Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding tot leraar basisonderwijs
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Uitvoeringsregeling OER HZ............................................................ 3 1.1 algemeen ....................................................................................................................................... 3 1.2 opleidingscommissie ..................................................................................................................... 3 1.3 academiedirecteur ........................................................................................................................ 3 Hoofdstuk 2 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding tot leraar basisonderwijs ....................................... 4 2.1 Inschrijving, vooropleidingseisen en toelatingsbeleid .................................................................. 4 2.1.1
Overzicht nadere vooropleidingseisen ............................................................................ 4
2.1.2
Deficiëntie-onderzoek (art. 2.4 OER HZ) ) ....................................................................... 4
Benodigde literatuur ....................................................................................................................... 4 2.1.3 Aanvullende eisen (art. 2.5 OER HZ) .................................................................................... 4 2.1.4 Toelatingseisen werkkring bij deeltijdopleiding (art. 2.6. OER HZ) ...................................... 4 2.1.5 Toelatingseisen werkkring bij duale opleidingsvariant (art. 2.7. OER HZ)............................ 5 2.2
Inrichting opleiding en onderwijs, supplement bij getuigschrift ............................................ 5
2.2.1 Opleidingsprofiel (art 3.2 OER HZ) ......................................................................................... 5 2.2.2 Competenties (art 3.2 OER HZ) .............................................................................................. 6 2.2.3 Inrichting opleiding (art 3.3, 3.13, OER HZ) .......................................................................... 12 2.2.4 Cursussen propedeutische fase (art 3.5, 3.11 OER HZ) ........................................................ 15 2.2.5 Cursussen hoofdfase (art 3.5, 3.11 OER HZ) ........................................................................ 25 2.2.6 Vrije compositiecursussen (art. 3.12 OER HZ) ...................................................................... 55 2.2.7 Afstudeerrichtingen (art 3.10 OER HZ) .............................................................................. 57 2.2.8
Stage (art 3.9 OER HZ) ................................................................................................... 57
2.2.9 Minor (art 3.8 OER HZ) ......................................................................................................... 58 2.2.10
Deelname internationaal uitwisselingsprogramma (art 4.5 OER HZ) ........................... 58
2.2.11 Afstuderen (art. 3.9. OER) .................................................................................................. 58 2.2.12 Supplement bij getuigschrift (art. 6.11 OER HZ) ................................................................ 59 2.2.13 Landelijke kennistoetsen .................................................................................................... 59 2.2.14. Overgangsregelingen......................................................................................................... 62 2.3.
Studieadvies .......................................................................................................................... 63
2.3.1
Uitwerking voorwaarden inschrijving opleiding na nbsa (art. 8.1 lid 9 OER HZ) ) ........ 63
2.4 toetsprogramma’s ....................................................................................................................... 63 2.5 Inzagemomenten 2015-2016 ...................................................................................................... 63 3.1
Vaststelling ............................................................................................................................ 63
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
2
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Uitvoeringsregeling OER HZ 1.1 algemeen 1.1.1
De onderwijs- en examenregeling (OER HZ) omvat de kern van de onderwijs binnen de HZ. Dat document geeft een algemeen beeld van alle opleidingen die door de HZ worden verzorgd. De OER HZ bevat instellingsspecifieke bepalingen, die dus voor de gehele HZ gelden. Voor elke opleiding wordt jaarlijks door het college van bestuur een opleidingsspecifieke Uitvoeringsregeling OER HZ (hierna: Uitvoeringsregeling) vastgesteld.
1.2 opleidingscommissie 1.2.1 1.2.2
De opleidingscommissie wordt in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de vaststelling van de betreffende Uitvoeringsregeling advies uit te brengen aan het college van bestuur. De opleidingscommissie beoordeelt jaarlijks de wijze van uitvoering van de onderwijs- en examenregeling en de betreffende Uitvoeringsregeling.
1.3 academiedirecteur 1.3.1
De betrokken academiedirecteur is verantwoordelijk voor: a. de uitvoering van de OER HZ; b. invulling en uitvoering van de Uitvoeringsregeling; c. jaarlijkse evaluatie ten behoeve van het college van bestuur van de OER HZ en de Uitvoeringsregeling, waarbij hij het tijdsbeslag weegt voor de studenten, dat daaruit voortvloeit ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast (art. 7.14 WHW); d. voorbereiding van aanpassingen van de Uitvoeringsregeling.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
3
Hoofdstuk 2 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding tot leraar basisonderwijs 2.1 Inschrijving, vooropleidingseisen en toelatingsbeleid 2.1.1 Overzicht nadere vooropleidingseisen
(art. 2.3 OER HZ in aanvulling op de eisen zoals verwoord in artikel 2.2 OER HZ) Havo-profielen Opleiding: Student met havodiploma vanaf 1-82009
Vwo-profielen Opleiding: Student met vwodiploma vanaf 1-82010
NT toelaatbaar
NG toelaatbaar
NT toelaatbaar
NG toelaatbaar
EM toelaatbaar
CM Toelaatbaar
EM toelaatbaar
CM toelaatbaar
2.1.1a
Bijzondere nadere vooropleidingseisen – alleen voor pabo (art. 2.3a OER HZ). Zie voor de bijzondere nadere vooropleidingseisen artikel 2.3a OER HZ.
2.1.2
Deficiëntie-onderzoek (art. 2.4 OER HZ) )
Studenten zijn in beginsel toelaatbaar, ongeacht het op de havo gekozen profiel. Wel geldt dat zij moeten voldoen aan de bijzondere nadere vooropleidingseisen (zie artikel 2.1.1a van deze uitvoeringsregeling en artikel 2.3a van de OER HZ). Lees artikel 2.3a, lid 6. Hierin staat hoe aan de bijzondere nadere toelatingseisen kan worden voldaan. Zie ook: http://goedvoorbereidnaardepabo.nl/havoleerlingen-en-mbo-studenten/toelatingstoetsen/. Artikel 2.3a, lid 7 van OER HZ beschrijft de procedure die gevolgd dient te worden, wanneer aan twee van de drie (bijzondere nadere) toelatingseisen wordt voldaan. Voor de ontbrekende eis kan op de HZ een assessment worden gedaan. HZpabo biedt voor de doelgroepen havo en mbo verschillende vormen van ondersteuning. Het actuele overzicht van ondersteuningsaanbod is te vinden op http://goedvoorbereidnaardepabo.nl/contact/regio/regio-zeeland/. Benodigde literatuur Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur & Techniek
Geowijzer (ISBN: 9789001785048): € 55,95 (bestel) E-boek (ISBN: 9789001840273): € 50,25 (bestel) Basiskennis Geschiedenis (ISBN: 9789001804930): € 25,95 Sluit hiervoor de individuele licentie af voor LesTV pabo: €40,00. (bestel)
2.1.3 Aanvullende eisen (art. 2.5 OER HZ)
Er zijn geen aanvullende eisen voor de opleiding tot leraar basisonderwijs
2.1.4 Toelatingseisen werkkring bij deeltijdopleiding (art. 2.6. OER HZ) Er zijn geen aanvullende eisen voor de opleiding tot leraar basisonderwijs.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
4
2.1.5 Toelatingseisen werkkring bij duale opleidingsvariant (art. 2.7. OER HZ) De opleiding tot leraar basisonderwijs kent geen duale opleidingsvariant.
2.2 Inrichting opleiding en onderwijs, supplement bij getuigschrift 2.2.1 Opleidingsprofiel (art 3.2 OER HZ)
De opleiding tot leraar basisonderwijs leidt studenten op tot deskundige, creatieve, kritisch denkende en bevlogen ondernemende leerkrachten in een duurzame, dynamische en globaliserende samenleving die beschikken over gedegen kennis en een onderzoekende houding. De opleiding biedt een curriculum waarin de kennisbases zijn geïmplementeerd en waar studenten worden voorbereid op centrale, landelijke toetsen. Werkplekleren speelt een belangrijke rol in het curriculum, al vanaf het eerste jaar. Het basisonderwijs en de Pabo werken hierin nauw met elkaar samen. (Basis)scholen spelen een grote rol in het opleiden van leerkrachten, immers in de praktijk moet je kunnen laten zien dat je kunt lesgeven. Dat komt niet alleen tot uiting in de stages, maar ook doordat scholen betrokken zijn bij het ontwikkelen en verbeteren van de opleiding. Scholen adviseren de Pabo en zijn in toenemende mate medeverantwoordelijk voor de inrichting van de opleiding, de begeleiding en de beoordeling van studenten. De opleiding op zijn beurt helpt scholen bij het vinden van antwoorden op complexe vraagstukken, in toenemende mate doen studenten en docenten onderzoek in en met basisscholen. Hierdoor ontstaat inzicht in hoe de dagelijkse praktijk werkt en soms verbeterd kan worden. De opleiding heeft met alle scholen in de regio Zuid-West Nederland een samenwerkingsrelatie waaronder “De Opleidingsschool” (DOS) en “Opleiden in de school” (OIDS). De opleiding tot leraar basisonderwijs leidt op tot een startbekwaamheid voor leerkracht (speciaal) basisonderwijs. De startbekwaamheidseisen voor leerkrachten in het basisonderwijs zijn landelijk opgesteld door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) en gecomprimeerd tot vijf competenties. Deze competenties gelden voor elke lerarenopleiding basisonderwijs in Nederland. De opleiding tot leraar basisonderwijs verzorgt een hogere beroepsopleiding voor studenten uit de regio Zuid-West Nederland. Omdat de werkgelegenheid sterk terugloopt in een krimpende omgeving en het beeld leeft dat er tot en met 2018 geen nieuwe leerkrachten worden aangesteld in Zeeland, zijn ondernemingszin, creativiteit en een onderzoekende houding bij toekomstige alumni van grote waarde om hen goed voor te bereiden op de nabije toekomst. Als alumnus ben je bevoegd om in alle groepen van het basisonderwijs les te geven, van de kleuters tot aan leerlingen in groep acht. Bovendien kun je in het speciaal basisonderwijs aan de slag. Als leerkracht in het basisonderwijs werk je met kinderen, help je hen in hun ontwikkeling en breng je hen zoveel mogelijk bij. Jij ziet jezelf als juf of meester voor de klas staan, je wilt kinderen leren leren en laten ontdekken hoe de wereld in elkaar kan zitten. Je beseft dat dit vak niet ophoudt bij het bijbrengen van de wettelijke leerstof. Ook kinderen sociaaleconomisch op de rails te helpen –samen met collega’s, andere deskundigen en ouders– hoort erbij. Jij helpt kinderen goede keuzes te maken en geeft ze zelfvertrouwen.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
5
2.2.2 Competenties (art 3.2 OER HZ) A.
Competentieprofiel 2015-2020, geldend voor studenten die het propedeutisch jaar van de opleiding zijn gestart per 1 september 2015
PABO-Z-BD-2015-C1 1. Interpersoonlijke competentie
PABO-Z-BD-2015-C-1-DT-1.1 1.1 Je kunt groepsprocessen sturen en begeleiden PABO-Z-BD-2015-C-1-DT-1.2 1.2 Je kunt het zelfvertrouwen van leerlingen stimuleren, hen aanmoedigen en motiveren PABO-Z-BD-2015-C-1-DT-1.3 1.3 Je kunt een veilig pedagogisch klimaat(omgevingsfactoren: people, planet, prosperity) scheppen waarin leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen
PABO-Z-BD-2015-C2 2. Pedagogische competentie
PABO-Z-BD-2015-C-1-DT-1.4 1.4 Je kunt je eigen grenzen bewaken en over grenzen heen denken PABO-Z-BD-2015-C-2-DT-2.1 2.1 Je kunt de kennis van ontwikkeling- en gedragswetenschappelijke theorie (bijvoorbeeld elementen uit de sociale psychologie en de communicatietheorie), die voor de onderwijspraktijk relevant zijn, betrekken op jouw pedagogisch handelen. PABO-Z-BD-2015-C-2-DT-2.2 2.2 Je kunt de kennis van opvoedkundige theorieën en methodieken, die voor de onderwijspraktijk relevant zijn, betrekken op jouw pedagogisch handelen PABO-Z-BD-2015-C-2-DT-2.3 2.3 Je hebt kennis van veelvoorkomende ontwikkelingsen gedragsproblemen en - stoornissen PABO-Z-BD-2015-C-2-DT-2.4 2.4 Je kunt, op basis van kennis, zicht krijgen op de leefwereld van je leerlingen en hun sociaal-culturele achtergrond en weet hoe je daarmee rekening kunt houden in je onderwijs PABO-Z-BD-2015-C-2-DT-2.5 2.5 Je kunt de theoretische en praktische essenties benoemen en herkennen van de pedagogiek van het type onderwijs en het deel van het curriculum waarin je werkzaam bent PABO-Z-BD-2015-C-2-DT-2.6 2.6 Je kunt ruimte scheppen voor leren, inclusief het maken van vergissingen en fouten PABO-Z-BD-2015-C-2-DT-2.7 2.7 Je kunt, met oog voor de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van je leerlingen, recht doen aan hun ontwikkeling hierin
PABO-Z-BD-2015-C3 3. Vakinhoudelijke- en vakdidactische competentie
PABO-Z-BD-2015-C-2-DT-2.8 2.8 Je kunt ontwikkeling, gedragsproblemen en gedragsstoornissen signaleren en indien nodig met hulp van collega’s oplossingen zoeken of doorverwijzen PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.1 3.1 Je hebt een grondige beheersing van de basisvakken taal en rekenen PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.2 3.2 Je beheerst de leerstof (kennis en vaardigheden) gericht op het behalen van de kerndoelen van het primair onderwijs en kent theoretische achtergronden daarvan. Je kan de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende manier uitleggen en demonstrer PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.3 3.3 Je hebt je theoretisch en praktisch verdiept in tenminste één van de andere vakken PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.4 3.4 Je hebt je theoretisch en praktisch verdiept in de leerstof voor dat deel van de leerjaren waarin je werkt
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
6
PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.5 3. 5 Je overziet de opbouw van het curriculum en de doorlopende leerlijnen. Je weet hoe het onderwijs voortbouwt op het voorgaande onderwijs en voorbereidt op het vervolgonderwijs PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.6 3.6 Je kent de samenhang tussen de verschillende vakken in het curriculum PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.7 3. 7 Je weet dat leerlingen de leerstof op verschillende manieren kunnen opvatten, interpreteren en leren. Je kunt je onderwijs daar op afstemmen en je leerlingen duidelijk maken wat de relevantie is van de leerstof voor het dagelijkse leven PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.8 3.8 Je hebt kennis van verschillende leer en onderwijstheorieën die voor de onderwijspraktijk relevant zijn en kan die herkennen in het leren van leerlingen PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.9 3.9 Je kent verschillende methodes en de criteria waarmee je de bruikbaarheid ervan voor leerlingen kan vaststellen. Je kent verschillende manieren om binnen een methode te differentiëren en recht te doen aan verschillen tussen leerlingen. PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.10 3.10 Je kunt de criteria waaraan een goed leerplan moet voldoen toepassen en je weet hoe een leerplan in elkaar zit PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.11 3.11 Je hebt kennis van digitale leermaterialen en middelen. Je kent de technische en pedagogisch-didactische mogelijkheden en beperkingen daarvan. PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.12 3.12 Je kent verschillende didactische leer- en werkvormen en de (leer-)psychologische achtergrond daarvan. Je kent criteria waarmee de bruikbaarheid daarvan voor je leerlingen kan worden vastgesteld. PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.13 3.13 Je kent de verschillende doelen van evalueren en toetsen en de bijbehorende vormen van observeren, toetsen en examineren. Je kunt toetsen ontwikkelen, toetsresultaten beoordelen, analyseren en interpreteren en de kwaliteit van toetsen en examens. PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.14 3.14 Je hebt je theoretisch en praktisch verdiept in de vakdidactiek ten behoeve van het type onderwijs en het deel van het curriculum waarin je werkzaam bent. PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.15 3.15 Je kunt onderwijs voorbereiden – passende en betrouwbare toetsen kiezen, maken of samenstellen. PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.16 3.16 Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: aan leerlingen de verwachtingen en en duidelijk maken en leerlingen motiveren om deze te halen PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.17 3.17 Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: de leerstof aan je leerlingen begrijpelijk en aansprekend uitleggen, voordoen hoe er mee gewerkt moet worden en daarbij inspelen op de taalbeheersing en taalontwikkeling van de leerlingen PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.18 3.18 Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: de leerlingen met gerichte activiteiten de leerstof laten verwerken, daarbij variatie aanbrengen en bij instructie en verwerking differentiëren naar niveau en kenmerken van je leerlingen
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
7
PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.19 3.19 Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: de leerling begeleiden bij die verwerking, stimulerende vragen stellen en opbouwende gerichte feedback geven op taak en aanpak. PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.20 3.20 Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: samenwerking, zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid stimuleren PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.21 3.21 Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: de voortgang volgen, de resultaten toetsen, analyseren en beoordelen PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.22 3.22 Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: feedback vragen van leerlingen en deze feedback samen met eigen analyse van de voortgang gebruiken voor een gericht vervolg van het onderwijsleerproces
PABO-Z-BD-2015-C4 4. Organisatorische competentie
PABO-Z-BD-2015-C5 5. Competent in samenwerken met collega’s
PABO-Z-BD-2015-C6 6. Samenwerken met omgeving
PABO-Z-BD-2015-C7 7. Reflectie en ontwikkeling
PABO-Z-BD-2015-C-3-DT-3.23 3.23 Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: leerproblemen signaleren en indien nodig met hulp van collega’s oplossingen zoeken of doorverwijzen PABO-Z-BD-2015-C-4-DT-4.1 4.1 Je kunt verwachtingen duidelijk maken en eisen stellen aan leerlingen. PABO-Z-BD-2015-C-4-DT-4.2 4.2 Je kunt onderwijs voorbereiden – doelen stellen, leerstof selecteren en ordenen PABO-Z-BD-2015-C-4-DT-4.3 4.3 Je kunt onderwijs voorbereiden – samenhangende lessen uitwerken met passende werkvormen, materialen en media afgestemd op het niveau en de kenmerken van je leerlingen PABO-Z-BD-2015-C-4-DT-4.4 4.4 Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: een adequaat klassenmanagement realiseren PABO-Z-BD-2015-C-4-DT-4.5 4.5 Je kunt onderwijs uitvoeren en het leren organiseren: doelmatig gebruik maken van beschikbare digitale leermaterialen en – middelen PABO-Z-BD-2015-C-5-DT-5.1 5.1 Je kunt je onderwijs en je pedagogische omgang met je leerlingen uitleggen en verantwoorden. PABO-Z-BD-2015-C-5-DT-5.2 5.2 Je kunt goed samenwerken met collega’s, ouders en anderen, aanspreken en aanspreekbaar zijn en je professionele handelen uitleggen en verantwoorden. PABO-Z-BD-2015-C-5-DT-5.3 5.3 Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: advies vragen aan collega’s of andere deskundigen; je weet wanneer en hoe je advies kan geven PABO-Z-BD-2015-C-5-DT-5.4 5.4 Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: bijdragen aan didactische ontwikkelingen in de school PABO-Z-BD-2015-C-6-DT-6.1 6.1 Je kunt je pedagogisch handelen afstemmen met ouders en anderen die vanuit hun professionele verantwoordelijkheid bij de leerling betrokken zijn: dat zijn bijvoorbeeld deskundigen binnen en buiten de school, samenwerkingspartners van de school of PABO-Z-BD-2015-C-6-DT-6.2 6.2 Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: de inhoud en de didactische aanpak van je onderwijs uitleggen en verantwoorden PABO-Z-BD-2015-C-6-DT-6.3 6.3 Je toont regionale en internationale betrokkenheid door je horizon te verbreden t.a.v. onderwijsvisies en culturele achtergronden en gewoonten PABO-Z-BD-2015-C-7-DT-7.1 7.1 Je kunt sturing geven aan kennisontwikkeling en een eigentijdse morele- en identiteitsontwikkeling en deze verbinden aan de eigen overtuigingen/identiteit en pedagogisch handelen Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
8
PABO-Z-BD-2015-C-7-DT-7.2 7.2 Je kunt reflecteren op het eigen pedagogischdidactisch handelen PABO-Z-BD-2015-C-7-DT-7.3 7.3 Je kunt werken in een organisatie met een eigen identiteit en visie waarin met collega’s een professionele gemeenschap wordt gevormd waarin onderzoekend en met een ondernemende houding wordt samengewerkt, geleerd en ontwikkeld. PABO-Z-BD-2015-C-7-DT-7.4 7.4 Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: je didactische aanpak en handelen evalueren, analyseren, bijstellen en ontwikkelen
B.
Competentieprofiel 2005-2014, geldend voor studenten die het propedeutische jaar van de opleiding zijn gestart voor 1 september 2015 of zijn ingestroomd in een hoger jaar. Beschrijving van de competenties van de opleiding met gekoppelde deeltaken 1 1 Pedagogisch en interpersoonlijk competent De leraar kan voor zijn leerlingen een veilige, betrouwbare en gedifferentieerde, stimulerende leeromgeving inrichten en onderhouden en systematisch uitbouwen en een leef- en werkklimaat realiseren waarin op constructieve wijze wordt samengewerkt en betrokkenheid op elkaar aanwezig is die zich kenmerkt door een kritische houding. Hij kan op het goede moment de juiste maatregelen treffen om problemen daarmee met collegiale hulp op te lossen. 1.1 Zich door eigen observatie en onderzoek en uit informatie van leerlingen en collega’s een beeld vormen van de ontwikkelingskenmerken en – mogelijkheden van de kinderen in de groep 1.2 Zich door eigen observatie en onderzoek en uit informatie van leerlingen en collega’s een beeld vormen van de sociale verhoudingen en het sociale klimaat binnen de groep. 1.3 Een plan ontwerpen voor het pedagogisch handelen tijdens verschillende spel- en leersituaties 1.4
2
Opstellen regels en afspraken m.b.t. het pedagogisch klimaat samen met de kinderen en hen betrekken bij de uitvoering en de handhaving daarvan, en daarin rekening kunnen houden met de verschillen tussen kinderen. 1.5 Voornemens uitvoeren op het gebied van pedagogisch klimaat: individueel gedrag, omgang met elkaar, eisen voor en verwachtingen van prestaties, versterken van het competentiegevoel van kinderen. Dit alles afgestemd op de leefregels, doelen en identiteit van de school 1.6 Voornemens uitvoeren op het gebied van zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en een kritische grondhouding van de kinderen 1.7 Stimuleren van samenwerkend spelen en leren waarin wederzijdse afhankelijkheid, individuele aanspreekbaarheid en betrokkenheid op elkaar aanwezig zijn 1.8 De uitvoering van het voorgenomen pedagogisch handelen en de effecten ervan op kinderen en zichzelf evalueren en de resultaten ervan gebruiken voor bijstelling of aanvulling van het pedagogisch plan 1.9 Op grond van collegiale consultatie speciale begeleidingsplannen ontwikkelen, uitvoeren en evalueren voor kinderen die extra hulp nodig hebben in hun ontwikkeling of gedrag Vak- en didactisch competent De leraar kan op basis van kennis van schoolvakken, de leerprocessen die daarvoor nodig zijn en de leefwereld, voor al zijn leerlingen een passende, krachtige leeromgeving ontwerpen, realiseren en conceptualiseren. Hij kan daarin op gevarieerde, betrokken en vakkundige wijze instructie geven en begeleiden zodat de leerlingen hun taak betrokken, gemotiveerd en (relatief) zelfstandig uitvoeren, en met competentiegevoelens de doelstelling(en) van de taak bereiken. Hij kan belemmeringen alleen en/ of met hulp van collega’s wegnemen. 2.0 (DD1)
1
De inhoud van het onderwijs wordt beheerst waaronder ook de laatste ontwikkelingen hierin. De leerstof is zodanig eigengemaakt dat de stof gekozen en bewerkt kan worden zodat de leerlingen het kunnen leren. Er worden verbanden gelegd met het dagelijks leven met werk en met wetenschap. Hij heeft een kritisch inzicht in theorieën en beginselen en maakt zelfstandig gebruik van gespecialiseerde informatiebronnen
Leerdoelen worden door ieder cursusteam in de cursussen geformuleerd. Deze zijn te vinden in de synopsis van de cursus
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
9
2.1
Zich door eigen observatie en onderzoeken en uit informatie van leerlingen en collega’s een beeld vormen van de beginsituatie van alle leerlingen in de groep bij de introductie van nieuwe activiteiten op het gebied van spelen en leren. Hij kan verantwoorden welke activiteiten met daaraan gekoppeld welke doelen hij gekozen heeft.
2.2
Op basis van behoeftepeiling en beginsituaties een werkprogramma en leeromgeving (fysiek en digitaal) ontwerpen dat recht doet aan de belangrijkste verschillen tussen kinderen en hun motivatie, zelfstandigheid en inzicht bevordert. Hij kan verantwoorden welk ontwerp hij heeft gemaakt en welke leeromgeving hij heeft gekozen met het oog op specifieke eigenschappen van het jongere dan wel het oudere kind
2.3
Het werkprogramma instruerend uitvoeren, o.a. door: • Boeiend uitleg geven aan jonge kinderen over spel- en andere activiteiten • boeiend en met inhoudelijk overwicht instructie geven aan oudere kinderen over leerstof uit schoolvakken met variatie in o.a. instructievormen, mate van sturing van het leerproces, gebruik van voorbeelden uit de leef- en belevingswereld • betrokken instructie geven met aandacht voor voorkennis en voorervaringen van kinderen en met controle op een juist begrip bij hen • middelen, materialen en nieuwe media zo present stellen, dat kinderen weten wat ze ermee moeten doen en voor gebruik ervan verantwoordelijk kunnen zijn Duidelijk aangeven wat er gedaan en bereikt moet worden in spel, werk en andere activiteiten en welke hulp kinderen daarbij kunnen verwachten. Hij kan verantwoorden welk instructiemethodes en werkvormen hij heeft gekozen met het oog op specifieke eigenschappen van het jongere dan wel het oudere kind. Het werkprogramma differentiërend uitvoeren, o.a. door: • aangepaste instructie voor speciale groepen • opdrachten en taken van verschillend niveau • variatie in werkvormen, mediagebruik (ict) en samenwerkingsvormen Afstemming van ondersteuning op de aard van de hulpvraag en de behoeften van kinderen (door medeleerlingen of assistent of ouder of leerkracht) Het werkprogramma begeleidend uitvoeren, o.a. • kinderen die spelen en leren feedback geven en perspectief bieden op volgende stappen • ingaan op vragen en initiatieven van kinderen en met hen reflecteren over wat er gebeurt en wordt bereikt • vroegtijdig signalen van kinderen die vast dreigen te lopen opvangen en snel hulp bieden en vervolgens de gebleken problemen registreren Extra uitleg geven, voordoen of een taak verder structureren. Hij kan verantwoorden welke begeleidingsstijlen hij heeft gekozen passend bij de visie op leren van het jongere dan wel het oudere kind. "Het werkprogramma evalueren en de resultaten ervan gebruiken voor bijstelling van volgende programma’s, o.a. door • toetsen, observeren of anderszins vaststellen van (tussen)resultaten • het evalueren van de leerprocessen met hulpkrachten en/of de leerlingen. . te verantwoorden welke kennis en inzichten er zijn toegepast bij het oplossen van problemen passend bij de visie op leren van het jongere dan wel het oudere kind. "
2.4
2.5
2.6 (DD2)
3
Organisatorisch competent De leraar kan waar mogelijk samen met de kinderen een leef- en werkomgeving organiseren die voldoende overzichtelijk, ordelijk, adaptief en flexibel is. Hij kan storingen in de dagelijkse gang van kan snel en efficiënt oplossen. 3.1 Time- en taakmanagement voeren, waar mogelijk samen met de kinderen. 3.2 Het lokaal en de omgeving ervan, inclusief de eventueel schooltuin en ontdekpaden, op een ordelijke, overzichtelijke, inspirerende en doelmatige manier inrichten. 3.3 Middelen, materialen en computers zo toegankelijk maken en opstellen dat kinderen er prettig, efficiënt en doelgericht mee kunnen spelen of werken. 3.4 Een juiste afstemming blijven aanbrengen tussen onderwijs-activiteiten en spel- en werkactiviteiten van de kinderen, ook met prettige en ontspannende overgangen daartussen. 3.5
Soepele en functionele overgangen creëren tussen groeps- en individuele activiteiten Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
10
3.6
4
Differentiële programma' s die gelijktijdig plaatsvinden met overzicht en hanteerbaarheid voor zichzelf organiseren. 3.7 In onverwachte situaties improviserend tijd en activiteiten goed afstemmen en structureren. Samenwerken met collega’s en omgeving De leraar kan samen met collega’s en externe betrokkenen bijdragen aan een krachtige identiteit van de school in opvoeding, onderwijs en een hechte samenwerking met elkaar en met instellingen in het maatschappelijk veld rond de school. Hij kan problemen in die samenwerking met hulp van collega’s oplossen. 4.1 Relevante informatie delen en gebruiken voor het eigen werk: • delen met collega’s; • delen met belanghebbenden buiten de school 4.2 Op constructieve wijze deelnemen aan overleg binnen en buiten de school. 4.3 Bijdragen aan gemeenschappelijke planningen en andere beheerssystemen, zoals een leerlingvolgsysteem. 4.4 Bijdragen aan visie- en beleidsontwikkeling. 4.5
5
6
Bijdragen aan de ontwikkeling van een schoolconcept met gelijktijdige afstemming van het eigen werkconcept daarop 4.6 Bijdragen aan de systematische verbetering van het onderwijswerk, het schoolleven en de samenwerking met externe betrokkenen en belanghebbenden (schoolontwikkeling). 4.7 Deelnemen aan de uitvoering van gemeenschappelijke taken. 4.8 Een betrouwbare en constructieve relatie opbouwen en onderhouden met de ouders of verzorgers van zijn leerlingen. Competent in reflectie en professionele ontwikkeling De leraar kan vanuit ervaringen met verschillen tussen individuele leerlingen en zijn ervaring met onderwijsconcepten zijn subjectief concept systematisch en reflecterend bijstellen en zijn eigen leerbehoefte bepalen. Hij kan daarin zijn keuzes verantwoorden vanuit zijn werkconcept. 5.1 Planmatig werken aan inzicht in de kwaliteit van zijn eigen competenties, o.a. door: • sterkte-zwakte analyses te (laten) maken; • reflecties voor, tijdens en na het onderwijswerk uit te voeren; • samen met collega's de eigen ontwikkelingsweg uit te stippelen 5.2 Systematisch het eigen subjectief concept over opvoeding en onderwijs in kaart brengen en daarop reflecteren Reflecties voor en na onderwijswerk uitvoeren 5.3 De eigen professionele ontwikkeling afstemmen op de schoolontwikkeling en in (laten) passen in het integrale personeelsbeleid van de school, o.a. via persoonlijke ontwikkelingsplannen, functie- en beoordelingsgesprekken. 5.4 Leervragen formuleren en afstemmen op de leerbehoeften in de school 5.5 Actief deelnemen aan scholing, training, coaching en andere contacten die de eigen deskundigheid bevorderen 5.6 De eigen professionele ontwikkeling documenteren en verantwoorden via een portfolio met het oog (DD5) op ""een leven lang leren"". Kan zelfverantwoordelijk leren door het wat, hoe en waartoe te bepalen in onvoorspelbare werksituaties en hierin beslissingen nemen. 5.7 De ontwikkeling van de professie 'leraar basisonderwijs' actief bevorderen door deelname aan collegiale contacten. Competent in onderzoek De leraar signaleert problematieken, doet nader onderzoek en vertaalt de uitkomsten naar didactisch handelen en/of beleid. 6.1 Fase 1 - Voorbereiden onderzoek: een voorstel doen voor (toegepast) onderzoek en onderzoek opzetten voor het oplossen van problemen in praktijksituaties. 6.2 Fase 2 - Uitvoeren onderzoek: het onderzoek zoals beschreven in het onderzoeksvoorstel (laten) uitvoeren, voortgang en kwaliteit monitoren en bijsturen waar nodig. 6.3 Fase 3 - Afronden onderzoek: de verzamelde en gestructureerde gegevens interpreteren en (DD4) conclusies trekken ten aanzien van de onderzoeksvraag, resultaten en het proces evalueren en hiervan verslag doen. Kan schriftelijk en mondeling informatie, ideeën en oplossingen doelgericht en interactief presenteren aan een publiek dat bestaat uit specialisten en/of niet-specialisten. 6.4 (DD3)
Kan relevante gegevens verzamelen en interpreteren en zich een oordeel vormen. Hierbij houdt hij rekening met relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten. Hij kan de Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
11
eigen visie op het werk toetsen aan wat er in de werksituatie mogelijk is en zich als onderzoeker gedragen volgens de bij onderzoek horende (ethische) gedragsnormen.
2.2.3 Inrichting opleiding (art 3.3, 3.13, OER HZ) Inrichting van de opleiding: Nationale naam: Internationale naam: Verleende graad: Studieduur: Studielast propedeutische fase: Studielast hoofdfase: Variant: Croho-code: Locatie: Voertaal: Datum begin accreditatie: Vervaldatum accreditatie: Associate degree: Gezamenlijke opleiding: Versneld HBO (VWO) traject
B Opleiding tot leraar Basisonderwijs B Education in Primary Schools (age 4 - 12) Bachelor of Education 4 jaar 60 EC 180 EC voltijd 34808 Vlissingen Nederlands 30-04-2015 29-04-2021 NVT NVT Nvt
Op de volgende pagina’s zijn de opleidingsstructuren van de opleiding te vinden. Er wordt onderscheid gemaakt in: A. De opleidingsstructuur voor studenten die per 1 september 2015 starten met hun propedeutisch jaar, volgens het competentieprofiel 2015-2020. Dit programma biedt in 2015-2016 alleen de propedeutische fase aan. Voor deze studenten is er in 2015-2016 nog geen aanbod van de hoofdfase. B. De opleidingsstructuur voor studenten die voor 1 september 2015 zijn gestart met hun propedeutisch jaar, of per 1 september 2015 zijn ingestroomd in een hoger jaar. Dit programma biedt in 2015-2016 alleen de hoofdfase en de afstudeerfase aan. Er is geen lesaanbod van de propedeutische fase. Het is in 2015-2016 voor het laatst mogelijk om aan herkansingen van de propedeutische fase deel te nemen.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
12
A. OPLEIDINGSSTRUCTUUR 2015-2016 HZPABO volgens competentieprofiel 2015-2020 afstudeerfase
De afstudeerfase wordt in 2015-2016 niet aangeboden vanuit competentieprofiel 2015-2020
Hoofdfase
De hoofdfase wordt in 2015-2016 niet aangeboden vanuit competentieprofiel 2015-2020
Hoe realiseer ik boeiend onderwijs? Blok 4
(1) CU16629 5,0 EC
(2) CU16630 2,5 EC
(3) CU16631 2,5 EC
(4) CU16632 5,0 EC
Wat betekent het om leraar te ZIJN? Blok 3 PROPEDEUTISCHE FASE
(1) CU16625 2,5 EC
(2) CU16626 5,0 EC
(3) CU16627 5,0 EC
(4) CU16628 2,5 EC
Wat denkt, voelt en wil dit kind? Blok 2
(1) CU16621 5,0 EC
(2) CU16622 2,5 EC
(3) CU16623 2,5 EC
(4) CU16624 5,0 EC
Welke kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten heb ik nodig om les te geven? Blok S1 1
(1) CU16617 5,0 EC
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
(2) CU16618 5,0 EC
(3) CU16619 2,5 EC
(4) CU16620 2,5 EC 13
B. OPLEIDINGSSTRUCTUUR 2015-2016 HZPABO volgens competentieprofiel 2005-2014 S8
afstudeerfase (fase)
S7
CU06736 Afstudeertraject leergebied
CU06746 LIO- Blok
15
15
CU06735 Afstudeertraject leergebied
CU06721 Stilstaan bij onderwijzen en leren 7,5
5
VCCU14666 VCCU14665 Eigen ruimte (all erlei) 1,25 en 1,25
CU06745 LIO- Blok 15
Minoren (zie minorcatalogus HZ en ‘minorfacts’) S6 30
S5 OK
S5 JK Hoofdf ase S4
CU04231 Verschillend durven, mogen en kunnen zijn in kunstzinnige oriëntatie 5,0
PROPED EUTISCHE FASE Herkansingen PROPED EU-in zijn mogelijk TISCHE FASE 2015-2016, er worden geen lessen meer georganiseerd voor deze fase
s2
S1
CU04234 Adaptief rekenonderwijs voor het oudere kind 5,0
5,0
CU03112 Adaptief bewegingsonderwi js en kunstzinnige oriëntatie voor het jonge kind 5,0
CU03114 Beleven waarnemen kennis, effectief natuuronderwijs voor jongere kinderen 5,0
CU03108 Onderwijskunde/ Nederlands
CU03109 Nederlands/ Rekenen
CU03113 Adaptief rekenonderwijs voor het jonge kind 5,0 CU03128 Vroeger was alles beter?
5,0
5,0
CU03105 Kinderen onderwijzen en helpen leren 5,0
CU03106 Cijfers en letters voor gevorderden 5,0
CU03107 Kind, school en omgeving
CU03545 De wereld wordt groter
Cu03598 Vakkunstig lesgeven
CU03543 Sommen en verhal en
5,0
5,0
5,0
Cu03053 Ontwikkelen van hoek en en werk en uit boeken 5,0
CU03101 Taal en getallen
CU03198 Boeiend lesgeven in een veilige omgeving 5,0
5,0
S3
CU04233 Visies op wereldoriënterend onderwijs voor het oudere kind
5,0
5,0
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
CU15138 Leren in praktijk 5,0 CU15137 Leren in praktijk 2,5 CU15138 Leren in praktijk 5,0 CU15137 Leren in praktijk 2,5 CU15136 Leren in praktijk 5,0 CU15135 Leren in praktijk 2,5 CU15134 Leren in praktijk 5,0 CU15133 Leren in praktijk 2,5 CU15132 Leren in praktijk 5,0 CU15130 Leren in praktijk 2,5 CU15129 Leren in praktijk 5,0 CU15128 Leren in praktijk 2,5
CU13118 Nederlands omgaan met verschillen
VCCU14663 VCCU14664 Eigen ruimte (allerlei) 1,25 en 1,25
2,5 CU13119 VCCU14663 Nederlands VCCU14664 omgaan met Eigen ruimte verschillen voor (allerlei) het jonge kind 1,25 en 1,25 2,5 CU03110 Bewegingsonderwijs en kunstzinnige oriëntatie 5,0
CU09555
Methoden en tec hnieken van onderzoek 2,5
CU09555
Methoden en tec hnieken van onderzoek 2,5
CU12561 Mens&maa tschappij/ Natuur & Techniek 2,5
CU03901, CU03902 of CU04187 (denominatiecursus)
Systematische probleemaanpak
5,0
2,5
CU09557
CU04106 ESP Ed2 Engels (pc specifiek)
CU09503 IPR binnen sommen en verhalen 5
CU04098 ESP Ed1 Engels (pc specifiek) 2,5
CU07818 Burgerschap en ethi ek; Mensen met een verhaal 1 5
14
2.2.4 Cursussen propedeutische fase (art 3.5, 3.11 OER HZ)
Vanaf de volgende pagina vinden beschrijvingen van de cursussen plaats. Het betreft de cursussen vanuit de eerder genoemde opleidingsstructuur A. In iedere cursus wordt verwezen naar het jaarrooster en de toetsprogramma’s. Het jaarrooster is te vinden op de website van de HZ. De toetsprogramma’s worden gepubliceerd op http://bit.ly/hzpaboinfo De toetsprogramma’s zijn te vinden in artikel 2.4 van deze uitvoeringsregeling. In artikel 2.5 worden de inzagemomenten van gemaakte tentamens weergegeven. Thema 1 CU16617
Titel: Welke kennis, vaardigheden en
Aantal EC’s: 5,0
Verplicht
Voertaal:
persoonlijke kwaliteiten heb ik nodig om les te geven? (1) Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Allereerst is het belangrijk dat je een goed beeld krijgt van het beroep van de leraar in de basisschool. De kern van het beroep van leraar is oprecht contact maken met leerlingen in de groep in een veilige leeromgeving en hierbij plezier uitstralen. Dit plezier laat je zien in actieve interesse in iedere leerling, het waarderen van hun inbreng en het geven van complimenten gericht op het stimuleren van het leren. Wat kunnen ze goed en waar moeten ze nog bij geholpen worden? Welke interesses hebben ze, wat is hun plaats in de groep? Welke persoonlijke omstandigheden zijn van invloed op hun leren? Hierbij hou je rekening met de leer- en ontwikkelingsbehoeften van de leerlingen waarin fouten worden gezien als kans om van te leren. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvang leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 X Open vragen 3.1.1, 3.1.2, 48% 55 TT Blok 1 Zie HT bLok1 Zie rekenen 3.2.7, 3.9, UR art UR art 2.5 3.2.8 2.5 2 X Open vragen en 3.1.2, 3.2.7, 48% 55 TT Blok 1 Zie HT bLok1 Zie multiple choice 3.2.12, 3.9 UR art UR art 2.5 Nederlands 2.5 3 X Citotoets Nederlands Eisen cito 2% 75 lesweek Landelijk Landelijk via cito via cito x Citotoets rekenen Eisen cito 2% 52 lesweek Landelijk Landelijk via cito via cito
Toets nr. 1 2 3 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Individueel 14
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
15
CU16618
Titel: Welke kennis, vaardigheden en Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands persoonlijke kwaliteiten heb ik nodig om les te geven? (2) Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Allereerst is het belangrijk dat je een goed beeld krijgt van het beroep van de leraar in de basisschool. De kern van het beroep van leraar is oprecht contact maken met leerlingen in de groep in een veilige leeromgeving en hierbij plezier uitstralen. Dit plezier laat je zien in actieve interesse in iedere leerling, het waarderen van hun inbreng en het geven van complimenten gericht op het stimuleren van het leren. Wat kunnen ze goed en waar moeten ze nog bij geholpen worden? Welke interesses hebben ze, wat is hun plaats in de groep? Welke persoonlijke omstandigheden zijn van invloed op hun leren? Hierbij hou je rekening met de leer- en ontwikkelingsbehoeften van de leerlingen waarin fouten worden gezien als kans om van te leren. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 X Open vragen 100 % 5.5 TT Blok1 Zie HT Blok 1 Zie 1.3, 2.1, UR art 2.5 UR art 2.5
3.1.2, 3.1.5, 3.2.7
Toets nr. 1 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel 14
CU16619
Titel: Welke kennis, vaardigheden en persoonlijke Aantal EC’s: 2,5 Verplicht/keuze Voertaal: kwaliteiten heb ik nodig om les te geven? (3) Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Allereerst is het belangrijk dat je een goed beeld krijgt van het beroep van de leraar in de basisschool. De kern van het beroep van leraar is oprecht contact maken met leerlingen in de groep in een veilige leeromgeving en hierbij plezier uitstralen. Dit plezier laat je zien in actieve interesse in iedere leerling, het waarderen van hun inbreng en het geven van complimenten gericht op het stimuleren van het leren. Wat kunnen ze goed en waar moeten ze nog bij geholpen worden? Welke interesses hebben ze, wat is hun plaats in de groep? Welke persoonlijke omstandigheden zijn van invloed op hun leren? Hierbij hou je rekening met de leer- en ontwikkelingsbehoeften van de leerlingen waarin fouten worden gezien als kans om van te leren. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 X Casustoets 2.1; 2.6; 2.7; 50 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie 3.2.12; 5.3 UR art 2.5 UR art 2.5 2 x Reflectieverslag 2.1; 2.6; 2.7; 50% 5.5 (onderwijsverhaal) 3.2.12; 5.3
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel 14
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
16
CU16620
Titel: Welke kennis, vaardigheden en Aantal EC’s: 2,5 Verplicht/keuze Voertaal: persoonlijke kwaliteiten heb ik nodig om les te geven? (4) Voorwaarden voor deelname:Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Allereerst is het belangrijk dat je een goed beeld krijgt van het beroep van de leraar in de basisschool. De kern van het beroep van leraar is oprecht contact maken met leerlingen in de groep in een veilige leeromgeving en hierbij plezier uitstralen. Dit plezier laat je zien in actieve interesse in iedere leerling, het waarderen van hun inbreng en het geven van complimenten gericht op het stimuleren van het leren. Wat kunnen ze goed en waar moeten ze nog bij geholpen worden? Welke interesses hebben ze, wat is hun plaats in de groep? Welke persoonlijke omstandigheden zijn van invloed op hun leren? Hierbij hou je rekening met de leer- en ontwikkelingsbehoeften van de leerlingen waarin fouten worden gezien als kans om van te leren. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 x Reflectie vanuit 1.3.1; 2.6.1; 75% 5.5 TT blok Zie HT BLOK 1 Zie onderzoeksvraag: 2.7.1; 3.2.2; 1 UR art 2.5 UR art 2.5 “Wie ben ik als 5.3; 7.2.1; leerkracht van het 7.3.1 jonge kind” 2 x Peerassessment 1.3; 2.1; 25% 5.5 Lesweek Zie HT Blok 1 Zie 3.1.1; 3.1.2; 7 tijdens UR art 2.5 UR art 2.5 3.1.5; 3.2.2; les OK 3.2.7
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel groepsgewijs 14
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
17
Thema 2 CU16621 Titel: Wat denkt, voelt en wil dit kind? (1) Aantal EC’s: 5,0 Verplicht/keuze Voertaal: Voorwaarden voor deelname: (gebruik hiervoor bij voorkeur de “aanbevolen voorkennis” zoals gepubliceerd in onderwijscatalogus op HZ-Infonet) Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Bij het begeleiden van het leren van een groepje leerlingen gaat het erom dat je de leerlingen ondersteunt bij hun ontwikkeling .Tijdens het begeleiden overzie je de relaties tussen de leerlingen, stimuleer je het groepsproces en geef je feedback op hun gedrag. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 x Ontwerp maken Ld2.3.1, 33 55 Leswee Zie HT BLOK Zie Ld2.4.1, k 4 van UR art 2.5 2 UR art 2.5 Ld3.8.1, kwarta Ld3.12.1, al Ld3.16.1, Ld7.3.1, Ld4.2.1, 2 x Integratietoets Ld2.1.1, 33 55 TT2 Zie Ht blok 2 Zie Ld2.4.1, UR art 2.5 UR art 2.5 Ld3.4.1, Ld3.10.1, Ld3.12.1, Ld4.1.1, Ld4.2.1, 3 x Presentatie ontwerp Ld1.1.1, 34 55 Leswee Zie Ht blok 2 Zie Ld3.4.1, k UR art 2.5 UR art 2.5 Ld2.4.1, Ld7.3.1,
Toets nr. 1 2 3 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Individueel 14
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
18
CU16622 Titel: Wat denkt, voelt en wil dit kind? (2) Aantal EC’s: 2,5 Verplicht/keuze Voertaal: Voorwaarden voor deelname: (gebruik hiervoor bij voorkeur de “aanbevolen voorkennis” zoals gepubliceerd in onderwijscatalogus op HZ-Infonet) Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Bij het begeleiden van het leren van een groepje leerlingen gaat het erom dat je de leerlingen ondersteunt bij hun ontwikkeling .Tijdens het begeleiden overzie je de relaties tussen de leerlingen, stimuleer je het groepsproces en geef je feedback op hun gedrag. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 x Logboek formatieve 95% 55 Tt2 Zie Ht2 Zie kennistoetslijn UR art 2.5 UR art 2.5 2 X Citotoets Eisen cito 5% 55 Tt2 Zie Ht2 Zie wereldoriëntatie-1 UR art 2.5 UR art 2.5
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel 14
CU16623 Titel: Wat denkt, voelt en wil dit kind? (3) Aantal EC’s: 2,5 Verplicht/keuze Voertaal: Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Bij het begeleiden van het leren van een groepje leerlingen gaat het erom dat je de leerlingen ondersteunt bij hun ontwikkeling .Tijdens het begeleiden overzie je de relaties tussen de leerlingen, stimuleer je het groepsproces en geef je feedback op hun gedrag. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 x Schrijven praktijk Handschrift 50% 55 Tt2 Zie Ht2 Zie UR art 2.5 UR art 2.5 2 x Schrijven theorie Handschrift 50% 55 Tt2 Zie Ht2 Zie UR art 2.5 UR art 2.5
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel 14
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
19
CU16624 Titel: Wat denkt, voelt en wil dit kind? (4) Aantal EC’s: 5,0 Verplicht/keuze Voertaal: Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Bij het begeleiden van het leren van een groepje leerlingen gaat het erom dat je de leerlingen ondersteunt bij hun ontwikkeling .Tijdens het begeleiden overzie je de relaties tussen de leerlingen, stimuleer je het groepsproces en geef je feedback op hun gedrag. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 x Reflectieverslag Ld1.1.1, 25 55 Na stage Zie Ht2 Zie Ld2.1.1, UR art 2.5 UR art 2.5 Ld3.15.1, Ld7.2.1, 2 x Intervisie op Ld1.1.1, 25 55 Tijdens Zie Ht2 Zie ontwerp Ld3.8.1, stage UR art 2.5 UR art 2.5 3 x Werkplekassessment Ld3.10.1, 50 60 Tijdens Zie Ht2 Zie Ld3.13.1. stage UR art 2.5 UR art 2.5 Ld3.15.1, Ld3.16.1, Ld4.1.1, Ld4.4.1, Ld7.3.1,
Toets nr. 1 2 3 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Individueel 14
Thema 3 CU16625
Titel: Wat betekent het om leraar te ZIJN? (1)
Aantal EC’s: 2,5
Verplicht
Voertaal: NL
Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: actieve deelname tijdens de lessen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursussen van dit thema wordt aandacht besteed aan de professionele en persoonlijke ontwikkeling (leren leren) van de student tot zelfsturende professional. Een zelfsturende professional heeft zicht op zijn eigen kwaliteiten en ontwikkelingsperspectief en weet zichzelf te motiveren voor de beroepstaak. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 X Tentamen (Rekenen: L d 3.1.1 60 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie Hele getallen, Ld 3.2.1 UR art 2.5 UR art 2.5 middenbouw) Ld 3.14.1 2 X Portfolio L d 3.1.1 40 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie (Nederlands: Ld 3.2.1 UR art 2.5 UR art 2.5 Spelling) Ld 3.21.1
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
20
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel 14
CU16626 Titel: Wat betekent het om leraar te ZIJN? (2) Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: actieve deelname tijdens de lessen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursussen van dit thema wordt aandacht besteed aan de professionele en persoonlijke ontwikkeling (leren leren) van de student tot zelfsturende professional. Een zelfsturende professional heeft zicht op zijn eigen kwaliteiten en ontwikkelingsperspectief en weet zichzelf te motiveren voor de beroepstaak. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 X Presentatie Ld 2.1.1 40 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie (Geintegreerde UR art 2.5 UR art 2.5 themaopdracht) 2 X Tentamen (WO/Levo Ld 3.2.1 60 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie Achtergrondkennis) Ld 3.14.1 UR art 2.5 UR art 2.5
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel 14
CU16627 Titel: Wat betekent het om leraar te ZIJN? (3) Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: actieve deelname tijdens de lessen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursussen van dit thema wordt aandacht besteed aan de professionele en persoonlijke ontwikkeling (leren leren) van de student tot zelfsturende professional. Een zelfsturende professional heeft zicht op zijn eigen kwaliteiten en ontwikkelingsperspectief en weet zichzelf te motiveren voor de beroepstaak. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 X Rapportage ( Ld 5.2.1 60 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie Geintegreeerde Ld 6.1.1 UR art 2.5 UR art 2.5 themaopdracht) Ld 3.11.1 Ld 3.2.1 Ld 3.14.1 Ld 7.3.1 (aangepast) 2 X Mondeling (Levo: Ld 2.2.1. 40 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie ontwikkelingsidentit Ld 7.1.1 UR art 2.5 UR art 2.5 eit)
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel 14 Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
21
CU16628 Titel: Wat betekent het om leraar te ZIJN? (4) Aantal EC’s: 2,5 Verplicht Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: actieve deelname tijdens de lessen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursussen van dit thema wordt aandacht besteed aan de professionele en persoonlijke ontwikkeling (leren leren) van de student tot zelfsturende professional. Een zelfsturende professional heeft zicht op zijn eigen kwaliteiten en ontwikkelingsperspectief en weet zichzelf te motiveren voor de beroepstaak. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 X Reflectieverslag Ld 1.4.1 100 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie (Stage) Ld 5.1.1 UR art 2.5 UR art 2.5 Ld 7.2.1 Ld 7.1.1
Toets nr. 1 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel 14
Thema 4 Dit thema is nog in ontwikkeling. Nu bekende gegevens staan hieronder genoteerd. Aanvullingen volgens het juiste format komen. Percentages en aantallen wijzigen niet. CU16629 Titel: Hoe realiseer ik boeiend onderwijs (1) Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: actieve deelname tijdens de lessen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursussen wordt een start gemaakt met boeiend onderwijs: Je kunt de basisbeginselen van ‘boeiend onderwijs’ herkennen en maakt zelf een begin met het uitvoeren van boeiend onderwijs in jouw klas. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 X Ontwerp Ld 1.4.1 100 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie Ld 5.1.1 UR art 2.5 UR art 2.5 Ld 7.2.1 Ld 7.1.1
Toets nr. 1 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel 14
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
22
CU16630 Titel: Hoe realiseer ik boeiend onderwijs (2) Aantal EC’s: 2,5 Verplicht Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: actieve deelname tijdens de lessen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursussen wordt een start gemaakt met boeiend onderwijs: Je kunt de basisbeginselen van ‘boeiend onderwijs’ herkennen en maakt zelf een begin met het uitvoeren van boeiend onderwijs in jouw klas. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 X theaterproductie Ld 1.4.1 100 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie Ld 5.1.1 UR art 2.5 UR art 2.5 Ld 7.2.1 Ld 7.1.1
Toets nr. 1 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen groepsgewijs 14
CU16630 Titel: Hoe realiseer ik boeiend onderwijs (3) Aantal EC’s: 2,5 Verplicht Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: actieve deelname tijdens de lessen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursussen wordt een start gemaakt met boeiend onderwijs: Je kunt de basisbeginselen van ‘boeiend onderwijs’ herkennen en maakt zelf een begin met het uitvoeren van boeiend onderwijs in jouw klas. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 X kennistoets Ld 1.4.1 100 % 5.5 Zie TP Zie Zie TP Zie Ld 5.1.1 UR art 2.5 UR art 2.5 Ld 7.2.1 Ld 7.1.1
Toets nr. 1 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen groepsgewijs 14
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
23
CU16632 Titel: Wat denkt, voelt en wil dit kind? (4) Aantal EC’s: 5,0 Verplicht/keuze Voertaal: Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de cursussen wordt een start gemaakt met boeiend onderwijs: Je kunt de basisbeginselen van ‘boeiend onderwijs’ herkennen en maakt zelf een begin met het uitvoeren van boeiend onderwijs in jouw klas. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en deeltaken week werkdagen in week in week beschrijf de toetsvorm) en/of na ontvangst leerdoelen) cijfer) M S A Vorm 1 x Reflectieverslag Ld1.1.1, 25 55 Na stage Zie Ht2 Zie Ld2.1.1, UR art 2.5 UR art 2.5 Ld3.15.1, Ld7.2.1, 2 x Intervisie op Ld1.1.1, 25 55 Tijdens Zie Ht2 Zie ontwerp Ld3.8.1, stage UR art 2.5 UR art 2.5 3 x Werkplekassessment Ld3.10.1, 50 60 Tijdens Zie Ht2 Zie Ld3.13.1. stage UR art 2.5 UR art 2.5 Ld3.15.1, Ld3.16.1, Ld4.1.1, Ld4.4.1, Ld7.3.1,
Toets nr. 1 2 3 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen individueel Groepsgewijs individueel 14
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
24
2.2.5 Cursussen hoofdfase (art 3.5, 3.11 OER HZ) (opleidingsstructuur B).
CU03105 Titel: Kinderen onderwijzen en helpen leren Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands Voorwaarden voor deelname:Geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Deze cursus is een inleiding in het werken met methodes in de bovenbouw van de basisschool. De student leert in de stage en aan de hand van studietaken waarbij beschrijvingen van beroepssituaties centraal staan, wat er komt kijken bij boeiend en methodische onderwijzen en helpen leren. Een deel van de cursus is gewijd aan het bepalen van de beginsituatie van de kinderen. De student leert met observatiemodellen te werken om de beginsituatie vast te stellen en de gegevens die hij verzamelt te gebruiken bij de voorbereiding van zijn les. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansi Inzage herkansing nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week in week andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken week werkdagen na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 X Casustoets (onderwijskunde) 35% 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel 2.5 toetsprogramma 2.5 toetsprogramma 2 3
X X
4
X
Rapportage/verslag (rekenen) Rapportage/verslag (beeldende vorming) Rapportage/verslag (muziek)
5
X
Rapportage/verslag (drama)
x
Presentatie/verslag (muziek) Rapportage/verslag (muziek)
6 BK 7 BK
Toets nr. 1 2 3
X
Ld1.3.1, Ld2.1.1, Ld2.2.1, Ld1.8.1 KBV 2.4 Ld1.7.1 KMU 1.2, Ld2.2.2 KMU 2.2, Ld2.5.1 Ld2.2.2 KDR1.2, Ld2.2.4 KDR2.1 en KDR2.2 Ld2.1.3 Ld2.1.2
15% 15%
5.5 5.5
15%
5.5
15%
5.5
5% 5%
5.5 5.5
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Individueel Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
25
4 5 6 7 Aantal contacturen
Individueel Individueel groepsgewijs Individueel 12
CU03106 Titel: Cijfers en Letters voor Gevorderden Voorwaarden voor deelname: geen
Aantal EC’s: 5,0
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Planning toets in week
Inzage werk (< 10 werkdagen na ontvangst cijfer)
Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Nederlands, Engels en Rekenen didactiek voor de bovenbouw van het basisonderwijs. Vorm (benoem of het Inhoud (maak een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm deeltaken
Toets Nr.
M 1.Opdrachten en Evaluatie Engels 2.Tentamen Engels 3.Rekenen Tentamen Breuken & Kommagetallen 4.Rekenen Tentamen Procenten & Verhoudingen 5.Rekenen Zelfstudieopdrachten (toetsweek 1) Breuken & Kommagetallen 6.Rekenen Zelfstudieopdrachten (toetsweek 2) Procenten & Verhoudingen 7.Nederlands Schrijfopdrachten 8.Nederlands Tentamen lees- en schrijfonderwijs
Toets nr. 1 2
Wegings factor
Bodemcijfer
Vorm Logboek Meerkeuze vragen
0 15
Overalltoets
15
55 55 55
X
Overalltoets Rapportage/Verslag
15 10
X
Rapportage/Verslag
10
60
X X
Portfolio Overalltoets
0 35
55 55
S X X X
A
X
Ld 2.0 stellen Ld 2.0 4. Voortgezet technisch lezen/5. Begrijpend lezen 6. Stellen, Ld2.2.1, Ld2.2.2.
55 60
Planning herkan Inzage herkansing in week in week
TT2 TT2
wk 07 wk 07
HT2 HT2
wk 18 wk 18
TT1
wk 48
HT1
wk 07
TT2
wk 07
HT2
wk 18
HT1
wk 07
TT1
wk 48
TT2
wk 07
HT2
wk 18
TT2
wk 07
HT2
wk 18
TT2
wk 07
HT2
wk 18
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
26
3 4 5 6 7 8 Aantal contacturen
Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel 12
CU03107 Titel: Kind, school en omgeving Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: M&M en N&T zijn afkortingen die gebruikt worden voor mens- en maatschappijonderwijs en voor onderwijs in natuur en techniek: de wereldoriënterende vakken. Op het eerste gezicht gaat het dan om aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en techniek. Toch past er nog een aanzienlijke rij zaken onder deze afkortingen. Denk daarbij aan ontwikkelingseducatie, vredeseducatie, maatschappelijke verhoudingen, staatsinrichting, milieueducatie, gezond en redzaam gedrag etc. In deze course zullen we ons hoofdzakelijk beperken tot de hoofdgebieden: aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en techniek. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansin Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week herkansing andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken week werkdagen in week na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 X Ontwerp maken (WO) 2.3, 3.2, 5.3 10% 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel toetsprogramma 2.5 toetsprogramma 2.5 2 X Overalltoets (WO) 1.5 40% 5.5 3 X Werkstuk (WO) 1.3, 1.5, 1.7, 1.8, 2.2, 2.3, 2.6, 35% 5.5 3.2, 5.3 4 X Meerkeuzevragen (AK) Onderliggende voorkennis 5% 5.5 5 X Meerkeuzevragen (GS) Onderliggende voorkennis 5% 5.5 6 x Meerkeuzevragen (Cito) Onderliggende voorkennis 5% 5.5
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
27
Toets nr. 1 2 3 4 5 6 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel 12
CU03901
Titel: Godsdienstonderwijs voor de Protestant-Christelijke Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands basisschool Voorwaarden voor deelname: geen specifiek Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Kinderen de verhalen uit de bijbel vertellen, met hen Pasen en Kerst vieren en praten over geloven en de grote levensvragen, dat moet een leerkracht op een christelijke basisschool kunnen. En om dat te kunnen moet je heel wat in je mars hebben: je moet de achtergronden en verhaallijnen van de bijbel kennen, weten waar het om gaat met Pasen, Pinksteren en Kerst en zelf kritisch nagedacht hebben over geloven en de zin van je leven. In de course komen deze zaken aan de orde. Naast kennis over geloof en bijbel, en vaardigheden zoals het vertellen van verhalen, is er ook ruimschoots aandacht voor geloofsbeleving en vieringen. Een meerdaags bezoek aan een klooster maakt onderdeel uit van het programma. Toets nr
Vorm (benoem of het een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm)
M 1
S X
A
Vorm Essay
Inhoud (maak koppeling met deeltaken
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage werk (< 10 werkdagen na ontvangst cijfer)
Planning herkansing Inzage herkans in week in week
1.4, 2.2, 5.1, 5.3 K 2.1 K 3.1 K 3.2
100 %
5.5
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma
Toets nr. Wijze van beoordelen 1 Individueel Aantal contacturen 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
28
Zie artikel 2.5
CU03902 Titel: Actief pluriform, de identiteit van het openbaar onderwijs Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands Voorwaarden voor deelname: geen specifiek Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Actieve deelname (toets 3). Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Van een leraar die voor openbaar onderwijs kiest, mag verwacht worden dat hij vanuit een daarbij passende attitude zijn werk verricht. In een aantal beroepssituaties die in deze course aan de orde zullen komen, zal deze verwevenheid tussen attitude en het dagelijks onderwijswerk zichtbaar kunnen worden. Beroepssituaties slaan een brug tussen de intentie om verantwoord en doordacht openbaar onderwijs gestalte te geven en de praktijk van openbaar onderwijs in het werk van alledag. Doelstellingen voor de student die voor openbaar onderwijs kiest, zullen zich vooral moeten richten op een scherpe omschrijving van wat de basisattitude inhoudt. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansing Inzage herkansing nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week in week andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken week werkdagen na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 X Essay onderwijs identiteit 1.2, 1.4, 2.3, 5.1, 5.5 100% 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel 2.5 K2.1, K3.1, K3.2 toetsprogramma 2.5 toetsprogramma
Toets nr. Wijze van beoordelen 1 Individueel Aantal contacturen 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
29
CU04187
Titel: Katholieke basisscholen en hun levensbeschouwelijke Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands identiteit Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Aanwezigheid (toets 4) Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De levensbeschouwelijke identiteit van een katholieke basisschool is de kern van deze module. Het schoolvak "godsdienst/levensbeschouwing" maakt hier een wezenlijk onderdeel van uit. Onderdelen van deze module: Waarom RK-scholen, leraren en identiteit, de directe en indirecte doorwerking van de identiteit (direct: godsdienstonderwijs, bidden/dagopeningen, vieren, acties - indirect: mens en wereldbeeld, waarden en normen) Bij godsdienstonderwijs gaan we uit van het raamleerplan : "godsdienst/levensbeschouwing op katholieke basisscholen". Hierin komen a) de leefwereld van het kind (contrastervaringen, levensvragen en - thema`s) en b)godsdiensten en levensbeschouwingen (verhalen, feesten, symbolen) aan bod. Toets nr
Vorm (benoem of het een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm)
M 1
S X
A
Vorm Essay onderwijs identiteit
Inhoud (maak koppeling met deeltaken
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning herkansin Inzage herkansing werk (< 10 in week in week werkdagen na ontvangst cijfer)
1.2, 1.4, 2.3, 5.1, 5.5 K2.1, K3.1, K3.2
100%
5.5
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Toets nr. Wijze van beoordelen 1 Individueel Aantal contacturen 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
30
CU15133 Titel: Leren in praktijk (3) Aantal EC’s: 2,5 Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Beknopte beschrijving van cursusinhoud:
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Wegings Bodem- Planning factor cijfer toets in week
Inzage Planning werk (< 10 herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Inzage herkans in week
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
50
55
Zie artikel 2.5
Zie artikel 2.5
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
50
55
In deze cursus wordt het leren in de praktijk (stage) en de praktijk van het leren (SLC) gecombineerd.
Toets Nr Zelfde als de volgor van de toetsmatrijs
1
Vorm (benoem of het Inhoud (maak een mondeling (M), schriftelijk (S koppeling met of deeltaken andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) M S A Vorm x
Zie toetsprogramma
Zie toetsprogramma
Portfolio 2
x stagemap
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Zie toetsprogramma Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma Zie artikel 2.5
Wijze van beoordelen Individueel Individueel 5 (stagecursus)
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
31
CU15134 Titel: Leren in praktijk (6) Aantal EC’s: 5,0 Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Beknopte beschrijving van cursusinhoud:
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Wegings Bodem- Planning factor cijfer toets in week
Inzage Planning werk (< 10 herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Inzage herkans in week
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
25
55
Zie artikel 2.5
Zie artikel 2.5
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
25
55
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
50
In deze cursus wordt het leren in de praktijk (stage) en de praktijk van het leren (SLC) gecombineerd.
Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Nr een mondeling (M), schriftelijk (S) koppeling met Zelfde als de volgo andere (A) toets is en beschrijf de deeltaken van de toetsmatrijs toetsvorm)
1
M S A Vorm x
Zie toetsprogramma
Zie toetsprogramma
Portfolio 2
x
3
x x
Reflectieverslag stage werkplekassessment
Toets nr. 1 2 3 Aantal contacturen
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma Zie artikel 2.5
Wijze van beoordelen Individueel Individueel individueel 5 (stagecursus)
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
32
Zie artikel 2.5
CU03108
Titel: systematisch onderwijs in een uitdagende leeromgeving Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands gekoppeld aan de beginnende geletterdheid Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Binnen deze course werken onderwijskunde en nederlands samen; daarnaast levert ook logopedie een kleine bijdrage. Vanuit nederlands gaan we -binnen het begrip beginnende geletterdheid- in op het voorbereidend en aanvankelijk lezen, het beginnend technisch en begrijpend lezen, en tot slot gaan we in op de woordenschatdidactiek. Vanuit onderwijskunde gaan we in op systematisch onderwijzen en laten leren in een uitdagende leeromgeving, met aandacht voor groeperingsvormen. Hierbij betrekken we verschillende onderwijsvisies. Logopedie gaat in op spraakklanken; de afstand tussen wat je hoort en moet schrijven; problemen bij spraak- en taalontwikkeling. Toets nr
Vorm (benoem of het een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm)
M 1 2 3 4 5
S X
A
X X X X
Toets nr. 1 2 3 4 5 Aantal contacturen
Vorm Logboek Open vragen meerkeuzevragen (OK) Open vragen (NE) Mondelinge toets (NE)
Inhoud (maak koppeling met deeltaken
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning herkansin Inzage werk (< 10 in week herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
1.1, 1.2, 1.5, 2.3 3.1, 5.1, 5.4 8.1 2.2 1.1, 2.1, 5.1, 7.1 1.1, 2.1, 5.1, 7.1 1.1, 2.1, 5.1, 7.1
25%
5.5
25% 15% 20% 15%
5.5 5.5 5.5 5.5
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
33
CU03109
Titel: Nederlands en Rekenen in de wereld om ons Aantal EC’s: 5,0 Verplicht: Onderdeel Kennisbasis: zie artikel 2.2.13 heen Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Nederlands: taalbeschouwing op eigen niveau en buiten de methode om. Rekenen: Meetkunde en Meten is vooral doen! Toets nr
Vorm (benoem of het een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm)
M 1 2 3 4
S X
X
5 6
Toets nr. 1 2 3 4 5 6 Aantal contacturen
A
Voertaal: Nederlands
Inhoud (maak koppeling met deeltaken
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning herkansin Inzage werk (< 10 in week herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Taaldorp: 2.1, 2.2, 2.3, 3.3, 3.7, 5.1, 5.3 1.1, 1.3, 1.5, 2.1, 2.3 2.2, 2.3 2.1, 2.2, 2.3, 3.3, 3.7, 5.1, 5.3 2.1, 2.2, 2.3 2.2, 2.3, 2.5
10%
5.5
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
10% 20% 24%
5.5 5.5 5.5
18% 18%
5.5 5.5
Vorm Rapportage/Verslag (EN) 2
X X
Presentatie (NED) Overalltoets (NED) Rapportage/verslag (REK)
X X
Open vragen (REK) Open vragen (REK)
Zie toetsprogramma
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
34
Zie artikel 2.5
CU03110 Titel: Uitdagend Bewegingsonderwijs & Kunstzinnige Oriëntatie Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Rapportage/verslag (toets 5) Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze course komen de twee leergebieden aan bod die kinderen over het algemeen het leukst vinden op de basisschool. Dat belooft niet alleen een heel leerzame, maar zeker ook een erg uitdagende course te worden. Een course waarbij je jezelf in de eerste zes weken gaat bezig houden met bewegingsonderwijs en beeldende vorming. Bij bewegingsonderwijs gaan we bekijken op welke wijze we activiteiten kunnen organiseren en uitvoeren opdat elk kind succes ervaart in het uitvoeren van de activiteit. Bij beeldende vorming komt het onderwerp poppenspel naar voren. De laatste zes weken komen drama en muziek om de hoek kijken. Bij drama ga je jezelf verdiepen in poppenkastspel. Muziek gaat zich bezig houden met het klank, vorm en betekenismodel. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansi Inzage herkansing nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week in week andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken week werkdagen na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 X Open vragen 1.1, 1.2, 2.1, 2.2 25% 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel 2.5 toetsprogramma 2.5 toetsprogramma 2 X Meerkeuze vragen 1.1, 1.2, 2.1, 2.2 15% 5.5 3 X Open vragen 1.1, 1.2, 2.1, 2.2 15% 5.5 4 X Presentatie 1.1, 1.2, 2.1, 2.2 30% 5.5 5 X Ontwerp maken 1.1, 1.2, 2.1, 2.2 15% 5.5
Toets nr. 1 2 3 4 5 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
35
Titel: Uitdagend onderwijs binnen M&M en N&T Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands CU012561 Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus hebben we gekozen voor het thema “methode plus” . Wij vinden dat je niet alleen uit de methode moet werken, maar ook verder moet durven en willen kijken. Het basisonderwijs vraagt meer van je dan alleen maar de methode volgen. Deze cursus is bedoeld om je competenties mbt de zaakvakken verder te ontwikkelen. Tijdens de cursus gebeurt dat door het aanreiken van ideeën , de kennismaking met veldwerk en stageopdrachten. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansi Inzage herkansing nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week in week andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken week werkdagen na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 X Actieve deelname 5.1 50% 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel 2.5 toetsprogramma 2.5 toetsprogramma 2 X Rapportage/verslag 2.2, 2.3, 2.5 10% 5.5 3 X Werkstuk 2.2, 2.3, 2.5 10% 5.5 4 X Meerkeuze vragen 2.2, 2.3, 2.5 10% 5.5 5 X Meerkeuze vragen 2.2, 2.3, 2.5 10% 5.5 6 x logboek 2.2, 2.3, 2.5 10% 5.5
Toets nr. 1 2 3 4 5 6 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
36
CU03128 Titel: 'Vroeger was alles beter?' Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze course staat de westerse cultuur centraal. De hoofdvraag is: hoe komt die westerse cultuur tot uiting in ons bestaan in het algemeen en in jouw toekomstige beroeps en werkveld in het bijzonder: Het accent ligt op twee duidelijk te onderscheiden delen. In de eerste plaats verdiep je je in de oorsprong en ontwikkeling van het denken in de westerse cultuur. De lessen en de coursereader vormen daarvoor de basis. Daarnaast bezinnen jullie je in tweetallen op een onderzoeksvraag, gebaseerd op de beroepspraktijk en bronnenmateriaal dat uiteindelijk resulteert in een paper, waarmee jullie duidelijk maken op welke manier kenmerkende aspecten van het westerse denken zichtbaar worden in die betreffende beroepspraktijk Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansi Inzage herkansing nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week in week andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken week werkdagen na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 x Overall toets 5.6 100% 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel 2.5 toetsprogramma 2.5 toetsprogramma
Toets nr. 1 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
37
CU15135 Titel: Leren in praktijk (7) Aantal EC’s: 2,5 Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Beknopte beschrijving van cursusinhoud:
Verplicht
Voertaal: Nederlands
In deze cursus wordt het leren in de praktijk (stage) en de praktijk van het leren (SLC) gecombineerd.
Toets Nr Zelfde als de volgorde van de toetsmatri
1 2
Vorm (benoem of het Inhoud (maak een mondeling (M), schriftelijk (S koppeling met of deeltaken andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) M S A Vorm x
Inzage werk (< 10 werkdagen na ontvangst cijfer)
Planning herkansing in week
Inzage herkansing in week
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
50
55
Zie artikel 2.5
Zie toetsprogram ma
Zie artikel 2.5
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
50
55
Portfolio
x stagemap
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Wegings Bodem- Planning factor cijfer toets in week
Zie toetsprogra mma
Zie Zie artikel 2.5 toetsprogram ma
Zie Zie artikel 2.5 toetsprogramma
Wijze van beoordelen Individueel Individueel 5 (stagecursus)
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
38
CU15136 Titel: Leren in praktijk (8) Aantal EC’s: 5,0 Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Beknopte beschrijving van cursusinhoud:
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Wegings Bodem- Planning factor cijfer toets in week
Inzage Planning werk (< 10 herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Inzage herkans in week
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
25
55
Zie artikel 2.5
Zie artikel 2.5
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
25
55
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
50
60
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma Zie artikel 2.5
In deze cursus wordt het leren in de praktijk (stage) en de praktijk van het leren (SLC) gecombineerd.
Toets Nr Zelfde als de volgorde van de toetsmatrijs 1
Vorm (benoem of het Inhoud (maak een mondeling (M), schriftelijk (S) koppeling met andere (A) toets is en beschrijf de deeltaken toetsvorm) M S A Vorm x
Zie toetsprogramma
Zie toetsprogramma
Portfolio 2
x
3
x x
Reflectieverslag stage werkplekassessment
Toets nr. 1 2 3 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen Individueel Individueel Individueel 5 (stagecursus)
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
39
Zie artikel 2.5
CU03112 Titel: Adaptief bewegingsonderwijs en kunstzinnige oriëntatie Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands Voorwaarden voor deelname: behaalde propedeuse Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): 80% aanwezigheid en actieve deelname Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De cursus is erop gericht om je adaptief te kunnen laten werken met het jonge kind binnen het primaire onderwijs. Dat betekent dat de cursus je ondersteunt in het omgaan met verschillen tussen kinderen bij bewegingsonderwijs en kunstzinnige oriëntatie. Er kan zo meer recht gedaan worden aan de verschillen in niveau, in tempo en interesse bij de leerlingen . Ook kan meer recht gedaan worden aan de diverse leerstijlen die leerlingen hebben bij het leren binnen de genoemde leergebieden. Je leert met deze verschillen om te gaan in zowel het ontwerpen van onderwijs, als het uitvoeren van onderwijs, als het evalueren van onderwijs. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansing Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week herkansing andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken week werkdagen in week na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 x Presentatie Dt1.1/Dt1.3 40 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel Dt2.1/Dt2.2/Dt2.6 toetsprogramma 2.5 toetsprogramma 2.5 Dt5.1/Dt5.3/Dt5.5 2 x Open vragen Dt1.3/Dt1.6 15 5.5 1_bewegingsonderwijs, Dt2.2/Dt2.3/Dt2.4 beeldende vorming en Dt3.2 muziek 3 x Open vragen Dt2.1/Dt2.5/Dt2.6 15 5.5 2_bewegingsonderwijs, beeldende vorming en muziek 5 x Rapportage/verslag Dt1.9 10 5.5 ‘internationalisering’ Dt2.6 Dt5.1/Dt5.3/Dt5.5 6 X Zelfstudieopdrachten Dt1.1/Dt1.3 15 55 adaptief onderwijs Dt2.1/Dt2.2/Dt2.6 Dt5.1/Dt5.3/Dt5.5
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
40
Toets nr. 1 2 3 4 5 6 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen groepsgewijs Individueel Individueel Individueel Individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
41
CU03113 Titel: Adaptief rekenonderwijs voor het jonge kind Aantal EC’s: 5,0 Voertaal: Nederlands Verplicht: Onderdeel Kennisbasis: zie artikel 2.2.13 Voorwaarden voor deelname: Propedeuse behaald Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Adaptief lesgeven in het vak rekenen-wiskunde. Je kunt de rekenlessen zo organiseren dat je rekening houdt met verschillen tussen kinderen: hun capaciteiten, hun leerstijl, hun interesses. Je kunt werken met de rekenmethode op drie niveaus: instructieafhankelijke, instuctiegevoelige en instructieonafhankelijke kinderen. Je kunt gebruikmaken van verlengde instructie en compacten en verrijken. Bij rekenproblemen kun je werken met het drieslagmodel voor contextopgaven. Als uitgangspunt gebruik je handelingsgericht werken: kijken naar de behoeften van kinderen. De Kennisbasis voor rekenen-wiskunde maakt ook deel uit van deze cursus. Kennis over alle domeinen van rekenen-wiskunde. Toe Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings BodemPlanning Inzage Planning Inzage herkan nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing in week andere (A) toets is en beschrijf de deeltaken week werkdagen in week toetsvorm) na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 X Rapportage/verslag 30% 5.5 Zie Zie artikel Zie toetsproZie artikel toetspro2.5 gramma 2.5 gramma 2.1-2.6, 3.1,3.3-3.7 5.1-5.6 2 X Rapportage/verslag 2.1-2.6, 35% 5.5 3.1,3.3-3.7 5.1-5.6 3 X Overall toets KENNISBASIS (Landelijk) 20% 5.5 4 x Open vragen 15% 5.5 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9,
3.4/5, 3.7, 5.1, 5.3, 5.6
Toets nr. 1 2 3 4 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen individueel Individueel Individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
42
CU03114
Titel: Beleven - Waarnemen - Kennis, effectief natuuronderwijs voor jongere kinderen Voorwaarden voor deelname: Propedeuse behaald Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud:
Aantal EC’s: 5,0
Verplicht
Voertaal: Nederlands
In deze course stellen de vakgebieden van de wereldoriënterende vakken de visies centraal. Na enkele courses in eerdere studiejaren van de opleiding waarin vooral de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs centraal stonden, komt in deze course het denken over M&M-onderwijs aan de orde. Het is immers van belang als leerkracht helder te krijgen waar het in het onderwijs om gaat? Wat wil ik in het algemeen met onderwijs bereiken en met wereldoriënterend onderwijs in het bijzonder? Deze vraag is de basis van deze course. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansi Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week herkansing andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken week werkdagen in week na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 X Casustoets 1.3, 1.5, 2.1, 2.2, 2.3, 2.6 , 70% 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel 3.2, 3.7, 5.1 toetsprogramma 2.5 toetsprogramma 2.5 2 X Logboek 1.3, 1.5, 2.1, 2.2, 2.3, 2.6 , 10% 5.5 3.2, 3.7, 5.1 3 X Ontwerp maken 1.3, 1.5, 2.1, 2.2, 2.3, 2.6 , 10% 5.5 3.2, 3.7, 5.1 4 x werkstuk 1.3, 1.5, 2.1, 2.2, 2.3, 2.6 , 10% 5.5 3.2, 3.7, 5.1
Toets nr. 1 2 3 4 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen groepsgewijs Individueel Individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
43
CU013118 Titel: Adaptief taalonderwijs voor het jonge kind Aantal EC’s: 5,0 Voorwaarden voor deelname: Behaalde propedeuse Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Adaptief taalonderwijs voor het jonge kind Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken
M
A
Voertaal: Nederlands
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning herkansi Inzage werk (< 10 in week herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
KENNISBASIS
20%
5.5
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
1
S X
2
X
Open vragen
1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 3.4/5, 3.7, 5.1, 5.3, 5.6
15%
5.5
3 4
X X
Rapportage/verslag Rapportage/verslag
2.1 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 3.6, 5.3, 5.4
15% 50%
5.5 5.5
Toets nr. 1 2 3 4 Aantal contacturen
Vorm Meerkeuzevragen
Verplicht: Onderdeel Kennisbasis: zie artikel 2.2.13
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Wijze van beoordelen groepsgewijs Individueel Individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
44
CU013119 Titel: Adaptief taalonderwijs voor het oudere kind Aantal EC’s: 5 Voorwaarden voor deelname: Behaalde propedeuse Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Adaptief taalonderwijs voor het jonge kind Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken
M
A
Voertaal: Nederlands
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning herkansi Inzage werk (< 10 in week herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
KENNISBASIS
20%
5.5
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
1
S X
2
X
Open vragen
1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 3.4/5, 3.7, 5.1, 5.3, 5.6
15%
5.5
3 4
X X
Rapportage/verslag Rapportage/verslag
2.1 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 3.6, 5.3, 5.4
15% 50%
5.5 5.5
Toets nr. 1 2 3 4 Aantal contacturen
Vorm Meerkeuzevragen
Verplicht: Onderdeel Kennisbasis: zie artikel 2.2.13
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Wijze van beoordelen groepsgewijs Individueel Individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
45
CU04231
Titel: Verschillend durven, mogen en kunnen zijn in kunstzinnige Aantal EC’s: 5,0 Verplicht Voertaal: Nederlands orientatie Voorwaarden voor deelname: Behaalde propedeuse Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Binnen deze course wordt je aan de ene kant geconfronteerd met de onderwijskundige aanpak van adaptiefonderwijs, waar doormiddel van het aanpassen van instructie, leerstof en leeftijd omgaan met verschillen mogelijk wordt gemaakt. Juist door de overduidelijk aanwezigheid van kunstzinnige orientatie zal er ook nadrukkelijk in worden gegaan op de pedagoggische kant waarbij de drie basisbehoeften; Competentie, autonomie en relatie centraal staan en dienen als voorwaarde voor verdere ontwikkeling Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansi Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week herkansing andere (A) toets is en beschrijf de toetsvormdeeltaken) week werkdagen in week na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 X Rapportage/verslag (MU) Dt1.1/Dt1.3 21% 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel Dt2.1/Dt2.2/Dt2.6 toetsprogramma 2.5 toetsprogramma 2.5 Dt5.1/Dt5.3/Dt5.5 2 X Rapportage/verslag (BV) Dt2.1/Dt2.2/Dt2.3/Dt2.4/Dt2.5/Dt2.6 21% 5.5 3 X Rapportage/verslag (NED) Dt2.2/ Dt3.5/ Dt2.6 22% 5.5 4 X Rapportage/verslag (DR) Dt3.1/Dt3.2/Dt3.3/Dt3.4/Dt3.5/Dt3.7 21% 5.5 5 X Rapportage/verslag Dt1.9 15% 5.5 (reflectieverslag) Dt2.6 Dt5.1/Dt5.3/Dt5.5
Toets nr. 1 2 3 4 5 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen individueel Individueel Individueel Individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
46
CU04233 Titel: Wereldoriënterend onderwijs, waar is dat eigenlijk voor nodig? Voorwaarden voor deelname: Behaalde propedeuse Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen
Aantal EC’s: 5,0
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze course stellen de vakgebieden van de wereldoriënterende vakken de visies centraal. Na enkele courses in eerdere studiejaren van de opleiding waarin vooral de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs centraal stonden, komt in deze course het denken over M&M-onderwijs aan de orde. Het is immers van belang als leerkracht helder te krijgen waar het in het onderwijs om gaat? Wat wil ik in het algemeen met onderwijs bereiken en met wereldoriënterend onderwijs in het bijzonder? Deze vraag is de basis van deze course Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansi Inzage herkansing nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week in week andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken week werkdagen na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 X Visiestuk 10% 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel 2.5 Ld2.1.1, Ld2.2.1 toetsprogramma 2.5 toetsprogramma
Ld2.2.2 Ld2.2.3 Ld2.2.4 Ld3.2.1
2
x
Stagetaken
Ld1.3.1 Ld1.5.1 Ld2.1.1 Ld2.2.3 Ld2.2.4 Ld2.3.1 Ld2.6.1 Ld2.3.2 Ld2.3.3 Ld3.2.1 Ld3.3.1 Ld3.4.1 Ld3.7.1 Ld5.1.1
10%
5.5
3
X
Casustoets deel meerkeuze, deels open vragen
Ld2.2.1 Ld2.2.2 Ld2.2.3 Ld2.2.4
80%
5.5
Toets nr. 1 2 3 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen individueel Individueel Individueel 12 Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
47
CU04234 Titel: Adaptief rekenonderwijs voor het oudere kind Aantal EC’s: 5 Voertaal: Nederlands Verplicht: Onderdeel Kennisbasis: zie artikel 2.2.13 Voorwaarden voor deelname: propedeuse Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Adaptief lesgeven in het vak rekenen-wiskunde. Je kunt de rekenlessen zo organiseren dat je rekening houdt met verschillen tussen kinderen: hun capaciteiten, hun leerstijl, hun interesses. Je kunt werken met de rekenmethode op drie niveaus: instructieafhankelijke, instuctiegevoelige en instructieonafhankelijke kinderen. Je kunt gebruikmaken van verlengde instructie en compacten en verrijken. Bij rekenproblemen kun je werken met het drieslagmodel voor contextopgaven. Als uitgangspunt gebruik je handelingsgericht werken: kijken naar de behoeften van kinderen. De Kennisbasis voor rekenen-wiskunde maakt ook deel uit van deze cursus. Kennis over alle domeinen van rekenen-wiskunde. Toe Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings BodemPlanning Inzage Planning Inzage herkan nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing in week andere (A) toets is en beschrijf de deeltaken week werkdagen in week toetsvorm) na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 X Rapportage/verslag 30% 5.5 Zie Zie artikel 2.5 Zie Zie artikel toetsprog toetsprogr 2.5 ramma amma 2.1-2.6, 3.1,3.3-3.7 5.1-5.6 2 X Rapportage/verslag 2.1-2.6, 35% 5.5 3.1,3.3-3.7 5.1-5.6 3 X Overall toets KENNISBASIS (Landelijk) 20% 5.5 4 x Open vragen 15% 5.5 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9,
3.4/5, 3.7, 5.1, 5.3, 5.6
Toets nr. 1 2 3 4 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen individueel Individueel Individueel Individueel 12 Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
48
CU15137 Titel: Leren in praktijk (9) Aantal EC’s: 2,5 Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Beknopte beschrijving van cursusinhoud:
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Wegings Bodem- Planning factor cijfer toets in week
Inzage Planning werk (< 10 herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Inzage herkans in week
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
50
55
Zie artikel 2.5
Zie artikel 2.5
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
50
55
In deze cursus wordt het leren in de praktijk (stage) en de praktijk van het leren (SLC) gecombineerd.
Toets Nr Zelfde als de volgor van de toetsmatrijs
1
Vorm (benoem of het Inhoud (maak een mondeling (M), schriftelijk (S koppeling met of deeltaken andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) M S A Vorm x
Zie toetsprogramma
Zie toetsprogramma
Portfolio 2
x stagemap
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Zie toetsprogramma Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma Zie artikel 2.5
Wijze van beoordelen individueel Individueel 5 (stagecursus)
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
49
CU15138 Titel: Leren in praktijk (10) Aantal EC’s: 5 Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Beknopte beschrijving van cursusinhoud:
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Wegings Bodem- Planning factor cijfer toets in week
Inzage Planning werk (< 10 herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Inzage herkans in week
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
25
55
Zie artikel 2.5
Zie artikel 2.5
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
25
55
Ld 5.4.1, Ld 5.5.1, Ld 5.5.2
50
In deze cursus wordt het leren in de praktijk (stage) en de praktijk van het leren (SLC) gecombineerd.
Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Nr een mondeling (M), schriftelijk (S) koppeling met Zelfde als de volgo andere (A) toets is en beschrijf de deeltaken van de toetsmatrijs toetsvorm)
1
M S A Vorm x
Zie toetsprogramma
Zie toetsprogramma
Portfolio 2
x
3
x x
Reflectieverslag stage werkplekassessment
Toets nr. 1 2 3 Aantal contacturen
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Zie toetsprogramma Zie artikel 2.5
Wijze van beoordelen individueel Individueel Individueel 5 (stagecursus)
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
50
Zie artikel 2.5
CU06720 (blok) Titel: LIO CU06745 (lint) CU06746 (Lint) Voorwaarden voor deelname: Behaalde LIO-drempel Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen
Aantal EC’s: 30
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Je staat aan het begin van de LIO-stage. Het is een van de laatste fases van je opleiding om een startbekwaam leerkracht te worden. Tijdens deze stage bereid je je voor op de overgang van een studentenbestaan naar een betaalde baan waarin je zelf volledig verantwoordelijk bent voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het onderwijs. Deze overgang, ook wel de 'praktijkschok' genoemd, willen we door middel van de LIO-cursus proberen te verkleinen. Dat vraagt om een zorgvuldig onderwijsarrangement en begeleiding. Binnen deze VLD cursus wordt je duidelijk gemaakt hoe de LIO-cursus is opgezet en wat er precies van jou en de begeleiders wordt verwacht. Onder het thema 'Orientatie op de cursus'staat al het benodigde materiaal samen in een document. Voor het gemak vindt je ook thema's met daarin afzonderlijk de diverse beoordelingsformulieren, de werkwijzers en bijlagen. Deze documenten zijn gelijk aan het materiaal onder thema Orientatie op de cursus met de naam 'Orientatie op de LIO alle varianten'. De LIO-stage is een eindstage, je werkt daarmee dus ook aan alle competenties en deeltaken. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak Wegings Bodem- Planning Inzage Planning herkansi Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of koppeling met factor cijfer toets in werk (< 10 in week herkansing andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) deeltaken week werkdagen in week na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 x Portfolio Alle deeltaken 15% 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel toetsprogramma 2.5 toetsprogramma 2.5 2 x Werkplekassessment Alle deeltaken 50% 5.5 3 x Individueel proces assessment Alle deeltaken 15% 5.5 4 x Individueel proces assessment Alle deeltaken 20% 5.5
Toets nr. 1 2 3 4 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen individueel Individueel Individueel individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
51
CU06721 Titel: ‘Stilstaan bij onderwijzen en leren’ Aantal EC’s: 5 Verplicht/keuze: verplicht Voertaal: Nederlands Voorwaarden voor deelname: studiepuntendrempel voor afstuderen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): 80% aanwezigheid en actieve deelname Toets 5 Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De cursus is erop gericht om je handelen (ontwerpen én uitvoeren) in het onderwijs op de basisschool te kunnen verantwoorden vanuit een persoonlijk en theoretisch verantwoord onderwijs- en opvoedingsconcept. De visie die je reeds hebt over wat goed onderwijzen en leren en goede opvoeding is, je persoonlijke visie, zal verder kritisch en systematisch verder doorontwikkeld worden, zodat er meer en meer sprake gaat van een concept. De relatie met de praktijk van het handelen in de basisschool zal daarbij steeds vertrekpunt én eindpunt zijn. Toets Vorm (benoem of het Inhoud (maak koppeling Wegings BodemPlanning Inzage Planning Inzage Nr. een mondeling (M), schriftelijk (S) of met deeltaken of (indien factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm) aanwezig) leerdoelen, week werkdagen in week in week gebruik diepste niveau uit na ontvangst 2.2.2 cijfer) M S A Vorm 1 x Mondeling Dt1.5/Dt1.6 40 5.5 Zie Zie artikel Zie Zie artikel Dt4.4/Dt4.5/Dt4.6 toetsprogra 2.5 toetsprogra 2.5 Dt5.1 mma mma 2 x Logboek 1_pedagogiek Dt1.6 20 5.5 (OK)_bewegingsonderwijs (JK) Dt2.2/Dt2.3/Dt2.5/Dt2.6 Dt4.4/DT4.5/Dt4.6 Dt5.1 3 x Logboek 2_onderwijskunde Dt4.2/Dt4.4/Dt4.8 20 5.5 Dt5.1 4 x Logboek 3_levensbeschouwelijke Dt1.5 20 5.5 vorming Dt4.4/Dt4.5 Dt5.1
Toets nr. 1 2 3 4 Aantal contacturen
Wijze van beoordelen individueel Individueel Individueel individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
52
CU06735
Titel: Afstudeertraject leergebied
Aantal EC’s: 15
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Ontwerp maken en actieve deelname Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Binnen deze cursus kun je voor een leergebied naar keuze: - een eigen onderzoek ontwerpen en uitvoeren - een onderzoek van de opleiding mee ontwerpen en uitvoeren - een onderzoek van een basisschool of ander extern onderwijsinstituut mee ontwerpen en uitvoeren. Toets nr
Vorm (benoem of het een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm)
M
1
S
A
x
Toets nr. 1 Aantal contacturen
Inhoud (maak koppeling met deeltaken
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning herkansi Inzage werk (< 10 in week herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Vorm
Rapportage/verslag
HZ-breed geformuleerde onderzoekscompetenties
100%
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
55
Wijze van beoordelen individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
53
CU06736
Titel: Afstudeertraject leergebied
Aantal EC’s: 5
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Actieve deelname Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Binnen deze cursus kun je voor een leergebied naar keuze: - een eigen onderzoek ontwerpen en uitvoeren - een onderzoek van de opleiding mee ontwerpen en uitvoeren - een onderzoek van een basisschool of ander extern onderwijsinstituut mee ontwerpen en uitvoeren. Toets nr
1 2
Vorm (benoem of het een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm)
M
S X
A
X
Toets nr. 1 2 Aantal contacturen
Vorm Rapportage/verslag Presentatie
Inhoud (maak koppeling met deeltaken
HZ-breed geformuleerde onderzoekscompetenties
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning herkansi Inzage werk (< 10 in week herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
80%
55
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
20%
55
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Wijze van beoordelen individueel Individueel 12
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
54
2.2.6 Vrije compositiecursussen (art. 3.12 OER HZ)
Cohort 2014-2015 en eerder Voor de cohorten studenten die de opleiding zijn gestart in studiejaar 2014-2015 en eerder is een VCC-ruimte in het onderwijsprogramma gereserveerd van minimaal 2,5 en maximaal 7,5 studiepunten. Studenten van de cohorten 2014-2015 en eerder kunnen niet worden verplicht vrije compositiecursussen te volgen. In dat geval volgen zij (andere) cursussen passend bij het onderwijsprogramma van de opleiding. Op deze categorie studenten is de Studentenhandleiding Vrije-compositiecursus (VCC), september 2014, HZ University of Applied Sciences, van toepassing. Cohort 2015-2016 en later Voor het cohort studenten dat de opleiding start in studiejaar 2015-2016 bedraagt de VCC-ruimte in het onderwijsprogramma 7,5 studiepunten, met uitzondering van de opleidingen van de Academie voor Economie & Management en de Scaldis Academy, waarvoor de VCC-ruimte vijf studiepunten bedraagt. Voor de cohorten studenten die de opleiding starten in studiejaar 2016-2017 en daarna bedraagt de VCC-ruimte in het onderwijsprogramma tien studiepunten. Studenten die hun opleiding starten in studiejaar 2015-2016 en later zijn verplicht vrije-compositiecursussen te volgen. Op deze categorie studenten is de Studentenhandleiding HZ Personality, 2015, HZ University of Applied Sciences, van toepassing. In de opleidingsstructuur (2.2.3. inrichting van de opleiding) is aangegeven dat het aantal EC’s voor de vrije compositiecursussen in totaal 5 EC van het programma bevat. Dit betekent dat de student minimaal vier keer onderstaande cursus doorloopt, iedere keer met andere door hem zelf gekozen inhoud. VCC’s
Titel: vrije compositiecursussen
Aantal EC’s: 1,25 per cursus
Verplicht
Voertaal: Nederlands
Voorwaarden voor deelname: Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets):geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De (toekomstige) leerkracht zal zijn eigen kennis, kunde en vaardigheden moeten blijven ontwikkelen. Deze course is daar een (mogelijke) opzet toe. Het gaat hier met name om cursussen, trainingen en stages die buiten het reguliere programma vallen. Je kunt hier een eigen keuze inmaken en eigen richting aan geven, je eigen interesse volgen. De invulling van de course dient altijd binnen het kader van jouw opleiding te vallen, voor eigen verzoeken dien je als student aan te tonen hoe jouw invulling binnen jouw beroepsprofiel past
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
55
Toets nr
Vorm (benoem of het een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets is en beschrijf de toetsvorm)
1
M
S X
2
X
A
Vorm Rapportage (POP) eindreflectie
Inhoud (maak koppeling met deeltaken
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning herkansi Inzage werk (< 10 in week herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Bepaalt student in overleg met SLC
20%
5.5
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Bepaalt student in overleg met SLC
80%
5.5
Zie toetsprogramma
Zie artikel 2.5
Toets nr. Wijze van beoordelen 1 individueel 2 Individueel Aantal contacturen 2 Vcc is per definitie onderdeel van de hoofdfase, kan in tijd wel uitgevoerd worden naast de propedeutische fase Vcc’s worden in het studieplan opgenomen in overleg met en na goedkeuring door de studieloopbaancoach.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
56
2.2.7 Afstudeerrichtingen (art 3.10 OER HZ)
De opleiding Leraar Basisonderwijs biedt de volgende afstudeerrichtingen aan: - De afstudeerrichting ‘Jonge Kind’. Deze houdt het volgende in: In Pabo 3 en in Pabo 4 richt de student zich op het kind in groep 1 tot en met 4 van de basisschool. - De afstudeerrichting ‘Oudere Kind’. Deze houdt het volgende in: In Pabo 3 en in Pabo 4 richt de student zich op het kind in groep 5 tot en met 8 van de basisschool. Voor toelating tot de afstudeerrichtingen van de opleiding tot Leraar Basisonderwijs gelden geen nadere regels.
2.2.8 Stage (art 3.9 OER HZ) Reguliere stages
De stages van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn een geïntegreerd gedeelte van de opleiding en vinden plaats in elk semester van de opleiding, in Zeeland of West-Brabant. Afhankelijk van de fase van de opleiding, wordt de student in de onderbouw of bovenbouw van het basisonderwijs geplaatst. In ieder semester is in één van de cursussen een toets opgenomen in de toetsmatrijs, waarmee de stage wordt beoordeeld. Beoordelingen van herkansingen van de stage in het eerste semester van het eerste jaar, dienen afgenomen te worden in één van de drie stageweken in het tweede semester van het eerste jaar. Dit gebeurt in overleg tussen de stagebegeleider, betrokken mentoren en de student. Zie verder de cursusbeschrijvingen. Stage in het speciaal basisonderwijs Stage in het speciaal basisonderwijs is mogelijk vanaf de KL-fase (pabo 3). Voorwaarde om in het sbo stage te lopen is dat voor alle werkplekassessments in de KT-fase een 8,0 of hoger is behaald. Studenten die willen stage lopen in het speciaal basisonderwijs, dienen daarvoor een verzoek in te dienen bij de stagecoördinatie. Stage buiten Zeeland & West-Brabant Verzoeken om stage te lopen buiten Zeeland & West-Brabant dienen te worden ingediend bij de stagecoördinatie.
LIO-stage
De LIO-stage is een onderdeel van de afstudeerfase en heeft een duur van 60 dagen. Deelname aan de LIO-stage is pas mogelijk na het behalen van de LIO-drempel en na ondertekening van de LIOovereenkomst door alle partijen zoals genoemd in de LIO-overeenkomst 2015-2016. De lio wordt uitgevoerd in een stage die over het hele jaar plaats vindt, met een minimum van 2 aaneensluitende dagen binnen een werkweek. Binnen het jaar voert de student minimaal 4 weken een volledige lio-week uit (maandag t/m vrijdag). De organisatie hiervan bepaalt de student met de lio-werkplek. Overgangsregeling met betrekking tot organisatie van de lio Uitzondering geldt voor de studenten die t/m 2013-2014 het ‘februaritraject’ hebben uitgevoerd. Zij hebben een deel van het vierde studiejaar al uitgevoerd en kunnen na semester 1-2015/2016 afstuderen. De LIO-drempel is behaald wanneer • De propedeuse is behaald • 67,5 credits uit semester 3, semester 4 en semester 5 van de hoofdfase zijn vastgesteld • Binnen de 67,5 vastgestelde credits de cursussen ‘Leren in praktijk’ CU15133, CU15134, CU15135, CU15136, CU15137 en CU15138 zijn behaald (stage pabo 2 en 3 + voorbereiding sollicitatie). Deze laatste bepaling geldt niet voor studenten die het pabo 3 programma voor 1 september 2015 hebben uitgevoerd, zij hebben de cursussen ‘Leren in praktijk’ CU15133, CU15134, CU15135, CU15136 niet in hun programma gehad. `
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
57
Overgangsregeling met betrekking tot het behalen van de LIO-drempel Studenten die voor 1 september 2015 hun pabo 3 programma hebben doorlopen behalen hun liodrempel wanneer: • De propedeuse is behaald • 67,5 credits uit semester 3, semester 4 en semester 5 van de hoofdfase zijn vastgesteld. • Binnen deze 67,5 credits de cursussen ‘Leren in praktijk’ CU15137 en CU15138 zijn behaald. De LIO-plaats dient aan de volgende voorwaarden te voldoen: a. Klasgrootte van ten minste 13 leerlingen; b. Klas bestaande uit 1 groep of een combinatie van maximaal 3 groepen. c. De LIO-plaats specialisatie jonge kind studenten lopen stage in groep 1 t/m 4 d. De LIO-plaats specialisatie oudere kind studenten lopen stage in groep 5 t/m 8 Indien de student wil afwijken van de voorwaarden LIO-plaats dan kan er een verzoek worden ingediend bij de examencommissie. Om stage te kunnen lopen heb je een recente verklaring omtrent gedrag nodig. Iedere student dient deze bij de start van de opleiding te kunnen overleggen aan de opleiding, ongeacht in welk jaar hij instroomt. Lever deze verklaring omtrent gedrag aan bij het academiebureau. Wijziging van denominatie bij aanvang LIO Studenten kiezen aan het begin van het tweede jaar definitief voor een denominatie (openbaar, RK of PC) en het daarbij behorende levensbeschouwelijke diploma. Mochten er in de loop van de verdere studie redenen zijn om van richting te veranderen, dan bespreekt de student zijn keuze voor overstap eerst met zijn studieloopbaancoach. De student is verplicht deze keuze te verantwoorden in zijn portfolio. De competenties die horen bij het diploma van zijn keuze, moeten worden behaald. In overleg met de docenten Levensbeschouwing/godsdienst wordt een daarbij passend studietraject afgesproken. De student brengt de lio-coördinator op de hoogte van zijn wisseling. Het studietraject wordt, in overleg met de werkplekbegeleiders, afgerond onder verantwoordelijkheid van de betreffende docent Levensbeschouwing/godsdienst. Zij zorgen voor afstemming met de deelexamencommissie. LIO-stage in het voortgezet onderwijs Tot en met schooljaar 2016-2017 staat de pabo vanuit een pilot toe dat een student in de lio-stage 50% van deze stage uitvoert in het voortgezet onderwijs. De student schrijft hiertoe een motivatiebrief aan de opleidingscoördinator, waarin hij aangeeft welk van de competenties genoemd in artikel 2.2.2. hij wil bereiken in het voortgezet onderwijs en een gedegen motivatie om dit juist in het voortgezet onderwijs te doen. De opleidingscoördinator keurt de motivatie goed en adviseert de deelexamencommissie om akkoord te gaan met deze stage. Lio-stage in het buitenland Lio-stages mogen uitgevoerd worden in de Benelux. In andere gevallen dient een aanvraag te worden ingediend bij de deelexamencommissie.
2.2.9 Minor (art 3.8 OER HZ)
Minoren die aangeboden worden door de opleiding tot leraar basisonderwijs, worden beschreven in de HZ-minorengids.
2.2.10 Deelname internationaal uitwisselingsprogramma (art 4.5 OER HZ)
Voor de opleiding Leraar Basisonderwijs geldt de volgende aanvullende eis voor de student die naar een Engelstalig land gaat: • De student heeft aan de toetsen uit de cursussen ‘VCCU10076 Letter writing & presentations’ en ‘VCCU10077 Teaching English Abroad’ voldaan.
2.2.11 Afstuderen (art. 3.9. OER)
Voorwaarde voor de start van het afstudeeronderzoek is het afronden van de cursus “CU09555 Methoden en technieken van onderzoek”. Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
58
Hoofdlijn: De student voert zelfstandig een onderzoek uit dat voldoet aan de eisen die zijn vastgelegd in het HZ kader onderzoek. De opdracht voor het onderzoek wordt vastgesteld in samenspraak tussen de opleiding en de school waar de Lio-stage wordt gelopen. Het onderwerp kan aansluiten bij een ontwikkeling op de betreffende basisschool of bij een onderzoeksthema van de opleiding. De beoordeling vindt plaats op basis van het daarvoor vastgesteld protocol (HZ kader) door de begeleider en een tweede beoordelaar. De handleiding voor schooljaar 2015-2016 is het document ‘CU0673536_handleiding afstudeeronderzoek 2015-2016’. Dit document staat per 1 september 2015 op http://bit.ly/hzpaboinfo. Het bodemcijfer van de cursussen “CU06735 afstudeertraject leergebied” en “CU06736 afstudeertraject leergebied” is vastgesteld op 5,5. Overgangsregeling m.b.t. afstuderen • Studenten die in 2014-2015 hun onderzoek zijn gestart én een door de onderzoeksbegeleider goedgekeurd startdocument hebben, waarvoor een resultaat op HZ-InfoNet is ingevoerd, mogen gebruik maken van het document ‘CU0673536_handleiding afstudeeronderzoek 2015-2016’. • Studenten die in 2013-2014 hun onderzoek zijn gestart én niet opnieuw zijn gestart in 20142015 kunnen dit jaar voor het laatst gebruik maken van de handleiding die in de VLD-edities 2013-2014 van de cursussen CU06735 en CU06736.
2.2.12 Supplement bij getuigschrift (art. 6.11 OER HZ) Vervallen
2.2.13 Landelijke kennistoetsen Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen Studiejaar 2015-2016 Onderdeel 1 (Algemeen: geldt voor tweedegraads lerarenopleidingen en pabo)
Inleiding landelijke kennisbases en kennistoets lerarenopleidingen In 2008 hebben de hogescholen met lerarenopleidingen met de staatssecretaris van OCW de Meerjarenafspraak Krachtig Meesterschap afgesloten. In die overeenkomst staat het verhogen van de kwaliteit van de lerarenopleidingen centraal. Zoals afgesproken in de Meerjarenafspraak heeft elke lerarenopleiding een kennisbasis opgesteld die in een ‘landelijk examen’ wordt getoetst. Vanaf het studiejaar 2013-2014 zijn de landelijke kennistoetsen voor deze opleidingen en de genoemde pabovakken een verplicht onderdeel van de hoofdfase geworden. Aan iedere landelijke kennistoets is één studiepunt verbonden. Elke student van een lerarenopleiding, tweedegraads of pabo, moet geslaagd zijn voor de landelijke kennistoets (tweedegraads) of landelijke kennistoetsen (pabo) voordat hij of zij gediplomeerd de opleiding kan verlaten. De hogescholen hebben de kennisbases en kennistoetsen gezamenlijk in eigen beheer ontwikkeld. Er is per lerarenopleiding een landelijke kennisbasis samengesteld. De vragen van de kennistoets gaan over die kennisbasis. Tijdens de opleiding wordt deze kennisbasis behandeld. De opleiding bereidt de student voor op de kennistoets(en). Meer informatie over de landelijke kennisbasis en de landelijke kennistoets lerarenopleidingen is te vinden op www.10voordeleraar.nl. Daar zijn ook de landelijke kennisbasis en een oefentoets te vinden, evenals een toetsgids per vak dat een landelijke toets kent. De organisatie 10voordeleraar De organisatie 10voordeleraar is door de lerarenopleidingen belast met de organisatie van de ontwikkeling van kennisbases, toetsvragen, de digitale toets en de totstandkoming van de uitslag. De digitale toetsen worden op de hogescholen afgenomen. De organisatie 10voordeleraar en de hogescholen met lerarenopleidingen zorgen er samen voor dat de landelijke kennistoetsen objectief en betrouwbaar zijn. Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
59
Om te zorgen dat studenten, bij welke hogeschool zij hun opleiding ook volgen, dezelfde kansen hebben, hanteren alle hogescholen dezelfde regels: de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen-OER. Hierin staan de relevante regels voor studenten. Voor de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen gaan de bepalingen van deze landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen OER boven de regels die gelden voor de overige toetsen van de opleiding. Om het landelijke, uniforme karakter van de landelijke kennistoets te waarborgen, volgen hogescholen de landelijke afspraken met betrekking tot deelname, de aanmelding voor de toets, de toetsafname en bekendmaking van de resultaten. Dat houdt onder andere in dat hogescholen verplicht zijn om de toetsen te plannen in de overeengekomen tijdsloten. Toetsafnames buiten de overeengekomen tijdsloten zijn niet mogelijk. Vanwege het landelijke karakter van de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen kunnen er specifieke maatregelen getroffen worden. Het gaat hierbij om de volgende maatregelen (niet limitatief): 1. Er kan, op initiatief van 10voordeleraar of de betrokken hogeschool, besloten worden dat de betrokken hogeschool niet kan deelnemen aan een toetsafname. Een dergelijke maatregel kan bijvoorbeeld genomen worden als de betrokken hogeschool niet een veilige toetsafname kan garanderen. Hierover worden de studenten door de betrokken hogeschool voorafgaand aan de toetsafname geïnformeerd. Deze hogeschool kan deelnemen aan de eerstvolgende toetsafname. Studenten dienen zich hiervoor opnieuw in te schrijven; 2. Als de toetsafname op het overeengekomen tijdstip is verstoord, zal door 10voordeleraar een nieuwe datum voor deze toetsafname worden bepaald Deze nieuwe toetsafname vindt vervolgens idealiter plaats binnen de toetsweek of toetsweken van de eerder geplande toetsafname datum doch uiterlijk binnen 4 werkweken na de eerder geplande toetsafname datum. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover; 3. In het geval van fraude1 met de landelijke kennistoetsen kunnen er maatregelen op landelijk niveau genomen worden. Zo kan bijvoorbeeld de toetsafname uitgesteld worden. Er wordt in dat geval een nieuw toetsmoment gepland, uiterlijk binnen 4 werkweken na de eerder geplande toetsafname datum. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover; 4. Er kan besloten worden dat, bijvoorbeeld bij identiteitsfraude (een student heeft deelgenomen onder een andere naam dan die van de student zelf) de uitslag van de landelijke kennistoets niet wordt verstrekt. Het besluit daartoe wordt uiterlijk 5 werkweken na de datum van de toetsafname genomen. De betrokken hogeschool informeert de student(en) hierover; 5. Indien er bij studenten fraude wordt geconstateerd, is de examencommissie van de lerarenopleiding in kwestie bevoegd maatregelen te nemen jegens de betrokken student. 1 In het kader van de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen wordt onder fraude in ieder geval verstaan:
a. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student gebruik maakt, of gebruik heeft gemaakt van hulpmiddelen waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; b. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student kijkt of gekeken heeft naar/op/in het werk van (een) andere student(en); c. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student aanleiding/mogelijkheden heeft gegeven aan andere studenten zijn of haar werk in te zien; d. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student tijdens de toetsafname informatie geeft of heeft gegeven aan andere studenten over de inhoud en uitwerking van de landelijke kennistoets; e. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student tijdens de toetsafname onjuiste of valse informatie geeft of heeft gegeven over zijn of haar identiteit; f. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student zich door iemand anders heeft laten vertegenwoordigen; g. het zich voor de datum of het tijdstip waarop de toetsafname zal plaatsvinden, in het bezit stellen van de vragen of opgaven van de desbetreffende kennistoets. 3
Regels voor aanmelding, deelname en uitslag 1. Een student meldt zich bij de eigen opleiding digitaal aan voor deelname aan de kennistoets en ontvangt daarvan een bevestiging. Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
60
2. In het geval een aangemelde student niet deelneemt aan de toets dan geldt de aanmelding als een toetsdeelname en kan de hogeschool administratiekosten in rekening brengen. 3. De landelijke kennistoetsen worden op de hogeschool en alleen in digitale vorm afgenomen. Voor studenten met een handicap of chronische ziekte waardoor het afleggen van de toets onder de standaardafnamecondities duidelijk negatief wordt beïnvloed, kan de examencommissie verzoeken de tijdsduur van de toetsafname te verlengen. De lettergrootte en het contrast van het beeldscherm kunnen vergroot worden. Het verzoek tot tijdsduurverlenging moet door de examencommissie gelijktijdig met de aanmelding ingediend worden. 4. De geldigheidsduur van de uitslag van de digitale landelijke kennistoetsen is bepaald op vijf jaar nadat de uitslag is opgenomen in de studentenadministratie van de hogeschool. Binnen deze periode gelden behaalde resultaten bij overstap ook op een andere hogeschool. 5. De opleiding ontvangt van 10voordeleraar 21 werkdagen na afloop van de toetsperiode een overzicht van de resultaten (inclusief een cijferlijst) van de studenten die hebben deelgenomen aan de toets. De opleiding deelt de student het behaalde cijfer mee uiterlijk drie werkdagen nadat de hogeschool het overzicht van de resultaten van 10voordeleraar heeft ontvangen . 10voordeleraar hanteert voor het bepalen van wat werkdagen en vakantieweken zijn het schoolvakantieoverzicht, zoals dat jaarlijks wordt gepubliceerd op de website van de rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties/. 6. Nadat de uitslag van een landelijke kennistoets bekend is gemaakt, kunnen studenten die hun toets willen inzien zich aanmelden op de website www.10voordeleraar.nl. De inzage vindt plaats op een locatie die door 10voordeleraar wordt vastgesteld. Bij de inzage is er geen inhoudelijke toelichting. De reiskosten voor de inzage komen voor rekening van de student. 7. Beroep: Studenten kunnen tegen de uitslag van de toets beroep aantekenen. Dat moet binnen twee weken nadat de landelijke inzage periode is afgelopen, bij de ‘toegankelijke faciliteit’ (ook wel ‘Loket’ of ‘Klachtenloket’ genoemd) van de eigen hogeschool conform de procedures en reglementen van de eigen opleiding. Regels voor de toetsafname Bij de afname van de landelijke kennistoets gelden de volgende regels: 1. Studenten moeten zich legitimeren door middel van een geldige collegekaart in combinatie met een rijbewijs, paspoort of identiteitskaart. Alleen in het geval een hogeschool bij de identificatie van haar studenten geen collegekaart-systeem hanteert, volstaat een rijbewijs, paspoort of identiteitskaart voor legitimatie. Jassen, tassen, horloges, telefoons en andere middelen waarmee elektronische informatieoverdracht mogelijk is, moeten buiten het toetslokaal blijven, of vóór in de toetsruimte. 2. De surveillanten delen nadat de student achter de pc is gaan zitten aan elke student zijn/haar inlogbrief uit. Deze inlogbrief bevat een unieke inlognaam (deelnemer ID), een uniek wachtwoord en de URL voor de toets. Deelnemen onder een andere identiteit / inlognaam is niet toegestaan. 3. Studenten moeten minimaal 30 minuten blijven zitten alvorens ze de toetsruimte mogen verlaten. De toets moet in alle gevallen afgerond worden vóór het voor de toets vastgestelde eindtijdstip. 4. Studenten mogen geen andere dan de toegestane hulpmiddelen gebruiken. De toegestane hulpmiddelen staan vermeld in de toetsgids van de landelijke kennistoets. 5. Bij het afsluiten van de toets moet de student de toets daadwerkelijk afsluiten (knop ‘toets beëindigen’) en uitloggen. De inlogcode, het kladpapier en eventueel andere uitgereikte hulpmiddelen moeten weer ingeleverd worden. 6. Studenten mogen niets meenemen waarop informatie over de vragen staat. 7. Alle gangbare regels van het tentamenreglement van de hogeschool zijn van toepassing voor zover ze niet in strijd zijn met deze regels voor de landelijke kennistoetsen.
Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen Studiejaar 2015-2016 Onderdeel 1b (Specifiek: geldt voor pabo’s) Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
61
Vooraf: 1. Voor de Pabo vakken rekenen-wiskunde en Nederlandse taal geldt het volgende: de vakdidactische en vakinhoudelijke kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbases die landelijk zijn overeengekomen. 2. Per studiejaar zijn er vier toetsrondes. Deelname aan minimaal twee toetsrondes is voor alle pabo’s verplicht. Toetsdata worden voor aanvang van het studiejaar gepubliceerd. Artikel 1 Voor de vakken rekenen-wiskunde en Nederlandse taal geldt dat een landelijke kennistoets onderdeel uitmaakt van de opleiding. Aan iedere kennistoets is één studiepunt verbonden.4
4 Een aantal hogescholen heeft gekozen de kennistoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid. In deze gevallen is de kennistoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid.
Artikel 2 Aan deze toets moeten alle studenten en cursisten meedoen die vanaf het studiejaar 2011-2012 ingestroomd zijn. Artikel 3 Er kan pas deelgenomen worden aan de digitale landelijke kennistoets als de student: 1a. de propedeuse heeft behaald en; 1b. alle onderdelen uit de kennisbasis beheerst en zich (voor nominale voltijd- en deeltijdstudenten) in het derde studiejaar bevindt. 2a. Opleidingen kunnen van artikel 3 lid 1 b) afwijken, indien kan worden aangetoond dat nominale voltijd- en deeltijdstudenten alle studiepunten die betrekking hebben op de kennisbasis, met uitzondering van het studiepunt voor de landelijke kennistoets, hebben behaald, en deze studiepunten in het cijferregistratiesysteem van de studentenadministratie zijn verwerkt. 2b. Nominale voltijd- en deeltijdstudenten die door de opleiding overeenkomstig artikel 3 lid 2 a) in het tweede studiejaar worden aangemeld, kunnen eenmalig deelnemen aan de toetsperiode in juni. Voor hen wordt geen tweede toetsdeelname voor deze landelijke kennistoets aangeboden in de periode juniseptember. De eerstvolgende landelijke kennistoets van het volgende studiejaar waar de student aan deelneemt, geldt als eerste toetsdeelname van dat studiejaar en niet als tweede toetsdeelname van de landelijke kennistoets van het tweede studiejaar. 3. Wanneer de opleiding geen propedeutisch examen kent, geldt lid 1a van dit artikel niet. Artikel 4 De studenten vermeld in artikel 2 mogen vanaf het derde studiejaar, mits voldaan is aan de voorwaarden voor deelname zoals besteld in artikel 3, per studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan de landelijke kennistoets.
Overzicht van cursussen waarin deze kennisbasistoetsen worden afgenomen: • CU03106: “Cijfers en letters voor gevorderden” • CU03109: Nederlands/Rekenen • CU04234: “Adaptief rekenonderwijs voor het oudere kind” • CU03113: “Adaptief rekenonderwijs voor het Jonge Kind” • CU13118: “Nederlands: omgaan met verschillen voor het jonge kind” • CU13119: “Nederlands: omgaan met verschillen voor het oudere kind”
2.2.14. Overgangsregelingen • •
Door de komst van het nieuwe curriculum zijn een aantal overgangsregelingen van toepassing. Deze staan vermeld in de paragrafen 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4 en 2.2.5. Door het organiseren van de lio-stage over het gehele jaar, komen de ‘blokvarianten’ uit eerdere uitvoeringsregelingen te vervallen. Een uitzondering hiervoor is opgenomen in artikel 2.2.8, ten bate van studenten die het ‘februari-traject’ hebben gevolgd. Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
62
•
2.3.
Door uitvoering van cursussen ‘leren in praktijk’ in pabo 2 met daarin onder andere stage pabo 2, veranderen de voorwaarden voor het behalen van de lio-drempel. Deze zijn als overgangsregeling beschreven in artikel 2.2.8.
Studieadvies
2.3.1 Uitwerking voorwaarden inschrijving opleiding na nbsa (art. 8.1 lid 9 OER HZ) ) Studieadvies eerste jaar van inschrijving De student van de opleiding tot leraar basisonderwijs die een negatief bindend studieadvies krijgt, wordt definitief uitgeschreven voor deze opleiding. Voor de opleiding tot Leraar Basisonderwijs gelden de volgende aanvullende eisen met betrekking tot het studieadvies aan het eind van zijn eerste jaar van inschrijving: 1. De student heeft een voldoende behaald voor de landelijke toets basiskennis Rekenen (Cito). 2. De student heeft een voldoende behaald voor de landelijke toets basiskennis Nederlands (Cito). 3. De student heeft een voldoende behaald voor één van de wereldoriënterende vakken (Cito). 4. De student heeft minimaal een voldoende behaald voor de stages in pabo 1.
2.4 toetsprogramma’s
Het toetsprogramma is een overzicht van alle toetsen van alle cursussen, geplaatst in de tijd op kans en herkansing. Alle semesters van de opleiding zijn hierin opgenomen: • • • • • • • •
Toetsprogramma pabo 1, semester 1 Toetsprogramma pabo 1, semester 2 Toetsprogramma pabo 2, semester 3 Toetsprogramma pabo 2, semester 4 Toetsprogramma pabo 3, semester 5 jonge kind Toetsprogramma pabo 3, semester 5 oudere kind Toetsprogramma pabo 4, semester 7 en 8 alle varianten Hertoetsprogramma voormalig februarigroepen.
De toetsprogramma’s zijn per 25 augustus 2015 gepubliceerd op https://www.edugroepen.nl/sites/hzpabo/Toetsprogrammas%2020142015/Forms/AllItems.aspx
2.5 Inzagemomenten 2015-2016 De tabel inzagemomenten is onderdeel van de toetsprogramma’s . Zie hiervoor artikel 2.4.
3.1
Vaststelling
3.1.1
De looptijd van de uitvoeringsregeling is gelijk aan de looptijd van de Onderwijs- en Examenregeling HZ 2015-2016.
3.1.2
Deze uitvoeringsregeling is vastgesteld door het college van bestuur op 09/06/2015.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 21/05/2015
63