yanik Marc Karremans Patrick van Lommel Esther Woertman Lydia de Jong
[email protected] Deeltijd Jaar 1, 2, 3 en 4 Erica van de Kerkhof Johan Weterings Jos van den Bergh Hans van Oosterbosch Vera van Jaarsveld Marlijn Bouman
[email protected]
[email protected]
Onderwijscommissie Hans van Oosterbosch (VZ) Constance Janssen Willie Hilverda Mirella Lem Kelly Meussen Saskia van der Weide (secr. Ondersteuning Toetscommissie Mirza van Tilburg (vz) Patrick van Lommel Mathieu van Meer Kwaliteitscommissie Gerlene van Ofwegen Esther Woertman Rick Lamers Examencommissie Theo Pullens (vz) Marion van der Kruk- Liebregts Mathieu van Meer Melanie Lips (secretaris) Ad Grootswagers (extern) Saskia van der Weide (secr. ondersteuning) E-mail Examencommissie:
[email protected]
De Examencommissie komt 2 keer per periode bij elkaar. Verzoeken aan de Examencommissie kunnen bij de secretaris, Melanie Lips, worden ingediend via het vaste format, uiterlijk één week voor de vergaderdatum. Voor meer informatie, zie Blackboard.
Docentenlijst Naam
E-mail
Jeroen Becker
[email protected]
Jos van den Bergh
[email protected]
Jos Berns
[email protected]
Lammert Blokhuis
[email protected]
Marlijn Bouman
[email protected]
Suzan van Brussel
[email protected]
Annika Eikenaar
[email protected]
Mart van Gool
[email protected]
Kitty van Gulick-van Buul
[email protected]
Ad van der Heijden
[email protected]
Hans van der Heijden
[email protected]
Femke Hendriks
[email protected]
Vera van Jaarsveld
[email protected]
Patricia Jansen
[email protected]
Lydia de Jong
[email protected]
Marc Karremans
[email protected]
Erica van de Kerkhof
[email protected]
Marion van der Kruk - Liebregts
[email protected]
Toon Lauwen
[email protected]
Karen Leenaerts
[email protected]
Caren Legius
[email protected]
Mirella Lem
[email protected]
Patrick van Lommel
[email protected]
Mathieu van Meer
[email protected]
Wesley van Meir
[email protected]
Kelly Meusen-Beekman
[email protected]
Carla Nijlunsing
[email protected]
Suzanne Nuyens
[email protected]
Gerlène van Ofwegen
[email protected]
Hans van Oosterbosch
[email protected]
Renske Pals
[email protected]
Colette Pelt
[email protected]
Willie van Pelt-Hilverda
[email protected]
Nicole Poulussen
[email protected]
Theo Pullens
[email protected]
Marielle Rijsmus
[email protected]
Cindy Stienen
[email protected]
Mirza van Tilburg
[email protected]
Margriet Veenbrink
[email protected]
Mayke Verhagen
[email protected]
Paulien Vrieling
[email protected]
Johan Weterings
[email protected]
Annemarie Wigard
[email protected]
Bert de Witte
[email protected]
Esther Woertman
[email protected]
Muzaffer Yanik
[email protected]
Hans van ‘t Zelfde
[email protected]
Colofon Dit is een uitgave van Avans Hogeschool Pabo Augustus 2015
Teksten Avans Hogeschool PABO Breda
Avans Hogeschool PABO Hogeschoollaan 1 4818 CR Breda Postbus 90.116 4800 RA Breda Telefoon (088) 525 05 00